Económïs
–
Ch~ StatistiscL
Kwartaalbencht
Uitgave van het Nederlandsch Economisch Instituut
(Bijvoegsel van het Weekblad ,,Economisch-Statistische Berichten”)
No. XIV
WOENSDAG, 25 JULI 1934
INLEIDING.
Het afgeloopen kwartaal toont met betrekking tot
de conjunctuur een weinig homogee.n beeld. Interna-
tionaal moet de toestand nog steeds ‘slecht geacht
woeden. Tegenover oploopende piijzei van granen,
katoen en ruiber staan dalende prijzen van vrijwel
alle andere grondstoffen en genotmiddelen. De eer-
sten worden in de hand gewerkt door natuurlijke oor-
zaken eenerzij-ds (droogte in verschillende landen),
kunstma’tige beperking anderzijds (men denke aan
de hepekin van den katoenoogst en de rubberres-
trictie)’. Zou de stijging van de prijzen van voedings-
middelen op een zeker herstel ‘doen hopen, de ‘daling
van de prijzen van belangrijke grondstoffen, inzon-
derheid veroorzaakt door de Duitsche moeilijkheden,
opent voor de productielan-den van ‘deze grondstoffen
wederom slechte perspectieven en daarmede ook wei-
nig hoopvolle verwachtingen voor een spoedig en al-
gemeen werel-dherstel.
Binnen de grenzen der verschillen-de laden is het
beeld zer ongelijk. Over het geheel is .echter het
tempo van verbetering, dat in het vdri’g Kwartaal-
bericht met betrekking tot een aantal landen werd ge-
constateerd, in het afgeloopen kwartaal verlangzaamd.
In de Vereenigde Staten is een geringe teru-gsla’g
waar te nemen. In Engeland .heerscht eenige stagna-
tie in den economischen vooruitgang. In ons eigen
land zijn, wat productie en werkgelegenheid betreft,
ach-ge teekenen van achteraitgan-g; wij wijzen in dit
verband op -de kleine vermindering ‘der van seizoens-
fluctuaties oritdane uitvoerwaarde en opde ten-dens
tot stijging ‘der werkloosheid in vergelijking tot de
overeeukonstige periode van •het voorgaande’ jaar.
In de meeste laiden -kan men intusschen waarne-
men, dat de ‘toestand op •de kapitaalmarkt merkbaar
beter wordt. Dit geldt’ zoowel ,voor- •gou’dlanden als
voor niet-goudianden. Daarin ‘is’ zeker en der voor-
waarden voor het economisch herstel gelegen. In som-
‘mige landen kan men reeds een’ toenemende parti-
culiere bedrijvigheid op ‘de eniissiemarkt ontwaren,
niet name in En-gean-d; in andere landen, waaronder
Nederland, is -de particuliere kapitaalvraa-g nog steeds
miniem, .eensdeels in verband met het te hooge kos-
tenpeil, anderzijds uit hoofde van de ‘door handels-
belemmeringen’ afgenomen internationale afzetmoe’
lijkheden. In elk geval is echter de ‘daling van de
kapitaalrente als een gunstig feit te’ beschouwen, ook
al zijn de gevoigeu in -de meeste landen op dit mo-
ment nog slechts beperkt tot een vermindering van
-den ren te
–
last van -de puhliekrechteiijk-e lichamen, die
op groote schaal conversietransacties tot stand weten
te – hie’ux.
De internationale credietverleenin-g is echter nog
in een stadium van droevig verval eu de toestand is
daar uiteraard nog bedeukelijker geworden -door het
Duitsclie transfermora’torium. Ook het vraagstuk der
valuta-stabilisatie is, naar het schijnt, nog -geen stap
na-der tot zijn oplossing gekomen. Over en weer zijn’
-de autoriteiten op ‘hun tot -dusverre ingenomen stand-
punten blijven ‘staan; de Ministers der gou-dlan-den
hebben trouW”fi0′”de’ huidige metaalbasis betuigd en
van Engelsche zij-de is met niet minder pertinentie
verklaard, dkt -de’ voorwaar-den voor terugkeer tot het
goud nog niet waren vervuld. –
Zoo moet dus over het geheel het tweede kwartaal
van 1934 minder gunstig worden geacht dan het eer-
ste kwartaal van dit jaar is -geweest.
–
INHOUD:
‘
Blz
inleiding ………………………………….
649
De loop der prijzen …………………………..
650
Productie van voedings. en genotmiddelen ………..
650
Productie van metalen en andere grondstoffen ……..
651
Voorraadstatistiek van grootliandelsrti kelen ……..
652
Industriëele productie …………………………
653
Gëld- en kapitaalmarkt ……………………….
655
D’eviezenmarkt ………………………………
657
Lijnen betreffende de conjunctuur in Nederland…….
658
-Crisiswetgeving in Nederlandscli-Indië …………..
662
Crisiswetgeving in Nederland …………………..
666
Crisiswetgeving in de Vereenigde Staten …………
670
liet prijsverloop van grootltandelsprijze.n gedureiïde liet
tweede kwartaal van
1934 ……………………..674
Statistisch ‘overzicht van grootliaudclsprijzeu
–
……..
676
De economische toestand van:
Nederlanclscli-Tndië
………………..
635
I)uitschlancl – ………………………………
685
Groot-Brittannië …………………………..
686
Vereenigde Staf-en…………………………..
087
Tsjeclio-Slowakije ……………………………..
689
Italië ……………
‘2
689
Conj unctuurgegevens betreffende Nederland, Neder-
landsch-Indië, Duitschiand, Groot-Brittannië, 7ereenig-
–
de Staten, Tsjecho-Slowakije en Italië …………
691
650
ECONOMISCH-STATISTISCH
KWARTAALBERICHT
25 Juli
1934
DE LOOP DER PRIJZEN.
voorziening van Duitsohiand met grondstoffen voor
op
het ‘gebied van de prijzen is de wereldmarkt in
de wereldmarkt zeer belangrijk is, moge uit het vol-
cle afgeloopen maanden
veer zeer bewogen geweest,
gende, door het Institut für Konunkturforschung op-
eenerzijds door de verwachling van een aanzienlijke
gestelde, overzichtje blijken
(op basis
van het
jaar
vermindering van de graanoogsten, anderzijds door
1931).
de sterke daling van ‘de vraag naar ‘grondstoffen uit’
Productie
Invoer in
n
Duitschianci. De prijsindex van grondstoffen en ge-
notmiddelen bewoog zich dan ook in dalende richting,
Duitschi.
tev.d.
terwijl die vaii granen’ sterk steeg. Hoe gelukkig dit
productie
in metrieke tonnen
laatste
verschijnsel
ook
is,
het
niveau,
waarop
de
graanl)rijze.fl
zich
bewegen,
is,
met het
oog ‘op
de
groote nog aanwezige voorraden en ‘de
afsluitipgs-
politiek
van. de
invoerlanden,
nog
steeds
buitenge-
woon
aag.
Wol(wereld)
………….1.650.000
1
)
220.000
13,3
Zijde(werelcl) …………..58.100
3.049
5.2
De prijsindex van
grondstoffen,
die
sedert
het
ii.atoen(wereld) …………5.969.000
379.809
6,4
midden van
1933
vrij stabiel was gebleven, is in de
laatste maanden weer gedaald, evenals ‘clie van kolo-
Frankrijk
…………..38.784.200
1.920.339
5,0
niale producten (genotmiddelen).
Algiers
……………..898.800
403.358
44,9
–
192
=
1.00
Tunis
……………….447.000
118.369
26,5
Zweden
……………..7.070.900
2.102.822
39,6
50
Spanje
……………..3.190.200
803.590
25,2
Koper(werelcl)
…………1.250.700i)
192.104
15,4
Lood(wereld) ………….1.242.100
2
)
64.570
5,2
Zink(wereld)
…………..951.900i)
118.982
12,5
Tin(werelcl)
…………..152.900i)
13.513
8,8
Tabak(wereld)
………..1.700.000
69.791
4,1
Rubber(wereld) ………..810.000
48.010
5,9
i) Wereldproductie zon der Duitschi and.
Hieruit blijkt, dat Duitschland op de wereldmarkt
KOWNi.E PROD
2*
GPONDSTOFftN
een belangrijke k’ooper is van w’ol,
koper en zink;
de prijsdaling van wol en koper is voornamelijk een
gevog van het verbod in Duitschland van aankoop
.
van deze producten.
Wat
de
indexcijfers
van
groothandelspri.jzen
he-
30
treft; deze blijven over het algemeen, met uitzonde-
ring van de Ver. Staten, waar de stijging nog aan-
houdt, vrij stabiel. Groote veranderingen vin’den op
J
het oogeublik niet meer plaats. In de meeste goudian-
den is echter nog steeds een dalende tendens op te
0
merken (vooral in Frankrijk).
Productiç van voedings. en genotmiddelen.
1932
1935
I93
De prijsdaling van grondstoffen is vooral een ge-
Temidden van aMe kunstmatige maatregelen, die
volg van cle plannen tot invoerbeperking in Duitsch-
in de laatste jaren zijn ingevoerd om ‘den prijs van
land met het oog ‘op
cle deviezenpositie;
daarnaast
tarwe
naar een hooger niveau te verhèffen, heeft in
werkt ‘de afnemende bedrijvigheid in ‘de Ver. Staten
de afgeloopen maand de natuur op normale wijze een
in
dezelfde
richting.
Dat
‘het
vraagstuk
van
de
klein herstel teweeggebracht. De maatregelen, ‘die de
18 September 1931
=
100
1913= 100
1914= 100
1913= 100
be
lndexc. ,,TheEconomist’
!.
y
.
Totaal
Grond-
Grond.
so en
Data
.-.
.
=
,n._
Zweden
2
)
. ‘
a
Z
=
a
index
ifl
stoffen
in
in
..,
8
n
N
a
ppr$
30Dec. ’31
108.9 117.1 94.4
96.1
93.4 96.9 94.6
85
109.9
(76.5)
119
83.1
103
131.0
105
110.0
114.1
27 Jan. ’32
108.3
115.7
93.8
93.5
93.6
95.8 91.6
84
108.5
(77.6)
118
80.8
101
130.0
93
108.4 120.5
29 Juni’32
97.4 99.3 80.5
86.4
91.5 89.5
88.1
78
107.5
(75.0) 113
74.7
95
127.8
84
104.0 110.6
21 Sept.’32
106.0
117.4
89.6
90.5 89.7 91.2
87.1
76
109.4
(72.6)
119
77.0
95
132.4
83
104.5 126.5
14Dec. ’32
102.2
112.1
78.2
85.1
87.9
91.4
85.0
77
106.7
(71.2)
119
75.4
92
125.6
78
100.0 139.5
11 Jan. ’33
1018
109.7
80.3
83.1
87.1 90.7
83.8
75
104.1
(70.9)
117
75.3
91
123.5
77
99.8
139.8
8Febr.’33
100.0 105.2
77.2
80.2
88.1
89.8 83.2
74
103.6
(70.4) 124
74.6
90
122.2
77
99.3
135.7
8 Mrt. ’33
99.2
105.1
–
–
87.2 88.0
84.1
72
103.6
(70.2) 123
73.5
90
122.5
72
100.6 134.0
5Apr. ’33
98.2
102.9
82.0
81.5
87.0 86.2
83.2
71
103.9
(69.2) 122
72.2
91
124.8
71
102;1
133.1
17 Mei ’33
103.1
112.5
104.5
87.9
86.1
86.0
84.8. 72
104.6
(67.2) 123
72.3
92
129.2
74
104.5 133.6
14Juni’33
105.5 115.0
110.6
92.1
87.0
86.9 85.4
73
104.6
(67.5)
123
73.1
91
132.3
72
105.6
135.7
12 Juli ’33
109.1
119.9
129.2
99.8 90.2 86.5 86.1
73
105.9
(67.7)
125
72.9
92
133.7
72
110.1
137.6
9 Aug.’33
107.6 118.6
122.1
101.9
88.6 86.4
86.7
73
106.6
(67.1) 126
72.2
91
134.6
71
108.4 136.0
6 Sept.’33
108.6
118.4 118.2
102.8
88.8
88.3 86.6
75
108.0 (65.0)
128
71.5
91
136.1
69
107.6 137.8
4 Oct. ’33
107.2 114.8 119.4
103.1
87.2 84.9 87.8
–
108.3
(65.0)
127
70.5
91
132.8
68
106.1
136.3
1 Nov.
1
33
105.9
114.4
114.0
104.1
86.5
84.3
88.3
76
108.9
(66.6)
128
‘69.9
91
130.0
68
107.3
135.0
13 Dec. ’33
105.3
114.8 117.0
104.4
87.2
84.5
88.4
77
109.3
(68.3)
129
69.8
91
132.0
67
107.8
132.6
31 Jan. ’34
108.8
118.0 124.8
105.6
87.2 84.4 88.5
79
111.3
(67.9) 130
69.8
92 133.8
68
110.3 132.6
28Febr.’34
109.1
121.3
128.0
107.9 86.1 84.1
88.0
80
111.2
(64.8)
131
69.6
91
133.5
69
112.6
134.1
28 Mrt.’34
108.3
121.4
127.5
107.3
85.9 84.2
88.1
79
111.7
(64.9)
129
68.9
91
134.1
68
112.5
133.7
25Apr.134
108.2
119.8 125.3
106.0
85.4
83.2
87.7
79
113.5
(66.5)
128
68.3
90
135.2
68
111.1
133.7
23 Mei ’34
108.2
121.4
128.8
109.5
84.7 83.9
88.5
77
113.2
(65.7) 128
67.7
89
133.8
111.1
133.1
6Juni’34
108.2 122.3
134.4
110.1
84.1
83.8 88.9
–
–
–
–
20Juni’34
108.1
123.4
133.9
113.1
82.7
83.9 89.6
114.0 ‘(65.6)
128
68.0
89
4Juli’34
107.7
123.2
133.4
112.8
82.0
83.7
90.1
18 Juli ’34
109.5
124.8
136.7
112.9
1
)
81.6
1
)
83.11)
90.8
1
)
i)
.ûeze cijfers
hebbeii
betrekking
op 11
Juli.
2)
Maandgemiddelden.
Cijfers tusschen
haakjes
goudpariteit.
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
651
verschillende invoerlanden individueel hadden ge-
nomen, hadden bijna alle tot een opvoering van den
binnenlandschen prijs boven den wereidmarktprijs
geleid. Daarom heeft de stijging van den tarweprijs
voornamelijk belang voor de uitvoerlanden. Doch en-
kele van ‘deze landen (Donaulanden en de Ver. Sta-
ten) hebben sterk onder de droogte geleden, waardoor
de oogsten kleiner zullen zijn dan het vorige jaar.
Deze prijsstijging is zonder twijfel van groot be-
lang, omdat de beperking van het aanbod van tarwe
op de wereldmarkt, als gevolg van de overeenkomst,
die in September 1933 te Londen is gesloten, de
prijsdaling niet heeft kunnen stuiten. Over de uit-
voering van deze overeenkomst, geeft de onderstaan-
de tabel, ontleend aan het Int. Landbouw Instituut,
uitsluitsel.
1
Quota’s
volgens de
1
Uitvoer
1
Saldo te ex-
porteeren
c
Aug. 1933/ van 1 Mei tot
overschot
van Londen1
April 1934
31Juli1934
op
1Mei 1934
in millioenen guintalen
54
39
.
15
59
Ver. Staten
13
7
6
55
Argentinië
30
27
3
31
Canada ……….
Australjë
29
17
12
32 Donaulanden
.
14
‘
9
5
6
Rusland en
andere landen
12
12
‘
0
3
Totaal….’
152
111
1
41
1
186
Gedurende dezelfde periode (Aug. 1933 t/m April
1934) bedroeg de invoer van tarwe in Europa 79
millioen quintalen; voor ‘de geheele campagne wordt
de invoer geschat op 102 miflioen quintalen tegen
122,1 millioen in 1932/33 en’ 166,8 millioen in
1931/32.
Deze afnemen’de invoer in Europa is, zooals reeds
meermalen opgemerkt, een gevolg van de uitbreiding
van de tarwecult
–
uur in de invoerlanden, die tot een
steeds toenemende productie heeft geleid. Tengevol-
ge van de droogte, zal ‘de Europeesche tarweproduc-
tie dit jaar echter geringer zijn dan in 1933. Het In-
ternationaal Landhouwr Instituu.t kom t, zeer aarzelend
geschat, tot een productie van 400 millioen quititalen.
Tarweproductiè van Europa (in mnillioenen quintalen)
1
Invoerlandeni Ijitvoerland.
1
Totaal
1924_’28
(gemid.)
1
253
94
1
374
1929
………….
292
103
395
249
121
370 265
126
391
1930
………….
328
77
405
1931
………….
1932
………….
350
122
472
1933
………….
1934
………….
310
1)
90
1)
400
‘)
1)
Zeer ruwe schatting.
De daling met 70 millioen quin talen t.o.v. 1933,
wordt ongeveer gelijkelijk door de Europeesche in- en
uitvoer]an’den gedeeld. De voor 1934 ‘geschatte pro-
ductie ‘is ongeveer gelijk aan den overvloedigen oogst
van 1932 en overtreft nog alle vroegere oogsten.
De markt voor
suilcer
toont nog altijd hetzelfde ge-
deprimeerde ‘beeld; lage wereldmarktprijzen en da-
lende uitvoer van Java. De moeilijkheden voor dit productieland ‘blijven nog steeds bestaan en licht-
punten vallen er nog niet te ontdekken.
De productie van suiker in Britsch-Indië daaren-
tegen ‘breidt zich nog steeds uit, zooals’ blijkt uit de
volgende tabel, ontleend aan Ozarnikow:
Typeerend voor den omvang, ‘die de bescherming
op de suikermarkt heeft aangenomen, is het feit, dat
de prijzen (in goud) een nieuw laagterecord hebben bereikt, terwijl de wereidvoorraden voor dit tijdstip
van het jaar (de suikervoorra’den vertoonen een sei-
zoensbeweging), lager zijn dan sinds 1930 is voorge-
Suikeri ndustrie van Br.itsch-Indië.
1
Prod. van witte suiker.
Totaal
tons
1produce
i
er
en
Fabrieken
welke suikeriwelke gurof
uit r
ruwe suiker
Uit riet
Oeraffin.
uit gur
i
raffineeren
1924125
33,805 33,593
67,398
23
13
1925126
52,990
38,409 91,399
23
19
1926127
62,941
58,085
121,026
25 22
1927128
67,648
52,055
119,739
26
19
1928129
68,050 31,038 99.088
24
14
1929130
89,768
21,150
110,918
27
11
1930 31
119,859 31,791
151,650
‘
29
10
1931132
158,581
69,539
228,120
32
17
1932133
290,177 80,106 370,283
57
27
komen. Zoolang de wereldvoorraden niet sterker ‘dalen
‘dan de inkrimping van de behoefte ‘op de vrije suiker-
markt, is met een aanzienlijk prijsherstel niet te
rekenen.
De prijs van
thee is
in den laatsten tijd gedaald,
hetgeen voor een deel als een reactie op een al te
sterke prijsstijging is te beschouwen. De ‘definitieve
cijfers van het eerste restrictiejaar toonen, dat het quotum door de deelnemende landen niet is over-
schreden.
Bruto uitvoeren in mili. lbs. van 1 April tot
31
Maart.
lUitgevoerd Toegestaanl Minder
Uitgevoerd
1933134
quotum
uitgevoerd
1
1932133
Nederl.-Indië.
136.1
147.6
11.5
186.6
Britsch-Indië
1)
317.8
320.6
2.8
378.8
Ceylon ……….
201.8
213.8
12.0
258.8
Totaal. .
655,7
682.0
26.3
824.2
1)
Alleen de uitvoeren over zee.
In ons vorig bericht vestigden wij, op grond van
de toen beschikbare cijfers, er de aandacht op, dat
Britsch-In’dië wellicht moeilijkheden zou veroorzaken.
Volgens de mede’deelin’gen van ‘de Ver. voor de Thee-
cultuur is in het quotum van Britsch-In’dië ad
325.205.563 lhs. ook de uitvoer over land begrepen.
Voor uitvoer over zee was aanvankelijk toegestaan
320.570.560 lbs., zoodat voor uitvoer over land geie-
serveerd was 4.635.003 lhs.; het is echter mogelijk,
dat de werkelijke uitvoer van Britsch-Indië over land
iets meer heeft bedragen.
Vergelijkt men ‘den uitvoer van ‘de aan de restrictie
deelnemende landen met de voornaamste buitenstaan-ders, •dan komt men tot het volgende resultaat:
Van 1 April tot
31
Maart.
(Uitv. in mill. lhs.) Stijging of
1932133 1933134
daling
])eelnemende landen …….
834.2
655.7
– 1.4 %
China, Japan en Formosa ..
134.6
142.1.
+ 5.6 %
968.8
797.8
– 17.7 %
Bij de beschouwing van ‘deze cijfers moet men er
rekening mede ‘houden, dat de ‘door de deelnemende
landen in het eerste restri’ctiejaar te weini.g uitge-
voerde hoeveelheid, in ‘het loopende restrictiejaar
mag worden geëxporteerd.
Eenige analogie met ‘de ontwikkeling op de rub-
bermarkt vddr het totstan’dkomen van de restrictie,
toont de markt van
cacao.
On’danks ‘de nog steeds on-
gunstige statistische positie van dit product, bewe-
gen ‘de prijzen zich op een niveau, dat ‘daarmede niet
in overeenstemming schijnt. Dit is een gevolg van
de maatregelen, ‘die in producentenkringen worden
overwogen om tot een internationale restrictie-over. een’komst te komen. Met het oog op het groote aan-
tal producenten is een schema, ‘dat gunstige resul-
taten ‘belooft, zeer moeilijk op te stellen.
Productie van metalen en andere grondstoffen.
De prijs van
tin
schijnt voorloopig het ‘hoogtepunt
te hebben ‘bereikt, ondanks het feit, dat het verbruik
volgens ‘de laatst bekende gegevens nog steeds de pro-
‘ductie overtreft.’
652
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
De sterke stijging van het verbruik is vooral een
gevolg van cle groote
vraag uit de Ver. Staten en
Rusland. De volgende
cijfers, ontleend
aan het In-
ternationaal Statistisch Tin Bureau, laten dit duide-
lijk zien.
Verbruik van tin voor cle twaalf maanden eindigende niet
April.
1932
1933
1934
Ver. Staten ……
50.730
37.090
58.352
Engeland ……..
21.762
17.478
20.563
Duitschiand ……
10.208
8.911
10.686
Frankrijk ……..
9.002.
9.393
9.925
Italië…………
3.516
3.711
4.069
1)
Rusland
……..
6.334
2.715
4.915
Britsch-Indië
2.307
2.137
2.000 ‘)
Totaal……
103.859
81.435
110.510
1)
Wereidverbruik
.
123.613
99.621
129.700
1)
i)
voorloopig.
De hufferpool, die ten
doel heeft groote prijsfluc-
tuaties
te voorkomen,
is
begin
Juli
definitief
tot
stand gekomen.
Belangrijk is, dat onlangs tot het internationale
tinkartel verschillende outsiders zijn toegetreden. Tot
de belangrijkste behoort zonder twijfel de Belgische
Congo, die voor toetreding tot de overeenkomst voor-
deelige voorwaarden heeft kunnen hedingen. Evenals
voor den Congo zal ook voor Fransch ludo-China het
toegestane qubtum van
1934
tot
1936
stijgen. De toe-
treding van Portugal en Coruwail is van minder be-
teekenis.
De prijzen val:E Amerikaansche
kctfoen
zijn in den
laatsten tijd meer gestegen dan die van andere soor-
te (Egyptische en Britsch-Iudische katoen). Dit is
een gevolg van de drastische productie-beperking, die de Amerikaansche regeerirug toepast op grond van de
Barikhead Cotton Control Act, volgens welke de pro-
•ductie dit jaar niet meer ‘dan 10 millioen balen mag
bedragen. Want niet alleen de bebouwde oppervlakte
– volgens ramingen bedroeg deze op 1
Juli 28.024.000
acres (het vorige jaar
40.852.000)
-, ‘doch ook aan
den totalen oogst is een limiet gesteld, om de inten-
VOORRAADSTATISTIEK VAN GROOTHANDELSARTIKELEN.’)
TIN’)
LOOD’)
ZINK
RUI3BER)
PETRO-
LEUM
STEEN-
SUIKER’)
KOLEN
KOFFIE
6
)
THEE
TARWE’)
KATOEN
10)
Wereld
I I
Kartel
Wereld
.
.
Vereen.
Europa
Wereld
Wereld7
LondenV
.
mster
.
d am
Wereld
Wereld
0
I
in 1000
bus
olE
o’..
Staten
3
oI
In
iocol
long-
in 1000 tons
in miii.
1.0
mmiii.
in miii.
inmili.
in mill.l
1fl
1000
kst.v. p1.
in miii.
in 1000
tons
1 1
barrels
tons.
tons
balen
lbs.
4
Kg.
qtrs.
.
balen
>
1925
17.1
11
–
–
1926
15.8
11
–
1927 15.6
11
543
5.7
1928
24.9
15
.
.
624
6.0
1929
32.4
18
334.5
4
630
5€
1930
46.6 29 90.5
479.9 69
603
17.4
1931
5.9.2
44
148.3
623.6
90
568
20.7
1932
55.9
56
177.0 148.6
611.8
92
525
20.E
1933
29.1 23
210.5
134.2
650.5
31
513
18.
Jan. ’32
60.4
60
156.4
189.3
646.6
99
547
20.7
Febr.
59.6
60
161.9
191.2
634.9
97
568
21.0
Maart
60.2
60
165.7
177.5
614.9
94
549
21€
April
60.5
61
165.3 177.5
614.7
94
570
21.(
Mei
59.4
59
169.1
174.4
621.8
95
571
21.(
Juni
58.2 58
176.8
167.8
585.2
89
538
21.
Juli
59.8
60
176.8
167.8
572.4
87
559
21.5
Aug.
56.7
57
173.4
163.2
589.0
90
560
21.1
Sept.
56.3
56
169.9
154.6
594.8
91
530
20.0
Oct.
56.1
56
167.1
154.6
598.7
91
526
20.(
Nov.
56.2
56 175.1
153.8
602.5
92
545
19.
Dec.
55.9
56
177.0
148.9
611.8
93
509
19.f
Jan. ’33
54.3
42 188.6
152.2
651.7
4
)
81
508
Febr.
52.7
41
194.7
150.0
642.9
80
503
19.
Maart
5]..7
40
198.7 151.3
642.2
80
510
20.
April
49.9
39
201.9
148.2 626.1
78
504
21.1
Mei
48.9 38
202.2
141.9
625.0
73
510
21.]
Juni
46.6
36
1.98.3
131.8
623.6
77
514
21.1
Juli
.44.9
35
180.6
128.1
616.9
77
521
.
21.(
Aug.
40.0.
31
170.1
125.5
602.6
75
530
21.
Sept.
35.9
28
175.1 129.2
616.7 77
530
20.1
Oct. 33.8
26
184.1
130.8
622.1
77
525
20.
Nov.
31.7
25
197.5
128.7
636.6
79
518
19.1
Dec.
29.1
23
210.5
134.2 650.5
81
513
18.1
Jan. ’34
28.4 22
214.8
139.9
650.8
81
5Ô7
18.1
Febr.
27.6
2
1
222.4
134.2
651.9
St
502
18.
Maart
24.4
19
227.7
123.8
652.0
81
April
22.4
18 244.6
113.8
649.4
81
Mei
21.0
16
670.6
83
Juni
20.1
16
‘) De cijfers hebben betrekking op liet einde van de maand (jaar) of het begin van de daarop volgende maand.
J)e visible supply volgens W. II. Gartsen (vroeger Ricard
en Freiwald). Het wereidverbruik bedroeg in 1932 ruim
117.000 ton.
Voorraden in de Ver. Staten en Engeland.
Wijnand & Keppler’s Rubberbericht. In Februari 1934 zijn
de wereldvoorraadcij Iers gewijzigd. De gewijzigde cijfers gaan
iiiet verder terug dan Januari 1933.
De wereidvoorraden
van vôÔr 1933 zijn dus niet te vergelijken met die vanaf 1933.
Zichtbare voorraden volgens Czarnikow.
3.3
13
9.68
50
187.3
31.5
5.635
26 3.2
12
.10.98
53
191.3
57.4 40.5 8.225
35
3.8
15
18.48
39
213.0
64.7
47.3 7.037 28
1
4.4 16
18.8
83
220.5
88.2 50.0 7.024 28
1
6.7
25 25.1
118
260.4
69.6 72.9
7.234
28
8.5
31
29.3
131
261.6
68.5 72.9
9.731
32 8.8
33
34.3
154
244.7
.89.4
.
76.1
10.709
48
1
8.9
33
28.4
121
285.8
64.2
74.1
10.807 49
1
8.3
31
269.8
75.2 66.6
10.240
42
8.3
32
34.4
146
248.3
83.4 79.0
10.742
48
1
8.4 32
34.2
146 240.4
80.2
76.5 10.613
48
1
8.6 33
34.3
146
213.3
75.9
74.5 10.243
46
1
9.0
34
33.4
142 171.2
71.7
66.2 9.462
42
1
8.7
33
30.7 131 182.1
73.6
61.0 8.849
40
1
8.3
32
29.1
126
182.2
72.0 55.6 8.281
37
7.8
30
–
–
183.9
75.4
51.0 7.682
34
7.9
30
–
–
202.7
92.5
53.0
7.546
31
7.2
27
–
219.1 79.0 62.2
8.239
34
1
7.8
29
29.1
126
239.0
61.1 66.1
9.552
39 9.0
3
28.8
123
263.8
61.7 65.7
10.778
44
i
8.9 34
28.4
12.1
285.8 64.2
74.1
10.807
44
i
8.6
32 27.1
115
295.5
83.9
80.4 10.832 45
8.5
32
25.4
108
292.1
98.6
77.6
10.365
43
1
8.9
34 24.7
105
275.6
95.9
72.2 9.866
41 8.8
33 23.7
101
262.4
96.8 65.3
9.362
39
1
8.4
32
21.8
89
257.4
114.2
59.4
8.661
36
7.9
30 20.9
89
244.8
115.3
57.3
.
8.038
33
7.5
28
20.3
86
234.4
119.1
57.5
7.510
31
7.3
28
20.2
86
235.1
106.0
60.3
7.088 29
6.4
24
21.3
91
235.3
96.1
64.5
7.871
32
1
7.8
29
22.5
96
248.3
89.2 64.6
9.253
38
8.4
32
22.6
96
254.5
94.0 62.6 10.842
46
8.3 31
7.7″
269.8 75.2
66.6
10.240
42
3
7.7
29
7.8″
275.1
81.1 72.8
9.764
40
7.6
29
7.6″
265.8
77.8 69.8
9.033
37
8.0
30
8.1″
251.5
69.8
66.6
8.546
35
8.2
31
16.5
8
239.2
84.8 61.9
8.026
33
8.0 30
222.0
88.2 58.0 7.406
30
212.2
83.7
6.948 29
8)
Statistiek
der firma
G. Duuring
&
Zoon.
Niet inbegrepen
de binnenl. voorr. in
Brazilië. SedertJuni
niet inbegrepen
de gouvernemnentsvoorraden van Sao Paulo.
Zonder
Rio.
Statistiek
van
George
Broomhali.
Zichtbare
voorraden
in de tweede
hand in
de
Ver. Staten en Canada, en in
de
voornaardste
havens
van Groot-Brittannië,
in Europa,
Ar-
gentinië
en Australië
eb
stoomende partijen.
Liverpool
Cotton Association.
De cijfers hebben betrek
king op
de voorraden
in
Engeland, op
het Continent, in de
Ver. Staten,
te Alexandrië,
te
Bombay en in
den Oriënt.
Zonder
Santos.
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
653
iveerihg. van de cultuur te voorkomen. Het vorige jaar zijn de restrictieplannen immers, voornamelijk
om deze reden, voor een belangrijk deel mislukt.
De lang verwachte restrictie van de productie
van
rubber
is in het afgeloopen kwartaal eindelijk
tot stand gekomen. De markt, die reeds langen ‘tijd
hierop geanticipeerd had, reageerde ‘dan ook met een
betrekkelijk geringe prijsstijging. Het nadeel van de
langdurige onderhandelingen is geweest, ‘dat de prij-
zen zich reeds langen ‘tijd op een niveau bewogen, dat
in normale omstandigheden (d.w.z. bij dezelfde pro-
ductie- en verbruiksvoorwaarden) niet mogelijk zou
zijn geweest. Mede door deren factor is de wereidpro-
ductie in de eerste 5 maanden van ‘dit jaar grooter
geweest dan ooit is voorgekomen.
Werciclprocluctie van plantage mb ber.
1927
1929
1932
1933
1934
Jan. tfm
Mei 243.971 351.765 297.693 302.405 456.194
De wereldproductie was dus in de eerste 5 maan-
den van dit jaar nog 153.789 ton •grooter ‘dan in het
recordjaar 1929. Onderstaande ‘grafiek laat van de
laatste jaren de ontwikkeling van den uitvoer van
rubber voor Ned.-Indië en Malakka zien.
70
65
60
t
i
45
/
4. _
1
PR5INDEX
I9
-103
25
J
/
V
oLKaic5auBe
_I
5
EXPORTIN NILL. l(C
1931
1932
1933
103h
De ontwikkeling op ‘cle wolmarkt toont een eigen-
aatdig beeld. Begin Januari van ‘dit jaar waren de
wdiprijzen sedert het dieptepunt bijna verdubbeld
(14.75 p. voor Mexico øp 1 Dec. 1932 tegen 27.75 p.
op 11 .J’an. 1934). Vanaf dit hoogtepudt zijn de prij-
zen gestadig blijven dalen en bereikten 12 Juli jl.
een noteering van 17.25 p. of 38 pC’t. lager dan in
het begin van di’t jaar. Deze prijsdaling is eenerzjds
een reactie op een te snelle prijsstijging, anderzijds
een gevolg van ‘de dalende behoefte. In Duitsohland
bestaat een verbod tot aankoop van buite.nlandsche
wol, tervijl in enkele andere landen (o.a. Italië) de
behoefte kleiner is dan het vorige jaar. Boven’dien
verwacht men, ‘dat de productie van wol in Australië
dit jaar grooter zal zijn dan in 1933.
Industriëele productie.
Terwijl ‘de internationale conjunctuur – handels-
en scheepvaartbeweging, kapitaalbeweging en prijzen
– nog geen werkelijk ‘herstel toont, zet ‘de verhete-
rin’g van ‘de conjunctuur zich in verschillende landen
voort. Tot deze landen behooren zoowel industriëeie
als gron’dstoffenleverende •lan’den. Vat het laatste
betreft, wijzen wij op de verbetering van de conjunc-
tuur in Zuid-Afrika, Australië, Canada en enkele
Zui’d-Amerikaansche staten. Iven min als echter in
de niet-uitgesproken industrielanden de ontwikke-
ling van ‘de conjunctuur uniform is — de agrarische exportianden lijden nog steeds onder de lage prijzen
en ‘de moeilijke afzetverhoudingen — evenmin is
zulks het geval met de industrielanden.
Hier is’ echter een duidelijke scheiding te maken
tusschen de landen, die den ‘gouden standaard heb-
ben verlaten en die, welke ‘deren ‘handhaven. Hoewel ook in enkele niet-goudianden in den laatsten tijd hier
en ‘daar een geringe terugsl’ag ‘heeft plaats gevon’den,
ligt het niveau van de in’dustriëele bedrijvigheid nog
aanzienlijk hooger ‘dan ‘dat van de goudlanden.
De gou’dlan’den lijden ‘tenslotte in wezen voor een
groot ‘deel on’der ‘dezelfde moeilijkheden, de gevolgen
van ‘de deflatie. Het is in deze landen tot dusverre
niet mogelijk geweest om de productiekosten voldoen-
de ‘bij de gedaalde prijzen op ‘de wereldmarkt aan te
passen. De nood in •deze lan’den wordt echter steëds
grooter en men ziet dan ook, dat in die landen, waar
vroeger veel werd verwacht van ‘de z.g. automatische
aanpassing, thans de Staat meer en meer een actieve
rol gaat spelen. Het is niet alleen Nederland, waar
‘de invloed van ‘den Staat allengs toeneemt. Ook in
België en voor een deel ook in Frankrijk is dit ver-
schijnsel waar te nemen.
In
België
heeft de regeering voor een periode van
zes maanden financiëele volmachten verkregen om •de
noodzakelijke verlaging van productiekosten tot itand
te brengen. Daarnaast wil de regeering door het
uitvoeren van openbare werken de bedrijvigheid sti-
muleeren. Tot ‘de verlaging van de pro’ductiekosten
behoort natuurlijk ook een verlaging van ‘de sta’ats-
uitgaven.
Dit punt vormt eveneens een belangrijk onder’del van ‘de conjunctuurpolitiek van
Frankrijk,,
•die ook
nog in een ander opzicht een wijziging ‘heeft onder-
•gaan. Tot dusverre heeft Frankrijk de gevolgen van ‘de wereldcrisis trachten af te weren door een rigou-
reuze beschermingspolitiek. De wijze, waarop o.a. de
landbouw, speciaal de tarwehouw, gesteund werd,
vormt hiervan een duidelijk voorbeeld. De bescher-
ming van de binnenlandsche markt verhinderde ech-
ter een daling van de kosten van levensonderhoud.
Ook cle bonen zijn dientengevolge in •de laatste jaren
slechts weinig gedaald. In ‘de laatste maanden is de
Fransohe regeering echter ‘den strijd tegen het starre
kosten- en prijspeil begonnen. Evenals in België en
Nederland, zal verder ook in Frankrijk de uitvoe-
ring van openbare werken ter hand worden genomen. Het plan van Marquet ‘beoogt een uitgave van Frs. 10
milliard in vijf jaren, welk bedrag door de sociale
verzekeringsfon dsen beschikbaar zal worden gesteld.
In
italië
is ‘de toest’an’d ook nog steeds ongunstig.
De goud- en •deviezenportefeuille was zoo sterk ge-
{laal’d, dat •de centrale ‘bank begin April tot ingrij-
pende maatregelen haar toevlucht moest nemen
(strenge contrôle op ‘de valuta, ‘deviezentoewijzingen
enz.). Kort ‘daarop volgden nieuwe deflatiemaatre-
gelen als verlaging van de salarissen van staatsamh-
tenaren, verlaging van ‘huren ‘en prijzen.
In
Zwitserland
blijven de moeilijkheden nog steeds
toenemen. Ook hier tracht •de regeering – reeds lan-gen tijd ‘door vermeerdering van protectie de gevol-
-gen van ‘de we:reldcrisis te verzachten, maar tegelij-
kertijd werd dientengevolg ‘de exportindustrie en
het vreemdelingenverkeer sterk benadeeld.
654
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
Hoewel in de industrielanden, die den gouden
standaard hebben losgelaten, de moeilijkheden nog allerminst uit den weg zijn geruimd, is ‘de toestand daar in elk geval beter dan in de genoemde landen.
Dit is vooral het geval in
Engeland,
waar het her-
stel nog steeds geleidelijk plaats vindt; het beperkt
zich voornamelijk tot de binneu’landsche markt. De
ontwikkeling van den uitvoer houdt geen gelijken
tred met ‘de stijging van de binnenlandsche productie.
Het omgekeerde verschijnsel is tot op zekere hoog-
te in
Zweden
waar te nemen. Daar is de uitvoer den
laatsten tijd sterker gestegen ‘dan ‘de vraag uit het
binnenland.
In ‘tegenstelling tot Engeland toont de conjunc-
tuur in •de
Vereenigde Staten
een onregelmatig beeld.
Zooals reeds meermalen in deze kolommen opgemerkt
is, werken de maatregelen van President Roosevelt
niet alle in dezelfde richting. Met •het oog op de ge-
compliceerde conjunctuurpolitiek is het geheel nog
steeds zeer moeilijk te beoordeelcn. In het overzicht van ‘de Vereenig’de Staten (zie blz. 687) hebben wij
op enkele gunstige verschijnselen de aandacht ge-
vestigd, doch tegelijkertijd op het kunstmatige ka-
rakter van andere maatregelen moeten wijzen.
Groote beteëkenis hechten wij vooral aan de wijzi-
ging van ‘de politiek van de N.R.A., een wijziging,
die waarschijnlijk een zekere mate van elasticiteit in
het economisch leven van ‘de Vereenigde Staten zal
herstellen. Hoewel het uiterst moeilijk is, om met
het oog op ‘de veelheid van conjunetuurmaatregelen,
die sedert Maart 1933 zijn genomen, de gevolgen van één bepaalden maatregel ‘te isoleeren, is in een recent
onderzoek zulks gedaan voor de politiek van de
N.R.A.
1)
Een van ‘de doeleinden ‘der N.R.A. was, zooals be-
kend, een verhooging van ‘de koopkracht van ‘de be-
volking, o.a. door het vaststellen van minimum loo-
nen. Uit de onderstaande ‘grafiek zou kunnen blij-
ken, ‘dat ‘dit ‘doel inderdaad voor een deel is bereikt.
2)
Industrieele
Preduclie
0
50
de1oon
–
50
/ _
40
JAN. FEB. FiRt APRIL MIJ
BEu
JUU AtJE, SEPt. Oct NOV.
DEC JAN FEB MRT APRI
1933
193’i
De genoemde schrijvers wijzen er echter op, dat
een groot ‘deel van de stijging van de uitbetaalde loo-
nen in den zomer van 1933 aan andere oorzaken kan
worden toegeschreven, zooals de an’ticipatie op de in-
flatie, of aan het vormen van voorraden, voordat een
stijging van de kostprjzen ‘tengevolge van ‘de N.R.A.
plaats von’d. Het is zelfs mogelijk, ‘dat •de terugsiag
in den herfst gedeeltelijk – misschien voor het
grootste deel – een gevolg was van •de N.R.A., voor-
al door de tendens ‘tot verhooging van ‘de kosten bij
marktverhou’dingen, die niet gunstig waren voor een
stijging van de prijzen. Het is mogelijk, dat het her-
1)
,,The N.R.A. and Business Improvement” door R. S.
Meriam en W. L. Crum in ,,The Review of Economie Sta-
tistics”.
) Deze grafiek is, evenals de volgende, op een logarith-
mische schaal geteekend.
stel sinds December heeft plaats gevonden, ondanks
‘de N.R.A., en dat •dit herstel grooter zou
zijn
ge-
weest, indien de industrie niet gebonden was aan de
codes.
Volgt men ‘de
lijn
van het aantal tewerk•gestel’den,
‘dan blijkt deze geleideljker te loopen, zooals de
zwarte vloeiende lijn in onderstaan’de grafiek laat
zien (de andere lijnen hebben betrekking op enkele
belangrijke industrieën).
Indexcijfers van het aantal tewerkgestelden
Voedingsm’15jtkVL
/
–
er
JNt FEB. MRT, A9RS. MEI .2551 JUU AUG,SEP
ØC
NOV DEC. JM4, FEB. MET
MEI.
033
Lt
De sterkere stijging van de uitbetaaide bonen dan
van het aantal tewerk’gestelden wijst op een loonstij-‘
ging. Volgens de genoemde
schrijvers
‘geldt ‘deze uit-
spraak alleen voor ‘de gemiddelde bonen, omdat de
vermeerdering van het aantal arbei•den’den voorna-
melijk kan ‘hebben plaats gevonden in industrieën
of beroepen, waarin reeds hooge bonen werden be-
taald. Tengevolge van boonverschillen kan de ver-
meerdering van het aantal tewerkgestelden in ‘de in-
‘dustrie als geheel zeer goed gepaard gaan met een
on’gelijlcmatige stijging van •de uitbetaaide bonen.
Belangrijk is verder, dat de stijging van het aan-
tal tewerkgestel’den (zie ‘de tweede grafiek) veel ge-
rin’ger is geweest dan die van de betaalde loonsom-
men. Voor zoover het doel van ‘de N.R.A. was om
werkloozen op groote schaal aan het werk te zetten, heeft deze politiek weinig succes gehad. Het schijnt gerechtvaardigd, te veronderstellen, aldus de schrij-
vers, dat de officiëele drang naar hoogere bonen en
an’dere veran’deringen, die •de kostprijzen doen stij-
gen, een groote belemmering voor een vermindering
van het ‘aantal werkzoekenden is •geweest.
Beschouwt men nog eens ‘de eerste grafiek, dan ‘blijkt,. ‘dat de bedrijvigheid sedert de N.R.A. haar
werkzaamheden aanving (Juli 1933) per saldo aan-
zienlijk is verminderd. In ‘de periode van ‘de grootste
daling (Juli tot November) stegen echter de uitbe-
taaide bonen, terwijl het aantal tewerkgestel’den iets
afnam.
Wij zijn ‘het geheel met genoemde schrijvers eens,
in’dien zij erop wijzen, ‘dat de stijging van ‘de bonen
op zichzelf geen bewijs is voor een herverdeeling van
rijkdom. Dit is immers een van ‘de sociale doeleinden,
die Pres’. Roosevelt nastreeft en ‘die in onmiddellijk
verband staan met ‘de koopkrachttheorie. Intusschen
zijn de bonen sterker gestegen dan de prijzen, waaruit
valt af’ te leiden, ‘dat het aandeel van de arbei’ders
in het totale inkomen is toegenomen. Dit verschijn-
sel ‘deed zich echter voor in een periode van afne-
mende bedrjigheid in de industrie, gevolgd door
een periode, waarin het herstel slechts langzaam
heeft plaats gevonden.
Bovendien is in ‘deze laatste periode (December
tot Mei) de regeering op ‘grootere schaal tot crediet-
expansie overgegaan; ‘het is daarom voor ons n’og een
open vraag, of dit ‘geringe herstel niet in hooge mate
kunstmatig is geweest. Zoolaxtg ‘de productiekosten
in een onevenredige verhouding staan tot de prijzen
is een permanent herstel van de industrie niet te
verwachten.
1
5C
ZWEDEN
”
”
ENGELAND
!”DENEMAI(EfJ’
,-‘
V
VE2.
5’TATEN
Iti
126
1Û(J
60
1929
1930
1931
1932
‘1933
193′
25 J’uli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTÂALBERICHT
655
Geld- en kapitaalmarkt.
De geidmarkt heeft zich na een zekere verstijving
in April in de voornaamste gel’dcentra, inzonderheid
in Londen en New-York, gekenmerkt door groote
geidruimte en door een lagen stand van het particu-
lier disconto.
Particulier Disconto.
Amster-
dam
..
Berlijn
Londen
New
York
Parijs
1928
….
4.18
6.54
4.16
4.10
3.02 1929
•…
4.82
6.87
5.31
5.03 3.44
1930
….
2.06 4.43
2.62
2.46
2.31
1931
•…
1.42
6.14 3.56
1.58
1;56
1932
….
0.85
4.95
1.94
1.26
1.31
1933
••. .
1.08
3.88
0.71
0.61
1.82
Jan.
’33
0.37
3.88
0.92
0.31
1.27
Febr
0.37 3.88 0.88 0.44
1.99
Maart
•
0.69 3.88
0.68
2.88
2.18
April
0.62
3.88
0.66
0.88 2.06
Mei
2.07
3.88
0.53
0.50
1.95
Juni
2.19 3.88
‘0.48
0.38
1.75
Juli
3.53 3.88 0.51
0.44
1.71
Aug
1.21
3.88
0.40
0.44
1.59
Sept
0.77
3.88
0.42
0.25
1.39
0.50
3.88
0.72 0.25
1.52
Nov
0.47
3.88
1.07
0.38
2.09
Oct……
0.50
3.88
1.22
0.60
2.36
Dec……
Jan.
’34
0.50
3.88
0.98 0.50
2.27
Febr.
0.75
3.88 0.94
0.50
2.72
Maart
.
1.23
3.88
0.94 0.36
2.88
April…
2.04 3.88
0.97 0.19
2.86
Mei
.
..
1.37
3.88 0.90 0.19
2.79
Juni
….
0.77
1
3.76
0.91
0.19
Evenals in het vorige kwartaal kan men ook in
dit kwartaal weder een voortgezette toenadering tus-
schen •de rente op de kapitaalmarkt en die op d’e
gel’dmarkt waarnemen. Allerwegen worden conversie-
transacties doorgevoerd tot rentetypen, waaraan. kort
geleden nog niet zou zijn gedacht. Mrkwaardi’g is
het zeker, dat dit proces blijkbaar geen verband houdt
met de vraag, of een land den gouden standaard heeft gehandhaafd •dan wel verlaten. In sommige goudlan-
den verloopt het conversieproces zeer bevredigend,
met name in Nederland, waar 4 pOt. Gemeentelee-
nin’gen thans boven pari worden uitgegeven en waar de provincies al reeds tot een 33I pOt. rentetype zijn
overgegaan. Doch daarneveus valt te wijzen op den eveneens zeer gunstigen loop van den rëntestand in
een aantal niet-goudlan’den, zooals Engeland, Zweden
en ‘de Vereenigde Staten. Omgekeerd zijn er .gou’dlan-
‘den, ‘die ondanks de recente koersstijging van obliga-
ties een minder gunstig fi’guur maken, zooals o.a.
België.
Men hoede zich dus ivel voor al ‘te krasse bewe-
FPANKPIJK
L
LA
BELGIÉ
T
-.
..
ITALIË
ringen ‘ten aanzien van het staan of vallen van het
openbaar crediet met ‘de goudhasis van ‘het ruilmici-
del; .de feiten nopen hier tot voorzichtigheid in de
beoordeeling en tot vermijding van niet aan de erva-
ringen in andere landen getoetste ,,Schlagwörter”, waarvan hier te lande nog al eens gaarne misbruik
wordt gemaakt. Voor het ‘overige verwijzen wij naar
onze beschouwingen over de conjunctuurlijnen van
Nederland, waar wij nog op ‘ditzelfde onderwerp
terugkomen.
Wat nu den omvang van de emissiebedrijvighei’d
betreft, zoo is ‘deze, afgezien van conversie-trans-
acties, in het afgeloopen kwartaal in de onderschei-
den landen niet bijzonder groot geweest met uitzon-
derin.g van ‘de ‘Tereenjgde Staten, alwaar de eniissies
van obligaties van ‘officiëele of semi-officiëele licha-
men de hoofdrol hebben gespeeld.
Blan’givekkend is thans de vraag, in ‘hoeverre de
dalende rentestand voor crediet op langen termijn,
welke toch in ‘de meeste landen onmiskenbaar valt
waar te nemen, stimuleerend werkt op de emissies
van ‘het particuliere bedrijfsleven. Eerst dan toch, wanneer de lage kapitaalrente invloed gat uitoefe-
nen op ‘den expansiedrang der ondernemingen, kan
men zeggen, ‘dat zich het begin eener opleving, die
sinds geruimen ‘tijd ree’ds in een aantal lan’den waar-
neembaar is, via de kapitaalmarkt doorzet en ‘daar-
door een meer duurzaam karakter verkrjgt.
Ons eigen land, waar men van eenige opleving
niet kan spreken, vertoont uiteraard in ‘dit opzicht
een teleurstellend beeld. In totaal werd hier te lande
in het eerste halfjaar van 1934 ‘geëmitteerd een be-
drag van
f
34.2 millioen tegen resp.
f
137.7 en 230.4
millioen in het eerste ‘halfjaar van ‘1933 en 1932.
Daarvan kwam onderscheidenlijk
f
7.3 millioen,
f 1.6
millioen en
f 1.0
millioe’n voor rekening van parti-
culiere ‘ondernemingen.’) De emissie van aan’deelen
‘bleef in het afgeloopen halfjaar tot een minimum
beperkt. Blijkbaar remt de bestaande wanverhouding
tusschen kosten en opbren’gst nog stee’ds iedere meer
belangrijke expansie van het ‘bedrijfsleven.
1)
Bij de scheiding van de emissies in die van particu-
liere fondsen en Overheidsfondsen hebben ivij de emissïes
van kerkelijke leeningen, de Bank voor Ned. Gemeenten en
de Mij. voor Gem. Crediet bij de Overheidsemissies gere-
kend; daarentegen hebben wij de uitgiften der spoorwe-
gen, die dichter dan de zooeven genoemde instellingen bij
het bedrijfsleven staan, bij ‘de particuliere emissies ‘onder-
gebracht, ondanks het feit, dat ‘men hier om, door de
staatsdividendgarantie met een semi-overheidsbedrijf te
doen heeft. Opgemerkt moge nog worden, dat van het be-
drag van f 7.3
ni’illioen aan particuliere emissies in
1934
niet minder dan
f 5.9 millioen voor rekening der spoor-
wegen kwam.
656
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25
Juli
1934
Aners is de toestand in Engeland en volgens
recente berichten ook in de Ver. Staten.
Met betrekking tot Engeland laten wij hieronder
een staatje volgen, ontleend aan het Juni-Julibericht
van de Midiand Bank.
Emissies in Engeland.
(in £ 1000.-J-.)
Eerste halfjaar van
Engeland:
1932 1933 1934
Openbare
lichamen
………….
28.767 23.677
10.348
Productie
…………………
15.295 18.969
19.795
Handel
……………………
3.576 9.689
10.832
Transport
…………………
4.117
3.102
1.570
Financiën.
…………………
2.617
2.282
4.540
Totaal ……..54.371 57.719 47.085
In proc. van het totaal bedrag aan
em.issies …………………..72.7
83.3
68.2
Britsch-Inclië en Ceylon:
Openbare lichamen……
…….. 4.532
4.746
–
Particulieren ……………….1.591
99
385
Totaal ……..6.123
4.845
385
In roc. van het totaal bedrag aan
emissies
…………………..
