Ga direct naar de content

Jrg. 21, editie 1064

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 20 1936

20MEI 1936

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Ec’ó
‘n* omi*sch~Stati*sti*sche

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

21E JAARGANG

WOENSDAG 20 MEI 1936

No.. 1064

COMMISSIE VAN REDACTIE:

P. Lief tinok; N. J. Ptlak; J. Tinbergen; F. ‘e Vries en

II. M. H. A. van der Volk (Redacteur-Secretaris).

Assistent-Redacteur: L. R. W. Soutendijk.
Redactie-adres: Pieter de Ifoochweg 122, Rctterdam.

Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigepla3.tweg.

Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-

na’s f 0,4.0 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens

tarief: Administratie van abonnementen en advertenties:

Nijgh t4 van Dit?nar N.V., Uitgevers, Rotterdam, Am-

sterdam, ‘s- Gravenhage. Postclolque- en giro-rekening

No. 145192.

• Abonnemantsprijs voor het weekblad franco p. p. in

Nederland f 16,—. Abonnementsprijs Economisch-Statis-

tisch Maandbericht f 5,— per jaar. Beide organen samen

f
20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,

f 6,— en f 23,— per jaar. ï,osse wummers 50 cent. Dona-

teurs en leden van het Nedarlandsch Economisch Instituut

ontvangen het weekblad en hct Maand bericht gratis en

genieten een reductie
01)
dc verdere publicaties.

INHOUD

Blz
HET VERLAGEN VAN SOMMIGE VASTE LASTEN
door
J. J

Korndorffar ………………………………372

Het probleem van de braakliggende kapitalen door

Dr. W. I.’Iirschberg …………………………374

Phönix en ]?avag door
Dr. Feliw Pinner ………..375

AANTEEKENINGEN:

Discontofaciliteiten van De Nederlaudsche Bank

voor niet naar Nederland verscheepte goederen
377

De scheepsbouwnijverheid in Nederland ……….
378

Nederlandsch kapitaal in indië ……………….
379

De zichtbare suikervoorraden in de wereld………
379

INGEZONDEN STUKKEN:

Het vaste lasten-ontwerp en zijn consequenties door

A. J. A. Rikkrtmet
Nüchritt door
‘Mr. J. Wil:

kens ………………………………….379

STATISTIEKEN ………………….
‘ . ‘ ………
382-386
Geldkoersen —’Wisselkoersen – GroothandelsprijzËn – Bankstaten-

18
MEI.
1936.

De achter ons liggende
w
renk is .rusti,g verloopen.

De goudo’nbtrekki.ngen voor Amerika en België ‘hdhen

geen. invloed op de ge’idmark’t uitgeoefend. De omzet-

‘bert zijn eahtet- zeer gering. Het disconto voor drie-

‘inaai:t’ds barLkaccep’ten ‘is laDigaa1n ‘aan tot ‘op 2/16 pOt.

te ru’gigeioo’pen, waarop gisteren weder een reactie bot

2″/ie
pOt. ‘volgde. Oa’l’l blijft i-uim aangeboclen op

34
pOt. De prolongatie-rente trok een weinig aan en,

kwam van 1% ‘op 2% ‘pOt.
* *
*

Op’20 Mei ‘ajs. ‘stelt ‘de Minister ‘de in’schrijwing

open op
f
30 mi]ilioen schatkis-bpap’ier.

De wisselmarkt vertoonde deze week ‘hetzelfde beeld

als de gel’d’markt, eerst een terngl’oopen ‘der koersen,

daarna een ‘kleine reactie. Over het ‘algemeen was de

ntemtm’iii’g rusiig. P’on!dtn, .die hiei eerst tot 7.37 ver-

beterden hepen 1teruig tot 733 om op 7.35% te eindi-

gen:. Ook de Dollar vertoonde -tegen ‘het ‘slot een kleine

stijging, waardoor de koers, die tot 1.47% was ‘terug-

go’open, tenslotte weder op 1.48 kwam. De $/f koers

bleef oj ce. 4.96% gdh’anidh’aafd.

De noteerin’g van ‘den Fran’seheii Franc, ‘clie tot 9.76

vecbeterde, zakte tenslotte tot 9.74% in. De’ vraag

naar ‘deviezen in Parijs’ blijft aanhouden. Pon.den/Frs.

sloten ‘op 75.45, $/Frs. 18.375.

nord’at De Nederlandsghe ‘Bank zich deze week

bereid verklaarde weder goud voor export naar Brus-

sel ter Ibesohikking te stellen, is ‘de ‘koers van den

Bei’ga ‘tot 25.02Y2
1
‘terugge’loopen. Er ‘blijft in België

flink vraag naar ‘dev’iezen. Marken liepen tot op 5955

tern:g. In ‘de no’teering van de versdhillen’de soorten

Sperranarken ‘kwam maar weinig verandering. Zw’it-

sersche Francs 47.88. Zioty 27.80.

Het ‘agi’o voor P’on’den op 1- en 3-ma’a.uds-‘levering

‘kleiner ‘geworden; tenslotte werd op 2% res – 8
C.

boven Oontant gehiin’dtld. Termijnd’oliar.s ndteeren 34

resp. 1% p. report. Francs ‘op ‘latere levering 15

resp. 45 p. onder ‘kassa.

De kalmere stemming heeft zich ‘op de goudmarkt

afgeteekenid ‘iîa lagere noteeringen. Het slot was edh-

ter ‘iets ho’oger. Baren levering Londen
f
1,657, leve-

ring Amsterdam
f
1.656, heide eerder ‘bieden’d. Eagles

2.52, S’overelgns 12.51, ‘Gouden Tientjes 10.21, Er

hlijft vraag naar gouden munten voor Frattsohe reke-
ning tegen verkoopen van Fransch bank-papier. Mar-

ken ba’nkpapier
.
38
1
Marken zilver 44%.

372

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Mei 1936

HET VERLAGEN VAN SOMMIGE

VASTE LASTEN.

De talrijke wijzigingen, die het oorspronkelijke
wetsontwerp hebben ondergaan, he!b’ben de oppositie
niet doen verstommen. Met betrekking tot •de ver-
naoedelijke gevolgen is de toestand onoverzichtelijk
en ingewikkeld, ‘hetgeen ongetwijfeld verband houdt
met de vege verschillende en vaak tegenstrijd’ige be-
langen, waarmede de Wetgever heeft rekening te
houden. De aanvankelijke bedoeling – huurverlaging
– ‘be’heersght het wetsontwerp niet.
Het middel, dat ‘de Regeering toepast om tot
huurverlaging te ‘geraken, ni. het verlagen der vaste
lasten, is daartoe het meest aangewezen middel; de
oordeelve’Pl’ingen van ‘de verschillende groepen be-
langhebben’den, aangaande ‘de wijze van toepassen van
dat middel, l’oopen echter sterk uitéén.
Verlaging van huren ‘door verlaging van vaste las-
ten is denlcbaar door:
vermindering van kapitaalslasten – dus door
opoffering van ‘de zijde van ‘de huiseigenaren en (of)
de geldgevers op ‘hypothecair on’derpand, inclusief de
pan’d’brief’hou’ders;
beperking van overhe’idslasten, in de eerste
plaats dus door opoffering van de zijde der Overheid.

A. Het wetsontwerp, indien tot Wet verheven, za’!,
naar zich laat aan’zien, ‘de verschillende categorieën
belanghchbenden niet op
gelijke
wijze treffen. De
huiseigenaren krijgen nög een duw in de verkeerde
ric’h’tin’g, voor zoover ‘de gedwongen huurverlaging
niet mocht worden goedgemaakt door
het
verlagen
van ‘de vaste lasten; ‘hun verlies zal ton deele een
gevolg zijn van ‘het surplus aan ondernemin’gsgeest
en initiatief ‘hunner medehuiseigenaren, de ‘bouwon-
dernemers (woningsurp’lus) en ‘van ‘onvoldoend in-
zicht en ‘begrip, ook van ‘de andere bij woninSbouw
‘betrokkenen: ‘hypotheelrbanken, ‘gemeenten, enz. Dat
.eemt niet weg, ‘dat er nog altijd groepen huis-
eigenaren schijnen te zijn, die op winst zitten, nl.
‘de oorspronkelijke bezitters van ‘huizen uit den ‘goed-
koopen tijd.

De hypotheekbanken, ‘die eveneens de’bet zijn aan
den tegenwoordigen toestand, o.a. ook doordat zij
doorgegaan ‘zijn met het financieren van ‘den ‘bouw
van nieuwe huizen, toen daaraan geen ‘behoefte meer
beston’d en ‘die gedurende tal van jaren zeer aan-
zienlijke winstui’tkeeringen ‘hebben verricht, zullen
bovendien nu ‘belangrijk worden Ibevoordeeld, enkele
banken misschien uitgezonderd; ook hier loopen «ie
belangen uitéén.
De panclbriefhouders zullen een groot deel van ‘den
druk ‘hebben te doorstaan. Voor ‘hen daalt de rente,
niettegenstaan’de het voor hen toegenomen risico, tot
beneden die van ‘staatsschuld (koers ‘der 4 pOt. staats-
schuld is ‘beneden pan), hoewel deze categorie ‘be-
langhebbenden – •d;z. •de ‘beseheidene, niet winstbe-
geerige ‘be’leggers – ‘het minst bij het onderwerp zijn
letrokken, althans niet rechtstreeks; de lijn van den
minsten weerstand loopt echter via ‘hen.

De ‘huren en daar gaat ‘het om, ‘hebben zich intus-
schen reeds voor een ‘belangrijk deel aangepast, ook
zonder verlaging der kapitaa’ls- en andere vaste las-
ten. Deze natuurlijke aanpassing kon ui’teraard niet
regelmatig plaats vinden, is ni. niet aigemeen, zal
misschien ook niet steeds ver genoeg gaan en heeft
tot nu toe in hoofdzaak ten koste van de huiseigena-
ren plaats gevonden. Echter is niet alleen aanpas-
sing noodig in ‘den vorm van lagere huren en van
het verkrijgen van een ‘sluitende ‘hu’isexp’l’oitatie op
grondslag van de verlaagde ‘huren, maar eveneens
is een eisch ‘het herstel van een evenwichti’gen toe-
stand tussohen de verschillende groepen belangheb-
benden, een toestand dus, waarbij niet ‘de eene groep
benadeeld wordt ten bate van de an’dere en de ver-
schi’llen’de groepen zich als tegenstanders of vijanden
‘beschouwen.

De nieuwe wet zal intussöhen den toestand nog
ingewikkel’dei maken, ‘daar men ook met de finan-
cieele positie van den ‘huurder en de draagkracht van den verhuurder zal rekening houden, m.a.w.
omdat ‘het verlagen ‘der hypotheekrente niet gelijk-
matig over ‘de ‘geheele linie zal plaats vinden. Tevens
zal ‘de wettelijke hulp nieuwe ‘onbilljkheden mede-
brengen, daar deze hulp in zekeren zin een premie,
een ‘bev’oorredhtin’g vormt voor menschen met min-‘der goed ‘beleid, •boven menschen met sterk verant-
woordelij’Ivhei’d’sgevoel en minder winst’zucht, ‘die zich
staande konden ‘houden door ‘hun bekwaa’mihei’d, zui-
nigheid en voorzichtigheid in vroegere jaren.
De wettelijke verlaging van ‘de hypotheekrente tot
4% pOt. is uiteraard geen voldoende ‘hulp, komt
bovendien slechts aan een beperkte categorie van
debiteuren ten ‘goede; •de ‘gel’d’gevers zijn ‘bovendien
vrij een hoogere rente te bedingen voor hypotheken,
na 1 Juli 1935 tot stand ‘gekomen.
Er van uitgaande, dat ‘de kapitaalslasten de meest
bezwaren’de ijrm, nl. ‘het grootste deel van de exploi-
tatieopbrengsten vereischen, zeer zeker bij ‘huizen
niet gebouwd op eigen ‘grond, lijkt het verlagen van
kapitaalslasten volgens de beginselen van ‘het wets-
ontwerp, in , de tegenwoordige tijdsomstan’diigheden
nu alles in wanorde is en de vroegere verhoudingen
‘geheel zijn verstoord, niet voldoende. De fout ligt tea
‘deele in de zucht, de ;hypotheekbanken ‘te ontzien, zelfs
te bevoordeelen, ‘in plaats van ‘deze een belangrijke rol
te doen spelen bij ‘het streven om ‘op een lager kos-
tenpei’l, bij lagere huren dus, tot een sluitende exploi-tatie van huizen te geraken, ‘zonder ‘den huiseigenaren
hun bezit grooten’deels te ontnemen. Bovendien is
het steunen van te zwakke ‘banken geen eisch om tot
een gezond hypo’theekiban’k’wezen te geraken, eerder
‘het tegendeel.
B. Met ‘de andere categorie van vaste ‘lasten, nl.
de overheidslasten – opcenten grond’belasting, per-
soneel (factor huurwaarcie), canon, straat- en andere
belastingen, waterleiding- en an’dere tarieven, ena.
staat het eenigszins anders. Hoewel ‘deze lasten niet
van •zoo’n
overwegemn’den
invloed zijn ‘al’s ‘d’e ‘ka’pirta’als-
lasten, is ‘de stelling zeer ‘goed te verdedigen, dat ‘het
kwaad toch voor een ‘belangrijk deel bij de gemeenten
schuilt, ‘daar het aldaar van meer blijven’den aard is,
– verbetering raakt rechtstreeks ‘de financiën van
de gemeenten.

Tegen verlaging van den canon kunnen ‘de gemeen.
ten aanvoeren, ‘dat, waren indertijd de gronden ver-
kocht in plaats van in erfpacht uitgegeven, ‘de ‘koo-
per zonder morren ‘den toenmali’gen hoo’gen ‘koopprijs
zou hebben ‘betaald, dat dan van dien koopprijs voor
de koopers nu een deel zou zijn verloren ‘gegaan en
dat er daarom geen aanleiding bestaat om voor ‘den erfpachter genoegen te nemen met een lageren ver-
koopsprjs, ‘d.w.’z. ‘dezen boven den keeper te ‘hevoor-
cteelen, overwegende ‘dat de canon nu eenmaal •den
gron
d rjt moet dekken. Ook bij ‘handhaving van ‘den
canon, nadat con’versie plaats von’d van de leeningen,
waaruit indertijd ‘de aangekochte en vervolgens in
erfpacht uitgegeven gronden zijn gefinancierd, ge-
nieten ‘de gemeenten ‘dus ‘geen extra-voordeel, ‘dat zij
niet reeds voorheen bij verkoop hadden kunnen deel-
ac’htig worden. De gemeenten incasseeren dus in
latere jaren slechts ‘den ‘hoogen verkoopprijs van
voorheen.

Dit uitgangspunt i’s op zichzelf niet onjuist, maar
daarmede is men niet klaar, immers de gronden, die
indertijd d’oor de ‘gemeenten
zijn
verkocht, hebben
‘zich wèl ‘geleidelijk aan de gewijzigde toestanden aan-
‘gepast, in den ‘zin van. goedkooper te zijn geworden
en die waardevermindering ‘heeft nu bijgedragen tot
‘het exploiteeren van woningen tegen lagere huren;
bij ‘de indertijd verkochte gronden, ‘heeft ‘dus aan-
passing plaats ‘gevonden, volgens velen zelfs in te
sterke mate.
Het erfpachtstelsel echter ‘belet ‘dergelijke aanpas-
sing. Het vasthouden van de gemeenten aan. ‘den

20 Mei 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

373

oorspr-onkelijken canon, komt neer op het vasthou-
den aan •de vroegere, echter reeds ten -deele verloren
gegane

waarde en dwingt tot het zoo lang mogelijk
exploiteeren van woningen op den grondslag van die
vroegere, tegenwoordig ‘te hooge waarde. Het erf-
paeh’t-s’telsel der gemeenten houdt ‘dus de do’or de Re-
geering gewenschte aanpassing tegen. Echter ‘had het
eenigszins op den weg •der gemeenten gelegen, na
conversie van leeningen, waaruit in erfpadht uitge-
geven gronden zijn gefinancierd, de rentewinst ten
bate te ‘brengen van de erfpaehters, m.a.w. eveneens
bij te dragen tot de vereisch’te aanpassing waartoe,
onmiddellijk na de conversie, mogelijkheid was ‘ont-
staan; ‘de bestaande toestand gelukt veel op rente-
arbitrage.
De toestand is in werkelijkheid ingewikkelder dan
uit ‘het bovenstaande zou zijn op te maken; in den
canon nl., dus ook in de huren, schuilen dikwijls
aanzienlijke kosten van plantsoenen, pleinen en zeer
breede wegen, die niet bestemd ‘zijn voor de huis-
eigenaren, ook niet voor ‘de aan- en omwonenden en
waarmede het nageslacht gbaat zal worden tot in
lengte van dagen. Eveneens is een factor bij het be-
oordeelen van ‘de mate, waarin de gemeenten naar
‘hilljkheid be’hooren te deelen in het verlagen van de vaste lasten, dat de indertijd aan woningen ‘gestelde,
h’oog opgevoerde eish-en de huren moesten -opdrijven,
dat dus nu, na gedaalden levensstandaard, de huizen
te ‘duur ‘zijn.
0-ok met betrekking tot de gemeentebelastingen op onroerend goed – treft men dikwijls het ‘tegengestelde
van aanpassing aan. Is -het niet a’llermalst, dat tot
voor kort hypothecaire crediteuren van debiteuren,
die tot het uiterste waren gebracht, smeekbeden ont-vingen tot verlaging van rente, -bij’v. -op ‘grond van
ver’hooging van de straatbelastiug?

En is inzake ‘de gemeentelijke – tarieven niet -het
minste, wat de gemeenten ‘behooren te ‘doen, rekening
te -houden met de verlaging, die de bonen onder-
gingen, welke in die tarieven zijn verwerkt en deze
eveneens te ‘herzien in overeenstemming met de ver-
laging, die de rente van ‘de leeningen onderging,
waaruit de bedrijven worden gefinancierd?
En ligt het niet voor de -hand, -dat men de ,,ver-
ihooging” van belastingen op huizen, zooals opcenten
op de personee’le belasting naar de huurwiarde, op-
centen -op de grou-dbelasting, enz. enz. enz. weer on-
gedaan maakt en -den toestand herstelt van een aan-
tal jaren -geleden?

De ‘opeirbare lasten drukken in niet ‘onbelangrijke mate cle exploitatie ‘der ‘hypothecaire ond.erpan-den
en, daar -de waarde van onroerend goed te stellen is
op -de gekapitaliseerde netto-opbrengst, -dragen -de
ovei’ihei-dslasten in ‘de tegenwoordige tij-dsomstandig-
heden bij tot het verminderen van -de waarde der
gebouwde ei-gen-dom-men, -d.w.z. dat den huiseigena-ren hun eigen-dom ten -deele w’ordt -ontnomen, ‘dat de
hypotheken in gevaar worden gebracht en -dat het
verlagen van -de hu’ishureu wordt bemoeilijkt. Het
voortdurend -opdrijven van ‘de -oveihei-ds’la-sten, indien
deze van blijven-den aard ‘zijn, vormt feitelijk een
soort kapitaalsheffing.

