Ga direct naar de content

Jrg. 16, editie 832

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 9 1931

9 DECEMBER 1931

AUTEURSREChT VOORBETIOUDEZV.

Economisch,-eStat1

6
st1*sche

B

erichten –

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN
EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

16E JAAROANO

WOENSDAG 9 DECEMBER 1931

No. 832

!N,STITUUT VOOR ECONOMIBCHE OEBCHRIFTEN.

Algemeen Secretaris:
Prof.
Mr. Dr. G. M. Verr’ijn Stuart.

• ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.

COMMISSIE
VAN
ADVIES:

Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. Al. Verrijn Stuart.
Redact eur-Secret aris: R. M. R. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon’Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, s. G’ravenhagc. Postchèque- en .jiro-rekening
No. 145192.

8 DECEMBER 1931.

In ‘den toestand van de geldmarkt kwam niet de
minste verandering. De vraag naar geld bleef uiterst
gering, aliden kon men géduren.de de eerste dagen der
week spreken van een inkrimping ‘van het aanbod.
Cail geld bleef echter onveranderd op
Y2
1
pOt.; het
was echter nog niet eens mogelijk het gehdele aanbod
te plaatsen. De rente voor particulier disconto schom-
melde omstreeks
15
/16
pOt., terwijl de pi-olon’gatierente
van 1 X pOt. tot 1 pOt. teruggebracht werd.

*

S

Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank blij-
ken de b.innenlandsc’he uitzettingen aanmerkelijk te
zijn teruggeloopen. De posten ‘binnenlandsc’he wissels
en ‘beleeningen daalden respectievelijk met
f 19
mil-
lien en
f
3,6
millioen. De post papier op .het buiten-
land Seef t een toeneming te zien van
f
18
millioen,
waarmede correspondeert een vermindering van de
diverse rekeningen onder de activa ‘der Bank van

f
17,8
millioen.
De metaalvoorraad vermeerderde met
f
2,1
inillioen
als gevolg van een
stijging
van den goudvoorraad met

f
2,7
millioen en een daling van den voorraad zilver
groot
f
600.000.
Het gedeelte van den metaalvoorraad
in het buitenland gedeponeerd is wederom vermin-
derd, thans met bijna
f
1,5
millioen.
Aan de passiefzijde der balans geeft zoowel ‘de post
biljetten in omloop, als de post saldi in rekening-
courant een teruggang te zien, respectievelijk groot

f
19,6
millioen en
f
885.000.
Het beschikbaar metaal-

saldo klom met
f10,3
millioen; het dekki.ngspercen-
tage is opgeloopen tot ruim
74
pOt.

Het overzicht van de wisselmarkt van de achter ons
liggende week moet nog steeds in mineur geschreven
worden. 13e markt was beperkt; een klein aanbod of
een weinig vraag deed de koersen reeds beduidend
fluctueeren. Zoo openden Ponden bij’. Woensdag jl.
op
8.18
om tot op
8.—
terug te loopen; daarna ont-
wikkelde zich eeuige vraag, waardoor de koers op
8.47
kwam; het slot was op dien dag
8.40..
Ook gisteren
is ‘het Pond – ‘dat ‘de week op
8.35
begon, weder op
ca.
8.—
gekomen; slot
8.06.
Ook Dollars varen zeer
onzeker; aanvankelijk liep de koers van
2.4840
op
2.47v/8
terug om gisteren plotseling tot op
2.4845
te
stijgen; binnen een ‘half uur was de noteering echter
weder onder de
2.48,
op welken prijs de koers bleef
hangen. Ponden tegen Dollars kwamen van
3.43h
op
3.25.
Marken waren vooral ‘de laatste dagen overwe-
gend aangeboden:
59.00-56.50.
Fransche Francs
9.72-9.71Y4.
Belga’s fluctueerden rond de
34.50.
Zwitsersche Francs
48.25-48.1.734-48.30—48.22>6.
In de Scandinavische deviezen ligt de handel bijna
geheel stil; Stockholm en Kopenhagen noteeren ca.
44.40,
Oslo ca.
44.10. .
Vrije Finsche Marken ca.
4.50.
Peseta’s lager;
21-20.70.
Yen
123.80.
Australische
Ponden zijn iets beter; men kan thans £
12.5
Australisch
voor £ 100 Engeisch krijgen. Rupees ca.
61.
Cana-
deesche Dollars lager:
2.12.

Pon’clen op één- ‘en drie-maanden tenslotte
2
resp.
3
onder den contanten koers; Dollars op ‘deze ter-
mijnen waren heel gesocht, zij deden
15
resp
40
pun-
ten agio.
Er begint ook weder eenige vraag naar goud, in-
zonderheid Gouden Dollars, merkbaar te worden.

LON])EN, 7 DECEMBER 1931.

De geidmarkt ondervond verleden week ten volle
den invloed van ‘cle uitbetaling der December coupons,
zoodat de prijzen in den namiddag gewoonlijk zeer
laag waren. :Deze toestand zal nog wel eenige dagen
duren en het zal te bezien staan, of het geld, en in
welke proportie, voor ‘belegging zal worden gebruikt.
• Disconto werd, niettegenstaande de gemakkelijke
geldpositie, op ‘hetzelfde niveau van
5%-6
voor bank-

accepten en 5
°
/
1e—%
voo:t treasuries gehouden, ter-
vijl de nieuwe .schatkistpromessen Vrijdag tot een
fractie onder 5% pOt, werden toegewezen. Het. is dan
ook juist, dat de markt de discontokoersen in de
tegenwoordige nerveuze omstandigheden niet te ver
van het officiëel disconto laat afwijken.
De deviezenmarkt blijft nog steeds uiterst gevoe-
lig. In den aanvang der week heette het, dat Ponden
flauw waren door den ‘druk uit Amsterdam en dat groote bedragen vandaar op de markt kwamen. In
andere kringen waren het dekkingsaankoopen van
Dollars voor Fransche rekening, ‘die ‘dan scherpen val
veroorzaakten. Het zou interessant zijn te weten, wie
de groote Pondenverkoopen heeft opgevangen. Zeker-
heid heeft men daaromtrent hier niet.

1056

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 December 1931

HET PROBLEEM DER ,,FIXE”KOSTEN.

Door de zeer groote bondigheid die ik, bij mijn uiteenzetting voor de Vereeniging van Staathuis-
houdkunde en Statistiek, in verband met het mij toë-
gestane tijdbestek, heb moeten betrachten, dreigt eenig
misverstand te ontstaan over de strekking van de
door mij opgeworpen vraag of het niet wenschelijk is,
binnen het kader van het kapitalistische stelsel, het
kosteloos ter beschikking stellen van sommige goede-
ren, uit te breiden. Zulks in verband met de tech-
nische veranderingen, die de laatste jaren hebben
plaats gehad en uitgaande van de gedachte, dat het
kapitalistisch stelsel zijn positie heeft verkregen,
omdat het het doelmatigste is en een grootere behoef-
tenbevrediging verzekert dan alle andere stelsels en
dat het ook in de toekomst déze positie zal blijven
innemen, wanneer het aan deze voorwaarde blijft
voldoen. Het spreekt vanzelf, dat hiervoor steeds
rekening zal moeten worden gehouden met de ver-

anderingen in de productiewijze, zooals zich deze
onder invloed der techniek ontwikkelt. Uitgaande van
deze gedachte, heb ik de aandacht erop willen vesti-
gen, dat de ,,fixe” kosten in de bedrven sterk toe-

nemen en in sommige bedrijven een zeer hoog per-
centage der totale kosten hebben bereikt en ik heb

me afgevraagd of hieruit geen consequenties moeten
getrokken worden.

Laat ik eerst nader omschrijven, wat ik onder ,,f ixe”
kosten versta. Ik bedoel niet, dat alle kapitaalinten-
sieve bedrijven hooge ,,fixe” kosten zouden hebben.
De ,,fixe” kosten vormen m.i. een onderdeel van de
vaste kosten. Onder vaste kosten versta ik did kos-
ten, die gelijkblijven, ongeacht de omvang van het
bedrijf. Zij staan in tegenstelling tot de kosten die

veranderen, wanneer de bedrijvigheid zich wijzigt;
deze veranderlijke kosten kunnen dan weer degressief
proportioneel of progressief drukken. De vaste kos-
ten vormen dus een bepaald bedrag, wat altijd door de
productie moet worden vergoed. Men kan hen echter
zelf weer onderscheiden in did kosten, die men door
de productie stil te leggen, •kan vermijden: bureau-
kosten, kosten van onderhoud, enz. en did kosten,

die eens en voor altijd gefixeerd zijn en die men ook
niet kan vermijden door het bedrijf stil te leggen,
omdat zij zich voordoen als een rentelast voor het
eenmaal geïnvesteerde kapitaal, zoodat wanneer men
het 1edrijf stil legt, zij in •den vorm van kapitaalver-
lies blijven drukken op de maatschappij. In tegen-
stelling met de vaste bedrijfskosten zijn deze kosten
dus ook niet door liquidatie te vermijden. Het zijn
de kosten van de installatie, die men als voorgoed-
verloren-zijnde moet beschouwen.

Nu hebben dergelijke kosten natuurlijk altijd op
de bedrijven gedrukt. Het feit, dat zij bestonden, is
zelfs een belangrijke oorzaak voor het gelden van een

wet der vermeerderende meerop’brengsten in het be-.
gin •bij uitbreiding van de productie. Maar zoolang
deze ,,fixe” kosten een betrekkelijk klein gedeelte van de totale kosten vertegenwoordigen, wordt de ontwik-
keling van de algemeene kosten al gauw overheerscht
door het verloop van de variabele kosten, waarbij na
zekeren tijd de progressieve kosten den doorslag zul-
len geven, zoodat verdere

eenheden-product slechts
tegen stijgende prijzen kunnen worden aangeboden.
Dit is, wanneer de vaste kosten tot een zeer hoog
percentage stijgen, echter niet meer het geval. Bij

toename van de leverbare hoeveelheid zal de prijs
hier voortdurend kunnen dalen tot een punt, dat pas
bereikt wordt bij een zoo groote productie, dat het
practisch nauwelijks in aanmerking komt. Dit heeft
voor gevolg, dat hierdoor de wetten van de prijs-
vorming tot merkwaardige resultaten leiden. De
functie van den prijs is, in het algemeen gezegd, de
vraag zoodanig te beperken en het aanbod zoozeer
up
te voeren, dat zij met elkaar in evenwicht komen hij een bepaald punt. Waar, bij stijgende prijs, de vraag
vrijwel steeds een dalend verloop zal hebben, ontstaan,

INHOUD

BIz. HEr PROBLEEM DER ,,FIXE”KOSTEN door
Dr. R. van
Genechten ……….. ……………………… 1056
Het statuut van de Autwerpen—Rijnverbinding door
Mr. A. J. N. M. Struycken
met Naschrift door
Mr. J.
Zaayer ………………………………….1058
De Indische middelen over Augustus
1931 ……….1060
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
Het resultaat
van
de Ronde-Tafel-Conferentie door
Prof.
P. Geyt
………………………….1061
De Volkenbondseommisaje in Oostenrijk en Honga-
rije door
Dr. K. von Buday ………………1062
AH TEE KEN IN GEN
Kapitaalbeleggingen in de hoofdcultures van Neder-
landsch-Indië …………………………..1064
De opheffing van den gouden standaard in Engeland 10d5
Indexcijfers van scheepsvrachten …………….1066
BOEKAA1iKONDIQINO:
R. M. Noto Soeroto. Naar eene nieuwe samenleving, besproken door
Prof. Mr. J. 0. ilielstra ……..1066
Dr. Ai’wed Koch. Banken und Bankgeschâfte unter
besonderer Berücksichtigung der Rechtsverhalt.
nisse, besproken door
K. S.
Phaff…………..1067
MAANDOJJFERS:

Emissies in November
1931 …

…………….. 1067
Overzicht der opbrengsten van het Staatsbedrijf
der P.T.T. ……………………………..
1068
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam ………
1068
Rijkspostspaarbank ……………………….
1068
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank ……….
1068
Overzicht van de Indische middelen …………..1068
STATISTIEKEN EN OVERZIcHTEN ……….. ..
1069-1074
Geidkoersen.

Wisselkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel

wïtnncer er met stijgende kosten wordt geproduceerd, één of hoogstens enkele snijpunten van de curven van
vraag en aanbod. In het geval echter, dat met een
hoog percentage vaste kosten wordt geproduceerd, zal,
bij toename van de leverbare hoeveelheid, er juist
tegen een lageren prijs kunnen worden geleverd. De
curve van het aanbod loopt dus in dezelfde richting als die van de vraag, met dien verstande, dat zij . in
het begin zeer sterk daalt, terwijl later de daling
steeds geringer wordt en zij a-symptotisch de prijs
nadert, die bepaald wordt door het bedrag der variabe-
le kosten. Het hangt nu natuurlijk geheel af van de
elasticiteit van de vraag, wâér vraag en aanbod elkaar
kunnen snijden. Het is denkbaar, dat de curve van de
vraag precies op dezelfde manier verloopt als die van
het aanbod, zoodat alle prijzen mogelijk zijn. Het ss
ook denkbaar, dat de curve van de vraag steeds iets
lager verloopt dan de curve van het aanbod, zoodat
geen één prijs mogelijk is. Wanneer dergelijke be-
dijven er steeds naar streefden zooveel mogelijk af
te zetten, zou dit misschien tot een zeer lagen prijs

van het product kunnen leiden, maar het blijft voor het betrokken bedrijf altijd een zeer groot risico dit
aan te durven, terwijl dan het maken van een over-winst veel moeilijker is dan wanneer kleinere hoe-
veelheden tegen hoogeren prijs worden afgezet. Im-
mers, deze overwinst zal daaruit voortvloeien, .dat
men een punt uitzoekt voor de grootte van de
productie, waar •de curve van de totale som, die
de vragers willen besteden zich zoo sterk mogelijk
boven de curve van de totale kosten verheft. Wan-
neer men nu aanneemt, dat beneden een zekeren prijs
verdere verlagingen slechts een kleine toename van
dc vraag tengevolge hebben en dat anderzijds de kos-
ten per product juist in het begin bij uitbreiding van
de productie sterk dalen, is het waarschijnlijk, dat
het punt, waar de grootste overwinst bestaat, eerder
zal gevonden worden bij een betrekkelijk kleinè pro-
ductie dan bij een zeer groote. Daar zal, van bedrijfs-
standpunt gezien, het optimum van de productie
liggen.

