2 JUNÏ 1932
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economischp-oStatistische
Ber
‘ichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
17E JAAROANG
WOENSDAG 22 JUNI 1932
No. 860
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris:
Prof.
Mr. Dr.
G. M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE
VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Has8elt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J
Polak; Mr. Dr. L. F. B. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Ren gers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
Al. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. Al. B. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Post chèque- en giro-rekening No.
145192.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
21 JUNI 1932
Zooals te begrijpen, valt over de geidmarkt niets
bijzonders te schrijven. De prijzen van wissels, voor
zoover die nog aangeboden worden, zijn zoo laag, dat
het haast cie moeite der transactie niet loont. De no-
teering biee:f onveranderd % ic % pOt. Ook in de
prolongatie-noteering kwam geen verandering: 1 pOt.
* *
*
Op den weekstaat ‘van De Nederlandsche Bank
toonen de binnenlanciaclie uitzettingn een vermeer-
dering van
f
2.4
millioen; de post binnenlanclsche
wissels is gestegen met
f
2.713.000, terwijl de belee-
ningen zijn gedaald met f403.000. De diverse reke-
ningen onder de activa der Bank namen toe met
j 21.6.000; de Post papier op het buitenland bleef on-
veranderd.
De goudvoorraad is wederom vermeerderd, ditmaal
met
f
5.2 millioen., waartegenover de zilvorvoorraad
verminderde met f246.000. De stijging van dec post
munt en muntmateri aal bedroeg per saldo f4.061.000,
tengevolge waarvan de metaaldekking thans een be-
drag te zien geeft, hetwelk dat der biljetten in om-
loop overtreft.
Onder de passiva der Bank vertoont de biljetten-
c.irculatie een inkrimping van
f
11.9 millioen. Daar-
entegen namen de saldi in rekening-courant toe met
f
10.4 millioen, waarvan
f
8.1 millioen op rekening
komt van het saldo van het Rijk en
f
10.1 millioen
op rekening van de saldi, van anderen. Het heschik-
haar metaalsaldo is met f1.964.000 gestegen; het
dekkingspercentage bedraagt on veranderd nagenoeg
81. pOt.
* *
*
Op de wisselmarkt zijn er, en wel speciaal bij den
Dollar, groote koerssehommelingen te constateeren
geweest; desniettegenstaande was het aantal zaken
niet zoo groot, als men bij ‘dergelijke fluctuaties wel
zou vermoeden. De eerste dagen liep de koers een
weinig op: 2.41-2.4135, tot er zich Donderdagmid-
dag een groote vraag ontwikkelde, waardoor de koers
tot 2.4190 verbeterde. Vrijdag bleef de noteering on-
geveer op dit punt, doch met een iets flanwere ten-
dens, waarop Zaterdag ‘de koers wederom op 2.4750
terugliep. Gsteren in den namiddag ontstond er on-
verwacht weder een flinke vraag, die den koers
weder op 2.48 bracht. Het lijkt er op, dat deze
hausse’s haar uitgangspunt in Amerika vinden; de
Ponden noteering in Amerika is dan uiteindelijk ook
van 3.68 op 3.60 teruggeloopen. Hieruit moet volgen,
dat het Pond flauw in de markt lag; van 9.07 is het
dan, ook tot 8.94 teruggeloopen. Marken waren meer
gocht en kwamen van 58.40 op 58.12%. Fransche Francs 9.13-9.72 %9.13 1/2i_9.13. Belga’s bleven
zich rond de 34.45 bewegen. Zwitsersche Francs, ook met weinig beweging: ca. 48.22%. Lires onveranderd
1.2.66. Tsjecho Kronen waren ‘aster: 7.34. Peseta’s
20.40. Van de Scandinavische wissels was vooral Oslo
sterk aangboden; de koers liep van 45 tot onder
de 44 terug, slot iets beter 44.25. Stockholm 46.50-
45.80, Kopenhagen 49.50-49. Oanadeesche Dollars
konden zich iets verbeteren: 2133/2. Yen lager 77%.
Op de termijnmarkt is tegen de voorgaande week
niet veel verandering gekomer. Dollars op één maand
notôeren nog ca. 50 punten onder den contanten
koers, op drie maanden ongeveer 1,25 punter. Voor
driemaands valt dus alleen wat verbetering te con-
stateeren. Termijnponden onveranderd rond den kas-
sakoers.
Op de goucimarkt is het, nu. dc Dollar dermate is
gestegen, vee’ stiller gew’orden. Eagles noteeren
2.48%, So.vereigris 12.12.
LoND:lN, 20 Juni 1932.
Geld is nog steeds weinig bruikbaar. Er is over-
vloedig aanbod bij een beperk’te vraag, zoodat ver-
leden week ‘voor het eerst op kleine schaal posten
tegen % püt. werden afgesloten.
Disconto was dientengevolge zeer flauw eu noteerde
tegen het einde der week
%_13/iu
voor schatkistpro-
messen en 1.—l7io voor :b
afl
k
accep
t
efl
De nieuwe
schatkistpromessen werden tegen ongeveer
a/io
pOt.
töegewezen.
Sterling werd tegen het einde der week zwak
tegenover de goud-valuta’s, waarschijnlijk tengevol-
ge van het ophouden van verdere Dollars en Dollar-
termijnverkoopen. Heden was de Dollar en de Gul-
den gezocht tegen koersen, welke apprecieerden tot
3.60 en 8.94.
488
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1932
MEDE DE IDLINGEN VAN IDE CENTRALE COMMISSIE
VOOR DE RIJNVAART.
VERSLAG VAN DE WERKZAAMMEDEN VAN DE
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
GEDURENI)E PIET JAAR 1931.
II
(Slot.)
Technische kwesties.
• Bruggen.
Twee ontwerpen vu nieuwe bruggen over dcii Rijn, te
J3azel en bij Vianen, ingediend resp. door de Zwitsersche
en door de Nederlandsche Delegatie, zoomede een ontwerp
voor den bouw van een tweede overbrugging voor enkel-
Ipoor op de spoorwegbrug bij Zalt-Bommel, ingediend door de Nederlandsche Delegatie werden in 1931 aan de Centrale
Commissie voorgelegd.
Doze ontwerpen werden onderzocht door een sub-com-missie onder voorzitterschap van den heer lEer old, Corn-m isaaris voor Zwitserland, voorzoover het de Nederland-
sche ontwerpen betrof, en onder voorzitterschap van den
heer Schlingema nu, Commissaris voor Nederland, voorzoo-
ver het het Zwitsersche ontwerp betrof.
Brug voor gewoon verkeer te Bazel
(‘Dreirosenbriioke).
Deze nieuwe brug, -welke ong. 60G M. beneden de z.g.
Joha.nnitcrbrücke gebouwd zal worden, bevat 3 doorvaart-openingen. De middelste opening van 100 M., zooniede de,
twee zij-openingen van 60 en van 48 M. zullen, als de
stuw bij Kembs gereed is, een doorvaarthoogtc van ong.
7.50 Al. boven den hoogst bevaarbaren waterstand hebben.
Deze afmetingen, .zoomede cle situatie der pijlers hebben
dc sub-commissie geen aanleiding tot opmerkingen ge-
geven, evenmin de bouwmethode, daar de montage van de
middelste overspa ii ning zonder steigers plaats zal hebben,
•zoodat de scheepvaart, welke daar toch reeds van weinig
beteekenis is, geen enkele belemmering zal ondervinden.
Brug voor gewoon verkeer bij Vianen.
Deze brug, welke de bestaande schipbrug zal vervangen,
heeft een hoofd-overspanning van 152 M., waarvan cle
sten n punten buiten het zomerbed worden geplaatst. Daar
voorts de onderkant der liggers zich ten minste 9.10 M.
boven den hoogst bekenden waterstand zal bevinden, heb-ben deze maten cle sub-commissie geen aanleiding tot op-
merkingen gegeven. Wat ‘betreft de maatregelen, welke cle
Neclerlandsche Regeering zich voorstelt tijdens de uitvoe-
ring in het belang van de scheepvaart te nemen, heeft cle
sub-commissie vastgesteld, dat de scheepvaart de beschik-
king aal hebben over een doorvaartopening van 60 M.
wijdte met een doorvaarthoogte van ten minste 7.60 M.
boven den hoogst bekenden w’aterstand. De overige maat-
regelen komen, wat hun inhoud betreft, geheel overeen
niet die, welke de Regeeringen gew’oonlijk nemen (zie vorige
verslagen). Deze maatregelen hebben evenmin tot olmer-
kingen van de sub-commissie aanleiding gegeven.
Bouw van een tweede overbrugging op de spoorweg-
brug bij Zelf-Bommel.
Het betreft hier den bouw van een overbrugging voor,
een tw’eede spor, welke de Directie der Nederlandsch’
Spoorwegen van plan is uit te ‘voeren 01) de bestaande
landhoofcten en pijlers van de spoorwegbrug over de Waal
bij Zaft-Bommel. Aangezien geen enkele wijziging wordt
gebracht aan dc pijlers en de landhoofden en daar .de
onderkant van dc te bouwen overbruggingjeven hoog zal
komen als clie der bestaande, d.w.’a. 16.83 M. + N.A.P.,
overenkomende niet 9.14 M. boven den hoogst bekenden
waterstand, heeft het ontwerp geen aanleiding gegeven
tot opnerkingen van de sub-commissie.
Wat cle maatregelen ‘betreft, welke de Nederlandsche
Regeerin.g zich voorstelt in het belang dor scheepvaart tij-, dens de uitvoering der werkzaamheden te nemen, heeft de
sub-commissie vastgesteld, dat de scheepvaart ten alle
tijde de beschikking zal hebben over 66n der cloorvaart-i
openingen, overeenkomende niet de vrije opening in de in
aanbouw zijnde brug voor gewoon verkeer (zie verslag van
1.929). De twee openingen zullen aldus afwisselend ge-
bruikt kunnen Nvorden en in de cloorvaartopening, welke
niet geheel vrij voor cle scheepvaart zal zijn, houdt men
een doorvaart vrij van ten minste 60 M. met een door-
vaarthoogte van ten minste 8.10 M. ‘boven den hoogst be-
vaarbaren waterstand. Daar de overige maatregelen dezelf-
cle zijn als die, welke cle Regeeringen gewoonlijk neuien,
hebben deze maatregelen geen aanleiding gegeven tot op-
itterkingen van de sub-commissie.
De Centrale Commissie, clie de brug ‘bij Bazel in dc
eerste zitting en de bruggen bij Vianen en Zalt-33ominel
in de tw’eede zitting heeft behandeld, heeft cle conclusies
van de sub-commissie overgenomen.
INHOUD.
BIz.
Mededeelingen van de Centrale Commissie voor de Rijn-
vaart……………………………………
488
DE VARKENS-STEUN WET door
Jan Schilthuis ……….
489
De toestand in het bouwbedrijf, meer speciaal in desteen-
industrie II (Slot) door G.
C. Limborgh Meijer ……
49)
Het overheidsbedrjf door
Mr. P.
G. Knibbe
……….
493
De Rijkemiddelen ……………………………..
494
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De werelduitvoer van de
electrotechnische industrie
in 1931 door
A. Friedrich………………….
495
AANTEEKENINGEN:
–
Dr.
G. Mikusch over het Chadbourne-plan ……..497
De wereldproduetie en -uitvoer van automobielen
in 1931 ————————————–498
Statistische gegevens over den economisehen toestand
van het Saargebied………………………..498
Standaard methoden voor de bepaling van den kost-
prijs in industrie en landbouw —————–
499
BOEKAANKONDIGING:
Beschouwingen over de haven van Rotterdam, bespr.
doorC.
Vernvey …………………………
500
MAANDCIJFERS:
Postchèque- en Girodienst
……. 500 –
Giro-omzet bij
De Nederlandsche Bank
————500 Overzicht der Rijksmiddelen ……………….
500
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………… -. – 501-506
Geldkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.
(l)
Verhoo ging der bruggen van Straatsburg-Kehl en
van Jiii’ivin gen.
De Centrale Commissie heeft vastgesteld, dat het ont-
werp, dat door dle Fransche Administratie voor dle verhoo-
ging vau de bruggen van Straatsburg-Kehl werd opge-
maakt, in onderzoek is bij de Badensche Acleinnistratie en
dat.de stukken betreffende cle verhoogiug van de brug van
Hüningen in handen zijn van de Directie dci’ Spoorwegen
van Elzas-Lotharingen.
2. Rijnverbeter’ing tussche’n 8’traatsburg en Bazel.
Ten acinzien van de nornialisatie heeft de Centrale Com-
missie in de tweede zitting vastgesteld, dat het programma
voor het eerste jaar volgens de verwachtingen zal worden
uitgevoerd. De werken w’orden op 3 verschillende plaatsen
uitgevoerd en zijn niet onderbroken door het hooge w’ater
van der afgeloopen zomer.
Wat de verken bij Kernbs betreft, is do stand daarvan,
‘blijkens cle verklaringen dci’ Fransehe Commissarissen; als
volgt:
Wat betreft dei:r bouw der stuw:
Op den linker oever:
cle oeverbekleedingen boven de stuw
tot aan den ingang van het toevoerkanaal zijn voltooid;
de werken beneden de stnv zullen gedurende de laagwater-
periode hervat w’ordeu; de dijken en oeverbekleeclinge
boven het toevoerkanaal worden thans uitgevoerd tot aan de spoorwegbrug van Hüningen; het linker landhoofd, de
eerste pijler en cle eerste stuwvloer (de pijlers en stnwvloe-
ren 17ijit genrimmercl van den linkeroever af) zijn voltooid
cle tweede stuwvioer en cle tweede pijler zijn in uitvoering;
het nionteeren van de schuiven en van de dienstbrug aan
de bovenzijde van de stuw in de eerste stuw’openi.ng is be-
eindigd; cle brug voor gewoon verkeer aan de benedenzijdle
van cle stuw is voltooid over de eerste opening en w’orclt
opgesteld over de tweede.
Op den i-echter oevel
–
:
de dijken en oeverbekleediugen
boven cle stuw zijn in uitvoering; de oeverbekleedingen
benedlen de stuw’ zijn voltooid. De volgende ondercieelen van
de stuw zijn klaar: het rechter landhoofd, de vierde pijler,
cle tun’cleeringen van den derden pijler, cle vierde en vijfde
stuwvioer. In de vijfde opening is het monteeren van de
schuiven.met hare bew’egiugsinrichtingen en van de dienst.
bruggen aan dc beneden- en ‘bovenzijde van de stuw’ be-
eiudligd.
De scheepvaart heeft nog cle beschik’kig over de derde
en vierde opening en passeert over de fundeeringen van
den derden pijler, welks ‘bovencieel later zal worden ge-
bouwd.
Van het laterale kanaal zijn cle grondw’er’keu en beton-
werken bijna beëindigd ; aan cle sluizen wordt cle montage
van de schuiven en’ bewegingsinrichtingen krachtig voort-
gezet; deze montage is bijna beëindigdl voor de ‘beneden.
deur van de groote sluis; iii cle .krachtcentrale is men
bezig met het monteeren van cle turbi’ne-clynanio-groepeu
en van cle schuiven; in het sehakelgebouw is het beton-
neeren der tw’ee eerste verdiepingen beëindigd. De trans-
forina’tiepost en de electrische inrichting zullen op 1 Pc-
bruari 1932 gereed zijn. De montage van den buitenpost
S
.
22
Juni
1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
489
is in gang. 1et aantal tewerkgestelde arbeiders bedraagt
thans ongeveer 2800, waarvan 2400 bij cle werken van het laterale kanaal. Ter herinnering zij vermeld
(zie
verslag van 1929), dat,
volgens het programma der werken van de stuw, de scheep-
vaart tot 15 Maart 1932 gebruik moest maken van een
wijdte van 55
M.
tusschen dc pijlers 2 en 4, verminderd
met de door de steigers ingenomen breedte (de bouw van
pijler 3 is op de hoogte va.ii den drempel stopgezet) ; na
15 Maart zou men dan de werken van pijler 3 hervatten
en de scheepvaart zou tot 15 Mei 1932, dcii datum waarop
het Kanaal valt Kembs voor de scheepvaart zou worden opengesteld, de beschikking hebben over opening 1 met
een breedte van 30 M.
Blijkens de verklaring van de Fransehe Commissarissen
in de 2e zitting van 1931, kon een voorsprong van de uit-
voering op dit programma bereikt worden en stelt men
zich voor den bouw van den derden pijler terstwicl na den
lan januari 1932 te kunnen voltooien. Van 1 Januari
tot 1 Mei 1932 moet de scheepvaart clan van de doorvaart
van 30
M.
gebruik maken, maar daar de groote scheep-
vaart tnsschen Januari cii begin Mei stilligt, raakt deze
wijziging alleen de kanaalschepen, waarvoor een doorvaart-
opening van 30 M. meer dan voldoende is.
3) Herziening van dcn gaf jk.waarcligcn ‘waterstand.
De Centrale Commissie heeft besloten de herziening van
den in 1923 vastgestelclen gelijkwaard igen waterstand ter
hand te nemen en heeft een technisch comite, onder voor-
zitterschap van den heer Schlingeinaan, Commissaris voor
Nederland, belast om het vraagstuk te ‘bestudeeren en een
rapport aan de Commissie uit te brengen. Het Comit6 heeft
in den loop van 1.931 vergaderd cii zijn werkpro.gramma
opgesteld; de werkzaamheden worden met medewerking
van de ,,Preussisehc Landestunstalt ftir G’ewilsser’kunde” op
deze basis voortgezet.
J nriclische kwesties.
Bcroe pen voor (te Centrale Cosnnvissie voor de ftijnva art.
Bij de Centrale Commissie zijn, in hare hoedanigheid van
tweede en laatste beroepsinstantie in vonnissen van Bijti-
vaartreehtbankeu, in 1931 aanha]I.gig gemaakt: 9 beroe-
pen in burgerlijke zaken; in 1930: 10 beroepen in burger-
lijke en 4 beroepen in strafzaken.
Economische ei! financiëele kwesties.
Douane-stelsel van het laterale kanaal van dan Rijn
(vak van Ilitningen tot Kernbs).
Elke principe-kwestie voorbehouden blijvend, neemt de
Commissie kennis van cle nota der .li’ransehe Delegatie be-treffende het dou(nestelsel valt Kcnibs. Het reglement, hdt-
welk de maatregelen, ‘bedoeld in deze nota, zal moeten be-vatten, alsmede de eventueele overeenkomsten tusschen de donane-administraties zullen aoo spoedig mogelijk terkei.i-
nis der Commissie worden gebracht.
Belasting op radiotoestellen aan boord van Rijn-
schepen.
En de tweede zitting van 1.931. heeft zich over deze aan-
gelegenheid een gedachtenwisseling ontwikkeld, welke in de
volgende zitting zal w’orderi voortgezet.
i’rivaat- en sociaal recht.
Besloten is, dat het prii’aatrecht-comit in dcii loop van
1932 zal hijcenkoiiisn, onder voorzitterschap van den heer
Rossetti, om de volgende aangelegenheden te •bcstudeeren
Id. .H.ulpverleeui ug ei bergi lig.
2o. Voorloopig beslag.
3o.
Burgerlijke bevoegdheid iii aaiivaringszakeii.
(zie ook hierboven : Jletrekkiugen met andere inter-
nationale lichamen).
.K 1 a c li te u.
Het onderzoek van cle klacht lietieffende sociale kwes-
ties (verzekering tegen ziekten, ongevallen, enz.), veruiielcl
iii cle vorige verslagen, is aangehouden in afwachting van
de resultaten der weu’kzaanihedeii van het hierboven ver-
inelde comite.
Gedurende liet jaar 1.931 is bij cle Coitinjissie slechts
éën nieuwe klacht aanhangig gemaakt, ii’elke betreft arti-
kel 23a van liet Rijnvaartpolitiereglenieuit, ii’elk artikel het
verbod inhoudt om hij Dnsseldorf afwaarts varende schepen
i’iUS
meer dan 50 t. te laten drijven. 1)eze klacht is onge-
grond geoordeeld.
.[iiter iie kwesties.
liet budget 1912 is vastgesteld
0
875.000.— Fi’. Eraiiken.
1)
i V
e r 5e ii.
De ..T.Joycl Aiii’ei’sois” is ‘als publicatie-orgaan vaii cle
Centrale Commissie aangenomen.
De Centrale Commissie werd op het XVe Scheepvaart-
congres door twee harer leden vertegenw’oordigd.
DE VARKENS-STEUNWET.
Nadat in dezen crisistijd reeds een aantal maat-
regelen zijn genomen ter ondersteuning van ver-
schillende takken van landbouw, is op 14 Juni jbij
de Tweede Kamer ingediend een wetsontwerp ter
verleening
‘itfl
steun aan de vaikensh’ouderij. Wan-
neer dit wetsontwerp zal zijn aangenomen, zal de aan
den landbouw verleende hulp geworden zijn tot een
geheel, dat een zoodanig aantal van de voornaamste
als gevolg der crisis noodlijdend geworden takken
i’an dat bedrijf bestrijkt, ‘dat het ‘voorloopig voor den
ondergang be’hoed is en zelfs weer kansen
0
1) eenige
ijinst ‘biedt. D.i.t doel zal dan zijn, bereikt uit de over-
iveging, dat met het behoeden van onzen landbouw
voor den ondergang een nationaal belang gemoeid
was, de meeste producten van akker-bouw en vee-
teelt slechts konden worden afgezet tot prijzen, clie
zich als gevolg der crisis reeds geruimen tijd beneden cle productie-kosten bewogen en onder deze omstan-
digheden ‘van de verbruikers verlangd mocht wor-
clan, dat zij van h0t v’oorcleel, hetwelk clie lage prij-
zen hun brengt, een zoodaing gedeelte aan den pro-
cincent afstaan, dat daardoor aan de voortdurende
verliezen een einde komt en het bedrijf dus kan voort-
bestaan.
Aan de reeds genomen maatregelen diende de i.n
dit nieuwe wetsontwerp geboden steun nog te wor-
den toegevoegd, omdat het speciaal de dikwijls kleine
gemengde bedrijven op de lichte gronden zijn, die
daarvan zullen profiteeren, en voor hen tot nog toe
slechts zoo weinig was gedaan, dat zij nog steeds
met den ondergang werden bedreigd. Het houden van
varkens en in meerdere of mindere mate van melk-
vee valt voor ‘die bedrijven te beschouwen als de weg,
waarlangs de producten van ‘hun akkerbouw worden
afgezet. Geruimen ‘tijd hebben de prijzen van de pro-
ducten van de veeteelt zich op een zoo laag peil be-
wogen, dat ongetwijfeld aangenomen mag ‘worden, dat
zij een aanmerkelijk verlies opleverden. Voor de melk
en zuivelproducten is daarin nu verbetering ge-
bracht, doch steun aan ‘de varkenshouderij was daar-
naast onvermijdelijk. Hierin voorziet het wetsont-werp, doch tevens streeft dit naar een op den duur
waarschijnlijk nog belangrijker doel, dat ook voor
latere tijden van blijvende waarde zal kunnen zijn:
liet verbeteren der grondslagen van onzen uitvoer
i’an producten der varkenshou’derij en het scheppen
der noodzakelijice voorwaarden voor een verdere ont-
wikkeling ‘van den uitvoer. Het ging daarmee name-
lijk reeds langen tijd niet naar wensch.
Toen in 1926 Engeland den invoer van versch
i’arkensvleesch verbood, was dat voor dc Nederland-
sche varkens’hou’derij, die zich met dat bedrijf in ‘het
bijzonder had bezig gehouden, een zware slag. Ter
vervanging van den uitvoer van versch varlçensvleesc’h
naar Engeland is men zich toen gaan toeleggen op
clan export ‘van varkens in den ‘vorm van bacon, wat
toen voor Nederland een nieuw bedrijf was, doch
waarin de Deensche landbouw reeds groote ervaring
bezat. Inderdaad is de bacon-export iii Nederland wel
van eenige beteelcenis geworden, doch in ‘vergelijkii:ig
mat Denemarken is de omOang toch nog weinig he-langrijk. Terwijl de wekelijksche Deensche slachtin-
gen voor den bacon-export zich gewoonlijk bewegen
tusschen 1.20.000 en 150.000 stuks, bedragen die in Nederland slechts bij uitzondering meer dan 15.000.
