Ga direct naar de content

Jrg. 18, editie 911

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 14 1933

14 JUNI 1933

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Econom1*sC

hPwStat1st1sche

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT

ISE JAARGANO

WOENSDAG 14 JUNI 1933

No.
911

NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT.
Curat oren: Mr.
G.
Vissering, Voorzitter; Ir.
A.
Plate, Onder-
Voorzitter; C. II. van der Leeuw, Penningmeester; Mr. W.
M. van Lanschot; Mr. L. J. A. Trip; E. D. van Walree.
Directeuren: Prof. Mr. F. de Vries; Prof. Dr. N. J. Polak:
Prof. Mr. Dr.
G. M.
Verrijn Stuart, Directeur-Secretaris

ECONOMISCH-STATJSTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Ilasselt; Jhr. Mr. L. II. ron
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. ,)
Polak; Mr. Dr. L. P. U. J?cgont; flr. E. van Wetd.eren
Baron Rangers; Prof. Mr. II. R. I?ibbius; Jan Schilthnis;
.lIr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. 11. Verrjn Stuurt.
Redacteur-Secretaris: Dr. H. Al. II. A. van, der Volk.
Secretariaat: Pieter de Tloochweg 122, Rotterilam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonncmenn
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver tenties: Nijgh cC van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam
Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Post chêque. en giro-rekening No
143192.

14 JUNI 1933.

De geidmarkt werd gedurende deze herichtsweek
geleidelijk aan iets ruimer. Het aanbod van geld was
echter niet zeer belangrijk, zoodat de daling van de
rer.tenoteeringen geen grooten omvang aannam. Par-
ticulier disconto liep van
1/io
pOt. tot 1% pCt.
terug; caligeld daalde van 1% tot 1 pOt. De prolon-
gatierente bleef aanvankelijk nog de sedert e3nige
weken gebruikelijke 2 pOt. noteeren. Gisteren werd
deze echter op 1% pct. teruggebracht.
* *
*

Blijkens den weekstaat van De Nederlandsche Bank
nam cle binnenlandsche credietgeving met
f
3,8 mil-
lioen af; de post binnealandsche wissels daalde met

f
518.000 en de post beleeni.ugen met
f
3,3 millioen.
Eet bedrag aan papier op het buitenland bleef op
gelijke hoogte; de diverse rekeningen onder de acti-
va stegen met
f
216.000.
De goudvoorraad blijkt deze week met
.f
3,2 mii-
lioen te zijn afgenomen. De voorraad zilver vermeer-derde daarentegen met
f
617.000.
Onder de passiva der Bank vertoont de biljetten-
circulatie een inkrimping van
f
16,8 millioen. De
saldi in rekening-courant stegen met
f
10,6 millioen,

welke toeneming ongeveer
gelijkelijk
over de samen-
stellencie posten, het tegoed van het Rijk en de saldi
van anderen, is verdeeld. Het beschikbaar metaal-
saldo verminderde met
f
88.000; het clekkingsper-centage is op nagenoeg 80 pOt. blijven staan.
* *

De Dollar is gedurende de afgeloopen week flauw
gebleven. 1-let schijnt, dat de druk op den Dollar-
koers wel hoofdzakelijk van Amerika zelf uitgaat. De
noteering is hier van 2.0934 op 2.0034 teruggeloopen.
Gisteren, tegen het einde der markt, ontstond er
weder eenige vraag, waardoor cle koers tot 2.03 kon
verbeteren. In Londen is de Dollar van 4.0134 op
4.18 teruggeloopen; slot 4.15. Ponden veranderden

hier maar weinig; geopend op 8.4134, kwam er eerst
een inzinking tot 8.3634; spoedig kon het Pond zich
weder herstellen en bleef de noteering zich rond de 8.40 bewegen; slot .8.42. Marken zijn aanvankelijk
van 57.85 op 57.40 teruggevallen om tenslotte weder
tot 58.1734 te verbeteren. Veel vraag is er de laatste
dagen naar Registermarken; waar er tot voor kort
nog met een clisagio van ce. 25 pOt. werd afgegeven.
kan men nu nauwelijks nog met ca. 17 pOt. krijgen.
De Fransche Franc schommelde rond de 9.7834. De
Z
witsersche Franc veranderde maar weinig: 48.0234.
Beige’s, die in het eerst weinig neiging tot veran-
dering toonden, verbeterden gisteren van 34.63 tot
3472 Lires eerder wat beter: 12.95. Peseta’s on-
veranderd ca. 21.22 34. De Noordelijke koersen zon-
der veel verandering: Kopenhagen 37.55, Oslo 42.50,
Stockholm 43.35. Canadeesche Dollars lager 1.84.

Op de termijnmarkt waren Poncien op één- en drie-
maanden wederom zeer gezocht; zij noteerden ten-
slctte 3 en 934 cen t agio. Waar de banken hier te
lande er op staan, dat aan de termijnzaken in vreem-
de valuta een commerciëele transactie ten grondslag ligt, zijn. er
in het buitenland voor termijn-transac-
ties Guldens tegen Ponden twee noteeringen, één
voor de zaken
met,
en één voor de zaken
zonder
clau-
sule. Voor clriemaands Guldens – zonder verklaring
– bedroeg het déport gisteren in Londen ce. 15 c.
Dollars op één- en drie-maanden. Dollars op termijn
waren wat meer gezocht; één-maancls noteerde ca.
piri, drie-maands % c. report. Fransche Francs 2
resp. 6 cent opgeld.

Op cle goudmarkt waren cle omzetten wat grooter. Baren noteerden
f
1655, Sovereigns 12.32 36, Eagles
2.5234.

LONDEN, 12 JUNI 1933.

Geld was ook verleden week onveranderd gemak-
kelijk. Het namiciclaggeld wordt afgedaan tegen ‘4 â
36 püt. en is dikwijls moeilijk te plaatsen, zelfs tegen
die lage koersen.
Disconto werd tegen het einde der week iets vas-
ter, daar de groote banken geen gereede koopers wa-
ren van wissels. Drie-maands bankaccej
.
ten noteeren

/16-36 pOt. De nieuwe schatkistpromessen werden
even boven
“fI»
pOt. toegewezen, dus ook een fractie
duurder dan bij de vorige inschrijving.
Op cle deviezeumarkt is een scherpe daling in de waarde van .den Dollar te constateeren. Heden viel
de prijs verder tot 4.21, herstelde zich echter later
weder tot 4.14 3-6. Guldens vrijwel onveranderd op
8.4134.
De wereldconferentie is nu geopend en men wacht
af of daar iets van heteekenis tot stand gebracht
kan worden. Ter conferentie -werd vanmiddag beves-
tigd, dat Engeland op 15 Juni geen betaling aan
Amerika zal doen, maar eerst hierover met cle Ame-
rikaansche afgevaardigden van gedachten wil wis-
selen.

468

ECONOMISCH.STJSSTISTISCHE BERICHTEN

14 Juni 1933

MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE
VOOR DE RIJNVA.ART.

VERSLAG VAN DE WERKZAAMHE])EN ])ER COM-
MISSIE GEDURENDE HET JAAR 1932.

Administratieve zaken.

Centrale Commissie.

Elamenstelling.

De beer Rossetti, Commissaris voor Italië, aangewezen
voor een anderen Post, is vervangen door Graaf A. Mtr-
tin Franklin. Aan het einde van het jaar 1932 was de
Commissie dus als volgt samengesteld:

Voorzitter: cle heer Jea n Goot.

Commissarissen

Het Duitsche Rijk en cle Duitsche Oeverstaten:
de H.i:[. Seeliger (Commissaris voor B3eieren), Peters
(Commissaris voor Pruissen), Fuchs (Commissaris
voor Baden), Ickes (Commissaris voor flessen). Adj.-Commissaris: de heer Greuling.
i3elgi6: de J-[.H. i3runet en de Iluclie.
Frankrijk: de H.H. Albert Mahicu, Silvain lDreyfus, Bas-
devant en Her renschmiclt.
Engeland: Si r John Baldwi n.
Italië: Graaf
A.
Martin Franklin eis cle heer Sinigalia.
Nederland: de H.H. Kröller, Sehlingemann, ]3ruins.
Zwitserland : de 11.11. ]Torold en J. Vallotton.
Het Secretariaat was aan het einde van 1932 als volgt
samengesteld:
Secretaris-Generaal : de heer
1:iostie
(Belg).
Adj.-Secretars-Geueraal : de heer Cliarguéraud 1 [artmann
(Franschman).
Leden van het Secretariaat: de 11.11. d ]’Espnasse (Ne-
derlander) en Schwarzenberger (1Duitsher).
Secretaris-Archivaris: de heet’ Walther (Zwitser).
De inspecteurs voor de scheepvaart zijn:
voor het Zwitsersche district: de heer Moor ,,Kantons-
ingenieur” te Bazel.
voor het district IA, Franseh-Zwitsersbhe grens tot dcii
mond van cle Lauter: cle heer Montigny, op 1 Apri
l
be-
noerncl tot ..[nspecteur-Général des :Potits et ChausséeS”
te Parijs, is van dien datum af vervangen door den heer Callet, ,,Ingénieur des Ponts et Chaussées” te
Strasitsbu rg,
voor het district IB. rechteroever RIJ. 182.070, Badensche
telling (tegenover den mond van de Lauter) tot de
Badensch-Iëllessische grens: de heer Baer, ..Obcrbaurat”
te Mannheirn,
voor het district I.E. liukeroever: van clan mond van de
Lauter tot dien van cle Nahe ; rechteroever :va-n de
Badensch-1:Jesssche grens tot KM. 27,4, Pruissisjic
telling, beneden Rüclesheiin : cle heer 1-1i418cl. ,.Oberbaci-
rat” te Mainz,
voor het district ÏIT, van den mond van cle Nahe tot clé
Duitsch-Nederlandsche grens: de heer Geliusky, Ober-
bau rat” te Roblenz,
voor het district 1EV, de Nederlandsehe wateren: de heer
Dittlinger, te ‘s-Gravenhage.

Vergadei-ia gen van cle Commissie en van Comité’s.

De Centrale Commissie heeft ii1 1932 twee zittingen ge-
houden: de eerste in April en de tweede in November.
Drie Comité’s van de Comnniissie hebben in 1932 ver-
gaderd. Een Comité van juristen is in Januari bijeenge-
komen onder voorzitterschap van den heer de .Ruelle. Com-
missaris voor J3elgi6, om dc w’erkzaamlieden van de her-
iening an Manieheim, wat betreft de Rijnvaartreehtban-
ken, voor te bereiden. In Maart heeft een Comité van des-kundigen op fiscaal gebied ouder voorzitterschap van den
heer Bruins, Commissaris voor Nederland, vergaderd,
eveneens om de werkzaamheden van de herziening vab
Marinheini voor te bereiden. Ten slotte heeft een Comité van ingenieurs, belast met de voorbereidende studie voor
de herziening van den gelijkwaardigen waterstand 1923,
onder voorzitterschap van den heet- Sch 11 ngemanu, Coni-
missaris voor Nederland, vergaderd in October

Acte van Mannheim.
De Acte van Ma.unheim is in 1932 niet gewijzigd.
De Commissie heeft de werkzaamheden betreffende de
herziening van deze Acte gedurende de twee zittingen
voortgezet en in eerste lezing beëindigd.

Reglementaire bepalingen.

Een wijziging van de bepalingen omtrent de commissies
van deskundigen voor de Rijuvaart en omtrent de Rijn-
schippers- en scheepspatenten (art. S en 33 en het model
van het Rijuschipperspatent) en twee wijzigingen van het

INHOUD.

BIz.

1.l.ededeeli ugen van de Centrale Commissie voor de Rijn-

vaart

……………………………………468

DE INTERNATIONALE 1AuiEn VAN KOOPHANDEL EN DE

HANDELSI’OLITIEK
door
Mr. A. N. Molenaar ……..
470

Voorstellen tot hervorming van het Nederlandsehie bank-

wezen door Prof. Mr. Dr. 0.11. Verrijn ,S’tvart ……
472

De daling der kleinliandelsprijzen gedurende liet laatste

drietal jaren door
Dr. Ii. Ciaeys ………………
475

BUITENLANDSOHE SIEDEWEIIKING:

De economische mogelijkheden voor een her-agrari-

satie van Duitsehiland door
M. Brvtzkus ……..
478

AAN TEE KEN iN GEN

Resultaat van de rondvraag van cle internationale

Vereeniging voor de Suikerstatistiek …………480

MAANDCIJFERS:

Hypotheekrente in Nederland ………………..480

STATISTIEKEN EN
OvERz[ri-iq’
…………….
481-486

Geidkoersen. – Wisseikoet sea. – Bankstaten. – Goederenhandel

Rijnvaartpolitiereglement en wel een wijziging van Par.
22, cijfer 1 en een van Par. 32, cijfer 2, hebben in 1932
plaats gehad (zie verder ouder nautische zaken).

Jaarverslag van de Commissie.

Het jaarverslag van de Commissie voor het jaar 1931
is bewerkt onder toezicht van het permanente comité voor
het jaarverslag, samengesteld uit de IT…Ickes, Voorzit-
ter, i

Icrrcnschmidt en Schlingenianu, Leden. Het kwam
togen het einde van 1932 gereed.

Conferenties en vergaderingen, waar cle Commissie ver-
tegenwoordigd was.

Naar aanleiding van een tot cle Centrale Commissie ge-
richte uitnoodiging van de ,,Soeiété de l’Euergie éleetri-
que du Rhin” te Mulhausen, hebben liet ]3ureau en ver-
schillende leden van de Commissie de inwijding door den
President van de Franselie Republiek van het Kembser gedeelte van het ,,Canal d’Alsacc” op 9 October bijge-
wooucl.
i3ovend ien w’as de Commissie ve rtegeiiwoord igd bij de
26e vergadering van de ,,Association dc la Navigatiou sur
le Rhin supérieur” te Bazel.

Technische zaken.

Ring tusschen ilIa.xau en Mawimiliansan.

in de zitting van November 1927 had de Commissie
liet ontwerp van en vaste brug tusschen IIaxau en Maxi-
rnil iansau, ter vervanging van de bestaande schi pbrug,
goedgekeurd (zie verslag over het jaar 1927).
in verband met wijzigingen in liet tracé der toegaugs-
wegen is de ligging der ontworpen brug echter 330 II.
bovenwaarts vet-plaatst.
Het ncuve aan de Commissie voorgelegde ontwerp is
door een sub-conim issie, onder voorzitterschap van den
heer Sch 1 ingemaun, Commissaris voor Nederland, onder-
zocht. Deze Commissie heeft vastgesteld, dat liet nieuwe
Ofltwerl) dezelfde doorvaat-thoogte en openingen van de-
zelfde afmetingen als het vroegere ontwerp inhield, dat
bij de nieuwe bouwplaats liet vaarwater zich eveneens
langs den linkeroevcr van den Rijn bevindt en dat dus de
doorvaart van de brug ten opzichte van liet vaarwater
niet veranderd was.
Daar dc maatregelen, welke de Duitsche Regeering zich
voorstelt aan de uitvoerdei-s voor te schrijven ten aan-
zien van de uitvoering der werken, dezelfde zijn als die,
welke de Commissie in 1927 als doelmatig heeft beschouwd,
hebben de leden van de sub-commissie geen bedenkingen
tegen liet nieuwe ontwerp gemaakt. De Centrale Commis-
sie heeft iu de zitting van April 1932 vastgesteld, dat
tegen hetoutwerp uit het oogpunt van de scheepvaart en
vlotvaart geen bezwaar bestaat.

lUclbt havens.

In 1929 (zie het verslag over het jaar) heeft de Com-
missie nota genonmen van cle mededeeliugen der Duitsche

14 Juni 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

469

Regeering, dat, gezien de steeds gioeiende ontwikkeling
der scheepvaart met tanksehepen, maatregelen bestudeerd
werden om eventueel de overwintering voor dergelijke
schepen mogelijk te maken.
In de April-zitting 1932 heeft de Commissie met vol-
doening vatgesteld, dat, tengevolge van het onderzoek der
Duitsche Regeering, in verschillende Duitsche Rijuhavens,
ni. in Riidesheim, Neuss en Duisburg, gedeelten van de
havenkommen voor het overwinteren van tanksehepen
zijn aangewezen.

F!erzicning van den gel’ijk’waardigen waterstand 1923.

In het vorige verslag was vernield, dat de Commissie
besloten had de herziening van den gelijkwaarcligen wa-
terstand 1923 ter hand te nemen en dat voor dat doel
een technisch Comitd onder voorzitterschap van dcii heer
Schlingemann, Commissaris voor Nederlcnd, belast was
om het vraagstuk te bestudeeren en een rapport aan de
Commissie uit te brengen. Op de basis vair het rapport
iran dit Comit6 heeft de Coiniiiissie in de November-zit-
ting, een nieuwen golijkwaardigen waterstand vastgesteld,
welke overeenkomt met den gemiddeldeit toestand van dcii
stroom gedurende het vijfjarige tijdvak 1926/1930. De aan
cle verschillende peilschale]i aangenomen waterstanden
komen overeen met de afvoeren, welke in het tijdvak 1906/
1930 gemiddeld gedurende 20 ijsvrije dagen per jaar niet
werden bereikt. Hier volgen eenige waterstandeti van de
Gl. W. 1932
1
) aan enkele peilschalen, waarbij de Cl. W.
1023 tusschen haakjes geplaatst zijn.

l3azel ……….-37 ( 13)

Kaub ………108 (144)
Straatsburg

148 (191) Keulen ……..61 (127)
Maxau
.
……..316 (342) Ruhrort …….-64 ( 31)
lianuheim …..184 (230) Nijmegen ……691 (773)

Bi:uggen van S’traatsburg/Keh1 en ‘van iluningen.

De Commissie heeft in de tweede zitting kennis geno-
men van den stand van het vraagstuk der verhoogii.ig
van de brpgen van Straatsburg/Kehl en van .E[uiiingen.

Verbetering van den Rijn tusschn Besef en Straatsburg.

ï)e Commissie heeft in de tweede zitting eveneens ken-
his genomn van den stand der werkzaamheden voor de
verbetering van den Rijn tusschen J3azel en Sti’aatsburg.
Blijkens de verklaringen der Frausche coltmlissarissen
is, vat de stuw betreft, liet eenige waterbouwkundige
werk, dat nog uitgevoerd iiioest worden, de bouii’ van
den drempel in de derde opening, gerekend van dcii liii-
keroever, tusschen de voltooide damwanden. Van de mecha-
nische en electrische inrichting iiioesten de schuiven en
de heren van de derde en vierde opening nog worden
gemonteerd. De oeverbekleed 1 ngen ivaren bij i.ia voltooid,
evenals cle afwateringskanalen. J)e iniichtingen voor wa-
terafvoer op de beide oevers waren voltooid, met uitzonde-
ring van de mechanische en electrische installaties van
de ponipstations.
Het kanaal was geheel voltooid.
De sluizen waren gereed. Van cle krachteentrale was
het bouwwerk beëindigd, evenals de eerste groepen tur-
bines; de montage der drie andere groepen was in uit-
voering. De electrische installaties waren bijna voltooid.
Het kanaal is op 1 Mei 1932 voor de scheepvaart ge-
opend; de opstuwing is op 1 Juli begonnen; 01) 23 Augus-
tus werd de voorloopige stand van 240 M. + N.N. be-
reikt. In het begin van December 1.932 werd hiermede
voortgegaan tot het definitieve stuwpeil werd bereikt. De
twee eerste groepen turbines van cle krachteentrale zijn
op 1 October in dienst gesteld.
Blijkens mededeeling van den Zwitserscheu Commissaris
wei

d met de normalisatiewerkeir geregeld voortgegaan en werd het programma voor het tweede jaar door cle bouw-
commissie goedgekeurd. Dank zij . den lagen waterstand
van den Rijn heeft men kunnen beginnen met het afwer-
1 ken der kribben en met het bouwen van enkele strekdam-
men, welke werkzaamheden niet in het programma van
het eerste jaar waren opgenomen. Op enkele genormali-
seerde gedeelten kan een verbetering van het vaarwater
1 worden waargenomen.

Werken uitgevoerd in den Rijn en in de havens ge-
durende 1932.

Evenals in vorige jaren heeft cle Commissie cle staten
ontvangen van de werken uitgevoerd iii den Rijn en in de havens, mededeelingen, welke in het jaarverslag vernield
worden.

1)
Het nieuwe vergehijkingspeil heeft in Nederland den naam O.L.R. (1026-190). oiitvangen.

Nautische zaken.

Reglement op liet verstrekken van Rijnschippem’spatenten.

De Commnissie heeft in 1932 een wijziging aangebracht
in het reglement op het verstrekken van schipperspaten-
ten, teneinde aan de schippers van vaartuigen, voorzien
van hulpmotoren, het verkrijgen van een schipperspatent
te vergemakkelijken.
Blijkens de nieuwe bepalingen zijn vaartuigen niet hulp-
motor in dezelfde categorie ondergebracht als vaartuigen
niet voorzien van eigen beweegkracht.’
Voortaan zijn schippers, die dergelijke vaartuigen be-
sturen, niet meer onderworpen aan de strengere voorwaar-
den wat leeftijd en praktijk betreft, welke voor aanvra-
gers van patenten voor vaartuigen voorzien van eigen
beweegkracht gelden.
Artikel S der bepalingen omtrent de commissies van
deskundigen voor de Rijnvaart, evenals het model van het
Rijnsehipperspatent, zijn in dezen zin gewijzigd.
Bovendien is aan artikel S een nieuw lid toegevoegd,
dat nader omschrijft wat onder vaartuigen met hulpmo-
tor wordt vrstaan. 1-let zijn motorvaartuigen, welke noch
gebruikt worden om te sleepeu, noch waarmede het ver-voer van reizigers als bedrijf wordt uitgeoefend; waarbij de bediening .’an den motor van de standplaats van delL
bestuurder af kan geschieden en waam-van de motor allce
wordt gebruikt ter verhooging van de bestunrbaarheicl
van het vaartuig, of om het kleine verplaatsingen te doen
ondergaan.
Aan artikel 33 is een nieuw lid toegévoegd, bepalende,
dat de patenten vÔOr 1 Augustus 1932 verstrekt voor het
besturen van een vaartuig niet voorzien van eigen be-
weegkracht eveneens geldig zijn voor het besturen van
een vaartuig met hulpmotor.
De wijiigingen zijn met ingang van 1 Augustus 1032
in werking getreden.
Rijn’vaartpolitiereglement, No. 7: Voorschriften bij hoo-gen waterstand.

(Par. 22, cijfer 1)

Zooals vermeld in het vorige verslag, was de w’ater-
stand van 5 M. aan de peilschtial te Straatsburg, ge-
noemcl in par. 22, cijfer 1, vervangen dloor een waterstand,
overeenkoniende mnet dien van 3 M. aan de peilschaal te
Bazel; daar deze peilschaal den invloed zon ondergaan
van de opstuwing door de stuw bij Kembs, zou deze peil-schaal door een andere vervangen moeten worden.
• De Commissie heeft in de tweede zitting van 1032 be-
sloten, met liet oog op de lengte van het riviervak Jlazel
—Straatsburg en de veranderingen, w’aaraan liet regiemn
op dit vak onderhevig is, twee peilschalen aan te nemen
en i’el een te Rheinfelden voor het vak tusschen Bazel cii
Neuenburg en een te Breisach voor het vak tusschen
Neuenburg en Straatsburg. De eerste zin van par. 22,
cijfer 1 wordt clan als volgt gewijzigd:
,,Tusschen Bazel en Neuenburg is cle vaart verboden bij
een waterstand valt meer clan 4.65 M. aan cle peilschtl
te Rheii.ifelcleii. Tusschen Neueiiburg en Straatsburg is de
vaart verboden bij een w’aterstand van meer clan 4.20 M.
aan de peilschaal te Breisach.”
Deze wijziging is in werking getreden met ingang-van
1 Januari 1933.

Rinvaartpolitiereglement. – B,-eedtc en lengte der
vlotten.

(i’ar. 32, cijfer 2).

Tengevolge der normalisatiewerken in den Necler-Rijn is cle breedte van het laagwaterbecl beneden cle splitsing
van den IJssel tot 100 M. i’ermninderd. Daardoor niosten
cle grootste toegelaten breedte cii lengte der vlotten op het
riviervak tusschen de splitsing van den Neder-Rijn en –
den IJssel eenerzijds en ‘reeswijk anderzijds verminderd
worden. Op dit vak is de breedte van 47 M. op 28 M.,
de lengte van 220 M. op 160 M. gebracht.
Deze wijziging is met ingang van 1 Mei 1933 in werking
getreden.