8.2 7.0
0.5
Andere Britse he bezittingen:
Openbare
lichamen
………….
13.443
2.324
8.934
Particulieren
………………
819
2.142
11.539
Totaal
……..
14.265
4.466 20.473
In proc. van het totaal bedrag aan
eniissies
…………………..
19.1
6.4
29.7
Buitenland:
Openbare lichamen …………..
–
965
–
Particulieren’
……………….
13
1.332
1.079
Totaal ……..13
2.297
1.079
In proc. van het totaal bedrag aan
emissies ……. …………….
–
3.3
1.6
Totaal exclusief Engeland ……..20.401 11.609 21.937
In proc. van het totaal ………..27.3
16.7
31.8
Totale emissies ……..74.772 69.328 69.022
Men ziet daaruit, dat het totale bedrag der emis-
sies niet is vermeerderd, doch zelfs verminderd. Wan-
neer men echter de emissies van het particuliere be-
dri.jfsleven uit het totaal licht, zoo ontwaart men, dat
deze een zeer aanzienlijke toeneming. vertoonen.
totaal geëmitt.
voor
rek,nirg Particul. in
O/o
In £ 1.000.-!-
totaal
le halfjaar 1932
74.772
28.028
37,5
le
1933
69.328
37.615
54,3
le
1934
69.022
49.740
72,1
Deze beweging is nog wel niet van dien aard, dat
daaruit reeds zeer ver. strekken.cle conclusies getrok-
ken zou mogen worden, doch te loochenen is het niet,
dat er op de Londensche emissiemarkt meer parti-
culiere bedrijvigheid is .dan tevoren •het geval was.
Volgens recente ‘berichte.n uit de Ver. Staten zijn
daar de verwachtingen ten aanzien van de emissie-
bedrijvigheid, in de komende maanden hoopvol. De
emissiebedrijvigheid schijnt ni. reeds een weinig toe
te nemen met betrekking tot particuliere onderne-
mingen, vallende buiten cle rechtstreeks door de Over-
heidsmaatregelen beïnvioede sfeer. In Juni wal er een
kleine stijging van de aandeelen-emissies, hoewel deze
nog •op een zeer laag peil is gebleven. Het wordt
intusschen niet onmogelijk geacht, dat de particuliere
enaissies na de verzachtingen in de Securities Act en
in:
de Beurswet, zullen stijgen en dat dus het begin
van verbetering verder zal aanhouden.
Meerdere levendigheid openhaart zich met betrek-
king tot de Ver. Staten ook in •de hankomzetten.
O’n’clerstaan’cl staatje, waarin de bankomzetten gesteld
iju naast de.opvraagbare deposito’s en waarin voorts
door de berekening vhn beider verhouding een beeld
gegeven is van de omietsnelheid van het girale geld,
‘geeft daarvan een indruk.
•
Bankomzetten Net demand
in inillioen
deposits in
Dollars millioen Dollars
Verhouding
1926
……..
50.663′)
13.007
1
)
3,90
1927
……..
56.155
13.316
4,22
1928
……..
67.200
13.469
4,99
1929
……..
77.919 13.504
5,77
1930
……..
55.163
13.576 4,06
1931
………
40.113
13.206
3,04
1932
……..
26.866
11.184
2,40
1933
……..
25.397
10.562
2,40
Jan
1933
……..
24.466
11.233
2,18
Febr…
……..
22.437
9.996 2.24
Mrt…
……..
22.062
9.745
2,26
April
………..
22.624
10.348 2,19
Juli
……….
31.232
10.475.
2;98
Jan
1934
……..
27.221
11.118
2,45
Febr…
……..
25.015
11.398
2,11
b{rt…
……..
29.685 11.794 2,52
‘ii
159
19991
955
1)
De jaarcijfers geven de maandgemiddelden aan.
Het ‘blijkt, dat de omvang der opvraagbare saldi
volgens de laatste gegevens sterk is toegenomen en
thans •op een veel ‘hooger niveau staat dan een: jaar
geleden. De politiek van verruiming der gel’dcircu-
latie, die in ‘de Ver. Staten wordt ‘gevolgd, heeft
daarop invloed gehad. Voorts bleek in. April ii. het
bedrag der bankomzetten zeer aanzienlijk te. zijn ge-
stegen en het reeds sterk verhoogde niveau van Juli
1933
te hebben bereikt. Het totaal blijft echter nog
verre beneden het niveau van een betrekkelijk nor-
maal jaar, als
1926.
Hetzelfde kan ook gezegd wor-
den van •de omzetsnelhei’d; deze neemt wel toe, maar
toch nog slechts in, zeer beperkte mate. D. ruime
crediet’basis, welke thans in de Vereenigde Staten
door de Regeeringspolitiek is geschapen, opent ech-
ter de mogelijkheid van belangrijke uitbreiding der
effectieve •geldcirculatie; ‘het gevaar is op den duur
grooter, ‘dat zulk een uitbreiding te snel., dan ‘dat zij
te langzaam zal plaats vinden. Voorshands echter
heeft men nog slechts met eene matige ver.grooting
der geldcirculatie te maken.
Zoo
zien wij in de Ver. Staten èn op ‘het gebied
der emissihbedrijvigheid èn op ‘dat der gel’dcirculatie
zekere teekenen van herstel. Wat zich daarentegen nog in het geheel niet herstelt, is •de internationale
emissiebedrijvighei d. Het volgende staatje toont zulks
duidelijk.
Buitenlandsche Emissies in millioenen Guldens.
Ver.
Staten
tann
GNeder-
land
1)
Zwitser-
land
T
0
aa
ie kwart. 1929
838 547
55
’31
1.471
2e
622
317
14
12
965
3e
164
132
25
10
331
4e
331
145
14
–
490
le kwart. 1930
804 402
.
65 14
1.285
2e
1.245 423
141
74.
,L8.83
3e
451
.
110 22
23
606
4e
354
382
15
.36
787
le kwart. 1931
385
292
8
12
697 2e
159
228
20
38
445
3e
126
36 8
–
110 4e
0.2
0.9
–
.
–
1
le kwart. 1932
2
57
–
36
.
95
2e
–
127
– –
127
3e
54.6
1
4 14
74
4e
‘
10.4
74 124
20
228
le kwart. 1933
–
33
–
19
–
52
2e
‘
–
66
– –
66
3e
–
172
–
–
172
4e
–
40
– –
40
le kwart. 1934
–
38
–
3
41
2e
,,
,,
–
52 0.7
–
52.7
1)
Buitenland en koloniën.
Het eeuige land, waar van eenige bedrijvigheid
sprake schijwt te zijn, is Engeland. In werkelijkheid
‘gaat het hier echtér in ‘hoofdzaak om emissies voor
‘
POMP STERLING
S
L;
M
IÇOPENRAGEH
1931
1932.
1933
1934
LAND
k
l
NEDERLAND
0,5
102Ç) 1030 1931
1932
1933
103/-,
25 TuIi 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
657
rekening ‘van koloniën en d’om’inions. De buitenland-
sche emissies in engeren zin hebben in de periode
Januari—Juni der laatste jaren in procenten van ‘het
totaal beloopen:
1932
………………….0 pCt.
1933
…………………3,3
1934 …………………1,6
De vraag, hoe het verder met de ‘bedrijvigheid op de emisiemarkten zal ‘gaan, hangt thans in de
eerste plaats af van de ontwikkeling in Engeland en de Vereenigde Staten en het schijnt’ ons niet te loo-
chenen, dat zich op dit gebied in die landen zekere,
zij het ook nog zwakke, lichtpunten voordoen.
Deviezenmarkt.
Op de deviezenmarkt vormen ‘de moeilijkheden van
Duitschland het ‘belangrijkste punt van het laatste
kwartaal. De afkondiging van het transfermoratorium
en de zwakke positie van ‘de Reichshank deden de
koersen van de onderscheiden soorten van Marken
dalen.
De verhouding van de valuta’s der Sterling-groep
onderging eenige wijziging ten opzichte van de goud-
landen en van den voorloopig ‘gestahiliseerden Dol-
lar, en wel in ‘dezen zin, dat •de koers van het Ster-liugbiok eenigszins daalde. In de Sterlinggroep zelf
zijn de verschuivingen slechts gering gebleven. De
Yen bleef in het laatste kwartaal betrekkelijk stabiel
ten opzichte der goud-valuta’s, ‘hetzelfde was het ge-
val met den Dollar. Onderstaande grafiek geeft van
een en ander een beeld.
Ontwikkeling van de koersen van enkele belangrijke valuta’s t.o.v. den Gulden.
anders, zoo zou terstond een wilde speculatie ont-
staan. Veel belangWekkender i het daarom,. te ver-
nemen, wat de autoriteiten in niet-goudianden heb-
hen ‘gezegd; deze toch ‘hebben t.a.v. dit punt de noo-
dige vrijheid van uiting. Het heeft ‘de aandacht ‘ge-
trokken, dat de heer Neville Chamberlain nadrukke-
lijk heeft verklaard, dat de voorwaarden, waarop En-
geland tot den gouden standaard zou kunnen terug-
keeren, nog niet vervuld zijn en dat daarom voors-
hands moet worden vastgehouden aan ‘de huidige mo-
netaire politiek, waarbij Engeland zich zeer wel heeft
bevonden.
In de laatste maanden hebben wederom enkele niet
onaanzienlijke ‘gou’dverschuivingen plaats gevonden. Het volgend staatje ‘geeft •daarvan een beeld.
Totale goudvoorraad
begin begin ± begin Juli
April
Juli t.o.’. beg. Apr.
Nederland
1
mili………
786 847
+
7,8
0/
Duitschiand R.M. mili
231
70
–
69,7
0/
Frankrijk fr. milid…….
74,8 79,7
+
6,6
0/
Engeland
£
mill………
191 191
–
Vereen. Staten
$
mill …..
4.343
4.808
+
10,7
0
/0
‘
België
Ir.
milld.
. .. .. .. .
13,5
.13,2
–
2,2
0/
Zwitserland Ir.
mill.
. .. .
1.710
1.637
–
4,3 o,’
o
Inzonderheid trekt ‘de sterk verzwakte positie van
Du’itschland ‘de aandacht. Verder is de goudvoorraa’d
van Zwitserland ook in het tweede kwartaal blijven
dalen. Daarentegen is de goudvoorraad van De Ne-
derlandsche Bank ‘in ‘de laatste maanden toegenomen
en is dientengevol’ge weer grooter geworden dan die
van Zwitserland.
Goudvoorraad van centrale banken in Nederland en
Zwitserland in millioenen Guldens.
De vraag ,,handhaving van de bestaande goudbasis
of devaluatie” werd in ‘de afgeloopen maanden in
vrijwel alle landen met meer of minder openhartig-
heid besproken. Inzonderheid hebben in Frankrijk de
uitlatingen van oud-minister Reynau’d de aandacht getrokken. De officiëele ‘instanties der goudlanden
hebben uiteraard doen weten, ‘dat aan ‘de bestaande
goudbasis zal wor.den vastgehouden. Dergelijke uitin-
gen zijn weinig belangwekkend, om de eenvoudige
reden, dat ‘door de regeering van een ‘goudlau’d nooit
iets anders
kan
worden gezegd, ‘dan :dat men aan de
bestaande goudbasis zal vasthouden. Zeide men iets
In Amerika werd ein’deljk ‘de zilverwet van Roo-
sevelt aangenomen. De strekking daarvan vindt men
uiteen’gezet in de hierna volgende behandeling van de
Amerikaansche crisis-wetgeving. Op den goudprijs van het zilver heeft ‘deze wet voorshands nog ‘geen
invloed geha’d, zooals uit onzen hierachter gepubliceer-
‘den staat van groothan’delsprijzeu moge ‘blijken.
658
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25
Juli 1934
LIJNEN BETREFFENDE DE CONJUNCTUUR IN
NEDERLAND.
(Samengesteld in overleg, met het Centraal Bureau
voor de Statistiek te ‘s-Gravenhage.)
Inleiding.
De conjunctuur in Nederland beweegt zich nog
steeds op een zeer laag niveau, dat weliswaar iets ligt
boven het laagtepunt van 1932/’33, maar dat nog
steeds door een toestand van ernstige depressie is ge-
kenmerkt. De geringe teekenen van herstel, ‘die wij
soms konden constateeren, zijn niet anders te be-
schouwen dan als tijdelijke en partiëele verbeterin-
gen. De fundamenten, waarop een blijvend herstel in ons land zich moet baseeren, zijn nog niet aanwezig.
Weliswaar is het aanpassingsproces in verschillende
deelen van onze volks’huishouding in vollen gang,
maar ons kostenpei’l blijft nog steeds, vergeleken met
dat van de niet-‘goudlanden, veel te hoog; •de prijzen
van ‘half- en ein’dfabrika’ten, vooral op de wereld-
markt, zijn nog te laag om een.rentabi’liteit van ons
bedrijfsleven in zijn geheel te waarborgen.
Dit on’gunstige verschijnsel, waarop wij reeds ‘her-
haaldelijk de aandacht hebben gdvestigd, is nog eens
met cijfers aangetoond in ‘de ,jaarverslagen van de
specifiek Nederlandsche ondernemingen, ‘die in de af-
geloopen maanden zijn verschenen. Daarbij moet men
niet uit het oog verliezen, dat een aantal onderne-
mingen nog over reserves ‘hebben beschikt, die haar
in staat stel’den, de crisisperiode ‘tot dusverre ‘door te
komen. Doch de overbruggingsperiode (periode, die
verloopt tusschen het oogenblik, waarop ‘de verliezen
beginnen, tot het oogenhlik waarop weder winst ‘ge-
maakt wordt) wordt steeds langer en dit heteekent
een verdere in’tering van onze reserves. Hier en daar
zijn deze reserves reeds uitgeput of beginnen zij haar
einde te naderen. Het verschijnsel van het sli,iiten
van ondernemingen
eh
van uitstel van betaling, wijst erop, dat het proces van afbraak nog steeds in vellen
gang is.
Scheen het op gron’d van de gegevens van het eerste
kwartaal van 1934, ‘dat ‘de daling van onze uitvoer-
waarde, bevrijd van snizoensschommelingen, tot staan
was ‘gekomen, het afgeloopen kwartaal toont weder
een, zij het ook uiterst geringen achteruitgang. Wat
dan ook de huidige situatie betreft, zouden wij, zon-
‘der groote wijzigingen, hier de uitvoerige heschou-
vingen kunnen herhalen, die in het Kwartaalbericht van 17 Januari ji. zijn gepubliceerd.
Intussehen moet met twee gunstige factoren reke-
n’iog worden gehouden. De eerste factor is de kapi-taairente, die na ‘de met groot succes doorgevoerde
conversies van Nederlan’dsche en Nederlan’dsch-In-
clisehe leeningen, zich thans ook op andere ‘gebieden
dan dat van overhei’dsleeningen in dalende richting
beweegt. Voor het ‘bedrijfsleven kan de ‘dalende ka-
pitaalreiite echter eerst ‘clan ten volle effectief wor-
den, indien ook andere voorwaarden zijn vervuld;
naast verlaging van ‘de kapitaalrente toch zal veelal
nog verdere loonsverlaging noodig zijn; voor ‘de uit-
voerhedrijven ‘doen de talrijke han’de’isbelêmmeringen
nog steeds haar na’deeligen invloed ‘gevoelen, terwijl
ook de huidige omvang van den land’bouwsteun niet
hevp.rderlijk is voor het aanpassingsproces in de in-
d ustr,i e.
Een anderen factor, die gunstig kan werken, vormen
de plannen over ‘de besteding van het
f
60 millioen
Fonds. Met ‘de uitvoering van de verschillende pro-
jecten, ‘die op ‘het oogenblik worden uitgewerkt, zal
waarschijnlijk in het najaar worden begonnen. Hoe-
vel ‘de invloed van deze werkzaamheden op de alge-
meene bedrijvigheid moeilijk is na te gaan, zal deze werkverruimingspolitiek zonder twijfel op verschil-
lende ‘deden stimuleeren’d kunnen werken, resp. een
verdere afbraak verzachten of tegenhouden.
Nederland staat met ‘deze politiek niet alleen. Ook enkele andere ‘goudlanden, die tot voor kort afkeerig
waren van het uitvoeren van openbare werken als
middel tot crisis’bestri.jding (Frankrijk en België)
hebben tot deze politiek hun toevlucht genomen. In
‘dit verband is het van belang na te gaan, hoe de
positie van Nederland op het oogeublik t.o.v. die van
andere landen is. Wij zullen daartoe vijf gebieden
onderzoeken, t.w. de ontwikkeling van de in’dustriëeie
productie, de werkloosheid, onze positie in het inter-
nationaal ‘handelsverlceer, de beweging van de prijzen
en ‘den toestand op de kapitaalmarkt.
De conjunctuur in Nederland vergeleken met
die in andere landen.
Industriëele productie.
Hoewel in Nederland ‘geen pro’ductie-in’dices ‘be-
staan, kan men ‘de ontwikkeling van de bedrijvigheid in de industrie benaderen ‘door gebruik te maken van
den index van den invoer van grondstoffen, zooals
‘deze ‘door ‘het Centraal Bureau voor de Statistiek
wordt berekend. Deze index is in onderstaande tabel vergeleken met de productie-in’dices van de belang-
rijkste industrielanden, waarbij een indeeling ‘is ge-
maakt naar landen, die al ‘dan niet den gou’den stan-daard handhaven.
Bij
‘de ‘heoor’deeling van on’der
staande ‘gegevens moet intusschen worden bedacht, dat in ‘sommige landen, met name in ‘de Ver. Staten
en Duitschland, krachtige pogingen van Overheids-
wege zijn aangewend tot verruiming der effectieve
gel’dcirculatie, inzonderheid ‘door het verstrekken van
met Overheidsgeld gefinancier’de opdrachten aan het
bedrijfsleven, hetgeen voorshands de economische
activiteit sterk heeft ‘beïnvloed.
,Productie-indices voor de periode van Oct. tjm. Maart.
1929130 1930,31 1931132 1932133 1933134
Nederland
1)
……100.0
81.0
71.2
08.7
70.0
België ……….100.0
81.7
75.3
72.6
72.0
2)
Frankrijk………100.0
93.7
75.5
69.9
74.1
Italië
……….100.0
90.8
84.4
80.7
84.4
2)
Engeland ……..100.0
79.2
81.0
78.1
89.0
Zweden ……….100.0
85.8
62.4
61.7
71.6
Ver. Staten ……100.0
78.7
63.9
57.4
72.2
Duitscliland ……100.0
75.0
60.9
65.0
80.4
Japan ……….-
–
100.0 118.5 133.3
2)
Import grondstoffen.
Oct. 1933/Febr. 1934.
Hieruit ‘blijkt, .dat voor de goudiancien, vooral Ne-
derlan’d, ‘de productie-in’clices der laatste kolom over
het al’gemeen ‘ongunstiger zijn, dan voor de niet-goud-,
landen. Neemt men als basis van vergelijking ‘de
periode, waarin voor ieder land het laagste punt be-
reikt is, dan ‘geeft België het ongunstigste beeld ‘te
zien, gevolgd door Nederland, waar het herstel slechts
van beperkten omvang is gebleven en in elk geval
kleiner was dan in ‘cle andere goucllau’den, Frankrijk
en Italië. Doch ‘het herstel in ‘deze landen is weer
veel kleiner geweest ‘dan in de niet-goudlanden. In
‘deze ongelijke ontwikkeling van ‘de in’dustriëele be-
‘drijvighei’d van de ‘goud- en niet-goudlanden, is blij
–
kens de meest recente gegevens, nog geen verande-
ring ingetreden.
Werkloosheid.
Het beeld van ‘de werkloosheid is, z’ooals vanzelf
spreekt, wat de algemeene ‘tendens betref’t, met het
voorgaande in overeenstemming. Voor het verkrijgen
van vergelijkbaar materiaal konden wij echter niet
verder teruggaan dan 1931/’32 (zie volgende kolom).
De werkloosheid is in’ alle landen, met uitzonde-
ring van Frankrijk, ‘gedaald. In ‘de goudlan’den is deze
daling echter van veel geringeren omvang gebleven
dan in de niet-gou’dlan’den. Een opvallend sterke da-
ling vindt men in die landen, welke groote werkver-
schaffingsmaatregelen ‘hebben genomen. Zooals reeds
opgemerkt, heeft de groote werkloosheid in enkele
gou’dlan’den (Nederland, België en Frankrijk) nu ook
geleid tot plannen voor het uitvoeren van openbare
werken.
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
659
Indexcijfers van de Werkloosheid (Oct. t/m. Mrt.).
Kosten van Levensonderhoud (Oct. t/in.
Landen.
1
1931132
1
1932133
1
1933134
1
Landen.
1
1931132
1
1932133
1
1933134
Goudiancien.
100.0
127.1
121.9
100.0
115.6 109.7
100.0
154.2
161.9
100.0
136.5 132.6
100.0
112.6
109.6
.
iTjat_Goudl(,laden
Nederland
………….
België
…………….
100.0
101.8
85.2
Frankrijk
…………
Zwitserland
………..
100.0
13 1.6
102.6
Italië
……………..
100.0
1.1.9.4
1.04.8
Engeland
…………..
100.0
115.0
112.2
Denemarken
………..
Zweden
…………….
100.0
115.3
98.6
Noorwegen
…………
Ver.
Staten
…………
100.0
65.8
52.3
Japan
……………..
Duitschlancl
………..
100.0
111.0
50.0
Prijzen.
De ‘goudlan’clen zijn er nog steeds niet in geslaagd
het vraagstuk van de wanverhouding tussche.n prij-
zen en productiekosten op te lossen. Dit probleem is
in het bijzonder acuut voor de exportindustrie, om-
dat het grootste deel, van de productiekosten in de
niet-goudlanden, vergeleken met die in de goudian-
den, met 30 of meer pOt. in goud is ‘gedaald. Dit
geldt niet alleen voor ‘de vaste kosten, maar ook voor de bonen. Deze achterstand is door de loonsverlaging
hier te lande slechts voor’ een gedeelte ingehaald.
Slechts in de Vereenigde Staten zijn de bonen, voor
zooverre wij kunnen nagaan, sterk gestegen. Alleen
voor de grondstoffen enhaiffabricaten, die uit het
‘buitenland worden betrokken, hebben de exportin’dus-
trieën in ‘de niet-‘goudlan’den ‘geen voorsprong op de
goudianden. Van ‘den loop van de kosten van levens-
onderhoud ‘geeft het staatje bovenaan de volgende
kolom een beeld.
Bij vergelijking van deze gegevens moet men er
rekening mede houden, dat de kosten van levenson-
‘derhoud in de niet-goudlanden, in gou’d uitgedrukt,
– en dit is een belangrijke maatstaf voor beoordee-
iin.g van de positie van deze landen op de wereld-
markt – evenveel lager zijn als de depreciatie van
de betreffende valuta ten opzichte van de goudvalu
ta’s bedraagt.
Vat men dit voldoende in ‘het oog, ‘dan is de bui-
tengewoon o.ngunstige positie van Nederland duide-
lijk. Afgezien van een voordeel van 30 tot 40 pOt.
in verband met de ‘depreciatie, zijn in landen als Engeland, Zweden en Noorwegen de kosten van
levensonderhoud in een periode, dat de concurrentie-
strijd zich ‘buitengewoon heeft verscherpt, sterker ge-
daald •dan in Nederland.
Gondlanden.
Nederland …………
100.0
97.2
99.2
België ……………
100.0
97.5
04.3
Frankrijk …………
100.0
98.2
99,4
Zwitserland ……….
100.0
92.5
90.4
Italië
…………….
100.0
102.4
99.2
Niet-Goudlandn.
Engeland …………..100.0
94.1
94.5
Denemarken ………..100.0
101.0
105.8
Zweden …………….100.0
97.8
97.5
Noorwegen …………100.0
98.5
97.2
Ver. Staten …………
1.00.0
. 90.0
94.7
Japan …………………
100.0
102.8
ht
Duitschnd
…………100.0
92.4
94.5
Handelsbeweging.
Het behoeft ‘dan ook ‘geen verwondering te wekken,
dat de goudianden den concurrentiestrijd op ‘de wereld-
markt niet meer kon’den volhouden en langzamer-
han’d terrein moesten verliezen. De sterke daling van
de ui’tvoerwaarde van Nederland in ‘de laatste jaren
kan, behalve natuurlijk met de talrijke handelsbelem-
meringen, ook in rechtstreeksch verband gebracht
worden met de ‘verminderde concurrentiekracht (zie
de tabel onderaan ‘deze pagina).
Te midden van de ‘gou.dlanden neemt Nederland
een ongunstige positie in, terwijl inzonderheid de
positie van Zwitserland is verbeterd.
Na correctie op basis ‘der groothan’clelsindices geldt
dit laatste ook voor België. Beschouwt men den sterk
geclaalden uitvoer van Italië, ‘dan ligt het voor •de
hand om te veronderstellen, dat de sterke vermiiide-
ring van ‘de ‘goud- en ‘deviezenportefeuille hiervan een
gevolg is. Het is zeker opmerkelijk, ‘dat de positie van
Duitschland en Italië, landen, waar het protectionis-
me ‘de laatste jaren steeds grootere afmetingen heeft
aangenomen, en waar de Staat, afgezien van Rusland
en de Vereenigde Staten, ‘grooten invloed heeft op het
economisch leven, in het internationale ruilverkeer
meer en meer is verzwakt.
Onder de niet-gou’dlanden trekt ‘de sterke stijging
van den uitvoer van Zweden de aandacht. Dit land
profi’teert thans van het herstel van ‘de industriëele
bedrijvigheid in een aantal landen, ‘daar het enkele
belangrijke grondstoffen en ‘halffabricaten exporteert.
Bij de Vereeui.gde Staten nïoet men er rekening
mede houden, ‘dat ‘de Dollar intussehen is geclepre-
ciëerd, zoo’dat de vergelijking op ongelijke groothe-
‘den is gebaseerd. Hetzelfde is tot op zekere hoogte
het geval met ‘de andere niet-goucllanden, daar de he-
treffende valuta’s sedert de periode Oct. 1931 t/nl.
Maart 1932 verder zijn gedepreciëerd. Ook al houdt
men ‘hiermede rekening, ‘dan blijft echter het groote
voordeel van ‘de niet-go udlande ii (met uitzondering
van Denemarken) t.o.v. ‘de goudilanden bestaan.
Jndexcijfers van de waarde van den uitvoer in de periode Oct. ‘t/m. Maart
Ongecorrigeerd
Gecorrigeercl met indexcijfers der grooth andeisprijzen
Gecorrigeercl met inclexcij’fers
der kosten
v.
levensonderhoud
Landen.
1931132
1932133
1933/34
1931/32
1932133
193334
1931132
193233
1933134
Goudianden.
100.0
78.11
67.7
100.0
88.5 74.2
100.0
81.5
69.1 België
……………’
100.0
76.7
76.6
100.0
83.9 90.7
100.0
78.8 81.3
100.0
78.5 77.0
100.0
85.9 85.6
100.0
83.2 84.5
Zwitserland
………..
100.0
75.2
79.4
100.0
84.2 89.3
100.0
81.3 87.6
Italië
……………..
100.0
76.4 64.5
100.0
83.2
74.7
100.0
81.9
71.4
Niet- Goucilanden.
Nederland……………
100.0
97.1
102.4
100.0
104.6
104.2 100.0 100.9
105.9
Frankrijk
………….
100.0
92.6 94.3
100.0
90.3
85.5
100.0
91.4
88.8
100.0
90.7
107.0
100.0
92.6
105.6
100.0
92.4 110.8
Engeland
…………..
J)enemarken
………..
100.0
102.4 104.8
100.0 101.6
104.1
100.0
104.1
107.7
Zweden
…………….
Noorwegen
………….
100.0
72.5
105.5
‘
100.0
79.7 99.8
100.0
80.4
107.1
Ver.
Staten
…………
Japan
……………..
100.0
168.9 195.2
100.0 145.4 169.6
100.0
‘
157.8
177.3
Duitschland
………..
100.0
68.0 60.8
100.0
75.7
65.1
100.0
73.5
64.3
660
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
Indexcijfers van de koersen van obligaties
(Oct. tm. Mrt.).
t)
Landen.
1931132
1932133
1933134
Goudlanden.
100.0 111.9
112.2
100.0
98.6 99.3
100.0
94.0
86.1
100.0
.
104.0
107.6
Frankrijk
………….
100.0
105.5
96.0
Nederland
…………
Italië
……………..
Zwitserland
…………
Niei-Goudlanden.
België
…………….
100.0 111.4 117.0
100.0
113.0
123.2
100.0
Engeland
…………..
Zweden
…………….
100.0
98.3
105.3
Noorwegen
…………
Ver.
Staten
…………..
Duitschiand
…………
100.0
100.0
115.8
1)
Berekend op grond vaii de gegevens van het Institut
für Konjunkturforschung.
Kapitaalmarict.
Een vergelijking van de kapitaalrente in de goud-
en niet-goudlan’den bevestigt ‘het beeld, dat de boven-
staande gegevens toonen. Want ook op ‘dit gebied zijn de niet-goii’dlan’den in het voordeel. De daling van de
kap’itaalrente heeft zioh in deze landen vrijwel zon-
der onderbreking voortgezet.
Intussehen dient men zich ervoor te hoeden alle
gouc landen over één kam te scheren; ‘de onderlinge
verschillen toch zijn zeer groot; in dit verband dient
op de gunstige positie van Nederland te worden ge-
wezen.
Want in ‘dit opziebt kan ons land een vergelij-
king met de niet-goudlanden ten volle doorstaan.
Industriëele bedrijvigheid.
De bedrijvih&id in ons land beweegt zich, af-
gaande op ‘de werkloosheidscijfers, sedert het midden
van 1933, op een vrij stabiel niveau, indien men
althans rekening houdt met de seizoeüsschommelin-
gen. Dit blijkt niet alleen uit •de gewone grafiek
van ‘de in’dustriëele bedrijvigheid, maar ook uit de
volgende grafiek, die wij voor het eerst opnemen.
In deze grafiek is de verandering van de werk-
Stijging (+) en daling (—) van dc werkloosheid per maand
vergeleken met dezelfde maand van het voorafgaande jaar.
loosheid in een bepaalde maand aangegeven ten op-
zichte van ‘de overeenkomstige maand van het jaar
tevoren. Zoo’doende worden ‘de seizoensschommelingen
ook, zij het weliswaar op ruwe wijze, •geëlimineerd.
Volgens :deze ‘grafiek was de stijging der werkloos-
hei’d van het midden van 1931 tot het midden van
1932 het grootst (groote werklooshei’d in het bouw-
bedrijf) om daarna geleidelijk af te nemen. In de
periode van Juli t/m. November 1933, is de werk-
looshei’d kleiner dan in de ‘overeenkomstige periode
van 1932. Daarna volgt weder een stijging in De-
cember 1933 als gevolg van de kou’de. De gunstige ontwikkeling in ‘de eerste drie maanden is ten deele
als een reactie op deze maand te. ‘beschouwen, want
het gunstige verschil wordt steeds kleiner en in April
11. (het laatst bekende
cijfer)
is de werkloosheid we-
der grooter dan ooit ‘in deze maand is voorgekomen.
De voorloopige cijfers betreffende ‘de latere maanden
wijzen in dezelfde richting.
De stijging van de werkloosheid in April is o.a.
veroorzaakt ‘door ‘de conjunctureele
stijging
van de
werkloosheid in de steenkolenmijnen en in het ver-
keerswezen, sedert het begin van het jaar, terwijl in
de textiel- en de kleedingindustrie ‘de toestand in
April plotseling een ongunsti’ge wending heeft
genomen. Daarentegen is een uitgesproken ‘herstel in
de diamantindustrie op te merken, hoewel ‘de werk-
looshei’d daar nog steeds zeer ‘groot is.
Handelsbeweging.
De ontwikkeling van onzen buitenlandschen ‘han-del gedurende de laatste drie maanden demonstreert
‘de ‘groote
moeilijkheden
en bezwaren, waartegen ten-
densen tot een ‘gering herstel opbotsen. In ons vorig
Kwartaalbericht wezen wij erop, dat het eerste kwar-
taal van 1934 een verbetering te zien gaf van de
waarde van den uitvoer, wanneer deze op seizoensin-
vloeden was gecorrigeerd. Deze verbetering heeft
geen voortgang ‘gemaakt; een nieuwe teru’gslag heeft
weliswaar niet plaats gevonden, doch van een ‘gelei-
delijke stijging is nog geen spra’ke. Dit blijkt ook uit
de beken’de spiraal-grafiek, ‘die nog steeds een ach-
teruitgang toont.
Wij geven hieron’der ‘de totale cijfers van de Ne
derlandsohe handelsbalans, die een en an’der aan-
toonen.
Waarde in
1932 1933 1932 1933 1934 1934 1934
mill. Guldens eerste helft le kw.
2e kw.
Invoer
. . . 1299,4 1209,2 676,5 562,9 538,2 276,3 261,9
Uitvoer . .
846,1 725,8 417,8 355,5 338,7 167,8 170,9
Perc.
.inv./uitv.
65,1′
60,0 61,8 63,1 62,9
60,7
65,3
De in- en uitvoer waren in ‘de eerste helft van 1934’
nog kleiner dan in 1933, tenminste wat de waar’de
betreft. De verhouding van invoerwaarde tot uit-
voerwaarde was voor ons land iets ongunstiger ‘dan
in ‘de eerste ‘helft van ‘het vorige jaar. Doordat ech-
ter de invoer in ‘het tweede kwartaal van 1934 be-
langrijk verminderde, vermoedelijk hoof’dzakeljk
100
~mmm”
mm
25 3u1i 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTATALBERICHT
661
t
19
9O
JULI
‘AAPD
W’
LXN
OEI
NED[RL, UIT VO[
MILL.CLn
doordat men aan het eind van 1933 de voorraden :h
a
d
aangevuld met het oog op de komende omzet’belas-
tinig, misschien mede door de verscherpte contingen-
teering vanaf het begin van ‘dit jaar, was •de verhou-
ding tusschen uitvoer- en invoerwaarde in het tweede
kwartaal ‘gunstiger ‘dan in een ‘der perioden na 1932.
Nam de invoerwaarde in het tweede kwartaal van
dit jaar ‘duidelijk merkbaar af, de waarde van den uit
voer was iets grooter dan in het voorafgaande kwar-
taal. Corrigeert men de cijfers van •de uitvoerwaarde
op seizoensschommelin’gen, dan wordt ‘de volgende
reeks gevonden.
1933
1934
(in millioenen guldens)
le kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw.
le kw. 2e-kw.
192
186
177
171
181
180
Wat ‘den invoer betreft, zullen de komende maanden
aarrtoonen, waaraan ‘de ‘vermindering daarvan ‘hoofd-
zakelijk is toe te schrijven. Was •de vermindering
tijdelijk, dan ‘heeft vermoedelijk ‘de komende omzet,
belasting en ‘de daarop volgende reactie de vermin-dering veroorzaakt; blijkt zij van blijven’den aard te
zijn, dan ‘hebben de contingenteerin’gen en uiteinde-
lijk ook ‘de afneming van ‘de koopkracht onzer volks.
gemeenschap hierop een ‘grooteren invloed uitgeoefend:
De cijfers van den uitvoer van eenige ‘belangrijke
agrarische producten, over ‘de eerste ‘helft van 1933
en 1934, daarnaast gedurende de eerste ‘kwartalen
van ‘dit jaar, zijn door ons in de volgende tabel ver-
zameld.
Uitvoer in ton
Pr.
p. ton br.
1933
1
9 3 4
1933
1934
le helft ie helft le kw. 2e kw.
le h.
le h.
Boter …………
17.283 20.744
‘6.325
14.419 1577 f574
Kaas
………….
30.989 29.565
13.184 16,381 f449 f444
Eieren
………’.
31.325 37.160 16.891 20.269 1374 1374
Gecond.melk ……’.
91.379 82.146 38.583 43.563 f135 f159
Bacon en’ spek
.
..
.
34.197 21.017 11.373 10.644 f398 1477
Varkensvieesch. ..
.
10.050
4.447
2.050
2.397 1 358 f333
Margarine……..
5.817
4.914
2.671
2.243 f 313 f 245
Sla
…………….
28.285 24.656
724 23.932 f133 f156
,Tomateü
……..
17.562 17.595
–
‘17.595 1270 f210
Komkommers
. .
..
17.524 21.667
233 21.434 f114 f
91
Kleiaardappelen
. .
92.881 69.728 36.546 33.182 f
13 f
24
Pootaardappelen
. .
20.929 38.994 34.671
4.323 1
23 f
38
Van een gelijke ten’dens ken hier niet worden ge-
sproken. Er zijn artikelen, waarvan de export zich
goed handhaaft of zelfs toeneemt, andere daaren-
tegen, waarvan de uitvoer achteruitgaat. Ook ten
aansien van de prijzen bestaan groote verschillen.
Het verheugende feit, ‘dat onze b’oterexport zich
bijna tot het peil der gunstige jaren heeft kunnen
herstellen, tenminste indien de uitvoer in ‘de tweede
helft van ‘dit jaar in ‘denzelfden omvang van de
eerste helft wordt voortgezet, wordt overshaduwd
door het feit, dat wij •deze hoeveelheid slechts tegen
ongekend lage prijzen konden verkoopen. Zulks ‘blijkt nog niet uit het ‘boven ‘gegeven totaalcijfer. Men moet
‘daarbij bedenken, dat wij naar Duitsdhland boter
verkoopen voor ca.
f
1.- per kg, in overeenstem-
ming met den d’oor de Duitsche regeering vastgestel-
den minimuinprjs. In ‘de eerste ‘helft ‘van dit jaar is
Engeland echter onze grootste. afnemer geweest met
precies 10.000 ton, die wij voor
36 cent per kg
bruto
hebben ‘geleverd.
De kaasexport heeft zich in omvang ongeveer op
het peil van verleden jaar ‘kunnen ‘han’d’haven ‘bij
nagenoeg ‘gelijk gebleven ‘prijs, terwijl, eveneens bij ‘dezelfde prijzen, de eierexport ‘grooter is, denke,lijk
omdat in 1933 Duitschland juist in de maanden van
den grootsten export plotseling zijn grenzen voor dit
product sloot.
Bij een ‘gestegen prijs is de export van gecon’den-
seerde melkt bedenkelijk gedaald, ‘het’geen ‘de moeilijke
positie van melk en on’der.mclk ongunstig beïnvloedt.
Niet alleen ‘de baconexport naar Engeland is ver-
minderd, maar ‘ook de uitvoer van versch en gezou-
ten varkensvleesch naar andere landen. Wel is de
bacdnprijs gestegen in vergelijking met verleden ja’ar,
de prijs van ,versch varkensvleesch is evenwel ge-
d’aal’d.
Bij groenten is’ het beeld zeer verschillend. Sla
geeft een verminderden uitvoer tegen hoogeren prijs
te zien, tomaten en vooral komkominers precies het
PercmIage1m. –
j
Ihd____
l92
1921
1925
1
9Z6
‘
1917
1925
1929
1030
1031
.052-
1933
1934
662
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25
Juli
1934
omgekeerde. De aardappeiprijzen zijn belangrijk beter
dan verleden jaar. Hier speelt echter de grootte van
den oogst van de diverse producten een zoo belang
–
rijke rol, dat er van jaar tot jaar wel groote veran-
deringen moeten optreden. In het algemeen zou men.
kunnen zeggen, dat de positie tea aanzien van den
uitvoer van tuin’bouwproducten niet ongunstiger is
dan verleden jaar.
Ook hij •den uitvoer van industriëele producten
treffen wij hetzelfde verschijnsel aan. In verschillen-
(Ie gevallen ken men van een besliste verbetering
spreken, zooals hij verschillende soorten machines en
clectromotoren, in andere gevallen van een verderen
achteruitgang. In het algemeen is de toestand niet
ongunstiger geworden voor cle meelindustrie en de
chemische industrie, welker producten in dezelfde of
toenemende mate worden uitgevoerd in vergelijking
met de eerste helft van
1933.
Tegenover een verbe-
tering bij den uitvoer van ongebleekte katoenen stof-
fen staat een achteruitgang hij gebieekte, bedrukte
en bontgeweven stoffen. Van eenige belangrijke arti-
kelen laten wij de cijfers in onderstaande tabel
volgen.
Uitvoer in ton
Prijs per ton
1933
1
9 3 4
:1933 1934
le helft :1e helft .lekw. 2ekw. ie h. le Ii.
Radio-artikelen 2624 2416 1303 1113 f0580 f6060
Gloeilamp. meer
dan 16 V.
1)
. .
9,1
6,8
3,4
3,4 1 406
2
f 402
2
JÇatoenenweefsels
3539
2901. 1583 1418 fl735 f1636
Kunstzijclengarens 4090
43.12 2207 2105 f2236 12030
.Krantenpapier.
7130
5187 3071 2116 1 735 1 695
Stroocarton ….104539 129717 72839 56878 1 39 f 41
Arbeidswerktuig.
2204
2824 1014 1810 11128 f1006
1?ijn aardewerk
271.3
2309 1113 1.196 f 361 f 285
‘) ln miii. stuks.
2)
‘Prijs per 1000 st.
Bij cle industriëele producten overheerscht derhal-
ve een belangrijke prijsdaling,, waarop alleen stroo-
karton van de hier beschouwde artikelen een uitzon-
dering maakt. In het algemeen is ook de hoeveel-
heid dalende, ofschoon hierop kunstzijden garens,
stroocarton en arbeidswerktuigen een uitzondering
maken.
Monetaire Indices.
Op
‘cle ‘geld- en kapitaalmarkt ‘heeft het proces van
herstel, dat reeds eenigen ‘tijd aan iden gang was,
zich verder voortgezet. Het belangrijkste feit is zon-
der tvfei de voortgezette daling van de kapitaal-
rente, die in een sterke koersstijging van staatsobli-
gaties met een laag rentetype
(2Y2
t
3
pOt.) tot
uiting kwam. Zoo bereikten de
2i:
en
3
pOt. groot-
boekobiigaties koersen van resp.
80
en
91
15
/
lo
pOt.,
hetgeen overeenkomt met een rendement van resp.
3,1
en
3,3
pOt. Enkele provincies zijn •dan ook reeds
overgegaan tot het emitteeren van een
3i4
pOt. lee-
ning, zij het weliswaar onder pan. Het opmerkelijke
van deze ontwikkeling is, dat de toestand van het be
drijfsleven, noch die van de openbare financiën, hier-
mede in overeenstemming zijn.
In overeenstemming met het grooter vertrouwen
0])
de kapitaalmarkt blijft de omzetsnelheid van saldi
hij den Postchèque- en Giroclienst zich nog steeds op
een hooger niveau bewegen ‘dan in de overeenkom-
stige maanden van
1932
en
1933.
Daarentegen is de
omloopssnelheid van ‘de saldi bij De Nederlandsche Bank in Juni kleiner geweest dan in dezelfde maand
van
1933.
In hoeverre ‘het herstel op de kapitaalmarkt een
begin kan vormen voor een verbetering van het be-
clrijfsleven valt niet te beoordeelen. Zooals wij reeds in het begin van deze beschouwing hebben uiteenge-
zet, moeten hiervoor eveneens andere voorwaarden
worden vervuld. Dit blijkt ook wel uit het feit, dat
‘de koersen van aandeelen van in’dustriëele onderne-
mingen zich nog niet bij het herstel op de obhgatie-
markt hebben aangesloten. Integendeel, deze bewegen
zich in ‘de laatste maanden zelfs in dalende richting,
hetgeen wellicht mede aan seizoensinvloeden lan
worden toegeschreven.
CRISISWETGEVING IN NEDERLANDSCH-INDIË.
Wij .publiceeren hieronder een overzicht van de wet-
telijke maatregelen, die door de Indische Regeering in verband met de crisisomstan’digheden in den loop der
laatste jaren zijn genomen. Het ligt in de bedoeling
dit overzicht van tijd tot tijd aan te vullen, teneinde
ook voor het Aziatische deel van den Nederlandschen
Staat voortdurend een zooveel mogelijk volledig over-
zicht van de crisismaatregelen te verkrijgen.
HA.NDELSPOLITIEKE MAATREGELEN IN
ENGEREN ZIN.
la. T
7
erhooging der invoerrechten.
Bij de wet van 31 December 1930, (Stbl. 516, Iisd. Stbl. 1930, No. 453) werden tijdelijk 10 opcenten op de invoer-
rechten in, Nederl.-Indië ingesteld voor den duur van het
jaar 1931.
Deze opcenten zijn verhoogd tot 20 voor het jaar 1932
bij de wet van 31 December 1931 (Stbl. No. 566, md. Stbl.
1931 No. 535). In den loop van dat jaar werden de op-
‘centen echter verhoogd tot 50, behalve die op gebleekte en
ongebleekte katoenen stoffen, mits niet bontgeweven, ge-
verfd of bedrukt. (Wet van 6 Juni 1932, StbI. No. 237,
Inc! Stbl. No. 321). Deze verhoogde opcenteu
01)
de in-
voerrechten werden voor 1933 ongewijzigd verlengd bij de wet van 24 December 1932. (Stbl. No. 631, md. Stbl. 1932,
No. 642), en voor 1934 bij de vet van 22 December 1933 (Stbi. No. 710, md. Stbl. No. 515). Bij de wet van 29 De-
cember 1933, Stbl. No. 772 (md. Stbl. 1934 No. 1) werd het nieuwe tarief van invoerrechten voor Nederlaudsch-
Indië afgekondigd, waarbij tevens werd bepaald, dat de 50
opeenten ook voor 1934 voor dit tarief zouden gelden, met
dezelfde uitzonderingen van vroeger, (20 opcenten voor
textielgoederen en vrijstelling van eenige andere artike-
len, die voor den invoer onbelangrijk zijn).
1h. Aanvulling van de Indische Tarief wet en wijzi-
ging van het tarief van invoerrechten in Ned.-
Indië.
(Gedrukte Stukken Tweede Kamer, Zit-
ting
1933/’34,
No.
427).
Dit wetsontwerp heeft een tweeledige strekking. In de
eerste plaats heeft het ten doel eenige verbeteringen aan
te brengen in het geldende tarief van invoerrechten. Daar-
naast wordt de oprichting van nieuwe industriëele bedrij-
ven bevorderd. Indien het voor het economisch belang van
Nederlandsch-Ïndië noodig is, wordt er vrijstelling of
teruggaaf van invoerrechten verleend voor machinerieën,
werktuigen of toestellen voor de inrichting van nieuwe
iudustriëele bedrijven of van nieuwe onderdeelen van be-staande bedrijven, die de vervaardiging van nieuwe eind-
producten ten doal hebben, gedurende een tijdvak van ten
hoogste 2 jaren.
II. Rijstinvoer. Beperking van den invoer.
(N.-I. Stbl.
1933,
No.
116
en
299/300).
Bij eerstgenoemde ordonnantie werd de invoer van rijst voor 4 maanden verboden, ingaande 1 April 1933, behou-
dens voor zoover van dit verbod ontheffing zou worden
verleend. De ordonnanties, afgekondigd in laatstgenoemde
staatsbladen regelen den verderen invoer na het tijdelijk
verbod. Thans is invoer slechts mogelijk niet vergunning,
terwijl bij het verstrekken dier vergunningen aan firma’s
rekening wordt gehouden niet de invoeren in vroegere
jaren. In aanvulling hierop is bij ordonnantie, afgekon-
digd in N.-I. Stbl. 1933, No. 499, de interinsulaire afscheep
verboden van rijst uit voor rijstiuvoer openstaande ge-
westen, (Sumatra’s Oostkust, Westerafd. v. Borneo, Djam-
bi, Riouw en Bauka), naar andere deelen van het Indische
tolgebied. Dit verbod is van kracht vanaf 20 December
1933.
Licentieheffing ter zake van den invoer.
(N.-I.
Stbl.
1934,
No.
85
en
155).
Bij de ordonnantie in eerstgenoemd Staatsbladnummer
werd de mogelijkheid geopend om voor de afgifte van in-
voervergunningen per haven van invoer een nadere ver-
goeding te heffen, waarvan de grootte verband houdt met
liet verschil tusschen den prijs van de in te voeren buiten-
landsche rijst en den binnenlandschen marktprijs en ook
met de noodzakelijke uitgaven aan een gelijkmatige distri-
butie van rijstvoorraden binnen Ned.-Indië verbonden.
Laatstbedoelde uitgaven bestaan in vervoerpremies voor
het overbrengen van rijst uit Ned.-Indische gebiedsdeelen
met een rijstoverschot naar gebiedsdeelen niet een tekort
aan rijst.
De licentieheffing bedraagt thans voor kleef rijst (ketan)
f
1,50 per 100 KG. netto bij den invoer in het tolgebied
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
663
van Ned.-Indië met uitzondering van de gewesten Oostkust
van Sumatra, Riouw en Onderhoorigheden en Bangka en
Oude rhoorigheden.
c. Bijstvervoer-ordonnantie
(N.-I.
Sthl. 1934 No. 371
en 372).
Vrvoer van gepelde en ongepelde rijst uit voor den
rijstinvoer uit het buitenland opengestelde, binnen het tol-
gebied van Nederlandsch-Incliii gelegen gewesten, kan wor-
den verboden. liet vervoer van rijst uit de gewesten Su-
tnatra’s Oostkust, Westerafcleeliiig van Borneo, Djambi,
Riouw en Banka en onderhoorigheden naar andere tot
het tolgebied van NecI.-:l.ndië behoorende gewesten, gelegen
op andere eilanden dan waaruit vooruoeinde rijst wordt
afgescheept, is verbodei.
III.
invoer van kedelee (soja-boonen), soja en taotjo.
(md. SLbL 1934, No. 85, 86, 87 en 127).
Beperking van den invoer. De dreigende ontwrichting van de binnenlandsehe markt
voor kedelee maakte een beperking van den invoer nood-
zakelijk en daarnaast tevens van de verwerkingspi-oduc-
ten van kedelee, t.w. soja en taotjo.
Licentieheffing Ier zake van den invoer.
Op overeenkonistige wijze als ten aanzien van de rijst
is voor de drie hier bedoelde l)rodicten een licentieheffing
mogelijk gemaakt. Krachtens IlInd. Stbl.
1934
No.
180
be-
draagt deze heffing bij den invoer van kedelee in Java en
Madoera, Bali en Lonibok thans
f
1,25
per 1.00 KG. netto.
IV.
Crisis-Invoer Ordonitantie.
(N.-I. Stbl. 1933
3
No. 349).
Deze Ordonnantie geeft de Indische regeerig de be-
voegdheid om den invoer van goederen in Indië tijdelijk
te verbieden, voorzoovej- waarde of hoeveelheid grooter zijn
dan een door de Indische Regeeriug te bepalen getal. De
regeeringsverordeuingen,
01)
grond van deze o rdonnantie
uitgevaardigd, zijn ten hoogste gedurende 10 maanden van
kracht, zoodat zij binnen dien termijn verlengd dienen te
worden.
De regeering heeft de bevoegdheid om uitzonderingen
toe te staan op de contingenten, die
01)
grond van deze
o rdonnantie zullen worden vastgesteld.
V.
Crisis-Uitvoer Ordonnantie.
(N.-I.
Stbl. 1933,
No.
353).
In dringende omstandigheden kan bij regeeringsveror-
dening in het belang van de voorziening in de eerste be-
hoeften der bevolking of ter voorkoming van oagewensch-
ten uitvoer van in Ned.-Indië verkregen plantmateriaal
tijdelijk de uitvoer worden verboden dan wel aan beper-
kende bepalingen worden onderworpen
van bepaalde goederen of groepen van goederen uit
Ned.-Indië;
het vervoer van deze goederen naar andei-e deelen
van het tolgebied van Ned.-lndië.
Een regeeringsvero rdening, die de oude rhavige materie
i’egelt, houdt op van kracht te zijn binnen
6
maanden na
haar inwerkingtreding.
VI.
Crisis-Cement Ordonnantie en Verordening.
(N.-I. Stbi. 1933, No. 282, 283 en 1934 No. 149).
Vanaf
28
Juni
1933
is een drie-inaandelijksch contin-
gent voor den invoer van cerient vastgesteld op
12.750
ton.
Dit contingent wordt over de importeurs verdeeld naar
evenredigheid van hun vroegere invoeren. Bij vrlenging
van dit contingent (N.-T. Stbl.
1933,
No. 358)
is de con-
tingenteeringstermijn tot 6 maanden verlengd, van
27
Sept.
1933
tot
27
Maart
1934,
terwijl het in’oercontingent
voor die periode op
35.062
ton is vastgesteld. Van
27
Mrt.
1934
tot
27 Juli 1934
is cle contingenteering verlengd;
de invoer gedurende die periode mag
19.805.000
ton be-
dragen. De invoer bedroeg per kwartaal in
1931
gemiddeld 29.500
iton, in
1932
gemiddeld
33.000
ton.
VII.
Crisis-Bier Inv oerverord enin gen.
(N.-I.
Stbl.
1933,
No.
484 en 1934, No. 126 en 363.
Voor de periode
13
Dec.
1933-13
Maart
1934 is
het
contgent, dat aan bier mag worden ingevoerd, op
1.175.000
Liter vastgesteld. Bij de verdeeling der invoer-
vergunningen over importeurs wordt de geregelde invoer
in het jaar
1931
en naar landen van herkomst wordt
1932
als basisjaar beschouwd, in dat jaar bedroeg de bierinvoer
per kwartaal gemiddeld
4.600.000
Liter. Voor de periode
13
Maart
—13
Juni
1934 is
het invoer-
contingent gesteld op
1.116.000
Liter.