Deze productie kan natuurlijk niet gehandhaafd
worden, wanneer er vrije concurrentie komt, wan-
neer andere bedrijven zich ook op deze productie
gaan toeleggen, terwijl juist de groote ovérwinsten
aanleiding geven voor het opkomen van dërgeljke
co;ncurrentie. Deze concurrentie zal ontstaan, zoo

b
December
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1057

gauw cle concurrent in het eigen bedrijf een voldoen-

de afzet heeft voor het ])rodUCt, om het, door oprich-
Ii ng Vafl een eigen fabriek, tegen gelijke kosteii per
exeflh])laar als hij aan clan
n eersten producent môet

betalen, te fabriceeren. Ook zijn procluctiecapaci teit
is clan natuurlijk weer veel grooter en ook hij zal
het overige weer trachten te leveren tegen een prijs,
die hem een zoo groot mogelijic saldo lboven zijn

kosl;en laat. Zoo ontstaan deze verschillende bedrij-

ven met een productiecapacitet, die veel te groot is
voor de leverhare hoeveolhe.i d, terwijl juist weer het
bestaan van clie verschillende beclrijv en belet, dat één
bedrijf op volleapaciteit werkt. Het valt, dunkt’ mij,
niet te ontkennen, dat hier de prijs als regelaar van
de productie zijn functie slecht vervult, omdat hij er in het geheel niet toe leidt, dat een zoo groot moge-
lijke behoeften bevred i ging word t verkregen, oolc af-
gezien van het verschil in lcooplcracht hij de verbrui-

krs. In tegenstelling met het geval, waarin wij alleen
met een groot percentage van vaste
bedrij’fson’kosten
te maken hebben, is bij een hoog percentage van ,,fixe”
kosten, het sluiten van een fabriek geen middel om
deze nadeelen te vermijden, daar deze kosten op rio
maatschappij hlij ven clruklcen. Wanneer men hier iii et
op de één of andere wijze ingrijpt, zullen deze bedrij-
ven zichzelf helpen. Men krijgt dan ôfwel voortdu-
ren’cl vernieuwde afspraicen, sluiting van cle grenzen
en weldra – want anders kan men nieuwe concur-
renten iiooi t beletten zelf bedrijven op te richten –
het streven naar een concessiestelsel, dat natuurlijk
onder overhei dscontrôle zal staan. Inderdaad zal dit
conccssiestelsel tegen lageren prijs kunnen leveren,

omdat men dan door de beperking van de concurren-
tie een veel grootere bedrijfsintensiteit kan bereiken
(lan anders het geval i. Maar dit concessiestelsel heeft
cle nadeelen van de overheidsproductie, die er mij

afkeerig van maken.
Zij
zijn duur; loonsverhoogi.n-

gen zijn door organisatie willekeurig te verwezen-
lijken; politieke beïnvloeding is er schering en in-
slag en vooral de overheidslichamen, aan dewelke zij
hehooren, laten zich gemakicelijk weer leiden door een
clichthijliggencl eigenbelang en verzetten zich hard-
nekkig tegen een productie op breedere basis, waar-

door productie in steeds grootere eenheden sterk
wordt tegengegaan. Het is voldoende de onbevrecligde .regeii n.g ‘van cle electricitei tsproductie in overheids:
bedrijven waar te nemen, om dit vast te stellen. Daar-
bij volgen ook deze bedrij ven gewoonl ijic weldra een
politiek, die gericht is op het vericrijgen van winst voor het overheicisorgaan, waaraan zi,j behooren,
m.a.w. men zoekt weer het pun t, waar de totale in-
komsten het sterkst boven de totale kosten liggen en,
zooals gezegd, ligt dit waarsc’hijnlijlc hij een produc-tie, die veel kleiner is clan cie capaciteit, die coen zou

kunnen ontwikkelen. Het maatschappelijk nadeel van
dit alles is, dat op deze wijze een zeer groote mate
van ‘behocftenbevrediging ongedekt blijft, die noch-
thans met het besteden van een beetje meer variabele
kosten wel zou kunnen worden gedekt. Voor het feit,
dat hier een probleem ligt, dat, wanneer men uitgaat
van de gedachte dat het tegenwoordige stelsel zich
handhaaft, omdat het relatief het beste is en zich
zoolang zal handhaven als cle middelen, waardoor het
de prodluctle regelt, de doelmatigste productie zullen

blijven waarborgen, niet onopgelost mag worden ge-
laten, is, dunkt mij, duidelijk. Ik vraag mij nu af
of het geen verstandige politiek zou zijn de prodiic-
ten, van dié industrieën, waar de verhouding •in de
Icosten is, zooais ik hierboven veronderstel, kosteloos
beschikbaar te stellen. Het voorbeeld, dat mij daarbij
voorstaat, wordt door
Cassel
gegeven, die zegt dat,
wanneer bijv. de brug over een rivier door de ge-
mcenschap wordt gebouwd en kosteloos ‘ter heschik-
king wordt gesteld van allen, die den overgang over

de rivier noodig hebben, dit economisch verdedighaar
is, omdat hier, door de éénmalige besteding van een
zekere hoeveelheid kosten, de behoefte aan overgang

op onbeperlcte wijze kan worden ‘bevredigd, waardoor
de prijs zijn beteekénii .als middel om de vraag te be-perken tot den omvang van de leverbare hoeveelheid,
zijn beteekenis verliest. Ook .bij de ‘l)rng is er immers
nog altijd een bedrag aan variabele kosten: repara-
tie, schoonhouden, enz., maar men kan hier terecht
zeggen, dat het sop de kool niet waard is. Daarmede
is dan ook terzelfdertijd een vrij nauwe grens aan-
gegeven, want het spreekt vanzelf dat, wanneer de
variabele icosten wèl een eenigszins belangrijk per-
centage van de totale ‘kosten uitmaken, deze stelling
niet meer geldt.
Ilc ben tot dit resultaat gelcomen langs een zuiver deductieve redeneering. Mijn kennis van de kosten-
verhouding in de verschillende bedrijven, vooral
zooals die zou zijn, wanneer clie bedrijven werkelijk
in ‘het groot werden opgezet, is niet voldoende om
met zekerheid vele bedrijven te noemen. Wel geloof
ik, dat wij kunnen zeggen, dat dit bijv. voor de stik-stofbereiding zou gelden (naar mij werd verzelcerd,
bedragen de ,,fixe” kosten hier 94 pOt. van de totale kosten). Voor de e]ectriciteitsvoorziening geldt vrij-
wel hetzelfde, wanneer zij in het groot wordt uitge-oefend. Als ideaal staat mij daarbij véôr, een inter-
nationale voorziening van Zwitserland uit met zijn
overvloedige waterkracht, maar daarvan afgezi.en is
misschien een nationale voorziening mogelijk door het
bouwen van een paar centrales, één in de mijnstreelc en
één op de Noord-Hol’landsche kust, terwijl de bestaan cie
centrales als verspreiders blijven bestaan en hun op-
wekking stilleggen, zoodat zij in geval van nood (oor-
log, onlusten, enz.) weer Icunnen ingrijpen. Ook dan
zou een zeer hoog percentage van ,,fixe” kosten wor-
den bereikt. (Zij zouden dan, naar mij van deskun-
dige )vijze werd verzekerd, ruim 80 pOt. van de
totale kosten bedragen).
Alen vreest nu voor misbruilc van de aldus voort-
gebrachte goederen. Dit gevaar lijkt mij niet zoo
groot. Wat ‘het stikstofhedrijf ‘betrof t, zelfs vrijwel on-
bestaanhaar. Immers
;
de boer zal wel meer dan nu
met stikstof bernesten (het is dan ook de bedoeling,
dat het product meer afzet vindt), maar natuurlijk
geen schadelijk gebruik ervan maken; nen moèt trou-
wens niet vergeten, dat hem nog steeds de kosten van
verpakking en verzending in rekening zullen worden

gebracht.
Wat de electriciteit ‘betreft: oolc hier is cl.m. mis-
bruik niet zoozeer te vreezen. De consumptie zal
natuurlijk geweldig stijgen, maar waarom zullen de
menschen de slijtage van de electrische instrumenten
en lampen, die zij natuurlijk wèl zullen moeten blij-
ven betalen, onnoodig verhoogen? Welk een geweldige
daling van de productiekosten in alle
bedrijven
zou
van deze beschikhaarstelling daarentegen het gevolg
zijn! Niet oniclat ‘deze bedrijven nu die kosten niet
zullen moeten ‘betalen; ware het alleen dat, dan zou. er, in ‘het algemeen genomen, geen winst zijn. Maar
omdat inderdaad de kosten zooveel lager zullen wor-
den. In Utrecht ‘betaalt men op het oogerthlik de
eleetriciteit 25 ‘cent per R.W.U. Reeds bij de tegen-
woord ige on’doelmatige voorziening wordt aan grootc
afnemers op sommige plaatsen geleverd tegen 3 cent
per K.W.U., wat ‘dus aan de bedrjyen nog winst laat.
Welke daling van ‘de kosten van levensonderhoud,
rechtstreeks eenerzijcls en welk een. nog veel grootere
daling tengevolge van de dalin’g der productiekosten in taflooze ‘bedrijven anderzijds, wanneer men ertoe
overgaat ‘het door mij voorgestelde stelsel toe te pas-
sen! Wat de icosten daarvan betreft, verzet niets er
zich tegen, ‘dat zij geheel of gedeeltelijk ‘zullen ver-
liaald worden door een belasting op het gebruik van
electrische instrumenten. Hetgeen ik hereilcen wil, is
immers alleen, dat de productie zon hoog mogelijk
wordt opgevoerd en dat elke aanleiding tot doel-
boze investeering van nieuwe ,,f ixe” kosten in nieuwe
bedrijven wordt vermeden

VAN GENEOHTEN.

1053

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 December
1931

HET STATUUT VAN DE ANTWERPEN-

RIJN VERBINDING.

Mr. A.
J.
N. M. Struycken schrijft ons:

In ecu artikel ,,Rijnpol.itiek en Antwerpen—Rijn-
verbinding”, verschenen in de aflevering van 25 No-vember ji. van cli t tijdschrift, bestrijdt Mr. J. Zaayer het denkbeeld ven den aanleg van een gesloten Ai: t-
werpen-Rijnkauaal, zooals dat bij de iriterpellatie van Prof. de Savorriin Lohman in cle Eerste Kamer op 14
October ji. ter sprake is gelsteunt in hoofdzaak op cle ste1lin, dat de Fransch-
Belgische politielc er op gericht is de Antwerpen-Rijn-

verbinding aan het Nederlaudsche gezag te onttrek-
ken, en dat Nederland een bela:ngrijk steunpunt voor
zijn verweer tegen clie politiek zou prijsgeven, indien
de aanleg van bovenbedoeld kanaal zou worden toe-

gestaan.

Het komt mij voor, dat deze sielling van Mr. Zaayer
niet houdbaar is, en gezien het groote belang dat bij de regeling van de Nederiandsuh-Belgiscie verhou-
dingen op het spel staat, meen ik goed te doen de aan-dacht te vragen voor de navolgende critielc op het be-

toog van Mr. Zaayer.

Na een vrij somber beeld te hebben geteelcend van
cle Fransch-Beigische pol itieke aspiraties ten aanzien
van de waterwegen van de Nederlandsche delta, wijst
Mr. Zaayer ons het middel hij uitnemendheid om ons
tegen die aspiraties te verweren: ,,de algemeen erken-
de rechtbeginselen” waartegen de politiek het zwaar
heeft ,,op te tornen”. Edn zulk een algemeen rechts-beginsel is, dat een zuiver nationaal binnenwater ter
ii itsluitende disposi tie staat van den oeverstaat. Welnci
cle Rijn-Scheideverbinding is volgens Mr. Zaayer tot
cl u sver een zuiver Nederia ndsch bi ii nen wrater, staat
dus te onzer uitsluitende dispositie, en zoolang in
ciezen toestand geen verandering wordt gebracht, met
name cle Rijn-Schelclevcrbindi ng maar niet ,,inter-
nationaal” ve arw’ater word t door kru.isng van de .Me-
clerlanclsch-Belgische grens, kan de Fransch-Beigische
politiek niet veel uitrichten. Aldus Mr. Zaayer. Deze
zal het mij vel niet kwalijk duiden,• wanneer ik min-
der enthousiat oo:rdeel over de waarde der z.g. alge
meene rechtsheg i nselen. Algemeene rech tsbeginselen
zijn gevaarlijke dingen. Zij keeren zich vaak tegen
dengeen, die er een beroep op doet, en zij brengen den
jurist, die hen tot uitgangspunt neemt van zijn betoog gemakkelijk op een dwaalspoor. lic houd mij daarom
liever aan het concrete tractatenrecht, en vind dan
dat, wel verré van te onzer uitsluitende dispositie te
staan, de verbi ncl i ngswateren tusschen den Rijn en
B e 1 g i ë cli t zijn dus niet alleen cle z.g. tusschenwa-
teren tusschen Ri:jn en Schelde maar ook de Schetde zelf voorzoover deze client voor verbinding tussehen
Antwerpen cii den Rijn – door verschillende inter-
nationale tractaten juist aan onze u i.tsluiteiide dispo-
siti,e zijn onttrokken. Behalve de verdragen van 1.839,
’42 en ’43 met België en artikel 19 van het handels-
verdrag met het Dcii tsche Toiverbond van 1.851, komt
hier vooral in aanmerking de Rijnvaartacte van 1868.
Krachtens de artilcelen 2 ) en vôlgende van dat ver-
dirag zijn w’ij verphcht de vrije vaart op
alle
verhin-
dingswateren tusschen den Rijn en België toe te staan, is het ons verboden daar scheepvaartrechten, omslag-
rechten of stapelrechten te heffen, en genieten de
schepen van alle naties het voorrecht van gelijke be-
handeling als de Nederlandsche schepen. Het toezicht
op de naleving van deze bepalingen komt ingevolge art.

1)
Art. 2 lid t luidt: Les bateaux appartetant
iL lti navi
gatioti (lii Bhiii et les radeaux ou trams de bois venant dit
Bhin auront le ciroit de choisir telle voie qu’il leur plaira
nu
traversant les Pays.Bays pour se rencire clti Rhin dans
In
pleitte nier oct en Belgiquc et rdciproqiiement.” Bij artikel
356
valt het Verclrag van Versailles, waartoe wij zijn toe-
getreden is (leze bepaling uitgebreid tot, de schepen van alle
naties.

45a ) toe
aa
1-1
de Centrale Commissie voor de Rijn-
vaart, clie dus ten aanzien van al cle bovengenoemde
wateren een zekere bevoegdhe:id heeft, zij liet ook dat
deze beperkter is clan die elke cltt orgaan heeft ten
aanzien van den Rijn tot Krimpen en Gorkum. ) Dit
is, zeer ir het kort geschetst, het internationaal sta-
tuut der genoemde verbinctingswateren krachtens de
Rijn vaartacte, dat ode zal blijven gelden na cle even-
tueele vervangng der verdragen van 1839. Dit statuut
berust op een volkenrechtelijke overeenkomst tus-
schen. Nederland en de Rijnoeverstaten en kan zonder
toestemming van Neclerian cl niet gewijzi gcl worden,
nôch. te zijnen gunste, nôch – en daar komt het
01)
aan – te zijnen ongunste. De pogi nen, die volgens
Mr. Zaayer te I’arcelona zouden zijn aangewend om
in het statuut der verbindingswateren langs indirec-
ten w’eg wijziging te brengen zijn mislukt; zij zouden
zonder onze medewerking ook niet hebben k5nnen ge-
lukken, want het verdrag van Barcelona geldt slechtd
ten aanzien van de staten, die hët hebben aanvaard.
Door zulks niet te doen konden wij dus iedere onge-wenschte consequentie on tgaa:i. De ,,poging” neer-
gelegd in het protocol vai 22 Mei 1926 is er geen,
want dit protocol was niet anders dan een herhaling
van artikel IX van het Verdrag van 1839, en bevatte
dus niets nieuws. Wat hier ook van zij, Mr. Zaayer er-
kent tenslotte dat de vollcenrechtelijke grondslag van het regiem der verbindingswateren niet is aangetast.

liet punt, dat intusschen cle kern vorm t van het arti-
kel van Mi’. Zaa.yer ‘is cli t: let moge waar zijn dat wij
onder den bestaanden toestan cl vold oeucle veiliggesteld
zijn tegen de aanvallen der Fransch-Belgische machts-
politiek, dit zou andrs worden wanneer de verbin-
ding tusschen Rijk en Schelde gevormd zou worden
door een gesloten kanaal, dat de Nederlandsch-Belgi-
sche grens kruist.