Dat dit Nederlan’dsc’he aantal niet hooger is, is ‘voor-
namelijk een kwaliteits-kwestie en te wijten aan on-
doeltreffende organisatie van de ‘varkenshouderij en
het exportbedrijf. Er wordt namelijk in Nederland
niet genoeg aandacht gewijd aan de kwaliteit der tot
bacon te verwerken varkens.
Aan de Nederlandsche markten worden de varkens
namelijk verhandeld per kilogram levend gewicht en
na’dat cle algemeene factoren van conjunctuur en de
verhouding tusschen vraag en aan’bod daarop hun
invloed hebben geoefend, geldt deze prijs voor vrij-
490
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1932
wel iedere kwaliteit, terwijl in Denarken ‘wel dege-
lijk ook naar gelang der kwaliteit meer of minder
clan de gemiddelde prijs betaald wordt. Wie in Ne-
derland op Deensch voorbeeld zich wel moeite hebben
gegeven voor verbetering der kwaliteit, bemerkten al
spoedig, dat dit niet kon leiden tot het verkrijgen
van een daaraan evenredigen beteren prijs. Het b-
volg is, dat hier te weinig op kwaliteit wordt gelet,
dat het Nederlandsche product niet gelijkmatig is,
in Engeland minder gemakkelijk koopers vindt dan
de nauwkeurig gelijlcmatig gesorteerde Deensche
bacon en een lageren prijs opbrengt. Indien in Ne-
derland op het gebied der kwaliteit verbetering kon
worden verkregen (en er is geen enkele reden, waar-
om dat niet mogelijk rou zijn), daii zou deNederlanci-
sche baconexport de concurrentie met Denemarken
beter kunnen opnemen en aanmerkelijk in omvang
kunnen toenemen. Voor zulk een verbetering is ech-
ter een nauwe organisatie noodzakelijk alsmede
samenwerking van varkenshouderij en bacon-expoi’t.
In de belanghebbende kringen is men daarvan
overtuigd.
Tot de zoo gewenschte samenwerking
zijn
de beide
zooeven genoemde categorieën dan ook volkomen be-
reid, doch tot een practische uitvoering der plannen
is het ondanks herhaaldelijk daartoe aangewende po-
gingén nog niet gekomen, hetgeen gedeeltelijk toe te
schrijven is aan de omstandigheid, dat het niet ge-
lukte om het overgroote gedeelte der varkenshouders
tot organisatie te krijgen en er tusschen de bestaan-
de organisaties op sommige detailpunten verschil van
inzicht bleef bestaan. Het nu aanhangige wetsont-
werp zal aan de financiëele tegemoetkoming, die de
Nederlandsche veibruiker van varkensvleesch en
producten daarvan zich ten behoeve der varkenshou-
derij moet getroosten, het tot stand brengen der nood-
zakelijke Organisatie verbinden, ‘die den baco n-export
tot verdere ontwikkeling moet brengen. Aangenomen
mag worden, dat eerstgenoemde steun tijdelijk zhl
kunnen zijn.
I.
De voorwaarden, dat •het te steunen bedrijf bewe-
zen heeft, levensvatbaar te zijn, met zijn voortbestaan
een nationaal belang gemoeid is en de prijzen van
het product zich reeds geiuimen tijd als gevolg der
crisis heiieclen de productiekosten hebben bewogen en
gevaar voor den ondergang of voor een inkrimping van
ongevenschten omvang van het bedrijf met zich bren-
gen, kunnen ten aanzien van de varkenshouderij als
vervuld worden beschouwd. Wel zijn cle varkensprijzen
de laatste weken gestegen, doch deze prijsstijglflg valt
te beschouwen als een gevolg van het reeds eenigen
tijd verwachte wetsontwerp en de daarmee verband
houdendo ‘erm:indering van het aanbod. Indien het
wetsontwerp was uitgebleven, zou dus de prijsstijging
waarschijnlijk weder verloren gegaan zijn, want de in
het buitenland verkrijg.hare prijzen rechtvaardigen
zulk een prijsverhooging niet en ’66r zij ontstond,
bevonden de prjsen zich op een uitermate ongunstig
peil, ‘dat voortdurende verliezen mët zich bracht.
Eau voor de varkeusho uderij ongunstig verschijn –
scl plegen in ons land cle groote schommelingen te zijn, die de omvang van ‘den varkensstapeP in ver-
band met de prijsfluctuaties ondergaat. Als gevolg
daarvan vallen in periodes van lage prijzen steeds
veel varkens op te ruimen, terwijl in betere tijden
de varkensh’ouderë over veel minder varkens heschi.lc-
ken. Zij lijden dus onder lage prijzen steeds meer dan
zij profiteeren van gunstige markten. In ‘l)enemarken zijn deze schommelingen reeds vele jaren veel gerin-
ger en voor de varkenehouderij ligt daarin een groot
voordeel, lIet is weder de ver doorgevoerde Organi-
satie, die in Denemarken ook dit resultaat heeft
1
2e
–
reikt en de iauwere aaneensluiting der varkension-
ders, welke het wetsontwerp zal teweegbrengen, zal
worden gebruikt om ook in Nederland meer stabiliteit
in den vrkensstapel te verkrijgen. Met het oo’g op
de ‘bezwaren, welke in dese crisistijden de afzet on-
clervindt en als een der middelen om een hooger prijs-
peil mogelijk te maken, zal echter voorloopig tevens
een vermitidoring van ‘het aantal varkens worden
teweeggabracht, /
Geconcludeerd mag dus worden, dat dit wetsont-
verp niet ‘bloot zal dienen tot het verleenen ina den
verbruiker van een geldelijken steun tot instandhou-
ding van de ‘varkeushouderj, doch dat het tevens
een opvoedend karakter zal bezitten, dat de varkens-
liouderij moet maken tot een beter geoutilleerd en
georganiseerd exportbedrijf, in staat om niet slechts
tin, doch ook later beter de concurrentie van Dene-
run rkea en andere landen te kunnen overwinnen.
I)e basis voor de samenwerking ten aanzien van
den export legt art. 2 van liet wetsontwerp, dat voor-
ziet in de oprichting der Nederlandsche Varkenscen-
trale, die met uitsluiting van ieder ander in Neder-
land de bevoegdheid zal verkrijgen, varkens en var-
kensvlesch uit te voeren. De twee volgende artike-
len regelen cle samenstelling van deze organisatie, in
welker bestuur vertegenwoordigers zoowel van fo’kkers
en mesters als van exporteurs zullen worden benoemd.
De centrale kan den export zelf ter hand nemen of
dien voor sommige der producten onder haar leiding
en toerrlcht aan anderen overlaten. Volgens de Memo-
ria van Toelichting zal in liet ‘bijzonder van bacon de
centrale den export waarschijnlijk zelf ter hand
nemen. Zij zal er ‘daarbij voor zorgen, dat op cle bui-
tenland.sche markten steeds geregelde hoeveelheden
van goede en gelijksoortige kwalitéiten worden aan-
geboden. Zij zal bij den inkoop der varkens in Nader-
land verschil in kwaliteit tot uiting brengen in de
door haar betaalde prijzen en daarmee aansporen tot
verbetering van kwaliteit. Wanneer immers den var-
kenshouders blijkt, dat kwaliteit betaald wordt, zul-
len zij streven n.aar verhooging der kwaliteit van hun
product. De Centrale sal tot deze differentiatie in
staat zijn, wanneer sij tengevolge van betere kwali-
teit en vooral ook van betere en gelijkmatiger cor-
teering van de in het buitenland aangeboden par-
tijen daar eveneens in tegenstelling met den tegen-
w’oorcligen toestand meer naar kwaliteit wordt be-taald en gunstiger condities zal ‘kunnen bedingen.
Indien ‘cle varkenshouderj geen verlies meer mag
opleveren (en dat is immers doel van het ive’tsont-
iverp), dan zullen de
prijzen,
welke de Centrale be-
taalt, althans voorloopig nog leiden tot verlies op den
iii tvoer. Hoe dat verlies gedekt zal worden, bepalen
dlc% artikelen 5 tot 9 van ‘het wetsontwerp. Er zal
daartoe een Stabilisa’tiefonds worden gevormd uit be-
dragen, die telkens voor bepaalde tjdvakken door
den Minister worden vastgesteld, en clie van ieder
voor binnenlandsch gebruik bestemd varken bij de
slachting worden geheven, afhankelijk van het ge-
wicht der geslachte varkens. Art. 7 bepaalt, dat de
heffing slechts zoodanig mag zijn, dat de gemiddel-
cle prijs, die met ‘behulp van het fonds aan de var-
kcnshouders Ican worden verschaft voor de geëxpor-
teercie en de in Nederland verbruikte varkens ,,den
oniisbaren productieprijs niet te boven gaat”. Blij-
kens de Memorie van
rinoelichti:
g is de Minister van
meening, dat op die basi:s de heffing aanvankelijk
ongeveer 5 cent per pond levend gewicht zal dienen
te bedragen. De Minister acht dit geen ‘belangrijk be-
cl rag, doch in vergelijking met den onlangs gegolden
hebbenden marktprijs, clie imimers eenigen tijd slechts
8 â 9 cent per pond heeft bedragen, is het dnt wel
degelijk. Ook is liet belangrijk hooger dan het bedrag,
dat onlangs ten tijde van de voorberding van het
wetsontwerp nog als voldoende werd beschouwd. In-
dien cle marlctprijs zich mocht ‘handhaven op of nabij
liet sinds kort bereikte peil van ongeveer 15 cent
per pond, zal zeker van een heffing van 5 cent geen
sprake behoeven te zijn. Een prijs van 15 cent valt
zelfs vrijwel als bevredigend te ‘beschouwen. Bij cle
behandeling van het wetsontwerp zal dit punt waar-
sc
hij
n
lijk nog wel nader worden ‘bekeken.
22 Juni 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
491
In de artikelen 10 tot 12 is sprake van overeen-
komstige heffingen op varkens of varkensvieesch, die
in ons land worden ingevoerd, opdat niet zulke in-
voer aan de wet haar uitwerking ontneemt.
Dear tikelen 13 tot 18 eindelijk bevatten de maat-
regelen, die ongewenschte uitbreiding van den var-
keusstapel moeten tegenhouden en dezen zoo moge-
lijk stabiliseeren of zelfs verminderen. In de eerste
plaats is het mogelijk, dat de export binnen langeren
of korteren tijd winsten gaat opleveren aan de Var-
kenscentrale, omdat niet slechts hier doch ook in
andere landen gerekend dient te worden met vermin-
.dering van ‘den varken’sstapel wegens de lage prijzen
en dientengevolge met vermindering van aanbod. Ten
einde dan ongewenschte uitbreiding van het aantal
varkens tegen te gaan, zal de Centrale de winst niet
aan de varkenshouders uitkeeren, doch deze reservee-
ren voor latere minder gunstige tijden. Dit zal dus
leiden tot stabilisatie der varkensprizen, waarbij aan
te nemen ‘valt, dat de prij’zen voor binuenlan’dsch ge-
bruik die zullen volgen, welke de Centrale voor uit-
voer betaalt. Stabilisatie der
prijzen
werkt de mo
gewenschte stabilisatie van den varkensstapel in de
hand. Als verdere maatregel ter ‘verkrijging dezer laatste zal door provinciale organisaties het aantal
varkens worden bepaald, dat iedere varkenshouder
zal mogen fokken, mesten, en verkoopen.
Ter ‘bevordering van het nakomen der desbetref-
fende beslissingen der organisaties bepaalt het wets-
ontwerp, dat niemand varkens van een vast te stellen
(laag)gewicht zal mogen houden, afleveren, vervoe
ren of doen vervoeren, die niet voorzn zijn van een
oormerk. Bij iederen varkenshouder zullen slechts
zooveel vnrkens van een oormerk mogen worden ‘voor-
zien als de gewestelijke organisatie hem heeft toege-
staan. Voor het aanbrengen van ‘het merk wordt ter
dekkn’g der slechts geringe daaraan verbonden kos-ten een klein bedrag in rekening gebraèht. Wie ech-
ter meer varkens ter merking aanbiedt dan het hem
toegestane aantal, zal daarvoor een aanmerkelijk
verhoogd bedrag moeten betalen., nader door den Mi-
nister vast te stellen.
De reeds bestaande coöperatieve landIbouworgani
saties zullen bij de uitvoering dezer wet een belang-
rijke rol te vervullen krijgen, hetgeen, waar zij de
belangen ‘van den landbouw op het oog heeft, aan-
‘aard kan worden en waarmee bij de uitvoering der
tarwewet gunstige ervaringen zijn. opgedaan. De
handel behoeft daardoor niet in het gedrang te ko-
men, want bij de voorziening van het binnenland met
varkensvieesch en zijn producten kan hij zijn rol blij-
ven vervullen, terwijl in de uitvoer-organisatie met
den handel zal worden samengewerkt in een richting,
welke een zeer groot gedeelte van dien handel reeds
geruimen tijd als noodzakelijk heeft beschouwd. Het
gebruik maken, bij de uitvoering der wet, van de
hulp der landbouw-organisaties, zal evenals bij de
tarwewet de aan die uitvoering verbonden kosten
binnen zeer beperkte grenzen houden.
JAN
ScI!’ILTIIuIs.
DE TOESTAND IN HET BOUWBEDRIJF, MEER
SPECIAAL IN DE STEENINDUSTRIE.
II
(Slot.)
Gaan wij thans de gevraagde sorteeringen en. kwa-
liteiten, na, dan kunnen wij ons een beter beeld vor-
men van de moeilijkheden.
Wij moeten beginnen met de verdeeling der bouw-
werken in A. blokbonw (méér dan twee woningen
onder één dak, flat’bouw enz.), B. alleenstaande resp.
dubbele woningen, C. utiliteitbouw (zonder straat-
wegen).
Wij zullen voor het verdere gemakshalve deze af-deelingen noemen A. blokbouw, B. losse woningen,
0. utiliteitsbouw.
Een vergelijking tussehen deze afdeelingen, wat be-
treft het verbruik aan •haksteenen, is zeer moeilijk.
Ook hierin moeten deskundigen ons raden. Wij komen
dan tot. de volgende methode. De vergelijking van blokbouw en losse woningen is zeer eenvoudig. Er
zullen ongeveer twee woningen ‘in blok4bouw worden
gebouwd tegen een losse grooter woning. De verge-
lijking met utiliteitsbouw geeft echter een moeilijk-
heid. De eenigste mogelijkheid voor
vergelijking
is
hier het aanbestedingsbedrag. Op deze wijze komen
wij (weer volgens schatting van deskundigen, want
statistieken in dezen bestaan niet!) tot het resultaat,
dat wij de
bouwnijverheid
kunnen splitsen in 60 pOt. blokbouw, 30 pOt. losse woningen en 10 pOt. utili-
teitsbouw. De moeiljkheid en het schijnbaar onlogi-
suhe ligt in ‘het feit, dat de onderlinge verhouding
van blokbouw en losse woningen slaat op het aantal
woningen en de verhouding van ‘blokhouw en utili-
teitsbouw op aanhestedingsbedragen. Toch is bij ge-
brek aan statistieken dit de eenige methode, temeer
waar voor •blok’bouw en losse woningen de aanbeste-
clingsbedragen voor ons weinig waarde hdbben, omdat
het ons gaat om de verbruikte baksteenen en niet om
meer of m:inder luxieuse inrichting. Voor ut,iliteits-
bouw heeft het aantal werken geen belan.g door het
buitengewoon gr,00te onderscheid tussehen deze wer-
ken onderling (bijv. sluis of brugwerken ,tegen klei-
nen schoolbouw enz.). Hier is dus alleen ‘het totaal
bedrag van waarde.
Voor een woning in den blokbouw is minder bak-
steen ibenoodigd dan voor een losse woning. Groot is
echter dit verschil niet, aangezien onder ‘blokhouw
ook valt de flat’bouw enz., terwijl de losse woningen
grootendeels op het platteland en in de dorpen en
kleinere gemeenten worden gebouwd en veelal zeer
eenvoudig zijn. Wij kunnen aannemen, dat losse wo-
ningen
11%
maal de hoeveelheid van blokbouw aan
baksteen vragen.
Voor utiliteitsbouw zijn als regel zeer veel bak-
steenen henoodigd. Het gebruik aan ‘haksteenen is naar schatting zeker driemaal zoo groot als hij den
gewonen bouw. Wij
krijgen
dan voor deze afdeelingen
een gebruik van baksteenen voor .blok’bouw = 6; losse
woningen = 3 X 1; utiliteits’bouw = 1 X 3 of 60
37
‘
/
2 :
30 of het gabeele verbruik gesteld op 100 pOt.
voor .hlokbouw 47 pOt., voor losse woningen 2
1
)
pOt.
en voor utiliteitsbouw 24 pOt.
Nadat wij de verdeeling der totaal lenoodigde
steenen over de soort bouw hebben vastgesteld, rijst
de vraag: welke sorteeringen worden gevraagd?
Wij nemen als onderscheidin,g buitenmuur-, binnen-
muur-, fundeeringsteen en klinker.
Van den voor blokbouw ‘henoodigden steen zijn 15
püt. voor dé ‘buitenmureu, 60 pOt. voor de binnen-
muren, 15 pOt, voor de fundeeringen en 10 pOt.
voor klinker te rekenen. Voor de losse woningen zijn
deze percentages resp. 45, 30, 15 en 10. Voor utili-
teitsbouw vinden wij 25, 20, 10 en 45. Het, groote
verschil met den utiliteitsbouw komt door de vele
waterwerken, fabrieksiouw enz.
Invloed op de veihoudi.ng heeft verder nog het ge-
bruik van de spouwmuren, waarbij ongeveer
Y4
ge-
deelte der buitenmuursteen door ‘hinnenmu.irsteen
wordt vervangen, terwijl iets meer klinker gebruikt
zal moeten worden.. Bij de spouwmuren heeft;men in
plaats van één buitenmuuï’ twee dunnere muren met
een kleine ludhtisolatieruimte tussehen heide. De ach-
terste muur kan nu van ‘binnenmuursteen gebouwd
worden, omdat deze niet aan de buitenlucht is bloot-
gesteld en bovendien niet in ‘het zicht komt. Als ge-volg van het feit, dat de beide adhter elkaar liggende
muren breeder zijn dan de enkele buitenmuur, moet
dus ook ‘het onder deze muren gelegen gedeelte (tras-
raam) iets breeder zijn, vandaar een iets grooter ge-
bruik aan klinker. Wij kunnen echter, in aanmer-
king genomen het feit, dat cle spouwmuur betrekke-
lijk weinig voorkomt, volstaan met een kleine recti-
ficatie van de binnen- en buitenmuursteen. Nemen
wij dit aan op 1 pOt., dan zijn wij dicht bij de w’aar-
heid.
492
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1932
Wanneer wij thans de Iberekening iii tvoeren, hoeveel
der verschillende sorteeringen voor de drie af deelin-
gen in het bouwvak .benoo.digd zijn en wij nemen dan
de verhoudjng der clrieafdeeli.ngen onderling (41
29 : 24) dan zien wij, dat van de voor alle bouwwerken
gezamenlijk benoodigde steen 25 pOt. voor de buiten-
muren wordt gebruikt, 42 pOt. voor de bio uenmuren,
14 püt.
–
voor de fundeeringen en 1.9 pOt. aan klinker
wordt gevraagd. Uit deze
– 1)ere1ening volgt wel heel
sterk het overgroote ‘bela:ng voor de geheele steen-
industrie bij de •binnenmuursteenfa!bricage. En juist
op dit gebied lieerscht het grootste misverstand!
In de -boomperiode na den oorlog en ook later ‘bij
steeds gunstiger wordende vooruitzichten in liet
bouwbedrijf (de depressie van 1920 heeft als gevolg
van liet toen heersohende tekort aan woningen op het
bouwbedrijf geen invloed gehad) gingen te steenf a-
brikanten zich specialiseeren op de falbrieage van ‘bui-
tenmuursteen en klinker, met verwaarloozing van de
binnenninursteenfabricage. Hiervan was het gevolg
een stke verhooging van de -kalkzandsteenfabrieage
(1920 160 millioen, in 1931 450 millioen) en een aan-
merkelijk,
stijging
van den invoer van ‘buitenland-
sche, speciaal Belgische, steen. (Zoowel kalkaandsteen
alsook de Belgische steen wordt nagenoeg uitsluitend
voor de, b.i nnenmuren gdbru i kt).
De volgende staatjes geven den in- en uitvoer in
tonnen weer:
Invoer van steenen
in
Nederlaiid.
Jaar
totaal
uit ]3elgiO
uit :Diiitschland
1917
……….
242.555
1.918
……….
37.934
26.613
11.306
1919
……….
238.449 212.684
25.765 1920
……….
499.449
1921
……….
974.269
745.412
228.255
1922
……….
321.464
205.204
116.160
1923
……….
300.307 234.487
65.820
1924
……….
661.828
589.844
71.983
1925
……….
791.020
745.934 44.824
1926
……….
681.881.
633.118
47.901.
192-7
……….
636.305 024.824
30.653
1928
……….
604.362 570.120
34.210
1929
……….
419.596
372.130 46.083
1930
……….
452.117
390.1.04
61.681
1931
……….
509.300 452.836
56.084
De Invoer van kalkzandsteen is te verwaarloozen.
Voor 1921 en 1922 werd het maximum ‘bereikt, nI.
110.315
resp.
10.022 ton, thans is ‘het practisch afge-
loopen.
Voor de berekening van het aantal steenen is voor
den Belgischen steen 1000 stuks te stellen
Op
1.8
it
1.9 ton, voor den :Duritschen steen op 2.2 ton.
Uitvoer van Nellerlanilsche steencti.
Jaar
totaal België .Duitschland Anerika .l0ugelaiul
1917
.
846
1918
.
51
10
41
1910
.
1.356
1.085
205
1920
.
2.500
192-1
…
8.794
7.233 1922
.
26.840
1923
93.917 26.263
64.050
1.924
.
24.036
1925
.
47.671
10.900
4.383
1 1.77 t
18.095
1926
.
99.137 5.219 11.634
46.490 21.564
1927 .
1.38.864
15.411
67.218
24.395 23.216
1928
.
143.864
15.881 73.465
1.8.430
1.7.985
1929
.
128.1.45
37.582 37.582 7.504
22.116
1930
.
76.217
21.768
26.279
140
8.194
1931
.
03.494
19.650 20.085
4.797
De uitvoer van kalkzandsteen bedroeg in het jaar
1921 als maximum 39.081 ton, naderihand is dit cijfer echter sterk teruggeloopen tot resp. 24.554, 11.938 en
1.525 ton in de jaren 1929, 1.930t en 1.931.
Voor de -berekening van het aantal steenen zijn voor
den uitvoer 1000 steenen te stellen op 2.1 ton.