Minimum-bemanning der Rinschepm.

De Conimissie heeft in de eerste zitting kennis geno-
men van cle in 1931 toegestane afwijkingen van het regle-
ment op de minimum-bemanning van Rijuschepen.

Economische zaken.

Doaaneregeiing op liet kanaal van Iievtbs.

En liet vorige verslag is vernield, dat het reglement
betreffende cle clouaneregeling op het kanaal ‘aii Kenibs,
zooals deze was uiteengezet in een nota van de Fransche Delegatie, van ii’elke nota de Comitmissie onder voorbe-
houd van de beginselkwestie kennis had genomen, als-
mede eventueele overeenkomsten tus.schen de douane-
administraties ten aanzien van deze kwestie, zoo spoedig

470

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14
Juni 1933

niogelijk ter kennis van de Commissie gebracht zouden
worden.

iii de eerste zitting van 1932 heeft cle Commissie, ter
uitvoering van het bovengenoemde besluit, kennis geno-
meli van het door de Fransche en Zwitsersche douane-
adni in istraties gezamenlijk vastgestelde reglement ten
aanzien van ht douanestelsel van het kanaal van Kernbs. De Commissie heeft geen bezwaar gemaakt tegen het in
werking treden van dit reglement, zonder zich uit te
spreken over eenige rechts- of beginselvraag. Iedere De-
legatie kan het punt opnieuw aan de orde stellen in het
licht der ervaring en het is wel te verstaan, dat, indien
de behoefte der scheepvaart de uitbreiding van het stelsel
noodig maakt voor vaartuigen, afkomstig van andere
havens dan l3azel, de bevoegde douane-admi nistraties tot
overeensternm ing zullen komen betreffende een toepasse-
lijk reglement. De overeengekomen bepalingen komen in
hoofdzaak hierop neer: Elke schipper, die op liet kanaal
van Kembs vaart, moet zijn manifest kosteloos door de
bevoegde douane laten viseeren; het visum wordt ge-
plaatst onmiddellijk achter het laatste artikel van de
lading, teneinde te beletten, dat er nog iets aan wordt
toegevoegd. Het visum wordt bij de afvaart geplaatst door
de Zwitsersehe douane te Bazel en bij de opvaart door
d Fransclje douane aan de sluis te Kembs. ])e Fransche
douane onderzoekt noch de lading, noch de reizigers Qf
bagage en hare bernoeiing brengt voor den schipper geen
verplichting mede zijn schip te verlaten; bovendien heeft
de formaliteit van het aanbrengen van het visum geen
enkel oponthoud voor de scheepvaart tengevolge. Boven-
dien wordt de schipper noch bij de opvaart, noch bij de
afvaart aan cenige contrôle vn de Fransche douane on-
derworpen, behalve bij onderbreking van de reis, tenge-
volge van overmacht of bij poging tot fraude. Het lossen,
het overladen of het aan land brengen van goederen is
verboden. Tenslotte bevat het reglement nog maatrege-
len, welke de schippers moeten nemen in geval van over-
in
acht.

Belasting op rediotoestellen een boord van Rijnsehe pen.

1[et vorige verslag vermeldde, dat zich in de tweede
zitting van 1931 over deze kwestie een gedachtenwisseling
ontwikkeld heeft, welke in de volgende zitting voortgezet
zou worden.

Gedurende de twee zittipgen in 1932 heeft de Commissie
deze kwestie besproken en was van meening, dat het in
het belang van de Rijnscheepvaart zou zijn om het stelsel,
voorzien in de vetdragen tusschen Duitschland eenerzijds
en Nederland en Zwitserland anderzijds, uit te breiden
tot de vaartuigen van alle belanghebbende Staten op de
wijze, welke aan genoemde Staten het meest praktisch zou
voorkonien, zonder dat daardoor het beginsel van gelijk-
heid van behandeling aangetast zou worden.

Unificatie der ver/ceersstetjitjeken.

Het vorige verslag vermeldde, dat een voorontwerp van
een overeenkomst door een redactie-comitd, ingesteld door
het Volkenbondscomjté voor de unificatie der verkeers-
sta,tistieken, uitgewerkt was en dat dit ontwerp voorge-
legd was aan de leden van dat Comité.
De Verkeerscommissie heeft in hare 17e zitting van
Juui 1932 te Genève kennis genomen van het eindrapport
van liet Comité en bcsloten liet rapport ter kennis te
brengen van de belanghebbende Regeeringen, met het ver-
zoek liet rapport te willen onderzoeken; de Commissie
behoudt zich voor om in den loop der volgende zitting de
b iuhiengekome ii antwoorden te behandelen en onder het
oog te zien wat verder ten aanzien van deze aangelegen-heid is te verrichten.
S o ci al e z
ii
lee
ii.

Comité van deskundigen voor het onderzoek der arbeids-
voorwaarden
0
2
)
de voornaamste Europeesche siroomen.
lIet vorige verslag vermeldde, dat de tweede zitting van
bovengenoemd Comité uitgesteld was om het Interna-
tionaal Arbeidsbureau ij.i staat te stellen de noodige docu-nientatie te verzamelen.

De nieuwe vergadering van het Comité heeft nog niet
plaats gehad, daar de Raad van J3eheer van het I.
A.
een
‘erzoek om uitstel van de zijde van enkele vertegenwoor-
digers der werkgevers ii.tgewilligd heeft.

in afwachting van de werkzaamheden van dit Comité
blijft de klacht, ingediend bij de Centrale Commissie en
betrekking hebbende op verschillende sociale kwesties
(verzekeningei:i tegen ziekte, ongevallen, enz.), in het vo-
rige verslag vermeld, aangehouden.

Juridische zaken.

Beroepen voor cle Commissie.
Bij de Commissie, in hare hoedanigheid van tweede en
laatste beroepsinstantie in vonnissen van Rij uvaartrccht-
banken, zijn in 1932 7 beroepen in burgerlijke zaken aan-
hangig gemaakt (in 1931 9 beroepen eveneens in burger-
lijke zaken). Alle zaken werden afgehandeld.

Binnenseheepveertrecht

Tegen de verwachting in is het privaatrecht-comité in
1932 nog niet bijeengekomen.
De Commissie heeft in de eerste en tweede zitting van
1932 kennis genomen van den stand der ratificaties in
de verschillende landen, der overeenkomsten, aangenomen
door de Conferentie van binnenscheepvaartrecht van Ge-
nève in 1930 (zie vorig verilag).
in :Duitschland is het onderzoek der overeenkomsten
door de belanghebbende administraties nog niet beëindigd.
In België heeft de Ministerraad de ontwerp-wetten, in-
houdende de ratificatie van de overeenkomsten, goedge-keui-d; deze zijn gereed om ingediend te worden; de ad-
ministratie onderzoekt thans de te nemen maatregelen om
de nationale wetgeving in overeenstemming te brengen
met de overeenkomsten.
in Frankrijk hebben de administraties het onderzoek
der overeenkomsten beëindigd en hebben, niet liet oog
01)
de ratificatie, de aan liet Parlement voor te leggen ont-
werp-wetten voorbereid, welke voor het oogenblik onder-
worpen zijn aan de onderteekening der betrokken Mi-
nisters.
in Nederland is het onderzoek door de administraties
nog niet beëindigd. in Zwitserland worden de voorbereidende verkzaamuhe
den verricht met het oog op het indienen van een wets-
ontwei-p bij de ,,Chambres Fédém-ales”.

Bevoegdheid van Rijnveartrecht ban ken.

De Commissie heeft in de eerste zitting kennis geno-
men van een mededeeling van de Duitsche ])elegatie, be-
treffende de door de Badensche Regeering gebrachte wij-
ziging in het aantal en de rechtsgebieden der Rijnvaart-
rcchtbmnken. Volgens de verordening van 13 April 1932
zijn de ,,Amtsgerichte” tn Lörrach, Kehl en Mannheim
aangewezen als Rijnvaartrechtbanken in eersten aanleg;
het ,,Landgericht” te Mannheim is, evenals voorheen, aan-gewezen als rechtbank voor beroepen tegen vonnissen der
Rijnvaartrechtbanken.

DE INTERNATIONALE KAMER
VAN
KOOP

HANDEL EN DE HANDELSPOLITIEK.

(Een onbevredigende resolutie.)
Het Congres van de Internationale Kamer van
Koophandel, van 29 Mei tot 3 Juni ji. te Weenen
gehouden, ontieende zijn beteekénis ditmaal in hoofd-
zaak aan het feit, dat het onmiddellijk voorafging
aan de te Londen te houden Monetaire en Economi-
sche Conferentie, zoodat van cle besluiten, door dit Congres te nemen, een belangrijkè invloed kon uit-
gaan op de Londensche besprekingen en de interna-
tionale economische en monetaire politiek der naaste toekomst. Het Weener Congres was dan ook speciaal
met het oog op de Londensche Conferentie voorbereid
en het heeft een speciaal ontwerp-rapport behan-
deld en definitief vastgesteld, dat door de Interna-
tionale Kamer van Koophandel aan de Conferentie, zou worden aangeboden. Voorts heeft het Congres
nog een 18-tal resoluties aangenomen, waarvan ver-
scheidene in rechtstreeksch verband stonden met de
te Londen te behandelen vraagstukken.
Van deze resoluties is misschien wel de belang-
rijkste de tiende, die betreffende de tarievenpolitiek
en de handeisverdragen. Immers de handelsbelem-‘
meringen en deardoor veroorzaakte inkrimping valT
het internationaal goederenverkeer, vormen wel een
der hoofdoorzaken van de tegenwoordige economische
wereldcrisis en liet lag zeer stellig op den weg van
een lichaam als de Internationale Kamer van Koop-handel, waarin het bedrijfsleven der wereld door de
meest vooraanstaande deskundigen vertegenwoordigd
is, een zeer krachtig en zeer ondubbelzinnig geluid
te doen hooren one de te Londen hijeenkomende re-
geeringsafgevaardigden te bewegen tot het volgen
eener doeltreffende politiek om deze handelsbelem-

14 Juni 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

471

meringen op afdoende wijze uit den weg te ruimen.
Tot mijn leedwezen stuit ik nu echter juist in deze resolutie op m.i. bedenkelijke slagen om den arm en
aan den anderen kant is er een niet minder hetreu-
renswaardige leemte in. Mocht de politiek, in deze
resolutie aanbevolen, zonder meer door de verschil-
lende Staten worden gevolgd, dan zal, vrees ik, het
doel, dat bereikt moet worden, niet worden ver-
wezenlijkt.
Ik moge dit kortelijks toelichten, aan de hand van
de resolutie zelve, die in niet minder dan 11 para-
grafen is verdeeld. Met de eerste zal ieder zich kun-
nen vereenigen; daarin toch wordt gezegd, dat de
tegenwoordige economische omstandigheden zoo ern-
stig zijn, dat de Economische Wereldconfererttie alle
mogelijkheden dient na te gaan van een onmiddel-
lijke collectieve actie ter versnelling van de hervat-ting van het zakenleven. Uit internationaal oogpunt
stellig niet ongevaarlijk is echter de tweede paragraaf,
waardoor aan iederen Staat een voorwendsel wordt
ian de hand gedaan om te weigeren de handelsbe-
lemmeringen te doen vervallen. De volken toch heb-
ben volgens deze paragraaf het recht een
recleljke

bescherming
te verzekeren aan de producties, welke
zij als essentiëel voor hun nationale huishouding be-
schouwen. Daaraan wordt wel toegevoegd, dat het in

hun
belang is,
geen buitensporig gebruik van dat
recht te maken, zoowel met het oog op de reacties,
welke deze politiek noodzakelijkerwijze van de zijde
van andere landen uitlokt, als met het oog op de
belangen der verbruikers — deze komen dus pas in
de laatste plaats in aanmerking! —; doch waar deze
overwegingen tot dusver op de handelspolitiek van
tal van landen zonder invloed zijn geweest, lan men
bezwaarlijk verwachten, dat zij zich voortaan door
die overwegingen van een ,,huitensporig gebruik”
van hun z.g. ,,recht” zullen laten weerhouden.

Zeer juist is weder paragraaf 3, volgens welke de
tarieven en andere hiindelsbelemmeringen, welke dt
beginselen van den internationalen handel verkrach-ten, de grondoorzaak zijn van de tegemvoordige cri-
sis en dat het noodzakelijk is ze op te heffen of te
verminderen, om een normalen interationalen han-
del te herstellen. Ook onderschrijf ik de stelling van
de vierde paragraaf, dat een normale monetaire sta-
biliteit noodig is voor normale internationale han-
delsbetrekkingen.

In de vijfde paragraaf wordt gezegd, dat een der
incest doeltreffende methoden om den internationa-
len handel te doen herleven, bestaat in het tot stand
brengen van nieuwe handelsverdragen tusschen de
volken. Dat hangt van den
inhoud
van die verdra-
gen af, zou ik meenen. iiermede kom ik tot para-
graaf 6, welke een reserve bevat, die geen prettigen
indruk maakt. Na te hebben verkondigd, dat bilate-
rale handeisverdragen de onvoorwaardelijke meestbe-
gunstigingsclausule tot grondslag moeten hebben en
w ederzjjdsche tarief concessies moeten behelzen
(ach-

ter dezen tweeden eisch, in zoo stringenten vorm ge-
steld, zou ik een vraagteeken willen zetten), gaat de

resolutie voort:

,,Tutusschen kan, ingeval cle absolute handhaving van
het beginsel van de onvoorwaardelijke meestbegurstigings-
clausule bij toekomstige onderhandeli ngcn over handels-verdragen leidt tot gevoelige vertraging in de verbetering
der tarieven en de opheffing der handelsbelemmeringen,
matiging daarin worden onder het oog gezien.”

Met andere woorden, hier wordt oprrieuv een voor-
treffelijk voorwendsel aan iederen Staat aan de hand
gedaan om zich aan het beginsel van onvoorwaarde-
lijke meestbegunstiging te onttrekken. ,,Ik schiet daar-
mee niet op,” kan elke Staat nu zeggen, wien men
mocht verwijten, dat hij in zijn handelsverdragen de
meestbegunstiging aan kant gezet heeft. En om de
maat vol te maken, gaat paragraaf 7 voort:

,,Zoo zou men bij wijze van overgangsmaatregel (? !), bilaterale verdragen kunnen sluiten, welke
preferentiëele
bepalingen inhouden. Zulke bepalingen iii een verdrag

opgenomen, zouden echter nimmer mogen beteekenen, dat
de verdragsluitende staten elkander verbieden
dezelfde
voordeelen toe te kennen aaa
andere
staten, waarmede zij
vervolgens in onderhandeling mochten treden, maar alleen,
dat deze voordeelen niet
recittens
aan andere volken wor-
den toegekend.”

Hier viert halfslaehtigheid hoogtij. In afwijking
van het beginsel der onvoorwaardelijke rneestbegun-
stiging mogen die reducties dus gebruikt worden om
er mee te marchandeeren en er andere landen alleen
van te laten profiteeren als zij er ook wat tegenover
aknbieden. Welke gevallen men hier op het oog heeft
is intussehen niet duidelijk. Met het stelsel van pre-
ferenties hebben wij al eenige ervaring opgedaan,
toen men daarmede de Zuid-Europeesche landbouw-
staten (de z.g. Donaustaten) wilde helpen. Het is
toen afgestuit op de weigering van overzeesche graan-
produceerende landen als Argentinië, om afstand te
doen van de onvoorwaardelijke meestbegunstigings-
clausule. Maar toen was het ook juist de bedoeling
die preferenties
niet
uit te breiden tot andere landen,
hoe dan ook. Dat men bij dergelijke verdragen lijn-
recht tegen het beginsel der onvoorwaardelijke meest-
begunstiging ingaat, behoeft geen betoog, al dient er-
kend, dat de resolutie in punt 9 voor dergelijke ver-
dragen de goedkeuring van meestbegunstiging genie-
tende staten eischt. En dat zulke verdragen slechts
een tijdelijk ,,overgangs”-karakter zullen mogen dra-
gen, is slechts een doekje voor het bloeden.
Maar mijn hoofdhedenking richt zich tegen de acht-
ste paragraaf, die oppervlakkig beschouwd, er niet,
zoo kwaad uitziet, doch waarin naar mijn overtuigig
het voornaamste is vergeten. De Kamer zegt erin,
dat overeenkomsten van
economische toenadering
een

element van vooruitgang kunnen vormen en het in-
ternationale ruilverkeer kunnen vergemakkelijken in-dien zij aan verschillende, met name genoemde voor-
waarden voldoen, te weten:
a.
vergemakkelijking der

betrekkingen tussehen de deelnemende staten be-
oogen, los van iedere agressieve bedoeling tegenover
niet-deelnemende staten; iedere deelnemende staat
moet vrij blijven handelsverdragen met derden te slui-

ten;
b.
de ,,adhaesieclausule” bevatten, d.w.z. dat alle
staten, die bereid zijn de verplichtingen te aanvaar-
den, die aan de deelnemers zijn opgelegd, er zich bij
moeten kunnen aansluiten;
c.
staten, welke deze ver-
plichtingen
daadwerkelijk
nakomen, zonder
formeel

adhaesie te betuigen, moeten van alle voordeelen kun-
nen genieten, aan de deelnemers toegekend;
d.
deze

verdragen moeten op langen termijn worden gesloten
en dus een duurzaam karakter hebben.
In een slotalinea is hieraan toegevoegd:

)eze toenaderingen zouden worden bevorderd door
het sluiten van een internationale overeenkomst, w’aar-
door de daartoe toetredende stateii zich verbinden om, ton gunste van economische toenaderingen, welke aan boven-gemelde voorwaarden voldoen, een iniplicite uitzondering
te erkennen op de meestbegunstigingsclausule, zelfs in-
dien zij in de tweezijdige verdragen, door hen afgesloten,
geei.l fornieele reserve te dien aanzien hebben gemaakt.”

Wanneer men dit zoo alles oppervlakkig leest, dan
denkt men: dat is een copie van de beginselen, welke
aan het verdrag van Ouchy ten grondslag liggen: de Kamer beveelt hier aan, dat de verschillende landen
op deze basis zullen komen tot
algenreene
tariefsver-

laging.
Maar beziet men de zaak wat nauwkeuriger, dan
komt men voor de vraag te staan: wat zijn eigenlijk
verdragen tot economische toenadering? Denkt men
daarbij alleen aan verdragen als dat van Ouchy of
ook aan afspraken betreffende de rechten op de pro-ducten van een of meer
bepaalde
bedrijfstakken, b.v.

lijtiolie, rijst, ijzerwaren of textielgoederen? Hiertus-
sehen zijn tal van tusschenvormen denkbaar, doch
mi. is de eerste soort – die betreffende het geheele
douanetarief — de juiste en de meest doeltreffende.
Ik betreur het daarom, dat in deze paragraaf dus de
hoofdzaak:
de algemeene tariefsverlaging voor alle
artikelen, niet vermeld is. En dat is van het grootste

472

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juni 1933

gewicht. Immers zonder aanduiding van dit beginsel
kan deze paragraaf 8 evengoed dienen tot aanprij-
zing van allerlei verdragen en verdragjes, strekkende
tot het verleenen van wederzijdsche preferenties op
enkele bepaalde artikelen, waarbij andere staten ook
groot belang hebben. Voor zulke preferenties kan
naar mijn oordeel een algemeene conventie, houden-
cle uitzondering op de meestbegunstiging ter bevor-
dering van de economische toenadering, niet bedoeld
zijn.

Over de laatste paragrafen van de resolutie kan ik
kort zijn. Paragraaf 9 had reeds onze aandacht, ter-
wijl paragraaf 10 zegt, dat algemeene of gedeeltelijke.
afwijkingen van de meestbegunstigingsclausuie in
verdragen uitdrukkelijk moeten worden bedongen.
Tenslotte komt paragraaf 11 met de platonische ver-
klaring, dat het einddoel van de handelspolitiek de
gelijkheid van behandeling moet blijven, hetgeen on-
derstelt, dat concessies, aan het eene land toegekend
en aan het andere geweigerd, zoo spoedig mogelijk
voor alle landen toegankelijk moeten worden gesteld op de basis van verdragen. Dus toch de meestbegun-
stiging en niet de preferentie?

De resolutie als geheel hinkt dus zeer bedenke-lijk op twee gedachten. Het is zeer jammer, dat zij
niet meer
aus einem Ousz is
geredigeerd. Zij is blijk-
baar de vrucht van een compromis tusschen tegen-
strijdige stroomingen. Een belangrijk deel ervan –
en juist niet het beste! – is ontleend aan het rap-
port van een speciale commissie van dc
Amerikaan-
sche
afdeeling van de Internationale Kamer van
Koophandel. Met name vindt men daarin den eisch
van wederzijdsche conessies in bilaterale handels-
verdragen op meestbegunstigingsbasis, alsmede de
opmerking over preferentie en over het tijdelijk los-laten van de meestbegtmstigingsclausuie, welke wij
hierboven hebben gecritiscerd. Slechts een ding hopen
wij: dat de Conferentie te Londen, indien zij zich
zal hebben uit te spreken over den meest gewensch-
ten vorm van multilaterale overeenkomsten ter ver-betering van het internationale haudeisverkeer, zich
voor oogen zal houden de in het rapport van dc In-
ternationale Kamer van Koophandel nog eens in her-
innering gebrachte aanbeveling van het Economisch
Comité van den Volkeubond, die beslist wijst in de
richting van Ouchy, ni. de aanbeveling van ,,overecu-
komsten van een
algemeen
karakter, strekkende tot
verbetering
van de economische betrekkingen
tus-
schen de volken”
en
niet
van overeenkomsten, ,,door
enkele landen
gesloten om
bijzondere doeleinden
te
bereiken.” A. N.
Mo1.uN,AR.

VOORSTELLEN TOT HERVORMING VAN HET

NEDERLANDSCHE BANKWEZEN.

Den laatsten tijd werden van meer dan één zijde voorstellen gedaan tot het aanbrengen van hervor-
m:ingen in de structuur van het Nederiandsche bank-
wezen. Bij enkele van deze voorstellen willen wij te
dezer plaatse eenige kantteekeningen maken.
Het eerste voorstel, dat wij op het oog hebben,
kwam van socialistische zijde. Het is belichaamd in
de herziening, welke het bekende Socialisatie-rapport
van de S.D.A.P. in 1933 heeft ondergaan.