– Voor de
4
maandelijksche periode van
13
Juni
1934
af
is het biereontingent gesteld
01) 1.488.000
Liter.
VIII.
Crisis-Textiel-Invoer Verordening 1934.
(N.-I.
Sthl. 1934, No. 60 en 301).
Vanaf
14
Pebr.
1934 is
voor den duur van
3
maanden de
invoer van sarongs van katoenen, kunstzijden en zijden
sarongs gecontingenteerd, benevens de invoer van katoe-
nen bontgeweven kleedingsstoffen. Voor alle groepen goe-
deren, niet uitzondering van ,,loeriks”, is een maximale
hoeveelheid vastgesteld, vooi- loeriks is de hoeveelheid op
80
pCt. van die van
1930
bepaald. Invoei-vergunningen
worden slechts verleend aal) importeurs, die reeds in
1.930
de gecontingenteerde goederen hebben ingevoerd, in ver-
houding tot den omvang vair hun vroegereti import. Er
kunnen hierop uitzonderingen worden gemaakt op grond
van art. 10 der verordenilig.
Volgens art.
2
moet
42-45
pCt. van de ingevoerde
goederen uit Nederland afkomstig zijn, terwijl zulks in
1933
slechts met- ca.
3
pCt. het geval was. Het thans
Vastgestelde percentage komt overeen met de verhouding
in
1928
en
1929.
Van
14
Mei
1934
.
af is voor den duur van
6
maanden
de invoer van saroligs etc. verder gecontingenteerd niet ge-
ringe w’ijzigingen in de samenstelling der rubrieken.
IX.
Gebleekte Stoffen Invoerveromdening 1934.
(N.-I.
Stbl. 1934,
No.
98 en 114).
Vanaf 1 Maart
1934 is
voor een tijdperk van 10 maan-
den de invoer van gebleekte katoenen stoffen in Ned.-Indië beperkt tot
119,7
mnillioen Yard, hetgeen met het
invoerniveau van
1932
oyei-eenkomnt. Hét aandeel van Ne-
derland in den invoer der diverse soorten is voor camn-
bries op
61-80
pCt., voor shirtings op
43
pCt., voor de
overige goederen laag
(5-17
pCt.) gesteld. Ook deze ver-
houding komt met de toestauden in
1932
overeen.
Ook hierbij is een regeling gemaakt, waardoor
90
pCt.
van den invoer via ,,erkende importeurs” moet geschie-den. De regeling is iets minder streng dan voor sarongs.
Deze beide invoerverordeningen laten de mogelijkheid
van bijzondere invoervergunningen open.
MAATREGELEN IN VERBAND MET DE
CULTURES.
SUIKER.
1.
Suikeruitvoerordonnantie.
(N.I.
Stbl. 1931,
No.
114; 1932,
No.
198).
Deze ordonnantie, waarbij de uitvoer van suiker uit
Ned.-Indië zonder schriftelijke vergunning door de regee-
ring is verboden, was een uitvloeisel van de toetreding
van Ned.-Indië tot het Chadbourne plan. Zij geldt voor den
duur van vijf jaar, denzelfden duur van het Chadbourne-
plan, en bepaalt, dat uitvoervergunning slechts wordt ver-
leend voor een jaarlijks te bepalen maximum-hoeveelheid.
De ordonnantie is verder uitgewerkt en van uitvoe-
ringsbepalingen voorzien in de suikeruitvoerverordening
1931,
(N.-I. Stbl.
1931,
No.
175),
waarbij in overeenstem-
mning met het Chadbou me-plan de maximum-hoeveelheid,
die uitgevoerd mocht worden, voor de periode 1 April
1931-31
Maart
1932
bepaald is op
2,3
millioen ton. Voor
volgende jaren wordt deze hoeveelheid telkenmale met
100.000 ton verhoogd.
N.I.V.A.S.
Verbandsuikerordonnantie
(N.-I.
Stbl.
1932,
No..
643). Verbandsuikerverordening
(N.-I.
Stbl. 1932,
No.
644). Instelling van een regee-
ringscommissaris bij de Nivas
(N.-I.
Stbl. 1932,
No.
645).
Bij deze wettelijke maatregelen is verkoop van suiker
buiten de Nivas om verboden. Zij bevatten de bepalingen,
die in de statuten van deze organisatie moeten voorkomen.
Voorts wordt de regeling afgekondigd tot het afgeven van
vergunningen voor den uitvoer van suiker. Door deze mo-
nopolistische organisatie is het mogelijk het areaal, dat op Java niet suiker beplant wordt, van jaar tot jaar vast
te stellen. De statuten der N.I.V.A.S. zijn opgenomen in
de E.-S. B. van
8
Maart
1933, blz.
192
e.v.
Suikerinvoerordonnantie.
(N.-I.
Stbl. 1934
No.
194).
Voor den duur van een jaar wordt de invoer van alle
riet- en bietsuiker in Ned.-Indië verboden. Doordat de
Nivas, in concurrentie met andere landen, zeer goedkoop
suiker moest aanbieden in i3ritsch-Indië en elders, hebben
handelaren daarvan gebruik gemaakt, om suiker te be-
trekken, deze in dergelijke landen in entrepôt op te slan
en dan weer naar Ned-].ndië terug te verkoopen tegen lageren prijs dan waarvoor de Nivas de suiker in Indië
afgeeft. Door het invoerverbod wordt aan deze practijken
een einde gemaakt.
THEE.
I.
Thee-uitvoerordonnantie en verordening.
(N.-I..
Stbl. 1933,
No.
220 en
No.
222, 1934
No.
154).
Na bereikte overeenstemming tusschen de theeproducen-
ten in Nederlandsch- en Britsch-Indië is de thee-uitvoer-
ordonnantie afgekondigd, terwijl in de verordening de uit-
664
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
voerende bepalingen zijn opgenomen. Volgens deze maat-
regelen is het gedurende ten hoogste 5 jaar verboden thee
uit te voeren zonder vergunning van de regeering. Jaar-lijks wordt een maximum voor den totalen export vast-
gesteld. Dit totaal wordt verdeeld naar evenredigheid van
de standaardproductie der verschillende ondernemingen,
terwijl ook voor de bevolkingsthee een evenredig aandeel
van de . vroegere productie is gereserveerd. Het uitvoer-.
percentage was eerst op 85 pCt. van den uitvoer in, 1932 vastgesteld, en is later verhoogd tot 87,5 pCt.
Blijkens N.-I. Stbl. 1934 No. 120 is het exportquotum
voor het licentiejaar 1 April 1934-1 April 1935 gesteld
op 68.899.000 KG.
Beperking van den thee-aanplant.
(N.I.
Stbl.
1933, No. 221).
Hierbij wordt uitbrèiding van den thee-aanplant zon-
der regeeringsergunning verboden. Deze vergunning zal
worden verleend voor ten hoogste 880 H.A. Het thee-areaal
bedroeg in 1932 in totaal 136.000 H.A.
Uitvoerverhod van theezaad en plantmateriaal.
(N.-I.
Stbl.
1933, No. 326).
Deze ordonnantie kondigt een verbod aan van den uit-
voer van’ theezaad en van plantmateriaal, waarmede ver-
menigvufdiging van den theeplaiat langs vegetatieven weg
mogelijk is. Zij is 4 Aug. 1933 in werking getreden en
vervalt gelijktijdig met de thee-uitvoerordonnantie No. 220.
KINA.
T.
Beperking van den uitvoer van kina, kinazaad en
plantmateriaal.
(N.-I.
Stbl.
1934, Nos. 69 en 71).
Hierbij wordt voor den duur van drie licentiejaren, loo-pende van 1 Maart 1934 tot 1 Maart 1937, de uitvoer van
kinabast verboden boven een hoeveelheid, die jaarlijks door de regeering wordt. vastgesteld. Eveneens is de uitvoer, van
kinazaad en plantmateriaal verboden, om te voorkomen,
dat uitbreiding der kinacultuur in andere landen met In-
disch plantm.t,eriaal tot stand zal komen. Tenslotte is het,
afgezien van een overgangsbepaling, verboden kinabast-
producten in Ned.-Indië te bereiden uit andere .kinabast
dan die waarvoor een uitvoervergunning is verleend. Hier-
mede wordt dus tevens de export van de kinabastproduc-
ten aan banden gelegd. Teneinde een prikkel tot prijs-
stijging zooveel mogelijk weg te nemen, is bepaald, dat
een licentiejaar voor het einde daarvan kan worden beëin-
digd zoodra de betrokken kininefabrieken zonder toestem-
ming der regeering den prijs van haar producten, bestemd
voor gebruik binnen Ned.-Indië, verhoogen.
II. Beperking van den kina-aanplant.
(N.-I.
Stbl.
1934, No. 70).
Hierbij wordt, behoudens een uitzondering, verboden,
kina te zaaien’ en te planten, indien daardoor een nieuwe
kina-aanplant ontstaat dan wel de uitgestrektheid van een
bestaanden kina-aanplant wordt uitgebreid.
Ofschoon er reeds een vrijwillige overeenkomst tot be-
perking der productie bestond tusschen producenten, die
ca. 95 pCt. van alle Ned.-Indische kinabast leveren, waren
de outsiders in staat hun productie onbeperkt op te voeren
en de overeenkomst in gevaar te brengen. Op grond hier-
van achtte de regeering verplichte productiebeperking nood-
zakelijk.
RUBBER.
T.
Ondernerningsrubberuitvoer-OrdOnna.ntie.
(N.-I.
Stbl.
1934 No.
342
en 347).
Op 7 Mei 1934 werd te Londen een internationale over-
eenkomst gesloten inzake rubberrestrictie. In aansluiting
hieraan is het gedurende een tijdperk van ten hoogste
4 jaren en 7 maanden verboden, zonder uitvoervergun-
ning en certificaat van herkomst, ondernemingsrubber uit
te voeren. Uitvoervergunuingen worden verleend voor elke
licentieperiode tot ten hoogste de hoeveelheid van het
exportquotumvoor. ondernemingsrubber.
De grondslag voor den uitvoer van rubber bedraagt:
voor het kalenderjaar 1934: 357.632.000 kg droge rubber
1935: 406.400.000 1936: 450.088.000 1937: 474.472.000 1938: 492.760.000
De grondslag voor den uitvoer van ondernemingsrubber
bedraagt:
voor het kalenderjaar 1934: 208.532.000 kg droge rubber
1935: 236.968.000 1936: 262.442.000 1937: 276.660.000
,,
,,
1938: 287.324.000
st
De andaardproductie wordt vastgesteld volgens de ge-
middelde jaaropbrengst over de 4 basisjaren (1929 t/in.
1932) en een accrescorrectie voor rubberaanplantingen van
het plantjaar 1921 en jonger.
Het is aan een ieder met uitzondering van rubberonder-
nemers en erkende rubberhandelaren verboden meer dan
100 kg’ droge rubber niet door assignaties of uitvoerbons
Ondernemers en handelaren mogen alleen de aan hen
toegestane voorraden hebben.
stane voorraden hebben.
II.
Bevolkingsrubberuitvoer-ordonnanlie. (
N. 1. Stbl.
1934 No. 341, 343, 348, 349 en 360).
Gedurende ten hoogste 4 jaren en 7 maanden is het
verboden bevolkFngsrubber uit te voeren zonder certifi-
caat van herkomst, hetvelk eerst wordt afgegeven na vol-
doening over de iten
uitvoer
aangeboden hoeveelheden van
dé bijzondere uitvoerrechteii.
Met uitzondering van erkende tusschenhandelaren en
exporteurs mag niemand meer dan 200 kg droge bevol-
kingsrubber in
voorraad
hebben. Producenten, die meer
dan 2 ha tapbare rubberaanplant exploiteeren, mogen niet
meer bevolkingsrubber in voorraad hebben dan 100 kg
per ha tapbare aanplanting.
Van bevolkingsrubber buiten Java en Madoera worden
bijzondere uitvoerrechten geheven van
1.
f
10 per 100 kg droge rubber, die machines heeft
gepasseerd.
f5
per 100 kg ruwe rubber.
Met ingang van 1 Juli 1934 is het uitvoerrecht van be-
volkingsrubber verhoogd als volgt: 1. voor droge rubber
f
16 per 100 kg;
11. voor ruwe rubber
f
8 per 100 kg;
voor de rest verscheept van:
a) Atjeh, Riouw, Sumatra’s Westkust, Banka, Sabang,
Samboc, Tarempah
f
13.20 per 100 kg;
5) voor alle overige uitvoerhavens
f
11.20 per 100 kg.
III.
Rubberplantmateriaaluitvoer-ordonnantie.
(N.I.
Stbl.
1934 No. 344).
De uitvder van rubberplantmateriaal en van rubberzaad
uit Ned.-Indië is verboden.
IV.
Bubberinvoer-ordonnantie. (
N.I.
Stbl.
1934 No.
345).
De invoer van ‘rubber is verboden.
.V.
Rubberaanplant-ordonnantie.
(NT.
Stbl.
1934 No.
346).
Het is verboden:
rubber te planten;
rubber te herplanten, mits op gronden, welke vÔÔr de inwerkingtreding dezer ordonnantie reeds met rubber
beplant varen en met een schriftelijke vergunning voor
beplanting van een zeker percentage der uitgestrektheid.
DIVERSE OULTURES.
Crisisordonnanties voor cultures.
(N.I.
Stbl.
1933,
No. 202
t/m.
209).
Deze ordonnanties zijn afgekondigd voor de volgende
producten: rubber, thee, kina, koffie en cacao, terwijl
evenveel verordeningen de uitvoerende bepalingen bevat-
ten.
Voor al deze producten worden centrales ingesteld, zon-
der welker vergunning het product niet mag worden af-
gevoerd van de onderneming. De opbrengst der betalingen
voor deze vergunningen wordt aangewend ter bestrijding
van de kosten van particuliere proefstations voor deze
producten en van den arbeid ter bevordering van het ge-
bruik dier artikelen. ])e ordonnanties zijn 9 Mei 1933 in
werking getreden, de strafbepalingen 1 Aug. De regelingen
vervallen met ingang van 1 Januari 1936.
FINANCIEELE MAATREGELEN TEN BE-
HOEVE VAN DE SOHATKIST.
1.’
Verhoo ging van den accijns op gasoline, petro-
leumbenzine, enz.
In N.-I. Stbl. 1931, No. 519, werd een accijusverhooging op deze producten van 20 pCi. afgekondigd, die voor 1932
van kracht was. Bij ordonnantie, afgekondigd in N.-I.
Stbl. 1932, No. 93, werd de accijns van 16 Maart-31 Dec.
1932 op 33% pCt. gebracht. Dit laatste percentage is
ongewijzigd verlengd voor 1933 en 1934 bij N.-I. Stbl.
1932, No. 595 en 1933, No. 505.
II.
Tabaksacc’ijns-ordonnantie.
(N.-I.
Stbl.
1932, No.
517 en 530).
Op 16 November 1932 werd ingevoerd een accijns van 20 pCt. van den kleinhandelsprijs van sigaren, sigaretten,
strootjes, gekorven tabak, snuif, enz. De accijns wordt
niet geheven van binnen het tolgebied geteelde, onverpak-
te of op de gebruikelijke inheemsche wijze verpakte ge-
korven tabak.
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
665
III. Verhooging van den accijns op Inlandsch gedis-
tilleerd.
(N.-I. Stbl.
1932,
No.
140).
De accijns
01)
.Enlandsch gedistilleerd wordt hierbij ver
hoogd van
f
150 tot
f
200 per H.L. bevattende 50 Litei-s
alcohol. Deze maatregel is als ordounantie afgekondigd, w’aarbij art. 16 der Indische coniptabiliteitswet, dat wij-
ziging van een belasting slechts bij de begrooting tocstaat,
buiten werking is gesteld.
Het invoerrecht op buitenlandsch gedistilleerd onder-
ging daardoor dezclfde verhoogi ng.
IV.
Bieracci.jns.
(N.-I. Stbl.
1931,
No.
488; 1933 No.
488
en
489;.1934,
No.
3).
Nadat bij eerstgenoemd Staatsblacl de bieraccijns was
vastgesteld op
f5,—
per II.L., doch daarbij tevens voor de
jaren 1932 en 1933 wcrd verlaagd tot
f
3,—, werd eerst-
genoemd bedrag met ingang van 10 Januari 1934 met
50 pct. verhoogd.
V.
Suikeraccijnsordonnantie.
(N.-I. Stbl.
1933,
No.
351).
Er wordt een accijns van
f2
per 100 KG. suiker inge-
steld. Vrijgesteld is Irilandsche suiker, door dc inheeiuschc
bevolking op eigen wijze bereide suiker, waarbij geen ge-
bruik wordt gemaakt van door mechanische beweegkracht
gedreven werktuigen, alsmede andere dooi inheemschen
vervaardigde rietsuiker, wanneer wordt aangetoond, dat
de bedoelde werkzaamhedenreeds in 1.931, 1932 of 1933
iveiden verricht en de met snikerriet beplante oppervlakte
niet grooter is dan deze op cenig tydstip in die jaren is
geweest.
Afgewerkte melasse en stroop zijn niet aan accijns. on-
clerworpen, indien de saccharose-zuiverheid lager is dan 50.
Bij suikeraccijnsverordening 1933
. (N.-I. Stbl. No. 440)
zijn bepalingen voor de uitvoering der ordonnantie afge-
kondigd.
VI.
Heffingen op het inkomen.
Crisisheffing op het inkomen.
(N.-I. Stbi.
1932,
No.
92, 585
en
1934
No.
49).
Onder den naam ,,Crisisheffiug 1932 op het inkomen”
wordt over het jaar 1932 een directe belasting geheven,
waaraan diegenen onderworpen zijn, die volgens de ordon-
uantie
01)
de inkomstenbelasting van 1920 belastingplich-
tig zijn. Deze heffing was progressief en begon bij een in-
komen van
f
250 met
f
0,20 van elke
f
10 boven
f
250
inkomen, om bij
f
24.000 te eindigen met
f
950,80 plus
f
6 van iedere
f
100 boven dit bedrag in inkomen. De
andere bovenvermelde Staatsbladen kondigen deze heffing
voor 1933
. en 1.934 af met telkens hoogei-e tarieven.
Verhooging van de inkomstenbelasting.
(N.-I.
Stbl.
1930,
No.
59; 1931,
No.
187
en
522; 1932,
No. 111,
325; 1934,
No.
50
en
106).
Terwijl reeds over 1929 op de inkomstenbelasting 24 op-
centen werden geheven, werd dit percentage voor 1930 ge-
handhaafd en voor 1931 verhoogd lot 30 en voor 1932
tot 40.
Met ingang van 1 Jan. 1933 kwam een nieuwe ordon-
nantie op de inkomstenbelasting tot stand, waarvan de
hoogte overeenkwam met de vorige inkomstenbelasting,
vermeerderd met een deel der opcenten daarvan. Daar-
naast is tegelijkertijd de hiervoren sub a. vermelde crisis-
heffing op het inkomen ingesteld.
Op de nieuwe inkomstenbelasting zijn geen opcenten
geheven behalve voor 1934
. ten bedrage van 50 pct. voor-
zooverre betreft de niet in Ned.-Iudië w’oiiendc Laudsgepen-
sionneerden, enz.
VII.
Verhoo ging van de v ennootscho,psb elasting..
(N.-I.
Stbl.
1930,
No.
60; 1931,
No.
88
en
523;
1933,
No.
141
en
1934,
No.
95
en
106.
Voor het tijdvak medio 1929—medio 1930 werden even-
als het jaar tevoren 20 opcenteu gelieven, voor 1930-
.1931 25, voor 1931-1932 en 1932-1933 40 en voor 1933
.
—1934 100 opcenten.
VIII.
Ordonnantie op de v ernrogensbelasting.
(N.-I.
Stbl.
1932
No.
405).
Met ingang van 1 Januari 1932 werd ingevoerd een
vermogensbelasting, in het algemeen ovcreenkomende met
cle Nederlandsche. De belastbaarheid begint echter vanaf
een zuiver vermogen van
f
25.000, terwijl voorts ook het
tarief eenigszins anders is dan in Nederland. De belasting
geldt niet voor buitenlandsche vennootschappen.
IX.
Ordonnantie op de couponbelasting.
(N.-I.
Sthl.
1933
No.
516; 1934
No.
48, 74
en
75).
Met ingang van 25 Febivari 1934 werd ingevoerd een
couponbelasting, ongeveer overeenkomende met de Neder-
landsche. De heffing bedraagt evenals die in Nederland
2 pCt., doch laat de buitenlandsche effecten vrij.
Conversie van Dollarleeningen.
Deze maatregel is ondei- de Nederlandsche crisiswet-
geving opgenomen in verband met het feit, dat de Neder-
landsche Staat zich voor de geconverteerde lee.uing garant
heeft gesteld.
Pondenverlies van de Javasche Bank.
(md. Be-
grooting
1931132.
bijl. No.
42).
])e Nederlandseh-Indische regeering sloot met de direc-
tie van de .Javasche Bank een overeenkomst tot aankoop
op termijn van £2,5 millioen ter vervroegde aflossing van
een deel der uitstaande pondenleeningen 1921 0 en 1923 B.
])e koers van overname was ongeveer
f
9,50. Het Ponden-
verlies van de Javasche Bank bedroeg in totaal
f
6.7 mil-
lioen op de buitenlandsche portefeuille en rond
f
3.7 mil-
lioen uit hoofde van ‘belegd kapitaal en reserves.
DIVERSE MAATREGELEN.
Arbeiders, die buiten Ned.-Indië in dienst zijn ge-
nomen of aangeworven.
Terugzending van dergelijke arbeiders.
(N.-I.
Stbl.
1932,
No.
97).
De arbeider, die op of na 1 Januai-i 1932 in dienst was
of is van een werkgever, die hem buiten Ned.-Indië in
dienst heeft genomen of aangeworven, heeft bij beëindi-
ging van dedienstovereenkomst door den werkgever recht
op onmiddellijke terugzending op kosten van den vei-k
gever voor zich en zijn gezin, naar het land van indienst-
lieming of aanwerving.
Opzeggin’gstermijn hij dergelijke arbeiders.
(N.-I.
Stbl.
1932,
No.
98).
1)e termijn van opzegging door de arbeiders is gelijk
aan den tijd, welke gewoonlijk tussehen twee opvolgende
uitbetalingen van loon verstrijkt; is het loon bij de
maand of langer vastgesteld, dan is de termijn van op-
zegging de laatste dag der daaropvolgende maand.
Voor den werkgever is de termijn van opzegging ten
minste gelijk aan den tijd tusschen den . dag van opzeg-
ging en den laatsten dag der daaropvolgende maand. Deze
termijn wordt verlengd met 1 maand voor ieder vol jaar,
dat de dienstbetrekkiiig onafgebroken heeft geduurd, be-
houdens een maximale verlenging van 3 maanden.
SALARIS- EN PENSIOENKORTINGEN.
Naast de bovenvermelde maatregelen ter verhooging van
de inkomsten der Indische schatkist zijn nog een groot aantal maatregelen getroffen ter bezuiniging op de uit-
gaven. Van deze bezuinigingsmaatregelen vermelden wij
hier, als cle bepalingen, die het meest van zich hebben
doen spreken, de diverse kortingen op de salarissen der
gouvernementsambtenaren en de korting op de Indische
pensioenen.
Salariskor tin gen.
Bij besluit, afgekondigd in N.-I. Stbl. 185, 1931, werd
met ingicng van 1 Juli 1931 een korting ingevoerd
op alle salarissen van burgerlijke landsdienaren boven de
f
50 per maand van 5 pOt. Per 1 Januari 1932 werd deze
korting verhoogd tot 10 pCt., (N.-I. Stbl. 1931, No. .475),
per 1 Januari 1933 tot 17 pCt., (N.-I. Stbl. 1932, No. 593),
terwijl ook de grens, waarvoor deze korting gold, tot
f
35
per maand werd verlaagd. In al deze besluiten is voor de
lagere salarissen, boven de
f
20, later
f
1.5 per maand, een
korting tot een lager percentage toegepast volgens een in
de ordonnanties vermelde schaal.
Met ingang van 1 April 1934 werd een geheel nieuwe
salarisregeling vastgesteld, waardooi- de salarissen gemid-
deld 30 pOt. kwamen onder het niveau dat tijdens de
oude regeling (zonder aftrek der crisiskortingen) had ge-
goldeii. Ter vergemakkelijking van den ovet-gang werd be-
paald, dat de per 1 April effectief toegepaste vermindering
in geen geval meer dan 25 pOt. mocht bedragen en dat
het overige moest worden ingeloopen door liet achterwege laten van periodieke verhoogingen.
Pensioenkorting.
(Nederladsch Stbl.
1933,
No.
763).
Van 1 Januari 1934 tot 1 Januari 1936 wordt een kor-
ting van 17 pot. toegepast op alle Indische pensioenen boven de f2200 per jaar. Voor lagere pensioenen is de
korting resp. 18 en 22 pCt., al naar gelang de betrok-
kenen in of buiten Ned.-Indië verblijf houden, echter met
vrijstelling in die gevallen van resp.
f
200 en
f
500 van
iedere korting. Voor de periode 1 Jan.-1 April 1934
wordt de korting voor 40 pCt., voor 1. April—t Juli 1934
voor 75 pCt. toegepast.
Voor kinderen onder de 19 jaar, die op een inrichting
van onderwijs gaan, ondergaat de korting een vermin-
de ring.
666
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
CRISISWETGEVING IN NEDERLAND.
Wij vervolgen hiermede ons driemaandeli.jksch over-
zicht van de voornaamste crisismaatregelen, die door
onze regeering in de achter ons liggende periode zijn getroffen, of die zich in voorbereiding bevinden.
HANDELSPOLITIEKE MAATREGELEN
IN ENGEREN ZIN.
T;
Wet tot instelling,
afschaffing,
verhooging of
verlaging van invoerrechten op korten termijn.
(Wet van 17 Mei 1934, Stbid. No. 260).
:lret wetsontwerp tot instelling, etc. van invoerrechten p korten termijn, besproken in het Kwartaalbericht van
25
April
1934,
is thans na eenige wijziging wet gewor-
den. Artikel 2 dezer wet geeft thans de omstandigheden
aan, waaronder tot een zoodanige instelling, ete. zdl vor-
den overgegaan, nI .,,ten einde het te gronde gaan van
Nederlandsche bedrijven door hun bestaan bedreigende
buitenlandsche maatregelen te voorkomen of ten einde
niet het buitenland gemaakte tariefafspraken onmiddellijk
van kracht te doen zijn.” Bovendien is bepaald, dat de
wet vervalt met ingang van
t
Januari
1937.
Op grond van deze w’et, is bij Kon. Besluit van
15
Juni
1934,
Ned. Stcrt. No.
115,
bepaald dat het op
15
Juni
ingediend wetsontwerp tot vaststelling van een nieuw
tarief van invoerrechten voorloopig met ingang van 1 Juli
1934
wordt toegepast als ware het ontwerp reeds tot wet
verheven. Het K. 13. bevat enkele uitzonderingsbepalingen
en nadere regelen.
Nieuwe invoerrechten.
(Gedrukte Stukken Twee-
de Kamer, Zitting 1933-1934, No. 447).
Bij Kon. Boodschap van
15
Juni
1934
is ingediend een
wetsontwerp tot vaststelling van een nieuw tarief van
invoerrechten.
De aan een invoerrecht onderworpen goederen worden
verdeeld in drie hoofdgroepeu, al. lo. halffabrikaten,
waarvan Iii liet algemeen
3
tot
6
pCt. rechten w’orden
geheven;
2o.
bedrijfshulpmiddelen, waarvan in het alge-
meen
6
pCt. geheven zal w’orden, met uitzondering van
snelslijtende bed rijfshulpmiddelen, waarvoor
3
pCt. in-
voerrecht betaald nioet worden;
30.
cindfabrikaten, welke
als regel een recht van
12
pCt. te dragen krijgen.
Een groot aantal uitzonderingen komt op den alge-
meenen regel voor: sommige halffabrikaten als plaat. en
profielijzer, industriegarens en droge verf worden in het
belang van de verwerkende industrie vrijgesteld. Andere
halffabrikatcn, bv. gietijzer en boden buizen, worden
juist hooger belast, al. met
8
pCt. in het belang der be-
trokken Nederlandsche industrieën.
Automobielen worden evenals onder het oude tarief tot een hooger percentage belast dan de andere eindfabrika-
ten, nl. met
15
pCt. en evenzoo worden een aantal luxe-
artikelen met
30
pCt. belast.
Het nieuwe tarief brengt dus een
uitblzeiding
van de
heffing tot goederen, u’elke tot nu toe onbelast waren
(bedrijfshulpmiddelen), benevens een verliooging der rech-
ten, waartegenover echter de opheffing komt te staan van
de algemeene verhooging van het tarief van
8 op 10
pOt.,
van de
30
opcenten op sommige invoerrechten en van de
opcenten op de accijnzen op bier en suiker.
Tevens zijn voor sommige goederen specifieke in plaats
van waarderechten getreden of als minimumrecht aan het
waarderecht toegevoegd, b.v. voor sommige soorten aarde-
werk en glaswerk.
Bovendien worden door deze herziening enkele tijdelijke
invoerrechten bestendigd, zooals die op paarden, sommige
vleeschsoorten, aardappelen en verschillende zuidvruchten.
(Zie ook het betreffende artikel in de E.S. B. van
27
Juni
1934,
No.
965).
Crisisinvoerwet.
(Wet van 23 Deceiber 1931,
Stbl. No. 535, gewijzigd bij de wet van 17 Nov.
1933, StbI. No. 596).
A. De volgende contingenteeringen zijn sinds het ver-
schijnen van het vorig bericht nieuw afgekondigd.
Aardewerk.
Bij Min. Besch., Ned. Stcrt. van
12
April
1934,
dient vanaf
16
April onder het gecontingenteerde
aardewerk ook opgenomen te worden het z.g. ,,biscu’it”
(ongeglazuurd aardewerk).
Calciunz-hijpochloriet, netriuns-hppochloriet en gecom-
prinseerd chloor gas.
De invoer van deze chemische stoffen
is vanaf 1 Mei
1934
voor
12
maanden gecontingenteerd en wel voor calcium-hypochboriet (chboorkalk) tot
60
pCt.
van de hoeveelheid, gemiddeld in de jaren
1932
en
1933
ingevoerd; voor natrium-hypochloriet (natronchloorbleek-
loog) en gecomprimeerd hloorgas, wo. vloeibaar chloor
tot
75
pOt. van de hoeveelheid, welke in
1933
is ingevoerd.
(K. 13. van
24
Mei
1934,
Ned. Stcrt. van
25126
Mei
1934,
No.
99).
Aal en paling.
(K. 13. van
13
Juni
1934,
Ned. Start.
No.
116).
Aanvangende 1 Juni
1934
tot en met
31
Mei
1935
is gedurende
12
maanden de invoer beperkt tot
25
pOt. van de hoeveelheid, gemiddeld in de jaren
1931
tot en niet
1933
ingevoerd.
Haarden en kachels.
(K. B.
9
Juli
1934,
Ned. Stcrt. No.
131).
Gedurende de
5
maanden, vanaf 1 Juli t/nh.
30
Nov.
1934,
is de invoer van haarden cc kachels, benevens giet-
werk, bestemd voor het vervaardigen dezer artikelen, be-
perkt tot
40
pOt. van de hoeveelheid, ii’eike gemiddeld
per
5
maanden in
1933
ingevoerd werd.
B. Ten aanzien van de volgende goederen zijn de con-
tingenteeringen vcrleugd, met wijziging van de invoerper-
centages en/of van de basisjaren, w’aarop deze percentages
betrekking hebben.
S.choeisel en leest klaar schoenwerk.
De invoer is be-
perkt tot 1 Mei
1935,
van schoenen, laarzen, etc. grooten-
deels van ieder tot
35
pCt van de hoeveelheid, welke
gemiddeld per
12
maanden gedurende
1929, 1930
en
1931
ingevoerd werd; van schoenen, etc. grootendeels uit caout-
chouc, rubber, etc. vervaardigd, tot
35
pOt. van de hoeveel
heid, welke in
1930
en
1931
werd ingevoerd en van leest
klaar schoenwerk tot 100 pct. van de hoeveelheid, welke
in
1930
en
1931
werd ingevoerd. (]Ç. B. van
26
April,
Ned. Stcrt. van
27/28
April
1934,
No.
81).
Leder.
Tot 1 Januari
1935
is de invoer beperkt van zool-
Ieder, drijfriemledcr etc., tot
40
pCt. ‘an de hoeveelheid,
welke gemiddeld per
8
maanden in
1930
en
1931
werd
ingevoerd; van overleder en ander Ieder, waaronder zeem-
Ieder en voeringleder tot
40
pct. van het gemiddeld per
8 maanden in
1931
en
1932
ingevoerde kwantum. (K. B.
van
26
April
1934,
Ned. Stcrt. No.
81).
Gloeilampen.
De invoerbeperking van metaaldraadgloei-
lampen is verlengd tot en met
31
October
1934
tot een
hoeveelheid van 100 pot. van het kwantum, dat gemiddeld
per
3
maanden in .het tijdvak van 1 Juli
1931
tot en met
30
Juni
1933
ingevoerd werd. (K. 13. van
27
April
1934
Ned. Stcrt. van
30
April
1934,
No.
82).
Veekoeken.
Verlengd tot en met
31
Juli
1934;
de in-voerbeperking tot 100 pOt. van het kwantum, dat gemid.
deld per
3
maanden ingevoerd werd tusschen 1 Juli
1931
en 1 Juli
1933.
(K. B. van
30
April
1934,
Ned. Stcrt. No.
82).
Lucifers.
Met
3
maanden verlengd tot
31
Augustus
1934
tot
30
pet. van het gemiddeld per
6
maanden gedurende
1932
en
1933
ingevoerde. (K. B. van
30
Mei
1934,
Ned.
Stcrt. van
31
Mei
1934,
No.
103).
Gort.
Aan het K. B. van
26
Januari is toegevoegd, dat
de invoer slechts niag geschieden via de Nederlandsche
Meelceiitrale.
Zakdoeken en overhemden.
(K. B. van
23
Juni
1934,
Ned. Stcrt. No.
122).
Contingenteering verlengd met
12
maanden van 1 Juli
1934
tot
30
Juni
1935,
tot
30
pCt.
van de waarde en
50
pOt. van het gewicht, gemiddeld in
1930
en
1931
ingevoerd.
Stikstofhoudende meststoffen.
(K. B. van
23
Juni
1934,
Ned. Stcrt. No.
122).
Verlengd met
6
maanden tot
31
De-
cember
1934,
tot 100 pct. van de hoeveelheid in het tweede
halfjaar van
1933
ingevoerd.
LANDBOUW.
Cichorei.
Orisis-Steunbesehikkin.g 1934 XI. (Ned.
Stcrt. van 7 Mei 1934, No. 87).
Hierbij is op grond van het Kon. Besluit van 11 April
1934,
Stbl. No.
142,
erkend, dat producenten van cichorei,
voor zoover erkend door de Stichting Nederlandsche Cicho-
reicentrale, producenten zijn van crisisproducten. Het
Reglement Cichoreisteun
1934
bepaalt, dat aan erkende
telers uit het Landbouwcrisisfonds tot een maximumbe-
drag van
f61.200
steun zal worden verleend voor een-
zelfde oppervlakte als waarop in
1933
cichorei werd ge
teeld
(360
ha). Per 1000 kg aan een Nederlandsche droge-
rij geleverde cichoreiivortelen wordt
f 5.—
vergoed, met
een maximum van
f 170.—
per ha, gedurende
1934
en
1935.
Deze steun wordt verlaagd, indien de gemiddelde
marktnoteering te Kortrijk in Guldens hooger wordt dan
f 4,50
per 100 kg gedroogd product.
Mout en Gerst.
Crisis-Restitutiebesch’ikking 1934
VII. (Min. Beschikking van 27 April 1934. Ned.
Stort. van 27128 April 1934).
Hierbij is bepaald, dat met ingang van 1 Mei
1934
uit
het Landbouwcrisisfonds na verwerking van gerst en mout
tot bier aan de fabrikanten vergoed zal worden per 100
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
667
kg
f 1,50,
resp.
f 2,25;
niet uitzondering van die, welke
afkomstig is uit Tsjecho-Slowakije. Bij Min. Beschikking
van denzeifden datum wordt bepaald, dat vanaf 1 Mei
1934
voor gerst en mout afkomstig uit Tsjecho-S1ovakije,
geen monopolieheffing wordt betaald. Voor bier, dat ge-
heel of gedeeltelijk uit gerst en mout bereid wordt, zal
cle vergoeding geregeld worden volgens de verwerkte hoe-
veelhedeu en niet inachtneming van het rendement bij
den betrokken verwerker en de qualiteitsverschilen der
producten.
Het bepaalde voor Tsjecho-Slowa.kije geldt ook voor
Duitschland (Miii. Besch.
5
Juli
1934,
Ned. Ste. No.
128).
Granen.
Crisis-Restitutiebeschikking 1934
VI.
(Min. B. van 26 Mei 1934, Ned. Stcrt. No. 100).
Ingetrokken is de Min. Besch. van
5
April
1934.
Be-
paald wordt, dat aan verwerkers van granen bij verwer-
king tot zetmeel, stijfsel, dextrine, aetnieelstroop of massé
vergoedingen zullen worden gegeven: voor maïs (Java-,
Madoera- en Celebesinaïs inbegrepen)
f 1,50,
voor tarwe
f 1,50,
voor rijst en rijstmeel
f 1,—,
voor sagomeel
f 5,25,
voor tapioca’s
f 3,50,
tarwebloem
f 6,75
en voor niaYsmeel
f 1,50.
Mais.
Crisis-Graanbesluit 1933. (Min. Besch. van
14 April 1934, Ned. Stert. van 16 April 1934).
Hierbij wordt bij den invoer van Java-, Madocra- en Ce-
lebesmaïs ontheffing verleend van liet betalen van een
iiioiinpnlieheffing. zooals die voor andere maï.s geldt.
Rijst.
(Min. Beseh. van 2 Juni 1934, Nec!. Stert.
No. 105).
Hierbij is de Min. Besch. van
5
April
1934
gewijzigd,
zoodat nu tot
31
Maart
1935
ongepelde rijst, uit Neder-
landseh-Indië afkomstig, tot een hoeveelheid van
20.000
ton in Nederland kan worden ingevoerd vrij van het mo-
nopolicrecht van f 1,—
per 100 kg.
Crisis-Aardappelbesluit
1934 1.
(Kon.. Besluit
van 16 Mei 1934, Stbl. No. 258). ])it K. 13. regelt de teelt, het vervoer en de verkoop
van aardappelen. Ingetrokken wordt het Crisis-Aardappel-
besluit
1933
T, zooals dat was gewijzigd bij E. B. van
1 Nov.
1933.
Ten aanzien van de
teelt
wordt bepaald, dat de te be-
telen oppervlakte aan een maximum wordt gebondeii,
waarvoor een vergunning door den Minister wordt ver-
leend aan aangeslotenen bij een Crisis-Organisatie voor
den duur van een teeltperiode (1 Febr, tot en met 31
Dec.). Deze vergunning houdt voor de verschillende aard-
appelsoorten in de percentages van de in de vorige teelt-
periode beplante oppervlakte, welke mogen worden be-
teeld, terwijl de basis ook kan zijn het gemiddelde van de
beteelde oppervlakte in de vol-ige en de daaraan vooraf-
gaande twee tecltperioden. Het telen van aardappelen voor
eigen gebruik, op grond welke geen eigendom is van den
teler, is geoorloofd aan hem, die zulks ook in
1933
deed
op een oppervlakte niet grooter dan door heni in dat jaar
beteeld, welke beperking niet geldt voor het telen door
werkloozen en armlastigen op gronden door Gemeentebe-
sturen in gebru.ik gegeven.
Van fabrieksaardappelen bepaalt het K. B., dat het
telen slechts toegestaan is op grond van een pootvergun-
ning, het vervoer slechts op grond van een vervoersver-
gunning.
VI.
Crisis-Aardappelbeschilcicin.g 1934 1.
(Min. Besch.
van 6 Juni 1934, Nec!. Stort. No. 108).
Deze Besch. vervangt de Crisis-Aardappelbeschikking
1933
1, zooals die. is gewijzigd bij Min. Besch. van
28
Dec.
1933.
Artikel
3
noemt de met de zaken belaste gewestelijke
crisisorganisaties. De maximumoppervlakte, welke met
aardappelen beteeld mag worden, bedraagt
5
aren. Het
percentage tot hetwelk de teelt beperkt is, bedraagt
66
pCt. van de oppervlakte, welke in
1933
beteeld werd
voor eerstelingen, ideaal, ninetyfold en wilde duc-soorten,
voor alle andere soorten is het percentage 100. Kunnen
telers aantoonen, dat de beteelde oppervlakte in
1933
uit-
zonderlijk klein was, dan worden deze percentages bere-
kend van de oppervlakte, welke gemiddeld in
1931
tot en
niet
1933
werd beteeld. Vervoer van aardappelen voor
consumptie zonder .geleidebiljet is toegestaan tot een
maximum van
4
kg, voor maten welke binnen zekere
grenzen blijven. Het bedrag der heffing voor vervoer van
aardappelen verschuldigd, geldend tot 1 Juli
1935, is
vastgesteld op
f 1,25
per 100 kg voor ,,binnenmaatsche”
(consumptie-) aardappelen en op
f 2,25
per 100 kg voor
aardappelen, welke buiten deze maten vallen. De mini-
nlumprijzen, welke de teler moet ontvangen van den ver-
voerder bedragen tot 1 Juli
1935
voor consumptie-aardap-
pelen voor klasse T
f 3,—,
klasse II
f’2,—,
klasse III
f 1,50
en klasse IV
f 1,25,
alles per 100 kg. Onder klasse
1, II en 11.1 vallen met name genoemde aardappelsoorten,
onder klasse IV vallen alle zand- en veenaardappelen. De
maximumhoeveelheid, voor eigen gebruik
01)
te slaan, be-
draagt 100 kg.
Nederla.ndsche Suikerbietencentrale.
(Min. Be-
schikking II Mei 1934, Nec!. Stert. No. 90).
Als crisisorganisatie is aangewezen de Stichting Ne-
clerlandsche Suikerbietencentrale te Bergen op Zoom.
Reglement Suikerbietensteun
1933.
(Min. Be-
schikking
II
Juni 1934, Ned. Stcrt. No. 110).
Aan liet Reglement is toegevoegd de bepaling, dat na
15
Juni nadere voorschotten kunnen worden verstrekt tot
ecn niaximum-bedrag van
f 7,75
per 1000 kg garantie-
bieten.
Crisis-S
teunbeschikking
1934 XII,
Gri end-
cultuur.
(Min. Besch. 19 Juni 1934, Ned.
Stort. No. 116).
Bepaald is, dat aan bewerkers van griend tot hoepels
uit het Laiidbouwcrisisfonds steun verleend wordt tot een
bedrag van hoogstens
f 25.00&.
Wijziging
Landbouwcrisiswet
1933.
(Gedr. Stuk-
ken Tweede Kamer No. 409).
Bij Kon. J3oodschap van
22
Mei
1934 is
ingediend een
wetsontwerp tot wijziging van de Landbouwcrisi•swet
1933
en intrekking van de Tarwewet
1931,
de Crisis-Zuivelwet
1.932
en de Crisis-Varkenswet
1932 op
nader bij Kon. Be-
sluit te bepalen tijdstippen. Instede van een wijziging
vnu de laatste drie wetten, welke voorgeschreven was in
cle Landbouwcrisiswet
1933,
worden thans door betrekke-
lijk geringe wijzigingen van deze ivet zelf, de bedoelde
drie wetten overbodig gemaakt. De Regeering streeft hier-
mede naar eenheid in het geheele crisisbeleid en bezuini-
gingen door sterker centralisatie der betreffende dien-
sten. Daarbij zal de Regeeriiig de grondslagen der bestaan-
cle wetten blijven volgen. Het wetsontwerp geeft een vol-
ledige opsomming der producten, die thans als crisispro-
clucten zijn aangenierkt, benevens de wijzen waarop de
steunmiddelen kunnen worden aangewend.
Crisis-Steunbeschikking
1934 XIII
(Gerst).
(Min. Besch. 3 Juli 1934, Ned. Stort. No. 126).
Hierbij ,is gerst, oogst
1934,
als crisisproduct erkend.
Aan de Nederlandsche telers w’ordt tot een bedrag van
f 3.50
per 100 kg gedorschte gerst steun verleend.
TUINBOUW.
T.
Crisis-Tuinbouwbeschikkin
g
1934 1
B.
(Min. Be-
schikking van 5 Juni 1934, Ned. Stort. No. 106).
De Crisis-Tuinbouwbeschikking is hierbij gewijzigd en
opnieuw vastgesteld. Hoeveelheden boven 10 kg dienen
geveild te worden op de door de Stichting Nederlandscbe.
Groenten- en Fruitcentrale te ‘s-Gravenhage erkende vei-lingen van aardappelen, groenten en fruit.
II. Crisis-Tuinbouwbeschikking 1933.
(Min. Besch.
13 Juni 1934, Ned. Stcrt. No. 112).
Het monopolierecht op aardappelen is verhoogd van
f 1,25
tot
f 3,50
per 100 kg netto. Min. Besch. van 18
Juni, Ned. Stert. No.
115:
het recht is wederom verhoogd
tot
f 4,75
per 100 kg.
Bij Besch. van
13
Juni is het recht voor pei-ziken ver laagd tot
3,75
cent per kg bruto (sinds
2
October
1933
7,5
cent).
BOOM- EN BLOEMKWEEKERIJ.
Nederlandsche Boom- en Bloemkweekerij Centrale.
(Min. Besch. van 14 Mei 1934, Ned. Stcrt. No.
91). Als crisis-organisatie is aangewezen bovengenoemde Cen-
trale te ‘s-Gravenhage, waarvan de Statuten in dezelfde
Stcrt. opgenomen zijn.
Crisis-Boonzkweekerijbesluit 1934 1.
(Kon. Besi.
van 11 Mei 1934, Stbl. No. 243). Hierbij is bepaald, dat tot en met
31
December
1935
het kweeken van boomkweekerjproducten slechts is toege-
staan aan aangeslotenen bij een Crisis-Organisatie na Mi-nisteriëele vergunning. Van de kweekers wordt door deze
organisatie een bedrag geheven per vierkante meter.
Voor nader te bepalen tijdvakkeu is de in- en uitvoer
van boomkweekerijproducten verboden aan anderen dan
een door den Minister aan te wijzen monopoliehouder.
Crisis-Bloementeeltbesluit
1934 1.
(Kon. Besi.
van 11 Mei 1934, Stbl. No. 244).
Met dit Besluit worden geheel gelijke regelen vastge-
668
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
steld voor de bloementeelt als blijkens boveiigenoeincl Ï3e-sluit voor de Boomkweekerij gelden.
Crisis-Boornkw ee1cersciedietb eschik/cing 1934.
(Min. Besch. van 14 Mei 1934, N. Stcrt. No. 91).
Hierbij wordt bepaald, dat uit het Landbouwcrisisfonds
een bedrag van
f
3.500.000
beschikbaar wordt gesteld voor
eredietverleening aali door, bovengenoemde stichting erken-
de boomkweekers. Beperkende bepalingen zijn, dat slechts
crediet wordt verleend, wanneer de verlangde hulp niet
op redelijke wijze elders is te verkrijgen, het bedrijf zich
gedurende drie jaren staande zal kunnen houden onder de heerschendp omstandigheden en uitstaande banksehulden
zoo veel mogelijk zullen worden bevroren. Het aan één
crediteur te verleenen voorschot is beperkt tot
f
20.000
(behoudends uitzonderingen) en wordt gedekt door eerste
hypotheek, in welk geval het voorschot kan bedragen
75
pCt. van de geschatte waarde of door tweede hypotheek,
waarbij het voorschot maximaal 60 pCt. van de overwaarde
kan bedragen. Bovendien moet voor 1.0 pCt. van het toe-
gestane crediet een borg gesteld worden. De crediettermijn
is drie jaren.
Orisis_Bloernkwee1cerscredietbeschi1king 1934 1.
(Min. Besch. van
22
Mei 1934, N. Stort. No. 96).
‘Uit het landbouwerisisfoncis zal aan erkende kweekers
een crediet beschikbaar worden gesteld van
f600.000,
waarbij de algemeene voorwaarden grootendeels gelijk zijn
aan die, w’elke gesteld zijn bij de credietverleening aan
hoomkweekers. Echter is bepaald, dat de Gemeenten zich
voor een te bepalen percentage garant dienen te stellen.
Het maximumvoorschot bedraagt per cred.ietnerner
f
5.000,
de termijn is één jaar. Voor de ‘overwaarde der enderpan-
den zijn geen percentages vastgesteld. Het rentepercentage
wordt berekend volgens cle draagkracht, is minstens
2
pCt.
en hoogstens gelijk aan de interest door het Rijk verschul-
digd op zijn laatst gesloten leening.
Crisis-Bloem1weekerscredietbeschikking 1934 H.
(Min. Besch. van
22
Mei 1934, N. Stort. No. 96).
Bij deze ilcsch. zijn voor de bloemkweekers te Aalsmeer,
:Elzaarlemmermeer. Nieuwer-Amstel, Leimuiden en Ijithoorn
bijzondere voorwaarden gesteld. Dc gemeenten nemen 10
pCt. voor, hun rekening van de in hun gemeente verstrek-
te credieten, wanneer deze een nadeelig saldo opleveren.
De telers zijn verplicht hun producten op aangewezen
veilingen te verhandelen. 1-let crediet wordt beperkt tot
20
pct. van de gemiddeld in
1933
op de veiling verkre-
gen opbrengsten. Het rentepercentage is vastgesteld op
het minimum van
2
pCt.
VEENKOLONIËN.
T. Crisis-Fabrielcsturf besluit 1934 1.
(K. B. van 11
Mei 1934, Stbl. No. 245).
Bepaald is, .dat het produceeren va.n fabrieksturf slechts
toegestaan is aan hen, die als aangeslotenen bij een crisis-
organisatie zijn erkend, tot een door den Minister vast
te stellen hoeveelheid dagwerken
(45
M
3
. turf), welke door
de crisisorganisatie over de aangeslotenen worden ver-
‘cleeld met een minimum, overeenkomende met een te be-
palen percentage van de gemiddelde hoeveelheid,’ welke
door de aangeslotenen in
1929
tot en met
1931
is gepro-
duceerd. De aangeslotenen zijn verplicht alle werklieden
te betrekken van door den Minister aan te wijzen arbeids-
beurzen en dit personeel een door dcii Minister te bepa.
leti loon te betalen.
Bij Min. Besch. van
4
Mei
1934,
Ned. Stcrt. No.
86, is
as crisisorganisatie aangewezen de Stichting Nederland-
sche Turicentrale te Assen. Bij de Crisis-Fahrieksturfbe-
schikking
1934
1, van
16
Mei
1934,
Ned. Stcrt. No.
93, is liet aantal clagwerken vastgesteld op
25.000,
terwijl de
aangeslotenen niet meer mogen produceeren dan
80
pCt.
van de gemiddeld in de jaren
1929
tot en met
1.931
gepro-
duceerde fabriekstnrf. Deze regeling geldt tot en met
31
Augustus
1935.
.
Dc loonshoogte is vastgesteld op het loon
overeenkomstig ‘liet collectief contract in de veenderijen in de campagne
1933 cii
in Bargercompascuum overeen-
komstig het collectief contract, dat voor de campagne
1934
werd afgesloten.
Aardappelmeel-Monopoliebesluit 1934 1.
(Kon.
Besi. van 8 Mei 1934, Sthl. No. 231).
Besloten is, dat artikel
12,
lid ‘1 der Landbouwcrisiswct
1933
en het Crisismonopoliebesluit
1933
.
met ingang van
8
Mei
1934
tot 1 Januari
1935 op
aardappelmeel wordt
toegepast.
Fabrie1isaarddppelen- Crisissteunb eschilcicing 1934
X. (Min. Besch. van 24 April, Ned. Stcrt. van
25 April, 1934).
Telers van fabrieksaardappelen, oogst
1933,
worden er-
keud als verbouwers van crisisprodneten Aan hen wordt
uit het Landbo,iwcrisisfoncls sten ii verleend. .Bij het Regle-
ment. Fabrieksaardappelensteun
1934
woi-dt ten behoeve
van de ver.bouwers-leve ra’ncie i-s voor steunuitkeering aan
de fabrieken ter beschikking gesteld een bedrag van
f
0230
per hl vermalen aardappelen van
400
gram over een hoe-
veelheid per verbouwer, clie overeenkonit met een opper-
vlakte als op de uitpootkaart
1933
vermeld.
VEETEELT.
Crisis-Runciveebesluit 1934 1.
(Kon. Besluit van
4
Mei 1934, St’hl. No. 227).
Hierbij is bepaald, dat liet in voorraad hebben of ver-
handelen van rundvee slechts toegestaan is aan hen, die
als ruadveehouder of -handelaar aangesloten, resp. erkend zijn. Voorraadhouding, vervoer en het verhandelen is voor
rundvee binnen zekere gewichtsgrenzen slechts toegestan
op grond van een identiteitsbewijs, af te geven door een
crisis-organisatie. Ook het slachten van inlk vee is voor-
behouden aan deze organisatie(s) of aan de gemachtigden.