Na ‘den omslag der conjunctuur zag de baksteen-
fa’brikant met schrik de gevolgen van de door ‘hem
gevolgde politiek. Gedeeltelijk ging mcii zich toeleg-
gen op de fabricage van straatklinker, doch ook ‘hier-
in is reed-s overproduct:ie te ‘bespeuren. Aan de an-
d,ero zijde werd getracht het verloren terrein aan
hinnenmuursteen terug te winnen, dus door te strij-
den tegen de zoogenaamde ,,indringers”, buitenland-
.sehe steen en de kalkzan-dsteen, welke
strijd
zich
concentreerde in het ,,Extra Rood Oontract”. Het
doel zit h.irbij voor door liet stoken van meer ibm-
nenmuursteen -dan voor liet ‘bedrijf noodzakelijk is
cle volle productie te kunnen houden. Het gevolg
-hiervan is een extra ‘belasting der -hinnenmuursteen-
markt en een ontlasting der huitenmuursteen- en
klinkermarkt, verder een zeer scherpe concurrentie.
met den kalkzandstee:n en den Belgischen steen. Deze
laatste is eventueel buiten -de grens te houden, hetzij
door invoerbelemmeringen, hetzij door samenwerking
van producent en afnemer, wellicht zelfs zeer waar-
schijnlijk door de ‘baksteenfabrikanten alleen. De
kaikzandstcen is echter nimmer te
verdrijven.
Theo-
retisch bestaat natuurlijk dieze mogelijkheid wel, nl.
liet zoogenaamde ,,doodcon curreeren”, maar geen cru-
stig mensch zai aan een dergelijke methode in de prac-
tijk eenige waarde hechten. De fabrikanten krijgt
men kapot, niet de fabrieken, want deze hdbben ook
voor afbraak weinig of geen ivaarcie.
Nemen wij thans aan, dat het verbruik aan ‘bouw-
steenen voor 1931 heeft bedragen in totaal
2.250.000.000 (een gedeelte der pro.ductie is volgens
gepubliceerde voorraadstatisti eken en mondelinge
mededeelingen blijven, staan), dan is hiervan dus 42
pOt, aan binnenmuursteen of pim. 950.000.000 stuk-s.
Hiervan zijn 250.000.000 ingevoerd, terwijl het ge-
bruik aan kalkzandsteen te schatten is op 315.000.000.
.
Tij
hou-den dus aan ‘binnenrnu.ursteen. voor ‘ba’ksteene:ii
325.000.000. Wordt nu door maatregelen van het
,,Extra Roodi Ooritract” meer hnnenmuursteen gef a-
briceerd, dan gaat dit in de eerste plaats ten koste
der Belgischen steen. Ten minste zoo zou het kunnen
zijn! Maar persoonlijke antipa
–
Ohieën en veetes tas-
sehen de leidende figuren in heide kampen (‘baksteen-
en kalkzandsteenfa’brikanten) en volkomen eenzijdig
en foutief inzicht hij de meerderheid der fabrikante
aan heide zijden maken in dezen samenwerkin.g voors-
hands vrijwel onmogelijk. Zegt het verlies in afzet
op de ,binnenmuursteenmarkt den haksteenfa’brikan-
ten dan niets? En zegt het feit, dat de baksteenfa-
brkant slechts de keus heef t tussehen meer binnen-muursteen maken of ‘beperking den kaikzandsteen-
fabrikanten dan. niets?
In tijdlen van buitengewoon lage
prijzen
zal allicht
stopzetting reap. ‘beperking de voorkeur verdienen,
maar dan moeten de prijze.n reeds zoover gedaald zijn,
dat er ook ‘voor -dcii kalkzandstee.n geen win stmar-ge
neer is overgebleven. Eerder zal worden overgegaan
tot het meer produ.ceeren der zachtere soorten. De
betere soorten maken den niiddenprijs dan toch nog
loonend, resp. minder nadeelig, want -beperking geeft
een aanmerkelijke ‘ver’hooging der productie-kosten ‘bij
de’groote vaste lasten, welke op een steenfabriek rus-ten. Zeker geeft een ‘beperking van 20 pOt. een kost-
prijsverhooging van minstens [‘0.15 per 1000 stuks.
Derhalve zal liet zeer zeker’v oordeeliger zijn. meer -bin-
tien mu ursteen tegen beneden-kostprijzen te ‘verkoopen
dau ‘beperking in te voeren. Indien werkelijk geeon-
curreerd moet worden, zal dan ook steeds blijken, dat
dle baksteenfabrikant het laagst kan gaan, nog afge-
zien van het feit, dat de meeste bouwers de baksteen
boven den -kalkzan-dsteen prefereeren.
Meerdere malen werd ons op het feit gewezen, dat
cv in de baksteenfabricage nog veelal Middel.eeuwsche,
zelfs Romeinsche, toestanden zouden ‘heerschen. En dan wordt gesproken over d.e weuscheljkheid en het
heil der ratiorialisatie, dus het vervangen
I
ran ai1bei-
ders door machines, ‘het verminderen der werkge-
legenheid, ‘het ombouwen van enkele fabrieken tot
modenne-model-continu-super-groobedrijven. Het
ge-
volg hiervan zou natuurlijk zijn ‘het afbreken der ove-
/
22 Juni 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
493
rige fabrieken, van de zeer groote meerderheid. Zeer
zeker is de rationalisatie in vele bedrijve een uit-
komst, zelfs een noodzakelijkheid, geweest, speciaal in
tijden van de telkens weer verhoogde, toch reeds ‘hoo-
ge, arheidsloonen. Maar het is tevens zeer waarschijn-
lijk, dat in dezen een tijdelijk voordeel naderhand
veelal een groot nadeel is gebleken! De hooge inves-
teeringen wreken zich thans! Het laten voortbestaan
van verouderde productiemethoden is ni.et
te verde-
digen, maar even sterk moet gewaarschuwd worden
tegen d.e rationalisatie-manie. Ook in de steenindus-
trie hebben wij reeds voorbeelden, dat de gerationa-
liseerde bedrijven niet ,,konkurrenzfiihig” zijn als ge-
volg van de te hooge investeeringen.
De kalkzandsteenfabrikanten moeten het standpunt
loslaten, dat zij lagere productiekosten hbben dan
de ‘baksteenfabrikanten. Steeds zullen deze laatsten
het laagst kunnen aanbieden, omdat de overige sor-
teeringen een beteren prijs opbrengen dan de binnen-muursteen en dus den middenprijs aanmerkelijk kun-
nen doen stijgen. Maar even foutief is het argument
van de baksteeninclustrie, da-t binnenmuursteen maar
bijzaak is. Wij hebben boven gezien. dat juist deze ge-
dachte grootendeels verantwoordelijk is voor den tren-
rigen toestand in de steeninclustri.e. Zeer sterk wordt
dit gedemonstreerd door den loop der verkoopprijzen,
ontleend aan de maandcijfers van het Centraal Bu-
reau voor de Statistiek en aan particuliere cijfers.
De prijzen der klinker- en gevelsteeii zijn sinds 1921
gedaald met ruim 50 pOt., terwijl de binnenmu.ur-
•steenmarkt een prijsvermindering van ruim 70 pOt.
aan wijst.
Laten wij thans een oogenblik trachten optimistisch
te zijn en aannemen, dat, trots onderlinge en per-
soonlijke veetes, trots onkunde en onwil, de situatie
commerciëel onder de oogen zal worden gezien en als
resultaat samenwerking in de steenindustre een feit
zal worden. Hoe kan dan de afzet gestimuleerd
worden?
Den export zullen wij laten rusten, de groote ver-
liezen, geleden in Amerika en nog te lijden in Scan-
dinavië, zullen de steenfabrikanten voorzichtig ma-
ken. Bovendien wordt de uitvoer naar :Duitschland op
alle mogelijke wijzen belemmerd.
Voor de steenindustrie blijf t als eenige redmiddel
over verhooging der bouwbedrijvigheid. Maar 11ii.er
stuiten wij telkens veer op cle algemeene klacht ,,het
bouwen is nog zoo duur”, ,,wij kunnen geen geld ]crij-
gen”, ,,de huren zijn nog zoo hoog”.
,,Het bouwen is no.gzoo duur!” Maar de steenprij-
zen zijn sinds 1920 met GO pOt. gedaald, de houtprijs
met ’70 pOt., de prijs ‘van het balkijzer en van de
cemeut met 80 pOt.! Waar zit dan de duurte in? Wij
hebben als verdere factoren bij het bouwen hoofdza-
kelijk de grondprijzen (gerneentegrondpolitiek!),
So-
ciale lasten en arbeidsloon en. En daarin, zal sinds 1920
wei een verhooging in plaats -van een verlaging zit-
ten. Waren eeni’ge jaren geleden de bonen pim. 25
pOt. tot 30 pOt. van de aannemingssom, thans bedra-
gen ze ruim 50 pOt.! En .dat alleen de directe bonen!
Met de indirecte komen wij
01)
80 A 90 pOt. Wanneer
zal worden ingezien, dat eenige weken van
f
45.-
loon en een week van werlcloosheidsuitkeering van
f1 2.— fu.neste gevolgen heeft voor de geheele maat-
sc’happij? Een loon van f45.— is tegenover de overige
arbeiders niet te verantwoorden, terwijl bovendiep als
gevolg hiervan (natuurlijk niet als eenige reden te
beschouwen) het bouwen te duur
blijft,
de handelaar
in en de fabrikant van ‘bouwmaterialen zijn bedrijf
niet op capaciteit kan houden, dus ook weer minder
verkgelegenhei d geeft.
G. C.
LTMJiORGH MEI.1ER.
HET OVERHEIDSBEDRIJF.
Mr. P. G. Kn-bbe schrijft ons:
Het spijt mij voor den heer Abrahams, dat hij het
noodig geoordeeld heeft te spreken over ,,eeu ontstel-
lend gemis aan wetenschap” ten aanzien der •bedrij:fs-
tarieven enz., -dat hij bij ‘mij meende te kunnen con-
stateeren louter omdat ik oordeelde, dat men -het ‘bij
water-, gas- en electriciteitstarieven, waarbij ik hier
ook de telefoon noem, wèl in de hand had, de tarieven
voor de ‘weiniggebruikers te drukken en die voor veel-
gebruikers hoog te houder. Zoo hooge woorden moe-
ten wel zeer goed gefundeerd zijn, willen ze kunnen
worden neergeschreven.
De quintessens van mijn betoog toch was, dat
de te groote winstneming de ontplooiing van de ge-
meentdbedrijven in den weg statt, het verbruik be-
lemmert, den gebru:ikers voordeel en -gerief onthoudt
en inzonderheid, dat de winsten voor een veel te groot
deel verkregen worden doordat de tarieven voor de
grootverbruikers te ‘hoog worden gehouden, terwijl
de tarieven voor de kleingebruikers worden gedrukt.
Dat met dit laatste niet gezegd werd, dat hét tarief
,,per K.W.U.” voor een grootgebruiker hoogr zou zijn
dan voor een weiniggebruiker, spreekt vanzelf. Zoo-
veel begrip heb ik -gemeend hij alle lezers vkn dit blad
te mogen veronderstellen, vooral in verband met den
grooten nadruk, welke ik legde op het feit, dat te
Leiden, met direct verlies geleverd werd aan 40 pOt.
der gas- en aan 44 pOt. der electriciteitsgebruikers.
Het overige deel van zijn verweer gaat naast de
vraag of de tarieven al of niet te hoog zijn, heen. De
Heer A’braliams wijst op enkele verlagingen, die toe-
gepast zijn of in het voornemen liggen. Deze waren
mij, althans voor de telefoon, zeer ivel bekend. Do
verlaging van den K.W.U. prijs betrekking hebbende
op hetgeen meer aan electriciteit wordt afgenomen
dan in twee voorafgaande maanden, is niet zonder ‘be-
teekenis en als bewijs van gezond 2akelij’k inzicht
alleszins te waardeeren. Het is overigens te begrij-
pen dat de electrieiteitsfabriek haar ,,ove.rtolligen”
stroom tegen lagen prijs ‘beschikbaar stelt. Helaas
kunnen juist -de
bedrijven,
die zulks -het meest noo-
dig zouden -hebben, daarvan niet profiteeren, daar
zij in -deze malaise -geen extra stroom noodig hebben.
Deze verlaging is ‘wel nie’t zonder waarde, maar is
inderdaad niet van overmatig groot belang en zeker
van geen be-teekenis ‘ten aanzien van de vraag of er
al of niet te veel winst wordt genomen.
Hij zij mij evenwel’ vergund den heer Abrahams
te ‘vragen of niet ook z.i. de winst der electr,i.citeits-
fabriek zoo goed als uitsluitend door de grootver-
bruikers van licht en de gebruikers van kracht wordt
opgebracht, en of het niet ‘ook voor Amsterdam vast-
staat, dat aan tal van kleinverbruikers beneden kost-
prijs wordt geleverd. –
Om misverstand te ‘voorkomen, wil ik hier opmer-
ken, dat ik groot respect heb ‘voor -wat te Amsterdam
door Dr. Lulofs is gepraesteerd als baanbreker en
voorvechter voor juistere tarifeering. Dr. Lulofs is
bij zijn voortreffelijk werk echter gebonden door de
veel te hooge winst, welke het lbedrijf moet opbren-
gen, waardoor ook -hij gedwongen is het geld te halen
daar waar -het met de minste moeite gehaald kan ivor-
den. Het is voorts wel te begrijpen, dat cle heer
A’hrahams liever niet wilde voldoen aan mijn verzoek
om to willen publicéeren ‘hoeveel’ liet gebruik zou
toenemen- en het bedrijf zou uitgroeien, bij verlaging
der tarieven met de extra-winst.
Dat is de
hoofdvracg,
welke het geheele probleem
dat ons thans bezig houdt -beslist. Mogelijk komt de
heer Abrahams echter nog met gedetailleerde ge-
ge vous
Zoolang deze gegevens echter niet zijn verstrekt,
heeft de heer Abrahams niet het recht te zeggen, dat
,,de tarieven zeer billijk, soms zelfs zeer laag zijn”.
Wat de telefoon betreft kan de heer A’brahams niet
494
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1932
ontkennen, dat de winst
per crbonn4
in 1929 in Am-
sterdam
j
66.63 en in 1930
f
63.08 bedroeg. Nu zul-
len door de kleine toegepaste en aangekondigde ver-
lagingen, eenige guldens van dit exhosbitant ‘hooge
bedrag afgaan, maar de heer Arahams zal toëh zeker
niet willen beweren, dat de tarieven desondanks een
zeer ernstige en overmatig groote belemmering vor-men voor den uitgroei van het telefoonbedrijf en hij
zal wel willen toegeven, dat de achterlijkheid op tele-
foongebied ten aanzien van het aantal toestellen per
100 inwoners tegenover buitenlandsche steden zeer
wel zou kunnen worden ingehaald, indien van die
‘hooge winsten zou worden afgezien.
hoezeer de tarieven bij de telefoon voor de groot-
verbruikers, in casu de veelsprekers worden hoog ge-
houden, terwijl die voor de klein-gebruikers naar ver-
houding veel te laag zijn, moge uit het volgende blij-
ken.
In Siemens Ja’hrbuch 1927 pag. 143 vindt men een
grafiek, aangevende, dat de bedrijfskosten eener auto-
matische centrale in een groote stad, bij 9 gesprekken
pei’ dag 30 R.M. per aansluiting per jaar bedragen.
13ij 22 ‘gesprekken per dag bedragen de bedrijfskosten
40 R.M. In het eerste geval kost een gesprek derhalve
pl.m. 0.6 cent en in het tweede geval pim. 0.3 cent.
Bedenkt men voorts, dat de automatische centrales
thans slechts 2/5 kosten van toen, dan worden deze
cijfers ongeveer 1/4 ct. en 118 et. per gesprek. Of het
1/8 meer of minder is, doet niets terzake.
Nu geeft de heer A’bra’hams hoog op van de tariefs-
verlaging, welke bij de telefoon te Amsterdam is en
van die welke met 1 November zal worden ingevoerd.
Deze verlaging komt er echter op neer, dat het tarief
per gesprek gebracht zal worde.n van 2% op 2Y2 ct.
Daar het grond’tarief de vaste kosten bchoort op te
brengen, wordt er derhalve
bij het verlaagde
tarief
voor veel’sprekers te Amsterdam ongeveer 10 tot 20
maal den kostprijs per gesprek gevorderd. Daartegen-
over staat, dat niet meer dan 220,— gld. voor grond-
bedrag en gesprekken zal worden betaald. Daardoor
heeft het Amsterdamse’he tarief gelukkig nog eenigs-
zins het karakter van een vast abonnement behouden
en is het tarief juister en ‘billijker dan het gesprek-
kentarief bij de Rijksteiefoon, maar het verandert aan
dc hier gëtrokken conclusie practisch niets.
Voorts werd reeds toen, in 1927, geschreven,, iets
wat steeds meer door de ervaring bevestigd werd:
,,Erst wenn die Einrichtungen Ober einen gewissen
Grad ‘hinaus ausgenutzt werden können, stellt sich der
Automaten’betrib billiger als der mit handbedienten
Amter und zwar um ze mdhr, je •mehr Gesprï.ohe je
Teilnelimer t’glich geführt werden.” (Siemens Jahr-
buch pag. 1421143).
Juist de invoering van het automatisch telefoon-
bedrijf had derhalve een reden moeten zijn om het
vast abonnement te handhaven, terwijl het tegen alle logica ingaat om juist dan, wanneer een zeer
groot aantal gesprekken de kosten nagenoeg niet ver-
.hoogt (22 gesprekken kostten per dag in 1927, 40
R.M. d.w.z. thans pl.m. 16 R.M. =
f
9.60 per jaar),
veel sprekers pim.
f
145 meer te laten betalen dan
weinigsprekers.
Grooter autoriteit dan Siemens en Haiske en kras-
ser voorbeeld van opzettelijke ‘bevoordeeling van den
kleingebruiker ‘boven den grootgebruiker zal de heer
Abrahams zeker niet behoeven.
In het licht van deze cijfers en in herinnering
brengende de 40 pOt. ‘der gas- en de 44 pOt. der dec-
triciteitsgbruikers, (juist de weiniggebruikers), her-
haal ik mijne zoo’ geïncrimineerde woorden, dat in
verschillende gevallen in zeer ernstige mate de tarie-
ven voor de weiniggebruikers gedrukt en voor de veel-
gebruikers hoog gehouden worden.
De hooge woorden van den heer Abrahams waren
derhalve niet op ‘hun plaats. Als er van ,,ontstellend”
gesproken’ zou moeten worden, dan zou het eerder
ontstellend zijn, dat een wethouder van Amsterdam,
ter beantwoording van de vraag of de tarieven voor
grootgobruikers
in
verhouding tot die der Ideinge-
bruikers al of niet te hoog zijn, meent te mogen af-
gaan op de absolute hoogte der tarieven voor klein-
cii grootgebruikers en niet toepast de eenige goedë
methode hierbij, ni. om ze in verband met den kost-
prijs te brengen.
Het is echter gelukkig, dat deze veronderstelling
in werkelijkheid niet gerechtvaardigd is. Dat de heer
Abrahams desondanks tot een dergelijken lapsus is
gekomen. . . . quandoquidem dormitat bonus Ho-
merus.
De zaak zelve is echter van veel te groot belang en
beheerscht te zeer het gdheele vraagstuk van de win-
sten uit over.heidsbedrjven, dan dat men zooiets zon
mogen laten passeeren.
Moge het den ‘heer Abrahams daarom nog gegeven
worden de onrechtvaardigheden in de tarieven voor
grootgebruikers weg te nemen en dit juist temeer
in dezen voor de grootgebruikers zoo critieken tijd.
Wat het trambedrijf ‘betreft, dat in zdo vele geval-
len noodlijdend is, moet opgemerkt worden, ‘dat ook
in andere gemeenten, en zelfs ook in gemengde be-
drijven wel, eenzelfde taktiek is gevolgd als in Am-
sterdam. Ik memoreerde het socialistisch gemeente-
program en den ‘heer Wibaut, omdat ik juist daar
zoo kras beleden vond de principia, die ‘het trambe-drijf voor een zoo belangrijk deel naar beneden hb-
hen geholpen. De heer Abraliams moest echter, om
daaruit een tirade tegen mij te kunnen distilleeren,
sterk zijn fantasie laten werken, door ten onrechte
van mij te beweren, d’at het
gemengd
bedrijf zoo ‘hoog
door mij zou worden geroemd.
ik ben integendeel een voorstande.r van zuiver par-
ticuliere bedrijven, maar dan onder zeer soepel maar
allesomvattend toezicht door overheidsorganen, een
stelsel zooals door de Public Utility Oommi’ssions in
Amerika tot zoo voortreffelijke ontwikkeling is ge-
komen.
Dat daarbij aan de bedrijven op effectieve
wijze
ten
opzichte van de winst groote ‘beperking wordt op-
gelegd en zoo groote winsten als te Amsterdam be-
haald, niet toegelaten worden, moge voor Amsterdam
een prikkel zijn om niet langer ‘den uitgroei van de
bedrijven tegen te gaan en gerief aan de inwoners te
onthouden, door te hooge winsten te nemen. Wanneer
daarbij intern naar rechtvaardigheid fen aanzien van
alle
gebruikers wordt gestreefd, zal, naast Dr. Lulofs,
de heer Abrahams nog de groote hervormer der ge-
meentelijke ‘bedrjfstarieven worden genoemd.
Mogen de tijdsomstandigheden hem daartoe spoe-
dig de ‘gelegenheid bieden. Ook al zou zulks evenwel
niet spoedig het geval zijn, theoretisch moet ook
thans de zaak zuiver gezien en gesteld worden.
DE RIJKSMIDDELEN.
Het in dit nummer voorkomende mi’ddelenover-
zicht over’ de maand Mei 1932
bewijst,
dat ‘de daling
van de gewone inkomsten der schatkist nog geenszins
tot staan is gekomen. De gewone middelen brachten
f
37.740.700 op tegen f43.215.800 in Mei 1931 en
vertoonen mitsdien een achteruitgang van
f
5.475.100.
Weliswaar werd de gemiddelde maandraming met
f
2.890.000 overschreden, doch aan dit schijnbaar ver-
heugende feit mag niet veel beteekenis worden ge-
hecht, daar de maand Mei voor de schatkist de voor-deeligste maand van het jaar is. Eer moet het als een
ongunstig teeken worden ‘beschouwd, dat ‘het ‘surplus
ten opzichte van de raming niet grooter is. Een ‘be-
teren maatstaf voor vergelijking levertdan ook de op-
brengst van de overeenkomstige maand van het vorige
jaar en dan is het veelzeggend, ‘dat alle middelen, met
uitzondering slechts van de grondbelasting, de in-
voerrechten en ‘de suikeraccijns, minder ‘hebben opge-
leverd. En bij ‘die paar middelen, die een lichtpunt in
22 Juni
1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
495
de rij van dalende ontvangsten vormen, zijn nog weer
bijzondere redenen aan te wijzen, die den teruggang
‘hebben teengehou den.
Bij vergelijking van de ontvangsten over de eerste
vijf maanden, blijkt het loopende jaar reeds een
tdkort te hebben opgeleverd van
f 20.774.300.
Daar-
entegen werd de raming met een bedrag van
j
3.044100
overschreden. Dit laatste vindt zijn oor-
zaak in de omstandigheid, dat de eerste maanden van
liet jaar voor de directe belastingen vrij gunstig zijn.
In geen geval mag daarop een optimistische conclu-
sie met betrekking tot den verderen loop der midde-len worden gebouwd. In dit verband moge nog wor-
den opgemerkt, ‘dat een uitschakelen van de grond-
en de personeele ‘belasting, teneinde den verwarren-
den invloed van de nieuwe financiëele verhouding
tussch’en Rijk en gemeenten te elimineeren, de ver-
gelijking voor het loopende jaar iets beter doet uit-
vallen. :[mmers in dat geval blijkt, dat de overige
middeldn
f 12.752.000
minder hebben opgeleverd dan
in de eerste vijf maanden van
1931,
terwijl het voor-
deelig verschil met het evenredig deel der raming
daalt tot
f 2.955.400.
Aan grondbelasting kwam in ‘de afgeloopen maand
f 7.800
meer binnen dan in Mei
1931.