Het oorspronkelijke Socialisatie-rapport dateert
van 1920. Daarin kwamen ook enkele beschouwingen
over het bankwezen voor, afkomstig – in tegenstel-
ling tot de rest van het rapport – niet van de Com-
missie in haar geheel, doch van den heer G. Ver-
meer, achter welken sehuilnaarn zich de toenmalige
financiëele redacteur van het Algemeen handelsblad
verborgen hield. In het rapport van 1920 was dui-
delijk bemerkhaar, dat het hoofdstuk over het bank-
wezen een anderen oorsprong had, dan de verdere
beschouwingen. Slechts zeer weinig ingrijpende voor-
stellen werden in 1920 ten aanzien van het bank-
wezen gedaan. Aan het zelfstandig bestaan van onze

centrale bank werd niet getornd; slechts werd de
: eisch gesteld, dat publiekrechtelijke lichamen (men
denke aan de destijds door de Ned. Bank gerant-
soeneerde Gemeenten!) niet op bezwarender voor-
waarden bij de centrale bank van .crediet voorzien

zouden worden dan andere credietnemers. In verband
met het internationale Icarakter van ons bankwezen
werd ingrijpen in
.
het particuliere bankbedrijf niet
raadzaam geoordeeld. Enkele suggesties, waaronder
die, dat de Rijkspostspaarbank zich tot een met de

particuliere banken concurreerende depositohank zou moeten ontwikkelen, voltooiden dit onderdeel van het
rapport van 1920, dat op ,,insider” en buitenstaan-
der moeilijk anders dan een zeer matten en weinig
zeggenden indruk kon maken.
1)

Met betrekking tot het bankwezen kwam later het
bekende socialistische Kamerlid Dr. J. van den Tem-
pel in 1930 met het voorstel om hier te lande in den
vorm eener gemengde onderneming, d.w.z. met Over-
heiclsdeeln eming in het kapitaal, een Industriehank
op te richten. Dit voorstel, dat o.a. ondersteuning
vond hij des ontwerpers partijgenoot Dr. Wihaut, heeft geen instemming hij de bevoegde instanties
kunnen vinden, zoodat het niet tot uitvoering is ge-
komen. )

Ook in de wijzigingen van het Socialisatie-rap-
port, welke in 1933 tot stand kwamen en waarover
de heeren Ankc.rsmit en Wibaut een brochure heb-
ben gepubliceerd
3),
is van de Industriebank geen
melding gemaakt. Daarentegen worden met betrek-
king tot andere o.nderdeelen van het bankwezen niet
onbelangrijke hervormingsvoorsteilen gedaan. De 30ste conclusie van het rapport, die aan dit onder-
deel van het economisch leven is gewijd, luidt als
volgt:
,,Wat het bankwezen betreft, geldt:
ci.
Dc Ci reulatieha,ik worde ouder geuneensehapsbeheer
gebracht.
II
nar taak zij niet alleen cle verzorging der geld-
circulatic, doch eveneens de bevordering van het verschaf-
fen van zoo goedkoop mogelijk crediet en het geven van
leiding daarbij. Dit laatste kan zij bereiken zoowel door
het stellen van eischeti bij hercliseotiteering voor banken
als door coucurreererid optreden
01)
het gebied der ere-
dietverleeniiig niet het kassiers- en het bankbedrijf.
instelling vait een Kaiiier voor het Bankwezen in
organisatorisch verband niet cle Centrale II3ank, welke
Kamer tot taak heeft contrôle uit te oefenen
OJ)
de gestie
van de particuliere banken en credietinstellingen, clie in
Nederland haar bedrijf uitoefenen, en bindende algemeene
voorschriften te geven voor de uitoefening van het bank-
bedrijf in het algemeen en voor de credietverleening en de
beinoeiing niet eniissies in het bijzonder.
Toezicht op spaarbanken en hypotheekbauken.”

In de toelichting tot het sub a. vermelde onder-
deel der conclusie wordt er op gewezen, dat in een
democratisch bestuurden Staat de zeggenschap over den omvang der geldcreatie in laatste instantie thuis
behoort bij een gemeenschapsorgaan en dat mitsdien
de in 1920 wel niet aanvaarde, maar dan toch ook
niet uitdrukkelijk bestreden ,,stelling van bankheer-
schappij hoven den staat als gemeenschapsorgaan”
verworpen dient te worden. Voorts wordt over dit
punt in de toelichting opgemerkt:

,,1[ct ligt in de lijn van dezen opzet, dat in hoogste in-
stantie het parlement beslissingsrecht kan hebben tea op-
zichte van geldcreatie, van uitgifte van bankbiljetten.
Zoo
behoort het te zijn in een werkelijk democratisch
bestuurden staat. Wij stellen uitdrukkelijk voorop dat een
zoovecl inogel ijk stabiele verhouding tusschen geldeenheid
in goederen- en ru ilverkeer als eelt gemeenschapsbelang
moet worden gezien. Doch dit vooropgesteld, dan is het

1)
Zie over het rapport van 1920 ons werkje l3ankpoli-
tiek, 2e druk, 1931, blz. 213
v.v.
en 222.
3)
liet plati van Dr. viul den Tempel werd door ons be-
streden in Econ.-Stat. 13cr. valt
11
Juni 1930; zie ook
Bankpolitick, blz. 178, v.v.
3)
Deze brochure draagt den titel:,, Socialisatie 1933.
Toelichting bij de wijzigingen der conclusies van het So-cialisatic-rapport 1920.” lJitg. N.V. Arbeiderspers, A’dam
1933. 35 blz.

14 Juni 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

473

de verantwoordelijke taak van regeering en parlement
tezamen om deze stabiliteit zoo goed mogePjk te verzor-
gen. Voor deze verzorging is, waar liet er op aankomt,
voor een orgaan staande boven regeering en l)arlenient geen plaats. In cle democratie is geen tegenstelling tus-
schen staatsbelang en gcineensihapsbelaiig. De staat is het

0!)
perste gemeenscha psorgaan.”

Wij hebben van dit alles zonder instemming ken-
nis genomen. Toegegeven moge worden, dat in tijden
van zeer groote nood voor de Schatkist de onafhan-
kelijkheid van de centrale bank wel eens op zijde
wordt gezet terwille van een benarde Overheid en
dat de zelfstandigheid van centrale banken juist dan
pleegt te falen, wanneer men er de grootste behoefte
aan zou hebben. Dit neemt echter volstrekt niet weg,
dat in alle andere gevallen een zelfstandige centrale
bank, die weliswaar aan zekere algemeene regelen omtrent de wijze van credietveriec.uing en de dek-
king van het bankpapier is gebonden, doch binnen

dit kader vrij
i5
in de keuze van haar credietnemers
en in het vaststellen der daarvoor geldende voorwaar-
den, een zeer heilzamen invloed vermag uit te oefe-
nen op cle ontwikkeling van het land, waarin zij
werkt, en veel beter dan een Staatsban.k, haar in-
vloed kan aanwenden tot het keere.n van misstanden
op het stuk der credietverleening, inzonderheid
tegenover een niet al te zorgvuldig financierende
Overheid. Wij juichen het dan ook toe, dat de Com-
missie-Trip in haar ontwerp-programma voor de We-
reldconferentie op de wenschelijkheid van politieke
onafhankelijkheid der centrale banken terdege de
aandacht heeft gevestigd.
Zeer bedenkelijk is ook het tweede desideratum,
dat in de conclusie sub a. wordt genoemd. Daarin
wordt verlangd, dat de centrale bank als concurrente
van de andere banken zal optreden. Inzonderheid
heeft men daarbij blijkens de toelichting de binnen-
landsche credietverleening op het oog gehad. Het ge-
vaar wordt hier geducht, dat deze, als zij in handen
is van particuliere winstmakers, te duur zal worden.
Gestreefd moet daarom worden naar zoo goedkoop
mogelijk crediet.

Dit voorstel komt ons geheel verkeerd voor. Wil
een centrale bank haar rol naar behooren vervullen,
zoo zal zij er op uit moeten zijn om in hausseperioden
remmend te werken, haar disconto te verhoogen en
activa af te stooten ter vermindering van de geld-
circulatie, terwijl zij in
tijden
van depressie moet
streven naar het omgekeerde: lage rente en uitbrei-
ding van circulatie, zulks teneinde de golven der
conjunctuur, voorzoover deze vooi- monetaire beïn-
vloeding vatbaar zijn, zooveel doenlijk te verzachten.

Deze taak kan de centrale bank het best vervullen,
wanneer zij in normale tijden haar activa beperkt tot
vlot verhandelbare of gemakkelijk realiseerbare ef-fecten en credieten, zooals courant overheidspapier,
prima wissels en belee.ningen, e.d. Gaat zij echter een
bedrijf opbouwen, als dat van de particuliere ban-ken, zoo beperkt zij haar eigen bewegingsvrijheid
enorm. De taak, waarvoor zij zich gesteld ziet, t.w.
clie van hoogste contrôle-orgaan der deldeirculatie en
der korte credietverleening, geraakt te eerder in hot
gedrang, naarmate de centrale bank zelf meer gebon-
den is aan bepaalde groepen van cliënten.

Bedenkelijk is dit alles vooral ook daarom, omdat
het geschiedt onder het motto van ,,goedkoop ere-
diet”. Het kon nu toch langzamerhand genoegzaam
bekend zijn, dat voor een waarlijk vruchtbare ontwik-
keling van het economisch leven een streven naar
duurzaam goedkoop crediet uit den booze is, omdat
het de infiatorische invloeden in het economisch
leven versterkt, en daardoor uiteindelijk na een in-
flatorische hausse hevige terugslagen veroorzaakt. De
ware rentepolitiek bestaat in het opvoeren van den
rentestand in hausses, snel en krachtig, teneinde
excessen op het gebied der credietverleening en der
daarop gebaseerde geldcreatie te voorkomen, om dan
in tijden van omslag de gelegenheid te hebben den

reiitestand evneens snel en drastisch te verlagen,
een en ander gepaard gaande met en gesterkt door
open-markt-politiek. Niet een regel van ,,goedkoop
crediet” dus, maar een politiek van afwisselend hoo-
ge en lage rente in verband met de schommelingen
der conjunctuur. Tegen de mentaliteit, die uit het
Socialisatie-rapport spreekt en die reeds vroeger van
socialistische
zijde
was verkondigd (men dienke aan
cle vooroorlogsche beschouwingen van Hector Denis),
kan niet ernstig genoeg worden gewaarschuwd. Het
arbeidersbelang is oneindig meer gediend bij een
regelmatige ontwikkeling, dan hij een door goedkoop
crediet gestimuleerde hausse met een daarop volgen-
dcii terugslag. Thans, in 1933, moge lage rente ten zeerste gewenscht zijn, het is uiterst gevaarlijk om
in een stuk, dat toch vermoedelijk als politiek pro-
gramma voor een groote reeks van jaren zal moeten
dienen, van deze lage rente een (luurzaam principe
te maken.
De conclusies, vermeld sub b. en c. ontmoeten min-
der bezwaar dan die sub a. Krachtig toezicht op het
geheele bankwezen is een eisch, die niet slechts door
socialisten wordt gesteld, maar waarmede b.v. schrij-
ver dezes van harte kan instemmen, en wel, omdat
van het bankwezen in belangrijke mate de loop der
geldwaarde afhankelijk is en de zorg voor een stabiele
geldwaarde een onderdeel der Overheidstaak is.
Alleen zouden wij het toezicht, dat hier wordt ver-
lan.gd, liever in handen leggen van de daarvoor zeer
geëigende centrale banlcen, dan in die van een af-
zonderlijke Kamer voor het Bankwezen.

* *
*

Zooals gezegd, over liet belangrijke vraagstuk van
cle industriefinanciering wordt in het rapport niet
gesproken.
Dit vraagstuk is intusschen in den laatsten tijd
meermalen van andei-e zijde ter sprake gebracht. Wij
herinneren vooreerst aan liet voorstel van Prof. Gelis-
sen tot liet stichten van een gewestelijke Industrie-
bank in Limburg onder deelneming van de Limburg-
sche Gemeenten, welk voorstel reeds in ons weekblad
l)eSproken werd door Dr. H. M: II. A. van der
Valk
1).
Een eenigszins ander voorstel werd gedaan door Dr. B. K. Spanjaard
2).
Waar dit laatste voor-
stel nog geen aanleiding gaf tot gedachtenwisseling
in onze kolommeii, willen wij daarover enkele opmer-
kingen maken.
Mr. Spanjaard verlangt in verband met de zeer
aanzienlijke structuurveranderingen, welke de Ne-
derlandsche industrie naar alle waarschijnlijkheid
nog zal moeten ondergaan, de stichting van een In-
dustriebank, welke ten doel zal hebben lange credie-
ten te verstrekken aan daarvoor in aanmerking ko-
ineude ondernemingen en die te dien einde lang geld
zal opnemen. Deze bank moet worden gesticht door
de gezamenlijlce grootbanken, terwijl de Staat even-
tueel steun zou kunnen verleenen door rente- en
dividendarantie. De bank zou een monopolie moe-
ten verwerven voor een zeker aantal jaren.
Hoewel kan worden toegegeven, dat de industriëele
credietverleening in verband niet de structuurveran-
deringen van ons economisch leven in de toekomst
herziening zal behoeven, ontmoet dit plan niettemin
bezwaar. Vooreerst vragen wij ons af, waarom in liet
kader van ons huidig bankstelsel aan zulk een in-
dustriebank een monopolie toegekend zou moeten
worden. Een dergelijke coustrutie is niet logisch,
want men handhaaft de concurrentie in liet gewone
bankbedrijf, terwijl men deze alleen gaat uitschake-
len voor liet lange crediet aan de industrie, voorzoo-
ver daarbij de grootbanken een rol spelen. Nu liggen
echter de groote gevaren van bankconcui-rentie niet
op liet gebied van de lange credietverleening aan de
industrie, welke gewoonlijk een vrij geringe omvang
zal hebben, maar op het gebied van het korte crediet

‘) Zie Ecou.-Stat. Ber. van
15
Febr. 1933.
2)
Zie Eeon.-Stat. Bem. van
19
April en 10 Mei
1933.

474

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juni 1933

en van de emissiezaken. Juist op deze gebieden ech-
ter wil Dr. Spanjaard de bestaande concurrentie in-
tact laten, terwijl hij deze wil beperken op een ge-
bied, dat de banken niet of slechts aarielencl zullen
willen betreden.

Bovendien bedenke men, dat het monopolie van
een Industriebank een geheel ander karakter draagt
dan b.v. het monopolie van een circulatiebank. Men
kan ieder verbieden •om bankpapier uit te geven,
maar de stichting van een monopolistische Industrie-
bank belet wel het oprichten van een tweede, der-
gelijke bank, doch volstrekt niet het verstrekken van
credieten aan industriëele ondernemingen buiten de

bank om, tenzij men alle mogelijke industriëele cre-
dieten over zulk een bank wilde laten loopen, wat
haar overigens onmiddellijk topzwaar zou maken en
binnen afzienbaren tijd zou doen omkantelen.
De geheele monopoliegedachte lijkt ons derhalve
zeer weinig gelukkig. Veel beter is de gedachtengang,
door Dr. van der Valk ontwikkeld in zijn studie over
het Belgische bankwezen. Deze wil het vraagstuk der
industrjëele credietverleening oplossen met behulp
van door de banken te stichten participatiemaat-
schappijen, waarin de credieten, die de bank zelve
om redenen van liquiditeit niet kan aanhouden, on-
dergebracht kunnen worden.
Dr. Spanjaard verwerpt dit denkbeeld, vooreerst
omdat hij bij oprichting van een aantal participatie-
maatschappijen, elk staande onder heerschappij van
een andere grootbank, concurrentie-excessen vreest,
en voorts omdat een door een grootbank te stichten
participatiemaatschappij nimmer een zelfstandige in-
dustriëele politiek zal kunnen volgen.
Het eerste bezwaar hebben wij zooeven reeds be-
sproken; concurrentie zal er zeker kunnen zijn, doch
het gevaar van concurrentie is het grootst bij het korte
crediet, welks overspanning en verkeerde aanwen-ding terstond de liquiditeit en mogelijk ook de sol-
vabiliteit van de credietverleenende instelling in ge-
vaar brengt, terwijl bij een participatiemaatschappij
in het belang der liquiditeit overwegend met lang
geld gewerkt zal worden. Contrôle op het korte cre-
diet moet dus voorop staan; veel moeilijkheden bij
het lange crediet worden dan automatisch vermeden.
Ook het tweede bezwaar kunnen wij niet deelen.
Wanneer men een samenwerking verkrijgt in het
vraagstuk der industriefinanciering met betrekking
tot het verstrekken van kort zoowel als van lang
crediet zoo is er alles v66r om daarbij de leiding in
één hand te leggen. Anders is een harmonische ont-
wikkeling van de credietverstrekking niet mogelijk.
Tegen de Staatshulp hebben wij eveneens eenig
bezwaar. Een Industriebank is een instituut, dat zou
worden gesticht voor een lange reeks van jaren. En
nu wil Mr. Spaj aard wel het eerste octrooi beper-ken tot een termijn van 5 jaar, aan welken termijn ook de Staatsdividend- en rentegarantie gebonden
zal zijn. Maar de kans is groot, dat dan vervolgens
de Staatssteun zal worden gecontinueerd, tenzij men
– hetgeen uiteraard mogelijk is – juist bij het af-
loopen van het octrooi in een hausseperiode zou ver-
keeren.

De vraag rijst echter, of steun aan een bank voor
lange industriefinanciering vel datgene is, wat in
de huidige depressie in de eerste plaats van den
Staat gevraagd zou mogen worden. Wij betwijfelen
het. Wij bevinden ons immers in een periode van dusdanige verschuivingen, dat het moeilijk is om
plannen op langen termijn voor te bereiden. Daarbij
komt, dat de monetaire verhoudingen hevig in de
war zijn en elke calculatie op langeren termijn on-
mogelijk maken. Wij leven hier te lande in een
periode van hevige deflatie, die een ramp voor onze
volkswelvaart beteekent. Nu weet men, dat uit hoof-
de van zekere structuurveranderingen een deel van onze industrie in elk geval het veld zal moeten rui-
men, terwijl de daar werkzame productieve krachten elders emplooi zullen moeten vinden. Een ander deel
zal slechts in stand kunnen blijven, wanneer ôf aan-

passing van bonen, vaste schulden en Overheidslasten
hij het verlaagde prjsnileau zal zijn verkregen, èf wan-
neer de deflatie door een proces van reflatie zal zijn
genezen. De eerste methode voltrekt zich niet met
de noodige soepelheid en snelheid; reeds daarom zal
in elk geval ook de tweede methode toegepast moe-ten worden, wil men niet het aantal slechtoffers van
deze depressie noodeboos vermeerderen. Reflatie be-
teekent verruiming van geldcirculatie, en daarvoor
is noodig verruiming van credietverleening. Op ver-
schillende wijzen kan deze reflatie zich voltrekken.

Naast andere methoden, waarop wij hier thans niet
willen ingaan, wijzen wij op de mogelijkheid om ge-
durende de aanpassingsperiode, die. ons nationale be-
drijfsleven zal moeten doormaken, door middel van
een
noodcrediejorganjsatje
die onderdeelen van het
bedrijfsleven met
additioneel crediet te steunen, waar-
van in redelijkheid verwacht mag worden, dat zij
levensvatbaar zullen blijken. Uiteraard zou een der-
gelijk noodcrediet, dat zoowel kan dienen om een
periode van deflatieverliezen te overbruggen, als ook
om middelen te verstrekken voor het omschakelen
van het bestaande productie-apparaat op de voort-
brenging van nieuwe artikelen, afhankelijk gesteld
moeten worden van de noodigê loonsverlaging en
van andere, thans verstarde onderdeelen van de kos-
ten, welke verlaging, zelfs in geval van snelle refla-
tie voor ons land in elk geval onvermijdelijk moet
worden geacht uit hoofde van de groote structuur-
veranderingen, die zich in ons economisch leven vol-
trekken. Onder deze voorwaarde echter – die in de
Amerikaansche reflatiepolitiek van President Hoo-
ver al te zeer uit het oog is verloren – schijnt mij
de gedachte van een tijdelijk crisis-crediet-instituut
volkomen aanvaardbaar.

Daarop moeten zich thans de pogingen van de
Overheid conceutreeren. Men kan dan altijd later wel
eens zien, of en in hoeverre men tot een duurzame
credietorganisatie voor de industrie wil overgaan, hetzij in den geest van Dr. Spanjaard, hetzij – het-
geen wij beter achten – volgens de lijnen, door Dr.
van der Valk aangegeven.

Het hier door ons aangeduide denkbeeld heeft
reeds ten vorigen jare hier te lande de aandacht van
een aantal industriëelen gehad, die onder leiding van
den heer L. Stokvis en na verkregen contact met de
groote werkgeversorganisaties, gestreefd hebben naar
de stichting van een dergelijk lichaam, hetwelk zij
Crisis-Financierings-Maatschappij noemden.

In de kringen van de industrie zelve heeft het
denkbeeld, naast instemming, twee bezwaren ont-
moet. Het eerste was dit, dat de industniëelen,
die het nog kunnen bolwerken, gaarne hun zwakkere
concurrenten zien verdwijnen; zij achten dat proces
,,gezond” en de uiteindelijke toestand zou er h.i.
slechts beter door kunnen worden. Daarbij wordt in-
tusschen uit het oog verloren, dat het huidige defla-
tieproces tenslotte ook de krachtigste ondernemingen
met ondergang bedreigt, zoodat het wel wat kort-zichtig is om met ,,Schadenfreude” toe te zien bij
het verdwijnen der zwakkere broeders. Als het alleen
maar ging om het zonder eenige reorganisatie en
zonder eenige kostenverlaging doorfinancieren van
deficitaire posities, zouden wij dit argument volko-
men kunnen onderschrijven; maar hierboven merkten
wij reeds op, dat zulks een verkeerde politiek zou
zijn, die dan ook nimmer door de voorstanders van dit denkbeeld is verdedigd, integendeel, krachtig is
bestreden. Juist echter omdat in een deflatiepeniode
ook ondernemingen, die bij een stabiele geldswaarde
gezond zijn, in moeilijkheden geraken, is steun in den
vorm van additioneel crediet gerechtvaardigd.
Het tweede bezwaar bestond hierin: er is geen
enkele behoorlijke onderneming, die .crediet verlangt;
hoe wil men dan door middel van een crisis-crediet-
organisatie steun verleenen, die niemand vragen zal? Daarop kan geantwoord worden, dat inzonderheid in
ons land met zijn geheimzinnigheid in het zakenleven
de vraag, of er inderdaad credietbehoeften bestaan,

14 Juni 1933

ECON’OMISCH•STATISTISCHE BERICHTEN

475

die langs den normalen weg niet bevredigd worden,
in vele gevallen niet in de openbaarheid behandeld
wordt, aangezien de betrokken onderneming dit voor
haar reputatie minder gewenscht acht. De ervaring
heeft ons echter geleerd, dat er wel degelijk gevallen
zijn van ondernemingen, die, hetzij voor het entamee-
ren van een nieuw artikel, hetzij voor het overbrug-
gen van deze moeilijke deflatieperiode, bezwaren
ontmoeten hij het verkrijgen van crediet. Een nader
onderzoek, op korten termijn te bewerkstelligen, zou
op dit gebied waarschijnlijk zeer waardevol materiaal
aan het licht brengen.
Het spreekt volkomen vanzelf, dat de particuliere
banken in een tijd van uiterste depressie niet ver-
antwoord zijn om haar risico zeer te vermeerderen
hij zaken, die in elk geval wel eenige kwade kan-
sen met zich brengen. Daarom juist moet de
Overheid hier de behulpzame hand bieden. Dat
zal haar natuurlijk wat kosten, want credietverlee-
ning in crisistijd beteekent, ook bij voorzichtig en
rationeel beleid, het aanvaarden van een zeker aan-
tal verliesposten. Men moet daarbij echter overwe-
gen, dat, als men stil zit en volgens het recept der
deflationisten afwacht, totdat tenslotte alles zich bij
het verlaagde prijsniveau heeft aangepast, de ,,strop-
pen” voor de Overheid als gevolg van den onder-
gang van talrijke ondernemingen en van aanzien-
lijke stijging der werkloosheid, ouvergelijkeljk groo-
ter zullen zijn, dan wanneer deze de behulpzame hand
biedt, eenerzijds door verleening van overbruggings-
credieten aan industriëele ondernemingen, die na
reflatie weer gezond zullen zijn, anderzijds door het
geven van ,,Erziehungskredite” aan ondernemingen,
clie in deze tijden nieuwe wegen zoeken.
Over de mogelijke structuur van een dergelijk
uiteraard tijdelijk crisis-financi erings-instituut wil-
len wij thans niet uitweiden. De vorm voor de zaak
is gemakkelijk genoeg te vinden, wanneer men het
maar eens wordt over de principiëele wenscheljkheid.
Reeds vroeger hebben wij op de weuschelijkheid
van credietverleening aan het bedrijfsleven als on-
derde’el van een meer omvattende reflatiepolitiek
gewezen.
1)
Wij meenen, dat, wat het industriëele
credietvraagstuk betreft, thans in de eerste plaats
op dit punt alle aandacht geconcentreerd moet wor-
den en dat een dergelijke politiek momenteel meer
urgent is dan de oplossing van de vraag, hoe het
hier te lande op den duur met de lange industriëele
credietverleenirtg moet gaan. G.
M. V. S.

1)
Zie ons naschrift bij het artikel van Dr. Lubbers in
Econ.-Stat. Berichten van 8 Febr. ji.

=


i
..-.-…..
.,•’



tr’

6ROOTHAtIDEL5PRLJZEN

ECONOMIT.

KLEINHANDEL5PRtJZEN


VOEDING LAOUP GAZETTE

_TOTALE KOOTEN LEVEN5-

‘.1
-OnDERHOUD LABOUR GAZETTE

IJIIJIIILIJIIJIHLII
m
m

1924 1925 1926 1927 4928 1929 1930 1931 4932

DE DALING DER KLEINHANDELSPRIJZEN

GEDURENDE HET LAATSTE DRIETAL JAREN.

