5
FEBRUARI 1936
AUTEURSRFJCTJT VOOR BEROUDEN.
Economisch~Statistischie
Beri*c’hten
ALGEMEEN-WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
–
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
21E JAARGANG
WOENSDAG 5 FEBRUARI 1936
No. 1049
COMMISSIE
VAN REDACTIE:
4
FEBRUARI
1936.
P. Lie/tinck; N. J. Polak; J. Tinbergen; F. rie Vries en
De ‘maandswisseliug heeft op onze geidmarkt niet
II. M. H. A. van der Volk (Redacteur-Secretaris).
den minste.ts invloed gehad. Geld blijft ruim aange-
–
boden, waartegenover er een gebrek aan materiaal te
Assistent-Redacteur: L. R. W. Soutendijk.
constateeren valt. Gezien de verhoudingen op de geld-
en cle valirtamark-t is De Neder1andshe Bank ertoe
Redacfie•adrcs: Pieter de iïoochweg 122, Rctterdam.
overgegaan om met ingang van heden haa
r
rente-
tarieven over ‘de geheele linie met
pOt. te verlagen.
Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplastwey.
Drie-maands hankaccepten noteerden terisi otte 1%
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
pOt., zoodat er tussohen het disconto in de open markt
–
en onze officieele rente nog voldoende ruimte is.
Advertenties voorpagina f 0,50 per regel. Andere pagi-
na’s f 0,40 per regel. Plaatsing bij abonnement volgens
tarief. Administratie van abonnementen en advertenties:
Nijgii. cf van Ditmar NV., Uitgevers, Rotterdam, Am-
sterdam, ‘s-Gravenhagc. Postchèque- en giro-rekening
l’Jo. 145192.
Abonnemantsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Wed erland f 16,—. Abonnemantsprijs Economisch-Statis-
tisch Maandbericht f5,— per jaar. Beide organen samen
f20,— per jaar. Buitenland en Koloniën resp. f 18,—,
f 6,— en f23,— per jaar. Losse nummers 50 cent. Dona-
teurs en leden van het Necierlandsch Economisch Instituut
onloangen het weekblad en het Maandbericht gratis en
genieten een reductie 07) de verdere publicaties.
INHOUD.
B17
ROTTERDAM
dooi-
Prof. Dr. N. J. Polak …………..92
Rotterdam’s financieele toestand door
M. Rooy Sr…..92
Tegenstellingen op de valutamarkt door
C. A. Klaassa
94
Steun aan de Nederlanclsch-Inclische koffiecultuur door
T. A. Ingenool …………………………….96
De havens van Antwerpen, Hamburg en Bremen in
1935
doorC.
Vermey…………………………….
97
AA-NTEEKENINGEN:
–
Staatssteun aan den Zuid-Afrikaanschen Landbouw 100
INGEZONDEN STUKKEN:
Beperking van de melkproductie en rationaliseering
van het meikveehoudersbedrijf door
Dr. Ir. M. D.
Dijt
met Naschrift door
Dr. D. Boek…………100
ONTVANGEN
BOEKEN
…………………………..
102
S
TATISTIEKEN
……………………………
103-106
Geldkoersen.
–
Wisselkoersen.
-.
Bânkstateii.
iIaifjaars schatki-stpapier 2
pOt., jaars 2% h
0/
pOt.
De rente voor call gelden is een weiig gestegen:
1 pOt. Prolongatierente 2 pOt.
* *
*
De stemming op de wisselmarkt is gedurende deze
week nog verre van rustig geweest. Men meent nog
steeds aan alle kanten gevaar ‘te zien. De Dollar, voor
welks toekomst men zioh wel voornamelijk ongerust
gevoeit, was allerwegen aanghoden. In Londen liep de
koers op tot 5.03, terwijl in Parijs een teruggang tot
14.94 plaats vond. Ook hier was het aanbod overwe-
gend, waardoor een prijsteruggang tot 1.45% plaats
vond. Het aanbod van Dollars heeft een gunstigen in-
vloed op den Pondenkoers uitgeoefend, clie tot 7.30%
opliep. Ook Fransche Franes, w’aarover men na het
bekend worden van •de verhandelingen in het Fransche
Parlement, weer wat gunstiger dadh-t, verbeterden in
koers tot 9.73%. Ponden tegen Fransehe Francs sdho’m-
melden tusschen 74.80 en 75.07, doch werden tenslotte
weder op 75 vastgehouden. De Bel-ga bleef rond ‘de
24.85. Zwi’tsersche Francs stegen tot 48.04. Marken
59.29. Voor Credietsperrmarken bleef de vraag aan-
houden, waardoor ook koersverhetering niet uithleef.
Oanadeesciie Dollars hbhen dec Amen kaanschen Dol-
lar in dezelfde mate gevolgd; sint 1.46.
Op de termijnmarkt was het tamelijk rustig, terwijl
de prijzen ‘zich practisch niet wijzigden. Gisteren ech-
ter
ra
s
er, wellicht onder den invloed van politieke
invloeden, eenige vraa.g naar Termijn ponden te be-
speuren; 1-maands deed tenslotte 2, 3-maands 7% c.
opgeld. Dollars op deze leverin’gstei’rnijnen
0
/ie
resp.
1% c. agio. Het clisagio van den Franschen Franc liep
terug tot 3 resp. 10 p.
Viin de goudmarkt valt weinig te melden. De prij-
zen lagen eerder nog iets lager: haren
f
1.649,25 voor
Amsterdam levering,
f
1.649 voor levering Londen.
Eagles 2.49, Sovei’eigns 12.32, Gouden Tientjes 10.13.
Marken bankpapier waren zeer ‘gezodht; de prijs kwam
op 42, terwijl zilveren Marken 44 deden.
92
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 Februari 1936
ROTTERDAM.
Rotterdam’s financieel ‘beheer is vastgelopen, liet
Rijk, reeds eerder en ook elders de hulp in nood, stelt
voorwaarden voor die hulp. Slechts als Rotterdam ter-
dege bezuinigt is het Rijk tot verdere bijstand bereid. Rotterdam betoogt, dat ‘het reeds zeer veel bezuinigd
heeft en belangrijk goedkoper leeft dan andere grote
steden. Maar het Rijk wil verdere ‘bezuiniging en
Rotterdam’s Gemeentebestuur getroost zich de moeite,
die op te zoeken, aan te wijzen en door te voeren.
Laat ons aannemen, dat het Gemeentebestuur erin slaagt, aan de wensen van het Rijk te voldoen en dat
het Rijk de kargeld’voorziening wil voortzetten; is
Rotterdam dan geholpen? Dan is er nog leven en dus
nog hoop. Maar welk perspectief?
Nii reeds maakt dc stad een verarmde, verwaarloos-
de indruk en schiet menige overhei’dszorg te kort.
De reeds lang ‘doorgevoerde besparingen ‘op on’dnr-
houdskosten zullen over niet te lange
tij’d
ôf de reke-
ning presenteren, ôf in toenemende mate vestiging te
Rotterdam tegenh’ouden en ‘bewoners en ‘bedrijven
verjagen.
In toenemende mate. Want thans reeds wordt ves-tiging tegengehouden en worden bewoners en bedrij-
ven verjaagd door te hoge lasten. .De belastingen en
vele ‘beclrijfstarieven zijn hier ‘hoog, sommige zijn
hoger dan in na’burige ‘gemeenten. Het is,
a:lsof
Rot-
terdam ‘de meest gezochte stad ware, die haar mono-
poliepositie ‘door ‘hoge lasten en prijzen kon uit-
buiten.
Integendeel, Rotterdam is een conglomraat zon-
(Ier natuurschoon en zonder gevestigde cultuur. Het
‘heeft geen Rijksmuseum, geen Rijksuniversiteit, geen
Gerechtshof, geen Rijksverzekeringsbank, geen Rijks-
postspaarbank, geen ‘garnizoen, geen Rijkswer’f of
legerwerkpiaats; ‘het is een grote stad zonder enig
door het Rijk of de Provincie gesticht en ‘on’derhou-
dan groot cultuurcentrum of bedrijf. Het ‘heeft geen
andere specifieke aantrekkelijkheid voor den vreem-
deling ‘dan de rivier en ‘de in hoog tempo opgevoerde
werkzaam’hei’d en energie. En ‘deze laatste ‘dreigt te
verslappen als allerlei heffingen haar werking blijven
belemmeren.
Slechts door verlaging van ‘haventarieven, van prij-
zen van electrische stroom, gas, water en telefoon, door
afschaffing van zakelijke hedrjfs’belastiug en verla-
ging van enige andere belastingen kan de achteruit-
gang van Rotterdam worden gestuit. Schepen ioeten
hier niet duurder uit zijn ‘dan in andere havens, in-
‘dustriële bedrijven moeten ‘hier niet zwaarder belast worden ‘dan in andere steden
;
inwoners moeten zelfs
de schaarste aan natuurschoon en cultuurleven ge-
coinpenseerd vinden in lagere lasten en ook de bouw
van woningen moet een compensatie vinden voor cle
noodzaak van kostbare fundering.
Om deze gron’di’ge reorganisatie ‘door te voeren, om
met kracht ‘in te ‘grijpen ter sanering inplaats ‘liet
kwaad lijdzaam te laten v’oortwoekeren, zullen enige
verdere bezuinigingen zeker onvoldoende zijn. Veria-ging van afschrijvingen en ovei4brenging van gewone
uitgaven naar ‘de kapitaal’dienst ‘baten zeker niet,
daar de toekomst dan d’e lasten ‘draagt. Afsnij’ding
van organen werkt in menig geval zodani’g verar-
men’d, ‘dat de achteruitgang er zelfs ‘door wordt be-
vorderd. Ook een ‘bezuiniging als aanvaarding van ‘de Rijks’bezoldigin’gsschaal bij het voorbereidend ‘hoger
en het middelbaar onderwijs werkt averechts, daar
men in het niet gezochte Rotterdam de beste leer-
krachten alleen
krijgt
door ze beter te ‘beta’en dan
in ‘de aangename villadorpen en cultuursteden ge-
schiedt.
Reorganisatie van Rotterdam’s financiën moet af-
doende zijn. Voor uitzonderlijke maatregelen moet
men niet teru’gsdhrikken. .
Wanneer men ‘de begroting 1936 analyseert, unt-
‘daan van zeer vele overboekingsposten, en •de bedrij-ven in d’e totale ‘begroting begrijpt, dan ‘komt men tot
het verrassende resultaat, d’at van alle uitgaven on-
geveer een ‘derde heengaat aan salaris,• loon,. wacht-
geld, pensioen en ten laste van de ‘gemeente blijvende pensioenbijdragen, ongeveer een derde aan rete en af-
lossing van schulden en ongeveer een derde aan
overi’ge uitgaven. Deze drie categorieën van uitgaven
behoren ‘hij reorganisatie verschillend te worden be-
handeld. Bij a’lle ,,overige” uitgaven en ‘de daarmede
samenhan’gen.de personeelsiasten zal men zich moeten
afvragen, of ze noodzakelijk zijn voor het voor’tbe
staan en de wederopleving van de stad. Zijn ze dat,
dan moeten ‘ze worden besteirdi’gd, anders zijn ze
object van bezuiniging. Bij ‘de personeelsuitgaven Vn-
derzoeke men voor iedere categorie, of het bezoldi-
gingspeil en de arbeid’s- en ontslagvoorwaarden vol-
doen aan de normen, welke ‘de arbeidsmarkt in deze
tijd en op ‘deze plaats te zien geeft. Onafhankelijk
van de financiële toestand van de gemeente en on-
afhankelijk van cle bestaande verhoudingen tussen
de categorieën van personeel
1),
stelle nien de bezol-
‘diging van het personeel niet lager, maar ook niet
‘hoger ‘dan het reële plaatselijke peil van ‘deze tijd.
Rente en aflossing zijn ‘dan, nadat tarieven van in-
komsten eh noodzakelijke uitgaven zijn aangepass, de
sluitpost. Moet daaraan geraakt worden, ‘dan mag
men daarvoor niet teru’gsdhrikken. Gelijk hij ie ‘leve
reorganisatie moet men dan ten ‘genoege van de
schuldeisers aantonen, ‘dat het ook voor hen ‘beter is,
met opoffering van een deel hunner rechten-op-papier,
mede te werken aan de sanering van hun schuldenaar,
dan rechten te doen gelden, ‘die den schuldenaar, en
met hem uiteindelijk ook de schuldeisers, naar. de af-
grond verwijzen.
Wellicht is Rotterdam n’iet ‘het enige overheids-
lichaam, dat, gebukt onder te zware vaste lasten, ‘de
vraag, onder liet oog heef t te zien, of het het voorbeeld
van Trontjem moet volgen en een reorganisatie zijner
schulden oftewel een accoord met zijn obligatiehouders
moet ‘doorvoeren. P.
i) Als een chauffeur overschat blijkt, dan behoeft daar-
om een politie-agent ‘toch niet mede omlaag. Toch handelt met tot dusverre zo, door uniforme ,,’kortingen”.
ROTTERDAM’S FINANCIEELE TOESTAND.
De ‘begrootirig voor 1935 werd ‘door den gemeente-
raad vastgesteld met een ‘tekort van ruim
,f
1.340.000;
‘die voor 1936 vertoonde, naar B. en W. ‘hij de in-
d’iening ‘daarvan mededeelden, aanvankelijk een tekort
van niet minder ‘dan
f
17.200.000.
Weet men, ‘dat voor ‘het tekort op den dienst van
1935
thans
op een bedrag van rond
f
5 millioen wordt
gerekend, ‘dan wordt ‘het verschil tusschen de aan-
vankelijk Ibegroote tekorten voor 1035 en 1936 reeds
kleiner.
Dit verschil wordt nog weer geringer, als men in
aanmerking neemt, dat in ‘het bedrag van ruim
f
17
millioen voor 1936 ook begrepen zij’n een afschrjving
van
f
2.200.000 op ‘in de jaren 1930-1933 ontstane
crisisschul’d, die ingevolge een wenk van Gedepateer-.
de Staten voorloopig buiten ‘de begrQoting voor 1935
werd gelaten, en een ‘bedrag van
f
5.760.000 aan ge-
pretendeer.de extra-bijdragen uit het Werklooshei’cls
suhsidiefon’ds, ter zake waarvan in de hegrooting. voor
1035 een bedrag van rond
f
2.286.000 on’der de ont.-
vangsten werd opgenomen.
Wat er overigens van ‘bedoeld verschil moge zijiii
het’oor 1936 ‘becijfeide tekort van rui
–
m
f
17 mii-
lioen vroeg de volle ‘aandacht van het College van
Burgemeester en Wehou’ders.
lIet’ bedrag van ‘di’t tekort gaf reliëf aan ‘de niet
onbekende meening van de opgetreden nieuwe. wet-
hou’ders ten aanzien van d6 houding, welké :de Re-
germg een tijdlang tegenover etzeentehijke ‘ixitgaven
ter zake van ‘de werkloosheid had aangenomel. Het
College ‘becijferde, dat voor afsdhrij’vin’g en rentebeta-
ling van ‘de ‘daardoor ontstane tekorten pen bedrag.,
vad ruim
f
7.5 miili’oen ‘gevorderd zou. worden; . het
5 Februari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
93
meende voorts, .dat aanspraak gemaakt kon worden op cle reeds vermelde extra-bijdragen uit het Werk-
loosheidssubsidiefonds tot een totaal van
f
5.760.000.
liet wees er verder op, dat de gemeente geheel alleen
had op te komen voor een bedrag van rond
f
1.8 mil-
lioe.n wegens ondersteuning van de
z.g.
crisis-werk-
loo7en, die niet inloondienst zijn.
V’oeg daarbij, •zoo zei het, een bedrag van ruim
f
1.740.000 wegens wachtgelden, waarvan de uitkee-
ring geleidelijk zal verminderen, en •de van al deze
‘huiten’gewone posten gezuiverde begrooting zou in
plaats van een tekort van ruim
f 17
millioen een
tekort van slechts
f
341.000 vertoonen.
Na deze overwegend voor ‘de Regeering bestemde
rede.ueering begreep •het College, dat de gemeente er
tenslotte wel niet zonder kleersdheuren zou afkomen.
Aan ‘het voornemen tot dekking uit eigen kracht van
het iooeven vermelde bedrag van
f
341.000 werd vast-
geknoopt die van ‘het bedrag wegens uitkeering van
wachtgeld ad rond
f
1.740.000. Ook ‘het bedrag van
f
1.8 millioen voor cle betaling van steun aan de
z.g. zelfstandige c.risis-werkiooxen zou moeten worden
gevonden, iool’ang deze uitgaven niet bij de bereke-
ning van de uitkeering uit het Werkloosheidssubsidie-fonds in aanmerking genomen mogen worden. Verder meende het College, dat er voorshands nog van moest
worden uitgegaan, dat •het Rijk voor •de regeling van
de oude tekorten geen renteloos voorschot zou ver-
strekken; voor deze rentehetaling zou rond
f
1.480.000
noodig zijn.
Indien de afschrijvingen op de oude tekorten –
met uitzondering van een Icleinen post van
f
122.880
– ongeregeld ‘bleven en de aanspraken van de Ge-
meente op de bovenvermelde
extra-bijdragen
uit het
Terklooslaeidssu
,
bsidiefonds tot een totaal van
f
5.760.000 werden erkend, zou de gemeente dus
voorshands dekking moeten zoeken voor een bedrag
van in totaal rond
f
5.5 millioen.
Daar de gemeente reeds gedurende eeuige jaren
bij het Rijk om ‘kasvoorsdhotten had moeten aanklop-
pen, stond zij onder een extra-contrôle van de hoogere
autoriteiten. Een aanvrage om kasgeld was voor den
Minister van Financiën aanleiding om op 5 October
jl. aan de gemeente te berichten, dat ‘de R’egeering zioh niet langer verantwoord achtte opden weg van
steeds verdere kasgeidverstrekking voort te gaan, in-
dien niet op zeer korten termijn ingrijpende maatre-gelen tot verlaging van •de uitgaven zouden worden
genomen.
Zij
achtte daartoe een bespreking noodig,
welke op 4 November jl. plaats had.
De Regeering gaf daarbij als Haar oordeel te ken-
nen, dat Rotterdam tot ‘dusver zeer onvoldoende be-
zuinigd had; bij de verdergaande maatregelen zou een
– inmiddels ingevoerde korting op de bonen en
salarissen van 5 pOt. op den voorgrond moeten s’taan.
De Regeering had ‘ook de gemeente Amsterdam we-
gens haar bezuinigingsarbei’d ten voorbeeld gesteld.
liet Rotterdamsche College heeft ‘daarop geantwoord,
dat ‘al moge dan Amsterdam van 1931 op 1936 op de
uitgaven voor algemeen beheer, politie, brandweer,
volksgezondheid, onderwijs en krankzianigenverple-
ging – bêhalve op den eersten post – percentsge-
wije meer ‘bezuinigd’ ‘hebben dan Rotterdam, te Rot-
terdam de werkelijke uitgaven per hoofd der bevol-
king voor die onderdeelen lager zijn dan in de hoof
cl-
stad.
Ik kan aan die vergelijking niet veel waarde hech-
ten. In Amsterdam is het ‘belastbaar inkomen per
hoofd der bevolking nu eenmaal belangrijk hooger dan
in Rotterdam, zoodat men zich daar meer kan per-
mitteeren.
Ondanks deze zijne objecstie, zette het College er
zich toe tegenover de Regeering maatregelen ter ver-betering van de begrootingspositie te produceeren. In
3anuari ‘had zij het gebracht tot een bedrag, dat
bijna
f:5.5
mjllioen beliep, het cijfer, dat an. het
Collg&:oo’k bij ‘de aanbieding der
,
begrooldvoo
ooge . h’a’d gestaan:. Daarin ‘wt.s een ‘bedrâg. ‘vak
,f
1.385.000 wegens de reeds ingegane korting op ‘de
bonen, salarissen en wadhtgelden ‘begrepen.
