29 JULI 1936
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch~Statistische
Be
–
ri*c
,
hten
ALGEMEEN
WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
21E JAAEGANO
WOENSDAG 29 JULI 1936
No. 1074
COMMISSIE VAN REDACTIE:
P.
J.iettinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. de Vries en
II. M. II. Â. van der Volk (Redacteur-Secretaris).
Assistent-Redacteur: L. R.
W.
Soutendijk.
Redactie-adres: Pieter de Floochweg 122, Rctterdam.
Aan geteekende stukken: Bijkantoor Rui geplart weg.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-
na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement Volgefl8
tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:
Nijgh t4 van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam, Am-
sterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening
No, 145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
?’Jedcrland
f
16,—. Abonnementsprijs Economisch-St atis-
tisch Maandbericht
f
5,— per jaar. Beide organen samen
f 20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,
f
6,— en
f
23;— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-
teurs en leden van het Nederlandsch Economisch Instituut
ontvangen het weekblad en het Maan4bericht gratis en
genieten eén reductie op de verdere publicaties.
INHOUD.
BI?.
HET TAaIEFPR0BLEEM BIJ HET STEDELIJK
VERVOER-
BEDRIJF
door Ir. W. B. 1. llofman ……………. 550
De invloed van het voortseli rijdend prijsederï
op
de
resultaten van liet aanpassingsproces door
J. Groot 553
Merkwaardige gevolgen van overheidsingrijpen door
J. F. Haccoe. ………………………………. 554
Een aluminium-industrie in Limburg door
in
R. W.
Soutendijk ………………………………..555
AANTEEKENINGEN:
De internationale kapitaalbeleggingen …………
556
De maritieme bewapeningsuitgaven …………..
558
Hervorming van het Cliineesehe geidwezen ……..559
Vooruitzichten op monetair gebied …………..
560
Statistieken:
Groothandeisprijzen ……………………………..
.562-563
Geldkoersen-Wisselkoersen-Bankstaten ……………..
561, 564
ROTTERDAM,
27
JULI11.
De burgeroorlog, welke in Spanje woedt, biedt ver-
scheidene gevaren voor internationale politieke vr-
wikkelin’ge’n. De van Fransdhe regeeringszij’de veren-
cle.rstelde geneigdiheid om de Spaansohe Regeering
hulp te ‘verieenen door versdhilleude leveranties werd
reeds als zeer gevaarlijk beschouwd; Met name nu de
conferentie van Brussel uitgeloope.0 ‘is op een uit-
noodiging aan Dixitschlând en Italië en daar sy’mpa-
bhiek ‘ontvangen schijnt te viju, zou een nieuwe aan-
leiding ‘tot verstoring ‘van de betrekkingen zeer te
betreuren. zijn. Dr. Sc,.habt heeft in Cen onderhoud
in een Frausch ih’lad zijn ideaal gesohiliderd, uamelijk
een samenwerking van Frankrijk en,Duitschland voor
dcii vrede; teruggave van kolomën zou. ‘zeer ‘bevorde-
rend kunnen werken.
Dat een, burgeroorlog van een omvang als de hui-
cl ige ‘in Spanje ihet land economisdh ontwridht,
spreekt vanzelf. De reeds in het voorjaar bestaande
onzekerheden hadden het pa’ssiefsal’d’o van de handels-
‘balans al eet’der doen oploopen en, den deviezent’oe-stand ong-un’sti’ger gemaakt. Er ‘is thans een inorato-
ril,rm en. een algemeene barckvacantje ‘voor reutciheta-
ii ngen afgekondigd.
Ook elders zijn ‘sto.ri ngen ‘in het economisch leven
opgetreden. DeJ apaiische effectenibeurzen ‘zijn alle
‘gesloten geweest, oind’a’t een ‘beridht betreffende be-
teugelirig ‘van de ‘speculatie een ‘scherpe daling der
koersen tengevolge had. Een zware typhoon heeft
het Westen van liet land ‘geteisterd. De buitenland-she handel van Japan ‘heeft een slag gekregen door
het Verdrag Ohina-Phil’i’ppijnen, waarhi de invoer
van Japansche goederen in ‘het ‘laatste land is vei4bo-
den. De handel met Ncd.-Indië ‘blijkt zich ten ‘gunste van’ Nd.-mndië te hebben gewij7igd, terwijl de over-winnin’gen ‘van Tsja’nig Rai Tsjek in Ohiiia Japan op
zijn hoede doet ‘zijn, ‘daar er een verscherping van de
verhoudingen tutshen Japan en Ohina van verwacht
wordt. In de Vereenigd’e Staten ‘beginnen de gevolgen
van de ‘droogte meer en meer in ‘het gcheele econo-misch leven in te ‘grijpen. De gestegen graanprijzen
doen de vleesch- en auive.lprijzen ‘oploopen, en er ‘is
minder groente en fruit voor conserven-doeleinden.
Men ‘heraamt maatregelen om in ‘de ‘toekomst de uit-
werkingen van de ‘hittegol’ven te beperken ‘door de
landbouwend’e bevolking van ‘de kwet’shaarste streken
in andere ‘streken te koloniseeren.
In Nederland heeft een voorhereid’ing tot ‘kol’oni-
satie reeds zic,hbare resultaten opgeleverd. In ‘de af-
gel’o’open week is
namelijk
het eerste ‘begin van ‘de
N.O. ‘polder ‘zic’hlbaar geworden. De moeilijkheden van ‘de Nederlandsche bloemisterij zijn ‘op een con-
ferentie te Aalsmeer duidelijk naar voren ‘gdbraoht.
Door ‘de samenwerkende organisaties ‘werd een com-
missie gevormd, welke een schema samenstelde voor
steu’nverleeniri’g uit ‘het Lantdhouwcri s’isfonds.
550
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Juli 1936
HET TARIEFPROBLEEM BIJ HET STEDE-
LIJK VERVOERBEDRIJF.
Bekend is, dat •de vervoercjjfers van verschillende
vervoerbedrijven sedert liet rintreden van de thans
heershende crisis een sterken achteruitgang hebben
vertoond. Omtrent ‘de oorzaken van ‘deze daling blij-
ken de meeningen echter verdeeld te zijn. Als reme-
die wordt dikwijls en wel in het ‘bijzonder ten aan-
zien van de stedelijke vervoerbedrijven een sterk in-
grijpende tariefsherzien’in.g aanrbev’olen en dan in
den zin van een aanzienlijke tariefsverlaging, terwijl
anderzijds stemmen ‘op zijn gegaan om te trachten
betere vervoersuitkomsten te verkrijgen ‘door verhoo-
ging ‘der tarieven.
Betreffende ‘deze strij’dvraag mogen dan in het
hieronder volgende enkele opmerldngen •gemaakt
worden.
In de eerste plaats deze, dat ‘het ‘stedelijk vervoer-‘bedrijf geenszins een monopoli’sti’sch karakter heeft
en zijn vervoer-delbiet te ‘deelen heeft met auto, rij’-
wiel en voetganger. Een ‘goeden indruk hiervan geven
de cijfers eener telling, gehouden in ‘het jaar 1934,
betreffende de verschillende soorten van verkeer,
welke ‘den ring om de ‘binnenstad van Amsterdam per
dag passeeren (fi’g. 1). Het rijwiel neemt hiervan na
den voetganger de ‘grootste plaats in, dooh tevens
blijkt, dat tusshen ‘de overiige middelen van ver-
voer ‘de tram met 13 pOt. tegenover de taxi’s en
auto’s ‘met 1.5 pOt. van het vervoer, de meest over-
•heerschen’de positie is blijven innemen.
50Z
VO,Ar1caE.W2
WI.LLEJ
30
20
Tl’AM
l0
OVE.1’OG.
V’V0E.
AzZ
Air.
Fig.
1.
Vcrdeel’ing der soorten van verkeer, welke den ring ons de
binnenstad van Amsterdam passeeren (telling
1934).
Een duidelijk inzicht in •het concurreereud karak-
ter van tram- en rijwielvervoer krijgt men uit de
hieronder volgende tabel 1, waaruit blijkt, dat de
toeneming van het aantal rijwielen en dus van ‘het
rijwielverkeer, van dezelfde ‘grootte-orde is als de
achteruitgang van ‘het tramvervoer. Het afwijkende
getal in lhet jaar 1932 is veroorzaakt ‘door ‘lijn-
‘opheffing.
Tabel
1.
Are
sterdaon.
Verschil
Vervoerde
Verschil t.o.v. het Aant. verkochte
t.o.v. het
trampassag.
voorgaande jaar
rijwielmerken
voorg.jar.
1930
145.800.000
188.000
1931
139.500.000
–
4.4 o/
197.000
+
4,8
0/
1932
116.500.000
–
16.5
0
10
201.000
+
2._ o,
1933
106.400.000
–
8.7
0
/0
215.000
+
7.- sj
o
1934
101.400.000
–
4.7
0
/0
229.000
+
6.5 s,’
1935
94.900.000
–
6.4
%
220.000
–
3.9 oj,,
De daling, die ‘het aantal rijwielen over 1935 ver-toont, is aan te merken ‘deels als een teeken, dat het
debiet voor rijwielen vrijwel verzadigd is, ‘deels als
een symptoom van ‘het steeds verder doorwerken der
crisis.
Dat factoren van algemeenen ‘aard een zoodanigen
invloed op ‘de ‘bed’rijfsuitkomsten ‘hebben, dat het pro-
bleem niet meer louter een plaatselijk verschijnsel is,
maar intercom’munale parallellen .heef t, moge blijken
uit een
vergelijking
van de vervoersuitkomsten der
verschillende stedelijke vervoerbedrijven in on.s land
VCQSCPI,LtGv. 103
6
”
1930
1931
1932
‘
f933
G.EMIDD.LO
E.N
TOA0.
RaTTr.oAM
ACHTEUrrAr1 T.O.V. 190. –
Fig. 2.
Onderste deel: Ver’voercijfers van ‘de Trambedrijven in
Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
Bovenste deel: Achteruitgang van dat ‘vervoer vergeleken
met dezelfde maand ‘in het jaar
1930.
Tabel 2.
Vervoer van 3 Necierlandsche Trambedrijven
in millioenen Guldens. -.
Amsterdam Verschil Rotterdam Verschil Den Haag Verschil
Jaar Opbrengst t.o.v. 1930 Opbrengst t.o.v. 1930 Opbrengst t.o.v. 1930
1930 f 13,255
19,048
17,989
1931„
13,029 – 1.7
0/ ,,
8,568 – 5.3
0/ ,,
7,810 – 2.2
0/o
1932„ 11,465 – 12.9 ol
o
7,502 – 17.1
ok,, ,,
7,355 – 8.- si
1933„
10,139 – 24.4 s’
6,494 – 28.2 sj
6,415 – 19.7 s,
1934„ 9,230 – 30.4 o/
5,623 – 37.8
0/
5,614 – 29.7 %
1935„
8,578 – 35.3 ol
o
5,313
41.3
0/
5,095 – 36.2
0
/0
(‘taibel 2 ‘en fig.
2).
Zooa’ls het ‘bovenste deel van fig. 2
d’oet ‘zien verloopt de daling ‘synchroon. Uit tabel
2
ziet men, ‘dat na een verloop van 5 jaren de totaal-
daling ‘bedraagt voor Amsterdam 35.3 pOt., voor Rot-
terdam 41.3 pOt. en voor Den Haag 30.2 pOt. en ‘dus
van ‘dezelfde ‘grootte-crd’e is.
De parallel is zelfs internationaal ‘door te trekken,
zooals ‘blijkt uit de vergelijking van ‘de cijfers in
tabel 2 met ‘de verv’oersuitkom’sten van een groot
aantal Duitsehe tram’bedrijveu (tabel 3 en fi’g. 3).
Tabel
3.
‘Vervoer van 161 Duits che vervoerondernernin gen.
–
–
10 bedrijven in steden met
Alle bedrijven 500.000 – 1.000.000 inwoners
Jaar Aantalpassag. Verschilt.o.v 29 Aantal passag. Verschilt.o.v.’29
1929 4545
x
106
1395
x
106
1930
3966
X
19
6
–
12.7
0/
1262
X
106
– 9.5 ol.
1931
3327
X 10
–
26.8
5/
1077
x
10
6
–
22.8
0
/0
1932 2844
X
106 –
37•4
O/
916
X
106
– 34.4
5/
1933 2047
X
106
–
41.8
6/
834
X
106
–
40.2 °k
1934 2773
X
106
– 39.- o
872
X
10
6
–
375
5/
1935
2871
x
10
– 36.8
0/
880
X
10
– 36.9
5/
Bij 161 Duitsehe tramwegon’dernemin’gen ‘bedroeg ‘het
vervoer in 1929 ca. 4550 millioen passagiers, welk
aantal in 1932 was teru’ggeloopen tot ca. 2850 mii-
li’oen, zijnde een achteruitgang met 37.4 pOt. en dit
ondanks de krachtens de derde noodverordening van
29 Juli 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
551
VLR5CHIL 1.0V 1929.
.
+2o
1.10
410
o
•
-0
sol]
—
-50%
MILLIOCtILFI
OASSOOILS,
1100
000
900
600
000
000
500
400
300 200
100
1000
1100
000
000
000
700
000
500
400
300
000
100
1
2 34
1
2 54
1
0 34
1
2
54
t
2
54
f929
192,0
392,1
192>2
1955
VIRVOLO VAN 101 BUITSCHC TQAMWLRONOERNLMINOfl.I.
VCRVOLQ VAN 10 TRAMW000NOCRNCMINGCN IN 5C0tN MLT
500000- £000000 INWONtRO,
Fig. 3.
Onderste deel: Vervoercijfers van
161
Duitsehe Tra.mweg-
ondernemingen in kleinere en middeigroote
steden en 10 Tramwegonderneminge’n in steden met 0.5-1 millioen inwoners.
Bovenste deel: Achteruitgang van dat vervoer vergeleken
met het jaar
1929.
8 Deceimber 1931 ingevoerde tariefsverlagingen, waar-
op nog nader zal worden teruggekomen.
Van deze tram’bedrijven is nog ui’tgeiiht de groep
ondernemingen, werkztam in steden met 500.000-
1.000.000 ‘imvoners, welke dus wat grootte betreft
vergelijkbaar zijn met de drie grootste steden in ons
land. Ook daar ‘bedraagt de aohteruitgang na drie crisisjaren (‘de crisis zette in Duitschiand een jaar
vroeger in ‘dan in Nederland) 34.4 pOt., terwijl dit
getal voor ‘de 3 groote Nederlan’dsche stadstram’be-
clri,jve.rt voor Amsterdam 27.1 pOt., voor Rotterdam
31.2 pOt., voor Den Haag 29.8 pOt. en voor de 3 be-
drijven tezamen 28.9 pOt. ‘bedroeg.
Als eerste conclusie mag hier ‘dus wel vastgesteld worden, dat (Ie crisis met ijzeren greep een noodlot-
ti’ge uitwerking op de stedelijke vervoerbedrijven heeft
uitgeoefend en vel overal in ongeveer dezelfde nate,
zoodat ook deze ‘bedrijven een soort barometer zijn
van den economischen toestand der omgeving waar-
in zij werken.
1)
Om ‘de bedrijfsuitkomsten te verbeteren staan 2
vegen ten ‘dienste en vel eenerzij.ds verlaging van
uitgaven en anderzijds verhooging der inkomsten.
Het eerste middel, als zijn’de meer specifiek een
vraagstuk van in- en uitwendige ‘bedrijfsorganisatie,
moge hier verder onbesproken blijven, het tweede
middel is in hoofdzaak een t
ar
i
e
fp
ro
hl
e
e
rn
.
Op welke wijze nu rea’geeren ‘de vervoersuitkoni-
sten op een tariefsveran’dering?
Aan de hand van verv’oersci,jfers voor en na ver-
shillende tariefswijzi’gin’geu in verschillende vervoer-
‘bedrijven kan op ‘deze vraag een antwoord gegeven
worden, waarbij echter eerst nog dient te worden
opgemerkt, dat de tariefswijzig-ing primair kan zijn,
d.w.z., ‘dat, terwijl de ontwikkeling van het vervoer
als normaal is te ‘beschouwen, ‘het tarief gewijzigd
wordt, buy. ‘omdat ‘de zelfkosten van het vervoer stij-
gen, dan wel omdat sociale overwegingen een rol
spelen.
Doch ook kan de tariefswijziging secun’dair zijn,
i) Zie ook het uitvoerige artikel van dr. ir
. J. G. J. C.
Nieuwenhuis :,,He’t secundaire vervoer in crisistijd”, de
Ingenieur
1936,
Nos.
26
en 27.
(lan is ‘het vervoer de primaire oorzaak, welke de reden is om bij daling te trachten ‘door tariefsver-
hooging den inkomstenteru’ggang op te vangen, of door tariefsverlaging te trachten het vervoerniveau
voor verdere daling te ‘behoeden. Bij stijgend vervoer
kan ‘het tarief veilaagd worden, ter stimuleering om
tot lagere algemeene kosten te komen.
Ter illustratie dienen nu de volgende voorbeelden:
le. De verhooging van het imiformtarief bij ‘de
H.T.M. op 6 Juli 1920 van 734′ op 10 cent. Dit tarief
strekte zich destijds uit over het ‘geheele vervoer, be-
halve de abonnementen. Het varvoer daalde ‘door
dezen maatregel met ‘slechts 4.6 pOt., ‘zoodat de ont-
vangsten met 27 pOt. toenamen. De tariefswijziging is ‘hier primair, de ‘invloed op het vervoer is ‘gering.
2e. De wijziging van 1 November 1921 bij de Am-
ster’damsdhe Gemeentetram. Het uniformtarief werd
10 cent en verving daarmede de enkelritkaart van
15 cent en ‘het retour’biljet van 25 cent. De korte
trajecten werden afgeschaft. De gemiddelde tariefs-
verlaging bedroeg 19.5 pOt. Het gevolg van dit tarief
was een verschuiving van
a
b
onnemeu
t
s
p
assag
i
ers
naar contant vervoer. Het totaal effect was een ver-
voertoenemin’g van 10 pOt. en een inkomstenvermin-
dering van 11.6 pOt. De tariefswijz’igin’g was ook
hier primair en vond plaats onder stabiele vervoers-
omstandigheden.
3e. De tariefsverlaging hij ‘de Rotterdamsche Elec-
trische Tram op 1 Juli 1923. liet vervoer was hier
dalende tengevolge o.a. van particuliere autobus-
concurrentie. De tariefsverlaging is hier als van
secundairen aard te beschouwen en bestond uit het
verlagen van ‘den prijs der 10-rittenkaarten van
f 1
op f
0.90. Daar ‘deze tariefswi.jzigin’g sleohts ‘betrek-
king had op ca. 20 pOt. van ‘het vervoer, was zij niet
in staat voldoende stimuleerend te werken. Het ver-
voer bleef ‘dalen en wel met 9 pOt., zoodat ‘ook de
opbrengst verminderde en wel met 11.5 pOt.