Gerekend over
vijf maanden, valt een teruggang te constateeren van
f 3.385.500,
hetgeen, zooals ‘bekend, .i.s toe te schrij-
ven aan de omstandigheid, dat in het vorige jaar de
opbrengsten der oude dienstjaren nog geheel aan
‘s Rijks middelen ten goede kwamen. De ‘personeele
belasting, die tegenwoordig uitsluitend ten hate van
de gemeenten wordt geheven, leverde in Mei ji. nog
een restantje van
f 6.000.
De inkomstenbelasting liep in opbrengst terug met
j
959.300.
Daarentegen werd de gemiddelde maand-
raming overtroffen met
f 5,679.100,
doch de maand
Mei is voor dit middel nu eenmaal de gunstigste
maand van het jaar. Gerekend over ‘vijf maanden, is,
in vergelijking met
1931,
een teruggang waar te
nemen van
f 3.023.400.
Deze daling schijnt niet on-
rustbarend, doch men bedenke, dat de ontvangsten
thans nog nagenoeg geheel betrekking hebben op aan-
slagen van het belastingjaar
1931/1932,
welke op het
vrij goede jaar
1930
zijn gebaseerd. De raming werd
in het tijdvak Januari tfm. Mei met
f 11.875.000
over-
schreden, doch dit is een normaal verschijnsel, dat
niet in optimistischen zin mag worden uitgelegd.
Vrijwel alles, wat hierboven ten aanzien van de
ihkomstenbelasting wordt opgemerkt, geldt in gelijke
mate voor de vermogensbelasting. De, afgeloopen
maand wees een decres aan van
f 111.600.
De dividend- en tantièmbelasting stelde in hooge
mate teleur. De ontvangsten daalden van
f 1.353.300
(in Mei
1931)
tot
f 750.100
en terwijl de maand Mei
anders belangrijk ruimere baten pleegt op te leveren dan de voorafgaande maanden, is ‘het peil thans nog
vrijwel hetzelfde gebleven. Nu is ‘de dividend- en
tan tièmebelasting een buitengewoon grillig middel
en het is daarom gevaarlijk op ‘de ontvangsten van
één enkele maand af te gaan, doch de toestand, waar-
in verschillende naamlooze vennootschappen verkee-
ren, en de daarmede verband houdende dividendver-
lagingen en zelfs dividendpasseeringen voorspellen
niet veel goeds.
Evenals de vorige maand maakten de invoerrech-
ten weer een flinken sprong naar boven; een voor-
uitgang van
f 633.200 is
niet gering, al moet hier-
aan onmiddellijk worden toegevoegd, dat in Mei bijna
j’
300.000
minder inkwam dan in elk der fbelde voor-
afgaande maanden. Het is niet gemakkelijk precies
aan te geven, hoe het met ‘dit middel staat. Ongetwij-
feld is de stijging in hoofdzaak aan de nieuwe ben-
zinebelasting toe te
schrijven,
waarvan de opbrengst
op
j’
15
millioen ‘s jaars is geraamd. Hieruit volgt,
dat de opbrengst der overige invoerrechten sterk
moet zijn ingekrompen. Er is niet alleen geen sprake
van, dat de opbrengst in evenredigheid is met het
verhoogde tarief, doch er is zelfs een absolute terug-
gang te ‘bespeuren. En weliswaar werd de raining
over de eerste vijf maanden, dank zij vooral de ruime
ontvajigsteh van Februari jL, met
f 6.391.100
over-
schreden, doch deze raming moet feitelijk met
5(12
van
f 26
millioen worden verhoogd, zoodat ook hier
de inkomsten hij de verwachting zijn ten achter ge-
bleven. De daling van onzen geheelen buitenland-
schen handel blijkt
001k
duidelijk uit de voortdurende
daling van het statistiekrecht.
Van ‘de
accijnzen
vertoonde alleen de suikeraccijns
een ‘hooger opbrengstcijfer, doch voor wat de afge-
loopen maand ‘betreft was de vooruitgang slechts
sc’hijn, daar ditmaal in de maand,Mei vijf verschijn-‘
dagen van den crediettermijn ‘voorkwamen. Voor het
overige schijnt de invoering op 1 April ji. van 10
opcenten stimuleerend op de uitslagen in Maart te
hebben gewerkt. Op de overige
accijnzen
is de invloed
van de malaise sterk voelbaar. De geslachtsaccijns
gaf door de ongekend lage veeprijzen
f 167.200
min-
der, het gedistilleerd leverde
f 548.600
minder op,
het bier
f 237.500.
Zelfs de tabaksaccijns, die met
f802.100
terugliep, ontkwam niet aan de algemeene
inzinking. Bij dit laatste middel moet intusschen
worden toegegeven, dat de ontvangsten van Mei
1031
abnormaal hoog waren. De lagere kleinhandelsprjzen
van verschillende rookartikelen schijnen Mermede
van invloed té zijn.
Treurig staat het ervoor met de z.g. conjunctuur-
belastingen. Niettegenstaan de deze ‘belastingen’ aan-
stonds na ‘het intreden der crisis een scherp,e daling
on’dergingen, zet de af’brokkeling zic’h nog steeds
voort. De zegelrechten ‘gaven
f 1.032.800
minder en
de registratierechten
f 601.800.
De inaandopbrengst
van
f 1.141.400 is
voor de zegelrechten een laagte-record. Vergeleken met het vorige jaar, leverden de
eerste vijf ‘maanden voor deze middelen reeds een ver-
lies op van onderscheidenlijk
f 3.877.700
en
f 1.794.700.
Ook de daling ‘der successierec’hten begint beden-
kelijke afmetingen aan te nemen. De afgeloopen
maand gaf een
1
vermin’dering van
f1.147.600;
een zoo
lage maandopbrengst, als thans werd verkregen, werd
in geen vier jaar geboekt. Over het tijdvak Januari
t/m. Mei w’erd
f4.092.400
minder ontvangen, terwijl
ten opzichte ‘van de raming een tekort ontstond van
f 3.001.500.
De voortdurende waardedaling der
nalatenschappen begint langzamerhand door te wer-
kén (‘de crediettermijn voor deze rechten is
9
maan-
den). Ook de loodsgelden toonden opnieuw een ver-
mindering (ditmaal van
f 66.539).
Voor ‘de inkomsten der bijzondere fondsen verwijzen
wij naar den middelenstaat.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE WERELDUIT VOER VAN DE ELECTROTECHNISCHE
INDUSTRIE IN 1931.
De Heer A. Friodrich te Berlijn schrijft ons:
Algemeene ontwi1clrelingsie9sdenzen.
Evenals bij den algemeenen wereldh’andel is ook
bij den werelduitvoer van electrische machines en
apparaten in
1931
de waarde sterk achteruitgegaan,
niet alleen ‘als gevolg van de verminderde ‘behoefte,
maar vooral door het afsluiten van de ‘verschillende markten. In
1930
was de gcheele ,wereldhandel reeds
sterk gekrompen, waarbij de werelduitvoer van elec-
trotec’hnische apparaten slechts rnet.bijna
5
pOt, daal-
de; daarentegen kwam de vermindering van den
werelduitvoer der electrotechnische’industrie in
1931
met ongeveer
25,5
pOt. bijna met den achteruitgang
van den geheelen werelduitvoer overeen. Het aandeel
van den uitvoer van electrotechnische artikelen in
den geheelen wereidgoederenuitvoer ‘is echter ook
in het afgeloopen jaar nog iets gestegen en ‘bedroeg
gemiddeld ongeveer ‘het dubbele van het laatste jaar
498
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1932
vdSr den oorlog. De reeds sedert 1.925 waar te nemen
verschuiving in het aandeel van de voornaamste,
uitvoerlan4en heeft over het algemeen ook in 1931
nog aangehouden, en wei in de eerste plaats de ver-
meerdering van het Duitsche nn cle opvallende ver-
mindering van het Britsche aandeel in de totaal-
cijfers.
Algemeene beteekenis van den uitvoer van electro
technische artikelen..
:De voortdurende electrificatie en de daarmede ge-
paard gaande sterk toegenomen behoefte aan stroom-
opweikingsmachin es, electromotoren, leidingen en
distriibu ti e-aparaten, •gloeilampen, telefoon- en tele-
graaftoestellen, racliotoestellen, electrische apparaten
‘oor huishoudelijk gebruik, ene. leidde er toe, dat cle
uitvoer van electrotechnische artikelen meer toenam
clan de algemeene goederenuitvoer. De volgende
tabel toont deze ontwikkeling voor Duitschland. De-
zelfde tendens is bij alle andere landen op te merken.
De beteekenis van den iii tvoer van electrotechnische
artikelen in alle landen is hierdoor aanzienlijk groo-
ter dan v66r den oorlog.
Duitsche goederenuibvoer in miii. R.M.
Aandeel van
Totale
Uitvoer van
den uitvoer
van
Jaar
goederen- electrotechnische electrotechnische
uitvoer
artikelen
hrtikelen in pCt.
1913
………10.097
331 3,3
1925
………9.290
367
3,9 1927
……….10.801
441
4,1
1929
………13.483
639
4,7
1930
………12.036
630
5,2
1931
………9.599
538
5,6
De sterke concentratie in de electrotechnische in-
dustrie, de ontwikkeling van de groote concerns op
sterk- en zwakstroomgebied, de voortdurende bed rijfs-
concentratie op bepaalde gebieden (‘bijv. gloeilampen)
staat overigens met deze ontwikkeling in nauw ver-
band. Zoo kan men bijv. voor Duitschland aantoonen,
dat het aandeel van de groote concerns in de totale
waarde van den Duitshen uitvoer van electrotechni-
sche artikelen in de lâatste jaren aanzienlijk kon
stijgen. De afzet van de drie groote maatschappijen
SiemensSchuckert, Siemens & Halske en A.E.G. in
het buitenland bedroeg in het boekjaar 1.928/’29 R.M.
465 millioen, steeg in 19291’30 tot.R.M. 519 millioen
en daalde in 1930/’31 weder tot rond R.M. 465 md-
Jioen. Men mag aannemen, dat de waarde van de
uitgevoerde artikelen ongeveer 20 pct. lager is dan
de hier genoemde cijfers, waarin ook de kosten voor
rnonteering e.d. begrepen iijn. Alen komt dan voor 19281’29 op een uitvoerwaarde van rond R.M. 360
millioen, voor 19291’30 op ongm’eer R.M. 400 mil-
lioen en voor 1930f 31 op R.M. 360 m:illioen (raming).
Vergelijkt men .deze cijfers met de waarde van den
geheelen uitvoer van electrotechnische artikelen van
Duitsc!hland, dan kan men berekenen, dat het aan-
deel van deze drie maatschappijen in 1929 ongeveer
58, in 1930 ongeveer 64 en in 1931 ongeveer 10 pOt.
(raming) bedroeg. Ook in andere landen is het aan-
deel van de groote concerns op gelijke wijze toege-
nomen.
Ontwikkeling van den werelduitvoer der electro-
technische industrie. –
De werelduitvoer van de electrotechnische indus-
trie van de 15 landen, voor rekening waarnan het
grootste gedeelte van den werelduitvoer van electro-
technische apparaten komt, steeg van R.M. 714 mil-
lipeni
mi
1913 toh R.M. 1,42 milliard in 129, dns
ongeveer tot het dubbele. Duitschiand leverde in het
laatste jaar v66r dan oorlog ibijna de helft van den
geheelen internationalen uitvoer van electrotechni-
sche artikelen; indien Duitsdhland .dat procentueele aandeel had kunnen handhaven, dan ou de Duitsche
uitvoei in 1925 bijna •R.M. 100, in 1929 zelfs ruim R.M. één milliard hebben bedragen. De wereldoor-
leg, de nog langer durende afslui.ting’van Duitsch-
land van de belangrijkste markten, de ‘be1tsting van
het Duitsche bedrijfsleven met .de bekende verplich-
tingen
0])
grond van het verdrag van Versailles, heb-
ben de ontwikkeling evenwel sterk in het nadeel van
den Duitschen uitvoer doen verkeeren. In 1925 be-
droeg de Duitsche uitvoer van electrotechnische arti-
kelen slechts ongeveer een vierde van het wereldcij-
fer, terwijl de
cijfers
van den uitvoer van de Ver.
Staten en Groot-Brittannië destijds ‘bijna het Duit-
sche
cijfer
benaderden. De Duitsche industrie was
sedert 1925 echter in staat haar aandeel jaarlijks
weder te doen toenemen, zooclat het Duitsche aan-
deel in den werelduitvoer van electrotechnische ar-
tikelen in 1931. weder ongeveer een derde ibed.roeg.
Werelduitvoer van electrotechnische artikelen in miii. R.M.
Jaar
Wereld
(15
landen)
1)
8
landen
)
1913 ……………….
714
691
1925 ……………….
1.420
1.3-35
1927 ……………….
1.656
1.530
1929 ……………….
2.295
2.128
5930 ……………….
2.180
2.010
1931 ……………….
1.600
1.497
J.)
De
55
landen, waarop de cijfers van bovenstaande.
tabel betrekking hebben, zijn : Duitschlaud, Ver. Staten,
Groot–Brittannië, Nederland, Frankrijk, Zw’eden, Zwitser-
land, Oostenrijk, België, Canada, Japan, Italië, Dene-
marken, Hongarije en Tsjecho-Slowakije. 2)
Duitschland, Ver. Staten, Groot-Brittannië, Nederland,
Frankrijk, Zweden, Zwitserland, Oostenrijk.
Zooal’s uit deze
cijfers
blijkt, komt ruim 90 pOt.
van den werelduitvoer voor rekening van de S be-
lanrijkste landen in de genoemde jaren. De cijfers
van deze en eveneens van de volgende tabel werden
samengesteld en berekend op grond van de Statisti-
sc-he Berichten van het Zenti’alvenband der .deutschen
eiektrotechniischen industrie evenals van latere mede-
deel.ingeu van het Verband.
Uitvoer vau electrotechnische artikelen van de
8
belang-
rijkste landen iii ‘procenten van den totalcu uitvoer.
Landen
1913 1925 1927
1929 1930
1931
Duitsohland
…….
47,9
27,4
28,8
30,0
31,3 35,9
Ver.
Staten
……..
1.6,2
26,6
27,3
28,5
26,0 25,5
Groot.’Brittaniiië
22,7
26,7
25,1 18,9
18,7
15,2
Nederland
……….
1,7
4,0
4,6
9,9 8,9 8,1
Frankrijk
………
4,3
5,9
4,1
3,6
4,3
5
1
0
Zweden
…………
2,0 3,0 4,2
3,3 3,9
3,9
Zwitserland
………
‘3,6
3,6
3 ,5
3, 3
3,7
3,8
Oostenrijk
………
1,4
2,6
2,4
2,4
2,5 2,6
Ontwikkeling van den uitvoer van electrotechrm’i-
sche artikelen.
De vrij gunstige ontwikkeling van den Duitschen
uitvoer moet in hoofdzaak claarahn worden toege-
schreven, dat de voornaamste Dui.tshe markten, d.w.z.
de landen van Europa, waarheen ongeveer vier vijf-den van den totalen :Duitschen uibvoer van electro-
technische artikelen gaat, wat hun koopkracht be-
treft, meer w’eerstand vermochten te bieden dan cle
overzeesche landen, i.n welker voorziening in de eerste
plaats de Ver. Staten en Groot-Brittannië in de na-
oorlogsjaren een groot aandeel ‘hdbben gekregen.
Belangwekkend is het, .dat ondanks clan achteruitgang
van den Duitschen uitvoer i’an electrotechnische arti-
kelen van R.M. 629,5 miilioetc in 1.930 tot R.M. 538,2
millioen in 1931 eenige groepen nog een stijging te
zien -gaven,. De waarde van den uitvoer van electr:ische
verwarmmgs- en kooktoestellen steeg van R.M. 12,93
tot R.M. 13,14 millioen en de waarde -van den uit-
voer -van radiotoestelien van R.M. 78,20 tot R.M.
78,2-2 mxillioen.
De uitvoer van de Ver. Staten steeg, van 1928 tot
1.929 van $111 tot $ 150 millioen, daalde in 1930 tot
$ 131 en in 1931 zelfs tot $ 93 ‘millioen. Ook hier was
de uitvoer van radiotoestellen vrij .gunstij. Deze daal-
cle in totaal van $ 23.1 tot $ 22.6 millioen, en de in
22 Juni 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
497
dit cijfer begrepen uitvoer van ontvangtoestellen kou
zelfs van $11.6 tot $ 14.4 millioen toenemen. Zooais
gegd werd de Amerikaansche uitvoer van electro-
technischear tikelen in veel sterkere mate clan de
:Duitsche door de sterke afneming van de koopkracht
der overzeesche markten getroffen. Zoo daalde ibijv.
de Amerilcaansche uitvoer van electrotechnische ar-
tikelen naar de landen van Noord-, Zuid- en Midden-
Amerika van 1929 tot 1931 van $ 88 tot $ 44 millioen,
de uitvoer naar Azië, Afrika en Austral.ië van $ 32
tot $ 16 millioen. Aan den anderen kant is de betee-
kenis van de Europeesche markten voor de Amen-
kaansche industrie sedert 1931. toegenomen. De uit-
voer steeg van nauuelijks $ 30 millioen in 1929 tot
$ 32.26 millioen in 1931.
Zooals reeds uit de derde tabel ilijkt, was de Brit-
sche electrotechnische industrie in mindere mate in
staat in het buitenland te concurreeren dan de meeste
aodere landen; het afgeloopen jaar bracht een in-krimping van den uitvoer van niet minder dan 40
pOt. Volgens de Engelsche handelsstabistik, die ech-
ter met de waardevermindering van het Pond gedu-
rende de laatste maanden van het afgeloopen jaar
geen rekening houdt, verminderde de Bnitsche uit-
voer van electrotechnische artikelen van £ 18.27 mii-
lioen in 1930 tot £ 11.80 millioen voor 1931, d.w.z.
niet meer .dan een derde. In tegenstelling tot Bui tsch-
land en de Ver. Staten is de Bn’itsche uitvoer van
radiotoestelien bovendien vrij. sterk gedaald, namelijk van £ 1.41 millioen voor 1930 tot £ 1.03 millioen voor
1931.
liet aandeel van Nederland in den werei’duitvoer
,
an de electrotechnische industrie, hetweik tot 1929 buitengewoon was toegenomen, is sedert dat tijdstip weder dalende. Van 191.3 tot 1929 is de Nederland-
sche uitvoer van electrote(31inische artilcelen parallel
met de expansie van het Philips-concern verachttien-
voudigd; in 1931. daarentegen bedroeg de waarde
van den Nederlandschen ui.tvoer nog slechts de helft
van twee jaren geleden, hoewel zij het v66rooriogsch
cijfer nog steeds met rond liet tienvoudige overtreft.
Ten deele is de sterke daling van den Nederlandschen
uitvoer daaraan toe te schrijven, dat de Philips’ Fa-
brieken, die aan den uitvoer van electrotechnische
artikelen het grootste aandeel hebben, een deel van
haar prod uctie in buitenland sche doc’htermaatselïap-
pijen hebben ondergebracht. Van 1929 tot 1931. daalde
de Nederlan’dsche uitvoer van rad:iotoestelien van
bijna
f
82 millioen tot nauwelijks
f
49 millioen, de
uitvoer van gloe.ilampen in dezelfde periode van
f
28
tot rond
f
13 millioen.
Verdere onwi1ckelircgsrnogelij1heden.
Over liet algemeen heeft de uitvoer van die pro-
ductiegroepen, die als consumptiegoederen kunnen
worden gekenschetst, inzonderheid verwarmings- en
kooktoestellen, stofzuigers, koelkasten, radiotoestel-
len, euz., zich nog vrij gunstig ontwikkeld, daaren-
tegen is de achteruitgang van den uitvoer van pro-
ducti emiddelen der sterkstroomtechn i ek overal bui-
engewoon groot. Danr in. bijna alle deelen der we-
reld de uitbreid:ing van ‘de krachtvoorziening tot
staan i.s gekomen, moet voor 1932 met een verscher-
pinig van deze tendens rekening worden gehouden.
Overigens zal de afsluiting van belangrijke landen
door hooge invoerrechten, i nvoerverboden, cont’i.ngen-
tecri.ngs’bepalingen ed. maatregelen zich nog meer
dan in het afgeloopen jaar doen gelden. Voor de eer-
ste maanden van dit jaar geven de voornaamste uit-
voerianden een achteruitgang van den uitvoer met
20 pOt, en meer ten opzichte van liet voorafgaande
jaar te zien. De maatregelen tot beperking van den
invoer ‘hebben de internationale concurrentie dermate beïnvloed, dat moeilijk kan worden voorspeld, hoe ‘de
totale waarde van den wereiduitvoer van electrotech-
nische artikelen en de aandeelen van de. belangrijk-
ste industrielanden zich voortaan zullen ontwikkelen.
AANTEEKENINGEN.
Dr. Gustav Mikusch over het Chadbourne-plan.
Bij het tot stand komen van het Ohadbourne plan
heeft Dr. Mikuich in ons tijdschrift hieraan een
artikel gewijd, waarin hij zich als voorstander van
‘deze overeenkomst tusschen de
belangrijkste
suiker-
producenten deed kennen
1)
In zijn zoo juist versche-
nen lboek over internationale suikerconventies
),
be-
handelt Dr. Mikusch opnieuw dit belangrijke vraag-
stuk en geeft ‘hij een uitvoerige motiveening van zijn
standpunt, die wij hier
vrijwel
in haar geheel over-
nemen.
Door de nieuwe productieregeling, welke op 26
Maart ji. tot stand is gekomen, werd de internatio-
nale overeenkomst uit een hachelijke positie ‘bevrijd
en haar voortbestaan ten minste voonloopig verze-
kerd. Wie de zalcen onbevooroordeeld ‘beschouwt, zal
deze regeling wel als een zegen voor de su’ikenindus-
trie en den van haar af.hankelijken landîbouw be-
schouwen.
De tegenstanders van de overeenkomst zeggen wel,
dat zij den prijs toch niet kan verbeteren. Zij zien
daarbij echter over liet hoofd, dat sedert het sluiten
van de overeenkomst een economische en fi.nanciëele
crisis over de geheele wereld is uitgebroken, die o.m.
het Engelsche pond tot wankelen heeft gebracht en
de hoogconjunctuur in de Ver. Staten als een kaar-
teu’huis heeft doen instorten.
Het was inderdaad reeds een succes, dat de oude
prijs tot einde 1931 slechts tot de helft was gedaald,
en de verdienste van de overeenkomst in ‘dit opzicht
kan niet beter worden aangetoond dan door vermel-
ding van het feit, dat de prijs sterk daalde, toen de
toestanden door het verzet op Ouba zoo ongunstig
leken, dat de geheele overeenkomst bedreigd scheen.
Op 5 April 1932 begonnen de prijzen ec’hter w’ecler
te dalen en het schijnt, dat een verbetering niet ver-
wacht mag worden, zoolang het zwaar geschokte ver-
trouwen van de markt niet door nauwkeurige toe-
passing van het aan de ‘internationale overeenkomst
ten grondslag liggende plan wordt hersteld.
Het is tragisch, dat door een hardnekkig vasthou-
den aan ‘productie- en uitvoercontingenten, die klaar-
blijkelijk met de afzetmogelijkheid in strijd komen,
het vertrouwen van de markt in de overeenkomst
werd ondermijnd, juist op het tijdstip, dat de gun-
stige gevolgen van de overeenkomst aan het licht
traden. Danic zij de maatregelen., ‘die in verband met
de overeenkomst in de Europeesche bij het verdrag
aangesloten en ook in andere, niet tot het verdrag
be’hooren’de, landen werden genomen, waren de sta-
t:istisc’he wereldvoorraden tenslotte, ondanks d.e .groo-
te voorraden op Java en Ouba, beneden het peil van
het voorafgaande jaar gedaald en er bestond eenige
kans, dat deze gunstige ontwikkeling zou voortduren.
