1 MEI 1935
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economi*sch~Stati*sti*sche
Beri*chten’
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL,NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
20E JAARGANG
WOENSDAG 1′ MEI 1935
No. 1009
COMMISSIE VAN REDACTIE:
P.
Ijie/Iinck; N. J. Polak, J. Tinbergen; F. de Vries en
H. Al. H. A. van der Valk (Redacteur-Secretaris).
Redactie-adres: Pieter de Roochweg 122, Rotterdam.
it angeteekende stukken: Bijkantoor Ruige plaatweg.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh & van Ditmar NV., Uitgevers, Rotterdam,
4.msterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening No.
145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cent. Economisch-St atistiscli
Kwartaalbericht f 1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op
de verdere publicaties.
–
INHOUD.
BIz.
VERLAGING VAN DE OPENBARE UITGAVEN
door
Prof. Mr.
C.
W.
de Vries …………………………….
398
‘I)evaluatie en Beleggingsmarkt door
S. W.
Prins ….
399
Het tekort van liet Spoorwegpansioenfonds door A.
M
. Groot………………………………….400
De Engelsche bietsuikerindustrie en liet Greene rapport
door
A. Vols ………………………………
402
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
Schatting van de met bieten bebouwde oppervlakte
in Europa in
1935
door
Dr.
G.
Mikusch ……..
404
AANTEEKENINGEN:
De Zwitsersche franc cii de toestand
01)
de geld- en
•
kapitaalmarkt …………………………..
405
Bevordering van den uitvoer in Japan ……….406
Het Regeeringsstandpunt tegenover steunverleening
door gemeenten aan nieuw op te richten bedrijven
407
Omvang van de werkloosheid in Frankrijk …….. 408
usIAANDOIJFERS:
[‘roductie der Steenkolen-, Bruinkolen- en Zout-
mijnen ………………………………..
4
08
STATISTIEKEN…………………………409-412
Geldkoersen. — Wisselkoersen. – Bankstaten.
30 APRIL 1935.
De omstandigheden op ‘de geldmarkt hebben nich
niet gewijzigd; cie spanni n!g houdt aan. De rente voor
driernaaiids ‘hankaceepteti ‘is gelijk aan het officieele
‘cIison:to. – Oal’i -noteert 4 pOt. De prolongatie-rente
biijtt natuurlijk ook
Oj)
‘het :hooge niveau: 4Y4-3%-
3′-4-4 ‘POt.
* *
*
De niuwe A,inerik’aansche maatregelen. in zakç de
‘zilvcr-aankoopen lelb’hen
O])U
iauw de onkeiiheid
VLI
de toekomst van den Dollar in het -licht gesteld. De
Dollarkoers vertoonde dan ‘ook een constante teru,g-
gang: 1.48-1.47%. Waar ‘de
$/f
koers uiteindelijk
maar w
r
e’inig veranderde (4.85-4.84, met in ‘het mid-
den der week een afwijking van 4.81), is het Pond
Sterling ‘hier eveneens ingezakt: 7.18-7.11-7.13.
Franshe Francs waren vat -meer gezocht; de koers
verbeterde van 9.75w’ tot 9.76’%. De £/Frs. koers liep
van 73.40 op 73.05 terug, na voorbij:gaa’rtd 72.80 ge-
noteerd te ‘hdbben. Enkele ‘malen was er vraag naar
‘Francs voor ‘goudaankoopen, daar arbitrage tusshen
Parijs en Londen mogelijk was. Belga”s veranderden
me
t, 25.06. De Zwitsersche Franc kwam vun 47.87
op 4792. Ook het Zwitsershe devies geniet nog
steeds ‘de belangstelling van ‘de speculatie. Marken
veranderden maar weinig: 59.60. De Scan’d’inavi.’sche
wissels lagen vawielfsprekencl lager in de ‘markt. Voor
kabel Indië, dat een oogenbli’k pari gehandeld werd,
moet ‘nu weder 100
1
/
16
betaald worden. Canadeesehe
Dollars 1.47. Door de stijgende zil-verp.rijzen noteer-
den Hongkong-Dollars hooger, ca. 87.50. Shanghai-
Dollars ca. 55.
Op de termijnmarkt doen ‘Ponden, Dollars en
Francs nog steeds een te hoog agio. De s’lotnoteerin-
‘gen waren voor Ponden op één- en drie-maanden
resp. 7′ en 19 c., ‘voor Dollars 1% res’p. 4 c. en voor
_4’ran’scihe Francs 8 resp. 18 c. Zwitsersohe Franes op
‘drie-maan’ds ‘levering ‘doen een d’isagio van ca. 1.25.
De vraag naar kleine p’ostjes ‘gouden munten bleef
aanhouden. In ‘de noteeringen kwam ‘geen wijziging.
Slechts haren noteerden wat ‘hoogen:
f
1.658.
398
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1
Mei 1935
VERLAGING VAN DE OPENBARE UITGAVEN.
Het ontwerp van wet ,,tot verlaging van •de open-
‘bare uitgaven” (Stukken van de Tweede Kamer 1934
—1935 No. 362) bevat tal van voorstellen, die zijh
ingegeven door de ‘begeerte de gewone uitgaven des
rijks te doen. dalen. Maar er zijn ook andere voorstel-
len van wijdere strekking: inkomstenver,hoogin’g
(nieuwe schoolgel’dregeling); lastnverlaging (ver-
mindering van enkele aansprakën kaohtens de sociale
verzekerin’gswetgevin’g); lastenverschuivin’g en a’dmi-
:ri:istratieve reorganisaties, ‘gepaard met enkele ‘geheel
.n.ienwe plannen. Alles tezamen het ‘meest gericht op:
reorganisatie van ‘den staatsdienst. Alle oorspronke-
lijk voorgedragen ,,aanpassings-voorsehriften” zijn
uit ‘dit wetsontwerp ‘teruggenomen. Dan, er komt
nog een wetsontwerp tot vermindering van vaste
lasten. Dat tweede ontwerp noeme men ‘het taanpas-
sin’gsontwerp, streven’de naar aanpassing van bonen
en prijzen. Dit nog niet voorgedragen gedeelte van
‘het regeerin’gsplan is ‘het he’lan’grij’kste.
Wanneer de Tweede Kamer ‘de volgende week weer
‘bijéén :komt, vangt ‘de voorbereiding van de ‘schrifte-
lij’ke behandeling van het openbare uitgaven-ontwerp
da’delijk aan.
Het past ‘in ‘de ‘techniek ‘der wetgeving, ‘dat de
Tweede Kamer over ‘dit eerste wetsontwerp een he-
slissin’g neemt véér het ‘zomerreces. Bij de indiening
van het begrootingsontwerp in Sept. 1935 moet met
de ‘belissing van ‘de Kamer rekening worden ‘gehou-
‘den. De Tweede Kamerleden, die een niet-sluitende
hegrootin’g haten, ‘omdat alle mogelijke en ook nuttige weaschen en voorstellen van Kamerleden ‘gemakkelijk
kunnen worden afgewinip el’d met een regeerin’gsver-
klaring ,,’dat ‘het tekort niet kan worden verhoogd”
zullen de regeerin’g’spogin’g om over 1936 een nage-
noeg sluitende ‘begrootin’g te verkrij’gen, willen
steunen.
De regeerin’g ‘zal uit ‘de aannerning ‘door ‘de Twee’de
Kamer van het ,,open’bare uitgaven”-ontwerp kracht
putten om verder ‘te gaan. Tal van maatregelen ‘zijn
nog mogelijk buiten ‘dan wetgever ‘om, maar de regee-
ring kan niet éénzij’d’ig,verlagen, ‘dat wat nu juist in
ihaar macht ‘ligt. Presentiegelden, vergoedin’g voor
cozzumi scies, examen’geiden, ‘helooni n’gen naast de nu
voorgenomen 5 pOt. salarisverlaiging, kunnen nog om-
laag, mits maar ‘deze ‘bezuinigingen ‘liggen i.n de lijn
van den a’lgemeenen arbeid.
Het ontwerp :1)rengt o.a. ook heel gewone bezuini-gingen in den Staatsdien’st. Misschien zijn wel enkele
administratieve ‘bezuinigingen voor het ontwerp be-
waard tenein’de mede ‘als vulling te ‘dienen. Opsom-
men ‘heeft hier geen ‘zin.
Belangrijk is ‘de vraag of nu hier, ‘in ‘den Staats-
‘dienst, de laatste reserves worden ingezet. Het ant-
woord luidt ‘ontkennend, omdat nergens bewust het
peil ‘der ‘overhei’dszorg wordt verlaagd. Zie hier een
aanknoopin’gspunt voor ‘samenvatting.
* *
Het peil van de overhei’clsver’zorging ‘daalt niet. Het wetboek van strafrecht en •de strafvordering
worden herzien. Bepaalde rechtsm’id’delen worden in-
gekort, enkele waarborgen ‘ingeperkt. Maar geen en-
kel oogen’blik komt ‘het ‘gevoel op, ‘dat ‘de justitie
schade leidt. Onder ‘den nood ‘der tijden
leert ‘de wet-
gever te zoeken en ‘te ‘vinden.
Het verzorgin’gspail ‘der ‘openbare veilihel’d daalt
niet. Een nieuwe arbeid is ondernomen om de dien-
sten van rijks-politie en van gemeentepolitie ‘meer in-
één te schakelen. De leek vraagt zich af, waarom ‘deze
reeds jaren geleden ondernomen poging, telkens op-
nieuw moet worden gedaan. Zal zij thans slagen?
Het verzorgin’gspe’il ‘der da’ti’onale ‘defensie wordt
niet aan’getast, wanneer’de’laudshurgerij in enkele
on’der’deelen meer personeele ‘diensten wil presteeren.
Hier ‘is een punt waar de algemeenheid van het wets-
ontwerp ‘baat kan ‘hren’gen. Want ‘in ‘de Tweede Kamer
is geen meerderheid te vinden voor een wijziging van
‘do Dienstplicht*et, welke verzwaring van pers’oneele
lasten ‘met zich zou ‘bren’gen Op’ een onderdeel zal
elke ‘groep een offer moeten brengen. Hier wordt een
offer gevraa’gd’-van de Roomsch-Katholie’ken ‘ten bate
van de a’l’gemeene ‘bezuiniging. Het ca’p’itul’anten-
stelsel (capitula.nten-reglement) wordt in dezelfde
‘vaart medegenomen.
Het verzorgingspeil van het onderwijs wordt met
‘dit ‘ontwerp in Nederland niet minder. Ouder ‘onder-
wijzend personeel wordt ‘door jonger onderwijzend
personeel (ook ‘k’weekelin’gen met acte) vervangen. Bij
de toegangen tot ‘de scholen voor U.L.On’derwijs wordt
eeni’ge contrôle uitgeoefend om ‘het ‘ieerl’in’genmate-
riaal te verbeteren. Het onderwijs kan er slechts ‘door
winnen.
Een moeilijk punt wordt even in de wij’ziging ‘mede
‘betrokken: ‘de regeling van ‘de bijdrage van ‘huiten-
gemeenten in de ‘kosten van H.B. S. en Gymnasium
wordt in ‘dit ‘wet’sontwetp herzien.
Het aantal leerlingen per onderwizer hij het lager
onderwijs wordt in ‘het algemeen voor ‘het ‘onderwij-
zend personeel niet meer hezwa
r
en’d ‘gemaakt. Ook
het verzorgin’gspeil van het Hooger Onderwijs ‘zal
geen ‘schade ‘ondervinden ‘wanneer ‘h’oo’gleeraren met
weinig college-uren en met een kleine examen-taak
gaan ,,’ron’dreizen”.
De verhouding
open’baarbijzon’der
on’derwijs wordt
een teer pimt. Eèonomi’sch ‘is ‘het nieuwe voorstel
goed verantwoord. Over het staatkun’di’ge ‘kan ‘hier
niet worden ‘geoordeeld, maar met zijn ‘beschouwing
sta’at ‘de Minister sterk.
*
Thans een geheel ander punt. Er wordt ‘in ‘deze
voorstellen een nieuw risico geopen’d, dat stellig
n’og niet ‘gevaarlijk •kan worden ‘genoemd, maar
waar ‘toch een zeker risico wordt aanvaard, waartegen
tot nu toe in ‘het .begrootin’gssystee’m dekkin’g werd
gezocht. Ik bedoel het ‘herzien van het afschrijven op
‘openbare werken, bij ‘de
bedrijven
en
hij waterstaat.
De redeneerin’g ‘der regeerin’g ‘is
‘duidelijk.
Het af-
schrijven ‘kan todh niet plaats ‘hebben ‘met behulp
van •echte gewone inkomsten. De ‘kapitaal’dienst was
er ‘goed voor; afschrijving geschiedde uit leenings-
geld. Men ‘kan ‘dan ‘beter op een andere wijze op de
toekomst steunen ‘en
niet
afschrijven, althans het af-
schrijven tijdelijk ‘sta’ken. De nieuwe, methode ‘brenkt
vele ‘ni’i’l’li’oenen, welke echter
moeilijk
‘onder ‘de bena-
m’in’g: ,,verlagin’g van de openbare uitgaven” ‘zijn
samen te vatten. Ook ‘hij de spoorwegen zal ‘minder
worden afgeschreven. Minder ‘of niet
afschrijven
‘is
natuurlijk meer risico, ‘maar ‘daarom ‘zijn er geen we-
zenlijke ‘gevaren aanwezig.
Iets
‘dergelijks
op het gebied van ‘de sociale verze-
kering. Enkele aanspraken worden verlaagd maar de
m’ill’i’oen’en worden ‘gevonden door teepassiug van een
nietwe methode, waarin ‘het in de f’ond’sen reeds ver-
‘kregen kapitaal wordt ‘besdherm’d, ‘meer n’iet. Nieuwe
aan’spraken ‘krachtens de sociale ver’zekerin’gswebge-
vin’g zullen niet meer worden ‘gekapita’liseerd. ‘De
regeering is op weg naar een nieuw ‘stelsel, De Staat
behoef t voorhiop’i’g voor fon’dsvormin’g niet meer te
storten. Vergeleken met het vorige jaar
schijnt
dit
een bezuiniging omdat ‘de middelen van den Staat
voor d’it
‘bijzondere
‘doel niet meer ‘beschikbaar behoe-
ven te worden ‘gesteld. De financiering is niet meer
zéé ‘oei-soli’de als tot nu toe.
Op een’igszins andere wijze wordt een ander voor-
‘deel voor ‘den gewonen ‘dienst veikregen. Beken’d is,
‘dat ‘door aa’nmuntin’g ‘van ‘zilver ‘door ‘den Staat, een
zekere winst wordt ‘gemaakt, geboekt op ‘den Kapitaal-
dienst. De ‘kapitalen worden verzanield in een ,,F’on’ds
uit ‘de ‘zuivere winsten, verkregen u’it aanmuuting
voor rekening van het Rijk”. ‘De renten van deze
kapitalen ‘gaan van 19.36 tot ‘en met 1940 n’aar den
,Gewonen D’ien’t”.
Mij
‘dunkt geen’opwin’dende over-
gang! En ‘geen groot nieuw ris’ico.
* *
•
–
‘
‘
*
‘
”
‘-‘.,,
”
Er ‘zijn ‘ook voor’deelen te noemen.
1 Mei
1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
399
WT
er
k
e
lijk zeer gunstig voor den stand der open-
‘bare middelen is •de ‘salarisver’laging bij ‘de spoorwe-
gen (naast de algemeene salarisverlaging), de con-
versie-mogelijkheid en de ‘hernien.ing van het igeheele
pens’ioenstelsel. De pensioenen gaan omlaag: Dan
schrijft de regeerin’g: ,,De uit tdeze ‘berberekenin’g voor
het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds voortvloeien-
de baten worden aangewend tot verlaging van de bij-dragen”, welke rijk, provincie en gemeente (in hoofd-
zaak) aan dat fonds ‘verschuldigd zijn. Hier is dus
een wezenlijke besparing ibereikt in de gewone uit-
gaven der openbare lichamen, omdat het voor ‘de ‘be-
sturen niet meer noodig zal zijn 10 pCt. (eigen pen-
si’oen),
Y2
1
‘(weduwepensi’oen) voor den belangheb-
bende te betalen aan het fonds, terwijl het verhaal
Van 10 pOt. blijft. De nieuwe narge is voordeel voor
de ‘openbare corporatie.
Gunstig werkt voor ‘de openbare kas ‘in het al’ge-
ineen dat ‘de sdhuoigel’dregelin’g wordt ‘herzien. Per-
sonen, clie niet in de inkomstenbelasting zullen bij-
dragen, worden ‘toh in de gelegenheid ‘gesteld in het
sobooigel’d hun deel te nemen.
Gunstig zal kunnen werken, dat thans ook de
regeering liet initiatief kan nemen om gemeentebe-
sturen bij •het verzorgen van bepaalde, ‘bijzondere
openbare belangen tot samenwerking te brengen. Deze
nieuwe bevoegdheid van de regeering wordt ‘in cle
vaart medegenomen. Eeni’g ‘verzet in ‘de Tweede
Kamer is niet uitgesloten, maar ‘de algemeenheid van
het plan moet hier ten goede werken.
* *
*
Thans een woord over het beroemde afschuivings-
gevaar.
liet ,openibare-uitg’aven”-ontwerp ‘heeft zich voor
afschuiving weten te ‘behoeden. Slechts een enkele
maal ‘brengt ‘de regeering beust enkele posten van
den ‘gewonen dienst naar den kapitaal’dienst over. Ook de ‘gemeenten worden in ‘den regel gespaard.
Enke’le ‘administratieve diensten zuilen ‘door de ge-
meenten, moeten worden ‘overgenomen. De nieuwe
verhouding van rijk en gemeenten ‘bij ‘de voorziening
tegen besmettelijke ziekten schijnt den omvang van
‘den openbaren dienst ‘in te ‘perken of zie ik dit mis?
Dan wordt een enicele maal een verzorging ver-
schoven naar ‘het Werkfon’ds, dat i’s naar den ‘kapi-
taa’l’dienst van het rijk.
Tenslotte heeft een kleine afschuivin’g plaats naar
‘cle organen van de armenzorg,
• Wanneer immers de Armenra’den worden af’ge-
schaft, ‘dan zal ‘het administratieve werk toch m’oet’en
geschieden want an’ders stijgen de armenzorg-uitga-
ven zelf. Zu’len ‘de
burgerlijke
arm’besturen ‘hier in-
springen? En zullen in de ‘groote gemeenten nu par-
t’icu’liere ‘armenra’den worden ‘gesticht, die dan mede
‘de taak hebben ‘het afvloeien van armen van de niet-
openbare ‘armenzorg naar ‘de ‘openbare armenzorg
tegen te gaan. Deze trek, die in het algemeen ‘be-
schouwd wordt al’s een element tot verhooging van
armennorguitgaven, moet worden tegengegaan. Maar
wat de armenzorg aan het bureau ten koste moet leg-
gen, wordt natuurlijk aan de armen ontnomen. Is dit
de bedoeling nu de lasten ‘der werkloosheid niet wor-
‘den verlaagd?
* *
*
Niet overdu’i’dehjk is tenslotte, in verband met ‘deze
lasten ‘der werkloosheid, de volgende passage uit de Memorie ‘van Toelichting, die ‘volgt ‘op een betoog,
aangaande den ‘omvang ‘der werkloosheid:
,,Het ‘bovenstaande zal voldoende zijn om ‘duidelijk
te maken, dat op den tot dusver gevolgden weg niet
langer ‘kan worden. voortgegaan. Wil het Nederland-
sche volk ‘gespaard blijven voor ‘de rampen, die van
een niet meer te ‘beheerschen economische situatie het
onvermijdelijk gevolg zijn, ‘dan z’al liet de ‘kracht en
de eensgezindheid moeten toonen om ‘de ‘offers te
‘brengen, ‘die, voor zoover zulks van binnenlandsche
factoren afhankelijk is, ‘voor ‘het ‘stuiten van ‘den ver-
deren teruggan’g noodig ‘zijn.”
Het ‘bet’oog zou’de passen ‘bij een voorstel om de
werkloos’hei’don’dersteuning te verlagen. Maar dit
voorstel wordt juist niet gedaan. De passage is toch
niet ‘blijven staan u’it een vroeger concept, waarin
het voorstel t’ot verlaigi n’g ‘der werkloos’hei’don’dersteu-
.ccin’g wel werd ‘gedaan? In elk geval ware inderdaad
deze bezuiniging het uitimurn rem’edium.
Overgroote vrijheden heeft ‘de regeering zich niet
verzekerd. De wetgever niet ‘de regeering zal beslissen.
De rnachti!gingen om van een ‘bestaande wet af te mo-
gen wijken
‘zijn
niet talrijk.
Het meest ruim lijkt mij ‘deze ‘bepaling:
AF])EELING 6 (WATERSTAAT),
Paragraaf 47. Eenig artikel.
Wij behouden ons voor, gehoord ‘de Commissie, be-
doeld in art, 4 ‘der Wet van 6 October 1934 (Staats-
blad no. 534), ‘tot instelling van een Ver’keersfon’ds ‘bij
al’genieenen maatregel van bestuur met ‘afwijking voor zooveel noo’d’i’g van wettelijke bepalingen, z’oo’dauige
regelingen te ‘treffen als in het belang van een ‘doel-
treffende ‘ordening van ‘het verkeer w’en’schelijk wordt
geacht. Deze rege’lin’gen zullen ‘geen ‘betrkkin’g ‘heb-
‘ben op ‘het verkeer ‘binnen ‘de bebouwde kom eener
gemeente en zullen niet in
strijd
komen met op in-
te ru ationale tractaten berustende bepalingen.
Armslag is echter wel noo’di’g. Dit is het eeni’ge
stuk ,,aanpassing” van het geheele ontwerp.
0. W. on
VRIES.
DEVALUATIE EN BELEGGINGSMARKT.