I:ii de eerste plaats dient te worden gepreciseerci
v’ci volgens Mr. Zacye.i.anclers zou worden. Hij geeft
zich Ii ierva n zelf waarschijnlijk ii iet voldoende reken-
schap, omdat hij uitgaat van cle veronderstelling, dat cle verbindi ngsw’ateren tusschen België en den Rijn
te onzer nitslui tende dispositie staan, hetgeen niet juist is. Het nieuwe kanaal zou ingevolge de hepa-
Ii ngen van cle Rijnvaartacte aan volkomen hetzelfde
regiem onderworpen zijn als de overige verbindings-
Nvateren tusschen den Rijn en België, en de Centrale
Com nt i ssi e zou ten aanzi en daarvan dezelfde bevoegd-
heden hebben. Niet mi ncler, maar ook niet meer. WTan
nee:r men dus aan cle probleemstelling van Mr. Zaayer
niettemin eenige reëele beteekenis wil geven, moet men
m. i. het v:raagstuk alcl
tIS
omschrijven : zou door het toe-

staan van den waterweg, cli en hij
01)
het oog heeft, cle
poritie •clergenen die cle rechten van Nederland op onze
zu.i clelijke waterwegen moch ten vi ilen verzw’akken,
gunstiger worden? loopen wij gevaar dat ons daardoor
naast de bestaande internationale verplichtingen ten
aanzien van cle genoemde verbcnli ngswateren nieuwe
worden opgelegd? Men kan bijv. deulcen aan het onder-
houd van het vaarwater of het toezicht van een inter-
nationale commissie. Welnu liet antwoor(l op de Ii ier
gestelde vragen kan niet anders dan ontkennend lui-den. Mr. Zaayer erkent zelf, dat er .,voorshands nog
geen algemeene rechtsbeg i neelen voor interne t,i onale
kanalen bestaan.” In confesso is dus •dat naar
geldend

2)
Art.
45
luidt: .Les nttribtttions dc le Coiumissioit cci-trale consisteront:
a.
9.
exciniiner tontes les plai etes auxqnelles dotneroit
lieu l’application de la présente Coivention ainsi qua l’exécu-
tion des reglenients concemtés entre les Gouvernemonts rive-
rails et (Ies iiiestti’es qti’ils atiroit adoptés cl’nn comintin
aiccor:I.”
) Rat betoog dat Mr. Zaaycr ten. aanzien u’aii dit laatste
punt in tegeugestelden zin leverde iii een artikel in het
avottdblad van het Alg. Handelsblad van ii November 1929, heeft mij niet het, oog op (fell duidelijken tekst van artikel 2
jnncto artikel
45a
van het verdrag van
1868
niet over-
.tnigd van – de onjuistheid van mijn itandpuiit in (leze.

9 December
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1059

voNourecht i
fl
het statuut der verbtndingswateren
ttisschen den R.ijfl en België geen wijziging komt door
dcii aanleg van een
.g renssriijdencl niei
w
kanaal. ilaar,
vervolgt Mr. Zaayer ,,het zal belanghebbenden, die
dit wenschen, betrekkelijk weinig moe:ite kosten nieu-
we algemeene rechtsbeginselen in het leven te roe-
pen” (sic), clie wel het verlangde gevolg zouden te-
weegbrengen. Het is duidelijk, dat de Heer Zaayer
hier niet op het oog heeft een werkelijke evoiuti.e van
het internationale recht teu aanzien van de water-
wegen. Het is mogelijk dat men meent dat cle ontwik-
keling van dat recht nog niet voltooid is, en dat in
‘het kader van een betere organisa’tie der volkeuge-
meenschap het verkeersw’ezen in steeds sterker mate
geïn’ternationaliseerd zal worden en onder toezicht
gesteld van internationale organen. Zou de outwilcke-
ling in clie richting gaan clan zou den wij inderdaad
daartegen niet lciinnen ,,optornën”. Maar dat zouden
wij ook niet môgen doen, wanneer w’ij er prijs op zou-
den willen blijven stellen daadwerkelijk deel te nemen
an cle ontwilckeling van het vollcen recht en cle ver-
betering der internationale verhou dingen. Een clerge-
lijke ontwikkeling heeft Mr. Zaayer echter niet op het
oog. ‘Hij wil ons w’aarschuwen voor den wolf in’ scha-
penvacht: de politiek clie zich aandient als recht. Nu
mag men nieenen, dat cle wereld gemalckelijk dupe
word t, maar niemand zal toch in ernst lcunneri geloo-
ven, dat inderdaad het kuns’tstuk zou kunnen worden
volbrac’ht om
algemeen,
di. in alle landen der be-
schaaf de wereld, als recht aan vaarci te krijgen, wat in
wezen niet anders zou zijn clan de dekmantel voor
de verwezenlijicing van een in v erhoucling klein
Fransch-Belgisch particulier ‘belang. Wanneer men
dan ‘bovendien bedenkt, dat het te Barcelona niet ge-
lulc’t is een meerderheid te verkrijgen voor een. door
Nederland gesteund voorstel om alleen maar het be-
ginsel van de vrije vaart ook voor icanalen uit te spre-
ken, clan is liet duidelijk dat Mr. Zaayer spoken ziet,
indien hij bang is voor de volkenrechtelijlce gevolgen
van den aanleg van een ,,internationaal” kanaal tus-
schen den Rijn cii Antwerpen. Dan is het ook duide-
lijk, dat het van uit cli t opzicht in het geheel geen
verschil maakt of dat kanaal in het Tolkerak ‘bij Diii-
telsas clan wel in het i:Tollandsch Diep bij Willemstad
uitmond’t. G’elijlc gezegd een dergelijk kanaal zal ge-
heel aan dezelfde i.n ternationale bepalingen onderwor-
pen zijn als welke gelden voor de thans bestaande ver-
binclingswateren. Niet ‘meer en niet minder.
Het is mi. te betreuren, dat de ernotioneele kant
der Nederlanclsch-Belgisclie verhouding telkens weer
doet grijpen naar argumenten, clie den toets van een
objectieve waarcleering niet lcu nnen doorstaan. Des te
boden kelijlcer is cli t verschijnsel, i n.cl ien zulk’s, zooals
in het onderhavige geval, licht lcan leiden tot het lcwee-
icen van een soort pan.iekstemming, waarin elke rus-
t.ige bezinning onmogelijk wordt.

N ‘a s c h r i f t. Het betoog van Mr. Struycken
geeft mij den indruk, niet ‘dat ik ongelijk zou hebben, maar dat ik niet overal voldoende clui.delijlc geweest
ben. Van de mij geboden gelegenheid tot het publicee-
ren Van een naschrift maak ik gaarne gebruilc om op
een en ander iets verder in te gaan.
Dat nationaal bi ii nenwater’ staat ter uitsluiten cle
beschikking van liet land dat dit water bezit, brengt
natuurlijk niet mee, dat zulk een land cle vrijheid zou
missen om in verdragen met andere landen bepalin-
gen omtrent het verkeer daarover op te nemen, even
goed als bi,jv. over spoorweg- of automobielverkeer.
Er is volledige vrijheid om te ‘beoordeelen,
of
het
‘betreffende land cle uit een verdrag voortvloeiende
bepericingen zal aanvaarden, en
hoe ver
liet in het aan-
‘aarden van ‘beperkingen gaan wil. Dit geldt ook,
wanneer aandrang mocht worden uitgeoefend, dat
Nederland op de Tu.sschenwatereri vrijheidsbeperkin-
gen zou aanvaarden, buiten die welke, naar ilc oolc wel
wist, krachtens vroegere verdragen reeds bestaan.
Op een internationaal (Nederlandscli-Belgisc’h) Ica-

naal is Nederland
niet
‘vrij om te beoordeelen,
of
het
een regeling daaromtrent met België wil maken. Om
cle eenvoudige reden, dat aanleg en gebruik va.n een
dergelijk idanaal zonder zulk een regeling, n iet wel
denkbaar is. liet kanaal wordt, en zul’lcs in tegenstel-
ling niet dieli togenwoorclgen ‘vaarweg, een natuurlijk
ohj oct van internationale regeling.
Daarmee is Nederland nog niet kw’ijt zij n vrijheid
op liet tweede punt: om te beoordeeleu
hoe ver het
in
liet aanvaarden van vrijhei.clsbeperlc.in
.g wil gaai. ik
waarschuwde echter dat, als men eenmaal cnn inter-
nationaal icanaal ‘heeft, men allicht zal trachten daar-
voor tot een regeling te geralcen analoog aan die,
wellce
‘OO’
internationale rivieren bestaat. 1-let in-
slaan van die richting lijkt door logica en door poli-
tiek ‘belang beide aangewezen. Ging de ontwilckeling
van liet rivierenrecht werkelijk clie richting u.i.t, dan zouden wij, zooals Mr. Struycken terecht zegt, daar-
tegen niet 1cunien ingaan, en w’ij zouden dat volgens
hem ook niet mogen doen, wanneer wij er prijs op
stellen ,,claaclwerkelijlc’ deel te iiernen aan dle ontwik-
keling van liet vollcenrecht en cle verbetering der in-ternationalc verhoudingen”.
Nu. wil .ilc allereerst opmerken, dat Nederlands be-
lang
onvoorwaardelij’ic
meebrengt, dat Nederlands ge-
z’ag over liet deltagebied ‘zooveel mogelijk intact blijft.
Zelfs al i’as een rechtsontwikeling als boven geschetst
wèi iets helers dan als recht aanged iende politiek, clan
nog zou liet voor Nederland dus van belang zijn, geen
‘kanaal te laten graven, dat
01)
‘den duur tot zulk een,
alsdcsn
normale, verzwakki ng ‘van. Nederlands positie
aanleiding zou kun’nen. zijn.

Maar de verwach ti lig dat de rechtsontw.i kkeli.ng
hier van politieke smetten vrij zal blijven is toch
waarlijk wel wat erg optimistisch. De politiek heeft
bij de ontw.iklceling van liet rivierenrecht steeds een
hartig woord meegesproken. Reeds de Fransche pro-
claniatie in 1792 van de rechten der oeverstaten had
zeer concrete Fransch-politieke ‘bedoelingen voor
Rijn, Maas en Schelde. Engeland was in 181,5 sterlc
v661 volledige vrijheid van scheepvaart
01)
den Rijii,
maar in een brief van Clancarty aan Castlereag’h van
19 Mei 1.814 icu.nnen w’ij de meening uitgedrulct vin-
den, dat Nederland, indien liet van België gescheiden
bleef, liet recht zou hebben, de Schelde te sluiten:
,,this is a.n aclvantage which Nature has gi ven t’heni”.
Maar na 1830 bracht de politieke situatië mee, dat
Engeland sterk v66r de Scheldevrijhei.d was, hoewel
liet omstreeks cli enzeifden tijd Amen lcaansche aan-
spralcen niet betrelcking tot de St. Laurens bestreed.
De politielc heeft een zeer sterken invloe’cl uitgeoe-
fend, en bovendien stelle men zich niet voor, dat er
in abstnacto algemeene beginselen zouden zijn ver-
vaarcli’gd, waaruit ‘voor ellcen waterweg een speciaal
statuut is afgeleid. liet omgekeerde is w’aar: de be-
palingen van de Weerier Slotakte, hoe zeer ook alge-
meen, werden ‘bepaald.elijk niet liet oog
01)
de West-
Europeesche rivieren gemaaict.
Het verleden rechtvaardigt cle verwachting, dat ook
in cie toelconist de ontwikkeling van. ‘liet ni.vierenreclit
door cle poli tielc stenlc zal worden beïnvloed, en dat
wen’ichen ten aanzien van een (of nieer) bepaalde be-
langrijke ri vier (cii) voor de algemeene ontwikkeling
een groote beteelcenis zullen hebben. un zelfs al ware
dit anders, dan nog zou het feit, dat een bepaalde
staat met een sterke niachtspositie er groot belang bij
heef t, de ontwilckeling een ‘bepaalde richting uit te
drijven, reden genoeg moeten zijn om zulic een gang van zaken te ‘vreezen en zijn houding daarnaar te be-palen. Het beeld dat ik van de Fransch-Belgische po-
litiek heb geteekend was inderdaad somber, maar
daarom nog niet onjuist.
i)

1)
Tot mijn verivoiideriimg ontkent Mr. Struyckeu liet
gevaar, dat gelegen was in ht protocol van 22 Mei 1926.
Dat protocol was juist nict
gelijkluidend aan hct verdrag
van 1839, maar week er, dank zij aandrang van den
ii’ranschen onderhandelaar, van af in de door
mij
gecursi.

1060

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 December 1931

De lijnen waarlangs cie ,,rechtsontwikkeling” ver-
moedelijk zal plaats vinden zijn mi.: het zoeken van analogie tusschen internationale rivieren en interna-
tionale kanalen, en de ,,Rijnnet” theorie. Het kunnen
ook andere lijnen zijn, maar in geen geval gaat het

aan om cle overtuiging, dat deze dingen gebeuren zul-
len te qualificeeren als het ,,zien van spoken”. Het is
een oordeel waartoe eeni’ge studie van de na-oorlog-sche Rijnpolitiek mij heeft gebracht en dat geenszins
voortkomt uit ,,emoties” over een kanaal, waartegen
de bezwaren zoo hoog opgetast liggen, dat men er

heusch geen fictieve bezwaren bij hoeft te verzinnen.
liet is bovendjen noodzakelijk, deze dingen tijdig te
bedenken, want mocht het lcariaal er eenmaal zijn, dan
kan het niet weer ongedaan worden gemaakt.

Een kleine staat als Nederland dient, sedert Ver-
sailles meer dan ooit, te weten dat hij tegenover an-
derer hegeerte en anderer macht niets te stellen heeft
dan ei:gen goed recht. En dat, wanneer Nederland
houvast gaat bieden om dat recht aan te tasten, zulk
een geiegenheid niet ongebruikt zal worden gelaten.

J. ZAAYE1I.

DE INDISCHE MIDDELEN OVER AUGUSTUS 193 1.