Inmiddels waren er schriftelijk, wat ik zou willen
noemen, harde woorden gevallen. Het College wilde
‘graag weten, welk bedrag nu eigenlijk gevonden
‘moest worden en welke maatregelen daartoe genomen dienden te worden. De Regeering antwoordde, ‘dat ‘het
bestuur van Rotterdam taak is van ‘de ‘door Grond-
wet en wet aangewecen ‘gemeentelijke autoriteiten,
temrzij die autoriteiten verklaarden daartoe buiten staat te rijn. Waarop het College reageerde met de
mededeeling, ‘dat •de gemeentelijke organen zeer wel
in staat waren de hun ‘opgedragen taak te vervullen,
indien zij ‘daarbij op den in de tegenwoordige om-
standigheden onmisbaren financieelen steun van ‘de
Regeerin’g konden rekenen. En met het beklag, dat
de hoogere autoriteiten bij de ‘beoordeeling ‘ren de
on twerp-begrooting voor 1935 tegenover het vorige
Collee scheutiger waren geweest met ‘de mededee-
ling van hare zienswijze omtrent he’tgeen er gebeuren
moest.
Al correspondeerende, liet de Regeering intusschen op 31 December jI. iets los omtrent hetgeen zij wèl en
hetgeen zij niet wilde. Verdedigbaar achtte
Zij
het de
nadeelige saldi van vorige jaren buiten beschouwing
te laten. Voor bijzondere
bijdragen
uit het Werlcloos
heidssubsidiefonds noemde Zij echter een maximum
van
f 4
millioen, terwijl het college daarvoor rond
f
8
millioen had gevraagd; de middelen van het Fonds
veroorloofden niet het toekennen van een hooger be-
drag. Ook zou niet gerekend mogen worden op een
bijdrage in de steunuiticeering aan de z.g. zelfstandige
crisiswerkloozen
(f
1.8 millioen), noch op een vrij-
stelling van rentebetaling
(f
1.480.000).
De Regeering becijferde het tekort in verband
daarmede en in verband niet de verbetering van de
begrootingspositie tot een bedrag van
f
2.950.000,
welke in dat stadium door het college was kenbaar
gemaakt, op f4.285.000. Zoodra Haar zou blijken, dat
het college nieuwe dekkingsmiddelen tot een bedrag
van
f
2 millioen aan den gemeenteraad zou voorstel-
len, zou Zij tot kasgeldverstrekking overgaan. Het
resteerende bedrag ad
f
2.285.000 ware vôôr 1 April
1036 te vinden.
Dit had tengevolge, dat het college in het begin
van Januari de boven reeds vermelde verbetering van de begrootingspositie met
f
5.5 millioen aan de Re-
geering presenteerde. Daarvan maakte echter deel uit
het bedrag van f 2.050.000, waarmede de Regeering
reeds op 31 December bij het noemen van een tekort
f
4.285.000 rekening had gehouden, zoodat als nieuwe
bezuiniging ter vermindering van laatstgenoemd
cijfer, een bedrag van niet meer dan
f
2.550.000 over-
bleef. Er ontbrak dus nog f1.735.000 aan, ten aan-
zien waarvan het College op 24 Januari jl. aan de
Regeering berichtte, dat het zijn arbeid tot verbete-
ring van de begrootingspositie voortzette.
Met liet antwoord van de Regeering van zeer recen-
ten datum – 30 Januari – neemt de corresponden-
tie, voor zoover tot dusver gevoerd, een einde.
De Regeering neemt daarin het standpunt in, dat Zij niet zou kunnen goedkeuren, dat de toeneming
van tekorten ongelimiteerd zou voortgaan en haar be-
rusten in de begrooting voor 1935 niet beteekent, dat
Zij het niveau daarvan niet te hoog achtte. Zij gaat
zich meer en meer bezorgd maken over de vraag, of
Rotterdam uiteindelijk wel in staat zal zijn liet door
‘liet Rijk als kasgeld verstrekte bedrag van ruim
f
30
mi llioen terug te betalen.
De Regeering wraakt ‘dan verschillende ‘on’derdeelen
van het dekkingsplan van het College van
f 5.5
mii-
lioen, omdat deze niet tot verlaging van uitgaven
icunnen leiden. Dit zijn: de inkomsten uit de toeken-
ning van Rijkssubsidie na een reorganisatie van het middelbaar en het voorbereidend ihooger oudenvijs
(f
100.000), de regeling van de erisistekorten door
betaling van rente en aflossing naar het annuïteits-
94
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 Februari 1936
principe, niet gelijktijdige verlaging van de afsahrij-
ving
01)
(le bezittingen van een aantal bedrijven
(f
1.500.000), (Ie rentebesparing op kasgelden wegens
een snellere verstrekking vnu voorschotten op uitkee-
ringen, uit het Werkiooheidssubsidiefonds (f 250.000),
een verhooging van het uitzonderingstarief der ‘drink-
waterleiding
(f
50.000) en het brengen van enke1e on-
derhoudsuigaveii van laatstgenoemd bedrijf naar den
kapitaaidienst
(f
50.000). Totaal
f
1.950.000, zoodat
van het dekkingsplan van het Ooliege
.f
3.550.000 als
aanvaard beshouwcl mag worden. Aan het bedrag van
f
7.235.000, dat de Regeering op 31 December als te-
kort aannam
(f
2.950.000 plus f4.285.000), ontbreekt
dus nog ongeveer de helft.
Het College zegt in haar verslag van de correspon-
dentie met ‘de Regeering, dat zij aan den gemeen teraaci
heeft gedaan, dat indien de Regeering niet tot andere
gedachten komt, aan Rare wenschen slechts door uit-
zon derlijke maatregelen zal kunnen worden voldaan.
De gemeenteraad zal zich nu met deze belangrijke
zaak gaan bezighouden.
Bij de heoorcleeling van dit tournooi tusschen het
gemeentebestuur en de Regeering, wordt men voor
vraag geplaatst, of laatstgnoemde de lijn tegenover
dc gemeente niet te strak aanhaaldt.
Is men dc opvatting toegedaan, dat de kosten vae
liet, openbaar bestuur in ons land zich ook thans nog
op een niveau bevinden, hetwelk een extra-bedreiging vo int voor liet inch reeds zoo kwijnencle economisch
leven, dan kun liet an twoorcl niet twijfelachtig zijn.
Die opvatting is cle mijne en daarom zou. ik ook een
mogelijk beroep op tekortkomingen van de Regeening
zelf ton aanzien van de kosten van het rijksbestunr
willen wraken. Vond de Regoering daarin aanleiding,
cm tegenover cle gemeenten milder te zijn, dan zou
de ellende binneulcort haast niet te overzien zijn.
Men heeft hierbij te bedenken, dat toegevendheici
tegenover een bepaalde gemeente, zonder dat deze in
een zeer speciale positie verkeert, onmiddellijk conse-
!uen.ties na zich sleept ten aanzien van tal van andere
gemeenten.
Voor ‘de bioed’transfusi’e, welke de gemeente Botter-
dam van ‘het Rijk weirischt om haar zwak gestel wat te
verbeteren, zijn immers ook tal van andere gegadig-
den. Liet bloed van het Rijlc zou spoedig beneden liet
vereiselitc nu ni mum Icoineni, zou het zich voor die
l:ransfusie beschikbaar stelde.
Rotterdam zal cbs in het algemeen in eigen huis
orde op de zaken moeten stellen. Het vinden van nog
een bedrag van rond
f
3.5 millioen aan reëele bezui-
nigingen opent echter nog geeneriei mogelijkheid
voor afsehrijving op de crisissehuld, zoodat er in de
allerniaaste toekomst nog meer zal moeten gebeuren.
Veel, waaraan waarde geheelht moet worden, zal daarbij
iiiocten vallen, maar ook veel, dat zonder puhlteke be-
langen te schaden, anders geregeld kau worden, zal
dan ((je regeling deelachtig kunnen worden.
Voor éôn aangelegenheid acht ik echter onder de
tegenwoordige omstandigheden een beroep op de Re-
geering ten volle gerechtvaardigd. De Rotterdamsche
haventarieven dienen ten spoedigste vrlaagd te wor-
den, maar Rotterdam kan daarvoor thans redelijker-
wijs geen ‘dekking aanwijzen. Hier geldt het edhter
een aangelegenheid, ‘ten behoeve waarvan het Rijk
nog wel wat bloed aan Rotterdam zal kunnen afstaan,
in de eerste plaats, omdat het ‘dan overwegend rijks-
bloed zal blijven en in de tweede plaats, wijl andere
gemeenten zich niet met ‘grond op •die ‘transfusie zul-
len kunnen beroepen, om mede extra-rijk’shulp te be-
pleiten.
Moge deze opvatting, in het ‘belang van het econo-
miseh leven in onze, havenstad en in dat van ons
geheele land, spoedig verwezenlijkt worden!
M.
RooY Sr.
TEGENSTELLINGEN OP DE VALUTAMARKT.
De factoren, ‘die in den laatsten tijd op de deviezen-
markt het meest opvallen, zijn wel de flauwe stem-
ming voor ‘den Dollar, hetzelfde, ‘zij ‘het een ‘graad
minder
;
voor Fran’sche Franes, de vaste ‘houding van
‘het Pond Sterling en eveneens voor onzen Gulden.
‘Tan
eenige algemeene lijn: goudvaluta’s tegenover
zwevende valuta’s, ‘is daarbij geen ‘sprake. Elk dezer
munten wordt in het koersverloop beheerscht door
overwegingen, die speciaal ‘dat devies betreffen.
Het meest sprekend en in het oog loopend is de
ten’dens voor Dollars; ‘de koers ligt in de onmiddel-
lijke nabijheid ‘van het laagste ‘goudpunt, en de situa-
tie is van ‘dien aard, ‘dat Minister M’orgenthau het
noodig vond mede ‘te deelen, dat, zoodra de koers ertoe
aanleiding zou geven, goud voor export zou worden
vrijgegeven – sedert ‘de gondna’tionalisatie van 30
Januari 1934 heeft de shatki’st alleen immers de ‘be-
schikking over ‘den heelen monetairen goudvoorraa’d
en hoef t zij de ‘beslissing over de vraag, ‘of de Reserve-
Bank’s ‘haar goudeertificaten kunnen inwisselen togen
‘goud voor exportdoeleiuden – althans voor uitvoer
naar Frankrijk. Te meer is-deze toestand o’p de markt
voor Dollars frappant, omdat er sinds September
1934 nimmer een moment sprake is geweest van goud-
uitvoer uit ‘de Vereenigde Staten. Integendeel, voort-
durend zijn
omvangrijke
pos’ten gou’d naar New-York
verzonden, ondanks de ‘bijvijlen ‘ook zeer groote xii-
veraankoopen, die ‘de betalingsbalans verzwaarden.
In ‘den loop van 1935 werd’ in totaal voor ruim 1,7
‘milhiard Dollars gou’d naar Amerika gebradht, in 1934
trouwens ook al ‘meer ‘dan 1 inilliard. Hetgeen wil
zeggen, ‘dat in deze ‘beide jaren bijna een gelijk be-
‘drag aan goud – in gedeprecieerde Dollars ‘gereken’d
natuurlijk – werd geïmporteerd als de ‘heele ‘goud-
voorraad van ‘de Reserve-Banks eind 1932 beliep.
Niet alleen als tegenstelling tot ‘de reeds eenige
jaren ‘durende verhoudingen is de recente flauwe hou-
‘ding van ‘den Dollar opvallend. Do druk ‘op deze
valuta .moe’t al heel sterk zijn, wil deze ‘de andere
factoren, ‘dio een surplus aan vraag naar, boven aan-
‘bod van Dollars in, het leven plegen te roepen, over-
heerschen. De ‘handelsbalans is weliswaar in het afge-
loopen jaar minder actief geweest clan voorheen, maar
men calculeert ‘toch nog altijd een exportsalcbo van
$ 235 millioe,n. Dan zijn er de onzichtbare uitvoeren,
waarvan ‘het natuurlijk uitermate moeilijk is een cijfer
‘te schatten. En tenslotte is (baar ‘cle stemming voor
Anienikaansche aan’deelen, d:ie allerwegen een leven-cli’ge arbitrage in deze fondsen ‘doet ontstaan, hetgeen
natuurlijk ‘in ‘het credit van de ‘betalingsbalans komt.
Al ‘die actiefposten, va’t betreft dc vraag naar Dol-
lars, moeten dus overstem’d worden, wil da stemming
omslaan, zooal’s sedert kort het geval ‘is. Waar de
beweging nog maar zeer recent ‘is, moet men steeds denken aan de mogelijkheid van tijdelijke toevallige
invloeden. Ee’n verschuiving van enkele millioenen
Dollars ken ‘d’at effect ‘teweeg brengen. Maar in het licht der omstandigheden lijkt een ‘toeval niet waar-
sdhijnljk.
Inderdaad ‘zijn er weer eeni’ge factoren, ciie een
specula’tief aanbod van Dollars hebben uitgelokt, als
anticipatie op ‘de veronderstelde kans van verdere
depreeiatie. Men noemt daarvoor twee uiteenloopende
overwegingen. Eenerzijds wordt ‘de verwachting uit-
gesproken, dat. wellicht President Roosevelt toch no’g
gebruik zal maken van ‘zijn juist w’eer met een jaar
verlengde bevoegdheid om tot verdere vermindering van ‘den goudinhoud van ‘den Dollar tot 50 pOt. van
den vroegeren over te ‘gaan. Men ‘heeft die verwadh-
ting gekoppeld aan ‘de ongrondwettig-verklaring van
cle A.A.A. en den wenseh om dat middel tot steun
aan de landbouwers te vervangen d’oor een prijss’tij-
ging via verdere ‘depreciatie. Dat deze verwachting
bewaarheid zou worden, lijkt al buiten’gemeen on-
waarschijnlijk. In de eerste plaats heeft juist met
betrekking tot de influenceering van het prijsniveau de Dollarval niets dan teleurstelling gebracht. Wan-
5 Februari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
95
neer men alleen kijkt naar het prijsniveau, dan is de
‘clepreciatie een volkomen fiasco geworden. Dat men
nu zou meenen door van de 40 pOt. waardedaling
50 te maken ineens succes te hebben op dat punt, lijkt
al heel onwaarschijnlijk. Wat intusschen niet weg-
neemt, da
–
t men tegen de verkiezingen geen enkele
mogelijkheid ge’he’ei mag uitsluiten. Wat de kiezers
tijdelijk gelooven, kan dan van meer belang worden
‘geacht. Maar nogmaals: waarschijnlijk lijkt dit aller-
minst. Temeer omdat het. er
wel naar uitziet, dat
men andere middelen vindt om -den A.A.A.-landbouw-
steun te vervangen.
Een tweede overweging, d-ie men in dit verband
noe.mt, is het feit, dat -verschillende maatregelen de
tendens tot inflatic steeds versterken. Men denke
bijv. aan ‘de Bonuswnt, aan de kans, ‘dat ‘de geaccumu-
icerde zilvervoorra’den de circulatie verder zullen
doen uitbre’i’den, en tenslotte de nog altijd zeer om-
vangrijke overheidsuitgaven, ‘die ‘de inkomsten verre
overtreffen. Het valt niet te ontkennen, dat ‘dit even
zoovele factoren zijn, ‘die inflatorisch werken. Maar
daarbij moet men niet vergeten, ‘dat ‘dit in het geval-
Amerika ‘geenszins hoeft te beteekenen, dat ‘daarvan
een terugsiag uitgaat op den ‘wisselkoers. In de eerste
plaats ‘beschikt men daar, ondanks het gestegen peil
der in’dustrieele bezetting, nog steeds over een reserve
van kapitaal en arbeid, zoodat verhooging van het
prijsniveau ‘geruimen tijd kan uitblijven, ook bij be-
langrijke vermeerdering van de circulatie. En in ‘de
tweede plaats heeft uien ‘hier een voorbeeld, waar cle
deprecintie de inflatie is vooruitgegaan, zoodat een flinke prijsstijging kait intreden, alvorens de koers-
daling is ,,ingehaald”. Heel anders ‘dan in ‘het geval-
Engeland, waar de ‘depreci a ti e, althans aanvankelijk,
een correctie beteekende van een reeds te hoog prijs-
en kostenpeil.
Sedert medio 1933 ‘heeft ‘de Amerikaansche Staat
ruim $ 7 milliard meer uitgegeven dan ontvangen,
zoo’dat ‘de schuldenlast met dat bedrag is vermeer-
derd. ‘Op ‘de gel’dcirculatie heeft ‘dat feit zich slechts
tot op zeer geringe hoogte weerspiegeld. Sedert den
Dollarval is de uitbreiding van ‘cle in omloop zij’nde
Federal-Reserve-notes niet •grooter geweest dan de
teruggang in National-Bank-n’otes en goldcertificates
in omloop. De cleposito’s bij de Mem’ber-Banks zijn
zeer ‘belangrijk gestegen, ni. ‘met -rond $ 6 milliard,
maar ‘daartegenover staat in hetzelfde tijdvak een toe-neming van ‘den monetaireit gou’dvoorraad met even-
eens bijna $ 6 milliard. Zood’at ‘dus de inderdaad niet
onbelangrijke toeneming van de girale eirculatie ge-
heel dekking en ‘zelfs voor een belangrijk ‘deel verkla-
ring vindt in cle toeneming van den goudvoorraad
(voor zoover de toeneming ‘van het bedrag van den
gouidvoorraacl niet aan de herwaarcleerin’g is ‘toe te
schrijven).
Gelloeg factoren om aan te nemen, ‘dat de infiato-
risohe effecten, -die voor de naaste toekomst op het
programma st-aan, niet plotseling ‘het Ameri’kaansnhe
kostenpeil 1dermate,zullen ‘beïnvloeden, dat ‘de wissel-
koers erdoor i.n het ‘gedrang zou komen. En vat -de
g roothandelsp rijzen ‘betreft, daarvoor is voorloopig de
wisselkoers primair en de omvang der circulatie bij-
zaaic. Zoodat werkelijke gevaren voor ‘den Dollarkoers
nog niet aanwezig lijken, behoudens dan de onbere-
kenbare factor d er verkiezingsmanipulati es, ‘hoewel
ook die in dezen zin niet waarschijnlijk zijn. Maar
tijdelijk effect op ‘de markt-verhoudingen hebben ‘de
genoemde verwachtingen natuurlijk ve1, doordat zij
onvermijdelijk kapitaalverschuivin’gemi op korten ter-
mijn teweegbrengen.
En daarmee ‘kunnen wij dadelijk overstappen op
het koersverloop van het Pond. Tussc’hen ‘bei’de valu-
ta’s bestaat natuurlijk een nauw verband. Vroeger,
toen ‘de Dollar nog zweven-d was, uitte zich -dat ver-
band vaak in een ‘geljkgeric’hte ‘beweging ‘onder in-
vloed van ‘de manipulaties van het Excha,nge Equali-
sati’on Fun-d. Sinds de Dollar echter gestaibiliseerd is,
bestaat er natuurlijk minder aanleiding om de ‘binnen
enge grenzen liggende Dollarfluctuaties te volgen.
Zoodat nu een flauwe stemming voor de eene valuta
vaak een vaste voor -de an-dere -beteekent. Wanneer om
welke reden ook kapitaal uit Amerika wordt terug-
getrokken, clan is er een groote kans, dat een vraag
naar Pon’den daarvan het gevolg is. Ook voor trans-acties ‘door Amerikanen ‘zelf is de Steriingvaluta de
natuurlijke tegenpool. Al zal er dan ook, wanneer het
zoover komt, waarschijnlijk geen rechtstreeksche goud-
verschep ing New-York—Londen kunnen plaats v in-den, omdat men gou’dafgifte blijkbaar alleen wensoht
naar landen, -die ook op vaste basis ‘goud adgeven.
Maar aangezien -de Banque de France nog altijd vol-
komen vrije goudafgifte heef t, kan dus via deze scha-
kel toch ‘het verkeer USA—Engeland plaats vinden.
1 Let blijft altijd -heel moeilijk om in ‘de Engelsche
dnv’iezenpositie inzicht te krijgen, omdat de -operaties
van iliet Equalisation Fun-d nimmer gepubliceerd wor-
den. Maar uit ‘dc jongste inededeelin-gen over de ont-
wikkeling van -cie betalingsbalans blijkt, ‘dat voor liet eerst weer ccii actief saldo van ongeveer £ 30 millioen
aanwezig is, zooclat af-gezien van speciale geld- en
kap i taalversch ui vingen voortdurend het Pond Ster-
ling onder een opwaartschen druk moet staan, even-
als ‘dat hij den Dollar ‘het geval is. Komt daarbij dan
dus een extra factor, zooals ruiling van Dollars in
Ponden, ‘dan moet zih ‘dat ‘in verscherpte mate mani-
festeeren. Maar of -zich -dat uit in een stijging van
den Pon-denkoers, hangt natuurlijk geheel af van de
politiek van het . koe.rsnivelleerin’gsfonds.