4e. Van primair karakter is de wijziging van 1 Juli
1928, eveneens ‘bij de R.E.T. Op ‘dien datum werden
nl. ‘de •overstapkaartjes, die overigens weinig ge-
bruikt werden, ingetrokken en als compensatie hier-
voor werd in plaats van ‘de tienrittenkaart â
f
0.90
de twaaifrittenkaart
it
f
1 ingesteld. Daar deze
tw’aalfrittenkaarten zic’h zeer spoedig in een groote
populariteit mochten verheugen was het ‘door de
re’ductie ‘bestreken ‘deel van het vervoer groot en het
aantal passagiers nam dan ook totaal met 7 pOt. toe,
terwijl ‘de op’brengst toch nog een vermindering van
34 pOt. te zien ‘gaf.
Tenslotte volgen hieronder de ‘destijds zooveel pen-
nen in beweging breugen’de tariefsvcrhoogingen in de 3 groote steden van ons land in het laatste kwar-
taal van het jaar 1931.
De in 1929 aangevangen werel’dcrisis ‘ha’d ook ons
land aangetast; in ‘de drie groote steden ‘begonnen
de vervoers- en op’breugstcijfers een dalende lijn te
vertoonen en ‘de tarieven werden, met het ‘doel ‘het
financieel evenwicht ‘te ‘herstellen, verhoogd en wel
als volgt:
5e. In Den Haag (16 November 1931) werd het
uniformtarief van 10 op 1234 cent ‘gdbracht, voor
5-, 10- en 20-rittenkaarten ‘op 11 cent. Het vervoer
daal’de met 7.2 ‘pOt., de ontvangsten stegen met
4.1 pOt.
6e. In Amsterdam (5 October 1931) verh’oogin’g
van enkelen rit en overstapje van 10 op 11 cent.
Het vervoer verminderde met 5.4 pOt., de ontvang-
sten namen toe met 2.7 pOt.
7e. In Rotterdam (15 October 1931). Hier was de
vei’h’oogin’g het ‘geringste, ul. voor de 12 rittenkaar-
ten van
f 1 op f 1.10.
Het resultaat was een ver-
voersvermindering van 2.65 pOt. en een opbrengst-
vermeerdering van 1.35 pOt.
In ‘al deze drie gevallen is dus een positief resul-
taat bereikt
i
terwijl in Den Haag, waar het tarief
Do
200
552
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Juli 1936
het sterkst verhoogd werd, de financieele resultaten
het ‘best waren.
Ook gegevens ‘betreffende tariefs’veran’derin-gen in
Duitsobland staan ter ‘beschikking. Zooais reeds werd
opgemerkt, is op 8 December 1931, krachtens nood-
verordening door de -toenmalige rijksregeering, voor
alle trainhed’rijven een tariefsverlaging dwingend
voorgeschreven. De gevolgen hiervan zijn over de
geheele linie een fiasco geworden. Van de 16 in dit
verband ‘belcihouwde ‘bedrijven zijn er ‘sledh-ts 2, die
een kleine veihooging van hun verv’oercij’fers konden
bereiken. Bij alle -overige bleef het vervoer met 5.15
pOt. daleii, terwijl de tariefsverlaging over alle ‘he-
drijiven gemiddeld 7.76 pOt. bedroég, ioodat de in komsten dus een nog sterkere daling, nl. van 12.49
pOt., vertoonden. Zeer illustratief is -hier een ‘bedrijf,
dat, hoewel daartoe idoor bijzondere omstandigheden niet gedwongen, eveneens zijn -tarieven verlaagde en
daarmee een vervoerstoeneming, ‘hoewel uitsluitend
‘bij de reduct’ietarieven, va-n 2.9 pOt. bereikte. Daar
de tariefsverlaging door elkaar van dit bedrijf 24.54
pOt. Ibedroeg, daalden de i
n
ko
ms
te
n
met 22.3 pOt.
D-it bdrjf ‘heeft toen na korten tijd wat ‘betreft het
uniformtarief a 15 Rpf. weer het oude tarief van
20 Rpf. hersteld, Het ‘vervoer ging toen weliswaar
met 6.43 -pOt. achteruit, -doch de inkomstenval van
22.3 pOt. -werd weer me
–
t 18.3 pOt. ingchaal’d.
De schrijver, clie deze -gegevens destijds publiceerde
(Keilner, Die Auswirkung – -der Notverordnung Ta.-
rifssenkuntg auf Einna-h-rne und -Verke’hr. Verkhrs-
tecihnik 1932, Heft 20 paig. 394) komt aan ‘het eind
‘an ‘zijn betoog tot -de – volgende conclusies:
Tariefsverlagingen zijn -geen goed middel om de
slechte rentabiliteit van -vervoerbedrijven te ver-
beteren.
In ‘tijden van slechte conjunctuur ‘kan zelfs een
•groo-te tariefsverlaging geen belangrijk honger ver-
voer veroorzaken en zeker -niet aoodanig, ‘dat -daar-
door een ‘beter financieel resultaat ‘wordt ‘bereikt.
01) welke wijze hangt nu echter het vervoer af
van het tarief. -Om -hieromtrent •tot algemeene con-
clusies te kunnen ‘geraken, zijn nagegaan ‘de resul-
ta’ten van meerdere tariefswijzi-ginigen ‘bij- een aantal
taxi-ondernemingen, waarbij de volgende uitkomsten
werden ‘bereikt (om ‘begrijpelijke redenen zijn niet
‘de a’bsolu’te cijfers ‘genoemd, doch zijn ‘de -schalen ge-
wijzigd).
Tabel
4.
Gegevens Fig.
4 voor indencijf er is 100.
Aantal
Opbrengst
Tarief No
k-m prijs
i’itten pet’ dag per dag
1
…………
13.3Zct.
816
f351.-
2
…………
11.17
,,
907
,,338.50
4
…………
21.58
,,
364
,, 289.50
5
…………
8.10
,,
1129
,,327.-
6
…………
9.41
,,
998
,, 339.-
7
…………
9.08
,,
1045
,, 349.-
S
…………
22.72
,,
303
,,245.—
–
9
…………
22.77
,,
368
,, 292.-
Hieruit ‘blijkt, dat ‘het verband ‘tussdhen verbruik
(aantal ritten) en -tariefprijs
–
linea’ir is en ‘dat ‘dus ‘de
vervoers’op’bren’gst een paraPbolisch verloop heeft
(fi’g. 4). Bij nader onderzoek
‘blijkt,
d-at deze correla-
ties voor ‘vervoerbedrijven in het algemeen en ‘dus
oôk voor onze stedelijke
vervoerbedrijven
gelden.
Daar ‘het verband tu-ssdhen vervoer en tariefprijs
lineair ‘is, ‘bestaat er: –
le. een ein’di’g maximaal vervoer P voor een tarief•
prijs = nul; –
2e. een ein’d’iig tarief T met een vervoer = nul. Dit laatste, ein’diige, tarief T wordt grenstarief ge-
noemd. Uit ‘de figuur is verder -zichbaar, -dat de
verv’oersopbrengst, het product van ‘vervoer e
–
n tarief-
prijs, bij de ‘beide uitersten ‘gelijk nul is en -daar
tusschen en -wel bij het tarief G, zijnde het halve
grenst-arief, een maximum M ‘bereikt.
Nu is dus -ook begrijpelijk, waarom sommige be-
‘drijven hun -tarieven verhoogd hebben, terwijl andere
tot verlaging overgingen. Li-gt
–
het tarief recht-s ‘van
‘cle lijn GM dan is door verdere verhooging geen
gunstiger opbrengst meer te verwadhten, en kan men
verbetering ‘alleen ‘bereiken dooi ‘tariefs-erlaging.
Li’gt ‘het tarief edhter links van -de lijn
OM
en
–
F-ig.
4.
Correlatie ‘tusschen tarief, vervoer en opbrengst.
90
29 Juli 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
553
dus de opbrengst op den linkertak van de parabool,
dan
moet
men tot tariefsverhooging overgaan om een
verdere daling van de o’pibren’gst te voorkomen.
Naarmate men verder van het gunstigste tarief 0
afwijkt wordt de daling van de obren’gst steeds
sneller.
Dit verklaart ook de avereohtsohe uitwerking der
aan de Duiteche
bedTijven
cpgelegde tariefsverlaging;
blijkbaar’ 2agen de opbrengsten dus in ‘het algemeen
reecis op den linkerparabooltak en varen •de tarieven
dus reeds lager dan, ‘het optimale tarief G. Wat ‘gabeur’t er nu, wanneer men eenmaal dit op-
ti’nia’le terief G ingesteld ‘heeft, doch het in’dexcijfer
der •goederenprij’zen zich wijzigt? In fig. 5 geldt de
kleine ‘parabooi voor ‘het indexeijfer = 100. Is ‘het
i’ndexcijfer ‘igestegen tot X, dan wordt het tzrief ten
op’zidhte der goederenprijzen goedkooper en het ver-
band ‘tussohen tarief en ‘passagiers wordt dus niet
langer weergegeven door de lijn PT, maar volgens
den nieuwen-toestand door de ‘lijn PT’. De daarbij
hehooren-de opbrengstcijfers liggen op de groote pa-
rabool welke ten opzichte van de kleinere versdho-
ven is, en wel ‘zoodan’ig, dat de top naar rechts ge-
gaan is. Dat wil zeggen, .dat een tariefverhooging
niet kan
uitblijven,
wil de maximale opbrengst be-
reikt worden.
In de Belgische bedrijven kan men er ‘çlan ook ten-
slotte niet aan ontkomen tot deze verhooging’ over
te gaan, zooals de ervaring thans aantoont.
Tenslottede ‘opmerking, dat het meerkosten- en
het vastelastenprdbleem hier kortheids.hal’ve ibüiten
rekening gelaten ‘zijn; ook clan echter ‘blijven boven-
staande Ibesdhouwingen en conclusies in wezen on-
veranderd. Ir.
W. B.
T. HOFMAN.
U
‘
G
T
Fig. 5.
Corielatie tussehen in-dexeijfer der goederenYm’ijzen en’ tarief, vervoer, opbrengst.
DE INVLOED VAN HET VOORTSCHRIJDEND PRIJS- BEDERF OP DE RESULTATEN VAN HET
AANPASSINGSPROCES.
In een vorIge bijdrage
J)
‘hebben wij erop gewezen,
hoe in de laatste jaren de internationale handel werd
ontwricht doom het -voortwoekerend prijsbederf, dat
een gevolg was van de internationale dumping en
hoe, als
natuurlijke
reactie -op dit gevaar, ‘in elk
land maatregelen werden getroffen om den invoer te
‘beperken.
Ri±l,en wij thans onze ‘beschouwingen op den na-
bionaleit (handel, dan ‘zien ‘wij, ‘dat hetzelfde prijsbe-
derf, ‘dat de wereldweivaart bedreigde, thans, nadat de internationale welvaart door allerlei maatregelen
wordt belemmerd, de nationale welvaart ondermijnt.
Voor den in’dividueelen ondernemer wijzigden ‘zich
daar d’oo r de omstandigheden slechts in ‘zoovei,re, dat
hij, nu ‘de huitenlandsdhe ‘afzetm’arkten voor hem wer-
den afgesloten, geheel op de ‘binnenlandsche markt
was aangewexen. De politiek van prjs’discriminatie,
voorheen met succes ‘op bui’tenlandsdh’e markten ge-
1)
Zie E.-S.B. van 15 Juli
1936:
voerd, had hem echter ‘de oogen geopend voor den
uiterst gunst’igen invloed, welken iedere vergrooting
van de productie uitoefende op den kostprijs daarvan.
Het gevolg daarvan is, dat de ondernemer, die niet
door prijsafspraken is gebonden, is gaan ‘inzien, dat
ook voor ‘zoover betreft den nationalen handel, het winstbelang van zijn onderneming wordt ‘gediend,
wanneer het hem gelukt door middel ‘van gediscri’-
m’ineerde prij’zen, ‘zijn omzet tot een :hooger peil ‘op
te voeren. Wanneer d’us de ondernemer erin slaagt
door speciale ‘aanbiedingen tegen prijzen, welke lager
zijn dan de gemiddelde kostprijs, een
nieuwe
groep
van ‘afnemers to’t zich te trekken, ‘dan verhoogt ‘hij
daardoor de winst ‘van ‘zijn onderneming. In het,
al’gemeen ‘zal die wiastvergrooting slechts van kor-
ten duur ‘zijn, want omdat het aantal afnemers van
een ‘bepaald product beperkt is, evenals het kwantum
dat ‘zij afnemen, betekent de omzetvergrooting van
een bepaalde onderneming in die branche meestal
een ‘omzetverminrdering bij andere ondernemingen. De gedupeerden zullen met deze omzetvermindering
geen genoegen nemen; zij ‘zullen de schade trachten
in te halen door, ‘met bchulp van verdere prijson’der-
554
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Juli 1936
biedingen, afnemers van concurreeren’de fabrieken
tot zich te trekken en zoo zal tenslotte het algemeen
prijspeil langzaam maar ‘zeker terugzakken tot het
niveau van de ‘differentieele kosten, waardoor duur-
zaam verlies in ‘de productie intreedt liet ligt niet
in ‘de macht van den individueelen ondernemer deze
fatale stroomin’g te stuiten of zelfs maar af te rem-
men. I’mmcrs, ook wanneer hij van iedere verdere
prijsonderbieding zou willen afzien, omdat hij inniet,
dat daaraan tenslotte de ge’heele (bedrijfstak ten gronde
gaat, dan nog kan hij zijn concurrenten niet d.win-
gen hetzelfde te doen. Zoolang •de concurrentiestrijd
geheel ‘ongeordend ‘blijft, zoolang zal iedere onder-nemèr; op ieder ‘moment, ‘belang hebben bij omzet-
vergrooting door prijsonderbied,in’g.
Men doet ‘goed aan ‘het ‘begrip prjson’derbied’ing
de ruime interpretatie te geven, waarop ‘het aan-
spraak kan maken. Men denke daarbij aan het cadeau-
stelsel in al zijn geledingen, aan aanbiedingen als
,,eon dag gratis koopen”, aan koffie en thee, •die :j
warenhuiaen gratis wordt ‘geschonken en aan alle
an’dere verkapte vormen, waarin het euvel der prijs-
on’derbied’ingen aan den ‘dag treedt.
liet is nu van belang ‘om na te gaan, ‘of en ‘zoo
ja in hoeverre, de (bovenomschre’ven tendens tot af-
brokkelin’g van het prijspeil tot op ‘het niveau der
differen.’tieele kosten, de ‘gunstige gevolgen, welke
van de ‘doorvoering der economische aanpassingspoli-
tiek zijn te verwachten, afre’mt. Vooropgesteld zij,
dat wij de economische aanpassingspolitiek meenen
te kunnen ‘definieeren als een stelsel van maatrege-
len, waarmede vôôr alles wordt ‘beoogd ‘de productie-
kosten te verlagen om zood’oen’de ‘die productiekos-ten aan ‘te passen aan ‘de sterk verlaagde ‘opbrengst-
prijzen. De productiekostenverlagin’g heeft als ‘direct
gevolg een inkomensverlaging van de ‘gebeele ‘bevol-
king, welke ‘daardoor tot ‘versobering wordt gedwon-
gen. Deze noodzakelijke versobering ‘brengt er de be-volking toe, afstand te ‘doen van luxe uitgaven, waar-door ‘dus de bestedin’g van ‘het overgebleven volksin-
komen wordt geconcentreerd op de meest vitale dee-len van ‘het ‘bedrijfsleven, ‘op de bedrijven namelijk,
‘die dienstbaar ‘zijn aan ‘de voorziening in de meest
‘drin’gende ‘levensbehoeften.
In verband met ‘het feit, dat ‘deze bedrijven ‘dus,
ondanks de algemeene inkomensverlaging, ‘de vraag
naar hun producten niet, ‘of althans we’ini’g zullen
zien dalen, zullen zij eeuerzijds ‘de verkoopprijzen
van ‘hun producten’ niet ‘behoeven te verminderen,
terwijl anderzijds de productiekosten, ‘door ‘de verla-
ging van loon en rente, ‘belangrijk zullen zijn om-
laag gebracht, waardoor dus ‘de mogelijkheid van ren-
daibele exploitatie weer zal zijn geopend. De econo-
mische aanpassingspolitiek beoogt ‘dus langs dezen
weg weer een ‘kern van winstgevende bedrijven te
doen ontstaan, welke den grondslag zullen vormen
voor een nieuwe welvaart, omdat ‘die ‘bedrijven, juist
doordat ‘zij winstgevend ‘zullen zijn, op ‘het ‘bedrijfs-
leven de ‘bevrudhten’dc werking zullen uitoefenen,
welke ieder rendabel bedrijf ‘op ‘het
‘bedrijfsleven
uit-
oefent. Het criterium van de economische aanpas-
singspolitiek is dus hierin gelegen, dat men, voor
zoover (betreft de vitale deelen van ‘ons (bedrijfsleven.,
een poging doet om het peil ‘der •opbrengstprijzen los
te maken van ‘het niveau der d’ifferentieele kosten.
Men tracht ‘dit ‘doel te bere’ikn ‘door, met ‘handha-
ving van de op’brengstprijzert, ‘de productiekosten te
doen dalen en zoocioetide winst te doen ontstaan.
Dat ‘door de syste’matisch’doorgevoerde loonsver-
lagin’gen de productiekosten ‘over de ‘geheele linie zijn
‘gedaald, staa’t zonder meer vast. Een geheel andere
vraa’g is, of het mogelijk is (bij ‘de ‘daling ‘der produc-
tiek’osten ‘de ‘op’brengstprijzen te
‘handhaven.
In ‘die
bedrijfstakken, zoo luidt de redeneerin’g, waarop
door ‘de versobering het volksinkomen wordt gecon-
centreerd, zal ‘de vraag weini’g of geen vermindering
ondergaan en is ‘dus een prijsverlaging niet noodza-
kelijk. Ons komt ‘het voor, ‘dat men in deze redenee-
ring ‘den invloed van ‘het voortw’oekerend prijs’bederf
onderschat. Men ziet daarbij over ‘het ‘hoofd, ‘dat ‘zoo-
lang ‘de ongeordende concurrentiestrijd
(blijft
voort-
bestaan, zoolang ‘dus de producenten ‘in de verschil-
len’de (bedrijfstakken niet ‘onderling door prijsafspra-
ken zijn ‘gebonden, iedere ondernemer, op ieder mo-
ment, het winsrbelang van zijn onderneming ‘dient,
wanneer ‘hij ‘door middel van prijson’derbiedin’g zijn
onizet vergroot. Laat ‘hij ‘dat na, ‘dan stelt ‘hij ‘zich
immers dagelijks (bloot aan het gevaar, dat één van
zijn concurrenten hem daarin zal voorgaan. In dat
geval zal ‘hij een ‘deel van zijn omzet verliezen aan
zijn ‘onderbieden’den concurrent en als hij dan nood-
gedwongen ook tot prijsverlaging besluit, o’m althans
‘het resteeren’de ‘deel van zijn omzet “te redden, is ‘hij
te laat. Immers, ‘het prijspeil is nu t’och gedaald en
de concurrent heeft ‘het tijdelijk voordeel, ‘dat aan de
omzetvergrootin’g was verbonden, ‘getoucheerd. Wan-neer ‘dan ook in een ‘bepaalden (bedrijfstak de produc-
tiekosten ‘dalen, (dan zal, in den onge’orden’den con-
curren’ti estrijd, deze kostenverlaging onmiddellijk
worden gevolgd door een daling van ‘de opbrengst-
prijzen tot een gelijk ‘bedrag, zoodat ‘het prijspeil
weer
dii-ect ‘zal terugvallen tot het niveau van de diffe-
ren’tieele kosten, waardoor de ‘drukkende ‘bedrijfsver-
liezen, welke tenslotte ‘de ‘bron van alle ellende vor-
men, zullen (blijven voortbestaan.