In cle maand Augustus was de opbrengst der lands-
middelen in totaal
f
46.3 millioen tegenover
f
52.5
millioen in dezelfde maand van het vorig jaar.

l

iiercloor is een totale middelenopbrengst over de
eerste acht maanden van 1931 ontstaan van
f
336.9
millioen tegenover
j
404.9 millioen in de eerste acht
maanden van 1930; een achteruitgang dus van
f
68.0
millioen.

De opbrengst der verschillende hoofdgroepen van
middelen, in vergelijking tot de ramingen, bedroeg
resp.:
1
(In millioeiien guldetis.)

1112

8112
Eerste acht
Groep

raming Augustus raming maanden

1931

1931 1030 1931

1931. 1930

Belastingen ………
29.6

24.4 26.8 236.5 156.5 189.4

Monopolies ………
6.3

5.1

6.3

50.6

43.1 51.7

Producten ………..
7.6

4.1

5.2

60.9

35.2 46.5

Bedrijven ………..
12:1

9.0 10.9

96.7

72.8

83.6

Diverse middelen ….
5.0

3.8

3.2

40.0

29.3 33.7

Totaal ……….
60.6

46.4 52.4 484.7 330.9 404.9

Het achterblijven van cie middelen in verslagmaand
t.o.v. dezelfde maand van het vorige jaar werd der-
halve veroorzaakt door de belastinggroep met
– f
2.4
mllioen, de monopolies net
– f
1.2 millioen, de pro-
clitcten jyiet
– f 1.1
millioen en de bedrijven met

– f 1.9
millioen. De groep diverse middelen bracht
0.0 millioen meer op.

Het achterblijven van het totaal der middelen t.o.v.
cle fractioneele jaarraining in de versiagmaand ten
bedrage van
f
14.2 millioen en in de eerste acht maan-
den van 1931 van in totaal
f
147.8 millioen, heeft als
vergelijkingsbasis geen waarde, daar verschillende
middelen, in hoofdzaak de kohierbelasti.ngen, de pro-
clucten, sommige bedrijven en eenige middelen van dc
groep ,,Iiv ersen”, zooals winstaandeelen, mijncones-
sies enz.ri:iet regelmatig over een jaar binnenvloeien,
doch op onregelmatige wijze worden betaald.

De verschillen in de opbrengst tusschen de maan-

veercle woorden. Zoodat het den ouden toestand niet, zooals
het moest heeten, zou hebben
bcstencligd,
maar zooclanig
ge-
wijzigd
dat ook niet name de Tusschenwateren als inter-
nationale rivieren moesten worcleti beschouwd. Vgl. Van
Vessein : De verrassingen van het tractaat met Belgi6, en
mij ii: Neder]a.ndsclie deltagebied.
Wat cle tegenwoordige competôntie van cle Rijnvaart-
commissie betreft had ik in het F[andelshlacl betoogd, dat
deze territoriaal beperkt is tot den Rijn boven Krimpen
en Gorcuni, en dat de zakelijke bevoelheden dus alleen bin-
nen die grenzen kunnen worden uitgeoefend. Zooals ook
ccii gemeentevcldwachter, hoe zeer bevoegd tot ,,de opspo-
ring der strafbare feiten”, daarbij binnen zijn gemeente
client te blijven.

den Augustus 931 en Augustus 1930 en tusschen de
eerste acht maanden van 1.931 en van 1930 worden bij
de verschillende middelengroepeu in hoofdzaalc door
de navolgende afwijkingen veroorzaakt.

Bela.stirtgen.

De navolgende heffingen vertooncu in de afgeloo-
pen ach t maanden in totaal een achteruitgang, t.o.i’.
1930 van
/
26.8 mm.

(Iii
niill ioenell guldens.)

Opbrengst.

le acht le acltt

le acht
Aug. maanden maanden maanden

1931

1931

1930

1929

invoerrechten ………
4.3

37.6

52.8

65.7
ijitvoerrechten ………
0.3

3.0

6.2

8.8
Statistiekrecht ………
0.3

93

3.5

4.3
Accijnzen …………•.
3.1

25.0

29.8

27.3
Zegelrecht …………..
0.8

6.6

8.6

9.9
Overschr. recht ……..
0.2

1.6

1.8

1.8
Slachthelastiiigeii …….
0.6

4.2

4.4

4.7

Totaal …………
9.6

80.3

107.1

122.5

De aandacht client er op te worden gevestigd, dat
bij vergelijking met de opbrengst van 1930 rekening
moet worden gehou.dien met liet feit, dat ingaande 1. Januari 1931 de invoerrechten werden verhoogd
met 10 opcenten en dat hij het zegelrecht, het ban-
delszegel met ingang van 1. Februari werdl verhoogd
en dat met ingang van 1. Juli het ontschepingsgelcl
werd verhoogd van
f lOO.-
tot
f
1.50.-.
Een nadere uitsplitsing van de opbrengst der accijn-zen leidt tot onderstaande groepeering.

(in mnillioenen guldens.)

Opbre ngst

leacht leacbt

leacht
8f12
Accijns

Aug. Aug. maanden maanden maanden maming

1931. 1930

1931

1930

1929

1931

Petroleum
.
0.9 0.9

7.7

8.4

8.3

23.3 Benzine
. . .
1.4

1.8

11.8

13.6

11.1
Lucifers

0.7 0.8

4.9

6.9

7.0

7.3
Gedistilleerd
0.05 0.09

0.6

0.8
.

0.9

0.8
Tabak …..
0.01 0.003

0.05

0.09

0.08

0.08

Totaal
.. .
3.1. 3.6

25.1

29.8 –

27.4

31.5

De kohierbelasti.ngen bleven in de eerste acht maan-
den van 1931, zooals uit die hieronder opgenomen i’er-
gelijkende specificatie blijkt, met cii tzondering van cle
personr3elc belasting
en de
verponcli’rcg,
hij de op-
brengst van cle eerste ach t maanden van 1.930 ten
achter.
(Iii
ittihl ioenen guldens.)

Opbrengst
Aug. Aug. le acht maanden
1931 1930

1931 1930

Persotiele belasting ………..
0.6

0.6

3.1

3.1
Tukotitsteit

………..
4.3

4.9

27.3

31.0
Veitnootschaps

………….
2.7

3.2

10.4

15.0
Verpondin.g ………………
2.7

0.1)

12.1

7.0
Landeli3ke inkomsten ………
4.1.

4.9

1.9.1

22.6

Totaal

……………..
14.414.372.5

78.7

De hooge opbrengst der verponding is verorzaalct
door cle bela ngrijke betalingen op aanslagen van vorige
jaren.
De
ia’n,cleliiIce inicomsten,
nadier nitgesplitst, geven
het volgende beeld.
(11 t nuil ioeiten guldens.)
Opbrengst
Aug. Aug. le acht maanden
1931 1930

1931 1930

Landrente Java en Sladocra
..
3.8

4.4

18.1 21.0
Alle vorige ……………..
0.3

0.5

1.0

1.6

Totaal

……………
4.1.

4.9

19.1.

22.6

De overige belastingen brachten in verslagmaand

f
503.000 op tegen j’ 333.000 over dezelfde maan cl in
1930.

Monopolie.s.
De monopolies ‘brachten in verslagmaanci
f 1.2
mil-
floeh minder op dan in Augustus 1930, terwijl de

9 December 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1061

totaal-opbrengst in de eerste acht maande.n van 1931

f
8.6 millioen achterbleef bij die over dezeif cie periode
van 1930.
Deze
f
8.6. millioen werden voor
f
6.2 rniilioen ge-
vorncl door achteruitgang van de opbrengst van den
opiumverlcoop,
welke opbrengst in de eerste acht
maanden van 1931.
f
17.7 millioen •bedroeg tegenover
bijna
f
24.0 mili.ioen van cle eerste acht maanden
van 1.930.
De opbrengst der
poncl huizen
bleef in verslagmaand
f.02 millioen achter bij die van Augustus 1930 en in
cle eerste acht maanden
van dit jaar
f
2.4 millioen bij
die van de eerste acht maanden van 1930.
1-Jet
zout.
dat in verslagmaan’d
f
0.2 millioen min-
der opbracht dan in Auguitus 1930, gaf in de eerste
acht maanden van 1.931
.f
0.03 millioen meer aan ont-
vangsten clan in dezelfde periode van 1030.

Producten.

De opbrengst van de
producten
bedroeg in Augus-
tus
f
4.1 miljoen tegen
,f
5.2 millioen over dezelfde
maand in 1030 of
.f 1.1.
millioen minder, in hoofdzaak
veroorzaakt door de mindere opbrengsten bij de steen-
kolen ad
•f
0.7 millioen. Kiria ei caoutchouc brach-
ten ieder ruim
f 0.1
mi.11i.oen minder
0
.1).
De achter-
uitgang van 1e opbrengst van cle eerste acht maanden
van 1.931 t.o.v. 1930 is hierdoor gestegen tot
f
11.3
millioen. De geringe opbrengst der goud- en zilver-
mijnen werd veroorzaakt, doordat deze mijnen in de
maand Augustus werden gesloten.

Bedrijven.

De opbrengst van deze groep bedroeg over Augus-
tus 1.931 circa
f 1.0
millioen minder dan in dezelfde
maand van 1930. De oorzaak hiervan is gelegen in de
mindere opbrengst van den P.T.T. en de S.S. en Tr.

van resp.
f
0.3 en
f
1.6 millioen. De achteruitgang
gedurende cle eerste acht maanden van het jaar 1931.
1930
.

steeg tot
f 10.8
millioen.
De totaaiopbrengsten van de S.S. en Tr. bleven
in cle eerste acht maanden
.f
7.4 millioen bij die van het vorig jaar ten achter. Verdeeld over de verschil-
lende lijnen bedroeg dit voor:

,lava …………………….4 mfm
Sum. Weatkust ………….0.7
Zuid-Sumatra……………. 1.0

en
(le Atjeh-tram ……………0.3

De overige bedrijven vértoonen geen vermeldens-
WO 0
rd i ge afwijkingen.

Diverse middelen.
Deze groep bracht in verslagmaand
.f
3.8 millioen

op tegenover
f
3.2 millioen in Augustus 1930. De op-
brengst in de eerste acht maanden van 1.931 was
,f
4.5
milliôen minder dan die in de overeenkomstige pe.ri.ode

van 1930.
In versi agm aan d brachten mijn con cessies
f
0.066
miflioen
01)
tegen
,f
0.09e millioen in ddzelfde maand
van het vorige jaar: in de eerste acht maanden van
192,1 brachten zij
f
0.653 millioen op tegen
f
0.036
miflioen in dezelfde periode van 1930.

De opbrengst van den afkoop van heerendiensten
in de Buitengewesten bedroeg in Augustus 1931.
.f
0.40

millioen tegen
f
0.60 millioen in Augustus 1930; de
totaal-ontvangsten hiervan bedroegen in de eerste acht
maanden van 1.931.
f
3.64 millioen tegen
f
4.16 mii-
lioen in dezelfde periode van 1930.

De opbrengsten van de andere tot deze groei) be-
hoorende middelen geven geen aanleiding tot bijzon-
dere vermelding met uitzondering van de baken- en

loodsgeideu, welke in verslagmaand
f
0.06 millioen

achterbleven hij Augustus 1.930 en in de eerste acht
maanden van 1.931 totaal
f
0.58 millioen minder op-
brachten dan in dezelfde periode van 1930.

Iret algemeen verloop der landsmi’ddelen in het loo-
pende jaar in vergelijking met de twee voorgaande
jaren moge blijken uit het volgende overzicht:

Opbrengst per maand
Opbrengst t/rn de maand
Maand
in millioenen guldens
Aug. in
millioenen guldens

1929
1930
1.931
1929
1930
1931

Januari

.
51.9
53.5
45.2
51.9 53.5 45.2
Februari
48.9
42.1
36.0
100.8
95.7
81.2
Maart
50.4
4:3.7
37.1
1.51.2
139.4
118.3
Apri1

. . .
51.3
45.0
38.3
202.4
184.3
156.6
Mei

…..
53.8 52.3 39.1
256.2
236.6
195.7
Juni

…..
61.2
50.4
45.3
317.4
287.1
241.0
Juli

…..
67.0 65.3 49.5
384.4
352.4
290.5
Aûgustus 62.2 52.5
46.3 446.5
404.9
336.9
September
62.4
58.8
508.9 463.7
October

.
71.6 57.1
580.4
520.Q
?ovember
56.1
46.5
636.6
567.4
December
72.2 84.3
708.7
631.6

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

HET RESULTAAT VAN DE RONDE-TAFEL-
CONFERENTIE.

Prof. P. Geyl te Londen schrijft ons:

Het besluit van de Ron.de-TafelConferentie is tot bijna op het laatste oogenblik onzeker geweest. Een
paal weken geleden, vlaic na de finale mislukking van
een schikking tusschbn Hindoes en Moslems, scheen
liet alsof heel liet federatie-plan van de baan was. De
vorsten toonden zich er minder ijverig voor dan een
jaar. geleden. De Moslems wilden er niet over praten, voordat hun secte-eisclien ingewilligd waren. ,,Terug
naar ‘het rapport-Simon”, dat leek het eenige wat erop
zat, d.w.z. zeifbestuur voor de provinciën en voorioo-
pig geen verandering in het centrum. Er werd ge-
rccleneerd, dat dit toch ook, alles wel bezien, de nor-
male ontwikkeling was: federaties ontstaan haast al-
tijd uit liet samenkomen van tevoren reeds zelfstan-
dige eenheden.
Maar opeens lcwam er een .lcentering. De Hindoe-
liberalen, die enkelen van cle allerbeste koppen en
zeker van de allerbeste sprekers in de Conferentie
hadden, Sir Tei Sapru cii Sriiaivasa Sastri, protes-
teei’den uit alle macht. De labour-vertegenwoordigers
ter Conferentie, die allen hun parlementszetel in de
verkiezingen ‘verloren hebben, lcwamen hun te hulp.
De regeering, die een kort eind aan de immers dood-
geloopen besprekingen had willen maken, draaide bij.
De Moslems lieten zich overhalen om deel te nemen
zonder overigens veel bij te dragen. De eigenlijke pro-
blemen van federatie – de waarborgen, clie de Engel-
sche regeering behouden wil – werden op die manier
nog besproken en het denk’beeid, dat men zich officiöel
niet zelfbertuur in de provincies vergenoegen kon,
verdween uit liet gezicht. Zoo was MacDonald’s slot-rede, waarin hij de politiek der regeering aankondig-
cle, dus heel anders dan een
p005
tevoren verwacht was
en de Hindoe-liberalen en gematigde nationalistische
elementen in liet algemeen waren vriendelijk gestemd.
Zijn zij ook inderdand voldaan? Heeft de federatie-
politiek werkelijk gezegevierd? Staat Indië aan den
vooravond van feitelijke onafhanlceli,jkheid? Ik geloof
het niet en als iets geschikt is om den optimist te doen
twijfelen, dan is liet wel het debat, dat over de regee-
ringsverklaring in het Lagerhuis gehouden is. Men
kan dat debat en de redevoeringen van MacDonald,
Hoare, Simon, en van Churchill, den leider van den
aanval, alsmede de stemming waarmee het besloten
werd, op verschillende wijzen interpreteeren. Men kan
zeggen: zie de felheid van den ,,diehard”, de politiek van de regeering moet wel een zeer li.berale politiek
zijn; zie ‘het klein getal stemmen, dat Churchill op
zijn motie wist te vereenigen (43), ‘blijkbaar is de meer-
derheid der conservatieven bereid een politiek te steu-
nen, die ook de instemming van Labour heeft. Maar
men kan ook zeggen: de meerderheid der conservatie-
ven heeft voor Churchill’s motie niet gestemd – of-
schoon ‘zij zijn rede hartelijk toej uichten -, Qmdat de
nationale eenheid, die de regeering geacht wordt te vertegenwoordigen, nog als een teugel werkt, maar
vooral ook, omdat zij in hun hart met al de voorwaar-

