Ga direct naar de content

Het gaat toch echt om meer markt

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 14 2001

Het gaat toch echt om meer markt
Aute ur(s ):
Bassant, E.H.J. (auteur)
Het Financieele Dagblad
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4314, pagina D4, 14 juni 2001 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Zorgvuldig vernieuw en
Tre fw oord(e n):
zorg

De stelselherziening wordt grondig aangepakt. Adviesorganen hebben de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
geadviseerd. De Sociaal-Economische Raad is het eens over een basisverzekering. Het draagvlak voor verandering lijkt groot. Het
ministerie van VWS ziet het creëren van meer ruimte voor partijen als de hoofdstroom in het stelseldebat. De financiering van de zorg
komt op de tweede plaats. Het gaat er vooral om dat het innovatief en adaptief vermogen van de zorgsector omhoog gaat. Er moeten
prikkels ontstaan zodat aanbieders zich meer laten leiden door de wensen van de burgers.
Hoewel een pleidooi voor meer marktwerking voor de hand ligt, vindt Peter van Lieshout het toch te simpel om te denken in termen van
‘meer markt en minder overheid’. Dat maakt argwanend. Het roept ook de vraag op of VWS daadwerkelijk bereid is de touwtjes uit handen
te geven. Hoe complex de zorg ook mag zijn, meer markt en minder overheid lijkt mij de enige uitweg uit de huidige impasses van
capaciteitstekorten en lange wachtlijsten. Sturing van het aanbod werkt niet.
Overheid trekt zich nauwelijks terug
Maar VWS staat niet te trappelen om zich terug te trekken. Van Lieshout schetst een toekomstbeeld van een overheid die andere taken
op zich neemt. De overheid zal meer de oppervlakte van het speelveld bepalen. Beter toezien op het functioneren van de markt.
Nu is het zo dat bestaande instituten de neiging hebben zichzelf in stand te houden. Zou dat voor VWS dan ook gelden? De kans is
groot dat straks oude regels worden vervangen door nieuwe. En dat zorgaanbieders en burgers meer vrijheden krijgen terwijl VWS
tegelijk de eisen van verantwoording opschroeft.
Betrokken partijen kunnen dan het gevoel krijgen constant onder curatele te staan. Je ziet dit fenomeen nu bijvoorbeeld opduiken bij het
persoonsgebonden budget (pgb). Een patiënt kan met een persoonlijk budget bijvoorbeeld begeleiding en verzorging thuis inkopen. Hij
krijgt meer vrijheid. Maar tegelijkertijd wordt deze versterking van de vraagzijde in de markt gesmoord in de bureaucratie. Houders van
een pgb moeten ieder jaar een herindicatie aanvragen, ook al hebben ze een chronische aandoening of handicap. De administratieve
eisen zijn hoog en dat geldt ook voor de kosten van de uitvoerende instanties. De Sociale Verzekeringsbank ontving voor de pgb’s vorig
jaar bijna Æ’ 1000 per budgethouder. Als knellende administratie het perspectief is van meer vrijheden, stemt dat niet vrolijk.
Vrijheid op maat
Een ander punt is de fasering die VWS voorstaat. De Nederlandse gezondheidszorg wordt gezien als een groot aantal deelmarkten. Aan
de ene kant van het spectrum staan de academische ziekenhuizen die onderzoek doen en activiteiten ontplooien die de individuele
instelling overstijgen. De samenleving moet dergelijke instellingen collectief financieren. De andere kant van het spectrum wordt
ingenomen door behandelaars die heel goed met elkaar op prijs zouden kunnen concurreren.
Vws wil vrijheid op maat toestaan. Dat impliceert in de ene deelmarkt vrijheid voor verzekeraars om op prijs te onderhandelen en in een
andere deelmarkt juist geen vrijheid. Dat een deel van de gezondheidszorg beschermd wordt tegen harde concurrentie lijkt verstandig,
maar graduele vrijheden buiten dit domein zijn discutabel. De gradaties in vrijheid kunnen tot afschuifmechanismen leiden. Verzekeraars
zullen de neiging hebben zoveel mogelijk behandelingen te laten plaatsvinden in deelmarkten met weinig risico’s en vaste prijzen.
Het lijkt veel effectiever om het budgetkader zorg van VWS stevig in te krimpen. De overheid trekt zich dan terug. In het resterende deel
van de gezondheidszorg kan dan een echte markt ontstaan waar consumenten en verzekeraars de zorgaanbieders scherp houden. Dat
deel van de markt wordt dan ook interessant voor nieuwe particuliere initiatieven en aanbieders uit het buitenland. De capaciteit gaat
omhoog en de wachtlijsten kunnen geleidelijk aan verdwijnen. Solidariteit kan via de fiscus geregeld worden.
Tempo ontoereikend
Misschien wel de belangrijkste kritiek die je op VWS kunt hebben, is dat er weinig haast wordt gemaakt. Gezien de grote problemen in de
zorg is dat onbegrijpelijk. Vws wil het liefst een meerjarenplan dat in stapjes wordt uitgevoerd. Dat ademt nog het oude planmatige
denken.

Niet alle veranderingen in de gezondheidszorg worden van bovenaf opgelegd. Er waren uitspraken van de rechter nodig om de
wachtlijsten in de thuiszorg op een andere manier aan te pakken. Het tot dusver gesloten budget voor de de thuiszorg moest aangevuld
worden met extra middelen. En anderhalf jaar later worden steeds vaker commerciële thuiszorginstellingen ingeschakeld om zorg te
leveren. Met andere woorden: meer vrijheden zijn gecreëerd door dynamiek die niet vanuit Den Haag was voorzien. De kans is groot dat
nieuwe rechtszaken, al dan niet met een Europese dimensie, de discussie over de overgang naar een ander zorgstelsel vergaand zullen
beïnvloeden.
Zie artikel van P.A. van Lieshout: Stelselmatig herzien, ESB-Dossier, Zorgvuldig vernieuwen, 14 juni 2001, blz. D3

Dossier Zorgvuldig vernieuwen
Voorwoord
E. Borst-Eilers, ten geleide: Zorgvuldig vernieuwen
Inleiding
P.A. van Lieshout: Stelselmatig herzien
E.H.J. Bassant, reactie: Het gaat toch echt om meer markt
Het pakket: wie krijgt welke zorg?
W.B.F. Brouwer en F.T. Schut, kader: Ethische dillemma’s in het nieuwe zorgstelsel
A. Boer: Wie krijgt welke zorg?
W.A. Roobol, reactie: De klant centraal
J.F. Bolweg, kader: Niet kunnen kiezen heeft ook zo zijn voordelen!
De financiering: wie betaalt?
P.P.T. Jeurissen en T.E.D. van der Grinten: Zorg-for-profit onderzocht
F.T. Schut: Grote sprong voorwaarts
C.A. de Kam: Zorgen om het zorgbudget
A.H.J. Kolnaar, reactie: Een gezond stelsel van ziektekostenverzekeringen
De sturing: wie bepaalt?
R.C.M.H. Douven, E.S. Mot en E.W.M.T. Westerhout: Gereguleerde concurrentie, te mooi om waar te zijn?
K.G.H. Okma: Over wortels en stokken
S.J.G. van Wijnbergen, reactie: Niet sleutelen, maar implementeren
A.W. Kist en H.E. Akyürek-Kievits, kader: De rol van de nma in de gezondheidszorg
Epiloog
S.G. van der Lecq, epiloog: Zorgen in de toekomst

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur