AUGUSTUS 1983
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
òn
.
omis-
c
~~’Statistisch
•
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR
DE MEDEDEELINGEN VAN DE
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VÂN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
18E JAARGANG
WOENSDAG 2 ATJGUSTUS 1933
No.
918
NEDERLANDSCII ECONOMISCII INSTITUUT.
Curat oren:
Mr.
G. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Plate, Onder-
Voorzitter; C. H. van der Leeuw, Penningmeester
;
Mr. W.
M. van Lanschot; il(r. L. J. A. Trip; E. D. van Walree.
Directeuren: Prof. Mr. F. de Vries; Prof. Dr. N. J. Polak;
Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart, Directeur-Secretaris.
ECONOMJSCII-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K P. van der Mand ele;
Prof.
Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H.. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr.
Q.
J. Tcrpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: Dr. R. Al. H. A. vom der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. l’ostrekening
8408.
Advertenties
f
0,50
per
regel.. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adiver-tenties: Nijgh cG van Ditmo,r N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-rekening No.
145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland
f
20,—. Buitenland en Koloniën
f
23,— per
Jaar. Losse nummers 50 cents. Economisch.Statistisch
Kwartaalbericht
f
1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties. Aanget eekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
1 AUGUSTUS 1933.
Slechts zelden is er een dergelijke sterke omkeer in
den toestand van de geidmarkt voorgekomen als nu
in de. laatste tien dagen valt op te merken. Kon er
in het vorige weekbericht nog gesproken worden van
een zekere terughoudendheid en een tekort aan geld
voor de inschrijving op het schatkistpapier, na de
inschrijving trad er direct een sterke vraag in naar
datzelfde papier, waarop bij de
inschrijving
niet vol-
doende gereflecteerd was en vrijwel iederen dag deed
een daling zien van de discontorente van of 34
pOt. Geôpend op
31/16
pOt. was er aan het einde der
week reeds voor 234 pOt. geld beschikbaar. De ver-
laging van alle tarieven van De Nederlandsche Bank
met 34 pOt. op Vrijdag was dan ook geheel volgens
de verwachting en sloot zich geheel aan bij de geld-
markt. Ook voor caligeld was het aanbod dagelijks
grôoter bij afnemende vraag. Geopend op 234 pOt.
werd gisteren voor 1 á 1V8 pOt. afgedaan, zoodat
zelfs de maandswisseling hierop niet den minsten in-
vloed had. De prolongatierente maakte geen uitzon-
dering en daalde van 234 op 134 pOt.
Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank
blijkt de post binnenlandsche wissels te zijn afge-
nomen met
f
1341 millioen; de beleeningen namen-
daarentegen met bijna
f
2 millioen. toe. Tegenover
een daling van den post papier op het buitenland van
f
2,2 millioen staat een iets grootere toeneming van
de diverse rekeningen onder de activa der Bank.
De goudvoorraad is met
f
10,6
millioen vermeer-
derd; de voorraad zilver liep met bijna
f
600.000
terug.
Onder de passiva der Bank vertoont de biljetten-
circulatie een uitbreiding van
f
27,4 millioen. Het
tegoed van het Rijk is met
f
12,9 millioen afgeno-
men, terwijl de salli van anderen met bijna
f
4
mii-
lioen daalden. Het besôhikbaar metaalsaldo bedraagt
f
5,7 millioen meer.
.dan de vorige week. Het dek-
1ingspercentage bedraagt 79, evenals de vorige week.
**
*
.
De wisselmarkt stond weder in het teeken van on-
zekerheid. De Dollar maakte de gekste sprongen en
niemand weet ook maar bij benadering, welke moge-
lijkheden zich gedurende de nacht zullen openbaren.
Maandag en vooral Dinsdag was de stemming zeer
flauw, zoodat voor 1.77 werd afgedaan. In New-York
was men om de een of andere reden van meening,
dat de daling nu te ver was gëgaan en Woensdagoch-
tend werd Europa verrast door veel flauwere A.me-
rikaansche noteeringen en kon men weder 1.80
maken. Ook de volgende dagen liep de koers, welis-
waar met
tijdelijke
inzinkingen, als regel op, zoodat
Vrijdag 1.86 werd betaald. Daarentegen was gisteren
de stemming weder geheel omgekeerd en trad een
daling in tot 1.79 á 1.80. Voor de overige wissels was
de stemming mat. Ponden waren aangeboden en lie-
pen gestadig langzaam terug. Daarentegen waren
Fransche Francs iets minder flauw en stegen van
9.6934 tot 9.7034
á
Y,
zoodat de goudaanvoeren min-
der werden. Vrije Marken waren gezocht, daarente-
gen registermarken sterk aangeboden en bijna een
Gulden lager.
In verband met de veel ruimere geldmarkt waren
termijnen veel gemakkelijker. Het agio voor drie-
maands Ponden daalde van 8 tot 4
á
5 cent en voor
Francs van 936 tot 7 cent.
De goudhandel was vrijwel afgeloopen. Voor
Sovereigns en baren ontbrak alle vraag. Alleen
Eagles konden nog eenig agio doen op vraag voor
Polen en de Baltische landen.
602
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Augustus 1933
OMZETBELASTING.
1
INHOUD.
BIz.
Het verslag der Tweede Kamer over het wetsont-
werp tot heffing eener Omzetbelasting is ongewild
een krachtig pleidooi voor hestendiging van de mede-
werking der volksvertegenwoordiging, ook bij de
crisiswetgeving. Het ,,gemeen overleg” met de Sta-
ten-Generaal, althans het eerste bedrijf van dit over-
leg, heeft tot resultaat gehad, dat de Minister van
Financiën, na beraad met zijn ambtgenoot voor Eco-
nomische Zaken, het ontwerp grondig heeft gewij-
zigd en een geheel ander stelsel van heffing ontwor-
pen, dat niet de bezwaren meebrengt, die aan het
oorspronkelijke ontwerp kleefden.
De voornaamste bezwaren tegen het oorspronkelijke
ontwerp, dat van iederen verkoop, behoudens uitzon-
deringen, en van iederen invoer een percent belas-
ting wilde heffen, waren de neiging tot uitschake-
ling van zelfstandige tusschenbedrjven en tusschen-
handelaars, de bevordering van den invoer van eind-
producten ten nadeele der binnenlandsche producen-
ten en de hezwaring der exportindustrie; voorts nog
de hevoorrechting van Éwerheidsbedrijven en coöpe-
raties. Men zie de bespreking van al die bezwaren
in ons artikel in Econ.-Stat. Berichten van 1 Maart
1933, hlz. 170171.
Door een eenmalige heffing,
gelijk
de Minister
thans voorstelt, zijn al deze bezwaren weggenomen. De belasting verliest daardoor het karakter, dat door
haar naam wordt aangeduid, en verkrjgt bijna zui-
ver den aard van een verbruiksbelasting. Ook dit is
een verbetering: mèt Dr. Tekenbroek
t)
meenen wij,
dat eenig deugdelijk motief voor een werkelijke om-
zetbelasting niet is te vinden.
2)
Wij juichen dus de
wijziging van het stelsel en van den grondslag dezer
belasting toe.
Deze wijziging leidt ertoe, dat niet meer de han-
deling van het vrkoopen, maar het goed, dat zich
op weg naar den consument begeeft, wordt belast.
Daarbij wordt niet langer gevraagd, wie koopt of
verkoopt – dus vervallen de vrijstellingen voor over-
heidshedrjve en coöperaties – maar wordt het
goed in beginsel één enkle maal belast.
Om dit beginsel van slechts éénmaal belasten te
verwezenlijken kan men twee wegen kiezen: belasting
zoo dicht mogelijk hij het verbruik of zoo dicht mo-
gelijk hij de voortbrengiug, resp. den invoer. De
eerste weg was door ons aangegeven in het meerge-
noemde artikel van 1 Maart: heffing bij verkoop aan
.den kleinhandelaar of bij rechtstreekschen verkoop
door producent of groothandelaar aan den verbrui-
ker hij dezen yerko6p, ware o.i. technisch niet al te
bezwaarlijk geweést. Zeker 90 pOt. van de kleinhan-
delaars staan als zoodanig bekend en verkoopen uit-
sluitend in het klein; anderen, die rechtstreeks aan
verbruikers verkoopen, doen zulks 6f regelmatig, 6f
zij zijn vaste, leveranciers van kleinhandelaars en
staan dus steeds ouder de voor deze belasting uit te
oefenen contrôle.
Zij,
die tegelijkertijd producenten,
groothandelaars en kleinhandelaars zijn:, hebben ge-
meenlijk voor de laatste functie afzonderlijke orga-
nisaties of huisvestingen.
De Minister heeft echter den anderen weg ge-
kozen: heffing hij de voorthrenging of den invoer, zoogenaamd hij de bron. Wellicht heeft de samen-
voeging met de weeldeverteringsbelasting, die ook vol-
gens dit stelsel zou worden geheven, tot deze keuze
geleid. Er is echter een groot verschil tusschen deze
laatste heffing op bepaald aangewezen eindproducten
en een algemeene belasting op alle goederen, die niet
zijn uitgezonderd. Bij gene bestaat geen mogelijkheid
voor dubbele heffing, daar het te belaste goed be-
paaldelijk is aangeduid, hij deze is de kans op her-
t)
Zie Economisch-Statistische Berichten van
12
April
1933, blz. 297199.
2)
Zie Economisch-Statistische Berichten van
8
Maart
1933, blz. 186187.
OMZETBELASTING
door
Prof. Dr. N. J. Polak……….
602
De Indische bankpresident over den gouden standaard
door
Prof. Mr. Dr.
G. M.
Verrijn Btnart …………
603
Gunstige prijsbeweging niettegeustaande en hoewel ver-
wrongen en bedreigd door de Dollar-misère door
P.
TetrodeJr …………………………………
606
AANTEEKENINGEN:
De Iinanciëele toestand van het Rijk en de te ver-
wachten belastingmaatregelen ………………
610
liet verslag van De Javasche Bank …………..
611
MAANDCIJFERS:
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen……….
613
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
6
14-620
Geidkoersen. – Wisselkoersen. -. Bankstaten. – (joederenhandel
haalde heffing, bij iedere gedaanteverwisseling van
grondstoffen en tusschenproducteu, groot.
Om die herhaalde heffing te voorkomen moest het
ontwerp in een vrij ingewikkelde regeling vervallen.
Grondstoffen en halffabrikaten moesten worden vrij-
gesteld, maar menig artikel is tegelijk eindproduct
en grondstof of halffabrikaat. Vruchten zijn finale
verbruikswareii, maar tevens grondstoffen voor jam-,
limonade- en conservenfabrieken en voor de banket-
bakkerij. Suiker evenzoo. Wollen garens gebruiken
de huisvrouwen en de tricotagefabrikanten. Dienten-gevolge moesten naast een aantal objectieve
vrij
stel-
lingen voor goederen, die om hun aard onhelast
moesten blijven, allerlei subjectieve vrijstellingen, afhankelijk van de aanwending, die de kooper aan
het goed zou geven, worden mogelijk gemaakt.
Voor de objectieve vrjstellingen geeft het ontwerp
twee tabellen, van welke de eerste limitatief bij de
wet wordt vastgesteld en de tweede door de Kroon
kan worden aangevuld. De eerste tabel bevat nood-
zakelijke :levensbehoeften, welke men niet wil belas-
ten (aardappelen, brood,. margarine, peulvruchten,
turf, spek, vet, water, zout), producten van nood-
lijdende agrarische bedrijven,, welke men vermoede-
lijk ten behoeve der producenten onhelast wil laten
(versche bloemen, doode en levende dieren, eieren in
de schaal, gianen, gras, hooi, stroo, versche groen-ten, planten, heesters en boomen), hulpstoffen voor
zulke bedrijven (rneststoffen) en eenige artikelen,
die op belasting-technische of te raden motieven
vrijstelling verkrijgen (diamanten, geschut, goud,
granaten, projectielen). Deze tabel heeft dus met
herhaalde heffing weinig uit te staan. Wel is dit het
geval met tabel II, die allerlei artikelen bevat, welke vrijwel steeds als grondstof of haiffabrikaat en nim-
mer of hoogst zelden als verhruiksgoed diènen (ver-
sche melk en karnemelk had men eer in tabel T een
plaats gegeven; meel en bloem van granen zouden
tezamen met de granen zelve 6f alle in tabel 1, of
alle in tabel II thuishehooren).
Ten aanzien van de goederen, die nu eens ver-
hruiksgoed, dan weer grondstof zijn, geeft het nieuwe
artikel 13 een regeling voor subjectieve vrijstelling. Een fabrikant kan van of namens den Minister ver-
gunning krijgen om goederen, die aan belasting on-
derhevig zijn, helastingvrij in te slaan. Daartoe moet
hij die
P
goederen bestellen op een speciaal formulier.
in duplo. De leverancier mag hem die goederen dan
zonder betaling van belasting factureeren, één exem-
plaar van het formulier behoudt hij als bewijs van gerechtigdheid tot belastingvrije factureering, het
andere exemplaar vergezelt de goederen en wordt door den kooper aan den inspecteur der accijnzen
opgezonden. Voorts kunnen fabrikanten krachtens
2 Augustus
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
603
art. 15 teruggaaf verkrijgen van de belasting, die ge-
acht wordt betaald te zijn over door hen als grond-
stof of halffabrikaat tot belastbaar product verwerk-
te goederen.
Tal van vragen dringen zich hier op. Hoe weet de
leverancier, clie een bestelformulier voor helastingvrij
te leveren goederen ontvangt, dat de ontbieder ver-
gunni ng heeft om clie goederen belastingvrij te be-
trekken? Hoe controleert men de hoeveelheid vruch
ten, suiker, stroop,
rijst,
bloem, e.d., door den fabri-
kant van genotmiddelen, tevens exploitant van tal-
rijke kruidenierswinkelfilialen, in zijn fabrieken ver-
werkt of in zijn winkel verkocht? Hij slaat ze wel-
licht tegenlijk in, nog zo.nder de bestemming te ken-
neti. Evenzoo dè modewinkelier met eigen ateliers.
En hoe moet het, wanneer de wever, die vergunning
heeft tot helastingvrijen inslag van garens, om een
of andere reden die garens ten deele weer onver-
werkt verkoopt? Moet de schroevenfabrikant belas-ting betalen voor de schroeven, die de fabrikant van
machine-onderdeelen van hem betrekt, krijgt deze
dan veer restitutie voor die schroeven bij betaling
van belasting voor afgeleverde onderdeelen, wordt
laatstvermelde belasting dan weer aan den machine-
fabrikant gerestitueerd, enzoovoort? Wij vreezen,
dat de moeilijkheden legio zullen zijn., geringer dan
die, welke de Minister verwacht hij heffing van den
voorlaatsten verkoop. Maar de praktijk zal moeten
uitwijzen, of cle moeilijkheden te overwinnen zijn. Iii
ieder geval is het nieuwe ontwerp vergeleken bij het
oude, een groote verbetering.
Enkele bijzonderheden mogen nog worden vermeld.
De heffing zal niet, gelijk vroeger was beraamd,
1 pCt. bedragen op iederen omzet, maar 4 pCt.
0])
d(m eersten omzet, of, voor zoover het goederen be-
treft, waaraan een tabel (een andere dan de’ zoo-
even bedoelde) weeldekarakter toekent, 10 pOt. vn
den eersten omzet. Bij invoer wordt een bijzonder
invoerrecht van 4, resp. 10 pOt. geeven, en daaren-boven een ,,niet-bijzonder” invoerrecht van 1, resp.
2 pOt. Dit laatste invoerrecht draagt een compen-
seerend karakter.
Vrijgesteld van belasting, onder de tabel, die de
goderen voor noodzakelijk levensonderhoud aanwijst,
zijn dag- en weekbladen. De Nederlandsche Uitge-
versbond vroeg ook vrijstelling van hoeken en tijd-
schriften. Inderdaad is het goedkoop houden van
goede, verheffende lectuur een cultureel belang van
de eerste orde. Maar aan de andere zijde is belasting
van amusements- en prikkellectuur alleszins gemoti-
veerd. Is er geen regeling te treffen, waarbij een
Commissie, te benoemen en werkzaam te stellen met
medewerking of onder de auspiciën van den Uitge-versbond en de Vereeniging tot bevordering van de
belangen des Boekhandels, van ieder boek of tijd-schrift (inclusief dag- en weekbladen) vaststelt, of het zal behooren tot cle belastingvrije werken van
kunst, wetenschap, bedrijfsdienst of ontwikkeling,
dan wel tot de met het hoogste tarief van 10 pOt.
te belasten vermaaklectuur? Immers, iedere aankoop
van een thriller, een pornografisch weekblaadje, een
detective-roman of een ohenul1ig liefdesgeschi ede-nisje is een weeldevertering, iedere aankoop van eën
kunstwerk of een studieboek is een sociale handeling.
Als fabrikant – d.w.z. als degene, op wiens ver-
koop de belasting wordt geheven – wordt aange-
duid degene, die hier te lande goederen teèlt, voort-
brengt, vervaardigt, bereidt of bewerkt. Ook de tuin-
der, de landbouwer, de visscher, de ambachtsman is
dus fabrikant. Is dan ook, in artikel 13, een kas, een
boerderij, een visscherschuit of een pothuis als ee
fabriek aangeduid? Zou de term producent hier niet
zuiverder zijn? Ook fabrikant is geen zuiver Neder-
landsch woord, en het heeft èn in het spraakgebruik,
èn in de economie een speciale beteekenis, zoodat het
bezigen van dit woord in ongekend ruimen zin
verwarring zou stichten. P.
S
DE INDISCHE BANKPRESIDENT OVER DEN
GOUDEN STANDAARD.
De President van De Javasche Bank opent zijn
laatste Jaarverslag, waaruit wij elders in dit num-
iiier nog het een en ander hebben weergegeven, met
een uitvoerige beschouwing over de geidpolitiek,
welke door de onderscheiden landen in de achter ons
liggende jaren is gevolgd. Dit geheele betoog is een
doorloopend requisitoir tegen de landen, die den gou-
den standaard hebben verlaten: Deze hebben, aldus de Bankpresideut, de economische ont’reddering in
de rest van de wereld belangrijk doen toenemen zonder
binnen hun eigen grenzen te geraken tot die verbe-
tering van het economisch leven, welke zij van het
loslaten van den gouden standaard hadden verwacht. 1-lad men gehoopt door middel van monetaire maat-
regelen de conjunctuur tot omkeer te kunnen dwin-
gen, zoo heeft, aldus Mr. van Buttingha Wichers op
blz. 13 v.v. van zijn verslag, ,,de praktijk van het
afgeloopen jaar, door eene met de zooeveu aangedui-
de theorie op alle wezenlijke punten
strijdige
ont-
wikkeling, derzelver onjuistheid, of beter: onvolledig-
heid, op naar het voorkomt overtuigende wijze aan-
getoond”. En na dan vervolgens op grond van een
aantal statistische gegevens betreffende de ontwik-
keling van enkele ,,papierlanden” (in hoofdzaak En-geland en Zweden) eenerzijds, een aantal ,,goudlan-
den” anderzijds, de bovenstaande meening nader te
hebben toegelicht, komt de, President op blz. 38 v.v.
van zijn verslag tot de volgende uitspraak:
,,Dat onder die omstandigheden het laiadsgewijze
stap voor stap verlaten van den gouden standaard
of devalueeren van de geldeenheid, hetwelk practisch
slechts op het – wellicht zelfs slechts tijdelijk -.
inhalen van nadeelige wisselkoersverschillen ten op-
zichte van andere landen neerkomt,
tot de overwin-
ning van de crisis als zooclanig geenerlei positieve
b?jdr(tge kan leveren
(cursiveering van ons. V. S.),
lijkt duidelijk en door de praktijk van de afgeloopen
periodQ bewezen. Maatregelen als de zoo juist geme-
moreerde zijn in wezen slechts symptoom-bestrijding
en laten’ de oorzaken van den bestaanden toestand
onaangetast.”
Niet bij het geidwezen, niet’ bij den gouden stan-
daard moeten de oorzaken van deze crisis worden
gezocht; zij liggen elders. Men moet deze crisis dan ook niet langs monetairen weg bestrijden, doch ge-
iaken tot herstel van den internationalen handel op basis van gezonde productieverhoudingen. Verlaat
nen den gouden standaard, dan leidt dit, volgens aen Indischen Bankpresident, tot een gevaarlijke
ivaarde-onvastheid van het geld.
1)
Ook degenen, die, als schrijver dezes, het grootste
deel van het betoog van den Indischen Bankpresi-
‘dent niet kunnen onderschrijven, en die in de ge-
geven omstandigheden den gouden standaard niet
langer, een deugdelijke basis voor het ruilmiddel ach-
‘ten, kunnen Mr. van Buttingha Wichers slechts
dankbaar zijn voor de zakelijke en rustige wijze,
waarop hij deze quaestie in zijn jaarverslag heeft
behandeld. De President heeft het door hem behan-
delde vraagstuk geplaatst in de sfeer van nuchtere
en kalme heoordeeling, waarin het thuis behoort.
‘Gevoelsargumenten, maar al te vaak in ‘de discussie
over het geldwezeu gebruikt, icomen
in
het betoog
van den geachten schrijver niet voor. De ,,immorali-
teit” van het opgeven van een standaard, dien men
niet langer venscht, laat Mr. van Buttingha Wichers
‘terecht buiten beschouwing en de befaamde uit-
spraak, dat het verlaten van den gouden standaard
‘als zoodai’g reeds ,,muntvervalsching” zou heteeke-
1)
Dat de Indische Bankpresident inderdaad den gouden
standaard met waardevastheid van het’ geld identificeert,
blijkt uit een verdere uitlating in het verslag, waarin de
schrijver als zijn meening te kennen geeft, dat Indië, dat aan het goud vasthield, daarmede een ,,waardevast ruil-
middel” heeft behouden
(bis. 40).
604
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Augustus 1933
nen, zal men in het hier besproken verslag van dezeti
Ba nkpresident niet aantreffen. —
* *
*
liet is niet onze bedoeling om thans nogmaals uit-
een te zetten, waarom wij in de gegeven omstandig-
heden handhaving van den gouden standaard na-
deelig en irrationeel achten. De lezers van dit week-
blad kennen cle gronden, waarop wij een aan het
goud gekoppeld ruilmiddel niet waardevast, doch
juist waarde-onvast achten.
1)
Wel
willen wij daar-
entegen nagaan, of de gronden, waarop Mr. van
Buttingha Wichers zijn afkeurencl oordeel over de
,,papierlanden” e.n inzonderheid over de z.g. ,,ster-
lingcluh” baseert, al dan niet steekhoudend zijn te
achten. Wij zullen ons daarbij houden aan het door
hem zelf gebezigde statistische materiaal, dat slechts
loopt tot het begin van dit jaar, terwijl wij evenals
de Bankpresident de monetaire experimenten van
de Vereenigde Staten buiten beschouwing zullen
laten.
Vooropgesteld moge daarbij worden, dat wij het met den Bank-president eens zijn, dat het opgeven
van den gouden standaard door Engeland in 1931
voor de rest van de wereld nadeelig is geweest, om-
dat het buiten Engeland tot een groote toeneming
van het deflatieproces heeft gevoerd. Het lijdt geen
twijfel, dat internationale ,,Verstïindigung” over een
redelijke toepassing van den gouden standaard met
het doel om het geld in de geheele wereld zoo waar-
devast mogelijk te maken, zeker veel beter geweest
ware dan de op het Engelsche voorbeeld door de
overwegende meerderheid der landen gevoerde, na-
tionaal georiënteerde geldpoiitiek. Intusschen, men
kan daarover treuren, het feit ligt er nu eenmaal,
dat geldpolitiek op basis van een bruikbaren inter-
nationalen standaard thans een onmogelijkheid is.
En de vraag rijst daarom: is loslating van het goud
voor de betrokken landen relatief beter dan vasthou-
den daaraan en kunnen zij daardoor, althans binnen
de eigen landgrenze.n, de economische depressie doen
afnemen, aldus het gebied, waarop deze wereiddepres-
sie werkt, beperkende?