Wil men het kwaad hij -den wortel aantasten, dan
is -het noodi-g ook de openbare lasten over -de ge-heele
linie, blijvend en in belangrijke mate te verlagen,
waard-oor alle groepen -belanghebbenden zullen – wor-
den gebaat, niet de eene -groep ‘zal worden be-v-oor-
deeld ten koste van de andere. Het is niet vol-
doen-de hier en -daar een greep te doen, waar -de
nood ‘het ‘hoogst is, maar ‘het is noodiig te streven
naar -gezondmaking van -het -hypotheekwezen in rui-
men- -omvang en idaarbij
,
rekeninig te ‘houden met de
houwnijverhid. De on’twerpwet heeft echter ook bij
het verlegen van de -ovenheid-sl’as’ten rekening gehouden
met
persoonlijke
omstandigheden, -ditmaal van ‘den
erfpachter; van een algemeene verlaging van -den
canon ‘zal -dus -geen sprake zijn. Evenals bij het ver-
lagen van -de kapitaalslasten, schuilt ‘hier in den

opzet iets -half s, dat boven-dien -den toestand nog
ingewikkelder maakt.
Bij
een definitieve verlaging
van de pand’briefren-te over ‘de geheele -linie behoort
het verlagen van ‘de hypotheekrente, eveneens over
de gehéele linie (tot een bepaalde -grens) en behoort
ook ‘het vexlagen van -de huren over -de -geheele linie
(met bepaalde grenzen); – in dien gedachtengang
zal ook het verlagen van -de -o-verhei-dslasten over de
geheele linie toepassin-g moeten vinden. En -de ver-
laging zal ‘zich behooren uit te strekken over alle
lasten, die in -de laatste jaren nieuw zijn geheven
of verzwaar-d, dus ook over verhoogde opcenten van grond- en personeele

belasting (factor huurwaarde),
straatgel-d, assurantiebelastin-g, precario, enz. enz.
Men zal echter zeggen: A l’impossible nul est t-enu,
– -de gemeenten zitten ook aan -het plafond. De ont-
v,re
r
pwet biedt de gemeen-ten compensatie voor het
verlagen van -den canon in bepaalde en slechts -zeer
beperkte omstandigheden. De erfpachter moet nl. niet kunnen -betalen, moet zidh een verlaging van
-huur hebben laten welgevallen en aannemelijk kun-
nen -maken, -dat ‘bij uitsluitend, of nagenoeg uitslui-
tend, tengevolge van de huidige tijdsomstan-digheden
niet in staat i-s de contractueele erfpacht te vol-
doen. Veel moet men dus vermoedelijk niet van -de
verlaging -der erfpacht verwachten. Overigens, ter
aanpassing van -de andere overheidslasten, is de com-
pensatie slechts perspectief, welk perspectief -zeer
teleurstellend zal kunnen blijken. Inzake de verla-
ging van waterleiding- en -andere tarieven ‘hebben
de gemeenten feitelijk reeds compensatie -genoten in
-den vorm van verlaging van de rente en de bonen,
waarnaar -de tarieven oorspronkelijk zijn berekend. Die bate is evenwel, ‘in h-et -algemeen, voor andere
-doeleinden -gebruikt. En toc

h is verlaging noodig
-over de geheele linie; hoven-dien kan compensatie, in
-den vorm van verhoo-ging van -de personeele belas-
tin-g, zelfs in verkeerde richting voeren, ni. tot ver-
zwariug van -de
zakelijke
lasten.
Vooropgesteld nu, -dat men het verlagen van -de
vaste lasten uitdrukkelijk wenscht, zelfs ten koste
van de rechten van der-den, ware te overwegen, dat
de Wetgever de -gemeenten tot een algemeene ver-
laging in staat zou stellen, door, in geval het ‘heffen
van de 10 nieuwe opcenten op -de gemeentefou-dsbe-
la-sting geen vol-doende compensatie mocht blijken,
het heffen toe te staan, voor -den tijd van 5 jaren, van een
jaarlijks
vermin’derende -belasting -op -de
coupons ‘der gemeentelijke obligatiën en tot het volle

bedrag, waarmede -de rente -dier obligatiën het per-
centege 4’% -overtreft.
De Regeering -heffe zelf die tijdelijke aanpassings-
belast.ing en keere aan elke gemeente de opbren-gst
uit van -de ‘belasting op ‘de coupons van de leeningen
van -die gemeente, uiteraard uit1uiten-d ter verla-
ging van -de lasten op gebouwde eigendommen. Zoo
mogelijk verdwijnen blijvend alle nieuwe lasten en
alle verhoogin-gen van -op de huisexploitatie druk-
ken-de ‘lasten, niet alleen -die, welke sedert 1 Jan. 1931 tot s-tand kwamen, -doh -men -ga nog verder terug, zoo
noodig tot 1914.

De tijdelijke aanpassingsbelasting wor-de slechts
gedurende twee jaren tot het volle bedrag geheven, vermindere vervolgens jaarlijks met een vierde ge-
deelte, zood’at -de obli-gatieh-ouders na 5 jaren weder
hun tegenwoordi-ge rente zullen genieten, v-oor zoo-

ver -gedurende -deze 5-jan-ge periode geen normale
conversie zal ‘hebben -plaats gevonden. De gemeenten
‘zullen zich in -die periode moeten aanpassen aan
-hare afnemeiide inkomsten uit vaste lasten.
Een dergelijke belasting, ter versnelling van het
tempo van aanpassing, lijkt misschien van ingrijpen-
den aard. Zij is echter slechts een tijdelijke crisis-
maatregel – ‘het opheffen vangt reeds aan na ‘twee
jaren – en dus zeer tam, vergelelcen met -de voor-
nemens van -de Re.geering in-zake ‘het -definitief ver-
lagen van de pau’dbniefrente, boven-dien tot een lager
peil. En -de maatregel is heel weinig ingrijpend, in

374 ‘

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Mei 1936

vergelij:king inet semi-revolutionnaire denkbeelden als
aantasting van hoofdsommen, devaluatie,
enz.
Bo-
veud ien is hier van toepassing het argument voor
het verlagen van de pandbriefrente, dat men in de
Memorie van Antwoord op het vaste ]asten-ontverp
aantreft, nl. dat, zonder de van buiten komende
oorzaken van het vorige jaar, ‘het proces van rente-
daling ‘iou zijii voortgeschreden, (lat dan normale
conversie der pan.dlbrieven zou hbben kunnen plaats
vin.dn, de
pandhriefhouders
du.s nu ‘door cle gedwon-
gen renteveriaging eigenlijk niet zouden achteruit-
gaan. In dat vedhand ging het argument echter niet
op, ‘daar het gedurende ‘het grootste gedeelte van het
vorige jaar door versdhillende oorzaken, o.a. ook het
wantrouwen, voortspruitende uit het dalen van de
waarde van het onroerend goed, toch geen conversie
van pand’brieven op groote schaal mogelijk zou zijn
geweest. Maar het argument gaat wèl op ten aanzien
van de gemeentelijke ohligatiën. Men kan aannemen,
dat, zonder de ‘bekende gebeurtenissen van ‘het vorige
;jaar, de rente der gemeen’teleeningen nu reeds ver-
laagd zou zijn, althans voor een aanzien’iijlc deel.
Uiteraard is tegen het hoven aangegeven denkbee1d
van allerlei in te brengen. In den toestand, waarin
ons land verkeert, zijn echter ‘tegen eiken. ingrijpen-
den maatregel gegronde en zeer ernstige ‘bezwaren in
te ireugen. Het gaat er siedhts om, wat het zwaarst
moet wegen. De Regeering heeft er zich nu eenmaal
toe gezet, via veriagiug van vaste lasten, bot vei1a-
ging ‘van huren. ‘te komen, ten einde o.a. ook daardoor
te kunnen geraken tot ‘lagere bonen (en steunnor-
men). En ‘daaruit kan, op baar beurt, verhfging van
kostprijzen volgen, die kan ‘bijdragen tot herstel van
het ‘bedrijfsleven. Wil men ‘dat alles, dan aanvaarde
men de, ‘bij voorkeur, tijdelijke maatregelen, ‘die daar-
toe vereisht ‘zijn.
Het rteiselmatirg, over de gelieele linie en in be-
langrijke mate verlagen, niet alleen van de kapitaals-
lasten, ‘maar ook van de open’bare vaste lasten, zal
op natuurlijke wijve ten hate komen van de ‘huurders,
van de eigenaars van ‘huizen, van de hypotheekhan-
ken en indirect, van ‘de pandbriefhouders; geleidelijk
zal op ‘deze wijze ‘de normale verhouding ‘tusschen
de versc’hillen’de ‘groepen ‘belanghebheîxlen zich kun-
nen herstellen, – ‘ook met lagere ‘huren zal •dan op-
nieuw evenwidh’t in de exploitatie van huizen kunnen
ontstaan.
i)

J. J. K0RND0RIFER.

1)
In zekeren zin les ‘van de strekking van dit artikel,
nog het volgende.
Een eigen huis, in het bi,lzon’dor wanneer het niet be-
zwaard was, gaf tot voor kort den he7jittcr niet geringe
middelen een gevoel van veiligheid, ook voor de toekomst,
werd uit dien hoofde eveneens beschouwd als een begeer-
lijk goed om na ‘te laten. Dat ‘gevoel is, voor zoover de
huizen waren gebouwd op erfpachtsgrond, m’isplaatst ge-
bleken. Verbetering van het stelsel, ook zonder princi-
pieele wijziging, ware mogelijk door bij dc uitgifte in
erfpacht, en ook tusschentijds, den erfpachter gelegenheid
te. geven de contante waarde van de oizverschenen ter-
mijnen in eens, of in enkele ‘termijnen, af te doen. De
contante waarde ware daarbij te berekenen naar de rente,
naar welke de canon is berekend. De voordeelen voor de
gemeente zouden dezelfde blijven, de positie van den huis-
eigenaar, van den bescheiden bezitter en spaarder, zou
echter meer verzekerd zijn.

HET PROBLEEM VAN DE BRAAKLIGGENDE

KAPITALEN.

Volgens de klassieke conjunctuurtheorié bestaat er
een ‘bepaalde volgorde van conjun’ctuurperioden: op-
les-ing, ‘h’oogcon,junctuur, crisis en depressie. Dit typisch verloop werd sedert 1929, ten minste in de
landen van het goudbl’ok, niet bevestigd. Hier is veel-
eer ‘de hoogc’onjunctuur geleidelijk in de depressie
overgegaan, en met ‘de crisis, een credietcrisis,
em-
‘digt de ontw-i’kkelin’g. Dit ei’genaard’ige ‘verloop, waar-
van de oorzaken (voor alles vertraagde werking van
werldecon’oui sc.’be invloed en ‘op de vobkshu’i’shoudin-

gen als gevolg van ,het moderne ‘protecti’oni’sme) hier
niet nader kunnen worden onderzocht, heeft tcn’ge-
volge gehad, ‘dat de depressie haar kap’itaalvrij’maken-
de wei1cinig in bijzonder sterke mate ‘kon ontplooien,
zonder ‘dat tevoren evenredige kapitaa’bvernietigin-
gen plaats hadden, zooals bij een acute crisis. Maar
het zeer on’gewensehte ‘gevolg van het uitbljveu van
de crisis voor ‘den aan-s-aug van de depressieperiode
was, ‘dat ‘de aanpassing van prijzen en kosten aan ‘het
wereldniveau vich ‘buitengewoon langzaam en traag
heeft voltrokken, terwijl een crisis ‘dit in korten tijd
zou ‘hebben teweeggebracht. Daardoor werd ‘ook de
duur van ‘de depressieperi’ode in ongewone mate ver-
lengd; ‘zij ‘duurt in de landen van het goudhbok nog
voort, ‘terwijl ‘de wereldconjunctuur zich reeds weder
in opwaartscihe richting beweegt. Een
dergelijke
‘de-
pressieperio’de maakt niet alleen kap i talen ‘vrij, dodh
werkt ‘als het ware terugstootend; ‘zij verlamt den
‘lust tot in’vesteeren geheel, zij maakt steeds verdere
liquidatie van goederenv’oorra’den noodzakelijk, steeds
grootere ontwrichting van ‘de credietverh’ou’dingen. i-1:et onttrekken van zulke enorme kapitalen uit het,
‘bedrijfsleven ‘heeft edhter zeer on’gewenschte gevolgen
en vormt een van ‘de ‘grootste gevaren van de hui’dige situatie.
De abnormale kap’itaalvrij’ma’king heeft ‘zeer eigen-
aardige, vroeger niet ‘of althans n’iet ‘in gelijke mate
bekend geworden verschijnselen te vie.n gegeven. Zij
is ‘de eigenlijke oorzaak van het rusteloos stroomen
van ‘kapitalen van het eene ‘land naar het an’dere en
van ‘de eene ‘va’lu’ba in ‘de ‘andere. Het moderne ver-
schijnsel van ‘de kap’itaalv’lucht is uirts’lui’tend te ver-
klaren u:it het bestaan van dergelijke kapitaaimassa’s,
waarvoor geen emplooi ‘te vinden ‘is.
Door
het liquide
iblj’ven van zoo groote kapitalen
zijn
ook de circula-
tiebanken gedwongen abn’orm’aa’l groote ‘goudreserves
aan te ‘houden. Terwijl het goud ‘vroeger in het in-
ternationale verkeer ‘slechts af en toe voor het ver-
effeneu van be’tali’n’gsoversohotten ‘diende, ‘is liet
‘tegenwoordig het medium voor massale kapitaal’over-
‘boekingen geworden. Ook •het credietapparaat ‘moet
zich op geheel andere wijze ‘dan vroeger op ‘de liciui-
dite’itsbhoeften instellen, ten koste van de winstmu-
gelijkheid. Renteversch’illen hebben hun nivelleeren-
de ‘werking volkomen verloren; het kapitaal stroomt
niet meer naar landen met een ‘hoogen rentev’oet, doch
meent meerdere zekerheid te vinden in de landen met
een overvoerde gel’cbmark’t.

Indien ‘de kap’itaalvrijmaking zich nu zou ‘beper-
ken tot het normale proces ‘van liqui’de waarden, het-
welk elke ‘langdurige depressieperiocie ‘tengevolge moet
hebben, dan zou ‘men haar wellicht onvermijdelijk
kunnen noemen. Zij ‘gaat echter veel verder. De span-
ningen, welke ‘in ‘het prijs- en kosten.niveau tusschen de landen van het goud’bl’ok en de ‘landen met gede-
precieerde valuta zijn ‘ontstaan, •hdblben een latente
vrees ‘voor ‘devaluatie ‘tengevolge geha’d, welke zich
van ‘tijd tot tijd en ‘dooi- verschillende oorzaken steeds weder ‘opeizbaart. De ,,aanvallen” ‘op ‘de gou’dvaluta’s
behooren als het ware tot ‘het beeld van ‘de huidige
situatie.
Deze vrees voor ‘devaluatie wordt echter oor-
zaa’k ‘van een tweede en rzelfstandiig liquidatieproces.
Vooral Frankrijk wordt hierdoor ‘tegenwoordig in
sterke mate getroffen. Terwijl vaste rentedragende
fondsen ‘in normale depres’sie’perioden het meest ge-
zocht zijn, omdat ‘de industrieele winstk’asen ver-
minderd ‘zijn, worden tegenwoordig de Fransdhe
staat’s’leen’in’gen ‘in ‘groote ‘hoeveelheden door het pu-
bliek verkocht, teneinde op die manier middelen voor
kapi’taalvbudht te verkrijgen. Een ‘dergelijk abnormale
kapi’taa’lvrijmaking moet echter het staatscred’iet ern-
stig schokken. Het is ‘de vraag ‘of ‘dit proces, ‘dat op den ‘duur eenvoudig niet te dragen is, lan’gs anderen
weg dan ‘door devaluatie te remmen zal ‘zijn. Onver-
sc,’hillirg of men een ‘devaluatie ‘ook om ‘andere redenen
gewenscht acht of niet, is zij in elk geval het zekerste
middel ‘tot herstel
‘:vLn
het geschokte vertrouwen. Al-

20 Mei 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

375

leen (het ‘in omloop ‘brengen van gouden munten zou misschien psychologisch dezelfde uitwerking ‘hebben
en zou waarschijnlijk minder goud vereisc’hen, dan
tegenwoordig tot steun ‘van de valuta in een periode van kapitaalvludht door de centrale bank moet wo.r-‘den afgegeven. Maar zij strandt in Frankrijk, zooals

althans van overheidswege wordt verklaard, ‘op de
caaeiteit van de staatsmunt!
Indien men ‘de toestanden, welke na depreci’atie
op ‘de kapitaalmarkt kunnen ontstaan, zuiver be-
schouwt, dan moet men tot ‘de volgende resultaten
komen. De devaluatie zal alle landen, welke het vrije
betalingsverkeer ‘hebben ‘behouden, uit het oogpunt
van ,,vei(ligiiei’d” weder op dezelfde basis plaatsen.
Dat ‘zal echter tengevolge ‘hebben, dat de gevluchte
kapitalen op groote schaal naar hun ‘oorspronkelijke
landen terugkeeren, dat de particuliere goudoppottin-gen verdwijnen en ‘dat ‘dit goud ‘tot de circulatieban-
ken terugkeert.

Op dat tijdstip zal het vraagstuk van het vrijge-

komen ‘kapitaal echter eerst in v’ollen omvang blijken.
Een verzwakt bedrijfsleven, een ingekrompen produc-
tie ziet zioh plotseling geplaatst tegenover een veel te groote ‘hoeveelheid geld, welke nieuwe aanwen-
dingsmogelijkh’eden zoekt. D.it zal niet alleen ‘leiden
tot sprongsgewi.jze koersstij.gin’gen ‘der leeningen en
tot nieuwe igroote conversies ‘in de landen van het
gou’d’b’lok, doch zal een algemeene scherpe daling van het renrteniv’eau ‘tengevolge hebben. Het zal deze lan-den echter bovendien ‘in staat ‘stellen ‘hun schulden no-
minaal ‘te verhoo’gen, ‘zonder ‘d’at hun rentelast in de-
zelfde mate ‘stijgt. Deze sehul’dvermeerderin’g zal om
twee redenen noodzakelijk ‘blijken te zijn:
in
‘de eerste

plaats moeten de staten ‘trachten ook conjuuctureel
aansluiting aan ‘het verhoogde bedrijvi’ghei’dspei’l van
de oude deva’luatielan’den te vinden, waartoe staa’ts-
opdrachten onontbeerlijk ‘zijn; voorts verdient ‘het
aanbevel’inig ‘den belastingdruk ‘sterk te verminderen,
opdat het particuliere bedrijfsleven beter ‘kan, con-
curreeren en meer ‘kan verbruiken. Dez’e •schuldver-
meerdering in een peri’ode van buitengewoon sterke
beh’oef te aan ibe.leggingsmo’gelij kheden en van dalende
ren’tevoeten is ‘niet alleen verantwoord, doch uit eod-
junctuurp’olit’iek oogpunt ‘zelfs hoogst gewensch’t.
Een enorme overvloed ‘aan geld zal, ocd’aiiks ‘de ere-d’ietbeh’oeften van den Staat, vermoedelijk ook na de
devaluatie nog geruimen tijd ‘blijven ‘bestaan, totdat
de opleving van (het bedrijfsleven geleidelijk een nor-
maleren ‘toestand schept. Want terwijl v66r ‘de deva-
lua’tie een enorme ‘oppotting vat kapitaal plaats (had, en ‘dus eenvoudig ‘als geld was uitgeschakeld, zal ‘dit
kapitaal na de ‘devaluatie, nog vermeerderd met deva-
luatiewinst, weder beschikbaar zijn.

Een tegengestelde invloed zal de terugkeer ‘van de gevluchte kapitalen op d’ie landen uitoefenen, ‘welke
‘tevoren ‘de grootste ‘aantrekkingskracht ‘hadden. liet
sterkst zullen. ‘daardoor wel de Vereeu’i’gd’e Staten
worden ‘getroffen. De gou’dstroom, welke sedert het
‘begin van 1935 naar ‘de Vereeni’gde Staten was ge-
richt, kwam ‘slechts in geringe mate voort uit han-
•del’soversuhotten en vorderingen, doch werd in hoofd-
zaak door de Europeesche kapitaalvlucht veroorzaakt.
De Amerikaansdhe aan’deelen’hausse ‘zou voor een be-
langrijk ‘deel d’oor (het Europeesche kapitaal gefinan-
cierd kunnen zijn. Het is waarsdhijnlijlc, dat een
groot ‘deel van deze kapitalen ‘aan zijn vroegere be-
stemming zal worden onttrokken. Of dit tot groote
koersverl’iezen voor ‘de aan’deelen zal leiden zal ervan
afhangen, ‘of ‘men in staat is, den schok van de repa-
trieering door credietsoheippiug in Amerika ‘zelf op
te vangen, waarvoor – men denke slechts aan •den
buitengewoon lagen stan’d van de makelaarsleenin-
gen – een groote marge ‘bestaat, en of ‘d’e ontwikke-
1’ing van de Amerikaans’che conjunctuur nog voldoen-
de reserves ‘biedt, om nieuwe groepen koopers aan de
aan’deelenmarkt toe te voeren. Het is ook niet uitge-
sloten, ‘dat de Ainerikaansdhe Regeering zal trachten
zich eenigen tij’d door een ‘opnieuw loslaten van

den wisselkoers aan de groote teru’gvloeiing van ‘de
goudvoorraden te onttrekken.
Ook België zal er op voorbereid moeten zijn, ‘dat
‘het na een gedwongen con’versie ‘buitengewoon h’ooge
koerspeil van ‘zijn staatsleeningen, dat stellig voor
het ‘grootste ‘deel aan ‘de uit het ‘buitenland ‘gevluch-
te ‘kapitalen te danken is, door repatrieering zal
worden gedrcht en ‘d’at de ‘kwaliteitsverschillen, welke voorzichtige ‘beleggers vroeger ‘tussdhen Bel’gisohe en
Nederlan’dsche, resp. Zw’itsersohe leeningen mafk’ten,
weer in de w’aardeering tot uitdrukking zullen komen.
Weinig of niet ‘zullen daarentegen Engeland en de
S cand’inavi’sohe landen ‘door ‘d’e repatrieeringen van de ‘kapitalen worden ‘getroffen. Engeland heeft in zijn
sdh’ommelen’de valuta een uitstekend mid’ddl, om d’e
invloeden van ‘de internationale ‘kapitaalverschuivin-
gen van de ‘binnenlandsche markt ‘te weren, en de
economische ‘opleving, wel’ke het sedert jaren te’ zien
geeft, is zoo langzaam en gestadig gegroeid, ‘dat de
kapitaalkracht van het ‘land zelf voor
zijn
financie-
ring in hoofdzaak voldoende was, temeer waar het
verbod v’an buitenlandsöhe emissies gedurende langen
tijd’ practisch ‘den uitvoer van kapitaal heeft ver-
h’in’derd.