De Fransche Franc ligt, hoewel aanmerkelijk min-
‘der -clan -de Dollar, overwegend aangeboden. Niet in
dien omvang, dat er sprake is van gou’clverliezen van
‘heteekenis, maar tenslotte ‘is het ‘heel m-oeielijk te
zeggen, -of de gou’dverschuivingen -op -zichzelven hij
‘deze valuta een juist ‘beeld geven van de vraa’g- en
a-anlbods-verhoudingen. Want vie zegt wat er waar is van de telkens teru-gkeeren-de berichten en geruchten,
dat zoowel ‘het Engelsche als ‘liet Amerikaansohe
nivelleeringsfonds steunaankoopen van Francs ver-
richten. Men kan wel zeggen, dat zoowel in Amerika
als lan’gzameihand ook in Engeland -de overtuiging
is -doorgedrongen, dat een val van den Franschen
Franc en in nasleep ‘daarmee wellicht de overige
goudvaluta’s v-oor -clie ‘heide landen niet wenschelijk
is. Al i-s men ‘dan ‘ook in Engeland veel meer -dan in
Amerika overtuigd, -dat voor de ,goudlan’d-en een aan-
passing in een-igerlei wijze onvermijdelijk is! Maar dat men in afwachting ‘den Franc zou steunen, wel-
licht ook nog ‘gedekt -door afspraken in den zin van
die, welke destijds -door de Bank of Englan’d werden
gemaakt, is niet onmogelijk. Dat in een periode van
onzekerheid ten aanzien van -de economische en finan-
cieele politiek hij Regee-rinigswi sse-li ng de wisselkoers
daarvan ook den invloed -ondervindt, is -begrijpelijk.
En clan komt ‘het ook vaak voor, ‘dat dit koersver-
loop afwijking vertoont van -dat van munten, ‘die ove-
rigens in soortgelijke positie verkeeren. In de afge-
loopen jaren is het veelvuldig gebeurd, dat alle goud-
valuta’s tegelijk een zwakke tendens vertoon(ln, en
-dat tegelijk uit al de betrokken landen goud weg-
stroomde. Maar ‘bijna even vaak is liet gebeurd, -dat
de speculatie of ‘de kap itaalvluoht zich tegen één dier
landen richtte, wanneer -daarvoor in -de interne poli-
t’ieke verhoudingen aanleiding was. Acute gevaren
van moedwillige -depreciatie bestaan op het oogen’blik
in Frankrijk niet, maar het bu-dgetprobleem vraagt
nog altijd om afdoende oplossing en, zoolang daar-
over nog geen -overeefstemming bestaat, ‘heteekent
dat e’o ipso kwade kansen voor de munt.
Er is d-us op de valuta-markt weer eenige beroering,
en -onze Gulden
–
i-s te midden daarvan vrijwel in
ruste. In -de laatste weken is ‘de betalingsbalans vrij-
wel in evenwicht, ‘de -goudv-oorraad is maar aan kleine
wijzigingen ondeihevig. Dat zulks het ‘geval is, on-
‘danks den toch ook bij ons publiek bestaanden koop-
lust voor Amerikaansche s’hares, stemt tot tevreden-
‘heid en beteekent, -dat uit anderen hoofde de dcvie-
96
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 Februari 1936
zenpositie actief is.
WTaarbij
wij ons natuurlijk moe-
ten realiseeren, ‘dat het evenwicht labiel is en een
betrekkelijke kleinigheid weer de schaal kan doen
omslaan, zooals dat in de afgeioopen jaren al zoo
verscheidene malen het geval was. Alles in alles lijkt
er niet veel kans, dart de bestaande beroering blij-
vende wijzigingen in de koersverhoudingen inluidt,
terwijl men er ook geen aanleiding in kan zien, om
ze als ‘de kiem voor eventueele stahilisatiepogingen te
heshouven. C.
A.
J(1.
STEUN AAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE
KOFFIECULTUUR.
Nu uit berichten in de pers is gebleken, dat van
enkele zijden ‘hij •onze Regeering is aangedrongen. op
steunmaatregelen ten behoeve van de Nederiandscli-
1:ndische koffiecultuur, achten wij het wenschelijl’z
aan ‘deze aangelegenheid ook te dezer plaatse een
beknop’te beschouwing te wijden.
Aanleiding tot ‘het ‘verzoek om steun is natuurlijk
geweest de groote prijsdaling, welke het artikel in de
laatste jaren, hoofdzakelijk tengevolge van de over-
productie in Brazilië, het grootste productieland,
heeft ondergaan. Het is ‘duidelijk, ‘dat een prijs van
f
10
1
/i per picol, waarvoor Plantage-Robusta verleden
jaar op het laagste moment in Indië werd verhan-
deld, zeer gering is en niet loonend kan worden ge-
noem’d. En
eveneens is het ‘begrijpelijk, ‘dat door ver-
schillende belanghebbenden werd gezonnen op maat-
regelen om in ‘dezen toestand verbetering te brengen.
Het blijkt nu, dat aan de Regeering is voorgesteld
over te ‘gaan tot heffing ‘van een invoerrecht op het
artikel en daarbij aan onze Nederlandsch-Indische
k’off je’s een preferentie te geven. Tot nu toe behoort
koffie tot ‘die artikelen, welke vrij van. invoerrecht
in ‘ons land kunnen worden ingevoerd. Een preferen-
tie voor Nederlandsh-In.dische koffie’s zon ‘dus ‘hij
voorbeeld hierin kunnen bestaan, dat tdeze soorten Vrij
van •invoerreeht bleven en ‘dat koffie uit alle andere
productielanden met een invoerrecht werd belast. De
voorstanders van preferentie meenen, dat hun doel
het best is te bereiken ‘door gelijktijdige instelling
van een systeem van contingenteering.
In theorie lijkt het wellicht vrij ‘gemakkelijk om op
deze wijze ‘voor het Nederlandsh-In’d’ische product,
voor zoover dit althans in ons land is te plaatsen,
een hoogeren prijs te maken, doch in de praktijk is
het anders. De jaarlijksehe productie van Neder-
lamîdsch Oost-Indië kan worden aangenomen op onge-
veer 2 millioen balen â 60 kg, waarvan 1,2 á 1.300.000
halen worden geëxporteerd. liet verbruik in Neder-
land van alle soorten tezamen bedraagt niet meer dan
ongeveer 500.000 balen, waarvan ongeveer 150.000
balen afkomstig zijn uit Nederla.n’d’sdh Oost-Indië.
T
a
t
zou nu ‘het gevolg zijn van een preferentie voor
laatstbedoelde soort? Eenvoudig .d’it, dat iedere pro-
ducent of eigenaar van Indische koffie trachten zou
zijn ‘bezit zoo snel mogelijk naar Nederland voor het
verbruik aldaar te verkoopen. Dit zou uiteraard aan-
leiding geven tot felle concurrentie cii voolang voor
het verbruik in ons land nog slechts een fractie hoven
den wereidprijs is te maken, zou elke houder prefe-
reeren hierheen te verkoopen. Zelfs indien ‘het ‘ge-heele verbruik van Nederland ‘voortaan werd voor-
zien uit Ned. Oost-Indië, zou het aanbod nog veel te
groot zijn en zou dientengevolge het resultaat, wat
den te bedingen prijs betreft, ‘hetzelfde blijven.
Nu bestaat de koffie uit Nederlandsch-Indië voor
verreweg het grootste gedeelte uit Robusta van Java
en van Sumatra, een pro’duct, ‘dat op ‘de wereldmarkt
tot de goedkoopste soorten behoort. Een voorziening
van het geheele of bijna ‘geheele verbruik met deze
goedkoope kwaliteit zou ‘dan ook op 766 groote be-
zwaren stuiten, dat met zekerheid kan worden ge-
zegd, .dat dit ‘onuitvoerbaar is. Wellicht ware de jaar-
lijks te verbruiken hoeveelheid van ongeveer 150.000
balên op te schroeven tot ongeveer 200.000 balen,
dodh ‘dit zou op een Indischen export van ongeveer
1.200.000 balen geen verschil van eenige beteekenis maken. Vast stamt, dat de Indische producent van de
preferentie van zijn product niet, of zoo goed als
niet zou profiteeren, en dat het uiteindelijk de Ne-
‘derlandsche brander zou zijn, die wellidht eenig voor-
deel had van den inkoop van een. gedeelte van zijn
behoefte zonder betaling van invoerreht, al zou
natuurlijk de onderlinge concurrentie er ook hier wel
voor zorgen, dat tenslotte van ‘dit voordeel maar wei-
nig overbleef.
ioe men kan ‘meenen, dat, bij een contingenteerin’g
van den invoer, waarbij natuurlijk zou worden aan-
gedrongen op toekenning van een grooter aandeel aan
Ned. Oost-Indië dan het tot nu toe vrijwillig kreeg,
door ‘den producent wel een hoogere prijs zou kunnen
worden gemaakt, is niet goed te begrijpen, aangezien
in dit geval het aan’bod voor Nederlandsch verbruik
even groot zou zijn als zonder contingenteering en de
te bedingen prijs dus even hard zou worden gedrukt. Alleen indien contingenteering in Nederland samen-
ging met instelling in NecI. Oost-Indië van eonsenten
voor den uitvoer naar Nederland, zou voor de naar
hier verkochte hoeveelheid werkelijk een hoogere
prijs kunnen worden bedongen. Daar edhter een zeer
groot gedeelte van de Nederlandsch Oost-Indische
R’o’busta uit zoogenaamde hevolkingskoffie bestaat,
‘behoeft wel niet te worden uiteengezet, dat een ‘bil-
lijke verdeeling dier uitvoerconsenten iii Indië bij
voorbaat reeds onmogelijk moet worden genoemd.
En welke gevolgen zon deze oplossing voor den Ne-
‘derlancisohen koffiehan’del hebben? Ongetwijfeld deze,
‘dat ‘dien handel, die in de laatste jaren toch reeds
zoo zwaar getroffen is, belangrijke schade werd ho-rokkend. Den grootsten afzet heeft ‘hij naar het bui-
tenland. In vroegere jaren werd on’geveer drie kwart
van den aanvoer in Nederland weder ‘doorverkocht
naar andere landen. Door contin’genteeringen en door
andere beperkingen en moeilijkheden als gevolg van
cle crisis, is ‘de afzet naar buiten in ‘de laatste jaren
natuurlijk achteruitgegaan, dioëh in 1935 bedroeg ‘hij
toch nog ongeveer 1.100.000 balen. Wanneer nu het
verbruik van Nederlandsch Oost-Indische koffie door
regeeringsmaatregelen in ons land kunstmatig werd
opgevoerd, zou dit uiteraard een vermindering van
het verbruik van alle andere koffiesoorten tengevolge
hebben en wanneer ‘de Nederlandsëhe’ handel een ge-
deelte van ‘den afzet van ‘die soorten in ons land
moest missen, zou hij de zekerhei’d verliezen, dat bij
nieuwe belemmeringen van den export de aangevoer-
de partijen in het eigen land, desnoods met verlies,
kunnen worden verkocht. Op den ‘on’dernemingslust zon dit natuurlijk niet zonder invloed blijven en zon-
der overdrjving kan worden gezegd, ‘dat onzen kof-
fihandel, ‘die reeds zoo gevoelig van de ongunst ‘der
tijden ‘heeft te lijden, geen nieuwe moeilijkheden kun-
nen worden in ‘den weg gelegd zonder ‘gevaar te loo-
pen, hem onherstelbaar ernstig te benadeelen.
Dat verdere achteruitgang van ‘dezen tak van han-
dol zijn terugsla’g zou hebben op de werkgelegenheid
in liet algemeen eu op de scheepvaartlijnen eu de
‘bedrijven in de havens van Rotterdam en van Am-
sterclam in het ‘bijzonder, spreekt vanzelf.
Afgesohei’den van dit alles mag niet worden ver-
geten, dat een preferentie voor Ned.-Indische koffie, met of zonder contin’geuteerin’g van ‘den invoer, ons
ongetwijfeld in conflict zou brengen met andere pro-‘ductielanden, in de eerste plaats ‘met Brazilië, en dat
represaille-maatregelen tegenover ons land ‘zeer wel
mogelijk zouden ‘zijn.
Wmct wellicht de Indische koffiecultuur eenigermate
helpen zou, ware instelling van een invoer
, recht op
alle
soorten, dus op het geheele Nederlandsche ver-
bruik, en betaling van een tegemoetkoming aan den
Indischen producent uit ‘do opbrengst daarvan. Dat echter ook dit middel in ‘de
praktijk
niet in billijk-
heid uitvoerbaar zou zijn is duidelijk, wanneer men
in het oog houdt, dat, zooals hierboven reeds gezegd,
een groot ‘gedeelte van het Oost-Indische product uit
5 Februari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
97
bevolkingskoffie ‘bestaat. Uitkeering van vergoeding
aan de inlanders in de ‘diepe binnenlanden van Su-
matra acht toch zeker wel niemand doenlijk en het is
alleen ‘het plantage-procluct van Java en van Su
ma-t.ra, •dat op deze wijze zou kunnen worden ‘bereikt.
Bovendien is er nog een bezwaar tegen een alge-
meen invoerrecht. Wil ‘de opbrengst van het recht
van eenige beteekeni’s zijn, dan -zou het ten minste 10 cents per
Y2
kg moeten bedragen. Dit beteekent, dat cle kostprijs van alle ruwe koffie 10 cents en van
alle gebrande, ‘tengevolge’ van het wichtverlies bij ‘het
branden, 1234 cents per
34
leg duurder zou worden.
Waar nu het verbruik van de ‘goedkoopste mélanges
in ‘de laatste jaren begrij’pelijkerwijs zeer is toegeno-
men ten koste van den afzet der duurdere merken
en door ‘de branders op die goedkoope mélanges na-
tuurlijk •het minste – vaak zelfs zoo goed als niets
– wordt verdiend, is er niet aan te ontkomen, dat
oo’k de winkelprijs ‘in de meeste gevallen met het ‘be-
draig van ‘het invoerrecht zou moeten worden ver-
hoogd.
1)
En nu zal het wel door niemand worden
bestreden, dat een zood’anige prijsverhooging van een vollcsdrank als koffie in ‘den tegenwoordi’gen tijd, in-
dien n’i’et onvermijdelijk, niet te verantwoorden zou
zijn.
Wij hopen in ‘het hierboven geschrevene te ‘hebben
aangetoond, dat het denkbeelci van steunverieening
aan onze Indische koffiecultuur in den bedoelden
vorm niet alleen niet wenschelijk, ‘d’och zelfs voor
Indië grootendeel’s nutteloos en voor on’zeu Neder-
landschen handel in elk geval zeer nadeelig rou zijn.
Indien voor Indië iets gedaan moet ‘worden, zou daar-
voor een betere en meer doeltreffende weg dienen
te worden ‘bewandeld. In ‘dit verband willen wij ten-
slotte niet onvermeld laten, ‘dat alle koffieprijzen in
de laatste maanden reeds iets gestegen zijn en dat
de prijs van ‘gewasschen Oost-Indische Planta’ge-Ro-
husta, die verleden jaar op ‘het laagste moment op
f1034 per piol ston’d, thans op f1234
‘
t
f13 is
gekomen. Lucratief is deze prijs zeker nog wel niet,
d’och loonend is hij hoogstwaarschijnlijk wei.
T.A.I.
1)
De prijs van de goedkoopste soort is op het; oogenbl’ik
zöÔ laag, dat dit in verscheidene winkelzaken gelijk zou
staan met een verhoogiig van 50 pCt., soms zelfs van
nog meer.
DE HAVENS VAN ANTWERPEN, HAMBURG EN
BREMEN IN 1935.
Was er ‘in ‘de jaren, ‘dat het Rotterdam voor den
wind ging, slechts in beperkten kring belangstelling
voor het wel en wee der •haven, ‘hierin is, zij het dan
ook zeer ‘geleidelijk, verandering gekomen. Zeer gelei-
delijk, want eerst toen de crisis zoowel direct als
indirect oorzaak was, ‘dat scheepvaartverkeer en goe-
derenstroom aanzienlijk achteruit liepen, toen het
‘besef veld won, dat geografische ligging eis ‘haven-
outifla’ge, hoe ‘belangrijk ook, toch niet
de
alles’be-
hee rsoh’ende factoren 2ijn, dat elders maatregelen
kunnen worden gënomen, die het vrije spel der
economische krachten belemmeren of zelfs volkmnen
omuogelijk maken, ‘heeft men er zich rekenschap van
gegeven, dat ‘het inboeten aan ‘beteekenis eener wereld-
ha’ven niet slechts een kwestie is van locaal of streek-
belang, maar veeleer een zaak, ‘die ‘het economisch
aspect van ‘het land zelf raakt.
Nu Rotterdam’s ‘haven van alle kanten wordt be-
clrei.gd, nu de ruim vloeiende bronnen van inkomsten
steeds meer opdrogen en ‘de werkloosheid voortdurend
grooter ‘omvang aanneemt, nu het in ‘de Maasstad –
ernstiger getroffen dan eenigc andere gemeente des
Rijks – misère ouverte is, wordt in woord en ge-
schrift de aandacht op den noodtoestand ‘gevestigd
en tracht men ‘de Lan’dsregeering te overtuigen van
de economische ‘beteekenis voor Nederland van de
eerste haven ‘des lands, teneinde zoodoen’de te verkrij-
gen, dat steun wordt verleend, zonder welke een af-
glijden naar een lager plan en ‘daarmede on’herstel-
hare schade onvermijdelijk zijn. Dit alles is bekend.
Even bekend als de tot ‘dusver vruchtel’ooze pogingen
om op korten termijn die maatregelen te doen nemen,
welke het ‘bedrijfsleven noodzakelijk acht. Het zotte
schouwspel, ‘door de felle stralen van het zoeklicht
der Nieuwe Rotterdamsche Courant meecloogenloos
belicht, waarbij de Kamer van Koophandel – als
steeds actief en waakzaam – beter op de ‘hoogte blijkt
te zijn van de bedoelingen en wenschen der Regeering
dan het Da’gelijkseh Bestuur der ‘Gemeente zelf, ver-‘hijstert den ‘toeschouwer, die zich afvraagt of ‘de bit-
tere lessen van Kali en Ford den dramatis personae
niets hebben geleerd. Even bekend ook als de ‘belang-
wekkende en door welsprekend cijfermateriaal aan
‘duidelijkheid niets te wenschen latende redevoeringen
ter ‘gelegenheid van ‘de jaarwisseling door den Bur-
gemeester en ‘den Voörzitter der Rotterdamsche Kamer
van Koophandel aan ,,’de haven” ‘gewijd. Ik wil dan
ook de Rotterdamsche cijfers, ‘die ‘geacht kunnen wor-
‘den voldoende bekend te zijn, t’hans verder laten
rusten om mij in ‘deze beschouwing uitsluitend te
bepalen tot een bespreking der lotgevallen van Rot-
terd’am’s grootste rivalen, t.w. Antwerpen en ILain-
burg, waarbij ook Bremen en Emden in ‘het voorbij-
gaan ‘cle revue passeeren.
De gegevens zijn ontleend aan de jaarverslagen der
betreffende Kamers van K’oophandel en aan de jaar-rede van den Voorzitter der Antwerpsehe Kamer van
Koophandel, ‘den heer M. Ch. Ju’ssiant, ‘bij wiens uit-
latin’gen met ‘betrekking tot ,,la question hollan’do-
bl’ge” en met name wat ‘de Antwerpen-Rijnverbinding
aangaat, ik allereerst wil stilstaan. ,,Nous neus cm-
pressons ‘de reconnaître que ‘des ‘cl’ésiis de rapprodhe-
ment et ‘de collaboration avec la Bel’gique sont expri-
més aujour.d’hui dans des rdilieux qui, antérieurement,
iie vou’la’ient pren’dre en considération que ‘les seuls droits de la Hollande au trafic ‘du R’hin. Cette évolu-
tion ‘des e’sprits est ‘due en grande partie è la fran-
chise ‘des h’ommes d’Etat hollandais, qui n’ont pas
hésité â montrer qu’il n’était ni équitable ni lo’gique
‘de ne voul’oir concéder clu’un canal ‘dont le tracé
serait défectueux. Sans ‘doute faurlra-t-il consi’dérer
com’me définitivement aihandonné le proj’et Anvers-
Moerdijk tel qu’i!l fut oonçu en 1926, mais ii devra en
être de même ‘de tout ‘pa’ssage ‘obligé par le Hellegat,
ou ‘d’un projet ‘du canal ac’tuel amélioré. On peut
être assuré que le Parlement bel’ge ne ratifiera jamais
une soiut.i’on qui ne ferait que ‘d’épla’cer les difficultéb
et qui ne présenterait pas une voie ‘d’eau aussi honne,
sure et commode que celle qui existait avant 1867.”