Voorts kan nog op een tweede punt worden ge-
wezen, ten aanzien waarvan wij cle opvatting van
den Bankpresident geheel kunnen deelen. Het los-
laten van het goud en het streven naar een rationeel
,,management” van het van zijn goudbasis losgemaakt
ruilmiddel heteekent als zoodanig volstrekt niet, dat
op slag alle moeilijkheden der huidige depressie zou-
den zijn overwonnen. Ook onzerzijds is meermalen
betoogd, dat het loslaten van het goud slechts de op-
heffing van één der bestaande belemmeringen voor
het economisch herstel heteek-ent, doch dat daarnaast
nog op tal van punten (inperking van de productie
van goederen met onelastische vraag, opheffing van handelsbelemmeringen, egalisatie van bonen in ver-
schillende bedrijven, verlaging in sommige landen
van het geheele peil der reeds in de hausse te hooge
gelciloonen, reorganisatie of liquidatie van in dc
hausse overgekapitaliseerde bedrijven, om slechts deze
vraagstukken te mernoreeren) een pijnlijk aanpas-
singsproces moet plaats vinden.
Ons verschilpunt met Mr. van Buttingha Wichers
bestaat echter hierin, dat hij van meening is, dat
dit aanpassingsproces zich moet voltrekken op basis
van den gouden standaard, omdat alleen deze waar-
devastheid van het geld waarborgt, terwijl wij van
meening zijn, dat deze standaard thans juist tot waar-
de-onvast
heid
leidt, getuige de groote deflatie
in de achter ons liggende jaren. Waar wij nu staan
eenerzijds voor de
onmogelijkheid
om het economisch
1)
Zie ons artikel over ,,De toepassing van dcii gouden
standaard” in Econ.-Stat. Ber. van 21 Juni ji. en ons
naschrift bij het artikel van den heer
A. A.
van Sandick
in Econ.-Stat. Ber. van 5 Juli ji.
herstelproces langs den weg van internationaal
0v
er-
leg
te volvoeren, en anderzijds voor de
noodzakelijk-
heid
•om
binnen de eigen landsgrenzen
het economisch
leven zoo goed mogelijk weder op gang te brengen,
daar zullen wij de vraag hebben te bezien, of, van
land tot land beschouwd, de ,,papierlanden” met hun
monetaire politiek in de verkeerde richting hebben
gewerkt, zooals de Bankpresident meent, dan wel
of juist het omgekeerde het geval is, gelijk wij
meenen.
Het geschilpunt is hiermede, naar het ons voor-
komt, voldoende omschreven. Thans komen wij tot
de verschillende argumeuten, door Mr. van But-
tingha W’ichers in zijn verslag aangevoerd.
* *
*
In de eerste plaats, aldus de Bankpresident,
hadden de voorstanders van een ,,rnanaged currency”
gehoopt, dat cle door hen voorgestane politiek zou hebben geleid tot een algemeene prijsstijging in de
landen, clie het goud zouden verlaten, en dat de
daaruit in de ,,papierlanden” ontstaande opleving
ook in andere landen een gu.nstigen terugslag zou
hebben gehad. Deze prijsstijging nu is uitgebleven:
in Engeland is na een aanvankelijk opboopen van de
groothandelsinclex weder een daling ingetreden; in
Zweden kon bijna voortdurend stabiliteit van groot-
handelsprijzen worden waargenomen, terwijl de prij-
zen in de goudianden sterk zijn gedaald.
Deze feiten kunnen uiteraard worden toegegeven.
Doch wij vragen ons af, welke heteekenis het argu-ment als zoodanig eigenlijk heeft. Indien inderdaad
zekere verwachtingen op dit punt teleurgesteld zou-
den zijn, zoo gaat het toch momenteel alleen om de
vraag, wie er relatief beter aan toe zijn geweest, de
goudlanden
met een
sterke daling van de groothan-
delsprijzen,
dan wel de papierlanden met een betrek-
kelijk groote stabiliteit,
liet antwoord schijnt niet
twijfelachtig. Wij kunnen clan ook met den besten
wil niet inzien, dat er uit den loop der groothandels-
prijzen, waaromtre.iat wij nog enkele cijfers laten
volgen, niet betreicking tot de door den Bankpresi-
dent beschouwde periode, eenig argument
tegen
de
politiek der papierlanden kan worden aangevoerd,
zoodra men de zaken niet langer van internationaal,
doch van het in de huidige omstandigheden alleen
aanvaardbare nationale standpunt beziet.
Sterling-
1
1
index
Ver. Staten
,The Eco- Zweden
Frankrijk Neder-
flQflhiSt”
Fisher)
land
Sept.
1931
1001)
100
100
1
)
1001)
100
:u’ebr.
1933
.100
2
)
95
80,2
2
)
88,1
2)
81,3
Daling
in 01,
–
5
19,8
1 1,9
18,7
1)
18
Sept. ’31.
2)
8
Febr. ’33.
3)
1l.aandgeniiddeldeii.
Bovenstaancl staatje werpt een eigenaarclig licht
op de volgende uitlating, die wij op hlz. 28 van
het verslag aantreffen: ,,De gehoopte en aanvankelijk
door velen verwachte stijging der groothandelsprj-
zen, van waaruit het economisch herstel een aan-
vang zou nemen, bleef niet slechts uit,
doch maakte
zelfs in het voornaamste niet-gouciland – over cle
geheele periode beschouwd – voor eene verdere
daling plaats
”
(
cursiveering van ons. V. S.).
MTanneer men in aanmeFking neemt, dat de Presi-
dent met deze beschouwing toch alleen maar het oog
kan hebben gehad op de periode,
volgende op
het
verlaten van het goud – wat daarvéér geschiedde,
heeft immers met de loslating van den gouden stan-
daard niet te maken – en wanneer men dan ziet,
dat liet indexcijfer der sterlingprijzen juist in de
maand, waarop hij zijn statistiek afsluit, precies ge-
lijk is aan dat van 18 September 1931, zoo meenen
wij waarlijk wel gerechtigd te zijn, de in het verslag
2 Augustus 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
605
op den ioop der groothancteisprijzen tegen het los-
laten van het goud gebaseerde beschouwing waarde-
loos te mogen verklaren.
Ten aanzien van de verhouding van groothandels-
prijzen tot de kosten van levensonderhoud moet cle
President erkennen, dat het aanpassingsproces, dat in de goudianden van de laatsten wordt gevorderd,
pijnlijk en moeilijk is, al meent hij daaraan dan ook
te moeten toevoegen, dat de aanpassing op korten
termijn, noodzakelijk geworden door valutaconcur-
rentie, in de tweede helft van 1932 grootendeels was
voltooid.
Wij missen het bewijs voor deze laatste uitlating.
Overigens komt het ons voor, dat, voorzoover de be-
schikbare cijfers hier een conclusie toelaten, deze
zeker eerder ten voordeele der papierlanden, dan van
de goudlanden uitvalt. Als men mag aannemen, dat
een stijgende marge tusschen groothandelsprijzen eu
levenskosten in tijden van depressie een der symp-
tomen van den ontwrichten toestand is, en dat dus
een stijging vau deze divergentie op een toeneming
der ontwrichting wijst, zoo spreekt, dunkt ons, de
volgende vergelijking tusschen Nederland en En-
geland voor zichzelf:
Engeland
Nederland
Groothan- Index Le- Groothandels- Index Levens-
dels-index vensonderh.
index
onderhoud
1)
Sept. 1931
100
100
100
100
Febr. 1933
100
96,4
. 81,3
91,22)
Daling
0
3,6
1
18,7
8,8
1)
Amsterdam.
2)
Maart 1933.
Verder beroept de Bankpresident zich op den
loop der productie-indices in 1932. Hij wijst erop,
dat in dat jaar inzonderheid de Zweedsche productie-
index een scherpe val heeft vertoond.
Beschouwt men nu echter de belangwekkende
grafiek, die in het verslag is opgenomen (blz. 33),
zoo ontwaart men, dat ondanks alle fluctuaties
Groot-Britt(nnië en Zweden bovenaan
staan in de
rij der daar in beeld gebrachte landen en dat zich
de rest (Frankrijk, België, Duitschiand, Tsjecho-
Slowakije en Ver. Staten) op een aanmerkelijk lager
niveau bevindt. De conclusie sc.hijnt al weder niet
twijfelachtig.
Vervolgens wordt de werkloosheid besproken. Dat
in dit opzicht de verwachtingen van hen, die het
goud hebben losgelaten, volstrekt niet vervuld zijn,
hebben ook wij meermalen uiteengezet.
t)
Daarover kan ook moeilijk eenig meeningsverschil bestaan.
Men behoeft slechts een
blik
te werpen op de nog
steeds bijzonder angstwekkende werkloosheidscijfers
van Engeland om zich daarvan te overtuigen Naast
monetaire maatregelen zal, als men niet tot een poli-
tiek van bedenkelijke inflatie wil komen, zeker in
Engeland nog een pijnlijk loonaanpassingsproces
moeten plaats vinden.
Doch dit wettigt nog niet de conclusie, dat nu de
geheele opzet van de monetaire politiek der papier-
landen zou hebben gefaald. Immers, ook hier komt
het niet aan op den loop der cijfers in een of meer
papierlanden, doch op een
vergelijlcing
van den loop
der werkloosheid in deze landen met die in de goud-
landen. De Indische Bankpresident geeft op hlz. 35
van zijn verslag een staatje, waaraan wij enkele
cijfers betreffende Engeland en Zweden eenerzijds,
Frankrijk, België en Nederland anderzijds ontleenen,
en op grond waarvan wij de percentsgewijze toene-
ming van de werkloosheid in het tweede en derde
kwartaal van 1932 hebben berekend, vergeleken met
de overeenkomstige kwartalen van 1931. De conclusie
ligt al weder voor de hand.
1)
Ook iii verscliillende afleveringen vati het ,.Ecoi.io-
niisch-Stattstisch Kwartaalbericht” werd dit punt meer-
malen in bovenstaanden zin behandeld, met name bij de
bespreking van Engeland.
Groot
Zweden Frank-
1
België
1
Ndcr-
ttannië’)
1)
rijk
2)
)
land
‘)
1931 2e kwartaal.
16,0
1932 2e kwartaal . .
17,0
1932 in
sj
van 1931
106
1931 3e kwartaal .
16,8
1932 3e kwartaal
17,4
192 in
ol.
van 1931
104
1) o,’
geheel werkloozen
oozen.
Tenslotte bespreekt de President den interna-
tionalen handel, die in de periode, volgende op den
val van het Pond, een aanmerkelijken quantitativen
achteruitgang heeft vertoond. Ook hier echter zij
men voorzichtig niet gevolgtrekkigen ten aan-
zien vnu de monetaire politiek. Zoo trekt het hij be-
schouwing van de op hlz. 36 van het verslag afge-
drukte grafiek cle aandacht, dat de uitvoer van Enge-
land zich
civantitatief
over het geheel wist te hand-
haven, terwijl die der goudianden weliswaar in de
tweede helft van 1932 een zekere stijging vertoonde,
doch over het geheele jaar op een zeer aanmerkelijk
verlaagd peil bleef in vergelijking niet 1931. Ook
hier kan men dus niet zeggen, dat een ‘veroôrdeelend
vonnis ten aanzien van de papierlanden zonder meer
gemotiveerd zou zijn. Van de door den President be-schouwde papierlanden toch geeft Zweden weliswaar
een minder gunstig beeld, doch van Engeland kan
men dat allerminst zeggen.
Ook over de onderlinge verhouding van verschil-
lende papierlanden is de President niet te spreken.
Schrijvende over de z.g.. ,,sterlingclub”, waarvan door
onderlinge koersafwijkingen niet veel is overgeble-
ven, geeft hij als zijne meening te kennen, dat nu
wel met volslagen zekerheid is aangetoond, dat het
onuitvoerbaar is om de wisselkoersen van ee.n aantal
papierlanden in vast verband met elkander te
brengen.
‘Wij achten dee quaestie in verhouding tot de
andere gehezigde argumenten niet van overwegend
belang, doch zouden er op willen wijzen, dat het
argument volstrekt niet opgaat. De z.g. ,,sterling-
club” is van den aanvang af een los verband ge-
weest. Wil men de valuta van een aantal landen los
van het goud aan elkander verbinden, clan moet dat
gbschiedeu door middel van een gemeenschappelijke
geldpolitiek, gesteund op Pegging-Agreements en
dérgelijke hulpmiddelen. Daarvan is, voor zoover ons
bekend, hij de ,,sterlingclub” geen sprake geweest.
Dat de koersen der daartoe behoorende landen uit-
eenliepen, bewijst dus. hoogstens, dat men in dit
geval geen echte ,,cluh” had, doch zeker niet, dat
eén ,,valutacluh” als zoodanig nimmer mogelijk zou
zijn.
Zoo wil het ons dus voorkomen, dat de argumen-
ten van feitelijken aard, waarop de President van
De Javasche Bank zijn veroodeelend vonnis ten op-
zichte der papierlanden heeft opgebouwd, eer tegen,
dan vbbr liet door hem ingenomen standpunt pleiten.
Wie de stelling wil verdedigen, dat het loslaten van
het goud den landen, die daartoe overgingen, geen.
baat heeft gebracht, zal dit, naar het ons voorkomt,
op grond van betere argumenten hebben te doen, dan
die, welke de Indische Bankpresident aanvoert. Wan-
neer de geachte schrijver meent, dat de politiek der
papierlanden geen ,,positieve bijdrage” tot liet oplos-
sen der crisis heeft geleverd, zoo zal men daartegen-
over op grond van de gegevens van den Bankpresi-
dent zelve moeten stellen, dat de door hem genoem-
1
de’ papierlanden laatstelijk minder hebben geleden
dan de goudlanden, hetgeemi minst genomen het ver-
moeden wettigt, dat in een tijd, waarin een inter-
nationale geldpolitielc onmogelijk is, de nationale
politiek van een eigen ,,managed currency”, los van
het goud, toch nog zoo kwaad iet is. Dat in geen
14,4
1
59.2881
9,0
1
:12,7
20,1 319.619 1,8
1
26,2
140
539
209
206
20,4 297.109 19,1
1
30,0
156
550
197
203
Aantal geregistreerde werk-
606
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Augustus 1933
dezer landen de depressie reeds heeft plaats gemaakt
voor een hausse, moge waar zijn, doch pleit niet
tegen hun geldpolitiek. Het terloops in den aanvang
van het verslag door den President toegegeven feit,
dat deze landen ,,in geringere mate” dan de goud-
landen de bedenkelijke gevolgen der economische
ontwrichting ondervonden (zie blz. 14, regel 16 v.o.,
van het Verslag), vormt de ,,positieve bijdrage”,
welke deze landen zelve hebben weten deelachtig te worden, en wel doordat zij zich, hoe gebrekkig vaak
ook, hebben onttrokken aan de werking van een
geldstelsel, dat wegens zijn groote waarde-on-
vastheid en wegens de onmacht der landen, om daar-
op in gemeen overleg de noodige correctie toe te
passen, fnuikexid is geworden voor de economische
ontwikkeling.
Tot slot nog een zeer korte opmerking over Indië.
Zooals uit het elders in dit nummer opgenomen
citaat blijkt, acht de President der Javasche Bank
de handhaving van den gouden standaard daarom
voor Indië een voordeel, omdat daardoor de ruilvoet
van het land is verbeterd. Het geld bleef ,,waarde-
vast” en de prijzen van importartikelen daalden laat-
stelijk meer dan die van uitvoergoederen.
Dit laatste feit moge op zichzelf heugelijk zijn,
het laat zich in den gedachtengang van den schrijver
slechts hieiuit verklaren, dat
andere
landen den
gouden standaard opgaven en zich daardoor op de
Indische markt een goede positie konden verschaf-
fen. De fout, die de President anderen op scherpe
wijze verwijt, vormt dus de basis van het voordeel
voor Indië, waarover hij zich zoo verbljd betoont.
Hoe het echter
mogelijk
zal zijn om bij stijgende
geldwaarde als gevolg der deflatie duurzaam te blij-
ven voldoen aan de groote schuldenlast der Overheid,
op welke wijze men het door deflatie verliesgevende
particuliere kapitaal uit de periode van onder den
gouden standaard noodzakelijke afschrijving weder
naar een tijd van nieuwe activiteit wil brengen, en
hoe het gaan moet met de positie van de in Indië
importeerende goudianden, in hun verhouding tot
de ,,papierlanden”, die daar door loslating van de
onbruikbare goudbasis een voorsprong hebben, zie-daar evenzoovele vragen, die ons vervullen met een
zorg, die ons waarlijk alle vreugde over de geringe
verbetering van Indië’s ruilvoet ontneemt.
G. M. VS.
GUNSTIGE PRIJSBEWEGING NIETTEGENSTAANDE
EN HOEWEL VERWRONGEN EN BEDREIGD DOOR
DE DOLLAR-MISÈRE.
Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat de vrees
voor loslating van den gouden standaard in de Ver-
eenigde Staten, die reeds in begin Maart sterk was aangewakkerd door de beperkingen, opgelegd aan
den gouduitvoer vandaar, bewaarheid werd. Maar
toch lang genoeg, om rechtstreeks uit die loslating
voortvloeiende stoornissen aan het licht te brengen
van vèrreikende strekking in de richting van meni-
gen weg, waarlangs de
prijzen
zich bewegen
Deze stoornissen konden niet uitblijven, omdat het
gouduitvoerverhod uit de Vereenigde Staten door de
ontwrichting van de Dollar-wisselkoersen, die onver-
mijdelijk uit dat verbod moest voortvloeien, een deel
van het meermalen uiterst gewichtige en niet altijd
onverdeeld heilzame contact tusschen den gang van
zaken in Amerika en dien in de overige wereld uiter-aard verloren moest doen gaan. Want de onbereken-
haarheid van den Dollar-wisselkoers beteekent weer
nieuwe ernstige helemmeiing van het ruilverkeer
met en in den vreemde en derhalve andermaal stoor-
nissen in de prijsbeweging, nieuw wantrouwen, dat
die stoornissen nog doet toenemen, en dus wéér vele
stappen in de verkeerde richting op den weg, die
naar den wederopbouw leidt. Bovendien worden in
Amerika verdere ook monetaire maatregelen overwo-
gen, die het evenwicht in en binnen de wereldhuis-
houding met nog andere en niet minder bedenkelijke
stoornissen bedreigen. Immers deze maatregelen kun-
nen, aanleiding geven, dat de vlucht uit dan Dollar, welke nu niet meer opgevangen kan worden en be-
dwongen door gouduitvoer, van dien aard wordt, dat
daardoor mèt de wisselkoersen van die valuta de Ver-
eenigde Staten minst genomen een flink stuk achter-
uit worden gezet.
Bedenkt men voorts, hoe ook deze vlucht uit de
valuta, één van de machtigste belagers van den oeco-
nomischen vooruitgang, waartegen in Engeland reeds
maatregelen moesten worden genomen, een recht-
streeksch gevolg is van de weergalooze contractbreuk,
welke ligt besloten in die losiating van den gouden
standaard, zonder dat de wisselkoersen daartoe aan-
leiding gaven, dan bestaat er vooralsnog alle aanlei-
ding voor de ernstige vrees, dat er, mede door de
reacties elders, op den duur het tegenovergestelde
bereikt wordt van de verbetering in den wereldtoe-
stand, die mede met die depreciatie is bedoeld.
,Onwillekeurig dringt zich hier een vergelijking op
met de omstandigheden, waaronder het besluit tot
loslating van den gouden standaard in Engeland
werd genomen. Toen
gelijk
nu dobberden ten tijde
van die beslissing de meest bevoegde en geïnteres-
seerde machthebbers op of nabij den Atlantischen
Oceaan en werd de internationale samenwerking op
hoogst bedenkelijke proef gesteld. Er zijn echter
belangrijke verschillen. Zoo is er veel meer plaats
voor twijfel aan de
noodzakelijkheid
van de depre-ciatie van den Dollar; veel meer plaats ook dit be-
sluit als uiting te zien van de juist in dezen tijd zoo
gevaarlijke, maar daarom nog niet minder tastbare
neiging naar monetaire middelen, die erger blijken
dan de kwaal. Sinds den val van het Pond had
menigeen ook in ons land tea dccle reeds met zicht-
baar gevolg zich weten op te werken tot het besef,
dat ook deze crisis weer overwonnen begon te wor-
den. Echter is de Amerikaansche betalingsbalans niet
zoo ongunstig als indertijd de Engelsche. Bovendien
heeft na de heropeni
fl
g van vele banken in Amerika
de seizoenopleving, die door de voorafgegane slui-
ting onderdrukt was, krachtig door kunnen zetten.
Ook heeft het (Amerikaansche) buitenland minder
te lijden van den val van den Dollar dan het (Engel-
sche) buitenland indertijd van den val van het Pond,
omdat èn zijn vlottende beleggingen in Dollars veel
minder omvangrijk
zijn
geweest dan die in Ponden
Sterling; èn omdat de Amerikaansche invoer minder
groot is zoowel als minder bedreigd schijnt te wor-
den door nieuwe invoerrechten en contingeuteerin-
gen dan indertijd de Engelsche, én omdat de omvang
van die depreciatie maanden achtereen belangrijk
kleiner is gebleven dan die van het Pond Sterling.
Geen wonder, dat internationaal, ook dank zij Lau-
sauna, de gevolgen van den val van den Dollar voor-
al in den heginne niet zoo ernstig zijn ingezien als
die van den van het Pond Sterling; dit
blijkt
ook
hieruit, dat – in tegenstelling met September 1931
– de meeste effectenbeurzen in April jl. na
dien
val open zijn gebleven.
Een en ander kan echter niet wegnemen, dat de
stoornissen als gevolg van de loslating van den
gouden standaard in de Vereenigde Staten al spoedig
tot een ernstige bedreiging zijn uitgegroeid van de
v66r alles noodzakelijke en – sinds de heropening van de meeste banken daar te lande – zoo veelbe-
lovend ingezette
reëele
stijging van tal van
grond-
stoffenprijzen. En dat, terwijl de oorzaken van die
beweging naar boven – in hoofdzaak een vermoede-
lijk uiterst slechte tarwe-oogst in Amerika, een nieuw
gouvernement daar te lande, dat van aanpakken wist
(dit was al terstond hij zijn optreden gebleken uit
den vasten wil toen tot handhaving van den gouden
standaard), benevens de reeds genoemde seizoenop-
leving – als zoodanig eerst aan het begin van hun ontplooiing stonden. Om maar te zwijgen van de
2 Augustus 1933
ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN
607
beangstigende golf van vernieuwd wantrouwen, dien
de val van den Dollar over de wereld en van de her-
nieuwde ontreddering, die deze daardoor over de be-
talingsbalanien – men denke hier ook aan den uit-
slag van de Washingtonsche economische besprekin-
gen – heeft gebracht.
* *
*
Alvorens nader in te gaan op deze stoornissen, is
nog een woord op zijn plaats over de vraag, of niet nog veel meer banken in de Vereenigde Staten ge-
sloten zouden zijn, indien de gouden standaard niet
was losgelaten daar te lande, en zoo ja, of in ver-
band met den altijd nog précairen toestand van vele
grondstoffen de belemmeringen, die dan uit die slui-
ting varen voortgevloeid voor de voornaamste ge-
bruikers van grondstoffen: de Vereenigde Staten,
niet een ernstige wijziging ten kwade in de econo-
mische ontwikkeling gebracht zouden hebben?
Hieronder zal nog nader aangetoond worden, dat
men wijs doet aan het aandeel van de loslating van
den gouden standaard in de Vereenigde Staten in
de prijsstijging sindsdien slechts beperkte waarde toe
te kennen. Daardoor wordt het onwaarschijnlijk, dat
die loslating de sluiting van zééveel banken belet
zonde hebben, dat dientengevolge bedoelde wijziging
ten kwade had kunnen intreden.
Er is echter meer. De Emergency Banking Act
van
9
Maart
1933
biedt ruimschoots gelegenheid tot
een uitgifte van noodgeld, velke in staat is in be-
langrijke mate te voorzien in de bezwaren, verbon-den aan het eventueel gesloten blijven van banken.
Daarbij komt nog, dat de phase, welke de conjunc-
tuur reeds was ingetreden, vele weken véér
17
April,
den laatsten dag waarop de wisselkoersen van den
Dollar nog in de buurt van hun goudpariteit noteer-den, niet onbelangrijk de kans had verzwakt op een
druk op de prijzen van welke zijde ook, dus ook van
de zijde van banksluitingen. Hoe de aanvankelijk
nog latente verbetering der conjunctuur meer en
meer merkbaar begon te worden in de eerste maan-den van het loopende jaar, kan o.a. uit het volgende
blijken.
Reeds is melding gemaakt van het primaire be-
lang, dat de beweging der grondstoffenprijzen heeft
voor het beloop der conjunctuur.