De problemen, welke de vrimaking van kapitalen.
en de ‘kap’i’taalvlucht aan de werel’d en vooral aan
‘de ‘gou’dbio’klanden stelden, waren zeer moeilijk op te
lossen. Het overwinnen van ‘deze moeilijkheden was
echter m’o’gelijk, ‘omdat het bedrijfsleven met uitzon-
derinig van de perioden van acute ‘kap’itaalvlucht uit
zichzelf deze ‘kapitalen heeft afgestooten, en ze later
niet meer noodig had. De tendens ‘tot oppottin’g ‘deed
in zooverre ‘geen werkelijk gebrek aan ‘kapitaal ont-
staan. Veel moeilijker zullen ‘de ‘vraa’gstukken zijn,
welke e’en weder actief worden van ‘deze rusten de
‘koopkracht aan ‘de wereld zal ‘stellen. Of ‘dit nieuwe
vers’torin,gen van (het internationale ‘betalingsverkeer,
of inflati’onistische credietvergrootingen, of verkeerde
beleggingen ‘van ernstilgen aard, welke ‘in ieder geval
‘d’oor de economische autarkische ooH’cgspsych’ose in
vele landen worden hegunstigd, tengevolge ‘zal ‘heb-ben, is niet met zekerheid te zeggen. Ongetwijfeld zal
echter het zonder wrjvingen• weer inschakelen van
deze werkl’ooz’e kapitalen in (het economisch proces
tot de moeilijkste opgaven van ‘de ‘thans nog in
‘depressie verkeeren.de staten bch’ooren.
Dr.
W. HIRSCHBERG.

PHÖNIX EN FAVAG.

Uiterlijke overeenkomst – innerlijk verschil.
Het ligt voor ‘de ‘h’and het geval Phön’ix, ‘dat sedert
eenige weken niet alleen de financieele belangen,
maar ook ‘de politiek van het Dbnau’gdbied ‘dreigt te
schokken, met ‘het ‘geval Favag te
vergelijken,
en van
deze gelegenheid i’s ‘dan ook in ‘de pers
rijkelijk
ge-
brui’k gemaakt. Ongetijfeid zijn er ook enkele op’
‘merkeljke punten van oveieenkomst in de beide ‘ge-
vallen. Als ‘z’oodani’g ‘doen ‘zich aan ‘den toesohouwer
op het ‘eerste gezicht ‘in het ‘bijzonder voor de vrijwel
oubeheersehte, expansie van de beide concerns en ver-
der de ver doorgedreven ‘gewoonte, het verzekerings-
bedrijf aan te vullen met financieele en speculatieve
zaken, ‘die vreemd zijn aan het verzekeringsbedrijf.
Wanneer men nader toeziet, zal men evenwel zeer
spoedig tot ‘de gevolgtrekking komen, dat ‘dit slechts
uiterlijke punten van overeenkomst zijn. In a’lle
andere opzidhten, althans wat ‘de innerlijke structuur
betreft, verschilt ‘het systeem Phönix geheel van ‘het
‘systeem Favag; als organisaties, die op ‘hetzelfde
gebied werken, zijn zij als het ware antipoden. Ook
de inspiratieve persoonlijkheden,
Dunzcke
van de
Favag (Frankfurter Aligemeine Versioherung) en
Berliner van ‘de Weensehe Phön’ix, hebben eigenlijk
slechts ‘den ‘drang naar ongebreidelde expansie met elkaar gemeen en ‘daarenboven het lot, ‘dat de ‘dooi
‘hen ‘gesti’dhte en geheel op ‘hun inzicht rustende orga-
nisaties den dood van ‘deze autonomisten niet lang
overleefden.

376

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Mei 1936

Afgezien van •dee formeele overeenstemming zijn
echter bijna ‘geen grootere tegenstellingen mogelijk
dan tusschen deze beide ondernemendd persoonlijk-
heden. Dumcke, de man van den achtergrond, deed
zijn gewaagde zaken met een z
wijgzanie
‘oudoorzic’h-
tighei.d, die in ‘de oogen van de groote geldmachten, ja zelfs van de doorgewinterde concurrentie ook nog
soliditeit suggereerde, toen’ de fundamenten van het
geweldige concern reeds waren ‘on’dermijnr.l. Terwijl
Dimcke voor onderhandelingen en uiterlijke repre-
sentatie graag anderen bestemde, vocht Berliner altijd
in de vuurlinie. Hij vereenigde niet ‘alleen alle draden
in zijn hand, maar hij was, ‘hoe wijd vertakt ‘zijn
concern ook ‘mettertijd werd, op alle belangrijke pun-ten tegenwoordig, onderhandelde en behandelde alles
persoonlijk. Niemand anders dan de zijn aanwijzin-
gen blindelings opvolgende procuratichouder van het
concern moet, buiten ‘hem een voorstelling van geheel
de structuur en ‘de latere vernietiging van de zaken
hdbben, ‘gehad.
Dat waren de tegenstellingen van de persoonlijk-
heden, in welk opzicht echter verschillen de systemen? Bij de
Fa.vag
was, wanneer men haar systeem tot een
korte formule wil terugbrengen, het verzekerin’gs-
wezen een zaak op zichzelf en het financieringswezen
een andere. Men zal zidh herinneren, ‘dat in den tijd,
toen Dumeke in ‘zijn geluiddicht gesloten werkkamer te Frankfurt ‘het spinneweb van zijn financieele trans-
acties voortdurend verder uitspon, de groote con-
junctuur van de financieele credieten op korten ter-
mijn bloeide. Zij waren voor potente Duitsche con-
cerns destijds vlot verkrijgbaar, ‘zelfs werden zij ge-
renommeerde groote firma’s door buitenlandsche en binnenlandsche ‘bankiers formeel ‘opgedrongen. De
groote verleiding, op den nimbus van zijn oude en
gerenommeerde ‘verzekeringsfirma honderden millioe-
nen aan crediet te ‘kunnen opnemen, was een man
gelijk Dumcke niet in staat, te weerstaan. Hij zou dit geld voor zijn eigen verzekerings’bedrijf niet noodig
hebben ‘gehad, ‘hij moest er eerst emplooi voor zoeken.
Hij vond dit in vermetele en in.gewikkelde transacties
in bouwterreinen, in bank- en industriezaken, die
met hebulp van on’dermaatschappijen zoo ver van de
kernmaatschappijen van ‘het verzekeringsbedrjf ‘af
georganiseerd werden, dat ‘het verband voor buiten-
staanders langen tijd niet zioh’baar was. Maar deze,
zij het niet wat ‘het risico, dan toch wat de organisatie
betreft, zuivere scheiding tusschen ‘het eigenlijke ver-
zekeringsbedrijf en ‘de financieele transacties van de
Favaig had ondanks allen ‘tcgensp’oed het gunstilge ge-
volg, dat ‘in ‘het bijzonder in het personeelverzeke-
ringsbedrjf de door de Duitsche controleerende licha-
men effectief ‘gecontroleerde, volgens de Duitsche
normbepalingen correct belegde ‘dekkingen vrijwel
volledig intact waren gebleven. Het eigenlijke verze-
kerings!bedrijf liet zich ‘zonder moeite uit ‘de nauwe-
lijks doordringbare
woestijn
van financieele opera-
ties elimineeren en ‘zonder groote ‘schade voor de
verzekerden naar andere draagkrachtige verzekerings-
instellingen overbrengen. Het volle gewicht van de
verliezen kwam neer op de voornamelijk buitenland-
sche credietgevers.

De oude dekkingstekorten.

Geheel an’ders ‘heeft zich de situatie (bij de Phönix
ontwikkeld. De zijweg van ‘de financieele zaken liep
hier niet
gelijk
bij de Fava’g ‘onorgan’isch naast den
hoofdweg van het eigenlijke verzekeringsbedrijf, maar
zijn ‘oorsprong lag in ‘dit ‘bedrijf zelf. De waarheid is
namelijk, dat de dekkingssuhstanties, waarvan het
ontbreken thans gebleken is, in werkelijkheid nooit
in voldoenden ‘omvang om aan alle verzekeringsver-
plichtigeu te voldoen aanwezig waren ‘geweest.
De P’hönix was nooit een verzekeringsmaatsdhappij
met oude traditie, met ‘gevestigde, ‘organisch geleede
en toenemende verzekeringsportefeuille geweest. De
oude groote concerns besch’ouwden ‘haar als indring-
ster. Om ‘groot te worden, bovendien nog in een tij’d,

waarin het vroeger compacte Oostenrijk-Hongaarsche
economische ‘gebied uiteenviel, moest ihet zich bedie-
nen van
nieuwe methoden,
moest ‘het vindingrijk ‘zijn
in ‘de constructie van nieuwe verzekeringsmet’hoden.
En ‘dat was een probleem, ‘dat een ‘bewegelijke, combi-
neerende ‘geest gelijk ‘dien van dr. Berliner prikkelde.
Aanvankelijk gelukten hem ook eenige effeotrjke
pogingen. In ‘den oorlogstijd bijv. ontwikkelde ‘hij een
bijzondere levensverzekering met oorlogsrisi’co. Der-
‘gelijke nieuwe constructies en zijn bcheersdhing van
de groote ‘internationale financieele techniek maakten
hem in, het klein geworden Oostenrijk tot een finan-
cieel expert van grooten vorm en tot vertrouwensman
van alle Regeeringen van na ‘den ‘oorlog, niet alleen
in Oostenrijk zelf, maar in alle ‘successiestaten. Dat
in
bijna
al deze landen ‘de contrôlewetten op de par-
ticuliere verzekeringsbedrjven niet in •overeenstena-
m’ing met onzen tijd zijn ontwikkeld, of – ‘gelijk dit
met ‘de reeds in ‘het jaar 1921 afgekondigde Oosten-
rjksche regeling betreffende ‘de ‘premiereservevor-
min’g ‘Ihet geval was – min of meer op papier bleven
staan, was in hoofdzaak een ,,succes” van de persoon-
lijkheid van Berliner en van diens invloed. Zulk een
overheersdhende persoonlijkheid, ‘zoo heette ‘het ‘dik-
wijls in de kringen, ‘die ‘hadden moeten controleeren
of gecontroleerd hadden dienen te ‘worden, is meer
waard dan de beste dekkingsregeling.
Achter ‘de ‘coulissen zagen de ‘dingen er edhter
ander’s uit. Wanneer een van de ‘deelnemende minis-
ters van financiën ‘onverwacht geld ‘noodig had en
het langs normalen weg niet ‘kon krijgen, ‘dan was
zeer dikwijls Berliner ‘de redder, d’ie met raad en daad
bijsprong, en ‘dien niet zeiden bewonderen,swaardi’ge
coups .gelukten. Natuurlijk mocht eten
‘500
nuttige en
invloedrijke kracht niet ‘door klein’geestige contrôle
,,gehinderd” worden. De P’hönix ‘heef t aan de finan-
cieele transacties, ‘die uit
‘dergelijke
hulpacties voor
geld’hongeri’ge fisci voortvloeiden, nu en clan veel geld
verdiend, er echter tenslotte ook veel geld aan ver-
loren. Want in ‘den tijd, waarin de transferafsluitin-
gen en moratoria opkwamen, verminderde de waarde
en in het bijzonder de bruikbaarheid van de panden, ‘die Berliner voor zijn transacties in ‘handen had ge-
kregen, bijna tot niets.

De noodzakelijkheid van expansie en financieele
transacties.

Welke rol speelden echter deze financieele trans-
acties ‘in de zakelijke calculaties van de Phönix zelf?
Het was misschien
ook
waar, dat Berliner evenals
Dumcke met magnetische kracht tot ‘de financieele
transacties werd ‘aan’getrokken, omdat hij een finaji-
cier uit hartstooht was en zijn combineerendé geest
geen voldoening vond in de uitsluitende ‘bezigheid
met ‘de nuch’tere verzekeringswiskunde. Maar dat was
niet het essentieele. Berliner
moest
bijzondere win-
sten maken, wanneer hij de gaten in de dekkings-
fundamenten wilde vullen, welke van ‘het begin af in
zijn verzekeringsconcern hadden bestaan.
Vraagt ‘men nu naar de gronden van deze merk-
waardige ‘dekkingstekorten van ‘de P’hönix, ‘dan krijgt
men meestal ten antwoord, dat
zij
voortkwamen uit
‘de waardevermin’derin.gen der valuta, die de meeste
landen van midden- en Oost-Europa in het tijdperk
na den oorlog ‘hebben beleefd. Dit ‘antwoord verklaart
echter op zichzelf nog niets; want bij alle rijk’s-Duit-
sche verzekerin’gsinstell’ingen ‘heeft zich zelfs in ng
sterkere mate het va’lurbaverval ‘laten ‘gelden als in
‘de Zuid-Oostelijke ‘landen, waar ten minste
75
pOt.
van de verzekerin’gstransacties van ‘de P’höuix ge-
schiedden. Niettemin zijn deze Duitsche ‘maatschap-
pijen gezond gebleven en van dekkingstekorten was zelfs in een zoo exceptioneel cri’sisgeval als dat van de Fava’g niet veel te bespeuren. De Duitsche maat-
schappijen hebben namelijk na ‘het verval van de
valuta (haar oude verzekeringen precies in dezelfde
mate ‘hooger gewaardeerd als haar ‘dekkin’gsgrondsla-
gen, dus in de eerste plaats haar hypotheken en

20 Mei 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

377

effecten, op grond van de wettelijke rijksregeling
hooger werden gewaardeerd.

Geheel anders echter was de stand van raken in
de Oostenrijk’sche successiestaten en op den Balkan.
Hier
ontbrak
het niet slechts aas.
exacte dekkings-
en
contrôlebepalin gen.
voor de ‘particuliere verzekering,
maar er was ook ‘geen
systematische
regeling voor de Aufwertuug in •het verzekeringsbedrijf. Natuurlijk
waren ‘ook in deze landen ‘de ‘dekkingsgrondslagen van ‘de ‘oude verzekeringen door de infiaties min of
meer ondermiju’d. Een aantal verzekeringsmaatschap-
pijen kon, dientengevolge haar verplichtingen niet
meer nakomen en ‘de hij ‘haar gesloten levensverzeke-
ringen dreigden noodlijdend ‘te worden. Hier nu
achtte een man al’s Wil’helm Berliner ‘het oogeublik
voor hem aangebroken. Wie in zulk een situatie als
redder ten tooneele verschijnt, dien behoort niet al-
leen plotseling een ‘grooten voorraad assuranties,
welke met dien van de oude internationale verzeke-
ringson’dernemingeu overeenkomen, hem behoort ook
de toekomst der werfkracht, wanneer ‘hij zich ibij het overnemen van de noodlijdend geworden verzekerin-
gen van andere maatschappijen coulant en tegemoet-
komend toont.
En ‘dat deed de Phön’ix ‘op waarlijk edelmoedige
wijze. Met andere woorden, hij waardeerde de over-
genomen verzekeringen veel te hoog, resp. nam ze
met te ‘hooge Aufwertung ‘over en deze is nu juist de
eigenlijke ‘gron’d voor de dekkin’gsgebi’eken, die altijd
reeds aanwezig waren, maar eerst acuut werden toen
zich, niet veroorzaakt, maar bespoedigd ‘door den
dood van den vin’dingrj’ken ‘directeur-generaal, voort-

‘durend grooter wordende liquiditeitsmoeilijkheden
v’oordeden, die een nauwgezette uitbetaling van ‘de
vervallen verzekerin’gsbedrngen moeilijk en in som-
mige landen geheel onmogelijk maakten.
Dat het feit van de te geringe dekking ‘de voor-
naamste regeeringen van d’e successielanden van ‘het
begin af ‘bekend is geweest, toont met absolute ‘klaar-
heid het Tsjecho-Slowaaksehe voorbeeld. Reeds toen
in Mei 1925 ‘door ‘de Phönix ongeveer 300.000 nood-
lijdende levensverzekeringspolissen uit het gebied van Tsjeeho-Slowakije werden ‘overgenomen, bleek ‘bij de
officieele contrôle van den stan’d van zaken een teh-
nish ‘dekkingedefi’ci’t van bijna 450 millioen Tsjecho-
kronen. De Phönix werd ‘door de Tsjecho-Siowaa’ksohe
regeering hij volledige kennis van ‘het ‘deficit de ver-
plidhting opgelegd, ‘de ontbrekende ‘grondslagen in
een termijn van 30 jaren aan te vullen, een verplich-
ting, die van verzekeringstechnisch standpunt uit
verk’laaibaar was, ‘die echter in •zooverre een conces-
sie aan de Phönix was, dat ‘hem ‘den buitengewoon
langen termijn van 30 jaren werd’ toegestaan.
Hoe edhter konden de ontbrekende ‘dekkingen wor-
den aangevuld? Daartoe ‘bestonden theoretisch twee
wegen. In ‘de eerste plaats ‘de
toenemende grootte
van geheel ‘het verzekeringsbedrjf, waarin het gelijk-‘blijvende bedrag ‘der uit noodlijdende verzekeringen
afkomstige dekkingstekorten mettertijd procentsge-
wijze voortdurend geringer moest worden en tenslotte
uit toenemende bedrjfswinsten, waardoor het, om zoo
te -zeggen, ‘van ‘binnen uit genezen kon worden. Van-
daar ‘de
jacht
van de
Phönix
naar nieuwe zaken,
waarvan de ‘inderdaad bereikte progressieve toene-
minJg niettemin ‘het beoogde resultaat van de inner-
lijke genezing van ‘het ‘dekkingstekort n.iet opleverde.
Want de maatschappij ‘kon h’aar successen in ‘de nieu•
we ‘zaken alleen ‘door een ver doorgedreven premie-
verlaging en ten koste van buitengewoon hooge acqui-
si’tiekosten (bereiken, factoren, die veeleer verliezen
opleverden, ‘dan winstgevend waren.
De tweede weg, waarlangs de aanvulling van ‘de
oude dekkingstekorten theoretisdh mogelijk was, werd
gezocht in de financieele transacties. Aanvakelijk,
in den tij’d van ‘de goede financieele en economische
conj uncturen met ten deele verrassende resultaten,
daarna met niet minder groote verliezen, die, in
plaats van ‘de dekkin’gstekorten weg te werken, ten-

slotte nog nieuwe en grootere gaten maakten. Ten-
slotte bestond ‘de vermaarde, door de transferbelem-meringen hemoeilijkte, maar niet ‘geheel onmogelijk
gevorclen financieringskunst van Dr. Berliner nog
slechts ‘hierin, ‘bedragen, die hij ergens liqui’de k’on
maken, van ‘de plaatsen, waar zij op een bepaald
oogeniblik niet werden ‘gebruikt, naar an’dere plaatsen
te brengen, waar juist dringende verplichtingen aan-
wezig waren.

Was ‘het verzekeringssysteem van ‘de P’hönix reeds
jaren geleden van ‘het voor een particuliere verzeke-
ringsinste’lling uitsluitend mogelijke dekkingsprin’
cipe, dat voor iedere afzonderlijke verzekering volle-
dige premie-reserves moet calculeeren en aanhouden,
practisch in het zelfs bij gedwongen verzekeringen
van staatswege op ‘den ‘duur onsolide verplaatsings-
principe, thetwelk ‘de acuut geworden verplichtingen
uit ou’de verzekeringen eenvoudig uit ‘de premiebeta
lingen of bijdragen van de nieuwe •zaken bestrijdt
overgegaan, zoo was tenslotte in den laatsten tijd het
stadium bereikt, waarin de ‘binnenkomende gelden,
ondanks ‘de meest gewaagde financieele kunststukjes,
niet meer voldoende waren voor het nakomen van ‘de
loopende verplichtingen. Was tekort aan ‘dekking ‘de fuudamenteele ‘oorzaak van de Phönixcrisis geweest,
eerst de ‘illiqu’i’ditci’t had den stoot voor het acuut-
worden van de ohronisehe kwaal geleverd.