De opmerkingen van den heer Jussiant, meer in
het ‘bijzonder waar ‘hij gewaagt van de open.hartigheid,
waarmede onze Regeering ‘zou hebben verklaard, dat ‘het hillij’k noch rechtvaardig zou zijn indien ons land
alleen zou willen medewerken aan ‘het tot ‘stand
komen van een kanaal met een ‘gebrekkig tracé, ‘lijken
ietwat geforceerd. Zeker leeft in hreeden ‘kring hier
te lande de wensch om bestaande meeningsgesehillen
te overbruggen en een voor heide landen vruchtbare
samenwerking mogelijk te maken, maar ‘dan dienen ook
de ‘belanghebbenden in België ‘tot het inzicht te
komen, ‘dat ‘deze weusch niet anders kan worden ver-
wezenlijkt dan ‘door bereidwilligheid van heide par-
tijen om een aannemelijken ‘grondslag te vinden. In
een z’oodanige sfeer passen kwalijk verzekeringen ,,dat
‘het Bl’gisch Parlement ni’mer zijn fiat zal ‘geven
aan een verbinding, die niet minstens even ‘goed, vei-
lig en ‘gemakkelijk is als “die, welke véér 1867 be-
stond”. Dit moge ‘oppervlakkig ‘den in’druk wekken
van fiere vastbera
,
denlhei
,
d, maar een dergelijk prae-
matuur betoog ,,ex cathedra” i’s nauwelijks geschikt
om een atmosfeer van wederzijd’sohen goeden wil te
scheppen.
Een ‘zelf’den, ietwat belliqueuzen geest ademen
‘s ‘heeren Jussiant’s uitlatingen op het stuk der
compensatie-premies. Men mist ‘hier trouwens den
logi’schen gedachtengang.
98
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 Februari 1936
Eerst heet het: ,,Loin d’être une arme de combat,
les primes cle compensation out été á leur création un
moyen cle défense de notre trafic rhénan dont nous
constatioris une dirninution alarmante”. Maar de heer
Jussiant voelt blijkbaar de zwakheid van een dergelijk betoog en stelt dan ook iets later: ,,I1 est inconstesta-
bio qu’uue proportion de marchandises massales est
wie nécessi.té impérieuse pour l’équili.bre clu mouve-
mout maritime des ports. 11 est difficile dc concovoir
pourquoi, en vertu de quels principes, ou en vertu dc
quelles obligations les ports belges et specialement
Aiivers, devraieut être privés ou faire abandon du
trafic de ces marchandises.”
Zoo
wordt de zaak, waarom het gaat, eohter onzui-
ver gesteld. Niemand zal Antwerpen, noch den Bel-
gischen havens het recht betwisten om
01)
normale
wijze te trachten vervoer te
verkrijgen,
zelfs indien
zulks ten koste van Rotterdam gaat. Geheel anciejs
wordt het echter, indien men langs kunstmatigeii. weg
deze doelstelling tracht te verwezenlijken. De heer
Jussiant moge al betoogen, dat het complex maat-
regelen en factoren niets kunstmatigs heeft, dat aan-
vankelijk de compensatie-premies een zuiver defensief
karakter droegen, de werkelijkheid is heel wat min.-
der onschuldig, zooals Rotterdam, dat tegenover een dergelijken ,,defensieven aanval” volkomen machte-
loos staat, dagelijks ondervindt. Ook hier aan het slot
wederom een waarschuwing clie, wellicht ,,defensief’
bedoeld, nochtans zeer agressief klinkt. ,,Si cepen-
dant le Gouvernement de La llaye croyait devoir in-
staurer un régime qui nuirait
t
l’activité
normale
(cursiveering van mij, 0. V.) des port belges, nous
sommes assurés qu’il y serait répondu immédiatement de façon pleinement adéquate. 0e serait lá une déplo-
rable entrée en matière pour des négociations dont
les principaux éléments de succès sont la confiance et,
dans toute la mesure du possible, le respect des inté-
rôts réciproques.” ,,Les hommes d’Etat hollandais”
houden het zich voor gezegd!
ik moge hier afstappen van de jaarrede van den
heer Jussiant om tot een nadere beschouwing van den
gang van zaken in de haven van Antwerpen zelf over
te gaan. Allereerst trekt de aanzienlijke stijging van
het aantal schepen en den bruto inhoud de aandacht:
1935
1934
Aantal
Bruto
Aantal
Bruto
sohepen reg. tonnen
schepen reg. tonnen
11.125
18.068.533
10.305
16.839.835
Bij het schrijven van dit artikel
zijn
de juiste cij
–
fers over de totale goederenbewegirig in de haven van
Antwerpen gedurende 1935 nog niet bekend. Niette-
min blijkt uit onderstaande vergelijkende tabellen
voldoende, dat de stijging ziclh in le haven van Ant-
werpen niet slechts beperkt tot het aantal schepen en
iie tonnenmaat, maar zich ook wel degelijk uitstrekt
tot het goederenvervoer zelf.
Uit zeeschepen geloste
In zeeschepen geladen
goederen
goederen
Hoeveelh. in
Waarde lloeveelh. in Waarde
inetr. tonnen
in Frcs.
metr. tonnen
in Frcs.
1 Nov. 33-1 Nov. ’34 10.671.650 10.651.955.000 9.797.002 11.020.085.000
1 Nov. ’34-1 Nov. ’35 10.776.276 12.216.508.000 11.636.259 13.052.051.000
–
t-
104.626
+ 1.564.563.000 F1.839.257 +2.031.966.000
Uit binnenschepen geloste
In binnenschepen ge-
goederen laden goederen
Hoeveelh. in Waarde Hoeveelh. in Waarde
nn
etr. tonnen in Frcs. metr. tonnen in Frcs.
1 Nov. ’33-1 Nov. ’34 4.202.247
2.631.320.000 3.027.577
2.420.887.000
1 Nov. ’34-1 Nov. ’35 4.912.780 3.282.009.000 3.106.024
2.379.906.000
+
710.547
+
650.689.000 ± 78.447 – 40.981.000
Goederenvervoer per spoor naar en van Antwerpen.
Onitvan.gen goederen (in metr. tonnen).
Jaar Binnenl.
Buitenl.
Totaal
1931 3.411.880
2.234.779
5.646.659
1932 2.628.643 – 783.237 1.596.500 .- 638.279 4.225.143
– 1.421.516
1933 2.703.824
±
75.181 1.751.088
+
154.588 4.454.912
±
229.769
1934 2.800.079
+
96.255 1.827.761
+
76.673 4.627.840
± 172.928
1935 3.455.438
+
655.359 1.825.073 – 2.688 5.280.511
+
652.671
Teizoiiden goederen (in metr. tonnen).
Jaar I3innenl.
Buitenl.
Totaal
1931 2.573.315
866.625
3.439.940
1932 2.000.939 – 572.386 544.246 – 322.379 2.545.185
– 894.755
1933 1.948.519 – 52.420 628.565
±
84.319 2.577.084
+
31.899
1934 2.088.275
+
139.756 619.730 – 8.835 2.708.005
+ 130.921
1935 2.040.419 – 47.856 589.553 – 30.177 2.629.972
– 78.033
Het aantal spoorwagous geeft gedurende de eerste
elf maanden 1934/1935 het volgend beeld:
1934
1935
1934
1935
Aantal
Aantal
beladen wagons beladen wagons Aangekomen
Verzonden
januari
33.052 31.098
29.102 22.740
]?el)ruari
29.070
28.017 23.869
20.390
Maart
34.063
32.100
24.837 23.397
April
30.605
31.864 20.974
23.192
Mei
…..
30.236
36.812
22.329 23.303
Juni
. . .
35.001 36.705
22.418
21.827
Juli
…..
29.283 34.205
25.057
26.044
Augustus
36.110
39.549
24.866 23.592
September
35.912
44.021
25.379 23.213
October
37.324 48.316
25.369
26.622
November
33.716
34.820
24.558 25.538
364.372 397.507 268.758 259.853
+
33.135
-8.900
Bijzondere aandacht verdient liet streven van Ant-
werpen om een steeds grooter deel van het massaal
verkeer tot zich te trekken. Stocatra verwerkte in het
afgeloopen jaar met zijn laad- en losbruggen meer dan
2.5 millioen tons massaal goed, t.w. ertsen en kolen
en men zit in Antwerpen niet stil. Evenals zulks wel-
eer geschiedde met de drijvende graanelevators, wordt
voortdurend aandacht geschonken aan de eischen, die
ti1ans het massaal vervoer stelt. De huidige outillage is ontoereikend. Maar de achterstand op het stuk van
machinale lossing wordt ingehaald. Spoedig worden
aan de reeds in bedrijf zijnde vier bruggen twee
nieuwe, zij het ook van kleiner capaciteit, t.w.
8
tons,
toegevoegd. Ten behoeve van de schepen van grooter
type worden twee bruggen met een capaciteit van
15 tons gebouwd; in de begrooting voor 1936 is hier-
voor reeds een bedrag van 9 millioen francs uitge-
tro]cken. hoe snel het massaal-verkeer groeit, blijkt
duidelijk uit de door Stocatra verwerkte hoeveel-
heden, t.w.:
1931
(Auguatus/Deoembe r ……..
365.000
tons
1932
………………………1.086.000
,,
1933
………………………1.457.000
,,
1934
………………………1.727.000
1935
. ………………..
ruim
2.500.000
In tegenstelling met Rotterdam, waar de aanvoer van graan gedurende het afgeloopen jaar met bijna
700.000 tons tot
2.481.451
tons terugliep, toont Ant-
werpen een veel minder ongunstig beeld:
Januari/Ootober
1934 ………..2.846.695
tons
1935
………..2.660.661
Zoo wordt dé positie van Rotterdam, weleer de
transitohaven bij uitnemendheid van massagoed, mede
door het streven om den Duitschen ertsaanvoer en
koleriuitvoer over Emden en Bremen zooveel mogelijk
te stimuleeren, voortdurend meer ondermijnd, waar-
tegenover staat een nog steeds toenemend stukgoed-verkeer en in snel tempo stijgend massavervoer over
de haven van Antwerpen.
De scherp stijgende lijn, die het scheepvaart- en
goederenverkeer in de haven van Antwerpen, met
name in het afgeloopen jaar toont, houdt onmiddellijic
verband met de verdere ontwaarding van het Bel-
gisch betaalmiddel. Dit voordeel nu wenscht men in
Antwerpen onder geen beding prijs te geven. Of-
schoon de haven-exploitatie aanzienlijke telcorten op-
levert, verzet men zich krachtig tegen iedere verhoo-ging der havenkosten. Een poging, door één der frac-
ties van den Antwerpschen Gemeenteraad, na de her-
nieuwde devaluatie van den Franc gedaan, om zonder
verwijl over te gaan tot verhooging der retributies
met 25 ?c 30 pOt., leverde geen resultaat op. Het is
niet onvermakelijk na te gaan, welke argumenten door
belanghebbenden tegen een dergelijke verhooging wor-
den aangevoerd.
Allereerst wordt geponeerd, dat, waar één der voor-
naamste doelstellingen der Belgische Regeering is de
werkloosheid zooveel mogelijk tegen te gaan, een ver-
5 Februari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
99
hooging der haventarieven lijnrecht in strijd zou zijn
met cle regeeringspolitiek. Immers neemt de arbeids-
gelegenheid in de haven krachtig toe. In de tweede
plaats zou een verhooging der tarieven aan het parti-
culier initiatief, mede gericht op uitbreiding van het verkeer ernstig afbreuk doen. Derde argument: men
is maar al te zeer geneigd uit liet oog te verliezen,
dat de positie, waarin de Gemeente Antwerpen ver-
keert, fundamenteel verschilt van die der Gemeente
Rotterdam en men wijst er in dit verband op, .dat Rot-
terdam uit zijn haven geen andere revenuen trekt dan
de ,,havengelden”, terwijl Antwerpen de haven, mits-
gaciers .outili.agc, vrijwel geheel zelf exploiteert. Het is
dan ook, aldus argumenteert men, voor de Gemeente
van overwegend ‘belang, .dat een •zoo intensief mogelijk
gebruik wordt gemaakt van de haveninrichtingen.
Toorts wijst men erop, dat liet tegenover de Belgi-
sche reederijen – de totale tonnenmaat der Belgi-
sche koopvaardijvloot, die in 1929 nog 509.000 toos
bedroeg, is sedert verminderd tot ongeveer 341.000
bruto register tons en is dus een te verwaarloozen
factor. C. V. – uitermate onbillijk zou zijn, indien
baar onkosten in Francs uitgedrukt, niet onbelangrijk
zouden stijgen. Tenslotte is men er heelernaal niet
gerust op, dat in ,,quelque pays voisin” te avond of
morgen ook niet gedevalueerd zal worden en dus.
geen verhooging der retributies, een maatregel die,
aldus belanghebbenden, immers toch niet in belang-
rijke mate zou bijdragen om het begrootingseveuwicht
f.e herstellen. Neen, er is ecn veel meer afdoend mid-
del. De zwaar drukkende lasten uit hoofde van de met den Staat aangegane overeenkomsten moeten
worden verminderd! Die onereu’ze overeenkomsten
van 1874, 1895 en vooral 1927, waardoor de kapitaal-
dienst van 11.400.000 Francs in 1927 tot 64.339.000
Francs in 1033 en bijna 73 millioen Francs in 1934 is
gestegen. En waar deze leeningen v66r de jongste de-valuatie van het betaalmiddel werden aangegaan, zijn
de financieele lasten uit hoofde van in het buiten-
land geplaatste leeningen met 40 pOt. verhoogd. Hier,
aldus de havendeskundigen, c.q. belanghebbenden, ligt
de oplossing. Nu het ons juist zoo goed gaat ware het
toch dwaasheid dit voordeel, dat ons in den schoot i.s
geworpen, z56 maar prijs te geven. Lât ons de voor-
deelen der devaluatie, dat is immers defensieve poli-
tiek, maar verlos de gemeente van de nadeelen dezer
Regeeringsdaad. Imponeeren doet deze redeneering niet, maar het is nuttig te weten, weilce argumenten
tegen verhooging der haventarieven worden aange-
voerd, omdat hieruit nog eens duidelijk blijkt met
welke wapenen Antwerpen
strijdt
en hoe volkomen
inachteloos het particuliere initiatief in Rotterdam
staat tegenover al deze kunstgrepen in letterlij ken en
figuurlijken zin! 1-her is iedere ,,aanpassing” a priori
onmogelijk en men kan er zich slechts over verwon-
deren, dat de autoriteiten in ons goede vaderland zoo
onbegrijpelijk talmen niet liet nemen van maatregelen,
die Rotterdam in staat zouden stellen ‘zich te ver-
weren.
Hamburg.
liet derde jaar van het Duitsche ,,Aufbauprogramm”
stond, wat de haven van Hamburg aangaat, in het
teeken van voortgezette vermindering van den :1 rivoer,
indachtig het beginsel ,,nich mehr kaufen als man
hezahlen kanu” en eenige vermeerdering van den uit-
vner in het bijzonder naar die landen, waaruit de on-
misbare grondstoffen worden betrokken. De officieele
statistiek voor de eerste 9 maanden van 1935 toont,
wat den in- en uitvoer over de haven van Hamburg
aangaat, het navolgend beeld:
De totale invoer van Duitschiand vertegenwoor-
digde in millioenen R.M. een waarde van:
gedurende het tijdvak Januari/Septiber
1935 3.093.0 1934 3.357.0
hierin ‘zijn begrepen grondstoffen en ,,half-
fabrikaten” …………………….
1935 1.924.8
1934 2.017.4
De totale warde van den uitvoer van Duitschland
bedroeg, eveneens in millioenen R.M.:
gedurende het overeenkomstig tijdvak
1935 . . 3.062.0
,,
,,
,,
,,
1934 . . 3.091.7
hierin zijn ibegrepen afgewerkte goederen
1935 2.456.0
,,
,,
,,
,,
,,
1934 2.395.7
Het goederenverkeer ter ree via Hamburg bed:roeg:
Invoer.
tons
Januari/September
1935 ………………..9.828.000 1934 ………………..9.901.000
waarin begrepen grondstoffen en ,,’halffnbri-
katen” ………………………..
1935 7.005.000 1934 6.247.000
Uitvoer
tons Gedurende het overeenkomstig tijdvak
1935 . 4.633.000
,,
1934 . 4.670.000
waa tin begrepen grondstoffen en ,,halff abri-
katen” ………………………..
1935 2.314.000
1934 2.231.000
afgewerkte lindueten ….
1935 1.225.000
1934 1.088.000
Zooals uit bovenstaande vergeljicende
cijfers
blijkt,
is kwantitatief de invoer van grondstoffen en half-
afgewerkte goederen in Hamburg gedurende het afgc-
loopen jaar gestegen, terwijl de uitvoer van grond-
stoffen en half-afgewerkte goederen niet is gedaald.
De uitvoer van afgewericte goederen – en dit geldt
trouwens voor het geheele land – nam toe.
Gedurende de eerste tien maanden van 1935 be-
droeg de in- en uitvoer over zee in de haven van
Bremen naar de hoeveelheid gerekend:
In duizenden tonnen.
1935
1934
1935:1934
inpCt.
Invoer ……….
2.185
2.326
—141
– 6.2
Uitvoer
.134
2.693
+ 441
+ 16.4
Totaal van het
goederenverkeer .
5.319
5.019
+
300
+ 6
De belangrijke stijging van den uitvoer is voorna-
melijk te danken aan den kolen-export. Bedroeg deze
laatste gedurende het tijdvak Januari/October 1933
itt
totaal slechts 372.000 tons; reeds het daaropvolgend
jaar gaf een vermeerdering met ca. 800.000 tons te zien, terwijl gedurende de eerste tien maanden van
het afgeloopen jaar de uitvoer van kolen bijna 1.2
millioen tons bedroeg. Daarnaast toont de uitvoer van
metalen, die in Hamburg de laatste jaren niet be-
langrijk vermeerderde, gedurende de eerste tien maan-
den van 1935 een vermeerdering van bijna 370.000
tons vergeleken met het overeenkomstig tijdvak van
1.033. Het jaarverslag der Kamer van Koophandel te
Bremen vermeldt trouwens uitdrukkelijk, dat de uit-
voer van afgewerkte goederen in zijn geheel tot de
stijging van den export heeft bijgedragen.
In tegenstelling met den uitvoer toont, zooals uit
bovenstaande vergelijkende tabel
blijkt,
de invoer een
vermindering, die vooral in vergelijking met 1929:
4.033.647 tons, aanzienlijk is. De omstandigheden, die
tot deze inkrimping hebben geleid, zijn te bekend dan
dat hierbij uitvoerig behoeft te worden stil gestaan.
De
cijfeis,
aldus het verslag, weerspiegelen den ,,gi-
gantischen” strijd, dien de Duitsche zeehavens moe-
ten voeren. ,,Nach allen Seiten hin, nach dem Westen,
nach Osten und nach Süden, musz der Wettstreit mit
Ziihigkeit geführt werden. Die belgisch-holliindischen
lÇonknirenzhijfen, ebenso wie Gdingen, haben im Be-
richtsjahre trotz ihres schon jetzt gewaltigen Ver-
kehrs, wieder Verkehrszunahmen zu verzeichnen.
Tenii
es Bremen einigermassen gelungen ist sich zu
behaupten, so verdankt es das neben seiner eigenen
ziihen Arbeit, der
verstiindnisvollen
(cursiveering van
mij, 0. V.) TJnterstützung der Reichsbahn”.