In de laatste maanden ‘van
1932
was die beweging
weer bijzonder teleurstellend geweest. In de eerste
maanden van het nieuwe jaar schenen dan ook de
meeste van de schaarsche stemmen verstild, die kort
tevoren van iets minder ongunstige vooruitzichten hadden gesproken. Men ‘denke slechts aan het ten
einde loopen van het Hoover-régime met zijn toe-
nemende reeks van banksluitingen, die in een vol-
ledig bankmoratorium zouden culmineeren, aan de
politieke ontwikkeling in Duitschland, en aan het
lot van de ontwapeningsconferentie.
En toch, sinds het begin van
1933
gingen die
prijzen niet meer beteekenend achteruit (in Amerika
viel ten tijde van bedoelde banksluitingen zelfs een
lichte stijging op te merken), en was de economische
ontwikkeling in menig land, hoewel heel wat minder
gunstig, dan kort na Lausanne, iets hoopvoller dan
over dezelfde maanden van de onmiddellijk daaraan
voorafgaande jaren. Sterke inperking van den om-
vang en kostprijsverlaging van veel industriëele
producten hadden reeds eenige verbetering in vrij
wat rentabiliteitsvooruitzichten gebracht. Daarbij
kwam de inperking van de grondstoffenvoorraden
ook bij den’ tusschenhandel, die mede in verband met
hun sinds lang veelal uiterst laag geworden prijzen
helangrijken steun beloofde, voor een eenmaal aan-gevangen stijging in die prijzen.
Dat die stijging, dank zij eerder genoemde oorzaken,
krachtig kon doorzetten in Amerika, toen President
Roosevelt daar aan het bewind was gekomen, behoeft
dan ook niet te verwonderen. En dit te minder, waar
ook in de niet-A,merikaansche wereld toen een op
leving merkbaar werd.
Al mét al leek er dus weinig kans te bestaan op
veel gesloten banken in de Vereenigde Staten, door-
dat en indien de gouden standaard daar gehand-
haafd was gebleven; en nog veel minder kans dat,
indien die kans zich toch had verwezenlijkt, van die
sluiting, voor het beloop der conjunctuur ernstige ge-
varen te duchten geweest zouden zijn. Terwijl er
bovendien alle aanleiding bestaat voor de onderstel-
ling, dat deze gevaren belangrijk minder dreigend
zouden zijn dan die, welke over de wereld worden
uitgestort door de lawine van klappen, welke de
Amerikaansche Regeering in de, gedaante van econo-
mische experimenten sinds (en met) haar over boord
zetten Van den gouden standaard toebrengt aan wat
v66r alles noodig is voor het doorzetten van de
wederopleving: versterking en bevestiging van het
vertrouwen.
Hoe die prijsstijging van grondstoffen, ontaard is
door en sinds den val van den Dollar – of juister:
door en sinds den val van de Dollar-wisselkoersen
tot ver beneden het Amerikaansche gouduitvoerpunt,
één dag voor de officiëele loslating van den gouden
standaard – wordt duidelijk, wanneer men de van
dag tot dag beschikbare cijfergegevens
i)
nader ont-
leedt. Immers dan blijkt – vgl. de tabel – dat deze
stijging toen is gesplitst in een tak met een in den beginne geforceerd karakter, dat aan inflatie doet
denken zoo goed als uitsluitend
in Amerika,’ en een
anderen met een herhaaldelijk prjsdrukkende wer-
king voornamelijk
buiten
Amerika.
Van dat karakter van den eersten tak geeft aller-
eerst een beeld de omvang van de stijging van de
Amerikaansche ‘groothandeisprijzen van grondstoffen
(met een goeddeels internationale markt) gemiddeld.
over de eerste maand na de feitelijke loslating van
den gouden standaard daar te lande
(27
pOt. vol-
gens Moody’s dageljksch indexc•fer). Daarbij komt,
dat zoowel in goud (gemeten aan den New-York-
scheii wisselkoers van. den Gulden) als in Ponden
Sterling omgerekend, de stijging van’ dat indexcijfer over diezelfde maand (11 resp.
13
pOt: bedragende)
eenerzijds weliswaar belangrijk is achtergebleven –
overeenkomstig den val per saldo in de wisselkoer-sen op New-York – vergeleken bij diezelfde stijging
uitgedrukt in papieren Dollars
(27
pOt.). Maar an-derzijds doet die stijging, in vergelijking met de ge-
middelde prijsstijging van diezelfde goederen over
de onmiddellijk hieraan voorafgaande periode, welke
aanvangt bij de banksluiting in Amerika in (uiter-
aard gouden) Dollars uitgedrukt (14 pOt.), zoowel
als in Ponden Sterling
(13
pOt.) in plaats van een
teruggang, gelijk de bijna drie weken, langere duur
van die periode laat verwachten, veeleer nog eenige
toeneming zien. De verklaring voor den zooveel groo-
teren omvang van deze latere opwaartsche beweging’
is intusschen wel goeddeels te vinden, wanneer mén
denkt aan hetgeen van de zijde van bovenbedoelde
seizoen- en andere invloeden op 18 April ji. nog aan
reëele prijsstimulatie te wachten stond. Evenwel mag
hierbij niet uit het oog worden verloren, dat het in aanzienlijke mate een onjuist motto is geweest; te
weten de depreciatie van den Dollar, voor hun goede
werking het tegendeel van bevorderlijk, waaronder
.deze prjsprikkels tot uiting zijn gekomen.
Bovendien zijn, nadat de eerste maand na den val
van den Dollar voorbij was, al deze opwaartsche be-
wegingen van grondstoffenprijzen zoo goed als tot
1
staan gekomen, ni’ettegeustaande andere prijsopdrij-
vende maatregelen van de regeering der Ver. Staten
eerst toen meer merkbaar begonnen te worden, en
eerst toen’ de F’ederal Reserve Banks, door hervat-
ting na langen tijd van aankoopen in de open markt
1)
Die onderstaand uiteraard slechts voor ‘ een klein
deel konden worden opgenomen.
608
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Augustus 1933
van staatsfondsen, een – klein – begin hebben ge-
maakt met rechtstreeks infiati onistische maatrege-
len. Weliswaar is Moody’s indexcijfer nog enkele.
punten (6 pCt.) gestegen over de 5’% week nadien,
véér een nieuwe stijging van beteekenis kon inzetten.
maar daar staat tegenover een per saldo nog ruim
één procent grootere depreciatie in de Dollar-wissel-
koersen. Na den omvang, waarin de prijzen tevoren
opgeloopen waren, en in het licht van het seizoen,
en van het prijsdrukkend effect – waarover straks
nader – van de groote fluctuaties van den Dollar-
wisselkoers, kan er achteraf echter weinig aanleiding
zijn in deze, zij het dan te scherpe en daardoor on-
welkome, reactie iets verwonderlijks te zien.
Het p.rjsdi-ukkend effect der Dollaj–depreciatie
(de tweede tak) spreekt het duideljkst uit de om-
standigheid, dat de opwaartsche beweging van
gedeprecieerde – Dollarprijzen, in tegenstelling met
nienige verwachting, tot nu toe het best tot ont
wikkeling kwam
niet
in tijden van de sterkste daling
van de wisselkoersen van de Amerikaansche valuta
(zooals van 18-19 April en van 27 April-1 Mei),
maar w’anneer deze koersen een betrekkelijke stabi-
liteit aan den dag legden (als van 19-27 April en
van 29 Apirl-18 Mei). Dit geschiedde in zulk een
mate, dat de conclusie hier moet luiden, dat een
scherpe daling in de Dollar-wisselkoersen de niet
onbelangrijke stijging, die er sinds Maart in vele
noteeringen op de internationaal gewichtige Amen-
kaansche grondstoffenmarkten valt op te merken (de
hoeveelste sinds 1930?) voor den duur van die
daling,
buiten
Amerika, d.w.z. uitgedrukt in andert
dan Dollar-valuta, in haar tegendeel wist te doen
verkeeren; en
in
Amerika (in deprecieerende Dol-
lars uitgedrukt derhalve) in plaats van te stimulee-
ren, op zijn best niet meer dan ongemoeid wist te
laten. Terwijl daartegenover, in de tot nog toe eenige
belangrijke periode van eenigermate geleidelijke Dol
lar-wisselkoersstijging (5-19 Mei) per saldo altijd
nog een minstens even belangrijke prijsstijging in
(apprecieerende.!) Dollars viel te constateeren, en
dus ook een nog veel belangrijker (de belangrijkste
tot op heden) prijsstijging van diezelfde goederen
uitgedrukt in goud en in andere valuta.
In hoeverre het feit, dat de grondstoffenprijzen in
Amerika de tweede maand na den val van den Dollar
zoo weinig veranderd meer ziju, ook te wijten is aan
de toeneming van de fluctuaties in den Dollar-wis-
selkoers toen, valt natuurlijk niet precies uit te
iiaken. Slechts kan men dit zeggen, dat de sterke
stijging van grondstoffenprijzen in tijdvakken van
afgenomen schommelingen in den Dollar-wisselkoers
en ook, blijkens de nieuwsberichten, de belemmering
ian den handel met het buitenland van de Vereenig-
de Staten door zulke fluctuaties een prijsdrukkende
werking van deze laatste waarschijnlijk maken. In
zooverre als bovendien die fluctuaties hun oorsprong hebben gevonden in de deprecieening van dien koers
en omdat schommelingen van dezen omvang alléén
mogelijk zijn geworden, doordat men in Amerika den
gouden standaard heeft losgelaten, zijn hijgevoig ook
deze deprecieering en loslating van den gouden
standaard aansprakelijk te stellen voor dien prjsdruk.
Deze gevolgen van den val van den Dollar zijn
bovendien niet beperkt gebleven tot de Amerikaan-sche markten alléén. Immers in hoofdtrekken gelijk-
soortig, zij het meereudeels minder geprononceerd en
daardoor minder
belangrijk,
is de invloed geweest
van dien val op de andere grondstoffenmarkten, die internationaal veel te beteekenen hebben, d.w.z. op
(ie Engelsche. Het in de tabel opgenomen indexcijfer van deze laatste is voor elken dag afzonderlijk sedert
18 April berekend met het oog op dit onderzoek,
omdat een, dergelijk
cijfer
totnogtoe, voorzoover be-
kend, niet wordt gepubliceerd. Weliswaar is het wat
primitief, omdat het berust op niet meer dan het
relcenkunclig gemiddelde van de prijzen op die mark-
ten van enkele metalen en granen, van suiker, rubber,
katoen en van ljnolie; maar dit neemt niet weg, dat
het eenige belangrijke gevolgtrekkingen toelaat.
De eerste van deze is, dat de
prijsstijging
op de
Engelsche markten, hoewel zeer belangrijk’) en, wat
het voornaamste deel betreft, van ongeveer even lan-
gen duur als op de Amerikaansche, wat later is inge-
zet, hetgeen de opvatting bevestigt, dat deze stijging
mede is uitgegaan van de Vereenigde Staten – ech
ter toen gezonde prijsstimuleerende factoren (meeren-
deels dezelfde als die, welke de prijsstijging op de Engelsche markten in het leven hebben geroepen)
dam- nog verreweg de overhand hadden. Vervolgens
blijkt daaruit, dat die stijging –
anders
dan die van hovenbedoelde Dollarprijzen, die 661c voor 18 April
reeds omvangrijk was geweest – in hoofdzaak dateert
van den tijd,
nadat
(in begin Mei) de grootste fluc-
tuaties in den DollanfPonden-wisselkoers voorloopig,
gelijk later zoude blijken, achter den rug waren. Be-
langrijke afmetingen heeft deze stijging evenwel cent
later
aangenomen.
Niet ee?-de?-
echter, dan
nadat
een
bedenkelijke daling van de goudwaarde van het
Pond
2)
gevolgd was door een stijging tot op een peil
– van ongeveer véér den val van den Dollar -, dat
op redelijke bestendigheid bleek aanspraak te kunnen
maken. –
Intusschen heeft die prijsstijging, ook op de
Engel-
sche
goederenmarkten, sinds einde Mei ongeveer, veel
minder blj’enden voortgang meer gemaakt, vermoed
1933
u..0
.E
0O
O
Q)
0
)O
z
>.,
‘
.E-
jj.
0 0
CL
0
.
.
E
E
o
-<
o
b-
‘nu
.E.
o
o
.-)
oo–
rj
.
CI)
oQ.
0
1
Maart
50.
40.48
79.4
3.40}
5
80._
80.-
80.3
10 API.
88.6
40.38
88.2
3.41
8
.
46*
82.7
82.6
88.2
13
,,
90.9
40.57
00.0
344
1
8.44f
84.1
83.9
89.7
17
,,
91.3
40.55
90.5 3.46
– –
–
90.4
18
,,
92.5
41.51
90.8
3.52f
8.50 84.6 84.9
89.9
19
,,
95.1
43.50
87.0
3.71
8531
84.3
84.9
87.8
21.,,
99.7
43.25
92.7 3.83
8781
84.5
87.9
89.2
26
,,
02.4
44.46
92.6
3.80
846f
86.4
86.3
92.5
27
,,
1.02.4
44.06
03.4
372
f
847f
86.7 86.7
94.4
29
,,
103.8
46.30
90.2
385
f
843
1
– –
92.3
1
Mei
105.0
47.75
90.2 3.89 8.27
58.7
86.6 93.3
5
,,
110.0
48.05
92.1
3981
8.31
01.4
89.7
95.4
S
,,
11.1.1
46.95
95.1
3941
8.41
92.5 01.9 96.6
18
,,
116.0
46371
100.6
3901
8.48
95.7
95.8
101.8
19
,,
114.9
45.92f
100.6
3.86 8.42
94.7 94.1
102.0
26
,,
116.9
46.69
100.6 3.93
‘5.39
96.6
95.7
101.9
29
,,
119.5
48471
99.1
3981
8.32
100.0
98.2
102.5
2 Juni
120.0
47.62
101.3
40O
8.1
104.4 103,4
102.8
9
,,
121.6
48.94
1.00.0
4.12
84Of
104.8 103.9
101.2
12
,,
123.7
49.67
100.1
4.18 8.42
103.2
102.6 101.2
15
,,
120.1
47.80
101.1
4.021
8431
102.8 102.3 102.3
16
,,
20.1
48.48
99.6
4071
8.43 100.6
100.1
101.0
22
,,
122.4
49.65
99.1
4,21
7
8441
103.7
103.4 09.5 24
,,
123.4
49821
99.5
422f
8.48
–
–
100.0
27
,,
130.3
50.50
103.7
4.30
847f
107.4 107.4 103.9
29
,,
128.8
50.80
101.8
4.2%
8.45
104.9
104.6
103.1
3 Juli
132.4
53.10
100.2
4.48
843f
106.5
106.0
101.7
5
.,
132.9
53.95
99.0
4.50
8321
107.9
106.0 101.2
10
,,
136.9
58.60
94.0
4.791
8.241
105.1
102.5
97.9
12
142.6
58.-
98.8
474
f
8.241
107.2 104.4 101.9
18
,,
148.9
58.80
101.0
4.85
8251
110.5
107.7 105.2
20
137.8
56.60
97.8
4.64f
8.241
108.6
105.9
101.6
21
134._
56.80
94.8
4.68
8.27
106.4
103,9
98.1
26
137.4
56.-
98.7
4.63
S27f
106.6 104.2
101.7
28 137.4
54.60
101.1
1.54 825f
107.6
104.9 104.2
29
,,
135.3
54.70
99.4
1.54
8.2%
–
–
102.6
31
132.1
54.40
97.6
4.45
8.26f
105.8
103.2 101.4
Pariteit:
40.20
4.8665
12.107
‘) Men vergelijke ook de tabel op blz.
LXXVIII
en de
grafiek op blz.
LXXIX
van het Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht van
19 Juli ji.
“) Ten tijde waarvan, in tegenstelling met de toen waar-
schijnlijk opmerkelijke vlucht in het l’ond Sterling, er
dus blijkbaar allesbehalve sprake kon zijn van ecu op
–
merkelijke ,,vlucht” in de grondstoffen. in Pond Ster-
ling verhandeld op de Engelsche markten.
2 Augustus 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
609
1
delijk ook – ongetwijfeld tot misnoegen van de prijs-
stijgingsfanatici in cle Vereenigcle Staten -, van-
wege het zooeven toegelichte fluctueerende beloop
naar beneden van den Dollar-wiselkoersen sinds toen.
Rest de vraag, in hoeverre kunstmatige maatrege-
len als de depreciatie van de Amerikaansche valuta
aan eenerzijds, en anderzijds in hoeverre meer econo-
mische factoren als de conjunctuur, oorzaak zijn van
de prijsbewegingen, die bovenstaand nader zijn toe-
gelicht. Precies is dit natuurlijk niet uit te maken.
Wel valt er iets naders over te zeggen, dat er op Wijst,
dat de plaats, die uit een oogpunt van verbetering
van den economischen toestand in dit vérhand aan
de conjunctuur moet worden toegekend, nog altijd van
overwegend belang is to achten.
Immers hoewel er een duidelijk parallelisme en
vaak opvallende gelijktijdigheid zijn op te merken
tusschen debelangrijkste bewegingen van grondstof-
fenprijzen en goudwaardeveranderingen van Dollar
en Pond —vooral in Amerika
1),
hoewel daar ‘te lande
cle binnenlandche markt overweegt, en dus een on-
micidellijke aanpassing van de marktprjzen aan de waarcieveranderingen van de landsmunt niet altijd
urgent schijnt – is de prijsstijging van vele van die
goederen niettemin
voornamelijk
te constateeren ge-‘eest in tijden, waarin de fluctuaties in de betrokken wisselkoersen aanmerkelijk kleiner waren geworden
dan nog kort tevoren. Een en ander aldus, dat in
den loop van een periode van aanzienlijke toeneming
in de tevoren bijna geheel verdwenen stabiliteit van
(Ie Dollar-wisselkoersen in de eerste plaats de prijzen
0
1) de grondstoffenmarkten in
Amerika,
en dat na
zulk een toeneming in de tevoren tijdelijk aanmerke-
lijk verstoorde stabiliteit van de Pond Sterling-goud-
wisselkoersen het meest de prijzen op die markten in
Engeland
omhoog gingen. Weliswaar was de intensi-
teit, waarmede vele van die prijzen in Amerika ge-
stegen zijn sinds den val van den Dollar van dien
aard, dat die stijging zonder eenige ,,vlucht” in goe-
deren en effecten moeilijk denkbaar was geweest,
zelfs daar te lande, waar de prijsfluctuaties toch bij-
zonder heftig kunnen zijn, maar dit is niet in strijd
met de hier uiteengezette en nog uiteen te zetten
feiten, die de beperkte waarde aantoonen tot op
heden van de rol, die de aftakeling van de landsmunt
als prijsstimulans vervult.
Daarbij komt, dat die stijging der grondstoffen.
prijzen reeds van lang véérdat er ernstig sprake was
van een loslating van den gouden standaard in Ame-
rika dateert; dat de oorzaken van die stijging ten
tijde van die loslating als zoodanig eer.t nog aan het
begin van hun ontplooiing stonden; en dus dat de
prijsstijging na 17 April, hoe verwrongen ook door den val der Amerikaansche valuta, in geenen dccle
op rekening gesteld mag worden van dezen val alléén
– en mede in het licht van het eerder toegelichte
evenmin in de eerste plaats.
Uit het bovenstaande valt wel te concludeeren, dat
de voor het oogeublik voornaamste prikkel voor de
conjunctuur: de
stijging
der grondstoffenprijzen, zoo-
veel hinder en zooveel vervorming zonder fond onder-
vindt van de waarde onvastheid an den Dollar en
zoo weinig steun, dat er alle reden bestaat voor de onderstelling, dat de wereld in dezen critieken tijd er aanmerkeljker gunstiger aan toe zoude zijn met
een nog even stabielen dollar als véér 18 April. De
gevaren aan het uitbl•’en van de stabilisatie van. die
valuta verbonden behoeven hier geen nadere uiteen-
zetting.
Alleen zoude men over het peil waarop die stabili-
satie ware door te voeren nog een enkele opmerking
kunnen maken. Boven is gebleken dat er ondel- do
bewegingen van beteekenis in de goudwaarde van den
Dollar één was, welke geen schadelijken invloed
scheen te hebben op de prijsbeweging omhoog, te
J)
Men vergelijke ook de tabel op blz. LXXVIII
en de
grafiek op blz.
LXXIX
van het Economisch-Statistisch
Kwartaalbericht van 19 Juli ji.
weten de (slechts éénmaal voorgekomen) langzaam-aan
voortschrijdende stijging. Dit wijst erop, dat ook nu
nog een peil, niet onbelangrijk hooger dan dat, waar-omheen die valuta de laatste dagen schommelt, wen-
scheljk geacht zoude kunnen worden. Het spreekt
vanzelf, dat men daarbij cle aandacht gevestigd moet
houden op de altijd nog zoo wisselvallige omstandig-
heden, waaronder die stabilisatie wordt doorgevoerd.
* *
*
Uit het bovenstaande blijkt eens te meer de on-
juistheid, om door nionetaire maatregelen een her-
stel van de welvaart te willen bereiken. Niet het
minst voor Amerika zelve, waar in economicis de
grens tusschen natuurlijk en geforceerd vaak wordt
overschreden. Met welk een heillooze gevolgen –
jammer genoeg eerst op den duur, want anders zou-
de men er wel beter op letten -, behoeft wel niet
nader betoogd.
Toch schijnt er een lichtpunt, wanneer men de
conjunctuur,,phase”, aan weiks begin men den Dol-
lar zijn gouden voetstuk heeft ontnomen, in het licht
van de betrokken valuta-ontwrichting vergelijkt bij die, bij den aanvang waarvan het Pond Sterling van
zijn gouden basis werd gestooten.. Immers niettegen-
staande de nog altijd overgroote voorraden en pro-
ductie van belangrijke grondstoffen is het verloop
der conjunctuur sinds Paschen jl. minder verontrus-
tend dan over de laatste 3 maand van 1931.
Bovendien schijnt daarmede ook de vrees voor zui-
ver infiationistische maatregelen in Amerika op
groote schaal althans voorloopig te kunnen vermin-
deren. Immers, naarmate ook daar te lande het besef
hiervan wakker wordt, althans het besef, dat met be-
hulp van exceptioneele, monetaire maatregelen als
deze voor de verbetering van -dc conjunctuur steeds
minder bereikt kan worden., zullen ook het verlangen
naar zulke maatregelen, zoowel als de verwachtingen,
die men daarvan heeft, aan beteekenis verliezen.
Heeft de wereld hier te maken met een mindere
beteekenis van den Dollar nu, dan in het najaar 1931
van het Pond Sterling?
Ongetwijfeld.
En, met een wat gunstiger gerichte conjunctuur-
beweging?
• Zeer waarschijnlijk.
Toch zal niemand na liet bovenstaande in gemoede
kunnen volhouden, dat President Roosevelt zijn
experiment met den Dollar ziet’ slagen.
Immers veel meer dan grootscheepsche economi-
,sche dislocatie, is met het verbod van gouduitvoer
‘uit de Vereenigde Staten niet bereikt. Een dislocatie,
die bovendien meer ruimte laat voor de vraag, in
hoeverre zij de prijsstijging van grondstoffen
buiten
.Amerika heeft belemmerd, dan voor die in hoeverre
‘zij die
in Amerika heeft bevorderd.
Daarom mdde valt het te hopen, dat de resultaten
van bedoeld experiment hèn tot nadenken zullen
stemmen, die wonderen verwachten zoowel voor de
nivelleering over en weer in enkele landen van de
productiekosten, als voor de aanpassingsmogelijkhe-
den van hun betalingsbalansen, en daarmede voor de
evenwichtigë ontwikkeling in de toekomst van de
wereldeconomie, van de nauwkeurigheid, waarmede
vooraf berekenbaar zouden zijn een nieuwe goud-
waarde van de betrokken valuta’s, en – overeen-
komstig de opvattingen van den Amerikaansche Pre-
sident v66r zijn ambtsaanvaarding – tot een nieuw
.peil verlaagde tariefmuren.
. Als nu de structuur-veranderingen, waar de we-
rêld op het oogeblik middenin zit, de
con junctuur-
beweging, welke thans in gang is, maar niet in de
naaste toekomst althans voorloopig op een minder
belovend spoor drijven, en lijnloosheid en prijsprik-
kels van de soort als thans in de Vereenigde Staten
tot uiting komen, de verwachtingei die deze bewe-
610
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Augustus 1933
gingen naar boven schijnen te wettigen, den domper
opzetten; – of erger nog: de internationale poli-
tiek deze verwachtingen onmogelijk weet te maken.
Gelukkig maar, dat het een open vraag is, of deze
politiek daartoe althans voor de naaste toekomst nog in staat zoude zijn.
* *
*
Het bovenstaande dateert reeds vrijwel in zijn ge-
heel uit de tweede helft van Juni. De weusch
om een nog wat langer tijdvak van Dollar-depreciatie in het onderzoek te betrekken, was oorzaaic, dat eerst
thans tot publicatie wordt overgegaan.
Wat het verloop van de grondstoffenprijzen betreit
over het tijdvak, na afsluiting van het bovenstaande
verstreken, valt een toenemend streven op te merken
naar prijsopdrijving in de Vereeigde Staten met be’-
hulp van allerlei andere middelen; onder deze mid-
delen zijn de ,,codes”, die de productiekosten in som-
mige industrieën met wel 100 pOt. schijnen te ver-
hoogen, sinds kort de voornaamste plaats gaan iii-
nemen.
Niettemin is de Dollar-wisselkoers, toen de ‘oor-
loopige stabilisatie van deze van de baan was, een
gewichtige rol blijven spelen bij de nog steeds uiterst
belangrijke bewegingen der grondstoffenprijzen.
Na de mislukking der stabilisatiepogingen ging die
wisselkoers zooveel omlaag (van 27 Juni-10 Juli
met niet minder dan pl.m. 15 pOt.; zie ook de tabel),
dat Moody’s index daardoor, niettegenstaande deze
reeds 23 Juni niet onbelangrijk was begonnen te stij-
gen, ook in goud en Ponden Sterling omgerekend, per saldo een leelijke inzinking vertoonde. De index voor
de Engelsche grondstoffenmarkten vertoonde over
dit tijdvak overeenkomstige, zij het Vrij wat min-
der scherpe reacties als de noteeringen op de
Amerikaansche markten, ongerekend in goud en Pon-
den Sterling; een belangrijk verschil was echter, dat
een opwaartsche tendenz op de Engelsche markten ten
slotte de overhand bleek te hebben. Na 10 Juli zijn
de koersen van den Dollaf niet meer omlaag gegaan;
de fluctuaties in deze, hoewel nog groot, verminder-
den aanzienlijk tot den 18den, terwijl tegelijkertijd de
grondstoffenprijzen in versnelde mate omhoog gingen.
Toen kreeg de kort tevoren vermoedelijk stevk toege-
nomen hausse-speculatie op de goederenmarkten in
de Vereenigde Staten een gevoeligen knauw (Moody’s
indexcijfer ging in enkele dagen met meer dan 10 pOt.
omlaag), welke ook aan de Engehchc grondstoffen-
markten niet geheel is
voorbijgegaan,
en begonnèn de Dollar-wisselkoersen zeer onregelmatig te stijgen.
Voor het vrij onzekere beloop der bet.rolcken indices
sindsdien, moge naar de tabel verwezen worden.
Al met al is de indruk van de prijsbeweging op de
grondstoffenmarkten sedert 23 Juni I.I. er eene van,
een sterk versnelde reprise op kleinere schaal van
die in de voorafgaande drie â vier maanden – in
tegenstelling met deze laatste echter in per saldo veel
minder opwaartsche richting, welke aan een toe-
neming van spanningen doet denken in de Ver. Sta-
ten, vermoedelijk zoowel mede als gevolg van het
seizoen als van een economisch geleidelijk minder
gemotiveerde opleving aldaar. In dit verband lijkt
het niet onwaarschijnlijk, dat de kans op terugsla-
gen, welke onder omstandigheden ook een deel van
den reëelen vooruitgang teniet kunnen doen, daar
te lande toenemende is. Gelukkig, dat de richting,
welke de conjunctuur in een groot deel van de niet-
Amerikaansche wereld heeft ingeslagen, nog altijd
eenige verbetering toont, zoodat de vooruitzichten
voor de toekomst, die in de eerste plaats behoefte
heeft aan stabiliteit in de economische ontwikke-ling, tengevolge van een en ander slechts iets on-
gunstiger zijn geworden vergeleken bij die van de
tweede helft van Juni, toen de economische wereld-
conferentie nog niet in de impasse was geraakt,
waarin zij thans verkeert.
Voor de ‘niet-Amerikaansche wereld is echter een hoopgevende steun gevormd, in de gedaante van het
blok der goudlanden. Ook, omdat daardoor de zin
van de zoo hoog noodige vermindering van veel
belemmeringen van den internationalen handel aan-
merkelijk wordt versterkt. Als men nu maar zoo ver-
standig is, zich niet door groote veranderingen in
de goudvoorraden der circulatiebanken van de wijs
te laten brengen, gelijk in het jongste verleden. En
bovendien niet uit het oog verliest, dat de wederop-leving van de welvaart tot een behoorlijk peil thans
een quaestie is van zeer langen adem.
P. TETRODE JR.
AANTEEKENINGEN.
De financiëele toestand van het Rijk en de te ver-wachten belastingmaatregelen.
Tekort op de begrooting van 1934 t.o.v. die van
1933 van ongeveer f 100 nsitioen zonder de Crisis-
dienst, die tot dusverre uit liet Leeningfonds is ge-financierd. Omzetbelasting zal tenminste f 85 mii-
lioen opleveren.
Aan het Verslag van het overleg, dat tusschen
de Regeering en de Commissie van Voorbereiding
betreffende de heffing van een omzetbelasting heeft
plaats gevonden, ontleenen wij de volgende passages
over het te verwachten tekort in 1933 en over de
maatregelen, die de regeering overweegt tot dekking
van het tekort te nemen.
,,Als uitgangspunt neemt hij (de Minister van
Financiën) daarbij de beschouwingen omtrent die op-
brengst in verband met den financiëelen toestand,
die aan het slot der Memorie van Toelichting zijn
gegeven. Bij die beschouwingen is de vorige Minis-
ter van Financiën er van uitgegaan, dat het tekort
op de begrooting voor het jaar 1934, vergeleken bij
dat van 1933 – ongerekend het vervallen der voor
één jaar toegestane heffing van opcenten op de in-
voerrechten, den bieraccijns, den suikeraccijns, de
gemeentefondsbelasting en de vermogensbelasting –
een teruggang zal aanwijzen van bijna 50 millioen,
zijnde het over 1933 aanwezige tekort van 30 mil-
lioen, vermeerderd met het bedrag van 18 millioen,
dat voor 1934 niet meer uit het reservefonds zal zijn
te putten. Aan dit bedrag van 50 millioen moet aan-
stonds worden toegevoegd een bedrag van 10 mil-lioen, als opbrengst der weeldeverteringsbelasting,
waarop bij het opmaken der begrooting voor 1933
was gerekend, doch welke belasting tot dusver niet
is tot stand gekomen.
Dit tekort van 60 millioen zal echter nog aanzien-
lijk grooter moeten worden. Na de indiening van
het wetsontwerp zijn toch de financiëele omstandig-
heden aanmerkelijk ongunstiger geworden. Op de
waarschijnlijkheid, dat dit het geval zou ‘blijken,
heeft de ambtsvoorganger van den ondergeteekende
reeds aanstonds de aandacht gevestigd. Hij wees
daarbij op de kans, dat de opbrengst der middelen
een verdere inzinking zou ondergaan. Uit de ge-
gevens, die den ondergeteekende reeds nu ten dienste
staan valt af te leiden, dat deze teruggang op onge-
veer 30 millioen zal zijn te stellen. Voorts zal zijn te
rekenen met een stijging der uitgaven wegens toene-
ming en consolidatie van vlottende schuld van bijna
20 millioen. Wat de daartegenover staande mogelijk-
heid eener vermindering van het spoorwegtekort be-
treft, kan de ondergeteekende mededeelen, dat de
Regeering maatregelen overweegt, om dit tekort zoo
spoedig
mogelijk
te doen verdwijnen. Zij hoopt in
haar voornemen te zullen slagen, doch, ook als die hoop in vervulling gaat, zal voor het jaar 1934 nog
op een bijdrage uit de algemeene middelen van om-
streeks 10 millioen voor dit doel zijn te rekenen. In
het gunstigste geval zal de vermindering van het
spoorwegtekort, dat over het laatst verloopen boek-
jaar 26 millioen bedraagt, dus 15 millioen beloopen.
Wat den tweeden factor, waardoor het tekort zou
kunnen verminderen – de technische herziening der Tariefwet – aangaat, de meerdere opbrengst van die
2 Augustus
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
611
herziening zal zeker blijven beneden de opbrengst•
van dat gedeelte der op 1 Januari 1934 vervallende
opcentcn, waarvoor zij als equivalent was gedacht.
Uit het bovenstaande volgt, dat thans reeds onom-
stootelijk vaststaat, dat bij handhaving van alle be-staande tijdelijke heffingen reeds op een tekort van
omstreeks 100 millioen zal zijn te rekenen.
Bij dit alles komt, dat de crisisdienst aan de be-
grooting voor het jaar 1934 zeer zware eischen zal
gaan stellen. Deze crisisdienst is tot dusver afzon-
derlijk gefinancierd door hem onder te brengen in
het Leeningfonds. Deze politiek was verdedigbaar,
zoolang er in het Leeningfonds een voldoende over-
schot aanwezig was, om daaruit de crisisuitgaven te.
financieren. Thans is echter van een
dergelijk
over-
schot geen’ sprake meer. Integendeel heeft de om-
vang der crisisuitgaven, die veel grooter is dan men
aanvankelijk had kunnen vermoeden, ertoe geleid,
dat het oorspronkelijk bestaande overschot in een
tekort is verkeerd. Het is daarom beslist noodzakelijk
cle financiering van de crisisuitgaven straks te doen
geschieden ten laste van het gewone budget, hetgeen
tot een zeer belangrijke verzwaring der hudgetaire
lasten zal leiden. Het zal derhalve onvermijdelijk zijn,
dat, naast de reeds vermelde handhaving – c.q. ver-
vanging door een ecinivalent – der tijdelijke hef fin-
gen, op. de uitgaven tot het uiterste zal worden be-
zuinigd. De daartoe noodige maatregelen worden met
spoed voorbereid en zullen in de Millioenennota wor-
den medegedeeld. Uiteraard kan daarop thans niet
nader worden ingegaan. Vast staat echter, dat met
toepassing van deze maatregelen een sluitend budget
slechts zal zijn te
verkrijgen,
indien naast een ver-
sterking der inkomsten door andere middelen, die
eveneens in de Millioenennota zullen worden ver-
meld, een omzetbelasting wordt ingevoerd, die –
met inbegrip van de daarin opgenomen weeldever-
teringsbelasting – ten minste 85 millioen zal op-
leveren. De ondergeteekende heeft daarom het per-
centage der belasting, dat tengevolge van de belang-
rijke wijziging, die hij, gelijk nader zal blijken, in het
systeem van het ontwerp heeft meenen te moeten
brengen, een algeheele herziening moest ondergaan,
vastgesteld op een zoodanig cijfer, dat hij vertrouwt
van het ontwerp in zijn geheel een opbrengst te
mogen verwachten, die 15 millioen uitgaat boven
het bedrag ‘van 70 millioen – 60 millioen voor de
omzetbelasting en 10 millioen voor de weeldeverte-
ringsbelastin -, dat zijn ambtsvoorganger met de
door hem ingediende ontwerpen hoopte te bereiken.”
Belastingmaatregelen die bij de regeering in over-
weging zijn.
,,Wat de verder te nemen belastingmaatregelen be-
treft, kan de ondergeteekende (de Minister van. Fi-
nanciën) reeds thans mededeelen, dat bij hem in
overweging zijn het heffen van een crisisinkomsten-
belasting, zij het in anderen vorni clan in het verslag
der Commissie bepleit, en het invoeren van een cou-
ponbelastirig, têrwijl hij ook zijn aandacht schenkt
aan het vraagstuk der belasting van het vermogen in
de doode hand. De illusie, dat uit deze belastingen
– met name uit de couponhelasting – de aanzien-
lijke bedragen zullen kunnen worden verkregen, die
de daarover in het verslag aan het woord zijnde leden
verwachten, moet hij hun echter ontnemen. Dat het
arbeidslooze inkomen niet moet worden ontzien, on-
derschrijft hij gaarne. Dit arbeidslooze inkomen
wordt echter in den vorm van vermogensbelasting
met opcenten en verdedigingsbelasting reeds in be-
langrijke mate extra getroffen. Deze belastingen heb-
ben tegenover een couponhelasting het voordeel, dat
zij rekening houden met de persoonlijke omstandig-
heden van den belastingplichtige, met name, doordat
zij hem toestaan zijn schulden in mindering te bren-
gen. Het is een der onmiskenbare nadeelen van een
couponbelasting, dat zij daartoe de gelegenheid niet
biedt. De nood der schatkist kan dwingen om over
dit bezwaar heen te stappen, doch men moet daarbij
dan ook matiging blijven betrachten. Doet men dit
niet, dan loopt men gevaar in groote onbillijkheden
te vervallen. De toestand is eemïmaal niet zoo, dat de coupontrekkers onder alle omstandigheden de welge-
stelden
zijn.
Effectenbezit treft men ook aan bij per-
sonen, die van een zeer bescheiden inkomen moeten
leven, terwijl hierbij voorts valt te denken aan in-
stellingen al§ spaarbanken, levensverzekeringmaat-
schappijen en dergelijke, die de belangen vertegen-
woordigen van tienduizenden kleine spaarders, op
welke laatsten de lasten van te hoog opgevoerde hef-
fingen van coupons en renten zouden dreigen terug
te vallen.
Ten aanzien van het vraagstuk der belasting van
naamlooze vennootschappen, die onderworpen zijn aan de dividend- en tantièrnebelasting, is de onder-
geteekende bezig te onderzoeken of het mogelijk is,
ook zonder tot een verzwari.ng van den belastingdruk
over te gaan, tot een hoogere opbrengst te geraken
door maatregelen, die een einde zullen maken aan
maar al te dikwijls toegepaste methoden, om door
kunstvaardige. constructies aan de heffing van belas-ting te ontkomen.
Een voorstel voor heffing in eens tot dekking van
crisisuitgaven is van den ondergeteekende niet te
verwachten.
Hij
onderschrijft volkomen het oordeel
van de leden, die een aantasting van het vermogen
in het huidig tijdsgewricht minder dan ooit achten
aan te bevelen. Bovendien zou hij een dergelijke hef-
fing voor de crisisuitgaven alleen dan verdedigbaar
achten, indien althans bij benadering
zou
zijn aan te
geven, welk bedrag deze uitgaven in totaal zullen
beloopen. Waar echter niemand in staat is aan te
geven, hoelang wij nog onder deze crisisuitgaven ge-
bukt zullen gaan, zou een heffing in eens voor dit
doel zeer gemakkelijk kunnen leiden tot een volsla-
gen uitputting der in het volksinkomen en het volks-
vermogen nog aanweizge reserves op een tijdstip,
dat de crisis nog in haar vollen omvang blijkt te
woeden. Een dergelijke politiek zou voor ons volk d
meest ruïneuze gevolgen kunnen hebben.”
Het verslag van De Javasche Bank.
De President van De Javasche Bank heeft in de
jaarvergadering van 6 Juli jl. zijn verslag aan aan-
deelhouders uitgebracht. Een uitvoerig uittreksel
daarvan werd reeds in de pers gepubliceerd. Thans
hebben wij het verslag zelf ontvangen, waaraan wij
enkele passages willen ontieenen.
Het verslag vangt aan met een uitvoerige beschou-
ving over den wereldtoestand, waarop wij in ander
verband nader zullen terugkomen. In dit deel van het verslag wendt de President zich inzonderheid
tegen alle pogingen om met monetaire middelen ver-
betering in den economischen toestand te brengen.
Hij is van meening, dat dergelijke pogingefl tot mis-lukking, gedoemd zijn, en voert het pleit voor hand-
having van den gouden standaard op basis van het
bestaande goudgewicht der onderscheiden geldeen-
heden. Hadden de landen, die den gouden standaard
hebben verlaten, zulks niet gedaan, zoo zou de ver-
storing in het economisch leven der wereld veel meer
groot geweest zijn, dan thans het geval is
Komende tôt Ned.-Indië, merkt de President op
blz. 40 e.v. van zijn verslag het volgende
op:
,,Het behoeft nauwelijks betoog, dat bij de bestaande
‘internationale situatie een
in
zoo sterke mate van de
wereldmarkt afhankelijk land als
Nederlandse/t-Indië
in
1932 met vele moeilijkheden te kampen had.
Gelijk overal elders werkte ook hier de crisis verder
dÔOr, bleven ook hier de prijzen, zoowel van’ uitvoerpro-
ducten als invoergoederen, nog dalen, zoodat eene verder-
gaande herziening van de binnenlandsche verhoudingen
clan reeds in 1931 had plaats gevonden noodzakelijk werd.
Temidden van alle hieruit voortvloeiende moeilijkheden
612
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2
Augustus 1933
kon nochtans één enkel feit van groote beteekenis voldoe-
ning schenken, niet name de omstandigheid, dat een
w’aardevast ruilnuddel en daarmede eene gezonde basis
voor het economisch leven zonder
wezenlijke
schade, doelt
niet groote 01) den langeren duur sprekende voordeelen, voor dit land behouden bleef. Ofschoon kort na het ver-
laten van cleic gouden standaard door Groot-Brittannië
en andere landen ook hier van meerdere zijden de mee-
hing werd geuit, dat Nederlandsch-lndië dezen stal) nood-
zakelijk zou moeten navolgen 01) straffe van zijn uitvoer
–
handel volkomen te zien vernietigd worden, bleek deze
sombere verwachting in de praktijk in geen enkel op-
zicht te worden bewaarheid.
Integendeel nam liet kwan-tum van den uitvoer van Nederlandse/t-Indië in het thans
achter ons liggende jaar weder eenigerntate toe, kon het
ewportsaido van de handelsbalans zie/t practisC/t op het
peil van 1931 handhaven, en vertoonden de prijzen der
iwvoer goederen voor het eerst sedert jaren eene sterkere
daling dan die der uitvoerproducten, waardoor Neder landseh-indië’s ruilvoct in het af geloopen jaar ten op-
zichte van dien in het vorig jaar zelfs iets gunstiger
werd.
Deze gang van zaken kwaiii niet onverwacht voor wie
zich rekenschap had gegeven van de bijzondere karakter-
trekken der economische constellatie in dit land en van
de vermoedelijke uitwerking, welke door buitenlandsche valutadepreciatie 01) de basispunten dier constellatie: de
mogelijkheid tot afzet op de wereldmarkt
van Indische
exportproducten en cle
ruilvoet
tusschen die u itvoerpro-
ducten en de uit het buitenland te betrekken – meeren-
deels industriëele – invoerartikelen, zou worden uitge-
oefend. Met betrekking tot het eerste punt mocht immers
worden aangenomen, dat de depreciatie van £fStraitsdollar
en Rupee de
vraag
ter wereldmarkt slechts iudireet –
niet name door de verscherping van de ci-isis in de op
goudbasis gebleven consumptielanden, resp. eene even-
tueele voor de consumptie prohibitieve prijsverhooging in
de niet-goudlanden – zou kunnen doen afnemen. Eelle
belangrijke beperking van de afzetmogelijkheid van Na-
de rlandsch-Indische producten – als rechtstreeksch ge-
volg van buitenlandsche valutadepreciatic – zou derhalve
slechts dhn kunnen intreden, indien de produetiegebieden
niet gedeprecieerde munt een deel van Nederlandsch-Indië’s aandeel in de levering van bepaalde producten
tot zich zouden tiekken door hare eigen productie tegen
zoodanig
lage goudprijzen
af te staan, dat Nederlandsch-Indië daartegen niet langer zou kunnen eoncurreeren en
een min of meer belangrijk deel van haar bedrijf zou moe-
ten staken. Nu scheen reeds aanstonds duidelijk, dat voor
deze van meetdere zijden uitgesproken verwachting wei-nig redelijke grond aanwezig was, omdat de producenten
uit bedoelde gebieden door liet volgen eener dergelijke
prijspolitiek het volle uit de depreciatie hunner geldeen hedeii voor hen voortvloeiende voordeel aan de koopers
van het product zouden afstaan en aldus zelf bij die
depreciatie geen baat zouden vinden. Zou dit verschijnsel
echter
niet
iutreden – gelijk iii de praktijk het geval
bleek – dan zouden weliswaar de l)rodluce1en in cle laii-
den met gedeprecieerde valuta – zij liet slechts tijdelijk
en uitsluitend als gevolg van inkoinensverschuivingen
binnen het eigen land – een geringer verlies lijden, resp.
meer winst maken dan véér de depreciatie liet geval was
en er dus voorloopig iets beter aan toe zijn dan hunne
Nederlandsch-Indischie collega’s, doch dit feit zou nochtans
de
afzetmogelijk/ieden
voor dc verschillende productie-ge-
bieden practisch geen wijzigiug van beteekenis doen
ondergaan en aldus de
bestaande
situatie voor Nader-
lausch-Indië slechts weinig beïnvloeden. i)e praktijk van
liet afgeloopen jaar bleek zooals gezegd met het boven-
staande in overeenstemming. Weliswaar viel ten aanzien van de goudprijzen der voornaamste Indische exportpro-
ducten, voor het een meer dan voor liet andei, nog eene
verdere daling te constateeren, doelt deze bleef bij de zeer
aanzienlijke dalingen van vorige jaren belangrijk ten
achtèr en vond, een enkel uitzonderiiigsgeval daargelaten,
niet in valuta-concurrentie, doch in de door den val van
het Pond opnieuw gestimuleei’de algemeeue conjunctuur-
daling hare oorzaak. Zij werd overigens door verdere
aanpassing in liet Indisch bedrijfsleven volledig opgevan-
gen. Onder deze omstandigheden kon de export valt Ne-
derlandsch-Indië zich in liet algenïeen op alleszins bevre-
digende wijze handhaven, toonde deze zelfs voor meerdere
producten een niet onbelangrijken vooruitgang (aardolie-
pi-oducten, coprah en -producten, koffie, tapioca, vezel, palni-
olie), waartegenover bij andere producten (suiker
i
rubber,
tin en tabak) verminderingen stonden, welke ieder voor
zich echter niet aan buiteulaudsehe valuta-concurrentie,
doch aan omstandigheden als toenemende protectie in do
voornaamste afzetgebieden, overproduetie en veiarming
van de consumenten moesten worden toegeschreven. Hier-
onder zal nog nader gelegenheid bestaan op de export-
positie voor enkele v000-name Indische producten terug
te komen.
Bleek dus de invloed van de in het buitenland onder-
nomen monetaire experimenten op de afzetmogelijkheid
van Indische producten geenszins fnuikend – gelijk oor
spronkeljk door velen werd aangenomen -, ten aanzien
van de tweede hierboven geniemoreerde basis voor het
economisch bestel in Nederlandsch-Iudië: de
muilvoet,
bleek zij zelfs uitgespioken gunstig, doordat zij den in voer van industriëele artikelen uit landen niet gedepre
cieerde munt aanzienlijk goedkooper deed worden. Anders
tocht dan ten aanzien van de stapelartikelen uit tropische
productiegebieden – waar de bestaande bed rijfsomstan-digheden geen aanleiding gaven tot het door
,
prijsconees-
sies najagen van ccii vergrooten afzet ten koste van bpur-
lieden -, kon ten aanzien van de industriëele export-
artikelen uit Weste rsche en Oostersche iudustriegebieden
– waar zulks met het oog op den graad der bedrijfsbe-
zetting en de werkloosheid wèl het geval was – een
rechtstreekschen drang tot prijsdaling als gevolg van
valutadepreciatie worden geconstateerd. De prijzen, waar-
tegen eerst Engeland en daarna Japan, daarin later nood-
gedwongen door de goudianden gevolgd, hunne indus-triëele producten in liet buitenland aanboden, vormden
hiervoor een sprekend bewijs.
Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling van de groot-handelsp rijzen der i nvoergoede ren en uitvoerproducten,
zoonmede van de kleinhandelsprijzen en de kosten van voe-
ding sedert 1925 aan de hand van de betreffende door het
Centraal ].-antoor voor de Statistiek gepubliceerde, doch
01)
het peil van December 1925 herleide indexcijfers en
doet zien, hoe tot en met 1931, telkenjare de index der
exportproducten cciie grootere daling aantoonde dan die
der invoergoederemi. In 1932 to’as het verloop echter om-
gekeerd, zoodat dit jaar voor liet eerst eene
verbetering
ven den ruilvoct
ten opzichte van liet voi-ige jaar te con-
stateeren viel. De exportindex daalde in de eerste helft
van het jaar niet 14 pCt. en bleef sedert op ongeveer
gelijk niveau, terwijl de daling van den invoerindex zich gedurende den geheelen 1oop van het jaar onafgebroken
voortzette en tenslotte ten opzichte van het vorig jaar
een totaal van 17 pCt. bet-eikte. In tegenstelling met het
verloop ten vorigen jare toonden voorts de kleinhandels-
l)riizeo en de kosteii van voeding voor een Europeesch
gezin eene niet die dci’ groothandelsprijzen ongeveer
overeenkomende daling. Waar bovendien de eerst einde
1931 in bepaalde woongroepen aangevangen verlaging de-
Kosten van voeding:
Export-
1)
Invoer-
1)
Klein-
t)
Eu ropeesch
1)
Inheemsch
1)
T n d e x c ij f e r s
producten
goederen
handels-
gezin
gezin
(gewogen)
.
(ongewogeli)
prijzen
Ult.
1925
………………….
100
)
25 o/
100
94)
6
oj
100
)
1
0,
100
)
+ 1
0
/0
100
88
12
o/
1926
………………….
67
ii
010
90
4 ol
o
)
2
0/0
100
0/
78
11
0
/0
1927
………………….
511
24
0/
90
–
mb
–
oh
101
)
+
1 th
78
–
0
/0
1928
46
10
0
10
2
0/0
97)
–
010
101
+
10 0188
–
86
1929
30
)
Io
o/0
90
7
obo
)
7
0/
)
–
21
0
/0
1930
21
)
30
O/Çj
6l
24
0/0
76
16
0/
)
010
45
)
–
34 o
1931
Mrt.
1932
………………….
:191
58′
71
1
771
Juni
1932
…………………..
IS
‘
14
0/
54
17
0/
68
‘
1 (
0
/0
15
o/
43
1
38
–
22
0/
Sept.
1932
– ………………….
1.9 J
53
66 J
71 j
36
Dec.
1932
………………….
18
51
64
69
35
Mrt.
1933
………………….
18
50
61
65 34
Apr.
1933
………………….
18
49
61
65
1)
Daling t.o.v. vorig jaar.
Schommelingen in het aandeelen.indexcijfer. 2 Januari 1933 /
2 Januari
100._
1 Maart
93.
–
3 Mei
98.6
ii.
,,
104.1
8
,;
96.8
10
101._
18
,,
101.3
15
–
06._
17
101.4
25
101.6
22
95.5
24′
102.7
1 Februari 100.9
29
92.5
31
108.6
8
,,
100.1
5 April
91.5
7 Juni
107.7
15
,,
98.9
12
02.6
14
109.2
22
,,
94.3
10
92.8
21
108.7
26
..
96.2
28
..
113.9
2.228.869.000
=
100.
5 Juli
114.5
12
109.1
10
1.12.3
26
110.2
2 Augustus
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
613
huishuren zich iu 1932 in belangrijke mate voortzette,
kon dit jaar voor het eerst eene tastbare verlaging van
de kosten voor levensonderhoud worden geconstateerd,
welke nochtans in belangrijk verzwaarde belastingen een
tegenwicht vond.
Het voreustaande in aanmerking nemnde, is het dui-
delijk, dat de economische moeilijkheden van Nederlandsch-
Indië in 1932 niet zoozeer hun oorsprong vonden in
nieuwe,
als recht5treeksch gevolg van buitenlandsche
valutadepreciatie ingetreden storingen, als wel in de nood-
zakelijke verdei’e aailassing van de binnenlandsche ver-
houdingen aan de reeds in de jaren 1930 en 1931 sterk gedaalde verdiensten van het land in het internationaal
verkeer. Zoowel in het Westersch bedrijfsleven als in de
Inheemsche sfeer maakte dit proces in den loop van het
afgeloopen jaar zoodanigen voortgang, dat zich in den
laatsten tijd geleidelijk een meer evenwichtige toestand
schijnt te vormen
01)
een door de gewijzigde omstandig-
heden uit den aard der zaak sterk verlaagd niveau.”
Is er, zooals de President opmerkt, in het parti-
culier economisch leven reeds een aanmerkelijk aan-
passingsproces geweest,
zoo is
in de staatshuishou-
ding de toestand nog steeds zeer moeilijk. Op blz. 40
e.v. merkt de President daarover ht volgende op:
,.Kan blijkens het vorengaande
in
het algemeen worden
geconstateerd, dat in het particuliere economisch leven in Nederlandsch-Indië in 1932 eene sterke mate van aanpas-
sing aan de gewijzigde verhoudingen werd bereikt, ten
aanzien van den Gonveruementsdienst viel in dit op-
zicht ook dit jaar nog weinig voortgang te bespeuren.
Ondanks bezuinigingen op de uitgaven en verzwaring van heffingen liet ook 1932 weder een belangrijk begrootings-
tekort, hetwelk door het Moederland werd gefinancierd.
In deze tijden wreekt zich wel zeer sterk de in vroegere
jaren ten aanzien van ‘s Landsfinanciën gevoerde politiek,
welke door
hetaangaan
van in verhouding tot de wezen-lijke draagkracht van dit land veel te groote verplichtin-
gen en een te snellen en onivangrijken uitbouw van het
Gouvernementeele ap)araat, de thans en in de naaste toe-
komst werkende generatie voor volkomen disproportioneele
lasten heeft geplaatst. Gehoopt kan slechts worden, dat
men zich bij een mogelijk wederintreden van betere tijden
herinneren zal, dat een land zonder eigen kapitaal en met
esne noodgedwongen eenzijdige structuur als die van Ne-
derlandsch-Indië zijne ontwikkeling in veel sterkere mate
dan elders heeft te bekostigen uit den gewonen dienst in-
stede van uit geleende gelden en dat de uitbouw van de
staatswerkzaamheid in dit land gelijken tred moet houden
met de economische draagkracht van de breede massa
zijner bewoners. Dat intusschen de op dit oogenhlik be-
staande wanverhouding tusschen het
volksinkomen
uit
materieele productieve werkzaamheid en het bedrag, het-
welk voor de bekostiging van de huidige
staatswerkzaam-
heici
benoodigd is, zou kunnen worden verbeterd door het
treffen van
monetaire
maatregelen als bijvoorbeeld een
devaluatie van den gulden, moet eene volkomen illusie worden geacht. Naar uit de tevoren geleverde beschou-
vingen reeds voldoende gebleken is, hebben de in de af-
geloopen periode door vele landen getroffen monetaire
maatregelen in geen enkel hunner het totale volksinko-
men vermeerderd. Integendeel vond ook dhhr overal eene
verdere
daling
plaats, al kwam dit voor velen minder dui-
–
MAANDCIJFERS.
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.
De Bank voor Handel en Scheepvaart te RotLerdam zendt ons onderstaand overzicht:
Indexcijfers van 12 aandeelengroeçen der Amsterdamsehe effectenbeurs.
1)
Banken
Elct.ri_
FlaleIs-
Industrie
zijde
IMijnbouw
Olie
Rubber
SCh
r
Suiker
Tabak
Thee
Gemiddelde 1929
158.3
337.5
168.0
432.7
243.0
268.7
402.0
233.5
125.0
398:4
487.3
443.2
1930 149.4
257.7
125.6
264.9 87.4
177.2
371.1
110.7
82.6
292.9
361.3
357.2
1931 118.1
211.8
93.4
167.7
64.5
144.5
209.8
51.8 49.6
181.9
241.6
.251.4
,,
1932
76.4
178.3
67.1
115.6
37.6
106.4 137.5
27.0
24.9
107.2 137.9
175.9
Januari
1931
137.2
220.4
110.9
199._
57.4
149.1
290.7
75.8
63.5
223.8
274.-
280.5
Februari
,,
140.7
239.9
117:5
217.5
69.7
167.5
307.3
80.2 65.6
238.4
307.8 292.1
Maart
.
143.-
248.6
124.3
223.2
.
78.9
:176.7
288.3 81.4 63.9
243.3
3062
290.7
April
,,
139.4
238.4
113.5
207.3 84.4
172.4
253.9
58.5
57.5
219.5
299.8
283.4 Mei
,,
132.7
222.5
95.1
178.8
76.2
159.6
220.-.
50.5 54.3
190.9
275.9
251._
Juni
,,
127.5
217.5
89.-
165.1
68.7
150.8
208.6 48.4
53.1
191.3
262.4
249.7
Juli
,,
126.4
228.8
100.2
168.8
70.6
163.6
218.2
58.5 55.8
208.9
254.2 262.9
Augustus
113.2
210.9
88.2
151.2
65.-
147.6
194.7
44.4
48._
178.4
218.4
247._
September
,,
95.3
190.1
73.6
126.1
60.9
118.9 147.9
31.7
37.3
134._
168.7
220.1
October
,,
89.1
181.3
71.7
125.3
49.2
107.8
140.7
32.6
34.7
122.1.
174.7
222.2
November
,,
93.2
184.2
75.4
135.4
48.9
120.1
133.6
32.9 34.9
125.9 196.3
237.2
December
,,
79.
158.4
61.5
114.2
44.2
99.5
113.1
26.3 26.7
106.5 161.3 179.7
Januari
1932
80.5
174.4
63.5
124._
43.5
.107.4
118.9
28.2 27.4
108.-
173.7
181.4
Februari
,,
82.8
173._
65.8
123.2
42.4
110.1
139.2
28.2 27.7
108.7 179.6
178.1
Maart
81.3
184.7
69._
122.9
41.7
110.9 149.3
24.2
27.-
112.7 176.3
182.2
April
69.8
166.7
58.8
102.1
34.3 92.4
118.3
13.7
20.1 96.6
111._
154.-
Mei
,,
65._
163.9
52.5
93.5 33.5
86.8
117.8
14.2
19.1
84.5
101.9
157.3
Juni
,,
59.4
156.1
51.2
88.5
32.3
83.9
118.1
14.1 17.3
87.6
94.7
154.3
Juli
,,
68.3
167.1
63.7
106.1 34.1
92.2
129.1
22.5
21._
105.6
120.1
175.6
Augustus
,,
79 8
183.5
71.5
126.2
•33.2
104.9
153.5
35.1
26.4 118._
138.4
200.5
September
,,
86._
194.5
78.1
133.4
.43.6
123.7 166.4
42.4
31.1
128.8
151.3
201.6
October
,,
83.7
189.3
77.5
127.1
39.4
120.4
147.-
34._
28.5
118.7 135.8
187.6
November
,,
81.1
193.1
77.2
124.1
38.2
121.4 145.1
34.7
27._
111.7 136.8 180.3
December
,,
78.9
193.2
76.4
116.1
35.
123.1
146.7
32.8
26.1
104.9
135._
157.3
Januari
1933 84.9
199.3
79.8
124.2
31.4
120.6
155.3
33.8 26.3
108.2
147.2
196.3
Februari
,,
82.8
194.2
76.4
118.8
28.5
121.6 146.8
.
30.1
23.7
103.1
141.9 109.6
Maart
,,
82._
190.3
74.6
118.2
28.3
124.5 142.6
28.4
22.1
110.3
138.6
187.1
April
.
,,
80.9
190.6
73.3
120.7
26._
125.9
144.7
31.9
21.7
111.5 127.6
185.1
Mei
,,
88.9
210.2
78._
138.3
24.4
141.7
158.4
39._
25.3
124.5 137.9
201._
Juni
,,
90.4
220.9
84.
149.1
27.9
155.1
174.2
47.8 28.6
140.7
154.6
229.5
Juli
,,
91.8
219.6
88._
151._ 29.4
150.4 179.1
53.2
28.3
137.4 154.5
241.2
‘ Men zie voor de toelichting op dit overzicht liet nummer van E.-S. 13 van 15 Januari 1030, blz. 64.
Nadv1s verboden
614
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2
Augustus 1933
delijk tot uiting dooi’ de tegelijkertijd optredende
ver-
schuiving,
welke in de
vercieeling
van dat inkomen te con-
stateeren viel. Het evenwicht in de Britsche en de
Britsch-Indische budgetten – waarnaar zoo gaarne ver-
wezen wordt – werd dan ook niet hersteld dooi’ een als
automatisch gevolg van het verlaten van den gouden
standaard ruimer vloeien van reeds
bestaande
heffingen,
doch door het invoeren van bezuinigingen, het in sterke
mate verhoogen van de directe belastingen en het invoe-
ren, respectievelijk verhoogeli van invoerrechten. Er is
dan ook geen enkele reden voor de veronderstelling, dat
in Nederlandsch-Indië het verloop van zaken anders zou
zijn dan in die andere landen, welke het wezen aan den
schijn hebben opgeofferd, doch niettemin werden genood-
zaakt tot het treffen van
directe
maatregelen over te
gaan.
Integendeel zou het treffen van een monetairen maat-regel als hier bedoeld onder de thans bestaande omstan-
digheden, waarbij in het particnliere bedrijfsleven eene
krachtige aanpassing op een sterk verlaagd niveau
reeds
heeft plaatsgevonden,
de zoo juist min of meer in even-
wicht gebrachte verhoudingen opnieuw en volmaakt on-
noodig vet-storen.”
Later in het verslag nogmaals op de staatsfinan-
ciën terugkomend, schrijft de President om.:
,,Onder de huidige omstandigheden lijkt eene voorspel-ling voor het jaar 1934, ve1ks voorloopige begrooting een
totaal aan inkomsten en uitSaven van resp.
f
267,1 nl/in
en
f
390,5 mfln en dus een voorloopig tekort van
f
123,4
mfm aanwijst, voorbarig. Hoewel dit tekort door verschil-
lende, nog in bewerking zijnde, maatregelen, welke zoowel
vermeerdering dci’ inkomsten als verdere bezuiniging op
de uitgaven beoogen, nog eene vermindering zal onder-
gaan, moet worden gevreesd, dat bij het uitblijven van eene verbetering in de economische situatie ook in dat
jaar nog niet aan den reeds in 1932 gestelden gebieden-
den eisch voldaan zal kunnen worden,
,,dat de aard van de Overheidszorg en het peil van de
,,vei-schillende diensten in het algemeen duurzaam in
,,overeenstemming worden gebracht met de voor de toe-
,,komst te verwachten financiëele draagkracht en de
,,economische en sociale verhoudingen, welke in het land
,,en bij de bevolking bestaan.”
Eene krachtig voortgezette versobering blijft geboden,
Sn om cciie verdere toeneming van de blijkens onderstaan-
de cijfers in de laatste jaren snel stijgende staatsschulcl
en de daaruit voortvloeiende verdere verzwaring van de
rente- en aflossingsverplichtingen te voorkomen èn om hij een intredend herstel tot eene versterkte aflossing te
komen.”
Over de positie van De Javasche Bank
is
de Pre-
sident tevreden. Hij schrijft daarover op blz. 74 e.v.:
,,De positie van De Javasche Bank
bleef krachtig.
Tegenover eene gedeeltelijk door toename van rekening-
courant-saldi gecompenseerde vermindering van de bank-
biljettencirculatie stond eene vermindering van de bin-
nenlandsche credietverleening aan het bedrijfsleven en
van die aan het Gonvernement en eene vermeerdering
van den goudvooriaad en de beschikbare saldi in het bui-
tenland. Het dekkingspet
–
centage voor de obligo’s van De
Javasche Bank, hetwelk
01)
26 Maart 1932 58,49 pCt.
bedroeg, was op 25 Maart 1933 tot 65,50 pCt. gestegen.
In liet vorig verslag werd reeds melding gemaakt van
de tnsschen de Regeering van Nederlandsch-Indië en De
Javasche Bank gesloten overeenkomst, waarbij Eerstge-
noemde van laatstgenoemde een bedrag van £ 2.500.000.-/-
op termijn kocht, teneinde daarmede een gedeelte van de
door Haar aangegane in sterling luidende leeningen 1921 C
en 1923 B vervroegd af te lossen. Aangezien het, gegeven
de bestaande geldmarktverhoudingen in Nederland en de
noodzaak tot het in de eerste plaats bestemmen van moge-
lijke leeningprovenuën voor dekking van begrootingstekor-
ten, te verwachten was, dat voorloopig geene gelegenheid
zou bestaan tot het aangaan eener conversieleening, met
velker opbrengst de door de Regeering gekochte ponden
bij de Bank zouden kunnen worden opgenomen, moest de
verwachting worden gekoesterd, dat de Nederlandsch-
Indische Regeering nog geruinien tijd eene rente van resp.
5 pOt. en 6 pCt. op bedoelde leeningen zou moeten blijven
betalen, terwijl anderzijds, als gevolg van de geldruimte
in Groot-Brittannië, het voor de aflossing dier lceningen
gereserveet-de sterlingbezit slechts cciie geringe rente zou
opbrengen. Met eene zoo vroeg mogelijke aflossing van
bedoelde sterlingleeningen zouden derhalve zoowel de Re-
geering van Nederlandsch-Ïndië als i)e Javasche Bank
gebaat zijn. Teneinde dit doel te bereiken werd op 28
i)ecember 1932 tusschen De Javasche Bank en de Re-
geering van Nederlaudsch-Indië met betrekking tot de af-
wikkeling van de reeds op 16 Januari 1932 aangegane
transactie eene nadere overeenkomst gesloten, waarbij De
Javasche Bank zich bereid verklaarde aan de Regeering
voor de betaling van het aan Laatstgenoemde verkochte
sterlingbezit een tijdelijk crediet te verleenen op onder-
pand van Nederlandsch schatkistpapier. Deze nadere
overeenkomst is, wat haren duur betreft, aan juist dezelf-
de bepalingen gebonden als in de oorspronkelijke over-
eenkomst van 16 Januari 1932 ten aanzien van het
aanhouden van het sterlingbezit reeds waren neergelegd,
zoodat door deze nadere regeling de toekomstige liquidi-
teitspositie van ])e Javasche Bank geenerlei wijziging
heeft ondergaan.”
Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterda.m
0
31 Juli 1933 voor
telegrafische
uitbetaling op:
Gulden per
Pari
Koers
Europa.
%
Londen *)
£
12.10
8
8.
2
6*
2
Berlijn
*)
100
Mark
59.26
59.13*
4
Parijs *)
100 Franc
9.747
9.70k
2
100 Belga
34.59
34.57k
*
100 Franc
–
6.93
100
,,
48.-
47.95
2
100 Kronen
–
7.35
3
1
00 Schilling
35.-
27.85
5
100 Pengö
43.51
43.75
4
…………..
…………..
100 Lei
1.4880
1.50
7
Brussel
)
………..
100 Leva
1.79
7
1.80
8*
Luxemburg
………
100 Dinar
4.379 3.40
*
Boedapest
………..
Turksch
£
10.93
1.17*
Boekarest
………..
Sofia
……………
100 Drachme
3.23
1.41
7
Zürich
)………….
Praag ……………
Belgrado ………….
100 Lira
13.09
13.07
4
Weenen
)
…………
Athene
………….
Milaan
………….
100 Peseta
48.-
20.72*
6
Escudo
2
.68*
0.
7
*
6
Istanbul …………
Kopenhagen *)
100 Kronen
66.67
36.90
3
100
66.67
41.60
*
Oslo
)…………..
100
66.67
42.70
3
Stockholm
)
……..
100 IJsi. Kr.
66.67 37.30
6
Madrid
………….
Reickjavick
…….
Zloty
27.91
27.75
6
Lissabon …………
……..
Warschau
………100
Kovno (Litauen)
•
100 Lita
24.88
24.40
7
Riga (Letland)
100 Lat
48.-
37.90
5*
-6
Reval (Estland)..
100 Esti. Kr.
66.67
36.50
51
Finnmrk.
6.26*
3.64
IFlelsingfors
……..100
Moskou
…… . ….
Tjerivonets
12.80 12.80
(10 Roebel)
.
100 Gulden
48.42
48.20
3
Danzig
…………
ni
A
erika.
New-York
*
$
2.4878
1.
7
9* 2*
Canad.
$
2.4878
1.70
Mcx. Dollar
1.24
0.49
Montreal
……….
Buenos Aires ……
Peso (papier)
1.0568′
0.65
La Paz (Bolivia)
3)
Boliviano
0.9080
–
Rio de Janeiro
Milreis (pap.)
0.8075
2
0.19
Peso (papier)
0.30 0.15
6-7
Valparaiso ………
Bogota (Columbia)
3)
Peso
2.42
0.95
Mexico
…………
Quito (Ecuador)
Sucre
0.49
8
0.48
..
0.69
7
0.38*
Montevideo (1.Jrug.)
Peso
2.5725
0.90
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.36
Lima (Peru)
…….Sol
Gulden
1.-
1.00*
San
José (C. Rica)
Colon
–
–
Quetzal
2
.48*
1.791
Paramaribo
……..
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.00
Managua (Nicar.)
3)
Cordoba
2
.48*
–
Guatemala ……….
San Salvador
8)
Colon
1.2440
0.60
Azië.
Calcutta ……….
Rupee
0.91
0.62
3
Batavia
……….
Gulden I.G.
100
1.00
s
Yen
1.24
0.52
3.65
Dollar
–
Shanghai
………
Dollar
–
Singapore
……….
Straits Doli.
1.4125
0.96
Manilla
………..
1?hil. Peso
1.24
1.021
Teheran
4)
(Perzië)
Pahlavi
.. ..
–
10.-
Kobe
…………..
Hongkong ………
Baht
–
0.80
Afrika. Kaapstad
£
12
.10*
8.23
4
Bangkok ………..
Alexandrië ……..
Egypt.
£
12.42
8.47
Australië.
Melbourne, Sidney
.
en Brisbane
£
1
2.10*
6.60
Nieuw Zeeland
£
1
2.10*
1
6.64
L)
Goudpeso.
2)
Milreis Goud.
)
Not,
te A’dam.
0v.
not.
part.
opa.
3)
Zichtkoers.
4)
Munteenhejd
=
Rial(= een Kran.)
2 Augustus 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
615
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
BANKDIS CONTO’S.
sc. Wissels.
34
29Jstli’33
N d
Lissabon
•…
64
Apr.’32
‘Binn.E
ff
.
1
21
4
29Ji.zli’33
Londen ……
2
3OJl2ni’32
lIk
Vrsch.inR.C.4
29Jnli’33
Madrid ……
.
26Oct.’32
Athene ……….
9
3 Dec.’32
N..YorkF.R.B.
2425 Mei’33
Batavia ……….
44lOMrt.’30
Oslo
……..
3422 Mei’33
Belgrado
……..
74
20Juli
’31
Parijs
……
24
9Oct.’31
Berlijn
……….
4
22Sept.’32
Praag
……
3425Jan.’33
Boekarest……..
7
3 Mrt. ’32
Pretoria
….
3415
Mei ’33
J3russel ……….
3413
Jan.’32
Rome……..
4
9Jan.’33
Budapest ……..
44
17Oct.’32
Stockholm
..
3
1Juni’33
Calcutta
……..
34
16Feb.’33
Tokio
.
…
3.65
2 Juli’33
Dantzig
……..
4
12Juli’32
Weenen……
5
23Mrt.’33
lielsingfors ……
54
2 Juni’33
Warschau….
6
20 Oct.
’32
Kopenhagén.
….
3
1 Juni
’33
Zwits. Nat. Bk. 2
22Jan.’31
WISSELKOERSEN.
OPEN MARKT.
1933 1932 1914
.
29
Ju
241
2
9
17/22
10/15
25/30
H
1~
931
1
2
01
24
Juli
Juli
Juli
Juli
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
2
3
18
2
3
18-3
1
18
3
1
18_
7
11e
3
1
12.4
1
18
11e9116
1
7
/s-2
311_3
e
Prolong.
–
1
1
14.2
1
14
211
4
_11
2
231
4
311
2
1
2-
1
1
2
1
14_
3
14
Londen
Dageld.
. .
’14
–
1
1
1..1
141
‘J
–
1
2
1
143314
13142
Partic.disc.
7
1,
6
7
1,
6
7126_h12
’12
–
i16
1
1
11e1e
/ie
–
4
/s
4
1
14_
3
I4
Berlijn
Daggeld…
–
4114_5315
4I8-514
4.511
4
5117
–
–
MaandeId
–
4
1
12-6
4
1
12-6
4I2-6
5-612
– –
Part, disc.
–
371
371
8
371
4
4112
–
2119-11,
Warenw.
. .
–
4.112
4
–
12
4I2
5.
1
12
–
–
Nen, York
DageId
1)
1 1
1 1
211
4
111
2
314
I
3
/42
1
!,
Partic.disc.
31
4
51
5
_21
4
314
18
–
14
/8
1
1)
Koers van 28 Juli en daaraan voorafgaande weken tjm. Vrijdag.