De internationale ‘dumpin’g bedreigde de wereld-
welvaart met volledige ineen’stortin’g. Om dit ‘gevaar af te wenden zijn in ‘alle ‘landen ‘handelsbelemmerin-gen opgeworpen en ‘geregle’menteerde ruilregelingen
doorgevoerd, waardoor de internationale ‘handel in
zekeren zin is geordend. Overgebleven is echter nog
‘het minstens even groote gevaar van wat men zou
kunnen noemen ,,’de ‘binnenlan’dsche ‘dump’ing”. Het
v’oortschrj’den’d prijs’bederf neemt ook in ons land
da’g voor ‘dag ernstiger afmetingen aan en wanneer
‘het niet gelukt aan dit euvel paal en perk te stellen,
dan ‘gelooven wij niet, ‘dat het mogelijk zal zijn, het
prijspeil los te maken van ‘het niveau der ‘differen-
tieele kosten, m.a.w., dan gelooven wij niet, dat het
mogelijk zal zijn ‘het
(bedrijfsleven
weer tot winstge-
ven’de exploitatie te ‘brengen. J. Gnoo’r.
MERKWAARDIGE GEVOLGEN VAN OVERHEIDS-
INGRIJPEN.
(Steun aan de rubber- en icoffiecultuur.)
Toen in 1934 de rub(berrestrictie werd ‘ingevoerd,
‘hebben wij er ‘ook in E.-S. B. op gewezen, dat hier de
(belangen van de ‘bevolkinigsi-ubber aan die der onder-
nemingsru’blber ondergeschikt werden gemaakt. De
ontwikkeling heeft ons in het gelijk ‘gesteld; het
‘bijzonder uitvoerredht, aanvankelijk 10 ct. per kg
‘droge ru’b’ber bij een noteering voor Java standaard
sheets te Batavia van circa 20 ct. per Y2 kg, werd voort-
durend, ‘zij ‘het met eenige ‘on’derbrekin’gen, verhoogd
en bedraagt thans 36 ct. per leg (bij een noteering voor
Java standaard sheets van ongeveer 25 ct. per
Y2,
leg
te Batavia. En ‘de laatste, 26ste, Berichtgeving over
de bevolkingsr’ubber constateert met z’ooveel woorden,
dat het streven is om tussdhen ‘de n’oteerin’g te
Ba’tavia en ‘het (bijzonder uitvoerrecht een marge van
7 ct. per kg te ‘handhaven. Twee jaar lang dus
heeft ‘de Indische Regeering een deel, later zelfs het
grootste ‘deel van ‘het provenu van ‘het product, via
een bijzondere ‘heffing, aan de producenten onttrok-
ken en via ‘de ru’b’berfondsen aan ‘de gemeensohappen ten ‘goede ‘doen komen. Ongetwijfeld voor goede wer-
ken, hoewel men zich meer dan eens heeft afgevraagd
of zij wel noodzakelijk waren, doch in elk geval was
dit in wezen toch niet anders ‘dan een
onteigening
ten cslge’,neenen ‘n.utte.
Ware het rico, ‘dat de bevolkingstappers in ,’het geld
zwemmen, och wellicht had ‘men er vre’de mede kun-
nen hebben, dat onder die ‘omstandigheden ook zij
iets ‘bij’droegeu teneinde de lasten der andere leden
van ‘de groote ‘gemeenschap, die Ned.-Indië ‘onder en
29 Juli 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
555
dank zij Nederlands ‘bewind vormt, ‘te verlichten, ook
iets ‘betaalden voor de orde, rust en welvaart, welke
Nederland ook hun geschonken heeft. De berooide
stand van ‘s Lands schatkist maakte extra-inkomsten
zeer welkom, ‘hoewel liet ‘dan natuurlijk in strijd met principes van juiste heffing zou zijn ‘geweest een bij-
‘zon’deren last •op een bepaalde categorie producenten
te leggen. Doch neen, de baten ‘dezer bijzondere heffing
moesten aan de gemeenschappen, van welke sommige leden dat uit’voerrecht ‘opbrachten, ‘ten goede komen.
Die ‘baten ibovendien waren ook niet ‘d’e uiting van
een bijzondere welvaart; integendeel, wij ihebben zelfs
waargenomen, dat het bedrag, dat binnenkwam, ver-
groot werd dank zij lhet feit, dat het inkomen der
belasten te klein wer’d om in ‘hun levensonderhoud
te voorzien en als ‘zoo’dani’g was ‘de hoegroothei’d van
de ‘opbrengst zelfs een teeken van armoede.
Overigens, het is zoo langzamerhand wel ‘duide-
lijk geworden, ‘dat ‘deze heffing een onjuiste ‘bestem-
ming ‘heeft ‘gevonden; niet zelf een onjuiste is, want
aansluitend eraan kan, zooals wij indertijd in E.-S.B.
hebben uiteengezet, door een juiste ‘bestemming dit
bedrag weer ten goede worden gebracht aan degenen,
die hot opbrengen. De Indische Regeering ‘heeft even-
wel tot ‘de in’divi’dueele restric-tie besloten, welke bij
het tegenwoordig prijsniveau igrootere ‘baten aan de
gemeen’sdhappelijke ‘bevolkingstappers zal brengen en
waarvan met ongedul’d ‘de nadere uitwerking ‘tege-
moet wordt gezien.
Intussahen, zooal’s gezegd, de steun aan de ru’b’ber-
cultuur heeft nu reeds ‘twee jaar ‘geleid tot een rela-
tief ‘steeds verdergaande onteigening van ‘de ‘bev’ol-
kin’gsprodueenten.
Inmiddels is besloten ook de koffie door ‘de moei-
lijke periode heen te helpen en ‘daarvoor wordt de
Nederlan’dsche ‘consument belast met een ‘heffing op
basis van 12 ets. per ‘k’g on’gcbrande koffie. Wij wen-
schen hier than’s niet na te gaan, wat daarvan de con-sequenties voor ‘het koffie-verbruik zullen zijn, d’oah
wenschen alleen voor ‘de besteding aandacht te vragen.
Het f’on’ds, dat ‘door ‘deze ‘heffing zal worden gevormd,
zal, naar verluidt, verdeeld worden tussehen de onder-
nem’ings- en ‘bev’olkin’gskoffie en de betaling zal ge-
shieden in ‘den vorm van een exportpremie. Wij wil-
len aannemen, ‘dat
eenS deel
van ‘die exportprem.ie
ook
inderdaad aan de koffieproducenten ten ‘goede komt;
het andere ‘deel zal o.i., voor zoover het’ niet in de
zakken ‘der tusschensdhakels verdwijnt of noodig is
voor de Organisatie van ‘den ‘steun, als ‘gesdhenk aan ‘den buitenlandschen consument ‘toevloeien. Voor dat
deel, dat den producent bereikt, willen wij nu eens
nagaan, welke ‘beteekenis het in wezen heeft.
Een ieder, die het, prijsverloop van koffie ‘heeft
gevolgd, weet, dat dit ‘gedurende ‘de laatste jaren
rzoodanig gedaald is, ‘dat het practisch gesproken voor
ondernemingen, welke gewone ‘soorten produceeren, niet meer mogelijk is op ‘haar ‘kostprijs te komen. En
terecht wordt de ou’dernemin,gskoffie-cultuur ‘dan ‘ook als een noodlijdende ‘gekwalificeerd. Doch zonder ver-
der commentaar wordt nu tevens een stapje verder
gegaan en ‘de Indische koffieproductie als noodlijdend
gekwalificeerd. En dan vraagt men zich af of ‘dit
nu vel juist is.
De bev’olkun’gskoffie van Ned.-Indië, voor een
groot ‘deel afkomstig uit Zuid-Sumatra, wordt ‘daar
verkregen van aan’plantingen, welke, evenals ‘de be-
volkingsru’b’bertui nen, geen kapitaalwaarde ‘heb:ben,
doch uitsluitend een ‘gebruikswaarde. In ‘den inland-sdhen landbouw wordt terecht ‘de arbeid als de ‘bron
van productie beschouwd en ‘de grond al’s ‘het middel
om arbeid mogelijk te ‘maken.
1)
De grond bchoort in ‘de Buiten’gewesten niet ‘tot
de goederen, met welke ‘door (de bevolking economisch
wordt ‘omgegaan; integendeel, ‘de ladan’gbouw is voor
1)
Vgl.
M,
B.
Sniits ,,Over
dan
Landbouw iii Nader-
landsch-Indië” 1929, pag. 132.
een ‘groot deel, in onze ‘oogen, roof’bouw, doch de
toestanden veroorloven ‘deze wijze van exploitatie.
Ook ‘de arbeid heeft voor den inlander, voor zoo-
ver ‘het ‘den gezinsarbeid ‘betreft – het algemeene
verschijnsel – een ander karakter; de richting van
arbeidsaanwending wordt bepaald ‘d’oor ‘de vraag: hoe
voorzie ik met de ‘geringste inspanning in de behoef-
ten van mij en de mijnen. Wel wordt ibij tijden vaak vreemde arbeidskracht aangetrokken, ‘doch dan ge-
sc’hiedt de beloon’in’g veelal in natura, soms ook ‘in ‘geld.
De productie-verhoudingen in ‘de bevolkingskoffie,
waarop ‘dit beeld ‘ook van toepassing is,
zijn
‘dus ge-
heel anders ‘dan ‘die ‘bij ‘de on’dernemin’gscultiiu.r.
Wordt ibevolkingskroffie voortgebracht – en ‘dit ge-
schiedde in 1935 met rond 880.000 picols ,tegen
876.000 picols ondernemin,gskoffie ‘dan beteekent
‘dit zonder meer, dat die koffie, evenals de geprodu-ceerde ‘bevolkingsrubber, bron van inkomen is. Zou
het oogsten van ‘het product alleen ‘met nadeel moge-
lijk rzijn, ‘dan krimpt ‘de productie tot kleinere pro-
porties in en zoekt ‘de inlan’der een andere ‘bron om
in ‘het levensonderhoud te voorzien.
Terecht wijdt het ,,S’oer. Handelsblad” aan ‘dit punt
een beschouwing en komt tot ‘de conclusie, ‘dat ‘de
koffieproducent ‘geen kostprijs heeft en ‘d’at datgene, ivat ‘hij uit den k’offi’esteun ontvangt,
voor ‘hem zuivere winst is; wij zouden voor ,,’geen
kostprijs” willen schrijven ,,een te ‘verwaarloozen kost-
prijs” en
zijn
van meening, ‘dat dit betoog volkomen
juist i’s; voor ‘zoover geldloon wordt betaald, ‘bepaalt het •surphus hij ‘de opbrengst of ‘geoogst w’ordt. Wel
vereischt een ‘koffie-aanplant onderhoud teneinde te-
nietgaan te voorkomen, ‘doch voor de hoeveelheid kof-
f ie, die geoogst wordt, is ‘dit niet beslissend; het is
dan een hi’stori’sch offer in arbeid ‘geworden.
Nu kan men van meening verschillen over de
vraag, of het inkomen van ‘den inlan’dsahen koffie-
producent te hoog of te laag is, men kan zelfs van
meening zijn, ‘dat het te laag is, ‘doch wordt ‘daardoor
gemotiveerd, dat een heffing op ‘den Nederlandschen
consument wordt gelegd teneinde ‘de noodlijdende
koffiecultuur te steunen? O.i. niet, een verliesgevende
cultuur te steunen kan alleen ‘geschieden ‘door •de
categorie van producenten, welke met iden ondergang
bedreigd worden, te ‘hulp te komen en dat ‘deze toe-
stand bij ‘de ‘bev’olkin’gskoffie aanwezig zou zijn is
niet bewezen; integendeel, ‘de omvang der oogsten
van ‘bevolkingskoffie ‘gedurende ‘de laatste jaren geeft
daarvoor geen aanwijzing.
In elk geval ‘doet het ‘merkwaardige feit zich voor,
dat, terwijl ten aanzien van ‘de bev’olkingsrub’ber ‘de
maatregelen om ‘de
rubbercultuur
te steunen ‘hebben
geleid tot een zeer groote
onteigening ‘bij ‘de ‘bevol-
kingsproducenten, ‘de maatregelen ter ondersteuning
van ‘de
koffieculti,mr
den opzet ‘hebben om juist een
categorie van producenten, voor wie de koffie nog
een inkomen ‘beteekent, een extra bate
toe te stoppen,
ten laste allereerst van den Nederlandschen consu-
ment, ‘doch ten laste ‘ook van ‘de koffie-ondernemin-
rgen, ‘die met ondergang bedreigd worden.
Merkwaardige consequenties van ,,’gelei’de econo-
mie”! J. F. H.
EEN ALUMINIUM-INDUSTIE IN LIMBURG.
Nadat reeds eenige malen de mogelijkheid van
aluminiumfa’bj-icatie in Nederland was geopperd en
voor deze industrie niet eenige andere bedrijfstakken
als sodaproductie, papierindustrie, ‘buizenfabrica-
tie, ‘dynamietspringstoffen- en papierzakkeniu’dustrie
in Nederland levensva’tbaarbei’d was geconstateerd, is
het vraagstuk ‘der aluminiumfaibricatie ‘door het Eco-
nomisch Technologisch Instituut in Limburg aan een
Commissie in studie ‘gegeven. Deze Commissie moest
onderzoeken of een ‘dergelijke industrie in Limburg
rendabel zou kunnen zijn en of gebruik gemaakt zou
kunnen worden van de daar aanwezige waterkracht.
Zij heeft ‘haar rapport dezer dagen gepubliceerd.
556
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Juli 1936
In een tiental conclusies wordt de vraag betref-
fenrde de levensvatbaarheid bevesti’gen’d beantwoord.
De Commissie begint met de toenemende beteeke-
rris van het aluminium naar voren ‘te brengen en
de verschillende aanwend in’gsmogelijkhodeu op te
sommen. Zij besluit dit met de volgende passage:
i)e toepassingsmogelijkheden van aluminium zijn dus
vele cii het laat ziOh aanzien, dat zij nog door vele ge-volgd zullen worden, liet is dus ook alleszins verklaar-
baar, dat de grafieken van liet wereiclaluiruiniumverbruik sedert het begin dezer eeuw een ongekende toename ver-
toonen, veel grooter dan die van de andere metalen, het-
geen het aluminium als het metaal der toekomst doet
kennen.
Ten aanzien van het, in vergelijking met andere
Europeesdhe landen nog reer geringe Nederlandsdhe vetbruik, merkt Zij
Op:
In de industrie wordt veel van aluminiumapparaten
gebruik gemaakt, o.a. in bierbrouwerjen, ehocoladefabrie-
ken, zuivelindustrieëu, ‘margarine- en ku.ustzijdeîabrieken,
enz.
Ook de eischen van het snelverkeer schrijven meer en
meer het gebruik van likte metalen voor. Zoo zijn bij
de constructie van het nieuwe Nederlaudsche spoorweg-
materiaal veel o’itder.decleut va.n het metaal a,lumniu’ium en
zijn alliages vervaardigd. Dat bij de constructie van lucht-
schepen en vliegtuigen aluminium als een voornaam con-
struetiemateriaal moet beschouwd worden, mag als bekend
worden verondersteld.
Voegt men hierbij ‘de ook •door de Commissie ge-
noemde mogelijkheden, welke het metaal o.a. ‘heeft
voor verpakkingen, huishoudelijke doeleinden en dec-
trotehnisdhe industrie (daar het zich door zijn ge-
ring ewicht uitstekend voor hoogspanningsleidingen
leent) dan is de ‘beteekenis ‘van aluminium reeds vol-
doende aangegeve:n om ‘het werk van genoemde Com-
missie te reëhtvaardigen en ‘het tot stand komen van
een reudbele aluminiumindustrie ‘toe te juidhen.
Ten aanzien van ‘de energievoorziening wordt ‘zoo-
wel het gebruik van bij de sluizen ‘van ‘het Juliana-
kanaal aan te leggen waterkrahtcentrales, als van
een eigen caloriecihe centrale onti..den en tot gebruik
van ‘de electrische centrale van de Limlburgsche steen-
koohnijnen geadviseerd. De gunstigste vestigingsplaats
moet dan ook, volgens de Commissie, in de nabijheid
van een ‘der groote mijucentrales w’oi’deri gezocht.
Het is ‘deze conclusie, ten aanzien van de meest
gunstige vestigingsplaats, welke wij hier vanuit een
in de huidige omstandigheden belangrijk gezichtspun’t willen bezien. De nog steeds toenemende bewapenin-
gen, ‘de steeds ‘meer voorkomende maatregelen, welke
reeds nu in vele landen worden genomen met het
oog op een even tueelen oorlog, maken het noodzakelijk
het vestigen van een
1
nieuwe industrie. ‘ook ,,wehrwirt-sc’haftiich” te ‘bekijken.
De beteekenis, welke aluminium voor de ‘bewape-
ning heeft, is ivel voldoende bekend. Wij willen hier
slechts wijzen
0!)
het gebruik ‘hij den bouw van vlieg-
tuigen, tengevolge van ‘de toenemende motoriseering,
in ‘de chamisdhe industrie (terwijl het ‘in poedervorm
voor explosie te ‘gebruiken is), en op de aanwending
op oorlogsschepen, ‘dit laatste vooral na het verdrag
van Washington om ‘de tonnage zooveel
mogelijk
te
kunnen benutten. Er zal daarom rekening mede moe-
ten worden gehouden, dat de aluminiumindustrie
in oorlogstijd een bijzondere belangrijkheid zal ver-
krijgen. Ook de Diritsche aluminium industrie is in
‘den wereldoorlog opgekomen, toen de noodzaak zwaar-
‘der woog dan lhetbezwaar van ‘de hooge kosten (‘voor-
al electrische stroom). Dit in aanmerking nesnende, vraa.g men zich af, of
Limburg wel de meest geschikte provincie is voor
vestiging van een dergelijke industrie; met name
Zuid-Limburg toch is in oorlogstijd uiterst kwets’baar
en kan, zoowel uit het Oosten als uit het Zuiden,
gemakkelijk getroffen worden. De ‘groote Europeesche
landen nemen juist in ‘deren tijd maatregelen om hun,
in oorlogstijd vitale industrieën zoo ver mogelijk van
de grenzen te verwijderen. Wij wij’zen ‘hier op enkele
Fransdhe industrieën, welke, •op straffe van verlies
van regeeringsorders, zich ‘binnen een zeer korten tijd
dieper landwaarts zullen moeten verplaatsen. Voor
de vliegtuigindustrie is zelfs een fonds van Frs. 40
millioen tot stand gebracht, waaruit fabrikanten, die
hun fabrieken ver van de grens willen verplaatsen,
gesteund kunnen worden. Aan het feit, ‘dat verschil-
lenide belangrijke Nederlatrdsche industrieën dicht bij
de grens liggen, is nu eenmaal niet gemakkelijk iets
te veranderen, maar hij het vestigen van een nieuwe
‘industrie ‘heeft men de keus en zal men ‘dezen .factor
mee moeten laten wegen.