Aansluitend aan een door de redactie van dit blad
overgenomen beschouwing van den Engelschen
Eco-
ncmist
betreffende het achterblijveri van de daling der
kleinhandeisprijzen bij die der prijzen in den groot-handel, was i.k in het nummer van 30 April 1930 in
de gelegenheid om aan de hand van verscheidene in-
dexcijfers uit binnen- en buitenland het verschil in
de intensiteit der daling na te gaan en om verder
enkele factoren aan te wijzen, waardoor de geringere
vermindering bij de kleinhandelsprijzeu verklaard
kon worden.

In de sindsdien verloopen drie jaren heeft cle bewe-
ging zich voortgezet. Niet alleen is dit geschied in
een steeds sneller tempo, maar de verlaging heeft
bovendien vooral bij de kleinhandeisprjzen een zoo-
danigen omvang aangenomen, dat er alle reden is om,
in verband met de nog steeds blijvende werking van
sommige •der toen genoemde oorzaken en in verband
tevens met verscheidene overheidsmaatregelen ter be-
invloeding der prijzen, het schouwspel met belang-
stelling te volgen. Ik meen ‘dan ook, dat er aan het
einde van deze driejarige periode voor het volgend
overzicht wel eenige aanleiding bestaat.

1-let indexcfer van groothandelsprjzen van
The
Econonvist,,
dat in 1930 het uitgangspunt van de
bespreking was, staat daarbij wederom op den voor-
grond, met evenwel daarnaast, ter tegemoetkoming
aan het bezwaar, dat de schok, dien het Engelsche
muntwezen in September 1931 heeft ondergaan, op
de prijzen in Engeland allicht niet zonder invloed is
gebleven, ‘het indexcijfer van groothandelsprijzen van
het Nederlandsche Centraal Bureau voor de Statis-tiek. Het zwaartepunt ligt enhter ditmaal, meer dan vroeger, op de prijzen in den kleinhandel en wel in
eigen land. Ter typeering hiervan is genomen het
bekende Amsterdamsche cijfer der kosten van het
levensonderhoud (voeding en totaal), waarnaast op
zijn ‘beurt is geplaatst het gelijksoortig indexcijfer
van de
Labour Oazette,
om aldus ook voor Engeland
een vergelijking mogelijk te maken van inderdaad
vergelijkbare gegevens. Elke index is in •bijgaande
tabel opgenomen met zijn eigen basis, in den kop van
de tabel vermeld, en alle zijn tevens omgerekend op
den gemeenschappelijken grondslag van het gemiddel-
de van het jaar 1924 = 100, in welk jaar, zooals men
zich herinnert, de algemeene daling is begonnen. Twee
grafiekjes brengen verder de cijfers in beeld, het eene
de Engelsche, het andere de Nederlandsche.

-..——


– –

ç


(5POOTHANDELSPRLJZEN
CENTRAAL BUREAU.

KLEINHANDEL5PRUZEN


VOEDING AMSTERDAM.

TOTALE K05TEN LEVEN5-
-ONDERHOUD ÂM5TEPDAM.

III
III
III
III
III

III III
M5DM.SDt,jSDM,9DMJ9DMjSDNJ5,,M,)SDM3SDM
1924 4925 1926 4927 1928 4929 4930 4931 4932

100-

me

70

50

r.I.1

70
50

476

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juni 1933

Terloops moge gewezen worden op cle overeenstem-
ming tusschen het verloop van cle Engelsche cijfers
eenerzijds en van de Nederlandsche anderzijds (af-
gezien van enkele verschillen, zooals bv. in 1927,
welke buiten ons onderwerp vallen).

Meer aandacht verdient voor het betoog, zooa]s in
den aanvang reeds gezegd werd, de snelle val na 1929
(ook de voorbijgaande stijging aan het einde van 1931
in Engeland speelt voor de uiteenzetting geen rol).
Die val was na afloop van het eerste kwartaal 1933
voor de groothandelsprijzen nog steeds niet gestuit
en voor de kleinhandeisprijzen had hij, voor zoover de
kosten der voeding aangaat, zoodani ge afmetingen
aangenomen, dat die kosten in Maart 1933 reeds een
derde lager waren dan het gemiddelde van 1924 (66
pOt.), terwijl cle totale kosten van liet levensonder-
houd, verminderd waren tot 78 pOt. van die van 1924.
Einde 1930 waren de totale kosten nog omstreeks 9.0
pOt., zeodat in iets meer dan twee jaar tijds een ver-
mindering heeft plaats gebal met ruim een tiende.
Dat beteekent, dat hot gedeelte van het gezinsbudget,
dat voor andere posten dan voor voeding wordt be-
steeci en •dat in de vroegere beschouwing gemakshalv.e
,,de tweede helft van het gezinsbudget” werd ge-
noemd, nu eindelijk ook op zichtbare wijze in de daling
is betrokken. Jaren lang en ivel van begin 1927 tot in
den loop van 1930, bleef deze hel:f t vrij ouverander-
lijk op 96-97 pOt. van 1924. Thans is hij reeds ge-

daald op 88.

Velke beteekenis dit heeft voor een juiste :beoor
deeling van de beweging der indexcijfers als maatstaf
van de wijzigingen der kosten van het levensonder-
houd van de massa der bevolking, beseft men het best,
wanneer men zich herinnert, dat juist die tweede
helft door zijn ônveranderlijkheid vroeger geregeld oorzaak was, dat de daling op de eerste helft, op de
voeding dus, voor een belangrijk deel geneutraliseerd
werd en dat de uiteindelijke daling van liet totale in-clexcijfer geringer bleek te zijn, dan velen
01)
grond

van de bekende en menigvuldige prijsverlagingen op
bijna alle levensmiddelen, geneigd waren te ver-
wachten.

I

Iet is intusschen duidelijk, dat de betreffende pos-
ten niet alle gelijkelijk in de daling kunnen zijn be-trokken. Die ,,tweede helft” immers vertegenwoor-
cligt een veelheid van ongelijksoortige uitgaven, ge-
(laan ter voldoening aan zeer uiteenloopende behoef-
ten, en in •de prijsvorming en -beweging der artikelen
en diensten, die hierin voorkomen, moeten ook zeer
verschillende krachten en factoren aan het werk zijn,
waardoor de beweging zelf tenslotte zeer verschillend
uitvalt voor elk van de posten afionderlijk. Ter
oriënteering is een verdere splitsing in de onder-
deelen. dan gewenscht, bv. aan cle hand van het
staatje, dat voor de volledigheid van het overzicht
tevens cle posten van de voeding weergeeft (zie tabel op blz. 477).
Dat het bekende verschijnsel van cle
time lag
(liet
feit, dat prijsveranderingen in den kleinhandel altijd
zwakker zijn dan in den groothandel en ook veel later
•intreden) in de cijfers van het eerste staatje een be-
vestiging vindt, behoeft niet nader te worden aange-
toond. Doch in verband met het onderwerp, dat ons
thans bezig houdt, geeft het aanleiding om het merk-
waardige feit te constateeren, dat bij de indices van
groothandelsprijzen niet hetzelfde typische verschil te
vinden is tusschen voedingsmiddelen en totaal, als
bij die der kosten van het levensondei-i oud. Het ver-
loop van het voedingscijfer van het Centraal Bureau
blijft gedurende de geheele periode, in de tabel weer-
gegeven, vrij parallel met het totaalcijfer, verscheidene
malen is het er zelfs boven. En een bestucleering van
andere grootbandels-indices leert hetzelfde. Het is
natuurlijk niet aannemelijk – haast overbodig dit
op te merken – dat bij de kleinhandelsprijzen de oor-zaak van het achterblijven van het totale indexcijfer,
resp. van alle posten zonder de voeding, bij dat van
de voeding zelf, zou kunnen worden gevonden in een

Iaiclexcijfers

van

Groothandelsprijzen

Kosten levensonderhoud

Groothandeisprijzen

Kosten levensonderhoud

id. a a ii cl e ii

‘j” Centraal Bureau

Lab. Gazette

4msterdam

The

Centraal Bureau

Lab. Gazette

Amsterdam
Econo-

Haag

Econo-

Haag

mist

voedingl

totaal

voedingl totaal

votdingl totaal

mist

voedingl

totaal

voedingi totaal Ivoedingl totaal 1927-

1913 = 100

Juli 1914 = 100

1911/13 = 100

Gemiddelde 1924 = 100
100

Gemiddelde

1924

115.8

156

156

170

175

]f76.1.

177.4

100

100

100

100

100

100

100

Maart

1925

115.3

154

155

176

179

177.4

179.3

100

99

99

104

102

101

101
juni

1925

109.3

153

153

166

172

179.2

179.1

94

98

98

98

98

102

101
September

1925

110.7

153

155

170

174

175.5

178.7

96

98

99

100

99

100

101
December

1925

106.5

160

155

174

177

171.6

177.2

92

103

99102

101

97

100
Maart

1926

102.4

145

145

165

172

163.2

169.0

88

93

93

97

98

93

96
Juni

1926

102.2

145

144

158

168

168.1

170.9

88

93

92

93

96

96

97
September

1926

106.9

135

140

162

172

153.4

164.2

92

87

90

95

98

87

93
December

1926

101.0

150

147

169

1.79

160.6

167.8

87

96

94

99

102

92

95
Maart

1927

99.9

148

144

162

171

158.7

166.4

86

95

92

95

98

90

94
Juni

11927

100.3

155

149

154

163

.163.0

167.4

87

99

96

91

93

93

94
September

1927

99.8

156

150

157

165

163.0

1.67.2

86

100

96

92

94

93

95
December

11927

98.8

159

151

163

169

167.1

169.5

85

102

97

96

97

95

96
Maart

1928

99.9

‘ 161

152

155

164

166.4

169.2

86

103

97

91

94

95

96
Juni

11928

100.6

163

153

156

165

169.4

170.4

87

105

98

92

94

97

97
September

:1.928

95.7

151

145

156

165

165.8

169.2

83

97

94

92

94

95

96
December

11928

95.0

155

148

160

1.68

164.1

167.9

82

99

95

94

96

94

95
Maart

11.929

96.1

156

147

157

:166

163.1

168.5

83

100

94

92

95

93

95
Juni

1929

91.7

148

141

1,47

160

165.3

169.0

79

95

90

87

91

94

96
September

1929

91.8

147

141

154

164

159.5

166.7

79

94

90

91

94

91

94
December

1929

88.3

140

135

159

.167

161.6

167.4

76

90

87

94

95

92

95
Maart

:1930

83.1

121

122

150

161

152.0

162.8

72

78

78

88

92

87

92
Juni

1930

78.8

119

118

138

1.54

151.6

162.1

68

76

76

81

88

86

92
September

1930

73.2

.115

112

144

1157

152.5

162.1

63

74

72

85

90

87

92
December

1930

68.7

111

107

141

155

1.44.8

156.6

59

71

69

83

89

83

89
Maart

.1.93.1

66.2

105

103

134

150

139.9

154.3

57

67

66

79

86

80

88
juni

1931

63.6

1.03

100

127

445

140.6

153.5

55.

66

64

75

83

80

87
September

11931

65.1

95

91

128

145

136.9

151.2

56

61

58

75

83

78

86
December

1931

65.8

89

85

132

148

125.5

145.2

57

57

54

78

85

72

82
&[aai’t

.

1932

64.3

86

82

129

146

118.8

141.1

56

55

53

76

83

68

80
juni

11932

58.8

86

78

123

142

119.2

140.9

51

55

50

72

81

68

80
September

‘ 1932

63.9

79

76

123

141

119.7

141.1

55

51

49

72

81

68

80
December

1932

61.1

81

76

125

143

119.2

140.2

53

52

49

74

82

68

79
Kmart

1933

74

72

119

139

1.15.5

137.9

47

46

70

79

66

78

‘8

9
9 9 9 9 9 ‘9 9 9
9 9
9
S

6

96
97 93
’95 94 94 95 96 96
97
96
95 95
96 94 95 92
92
92 89 88
87
86
82
80
80
80
79
‘1
78 t

14 Juni 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

477

reden, op eenigerlei wijze samenhangend met den aard van de td bevredigén behdef te: die van voeding eener-
zijds, al de gezamenlijke andere behoeften anderzijds.
De oorzaak ligt hierin, dat van de artikelen, zooals
wij die voor onze voeding gebruiken, vele in een vorm
worden aangeschaft, die betrekkelijk weinig verwij-
derd is van het stachum van de grondstof, die hoofd-
zakelijk het materiaal voor de samenstelling der in-
dexcijfers van groothandeisprijzen levert. Bij de klein-
handeisprijzen. vertoont de ,,voeding”, zooals die in
het tweede staatje wordt aangegeven, dan ook het
meest overeenkomst met het beeld der prijzen in den
groothandel; zij is het beweeglijkst, zij volgt den groot-
handel het best. Alleen gaat het langzamer en in ge-
ringeren omvang: ‘het verschijnsel van de
time lag.

Artikelen, ‘waarvan ‘de prijsvorming aan seizoenSin-
vloedii onderhevig is, zooals iv. eieren, aardappelen,
groenten, fruit en, in beperktere mate, de rubriek
vetten door de natuurboter, welke zij omvat, nemen,
door de soms aanzienlijke en schijnbaar grillige spron-
gen, welke zij vertoonen; in deze groep een eigen-
aardige plaats in.
Wat nu de tweede helft van het budget betreft,
moet een onderscheid worden gemaakt.
Een geheel afzonderlijke besc’bouwing verdient voor-
eerst de huishuur. Het cijfer hiervoor beweegt z’i.ch
nog steeds in stijgende richting. Oppervlakkig be-
schouwd moge dit vreemd lijken, waar toch algemeen
bekend is, dat in de arbeiderswijken (het indexcijfer
der kosten van ‘liet levensonderhoud, dat hier als
grondslag van de ‘bespreking dient, is immers geba-
seerd op de levenswijze van arbeidersgezinnen), voor-
al in de nieuwe stadsgedeelten, tallooze woningen leeg-
staan en dat het huurpeil dezer woningen eerder da-lende is. Het hangt echter samen hiermee, dat bij de
bepaling van het indexcijfer rekening gehouden’ wordt
niet de beweging van het huurpeil van oude en nieu-
we woningen afzonderlijk en met de aantallen van
beide soorten bestaande woningen in de geheele stad.

De nieuwe
nu
zijn inderdaad gedaald, de oude daar-
entegen eenigszins gestegen, en daar het aantal dezer
woningen dat der nieuwe verre overtreft, overweegt
tenslotte de stijging.
Voorts is het opmerkelijk, dat voor een groep van
posten, welke een verscheidenheid van: diensten ‘ver-
tegenwoordigen, met name fon’dsgelden, contributies,
ontspanning (tot in den laatsten tijd), vervoermidde-
len, geen vermindering is te vinden. Deze ‘hudgetpos-
‘ten vormn als het ware nog steeds de Iern van den
weerstand tegen de lager wordende tendens van het
geheel. En het effect dier starheid op liet verloop der
cijfers ‘komt vooral tot uiting omdat fondsgelden en
contributies b.v. een vrij aanzienlijke uitgave ver-
tegenwoordigen (volgens de gegeven van het basis-
budget bijna 10 pOt.), waarvan het gewicht boven-
dien nog toeneemt, naarmate de algemeene daling ver-
der voortschrijdt. Bij vervoermiddelen constateert
men sedert het einde van 1031 zelfs een stijging, welke
aan de toenmalige verhooging van het tramtarief te
Amsterdam te wijten is. Bij een andere reeks van
diensten, van overheidswege geleverd, welke hun uit- t
drukking vinden in de posten gas en electrcitei’t (de
kolom verlichting uit het staatje) vindt men welis-
waar een daling, maar ‘belangrijk kleiner dan de ge-
middelde ‘daling op ‘het ghee1.
Het voornaamste, dat thans onze aandacht ver-
‘dient, is evenwel het volgende. In de bespreking van
1930 heb ik er op gewezen, dat onder de redenen,
waarom de daling der groothandeisprijzen, zooals zij
‘in de indexcijfers dier
prijzen
tot uiting kwam, veel
minder in de kosten van het levensonderhoud door-
werkte dan verwacht werd, de omstandigheid behoor-
de genoemd te worden, dat de indexci,jfers der klein-
handeisprijzen, anders dan die der groothandelsprij-
zen, ‘betrekking hebben op talrijke fabrikaten, artike-len, d.ie eerst na
ingrijpende
en menigvuldige in’dus-
triëele manipulatie in han’den komen van den con-
sument. Die artikelen, vooral voorkomend op de meer-

Inc1excijers van de verscliillende,ondercleelen der kosten van het levensônderhoud. 1923/24 — 100

Cd
Cd
0
Cd

j
1
0
1fl
11
liii
1
i

1
4

o

1-‘

Maan’t 1926 105 95 85 106 68 97 11094 76 107 65 93 93 91 88 102 104 86 95 93 95 100 99 103 100 100 91
Juni 1926 103 94 84 95 68 98 9886 76 107 104 122 10291 86 101 104 84
95
93 95 100 99 103 100 100 91
Septemb.1926 103 95 84 82 92 92 87 88 76 107 45 62 10091 84 101 104 90 95 93 95 100 99 103 100 99 91
Decemb. 1926 103 94 96 86 120 84 9490 85 107 80 60 92 91 84 101 104 102 95 93 92 100 99 103 100 99 91
Maart 1927 103 94 88 86 68 87 8886 84 106 89 67 99 93 80 10l. 104 97 95 92 91 100 101 103 100 99 9!
juni 1927 105 93 79 83 68 89 8784 80 104 103 102 11693 80 101 104 89 95 87 91100 101 94 100 99 9!
Septemb.1927 105 94 91 86 100 88 9487 81104 98 69 1089382 101 104 89 90 87 91 100 101 94 100 99 9!
Decemb. 1927 105 94 101 88 142 87 100 88 77 105 100 77 ’92 90 85 103 104 91 90 87 90 100 101 95 100 99 9!
Maart 1928 104 98 96 82 71 86 99 85 78 107 115 99 94 90 86 104 106 83 90 86 89 100 101 95 100 99 9
Juni 1928 104 100 89 78 68 94 9084 76107 126 109 1118986105 106 79 90 86 89 100 101 95 100 99 9
Septemb1928 104 99 100 82 84 98 9290 76 107 76 81 109 8986 105 106 85 90 86 89 100 101 95 100 99 9
Decemb. 1928 99 98 101 85 141 9111495 73 107 72 69 968985 105 106 78 90 86 89 100 101 95 100 99 9
Maart 1929 99 96 93 85 98 89 111 87 73 107 85102 988586105 107 90 90 86 89 100 101 95100 99 9
‘juni 1929 99 96 86 80 69 98 10687 73 107 96 110 111 8586 101 107 87 90 86 89 100 101 95 100 99 9
Septemb.1929 99 91 99 81 85 98 9293 73 105 65 67 898584 10.1 .1,07 88 90 86 93 .100101 95 100 99 9
Decemb. 1929 99 92 101 84 109 10013399 72 103 53 57 828283 103 107 90 85 ’86 93 100 101 95 100 99 9
Maart 1930 98 82 85 80 64 100 106 94 62 102 56 62 L82 8281 97 109 90 85 86 91100 101 95 100 99 9:
juni 1930 95 82 79 77 63 97 10085 61 100 76 78 9882 78 97 109 87 85 85 92 100 101 95 100 99 9:
Septenib.1930 95 83 89 75 79 97 10387 61100 72 64 89 79 76 96 109 87 85 85 92 100 101 95 100 99 9
Decemij. 1930 90 79 88 74 100 88 97 76 61 99 73 59 ’77 79 68 96 109 82 85 85 82 100 101 95 100 99 9
Maart 1931 86 73 80 74 62 8310873 61 93 76 78 768065 91112 80 85 85 80100101 95100 99 9 juni 1931 86 72 79 61 52 81 9867 61 91 96 90 95 7962 86 112 75 85 81 78 100 101 95 100 99 9
Septemb.1931 88 73 79 71 71 80 10370 60 90 71 70 .807959 86 112 73 85 81 75 100 101 95 100 99 9
Decemb. 1931 86 65 73 60 79 70 101 58 60 89 69 46 65 78 54 84 112 68 85 80 74 100 101 95 100 109 9
Maart 1932 82 64 68 58 37 65 100 55 60 88 69 45 63 7853 76 112 66 85 79 66 100101 95 100 109 9
Juni 1932 79 63 62 49 33 66 89 56 60 85 65 74 85 78 52 75 112 70 85 77 65 100 101 95 100 109 9
Septemh.1932 79 62 62 47 55 65 9472 60 81 56 52 75 78 52 70 112 74 .85 76 63 100 101 95 100 109 9
Decemb. 1932 79 59 74 49 73 6110177 60 82 41 45 561771491 70 112 73 85 74 58 100 101 95 100 109 9
Maart 1933 77 58 68 45 40 59 117 75 68 83 37 46 467749 70 113 73 85 74 56 100 102 95 91 109 9

478

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juni 1933

genoemde tweede helft van het huishoudbudget, bie-
ven dan bezwaard met cle kosten van het industriëel
proces, zooals bonen en bedrijfsiasten van allerlei
soort, en dit droeg er sterk toe ‘bij om de daling van
het inclexcijfer te vertragen en te verzwakken. Hoe-
wel dit. laatste in zijn algemeenheid juist blijft –
men zie bv. hoe bij de voeding het cijferbeeld van
het artikel ‘brood, dat eveneens als een .industriëel
product is te beschouwen, uit den toon l’alt – is
hierin gedurende de laatste jaren wijziging gekomen.
Kleeding, schoeisel en huisraad gaan nu eindelijk
krachtig met de beweging mee en dragen het hunne
tot ‘de algemeene verlaging ‘bij. De invloed der rem-
mende factoren is kleiner geworden, of wel wordt
die invloed geneutraliseerd door andere, die in tegen-
gestelde richting gaan. Welke van beide mogelijkhe-
den zich heeft voorgedaan, valt buiten ‘dit bestek;
maar het feit ‘behoort te worden geconstateerd. Doch tevns blijkt, dat een aantal posten nog steeds
dezelfde onveranderlijkheid als vroeger blijft ver-
toonun. En dat zijn voornamelijk de diensten.

Dr. it. CJAEYS.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE ECONOMISCHE MOGELIJKHEDEN YOOR EEN
HER-AGRARISATIE VAN DU1TSCHL.AND.

De Heer M. Brutzkus te Berlijn schrijft ons: Met de crisis begon de ,,IJmwertung aller Werte”
in Duitsc’hland. Al hetgeen in ‘de voorafgaande
periode was geschied, ‘bleek plotseling verkeerd en
werd aan een vernietigende critiek ‘blootgesteld. Ook
de verdere industrialisatie en urbanisatie van het
land, welke speciaal in de jaren 1924-1930 plaats
vond, bleek voor de openbare meening onder de scha-
duw van de crisis een noodlbttige, verkeerde ontwik-
keling. De millioenen menschen, welke de stad had
geabsorbeerd, werden werkloos en de idee trad weder
op den voorgrond, ze aan het platteland terug te
geven – de gedachte van de her-agrarisatie van
Duitschiand. Als middel hiertoe zouden beschermen-de rechten en een dichtere agrarische kolonisatie van
het Oosten van Duitschland dienen.
Bij deze doelstelling waren de zuiver economische
overwegingen slechts van geringe beteekenis. De her-
agrarisatie van Duitschiand werd nooit als middel
voorgesteld om het volksinkomen per hoofd der be-
volking te doen stijgen, doch als middel tot het be-
reiken van zekere niet-economische doeleinden. Er
zijn inderdaad twee niet-economische doeleinden, nl.
de voorziening der bevolking met de ‘belangrijkste
voedingsmiddelen uit eigen bodem, hetgeen in geval
an oorlog van belang kan zijn en verder bevolkings-
p,olitieke factoren. Juist deze bevolkingspolitieke fac-
töreii zijn geleidelijk meer op den voorgrond getre-
den en gelden als hoofdmotief voor de noodzakelijk-heid van een her-agrarisatiepolitiek. Wij zullen daar-
om deze politiek wat nader beschouwen.
Met groote zorg volgen de Duitsche politici de ont-
wikkeling van de bevolking van Duitschland. In geen
enkel land van Europa is de gehoortecurve zoo steil
gedaald als in het Duitschiand van na den oorlog. Dit had tengevolge, dat slechts Engeland en Zweden van
alle landen ter wereld in 1931 6en nog lager geboor-
tecijfer dan Duitschland te zien gaven. Ta
nn
ee
r

Duitschland nog steeds een zeker geboorte-overschot
aanwijst, dan is dit uitsluitend een gevolg van de
tegeiïwoordige abnormale verdeeling van de leef tijds-
g±oepen der Duitsche ‘bevolking (klein percentage
kinderen en grijsaards). Indien de bevolking van
Duitschland eenzelfde verdeeling der leeftijdsgroepen
zöu vertoonen als ‘v66r den oorlog, dan zou reeds thans
een sterfte-overschot worden geconstateerd. Alle ‘be-
rekeningen, die over de waarschijnlijke ontwikkeling der ‘bevolking van Duitsc’hland zijn gemaakt, komen
tot het resultaat, dat de vèrmeedering van de bevol-
king in 10-20 jaren geheel en, al ophoudt en dan
‘plaats zal maken voor een snelle dkling. De vermoe-
delijke bevolking van Duitschland wordt door beken-
de bevolkingsstatistici voor het jaar 2000 nog slechts

op 36-45 tegen thans 65 millioen geraamd.
Deze zon buitengewoon ongunstige ontwikkeling
van de bevolking moet in hoofdzaalc aan de groote
steden in D ui tschland worden toegeschreven. Terwijl
het geboortecijfer in 1931 voor het Rijk gemiddeld 16
per duizend bedroeg, was dat voor Berlijn slechts
3,8
0/00.
Sedert vier jaren heeft de, hoofdstad van het Rijk een geleidelijk stijgend sterfte-overschot en de
andere groote steden zijn haar op dezen weg reeds ge-
volgd. De zich. steeds weder lerhalende klachten van
cie D uitsche staatsheden over de’ ,,doodveroorzakende
opeenhooping van het Duitsche volk in de groote
steden” -zijn hierdoor maar al te goed te begrijpen. Hieraan paart zich nog de speciale zorg voor Oost-
Duitschland. Polen heeft ten opzi’chte van Duitsch-
land in verhouding een dubbel gc’boortetal en een
meer dan drievoudig geboorte-overschot. Daarbij komt
nog, dat reeds thans de Westelijke provincies van
Polen een veel dichtere bevolking hebben dan de na-
burige Duitsche provincies. Het spook van Verpool-
sching van Oost-Duitschlan’d staat den Duitsc’hen
politici voor oogen en dit gevaar ‘wil men door het
scheppen van een ,,bolwerk van Duitsche boeren in
het Oosten”,
d.w.z.
door het opnieuw koloniseeren van
het uitgestrekte landbouwgebied van het Oosten on-
dervangen. Het gaat hier om den’voorrang van de
nationale politiek, waarnaar het economisch leven
zich moet voegen.

De politieke doelstellingen staan tegenover de
economische mogelijkheden. Het her-agrarisatiepro-
bleem is in de eerste plaats een vraagstuk van afzet.
Aan mensc’henmateriaal heerscht geen gebrek. Het is
niet noodig om, teneinde de her-agrarisatie van
Duitschland door te voeren, ‘geboren stedelingen in
boeren te veranderen, het is reeds voldoende, dat men
een deel van de naar de steden getrokken plattelands-
bevolking aan het dorp teruggeeft. Reeds een stop-
zetten van den stroom naar de steden zou, daar het
geboorte-overschot voor liet’ grootste deel van het land
icomt, vanzelf een geleidelijke ‘her-agrarisatie van
Daitschland medebrengen. Ook het andere vraagstuk,
dat van het,bebouwen van den bodem, schijnt thans
geen al te groote moeilijlcheç,len meer op te leveren.

Met den overgang van de macht in handen van de
N.S.D.A.P. is de politieke invloed van het groot-
grond’bezit ten Oosten van de Elbe, welke een inten-
sieve kolonisatie in het binnenland verhinderde, uit-
eindelijk gebroken. Uit de verklaringen van de toon-
aangevende mannen der partij blijkt duidelijk, dat het
grootgrondbezit mettertijd sterk zal worden inge-
krompen en dat de grond op groote schaal ter beschik-icing van de koloni’satie zal moeten worden gesteld.

De financiering wordt vergemakkelijkt, doordat het
grootgrondbezit diep in de schulden zit; zoodat de
financiering van den aanicoop van den ‘grond ten deele
door schuldoverdracht kan geschieden. Ook wil men
op grootere schaal nieu-wen grond winnen. Duitsch-
land ‘bezit ca. 2 millioen I-i.A. onbebouwd land en
niet-gecultiveerden veengrond, bovendien nog eenige
millioenen H.A. gras- en weiland van geringe kwali-
teit. Een belangrijk deel van dezen grond kan met
succes worden verbeterd. De verbetering van dezen
grond strandde tot dusverre op het rentabiliteits-
vraagstuk. Thans zullen deze werkzaamheden in een ruim kader door den arheidsdienstplicht worden uit-
gevoerd.
liet zwaartepunt van het vraagstuk ligt in het
probleem van den afzet. De tijden, dat de plattelands-
bevolking, afgezonderd van ‘de wereld, met een’ pri-
mitieven levensstandaard tevreden was, zijn voorbij. De Duitsche ladbouwer wil een levensstandaard, die
dien ‘van de stedelijke bevolking
nabij
lcomt. Hiertoe
heeft ‘hij een markt noodig, waar hij zijn producten tot gunstige prijzen van de hand kan ‘doen. Op deze wijze
opetibaart zich het probleem van het plaatsen van de toenemende productie van den Duitschen landbouw.
Bij een ‘beschouwing van dit probleem moeten wij van
de volgende punten uitgaan:

14 Juni 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

479

1). Een noemenswaardige vermeerdering van de be-
hoefte aan levensmiddelen als gevolg van een toene-ming der bevolking in Duitschiand mag in tegenstel-ling met vroeger niet meer worden verwacht.
2) Evenmin is op een aanzienlijke toeneming van
het verbruik per hoofd der bevolking te rekenen. De
Duitsche werklooze lijdt over het algemeen geen hon-
ger. Hij is slechts gedwongen, zijn levensbehoeften
met de goedkoopste voedingsmiddelen te dekken.
Een verandering van het verbruik van goed-
koope levensmiddelen (aardappelen, roggebrood) in
een van veredelde •producten op grootere schaal is
nauwelijks mogelijk, omdat zulks verhinderd wordt
door de autarkistische politiek, die den export vernie-
tigt en de levensmiddelen duurder maakt. Derhalve blijft als belangrijkste en practisch de
eenige mogelijkheid voor den Duitschen landbouw
over een uitbreiding ten koste van den invoer uit het buitenland. De mogelijkheden, die hier nog bestaan,
kan men het ‘beste overzien, wanneer men zich de
huidige voorziening en het resultaat, welke de voor-ziening in eigen behoefte van Duitschland op enkele
gebieden tot dusverre reeds heeft bereikt voor oogen
stelt.
Broodgraan.
De vôorziening in eigen behoefte heeft
in Duitsc’hland op dit gebied een grooten omvang
aangenomen. Terwijl in de jaren 1926/’28 ca. -2Y21 mil-
lioen ton tarwe (ruim 40 pOt. van de .in het land
verbruikte hoeveelheid) werd ingevoerd, zag de regee-
ring zich in 1932f’33 genoodzaakt, aanzienlijke hoe-
veelheden tarwe op te koopen en te eozineeren, opdat
zij als kippenvoer kan worden gebezigd. Ook de rogge-
oogsten zijn meer clan voldoende. Terwijl de Staat in
vroeger jaren groote inkomsten verkreeg uit de in-
voerrechten op tarwe, moeten thans groote ‘bedragen tot steun van de graanprijzen worden ‘besteed. Door-
dat de oogstopbrengsten per bebouwde oppervlâkte-
eenheid een
stijgende
tendens aantoonen, het verbruik per hoofd van broodgraan, zooals Jasny •heeft aange-
toond
1),
overal afneemt, is de huidige ‘met brood-
graan bebouwde oppervlakte in Duitschiand’ reeds
veel te groot. Hetzelfde geldt voor haver.
Vleeschproductie.
De invoer van levend vee en
vleesc’h, die in de jaren na de stabilisatie van den
Mark zeer beduidend was, is tot een minimum ge-
daalci. In 1932 fwerd het aandeel met 2 pOt. aange-
geven. In 1933 werd invoer bijna onmogelijk. Niet-
temin is de ineenstorting van de prijzen op de vee-
markt catastrofaal. Het indexcijfer voor landbouwar-
tikelen ‘bedroeg. einde April in totaal 81,9, voor voer-
middelen 83,4, en voor slachtvee 58,8. Dat een uit-
breiding van den verbouw van voerartikelen, teneinde
de vleeschproductie uit te breiden, onder deze om-
standigheden niet loonend kan zijn, spreekt vanzelf.
Bovendien is het vleeschverbruik per hoofd der bevol-
king gedurende de crisis slechts zeer weinig gedaald,
zoodat ook met een toeneming daarvan nauwelijks ge-
rekend mag worden, temeer waar zich ongetwijfeld
een zekere versc’huiving in ‘de voedingsgewoonten van
de bevolking ten koste van het vleeschverbruik heeft
voorgedaan.
Vetvoorziening.
In tegenstelling met graan en
vleesch is Duitschland op het gebied van de vetvoor-
ziening nog ver van autarkie verwijderd.’ En juist
hier is de behoefte na den oorlog buitengewoon snel
gestegen. Zoo bedroeg het verbruik per hoofd der ‘be-
volking van spijsvet:

1913

193
in KG.
boter

…………….
6,80

7,10

margarine …………
2,99

7,82
rcuzel

…………….
3,43

3,46

In 1932 werd 68.000 ton boter ingevoerd op een
totaalverbruik van ca. 450.000 ton, voor 1933 werd
het contingent tot 50.000 tOn verlaagd. Het aandeel
van liet buitenland bedraagt derhalve, nog slechts 11

t)
N.
J’asny. Bevöl’kerungsgang und LandwirtschMt, ‘Ber-un
1931.

pOt. van het Duit,sc’he boterverbruik. Bij reuzel was
het buitenland in 1932 met 108.000 ton of ongeveer

48 pOt. van het verbruik betrokken en tenslotte wor,dt
margarine voor ruim 95 pOt. uit ‘buiteulandsche
grondstoffen vervaardigd. De groote hoeveelheden

ljnkoe’ken, afkomstig van de Duitsche margarine- en
zeepproductie, tezamen met de ingevoerde lijnkoeken
hebben in aanzienlijke mate tot de snelle ontwikke-
lins van ‘de Duitsche meikveehouderj medegewerkt.
Het invoeroversehot aan vetten en lijnkoeken be-
droeg in 1932 nog ongeveer R.M. 600 millioen en men

meent derhalve hierin een groote ontwikkelingsmoge-
ljkheid voor den Duitschen landbouw te zien. Door
de invoering van een invoerrec’ht op reuzel, dat ,bijna
prohibitief is, een hooge belasting op margarine en
inkrimping van de margarineproductie tot ca. 50 pOt. van de hoeveelheid, welke to’t dusverre werd gefabri-
ceerd, heeft de ‘huidige Minister voor Rijkseconomie
en Voeding, Dr. Hugenberg, een principiëele veran-

dering op het gebied van de Duitsche vetvoorziening
ingeleid. Deze maatregelen ‘hadden in de eerste plaats
een stijging van ‘den boterprij’s van R.M. 85.— tot
R.M. 120.— per 100 KG. tengevolge. De ren’tabiliteit
van de meikveehouderij werd hierdoor onmiddellijk
verbeterd.

Of deze verbetering ook duurzaam zal zijn en voor
de stijging van de ‘boterprodu’ctie groote mogelijkheden
kan bieden, dient te worden betwijfeld. De armere
‘lagen van de bevolking, die tot dusverre voor een
‘pond goedkoope margarine 25 Pf. betaalden, kun-
‘nen niet overgaan tot het verbruik van boter, die
‘zesmaal zoo duur
is.
Bij een verdere stijging van
de Duitsche boterproductie, die in de periode
van 1924 tot 1932 van ca. 240.000 ton tot 390.000 ton is gestegen, zullen de hoterprijzen waarschijn-
lijk weder snel dalen en dan zal men weder voor
een crisis in de melkveehouderij staan.
Men overweegt, om in plaats van de margarine-
p’roductie verder in te krimpen haar geleidelijk door
grooteren verbouw van oliehoudende zaden (raap-,
kool- en lijnzaad) ö ‘binnenlandsche grondstofbasis
over te hevelen. De hiertoe n’oodige gr’onden zijn wel
te vinden. De moeilijkheid is echter, dat de cultuur
van oliehoudende zaden tot dusverre in Duitschland
niet rendabel was, en waarschijnlijk slechts door het verleenen van premies rendabel zal zijn. Doch, zelfs
wanneer men dit vraagstuk oplost, zal een’ uitbrei-
ding van de cultuur van olie’houdende zaden met
eenige honderdduizend H.A. (totaal bebouwde opper-
vlakte van Duitschiand 203 millioen H.A.) niet van
te groote beteekenis’ zijn. Of een, verdergaande autar-
kie op ‘het gebied van de vetvoorziening den Duit-
schen landbouw groote werkmogelijkheden zal ver-
schaffen, betwijfelt ook de schepper van de nieuwe
Duitsche vetvoorziening; Hugenberg heeft kortge-leden op een nieuw doel voor den.Duitsc’hen land-
bouw gewezen, nl. een vergaande autarkie op het ge-
bied van de grondstoffen voor de textielindustrie.

Bepaalde mogelijkheden voor de binnenlandsc’he
productie bestaan nog op ‘het gebied van den tuin-
bouw, in hoofdzaak als gevolg van het ttenemend ver-
bruik van groenten en eieren, zulks op voorwaarde,
‘dat de koopkracht van de stedelijke bevolking niet
afneemt en, wanneer men tot inkrimping van den
invoer ‘van fruit en’ sinaasappelen, dus tot een ver-
storing van de markt voor Duitsche industrieproduc-
ten. in Spanje en Italië zou besluiten, ook op het ge-
bied van de fruitteelt, doch al deze mogoljkhedén zijn,
van ondergeschikt belang.
Resumeerend kan dus ‘het volgende wordenT gezegd:
de voorziening van Duitschland in eigen behoefte is
op velerlei, gebied (brood- en voergraan, vlee’sch)
reeds bereikt, op andere gebieden (zuivelproducten,
groenten) bijna ‘bereikt; indien de huidige handels-
politiek wordt voortgezet, zullen de nog bestaande
leemten in weinige jaren zijn aangevuld. De voorzie-
ning in eigen ‘behoefte met levensmiddelen, – ja zelfs
een uitbreiding van de vlas- en tabakscultuur – be-

480

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juni 1933

teekent echter nog geen her-agrarisatie van het land,
d.w.z. een toeneming ‘van het aandeel
van
de land-

bouwbevolking op de totale bevolking. Tegen de mo-

gelijkheid
van
her-agrarisatie spreekt eenerzij ds de

gelieele ontwikkeling van den Duitschen landbouw,
zooals deze tot dusverre was en voorts het voorbeeld

van de ‘andere landen.
In de jaren
1924/1932
is, volgens een raming van

H.
Wilbrandt
1),
een raming, die ‘hij zelf te laag acht,

de landbouwproducti.e van Duitschland met 2025
pOt., volgens de ,,Bliitter für landwirtschaftliche
Marktforschnng” is de Diii tsche landbouwproductie
zelfs met 32 pOt. gestegen. Deze enorme toeneming
heeft uitsluitend door rationalisatie van den land-

bouw plaats gevonden: een grooter gebruik van kunst-
mest, beperking van het braakliggen, betere zaad- en
teeltkeus, grooter gebruik van machines enz.
Deze stijging heeft echter geen grooter aantal werk–
krachten. vereischt. Tot 1930 was de
trek
naar de

steden buitengewoon groot, in de laatste drie jaren

zijn
velen weder teruggekeerd. Per saldo kan het aan-
deel van de landbouw’bevolking ten opzichte
van
1925

nog
zijn gedaald. Ondanks alle tot dusverre behaalde successen van. den Duitschen landbouw, is deze, in-
zonderheid in vergelijking met Nederland en Dene-
marken, nog ‘steeds als ,,riickstiindig” te beschouwen. De oogsten kunnen ovezal zonder gebruikmaking
van

meerdere arbeidskrachten nog aanzienlijk toenemen.
1-let is voldoende er bij voorbeeld op te wijzen, dat de
opbrengst per melk-koe (gemiddelde van het Rijk)
slechts 2315 Liter ‘bédraagt, terwijl deze voor Dene-
marken,
doch ook voor een aantal Duitsche provincies ruim 3000 Liter bedraagt. Hoe gering de ‘behoefte aan
menschen in den vooruitstrevenden en gerationali-
seerden landbouw is, blijkt het beste uit de volgende
opstelling. Van 100 wei-kenden waren in den land-
bouw, den boschbouw en de vis’scherij
werkzaam:
in
Denemarken
(1921) ……..34.9
Duitschiand
(1925) ……..
30.5
Nederland
(1920) ………..
23.6
..,Ver. Staten (1920) ……..26.3
Nieuw-Zeelanc1
(1926) ……24.2

Verschillende landen, waarmede
werd
vergeieken,
Jiadden, in tegenstelling met Duitschland, een uitvoer-
o verscliot van levensmi cidelen; het uitvoeroverschot
van levensmiddelen van Denemarken bedroeg in 1930
ca. R.M. 1 milliard.
Wanneer de her-agrarisatie
van
Duitschland niet
mogelijk lijkt, dan kunnen. door de autarkische poli-
tiek toch beduidende doeleinden worden verwezen-
lijkt. Zoo wordt hierdoor de vei-dere ,,Verstiidterung”

9 H. Wilbrandt: ,,Deutscher Voikswi.r.t” van
23 Dec.
1932, bla. 384.

van het land voor langeren tijd onderbroken of ten
minste vertraagd, de groei van kleine steden, inson-
derheid in het Oosten, ten koste van de groote steden
gesteund, tenslotte ook voorwaarden voor een in de
richting West-Oost gaande binnenlandsche kolonisa-tie geschapen. Hiermede heeft een diepgaande ‘breuk
met alle onttw.ikkelingstendenzen van het land tot op

den huidigen dag plaats.

IS DE KOOLBOUW EN -HANDEL IN WEST.
FRIELAND TEN ONDERGANG GEDOEMD?

R e c t i ± i c a t i e. Ongeveer in het midden der
tweede kolom van dit artikel, opgenomen in het num-mer van de vorige week-, staat: ,,De invoer van vroe-

ge aardappelen
was in 1932 gecontingenteerd, terwijl

het invoerrecht onveranderd bleef op M. 2,- per 100
KO. van 15 Februari tot 31 Aug.” Dit moet echter

zijn:
terwijl het invoerrecht onveranderd bleef op
M. 1,50 per 100 KO. van 1 Maart tot 31 Aug.”

HYPOTHEEKRENTE IN NEDERLAND.

Den~
aag

1
l4aand st

mkmm Gro

Volle


Middel-1Rotter-

ningen eigen

burg

dam Zwo
ll
e

I
dom

a

Jan.
.
5
5.23
5j
5
5.-
Febr.
5
5.25
5j
5
5.13
Mrt.
.
5
5.19
5j
5
5.40

April
5
5.18
5j
5
5.20

Mei
-.
5
5.-
5j
5
5.34

Juni
.
5
5.03
5j
5
5.40

Juli..
5
5.25
5j
5
5.50

Aug.
5j
5.25
5j
5
5.43

Sept.
5
5.25
5j
5
5.50
Oct…
5
.
5.18
5
j
5
5.08
Nov.
5
1
)
5 5
2
)
5.17 5.23
5
5.20
5
Dec.
.
4.90
4.
5.13

5
5.11
5
1933
Jan..
4.375
5
5.-

5
5.-
5
Febr..
5 5
4.84

5
4.79
5
3)

Mrt..
4j
5
4.50
5 5
4.96
4j
3)

April.
q
4)
5
4.88
5
4_5
4.62
41_5
5)

Mei
..
41
5
5.-
5
5
4.65

Onder de
01)
deze rentebasis afgesloten
hypotheken be-
vonden zich er twee op erfpacht.
1)eze rente betreft hypotheken
met een
derde over-
waarde; een instelling daar ter plaatse, welke
slechts
50
0
/0
van de geschatte waarde geeft, belegde in Nov.
tegen
q
0
/0.
Op landerijen werd
bij dubbele overwaarde
hyp.
verstr.

tegen
4

en
4

0
/0.
1ln
hypotheek 01) erfaclit A 5 °io
Naar gelang van de waarde van het
onderpand.

Nadruk verboden.

‘S

Resultaat van de rondvraag van de Internationale Vereeniging voor de Suikerstatistiek.

Dr. Gustav Mikusch te Weenen zendt ons onderstaand overzicht van de Internationale Vereeniging voor
de S.uikerstatiitiek:

Aantal werkende

Anta1

Bebouwde oppervlakte in .EL.A.
± in piocenten ten op-
fabrieken

ant-

zichte van lietvorigjaar
woorden
1933/34 1 1932/33

1933/34

1

193233

Du.itsehland ……………..
209
200
209
275.489
218.942
+

25.83
116
121
116
138.824
138.248
+

0.42

7
7
7
45.376 42.988
.f

5.56

TT ongao’
ij
e
.
………………

1
2
12
12
42.600
33.234
±

28.18

Tsjccho-Slowakije

………..
Oostenrijk

………………

S
S
21.467
,

33.138

35.22

m
1
.
2
7
12
45.000
20000
+
125.00
1
1
1
5.500 5.300
+

3.77

J’oego-

Slavië

……………8
Roeenië

……………….

36
36 36
47.647
‘48.757

2.28
:ersche

Vrijstiat

…………

Italië
…………………..
51 51
51
79.300

75.000
+

5.73

Polen
………………….
61
64
61
102.400) 114.899)

10.88

i3elgië

…………………

9 9
9
43.000 37.500
+

14.67
20

..

19
21
49.350
40.585
+

21.60
Denemarken

…………….
Zweden …………………
1 1 1
2.750 2.338
+

17.62
Finland

……………….
Turkije

(Europ.) ………….
1 1 1
13.500
10.000
+

35.00

Totaal …….544

537

1

545

912.203

820.929

+

11.12

*) Bebouwde oppervlakte, waarvan de bieten tot suiker werden verwerkt.

14 Juni 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

481

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
BANKDIS CONTO’S.
Disc. Wissels.
3*12
Mei
’33
Ned
Lissabon …. G

4
Apr.’32

Bk

Bel.Binn.Eff.
IVrsch
.
4
12Mei
’33
Londen ……
2
30Jvni’32
.
in R.C.
4
12
Mei
’33
Madrid …….
26
Oct.’32
Athene ……….
9

3 Dec.’32
N.-YorkF.R.B.
21
25 Mei’33
Batavia ……….
4*lOMrt.’SO
Oslo

……..
3*22Mei’33
Belgrado

……..
7j
20Juli’31
Parijs

……
2*
90ct.’31
Berlijn

……….
4
22Sept.’32
Praag

……
3*25
Jan.’33
Boekarest……..
7

3 Mrt. ’32
Pretoria

….
315 Mei ’33
J3russel ……….
3*l3Jan.’32
Rome……..
4

9Jan.’33
Budapest ……..
*
17Oct. ’32
Stockholm
.. 3

1 Juni ’33
Calcutta

……..
3*l6Feb.’33
Tokio

.
.. .4.38
17Aug.’32
Dantzig

……..
4
12Juli’32
Weenen……
5
233[rt.’33
Helsingfors ……
5

2 Juni’33
Warschau….
6
20 Oct. ’32
Kopenhagen

….
.
1Juni ’33 Zwits.Nat.Bk.2
22Jan.’31

WISSELKOERSEN.
OPEN MARKT.

1933 1932
1931
1914

6/10
29Mei!
22/27
6/11
8/13
20(24
Juni
3Juni
Mei
Juni Juni
Juli

Amsterdan,
Partic.disc.
I71,-2
1
3
14-2
17(-2
8
(4
2
1
1-3
31.5(
1-
1
h
3
1
18_
3
1,,
Prolong.