Het is verwonderlijk, dat voor- en tegenstanders
van ‘devaluatie
’01)
‘geen ‘enkel gebied nader tot elkaar
komen. Met een ‘beetje ‘goede wil moest ‘dit ‘toch mo-
gelijk zijn, doch ‘het heeft er veel van, ‘dat ‘de ‘goede
wil, om zich in elkaars ‘gedacihtengang te verplaatsen,
ten eenenma’le ontbreekt. Zelf’s op een be’grens’d ge-
‘bied, ‘als ‘de gevolgen van devaluatie op ‘de ‘beleggings-
markt, blijven ‘de meen’ingen recht tegenover elkaar
staan. Ik ‘meen, ‘dat ‘door juiste argumenteering althans
‘deze kwestie tot een oplossin’g kan worden gebracht.
De voorstanders van de han’dhaving van het hui-
‘di’ge goudpeil meenen, ‘dat ‘de koersen van ‘obligaties
hij verlaging van het fgoudgehalte van ‘de munteen-
‘hei’d moeten dalen, ‘omdat de opbrengst, ‘dus ‘het ren-
teprovenu, in gedeprecieerde ‘guldens wordt genoten,
waardoor aan ‘de obligaties een geringere waarde
‘moet worden toegekend. Het komt mij voor, ‘dat ‘de
groote fout in deze re’deneerin’g ‘hierin schuilt, ‘dat
‘men ‘zidh niet voldoende relcenschap ‘geeft van het be-
grip ,,koers”. De koers zou ik willen omschrijven als
een verhou’din’gscijfer, dat zich eenerzij’ds richt naar
‘de veiligheid van ‘de hoofdsom, terwijl het anderzijds
‘de verhouding tusselien ‘de rente, welke van een be-
paalde ‘obli’gatie wordt genoten en ‘de algemeen ‘gel-
den’de rentestand, tot uitdrukking brengt. Wanneer
nu tengevolge van devaluatie de koopkrac’ht van ‘hoofd-
som en rente een overe’enkoiusti’ge verandering onder-
gaan, zal ‘de koers ‘dezelfde moeten blijven. Slechts
wanneer ‘de
zekerheid
van ‘de hoof’dsom of ‘het
alge-
meen. rent eniv eau
wordt beïnvloed, zal de koers ‘deze
veranderingen moeten regi’streeren.
Wat ‘de veiligheid van ‘de ‘hoofdsom ‘betreft, kan
‘ik ‘kort zijn. Ik vlei mij met ‘de ‘hoop, dat zelfs de
meest venvoede tegenstander van ‘devaluatie zal toe-
geven, ‘dat ‘de zekerheid van de h’oofdsom tengevolge van devaluatie, ‘du’s ‘bij stijgend prijsniveau of, anders
gezegd, vermindering van schuldenlast, er nooit op
achteruit kan ‘gaan. Men ken •du’s ‘gerust ‘zijn; een
koersdaling uit dezen ‘hoofde ‘mag niet worden verwacht.
De kern van de kwestie blijft dus te ‘onderzoeken,
of ‘het al’geneen renteniveau tengevolge van ‘devalua-
tie zal worden ‘gewijzigd. Om dit na te gaan, moeten
wij terugvallen op “de aloude wet van vraag en aan-
bod, zooal:s ‘deze zich ‘op ‘de kapitaalmarkt doet gelden,
1.
Het aanbod.
Degenen, ‘die een koersterugga’ng verwadhten, mee-
nen wellicht, dat ‘het aanbod van kapitaal zal ver-
400
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1 Mei 1925
minderen, ‘om’dnt het vertrouwen is geschokt. Men
zou ,,ui t ‘den gulden vluchten” en hierdoor zou. het
aanbod op onze kapitaalmarkt verminderen. Men
chen’t’hierbij echter scherp te onderscheiden. De
grootste rem op het aan lyo’cl wordt ‘gevormd door
01
tzekei
4
hei’d en va ii vluchten kan ‘slechts Sprake zijn
gedurende deze periode van onzekerheid.
Staat men
eenmaal voor een ,,fait aecomp’li”, dan is voor vluch-
ten geen enkei rn’oief meer aanwezig en in de prak-
tij’k ziet men dan ook steeds de gevluchte kapitalen
terugkeeren. Het aanbod op ‘de kapitaalmarkt kan ‘dus
n’derdaiucl verminderen ‘in een periode, aan ‘devaluatie
‘voorafgaande, ‘doch neemt weer toe, ‘zoodra het ver-
wah te ‘werkelijkheid is ‘geworden.
De omvang van ‘de ‘hier ‘geschetste ‘onttrekking van
middelen aan de kapitaalmarkt zal ‘hiervan afhangen,
of er velen of weinigen zijn, d’ie meenen ‘in ‘de ge-
voerde monetaire politiek geen vertrouwen ‘te ‘kunnen
stellen. Iii Frankrijk ‘h.v. is liet ‘aantal d’engeuen, die
‘hun middelen in ‘goud beleggen of ‘jn ‘bank-papier ter
beschikking lliou’den, acer groet. Dit verklaart, dat
het aanbod ‘op ‘de kapitaalmarkt ver’achter blijft hij
cle hoeveelheid beschikbare n’i’d’delen, zood:at de ren-
iestaii’d. hooger ‘is dan niet een normale stand v’ai’i zaken ‘zou overeenkomen. Voor ons land geldt het-
zlfde, alhoewel momenteel nog ‘in mindere ‘mate.
Bij eventueele devaluatie heeft ‘d’it ,,’hanrs’teren”
geen vi’n meer, zoodat de hieruit vrijkomende sn’idcle-
leii weer op ‘de kapitaalmarkt ‘komen, met als gevolg
dalende re’n’te en
stijgende
ob’ligatiekoersen.
Nu is men mogelijk van meening, ‘dat juist het
feit van ‘de devaluatie zelve ‘het vertrouwen zal schoic-
ken en tot een vermindering van ‘het aanbod op ‘de
‘kapitaalmarkt :aanleid’iivg zal geven. Men zal echter
goed doen, zidh hiervan geen overdreven voorstal’l’ing
te maken. Indien ‘devaluatie zonder meer uit ‘de lucht
uou komen vallen, zonder ibepactlde noodzaak, d’an zou
er zeker alle aanleiding zijn, een vertrouwenssohok te
verwachten.
In de gegeven omstandigheden
zal men liet feit ronder eeni’gen twijfel spoedig ‘aanvaarden en
inzien, dat er geen bepaald aanwijsbare reden over-
blijft, welke ‘de ‘opzegging van ‘het vertrouwen zou
kunnen rechtvaardiigen. Inderdaad, vertrouwen is een
‘teer plantje, maar toch ook weer ‘zeer levenskraehtig.
Bleek men z&lf’s ‘niet ‘berei’d aan Duitsch’lan’d, nadat
liet zijn financiën niet behulp van ‘de bankbiljetten-
pers had verwoest, vertrouwen ‘te schenken en op-
nieuw gelden ter ‘beschikking te ‘stellen? Hoeveel te
‘meer zal ‘d’it in ‘ons la.n’d liet ‘geval zijn, in’d’imi ‘de ge-
vreesde gevolgen van ‘devaluatie ‘blijken uit te ‘blijven.
Dit ‘neemt met weg, ‘dat ‘cle methode van sohrikaan-inging, welke ‘de verdedigers van ‘den Gouden Stali-
‘cl’a’arcl meenen te ‘mogen volgen, h’ier inderdaad haar
na’deel’i’gen invloed ‘kan ‘doen ‘gelden, doch gelukkig
zal deze niet van doorslaggevende ‘beteekeni’s zijn.
Ik meen ‘dan ‘ook, ‘dat devaluatie, voor zoover het
liet aanbod op de kapitaalmarkt raakt, ‘slechts een gun-
st’i’ge werking kan ‘hebben. Ook hier kan men ‘dus geen argument voor ‘de ‘koe rs’da’l’in’g van ebligaties vinden.
2.
De vraag.
De vraag ‘zou tengevolge van een opleving in het
bedrijfsleven kunnen ‘toenemen en dus een vei1h’oogea-
‘de werking ‘oj ‘den rentestand kunnen uitoefenen,
zo’oais ‘rih trouwen’s ‘bij elke opleving van het be-
‘cirij’fsleven kan voordoen. Er is echter geen enkele
reden om aan te nemen, ‘dat ‘deze op1evin’g ed ‘dus-!
‘dan’i’gen ‘omvang nal aannemen, dat ‘het ‘hierboven lie-
spr’oken grootere aanlio’d van ‘middelen door de toe-
genomen ‘vraag za:l worden ‘gecompenseerd. Ik ‘hoop
erin ‘geslaagd te zijn, aan te tonnen, dat n’och de
hoof’ds’om ‘der obligaties, noch de rentestand ‘in ‘het
algemeen, ‘d’oor ‘devaluatie ongunstig worden beïn-
vloed, ‘zoodat een ‘daling van ‘de ‘koersen van obliga-ties niet ma’g worden verwacht.
Nu zal men wellicht aanvoeren, ‘dat ‘de koersen ‘van
obligaties ‘dalen, zoo’dra van ‘devaluatie sprake is en
‘dat ‘dus ‘mijn redeneering ‘blijkbaar ‘in strijd is met ‘de
praktijk. Dit aanbod op de obuigatiemark i’s echter
naar mijn meeftin’g ‘het ‘droevige ‘gevolg van ‘de ‘on’des-
‘kun’ci’i’gihei’d van ‘het publiek. En ‘deze houding is ‘helaas maar ii ‘te zeer verklaarb’aar, omdat ‘het Ne-
‘derian’dsche pu’baie’k ‘steeds in ‘het hoekje heeft geze-
ten, waar ‘de slagen vielen. Elke ‘devaluatie in. het
buitenland
kwam voor het «volle ‘percentage tot uit-
‘drukking in liet bez’it van Neder’landsch’e houders,
z’ood’at :het ibegrip ,,’d’eva’luatie” speciaal ‘hij ohiigatie-
houders ‘in een kwade reuk is ‘komen te staan. Men
‘mist ten ‘deze ervaring en het groote onderscheid
‘tu’s’sche,ti ‘cle ‘gevolgen van ‘devaluatie voor binnen- en
‘bui’ten’lan’d’sche ‘houders wordt voorhijgezien. Daaren-
‘hoven ‘is ons publiek door ‘de pers en soniinii’ge autori-
teiten al ‘op een “bijzonder e’i’genaarddge manier voor-
gelicht, waarbij ik verwijs ‘naar h’ovenbe’doei’demetho-
‘de van ‘schrikaanjaging. Dat ‘het publiek reageert op
‘de wijze, vjooals men ‘steeds ‘kan waarnemen, ‘behoeft
dan ‘ook geen verwondering ‘te wekken. i4aar oni deze
onjuiste reacties aan te voeren als bewijs tegen dle
juistheid van’het hier hespro’kene,’gaat toch wel wat ver.
Het puliuiek zal later, en ‘tot ‘zijn schade, ‘terugko-
‘men op ‘cle ”dw’ali.rtgen .zij’»s weegs. In liet light van,
mijn betoog i.s ‘het zeer verkiaarbaar, ‘dat ‘de koersen
van de ‘obligaties in landen ‘met gedeprecieerde valuta
‘over het algemeen ‘h’ooger zi,n ‘dan ‘de ‘overeenkoni,’sti’ge
koersen iin ‘de ‘goudlar’den.
Alhoewel vallend ‘buiten ‘de strekking ‘van mijn be-
toog, wil ik’ toch nog even ‘de vraag onder ‘liet oog
zien, of ‘o’blitgatie,h’ou’ders ‘dan ‘tengevolge van ‘devalua-
tie geen schade zullen
lijden,
zonder ‘dat ‘deze even-
wel in de koersen tot uitdrukking ‘komt. Ik wil gaar-
ne toegeven, ‘dat ‘d’it ‘het geval ‘zal zijn. Naarmate liet
prijsniveau stijgt, zal ‘de ‘koopkracht van ho’of’dsom en
rente vernïinderen en ‘dus inderdaad schade worden
gelecen. Hier wordt evenwe4 naar mijne ‘nieeninig de
kern van het ‘geheele ‘devaluatitpro’h’leean geraakt.
Devatua’bie, ‘zon’de’r noodzaak toegepast, ware een mis-
‘daad. Zij
‘kan slechts ‘haar ‘m’oreele rechtvaardiging
vinden in hare
noodzakelijkheid.
In zooverre za’l het
pr’o’hleeen in’.hoofdzaak een kwestie van ‘inzicht ‘blij-
ven. Devaluatie is ‘slechts verantwoord, indien de
schade, ‘clie wordt ‘gelleden, ‘toch niet kan worden on’t-
loopen. Een poging ‘hiertoe, ik heb ‘het ‘hierboven
reeds gezegd, kan ‘slechts worden ‘aangewend in ‘de periode, aan ‘devaluatie voorafgaande. Iii plaats van
dalende obligatiekoersen èn ‘verminderde rentehe’ta-
i’irug, ‘krijgt men ‘bij devaluatie ‘de schade te incas’see-ren ‘do’ör middel van ‘de verminderde k’oopîkraoht van
‘het ren tejrovenu. ‘hij’ gelijkblijvende koersstan’d.
Ik z’ie in “devaluatie tènsiotte niets anders ‘clan een
registratie
van
‘de ‘nilgemeene verarming en als zoo-
cla’ii’g een, aanvull’i n’g van ‘de ‘bezuinigingspolitiek. De
toestand kan zoo’dani’g worden, ‘dat ‘de hezu’inig’i’n,gs’po-
i’i’tiek ‘met mlev’alua’t’ie
moet
worden gecoi pieteerd, wil
men een al’gcheei’e ruïne vermijden.
Wanneer ‘deze aanvulling thans ree’ds’ha’d plaats
gevonden, was, naar mijn overtu’i’glng, aan onze beleg-
gin’gsmarkt (zie vooral ‘de markt voor pandbrieven),
de ‘huidige ‘scherpe in’a’inldn’g bespaard gebleven.
Dat ‘deze ‘inzinking ‘ook n’a ‘de afgeslagen ,,aanval”
o’p ‘den gulden blijft voortduren, lijkt ‘mij volkomen in
overeenstemming niet mijn ‘betoog. 3. W.
PRiNs.
HET TEKORT VAN HET SPOORWEG
PENSIOENFONDS.
Na
‘het ‘inwerking treden’ van ‘de Pensioenwet 1925
zijn twee wetenschappelijke “bal’ansen ‘van het Spoor-
wegpen’sioenfonds gepubliceerd, nl. én per 1 October
1925 en ébn per 31 December 1930. Bij de samenstel-
ling der eerste wetenschappelijke ‘balans moest men
zich haseeren ‘op ‘de ervaringen ‘in de jaren 1907-
1922 opgedaan
bij
het voormalig pensioenfonds der
S’taatsspoorwegen. Deze eerste weten’schappelj’ke ba-
lans ‘gaf een teko’rt aan van
f
191 m’ill’ioen, welk
tekort dp 1 Juli 1930 ‘als gevolg van de rented’ervinig
was ‘aan’gegroei’d tot
f
230 millioen.
Bij
de ‘samenstel-
ling van de ‘tweede wetenschappelijke balans bleek
1. Mei 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
401
cia’t tekort gestegen te zijn to-t
f
275.6 -miljoen. In
verband met de omstandigheid, da
–
t, volgens de bere-
keningen van den wisku’n’dirgen adviseur, de pensioen-
hijdrageii, zooals ‘clie waren heaal’cl in de Pensioen-
wet 1925, voldoende waren om de pensi’oenlast te
‘dekken en ‘dus de nieuwe srtijgiirg van het tekort in strijd wa met de verwachtingen, werd ter verklaring
van ‘deze verdere stijging, een nieuwe wetenschappe-
lijke balans per 1 October 1925 samengesteld, opge-
maakt naar ‘dezelfde -grondslagen -als ‘die, welke ge-
bruikt wareji voor ‘de samen-stelling ‘der twee-de wOten-
sehappelijke ‘balans. Deze gerectifi-ceerde we’tensdhap-
pelijke -balans toonde een ‘tekort aan van
f
222.4
mii-
l’i-oen -op 1 October 1925; vermeer-de:rt men ‘dit bedrag
met ‘de rell’tederving over de jaren 19
2
5-1930, dan
komt men tot een tekort van
f 270
-mill’i-oen en hier-
u:it volgt ‘dns, ‘dat ‘het ‘def-icit in ide jaren 1925-1930,
-ongereken’d de rentederving, niet noemenswa-ar-d is
toegenomen. Beide baiansen ‘geven wij hieronder in
verkorten vorm weer.
Wetenschappelijke baias Spoorwegpciisioonfonds
1928
(volgens grondslagen
1.930)
en
1930.
13e-leggingen ……………………..
116.986
145.531
Onverschenen rente ……………..
574
360
Contante waarde -toekomstige bijdragen
163.077
150.902
Tekort ………………………..
222.394
275.648
503.031
572.441
Crediteuren …………………….
2.912
31
Contante -waarde loopende pensioenen
. . 9.648
144.875 Con-tan te waarde -toekomstige pe nsioe –
nen ambtenaren ………………..
Contante waarden ‘toekomstige pensioe-
nen nagelaten betrekkingen …….
Toekomstige onkosten …………….
503.031.
572.441
Bij -de wet van 24 Februari 1931 werden v-oonsie-
nin’gen ‘getroffen tot ‘dekIn’g van deze te-korten. In
cle eerste plaats werd ‘daartoe een, -door ‘de spoorweg-
maatschappijen gereserveerd, -bedrag ad
,f
8.160.000
aan-gewend, terwijl verder gedurende 60 j-aar jaarlijks
‘door -de spoorweg-maatschappijen
f
9.825.000 zou wor-
‘den ‘gestort; indien de winst ‘der -spoorwegen daar-
toe niet toereikend was, zou deze -bijdrage ‘d-oor den
Staat ‘betaald worden. Van -deze ‘bijdrage zou ‘dan -in
mindering komen, ‘hetgeen ‘het Fonds in Jiet vooraf-
gaande kalenderjaar meer dan 4 pCt. aan rente van –
‘het kapitaal zou hebben ontvangen. Door ‘deze voor
zieuin’gen zou ‘het tekort op 1 Juli 1990 in-gehaald
zijn. In verband met ‘het feit, dtt ‘door ‘de ongun- –
stige exploitatie-uitkomsten ‘der -spoorwegen, de Staat
ii.a 1930 verplicht was jaarlijks groote tekorten hij te
-betalen, terwijl -ook deze la-st van ‘bijna 10 milli-oen
onder -deze omstandigheden ‘geheel voor reken-ing van
‘den Staat -kwam, werden bij een wet van einde 1933,
‘de Ji ier.bedoel’de voorzieningen buiten werking ge-
stel’d. Sindsdien groeit ‘dus het te-kort weer jaarlijks
met het volle ‘bedrag ‘der rente aan.
De oorzaken, die ‘tot het ontstaan van ‘het tekort
heb
–
hen ‘geleid, zijn van tweeëriei aard,
–
In 1912 werd een overeen-komst getroffen tot her-
ziening van. ‘de pensioenregel’in’g van het spoorweg-
personeel. Het kapitaal van ‘he’t fonds was op ‘dat mo-
ment niet voldoende om ‘de ‘toekomstige qa’sten van de nieuwe pensi-oenregeling -te -dekken en ‘in ‘de wet van
1921 (Stbl. 251) werd bepaald, ‘dat ‘d’it bestaande te-
kort ‘buiten beschouwing zou ‘blijven hij ‘de -toekom-
1
sti’ge vergelijkin:gen van ‘baten en lasten van ‘het pen-
sioenf-o-n’ds en bij ‘de vaststelling van ‘de ‘bijdragen die
door de maatschappijen en -het personeel zouden moe-
ten worden -opgebracht ‘tot -dekking -der peusioenia-s-
ten. Verder werd ‘daarbij ‘bepaald, ‘dat ‘de’ Staat in ge-
val van naaeting van het spoorwegbedrjf aan’sprake-
lijk z-ou zijn voor ‘het te’k-ort-‘dat op 1 Januari 1907 be-
stond,. vermeerderd niet 3% pOt. – ‘s jaars rente op
rente en voor ‘de ‘gekapitali-seerde waarde’ van een
jaarljksche storting van 2.29 pOt. -der -hezoldi-gingen.
Daar ‘de epoorwegen ‘de Staat tot naastin’g kon-den
‘dwingen, indien twee jaar achtereen minder dan
316′
‘
_Ot. ‘dividend werd verdiend, konden de spoorweg-
maatschappijen di
–
t ‘tekort on’gedekt laten en had de
Staat, ook na-dat ‘de naastingverpliohtinig -bij ‘de over-
eenkomst van 1920 we-s opgeheven en plaats gemaakt
had voor ccii garantie van ‘dividend en exploitati-ete-
kort, de moreele verplichting ‘dit gedeelte van het
tekort, ‘dat ‘bijna ‘de ‘helft van het ‘gheele tekort ver-
oorza
–
akte,
–
te ‘dekken.
Iii ‘de twee-de plaat-s s-tegen ‘de peiis-ioengr-on’clsl-a-gen
door ‘de salarisveiihoogingen vdôr 1925, -terwijl ook -de
verbetering ‘der pen-s’ioenregeliug tot een vergrooting
van ‘het tekort -leidde, vooral -ook ‘door -de wet van
1921, waarbij de reeds verleende pensioenen met 40
pOt. v-eih’oogd werden.
Wat is nu ‘de be’teekenis van ‘dit ‘tekort?
In ‘de eerste plaats ‘dient voor ‘de heoor.deelinig daar-
van te worden nagegaan, -of het aannemelijk is, dat
‘het Pensioenfonds ‘door het ontbreken van -de
–
ze m-i’d-
‘cl elen, in moei-lijk’heden. kan ‘geraken -met betrekking
tot de uitbetaling -der pensioenen.
Voorshands ‘behoeft ‘hiertoe geen vrees te -bestaan.
Het kapitaal ‘d
–
at in :het Pensioenfonds aanwezig was,
-bedroeg ‘op 31 December 1930
f
146 milli’oen en was
in ‘de jaren 1925-1930 met
f
31 inilli-oen gestegen.
Indien ‘het -spo-orwegbedrijf ‘hier te lande in ‘de.n. hu’i-
d’igen omvang ‘gehandhaafd ‘blijft, indien -dus ook de
ers-oneelsterkte niet belangrijk ‘daalt, zullen ‘de baten
en ‘de lasten van het Pensioenfonds -in het algemeen
jaar na jaar in evenwicht ‘blijven en -indien, z-ooals dat
-op 31 December 1930 ‘het ‘geval was,
f
146 mifli-oen
beschikbaar is, ‘ter compensatie van tijdelijke ‘verschil-
len tussohen jaarljksche baten en ‘lasten, ‘dan is vrees
v-o-or liquiditeitsmoeilijkheden van het fonds volko-
men ongerech’tvaardi’gd. In ‘het licht van deze feiten
is ‘het ook ‘begrijpelijk en verd-edigha-ar, dat ruim 80 pOt. ‘van he-t kapitaal van het Pensioenfonds d ‘depo-
sito is geplaatst ‘bij ‘de beide Sp-oorwegmaa’bschappijen.
In verband met ‘de overeen-kom-st van 1920 ‘is ‘de Staat
garant voor -alle tekorten -der ‘spoorwegexplo’ita’tie en
‘dus ook indirect voor alle verplichtingen, met -inbe-
grip van -d-e renteverpliehtin’g van ‘deze maatschap-
pijen. De soli’d’itei’t van ‘deze belegging is dus ‘gelijk
te s-tellen niet ‘die van Staatso-bligaties. In’d’ien echter
geen zekerheid ‘bestond, dat ‘d-it ‘deposito -o
–
p zeer lan-
gen termijn ter ‘beschikking van -de spoorwegsnaat-
-sciappijen zou blijven, zou een z-oo -beiar’grj’ke niet
geconsolideerde verplichting der spoorwegen een sto-
rende factor zijn in ‘de financiering, terwijl het ge-
vaar ‘dan -ook niet ‘denkbeeldig zou zijn, iii verband
met -de aan-wending van ‘deze middelen in het bed rijf,
da-t ‘bij -onverwachte-o’pvra’gin-g van ‘het ‘deposi’to, liqui-
‘diteitsmoeiljkheden zouden ontstaan. Doch, zooal s
hiervoren werd aan’getoon’d,:heef-t het kapitaal slechts
‘de functie ‘tijdelijke afwijkingen tussche.0 baten en
lasten te compenseeren -en ‘indien ‘de spoorwegexploi-
tatie geen ingrijpende wijzigingen -ondergaat, zijn
voorloopig ‘geen -belangrijke nadeel’i’ge verschillen ‘tus-
schen baten en -lasten te verwach-tei.
Op ‘dien ‘grond
–
schijn
–
t het ‘dan ook weinig ‘bezwaar-
lijk, om, z-ooals ‘geschiedde bij ‘de wet van 1933, de
‘dekking van het tekort voor on’bepaal’den tijd op te schorten. De ernstige bezwaren, -cli e hiertegen be-
staan, zijn echter van geheel anderen aard.
De bijdragen ‘der spoorwegmaatsghappijeii ter zake
van ‘de pensioenen, zijn uit dien aard ‘der -zaak ‘bere-
ken’d op zoedanig -bedrag, ‘dat ‘de stortin’g, verhoogd
me-t ‘de ‘daarop ‘gekweekte rente, toereikend is om cle pensioenlasten te ‘dekken, Stelt ‘men nu een ge-
-cleelte van ‘deze s’tortin’gen uit en al-s zoo’danig is de
opschorting ‘der annuïteitenbetaiing tot ‘dekking van
het tekort te ‘beschouwen, ‘dan derft ‘het fonds de
rentehaten, ‘d-ie een integ-reerend ‘deel vormen van -de
inkomsten en ontstaat ‘dus een automatisch groeiend
tek-or’t op de exploitatierekening van ‘het pensioen-
fonds. Aan het eind van ‘dit jaar zal het tekort reeds
zijn aan’ge’gr-oeid tot ‘hoven ‘de
f
300 rni111’i’oen en ‘het
stijgt dus ‘verder met een jaarlijks ‘toenemend ‘bedrag,
-dat aanvankelijk
f 12
mi’llioen bedraagt.
281.443
293.211
121.965
133.261
1.063
1.063
402
ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN
1 Mei 1935
Dat men dus de dekking van ‘het tekort 2e-if voor
onbepaal’den -tijd ‘heeft opgeschort, is naar onze me-
iiing niet -zoo ernstig, ‘doch da
–
t men het ‘vastgestelde
tekort thans nog verder laat groeien door -de jaarlijk-
sche rentederving is -niet te rechtvaardigen. De mi-.
nimumverplich-ting, die ‘door den St-nat en cle Spoor-
wegm-aa-tsch.appijen gezamenlijk gedragen -moet wor-
den, is de ren-te over -het thans berekende ‘tekort.
WT
or
dt ‘deze rente
jaarlijks aan het Pensioenfonds ver-
goed, dan bestaat .tegen uitstel van ‘de ‘a’mortisatie van
dit tekort relf, weinig bezwaar. –
In het -z’ittin-gsj’aar 1929-1930 %ijn tu-sschen •de
re’geeringen en enkele Kamerleden (Hande
–
lin’gen
Tweede Kamer 1929/1930 ‘hldz. 2300 e.v.) felle ‘dis-
cussies gevoerd -over ‘de verantwoordelijkheid van den
Staat en dè Maatschappij-en -voor het ontstaan van
deze ‘tekorten. Deze ‘discussies hebben thans echter
nog slechts -theoretische waarde, want -ook indien de
maatschappijen ‘deze ‘bijdrage in het tekort van
–
het
pensioenfonds geheel -of gedeeltelijk- wu-den moeten
dragen, -dan zouden deze lasten toch indirect, ‘door -de
overeenkomst van 1920, ten laste ‘van het Staatsbu-d-
get komen. Interessant is het ‘te lezen met ‘hoeveel
klem ‘het Kamerlid Mr. Oud in die -discussies ‘de
noodzakelijkheid van ‘de aanvulling van dit teikorot
bepleitte.
Het is
‘opmerkelijk,
‘dat ‘tegen -de opschorting van
‘de wat van 1931 in het ‘algemeen -zoo weinig -bezwaar
-gemaakt is. In-dien ‘de Min-ister een’s zou hebben voor-
gesteld een bedrag van
f
12 millioen rente van ‘de
Staa-ts-schuld te brengen ten laste van ‘dén Bui’ten’ge-
wonen Dienst en ‘dus ‘deze renteverplichtin’g te dek-
ken d-oor een nieuwe leenin’g en indien ‘de Minister
‘daarbij zou ‘hebben aangekondigd, dat ‘deze deikkin’gs-
methode v-oorloop’ig, al-than-s voor onhepaal-den tijd,
zou word-en ‘toegepast, ‘dan zouden ‘daartegen waar-
-schijnljk en terecht allerwegen ernstige -bezwaren ge-
rezen zijn. Toc
–
h zou -daarbij in wezen niets an-der,s ge-
beuren, dan ‘hetgeen ‘is ‘geschied ‘bij het -inwerking
treden v-an ‘de ‘bedoelde wet van 1933.
Rest tenslotte nog ‘de vraag -of het redelijkerwij-s
aannemelijk i-s, ‘da-t het -tekort ‘door salarisverlagin-
gen of ‘andere -oorzaken automatisch -zal -dalen. De
salarisverla’gin-gen’leiden ‘inderdaad, zij ‘het ook gelei-
delijk, tot een ‘da-lin’g ‘der pensioen’gron-dsla’gen, omdat
‘het ‘gemiddelde -salari’s van de ‘drie ‘laatste jaren, de
pen-sioenrgron’dslaig vormt, indien althans ‘het -gem-i-d-
-del’de over ‘cle laatste ‘tien jaren geen -hooger – ‘bedrag
aanwijst. De premie ‘die -door ‘de sp-oorwegmaa’tseh-ap-
pij
–
en wordt ‘betaald is uitgedrukt in een percentage
der pen-s-ioengron’dslagen en -daalt dus in evenredig-
-he-i’d met ‘de verlaging ‘der toekomstige pensioenen.
Hierdoor ‘daalt ‘dus ‘de contante waarde ‘der toekom-
stige inkomsten en de con-tante waarde der toekom-
st
–
i’ge vèrp’lichtingen met -gelijk percentage, -doch ‘daar
de -con’taute waar-de ‘der toekomstige inkomsten per
ulti-mo 1930
f
151 rnill’ioen -bedroeg en -de contante
waarde der toekomstige verplichtingen voor pensioe-
nen, ‘d’ie nog niet zijn ingegaan,
f
426 ‘millioen be-
droeg, ‘zullen ‘door dezen factor ‘de verplichtingen
meer ‘dalen ‘d-an de rechten van -het fonds en zal -dus
het -tekort verminderen.
Indien een regeling tot -s-tan’d zou komen, waarbij ook ‘de ioopen’de pensioenen zouden worden aan-ge-
p-ast aan het ‘huidige salarispeil, zou ‘de contante
waarde der loopen’de -pensioenen, die ultimo 1930
f
145 millioen ‘bedroeg, eveneens verlaagd wordèn.
Een ‘daartoe strek’ken’d ‘wetsontwerp is -onlangs ‘in-ge-
dien’d.
De regelin’g, waarbij alle ambtenaren ‘dei Nader-
lan’dsche Sp-o-orwe’gen op 63-jarigen leeftijd -den ‘di-en-st
verlaten, ‘heeft geen ‘gevolg voor ‘het pensioenfonds,
daar bij het verlaten van ‘den ‘dien-st tot ‘de -pensioen-
gereeht’igden leeftij’d wachtgeld en geen pensioen
wordt betaald.
De rentevoet, ‘die ‘bij- ‘de berekening van -de con-
tante waarde is gebruikt, bedraagt 4 pOt. De werke-
lijk gekweekte rente i-s, ‘in – verband mit de regeling
‘der belegging, practi-sch gehdel afhankelijk van de
rente, -die :het Fonds ôntvangt ‘over het d-eposito hij
de sp-oorwegma-a’tsdhappijen, waarvan de ren tev-oe’t
‘door ‘den Minister wordt vastgesteld.
Het
–
komt -ons voor, ‘dat het ‘in dit speciale geval
toelaatbaar zou zijn de- rente-voet ‘bij d6 berekening
der con-tante waarden te -stellen -op 4Y2! pOt. Hierin
schuilt natuurlijk een specula’tiefactor. Het
lijkt
-thans
zelfs twijfelachtig -of in -de eerstkomende jaren op ‘de
‘heleggin’gsmarkt een ren’dement van 4 pOt. te bereiken
zal zijn. Niet ‘het algemeen rendement op de beleg-
-gin’gsma’rkt -is ‘hier echter ‘bepalend. De vraag is of de
-spoorwegmaatschappijen redelijkerwijs ‘belast kunnen
– worden me-t een vaste rente â 4Y2 pOt. van ‘het depo-
-sit-o van ‘het Pensioenfonds en wij -meenen, rekenin’g
h-ou’den’de met ‘d-e huidige omstandigheden, ‘deze vraag
bevestigend -te kun-nen beantwoorden. Het betreft hie
r
een belangrijk ‘dep-osito -op ‘lan’gen termijn, waaraan,
in tegen-stelling met de bedragen, ‘die in-
–
den -vorm
van -obl-i’gatie-ui’tgif
–
te ter beschikking zijn gekomen,
geen ‘Icoaten van emissie, conversie, ‘disa’gio e.d. ver-
bonden zijn.
In-dien ‘de Spoorwegmaatsc’happijen, t’hans -de ver-
plichting zouden aanvaarden over d’it depo-sito een
vaste rente van 4Y2, pOt. te betalen, onafhankelijk van
den op ‘de ‘beleggin’gs’mai-kt ‘heerscihen-den rent&,oet,
dan achten
wij
dat -een commercieel- te rechtvaardi-
gen transactie.
Door ‘deze gewijzigde rent-eba-sis, z-ou het tekort
van ‘het Pensioenfonds ‘belangrijk verminderen, om-
dat de contante waarde der verplichtingen
f 571
mil-
lioen, ‘de contanté waar’de ‘der toekomstige bij-dra-
gen
f 150
milli-oen bedraagt per ultim-o 1930. De
veeihoo-ging in den rentefact-or zou beide contante
waard-en in ‘dezelfde richting beïnvloeden en ‘dus het
tekort verminderen. Daartegen-over -staat ‘dat tot ‘dek-
‘king van -d-it -tekort oo-k een annuïteit vastgesteld z-ou
moeten worden, ‘berekend op 4- pOt, in plaats van
op 4 pOt. ‘basis. –
Uit het ‘dezer ‘da’gen ingediend bezuiuigingsrvoorstel blijkt, da-t de regeerirug ‘overweegt de rentevergoeding
aan ‘het Pensioenfonds te verlagen. Wij’ achten dit,
in verband met het voren staande, een stap in -de vêr-
keerde richting. – –
Per 31 December 1935 moet de -derde wetenschap-
pelijke balans van. ‘het Pensioenfonds worden samen-
gesteld. Het nou ongetwijfeld ‘interessant zijn en
voor een ju’i’ste -beoordeelin’g va-n de ‘te treffen maat-
regelen van groot belang ‘blijken, -indien naast de we-
tenschappelijke ‘balans ‘op 4 pOt. hasj’s, oo
–
k zulk een
balans op 4i4- ‘pOt. ‘basi-s zou worden uitgewerkt.
Zou een ‘d-oel’t’reffen-de regeling wôrden ‘gemaakt
tot ‘dekking van het uit -deze ‘laatste balans blijken-de
‘tekort, ‘dan kan me-ru ‘de Regeërinig slechts verwijten,
‘dat het Pensioenfonds ‘der Spoorwegen gegron’dvest
is op optimistische verwachtingen omtrent het -toe: komsti-g verloop ‘der rente; ‘thans treffen ‘haar veel
ernstiger verwijten.
A. M. GROOT.
DE ENGELSCHE BIETSUIKERINDUSTRIE EN HET
GREENE RAPPORT.
Enkele weken ‘geleden werd in Engeland gepubli-
ceerd ‘het rapport ‘der comm’iss-ié, ingesteld in April
1934 met ‘het ‘doel: ,,Een on-derzoek te -doen naar den
toestand ‘der suikerin’dus’trie in het Vereeni’gd-e Ko’
ninkrijk, zoowel wat betreft -de ‘binnenlan’dsghe biet su-iker als ook ‘de -geïmporteerde su-iker, omvatten’d productie, r-affin-ade en ‘distributie en – me-t -het oog
op de
wijzigingen
in -den op-bouw der industrie, die
-het gevolg zouden zijn van -dé reoigan-isatie -onder -de
Agricul-tural Marketing Acts – – aanbevelingen te
d-oen
–
voor ‘de toekomstige gedragslijn en riieer spe-
ciaal voor ‘de toepassing van Regeerinjgssteun : vo-or
zoover -die noo-di’g géo-ordeel’d -mocht w-orden.”
Ee commissie ‘beston-d ui-t – de -heeren’ Wilfred
Greene, Voorzitter, Sir Kenneth’Lee en Oyril Llod.
Het rapport omvat 122
–
bladzijden
—
en ‘bestakt’uit éen
1 Mei 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
403
meerderhei’dsrapport van de eerstgenoemde twee
leden, dat afschaffing van ‘den Regeeringssteun aan
‘de in’heemsche Ibietsuikerin’dustrie bepleit en een
min’derhei’dsrapport van het derde lid, ‘dat een ‘hier-
van afwijkend standpunt inneemt.
De. aandachtige lezer van ‘di’t geschrift zal tot de
overtuiging komen, •dat door ‘deze commissie grondig
werk verricht is. Er ‘is ‘geen moeite gespaard om een
overzichtelijk ‘beeld van ‘de En’gelsche wetgeving op
suikergebied te ‘geven en van •de toestanden, ‘die tot
het nemen ‘der verschillende maatregelen geleid heb-
ben, alsmede van de daaruit ontstane ontwikkeling en
verwikkelingen. De suikerindustrie en suikervoorzie-
n’ing van Engeland worden ‘daarbij in een helder
licht ‘gesteld.
Na uitvoerig stil ‘gestaan te hebben bij de te nemen
maatregelen, in geval ‘de Regeerin’g tot behoud van
de inheemsohe ‘bietsuikerin’dustrie mocht besluiten,
en waarvan ‘de hoofdpunten zijn:
I. benoeming eener permanente Re’geerin’gscom-
missie van kleinen omvang, •die niet alleen de belan-
gen ‘der suikercultuur en -industrie moet behartigen,
maar ook de nationale belangen, inclusief die der
consumenten;
H. opname ‘der ‘bestaande bietsuikerfa’brie’ken. in
eene enkele corporatie;
III. beperking van ‘den bietenaanplant;
en de hiermede in verband staande reglementen,
komt ‘het meerderheidsrapport tot de kwestie of voort-
zetting der ondersteuning van •de bietsuikerindustrie
wensoheljk is.
Dit laatste hoofdstuk – ‘hoofdstuk XI – van het
rapport begint met te on’derstrepen, ‘dat het vraag-
stuk beschouwd zal worden van ‘het standpunt, dat
geen
tijdelijke
maar permanente ondersteuning van
staa’tswege benoodigd zou’de zijn. Toen de subsidie-
politiek ingesteld werd, was •dit bedoeld als een
experiment.
De eerste conclusie ‘is, dat er ‘geen vooruitzicht ‘be-
staat ‘op zichzelf ‘bedruipen ‘der industrie. Tegenwoor-
dig was de laagste prijs, waartoe bietsuiker in eenig
land geproduceerd kon worden, ‘tussohen £ 12 en £ 14
per ton, terwijl ‘deze prijs voor rietsuiker in Java,
San Do’m’in’go en Peru £ 5 en £ 7 per ton bedraagt. Geen bietsuikerindustrie ‘in eenig land kan vandaag
zon’der steun bestaan en ‘het is aan te nemen, dat
meer speciaal in Engeland, steun ‘steeds nood’ig zal
zijn en meestal ‘op ruime eehaal. Met ‘d’it vooruitzicht
zouden dus zeer groote voordeelen van publieken aard
aaiiwezig moeten zijn’ om een permanenten steun te
rechtvaardigen.
Aan voor’deeleu van n’iet-landbouwkun’di’gen aard
kan echter weinig ‘beteekenis gehecht wôrden. Een
voordeel van werkelijke, alhoewel bepe
r
kte, waarde
is de voorziening in oorlogstijd, doch wordt ‘dit geen voldoende rechtvaardiging geacht van ‘de daarbij be-
trokken groote uitgaven. Andere voordeelen
zijn
de
grootere werkgelegenheid in landbouw en ‘industrie
en andere indirect ‘daarbij betrokken industrieën,
‘doch in verband hiermede wordt er op ‘gewezen, dat
eene uitgave van millioenen Ponden door ‘den Staat
vanzelfsprekend aamuerkeljk vermeerderde ‘werkge-
legen’hei’d geeft, waarvan alle industrieën moeten
profiteeren, ‘die te maken ‘hebben met het ‘bedrijf,
waaraan ‘het geld besteed wordt. De commissie ‘heeft
echter geen bewijs gekregen, ‘dat de ‘vermeerderde
werkverscshaffinig, ‘die direct of ‘indirect verband
houdt ‘met ‘de bietsuikerin’dustrie, grooter ‘is •dan bij
besteding van het geld voor een ander ‘doel.
Verder worden ‘de technische vooi’deelen, die voor
den lan’dbouw daaraan verbonden zijn, en ‘in hoofd-
stuk VII breedvoerig behandeld werden, als niet vol-
doende beschouwd om ‘den steun te rechtvaardigen.
Bij de beschouwing van den steun als ,,relief
measure” wordt betoogd, ‘da’t de ondersteuning •der
industrie zonder twijfel aanmerkelijk verademing aan
tal van boeren verleend Iheef t. Toch heeft ‘de commis-
sie de overtuiging verkregen, ‘dat ‘het als zuiver werk-
verschaffingsmethode niet doelmatig ‘gebleken is, om-
‘dat o.a. over ‘de geiheele steuuperio’de ‘de betalingen
aan de boeren voor hunne bieten
nauwelijks
de kosten der su’bsi’die geëvenaard hebben, terwijl deze betalin-
gen ook de transportkosten omvatten, zood’at de netto
prijs van ‘den boer zich veel lager stelde. Heden is de
‘bruto-prijs inclusief transportkosten iets ‘hooger dan
de ‘su’bsi’die, maar ‘de netto-prijs voor den boer is
slechts weinig hooger. Het is dus ‘geen geval, waar
Regeerin,gssteun de waarde van den oogst, ‘die •ook
zonder ‘dezen steun eene handelswaarde zou’de heb-
ben, verhoogt, maar ‘het •is een geval, waar ‘de steun
nagenoeg uitsluitend de waarde van den ‘oogst
creëert.
Als nadeelig effect van het kunstmatig behoud der
industrie wordt o.a. aan’gevoerd, ‘dat in de districten, waar bieten ‘hoofdzakelijk geplant worden, een nieu-
we verhouding ‘der oogsten plaats zal ‘hebben, waarbij
su’ikerbieten niet slechts een deel viin een visselbouw
systeem vormen, maar tot basis kunnen worden, waar-
op het ‘geheele systeem ‘berust. Het wordt als enge-
wen’scht beschouwd, ‘dat een gedeelte van het land af-
hankelijk zou worden van een specialen oogst, die
alleen ‘door Regeeringssteun op groo’te schaal in
stan’d gehouden kan worden. –
Het bedrag van den ‘directen en ‘in’directen Regee-
rinigs’steun wordt voor het oogstjaar 1934/’35 geraamd
op circa £ 7.300.000, Alhoewel eene aanmerkelijke be-
zuini’ging verwacht mag worden ‘van de invoering
van het reorganisatieplan, ‘zooals ‘dit in ‘het rapport
ontwikkeld werd, zou’de ook op deze basis het bedrag,
dat voor steun n’oodig is, no’g zeer groot zijn. De voor-
deelen, die tegenover deze uitgave staan, worden
onevenredig genoemd.