Verliezen of gemiste winsten.

Dat in ‘het geval Phönix de meest elementaire
grondslagen van een gezond verzekeringswezen niet
alleen door de ‘directie van ‘de maatschappij, maar ook
‘door de tot ‘contrôle verplichte regeeringen
geschon-
den
‘zijn, behoeft geen nader betoog. Aan ‘den anderen
kant moet ‘edhter toch ‘het volgende in aanmerking
worden ‘genomen: Indien thans van ‘de verzekerden
zeer aanzienlijke ‘offers voor ‘de vorming van een reor-
gani’satiefonds (waarin gemiddeld 6 pOt. van de pre-
m’iebeta’linigen ‘d’er verzekerden, 3 pOt, van de vastge-

stelde uitkeerinigen ‘der verzekeringsmaatschappijen
aan de verzekerden en 6 pCt. van de – voorloopig
opgesdh’orte – pol’isleenin,gen en inko’opsommen der
levensverzekeringsmaaitschappijen worden gestort) en

door een verh’oo’gi’nig van de Staats-ver-zekerinigshef-
fing tot 8 pOt. worden verlaagd, heeft men niet uit-
sluitend met ‘zuivere ‘offers te maken, maar ten deele
althans ‘ook met het ‘derven van bijzondere voor-
deelen, d’ie
zij
een tijd lang door te h’oo’ge waar-
deering van in waarde verminderde verzekeringen of
uit te lage premieberekeningen ‘hadden kunnen ‘be-
halen. Te betreuren blijft ‘het echter, dat ook de ver-
zekerden van andere Oostenrjkshe maatschappijen,
die ‘zieh niet op ‘dezelfde wijze als ‘de Pihönix schuldig
hebben gemaakt, in ‘het belang van ‘het ‘behoud van
‘het vertrouwen in de verzekerings’gedaeh’t,e aan deze
offers moeten ‘deelnemen.

Tot ‘de meest betreurensw’aardi3ge gevolgen van de
P’hönix-kraoh behoort ‘ook het feit, dat hij ‘de her-
soheppin’g van de P’hön’ix-Gesellschaft in ‘de nieuwe
Oes’terreiehisdh’e Versiciherungs A. G. ‘tengevolge van
de te verwacihten inkrimping van het bedrijf en met
het doel, de ‘te ‘hoo’ge administratie- en ‘acquisitiekos-
ten ‘te laten ‘dalen, een aanzienlijk deel van het
b ureau’pers’oneel moet worden ‘ontslagen.
Nadruk verboden.

Dr.
FELIx
PINNER.

AANTEEKENINGEN.

Dicontofacilitejten van De Nederlandsche Bank
voor niet naar Nederland verscheepte goederen.
Naar ‘aanleiding van een passage in ‘het geidmarkt-
‘bericht van 11 Mei 1936 ‘deelt men ons van bevoegde
zijde het volgende mede:
Het is bekend, ‘dat ‘de hier te lande ‘gevestigde ba
n

ken en ‘bankiers sinds jaren onder het ‘arrangement
van April 1922 wjssels accepteeren, getrokken wegens
goederenversohepingen ‘buiten Nedriand of Neder-
landseh-In’dië om, ‘die ‘in ‘beginsel discontabel zijn ‘bij

378

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Mei 1936

De Nederland sohe Bank. Indien het remPoourscredie-
ten van niet te grooten omvang betreft, kunnen de
banken en bankiers volstaan met van cle acceptatie
aan De Neclerl’an’dsche Bank een kennisgeving ‘te zeh –
den; het is derhalve in die gevallen niet noodig van
te voren een aanvrage om principieele ‘discontabili-
teit in te dienen. Sinds betrekkelijk korten tijd eoh-
‘ter ontvingen de banken en bankiers van ibuitenland-
sche hankrelaties aanvragen tot het openen van ac-ceptcredie’Ven tot betrekkelijk groote bedragen ter
financiering van verschepingen van stapelartikelen
yen Amerika, Egypte en enkele anideae landen. naar
Engeland. Deze credie’ten werden voornamelijk in
Nederland ondergebracht in verlyand met het disu-
gio, dat de Gulden tegenover het Pond Sterling en

den Dollar op termijn deed; het is te verwachten,
dat, zoodra dit d’i’sagio verdwijnt, deze credieten
weder in Engeland of de Vereenigde Staten zullen
worden gearrangeerd.
De Nederlandsche Bank heeft aan de banken en
baulders verzoeht de ‘disconta’bi’liteFt van tegen ‘deze
credieten te accepteeren wissels van tevoren aan te
vragen, teneinde op de hoogte ‘te blijen van den om-
vang, die deze credie’tgeving zou aannemen. Toen het
bedrag aan geopende credieten, naar haar ‘oordeel,
een totaal had ‘bereikt, dat voorshands en behoudens
bijzondere omstandigheden niet overschreden diende
te worden, ‘heeft zij bekend gemaakt, dat discontaibi-
liteit van papier ‘te trekken tegen nieuwe cred’ieten
van dezen aard ‘bezwaar nou ontmoeten. De toestand
is thans dus diee, ‘dat een zeker bedra’g credietlimites
van bedoelde soort loopt, waartegen di’scontabe’le wis-
sels getrokken kunnen worden; verlenging van prin-
cip’ieele disoontabiliteit kan bij verval van de desbe-
treffende toezegging worden’ ‘aangevraagd. Tegen ver-
meerdering bestaat echter v’oorloopig
‘bij
De Neder-

lan’d’sch’e Bank bezwaar.
Bij
het discon’tabei verklaren
geeft De Neiderland’sche Bank zich rekenschap ‘of het
papier val icleert tegen werkelijke goederenversohep in-
gen; voorts stelt zij al’s voorwaarde voor ‘de disconta-
biliteit, dat de voor afdekking ‘der accepte’n benoodig-
de Guldens worden ingedekt op een termijn overeen-
komende met den looptijd van de accepten, voor
zee-

ver niet aangetoond kan worden, ‘dat ‘de Guldens uit
anderen hoofde beschikbaar komen.
De scheepsbouw-nijverheid in Nederland.

Onder verwij’zinjg naar het in E.-S.B. ‘van 13 Mei
,jl. op ‘blz. 366 opgenomen ‘bericht laten wij hier in
het kort den inhoud van de 16de publicatie van het
Tederlan’dsch Economisch Instituut volgen.
De inifeidinig van ‘deze door Ir. J. W. Bonbakker
‘geschreven studie geef t een kort historisch ‘overzicht
van de ‘ontwikkeling van scheepvaart en scheepsbouw
in Nederland gedurende ‘de 19e eeuw. Na den kunst-
inatigen bloei van beide bedrij±rtakkeu in de 2e kwart-
eeuw volgde een ‘diepe inzinking, waaruit het groot-
soheepvaartbedrijf ‘zich sedert de 70-er jaren begon
te verheffen, ‘de scheepsbouw echter pas ‘tegen het
einde ‘der vorige eeuw. Voor de werfmudustrie was er
een groote achterstand in te halen, ‘zoowel technisch
als in productie-capaciteit. Eerst in ‘de jaren na den
oorlog van 1914—’18 ‘is deze achterstand
vrijwel
in-

gehaald.
Vervolgen’s w’orden eenige beschouwingen aan het
werbedrjf gewijd. Dit heeft meer en meer het karak-
ter van een aannemersbedrijf gekregen: het ‘bouwen van zeeschepen volgens een ontwerp, afkomstig van
een werf komt betrekkelijk zelden voor. De orgai4’sa-
tie van den ‘bouw van een ‘schip ‘wordt besproken, en
de kostprijs voor ‘zeven verschillende scheepstypen
geanalyseerd. Ook wordt voor ‘drie werftypen de kost-
prijs gesplitst in materialen, bonen en algemeene
onkosten. N’a ‘het begrip ,,grensprijs” te ‘hebben ‘aan-
gestipt wordt ‘het karakter van ‘den scheepsbouw in

hedrijfseconomischen zin samengevat.
Bij de behandeling van ‘de jaren v66r den oorlog

(1905

t/m. 1914) wordt allereerst geconstateerd, ‘dat
rijke factoren ten gunste van onze werfindustrie aan-
– naast een groeiend schcepvaartbedrijf – 3 ‘belang-
wezig waren: goedkoope grondstof (scheepebouwstaa’l
van Duitsche herkomst), een l’a’ger loonnii’eau dan in
Engeland en Du’itsohlan’d, en de aanwezigheid van
geschoolde arbeidskraghten. Toch vond in die periode
ruim 40 pOt. van ‘den aanbouw voor Nederlandsche
rekening niet hier, maar in het ‘buitenland plaats,
omdat de uitbreiding van onze werfcapaciteit, geen
gelijken ‘tred hield met den groei van onze koopvaar-dijvloot. Niettemin waren onze werven over het alge-
meen goed bezet met loonen’d werk, en de afgeleverde
tonnenmaat steeg regelmatig. Ook het reparatiebe-
drijf en ‘de ‘bouw van hinnensdhepen (vooral van
sleepschepen voor de Rijnvaart) ‘kwamen tot ‘bloei.
In de oorlogsjaren en ‘de eerste jaren ‘daarna (1915
t/m. 1922) werd onze werfcapacitei’t aanzienlijk uit-
gcbrei’d. Ook onze relaties met ‘buitenlandsohe, vooral
N’oorscshe, opdrachtgevers dateeren uit ‘dien tijd. De
gevestigde ondernemingen konden haar financieele
positie aanzienlijk versterken.
In ‘de volgende negen min of meer ,,normale”
jaren (1923 t/m. 1931) vertoonden alleen ‘de tank-
vaart en de Indische ‘lijnen teekenen van groei. Deze
zijn ‘dan ‘ook de voornaamste opdrachtgevers voor
onze wer±’in’dustrie geweest. Beide gingen in deze
periode meer en meer •over tot den dieselmotor, even-
als ‘de schepen zèlf ‘in ‘dec regel van Nederlan’dsch
fabrikaat. Daaruit volgt reeds, dat )hier – in het
algemeen – aan geschoolde arbeidskrachten geen ge-
brek was. Ook de prijzen voor scheeps’bouwstaal waren
hier t.o.v. het buitenland in ons ‘voordeel. Het loon-
niveau was van minder belang dan vd6r den oorlog;
outi’llage en ‘organisatie gingen veel meer ‘gewicht in
de schaal leggen.

Nederland was tegenover ‘het buitenland op scheeps-
bou’wgebied concurreerend. De productie der voor-
naamste werven was ‘ongeveer tweemaal zoo ‘groot als
v6(‘)r den oorlog, maar ‘ook het pro’ductievermogen was ‘dermate uitgebreid, dat de bezetting gemiddeld
slechts 60 pCt. van ‘de vooroorlogsche was. Ook was
de bezetting veel onregelmatiger. De jaarlj’ksche pu-
blicaties van ‘het Centraal Bureau voor de Statistiek
maken ‘het ‘mogelijk om van ‘de productie’der ‘geheele
werfindustrie, met inbegrip ‘van het reparatiebedrijf,
een anziyse te geven. Het
blijkt,
dat, naar de waarde,
zoowel de zeescheeps’bouw als het reparatiebedrijf elk van ‘dec totaa’loinzet voor 1923 t/m. 1931 leverden.
De ‘depressie in de zeescheepvaart wordt •geïllus-
ti-eerd ‘door het verloop van de ‘varende en de opge-legde scheepsruim’te, van ‘het ‘geladen havenverkeer,
en van ,,frei.ghts” en ,,ti’nie charters”. Onze scheeps-
bouw ‘ondervindt ‘daarvan ‘den terugslag, ‘ zooals ‘blijkt
uit het verloop van ‘de tonnage in aanbouw. Behou-
‘den’s enkele uitzonderingen staat ‘de vernieuwinig van
onze
koopvaardijvloot
gedurende 5 jaren ‘geheel stil.
De bezetting van onze werfindustrie is dan. •ook ‘tea
eenenmaJe onvoldoende; alleen de Nederlan’dsche
Scheepsbouw Mij. in Amsterdam maakt een uitzonde-
ring. ‘Gelukkig vertoonen alle
lijnen
sinds 1932/’33
eenig herstel, de tonnage in aanbouw in den aller-
laatsten tijd ‘zelfs een krachtig ‘herstel – al ‘blijven
wij nog onder het ‘depressiejaar 1924.

In ‘het laatste hoofdstuk worden ‘de vooruitzichten
uitvoerig besproken.
Voor ‘de werfindustrie is ‘de ‘beantwoording van de
volgende technische vraag van ‘het allergrootste be-
lang: zijn ‘de verv’oerkosten per ‘ton lading voor thans
gebouwde schepen ‘lager clan voor tonnage die 5 of
meer jaren ‘oud is? en zee ja, ‘in ‘hoeverre is dit van
‘doorslaggevende beteekenis voor het scheepvaart-
bedrijf?
Er wordt aangetoond, dat deze vraag voor de
aigemèene vrachtvaart en de tan’kvaart zonder voor-
behoud ‘bevestigend ‘beantwoord moet worden. Dank
zij gedaalde bouwprjzen en techuishe vorderingen
heeft de jongste tonnage een voorsprong op oudere.
Bij de lijn’vaart (waarin het grootste gedeelte van

t’

20 Mei 1936

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

379

onze koopvaardijvloot emplooi vindt) zal vlootver-
nieuwing eerder op grond van ‘gewijzigde economische
omstandigheden noodzakelijk zijn. De groote oliemaatsohap’pijen blijken den bouw van
nieuwe schepen zelf te kunnen financieren. Ondanks
(ten steun van de BENAS kon onze algemeene
vraehtvaart nog geen loonend peil bereiken, en de
juist hier zoo
noodzakelijke
vlootvernieuwing bleef
geheel achterwege. Ook menige lijnreederij heeft het
moeilijk; de oorzaak zal ‘hier, bhalve in teahnisoh
of economisch veronderd materieel, mi’ssdhien 66k in
te h’ooge algemeene onkosten gezodht moeten worden,
met als begeleidend verschijnsel veel te dure opvat-
ti’ngen hij den bouw van nieuwe schepen.
Wanneer de urgentie van hervatting eener normale
vlootvernieuwing vaststaat, dan kan langs ver’shil-
lencie wegen een voorzichtige ‘schatting gemaakt wor-
den van •de tonnage, die ‘gemiddeld per jaar moet worden gebouwd om de zeer gedaalde sterkte van
onze koopvaardijvloot te handhaven. Er is alle reden
om ‘aan te nemen, dat die bouw ‘in het eigen land
zal plaats vinden. Daarnaast zijn ‘de ‘kansen ‘op bui-
tenlandsdhe opdrachten voor onze werven van ‘het
allergrootste belang. Onze positie op ‘de internationa-
le markt, z’ooais ‘die zich ‘gedurende ‘de aatste 10 jaren
ontwikkeld ‘heeft, wordt uitvoerig nagegaan.
Tenslotte wordt onderzocht, op welke wijze onze
scheepsbouwnijverhei’d ‘zich aan ‘gewijzigde omstan-digheden aanpast. In verschillende opzidhten ‘komt er
steeds meer samenwerking, althans tussehen de groo-
tere werven. De Nederland’snhe Vereeniig’de Sdheeps-
bouw Bureaux zijn belast met ‘teekenwerk en acquisi-
tie van bu’i’tenlandsehe orders op ‘het gebied van
marinelbouw ten behoeve van eenige groote werven.
e N.V. Scheepsb’ouw’be’iangen, onlangs opgericht,
‘beoogt een rogeling van de productie-capaciteit onzer
geheele werflndu’strie.

Nederlandsch kapitaal in Indië.

Aan ‘de door ‘den ‘heer Oh. J. I. M. Welter op
7
Mei

ji. uitgesproken rede voor de .Taarlij’ksdhe Algemeene
Ledenvergadering van den On’dernemersraad voor
le’der’lanjdsch-I’ndië ontieenen wij het volgende:
Aan de ontwikkeling van de bodemrjkdommen van
Indië heeft ‘het Nedeilaivdsc’h kapitaal op ‘bevreditgen-
de wijze aandeel genomen. Naar matige taxatie zijn
ongeveer
3
inill’iard gulden Nederland’sch ‘tegen 1 mii-
hard gulden vreemd kapitaal belegd in ‘ondernemin-
gen van land- en mijnbouw. Het heeft op groote
‘schaal bijgedragen aan den op’b’loei en de ontwikke-
ling van Indië tot een modernen staat en een crisis
van den omvang en ‘de ‘diepte van de tegenwoordige
was noo’d’ig om ‘zijn ‘zege’nrijke werking te verstoren.
Tan
economisch en politiek standpunt beschouwd,
iS
het van groote ibeteekeni’s ‘geweest, dat Necl’edandsdh

kapitaal een ‘overwegende rol heeft gespeeld hij cle
ontginning van Indië’s ‘b’o.deinrij lQciom’men.
Ik iheb daarover een’i!ge
cijfers
verzameld, betrek

king hhbe.nd op de voornaamste producten van land-
en, mijnbouw:
Suiker:
‘geheel Noderland’sch (het Chi’neesohe kapi-
taal ‘als Nederlan’dsh gerekend).
Sumatra taba,k:
geheel Neclerlan’d’seh.

Java tabak:
geheel Nederland sch.
Koffie:
3.a,va: 80 pCt. Neclerlartidsch; Buitengewes-
ten:
62%
pOt. Nederlandscl.
Thee.
Java:
76
pOt. Nederland.s’eh; Sumatra:
33

pOt. Noderlanidsch.
Rubber:
Java: 58 pOt. Nederlancl’sch; Sumatra: 35
pOt. Nsderiancisoh.
Oliepalmcultuur:
70
pOt. Nederl’an’dsch.

Vezelcultuur:
60
pOt. Nederla’ndsch.
2’i’n,:
geheel Nederl’andsch.
Aardolie:
66
pOt. Nederlandsch.
Deze situatie brengt mede, dat Nederland en Ne-
erland’soh kapitaal een in’vl’od’ van ‘beteekenis heb-
ben ‘op de ‘voorziening in ‘de behoefte der wereld aan
een ‘aantal belangrijke producten. He’t kan met vol-

rioen’ing worden ‘geoonstaterd’, dat die situatie en die invloed te ‘danken zijn aan :het inzicht en niet minder
‘aan zien moed om belangrijke Nederla’n’dsdhe kapitalen
te investeeren ii de ontginning van Indië’s ‘bodem-
rijkdommen.
Indië ‘levert
90
pOt. van ‘de wercldproductie van
kina, 80 pOt. van, de kap’ok, ’80 pOt. vaas de peper,
37
püt. van de r’ubber,
24
pOt. van de copra,
23
pOt. van
de vezels,
16
pOt. van ‘de thee’, 15 pOt. vaas ‘de ‘olie-
pafm’producten, 5 pOt. van ‘de koffie, ‘van de sui’ker
vroeger 11 pOt., ‘than’s he’l’ans nog maar 5 pOt., 18 pOt.
van de tin,
3
pOt. van ‘de ‘aardolieproducten.
Het mag wel een’s gez’agd worden, ‘dat de contrôle
van een belangrijk deel ‘der genoemde wereldmarkt-
producten aan Nederland een positie verleent in het
economisch wereldbeste’l, die veel gèwi’ohtiiger is ‘dan
men vaak geneigd is aan te nemen en ook een ‘grooter
invloed ‘op ‘den loop daarvan uitoefent ‘dan waarvan
‘het Nederilandsohe vo’lk in zijn ‘overgroote ‘meerder-
iheid’ zich bewust is.

De zichtbare suikervoorraden in de wereld.

De zichtbare voorraden per 1 April zijn volgens C. Czarnikow:

1936

1935

1934

tons

tons

tons

Duitschland …………..
1.086.000

1.058.000

953.000

Tsjecho-Slowakije ……..
338.000

378.000

330.000

Frankrijk …………….
716.000

743.000

544.000

Nederland…………….
253.000

273.000

331.000

België ………………
175.000

156.000

157.000

Hongarije…………….
82.000

82.000

93.000

Polen………………..
298.000

301.000

299.000

U.K. Geïmp. suiker ……
289.000

254.000

435.000

Binneni. ,…….
117.000

169.000

128.000

Europa….. …
3.354.000 3.414.000 3.270.000

V.S. Alle havens ……..
244.000

558.000

446.000
Cubaansche havens

474.000

670.000

569.000
Cuba binnenland……….
1.650.000 1.720.000 1.240.000

Java ………………..
949.000

1.611.000 2.491.000

Totaal……
6.671.000 7.973.000 8.016.000

‘INGEZONDEN STUKKEN.
HET VASTE LASTEN-ONTWERP EN ZIJN
CONSEQUENTIES.