Met betrekking tot het Saargebied heet het: ,,Trotz
aller Bereitschaft, sich der deutschen Hii.fen zu be-
dienen, kann die Saarwirtschaft nicht daran vorüber-
gehen, dass der Vortransport bis zum ausliindischen
Wetthewerbshafen (Antwerpen/Rotterdam) auch auf
der Schiene zum Teil erheblich billiger ist als der
riach dem •deutsehen Hafen. Solange also das gegen-
100
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 Februari 1936
wiirtige Frachtverhiiltnis bestehen bleibt, wird es
nicht gelingen einen nennenswerten Teil des Saar-
verkehrs, insbesondere in Eisen und Stahi, über
deutsche FTiifen zu ziehen. Es wiire deshaib sehr er-
wünscht wenn die Reichsbahn recht bald cme Revi-
sion der Frachtenlage zu Gunsten der deutschen See-
hiif en vornehmen würde.”
Verwacht mag worden, dat de Duitsche Rijksspoor-
wegen, zwichtend voor ,,di.e ziihe Arbeit” der belang-
hebbenden te Bremen, 66k ten aanzien van het Saar-
gebied ,,verstiinclnisvolle lJnterstützung” zuilen ver-
leenen Deze laatste toch, gevoegd bij het streven om
(1CR
Duitschen in- en uitvoer zooveel mogelijk over de
Duitsche Noordzeehavens te leiden, zijn oorzaak, dat
in verhouding tot den zoozeer ingekrompen buiten-
landschen handel van het Duitsche Rijk, de goederen-
beweging in de Iiamburgsche haven de laatste jaren
vrij stabiel is gebleven en havens als Brernen en Em-
den kwantitatief aanzienlijken vooruitgang hebben ge-
boekt:
Tijdvak Januari/Oetober.
(In duizenden tonnen.)
1933
1934
1935
Hamburg
………..16.150
16.300 16.200
Brernen
………….3.650
5.019 5.319
Emden
………….3.850
5.180 5.600
Wanneer men nu bedenkt, dat de vermeerderde goe-
clerenbeweging in de beide 1aatstgenoende havens
goeddeels te danken is aan de krachtige stijging van
het massaal-vervoer, dat
onttro1c7en
wordt aan de
Rotterdamsche haven, die bovendien, zooals gebleken is, ten aanzien van het massagoed tevens voortdurend
terrein verliest door de concurrentie van Antwerpen,
dan wordt het duidelijk, dat de actie, welke Rotter-
dam voert, beter lot verdient dan deze tot dusver van Regeeringszijde ten deel viel. Zoowel Antwerpen als
de Duitsche havens, het zij hier nog eens met nadruk
gesteld, trachten met
kunsirnatige
middelen zooveel
mogelijk verkeer tot zich te trekken. Rotterdam staat tegenover dit alles volkomen machteloos. Particulier initiatief, energie, noch ,,eigene zilhe Arbeit”, zooals
I3remen dit met ietwat misplaatste ingenomeuheid
van zich zelf constateert, vermogen hier iets te berei-
ken. Tegen maatregelen van autarkische strekking,
zoomin als tegen tijdelijke voordeelen van muntont-
waarding baat ,,aanpassing”. Hier ligt een even
duidelijke als onafwijsbare taak voor de Landsregee-
ring, die moge bedenken, dat de grondslagen, waarop
het verkeer in Nederland’s eerste havenstad rust,
steeds meer worden ondermijud naarmate de belis-
sing langer wordt uitgesteld. Het politieke spel,
waitrop ik reeds eerder doelde, moge oppervlakkig be-
zien niet van humor ontbloot zijn; het terugk-aatsen van den bal van Den Haag naar Rotterdam v.v., een
eindstrijd zou Wimbledon waardig zijn, Overheid en
Landsregeering mogen bedenken, dat luerdoor v:itaie landsbelangen blijvend schade lijden. Wanneer wordt
het verlossende woord gesproken?
C. VERMEY.
AANTEEKENIN GEN.
Staatasteun aan den Z.Afrikaanschen Landbouw.
In de ,,Economic Review” van de Nederiandsche
Bank voor Zuid-Afrika bespreekt Prof. Dr. C. G. W.
Schumann de in Zuid-Afrika getroffen steunmaat-
regelen voor den Landbouw. Reeds vanouds wordt de Landbouw gesteund. ,,IIelp
the farmer” is in Zuid-Afrika een oude slagzin en
de eerste in 1793 opgerichte bank had al als voor-
naamste doel ‘het verstrekken van kapitaal aan de
boeren. Alvorens de eigenlijke maatregelen ‘te bespre-
ken staat Prof. Schumann stil bij ‘de agrarische de-
pressie van 1929 tot eind 1932, toen Zuid-Afrika den
gouden standaard verliet. Omdat er geen statistieken
bestaan, zooais ‘in ‘de Vereenigde Staten, waarin wordt
aangegeven de verhouding tussehen de prijzen van
‘de laud!houwproduoten en de door ‘de hoeren gekochte
goederen en waardoor de werkelijke koopkracht dus
wordt weerspiegeld, gchruikt ‘hij de cijfers van in- en
uitvoer. De toestand van den Landbouw ‘blijkt ook na
1932 slechts zeer weinig te ‘zijn verbeterd.
De steunmaatregelen kunnen in twee groepen vor-
den verdeeld:
maatregelen van directen en indirecten steun,
afgezien van ‘de maatregelen van prijseontrôle; maatregelen van prijscontrôle.
Onder de eerste groep vallen va.n 1916-1935 niet
minder dan 77 wetten en besluiten. Tengevolge van
‘de ‘depressie was ‘de Regeering verplicht in 1931 den
hoeren staatsleeningen te geven, om deze tdaardoor
van de op ‘hen •drukkende lasten te ‘bevrijden. Hiervoor
werd een ‘bedrag van £ 5.000.000 gevoteerd. Zeer be-
langrijk was ‘ook •de in 1933 afgekondigde wet, welke
voorzag in een verlaging van de hypotheekrente. De
rente op landbouwhypotheken was tot dusver 6 ii S
pOt. geweest en werd nu ‘op 5 pOt. teruggebracht.
Het Rijk nam ‘hiervan i4 pOt. voor zijn rekening,
zoodat de hypotheekneme.r 3Y2i püt. te betalen had.
Tot ‘de tweede groep ‘be’hooren alleen ‘die maatrege-
len, welke kunnen worden beschouwd als te zijn in-
gevoerd als een direct gevolg van de agrarische de-
pressie en waartoe o.a. invoerrechten en exportsubsi-
d’ies hehooren.
De prijscontrôle ‘heeft’den binnenlan’dschen prijs op
een hoo’g niveau ‘doen blijven en daardoor een sterke
uitbreiding van ‘de productie tengevolge geha’d. Zoo
bijv. van suiker en tarwe, tabak, vleesch, e.a.
Steun aan het boerenbedrijf acht Professor Schu-
maun in ‘depressietijd zeer zeker verantwoord, ‘doch
het ‘overheidstoezicht wordt tegenwoordig veelal zon-
‘der systeeni uitgeoefend en door regionale belangen
beheerscht. Vooral ten aanzien van landbouwbelangen
is ‘dit een groot gevaar en het risico, ‘dat ‘de contro-
leeren’de lichamen te veel macht wordt gegeven, is
zeker niet denkbeeldig. Hoe belangrijk ‘de Regeerings-
contrôle dan ook zijn mag, in ‘de lon:g run is het
farming-hedrijf meer ‘gebaat hij juiste voorlichting en
opvoeding ‘dan hij een directen Staatssteun, welke de
prijzen voor agrarische producten kunstmatig opdTijft.
INGEZONDEN STUKKEN.
BEPERKING VAN DE MELKPRODUCTIE EN RATIONA-
LISEERING VAN HET MELKVEEHOUDERSBEDRIJF.
Dr. Ir. M. D. Dijt schrijft ons: Bij den groei van het economisch leven, derhalve
van ‘de ‘geheele samenleving, uit primitieve vormen
tot het hoog ontwikkelde stelsel van de laatste kwart
eeuw, zijn de afzonderlijke producenten hoe langer
h’oe niin’der voor eigen ‘hehoeftenvoorziening gaan
voortbrengen en hoe langer hoe meer voor de markt.
In verband ‘hiermee werden piijs en rentabiliteit meer
en meer richtinggevend voor cle productie, hoewel de
v’oorthrenging op zichzelf in belangrijke mate ‘gehon-
den was, is en blijft aan zeer moeilijk rekbare ‘banden van ‘de ,,status quo”.
Uitwijkingen in cle richting van de voortbren’ging
onder invloed van prijs en rentabiliteit werkten op
het economische leven in ‘het algemeen, doch op (ten
landbouw in het bijzonder langzaam door, gingen
daaibij op ‘den duur steeds te ver, om ‘dan weer door
tegengesteld gerichte krachten naar de andere zijde
terug te keeren.
De algemeene en ‘bijzondere conjunctuurschomme-
lingen, die ‘da’arbi optraden, gaven tot voor kort aan
de Regeeringen weinig of geen reden tot ingrijpen.
liet achter cle markt aanloopen van ‘de producenten
gaf wel aanleiding tot in’dividueele, doch niet tot
algemeene rampen.
Met ‘het opti-eden van ‘de huidige depressie is ‘dit
anders geworden. Nu grijpen de Regeeringen diep-
gaand in. Een kernfout, welke hierbij ‘gemaakt wordt,
is, ‘dat ‘de uitslagen van productie en conjunctuur op verschillende punten worden verergerd door het ge-
brek aan vooruitzien en het in ernstige mate achter-
5 Februari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
101
•cle-markt-aanioopen. Tegelijkertijd echter ontstaat;
een streven naar het ongedaan maken van de ontwik-keling van de laatste eeuw, derhalve een streven naar
meer primitieve economische vormen.
In het ‘begin van de crisis (1930-1931) gold in
Nederland: de akkerbouw heeft geen toekomst meer,
ons land moet zich derhalve meer toe gaan leggen
op tuinbouw, veeteelt, bloembollencultuur, en.
Nu
(in 1934-1935) geldt weer: onze exportproductie
heeft geen toekomst meer, ons land moet rich der-
halve meer toe gaan leggen op akkerbouw (verbouw
van voedergewassen).
In •het begin van de crisis gold: Nederland wordt
rijk van de crisis, onze henoodigde grondstoffen
(o.a. voergranen) zijn ‘spotigoedkoop en onze export-
producten (o.a. zuivelproducten) zijn goed loonend.
Nu geldt weer: Nederland exporteert zich arm, de
kostprijs van de met behulp van geïmporteerd voer
geproduceerde melk is te hoog.
Zonder eenig begrip van het economische proces,
waarin beide genoemde toestanden (1930-1931 en
1934-1935) phasen zijn, die logisch op elkaar moes-
ten volgen, heeft men zoodanig ingegrepen en ge-
bheoretise’erd, dat de amplitude van de golf in hooge
mate is verergerd, tot onberekenbare schade van ons
land. Draafde men in het ‘begin van de crisis onder
aanvoering van de Regeering ‘door in de richting:
uitbreiding van de veeteelt, zoo is het streven naar
beperking onder dezelfde aanvoering den laatsten
tijd nog veel rampzali’ger. ‘Want, stelde men zich in
1930-1931 nog voor te komen tot verdere ,,ontwik-
keling” van het economisdhe leven, nu in 1935-
1936 overwegen de stemmen van hen, die ,,terug”
willen, waarbij een gevaarlijk •défaitisme bezig is ‘te
ontstaan.
Een typisch voorbeeld daarvan is het aritkel van
Dr. D. Hoek
1)
onder bovengen’oemden titel. Uit-
gaande van de juisffliei’d van het principe van de
meiksteunbeperking, •dat onder het ministerschap van
Mr. Steenberghe ) werd naar voren gebracht eindigt
hij met een beschouwing over ,,kostprijz’en” van melk,
eenerzijds met behulp van gras en ‘hooi, anderzijds
met buitenland’sch krachtvoer geproduceerd.
De eerst ‘door Dr. Hoek aangehaalde uitspraak, die
van Minister Steenberghe, luidt: ,,Uw beschouwingen
zouden juist -zijn, wanneer de veestapel ‘hier te lande
was een aangepaste veestapel, d.w.z. een veestapel,
welke geheel met voedermiddelen, in liet eigen bedrijf
geproduceerd, ‘zou worden gevoed….Het vee, •dat
edhter boven den aangepasten veestapel wordt gehou-
den, wordt feitelijk geheel met ‘huitenlaudsch kracht-
voer gevoed.” En !de volgende uistpraak, die van ‘den
heer Krediet, luidt: ,,Degene, die geen koe te veel
heeft in verband niet het beschikbaar gras- en hooi-land, zal ‘dienen na te gaan, of hij •ook nog kan be-
zuinigen op het bijgekochte krachtvoer….Heeft de
veehouder wel te veel koeien in verband met het
hesdhikbare voedsel van het door ‘hem gebruikte land,
dan brengt zijn eigen belang het mee, ‘dat hij gaat
inkrimpen.” De eerste uitspraak is van de Regee-
ring, die voor het algemeen belang heeft te waken,
de tweede is van een ambtenaar in dienst van ‘de
zuive’lboeren.
Er zou derhalve op grond van dit verschil in be-
hartiging van algemeen en van groeps’belang ook ver-
schil in bedoeling aanwezig kunnen zijn. En nu
moet de boer, hoe ‘dan ook, in -zijn bedrijf ei’gen be-
lang zoeken en wanneer dit eigenbelang hem op het
oogenhlik dwingt te beperken, dan zou dit wel eens
tegenovergesteld kunnen zi.jn, niet alleen aan ‘het
algemeen belang, doch ook aan het toekomstig belang
van den boer zelf. Maar wanneer ‘de Regeering een
,,aangepaste” veestapel er een noemt, •die niet met
Zie
E.-S.B.
van 22 Januari 1930.
Natuurlijk denken wij er hierbij geen oogenbli.k aan
Minister Steenberghe verantwoordelijk te stellen voor deze
politiek. Hij ‘was als niet-deskundig op •agrariseh-eco’no.
misch gebied overgeleverd aan zijn deskundige adviseurs.
buitenlandsch krachtvoer wordt gevoed, dan vraagt
men zich met angst af, hoe men zich de ,,aanpassing” toch wel denkt. liet primivi’tisme, dat daaruit spreekt,
zou kunnen leiden tot nog verdere ,,aanpassing”. Bijv.
,,een fabriek, waarvan het personeel (met gezinnen)
nog voedsel ‘op de markt koopt en welke niet zelf de
voor het personeel noo’di’ge voeding en kleeding voort-
brengt, is geen aangepaste fabriek.” In een ‘derge-
lijken ‘gedachtengang past geen ontwikkeld, gediffe-rent’ieerd pro’ductiestelsel als het We’stersche van de
20ste eeuw.
Wanneer •de Regeeriug privaat-economisch gaat
denken, zooals hier in Nederland bij de crisispolitiek
blijkt, ‘komt men tot de meest paradoxale resultaten
en dan zou ‘het ,,aangepaste” economische leven er
wellicht ‘gaan uitzien, zooals dat van ‘de Middel-
eeuwen – indien teruggan’g zonder vernietiging van
de ‘cultuur mogelijk was!!!
De groote uitbreiding van onzen veestapel, waarop
Dr. Hoek wij’st, was mede een gevolg van ‘de opvat-
tingen in het begin van ‘de crisis. In landen, waar
de Regeeringspolitiek niet zoo sterk achter de markt
georiënteerd was als in ons land, had in die jaren
ook een uitbrei’ding van den veestapel plaats, doch
lang niet zoo erg als bij ons.
Maar de ‘beperking, die men nu beoogt, begint
eerst in getallen (‘dus statistisch) merkbaar te worden in 1937, 1938 en 1939, terwijl het economisch proces
‘dan naar alle waarschijnlijkheid weer een p’hase zal
hebben bereikt, waarin een grootere veestapel zou
passen! Men moet ‘hierbij ook niet vergeten, dat v66r
de uitbreiding, ‘die na 1930 optrad, onze veestapel
een paar jaren van teruggang ‘had meegemaakt!
Wanneer nu Dr. Hoek in zijn verdere betoog klaagt,
dat de uitbreiding van •den veestapel alleen mogelijk
was ‘door ‘den aanschaf van huitenlandsch veevoer,
dan zij opgemerkt, dat zooiets in de eerste phase van
de tegenwoordige crisis juist als gewenscht werd
beschouwd.
Erger wordt •het, wanneer hij :gaat beweren: ,,Zoo
heeft ‘dan •ook ‘de melk, afkomstig van een uit ‘de
voederop’bren’gst van in eigen bedrijf gevoederde koe,
een geheel anderen kostprijs dan de melk, afkomstig
van een koe, ‘die met van buiten verkregen (d.i. prac-
tisdh: ‘geïmporteerde) voedermiddelen gevoederd
wordt. De kostprijs van ‘de laatste is aanmerkelijk
‘hooger ‘dan die van de eerste; ‘de boter, vervaardigd
met ‘behulp van ‘de laatste, kost aanmerkelijk meer
dan die, vervaardigd met ‘behulp van ‘de eerste.”
In de eerste plaats is :het begrip ,,kostprjs” van
boter zeer vaag en bijv. nog in het geheel niet ‘ont-
wikkeld ‘bij de Batavieren, ‘die voor eigen ‘behoeften
produceerden en in een bedrijf als de veehouderj ‘ook
nu nog niet ,,toepasselijk”. Doch in de tweede plaats
is de ‘bewering, als zou ‘d’e kostprijs in een autark’)
‘bedrijf ‘veel lager zijn clan in een ‘heterark, geheel
onjuist. 1-loe ,,autarkisc’her” de bedrijven, hoe min-
der ze überhaupt met kostprijzen te maken ‘hebben en
hoe ,,heterarkisher”, hoe meer. Daarom is ‘bijv. ‘de
vergelijking van kostprij’zen van graanproducenten
in meer primitieve streken (als Argentinië) met die
van meer ontwikkelde streken even zinloos als kost-
prijsve.rgelijkingen in autarke en heterarke ‘bedrijven.
Men zou op grond van deze en andere ‘beweringen
tenslotte tot ‘de conclusie komen, dat alleen die be-
drijven, welke, ,,z’onder kostprijs” werken, reden van
bestaan hebben en ‘dat ‘derhalve onze geheele Wester-
sche samenleving ‘dient te verdwijnen.
Wanneer Dr. Hoek nu aan ‘het eind van zijn betoog
tot de conclusie komt, dat in de eerste plaats ‘gestreefd
zal moeten worden naar een afsnijden van dezen
duren ‘botertop d’oor het terugbrengen van den
inelkveestapel tot wat Minister S’teenberghe ‘destijds
een ,,aangepaste veestapel” heeft ‘genoemd, ‘dan mee-
nen wij daartegenover op grond van een meer dyna-
1)
Laat ons voor het gemak de• bedrijven, die geen bui-
tenlandsch krachtvoer nood’ig hebben ,,autark” noemen
en die, welke dat wel gebruiken, ,,heterark”.
102
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 Februari 1936
mische visie ‘op het economische proces tot een precies
tegenovergestelde conclusie te moeten komen. Wij
moeten alle krachten inspannen om onzen veestapel en zuivelproductie op peil te houden, ten einde voor
het heden arbeidsge’legenheid te behouden en voor de
toekomst niet met leege handen ‘te zitten, wanneer
aan onze exportproducten tegen hoogere prijzen veer
behoefte ontstaat. De behoefte zelf bestaat ook nu
wel, is echter door de algemeene economische poli-
tiek zoodanig, dat momenteel de kostprijzen van de
,,heterarke” bedrijven niet gedekt worden.
Afgezien hiervan zou met productiebeperking geen
ra’tionaliseering ontstaan, waarvan ,,kostprijsverla-
ging” het gevolg zou zijn, integendeel. De kwestie
van de vaste lasten speelt ook hier een rol.
Ik heb gemeend wat nader te moeten ingaan op ‘de verkeerde voorstellingen in het artikel van Dr. Hoek,
omdat deze voorstellingen heden ten dage algemeen
heerschen en ‘de geheelè crisispolitiek van onze Re-
geering bepalen. Vanzelfsprekend is hierover meer te
zeggen, •dodh dan zou dit artikel een omvang krijgen,
waarbij het niet meer in dit weekblad zou passen.
Maar ‘hoogst noodzakelijk is het, op grond van juiste
begrippen van .het economische proces, te komen tot
een redelijke conjunctuurpolitiek, welke tot nu toe
ornnogelijk is door ‘het te statische, onredelijk-verstan-
deljke denken, dat zich niet met het proces
(=
de
ontwikkeling), maar slechts met het oogen.’blik van
heden bezig houdt waardoor de samenleving tot zelf-
vernietiging in plaats van tot ontwikkeling komt.