Hierbij moest nog rekening worden gehouden met
liet feit, dat ten minste 2% millioen ton als ge’blok-keerde voorraad niet op de markt zou komen, wan-
neer de overeenkomst van kracht bleef. De vrees voor
het beschi’kbaarkomen van deze voorraden was stel-
lig ook van beteekenis, toen de markt de bedreiging
van het voortbestaan van de overeenkomst onmiddel-
lijk met een lagere waardeering van de suiker ‘beant-
woordde.
De tegenstanders van de overeenkomst schrijven, zooals vanzelf spreekt, den lagen
prijs,
waaraan zij
door hun houding schuld hebben, aan de politiek
toe, die in de internationale suikerovereenkomst is
belichaamd en die zij verkeerd achten. Men ‘hoort
vaak weder van de nutteloosheid van kunstmatige
maatregelen, van het vrije spel van de krachten, van
1)
Zie Econ.-Stat. iler. van
24
Dec.
1930.
) Dr. Gusta’v Mik’uscit
– Geschichte der internationa-
len Zuekerkonventionen (Paul l’arey, Berlijn
1932.
Prijs
R.M. 15.50).
498
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 3uni 1932
de onverbiddellijke wet van vraag en aanbod, evenals
van ,,the survival of the fittest”.
Men moet daarbij echter niet uit het oog verliezen,
dat bij de huidige toestanden in de suikerproducee-
rende landen deze regel geenszins opgaat, want in de
eerste plaats blijft hij in leven, wiens productie cie
meest mogelijke beschermig door invoerrechten en
den meest ver gaanden steun van staatswege geniet;
voôrts is van belang, of reserves uit vroegere jaren
ter beschikking staan en dan kaner eerst van selectie
volgens den maatstaf van den besten producent sprake
ijn. Het is dus in het geheel niet zeker, dat diegenen
tenslotte erbij zullen zijn, die het hardst van ,,survi-
val of the fittest” spreken.
Al zijn de resultaten van de internationale over-
eenkomst ook bescheiden, zoo mogen zij toch niet ver-
loochend worden. De gedachte, die aan de overeen-
komst ten grondslag ligt: het van de hand doen ‘van
overschotten binnen een laxigeren termijn en aanpas-
sing van de productie aan de behoefte i.s zoo gezond
en verstandig, dat ook een reeks landen, die, om welke
redenen clan ook, n.iet tot de overeenkomst kunnen of
willen toetreden, zich daarvan meester hebben ge-
maakt.
1)
Deze weg is op het oogen’blik de eenig
mogelijke, oniclat een poging, om aan de oude uit-
voerlanden door vermindering van de bescherming
door invoerrechten in de vroegere af’zetgebieden
weder een grooteren afzet te verschaffen, voorloopig
geen kans heeft. Een land, dat de verschillende mid-
delen van aanmoediging der industrie wil toepassen,
doet dit eenvoudig, zoolang hem cle daaraan verbon-
den offers niet te groot schijnen.
Daarom moet een ieder, wien aan ‘het welzijn van
de suikerindustrie, van den met haar verbonden land-
bouw en van den handel in het betreffende bedrijf
iets gelegen is, na rustig overleg hopen, dat de in-
‘ternationale overeenkomst ‘van de ‘beproevingen, die
zij gedurende de laatste maanden moest doorstaan,
verder verschoond moge
blijven;
dan zullen de goede
resultaten zeker niet uitblijven.
‘) Dit zijn Frankrijk, Italië, Dantzig, Spanje, Forinosa,
Argentinië, Australië en Mexico. Wat Frankrijk betreft,
zoo verwijzen wij naar het artikel van den heer Faugeras
in
het nummer van ons weekblad van 1 Juni ji. (Red.).
De wereldproductie en -uitvoer van automobielen
in 1931.
Volgens de statisbieken van de 17 voornaamste
productielanden, is de productie van automobielen
in het afgeloopen jaar vergeleken met 1030 met 26.3
pCt. gedaald, zooals uit de onderstaande tabel blijkt. Van de belangrijkste productielauden is de productie
van Groot-Brittannië en Duitschiand het minst, die
van de Ver. Staten en Canada het sterkst gedaald.
Dientengevolge heeft zich in de productie een ver-
schuiving ten gunste van de Europeesche landen vol-
trokken.
Wereldproductie van automobielen.
1928
1929 1930
1931
Wereldproductie (aantal)
Toename (+) of afname (-) in perc.
5.203.139
+
25,1
6.277.451
+
20,6
4.126.470
-34,3
3.042.069
-26,3
Productie van:
De Vereenigde Staten
Canada
………………….4,3
81,6
.4,1
83,7
4,6
11,7
81,3
3,7
15,0
78,6
2
1
7
18,7
Europeesche landen
…….
..
..
Totaal
…….
.100,-
100,-
100,-
1
100,-
De totale uitvoer ‘van de 17 prociuctielanclen be-
droeg in 1.031, aldus de ,,Commerce Reports”, waar-
aan wij deze gegevens ontleenen, 221.210 stuks (7.3
pOt. van de wereldproductie), vergeleken niet 375.725
in 1930 (9.1 pOt. van de vereldproductie). Duitsci-
land was de eenige belangrijke Europeesche produ-
cent, die zoowel een aanzienlijke stijging van den
uitvoer (van 5.665 tot 11.220) als ‘van de verhouding
an uitvoer tot productie (van 8.1. tot 17.2 pOt.) ver-
toonde. Hoewel ook de uitvoer van automobielen uit
Frankrijk daalde, verdrong dit land Canada van zijn
tweede plaats als automobielexporteerende natie. In-
tussc’hen is de uitvoer van de Ver. Staten, ‘hoe aan-
zienlijk de daling in 1931. ook was, nog 434 maal zoo
groot als die van Frankrijk.
Het onderstaande overzicht geeft de verschui!vin-
gen in productie en uitvoer van de verschillende pro-
duictielanden duidelijk weer. Men lette hierbij vooral
op de laatste kolom, waaruit de grootte van den
uitvoer t.o.v. de productie blijkt.
Wereldproduetie en -uitvoer van automobielen
in 1930
en
1931.
Percentage
Producee te nd e
Productie
Uitvoer
uitgevoerde
landen
productie
1930
1
1931
1930
1
1931
‘
1930
1931
Vereenigde Staten
3.355.986 2.389.738
237.581
128.357
7,1
5,4
Canada
……………..
154.192
82.621
44.553
13.813
28,9
16,7
Totaal
3.510.178
1
2
.
472.359
1
282.1341
142.170
8,0
Overige landen:
4.200
1.474
932
46,1
22,2
3.200 933
405
19,9
12,7
Tsjecho-Slowakije
.6.840
16.980 1.494 1.179
8,9 6,9
Oostenrijk ………….3.200
België
……………..4.700
230
180
–
–
– –
Frankrijk
………….
196.860
33.112
28.817
14,4 14,6
Duitschland
………..
70.044 65.459 5.665
11.220
8,1
17,2
Denemarken
…………..
230.
.700
841
237
–
– –
–
Flongarije
…………….
Italië
………..
……
.
31.480
20.737
11.918
48,6 37,9
span
………………
42.
.685
371 531
–
– – –
Polen
……………….
288 200
–
– – –
7.972
23.400
–
–
–
–
.
250 60
26
13,3
10,4
Rusland
………….
…
zweden
……………
2.400 2.444
150 125
6,3
5,1
1.000 1,070
160
161
16,0
1
15,0
Spanje
…………….450
Oroot-Brittannië
……
234.571
223.219 29.806
24.257
12,7
1
10,9
zwitserland
………….
Totaal overige landen
..
616
.
292
1
..
569.7101
93.5911 79.0401 15,2
1
13,9
Totaal
….
4.126.47013.042.0691
375.7251
221
.
210
1
9,1
1
7,3
N.B.De bovenstaande uitvoercijfers betreffen niet (leli
wederuitvoer.
Statistische gegevens over den economischen
toestand in het Saargebied.
Dr. W. Cartelijeri te Saarbrücken zendt ons on-
derstaande gegevens:
De ‘bevolking van het Saargebied is i.n ‘het afge-
loopen jaar met 10.000 personen toegenomen, en telt
volgens den stand op 1 J’an. 1932 815.907 zielen,
hetgeen overeenkomt met een dichthei’d van de be-
volking van 427 personen per KM
2
., een getal dat
door geen, der Duitsche landen ook maar bij ‘bena-
dering wordt bereikt (‘Saksen 333).
Het in hoofdzaak industriëel karakter van het
Saargebied ‘blijkt uit het feit, dat 74.4 pOt, van cle
bevolking zijn levensonderhoud vindt in industrie,
handel en verkeer, terwijl het gi’d’delde ‘van ‘het
Duitsche Rijk 58.2 pOt. van de bevolking bedraagt.
De .industriëele productie van het Saargebied is
in 1931 over de gaheele linie buitengewoon sterk ge-
daald. De productie van de Saarmi,jnen bedroeg 1.1,4
millioen ton tegenover 13,2 millioen ton in 1930 of 14.1 pOt. minder. Van de Saarkolen bleef 3,8 (4,6)
niilhoen ton in het Saargebied, 0,9 (1,0) millioen ton
werd afgezet in Duitschiand, 3,8 (4,5) millioen ton
in Frankrijk mci. Elzas-Lotharingen en 0,9 (1,0) mil-
lioen ton in andere landen. Van de arbeiders van de
Saarmijnen wonen na de groote ‘afnem.ing van het
aantal ,,Saargknger” 94.3 pOt: in het Saargebied,
34.6 pOt. van de mijnwerkers zijn huiseigenaar, waar-
van 13.3 pOt. tevens grondtbezitter. De kolenprjzen
werden in den loop van 1931 slechts tweemaal een
Ideinigheid verlaagd eu waren op 1 Jan. 1932 hoo-
ger dan die van de buurstaten.
De ,,zware” industrie van het Saargebied geeft
voor 1931 de volgende ontwikkeling te zien. De pro-
ductie van ruwijner, resp. ruw-staal ‘bedroeg 1,5 (1,0)
millioen en ‘die van pletterij-ijzer 1,2 (1,6) millioen
ton mci. haiffabrikaat. Bovendien produceerden de
smelterijen de volgende’bijproducten: 96.000′ (122.000)
ton ruwe teer, 20.000 (26.000) ton zwavelzure am-
moniak, 26.000 (31.000) ton benzol en 258.000
22 Juni 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTÉN
499
(310.000) ton Thomassiakkenmeel. De invoer van
ijzer- en mangaanertsen bedroeg 3,6 (4,9) miljoen ton,
waarvan 92,6 pOt. (91,5 pOt.) u:it Frankrijk. Op 2
Jan. 1932 waren er in het Saargebied 30 hoogovens
met een jaarlijksche capaciteit van 2,4 millioen ton,
18 Thomasconvertoren met een jaarlijksche capaci-
teit van 1,9 millioen, ton, 7 Bessemerconvertoren met
een capaciteit van 12.600 tdn, 24 Siemens-Martin
ovens met een jaari. capaciteit van. 799.000
ton en 5 electro-ovens met een capateit van
36.200 ton. De in totaal betaalde bonen in de ijzer-
industrie zijn van Frs. 34,6 millioen (maandgemid-
clelde voor 1930) tot Frs. 24,7 millioen voor 1931 ge-
daald.
De nijverheid van het Saargebied telt 4.221 ‘bedrij-
ven met meer dan 10 arbeiders. In totaal zijn in deze
bedrijven 122.000 aibeiciers, 8.000 vrouwelijke arbei-
ders en 6.000 jeugdige arbeidsters te’werkgesteld. Het
handwerk omvat 14.000 ‘bedrijven met 11.000 gezel-
len, 9.000 leerlingen met 4.000 arbeiders. Volgens de
woningteiling ‘bestaan er .i.n het Saargebied 103.000
gebouwen met 178.000 woningen.
De landbouw van ‘het Saargebied stelt in 57.000
bedrijven 160.000 personen te werk, waarvan de mees-
ten het landbouwbedrijf slechts als nevenberoep uit-
oefenen. Slechts 7.000 eigenaren ‘van ‘bedrijven heoe-
f enen den landbouw als hoofdberoep.
De passiviteit van de handelsbalans van het Saar-
gebied ten opzichte van Duitschland steeg van
R.M. 6 rn.illioen voor 1930 töt R.M. 26 miljoen
voor 1931. Met de verschillende verkeersmidde-
len van het Saargebied, spoorwegen, tramlijnen,
scheepvaart en luchtvei1ceer werden 94 (99) millioen
personen en 19 (23) millioen ton goederen vervoerd.
Het aantal van de in het Saargebied geregistreerde
automobielen ‘bedraagt 10.525, waarvan 6.725 van
Fransch, 1.681 van Duitsch en de overige van Ame-
rikaarisch faibrikaat zijn.
Standaard methoden voor de bepaling van den
kostprijs In industrie en landbouw.
Voor het vijfde Internationale congres voor weten-
schappelij ke bedrijfsorganisatie zijn over bovenstaand
onderwerp 19 praeadviezen ingediend, welke opgeno-
men zijn iii het congresboek, dat begin Juni is ‘ver-
schenen.
1)
De algemeene conclus.i.e uit de ‘ingediende refera-
ten is, dat men steeds meer cie weuschelijkheid voelt,
te kunnen beschikken over stan.daardmethoden ,voor
bepaling van den kostprijs voor een objectieve beoor-cleeliiig van de rentabiliteit, zoo’ weinig mogelijk ‘be-
invloed door tradities en persoonlijke eigenaardig-
heden van elk ‘bedrijf af’zonderlij’k.
Het praeadvies van den heer Hazuka (Weenen)
behandelt de mogelijkheid van vergelijking van kos-‘
ten tusschen ‘beclr•ven ‘van verschillende bedrijfstak-
ken door een zuivere splitsing van kostensoorten, kos-
ten plaatsen en kostendragers in de geheele boek-houding door te voeren. hierbij moet een splitsing
van alle kosten volgens uniforme regels worden toe-
gepast.
Mr. Jack Bock (Amerika) behandelt aan de hand
van verschillende uitgewerkte formulieren, hoe de
gegevens ‘voor een standaard kostprijs worden verkre-
gen en welk gebruik ervan gemaakt kan worden.
Mr. G. A. Ware (eveneens uit Amerika) bespreekt cle uniforme kostprjsmethode voor een geheelen be-
drijfstak. In Amerika bestaan in reeds meer dan
100 ‘industrieën ‘handleidingen voor de kostprijsbere-
kening. Het aangewezen lichaam ‘voor opstelling
daarvan is “oor elken ta’k van industrie een z.g. Trade
Assoc’iation, een onpartijdig lichaam,, dat den geheelen
.1)
Dit boek is verkrijgbaar bij ‘het secretariaat van het
congres (Heerengracbt
209,
Amsterdam) tegen een prijs van
f
15.—.
liet congres wordt te Amsterdam gehouden van
18-23 juli.
bedrijfstak omvat. Verschillende formulieren uit een
dergelijke handle:iding zijn bij he’t referaat afgedrukt
Namens het Fransch algemeen comité voor weten-
schappelijke bedrjfsorganisatie )beschrijft de heer
J. Milhaud hetgeen in Frankrijk is bereikt ‘op het
gebied van cle uniforme kostprijsberekening voor
enkele takken van, bedrijf en wel het hotelbedrijf, de
wolindustrie, ‘het drukkers’bedrjf, de electromec’ha-
nische industrie, het gieterijbedrijf, ‘het bankbedrijf
en de publieke diensten.
Mr. A. W’ill’iamson (Engeland) vermeldt de genor-
maliseercle kostprijsberekening, zooals deze reeds ‘ge-
durende 20 jaar in het geheele drukkersbedrijf in. En-
geland wordt toegepast.
Prof. T. d’ippolito (Italië)’ geeft een theoretisch
referaat over de mogelijkheid van de berekening van
den juisten kostprijs van een enkel product in een
afzonderlijke onderneming en van die in verschillen-de ondernemingén in verschillende tijd’vakken.
Over de kostprijsberekening voor het ambac’hts-
bedrijf is door Ing. V. Hucl (TsjechoSlowakije) ecu
referaat ingediend, waarin formubes w’orden gegeven
over de verdeeling der indirëcte kosten.
Blijkens de beide referaten over den stand van het
kostprjsvraagstu’k in Rusland door K. P. Gbigorin
ingediend, heeft men het daar toegepaste systeem
reeds zeer ver uitgewerkt. Van een enkele machine,
of van een groep van arbeiders wordt een budget op-
gesteld, waarbij zeer ver in details wordt gegaan. Het
wordt hierdoor mogelijk de uitkomsten van verschil-
lende bedrijven en ook ‘van arlbeidersgroepen met
elkaar te vergelijken, waardoor men ‘hoopt, het pro-
ductievermogen van die groepen te stimuleeren. De
overige referaten geven de toepassing in een ‘bepaald
bedrijf. Herohes (Weenen) ‘bekritiseert de bekende
standaard kostprjsmethode van het R.K.W. van de
bontweverijen en die ‘van het Wool In’stitute te New-
York van de woliindustrje. Ook de referaten van F.
Zedlitz en M. Schalansky (beiden uit Tsjecho-Slowa-
kije) behandelen de textielindustrie. De eerste toont
met eenige diagrammen, van een wolspinnerj de ver-
schillen in kostprijs voor de verschillende garennurn-
mers en bij veranderde bedrijfsdrukte. De laatste be-
schrijft een kostprijssysteem van een hontververj.
Voor een steenkolenmjn’bedrjf wordt door een
Roemeensc’he maatschappij ,,Petrosani” een voorbeeld
gegeven ‘van het opstellen en dle contrôle van een bud-
get. Het budget in het bouwbedrijf wordt behandeld
door Ing. M. Lopuszynski (Polen).
Ing. J. Mattes (van de universiteit van Zagreb)
geeft een nauwkeurige kostprijsberekening voor een
spoorwegbedrijf waarbij o.a. de invloed van de rij-
snelheid, den raildruk, en de stijging van. de ‘baan mede in rekening ‘kunnen ‘worden gebracht, zulks
in tegenstelling met de ‘meestal gevolgde berekening
van den kostprijs, waarbij alleen de afgelegde trein-
KM. beschouwd worden.
Van een spoorwegwerkplaats vermeldt E. Rimailho
(Frankrijk), dat door invoer’ing van een kostprijs-
lerekening nauwkeurige gegevens aan het bedrijf
konden worden verstrekt, waardoor een bezuiniging
van 30 pOt, kon worden verkregen.
Over de kostprijsberekening in den
landbouw
schrijven 3 referenten en wel de heer G. Wels
(Tunis) over de boekhouding van een grootbedi’ijf
van de olijvencultuur. Dr. Rege (Hon’garje) over’ den tarwebouw en Mevr. Ing. H. Paszkowiez, Polen, deze
laatste komt met behulp van alg’ebraisc’he forinu-
les tot een ‘berekening van de kosten van een ar-
beidsdiag en tot een naudkeurige verdeeling van de
indirecte kosten in den landbouw.
De belangstelling voor de hierboven, behandelde
vraag blijkt wel uit het feit, dat 1.4 pOt. ‘van de in
het congresboek opgenomen praeidviezen min of meer
uitvoerig deze vraag bespreken. ‘ ‘
500
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22
Juni
1932
BOEKAANKONDIGING.
Beschouwingen over de haven va’t
Rotterdam,.
Uitgave van het Departe-
ment Rotterdam van de Nederlandsche
Maatschappij voor Nijverheid en Han-
‘del. (Rotterdam
1932,
Nijg’h en van
Ditmar, Prijs
f
1.50).
De zes lezingen, gehouden voor het Departement
Rotterdam van de Nederlandsc’he Maatschappij voor
Nijverheid en Handel in den winter
1931f 32
en ge-
wijd aan de haven van Rotterdam en de daarmede
samenhangende vraagstukken, labiben thans in boek-
vorm het licht gezien. De Neder1andscie Maatschap-
pij voor Nijverheid en Handel heeft hiermede nuttig
werk gedaan. Weliswaar hebbeti velen de lezingen
gevolgd en heeft ook de pers destijds bijzonderheden
medegedeeld, maar de thans verschenen uitgave
maakt het allen die destijds de lezingen niet of slechts
ten deele konden b&onen en nochtans belang stel-
len in het wel en wee van Neêrland’s eerste haven-
stad, mogelijk kennis ‘te nemen van de serie critisch
opibouwencie lezingen”, zooals de Voorzitter van •het
Departement Rotterdam van de Ned. Mij, voor Nij-
verheid en Handel baar terecht in zijn voorwoord
noemt. De gehouden voordrachten waren alle leer-
zaam. Nieuwe gezichtspunten werden ontwikkeld, de
aan’dacht werd gevestigd op minder bekeudè of tot
dusver verwaarloosde factoren, kortom men heeft
zic’h niet slechts bepaald tot het leveren van critiek
maar heeft er ook zooveel mogelijk naar gestreefd
middelen aan te wijzen, clie tot meerdere ‘bedrijvig-
heid in en tot grooter bloei van Rotterdam’s haven
in de toekomst kunnen leiden. Aan het Departement
Rotterdam komt een woord van dank toe voor de
wijze, waarop zij een probleem van nationale ‘betee-
kenis onder liet oog ‘heeft willen zien en men kan
daarnevens niet anders dan waardeering hebben voor
de wijze, waarop het zestal deskundigen hun eigen
visie op de materie hebben gegeven. Moge velen van
deze verzorgde en zeer lezenswaardige ui’tgave ken-
nisnemen! 0. V.
MAANDCIJFERS.
1″OSTCHEQIJE
EN GIRODIENST.
(In duizenden guldenel.
Maart 1932
Maart 1931
Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag
Nieuwe rekeningen.
1.988
–
1.774
–
Rekeningen op ult°.
190.042
–
172.178
–
Bijschrijvingen ….
2.687.884
439.743
2.438.474
462.294
1.058.470
107.195
1.008.598 110.372
e. Stortingen ……..
b.
Overschrijvingen.
van and. rek.
1
)
1.629.282
321.879
1.429.729
335.392
van Ned. Bank.
132
10.612
147
16.478
c. And, onderwerpen
–
57
–
52
Afschrijving’n
.. ..
1.733.685
447.353
1.568.643
463.226
85.579
272.848
66.077
Chèques
………283.241
Overschrijvingen
..
op andere rek.
2
)
1.436.205
321.879
1.282.562
335.392
naar Ned. Bank
912
59.835
998
61.705
o. And, onderwerpen
13.327
60
12.235
52
Tegoed op ult°
–
139.617
–
109.060
Beleggingen
–
102.9:15
–
88.058
t)
Hierin begrepen overschrijvingen uit het buitenland
3.706 metf 605 Maart 1932 en 4.578 met
f
763 Maart 1931.
1)
Idem naar het buitenland 30.139 metf 2.615 Maart 1932′
en 29.356 met
f
3.015 Maart 1931.
GIRO-OMZET BIJ
DE
NEDERLANDSOHE BANK.
Mrt. 1932.
II
Mrt. 1931.
Posten
I
Bedrag
11
Posten
I
Bedrag
OVERZICHT DER RI,JKSMIDDELEN.
(In Guldens)
Me’
102
Sedert
Januari
1932
Overeen-
komstige
periode 1931
Directe belastingen.
690.883
2.464.860 5.850.324
Personeele belasting
1)
6.855
46.771
4.683.650
Inkomstenbelasting
. .
11.929.070
43.124.985 46.148.366
Vermogensbelasting
..
2.023.143 7.129.162 7.688.802
750.068 3.191.396
4.659.637
5.714.442 31.682.733 26.363.433
164.154 890.031 1.361.149
‘1ccijnzen
Grondbelasting …………
163.575 1.011.123 936.466
Dividend- en tantième-
544.711
2.788.722 3.691.871
48.401 674.156
704.772
belasting
………….