De Heer A. J. A. Rikkert schrijft on’s:
In het nummer van 15 April
1936
van Economisch-
Statistische Berichten schrijft Mr. J. Wilkens over
‘het z.g. vaste lasten-ontwerp en
zijn
consequenties.
Met het schrijven van ‘hetgeen hier volgen zal, wil
ik mij niet mengen in ‘de ‘discussies ‘omtrent ‘het hier-
‘boven bedoelde wetsontwerp. Bedoeling is ‘slechts den
vinger te, leggen ‘op eenige beweringen van ‘den ge-
achten schrijver, die, ‘hoewel verband hou’dende met
het vaste lasten-ontwerp, toch geheel los daarvan
kunnen w’orden beschouwd.
Mr. Wiil’ken’s zegt ‘dan, ‘dat ‘het oorspronkelijk vaste
lasten-ontwerp de realiteit accepteerde van twee za-
ken, waarvan ‘in dit verband slechts één onze ‘belang-
‘stelling heeft, ni. ‘de meening, dat ‘de bereikbare aan-
‘passing ‘der
huren
niet genoegzaasn langs normalen
weg verkregen zou worden.
Iets verderop ‘zegt Mr. Wilkens, dat het woning-
apparaat in Nederland’ meer dan groot genoeg is en
wie op zijn wonin,gbudget ‘moet bezuinigen, kan in
iedere ‘Isuurkiasse beneden ‘de ‘zijne een iets ibeshei-
‘detier woonruimte vinden en nog weer iets verder
lezen wij: ‘het is natuurlijk een ‘belanigrjik ‘ding, dat
er in Nederland z’oo goed al’s geen krotwoningen be-
staan.
Het zijn ‘deze punten, welke mij ertoe nopen het
volgende ‘onder ‘de ‘aandacht van de lezers te brengen.
De ‘schrijver betoogt o.a., ‘dat de Regeerin’g in
haar Memorie van Antwoord geen gegevens verstrekt
omtrent de plaats gehad hebbende ‘huurdaling in
alle
1)
huurkla’ssen. ,,Want”, zoo schrijft Mr. Wilkens
,,aivorens ‘in de’ze materie te gaan ingrijpen mag men
toch eigenlijk wel precies ‘de ‘gegevens kennen, welke men wil gaan ‘ordenen.”

1),
Outs. ‘van mij, R.

380

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Mei 1936

Omtrent dit onderdeel van het vraagstuk heeft
de Regeering in haar Memorie van Antwoord gezegd,
dat haar geen concrete gegevens ten dienste staan en
dat deze zonder een omvangrijk en tijdrooven’d onder-
zoek ook niet zouden kunnen worden verkregen.
H’iertegen’over beweert Mr. Wilkens, •dot alle be-
kende gegevens eerder in de richting wijzen van een
veel te snelle daling van de huren, dan op een al te
trage aanpassing op dit ‘gdbied. Hij memoreert dan
verder, dat ‘de Hoofdinspecteur voor de Volkshuis-
vesting theeft gezegd, dat de aanibouw van nieuwe
woningen de laatste jaren in een veel ‘sneller tempo
ging dan de behoefte nood’ig maakte en zegt dan:
,,Logish gevolg van het snel toenemende woning-
aanbod: huurverlaging, eerst in ‘de duurdere, geleide-
lijk ook in de goedkoope’re en goedkoopste huur-
klassen”.
1)

Tot staving van deze uitspraak geeft hij dan een
overzicht van het sterk toenemende aantal te ‘huur
slaande woningen te Amsterdam sedert eind Novem-
ber 1934.

Hierin ligt de eerste fout van Mr. Wil’kens. Hij
meent nl., dat door ‘het inderdaad belangrijk ‘grooter
geworden aantal thuur’staan’de woningen ‘in ‘de lagere
en laagste huurgroepeu de huren zouden zijn ge-
daal’d. G’eneraliseeren’d zegt ‘hij zelfs, dat alles op een
veel te snelle ‘daling ‘der huren wijst.
Ik wil daartegenover andere ‘gegevens stellen. De
Woningdienst te Amsterdam ‘heeft onlangs een onder-zoek ingesteld naar de eventuee’le beweging der huren
van woningen, welke door de bewoners zijn verlaten
en daarna ‘weer verhuurd zijn.

Het betreft ‘de woningen, waarvan de bewoners
zijn verhuisd naar een tweetal nieuwe wijken. De
verhuizing naar het eene ‘complex ‘had voor de ver-
laten woningen het volgende resultaat:

Maandhuur in guldens
Stijging (+)
of
daling
der huur na weder verhuring
Van
Tot beneden


20.-
+
1.1
20.-
22.50
4.

3•3
22.50
25.-
+
3.9
25.-
27.50
4- 0.9
27.50
30.-

0.3
30.-
32.50
1.5
32.50
35.-

3.8
35,-
37.50

5.3
37.50
40.-

6.5
40.-
42.50

6.1
42.50
45._

7.1
45.-
47.50

6.9
47.50
50.-

7.9
50.- 55.-

8.1
55._
60.-

6.0
60.-
en meer

7.9

Samen (Gemiddeld)

– 5.4

De verhuizing naar het an’dere complex ‘had voor de verlaten woningen het volgende resultaat:

Weekhuur in guldens

Stijging (+)
of
daling (-)
der huur na weder
Van

j Tot beneden

verhuring

+35
5.-
5.50
+
1.7
5.50

+
0.8
6.-

6.50
+
0.1
6.50

7.-

1.3

7.50

2.2
7.50


4.0
8.-
en hooger

5.3

Samen (Gemiddeld)

1
– 2.6

Het blijkt dus, ‘dat de wonntgeu, welke verlaten
werden doordat de bewoners naar het eerst ‘bedoelde
complex verhuisden, bij de verhuring, voor zoover
betreft de woningen met huren tot beneden de

1)
Curs. van mij, R.

f
27.50, ‘d.ti.
f
330.- per jaar ‘of
f
6.30 per week, ge-
micideld nog werden verhoogd. Daarboven had in alle
huurgroepen een verlaging der ‘huren plaats.
Bij
‘de woningen, welke vrij kwamen door vertrek naar ‘het
tweede complex, lag de grens ‘bij
f
6.50.
Maar niet alleen voor Amsterdam zijn ‘de ‘gegevens ‘besdhrikbaar, waaruit blijkt, dat Mr. Wilkens ten aan-
zien van ‘de thuurveranderingen in ‘de lagere ‘huur-
klassen ‘dwaal’t.

Als ‘bijlage bij ‘de Maandcijfers van het Sta’ti’stisch
Bureau der Gemeente “s-Graven’hage No. 1 (J’anuari
1936) is nl. een rapport gevoegd van een ‘onderzoek
naar ‘de wijzigingen in d’e ‘huren ‘van woningen bij
verhuizing en vestiging ‘binnen de Gemeente in 1935.
Daaruit blijkt o.a. het volgende:

Jaarhuren in guldens

Verhoogde

Verlaagde

huren

huren

Van

Tot beneden In
u1
0
van de gecontrôleerde
gevallen in
1935

208.-

18.6

29.5
208-

250.-

20.7

37.5
250.-

300.-

19.8

45.1

In niet minder ‘dan rond één vijfde van het aantal
gecontroleerde gevallen ‘bleek ‘de huur van woningen,
met ‘huren van ‘beneden
f
300.- per jaar, ‘bij wisse-
lin’g van ‘bewoner nog te zijn verhoogd.
Uit een berekening van het gemiddelde over alle
gecontroleerde gevallen in ‘de ‘drie ‘laagste huurgroe-
pen ‘bleek het volgende:

Jaarhuren in guldens

Stijging (4-)
of
daling (-)
der huur bij wisseling van
Van

Tot beneden

bewoner in
1935

208.-

– 1.1
208.-

250.-

– 1.3
250e- ‘

300.-

– 2.6

In Den Haag was ‘de ‘huur ‘du’s wl gedaald, maar
wat ‘beteekent ‘een ‘daling van 1 á 2 pOt. op een huur
van (bijv.
f
4.- per week? Mag hier wel gesproken
worden ‘van een ,,veel te snelle daling”?
Thans het tweede punt, waarop wij’ Mr. Wilkens
zouden willen wijzen, ul. ‘het al of niet ‘groot genoeg
zijn van wat ‘hij noemt het wonin’ga’pparaat in Neder-
land. Z’ooals ‘hierboven reeds is gezegd, meent hij,
dat, wie ‘op zijn wonin’gbu’dget moet ‘bezuinigen, in
iedere ‘huurkla’s’se beneden de
‘Zijne
een iets ibeshei-
dener woonruimte kan v’indn.

De materie, die Mr. Wil’kens ‘hier ‘behandelt, be-
staat uit twee ‘deelen, nl. het
wonen
en het
huur be-
telen.
Mr. Wi’lkens ‘heeft slechts belangstelling voor
‘het laatste.
Zijn
blik blijkt n’iet verder te reiken ‘dan
de financieele ‘zijde van het woningvraagstuk. Maar
er
is
nog een andere ‘en wel ‘de sociale zijde. En ‘deze
zijide mag, evenmin al’s de financieele zijde, uit ‘het
oog w’ord’en verloren. Ik ‘ben mij er volkomen van
‘hewust, ‘dat het ‘gevaar ‘groot is, ‘dat de subjectiviteit
een ‘groote ro’l kan ‘s’pelen ‘bij ‘de Ibepaling wat uit een
sociaal oogpunt rpodzakeljk ‘is. Maar het lij’dt geen
twijfel, dat ‘het geenszins eeii overdreven ei’sch is,
wanneer verlangd wordt, dat – ook voor ‘hen, ‘die
geen groot inkomen ‘hebben – een woonkamer aan-
wezi’g is, waarin niet ‘ook geslapen moet worden en
dat voor de ouders en voor ‘de volwassen zoons en
‘doohters ‘afzonderlijke •slaapruimten aanwezig zijn.
Welnu, indien in
iedere
‘huurklas’se, zooals Mr. Wil- ‘ken’s zegt, ‘dus ook in de ‘huurklassen waar ‘de minder
met aardsche goederen bedeelde moet wonen, vol-
doende leege woningen aanwezig zouden zijn, en ‘di’e
bovendien aan de opgesomde eischen voldoen, ‘dan
zou Mr. Wil’kens ‘gelijk ‘hebben. Maar dat i’s nu juist
geen’szins het ‘geval. Om ‘dit te bewijzen gebruik ik
weer gegevens, welke door ‘den Woningd’ienst te A,m-
sterdam zijn bewerkt (an’dere staan mij momenteel
niet ten ‘dienste).
Begin October 1935 waren in Amsterdam te huur

20 Mei 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

381

1913 woningen met huren beneden
f
300.— per jaar.
In verband met de hierboven •opgesomde eishen
boden deze woningen huisvesting aan de volgende
gezinnen: 1349 gezinnen bestaande uit ten hoogste twee personen;
19 ,, ,, ,, ouders en één, volwassen
kind;
445 gezinnen bestaande uit ouders en twee volwas-
sen kinderen, en
100 gezinnen bestaande uit ouders en vier of meer
volwassen kinderen.

Het lijdt ‘geen twijfel, dat ook in andere steden
dan Amsterdam en op het platte land, ongeveer het-
zelfde versdhijnsel bestaat.
Het ‘is dus onjuist, dat in ‘iedere huurkilasse vol-
doende gelegenheid tot verhuizing bestaat.
Het derde punt is de bewering, dat in Nederland
zoo ‘goed als geen krotwoningen bestaan. Is Mr. Wil-
ken’s tot deze veronderstelling gekomen uit ervaring of vertelt hij hier een verhaaltje na, voorkomende in
een En.gelsch blad, waarin onlangs stond, dat er in
ons land geen ‘krotwonin’gen meer ‘zijn, dank zij
Dr. Coliju?

Ik weet wel, dat bij de pogingen tot bepaling wat
een krotwonin.g is, heel spoedig de subjectieve opvat-
ting van den beoordeelaar een rol gaat spelen. Maar
toch vaag ik ‘het erop Mr. Wil’kens uit te noodigen
in Amsterdam een’s rond te kijken. Ik kan hem laten
zien, wat nog wel als ,,woning” geboekt staat, maar
vat niet anders dan een krot is. Woningen zonder
privaat; woningen met een ouderwetsch privaat zon-
der deur in de eenige woonkamer of in de keuken;
woningen met trappen, die meer o ‘ladders lijken;
woningen waar nimmer zon komt; éénkamerwoningen
met twee ‘bedsteden, zonder gootsteen en zonder pri-
vaat, ens. enz. Tientallen, tot het hem verveelt. Ik
twijfel er niet aan, dat mijn vrienden in Den Haag,
in Rotterdam, in Maastridht en waar elders dan ook,
op mijn verzoek aan Mr. Wilkens ,,woningen” willen
laten zien, waarvan •ook ‘hij niet zal ontkennen, dat
het krotten zijn. Zijn het soms geen krotten, de ‘bon-
derdtallen ,,wonin’gen”, welke volgens de cijfers in
‘het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de
Statistiek maandelijks onbewoonbaar worden ver-
kla’ard? Schreef niet onlangs Jhr. Ir. M. J. I. de
Jonge van Ellemeet, Directeur van ‘den Dienst der
Volkshuisvesting en Bouwpolitie te Rotterdam in zijn
rapport omtrent de woniugtelling, het volgende:
,,Van de goedkoopste woningen (tot
f
2.50 per week)
treft men niet minder dan ruim 59 pOt. in wijk 13
(Driehoek) aan, terwijl ook de overige nagenoeg alle
in oude stadskwartieren worden gevonden; met een
cukele uitzondering zullen het dan ook wel krotten
blijken te zijn.” Mr. Wilkens leze ook eens hetgeen
in. het
Tij’d’chrift
van het Nederland’soh Instituut
voor Volkshuisvesting van eenige maanden terug
staat omtrent E’mmen.

Ik wil besluiten met aan Mr. Wilkens een drie-
ledige vraag te stellen. Hij zegt nl.: , …….voor
zoover de crisis •op gebied van het ‘onroerend goed
abnormale afmetingen aanneemt, zijn ‘het uitsluitend
de overhei’dslasten, welke ‘daarvoor verantwoordelijk
moeten worden gesteld.” Meent Mr. Wilkens nu, dat
toen de Hoofdinspecteur van de Volkshuisvesting zijn verslag over 1934 schreef en bedoelde, dat in ‘de laat-
ste jaren een
bouwwoede
‘heerschte, hij (‘de Hoofd-
inspecteur) meende, ‘dat deze ‘bouwwoede op de ver-antwoordelijkheid gesteld moest worden van de over-
‘heidslasten en is Mr. Wilkens ook niet van meeuing,
dat, indien wij geen werel’d•crisis gehad zouden heb-
ben, de gevolgen van de bouwwoede niet in bijna
even sterke mate merkbaar zou zijn geweest als thans?
Is het niet al te gemakkelijk ‘de misère bij de exploi-
tatie van het onroerend goed aan de overheidslasten
te wijten in plaats van eerst eens na te gaan of de
overproduetie met behulp van maar al te grif ver-
leende hypothecaire voorschotten wellicht daaraan ook
schuld draagt?

N a s c h r i
f t. Het schrijven van den heer Rikkert
houdt geen enkel argument in tegen ‘hetgeen wij
schreven over het huur-vraagstuk. Het bevat slechts
de gedachtengang, welke zoo t3rpeerend ‘is voor dege-
nen, ‘die met ‘de allerbeste bedoelingen ten ‘aanzien
van onbegrensde verbetering der woningtoes’ta’nden
bezield zijn, doch geen oog hebben voor ‘de funeste
sociale gevolgen van een venvaarff’oozizi’g van de finan-
cieele
zijde
van het won’iugprobleem.

Daarmee is niet alleen gemoeid het wel en wee
van huiseigenaren en ‘hypotheekhouders, maar ook
dat van practisch alle spaarders, alle pensioenge-
reehti’gden, alle verzekerden. Voor ‘het oogenbli.k is
‘dit een probleem van sociaal veel hooger orde dan
de ook thans volstrekt niet opgehouden verbetering
•der woningtoestanden.

De heer Rikker’t heeft ‘de cijfers van de leegstaan-
de woningen, ‘die wij gaven, niet aangetast. In Am-
sterdam zijn ‘deze cijfers altijd nog iets minder be-
denkelijk ‘dan in Rotterdam of in Den Haag en voor-
steden, waar ‘halve straten van prachtige moderne
vierkamer-woningen van
f
3.75 en
f
4.25 huur per
week eenvoudig niet te verhuren zijn. Men ga Ibijv.
eens kijken in de van Heurnstraat vlak achter ‘het
station Laan van N. 0.-Indië der H.S.M.
Maar ook te Amsterdam, waar de huren altijd
hooger zijn geweest, geven de cijfeiu van leegstaande
woningen per eind Februari 1936 (ons ‘bij ‘het schrij-
ven van ons artikel nog niet bekend) weer een toe-
neming juist in de laagst geprjsde categorieën te
zien. Zoo steeg het aanta’l leegstaande woningen in de groep van
f
2.50 tot
f
4.— huur per week nog
weer van 884 tot 912!

Natuurlijk zal het altijd mogelijk blijven ‘de aan-
wezigheid van krotwoningen aan te toonen, alleen
al omdat een zeker percentage van ‘de bewoners elke woning tot een krot.wonin’g zal maken. Over het ‘be-grip krotwoning behoeft er tussehen ons niet zooveel
verschil van meening te bestaan; wij hebben trou-
wens ‘de Gemeentelijke Autoriteiten van Amsterdam
voor en na ook wel hooren betoogen, dat de woning-
toestanden iii het Mekka der volkshuisvesting nu
niet zoo ontstellend ‘zijn als de beer Rikkert ons
thans wil suggereeren.

Evenzeer zal het altijd mogelijk blijven gezinnen
op te isommen, die naar een duurdere woning ver-
huizen en ‘zelfs inoi’denteele gevallen aan ‘te toonen,
waarin ‘huren w’ordn verhoogd in plaats van ver-
laagd ‘bijv. ‘omdat een bepaalde ‘buurt ‘om al of niet
verkla’arbare redenen bijzonder ‘in ‘de mode is.
Maar ‘dit alles doet niets af aan het ééne ‘door-
sla’ggeven’de feit, dat er met name in ‘de groote steden
tienduizenden ongebruikte en niet onbewoonbaar-
verklaarde woningen ‘zijn, zoodat inderdaad ieder,
die zulks helaas moet ‘doen, naar een andere woning
kan verhuizen.

Gaat men ‘dit normale tering-naar-de-nering-zetten
tegen, ‘dan wordt ‘de kapitaalvernietiging steeds groo-ter gemaakt met alle bedenkelijke gevolgen van ‘dien.
Het is een van ‘de ‘gevaarlijkste vergissingen te mee-
nen, ‘dat die gevolgen alleen van financieelen en niet
van socialen aard zouden zijn.
Daarom hebben wij gemeend tegen wettelijke for-
ceering van verdere huurdaling openlijk te moeten
waarschuwen, hoe gaarne wij willen erkennen, ‘dat
de Regeerin’g ‘de
wettelijke
‘huurverlaging voorzich-
tig tracht in te kleeden en ‘door ‘het Vaste-Lasten-
Ontwerp ‘in te dienen ‘althans ‘dit ‘goede, zij het on-
gewilde, gevolg bereikt heeft, ‘dat aan ‘de ‘bouww’oede
‘voorshands een plotseling einde is gekomen.
In zijn slotvragen stelt de ‘heer Rikkert pardoes
aan ‘de orde: ‘de oorzaak ‘der overproductie van wo-
ningen. Dit vraagstuk ‘hebben wij niet aangeroerd,
‘doch
.dat
daarbij al te gemakkelijke crediet-verstrek-
king een belan’grjke rol heeft gespeeld willen wij
gereedelijk toegeven, al ‘gaat de Overheid op dat punt
zeker evenmin Vrij uit, doordat Zij een woningbouw
bevorderd heeft boven en buiten ‘de grenzen in de

382

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

20 Mei 1936

Woningwet bedoeld. De feilen van het verleden heb-
ben wij niet ter sprake gebracht, omdat zij voor •de
Volkshuisvesting deze goede zijde hebben gehad, dat
er nu woningen genoeg zijn, en in elke categorie.
Thans gaat het echter om het nemen van de juiste
maatregelen voor de toekomst. Op grond van onze da-
gelijksohe ervaringen moeten wij ten sterkste waar-
sdhuwen tegen een stroorning om met Regeerings-
hulp ten koste van huiseigenaren en •hypothee’khou-

ders •de bevolking ‘te wennen aan voor, haar momen-
teel inkomen te dure woningen, in plaats van het

in
deze
tijden daarheen te leiden, dat het doode ka-
pitaal der leegstaande woningen weer rendabel wordt

gemaakt.
Huren zijn gedaald, of anders kan men verhuizen;
de hypot’heekrente is niet hoog en wordt noodge-
dwongen in veel ‘gevallen verlaagd: dat zijn normale
gevolgen van een crisis als de tegenwoordige. Ah-
normaal echter is, .dat de overhei•dslasten absoluut
niet aangepast worden; integendeel: eenige maanden
geleden zijn ‘de overdradht’srehten op onroerend goed
veer met 20 pCt. verhoogd. Abnormaal en onhillijk
is een gemeentelijke ordening der won.ingproductie,
waarbij overbodige nieuwbouw wordt ‘gestimuleerd
door naast andere overheidssteun ook nog de canon
lager te stellen dan normaal, in plaats van aller-
eerst voor de bestaande woningen de gemeentelijke

lasten en canons te verlagen.