Bij Kon. Besluit van
14
Mei
1934,
Stbl. No.
246 is
vel-
volgens bepaald, dat liet bovenstaande Besluit voor man-
nelijk rundvee geldt van
15
Mei
1934
.
tot en met
14
Mei
1935
en voor vrouwelijk rundvee van 1 Juli
1934
tot en
met
31
Mei
1935.
Crisis-Rundveebeschilcking 1934 1 A.
(Min. Besch.
van 23 Mei 1934, Ned. Scrt. No. 97).
Hierbij zijn aangewezen de crisis-organisaties, ni. de
Stichting Crisis-Rnndveecentrale te ‘s-Gravenhagc en 11
Gew’estelijke Rund’veecentrales.
Reglement Rundveeteeltregeling 1934.
(Min.
Besch. van 23 Mei 1934, Neci. Stort. No. 97).
Vastgesteld is het Reglement, met uitvoerige voorschrif-
ten betreffende het aantal vaarskalveren en niet geregis-
treerde stierkalveren, dat door ieder der Gewestelijke Cen-
trales binnen haar gebied mag worden toegewezen tot
1 November
1934.
De Crisis-Ruudveecentrale stelt de rege-
len vast, onder goedkeuring van den Minister, overeen-
komstig w’elke de Gewestelijke Centrales de beperking die-
nen door te voeren, met inachtneming van de volgende
regels: Bij grootere runciveestapels wordt naar verhou-
ding de teelt meer beperkt dan bij kleinere. Bij rundvee-
stapels van landbouwbedrijveu, waarvan de rundveehoude-
rij een onmisbaar onderdeel vormt, wordt naar verhouding
de teelt niet zoo sterk beperkt als bij rundveestapels van
bedrijven, waarin de veehouderij als nevenbedrijf wordt
uitgeoefend. Ten aanzien van geregistreerde stierkalveren is bepaald, dat deze boven de vastgestelde aantallen kuii-
nen worden toegewezen, ‘indien de moeders voldoen aan de
in een bijgevoegde staat uitvoerig omschreven cijfers van
melkproductie, rekening houdend met het vetgehal’te der
melk. Boven de toegewezen aantallen kunnen nog vaars-
kalveren worden toegewezen aan ei-kende eigenaars van
een staniboekveestapel, fokvereenigingsveestapel of tuber-
culosevrijen veestapel.
Stopzetting der afneniing ‘van runderen.
(Land-
bouwcrisisma’atregelen, driemaand. verslag per
ulto. April 1934).
Besloten is, dat na
12
Mei
1934
voorloopig geen runde-
ren meer door de Crisis-Rundveecentrale zullen worden af-
genomen, daaj- het aanbod van runderen afgenomen is.
Van liet aantal van
210.000
stuks, waarmede de melkvee-
stapel ingekrompen diende te worden, zijn sinds
17
Oct.
1933
t/m.
22
April
1934 115.781
stuks afgenomen.
VARKENSTEELT.
T.
Reglement Varkenshouderij 1934.
(Min. Besch.
3 Mei 1934, Ned. Stcrt. No. 85).
Vastgesteld is het Reglement Varkenshouderij
1934
ter
regeling en beperking van de varkensteelt. Het aantal
door de leden der Gewestelijke ‘Varkens-Centrales te hou-
den varkens, zwaarder dan
20
kg en het aantal hun toe
te kennen oormerken wordt vastgesteld door het Bestuur
der Gewestelijke Centrales op voorstel van de plaatselijke
commissies, welke zich laten leiden door enkele regels,
‘welke .het Reglement aangeeft. De Nederlandsche Varkens-
centi-ale stelt de regelen vast volgens welke de Geweste-
lijke Centrales de beperking van de varkeusfokkerij en
.-honderij dienen te regelen. Grootere veestapels worden
naar verhouding nieel beperkt dan kleinere, varkenssta-
pels van bedrijven, waatin de varkeiishouderij nevenbedrijf
is, méér dan die va’n bedrijven, waar de varkenshouderj
een onmisbaar onderdeel vormt. Ten behoeve van het be-
houd vail waardevol fokmateriaal gelden uitvoerige be-
palingen.
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
669
Crisis-Varkensbeschikicing 1933 1.
(Min. Besch.
van 17 Mei 1934, Ned. Stort. iNo. 94).
Bepaald is, dat gesmolten varkensvet vanaf dien datum valt onder het in- en uitvoermonopolie van de Nederland-
sche Varkenscentrale.
Destructie van big gen.
(Land’bouwcrisismaatre
gelen, driinaanclel. verslag per April 1934).
Besloten is, dat de Nederi. Varkenseentrale een aantal
biggen (naar de bladen vermelden
350.000
stuks) ter des-
tructie en verwerking tot dierenmeel uit de markt zal
nemen, ter verkrijging van een herstel van het evenwicht
tnsscheu de vraag en het te groote aanbod.
VISSCHERIJ.
1.
Crisis-Haringbesluit 1934 1.
(Kon. Besluit van
5 Mei 1934, Stbl. No.
229).
Hierbij is vastgesteld, dat tot 1 Mei
1935
de aanvoer
‘aii pekel- en steurhai-ing in Nederland slechts toegestaan
is aan bij Crisis-organisaties aangeslotenen, met schepen
toebehoorende aan of ter beschikking staande van deze
aangeslotenen. De Minister bepaalt het aantal en het tijd-
stip waarop deze schepen ter haringvangst mogen uitva-
ren, benevens de speerreeplengte van de vleet. Het ver-
werken van alle soorten haring in verschen, gekoelden of
bevroren toestand tot pekel- en steurharing is slechts
geoorloofd aan boord van de schepen tijdens cle uitoefening der visscherij.
Crisis-Haringbeschikking 1934 1.
(Min. Besch.
van 8 Mei 1934, Ned. Stort. No. 89, aangevuld bij
Min. Besch. van 23 Juni 1934, N. Stort. No. 120).
Als crisisorganisatie is aangewezen de Stichting voor de iederlandsche Haringvisschcrij te ‘s-Gravenhage. Het aan-
tal schepen, dat ter haringvangst mag uitvaren, is
280,
al. 01) 11 Mei
70, op 5
Juni
71,
01)
28
Juni
68
en op 10
Juli
71.
Tevens is vastgesteld de speerreepleugte der vleet,
welke de schepen mede mogen nemen.
Crisis-Ansjovisbesluit 1934 1.
(K. B. van 9 Mei
1934, Stbl. No. 237).
Bepaald is, dat artikel 10 der Landbouwcrisiswet
1933
van toepassing zal zijn op ansjovis, in Nederlandsche va-
tei’en gevangen en in Nederland gezouten, evenals op
vreemde ansjovis in Nederland ingevoerd. De uitvoer is
mitsdien slechts toegestaan aan door een crisisorganisatie
ei-kenden, in een verpakking, voorzien van het contrôle-
merk van de Ansjoviscontrôlevereeniging of van een stem-
pelnierk van een crisisorganisatie, welke verkregen wordt
tegen betaiing van zekere heffing.
PLUIMVEETEELT.
T.
Crisis-Restitutiebeschikk’ingen 1934 1, II en 111.
Eieren, slachtgevogelte en eierproducten.
(Min.
Beschikkingen van 27 April 1934, Ned. Stort. No.
81 en Min. Besch. vaii 31 Mei 1934, Ned. Stcrt.
No. 103).
De termijn der crisis-restitutiebesch ikkingen is verlengd
tot en met
31
Aug:
1934.
Eieren-Monopoliebeschikking 1933.
(Min. Beseh.
20 Dec. 1933, Ned. Stort. 1933, No. 250 en 4 Mei
1934, Ned. Stort. No. 86).
In de eerste beschikking zijn eenige wijzigingen aalige-
bracht. De monopolieheffing voor niet meer in schaal aan-
wezige bestanddeelen van vogeleiereii is thans gesteld op
fO,25
per kg netto (vroeger
f0,15
per kg bruto).
Crisis-Pluineveebesl’uit 1933.
(Min. Besch. 25
April 1934, Ned. Stort. No. 79).
In afwijking van het vroeger bepaalde wordt toegestaan
na
3
Mej
1934
broedeiereii in voorraad te hebben van
dwerghoenderrassen of van sierrassen van eenden en voor
wetenschappelijk onderzoek. Na 1 Juni
1934 is
het tevens
toegestaan broedeieren in voorraad te hebben van Noord-
Hollandsche Blauwen.
VERMINDERING VAN VASTE LASTEN.
I.
Wet op de vergadering van houders van schuld-
•
brieven aan toonder. (Obligaties zonder trustver-
band).
(Wet van 31 Mei 1934, Stbl. No. 279).
Het wetsontwerp (zie Kwartaalbericht van
25
April
1934) is
tot wet verheven. De wet is thans van toepassing
op debiteuren, welke schuldbrieven aan toonder hebben uit-
staan tot minstens
f 50.000
nominaal. De wet is niet van
toepassing op schuldbrieven, welke onder trustverband staan en waarbij de trustakte een regeling inhoudt over
het ,houden van vergaderingen, op obligaties welke worden
uitgegeven na de inwerkingtreding der wet en op obliga-
ties ten laste van den Staat .en andere publiekrechterlijke
lichamen.
Dwangaccoord buiten faillissement.
(Gedr. Stuk-
ken Tweede Kamer No. 424).
Ingediend is een wetsontwerp, gevende een nieuwe rege-
ling van de sursôance van betaling. Het ontwerp opent
de mogelijkheid, ook bij snrsôance van betaling den credi-
teuren een accoord aan te bieden, terwijl dit accoord bin-
dende kracht heeft voor een minderheid, wanneer % der
erkende en toegelaten schuldeischers, welke % der erken-
cle en toegelaten schuldvorderi ngen vertegenwoordigen,
hierin toesteniinen.
Anderzijds voorziet het ontwerp in een tusschentijdsclie
opheffing van een surséance bij gebleken noodzakelijkheid.
WERKVERRUIMING.
Arbeid door vreemdelingen.
(Wet van 16 Mei 1934,
Stbl. No. 257).
Het ontwerp van vet, genoemd in het Kwartaalbericht
van
25
October
1933, is
vet geworden. Bij Kon. Besluit
kan bepaald worden, dat werkgevers arbeid of bepaald
aangewezen arbeid niet mogen doen verrichten door
vreemdelingen tenzij met sch ii ftelijke vergunning.
II.
Afleggen van universitaire examens, etc. door
vreemdelingen.
(Wet van 31 Mei 1934, Sthl.
No.
285).
Bij K. B. kan bepaald worden, dat vreemdelingen niet
toegelaten worden tot het afleggen van examens aan de
Technische Hoogeschool te Delft, van universitaire exa-
mens en van examens, welke de bevoegdheid geven tot het
bekleeden van bepaalde ambten (arts, tandarts, apotheker,
vroedvrouw, apothekersbediende), tenzij deze personen
reeds vôôr 1 April
1933
aan bedoelde hoogesehool, resp.
universiteiten ingeschreven waren of reeds in het bezit
zijn van een bevoegdheid, deze examens af te leggen,
0
1
)
grond van een in Nederland of Nederla.ndsch-Indië af ge-
legd examen.
BANK- EN GELDWEZEN.
T.
Nederlandsch Clearinginstituut.
(Kon. Besluit van
8 Mei 1934, Stbl.
No.
232).
Ter uitvoering van de wet van
25
Juli
1932,
Stbl. No.
375
worden de beti-okken Ministers belast met het in het
leven roepen van een stichting, genaamd ,,Nederlandsch
Clearinginstituut”, welke tot taak heeft medewerking te
verleenen aan de uitvoering der verdragen, in bovenge-
noemde. wet bedoeld. De stichting wordt voor Nederland
als vereffeningsbn reau aangewezen.
MAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN DE
SCHATKIST.
T.
Nieuwe invoei-rechten.
Zie: ,,Hanclelspolitieke Maatregelen in engeren zin” in
dit overzicht.
II.
Technische herziening van het tarief der inkom-
stenbelasting.
(Wet van 26 April 1934, Stbl.
No.
217).
Met ingang van 1 Mei
1934
zijn wijzigingen gebracht
in het tarief der Inkomstenbelasting. (Zie Kwartaalbe-
richt van
25
October
1933).
STEUN AAN NOODLIJDENDE GEMEENTEN.
Wet van 22 Dec. 1933, S’tbl. No. 715.
Bij K. B. van
16
Juni
1934,
Stbl. No.
319
is bepaald,.
dat bovengenoemde wet tot steunverleening aal) noodlij-
dende gemeenten met ingang van 1. Juli
1934
in werking
treedt. (Zie Kwartaalbericht van
25
Oct.
1933).
WERKLOOZENSTEUN.
Gewijzigde steunregeling.
De Minister van Sociale Zaken heeft bij schrijven aan
de gemeentebesturen niet ingang van 1 Juli een nieuwe
steun regeli lig ingevoerd, welke een verlaging beteekent
van cle grondbedragen boven
fS.—.
De gemeenten w’or-
den in
9
klassen ingedeeld in verband met den geldenden
levensstandaard. De normen, welke in de eerste vier ge-
meenteklassen
f
13,50.
f
13,—,
f 12,50
en
f 12.—
bedroe-
gen, worden met
f 1,50
verlaagd voor de gehuwde uitge-
trokkenen. De gezinsbijsiag is met
15
et. verminderd. De
percentages van het loon, welke als steun kunnen worden
uitgekeerd, zijn veranderd en wel varieerend naar gelang
van loon.hoogte en kindertal in gunstigen zin voor de
werkloozen met laag loon en groot aantal kinderen.
Voorts is de kinderbijslag, welke tot nu toe vooi dubbel-
uitgetrokkenen en ongeorganiseerden lager was dan voor
uitgetrokkenen, aan die van de laatste gelijk gemaakt.
De huurbijslag wordt voortaan niet meer berekend over het
geheele bedrag, waarmee de .huur een zeker bedrag te
boven gaat, doch slechts over % deel hiervan.
670
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
CRISISWETGEVING IN DE VEREENIGDE STATEN.
Maatregelen tot het stimuleeren van het
bedrijfsleven.
,,Hom.e Owners’ Loar& Cor poration Bill/’.
Op 27 April teekende Roosevelt. deze wet, welke de
,Home Owriers’ Loan Act” van 1933 airiendeert (zie Kwar-
,’taalbericht van 19 Juli 1933).
De belangrijkste bepaling is, dat nu niet alleen de in.
terest, maar ook de
hoofdsoin
der leeningen door de ,,Home
Owners’ Loan Corporation” (de organisatie, opgericht ter
herfinanciering van hypotheken op huizen) uitgegeven,
door den Staat wordt gegarandeerd, waardoor de Regee
• ring een nieuwe garantieverplichting op zich genomen
heeft tot het maxiniumbedrag van de $ 2 milliard 18-jarige
obligaties dezer instelling.
De interest op de obligaties is. thans vastgesteld op 3
pCt., terwijl dë wettelijk toegestane interest 4 pOt. is. De
overgenomen hypotheken moeten minstens 4 pCt. rente
dragen.
De wet inachtigt de organisatie ook tot het verstrekken
van een voorschot tot een bedrag va $200 millioen voor
onderhoud, reparaties en verbouwingen van huizen, welke
de vennootschap herfivancierd heeft. Anderzijds beperkt de
wet de overneming van hypotheken tot die, welke werke
‘lijk ongezond zijn, daar misbruik is voorgekomen doordat
hypotheekhouders de eigenaars presten tot aflossing ten
einde hun hypotheken oengezet te krijgen in ,,home ban
bonds”.
Housing Act.
Op 18 Juni heeft het Congres een vet aangenomen, door
middel waarvan de huizenbouw in de Ver. Staten krach-
tig gestimuleerd zal kunnen worden.
De wet amendeert de Home Loan Bank Act in dien zin,
dat de Home Loan Banks bevoegdheid krijgen, steun te
geven aan het prograni van moderniseering van bestaande
gebouwen. Verder worden de fondsen van de HOLC (Home
Owners’ Loan Corporation) aanienlijk uitgebreid, nl. met
$ 1 milliard, waarvan $ 900 millioen dienen als aanvulling
op de $2 milliard, welke reeds beschikbaar zijn voor her-
financiering van hypotheken op huizen en $100 millioen
als aanvulling op een fonds van $ 200 millioen, waarover
de HOLC reeds beschikt ter verstrekking van leeningen
voor reparaties en moderniseering van huizen. (Zie ,,Home
Owners’ Loan Corpo ration Bill”).
De wet creëert een Federal Housing Administration
(FHA), welke onder leiding van den President de richt-
lijnen aangeeft van het bouw- en moderniseerin.gsprogram,
welke de wet beoogt. Het is de bedoeling, de bouw en de
verbouwing van huizen met particulier kapitaal aan te
moedigen, doch met de’ hulp en onder contrôle van de Re-
geering.
De wet voorziet voorts in verzekering van financiëele
instellingen welke hypothecaire leeningen verstrekken en
in het geven van leeningen aan deze instellingen. De ver
–
zekering blijft beperkt tot $200 millioen en de leeningen
aan deze instellingen zullen $ 1 milliard niet mogen over-
schrijden.
Opgricht wordt ook een Savings and Loan Insurance
Corporation, welke de rekeningen zal verzekeren van ,,buil-
ding and ban associations” en ,,federal savings and ban
assdciations”. De $ 100 millioen kapitaal voor dit verzeke-‘ringsin’stitunt zullen gefourneerd worden in den vorm van obligaties van de HOLC, welke voor de Regeeriug een ga-
rantieverplichting vormen. Daarnaast mag de Savings and
Loan Insu.i’ance Corporation tot onbeperkte bedragen
vreemde middelen opnemen.
.Relief and Deficiency
Bill.
Het Hui’s van Afgevaardigden nam 4 Juni het wetsont-
iverp aan, waarbij $ 1.178 millioen uitgetrokken worden
voor directe, nieuwe steunverleening en publieke werken,
terwijl machtiging werd verleend daarbij nog potentiëel $5
milliard uit te geven en wel door den President te mach-tigen over alle kasmiddelen en het crediet te beschikken, welke de Reconstruction Finance Corporation nog onder
zich ‘heeft evenals die van de Public Works Administra-
tion.
De direct toegewezen middelen zullen als volgt worden
verdeeld: Voor directen steun, publieke werken, Civil Con-
servation Corps en Tennessee Valley $900 millioen, waar-
bij voor publieke werken niet meer dan $500 millioen be-
•
steed mogen worden. $ 40 millioen als eerste termijn vooi
den bouw van 20 nieuwe oorlogsschepen; voor publieke
wegen $100 millioen; voor nieuwe federale gebouwen $65
millioen; voor hulp aan Federale Landbanken en andere
nooduitgaven $ 98 millioen, etc.
• Wegenaanleg.
Op 18 Juni heeft de President de Cartwright bill getee-
kend, welke de noodige fondsen uittrekt voor een dniejarig
program van wegenaanleg. Op het Federale budget wordt
een vast bedrag uitgetrokken van $ 500 á $ 600 millioen,
waarbij een bedrag van $250 millioeii gevoegd dient te
worden, wanneer de individueele Staten besluiten een
gelijk bedrag ter beschikking te stellen.
Directe credietverleening aan de industrie.
In aansluiting aan het vermelde in het Kwartaalbericht
van 25 April 1934 onder het hoofd: ,,Wet tot stichting
van regionale industrieeredietbanken” dient het volgende
te worden opgemerkt.
Op 20 Juni is een wet aangenomen, waarbij door de Fe-deral Reserve banks en de Refico credieten zullen worden
verleend aan ‘kleinere industriëele ondernemingen. Hier-
mede is eindelijk een einde gekomen aan een reeks van
wetsvoorstellen, welke de industriëele credietverleening tot doel hadden. Van deze voorstellen geven wij hieronder een
kort overzicht..
Op 15 Maart was in den Senaat een wetsontwerp inge-diend door den leidei- van de Refico, de z.g.,, Jones bill”.’
welke verschillende amendementen op de RFC-Act inhield,
beoogende een verruiming van de bevoegdheid tot erediet-verleeniug, ook aan kleinere ‘industriëele en handelsonder-
nemingen.
Tegelijkertijd ‘had Eng. E. Black, Gouverneur van de Fe-
deral Reserve Board een voorstel ingediend, dat industri-
eele credietverleening beoogde onder leiding van de Fede-
mle Reserve banken. Dit voorstel werd door Senator Glass overennonien, met deze wijziging, dat de Federale Reserve
banken zelf de credieten zouden verstrekken zonder tus-
schenschakeli ng van andere instellingen.
Op 19 Maart nu diende de Regeer.ing een wetsvoorstel
in. waarbij bijzondere regionale credietbanken zouden wor-
den opgericht.
Op 17 April werd een compromis bereikt tussehen de
voorstellen van Black en Glass. Deze ,,Glass bill” mach
tigde dc Federale Reserve banken tot een credietverleening
aan de industrie tot ca. $278 millioen.
01) 2 Mei werd als aanvulling op deze Glass bill in den
Senaat een ontwerp ingediend, dat de Refico machtigde
tot het verstrekken van $ 250 million industriëcle ere-
dieten. de z.’g. Barkl,ey bill. Op 14 Mei day. w’erd door den
Senaat de irecombineerde Glass-Barkley bill aangenomen.
Flat aandeel der Federale Reserve banken zou bestaan
uit de 140 mill’ioen surplus”, waarover zij beschikten,
vermeerderd met de fondsen, welke reeds gestort waren in
de Federal Deposit Tosurance Corporation. De onttrekking
van deze middelen aan de FDIC zon worden hersteld door
een storting door de Schatkist uit de .,goudivinst”.
Op 23 Mei nam het Huis van Afgevaardigden een der’
.pliik voorstel aan, waarbij de Refico $ 300 millioen aan
kleinere industrieën zou leenen (in1usief $75 millioen
voorschotten aan scholen), terwijl de Federale Reserve ban-
ken ca. 140 millioen mochten leenen..
Tenslotte is eindelijk op. 20 Juni de wet geteekend,
welke een compromis is van de verschillende voorstellen.
De inhoud dezer wet is nu, dat de Refico $300 millien
voorschotten mag verleenen ten behoeve van kleinere in-
dustriëele ondernemincen met een maximalen looptijd van
5 jaren en een maximumbedrag per credietnemer van
$ 500.000. De Federale Reserve banken mogen in eerste in-
.etantie $ 140 millioen aan dergelijke voorschotten verstrek-
ken, overeenkomend met hun momenteele reserve. Wan-
neer de banken dit maximum hebben verbruikt, heeft de
Schatloist de bevoegdheid hun $ 140 millioen te restituee-
ren op de 1oor hen ten behoeve van de Federal’ Deposit
Insurance Corporation ‘gedane stortingen, welk ‘bedrag
eveneens voor industriëele credietverleening kan worden
gebezigd. De Schatkist zal het depositoverzekeringsfonds
in dat geval aanvullen uit de ,,goudwinst”, welke, het ge-
volg was van de Goudwet van 1934.
In plaats van de indertijd voorgestelde regionale indus-triecredietbanken treden dus de Federale Reserve banken
zelf als credietverleeners op, geadv’iseerd door een Adv’isory
‘Roard voor ieder der 12 districten.
Vinson Act.
Bij deze wet is het besluit genomen, om in een periode van zes jaren de sterkte der Amerikaansche oorbogsvloot
op liet peil te bi’engen, zooals dit door het geldende Vloot-
verdrag met buitenlandsche mogendheden veroorloofd
wordt. Het betreft den aanbouw van 101 oorlogsschepen
van verschillend type.
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
671
/
Landbouw.
Productieregeling.
De ,,Bankhead Cotton Control Bill”.
Op 21 April teekende de. President deze wet ter rege-
ling van de katoenproductie der Ver. Staten, waardoor de
bestaande vrijwillige productiebeperking, door het meeren-
deel der katoenplanters toegepast, thans dwingend wordt
voorgeschreven voor alle planters.
De wat beperkt de hoeveelheid katoen, welke Vrij van
belasting mag worden geoogst, voor het seizoen 193411935
tot 10.000.000 balen, terwijl hiervan aan lederen Staat een bepaalde quote wordt toegewezen, welke binnen den Staat
over de individueele planters wordt verdeeld. Over het-
geen boven de toegewezen hoeveelheid wordt geproduceerd,
zal een belasting moeten worden betaald van 50 pet. van
de marktwaarde met een minimum van 5 ets per pond.
De president heeft de bevoegdheid, de wet ook van toe-
passing te verklaren op den oogst 1935/1936.
De ,,,Sugar Control and Allotment Bill”.
Op 9 Mei
werd
de ,,Costigan-Jones bill”, welke de sui-
kerproductie onder contrôle stelt, aangenomen.
• Op basis van een geschatte consumptie van 6
–
.452.000 ton
suiker worden aan de suikerproducenten bepaalde quota’s toegewezen, nl. ruim 1.550.000 ton aan de •bietsuiker- en
260.000 ton aan de rietsuikerproducenten in de Ver. Sta-
ten, terwijl de resteerende productiequote toegewezen wordt
aan de producenten in Cuba, Hawaii, de Philippijnen, ete. Van alle binnenslands geconsumeerde suiker wordt een accijns geheven, uit welker opbrengst de inheemsche sui-
kerproducenten door middel van subsidies schadeloos vor-
den gesteld voor de gedwongen productiebeperking. Ten-
einde de lasten niet. geheel door den consument te doen dragen is tegelijkertijd het invoerrecht op suiker met 25 pOt. verlaagd, ul. van 2 cts. op 1,5 ets. per pond, terwijl
bepaald is, dat de binnenslands geheven accijns niet hoogcr
mag zijn dan het bedrag der tariefreductie.
Volgens nadere besluiten is later 17.000 ton, beschikbaar
gesteld voor import uit het buitenland tegen het volle
i’echt, terwijl Hawaii 917.000 ton, Puerto Rico 803.000 ton,
de Philippijnen 1.015.000 ton, Cuba 1.902.000 ton en de
Virginia-eilanden 5.000 ton als invoercontingent toegewe-
zen kregen.
Kerr Tobacco Production Bill.
Evenals dit het geval is met katoen en suiker, heeft
thans de Federale regeering ook ingegrepen in de produc-
tie van tabak en wel door de bepaling, dat alle tabak, ge-
teeld onder de bepalingen, welke op productiebeperking ge-
richt zijn, vrij zullen zijn van belasting, terwijl de pro-
ductie boven de vastgestelde contingenten en de geheele
l)roductie van die planters, welke het contract met de Agri-
cultu rai Adjustmeut Administration niet onderteekeud
hebben, met 25 ‘tot 33/ •pCt. worden belast.
Vermindering van lasten.
Frazier-Lenike Farm Bankruptcy Bill.
Op den laatsten zittingsdag nam het Congres de wet
aan, waarbij het den landbouwers mogelijk wordt ge-
maakt, hun schulden- en rentelast te verlagen. Door
middel van een beroep op de rechtbank kunnen zij hun
crediteuren een accoord aanbieden, op grond van ‘een her-
taxatie van de eigendommen. De vastgestelde schuld kan
vervolgens in termijnen over een periode van 6 jaren
worden afgedaan.
De Frazier-Lemnke Farm Mortgage Bill, krachtens welke
ongeveer $ 2500 millioen nieuw circulatiemiddel uitgege-
ven zou worden ‘ter herfinanciering van hypotheken op
landerijen, is verworpen.
Steun.
Steun aan door de droogte getroffen gebieden.
Een Presidentiëele Boodschap aan het Congres van
9 Juni heeft $ 525 millioen aangevraagd, teneinde de door
de droogte getroffen gebieden te steunen, welke als volgt
besteed zouden worden. Voor diirecten steun aan de ge-
troffenen $ 125 millioen, voor aankoop van vee $75 mii-
heen, voor de distributie van vee $ 100 millioen, voor lee-
ningen aan landbouwers voor voedselaankoopen $ 100
millioen, voor verplaatsing van landbouwfamilies $50
millioen en voor aankoop van zaden $25 millioen. Op 13 Juni beperkte de Senaat den steun tot $ 450 mill.
Cattie Relief Act.
Hierbij is een bedrag van $ 200 millioen beschikbaar
gesteld voor steun aan de veehouderj onder leiding van
de Agricultural Adjustment Administration.
Contrôle op het bedrijfsleven.
Critiek op de NRA.
De strijd tegen de maatregelen van de National Reco-
very Administration culmineerde eind Mei in de publi-
catie van het Darrowrapport. Op 7 Maart 1934 ‘had Roo
sevelt de National Recovery Review ]loard ingesteld onder
leiding van Darrow, welke tot taak had te rapporteeren
of de ,,codes of fair competition” de tendens hadden, mono
polies te scheppen of kleinere bedrijven te belemmeren.
Het rapport bespreekt gedetailleerd de werking der codes
in acht bedrijfstakken v,’aaronder de staalindustrie, de
electro-technische industrie, de fabricage van rubberschoe-
nen, de filmindustrie.
Het rapport komt tot de conclusie, dat de codes inder-
daad de tendens hebben monopolies te vormen en de groot-
industrie te steunen tea koste van liet kleinbedrijf, ter-
wijl zij in vele gevallen schadelijk zouden werken voor den consument. Een ander bezwaar is, dat de Code Authorities,
zoo bv. in de staalindustrie gevormd worden uit de be-
langhebbende grootindustriëelen zelf.
Tegelijkertijd verscheen een scherp verweer van Rich-
berg, adviseur van de NRA en van Johnson, NRA-admini-
strator, welke met cijfers aantoonen, dat het rapport op
vele punten onjuist en oppervlakkig is, hetgeen in een
minderheidsrapport ook erkend wordt door Siaclair.
Wijzigingen in de politiek van de NRA.
De NRA kondigde op 7 Juni aan, dat zij een nieuwe
politiek zou gaan volgen, welke een hemziening van vele
codes noodig zou maken, met het doel een vrijere concur-
rentie mogelijk te maken en prijsvaststellingen op te hef-
fen. Minimumprijzen zullen voortaan slechts in noodge-
vallen worden vastgesteld. Intusschen blijven de bepalin-
gen, betrekking hebbend op prjsvaststelling, gelden voor
die bedrijfstakken, waar reeds codes in werking zijn.
Bij Presidentiëele ordci’ vami 27 Mei zijn die bedrijfstak-
ken, welke diensten verleenemi, zooals wasscherijen en ver-
verijen, autoparkeer en -stallingzaken, kappersbedrjven, schoenmakerijeu, etc. vrijgesteld van die bepalingen der
codes, welke pi:ijscoutroleerend werken of dienen om eer-
lijke concui’m-eutie te handhaven. De bepalingen betreffen-
de verbod van kinderarbeid, maxiniurnwerkuren en mini-
rnumlooneu blijven echter gelden.
Bepaald werd, dat deze bedrijfstakken een locale code
ingevoerd kunnen krijgen, wanneer 85 pCt. der bedrijven
luerin toestemt.
Een en ander beteekent dus een principiëele wijziging
in de poliek der NRA.
Contrôle op de effectenbeurzen.
In het Kwartaalbericht van 25 April 1934 werd het
wetsontwerp, regelende de effecteubeurzen in de Ver. Sta
ten, uitvoerig besproken. Deze ,,Fletcher-Rayburn bill” is
op 6 Juni tot wet geworden onder den naam ,,Securities
Exchange Act of 1934″.
In het ontwerp zijn enkele amendementen aangebracht,
zoo tea aanzien van de marge, welke bij prolongatie ver
eischt wordt, welke thans lager is gesteld. Belangrijker
echter is de wijziging, dat deze marges voorloopige zijn,
daar aan de Federal Reserve Board de bevoegdheid is ge-
geven, de marges naar goeddunken te verlagen of te ver-
hoogen.
Van belang is ook nog het amendement, waarbij de
contrôle op de beurzen niet wordt overgelaten aan de Pe-
deral Trade Commission, doch aan een nieuw ingestelde
commissie, de ,,Securities and Exchange Commission”,
welker 5 leden door den President op voordracht en niet
goedkeuring van den Senaat worden benoemd uit verschil-
lende politieke partijen. Het is hun veTrboden eenig belang
te hebben bij effectenzaken.
Contrôle op het en-tissiebedrijf.
Tijdens de behandeling van het ontwerp in de Senaat is
een amendement op de ,,Securities Act of 1933″ toege-
voegd als een ,,rider” op de ,,Securities Exchange Act”,
welk amendement onder Titel II vet is geworden.
In financiele kringen bestond tegen de wet op emis-
sies van 1933 sterk verzet, daar deze wet, welke een reac
tie was op de misbruiken, die in zoo sterke mate bij emis-sies hadden plaats gehad, groote aansprakelijkheid oplegt
aan emittenten en andere aan’ de emissie deelhebbenden. Dit zou tot gevolg hebben, dat de emissiebedrjvigheid en
daarmee de opleving stagneerde.
Het amendement komt aan deze bezwaren gedeeltelijk
tegemoet, hoewel niet in die mate als aanvankelijke amen-
dementen deden verwachten. Enkele voor emittenten gun-
stiger bepalingen zijn de volgende: Een eisch tot schade-
vergoeding kan slechts ingediend worden binnen drie jaar
672
ECÔNOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
(volgens de bestaande wet 10 jaar) na het uitgeven van
het prospectus. Degeen, die voor schadevergoeding wordt
aangesproken, mag thans aantoonen, dat het door klagei
geleden verlies geheel of gedeeltelijk andere dan de aange-
voerde oorzaken heeft, waardoor hij gedeeltelijk of geheel
bevrijd wordt. Ouder de bestaande wt kan een eisch tot
schadevergoeding worden ingediend na de registratie van
het prospectus, thans erst nadat 12 maanden gepasseerd
zijn sedert het verschijnen van Let prospectus en over deze
periode een winststaat is gepubliceerd. Tenslotte kan de
‘rechtbank eischeii, dat de kosten van juridischen bijstand
worden gedragen door de verliezende partij, terwijl ge
eischt kan worden, dat hiertoé een waarborgsom gestort
wordt.
Ook na deze wijziging blijven de meeningen over de ge-
volgen van deze verzachtingen van de aansprakelijkheid op
dc emissiebedrijvigheid verdeeld.
Depositoverzekering.
Op 16 Juni werd de ,,Bank Deposit Insurance Bill” dooi
den President geteekend. Deze wet beteekent een uitstel
van het permanente plan van depositoverzekering en ver-
lengt de bestaande wet met eenige wijziging tot 1 Juli
1935.
Het maximum aan verzekerde deposito’s is thans gesteld op $5.000, tegen $2.500 onder de oude regeling. De perio-
de, waarbinnen State bauks zich aan moeten sluiten bij
het Federale Reserve systeem, teneinde in de depositover-
zekering te kunnen deelnemen, is met een jaar verlengd
tot 1937. Bij deze wet is de Rel ico gemachtigd, tot steun
aan de deposanten van die banken, welke tusschen 31 Dec.
1929 en 31 Jan. 1934 gesloten werden, van deze banken
activa over te nemen of op deze activa voorschotten te
verstrekken, waarbij de activa gewaardeerd dienen te wol-
den op hun waarschijnlijke latere opbrengst. Ook wordt een afzonderlijk fonds gecreëerd voor de ver-
ekering van tegoeden bij spaarbanken.
Verlaging van vaste lasten.
Municipal Bankruplcy Bill.
Op 24 Mei is de wet aangenomen, welke beoogt om het
de publieke lichamen als gemeenten, graafschappan, ,,school
distriets”, etc. te vergemakkelijken met hun crediteuren
en obligatiehouders tot ccii vergelijk te komen. Die ge-
meenten, steden, ete. welke op dit oogenblik of binnen twee jaar in staat van insolventie geraken, ‘kunnen met
goedkeuring van houders van 51 pCt. der uitstaande
schuld bij de rechtbank een verzoek tot ccii accoord indie-
nen. Indien de houders van van het aantal stukken van
iedere soort effecten en % van het totale uitstaande be-
drag hun toestemming geven, woi-dt het accoord gerechte-
lijk erkend, en bindend verklaard voor alle crediteuren.
0
1
)
30 Jan. 1934 verkeei-den naar schatting 2019 l)ublie-ke lichmen in betalingsmoeilijkheden, waat-bij men op en.
$2 milliard obligaties rente of aflossing achterstallig was.
:Detroit had een achterstand op leenungen ten bedrage van
$ 400 millioen, Chicago ten bedrage van $150 millioen. Ver-
der waren vooral de publieke lichamen izi Florida en
Noord-Carolina achterstallig als gevolg van ccii roekelooze
leeningspelitiek, welke gebaseerd was op een wilde grond-
speculatie.
Cor poration Bankruptcy Bill.
Op 7 Juni tcekende Roosevelt de wet, clie reorganisatie van ondernemingen vergemakkelijkt. Anders dan vroegei
is het niet meer noodig, een obstructie voereude minder-
heid van belanghebbenden bij een reorganisatie te dwingen,
zich naar het besluit der meederheid te voegen door mid-
del van een faillissementsaanvrage bij de rechtbank of ter
vermijd.ing hiervan dee ,,strikers” tegemoet te komen.
De wet bindt thans alle crediteuren aan het door de recht
bank goedgekeurd reorgauisatiebesluit, waarin houders van
van ht schuldbedrag toegestemd hebben.
Frazier-Lemke Farm Bankruptcy Bill.
Zie Landbouw (Vnnnuundering van lastei.i).
Sociale maatregelen.
Arbeidswetgeving.
Als’ gevolg van de toenemende dreiging der stakings-
epidemie, vooral in de staalindustrie, is de ,,Wagner Labor
Disputes Bill” in gewijzigden vorm onder den naam van
,,Natioual Labor Act” op verzoek van de Regeering weder-
om door het Congres in behandeling genomen. Het ont-verp ontmoette echter bij de werkgevers en in het Con-
gres veel tegenstand, daar men de regeling zeer eenzijdig.
achtte, terwijl men de vrees uitte, dat de wet eerder de
sta.kingsgolf zou aanwakkeren.
Het ontwerp dient ter uitwerking van sectie 7 A van
de NIRA, welke de werknemers het recht geeft zich te
organiseeren tot het sluiten van collectieve overeenkorn-
sten. Ingesteld zou worden een National industrial Ad-
justmeut Board in de plaats van de bestaande National
Labor Board. Toetreding tot een oi-gauisatie van werk-
nemers wordt niet geëischt. De Board heeft ook uiiet het
iecht, arbeidsvoorwaarden vast te stellen: dit wordt over-
gelaten aan de onderhandelende partijen. De belangrijkste bepalingen zijn, dat cle Board een vrije
verkiezing door cle werknemers- van hun vertegenwoordi-
gers garandeert, na onderzoek de arbeidemsorganisatie
kan aan wijzen, wlke de meercie rheid vertegenwooi-di.gt en
deze organisatie het uitsluitend recht kun geven arbeids-
•voorw’aam-den met de werkgevers overeen te komen, welke
voor alle werknemers in het bedrijf bindend zijn. Het
systeem van evenredige vertegenwoordiging is dus niet
uitgesloten, terwijl ook in liet voorgaande geval de min-
derheid het recht behoudt van reclame. Het ontwerp ver-
biedt verder enkele ,,unfair labor practices”: de wem-k-
gever mag de vom-ming vn , werkuemersorganisaties op
geenerlei wijze tegengaan, hij mag deze organisaties niet
geldelijk steunen of op andere wijze befnvloeden, en hij
mag een werknemer niet aanmoedigen of belemmeren tot
bepaalde om-ganisaties toe te ti-eden, bv. door discrimiuee-
rende behandeling. Den werknemers is het verboden, de
vorming van werkgeveeso rganisaties te verhinderen.
Verder bepaalt het ontwerp, dat geen regeling getrof-
leo mag worden, welke den werkgever verb.iedt, een over-
eenkomst aan te gaan met een i’akvereeniging, die de
meerderheid der werknemers i’ertegen woordigt, waarbij
slechts aangeslotenen bij die vakvereenigiug aangenomen
zullen worden (closed shop). Tegen deze bepaling rees
verzet, daar men machtsuitbreiding vreesde van de Ame-
rican Federation of Labor. Ook ziet men in het verbod
van steun aan wet-knemersorganisaties een aanval op cle
goede verhouding, welke bestaat
–
in verschillende bed rijfs-werkneme rsvereen iguugen, waar samengewerkt w’o rdt niet de werkgevers.
Ïntusshen heeft Pres. Roosevelt op 13 Juni ccii resolu-
tie aan het Congres ter aannemiuig gezonden ter vervan-
ging van de Wagner bill, waarin de President wordt ge-
niachtigd, ,,boards” in te stellen teneinde arbeidsconflic-
ten dwingend tot oplossing te brengen en verkiezingen
onder werknemers
–
te leiden ter vaststelling van eigen
i’ei-tegcmrwoordigem
–
s bij collectieve onderhandelingen. De
orders van deze ,,boards” zullen dwingend zijn en de na-
leving – daarvan zal afgedwongen kunnen worden door de
Federale rechtbanken. Dc Pm-esident zal de opperste iuiacht
l ehouden, terwijl niet nakoming gestraft zal kunnen
worden met boete van $ 1000 en/of gevangenisstraf van
1 jaar. Deze resolutie werd aangenomen.
Railroad Labor Bill.
Op 21 Juni w’erd deze wet, welke de Railway Lahor Act
van 1926 vervangt, geteekeud. Ingesteld wordt een Na-
tional Adjustment Board, bestaande uit 4 afdeelingen,
welke samengesteld zijn uit een gelijk aantal i’ertegen-
woord ige rs der spoorwegen en der werknemem-s. Daarnaast
kuni:uen i-egionaie commissies ingesteld worden, welke ge-
]ijke bevoegdheden verkrijgen.
Tevens wordt ingesteld een National Mediation Board
van 3 leden. De besluiten van deze ol-ganen hebben bin-
clend karakter en kunnen civiel- em.i strafrecliterlijk afge-
dwongen worden.
De wet garandeert voorts o rga.nisatiev rijheid, te rwijl
het den spoorwegen ook verboden is, steun te verleenen
aan we rknemerso rgan.isa ties. De immeerderheid der werkne-
mers stelt de vertegenwoordigers aan, welke het, geheele
vak vertegenwoordigen.
Railway Pension Act.
Deze wet -heeft de bedoeling de afvloeiing van spoor-
w’egpersoneel te bevordem’ëmi en niaakt het mogelijk, werk-
nemers
01)
65-jarigen leeftijd te pensionnecren op basis
van hun diensttijd en genoten inkomen.
Roosevelt’s Sociaal Program.
Op 8 Juni 1934 richtte Pres. Roosevelt zich in een
Boodschap tot het Congres met een programma van so
—
ciale hervom-mingen, waarin hij in hoofdzaak -drie plan-
nen uitstippelt.
10.
Een voortzetting gedurende de komende jaren van
den steun aan den huizenbouw door Federale en locale
autoriteiten in samenwerking met particulieren.
2o. Het opstellen, uitwerken en uitvoeren van een na-
tionaal plan tot ontwikkeling van, de natuurlijke hulp-
bronnen der Ver. Stated een juistere demografitehe ver-
deeling in overeensteniming met de natuurlijke geschikt-
heid van den bodem. Het plan zal o.a. dienen te omvat-
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
673
ten de irrigatie, den strijd tegen erosie, de herbebossehing,
den aanleg van waterkrachtwerken, de nornialisatie van
rivieren, etc. I)aarbij dient een vastomlijnd plan voor een
groote reeks van jaren te worden gevolgd, voor welker
uitvoering vaste bedragen moeten worden uitgetrokken,
zoodat de doorvoering onder alle omstandigheden ver-
zekerd is.
30. De sociale verzekering. In de eerste l)laatS wordt
gedacht aan invoering van een werkloosheidsve rzekering
en ouderdomspensioen, terwijl ziektevei’zekering ook op
het program staat. Het doel is de sociale onrust en cle
economische demoralisatie te bestrijden, die het gevolg
zijn van de onzekerheid. Bij de uitvoering dient een maxi-
niuni aan samenwnrking te bestaan tussehen de Staten
en de Federale regeering, terwijl Roosevelt een systeem
van contributies zon prcfe reeren boven een verhoogi ng
van de belastingen.
Deze plannen zullen het Congres in dcii vorm
van
wetso otwerpen in de as. herfstzitti ng wo rdn voorgelegd.
Monetaire maatregelen.
Zilverwetgeving in de Ver. Staten.
Dnor de aanneming van de .,Silver Purchase Act” ver-
volgen de Ver. Staten de politiek van steun aan het zil-ver als nionetaire basis. Naar aanleiding hiervan geven
wij een overzicht van de onder het regiem van Roosevelt
aangenomen zilverivetten.
Het Thomas amendement” op de ,,Agricultural
Adjustment Act”
(Farm Relief Bill) van 12 Mei
1933.
Dit amendement machtigde den President den Dollar te
clepreeiëeren tot, zoo noodig, 50 pCt. van de oude goud-
waarde, doch machtigde hem bovendien $ 200 millioen in
zilver als betaling van rente en aflossing der oorlogs-
schulden aan te nemen, tegen 50 dollarcents per ounce.
Op deze wijze is ongeveer $ 11 millioen geaccepteerd.
Van de machtiging, naast goud ook zilver in onbeperk-te hoeveelheden aan te munten, is geen gebruik gemaakt.
De presidentiëele proclamatie van 21 December
1933.
Hierbij vaardigdc de President, ouder de machtiging
van het Thomas amendement en in overeenstemming met
de bereikte overeenkomst op de Monetaire en Economische
Wereldconferentie te Londen, de order uit, dat de munten
alle nieuwe zilverproductie der mijnen zouden aa.nnemen
tegen $ 1,29 per ounce, onder aftrek van 50 pCt. munt-
loon, zoodat de werkelijke aankoopprijs bedroeg $ 0,645.
Tot 1.1 Mei 1934 waren
01)
deze wijze 6.1.18.817 ounees zilver
aangenomen, met een ,,statutaire” waarde van $7.900.000,
w’aarvan de helft uitbetaald is aan verkoopers, terwijl de
andere helft in de schatkist is gevloeid.
,,Silver Pv,rchase Act of 1934″.
Bij Presidentiëele Boodschap van 22 Mei 1934 werd,
tegelijk met de indiening van ccii wetsôutiverp, een
iiieerder gebru.ik van zilver aanbevolen, ,,to broaden the
ineta.11ic base of our inonetary system and stabilize the
purehasing and debt-paying power of our money ou a
more eqnitable level”, mede als’oorloopige maatregel in
afwachting va.I1 eene internationale regeling.
Na amendeering is dit ontwerp thans aangenomen. De zilverwet machtigt dcii ,,Secretary of the Treasury” zil-ver aan te koopen, zoo lang tot de hoeveelheid zilver
bedraagt der waarde van de totale nietaa.ldekking. Het
zilver kan in het binnen- of buitenland gekocht worden tegen een niet hoogeren prijs dan de monetaire waarde
($ 1,29 per ounee) en voor zilver, dat op 1 Mei 1934 in
de Ver. Staten aanw’ezig is, tegen een prijs niet hooger
dan 50 Sl)ollarcents per ouuce fijn. Omgekeerd wordt. cle
schatkist geniachtigd, zilver te verkoopen, zoodra de hoe-
veelheid zilver meer bedraagt dan 25 pCt. van den totalen
inetaalvoorraad of ook wanneer de marktprijs van het
zilver de monetaire waarde te boven gaat.
Tegen aankoop van zilver worden zilvercertificaten af-
gegeven, tot minstens den .aankoopprijs van het metaal
en omgekeerd zullen de zilvercertificaten aflosbaar zijn
in zilver, waardoor dus de marktprijs nimuler hooger kan worden dan de monetaire waai-de van het zilver.
De ,,Treasury” wordt met presidentiëele toestenimi ng
gemachtigd, alle zilve rtransacties, evenals import- en ex-
Porttransacties te regelen of te verbieden. Verder wordt
de President gemachtigd alle zilver tegen een billijken
prijs te •nationaliseeren. Teneinde speculatie niet te bevor-
deren wordt 50 pCt. belasting geheven van alle winst
gemaakt 01) zilver in muntvorm.
De gevolgen van deze wet zijn nog onzeker, daar de
uitvoering van de wet geheel w’ordt overgelaten aan de
diseretie der regeering.
Belastingwetgeving.
,,Revenue Act of 1934″
Op 10 Mei werd door den president de ,,Revenue Act
of 1934″ geteekei:id. Deze wet ontsproot uit den weiisch,
de belastingontduikingen te keerca onder de oude wet,
waardoor meerdere in komsten zonde n worden verkregen
tot een bedrag van $258 millioen. (Zie Kwartaalbericht
van 25 April 1934).
Bij amendementen is de wet echter dienstbaar gemaakt
aan belastingverhoogingen, zoodat thans geschat wordt,
dat $417 millioen meerdere opbrengst zal worden verkre-gen. De inkomstenbelasting is sterker progressief gew’or-
den: tegenover een verlichting voor kleinere inkomens
staat een verzw’aring voor inkomens boven $ 20.000.
Het misbruik, dat voortvloeide uit de mogelijkheid,
kapitaalsverl.iezen af te trekken van de inkomsten, wordt
belet door de nieuwe bepaling, dat deze thans slechts
afgetrokken mogen ivorden van kapitaalswinsten behou-
dens geringe bedrageu, welke uit de inkomsten mogen
worden bestreden.
De belasting op het kapitaal van vennootschappen en
op ,,excess profits” wordt ii’eer in eere hersteld overeen-
komstig den eiseh in de N.R.A. gesteld. Persoonlijke hold-
ing-companies betalen een extra belasting. Verliezen van
onderhoorige instellingen iiiogen niet in mindering wor-
den gebracht van eigen inkomsten der holding coinpany,
behalve bij spoorwegniaatschappijen, welke dais echter
2 pCt. extra belasting ino’etea betalen op deze
z.g.,,coir-
solidated returus”. Tevens is bepaald, dat publiciteit moet w’ordeu gegeven
aan .de wijze van w’instvaststelling.
Handelspolitieke maatregelen.
De ,,Johnson Bill”.
Het ivetsontwerp, dat reeds een jaar geleden werd in-
gediend, is op 13 April wet geworden. De wet verbiedt
civiel- en strafrechterlijk cle koop en verkoop van obli-
gaties en andere effecten van buitenlaudehe stateu, ge-meenten, etc. en de verstrekking van leeningen aan die
regeer.ingeii, welke haar fiiianciëele verplichtingen tegen-
over de Ver. Staten niet zijn nagekomen.
i)e bepaling geldt niet ten opzichte vamt de leeningen en enrissies van buitenlandsche particuliere maatschap-
pijen, terwijl de w’et het den Amerikaansehen staatsburger
ook niet onmogelijk maakt dc effecten op buitenlandsche beurzen te koopen. Het blijft eveneens een open vraag, ot
de bepaling ook geldt tegenover landen, die een ,,token
payment” hebben verricht. Men krijgt aldus den indruk,
dat de wet uitsluitend gericht is tegen Sovjet-Rusland,
teneinde de erkenning van de schuld van $ 187 millioen
af te dwingen.
Nieuwe Tarief wet.
Op 12 Juni teekende Roosevelt de ,,Reciproeity Tariff
Bill”, welke den President machti.gt
, zonder goedkeuring
van den Senaat, met buiteulandsche mogendheden handels-
verdragen af te sluiten op basis van w’ederkeerigheid. De
Regeering krijgt de bevoegdheid, de tarieven met maxi-
maal 50 pCt. te verhoogen of te verlagen. De wet elirni-
neert automatisch de extratarieven op een aantal goede-
ren van landen, welke een hooger tarief hebben op de-
zelfde goederen, welke uit de Ver. Staten worden ge-
importeerd, dan overeenkomt met het basistarief der Ver.
Staten.
Motieven voor de groote machtsdelegatie aair de Re-
geering waren, dat de tarief regeling een onmisbare scha-kel vormt iii het economisch opbouw’plau en de wijzigin-
gen niet de noodige voortvarendheid doorgevoerd moesten
kunnen worden. Bij Senaatsaniendement is de bepaling
opgenomen, dat van een voorgenomen tariefsherziening
kennis moet w’orden gegeven aan belanghebbenden, welke
hun steni op ,,hearings” kunnen doen hooren.
De wet is mede liet resultaat van pogingen, welke Cor-
dell Hull gedurende 20 jaar in het werk heeft gesteld,
een tariefsheivorm.ing tot stand te brengen. Deze weoscht
de w’et te bezigen voor het verkrijgen van eau herstel der
handelsbetrekkingen, welke weer zal kunnen leiden tot
een internationale stabilisatie der valuta’s.
Intusschen wijst de ,,Fitiancial Chronicle” er op, dat,
w’aar de N.R.A. bepalingen de tendens hebben de pro-
ductiekosten binnenslands te verhoogen, de Regeering van
de gegeven bevoegdheden gebruik zal moeten maken, de
tarieven te verhoogen, zooals bv. reeds speciale invoer-
rechten gelegd zijn op katoenen kleedjes, teneinde den
overmatigen invoer hiervan te remmen.
674
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
HET PRIJSVERLOOP VAN GROOT-
HANDELSARTIKELEN GEDURENDE HET
TWEEDE KWARTAAL VAN 1934.
TARWE.