1062

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 December 1931

den en restricties vin de aangekondigde regeerings-

politiek tevreden is.
MacDonalcl heeft grooteii nadruk gelegd op de con-
tin uïtei t van cle politiek van zijn nationaal met die
van zijn Labour-lcahjnet. Maar
cle feitelijke bezwaren,
die aan cle in voeri.ng ‘van
veran
twoorclelijkheici in het
centrum ill den weg staan, zijn nog groot; het grootsté
van al., het ,,commu.naal” geschil, zal cle regeering,
zoo heet t MacDo.nald toegezegd, eigenmachtig oplos-
sen, als cle Indiërs buiten staat lbli.iven, dat zelf te
doen, liever dan daardoor de constitutioneele ontwik-
keling onhepaald te laten ophouden. Dat is zeker be-
langrijk. Maar hoeveel fei
telijke moei lijkheclen moeten
verder nog onclerzoch t en uitgewerkt worden – door
commissies van ‘de conferentie, clie haar werk in Indië
zullen voortzetten -, en dan zijn er de besliste voor-waarden omtrent voorloopige handhaving van mili-
taire en financiëele macht, de waarborgen. Alles bij-
een een probleeni van zoon omvang, dat er naar schat-
ting minstens vijf of zes jaren gemoei(I zullen zijn
met het in gereedheid brengen ‘van de verlangde fede-
rale constituti.e en dat er nog niets te zeggen valt om-
tren.t de waarachtigheid van het zelfbestuur, dat zij
Indië zal toekennen. M.a.w. dé regeéringsverklaring
kondigt een vage politiek aan, waarvan conservatieven
en radicalen elk het hunne kunnen denken. De eigen-
lijke ‘strijd is nog verschoven en de conservatieven

voelen zich voldoende meester van’ de situatie om hem

OP
een later tijdstip met gerustheid tegemoet te zien.

Dat Gandhi en het Congres oppositie zullen voeren,
is niet ‘het belangrijkste feit; het was eigenlijk nooit waarschijnlijk, ‘dat zij mee zouden doen, maar men
hoopte met behulp van de :vorsten, de Moslems en de
gematigde Elindoes een regeeri ug te kunnen vormen,
sterk genoeg oni hun aanval te.weerstaan. Belangrij-ker is daarom, dat in weerwil van alles wat in W’hite
hall en Westminster gezeg.d is, devorsten en de Mos-
lems toch aan die al-Indische federatie, waarop de
Hindoes hun hart gezet hebben, niet heel geestdriftig
meedoen. De Moslems komen er rond voor uit, dat
het besluit om de toekenning van provinciaal en cen-
traal zelfbestuur
pari passu
te laten geschieden hun
ongelukkig voorkomt. Zoo onzeker is het vooruitzicht
van dat centraal zelfbestuur, dat zij liefst da’delij’k
met nieuwe provinciale constituties begonnen waren.
Dat denkbeeld, dat op ‘het laatste oogeublik van de
Conferentie door de ‘vereende pogingen van Hindoes
en Engelsche Labour-mannen uit den weg geruimd is, duikt alweer op.

liet besluit is, dat de regeeri’ngsverklaring nog wei-
nig beslist. Men mag zeggen, dat een mislukking van
de Conferentie (d.w.z. van de federatie-gedachte) af-

gewend is en dat de diehards geen reden tot triom-
feeren hebben. Maar om tot verwezenlijking te gera.-
ken heeft ‘de federatie-gedachte nog een langen w’eg af te leggen ‘en de Conferentie heeft aangetoond met
hoeveel voetangels en klemmen clie ‘beza’aid ligt.

DE VOLKENBONOSCOMMISSIE IN OOSTENRIJK
EN HONGARIJE.

Dr. K. von Buda,y te Budapest schrijft ons:

Me.ii kon tot dt,isverre steeds met ‘voldoening
OP
den finaticiëelen wderopbouw van Oostenrijk en
Hongarije terugzien als op een succes van den Vol-
lcenbond. Met medewerking van ‘den Volken’honcl war-
den de grondslagen gelegd, waarop deze landen ge-tracht hebben hun bedrijfsleven, dat door de vredes-
verdragen geknot was, in hoofdzaak met ‘behulp van
bui tenlan’dsch kap i taal ged uren cle cle laats te 10 jaren
aan cie nieuwe toestanden aan te passen. Het feit, dat
juist deze landen tengevolge van de wereldcrisis ‘het
eerst in moeilijicheden •geraakten, is ‘daardoor ‘van nog
g’rootere beteeken is. De Fi.nanciëele Commissie van den, Volkenbond is zich Iclaarblijkelijk ten ‘volle van
dit feit hewus’t, daar zij in ‘haar schrijven aan den
Volkenbon’dsraad op den ‘voorgrond plaatst, dat de
Volkenbond zekere moreele en juridische verplichtin-

gen ten opzichte van deze landen heeft. Men kan con-
stateeren, dat ‘de tegenwoorclige moeilijkheden be-halve door cie algemeene crisis en cle eigen tekort-
kominge’n in hoofdzaak door cle economische gevolgen
van cle vredesverd ragen werd en veroorzaakt.

:lerst richtte Oostenrijk en daarna Hongarije een
verzoek tot den Volkeubonci om den financiëelen toe-
stand. door deskundigen te laten onderzoeken. De
Volken’bondsraacl heeft afzonderlijke delegaties naar
Oostenrijk en naar Hongarije gezonden, die een. rap-port over dlie landen ‘hebben uitgebracht.

0 osiennij/c.

In liet Oostenrijlcsche rapport, dat veel korter is
clan het Rongaarsche, ivprclt eigenlijk slechts de be-
grooting en terloops cle lcwesti.e van cle Kreclitanstalt
bel andeld. Waarschijnlijk zal de reeds thans te Wee-
neu vertoevende vertegenwoordiger ‘van de Finan-
ciëele Commissie van den Volkenbond een uitvoerig
rapport samens tellen. Zooals het rapport over Oosten-
rijk aantoont, geeft ‘cle Oostenrijksche ‘begrooting van-
af cie reconstructieperiode – sedert 1,922 – tot 1930

jaarlijks een. overschot te zien. In 1930 was er voor cle
eerste keer een telcort van Sch. 13 millioen. In 1931
steeg liet tekort als gevolg van cle Kreditan’stalt-
affaire tot Sch. 168 millioen; bovendien had de schat-
kist een crediet op korten termijn van Sch. 250 mil-lioen en cle spoorwegen een van ‘Sch. 193 millioen
opgenomen. Volgens de verlclaring ‘van den Bonds-
Icanselier, clie hij het ‘rapport ‘gevoegd is, moet de
totale hegrooting van Oostenrijic, w’ellce tevens ‘de he-
clrjfsu i tkonisten van cle zg. s taatsbeclrij ven (Post, Telegraaf, Telefoon enz.) en liet netto-overschot
van
cle spoorwegen bevat, van Sch. 2.216 millioen
(f
775
nUllioen) tot Sch. 1.900 millioen
(f
664 millioeo)
wördeo. verminderd. De inkomsten moeten dloor ver-
hooging van verschillende ‘bestaande en invoering van
nieuwe belastingen op een niveau van Sch. 2.000 mil-
lioen
(t
705 millioen) worden gehandhaafd, teneinde
Sch. 100 millioen voor de gedeeltelijke terugbetaling
van de lcortloopende credieten te verkrijgen.
De Commissie verdedigt in haar rapport liet stand-
punt, dat er voor een bedrag van ongeveer Scli. 250
mi 11 i oen mi ieuwe bui tenla ndsche credieten voor Oos-
tenrijic nooclig zouden zijn, terwijl liet niet eens
cle Sch. 60 millioen heeft gekregen, die, naar liet
schijnt, van Fraosche zijde waren toegezegd. Het is
moeilijk te zeggen, hoe lang Oostenrijk het zonder
hulp van het buitenland zal lcunoen uithouden. IDe
g’roote passi viteit van zijn ‘handelsbalans en de vooi
den dienst van de huitenlandsche leeningen beneodig-
cle ‘bedragen stellen ten aanzien van deviezen zullce
eische.n aan cle Nationalbank, dat daaraan zonder
ii ieuwe bui tenlancische leeni ngeu en zonder uitvner-
overschot vroeg of laat ten deele- of in het geheel
niet’ i’olcl aan zal icu mi en word en.

Hongani,ie.
Het Elongaarsche rapport is veel uitvoeriger dan het Oostnrijlcsche. T-Jet schetst in de ‘eerste plaats’
uitstekend den huidigen financiëelen toestand van
1-1ongarije, waarni t

‘blijkt, ‘dat de eigenlijice ‘begrooting
van 1930f’31, met inkomsten ten bedrage van P. 829,6
millioen
(‘f
361 millioen) en ‘ uitgaven ten bedrage
van P. 946,5 millioen
(J’
411 millioen) met een tekort
van P. 11:6,9 millioen sloot..’ De rekeningen van
cle staatsbedrijven geven niet inkomsten ten bedrage
vanP. 427,3 millioen (f186 millioen) en uitgaven
ten bedrage van P. 450,6 millioen
(f
195 millioen)
een.tekort van.P. 23,3 millioen te zien. De Hon-
gaarsche Mi nister-Presi dent gaf, evenals de Oosten-
rijksclie Bonclslcanselier, te lcen.nen, op w’el’lce wijze
de uitgaven tot P. 850 millioen – resp. naar de mee-
ning van de Commissie tot. P. 800 millioen – moe-
ten worden verlaagd. Ter vermeerdering van “te
inkomsten dienen de invoering van nieuwe en ver-
hooging ‘van ‘erschillende ‘bestaande belastingen; de
desbetreffende verordeni ogen traden innii ddels reeds
in werking. ..

9 .Decniber 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1063

Liet Hongaarsche rapport bevat ook een gedetal-
leerd overzicht van alle bu itenianclsche schulden van
Iilongarije; een dergelijk overzicht ontbreekt in het
Oostenrijksche rapport. De geheele bui tenlandsche
schuld van Hongarije bedraagt volgens het rapport

1′.4.094 millioen
(f
1.734 millioeo),’waarvan
01)
reke-

o ing van den Staat P. 1.629, cle gemeen ten F. 517,
banken, landbouw en industrie P. 1.948 millioen ko-
men. :De leen ingen op langen termijn en bepaalde
leeningen met middelmatigen looptijd bedragen te-
zamen P. 2.790 millioen (na aftrek van cie amortisa

tie), welk bedrag slechts een verschil van P. 13
inillioen toont met cie door ons berekende cii in ons
vorig artikel genoemde P. 2.809 milliden. De credieten
op korten term]jn en ciie met middeimatigen looptijd

bedragen P. 1
… 304 millioen.

Duidelijk blijkt, dat cle zwakke zijde van den toe-
stand in het relatief groote bedrag van deze schulden ligt. Die.naangaancle concludeert de Commissie, dat
men cle onmiciclellijke terugbetaling van deze kort-
loopende creci.ieten niet van Hongarije mag verlan-
gen, weshalve zij voorstelt de ,,Stillhalte”-overeen-
komst voor een langere periode te handhaven. De
ciesbetreffen de on derhanci cli ngen werden reeds ten
dccle met succes belcroond, ten dccle zullen zij bin-
netikort hun beslag icrijgen. De Commissie heeft er
bij het vaststellen van liet eindbedrag op 1′.4.094 mil-
lioen geen relcening mccle gehoucien, dat cle i’60r-
oorlogsche schulden van (tell Staat, ten bedrage van
P. 874 millioen, feitelijk met een becirag overeenko-
men, ciat P. 600 millioen lager is, ci.i. P. 274 inillioen,
omciat de re.ntedienst van deze leening door het pro-
tocol van In nsbruck tot 27 pOt. resp. 32 pOt. werd
verlaagd; op cie Oostenrijlcsche en zelfs op de Tsje-
clii sche en Joego-Slav ische begrooti.ng komen deze
leeningen clienovereenkomstig met 27 pOt. resp. 32
pOt. van haar aanvankelijke kapitaalwaarde voor. In-dien wij hen ccle rekening houden, beloopt het eind-
bedrag in plaats van F. 4.094, P. 3.494 millioen

(.f
1.520 millioen) d.w.z. P. 401 (f174) pel•’hoofd

der bevolicing.

Zooals reecis opgemerkt, behelst het Oostenrijlcsche
rapport geen gegevens omtrent de bu itenlancische
schulden van Oostenr.ijlc. Volgens cle opgaven van cie
Ooste.nrijksche regeeni ug en volgens onze eigen be-
rekeningen, zou cle tegenwoordige totale Oostenrijk-sche schuld aan het bii itenianci rond Sch. 3.770 mii-

lioen
(f
1.318 millioen) beciragen, d.w.z. Sch. .580
(j 204) per hoofd der bevolking. Dit bedrag is als
volgt onderverdeeld:

B uitenland:sche staatsschu id en volgens opgave van
liet Ministerie van Financiën per ult. Dec. 1931:
Sch. 1.947,8 millioen; andere leeninigen op langen ter-
mijn: Sch. 730 millioen ; luitenlandsche gelden van de
Krecli tanstalt en andere banken i ncl. cie Nationalhank
volgens cie desbetreffende verdragen et ,,Stillhalte’
overeenkomsten Sch. 900 millioen; anciere credieten
op korten termijn: Sch. 200 millioen, welke allicht nog grooter kunnen blijken te zijn, wanneer ook in
Oostenrijlc een zdlf de verplichte aangifte van de bui-
tenlandsche verbintnissen word t voorgeschreven, als
in 1-longanije werd ingevoerd.