Er zullen in verband hiermee zeer belanrgrijke rede-
nen moeten zijn om de thans geprojecteerde industrie
van aluminium, welke voorloopig wel ‘de eenige in
ons land zal ‘blijven, juist in Iiimburg te vesti’gen.
IIe’t rapport van de Commissie wijst alleen op ‘de
noodzakelijkheid van nabije steenkolenmijnencentra] es
(‘de in Limburg aamvezige waterkracht wordt uit-drukkelijk afgeraden). Deze zullen stroom kunnen
leveren tegen een
prijs
van 0.784 ct. per kWlh ge-
ljkstroom, welke prij…voor stroom, opgewekt in een eigen centrale, op tea minste 0.8 ct.. wordt becijferd.
Het versdhil lijkt klein, en ‘daarmede verliest het ar-
gument, om de najbijheid van ‘de mijnen te kiezen,
eeui’gszins aan kracht.
Wel is er voor ‘de productie van aluminium veel
stroom noo’d’i’g en ook is het niet uitgesloten, ‘dat op
een plaats, verder van de mijnen gelegen, de ‘stroom
‘door een eigen centrale niet voor 0.8 ct. per kWh
geleverd ‘zal kunnen worden. Hier staat evenwel
tegenover, dat ‘de Ibenoodigde bauxiet gerekend wordt
via een van onze zeehavens te worden aangevoerd en
ook andere grondstoffen moeten worden ingevoerd,
zoodat waarsdhijnljk op deze posten gespaard zal kun-
nen worden, ‘terwijl ook elders centrales
mogelijk
‘ge-
heel of gedeeltelijk in de stroombch’oef’te zouden kun-
nen voorzien tegen een niet te ‘hoogen p!ijs. Alvorens te ‘decideeren waar een aluminiumindus-
trie gevestigd ‘zal worden, ware ‘de kostenfactoren
(ook ‘de bonen van ‘dit overigens niet loonintensief
bedrijf) nauwkeurig te onderzoeken en te vergelijken
met die van plaatsen, welke in tijd van nood het be-
houd ‘van ‘de industi4e minder riskant maken. De in
‘het ongunstigste geval ‘hooger blijkende kosten zou-
den als een gerecihtvaardig’de risicopremie beschouwd
kunnen worden. S.
AANTEEKENINGEN.
De internationale kapitaalbeleggingen.
Voorl’oopig behoeft aan een krachtigen o’pbloei van
‘de internationale kapi’taalbeweging op langen termijn
niet te worden gedacht. Wat Engeland ‘betreft b.v.,
zijn de opbrengsten uit den ex,port en de kapitaal’be-
legging in ‘het buitenland nog maar nauwelijks vol-
‘doende om de ‘importen te betalen, terwijl ccii stren-
gere toepassing van ‘het embargo op ‘buitenlan’dscihe
kapitaalemissies niet uitgesloten schijnt. Wanneer
de economische opleving, welke zich gedurende dcii
laatsten tijd heeft ‘voorgedaan, ecikter doorzet, zal
‘het probleem van de verkrijging van het ben’oo-
digde kapitaal en ambeidskrachten, om de oplevin’g
ook vobr de toekomst, te verzekeren, ‘dringend worden
en daarmede het vraagstuk ‘van ‘den kapitaalimport in
de kap itaalarme ‘landen naar voren komen.
De Midiand Bank vraagt zioh daarom in haar
mnaan’d’bericht van Mei-Juni 1936, waaraan wij het
volgende ontieenen, af, of bij een opleving van ‘den
initernationalen kapitaalexport geen gebruik moet
worden gemaakt van de lessen, welke men in het ver-
leden heeft opgedaan.
De ervaringen, welke men in vroegere jaren heeft
opgedaan, zijn niet voor alle landen even aangenaam
geweest. Landen, die kapitaal hebben geïmporteerd
‘door middel van uitgifte van vaste-rente-‘dragende fon’dsen, ‘hebben gedurende de afgeloopen jaren al
zeer sterk den ‘druk ondervonden, welken een behoor-
lijke nakoming van ‘de er uit ‘voortvloeiende ver-
29 Juli 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
557
plic’htingeia op de ‘betalingsbalans uitoefent. Andere
landen, wier kapitaal-import vooral geschiedde in den
vorm van de uitgifte van aandeelen,
zagen
hun rente-
betalingen aan de kapitaaiverstrekkende landen daar-
entegen varieeren met de opbrengsten der exporten.
Een voorbeeld van de eerstgenoemde landen is
Av.s tralië.
In een halve eeuw slaagde Australië er in
de ‘bevolking te verdrievoudigen, de tarwe-produetie
te ‘vervijfvo’udi.gen, -het aantal schapen te vei’duhbe-
len, de wol-opbrengst te verdrievou’diigen, een in-
heemsche industrie te vormen, welke aan een half
millioen arbeiders werk geeft, en van 1871 tot
heden zijn spoorweglengte ‘op te voeren van 1000 tot
25.000 mijlen. Di-t alles was evenwel sledhts mogelijk,
doordat in ‘belangrijke ma-te een ‘beroep werd gedaan
Op
de Lon-denshe kapitaalmarkt. Nu is Australië in
de eerste plaats een kolonisa-tiege’hied, ‘de Europeesche
bevolking, die thans ongeveer 7 millioen inwoners
bedraagt, bedroeg honderd jaar geleden slechts onge-
veer 200.000. In verband ‘hiermede werden aan de
Regeering ‘houge eischeii gesteld inzake de uitvoering
van openbare werken, en liet aantal leenin’gen, dat
het gouvernement te Londen -heeft gesloten, is -dan
ook zeer talrijk en beloopt -hans nog een -totaal be-
drag van ‘bijna £ 500 miliioeii. De
overige
‘buiten-
landsche’ sdhulden van andere openbare instanties en
particuliere ondernemingen ‘bedragen ruim £ 300
millioen. lIet bedrag, ‘dat jaarlijks naar Engeland ge-
remitteerd ‘inot worden voor ren-tebetalin-gen, is dan ook zeer ‘belangrijk, en,
wat
erger is, vrij constant,
-daar ‘de Overheid uit -den aard -der zaak obi-igatie-
leen’ingen sluit. Behoefde bijv. in het statistische jaar
1928f’29 slechts een vijfde gedeelte van ‘de opbrengst
der Australische expor-ten, welke in dat jaar £ 140
n’iilii’oen bedroegen, aan-gewend •te -worden voor inte-
restbe,talingen, in -het jaar 1934/’35 was het reeds een
derde gedeelte van de £ 88 -inillioen, welke de export
opbracht. In vei’l)and niet de prisdalinig -der goede-
ren en ‘den val vati -het Australische pond, beneden ‘het
Engelsche, -inoesteti in het jaar 1934r35 tweemaal
zooveel -goederen worden -geëxporteerd om aan de in-
terestverpitchhn’geu te kunnen voldoen dan in 1928/
1929, ondanks de -verschillende oonversie-operaties,
welke werden ondernomen. Daijk sij -den druk, die
hierdoor •op de betalingsbalans werd uitgeoefend –
daar deze verplichtingen nog steeds als primair or-
den beshouwd in Australië moesten niet alleen
de importen -tot ‘bet hoogst noodzakelijke worden be-
perkt, -doch was -het ,in vele -gevallen zelfs n-oo&zake-
lijk gebruik te maken van -de -goudreserves.
Een ‘geheel ander beeld -zien wil -daarentegen in de
Maleische Staten
en ‘de
,S’traits Settientents,
gebieden,
waar -de kolorrisatie van ‘blanken vrij onbelangrijk is
ei.t steeds de exploitatie van de er aanwezige hulp-
bronnen op -den voorgrond heeft gestaan. Van-daar,
dat de vraag naar kapitaal in die landen vooral uit-
ging vait particuliere zij-de, en etnissies van •aan’dee-len -te Londen werden geplaatst. De kap itaalbdhoefte
van de Over’heid was ‘steeds veel geringer en thaar
‘buitenlandsehe schuld bedraagt ‘dan ook slechts £ 20
inilli-oen. De ‘belangen in -cle riiihbercultunr en in ‘de
tinwin-ning in deze gebieden worden ‘daarentegen
geschat op ‘ongeveer £ 100 ‘millioen, vrijwel uitslui-
tend in tIen vorm van aandeelen. liet -gevolg is, dat
de rentdbetalingen -vrijwel geheel tien vorm van divi-
clenden aannemen en op en neer gaan met -de be-
drijfsresultaten ‘in -de risbber- en tinwinnin-g. Zoo
worden bijv. de in 1933 geremitteerde -dividemiden op
Britsdh kapitaal, in deze -gebieden in de ru-hber-
cultures ‘belegd, geschat op £ 500.000, tegen £ 7 mii-
li-oen in 1933.
Door de ‘hoogere ru:bberprijzen stegen de divi’den-
den sinds 1933 weer belangrijk, maar hetzelfde gold
voor -de exporten. Terwijl deze in 1933 slechts
$ Str. 376 millioen ‘bedroegen, tegen $ Str. 1.300 milli’oen in 1926, waren zij in 1935 -gestegen tot
$ Str. 572 millioen. Hieruit blijkt, hoe de aanideelen-
vorm ‘der kapitaalemissies maakt, -dat cle rente-beta-
lingen groot zijn, wanneer men ze -het best kan dra-
gen, klein ‘daarentegen, wanneer -de opbrengst van
de exporten teru’gioopt en de druk van de interest-
betalingen op de betalingsbalans relatief ‘grooter
wordt.
Palestina is
een land, -dat, wat zijn positie ‘betreft,
tusschen Australië en de Maleisdhe Staten ligt. Om
de -daar aanwezige hulpbronnen te kunnen exploi-
teeren en een vestiging van een groote ‘bevolking
mogelijk ‘te maken, ‘heeft men ook daar in ‘groote
mate een ‘beroep moeten -doen op buitenlandsc’h kapi-taal. Voor een -deel geschiedde dit d’oor de Regeering,
die verschillen-de emissies van obligaties te Londen
heeft -geplaatst, waarmede zij dezelfde lasten op ‘haar
schouders nam als
–
de Australisehe Regeering heeft
gedaan, voor een ander ‘deel door particuliere onder-
nemingen. Deze particuliere ‘ondernemingen voor-
zagen weer voor een ‘gedeelte in haar kapitaalibehoef
tea ‘door emissies van aandeelen in -het b itenland en
in -zooverre is er dus een vergelijking te trek-
ken met de Maieisdhe Staten; er werd echter ook
een -belangrijk ‘gedeelte verkregen van ‘de k’ol’onisten,
‘die hun kapitaal meebrachten naar Palestina en het
-daar investeerden. Wat dit laatste ‘deel ‘betreft, behoe-
ven er in ht ‘geheel ‘geen rentebetalingen en aflossin-gen aan ‘het buitenland te ‘geschieden en is het land in
cri’sisperioden ‘boter in staat -den ‘import te ‘hand-haven
dan ‘landen als Australië, welks uitvoer voor zulk een belangrijk deel moet -dienen om aan -de leeningsver-
plichtin’gen te kunnen vol-doen.
* *
t
Bij nieuwe kolonisaties zou het het meest ge-
wenscht zijn, wanneer de k’olonis’ten hun ei’gen kapi-
taal, ‘hetwelk zij noodig hebben, mee zouden bren’gen.
Het is evenwel een algemeen verschijnsel, dat men-
sehen, ‘die -over kapitaal beschikken, -liever in ‘het
eigen land ‘blijven, terwijl -diegenen, -die slechts be-
schikken over spierkracht en verstand, zullen emi-
greeren. De mogelijkheden -in ‘deze richting ‘zijn -dan
ook zeer ‘gering. Van-daar, dat de verkrjging van
kapitaal -door emissies van aan-deden practisch van veel meer ‘belang is. JIet stelsel van kapitaalsimport
door emissies van obligaties ‘blijft steeds zeer ‘be-
-zwaarlijk, vooral wanneer het Oveiheidsleeniugen be-
tref-t. Boven-dien ‘zullen de kapitaalimporteeren’de lan-
den evenwel een ‘zoo -groot en effectief mogelijk ge-
-bruik moeten maken van de besparingen in het ‘bin-
nenland zelf. Voor de rest is het in een land als
Australië noodzakelijk ‘het aantal in -de ,,Oomm’on-
weal-th” werkende onrdernemingen te vergrooten, het-
zij door vestiging van nieuwe ‘ondernemingen, hetzij
‘door uitbreiding ‘van het aantal filialen van buiten-
landsche ondernemingen. Slechts op die manier wordt
de verdere Icipitaaiverkrijgii’g -‘direct gebonden aan de
risico’s, welke in’haerent zijn aan -cle economische ont-
wikkeling.
Maar -hoe ‘staat de ‘buitenlan-dsche ‘belegger hier
tegenover? Het is
duidelijk,
dat de ‘belangen van
deze niet steeds parallel behoeven te gaan met die
van ‘den kapitaalvericrijger. In het algemeen ziet mcii
dan ook, dat aandeelen emiss ies van buitenlandshe
ondernemingen slechts mogelijk zijn, wanneer ‘het ge-
vesti:gde ondernemingen betreft, welke een goede
reputatie -genieten. Beleggers te vinden, ‘die in willen
schrijven op aandeelenemissies van nieuw in het bui-
tenland op te richten ondernemingen, is dan ook
practisch vrijwel onmogelijk. Veiligheid van de
hoofdsom is een ‘beginsel, ‘dat men niet ‘gauw loslaat.
Toch zou er nog wel een -oplossing te vinden zijn, en
wel, d’oor toepassing van ‘het risico-verdeelings’begin-
sel, zooals dat ook voor vele ‘beleggingen in het ‘bin-
nenland toepassing vindt -door de z.g. ‘beleggings-
maatschappijen. Door -toepassing van -dit systeem kan
ook -de kleine ‘belegger zijn belangen -verdeelen ‘over
een ruim Ibeleggingsgebied en vel in een vorm, die zoo
ongeveer het -midden houdt tussehen belegging in
558
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Juli 1936
aandeelen en in obligaties. Wel word’t de, dikwijls
echter vermeende, zekerheid, welke de ‘buitenlandsdhe
dbli’gatie biedt, dan prijsgegeven, doch anderzijds
heeft men ook de gelegenheid om volop te profiteeren
‘van ‘de h’oogere opbrengsten, welke van aan’deelen-
bezit verwacht kunnen worden.
In deze richting zal dan ook, meer dan tot dus-
verre het geval ‘is geweest, de oplossing van het
vraagstuk van de kapitaaivoorziening aan het buiten.
land meeten worden ‘gezocht. Slechts emissies van
aan’deelen door ‘de kapitaalimporteerende’ landen ga-
raredeeren, dat de betalingsbalans dezer landen niet
ovenbelast wordt door de verplichtingen, welke jaar-
lijks de kapitaaldienst op buitenlandsohe leenin,gen oplevert, terwijl anderzijds slechts het iheginsel der
beleggingsmaatschappijen aan beleggers de zekerheid
verstrekt, ‘dat niet de enorme verliezen worden ge-
leden,. ‘welke men in ‘de af’geioopen jtren heeft moe-
ten dragen.
Wel verwacht nog niemand in de nabije toekomst
een snelle economische expansie ‘op basis van een
Vrije internationale kapitaalvoorziening, maar zonder twijfel maakt ‘de matige ‘opleving ‘het reeds nu nood-zakelijk, dat wordt vastgesteld, welke wegen •men bij een opleving zal hebben te ‘bewandelen, opdat teleur-
stellingen, zooals men die vroeger iheeft gehad, zoo-
wel de kapitaalimporteeren’de als -exporteerende lan-
den in de toekomst ‘bespaard blijven.
De maritieme bewapeningsuitgaven.
De ‘buitenlandsche zeemachten ‘hebben in 1935 rond
R.M. 5 ‘mil’l’iard voor ‘hun ‘bewapening ter zee uitge-
geven. Dit ‘is ‘ongeveer een ‘zesde ‘deel van de totale
bewapeningsuitgaven ‘van deze landen. De stijging van
R.M. 0.7 ‘miljard vergeleken ‘hij 1928 is, aldus ‘het
W’ochenberjcht van 15 Juli
jl•
van ‘het Institut für
Konjunkturforschung te
Berlijn,
waaraan wij een en
an’der ‘ontleenen, hoofdzakelijk te danken aan ‘de toe-
genomen uitgaven van ‘de voornaamste zeemachten.
Na 1922 bleven ‘de uitgaven van de ‘bij ‘het verdrag
van Wahing’t’on aangesloten staten tamelijk constant.
Na 1928 zijn er ‘betrekkelijk groote ‘afwijkingen. De
En’gelsche en Amerikaansche uitga’ven gaan parallel
met ‘de economische ontwikkeling. Italië gaf omge-
keerd in ‘de crisisjaren ‘het meest uit, terwijl Japan,
sinds 1931 een politiek van ‘buitenlandsche expansie
voeren’d, vooral na 1933 een ‘spronigs’gewjjze toene-
ming laat zien. Bij Frankrijk is een langzame stij-
ging alleen in 1932 ‘belangrijk onderbroken.
Bij ‘de gezamenlijke uitgaven is ‘de ‘invloed van de
conjunctuur duidelijk zichtbaar, als ‘gevolg van ‘de
overheerschen’de beteekenis van Groot-Brittannië en
de Vereenigde Staten (‘drie vijfden van het totaal).
Vooral in Groot-Brittannië is ‘het verband met de
economische ontwikkeling heel nauw. Sedert het mid-
den van de 19e eeuw ‘heeft d’it land zijn bewapenings-
uitgaven uit ‘de ioopen’de inkomsten gefinancierd, en
sledhts af en toe door korte credieten. In 1934 is het
peil ‘van het totaal ‘van 1929 reed’s weer bereikt. De
groote toeneming in 1935 is voornamelijk het ‘gevolg van ‘de uitgaven van de Vereenigde Staten.
De niet door verdragen gebonden Staten zijn, met
uitzondering van Rusland, kleine staten, welke bij
hun marine-uitgaven nog sterker dan ‘de groote sta-
ten van de economische ‘omstandigheden afhankelijk
zijn. Ook de ‘ontwikkeling van ‘den buitenlan.’dschen
handel ‘speelt Ibij ‘deze staten een ‘groote rol, want
zij ‘beschikken ‘meerendeels n’iet ‘over eigen, groote
bewapeningsindustrieën en moeten de ben’oodigde
materialen dus invoeren. De marine-uitgaven van
‘deze landen zijn van 1928 tot 1932 met 25 pOt. ge-daald en waren zelfs in 1935 nog 13 ‘pOt. onder ‘die
van 1929.
De bewapenin’g’suitgaven ter zee ‘kunnen onderling
vergeleken worden ‘door ze te stellen tegenover de
totale ‘bewapenin’gsui
–
t’gaven van ‘de onderscheiden
landen en
•’ook’door ze ‘in verband te brengen met de
grootte van de ‘handel’svloten.
