Alweer laait er in blogland een discussie op over integratie van migranten. Zoals vaak als het over dit onderwerp gaat is het weer van dik hout zaagt men planken. Aan de ene kant wijzen de ‘politiek correcten’ dat het helemaal niet zo slecht gaat met integratie en valt hier en daar het racisme woord. Ze zien zich gesterkt door stijgende prestaties op de arbeids- en onderwijsmarkt van migranten. Aan de andere kant van het spectrum, laten we ze maar ‘de ongerusten’ noemen, wordt gewezen op nog steeds persistente achterstand van migranten en oververtegenwoordiging van sommige groepen in criminaliteitscijfers. Ze zijn dol op het woord multikul. Sommigen denken dat het iets met moslims van doen heeft.
Het probleem van dit debat is dat het teveel over de integratie van gisteren gaat en nergens toe leidt. Neem de studie uit 2003 waarin het CPB in kaart probeerde te brengen wat migranten aan de economie hebben bijgedragen en wat ze kosten. De conclusie was dat migranten een belastende factor voor de overheidsfinanciën zijn. Als je iets aan vergrijzing wilt doen, moet je het niet van migranten hebben. Op verzoek van de PVV deed Nyfer in 2010 dit CPB onderzoek nog eens dunnetjes over.
In het antwoord op Kamervragen van Geert Wilders wat de niet-westerse allochtonen ons land zou kosten, beperkten toenmalige ministers van der Laan, Donner en Hirsch Ballin zich tot formele en defensieve argumenten.
Hier een poging een minder defensief antwoord te geven. Allereerst is het vreemd om alleen naar de kosten van iets te kijken (zoals Nyfer, het CPB kijkt ook naar een deel van de baten). Maar zelfs als we daar overheen stappen, dan blijkt het niet goed mogelijk te zijn een zinnig antwoord te geven op de vraag of niet-westerse allochtonen Nederland meer kosten of baten opleveren, zelfs al zouden we over allerlei ethische bezwaren heenstappen.
Stel we brengen van alle in Nederland wonende migranten in kaart hoeveel ze verdienen of andere activiteiten ontplooien die door de samenleving als zinvol worden ervaren. Ik abstraheer daarbij even van de formidabele uitdagingen op het gebied van gegevensverzameling. Vervolgens berekenen we wat ze netto bijdragen aan zorg, belastingen, sociale zekerheid, pensioenen en andere relevante categorieën.
In de kritiek die op het CPB-rapport volgde, werd duidelijk dat er een groot aantal wezenlijke maar moeilijk kwantificeerbare kosten en baten buiten beeld bleven. Dat zijn bijvoorbeeld opbrengsten in de vorm van culturele pluriformiteit, baten van tolerantie, baten van internationale solidariteit en baten van openheid. En deze lijst is nog niet uitputtend.
Die baten kunnen groot zijn, al weet niemand precies hoe groot. Stel maar eens voor dat Nederland internationaal geïsoleerd zou raken, bijvoorbeeld met vervelende gevolgen voor handel en toerisme. De kans dat dit gebeurt en de bijdrage van migranten hieraan zijn uiteraard erg lastig te becijferen. Ook de negatieve gevolgen voor de reputatie van Nederland op de aantrekkingskracht voor hoog opgeleide migranten is een serieus aandachtspunt, maar moeilijk te kwantificeren. Aan de kostenkant zijn er ook nog gevoelens van onveiligheid en andere factoren waar migranten meer dan evenredig vertegenwoordigd zijn (bijvoorbeeld overlast, criminaliteit). Ook daar zijn geen goede cijfers aan te plakken en ook is niet duidelijk in welke mate de kosten aan migranten toegerekend kunnen worden.
Maar stel dat je een huzarenstukje uithaalt en toch een beeld krijgt van de omvang van alle relevante maatschappelijke kosten en baten. Wat kun je dan met de uitkomst? Stel bijvoorbeeld dat er zou uitkomen dat Marokkanen meer kosten dan baten opleveren. Tot welke conclusie zou dat dan moeten leiden? Alle Marokkanen het land uit?