Het is belangwekkend op te nierlcen, dat tegenover
deze hooge huitenlancische schulden cie binnenlanclsche
staatsschulcl van Oostenrijk slechts Sch. 644 millioen
(f225 millioen) en die van Hongarije P. 224 mii-

lioen (rond
j
100 millioen) bedragen, terwijl Tsje-
cho-Slowakije niet minder clan Kr. 25 milliard

(f
1.840 millioen) aan binnenlancische staatsleeningen heeft uitgegeven. 1-loewel dit een gevolg van de infla-
tie is en do inkomens- en vermogensverhoudingen in
cieze landen zeer verschillend zijn, Ican men hieruit
afleiden, dat zoowel Oostenrijk als Hongarije nog
over binnenlandsche bronnen beschikken, die zij ter
versterking hunner financiën kuiinen aanspreken,
“oor zoover het buitenland zulks mogelijk maakt, te-
meer daar de oplossing van dit vagstuk in deze lan-

(ien niet door een herstelvraagstuk wordt gecompli-
ceercl.
Ce dienst van rente en aflossing der Hongaarsche
bui tenianclsclie schulden bedraagt volgens het rapport
jaarlijks P. 287 millioen
(j
124 millioen). Dc kern van
het rapport i’aii cle Comm issie ligt eigenlijic in deze
vraag ; hoe J:longarije bij dc kan dlhavng van het even-
wicht Van zijn hegrooting en de stabili teit van zijn
valuta, in staat zal zijn, deze P. 287 millioen uit een
wtvoeroverschot te verkrijgen. Want op nienw’e

n

lee-

ninge Ica n ‘oorloop ig niet worden gerekend, zoodat
cle bediragen voor rente en aflossing slechts met dien-
sten en goeclerep kunnen worcien betaald. Dezellcie
vraagstukken doen zich voor hij Oostenrijk, zooals
hierboven reeds werci aangetoond, en ook hij Duitsch-
land, zooals in het Laytonrapport uitvoerig wordt uit-

eengezet.
De Commissie constateert zeer terecht, dat deze lan-
den betalen kunnen, doch slechts op voorwaarde, dat
zij hun producten van cie land kunnen doen.
Wat
dit

nut betreft, komt cle Commissie tot cie volgende con-
clusies, die in tegenspraak schijnen te zijn met de door haar in haar tot den Volkenbondsraadi van 19 Septem-
ber 1931 gericht schrijven neergelegdie opvattingen.
In dit schrijven constateert cie Commissie, dat de ca-tastrophale prijsdaling, cle stijging van de werkelijke
lasten van de leeningen en andere vaste financieële
verplichtingen, evenals cle daling van cle inkomsten van clen Staat als gevolg van cie depressie, de moei-
lijkrte verschijnselen van cle werelcicrisis vormen. Voor
Hongarije en Oostenrijk stelt de Commissie een op
klassieke principes gebaseerde deflatie voor, waarvoor
het ilongaarsche rapport overigens een buitengewoon
duidelijk en logisch schema bevat. Een verdergaande
nleflatie zou echter naast een verciere prijsdaling tot
gelijktijdige verhooging van cie reeds buitengewoon groote en zware lasten dier buitenlanclsche schulden
en waarschijnlijk ook door het verscherpen
an
de
crisis tot een verdlere daling van cie staatsinkomsten
leicten. De deflatie zou den uitvoer stiinuleeren en
het saldo van cie hancielsbalans zou volgens de voor-
stellen van de Commissie door een rigoreuze dcvie-zencontrôle stijgen. Iii dit verband merkt ,,The Eco-nomist” in zijn critiek op het iapport terecht op, ciat
cl it principe een contradictio in terminis is, d.w.z.
uitvoer zonder invoer – en toepassing daarvan slechts
tot vernietiging van den wereldhanclel kan leiden,
waardoor terugbetal.ng van de internationale schul-
den geheel en al onmogelijk zal worden. En wanneer er al een uitvoeroverschot zal worden verkregen, dan
wordt de afzet, behalve dioor de algemeene moeilijk-
hecien, nog belemmerd door de pogingen tot ‘beper-
king vën cien invoer in ciie landen, welke in een zelf-den cnitieken toestanci verkeeren. Op dit punt komen
cle rapporten van de Tolkenbondlscommissie trouwens
oolc met het z.g. Layton-rapport in botsing, dat zich
niet cien toestand in . Duitschland bezig houdt. Liet
schij nt, dat cieze moeilijke vraagstulcken daarop zuilen
uitloopen, w’elke Staat, wanneer en op wellce wijze liet
eerst in Europa het .rnoratori um zal afkondigen.

De Volkenbondscommissie onderschat deze moeiljlc-
lieden niet en wijst er met klein op, dat noch liet Oos-
tenrijlcsche noch liet 1-longaarsche vraagstuk op zich-
zelf staat, doch dat heide een onderdeel van de alge-
nieene crisis vormen. ,,Deze landen alleen kunnen
niets tot verbetering van den moeilijken toestand van
cie wereldhnïshoudling bijdragen” – leest men in het
rapport, waaraan wij nog cle conclusie uit het boven-genoemde schrijven van cle Commissie aan den Vol-
kenhondraad zouden willen toevoegen: ,,Ook voor
liet welslagen van clie maatregelen, welke wij voor deze
landen voorstellen, is liet van erninent belang, dat cle
economische en politielce toestan’ci zich aanmerkeiijlc
verli.etert.”

1064

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 December 1931

AANTEEKENINGEN.

Kapitaalbeleggjngen in de hoofdcultures van
Nederlandsch.lndjë.

Als No. 96 van de Mecledeelingen van het Oentraal
Kantoor voor cie Statistiek te Buitenzorg is onlangs
van de hand van Dr. R. E. Smits een brochure ver-
schenen over de beteekenis van Ned.-Inclië uit inter-
nationaal economisch oogpunt, waarin o.a. een bereke-

ning voorkomt over de bu.itenlandsche beleggingen
in de cultures. Deze berekening is gebaseerd op het
beplante areaal, door voor de verschillende cultures een geschatte ‘gemiddelde kapitaalwaarde per H.A.
aan te nemen.

Dr. Smits gaat eerst de toeneming van de kapitaal-
beleggingen ter Oostkust van Sumatra na en consta-

teert, dat voor dit gebied sedert 1913 een stijging van
cie icapitaalbeleggingen van
f 435.000.000
heeft plaats
gevon den. Uitgaande van, een geschatte gerni dde] de kapitaalwaarde per II.A. voor rubber van
f1.400,
voor
ol.iepaim van j
1.500,
voor thee van
f 2.000,
‘voor
vezel van
f
2.000
en voor copra van
f
600, komt de schrijver tot de volgende opstelling.

Kapitaalheleggingen ter S. 0. i. aati het einde van 1929
in duizenden guldeiis.

Nationa-
litiet
.

.
,n

,

.
°
0

Nederland
128.900 116.250
47.910 24.414
40.000
3.279
360.752
Britsch
104.684
3.030
14.554
1.457
1.000
124.726
53.035
53.035
Fransch-
Belgisch
41.874
3.000 27.704

72.578
Zwitsersch
3.542
750


122
4.414

Amerik…….

Japansch 11.157
2.560

————

13.717 Duitsch
3.202 2.499
2.420
8.121
andere na-

ionaliteiten
4.906 4.906
Totaal
351.301
120.000
83.703 41.188






40.0(0 4.957

1.000
642.249

WTat
Jnva
betreft, zoo vervolgt Dr. Smit’s, zijn eeni-
germate betrouwbare cijfers aan de hand waarvan de
ontwikkeling van ‘de buitenlandsche kapitaalbelange:n
over een reeks van jaren zou kunnen worden nage-
gaan, niet beschikbaar, zoddat te dien opzichte vol-
staan moet w’orden met het geven, van een overzicht
naar den toestand per einde 1929. In grove trekken
kan echter wel worden gesteld, dat Nederlandseh kap i-
taal in de ontginning van dit eiland’ bij voortduring
een zeer everwegen’de rol heeft gespeeld. De uitvoer
van Java bestond in het jaar
1885
voor 66 pOt, uit
suiker, welke industrie van den aanvang af praktisch
geheel door Nederlandsch kapitaal werd gedreven.
Daarnaast was de tabakscultuur in ‘de Vorstenlanden
en den Oosthoelc met
8
pOt, van den uitvoer eveneens
vrijwel uitsluitend Nederlandsch, terwijl hetzelfde kon
worden gezegd van de koffiecultuur, welke in dien
tijd nog 7p0t. tot den Java-uitvoer bijdroeg. Eerst de
opkomst van de thee- en van de rnhbercultuur deed de
belegging van buitenlandseh en weder voornamelijk
van Britsch kapitaal iii het Javacultuurbedrijf aan-
zienlijk toenemen. Een ‘belangrijke stap in deze rich-
ting werd ook gezet met den overgang in 1,91,0 van een
der grootste particuliere landerijen op Java van Ne-
cicriandsche in Engelsche ‘handen. Bij cle opkomst der
rnbbercultuur op Java was voorts, evenals zulks op
Sumatra’s Oostkust het geval was, het Br.itsche kapi-
taal in den aanvang’overwegend. Van de in 1912 op
Java werkzame rn’bbermaatsehappijen, ten getale van
101, waren er
50
in Engelsche, 30 in Nederiandsche
en
1.8
in Fransch-Belgische handen. Met deze deel-
name van Britsch kapitaal in de rutbberindustrie ging als gevolg van het ,,catchcrop” systeem een overeen-
komstig grooter belang in de koffiecultuur gepaard
met het gevolg, dat ten huicligen dage Britse’h kapitaal
bij de overjarige cultures op Java: rubber, koffie en
thee voor belangrijke bedragen betrokken is. Een over-
zicht van den toestand geeft ondervolgende tabel,
waarbij eveneens van liet beplante oppervlak werd uit-
gegaan. Als gemiddelde waarden per H.A. werden
daarbij aangenomen: voor suiker
f
4.000,-, voor mb-

‘ber
f
1.200,-, voor koffie
f 1.100,-,
voor thee
.f
1.500,-,
voor kina
,f
1.200,-. Het .in de tahakscul-
tu,u,r gestoken kapitaal werd in deze opstelling weg-
gelaten, omdat dit ‘tengevolge van de wijze, waarop
deze cultuur
OP
Java gedreven, wordt, zeer moeilijk te
benaderen is. Ter verklaring van het feit, ‘dat de aan-

genomen waarden per lA. voorrubber, koffie en thee
lager zijn dan de overeenkomst,ige voor Sumatra’s
Oostkust, cliene voorts, dat’ in een nieuw gebied als
dit laatste zonder voldoende locale arbeidsbevoiking
de o.ntginn.ingskosten uiteraard veel hooger zijn dan in
liet reeds veel langer gecultiveerde Java. Uit ‘den aard
der zaak hebben echter alle dergelijke cijfers slechts
een zeer betrekkelijke waarde, al kunnen zi,j voor ver-
gelijkingen als de onderhavige zonder veel bezwaar worden toegepast, teneinde in staat te stellen tot liet

zich vormen van een oriën teerencien indruk om tren t
de bedragen, welke met het cul tu.uri)eclrijf gem.oei cl
zijn.

.Kapitaalbeleggingeri op Java aaja liet einde van 1929
in duizenden guldens.

Nationaliteit

1 Suiker lRubber 1 Kolfie 1 Thee 1 Kina 1 Totaal

Nederlandsch ……..
779.668 145:879

71.716 104.255

16.571 1.118.069
Britsch …………..
10.104

20.794

20.028

28.466

2.693

142.085
Fransch-Belgisch


20.890

8.386
1
6.558

158

35.992
Duitsch …………..

1.544

4.230

6

5.781
ltaliaansch………..

2.136

58

2.194
Japansch ………..
..
3.736

1.715

472

5.923
Onbek.Nationajjteit

16.850

4.883

618

22.351

Totaal …..
.193.50.4
1
‘69.808
1
105.071 143.981

20.046 1.332.144

Het jongste cultuurgehied is tenslotte ‘dat van
Zuid-
iSurnatra,
onder welicen verzamelnaam gemeenl ijk de
resiclenties Sun7atra’s Westkust, l3enkoelen, ‘de Lam-
pongsche Districten, Palemharig en Djarnbi worden
samengevat. Het Europeesch cultuu.rbedrijf is hier
nog van zeer recente:n datum en feitelijk eerst na 1910
aangevangen, toen al’s gevolg ‘van de rubbe.rhoom cle
eerste aanzienlijke oppervlakten, speciaal in cle Lam-
pongs, beplant werden. Wanneer vöôrclien uitgestrekte
concessies in Zuid-Sumatra werden aangevraagd, ge-
schiedde dit niet zoozeer met de bedoeling om deze
gronden zelf in cultuur te brengen als wel om deze
naderhand met winst in nieuwe maatschappijen te
kunnen inbrengen.. De mogelijkheid tot dit laatste,
bleef evenwel nog langen tijd uit en liet tijdsti,p van
de eigenlijke opening van Zuid-Sumatra brak eerst
aan, toen de voor groot-landbouwbedrijf bruikbare
complexen op Java en ter Oostkust langzamerhand
steeds schaarscher werden, tengevolge waar van groote
Nederlan dsche cultuurmaatschappijen, welke voor cle
uit de winsten hunner ondernemingen op Java be-
schi kbaar gekomen a arizi enlijke kapitalen belegging in
de bergcultu.res zochten, zich tot Zuid-Sumatra gin-
gen wenden. Eerst na 1.924 is daarom door de deelric-
miiig van deze maatschappijen de Westersche land-
bouw in Zuid-Sumatra aanzienlijk uitgebreid.

Een overzicht van den staat van zaken per uit. 1,929
geeft onderstaande tabel, welke op gelijken voet als
do voorgaande werd samengesteld en waaibij van cie volgende kap itaalwaarden per H.A: werd uitgegaan:
f
1.500,-
voor rubber,
f
1.200,- voor ]coffie,
.f 3.500,-
voor thee,
f
2.000,- voor kina,
f 1.500,–
voo;r oliepalmen en
f
2.000,- voor vezel.

,Ka pitaalbeleggi igen
in
Zuid-Sumatra aan het eiucle
van
1929
in duizenden guldens.

Nationaliteit

g
1-

C

>

Nederlandsch ………..
17.585 17.600 12.257 3.698 5.123 1.026 57.289
Britsch
……………..6.893 1.865 2.485

11.243
Dui(sch ……………..
1.319 1.358

21

1.306

4.0(4
Fransch-Belgisch
…….3.258 –

3.258
Zwitsersch . ……….
.-

799 –

799
.
Onbekende nationaliteit
0.059 3.451 –

330 –

13.840

Totaal …..
139.l14 25.073 13 5.334 5.123

90.435

Rumeeren wij de tevoreh zeer globaal en slechts
voor een aantal hoofdcultures benaderde kapitaalsin-
‘vestaties in de belangrijkste cultnurgebieden, dan

blijkt, dat daarmede per ultimo 1929 reeds een bedrag
van ruim 2 m.illiarcl gemoeid was.

Op grond van de drie bovenstaande overzichten
hebben wij een ‘berekening gemaakt van de grootte
van. cle kapitalen, die
de
verschillende landen in Ned.-
.1 ncl.ië hebben belegd. Wij kwamen daarbij tot cle vol-
gende opstelling.
Kapitaalbeleggingeii in cle cultitres van Necl.-Ïadië aan
het einde van
1929 iii
cluizendan guldens.

350.752 57.289
1.118.089
1.536.130
74
124.726
11.243 142.085
273.054
13
72.578 3.258 35.992
111.828
6
Duitach
………………..
8.121
4.004 5.780
17.905
0,8
Nederlandsch
………. ……

53.035
– –
53.035
3
Britsch
………………….