Steeds spelen in het tweede kwartaal de weersom-standigheden en in verband daarmede de oogstvoor-uitzichten op het noordelijk halfrond een belangrijke rol en is de stemming aan de graanmarkten in hooge
mate afhankelijk van weer en oogstberichten. Ook
worden in Mei de eerste ramingen van de opbreng-
sten bekend gemaakt, gebaseerd op in ‘de landbouwge-
bieden van Europa en Noord-Amerika verzamelde
rapporten. In de afgeloopen drie maanden zijn het
vooral berichten ‘geweest over ‘droogte, welke werden
verspreid, achtereenvolgens in bijna alle graanver-
bouwende streken van het noordelijk halfrond. Italië,
Spanje, Portugal en gedeeltelijk de Scandinavische
landen maakten ‘daarop een uitzondering. In Italië
echter was het weder ook niet gunstig, het gewas had
daar te lijden van regen en kou. De eerste klachten
over droogte kwamen uit Zuid-Oost Europa, weldra ook uit midden Europa. Sedert heeft het overal flink
geregend, doch in vele gevallen is de regen te laat
gekomen. Vooral voor rogge, gerst en haver was dat het geval. Tarwe is een veel sterkere plant, wordt op
zwaarderen grond verbouwd en heeft het best de
droogte doorstaan. Toc’h moet met kleinere opbreng-
sen in Oost- en midden Europa rekening gehouden
worden. Roemenië en Bulgarije zijn er zelfs toe over-
gegaan den uitvoer van graan geheel of bijna geheel
te verbieden en Hongarije verdween als verkooper van tarwe van ‘de West-Europeesche markt, omdat de prij-
zen er te hoog stegen om verderen uitvoer toe te
laten. Uit Rusland zijn de berichten schaarsch, doch
ook daar heeft blijkbaar de droogte ernstige schade
veroorzaakt. Nauwelijks waren de droogteberichten
uit Oost en midden-Europa verstomd en was daar in
ruime mate regen gevallen, of Noord-Amerika kwam
aan de beurt. Berichten over droogte, hitte en zand-
stormen kwamen uit de Ver. Staten en Canada en
spoedig werd de toestand alarmeerend genoemd. Ein-
delijk kwam in het begin van Juni door overvloedige
regen ook hier een ein’de aan de ‘droogte en verbetej’
den •de vooruitzichten. In menige streek in de Ver. Staten echter kwam de regen te laat en de oogstra-
mingen van 1 Juli zijn dan ook slechts weinig hoôger
dan die van 1 Juni. In Canada is ‘de regen op tijd ge-
komen en daar zijn ‘de vooruitzichten weder gunstig,
slechts in enkele streken in het Zuiden zijn ‘de nadee-
lige gevolgen der droogte nog niet overwonnen. Nog
waren de klachten over droogte niet afge1ooen,
want nu kwamen zij uit West-Europa. In Frankrijk
‘had het gewas sterk van ‘de droogte te lijden en was
de in ‘de tweede ‘helft van Juni gevallen regen ‘onvol-
doende, in Duitschiand was het vooral in ‘het Oosten
op de lichte gronden dat de droogte een nadeelige uit-werking had. De Duitsche regeering heeft ‘den uitvoer van granen verder verboden, hoewel zij geruststellen-
de mededeelingen deed over ‘de dekking der inland-
sche behoefte uit ‘den eigen oogst. Tengevolge van de
slechte oogstberichten is het aanbod van Duitsche,
Hongaarsche en Zui’d-Slavische tarwe, ‘dat ‘het ge-
heele najaar en voorjaar de markt had gedrukt, opge-
houden. Behalve 50.000 tons Fransche tarwe, welke
onlangs met regeerin’gssteun voor uitvoer werden ‘ver-
kocht, wordt ‘geen Europeesche tarwe meer aangébo-
den. In hoofdzaak moet in de importbehoefte voor-
zien worden ‘door Canada, Argentinië en Australië; ‘de laatste tarwesoort wordt in Europ’a bijna uitslui-
tend in Engeland gekocht. Door het afnemen van het
aanbod van Europeesche tarwe, zijn voor de andere
soorten in ‘den loop van het laatste kwartaal de prij-
zen verhoogd. Echter is die verhooging vrij matig ge-
weest doordat Argentinië doorloopen’d ‘dringend met
tarwe aan de markt is. Reeds eenigen tijd geleden
was ‘de hoeveelheid bereikt, welke Argentinië volgens
de Londensche tarweconferentie t’ot 31 Juli mocht
uitvoeren, en het vroeg om verhooging van de toege-
stane hoeveelheid. Daarover is met andere exportlan-
‘den onderhandeld zonder resultaat en intusschen gaat
Argentinië voort in ruime mate te verschepen. De op-
brengst van den laatsten oogst is onderschat geweest
en dezer dagen als 3Y2i millioen quarters grooter op-
gegeven dan in het begin van het jaar was geschat.
ROGGE.
De ‘door de Nederlan’dsche regeering in compen-
satie ‘gekochte Duitsche rogge is in Nederland aange-
voerd en heeft haar weg gevonden naar ‘het binnen-
land, ‘grootendeels voor veevoeder. Deze rogge en aan-
bod van Hongaarsche rogge hebben ‘de markt langen
tijd gedrukt. Ook is een partij Poolsche rogge naar
hier verk’ocht. De voorraden zijn grootendeels geruim’d
tot
prijzen
welke stegen naarmate het aanbod afnam.
Nieuw aanbod bestaat er weinig en is in hoofdzaak
beperkt tot eenige partijen H’ongaarsche in de tweede
han’d en een enkele in ‘de eerste hand, welke laatste
echter wegens cornpensatiemoeilijk’heden niet kon
worden ingevoerd. De vooruitzichten van den nieuwen
oogst waren reeds geruimen tijd slecht ‘door de ‘droog-
te, welke den opbrengst in Hongarije tot op de helft
van dien in het vorige jaar moet hebben verminderd.
In Polen verwacht men niet meer dan voor de eigen
behoefte noodig zal zijn en ‘ook in Duitschland w’ordt
slechts een matige opbrengst verwacht. Ook in ‘de
Donaulanden is ‘dat het geval. Uit Rusland komen
weinig berichten, doch, het is niet waarschijnlijk ‘dat
‘daar een overvloedige oogst zal worden binnen ge-
haald. De laatste maatregel der Nederiandsche regee-
ring, dat aanvoeren van graan uit de Donaulanden
alleen mogen geschieden in compensatie, zal de zaken
nog bemoeilijken. Dit geldt niet alleen voor regge
doch ook voor andere granen.
MAIS.
In het begin van het afgeloopen kwartaal waren de
aanvoeren van maïs uit Argentinë, waar ‘de oude oogst
teneinde liep, niet groot. Voor oude stoomende par-
tijen en ‘ook voor de eerste af te laden nieuwe Plata-maIs werden flinke prijzen betaald. Toen de versche-
pin’gen grooter werden, daalden ‘de prijzen ‘spoedig en
bleef Argentinië ‘ook voor, latere aflading ‘dringend
aan de markt. De prijzen aan de termijtunarkten in
Argentinië ‘bewogen zich boven de door ‘de regeering
vastgestelde minirnumprijzen en ‘bleven ook daar-
boven toen het aanbod grooter werd en de prijzen daalden. Het laagste punt werd bereikt omstreeks
Qin’de April, waarna een verbetering intrad, welke tot
aan het einde van het kwartaal ‘aanhield. Een der
redenen dezer verbetering was ‘het afnemen van aan-
bod van andere voerartikelen, vooral van Europeesche
‘r’oggesoorten. Ook verminderde het aanbod van gerst
en de opgeslagen voorraden van voederartikelen wer-
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
675
den gaandeweg kleiner. In het begin van het afgeloo-
pen kwartaal werden nog vrij belangrijke hoeveel-
heden Donaumaïs aangevoerd, waarvan de kwaliteit
over het algemeen slecht was, waardoor die maïs moei-
lijk te verkoopen was en de prijzen gedrukt werden.
Sedert is het aanbod van den Donau verminderd en
later klein geworden, nadat de uitvoer uit Roemenië
is verboden behalve van reeds voor uitvoer bestemde
partijen. Argentinië bleef dus practisch de eenige le-
verancier van maïs en aangezien ‘de verschepingen
vrijwel gelijk waren aan de behoefte in Europa, bleef prijsverlaging na de verbetering in de maand Mei uit.
De maïsoogst in Zuid-Afrika is dit jaar overvloedig
en verscheiden zaken zijn daarin tot stand gekomen.
De witte soorten, waarvoor een premie wordt betaald,
gaan in hoofdzaak naar Engeland voor de industrie.
De andere voor de voer bestemde, werden voor onge-
veer dezelfde prijzen verkocht als Plata-maïs per
Augustus/September en September/October afladiug. Gedurende de laatste weken zijn de offertes uit Zuid-
Afrika weder teruggetrokken. Behalve naar Europa
werden flinke hoeveelheden Zuid-Afrikaansche maïs
naar Canada verkocht.
GERST.
In het begin van het laatste kwartaal waren groote
voorraden Russische en Donaugerst aanwezig, terwijl
Argentinië dringend aan de markt was met gerst.
Door het groote aanbod en mede door de concurren-
tie van rogge werden de prijzen gedrukt. Het aanbod
van nieuwe verschepingen van den Donau was wel
niet groot, ‘doch ook •deze ‘gerstsoort bleef geregeld
komen. Russische gerst werd door de Russen zelf niet
meer aangeboden. Ook voor gerst werden einde April de laagste prijzen bereikt, daarna begonnen zij te stij-
gen tengevolge van het opraken ‘der disponibele voor-
raden, de betere stemming voor voergranen in het al-
gemeen, vermindering van het Argentijnsche aanbod,
en slechte ‘oogstvooruitzichten aan den Donau. Wel werd de uitvoer van gerst uit Roemenië slechts zeer
—
1929
1930
1931
1132
1V33
)14
korten tijd verboden en daarna weer toegestaan, doch
er werd slechts zeer weinig aangeboden. De stijging
der prijzen hield tot ver in Juni aan, daarLa is we-
der een kleine verlaging ingetreden, doordat flinke
hoeveelheden stoomende Platagerst in de tweede ‘hand
aan •de markt waren en afladers hunne prijzen moes-
ten verlagen om daarmede te concurreeren. Sedert
eenige dagen is ‘de Donau aan de markt gekomen met
gerst van ‘den nieuwen oogst. Deze gerst mag in Ne-
derlan’d alleen ingevoerd worden in compensatie met
uitvoer van Nederlandsche producten en daarom is niet te verwachten, dat de zaken in Donaugerst van
grooten omvang zullen worden. Ook heeft Roemenië
dit jaar slechts een kleinen gerstoogst.
LIJNZAAD.
Na de groote daling in prijzen, die de noteeringen
voor lijnzaad in Maart van ‘dit jaar op
f
130 gebracht
heeft, heeft een stijging ingezet, tevoorschijn, geroe-
pen door een verbeterde vraag van de consumptie,
zoowel in Europa als in andere landen. Deze vraag werd gestimuleerd door ongunstige be-
richten omtrent de Britsch-Indische lijnzaad-oogst,
terwijl berichten omtrent droogte in. Noord-Amerika geleid hebben tot de verwachting, dat •ook de Veree-
nigde Staten genoodzaakt zouden zijn, op nog groo-
tere schaal dan het vorig jaar hun behoeften in Ar-
genbinië te dekken. Niettegenstaande alle mogelijke
regeerings-maatregelen in vrijwl alle landen ter we-rel’d en niettegenstaande het feit, dat ‘de prijzen van
lijnzaa’d tegenover die van andere oliehoudende zaden
als te hoog worden beschouwd, is toch de consumptie
van ‘dit artikel niet noemenswaard teruggegaan en
bedragen de verschepingen van lijuzaad vanaf 1 Ta-nuari tot 1 Juli 1934 van Argentinië 864.000 tons en van Britsch-Indië 127.600 tons. Opmerkelijk is hier-
bij, dat de oogst in ‘de Vereenigde Staten, welke het
vorig jaar uitermate slecht is geweest en slechts
175.000 tons heeft bedragen, dit jaar niet alleen niets
grooter, doch, volgens betrouwbare particuliere be-
richten, eerder kleiner zal zijn, terwijl dit land des-
ondanks slechts een geringe belangstellin.g toont.
Intusschen zijn de prijzen regelmatig opgeloopen
tot
f
160 ‘begin Juni. Sindsdien is een reactie ge-
vol’gd, ‘die wel hoofdzakelijk teweeg is gebrac’ht door
de maatregelen van de Duitsche Regeering, die door
liet verbod van inkoop voor olieza’den, hetwelk einde
Mei van kracht werd, den grootsten consument van deze zaden op ‘de wereldmarkt heeft uitgeschakeld.
Hoe lang ‘dit embargo duren kan, is moeilijk te he-
oordeelen, maar in ieder geval zijn ‘de oogsten, niet alleen in Duitschlan’d, maar in geheel Europa, min-
der gunstig dan ‘het vorig jaar en het is ‘duidelijk, dat
de weersgesteldheid een uitermate slechten invloed
heeft gehad op de productie van voermiddelen, zoodat
hiervoor in ‘het komende seizoen zonder eenigen twij-
fel een ruime vraag verwacht zal megen worden,
welke zeker niet zonder invloed op •de lijnzaadprijzen
zal blijven.
BOTER.
Het aanbod op onze botermarkt onderging in het
tweede kwartaal de ‘gewone seizoensuitbreiding, welke
‘dit jaar, in verband met de beperking t.a.v. ‘de kaas-
productie zich wat sterker accentueerde ‘dan in ‘het
voorjaar van 1933. Door de bemoeiing der C.Z.C.
heeft de afzet naar’de nog overgebleven vrije markten
– practisch alleen Engeland – een zeer grooten om-
vang aangenomen. De Engelsche markt was evenwel
ver van gunstig gedisponeerd. In tegenstelling met de
dominiale boters, welke gedurende het geheele kwar-
taal prjshoudend bleven, onderging de markt voor de
versche soorten, tengevolge van het veelal dringend
aanbod van Scan’dinavische en Balbische boter op-nieuw een verslechtering. In April werd voorloopig
het laagste punt ‘bereikt en volgde een kleine verbete-
ring, doch ‘gedurende het geheele kwartaal bleven ‘de
prijsverschillen tusschen de versche boter en die uit
de Dominions abnormaial klein.
De Leeuwarder noteeringscommissie stelde begin
April een recordprjs van 41 ct. per kg vast. Niette-
min kwam in deze noteeringsverla’ging de ‘teruggang
GRANEN EN ZADEN
TIJINBOUWARTIKELEN VLEESCU
TARWE
R000E
MAIS
GERST
§4/65 K.G.
LIJNZAAD
L. Plata
KOMKOM-
MERS
TOMATEN
VROEGE
AARD-
RUND-
VLEESCH
VARKENS-
VLEESCH
801(0. La
Plata loco
K.G. Bahia
La Plata
La Plata
loco
Ie soort
A per K.G.
1(0
PPELEN
(versch)
(versch)
Rotterdam!
Amsterdam
Blanca loco
R’damlA’dam
loco
R’dam!A’dam
loco Rotter-
damlA’dam R’damlA’dam
per 100 st.
Westiand
p. 100 1(0.
Gem.v.3kw.
100 KG.
per per 100 1(0.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 20001(0.
per 20001(0.
P
er 1960 K.G.
erkel-
Rodenrijs
Groote-
broek
Rotterdam Rotterdam
f1.
51
f1.
°lo
fi.
%
fl.
9
10
f1.
f
uj
/
%
j
%
/
øj
j
0
10
1925
17,20
100,0
13,(>7
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
– –
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
–
–
1927
14,75
85$
12,47
5
95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,50
78,4
–
–
1928
13,47
5
78,3
13,15 100.6
226,00 97,7 228,50 96,8
363,00
78,5 7,49
100,0
20,
100,0
4,93
100,0
93,
100,-
77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
7,79
104,0
16,
80,0
3,15
63,9 96,40
103,7
93,12
5
120,2 1930
9,67e
56,3
6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4 356,00
77,0
5,24
70,0
20,
100,0
4,12 83,6
108,
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3 4,55
34,8 84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
3,62 48,3
14,50
72,5
4,95
100,4
88,
94,6
48,-
61,9
1932
5,22
5
30,4 4,62
5
35,4
77,25
33,4 100,75 42,7
137,00
29,6
5,71
76,2
11,50
57,5
1,69
34,3 61,
65,6
37,50
48,4
1933
5,01
5
29,2 3,54
27,1
68,50
29,6
70,00
30,0
148,00
32,0
5,57
74,4
8,21 41,1
0,85
17,2
52,
55,9
49,50
63,9
Jan.
1932
5,05
29,4
5,076 38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30$
70,-
75,3
40,-
51,6
1ebr.
•
5,30
30,8
5,07
5
38,8 74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
68,-
73,1
34,-
43,9
Maart
,,
5,52
5
32,1
5,80
44,4 86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
67,-
72,0
32,-
41,3
April
5,65
32,7
6,22
5
47,6 88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
63,-
67,7
28,-
36,1
Mei
,
5,60
32,6
5,30
40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
67,7
26,-
33,5
Juni
,,
5,22
5
30,4 4,15 31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
67,-
72,0
34,-
43,9
Jul
4,90
28,5
4,-
30,6
78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1 5,71
76,2
15,50
77,5
2,07
42,0
68,8 35,50
45,8
Aug.
5,20
30,2
4,07
5
31,2
77,50 33,5
98,25 41,6
133,00
28,8
8,
40,0
1,31
26,6
62,-
66,7
40,50
52,2
Sept.,,
5,475
31,8
4,20
32,1
78,50
33,9 88,50 37,5
150,75
32,6
5,50
27,5
———————–
55,-
59,1
42,50
54,8
Oct.,,
5,25
30,5 3,92
5
30,0
74,50
32,2
79,50
33,7
138,25
29,9
17,
85,0
———————–
———————–
51,-
54,8
44,-
56,8
Nov.,,
4,90
28,5 3,90
29,8
71,25
30,8
79,00
33,5
135,25
29,2
53,-
57,0
46,-
59,4
Dec.
4,725
27,5
3,80
29,1
66,25
28,6
75,25
31,9
135,00
29,2
53,-
57,0
46,-
59,4
Jan.
1933
4,95 28,8
3,75
28,7
73,00
31,5
75,25
31,9
136,50
29,5
50,50
54,3
44,75
57,7
Febr.
4,775
27,8
3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7
130,25
28,2
49,25
53,0
58,1
Maart
5,05 29,4
3,82
6
29,3
73,50
31,7
76,25
32,3
130,50
28,2
46,50
50,0
–
59,4
April
5,15 29,9
3,75
28,7
72,75
31,4
71,25
30,2
129,50
28,0
—————-
49,50
53,2
48,25 62,3
Mei
5,40 31,4
3,775
28,9
70,50 30,5 73,25
31,0
146,75 31,7
—
–
—
–
–
–
–
—
52,25
56,2
49,-
63,2
Juni
,,
5,25
30,5
3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3
—
–
–
—
—
–
–
–
–
—
—
–
—
–
—
–
–
–
–
—
51,25
55,1
48,-
61,9
Juli
5,82 33,9
3,85
29,4
64,25 27,8 78,00
33,1
176,25
38,1
5,57
74,4
13,55
67,8 0,83
16,8
49,25
53,0
48,50 62,6
Aug.
5,30
30,8
3,55
27,2
61,25 26,5 67,75
28,7 161,50
34,9
8, 40,0
–
—
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
0,86
17,4
49,-
52,7
49,25 63,5
Sept.
,,
4,95
28,8
3,475
26,6
61,00
26,3
65,25
27,6
159,00
34,4
2,70
13,5
50,25
54,0
54,-
69,7
Oct.
4,40 25,6
3,-
22,9
60,25
26,0
63,50
27,0 141,25
30,5
8,60
43,0 56,25
60,5
54,25
70,0
Nov.
,,
4,55 26,5
2,95
22,6
74,50
32,2
60,00
25.4
147,25
31,8
—
–
–
–
–
–
–
–
——-
—
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
—
—-
–
–
–
—
–
–
–
—
59,50
64,0
54,37 5
70,2
Dec.
– ,
4,57 26,6
3,30
25,3
73,50
31,7
59,25
25,1
154,50
33,4
—
–
–
–
–
–
—-
–
—–
60,75
65,3
53,50
69,0
Jan.
1934
475
27,6
3,10
23,7
65,25 28,2 58,00
24,6
144,25
31,2
—-
–
–
–
—
–
—–
—
–
–
–
–
–
——–
–
62,50
67,2 53,75
69,4
Febr.
3,40
19,8
2,775
21,2
65,25 28,2 58,50
24,8
133,00
28,8
63,-
67,7
53,50 69,0
Maart
3,25
18,9
2,72
5
20,8
70,75
30,6 58,75
24,9
132,00
28,5 61,75
66,4 50,50 65,2
April
,,
3,20
18,6
2,70
20,7
70,50
30,5 56,75
24,0
136,50
29,5
—
—
–
–
–
–
—
—
–
–
–
–
–
–
–
–
–
—
—
–
—
–
–
—
–
–
–
—
–
63,50
68,3
49,125
63.4
Mei
,,
3,32
5
19,2
2,87
5
21,9
62,00
26,8 63,00
26,7
154,50
33,4 65,75
70,7
47,50
61,3
Juni
3,67
5
21,4
3,17
5
24,3
65,00
28,1
74,75
31,7
156,50
33,8
—
—
–
—
—
–
–
—
–
—-
–
–
–
63,25 68,0
43,75
56,5
2 Juli
3,60
20,9 3,10
23,7
64,00 27,6 73,00
30,9
152,00
32,9
–
5,77
—-
77,0
——
13,60
—
–
—
—
–
–
—
–
—-
–
–
–
—
–
—
—
–
—
—
–
—-
–
–
–
68,0
—-
3,05
61,9
§3,e)
67,7
45,_s)
58,1
9
,,
,,
3,55
20,6
3,-
22,9
67,00
28,9
74,50 31,6
146,50 31,7
5,98
79,8
7,60
—
–
—
—
–
—
—
–
—-
–
–
–
380
4;04
81,9
63,-
7
)
67,7
44,50
7
)
57,4
16
,,
,,
3,60
20,9 3,20
24,5
71,50
30,9
80,00 33,9
151,00
32,6
3,17
42,3 5,43
27,2
63,_
8
)
67,7
44,50
8
)
57,4
23
,,
,,
4,10
23,8
3,45
26,4
75,00 32,6
82,50 35,0
153,00
33,1
1) Men zie voor
de
toelichting
op oezen
staat de nos.
van
8, IS
Aug. 1928,
25 Febr.
1931
en 15
Febr.
1933.
2)
Tot Jan.
1931
Hard
Winter
No.2
van Jan.
1931 to
1
16 Dec. 1929
tot 26
Mei 1930
7415 K.G.
Ilongaarsche
vanaf
26Mei1930
tot
23Mei1932
74 K.G.
Zuid-Russische;
van 23
Mei 1932
tot 2Oct.
1933
No.
2 Canada.
4)
To
Canada.Van
19 Sept.’32
tot
24 Juli ’33
62163
K.G. Z.-Russ.
5)
De jaargemiddelden
zijn
berekend
uit
de gemiddelde
prijzen
van
April,
Mei en
Juni van
het betreffende
MINERALEN
TEXTIELGOEDEREN
–
DIVERSEN
– –
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
BENZINE KATOEN
WOL WOL
gekarode
–
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
C’ide
Gulf exp.
e
f
an
¶
Australische,
CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf, open
SALPETER
Old. per
F.G.F.
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
tm
°
64/66°
$cts. per
Middling
locopriizen
Sakella-
. F. No. 1
uomra
Merinon.l’
loco B’r d
rd
°
nial Carded,
kop
100 KO.
46
R dam/A’dam
S g.
per barrel
U.S. gallon
New-Vork
rides
Liverpool
e
ib
P r
.
SO’s Av. loco
Bradford
lb.
per
57-61 pnd.
netto
per 1000 K.G.
per Ib.
Liverpool
II.
0
10
$
s/
$cts.
5
/s
$ cts.
01
pencel
s/s
pence
Of
pence
01
pence
%
8.
0
10
8.
°Io
1925
10,80
100,0
168
100,0 14,86
100,- 23,25
100,0
29,27
100,-
9,35 100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89
112,5
13,65
91,9
17,55
–
75,5
16,24
55,5 6,30
67,4
47,25
85,9
24,75 83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2 1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8 48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4 9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40
105,6
123
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04 33,9
8,60 37,0
7,33
25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2 4,50 30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
1933
7,00
64,8 0.45 26,8
3,61
24,3
6,75 29,0
5,13
17,5
2,78
29,7
19,25
35,0 9,50
32,2
13,26
38,2
6,18
51,5
Jan.
1932
8,25
76,3
0.71
42,3 5,25 35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
Febr.,,
8,25
76,3
0.71
42,3 4,92
5
33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25
60,4
Maart
,,
8,35
77,3
0.71
42,3 4,62
5
31,1
6,90
29,7
5,37
18,3
3,30
35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
April
,,
8,65
80,1
0.86
51,2
4,34 29,2
6,25
26,9
5,08
17,4
3,08
33,0
16,50
30,0 9,00
30,5 9,25
26,7
7,40
61,7
Mei
8,30
76,9 0.86
51,2 4,25 28,6
5,80
24,9
4,57
15,6
2,76
29,5
15,75
28,6
8,25
28,0 8,88
25,6
7,40
61,7
Juni
,,
8,25
76,3
0.86
51,2 4,25 28,6
5,25
22,6
4,44
15,2
2,55
27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,
25,9
7,40
61,7
juli
8,10
75,0
0.86
51,2 4,25 28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
2,77 29,6
16,00
29,1
8,50
28,8
9,75
28,1
– –
Aug.,,
7,80
72,2 0.86
51,2 4,30 28,9
7,35
31,6
5,71 19,5
3,33
35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
34,6
5,70
47,5
/
Sept.
7,75
71,8
0.86 51,2
4,375
29,4 7,75
33,3
6,37
21,8
3,64 38,9
16,75
30,5
8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.,,
7,65
70,8
0.86
51,2 4,45
29,9 6,50
28,0
5,68
19,4
3,16 33,8
15,75
28,6
8,50
28,8
40,3
6,-
50,0
Nov.
7,40
68,5
0.86
51,2 4,60 31,0
6,15
26,5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25
28,0
34,6 6,10
50,8
Dec.
7,25
67,1
0.74
6
44,3
4,435
29,8
5,95
25,6
4,73
16.2
2,80 30,0
15,25
27,7
8,00
27,1
11,50 33,1
6,20
51,7
Jan.
1933
7,05
65,3
0.53
31,5 4,16
28,0
6,15
26,5 5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30 52,6
Febr.
7,20
66,7
0.38
22,6
3,97 26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9 6,40
53,3
Maart
,,
7,25
67,1
038
22,6 3,87
5
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75
26,3
10,75
31,0 6,40
53,3
April
,,
7,25
67,1
0.37 22,0 3,67
24,7
6,65 28,6
5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6
7,75 26,3
11,25
32,4 6,40 53,3
Mei
7,15
66,2
0.23
5
14,0
2,95
19,9
7,30 31,4
5,60
19,1
3,07
32,8
17,00
30,9
8,25 28,0
12,25
35,3 6,40
533
7,15
66,2
0.25
5
15,2
3,02
20,3
7,85
33,8
5,85
20,0
3,25 34,8
18,50
33,6
9,00 30,5
15,75
45,4 6,40
53,3
j
uni
uli
7,05 65,3
0.41
24,4
3,33
22,4
7,60
32,7
5,76
19,7
3,20
34,2
20,75
37,7
9,75
33,1
16,
–
46,1
6,40
53,3
Aug.
6,95
64,4
0.37
22,0
3,37
22,7
6,90
29,7
5,39
18,4 2,91
31,1
20,75
37,7 9,75
33,1
14,75
42,5 5,80
48,3
Sept.
,,
6,85
63,4
052
31,0 3,50
23,6
6,60
28,4
4,70
16,1
2,54 27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85 48,8
Oct.
•
6,60
61,1
0.66 39,3 4,04
27,2
6,40
27,5
4,55
15,5
2,48 26,5
20,75
37,7
10,75
36,4
14,50
41,8
5,90 49,2
Nov.
6,75
62,5
0.66
39,3 3,72
25,0
6,25 26,9
4,63
15,8
2,39 25,6
23.75
43,2
–
12,00
40,7
13,38
38,6 5,95
49,6
Dec.
6,95
64,4
0.67
39,9 3,75
25,2
6,50
28,0
4,89
16,7
2,38
25,5
25,00
45,5
13,25
44,9
13,50
38,9
6,
–
50,0
Jan.
1934
6,65
61,6
0.66
–
39,3
3,74
25,2
7,10 30,5
5,47
18,7
2,59 27,7
27,00
49,1
14,75
50,0
37,5
6,15 51,3
Febr.
6,30
58,3
0.64
38,1
3,25
21,9
7,50
32,3
5,64
19,3
2,68
28,7
23,75
43,2
12,75
43,2
37.5
6,20
51,7
Maart
,
6,25
57,9
0.63 37,5
3,05
20,5
7,40
31,8 5,50
18,8
2,76
295
23,25 42,3
11.75
39,8
12,50
36,0
6,25
52,1
April
6,30
58,3
0.62
36,9
2,79
5
18,8
6,95
29,9
5,37
18,3
2,50
26,7
23,00 41,8
11,50
39,0
12,-
34,6 6,30
52,6
Mei
6,25
57,9
0.62
36,9 2,88
19,4
6,80
29,2
5,20
17,8
2,48 26,5
21,00
382
10,50
35,6
11,88
34,2 6,30
52,6
•
6.15
56,9
0.62
36,9
2,83
19,0
7,15 30,8
5,23
17,9
2,77
29,6
19,00
34,5
9,50
32,2
11,50 33,1
6,30
52,6
j
uni
2
uli
6,15
56,9
0.62
-36,9
2,66
2
)
17,9
7,15
30,8
5,175) 17,7
2,775)
29,6
18,008)
32,7 9,25
8
)
31,4
11,50
11
33,1
6,30
526
9
,,
,,
6,15
56,9
0.62 36,9
2,69
3
)
18,1
7,35 31,6
5,216)
17,8
2,83°)
30,3
17,25
9
)
31,4
9,00
9
)
30,5
6,30
52,6
16
,,
6,15
56,9
0.62
36,9
2,69
4
)
18,1
7,80 33,5 5,28
7
)
18,0
2,90
7
)
31,7
1
16,75
10
)
30,5
9,00
15
)
30,5
6,30
52,6
23
,
.,
6.15
56,9
0.62
36.9
1
7,75
333
6,30
52,6
1)
Jaar-
en
maandgem.afger. opi(spence. )
6Juli.
) 13Juli.
4)
2
1 Juli. ) 4Juli.
b)
11Juli.
7) 11 JUli. ‘)
Juli. ‘) IZ JUli.
“1
19 JUli.
“)
.3 JUli.
I
.
.
F
—
ZUIVEL EN EIEREN
METALEN
BOTER
per
.
.
BOTER
p.K.G.
KAAS
Eier
Ikmaar
EIEREN
cm. not.
KOPER
tandaard
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
7P0
ZINK
GOUD
ZILVER
Leeuwar-
derComm.
Heffin
Crisis
Fabrieks-
kaas
Eiermijn Roermond Locoprijzen Londen
Loco rizen
Londen
loco rizen
Lon4’en
er
Foundr
No
t o b ‘
(Lux III) p.
Locoprijzen
Londen cash
Londen
cash
Londen per
Noteering
Zuivel-
Centr .
ki. mlmerk
p.
100 st.
per Eng. ton
•
er En
ton
En
ton
g.
MÏddIe
erEn
ton
Eng. t. f.o.b.
Antwerpen
per Eng.ton
per ounce
fine
Standard
Ounce
perSOK.G.
1925
fi.
2,31
01
0
100,0
f1.
–
fi.
56,-
0
10
100,0
fI•
9,18
01
100,0
9
62.116
°lo
100,0
£
36.816
%
100,0
£
261.17/-
oi
o
100,0
Sh.
731-
0
10
100,0
ah.
671-
0
10
100,-
£
36.316
°Io
100,.
ah.
8516
O
f
100,-
pence
32
1
/8
0
10
100,0
1926
1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15 88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
851-
99,5
28
11
16
89,3
1927
2,03
87,9
–
43,30
77,3
7,96
86,7
55.141-
89,7
24.41-
66,4
290.41-
110,8
731-
100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
851-
99,5
25
3
k
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05 85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
•
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851-
99,5
261116
81,1
1929
2,05
88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51- 63,8 203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6 24.1716
68,8
851-
99,5
24
7
1j
76,2
1930
1,66
71,9
–
38,45
68,7
6,72
73,2
54.13j-
88,0
18.116
49,6
142.5/- .
54,3
671-
91,8
59/6
88,8
16.17/-
46,6
85/-
99,5
l710j
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30 56,9
5,35
58,3
36.5J-
58,4
12.1/-
33,1
110.1/-
42,0
551-
75,3
47/6
70,9
1I.106
31,9
9216
108,2
13
3
/8
41,6
1932
0,94
40,7
–
22,70 40,5
4,14
45,1
22.171-
36,8
8.121-
23,6
97.21-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.16-
27,1
1181-
138,0
127/
40,1
1933
0,61
26,4 0,95
20,20
36,1
3,71
40,4
22.216
35,6
7.1716
21,6
131.181-
50,1
411-
56,2
351-
52,2
10.1216
29,4
12417
3
14
145,8
12
3
18
38,5′
Jan.
’32
1,16
50,2
–
25,75
46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7 10.14(-
29,4
98181-
37,8
4116
56,8
421-
62,7
10.616
28,5
12013
140,7
13
1
18
43,2
Febr. ,,
1,34
58,0
–
27,75
49,6 3,79
41,3
26.41-
42,2
10.5j-
28,1
99.216
37,9
4116
56,8
401-
59,7
10.-/-
27,6
11916
139,9
14
43,6
Mrt.
,,
0,98
42,4
–
23,65
42,2
3,425 37,3
24.18J-
40,1
9.91-
25,9
96.61-
36,8
441-
60,3
401-
59,7 9.111-
26,4
1141-
133,5
13
3
1
42,8
Apr.
,,
0,99 42,9
–
19,60
35,0
2,776
30,2
23.81-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
451-
61,6
3716
56,0
9.21
25,2
11013
129.0
13
1
1
40,9
Mei
,,
0,82
35,5
–
19,65
35,1
2,88
31,4
21.61..
34,3
8.-J-
22,0
89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0
9.91
26,1
11219
132,0
1201
39,3
Juni
,,
1,11
48,1
–
24,25
43,3
3,08
33,5
20.1216
33,2
7.51-
19,9
84.91-
32,3
441-
60,3
3716
56,0
8131-
23,9
113/6
132,7
12
0
1
39,3
Juli
,,
0,96
41,6
0.45
19,55
34,9
3,125
34,0
19.216
30,8
7.316
19,7
90.1716
34,7
42j6
58,2
371-
55,2
8.616
23,0
1161-
135,7
1231e
38,5
Aug.
,,
0,76
32,9
0,58
17,90
32,0
3,72
40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6
I0l.-j-
38,6
421-
57,5
3616
54,5
9.1316
26,7
11816
138,6
12
1
116
39,9
:
Sept. ,,
0,84 36,4 0,65
19,70
35,2
4,64
50,5
25.81- 40,9
9.1016 26,1
109.916
41,8
421-
57,5
351-
52,2
11.21-
30,7
11819
138,8
13
40,5
0ct.
•
0,82
35,5 0,73
25,50
45,5
5,73
62,4
22.516
35,9
8.71-
22,9
105.1316
40,4
411-
56,2
3416
51,5
10.816
28,8
12116
142,1
12
1
h
38,9
Nov.
Dec.
0,81 35,1
0,78
26,50
47,3
6,65
72,4
21.19(..
35,4
8.416
22,6
104.716
39,9
4
0J-
54,8
3416
51,5
10.81-
28,7
125/9
147,2
12
5
116
38,3
•
0,73
31,6 0,85
22,55
40,3
5,125
‘
55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.1016′
38,4
391-
53,4
3416
51,5
10.71-
28,6
12519
147,2
1111
35,8
Jan.
’33
0,73
31,6
0,89
21,75
38,8
4,27
46,7
19.171-
32,0
7.8/-
20,3
100.116
38,1
4016
55,5
3416
51,5 9.191-
27,5
12218
143,5
11
10
11
6
36,4
Febr.
0,65
28, 1
0,91
20,60
36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5
7.7!-
20,2
104.716
39,9
431-
58,9
341-
50,7
9. 15/-
27,0
1 205
140,8
11
15
116
37,2
Mrt.
,,
0,53 22,9
0,99
19,40
34,6
280
30,5 20.-16
32,3
7.101-
20,6
104.1813
40,1
431-
58,9
3417
51,6
10.7!-
28,6
12015
140,8
1211
38,7
Apr.
,
0,54
23,4
18,55
33,1
2,075
22,6
20.11/6
33,1
7.12/6
20,9 100.17!-
42,0
4
3!-
58,9
35(6
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
12
13
I16
39,9
‘
Mei
0,52 22,5
1,-
21,80 38.9
2,49
27,1
23.6/6
37,6
8.61-
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5
10.131-
,4
12316
144,4
1311
4
41,2
Juni
0.52
22,5
1,-
23,50 42,0
2,50
27.2
25.7
1
–
40,8
9.41-
25,3
151.10/-
57,9
421-
57,5
371-
55,2
11.1216
32,1
12213+
143,0
1301
4
41,2
Juli
,.
0,55
23,8
1,-
18,50
33,0
2,60 28,3
25.161- 41,6
9.21-
25,0
148.116
56,5
4116
56,8
351-
52,2
12.11-
33,3
I23I04 144,9
12
7
116
38,7
Aug.
0,63 27,3
1,-
18,90
33,8
3,575
38,9
24.5/-
39,1
8.4(6
22,6
145.3/-
55,4
411-
56,2
35/-
52,2
11.7/-
31,4
125(10
147,2
12
37,4
0,66
28,6
0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.1616
36,8 7.161-
21,4
140.1716
53,8
3916
54,1
3416
51,5
10.1816
30,2
130111
153,1
11
1
5116
37,2
Oct.
,,
0,68
29,4
0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.Ij-
35,5
7.141-
21,1
145.51-
55,5
3916
54,1
3416
51,5
10.131-
29,4
13111
153,3
11
7
/
37,0
Nov.
,,
0,65
28,1
0,90
20,80
37,1
5,80
63,2
20.616
32,7
7.1316
21,1
150.916
57,5
401-
54,8
3416
51,5
9.19j6
27,6
12815*
150,1
1211
4
38,1
Dec.
,,
0,60
26,0
1,-
20,40
36,4
5,475
59,6 21.11- 33,9
7.12f-
20,9
15381-
58,6
4016
55,5
361-
53,7
9.191-
27,5
126/21
147,6
12
9
/,
39,1
Jan.’34
0,50
21,6
1,-
20,40
36,4
5,05
55,0
21.7!-
34,4
7.71-
20,2
148.31-
56,8
3916
54,1
361-
53,7
9.121- 26,5
12916
151,5
12
3
14
39,7
Feb.,,
0,47
20,3
1,-
21,55 38,5
3,68
40,1
20.916
33,0
7.4/-
19,8
140.13!-
53,7
39/6
54,1
3615
54,4
9.-f6
24,9
13711
160,3
12
1
2
38,9
Mrt.,,
Apr.,,
0,44 0,42
19,0
1,
19,90
35,5
2,71
29,5
2031-
32,5
7.316
19,7
144.1516
55,3
40/5
55,5
3513
52,6
9.2!-
25,2
13618
159,8
12
0
/
39,3
18,2
1,-
17,20
30,7
2,72
29,6
20.1416
33,4
7.416
19,8
1501016
57,5
4116
56,8
34/2
51,0
9.716
25,9
135(1
158,0
12
7
/
38,7
Mei ,,
0,41 17,7
1,-
16.05
28,7
2,54
27.7
20.41-
32,5
6.16/6
18,7
144.1916
55,4
4016
55,5
32/9
48,9
9.21-
25,2
13613
159,4
12
1
116
37,5
Juni.
0,41 17,7
1,-
19,40
34,6
2,74e
29,9
19.1816
32,1
614f-
18,4
140.11-
535
4016
55,5
31/9
47,4
8.161-
24,3
137184
161,1
1211
4
38,1
2 Juli ,
9
fl
–
0,39
9
16,9
1,-
21,50
12
38,4
2,75
30,0
19.716
31,2
6.151-
18,5
1140.516
53,6
4016
55,5
3116
47,0
8.616
23,0
137110
161,2
13
40,5
0,39
10
16,9
1,-
21,50
13
38,4
2,80
30,5
18.181-
30,4
6.1316
18,3
142.181-
54,6
4016
55,5
32!-
47,8 8.81-
23,2
137111
161,4
12
7
/
40,1 16
,,
0,39″
16,9
1,-
21,50
14
38,4 2,75
30,0
18.5!-
29,4
6.151-
18,5
142.18!-
54,6
4016
55,5
3216
48,5
8.316
22,6
1371114
161,4
12116
39,9
23
i
2,80
30,5
18.51-
29,4.
6.1216
18,2
142.1616
54,5
4016
55,5
32/6
48,5
8.51′-
22,8
137110
161,3
12
1
/
38,9
26 Sept. 1932
79 K.G.
La
Plata;
van 26 Sept.
1932
tot 5
Febr. 1934
Manitoba
No. 2
3)
Tot Jan. 1928
Western;
vanaf Jan.
1928
tot 16 Dec.
1929
American
No.
2, van
l
an. 1928
Malting;
van Jan. 1928
tot 9 Febr.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23 Mei
1932
64J5
K.G. Zuid.Russische.
Van
23
Mei-19
Sept.
1932
No. 3
aar.
6)
7 Juli.
7)
14
Juli.
8)
21 Juli.
0) 5
Juli.
10)
12 Juli.
01)
19 Juli.
0)
6 Juli.
13)
13
Juli.
14)
20 Juli.
BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN
UREIDU,T
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE SUIKER
THEE
INDEXCIJFER
Zwedeii(
binnenmuur
buitenmuur
G.F. Accra
Ned.-Ind.
Robusta
Ribbed Smoked
Witte kristal-
AfI. N.-1. theev. Kolo-
F
‘and
T d
d
per
per
per
5Q K.G. c.i.f.
.me.
per 100 K.G.
ocopr,Jzen
Rotterdam
e e S
suiker loco
R’damlA’dam
dam gem. pr.
Java- en Suma-
ron –
fi
a e
Pvearns4ô;2aIt.
per 1000 stuks per 1000 stuks Nederland
Amsterdam
per
1
12 K.G.
L
oco
per
o
l
n
b
en
per 100 K.G.
tratheep.’IaKG.
sto en
ducten
1
ol
o
1
0(o
f
Ol
o
ah.
%
f
°/o
cts.
Ojo
5h.
01
fi.
Olo
cts.
0I
0
1925
159,75
100
15,50
100,-
19,-.
100,-
4216
100,-
35,890
100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75 100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6 19,50 102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3 94,25
111,5
96.0
102.6
1927
160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62e 90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12
8
102,0
82,75
97,9
. 87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,275
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6 97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3 21,25
111,8
45110
107,9
27,375
76,3
50,75
82,7 -110,25
28,8
13,-
69,3 69,25
82,0 81.9
85.5
1930 141,50
88,6
12,50
80,6 20,75
109,2
34(11
82,2
22,620
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2
60,75
71,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37
8
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8 46.6
1932
69,00
43,2
9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1
-/
1,75
4,9
6,32
5
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
1933
73,50 46,0
10,-
64,5
12,75 67,1
1514
36,0 9,30 25,9
21,10 34,2
-12,25
6,3
5,525
29,5 32,75
38,7
35.2
34.1
Jan.
’32
82,50 51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,12
5
36,6
23
37,5
-(2,125
6,0 7,35
39,2
32
37,9
38.5
39.1
Febr.
82,50
51,6
10,-
64,5,
18,75
98,7
1811
42,6
14,50
40,4
23
37,5
–
1
2
5,6
7,05 37,6
30
35,5
38.3
38.3
Mrt.
70,00
43,8 9,75 62,6
18,-
94,7
21
1
9
51,2
14,75
41,1
23
37,5
–
1
1,625
4,6
6,25
33,3
31
36,7
37.0
39.7
Apr.
70,00
43,8 9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5
–
1
1,5
4,2
5,90 31,5 29,25 34,6
36.2
36.0
Mei
,,
70,00 43,8
8,50
54,8
15,-
78,9 20
1
6
48,2
13,25
36,9
23,50 38,3
-11,5
4,2
5,625
30,0
30,25
35,7
35 2
38.1
Juni
,,
70,00
43,8
8,50
54,8
15,-
78,9 20
1
6
48,2
12,370
34,5
24
39,1
1
1,375
3,9
6,30 33,6 28,50
33,7
34.2
38.7
Juli
67,50
42,3
8,50
54,8
15,-
78,9
2011
47,3
12,370
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3
37.6
Aug.
63,00 39,4
8,50
54,8
15,-
78,9
20
1
7
48,4
12,37
5
34;5
24
39,1
–
1
1,75
4,9
6,57
5
35,1
22,75 26,9
35.9
37.4
Sept.
60,00 37,6
8,75 56,5
15,-
78,9
2112
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1
–
12,125
6,0
6,52
5
34,8 23,75
28,1
37.8
38.5
Oct.
63,50
39,7
58,1
14,50
76,3
1818
43,9
12,370
34,5
26,50
43,2
-11,75
4,9
6,325
33,7
28,50
33,7
36.2
38.7
Nov.
63,50
39,7
9,50
61,3
14,25
75,0
1716
41,2
12,125
33,8
24,50
39,9
-/1,75
.
4,9
5,878
31,3
30,75
36,4
35.3
37.2
Dec.
65,00
40,7
64,5
13,75
72,4
17/4
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9
5,50
29,3
28,25
33,4
34.0
35.7
Jan.
’33
70,00
43,8 9,25 59,7
13,50
71,1
1616
38,8
11,50
32,1
24
39,1
–
11,625
4,6
5,375
28,7
25
29,6
33.2
34.1
Febr.
70,00
43,8 9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,625
29,6
23,75
38,7 -11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
Mrt.
70,00
43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
16/3
38,2
10,370
28,9 23,50
38,3
-11,5
4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
32.4 34.9
A
pr.
,,
70,00
43,8 9,75 62,6
12,75
67,1
1515
36,3
9,50
26,5
23,50 38,3
–
1
1,625
4,6
6,07
5
32,4
27,50 32,5 32.8
34.9
ei
70,00
43,8 9,50 61,3
12,50
65,8
16
1
6
38,8
9,50
26,5
23
37,5
–
12
5,6
6,02
5
32,1
26,50 31,4
34.2 35.0
Juni
,
72,50
45,4
10,-
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27,9
22,50
36,6
-12,375
6,7
6,35
33,9
31
36,7
37.2 31.5
Juli
,,
75,00
46,9
10,25
66,1
13,-
68,4
1718
41,6 9,475
26,4 22,50
36,6
–
1
2,625
7,4
5,92
5
31,6
33,50
39,6
38.2 31.4
Aug.
,,
75,00
46,9
10,50
67,7
13,-
68,4
1615
38,6
8,75
24,4
20,75
33,8
–
(2625
7,4
5,275
28,1
35,25 41,7
36.5 35.6
Sept.
,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
14/5
33,9
8,25
23,0
19,75
32,2
-12,5
7,0
5,375
28,7
36,75 43.5 36.7
34.6
Oct.
,,
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,625
21,3
17,75
28,8
-12,625
7,4
4,90
26,1
42,25
50,0 36.5
33.4
Nov.
,,
75,00
46,9
10,-
64,5
12,50
65,8
12(6
29,4
8,-
22,3
16,25
26,5
–
1
2,75
7,7
4,65
24,8
40,50 47,9 36.4
32.7
Dec.
,
75,00
46,9
10,75
69,4
12,50
65,8
11(5
26,9
7,970
22,2
16
26,1
–
/2,875
8,1
4,75
25,3
41
48,5
37.1
31.3
Jan.’34
75,00
46,9
10,75
69,4
12,75
67,1
12110
30,2
7,45
20,8
16,50
26,9
–
1
2,875
8,1
4,95
26,4
45,50
53,8
36.9 33.8
Feb.,,
80,00
50,1
10,50 67,7
12,50
65,8
1
14
1
5
33,9
7,25
20,2
1
17,25
28.1
-13
8,4
4,975
26,5
46,75 55,3
35.9
35.9
Mrt.,
80,00
50,1
9,75
62,6
12,-
63,2
1411
33,1
7,-
19,5 17,75
28,9
–
13,25 9,1
4,520
24,1
45,50
53,8
35.7
35.2
Apr.
80,00
50,1
9,75 62,6
12,
–
63,2
1414
33,7 6,55
18,3 17,75
28,9
–
13,625
10,2
4,25
22,7
44,25
52,4
35.6 34.5
Mei
,
80,00
50,1
9,25
59,7
11,25
59,2
1512
35,7
6,72
5
18,7
17
27,7
–
1
4
11,2
4,15
22,1
42,75 50,6
35.1
34.3
Juni,
77,50 48,5
8,-
51,6
10,-
52,6
15
1
4
36,1
7,-
19,5
17
27,7
–
1
4
11,2
4,20 22,4
41,-
48,5
34.5
33.8
2 Juli
,,
77,50 48,5
14/7
34,3
6
15
/
19,3
17
27,7 -14,25
11,9
4,12
22,0
40,50
9
)
47,9
34.1
33.1 9
77,50 48,5
143
33,6
7,-
19,5
17
27,7
–
14,375
12,3
4,120
22,0
34.1
33.0
16
123
,,
–
77,50
77,50 48,5
48,5
14!
–
12(9
32,9 30,0
7,
–
6,80
19,5
19,0
17
16,50
27,7 26,9
-14,375
–
1
4,4375
12,3 12,5
4,-
3,87
5
21,3
20,7
34.2
34.1
32.5
31.4
N.U.AIle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.’31 zijn op goudbails omgerekend; de Doliarnoteeringon vanaf 20April’33 zijn In verhouding van de depreclatli
van den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.
-11
678
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
van de wereidmarktprijs, welke in verband met de
scherpe daling der Deensche prijzen beneden •de 40
cts. lag, nog geenszins tenvolle tot uiting. Dat de no-
teering van 41 cents tot de laatste week van Juni on-
veranderd bleef, hangt voor een groot deel samen met
‘de door •de C.Z.O. getroffen regeling voor den uit-
voer naar de niet-gecontingenteerde markten. Vooral
toen in Mei cle Engelsche markt wat vaster werd, on-
dervnd de Nederlandsche boter daar een bevredigen-
de belangstelling. Groote hoeveelheden konden op deze
wijze in Engeland afzet vinden; in sommige weken
was de uitvoer daarheen meer dan 1.000.000 kg.
heele opbrengst aan onkosten verloren ging, waardoor
de kaas geen reeële waarde meer had. De vraag zoo-
wel voor het binnenland als voor den export was in
het algemeen onvoldoende.
Vermeldenswaard is nog eenige toeneming in den
export naar de gecontingenteerde landen, ‘doch ‘deze
was te kortstondig of te gering van omvang om de al-
gemeene stemming van lusteloos’heid langer dan en-
kele weken op den achtergrond te houden.
PRUS
Kaas in tons.
In ‘de vraag in Duitschlan’d kwam half April ver-
hetering, nadat daar de ambtelijk vastgestelde prijzen
eetL verlaging hadden ondergaan, zoodat ook ‘de Neder-
lan’dsche vraagprijzen lager konden worden gesteld.
Tot medio Mei verliep de afzet vlot, daarna verflauw-
de de handel, sterk on’der den invloed van •de beta-
lingsmoeilijkheden en de precaire positie van de
Mark.
Naar België en Frankrijk konden in April no’g hoe-
veelheden van eenige heteekenis verkocht worden. In
Mei en Juni stond ‘de uitvoer naar Frankrijk hij ge-
brek aan licenties nagenoeg stil, terwijl ‘deze naar
België, waar het contingent zeer sterk werd geredu-
ceerd, snel terugliep. De binnenlan’dsche markt kon,
wegens de groote uitvoeren naar Engeland geregeld
,,schoongehouden” worden en bleef tot de laatste we-
ken van Mei vast gestemd. Zoodra evenwel ‘de uit-
komsten met ‘den Engelschen ‘handel teleurstel’de,
werd hier te lande ‘dringender aangeboden en vooral
geduren’de de maand Juni werd er ‘de stemming ‘steeds
flauwer. In de laatste week van ‘het kwartaal waren
de verhoudingen dusdanig, ‘dat opnieuw ‘de noteering
verlaagd moest worden en thans, ‘het record van 39
cen’ts bereikt heeft.
Boter in tons.
Invoer
1
Uitvoer
1931 1193211933119341 1931
1
1932
1
1933
1
1934
le
halfj.
1.233 3.792 310 129 18.007 8.400 17.283 20.744
2e
,,
2.798 437
347 – 14.951 11.977 11.090 –
le
kwart.
813 3.165 114 32 6.936 3.824 6.454 6.325
2e
kwart
419 627 196 98 11.073 4.577 10.829 14.419
3e
kwart
812 196 125 – 8.656 4.151 6.287 –
4e
kwart
1.987 241 232 – 6.295 7.826 4.803 –
Jan……
423 1.252 15 12 2.278 1.060 1.905 1.753
Febr. •
260 1.606
58
8
1.819
853 1.916 1.703
Maart
130 307
41 13
2.839 1.911 2.633 2.870
April •
94 266
128 15
3.473 1.600 2.407 3.847
Mei
•
152 110
21 38
4.132 1.881 4.047 5.522
Juni
173 251
47 45
3.468 1.096 4.375 5.050
Juli •
368
74
24
2.914 1.128 2.952
Aug …..