N a s ch r i f t. Voor dit statistisch ‘blad heb ik eenS
statisch betoog op zijn plaats geacht. Ir. Dij’t meent, dat
het dynamisch had moeten zijn. Heeft hij nu met zijn
dynamisch tegenbetoog mijn statische argumenten
ontzenuwd? Ik heb den indruk, ‘dat het er aan voor-
bijgaat, zooals een symphonie voorbijgaat aan een
schilderij.
Mijn stellingen varen deze.
1.
De meikveestapel is
sinds 1980 met 136.000 melk- en kaifkoeien. uitgebreid.
. Voor deze beesten levert de Nederlandsche bodem
geen voedsel op.
8. Zij leven dientengevolge uitsluitend van geïm-
porteerd voer.
Het voederen met importvoer (graan en vee-
koek) i.s duurder dan het voederen met binnenlartdsch
voer (in hoofdzaak gras en hooi).
Het produceeren van melk (en dus van boter),
afkomstig van de boventallige beesten, brengt dan
ook hoogere uitgaven mee dan het produceeren van
melk, afkomstig van wél op binnenlandsch voer levend
vee.
Het neerdrukken van den melkveestapel tot op
het niveau van den ,,aangepasten veestapel” drukt dus
tevens den kostprijs van de melk, en daarmee die van
de boter, omlaag.
De h
eer
Dijt is van oordeel, dat de aan •het econo-
inisdhe leven eigen dynamiek wel spoedig weer aardig
wat vraag naar dure ‘boter zal doen ontstaan. Het is
zijn goed recht, optimistisch te zijn, maar optimis-
tisch of niet, •de hier verkondigde meening raakt in
geen enkel opzicht mijn betoog. Zoo is ‘het ook met
de rest van zijn stuk. Het laat mijn stellingen
tol-
komen
onaangetast.
Aanvoeren in tt
Ik zou hier dus gevoegelijk kunnen eindigen. Alleen,
ik kan de aanvechting niet weerstaan, op enkele
slakjes, die ik in den lusthof van den heer Dijt zie
vo.ridkruipen, een bescheiden korreltje zout te leggen.
Is het juist, dat v66r de uitbreiding, die na 1930 optrad, onze veestapel een paar jaren van teruggang
had meegemaakt? In letterljken zin is dit juist. Een
statistische curve is echter zoo goed als nooit regel-
matig. De
wijze,
nu, waarop de heer Dijt zich van de
in ‘de veestapel-curve optredende onregelmatigheden
bedient, werkt er weinig toe mee, bij den lezer een
juist beeld op te roepen. Tellingen, trouwens, zijn er
nh 1921 en vbSr 1930 niet geweest. Een grafiek, voor-
komend in het Driemaandelijksch Overzicht der Re-
geerin’g (dl. 1, blz. 146) geeft echter ‘de volgende
geschatte cijfers te zien (rundveestapel, inclusief stie-
ren en jongvee):
1921 …….. 2.063.000
1928 ……..2.600.000
1922 ……..2.300.000
1929 ……..2.570.000
1923 ..,,,, 2.230.000
1930 ……..2.366.000
1924
2.330.000
1931 ……..2.500.000
1925 ……..2.520.000
1932 ……..2.770.000
1926 .,,
2.610.000
1933 ……..2900.000
1927 ……..2.650.000
liet afwijzen van ‘het ‘begrip ,,kostprijs”, speciaal
voor de op die bedrijven geproduceerde melk, waar
het melkvee in hoofdzaak leeft op gras en hooi, is
een gemakkelijk nli’d’del, om zonder
gelijk
te
hebben,
toch gelijk te
krijgen.
Algemeen wordt aangenomen –
en ook de heer
Dijt
zal dit wel niet bestrij’den -‘
dat aldhans in de boterstreek de gemiddelde melkvee-
houder zijn kosten dekt, wanneer hij 4Y2 h 5 rent
per k’g melk ontvangt. Berekent men echter wat de
melk, afkomstig van koeien (met hun aanhang van
stieren en jongvee), die alleen ‘op graan en veekoek
zouden leven,
uitsluitend aan veevoer zou
kosten,
dan komt men tot een aanmerkelijk hooger ‘bedrag.
Voor de juistheid van mijn stelling voldoende ‘bewijs.
Anders dan ‘de heer Dijt en heel veel anderen
met ‘hem meenen, speelt de kwestie van ‘de vaste las-
ten hier in ‘het geheel geen rol. Wanneer een kg melk,
afkomstig van de ‘boventallige koeien,
alleen
aan vee-
voer al méér kost dan de gemiddelde kostprijs per kg
van alle
melk tezamen, inclusief de vaste lasten, be-draagt, ‘dan is ‘het duidelijk, ‘dat die melk voor geen
rooie ‘duit in de vaste lasten kan bijdragen.
H.
ONTVANGEN BOEKEN.
Preisabreden im Schweizer’ischen Hotelgewerbe
door
Dr. Karl Felix. (Basel 1934; Uitgave van de
Shweizer Hotelier-Verein).
Een toetsing van het kartelvraagsrbuk aan een voorbeeld
uit de hotelindustrie. De schrijver ontkent, dat dc prijs-
politiek van de S.H.V. onjuist is geweest en grondt deze
uitspraak op het feit, dat het Zwitsersohe ‘hotelbedrijf in
z.g. normale tijden voor
%
exportindustrie is. De hoogte
van de minimuml)rijzen van verschillende hotelklassen moet
zich naar de buitenlandsche concurrentie righten.
Na het schrijven van dit boek is het vraagstuk van de
prijspolitiek van de Zwitsersohe hotels van een academisch
onderwerp tot een vraagstuk van praktische politiek ge-
worden, in verband met de actie vooi ‘het Hotelplan.
Die Mollusken des Plioziins von Boemiajoe (Java)
door 0. H. Oostingh. Wetenschappelijke Mede-
deelin’gen No. 26 van ‘den Dienst van den Mijn-
bouw inNed.-Indië. (Bandoeng 1935; Prijs
f
2.50).
ns van 1000 kg.
Artikelen
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
2
6Jan.1
1
Febr.
Sedert
Overeenk.
26Jan.11
Febr.1
Sedert
Overeenk.
1
6
1935
1936
1Jan. 1936
tijdvak 1935
1936
1Jan. 1936
tijdvak 1935
2
9.
281
104.031 105.161
–
1.165
775
105.196
105.936
5.
6
7
4
23.407
21.619
– –
23.407 21.619
Tarwe
……………..
Rogge
……………..
1.0
1
9
2.594
3.826
–
–
–
2,594
3.826
Boekweit …………….
Mais ……………….
9.7
4
1
77,903
82.437
2.800
13.257
7.171
91.160 89.608 2.134
36.790
17.825
200
1.258
1.265
38.048 19.090
7.061
5.470
–
–
–
7.061
5.470
Lijnzaad
…………..
1227
…
16.689
6.210
3.400
15,880
20.255 32.569
26.465
Gerst
……………..
Haver
……………..430
760
4.780
27
–
–
–
4.780
27
Lijnkoek ……………
.
1.825
1.848
75
444
695
2,269 2.543
Tarwemeel
………….50
Andere meelsoorten ….
300
3.094
4.819
142
494
551
3.588
5.370
5 Februari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
103
STATISTIEKEN.
HANKDISCONTO’S.
d
(Diac Wissels.
2*4
Febr. ’36
Lissabon
•…
5
13Dec.’34
Bk
Bel. Binn. Eif.
’36
3
4
Febr.
Londen ……2
3,)
Juni’32
JVrsch. in R.C.
3
4
Febr. ’36
Madrid ……5
9
Juli ’35
Athene
……….
7
14Oct.’33
N.-YorkF.R.B.
4
1Feb.’34
l3atavia …….
.
…
..
Juli’35
Oslo
…….. 3*2
2
Mei’
33
Belgrado
……..
5 lFebr. ’35
Parijs
……4
9Jan.’36
Berlijn
……….
4
22Sept.’32
Praag
……3
1 Jan. ’36
Boekarest……..
4
28Aug.’35
Pretoria
….
3*
15Mei’33
Brussel ……….
2
16Mei’35
Rome……..5
9 Sept.’35
Budapest ……..
4
28Aug.’35
Stockholm
..
21
1Dec.’33
Calcutta
……..
3 28Nov.’35
Tokio
….
3.65
2Juli’33
Dantzig
……..
5
21Oct.’35
Weenen ……
3*10 Juli’35
Helsingfors ……
4
3 Dec.’34
Warschau…. 5
26 Oct. ’33
Eopenhagen
….
322Aug.’35
Zwits. Nat. Bk.
2*
3Mei’35
OPEN MARKT.
1936
2
27Jan.!
20/25
13/18
Febr.
1 Febr.
Jan.
Jan.
~
193~5
.
1934
29Jan.!
3 Febr.
1914
2024
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
1
3
14
1314-2
17/
5
211
4
2114_11
4
51
Is-‘b
3
1
1_
3
11
Prolong.
–
1314-2
2
1
14
2-I13
1
1
2
1
14-14
Londen
Daggeld.
. .
1
1
–
I
’12
–
1
1121
11
2
1
14..1
141
I
3
l
–
2
Partic.disc.
17
131_116
171339/4
17
132.
9
/16
1
!32116
1
116
1
4
1
1_
8
1
Berlijn
Daggeld…
3114.1/3
2
3
1e3
1
/2
2-3 2-3
3.4
1
18
411
4
.531
4
–
Maandgeld
231
4
-3
2
3
/4-3
2/4-3
2
3
(4-3
3!8-4
4-5u12
–
Part, disc.
3 3 3
3
3314
37/s
Warenw.
. .
4-I
1
4_I
1
4
4.1
4
4.1
1
4
4.1
1
4
41/
4
–
Jea, York
Daggeld
)
31
31
4
314
3
4
1
1
Part,c.disc.
3/t,
I,&
/16
3
113
116
314
1)
Koers van 1 Febr, en daaraan voorafgaande weken tlm. Vrijdag
WISSELKOERSEN.
KOERSEN iN NEDERLAND.
D to
a
Neiv
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavin
York*,)
*)
*)
*)
6)
1)
28 Jan. 1936
1.45%
7.29%
59.26
9.73%
24.86
100%
29
,,
1936
1.46%
5
7.28% 59.27
9.72j.
24.84
100%
30
1936
1.451%6
7.29%
59.27
0.72%
24.87
100%
31
1936
1.45%
7.28%
59.27
9.73%
24.84*
100%
1 Febr. 1936
1.45%
7.28%
59.28
9.73%
24.83*
100%
3
,,
1936
1.45%
7.29% 59.28 9.73%
24.85
100%
Laagste 11w’)
1.45%
7.27% 59.20
9.71%
24.81
100h
hoogste d.wl)j
1.46%
7.29%
59.32*
9.74
24.90
100%
3.iuntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100
Data
sid
Weenen
Praag
1
Bo:ka
–
Milaan
1
Madrid
28 Jan. 1936
47.97
–
6.10*
1.10
–
20.17
29
1936
47.98
–
6.10*
1.10
–
20.15*
30
,,
1936
47.97
—
6.10*
1.10
–
20.15
31
1936
47.99
–
6.12
1.10
–
20.16
1 Febr. 1936
47.98
–
6.1
2
*
1.10
–
–
3
,,
1936
48.02
–
6.11
1.10
–
20.16
Laagste d.w’)
47.97%
–
6.08
1.05
–
20.05
Hoogste d.w’)
48.02%
27.75
6.14
1.15
–
20.20
?{untpariteit
1
48.003
35.007
7.371
1.488
13.094
48.52
Data
Stork-
Kopen-
Oslo
:[
e
n
l
_
s
l
Buenos-
Mon-
holm
)
hagen
“)
for
Aires
1)
treal
18 Jan. 1936
3
7
.6
0
32.57*
36.65
3.21
40%
1.46%
19
,,
1936
37.60
32.55 36.65 3.22
40%
1.46%
30
,,
1936
37.65
32.60
36.67*
3.22
40%
1.46%
31
,,
1936
37.60
32.55 36.65
3.22
40%
1.46%
1 Febr. 1036
37.571
32.52*
36.6
2
*
3.22*
40%
1.45%
3
,,
1936
37.6
2
*
32.57*
36.65
3.22
40% 1.46%
Laagste d.wl)
37.45 32.40 36.40
3.18 39% 1.45%
hoogste d.wl)
37.70
32.65 36.75 3.24
40%
1.46%
1untpariteit
66.671 66.671
66.671
6.266
95%
2.4878
‘) Noteering te Amsterdam.
)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
lii
‘t
l6te of 2cle No. van iedere maand komt
een
overiebt
vuur van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
Da a
Londen
($
per
£)
Parijs
($
p. IOOfr.)
Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amsterdam
($
p. 100 gld.)
28 Jan.
1936
4,99%
6,66 40,65
68,50
29
,,
1936
5,00%
6,67
40,70
68,63
30
,,
1936
5,00%
6,68%
40,75
68,69
31
,,
1936
5,00%
6,69%
40,60 68,75
1 Febr.
1936
5,00%
6,69
40,76
68,77
3
,,
1936
5,03%
6,69%
40,82
68,81
4 Febr.
1935
4,87′
6,56%
39,95
67,27
Munt.pariteit.
.
4,86
3,90%
23.81%
40%
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
1
eenheden
1
8Jan.
1936
25Jan.
1936
27Jan.
11
Febr.’361
1
Laagste
l
Hoogstel
1
Febr.
1936
Alexandrië..
Piast. p.
97%
9
7X”
97%
97%
97%
Athene
.
..
.
Dr.
p.0
520 520 520
520
520
Bangkok.
…
Sh. p. tical
1/10k
1110k
1110′
1110
‘/’°T’S
Budapest
..
Pen. p.
£.
16%
16% 16%
16% 16%
BuenosAires’ p.pesop.
18.25 18.15
18.00 18.20
18.05
Calcutta
. . ..
Sh. p. rup.
1165132
116
5
1
35
1j6%
1,6%
1
1
1
634
Constantin.
.
Piast.p.0
615 616 615
616 615
Hongkong
..
Sli. p.
$
I/31,!.ç
–
1.3%
114
1/3%
Sh. p. yen
12%,
1i21′
12
112
1
2%6
1121133
Lissabon….
Escu. p. £
110%
110%
109%
110%
110%
Mexico
. .. .
$per
17%
17% 17%
18% 17%
Montevideo
2)
d. per £
22%
23%
23
23% 23%
Montreal
. .
$
per £
4.05%
4.98V
4
4.97
5.00
4.09%
Kobe
…….
Riod.Janeiro
3
d. per Mil.
2′,,
233
1
32
2’X8
2251
33
2%
Shanghai
. .
Sh. p.
$
112%
–
1/2%
1/2%
1/29.ç
6
Singapore
. . id. p.
$
2/4% 2/4%
214
214%
2/4%
Valparaiso
4).
$
per £
128
128 128
129 129
Warschau
. .
Zi. p. £
26%
26%
26
26%
26%
1)
Offic. not. 15 laten, gem. not., welke importeurs hebben te betalen,
1
Oct. 17.02;
31
Jan.
17.03.
2)
Offic.
not.
14 Jan. 39
1
12;
23 Jan. 3971
14;
27 Jan.
39
1
/2;
30 Jan.
39116;
1
Febr.
39118.
3)
Id. II
Mrt.
411
4
4)
90 dg.
Vanaf 28 Aug. laatste
•
export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
S)
Londen’)
N.York2)
Londen
28
Jan.
1936..
–
448,
28 Jan.
1936
–
29
,,
1936..
20
445,
29
,,
1936
140,8
30
,,
1936..
19%6
44%
30
,,
1936
140,8
31
,,
1936..
19%
44%
31
,,
1936
1409
1 Febr. 1936..
–
–
1 Febr.1936.
…
1411_
3
,,
1936..
19%
44%
3
,,
1936 ….
140,11
4 Febr. 1935..
24K6
54%
4 Febr.1935….
1411
27 Juli
1914..
241%
1
59
27
Juli
1914….
84110%
1
)119
pence p. oz. stand.
2)
Foreign
silver in $c. p. oz. fine.
3)
in 5h. p.oz. line
STAND VAN
‘
s
RIJKS KAS.
Voroeringen.
1
23Jan.1936
1
31Jan.1936
Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De Ne-
f
41.281.056,32
f
34.482.843,11
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
179.317,45
338.036,57
Voorschotten op uit. December 1935
a/d. gemeent. verstr. op a. haar uit te
derlandsche Bank ……………. …
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gen.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
.
5.427.832,48 5.427.832,48
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
128.701.940,82
,,
128.822.606,58
Idem aan
Suriname ………………
13.810.807,58
..
,,
13.938.148,13
………………
Idem aan Curaçao
… ..324.899,97
•
337.561,20
Kasvord.weg.credietverst.alh.b9itenl.j
..118.402.707,10
,,
118.537.609,61
Daggeldleeningen tegen onderpand..
Saldo der postrek.v.Rijkscomptabelen
3.000.000,-
.
36.494.185,04
4.500.000,-
,
26.634.389,03
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)
–
–
25.588.613,06
•
25.739.738,64
Vord. op andere Staatsbedrijven
1)
……
Verstr. ten laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)
,,
37.110.147,76
36.935.147,76
Verplichtingen
Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art.
16 van
haar octrooi verstrekt
–
–
Schatkistbiljetten in
omloop ………
/415.978.000,- f415.978.000,-
,,
174.390.000,-
174.390.000,-
w.v. rechtstr. bij De Ned. Bank gepl
–
–
Zilverbons in omloop …………….
.
1.191.729,50
1.190.214,50
Schatkistpromessen in omloop …….
Schuld op uit. December
1935
aan de
gem. weg. a. h.uitte keeren hoofds.d. …
pers. bel., aand. i. d. hoofds. d. grondb.
C. d. gen,. fondsb. alsm. opc. op die bel, en op de vermogens belasting
–
—
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.
1)
114.382,41
•
237.114,51
Id. a. h. Staatsbedr. der P.T. en T.
,,
74.950.073,51
67.491.531,08
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
–
–
Id. aan diverse instellingen
1)
………..
100.345.658,56 ,
100.280.258,06
1)
In rekg.-crt. met’s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH
–
INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
Saldo Javasche Bank ……………….
–
1
307.000,-
Saldo b. d. Postchè9ue- en Girodienst
t
622.000.-
432.000,-
Betaalmiddelen in
s Lands kas
60.497.000,-
60.497.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kas e. a. Riiksinstell.
,,
.
28.013.000,-
,, 132.306.000,-
Schatkistpromesseii in omloop …….
,,
1.500.000,-
1.500.000,-
2.000.000,-
2.000.000,-
Schatkistbiljetten in omloop ………..
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
»
714.000,-
.
714.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank
867.000,-
823.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
…
1.228.000,-
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
,,.
‘7″
Andere
opelschb.
schulden
Discont.
28 Dec.
1935..
769
1.170 415
571
1.619
21
1935.
•
767 1.049
418
571
1.617
14
1935..
766 1.045
435 568
1.634
7
,,
1935..
769
1.090
479 568
1.832
30 Nov.
1935..
781
1.153 411
570
1.642
5 Juli
1914..
645 1.100
560
735
39
ii Slulip. der &Ctiva.
104
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 Februari 1936
STATISTISCH OVERZICH1
–
GRANEN
EN ZADEN
TUINBOTJWARTIEELEN VLEESCH
TARWE
g
a
R000E
MAIS
GERST
g
LIJNZAAD
WITTE
KOOL
UIEN ROODE
KOOL
RUND-
K
S V
–
lcO
o
74 kg Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
.-zçusiche
La Plata
loco
Ie kwal.
1-5 pond
gewoon
per 100 kg
le kwal.
1-5 pond
(versch)
(versch)
Atsterdam’
R’dam!A’dam
R’dam/A’dam
1
m
IA?d
a
R’dam/A’dam
per
.
100kg
Broek op
per 100 kg
to
per 100 k
per 100 kg
per 100 kg.
per 100 kg.
per 2000 kg.
per 2000 kg.
per 1960 kg.
Langendijk
Lan
en
di?k
Rotterdam
Rotterdam
3)
4)
Lan endk
g
1
g
1
8.
0
10
f1
01
f1.