Daarna wordt ‘de toestand besproken, ‘die het ge-
volg zal zijn van ‘het ‘ophouden van ‘den steun. He’t in
de fabrieken ‘gestoken kapitaal zou’de voor het groot-
ste ‘gedeelte verloren
zijn,
maar ‘de boeren zouden
eene tijdelijke ondersteuning kunnen ontvangen ‘tot-
d.at zij zich aan ‘de ‘gewijzigde omstandigheden aange-
past en eene andere cultuur gevonden hebben. Intus-
schen zou’de men aan ‘de inheemsche productie toch
tot 1937 dezelfde faciliteiten moeten verleenen als
aan de koloniale producenten tot dat jaar toegezegd
zijn, bestaande uit eene accijnsverlaigin’g van Sh. 6/9
per cw’t. voor ruwsu’i’ker en S’h. 719 per cwt. voor raf-
fin’ade, waardoor het
bij
een matig ‘herstel van den
werel’dsuikerprjs misschien mogelijk is, dat enkele
fabrieken ‘in streken, waar de bieten ‘het goedkoopst
verbouwd worden, het ‘bedrijf kunnen voortzetten.
De conclusie, waartoe ‘het meerderheid’srapport
komt, is, dat men nâ een ‘overzicht van alle factoren,
waarvan men kennis heeft kunnen nemen, geen recht-
vaardiging ‘heeft kunnen vinden van de uitgave van
m’illioenen Pon’den per jaar voor eene ‘industrie, die
wein’iig vooruitzicht heeft ooit self-supp’orting te wor-
den en voor een ‘landbouwproduct, ‘dat zonder dezen
‘steun bij ‘de tegenwoordi’ge ‘suikerprjzen practisch
waardeloos zoude ‘zijn, en dat men daarom eene voort-
zetting van ‘den steun ni’et aanbevelen kan. Tenslotte wordt ‘gewezen ‘op de wenschelijkhei’d,
‘dat de protectie, ‘die ‘de raffinaderijen genieten, ‘her-
zien worde in ‘het ‘licht van ‘het ‘door de Regeerin’g
te nemen besluit betreffende de ‘bietsuikerin’dustrie.
, *
*
Het aan ‘dit rapport van ‘de meerderheid der uit
‘drie leden ‘bestaande commissie toegevoegde minder-
heidsrapport ‘komt tot een tegenovergestel’d advies.
Terwijl ‘de heer Lloyd zich accoord verklaart met
nagenoeg alle beschouwingen in ‘de ‘hoofdstukken 1
tot IX van het meerderheidsrapport, zet hij zijne ar-
gumenten uiteen, waarom ‘hij het advies zijner col-
lega’s, om ‘den steun niet voort te zetten, niet kan
goedkeuren.
Groote nadruk wordt ‘daarbij gelegd op ‘de waar-
schijnlijkheid van eene verbetering van den wereld-
suikerprjs, terwijl zoowel de ‘directe ‘als indirecte
404
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1 Mei 1935
voordeelen, aan de bietencul’tuur en de inlieemshe
su’ikerin’dustrie ver’hon’clen, als van grootere heteeke-
nis wrorcien ‘geschilderd dan in het eerstgenoemd rap-t
port.
Verder wordt er op gewezen, dat ‘de koloniale sui-
kerindustrie een steun ‘in den vorm van preferentiee1
invoerredht ‘geniet van maximum Sth. 719 per cw’t.
Alhoewel de meerd erhei’cl der conim i’ss’i e niet genegen
‘is de, voor ‘de ‘injheemsc’he producenten ‘op ‘het oogen-
blik ‘boven dezen steun ‘hen’ood’igde, Sh. 3/0 per cwt.
te verstrekken, erkent ,ij, ‘dat ‘men in elk geval de
S’h. 7/9 niet aan de -bieten-hoeren -on’Uhnuden ‘kan, het-
geen echter onvoldoende ‘is om een ‘heta-len’d bedrijf
1
voor eigen cultuur en industrie te vaa1borgen. Dat
oncler dze os’tan’digheden tot opiheffing der ‘in’dus-
trie en conteurte ‘betalinigen aan ‘de ‘boeren bij .wijze
van compensatie gedurende drie jaren ‘geadviseerd
woedt, vindt ‘bij ‘dit lid der commissie ‘geen -in-,
itemm’ing.
Uiteindelijk
•
om’vat ‘het •m’in,derhei’clsrapport ‘cle vol-
gende voornaamste recomma.ndati es:
Vo-orzieninigen te treffen voor ‘de ondersteuning ge-
durende een ‘ver-deren langen ‘termijn ‘der Engelsohe
h’ietsu’ikerin’du’strie ‘bij een oo’gst van ‘ongeveer de
‘tegenwooed’i’ge ‘grootte,
De ‘hulp moet, voor zoover mogelijk, gevonden vor-
den ‘door eene vermindering van ‘den accijns op ‘hin-
nenian’dsehe isuiker en verder eventueel uit eene
kleine heffinig op thet -heele suiker-verbruik. –
V’ereen-igin’g aller fabrikanten van ‘binnen-lancisohe
suiker in een’e enkele corporatie. –
Instelling eener permanente sui’keroomimi’ssiè om
op de geheele suiker-industrie toezicht te houden.
De ‘schaal van ‘den toekomstigen steun te baseeren
op fabrie’ksresul’ta’ten en veiban’d ‘houdend met den
su’i’kerprijs, eene wircstmarge latend ter -beoordeeling
van de commissie.
Opheffing ‘van het tegenwoord’i’ge fiscale onder-
sche’id ten nadeele van ‘de fehrikatie van witte suiker
door ‘bietsuikerfa’brieken.
• Rguieerinig van ‘de productie en den verkoop van
geraffineerde suiker door eene in’dus’trieele overeen-
komst op onigeveer ‘den grondslag zooa’ts than’s in
werking, ‘doch h
re
k
en
,d op eene nadere aaneenslui-
bi og tusinhen raffinadeurs en fabrikanten, ‘goed te
keuren ‘door ‘de nieuwe suikercommissie. – –
* *
*
Z-ooals reeds in den aanîhef aangeduid en naar ken
blijken ui’t ‘hetgeen ‘hier overgenomen werd, vormt
‘het -geheele verslag eene interessante ‘lectuur. De ‘bij-
gevoegde tabellen ‘en statistieken ‘ver’h’o’o’gen ‘de waar-
de daarvan.
1)
– Ook voor het ‘probleem van den steun aan de N-e-
de,rl’an’dsche b-iet’su’ikercu’l’tuur mag dit onderzoek van
belang geacht woeden. De verschillende belangheb-
benden zullen dan waarschijnlijk dat er uit citeeien
wat het -meest naar hun ‘gading :i, maar aan de
Necierla’n’dsche R-egeerin’g zij ee.ne
objectieve -beoori
deel’in’g aanbevolen.
• Het blijft nu afwachten wet ‘de Engelsche Regee-
ring naar aanleiding van -deze adviezen zal ‘besluiten.
Kraehtiige protesten van (Ie
zijde
der -hietsui-kerin’dus-
trie ‘tegen het meerdecheidsa’d’vies moeten reeds ‘bie-
nen’gekomen zijn en over het algemeen gelooft men
in Enigelsche ‘sn’ikerkringen niet aan eene lLrtrekkinig
van ‘den steun, maar het ‘is -natuurlijk mogelijk, ‘dat
hier ‘de wensch ‘de vader van ‘de gedachte is. Het
schijn-t evenwel zeker te zijn, dat voorloopig -geen
uitbreiding ‘van het gesteunde areaal zal plaats ‘heb-
–
beu, eerder eene inkrimping.
Het ware te venschen, dat ‘de E-n’gelsche Regee-
ring ‘bij de behandeling van ‘dit vraagstuk ook de
1)
Het geschrift ,,Report of the United K’ingdom Sugar
Industry Inqu’iry Coihmi’ttee” is uitgegeven door H. M.
Sta-tionery 0ff ice en overal verkrijgbaar voor den irijs
van
Sh. 2.
oppermtehti’ge positie, die ‘het raffina’derjbedrijf in-
neamt, onder ‘de oogen zal zien en den invloed, die
‘daarvan ‘op ‘cle su’ikermar-kt uitgaat. Wanneer in En-
geland, dat ‘de groot-s-te afnemer van
vrije
‘suiker in
‘cle wereld is, niet pratisnh een single huyer ‘bestond,
‘die bij ‘zijne inkoopen -gebruik weet ‘te maker van
zijne -monopoliepositie, zonde cle werel’dprijs van sui-
ker zich waarschijnlijk reeds lang op een ho
–
oger
niveau ‘hebben bewogen, waarvan -cle suiker-industrie
in de ‘k’oioniën zonde prof’iteeren, terwijl ‘de steun
aitn ‘de -hietsuikercultuur ‘verlaagd -had kunnen wor-
den. De uitsluiting van concurrentie hij de Engelsche
koopers ‘hdu’dt ‘cle suikerprjzen op een kunstmatig
laag ‘peil, dat beneden ‘den kostprijs in alle productie-
‘tanden, ligt.
A. V.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
SCHATTING VAN DE MET BIETEN BEBOUWDE
OPPERVLAKTE VAN EUROPA IN 1935.
– Dr. Gustav M:ikusch te Weenen schrijft ons:
Met ‘het gebruikelijk voorbehoud omtrent een latere
‘herziening volgt hieronder een ra’min’g van de ‘dit
jaar me bieten bebouwde oppervlakte van Europa.
Bietsuikerproductie
Met bieten bebouwde
in 1000 metr. tons
– –
–
oppervlakte in 1000 ha
ruwsuikerwaarde
1935 1934 1933
1934135
1933134
Raming
Raming Opbrengst
Duitschiand’)..
375 354 293
1.685
1.429
–
Dantzig
……
–
5
—
5
33
26
Tsjecho-Slowak.
143 144
139
635
517
0otenrijk
….
44
50
47
223
170
Hongarije
….
38
38
38 120 136
Frankrijk
•…
230
‘263
246
1.225
,
946
België
……..
48
54
53
270
–
247
Nederland
•…
40 42
47
243′
290
Polen
……..
113
113
98
447
342
Denemarken ..
43
43
44
90
254
Zweden
…….
50
51
–
51
272
305
Italië
……..
85
86
77
340
300
Sliauje ………
60
–
90
80
360 242
Joego-Slavië
..
29
22
25 63
,
74
Roemenië……
36
33
52
107
145
Bulgarije ……’
2
2
–
ii
9
45
Zwitserland
• .
2
2
2
,
10
9
•
Gr.-Brittannië
152
163
148
694 523
lerscheVrijstaat
22
18
6
75
–
35
Finland
3
3
3
11
–
7
Letland
……
t
14
–
15
– –
13
60
35
Lithauen ……
7
4
‘4
17
–
9
Turkije (Europ.
–
en Aziat.)
24
33
26
–
66
78
Europa zonder
–
Sovjet-Rusland
1.560
1.628
1.508
7.055
6.164
Sovjet-Rus1and
1.200
1.176
1.212
1.500
1.040
Totaal Europa
2.760
2.804
2:’20
8.555
7.204
1)
1n begrepen de bieten, bestemd om gedroogd te worden
De raming kan er te minder aanspraak op maken,
‘mët de
weri’re’ljk
met bieten -bebouwde – oppervlakte
overeen te ste’msnen, ‘daar ‘in vele landen ‘de overeen-
komsten ‘titissdhen de suikerfabrieken en -de bieten-
boeren niet ‘in een bepaald ‘aantal ha, doch in een be-
paicide h’oeeeLheid qyieten luiden.
In de ‘landen, waar de omvang van de suikerpro-
duetie door overeeiikömsten of verordeningen van de
oveihei’d wordt vastgesteld, wordt ‘in den regel de, met
dee sui’kerprod
–
uctie overOenkomen’de, hoeveelheid ‘bie-
‘ten vastgesteld en aan eiken ibietenboer op grond van
hetgeen hij to-t d ns-verre heeft geleverd medegedeeld,
we1k ‘gedeelte ‘daarvan v-ooi’ zijn rekening komt.
Dergelijke (,in’divi’dueele” ibietencontingenten be-staan vöornamelj
–
k ‘i -Du’it’schland, T-sjeoho-S1-owakije,
Hongarije, Frankrijk, Nederland, -Italië en Polen.
– Het is duidelijk, didt pas na verleop van een zeke-
ren tijd,ee overvicht -omtrent de
grootte
van ‘de op-
pervlakte,
–
waarvan de landbouwers veronderstellen,
‘dat- zj’met hun contipgen
–
teu i,n oveteen-stemm-ing ‘is,
1 Mei 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
405
verkregen kan worden. De ondervindiug der laatste
jaren heeft ethter geleerd, dat ondanks deze ‘onzeker-
‘hei’d de fouten, welke ‘hij een raanin aan het einde
van April. worden gemaakt, niet zeer groot zijn; zoo
staat tegenover onze schatting ‘van verleden jaar voor
Europa ‘zon,der Sovj et-Ruslanci van 1.587.000 ha,
waarbij om een later vermelde reden nog 13.000 ha
‘voor Du’itsh’1and moesten worden gevocgçl, een wer-
kelijk bebouwde oppervlakte van 1.628.000 ha, ter-
wijl onze rasniirg voor 1933 1.485.000 ha bedroeg
tegen een uitkomst van 1.508.000 jha.
Wat bi ‘de iii nevenstaande tabel verwerkte raming
het meest in ‘het oog loopt, ‘zijn ‘de uitbreiding van de
hebouw’de oppervlakte in ‘het Dui’tsche Rijk en de
inkrimping van de ‘bebouwde oppervlakte in Frank-
rijk. Het is nog niet zeker, welk gedeelte van den
‘bietenoegst ‘in Duitshland voor su’ikersnijdsels en
niet voor suiker zal worden verwerkt. Dientengevolge
kan voor dit jaar slethts de gheele ‘met bieten be-
bouwde oppervlakte worden opgegeven, inclusief die,
waarvan ‘de ‘oogst tot gedroogd’e bieten wordt ver-
werkt. Dit brengt natuurlijk mede, dat ook voor ‘de
voorafgaande jaren de ‘totale ‘bebouwde oppervlakte
moet ‘worden vermeld, terwijl wij in vroeger jaren bij
de ramingen slechts niet de voor het winnen van sui-
‘ker bestemde oppervlakten rekening hielden.
De uitbreiding van ‘den aanplant in Dui’tshland
was een gevolg van het feit, ‘dat de te groote voor-
raden, welke ‘tot een inkrimpings’politiek noodzaakten,
thans geheel ‘zijn opigeteerd en ‘de centrale vereeni-gin’g van de Dui’t’sohe suikerproductie niet een zoo-
danige ‘suikerproduct’ie rekening moet houden, welke
de behoefte dakt en nog een ‘bepaalde reserve voor
geval ‘van nood aan het einde van de campagne voor
een eventueelea misoogs’t ‘in het volgende jaar ver-
zekert.
In Frankrijk is de toestand omgekeerd. Door den onv’erwachten gunstigen oogst van verleden herfst
overtrof ‘de productie (1.225.000 ton) verre ‘het vol-
gens ‘de overeenkomst ‘vastgestelde contingent van 987.000 ton ruwwaarde. Daarom moet voor en ver-
mindering van de groote voorraden door een kleinere
oogst in ‘den herfst van dit jaar worden gezorgd.
Ook Groot-Brittannië geeft een duidelijke heper-
king te zien. Deze werd noodzakelijk, doordat de
.regeering de oppervlakten, waarvoor steun (subsidie)
wordt ‘gegeven, tot 152.000 ‘ha ‘heeft verminderd.
Behalve in Frankrijk en Groot-Brittannië streeft
men er over het algemeen ook elders naar, ‘de ‘bebouw-
de oppervlakte ‘in te krimpen of ‘tenminste niet uit
te ‘breiden. Bijzonder groot is de achteruitgang in
,
Spanje, waar ‘men er ernstig aan denkt de overtollige
su’ikervoorraden door een ‘overeenkomstige verinin’de-
ring ‘van de productie te doen afnemen.
Opmerkelijk is ‘daarbij, dat ook in. Nederland de
‘bebouwde ‘oppervlakte dit jaar kleiner ‘zal ‘zijn, hoewel
‘de hoeveeLheid bieten, waarvoor steun wordt gegeven,
gelijk i’s aan ‘d’ie van het vorige jaar (1.540.000 ton)
en ook de prijs
(f
10) geen verandering ‘heeft onder-
gaan.
Tenslotte zij nog vermeld, ‘dat Dantzig ‘dit jaar
geheel ut ‘de rij van de b’ietenverbouwencle landen
treedt, omdat wegen’s transfe’rm’oeilijkheden van een
uitvoer naar Duitscihland in 1935/’36 wordt afgezien
en de behoefte van, liet gebied ‘van de vrije sta’d Dant-zig uit ‘de aanwezige voorraden ‘gedekt kan worden. Waar ‘geen ‘inkrimping noodzakelijk is, blijft ‘de be-
bouwde oppervlakte in den regel’ongewijzigd. Een
uitbreiding vindt slechts plaats in J’o’e’go-Slavië, ‘Roe-
nienië, de Iersc’he Vrijstaat en Lit’hauen. Bij een ‘goe
den oogst kunnen Ierland en Lithauen dit j.aar het
beoogde ‘doel van zelfv’oorziening bereiken,
Indien. ‘de’ weikeljk bebouwde oppervlakte over-
eenkomt met ‘de ram’in’g, zal Europa zonder Sovjet-
Rusland een a’oh’teruitgan’g ‘van 1.628.000 ha tot
1.560.000 ha, ‘d.w.’z. met
4,2
pCt. te zien ‘geven,
‘Voor Sovjet-Rusland word en iii overeenstemming
met het economisch programma 1.200.000 ‘h’a’voor-
r/ien, Men moet helaas ook dit jaar voor dit ‘gebied
‘]{ét ‘ontbreken van elk ‘betrouwbaar en nauwkeurig
statistisch bericht ‘betreuren.
Met inbegrip van Sovjet-Rusland doet ‘de ramin’g
een achteruitgang van ‘cle bebouwde oppervlakte in gheei Europa van 2.804.000 ‘ha ‘tot 2.760.000 ha of
met 1.6 pct. verwachten, thoewel ‘de ‘bebouwde opper-
vlakte dit jaar nog steeds iets grooter is ‘dan in 1933,
‘dat niet 2.720.000 ha ‘de kleinste ‘bebouwde ‘opper-
‘vlakte van ‘de iaatte zes jaren te zien ‘gaf.
AANTEEKENINGEN.
De Zwitsersche franc en de toestand op de geld-
en kapitaalmarkt.
Een vergelijking van ‘de weekstaten der Zwitsersche,
Nationale Bank laat ons een vermindering van cle
goudvoorraclen zien ‘van Frs. 507.6 mill’ioen ‘vanaf 15
Januari tot 23 April 11. In ‘de eerste 2 ‘maand
vloei’den ca. Frs. 200 m’illioen af, in de ‘laatste drie
weken een bedrag van ruim Frs. 310 milli’oen.
Hoe aa’rc’zien
1
lijk ‘deze vermindering ook zijn mag,
niet vergeten mag worden, ‘dat reeds eerder groote
gou’don’ttrekkingen hebben plaa’ts gehad, nl. tot een
bedrag van Frs. 716 milli’oen in ‘de perio’de van medio
April ‘tot 7 Juli 1933 en nogmaals van Frs. 365 mii-
li’oen ‘in ‘de periode van 15 Februari tot ulto. April
1934 en voorts dat ‘de moinenteele goudvo’orra’a’d van
Frs. 1.402 ‘millioen nog altijd ver uitsteekt ‘hoven den
gou’dvoorraad, welke de Zwitsersche Nationale Bank
aanhield vMr ‘de ‘devaluatie van liet Pond Sterling in
1931 en toen ca. Frs. 1.000 mil]ioen bedroeg. In dit
licht bezien beteekent de vermindering van ‘de goud-
voorraden een terugkeer naar meer normale verhou-
‘dingen, ‘zij’ ‘het oo’k ‘dat ‘deze beweging veroorzaakt
werd dooi’ een wantrouwen in ‘de positie’vatv den
Franc.
Terwijl nu ‘bij ‘de goudonttrekkin’gen in vorige
jaren en ook nog in ‘de periode van medio Januari
tot 30 Maart j’l. een evenredige vermindering van de
rekening-courant saldi ‘hij de Nationale Bank te con-
stateeren viel, gepaard aan een kleine uitbreiding
‘der ‘biljettencirculatie, w.aartegenover echter grootere
uitzettingen stonden, is ‘de beweging sedertdien, iets
anders. Vooral in de ‘laatste 2 weken, ibleken de reke-
ning-courant ‘saldi ibij
,
de Na’tiona’e Bank in ‘belangrijk geringere mate af te nemen dan de gou’dvoorraa’d, ter-
wijl ook ‘d’e nu optredende vermindering van ‘de bil-
jettencirculatie nog geen evenwicht maakte. Opmer-
kelijk is in, ‘de ‘laatste weekstaten ‘dan ‘ook ‘de uit-
zetting der pos’ten wissels in portefeuille, wissels der
,,Darlehenskasse” en buiten’landseh e correspon’denten,
waaruit men zou kunnen besluiten, ‘dat de particu-
liere banken ‘thans een ‘beroep beginnen te ‘doen op de
circulati’ebank, terwijl zij vroeger konden volstaan
met een opvra’gin’g van ‘hun tegoed.
Dit tegoed bij ‘de Nationale Bank, ‘dat op ’15
Januari jl. nog Frs. 681 miili’oen bedroeg, was op
23 April nog slechts Frs. 328 mi’l’iioen. De bankbil-
jettencirculatie was in ‘dienzelfden tijd van Frs. 1313
m’i’liioen gedaald tot F,rs. 1271 mi’il’ioen. Het ‘dek-
‘k’ingspercerta’ge was echter’met 88 püt. op 23 April
nog ‘zeer hoog (93 pOt. op 6 April jl.).