2
2
2
1
1

1
/4
2
1
I4-4
Londen
DageId…
1(
4
_1
1
14-1
ij4’1
11
4
1
1
121
1
12
314-2
II4-2
Partic.disc.
7
h6-
1
l2
7/l6-112
_1(
7
(10(2
1-
1
/8
2
8
(165(33
411
4
.31
Berlijn
Daggeld…
431_511
4
3
I85(s
4J8

5/8
4
1
145
113
5-6(4
4
1
17

Maandgeld
412-6
412-6
4
1
1-6
41-6
5-611


Part, disc.
37/
8

371 371 311 4314
5
2
1
18_
1
12
Warenw.
. .
4_1/
4.1(
7

4_1/,
4_1
7

5_11
3

5_3/
4


We,,, York Dageld
1)
1
l
5
1_
3
1
1
21(23(4
1
1
/3
3
(4
I
3
(4_2
1
12
Partic.djsc.I
18
‘is
1
314

t
1

Koers van 9 Juni en daaraan voorafgaande weken t(m. Vrijdag.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D
ii
a
New
I
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel

1

Batavia

1

York)
•)
S
)
S)

S)

1)

6 Juni 1933
2.09%
8.40 57.90 9.78*
34.
6
3* 998/,
7

1933
2.0751
8

8.4034′
57.80
9.78*
34.66

09
is
8

,;

1933
2.04
8.37
57.50
9.78*

34.67
993/,
9

1933
2.05
7
/8
8.40
1
4
57.90
9.78*

34.67
99
10

1933
2.04
8.41
58.10
9.78*

34.69

99’/s
12

1933
2.01/,
8.42
58.17*
9.78*
34.70
997/,
Liagste d.wl)
2.-
8.36
57.25
9.771
34.60
99
Hoogste d.w’)
2.10w
8.43
58.25
Muntpariteit
2.4878
12.1070
59.263
9.747
34.592
100

ata
Zii
j
lt_
d

ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
5,)
1)
rest
1)
)
*5,)

6 juni 1933
48.04
7.41
1.50
12.91*
2
1
.
22
*
7

1933
48.04

7.41
1.50 12.91
21.24
S

1933
48.02

7.40
1.50
12.94
21.25
9

1933
48.02

7.41
1.50
12.94
21
.
22
*
10

,,

1933
48.02

7.41
1.50


12

1933
48.02

1.50 12.95
21.25
Laagste d.wl)
47.95

1.45
12.85
21.10
Hoogste d.wl)
48.07% 28.25

7.4…

7.45
1.55
13.-
21.40
Muntpariteit
48.12%
35.007
7.371
1.488
13.094 48.52

D
t
a a
Stock-
Kopen-
°
o

*
liet-
Buenos-
Mon-
holm
5,)
hagen*,)
Aires’)
treal’)

6 Juni 1933
43.20 37.50
42.60
3.60
65
1.86
7

1933
43.20
37.60
42.70
3.72
65
1.85
S

1933
43.20 37.40
42.40
3.70
65
1.86
9

1933
43.35
37.50
42.50
3.71
65
1.85
10

,,

1933
43.50 37.50 42.50
3.71
65
1.85
12

1933
43.50 37.60 42.60
3.70
65
1.83
Laagste d.wl)
42.80
37.05
42.-
3.65

1.77%
Hoogste d.wl)
43.65 37.80
42.80
3.76
65
1.9231
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671 6.266
95%
2.4878 S) Noteering te Amsterdam.
*5)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In ‘t iste of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor va.n con aantal n.iet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D
a a
Londen
($
per
2)
Parijs
(S p. lOOfr.)
Berlijn
(8 p. 100 Mk.)
Amsterdam
(8 p. 100 jzldj

6 Juni

1933
4,043/,
4,70%
27,8731
48,-
7

1933
4,085/
8

4,75%
28,32 48,69
8

1933
4,09
7
/
8
4,76k
28,37
48,75
9

,,

1933
4,12
4,79
28,40
48,94
10

1933
4,16
4,83%
28,90
4940
12

1933
4,18 4,86
29,10
49,67

13 Juni

1932
3,67%
23,67 40,48%
Muntpariteit..
4,86
3,905f
8

23.81%
403/
10

KOEIRSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
27Mei
1933
3Juni
1933
61I0Juni
1933

Laagsfeh’oogste
1
0Juni
1933

Alcxandrië..
Piast.
p.
y,
97%
97% 97
8

975,
31
Athene

….
Dr.
p.
y,
590 590 580 600 590
]3angkok….
Sh.p.tical
1/10U
iI10f
1/10
1/10k
1/10
Budapest

..
Pen.
p. j
19
19%
18%
Mi
1934
Buenos Aires
d.
p.$
4181
4

42
41%
42%
4134
Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
1/6
3
/
33

11651,
1161/16

1/6
3
/
33

11.6
5
/
6

Constantin..
Piast.
p. £
695
695 695
700
700
Hongkong
. .
8h.
p. $
114
11
/
16

114
1
8/
16

1/47/,
15i
1/51
10

Sh.
p.
yen
112
21
/
2

1/213/
16

1/213/
10

1/3.1/,,
1211/,,
Lissabon…
Escu.p. .0
110 110
109
11034
110
Mexico

•…
$ pa» £
13.50
14.30
14.30
14.30 14.30

Kobe

……..

Montevideo
d. perZ
34
34
33
35 34
Montreal

..
$
per
£
4.44%
4.50%, 4.49
4.56
4.55%
Rio
d. Janeiro
d.
pa”
Mii.
4%
4%
4
7
e,
5
45/,
Shanghai

..
Sh. p.
tael
1/3ij
8

1/3%
1/284
1/3
5
/8
1
1
1
35/
5

Singapore
..
id.
p. $
2/37/
5

2/371
8

2/324
2/41/,,
2/315/
16

Valparaiso
1).
$
per
£
Warschau
..
ZI. p. £
30%

1

301
8

29y,
30%
301/
5

1
)90
og.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 3)
Londen’)
N.Vork3)
Londen
6 Junt 1933,.
19%
35%
6 Juni 1933….
122/6
7

1933..
195/,,
35%
7
1933….
122/
S

,,

1933..
19%
3 6 %
8 ,,

1933….
1
22
1
2
*
9

,,

1933..
1971,,.
368/,,
9
.,,

1933…..
122
/
4
*
10

1933,.
19
5
/
1
,
363j,
10
1933….
122/6.
12

1933..
197/
10

36%
12
1933….
122
/
2
*
13 Juni 1932..
167/
8

27%
13 Juni 1932..
..
11218
27 Juli

1914,.
2415j,,
59 27

Juli

1914.’…
84/10%
1)
in pence
p.
oz.stand.
2)
Foreign
silver in
$c.
p. oz.
line.
3)
in ah. p.oz.tine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS
Vorderingen.
1

31 Mei’ 1933
7Juni 1933

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne- derlandsche

Bank……………..
‘ –


/

2.918.853,10
Saldo b. d. Bank voor Ned..Gemeenten
f

36.564,49
,,

791.476,23
Voorschotten
op
ultimo April 1933 aan
de gem. vergt,
op v.
haard. de Rijk,-
adm. te heffen gem. ink. bel, en
opc.
op
de Rijksink. bel
………………
Voorschotten
op
ultimo April 1933 a. d.
1.674.684,88
1.674.684,88

gem. verstrekt
op
aan haar uit te
keeren hoofds.derpers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. endergem.

…..

fondabel., alsmede
opc. op
die belas- tingen en
op
de vermogensbelasting
,,

1.988.511,22
,,

1.988.511,22
Voorschotten aan Ned.-lndif ………
167.242.940,21
,,172.103.857,99
Id. aan

Suriname …………………
11.816.421,99
11.818.097,99
Id. aan

Curaçao ………………….
6.513.965,81
,,

6.343.272,91
Kasvord. weg. credietverst. a(h. buitenl.
,,
100.762.576,57

,,
100.857.363,78
Saldo der postrek.
v.
Rijkscomptabelen

…..

,,

26.444.713,80

…..

;,

28.854.347,22
14.912.601,14
Vord.
op
andere Staatsbedrijven
1)

……14.777.601,14 Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)……
39.596.270,62
..

39.596.270,62
Verplichtingen.

Voorschot door De Ned. Bank Ing.
art.
tO
van haar octrooi

verstrekt

/
15.000.000,-

Voorschot

door

De

Ned. Bank in
rekg.-crt. verstrekt ……………..

6.456.039,36
Schatkistbiljetten in omloop ………

257.758.000.-
Schatkistpromessen in Omloop …….

121.650.000,-
/286.354.000,-
,,125.550.000,-
Daggeldleeningen ………………..

4.000.000,-


..

,,

1.536.219,50
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)

,,

565.473,28

..

317.488,17
Zilverbons in omloop ……………….1.539.166,-

Id. aan het Staatsbedrijfd.P.,T.enT.2)

,,

95.121.360,67
,,

97.697.814,44
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ………..233.040,79
208.262,04
Id. aan diverse instellingen’) ……….76.596.221,06
,,

80.651.792,54
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

Vorderingen:
Betaalmiddelen in
‘s
Lands kas
– –
waaronder Muntbiljetten ………..

Saldo Javasche Bank ……………..
/286.354.000,-

Verplichtingen: Voorschot
‘s
Rijks kas e. a. Rijksinsteil.
125.550.000,-
fl73.446.000,-
Schatkistpromessen ………………

..-

,
600.000,-
Schatkistbiljetten ………………..
1.536.219,50

.

,;

19.575.000,-
317.488,17

……

1.75I.000,-
Muntbiljetten in omloop
………………
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.

….

,,

97.697.814,44
540.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
,,

208.262,04
1.351.000,-
Voorschot van de Javasche Bank…….
80.651.792,54
5.603.000,-

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-
latz’e
Andere
opeischb.
schulden

1 1
Discont.
1

Div. reke-
nlngenl)

6- Afei

1933..
876 1.186
442
730
2.256
29 April

1933..
876
1.257
445
740
2.282
22

1933..
876 1.029
446
743
2.263
15

,,

1933.,
864 1.132 497

744
2.262
S

1933..
863
1.202
498
756
2.276
5 Juli

1914..
645
1.100
560 735
396
1) Sluitp. der activa.

482

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juni 1933

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 12 Juni 1933.

Activa. Binnen!. Wis-Hfdbk.
f
42.261.670,71
sels,
Prorn.,
Bijbnk.

1.127.394,65
enz.iu
disc.I Ag.sch.

5.215.579,95
f

48.604.645,31
Papier o. h. Buiteni. in disconto ……

Idem eigen portef.
f
73.289.443,-
Af: Verkochtmaar voor
de bk.nog niet afgel.
,,

73 289 443
BeleeningenHfdbk.
f
‘25.487.605,02
mc!. vrsch…
Bijbuk.

5.559.773 65
in rek.-crt.
op onderp.1Ag.sch.

42.113.718 6

op onderp.

f
73.161.097,32

Op Effecten OpGoederenenSpec.
,,

996.816,20′

73.161.097,32
Voorschotten a. h. Rijk …………….

Munt, Goud ……
f
97.701.985,- Muntmat., Goud .. ,, 733.941.318,26

f
831.643.303,26
Munt, Zilver, enz.

23.092.232,10
Muntmat. Zilver..


854.735.535,36
1
)
Belegging
1/5
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds ……………………,,

21.543.844,06
Gebouwen’ en Meub. der Bank ……..,,

5.000.000,-
Diverse rekeningen ………………,,

9.973.480,45
Staatd. Nederi. (Wetv. 27/5/’32, S.No. 221) ,,

18.331.195,17

f
1.104.639.240,67

Passiva.
Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,

3.749.272,82
Bijzondere reserve ………………,,

s.000.000,-
Pensioenfonds ………………….,,

8.837.237,05
Bankbiljetten in omloop ………….. ,,

942.162.970,-
Bankassignati6n in omloop ……….,,

64.425,11
Rek..Cour.
5
Het Rijk
f
6.444.997,99
saldo’s: ‘i,, Anderen ,,118.008.688,88

124.453.686,87
Diverse rekeningen ………………,,371.648,82

f
1.104.639.240,67

Beschikbaar inetaalsaldo …………
f
428.190.256,43
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 1.070.475.641,-
1)
Waarvan in het buitenland f 3.020.302,58.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud

Andere Beschikb. Dek-
Data

Circulatie opeischb. Metaal- kings
Munt _Muntmat.

schulden saldo’) perc.

12 Juni ’33 97.702 733.941 942.163 124.518 428.190 80
6

’33 97.702 737.179 958.950 114.031 428.279

80

25 Juli ’14 65.703 96.410 310.437

6.198 43.521

54

Totaal Schatkist-

,

Papier

Diverse
Data

bedrag promessen ,,,, ee

op het

reke-

disconto’s rechtstreeks

g

buit enl. ningen
2
)

12 Juni 1933 48.605

-.

73.161 73.289

9.973
6 ,,

1933 49.123

76.518

73.289

9.757

25 Juli 1914 67.947

61.686 20.188

. 509
2)
Sedert den bankstaat van
4
Jan.
1929 op de basis van
2/5
metaal-
dekking.
2)
Onder de activa.

JAVASCHE BANK.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
metaal-
schulden
saldo

10Juni’33
2
)
149.080
204.820
33.410 53.788
3

1332)
149.020
201.490
34.650 54.564

13 Mei 1933
106.709

1

44.271 204.891
32.784
55.910
6

,,

1933
106.226
1

45.138
206.071
36.271
54.427

25 Juli1914
22.057

31.907 110.172
12.634
4.842
1

Wissels.
Diverse
Dek-
Data
1

buiten
Dis-
Belet-
reke-

1
kings-
1

N.-Ind.
conto’s
ningen ningen
1)
percen-
______________
1

betaalb.
tage

10Juni’33
2
)
6.630
6050
35.170
63
3

1332)
8.760
58.440


32.910
63

13 Mei 1933
21.024
21.839
64
9.082 1

38.351
6

,,

1933
20.591
9.058

1

41.053
21.516
62

25 Juli 1914
6.395 7.259

75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)
Cijfers,
telegrafisch ontvangen.

BANK VAN ENGELAND.

1
Bankbilf.
1
Bankbllj.
1

OtherSecurities
Data
Metaal
1

in
un Bankingl
Disc.and Securities
1
circulatie
_Departm.
1
Advances

7 Juni1933
187.738 378.463

68.186
11.073

1

10.758
31 Mei

1933
i
187.403
1
374.063

72.268
1
11.250

10.949

22Juli1914
j40.164
_29.317
33.633

1

OtherDeposirs
D
e
k- Data
00v.
Sec.
Public
Depos.
I
Other
Bankers
Reserve’
kings-
Accounts
1
perc.’.l

7 Juni’33
76.28
9

8.925
Ii
02.410

38.233
169.2751
46
5
1
31 Mei ’33
1

72.506
1

33.247
1

39.536

42

.1

85

1
73.3391
48
18
/

22Juli ’14
11.005
14.736
29
.
297
1
52
VClII WUUIII5 tUbbIICIt ncac, VC CII IJCpU3IL.

BANK VAN FRANKRIJK.

Data
Goud
Zilver
in het

I

Te goed

Wis-
I

waarv.j

op
het
Belee-
.

1
Renteloos
sels

voorscho
buitenl.
buiteni.,
nin
g
en
lcd.
Staat

2Juni’33
81.002 11,0721
2.457
14.437
1.491I
2.738 3.200
26 Mei’33
80.951 11,1261
2.468
1

4.868
1.419I
2.675
1
3.200

23 Juli’14
4.104
_
64
01

_1.5411
81
769_

fons
v.
d.I
Diver-
Rekg.Courant
Data
zelfst.
sen
1)
C
irculatie
Staat
zeijst.
parti-
amort. k.
_amort.k.cz,lieren
I

2Juni’33
6.582
2.427
84.615 228
1

1.991
16.846
26 Mei’33
6.582
2.248
1

83.267 284
1

1.981
18.3,93

23 Juli’14


5.912
401
j

1

943
.IutpuaI activa.

DLJITSCHE RIJKSBANK.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. circ.
dekking
en
ningen
banken
1
)
geldende
‘cheques

7 Juni 1933
351,2 51,6 84,4
3.059,3
74,4
31 Mei

1933
372,3 21,6
77,0
3.078,4
163,7

30 Juli

1914
1.356,9


750,9 50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa’)
latie
Crt.
Passiva

7 Juni 1933
1

320,2 332,3
3372
1
6
375,6
161,2
31 Mei

1933
1

317,3
370,1
3.468,8
438,8
159,1

30 Juli

1914
1

330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0′
‘3
unoeiasi.
) wo. içenenoanescneine , JUfli, 3, ivIei 12,33, resp. zo, ii
miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.

Data

Goud

42
Rekg. Crt.

1933
o
c”

.0

8 juni
2671
12671
64
724
62
1
363
40
3.609
48
255
31 Mei
64
741
62
363
40
3.638
40
251

FEDERAL RESERVE BANKS.

Goudvoorraad
Wissels

Data
,,Oiher
1
Dekking In her-

1
1
In de Totaal
1

‘F. R.
cash”
2)
disc.
v.
d.
open
bedrag
Notes
member
1
markt
1
banks
1
gekocht

24 Mei’33
3.499,2
1

2.879,1
308,7
312,2

1
42,7
17,,’33
3.467,5
12.786,8
‘304,0
330,21

77,5

Belegd
1
F. R.
Notes
1
Totaal

Gestort
1
Goud-
1

Dek-
1
Algem.
1

Dek-
Data
in
U.
s.
Gov.Sec.
1
incircu-I
_
Kapitaall
kings- kings-
latie
1
1
perc.’)
1perc.
2
)
____________
24 Mei’331
1.861,7
1
3.221,4
1
2.392,8
150,3
1

67,8
1

62,3
17

’33
1.836,6
j
3.300,0
1
2.320,5
150,2
j

67,1

1

61,6
-) V oruuuui ug Luta’Ien guuovuorraaa

egauover upeICIIIJa.re
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
2) Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own Federal Reserve
bank
notes.
1
3
ARTlCULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.

Dis-

1
1
keservel
Totaal
Waarvan
Data
Aantal
conto’s

1

Beleg-
bil de

I

1 1

depo-
time
banken
___
1

__en
g
in
g
en
beleen.1
F’
R.
banks
sito’s
1
1
deposits

17 Mei ‘331
85
1

8.421
1

7.925
1.557

1
15J70
1

4.271
10

‘331
80

1

8404

1

7.914
1.536

1
15058

1

4.318
0e posten van De Ned. Bank, de Javasche Bank en de Bank of Eng. land zijn In duizenden, alle overige posten in millioenen van de be-
treffende valuta.

14 runi 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

483

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
13 Juni 1933.

in cle priizen voor t a r
w
e kwam in cle eerste helft
der afgeloopen week weinig verandering en cle termijn-
markten te Chicago en te Winnipeg fluctueerden weinig.
Gedurende de laatste dagen der week werd de stemming
te Chicago vast in verband niet het regeeringsrapport
over wintertarwe, dat minder gunstig was dan men in
handelskringen had verwacht. In de laatste weken was
steeds gesproken van verbetering van den toestand, zoo
dat de schatting van de opbrengst van wintertarwe per 1 Juni niet hoog genoemd kan worden op 341 millioen
bushels tegen 337.485.000 bushels op 1 Mei. In het vorige
jaar bedroeg de laatste schatting 462.151.000 bushels. Wat
voorjaarstarwe betreft zegt het regeeringsrapport alleen,
dat de conditie van het gewas 84.9 is tegen 84.5 in het
vorige jaar en een gemiddelde der laatste tien jaren van 82.7. Sedert het rapport is verschenen luiden de berich-
ten over wintertarwe weder ongunstiger, en wordt een
kleinere opbrengst verwacht tengevolge van overmatige
hitte. in vroege streken is men met het binnenhalen van
den oogst begonnen en de eerste dorschresultaten geven
een laag natuurgewicht. In Canada blijven de omstandig-
heden voor de zomertarwe gunstig. Het Statistische Bu-
reau in Canada schat de conditie in Manitoba 01) 99, in
Saskatchevan op 99 en in Alberta op 98. Particuliere
rapporten uit Canada luiden gunstig en op liet oogenblik
wordt een normale opbrengst verwacht, mits in Juni en Juli voldoende regen valt. De termijnmarkt te Winnipeg
is in navolging van Chicago eveneens gestegen, echter
niet in dezelfde mate door de gunstige oogstberichten ii.i
Canada en de groote voorraden, welke voor uitvoer be-
schikbaar zijn. Het slot te Chicago was 4 dollarcents
per 60 lbs. hooger en te Winipeg 14 dollareents hooger
clan een week geleden. De lagere dollarkoers heft deze
verhooging echter op. De vraag voor tarwe was in Europa
in de afgeloopen week matig en, koopers waren over het
algemeen slechts in de markt bij kleine prijsverlagingen.
Voor Manitobatarwe stokte de -raag, toen de prijzen in
het laatst der week werden verhoogd. Australische tarwe
werd tijdelijk iets lager verkocht, doch het aanbod is aller-minst dringend en spoedig werden de prijzen tot het oude
peil verhoogd. Platatarwe schommelde weinig in prijs en
ook aan de Argentijnsche termijamarkten kwamen geen
groote veranderingen voor. Te .Buenos Aires was het slot
S centavos, te Rosario 10 centavos per 100 KG. lager. De
oogstberichten in Europa blijven over het algemeen gun-
stig. in Duitschland wordt de stand van wintertarwe 01)
1 Juni aangegeven met het cijfer 2.6 tegen 2.7 op 1 Mei
en 2.6 op 1 Juni van het vorige jaar. Men verwacht in
.Duitschland niet zulk een grooten oogst als iii het vorige
jaar. Ook in Frankrijk is dat het geval; de boeren mee-
neti, dat de ontwikkeling der planten door het zeer warme
weder te snel is gegaan en dat veel tarwe binnengehaald
zal worden met een licht natuurgewicht. Ook voor Italië
wordt gerekend op een iets kleinere opbrengst. In Hoe-
inenië is men bevi-eesd voor het optreden van roest, ivan-
neer in een later ontwikkelingsstadiurn veel regen valt.
Bij mooi warm weer en niet te veel regen zou een goede
opbrengst verwacht kunnen worden.

J)e r o g ge-markt was in de afgeloopen week weder
teleurstellend met aanhoudend aanbod van Poolsche en
liongaarsche rogge, voor welke soorten langzaam afbrok-
kelende prijzen werden gevraagd. Argentij ische rogge
wordt nog het best p prijs gehouden, doch deze soort moest ook tot iets lagere prijzen worden verkoc1t. De stand van ivinterrogge in Duitsehland wei-d op 1 Juni

aangegeven met 2.7 tègen 2.9 op 1 Mei en 2.5 op 1 Juni
•van het vorige jaar.
De geheele week was het aanbod van clisponibele en spoedig verwachte in af s klein en eerst in het laatst der
week kwamen eenige booten met mais binnen. Voor Donau-
mais van goede kwaliteit uit lichter bestond eenige vraag, voor disponibele Platamafs was de belangstelling beperkt
voor de daarvoor gevraagde verhoogde prijzen. Algemeen
gaf men er de voorkeur aan de aankomst der eerste boo-
ten af te wachten. Toen viel de – vraag echter nog tegen
en waren de omzetten kleiner dan de houders van mais
hadden verwacht. De stemming voor mais was in de afge-
loopen week niet vast en afladers van Platamaïs waren
dringend aan de markt met stoomende booten en op af-
lading. De prijzen zijn verder gedaald, later konden zij
weder eenigszins verbeteren toen de termijnmarkten in
Argentinië iets aantrokken
cii
afladers niet meer ge-
neigd waren tot de laagste prijzen af te geven. Daarna
werd de stemming weder

flauwer en verkochten afladers
voor de laagste prijzen der weelc. Het slot voor maIs te
Buenos Aires en te Rosario was 10 centavos lager dan een week geleden. Het aanbod van stoomende Donaumaïs was
dringend evenals ter verlading in deze en eerstvölgende
maanden. Tot sterk verlaagde prijzen werden verschil-
lende zaken gedaan, later verbeterde de stemming en wer-
den eenigszins hoogere prijzen betaald. Twee booten met Donaumais kwamen binnen en vonden moëilijk afzet, ook
al wegens de kwaliteit. De berichten uit Roemenië zijn,
wat mais betreft, niet onverdeeld gunstig. De vroeg ge-
zaaide mais is slecht tot ontkieming gekomen en de be-
bouwde oppervlakte zal, naar nien meent, kleiner zijn dan
in het vorige jaar. In Hongarije en Zuid-Slavië is de maIs-
plant achterlijk in ontwikkcling.
Ge r s t was in de afgeloopen week goed gevraagd en
de prijzen hebben zich op de meeste dagen kunnen hand-
hiiven. Tegem het einde der week trad voor lidende posi-
ties eene kleine verlaging in. Voor de eerste boten wordt
een premie betaald. ])onaugerst was onveranei-d ‘aange-boden, doch yond weinig belangsteling.
e omzetten in h a v e r waren beperkt, de’ prijzen on-
dergingen gene veratidering. De termijnmarkt te Buenos
Aires sloot 10 centavos lager.