.
360
90
36
2.977 1.436 1.695
Sept
……84
32
64
2.765 1.587 1.641
Oct…..
442
54
81
2.793 2.074 1.907
Nov …..
.663 112
75
1.653 2.496 1.459
Dec. ….
.
882
75
66
1.8491 3.256 1.437
KAAS.
In April en Mei heeft de sedert den aanvang van
dit jaar vrijwel onafgebroken daling in de prijzen
zich nog verder voortgezet. In het bijzonder voor de Friesehe fabriekskaas hebben zulke lage prijzen ge-
golden, dat bij het maken dezer kaas vrijwel de ge-
Invoer
Uitvoer
1931 1932 1933 1934 1931
1932 1933
1934
le
halfj
274 239
162 194 41.364 36.603 30.989 29.565
2e ,,
336 249 205 – 45.027 40.535 32.923 –
le
kwart
148 128
90 108 18.934 16.302 15.953 13.184
2e
kwart
127 111
72 86 22.430 20.301 15.036 16.381
3e
kwart
158 109
95 – 24.170 22.161 17.855 –
4e
kwart
179 140 110 – 20.856 18.374 15.067 –
Jan •
50
37
27 31 6.741 5.883 4.910 4.426
Febr.
41
44
26 39 5,845 5.457 5.232 3.956
Maart
57
47
37 39 6.348 4.962 5.811 4.802
April
46
37
25 30 6.988 6.397 4.438 5.101
Mei •
36
38
25 35 6.815 6.299 5.064 5.418
juni
•
45
36
22 21 8.627 7.605 5.534 5.862
Juli
48
33
31
8.916 6,733 5.700′
Aug …..
.
54
39
22
7.716 7.325 6.402
Sept……
56
37
42
7.538 8.183 5.753
Oct……
63
51
34
8.058 7.804 5.529
Nov …..
.57
45
43
7.229 5.465 5.314
Dec. ….
59
44
33
5.569 5.105 4.224
EIEREN.
Uitvoer van Eieren in schaal in tons.
Versche eieren
Kalk
eieren en
Waarvan naar
Koelhuis-
op andere
Jaar
Totale uitvoer
eieren
wijze ge-
conserv.
Duitsch-
Groot-,,,
land
Britannie
eieren
1920 ….
433
–
441
–
30
1923 ….
13.522
–
11.383
107
1.374
1925 ….
43.864
31.492
11.826
1.359
3.129
1926 ….
53.598 38.632
14.571
2.258 2.940
1927 ….
63.904 45.593 16.580 3.880 2.714
1928 ….
66.762 46.782
17.716
6.032 2.829
1929 ….
71.827
52.329
16.977
6.872
2.886
1930 •…
76.073 50.888
21.260
6.595
2.285
1931 ….
77.958 52.687 22.117
6.586
1.655
1932 ….
75.020
62.667
10.223
3.964
1.076
1933 ….
53.503 41.842
7.566 2.663 810
Ie
halfI. ’31
47.675 32.056
13.396
334
547
32
48.374 40.904
6.065
700
334
33
31.325
24.374
4.211
134
32
’34
37.160
29.279 4.045
235
254
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
679
KOPER.
Ofschoon Amerika den prijs van koper voor de
binnenlandsche markt heeft verhoogd, is de export-
prijs van koper in Amerika steeds gedaald, terw’ijl
ook op •de Londensche markt de noteerin’g dagelijks lager is. Wij zijn op het oogenblik met de koperpri.j-
zon weder op een punt, dat lager is dan een jaar ge-
leden.
Tot de ‘ongunstige factoren, welke op het oogen-
blik de kopermarkt beïnvloeden, behoort de invoer-politiek van Duitschlan’d, hetwelk als grootste con-
sument inEuropa den invoer van koper geheel heeft
stopgezet. ‘Daarnaast
blijkt
de N.R.A.-politiek van
Roosevelt nog steeds niet een dusdanigen invloed op
het prijsniveau uit te oefenen, dat een beduiden’de
stijging van •de nôteeringen binnen afzienbaren tijd
mogelijk i.
Verder werd definitief besloten tot het vormen van de zoogenaamde ,,’bufferstock”, waarvan het ‘doel is
het voorkomen van groote prijsschommelingen op de
tinmarkt. De 4 bovengenoemde landen mogen hiertoe
ieder een hoeveelheid tin ‘bijdragen geljkstaande met
5 püt. van hun standard tonnage, welke hoeveelheid
(totaal 8282 tons) extra geproduceerd en geëxporteerd
mag worden in de periode van 1 Juni tot eind De-
cember 1934.
De prijs van het metaal bewoog zich over ‘t alge-
meen in dalende richtin’g. ‘Oash tin noteerde te Lon-
den op 6 April nog £ 244, daalde vervolgens
bijna
on-
afgebroken tot £ 222Y21 op 18 Juni, om’ zich daarna
eenigszins te ‘herstellen ‘en het kwartaal te sluiten op
£ 225%.
•_____
•__ ________
• ___
19.11
19.1
7Y
I,)
De statistische cijfers, ontleend aan de Metal Sta-
tistics 1934 of the American Metalmarket, geven om-
trent het verbruik in 1933 en in dit jaar betrekkelijk
gunstige aanwijzingen, welke verband houden met een
algemeene opleving. Deze stijgende tendens wordt
echter -dook de houding van Duitschland ongunstig
beïnvloed.
De wereldconsumptie was over ‘het jaar 1932
1.077.278 tons en bedroeg over 1933 1.260.000 ‘tons.
Verder is ‘de consumptie in Amerika in 1933 opge-
loopen van 259.601 tons tot 332.550 tons.
LOOD.
Dit’ materiaal i’s practisch onveranderd in prijs ge-bleven. Er was tijdelijk een groote vraag naar lood in,
verschillende landen in verband met de gesubsi’diëer-
de bouwnijverheid.
0
WULI,
t
VCW 0111,
lijn,
IWY
1930
1931
1932
1933
1934
Ook voor lood zal Duitschland vermoedelijk een
invoerverbod afkondigen en het dient nog te worden
afgewacht, of dit op de markt ook invloed ial uit-
oefenen.
‘TIN.
Als belangrijke feiten van het afgel’oopen kwartaal
vallen o.a. de beide ‘door het International Tin Oom-
mittee vastgestelde quota-ve’rhoogingen te vermelden.
De eerste verhooging ingaande 1 April 11. bedroeg
10 pOt. ,van ‘de ,,Standard tonnage”, waardoor de pro-
ducties der aangesloten landen Malakka, Bolivia, Ne-
derlan’dsch-Indië en Nigeria düs 50 pOt. van hun
standard tonnages bereikten, afgezien van de extra
4 pOt., welke dient voor verrekeningen en alleen gel-
dig is voor ‘het loopen’de jaar. De verhoo’ging van
10 pOt., welke een meerdere productie van 1380 tons
per maand beteekent, is voorloopig slechts vastgesteld
voor 6 maanden.
De totale ‘zichtbare voorra’den ‘daalden van 24.414
tons per ein’d Maart tot 20.066 tons per eind Juni.
Bedroeg in de eerste maand van het kwartaal •de da-
ling nog ruim 2000 t’on, in Juni bed’roeg de vermin-
dering nog slechts 931 ton.
Een overzicht van de exporten ‘der vijf bij het re-
strictie-schema aangesloten landen volgt hieronder:
1933
‘
1934
le kwartaal
April
‘
Mei
tong
tons
tons
tons
Ned.-Indië 14.181
4.240
,
1.310 1.760
Ma1akki
…….
23.760
7.707
2.794
3.125
Bolivia
…….
14.725
4.548
1.663
1.646
Nigeria
……..
3.651
‘
995 439 319
Siam
………
10.324
2.656
703
701
66.641
20.146
6.909
7.551
IJZER.
Terwijl er geen enkele opleving op de West-Euro-
peesche exportmarkt van ruwijzer te bespeuren is,.
toonen thans de binnenlandsche markten over het al-
gemeen een vaste ‘tendens. Deze opmerking ‘geldt spe-
ciaal voor ‘de Fransche markt sinds ‘de eerste week
van Juni. Er werd toen bekend ‘gemaakt, dat met in-
gang van 1 Juli een verkoopkantoor voor gieterij-
ijzer in Frankrijk zijfl werkzaamheden zou beginnen.
Er waren nog enkele besprekingen met
de
producen-
ten in ‘het Saargebied te voeren, maar tusschen de
eigenlijke producenten van gieterj-ijzer in Frank-
rijk en de ‘tijdelijke fabrikanten van ‘dit product, nl.
de staalproducenten, ,’die hun Thomasijzer niet meer
konden verwerken en daarom tot ‘de voortbrenging
van gieterij-ijzer over.gegaan waren, was een over-
eenkomst tot stand gekomen. Nadat de producenten
van gieterijijzer even te. voren de stichting van ‘een
verkoopkantoor nog afhankelijk ‘hadden gesteld van
de hernieuwing van de hematietconventie, hebben zij,
toen ‘di’t iâatste niet ‘gelukte, toch het Oomptoir op-gericht, nu onder de voorwaarde, ‘dat einde October
de hematietpro’ducenten ‘daarin zouden worden opge-
nomen.
Latere berichten meldden, ‘dat het Oomptoir zich voorloopig’ zou bepalen tot het vaststelle
n
van een
minimum prijs voor P.L. No. 3 op de’ binnenlandsche
markt en ‘dat
het
zou toezien, dat niet on’der ‘dit mi-
nimum wordt verkocht. Van een toewijzing van or-
•ders aan de bij het kantoor aangesloten producenten
of van een verkoopmonopolie is ‘dus geen sprake.
Intusschen hebben ‘de producenten wel afgesproken,
dat zij in Juli niet meer’ zouden verkoopen ‘dan het
gemiddelde van ‘de eerste vijf maanden van jdit jaar.
680
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
Onder den invloed van deze geheele actie is de Fran-
sche markt aanmerkelijk vaster geworden. In April
en Mei werd P.L. No. 3 nog voor 190 francs départ
Longwy en zelfs daaronder verkocht. De officieele
minimum noteering voor levering in Juli werd door
het Comptoir des Fontes Phosphoreuses vastgesteld
op 210 francs départ Longwy. Reeds in Juni werd
verkocht tegen 2101215 francs, terwijl enkele produ-
centen zelfs
220/225
francs vroegen, zonder ‘dat het
tegen deren prijs tot orders kwam. In elk geval
blijkt wel, ‘dat men voorzichtig te werk wil gaan en
een al te sterke hausse niet in de hand werkt.
De overeenkomst der Fransche producenten is
vooral nu zoo belangrijk, omdat de toestand in de
Fransche staalindustrie zi enderoogen aohteruitgaat en het gevaar, dat er weer meer gelegenheidsprodu-
centen van gieterij-ijzer komen, niet van de lucht is.
In het gieterijbedrijf heerscht echter blijkbaar de
meening, dat het Comptoir krachtig genoeg zal zijn om zich te handhaven. Hoewel de bedrijvigheid hij
de gieterijen geenszins toegenomen is, is men den
laatsten tijd herhaaldelijk tot •dekking overgegaan.
Onder invloed van de Fransche markt is ook de prijs
van Lux. 3 op de Belgische markt om’hooggegaan.
Zooals men weet is het Lux. 3, dat hier verkocht
wordt, van Fransche herkomst. Voor ‘den verkoop op
cle Beifgische markt bezitten de Franschen reeds lang
het z.g. Comptoir beige, dat hier •de prijs vaststelt.
De prijs van Lux 3 •bedraagt ‘hier 310/315 B. francs
vrachtbasis grens; aan het •begin van dit kwartaal
was de prijs nog 2901295 B. francs.
Ondanks de stijging van het binnenlan’dsche prijs-niveau voor Lux. No. 3 is er op de exportmarkt geen
spoor van reactie te bekennen. In April kwamen de
genoteerde prijzen fob. Antwerpen neer op ruim 341-
goud, in Mei op nog geen 331-, einde Juni was de’
noteerin’g 3116. Deze prijzen hebben in het algemeen
nominale heteekenis; zaken van eenig belang worden
er niet afgesloten.
l
3
-1—
1
1
aan
De verkoop van Engeisch ruwijzer in ‘het binnen-
land is, na een voorjaar van geregelden afzet in Juni
achteruitgegaan. De vraag naar ruwijzer ondergaat
den invloed van het slappe seizoen, ‘dat door herhaal-
cle vacanties in Schotland en Engeland wordt ge-
kenmerkt. Hoewel de producenten van Cleveland No.
3 voldoende orders hebben om zonder al te vee’l voor-
raad ‘te vormen den herfst te kunnen halen, is er
thans reeds sprake van een, zij het ook klein, produc-
tieoverschot. Dit, ondanks de nog
altijd
zeer beperkte
productie van gieterj-ijzer voor de markt. Men kan
verwachten, dat er in de naaste toekomst meer aan-
dacht zal worden besteed aan de exportmarkt, die de
laatste maanden verwaarloosd was. Op de ‘binnen-
lan’dsche markt heeft men niets ‘te duchten van de
producenten van het vasteland. In tegenstelling met
sommige soorten staal, waarin ‘de concurrentie van
het Continent sterk wordt gevoeld, is het invoer-
recht van 33′ pOt. op ruwijzer een onoverkomelijke
hinderpaal voor den import. Het is niet te verwach-
ten, dat het niveau van de binnenlandsche prijzen
gewijzigd zal worden. Clevland No. 3 noteert voor
het binnenland 6716 fob. Middleshrough, 67/3 franco
Falkirk, 70/3 franco Glasgow. Mede met het oog op
de stijgende grondst’offenmarkt zal men er zeker niet
toe overgaan de prijzen te verlagen, •doch eerder van-
neer ‘dit noodig zou zijn de productie beperken. Voor
den export van Clevelan’d No. 3 wordt algemeen een
noteering van 601- fob. Middlesbrough genoemd. Als
men bedenkt, ‘dat de bovengenoemde prijs van Lux. 3
f’ob. Antwerpen neerkomt op 51 è 52 papieren shil-
lings, dan kan men begrijpen, dat de Clevelandpro-
ducen’ten met hun aanbod tegen 601- fob. Mid’dles-
‘brough niet veel succes op de exportmarkt zulleu
boeken.
De hematietmarkt van het vasteland had in het
afgeloopen kwartaal een ongunstig verloop. Terwijl
de verkoop van het Fransche hematiet op de binnen-landsohe markt constant gebleven is (25.000 ton per
maand) is het prijspeil aanmerkelijk naar beneden
gegaan. De in Februari genoteerde officiëele prijs
was 360 tot 365 francs franco Nord; t’hans wordt ver-
kocht tegen 325 francs franco Nor’d. De Fransche
hematietmarkt vertoont ‘dus een tendens omgekeerd
aan ‘die van gieterij
–
ijzer.
De vraag naar hematiet van de Oostkust is niet
meer zoo levendig als voorheen en de Engelsche he-
matietproducenten ontwikkelen een grootere activi-
teit op ‘de uitvoermarkt. Evenals voor Clevelan’d No.
3 ligt de exportnoteering voor hematite mixed nrs.
ver onder cle binnenland’sche noteerin’g. Terwijl de
officiëele hinnenlandsche
prijs
voor mixed nrs. 6716
franco Middlesbrough i’s, wordt voor den uitvoer
aangeboden tegen 6016 f oh. Mid’dlesbrough. In tegen-
stelling met de Cleveland-producenten hebben de pro-
ducenten van hematiet wel eenig succes met hun of-
fertes in het buitenland. Dit is o.a. te merken aan
de cijfers van de verschepingen van de Tees, die wat
de verschepingen naar het buitenland betreft, voor-
namelijk hematietzendingen aan’duiden. Van de in
April, Mei en Juni verscheepte 11.000, 15.000 en
13.400 ton ging een grooter wordend aandeel naar
het buitenland. De exportverzend.ingen waren nl. res-
pectievelijk 3100, 3800 en 4600 ton. Tot ‘de voornaam-
ste importlan’den hehooren Denemarke.n en Italië.
De toestand in ‘de Duitsche ijzer- en staalindustrie
is te kenschetsen als sterk vertraagde vooruitgang,
gedeeltelijk zelfs achteruitgang. De uitbreiding van
de totale productie van ruwijzer in April bedroeg
bijna 11 pOt., in Mei was
zij
nog slechts ruim 2 pOt.
De voortbren.gin’g van ruvstaal toonde in Mei zelfs
een achteruitgang van ruim 2 pOt., na een vermeer-
dering van 8.6 pOt. in April. Een merkwaardige te-genstelling hiermede vertoont ‘de ontwikkeling van
de productie van ‘gieterj-ijzer, die in April met ruim
9 pOt. en in Mei met bijna 39 pCt. omhoog gin’g. De
behoefte van sommige gieterjen aan ruwijzer is
groot, de meeste echter werken aan orders voor leve-
ring op korten termijn.
Onderstaande cijfers geven een overzicht van de
productie van ruwijzer in iu’t tij’dvak Januari/Mei
1934 en 1933 in West-Europa, alsmede ‘de Ver. Sta-
ten van Amerika, in 1000 m.t.:
1933 1934
Jan—Mei
Frankrijk
………………..
2536 2554
Saar
…………………….
619 735
Duitschiand
………………
1857
3178
Engeland
………………..
1579
2422
België
…………………..
1203 1187
Luxemburg
……………….
853 779
Totaal
West-Europa
……….
8647
10855
Vereenigde
Staten
…………
3176
7994
Uit dit overzicht blijkt, dat de productie van
Frankrijk en het Sa’argebied vergeleken met het over-
eenkomstige tijdvak van verleden jaar slechts een
kleine vooruitgang laat zien. Daarentegen is ‘de pro-
ductie van Engeland en vooral van Duitschlan’d sterk
gestegen. Hierbij valt de achteruitgang van de pro-
‘ductie in België en Luxemburg, heide exportianden
van staal en stalenproducten bij uitstek, in het oog. De totale productie in ‘West-Europa in ‘de eerste
vijf maanden van dit jaar in vergelijking met verle-
den jaar is 25i4 pOt. gestegen, in de Ver. Staten
bedroeg de stijging zelfs 152 pOt.
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
681
Desondanks is het peil van de voortbrenging in de
Ver. Staten nog lang niet
‘gelijk
aan ‘dat van West-
Europa. Het peil van de productie van ruwijzer in de
Ver. Staten lag in 1929 met 43 millioen ton niet
minder dan 2.350.000 ton boven dat van de totale
productie in West-Europa. Deze cijfers illustreeren
vel scherp de mate, waarin •de Amerikaansche ijzer-
en staalindustrie onder de crisis geleden heeft.
Tenslotte volgt ‘hier nog een overzicht van den uit-
voer van ruwijzer van ‘de West-Europeesche landen
en Amerika in ‘de eerste maanden van dit jaar, voor
zoover de gegevens bekend zijn.
1934
1933
Frankrijk
Jan/April
……
,52.877
57.705
Nederlaud
Jan/Mei
……..
91.041
95.324
Engeland
Jan/Mei
……..
51.080 41.556
België
Jan/April
14.327
12.274
Duitschiand
Jan.[Mei
……..
52.328
34.907
Ver. Staten
Jan./April
1.148
1.007
Engeland en vooral Duitschlan’d boeken een vrij
aanzienlijke winst, al heeft ook hier de export nog
zeer weinig te betee’kenen. De uitvoer van Frankrijk,
vroeger ‘onder de groote productielanden van West-Europa het voornaamste exportland, blijft nog altijd
ten achter bij 1933.
PETROLEUM.
Na de gesprekken, die sommige leiders van de
groote Amerikaansche concerns met hun Europeesche
collega’s enkele weken geleden in Europa omtrent
actueele vraagstukken der petroleumindustrie had-
den, staat het vrijwel vast, dat de leiders der groote
Europeesche concerns tot een internationale produc-
tiebeperking slechts zullen besluiten, indien de Ver.
Staten, verreweg ‘de ‘grootste producenten en verbrui-
kers van ruwe olie en hare derivaten, eerst ,,orde in
hun huis gemaakt” zullen hebben. De kansen daar-
op, dat ‘dit spoedig zal gebeuren, zijn vrij gering ge-
worden, want het Congres heeft de door de regeering
voorbereide ,,Fed-eral Oil Control Bill”, ondanks het
aandringen van President Roosevelt niet meer voor
het recès in behandeling genomen. Wel heeft het Par-
lement tot een onderzoek der situatie der petroleum-
industrie besloten.
Ondanks dezen tegenslag, dient toch de aandacht
op het wetsvoorstel te worden gevestigd, want het is
meer dan waarschijnlijk, ‘dat een toekomstige regeling der Amerikaansche petroleumin-dustrie van gedachten
zal’uitgaan, zooals zij in dit ontwerp zijn belichaamd.
Men wenscht een scherpe contrôle ‘der productie’ van
ruwe olie, en meent reeds ‘daardoor het evenwicht
tusschen productie en verbruik te kunnen verzekeren.
De regeering, in samenwerking met vertegenwoordi-
gers ‘der petroleumindustrie, zal de totale productie
van ruwe olie voor ‘de Ver. Staten, maar ‘desnoods
ook voor elk veld en elken producent vaststellen;
door het verbod, ruwe olie te transporteeren en te
ontvangen, mits zij niet vergezeld gaat van een ,,cer-
tificate of clearance” hoopt men een effectieve con-
trôle over ‘de productie te bereiken. Men mist ech-
ter de ‘geenszins overbodige aanvulling dezer bepalin-
gen ‘door een contrôle der
raffinaderijen.
Tegen ‘deze
zijn vooral ‘de groote ondernemingen opgekomen, en de Staatssecretaris liet zich door ‘haar overtuigen; hij
heeft tenslotte erin toegestemd, dat de op de raff i-
nage betrekking ‘hebbende bepalingen van den code
worden geamen-deerd, om aldus ‘de petroleumindustrie
en redelijke kans te ‘geven, de contrôle over ‘de raffi-
nage naar eigen inzichten te regelen. Mocht inderdaad
blijken, ‘dat ‘de nieuwe regeling, die eveneens in voor-
schriften voor de te produceeren hoeveelheden ben-
zine en in een transportverbod voorziet, voldoet, dan
zal het de petroleumindustrie vermoedelijk gelukken,
aan een
ingrijpen
van den staat op dit ‘gebied te ont-komen. Inmiddels hebben de ‘groote ondernemingen
in sommige deelen van de Ver. Staten besloten, van
een mogelijkheid, die de geamendeerde code heeft
geboden, nl. benzine van de kleine maatschappijen op
te koopen (waartegen deze zich moeten verplichten,
geen ,,hot oil” meer te verwerken) gebruik te makén,
en ‘dit heeft ‘tot een ver’betering der benzineprijzen
– immers komt er minder benzine â tout prix op de
markt – aanleiding gegeven. Maar met dit al, kan
niet over het hoofd worden gezien, dat een groot ge-
deelte van de
zomercampagne
(April tot en met Sep-
tember) voorbij is, zonder dat de •situatie zoo belang-
rijk verbeter’de, als met meer goeden wil mogelijk
ware ‘geweest. Het benzineverbruik is belangrijk toe-
genomen; maar evenredig steeg ook de productie: deze
laatste bereikte in de eerste vier maanden van 1934
133.269.000 barrels tegen 124.218.000 vaten in het-
zelfde
tijdperk
van 1933, of 7.3 pCt. meer; ‘de vraag
naar ‘benzine steeg in dit tijdperk van 118.329.000 tot
126.955.000 barrels of eveneens met 7.3 pOt.; het bin-
nenlandsche verbruik nam van 108.225.000 tot
117.727.000 vaten toe of met 8.8 pOt.; maar ‘de uit-
voer verminderde (ondanks Dollardepreciatie) van
10.104.000 tot 9.228.000 barrels of met 8.6 pOt.
De
Russische petrolev,mindustrie
heeft nog steeds
met moeilijkheden te kampen, en de cijfers van het
plan worden op geen stukken na bereikt. De totale
productie van ruwe olie beliep gedurende de eerste
vier maanden van 1934 7.801.400 ton, en al is dit
122.8 pOt. van het cijfer van 1933, deze hoeveelheid
beloopt toch maar 84.1 pCt. van wat volgens het plan
ha-d moeten worden bereikt. Niet veel gunstiger is
de toestand in de raffinage; er werden in deze vier
maanden 6.739.800 ton verwerkt, hetgeen 117.9 pOt. van het cijfer van 1933 is, maar toch slechts 91.3 van het ,,plan-cijfer”. De benzineproductie bereikte 103.3
pCt. van het cijfer van 1933 en 88.1 pCt. van het
plan.
De Roemeensche peroleumindustrie
klaagt zeer
over den ‘druk der belastingen, die, gezien de lage
prijzen voor hare producten, dubbel zwaar te dragen
zijn. Het schijnt niet geheel onmogelijk, dat, uitgaan-
de van ‘de gedachte, dat soms ,,minder kan méér we-
zen” ‘de regeerin’g toch nog tot zekere vermindering
van den fiscalen druk besluit. De petroleumprijzen
zijn tot midden Juni Vrij zwak geweest.
Een gunstig verschijnsel is de toenemende con-
sumptie behalve in de Ver. Staten ook in verschei-
dene
‘belangrijke
Europeesche lan’den.
KATOEN.
Prijzen voor Amerikaansche katoen hebben in het
afgeloopen kwartaal al heel weinig gefluctueerd en
de noteering was per ein’de .Tuni practisch ‘geheel ge-
lijk aan ‘den prijs in het begin van April jl. In den
loop van de maand April zijn prijzen ca. 10 pCt. ge-
daald, zoodat begin Mei het laagste punt bereikt was.
Sedertdien zijn
prijzen
‘geleidelijk eenigszins geste-
gen, zon’der ‘groote fluctuaties.
De consumptie van ruwe’ katoen ‘blijft zich goed
handhaven en volgens de beschikbare gegevens is de
wereldconsumptie iets grooter ‘dan een jaar geleden.
1929
1w
1931
1932
1933
1934
24
wi1Cn
EQ
682
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
Wel heeft men in Europa wat minder gebruikt, doch
zoowel in cle Vereenigde Staten als ook in het Verre
Oosten zijn de cijfers wat hooger.
Over den as. oogst van Amerika is nog weinig te
zeggen. De bebouwde oppervlakte is vrij belangrijk lager dan verleden jaar, terwijl de weersomstandig-
heden over het algemeen minder gunstig zijn ge-
weest. Er is dus wel reden om te verwachten, dat in
het a.s. seizoen cle consumptie grooter zal zijn dan de oogst, en voorraden dus zullen verminderen.
ZILVER.
L
.
1
_L
Daar er evenwel altijd handelaren en importeurs
zijn, die zich niet de weelde kunnen veroorloven den loop van de markt kalm af te wachten, doch integen-
deel den verkoop van hun onverkocht hout wel dege-
lijk door het accepteeren van lagere prijzen moeten
forceeren, zijn er verschillende transacties tot geredu-
ceerde noteeringen afgesloten, waardoor de stemming
in het algemeen er niet beter op geworden is.
De laatste noteeringen uit Finland waren £ 10.-/-
per std. basis 7″ met een enkele tweede klasse produc-
tie zelfs
101-
sh. lager. Van Zweden wordt er zoo goed
als niets aangeboden, doch onder £ 10.1 is ook daar
niet aan te komen. Men rekent hier op het oogeublik
nog met een basisprijs van
f
77,50
a
f
75 per std.
f.o.h. doQh voor het najaarshout zullen wel lagere
prijzen worden genoteerd, daar men rekening zal
WOL.
De stemming van de markt gedurende het tweede
kwartaal 1934 was bepaald flauw en lusteloos te noe-
men. Bijzondere factoren die -daarop hebben inge-
werkt, waren ‘de textielstaking in Verviers, het in-
koopverbd in Duitschiand en de ontworpen invoer-
contingenteering in Italië.
De prijzen zijn gedurende den geheelen tijd om
b,ovenvermelde redenen langzaam gedaald.
1933
moeten houden met een ‘vrij belangrijke reductie van
•de Russische prijzen, -die eerst
f
95 basis 7″ c.i.f. wa-
ren en later zelfs op
f
97 werden verhoogd, tot welke
prijzen er evenwel al heel weini.g is afgeslo’ten.
Wanneer de toestand in den houthandel zich niet
spoedig verbetert, zal men ook in Finland en Zweden de prijzen voôr herfstlevering zeer zeker moeten her-
zien, daar er anders heel weinig kans is tot zaken te
komen.
KOEHUIDEN.
aI’kr.1
De omzetten waren middelmatig tot gering, behalve
in Duitschland, waar groote omzetten in wol, van
partijen, die zich reeds in – Duitschland •bevonden,
plaats vonden.
HOUT.
Sedert ons laatste overzicht, is de toestand op den houthandel hier te lande er niet bepaald beter op ge-
worden. Van optimisme is er zoo goed als niets meer
te bespeuren en er is inderdaad geen enkele reden
voor een gunstige stemming.
Er is in het najaar van 1933 en het voorjaar van
1934 zeer behoorlijk van Finland en Zweden gekocht,
ook al omdat de Russen quasi geen haast hadden en men niet wilde wachten tot de meeste gunstige pro-
ducties en specificaties waren uitverkocht.
De algemeene verwachting was namelijk, dat er ge-
durende de zomermaanden wel wat vraag zou zijn en
men wil-de zooveel mogelijk van een eventueele ople-
ving in de ‘houwerij en den export profiteeren. Die
verwachtingen zijn evenwel in gein enkel deel be-
waarheid. In •de bouwwereld, zoowel als in den ex-port, is de toestand verre van rooskleurig, zoodat de
aannemers en de kistenmakers veel te weinig te doen
hebben.
Van de e.o.w. partijen moest er al direct een ge-
deelte worden opgeslagen, terwijl er nog geregeld on-
verkochte partijen aankomen, waarvan een veel, te
groot gedeelte nog moet worden geplaatst. De meest
gunstige maten kunnen altijd nog wel aan den man
worden gebracht, ‘doch met de minder goede gaat het
maar matig.
De prijzen, zoowel in Finland als in Zweden, heb-
ben zich vrijwel kunnen handhaven, omdat de pro-
ducties van die landen grootendeels tot vrij goede
prijzen en betrekkelijk vroeg in het seizoen waren
verkocht, terwijl ook de Russen den verkoop niet vil-den forceeren door het reduceeren van hun prijzen.
929
1930
1931
1932
1933
KALKSALPETER.
RUBBER.
De voornaamste gebeurtenis der verslagperiode, de
totstandkoming van de rubberrestrictie, werd in onze
kolommen reeds zoo uitvoerig besproken, dat, met de
releveering van ‘dit feit alsmede van het verdere, dat zij op 1 Juni 1934 in de betrokken landen van kracht
werd, kan worden volstaan. De verreweg sterkst ver-
breide indruk was, dat het hier betreft niet slechts
het beste plan, dat kon worden uitgevonden, maar
ook een plan, dat inderdaad een redelijke kans op succes heeft. Waar aan de publicatie van het plan
reeds een belangrijke stijging van den rubberprijs en
van de koersen der rubberaandeelen was vooraf ge-
gaan, bleef de invloêd van de aanvaarding van het
plan, behoudens gedurende enkele dagen, vrij beperkt:
Daaraan werd ook niets door de eerste beslissingen
van de reguleerings-commissie veranderd, omdat men
ook ‘hieruit kon opmerken, dat’ het voor ‘de leidende
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
683
rubberkringen meer om eene geleidelijke aanpassing
van productie (uitvoer) aan het verbruik gaat, dan
om een forceering ervan en van •de prijzen.
Wil
Het bijzondere vraagstuk, dat de hevolkingsrubber
voor Nederlandsch-Indië als productieland biedt,
werd, althans voorloopig, •door een dubbele regeling
opgelost; door een uitvoerrecht op de in de Bui-
tengewesten ‘geproduceerde ru’bber en door een stel-
sel van individueele restrictie, zooals dit ook voor de ,,Europeesche” cultures van toepassing is, voor
de tuinen op Java. Het uitvoerrecht op rubber
was, zoomin als de verhouding van de productie
der beolkings- tot de ondernemingsrubber (42 : 58) uaar den zin der meerderheid van den ,,Volksraad”.
Zooals te verwachten was, heeft de regeering echter
aan deze bepalingen vastgehouden: aan het uitvoer-
recht in afwachting, dat het haar mogelijk zal zijn een beter stelsel te vinden, aan de verhoirding der
beide groote producentengroepen, omdat deze cijfers
haar redelijk schenen. Misschien zal de oplossing van
het vraagstuk der inlandsche rubber daarin worden
gevonden, dat men een algeheel verbod zal afkondigen
voor den uitvoer ervan in slab- of serap-vorm. Men
zou ‘de bevolkingsru’bber in Indië zelf tot behoorlijke
sheets willen verwerken, en aldus aldaar doen, wat
tot nu toe in Singapore werd gedaan
Zooals men weet, is deze gedachte niet bepaald
nieuw; maar nu wordt zij ook daarom weer actueel, omdat bij haar verwezenlijking ook een betere con-
trôle op de inlan’dsche productie mogelijk zou zijn,
terwijl er ook een eind aan verschillende misbruiken
zou kunnen worden gemaakt, die bij het opkoopen
van dit product zijn ingeslopen. De toewijzing der
productiequota’s voor de afzonderlijke ondernemin-
gen werd met veel instemming begroet, aangezien
daaruit blijkt, dat het •de regeering meenens is met haar voornemen, •door de toepassing van het plan,
rentabiliteit te verzekeren aan de
go ede
producenten.
Dit geschiedt daardoor, dat de ondernemingen, die
veel clonen (eerste klas jonge aanplant) bezitten,
maar niet daarop getapt hebben, een naar verhou-
ding aanzienlijk grooter quotum toebedeeld krijgen
•dan de ondernemingen met weinig of geen clonen.
• Misschien mag bij deze gelegenheid er de aandacht
op worden gevestigd, wat een verbetering van den
rubberprjs voor de Nederlandsch-Indische huishou-
ding beteekent. Neemt men aan, dat ‘de productie
in 1934 350.000 ton zal beloopen (zij was in 1933:
275.949 ton, en •de ‘basisquota’s 1934/1938 bedragen
504/602.000 ton), dan beteekent de verhooging van
den rubberprijs niet 1 ct. per pond, een vermeerde-
ring van
f
20 per ton, en van
f
7.000.000 per oogst.
De invoering der restrictie heeft een vermeerde-
ring der verschepingen, vooral van de Indische, tot
gevolg gehad. Nederlandsch-Indië exporteerde in Mei
64.554 ton bruto tegen 43.345 ton in April; het
‘droge equivalent is 55.737 (37.235) ton. In de eerste
vijf maanden beliep de uitvoer van ondernemingsrub-
her 102.213 (58.163) ton en van bevolkingsrubbem,
droog, 92.257 (31.555) ton. De verschepingen van
Malakka hebben in Mei 69.403 ton beloopen tegen
56.748 in April 1934 en 42.902 ton in Mei 1933. De
voorraden in de Gefedereerde Maleische Staten en
clie van de Straits zijn einde Mei slechts 96.971 tegen
07.146 ton einde April geweest; in de vier voor-
naamste centra beliepen de (,,wereld”) voorraden
602.412 ton tegen 601.486 ton einde April en 579.120
ton einde Mei 1933. Daarin zijn einde Mei 1934 on-geveer 18.000 ton voorraad in de havens van Neder-
landsch-mndië ‘begrepen, waarvoor cijfers vroeger niet
beschikbaar waren.
In Juni en Juli zal nog 100 pOt. der standaard-
productie kunnen worden geproduceerd, in Augustus
en September 90, in October en November 80 en in
December 70 pOt. Daardoor beloopt de beperking voor de zeven maanden Juni/December slechts 13
pOt. ‘der basisquota; in totaal worden in deze iaan-
den pl.m. 516.500 ton van liet zevenmaandeljksche’
basiscontingent ad 594.412 Vrij gegeven.
KOFFIE.
In den loop vanhet tweede kwartaal daalde de no-teering van loco Robusta van 18 op 17 ct. per %’ kg
en die van loco Superior Santos van 19 ‘op 19 ct.
De kost- en vrachtaanbiedingen van Brarilië stegen
in de’ eerste ‘dagen van April voor ‘goed beschreven Superior Santos van 7.5 tot 7.80 gouddollar per cwt.
en liepen daarna geleidelijk terug, totdat zij aan ‘het
einde van het kwartaal op 7.— goud’dollar kwamen.
De prijs van Rio type New-York 7 met beschrijving,
steeg in het begin van April van 7.— gouddollar per
cwt. tot 7.20, zakte eenige dagen daarna in tot 6.60,
liep wederom op tot 7.15 en daalde met enkele schom-
melingen tot 6.30 ‘goud’dollar per cwt., alles prompte
verschepin’g.
De oifprijs op prompte verscheping van Neder-
lairdsch Indië daalde voor Rohusta W.I.B., f.a.q. van
17% tot 16Y4. en die van ougewasschen Palembang
Robusta van 13% tot 11 ct.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt
bleven to’t half Mei, behoudens kleine schommelingen,
vrijwel onveranderd. Daarna liepen zij geleidelijk
terug en zakten ca. 1 et. in.
5
KOFFtECENTS PEP
De ‘gang van zaken liet over het algemeen veel te
wenschen over. Niettegenstaande in het afgeloopen
kwartaal in Brazilië ca. 3 millioen ‘balen werden ver-
nietigd, bleef de stemming weifelend, hetgeen niet te
verwonderen is, daar in ‘de eerste helft van dit jaar
slechts ca. 3% millioen balen vernietigd werden tegen-
over 14 millioen balen ‘in 1933.
In de maand Juni was de belangstelling zoowel
voor loco als voor prompte aflading van Brazilië iets
grooter in verband met het feit, ‘dat deBraziliaansche
regeering besloten had de ,,bonus” niet meer te ver-
strekken voor verschepingen na 30 Juni, behoudens
voor verkoopen op latere levering, waarvan de con-
tracten vSSr afkondiging van bedoeld ‘besluit reeds
waren ‘gedeclareerd. Op ‘de prijzen was dit evenwel
van weinig of geen invloed.
THEE.
De theemarkt heeft zich het af’geioopen kwartaal
gekenmerkt door een dalende tendens. De hoogste
prijzen werden nog in de veiling van 19 April be-
haald, maar hierna daalden ze geregeld tot de veiling
van 14 Juni, toen zij op het laagste punt van 40% ets.
tot stilstand kwamen. In de volgende veiling van 28 Juni was weder eenige verbetering merkbaar, waar-
aan de afschaffing der 30 opeenten per 1 Juli onge-
twijfeld niet vreemd zal
zijn
geweest.
Overigens is liet te betreuren, dat de Minister zijn
eertijds aangekondigde rechtenverlaging geen ingang
heeft ‘doen vinden, en gemeend heeft te kunnen vol-
684
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
staan met de afschafing •der reeds tijdelijke 30 opeen-
ten. Gezien het zeer hooge invoerrecht op
–
thee ver-
geleken bij dat op andere producten en de wensche-
lijkhei’d, die ook in het rapport van de z.g. Commissie
Bruins tot uiting is gekomen, om de rechten op In-
dische producten niet te hoog te stellen, heeft dit ons
wel bevreemd.
De middenprijzen van de thee in de afgeloopen vei-
lingen waren in ets. per hkg in entrepôt:
5 April Java-thee 451 Sumatra-thee 44 Tot. gemidd. 43
19 ,,
,,
45
42
,,
44
3 Mei
441
42
44
17 ,,
43
401
42
31 ,,
44
39
,,
41
14Juni
,,
44
,,
381
40
28 ,,
44
,,
39
41
IfltC,LI),WtW
/ar,L
Evenals gedurende het eerste kwartaal liep het vei-
lingaanbod te Amsterdam, zij het ook in minder
sterke mate, achteruit, tengevolge van den vermin-
derden (gerestricteerden) uitvoer der voornaamste
p roductielan’den:
Veilig-aanbod in kisten te Amsterdam.
1934
Verschil met
1933
le kwartaal (6 veilingen)
65.624
35
0
/0 100.456
2e
(7
,,
80.055
23
0
/0
103.967
le halfjaar
…………145.679
28
0
/0
204.423
Voor Londen waren deze cijfers:
1934
Verschil met
1933
le kwartaal (13 veilingen) 945.566
151
0
/0
1.118.016
2e
,,
(13
)
870.914
8
oj
945.460
le
halfjaar ………….1.816.480
12
0
/0
2.063.476
De voorraden bij het Thee-Etabiisement te Amster-
dam bedroegen uit. Mei 88.179 kisten Nederlandsch-
Indische thee tegen 114.156 kisten in 1933, hetgeen
een vermindering van bijna 23 pOt. beteekent. De
Londensche voorraden verminderden •in het overeen-
komstig tijdperk met 13% pOt. van 257 millioen lbs.
uit. Mei 1933 tot 222 millioen lbs. uit. Mei 1934.
De aanvoeren en afleveringen te Amsterdam be-
droegen (in kisten):
Aanvoeren
Afleveringen
1934
1933
1934
1933
le kwartaal. .
58.562 102.502
63.995
70.812
2e
,,
87.571 109.709
73.679
90.327
le halfjaar . .
146.133 212.211 137.674 161.139
Volgens de gegevens van het Centraal Bureau voor
‘dé Statistiek bedroeg de aanvoer in Nederland gedu-
rende de eerste vijf maanden 6.245 ton (v.j. 9.323),
de invoer tot verbruik 3.292 ton (v.j. 2.872) en de
uitvoer 2.594 ton (v.j. 2.833 ton). De stijging van den
invoer tot verbruik stemt hoopvol voor de toekomst.
SUIKER.
Het afgeloopen’ kwartaal verliep voor suiker zonder gebeurtenissen van eenige beteekenis. Alleen de onze-
kerheid omtrent de ‘grootte van• den Cuba-oogst is
van de baan. Deze’ zal ca. 2.200.000 tons bedragen,
zoodat men kan zeggen, dat de politieke onrust ‘hier
geen rol ‘heeft gespeeld. Verder is in de Ver. Staten
eindelijk de wet bepalen’de de hoeveelheden, welke uit
de verschillende’ landen ingevoerd megen worden, als-
mede het maximum van de eigen productie to-t stand
gekomen. Voor cijfers zij verwezen naar ,,Aanteeke-
ningen” in de Economisch-Statistische Berichten ddo.
6 Juni. Deze regeling, die een zuiver Amerikaansch
belang ‘dient, miste dan ook niet haar invloed op de
New-Yorksche markt. Een eigenaardigheid, die zich
thans tengevolge van deze regeling voordoet is, dat
‘de Philippijnen reeds 130.000 tons meer naar de Ver.
Staten verscheept hebben •dan het toegestane
kwantum.
De wereldmarkt voor suiker, die zich reeds in een
impasse bevond, kon zich ook geduren’de deze verslag-
periode nog niet aan de algemeene depressie onttrek-
ken. Overal ‘brokkel’den de prijzen heel langzaam af
totdat Amerika, zooals boven beschreven, orde in
eigen hui’s bracht, hetgeen Europa echter niet zoozeer bleek te interesseeren. In Europa was het gevoel over-
heerschen’d, dat men eenvoudig niet meer lager kon
gaan.
Belangrijke
liquidaties hebben dan ook niet
plaats gevonden. Eenige spanning werd veroorzaakt,
d’oor de lang aanhoudende droogte en berichten uit
belangrijke bietdistnicten, dat doordringen’de regens
uiterst noodzakelijk waren, zoo’dat speculanten â la
hausse klaar stonden om op een gegeven moment op
te treden, ‘doch de in de laatste week ‘gevallen regens,
al waren ‘die nog niet voldoende, hebben de kansen
voor een bevredigenden bietenoogst weer vergroot.
De pnijsfluctuaties in de Ver. Staten waren niet
groot, Spot Oentr. bleven geruimen tijd op ca. 3.42
d.c. Pas medio Juni kwam deze noteering op 3.15 d.c.
te staan om n’iet noemenswaard meer te veranderen.
De New-Yorksche
termijnmarkt
begon flauw, herstel-
de zich heel langzaam en bereikte pas begin Juni het
peil van begin April. Het slot kwam rond 12 punten
hooger.
De Londensche
termijnmarkt
opende het kwartaal
met ca. Sh. 418 voor Mei, Sh. 4/11 voor Augustus en
‘Sh. 5/3 voor December. De daarop volgende schom-
melingen naar beide kanten bedroegen niet meer dan
3 d. H’et einde van het verslag kwam in kalme stem-
ming me’t Sh. 4/9% voor Augustus en Sh. 51- voor
December.
Onze markt opende met
ƒ
4Y21 voor Augustus en
f
4’/s voor December termijn. Op 1 Mei bereikten wij
het laagste punt met
f
4.— voor Augustus en
f
4%
voor. December. Na eenige geringe schommelingen
komt het ein’de van de verslagperiode met koopers
tot
f
4 voor Augustus en
f
4% voor December.
Op Java heeft de Nivas haar prijzen van
f
4.15
resp.
f
4.25 voor Britsch-Indië Westkust resp. Oost-
kust successievelijk moeten verlagen tot
f
3.70 West-
kust. Ook de prijzen voor andere destinaties werden
al naar gelang het marktverloop van tijd tot tijd ge-
wijzi’gd. De verkoopen gedurende het tweede kwartaal
beliepen ca. 250.000 tons, waardoor het totaal der
verkoopen sedert 1 Januari van ‘dit jaar’ op ca.
540.000 tons gebracht wordt.
COPRA.
0
‘7.
S
‘5
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
685
DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN NEDERLANDSCH-
INDIË, DUITSCHLAND, GROOT-BRITTANNIË, VERS
STATEN, TSJECHO SLOWAKIJE EN ITALIË.
(Samengesteld in overleg met het Centraal Bureau
voor de Statistie1i te ‘s-Oravenhage).
Nederlandsch-Indië.
In het laatste Kwartaalbericht werd voor het eerst
over een zekere stabiliteit op een laag niveau van
het economisch leven in Nederlan’dsch-In’dië gespro-
ken. Het eerste kwartaal van 1934 was, de gegeven
omstandigheden in aanmerking genomen, niet on-
gunstig. Alleen de openbare financiën blijven zorg-
wekkend. Ondanks de vele toegepaste versoberingen
en de baten der conversie toont de begrooting 1935
een tekort van
f
75.000.000, nl.
f
87.000.000 tekort
op den gewonen dienst, waar tegenover een bate van
f
12.000.000 staat op den bu’itengewonen dienst.
Zonder met nieuwe heffingen rekening Ite houden bedraagt het totaal der ramingen van de ontvangsten
voor het jaar 1935
f
245.600.000 of
f
41.300.000
minder dan voor 1934 was geraamd. Het ‘bestuurs-
apparaat zal verder versoberd moeten worden.
De uitvoer bleef zich in gunstige richting bewe-
gen. Over het geheele eerste kwartaal 1934 werd 2190
daizend ton uitgevoerd met een waarde van
f
134,5
miii., dat’ is 220 ‘duizend ton en
f
19,8 mili. meer
dan in hetzelfde tijdvak van het vorige jaar. De sterk
toegenomen rubberuitvoer speelde hierbij een groote
rol. Deze gestegen rubberuitvoer ‘had plaats in anti-
cipatie van de internationale rub’berovereen’komst.
De uitgevoerde theehoeveelheid was tengevolge van
de theerestrictie geringer dan in het overeenkom-
stige vorige kwartaal, ‘de waarde was echter grooter.
Koffie en aardoliën vertoonden gunstige uitvoercij-
fers. Copra en suiker toonen een beeld van ernstigen teruggang. De suikersituatie blijft zorgwekkend; een
gedeelte van het productie-apparaat zal
blijvend
bui-
ten werking komen. De tinuitvoer is vrij stabiel. De invoer liep weer terug, vooral voor voedin’gs-en genotmiddelen (rijstinvoerverbod, zie Ned.-Inidi-
sche crisiswetgeving). Daarnaast heeft •de belangrijke verhooging van ‘de invoerrechten •op een groot aantal
artikelen per. 10 Januari ‘dezen ‘gang van zaken be-
invloed (zie eveneens crisiswetgeving). Het invoer-
gewicht van garens en m’anufacturen nam af ‘door
‘den opnieuw gedaalden import van goenizakken en
door de gedurende de maand Maart ingevoerde con-
tingenteering van bontgeweven sarongs en loerikstof-
fen (zie crisiswetgeving).
In verban’d met ‘deze contingenteering is een op-
inerkelijke opleving van ‘de binuenlandsche weefin-dustrie te bespeuren, welke zich inzonderheid op de
productie van de goedkoopere soorten sarongs kan
toeleggen.
De ontvangsten van het verkeerswezen (spoor-,
tramwegen en posterijen) zijn nog steeds ‘dalende. De
vraohten naar Amerika uiterst laag, naar Europa
licht stijgende.
De invoerbeperkingen en de verhooging van de
invoerrechten hebben het prijsniveau der importarti-
kelen in het eerste kwartaal van 74 op 77 ‘doen stij-
gen (vooral ‘de textielprijzen zijn sterk omhoog ge-
gaan).
De stijging der prijzen van rijst, maîs, cassave en
kedelee (zie crisiswetgeving) ‘deed ‘de kosten van voe-
ding voor ‘de in’heemsche bevolking opnieuw rijzen. Daarentegen daalde het indexcijfer van de voedings-
kosten voor een Europeesch ‘gezin door ‘de dalin van de prijzen van boter, rundvieesch en koffie.
De hankbiljettencirculatie is tamelijk stabiel ge-
bleven op een niveau, dat aanmerkelijk lager ligt ‘dan
dat van de overeenkomstige periode van 1933.
Het in het vorig Kwartaalbericht vermelde voort-
gezette deflatieproces in Indië uit zich wederom in
een nieuw laagterecord der clearings in Februari en
in verder afnemende uitzettingen.
Duitschiand.
De Duitsche productie-indices vertoonden in het
af’geloopen kwartaal een voortgaan’de verbetering;
anderzijds werpt de steeds nadeeliger wordende be-
talingsbalans een scha’duw op de geheele ontwikkeling.
De index ‘der totale indus’triëele productie steeg
van 62.9 in Jan. 1933 op 79.1 in Jan. 1934 en be-
droeg in Mei reeds 89.1. Terwijl in het afgeloopen
jaar deze stijging hoofdzakelijk door de sterk ver-
meerderde productie van kapitaal’goederen wer’d ver-
oorzaakt, neemt nu ook ‘de voortbrenging van con-
sumptiegoederen, welke sedert Juni 1933 stabiel ge bleven was, in ‘belangrijke mate toe. De betreffende
index bedroeg in Mei reeds 96.3, terwijl de gemid-
‘delde jaar-index voor 1929 94,8 en voor het laagste
jaar, 1932, 77.7 was. De index voor •de productie van
kapitaalgoederen steeg van 56.8 in Mei 1933 op
72.1 in Jan. en 84.3 in Mei 1934.
Het typeeren’de van ‘deze algemeene opwaartsche
beweging is wel, dat zij bijna geheel door •de Over-
heid met haar omvangrijk werkverschaffingspro-
gramma wordt bewerkstelligd. Het zijn juist de be-
drijfstakken, waar de werkverschaffin’g ‘het meest in-
grijpend plaats vond, die ‘de sterkste stijgingen aan-
wijzen. De bouwbedrijvighei’d, welke vooral de aan-
dacht ‘heeft, is in het afgeloopen jaar meer •dan ver-
dubbel’d en ha’d in April bijna het peil der jaren
1929 en 1930 bereikt. De voor de bouwbedrjvigheid
in den ruimsten zin (autowegen, bruggenbouw, kolo-
nisatie) werkende industrieën, 7ooals ‘de ijzer-,, staal-,
cement- en machine-industrie, vertoonen eveneens een aanzienlijke stijging. In de automobiel-, radio-
(voikszen’der), en meubel-industrie (huwelijksleenin-
gen) zijn gelijke verschijnselen waarneembaar.
De werkloosheid ging verder terug en bedroeg in Mei 2.5 millioen tegen 5 millioen in Mei 1933. Het
aantal in de industrie werkzame personen steeg van
12.7 in April 1933 op 15.3 in April van dit jaar.
Het zijn weer de onder de werkverschaffing vallende
industrieën, welke het grootste aandeel in ‘de verbe-
tering ‘hebben.
De toegenomen bedrijvigheid uit zich ook in het
goederenvervoer op ‘de spoorwegen en in ‘de binnen-
scheepvaart. Een an’der beeld vertoonen evenwel de
omzetten in ‘den kleinhandel. Deze ‘blijven in het al-
gemeen achter bij den sterk ‘gestegen omvang der
productie. De toeneming van ‘de waarde der omzetten
bedroeg over de eerste 4 maanden vergeleken met
dezelfde periode van het vorige jaar, nog geen 9 pOt.,
waarbij ook nog met de prijsstijging in die periode
rekening dient te worden gehou’den. Daartegenover
daalden nog ‘de omzetten ‘der warenhuizen met bijna
10 pOt. De omzetten ‘der meubel- en woningbenoo-
digdhedenzaken stegen als gevolg der huwelijksvoor-
schotten met ca. 30 pOt.
De gestegen productie in de consumptiemi’ddelen-
industrie heeft dus nog maar weinig uitwerking ‘op
de omzetten in ‘den kleinhan’del geha’d. Het is dan
ook waarschijnlijk, dat de •gestegen productie toe te
schrijven is aan voorraadvorming, gestimuleerd ‘door
de stijgende prijzen en de vrees, dat ‘de invoer van
gron’dstoffen in ‘de komende maan’den nog zwaarder
belemmerd ‘of wel geheel verboden zal worden.