Zwitsersch
.
……………..
4.414
799

5.213 0,2

Fransch-Belgisch

………..

13.717

..


5.923
19.640
0,9

Amerikaansch
……………

..


2.194 2.194
0,1
Japansch

………………..
ltaliaansch
……………….
Andere en onbekende nat
4.906
13.840
22351
41.097
2 Totaal
………
.642.249
90.433
1.332.414
a065.096
100

Het blijkt dus, dat van de in de hoofdcultures in
genoemde gebieden geïnvesteerde kapitalen % gedeal-
te van. Neclerlandschen oorsprong is. Daarnaast zijn
cle. Britsche en Fransch-Belg.ische ‘belangen van be-
teekenis.

De opheffing van den gouden standaard in
Engeland.

Dr. B. M. Anderson Jr., cle bekende economst van
The Ohase National Bank te New-York, heeft in een
artikel over ,,TJe Gold Stanclard and the American
Gold Tradition” .critielc uitgeoefend op het opgeven
van de.n gouden standaard door Engeland. Volgens Dr.
Anderson had deze voor cle geheele wereld zoo nood-
lottige maatregel achterwege kunnen blij ven, indien
:lrgeland zich meer gehouden had aan cle orthodoxe
regels van den gouden standaard. De eerste teekenen
van de zwakke positie van de Engelsche gelcimarkt ziet Dr. A. in de gebeurtenissen in liet voorjaar van
1.921, toen Engeland na de stabilisatie van den Fran-
.schen Franc een politiek van goedkoop geld voerde,
clie niet in overeenstemming was met zijn financi.ëelen
toestand.
Na cle stabilisatie in Frankrijk, steeg de Franc in
den winter van 1926—’27 zeer aanzienlijk. De Fran-
schen trokken ‘hun gelcle.i:i, die zij gedurende de daling
van den Franc naar het buitenland hadden gezonden,
Ier lig, terwijl tevens door bui tenstaan clers op groote
schaal in Francs gespeculeerd werd. De Bank van
Frankrijk, die de stijging van den Franc wilde tegen-
gaan, zag zich verplicht voor groote bedragen aan
buiteniandsche valuta op te nemen, daar de Fran-
sche cii de ibuitenlandsche speculanten bui tenlandsche
valuta in Francs omzetten. :0e op deze wijze aan de
Bank van Frankrijk aapgeboden bui tenlandsche valu-
ta bestond in hoofdzaak uit Ponden; de Franschen
verwe let den Engelschen, dat het goedkoope geld in
Londen de speculatie in Francs financierde, en
drongen aan op een iiijziging van de geldpolitiek. De
I3ank van Frankrijk wenschte ‘haar Pondenhezit niet
uit te ‘breiden, en converteerde een deel daarvan in
goud, dat zij uit Londen wegtrok.
Het werd dus hoog tijd voor Londen om zijn poli-
tiek te herzien, ten einde zijn goudvoorraad te be-
schermen. In plaats daarvan nam men zijn toevlucht tot internationale samenwerking om de politiek van
goedkoop geld voort te zetten; de Federal Reserve autoriteiten verleenden haar medewerking door de

geidrente in de Ver. Staten in den herfst van 1927
te verlagen, waardoor Engeland tijdelijk ontlast werd
en de Fransche geldmarkt in staat was een deel van
haar Ponden tegoed in Dollars om te wisselen.
De daaruit voortvloeiende effeçtenspecuiatie in de
Ter
.
Staten nam zulk een omvang aan, dat men zoo-
wel hier als elders verplicht was deze politiek te
wijzigen. De geldrente in de Ver. Staten werd even-
wel niet snel genoeg verhoogd, omdat de financiëele
autoriteiten bevreesd waren, dat hierdoor goud aan

Londen onttrokken zou worden. Doordat de Ver. Sta-
ten met de verhooging van liet disconto wachtten, tot-
dat Londen hiertoe schoorvoetend was overgegaan,
nam de speculatie grootere afmetingen aan clan anders
het geval ware geweest.

Na cle ineenstorting van de effectenbeurs in 1929,
keerde de Engelsche geldmarkt zoo spoedig als maar
eenlgszins mogelijk was weder tot cle lage geldrente
terug: De Bank van Engeland verlaagde voortdurend
haar disconto, totdat liet in den zomer van 1931 216

pOt. bedroeg, ondanks de enorme credieten, die de
Engelsche geidmarkt op korten termijn aan het bui-tenland had verstrekt, cle geringe bedragen, die het
ho iienlancl in Londen’ had uitstaan en. den geringen
goud voorraad. Nadat cle pogingen om een einde te
maken aan het wegtrekken van gelden uit Oostenrijk
en Duitschlancl waren mislukt, ontstond er een run op Engeland. De Bank van Engeland verkreeg ere-
clieten in New-York en Parijs; zij verhoogtle haar
disconto eerst tot 316 püt. en daarna tot 416 pOt.
Toen liet eerste crediet niet toereikend ‘bleek, kreeg
zij een tweede en grooter crediet; zij verhoogde echter
haar disconto niet. Engeland gaf zijn gouden stan-
claard op, op een tijdstip, dat zijn ‘bankdisconto 416
pOt. bedroeg.
• in den zomer van 1931 had de situatie zelfs nog
gered kunnen worden. Indien het hankdisconto tot
8 pOt. was verhoogd, toen het eerste crediet van $ 250 niillioen ‘door cle Federal Reserve Banken en de Bank
van Frankrijk aan de Bank van Engeland werd ver-
leend, of tot 9 pOt., toen liet tweede crodiet van
$ 400 millioen van de Fransche en Amerikaansche
financiers volgde, zou Engeland thans nog den gouden
standaard hebben.
in Engeland was men van meening, dat een ver-
hooging van het disconto niets aan den toestand zou
hebben veranderd, toen eenmaal een paniel.c was ont-
staan. Dit ken niet cle opvatting geweest zijn van de
Engelsche financiëele autoriteiten, daar in dat geval
ook liet crediet geen effect zou hebben gehad, en zij
zich niet gerechtigd zouden hebben geacht om in New-
York en Parijs credieten op te nemen tot een ‘bedrag
van $ 050 rn:illioen. Indien Engeland zijn traditioneele
politiek van hooge .geldrente tijdens een crisis had
‘doorgevoerd, toen liet eerste crediet werd ‘verleend, of
zelfs nog, toen liet tweede crediet werd verkregen,
dan had men stellig den volgenden gang van zaken
mogen verwachten:
lo. Vele buitenlanders niet schulden in Londen,
zouden elders hebben geleend, teneinde ‘deze af te
lossen.
2o. De Londensche bankiers zouden degenen, die
gelden in liet buitenland hadden uitstaan en schulden
in Londen hadden, hebben gedwongen, hun tegoed in liet buitenland weder naar Engeland terug te brengen.

3o. De Engelscien, die schulden hadden in Londen
en in liet bui tenlancl konden leenen, zou den gedwon-
gen worden zulks te cl.oen.
4o. De effectenkoersen te Londen zouden sterk zijn
gecl ee l d, ‘hetgeen well ngelichte bui tenstaanciers zou
lichben aangetrokken om te koopen.

5o. De Engelschen, die buitenlandsche effecten be-
zitten en schulden in Londen hadden, zouden hun
obligaties in het buitenland hebben verkocht om hun

schulden te betalen.

Go. Vele ‘buitenlanders en buitenlandsche banken,
die hadden gezien, hetgeen er in Londen geschiedde,
zouden gelden in Londen hebben uitgezet, aangetrok-
ken ‘door een rente van 9 pOt., terwijl zij in een
rente van 41′ püt. geen belang stelden, omdat deze
geen compensatie bood voor het risico.

7o. De druk op de invoer-credieten in Engeland zou den invoer zeer spoedig hebben doen afnemen, terwijl
de credietrestrictie dle Erigelsche faFbrikariten ge-noodzaakt zou hebben, ‘de prijzen, de looiien en de
andere kosten te verlagen, sooclat het buitenland En-
gelsche uitvoerproducten zou koopen.

1066

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 December 1931

Waarom heeft Londen zijn bankdisconto niet be-
langrijk verhoogd, zooals het het stellig vdôr den oor-
log zou hebben gedaan? Dr. Anderson ziet cie
VOO!-

naamste reden
iF)
cle positie van cle machtige Engel-

sche arbeiderspartij, clie zich krachtig verzet heeft
tegen loonsverlaging. Daarnaast was men ongetwij-
feld bevreesd om een verstoring op cle effectenbeurs
teweeg te brengen, hoewel deze verstoring toch is
ontstaan als gevolg van de panielc, die aan het los-
laten van den gouden standaard voorafging. Tevens
wilde men het bankroet vermijden van vele Engel-
sche concerns, die de lange depressie waren doorge-
komen, en die door de credietrestrictie tot liquidatie
gedwongen zouden worden. Het vertrouwen in het
prestige van 11et Pond en in de buitenlandsche ere-
clieten was waarschijniijlc overdreven groot. Tenslotte
was er een ontstellend geloof in de theorie van goed-
koop-geld, die in Londen na den oorlog grooten op-

gang heeft gemaakt.

De geschieden is van Engeland in de laatste jaren
is een klassiek voorbeeld van de mislukking van de
politiek van goedkoop geld om een opleving tot stand
te brengen, indien zij die.nt ter vervanging van een
noodzakëlijke aanpassing van prijzen, bonen en andere
kosten aan gewijzigde omstandigheden en indien zij
wordt doorgevoerd om een onbuigzamen economischen
toestand te beschermen. Zij heeft in elk opzicht schip-
breuk geleden – en heeft den goiiden standaard in

En geland te gronde gericht.

Indexcijfers van scheepsvrachten.

,,The Econoini.st
” schrijft: Gedurende de maand
November steeg ons gemiddelde indexcijfer voor
scheepsvrachten (in Poncien) bijna 1. pOt., zoodat het
thans 4 pOt. meer bedraagt dan een jaar geleden:

v
.

Datum

Basis (Oerniddeldev. 100

100

100

100

100

100

100
1898-1913)
(Gemidd.v.1913) 110,0 113,1 123,4 106,3 117,4 127,9 116,3
Febr.

1920 814,3 529,9 757,5 744,8 587,0 712,2 691,0
Dec.

,,

268,9 277,2 244,1 256,8 286,7 347,2 280,1
Dec.

1921 160,1 164,1 163,7 144,4 141,3 166,5 156,7
Dec.

1922 137,1 135,2 129,2 122,6 136,1 159,3 136,6
Dec.

1923 134,0 132,7 120,1 124,4 125,1 144,2 130,1
Dec.

1924 117,4 129,2 119,5 119,8 129,3 161,1 129,4
Dec.

1925 117,0 121,6 117,0 110,1 110,1 154,9 121,8
Dec.

1926 139,7 156,1 145,9 132,9 129,2 179,8 147,3
Dec.

1927 105,6 116,2 113,6 114,2 124,9 139,8 119,0
Dec.

1928 122,1 131,3 125,6 126,8 127,4 156,7 131,7
Dec.

1929 117,3

95,5

94,6 109,0 93,4 91,7 100,3
Nov.

1930

89,5

85,0 90,4 99,8 81,0 107,7

02.,2
Dec.

,,

89,7

86,9

93,8 103.8

85,2 109,5

94,8
Januari1931

88,0 90,1

90,1 101,3 88,8 108,6

94,5
Februari

87,1 93,4 94,6 96,9 90,9 108,6

95,2
Maart

86,5 94,0 90,5 99,2 91,9 105,0 94,5
April

. 86,0

95,0

94,4

94,0

91,4 103,3

94,0
Mei

85,0 96,6 94,7
94,8
96,0 104,1

95,2
Juni

82,4 89,6 89,8 91,8 93,0 98,8

90,9
Juli

,,

81,2

85,5

86,3

87,6

87,8

95,2

87,3
Aug.

80,6 82,3 88,3 88,4 87,3 92,6

86,6
Sept.

,,

82,5

83,1

86,3

86,11 85,2

97,0

86,9
Oct.

,,

90,8

91,5 89,6

97,6

94,0 106,8

95,0
Nov.

91,1

92,0 85,0 99,1

98,8 108,6

95,8

De omvang

van den handel nam in November n.iet
toe; de belangrijice La Plata-markt nam zelfs bedui-
ded minder tonnage op dan in de voorafgaande
maanden. De handel bleef over het algemeen den in-
vloed van de deviezencontrôle en de invoerbelemme-
ringen i.n verschillende landen weerspiegelen.
Uit den volgenden staat blijken de jongste verschui-

vingen.
De derde tabel toont ons indexcijfer, herleid tot

een gemiddelde voor 1913.

+
of –

Golf van
Biscaye; uitgaande vracht
108,3

1,8

Middel!. Zee; uitgaande vracht
83,6
F

2,9

+

5,2
Noord-Amerika ………………..
92,0

.

04,13

+

0,5
Zuid-Amerika; uitgaande vracht
65,2

2,1

thuisvracht ……..96,8

thuisvracht …………96,5

thuisvracht………..

7,0

..

+

2,1
11

thuisvracht …………….
109,8

.

+

0,8
Indië; uitgaande vracht ………….88,4

Het verre Oosten, enz
……………
+

4,8
Australië ………
.98,8
108,6
+

1,8

(1913 = 100)

Maand
1928
1

1929
1930

1931

Januari ……-
98,47
109,0
81,2
81,2 94,33
106,7
76,5
81,9
Maart ……….
93,17
102,6
75,5 81,3
April
.

.. _.
94,59
99,1 77,1
80,8
Mei

.
… ……..

93,79
97,3
76,1
81,8
Juni

……..
.
91,29
92,1
75,7
78,1
93,73 94,8

78,1
75,0

Februari ……….

98,17
96,1
82,6
74,.4
September
99,54
95,3
83,6
74,7

Juli

……………

October ………
103,93 93,3 81,7 81,7

Augustus ……….

110,94
88,3
79,3
82,3
November

…….
113,17

.

86,2
81,5
December ………
Jaar! gemiddelde
98,8
96,8 79,1

BOEKAANKONDIGING.

R. M. Noo Soeroo. Nawr eene nieu-
we S’a?nenleVing.
(Uitgegeven vanwege
het Nederlandsch Indonesisch Verbond
door de N.V. Adli-Poestaka. ‘s-Graven-
hage 1931.)

Dit boekje bevat een zestal voordrachten, gehouden
ter toelichting van de gronclgedachten, waarvan het
Neclerlandsch-.Ln clonesisch Verbon cl uitgaat. Zooals
ook in zijne verdere geschriften, neemt cle schrijver
het standpunt in, dat samenwerking op voet van vol-
komen gelijkheid tusschen de verschillen cie bevolkings-
groepen binnen het Koninkrijk niet alleen mogelijk, maar voor alle partijen het meest gewenscht is.
Bo-
veaclien acht hij het Ii istorisch geboden de toekomst in deze richting te zoeken, aangezien elke andere, die
de in den loop der eeuwen gelegde en steeds nauwer
aangehaaldle banden tusschen Nederland en Indië zon
willen verbreken, zou uitloopen op afbraak van nage-
noeg alles, wat in dien tijd is opgebouwd, tot schade
van de daarbij hetroicken volkeren.