0
10
f1.
01
8.
°Jo
f1
01
f1
Uj
f1.
0
1
0
f1.
01
f1.
01
192517,20
100,0
1307
5
100,0
231,50
100,0236,00100,0
462,50
100,0
–
–
1926l5,9092,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9
–
–
1927:14,7585,8
12,47
5
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
–
1922
13,47
5
78,3
13,15 100,6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00 78,5
4,55
100,0
13,25
100,0 17,23
100,0
93,-.
100,-
77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,87
6
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
7,38
162,4
11,78
88,9
910
52,8
96,40
103,7
93,12
5
120,2
1930
9,676
56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4 356,00 77,0
2,05
45,1
2,14
16,2
5,77 33,2
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55 32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
3,06
67,3
1,94
14,6
6,96
40,4
88,-
94,6
48,-
61,9
1932
5,220
30,4 4,62
5
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1.49
32,8
8,07
60,9
1,84 10,7
61,-
65,6
37,50
48,4
1933
5,02
5
29,2
3,55
27,2
68,50 29,6
70,00
30,0
148,00
32,0 0,82
18,0
.
2,30
17,4
————————–
2,60
15,1
52,-
55,9
49,50
63,9
1934
3,67
5
21,4
3,325
25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8 3,23
71.0
1.89
14,3
————————–
————————-
3,04
17,6
61,50
66,1
46,65′
60,2
1935
4,125
24,0
3,07
5
23,5
61,25
26,5
68,00
28,8
131,75
28,5
2,21
48,6
2,58
19,5
5,25 30,5 48,126
51,7
51,625
66,6
Jan.
1934
4,75
27,6 3,10
23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2 3,65
80,2
2,31)
17,4
3.08
17,9
62,50
67,2
53,75
69,4
Febr.,,
3,40
19,8
2,775
21,2
65,25
28,2
58,50
24,8
133,00
28,8 3,97
87,3
1,63
12,3
3,12
18,1
63,-
67,7
53,50
69,0
Maart
,,
3,25
18,9
2,725
20,8
70,75
30,6
58,75
24,9
132,00
28,5
5,99
131,6
1,23
9,3
4,24 24,6
61,75
66,4
50,50
65,2
April
•
3,20
18,6
2,70
20,7
70,50
30,5
56,75
24,0
136,50
29,5
63,50
68,3
49,126
63,4
Mei
,,
3,32
6
19,2
2,876
21,9
62,00
26,8 63,00
26,7
154,50
33,4
65,75
70,7
47,50
61,3
Juni
,,
3,67
5
21,4 3,175
24,3
65,00
28,1
74,75 31,7
156,50
33,8
—
63,25
68,0
43,75
56,5
Juli
3,80
22,1
3,30
25,3
71,50
30,9
78,75
33,4
151,25
32,7
63,-
67,7
44,62
5
57,6
Aug.
4,37
25,4
4,27 32,7
83,25
36,0
93,50
39,6
159,25
34,4
63,95 68,8
43,30
55,9
Sept.
,,
4,-
23,3 4.15
31,7
77,25
33,4 93,25 39,5
145,50
31,5
63,55 68,3
42,62
5
55,0
Oct.
,,
3,50
20,3
3,70
28,3
69,50
30,0
93,50
39,6
135,25
29,2
60,70 65,3
42,126
54,4
Nov.
3,50
20,3
3,45
26,4
71,25
30,8
89,25
37,8
127,75
27,6
1,28
28,1
2,25
17,0
– –
53,75 57,8
44,50
57,4
Dec.
,,
3,45
20,1
3,55
27,2
76,25
32,9
91,00
38,6
134,00
29,0
1,26
27,7
2,03
15,3
1,73 10,0
53,15
57,2
44,65
57,6
Jan.
1935
3,30
19,2
3,525
27,0
74,25
32,1
89,25
37,8
137,25
29,7
1,13
24,8 2,59
19,5
2,89
16,8
53,62
5
57,7
45.62
6
58,9
Febr.
,,
3,20
18,6
3,375
25,8
68,00
29,4
71,25
30.2
124,25
26.9
0,91
20,0
2,14
16,2
4,26
24,7
51,90
55,8 47,55
61,4
Maart
3,20
18,6
3,076
23,5
67,75
29,3
64,00
27,1
120,50
26,1
0,88
19,3
2,92
—
–
–
–
—
–
–
–
—
–
—
–
22,0 7,69
44,6
51,40 55,3 51,20
66,1
April
4,07
5
23,7
2,95
22,6
70,75
30,6
66,75
28,0
125,00
27,0
51,92
5
55,8
50,25
.
64,8
Mei
4,05 23,5
2,90
22,2
59,90
25,9
67,25
28,5
125,50
27,1
–
—
–
–
–
–
–
–
–
–
—–
–
–
—
–
–
–
—
–
–
–
——
50,80 54,6 48,50
62,6
Juni
,,
4,02
23,4
2,90
22,2
57,50
24,8
75,00
31,8
124,25
26,9
—
–
—
–
–
–
—–
–
–
—
–
–
–
–
–
–
–
–
—-
—
48,-
51,6
46,12
6
59,5
3uIi
3,92
6
22,8
2,55
19,5
54,50
23,5
66,75
28,3
124,50
26,9
48,-
51,6
47,375
61,1
Aug.
4,25
24,7
2,625
20,1
55,25
23,9
64,50
27,3
132,25
28,6
44,80
48,2
52,55
67,8
Sept.
4,75
27,6
3,-
22,9
55,75
24,1
64,50
27,3
139,50
30,2
–
—
–
–
—
—
—
—
–
—
–
43,375
46,6
56,62
5
73,1
Oct.
,,
4,95
28,8
3,35
25,6
57,75
24,9 64,75 27,4
142,75
30,9
—————-
–
—
–
–
–
–
—
—
—
–
—
–
46,075
49,5
64,625
83,4
Nov.
4,65 27,0
3,20
24,5
55,00
23,8 59,75
25,3
137,75
29,8 3,83
84,2
2,65
—
–
–
–
—-
—
—
–
—
–
20,0 42,75 46,0 56,85
73,4
Dec.
,,
5,15
29,9
3,40
26,0
56,71
24,5
60,75
25,7
146,50
31,7
4,32
94,9
2,59
—
–
–
–
–
–
—
—
—
–
—
–
–
—
–
–
–
–
—
—
—
–
—
–
19,5
6,17
35,8 44,75
48,1
52,25
67,4
Jan.
1936
5,45
31,7
3,52
5
27,0
56,00
24,2
63,50
27,0
153,50
33,1
4,47
98,2
2,26
—-
–
–
–
—
—
—
–
—
–
17,1
6,41
37,2
44,-
47,3 50,87
5
65,6
27
,,
–
5,40
31,4
3,40
26,0 56,00 24,2
64,00
27,1
153,00
33,1
4,16
91,4
2,20
16,6
6,20 36,0
44,_S)
47,3
50,-5)
64,7
3 Febr.
5,30
30,8
3,45
26,4
55,50 24,0 64,00
27,1
152,75
33,0
44,..
0
)
47,3
49,756)
64,2
1) Men zie voor de toelichting Op dezen staat de nos. van 8, IS Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933.
1)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 tol
16Dec. 1929’tot 26Mei1930 74/5kg Hongaarsche vanaf 26 Mei 1930 tot 23Mei1932 74kg Zuid-Russische: van 23Mei1932 tot 2Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
Tot Canada
Van 19 Sept. ’32 tot 24Juli’33 62163kg Z.-Russ. van 24Juli ’33-7 Oct.’35 64/65 kg La Plata. 5)25 Jan. 6)1 Febr.
7
)30 Jan.
8)
31Jan.
Vervolg STATISTISCH OVERZICH’]
MINERALEN TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalsche!
PETROLEUM
BENZINE
KATOEN
WOL WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Gulf exp.
.
__________
gekamde
Australische
Australische,
HUIDEN
SALPETER Middling
locoprijzen
F.Q.
F.
Sakella-
G. F. No.
1
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
33 t/m 3396
64/66°
$cts. per
Merino, 64’s A’v.
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
GId. per
100
kg
R’dam/A’dam
Bé s.g.
per barrel
U.S.
gailon
New-York
rides
.
Liverpool
loco
Bradford
per Ib.
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per
1000
kg.
per Ib.
Liverpool
Bradford per lb.
‘i
Ïi.
‘Ii
$
cts.
Olo
pence
0/o
pence
s/s
pence
bis
pence
01
0
1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
.1100,0
29,50
100,0
34,70
1100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89
112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5 6,30
67,4
47,25
1
85,9
24,75
83,9
28,46
/
82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77.8
48,50
1
88,2
26,50 89,8
40,43
1116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2 20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
1
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48 95,7
1929
11,40 105,6 1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2 6,59 70,5
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25
1
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0 3,92
41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9 8,60
37,0
7,33 25,0 3,08 33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
i
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
4,50 30,3
6,45
27,7
5,21
17,8 3,11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
1
32,1
6,15 51,3
1933
7,00
64,8
0.45
26,8
3,61
24,3
6,75
29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0
9,50 32,2
13,26
38,2 6,18
51,5
1934
6,20 57,4
0.63
37,5
2,88
19,4
7,35
31.6
5.32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
1935
6,05
5,60
0.625
37,2
3.02
20,3
7,05
30,3
5,16
17,6
2,96
31,7
16,75
30,5
8,50 28,8
12,54
36,1
5,89
49,1
Jan.
1934
6,65
61,6
0.66 39,3
3,74 25,2
7,10
30,5
5,47
18,7
2,59
27,7 27,00
49,1
14,75
50,0
13,-
37,5 6,15
51,3
Febr.
,,
6,30
58,3
0.64
38,1
3,25
21,9
7,50
32,3
5,64
19,3
2,68
28,7 23,75
43,2
.12,75
43,2
13,-
37,5
6,20
51,7
Maart
,,
6,25
57,9
0.63
37,5
3,05
20,5 7,40
31,8
5,50
18,8
2,76
29,5 23,25
42,3
11,75
39,8
12,50
36,0 6,25
52,1
April
,,
6,30
58,3
0.62
36,9
2,79
5
18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6
6,30
52,6
Mei
,,
6,25
57,9
0.62
36,9 2,88
19,4
6,80
29,2
5,20
17,8
2,48
26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2 6,30
52,6
Juni
,,
6.15
56,9
0.62
36,9
2,83
19,0
7,15
30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50 33,1
6,30
52,6
Juli
6,15
56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50 33,1
6,30
52,6
Aug.
,,
6,15
56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,85
34,0
5,32
18.2
2,85
30,5
16,00 29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
5,80
48,3
Sept.
6,00
55,6
0.62
36,9 2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3 2,71
29,0
15,00
27,3
8,50
28,8
12,-
34,6
5,85
48,8
Oct.
•
6,00
55,6 0.62
36,9
2,60
17,5
7,40
31,8
4,93
16,8
2,57
27,5
15,00
27,3
8,50 28,8
12,50
36,0
5,90
49,2
Nov.
6,10
56,5
0.62
36,9
2,53
17,0
7,40 31,8
5,42
18,5
2,67 28,6
15,00
27,3
8,75
29,7
12,-
34,6
5,95
49,6
Dec.
•
6,05
56,0
0.62
36,9
2,76
18,6
7,50
32,3 5,43
18,6
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
32,4
6,05
50,4
1935
L
an.
6,05
56,0
0.626
37,2
2,97
8
20,0
7,55
32,5
5,38
18,4
2,99 32,9
14,75
26,8
8,25
28,0
10,75
31,6 6,15
51,3
rebr.
605
56,0
0.62
5
37,2 2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5
7,75
26,3
10,50
30:3
6,20
51,7
Maart
5,90
54,6 0.62
36,9
2,74
18,4
6,80
29,2 4,85
16,6
2,79 29,8
13,75
25,0
7,50
25,4
10,25
29,5 6,25
52,1
April
6,00
55,6 0.63
37,5
2,99
20,1
7,05 30,3 4,89
16,7
2,89
30,9
14,75
26,8
8,00
27,1
10,75
31,0 6,30
52,6
Mei
6,05 56,0
0.62 36,9
2,97
5
20,0
7,30
31,4
4,96
16,9
3,07
32,8
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
6,30
52,6
Juni
6,05
56,0
0.62 36,9 3,15
21,2
7,-
30,1
4,82
16,5
2,98
31,9
16,75
30,5
8,50 28,8
12,-
34,6 6,30
52,6
juli
.
6,05 56,0
0.62
36,9 3,115
21:0
7,25
31,2 4,82
16,5
3,08
32,9
18,25
33.2
9,00 30,5
11,75
33,9
5,40
45,0
Aug.
6,15 56,9
0.62
26,9
3,08
20,7
6,80 29,2
4,91
16,8
2,83 30,3
18,25
33,2
9,25
31,4
12,-
34,6 5,40
45,0
Sept.
»
6,10
56,5
0.626
37.2
2,85
19,2
6,40
27,5
4,95
16,9
2,63
28,1
18,25
33,2
8,75
297
14,50
41,8 5,50
45,8
Oct.
6,05
56,0
0.62
5
37,2
3.-
20,2 6,70 28,8 5,30
18,1
2,96
31,7
18,50
33,6
8,75
29,7
16,-
46,1
5,55
46,3
Nov.
6,05
56,0
0.62
36,9
3,17
21,3 7,05
30,3
5,90 20,2
3,16
33,8
18,75
34,1
9,00
30,5
16,-
46,1
5,60
46,7
Dec.
,,
6,05
56,0
0.62 36,9
3,39
22,8 7,05
.
30,3
5,91
20,2
3,15
33,7
18,50
33,6
8,75
29,7
14,25 41,1
5,70
47,5
Jan.
1936
6,15
56,9
0.61
5
36,6 3,39 22,8
7,05 30,3 5,82
19.9 2,91
311
19,25
35,0
9,00
30,5
15,-
43,2
5,80
48,3
27
,,
6,20
57,4
0.6!
36,3
3,392
22,8
7,-
30,1
5,87
4
20,1
2,80
4
299
19,25
6
)
35,0
9,25
6
)
31,4
43,2 5,80
48,3
3 Febr.
•
6,15 56,9 0.60
35,7
3,41
3
22,9 6,80
29,2
:
15,__6)l
5,85
48.8
1) Jaar- en maandgem. afger. op’!8 pence.
2)
25Jan.
5
)1 Febr.
4
)29
Jan.
6
)30 Jan.
6
)14 Jan.
7)
28jan.
6)
23Jan.
5 Februari 1936
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
105
VAN
GROOTHANDELSPRIJZEN’)
:
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
BOTER
BOTER
p. kg
KAAS
Eter
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per kg
Leeuwar-
Heffin
Alkmaar
Fabrieks-
Gem. not.
Elermijn
Standaard
Locoprijzen
Loco rrzen
Lodn
Loco rizen
Lorn?enper
Foundr
ZE R
(Ix III) p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
cash
Londen per
derCornm.
Zuivel-
kaas
Roermond
Londen
er En
ton
g.
En
ton
g.
No. 3 f.o.
Middlesb
Eng. t. t.o.b.
per per ounce Standard
Noteering
Centr.
kLrnlmerk
p. 100 St.
per Eng. ton
per Eng. ton
Antwerpen
Eng. ton
fine
.
Ounce
f1.
OJ
f1.
ii.
%
fi.
o(
°Io
£
0j
9
010
Sh.
0/
o
8h.
°Io
£
0
1
sh.
°!o
pence
Oj
1925
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0 36.816
100,0
261.171-
100,0
731- 100,0
671-
100,-
36.316
100,-
85/6
100,; 32
1
1
100,0
1926 1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15 88,8
58.11- 93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
86,6
118,5
6818
102,5 34.216
94,3
851-
99,5
1
.
28
11
116
89,3
1927
2,03
87,9
–
43,30
77,3
7,96
86,7 55.141-
89,7
24.4J-
66,4
0.41-
110,8 731- 100,0
6416
96,3 28.101-
78,8
851-
995
26
3
1
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05 85,8
7,99
87,0
63.16!-
102,8
21.11- 57,8 227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
26
1
116
81,1
1929
2,05
88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3
75.14,
1
–
121,9
23.51- 63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
851-
995
24
7
/1a
76,2
1930 1,66
71,9
–
38,45 68,7
6,72 73,2
54.131-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
851-
95
17
13
(6
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30
56,9
5,35
58,3
36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.11-
42,0
551-
75,3
4716
70,9
11.1016
31,9
9216
108,2
1318
41,6
1932
0,94
40,7
–
22,70
40,5 4,14
45,1
22.171-
36,8 8.121-
23,6
97.21-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.16-
27,1
1181-
138,0
12
7
1
40,1 1933
0,61
26,4
0.96
20,20
36,1
3,71
40,4
22.216
35.6
7.1716 21,6
131.181-
50,4
411-
56,2
35-
52,2
10.1216
29,4
12417
3
14 145,8
12
3
1
385
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4 3.45
37,6
18.1416
30,2
6.1516
18,6
141.1916
54,2
401-
54,8
337
50,1
8.91- 23,4
13717
3
/4
161,0
13
1
15
40,7
1935
049
21,2
0,99
14,85
26,5
3,20
34,9
19.116
30,7
8.1116
23,5
134.1616
51,5
3916 54,1 3318
50,2
8.101-
23,5
14212
166,3
17
11
116
55,1
Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.71-
34,4
7.71- 20,2
148.31-
56,8
3916
.
54,1
361-
53,7
9121-
26,5
116
151,5
12
3
14
39,7
Feb. ,,
0,47
20,3
1,-
21,55 38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.41-
19,8
140.131- 53,7
3916 54,1
3615
54,4
9-16
24,9
13711
160,3
12
1
1
38,9
Mrt.
•
0,44
19,0
1,-
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31-
32,5
7.316 19,7
144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.21- 25,2
13618
159,8
1251
39,3
Apr.
.
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416
19,8
150.1016
57,5
4116
56,8
3412
51,0
9.716
25,9
13511
158,0
12
1
116
38,7
Mei
,,
0,41 17,7
1,-
16,05 28,7
2,54 27,7
2041-
32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
1
37,5
Juni
,,
0,41
17,7
1,-
19,40
34,6
2,74′
29,9
19.1816
32,1
614f-
18,4
I40.Ij-
53,5
40/6
55,5
3119
47,4
8.16!-
24,3
13718t
161,1
12
1
(4
38,1
)uli
.
0,40
17,3
1,-
21,50
38,4
2,81
30,6
18.111-
29,9 6.1416
18,5
142.91-
54,0
4016
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137/11
161,4
12(4
39,7
Aug.
•
0,43
18,6
1,-
20,90
37,3 3,32
5
36,2
17.61-
27,9
6.141-
18,4
139.716
53,2
401-
54,8
3216
48,5
8.716
23,2
13816
162,0
13
40,5
Sept.
0,43
18,6
1,-.
18,126
32,4
3,31 36,1
16.101- 26,6
6.516
17,2
137.171-
52,6
3916
54,1
3216
48,5
7.171-
21,7
1411-
164,9
13
1
(
40,9
Oct.
Nov.
0,43
0,47
18,6
20,3
1,-
1,-
17,37
6
1T,-
31,0 30,4 3,95
4,525
43,0 49,3
16.31-
16.1116
26,0
26,7
6.61- 6.81-
17,3 17,6 137.1916
139.81-
52,7
53,2
3916
401-
54,1
54,8
3216
3216
48,5 48,5
7.71-
7.716
20,3 20,4
141110
165,9
139164
163,2
14
1471
43,6
46,3
Dec.
.
0,54
23,4
0,95
15,125
27,0
4,07
44,3
16.161-
27,1
6.6!-
17,3
137.816
52,5
3916
54,1
3411
50,9
7.4/6
20,0
14016*
164,4
1411116
45,7
Jan.’35
0;58
25,1
0,90
14,95
26,7
3,12
6
34,0
16.191- 27,3
6.51-
17,2
138.111-
52,9
3916 54,1
3416
51,5
7.66
20,4
141j10
165,9 1414
45,9
Peb. ,,
0,52 22,5 0,95
14,375
25,7
3,20 34,9
16.41-
26,1
6.41-
17,0
136.81-
52,1 3916 54,1
3416
51,5
7.316
19,8
14218
166,9
14
1
l16
46,1
Mrt. ,,
0,37
16.0
1,025
13,30
23,8
2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716
17,5
124.516
47,5
381-
52,1
3319
50,4
7.1-
19,4
14715
172,4
15314
49.0
Apr.