KOERSEN IN NEDERLAND.
D ta
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Bal avia
York”)
“)
‘.1
‘)
,)
1)
25
Juli
1933 1.77%
8.29
‘ö’
04
34.
5
8
‘
“
9934
26
1933 1.79%
8.2771
s
59.07
9.70 34.58
99%
27
1933
1.81%
8.24% 59.16
9.714 34.624
99%
28
1933
1.84%
8.25j
59.224
9.71
34.60
100
29
1933 1.84
8.26%
59.17
9.704
34.58
100
31
1933
1.77%
8.26%
59.134
9.704
34.574
100
Laagste d.w’)
1.76
8.24
59.-
9.694
34.55
99
Hoogste d.w
1)
1.90
8.31
59.224 9.714
34.63
100
Muntpariteit
2.4878
12.1070
59.263
9.747
34.592
100
Data
snd
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
25 Juli
1933
47.92%
–
7.34
1.50
13.074
20.75
26
,,
1933
47.92%
–
7.34
1.50
13.07
20.724
27
,,
1933
48.03
–
7.35
1.50
13.09
20.724
28
,,
1933
47.98
–
7.35
1.50
13.09
20.70
29
1933
47.95
–
7.35 1.50
31
1933
47.95
–
7.35 1.50
13.07
20.724
Laagste d.w’)
47.90
–
7.30
1.45
13.05
20.60
Hoogste d.wl)
48.05
28.25
7.40
1.55
13.15
20.85
Nluntpariteit
1 48.12%
35.007
1
7.3711.488
13.094 48.52
Data
Stock-
KoPen_j
Oslo”)
kleI-
Buenos-
Mon-
holm
t)
hagen”)
for!’)
1
Aires
1)
treal
1)
25 Juli
1933
42.80
37.10
41.70
3.65
65
1.70
26
1933
42.80 37.10
41.70
3.65
65
1.68
27
1933
42.65
36.90 41.55
3.65
65
1.68
28
1933
42.70
36.95
41.60
3.65
65
1.73
29
1933
42.70 36.95 41.60
3.65
65
1.70
31
1933
42.70
36.90
41.60
3.65
65
1.70
Laagste d.w’)
42.40
36.70
41.40
3.60
–
1.65
Hoogste d.w’)
42.90
37.10 41.70
3.70
65
1.75
Muntpariteit
66.671 66.671 66.671
6.266
95%
2.4878
*) Noteering te Amsterdam.
**)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In ‘t late of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK; (Cable).
Data
Londen
($ per £)
Parijs
1
(S p. IOOfr.)
Berlijn
(8
p. 100 Mk.)
1
Amsterdam
(5 p. 100 gld,)
25 Juli
1933
4,66% 5,45%
33,25 56,28
26
,,
1933
4,63
‘
5,22;1
8
33,15
56, 27
,,
1933
4,51%
5,32
32,40 54,80
28
,,
1933
4,5114
5,31
32,40 54,60
29
,,
1933
4,51%
5,30%
32,27% 54,70
31
,,
1933
4,48 5,28
32,10 54,40
1 Aug.
1932
3,51k
3,91111
16
23,75 40,25
Muntpariteit..
4,86
3,9051
23.81%
408,
KOEHSE0 TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
15
Juli 1
1933
1
22
Juli
1933
1
24129
Juli
1933
1
Laagste
l
Hoogstel
1
29
Juli
1933
Alexandrië,,. Piast. p. £
97%
97%
97
2
/8
9718
97%
Athene
….
Dr. p., 5871
12
585
575
600
587t,
Bangkok….
Sh.p.tical
‘/’0H
1/10
1/10k
‘/
10
r’6
‘/
10
T
Budapest
..
Pen. p. P.
19%
19%
18%
20%
19%
Buenos Aires
d. p.$
42 42
41%
42%
42
Calcutta
. . . . Sh. p. rup.
116
5
1
54
1165164
116
1
1,6
116
3
1
116
5
1
4
Constantin..
Piast. p. £
690 690 690 695
695
Hongkong
. .
Sh. p.
$
1/5%
114111
16
11434
1/5%
1/5
1
/1
6
Sh. p. yen
1/3
1
/
32
1/2
1
5/
ø
1
1
2%
1
1
3
12
71
a
Lissabon….
Escu.p.
110 110
109% 110%
110
Mexico
….
$
per £
16.86
16.86
16.17 16.86 16.17
Montevideo
.
d.perC
34
34
33
35
34%
Montreal
..
$
per £
5.00
4.91
4.65
4.94%
4.84
Kobe
…….
Rio d. Janeiro
d. per Mil.
4
4ii
4
4%
4%
Shanghai
. .
Sh. p. tael
1/3si
1/271
a
1127I
114
l/3ui
Singapore
. .
id. p.
$
213’11,
2/4
1
1
16
213
12
1
1
2/481
214
1
1
64
Valparaiso
1)
$
per £
– –
–
–
–
Warschau
..
Zl. p. £
29%
30
29%
30
29%
1)91)
ag.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
5)
Londen’)
N.Vork
2
)
Londen
25 Juli
1933..
18ij,
37%
25 Juli
1933….
12316
26
,,
1933,.
1771
36
26
,,
1933,…
12319%
27
,,
1933..
1811
16
3711
,
27
,,
1933….
12416
28
,,
1933..
18s1,
36%
28
,,
1933….
12413
29
,,
1933..
18
–
29
,,
1933….
12318 31
,,
1933..
17151,
6
3551
31
,,
1933….
1241-
1 Aug.
1932..
–
2671
8
1 Aug. 1932….
–
27 Juli
1914..
24111,
6
59
27
Juli
1914….
84/10%
1) in pence p. oz.stand.
2)
Foreign silver in $c. p. oz, line.
3)
in sh. p.oz.fine
STAND VAN
‘5
RIJKS KAS
0
rO e ringen.
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche
Bank…….. ….. . ….
/
7.047.939,64
f
12.332.824,52
Saldo b. d. Bank voor Ned, Gemeenten
,,
226.548,49
,,
209.376,92
Voorschotten op ultimo Juni 1933
aan
de gem. verst. op v. haard. de Rijks-
•adm, te heffen gem. ink. bel, en opc.
op de Rijksink. bel
…………….
..
1.629.664,04
1.629.664,04
Voorschotten op ultimo Juni 1933 a. d.
gem. verstrekt op aan haar uit te
keerenhoofds.derpers.bel., aand. in
de hoofds, der grondbel. endergem.
….
.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
,,
413.860.24
,,
413.860,24
Voorschotten aan Ned,-lndië
………
189.925.956,02
,,184.435.769,45
Id. aan
Suriname …………. . …….
11.754.470,10
11.828.460,10
Id.
aan
Curaçao
………………….
5.983.012,87
,,
6.098.111,81
Kasvord. weg. credietverst. a/h. buitenl.
,,
102.443.127,67
,,
102.471.481,40
…..
Saldo der poslrek. v. Rijkscomptabelen
,,
..
22.873.781,41
.,
34.775.897,53
…..
Vord. op andere Staatsbedrijven
1).,..,,
14.729.575,45
,,
14.579.575,45
Verstr, t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)……
43.779.065,29
,.
43.788.065,29
V er p Ii c h t i n ge n.
Voorschot door De Ned.
Bank ing.
art. 16 van haar, octrooi
verstrekt
–
–
Voorschot
door
De
Ned.
Bank in
rekg.-crt.
verstrekt ……………..
– –
f330.387.000,-
125.280.000,-
,,
131.780.000,-
– –
Schatkistbiljetten in Omloop
…..
…../330.412.000,-
Schstkistpromessen in omloop………
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioeni.’)
,,
….
1.506.801,50
1.135.053,01
,,
1.501.357,50
,,
110.353,15
Daggeldleeningen …………………….
Zilverbons in omloop ……………….
Id. aan het Staatsbedr/jfd.P.,T.enT.l)
,,
83.461.108,83
,,
96.359.943,31
Id. aan andere Staatsbedrijven’) …………
18.579,58
,,
18.579,58
Id. aan diverse instellingen’) ……….
91.808.371,74
,,
92.837.886,58
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
Voraeringen:
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas
– –
– –
Saldo Javasche Bang
……..
.
……..
–
–
Verplichtingen:
Voorschot ‘s Rijks kas e. a. Rijksinstell
f184.436.000,
–
f184.704.000,
–
waaronder Muntbiljetten …….. ………
Schatkistpromessen ………………
1.000.000,-
,,
1.000.000,-
Schatkistbiljetten
………………
……
,,
19.700.000,-
Muntbiljetten in Omloop ………….
…..
1.399.000,-
,,
1.399.000,-
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.,,
..
19
..700.000,-
4396.000,-
,,
4.396.000,-
3dem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.,
…916.000,-
,,
778.000,-
Voorschot van de Javasche Bank…….
1.172.000,-
,,
241.000,-
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
,,rdu-
latie
1
Andere
/
opeischb.
schulden
Discont.
Div.
reke
ntngen’)
24 Juni
1933..
707
2
)
1.073
567
1
730
1
2.238
17
,,
1933.
.1
707
2
)
1.081
486
731
2.250
10
,,
1933..
7062)
1.163
459
728
2.255
3
,,
1933..
704
2
)
1.322 448 722
2.275
27 Mei
1933..
.7262)
1.112 479 728
2.250
5 Juli
1914..
645
1.100
560
735
396
Sluitp. der activa.
2)
I3enevens
/
152.000 buitenslands.
616
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Augustus 1933
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 31 Juli 1933.
Activa.
Binneul. Wis- Hfdbk.
f
39.064.052,71
sels, Prom.,
1
Bijbnk.
,,
2.601.091,98
enz.in
disc.I Ag.sch.
,,
4.725.912,10
f
47.291.056,79
Papier o. h. Buiteni. in disconto ……
Idem eigen portef.
f
21.538.217,-
Af: Verkochtmaar voor
de bk.nognietafgel. «
–
21.538.217,-
BeleeningenHfdbk.
f
69.032.560,741)
mci. vrsch., Bijbnk.
,,
6.426.891,05
in rek.-crt.
op o.nderp Ag.sch. ,, 42.142.140,01
f
117.601.591,80
Op Effecten
……f
116.413.280,89
1
)
OpGoederenen Spec. ,,
1.188.310,91 117.601 .591,80′)
Voorschotten a. 1,. Rijk …………….
–
Munt, Goud
……f
111.856.895,-
Muntmat., Goud •.
662.141.953,30
f
773.998.848,30
Munt, Zilver,
enz.
23.078.791,46
Muutmat., Zilver.
.
–
797.077.639,762
Belegging
1/5
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………,,
21.515.244,18
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,-
Diverse
rekeningen ………………,,
21.401.816,80
Staat d. Nederl. (Wetv. 27j5(32, S. No. 221) ,,
18.331.195,17
f
1.049.756.761,50
Pasiva.
Kapitaal ………………… ………
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………. . …….
,,
3.749.272,82
Bijzondere
reserve
………………,,
5.000.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
8.789.264,84
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
937.894.150,-
Bankassignatiën in omloop
……….,,
157.859,32
Rek..Cour.
Het Rijk
f
5.268.108,38
saldo’s:
Anderen,,67.649.538,08
72.917.646,46
Diverse
rekeningen ……………….,
1.248.568,06
f
1.049.756.761,50
Beschikbaar metaalsaldo …………
f
392.208.208,74
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 980.520.522,-
Waarvan aan Nederlandsch-Indië (Wet van 15 Maart
1933,
Staatsblad No.
95) ……..f 40.933.821,10
Waarvan in het buitenland ……………………. ..
3.020.302,58e
Vooinaaniste posten in duizenden guldens.
1
Goud
1
1
A,,dere
Beschikb.
Dek-
Data
1
-ICirculaticl
opeischb.I
Metaal-
Iklngs
1
Munt _Muntmaf.I
schuldenl
saldo’)
1
Parc’
31
Juli
‘331111857F
662.142
937.8941
73.076
392.208
79
24
,,
‘3311118551
651.520
910.4681
89.852
387.438
1
79
25
Juli’
14
1
65.7031
96
.
41
0
310
.
437
1
6
.
19
8
43.521
54
1
Totaal
1
Schatkist-
1
De/ee-
7-‘a,7ï
Diverse
Data
1
bedrag
1
prornessen
1
ningen
het
reke-
Idisconto’slrechlstreeksl
blenl.
ningen’)
31 Juli
19331
47.291
–
117.602
21.538 21.402
24
,,
19331
48.826
–
115.662
23.777
18.880
25 Juli
19141
67.947
1
–
61.686
20.188
509
‘) Sedert den bankstaat van
4
Jan.
1929
op de basis van
21
metaal-
-dekking. 2, Onder de activa.
JAVASCHE BANK.
Andere
Seschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo
29Juli ‘332)
142.910
197.360
28.200
52.686
22
,,
1331)
143.020
198.490
28.560 52.200
24juni1933
104.003
1
43.990
196.720
34.852 55.365
17,,
1933
104.500
1
43.815
202.571
32.252
54.387
25
Juli19141
22.057
31.907
110.172
12.634
4.842
Wissels.
.
1
Diverse
1
Dek-
Data
buiten
Dis-
Belee-
1
re
ke-
1
kings
N.-Ind.
conto’s
ning en
ningen
1
percen-
betaalb.
Ing,’
20 Juli’33
2
)
4.280
65’040
25.570
03
22
,,
‘332)
4.720
6700.
24.210
63
24juni1933
5.507
36.130
64
9.18335.1
17
,,
1933
5.903 9.221
i
35.902
35.381
63
25 Juli1914
6.395
7.259
75.541
2.228
44
‘)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers
telegrafisch ontvangen.
BANK VAN ENGELAND.
1
Bankbilf.
1
OtherSecnrit,es
Data
Metaal
1
in
un
Bankingl
Discand
Secarities
1
circulatie
Departm.
1
Advances
26 Juli
1933
1191.380
1
377.220
72.834 11.243
1
12.420
11)
,,
1933
1190.981
1377.374
72.321
1].246
1
14.063
22 Juli
1914
40.164
29.317
33.633
00v.
Public
OtherDeposits
Dek- Bankers
Other
1
Data
Sec.
Depos.
_Reserve
kings-
__
Accounts
perc.
5)
26 Juli ’33
90.596
14.136
98.5:1.1
57.659
1
74.1601
43,5
19
,,
’33
89.591
19.052
94.159
57.205
42
.1
85
1
73.6061
43,1
22 Juli ’14
11.005 14.736
2
9.
2
971
52
v enuuuiiig tusscnen neserve en ieposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Data
Goud Zilver
1
in
het
Wis-
Waarv.I
op hel
Belee-1
Renteloos
vrschot
buitenl.
sels
bilileall
ningen
v.d. Staaf
21Juli’33
81.729
938
2.573
1
4.369
1.4031
2.684 3.200
13
,,
’33
81.549
947
2.575
1
4.468
1.4031
2.690 3.200
23 Juli’14
4.104
640
–
1.541
8
769
–
Sons
v.
d)
1
1
Diver-
.1
1
Rekg.Couranl
1
Data
zetfsl.
sen
__
c___________
irculatie
1
LlJst.
1
Purti-
amort. k.
1
Staal
Iuniort.k.I
culiere,,
21 Juli 1331
6.468
1
2.262
82.254
1
622
1
2.012 119.219
13
,,
‘331
6.468
1
2.254 83.216
575
1
2.004′
l
18.122
23 Juli ’14j
–
–
5.912
j
401
–
943
.3 oivapusi activa.
DUITSCHE RIJKSBANK. Daarvan
Devieze,,
Andere
Data
Goud
bij bui-
als
goud-
wissels
Belee-
tent.
circ.
dekking
en
ningen
geldende
cheques
23 Juli
1933
,
200,7 27,7 84,0
2.968,6
59,6 15′
,,
1933
200,6
17,6
80,3
‘
3.068,4
70,6
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
1
Diverse
Circa-
Rekg.- Diverse
ten
Activa
2
)
latie
Crt.
Passiva
23 Juli
1933
1
319,8
1
1
3.261,2
1
395,8
179,8
15
,,
1933
1
320,0
1
461,8
1
3.338,4
1
357,5
180,8
30 Juli
1914
330,8
1
200,4
1.890,9
1
40,0
9 unbelast. ‘) W.O. I’fentenbankscheine
23, 15Juli 1933,
resp.
28,23 will.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Goud
Data
Rekg.
Crt.
1933
i3
co
27 Juli
2.691
64
748
57
355
40
3.603
45
298
18
,,
2
1
63
741
61
355
40
3.614
41
283
FEDERÂL RESERVE BANKS.
Goadvoorraad
Wissels
Data
Other
!ash”
2)
Totaal
1
Dekkin
1
j,(her-
1
disc. v. d.
1
in
de
open
bedrag
F.
Notes
meniber
I
markt
banks
1
gekocht
12Juli’33
3.545,8
1
2.829,2
278,1 167,9
1
13,2
5’33
3.549,1
12.811,7
255,5
181,81
23,1
Belegd
1
F. R. Notes
1
I
Gestort
1
Uoud-
1
Dek-
1
Alge,,,.
1
Dek-
Data
in
U.
.
Gov.Sec.
1_
incirca-1
Deo
_
. __.
Kapitaall
kings-
1
kings-
_________
latie
1
1
perc.’)
1
perc.
2
)
12 juli ’33’
2.007,2
1
3.067,1 12.581,8
146,4
1
63,4
1
68,4
‘331
1.995,3
1
3.115,3
2.450,7
146,8
1
63,7
1
68,4
-, v er,,uuu,u r, LULaLCU ruuuvuurraau LC5CIIOVCL’ upeiaciivara
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
2) ,.Other Cash” does not include Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
FAI1TICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
F’ED. flES. STELSEL
Dis-
1
1
.Ipeservel
Totaal
1
Waarvan
Data Aantal
conto’s
Beleg-
bij
de
1
depo-
1
time
banken
1
__
en
beleen.
tgingen
F. R.
1
banks
1
sito’s
1
deposits
5Juli
‘I
31
8.530
1
8.156
1.601
1
15.738
1
4.492
28Juni’331
26
8.452
1
8.213
1.697
1
15.780
1
4.406
De posten van De Ned. bank, de Javascite dank en de Uank oS Eng-
land zIjn in duizenden, alle overige posten in millioenen van de be-
treffende valuta.
2 Augustus 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
617
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
1 Augustus 1933
Verschillende beperkende bepalingen zijn in de afge-
loopen week van kracht geweest aan cle termijnmarkt te
Chicago, nadat 01) 24 Juli deze markt weder geopend
werd. Volgens de laatste voorschriften is voor de dage-
lijksche prijsschoiiimeli ngen een limite vastgesteld, welke
voor t a r w e 5 dollarcents per bushel bedraagt, vergeleken
bij het slot van den vorigen dag. Deze limite geldt zoo
wel voor schommelingen naar boven als naar beneden.
in het beginder week stegen de koersen te Chicago onder
den invloed van slechte oogstbe richten en hernieuwde
speculatieve aankoopen, doch later zakte de markt in en
bereikte de verlaging twee maal de limite van 5 dollar-
cents per dag. Het slot w’as onveranderd tegen 24 Juli en 20 Juli, toen de groote verlaging intrad en de beurs
gesloten werd. De oogstberichten uit de Ver. Staten
blijven slecht en in verschillende gedeelten ivan het zomer-
tarwegebiecl wordt de toestand door droogte steeds slech-
ter, zooclat het te betwijfelen valt of de opbrengst den
omvang der reeds lage schattingen van den laatsten tijd zal bereiken. De resultaten bij het dorschen van winter-
tarwe zijn teleurstellend. Ook in Canada zijn de vooruit-
zichten verre van gunstig en men hoort meer van ver-
deren achteruitgang door. droogte en hitte dan van ver-
betering. En sommige streken is men reeds begonnen niet hot snijden van tarwe, welke vroeg rijp is. De schattingen
van de opbrengst zijn verlaagd en zullen belangrijk be-
treden het gemiddelde blijven. Ook wordt schade gemeld tengevolge van insecten. En het Noordcn der Prairic-pro-
vincies is de toestand beter dan in het Zuiden. Particu-
liere schattingen spreken van een opbrengst in geheel
Canada van 250 millioen bushels tegen een opbrengst in
het vorige jaar van 428.500.000 bnshels. Onder den invloed
van de slechte oogstberichten zijn de koersen aan de ter-
niijninarkt te Winnipeg in de eerste helft der week ge-
stegen, doeh later trad weder cciie verlaging in tenge-
volge van de verlaging te Chicago en omdat Europeesche
importeurs niet geneigd waren de verhoogde prijzen te
betalen. Het slot te Winnipeg was nog 2% dollarcents
per 60 lbs. hooger clan een week geleden. Ook cle Argen-tijusche markten zijn in dc. eerste helft der week gestegen doch hebben later dc verhoogiiig weder verloren.. Het slot
te Buenos Aires was 2 cantavos, te Rosario 1 centavos
hooger din een week geleden. Dc vraag voor buitenland-
sclre tarwe, welke in cle voorafgaande week reden tot
tevieclenheid gaf, was iii ‘de afgeloopen week slechts matig
en cle prijzen voor dc voornaamste sooitcn daalden. Dit
was ook het geval voor Anstralische tarwe, waarvoor de
kooplust gering was. Er komt hoe langer hoe meer aan-
bod van Europeesche tarwe tot in den loop der week aan-
itierkelijk verlaagde prijn, naarmate de resultaten iii
verschillende landen goed blijken te zijn en groote oogsten
worden verwacht. lt’ransche en Duitsche tarwe worden in
oniringende landen d ringencl aa irgeboclen. Ook Russische
tarwe wordt aangeboden en vei-scheiclen nitvoerlanclen in Oost-En ropa zullen over een overschot besch i leken voor
uitvoer. Behalve in Spanje en iii Scancjpavië, worclt bijna
overal in Europa een groote tarwc-opbrengst verwacht.
]-Iet Landbônwinstitunt te Rome schat cle opbrengst in
11 landen, welke samen ongeveer cle helft vat het totaal
in Europa voortbrengen, 01) 1.8 millioen ton grooter clan
in 1932 ci.i ongeveer 1.7 mnillioen ton boven het gemid-delde van 1927-’31. ‘ilussische berichten spreken van een
record-oogst, belangrijk boven liet gemiddelde. Betrouw-
bare gegevens zijn natuurlijk niet te krijgen, Rusland is
echter reeds gedurende eenigen tijd met aanbiedingen aan
de markt. De onderhandelingen tusschen uitvoerende en
invoerende landen over beperking van dIen verbouw heb-
ben iiog niet tot een resultaat geleid en zullen eind Augus-
tus hervat worden.
De steniming voor r o g ge ‘was iii navolging van clie voôr tarwe in de tweede helft der afgcloopeii week toet
vast en de prijzen vooral van Europeesche soorten sloten
lager. De vooruitzichten van de rogge-oogsten in Ecn-opa
blijven gunstig en de eerste’ monsters nieuwe logge uit
Duitschland toonden een goede kwaliteit. De opbrengst in
Europa wordt op ongeveer dezelfde grootte geschat als
in het vorige jaar.
De vraag voor in als is gedurende de geheele afgeloo-
pen week teleurstellend geweest. Het aanbod van onver-kochte Plata- en Donaumaïs uit aangekonien en spoedig
verwachte booten drukte de prijzen, welke in het begin
der week iets terugliepen eil verder gedurende verschei-
den dagen onveranderd bleven. Ook was er nog aanbod
van Platamaïs van meer of minder beschadigde kwaliteit uit vroeger aangekomen booten, dat de markt drukte. De
kwaliteit der laatst aangekomen booten was weder veei
beter en gaf geen aanleiding tot ontevredenheid. Gisteren
was liet aanbod dringend uit inmiddels aangekomen boo-
ten en moesten verkoopers bij onvoldoende vraag zoowel voor Donau als voor Platamaïs een verdere prijsverlaging
toestaan. Ook mais op aflading was door de algemeene
flauwcre stemming lager te koop. Slechts kleine zaken
iji.r daarin tot stand gekomen door de onwilligheid van
koopers om voor latere verscheping een premie te betalen.
De vooruitzichten van den maïsoogst in de Donaulandert
zijn over het algemeen gunstig en de plaulteic ontwikkelen
zich nu goed onder gunstige weersomstandigheden. De
tcrnrijnmarkten in Zuid-Amerika zijn eerst niet veel ver-
anderd, daalden in de tweede helft der week. Buenos
Aires sloot 17 centavos lager, Rosario 16 centavos lager.