De marine-uitgaven in Groot-Brittannië en Japan
zijn circa de helft van de totale bewapenin’gsuitgaven
(in Engeland voor den oorlog zelfs twee-derden); in
‘d’e Vereeni’gde Staten ‘gemiddeld 45 pOt., in 1934
en 1935 evenwel 56 en 65 ‘pOt.; in Frankrijk voor
1933 25 pOt., in 1934 en 1935 17 en 19 pOt.; in Ita-
lië om en bij 30 pOt.
Het volgende staatje geeft een ‘beeld van de ton-
nage-verhouding van handels- en ooriogsvloten.
v
ernouning
tusschen de
Handelsvloot Oorlogsvloot-
handelsvloot-
tonnage in
1000
tonnage in
tonnage en
Br, R. T. op
1 Juli
1935
1000 T. op
1
October
1935
100
Br. R.T.
oorlogsvloot-
tonnage
in tonnen
Britsehe Rijk.
. .
17.400
1,327
7.6
Vereen. Statee
.
10.269
1.145 11.2
4.086
805 19.7
Frankrijk
3.025
622
20.6
Japan
………..
2.884
449
15.6
Italië
………..
Nederland
2.558
81
3.2
Noorwegen
3.968
26
0.7
Hoewel de verhouding tussohen han’delsvloten en
oorl’ogsvioten ‘van verschillende factoren afhankelijk
is (lengte van ‘de zeegrenzen, ‘geo’graphi’sche ligging,
koloniale bezittingen, omvang van de overzeesche handelsbetrekkingen) kan ‘hier in ruwe trekken de
mate ‘van bescherming, welke ‘de respectievelijke ‘han-
deisvioten genieten, worden vergeleken. De verhou-
ding ‘blijkt voor Engeland ‘van ‘de ‘groote mogen’dhe-den ‘het on’gunstigst uit te vallen (‘hoewel de handels-
vloot ook in ‘de talrijke en goed’verdeel’de marinebases
en ‘in de ‘marineludh’tvioot besdhei-ming vindt), ter-
wijl de groote ‘handelsvloten van Nederland en van
Noorwegen in tijden van gevaar geheel van een
goede verhouding met ‘de ‘de zeeën ‘beheerschende
madhten blijken af te ‘hangen.
De ‘ontwikkeling van de ‘bewapeningen ter zee komt
ook tot uitdrukking in de in aanbouw zijnde ton-
nages van ‘oorlogsschepen, al is ‘dit niet heelemaal
representatief, doordat ‘het niets zegt ‘omtrent om-
houwin’gen van schepen, ‘omtrent ‘de marineluchtvlo-
ten, de ‘vlootsteunpunten en de marinewerven, terwijl
er rekening mede moet worden gehouden, dat ‘de
Marine-uitgaven van de grootste zeemachten
In millioen R.M.
1)
1928
1929 1930
1931′
1932
19332)
1
19342)
1
19352)
Groot-Brittannië
…
1.164.3
1.142.4 1.072.0
1.009.2 871.6 877.4
937.9
1.026.5
Vereenigde Staten
3)
.
1.514.7 1.557.8
1.571.3 1.559.8
1.457.1
1.268.3
1.375.7 1.891.1
Japan
…………..
522.8 524.7
500.9
590,2 593.2
8271
858.7
927.5
402.7 408.8 447.9
462.2
399.1
468.6 485.1
‘
476.4
Italië
3
)
256.6
..
262.0
3093
352.0
345.5
325.9 278.3 256.1
Frankrijk
…………..
3.861.1 3.895.7
3.901.4
3.973.4
3 6665
3.767.3
3.935.7
4.577.6
Totaal
……………
1929
=
100
………..
99.1
100.0
100.1
102.0
94.1
96.7
101.0
117.5
‘)
De omrekening bij
Frankrijk
en
Italië ‘geschiedde door
de
‘gemiddeiden
koersen
per
jaar
te
nemen;
bij
Groot-Brittannië, de Ver.
Staten en
Japan werd een koers overeenkomstig
de ‘binnenlandsohe en bui.tcnlandsche prijs-
on’tv’i k’kebi’n’g genomen.
Vanaf
1933 gedeeltelijk schattingen.
‘J)e begrootingsjaren werden op kalenderjaren omgerekend.
-.
-.
29 Juli 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
559
bouw’tijden (2
t
3 jaar) in verschillende tijdsomstan-
digiheden en in versdhilleude landen uiteen kunnen loopen en dat sinds de verdragen van 1922 en 1930 alleen Frankrijk in 1932 en Italië in 1934 slagsche-
pen op stapel hebben
gezet.
In aanbouw zijnde oorlogsschepen van de eerste orde.
(Slagsehepen, krisers, flottiljeleiders, torpedojagers,
onderzeebocteji en vliegtuigmoedersohepen.)
(In 1000 ‘tons.)
11.929119301193111932119331193411935
Britselie :aijk
…
:102.4
78.3
42.8 54.6 38.0
76.7
1.00.9
Vereeiiigde Staten
85.8
90.2
70.6
438
77.6 86.9
123.0 100.5
76.9
70.0
84.7
35.1.
31.4 67.8
Frankrijk ………
1.28.8
120.3
130.4
139.7
110.2
80.7
130.1
Japan …………
58.0
.
94.0 97.4
98.1 60.6
57.8
119.7
Italië
…………..
Totaal ………….
47554597
411.2
4209
321.5 333.5 541.5
Tenslotte worden eenige gegevens over de kosten van het ‘bouwen van oorlogsschepen en ide winsten
van de verven medegedeeld. De bouwkosten per ge-
wichtseenheid zijn van slagsehepen sinds den tijd
van voor den oorlog verdubbeld, van kruisers zelfs
verdrievoudigd (een Engelsche kruiser van 5400 ton
met 8-15,2 cm gesdhut kostte voor den oorlog
£ 58.6 per ton; een moderne kruiser van 7100 ton
kost thans met dezelfde bewapening £ 212 per ton).
Dit duurder worden hangt samen met ‘de hoogere bonen, ‘de thans noodzakelijke luchtafweer, de vele
doorgevoerde verbeteringen en het streven vooral, om
bij ‘de tonnage-beperkingen de toegestane tonnage
een ‘zoo groot
mogelijke
gevedhtswaarde te ‘geven, on-
geacht de kosten.
Ten aanzien van de toekomstige bedrijvigheid
‘hangt alles af van de politieke ontwikkeling. Maar
zelfs al zou men zich beperken tot vervanging van
de verouderde ‘schepen, ‘dan zou er reeds een uitbrei-
ding moeten volgen aangezien bij de 5 grootste zee-mogendheden op 1 October 1935 ca. 1 milhioen ton
(23 pOt. van de totale tonnage) eu ‘bij ‘cie andere
landen (zonder Duitschiand) 425.000 ton ‘de ouder-
domsgrens hadden bereikt.
Hervorming van het Chineesche geidwezen.
In het jongste jaarverslag van De Javasche Bank
komt een ‘beknopte ‘beschouwing voor over de wij-
zigingen in het monetaire stelsel van China, waar-
aan wij het volgende ontleenen.
In monetair opzicht ‘bracht 1935 een hemerkens-waardige ontwikkeling. In mijn vorige verslag wees
ik reeds op de
mogelijkheid,
dat de door ‘de Veree-
ni’gde Staten genomen ‘maatregelen tot kunstmati’ge
op’drjving van den rilverprijs, die – afgezien van
hare uitwerking op het bedrijf ‘der ‘zilverproducenten
– voor ‘de stijging van de koopkracht in ‘landen met
den zilveren standaard ‘van heilzame ibeteeke’njs ‘heet-
ten te zijn, in ‘de practijk wellicht eene omgekeerde
werking zouden kunnen hhbeu. Dit ‘bleek inderdaad
het geval.
Reeds in October 1934 had China zich genoopt ge-
zien tot het treffen van maatregelen, die in wezen
een tijdelijk verlaten van ‘den zuiveren zilveren stan-
daard ‘beteekenden. Naast ‘het reeds bestaan’de – en
bij ‘die ‘gelegenheid verhoogde – ‘u’itvoerrecht op zil-
ver wrerd nog een tweede fluctueerend recht inge-
voerd, ‘hetwelk ‘de ‘bedoeling iha.d eventueele verschil-
len tusedhen den zilverprijs te Londen en ‘de door de
Central Bank of Ohina vast te stellen koerswaar’de
van den Ohineeschen Dollar te neutrahiseeren, ten-
einde langs ‘dien weg de Dollarkoers zoo noodig te
kunnen losmaken ‘van de ‘bewegingen van ‘den zilver-
prijs. Door dezen maatregel werd de koers van het
Chineesohe ruilmiddel ‘derhalve niet langer ‘bepaald
‘door ‘den wereldmarktprijs van zilver en werd het
theoretisch mogelijk een stabielen Dollarkoers na te streven, waartoe een Wisselkoers Sta’hilisatiefon’ds
ten ‘bedrage van $ 100 millioen werd ‘ingesteld. Deze
maatregelen bleken echter onvoldoende om ‘het ge-
stelde idoel te verwezenlijken.
Zij
stelden eene premie
op smokkelen en de Ohineesdhe regeering ‘bleek niet
bij machte dit euvel afdoende te ‘bestrijden, zoodat
steeds meer zilver het land verliet. In het binnen-
land ‘begon het zilver uitgesproken schaarsch te wor-
den, terwijl de ‘voorraden in Shanghai in snel tempo
verminderden. Er ontston’d een uitgesproken geld-
sdhaarschte voor contante behoeften en tegelijkertijd een groot disagio voor Dollars op termijn.
Dit leidde tenslotte tot eene ‘drastische wijziging
van het Ghineesche monetaire stelsel, waarbij ‘de zil-
veren standaard plaats ‘maakte voor een exchan.ge-
standaard, die voorshands ‘op het handhaven van den
Dollar op een ‘bepaalden koers ten opzichte van het
Pond Sterling werd ingesteld. Op 3 November 1935
werd ‘door de Ohineesche Regeering ‘de nationahisatie
afigekon’di’gd van al het in China in ‘den vorm van
‘baren en munten aanwezige zilver tegen betaling in
bankbiljetten. Tevens werd eene zware exportbelastin’g
op zilver ingesteld, teneinde de wettige export van
‘dit ‘metaal niet langer winstgevend te doen zijn. De
‘bankbiljetten van ‘de Central Bank ‘of China, de
Bank of Ohina en de Bank of Communications wer-
den wettig betaalmiddel voor de voldoening van be-
lastingen en alle andere – ook ‘de in zilver luiden’de
– insclhul’den, terwijl ‘bepaald werd, dat de nog cir-
culeerende ‘biljetten van andere ‘banken geleidelijk
zouden worden ingetrokken. De waarde van het Ch’i-
neesche ruilmi’cidel zou voortaan worden gehandhaafd
‘door on.’beperkten aan- en verkoop van ‘buitenlandsche
valuta’s en de Central Bank of China zou worden ge-
reorganiseerd in den trant eener moderne circulatie-
bank onder den naam van ,,Central Reserve Bank of
China” met het ‘doel ‘baar na verloop ‘van twee jaren
‘het monopolie voor de uitgifte van ‘bankpapier te
geven.
De met het bovenstaande zeer kort weergegeven
‘hervorming werd aanvankelijk met een sceptisch oog
beschouwd. Haar kans van slagen hing wei in de
eerste plaats af van de mate, waarin ‘de Ohineesche
Regeerin.g in staat zou ‘blijken ‘de nationalisatie van
het zilver effectief te maken, en den ‘smokkelhandel,
welke onder ‘het nieuwe stelsel nog ez’tra lucratief
geworden was, binnen redelijke ‘grenzen te houden.
Van den omvang ‘der tegen het nieuwe papieren ruil-
middel te ontvangen zilverhoeveel’hei’d zou ‘het af-
hangen, in iboeverre door omzetting ‘daarvan in goud
‘of ‘buitenlan’dsehe deviezen eene voldoende reserve zou
kunnen worden opgebouwd om ‘daarmede den wissel-
koers op het ‘gewensdhte peil te handhaven. Van
groot belang was voorts de vraag, of de Chineesche
Regeerin’g erin zou slagen de ‘beoogde saneering der
landsfinanciën tot een goed einde te brengen en ‘de
aan een ,,maua’ged currency” ei’gen inflationi’stische
ten’denzen ‘te weerstaan. Tot ‘dusverre – April 1936
– schijnt de ‘gang ‘van zaken niet onbevredigend te
zijn geweest. De officieele wisselkoers op Londen,
‘clie na de hervorming ‘door de Central Bank of
Ohina tot 14V2 d. w’erd verlaagd, kon ‘door aan- en
verkoop van Sterling tegen den onveranderljken
‘koers van 14% en 14% ‘d. op ‘dat niveau worden
gehandhaafd, terwijl ‘de Ohineesche Regeering ‘blj.
keus recente beridhten ‘doende ‘is zich door verkoop
van zilver een reserve in het ‘buitenland op te
bouwen.
De reorganisatie van ‘het Chineesche ‘geidwezen had tengevolge, ‘dat ook Hongkong iden zilveren standaard
verliet. Op 9 November ‘besloot ‘de H’on’gkong-regee-
ring tot ‘het instellen van een zilverem’bargo, de uit-
gifte van papieren 1 Dollar-hiljetten en de vervan-
ging van ‘de ‘in omloop zijnde pasmunt door nikkelen
munt. In December werd ‘de Regeering gemachtigd
de bankbiljetten ‘van de drie banken, welke tot ‘dus-
verre steeds hankpa’pier ‘hadden uitgegeven, tot wet-
tig Ibetaalmi’cldel te verklaren en ‘het tegenover die
‘biljetten als ‘dekking aangehouden zilver tegen af-
560
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Juli 1936
gif’te van schuld’beken’tenissen over te nemen. Voorts
werd de inlevering bevolen van al het door de be-
volkinig in den vorm van munten en baren aangeihou-
den zilver. Sindsdien bleef de koers van den Hong-
‘konig-dollar stabiel op een peil van 1 sh. 34 d., ‘het-
welk derhalve iets hooger ligt dan dat van clan. Ohi-
neeschen Dollar.
Vooruitzichten op monetair gebied.
De President van De Javasohe Bank wijdt in zijn
jaarverslag enkele beschouwingen aan de monetaire
situatie in de wereld. Door de hervorming van het
Ohirieesche gel’dwezen kreeg het Sterling-tbioc, aldus
cle President, een onverwachten aanwas uit den ‘hoek
der eilvervaluta’s in eene tijdsperiode, dat het Brit-sche Equalisation Fund eindelijk met succes werk-
zaam was aan ‘de handhaving van een bepaald niveau
ten opzidhte van goud. De koersen van ‘het Pond
Sterling en de daaraan vastgekoppelde valuta’s ble-
ven zoowel tegenover elka’nd’er als tegenover de nog overgdbleven goudvaluta’s practisch stabiel. Hoogste
en laagste koers lagen niet verder ‘dan omstreeks
2% püt. uiteen.
Weliswaar bleven, zoo vervolgt de President,
ook ‘dit jaar ‘de gebruikelijke aanvallen op de nog
niet gedeprecieerde igou’dvaluta’s niet uit, doch zij
leidden – behalve ‘tot een onwelkome vergrooting
van de .onigelijkmatige verdeeling van ‘s werelds goud-
voorraad – niet tot verdere koersverstoringen. Wèl
‘bewezen zij opnieuw, ‘dat, bij een vastberaden wil tot
han’d’havinig van ‘de goudpariteit, een ‘depreciatie
slechts onder bijzondere econoinisdhe omstandigheden
kan worden afgedwongen, zoodat deze in de meeste gevallen meer als eene politieke dan als eene econo-
mische uiting te ‘beschouwen is. Dat ‘de de-facto-han’d:havinig van het bestaande ni-
vau der wisselkoersen ‘het gevolg is geweest van
een rijpend inzicht in de Vereenigde Staten en
Groot-Brittannië, ‘dat o’p den weg van ‘depreciatie
niet dan met groote sc’ha’de voor eigen economisdhe
belangen kon worden voort’gegaan, mag wel als vast-
staand worden aangenomen. Indien ‘dit iuziht, dat
niet alléén en zelfs niet voornamelijk ‘door econo-
mische, ‘doch vooral door politieke overwegingen
wordt ibeheerscht, in ‘de naaste toekomst zou wor-
den ‘ondersteund ‘door eene verhetering in de econo-
mische situatie, en indien tevens in de momenteel
gespannen internationaal-politieke verhoudingen eene
tastbare verbetering zou kunnen worden bereikt, zou
aan ‘de zoo lang ver’bei’de stabilisatie op .gou’dbasis
naar het voorkomt eindelijk een voor de papierlan-
den aannemelijke ‘basis ‘zijn ‘bereid. Het economisch leven zelf todh heeft in deze crisisjaren verschillende
feiten, ‘die voorheen als onmerkomelijke ‘obstakels op
‘dan weg naar monetaire stabiliteit werden aange-
merkt, uit den weg geruimd. Het oorlogsschulden-
vraagstuk, ‘dat nog slechts vijf jaren geleden als een
‘der grootste hindernissen werd gevoeld, mag reeds
sedert geruimen ‘tijd geen vraagstuk meer heeten.
De voorheen omvan’grijke internationale vorderingen
en schulden op korten termijn
zijn
in en door de crisis
tot omstreeks de helft van haren vroegeren omvang
teruggebracht. De national’istisch-gele’ide monetaire
politiek heeft in de ‘practijk ‘hare kansen ‘beproefd en
gefaald; als resultaat daarvan ontstond een toene-
meuci ‘besef, ‘dat zoolarcg internation ale ‘h anciel ‘voor
nationale welvaart •on’on’beer’ljk is, aan ee:nen inter-
nationalen geidstandaard in ‘beginse niet te ‘ontko-
men valt. De veronderstelde sdhaarschte aan goud in
verhouding tot het voorheen bestaande niveau van
prijzen en omzetten, welke als eene voorname oorzaak
voor het uitbreken van de crisis genoemd werd, ‘heeft
thans plaats gemaakt voor een relatieven overvloed,
d’ie – naar denzelfden redeneertraut – in staat
is
om in verhouding tot het ‘thans bestaande niveau
een ,,boom” van grooten ‘omvang tot steunpunt te
dienen.
Ook al schijnen evenwel de ‘vooruitïidhten op her-
stel van een interna’ti’Önalen geidstand aard – welke
in steeds wij’deren kring met een goudstan’daard ver-
eenzelvigd wordt – veibetercl, zoo is daarmede nog
niet gezegd, dat ‘dit evenement reeds aanstaande aou
zijn. Nog ‘steeds verneem’t men stemmm, die eene
herwaardeering van de munteen’heden der nog over-
gchleen leden van het zoogenaam’de ,,goud’bl’oc” als noodzakelijke voorwaarde stellen voor een ‘definitie-
ven terugkeer van de papierlanden tot ‘den gouden
standaard. In miji voriige verslag ‘gaf ik reed’s aan, wéérom de vaststelling ‘van wat in de economische
theorie met ‘het woord ,,koopkracht-pariteiten”
wordt aangeduid, onder de ‘thans bestaande omstan-
digheden onmogelijk moet worden geacht. Bovendien
valt, voor wie in ‘internationale p’hilantropie weini’g
vertrouwen heeft, moeilijk in te zien, h’oe deze voor-
waarde ernstig zou kunnen worden ‘gesteld door de
verantwoordelijke ‘autoriteiten van landen, ‘die als
gevolg ‘dier herwaazideering in het eigen economisch
bestel eene nieuwe verstoring zouden ondervinden.