SUIKER.

De verschillende suikermarkten waren gedurende de af-
geloopen week onregelmatig met flinke fluctuaties in
A
rn
e i i k a. Het feit, dat het Congres spoedig op reces
gaat en waarschijnlijk pas in December weer bijeenkomt,
w’iardoor het vi-aagstuk van de wijziging der invoerrech-
ten voor Cubasuiker voorloopig van de baan is, werkte
deprimeerend op de stemming aldaar. Nadat voor Cuba-
suiker pronipte verscheping nog 1.53 dc. c. & Ir. New-
York betaald was, kon op dcii tweeden dag van week al
niet meer dan 1.48 bedongen woi-den, welke prijs zich ech-
ter niet kon handhayen.
Naar verluidt is de consumptie der Ver. Staten gedu-
rende de eerste 4 maanden met ca. 8,Ç pCt. vooruitge-
gaan, voor April zelfs met ca. 15 pCt.
De N e iv-Y o r k s c h e termijnmarkt opende vkst. De
tweede dag gaf een teruggang van 9 t ii pumiten te zien
en de week sloot na eenige fluctuaties als volgt: Juli 1.43,
Sept. 1.46, Oct. 1.50, Dec. 1.53 en Jan. 1.54, terwijl de
laatste noteering voor Spot Centr. 3.46 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische ha.vens der Ver. Sta-
ten bedroegen deze week 49.000 tons, de versmeltingen’
51.000 tons tegen 41.100 tons en de voorraden 36.000
tons tegen 346.000 tons.

AANVOEREN in
tons van 1000
KG.

Rotterdam
1

Amsierdam
Totaal
Artikelen
4

10Juni
Sedert
Overeenk.
4
-I0Juni
Sedert
Overeenk.
1
0
33
1932
1933
1Jan. 1933
tljdeak 1932
1933
1 Jan. 1933
tlJdi’ak 1932

19.243
576.943 666.270

11.870
7.408 588.813
673.678
4.351 195.168
231.633
153
2.762 040
197.930
232573

Tarwe

……………..
Rogge

……………..

.
.131
11.120 10.952

25

11.145 10.952
Boekweit ……………..
Maïs ……………….
448.952 593.497
5.402 98.747
148.785 547.699 742.282 5.085
139.563
179.153
51
16.577
7.271
150.140
186.424
2.342 78.770
100.735
95
2.017
2.542 80.787
103.277
116.290 127.578
7.090 147.024
186.265
263.314
313.843

Gerst

……………..
Haver

……………..

Lijnkoek

…………..
100
29.010
47.197


50
29.010
47.247

Lijnzad

……………
67

152
10.241
11.527
35
3.602
7.134

13.843
18.661
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
464
26.444
20.912
575
5.157
7.096
31.601
28.008

484

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juni 1933

STATISTISCH

GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN VLEESCH
TARWE
ROGGE
MAIS
GERST
LIJNZAAD

(Loosduinen)
RUND-
VLEESCI

1
VARKENS
VLEESCH
________

BLOEM-
KASKOM-
SALADE
Manitoba
No. 2 loco
No. 2 Canada
La Plata
62/63 K.G.
Z. Russische
La Plata
(versch)
(versch)
Rotterdam! Amsterdam

loco R’dam!A’dam loco R’dam!A’dam
loco Rotter-
damlA’dam

loco
R’damjA’dam
KOOL
le soort
KOMMERS
le soort
le soortS)
Gem.v.3kw.
per lOO KG.
per 100 KG.

per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per 2000 K.G.
per 1960 K.G.
P. 100 st.
5)

P. 100 st. 5)
p. 100 Krop
Rotterdam
otterdam

R

IL
Ofl
0
10
fi.
0
10
iMo
fi.
1
10
“7off
f
0
hf
°
10
1
0
10
1925
17,20 100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0


1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9


1927
1928
14,75
13,47
5

85,8
78,3
12,47
5

13,15
95,4
160.6
176,00
226,00
76,0
97,7
237,00
228,50
100,4
96,8 362,50 363,00
78,4 78,5
26,47
100,- 23,08
100,-
5,83 100,-
93,
100,-

77,50
100,-

1929
12,25
71,2
10,87
5

83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
26,32
99,4
23,83
103,3
7,60
130,3
96,40
103,7
93,12
5

120,2

1930
9,67
5

56,3
6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
16,32
61,7
18,28
79,2
3,51
60,2
108,
116,1
72,90
94,1

1931
5,55
32,3 4,55
34,8 84,50 36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
18,49
69,9
16,89
73,2
4,33
74,3
88,
94,6
48,-
61,9
1932
5,22
5

30,4 4,62
5

35,4
77,25
33,4
100,75
42,7 137,00
29,6
16,71
63,1
11,87
51,4 3,57
61,2
61,
65,6
37,50 48,4

Jan.1931
6,52
5
37,9
4,-
30,6
84,50
36,5
86,25
36,5
207,50 44,9
91
,
96,-103,256,-
97,8
50,-
72,3 64,5
Febr.
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50
37,8
85,75 36,3
206,25
44,6
90
,

96,8
51,
65,8
Maart
April
5,62
5

5,90
32,7
34,3 4,20
4,425
32,1
338
103,00 112,00
44,5 48,4
104,75 117,00
44,4
‘49,6
214,00
197,75
46,3 42,8
20,42
77,1
22,42
97,1
7,45
127,8
97,-
104,3
47,-
60,6
Mei
,,
6,15
35,8
4,975
380
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
16,56
62,6
18,75
81,2

———————-

4,27
73,2
98,-
105,4
45,-
58,1

Juni
,,
5,75
33,4 5,05
38,6
86,75
37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
9,51
41,2
1,27
21,8
101,–
108,6
41,-
52,9
Juli..
5,42531,5
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0 211,00
45,6
95
,

102,2
49,-
63,2

Aug.
4,875
28,9
4,02
5

30,8 74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
94,
101,1
54,
69,7

Sept.
4,775
27,8
4,27
6

32,7
68,00
29,4
97,00411
164,25
35,5
V
84
,

90:3
50,-
64,5
Oct.
5,-
29,1
4,475
34,2
68,50
29,6
94,75
401
160,25
34,6
7
5,
80,6
49,
63,2
Nov.
5,82
5

33,9
5,475
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7 72,

77,4
48,
61,9

Dec.

,,
4,92
5

28,6
4,95
37,9 69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5




———————–
———————-


70,-
75,3
43,-
55,5

Jan.

1932
5,05
29,4
5,07
5

38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30$










70,-
75,3
40,-
51,6 43,9
Febr.

5,30
30,8
5,07
5

38,8
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
68,

73,1
34,-
Maart
ril
5,525
5,65
32,1
32,7
5,80 6,225
44,4 47,6
86,75 88,75 37,5
38,3
118,00 124,50
50,0 52,8
143,25
135,25
31,0
29,2
20,38
77,0
15,06
65,3

—————













5,27
90,4
67,

63,-
72,0
67,7
32,-
28,
41,3
36,1
ei
5,60
32,6
5,30
40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
13,03
49,2
14,78
64,0
3,71
63,6
63,-
67,7
26,-
33,5
luni
5,22
5

30,4
4,15
31,7
80,75 34,9
105,75
44,8
128,75
27,8

40,1





—-


5,76 25,0






—-



1,73
29,7
67,-
72,0
34,-
43,9
juli
4,90
28,5
4,-
30,6
78,75 34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
























64,
68,8
35,50
45,8
Aug.,,
5,20
30,2
4,07
5

31,2
7750
33,5
98,25
41,6
133,00
28,8











62,
667
40,50
52,2
Sept.,,
5,476
31,8 4,20
32,1
78:50
33,9 88,50
37,5
150,75
32,6
as,-
59l
42,50
54,8
Oct.,,
5,25
30,5 3,92
5

30,0
74,50 32,2 79,50
33,7
138,25
29,9

—————–


—-







51,

54,8
44,-
56,8
Nov.,,
4,90
28,5 3,90
29,8
71,25
30,8
79,00
33,5
135,25
29,2



—-



——-

53,-
57,0
46,-
59,3
Dec.,,
4,72
0

27,5 3,80
29,1
66,25
28,6
75,25
31,9
135,00
29,2
53,–

57,0
46,-
59,3
Jan.

1933
4,95
28,8 3,75
28,7
73,00
31,5
75,25 31,9
136,50
29,5

























—-



———————















50,50
49,25
54,3
53,0
44,75

57,7
58,1
Febr.,,
4,775
27,8 3,70
28,3
71,00
30,7
74,75
31,7
130,25
28,2
Maart
5,05
29,4 3,82
5

29,3
73,50
31,7
76,25
32,3
130,50
28,2











—-



———————

46,50
50,0

59,3
April
,,
5,15
29,9 3,75
28,7
72,75
31,4
71,25 30,2
129,50
28,0
14,62
55,2
13,59











—-













—-


58,9
3,27
56,1
49,50
53,2
48,25
62,3
Mei
,,
5,40
31,4
3,775

28,9
70,50
30,5
73,25 31.0
146,75
31,7
14,32
54,1
10,74











—-


46,5
1,51
25,9 52,25
56,2
49,-
63,2
6 Juni
,,
5,25
30,5 3,65
27,9
70,00
30,2
77,00 32,6
159,50
34,5 5,77 25,0
1,12 19,2
52,_
6

55,9
49,_6)
63,2
12

,,

,,
5,20
30,2
3,55
27,2
65,50
1

28,3
75,00
31,8
158,00
34,2
5,90 25,6
0.80
13,7
52,-
7

55,9
47,50
7
)
61,3

1) Men zie voor de toelichting op dezen staat de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 10 1-cor. 6933. ‘) 100 Jan. wil riara winter iNO.. van jati. iai LUI
vanaf 26Mei 1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuld-Russische.
4)
Tot Jan.1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932
het betreffende jaar. 6)2 Juni. 7)10 Juni.
8)9
Juni.

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT

MINERALEN
.

TEXTIELGOEDEREN DIVERSEN

STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEUM
BENZINE
.

KATOEN
WOL
gekamde
WOL
gekamde
KOE- KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Cmude
Gulf exp Australische Australische,
CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf, open
SALPETER
Old. per
_______________________
1
________
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
33 t!m 33.9°
64I66°
$cts. per
Middling
locoprijzen
F.0. F.
Sakella-
0.
F. No.
1
Oomma
Merino, 64’s A’v.
loco
Bradfomd
nial Carded,
kop
100
KO.
R’dam!A’dam
Bé s.g.
per barrel
U.S.
galion
New-York

1

rides
Livempool
per Ib.
50’s Av.
loco
Bmadford

Ib.
per
57-61 pnd.
netto
per
1000
K.G.
per Ib.
Liverpool


ii:

ii
$
ets.
Ç
pence
0
10
pence
01
pence
0
10
pence
0
10
_fj

1925
10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
1926
17,90
165,7
1.89
112,5 13,65
91
1
9
17,55
75,5
16,24
55,5 6,30
67,4 47,25
85,9
24,75
83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25 104,2 1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8 48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2 20,00 86,0
19,21
65,6
7,51
80,4 51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40 105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
82,4
17,05
58,2
6,59
70,5
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
1930
11,35
105,1
1.12
66,7 8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0 3,92

41,9
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33,9
8,60
37,0
7,33
25,0 3,08 33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1 0.81
48,2 4,50
30,3
6,45
27,7
5,21
17,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6,15
51,3

lan.

1931
10,30
95,4
0.85
50,6 6,08
40,9
10,30
44,3
8,31
28,4
309
33,1
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
l’ebr.,,
10,30
95,4
0.85 50,6
6,14
41,3
10,95 47,1
9,58
32,7
3′,55
38,0
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
Maart
10,30
95,4
0.66 39,3
6,07
40,9
10,90
46,9
9,70
33,1
3,56
38,1
25,25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
nl

,,
10,15
94,0
0.53 31,5
5,66
38,1
10,25
44,1
8,68
29,7
3,31
35,4
24,50
44,5
14,50
49,2 22,25
64,1
10,21
85,1
1i
10,00
92,6
0.53
5

31,5
5,375

36,2 9,40
40,4
8,18 27,9
3,01
32,2
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
Iuni
10,00

.
92,6
0.34
205
4,24
28,5 9,10
39,1
7,54
25,8
3,01
32,2
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
)uli
1000
92,6
0.245
143
3,40
5

fl,9
9,25 39,8
7,73
26,4
3,35 35,8
22,25 40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26
68,8
Aug.
1000
92,6
0.43 25,9
3,94
26,5
7,20
31,0
5,94
20,3
2,59 27,7
22,25 40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,-
58,3
Sept.,,
10,00
92,6
0.56 33,2 5,50 37,0
6,55
28,2
5,77
19,7
2,59
27,7
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9 6,50 54,2
Oct.,,
9,90
91,7
0.56 33,2 4,19
28,2
6,30
27,1
5,82
19,9
2,85 30,5
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65
55,4
Nov.,,
9,90
91,7
0.68 40,4 4,62
31,1
6,40
27,5
5,72
19,5 3,11
33,3
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80
56,7
Dec.,,
9,90
91,7
0.71
42,3
5,31 35,7
6,30
27,1
4,98
17,0
2,99
32,0
16,25
29,5
9,00
30,5


6,95
57,9

Jan.

1932
8,25
76,3
0.71
42,3
5,25
35,3
6,65
28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00 30,5
11,63
33,5
7,10
59,2′
Febr.,,
8,25
76,3
0.71
42,3 4,92
5

33,1
6,90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29,5
9,00 30,5
11,75
33,9
7,25 60,4
Maart
8,35
77,3
0.71
42,3 4,62
5

31,1
6,90
29,7 5,37
18,3
3,30
35,3
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
April
8
1
65
80,1
0.86 51,2
4,34
29,2
6,25
26,9
5,08
17,4
3,08
33,0
16,50
30,0
9,00 30,5
9,25
26,7
7,40
61,7
Mei
8,30
76,9
0.86 51,2 4,25 28,6
5,80 24
1
9
4,57
15,6
2,76
29,5
15,75
28,6
8,25 28,0
8,88 25,6
7,40 61,7
8,25 76,3
0.86
51,2 4,25 28,6
5,25
22
1
6
4,44
15,2
2.55
27,3
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-.
25,9
7,40
61,7

j
uni
,,
uli
8,10 75,0
0.86 51,2 4,25 28,6
5,80 24
1
9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50
28,8
9,75
28,1


Aug.,,
7,80 72,2
0.86 51,2 4,30 28,9
7,35
31
1
6
5,71
19,5
3,33
35,6
15,75
28,6
8,25
28
1
0
12,-
34,6
5,70
47,5
Sept.,,
7,75
71,8
0.86 51,2
4,375

29,4
7,75 33
1
3
6,37 21,8
3,64
38,9
16,75
30,5
8,75 29
1
7
13,75
39,6
5,90
49,2
Oct.,,
7,65
70,8
0.86 51,2 4,45 29,9
6,50
28
1
0
5,68
19,4
3,16
33,8
15,75
28,6
8,50
28
1
8
14,-
40,3
6,-
50,0
Nov.,,
7,40
68,5
0.86 51,2 4,60 31,0
6,15
26
1
5
5,16
17,6
3,-
32,1
15,25
27,7
8,25 28
1
0
12,-
34,6 6,10
50,8
Dec.,,.
7,25
67,1
0.745
44,3
4,435

29,8
5,95 25
1
6
4,73
16,2
2,80
30,0
15,25
27,7
8,00
27
1
1
11,50
33,1
6,20
51,7
Jan.

1933
7,05
65,3
053
31,5
4,16
28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28,6
8,25 28,0
11,50
33,1
6,30
52,6.
Febr.
7,20
66,7
0.38 22,6 3,97
26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2
8,25
28,0
10,38
29,9
6,40 53,3
Maart
7,25
67,1
038
22,6
3,876
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2,77
29,6
15,25
27,7
7,75
26
1
3
10,75
31,0
6,40 53,3
April
,,
7,25
.
67,1
0.37
22,0 3,67
24
1
7
6,65

.
28,6 5,18
17,7
2,68
28,7
15,75
28,6
7,75
26,3
11,25
32,4
6,40
53,3
Mei.
,,
7,15
66,2
0.23
5

14,0
2,95
19,9
7,30
31,4
5,60
19,1
3,07 32,8
17,00
30,9
8,25 28,0
11,25
32,4
6,40
53,3
6 Juni

,,
7,i5
66,2
0.21
12,5
2,89
2)

195
7,70
33,1
17,50
4)

31,8
8,50
4)

28,8 6,40 53,3
12

,,

,,,
7,15 66,2
020
11,9
2,85
5
)
19′,2
i

7,65
32,9
1

17,50
5
)
31,8
8,75
5
)
29,7
6,40 53,3

1) Jaar- en maandgem. atger. op
‘is pence.
2)
2 Jûni.
8)9
Juni.
4
)1 Juni.
5
) 8 Juni.

14 Jûni 1933

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

485

VAN’ GROOTHANDELSPRIJZEN’)

ZUIVEL EN EIEREN
METALEN

BOTER
KAAS Edamrner
EIEREN
KOPER
LOOD
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
ZINK GOUD
ZILVER
per

.

.
eeuwar-
Alkmaar Fabrieks-
em. no
.
Iertnljn
an aar
ocoprijzen
Locoprijzen locoprijzen
Foundry No. 3
f.o.b.

I’ZE
(LUX III)
p.
Locoprijzen
Londen
cash


Londen
cash Londen
per
der Cornm.
kaas
Roermond Londen Londen
per Eng. ton
Londen per
Eng. ton
Middlesbrough
Eng. t. f.o.b.
per
per ounce
Standard

oteering
kI. rnjinerk
P 100 st.
per Eng. ton
.
per Eng. ton
Antwerpen
Eng. ton
line
Ounce

f1.
O
jo
f1.
°lo
f1.
0(
£
0
10
£
°lo
£
01
0

Sh.
0
/0
sh.
O/
£
0/
0

sh.
O
ft,
pence
O
Jo
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0
62.116 100,0 36.816
100,0
261.171-
100,0
731-
100,0
67/-
100,-
36.3/6
100,-
8516
100,-
32
1
/s
100,0
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15 88,8
58.11-
93,5
31.116
85,3
290.1716
111,1
8616


118,5
68/8
102,5
34.2/6
04,3
851-
99,5
28UJ
16

89,3
2,03
87,9 43,30 77,3
7,96
86,7 55.141-
89,7
24.4

66,4
290.4/-
110,8
.4731-
100,0
64/6
96,3
28.10/-
78,8 851-
99,5
21’4
83,3
2,11
91,3 48,05 85,8
7,99
87,0
63.161-
102,8
2111-
57.8
227.51-
86,8
661-
90,4
62/8
93,5
25.5/6
69,9
85/-
99,5
26’116
81,1
2,05
88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
75.141-
121,9
23.51- 63.8
203.1516
77,8
7016
96,6
68/9
102,6
24.17/6
68,8 851-
99,3
24
7
116
76,2
1,66
71,9 38,45
68,7 6,72
73,2 54.131- 88,0
18.116
49,6 142.51-
54,3
67!-
91,8
59/6
88,8
16.17/-
46,6
85/-
99,5
174116
55,4
1,34
58,0
31,30 56,9
5,35 58,3 36.51-
58,4
12.1/-
33,1
110.1(-
42,0
551-


75,3
47/6
70,9 11.10,6
31,9
9216
108,2
131
41,6
0,94 40,7
22,70 40,5
4,14
45,1
22.17/-
36,8
8.121-
23,6
97.2/-
37,1
421-
57,5
371-
55,2 9.161-
27,1
118/-
138,0
12
7
/8
40,1

161
69,7
32,25
57,6
6,63 72,2
45.716
73,1
14-16
38,5
116.81-
44,4
6016
82,9
5116
-76,9
12.18/6
35,7
85/-
99,5
13
7
/8 .-
43,2
1,66
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
45.116
72,6
13.56
36,4
117.-(6
44,7
5816
80,3
50/7
75,5
12.101-
34,6
85/-
99,5
12
1
12
38,9
1,47
63,6
35.00
62,5
4,94
53,8
45.1/6
72,6
13.3.6
36,2
122.1/-
46,6
5816
80,3
48110
72,9
12.8/6
34,3
851-
99,5
137116
41,8
1,35
58,4
31,60
56,4
4,20
45,8
42.15j6
68,9
12.101-
34,3
113.41-
43,2
5816
80,3
4916
73,9
11.121-
32,1
851-
99,5
13
1
18
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,07
5

44,4
39.616
63,4
11.1016
31,6
104.171-
40,0
5816
80,3
48/-
71,6
10.1316
29,5
851-

99,5
1215116
40,3
1,29
55,8
33,50 59,8
4,30
46,8
36.616
58,5
11.1116
31,8
106.216
40,5
5816


80,3
47/1
70,3
11.10/-
31,8
851-
99,5
12
7
18
40,1
1,32 57,1
37,75
67,4
440

47,9
34141-
55,9
12.1516
35,1
112.516
42,9
5816
80,3
48(9
72,8
12.11/-
34,7
85f-

99,5
13
1
1
41,2
1,30
56,3
36,00 64,3
4,98 54,2
32.151- 52,8 11.19,6
32,9
114.196
43,9
5816
80,3
4719
71,3
11.14/6
324
851-
99,5
12
1
3116
39,9
1,27
55,0
32,25 57,6
5,775

62,9
30.316
48,6
11.4-
31,1
111.161-
42,7
5516
76,0
46(7
69,5
10.19i-
30,3
9113
106,8
13116

.
41,4
1,24
53,7 26,25 46,9 6,275
68,4
28.2/6
45,3 10.9 6
28,8 101.1/6
38,6
461-
63,0
44f8
66,7 10.7/6
28,7
10613
124,3
13
13
115
43,0
1,17
50,6
24,75 44,2
7,07 77,0
27.19/6
45,1
11.51-
30,9
102.-!-
39,0
4416
61,0
43/6
64,9
10.1516
29,6
11019
129,5
14
1
12
45,1 1,18
51,1
21,40 38,2 5,325
58,0
27.616
44,2
10.161-
29,6
98.1716
37,8
41j6
56,8
43/3
64,6
10.216
28,0
12216
143,3
14116
44,6

1,16
50,2
25,75 46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10.141-
29,4
98.181-
37,8
4116
56,8
421-
62,7 10.6(6 28,5
120/3
140,7
137/8
43,2
1,34
58,0
27,75 49,6
3,79
41,3
26.41-
42,2
10.51-
28,1
99.216
37,9
4116
56,8
40/-
59,7
10.-1-
27,6
11916
139,9
14
43,6
0.98
42,4
23,65
42,2
3,425
37,3
24.181-
40,1
9.91-
25,9
96.61-
36,8

44!-
60,3
40/-
59,7 9.111-
26,4
114/-
133,5
13
3
j4
42,8
0,99
42,9
19,60
35,0
2,77
5

30,2 23.81-
37,7
8.1616
24,2
84.1516
32,4
451-
61,6
37/6
56,0
9.2-
25,2
1 10(3
129.0
13
1
1
40,9
0,82 35,5
19,65
35,1
2,88 31,4
21.61-
34,3
8.-(-
22,0
89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0
9.91-
26,1
112/9
132,0
125/8
39,3
III
48,1
24,25
43,3
3,08 33,5
20.1216
33,2
7.51-
19,9
84.91-
32,3
441-
60,3
37/6
56,0
8.13/-
23,9
11316
132,7
12
5
18
39,3
0,96
41,6
19,55
34,9 3,125
34,0
19.216
30,8
7.3/6
19,7
90.1716
34,7
42j6
58,2
371-
55,2
8.6/6
23,0
1 16/-
135,7
12
3
1
38,5
0,76
32,9
17,90
32,0
3,72 40,6
22.416
35,8
7.1716
21,6
lol
.-j-

38,6

421-
57,5
3616
54,5
9.1316
26,7
11816
138,6
12
1
116
39.9
0,84
36,4
19,70
35,2
4,64 50,5
25.81-
40,9 9.10/6
26,1
109.9/6
41,8
421-
57,5
35/-
52,2
112f-

30,7
118/9
138,8
13
40,5
0,82 35,5
25,50
45,5
5,73
62,4
22.516
35,9
8.71-
22,9
105.1316
40,4
41 1-
56,2
34/6
51,5
10.8(6
28,8
12116 142,1
1211
38,9
0,81 35,1
26,50
47,3
6,65
72,4
21.19/-
35,4
8.416
22,6
104.716
39,9
401-
54,8
3416
51,5
10.8/-
28,7
12519
147,2
12
5
/16
38,3
0,73 31,6
22,55 40,3 5,125
55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
39/-
53,4
34/6
51,5
10.7/-
28,6
125/9
147,2
11
1
12
35,8
0,73
31,6
21,75 38,8
4,27
46,7
19171-
32,0
7.8/-
20,3
100.116
38,1
40/6
55,5
3416
51,5
9.19/-
27,5
12218
143,5
11
11
116
36,4
0,65
28,1
20,60 36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5
7.7!-
20,2
104.76
39,9
431-
58.9
341-
50,7
9.15/-
27,0
12015
140,8
1 1
15
(16
37,2
0,53 22,9
19.40
34,6
2,80
30,5
20-16
32,3
7.101-
20.6
104.1813
40,1
43/-
58,9
3417
51,6
10.71-
28,6
12015
140,8
12
7
/
38,7.
0,54 23,4
18,55
38,9 2,075
22,6
20.11/6
33,1
7.1216
20,9
109.171- 42,0
431-
58,9
3516
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
12
13
116
39,9
0,52
22,5
21,80 38,9
2,49
27,1
23.616
37,6
8.61-
22,9
128.17(6
49,2
4116
56,8
3616
54,5 10.131- 29,4
12316
144,4
13
1
14
41,2
0,50
6
)
21,6
23,-6)
41,1
2,45
26.7
26.1116
42,8
9.81-
25,8
148.121-
56,8
4116
56,8
371
55,2
11.916
31,7
12216
1433
13/l6
41,4
:0,52
8
)1
22,5
122,50
8
)1
40,2
2,40
26,1
24.141-
39,8
9.3/6
25,2 1
153.141-
58,7
41/6
56,8
37f-
55,2
1 1.8,6
31,6
122/24
143,0
13
7
f
41,8
26 Sept.
1932
79 K.G.
La Plata.
3

Tot Jan.
1928 Western
;
vanaf
Jan.
1928 tot
16 Dec.
1929 American
No.
2. van
16
Dec. 1929
tot 26
Mei
1930
7415
K.G.
Hongaarsche
6415 K.G.
Zuid-Russische. Van 23
Mei-19
Sept. 1932
No.
3 Canada.
5) De
jaargemddeIden
zijn berekend
uit
de
gemiddelde
prijzen
van
April,
Mei
en

Juni
van

VAN
GROOTHANDELSPRIJZEN.