Een en ander zal financieel spaak loopen met ‘de
reeds geschetste sociale gevolgen; bovendien krijgt
het bij lhet onroerend goed meer direot betrokken
gedeelte der ‘bevolking ‘het gevoel, dat
zijn
belangen

onnoodig
opgeofferd worden aan de ‘belangen van
hen, die in ‘de volks’huishoud’ing vervullen ‘den meer
populairen rol van socialen St. Nicolaas of van ‘door
‘dezeu hagiftigde, rij liet niet ‘altijd even ‘dankbare,
kinderen.

Dat is een sociaal-psychologische factor, waarmede
men op het oogenblik wel ter dege rekening moet
houden, en in ‘dit verband ook ‘k.n houden, daar de
felle onderlinge concurrentie der ‘huiseigenaren om
huurders te trekken thans automatisch zorgt voor
verbetering der woningtoestanden.

Dit alles neemt echter niet weg, dat er speciaal
‘ook voor ‘de ‘laagst geklasseerde woningen wel con-
structieve plannen mogelijk zijn. Zoo zou bijv. het
bedrag, ‘dat ‘thans noodig is voor steun aan werklooze
bouwvakarbeiders, ibesteed kunnen worden aan op-
ruiming van wat ‘de heer Rikkert betitelt als krot-
woningen, welke dan ter te werkstelling dezer a?bei-
d’ers vervangen zouden moeten worden ‘door nieuwe
woningen van een modern, maar wat eenvoudiger
type dan het thans geoorloofde.

Zou men echter blind blijven voor ‘de feiten en
zou men hijr
v
. in plaat’s ‘van zijn mid’de/len te ‘besteden
aan verbetering van bestaande woonruimte, nog eens
eenige duirenden nieuwe woningen te Amsterdam
‘bij’bouwen om ‘de gemeentelijke bouwterreinen ren-
dabel te maken, ‘dan ‘zouden wij staan voor een. vol-
komen noodelooze vergrootin’g der financieele ‘déha-
cle, want nimmer kan het landsbelang ge/baat zijn
met ‘de ‘opeenstapeling van goederen, waaraan geen

Laatstbekende noteeringen te ,msterdam en Rotterdam op
1 Mei
1936
voor
telegrafische
uitbetaling op:

Gulden per
Pari
Koers
do

EiLropa.
%
Londen *)
£

7.284
100 Mark
59.26e
59.26
4
100 Franc
9,747
9.704′
6
Brussel *)
100 Belga
24.906
24.93
2
100 Franc
6.22
6

6.234
Zürich *)
100

,,
48.-
47.91
24
100 Kronen

6.10
3

Weenen *)
100 Schilling
35.01
27.55
34
100 Pengö
43.51
29.25
,

4

Berlijn
*)
.

100 Lei
1.48
8

115
44

……..
Parijs *)

…….

100 Leva
1.79
1.80
6

Luxemburg

……….
……

Belgrado ……….
100 Dinar

3.40
5

Praag ……………
…………

Turksch
£

1.174

Boedapest

………..
Boekarest

………..

100 Drachme

1.40
7

Sofia

……………

100 Lira
13.09
11.624
5
100 Peseta
48.-
20.11
5
Escudo

0.064
44

Kopenhagen *)

100 Kronen


32.524
34

Istanbul …………
Athene

………….

Oslo *)
100

37.574
34
100

,,
._
36.624
24

Milaan

………….

100 IJsl. I(r.

32.80

Madrid

…………
Lissabon …………

…………..

Stockholm

)
…….

100 Zloty
27.90
9

27.85
5
Reickjavick

…….

Kovno (Litauen)

100 Lita

24.874
6
Riga (Letland)

100 Lat
48.-
48.-
54-6

Warschau

………

Tallinn (Estland)
100 Estl. Kr.
24.88 40.50
44
100 Finnmrk.

3.22
4
Tjerwonets
29.241 29.20
Helsinglors

…….
Moskou

………..
(10
Roebel)
Dantzig

………..
100 Gulden
27.90
9

27.80
5
.A merika.
New.York
*j
$
1.46
9

1.474
14
Canad.
$

1.47
24
Mex. Dollar

0.42
Buenos Aires ……
.Peso (papier)

0.404
La Paz (Bolivia)
8)

Boliviano
– –
Rio de Janeiro
Milreis (pap.)

0.084
34
Valparaiso ………
Peso (papier)
15
0.074
5
)
44_€

Montreal

………

Bogota (Columbia)
8)

Peso

0.824

Mexico

………..

Quito (Ecuador)


Sucre

0.14
Sol

0.374
Montevideo (lJrug.)
Peso

0.70
Lima (Peru)

…….

Caracas (Venezuela) Bolivar

0.3765 Gulden
1.-
1.004
San

José (C. Rica)
Colon


Quetzal

1.474
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.004
Managua (Nicar.)
8)

Cordoba


San Salvador.
8)
Colon

0.58
5
)

Paramaribo

…….

Azië.
Rupee

0.554
3
Gulden I.G.
1.-
1.005
4
Yen

0.424
2.85

Calcutta ………..
Batavia

………..

Dollar

0.474
Dollar

0.434

Guatemala ………

Straits Doil.
1.41
0.85
Phil. Peso
,


0.72
Teheran
4)
(Perzië)
Pahiavi

9.10
Baht

0.674

Kobe

………….
Hongkong ………

Afrika.

Shanghai

……….
Singapore

………

Kaapstad
£
-.
1.28
34

Manilla

………..

Alexandrië ……..
Egypt.
£

7.47

Bangkok ………..

‘Avztralië.
Melbourne, Sidney

.

en Bnisbane
£

5.824
24
Nieuw Zeeland
£

5.854

1
1)
Goudpeso.
2)
Milreis Goud.

S)
Not, te Adam.
Os.
not, part. opg.
Mr. J.
WILKENs

) 0ff. 0.36
vrije markt
0.09.
4)
MunteenheidRial (=een Kran.)
5)
Non.

Aanvoeren in tons van 1000 kg.

Artikelen

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

10116 Mej

Sedert
Overeenk.
10116 Mei
Sedert
Overeenk.
1936
1935
1936
1Jan. 1936
tijdvak 1935
1936
1Jan. 1936
tijdvak 1935

21.431
391.432
376.386
1.000 6.361
4.057
397.793 380.443
1.565
110.697
107.079

1.700
281
112.397 107.360
Tarwe

……………..
Rogge

………………

9.066 9.430

100

9.166 9.430
‘Boekweit
……………900
MaIs …….. ………..
11.033
278.472
‘293.693
9.079
67.185 52.178 345.657
345.871 6.008
106.798 143.564
492
7.312
17.404
114.110 160.968
27.485 53.564

20
1.460
27.505 55.024
Lijnzaad

…………..
72.223
59.744
7.272 107.302
207.279
179.525
267.023

Ger8t

……………..
Haver

……………..1.322


26.250
9.941

175

26.425
9.941
Lijnkoek ………………
Tarwemeel

…………

4
..345

1.12 3
12.966 7.322
337
3.213
2.484
16.179
9.806
Andere meelsoorten

.537
12.966 11.785
1


753 1.169
1

13.719
12.954

20 Mei 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

383

STATISTIEKEN.
BANKDISCONTO’S.

Disc.Wissels.
244 Febr.’36
Ned

’36
Lissabon
….
45
5Mei’36
2
3) Juni’32
13k

Bel.Binn.Efi.

]
Vrsch.inR.C.
3
4
Febr.
Londen ……
3
4Febr.’36
Madrid ……
’35
5
9Ju1i

Athene ……….
7

14Oct.’33
N.-York F.R.B. 141
Feb.’34

]3atavia ……….

4

1 Juli’35
Oslo

………
422Mei’33

Belgrado

……..
5
1 Febr. ’35
Parijs

……
6

6 Mei’36

Berlijn

……….
4 22Sept.’32
Praag

……
3
1 Jan.’36

i3oekarest ……..

45
15Dec.’34
Pretoria

….
3415Mei’33

Brussel ……….
2

16Mei’35
Rome ……..
44
18Mei’36

Boedapest

……
4
28 Aug.’35
Stockholm
..
25
1Dec.’33

Calcutta

……..
3 28Nov.’35
Tokio….
3.285 7
Apr.’36

Dantzig……….
5

21 Oct.’35
Weenen ……
34lOJuli’35

Helsingfors ……
4

S
Dec.’34
Warschau….
5
260ct.’33

Kopenhagen

……
422 Aug.
1
35
Zwits.Nat. Bk. 24
3 Mei’35

OPEN MARKT.

1936

16

11
1
16

4
1
9

27 Apr.!

ei

Mei

Mei

2 Mei

1935

1
3
1
18
Mei

1934

Mei
14119
~
20
12
4

i

Amsterdam
Partic. disc.
2_1/16
2
7
116
1
3
18
23
14
I’j-is
2
3
14-314
1
1
18
1
14
3
1
I8

I1e
Prolong.
2
114
1
3
14214
1
1
142
P14
2-
3
14
1
214-14
Londen
Daggd.
. .
‘I,-1
‘/,-1
‘/2-1
‘I,-I
ij-I
1/

1
II4-2
Partic. disc.
1
7!32_9116
°/32

/16
‘7Ij9Ii6
!37Ji6
11618
7(.h5J
j

411
4
_3/
4

Berlijn
Daggeld…
2218718
2
1
12-3
2715-3
1
14
2
1
14

3
1
13
3
1
18
4-51 3)

Maandgeld
211
4
3
2
3
14-3
2314-3
231
4
321
4

3_214

i/
3
_53/
4
3

Part, disc.
2
7
19
27j-3
3
32)
3
3713)
2ij

1
l,
Varenw.
. .
4-
1
14
4

1
14
4-
1
14
4_11

2)

4-114
411
4
3)

Nee, York
DageId 2)
1
1
314

3j
4
1(
4

1 18/
4
21/,
Partic.disc.
Ii,
lio Iis
li6
I16
21
4


2)
Koers van
8 Mei en daaraan voorafgaande weken t(m. Vrijdag.
2)
1
Mei
geen
not.
3)
Koers van 14118
Mei,

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel Batavia
York,
)
)
)
2)

12 Mei

1936
1.47%
7.35
59.60
9.74%
25.09
100

13

,,

1936
1.47′ 7.35%
59.65
9.75%
25.075
1908
14

,,

1936
1.4734
7.33%
59.58
9.75%
25.025
10094
15

,,

1936
1.47%
7.33%
59.53
9.75
25.01 100%

16

1936 1.47
1
%
7.34%
59.54
9.75j.
25.04
100′
6

18

1936
1.48
7.35%
59.58 9.75
25.024
100
6

Laagste d.w1)
1.47% 7.32
59.475
9.73
24.98
100%

Hoögste d.w’)
1.48% 7.37%
59.674
9.76%
25.15
100%

Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
1
34.592
100

Data
sr”id
Weenen
Praag
Bo:ka-
Milaan
Madrid

12 Mei

1936
47.85

6.13 1.10

20.19

13

1936
47.86

6.13
1.10

20.224

14

1936
47.92

6.13
1.10

20.224

15

1936
47.90

6.13 1.10

20.20

16

1936
47.90
6.14
1.10

18

,,

1936
47.88

6.13 1.10

20.20

Laagste d.w’)
47.72%

6.09
1.05
11.70 20.10

Hoogste d.w
1
)1
47.97%
27.70
6.15
1.15
11.75
20.25

Muutpariteit
48.003
35.007
7.371
1.488
13.0941
48.52

D a a
Stork-
holm
)
Kopen-
hagen5)
i
50
Hel-
Buenos-
Aires2)
Mon-
treali)

12 Mei

1936
37.90 32.80 36.90
‘T”
41%
1.48

13

,,

1936
37.974
32.85 36.95 3.25
41
1.48

14

,,

1936
37.874
32.75 36.85
3.25
41
1.47%

15

,,

1936
37.85
32.774
36.874
3.24 40%
1.47%

16

,,

1936
37.924
32.824
38.90
3.25
40%
1.47%

18

,,

1936
37.95
32.85 36.95
3.244
41
1.47%

Laagste d.wl)
37.70
32.65 36.75
3.21
40%
1.47%

Hoogste d.wl)
38.05 32.95 37.05
3.274
41% 1.48%

Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
95%
2.4878

*) Noteering te Amsterdam.
5*)
Not, te Rotterdam.
J)
Part. opgave.
In ‘t Iste of Zde No. van ieder maand
komt
een overzicht

voor van
een
aantal niet
wekelijks
opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D
0
a
Londen
($ per £)
Parijs
($
P.
lOOfr.)
Berlijn
($ P. 100 Mk.)
Amsterdam
($
p. 100 gld.)

12 Mei

1936
4,97% 6,59%
40,35
67,62

13

,,

1936
4,96%
6,60 40,35 67,61

14

,,

1936
4,96%
6,60%
40,35
67,73
15

,,

1936
4,96
17
1
32

6,59iV
,

40,31
67,69

16

1936
4,06%
6,59% 40,26 67,63

18

,,

1936
6,58K6
40,25
67,57

20 Mei

1935
4,91%
6,58%
40.24
67.65
Muntpariteit..
4,86
3,90%
23.81%
40%

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
2
Mei
1

1936
9
Mei 1
1936

1
LaagstelHoogstel
11116
Mei
1936
1

16
Mei
1936

Alexandrië..
Piast. p. £
9734

1
Athene

….
Dr. p.
521
525 523 526
526

Bangkok.

Sh.p.tical
1110
Tili
1110′

1110k

1/10

3
,

1110

Budapest

..
Pen. p. £
16%
16%
16%
16%
16%
BuenosAires’
p.pesop.,C
18.00
18;00
17.95
18.05 18.00

Calcutta
. . ..
Sh. p. rup.
116%
1/6%
1/6
3
1
32

116
5
1
1/6%

Constantin.
.
Piast.p.0
617
619 618 618 618
Hongkong
. .
Sh. p.
$
1
1
1
313Ä
113%
1/3%
114
113
25
1
2

Sh. p. yen
1123/
1

112
1
1
112
1/2%
1,2
5
1
Lissabon.

Escu. p. £
110% 110%
109% 110%
110%

Mexico

. .. .
$
pes’ £
17.90 17.90
17.40
18.40 17.90
Montevideo
2
)
d.perc
22%
23
22%
23(
23
Montreal

. .
$
per
4.95
4.98% 4.96%
4.98%
4.97%

Robe

…….

Riod.Janeir0
3

d. per Mii.
21,y
16
2%
2
21
1
2
23
1
2′,
Shanghai

..
Sh. p.
$
1/2%
1/2
1
5/
32

1/2%
1/2%
1/23.(

Singapore
..
id. p.
$
2/4
5
f
2/4
6
/
2/434
e

2/4%
2/4
5
/
3
,
Valparaiso
8
).
$per
131 133
133
134 134
Warschau ..Zl.p.
26%
26%
26%
26%
ij
Utllc.
not.
10
laten, gem. not., weiKe Imp. neooen te oelaten, zi revE.
17.02.
2)
Offic. not. 7 Apr. 39
1
/2; 4 Mei 39
5
/iE; 5 Mei
391/4;
8 Mei 39
3
(1;
9 Mei 39’s; Ii Mei
39214;
14 Mei
39
2
/16;
15 Mei
393/s;
16 Mei 39128.
3)
Id. II Mrt. 1935411
4
.
4
)90 dg. Vanaf 28Aug. laatste

export” noteering.
ZILVERPRIJS

GOUDPRIJS )
Londen’) N.Yorkl)

Londen
12 Mei 1936.. 208%

44%

12 Mei 1936…. 140,24
13

1936.. 20K6

44%

13
,,

1936…. 1401′-
14

1936.. 209.
6

45%

14
,,

1936…. 140,3
15

1936.. 207i

45%

15
,,

1936…. 140
1
1
2
16

1936.. 20%

16
,,

1936…. 1
.
403

18
,,

1936..
20%,

458%

18
,,

1936…. 14011.

20 Mei 1935.. 34% 76

20 Mei 1935…. 14118

27 Juli 1914.. 24%
1
59

27 Juli 1914…. 84110%
1) in
pence p.oz.stand.
2)
Foreign silver in $c. p. oz. line.
2)
in sh. pos. line
STAND VAN
‘i
RIJKS KAS.
Voroeringen.
1
iyiei
tajo
1

13Me1 w.o
Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De
Ne-
/
58.506.778,53
1
59.037.419,91
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten

,,

603.493,33
derlandsche Bank ……………….

Voorsch. op uit. Apr. (resp. Mrt.)
1936
a(d. gemeent. verstr. op
a. haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gein.
fondsbei., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
,,

6.299.148,44
,,

3.274.745,83
Voorschotten aan Ned.-lndi8 . ……..

,,
123.629.015,70
,,
124.274.811,10
Idem aan Suriname ………………

14.591,325,26
,,

14.613.319,27
Id
em

aan Curaçao
……………….

.



Kasvord.weg. credietverst. alh. buiteni

….
……
117.718.297,35
,,
117.737.016,15
Daggeldleeningen tegen onderpand
Saldo der
postrek.v.R(jkscoinptabelen
,,

3.000.000,-
32.234.461,34
.
,,

750.000,-
29.897.116,49
,, Vord. op het Alg.Burg. Pensioentonas
2)
– –
Vord. op andere Staatsbedrijven’)
n

12.507.189,59
,,

9.366.034,47
Verstr. ten laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)
38.447.196,24
,,

38.222.196,24

voorschot aoor ue r4eu. nanK ingev.
art.

16 van haar octrooi verstrekt


Schuld a.d.BankvoorNed.Gemeenten
f

590.283,16

Schatkistbiljetten in Omloop ………
437.803.000,

f433.578.000,

Schatkistpromessen in omloop


.106.370.000,

98.620.000,

Zilverbons in omloop ………………
1.178.979,50

1.178.180,
Schuld op uit. Apr. (resp. Mrt.) 1936
ald.

..

gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.
pers. bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm. opc. op die
bel, en op de vermogensbelasting
– –

Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.
1
)
,,

869.075,63
,

7.119.873,17
,,

759.700,86
,,

393.986,59
93.327.994,45

Schuld aan Curaçao’) ….
………….

Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.’)
Id. aan andere Staatsbedrijven
2)
,,

87.361.126,84

552.730,36
Id. aan diverse inste1linen
1)
………

..
83.179.315,98
83.170.698,17
‘) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE
SCHULD.

Saldo Javasche Bank …………………..