Invoerrechten
…………
2.646.548
13.815.169 15.826.265
S’tatistiekrecht
………….
896.256
4.121.766
5.226.625
4.681.443 22.594.374 20.098.914
Zout
………………..
2.284.293 12.090.839
12.724.274
Geslacht
……………..
Wijn
…………………
Belasting op gouden en
Gedistilleerd
………..
Bier
…………………
Suiker
…………….
Tabak
………………
zilveren werken
54.424
307.541
356.310
Indirecte belastingen.
2
1.141.390
3
7.037.347
It
10.915.012
Zegelrechten ……….
Registratierechten
–
1.055.208
4.922.931
6.717.622
Successierech’ten
……
2.376.123 15.748.485
19.840.896
Dorneinen, wegen en
278.324
1.996.407
2.214.641
16.983
235.031
235.654
vaarten
……………
Staatsloterij
………….
274.407 1.423.877
1.827.335
toodsgelden ………….
Totaal-Generaal..
37.740.701
177.297.706 198.072.018
Met ingang van het belastingjaar 1931 wordt de per.
soneele belasting geheven ten bate van de gemeenten, zoo-
dat de in dezen staat vermelde bedragen uitsluitend vroe-
gere belastiugjaren betreffen.
Hieronder begrepen
f
175.815 wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en cominissionnairs in effecten, enz.
(l3eursbel.).
8)
Id.
f
1.127.919.
4)
Id. f1.987.271.
HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.
Verdedi’gingsbelasting
..
1.999.647
7.402.516 9.357.161
Opcent en:
552.292
1.969.730 2.150.157
Personeele belasting
.
994 8.060
968.936
Inkomstenbelasting ..
2 338.864
8.468.894
9.113.523
Grondbelasting ………
Vermogensbelasting
1.117.492
3.929.234
4.324.294
])ividend- en tantidme-
belasting
………..
247.522
1.053.161
1.537.680
Invoerr. Zuidvruchten
145.542
242.353
–
Accijns op Wijn
257.614 417.864
140.954
Gedistilleerd
264.655
1.381.517
1.582.627
Suiker
97.672 151.373
–
Tabaksacc. op sigaretten
429.448
2.014.409
1.305
Zegelrecht van buitl.eff.
41.205
239.376
518.791
Totaal….
7.493.947 27.278.487
29.695.428
HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS
Wegenbelasting ……….1.664.435
7.624.8561
7.310.777
Rijwielbelasting
25.295
101.2.481
122.000
Totaal ………..1.689.730
7.726.104
7.432.777
INKOMSTEN TEN BATE VAN HET ,,GEMEENTEFONDS”
Gemeentefondsbelasting. 11.915.859 42.445.816
–
Opcenten Vermogensbel.
1
964.7741 3.320.783
–
Totaal ………..12.880.633 45.766.599
–
SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, IN-
KOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1931.
D’
Grond-
Inkomsten-
Vermogens-
zens jaren
belasting
I
belasting
I
belasting
Rek.houders 47.086
fl.530.155.000
49.377 (2.849.908.000
Door H.-bank
plaatselijk
34.027
»
1.269.075.000 37.594
2.540.785.000
Voldoening
Rijksbelast.
1.044 ..
9.816.000 1.016 .,
9.406.000
1929/30
–
100.062
16.463
1930/31
3.785
1.043.773 170.494
1931/32
644.843
41.979.448
6.941.914
-_
1.816.232
1.702
291
1932/33……..
Totalen
2.464.860
1
43.124.985 7.129.162
22 Juni 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
501
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
GELDKOERSEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
BANKD1SCONTO’S.
Ned (Disc. Wissels.
2419 Apr.’32
Lissabon …. 64 4
Apr.’32
Bk
Bel.Binn.Eff. 3
19Apr.’32
Londen ……
24
12 Mei’32
tVrsch. inR.C. 3
19Apr.’32
Madrid …….
(;4
8 J’uh’Sl
Athene ……….
1120Febr.’32
N.-YorkF.R.13.3
25Febr.’32
Batavia …….. .
4410 Mrt.’SO
Oslo
……..44
20 Mei’32
Belgrado
–
…….
7420 Juli’31
Parijs
……
24
9
Oct.’31
Berlijn ……….5
27Apr.’32
Praag
……
5
11Apr.’32
Boekarest……..7
3 Mrt.’32
Pretoria
..
..6 132Vov.’S1
Brussel ……….
3413 Jan.’32
Rome………
5
3 Mei ’32
Budapest ……..6
16Apr.’32
Stockholm
..4
3Juni’32
Calcutta
……..5
28Apr.’32
Tokio
….
5.11
8 Juni.
1
32
Dantzig
………’i
24Nov.’31
Weenen……
7 17
Mrt.
1
32
Helsingfors ……6419
Apr.’32
Warschau ….
74
3 Oct. ’30
Kopenhagen
….
4 30Mei ’32
Zwits.Nat.Bk.2
22Jan.’31
OPEN MARKT.
1932
13118
6111
30Mei/
Juni
Juni
4Juni
1931
15/20
Juni
1930
1
16121
Juni
1914
2024
Jul,
Amsterdam
Partic.disc.
3j
/s
31_5/
I8-I4
7
1-1
1
3
/4.2 3
1
Is_3116
Prolong.
–
1
1
1
1 1
3
14-2
2
1
14-j4
Londen
Daggeld…
114_11
I1
4
111
2
1
1211
12
/21’12
3
14-2
1’12-2’I2
1
3
14-2
Partic.disc.
1.
1
116
1 _1j
l-/
1.1/6
2
1
126.5132
2116-5/8
4114_3/4
Berlijn
Daggeld…
5-6
5.5114
5-61/4
511_7
6
1
11-9
1
1
/2.4
1
12
–
MaandeId
5
–
6
1
12
56
1
12
5-6
1
12
5-7
– –
–
Part, disc.
431
4
431
4
4314
5
-1
/2
7
3I1
2
1
1,_
1
12
Waren-
wechsel.
5_1J2
5_1/2
5
–
‘1’2
4114_5l12
7.1/
4
331
4
.4
–
r’Jew York
Dageld
1)
2
1
12.
3
14
2
212
3
j4
2
1
1,-
3
j
2112_3142)
1
1
/3Sj4
2
1
12.3
1
14
1
3
14-2t12
Partic.disc.
1
1 1
1
1
11
2115.114
–
Koers van 17 Juni en daaraan voorafgaande weken t/ni. Vrijdag.
Koers van 31 Mei/4 Juni.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
flerlijn
Parijs
Brussel
Batapia
York)
*)
,)
.)
4)
1)
14
Juni 1932
2.471,
9.08
58.50
9.724
34.45
‘/8
15
,,
1932
2.47s,
9.063,
58.50
9.724 34.45
99sf,
16
,,
1932
2.477/
16
9.06%
58.55
9.724 34.45
99
17
1932
2.471s,,
9.02
58.65
9.73 34.45
99s
•
18
,,
1932
2.4711j,
8.99
58.80
9.734
34.474
99i,,
1
20
1932
2.47%
8.97%
58.724
9.734
34.47
9981
6
Laagste d.wi)
2.4690
8.95
58.35
9.714
34.35
99
Hoogste d.wl)
2.4795
9.08%
58.90 9.734
34.524
99sj,
13 Juni 1932
2.4615/
16
9.08
58.424
9.734
34.45
99sf,
6 Juni 1932
2.469/,
9.09%
58.374 9.734
34.45
998f,
Muntpaiteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747 34.592
100
Data
Z,vit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
4
,
)
i)
rest’)
**)
14
Juni 1932
48.25
35.25
7.33
1.474 12.674
20.374
15
,,
1932
48.22% 35.25
7.33
1.474
12.67
20.40
16
1932
48.22%
35.25
7.33
1.474
12.66
20.374
17
1932
48.24
35.25
7.33
1.474
12.66
20.40
18
,,
1932
48.27% 35.25 7.34
1.48
– –
20
,,
1932
48.25
35.25
7.32 1.48
12.66 20.41
Laagste
d.w1)
48.17
34.85
7.30
L474
12.60
20.20
Hoogste d.w’)
48.30
35.25
7.36
1.48
12.724
20.60
13 Juni 1932
48.28 35.25
7.33
1.474
12.664
20.57
6 Juni 1932
48.30
35.25
7.31
1.45
12.66
20.35
Muntpariteit
48.12%
35.007
7.3711.488
13.094
48.52
D t
a
Stock-
holm’)
Kope
hagen*)
°
H1.
fi
Buenos-
Aires’)
Mon-
treali)
14 Juni 1932
46.75
49.55
45.-.-.
4.20
–
2.12%
15
,,
1932
46.50 49.50 44.75 4.20
–
2.13
16
,,
1932
46.50
49.50
44.25 4.20
–
2.13%
17
,,
1932
46.30
49.30
44.-
4.21
–
2.13
18
,,
1932
46.10 49.10
44.-
4.20
–
2.13
20
,,
1932
46.20 49.10
44.30
4.15
–
2.13%
Laagste d.wi)
45.75
48.80
43.50
4.13
–
2.10
Hoogste d.w’)
47.-
49.80 45.50
4.25
–
2.16
13 Juni 1932
46.60 49.60 45.35
4.20
–
2.12%
6 Juni 1932
46.70
49.75
45.50 4.20
–
2.16
Muntpariteit
86.671
66.671
66.871
6.2661
95%
2.4878
4)
Noteering te Amsterdam.
‘*)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In het eerste nurnnier van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal iiict wek1ijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
Data
Londen
($per)
Parijs
($p.lOOfr.)
Berlijn
($p.lOOMk.)
Amsterdam
($p.lOOgld.)
14 Juni
1932
3,66%
3,93s,,,
23,65%
40,44%
15
,,
1932
3,66sj
3,93′,,
23,65
40,44%
16
,,
1932
3,65
3,92i’,,
23,65
40,35%
17
1932
3,61 y,
3931
h
23,67
40,34
18
1932
3,62%
3
,
9
‘i,,
23,77% 40,37%
20
1932
3,60%
3,9213,
23,75 40,34%
22 Juni
1931
4,86
22
1
32
3,915,
10
23,763.(
40
9
25%
Muntpariteit
..
4,86
3,905/
8
1
23.81%
408/
14
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
4Juni
1932
lljunij
1932
13118Juni1932
ILaagste
l
Hoogste
l
18Juni
1932
Alexandrië..
Piast.
p. 1
97%
97%
978/
8
975f,
97 p.Y,
565
570
540 590
552%
Bangkok….
Sh.p.tical
2/5
1/10k
1/10%
1/10%
1/10%
Budapest
…
Pen. p. £
20%
20%
20
21
20%
Buenos Aires
d.
p. $
341/
16
–
– –
–
Calcutte
. . . .
Sh.
p.
rup.
1/5
61
/
11151s,16
1/529/32
1/531/32
11’515,16
Constantin..
Piast.
p. £
755
755
750 755
750
Athene ……Dr.
Hongkong
..
Sh.
p. $
1/3
3
/
1/3s,,
113
1/37/,
1/334
Sh.
p.
yen
1/91
8
1/85/
8
1/81/
8
1/8%
1/85/
16
Lissabon….
Escu.p.c
110
110
109%
11034
110
Kobe
…….
Mexico
….
$per
X
12.75
13.745 13.745
13.89
13.89
Montevideo
.
d.pery,
30 30 29
31
30
Montreal
…
$
per
£
4.21
4.2454
4.20
4.26%
4.21
Riod. Janeiro
d. per
Mii.
47/
6
5
471
s
53
16
5’/
16
Shanghai
…
Sh.
p.
tael
1/81/,
1/8
1/711/
6
1/85/,
1/8%
Singapore
..
id.
p. $
2/313/16
2
/
31′
2/38%
2137/,
213″/10
Valparaiso
1)
$
per
£
60%
– –
–
–
Warschau
..
Zi. p. £
327/, 32%
32
33y, 32/4
1)
IU
ag.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)
Londeni)
N.York2)
Londen
14 Juni 1932..
167/,
27%
14 Juni 1932….
112/8
15
,,
1932..
1615/,
6
275/,
15
1932….
112/11
16
,,
1932…
161sf,,
278/
8
16
1932….
112j10
17
1932..
1615j,,
27/4
17
1932….
113/1
18
1932..
17
27/4
18
1932….
113/11 20
,,
1932..
1615/,,
275/,
20
1932….
114/..
22 Juni 1931..
1315/,,
287/,
22 Juni 1931….
84/11%
27 Juli
1914..
2415/,
59
27 Juli
1914….
84/11
7)
in pence p. oz.stand.
2)
Foreign silver in $c. p. oz. fine.
3)
in 8h. p.oz.fine
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
7 Juni 1932
1
15Juni1932
Saldo van ‘S Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche
Bank………… ……
f
17.158.922,02
f
24.510.790,15
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
31.565,06
,,
471.132,50
Voorsch. op uit. Mei (resp.Apr.) 1932 aan
de gem. verst, op v. haard. de Rijks-
adm. te heffen gem. ink. bel, en opc.
op
de Rijksink. bel ………………
.
»
4.532.879,88
,,
4.330.955,03
Voorsch. op uit. Mei (resp.Apr.) 1932 aan
de gem. verstr. op aan haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel,, alsmede
opc. op
die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
–
–
.203.249.789,86
,,205.488.940,45
Id. aan
Suriname …………………
12.104.374,97
,,
12.104.438,04
Id.
aan
Curaçao ………………….
7.873.455,08
7.873.484,89 Kasvord. wee. credietverst, alh. buiteni.
108.318.774,69
,,
108.254.600,73
Voorschotten aan Ned.-Indië… …. …
Daggeldleeningen tegen onderpand ..
Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen
….
….
8.800.000,-
,,
29.163.024,70
8.800.000,-
29.807.752,35
,,
Vord.ophetAlg.Burg.Pensioenfondsi)
Id.
andere Staatsbedrijven 1)
op
11.855.889,44
,,
11.098.140,77
Kasgeldieeningen aan gemeenten
23.313.342,63
.
1
.66.059.432,70
1
.
,,
23.363.342,63
,,
62.538.132,70
Verplichtingen.
Schatkistbiljetten in Omloop ………
.f230.618.000,-
f230.618.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
215.320.000,-
,,2i5.250.000,-
1.814.015,-
,,
1.807.417,-
Schuld
op uit.
Mei (resp. Apr.) ’32 aan de
gem.weg. v.h.d. de Rijksadm.geh.gem.
Zilverbons
in
omloop
…………………
ink. bel. en
opc. op
de Rijksink.bel
…
i
–
–
Schuld
op
uit. Mei (resp. Apr.) 1932 aan
de gemeenten
enz ………………
19.373,99
,,
1.235.571,41
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioent.’)
–
……..
–
Id. aan het Staatsbedrijf d.P., T.enT.’)
,,
79.762.405,85
80.388.099,30
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
……….
428.156,27
,,
438.156,27
Id. aan diverse instellingen’) ……..
…
44.073.453,76
,,
44.106.670,66
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
I
ii
i,,n
1O39
1
in i,,,,l
io’iO
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas
–
f
60.943.000
»
–
wo.
muntbiljetten
……………..
–
543.000,-
Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rijks kas e. a. Rijksinsteil
f204.110.000,-
206.295.000,-
Schatkistpromessen ………………
17.985.000,-
17.985.000,-
Schatkistbiijetten ………………..
…
25.520.000,-
,,
25.520.000,-
Muntbiljetten in omloop
…………. …
2.976.000,-
,,
2.974.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
…
..
,,
7.994.000,-
7.994.000,-
Idem aan de Ned,-lnd. Postspaarbank.
.1.249.000,-
,,
1.264.000,-
Voorschot van de Javasche Bank ….
…
9.165.000,-
,,
17.083.000,-
502
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1932
NEDERLANDSCHE BANK.
yerkorte Balans op 20 Juni
1932.
–
Activa.
Binnenl.Wis.(Hfdbk.
f
36.213.293,87
sels, Prom.,
Bijbnk. ,,
enz.in
disc.Ag.sch.
9.694.135,62
f
48.017.210,27
Papier o. h. Buiten]. in disconto ……
Idemeigen portef..
f
88.572.287,-
Af :Verkochtmaaryoor
de
knognietfgèl.
Beleeningen
88.572.287,-
snel. vrach. Hfdbk.
f
33.353.338,93
in
rek.-crt.
Bijbnk.
8.915.525,91
op onderp.
Ag.sch.
56.354.978,03
t
98.623.840,87
Op Effecten ……
f
97.813.721,16
Op Goederen en Spec.
810.119,71
98.823.840,87
Voorschotten a. h. Rijk ……………
Munt enMuntmaterjaal
Munt, Goud …. …
f
100.992.185,- Muntmat., Goud
.. ,,
876.602.641,73
f
977.594.826,73
Munt, Zilver, enz..
21.798.282,54
Muntmat. Zilver..
–
Belegging
1/
kapitaal, reserves en pen.
999.393.109,27
1
)
sioenfonds
………..
.
………….
,,
21.492.552,73
Gebouwen en Meub. der Bank ………
5.000.000,_
Diverse rekeningen ………………,,
32.105.837,59
fl.293.134.837,73
Passiva
Kapitaal ………………… …….
f
20.000.000,-
Reservefonds …………………….
7.563.205,59
Bijzondere reserve
…………
8.000.000,-
Pen8ioenfonds
………………….
7.837.518,84
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
977.616.075,-
Bankassig4atiën in omloop
………..,,
176.637,27
Rek.-Cour.j Het Rijk
f
26.074.266,66
saldo’s:
Anderen
,, 235.031.950,85
261.106.217,51
Diverse rekeningen ……………….,,
10.835.183,52
-.
f
1.293.134.837,73
Beschikbaar metaalsa1do ……
……..
f
503.652.764,11
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,,
1.259.131.910,-
1)
Waarvan in het buitenland
f
5.520.302,58.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
–
Circulatie
opeischb.
Metaal-
kings
Munt
Munt mat.
schulden
saldo
perc
20 Juni ’32
100992
876.603 977.616
261.283 503.653
81
13
’32
101192
871.196 989.560
241.839 501.689
81
6
’32
101192
865.676
1005.293
221.829
498.144
81
30 Mei
’32
101191
853.668
1005.655
216.422 489.750
80
23
’32
101191
844.308 985.912
229.142
483.571
80
17
’32
101191
836.260
998.608 210.886
478.440
80
22 Juni’31
88.687
408.494
842.202
101.983
159.773
57
25 Juli
’14
65.7031
96.410
1
310.4371
6.198
1
43.521
1
54
Totaal
Schatkis
–
ee-
•
e
Papier
Diverse
Data
bedrag
Lisconto’sirechtstreed
promesse
ning n
op het
buitenl.
reke
fin gen
1)
20 Juni 1932
48.017
–
98.624 88.572
32.106
13.
,,
1932
48.420
–
95.851
88.572
31.890
6
,,
1932
‘
49.096
–
96.308
88.572
31.669
30Mei
1932
50.461
-.
100.129
88.572
31.878
23
,,
1932
52.046
–
100.268
88.572
32.028
17
,,
1932
52.928
–
100.369
88.572
31.676
22 Juni 19’31
.
44’J051
–
95.798
228.434
59.208
25 Juli
19141
67.947
–
61.686
20.188
509
‘, neueri uen oanstaat van
4
Jan.
apzbp OP
Gen Dasis van
‘Is
metaal-
dekking.
2)
Sluitpost activa.
CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste oosten in duizenden guldens.
Data
‘
Metaal
Circu-
latle
Dis-
conto’s
Voor-
sdiotfen
aan de
kolonie
Diverse reke-
ningen’
Diverse
reke-
ningen’
1 Mei
1932
4.827
5.309
185
25
1.059
198
1 April
1932
4.839
5.489
192 134
1.045
131
1 Maart
1932
4.842
5.338
211
75
920
121
1;Februari
1932
4.524 5.000
192
141
847
450
1Januari
1932
4.476
4.993
265
27
1.344
524
1 December 1931
4.515
4.881
251
21
1.261
576
1 Mei
1931
4.834
5.398
134
111
8
1
1.421
508
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok.
ken cijfers ‘der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Andere
I Beschlkb.
Data
Goud
Zilver
Circulatieopeischb. metaal-
schulden
saldo
18Juni1932
149.200
224.500
34.300 45.680
11 ,, 1932
150.100
228.500
32.800 45.580
4 ,, 1932
150.600
225.200
33.900 46.960
21 Mei 1932 103.331
435 222.578
29.985 47.341
14 ,, 1932 103.290
45.246 227.193
27.831 46.525
7
1932 103.285
45.634 229.405
27.178 46.286
30Apr.1932 102.520
45.643 223.533
28.738 47.254
20Juni1931 115.364
45.633 243.602
35.997 49.158
21Juni1930 139.210
24.567 276.238
50.534 33.069
25 Juli 1914 29.057
31.907 110.172
12.634
4.842
Data
______________
Dis- conto’s
N.-Jnd.
betaaib.
Belee-
ningen
1
Diverse
1
ning
reke-
en’)
1
–
percen-
1
kings-
tage
18 Juni1932
•S*
58
11
1932
107.700
•
57
4
,,
1932
104.900
58
21 Mei 1932
23.967
59
‘931
24.557
38.235
14
1932
9.886
24.622
39.221
23.328
58
7
1932
9.868 24.328 39.100
23.295
58
30Apr.1932
9.920 24.312 37.808
23.450
59
20Juni1931
9.379
20.556
38.218 31.389
58
21Juni1930
10.451
45.944
46.123
39.090
50
25Juli1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
Bankbilf.
in
circulatie
Bankbilj.
in Banking
Departm.
Other Securities
Disc.and
Advances
ecur, ies
15 Juni 1932
i35.220
357.426
52.054
12.890
25.711
8
1932
132.462
357.238
49.483
12.612
25.622
1
1932
129.342
355.414
48.204
12.482
25.120
25 Mei
1932
125.761
354.221
45.811
12.172
23.788
18
1932
123.523
358.440
39.390 11.889 31.698
11
,,
1932
121.485
358.314
37.503
12.096
20.288
17 Juni 1931
161.987 352.266
68.661
9.395
28.044
’22 Juli
1914
40.164
29.317
33.633
Data
‘
Gov.
Sec.
Public
Depos.
Other Iiposits
1
Other
1
1
Bankers Accountsl
1
1
Reserve!
1
Dek-
kings-
1
perc.’)
15 Juni’32
68.775 20.568
87.546
33.988 52.794
378/112
8
,,
’32
74.260 25.577
35.846
33.472
50.223
34
19
1,
1
,,
’32
62.621
18.553
89.957
34.150 48.928
347/
25 Mei ’32
73.915
23.606 77.544 32.948 46.540
34
11
/
18
’32
69.375
21.427
74.602
32.618 40.083
31
5
/
11
,,
’32
72.945
13.719
78.030
33.180
38.171
30
17 Juni’31
30.846
15.017
71.446
33.681
69.721
58
22Juli ’14
11.005
14.736
42.185
29.297
52
1) Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.
Data
Goud
Zilver
Te goed
Ws-
in het
‘
Waarv. op
het
ee
B
1
–
1
e
Renteloos voorschot
buitenl.
se
,
buïtenl.
n ngen
v.d. Staat
10Juni’32
80.974
1.164
5.008 6.593 3.335
2.768
3.200
3
,,
’32
80.171
1.153
5.414
7.364
3.985
2.799
3.200
27 Mei’32
79.470
1.138
4.474
8.687
4.527
2.700
3.200′
20
,,
’32
78.907
1.128
4.585
8.885
5.434 2.719 3.200
12 Juni’31
56.138
845
5.573 25.280
20.584 2.866
3.200
23Juli’14
4.104
640
–
1.541
8
769
–
Bonsv.d.
D
Rekg. Courant
Data
zelfst.