BOUWMATERIALEN
KOLONIALE PRODUCTEN

VU1ENH,OUT
S T E E N E N
CACAO KOFFIE
SUIKER
THEE

Zoedeii(
binnenniuur

buitenmuur
G.F.Accra
COPRA
Ned.-lnd. f.m.s.
L?jen
Ribbed Snioked per

per
so
K.G. c.i.f.
Amst0erdam
Rotterdam
loco
L
Sheetsonden

R’damlA’dam
Java- en Suma-
per standaard
van 4.672 M
3
.
per
1000
stuks

per
1000
stuks
Nederland
per

12
K.G.
per Ib.
per
lOO
K.G.
trathee
p. ‘is
KO.

/
Uj
/
01
/
010
sh.
010
t
°Is
cts.

Sh.
0
f1.
0
1t
I
Cts.
lo
159,75
100
15,50
100,-
19,-
100,-
4216
100,-
35,87
5

100,0
61,375
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
84,5
100,0
153,50
96,1
15,75 101,6 19,50
102,6
49/-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93,3
94,25
111,5 160,50
100,5
14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,62
5

90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12
5

102,0
82,75
97,9
151,50
94,8
12,-
77,4
18,50
97,4
5713
134,9
31,875
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1 146,00
91,4
14,-
90,3
21,25
111,8
45/10
107,9
27,37
5

76,3
50,75
82,7 -110,25 28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
141,50
88,6
12,50
80.6
20,75
109,2
34/11
82,2 22,62
5
.
63,1
32
52,1
-15.875
16,5
9,60 51,2
60,75
71,8
110,75
69,3
10,25
66,1
20,25
106,6
22/5
52,8
15,375
42,9 25.
40,7
-13
8,4
8.-
42,7
42.50 50,3
69,00
43,2
9,25
59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
,24
39,1
-11,75
4,9 6,32
5

33,7
28,25
33,4

125.00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2614
62,0
18,25
50,9
28
45,6
-14,25
11,9
8,20
437
66,25 78,4
125.00
78,2
10,-
64,5
21,-
110,5
2212
52,2
18,125
50,7
26,25
42,8
-13,875
10,9
8,20
43,7
53
62,7
.125,00
78,2
10,-
64,5
21,-
1.10,5
2216
52,9
18,625
51,9 25,50
41,5 -13,75
10,5′
8,30
44,3
45
53,3
125,00
78,2
10,50
67,7
21,-
110,5
2217
53,1
17,50
48,8 24,75
40,3
-13,125
8,8
8,57
5

45,7
43
50,9
125,00
78,2
10,50 67,7
21,-
110,5
21/0
49,4
15,37′
42,9
25
40,7 -13,125
8,8
8,50
45,3
40.25
47,6
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
22/4
52,6
14,125
39,4 25,75
42,0
-13,125
8,8
8,57
5
.
457
3950
467
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
2615
62,2
15,-
41,8
27
44,0
-i3
8,4
8,77
5
,
48,6
38,25
45,3
100,00
62,6
10,50
67,7
21.-
110,5
24/8
58
1
0
14,125
39,4 25,50 41,5 -12,5 7,0 7,90
42,1
38,50
,
45,6
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
2217
‘53,1
13,375′
37,3 23,75 38,7 -12,375 6,7 7,52
5

40,1
37,50 44,4
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
2110
49,4
13,25
36,9
.23
37,5
-12,375 6,7 7,55 40,3
37,75 44,7
100.00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21/2
49,8
13,75
38,3
23
37,5
-12,25
6,3 7,15
38,1
37
43,8 82,50
51,6
10,-
64,5
18,50
97,4
18/3
42,9
12,75
35,5
23

.
37,5
-12,25
,

6,3
6.75
36,0
35
41,4

82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
17/9
41,8
13,125
36,6
23
37,5 -12,125 6,0 7,35
39,2
32 37,9
82,50
51,6
10,-
64;5
18,75

,
98,7
18/1
42,6
14,50
40,4
23
.
37,5
-12
5,6
7,05
37,6
30
35,5
70,00
43,8 9,75
62,6
.
18,-
.
94,7
21/9
51,2
14,75
41,1
23
37,5
-11,625
4,6
6,25 33,3
31
36,7
70,00
43,8 9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
.

23
37,5 -11,5 4,2 5,90
31,5
29,25
34,6
70,00
43,8 8,50
54,8
15,-
78,9
2016
48.2
13,25
36,9 23,50 38,3
-11,5 4,2
5,62
5

30,0
30,25•’
35,7
70,00
43,8 8,50
54,8
15,

78,9
2016
48,2
12,375
34,5
24
39,1

1,375


3,9
6,30
33,6
28,50 33,7
67,50
42,3 8,50


54,8
15,-
78,9
2011
47,3
.
12,375
34,5
24
39,1
-11,375
3,9
6,70

.
35,7
.

23,75
28,1
63,00
39,4
8,50
54,8
15,-
78,9
20/7
48,4
12,375
34,5
24
39,1
-11,75
4,9
‘6,57
5

35,1
22,75
26,9
60,00
37,6
8,75
56,5
15,-
78,9
21/2
49,8
12,75
35,5
25,25
41,1

/2,125
6,0 6,525
34,8 23,75
28,1
63,50
39,7

58,1
14,50
76,3 18/8
43,9
12,375
34,5
26,50
43,2
-/1,75
4,9
6,32
5

33,7
28,50
33,7
63,50
39,7
9,50
61,3
14,25
75,0
17
1
6
41,2
12,
1
2
33,8
24,50
39,9
-/1,75
4,9 5,87
5

31,3
30,75
.36,4
65,00
‘40,7

64,5
13,75
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-/1,75
4.9 5,50
29,3
28,25
33,4
70,00
43,8 9,25
59,7
13,50
71,1
16/6
38,8
11,50
32,1
24′.
39,1
‘-11,625
4,6
5,375
28,725
29,6
70,00
43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,625
29,6

23.75 38,7
-11,5
4,2
5,60
29,9
26,75
31;7
70,00
43,8 9,50
61,3
12,25
64,5
1613
38,2
10,37
5

28,9
2350
38,3
-/1,5
.4,2
6,-
32,0
26,25.
31,1
70,00
43,8 9,75
62,6
12,75
67,1
15/5
36,3
9,50
26,5
23,50
38,3

11,625
,

4,6 6,07 32,4
27,50
32,5
70,00
43,8
,
9,50
61,3
12,50
65,8
166
38,8
9,50
26,5
23
37.5
-12,-
5,6
6,02k
32,1
26,50

‘ .
31,4
70,00 43,8
17/11
42,2
10,37
5

28,9 22,50
36,6
-(2,5
7,0
6,50
34,7
29,75
0)
35,2
70,00
43,8

17fl 1
42,2
10,-
27,9
22,50
36,6
-12,375 6,7
6,25
33,3
,N.B.
Alle Pondennoteering
vanaf 21
Sept. ’31
zijn op
goudbasis
omgerekend;
de Dollarnoteeringen
vanaf
20April
1
33
zIjn
in
verhouding
van
de depreciatio
van den Dollar
t.o.v.
den Gulden
verlaagd.

486

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Juni 1933

De laatste C u b a-statistiek is als volgt:
1933

1932

1931
tons

tons

tons
Productie ……(Raming) 2.000.000 2.002.864 3.122.186
Ontvangsten ………….8.505

9.217

14.874
Totaal gedurende 1/1 . . .

721.023 1.147.701 1.408.407
Verschepingen ………..29.824

16.486

30.549
Voorraad

……………941.151

1.230.645

1.679.322
In E
xi
g e 1 a n d bleef de stemming vrijwel onveranderd.
Ruwe suiker werd tot ca. Sh. 6/1
34.
verhandeld. Op de
L o xi d e
xi
s c h e termijnmarkt bestond een levendige hans
del. Toch konden de noteeringen zich niet handhaven. Het
slot luidde: Aug. Sh. 6/-i/4, Dec. Sh.
6141%,
Mrt. 6/7 en
Mei 3h. 6/9.
Op Ja v a verkocht de N.I.V.A.S. cxi. 13.000 tons Supe-
rieur en ca. 1500 tons bruine suiker, gedeeltelijk afge-
keurde suiker.
De uitvoeren van Java gedurende Mei hebben bedragen 103.000 tons tegen 75.000 tons in 1932.
H i e r te 1 a n cl e was de stemming prijshoudend. Op de
A,m s te r d a m s c h e termijnmarkt bestond goede koop-
lust, waardoor belangrijke omzetten plaats vonden. De
noteeringen bleven de geheele week zonder noemenswaar

dige fluctuaties en voor Aug. werd
f
61% betaald, voor
Dec. ca.
f
6
5
ys, voor Mrt.
f
6
7
/
8
en voor Mei
f
7.-.

KOFFIE.
Nieuws van eenige beteekenis valt ditmaal over de kof-
fiemarkt niet te vermelden. De stemming bleef onveran-
derd kalm en lusteloos. i)e kost- en vrachtaanbiedingen
van Brazilië liepen iets op, doch aangezien de dollarkoers meer daalde dan de prijzen in Amerikaansche valuta ste-
gen, komen de offertes den Nederlandschen importeur
heden ongeveer
1
/4 1. % ct. per
34
K.G. goedkooper uit
dan een week geleden.
Dé werkstaking der havenarbeiders te Santos hield ook
in het grootste gedeelte van de vorige week aan, doch is
thans als geëindigd te beschouwen. De gisteren bekend
geworden week-statistiek van Brazilië geeft voor de ver-
schepingen van Santos nog zeer lage cijfers, namelijk naar
Europa 15.000 balen en naar de Vet-eenigde Staten 16.000
balen. Verscheept werden in de vorige week van Rio naar Europa 34.000 balen tegen 53.000 balen in de week daar-
vOör en naar de Vereenigde Staten 23.000 balen tegen
21.000 balen. Als verkocht door Santos werden opgegeven
17.000 balen naar Europa en 31.000 balen naar de Ver-
eenigde Staten.
Vernietigd in de vorige week zijn slechts 7000 balen te
Rio.
Dagbladberichten over lage temperaturen en zelfs over
vorst in sommige gedeelten van Brazilië bleven zonder
eenigen invloed op de mai-kt. Dit is hoofdzakelijk toe te
schrijven aan de omstandigheid, dat over een en ander
niets vernomen is van de producenten in Brazilië, die
ongetwijfeld zich gehaast zouden hebben om schade aan
den bloei van den oogst 1934/35 te melden, zelfs indien deze schade ook maar in geringe mate was veroorzaakt.
Bovendien is het nog vrij vroeg om beschadiging van dien
oogst te kunnen verw’achteu.
De kost- en vrachtaanbiedingen van Santos zijn op het
oogcnblik, onder aftrek van het op ciica 15 dollarcents
geschatte voordeel van de bijlevering der bekende bonus
van 10 %, voor gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping ongeveer $ 9.95 ic 10.20 per cwt.
en voor dito Prime ongeveer $ 10.20 11, 10.45. Voor Rio
type New-York 7 met beschrijving, l)roinPte verscheping, komen de offertes, op dezelfde wijze berekend, uit
01)
00-
geveer $ 8.45
A
8.55. Bij den dollarkoers van heden staaii
deze aanbiedingen gelijk met onderstaande prijzen in goud-
dollars:
Santos Superior – $ 8.10 il 8.35
Prima

– ,, 8.35 c 8.55
Rio 7

– ,,6.85 h 6.95
wat voor Santos 0.10 h 0.15 en voor Rio 0.25 gouddollar
per cwt. lager is dan vèrleden week.
De prijzen in de eerste hand in Nederlandsch-Ïndië zijn
voor de ongewasschen Sumatra Robusta-soorten
1%
ct. en
voor gewasschen Robusta ongeveer 1 ct. lager. De notee

ringen zijn thans aan te nemen op:
Palembang Robnsta, Juni/Juli verscheping, 14 ct.; Ben-
koelen Robusta, Juni/Juli verscheping, 14
3
/8
ct.; Mand-heling Robusta, Juni/Juli verschepiiig, 16 ct.; W.I.B. faq.
Robusta, Juni/Juli verseheping, 20 ct., alles per
34
K.G.
cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt be-
wogen zich binnen zeer enge grenzen afwisselend 01) en
ueder. en zijn heden geheel gelijk aan die van verleden

week, namelijk i’oor Juni 19 et. en voor alle verdere
maanden
15718
et. per
34
K.G.
De officieele loco-noteet-ing van Superior Santos bleet
gehandhaafd op 23 ct. per
34
K.G. en die van Robusta
op
2234j
ct.
De slotnoteeririgen te New-York waren:

Gemengd contract

Santos contract

(basis Rio No. 7)

(basis Santos No. 4)
Sept. Dec. iiirt. Mei Sept. Dec. Mrt. Mei

12 Juni . . $ 5.66 5.58 5.51 5.48

7.98 7.80 7.70 7.62
6 Juni . .

,, 5.55 5.39 5.34 5.31

7.86 7.67 7.55 7.50
29 Mei . . .

,, 5.58 5.47 5.41 5.41

7.88 7.70 7.61 7.57
22 Mei ……5.35 5.27 5.21 -.- 7.66 7.54 7.44
De dezer dagen verschenen Statistiek van de Firma G.
1)uuriiig & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in Mei de
aanvoer geweest is als volgt:

1933

1932

1931

1)n.

bii.

bn.
in Europa ……………866.000 1.053.000 1.132.000
Ver. Staten van Amet-ika 1.074.000 1.035.000 1.379.000

Totaal ….1.940.000 2.088.000 2.511.000
De Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen gedu-
rende de eerste vijf maanden van het jaar bedroegen
9.846.000 balen tegen 10.312.000 biilen in 1932 en 11.951.000
balen in 1931.
De Afleveringen in Mei varen

1933

1932

1931

bil,

bn.

bn.
in Europa ……………856.000

977.000

1.088.000
Ver. Staten van Amerika 1.050.000

896.000 1.122.000

Totaal ….1.906.000 1.873.000 2.210.000
De Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste vijf maanden van het jaar ivaren
9.377.000 balen tegen 9.965.000 balen iii 1932 en 10.815.000
balen in 1931.
Vanaf 1 juli tot 31 Mei warei.k de Aanvoeren in Europa
en in Arnet-ika tezamen 18.577.000 baleii tegen 21.520.000
balen in 1931/32 en 22.399.000 balen in 1930/31, terwijl
de Afleveringen bedroegen 19.918.000 balen tegen
20.930.000 balen in 1931/32 en 21.707.000 balen in 1930/31.
De zichtbare voorraad was op 1 Juni in Europa
1.958.000 balen tegen 1.948.000 balen op 1 Mei. in Ame-
rika bedroeg hij 1.246.000 balen tegen 1.222.000 balen op
1 Mei. lxi Europa en in Amerika tezamen was de voor-
raad dus op 1 Juni 3.204.000 balen tegen 3.170.000 balen
op 1 Mei. Hij bedroeg op 1 Juni 1932 – 4.401.000 halen
en
01)
1 juni 1931 – 3.655.000 balen.
De zichtbare wereldvoorraad was op 1 Juni 5.899.000
balen tegen 6.244.000 balen op 1 Mei en 6.939.000 balen
verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de voor-
raden in het bini.xenlancl van Brazilië, waarvan het cijfer
van 1 Juni en 1 Mei nog niet bekend is, doch clie 01)
1 Juni 1932 bedroegen 23.845.000 balen).
Rotterdam, 13 Juni 1933.

STEENKOLEN.
In Engeland blijft de oppositie tegen de Coal Mines Act
groot, daar men van nieening is, dat de prijscontröle en
het quotasysteeni (heil handel belemmeien. Herstel van den
normalen handel verwacht nien eerst, wanneer de Coal Mi-
nes Act definitief van de baan zal zijn.
Geruchten onitrent te verwachten moeilijkheden in de
Britsche kolengebieden tengevolge dci’ loononderhandelin-
gen, welke in Juli beëindigd moeten zijn, duiken telkens
weer op. Dat er ernstige moeilijkheden zouden komen, is
nauwelijks aan te nemen, daar cle ondersteuningskassen
niet sterk genoeg zijn en de mijnwerkers ongetwijfeld nog
een levendige herinnering zullen hebben aan de ellende
van 1926.
Polen en Duitschland verliezen steeds meer afzet in
Scandinavië. De Zweedsche Spoorwegen kochten bij de
laatste inschrijving, dank zij de handelsovereenkomst, alles
in Engeland, terwijl voorheen meestal een flink gedeelte
door Westfalen geboekt- werd. De prijzen zijn:
Northumberland ongezeefde ………….
f
6.85
Durham oiigezeefde …………………..7.40
Cardiff 2/3-1/3 …………………….S70
Schotsche gezeefde i’rimne Lothians .,, -7.15
orkshire gewasschen Singles …………6.40
Westfaalsche Vetförder ……………….8.25
Vlamstukken 1 ………… ..9.-
Smeenootjes ……………..
, 8.75
(lasvlamfördvr

…………..8.25
G-ietcokes …………….. .
., 11,-
Hollaiidsche Eierhriketten …………….12.50
alles per ton van 1,000 KG franco station Rotterdani/Am-
sterdam. Ongezeefde bxi nkerkolen f.ob. Rotterdam/Amster-
dam
f
7.15. Markt flauw.

13 Juni 1933,

14Juni 1933

487

DE TWENTSCHE BANK
N.V.

GEVESTIGD TE AMSTERDAM

Maandstaat op 31 Mei 1933

DEBET

.Aandeelhouders

nog

te

storten

90

pOt.

op

aandeelen

B

waarvoor waarborg gedeponeerd ………………….
f 421.200,-

Deelnemingen in diverse ondernemingen
2.578:820,58

Effecten van Aandeelhouders ten eigen gebruike
26.019.100,-

Kassa

en

Kassiers

………………………………..

9.865.559,48

Wissels

en

Coupons

………………………………

.
16.226.143,09

Nederl. Schatkistbilletten en -Promessen
29.054.282,66

Daggeldieeningen

………………………………..
2.000.000,-

Bankiers in Binnen- en Buitenland
17.311.764,44

Eigen

Effecten en

Syndicaten ……………………….

9.569.733,41

Effecten van het Zieken- en Pensioenfonds
3.025.222,75

Prolongatiën

gegeven ………………………………

.
9.131.140,-

Debiteuren

……………………………………..

f135.292.601,65

af:

loopende

Promessen …………………………..

..7.767.000,-

127.525.601,65

Gebouwen

……………………………………….
..
8.000.000,-

‘l’otaal ……
f
260.728.568,06

CREDIT

Kapitaal………………………………………..

Reservefonds ……………………………………..

Aandeelhouders voor gedeponeerde Effecten als waarborg

voor 90 pOt. storting op aandeelen B …………….
f

421.200,-

in Leen-Depot …. ……………………………

.. 25.597.900.—

T
40.000.000,-

15.000.000,-
26.019.100,-

Zieken- en Pensioenfonds …………………………..

6.430.020,27

Deposito’s ……………………………………….

61.321.955,43

Saldo te ontvangen en te leveren Effecten …………….

1.790.146,18

Crediteuren ………………………………………t 98.293.329,72

in vreemde valuta

………………………… 9.434.533,35

* 107.727.863,07

Te betalen Wissels ………………………………..

1.323.467.16

Geaccepteerd door derden…………………………….

583:618,36

Diverse Rekeningen………………………………..

532.397,59

…….. ……
f
260.728.568,06

’14 JUNI 1933

18e JAARGANO Nb. 911

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK, N.V.
AMSTERDAM

‘S-GRAVENHAGE

ROTTERDAM

BATAVIA

AMOY, AMPENAN, BANDOENG, BOMBAY, CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,

HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PASSOEROEAN,

PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,

TEGAL, TELOK BETONG, TJILATJAP, TOKIO, WELTEVREDEN

NEDERLANDS CHE

WERKGEVER

Wekelijksch Orgaan v/h.Verbond

van Nederlandsche Werkgevers

VERANTWOORDELIJKE REDACTIE:

Mr. P. W. J. H. CÖRT VAN DER

LINDEN EN Mr. A. N. MOLENAAR

ABONNEMENTS-

P R IJ S VO OR

NIET LEDEN

f6.—
PER JAAR

Vraagt proef exemplaren bij het

Secretariaat: Kneuterdijk 8,

Telefoon No. 117510 – Den Haag

Heeft U reeds de volmacht voor de Postgiro

ingevuld? Zij, die Uw steun behoeven

zullen er U dankbaar voor zijn.

Eenmaal invullen is voldoende. De maan-

delijksche betaling geschiedt dan auto-

matisch. Doe het nog heden..

Postgiro

I:I!SI,Is]

1,

%ST14

••

VERSCHENEN:

Verkeersvraag-

stukken voor

de groote stad

door

Mr. B. MEES

Prijs
…..
f
3.90

Bij den Boekhan-

del verkrijgbaar.

NIJGH
&
VAN DITMAR N.V.

ROTTERDAM

AANTEEKENBOEK VAN

RIJKSBELASTINGEN

Adverteert in dit blad

Vermogens- ,Verdedigings-

Rijksinkomsten- en Perso-

neele Belasting

lie, geheel uerbelerde en hijgewerkle druk

Prijs
f1.–

Alom verkrijgbaar bij den
Boekh. en
bij
Nijgh & Van Ditmar N.V.,
Rotterdam

NIJGH & VAN DITMAR NV.. DRUKKERS. ROTTERDAM

Auteur