/
Saldo b. d. Postchèque- en Girodienst
f

442.000,-
Verplichtingen: Voorschot’s Rijks kas e.a. Rijksinstell.
,,
123.701.000,-
,,
1
Schatkistpromessen in omloop……..
n
1.500.000,-
Schatkistbilietten in Omloop ………
.
-i
..3.000.000,

Schuld aan het Nednd. Muntfonds

1.104.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank

1.349.000,-
Belegde kasmiddelen Zelfbesturen

,,

507.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

1.480.000.-
1)
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas op 16 Mei 1936
f
52.
CURAÇAOSCHE
BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.


i
Circu-
schotten,
Dis-
Diverse Diverse
Data
Metaal
latie
aan de
1
conto’s
reke- reke- kolonie
1
ningenl
ningen2

1 Aprjl

1936
4.579
4.430
333
47
586
120
1 Maart

1936
4.582 4.458
279
45
656
108
1 Februari 1936
4.600 4.308
97
46 643 82
1 Januari

193é
4.622
4.331
170
46
585
95

1 April

1935
4.480
4.480
198
81
555
244

884

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13
Mei 1936

STATISTISCH OVERZICW

GRANEN EN ZADEN
TUINBOTJWARTIKELEN
VLEESCH

TARWE
kgl.La
74RGBGaEhia
.
Lta
GERST
LIJNZAAD
BLOEM-
SALADE
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
VLEESCH

R tt

d
Blanca loco
loco Rotte loco
es
Ie soort 5)
versc ve sc
.
Astd
aa
?I
R’damlA’dam
per 100 kg.
RdamlAdam
per 2000 kg.
A’da R’damjA’dam
per 1960 kg.
St. 5)
p
Ie
ico
O
L
t
&)

J

100 Krop
.

.
per 100 kg
per 100 kg
per 100 kg.
per 000 kg. Rotterdam
Rotterdam


Ir
— –
ik

II.
0
10
f1.
0
10
f1.
°Io

f1.
Oj
fi
°Io
f1
0
10
f1.
OJ
f1.
°Io
f1.
O/
1925 17,20
100,0
13,075
100,0′
231,0
100,0
236,00
100,0

462,50
100,0


.
0

1926 15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4

360,50
77,9

.


1927 14,75
85,8
12,47
5

954
176,00
76,0
237,00
100,4

362,50
78,4


1928
13,476
78,3
13,15 100,6
226,00
97,7 228,50 96,8

363,00
78,5 26,47
100,0
2308
100,0
5,83
100,0
93,
100,- 77,50 100,-
1929
12,25
71,2
10,87
6

83,2
204,00
88,1
179,75
76,2

419,25
00,6
26,32

99,4
23,83
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,12
5
120,2 1930
9.67
5

56,3
6225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4

356,00
77,0
16,32

61,7
18,28
79,2
3,51
60,2.

108,
116,1
72,90
94,1
1931
5,55 32,3 4,55 34,8
84,50
36,
107,25
45,4

187,00
40,4
18,49
69,9
16,89
73,2
4,33
74,3
88,
94,6
48,-
61,9
1932
5,22k
30,4
4,625
35,4
77,25 33,4
100,75
42,7

137,00
29,6
16,71
63,1
11,87
51,4
3,57
61,2
61,
65,6 37,50
48,4
1033
5,02
5

29,2
3,55
27,2
68,50
29,6 70,00 29,7

148,00
32,0
14,47
54,7
9,96
43,2
1,86
31,9
52,
55,9
49,50
63,9
1934
3,67
5

21,4
3,325
25,4 70,75
30,6
75,75
32,1

142,50
30,8
11,72
44.3
8.78
38,0
2,52 43,2
61,50
66,1
46,65
60,2
1935
4,125 24,0
3,075
23,5
61,25
26,5
68,00
28,8

131,75
28.5 8,12
30,7
6,79 29,4
2,23
38,3
48,12
6

51,7 51,625
66,6

Juli

1934

3,80
22,1
3,30
25,3
71,50 30,9 78,75
33,4

151,25
32,7

——————-
———————

63,-
67,7
44,62
5

57,6
Aug.

.
4,3’7
25,4 4,27
5
32,7
83,25 36,0 93,50
39,6

159,25
34,4 63,95
68,8
43,30 55,9
Sept.

,,
4,-
23,3 4,15 31,7 77,25 33,4
93,25
39,5

145,50
31,5 63,55
68,3
42,62
5
55,0
Oct.

,
3,50
20,3 3,70
28,3
69,50
30,0
93,50
39,6

135,25
29,2
60,70
65,3
42,12
5
54,4
Nov.

,
3,50
20,3 3,45
26,4
71,25
30,8
89,25
37,8

127,75
27,6
– •

———-

53,75
57,8
44,50 57,4
Dec.

,,
3,45
20,1
3,55 27,2
76,25
32,9
91,00
38,6

134,00
29,0
53,15
57,2
44,65 57,6

Jan.

1935
3,30
19,2
3,52
5

27,0
74,25
32,1
89,25
37,8

137,25
29,7
53,62
5

57,7
45,62
58,9
3,20
18,6
3,375
25,8
68,00
29,4
71,25
30,2

124,25
26,9
51,90
55,8
47,55
61.4
Maart

,,
3,20
18,6
3,07
5

23,5
67;75
29,3
64,00
27,1

120,50
26,1



—-









51,40
55,3
51,20
66,1
April

_
4,07
5
23,7
2,95 22,6 70,75
30,6
66,75
28,0

125,00
27,0

10,81
40,8
1 1,21












48,6
3,27
56,1
51,925 55,8 50,25
64,8
Mei


4,05 23,5
2,90
22,2
59,90
25,9
67,25
28,5

125,50
27,!
8,98
33,9
7,14



—-










30,9
2,46 42,2 50,80
54,6 48,50
62,6
Juni
4,02 23,4 2,90 22,2
57,50
24,8
75,00 31,8

124,25
26,9
457
17,3
2,02
8,8
0,95
16,3
48,-
51,6
48,12
6
59,5
Juli

_
3,92
22,8 2,55
19,5
54,50
23,5 66,75 28,3

124,50
26,9
48,-
51,6
47,376

61,1
Aug.
4,25
24,7
:2,62
5

20,1
55,25
23,9
64,50
27,3

132,25
28,6












– .
44,80
48,2
52,55
67,8
Sept.
4,75 27,6
3,-
22,9
55,75
24,1
64,50 27,3

139,50
30,2















43,375
46,6
56,625
73,1
Oct.
4,95
28,8 3,35
25,6
57,75
24,9
64,75
27,4

142,75
30,9
46,O7
49,5
64,625
83,4
Nov.
4,65
27,0 3,20 24,5
55,00
23,8
59,75
25,3

137,75
29,8














42,75
46,0
56,85
73,4
Dec.

,,
5,15
29,9 3,40
26,0 56,75 24,5
60,75
25,7

146,50



—-







44,75
48,1
52,25
67,4

Jan.

1936
5,45
31,7
3,525 27,0
56,00.
24,2
63,50 27,0

153,50
33,1



—-









44,-
47,3
50,87
5

65,6
Febr.

,,
5,225
30,4 3,40
26,0
55,25
23,9
64,50 27,3

152,50
33,0

31,7


























.
43,775
47,1
48,25
62,3
Ïaart


5,225
30,4 3,50
26,8
59,50
25,7
69,75
29,6

150,00
32,4














—-







45,75
49,2 45,575
60,1
April


5,175
30,1
3,45
26,4
64,00
27,6
70,00
29,7

147,25
31,8

11,56
43,7
10,65












46,1
3,09 53,0
48,50
52,1
45,375
58,6
4 Mei
5,15 29,9
3,50
26,8
67,00
28,9
74,00 31,4

147,50
31,9
9,90
37,4

—————-

7,90












34,2
2,20
37,7

48,30
0
)
51,9
44,_6)
56,8
11

,.
5,15
29,9
3,45
26,4
63,50
27,4
73,00 30,9

148,00
32,0
8,13
30,7
7,13
30,9
1,93
33,1

50,-
7
)
53,8
44,_7)

56,8
18

,,

,.
5,10
29,7
3,45
26,4
62,00
26,8
71,001
30,1

147,50
31;9
8,76
33,1
6,83
29,6
1,16
19,9

52,-8)
55,9
44,50e)
57,4
1)
Men zie voor
de
toelichting
op
dezen
staat
de nos.
van
8, 15
Aug. 1928, 25 Febr.
1931
en 15
Febr.
1933.

‘)
Tot Jan.
1931
Hard
Winter
No. 2.
van Jan.
1931 tol 16Dec.. 1929
Van 19 Sept.’32
tot 26 Mei
tot 24Juli
1930
’33
7415kg
62163 kg
Hongaarsche
Z.-Russ.
vanaf
Van 24
26
Juli ’33-7
Mei 1930
Oct.’35
tot 23 Mei 1932
64165 kg La Plata.
74 kg
Van 7 Oct.
Zuid-Russische;
’35-18
van
Mei
23 Mei
‘3662163
1932
kg Z.-Russische.
tot 2 Oct.
1933
5)
De
No.
jaargemiddelden
2 Canada. 4)
Tol
zijn

Vervolg
STATISTISCH
OVERZICH1

MINERALËN TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEUM
BENZINE
KATOEN
.

WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
bunkerkolen,
.
Mid. Contin.
rude
Gulf exp.
.
___________
gekamde
u

ra
Australische,
HUIDEN
SALPETER

onezeefd f.o.b.
33 1m
64/66
0

$cts. per
Middiing
locoprijzen
F. G. F.
Sakella-
0.
F. No.
1
,
1erIfl,

d

rd’
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Gid. per
100
kg
R damjA’dam
per
1000
kg.
S
g.
per barrel
U.S.
gallon
New-York
rides
omra
Liverpool
oco

a
i
b

per

.
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.

f1.
01
$
O
le
$cts.
O/o
$
cts.
Oo
pence
0
/s
pence
0
/o
pence
°/o
pence
0
10
f1.
0
1
0

f1.
Olo
1925 10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926 17,90
165,7
1.89
112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3 7,27
77.8
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20.00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2 6;59
70,5
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77 59,0
13,55
58,3
12,-
41,0 3,92
41,9
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60 37,0
7,33 25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2 4,50
30,3
6,45 27,7
5,21 17,8 3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15 51,3
1933
7,00
64,8
0.45
26,8
3,61
24,3
6,75 29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50 32,2
13,26
38,2 6,18
51,5
1934
6,20 57,4 0.63
37,5
2,88
19,4
7,35 31,6
5,32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
1935
6,05
5,60
0.625 37,2 3,02 20,3
7,05
30,3
5,16
17,6
2,96 31,7
16,75
30,5
8,50 28,8
12,54
36,1
5,89
49,1

Juli

1934
6,15
56,9
0.62 36,9
2,68
18,0
7,55
32,5 5,22
17,8
2,83 30,3
17,00
30,9 9,00
30,5
11,50
33,1
6,30 52,6
Aug.
6,15
56,9
0.62 36,9
2,68
18,0
7,85
34,0 5,32
18,2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50
28,8
11,75
33,9
5,80
48,3
Sept.
6,00
55,6
0.62 36,9
2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3 2,71
29,0
15,00
27,3 8,50
28,8
12,-
34,6 5,85 48,8
Oct.
6,00
55,6
0.62
36,9 2,60
17,5
7,40
31,8
4,93
16,8
2,57 27,5
15,00
27,3
8,50 28,8
12,50
36,0 5,90 49,2
Nov.
6,10
56,5
0.62
36,9 2.53
17,0
7,40
31,8
5,42
18,5
2,67
28,6
15,00
27,3
8,75
29,7
12,-
34,6
5,95 49,6
Dec.
6,05
56,0
0.62
36,9
2,76
18,6
7,50
32,3
5,43
18,6
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
32,4
6,05
50,4

Jan.

1935
6,05 56,0 0.625
37,2
2,975 20,0 7,55 32,5 5,38
18,4
2,99
32,0
14,75
26,8
8,25 28,0
10,75
31,0
6,15
51,3
Febr.
6,05
56,0
0.62
5

37,2 2,75
18,5
7,50
32,3 5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5 7,75
26,3
10,50
30,3 6,20
51,7
Maart
5,90
54,6
0.62
36,9
2,74
18,4
6,80
29,2 4,85
16,6
2,79
29,8
13,75
25,0
7,50
.
25,4
10,25
29,5 6,25
52,1
April

,,
6,00
55,6
0.63 37,5
2,99
20,1
7,05
30,3 4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8
8,00
27,1
10,75
31,0
6,30
52,6
Mei
6,05
56,0
0.62 36,9
2,970 20,0
7,30
31,4
4,96
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
6,30 52,6
Juni
6,05
56,0
0.62


36,9
3,15
21,2
7,-
30,1
4,82
16,5
2,98
31,9
16,75
30,5
8,50 28,8
12,-
34,6
6,30
52,6
Juli
6,05 56,0 0.62 36,9
3,11
5
21,0
7,25 31,2 4,82
16,5
3,08
32,9
18,25
33,2 9,00 30,5
11,75
33,9
5,40 45,0
Aug
6,15
56,9
0.62
36,9
3,08
20,7
6,80
29,2
4,91
16,8
2,83
30,3
18,25
33,2 9,25
31,4
12,-
34,6
5,40 45,0
Sept.
6,10
56,5 0.62
5

37.2
2,85
19,2
6,40


27,5 4,95
16,9
2,63
28,1
18,25
33,2
8,75
29,7
14,50
41,8
5,50 45,8
Oct.
6,05
56,0
0.625 37,2
3,-
20,2

6,70 28,8
5,30
18,1
2,96
31,7
18,50
33,6
8,75
29,7
16,-
46,1
5,55
46,3
Nov.

,,
6,05 56,0
.

0.62
36,9
3,17 21,3
7,05 30,3
5,90 20,2
3,16
33,8
18,75
34,1
9,00
30,5
16,-
46,1
5,60
46,7
Dec.
6,05 56,0 0.62
36,9 3,39
22,8 7,05
30,3
5,91
20,2
3,15
33,7
18,50
33,6
8.75
29,7
14,25
41,1
5,70
47,5

k
n

1936
6,15
56,9
0.615
36,6
3,39 22,8
7,05
30,3
5,82
19.9
2,91
31,1
19,25
35,0
9,00 30,5
15,-
43,2
5,80
48,3
r.


6,15

56,9
0.61
36,3 3,45
23,2
6,80
29,2 5,49
18,8
2,74 29,3
19,25
35,0
9,25
31,4
15,-
43,2
5,85
48,8
Maart


•6,15
56,9
0.61
0
36,6 3,47 23,4
6,75
29,0 5,57
19,0
2,79
29,8
19,75
35,9
9,50
32.2
14,25
41,1
5,90
49,2
April

,,
6,20
57,4
0.61
5
16
3,43
23,1
6,90
29,7 5,47
18,7
2,73
29,2
19,75
35,9
9,50
32,2.
14,-
40,3
5,95
49,6
4

Mei

,,
6,20 57,4
0.61
36,6
3,392)

22,8
6,85 29,5
5,39
1
)
18,4
2,68
3
)
28,7 19,757)
35,9
9,50
7
)
32,2
13,75
9
)
39,6
6,-
50,0
II

,,
6,25 57,9
0.61
5
36,6
3,45)
23,2
6,85 29,5
5,476)

18,7
2,65
6
)
28,3
20,25
0
)
36,8
9,758)
33,1
6,-
50,0
18

,,
6,25 57,9
0.616
36,6
3,394)

22,8
6,90
29,7
.
6,-
50.0
1)
Jaar- en maandgem. afger. op
1
18 pence..°) 2 Mei.
3)9
Mei.
4
)16 Mei.
5)
6Mei.

13Mei.
7)7
Mei.
8
)14 Mei.
9
)12 Mei.
00)
5Mei.

20 Mei 1938

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

385

VAN GROOTHANDELSPRIJZEN
1)

ZUIVEL EN EIEREN
MFALEN


BOTER
BOTER
KAAS
Edammer
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland GIETERIJ-
ZINK
GOUD ZILVER
per kg
Leeuwar-
ffg
Crisis

Alkmaar
Fabrieks.. Gem. not.
Elermijn
Standaard
Locoprijzen
Locoprijzen
Londen
Locoprilzen
Londen
per
Foundry
No. 3 f.o.b.

IJZER
(Lux III) p.
Locoprijzen Londen cash Londen cash
Londen per
derComm.
Noteering
Zuivel
kaas
kI. m(merk
Roermond
p. 100 St.
Londen
per Eng. ton
per Eng. ton
Eng, ton
Middlesb.
Eng, t. t.o.b.
Antwerpen
per
Eng. ton
per ounce
fine
Standard
Ounce
Centr.

per 50kg.
per Eng. ton

?E’

0
10
“iE
fl.
010
fi.
°/,,
“TDie
“r”
/T
T
ii’
‘ï’
sh.
iT
£
0
10
ah.

1
°/o

pencel
0
10
1925
2,31
100,0

56,-
100,0
9,18
100,0 62.116
100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0
731-
800,0
671-
100,-
36.316
100,.
85/6

I100,-
32
1
1

1100,0
1926
1,98
85,7

43,15
77,1
8,15
88,8
58.1!-
93,5
31.116
85,3
290.8716
111,1
8616
118,5
6818
102,5 34.216
94,3
851-
99,5
28
11
/16
I
89,3
1927
2,03 87,9

43,30
77,3
7,96
86,7
55.841-
89,7
24.41-
66,4
290.41-
110,8
731-
100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
851-
99,5
26
3
14

I
83,3
1928
2,11
91,3

48,05
85,8
7,99
87,0
63.161- 102,8 21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5 25.5/6
69,9
851-
99,5
263116
81,1
1929
2,05
88,7

45,40
81,1
8,11
88,3
75.141-
121,9
23.5
1

63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6 24.1716
68, 8
85/-
99.5
2471
76,2
1930
1,66
71,9

38,45
68,7
6,72
73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.871-
46,6
851-
9 5
17
13
/s
55,4
1931
1,34
58,0

31,30
56,9
5,35
58,3
36.51-
58,4 12.1!-
33,1 110.11-
42,0
55!-
75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
13/4
41,6
1932
0,94
40,7

22,70
.40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8 8.121-
23,6
97.21-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.161-
27,1
1181-
138,0
127/
9

40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40,4
22.216
35.6
7.1716
21,6 131.181-
50,4
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
12417
3
14
145,8
12
3
18
385
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4 3,45
37,6
18.1416
30,2
6.1516
18,6
141.1916
54,2
401-
54,8
337
50,1
8.91-
23,4
13717
3
1
4

161,0
131(,
40,7
1935
0,49
21,2
0,99
14,85
26,5 3,20 34,9
19.116
30,7
8.1116
23,5
134.1616
51,5
3916
54,1
3318
50,2
8.101- 23,5
14212
166,3
17
11
/1
55,1

Juli ’34
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9
6.1416
18,5
142.9/-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.6/-
22,9
137(11
161,4
123/
4

39,7
Aug.,,
0,43
18,6
1,-
20,90
37,3
3,32
0

36,2
17.6/- 27,9
6.141-
18,4
139.716
53,2
401-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2
13816
162,0
13
40,5
Sept.,
0,43
18,6
t,-
18,12
5

32,4
3,31
36,1
16.101-
26,6
6.516
17,2
137.171-
52,6
3916 54,1
3216
48,5 7.171-
21,7
1411-
164,9
13
1
/8
40,9
Oct. ,
0,43
18,6
1,-
17,37
31,0 3,95
43,0
16.31-
26,0 6.61-
17,3
137.1916
52,7
3916
54,1 3216
48,5
7.71-
20,3
141110
165,9
14
43,6
Nov.
0,47
20,3
1,-
87,-
30,4
4,525
49,3
16.1116
26,7
6.81-
17,6
139.81-
53,2
401-
54,8
3216
48,5
7.716
20,4
139(64
163,2
14
7
/8
46,3
Dec..
0,54
, 23,4
0,95
15,12
5

27,0
4,07
44,3
16.161-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
3916 54,1
3411
50,9
7.416
20,0
140164
164,4
14
11
/16
45,7

lan.’35
0,58
25,1
0,90
14,95
26,7
3,12
5

34,0
16.191-
27,3
6.5!-
17,2
138.11/- 52.9
3916
54,1
3416
51,5
7.61’6
20,4
1411104
165,9
1481
4

45,9
Feb. ,
052
22,5
0,95
14,37
5

25,7
3,20
34,9
16.41-
26,1
6.41-
17,0 136.81-
52,1 3916 54,8
3416
51,5
7.316
19,8
14218
166,9
14
13
( 6
46,1
Mrt. ,,
037
16,0
1,025
13,30
23,8
2,74
29,8
16.81′
26,4 6.716
17,5
124.516
47,5
381-
52,1
33(9
50,4
7.-1-
19,4
14715
172,4
15
3
14
49,0
Apr..
0,37
16,0
1,08
11,50
20,5
2,316
25,2
18.81-
29,6
7.516 20,0
131…/6 50,0
3816 .2,7
3316
50,0 7.111-
20,9
14415
168,9
181116
56,6
Mei ,
0,34
14,7
1,10
11,85
21,2
2,38
5