Circulatie
Staat
ZelfsT
Parti-
amort. k.
amort.k.1 culieren
10Juni’32
6.881
2.151
81.737
90
2.847
24.210
3
,,
’32
6.881
2.214 82.406
125
2.870
23.723
27 Mei’32
6.881
2.039 81.418
536
2.896
24.128
20
,,
’32
6.881
2.078 81.247
1.425
2.912
23.016
12Juni’31
5.082
2.234 77.012
1.016
8.320
13.383
23Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
‘)siuItp. oer activa. ‘)niuitp. oer passiva.’) bcnuia aan ae itolonie.
1) Sluitpost activa.
22 Juni 1932
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
503
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.
•
Daarvan
Deviezen
Andere
–
Data
,
0
ud bij bui-
als goud-
wissels Belee-
tenl. circ. dekking
en
ningen
banken
2)
geldende
cheques
15 Juni 1932
822,5
90,5 135,7
2.981,0
108,9
7
,,
1932
848,4
86,3 138,2
3.031,4
129,2
31 Mei
1932
862,7 87,7
128,6
2.990,2
257,3
23
,,
1932
856,3
98,8
134,6
2.797,3
95,2
14
,,
1932
851,5
98,8 139,2
3.008,8
102,4
15 Juni 1931
1.765,6
198,1
104,3
2.019,1 154,8
30 Juli
1914 1.356,9
–
–
750,9 50,2
Da
a Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa2)
latie
Crt.
Passiva
15 Juni 1932
364,4
769,0
3.815,4
380,4
–
712,7
7
,,
1932
364,4
759,0
3.889,4
357,5
704,7
31 Mei
1932
363,5
804,8
3.960,6
430,6
894,3
23
,,
1932
361,6
783,4 3.739,3
364,6
703,1
14
,,
1932
361,6
821,1
3.922,9
353,9
690,6
15 Juni 1931
102,7
574,0
3.888,6 323,6
251,5
30 Juli
1914
330,8
200,4
1,890,9
944,_
40,0
1)
Onbelast.
2)
W.o. Rentenbankscheine 15, 7 Juni, 31, 23, 14 Mei ’32 en 15Juni ’31 resp. 26; 23; 14; 32; 25; 38 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in mflhioenen Belgas.
Data
Goud
L.
•..
‘
‘E
Rekg. Crt.
e
••-
w
1932
2
,
__
16 Juni
2552
–
–
896
59
288
——
3.599
28
241
9
2551
–
–
899
64
288 3.625
14
235
2
2543
–
–
916
69
288 3.640
42
207
26 Mei
2542
–
– –
936
59
288 3.608
6
282
19
,,
2532
–
–
922
65
288
3.616
25
237
18Juni
1
)
1433
860
–
728
33
292 3.186
16
167
1
)1931.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
We
aa
ttig
Wissels
Data
bet
l-
middel
Totaal
Dekking
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht
1Juni’32
2.751,1
2.080,0 201,6 494,6
35,5
25 Mei ’32
2.857,1
2.153,8
207,1 471,3
38,4
18
,,
’32 2.919,0 2.214,7
203,1 464,9 40,6
11
’32
2.956,4
2.254,4
207,7
471,5
–
42,7
4
’32
2.992,4
2.304,7
210,8 505,8 44,5
27Apr.’32
3.014,5 2.306,0 218,5 531,8
45,9
3Juni’31
3.259,1 1.810,8
167,9 172,8 134,2
Belegd
1
in circuj
Totaal
G
tort
1
Goud-
1
Dek-
1
Algem.
1
Dek-
Data
in U. S.
Gov.Sec.
Kaepsitaall
kings-
1
kings- latie
1
1
perc.’)
t
perc.
2)
1 Juni’32
1.575,2
2.564,4
2.243,1 154,8
57,2 81,4
25 Mei ’32
1.525,2
2.532,7
2.320,8
154,7
58,7
63,1
18
’32
1.466,4
2.558,1
2.289,5
154,8
60,2 64,4
11
’32
1.385,3
2.551,4
2.273,0
154,8 61,2
65,6
4
’32
1.286,9
2.561,6
2.237,1 154,9
62,3
66,8
27Apr.’32
1.191,2
2.526,6 2.234,2
155,2
63,3
67,9
3Juni’31
598,3
1.583,6
2.484,4
168,4 80,1
84,2
i)-
Verhouding
totalerF goudvoorraad
tegenover
opeiechbare
schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding
totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover
idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ
HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
,-,
ata
Aantal
banken
D,s-I
conto’s
en
beleen.
1
Beleg-
gingn
1
krveI
bij de
F’
R.
banks
Totaal
depo-
sito’s
Waarvan
time
deposits
25Mei ’32
178
11.588 7.406
1.753
17.102
5.673
18
,,
’32
180 11.681
7.376
1.718 17.128
5.674
11
’32
175
11.717 7.423 1.682
17.224
5.709
4
’32
205
11.842 7.435 1.668
17.272
5.705
27Apr.’32
225
11.882
7.151 1.657
17.006
5.685
27Mei ’31
29
14.813 7.785
1.847
21.059
7.396
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
–
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
21 Juni 1932.
i)c t a r w c-markt was in de afgeloopen week hij voort-
clurilig flauw. Wel zijn op sommige dagen te Chicago en
te Vinnipeg de koersen aan de termijnmarktcn iets op.
geloopen doch spoedig ging de kleine verbetering verloren
en trad eene nieuwe verlaging in. De markten staan voor-11arneljk onder den iuvloed van de oogstberichteu uit het
zomertarwegebied in de Ver. Stateii en in Canada, n cloze
berichten lUi(jdeu over het algemeen gunstig. Warueer al
nu en clan werd gesproken over dreigend gevaar vati
sl)rinkhaueu en over de wenschelijkheid van regenval in
sommige gebieden, waar de grond begon uit te drogen, van ernstigen aard waren clie klachten niet en van ver-
sehilleucle zijden werd 01) zeer optimistische wijze gespro-
ken over de voorspoedige en snelle ontwikkeling van het
gewas. Over. wintc’rtarwe waren in het begin der week de
berichten minder gunstig en de markt heeft claarvaii
eenigen steuii ondervonden. Later echter kwanieti weder
betere berichten, terwijl uien spoedig grootei-e aanvoeren
verwacht daar in het Zuiden een begin met dorschen tis
gemaakt. Het is nog te vroeg om uit de eerste dorsch-
resultaten een oordeel over de opbrengst te vormen, de
kwaliteit schijnt alle reden tot tevredenheid te geven. Het
congres in de Ver. Sta-ten heeft de vercieeling van. nog 40 millioen bushels tarwe vat tien farm boarcl ouder cle
werk]oozen goedgekeurd. Wanneer deze vercieeling door-
gaat, zon de farmboard aan het einde van dit seizoen nog
50 millioen busitels over hebben, wat geen drukketide voor-
raad meer zon zijn. Ook cle vooruitzichten in Europa werk-
ten mede tot de flauwe stemming. In die landen, waar
wintertarw-c geleden heeft van het koude weder gedluren-
de het voorjaar, zijn de vooruitzichten alleugs beter ge-
worden. Alleen iii niiclden Europa verwacht men kleinere
dan geniiciclelde opbrengsten. In de Donaulanden zijn de
voornitzichten gunstig, hoewel ook daar tengevolge van
kleineien uitzaai geen oogst verwacht kan worden als in
het vorige jaar. De Boemeensche regeering aal in het
volgende seizoen geen geld voor uitvoerpremies beschik-
baar hebben, wat den uitvoer niet zal aanmoedigen. [ii
usland is de met zomertarwe bebouwde oppervlakte klei-
ner dan in het vorige jaar. Over de ontwikkeling der w’in-
tertarve zijn dc berichten gunstig. De Fransche regeering
heeft het toegestane percentage bnitenlandschc tarwe ver-
laagcl, .zoociat het op liet oogeublik 45 pOt. bedraagt. Onder
den indruk van de flauwe berichten betreffende de oog-
sten op het noordelijk halfrond hebben koopers een af-
wachtende houding aangenomen cii op latere aflaclirig niet
gekocht. Andere dan Noord-Amerikaansche soorten zijn
meegegaan in de prijsverlaging, in Australische tarwe kwa-
men tot dalende prijzen geregeld zaken tot stand van be-
perkten omvang. Tegen het einde der week verbeterde de
stemming aan cle buitenlandsche termijnmarkten en stegen
de koersen zoowel in-Noord-Amerika als in Argentinië
weder boven het in den loop der week bereikte laagste
punt. Oogstberiehten waren daarvan niet cle oorzaak. De
termijnmarkt te Chicago sloot 1 dollarcent per 60 lbs.
lager, die te Winnipeg Y2 dollarcent lager dan een week
geleden. Het slot te Buenos Aires was 4 centavos pci 100
KG. lager, te Rosario 5 centavos lager.
De r o g ge-markt was
01)
de meeste da.gen flauw’ met
weinig kooplust. In hoofdzaak werden zaken van beperk-
ten omvang gedaan in Canadeesohe rogge. De prijzen
fluctueerden matig in overeenstemming met de koersen
aan de termijnmarkt te Winmiipeg. Het slot te Witmnipeg
was 1 dollarcent per 56 ibs. lager. Te Chicago was het slot
% clollarcents lager. De vooruitzichten van den mienwen
oogst in Duitschland zijn gunstig en gedurende tien laat-
sten tijd verbeterd. De stemming aan de .Dui-the mark-ten voor oude rogge is niet vast, men meent, dat dc nog
aanwezige voorraden voldoende zijn om cle behoefte te dek-
ken tot cle nieuwe roe geleverd zal kunnen worden.
1-let aanbod van dadelijk leverbare m tc ï s verminderde
in de afgeloopen week snel en per slot van rekening was
clisponibele maïs moeilijk te vinden. De prijzen daarvoor
zijn iets gestegen tot gisteren het aanbod weder rinmer
was toen verschillende booten inmiddels waren binnen-
gekomen. De vraag was zeer bevredigend en flinke zaken
werden gedaan tot slechts weinig onder de hoogste betaal-
cle prijzen. Op aflading en in stoornencie booten bestond
ciringeid aanbod door afladers en de prijzen voor die posi-
ties zijn allengs iets gedaald. De groote verschepingen uit
Argentinië gedurende de laatste weken hebben cle koopers
niet geanimeercl om meer te koopen clan noodig -was 6ni
hunne verkoopen te reniplaceeren. De Donau is nog steeds
niet met grooterc hoeveelheden aan de markt en de ge-
504
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1932
AANVOEREN
in
tons van
100 KG.
Rotterdam
1
Amsterdam
Totaal
Artikelen
121
1
8
Juni
Sedert
Overeenk.
12118
Juni
Sedert
Overeenk.
1932
1931
1932
1
Jan.
1932
tijdvak
1931
1932
1
Jan.
1932
tijdvak
1931
22.481 688.751
578.223
–
7.408
9.515
696.159
587.738
239.127 162.784
105
1.045
105
240.172
162.889
Tarwe
……………..
Rogge
……………..7.494
14.180
11.636
– –
145
14.180
11.781
Boekweit
……………3.228
Maïs ……………….
20.347 613.844 515.269
–
148.785
118.246
762.629 633.515
2.332
181.485 300.023
–
7.271
21.615 188.756
321.638
101.446 143.147
–
2.542
1.410
103.988 144.557
Lijnzaad
…………..
1.246
..
128.824
109.849 7.503 193.768
266.375
322.592
376.224
Gerst
……………..
Haver
……………..711
47.747
42.118
–
50
204
47.797
42.322
Lijnkoek
……………550
m
398
.
..
1.042
11.925
56.736
808
7.942
17.746
19.867
74.482
Tarweeel
……………
Andere meelsoorten
21.954 22.150
–
7.096
7.674
29.050
29.824
vraagde prijzen zijn niet verleidelijk tegen dié voor Plato-
maIs. Aan de termijnmarkt te i3uenos Aires was het slot
voor mais
8
centa.vos per
100 KG.
]ager, te Rosanio
5
een-
tavos lager dan de vorige week.
De omzetten iii ge r st waren van beperkten omvang.
Spoedig verwachte partijen worden weinig aangeboden en
met een premie boven latere afladiug betaald. In ver-
band met de hooge prijzen, welke voor gerst worden ge-
vraagd in verhonding tot maïs en rogge, is de consumptie
van gerst beperkt en zijn koopers voorzichtig hij het doen
hunner inkoopen. In. hoofdzaak wordt Canadeesche gerst
aangeboden, van Platagerst iis het aanbod klein en ook
het aanbod van Donaugerst bepaalt zich tot enkele par-
tijen. De prijzen voor Canadeesche gerst zijn in het begin
der week iets teruggeloopen, doch later trad verbetering
in in overeenstemming met cciie prijsverliooging aan de
termijnmarkt te Wirunipeg. Deze sloot
1%
dollarcents per
48
Ibs. lager dan een week geleden.
De omzetten in h av e r blijven beperkt, terwijl het aan-
bod niet dringend is. Canadeesche haver is duur tegenover
andere voederartikelcn. Het slot te Winuuipeg vas
3.
4
dol-
larcent lageT dan een week geleden . itueuuos Aires sloot
voor haver
15
centavos lager.
SUIKER.
De vaste .stenumung der voorafgaande week kon, zich ge-
durende de afgeloopert week 01) de verschillende suiker-
markten handhaven.
De President van Cuba heeft ccii decreet geteekend,
waarbij bepaald wordt, dat het surplus van dit jaar in
:1933
verscheept zal w6rdcn, terwijl het ex
–
port-quotum voor
de Ver. ‘Staten in
1933
niet grooter mag zijn dan hetgeen
er dit jaar werkelijk naar Amerika verkocht zal zijn.
Verder loopen reeds eenigen tijd geruchten, dat een
bepaalde groep in Cnba uit dcii Aitjarigea oQgat
800.000
tons vrijwillig zonde •blo’kkeeren totdat de prijs
1.12
d.e.
of Qiooger zal zijn.
Het is begrijpelijk, dat deze berichten tot ccii zeer vaste
stemming in A in e r
ik
a aanleiding gaven. Voor ruwe sni-
kers werd achtereenvolgens
0.70 ‘dc., 0.75
(ic. en
0.80
dc.
betaald. Verkoopers, vooral ‘Cnba, ‘tooncu zich daarbij
uiterst gereserveerd.
De
N
e
w-Y
OT
k se
Ii
e termijnmarkt was zeer vast, be-
halve op den laatsten benrsdag toen de noteeringcu enkele
pnnten lager alkwanien. Loco suiker verbeterde echter op
dien dag nog 10 ‘punten. Het slot luidde als volgt: Juli
0.80;
Sept.
0.87;
Oct. 0.90;
-Dec.
0.93
en Jan.
0.94;
ter-
wijl de laatste noteer’ung voor
Spot
Centr.
2.90
‘bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Sta-
ten bedroegen deze week
41.000
ton’s, de’versmiltingeu
45.000
tons tegen
53.800
tons verleden jaar en de voor-
raden
342.000
tons tegen
325.700 ous.
STATISTISCH OVERZICHI
GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN
EIEREN
MINERALEN
TARWE
7
.
.
a
R000E
MAIS
GERST
LIJNZAAD
BOTER
KA
‘
ammer
Ed
S
EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalsche/
PETROLEUM
ata oco
No. 2 Canada
La Plata
No.3Canada
La Plata
per K.G.
uiiaar
0cm. not.
Hollandsche
Mid. Contin,
Cude
rçotter am,
loco
Rotterdam
loco
R’dam/A’dani
loco Rotter-
dam per
loco
R’danu/A’dam
Leeuwar-
der Comm.
a
rue
S
Eiermijn Roermond
bunkerkolen, ongezeeld f.o.b.
33 tjfli 33.90
Amster am
per I00K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
2000 K.G.
per 1960 K.G.
Noteering
ki
aas
k
.
iii/iii
p. 100 st.
R’damJA’dam
Bé
S.
g.
per barrel
.
per 1000 K.G.
f1.
0/
o
11.
Ol
o
f1.
°/o
11.
Q/
f1′.
0
!
0
f1
0
/0
f1.
01
t!.
°Jo
f1.
0/0
$
°/o
1925
17,20
100,0
13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56.-
100,0
9,18
100,0 10,80 100,0
1.68
100,0
1925 15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15 88,8
17,90
165,7
1.89
112,5
1927
14.75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
–
78,4
2,03
87,9
43,30
77,3 7,96
86,7
11,25
104,2
1.30
77,4
1928
13,47
5
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00 78,5
2,11
91,3
48,05 85,8 7,99 87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12.25
71,2
10,87
5
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
2,05
88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
11,40
105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5
56,3
6,22
5
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
1,66
71,9 38,45
68,7
6,72 73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
1931
5,55
32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
1,34
58,0 31,30
56,9
5,35 58,3
10,05
93,1
0.58
34,5
Jan.
1930
Pebr.
12.675
73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6 43,95 78,5
7,55 82,2
11,75
108,8
1.21
72,0
11,72
68,2
8,176
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2
2,03 87,9 41,15 73,5
6,90
75,2
11,75
108,8
1.11
66,1
Maart
10,90
63,4
7,15
54,7
143,50
‘
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
1,71
74,0 41,25
73,7 5,18
56,4
11,55
106,9
1.11
66,1
April
,,
11,175
65,0
7,625
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
‘
93,2
1,50
64,91 36,50
65,2
5,16 56,2
11,35
.
105,1
1.165
69,3
Mei
,,
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00 87,6
1,44
62,3 37,20 66,4
5,30 57,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Juni
10,05
58,4
5,175
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50 83,4
1,54
66,7
37,
66,1
5,09 55,4
11,35
105,1
1.185
70,5
juli
9,55
55,5
5,82
5
44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75 74,8
1,72
74,5 39,90 71,3
5,99
65,3
11,35
105,1
1.18
5
70,5
Aug.
,,
9,45 54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00 78,9
1,58
68,4 40,20 71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.18
5
70,5
Sept.
,,
8,40
48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9
318,75 68,9
1,64
71,0
37,55
67,1
7,23 78,8
11,35-
105,1
1.185
70,5
Oct.
7,40 43,0 4,62
5
35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25 60,8
1,63
70,6 36,90 65,9
8,60
93,7 11,35
105,1
1.185
70,5
Nov.
7,25
42,2
4,25
32,5
94,50
40,8
82,25 34,9
270,75 58,5
1,58
68,4
36,50
.
65,2
9,63
104,9 10,90
,
100,9
0.85
50,6
Dec.
,,
7,07
6
41,1
4,30
32,9
96,00
41,5
91,00 38,6 247,75
53,6
1,55
67,1
33,50
59,8
7,97
86,8
10,85
100,5
0.85
50,6
Jan.
1931
6,525
37,9
4,-
30,6
84,50
36,5
86,25 36,5
207,50 44,9
1,61
69,7
32,25 57,6
6,63 72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
‘
Pebr.
,,
5,775
33,6 3,90
29,8
87,50
37,8
85,75 36,3
206,25 44,6
1,66
71,9
33,80
60,4
6,21.
67,6
10,30
95,4
0.85 50,6
Maart
,,
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3′
1,47
63,6
35,00
62,5
4,94.
53,8
10,30
95,4
0.66
39,3
April
5,90
34,3
4,42e
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60
56,4
4,20 45,8
10,15
94,0
0.53
31,5
Mei
,,
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,076
44,4
10,00
92,6
0.53
31,5
Juni
,,
5,75
33,4
5,05
38,6
86,75
37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
1,29
55,8 33,50
59,8
4,30 46,8
10,00
92,6
0.34
5
20,5
Juli
5,425
31,5 4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0
211,00
45,6
1,32
57,1
37,75
67,4
4,40 47,9
10,00
92,6
0.24
14,3
Aug.
4,975
28,9
4,02
5
30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
1,30
56,3
36,00
64,3
4,98
54,2
10,00
92,6 0.435 25,9
Sept.
,,
4,775
27,8
4,27
0
32,7
68,00
29,4
97,00
41,1
164,25
35,5
1,27
55,0
32,25 57,6 5,775
62,9
10,00
92,6
0.56
33,2
Oct.
5,-
29,1 4,475
34,2
68,50
29,6
94,75
40,1
160,25
34,6
1,24
53,7
26,25 45,9 6,275
68,4 9,90
91,7
0.56
33,2
Nov.
5,825
33,9
5,476
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
1,17
50,6
24,75 44,2
7.07 77,0 9,90
91,7
0.68
40,4
Dec.
–
4,925
28,6
4,95 37,9
69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
1,18
51,1
21,40 38,2 5,325
58,0
9,90
‘91,7
0.71
42,3
Jan.
1932
5,05
29,4
5,07
5
38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
31,0
1,16
50,2
25,75
46,0
4,71
51,3
8,25
76,3
0.71
42,3
Febr.
•
5,30
30,8
5,075
38,8 74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
1,34
58,0
27,75
49,6
3,79
41,3
8,25
76,3
0.71
42,3
Maart
5,525 32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
,
50,0
143,25
31,0
0,98
42,4
23,65 42,2 3,425
37,3 8,35 77,3
0.71
42,3
April
‘Mei
5,65
32,7
6,225
47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
I35,25
29,2
0,99 0,82
42,9
35,5
19,60
35,0 2,775
30,2
8,65
‘
80,1
0.86
51,2
6 Juni
13
5,60 5,60
32,6
32,6
5,30
4,30
40,5 32,9 78,00 78,00 83,00
33,7
33,7
35,9
116,00 101,00
106,00
49,2 42,8 44,9
l30,25
130,00
129,50
28,2
28,1
28,0
1,-8
1,159
43,3 49,8
1
9,65
24,-8
24,500
35,1
42,9 43,8
2,88
2,85
3,05
31,4
31,0 33,2
8,30 8,30
76,9 76,9
0.86
0.86
51,2 51,2
,
20
,,
,,
5,30 5,05
30,8 29,4
4,20 4,05
32,1
31,0
77,50
33,5
107,00
45,8
128,00
27,7
1,15
10
49,8
24,50)
0
43,8
3,075
33,5 8,30 8,20
76,9 75,9 0,86
0,86
51,2 51,2
1)
Men zie voor de toet. op dezen staat de nos. van 8 en 15 Aug. 1928 (No. 658 en 659) pag. 689/90 er 709.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2.
3)
Tot Jan. 192e
Zuid-Russische.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 1932 6415 K.G. Zuid-Russische.
2 Ju.. -9b2
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
505
De laatste 0 u b a-statistiek is als volgt:
1932
1931
1930
tons
tons
tons
Productie …………….2.700.000
3.122.186
4.671.260
Ontvangsten ………….26.218 23.752 46.747
Totaal sedert
l
f
l
………
1.175.456 1.432.159 2.811.232
Verschepingen ………..45.532 34.913 68.077
Voorraad afscheephavens . 1.201.430 1.663.875 1.659.891
W iii e t t & Ci r a y raamt de consumptie der geheele
w
c r e 1 cl gedurende 1931 op 26.679.000 tons. Het cijfer
voor 1930 was 25.272.000 en voor 1929 26.080.000 tons. En E n ge 1 a ii cl bestond goede kooplust voor ruwe sui-kers, waardoor cle prijzen geleidelijk konden verbeteren tot en. 5h. 513 voor r,jetsuikcr.
De L o ii d e n s c li e termijnmarkt was willig met flinke
omzetten tot aantrekkende prijzen. Het slot luidde als
volgt: Aug. Sh. 512
1
4,
Dec. Sh.
5/514,
Mrt.5h.
5/814 en
rei 5h.
5/1014;
ilietsuiker basis 96 pOt. c.i.f.
Op J a v a verkocht de V.I.S.P. ruim 13.000 tons Supe.
noor.
H i e r t e 1 a n cl e w’as de stemming aanvankelijk af.
vachtend. De noteeringen op cle A m s t e r d a in s c h e termijnmarkt trokken dan ook slechts langzaam aa.n. Pas
op den laatsten beursdag, toen cle berichten uit het bui.
tc’nland zeer vast bleven, trad ook hier goede kooplust
anti den dag en stegen cle noteeringeli met
f
8
/s, waardoor
het slot cle volgende cijfers toonde: Aug.
f
6 Dec.
f
6
7
f8 en Maart
f
7%
.
