Flexibele zielzorg
Aute ur(s ):
Lecq, S.G., van der (auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4312, pagina 465, 1 juni 2001 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):
Het ministerie van Economische Zaken timmert aan de weg met mdw-operaties nummer 1, 2 en binnenkort ook 3. Er zijn ook markten
die uit zichzelf tot flexibilisering komen, zoals recentelijk de markt voor dominees. Vanwege de hechte verbinding tussen dominee en
gemeente worden aanstellingen voorafgegaan door het zoeken naar een goede aansluiting tussen de behoefte van een gemeente en de
kwaliteiten van de dominee. Indien deze er lijkt te zijn, volgt een verbintenis die slechts in uitzonderlijke gevallen wordt beëindigd. Een
gemeente zal niet snel suggereren dat ‘dominee wellicht toe is aan een nieuwe uitdaging’, terwijl dominees niet geacht worden op zoek
te gaan naar een voor hen spannende nieuwe aanstelling. Doorstroming op eigen initiatief is dus niet gebruikelijk, terwijl een beroep
vanuit een andere gemeente soms lang uitblijft. Hierdoor zijn voorgangers soms jaren aan dezelfde gemeente verbonden, hetgeen
zowel voor de dominee als voor de gemeente tot verminderde inspiratie kan leiden. Bovendien speelt hetzelfde probleem als bij de vaste
aanstelling: de betere voorgangers stromen wel door maar ‘de mindere goden’ blijven ongewenst lang zitten.
Het Gereformeerd Maatschappelijk Verbond heeft onlangs een plan bedacht: een detacheringsbureau voor dominees 1. Kerkenraden
kunnen bij een dergelijk bureau terecht voor een nieuwe dominee en deze voor een zekere periode op detacheringsbasis aantrekken. Aan
het eind van de periode kunnen dominee en kerkenraad besluiten of het tijd wordt voor verfrissing of dat men nog een periode met elkaar
verder gaat. Het detacheringsbureau kan zorgvuldig bemiddelen en op die manier de bekende problemen van informatieasymmetrie
verminderen. Het bureau kent de kandidaat-dominee immers al langer en kan derhalve een betere inschatting maken van diens
competenties. De kerkenraad huurt de dominee per uur, de rechtspositie wordt door het detacheringsbureau geregeld en de kerk kan de
detacheringovereenkomst beëindigen indien de dominee niet bevalt. Dit mooie plan heeft voorlopig de naam bv Dominee meegekregen.
Als het wordt uitgevoerd, hoe ziet die toekomstige markt voor dominees eruit? Als er maar één bv Dominee komt, zal Economische Zaken
deze markt willen meenemen in mdw4. Zaak is dus dat er meerdere, concurrerende detacheringsbureaus komen, eventueel met afdelingen
per kerkelijk gezindte. De bureaus kunnen elkaar de loef afsteken met gunstige arbeidsvoorwaarden voor de dominees enerzijds en
kwalitatief goede dominees anderzijds. Als een dominee niet bevalt, zal een detacheringsbureau deze dominee mogelijk niet langer willen
bemiddelen en kan deze zijn heil bij een ander detacheringsbureau zoeken. Detacheringsbureaus kunnen gemeenten totaaloplossingen
gaan aanbieden, met de koster erbij, of reservedominees in geval van ziekte en vakantie. Genoeg om mee te concurreren dus.
De flexibiliteit wordt ook verhoogd doordat, volgens het plan, de standaardperiode van een aanstelling ongeveer drie jaar is. Dan is het
goed mogelijk om dominees te selecteren met het oog op de fase waar een gemeente zich in bevindt. Projectdominees of interimdominees
zijn soms een uitkomst. Een interimdominee kan eventuele gegroeide onevenwichtigheden in de organisatie van de gemeente herstellen
en een projectdominee kan een bepaald onderdeel extra ondersteunen, zoals evangelisatie of de instroom van nieuwe groepen
gemeenteleden.
Er zijn echter twee bezwaren tegen de detacheringsconstructie. Ten eerste is er het theologische bezwaar dat in de kerk het ene ambt niet
over het andere kan heersen, dus dat de dominee in een werknemer-werkgeverrelatie kan komen ten opzichte van de kerkenraad. De
vraag hierbij is hoe de huidige constructie dan wordt ervaren en of het detacheringsbureau, dat buiten de ambtelijke constellatie valt,
daar niet juist een oplossing voor zou zijn. Dit economenvakblad waagt zich echter niet aan het beantwoorden van theologische vragen.
Ten tweede is er het aspect van de langdurige samenwerking tussen gemeente en dominee, die kwalitatief anders is dan een kortdurende
samenwerking. Hier zijn economen wel in thuis, want de lange-termijnrelaties tussen afnemers en toeleveranciers zijn onderzocht 2. Zij
hebben als voordeel boven kortdurende relaties dat vertrouwen ontstaat, kennis wordt gedeeld en gezamenlijke innovaties tot stand
komen. Als nadeel geldt dat er wederzijdse afhankelijkheden en blinde vlekken kunnen ontstaan en dat de creativiteit na verloop van tijd
minder wordt. Beide aspecten gelden ook in de relatie tussen gemeente en dominee. De langdurige relatie maakt het mogelijk dat de
dominee de gemeenteleden kan begeleiden in processen rond leven en sterven en vanuit de vertrouwensband hierin een ‘coachende’ rol
kan spelen. Een tijdige doorstroming brengt nieuwe ideeën in de gemeente binnen, waardoor andere gemeenteleden zich geïnspireerd
voelen en een verfriste sfeer ontstaat.
Eigenlijk is dit dus een economisch vraagstuk: het zoeken naar de optimale aanstellingsduur onder (theologische) randvoorwaarden. Het
is dan ook toe te juichen dat een sociale partner het plan tot flexibilisering opwerpt en uitwerkt. Aan de kerkelijke wereld de uitdaging om
er een constructieve vorm aan te geven. Dan hoeft het wereldlijk gezag er via mdw4 niet meer aan te pas te komen
1 Voor een uitwerking, zie http://www.gmv.nl en F. Provoost, De bv dominee, NRC Handelsblad, 18 mei 2001.
2 G. de Jong en B. Nooteboom, The causal structure of long -term supply relationships , Kluwer Academic Publishers, Boston, 2000.
Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)