De vooruitzichten van ge rs t in Roemenië zijn iecr
gunstig, zoowcl wat de hoeveelheid als de kwaliteit be
treft. De opbrengst wordt nu op 9.576.000 dluarters ge-
schat tegen 9.866.000 quarters in 1932. Inclusief de oude voorraden taxeert men het uitvoersurplus op 5 4 millioau
quarters. Roemeensche afladers zijn dringend aan de
markt met gerst ter verlading in de volgende maanden,
ook met zware natuurgewichten. De prijzen zijn in den
1001) der week verder afgebrokkeld, waardoor ook die voor
stoomende gedrukt waren. Voor Platagerst zijn de prij-
zeil vrij scherp gedaald nu de zware Donaugerst zoo sterk
co ncu r ree rt.
De stemming voor h a v e r was gedrukt en vooral Drnt-
sche en Boheemsche haver waren lager te koop. De ter-
mijnnuarkt te Buenos Aires sloot 10 centavos lager.
SUIKER.
Gedurende cle afgcloopen week verliepen de verschil-
bode suikermnarktcii meest in kalmne stemming.
Sta A
nu
e r i k a bracht hernieuwde speculatieve koop-
lust de terrnijnprijzen te 74e w-‘i’ o r k dadelijk den eer-
sten beursdag op 7 & 8 punten hooger. Joopers voor ruw-
suiker bleven echter afzijdig, pas in het midden der week
vonden weer verkoopcn plaats en i’el tot ca. 1.50 d.c. voor Cubasniker Augustus verscheping. De New-Yorksche ter-
mijnnoteeringen fluctueerden nog ietwat – mede in ver-
band met de schommelingen van den Dollar – en sloten
als volgt: Sept. 1.43, Oct. 1.46, Dec. 1.50 en Jan. 1.51,
terwijl dc laatste noteering voor Spot Centr. 3.50 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Sta-
ten bedroegen deze week 67.000 tons, dc vcrsmcltingen
53.000 tons tegen 63.700 tons verleden jaar en de voor-
raden 364.000 tons tegen 259.200 toris.
AANVOEREN in
tons
van
1000
KG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
22129 Juli
Sedert
Overeenk.
22/29 Juli
Sedert
Overeenk.
–
1932
1933
1Jan. 1933
tijdvak 1932
1933
1Jan. 1933
tijdvak 1932
21.890 807.474
870.081
1.475
16.491
7.545
823.965 877.626 241.173
298.441,
–
4.819
1.543
245.992 299.984
Tarwe
……………..
Rogge
………………
728
.
5.464
13.060 15.906
–
25
–
13.085
15.906
‘Boekweit ……………….
Mais ……………….
31478
641.421
797.837
1
4.75,0
120.489
196.477
761.910
994.314
3.08t
204.66!)
229.708
757
19.168
7.985
223.837 237.693
93.571
118.173
.
–
2.771
3.022
96.342
.121.195 4.892
141.853 160.461
2.010
177.595
217.918 319.448
378.379
Gerst
…………………
Haver
……………..1.700
2.951
48.516
61.617
–
–
50
48.516
61.667
Lijnzaad
……………
Lijnkoek
……………
330
11.854
13.873
20
4.465 9.128
16.319
23.001
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten ….
528
32.892
23.517
142
6.082 8.189
38.974
.31.706
618
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2 Augustus
1933
.
STATISTISCH OVERZICH’]
GRANEN EN ZADEN
TifiNBOUWARTIKELEN
VLEESCH
:
KOMKOM-
VROEGE
RUND-
N.”
No. 2 Canada
La Plata
Z. RussicIie
La Plata
(groene)
TOMATEN
APPELEN
(versch)
R tte da
‘
Amsterdam
loco
R’dam!A’dam
loco R’damjA’dain
1
0
R tt
da
c
m(A
?
da
loco
R’damjAdam
le soort
per 100 st.
A per KG.
Westiand
ioo
KG
iroote-
SIfl.V.
3
Kt’.
versch
per 100 KG.
per 100 K.G.
per 100 K.
.
per 2000 K.
.
perooO K.G.
per 1960 K.
.
Berkel-
broek
Rotterdam
2)
3)
4)
0
enrijs
oeram
tt
d
n.
%
11.
°Io
11.
01
0
f1.
‘°Io
•
fi.
°Io
1
°Io
1
°Io
1925
17,20
100,0
13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
–
–
1926
1590
92,4
11,7
89,9
174,25
75,3
19675
834
36050
77,9
–
–
1927
14,75
85,8
12,470
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50 78,4
– –
1928
13,47
5
78,3
13,15 100.6
226,00
97,7
228,50 96.8
36300
78,5
7,49
100,0
20,-
100,0
4,93
100,0
93,-
100,-
77,50 100,-
1929
12,25
71,2
10,87
5
83,2
204,00
88,1
Cl
179,75
76,2
419,25
906
7,79
104,0
16,
80,0
3,15 63,9
96,40
103,7
93,125
120,2 1930
1931
9,67e
56,3
6,225
47,6
136,75
1 1 1,75
474
356,00
77,0
5,24
70,0 20,
100,0
4,12
83,6
108,-
116,1
72,90
94,1
5,55
32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
157,00
404
3,62
48,3
14,50
72,5
4,951
100,4
88,-
94,6
48,-
61,9
1932
5,22
5
30,4
4,62
6
35,4
77,25 33,4
100,75
.42,7
137,00
29,6
5,71
76,2
11,50
57,5
1,69
34,3
61,-
65,6
37,50
48,4
Jan.
1931
6,52
5
37,9
4,-
30,6
84,50
36,5
8625
36,5 207,50
44,9
96,-
103,2
56,-
72,3
ebr.
,,
5,775
33,6 3,90
29,8 87,50
37,8
85,75 36,3 206,25
44,6
91,-
97,8
64,5
Maart
•
5,62
5
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
90,-
96,8
65,8
April
5,90
34,3
4,42$
33,8
112,00
48,4
117,00
496
197,75
42,8.
97,-
104,3
47,-
60,6
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0 95,75 41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
98,-
105,4
45,-
58,1
Juni
,
5,75
33,4
5,05
38,6
86,75
37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
–
–
.
101,-
108,6
41,-
52,9
Juli
5,425
31,5
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0
211,00
45,6
3,62
48,3 23,
115,0
–
5,75
116,6
95,-
102,2
49,-
63,2
Aug.
4,975
28,9
4,025
30,8
•
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
8,50 42,5 4,15
84,2
94,-
101,1
54,-
69,7
Sept.
4,775
27,8
4,27
32,7
68,00
29,4
97,00
41,1
164,25
35,5
9,
45,0
–
8,-
90,3
50,-
64,5
Oct.
5,-
29,1 4,475
34,2
68,50
29,6 94,75
40,1
160,25
34,6
17,50
87,5
75,-
80,6
49,-
63,2
Nov.
, 5,8233,9
5,476
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
72,-
77,4
48,-
61,9
Dec.
4,92528,6
4,95
37,9
69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
70,-
75,3
43,-
55,5
Jan.
1932
5,05
29,4
5,07
38,8
71,25
30,8
114,00
.
48,3
142,50
30,8
70,-
75,3
40,-
51,6
Pebr.
•
5,30
.30,8
5,07$
38,8
74,00
32,0
108,58
46,0
142,25
30,8
————————–
68,-
73,1
34,-
43,9
Maart
,,
5,525
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
—-
—————————-
————————-
—
67,-
72,0
32,-
41,3
April
,,
5,65
32,7
6,22
5
47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
—
63,-
67,7
28,-
36,1
Mei
,,
5,60
32,6
5,30-
48,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
67,7
26,-
33,5
Juni
,,
5,22
5
30,4 4,15
31,7
80,75 34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
–
——-
–
–
–
—
–
—
–
67,-
72,0
34,-
43,9
)uli
,
4,90
28,5
4,-
30,6
78,75 34,0
100,25
42,5
129,75
28,1 5,71
76,2
15,50
——-
–
–
–
–
—
—
–
——-
–
–
–
–
—
—
–
77,5
2,07
42,0
68,8 35,50
45,8
Aug .,,
5,20
30,2
4,075
31,2
77,50
33,5
98,25
41,6
133,00
28,8
8,
–
–
—
—
—
–
–
–
—
—
–
—
—
–
–
–
—
–
–
—
–
—
–
40,0
1,31
26,6
62,-
66,7
40,50
52,2
Sept
5,475
31,8 4,20
32,1
78,50
33,9
88,50
37,5
150,75
32,6 5,50
27,5
55,-
59,1
42,50
54,8
Oct .,,
5,25 30,5 3,92
5
30,0 74,50
32,2 79,50
33,7
138,25
29,9
•
17,
85,0
51,-
54,8
44,-
56,8
Nov.
.
4,90 28,5
3,90
29,8 71,25
30,8
79,00 33,5
135,25
29,2
—
—
—
—
–
–
—-
–
53,-
57,0
46,-
59,3
Dec
.
4,72
0
27,5 3,80
29,1
66,25
28,6 75,25
31,9
135,00
29,2
—
—
—
—
—
–
—
–
53,–
57,0
46,-
59,3
Jan.
1933
4,95
28,8
3,75
28,7
73,00
31,5
75,25
31,9
136,50
29,5
—
—
—
—
–
–
—-
–
—
—
—
—
–
–
—-
–
—
—
—
–
–
—-
–
50,50
54,3
44,75
57,7
lebr.
.,,
4,775
27,8 3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7 130,25
28,2
–
–
—
—
—
—
–
—
–
–
–
—
—
—
–
–
–
–
—
–
49,25
53,0
45,-
58,1
Maart
,,
5,05
29,4
3,82
5
29,3
73,50
31,7 76,25 32,3
130,50
28,2
46,50 50,0
46,-
59,3
April
,,
5,15
29,9 3,75 28,7
72,75
31,4
71,25 30,2
129,50
28,0
49,50 53,2 48,25
62,3
Mei
5,40
31,4
3,775
28,9 70,50
30,5
73,25 31,0
148,75
31,7
—
–
–
—-
–
–
–
–
—
–
–
–
—
–
–
—-
–
–
–
–
–
–
–
—
52,25 56,2
49,-
63,2
Juni•
•
5,25
30,5
3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3
—-
—
–
–
–
–
–
–
—
–
–
–
51,25
55,1
48,-
61,9
3 Juli
•
5,65
32,7
3,70
28,3 64,50
27,9
79,00 33,5
182,00
39,4
5,65
75,4
17,70
—-
—
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
—-
—
–
–
——-
–
–
–
88,5
0,75
15,2
50,-
6
53,8
47,50e)
61,3
10
5,70
33,1
3,80
29,1
64,50
27,9
80,00 33,9
175,00
37,8
6,05
80,8
16,
—-
—
–
—
——
–
–
–
–
–
—
—
–
—
——
–
–
–
80,0
0,90
18,3
50,-7
53,8
48,_7)
61,9
17
6,35
36,9
4,-
30,6 64,50
27,9
80,00 33,9
178,00
38,5
4,28
57,1
11,54
–
–
—
—
–
—
——
–
–
–
57,7
0,82
16.6
50,-1
53,8
48,_8)
61,9
24
5,60
32,6
4,-
30,6 65,00
28,1
78,00
33,1
173,00
37,4
5,43
72,5
10,43
52,2
0,80
16,2
48,-
51,6
49,_9)
53,2
31
,,
•
5,80
33,7
3,70
28,3
63,00
27,2
73,50
31,1
173,00
37,4
6,43
85,8
12,08
60,4
0,89
18,1
48,-°
51,6
49,50
1
e)
63,9
1)
Men zie voor
de toelichting
op
dezen
staat
de nos.
van8,
15
Aug. 1928,
25 Febr.
1931
en 15
Febr.
1933.
2)
Tot
Jan.
1931
Hard
Winter
No.2.
van Jan.
1931 to
vanaf 26 Mei
het betreffende
1930 tot
jaar.
23 Mei
6)
1
1932 74 K.G.
Juli.
7)
8 Juli.
8)
15
Zuid-Russische.
Juli.
0)
22
juli.
10)
4
)TotJan.
29 Juli.
11)
7 Juli.
1928Malting;
12) 14
van
Jan.
Juli.
13)
1928
21 Juli.
tot 9 Febr.
14)
28 Juli.
1931
American
No.
2, van
9 Febr.
1931
tot 23 Mei
193
MINERALEN TEXTIELGOEDEREN DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalsche/
PETROLEUM BENZINE
KATOEN
.
WOL
WOL gekamde
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
C’ide
Gulf exp
gekamde
Au•stralish.
Australische,
HUIDEN
SALPETER
Middling
locoprijzen
F.0. F.
Sakella-
-_________
0. F.
No.
1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
tim 33.9°
64/66°
$cts. per
ering.
”
,
CrossbredColo-
nial Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
100
KG.
R
dam/A’dam
i000
K.G.
per s.g.
per barre
U.S.
gallon
New-York
rides
iomra
Liverpool
oco
Ib
or
per
.
50’a Av. loco
57-61 pnd.
netto per Ib.
Liverpool
Bradford per Ib.
f1.
0J
$
0
/s
$cta.
%
$ cts.
0,
pence
Of
pence
0
1
pence
0
10
pence
0/
11.
01
6.
0
10
1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89 112,5
13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55,5
6,30
67,4
47,25
85,9
24,75 83,9 28,46
82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8
48,50
88,2 26,50
89,8 40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98 67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59 70,5
39,-
70,9 25,25
85,6 32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77 59,0
13,55
58,3
12,-.
41,0
3,92
41,9
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60 37,0 7,33
25,0
3,08
33,0
21,50
39,1
12,00
40,7 18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2 4,50
30,3
6,45 27,7
5,21
17,8
3.11
33,3
16,00
29,1
8,50 28,8
11,15
32,1
6,15
51,3
Jan.
1931
10,30
95,4
0.85
50,6
6,08
40,9
10,30
44,3
8,31
28,4
3,09
33,1
21,25 38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
Febr.,,
10,30
95,4 0.85
50,6
6,14
41,3
10,95
47,1
9,58
32,7
3,55
38,0
21,75 39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21 85,1
Maart
,,
10,30
95,4
0.66
39,3
6,07
40,9
10,90
46,9
9,70
33,1
3,56
38,1
25,25 45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21 85,1
April
,,
10,15
94,0
0.53
31,5 5,66
38,1
10,25
44,1
8,68
29,7
3,31
35,4 24,50
44,5
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
Mei
10,00
92,6
0.53
5
31,5
5,375
36,2
9,40
40,4
8,18
27,9
3,01
32,2
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
Juni
10,00
92,6
0.34 20,5 4,24 28,5 9,10
39,1
7,54
25,8
3,01
32,2
22,00.
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
Juli
10,00
92,6 0.245
14,3
3,40
5
22,9
9,25 39,8 7,73 26,4
3,35 35,8
22,25 40,5
12,50
42,4 20,25
58,4
8,26 68,8
Aug.,,
10,00 92,6
0.43 25,9
3,94 26,5
7,20 31,0
5,94
20,3 2,59
27,7
22,25 40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,-
58,3
Sept.
10,00
92,6
0.56 33,2
5,50 37,0
6,55
28,2 5,77
19,7
2,59 27,7
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9
6,50
54,2
Oct.,,
9,90
91,7
0.56 33,2
4,19
28,2
6,30
27,1
5,82
19,9
2,85
30,5
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65
55,4
Nov.
9,90
91,7
0.68 40,4
4,62
31,1
6,40
27,5
5,72
19,5 3,11
33,3
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80
56,7
Dec.,,
9,90
91,7
0.71
42,3
5,31
35,7
6,30
27,1
4,98
17,0
2,99
32,0
16,25
29,5
9,00 30,5
—
–
6,95
57,9
Jan.
1932
8,25
76,3
0.71
42,3
5,25 35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00 30,5
11,63
33,5 7,10 59,2
Febr.
8,25
76,3
0.71
42,3
4,92
5
33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00 30,5
11,75
33,9
7,25
60,4
Maart
,,
8,35
77,3
0.71
42,3
4,62
5
31,1
6,90 29,7 5,37
18,3
3,30
35,3
16,50
30,0 8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
April
8,65
80,1
0.86
51,2 4,34
29,2
6,25
26,9
5,08
17,4
3,08
33,0
16,50
30,0
9,00
30,5
9,25 26,7
7,40
61,7
Mei
,,
8,30
76,9
0.86
51,2 4,25 28,6 5,80
24,9
4,57
15,6
2,76
29,5
15,75
28,6 8,25 28,0
8,88
25,6
7,40
61,7
Juni
,,
8,25
76,3
0.86
51,2 4,25
28,6
5,25
22,6
4,44
15,2
2,55 27,3
15,25
27,7
7,75 26,3
9,-
25,9 7,40
61,7
Juli
»
8,10
75,0
0.86 51,2
4,25
28,6
5,80
24,9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50 28,8
.9,75
28,1
– –
Aug.,,
7,80
72,2
0.86 51,2
4,30 28,9
7,35
31,6
5,71 19,5
333
.
35,6
15,75
28,6
8,25
28,0
12,-
34,6
5,70
47,5
Sept.
7,75 71,8
0.86 51,2
4,375
29,4 7,75
33,3
6,37
21,8 3,64
38,9
16,75
30,5 8,75 29,7
13,75
39,6
5,90 49,2
Oct.,,
7,65
.
70,8
0.86 51,2
4,45
29,9 6,50 28,0
5,68
19,4
3,16
33,8
15,75
28,6 8,50
28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
Nov.,,
7,40
68,5
0.86 51,2
4,60 31,0
6,15
26,5 5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7 8,25
28,0
12,-
34,6
6,10
50,8
Dec.,,
7,25
67,1
0,745
44,3
4,435
29,8 5,95 25,6
4,73
16.2
2,80 30,0
15,25
27,7 8,00
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7
Jan.
1933
7,05 65,3
0.53 31,5
4,16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20
66,7
0.38 22,6
3,97 26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78 29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40
53,3
Maart
,,
7,25
67,1
0.38 22,6
3,87
5
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75 26,3
10,75
31,0
6,40
53,3
April
,,
7,25
67,1
0.37
22,0
3,67
24,7
6,65-
28,6
5,18
17,7
2,68
28,7 15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4
6,40
53,3
Mei
7,15
66,2
0.235
14,0
2,95
19,9
7,30 31,4
5,60
19,1
3,07
32,8
17,00
30,9 8,25
28,0
12,25
35,3
6,40
53,3
Juni
•
7,15
66,2
0.25
5
15,2
3,02
20,3
7,85
33,8
5,85
20,0
3,25
34,8
18,50
33,6 9,00
30,5
15,75
45,4
6,40
53,3
3 Juli
7 15
662
0.29
17,3
3,282)
221
7,90
340
591
7)
202
3337)
356
21,00
382
10,25
11
)
347
16-
16
461
640
53,3
10
»
,,
7,05
65,3
0.49 29,2
3,24
3
)
21,8
7,05
6
)
30,3
5,64°)
19:3
3,09
8
)
33,1
21,25
12
38,6
10,25
11
)
347
‘ ‘
6,40
53,3
17
»
7,00
64,8 0.43 25,9
3,32
4
)
22,3
8,15
35,1
5,77
9)
19,7
3,24°)
34,7
20,75″
37,7
9,00″)
30,5
6.40
53,3
24
»
7,05
65,3 0.43
25,9
3,46$)
1
23,3
7,30
31,4
5,7310)
19,6
3,1510)
33,7
20,25
14
)
37,0
9,7514)
1
33,1
1
6,40
53.3
31
»
»
7,05
65,3 0.43 25,9
7,-
30,1
.
6,40
53,3
1)
Jaar- en maandgem.
afger.op
‘Is pence.
2)
7
Juli.
3)
14Juli.
4
)
21 Juli.
5)28Juli.
6
)8Juli.
7)5Juli.
8)
12Juli.
9
)l9Juli.
10
)26
Juli.
11)6JuIi.
12)
13Juli.
13
)20
JuIi.
14
)27Ju1i.
15)4Ji
2 Augustus ‘1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
619
lAN GROOTHANDÊLSPRIJZEN
1
)
ZUIVEL
N EIEREN
METALEN
•
BOTER
BOTER
Eier
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
CIed
GIETERIJ-
ZINK GOUD
•
:ZILYER
per
t;-
Crisis
L1
Locoprijzen
N12b.
(LuxIII)p.
•
Lin
Lon?per
der Comm.
Zuivel-
kaas
Roermond
Londen
per Eng. ton
Eng. ton
Middlesb.
tng. t. f.o.b.
per
. .
per ounce
Standard
unce
0 eering Centr.
ki. mjmerk
l
5
.
per
ng. on
perEng.ton
Antwerpen
Eng.ton
…..
fine
fi.
Oj
fi.
fi.
°lo
fi.
I
o
£
°Ie
£
O(
OJ
Sh.
0
1
0
ah.
%
£
°Io
sh.
O/
pence
0
15
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116
100,0
36.816 100,0
261.171-
IOOO
73!-
100,0
61
1
–
100,-
36.316
100,-
8516
100,-
32
1
j
100,0 1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15 88,8
58.11- 93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
866
118,5
6818
102,5
34.216
94,3
85/-
99,5
28
11
116
89,3
2,03
87,9
• –
43,30
77,3 7,96
86,7 55.141-
89,7
24.41-
66,4 290.41-
110,8
73f-
100,0
6416
96,3
28.101-
78,8
85/-
99,5
26j
83,3
2,11
91,3
–
48,05
85,8 7,99 87,0 63.161-
102,8
21.11-
57,8 227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9
851- 99,5
261116
•
81,1
2,05
88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51- 63,8
203.1516
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.1716
68,8
•
851- 99,5
2471
10
76,2
1,66
71,9
–
38,45
68,7 6,72 73,2
•
54.131-
88,0
18.116
49,6
142.51-
54,3
67!-
91,8
5916
88,8
16.17/-
46,6
851-
99,5
I7
1
.
3
jj
55,4
1,34
58,0
–
31,30 56,9
5,35 58,3
36.51-
58,4
12.11- 33,1
110.11-
42,0
55-
75,3
4716
70,9
11.10j6
31,9
9216
108,2
131 41,6
0,94
40,7
–
22,70
40,5
4,14
45,1 22.171-
36,8
8.121-
23,6
9721-
37,1
421-
57,5
371-
55,2
9.161-
27,1
1181-
138,0
12
7
1
40,1
1,61
69,7
–
32,25
57,6
6,63
72,2
45.716 73,1
14.-16
38,5
116.81- 44,4
6016
82,9
5116
76,9
12.1816
35,7
851- 99,5
13
7
1
43,2
1,66
71,9
–
33,80
60,4
6,21
67,6
43.116
72,6
13.516
36,4
117.-16
44,7
5816
80,3
5017
75,5
12.101-
34,6
851- 99,5
12
1
1
38,9
1,47
63,6
–
35,00
62,5
4,94 53,8
45.116
72,6
13.316
36,2
122.11- 46,6
5816
80,3
48110
72,9
12.816
34,3
851-
99,5
13/1
41,8
1,35
58,4
–
31,60
56,4
4,20 45,8
42.1516
68,9
12.101-
34,3
113.41- 43,2
5816
80,3
4916
73,9
11.121-
32,1
851- 99,5
13
1
1
40,9
1,26
54,5
–
30,85
55,1
4,07
5
44,4
39.616
63,4
11.1016
31,6
104.171- 40,0
5816
80,3
481-
71,6
10.1316
29,5
851- 99,5
1211
1
6
40,3
1,29
55,8
-:
33,50 59,8
4,30 46,8
38.616
58,5
11.1116
31,8
106.216
40,5
5816
80,3
47/1
•
70,3
11.101-
31,8
851- 99,5
12118
40,1
1,32
57,1
‘
-.
37,75
67,4.
4,40 47,9
34141-
55,9
12.1516
35,1
112.516
42,9
5816
80,3
489
72,8
12.Ilf-
34,7
851- 99,5
13
1
1
4
.
41,2
1,30
.56,3
–
36,00 64,3
4,98
54,2
32.151-
52,8
11.1916
32,9
114.1916
43,9
5816
80,3
479
71,3
11.1416
32,4
851- 99,5
12
1
8J16
39,9.
1,27
55,0
. –
32,25 57,6
5,775
62,9
38.316
48,6
11.41-
‘
31,1
111.161-
42,7
55j6
76,0
467
69,5
10.191-
30,3
9113
106,8
13
5
116
41,4
1,24
53,7
–
26,25 46,9
6,27
5
68,4
28.216
45,3
10.916
28,8
101.116
38,6
461-
63,0
448
66,7
10.716
28,7
10613
124,3
13ji
43,0
1,17
50,6
– .