Eerder dan deze overweging ‘schijnen dan ‘ook de ‘be-
staande internationaal-politieke spanningen en de
oinstan’d’iighei’d, dat ‘de experimenteele periode nood-
zakelijk van eenigen ‘duur moet zijn, tot v’oorl’oopig
uitstel der definitieve stabilisatie aanleiding te kun-
nen ‘geven.
Intusschen mag uit de gedurende ‘het afgeloopen jaar tot stand ‘gekomen de-facto-stabiliteit der wis-
selkoersen worden afgeleiid, ‘dat ‘de eers’te ‘belangrijke
schrede op den weg naar herstel van geregelde mo-
netaire verhoudingen is gedaan en kan het verdere
verloop ‘derhalve met meer vertrouwen worden tege-
moet gezien.
DE TOEKOMST VAN DE ARGENTIJNSCH-NEDER-
LANDSCHE BETREKKINGEN.
R e c t i f i c a t i e. Op pag. 535 van E.-S.B. van
22 Juli 1936 wordt in de ‘tabel betreffende den in-
voer vanuit Nederland in Argentinië als 14e product
vermeld: ,,Draad voor naaimachines”. Dit moet zijn:
,,Draad voor maaimachines”.
AANVOER VAN GRANEN.
(In tons van 1000 kg.)
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
1
91
2
5
Juli
Sedert
Overeenk.
19125
Juli
Sedert
Overeenk.
1936 1935
1936
1Jan.
1936
tijdvak
1935
1936
1Jan.
1936
tijdvak
1935
Tarwe
…………….’
13.797
595.789 507.675
–
8.311
8.837
604.100 516.512
4.500
139.598 124.803
–
1.976
281
141.574
125.084′
Rogge
………………
15.193
12.933
–
350
–
15.543
12.933
Boekweit
……………575
Maïs ……………….
…
14.979
421.262 446.970
2.359
91.820
75.984
513.082
522.954
2.367
173.490
166.071
100
12.240 19.604 185.730 185.675
1.978
54.594
82.653
–
680 1.660
55.274
84313
Gerst
………………
Lijnzaad
…………..
116.357
109.907 3.056 124.154
243.532
240.511
353.439 H
aver
……………….
12
..174
376
32.817
29.093
–
175
–
32.992
29.093
Lijnkoek ……………
282
20.405
11.576
–
5.446
,3.854
25.851
15.430
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
475 19.699
15.961
110
1.076
1.881
20.775
17.842
29 Juli 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
561
STATISTIEKEN.
BANKD1SCONTO’l.
Disc.Wissels.
N d
3
7
Juli
’36
Lissabon
….
q
5Mei’36
Londen ……230
Juni’32
‘Bel.Binn.E
ff
.3+
’36
7
Juli
Bk
1Vrsch.
inR.C.
31 7
Juli
’36
Madrid ……5
9
Juli ’35
Athene ……….
7
14Oct.’33
N.-York F.R.B.
1+1
Feb.’34
Batavia……….
4
1 Juli’35
Oslo
…….. .
+22Mei’33
Belgrado
……..
5
1 Febr. ’35
Parijs
…….3
9
Juli’36
Berlijn
……….
4 22Sept.’32
Praag
……
3
1 Jan.’36
Boekarest ……..
+
15Dec.’34
Pretoria
.
. ..
3+15Mei’33
Brussel ……….
2
16Mei’35
Rome ……..
+
18Mei’36
Boedapest
……
4
28Aug.’35
Stockholm
..
21
1Dec.’33
Calcutta
……..
3
28Nov.’35
Tokio….
3.285
7Apr.’36
Dantzig……….
5
21 Oct.’35
Weenen ……
+
10Juli’35
Helsiiigfors ……
4
3 Dec.’34
Warschau…. 5
26Oct.’33
Kopenhagen
….
3
22Aug.’35
Zwits. Nat.
Bk.
2+
3 Mei’35.
OPEN MAflKT.
1936
1934
1914
25
20(25
13/18
6111
H
22~132
23/28
20(24
Juli
Juli Juli
Juli
Juli
Juli
Amsterdam
Partic. disc.
11F8
151813114
113118.2
1
/8
21j8_9116
1
7
1e
–
5
7
18
‘J8
–
14
3
1
19
Prolong.
–
1
1
12
1
1
12
1
1
12-2
113
_5
1
244-i4
Londen
Daggd..
.
1
12I
1
12-1
‘jil
1
I2’1
‘(,-1
‘ijI
1
3
14-2
Partic. disc.
17(
33
_5(
33
171
32_91
16
116
–
18
9
116
–
I8
I16
–
18
116
–
18
41(4_3(4
Berlijn
Daggeld
.
2
1
12
–
3
1
2
1
1_71
21(531(4
3.11
4
27
4
.311
4
4.55j
–
MaandeId
21/_7/
2
1
12
–
7
J
2
1
12
71s
2
1
12-
71e
27(4_31/4
3I8-5
–
Part, disc.
2
7
(8
271
2
7
18
2118
3
3
3
1
2
1
(
–
ij,
Warenw.
. .
4_
11
4.i1
4
4_i1
4
4..i(
4
4.114
4.112
–
New York
Daggeld
1)
1 1
1
1 11
4
1
I
3
1-2
1
11
Partic.dlsc.
11
4
1(4 (16
3/4
3
116
/16
1)
Koers van 24 Juli en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN iN NEDERLAND.
Data
Neiv
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Bal avia
York,1
•)
•) •)
S)
1)
21 Juli
1936 1.46%
7.38%
59.22 9.72%
24.82
100%
22
1936
1.46i%
7.38%
59.22
9.73
24.82+
100%
23
1936
1.473g
7.39
59.22+
9 . 7 2 %
24.84
100%
24
1936
1.47%
7.38%
59.23
9.73
24.82
100%
25
,,
1936
1.47% 7.38%
59.23
9.73
24.82
100%
27
1936
1.44%6
7.38%
59.24 9.72% 24.82 100%
Laagste d.w1)
1.46%
7.38
59.18
9.72
24.80
100
Hoogste d.wl)j
1.47%
7.39%
59.24
9.73%
24.85
100%
Muutpariteit
1.469
12.1071
59.263
9.747
24.906
100
Data
Zvit
_
d
ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
S)
1)
rest
i)
5$)
*5)
21
Juli
1936
48.07
–
6.10
1.10
– –
22
1936
48.09
–
6.09
1.10
–
–
23
1936
48.10
–
6.09
1.10
– –
24
1936
48.10
–
6.09 1.10
–
–
25
,,
1936
48.13
–
6.09 1.10
–
–
27
1936
48.12%
–
6.10
1.10
–
–
Laagste d.w
1
)
48.04
–
.
6.08
1.05
– –
Hoogste d.w
1
)1
48.19
27.85
6.12
1.15
11.60
–
Muntpariteit
1 48.003
35.007
7.371
1.488
13.094
48.52
Data
Stock-
Kopen-
1
S 0
Hel-
Buenos-
Mon-
holm )
hagen5)
fj
Aires’)
treal’)
21 Juli
1936
38.07+
32.97+
37.1
2
+
3.25
40%
1.46%
22
,,
1936
38.07
32.97+
37.12+
3.25
40%
1.47
23
,,
1936
38.10
33.-
37.15
3.25
40%
1.47 24
,,
1936
38.10
32.97+
37.12+ 3.25
40%
1.47
25
,,
1936
38.10
32.97+
37.12+
3.25
4034
1.47%
27
,,
1936
38.07+ 32.97+
37.12+ 3.25
40%
1.47%
Laagste d.wl)
38.00 32.90
37.-
3.22+
40
1.46%
Hoogste d.w
1
)1
38.20 33.10 37.20
3.28
409/
4
1.47%
Muntpariteit
1 66.671
66.671
66.671
6.266
95%
2.1878
5)
Noteering te
Amsterdam. ) Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In ‘t 1
ste
of
Zde
No. van ieder maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D
a a
Londen ($ per £)
Parijs
($
P.
JOOfr.)
Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amsterdam
($
p. 100 gld.)
21
Juli
1936
5,02
4
6,62%
40,34%
68,09
22
,,
1936
5,02%
6,61%
40,32
68,05
23
,,
1936 5,01
59
1
6,61%
40,23
67,96
24
,,
1936
5,01271
33
6,61
40,26
67,96%
25
,,
1936
5,02&
1
6,61%
40.28
68,01
27
1936
50123f82
6,61%
40,28
67,98%
29 Juli
1935
4,96%
6,61%
40,33 67.86
Muntpariteit..
4,86
3.90%
23.81%
40%
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
11Juli
1936
18
Juli 1
1936
1
LaagstelHoogstel
201251uli
1936
1
2
51uli
1936
Alexandrië..
Piast. p.0
979
97%
97%
97%
9734
Athene
….
Dr. p.
528
528
528 528 528
Bangkok….
Sh.p.tical
11103.
1
1
10
‘/’
°
r
‘
S
h/10
3
1110
8
Budapest
1)..
Pen. p. £
27
27
26
28
27
BuenosAires
3
p.pesop.E
18.40
18.37+
18.10
18.40
18.15
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
1/6%
1/6%
1163132
116
6
1
53
11634
Constantin..
Piast. p.
624 624 623
624 624
Hongkung
. .
Sh. p.
$
1133.’8
13
15
1
112i%
13′
1/3%
Sh. p. yen
112
1
1
33
1 2
1
1
32
112
1/2%
112
1
1
32
Lissabon….
Escu. p. £
110% 110%
109%
110%
1101,j
Kobe
…….
Mexico
….
$perC
17.90 17.90 17.40
18.40
17.90
Montevideo
8
)
d.perC
24%
24%
24
24%
24%
Montreal
..
$
per £
5.03 5.03%
5.01%
5.03%
5.01%
Riod.Jnueirod
d. per Mil.
235/
33
2
25
1
83
2%
2%
225/
39
Shanghai
..
Sh. p.
$
1/2%
1/2X5
1/2%
1(234
1.2
13
1
32
Singapore
. .
id. p.
$
2/4
5
/
2/4
5
/
33
2/4%
2/4%
2/4
4
/
35
Valparaiso
5).
$
per £
130 130 130 130
130
Warschau
..
Zl.
p. £
26%
26%
26%
26%
26%
1)
Offic. not. 6 Juli
16
3
14.
1)
Offic. not. 15 laten,
gem. not., welke
imp.
hebben te betalen, 2 Juli
17.08.
3)
Offic.
not.
11Juli 38
1
5118; 13 Juli 39;
IS
Juli
39118;
18 Juli 39.
4
)ld. II Mrt.
19354
1
14.
1
)
90
dg. Vanaf 28 Aug.
laatste .export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
4)
Londen’)
N.York2)
Londen
21 Juli
1936..
191%
44%
21
Juli
1936….
138,9
22
,,
1936..
19% 44%
22
,,
1936….
138110
23
,,
1936..
19%
44%
23
,,
1936….
1388+
24
,,
1936.
19%
44%
.
24
,,
1936….
138110
25
.,,
1936..
19′
–
25
,,
1936….
138/10+ 27
,,
1936..
]9
44%
27
,,
1936….
138/10
29 Juli
1935..
30%
67%
29
Juli
1935….
14017
27
Juli
1914..
2415
16
59
27 Juli
1914….
84/10%
t)
in pence p. oz. stand.
1)
Foreign silver
in $c. p. oz. line.
3)
in ah. p.oz. fine
STAND VAN
‘s
RIJKS KAS.
voraeringen.
/
10Juli1930 1 ZSJuIiIY30
Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche Bank ……………….t
33.419.078,-
1
43.868.154,84
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,
523.061,90
413.477,50
Voorschotten op ultimo Juni
1936
a(d. gemeent. verstr. op a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hootds. der grondbel. en der geir..
fondabel., alsmede opc. op die
belas-
tingen en op
de
vermogensbelasting
5.887.202,10 5.887.202,10
Voorschotten aan Ned.-Indit ………..114.257.455,78
109.225.965,95
Idem aan Suriname………………….12.341.631,83
,.
12.366.353,03
Kasvord.weg.credïetverst. a(h. buitenl
,,
117.371.634,29
,
117.354 006,13
Daggeldieeningen tegen onderpand
18.750.000,-
,,
12.000.000,-
Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen
29.289.992,50
.
27.093.701,50
Vord. op andere Staatsbedrijven
1)
…….
5.718.491,85
5.218491,85
Verstr. ton laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)
,,
38.144.500,40
38.113.190,80
Verplichtingen
Voorschot
door
De Ned. Bank ingev.
art. 16 van haar octrooi verstrekt
–
–
Schuld a.d.BankvoorNed.Gemeenten
–
–
Schatkistbiljetten in omloop. ……..
.f431.174.000,-
1430.964.000.-
Schatkistpromessen in Omloop …….,,
96.090.000,-
•
96.090.000,-
Zilverbons in Omloop ………………1.171.644,50
1
.171.
1
43,50
Schuld op ultimo Juni
1936
aan de
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds.d.
pers. bel., aand.
i.
d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. tondsb. alsm. opc. op die
bel, en op de vermogensbelasting
Schuld aan Curaçao’) …………….
…1.670.866,93
,,
837.650,88
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.
t)
,,
919.344,18
,
1.153.614,94
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en
T.
t
)
… ,,
78.204.094,18
,
73.520.405,02
Id. aan andere Staatsbedrijven ‘)
…..
.
,,
770.518,32
620.508,50
Id. aan diverse instellingen
1
) ……….. 104.401.455,12
,,
104.245.537,37
t)
In rekg.-crt. met’s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
f
1.929.000,-
.f
7.938.000,-
Saldo Jaasche Bank
…………..
Saldo
b. d.
Postchtque- en Girodienst
,,
1.817.000,-
,,
451.000,-
Verplichtingen: Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinstell
•
108.961.000,-
109.432.000,- 1.250.000-
1.250.000,-
2.000.000,-
2.000.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds
1.264.000,-
•
1.264.000,-
Schatkistpromessen in Omloop……….
Schatkistbiljetten in omloop ……….
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
931.000,- 922.000,-
Belegde kasmfddelen Zelfbesturen
,,
830.000,
–
..
880.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
…
–
–
1)
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas op 18 Juli
1936
f
50.287.000,-.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten
in
duizenden guldens.
Data
Metaal
Circu
latte
Andere
opelschb.
schulden
1
1
Dlscont.
1
27 Juni
1936..
759
1.209
461
607 1.417
20
,,
1936.. 759
996
473
604 1.387
13
,,
1936..
759
1.072 524 605
1.394
6
,,
1936..
757
1.175
540
597
1.404
30 Mei
1936..
753
1.228
492 596
1.408
1 Juli
1914.
645
1.100
560 735 396
t)
SIUItD. der activa.
562
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Juli 1936
STATISTISCH OVERZ
GRANEN
EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
Manitoba
ROGGE
MAIS
GERST
kg
LIJNZAAD
KORS
TOMATEN
VROEGE
RUND-
VLE
oco
kg Bahia
I3lanca loco
La Plata
loco
a
a a
La Plata
loco
•
Ie soort
A
APPELEN
(versch)
(versc
Amsterdam
R’damlA’dam
R’dam(Adani
R’damjA’dam
per 100 St.
per 100 K.G.
per lOO K.G.
per 100 kg
per lOC
per lOO kg.
per 100 kg.
per 2000 kg.
per 000kg.
per 1960 kg.
RS
Westland
OlOOt
broek Rotterdam
Rotter
f1.
0
1e
f1.
0
10
fi.
0
/0
f1.
0
10
f1.
0
10
f1
O/
f1
°Io
f1.
1
10
f1
Ocj
f1.
1925
1720
100,0 13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
–
1926 15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
19675
83,4
360,50
77,9
–
1927
14,75
85,8
12,47
5
95,4
17600
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
–
1928
13,47
5
78,3
13,15 100,6
226,00
97,7
228,50 96,8
363,00
78,5 7,49
100,0
20,
100,0
4,93
100,0
93,
100,-
77,50
1929
12,25
71,2
10
,87b
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
7,79
104.0
16,-
80,0
3,15
63,9
9,4O
103,7
93,12
5
1930
9,675
56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0 5,24 70,0
20,-
100,0
4,12 83,6
108,-
1 16,1
72,90
1931
5,55
32,3
4,55
34,8
84,50 36,5
107,25
45,4
187,00
40,4 3,62
48,3
14,50
72,5
4,95
100,4
88,-
94,6
48,-
1932
5,225 30,4
4,62
5
35,4 77,25 33,4
190,75
42,7
137,00
29,6
5,71
76,2
11,50
57,5
1,69
34,3
61,-
65,6 37,50
1933
5,02
5
29,2
•
3,55
27,2 68,50
29,6
70,00
29,7
148,00
32,0 5,57
74,4
8,21 41,1
0,85
17,2
52,-
55,9 49,50
1934
3,67
5
21,4
3,325
25,4 70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8
5,43
726
553
27.7 3,23
65,5
61,50
66,1
46,65
1935
4,125 24,0
3,975
23,5 61,25
26,5
68,00 28,8
131,75
28.5 2,30
30,7 6,64
33,2
3,14
83,7
48,125
51,7
51,625
Juli
1934
3,80
22,1
3,30
25,3
71,50 30,9 78,75 33,4
151,25
32,7
5,43
72,6 8,28
41,4
———————–
3,52 71,3
63.-
67,7
44,62
5
Aug.
.
4,37
25,4 4,27 32,7 83,25 36,0
93,50 39,6
159,25
34,4
– –
5,89
29,5
———————-
———————–
2,93
59,4
63,95
68,8 43,30
Sept.
4,-
23,3
415
31,7 77,25 33,4
93,25
39,5
145,50
31,5
–
–
2,02
10,1
– –
63,55 68,3 42,62
5
Oct.
,,
3,50 20,3
3,70
28,3 69,50 30,0
93,50 39,6
135,25
29,2
.-
–
5,92
29,6
–
–
60,70 65,3 42,12
Nov.
3,50 20,3 3,45 26,4
71,25
30,8
89,25 37,8
127,75
27,6 53,75 57,8
44,50
Dec.
3,45
20,1
3,55
27,2 76,25 32,9
91,00 38,6
134,00
29,0
53,15
57,2
44,65
Jan.
1935
3,30
19,2
3,525
27,0 74,25
32,1
89,25 37,8
137,25
29,7
53,62
5
57,7
45,62
5
Febr.
,
3,20
18,6
3,375
25,8
68,00
29,4 71,25
30.2
124,25
26.9
51,90 55,8
47,55
Maart
3,20
18,6
3,075 23,5
67,75
29,3
64,00
27,1
120,50
26,1
51,40
55,3
51,20
:
April
.
4,07
5
23,7
2,95 22,6 70,75 30,6
66,75
28,0
125,00
27,0
•
51,92
5
55,8
50,25
Mei
4,05 23,5
2,90
22,2
59,90
25,9
67,25
28,5
125,50
27,1
50,80
54,6
48,50
Juni
,,
4,02
23,4
2,90
22,2
57,50
24,8 75,00
31,8
124,25
26,9
48,-
51,6
46,12
5
juli
.