Vertoonden ‘de omzetten in het binnenland reeds
weinig overeenstemming met de ‘gestegen productie,
de buitenlandsche afzetten bleven zich zelfs in dalen-
de richting voortbewegen. Hier ligt dan ook een der
voornaamste moeilijkheden voor ‘de verdere ontwik-
keling. De volgende posten uit de Duitsche betalings-
balans voor 1933 maken zulks ‘duidelijk.
Batig saldo Diensten
0.3 mrd.’ Schuldendienst
– 1.4
rnrd.
11
,, Eandelsbal. 0.7
Goudafgifte ………0.4
Voor 1934 ‘bedragen de verplichtingen aan ‘de bui-
teulandsche crediteuren 1.1 milliard. Het batig saldo
uit ‘de ‘diensten aan het buitenland wordt wederom
686
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
op 0.3 milliard begroot. Om de betalingsbalans in
evenwicht te brengen, zou de handelsbalans een batig
slot van 800 millioen moeten opleveren, daar de goud-
en deviezenvoorraad der Rijksbank nog geen 80 mii-
lioen bedraagt, en dus de goudafgifte niet langer
kan worden voortgezet, om •de nadeelige saldi te
vereffenen. Nu is echter in den loop van 1934 het
actiefsal’do der handelsbalans in een passiefsaido om-
geslagen. Voor de eerste zes maanden van 1933 was
het uitvoeroverschot nog 291 mi’llioen, in dezelfde
periode van 1934 bedroeg het invocrsaldo reeds 197
millioen. De moeilijkheden werden vooral veroorzaakt
door de sterk gestegen behoefte aan grondstoffen,
veelal benoodigd voor de uitvoering •der werkver-
schaffingsprogramma’s en voor de in liet algemeen
toegenomen productie. Met deze toeneming in de
hoeveelheden ging een stijging in de grondstoffen-
prijzen ‘gepaard. De export daarentegen, voor het
grootste gedeelte uit fabrikaten bestaande, daalde
zoowel wat hoeveelheid als wat prijs betreft. Boven-
dien werd een gedeelte ervan als z.g. ,,zusii’tzliche
Export” met Sperrmarken betaald, hetgeen een min-
dere opbrengst van •deviezen veroorzaakte, zoodat de
handelsbalans nog zelfs een geflatteerden indruk
maakt.
Invoer grondst. en halffabr.
Stijging of daling Jan./Apr.
1934
t.o.v. Jan./Apr.
1933
Hoeveelheid ………………
+ 12.5
pOt.
Prijzen
………………….+
2.5
Waarde
…………………
+ 15.3
Totaal ……………….+
94 millioen R.M.
Uitvoer fibrikaten
Hoeveelheid ………………-
0.4
pOt.
Prijzen
………………….-
9.0
Waarde
…………………-
9.3
Totaal ……………….
—
86
millioen R.M.
Wanneer men nu bedenkt, dat de benoodigde
grondstoffen-invoer ca. 60 pCt. van de invoeren, en
de export van fabrikaten bijna 80 pOt. van de uit-
voeren bedraagt, ‘dan begrijpt men, welk een nadee-
ligen ‘invloed een dergelijke ontwikkeling op de be-
talingsbalans heeft. Daar de industrie voor ca. 45
pOt. op huitenlandsche’ grondstoffen is aan’gewezen
zal een ver.dergaande opleving en een voortzetting
van de werkverschaffingscampagne onvermijdelijk een
stijgenden .gron’dstoffeninvoer met zich mede brengen.
Om echter een al’geheele uitputting van den goud-voorraa’d der Rijksbank te voorkomen, werden in-
grijpende maatregelen getroffen. De invoer van eeni-
ge belangrijke ‘grondstoffen, za. katoen, onedele me-
talen, huiden en vellen, werd s’terk gecontingenteerd
of verboden. Hierdoor werd ca. 25 pOt. van den to-
talen invoer onder contrôle gesteld. Daar •de binnen-
lan’dsche productie van deze grondstoffen totaal on-
voldoende is, moet vooi’loopig vooral op de voorraden
worden geteerd. Deze kunnen gemiddeld voor 5 á 7 maanden in de be’hoeften voorzien. Daarna zal ech-
ter verhoogde invoer moeten plaats vinden. Volgens
berekeningen van het ,,Institut für Konjunkturfor-
schung” bedragen de percentages der uit het buiten-
land betrokken grondstoffen voor de metaal-, textiel-
en lederindustrie resp. 85, 77 en 57.
Een ,,Rohstoffkommissar”, welke de voorziening en
meest rationeele verdeeling der aanwezige grondstof-
fen, alsmede de verhooging der binnenlandsche
grondstoffenproductie en zoo n’oodig de uitvoer van
grondstoffen moest regelen, werd benoemd: Tevens
zal naar ,,Ersatz” voor ‘de ingevoerde grondstoffen
worden gezocht. De afgifte van deviezen voor den
import werd zeer beperkt. Eindelijk werd ook voor
1 Juli een ‘transfermoratorium voor de buitenland-
sche schulden afgekondigd. De invoer van ook in
Duitschland voortgebrachte levensmiddelen werd tot
het uiterste beknot. Daarbij dient in aanmerking te
worden genomen, dat ‘de Duitsche uitvoer niet ster-
ker is gedaald ‘dan die van andere landen. Deze rege-
lingen zullen misschien tot resultaat hebben, dat d
betalingsbalans in evenwicht blijft, doch het gevaar,
‘dat gebrek aan grondstoffen ontstaat, is niet onwaar-
schijnlijk.
De uitvoering der werkverschaffingsplannen heeft
ook op an’der gebied een moeilijken toestand veroor-
zaakt. De financiering ‘der plannen geschiedt nl
‘door middel van wissels, welke naast een tamelijk
hoogen rentevoet een garantie van het Rijk bezitten, en daardoor voor de banken een extra aantrekkelijk-
heid voor liqui’de beleggingen bieden. Reeds voor een
bedrag van ca. een milliard is op ‘deze wijze bij de
banken ondergebracht.
De rente op de geid’markt heeft aan het ein’de van
vorige depressies steeds een dalende ten’den’s gehad.
De lage rentevoet deed de op korten termijn belegde
middelen naar de kapitaalmarkt overvloeien, waar na
verloop van tij’d de rentevoet eveneens daalde. Mo-
menteel bedraagt de obligatie-rente 6 5. 7 pOt., het-
geen nieuwe emissies van particuliere ondernemin-
gen zoogoed als onmogelijk maakt. De aan de Rijks-
bank toegestane openmarkt-politiek heeft op den
koers van obligaties nog weinig invloed gehad, ‘daar
de Rijksbank maar weini.g gebruik van haar bevoegd-
heden heeft gemaakt. De stijgende tendens in -de aandeelenkoersen stag-
neert eveneens in de laatste maanden en gaat soms
zelfs in kleine dalingen over. Een sterkere daling
van ‘de kapitaalrente, welke de particuliere emissie-
bedrijvigheid weer zou doen opleven, wordt door he’t hooge niveau van de ‘gelcirente ten eeneumale onmo-
gelijk gemaakt. De rentevoet op de gel’dmarkt zou,
gezien ‘de afneming van de ‘handelswissels bij de ban-
ken (bij ‘de Rijksbank en de groote banken ca. een
milliard Mark in het laatste jaar), gedaald zijn, in-
dien niet de werkverschaffingswissels een nieuWe
compensatie voor deze vermindering hadden gevormd.
Het hooge niveau van het particulier disconto, 3.88
pOt’. ) tegen 1 ‘5. 2 pOt. iti ‘de andere groote geld-
centra, bleef ‘daardoor gehandhaafd en verhinderde
zoodoende een belangrijke ‘daling der kapitaa’lrente.
Het ,,Institut für Konjunkturforschung” meent als
onmiddellijke hulp -te kunnen aanbevelen, ‘de geld. markt van de werkverschaffingswissels te bevrijden
door overbrenging hiervan naar ‘de kapitaalmarkt.
De ‘dan ontstaan’de ruimte op de gel’dmarkt zou mis-
schien een stimulans voor het particuliere bedrijfs-
leven vormen. Dat het particuliere bedrijfsleven nog
niet op gang is, ‘blijkt ook wel uit het totaalbedrag
aan crediteuren bij ‘de groo’te banken, ‘hetwelk nog
altijd geen stijging vertoont na de voortdurende
daling in 1933.
Groot-Brittannië.
In ‘het tweede kwartaal van 1934 is eenige stag-
natie te bespeuren in de opwaartsche beweging der
Engelsche conjunctuur, ‘die sedert oLgeveer een jaar
was ingetreden. Het aigemeene in.dexcijfer van ‘de
bedrijvigheid, hetwelk ,,Th’e Economist” maandelijks
publiceert, daalde van ruim 109 in Januari en Maart
op 105,8 in Mei.
Er is volstrekt geen sprake van een ernstigen
terugslag, eerder van een lichte aarzeling in de stij-
‘gende tendens. Gunstig blijft de ontwikkeling van
‘de werkloosheid, die nog gesta’dig afneemt. De op-
voering van ‘de productie voor de binnenlandsche
markt, b.v. van de ijzer- en staalproductie in verband
met de groote bouwbedrjv’igheid,
blijft
nog voort-
‘duren.
Het komt ons voor, dat ‘de aarzelende ten’dens der
laatste maan’den vooral veroorzaakt is door inter-
nationale invloeden van han’delspolitieken en mone-
tairen aard. Door Duitschlan’d’s financiëele moeilijk-
heden wordt b.v. Engeland’s wolnijverhei’d zwaar ge-
troffen; ‘de uitvoer van alle mogelijke fabrikaten
stuit ‘op steeds nieuwe invoerheffin’gen en contingen-
teeringen, waardoor het uitvoertotaal der laatste
t)
In Juni daalde het part. disc, tot
3.76
pCt.
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
687
maanden weinig neiging tot stijging vertoont. Het
invoertotaal vertoont, vergeleken met den aanvang
des jaars, eeuige neiging tot dalen, vooral voor
grondstoffen. De afneming van ‘de clearings te Lon-
den ‘en van de wisselportefeuille der banken past bij het beeld van lichte stagnatie. Daarentegen is,
zooals wij elders reeds mededeelden, de particuliere
bedrijvigheid op de emissiemarkt toegenomen. De kos-
ten van levensonderhoud daalden eenigszins, vooral
voor voedingsmiddelen, terwijl de bonen stabiel
bleven.
Naast de uitvoer is vooral ‘de scheepvaart zeer
gevoelig voor den algemeenen werel’dtoestand, waar-
door ook juist deze tak van bedrijf er nog ‘steeds
slecht voorstaat. Begin Juli verleende de regeering
aan ‘de trampvaart een subsidie van £ 2 millioen. Een tweede Britsohe regeling uit het tweede kwar-
taal van 1934, die internationale beteekenis heeft,
is het besluit, dat aan Engelsche kroonkoloniën
en
protectoraten zal worden opgedragen, een contingen-
teeringsstelsel toe te passen voor den invoer van ka-
toenen en kunstzijden ‘goederen. Als grondslag van
deze contingenten zal ‘het gemiddelde van de jaren
1927 tot 1931 ‘gekozen worden, waardoor deze maat-
regel ongunstige ‘gevolgen zal hebben voor Japan.
Als derde belangrijke maatregel heeft de Brit-
sche regeerihg in Juli 1934 besloten een subsidie van
£ 3 m’illioen aan de vleeschindustrie te geven. Argen-
tinië heeft geen heffing op den vleeschinvoer in En-
geland willen aanvaarden. Den Ar.gentijnschen
vleeschinvoer kan de Britsche regeering niet contin-
geuteeren, wanneer zij het niet eveneens die var de
1)orninions doet. De subsi’die is nu alleen een maat-
regel, die ten doel heeft de regeering tij’d te geven
voor pogingen om een regeling naar haar eigen ver-
icugen te treffen, een regeling nl. die zoowel invoer-
beperking als een heffing op den aldus beperkten
‘invoer omsluit. Men zal met ‘de Dominions en met
Argentinië onderhandelen.
Zoo geeft het geheele tweede kwartaal blijk van
‘de moeilijkh.den, ‘die Groot-Brittannië nog ‘te over-
winnen heeft vooral met het oog op handel en ver-
keer met het buitenland.
Vereenigde Staten.
Sedert de ambtsaanvaarding van President Roose-
velt is de toestand in de Ver. Staten in het kort als
volgt te typeeren; op- en neergaan’de conjunctuur,
‘die intusschen per saldo tot een Vrij aanzienlijk ‘her-
stel heeft geleid, naast groote onzekerheid. T-let is juist ‘dit laatste feit, dat tot ‘dusverre een rem heeft
gevormd voor een blijvende verbetering. De onzeker-
heici is voor een ‘groot ‘doel te verklaren uit het twee-
ledige ‘doel, dat cle Pres’i’dent .nastreeft, ul. hervor-
ming en herstel; ‘doeleinden, ‘die op verschillende
punten niet in harmonisch verband zijn te brengen.
D’omineeren’d zijn cle hervormingsmaatregelen, die vol-
gens Pres. Roosevelt tevens tot een herstel moeten
leiden. Tot dusverre is er wel reeds veel hervormd,
is oo’k herstel – zij
:het
weliswaar partiëel – tot
stand gekomen, maar men ontkomt niet aan ‘den in-
‘druk, dat de fundamenten, waarop ‘dit herstel rust,
nog steeds niet hecht zijn.
Hoewel ‘de productie-in’dices, ‘die tot Mei bekend
zijn, (zie den conjunctuurstaat) vanaf het dieptepunt
van November een gunstige en gesta’di’ge ontwikke-
ling toonen, beweegt de conjunctuur ‘zich, volgens
recente berichten en voorloopige gegevens, sedert Juni
in dalende richting. Wolken omvang deze stagnatie
•heeft’ aangenomen, is nog niet bekend.
De bedrijvigheid in ‘de Amerikaansche staalindustrie
heeft, in verband’ met de dreigen’de arbeidsconflic-
ten (vervroegde aankoopen), zeer sterk gefluctueerd.
Terwijl half Juni de pro’ductie tot ongeveer 57 pOt.
van de capaciteit was opgevoerd, viel zij enkele we-
ken daarna tot ongeveer 23 pOt. van de capaciteit.
Hierbij moge echter worden opgemerkt, dat ook in
IllIHhlIHI
iHÎguiuIa
p
naa
—
“&-
N
ash
rwi
REN
E
iN7
&kqi
Apa
lNML
J F MA M J JA 50 NO
normale jaren de bedrijvigheid in rio staalindustrie
in deze periode ‘daalt, zooals ook uit de grafiek volgt.
Men verwacht echter, ‘dat de algemeene bedrijvig-
hei’d in ‘den zomer op ‘het verlaagd niveau gehand-
haafd zal blijven en in September of reeds eerder weer
zal toenemen. Dit is niet onmogelijk, vooral omdat
in het najaar waarschijnlijk een aanvang gemaakt zal
worden met de uitvoering van de plannen voor, den
woningbouw.
Op ‘dit gebied openbaart zich een van •de tegen-
strj’digheden in de Amerikaansche conjunctuurpoli-
tiek. Zooals uit het overzicht van ‘de crisiswet-
geving in de Vereenigde Staten blijkt, voorziet de
Housing Act in een groot plan van federale hulp voor
het bouwen en herstellen van huizen, uit te voeren
door een nationale Housing Administration met be-
hulp van nationale ‘hypothecaire instellingen en een lichaam, dat •de deposito’s van de houwspaarkassen
(buildin’g and ban associations) zal verzekeren;
tevens zal ‘het bedrag aan obl’i’gaties van ‘de Home
Owners’ Loan Corporation met 1 milliard Dollar
worden verhoogd.
Het ‘beschikbaar stellen van ‘deze nieuwe bedragen
voor het bouwbedrijf, mede in verband met ‘de z.g.
,,slum cbearance” plannen (het opruimen van krot-
woningen), zal zon’der twijfel een stimuleerende ver-
king kunnen uitoefenen. De vraa’g rijst echter, waar-
om het bouwbedrijf, ondanks het onmiskenbare her-
stel, ‘dat zich sedert meer dan een jaar in de Ver-
eeni’gde Staten manifesteert, niet een aanzienlijke
verbetering heeft getoond. T-Toewel het bouwbedrijf
zich meermalen geheel onafhankelijk van ‘de algemee-
ne conjunctuur ‘heeft ontwiklcel’d, schijnt, de oorzaak
van dit verschijnsel voor een ‘deel op ander gebied te
moeten worden gezocht. In een recente publicatie
van C. W. Youn.g an’d Company wordt a’ls een van
de oorzaken in de stagnatie in den woningbouw ge-
noemd ‘de hoogte der bouwkosten ‘), vooral wat betreft
de bonen. Tengevolge van deze hooge kosten is het
bouwen van woonhuizen onrendabel, temeer waar de
huren geen neigin’g tot stijgen vertoond. De verbe-
tering, die in de bouwbedrjvighei’d plaats vindt, is
dan ook in het geheel niet aan ‘den woningbouw toe
te schrijven, maar aan het uitvoeren van ‘openbare
werken. Deze feiten zijn duidelijk in de volgende
grafiek weergegeven.
Naast ‘de bonen is deze ongunstige ontwikkeling
van de bouwkosten eveneens een gevolg van ‘de geste-
gen prijzen van materialen.
De steun aan het bouwbedrijf voi-mt een ‘duidelijk
voorbeeld van de politiek om ‘de industrieën van ka-pitaal’goederen te stimuleeren. Het zijn juist deze in-
dustrieën, die ‘door ‘de ,crisis het meest hebben geleden
en een credietexpansie in deze richting kan daarom
1)
Als
andere oorzaken worden genoemd gebrek aan
koopkracht, overproductie en de moeilijkheden voor het
verkrijgen van hypotheken.
100
80
60
4q
20
688
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
2O
BOUWKOSTEN
80
HUREN..
10
INDEXCYER
ANBESTEDINGEN
‘S
TAAL
1926
1929
19i0
191
1952
I9i
19
1
waarschijnlijk gunstige resultaten opleveren. De be-
denkelijke zijde van deze maatregelen ligt echter in
het feit, dat schijnbaar de kosten te hoog zijn om een
herstel op normale wijze te bewerkstelligen.
Hetzelfde gold tot dusverre ook voor een ander on-derdeel van •de productiekosten, eveneens de oorzaak
voor ‘het ontbreken van een aanzienlijk herstel in •de
industrie van andere kapitaalgoedeten. Wij doelen
hier op den buitengewonen onguns’tigen toestand van
de kapitaalmarkt, die aan het opnemen van nieuw
kapitaal groote moeilijkheden in den we’g legt.
Reeds bij het begin van zijn ambtsaanvaarding
heeft President Roosevelt ‘den strijd tegen de specu-
latie aangebonden. Nog geen maand nadat hij aan het bewind was, was de Fe’deral Securities Act al
ingediend. Deze wet heeft tot dusverre medegewerkt tot een vrijwel volkomen stagnatie op ‘de markt voor
particuliere emissies. In andere conjunctuurperioden
is een toeneming van de in’dustriëele pro’ductie steeds
gepaard ‘gegaan met een grootere emissiebedrijvig-
heid. Vergelijkt men daarmede den huidi’gen toe-
stand, ‘dan is het beeld geheel anders tengevolge van
het feit, dat aan een ontplooiing van de effecten-
markt voortdurend belemmeringen in den weg zijn
gelegd. Naast de Securities Act heeft de beurswet,
die in Maart is ingediend, veel onzekerheid teweeg-
gebracht.
Intusshen kunnen de verzach’tin’gen, die èn in het wetsontwerp tot regeling van het •beurswezen èn in
de Securities Act zijn aangebracht, gunstige perspec-
tieven openen voor een herleving van de ‘kapitaal-
markt. In deze richting werkt bovendien ‘de verlaging
van ‘de kapitaa’lren’te, •die in een koersstijging van
obligaties sedert het ‘begin van het jaar tot uiting
komt. Van belang is, dat de koersstijging van ‘obli-gaties niet onderbroken is door de dalende conjunc-
tuur. Dit
wijst
op een grooter vertrouwen in de mo-netaire situatie van ‘de Ver. Staten, een vertrouwen, dat ook niet ‘geschokt is ‘door de aanneming van de
Zilverwet. Daarentegen vormt de nog ‘steeds stijgende
staatsschuld een onzekere zij’de van de Amerikaansche
conjunctuurpolitiek. Ook ‘de maatregelen tot verlaging van de vaste kos-
ten o.a. van hypotheekboeren (zie het overzicht van
‘de Crisiswetgeving) zijn niet bevorderlijk voor het
herste’l van vertrouwen op . financiëel ‘gebied. Het is
overi’gens wel een bewijs van den geweldigen om-
vang van ‘de agrarische crisis, ‘dat een devalutie met
40 pOt. niet vol’doen’de is geweest om het evenwicht
tiisschen opbrengst en kosten in den Landbouw te
herstellen.
Overigens is de agrarische toestand aanzienlijk
beter dan een jaar geleden, on’danks de schade, die
de droo’gte •heef t aangericht. Dit is niet alleen een
gevolg van de ‘depreciatie van den Dollar, maar ook
van ‘de maatregelen t’ot productiebeperkin’g. Een voor-
beeld van ‘de strenge regeling op dit gebied vormt de
katoenwet, ‘die de productie tot 10 millioen ‘balen wil
terugbrengen. Overschrij’den de boeren het ‘hun toe-
gewezen quotum, ‘dan wordt de meerdere productie
zwaar belast. De recente
stij’ging
van ‘de Amerikaan-
sche katoenprjzen is een onmiddellijk gevolg van ‘deze
wet.
An’dere elementen van onzekerhei’d in ‘de Amen-
kaansche conjunctuurpolitiek vormen de N.R.A. en
het arbeidsvraagstuk. In het overzicht van de mndus-
triëele productie heeft men reeds kunnen lezen, dat
de N.R.A. over het algemeen een on’gunsti•gen in-
vloed op ‘de ‘bedrijvigheid ‘heeft ‘geha’d. De starhei’d,
die zich’ in de Ver. Staten als gevolg van de in de
codes vastgestelde minimumprjzen openbaant, heeft
reeds tot vele moeilijkheden aan’leidin.g gegeven.
Daarom kan ‘de recente koerswijziging van beteeke-
nis worden.
Begin Juni kondigde de N.R.A. namelijk een nieu-
we politiek aan, volgens welke verschillende codes
zullen worden herzien in dien zin, dat zij een groote
concurren’tievrjheid zullen toelaten en het stelsel van
vaste
prijzen
zal verdwijnen. Weliswaar zal een onge-
brei’del’de prijsverlaging verbo’den zijn, mar het vast-
stellen van minimumprijzen zal alleen worden toege-
laten in gevallen van
duidelijk
aanwijsbare moeilijk-
‘heden. In dergelijke ‘gevallen zal ‘de N.R.A. het recht
hebben ‘den prijs vast te stellen, ‘die ‘de laagste kosten,
op redelijke wijze berekend – dus niet een winstge-
ven’den prijs – voor het meeren’deel ‘der ondernemin-
gen zal voorstellen. Het stelsel van de z.’g. open prij-
zen zal alleen toegelaten worden onder voorwaarde,
dat de prijzen worden opgegeven aan een neutrale
instantie, ‘dat zij onmiddellijk effectief zuilen zijn,
en dat zij ‘gedurende 48 uur niet verhoog’d zullen
worden, maar wel ‘onmiddellijk verlaagd kunnen wor-
den. Deze nieuwe prjspolitiek zal niet van toepas-
sin’g zijn op bestaande codes, tenzij overeenkomsten
zijn ‘opgesteld in samenwerking met de belanghebben-
de code-autoriteiten. )
Het is echter nog niet na ‘te gaan, hoe de veran-
‘deringen in de practijk zullen werken. Mochten de
codes in’derdaad een elastischen pnijssysteem toelaten,
dan is ‘daarmede zonder twijfel een stap in ‘de goede
ridhting gedaan.
Groote onzekerheid hebben ‘de codes reeds gebracht
op ‘het gebied van de organisatie van ‘de arbeiders.
De veel gekri’tiseerde § 7a van ‘de N.I.R.A. inzake
het recht van onderhandelen heeft in de laatste
maanden reeds geleid tot een dreigend conflict in de
metaalindustrie en tot ‘de groo’te staking in San-
Francisco. Over het algemeen zijn de moeilijkheden ontstaan ‘door ‘de afwijzende houding van de werk-
gevers ten opzichte van ‘de Federation of Labour.
No’g ernstiger is echter het feit, dat de werkloosheid
in de Ver. Staten n’og steeds zoo buiten’gewoon groot
is. Dit vraagstuk heeft de N.R.A. tot dusverre nog
niet kunnen oplossen.
Uit het ‘bovenstaande blijkt wel voldoende, ‘dat de Amerikaansche conjunctuurpolitiek nog steeds bui-
tengewoon moeilijk
valt te beoordeelen. Elke maat-
regel, dien Pres. Roosevelt neemt, kan later weer ge-
wijzigd en ongedaan ‘gemaakt wor’den. De tweeledige
politiek, die ‘gericht is, niet alleen op herstel, maar
ook op ‘hervorming, is ‘hieraan niet vreemd. Boven-
dien •heef t Pres. Roosevelt in zijn laatste boek (On
our Way) er zëlf op ‘gewezen, •dat ,,the indivi’dual
parts in this planned program are by no means in-
flexible or infallible.” Zoolan’g in ‘de Amerikaansche
conjunctuurpolitiek geen vaste lijn te bespeuren valt,
zal ‘de onzekerheid aanhouden en daarmede ook een
beoordeeling van den toestand bemoeilijken.
1)
Ontleend aan de Juni-aflevering van The Guaranty
Survey.
25 Juli 1934
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
689
Tsjecho Slowakije.
Gedurende het jaar 1933 werd de toestand in
Tsjecho-Slowakije, in tegenstelling met dien in de
meeste andere ‘landen, waar een zekere stabiliteit of
verbetering te bespeuren was, steeds ongunstiger. De
index der industriëele bedrijvigheid daalde tot 57.5
tegenover een gemiddelde van 103.6 in 1929. Het aantal werkloozen steeg in dat jaar tot een gemid-
‘delde van 738.000, hetgeen een verliooging met bijna
200.000 tegenover 1932 ‘beteeken’de. De export be-
droeg nog slechts ongeveer 30 pOt. van de waarde
van de jaren 1928 en 1929, en slechts 79 pOt. van
dien in 1932. De toestand in •den Landbouw spitste
zich ernstig toe, zoodat een voorloopig executiever-
bod moest worden uitgevaardigd.
Het ongunstig beloop ‘der conjunctuur werd •door velen aan de hooge goudwaarde der kroon geweten.
Volgens een uiteenzetting van Prof. Englisj, den
nieuwen gouverneur der Nationale Bank, was het
prijsniveau in den loop van het deflatie-proces met
‘/o
verlaagd, ‘doch moest, om concurrentie tegenover
het buFtenland mogelijk te maken, verder met
1
/o
dalen. De deflatie
ras echter op het doode punt ge-komen. Daarom werd besloten voor de tweede helft van het deflatie-proces de aanpassing van het goud-
gehalte der valuta-eenheid aan het binnenlandsche
prijsniveau in de plaats te stellen. Deze maatregel be-
oogde niet een verhooging van de prijzen, daar zij
geen inflatorisch karakter bezat. De koopkracht der
vaste inkomens bleef nagenoeg onveranderd.
De resultaten der devaluatie zijn de afgeloopen
maanden, voorzoover zulks aan de hand der beschik-
bare gegevens valt na te gaan, niet ongunstig ge-
weest. Het spreekt intusschen vanzelf, •dat men op
grond van de ervaring van enkele maanden nog geen
definitief oordeel over de gevolgde monetaire politiek
kan uitspreken.
Van de productiecijfers vertoont de ijzer- en staal-
productie het gunstigste beeld (616.000 ton tegen-
over 523.000 ton in Jan./Mei 1933), hoewel deze
cijfers
bij
1932 nog
achterblijven.
Ook in de machine-
industrie was eenige verbetering merkbaar. De pro-
ductie van steenkool en bruinkool bewoog zich op
hetzelfde lage niveau van het vorige jaar. De veel
voor den export werkende glas- en aardewerkin’dus-
trie had evenals de textielnijverhei’cl een kleine op-
leving. In de lederindustrie bleef de toestand slecht.
De verkoop van nieuwe automobielen kwam weinig
boven het peil van het vorige jaar uit. Bepaald on-
gunstig was de ontwikkeling in ‘de bouwbedrijvigheid
en de daarmee samenhangende bedrijfstakken (cement
en steenen). Gebrek aan hypotheken is hiervan de
oorzaak. Daar deze bedrijfstak een groote werkloos-
heid veroorzaakt, s’al •de Regeering zich met de rege-
lipg der hypotheken gaan bemoeien.
Door de gestegen bedrji’gheid in verschillende,
vooral ook met den export samenhangende gebieden,
nam de werkloosheid geleidelijk af, en bedroeg ge-
middeld 15 pOt. minder dan in ‘dezelfde periode van
het vorige jaar.
De buitenlandsche handel heeft zich in de eerste
vijf maanden van 1934 bevredigend ontwikkeld. De
invoer steeg met 21 püt. en de uitvoer met 18 pOt.
in vergelijking met dezelfde periode van het vorige jaar. Het is echte.r waarschijnlijk, dat de stijging in
den buitenlarmdschen handel zich niet in dezelfde
mate zal voortzetten, daar zij voor een ‘groot gedeelte
slechts een tijdelijk, met de devaluatie in verband
staand verschijnsel was. De uitvoer is in de laatste
twee maanden dan ook weer gedaald, terwijl de in-
voer, tegen de normale seizoensbeweging in, in Mei
vrij laag was.
liet aantal beladen wagons neemt weer af, nadat
ér in het binne.nlandsch verkeer een kleine opleving
geweest was.. Men was in het binnenland voor een
prijsstijging ‘beducht, zoodat een sterkere voorraad-
vorming plaats had.
De devaluatie heeft in het binnenland zoo goed
als geen prijsstijging veroorzaakt. De groothandels-
prijzen stegen in Februari met 3.2 pOt., doch daal-
den daarna weer iets. De kostn van levensonderhoud
daalden in de afgeloopen maanden en stegen pas in
Mei een weinig. Deze laatste stijgin’g moet evenwel
aan seizoensinvloeden worden toegeschreven.
Samenvattend kan gezegd worden, dat er van een
opleving over de geheele linie niet gesproken kan
worden. Wel heeft daarentegen een partiëele verbe-
tering plaats gevonden, hetgeen ook 1blijkt uit de niet
onaanzienlijke daling van de werkloosheid. Of deze
resultaten van blijvenden aard zullen zijn, kan nu,
zoo kort na de devaluatie, nog niet goed beoordeeld
worden.
Italië.
Beschouwen wij enkele conjunctuurgegevens over
de periode van 1926 (stabilisatie van ‘de Lire) tot en
met 1933, dan blijkt dat tot en met 1929 alle indices
een stijging te zien geven, ondanks het bekende feit,
dat de Lire gestabiliseerd werd op een peil, dat te
hoog was in verhouding tot de binnenlandsche waarde.
De noodige aanpassing werd gedeeltelijk verkregen
door een druk op het binnenlandsch prijzenpeil, ge-
tuige de ‘daling der groothandelsprijzen van 1927 op
1929 met ca. 12 pOt. en der kosten van het levens-
onderhoud met ca. 6 pOt.
In het bijzonder nam toe de ijzer- en staa’lproduc-
Lie, welke sedert 1926 verdubbelde en •de productie
van electrische energie, welke sedert 1927 met ca.
17 pOt. toenam, terwijl ook ‘de kunstzijdeproductie
vrijwel verdubbelde. Niettemin is in dezen tijd een
stijging der werkloosheid te constateeren van 114.000
in 1926 tot 300.000 in 1929, gevolg van rationalisa-
tie, verminderde emigratie en terugkeer van emi-
granten.
Wat den buitenlan’dschen handel aangaat, zien wij
den invoer in ‘de haussejaren dalen met ruim 22 pOt.,
vergeleken met 1925 en den uitvoer met ruim 16 pOt.,
voornamelijk als gevolg van prijsdaling van in- en
ui tvoerproducten.
In de na 1929 volgende periode an internationale
depressie daalt de index der industriëele productie
(vlg. het Institut für Konjunkturforschung te Ber-
lijn) tot 1932 met 16 pOt., terwijl ‘de ijzer- en staal-
productie met ca. 20 pOt. afneemt. 1-let spoorwegver-
voer voor particuliere rekening daalt met ruim 38
pOt. Hierin moet men echter ook een structuurwijzi-
ging zien, zooals zich die elders ook voltrekt, ten gunste van het vervoer over ‘den weg, dat men in
Italië sterk begunstigd heeft. In de drie ‘haissejaren na 1929 neemt de productie
van electrische energie nog in langzaam tempo toe
met 11 pOt., terwijl de productie van cement vrijwel
niet gedaald is. De ku.nstzijdeproductie is in 1932 nog
even hoog als in 1929.
Aan het internationaal verschijnsel der massale
werkloosheid ontkomt Italië echter evenmin. Deze
neemt sedert 1929 van 300.000 toe tot 1.000.000
(,overeenkomen’d met bijna 2.4 pOt. ‘der Italiaansche
bevolking).
In deze periode valt •de ,,graanveldslag”, welke ten
‘doel heeft Italië onafhankelijk te maken van de bui-
tenlandsche graaninvoer en werkgelegenheid te schep-
pen voor de bevolking, welk eerste doel zooals ‘bekend,
volledig bereikt is. In ‘de cijfers van ‘den buitenlad-
scheu ham]èl komt ‘dit tot uiting in een aanzienlijke
daling van den invoer, zoowel naar de hoeveelheid als
naar de waarde. De invoer van graan en meel daalt
van 2093.5 millioen Lire in 1930 tot 311.3 millioen
Lire in 1933, d.i. met 85 pOt.
Een herstel vindt in Italië •in 1933 plaats, hetgeen
uit ‘cle verschillende i.adices duidelijk blijkt.
liet indexeijer der in’dustriëele productie toont een stijging van 79.8 op 83.9, waarmee een cijfer bereikt
is, liggend tussehen het niveau van 1931 en 1932.
Aan de aanzienlijke toeneming der werkloosheid is in
690
ECONOMISCH-STATISTISCH KWARTAALBERICHT
25 Juli 1934
1933 een einde gekomen; het gemiddeld werkloos-
heidscijfer is in 1933 slechts 13.000 hooger dan in
het voorgaan’d jaar. De buitenlandsche handel ver-
toont het beeld van een iets ‘dalenden invoer en uit-
voer naar de waarde, waarbij het invoeroverschot
practisch gelijk blijft.
De prijsdaling zet zich in 1933 in.langzaam tempo
voort, de groothan’delsprijzen zijn in 1933 56.5 pOt.,
de kosten van levensonderhoud 74.7 pOt. van die
van 1927.
Beschouwen wij thans de jongste periode van 1934
voor zoover ons hierover cijfers ter beschikking staan,
dan blijkt, ‘dat het in’dexcijfer der industriëele pro-
ductie in de eerste ‘drie maanden nog iets gestegen is,
nl. tot 87.5 (Maart 1933: 84.9). In overeenstemming met het ‘geringe herstel in de
industriëele bedrijvigheid is het werkloosheidscijfer sedert Januari, mede onder seizoensinvloed gedaald
en beweegt zich in Mei 1934 op een peil, ‘dat 59.000
lager is dan in Mei 1933. Daar cle werkloosheid in den
landbouw iets is toegenomen, is de daling der werk-
looshei’d in ‘de industrie nog iets sterker.
De kapitaalmarkt vertoont een beeld van stijgende
aandeelenkoerseri, doch ‘dalende emissiebedrijvighei’d.
Het ‘indexcijfer der groothaudelsprijzen blijft in
langzaam tempo ‘dalen, ‘doch deze daling is in de eer-
ste vier maan’den van •dit jaar aanmerkelijk geringer
dan in de overeenkomstige periode van 1933. De kos-
ten van levensonderhoud dalen in zeer geringe mate.
Moeilijkheden veroorzaakt de loop van ‘den buiten-
landschen handel. Sedert November 1933 ziet men
het invoeroverschot toenemen en wel ‘doordat eener-
zijds de invoer een stijgende, de uitvoer echter een
dalende ten’dens vertoont. Het invoeroverschot is in
de eerste vier maanden van dit jaar in totaal 410
nullioen Lire grooter ‘dan in ‘de ovéreenkomstige pe-
riode van 1933, hoofdzakelijk als gevolg van een ach-
teruitgang van ‘den uitvoer, vergeleken bij de gelijke
periode van het vorig jaar. De ver’grooting van het
invoeroverschot is echter begonnen in December, toen
de invoer sterk toenam, welke sindsdien op hoog peil
is gebleven. De uitvoer ondervond een sterke daling
van December van het vorig jaar op Januari van dit
jaar, welke zich niet heeft kunnen herstellen.
Bij den invoer is het voornamelijk de waarde der
industriëele grondstoffen, welke sterk ‘gestegen is,
terwijl bij ‘den uitvoer vooral de fabrikaten een ach-
teruitgang toonen, vooral ook van textielproducten, mede on’der invloed van de Japansche concurrentie
op de markten van het Verre Oosten en het Oostelijk
Middellandsche Zeegebie’d.
Gebruik makende van de ruimere kapitaalmarkt be-
sloot de Italiaansche regeering in Februari tot een
conversie van 61 milliard Lire 5 pOt. igeconsoli’deerde
staatsschuid, •d.i. bijna % der geheele staatsschuld,
in een 3.5 pOt. leening met uitbetaling van het ren-
teverschil over 3 jaar in contanten. Deze conversie
geeft ‘den Italiaanschen Staat een jaarlijksche reutebe-
sparing van 900 millioen Lire. Inmiddels leed ‘de 3.5
pOt. leening een belangrijke koersdaling, welke zich
in de laatste maand iets herstelde (83 pOt. op ulto.
Mei), zoodat ‘de conversie wel op de feitelijke ver-
houding vooruitgeloopen is en neerkomt op een ge-
dwongen renteverlaging beneden het door ‘de markt
bepaalde peil.
Deze maatregel past in het kader van de andere
maatregelen der Italiaansche regeering, welke is ge-
richt op een verlaging der binnenlan’dsche productie-
kosten, tenein’de met handhaving van den gouden
standaard ‘de economische positie van het land op de
wereldmarkt te versterken.
Op 16 April besloot de Ministerraad een krachtige
deflatiepolitiek door te voeren door het treffen van
enkele maatregelen, welke ‘direct van kracht werden.
De ambtenaarssalarissea werden met 6 tot 12 pOt.
verlaagd (waardoor de regeering tevens een bedrag
van 500 millioen bespaart), de huren van woonhui-
zen dienen met 12 pOt., die van bedrijfsruimten met
15 pOt. verlaagd te worden, terwijl de
prijzen
in de
consumptiecoöperaties met 10 pOt. verlaag’d werden.
Taak ‘der corporaties is het, te zoren, ‘dat het par-
ticuliere bedrijfsleven meewerkt aan een algemeenen
afbouw van bonen, salarissen en prijzen.
De buitenlandsche handel tracht meh voorts te be-
vorderen ‘door het afsluiten van handelsverdra’gen op
basis van wederkeerighei’d. Zoo is o.a. met Nederland
op 1 Maart I.I. een handelsovereenkomst gesloten,
evenals met Polen (koleninvoer).
Van beteekenis is ook het streven naar het schep-
pen van een nauwere economische verbinding met
Oostenrijk en
Hongarije
bij het Pact van Drie, in
Rome afgesloten. Hierbij verplicht Italië zich tot de
afneming van 1 millioen centenaars tarwe uit Hon-
garije, tot het geven van preferentiëele rechten aan
Oostenrijk voor een aantal industriëele producten en
hout en houtpulp. Daartegenover verleent Oostenrijk
faciliteiten ‘bij den invoer van Italiaansche produc-
ten, terwijl Oostenrijk en Hongarije zich verplicht
hebben, het han’delsverkeer over de havens van Triëst resp. Fiume te bevorderen.
De betalingsbalans was in ‘de eerste maanden van
dit jaar ongunstig, waardoor de Lire ‘gedrukt was en de Banca ‘d’Italia van Januari tot April 520 milli’oen Lire aan goud en ‘deviezen verloor. Intusschen blijft
de goud’dekking hiermede voldoende, daar de hoeveel-
heid goud en deviezen volgens het laatste jaarverslag
ca. 7.4 milliard bedroeg bij een opeischbare schuld
van ca. 14.8 milliard Lire.
De oorzaken van de ongunstige betalingsbalans wa-
ren de ongunstige handelsbalans, ‘de terugtrekking
van saldi van Italiaansche emigranten na •de Dollar-
stabilisatie en een belangrijke baissespeculatie.
Deze toestand noodzaakte de regeering tot het
treffen van maatregelen. Op 26 Mei werd het inter-
nationaal betalingsverkeer aan scherpe contrôle on-
derworpen. Wisseltransacties op ‘het buitenland zijn
slechts toegestaan voor reëele ‘behoeften van nijver-
heid of handel of reizigersverkeer. Banken, etc. is het
verboden aan bu’itenlandsche beurzen buitenland’sche
effecten te koopen of Italiaansche effecten, in het
buitenland geëmitteerd. Uitvoer van bankbiljetten,
etc. is verboden, reizigers mogeil niet meer dan 5000
Lire medenemen. Verschillende wissel- en crediet-
transacties zijn voorts onderworpen aan de ‘goedkeu-
ring van ‘den Minister van Financiën.
De toestand van •de schatkist geeft eenige zorg.
De binnenlandsche schuld beliep in. Mei 1934: 102.2
milliard Lire, waarvan
‘bijna
10 milliard Lire vlot-
tend. Het ‘deficit van het loopende begrootingsjaar
bedraagt 7 milliard Lire, welke voor 2.4 milliard ver-
oorzaakt wordt door ‘de vooruitbetaling ‘der rente over
drie jaren van de ‘geconverteerde staatsschuid, de be-
grootin.g 1934f’35 toont een deficit van 3 milliard
Lire.
De conversie der staatsschul’d en ‘de verlaging van
salarissen, een ‘geschatte besparing gevende van 1.4
milliard, zal het deficit niet gehel weg kunnen wer-
ken. Zou men tot verlaging van de uitgaven voor
publieke werken en vermindering van den steun aan
het ‘bedrijfsleven overgaan, ‘dan zal ‘dit naast de ‘defla-
tiemaatregelen een ‘daling van den b’innenlan’dschen
koopkracht geven, waartegenover natuurlijk een kos-
tenverlaging ‘staat.
Samenvattend krijgt men den indruk, dat in ‘de
sfeer der productie de toestand in de eerste vier
maanden verbeterd is, vergeleken mèt ‘die van het
vorig jaar; dat de kapitaal- en geidmarkt een ‘groo-
tere ruimte toonen; dat echter
moeilijkheden
schui-
len in de betalingsbalans, mede als gevolg van een
ongunstiger wordende handelsbalans, en in ‘de staats financiën, terwijl uit ‘de ‘genomen maatregelen op het
gebied van de prijzen en ‘der ‘handelspolitiek blijkt,
dat Italië meer aandacht zal besteden aan het be-
lang van den internationalen ruil, ‘dan tot voor kort
het geval is geweest.
25 Juli 1934
CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE NEDERLAND.
*)
691
.
Productie en Handel.
Productie.
Invoer
1)
Uitvoer
1)
Aanbe-
••
.
–
_
8
n
stedingeni)
.e
•
1
•-b0
.Q..
–
0
v
C)
n.
.2
0)
•
Q
:.
0)
•
.
•
0
.
G
II
•
0
.
.2
•
:
‘
.•
UD
0)
•
0)
_
c0ol
‘0-
•
‘-
E-
•
0
0
0)
0
0
–
(
E-
i
.E
u-
.eI
•
o
)-
in
miii.
looD 110(10
tons
B
‘
T
mii!.
in miii. K.G.
miii.
inhinhin
1
1000
1
miii.
mijn
000
t
miii. ‘10.000
In
tons
in
tons
iin
i000
000
in
1000
•
.
t0flSI’StUkS
g
tns
tons tons
1925
593 101
9.55 0.36
205
121
2.56
4.12 0.62
151
164
52
631
24
395′
31
237
1.280
7.7
6.6
36.5 54 1926
737 148
11.33
0.39
203
125
3.04
4.69 0.67
146 193
52
899
28
325
4
100
444
1.744
7.9 7.0
35.9
58
1927
791 172
11.07 0.48
7,5
212
139
3.28
5.32 0.59
158
210
58
751
29
318d
173 579
2.158
7.7
8.1
38.8
54
1928
910 173
13.35 0.57
5,6
224
157
4.02 6381
0.59
166
225
67
849
27
573
336
633
2.431
7.4
7.7
43.8
58
1929
965 172
14.84 0.68
5,9
229
161
4.27
6.87 0.62
166
228
72
895
27
503
875 717
2.271
6.0 8.0
45.9
68
1930
1.018 187
15.42
0.29
7,8 202
146
3.86
6.52 0.67
143
222
62
929
23
412
908 743
1.992
5.7 7.8
45.0
59
1931
1.075 108
12.66
0.16 14,7
158
128
1.95
4.67 0.54
109
230
45
941
17
243 706
791
1.588
4.5 7.2
39.4
49
1932
1.063
49
7.44
0.10 25,3
108
101
1.57
3.15 0.37
71
204
28
764
12
163
530 686
1.380
1.3
6.4
35.0
3
1933
1.0481
32
9.08
0.12 26,8
101
112
1.42
3.42 0.47
61
189 25
704
13
194
564
683
1.356 0.9
5.3
31.3
40
J.’33
1.088
5.84 0.12 35,3
95
121
2.29
2.43 0.15
58
180
25
646
12
227
6941
588
1.189
1.0
4.9
24.8
37
Feb.
957!
32
10.04
0.03 31,7
86
120
0.78
2.43 0.23
55
190
23
540
11
180
478
629
1.245
1.0
5.2
27.1
31
Mrt.
1.137J
10.56
0.18 27,2
99
108 1.21
3.27 0.31
65
241
28
795
13
197
316 803
1.572
1.2 5.8
28.9
34
Apr.
994
9.19
0.19 24,2
90
106
1.14
3.13 0.31
54
185
23
723
11
181
276
662
1.345
0.8
4.4
26.3
36
Mei
1.089
3213.34
0.18 25,_
97
111
1.26
3.36 0.71
61
192
25
751
13
179 361 699 1.387
0.9
5.1
35.6
36
Juni
1.028 11.58
0.15 23,7
97
109 1.47
3.36 0.66
63
170
24
763
14
164
504
656 1.305
0.9 5.5
39.0
34
Juli
1.045 8.55
0.11 238
104
117
1.48
3.49 0.62
56
173
22
778
12
181
497 616 1.246
1.0
5.7
39.5
48
Aug.
1.071
41
8.07
0.02 24,4
106
113
1.22
3.50 0.65
62
217
24
804
13
189
534 752
1.541
1.0
6.4
41.3
44
Sept.
1.040 5.26
0.13 24,4
111
110
1.44
3.33 0.52
74
208
28
771
13
204
590
689
1.334
0.9
5.8
36.6
37
Oct. 10.10
0.18 24,6
109 105
1.45
3.68 0.41
63
199
26
753
13
196
844
674
1.326
0.9
5.5
26.2
46
Nov.
i.058}
1.047
41
5.38
0.06 25,7
109 109
1.42
4.27 0.29
63
191
26
688
14
206
899
799
1.554
1.0
5.3
30.4
46
Dec. 1.020 11.09
0.06 31,9
108
112
1.82
4.73 0.81
52
116
23
531
11
224
780
631 1.231
1.1
4.2
20.4
55
J.34
7.15
0.08 31,9
100 119
2.05
4.96 0.92
56
202
22
645
13
184
630 655
1.297 0.9
4.4
32.7 44
Feb.
1.070}
974
51
6.93
0.17 28,9
82
116
1.10
2.49 0.18
51
207
20
643
13
132
359 750 1.488 0.8 4.0
31.6
!
Mrt.
1.070 9.19
0.05 26,4
94
126
1.18
2.99 0.39
61
236
23 807
15
166
3141
802
1.590
1.0
4.8
34.5
38
Apr.
958 11.28
0.28 25,4
86
122
1.19
3.11 0.47
54
197
20
793
14
148
2811
675
1.372
0.8
5.1
26.8
32
Mei
1.00}
9.38
0.15
87
125
1.49
3.17
0.73
57
193
21
776
13 135
3581
682 1.444
0.8
5.4
29.7
30
Juni
89
.
59 167 22 811
14
206
7l
696
1.4721
0.71
5.9
41.-
30
Kapitaalmarkt
Geidmarkt
Prijzen
Verkeer’)
–
Effectenbeur8
Spaar-
..
Indexcijfers van
Scheepv.
Emissies banken
0)
—
verkeer
Koersen
5)
r
e
,
,.
8
•0)•
.
0)
•
0)
1
.
0)
,o0)
o”I
o
0)
0)
56
0)
oo
.
”
0.
N
0,0)•
0
°
0).0)
0)0
.06
0)
0
0,
o .
0 0
1
Z
c
OE
o
C0)
0
e0)
•
1
.
x
–
cn
In millioenen guldens
In pCt.
1924-i1
Oct.’23
In
10.000.000
in
millioenen
100
’24=
100
M’.
guldens
1925
– –
–
–
25
18
15
10
5
20
304
191
2,88
3,08
155
–
–
5.00
4.24
13.6 6.31
342
1926
–
–
–
–
39
36
16
23
6
33
299 209
2,92
2,88
145
–
95,1
5.22 6.10
13.6
6.23 312
1927
–
–
–
–
41
4
13
28
8
33
321 225
3,83 3,76
148
–
94,9 5.95
4.80
13.5
6.23
296 1928
– –
–
–
55
4
30
25
23
27
332 242
4,16 4,18
149
–
95,8
6.14
5.03 14.5
6.42 266 1929
158
168
433
125
8 7
27
11
24
14
343
257
4,89 4,82
142
–
95,1
6.02
4.12
15.0
6.79
236
1930
149
126 265
83
50
5
29
21
2
48
367
292
2,17
2,06
117
79
91,1 5.95
4.00
14.6 6.62
255
1931
118
94
168
50 28
40
24
4
1
27
429
302
1,56 1,42
97 67
85,5
5.17
3.85
13.7
6.37
284
1932
76
67
116
25
37
23
35
2
0
37
490
294
1,18
0,85
79
51
79,7
4.42
3.16 11.6 6.09
378
1933
84
79
138
23
30
19
29
1
0
30
516
307 1,28
1,08
74
50
78,9
4.62
3.15
10.1v
6.06
382
J.’33
85
80
124
26
120.5
205.4 111.2
9.3
–
111.2 503
300
1,00
0,37
75
48
–
4.30
2.98
11.1
5.57
384
Feb.
83
76
119
24
12.3
–
12.3
–
12.3 522
304
1,00
0,37
74
47
–
4.10
2.75
8.6
5.55 356
Mrt.
82 75
118
22
1.4
–
1.4
–
1.4
522 305
1,11
0,69
72
46
78,1
4.65
3.00
10.0
5.97
480
Apr.
81
73
121
22
11.8
1.1
11.8
–
0.5
11.3
519
304
1,00
0,62
71
47
–
3.97 2.87
1.0.3
5.94
325 Mei
89
78 138 25
0.3
–
0.3
–
0.2
0.1
519
303
1,69 2,07
72
48
–
4.95
3.16
9.6
5.80 .405
Juni
90
84
149
29
0.8
–
0.8
–
0.8
–
519
303 2,06 2,19
73
47
77,8
4.88 3.14
9.8
6.27
.389
Juli
92 88
151
28
518
304
2,64
3,53
73
49
–
4.93
3.35
11.4
6.11
333
Aug.
89
85
150
26
0.2
–
0.2
–
–
0.2
521 306
1,08
1,21
73
51
–
4.72
3.61 11.7
5.94
333
Sept.
86 82
147
22
7.0
4.9
7.0
– –
7.0
521 306
1,00
0,77
75
55
79,0
4.65 3.40
10.0
5.95 417 Oct. 79
78
139
19202.9
5.1 202.9
–
–
202.9
518
305
1,00
0,50
76
55
–
4.92
3.23
10.1
6.35
388
Nov.
76 73 145
16
4.4
–
—
–
—
–
—
—
–
—
—
–
–
2.2
4.4
–
0.5
3.9
518 305
1,00
0,47
76
54
–
4.76
3.20
9.2
5.93
435
Dec.
76 80 153
18
0.4
3.8
0.4
– –
0.4
516
307
1,00
0,50
77 55
80,7
4.57
3.10
10.7
7.22
338
J.’34
79 85
159
19
6.0
1.4
6.0
–
–
6.0
518 312
1,00
0,50
79
55
–
4.72 3.24
10.1
5.86
377
Feb.
81
89
159
19
1.9306
1.9
–
–
1.9
521
314
1,00
0,75
80
55
–
4.23 3.08
8.1
5.75
388
II
Mrt.
1
80
1
8711571
20j
4.21
-1
4.21
_I
_I
4.21
517
1
313
1
1,071
1,231
79
1
55
1
80,1
1
4.751
3.171
9.2
1
.6.011
408
II
Apr.
1
77
1
8
5
1
1
581
19J
11.
5
1903
11.51
-1
-1
11.5!