24,75 44,2
7,07 77,0
27.1916
45,1
11.51-
30,9
102.-!-
39,0
4416
61,0
43/6
64,9
10.1516
29.6
11019
129,5
14
1
1
45,1
1,18
51,1
–
.
21,40 38,2 5,325
58,0
27.616
44,2.
10.161-
29,6
98.17j8
37,8
41j6
56,8
43(3
646
10.216
28,0 12216
143,3
145Jj
44,6 1,16
50,2
—
25,75 46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10141-
29,4
98.181-
37,8
4116
56,8
421-
.
.
62,7
10.616
28,5
12013
140,7
I37f
43,2
1,34
58,0
–
27,75 49,6
3,79 41,3 26.41-
42,2 10.51-
28,1
99.216
37,9
41j6
56,8
401-
59,7
10.-J-
27,6
11916
139,9
14
43,6
0,98
42,4
–
23,65 42,2
3,42
5
37,3
24.181-
40,1
9.91-
25,9 96.61- 36,8
441-
60,3
401-
59,7
9.111-
26,4
1141-
133,5
1331
42,8
0,99
42,9
. –
19,60.
35,0
2,77
5
30,2 23.81-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
451-
61,6
3716
56,0
9.21-
25,2 110/3
129,0
13118
40,9
0,82
35,5
–
19,65
35,1
2,88
31,4
21.61-
34,3
8.-!-
22,0
89.1316
34,2
44!-
60,3
3716
56,0
991-
26,1
11219
132,0
125j
39,3
1,11
48,1
–
24,25
43,3
3,08 33,5
20.1216
33,2 7.51-
19,9
84.91-
32,3
44!-
60,3
3716
56,0
8.131-
23,9
11316
132,7
12
5
18
39,3
0,96
41,6
0,45
19,55
.
34,9
3,125
34,0
•19.2J6
.
30,8
7.316.
•
19,7
90.1716
34,7
426
58,2
371-
55,2
8.616
23,0
1161-
135,7
12
3
1s
38,5 0,76 32,9
0,58
17,90
32,0 3,72 40,6
22.416 35,8
7.1716
21,6
101.-I-
38,6
42f-
57,5
3616
54,5
9.1316
.
26,7
11816
138,6
12
13
116
39,9
0,84 36,4 0,65
19,70
35,2 4,64
50,5
25.81-
40,9
9.1016
26,1
100.916
41,8
42!-
57,5
351-
52,2
1
1
.2/-
30,7
11819
138,8
13
40,5
0,82
35,5
0,73
25,50
45,5 5.73 62,4
22.516
35,9
8.7/-
22,9
105.13(6
40,4
411-
56,2
34f6
51,5
I0.8f6
28,8
121f6
142,1
12
1
1s
38,9
0,81
35,1
0,78
26,50
47,3
6,65
.
72,4
21.191- 35,4
8.4/6
22,6
.104.716
39,9 401-
54,8
3416
51,5
10.81-
28,7 125f9
147,2
12
5
Jie
38,3
0,73
31,6 0,85
22,55
40,3 5,125 55,7
19.1216
31,6
7.91.6
20,5
100.1016
38,4
391-
53,4
3416
51,5
10.71-
28,6 12519
147,2
11
1
18
35,8
0,73
31,6 0,89
21,75
38,8
4,27 46,7
19.171-
32,0
7.81-
20,3
100.116
38,1
4016
55,5
3416
51,5 9.191-
27,5 12218
143,5
lI
l
lJis
36,4
0,65
28,1 0,91
20,60
36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5
7.71- 20,2
104.716
39,9 431-
58,9
341-
507
9.151- 27,0
12015
140,8
11L61
18
37,2
0,53
22,9
0,99
-19,40-
34,6 2,90 30,5
20.-16
32,3
7101-
20,6
104.1813
40,1
431-
58,9
3417
51,6
1071-
28,6 12015
140,8
127116
38,7
0,54
23,4
1,-
18,55 33,1
2,07
5
22,6
20.1116
33,1
.
7.1216
20,9
109.171-
42,0 431-
58,9
3516
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
1213(
3
6
39,9
0,52
22,5
1,-
21,80
38,9
2,49
27,1
23.616
37,6
8.61-
22,9
128.1716
49,2
41J6
56,8
3616
54,5 10.131- 29,4
12316
144,4
13
1
14
41,2 0.52
22,5
1,-
23,50•
42,0 2,50
27,2
2571-
40,8
9.41-
25,3
15110f-
57,9
42f-
57,5
371-
55,2
11.1216
32,1
12213
143,0
13114
41,2
0,52″)
22,5
1,-
18,00″
32,1
2,60
28,3
26.216
42,1
9.4/6
25.3
154.11-
58,8
41f6
56,8
36/-
53,7
11.1516
32,6
12311
144;0
12
1
1
16
39,9
0,551)
23,8
1,-
17,50
12
31,3
2,90
31,6.
26.916,
42,7
9.516
.
25,5
146.14/-
56,0
411-
56,2
341-
50,7
12.1216
34,9 12416
145,6
12
1
18
37,7 0,5513)
23,8
1,-
18,50′
33,0
2,45
26,7
26.51-
42,3
.9.416
25,3
•
140.14/-
56,0
4116
56,8
351- 52,2
12.51-
33,9 12413
145,4
127/
40,1
0,5914)
25,5
1,–
20,-‘
4
35,7 2,45 26,7
25.71-
40,8
9.-!-
24,7
.
147-/-
56,1
1
4116
56,8
351-
52,2
12.-!-
33,2 123161
144,5
12
5
116
38,3
.
2,60
28,3 24.171- 40,0
8.161-
24,2
145.18/6
55,7
411-
56,8
351-
52,2
11.1216
32,1
1241-
144,9
12
3
116
37,9
26 Sept.
1932 79
K.G: La
Plata.
3
Tot
Jan.
1928 Western
;
vanaf
Jan.
1928 tot
16 Dec.
1929 American
No.
2. van
16 Dec. 1929 tot
26 Mei
1930
74f5 K.G.,
Hongaarsche
6415 K.G.
Zuid.Russische.
Van
23
Mei-19
Sept. 1932 No. 3
Canada.
5)
De jaargemiddelden
zijn berekend
uit de
gemiddelde
prijzen
van April,
Mei
en
Juni
van
BOUWMATERIALEN
‘
KOLONIALE PRODUCTEN
.
.
VURENHOUT
S T E
E N E
N
•
•
CACAO
.
COPRA
KOFFIE
.
SUIKER
.
.
.
THEE
INDEXCiJFER
•
Kolo-
Zwedenj
binneimuur
titenmuur
G.F.Accra
Nd.-Ind.
Len
Standaard
Ribbed Smoked
Finland
per
per
59 K
0 c
if
per
lOO
K.G.
Rotterdam
Sheets
R’damlA’dam
.
lava- en Suma- Grond-
stoffen
niale
per
1000
stuks per
1000
stuks
Neeland
Amsterdam per
1
12
K.G.
1
?
e
e
per
lOO
K.G.
fratheep.’IiKG.
den
f
0
1
/
°fo
f
0
10
sh.
°/o
/
0(
cts.
01
Sh.
01
fi.
01
cts.
0
10
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87′
100,0
61,375
100,0
2(11,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
100.0
100.0
153,50
96,1
15,75
101,6 19,50
102,6
491-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5
96.0
102.6
160,50
100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62′
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12′
102,0
82,75
97,9
.
87.5
109.1
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,87
5
88,9
49,625 80,9
-110,75
.30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6
97.4
146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45110
107,9
27,37
5
76,3
.
50,75
82,7
-110,25 28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9
85.5
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34111
82,2
22,62
5
63,1
32
52,1
-15.875
16,5
9,60 51,2 60,75
71,8 86.0
64;3
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
2215
52,8
15,37′
42,9
25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50 50,3
46.8
46.6 69,00
43,2 9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1. -11,75
4,9
6,32′
33,7 28,25
.33,4
36.1
38.0
125.00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2614
62,0
18,25
50,9
28
45,6
-(4,25
11,9
8,20
43,7
66,25
78,4
53.9
57.4
125,00
78,2
10,-
64,5
21,-.
110,5
2212
52,2
18,12
5
50,7
26,25 42,8 -13,875
10,9
8,20
43,7
53
62,7
53.3
50.4
125,00
78,2
ID,-
64,5
21,-
110,5
2216
52,9
18,625
51,9
25,50
41,5 -13,75
10,5
.
8,30
.
44,3
45
53,3 52.9
48.0
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
2217 53,1
17,50
48,8
24,75 40,3
-13,125
8,8
8,57′
.
45,7
43
50,9 50.7
41.5
125,00
78,2
10,50
.67,7
21,-
110,5
21/0
49,4
15,375
42,9
25
40,7 -13,125
8,8
8,50
45,3
40,25 47,6 48.3
45.5
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
2214
52,6
14,12′
39,4
25,75
42,0
-(3,125
8,8
8,57′
45,7
39,50
46,7
45.8
46.8
110,00
8,9.
10,50
67,7
21,-
110,5
2615
62,2
15,-
41,8
27
44,0
-13
8,4
8,77′
48,6
38,25 45,3
46.6
50.0
100,00
62,6
10,50
67,7
21,-
110,5
2418
58,0
14,12′
39,4
25,50
41,5
-12,5
7,0
7,90
42,1
38,50
45,6.
44.7
.
46.8
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
22
1
7
53,1
13,
37
5
37,3
23,75
38,7
–
1
2,375
6,7
7,52
5
40,1
37,50 44,4
43.3
44.1
100.00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21
1
0
49,4
13,25
36,9
23
37,5 -12,375
6,7
7,55
.
40,3
37,75 44,7
41.9 43.0
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
2112
49,8
13,75
38,3
23
37,5 -12,25
6,3
7,15
38,1
37
43,8
42.6
42.3
82,50 51,6
ID,-
64,5
18,50
97,4
1813
42,9
12,75
35,5
23
37,5 -12,25
6,3
6,75 36,0
35
41,4
40.0 39.5
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,125
36,6
23
.
37,5
-/2,125
6,0
7,35
39,2
32
37,9
38.5
39.1
82,50 51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
.18
1
1
42,6
14,50
.
40,4
23
37,5
-(2
5,6
7,05.
37,6
.30
.
35,5
38.3 38.3
70,00 43,8 9,75
62,6
18
,-
94,7
21
1
9
51,2
14,75
41,1
23
37,5
–
1
1,625
4,6
6,25
33,3
31
36
1
7
37.0
.
39.7
70,00 43,8
9,75
62,6
18,
–
94,7
2016 48,2
14,-
39,0
23
37,5
-11,5 4,2
5,90 31,5
29,25
34,6
36.2 38.0
70,00 43,8
8,50
54,8
15,-
78,9
20
1
6
482
13,25
36,9
23,50 38,3
-/1,5
4,2
5,625
30,0
30,25
35,7
352
38.1
70,00 43,8 8,50 54,8
IS,-
78,9
20/6
48,2
12,375
34,5
24
39,1
-(1,375
3,9
6,30 33,6
28,50
33,7
34.2 38.7
67,50 42,3 8,50 54,8
15,-
78,9
2011
47,3
12,375
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3
37.6
63,00
39,4
8,50
54,8
15,-
78,9
2017
48,4
12,375
34,5
24
39,1
–
11,75
4,9
6,57′
35,1
22,75
26,9
35.9 37.4
60,00
37,6
8,75
56,5
15,-
78,9
2112
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1
-12,125
6,0 6,525
34,8
23,75
28,1
31.8 38.5
63,50
39,7
58,1
14,50
76,3
1818
43,9
12,375
34,5
26,50 43,2 -11,75
4,9 6,32
5
33,7
28,50
33,7
36.2 38.1
63,50
39,7
9,50 61,3
14,25
75,0
1716
41,2
12,125
.
33,8
24,50
39,9
–
1
1,75
4,9
5,87′
31,3
30,75
36,4
35.3 37.2
65,00
40,7
64,5
13,75
72,4
17
1
4 40,8
11,75
32,8
24
39,1
-11,75
4,9
5,50
29,3
28,25
33,4
34.0 35.7
70,00
43,8
9,25
59,7
13,50
71,1
16
1
6
38,8
11,50
32,1
24
39,1
–
1
1,625
4,6
5,375
28,7.
25
29,6
33.2
34.1
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,625
29,6
23,75
38,7 -11,5
4,2
5,60
29,9 26,75
31,7
32.1
34.4
70,00
43,8 9,50 61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,375
28,9 23,50 38,3
-1
11
5
4,2
6,-
32,0
26,25
31,1
32.4 34.9
70,00
43,8 9,75
62,6
12,75
67,1
1515
36,3
9,50
26,5
23,50
38,3.. -(1,625
4,6
6,07′
32,4 27,50
32,5 32.8 34.9
70,00
43,8 9,50
61,3
12,50
65,8
16
1
6
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-12,-
5,6
6,02
5
32,1
26,50
31,4
34.2 35.0
72,50
45,4
10,-
64;5
13,-
68,4
18/1
42,6
10,-
27,9
22,50
36,6
–
1
2,375 6,7 6,35
33,9
31,-
36,7
37.2 37.5
75,00
46,9
17(9
41,8
10,-
27,9
22,50
36,6
–
12,4375
6,8
6,50
34,7
33,50′)
39,6
38.1
38.2 75,00
46,9
17/2
40,4 9,25
25,8
22,50
36,6
-12,4375
6,8
6,12
5
32,7
38.3 37.3 75,00
46,9
18/-
42,4 9,50
26,5
22,50
36,6
–
1
3
.
8,4
6.-
32,0 38.6
37.7
75,00
46,9
18/-
42,4
9,375
26,1
22,50
36.6
–
1
2,75
7,7
5,375
28,7
38.0
36.8
75,00
46,9
17/4
40,8
9,25
25,8
22,50
36,6
-12,625
7,4 5.62
5
30,0
31.6
.
36.8
N.B. Alle
Pondennoteering
vanaf 21
Sept. ’31
zijn
op goudbasis
omgerekend;
de
Dollarnoteeringen
vanaf
20April’33
zijn
in verhouding
van
de depreclatie
an den
Dollar
t.o.v.
den Gulden
verlaagd.
60
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
2
Augustus 1933
De laatste 0 u b a-statistiek is als volgt:
1933
1932
1931
tons
tons tons
Productie
…..(Raming)
1.995.000
2.602.864
3.122.186
Ontvangsten
………….
35.803 22.081 28.393
Totaal
sedert
1/1
…….
839.965 1.276.620
1.544.522
Verschepingen
………..
73.577 58.379
91.952
Voorraad
782823
1080589
1 45
54
In E n ge 1 a ii d was – de week bijzonder rustig. Voor
ruwsuiker bestond zoo goed als geen belangstelling, ter-
wijl ook op de L o n d e n s c h e termijnmarkt weinig om-
ging. De ondertoon was echter prijshoudend en het slot
kwam practisch onveranderd.
Op Ja v a verkocht de N.I.V.A.S. ca. 4000 tons Supe-
rieur en ca. 2000 tons bruine suiker.
H i e r te 1 a n d e was de stemming eveneens prijshou-
dend. Na eenige fractioneele fluctuaties belandden de slot-
noteeringen op de A m st e r d a m s c h e termijnmarkt op
een
f
% hooger niveau dan de voorafgaande week met
de ondervolgende cijfers: Aug.
f
5 %, Dec.
f
5
7
/s, Mrt.
f6%
en Mei
fO%.
KOFFIE.
Het artikel bleef ook in de afgeloopen week zeer kalm
gestemd en de kost- en vrachtoffeftes van Rio en van
Santos zijn bij de meeste afladers een fractie verlaagd.
Aangezien de dollarkoers echter iets gestegen is, komen de aanbiedingen, omgerekend in Hollandsch geld, onge-
veer even hoog uit als een week geleden.
Ui’t de gisteren bekend geworden Weekstatistiek van
Brazilië is gebleken, dat in de vorige week van Santos
naar Europa verscheept zijn 218.000 balen tegen 106.000
balen in de week daarvoor en naar de Vereênigde Staten
193.000 balen tegen 172.000 balen. Verscheept’ werden van
Rio naar Europa 42.000 balen tegen 47.000 balen en naar
de Vereenigde Staten 26.000 balen tegen 20.000 balen. Als
verkocht door Santos worden opgegeven naar Europa
155.000 balen tegen 151.000 balen en naar de Vereeuigde
Staten 211.000 balen tegen 194.000 balen.
Als vernietigd in de vorige week worden opgegeven
1000 balen te Rio en 72.000 balen te Santos, tezamen
73.000 balen. Officieel is door den Nationalen Koffie-Raad
medegedeeld, dat vanaf 30 April tot 15 Juli vernietigd
zijn 2.313.000 balen en dat vanaf het begin der vernieti-
ging in den aanvang van 1931 tot 15 Juli 1933 vernie-
tigd zijn: 6.388.000 balen te Santos, 1.503.000 balen te Rio
de. Janeiro, 632.000 balen te Victoria, 9.887.000 balen in
Sao Paulo en 466.000 balen op verschillende andere plaat-
sen, tezamen 18.876.000 balen.
Uit een dezer dagen ontvangen officieele telegrafische
mededeeling is gebleken, dat de voorraden, teruggehouden
in de binnenlandsche pakhuizen en in de spoorwegstations’
van de Staten Sao Paulo en Minas Geraes bedragen heb-
ben op 31 Mei 15.641.000 balen, waarvan 6893.000 balen
bestemd waren tot vernietiging door het Nationale Koffie
Departement en dat deze voorraden op 30 Juni bedroegen
14.345.000 balen, waarvan 6.328.000 balen tot vernieti-
ging door het Koffie Departement waren bestemd. Aange-
zien de in bedoelde Staten teruggehouden voorraden op
30 April bedragen hebben 16.888.000 balen, zijn zij in de
maanden April en Juni verminderd met 2.543.000 balen.
Nu bekend is hoe groot de op 30 Juni in het binnenland
van Brazilië teruggehouden voorraden waren, blijkt dat
de nieuwe oogst op 1 Juli begonnen is met een zichtbaren
wereldvoorraad van 23.022.000 balen, verdeeld als volgt:
Zichtbare wereldvoorraad volgens G. Duu-
ring & Zoon ……………………6.452.000 balen
Voorraad binnenland Sao Paulo en Minas
Geraes
………………………..14.345.000
,,Pledged Stock” Sao Paulo …………2.100.000
Voorraad binnenland Rio …………..125.000
Tezamen – . . – 23.022.000 balen
De totale zichtbare wereldvoorraad bedroeg op 1 Juli
1932 31.513.000 balen. De zichtbare wereidvoorraad is dus
in het afgeloopen oogstjaar 1 Juli 1932130 Juni 1933 ver-
minderd met 8.491.000 balen, wat het gevolg is van de
op groote schaal door Brazilië voortgezette vernietiging
van een deel der overtollige voorraden. Zooals reeds meer-
malen te dezer plaatse is medegedeeld, wordt echter voor
het oogstjaar 1933134 in Brazilië gerekend op een ,,bum-
percrop”, die officieel in het productieland zelf geschat
wordt op 30 millioen balen, doch door particulieren op
nog veel hooger cijfer. Bij een wereldverbruik van Braziel-
koffie van 12
á
13 millioen balen en bij een voortzetting
der vernietiging op den thans gevoigden voet zou dus bij
het einde van het nieuwe oogstjaar weder gerekend moe-
ten, worden op een zichtbaren wereldvoorraad van vele
millioenen balen meer dan de hoeveelheid van 30 Juni 1.1.
i)e kost-: en vrachtaiibiédfngen van Santos zijn op
het oogenblik, onder aftrek van het op circa 15 dollar-
cents geschatte vooi-deel van de bijlevering van de be-
kende bonus van 10 pCt., voor gewoon goed beschreven
Superior Santos op prompte verscheping nu ongeveer
$ 10.10 á 10.40 per ewt. en voor dito Prime ongeveer
10.35 . 1065. Voor Rio type New-York 7 met beschrij-
ving prompte verscheping, komen de offertes, op dezelfde
wijze berekend, uit op ongeveer
$
8.60 h 8.65. Bij den’
dollarkoers van heden staan deze aanbiedingen gelijk
met onderstaande prijzen in gouddollars:
Santos Superior $ 7.35 á 7.55
11
Prime
,, 7.50 It 7.75
Rio 7
6.25 ‘It 6.30
wat voor Santos een fractie lager ‘It een fractie hooger is
dan verleden week en voor Rio gelijk is aan verleden
week.
De uitklaringen van Nederlandsch-Indië in de maand
Juni hebben bedragen: naar Nederland 15.177 pic., naar
de Vereenigde Staten 2.274 pic., naar Scandinavië 12.931
pic., naar Frankrijk 18.831 pic., naar overig Europa’
19.699 pic., totaal 68.912 pic. tegen 176.340 pic. in Juni
1932. Van 1 Januari tot 30 Juni bedroegen de uitkla-
ringen dit jaar 325.827 pic. tegen 561.259 pic. verleden
jaar.
De prijzen in de eerste hand in Nederlandsch-Indië zijn, nu het aanbod ruimer geworden is, voor de ongewassehen Sumatra Robusta soorten 1
It
1% ct. en voor gewasschen
Robusta % ct. lager dan een week geleden. De noteerin-
gen zijn thans aan te nemen op: Palembang Robusta, Augustus verscheping, 12%. ct.;
Benkoelen Robusta, Augustus verscheping, 12% ct.;
Mandheling Robusta, Augustus verscheping, 14 ct.; W.I.B.
f.a.q. Robusta, Augustus verscheping, 17% ct., alles per
% K.G., cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt
liepen % ct. terug. September staat thans genoteerd 12%;
December 13, Maart 13%, en Mei 13%.
De officieele loco-noteering van Superior Santos bleef
onveranderd 22 ct. per % K.G. en die van Robusta
22%: ct.
])e slotnoteeringen te New-York waren:
Gemengd’ Contract
Santos Contract
(basis Rio No. 7)
(basis Santos No. 4)
Sepf Dec. Mrt. Mei Sept. Dec. Mrt. Mei
1 Augustus $ 5.66 5.78 5.90 5.98 7.73 7.91 8.02 8.07
24 Juli ……5.80 6.06 6.26 6.32
7.96 8.24 8.38 8.43
17 Juli ……6.63 6.88 7.10 7.23
8.90 9.10 9.25 9.38
10 Juli ……6.10 6.26 6.32 6.32
8.44 8.44 8.43 8.44
Rotterdam, 1 Augustus 1933.
–
UZER.
In den toestand op de West-Europeesche exportmarkt
van ruwijzer is de laatste weken weinig verandering ‘te
bespeuren geweest. Er worden in Lux 3 zoo goed als
geen zaken gedaan; de noteering is ongewijzigd 351- goud
fob. Antwerpen.
De reeds eenigen tijd vrij gunstige stemming op de
Fransche markt duurt voort; de prijs van P.L. No. 3 is
om en de bij de 215-220 Frs. basis Longwy. Ook op de
Belgische markt worden af en toe aardige partijtjes ver-kocht; de prijs is hier 300 B. Frs. fob. grens. De bespre-kingen omtrent de oprichting van een Fransch verkoop-
kantoor voor ruwijzer hebben intusschen weer eenigen
voortgang gemaakt, hetgeen ongetwijfeld van invloed is
op de vraag.
Ondanks de verlofperiode in Schotland, die altijd oor-zaak is van een vermindering der specificaties van ruw-
ijzer, is de vraag elders zoodanig, dat de geheele produc-
tie Cleveland No. 3 in het verbruik overgaat. De nieuwe
vraag is thans naar kleine partijen voor prompte leve-
ring. Voorraad is er zoo goed als niet. Van uitbreiding
der voortbrenging is echter ook nu nog geen sprake. Prij-
zen onveranderd: 6216 en 6416 franco Tees en elders N. 0.
kust; 6513 en 62/3 franco Glasgow en Falkirk. Op de
exportmarkt wordt tegen zeer lage prijzen aangeboden;
genoemd wordt 5316 fob. Middlesbrough.
In de positie van staal op de exportmarkt is geen wij-
ziging gekomen. Verbruikers weigeren de prijzen van het
kartel te betalen; zij dekken hun onmiddellijke behoefte
bij den handel en wachten verder af. Stafijzer noteert of-ficiëel 60/- goud fob. Antwerpen, maar laat den verkoop
in Engeland tegen 551- goud fob. Antwerpen toe!