Los nog van de majeure juridische en ethische bezwaren is dat een vreemde conclusie. Stel we gaan de kosten en baten uitrekenen voor alle mannen met een ringbaard. Toeval wil dat die negatief uitpakt. Afscheren die handel, mannen! Vette pech dat de positieve ringbaarden moeten bloeden voor de negatieve, maar such is life, de cijfers liegen niet. Mensen die op Crocs lopen? Inleveren die dingen! Heerenveen supporters? De Waddenzee in! Vrouwen die van de Toppers houden? Steriliseren! Het is bizar een heterogene verzameling mensen te groeperen omdat ze gemiddeld een negatieve netto bijdrage zouden genereren op een deelverzameling van te bestuderen categorieën.
Toch zou het jammer zijn om hier te stoppen. Het is onterecht om alle mensen met vragen en angsten over migranten in de xenofobe hoek te zetten. Bovendien voedt het niet beantwoorden van vragen de ongerusten met de gedachte dat het establishment hen buiten de deur wil houden. Vandaar dat het verstandig is wel met het onderwerp verder te gaan. Maar hoe?
Het is zinnig om problemen te bespreken als er realistisch gezien iets aan kan worden gedaan. De focus van analyse moet daarom liggen op het beleid. Hoe kijken we aan tegen ons integratie-, veiligheid-, asiel-, antidiscriminatie-, scholings-, of arbeidmarktbeleid? Waar ligt de balans tussen verantwoordelijkheid van autochtone bevolking, de overheid en migranten zelf?
Zonder aandacht voor percepties, het tempo en de aard van migratie, dreigt migratie bestaande problemen rondom oude wijken, huisvesting, werkloosheid of criminaliteit te accentueren. De succesverhalen kunnen niet verhullen dat de baten van migranten voor alle partijen kleiner zijn dan mogelijk of zelfs kleiner dan gewenst.
Een toekomstgericht migratiebeleid is positief maar leert wel de lessen uit het verleden. Zo’n beleid begint bij het scheppen van de juiste voorwaarden voor positieve migratie. En dat verloopt gewoon stroef. Voormalig minister Gerd Leers heeft al in 2010 de Tweede Kamer geïnformeerd dat de ‘Wet Modern Migratiebeleid’ niet op de beoogde datum van 1 januari 2011 in werking kon treden. Oorzaak was de vertraging van de invoering van een nieuw computersysteem van de IND. Zucht. Het is niet bekend wat er met dit wetsvoorstel gebeurt in het huidige kabinet. Curieus.
De memorie van toelichting (110 pagina’s) staat bol van jargon. ‘Het versimpelen’ van een procedure betekent een ellenlange lijst met eisen waar zogeheten ‘referenten’ aan moeten voldoen. Het falen van computersysteem is een bijzondere reden om een volwassen migratiebeleid jarenlang te traineren. Het lijkt haast op politieke onwil.
Hoe kan het wel? De juiste voorwaarden scheppen voor positieve migratie begint met selectiecriteria. In landen als Canada en Australia is al ervaring met een zogeheten ‘puntensysteem’. Migranten kunnen punten toegewezen krijgen voor opleiding, werkervaring, inkomen, taalvaardigheid en leeftijd. Een puntensysteem heeft als grote voordeel dat het transparant en duidelijk is. Het is een eisend systeem, maar wel neutraal. Iedereen die de streep haalt, mag naar binnen. Politieke leiders kunnen zelf bepalen op welke criteria ze de meeste nadruk willen leggen. Dat kan in de loop der tijd ook verschuiven. Als het puntensysteem ook nog aangevuld wordt met commitment van een werkgever vergroot dat de kans op werk en daarmee soepelere integratie van nieuwe migranten.
Als sluitstuk op dit systeem zou ik willen pleiten voor het streng handhaven van de wet op arbeidsomstandigheden. Als tuinders, vervoerders of andere sectoren migranten uitknijpen, is een positief migratiebeleid gedoemd te mislukken. Handhaven is in Nederland Gedoogland nooit zo sterk, maar hier is het echt nodig.
Door ons te richten op toekomstige migratie en integratie, vermijden we de spiraal naar beneden en ontsnappen we aan de polarisaties die het migratiedebat al jaren gijzelen. Ik ben er klaar voor. Nu het kabinet Rutte II nog.