KOFFIE.
it artikel verkeerde in cle afgeloopen week wederom
iii vaste sterniiiing. In overeenstemming met een verdere
lichte stijgin.g van den wisselkoers in Brazilië liepen cle
kost- en vrachtprijzen van Rio en
van
Santos in de meeste
gevallen nog
14
et. per
14
K.G. op. Ook Nederla.nclsoh.
indië was, na cle kabnere stemming van de vorige week,
wederom vast cii de cif.p.rijzen der ongewassehen Sumatra
Robusta-soorten stegen
14
ii
14
ot. per 34 K.G., waartegen.
over gew’asschen Robnsta onveranderd bleef.
De in de afgeloopen week in de havenplaatsen van i3ra-
zilië vernietigde hoeveelheid bedroeg volgens ogave van
den Koffie.Baacl 50.000 halen Santos, 11.000 balen Rio en
6.000 balen Vietoria, tezamen 67.000 balen. Sedert 1 juli
zijn thans vernietigd 3.711.449 balen Santos, 979.945 balen
Rio en 313.093 balen Vidtoria, tezamen 5.004.487 balen.
Met de 559.000 balen, vOSr 1 Juli 1931 vernietigd, komt
nu cle geheele hoeveelheid op 5.563.487 balen.. Bovendien is
bekend gemaakt, dat in de week, eincligettde op 11 Juni,
te Sao Paulo verbrand zijn 232.800 balen, waardoor de
hoeveelheid van cle aldaar vernietigde koffie in totaal
gestegen is tot 2.400.100 balen. Op verschillende andere
plaatsen zijn sedert 1 Juli nog verbrand 85.100 balen.
Ook ditmaal was de hoeveelheid, clie te Sao Paulo ver-
brand is, weder zeer groot. In den laatsten tijd bedroeg
zij per week telkens ongeveer 160.000 fi. 280.000 bn., vat
met de vernietigde koffie in de havenplaatsen een weke-
lijksch kwantum vormde van ongeveer 220.000 fc 340.000
bn. Dat op deze wijze niet onbeperkt zal kunnen worden
voortgegaan is meer dan w’aarschijnlijk, want, zooals reeds
vroeger te dezer plaatse is uitgerekend, stelt het extra
uitvoerrecht van 15 goudshillings (vanaf 3 Mei: van 55
Milreis) per baai den Koffieraad in staat voor elke haal,
die uitgevoerd wordt, ongeveer een halve baal van de
ordinaire kwaliteiten op te koopen voor vernietiging. Aan.
gezien nu de statistiek uitwijst, dat de consumptie in
Europa zoowel als in Amerika onder den invloed van de
werelcicrisis af nemende is, moet voor het volgend seizoen
denkelijk gerekend worden op een totaal verbruik van
23
1
/, A.
24 millioen balen. Hiervan blijft na aftrek van
10 millioen halen voor de ,,Milcls” 1.3% A 14 millioen balen
voor Brazilië over. Deze hoeveelheid zou volgens de hier.
bovengenoemde becijfering den Koffieraad in staat stellen
in het volgend oogstjaar voor vernietiging aan te koopen
ongeveer 7 millioen balen, of per week ongeveer 135.000
balen. De verklaring, dat op
het
oogenblik zooveel groo.
tere hoeveelheden verbrand worden, is wellicht te zoeken
in de omstandigheid, dat het tegen het einde van het
vorig jaar door de Braziliaansche Bank aan den Koffie.
raad verleende crecliet van 300.000 Conto’s thans ook wordt
verbruikt. Wanneer dit juist is, zal uit dat crediet, te.
zamen met de opbrengst van het uitvoerrecht, nog gerui.
men tijd met vernietiging op de tegenwoordige sehaal kun. nen w’orden voortgegaan. Zoocira het erediet echter uitge.
put raakt, zal alleen op de opbrengst van het uitvoer-
recht moeten worden geteerd, tenzij Brazilië dan kans
mocht zien weder nieuwe bronnen aan te boren. Het is
trouwens duidelijk, dat, nu het systeem van vernietiging
VAN
GROOTHANDELSPRIJZEN’)
METALEN
TEXTIELGOEDEREN DIVERSEN
ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER
TIN
LOOD
KATOEN
WOL
gekamde
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
cash Londen
per
Foundry No.
3
Standaard
Locoprijzen Iocoprijzen Locoprijzen
Middling
locoprijzen
Australische, Australische,
CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf, open
SALPETER
Gid. per
Standard
f.o.b.
Middlesbrough
Londen
Londen per
Eng. ton
Londen
per Eng. ton
New-York
Merino,
Av.
loco Bradford
nial Carded,
kop
lOO KG.
Ounce
per Eng. ton
per Eng. ton
per Ib.
per Ib.
50’s
Av. loco
57-61
pnd.
netto
Bradford per Ib.
pence
0
10
Sh.
o/o
£
0
10
£ 0
10
£
0
/0
$
cts.
Olo
pence
01
pence
0f
f1.
01
f1.
0
10
32
1
1s
100,0
731-
100,0
62.116
100,0
261.171-
100,0 36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
28″.1
89,3
86/6
118,5
58.11-
93,5
290.1716
111,1
31.116
85,3
17,55
75,5
47,25
85,9 24,75
83,9
28,46
/
82,0
11,61
96,8 26
3
14
83,3
731-
100,0
55.141-
89,7
290.41-
110,8
24.41-
66,4
17,50
75,3
48,50 88,2
26,50
89,8
40,43
116,5 11,48
95,7
261/
1
6
81,1
661-
90,4
63.161-
102,8
227.51-
86,8
21.11
57,8
20,00
86,0
51,50 93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7 24
7
/16
76,2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.15,6
77,8
23.51-
63,8
19,15
82,4 39,
70,9
25,251
85,6
32,25 92,9
10,60
88,3
17
19
/16
55,4
671-
91,8
54.131-
88,0
142.51-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
13
1
/
41,6
551-
75,3
36.51-
58,4
110.11-
42,0
12.11- 33,1
8,60 37,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
20
1
5116
65,3
7216
99,3
71.916
155,1
174.131-
66,7 21.111-
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3
20
1
/8
62,6
72/6
99,3
71.12/6
115,4 174.41-
66,5
21.41-
58,2
15,45
66,4
28,50 51,8
17,75
60,2
24,50
70,6
10,21
85,1
194
59,5
701-
95,9
68.1916
111,1
165.181-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9
69,2
10,21
85,1
19
9
/16
61,0
6716
92,5
61.31- 98,5 161.17/6
61,8
18.6(6
50,3
16,45
70,8
27,25 49,5
17,25
58,5
24,13
69,5
10,21
85,1
18116
59,0
67i6
92,5
53.91-
86,1
145.-1- 55,4 17.16/- 48,9
16,50
71,0
28,75 52,3
18,00
61,0
26,25
75,6
10,21
85,1
16’/1
50,0
6716
92,5
50.116
80,7
136.416
52,0 17.19/- 49,3
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3 26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9
67/6
92,5 48.21- 77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3
27,00
49,1
16,75
56,8 24,25
69,9
9,18 76,5
16
3
/8
51,0
651-
89,0
47.151-
76,9
135.516
51,7
18.61-
50,2
11,95
51,4
27,25
49,5
16,50
55,9
24,88 71,7
9,28
77,3
161
1
116
52,0
6316
87,1
46.61-
74,6
132.61-
50,5
17.181-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,50 76,4
9,39 78,3
16
1
/2
51,5
63/6
5
87,1
43./
69,3
117.13/-
44,9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44,5
14,50
49,2
26,25 75,6
9,49
79,1
16
5
/
51,9
636
6
87,1
46.8/6
74,8
113.161-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
25,25 72,8
9,70 80,8
1651
51,9
63,66
87,1
47.6/6
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9
9,95 42,8
22,50
40,9
12,50
42,4
72,0
9,90 82,6
13
7
18
43,2
6016
82,9
45.716
73,1
116.81-
44,4
14-16
38,5
10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
125
38,9
586
80,3
45.116
72,6
117-16
44,7
13.56
364
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
13
7
166
41,8
5816
80,3
45.1/6
72,6
122.1/-
46,6
13.316
36,2
10,90
46,9
25,25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
13
1
/8
40,9
58,6
80,3
42.1516
68,9
113.4/-
43,2
12.101-
34,3
10,25
44,1
24,50 44,5
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
12
16
116
40,3
5816
80,3
39.66
63,4
104.171-
40,0
11.10/6
31,6
9,40
40,4 23,50 42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
12
7
18
40,1
5816
80,3
36.6/6
58,5
106.216
40,5
11.1116
31,8 9,10
39,1
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1 13
5
1,
41,2
5816
80,3
34.141-
55,9
112.5/6
42,9
12.15/6
35,1
9,25
39,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4 8,26
68,8
12
1
366
39,9
58/6
80,3
32.15/-
52,8
114.196
43,9
11.1916
32,9
7,20 31,0
22,25
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,-
58,3
1
3
5
11G
41,4
5516
76,0
30.316
48,6
111.16/-
42,7
11.41- 31,1
6,55 28,2
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9 6,50 54,2
13
1
/16
43,0 46
1
–
63,0
28.216
45,3
101.1/6
38,6
10.96
28,8
6,30 27,2
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3 6,65 55,4
14
1
12
.45,1
4416
61,0
27.1916
45,1
102.-1-
39,0
11.51-
30,9
6,40 27,5
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3 6,80
56,7
1451
44,6
41,6
56,8
27.6/6
44,2 98.1716
37,8
10.161-
29,6
6,30
27,2
16,25
29,5
9,00
30,5
—
–
6,95 57,9
13
7
/8
43,2
4116
56,8
27.1416
44,7
98.18/-
37,8
10.141-
29,4 6,65
28,6
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5
7,10
59,2
14
43,6
4116
56,8
26.41- 42,2
99.216
37,9
10.51-
28,1
6,90
29,7
16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25
60,4
13
3
42,8
441-
60,3
24.181-
40,1
96.61-
36,8
9.9/-
25,9 6,90 29,7
16,50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5 7,40
61,7
131
/8
40,9
45/-
61,6
23.8/-
37,7 84.1516
32,4
8.1616
24,2
6,25
26,9
16,50
30,0 9,00 30,5
9,25 26,7
7,40
61,7
125/8
39,3
441.
60,3
21.6/-
34,3
89.1316
34,2
8.-1-
22,0 5,80 24,9
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88 25,6 7,40
61,7
12717
40,1
4416
61,0
20.816
32,9
89.18/-8
34,3
7.81-
20,3 5,20 22,4
1
15,25
11
27,7
8,0011
27,1
7,40
61,7
125is
39,3
1
44/-
60,3
20.91-
33,0
81.71-
31,1
7.216
19,6
5,15
22,2
15,25
12
27,7
7,7510
26,3
7,40
61,7
12
5
/1e
39,1
1
4316
59,6
20.181-
33,7
84.1616
32,4
7.4/6
19,8
5,30
22,8
15,25
13
27,7
7,7511
27,7
7,40
61,7
Western; vanaf Jan.
1928
tot
16 Dec.
1929
Ainerican No. 2, van 16 Dec.
1929 tot 26 Mei
1930
7415 K.G. Hongaarsche, vanaf 26 Mei
1930
tot 23 Mei
1932 74 K.G.
)
Noteering Schotland 5916. 6)581.
7)
4 Juni.
8)
3 Juni.
9
)10 Juni.
10)
17 Juni.
11)
2 Juni.
12)
9 Juni.
13)
16 Juni.
506
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 Juni 1932
eenmaal gekozen is, alleen verbranding in grooten omvang
eenige vermindering van beteekenis in de teruggehouden-
voorraden brengen kan, want, nu de volgende oogst van
Brazilië op het oogenblik wel niet groot maar toch, zoo-
als in het vorig Overzicht is vermeld, al 01) 161/21 A 17 millioen balen wordt geraamd, zou een verbruikivan 134
IL
14 millioen balen weder een overschot beteekenen, al is
het dan ook slechts een van 3 millioen balen. Een vernie-
tiging van 7 millioen balen alleen, bekostigd uit het uit-
voerrecht, zou dan slechts een voorraadsvermindering van
4 millioen balen ten gevolge hebben, wat bij de enorme
grootte der voorraden (begin vorige maand bedroegen zij
nog 26.715.000 balen) slecits onbeduidend zou kunnen wor-
den genoemd. Bovendien moet niet uit het oog worden
verloren, dat het voorschot van cle Bi-aziliaansche Bank later weder zal moeten worden terugbetaald, en wanneer
dit zou moeten geschieden uit de opbrengst van het uit-
voerrecht, zou dan weder zooveel minder geld beschikbaar
komen voor opkoop ter vernietiging. Begrijpelijk is het
dan ook, dat onder deze omstandigheden het vertrouwen
alom nog altijd niet groot is en dat de handel overal nog
zeer beperkt blijft.
Dezer dagen is bekend gemaakt, dat cle dagelijksche aan-
voeren in de hwven van Rio zullen worden verminderd op
12.950 balen en dat dit besluit genomen is ten einde den
voorraad in de afscheephaven op lager peil te houden.
De kost- en vranhtaanbiedingen van Santos, omgerekend
in cents per
4 NO.,
komen op het oogenblik uit: voor
gewoon goed beschreven Superior Santos op promptc ver
scheping op ongeveer 28> it 2934 ct., voor dito Prime
Santos op ongeveer 2934 & 30 ct. en voor Rio type New.
York 7 met beschrijving, prompte verscheping, op onge-
veer 22
5
/8
6. 23% ct.
In Nederlandsch-Indië zijn de prijzen van Palembang
Robusta met % ct., van Benkoelen Robusta met
34
ct. en
van Mandheling Robusta met
34
et. gestegen, doch ge-
wasschen Robusta bleef onveranderd. De noteeringen in
de eerte hand zijn op het oogeublik:
Palembang Robusta, Juni/Juli verscheping, 17% ct;
Benkoelen Rohusta, Juni/Juli verscheping, 18 ct.; Mand-
heling Robusta, Juni/Juli versoheping, 1934 ct.; W.I.13.
f.a.q. Robusta, Juni/Juli verscheping, 23 ct., alles per
34
NO.,
elf, uitgeleverd gewicht, netto contant. Aan de Rotterdamsohe termijnmarkt liepen cle noteerin-
gen
34
i.
3/s
ct. op. September staat thans
2234
et. en de
verder verwijderde itiaanden staan 22 ct. per
K.G. ge-
noteerd.
De officieele loco.noteeringen bleven onveranderd 24 ct.
per
34
K.G. voor Bobusta en 29 ct. voor Superior Santos.
De slot-notecringen te New-York van liet aldaar gel-
dende gemengd contract (basis
Bio
No. 7) waren:
Sept.
Dec.
Mrt.
Mei
20 Juni …………. $ 6.34
$ 6:29
$6.29
$ 6.30
13 Juui ……………6,26
,,
6.16
6.14
6.14
6 Ju.ni . ………… ., 6.41
,, 6.30
., 6.32
6.32
27 Mei …………..,, 6.48
., 6.38
,, 6.40
11
6.40
Rotterdam, 21 Juni 1932.
THEE.
De stemming op de tbeemar.kt te Londen heeft in de
afgeloopen week weinig verandering te zien gegeven. De
goedkoope theeën waren gevraagd en ten volle prijshou-
dend, terwijl dc superieure theeën dikwijls in prijs terug-
liepen.
Van cle Java- cii Sumatra-theeën waren de soorten met
geelpunt iets beter in prijs, doch de overige sorteeringen
waren meestal prjshouclend.
Voor Britsch-:[ndische soorten varen de prijzen dcr
Goed Midden G.O.P.’s van
34.
tot 3 d. lager, terwijl de
goedkoopc thcën evenals bij cle Java cii Sumatra-soorten,
vast waren.
Voor Cey]oii-theeën bestond weinig belangstelling voo-
dat de prijzen van 34-2 d. lager w’a.rcri
Volgens publicaties des’ Vereeniging voor de Thce-cul.
tuur in Ned.-Indië bedroeg de aanvoer van thee in hct
Vereenigd Koninkrijk gedurende de maand April 26.3 mil-
lioen lbs. en gedurende Mei 31.6 millioen lbs., waartegen-
over gedurèude clezelide maanden van 1931 resp. 26.4
millioen
Fbs.
en 25.3 millioen.
De uitvoer beliep in April 7.4 inillioen lbs. (v.j. 9
md-
lioen), in Mci 1.3 inillioen 1/is. (v.j. 5.9 millioen). De totale
aanvoer Jan uarifMei bedroeg in 1932 190.3 milliocu Jbs., tegenover 178.4 in 1931, terwijl de uitvoer gedurende die-
zelfde periode 28.7 miFlioen bedroeg (v.j. 36.1 millioen).
De Netto-uitvoer van China bedroeg gedurende 1931
41.440.000 K.G. tegenover 40.584.000 K.G. in 1930.
De thee-uitvoer van Sumatra beda’oeg voor de maand
Mej 979.000 K.G. (v.j. 1.211.000 NO.), Gedurende Januari/
Mei beliep deze 5.661.000
R.G.
(v.j. 5.159.000 1KG.).
Amsterdam, 20 Juni 1932.
Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.
DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS
VURENHOUT
RUBBER’)
SUIKER KOFFIE
THEE
Bruto-
gewicht
v.
d.
o 2
88
basis 7″ f.o.b. Zweden!
Standaard Ribbed Smoked
Witte kristal-
Robusta
AfI. N.A. theev.
COPRA
Ned.-lnd. f.iii.S.
buit, handel
liii
0>-
Finland
Sheets
suiker loco
R’dam/A’dam Locoprijzen
Rotterdam
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
per 100 K.O.
Nederland
1925= 100
‘5o
II
per standaard
van 4.672M
3
.
loco Londen per Ib.
per 100 K.G.
per
1
12
K.G.
tratheep.IJ2KG.
Amsterdam
2
In
–
.
–
Uit
voer
voer
f
Olo
Sh.
Ol
o
f1.
0
10
cts.
0
(0
cts.
01
0
f
010
1925
159,75
100
2111,625 100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87
1
100,0
100
100
100,0 100,0 1926 153,50
96,1
2/-
67,4
17,50
93,3
55,375
90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
112 128
93,2 92,9
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,12
8
102,0
46,875 76,4
82,75
97,9
32,625
90,9
113 116
95,4 89,5
1928 151,50
94,8
-110,75
30,2
15,85
84,5
49,625
80,9
75,25
89,1
31,875
88,9
118 128
96,4 87,6
1929
146,00
91,4
-/10,25
28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
69,25
82,0
27,375
76,3
122
132
91,6 82,6
1930 141,50
88,6
-15.875
16,5
9,60 51,2 32
52,1
60,75
71,8
22,62
5
63,1
124 135
75,5
69,4
1931
110,75
69,3
-13
8,4
8,-
42,7
25
40,7
42,50
50,3
15,376
42,9
117
136
62,6 57,9
Jan.
1930
147,50
93,9
-17,375 20,7
11,676
62,3
35
57,0
60,50
71,6
26,87
5
74,9
128 136
84,5 76,9
Febr.
147,50
92,3
-18
22,5
11,40
60,8 35
57,0
58,25
68,9
26,37
5
73,5
112 126
81,3
75,2
Maart
147,50
92,3
-/7,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
25,25
70,4
125
131
78,7
74,2
April
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
56,3 35
57,0
59,50
70,4 26,12
72,8
115
127
78,7
72,8
Mei
145,00
90,8
-16,875
19,3
9,80
52,3
34,75
56,6
58 68,6
25,50
71,1
132
132
76,1
72,0
Juni
»
145.00
90,8
-16,125
17,2
9,775
52,1
33 53,8
58
68,6
22,876
63,8
131
133
76,1
70,4
Juli
»
142,50
89,2 -15,625
15,8
9,27
5
49,5
31,50
51,3 55,50
65,7
21,75
60,6
138
141
74,2 69,3
Aug.
142,50
89,2
-14,875
13,8
8,50
45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129 145
73,5 67,9
Sept.,,
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,975
42,5
28,25
46,0 59,50 70,4
19,25
53,7
122 126
72,3 65,4
Oct.
132,50
82,9 -14
11,2
8,626
46,0
29
47,3 66,50
78,7
18,75
52,3
128
152
71,6 64,6
Nov.
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47,3
68,25 80,8
19,375
54,0
121
139
71,0
63,3
Dec.
,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,20
43,7 29
47,3 66,75 79,0
19,-
53,0
105
129
69,0 61,3
Jan.
1931
125.00
78,2 -14,25
11,9
8,20
437
28
45,6 66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7
59,2
Febr.
125,00
78,2
-/3,875
10,9
8,20
43,7
26,25 42,8 53 62,7
18,125
50,7
96
121
671
59,4
Maart
125,00
78,2
-/3,75
10,5
8,30
44,3 25,50 41,5 45
53,3
18,625
51,0
107 140
66
:5
59,1
April
125,00
78,2
-3,125
8,8
8,575
45,7
24,75 40,3
43
50,9
17,50
48,8
110
138
65,8
58,4
Mei
,,
125,00
78,2
-/3,125
8,8
8,50
45,3
25
40,7
40,25
47,6
15,37
6
42,9
114
141
65,8 56,8
,,
110,00
68,9
-13,125
8,8
8,57
6
45,7
25,75
42,0 39,50
46,7
14,125
39,4
127
133
64,5 56,8
ju
ni
li
110,00
68,9
-13 8,4
8,77
5
48,6
27
44,0
–
38,25
45,3
15,-
41,8
138
153
62,6 55,8
Aug.,,
100,00
62,6
-12,5
7,0 7,90
42,1
25,50 41,5
38,50
45,6
14,125
39,4
122
142
60,6 55,6
Sept.
100,00
62,6
-12,375
6,7
7,525
40,1
23,75 38,7
37,50 44,4
13,375
37,3
125
146
58,7
58,1
Oct.
‘, 100,00
62,6
-12,375
6,7
7,55
‘
40,3
23
37,5 37,75
44,7
13,25
36,9
119 146
58,7
58,5
Nov.
100.00
62,6
-12,25 6,3
7,15
38,1
23
37,5
37 43,8
13,75
38,3
113 132
58,7
58,8
Dec.,,
82,50
51,6 -12,25 6,3
6,75
36,0
23
37,5
35
41,4
12,75
35,5
115 114
54,8 58,8
lan.
1932
82,50
51,6 -12,125 6,0 7,35
39,2
23
37,5
32 37,9
13,12
5
36,6
103
107
54,2 58,4
1ebr.,,
82,50 51,6
-12
5,6 7,05
37,6
23
37,5
30 35,5
14,50
40,4
86
III
53,5
59,8
Maart
70,00
43,8
-11,625
4,6
6,25
34,8
23
37,5
31
36,7
14,75
41,1
87
116
52,9 58,3
April
70,00
43,8
-11,5
–
4,2 5,90
31,5
23
37.5 29,25 34,6
14,-
39,0
89
110
51,6 56,0
Mei
,,
70,00
43,8
-11,5
4,2 5,625
30,0
23,50
38,3 30,25
35,7
13,25
36,9
89
107
51,0 54,0
6 Juni
70,00
43,8 -11,375 3,9 5,75 30,7
24
39,1
27,50
2
32,5
12,50
34,8
13
,,
,,
70,00
438
-11,3125
3,7
6,-
32,0
24
39,1
12,25
34.1
20
,,
,,
70,00
43,8
-/1,3125
3,7
6,75 36,0
24
39,1 12,625
35,2
5)
Jaar- en maandgem. afger.
op ‘Is
pence.
2)
9 Juni.
N.B. Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept. zijn op goudbasis omgerekend