509
1
308
1
1,861
2,041
79
1
58
1
–
1
5.011 2.961
8.6
1
6.171
342
II
Mei
75
1
8111561
171
3.61
15
1
3.61
-1
0
61
2.91
507
1
1
1,221
1,371
77
1
1
–
1
5.201
3.471
9.Ovl
5.681
416
II
Juni
71
1
73
1
154
1
15,
7.1,
5.7J
7.11
-1
-I
7.1!
1
1
1,00!
0,771
79,2
I_8.6v1
1
II
*)
De
jaarcijfers
zijn
berekend
uit de gemiddelde
maandcijfers,
excl.
spaarbanken
(Decembercijfers).
1
)
Centraal
Bureau
voor
de
Statistiek.
2)
Vanaf
Jan.
’32
voorloopig.
3)
De cijfers
van 1925-1927
hebben
betrekking
op
Juni.
4)
Bruto
gewicht
II
I0O
K.G.
5)
Bank
voor
Handel
en Scheepvaart
te Rotterdam
(Nadruk
verboden).
6)
Directie
van
den
Landbouw. Nieuwe
reeks,
begonnen
Juli 1929.
7)
Bureau
van
Statistiek
der Oemeente
Amsterdam.
v
=
voorloopig.
692
CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE NEDERLANDSCHINDIÈ.
)
25
Juli
1934
Productie van
1)
Buitenlandsche Handel
1)
Invoer
Uitvoer
8
.
bn
.
:
n
E
n
.-
._
‘ ,
.-
‘
n
.
o.
. .
•
.Q
.E
n
o
11!
In 1000 K.G.
miii.
In millioen. K.G.
miii.
In miflioen.
K
.
G.
niill.
gid.
gid. gid.
1925
–
70.0-
—–150.1-
–
-]90.04.25.8-29.3-
80.1 1926
–
74.5
123.4
–
– –
–
132.1
234.4
– –
166.8
5.1
6.2
–
31.4
–
57.6
1927
–
75.2
117.4
– –
–
–
137.0 630.3
10.5
8.1
193.9
5.5
7.2
–
25.4
–
61.8
1928
–
—
–
–
–
83.6
234.8
_
-.-
– –
131.7
801.4
12.9 10.7
255.0
5.8
9.7
2.8
36.7
231.3
48.1
1929
–
88.1
279.7
–
–
–
60.3
120.3
842.7
13.6
12.4
248.0
6.9
7.0
2.7
37.8
299.4
32.2
1930
12.794
5.341
3.136
849
3.581 69.5
236.0
–
7.0 12.4
52.3
100.3
830.3
13.4 9.9
185.0
6.0
5.2
2.9
31.3
6.0
30.8
1931
13.901
6.059
3.817 776 4.387 45.7
183.2
~143.4
–
3.1
~13.0
10.2 50.7
67.6
675.5
15.0
9.8
129.5 6.6 5.8 2.3
30.0
6.8
08.2
21.9
1932
12.728
5.979
4.884
688 6.091 32.9
1.9
10.2
35.3
48.2
714.0
13.3
6.8
125.2
6.5
9.6
1.4
39.9
15.3
1933
14.232 5.389 4.207
532
7.318
26.7
138.6
13.7
2.1 10.9
29.6 40.9
707.0
15.0 13.3
96.0
6.0
6.0
1.2
40.5 366.7 14.2
J.’32
11.930
5.351
16.205
742
6.229
28.5
111.0
12.3
1.4
9.0
24.4 42.5
734.8
13.7
5.1
107.2
6.4 14.6
1.0
43.1
389.8
14.0
Aug.
10.951
5.27014.252
797
7.585
31.8
135.7 13.8
1.5 9.7
31.2
42.9
705.5
11.6 6.7
105.8 6.0
17.
0.5
37.5
333.6
11.1
Sept.
11.411
4.962
5.606
717
7.653
26.7
123.6
11.7
1.8 9.7
32.0 46.2
799.1
11.9
7.6
129.8
5.1
19.0
1.3
45.9
342.2
19.5
Oct.
12.236
6.144
1.850 574
7.919
27.6
133.9
12.7
1.8
9.5
35.3
42.6
665.2
12.1
9.4
143.7
6.1
9.9
1.3 44.1
263.9
15.0
Nov.
13.055
6.912
958 404
7.545 29.2
144.4
17.1
1.6 11.1
41.6
43.0
717.1
11.9
9.3
147.5 7.0
6.7
1.2
38.8 345.5
13.8
Dec.
13.176
6.515
924
371
6.094
30.3
158.4
16.1
1.7
11.8
39.6 43.3 699.5
13.5
8.9 142.8
7.8 6.4
1.4
44.2
329.6
13.0
J.’33
12.619
5.999
477
486 5.598
28.9
162.5
21.5
1.8
13.0
35.9 37.8 595.1
12.1
6.5
47.5
6.1
3.4
1.4
41.3
350.2
8.9
Feb.
13.249
6.593
465 572
5.922
26.4
148.9
13.6
1.7
10.7
40.3 37.8
620.5
11.8
5.6
85.3
7.0 3.0
1.3
35.3 328.7
11.4
Mrt.
13.573
6.000
595
638
6.248
26.9
167.9
11.7
1.8
10.8
53.7
49.2
754.1
13.7 6.1
129.0
12.7
3.9
1.3
38.2
384.0
22.3
Apr.
13.066
5.769 1.208 616
5.944
25.8
174.3
12.0
1.7
9.1
60.8
38.7
670.0
13.2
7.5
86.6
5.8
4.3
1.3
35.1
393.6
12.9
Mei
14.172
6.476
2.972
561
5.795
24.0
125.6
12.7
1.7
10.5
23.8
40.9
729.0
16.2
12.7
107.7 7.0
5.3
1.3
40.2
400.3
16.0
Juni
14.288
4.875
5.895
497
6.632
23.2
114.3
11.3
2.1
8.8 19.7
40.2
748.7
15.4 15.3
97.5
5.0
7.4
1.5
39.2 413.7 17.0
Juli
15.029
4.555
13.245
526
7.546
24.4
115.5
11.5
1.9
10.5
21.6
39.7
679.7
17.2 17.9
99.0
3.9
9.0
1.4
51.5
319.8
1.5.3
Aug.
13.565
4.657
14.331
579
9.326
25.4
118.0
12.7
1.9
9.9,
20.7
37.0
650.0
14.8 16.5
84.4 4.2 8.3
0.9
37.0 328.3
11.6
Sept.
13.940
4.786
6.878
641
9.762
25.6
121.4
12.0
2.6
10.7
20.6
41.4
733.2
15.1 16.8
99.8
4.5
7.5
1.0
36.8
348.2
15.8
Oct.
15.338
5.195
2.499
521
8.694
26.2
134.7
13.6
2.4
10.3 18.6
43.2
784.0
16.2
16.9
120.6
5.1
7.7
0.9
40.2
383.5
17.0
Nov.
15.795
4.948
1.111
416
8.162
29.3
134.9
15.9
3.1 13.2
20.1
40.1
708.1
16.7 17.8
97.4
5.1
6.0
1.1
52.3 344.3
10.8
Dec.
16.153
4.819
811
335 8.181 32.9
145.9
16.2
3.0
13.7 19.1
45.0
811.6
18.1 19.5
97.1
5.6
6.4
1.3
39.2
405.5
12.1
J.’34
14.382
4.680
575
446
7.397
23.8 109.0
14.8
2.4
9.1
10.8
39.7 716.7
14.5 21.1
54.9
5.4
5.7
1.0
31.9
445.3
15.9
Feb.
15.317
4.798
736 566
6.009
17.9
100.2 12.0
1.9
7.3
12.5
42.3
685.7
16.5
20.3 70.0 4.4
5.8
1.5
32.2
377.0
24.4
uilrt.
16.406
4.961
1.183 616
6.493
20.4
125.2
13.9
2.3
9.3
16.0
52.5
787.4
19.4
28.8
94.6
5.6
6.5
1
1
33.0
405.4
32.1
Apr.
23.7
1
43.9
1 1
68.6
Effectenbeurs
–
–
Geidmarkt
1)
Kapitaal-
Prijzen
1)
Verkeer
1)
markt
Indexcijfers van
Indexcijfers van
Ontv. van
.
Aandeelen
4
)
66
In Buiteni.
gepi. emis.
0r9oth.-
Klnh.-
.
Scheeps-
prijzen prijzen
vrachten
O6
,n,
–
0
‘6
co
24=0
–
Inmillioenen
guens
n
0
e
e
S
1913=
100
=
1925
397
–
–
–
34.7
11.5
172
146
169
152
166
104.0 108.0
– –
1926
334
81
333
–
–
–
22.4
12.1
165 137
170
148
163
103.8 109.6
–
–
1927
317 106
349
1.2
–
–
20.9
.
9.4 160 130
166
147 161
103.0
106.7
6.1
1.6
1928
100
314
100
318 0.4
–
–
11.1
30.5
155 125 160 148
161
102.9
103.6
6.4
1.4
1929
234
398
487
443
99
305
111
306
1.0
1.8
–
4.1
61.9
155 123 162
145
161
97.7
100.3
6.5
1.4
1930
.111
293
361
357 100
270
59
231
5.6
2.9
–
0.9
115.2
146
88
156
143 163
90.1
100.5
5.5
2.6
1931
52
182
242
251
96
243
48
198
9.6
6.6
–
1.6
102.1 115
66 134
133
146
85.9 97.9
4.4 2.4
1932
27
107
138 176
92
221
49
155 6.1
13.0
86
–
104.4
95
52
107 116
123
80.4
86.1
3.4
2.1
1933
43
113 136 211 94
199
43
134
5.3
–
–
82
43 93
105
105
66.9
87.3
2.6
1.9
J.’33
34
108
147
196
99
205
44
135
5.3 15.9
69
–
–
83
45
98 110
113
71.4 87.3
2.5
2.2
Feb.
30
103 142
200
96
206
43 136
5.6
16.1
72
– –
82 45
97
109 111
66.4 87.3
2.3
1.9
Mrt.
28
110 139
–
–
—
—
—-
—
–
–
—
—
—
187
95
208
42
138
5.3
16.1
71
– –
78
44
95
107
108
64.8
87.3
2.3 2.0
Apr.
32
1
1
2
–
–
—
—
—-
—
–
–
–
–
–
128
185
97
208
42
123
5.5
16.1
68
–
–
75
44
96
106 108
64.7
87.3
2.4
1.8
Mei
39
125 138 201
93
203
43
143
5.5
16.0
65
–
–
81
45 95
106 106 68.1
87.3
2.6
1.9
Juni
48
141
155
230
93
201 45
140
5.5
15.1)
62
–
–
79
48
93.
106
106
68.1
87.3
3.3
1.9
Juli
53
i37
155
241
92
201 45
153
5.4
15.9
59
–
–
78
48
93
105 105
68.1
87.3
3.1
1.9
Aug.
55 128
145
234
95.
196
45
133
5.3
15.S
57
–
–
78
45
92
104
103 68.1
87.3
3.0
1.8
Sept.
50
109
132
213
95
194
44
133
5.1 15.7
56
–
–
77
41 90
103
102
68.1
87.3
2.7
1.8
Oct.
48
97
120
220
94
190
42
129
5.0
15.5
55
– –
75
40
90 103
101
67.0 87.3
2.5
1.9
Nov.
48
87
.
108 215
91
188
40
129
4.9
15.3
54
–
75
39 89
101
100
64.6
87.3
2.3
1.8
Dec.
49
97
123
215
93
188
39
116
4.9
15.0
53
–
–
74
40 90
99 100
63.5
87.3
2.3 2.2
J. ’34
52
100
130
230
97
191
38
145
4.7
15.2
52
–
–
74 43
90
99 99
63.5
82.2
2.2
1.9
Feb.
53
107
136
240
98
191
35
110
–
–
76
43
89 99
97
64.6 32.7
1.9
1.7
Mrt.
55
104
136
243
98 192
35
116
–
77
43 89 99 96
64.7
82.3
2.1
1.7
Apr.
56 98
138
247
190
35 87 98
95
Mei 68
99 145 253
Juni
66
96
154 251
–
9 De
jaarcijfers
zijn
berekend
uit de
gemiddeldc
maandcijfers.
1)
Centiaal
Kantoor
voor
de
Statistiek.
2)
Tot
1930,
suikrr
van alle
soorten,
vanaf
1930,
alle
tabr.
suiker,
excl. residu.
) Tot.
1930,
alleen
buitengewesten,
vanaf
1930, Java,
Madoera
en buitengewesten.
4)
Bank voor Handel
en Scheepvaart.
b)
Jaargem. resp.
19251
’26,
1926127,
enz.
6)
Hierin
is
niet begrepen
de achterstand
van
de
desabanken
in de
Buitengewesten.
25 April 1934
CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE DUITSCHLAND.
*)
.693
Productie
1),
ilandel
en
Verkeer
Productie-index van
1
Buitenlandeclie handel
.
Scheepvaart-
+_
OJ-O
verk. v. d. be-
angr.havens2
°
bk
L.
=
.2
Invoer
Uitvoer
Datum
:
‘-
_
o=w
0
.
v
•
0
V
n
N
_
•.
(1)
=
E-
.
lg
•
.
–
n
-.o
n
o
0
aa
Grond-
.
Fabri-
°
as
Grond-
.
Fabri-
.
–
stoffen
katen
stoffen
katen
Gemiddeldevan 1928
=
100
in millioenen R.M.
1926
. .
80,8
78,7
81,5
96,5
82,7
76,7
60,7
82,8
833
412
114
868
228
596
+
35
3.190 3.183
–
1927
. .
101,1
1,00,4
101,4
102,0
111,3 112,6
79,7
108,5
1.186 599
212
900
217
644
–
286
3.389 3.374
417,6
1928
. .
100,0 100,0
100,0
100,0
100,0
100,0 100,0 100,0
1.167
602 204
1.023
229
740
–
144
3.678 3.653
428,3
1920
. .
100,4
104,0 94,8
108,3
113,8
112,5 100,9
92,4
1.121
600
189
1.124
244
819
3
3.637
3.598
445,5
1930
. .
90,1 88,7
92,3
94,7
82,5
80,5
83,1
90,0 866 459
]50
1.003
204
753
+
137
3.671
3.644
380,3
1931
. .
73,6
65,4
85,7
78,7
51,6
57,5
59,5 87,7
561
•
290
102
800
151
615
—
239
3.366 3.331
319,8
1932
. .
61,2 50,2
77,7
69,0 33,4
40,0
38,2
80,0
389
201
Ci
478
86
374
—
89
2.943 2.909
240,8
1933
. .
68,9 58,5
84,0 73,2
44,7
53,1
41,9
90,6
350 202
56
406
75
315
-f-
56
3.015 2.999
242,9
juli ’32
60,0
49,4 76,0
63,7
29,5 34,8 37,4
72,3
366
179
56
431
79
339
+
65
3.067 3.014
253,1
Aug.
58,5 47,5
74,9
62,9 27,0
32,7
38,6
74,7
331 174 50
428
79
334
+
97
3.076 3.058
253,0
Sept.
60,3
49,3
76,7
66,5 28,2
31,9
41,9
80,7
360
194 55
444
81
340
4-
842.882
2
249,4 Oct.
61,0
49,4
78,5
73,3
33,2 42,4
37,4 86,7
398 207
58
482
87
371
3200 3.163
258,3 Nov.
62,4
51,4
78,9
80,0
38,5
47,9 36,2
89,7
393
215
59
475
82
371
.f-
82
2924 3.014
230,0
Dec.
62,1
51,4
78,2
76,9
36,3
41,2
39,4 86,6
423 232
60
491
84
387
—
68
3.128 3025
246,4
Jan.’33
62,9
53,1
77,6 72,7
40,3
44,1
31,0
83,7
368 214
51
390
75
299
-J-
23
2.712 2.708
208,4
Febr.
61,6
55,0
78,9 73,5 37,5
40,8
34,2
82,1 347
200
52
374
74
284
-f-
26
2.483 2.468
201,5
Ilaart
64,9
55,0
79,8 68,3
42,5 45,8
35,4
83,2
362
200
56
426
76
337
-J-.
64
2931 2.843
229,6
April
65,5
54,3 82,3
68,6 38,8 48,8
39,4
84,2
321
177
55
382
69
302
+
61
2.741
2.693
221,1
Mei
67,9
56,8 84,5 70,0
41,6
54,3
38,9
83,1 333
190 54
422
76
333
+
89
3.1063127
231,7
Juni
69,5 57,8
87,1
71,4
43,7
58,7
42,9
90,0
357
212
58
384
72
299
+
28
3.201 3.240
246,1
JuIi
5
)
70,6
58,0
88,7 70,3
44,0 52,2 45,6
.94,7
360
218
58
385
–
76
298
.j_
25
3.344 3.288
260,0
Aug.
70,7 59,0 88,3
69,5 47,5
55,3
47,6
96,6
347
210
54
413
78
320
+
66
3.437
3.489 262,8
Sept.
71,0
59,7
88,0
72,3
45,3
51,3
49,1
97,3
337
201
58
432
77
336
+
95
3.048 3.144
260,3
Oct.
71,9
61,9
87,0
75,7
49,3
58,1
43,9
97,2
347
195
60
445
83
343
±
98
3.165
3.037
258,3
Nov.
73,2 64,4
86,5
81,8
52,7
63,8
42,9
96,6
351 195 54
394
74
303
+
43
3.071
3.038
259,5
Dec.
75,1 66,1
88,6
83,9
53,3
64,2 52,4
97,7
374 208
60
424
74
331
+
502.941
2.903 275,7
Jan.’34
79,1 72,1
89,6
82,6
54,3 66,5
41,9
98,3
372 225
56
350
78
259
–
22
2.824 2.808
239,1
Febr.
82,4
75,4
93,0
82,0
60,8 72,4
49,6
101,2
378
238
57
343
71
260
–
35
2.637 2.694
232,7
Mrt.
84,2
77,6
94,1
80,2
65,1
75,6
58,7
103,7
378 245
62
401
72
315
+
233.171
3.133
271,9
April
86,4 80,0
95,9
81,1
72,0 86,0
62,2 102,2
398 253
63
316,
66
240
–
82
3.137 3.042
249,4
Mci
89,1 84,3
96,3
79,6
73,8
90,8
99,4
380
240
62
337
61
265
–
43
3.379 3.464
Juni
377 226
64
339
64
267
–
38
Kapitaalmarkt 2)
Effectenbeurs
.
es2)
Emissl
Geidmarkt 2)
Prijzen
liidexciifer van
–
0
–
U
EflOE
E
–
0
u
C0
.
C’10
O’
Q
0
.
‘-
.
…
0
,u
32
,,
.-0
N
0
–
o
0
o
–
.o
o
1924-1926
=
100
in millioenen R.M.
J
in
0/
1913=
191314
–
1000
1926..
109 118
121
97
121
113
500
368
133
82
418 310
189
3.0895,31
4,91
6,57
134
141
1.003.
-‘
1927 ..
158 162
163
130
174
155
479a 361a
118 120
359
358
121a
4.693
6,05
5,47
7,82
138 148
475
1928..
148
159
128
101
174
142
477b
355b
122
112
365
321
156b
6.990
6,74
6,54
8,22
140
152
665,
1929 ..
134
153
120
85 168
123
253
224
29 82
171 174
78e
9.016
7,68 6,87 8,97
137
154
821
1.915
1930..
109
130
111
73
139
94
388
200
98
46
342 224 164
10.400
5,06 4,43 6,14
125
147.
945
3.139.
1931
..
–
–
–
–
–
•,
–
194 165
29
53
140 136
57
9.722
8,37
6,78
8,71
111
136
1.1334.573:
1932
..
–
–
– – –
81
81
–
13
68
37
44
9.917 6,23 4,95
6,73
97
121
717
5.580
1933
. .
67.3
56.2
74.4
46.7
68.0
74.4
126
126
–
8
118
39 87
10.808
5,11
3,88
5,78
93
119
326
4.733 1
Jan.’33
64.6
57.1 70.5
30.8
66.3
66.9
133
133
–
19
115
51
82
10.228
5,06 3,88
5,79
91
117
539
6.014
Febr.
64.8 57.3
72.2
40.2 65.5 67.9
105
105
–
12
94 38
67
10.365
5,09 3,88
5,79
91
117
475 6.001
Maart
70.3
58.3
77.7
44.5
72.5
76.3
142 142
–
6
136 44 98
10.396
5,12
3,88
5,79
91
117
467
5:599
–
April
72.8 60.3
80.3 46.7
75.8
81.1
112 112
–
4
108
31 81
10.459
5,21
3,88
5,79
91
117
373
5331
–
Mei
73.3
59.0
81.8 51.2
75.1
81.7
124 124
–
8
117 27
97
10.478
5,12 3,88
5,79
92 118
394
5.039
Juni
71.6
57.0
81.3
52.0
70.7
80.0
115 115
–
6
108
30 85
10.467
5,11
3,88
5,79
93
119
264
4.857
Juli
5)
68.5
55.9
78.4
50.9
67.0 77.0
129 129
–
3
126 36
93
10.490
5,04 3,88
5,79
94
119
262
4.464
Aug.
66.2 55.2
74.1
49.6
65.9
75.3
134 134
–
12
123
38 96
10.545
5,11
3,88
5,79
94
118
2554.124-
Sept.
62.5 53.3
67.7 46.7
63.7 70.3
121 121
–
9
111
39
82
10.561
5,16 3,88
5,79
95
119
218
3.849
Oct.
62.1
52.5
66.7
45.5
61.8 70.2
134 134
–
5
129
41 93
10.618
5,12 3,88
5,79
96
120
250
3.745 Nov. 64.0 53.2
67.7
45.8
63.3
72.0
129
129
–
5
124
50
79
10.684
5,05 3,88
5,74
96
120 221
3.714
Dec.
67.4
55.1
73.8
47.3
68.7
74.6
115 115
–
2
112 36 78
10.808
5,14 3,88
5,69
,
96
121 197
4.059
Jan.’34
70.2 56.6
76.0 49.5 71.9
77.3
128
128
–
10
118
57
71
11.234 4,78
–
3,88
5,18
96
121
270
3.773
Febr.
73.9
58.9
81.2
52.3 75.5
82.2
141
141
–
18
123
52 89
11.565 4,85 3,88
5,06
96
121
227
3.373
Mrt.
77.0
58.7
86.4
54.6
78.3 87.1
82
82
–
6
76
35
47
11.621
4,93 3,88 5,06
96
121 274
2.798
April
75.0
56.1
85-0
53.7
76.3
85.6
62
62
–
5
57
30
32
11.669 4,68 3,88
5,06
96
121
225
2:609
Mei
73.3 54.9
83.1
52.3 73.7 81.9
72
72
–
7
65
41
31
11.688 4,69
3,88
5,06
96
120
249
2.529
Juni
76.2 4,56 3,76
5,06
97
122
227
2.482v ‘) De jaarcijfers
zijn
berekend
uit
de gemiddelde
maandcijfers.
‘) Ontleend
aan
het
.Inatitut
für
Konjunkturforschung”.
2) Ontleend
aan
Wirtschaft
und
Statistik”.
3)
Vanaf
I
Oct. 1932
mci.
Steuergut-
scheine”.
4)
De
cijfers
hebben
betrekking
op
het einde
van
de maand,
resp.
van het
jaar.
5)
Vanaf
Juli
1933
gedeeltelijk
voorloopig.
a)
waar-
van
5,
b)
1,
c)
2,
buitenl.
em.
in Duitschland.
v. =
voorloopig.
694
CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE GROOT-BRITTANNIË.
)
25 Juli 1934
Productie, Handel en Verkeer.
Productie.indexl)
van
r
Buitenlandsche handel
Scheepvaartverkeer
.
)
1
,i,
)
.
—-
—
Invoer
Uitvoer
.
Indexcijf. v.
.x
c
:
v o
.
‘
E
0
‘
•
‘
…=
-‘
.
‘
..L
ø
•
.
CJ
.
0.
°
Cfl
,
Ø)
•
C
-.
0
C 0.0
.
:
‘u
0
‘
Cn
–
.
—
–
Gemiddelde van 1924 =100
1000
Miii.
£
0000 tons
1924
=
100
MjlI.
1925.
.
97,5
91,7
85,4 90,2
69,7
106,0 93,0
123,6
–
1338
110,3
35,5
26,7
64,4 51,4
49
463
51.9
95
86
1926.
.
75,3 46,1
33,4 43,4 52,0
113,8
81,6
106,7
–
1.506
103,6
32,7
26
2
3
54,3
44,8
49,3
534 392
111
98
7,12
1927.
.
108,1
94,6 99,8
111,0 103,6
122,0
97,6
120,5
159
1.166
101,7
29,3
26,9
59,1
47,0
42,6
501
529
107
95
9,15
1928.. 102,5
89,6 90,5
104,0
90,6
114,9
101,2 107,8
214
1.290
99,8 27,9
26,5 60,3 48,3 39,5
504
537
97
87
8,88
129.
.
110,6
96,8
103,7
118,4
105,9
116,1
102,8
108,4 225
1.263 101,9
28,3
27,9
60,8 47,8
41,1
522
573
107
84
8,92
1b30.
.
98,5
91,8
84,8 90,5 91,7
115,7
91,3
84,1
193
1.991
87,1
20,9
25,6
47,5 36,6
39,6
531
549
77
65
8,29
1931..
84,3
83,0 51,4 63,8
37,7
106,5
81,7
81,5
216
2.717
71,9
14,5
21,8
32,4 24,2
39,5
502 486
61
67
7,54
1932.
.
84,9 79,4
48,9
64,8 20,4 98,2
89,3
89,0
287
2.828 58,6
13,7
13,1
30,4 23,0
28,2
495 462
58
64
6,23
1933
. •
90.4
78,5 56,5 86,3
21,4
109,2
89,1
94,0
332
2.567
56,6
15,1
12,6
30,6
23,4
26,0
504
464
62
61
0,23
Juli
‘321
t
271
2.921
51,9
10,8
11,4
29,3
22,4
22,6
533
501
–
56
5,47
Aug.
!. 77,8
69,3 44,5 61,4
17,3
92,0
81,8
73,3J
219
2.947
53,3
11,7
13,1
28,6 21,7
24,7
544 468
45
59
5,73
Sept.
J
.
1
270
2.925
54,3
11,2
12,1
26,2
19,8
28,1
521
500
55
64
6,14
Oct.
:
300
2.810
60,8
11,9
13,5
30,4 22,7
30,4
518 456
61
63
6,38
Nov.
¶, 87,2 83,9 45,3
67,0
16,5
99,3
90,1
87,9J
313
2.849
61,5
13,7
13,2
31,1
22,5 30,4
462
457
58 65
6,55
Dec.
J
1
262
2.776
60,6
15,6
12,7
32,4 23,6
28,2
481
447
62
67
6,122
Jan. ’33’
(
281
2.955
54,1
15,1
11,5
29,2
22,1
24,9
440 440
60 64
6,02
2
Febr.
88,0
85,5
48,7
75,1
18,4
87,3
88,0
95,7 257
2.915
49,1 13,2
10,5
27,9 21,4 21,2
403 409
01 63
6,33
Mrt.
J
•
315 2.821
56,3
14,1
12,8
32,6 25,4
23,7
476 443
–
60
6,45
April
‘
(
245
2.738
51,2
13,0
11,4
26,4
20,5
24,8
464 420
–
58
5,77
Mei
!
88,8
73,0 55,3
83,7
21,0
115,9
94,1
89,7
340
2.626
57,3 14,5
12,6
30,8
23,5 26,5
524
478
64 59
6,16
Juni
J
31.7
2.498
53,8
14,0
12,2
28,5
21,7 25,3
531
485
64
61
5,60
Juli
.
(
362
2.508
53,7
14,9
12,0
29,8 22,8
23,9
549
482
64
61
5,85
Aug.
.
87,9
71,1
58,4 87,2
22,1
110,1
84,4
91,3i
340
2.459
56,8
16,4
13,0
31,0
23,9 25,8
565
512
61
60
5,55
Sept..
J
384
2.375
57,8
14,5
13,1
32,2
24,6
25,6
558 516
61
56
6,13
Oct.
(
404
2.335
61,8
15,0
14,2
34,1
26,1 27,7
543 476
64
61
6,43
Nov.
97,4
84,4
63,4
99,1
24,2
123,3
101,1
99,3J
406 2.309
63,7 17,0
14,5
.
34,4
25,7 29,3
498
478
60 64
6,87
Dec.
J
373
2.263
63,2
18,9
13,6
30,4 22,6
32,8
491
424
64 70
7,10
2
Jan.’34
(
401
2.407
64,7
21,3
13,9
31,6
24,2
33,1
481
449
68 04
6.682
Febr.
102,290,5
74,4
109,6
35,0
139,3
100,0
99,0
340
2.343
57,4
18,2
13,2 30,1
22,7 27,3
425 414
64 64
6,75
Mrt.
I
399
2.224
62,0
18,2
14,8
33,1
25,6 28,9
499 455
58 62
7,00
April
(
334
2.148
56,3
17,1
13,5
30,1
23,7
26,2
497 425
56 60
7,13
Mei
336
2.097
61,7 16,9
14,9
32,8 25,1
28,9
530 476
85
60
Juni
1
32,1.
Kapitaalmarkt
Prijzen
Geidmarkt
–
Effectenbeurs
3)
Emissies4)
..
Indexeijfers v.
Koersen van
grooth.prijzen?)
>
r
2
Datum
cadragfonds
Vaste rente-
–
:i:
–
H
–
i
–
—
–
“2
il
1
H
I_
1
ii
o
iI1
q
°
0
c’
.5 .5
LondensclieBankenG
Cd
1924
= 100 Miii. £
Miii. £
o,
s/o
1924
100
0/
5
%
109
98,3 101,8
18,3
11,0
4,8 2,5
2.983
1.662 856 226
3,47
4,15
95,9
100,4
93,5
100
100,6 413
114
96,4 103,8
21,1
11,7
4,4 5,0
2.946
1.665
892 216
4,01
4,49
89,1
93,1
87,0
98
100,7
370
124
96,9 103,2
26,2
14,7
7,3
4,2
3.068
1.713
928
218
3,71
4,24
85,1
91,4 81,8
96
100,6
381
1928.
142
99,2 100,8
30,2
18,3
7,1
4,8
3.276
1.766
948
237
3,56
4,16 84,4
91,6
80,7
94
99,7
365
1926……… 1927………
139
96,3 104,3
21,1
13,3
4,5 3,3
3.328
1.800
991
229
4,58
5,31
82,2 87,4
79,4
94
99,3
345
1929………
112
99,4 100,7
19,6
10,6
5,8 3,2
3.232
1.801
963 264
2,36 2,62
72,0 76,2 69,7
90
98,2
369
1925………
98,7 101,8
7,4
3,5
.
3,1
0,8
2.651
1.760
957
270
2,92
3,53
62,7 67,0 60,3
84
97,0
389
.
03
124,3
112,4
90,3
9,4
7,0
2,4
–
2.319
1.791 843 308
1,64
1,94 61,1
06,5
58,4
82
95,3
415
1930………
1931………87
1933……..
80,7
11,1
7,9
2,5
0,7
2.310
1.953
759
354
0,66 0,71
60,7
62,2 60,0
80
94,0
367
1932……….84
Januari 1933
.
95
122,3
82,2
8,3
7,9
0,3
0,1
2.250
1.983
764 431
0,75 0,92 60,3
64.1
58,4
81
941
395
Februari
96
123,6
81,3
7,2
4,9
1,8
0,5
2.268
1.957
766 386
0,75 0,88 59,5 62,8 57,8
80
94
411
Maart
92
122,4
82,1 13,5
12,3
1,2
–
2.574
1.925
766 348
0,58 0,68
58,7
61,4 57,4
79
94
486
April
93
125,3
80,2
8,3
7,3
–
1,-
2.039
1.930
764
338
0,63
0,66 58,5
60,6 57,3
78 94
336
Mei
96 123,1
81,5
14,6
9,3
5,0 0,3
2.253
1.944
775
346
0,58
0,53 59,7
61,4
58,8
78 94
398
Juni
101
123,1
81,5
17,5
16,0
1,1
0,4
2.070
1.978
775
352
0,58
0,48 61,2
62,3
60,6
79
94 381
Juli
108
121,6
82,5
6,0
5,2
0,3 0,5
2.465
1.973
768 362
0,58
0,51
61,5 61,0
61,8
80 94
330
Augustus
106
124,3
80,7
21,2
1,3
15,6
4,311)
2.142
1.966
758 359
0,62 0,40
61,7
62,3 61,3
81
94
302
September
110
126,2
79,3
7,1
6,7
0,2 0,2
2.332
1.958 750 355
0,63
0,42
62,0
63,1
61,4
81
94
351
October
115
126,3
79,3
10,0
6,8
3,0 0,2 2.491
1.951 747
343
0,75
0,72
61,8 62,4
61,4
81
94
351
November
114
126,4
79,4
12,8
12,2
0,5
0,1
2.498
1.928
737
317
0,75
1,07
61,9 62,5 61,5 82
94
335
December
113
127,5
78,4
6,4
5,1
0,9 0,4
2.234
1.941 736
311
0,75
1,22
61,9
61,9
61,8
81
94
331
Januari
1934
118
129,6
77,4
10,9
8,7
1,8
0,4
2.848
1.920
735
284
0,90 0,98
63,0 62,8
63,1
81
94
366
Februari
116
128,8
77,7
7,0
5,3
1,4
00,5
2.845
1.867 742 250
0,88 0,94 63,4 62,5
63,9
80 94
Maart
122
130,8
76,6
7,1
6,0 0,9
0,2 2.926
1.831 753
202
0,88
0,94
62,5 60,6 63,5
80
94
April
124
130,9
76,6
9,6
8,7
0,9
0,1
2.506
1.852
759
212
0,88
0,97
61,9 59,8
63,1
79 94
Mei
127
130,7
76,7
22,4
11,4 10,9
0,04 2.274
1.858
755
222
0,79
0,90
61,7 60,1
62,5
79
94
Juni
124
130,3
76,9
12,0
7,0 4,6
0,4 0,88
0,91
94
5
)Alfe jaarcijfers
zijn
berekend uit
de gemiddelde
maandcijfers.
1)
Producole-index
van
de London
and Cambridge Economie
Service,
met
uitzondering van dien van
kunstzijde,
welke aan de
Board
of Trade
is
ontleend.
2)
4
wekelijkache
gemidd.
na 1931,
dus
13
cijfers
per jaar.
7.10
behoort bij Nov.
6,68
bij Dec.
3)
London
and Cambridge
Economie
Service.
4)
Volgens
Midland
Bank
Ltd.
5)
Loudon
Banker’s
Ciearing-House
Returns.
5)
Wekelijksche
gemiddelden.
7)
Board
of Trade.
8)
Ministry of Labour.
9)
Loudon
and
Cambridge
Economie
Service.
0)
Sociét
des
Nations.
11)
Leening
Austraiische regeering.
25 Juli 1934
CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE
DE VEREENIGDE STATEN.
‘)
,
0
695
Productie
1),
Handel
en Verkeer
Productie-index van
G
Buitenlandsche
handel
–
–
.
0
E
v
_
.-
:
n
.
b.E
Datum
e
g
Invoer
Uitvoer
2
0.
‘e
0
.
n
•
_
)
2
‘
°
‘n
<
•=’
n•a.
o
ron
.
– –
u-
0
J
1-
b
E
Tot al
a
stoif.
Totaal
katen
•-
Gemiddelde van
1923-1925
100
192325
$
1925
•…
104
105 99
99
104
116
106
104
107
122 103
–
99.4
100.6
352
146
409
154
57
1926 •
. . .
108
108 108 110 105 116
113
104 108 129
106
109
2
101.2
103.8
369
149
401
163
•
32
1927 •
. . .
106 106
107
99 122 120
104
113
86 129 103 122
98.9
101.8
349
133
405
165
56
1928 •
. . . 111
112
106 96
122
144 119
107
110 135
103 107
98.9
102.4
341
122
427
188
86 1929
• .
..
119 119
115
102
137
135 130 115
135
117
106
115
104.8 109.1
367
130
4378
211
70 1930
•…
96 95
99
89 122 100 94
91
85 92 92
87
91.5 88.7
255
84
320
158
65
1931
••
81
80
84 72
115
96 59 94
60
63 75
88
77.4
67.5
174
54
202
93
28
1932..
64
73
71
58 106
78
31
83 35
28
57
81
64.1 46.1
110
30
134
52
24
1933
•…
77 76
72
63
122 90 55 98
48
26
58
102
69.0
48.5
121
35
140
•
51 19
Juli
’32
58
57
64 46 104 89
25
69
33
27
51
63
58.9 39.8
•
79
20
107 47
27
Aug.
60 59 65 50 104 68 23
90
23
30
51
82
60.1
40.6
91
22
109 46
18
Sept.
66
65
70 58 104 64 28 104
24
30
54
99
63.3
42.9
98
27
132 46 34
Oct.
66 65 74
67
104 68
31
99
17
29
57
96
64.4 44.7
105
27 153
49 48
Nov.
65 64
75
66 106
73
31
92
31
27
57 95
63.4
42.9
104
28
139 47 34
Dec.
66 64
77
66
96 67
28
91
60
28
58
93
62.1
41.5
97
29
132 45
35
Jan.
’33
65 64
73 57
107
59
30
87
48 22
56
88
60.2
39.5
96
27
121
44
25
Februari
63
61
79
63 110 54
31
83
33
19
54
87
61.1
40.2
84
21
102
42
18
Maart
60
56
81
51
122
41
22
76
27
14
50
86
58.8
37.1
95
24
108 47
13
April
66 66 72 55
108 65 35 85
44
14
53
91
59.9
38.8
88
21
105
48
17
Mei
78 78
78
57
134
94
49 108
51 16
56
113
62.6 42.7
107
25 114 46
7
juni
92
93
84
64
134
115 72
133
66
18
60
139
66.9 47.2
122
34 120 46
-2
Juli
100
101
90
76
132 143
100
130 70
21
65
135
71.5
50.8
143 46 144 53
1
Aug.
91 91
91 75
134
111
80
114v
61
24
61
120
76.4 56.8
155
51
132 50
-23
Sept.
84
84
87
65
125
103
66
99v
56
30
60
103
80.0
59.1
147
48
160 54
13
Oct.
77
76
81 61
120
90
61
91v
46
37
58
95
79.6 59.4
151
47
194 61
43
Nov.
72
71
81 65 116
97
47
89v
32
48
60
89
76.2 55.5
129 37 184
62
55
Dec.
75
73
85 66 119
108
61
78v
47
58
62
77
74.4 54.5
133 36 193 64 60
Jan.
’34
78 77 88
67
120
97
56
87
58
49
64
91
73.3
54.0
136
36 172
61
36
Februari
81
80
91
74
118
121
64
91v
73
44
64
95
77.7
60.6
133 37 163
61
30
Maart
85
82v
100 84
122
129
67
94v
80
33 66
97
80.8
64.8
158
45
191
81
33
April
85 85
91
72v
125v
118
77
90v
87
32
62
97
82.3 67.3
147
41 179
83
32
Mei
Kapitaalmarkt
Effectenbeurs Emissies
4
)
.n
Geidmarkt
Prijzen
lndexcijfer
van
Binnen- en buiteni.
Binnenlandsche
–
_00
0
n•
,s
0
00′-
0
00
.0
.
.
.p
.
0
,
o
bavi
.
0
‘.-.
.!
….-p.nn
00
Oj
U)’
2 2
u
0
1926
=
100
mlii.
in millioenen
dollars
milld.
in 01
l926
1923
$
loo
1925 90
88 90
95
95.3
–
517
76 96 421
427
300
127
90
20.5
3_4
**
104 110
103.8
1926
100 100 100 100
97.0
3.292
526
91
91
435
433 313 120
94
19.6
100
100
103.8
1927 118
118 119 116
98.9
4432
649
179 123
526 519 388
131
130
18.5
*4 4-41
95
99
101.6
1928
150
154 129
149
98.7
6.440
676
155
247
429 566 446
120
110
17.6
*4
4-51
97
106
100.4
1929
190
189
147
235
95.6
3.990
848
117
494 354
786 667
119 63
16.9
56k
95
105
100.0
1930
150
141
125
215
98.3
1.894
585
55 125
460
500
374
126
84
16.2
1*_3*
2
*_
5
86 88
96.2
1931 94
87 72
148
96.1
587
258
76
26
232 238
129 109
19
16.8
1*_3* 2_3*
73
65
86.7
1932
49 46
26
79
81.1
347
99 45
2
97
96
27
69
2
19.5
1+
29
65 48
77.7
1933
64
67
38 78
84.0
845
59 28
10
49 59
13
46
–
22.3
1
1
66 52
74.8
Jan.’33
49 46
28
82
84.1
359
65
47
3
62
65
22
43
–
20.8
61
43
73.7
Febr.
45 43
27
73
82.5
360
20
37
–
20
20
1
19
–
20.9
f.4
li_i
60
41
72.1
Mrt.
43
42 26
67
76.7
311
16
3
3
13
16
3
13
–
21.3
1*_3*1*_4*
60
43
71.8
Apr.
48 49
26
64
75.4
322
25 20
1
24
25
17
8
–
21.4
*_1*
2
-3*
60
45
71.5
Mei
6365
38
79
82.0
529
44
16
341
44
440-21.9
22
63
50
72.1
Juni
75
77
.44
97
86.8
780
110
112
9
101
110
12
98
–
22.5
4
2
65
53
72.8
Juli
80
84 53 98
89.6
916
117
45
53
64
117
.
53
64
–
22.6
44
69
60
75.2
Aug.
75
79
49
87
89.9
917
46
7
14
32
46
14
32
–
23.1
*4
1*
.
70
58
76.9
Sept.
75 81
47 80
87.9
897
64
30
9
55
64
9
55
–
23.1
44
71
57
77.9
Oct.
70
76
40
75
86.5
776
59
1
3
56 59
3
56
–
23.1
4
71
56
78.0
Nov.
69
77
38
70
82.6
789
88
2
6
82 88
6
82
._
23.5
4
71 57
77.8
Dec.
70 79
40
67
83.6
845
57
18 16
41 57 16
41
–
23.8
*
1
*4
71
56
77.3
Jan.’34
76
84
46
73
88.3
903
48 42
6
42
48
6
42
–
25.1
44
72 59
77.5
Feb.
81
88
50:
81
92.9
938
79
8
1
78
79
13
65
–
26.1
111
74
61
78.3
Mrt.
77
85 48
76
95.1
981
97
50
5
92 97
16
81
–
26.2
1_4
74
61
78.5
Apr.
80
88
49
76
97.0
1.088
143
93
5
138 143
43
100
–
26.1
1_4
73
60
78.4
Mei
72
80
43
70
97.6
103
39
3
101
103
42
61
–
1
74
60v
78.6
Juni
81
123
183
9
114
123
21 102
–
78.8
*)
De
jaarcijfers
zijn berekend
Uit de niaandelijksche gemiddelden.
1)
De
indexcijters
betreffende de productie,
de
wagonladingen, het katoenverbruik,
het
aantal
tewerkgestelden en
de betaalde
bonen zijn
ontleend
aan het Federal
Reserve
Bulletin. De
index van de industrieele
productie
is
samengesteld
uit de gegevens
van 58 industrieën
n.b.
50 van
fabriksten en
8
van mineralen.
2)
Gemiddelde
van
Maart-Dec.
3)
Einde
v.
h. jaar
(reso.
maand).
4)
Ontleend
aan the
Commercial
and
Financial
Chronicle.
Hieronder zijn
niet
opgenomen
de leeningen
van de
Reconstruction Finance Corporation en
die van
verdere
herstel-
organisaties
san Staten en
Gemeenten.
5)
Stock exchange calI loans.
6)
Renewal rate.
7)
Bureau
of
Labor
Statistics.
8)
Volgens
Survey
of Current
business”
435. v)voorloopig.
696
CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE ITALIË.
25 Juli 1934
P&1uctie, Handel en Verkeer Kapitaalmarkt
Geld-
Prijzen
Productie
]3uitenlandsche handel
4
)
Vervoer
–
markt
–
> >
>
2
0
1.
0
1
>
0,
–
-0
._,,.,
0
<
o
o,
t.-
,
–
–
U
0
1
–
in milI. Lire
H
=
mill.
1000 tons
tons
himilLLire
inl000tons
1925
–
100
O
—
100
KwH.
ioo
l
=100
1925
–
–
198
–
–
–
109
2183
1523
100
100
–
–
4836
1387
746
1001
100 7,3
596
–
1926
–
654
200
236
–
1390
114
2157
1555
98,5 96,8
621 736
4885
1476
473
–
82,9 8,0
603
–
1927
–
650
307
232
2034
279
1698
1303
96,1 100,6
603
792
4693
1581
264
97,1
e
72,2
7.8
495
100,0
1928
100
704
360 256
871
2167
324
1827
1213 112,9
105,5
630
801
4724
1697
450
102,5,
85,0
5,5
402 92,2
1929
–
758 398 291
1089
2695
301
1805
1270
112,1
1.14,9
669
810
5029
1777 607 100,6
85,8
6,7
446
93,9
1930
98,9 835
329
290
1157
2512
425
1446 1010
103,7
109,3
473
633
4467
1774
514
101
,
7
1
77,8
5,9
383 90,7
1931
89,8
826
277
256 668
2882
734 970
851
88,2
113,1
314 529
3683
1644
361
104,11
61,0
5,9
328
81,9
1932
79,8 834
257
265 556
2673
1006
688
568
80,0
89,0
248
337
3088
1599 304
105,6
46,8
5,8
304 78,1
1933
83,9
922
317
295 836 3096
1019
616 495
82,2
91,0 262 282
2813
1672
278
109,8
53,8
3,9
280
74,7
J.’33
83,8
870
271
160 829 3088
1225 668
453
81,6
80,1
340
254 2613
1
Ç
137
108,7
53,4
4,4
292
76,4
Feb.
85,2
795
266
180
801
2851
1229
605 476
75,9
83,9
271
260
2587
1609
129
108,4
51,1
4,3
286
. 75,7
Mrt.
84,9
867
322 275 914
3104
1082
654 564
80,6
100,4
284 340
2927
J
270 108,8
50,8
4,2
281
75,1
Apr.
84,7
837
296
335
836
2910
1026
605
487
76,4 85,9
250
284
2585
1
(
480
109,2
50,7
4,0
279
74,1
Mei
85,1
909
352
369 833
3102
1000
592 510
78,2
95,8
267
298
2785
396
109,0
52,3
4,0
279
74,7
Juni
85,2
894
350
340
782
3062
884 794
636
109,2
115,4
365
346
2680
333
109,0
52,8
4,0
281
74,1
Juli
80,1
983
338
353
821
3120
824 505
431
66,4 80,0
229
227
2945
flO4O.!
‘
149
108,6
51,3
4,0
279
73,1
Aug.
81,2
952 293 350
810 2900
889
531
458
71,9 85,0
232
270
2928
1711
134
109,0
53,3
4,0
278
73,1
Sep.
80,2
963
336
350
826
3157
907 583
464
77,1
88,0
258 269
3185
443
110,8
55,4
3,7
276
73,1
Oct. 85,4
1001
344
344 832
3341
963
588 516
81,0
93,8
243
259
3169
168
111,9
55,9
2802
3,5
274
73,7
Nov.
84,4
997
331
258 872
3212
1066 578
478 82,8
90,3
234 250
}1728{
149
112,0
58,8
3,5
273
74,(
Dec.
87,0
993 300 215
877
3308
1132
710
507
100,0
102,4
272
298
2548
559
112,6
58,7
3,2
275
74,
J.’34
86,5
941
301
187
983
3495
1158
643
405
82,8
76,9
338
227
2683
84
113,2
60,7
3,0
276
74,1
Feb.
87,0
852 293
203 957
3367
1104
689 410 39,6 79,8
359 227
2633
11697
118
112,0
62,4 3,0
275
73,
Mrt.
87,5
977 342
305
1.005 3491
1057
678
46:1
88,2
87,8
337
250
2815
J
).
254
113,1
62,7 3,0
275
Apr.
996
635
405
2455
113,4
57,1
3,0
273
69,
Mei
941
619
439
113,8
57,7
3,0
273
Juni
Vierteij. Instit. 1. Konjii.nkturf.
2)
Bollettino di Notizie Econorniche.
3)
Bulletin Mensuel, Volkenbond.
De cijfers van iii- en uitvoer houden in de maanden Juni en December de postzendingen over het halfjaar in.
CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE TSJECHO SLOWAKIJE.
*)
Productie Handel en Verkeer
Kapitaalmarki
Geidmarkt
Pflj
Ç
–
0
‘
=
0
Indexcijfer
van
”
°
O
=
0=
‘o
0
0
.E
0,
0
..
.=..
o
.2
Datum
14
=
E
Ee
2°
=2
2
2
‘, o
‘
000
.
0
.
2
<
5
0=
e
=
*.0
.0
-2
=00
0
0
2200
.
.’
–
.
.520
550
0)
.0
•==
1_a
N
o…
00)
co
—
–
=
.-
–
2=
0.
2
00.
–
In duiz. tons
1000
Inmill.Kc.
1fl
in 0/o
311 ’27
3
1
127
arden)
in 0′
VII
=
1914100
100
t,
cl.
Kc.
=100
=100
Kc.
1
1925..
78.6
220 2.597
–
113)11.467
1.565
43
–
–
88
12.3
–
997
– –
1926: .
77.2
203 2.724
–
68
1.273 1.479
37
– –
80 13.6
5.76 944
–
716
1927. .
89.8
246 2.803
–
53
1.496
1.677
—
511
31
5.87
124
100 15.4
4.84
968
–
747
1928. .
100.0
295 2.917
–
39
1.598 1.766
762
305 1.213
167
524
60
5.72
135
142
16.9
4.87
969
–
748
1929. –
103.6
320 3.257
–
42 1.662
1.707
815
286
1.2161
170 537
55
5.75
137 143
18.2
5.01 913
–
744
1930. –
90.6
271 2.802
–
105
1.307
1.455
594 233
1.072
150
495
38
5.69
117
117
19.3
4.46
811
118.6
746
1931. –
81.1
2232.586
–
291 977
1.092
415
170 827
121
452
42
5.75
97 93
21.6
4.77
738
107.9
713
1932. –
59.0
94 2.209
1.035
554
622
611
275
115
426
139
388
27
6.50
79 74
21.8
5.15
682
99.7
700
1933. –
57.5
104 2,146
736 738
483
487
242
112
—
–
—
—
—
—
–
–
—
—
—
—
337
109
354
21
6.00
84
81
20.3
3.57 658
96.2
693
Jan.1933
56.4
85 2.3061
348
873 380 387
178
97
261
93
298
5
6.32
80
76
21.8 4.3
661
96.3
708
Febr.
54.2
91 2.093
307
920
368
441 173 08
306
117
284
45
6.31
80
74
21.9
3.5 650
95.5
705
Maart
52.8
106 2.176
658 878 452 474 222
97
334
123
324
8
6.35
78 73
21.5
3.5
653
94.6
090
April
55.1
107
1.866
993 796
427
410
201
80
286
92
317
13
5.31
79
76
21.3
3.5
647
96.3
687
Mei
59.6
134 1.983
1.163
727
473 465 204
102 319
92
347
8
5.52
80
83
20.9
3.5
658
98.3
696
Juni
58.5
116
1.859 1.115
676 499
454
226
98
315
95
334
68
5.58
85 83
21.0
3.5
673
98.3
702
Juli
58.5
96
1.91211.038
640
570
497
279
103
351 108
334
11
5.85
87
86
20.8
3.5
672
97.4
606
Aug.
57.4
105 1.995
1.043
626 423
443 232
97
352 114 355
1
5.97
87 87
20.7
3.5
666
06.5
689
Sept.
58.4
105
2.1731
705 623
489 548
276
122
392
132 384
30
6.16
89 88
20.5
3.5
660
06.2
687
Octob.
59.7
110 2.408
679
630 530
575
278
139
395
126 511
41
6.14
86 85
20.5
3.5 658
95.7
687
Nov.
60.9
112 2.484
472
691
598
563
326
164
356
105
419
8
6.17
86 84
20.4
3.5 654
95.0
688
Dec. 58.8
79 2.506
339
780
583
587 313
147
413
116
339
11
6.29 84
82
20.3
3.5
650
04.6
681
Jan.1934
84 2.263
374
839
373 305 201
121
257
05
305
9
0.29 84
84
20.7
3.5
647
94.3
685
Febr.
90
2.101
4361
844 504
447 287
109
316
114
303
44
5.80
89 89
20.5
3.5
645
81.1 680
Maart
140
790
568
631
317
131
460
141
372
4
5.59
90 88
20.4
3.5
666
80.8
680
April
146 11.938
754
704 575
551
320
129
303
125
334
12
5.70
88 86
20.4
3.5 663
80.2
679
Mei
156
1.916
1.226
625 523
540 285
128
378
120
340
4
5.65
87 85
3.5
658
80.5
684
Juni
1
587
1 1 1
15.74
85
3.5
660
1) ]3ulletin Mensuel
cle
Statistique.
2)
Vierteljahrsheft zur Konjuukturforschung. 3) Gemiddeide van laatste 3 kwartaal-
cijfers.
4)
Tot einde 1928: bruinkool en steenkool, beschikbaar voor de verkoop. 5) Sedert Febr. 1934 volgens nieuwe goud-pariteit (deval. 16.66 0/,,). ) De jaarcijfers zijn maandgemiddelden. Voorzoover niet anders vermeld, ontleend aan ,,Monats-bericlite der Tschechoslovakischen Nationalbank”.