Merkwaardig, nl. als tegenstelling tot de “door De
Nederlan’dsch’e Bank gevolgde politiek, is het feit,
dat ‘de Zwitsersche Bank Ihaar ‘disconto ‘t’ot nu toe niet ‘heef’t verhoogd. Dit staat sedert .Tauuari 1931
op 2 pOt.,’ waaruit blijkt, ‘dat het officieel ‘disconto
practisch niet veel heteekenis ‘heeft, hetgeen dan ook
het geval is, eenerzij’cls ‘d’oor ‘de groo’te liqui’diteit,
welke ‘de particuliere banken steeds hebben weten te
bewaren, anderzijds door de strenge ei’sohen, weilce de Nationale Bank aan ‘het ‘disconto- en beleenings-
papie,r stelt.
De technische positie van den Franc wordt voorts
bepaald ‘door ‘de betalin.gi’ba.lans.
Terwijl deze in de
jaren 1928 ‘tot en met 1930 gunstig was voor Zwi’t-
406
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1 Mei 1935
serland, ‘daar ‘het stijgend invoersaldo ruimschoots
werd goedgem’aakt door het toeristenveikeer, ‘de ver-
leenin’g van bankiers- en verzekerin’gsdiensten en niiet
in liet minst door de reuten op buitenlandsehe be-
leggingen, kwam ‘daarna een belangrijke ommekeer.
Want terwijl ‘het importsurplus bleef stijgen, vermin-
derde de ,,onzichtbare” uitvoer aanzienlijk. De on-
gunstige betalingsbalans der laatste 4 jaren werd
mogelijk gemaakt ‘door een enorme ‘kap’itaalin.voer,
welke niet minder ‘dan Frs. 2.700 millioen bedroeg.
Voor zioover deze niet gecompenseerd werd ‘door het
gat in ‘de vorderin’gsbalans, had deze plaats •in den
vorm van een goudinvoer ‘van niet minder ‘dan Frs.
1.795 millioen, waarvan ruim Frs. 1.290 m’illioen zijn
weg vond naar de kelders der Nationale Bank. Dit
bedrag van Frs. 2.700 millioen ‘stelt dus liet kapitaal
voör, dat door buitenlanders en Zwitsers om redenen
van monetaire onzekerheid in Zwitserland werd in-
gèvoerd, resp. gerepatrieerd werd. –
In de laatste twee jaren nu is Zwitserland er door
een rigoureuze ‘beschermin’gspolit’iek in ‘geslaagd, •het
importsal’do terug te brengen op Frs. 565 millioen
(1932: Frs. 915 millioen),
zij
het ook, dat de impor-ten zelf belangrijk •sterker beknot werden. Het ge-
volg is ‘geweest, dat de vorderin’gs’balans nog wel pas-
sief ‘is, doch in afnemende mate, nl. met bedragen
van respectievelijk Frs. 265 en 165 snillioen. Waar in
de ‘beide laatste jaren goudafv’loeiing plaats had t’ot
iets geringere bedragen, daar heeft :dus nog eenige
kapi’taalinvoer plaats ‘gehad.
Wanneer nu echter ‘door verbetering van de econo-
m’ische situatie in andere landen, gepaard aan ‘groo-
ter vertrouwen in dc monetaire verhoudingen aldaar,
kapitaa’lexport zal volgen, ‘zal dit ee sterken druk
geven op de betalingsbalans van Zwitserland en moet
veel goud verdwijnen. Hetzelfde gevolg za1 een wan-
trouwen “in de economische ‘positie van het land
zelf hebben.
Het heeft er t’hans de ‘schijn van, dat ‘deze situatie
is ingetreden. ‘Over den minder gunstigen toestand
van het ‘economisch leven werd in. het Economisch-
Statistisch Kwartaalbericht ‘van. 17 April gemeld:
In den laatsten tijd ‘hebben verkoopen van effecten
in Zwitserland plaats ‘gcha4, waardoor een druk op
‘d’en koers ‘ont’stond, welke zich voornamelijk uitte op
‘de o’bligatiernarkt. De voor het economisch ‘leven on-
aangename zijde ‘is, dat ‘daardoor aan het streven van
de Regeerinig om ‘te ‘komen tot een lager ren’tevoet,
den pas w’ordt afgesneden.’
‘
Begrijpe
1
lijk ‘is ‘het daarom, ‘dat de Reigeerinig onder
den ‘druk der banken ertoe is overgegaan, haar toe-
vlucht te nemen tot ide uitgifte van korte ‘termijn-
obliigaties, welke ‘door de banken ‘in portefeuille zul-
len w’orden ‘gehouden. Ook voor de banken’ is di’t een
welkome ‘belegging, ‘daar zij gezien ‘het zeer labiele
karakter ‘harer verplichtingen genoodzaakt zijn, enor-
me bedragen ‘l’iquide te houden, hetgeen de rentabili-
teit id’ezer ‘insteflinigen ‘ben’adeelt. – Tegenover ‘de groote liiui’ditei.ten vormen echter
‘de overige ‘uirtzettingen ‘der banken een weinig op-
wekken’d ‘beeld: hij ‘de commercieele banken igroote
bedra’gen aan ‘door transferregel’in’gen ‘bevroren vor-
‘derin’gen, bij eommercieele en kantonale ‘banken wei-
nig ‘liquide ‘deelnemingen in en vorderingen op ‘het
binnenlan’dsehe ‘bedrijfsleven.
* *
*
Bij de thans in Zwitserland actueele vraag: con-
‘sequente deflatie, ‘devaluatie of een voortzetting van
de ‘gevolgde subsi’dieeringspoiitiek speelt de positie ‘der
banken een igroote rol. Een opheffing ‘der ‘subsi’diee-
ringspolitiek zou immers ook ‘de banken uiteindelijk
groote verliezen berokkenen, ‘hoewel di’t voor die in-
‘stellingen, welke meer ‘binnen- ‘dan buitenlan’dsch
georiënteerd zijn, natuurlijk sterker geldt.
‘Gr
Bevordering van den uitvoer in Japan.
De maatregelen ‘die Japan ‘den ‘laatsten tijd neemt
om zijn export te bevorderen, ‘verdienen ‘de ‘volle aan-
‘dacht. Speciaal ‘de, reeds eerder ‘in ‘dit weekblad be-
sprolcen,
1)
export’karte’llen nemen ‘hierbij ‘een zeer be-
langrijke plaats ‘in. Voortkomend uit ‘de ‘kringen van
‘belanghebbenden zijn deze kartcllen er in ‘de eerste
plaats op gericht ‘de Japanscihe exporbbelan’gen te
dienen’. Het zijn of vereen’i’gingen tot ‘samenwerking
van producenten van een belangrijk exportarti’kel, of
wel van alle exporteurs, ‘die een ‘bepaalde markt be
werken.
Een van ‘de voornaamste redenen van ‘hun bestaan
was aanvankelijk het .ageeren tegen. ‘den uitvoer van
min’derwaarclige goederen. Zij werken zoowel op het
gebied van ‘de qualiteitscontrôle, als ook ter bevorde-
ring van den uitvoer ‘d’oor mark’tonderzoekin’gen. De
staatssteun ‘draagt in belangrijke mate bij tot het’be-
reiken ‘van het gestelde doel.
Japan is ‘gedwongen zijn uitvoer u’it te breiden
‘ten einde zijn economische en militaire uitrusting,
‘onafhankelijk van ‘bu’iten’lan’dsohe financieele hulp,
aan ‘de bevolkin’gstoenemin’g aan te passen. Alle krach-
‘ten zijn hier de laatste jaren voor ingespannen.
2)
De.
‘betrokken ‘bedrijfs’groe’pen zelf werden in belangrijke
mate ‘belast met ‘de uitvoering van de noodzakelijke
maatregelen; terwijl alle ‘overige export’landen g’roote
moeilijkheden ‘ondervinden, is het aan Japan gelukt
in ‘deze crisis
‘zijn
uitv’oer uit te ‘breiden.
Weliswaar ‘hebben hier naast ‘de orgnisatori’s’che
maatregelen ook ‘het niveau van ‘de ‘kosten van levens-
onderhoud en de vaiutadepreciatie een rol gespeeld,
maar toch is de invloed ‘van ‘de kartellen zeer groot.
Hun ‘kracht ‘ligt vocrn’amelijk in ‘h’et feit, ‘dat concur-
rentie uit eigen ‘kring’ vermeden wordt, en ‘in de
Jiei’l’zame werking, ‘die van ‘deze ‘samenwerking op de
‘bevordering van den exp’ort uitgaat. In de ,,Wirt-
schaftsdienst” van 19, April 1935, waaraan ‘het vol-
‘gen’de is ontleend, wordt aan deze exportvereenigin-
‘gen ‘nadere aandacht geschonken.
Zoo ‘bieden bijv. ‘de exp’brtkartellen de mogelijkheid
‘om ‘den totalen u’itv’oer van de aaneengesloten ‘groep
over het ‘kartel af te rekenen en de ‘bedragen naar
evenredi’ghei’d ‘onder ‘de leden te ‘verdeelen. Daar-.
‘door worden ook ‘de verliezen, ‘die een ‘gevolg zijn
van
het ontsluiten van nieuwe markten, gezamenlijk ge-
dragen. De verovering van nieuwe markten wordt.
d’oor ‘deze ri’s’iooverdeelin’g in sterke mate ‘bevorderd.
Bepaalde ‘landen zijn u’it propagand’istisch ‘oogpunt
langen ‘tijd bijna voor niets van sommige goederen
voorzien, waartoe ‘indivi’dueele export’zaken zeker niet
in staat waren geweest. Dat ‘deze wijze van propa’gan-
‘da maken succes ‘heeft ‘gehad, blijkt ‘duidelijk uit de
statistiek van den Japausdhen :bui’tenlan’dschen
handel.
N’a’st ‘deze p’ioniersarbe’i’d
Js
ook ‘de werking van
de ‘kartellen met het oog ‘op liet ‘behouden van reeds
bestaande ‘buitenlan’dsche handelsbetrekkingen zeer belangrijk. Bij ‘de moeilijkheden, ‘die vele landen op
‘dit t’errein ‘ondervinden, ‘geldt voor Japan nog spe-
•ciaa’l het volgende ‘bezwaar.
Hoewel ‘d’e ‘totale ‘invoer ongeveer ‘gelijk ‘is aan ‘d’en
uitvoer, ‘komen ‘deze invoeren uit betrekkelijk we’in’i’g
landen, welker handel met Japan ‘dus groote invoer-
overschotten te zien geeft. Met vele ‘andere ‘landen
evenwel toont ‘de Japansohe ‘handelsbalans regelmatig
een ‘groot u’itv’oeroversdhot. De structuur van dezen
handel wordt t’hans ‘d’oor ‘het wederkeeriigheidsprinci-
pe ‘dat ‘in ‘den internationalen handel meer en meer
Prof. Dr. Paul Keller in ,,J’apau”s stelselmatige eco-
‘nomie”. E.-S.B. van 6 Maart 1935.
De vorige week wer4 melding gemaakt van de op-
‘richting van een of f.icieele contrôle-instantie, welke erop
toe zal zien, dat de import, den export ‘niet zal overtref-
fen. Buitenlandsche maatregelen tot beperking van den
J’apanschen invoer zullen met represailles worden beant-
woord (hoogere invoerrechten, invoerbeperkingen en zelfs
ihvoerver’boden).
1 Mei 1935
ECONOMISCH-STATISflSCHE BERICHTEN
407
ingang vindt, ibedreigd. Men ‘heeft in Japan gepro-
‘beerd dit gevaar door rechtstreeksche onderhandelin-
gen met de betrokken landen ‘te bezweren en heeft
tegelijkertijd aan de aanwezige exportorganisatie in
dit verband eenige nieuwe functies toegewezen.
III
de eerste plaats is den exportkartellen opgedragen
er voor te zorgen, dat de, door verdra,gen verkregen
contingenten, worden uitgevoerd en ‘dat deze naar
evenredigheid onder de Japansche industrie, die er
voor in aanmerking ‘komt, worden verdeeld. Tevens
is hun opgedragen zooveel mogelijk te ‘zorgen voor
het in evenwicht brengen van ‘de ‘handelsbalans met
de afzonderlijke landen. Het bleek daarbij veelal nood-
zakelijk met behulp van de kartell’en groote prijsver-
schillen te over’bru’ggen. Een interessante illustratie
van de wijze, waarop gepoogd wordt ‘het han’delsver-
keer zoo elastisch mogelijk te maken, levert de ‘han-
delsbeweging met Zuid-Afrika.
Zonder in noemenswaardige mate Zuid-Afrikaan-
sohe producten af te nemen, is Japan’s uitvoer naar
dat land zeer ‘belangrijk. Voor een groot deel was de
geringe invoer uit Zuid-Afrika het ‘gevolg van de hooge Zui’d-Afrikaansehe prijzen (met name van
vol). Uit de winsten van ‘den uitvoer is nu een fon’ds
‘gevormd, dat moet ‘dienen om den invoer uit Zuid-
Afrika te stimuleeren en ‘goed’kooper ‘te maken. Ook
‘de betrokken Japansohe sc’heepvaartmaatschappij werd
‘daardoor in staat gesteld ‘haar• vrachten van Zuid-
Afrika naar Japan te verlagen. Zooveel mogelijk pro-
beert men dergelijke ‘compensaties ‘zonder financieelen
steun van den Staat tot stan’d te ‘brengen. De kar-
tellen kunnen er ‘ook, beter dan ‘de Staat ‘dat zou
kunnen, ‘voor waken, ‘dat niet enkele exporteurs spe-
ciale ‘v’oordeelen zullen verkrijgen en dat ‘de verdee-
iin’g van de te ‘leveren contingenten naar ‘bepaalde
landen zoo ‘goed mogelijk plaats ‘heeft.
Door ‘gebruik te maken van de speciale kennis en de natuurlj’ke ‘tegenstellingen van ‘de leden worden
verliezen zooveel mogelijk vermeden en ‘heeft men ‘de
gewenschte resultaten tav. ‘de ‘buitenlandsche han-
delsbewegin’g zonder burocratische ‘moeilijkheden kun-
nen ‘bereiken.
Bijna iedere maand wordt een nieuwe ‘organisatie
in het ‘leven geroepen, hetzij doordat ‘de uitvoer van
een nieuw artikel voor een dergelijke organisatie
groot genoeg is geworden, hetzij ‘doordat ‘de han’del
met een bepaald land samenwerking noodzakelijk
maakt. Begin 1935 werden meer dan 30 exportart’ike-
len op deze wijze ‘gecontroleerd en waren 73 export-
ikartel’len werkzaam. De laatste ‘maan’d’en is de con-
trôle verscherpt, ‘daar ‘pogingen tot ‘ontduiking veel-vuldig voorkwamen. Typeerend is, dat ‘de hierbij be-
trokken ‘kooplieden ‘tot ‘gevangenisstraffen werden
veroordeeld.
Waar langen tijd ‘onderbiedin’gen tot lagere prijzen
leidden ‘dan noodzakelijk was om ‘de ‘buiten’lan’dshe markt te ‘veroveren, hebben ‘ook hier de kartellen tot
vermijding van verliezen bijgedragen.
De ,,Wirtschaftsdieust” geeft vervolgens een over-
zicht van de in Augustus 1934 ‘bestaande exportkar-
tellen met speciale contrôle-maatregelen.
Het Rusland-Japan-export kartel
voor den uitvoer van
netten, tou’wverk enz. naar Rusland. Beperking van hoe-
veelheden en het handhaven van minimumprijzen.
Het Japan-Amen ka-sinaasappelexport kartel
voor den
uitvoer van ‘mandarijnen en s’inaasappelen naar de Ver-
eenigde Staten en Canada. Beperking van hoeveelheden en het handhaven van minimumprijzen voor de Ver. Staten.
Het Japan-Philippijnen-exportkartel ioor gebreide goe-
deren
voor dan ‘uitvoer naar de Philippijnen. Beperking
van d,oeveelheden.
Het kunstpaarlen-exportkartel
voor dan uitvoer van ja-
pansohe pannen naar ‘alle ‘belangrijke afzetmarkten.
Beperking ‘van hoeveelheden en het handhaven van over-
eengekomen minimumprjzen.
Het aardewerk-exportkartel
voor den uitvoer van aarde-
werk naar de belangrijkste markten van de wereld. Hand-
having van m’inimumprijzen.
Het bier-exportkartel
voor den uitvoer van bier naar
Siam, Hongkong, de Straits-Settlements, Nederlandsch-
Indië, ‘de Vereenigde Staten en Br.itsch-Indië. Beperking
van hoeveelheden.
Het Japan-B ritsch-Indië-katoenexport kartel
voor den
uitvoer van katoenproducten naar Britsch-Ind’ië. Beper-
king tot ‘de overeengekomen ‘invoercontingenten, enz.
In voorbereiding bevonden ‘zich op ‘dat ‘moment ‘de
volgende, thans meerendeels reeds in werking getre-
den ‘kartellen.
Het rijwiel-exportkartel
voor den uitvoer van fietsen
naar de belangrijkste Aziatische markten. Contrôle op de
geëxporteerde hoeveelheden.
Het exportkartel voor gebreide goederen.
Uitvoer van
gebreide goederen naar alle markten. Handhaving van
minimumprijzen.
Het borstel-exportkartel
voor dan ui’tvoer van ‘borstels
naar alle markten van de wereld. Handhaving van mini-
mumpnijzen. Beperking van, uitgevoerde hoeveelheden.
Het exportkartel voor wollen dekens
voor dan uitvoer
naar alle markten der wereld. Prijs- en hoeveelheid-
contrôle.
Het cement-export kartel
voor den uitvoer van cement
naar alle deelen der wereld. Beperking van de uitgevoerde
hoeveelheden.
Buitendien ‘zijn speciale karteilen ermede belast
‘den uitvoer van ‘gloeilampen naar Engeland, van aar-
dew’erk- en porceleinartikelen naar Frankrijk en van
potloo’den naar de Vereeni’gde Sta’ten te controleeren.
De ‘inwendige organisatie van ‘de ‘k’artellen is ge-
kenmerkt door zelf’bestuur. De regeerin’gsinvl’oed (‘de
regeering vertegenwoordigd ‘door het ministerie van
handel en industrie) is ‘bij de oprichting zeer ‘groot
(‘beslist wordt, welke artikelen rijp ‘zijn voor organi-seering en welke firma’s zich moeten aaneensluiten),
‘d’och ‘beperkt zich verder tot toezicht en de mogelijk-
‘hei’d om in te ‘grijpen.
De arbeid van ‘de kartellen wordt door ‘de regeerin’g
op ‘alle mogelijke manieren ondersteund. Zij zijn vrij
van de betaling van belastingen en kunnen
–
van
den
consulairen dienst ‘gebruik maken. Ook kunnen zij
‘bij ‘de onderhandelingen van ‘de regeering over kan-
delsverdra’gen ‘hun medewerking verleenen.
Het feit, ‘dat Japan één van ‘de jongste exportian-
‘den van de wereld ‘is, ‘heeft de hechte Organisatie van
‘deze kartellen zeer bevorderd. De voordeelen, ‘die ‘het
economisch leven in Japan van deze organisaties
‘ondervindt, zijn zoodanig, dat zij in an’dere ‘indus-
tri’eele exportlan’deu groote belangste’l’lin’g verdienen.
Japan ‘biedt een ‘beeld van wat er met exp’ortvereeni-‘gingen (ook door Dr. Shadht in pijn rede te Leipz-i!g
‘bepleit) te bereiken valt.
Ook voor Nederland lijkt het van groot ‘belang ‘deze
kartellen te ‘bestu’deeren en zich af te vragen of uit
‘de wijze, waarop in Japan de uitvoer wordt ‘be-
vorderd, ‘leering valt te trekken. S.
Het Regeeringsstandpunt tegenover steunver-
leening door gemeenten aan nieuw op te richten
bedrijven.
In overleg met ‘zijn ambtgenoot van Economische
Zaken heeft ‘de Minister van Binnenlan’dshe Zaken
‘op 11 April jl. ‘de vol:gen’de me’dedeel’injg aan de Ge-
meentebesturen gezonden:
,,Tot voor slechts enkele jaren kon de Regeering zich
in het algemeen ten opzichte van plannen,
01)
industrieele
vestigingen betrekking hebbende, van bemoeiing on’thou-
den. Tot op zekere hoogte behoeft in deze houding geen
wijziging te worde gebracht, in gevallen, waarin – ge-
lijk den laatsten tijd voorkomt – de opkomst van nieuwe
bedrijven geheel of ten deele het gevolg is van door de
Overheid getroffen maatregelen, hoezeer in die gevallen de
mogelijkheid bestaat, ‘dat het algemeen belang en soms
zelfs het locale of particuliere belang op dan duur niet
blijkt te zijn gediend. Indien evenwel bij de totstandko-
ming van nieuwe ondernemingen door lagere of hoogere overheidsorganen, als gemeentebesturen ed., steun wordt verleend, moet een passieve houding der ‘Regeering vor-
den prijsgegeven. Het is immers duidelijk, dat, om een
voorbeeld te noemen, steun langs directen of indirecten
408
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1 Mei 1936
vcg aan cen iiieu we op cle Nederiaarciscie rarkt hij ecu
bestaande can•ti]genteeri ng werkende onde’enuug, veelal
geen w’erkver’ruinciug doch werkverplaatsing in het leven
roept. Wordt hierboven gesproken vu coitingenteering,
apdero bemoeimgen van overheidswege, zooals tar.iefpoli-
tiek, hanteeriug van bevoegdheden voortvloeiende uit de
reen
d
e
li
ngenwe
t
,
dc uitvoering der Wet tot het verbin-
dend- en onverbi clondvrk1aren van ondernemers-overeen-
komsten, cle gestie van dwt Werkîocls ccl., kunnen in dit
verband evenzeer wo rcle n genoemd.
Ik wand mij daarom tot uw College met het verzoek un
U van sten uver-leering aan nieuw
Op
te richten oclerne-1iinge1 in ve]ken vorm -dan ook te onthouden, zoolang
geen zekerheid bestaat, dat met steunverleeling het alge-
neene Nederl’andsch belang gebaat is.