3,92
5
22,8 2,55
19,5
54,50
23,5
66,75
28,3
124,50
26,9 2,30 30,7
10,19
50,9 4,24
86,0
48,-
51.6
47,375
Aug.
.,
4,25
24,7
2,625
20,1
55,25 23,9
64,50
27,3
132,25
28,6
7,29
36,5 2,03 41,2
44,80 48,2
52,55
Sept.
4,75 27,6
3,-
22,9 55,75
24,1
64,50
27,3
139,50
30,2
4,45
—
–
–
—
–
–
–
–
–
–
—
–
—
–
–
—
—–
–
–
–
–
22,3
43,375
46,6
56,62
5
Oct.
,,
4,95
28,8
3,35 25,6
57,75
24,9
64,75
27,4 142,75
30,9
4,61
–
—
–
–
—
———
23,1
46,07 49,5
64,62
5
Nov.
,,
4,65
27,0 3,20 24,5
55,00
23,8
59,75
25,3
137,75
29,8
–
—
–
–
—
—–
–
—
–
–
–
—
–
—
—
–
–
–
—
42,75
46,0
56,85
Dec.
5,15 29,9 3,40 26,0
‘56,75
24,5
60,75
25,7 146,50
31,7
44,75
48,1
52,25
Jan.
1936
5,45 31,7 3,525 27,0
56,00
24,2
63,50
27,0
153,50
33,1
–
–
—
–
–
–
—–
–
—
–
—-
–
–
–
—–
–
—
–
44,-
47,3
50,$75
Febr.
,,
5,225
30,4
3,40 26,0
55,25
23,9
64,50 27,3
152,50
33,0
43,77
5
47,1
48,25
Maart
.
5,225
30,4
3,50 26,8
59,50
25,7
69,75
29,6
150,00
32,4
45,75
49,2
46,57
5
April
•
5,175
30,1
3,45
26,4
64,00
27,6
70,00
29,7
147,25
31,8
—-
—
–
–
—
—
—
–
–
—
–
–
—-
—
–
–
—
—
—
–
–
—
–
–
–
–
–
–
—
–
–
—
—
—
—
–
–
48,50
52,1
45,375
Mei
•
5,125
29,8
3,17
5
26,6 63,75 27,5 72,25 30,6
147,75
31,9
51,60 55,5
44,30
Juni
,,
5,05 29,4
3,45
26,4
66,00
28,5 71,50 30,3
154,00
33,3
—-
—
–
–
—
—
—-
—
–
–
—-
—
–
—
—
—
—-
—
–
–
54;15
58,2
46,25
6
juli
,,
5,40
31,4
3,55 27,2 69,50
30,0
71,50 30,3
160,00
34,6
4,-
53,4
12,-
—
—
–
–
—
—
—-
—
–
–
—
—
–
–
—
—
—-
—
–
–
60,0
2,82
57,2
56,-
5
)
60,2
47,755)
13
,,
•
5,60
32,6 3,65
27,9
70,00
30,2
74,00
31.4
167,00
36,
1
1
,36
18,2
5,56
—
—
–
–
—
—
—-
—
–
–
27,8 2,44 49,5
57,70
6
62,0
47,755)
20
»
5,70
33,1
–
–
73,00
31,5
75,00 31,8
161,00
34,8
1,55
20,7
3,84
19,2 1,75
35,5
57,70
7
)
62,0
47,757)
27
5,80
33,7
3,75
28,7
74,50
32,2 78,00
33,1
162,00
35,0
58,_
8
)
1
62,4
47,758)
1)
Men zie voor
tot 16Dec. 1929
de
American
toelichting
op
dezen
No. 2, van
16 Dec.
staat
de
1929 tot
nos. van 26 Mei
8, 15
1930
Aug. 1928,
7415
kg
25 Febr.
Hongaarsche;
1931
vanaf
en
15
26
Febr.
Mei 1930
1933.
2)
tot
Tot Jan.
23 Mei
1931
1932
Hard
74kg Zuid-Russische;
Winter
No.
2 van Jan.
van 23
!s
Van 23 Mei-19
Sept.
1932
No. 3. Van
19 Sept.
’32
tot 24
Juli ’33
62163 kg
Z.-Russ.
Van 24
Juli ’33-7
Oct.
’35
64165 kg
La Plata.
Van 7 Oct.
’35-18
Mei ’36
t
Vervolg
STATISTISCH
OVER2
MINERALEN TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalsche(
PETROLEUM
BENZINE KATOEN WOL
WOL
gekamde
KOE-
KAI
Hollandsche
Cru
in.
Gulf exp.
gekamde
Atstrlische
Australische,
HUIDEN
SALPI
.
bunkerkolen,
tlrn
64166°
Middling
F.0. F.
”
F
”
M
ri
‘
‘
CrossbtedColo-
Gaaf, open
Old.
ongezeefd f.o.b.
B
•
$cts. per
locoprijzen
Sakella-
Oomra
c 0
,
d
nial Carded,
kop
100
R’damlA’dam
er baie1
U.S.
gallon
New-York
rides
Liverool
P
rb or
e
P
r
.
50’s Av.
loco
57-61 pnd. nel
per
1000
kg.
per Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.
f1.
01
$
0
10
$cts.
0
10
$
cts.
Ol
o
pence
ole
pence
01
pence
°lo
pence
0/
f1.
0
1
0
f1.
1925
10.80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
1926 17,90
165,7
1.89
112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5 6,30 67,4
47,25
85,9
24,75 83,9 28,46
82,0
11,61
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77.8
48,50
88,2
26,50 89,8
40,43
116,5
11,48
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00 86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
1929
11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2 6,59
70,5
39,-
70,9 25,25 85,6
32,25
92,9
10,60 1930
11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0 3,92 41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
1931
10,05
93,1
0.58
34,5 5,04
33,9
8,61)
37,0 7,33 25,0 3,08 33,0 21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61 1932
8,00
74,1
0.81
48,2 4,50 30,3 6,45
27,7
5,21
17,8 3,11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15
1933
7,00 64,8
0.45
26,8
3,61
24,3 6,75 29,0 5,13
17,5
2,78 29,7
19,25
35,0 9,50 32,2
13,26
38,2
6,18
1934
6,20
57,4
0.63
37,5
2,88
19,4
7,35
31,6
5,32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
1
34,8
6,11
1935
6,05
5,60
0.625
37,2
3,02
20,3
7,05 30,3
5,16
17,6
2,96
31,7
16,75
30,5
8,50
28,8
12,54
36,1
5,89
Juli
1934
6,15
56,9
0.62 36,9
2,68
18,0
7,55 32,5 5,22
17,8
2,83 30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50
33,1
6,30
Aug.
,,
6,15
56,9
0.62 36,9 2,68
18,0
7,85
33,8 5,32
18,2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9
5,80
Sept.
,,
6,00
55,6
0.62 36,9
2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6 5,85
Oct.
,,
6,00
55,6
0.62
36,9 2,60
17,5
7,40
31,8 4,93
16,8
2,57 27,5
15,00
27,3
8,50
28,8
12,50
36,0 5,90
Nov.
6,10
56,5
0.62 36,9 2.53
17,0
7,40
31,8
5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3
8,75
29,7
12,-
34,6 5,95
Dec.
6,05
56,0
0.62 36,9
2,76
18,6
7,50
32,3
5,43
18,6
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
32,4 6,05
Jan.
1935
6,05
56,0
0.625
37,2
2,97
5
20,0
7,55
32,5 5,38
18,4
2,99
32,0
14,75
26,8
8,25
28,0
10,75
31,0 6,15
Febr.
,,
6,05
56,0
0.62
5
37,2 2,75
18,5
7,50
32,3 5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5 7,75 26,3
10,50
30,3 6,20
Maart
5,90
54,6
0.62
36,9
2,74
18,4
6,80
29,2 4,85
16,6
2,79
29,8
13,75
25,0
7,50
25,4
10,25
29,5 6,25
April
,,
6,00
55,6
0.63 37,5
2,99
20,1
7,05
30,3 4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8 8,00
27,1
10,75
31,0 6,30
Mei
6,05
56.0
0.62 36,9
2,97
0
20,0
7,30
31,4
4,96
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
6,30
Juni
6,05
56,0
0.62 36,9
3,15
21,2
7,-
30,1
4,82
16,5
2,98
31,9
16,75
30,5
8,50 28,8
12,-
34,6 6,30
Juli
6,05
56,0
0.62
36,9
3,115
21,0 7,25 31,2
482
16,5
3,08 32,9
18,25
33,2
9,00 30,5
11,75
33,9
5,40
Aug.
6,15
56,9
0.62 36,9
3,08
20,7
6,80
29,2
4,91
16,8
2,83
30,3
18,25
33,2
9,25 31,4
34,6
5,40
Sept.
»
6,10
56,5 0.62
5
37.2 2,85
19,2
6,40 27,5
4,95
16,9
2,63
28,1
18,25
33,2 8,75
29,7
14,50
41,8
5,50
Oct.
,,
6,05 56,0
0.626
37,2
3,-
20,2
6,70 28,8 5,30
18,1
2,96
31,7
18,50
33,6
8,75
29,7
16,-
46,1
5,55
Nov.
,,
6,05
56,0
0.62
36,9
3,17
21,3 7,05 30,3
5,90
20,2
3,16
33,8
18,75
34,1
9,00 30,5
16,-
46,1
5,60
Dec.
6,05
56,0
0.62
36,9 3,39
22,8 7,05 30,3
5,91
20,2
3,15
33,7
18,50
33,6
8,75
29,7 14,25 41,1
5,70
Jan.
1936
6,15
56,9
0.615 36,6
3,39
22,8 7,05
30,3
5,82
19,9 2,91
31,1
19,25
35,0
9,00
30,5
IS,-
43,2
5,80
Febr.
,,
6,15
56,9
0.61
36,3
3,45
23,2 6,80
29,2
5,49
18,8
2,74 29,3
19,25
35,0 9,25 31,4
IS,-
43,2
5,85
Maart
,, 6,15
56,9
0.610 36,6 3,47
23,4
6,75
29,0 5,57
19,0
2,79 29,8
19,75
35,9
9,50
32.2
14,25
41,1
5,90
April
»
6,20
57,4
0.61
5
36,6
3,43
23,1
6,90
29,7
5,47
18,7
2,73
29,2
19,75
35,9
9,50 32,2
14,-
40,3 5,95
Mei
,,
6,25
57,9
0.610
36,6
3,43
23,1
6,90
29,7 5,42
18,5
2,67
28,6 20,00
36,4.
9,50 32,2
13,75
39,6
6,-
juni
,,
6,30
58,3
0.61
5
36,6
3,36
22,6 7,10
30,5
5,43
18,6
3,34
35,7
19,25
35,0
9,25 31,4
37,5
6,-
6
Juli
625
579
0.61
5
366
325
2
)
21,9
745 320
5,78
6
)
197
3576)
38,2
1900
10
)
345
90010)
305
1314
375
6-
13
,,
»
6,25
57,9
0.615 36,6
3,25
3
)
21,9
8,-
34,4
6,00
7
)
20,5 3,60
7
)
38,5
19,25″)
35:0
90011)
305
‘
‘
6-
20
,,
,,
6,25
57,9
0.61
5
36,6
3,25
4
)
21,9
7,85
33,8
6,19
8
)
21,2
3,64
0
)
38,9
19,25
12
)
35,0 9,25
2
)
31,4
6,-
27
»
6,25
57,9
0.615
36,6
3,255)
21,9
7,80
33,5
6,41
9
)
21,9
3,62
9
)
38,7
19,50
13
)
35,5
9,25
13
)
31,4
6,-
‘)Jaar- en maandgemiddelden
afgerond
op ‘J8pence.
2)
3Juli.
3
)11 Juli.
4
)18 Juli.
5
)25
Juli. 0)1 Juli. 7)
8Juli.
5)
15Juli.
9)
22Juli.
10)
2Juli.
11)
9Juli.
12)
16Juli.
13)
14)
14
Juli
10
7
Juli.
16)
21Juli..
.
29 Juli 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
563
14
GROOTHANDELSPRIJZEN’)
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
BOTER
:
BO1R
p.
g
Edammer
EIEREN
KOPER
KAAS
IJZER
eve
an
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per
Leeuwar-
g
Heffing Crisis
Fabrieks-
maar
em.
Etermijn
n
•
p
.
all
Locoprijzen
aar
Locoprijzen Locoprijzen
Foundr
‘
(Lux
I’Z°
III) Locoprijzen
Londen
cash
Londen
cash
derConirn.
Noteering
Zuivel-
kaas
kI. m(merk
lOO
p.
Roermond
St.
Londen
Eng.
per
ton
per Eng.
Londen
ton
Londen
perEng.ton
No.3
f.o..
Middlesb
Eng.
p.
t. f.o.b. per
per ounce
Londen
Standard
per
Centr.
per
50 kg.
per Eng.ton
Antwerpen
Eng.
ton
fine
Ounce
Ol
o
f1.
%
f1.
f1.
°Io
f1.
Ojo
£
OJ
£
°lo
£
010
Sh.
oJo
sh.
Oj
°Io
iii
ie
1925
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0 36.816 100,0
261.17
1
–
lOOO
731-
100,0
67
1
–
100,-
36.316 100,-
85(6 100,-
32118
100,0
1926
1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15
88,8
58.11- 93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
851-
99,5
28
11
(1
89,3
1927
2,03
87,9
–
43,30 77,3
7,96
86,7
55.141-
89,7
24.41-
66,4
290.41-
110,8
731-
100,0
6416
96,3 28.101-
78,8
851-
99,5
26
3
1
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05
85,8 7,99
87,0 63.161-
102,8
21.11-
57,8 227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
(1
81,1
1929
2,05
88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3
75.14!-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
68(9
102,6
24.1716
68,8 851-
995
24/18
76,2
1930
1,66
71,9
–
38,45 68,7
6,72
73,2 54.131-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
59/6
88,8
16171-
46,6
851-
95
I7l
3
ji
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30
56,9
5,35 58,3 36.5
1
–
58,4
12.11-
33,1
110.1-
42,0
551-
75,3
47/6
70,9
11.10(6
31,9
92/6
108,2
13(
41,6
1932
0,94 40,7
–
22,70
40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.21-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.16-
27,1
118/-
138,0
12118
40,1
1933
0,61
26,4
0.96
20,20
36,1
3,71
40,4
22.216
35.6
7.1716
21,6
131.181-
50,4
411-
56,2
351-
52,2 10.12/6
29,4
124/7
3
(
145,8
l23J
385
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4 3,45
37,6
18.1416
30,2
6.1516
18,6
141.1916
54,2
401-
54,8
337
50,1
8.91-
23,4
137173/
4
161,0
13
1
/1
40,7
1935
0,49 21,2 0,99
14,85
26,5 3,20
34,9
19.116
30,7 8.1116
23,5
134.1616
51,5
3916 54,1 3318
50,2
8.101-
23,5
14212
166,3
17
11
/1
55,1
iii ’34
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.11/-
29,9
6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137111
161,4
12
3
14
39,7
ug.
0,43
18,6
1,-
20,90 37,3
3,32
5
36,2
17.6(-
27,9
6.14/-
18,4
139.716
53,2
40!-
54,8
3216
48,5
8.7/6
23,2
138j6
162,0
13
40,5
0,43
18,6
1,-
18,12
5
32,4
3,31 36,1
16.101-
26,6
6.5/6
17,2
13717f-
52,6
39(6
54,1 3216
48,5
7.17/-
21,7
141/-
164,9
13
1
19
40,9
ct.
0,43
18,6
1,-
17,37
6
31,0
3,95
43,0
16.31- 26,0
6.61-
17,3
137.1916
52,7
3916
54,1 3216
48,5
7.71-
20,3
141110
165,9
14
43,6
0V.
0,47 20,3
1,-
17,-
30,4
4,525
49,3
16.1116
26,7
6.81-
17,6
139.81-
53,2
40/-
54,8
3216
48,5
7.716 20,4
139164
163,2
14
7
18
46,3
ec.
.
0,54 23,4
0,95
15,121
27,0 4,07
44,3
16.161-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
3916
54,1
3411
50,9
7.416
20,0
140(6
164,4
14
11
116
45,7
n.’35
0,58
25,1
0,90
14,95
26,7
3,12
5
34,0 16.191- 27,3
6.51-
17,2
138.11J-
52,9
3916
54,1
3416
51,5
7.616
20,4
1411101 165,9
14814
45,9
b.,,
0,52.
22,5
0,95
14,375
25,7 3,20 34,9
16.41-
26,1
6.41-
17,0
136.81-
52,1 3916 54,1 3416
51,5
7.316
19,8
14218
166,9
14
114
116
46,1
rt.
0,37
16,0
1,025
13,30
23,8
2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716
17,5
124.516
47,5
381-
52,1
3319
50,4
7.-!-
19,4
147/5
172,4
15(4
49,0
pr.
0,37
16,0
1,08
11,50
20,5
2,316
25,2
18.81-
29,6
7.516
20,0
131.-(6
50,0
3816
52,7
3316
50,0
7.11!-
20,9
144/5
168,9
I8j
i
56,6
ei
,,
0,34
14,7
1,10
11,85
21,2
2,38
5
26,0
20.-(-
32,2
8.616
22,9
135.516
51,7
39!-
53,4
3316
50,0
8.1516
24,3
142134
166,4
20
62,3
mi
0,41
17,7
1,07
11,95
21,3
2,415
26,3
18.161-
30,3
8.1116
23,5
136.516
52,0
3916 54,1
3316
50,0
8.111-
23,6
14116
165,5
19
5
18
61,1
iii,,
0,44
19,0
1,
–
12,375
22,1
2,54
27,7
18.101- 29,8
8.131-
23,7
140.1116
53,7
3916
54,1 3316
50,0
8.101-
23,5
140110
164,7
18I16
57,0
ig.
0,46
19,9
1,-
15,10
27,0 3,315
36,1
19.151- 31,8
9.11j-
26,2
135.1216
51,8
401-
54,8
3316
50,0
8.1816
24,7
14014
164,1
17(
55,6
pt..
0,58
25,1
0,97
20,25
36,2
3,16
34,4
20.1016
33,1
9.14/6
26,7
135.4j6
51,6
3916
54,1
3316
50,0 9.81- 26,0
1411-
164,9
171l6
54,7
:t.
,,
0,65
28,1
0,89
19,875
35,5 3,95 43,0
21.316
34,1
11.31-
30,6
136.1716
52,3
3916
54,1 3316
50,0
10-16
27,7
14118
165,7
1751
54,9 0,59
25,5
0,94
16,90
30,2
4,69
51,1
21.216
34,0
10.1516
29,6
135.13/6
51,8
4016
55,5
3316
50,0
9.161-
27,1
I4113
165,3
17
9
116
54,7
>ec.,
0,57 24,7
0,95
15,80
28,2 4,60
50,1
21.21’6
34,0 10.1-6
27,5
132.-16
50,4
41/-
56,2
3316
50,0
9.21-
25,2
14111
165,0
1551
47,7
lfl.’36
0,57
24,7
0,95
16,80
30,0 4,04
44,0
20.1616
33,5
9.61- 25,5
125.616
48,0
411-
56,2
3316
50,0
8.1516
24,3
140111
164,8
12
37,4
‘eb..