26,0
20.-!-
32,2
8.616
22,9
135.516
51,7
391-
53,4
3316
50,0
8.1516
24,3
142134
166,4
20
62,3
luni ,
0,41
17,7
j,Q75

11,95
213
2,41
5

26,3
18.161-
30,3
8.1116
23,5 136.5/6
52,0
3916
54,1
3316
50,0
8.111-
23,6
14116
165,5
19/
61,1
juli

,
0,44
19,0

12,37
5

22:1

2,54
27,7
18.101-
29,8 8.131-
23,7
140.1116
53,7
3916
54,1
3316
50,0
8.101-
23,5
140110
164,7
180/1
57,0
Aug.,
0,46
19,9

15,10
27,0
3,31
6

36,1
19.15/-
31,8
9.1l(-
26,2
135.12/6
51,8
401-
54,8
3316
50,0
8.1816
24,7
14014
164,1
17
7
/
55,6
Sept.,
0,58
25,1
0,97
20,25 36,2
3,16 34,4
20.1016
33,1
9.1416
26,7
135.4j6
51,6
3916
54,1
3316
50,0 9.81- 26,0
1411-
164,9
17116
54,7
Oct. ,
0,65
28,1
0,89
19,875
35,5 3,95
43,0
21.3/6
34,1
11.3/-
30,6
136.87/6
52,3
3916
54,1
3316
50,0
10.-(6
27,7
14118
165,7
17618
54,9
Nov.,
0,59
25,5
0,94
26,90
30,2 4,69
51,1
21.216
34,0
10.1516
29,6
135.13/6
51,8
4016
55,5
3316
50,0 9.161-
27,1 141134
165,3
17
9
(1&
54,7
Dec..
0,57
24,7
0,95
15,80
28,2 4,60
50,1
21.2
1
‘6
34,0
10.1-6
27,5
132-16
50,4
411-
56,2
3316
50,0
9.21-
25,2
141/1
165,0
151,6
47,7

Jan.’36
0,57
24,7
0,95
16,80
30,0 4,04
44,0
120.1616
33,5
9.61-
25,5
125.616
48,0
411-
56,2
3316
50,0
8.1516
24,3
140111

.164,8
12
37,4
Feb.,
0,61
26,4
0,925
17,37′
31,0
3;375

36,8
121.316 34,1
9.131- 26,5
123.816
47,1
41/-
56,2
336
50,0
9.316
25,4
140110
164,7
11
13
/16
37,2
Mrt.,
0,46
19,9
1,04
17,70
31,6
2,69 29,3
(21.12/6

.
34,8
9.1916
27,3
127.1216
48,7
411-
56,2
3316
50,0
9.131-
26,7
1141/-
164,9
11
03
/
1

36,8
Apr.,
0,44
19,0
1,028
16,82
5

30,0
2,49
27,1
/22.5/6
35,9
9.14/-
26,6
125.171-
48,1
41′-
56,2
I
.33/6
50,0
9.31-
25,31140(94
864,7
12
1
1
37,7
4 Mei,
0,44
9
)
19,0
t,-
18,75″
33,5 2,22
8

24,3
1-
36,4
9.14/-
26,6
1126.5(6
48,2
41/6
56,8
1 33/6
50,0
9.2!-
125,21140/4
164,1
l2
1
/i
38,7
,
0,4410
19,0
1,-
18,75
12
33,5
2,65
28,9
22.2(6
35,6
9.5/-
25,4
1122.8!-
46,7
41/-
56,2
1 33/6
50,0
8.15/6
124,31140/6
164,3
12
1
/4
38,1
88

,

,,
,
t,-
18,-‘
3
1
32,1
2,65
28,9
22.7/-
36,0
9.916
26,0
1123.13/6
47,2
41/6
1

56,8
1 3316
50,0
9.-16
124,9/14011
163,8
112
9
116
1

39,1
6 Sept. 1932 79 K.G. La Plata; van 26 Sept. 1932 tot 5 Febr. 1934 Manitoba No. 2
3)
Tot Jan. 1928 Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van an. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 Anierican No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei .1932 64/5 K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3
erekend uit de gemiddelde prijzen van April, Mei en Juni van het betreffende jaar. 6)2 Mei.
7)
9Mei.
8
)16 Mei.
9)
7 Mei.
10)
14Mei.
1) 1 Mei.
12)
8Mei.
13)
15Mei.

AN
GROOTHANDELSPRIJZEN.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN.

V °ENHO’ T
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
° BBE°

SUIKER
THEE
INDEXCIJFER

Kolo-
basis 7″ to b
Zwedei/’
blnnenmuur

buitenmuur
G.F.Accra
Ned.-Ind.
Robusta
Standaard
Ribbed Smoked
per

per
50 kg c.i.f.
per 100 kg
Rotterdam
Ioc
t
ie

R’dam/A’dam
Java- en Suma-
Orond
nlale
e

ard
van 4.672 M.
per 1000 stuks per 1000 stuks
Nederland
Amsterdam per
1
/1 kg.
per
per 100 kg.
trathee p.
1
/2 kg.
stoffen
dn

f
°!o
f
0
1
f
O/
ah.
°lo
f
0
10
cts.
01
Sh.
O/
0.
o/s
cts.
0
10
1925 159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,875

100,0
61,375
100,0 2111,625 800,0 18,75 100,0
84,5
100,0
100.0.
100.0
1926
153,50
96,1 15,75 101,6 19,50 102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
86.0
102.6
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62
5

90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12
5

102,0
82,75 97,9
81.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5

88,9
49,625
80,9
-110,75 30,2
150
84,5
75,25
89,1
84.8
97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8 45110 107,9
27,37′
76,3
50,75
82,7 -110,25 28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60 51,2 60,75
71,8
68.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50 50,3
46.8
46.8
1932
69,00
43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
19/6
45,9
13,-
36,2
24
39,1 -11,75
4,9
6,32
5

33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0 9,30 25,9
21,10 34,2
-12,25
6,3
5,52′
29,5
32,75
38,7
35.2
34.7
1934
76,50 47,9 8,50 54,8
10,50
55,3
1316
31,8 6,90
19,2 16,80
27,4
-13,875
10,9
4,07
5

21,7
40
47,3
34.4
32.1
1935
59,50 37,2 7,25
46,8
8,75
46,1
1315
31,6
915
25,6
14,10
23,0
-13,625
10,2
3,85
20,5
34,50
40,8
33.6 29.0

Juli’34
77,50
48,5
7,50
48,4
10,-
52,6
13111
32,7 6,92
5

19,3 16,75
27,3
-14,375
12,3
3,975

21,2 40,50
47,9
34.1
32.2
Aug.,
75,50
47,3
7,25
46,8
9,50
50,0
12110
30,2
6,87
5

19,2 16,50
26,9
-14,5
12,6
3,976
21,2
3975
47,0
33.9 31.4
Sept..
73,50 46,0
7,-
45,2
8,75
46,1
12(5
29,2 6,65
18,5 16,50
26,9
-14,5
12,6
3,725
19,9
33,50
39,6
33.1
29.5
Oct. ,
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1817
27,3 6,70
18,7 16,50
26,9
-14,125
11,6
3,52
5

18,8
32,75
38,8 32.7
21.8
Nov..
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1213
28,8 6,62
5

18,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,85
16,8
33
39,1
32.7
27.6
Dec..
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
1218
29,8
7,175
20,0
16
26,1
-13,875
10,9
3,371
18,0
34,50
40,8 32.7
28.6

35
66,00
41,3 7,25 46,8 8,50
44,7
1411
33,1
8,77
5

24,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,50
18,7
33,75
39,9
32.9
29.5
2:
,
66,00
41,3
6,75 43,5 8,25
43,4
1412
330
9,375
26,1
15,625
25,5
-13,75
10,5
3,45
18,4
32 37,9
32.4
28.9
Mrt.
59,00
36,9
7,-
45,2
8,25
43,4
1313
31,2
8,57
5

23,9
14,62
5

23,8

1
3,25
9,1
3,55
18,9
29
34,3
30.9 27.4
Apr.

60,00
37,6
7,-
45,2
8,25
43,4
13
1
6
31,8 9,15
25,6
14,50
23,6
-13,375
9,5
4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
Mei
,
57,50
36,0

45,2
8,25
43,4
1314
31,4
9,50 26,5
14,125,

23,0
-13,5
9,8 4,20 22,4
32,75
38,8
33.3 28.6
Juni

57,50
36,0 7,25
46,8

47,4
1313
31,2
9,07
6

25,3
13,875
22,6
-13,625
10,2
3,875

20,7
30,25
35,8
33.2 27.8
)uli


57,50
36,0 7,25
46,8
8,75
46,1
1312
31,0
8,-
22,3
13,50
22,0
-13,5
9,8
3,575

19,1
30,75
36,4
33.4
27.1
Aug.,
58,25
36,5
7,-
45,2
9,25
48,7
13/1
30,8 8,07
5

22,5
83,50
22,0
-13,5
9,8
3,525
18,8
32,50 38,5
33.7 27.4
Sept.,
57,75
36,2
7,-
45,2

47,4
1315
31,6
8,47
5

23,6
13,50
22,0

1
3,375
9,5
3,725
19,9
36
42,6
34.2
28.8
Oct.
.
56,50
35,4
7,25
46,8
9,25
48,7
13
1
5
31,6
9,975
27,8
13,50
22,0
-13,75
10,5
4,226
22,5 46,25 54,7
35.5 31.9
Nov.,
57,75
36,2
7,25
46,8 8,75
46,1
13/3
31,2
10,325
28,8
13,50
22,0
-3,75
10,5
4,10
21,9
39,50
46,7
35.8
31.1
Dec.
58,00
36,3
7,50 48,4
9,50 50,0
1316
31,8
10,45 29,1
13
21,2
-(3,875
10,9
4,20
22,4
39,50
46,7
35.4
30.4

Jan.’36
63,00
39,4 8,25 53,2

52,6
141-
32,9
11,12
6

31,0
13
21,2
-1
4
,
12
5
21,6
4,32
5

23,1
39,50
46,7
35.5 30.9
J’eb.
,
63,00
39,4
8,-
51,6
9,50
50,0
1413
33,5
10,625
29,6
13
21,2
-14,375
12,3
4,12
5

21,3
38,50 45,5
35.6
30.6
Mrt.
,,
64,25
40,2
8,-
58,6
10,25
54,0
141-
32,9
9,775
27,2
13
21,2
-14,5
12,6
3,92′
20,9
37,25
44,8
35.8
29.9
Apr.
,
65,00
40,7

51,6
10,25
54,0
14
1
4 33,7
9,726
27,1 13
21,2 –
1
4,5
12,6
3,975

21,2
36,50 43,2
35.6
29.8
4Mei,
65,00
40,7
.
15/
10
)
35,3
9,375

26,1
13
21,2
-14,5
12,6
3,625
19,3
378)
43,8 35.5
29.4
11

,

,
65,00
40,7
15(3
9
)
35,9
9,375

26,1
13
21,2
-/4.375
12,3
3,75 20,0
35.2 29.9
18

,

,
65,00
40,7
9,75
27,2
13
1

28,2
-14,5
12,6
1

3,626
1

19,3
,
35.5
1

30.1
Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.
1
31 zijn op goudbasis omgerekend; da Dollarnoteeringen vanaf 20April ’33 zlln in verhouding van de depraclatlo
den Dollar t.o.v. d.n Gulden verlaagd.

386

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

20 Mei 1936

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 18 Mei 1936.

Activa.
Binnenl.Wis-fHfdbk.
f
24.132.984,12
se1s,Prom.. Bijbnk.
,,

477.945,86
enz.indisc.Ag.sch.
,,

3.822.145,97
f

28.433.075,95
Papier o. h. Buiteul. in disconto

……
,,

Idem eigen portef.

f

1.078.500,-.
Af: Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.


1.078.500,
Beleeningen )Hfdbk.
f

89.558.259,761)
nc1.
vrsch.
I,Bijbnk
6.785.796,72
in rek.crt.tAgsch
op onderp.J
,,

35.482.819,73

f
131.826.876,21

Op Effecten ……
f
128.367.123,18
1
)
OpGoederen en Spec.
,,

3.459.753,03
131.826.876,211)
Voorschotten a. h. Rijk

…………….

4unt, Goud …….
f
123.602.310,-
Muntmat., Goud
..
,,
574.408.158,57

f
698.010.468,57
Munt, Zilver, enz.

,,

20.019.431,31
Muntmat., Zilver ……

718.029.899,882)
Belegging van kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds

……………………..
39.582.783,47
Gebouwen en Meub. der Bank

……..

..

4.600.000,-

Diverse rekeningen ………………
,,
7.629.469,43
Staatd. Nederi. (Wetv. 27 5’32, S. No. 221)
,,
11.958.329,12

943.138.934,06
Pasaiva.
Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds …………………….
,
4.049.884,01
Bijzondere

reserve

………………
,,
5.675.000,
Pensioenfonds

………………….

..
9.926.635,52
Bankbiljetten

in omloop….. ………

,,
764.212.530,
Bankassignatiën in omloop

……….

..

63.967,52
Rek.-Cour.
f
Het Rijk
f

56.049.154,54
saldo’s:

Anderen,,

79.635.878,-

135.685.032,54
Diverse

rekeningen ………………

..
3.525.384,47

f
943.138.934,06

Beschikbaar metaalsaldo

…………
f
359.123.459,36
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
897.808.648,-
Sc.hatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht

………………..

..

Waarvan aan
Nederlandsch

lndie
(Wet van
IS
Maart
Ii’33,
Staatsblad No. 99)………..
f
71.153.775,

Waarvan in het buitenland
……………

………..
.
12.179.907,32
Voornaaniste posten
iii
duizenden guldens.
Goud
t
Andere
1
Beschikb.
1
Dek-
Data

1
1
Circulatie1
opeischb.I
Metaal- Ikings
1
Munt

Muntmat.I
1
schuldenl
saldo
perc.

18 Mei

‘3611236021

574.408
764.2131135.749
1
359.123
80
11

,,

‘3611236021
573.713 774.971i125.806 357.494
80
25 Juli

’14
65.7031

96.410
310.4371
6.198 43.521
54

1

Totaal
Schatkist-
1
Diverse
Data
bedrag
,

1
promessen
1
ningen
het
b
°
u

tenl.
reke-
disconto slrechtstreeksl ningen
1)

18 Mei

1936
28.433
1


131.827
1.079 7.629
11

,,

1936
28.124
1


1135.307
1.079
7.531
25 Juli

1914
67.947

1

61.686 20.188
509
,
,jnuer
ue
acilVa.

JAVASCHE BANK.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
Andere
opelschb.
schulden

Beschikt
metaal-
saldo

16 Mei
’36
2
)
108.520
158.890
24.640 35.108
9

,,

1
362)
109.340 161.050
21.850
36.180

18 Apr.1936
85.055

20.437
157.390
25.539
32.320
11

,,

1936
85.054

20.950
160.271
21.684 33.222

25 Juli1914
22.057

31.907 110.172
12.634
4.842

Data
____________

b
uiten

N.-Ind.
betaalb.

1

Dis-
1

conto’s
Belee-
ningen

1

1

Diverse

1

reke-
ningen’)

1 1

kings-
percen-
1

tage

16Mei
1
36
2
)
1.410
75Ti760
10.140
59
9

,,

1
362)
1.340
74.600
9.840
60

18Apr.1936
1.331 16.631
58
10.152 1

52.7
11

,,

1936
1.195
10.158
i

53.294
13.626
58

25 Juli1914
6.395 7.259
J

75.541
2.228
44
1
1 Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

1
Bankbilj.
Other Securities
Data
Metaal
1

in
1
Bankbilf.
in BankingDisc,
and
[
Advances

1
circulatie)
Departm.

13 Mei

1936
1
205.103
424.790
1

39.500
8.826
1

12.266
6

,,

1936
1
204.460
1
422.641

41.019
448
1

11.852

22 Juli

1914
40.164
1

29.317

..
9
.

33.633

1

Gov.
1

Public
Other Deposits
1
1

Dek-
Data
Sec.
Depos.

1
Bankers
j

Other
Reservel
kings-
j
A ccounts
1
perc.
1 )

13 Mei ’36
1
89.883
1

13.331
1

83.215
1

37.003
40.3121
30,1
6

,,

’36
1

88.798 9.180
1

88.342

36.657
1 41.819!
31,1

22 Juli ’14
1

11.005 14.736
1

42.185
1
29
.
2
971
52
t00%.LICIt LVCCIVC Cli UC)W8iiV.
BANK VAN FRANKRIJK.

1
Te goed
Wis

Waarv.I Belee ‘Renteloos

1
buite
e
nl
j sels

buitenl.I
ningen
lcd.
Staat
Data

Goud IZilverl in
It
t


1
op het

1
voorschot

8 Mei ’36
58.030
1
6911
278

1.2931

6.209
3.200
1

,,

’36 60.768
6921
6
~
18.3411

16.140
1.297
6.262!
3.200

23juli’14

4.1041

6401

1.5411
sI
769
1

Baas v.d.
Diver-
1
1
Rekg. Courant
Data
zelfst.
sen
1)
Circulatie
Zelfst.
Parti-
amort. k.
1
Staat
amort.k.1
culieren

1 Mei ’36

5.708
2.365
1

83.988
83
1
2.252
1

6.773
17

,,

’36

5.708
2.69f
1

84.138
90
1
2.602
1

6.870
23 Juli’14


1

5.912 401
1


1

943 ‘)Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen

1
Andere
t
Data
Goud
bij
bui-

1
als goud-
1
wissels
Belee-
tenl. circ.

1

dekking

1
en
1

ningen
banken
‘fl
geldende
1
cheques

7 Mei

1936
71,0
1
19,5
5,3
4.246,8
1

53,0
30Apr.

1936
70,0
1
19,5
5,5
4.352,6
1
.
73,4
30 Juli

1914
1.356,9
1


750,9
1

50,2

Data Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
1

Diverse
ten
Activai,)
latie
Crt.
1
Passiva
7 Mei

1936
228,8
503,2
4.147,1
1

685,9
174,0
30Apr.

1936
239,6
561,6
1

4.348,0
687,7
174,3
30 Juli

1914
330,8
200,4
1

1.890,9

1
40,0
,jnuciav,.

,
VVV.
flCiitCiiUüllKSCIICllC 4 1ViI,
30apr.,
resp.
£3,
iz
mlii.
NATIONALE
BANK VAN BELGIE(inBelga’s).

Goud
.
8′
,
.
Rekg. Crt.

Data
..
1936
.S
0
VI
L.
0
,e

14 Mei
13.5251
62
1

76
160
1

40

4.266
17
869
13.
4
83
1
61

1.277

76
160 40

4.270
16
803

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data
,,Other
cash”
2)
Totaal
1

cert 1fl-
Goud-
1

In her-

I
disc. v. d.
1
In de
open
bedrag
cateni)
member
I
markt
banks

1
gekocht

29 Apr.’36
7.716,8
7.703,8
339,7
5,3

1
4,7
a2

,,

’36
7.677,6 7.863,8
342,3

Data
Belegd
in
u.
.s.
F. R. Notes
1
Totaal
1
Gestort
Goud-
1

Dek-
1
Algem.
t

Dek-
Gov. Sec.
in circu-I
Kapitaal!
kings-
1

kings-
____________
latie
1
perc.2)

1

oerc.
4
)

29 Apr.’36I
2.430,3 3.741,7
1
6.547,0
130,7

I
78,3
l


22

,,

361
2.430,3
3.748,6
6.509,4
1
130,7
78,2

41111
LatCll
WCIUCU
UW.41 UC oç,iutaist
aan ue rçeserve
DanKen
gegeven voor de overname
van het goud,
toen de $
op 31Jan.
1
34 van
lOO op 59.06 cents werd gedevalueerd.
,,Other Cash” does not lnclude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelschbare
schulden:
F. R.
Notes
en netto deposito.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.

Aantal Dis-
1

conto’s
1
1

Beleg-
Reserve’
1

bij de
1

Totaal
1
Waarvan
Data
en
gingen
1

F R.
depo-
1

time
leening.j
beleen.
1
1
banks
sita’s
1
1
deposits

22
Apr.’361

2
l

8.332
13.4 51
l
25.790
l

4.985
15

,,

’36j
6
1

8.370

1

13.426

1
4.348 4.216

1
25.683 4.958

•.uu.
0u1, Un V0000UIIU
OUflK 0fl 00 flCflS 01 flfl9
land zijn In duizenden, alle overige posten in mililoanen van de be.
treffende valuta.

Auteur