Deze zekerheid kun worden verkregen indien men zich
wendt tot het Departement van Ecouomisrbe Zakei, dat
steeds bereid zal zijn alle gewerischtc in] ich’tingen te ver-
strekken en deze vergezeld aal doen gaan van een advies.
Dit Departement beschikt daartoe over de noodige outil-
lage.”
De Minister van Binneu’landsche Zaken, die ridh
reeds eenirge malen heeft uitgesproken tegen. ‘locaal
protectionisme, heeft met dit schrijven opnieuw ‘de
aandacht gevestigd op cle onweushe1ijlhei’cl van dit
streven. Bovendien nam cle concurrentie tussohen de
gemeenten ‘om nieuwe fabrieken op haar grondgebied
te kunnen ‘vestigen ‘zulke afmetingen aan, dat ‘ingrij-
pen noodeakelijk was. Tevens blijkt :hieTui-t, dat de
Regeerinig ‘toezidht wil iou’den op cle vestiging van
ii’euwe ‘bedrijven en ‘dat Zij er van ‘overtuigd is, dat
de -industria’lisatieprobiemen niet alleen ‘locaa’i moeten
worden opgelost, ‘doh ‘ook ‘in algemeen veihau’d moe-
‘ten ‘worden ‘beoordeeld.
,V.
Omvang van de werkloosheid in Frankrijk.
– Het is bekend, dat ‘de werkioozenstati’stiek in
Frankrijk zeer onvolledig is en het daarom moeilijk
is nauwkeurig ‘in
cijfers
uit te ‘drukken, welken om-
vang dit euvel heeft aangenomen.
Dikwijls
moet men
schatten, waarbij zich speciale moeilijkheden voor-
doen, die -inmh’aerent zijn aan -de structuur van het
Fran’sche bedrijfsleven, waarin cle kleine en middel-
-grootbedrijven ‘de grootste rol spelen en die veelal
ook een gevolg zijn van •de verschillende locale ‘orga-
nisaties voor werk-loozen’steun. In dit verband wijst
het tijdschrift ,,Le Troc” er op, dat er
drie
bronnen
bestaan, die eenig licht kunnen werpen op den varen
omvang ‘der werkloosheid.
Als eerste ‘bron noemt ‘het de liefdaidighei’dsinste’l-
linge-n
(Bureaux de bienfaisance).
Zij
geven ‘de vol-
-gend e cijfe is t.-a.v. ‘ondersteunde werkl’oozen:
15 J’-an. 1935: 468.044 (41 pOt. meer ‘dan op 15
Jan. 1934); 31 Dec. 1934: 419.129 (34 pOt. meer dan
op 31 Dec. 1933).
Deze instellingen bewegen zich slechts voor een
gedeelte op het terrein ‘der werkloosheid, zooclat zij
ons nog geen juist ‘beeld verschaffen.
Een tweede bron vindt men in de opgaven van de
arbeidsbeurzen.
Het aantal werkzoekenden is hooger
dan het aantal ‘ontslagen arbeiders, geschat volgens
cle werk’looshei’dstatistiek. Eind 1934 was het aantal
werka-oekenden 452.548. Het is ‘dus waarschijnlijk, -dat’
het ‘anntl werkloozen hooger is, ‘dan de cijfers van
cle officieele statistiek aangeven. Opgemerkt client te
worden, ‘dat ‘de cijfers, ontleend aan de arbei’dsbeur-
zen, onvoldoende zijn’ om ‘de intensiteit van het ver-
schijnsel aan te geven, daar ‘deze hureaux riet het
totale aantal werkzoekenden kennen. Zij leeren ons
slechts, ‘dat dit aantal tenminste 450.000 is,
Een ‘derde bron zijn de iedrijvighei’dscijfers van de
algerneen’e statistiek.
Deze ‘geeft als
indexeijfers
van
werkzame personen eind Dec. 1934 75 (1930 = 100).
‘Terder ‘vermeldt zij het aantail werkzame personen in
‘bedrijven, ‘die met 100 en meer arbeiders werken
(eind Dec. 1934 2271.756 arbei’ders). Dit’
cijfer
komt
‘dus overeen met het •indexcijfer van 75, zoodat de
resteerende 25 pOt. het aantal werkloozen voorstel-
len. D
–
it correspondeert met een totaalcijfer van
757.350 werkloozen. Dus conclu’deert het ‘genoemde
blad ‘hieruit een totale werkloosheid in bedrijven met
meer ‘dan 100 arbeiders van pl.m. 7 800.000. Wan-
neer daarbij nog de
cijfers
van ‘kleinere -oii’dernemin-
gen worden gevoegd, die
bij
gebrek aan statistische
‘gegevens moeten worden geschat op 100.000 en het
aantal werkzoekenden,
–
dan ‘komt men tot het totale
werk’l’ooshei’dcijfer van 1 b. 1 millioen. iloewel deze
schatting niet exact is en zich tusschen ruime gren-
zen beweegt, geeft
zij
niettemin een beteren mudrnk
van den omvang van de werkloosheid dan de andere
genoemde bronnen. –
MAANDCIJFERS.
PRODUCTIE DER STEENK OLEN-, BRD IN
–
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN
(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der
mijnen.)
1.
Gezamenlijke Steenkolenmijnen.
–
Mrt.
1935
1
Jan.lMrt.
1935
1
Jan./Mrt.
1
1934
Prod. Steenkolen in tonnen
931.057
2.893.225
3.114.792
Aantal normale werkdagen
.
22
1
)
68
,
77
Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.
–
Netto-productie in tonnen..
9.589
2
)
29.929
1
36.479
Aantal normale werkdagen
13
39
50
Zoutmijnen. (Kon.’ Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)
Afgeleverd:
–
Geraff. zout .
. . . (ton))
)
)
Industriezout ……( ,, )
4.882
, 17.135
5.988
3
)
Afvalzout ……….
Aantal normale’werkdagen
26
76
26
3
1
Oezameni.
Bruin-
– Aautal arbeiders.
Steenkolen- kolenmijn Zoutmijnen
mijnen
.,Carisborg”
,
j’l0.l’7l4)8)
1
April
1935 ………….. ..
k’9-3956)
75
282
(10.634)
7
1
1
April
1934 ………….. .’j21.2396) ‘
i) Staatsmijnen in Limburg;
20
Juhia en Domaniale mijn;
19
Oranje-
Nassaumijn
III; 18
Laura Willem-Sophia en Oranje-Nassaumijnen
1, II
en
IV.
2)
e.854
ton ruwe kool,
2.735
ton bruinkooibriketten.
3)
Alleen
Januari,
4)
Bovengronds.
5)
mci. 1.935
arbeiders in de nevenbedrijven.
) Ondergronds.’) mci.
2.014
arbeiders in de nevenbedrijven.
AANVOEREN
in
tOuB
van 1000
KG.
–
–
–
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
21-27
April.
1935
Sedert
Overeen’kJ
21-27
April
Sedert
Overeenk.
1934
1Jan.
1935
tijdvak
1934
1935
1Jan.
1935
tijdvak
1934
16.967
311.542
430.225,
–
–
3.707
19.009
315.249
449.234
89.881
156.880
–
281
11.557
90.162
168.437
Tarwe
……………..
Rogge
……………..7.559
–
8.300
7.209
–
–
–
8.300
7.209
Boekweit ………………
.
1.500
239.761
344.010
2.915
41.160
74.889
–
280.921
–
418.899
Gerst
…………….
127.302
,
136.113
1.010 13.385
23.845
140.687′
1.59.958
47.691 52.371
–
1.460
1.350
49.151 53.721
Maïs
……………….5.957
Lijnzaad
…………..
42.626
90.521
5.350
–
188.765 102.726
231.391
193.247
Haver
……………..1.885
1.300
.
8.341
37.919
–
– –
25
8.341
37.944
Lijnkoek ……………
5
..465
327
5.875
6.090
225 2.251 863
8.126
6.953
Ta’rwemeel
………….
Andere
meelsoorten
….
373
10.840
–
19.299
-,
1.022
2.392
11.862
21.691
1 Mei 1935
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
409
STATISTIEKEN.
BAN KDIISCON TO’S.
Ned
isc Wissels. 4
10Apr.
1
35
Lissabon
…. 5
13Dec.’34
Juns’32
Bk.el. Binn. Eif.
Orsch.
’35
5
10Apr.
Londen ……2
30
in R.C.
5
10Apr. ’35
Madrid ……5
6 Nov.’34
Athene ……….
7
14Oct.’33
N.-YorkF.R.B.
4
1
Feb.’34
Batavia ……….
3
1 Nov.’34
Oslo
……..
322Mei’33
Belgrado
……..
5
lFebr. ’35
Parijs
. ….
.
2
*3
1
MeI’34
Berlijn
……….
4
22Sept.’32
Praag
….. .
3*
2
5 Jan.’33
Boekarest ……..
*
15Dec.’34
Pretoria
•…
3*15Mei’33
Brussel ……….
2*
28Aug.’34
Rome …….. 3
£5Mrt.’35
Budapest ……..
*
17Oct.’32
Stockholm
.. 21
1Dec.’33
Calcutta
……..
*
16Feb.’33
Tokio
. . .
.3.65
2Juli’33
Dantzig
……..
4 21Sept.’34
Weenen ……
423Febr.’SS
Helsingfors ……
4
3 Dec.’34
Warschau…. 5
26 Oct. ’33
Kopenhagen
….
21
1 Dec.’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.’31
OPEN MARKT.
1935
1934
1933
1914
27A r
23127
15/20
8/13
23/28 24/29
20124
April
April April April April
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
414
4
1
14.
1
/2
3519.4314
312414
21/
9
.11
4
7
/4.1
1
14
3/9-
!
16
Prolong.
4
331_4I1
3
1
14..4
2
3
12-4
I142
1
2114.814
Londen
Dageld…
11_
1
15
.
1
8
12.1
1
12-1
314-1
1
14-1
I
8
/-2
Part,c.disc.
11619
911e 5j9
/I6(8
I1618
15
116_ 1
112-9116
4114J114
Berlijn
Daggeld…
3113.314
3
1
I2-
8
1
312-18)
3’/8-18
4-
518
414-5
1
/3
–
Maandeld
3113_314 351
3
.31
4
311
3
31
4
2)
3113..814
411
3
.531
4
4
1
12.6
1
12
–
Part, disc.
3
3
18
3319 331
s
2)
311
s
371
4
37/s
2118_112
Warenw.
. .
4I1
4.11
4
4..i/4 2)
4′.
1
f4
4..1/4
4.1/
4
–
Nea, York
Dageld
1) 1(
4
2/43)
‘l4’/2
1)
1 1
5(
9
.7/
9
121
4
.2
1
1
1
Part,c.disc.
31, 3
11e,
I19″/16
51
34
31
1
–
1)
Koers van 26 Apr. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
2
)15_18 April.
3
)22-26.
WISSELKOERSEN.
KOERsEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
B
York)
S) S) S) S)
1)
23 April 1935
1.4811
9
7.18X
59.65
9.76*
25.05
100/
9
24
,,
1935
1.47 t5,ij
e
7.15
y4
59.50
9.751
25.04
100
25
,,
1935
1.48’1
7.153%
59.60
9.76*
25.10
100
26
,,
1935
1.48
7.12
59.60
9.76*
25.07
100
27
,,
1935
1.47(
7.12
8
/8
59.60
9.76*
25.07
1001/,
29
,,
1935
l.47
(
7.148/
9
59.6
2
*
9.76*
25.05
1001,
Laagste d.w’)
1.47
7.10
59.50
9.75
25.-
9951
Hoogste
d.w1)
1.48
W.1071
.18k
59.70
9.77
25.10
10011
8
Muntpariteit
2.4878 59.263
9.747
34.592
100
Data
Jr”,d
Weenen
Praa5
Bo:ka-
M,laan
Madrid
23 April 135
47.90
–
6.20
1.48
12.23
20.26
24
,,
1935
47.85
–
6.19
1.48
12.20
2
0.
22
*
25
,,
1935
47.94
–
6.19
1.48
12.23*
20.24
26
1935
47.97
–
6.19
1.48
12.23
20.25
27
1935
47.92,%
6.19
1.48
–
–
29
1935
47.93
–
6.19
1.48
12.22*
20.22*
Laagste d.wl)
47.80
–
6.15
1.45
12.15
20.15
Hoogste d.w’)
48.-
28.-
6.
2
2*
1.50
12.32*
20.35
Muntpariteit
48.003
L
35.007 7.371
1.488
13.094 48.52
D a a
Stock-
1201fl,
)
Kopen-
hagen5)
s
0 )
Hel-
;in
Buenos
Aires’)
Mon-
treal’)
23 April 1935
37.07*
3
2
.07*
36.07*
TTW
38 24
,,
1935
36.90 31.95
35.95
3.15
38
1.473f
25
,,
1935
36.92*
3
1
.97*
37.94
3.16
38
1.47w
26
,,
1935
36.75 31.85 35.85
3.15
38
1.47
27
,,
1935
36.75
31.80 35.80
3.15
38 1.47 29
1935
3
6.87*
31.9
2
*
36.-
3.15
38
1.47
Laagste d.w
1
)
36.50
31.55 35.55
3.10
379
1.46
Hoogste d.w
1
)
37.25 32.30 36.30 3.20
38,%
1.48
Muutpariteit
1
66.671
68.671 66.671
6.268
953%
2.4878
5)
Noteerine te
Amsterdam.
5*)
Not, te
Rotterdam.
1)
Part.
opgave.
In ‘t 1se of 2cle No. van’iedere maand komt een oveizicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a a
Londen
($ per
)
Parijs
($
p. 100
fr.,)
Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gld.)
23 April
1935
4,847/
8
6,59
1
/8
40,27
67,56
24
1935
4,8371
8
6,59
3
1
8
40,28 67,55
25
1935
4,83
”
6,59k
40,28 67,56
26
1935
4,8111
8
6,62y,
40,40
67,74
27
,,
1935
4,8311.
6,61
y,
40,40
67,74
29
,,
1935
4,84
1
/
6,62
3
/
s
40,44
67,85
30 April
1934
5,13k
6,633(
39,72
68,18
Muntpariteit..
4,86
3,901
23.81k
401
1
KOF..RSKN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
1
Noteerings-
eenheden
13
Apr.
1935
20
Apr. 1
1935
J
Laagste
l
Hoogslel
23126
Apr.
1935
126
Apr.
1935
Alexandrië,.
Piast.
p. £
97
1
4
97
97%
97j
97,l
Athene
….
Dr.
p.,
509
509
508 510
508
Bangkok
….
Sh.
p.
tical
111011
4
1110
1
1,
111011,
11106
l/lOf,
Budapest
..
Pen.
p.F.
1681
8
164
16y
4
164
16
BuenosAires’
p.pesop.£
18.85
18.95 18.90
19.10
19.-
Calcutta
….
5h.
p.
rup.
1/6
3
1
116t,
116
8
1
33
1
16
5
1
32
16’i8
Constantin..
Piast.
p. £
600
602 595 602 598
Hongkong
..
Sh.
p. $
2/27
1
,
1
2
2,2
2,81
5
2
6
9
1
26
5h.
p.
yen
112
3
1
33
11211
8
1;2
1
1,c
1
2B1
16
1
1
25
1
83
Kobe
…….
Lissabon.,.,
Escu.p.,
110 110
1093,
1103f
110
Mexico
..,,
$per,
173j
17y
4
1 6y
4
179/
1
16
8
%
Montevideoa)
d.perc
19y
19
y
4
19
19X
19
Montreal
,,
$
per
£
4.86s1
4.86k
4.83
.
14
4.87k 4.84k
Riod.Janeiro3
d.
per
Mil.
3
113,
213
2I8/
4
3
271
s
Shanghai
. .
5h; p.
tse!
li75
1
1:7′
‘/26
1I751
8
1110I1
8
118 ki
Singapore
..
id. p. $
2/4
‘/16
214
3
1
33
214
2(481
16
2 43/33
Valparaiso’).
$per
115
117 117 117
117
Warschau
..
ZI. p. £
25
25),
2521
4
26
25
t)
Offic. not. 15
laten. eem.
not., welke
importeurs
hebben
te
betalen
II
‘Mrt. 16.91. ‘)Offic. ‘n’t.
vanaf
6
Apr.
40
3
/9;
10
Apr. 40
1
/8;
Ii
Apr.
4011g; 17 Apr. 40
3
i4;
24
Apr, 40
3
/8; 26 Apr. 40
/s.
3)
Id. II
Mrt.
41/
4
. 4) 90
dg. Vanaf 28 Aug. laatste .export” noteering.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londen’)
N.Yorkl)
Londen
23 April 1935,, 32
v,
6971
8
23 April 1935….
14316
24
,,
1935.,
32i/,
711
24
,,
1935.,..
14318*
25
,,
1935.,
318
77
25
,,
1935.,.,
14415
26
,,
1935..
36
y
4
81
26
,,
1935.,.,
1449*
27
,,
1935..
35’1
763%
27
,,
1935….
14514
29
,,
1935..
34t1
1
759/
,
29
,,
1935….
14415*
30 April 1934.
.
181s1
19
42
Y,
30 April 1934….
13518
27 Juli
1914.,
24’51,
59
27
Juli
1914….
841103%
1)
in pence
p.
oz.stand.
2)
Forelgn
silver In
ec. p.oz.
fine.
3)
In
ah.
p.oz.fine
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen.
/ 15April1935 / 23April1935
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche Bank……………….
1
29.582.298.77
1
20.232.974,99
Saldo b. d. Bank voor Ned. Oemeenten • 147.287,60 1.053.776,27
Voorschotten op ultimo Maart 1935a/d.
gemeenten verstrekt op a. haaruitte
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
3.858.284,66 ,, 3.858.284,66
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
..139.792.852,82 ,, 140.437.337.14
Id. aan Suriname …………………
….14.40.023,46
,, 14.232.214,79
Id. aan Curaçao ………………….
..1.935.633,45
,
1.947.714,40
Kasvord. weg. credietverst. alh. bultenl
..
118.528.428,48
119.384.096,55
Daggeldleeningen tegen onderpand
–
–
Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen
36.645.356,24
36.496.650,77
Vord. op het Alg.Burg. Pensioenfonds’)
–
–
Vord. op andere Staatsbedrijven
1
)……40.187.434,30 ,, 40.652.434,30
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld- leenlngen aan gemeenten (saldo)
,, 26.890.637,60 ,, 27.090.637,60
VerplIchtIngen.
Voorschot door De Ned. Bank ingev.
art. 16 van haar
octrooi
verstrekt
– –
Schatklstblljetten In omloop ………
f384.578.000,-
f384.578.000,-
Schatklstpromessen in omloop …….
,,
41.930.000,-
,,
44.930.000,-
,,
1.250.419,-
,,
1.248.659,-
Schuld
op
ultimo Maart 1935 aan
de
. .
Zilverbons In omloop
……………..
gem. weg. a. h. uit te keeren hoofds. d.
pers. bel., aand.
1.
d. hoofds. d. grondb.
e. d. gem. fondsb. alsm.
opc. op
dle
bel, en
op
de verm. bel …………..
–
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
.,
11.854.877,63
,
11.777.886,56
Id. a. h. Staatsbedr. der
P.T.
en
T.’)
108.004.993,07
,
93.765.040,10
Id. aan andere Staatsbedrijven
3)
..-
–
–
Id. aan diverse Instellingen’)
……..
118.552.153,90
..
•
118.532.308,53
1)
In rekg.-crt. met
s
Rijks SchatkIst.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1
13April 1935
/
20 April 1935
–
f
2.062.000,-
Saldo Javasche Bank:………………….
Betaalmlddelen In
‘s
Lands kas
–
,,
58.023,000,-
VerplichtIngen:
Voorschot
‘s
Rijks kas e. a. Rijkslnstell f139.487.000,-
,,
140.337.000,-
750.000,-
,,
750.000,-
12.035.000,-
,,
12.035.000,-
Schatkistpromessen
…………………..
–
–
Schatkistbitjetten
………………….
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds
2.566.000,-
,,
2566.000,-
Muntbiljetten in omloop
………………
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank
785.000,-
,,
481.000,-
Voorschot van de Javasche Bank
576.000,-
–
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldeu&
Data
Melaal
”
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
30 Maart1935..
780
1.224
362
601
1.759 23
1935..
1.049 1.052
368 596 1.756
16
1935..
1.040
1.088
403 590
1.720
9
,;
1935..
778
1.108
418
590
1.726
2
1935..
779
1.163
430
592
1.727
5 Juli
1914..
645
1.100
580
735
398
‘)Sluitp. der activa.
STATISTISCH
OVERZICI
GRANEN EN ZADEN
TUTLNBOTJWARTIKELEN
VLEESCH
TARWE
80 K.G. La
R000E
MAIS
GERST
64165 K.G.
LIJNZAAD
(Loosduinen)
RUND-
VLEESCH
VARKENS
Plata loco
Rotterdam!
74 K.G. Bahla
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
La Plata
loco
BLOEM-
KASKOM-
SALADE
(versch)
VLEESCH
(vech)
Amsterdam
R’damjA’dam
R’dam(A’dam
loco Rotter-
damjA’dam
R’damjA’dani
KOOL
KOMMERS
ie soort5)
Gem.v.3kw.
per 100 KO.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per 2000 K.G.
per 1960 K.O.
le soort
Ie soort
P. 100 st.
5)
P. 100 st. 6)
P. 100 Krop
per 100KG.
Rotterdam
4)
Rotterdam
1925
fi.
17,20
°Io
100,0
fl
13,076
s
100,0 fl
231,50
100,0
236,00
Sj
100,0
fi
462,50 0
10
100,0
Y
—
T
—
r
—
7
—
-61
%
;-
f
–
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
.
–
1927
14,75
85,8
12,47
5
95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,50
78,4
–
–
1928
13,47
5
78,3
13,15
100,6
226,00
97,7 228,50
96,8 363,00 78,5
26,47
100,0
23,08
100,0
5,83
100,0
93, 100,-
77,50
100,.