0,61
26,4
0,92
5
17,37
1
31,0 3,375
36,8
21.316
34,1
9131-
26,5
123.816
47,1
41f-
56,2
336
50,0
9.316
25,4
140110
164,7
11
1
116
37,2
Irt.,
0,46
19,9
1,04
17,70
31,6 2,69
29,3
21.1216
34,8
9.1916
27,3
127.1216
48,7
411-
56,2
3316
50,0
9.131-
26,7
1411-
164,9
11
1
3/16
36,8
pr.,,
0,44
19,O
r
1,02
1
16,82
5
30,0
2,49
27,1
22.516
35,9
9.141-
26,6 125.171-
48,1
411-
56,2
3316
50,0
931-
25,3
140191
164,7
12118
37,7
4ei ,,
0,47
20,3
0,99
18,75
33,5
2,52 27,5
22.616
36,0
9.916
26,0
123.12!-
47,2
4116
56,8
3316
50,0
8.1816 24,7 140/11
163,9
12
3
1
38,5
jni ,,
0,57
24,7
0,89
20,20
36,1
2,69 29,3
22.4/-
35,8
9.216
25,1
112.5!-
42.9
4116
56,8
3316
50,0
8.14j6
24,1
1381114 162,5
1211i
37,5
uh
0,559)
23,8 0,90
18,50
6
)
33,0 2,75 30,0
22.91-
36,2 9.91- 25,9 109.161- 41,9
4416
61,0
3316
50,0
8.616
23,0
1381114
162,5
11
15
116
37,2
0,59
10
25,5
0,80
l8,50l
33,0 2,80
30,5
22.1016
36,3 9.91- 25,9
118.-(6
‘15,1
4416
61,0
336
50,0
8.416 22,7
138184
162,2
12
37,4
0,6211
26,8
0,80
18,75
14
33,5
2,95
32,1
22.1816
36,9
9.1716
27,1
116.41-
44,4
4416
61,0
3316
50,0
8.816
23,3
138(7
162,1
12
37.4
,,
,,
0,63
2
27,3
0,75
21,00
1
5
37,5
3,15
34,3
23.116
37,2
10.116
27.7 112.171-
43,1
4416
61,0
3316
50,0
8.9-
23,4
138110
162,4
11
1
l11
37,2
pt. 1932
79 K.G.
La
Plata
;
van 26 Sept.
1932 tot
5 Febr.
1934
Manitoba
No.
2; van
5 Febr. 1934
tot
6 Juli 1936
80 kg.
La Plata.
3)
Tot Jan.
1928
Western
;
vanaf
Jan.
1928
Oct.
1933 No.
2
Canada.
4)
Tot
Jan.
1928 Malting; van Jan.
1928
tot 9
Febr. 1931
American
No 2, van
9 Febr.
1931
tot
23Mei1932
64165 K.G.
Zuid-Russische.
ssische.
5
) 3
Juli.
6)11 Juli.
7)
18
Juli.
8)
25Juli.
9
)2
Juli.
26)
9Juli.
11)
16Juli.
16)
23Juli.
16)
10 Juli.
14)
17
Juli.
IS)
24 Juli.
GROOTHANDELSPRIJZEN.
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN
VURENHOUT
S T
E E N E N
RUBBER
INDEXCUFER
Zwedei/
binnenmuur
buitenmuur
CACAO
G.F. Accra
COPRA
Ned.-Ind.
KOFFIE
Stnc
Ribbed Smoked
•
SU1K
THEE
iad
Klo-
e
d
per
per
1000
1000
stuks
stuks
50 kg c.i.f.
Nederland
per
100
kg
Amsterdam Rotterdam
per
1
/6
kg.
loco
i1e n
R’dam!A’dam
per
100
kg.
Java- en Suma- trathee
p.
1
/2
kg.
en
st
–
per lb.
dcten
f
0
1
f
0/
f
0
10
ah.
01
f
01
cts.
0(
Sh.
01
f1.
00
ets.
0(
o
1925
159,75 100 15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87
5
100,0
61,375
100,0
2(11,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1
15,75 101,6 19,50 102,6
49!-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
2/-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,625
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12
5
102,0
82,75
97,9
87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6 97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8 45110
107,9
27,37
5
76,3
50,75
82,7
–
1
10,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-(5,875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8
46.0
1932
69,00 43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,326
33,7 28,25
33,4
38.1
38.0
933
73,50
.46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0 9,30 25,9 21,10 34,2
-(2,25
6,3
5,52
1
29,5
32,75
38,7
35.2
34.7
1934
76,50
47,9 8,50
54,8
10,50
55,3
1316
31,8
6,90
19,2
16,80
27,4 -13,875
10,9
4,076
21,7
40
47,3
34.4
32.1
935
59,50.
37,2 7,25 46,8 8,75
46,1
1315
31,6 9,15
25,6
14,10
23,0 -13,625
10,2
3,85
20,5 34,50
40,8
33.6
29.0
Ii
’34
77,50 48,5 7,50
48,4
10,-
52,6
13111
32,7
6,92
5
19,3
16,75
27,3
-/4,375
12,3
3,975
21,2
40,50
47,9
34.1
32.2 ug.,,
75,50 47,3 7,25
46,8 9,50
50,0 12/10
30,2
6,87
5
19,2
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,975
21,2
39,75
47,0
33.9
31.4
pt..
73,50
46,0
7,-
45,2
8,75
46,1
12j5 29,2 6,65
18,5
16,50
26,9
-/4,5
12,6
3,725
.
19,9
33,50
39,6
33.1
29.5
t.
,,
73,00 45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
1117
27,3 6,70
18,7
16,50
26,9 -14,125
11,6
3,52
5
18,8
32,75
38,8
32.7
27.8
iv.,
73,00 45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
1213
28,8
6,62
5
18,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7
27.6
c._
73,00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
12
1
8
29,8
7,175
20,0
16
26,1
–
1
3,875
10,9
3,371
18,0
34,50
40,8
32.7
28.8
a.’35
66,00 41,3
7,25
46,8
8,50
44,7
1411
33,1
8,77
5
24,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,50
18,7
33,75
39,9
32.9
29.5
b.
,,
66,00
41,3
6,75
43,5
8,25
43,4
14
1
2
33,3
9,375
26,1
15,625
25,5
–
1
3,75
10,5
3,45
18,4
32
37,9 32.4
28.9
t.
,,
59,00
36,9
7,-
45,2
8,25
43,4
13
1
3
31,2 8,57
5
23,9
14,625
23,8
-/3,25
9,1
3,55
18,9
29
34,3
30.9 27.4
Ir.,
60,00
37,6
7,-
45,2
8,25
43,4
1316
31,8
9,15
25,6
14,50
23,6
–
13,375
9,5 4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
57,50 36,0
7,-
45,2
8,25
43,4
13
1
4
31,4
9,50
26,5
14,125
23,0
–
1
3,5
9,8
4,20
22,4 32,75
38,8
33.3
28.6
al
57,50
36,0 7,25
46,8
9,-
47,4
1313
31,2
9,07
5
25,3
13,875
22,6 -13,625
10,2
3,87
5
20,7 30,25
35,8
33.2 27.8
Ii 57,50 36,0
7,25
46,8
8,75
46,1 13
1
2
31,0
8,-
22,3
13,50
22,0
–
1
3,5
9,8
3,575
19,1
30,75
36,4 33.4
27.1
g.
»
58,25
36,5
7,-
45,2
9,25
48,7
13/1
30,8
8,07
5
22,5
13,50
22,0
-/3,5
9,8
3,525
18,8
32,50
38,5
33.7
27.4
pt.,,
57,75
36,2
7,-
45,2
9,-
47,4
1315
31,6
8,47
5
23,6
13,50
22,0
–
1
3,375
9,5 3,72
5
19,9
36
42,6
34.2
28.8
t.
56,50 35,4
7,25 46,8
9,25 48,7
13
1
5
31,6
9,976
27,8
13,50
22,0
–
13,75
10,5
4,225
22,5
46,25
54,7
35.5 31.9
v.,
57,75
36,2
7,25
46,8 8,75
46,1
13/3 31,2
10,325
28,8
13,50
22,0
-13,75
10,5
4,10.
21,9
39,50
46,7
35.8
31.1
C.
,,
58,00 36,3
7,50 48,4 9,50 50,0 13/6 31,8
10,45
29,1
13
21,2
–
/3,875
10,9
4,20
22,4
39,50
46,7
35.4
30.4
a.’36
63,00 39,4 8,25 53,2
10,-
52,6
14/-
32,9
11.12
5
31,0
13
21,2
–
14,125 11,6
4,32
5
23,1
39,50
46,7
35.5
30.9
b.
,,
63,00
39,4
8,-
51,6 9,50 50,0
1413
33,5
10,62
5
.29,6
13
21,2
-14,375
12,3
4,125 21,3
38,50
45,5
35.6 30.6
t.
»
64,25
40,2
8,-
51,6
10,25
54,0
14
1
–
32,9
9,775
27,2
13
21,2
–
1
4,5
12,6
3,92
1
20,9
37,25
44,1
35.8 29.9
r.
,,
65,00
40,7
8,-
51,6
10,25
54,0
1414
33,7
9,725
27,1
13
21,2
–
1
4,5
12,6
3,975
21,2
36,50
43,2
35.6
29.8
65,00
40,7
8,-
51,6
10,25
54,0
15/3
35,9
9,525
26,6
13
21,2
–
1
4,5
12,6
3,65
19,5
37
43,8
35.2
29.9
ni
»
68,00
42,6
7,75
50,0
10,-
52,6
17/1
40,2
9,90 27,6
13
21,2 -14,5
12,6
3,85
20,5 36,50
43,2
35.3 31.0
Ii
68,50
42,9
171315
40,6
10,375
28,9
13
21,2
-(4,75
13,3
3,75
20,0
36
10
)
42,6
35.4
31.2
72,00
45,1
16(11
16
39,8
10,50
29,3
13
21,2
-/4,75
13,3
3,75 20,0
36,25
12
)
42,9
36.1 31.1
7200
45,1
.
10,50
29,3
.
13,50
22,0
-/4,75
13,3
3,62
5
19,3
36.0 31.2
72,00
45,1
10,50
29,3
13
21,2
–
14,6875
.
13,2
3,62
5
19,3
.
36.1
30.8
Alle
Pondennoteeringen
vanaf
21
Sept.’31
zijn op
goudbasis
omgerekend;
de Dollarnoteeringen
vanaf
20
April ’33
zijn
in
verhouding
van
de depreciatje
en Dollar
t.o.v.
den
Gulden.
verlaagd.
564
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 Juli 1936
NEDERLANDSCHE BANK
Verkorte Balans op 27 Juli 1936.
Activa. Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f
31.186.567,58
sels,Prom.. Bijbnk.
,,
785.296,02
enz.indisc.Ag.sch.
,,
3.114.734,45
f
35.086.598,05
Papier o. h. Buitenl. in disconto
……
,,
–
Idem
eigen
portef.
f
2.184.500,-
Af: Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
–
,,
2.184.500,–
Beleeningen
111f
dbk.
f
82.760.368,40
1
)
mcl. vrsch.i
•
BlJbnk.
,,
5.955.596,87
]n rek.-crt.e
op onderp.;
iAg.sch.
,,
34.907.570,65
f
123.623.535,92
Op Effecten ……
f
119.404.677T’
Op Goederen en Spec.
,,
4.218.858,01
123.623.535,923)
Voorschotten a. h. Rijk
…………..
,,
–
M:unt, Goud ……
f
124.603.585,-
Muntmat., Goud
..
,,
517.492.925,73
f
642.096.510,73
Munt, Zilver, enz.
21.406.354,35
Muntmat., Zilver
–
663.502.865,082)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………
,,
39.554.272,13
Gebouwen en Meub. der Bank
……..
,,
4.600.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,
4.380.082,55
Staatd. Nederl. (Wetv. 27,5’32, S. No. 221)
,,
11.958.329,12
Passiva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,
3.105.769,04
Bijzondere
reserve
…
…………..
,,
6.300.000,-
Pensioenfonds
………………….
,,
10.238.203,99
Bankbiljetten in omloop …………..
..
748.289.615,-
Bankassignatiën in omloop
……….
,,
47.821,52
Rek.-Cour.
J
Het Rijk
f
37.079.902,25
saldo’s:
Anderen,,
58.124.240,29
95.204.142,54
Diverse
rekeningen ………………
,,
1.704.630,76
f
884.890.182,85
Beschikbaar metaalsaldo
…………
f
326.523.809,30
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
816.309.520,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht
………………..
..
–
Waarvan aan Nederlandsch-lndië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99)………..
f
68.518.450,-
Waarvan in het buitenland ………………………
.35449.841,72
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Goud
Andere
Beschikt,.
Dek-
Data
Circulatie
opeischb.
Metaal-
kings
Munt
1
Muntmat.
__
schulden
saldo
perc.
27 Juli ’36
124604
517.493 748.290
95.251
326.524
78,5
20
,,
’36
124603
504.631 747.379 87.232
317.020
78
25 Juli
’14
65.703
96.410 310.437
8.198 43.521
54
Totaal
Schatkist-
,
–
ee
•
e
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
ningen
op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
buitenl.
ningen
1
)
27 Juli
1936
35.087
–
123.624
2.184
4.38e
20
,,
1936
37.270
–
125.409
2.185
4.367
25 Juli
1914
67.947
–
61.686 20.188
509
‘)unuer ae acuva.
JAVASCHE BANK.
Data
Goud
1
Zilver
Circulatle
opeischb.
metaal-
schulden
saldo
25 Juli ’36
2
)
101.950 156.090
28.100
34.274
18
,,
‘368)
107.520
158.400
22.230
35.268
27Juni1936
88.061
1
19.468 156.328
23.069 35.770
20
,,
1936
89.061
1
19.385 157.267
23.303 36.218
25 Juli 1914
22.057
31.907
110.172 12.634
4.842
Data
Wissels,
buiten
Dis-
Belee-
Diverse
reke-
Dek-
kings-
N.-Ind.
conto’s
ningen
ningen 1) percen-
betaalb.
tage
25Juli ‘368)
2.260
75090
10.630
59
18
,,
1
362)
2.660
71.900
10.280
60
27Juni1936
1.807 10.336
60
11.156
1
52.066
20
,,
1936
1.862
11.144
1
52.230
10.204
60
25 Juli 1914
6.395
7.259 75.541
2.228
44
1
1 Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch
ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
1
1
Bankbilj.
OtherSecurities
Data
_Metaal
_____in
circ
Bankbilf.
‘in
[
Advances
1
ulatie
1
Departm.
22 Juli
1936
1
236.726
443.59552.172
6.461
1
19.358
15
,,
1936
231.954
1
443.259
47.736
29
.3
17
1
5.864
18.407
22 Juli
1914
40.164
33.833
1
1
OtherDeposits
Dek –
Data
Gov.
Sec.
Public
Depos.
Bankers
1
Other
Reservel
kings-
Accounts
1
perc.
1)
22 Juli ’36
95.773
19.935
1
98.213
1
38.468
1
53.1311
33,9
15
,,
’36
1
96.813
20.392
90.637
40.684
1
48.6961
32,1
22 Juli ’14
1
11.005
14.736
42.185
29.2971
52
v CL iiuuuiiig IUew..IIcII nccI vc cl, Ucpvbllb.
BANK VAN FRANKRIJK.
Te goed
1
Wis-
Waarv.I
Belee-
os
Data
Goud _Zilverin_het
1___
ophet
i ______1Re
o
n
r
t
se
~
o
_
vohot
buitenl.) se
S
,_buitenl.I ningen v.d. Staat
17Juli ‘36154.687
630!
22 17.9761
1.2701
5.930
1
3.200
10
,,
‘36154.607
1
629!
43 18.322!
1.271!
6.0321 3.200
2
3Juli’1
4
!
4.104
_6401
– _
1.541j81769 _
–
1
Bons v.
d.I
Dive
Rekg.Courant Data
1
zelfst
amort.k. sen’
r
)
CirculatieStaat l Zelfst. Parti-
amort.k. culieren
17Juli ’36
5.708
1
2.437
85.280
174 1.282
1
6.275
10
,,
’36
5.708
1
2.522
86.090
i
219
1
1.208
6.123
23 Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
‘)Slultpost activa.
DIJITSCHERIJKSBANK.
Daarvan
1
Deviezen
1
Andere
Data
Goud
bij bui-
j
als goud-
1
wissels
Belee-
tent. clrc.
1
dekking
1
en
ningen
banken
1
)
1
geldende 1
cheques
23 Juli 1936
74,0!
24,5
5,2
4.180,2
41,4
15
,
1936
72,0
1
24,5
5,1
4.341,1
42,0
30 Juli 1914 1.356,9 _
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activas)
latie
Crt.
Passiva
23 Juli 1936
219,9
578,8
4.033,5
793,1
203,0
15
,,
1936
219,8
543,0
4.129,9
804,7
203,6
30 Juli 1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
1)
Onbeiast.
2)
W.o. Rentenbauikscheine 23, 15Juli resp. -,25 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIE (in Belga’a).
Goud
–
‘
Rekg. Crt.
Data
3
*
.9
1936
.0
23 Juli
3.740!
56
11.4111
77
1
157
40
4.411
15
1
16
,,
54
1.404
77
157
40
4.419
10
1
.
039
FEDERAL
RESERVE
BANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
,,Other
1
Goud-
in her-
1
in de
Totaal
certi
fi
–
cash”
2)
disc. v. d.
open
bedrag
caten’)
membe r
markt
banks
1
gekocht
1 Juli’36i
8.119,5
!
8.106,5 266,2
4,2
3,1
24Juni’36
7.970,4
,
7.958,0
272,8
6,2
1
3,1
Belegd
,
1
Totaal
1
Gestort
1
Goud-
1
Dek-
Afruem.
ek-
Data
in U. S.
Gov.Sec.
In
ctrcu-I
‘
‘
Kapitaal)
kings- kings-
1
latie
1
1
perc.9)
1
perc.
4
)
1 Juli ‘381
2.430,2 1
4.046,1
1
6.576,6
130,9
1
78,9
–
24Juni’36
1
2.430,2 3.980,0
!
6.489,0
130,9
78,7
.,
IJczc
ÇtItltlÇdLcll WCIUCLI UUUI UC
aLllatnloI GflLI
u.
gegeven voor de overname van het goud, toen de
$
op 31Jan. ’34 van
1000 59.06 cents werd gedevalueerd.
,,Other Cash” does not Inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding
totalen
goudvoorraad
tegenover
opeiechbare
schulden: F.
R. Notes en netto deposito.
4)
Verhouding totalen voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
1
Dis-
1
1
R
)
Totaal
Waarvan
Data
Aantal
conto’s
Beleg-
bi
de
)
depo-
1
time
1
leenin.
en
beleen.
,
gingen
,-.
R.
banks
1
sito’s
deposits
24Juni’36’
–
8.396
11
4
.
124
4.282
26.372
5.059
17
,,
’36!
12
8.538
114.121
13.937
1
26.132
,
5.021
U5 poezen
van un nou, flanK, uw davasuna
flurip. vr, uu a,,r. 1l
land zijn In duizenden, alle overle posten In millioenen van de be-
treffende valuta.