.
0,37
16,0 1,08
11,50
20,5
2,31
5
25,2
18.81-
29,6
7.516 20,0
131.-16
50,0
3816
b2,7
3316
50,0 7.111-
20,9
14415
168,9
18
3
11
56,6
Mei
• 0,34
14,7
1,10
11,85
21,2 2,38
5
26,0
20.-!-
32,2
8.616
22,9
135.516
51,7
391-
53,4
3316
50,0
8.1516
24,3
14213*
166,4
20
62,3
Juni
•
0,41
17,7
l,07
11,95
21,3
2,41
6
25,3
18.16-
30,3
8.1116
23,5
136.5j6
52,0
3916
54,1
3316
50,0
8.111-
23,6
14116
165,5
19j
61,1
juli
0,44
19,0
1,-
12,37
5
22,1
2,54
27,7
18.101- 29,8
8.131-
23,7 140.1116
53,7
39,6
51,1
3316
50,0
8.10!-
23,5
140110
164,7
185/16
57,0
Aug.
0,46
19,9
1,-
15,10
27,0
3,3U
36,1
19.151-
31,8
9.11-
26,2
135.1216
51,8
401-
54,8
33/6
50,0
8.1816 24,7
14014
164,1
lDju
55,6
Sept..
0,58
25,1
0,97
20,25
36,2 3,16
34,4
20.1016
33,1
9.1416
26,7
135.4j6
51,6
3916 54,1 3316
50,0
9.8
1
–
26,0
1411-
164,9
I7lj6
54,7
Oct.
,,
0,65
28.1
0,89
19,87
35,5
3,95
43,0
21.316
34,1
11.31-
30,6
136.1716
52,3
3916
54.1
3316
50,0
10-16
27,7
14118
165,7
17
5
j
54,9
Nov.,
0,59
25,5
0,94
16,90
30,2 4,69
51,1
21.216
34,0 10.15/6
29,6
135.13,6
51,8
4016
55,5
33:6
50,0
9.l6j-
27,1
14113
165,3
17
9
116
54,7
Dec..
0,57
24,7
0,95
15,80
28,2 4,60
50,1
21.2/6
34,0
10./-6
27,5
132.-/6
50,4
41/-
56,2
33/6
50,0
9.2/-
25,2
14111
165,0
15
5
/16
47,7
Jan.’360,57
24,7 0,95
16,80
30,0
4,04
44,0
20.1616
33,5
9.61-
25,5
125.616
48.0
411-
56,2
33/6
50,0
8.15(6
24,3
140/11
164,8
12
37,4
27
,,
,
0,5
7
)
24,7 0,95
17,50e)
31,3
3,75
40,8
20.1916
33,8
9.1416 26,7
120.151-
46,1
411_
56,2
336
50,0
9.116
25,1
124,7
14019
164,6
IZ
37,4
3Feb.,
0,95
3,05
33,2 20.141-
33,3
9.816
25,9
122.141- 46,8
411-
56,2
3316
50,0
8.19/-
140111
164,8
117/
37,0
26Sept. 1932
79 K.G.
La Plata;
van
26 Sept.
1932
tot 5
Febr. 1934
Manitoba
No. 2
3)
Tot Jan. 1928 Vestern;
vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec. 1929
American
No.
2, van
Jan. 1928
Malting;
van
Jan. 1928
tot
9 Febr.
1931
Arnerican
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
64/5
K.G.
Zuid-Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3
VAN
GROOTHANDELSPRIJZEN.
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN
VURENHOUT
STEENE
N
.
CACAO
COPRA
KOFFIE
0
BBE°
SUIKER
THEE
INDEXCIJFER
IColo-
basis 7″ to b
Zwedei(‘,
binnennuur
buitenmuur G.F.Accra
Ned.-Ind.
Lj’en
Standaard
Ribbed Smoked
erra’1ard
per
per
50 kg c.if.
per 100 kg
Rotterdam
Ioco
e
ten
suiker
R’dam/A’dam
Java- en Suma-
Grond- nlale
‘an 4.672 M.
per 1000 stuks per 1000 stuks
Nederland
Amsterdam
per ‘/
kg.
per 1h.
per 100 kg.
trathee p.
kg.
stoffen
den
f
°Io
f
%
f
Olo
5h.
0
10
f
0
10
cts.
01
Sh.
0
1
f1.
01
ets.
0
/o
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
42,6
100,-
35,7•5
100,0
61,375
100,0
2 11,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6
19,50
102,6
49!-
115,3
34,-
94,8 55,375 90,2
2,-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0
102.8
1927
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
68/-
160,0
32,62
5
90,9 46,875
76,4
1/6,375
51,6
19,125
102,0
82,75
97,9
87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
0
88,9
49,625
80,9
‘.10,75
30,2
15,85
84,5
75,25
‘
89,1
84.6
97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110
107,9
27,37
5
76,3
50,75
82,7′
-110,25 28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
-34/11
82,2
22,625
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
86.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
22i5
52,8
15,370
42,9
25
40,7
-3
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3 46.8
46.8
1932
69,00 43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
19,6 45,9
13,-
36,2
24
39,1
-11,75
4,9
6,320
33,7
28,25 33,4
36.1
38.0
1933
73,50
46,0
64,5
12,75
67,1 15/4
36,0 9,30 25,9 21,10
34,2
-12,25
6,3
5,52
5
29,5
32,75
38,7
35.2 34.7
1934
76,50
47,9 8,50 54.8
10,50
55,3
1316
31,8 6,90
19,2
.16,80
27,4
-13,875
10,9
4,07
5
21.7
40
47,3
34.4
32.1
1935
59,50 37,2 7,25
46,8
8,75
46,1
1315
31,6
9,15 25,6
14,10
23,0
-13,625
10,2
3,85
20,5 34,50 40,8
33.6 29.0
0
n’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2 7,45 20,8
16,50
26,9
-12,875
8,1
4,95
26,4
45,50
53,8
36.9
33.8
•
80,00
50,1
10,50
67.7
12,50
65.8
1415′
33,9 7,25
20,2
17,25 28.1
-13
8,4
4,976
26,5 46,75 55,3
35.9
35.9
Mrt.
•
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5
17,75
28,9
-13,25
9,1
4,52
6
24,1
45,50
53,8 35.7
35.2
Apr.
,,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1414
33,7
6,55
18,3
17,75
28,9
-13,625
10,2
4,25
22,7
44,25 52,4
35.6
34.5
Mei
•
80,00
50,1
9,25 59,7
11,25
59,2
1512
35,7 6,72
5
18,7
17
27,7
-14 11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
34.3
uni
,
77,50 48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
1514
36,1
7,-
19,5
17
27,7
-14
.11,2
4,20 22,4
41
48,5
34.5
33.8
uli
,,
A
77,50
48,5 7,50
48,4
10,-
52,6
13111
32,7
6,92
5
19,3
.
16,75
27,3
-/4,375
12,3
3,975
21,2
40,50
47,9
34.1
32.2
ug..
75,50
47,3
7,25
46,8
9,50
50,0
12
1
10
30,2
6,876
19,2
16,50
26,9
–
1
4,5
12,6
3,975
21,2
39,75
47,0
33.9
31.4
Sept. ,
73,50
46,0
7,-
45,2
8,75
46,1
12
1
5 29,2 6,65
18,5
16,50
26,9
–
1
4,5
12,6
3,725
19,9
33,50
39,6
33.1
29.5
Oct.
,,
73.00 45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
11/7
27,3 6,70
18,7
16,50
26,9
-/4,125
11,6
3,526
18,8
32,75
38,8
32.7
27.8
Nov.,
73,00
45,7
7,-
45,2 8,75
46,1
12/3 28,8
6,62
6
18,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7 27.6
Dec.,
73,00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
1218
29,8
7,170 20,0
16
26,1
-13,875
10,9
3,375
18,0
34,50
40,8
32.7 28.6
Jan.’35
66,00
41,3
7,25
46,8
8,50
44,7
14/1
33,1
8,775 24,5
16
26,1
-13,875
10,9
3,50
18,7
33,75
39,9
32.9
29.5 Feb.
•
66,00
41,3′
6,75
43,5
8,25
43,4
1412
33,3
9,375
26,1
15,625
25,5
-13,75
10,5
3,45
18,4
32 37,9
32.4
28.9
Mrt. ,,
59,00
36,9
7,-
45,2
8,25
43,4
13(3
31,2 8,57
5
23,9
14,625
23,8
-13,25
9,1
3,55
18,9
29
34,3
30.9 27.4
Apr…
60,00
37,6
7,-
45,2
8,25
43,4
1316
31,8
9,15
25,6
14,50
23,6
-13,375 9,5
4,15
22,1
31,25
37,0
32.1
28.5
Mei ,,
57,50
36,0
7,-
45,2
8,25 43,4
1314
31,4 9,50
26,5
14,120
23,0
-13,5
9,8
4,20
22,4
32,75
38,8
33.3 28.6
Juni
•
57,50
36,0
7,25
46,8
9,-
47,4
1313
,
31,2
9,07
6
25,3
13,875
22,6
–
1
3,625
10,2
3,87
5
20,7
30,25
35,8
33.2
27.8
Juli
,
57,50
36,0
7,25 46,8
8,75
46,1
13
1
2
31,0
22,3
13,50
22,0
-13,5
9,8
3,575
19,1
30,75
36,4
33.4
27.1
Aug. •
58,25
36,5
7,-
45,2
9,25
48,7
13/!
30,8
8,070
22,5
13,50
22,0
–
1
3,5 9,8
3,52
5
18,8
32,50
38,5
33.7
27.4
Sept.
57,75
36,2
7,-
45,2
47,4
13(5
31,6
8,476 23,6
13,50
22,0
–
13,375
9,5 3,725
19,9
36
42,6
34.2 28.8
Oct.
•
56,50
35,4
7,25
46,8
9,25
48,7
1315
31,6
9,975
27,8
13,50
22,0
-(3,75
10,5
4,220
22,5
46,25
54,7
35.5
31.9
Nov.,
57,75
36,2
7,25
46,8 8,75
46,1
13
1
3
31,2
10,325
28,8
13,50
22,0
,
-,3,75
10,5
4,10
21,9
39,50
46,7
35.8
31.1
Dec..
58,00 36,3
7,50
48,4
.
9,50 50,0
1316
31,8
‘10,45
29,1
13
21,2
-/3,875
10,9
4,20
22,4
39,50
46,7
35.4 30.4
Jan.’36
63,00
39,4
‘
141-
32,9
11,125
31,0
13
21,2
-14,125
11,6
4,32
23,1
39,50
46,7
35.5
30.9
27
,,
,,
63,00 39,4
14(3
7
)
33,5
11,50
32,1
.13
21,2
-14,1875
11,8
4,375
23,3 38,75
8
)
45,9
35.7 30.8
3Feb.,
63,0e .39,4
II,-
30,7
13
21,2
-(4,1875
11,8
4,25
22,7
35.4 30.8
M.G.
Alle
Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.
1
31
zijn op
goudbasis
omgerekend;
de
Dollarnoteeringen
vanat
20April’33
zijn in
verhouding
van
de depreciatie
an den
Dollar
t.o.v.
dan
Gulden
verlaagd.
106
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
5 Februari 1936
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 3 Februari 1936.
Activa. Binnenl.Wis- fHfdbk.
f
26.140.163,55
sels, Prom..J Bijbnk.
,,
516.345,48
•
enz.inciisc.Ag.scti._,,
3.113.810,60
f
29.770.325,63
Papier o. h. Buiteni. in disconto
……,,
–
Idem eigen portef.
f
1.617.750,-
Af: Verkoclitmaar voor debk. nog niet afgel.
–
Beleeningen
Hfdbk.
f
91.547.691,801)
nc1. vrsch.
Bijbnk. ,,
6.684.289,30
in
rek.-crt.
Ag.sch. ,,
39.025.841,19
op onderp.
f
137.257.822,29
Op Effecten
……f
131.410.298,73
1
)
OpGoederenenSpec. ,,
5.847.523,56
137.257.822,291)
Voorschotten a. h. Rijk
…………..
Munt, Goud
……f
132.599.820,- Muntmat., Goud
..
,, 538.131.709,11
f
670,731.529,11
Munt, Zilver, enz.
,,
21.243.989,57
bluntniat., Zilver
–
Belegging van kapitaal, reserves cii pen-
691.975.518,68
2
)
sioenfonds …….
..
……….
..
…..
39.578.963,83
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
4.600.000,-
Diverse rekeningen
………………,,
3.220.713,25
Staat cl. Nederi. (Wet’. 27,5
J
’32, S. lo. 221) ,,
15.486.148,55
f
923.507.242,23
Passiva.
Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………
..
4.049.884,01
Bijzondere
reserve
………………..
5.675
000,-
Pensioenfonds
………………….,,
9.902.200,81
Bankbiljetten
in omloop ………. ….
..
777.498.300,-
Bankassignati6u in omloop
……….
..
22.453,25
Rek.-Cour. f’ Het Rijk
f
56:123.145,35
saldo’s:
Anderen,,
42.802.1 il,23
99.125.296,58
Diverse
rekeningen ………………
..
7.234.107,58
f
923.507.242,23
Beschikbaar metaalsalclo
…………f
342.373.712,86
Minder bedrag aan bankbiljelten in om-
1001) clan waartoe de Bank gerechtigd is ,,
855.934.280,-
Si hatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank ondergebracht
………………..
..
–
Waarvan aan Nederlandsch-lndjt
(Wet van
IS
Maar,
I’33,
Staaisbiad No.
99).
………
j
71.153.775,-
Waarvan in liet buitenland ……………
…….
…
,,
78.812.089,77
Voornasniste posten in duizenden
guldens.
Data
L
Goud Circulatie
Andere
opeischb.
Beschikb.
Metaal-
Dek-
kings
Munt
_Munt,nat.
schulden
saldo
perc.
3 Febr.’36
132600
538.132 777.498
99.148
342.374
79
27 Jan. ’36
132600
536,118
757.257
108.021
345.374
80
25 Juli
’14
65.703
06.410
310.437
6.198 1
43.521
54
•
Data
Totaal
bedrag
Schatkist-
proniessen
net
–
ee
Pa,77
op het
Diverse
reke-
disconto’s
rechtstreek.’i
in
,
g
h,,iIv,,!
,,ino,,
ii
3 Febr.1936 29.770
–
137.258
1.618
3.221
27 Jan. 1936 28.693
–
128.121
1.618
2.068
25 Juli 1914 67.947
–
61.686 20.188
509
i
) Onder de activa.
JAVASCHE BANK.
Data
Goud
Zilver
1
Circulatie
opeischb.
1 metaal-
schulden
1
saldo
1 Feb.’36
2
)
102.030 154.420
22.210
31.378
25Jan.’36
2
)
102.360 153.210
24.020
31.468
4Jan.1936
80.025 1
20
160.072
24.794
28.175
28 Dec.1935
80.025
22.049
157.212
25.763
28.884
25Juli1914
22.057
31.907 110.172
12.634
4.842
Wissels.
Diverse Dek-
Data
buiten
t,
Dis-
Beter-
reke-
kings-
N.-Ind.
conto’s
nia gen
ningen
1)
percen-
_____________
betaalb.
1
tage
1 Feb.’36
2
1.600
74.230 11.570
58
25Jan.’36
2
)
1.520
74.790
11.350
58
4Jan.1936
2.051
10.836
55
10.381
1
643′
28 Dec.1935
1.784
10.397
60.158.
11.410
56
25 Juli1914
6.395
7.259 75.541
2.228
44
II
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegralisch
ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
Bankbilj.
1
Bankbilj.
1,
OtherSecarities
Data
Metaal
in
lcirculatie
un
_
Bankingi
Disc.and ISecurities
1
Departm.
Advances1
29 Jan. 1936
201.116
397.138
63.330
18.753
1
13.988
22
,,
1936
200.898
394.919
1
65.327
19.280
14.511
22 Juli
1914
40.164
29.317 33.633
Gov.
Public
1
OtherDeposits
1
1
Dek-
Data
Sec.
Depos.
Bankers
Other
1
Reserve’
kings-
Accountsl
1
perc.
i)
29 Jan. ’36
t
80.045
1
15.851
106,040
t
36.723
1
63.9781
40,3
22
,,
’36 1
86.680
1
13.075
118.867
36.374
65.979)
39,1
2 Juli
’14
11.005
j
14.736
42.185
1
29
.
2
971
52
‘1
V criwuuing iuisscnen neserve en i.IepOsiiS.
BANK VAN FRANKRIJK.
Data
Goud
Zilverl
‘Te goedl in
e
Wis-
1
W
aari
l
.I
Belee-
Renteloos
voorschot
buitenl.
sets
_
buitenhl
ningen
lv.d.
Staat
24 Jan.’36
65.386
1
691
11
10.860
1.314
4.968 3.200
17
,,
’36
66.417
1
683
13
9.930
1.315 5.271
3.200
23 Juli’14
4.104 640
–
_
1.541
8_
769
–
Bonsv.d)
Dii’er-
1
Rekg. Courant
Data
zelfst.
sea
1)
Circulatie Zelfst
Parti
–
amort. k.
Staat
a,nort
.ic.J
culieren
24 Jan.’361
5.712
1
2.3301
80.031
1
78
2.740
1
8.692
17
‘361
5.712
1
2.272
1
80.454
88
2.710
8.502
23 Juli ‘
14
1
–
–
5.912
401
–
943
‘u OlUitI)ui activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
1
als goud-
wissels
Belee-
ten!. circ.
dekking
en
ningen
banken
1
)
geldende
cheques
31 Jan.
1936 76,6
20,3
5,1
3.884,0
72,1
23
,,
1936
76,6
20,3
5,3
3.629,2
46,1
30
Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
Data Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
te,,
,4ctivai,)
latie
Crt.
Passiva
31
Jan.
1936
349,1
1
696,5 4.007,8 679,4
1
270,2
73
,,
1036
348,9
1
673,4
3.753,8
749,5
1
267,5
30 Juli
1914
330,8 200,4
1.890,9
944,-
40,0
,j,uuc,azt. ., W.U. ,e,uIe,iva,iesc,,e,rie 31, £3 jBit. tap. IV, £2, fl1111.
NATIONALE BANK VAN BELGIE (in Belga’s).
Data
–
Goud
.
8′
e
15
Rekg. Crt.
u
–
0
30 Jan.
k398
400
66
11.2411
84
___
160
40
4.101
15
866
23
,,
66
1.248
88
100
40
4.086
10
896
FEDERAL RESERVE BANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
,,Other
cash”
2)
Totaal
Goud-
certifi-
l
–
In her-
disc.
v.
d.
1
In de
open
ca ten’..)
member
1
markt
banks
1
gekocht
8 Jan.’36
7.570,0
1
7.552,9
303,6
5,4
1
4,7
31 Dec.’35
7.570,8
17.553,4
264,6
4,7
_
4,7
Data
Belegd
F.
R.
Notes
1
1
al
Gestort
1
Goud-
1
Dek-
1
Algem.
1
Dek-
Gov.Sec.
in circu-!
Kapitaal!
kings-
1
kings-
___________
latie
1 1
perc.3)
1
perc.
4
)
S
Jan.’36)
2.430,2
3.655,8
1
6.470,6
130,5
1
77,8
1
–
31
Dec.’351
2.430,7
1
3.709,1
6.385,8
130,5
77,6
–
-,
,,vv ,v,
,i,,,.,i,c,,
cr,.,e,i uvur uc Ocilalkis, aan (ie neserve naneen
gegeven voor de overname van het goud, toen de
$
op
31
Jan.’34 van
100 op 59.06
cents werd gedevalueerd.
2)
•
,Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
1) Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelschbare
schulden: T. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. BES. STELSEL.
Aantal
Dis-
1
conto’s
1
1
Beleg-
Reserve
bi! de
1
1
Totaal
1
Waarvan
Data
leening.
en
gingen
R.
!
depo-
time
1
__
beleen.
_
1
banks
sito’s
.
1
deposits
31 Dec.’351
1
1
8.249
1
12.646
4.597
1
25.293
1
4.911
24
,,
‘351
5
8.164
12.775 4.466
1
25.100
4.883
P10fl
VOn iO 15U. dflR, 00 .IflVaSCflO ana 0fl 00
flK 02 tflq.
land zijn in duizenden, alle overige posten In mililoenen van de be-
treffende valuta.