1929 1930 12,25
9,676
71,2 36,3
10,87
6
6,225
83,2 47,6
204,00
136,75
88,1 59,1
179,75
111,75
76,2 47,4
419,25
356,00
90,6
77,0
26,32
16,32
99,4
61,7
23,83
18,28
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,125
120,
1931
5,55
32,3
4.55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4 187,00 40,4
18,49
69,9
16,89
79,2
73,2
3,51
4,33
60,2
743
108,
88,
116,1
94,6
72,90
48,
94,1
61,
1932
5,22
5
30,4
4,625
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
16,71
63,1
11,87
51,4
3,57 61,2
61, 65,6
37,50
48,4
1933
5,025 29,2 3,55
27,2
68,50
29,6
70,00 30,0 148.00
32,0
14,47
54,7
9,96
43,2
1,86
31,9
52,
55,9 49.50
63,5
1934
3,67
5
21,4 3,32
5
25,4
70,75
30,6
75,75
32,1
142,50
30,8
11,72
44,3
8,78
38,0
2,52 43,2 61,50
66,1
46,65
60,2
an.
1933
4,95
28,8
3,75 28,7
73,00
31,5 75,25
31,9
136,50
29,5
———————-
505))
54,3
44,75
57,7
ebr.
Maart
4,775
5,05
27,8
29,4
3,7C
3,825
28,3 29,3
71,00
73,50
30,7 31,7
74,75
76,25
31,7
32,3
130,25 130,50
28,2
28,2
49,25
53,8
58,1
April
5,15
29,9
3,75
28,7
72,75
31,4
71,25
30,2
129,50
28,0
14,62
55,2
13,59
58,9
——————————
3,27
56,1
46,50
49,50
50,0
53,2
48,25
59,4 62,3
Mei
5,40 31,4
3,775
28,9 70,50
30,5
73,25
31,0
146,75
31,7
14,32
54,1
10,74
46,5
1.51
——————–
25,9
52,25
56,2
49,-
63,2
junI
5,25 30,5 3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3
5,56
24,1 0,81
13,9
51,25
55,1
48,-
61,9
juli
Aug.
,,
5,82
5
5,30 33,9
308
3,85
3,55 29,4
27,2
64,25 61,25 27,8 26,5
78,00
67,75
33,1
28,7
l76,25
161,50
38,1
34,9 49,25
53,0
4850
62,8
Sept.
,,
4,95
28:8
3,475
26,6.
61,00
26,3
65,25
27,6
159,00
34,4
49,-
50,25 52,7 54,0
4925
54,-
63,5 69,7
Oct.
,,
Nov.
,,
4,40
4,55 25,6 26,5
3,-
2,95
22,9
22,6
60,25
74,50
26,0
32,2
63,50
60,00
27,0
25,4
141,25 147,25
30,5
31,8
56,25
60,5
54,25
70,0
Dec.
,,
4,57 26,6 3,30 25,3
73,50
31,7
59,25
25,1
154,50
33,4
59,50 60,75
64,0
65,3
54,375
53,50
70,2
69,0
an.
1934
4,75
27,6
3,10 23,7
65,25
28,2
58,00
24,6
144,25
31,2 62,50
67,2
53,75
69,4
ebr.,,
Maart
,,
3,40 3,25
19,8
18,9
2,77
6
2,725
21,2 20,8
65,25 70,75
28,2
30,6
58,50 58,75
24,8 24,9
133,00
132,00
28,8 28,5
—
–
–
–
–
–
–
—
–
—
—
–
——————-
———————
63,-
61,75
67,7 66;4
53,50 50,50
69,0 65,2
?
nl
,,
3,20
18,6
2,705
20,7
70,50
30,5
56,75
24,0
136,50
29,5
17,03
64,3
12,20
52,9
4,61 79,1
63,50
68,3
49,126 63.4
ei
3,32
6
19,2
2,875
21,9
62,00
26,8
63,00
26,7 154,50
33,4
12,77
48,2
11,20
———————-
–
–
–
—
–
—-
–
—–
–
—
—
48,5
2,09
35,8
65,75 70,7
47,50 61,3
juni
3,67
6
21,4
3,17
6
24,3
65,00
28,1
74,75
31,7 156,50
33,8 5,35
20,2
2,93
—
—-
–
—
–
–
–
—
—-
12,7
0,85
14,6
63,25 68,0
43,75 56,5
juli
Aug.
3,80
4,375
22,1
25,4
3,30 4,275
25,3
32,7 71,50
83,25 30,9 36,0
78,75 93,50
33,4
39,6
151,25 159,25
32,7 34,4
–
–
—
–
–
—-
–
—
—
–
—
—-
–
–
—
–
–
—
–
–
–
—
–
—
—
–
–
–
—
–
–
—-
–
—
–
–
—-
–
63,-
63,95
67;7
68,8
44,62
5
43,30
57,6
55,9
Sept.
,,
Oct.
4,-
3,50
23,3 20,3
4,15
3,70
31,7
28,3 77,25 69,50
33,4 30.0
93.25 93,50
39,5 39,6
145,50 135,25
31,5 29,2
–
–
—
–
—
–
–
—
–
–
—–
–
–
–
–
—
–
—
–
—
–
–
—–
63,55
68,3 42,62
5
55,0
Nov.
,,
3,50
20,3
3,45
26,4
71,25
30,8
89,25
37,8
127,75
27,6
–
–
—
–
—
–
–
–
–
–
–
–
—–
–
60,70 53,75 65,3 57,8 42,125
44,50 54,4
57.4
Dec.
3,45
20,1
3,55
27,2 76,25
32,9
91,00
38,6
134,00
29,0 53,15
57,2
44,65
57,6
Jan.
1933
3,30
19,2
3,52
5
27,0
74,25
32,1
89,25
37,8
137,25
29,7
–
–
–
—
–
–
—
—
–
–
—
—-
–
–
–
53,625
57,7
45,62
5
58,9
ebr.
,,
Maart
,,
3,20
3,20
18,6 18,6
3,375
3,07
5
25,8
23,5
68,00
67.75 29,4 29,3
71,25
64,00
30.2
27.1
124,25
120,50
26,9
26,1
–
–
—
–
—
–
–
—
—-
—
–
–
–
–
–
—
–
–
–
–
—
–
–
—
—-
—
–
–
–
–
–
–
–
—
–
—
–
—
—-
—
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
—
–
—
—-
—
–
–
–
–
—
–
–
–
—
–
–
–
—-
—
–
–
51,90 51,40
55,8
55,3
47,55
51,20
61,4
66,1
1
April
8
,,
3,85 4,20
22,4
24,4 2,90
3,10
22,2
23,7
68,50
72,50
29,6 31,3
64,07 68,00
27,1
28,8 123,00
12600
26,6
10.40
39,3
27,2
–
—
—
–
–
–
—
–
–
–
—-
—
–
–
7,72
–
—
—
–
–
–
—
–
–
–
—-
—
–
–
33,4 3,75
64,3
52,-6)
51,707)
55,9 55,6
51,-. 6)
50,-
7)
65,8 64,5
15
,,
4,20
24.4
3,-
22,9
73,50
3
1
,7
68,50
29,0
126,50
27,4
11,67
44,1
9,90
–
—
—
–
–
–
–
–
–
–
—
–
—
—
–
–
–
—
—
–
–
–
—
–
—
–
—
—
–
429
3,79 65,0
52,-
8
)
55,9
50,_8)
64,5
23
,,
29
4,10
4,02
5
23,9 23,4
2,95
2,80
22,6 21,4 70,00 30,2
68,00
28,8
125,00
27,0
11,90
45,0
15,54
67,3
3,18
545
52,-
9
)
55,9
50,-
9
)
64,5
,,
,,
69,50
30;0 65,50
27,8
124,50
26,9
9,28
35,1
11,68
5u,6
2,34
40,1
1
‘ men zie voor ue toeiicnting op oezen staat de nos. van 8, IS Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en IS Febr. 1933.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 tc
16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 74/5 K.G. Hongaarsche vanaf 26Mei 1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
T(
Canada.Van 19 Sept.’32 tot24 jull’3362/63 K.G. Z.-Russ.
6)
De jaargemidclelden zijn berekend uit de gcmiddelde prijzen van April. Mei en luni van het betreffende las
. .
MINERALEN
‘
TEXTIELGOEDEREN
D1VERSisN
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
BENZINE
.
KATOEN
WOL •
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
bunkerkolen,
Mid.
Contin.
Crude
Gulf exp
_____________ __________
gekamde
Australische,
Australlsche,
HUIDEN
SALPETER
onezeefd
f.o.b.
33
tlm
641660
$cts. per
MiddlIng
locopnijzen
F.
0.
F.
Sakella-
___7
FNo
.
____
o
1
Merino, 64’s Av.
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open kop
Gld. per
100
KG.
R damjA’dam
per
1000
K.G.
Bé
5.
g.
per barrel
U.S.
gallon
New-York
rides
ra
Llpool
loco
Bradford
per lb.
1
50’s Av.
loco
57-61 pnd.
netto
per Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.
1925 10,80
100,0
î
1.68
100,0
.
14,86
100,-
$
cts.
23,25
0
10
100,0
pence
29,27
O/o
100,-
pence
9,35
Oj
100,-
pence
55,00
100,0
pence
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926 17,90
165,7
1.89 112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30 67,4 47,25
85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27 77,8 48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10 93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50′
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59 70,5
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25 92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92 41,9 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60 37,0
7,33
25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2
4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17.8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28$
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00 64,8
0.45
26,8
3,61
24,3
6,75
29,0 5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35.0
9,50 32,2
13,26
38,2
6,18
51.5
1934
6,20
57,4
0.63
37,5 2,88
19,4
7,35
31,6
5,32
18,2
2,68
28,7
19,25
35,0
10,25
34,7
12,07
34,8
6,11
50,9
Jan.
1933
7,05
65,3
0.53
31,5 4,16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95 31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30 52,6
ebr.,,
7,20
66,7 0.38 22,6 3,97 26,7
6,10
26,2 4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25 28,0
10,38
29,9
6,40
53,3
Maart
,,
7,25
67,1
038
22,6 3,87
6
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7 7,75 26,3
10,75
31,0
6,40 53,3
April
7,25
67
1
0.37 22,0
3,67
24,7
6,65
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4
6,40 53,3
Mei
7,15
66:2
0.235
14,0
2,95
19,9
7,30
31,4
5,60
19,1
3,07 32,8
17,00
30,9
8,25
28,0
12,25
35,3
6,40
533
J
uni,,
7,15 66,2
0.25
6
15,2
302
20,3
7,85
33,8
5,85
20,0
3,25 34,8
18,50
33,6
9,00
30,5
15,75
45,4
6,40 53,3
uh
,, 7,05
65,3
0.41
24.4
3:33
22,4 7,60
32,7
5,76
19,7
3,20 34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,-
46,1
6,40 53.3
Aug.
,,
6,95
64,4
0.37
22,0
3,37 22,7
6,90
29,7
5,39
18,4
2,91 31,1
20,75
37,7 9,75
33,1
14,75
42,5
5,80 48.3
Sept.
6,85
63,4
0.52
31,0
3,50
23,6
6,60
28,4
470
16,1
2,54 27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85 48,8
Oct.
•
6,60
61,1
0.66
39,3
4,04
27,2
6,40
27,5
455
15,5
2,48
26,5
20,75
37,7
10,75
.
36,4
14,50
41,8
5,90 49,2
Nov.
6,75
62,5
0.66
39,3
3,72 25,0
6,25
26,9
4,63
15,8
2,39 25,6 23,75 43,2
12,00
40,7
13,38
38,6 5,95 49,6
Dec.
,,
6,95 64,4
0.67
39,9
3,75
25,2
6,50
28,0
4,89
16,7
2,38 25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38.9
6,-
50,0
,
an.
1934
6,65 61,6
0.66
39,3
3,74
25,2
7,10
30,5
5,47
187
2,59 27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
13,-
37,5 6,15 51.3
ebr.
Maart
6,30
6,25 58,3 0.64
38,1
3,25
21,9
.7,50
323
5,64
193
2,68
28,7
23,75
43,2
12,75
43,2
13,-
37,5
6,20
51,7
57,9
0.63 37,5
3,05
20,5
7,40
31,8
5,50
18,8
2,76 29,5
23,25
42,3
11.75
39,8
12,50
36,0 6,25
52,1
April
»
6,30 58,3
0.62
36,9 2,795
18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00
41,8
11,50
39,0
12,-
34,6 6,30 52.6
Mei
»
6,25 57,9
0.62 36,9 2.88
19,4
6,80
29,2
5,20
17,8
2,48
26,5 21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2 6,30 52.6
Juni
6.15
56,9
0.62 36,9
2,83
19,0
7,15
30,8
5,23
.17,9
2,77
29.6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50 33,1
6,30
52.6
juli
6,15
56,9
0.62
36,9
2,68
18,0
7,55
32,5
5,22
17,8
2,83
30,3
17,00
30,9
9,00
30,5
11,50
33,1
6.30 52.6
Aug.
6,15
56,9
0.62 36,9
2,68
18,0
7,85
34,0
5,32
18.2
2,85
30,5
16,00
29,1
8,50 28,8
11,75
33,9
5,80 48,3
Sept.
6,00
55,6
0.62
36,9 2,74
18,4
7,70
33,1
5,06
17,3
2,71
29,0
15,00
273
8,50
28,8
12,-
34,6
5.85
48,8
Oct.
6,00
55,6
0.62
36,9
2,60
17,5
.
7,40
31,8 4,93
16,8
2,57
27,5 15,00
273
8,50
28,8
12,50
36,0 5,90 49,2
Nov.
6,10
56,5
0.62
36,9 2,53
17,0
7,40
31,8
5,42
18,5
2,67 28,6
15,00
27,3 8,75
297
12,-
34,6
5,95 49,6
Dec.
•
6,05 56,0
0.62 36,9 2,76
18,6
7,50
32,3
5,43
18,5
2,77
29,6
14,50
26,4
8,50
28,8
11,25
32,4
6,05
50,4
an.
1935
6,05
56,0 0.625
37,2
2,975 20,0 7,55 32,5
5,32
18,4
2,99
32,0
14,75
26,8
8,25 28,0
10,75
31,0
6,15 51,3
ebr.,.
6,05 56,0 0.625
37,2
2,75
18,5
7,50
32,3
5,24
17,9
3,-
32,1
14,00
25,5
7,75
26,3
10,50
30,3
6.20
51,7
Maart
5,90
54,6
0.62 36.9
2,74
18,4
6,80
29,2
4.85
16,6
2,79 29,8
13,75
25,0
7.50 25,4
10.25
29,5
6,25
52,1
1 April
»
6,00
55,6
0.63
37,5
3,_2)
20,2
6,80
29,2
4,80°)
16,4
2.73
6
)
29,2
14,75
9
)
26,8
8,00
9
)
27,1
10,75
11
31,0
6,30
52,6
–
S
:
:
6,05
56,0
0.63
0.63
37,5
3,_
3
)
20,2
(5,85
29,5
4,937)
16,8
2917;
31,1
14,50
10
)
26,4
8,00
10
)
27,1
6,0
52,6
3
»
‘
‘
»
6,00 6,05
55,6
56,0
0.63
37,5 37,5
3,_4)
2,955) 20,2
19,9
7,20
7,10 31,0
30,5
4,92
8
)
16,8
2,96
8
)
31,7
6,30
526
9
»
5,95
55,1
0.62
36,9
7,20
31,0
‘
6,30 6,30
52,6 52,6 r.
4)
20Ar.
5)
27
Apr. 6) 3Apr. 7)10 Apr..
8
) 17 Apr.
9)4 Apr.
10)
11 Apr.
.
AN GROOTHANDELSPRIJZEN’)
•
.
.
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
BOTER
BOTER
Eier
EIEREN
KOPER
LOOD
TÎN
CIv
Z
ed
GIETERIJ-
ZINK
GOUD
ZILVER
per K.G.
j
•
Alkmaar Gem. not.
Standaard
Loco rizen
Lo o ri
en
Foundr
IJZER
Locoprijzen
cash
cash
Leeuwar-
derComm.
1818
Fabrieks-
kaas
Eiermijn
Roermond Locoprijzen
‘Londen
Lodn
LocIn
er
No 3 t Jb
(lUx
III)
.
Londen Londen
Londen per
Standard
Zuivel-
ner Em’. toi
En
ton Middlesb
Eng. t. f:o.b.
per per ounce
Noteering
Centr
.
ki. mlmerk
p. 100 st.
per Eng. ton
.
,
E
tn
Antwerpen
.
Eng.ton
line
Ounce
per5OK.G.
.
.
.
f1.
0I
f1.
fi.
0
1,
f1.
0
10
£
Oj
O
£
0
10
£
01
0
Sh.
°!o
ah.
°fo ‘
£
O
/o
sh.
0/s
pence
0
10
1925
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116 100,0 36.816
100,0
261.171-
100,0
731-
100,0
671-
100,-
36.316 100,-
85/6
100,-
32’18
100,0
1926
1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
342/6
94,3
851-
99,5
28U
89,3
1927
2,03
87.9
–
43,30 77,3
7,96
86,7 55.141-
89,7 24.41-
66,4
290.4!- ‘
110,8
731- 100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
851-
99,5
26h
83,3
1928
2,11
91,3
,
–
48,05 85,8
7,99
87,0 63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.5j-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
261
81,1
1929
2,05
88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3 75.141-
121,9
23.51-
63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.17/6
68,8
851- ‘
99,5
24118
76,2
1930
1,66
71,9
–
38,45
68,7
6,72
73,2 54.131-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
671-
91,8
5916
88,8
16.17/-
46,6
851-
99,5
17
13
1i6
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30 56,9
5,35
58,3
36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.1!-
42,0
551-
75,3
47/6
70,9
11.10j6
31,9
9216
108,2
13
3
1
41,6
1932
0,94 40,7
–
22,70
40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.2/-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.16!-
27,1
1181-
138,0
127j
40,1
1933
0,61
26,4
0,96
20,20
36,1 3,71
40.4
22216
35,6
7.1716
21,6
131.18!-
50,1
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
124f7
3
J4 145,8
I2
3
j
38,5
1934
0,45
19,5
1,-
18,70
33,4
3,45
37,6,
18.1416
30,2
6.1516
18,6
141.1916
54,2
401-
54,8 33)7
50,1
8.9!-
23,4
137j7
3
J
4
161,0
I3’lio
40,7
Jan.
’33
0,73
31,6
0,89
21,75
38,8
4,27
46,7
19171-
32,0
7.81-
20,3
100.116
38,1
4016
55,5
3416
51,5 9.191-
27,5
12218
143,5 IIUI10
36,4
Pebr. ,,
0,65
28,1 0,91
20,60
36,8
4,35
47,4 20.31-
32,5 7.71-
20,2
104.716 .
39,9
431-
58,9
341-
50,7
9.151-
27,0
12015
140,8
11,1
116
37,2
Mrt.
0,53
22,9
0,99
19,40
34,6
2$0
30,5
20.-16
32,3 7.101-
20,6
104.1813
40,1
431-
58,9
3417
51,6
10.71-
28,6
12015
140,8
121/1
38,7
Apr.
,,
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,07
5
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.171-
42,0
431-
58,9
3516
53,0
10.816
28,8
120h
140,4
121116
39,9
Mei
,,
0,52
22,5
1,-
21,80
38,9
2,49
27,1
23.616
37,6
8.61-
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131-
,4 12316
144,4
13114
41,2
Juni
,,
0,52
22.5
1,-
23,50
42,0 2,50
272
25.71- 40,8
941-
25,3
151.101-
57,9
421-
57,5
371-
55,2
11.1216
32,1
122134
143,0
1314
41,2
)u11
,,
0,55
23.8
1,-
18,50
33,0 2,60 28,3
25.161- 41,6
9.21-
25,0
148.116
56,5
4116
56,8
351-
52,2
12.11-
33,3
123110
144,9
12jio
38,7
Aug.
0,63
27,3
1,-
18,90
33,8
3,575
38,9
2451-
39,1
8.416
22,6
145.3
1
–
55,4
411-
56,2
351- 52,2
1171-
31,4
125110
147,2
12
37,4
Sept. ,,
0,66
28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.1616
36,8 7.161-
21,4
140.1716
53,8
3916 54,1
3416
51,5
10.1816
30,2
130111
153,1
11
15
1i6
37,2
Oct.
,,
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.1j-
35,5
7.141-
21,1
145.51-
55,5
3916 54,1
3416
51,5
10.131-
29,4
13111
153,3
11
7
/9
37,0
Nov.
,,
0,65
28,1
0,90
20,80
37,1
5,80 63,2
20.6J6
32,7
7.1316
21,1
150.916
57,5
401-
54,8
3416
51,5
‘9.196
27,6
12815
150,1
12
1
14
38,1
Dec.
•
0,60
26,0
1,-
20,40
36,4
5,47
5
59,6
21.11- 33,9
7.121-
20,9
15381-
58,6
4016
55,5
361-
53,7
9.191-
27,5
126/21
147.6
12
9
1
39,1
Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05 55,0
21.71-
34,4
7.71-
20,2 148.31-
56,8
396
54,1
36/-
53,7
9.12-
26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.
0,47
20,3
1,-
21,55
38,5 3,68
40,1
20.916
33,0 ,
7.41-
19,8
140.131-
53,7
3916 54,1
3615
54,4
9-16
24,9
13711
160,3
12l2
38,9
Mrt.,,
0,44
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
20.31- 32,5
7.316
19,7 144.1516
55,3
4016
55,5
3513
52,6
9.2j-
25,2
13618
159,8
12/
39,3
Apr.,,
0,42
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416 19,8
150.1016
57,5
4116
‘
56,8
3412
51,0
9.716
25,9
135/1
158,0
12
7
11
38,7
Mei ,,
0,41 17,7
1,-
16,05
28,7
2,54
27,7
20.41- 32,5
6.1616
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
3219
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
116
37,5
Juni
0,41 17,7
1,-
19,40
34,6
2,74′
29,9
19.1816
32,1
6.141-
18,4 140.11-
53,5
4016
55,5
3119
47,4
8.161-
24,3
13718*
161,1 12
1
14
38,1
Juli
0,40
17,3
1,-
21,50 38,4
2,81
30,6
18.11(-
29,9
6.1416 18,5
142.91-
54,0
40/6
55,5
3214
48,2
8.61-
22,9
137/It
161,4
12
3
14
39,7
Aug.
0,43
18,6
1,-
20,90
37,3
3,32
0
36,2
17.61-
27,9
6.141-
18,4
139.716
53,2
40
1
54,8
3216
48,5
8.716
‘
23,2
13816
162.0
13
40,5
Sept.
0,43
18,6
1,-
18,12
5
32.4
3,31 36,1
16.101-
26.6
6.516
17,2
137 171-
52,6
3916 54,1
3216
48,5
7.171-
21,7
1411-
164,9
13
1
1
40,9
Oct.
0,43
18,6
1,-
17,37
t
31,0
3,95
43,0
16.31-
26,0
6.61-
17,3
137.1916
52,7
3916
54,1
32.6
48,5
771-
20.3
141110
165,9
14
43,6
Nov.,,
0,47 20.3
1,-
17,-
30,4
4,52
5
49,3
16.1116
26,7
6.81-
17,6
139.81-
53,2
40!-
54,8
3216
48,5
7.7:6
20,4
139164
163,2
14
7
18
45,3
Dec.
0,54
23,4
0,95
15,12
0
27,0
4,07
44,3
16.16(-
27,1
6.61-
17,3
137.816
52,5
39j6
54,1
341
50,9
7.416
20,0
140,61
164,4
14
11
110
45,7
Jan.’35
0,58
25,1
0,90
1495
26,7
3,12
0
34,0
16.191-
27,3
6.51-
17,2 138.111-
52,9
3916
54,1
3416
51,5
7.66
20.4
141110
165,9
1414
45,9
Feb. ,,
0,52
22,5
0,95
14,375
25,7 3,20
34,9
16.41-
26,1
6.4L
17,0
135.81-
52,1
.3916
54,1 3416
51,5
7.316
19,8
14218
166.9
14
11
J16
46,1
Mrt.
0,37
16,0 1,02
13,30
23,8
2,74
29,8
16.81-
26,4
6.716 17,5
124.516
47,5
381-
52,1
3319
50,4
7.-!-
19,4
1475
172,4
15/4
49.0
1 Apr..
0,315°
15,6
1,10 11,50
14
205
2,37
0
25,9 17.16j6 28,7
6.1616
1i,7
125.8/6
47,9
381-
52,1 3316
50,0
7.316
19,8 145(8
170,4
16
1
12
51,4
8
,,
,,
0,40″
17,3 1,10
11.50′
5
20.5
2,320
25,3
18.1416
30,2
7.5(-
19,9
132.-/6
50,4
3816
52,7
3316
50,0
7.151-
21,4
144111
1t9,5
6314
52,1
15,,
,,
0,3512
15,6
1,-.
1150′
20,5 2,30
25,1
18.131-
30,0
7.716
20,2
133.101-
51,0
3816
52,7
3316
50,0
7.1316
21,2
143111
168,3
1811
57,4 23
Q
,
3413
14,7
1,10 11,50
17
20,5
2.275 24,8
18.101-
29,8 7.81- 20.3 132.121. 50,6
3816
52,7
3316
50,0
7.1716
21,8
14316
167,8
19
1
1
59,5
29
.
,,
1,10
2,30
25,1
18.716
29,6
7.101-
20,6
131.1116
50,2
3816
52,7
3316
50,0
7.1516
21,5
144(51
169,0
20
1
18
62,6
6 Sept. 1932
79
K.O.
La Plata;
van
26 Sept.
1932
tot S
Febr. 1934
Manitoba
No. 2
3)
Tot Jan.
1928
Western;
vanaf
Jan.
1928
tot 16
Dec. 1929
American
No.
2, van
lan. 1928
Malting;
van
Jan. 1928
tot 9 Febr.
1931
American
No.
2. van
9 Febr.
1931
tot 23
Mei 1932
6415
K.G. .Zui’d.Ruaaische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3
) 6 April.
7)
13
April.
8)19 April.
0)
27 April.
10)
4 April.
11)
11 Apr.
12)
18
April.
3)
25 April.
14)
5
April.
15)
12 April.
6)
19Apr.
17)
26
Apr.
BOUWMATERIALEN
‘
‘
KOLONIALE PRODUCTEN
VURENHOUT
STEENEN
CACAO
•
COPRA
KOFFIE SUIKER
THEE
INDEXCIJFER
Zwedeiii
,
binnenmuur
buitenmuur
G.P. Accra
Ned.-ind.
Ribbed Smoked
AfI.N.Ltheev.
.
‘
Finland
erstandaa d
per
per
5
K.rc.i.f.
per 100 K.G.
Len
Rottercam
Shets0
R’damlA’dam
Java- en Stma
Orond
stoffen
nlale
an 4.672 M.
per lOOS stuks per 1000 stuks
Nederland
Amsterdam
per ‘la K.G.
°er
en
per 100 K.G.
tratheep.’12K0.
dn
1
Io
1
010
1
Ol
e
ah.
0/
f
Olo
cts.
Ol
e
5h.
0j
f1.
O
lo
cts.
,
°/o
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87
100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6
19.50
102,6
491-
115,3
34,
–
94,8 55,375
,
90,2
2/-
67,4
17,50
93.3
94,25
111,5
‘
06.0
102.0
1927
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62′
90,9 46,875
76,4
116,375
51,6
19,12′
102,0
‘
82,75
979
– 87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18.50
97,4
5713
134,9
3197
6
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5 75.25
89,1
84.0
97.4
1929
145,00
91,4
14,-
90,3
210
111,8
45110
107,9
27,370
76,3
50,75
82,7
-Jl0,25
28,8
13,-
69,3
69,25
82,0 01.9
‘
85.5
1930 141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,626
63,1
‘
32
52,1,
-5,895
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
68.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25 66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
42,9
25
40,7
‘
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8
40.0
1932
69,00
43,2 9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-/1,75
4,9
6,32′
33,7 28,25
33,4
88.1
38.0′
1933
73.50
46,0
10,-
64,5
12,75
67,1
1514
36,0 9.30
25,9
21,10
34,2
-12,25
6,3
5,52
5
29,5
32,75 38,7
35.2
34.7
1934
76,50
47,9
8,50
54,8
10,50
55,3
1316
31,8
6,90
19,2 16,80
27,4
-13,875
10,9
4,07
5
21,7
40
47,3
34.4
-32.1
Jan.
’33
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
-11,625
4,6
5,37′
28,7
25 29,6
33.2
34.1
Febr. ,
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,62
5
29,6
23,75
38,7
-11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.
,,
70,00 43,8
9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,37
6
28,9
23,50
38,3
-11,5
4,2
6.-
32,0
26,25
31,1
32.4
34.9
Apr.
,,
70,00
43,8
9,75 62,6
12,75
67,1
15
1
5
36,3 9,50
26,5 23,50
38,3
-/1,625
4,6
6,07
5
32,4
‘
27,50
32,5
82.8
34.9
M’ei
,
70,00
43,8
9,50 61.3
12,50
65,8
16
1
6
38.8 9,50 26,5
23
37,5
–
1
2
5,6
6,02
5
32,1
26,50
31,4
34.2 35.0
Juni
,,
72,50 45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27.9
22,50
36,6
-/2,375
6,7
6,35 33,9
31
36,7
37.2 37.5
Juli
,,
75,00
‘
45,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6
9,475
26,4
22,50
36,6
–
1
2,625
7,4
5,92
6
31,6 33,50
39,6
38.2
37.4
Aug.
,,
75,00
46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
‘
16
1
5
38,6
8,75 24,4
20,75
33,8
-12,625
7,4 5,27
5
28,1
35,25
41,7
36.5
35.0
Sept.
,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1415
33,9
8,25 23,0
19,75
32,2
-12,5
7,0
5,375
28,7
36,75 43.5 36.7
34.6
Oct.
,,
80,00
50,1
10,50 67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,62
5
21,3
17,75
28,8
-12,625
74
490
26,1
42,25
50,0 36.5
33.4
Nov.
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
1216
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
–
1
2,75
7,7
4,65
24.8
40,50
47,9
36.4 32.7
Dec.
,,
75,00 45,9
10,75
69,4
12,50
65,8
11
1
5
26.9
7,975
22,2
16 26,1
-12,875
8,1
4,75
25,3
41
48,5
37.1
31.3
Jan.
1
34
75,00 45,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2 7,45 20,8
16,50
26,9
-/2,875
8,1
4,95
26,4
45,50
53,8
30.9
33.8
Feb.,,
80,00
50,1 10,50
67,7
12,50
65,8
14
1
5 33,9 7,25 20,2
17,25
28,1
–
1
3
8,4
4,975
26,5
46,75
55,3
35.9
.359
Mrt.,
80,00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
14
1
1
33,1
7,-
19,5 17,75
28,9
–
1
3,25
9,1
4,525
24,1
45,50
53,8
35.1 35.2
Apr.,
80.00
50,1
9,75 62,6
12,-
63,2
14
1
4
33,7
6,55
18,3 17,75
28,9
‘
–
1
3,625
10,2
4,25
22,7
44,25
52,4
35.0 34.5
Mei
,
80,00
50,1
9,25 59,7
11,25
59,2 15/2
35,7
6,72
5
18,7
17
27,7
-14
11,2
4,15
22,1
42,75
50,6
35.1
84.3.
Juni,
77,50 48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
1514
36,1
7,-
19,5
17
,
27,7
–
1
4
‘
11,2
‘4,20
22,4
’41,-
48,5, 34.5
33.8
]uli,
77,50 48.5
7,50
48,4
10,-
52.6
13
1
11
32,7 6,92
5
19,3 16.75
27,3
.
-14,375
‘12.3
3,975
21,2
40,50
47,9
34.1
32.2.
Aug.,
75,50
47,3
7,25
46,8
9,50
50,0
12
1
10
30,2 6,87
6
19,2
16,50
26,9
-14,5
12,6
3,975
21,2 39,75
47,0
33.9
31.4
Sept.,
73,50
46,0
7,-
‘
45,2
8,75
45,1,
12
1
5 29.2
6.65
18,5
16,50
26,9 –
1
4,5
12,6
3,725
19,9
32,25
39,6
33.1
29.5
Oct.,
7300
45,7
7,-.
45,2
8,75
46,1
11
1
7
27,3 6,70
18.7
16,50
26,9
-/4,125
11,6
3,525
18,8
32,75
38,8 32.7
27.8
Nov..
73,00
45,7
7,-
45.2 8.75
46,1
1213
28,8
6,62
18.5
16
26,1
–
1
3,875
10,9
3,15
16,8
33
39,1
32.7
21.0
Dec.,
73,00
45,7
7,-
45,2
8,75
46,1
12
1
8
29,8
7,17 20,0
16 26,1
‘
-13,875
10,9
3,375
18,0
34,50 40,8 32.7
28.6
Jan.’35 66,00
41,3
7,25 46,8 8,50
44,7
‘
1411
33,1
8,775
24,5
‘
16
26,1
-13,875 10,9
3,50
18,7
‘
33,75
‘
39,9
32.9 ’29:5′
Feb.,
66,00
41,3 6,75
43,5 8,25
43,4
14
1
2
33,3
9,375
26,1
15,625
25,5
‘
–
1
3,75
10,5
3,45
18.4
32 37,9
32.4
.
28.9.
Mrt,
59,00
36.9
7,-
45,2
8,25
43,4
13/3
31,2
8.57
5
23,9
14,625
,
23,8
-/3,25
9.1
3,55
18,9
29
31,3
30.9 21.4
1 Apr.,
60,
1
10
37,6
13/552)
31,6
8,87
5
24,7
14,50
23,6
–
1
3,3125′
9,3
4,-
21,3 29,75
8
)
35,2
31.5 27.4
8
,
,
60,00
37,6
l3j5′)
31,6
9,-
25,1
14.50
23,6
–
1
3,125
,
8,8
4,25 22,7
32,75
10
)
38,8
32.1
28.3
15
,
,
60,00
37,6
1316″)
31,8
‘
9,25 25,8
‘
14,50
23,6
,
–
1
3,4375
9,6
4,25
22,7
. 32.3
28.3
23
,
,
60.00
37,6 9.25
25,8
14,50.
23,6 –
1
3,375-
9,5 4,25 22,7
.
32.4
29.2
29
,
,
60,00
37,6
9,375
26,1 14,50
23,6
-13,375
9,5
4,-
21,3
32.3
28.9
N.B. Alle
Pondennoteeringen
vanaf
21
Sept.
1
31
zijn
op goudbasis
omgerekend;
de Doliarnoteeringen vanaf
20April
’33
zijn in
verhouding
van
de depreciatie
van den Dollar
t.o.v.
den
Gulden
verlaagd.
412
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
.. 1 Mei 1935
•
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 29 April 1935.
Activa.
Binnen!. Wis.( Hfdbk.
f
35.043.613,76
sels, Prom.,
Bijbnk.
,,
2.691.851.20
enz.in disc.(Ag.sch.
,,
4.563.574,50
.’
4229903946
Papier o. h. Buiten!, in disconto
…….,,
–
Idem eigen portef.
f
805.725,-
Af: Verkocht maar voor
de bk.nog niet afgel.
–
805.725,-
Beleeningen
snel. vrsch.
Hfdbk.
f
145.362.547,491)
in rek -art
Bijbnk.
9.638.108,02
op onderp.
Ag.sch.
48.521.833 15
•
f
203.522.488,66
Op Effecten
……f
199.445.743,02
1
)
Op Goederen en Spec. ,,
4.076.745,64
203.522.488,661)
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
–
Munt, Goud
……f
109.093.7 10,-
1{untmat., Goud •. ,, 535.691.606,42
f
644.785.316,42
Munt, Zilver, enz.
,,
20.710.125,62
Muntmat. Zilver..
–
665.495.442,042)
Belegging van kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………,,
37.989.561,19
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
4.970.000,-
Diverse
rekeningen ………………,,
6.368.889,23
Staat d. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S. No. 221) ,,
16.996.491,37
f
978.447.636,95
Pa2IIva.
Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
3.807.914,92
Bijzondere
reserve
………………,,
5.00&.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
9.196.184,25
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
870.822.450,-
Bankassignatiën in omloop ……….,,
130.374,62
Rek.-Cour. j
Het Rijk
y
15.433.170,77
saldo’s:
Anderen
47.521.356,04
,,
62.954.526,81
Diverse rekeningen ………………
,,
8.536.186,35
f
978.447.636,95
Beschikbaar metaalsaldo
…………f
292.651.251,74
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
731.628.130,-
Schatkistpapier, rechtstreeks bij de Bank
ondergebracht
………………..,,
–
1)
Waarvan aan Nederlandsch-lndië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsbiad No. 99) ……..
/ 73.789.100,-
)
Waarvan in het buitenland ……………………..201.532,58
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
1
Goud
1
.
Andere
1 Beschlkb. 1
Dek-
Data
1
Munt
1
Muntmat.I IClrculatlel
opelschb.l
1
schulden’
Metaal- Ikings
saldo
perc.
29 April ’35f
109094f
535.692
870.8221
63.085 292.651
71
23.
,,
‘3511070941
535.595
845.544!
64.898
299.143
73
25Juli’14f
65.703f
96.410
310.437f 6.198
43.521
54
Totaal
Schatkist-
1Belee-
Papier
1
Èv
het
Data
bedrag
L
sconto’s
1
promessen
1
ntn
g
en
b
0
f
‘
ltenl.
1
reke-
trechfstreeksl
1
ntngen’)
29 April 1935
42.299
–
1
203.522
1
806
1
6.369
23
,,
1935
41.459
1
–
1184.130
1
806
5.973
25 Juli
1914
67.947
–
61.686
1
20.188
509
-)
JUUC[
U6 aukivit.
JAVASCHE BANK.
Data
Goud
Zilver
Circu (alle
1
opeischb.
t
metaal-
1
schulden
1
saldo
27Apr.’35
2
)
1T830
171.710 33.910
55.582
20
,,
‘352) 139.090
172.880
31.270
57.430
30 Mrt.1935
117.477
1
27.824
174.539
43.764
57.980
23
,,
1935
117.476
1
27.641 173.272
41.802
59.687
25 Juli1914
22.057
f
31.907
110.172
12.634
4.842
Wissels.
1
–
D
iverse
Dek-
Data
buit ei
Dis-
Belee-
reke-
‘
kings-
N.-Ind.
conto’s
1
ningen
ningen’)
percen-
betaalb.
1
tage
27Apr.’35 S)
720
69160
10.020
67
20
,,
1352)
710
67.070 9.690
68
30 Mrt.1935
711
11.204
67
10.566
1
54.496
23
,,
1935
1.326
10.572 1
50.148
11.872
67
25 Juli1914
6.395 7.259
75.541
2.228
44
1) Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
viner1_Jeposirs 1
1 Dek-
00v.
Public
Other 1 Reservel kings-
Data
Sec.
Depos. Bankers Accountsl
1 perc.
1)
24 Apr. 35 87.731
7.624 98.136 39.598 59.885 41,1
17
’35 89.986
9.147 100.294
39.393 60.596 40,7
22 Juli ’14 11.005 14.736
42.185
29.297 52
1) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Data
Goud
Zilver
Te goed
in
Wis
1
–
1
Waarv.
op
het
Belee-
Renteloos
voorschot
b,ilt:nl.
sels
1
buiten!.
ningen
.
d. Staat
19Apr.’35
81.024
757
13
f
5.179
1.094
4.346 3.200
12
,,
’35
81.385
761
10 1
5.016 1.094
4.365 3.200
23 Juli’14
4.104
640
–
f
1.541
8
769
–
Bons
v. d.j
Diver-
1
R
u
ekg.Corant
–
Data
.
azelfst
mort. k. sen
1)
Circulatie
1
Staat
1
ZeI/st.
1
Part
1-
Iamorf.k.I
culleren
19 Apr.’351
5.805
1
2.237
82.386
447
1
3.062
15.148
12
,,
’35f
5.805
1
2.239 82.817
584
1
3.113
1
14
.
920
23 Juli’14!
–
f
–
5.912
401f
–
1
943
‘) 3tUltpO5l acilva.
–
DUITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bul-
als goud-
wissels Belee-
ten!. circ.
dekking
en
nlngen
•
–
banken
1
)
geldende
cheques
23April1935
f
81,1
21,8
t
4,3
3.568,6
40,7
15
,,
1935 1
81,0 21,8
1
4,3
.3.591,1
–
40,2
30 Juli
1914
1.358,9
–
f
–
750,9
50,2
Data
Effec-
1
Diverse
Circu-
1
Rek g.-
Diverse
ten
f
Activa’)
.
latie
f
Crt.
Passiva
23April1935
389,1
1
632,1
3.424,1
1
976,1
215,7
15
,,
1935
393,1
f
610,6 3.488,3
1
898,3
207,3
30 Juli
1914
330,8
1
200,4
1.890,9
f
944,-
40,0
‘funoelast. ‘) wo. ,centenoanescne,ne 43, 13 /prJ, resp. .v., . mlii.
NATIONALE BANK
VAN BELGIE(inBelga’s).
Goud
-;–
.3
0.
o
Rekg.
Crt.
Data
.
r
°’
O.
3
…
1935
en
.4’8
25 Aprili2.931f
68 11.1151 171
166
40
3.813
35
631
17
1
2
.
8
7
1
1
69
1.0541 187
166
40
3.833
44
500
•
FEDERALRESERVEBANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
,,Other
1
Goud-
in her-
1
in-de
Totaal
1
cerfifi-
cash”
2)
disc.
v.
d.
open
bedrag
caten’)
,nember
1
banks
1
markt
gekocht
3 Apr.’351
5.611,3
1
5.593,7 236,1
6,4
1
5,3
27 Mrt.’35
5.581,7
15.567,0
253,5
”
Belegd
F.
Notes
Totaal
1
Gestort
1
Ooud-
1
Dek-
1
Algem.
1
Dek-
Data
in
U.
Gov
.Sec.
In circu-!
sito’s
1
Depo-
I
Kapitaall
kings-
1
kings-
1
lat ie
1
i
perc.3)
1
perc.
4)
3 Apr.’35I
2.430,8 1
3.174,5
1 4.897,1 t
147,0
72,4
27 Mrt.’351
2.430,3
3.130,6
1
4.919,1
1
146,9
72,5
‘) ueze ceriincaten weruen ucor ue 3Cfl5lKiSi aan ue ÎÇCSCIVU untincio
gegeven voor de overname van het goud, toen de $ op 31Jan.’34 van
1000 59.06 cents werd gedevalueerd.
,,Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank s
own Federal Reserve
bank
notes.
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare
schulden: F. R. Notes en netto depoalto.
4)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
• PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
•
FED. RES. STELSEL.
Dis-
IReservel
1
Totaal
t
Waarvan
Daia
1
Aantul
conto’s
i
Beleg-
en
1
gingen
1
depo-
1
t/me
Ileenin.f
beleen.
1
.
banks
sito’s
1
,
deposlts
27 Mrt.’351
1
1
7.609
10.854
1
3.174
1
19.632
1
4.466
20
,,
‘I
2
7.640
10
.
858
f
3.196
f
19.625
14.454
1111 posten van ita Mao. OUflR, 00 .IUV050flO OUflfl 011 00 OUflR VI Cfl9
land zijn In duizenden, alle overige posten In mililoenen
van de be.
treffende valuta.
1
Bankbilf. Bankbilf.
1.
OtherSecurif les
Data
Metaal
1
In
tin Bankingl
Disc.and
ISecurltles
1
circulatle
1
Departm.
1
Advances
1
24 April 1935
193.067
f
393.182
1
59.396
1
5.820
1
9.621
17
,,
1935
1193.045
1 392.449
1
60.107
1
5.923
1
10.002
22 Juli
1914
1
40.164
1
29.317 33.633