Ons treft in •des schrijvers gedachtengang vooral
zijn streven om elk der volkeren eigen Icarakter en
ontwikkelingsmogelijkheden te doen behouden. De
geestelijke annexatie van ontwikkeldenbij het Necler-landsclie volic wordt ui tclrulckelijk verworpen. Voor
elk der rassen binnen het Indische staatsverbanci ver-
langt hij een eigen, organischè plaats in het geheel.
Op
die wijze meent hij dat vermeden kan worden eene
organisatie, waarin het getal in plaats van de wer-
kelijke beteekenis van eenige groep hare waarde en
hare kracht zou bepalen. Of het, indien men de be-
staande verschillen tusschen de groepen zoo scherp
ziet, niet eene illusie moet zijn desondanlcs den groei
te verwachten van een gevoel van ,,lndonesisch”
staatsburgerschap, dat niet slechts bij alle inheemsche
volkeren, maar oolc hij Judo-Europeanen en Indo-
Oliineezen zou kunnen on tstakn?

Ondanks deze min of meer utopische verwachtin-
gen toont de schrijver op andere plaatsen grooten
werlcelijkheidszin. Hij ziet dui-delijlc, dat het politiei.e
nationalisme in Ifldië, dat tot oon-coöperatie besluit,
daarmee de -bron voor eigen verdere ontwikkeling af-
sluit en in feite de geschiedenis zou willen terugzet-
ten. Geenszins blind voor de gebreken van vele mdi-
sche Nederlanders, die waardeering voor de hun
vreemde Indonesische cultuur verschijn selen missen,

9 December 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1067

spaart hij anderzijds ook zijne landgenooten niet, als
hij hen verwijt door hun terugtrekken binnen beperk-
ten volkerenkring zeifzucht of uiting van een zeker
m in clerwaard igheidscomplex te toonen.
Of des sclirij vers staatkundig en maatschappelijk
toekomstbeeld voor verwerkelijking vatbaar is, kan geen onzer uitmaken. Slechts de toekomst, de verre
toekomst, zal kunnen doen zien, of de ontwikkeling
deze richting kiest. Maar de. verdienste van dit boek,
evenals van de andere geschriften van den Heer Noto
Soeroto, is, dat zij waarschuwen tegen verdeeling van
wat in den loop der tijden is tezamen gebracht en
aantoonen, dat scheiding daarvan volstrekt niet de
voorwaarde is, zelfs niet kan zijn, voor verdere ont-
wikkeling van een dier deden.

Mr. J. C.
KtELsTRA.

Dr. Arwed Koch, Banken sind Bank-
geschiif te unter besonderer Berücksich-
tigung der Rechtsverhiiltnisse.
(Jena.

Verlag von Gustav Fischer 1031. 329
hiz., Prijs: iligen. R.M. 16,—, geb.
R.M.

17,50).

• 1

loew6l reeds vele pogingen in het werk zijn e-
steid – slechts ten dccle met succes – orn tot een
unifornie internationale regeling en vaststelling van
verschillende handelsgebruiken in het bankwezen te geraken, moet worden erkend, dat men, over het ge-
heel genomen, nog ver van de verwezenlijking van
cia t ideaal is verwijderd.

Waar dus zulk een internationale regeling ont-
breekt, dienen de ‘banken zich bij het afwikkeleri van
transacties met het buitenland in hoofdzaak te rich-
ten naar de in de betreffende landen geldende wet-
telijke bepalingen, hun interpretatie en jurispruden-
tie, alsmede naar cle bepalingen der rekening-courant-
voorwaardeii, die in vele opzichten bepalingen van
aanvullend recht bevatten.

Het is nu do groote verdienste van Dr. Arwed
Koch, dat hij in zijn bovengenoemd werk de verschil-
lende ondercieelen van het Duitsche bankwezen tot in
bijzonderheden heeft behandeld. 1-lij heeft daarbij ge-
tracht aan te duiden, hoe alle voorkomende transac-
ties in cle praktijk worden afgew i kkelcl en weilce j un-
ci ische .verhoud ngen daarbij ontstaan. Telkenmale
verwijst hij naar cie desbetreffende artikelen van het
[1GB.” en het ,,B.G-.B.” en vermeldt – waar noo-
dig – de uitspraak van het R.G.”. Naar mijn mee-
ning is schrijver in zijn pogen u.itstekehd geslaagd.

Waar het Nederlandsehe banicwezen zulke nauwe
relaties met den Duitsc’ben handel en industrie on-
cierhoucit, verdient mi. deze pennevrucht van Dr.
Kocli de algemeene belangstelling van allen, die in
het Nederlancische bankwezen werkzaam zijn. Naast deze categorie ztillen ook de juristen en degenen, die
bij den Duitschen handel betrokken zijn, uit dit in-
teressan te weric waardevolle gegevens kunnen putten.

Het boek bevat een uitvoerige inhoudsopgave en na een kort overzicht van cle historische ontwikke-
li ng van het Duitsche bankwezen, te hebben gegeven.,
behandelt schr. systematisch alle transacties, die op
het zeer uitgestrektear beidsvelci der banlcen worden
aangetroffen.
in liloofdst. 2 geeft hij een indeeling der banken
naar den aard van hunne werkzaamheden• (bl. 33),
terwijl hij in het derde Eloofclstuk cle transacties in 3
groepen indeelt. Hij onderscheidt: de passieve- (depo-sito’s enz.), cie actieve- (credietverleening enz.) en de
neutrale- (effecten-transacties, giro’s, accreclitieveii
enz.). zaken (bI. 46), clie hij, na de ,,Allgemaine Ge-
schiiftsbed i ngu ngeu” in extenso te hebben weergege-
ven (bi. 50-61.) zeer uitvoerig behandelt. In zijn
uiteenzettingen refereert hij telkenmale aan cie be-
treffende bepalingen dezer algemeene voorwaarden.

Schr. vermeld t hij de behandeling der vreemde gel-
dcii, dat cie :Duitsche banken
01)
aanwijzing van de

Reichsbank in hnnne balansen de vreemde gelden in-
deden volgens.de
termijnen waarop deze zijn gestort.
Hij wijst er op, dat het bovendien aanbeveling zou
verdienen te vermelden, welk percentage van deze
bedragen uit ‘buitenlandsche saldi bestaat (bl. 13/4).
Mi. hebben de ervaringen van den laatsten tijd deze
noodzakelijkheid cl u idelijk gedemonstreerd.

Na een interessante uiteenzetting omtrent het be-
grip ,,crediet” te hebben gegeven (bl. 88191) behan-
clelt schr. de verschillende vormen van zekerheid. Een

belangrijke plaats wordt daarbij ingeruimd aan de
fiduciaire eigeudomnsoverdracht (Sicherungsüber-
eignung). Hoewel algemeen wordt aangenomen, dat
volgens Par. 223-2 ,,B.G.B.” eigendom als zeker-
heidsrecht kan worden overgedragen, behoort deze
soort van overdracht in Duitschland tot een in econo-
misch en juridisch opzicht veel omstreden ge’bied. Volgens schr. hebben de banken in de laatste jaren
crecli etverleeni ng tegen fi dnciaire ei gendomsover-
:lraclit stelselmatig van ‘de hand gewezen (bl. 151).

Na het rembourscrediet beschrijft Dr. Koch het
,,Vinkulationskred i t” (credietvenleen ing onder ge-
hr u.ikmaking van de fiducia i no eigendomsoverdracht
van goederen, door credietnerner reeds doorverkocht en
verzonden binnen de Duitsche landpalen) blijft be-
staan (‘bl. 186). Aan de overdracht der ceelen, afge-
geven door veemen, daartoe door den Staat gernach-tigcl, en door dezulke, die deze bevoegdheid missen,
wordt een zeer lezenswaarclige studie gewijd (bl. 198).

In zijn SlotWoordi zegt Dr. Koch het ‘te betwijfelen
of een .in terna tionale regeling der handelsgebruiken
in het bankwezen in het ‘belang van Duitschlançl zal
zijn. Ik Idan deze meening van Dr. Koch niet onder-schrij ven. Integendeel,, volgens mijn ineeni ng,- zal
ieder internationaal georiënteerd bankier een inter-
nationale reglemeuteering der hand elsgebruikeu in
het ‘bankwezen toejuichen. In liet ontwildkelingssta-
clium, dat liet moderne bankwezen heden ten dage
heef t bereikt, is ‘liet een gehiedende eisch geworden,
dat de ‘bankier niet alleen nationaal, maar ook inter-
nationaal denkt. De gebeurtenissen der laatste maan-
den leveren mn.:i. het

beste bewijs ‘voor deze stelling.

Het boek is vlot en duidelijk geschreven. Met zijn
incieeling in paragrafen, zijn uitvoerige inhoudsop-
gave en zijn alphabetisch register lcan dit werlc won-dien beschouwd als een handboelc, dat een raadgever
kan zijn voor wetenschap
en.
praktijk.

K. S.
PIIAFF.

MAANDCIJFERS.

EMISSIES IN NOVEMBER 1931.

Prov. en Gemeentel. Leeningen
…….
f
6.607.750,-
zijnde:
,Veclert and
Prov. Noord-holland


f4.100.000′)

4%
%

ob].

1
9.7%

%

…………….,.

f4.007.750
Geni. Overschie
f 100.0005
%
ob].

100
%

…………

,.

100.000
Gein. ‘s-Hertogenbosch

f
2.500.000

5
%

5

j.

obi.

5.


100

%

……………….’., 2.500.000

I[ndustriëele Ondernemingen ………

ATO,lertand
Aandeelen


De Rotter. Droogdok Mij.
f500.000
aaiicl.
5.
100
% .

f

500.000

Kericelijice

Leoningen

………………
310.000,-
zijnde:
Nederland

……………..f

310.000

Totaal ….
7.417.750,–

) Na de eerste inschrijving ten bedrage van
f 2
nmillioen
is de ofFiciëele noteering voor verdere f 2.100.000 aange-
vraagd.

1068

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9
December
1931

Totaal der emissies ie Januari
. . . .

f
10.671.012,50

Februari
. . .

,,
13.120.111,50

Maart

…..,,
32.326.881,50

April

……,,
22.246.205,51

Mei

…….,,
107.262.528,15

Juni

…….,,
8.316.010,-

Juli

…….,,
26.048.138,75

Augustus
..

,,
10.334.150,-

September
.

,,
3.495.900,-

October

. . .

,,
300.000,-

November
.

,,
7.417.150,-

Algemeee totaal
. . . .f
251.146.050,51

Bovendien


f 10.150.000.-
3/m.
Sehatkistprornessen

….1.
f

996,92
24.950.000.-
6/ru.

,,

……….
990,45
23.064.000.-
1
jar.
33-

%
Sçliatkistbi]jetten
,, ..
1.005,-
5.507.000.-
3
jar.
4
%

,,

,,
,.

993,25
2.025.000.-5
jar.
4
%

,,

,,
,,

977,50

De
Kerkelijke Leeningen zijn als volgt onderverdeeld

Rente- Emissie-
Guldens

voet
koers
pOt.
pCI.

Per.,, 0. L Vrouw v. Altijddur.
Bijstand”, Santpoort ……….
100.000

5

100
Congr. der Priesters v. h. II. Hart
v. Jezus, Sittart-Leyenbroek …
210.000

5

100

OVERZICHT DER OPBRENGSTEN
VAN HET
STAATSBEDRIJF DER P.T.T.
JULI
1931.

Werkelijke
1

Meer of minder dan.
Omschrijving

opbrengst
Juli
1931

1930

Begrooting
f 4.029.980
+
f
100.481
±
f
45.554

Telefonie ……..
496.575

,,

62.481

125.325
Posterijen

…….
Telegrafie

………..
,,

2.101.721
+

166.325

+

49.921
Postchèque- en
.

Girodienst
,,

639.350
+

134.950

4-

133.950

Totalen ……
.f
7.267.626

f
339
.
275
1+
f
]
O
4
.lOO

GIRO- KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM..

Juni
1931

Juni
1930

Giro’s
(eenzijdige ver-
m
In

Aantal

1fl
nAantal

illioenen

Ilmillioene
meiaing)

Girobetalingen aan:
gemeenteinstellingen

f

63.4
36.476

f

91.5
29.673
particulieren
23.8

141.727
20.7
115.847

Oeldomzet.
,,

5.3
8.311

4.8
6.945
Betalingen

……..
33.996
7.4
31.394
Ontvangsten

……..

Part.rekeninghouders

31._’
447952

,,

24.8′
40.268
2

..
,,

8.5

Gelden vo6r ijaar vast
hebben gedeponeerd
,,

9.9
4.427
2

,,
9.9
4.165
1)
Gemiddeld saldo te goed. ‘) Einde
der maand.

RIJKSPOSTSPAkRBAN
K.

JULI
1

1929
1

1930
1931

f

12.555.881
f

13.006.670f
16.219.856
Terugbetalingen
.
..
,,

12.155.896
,,

11.926.88
,,

13.010.137
Inlagen

………..

Tegoed

inleggers
1)

340.270.452
,, 355.250.811
11
394.416.423
onu.
bedr. der uitst.
staatschuldboekjes’ 42.626.850
,,

42.848.350
,,

43.029.300
Spaarbankboekjes:
Nieuw uitgegeven
11.523 11.559 14.022
Geheel afbetaald
.
7.721
7.756 7.692
In omloop
1
)
2.091.579
2.129.461
2.185.796
I)
Op ultimo.

O IRO-01I.ZET
BIJ DE NEDERLANDSOHE
BANK.

Aug.
1931.

11

Aug.
1930

Posten
I

Bedrag

11
Posten
I

Bedrag

Rek.houders
43.962
fl
.720.706.00(‘ 46.457
f
2.772.340.000
Door H.-bank
plaatselijk

31.061 ,

35.268 ,, 2.448.754.000
Voldoening
Rijksbelast.

989
,,

10.638.000 1.170 ,,

11.246.000

OVERZIOHT VAN DE INDISCHE MIDDELEN.

(In Guldens).

1
Augustus
1
Jan.(Aug.

Overeenk.

1

periode
1931

1931

1930

Belastingen.
Pachten ………………
31.783

97.762

107.630
Invoerr. mci. Landsgoed
4.274.715 37.605.436 52.833.62
Uitvoerr. mcl. Landsgoed
325.303 3.028.523 6.249.287
Accijuzen …………….
3.079.141 25.014.227 29.794.701
Andere ontv. 1. U. en A
18.379 154.863 196.444
Statistiekrecht
……….257.610

2.320.770

3.543.197
Personeele belasting
574.376 3.087.979 3.115.147
Inkomstenbelasting …….
4.
.282.927 27.846.818 30.972.392
Vennootschapsbelasting
2.748.139 10.439.457 15.027.116
Verponding …………..
2.676.744 12.072.904 7.048.430
Recht van openb. verkoop
250.179 2.287.753 2.209.957
Zegelrecht
……………802.755

6.604.037

8.577.515
Overschr. van vaste goed

205.854 1.610.446 1.788.071
Recht v. succ. en overgang

125.594

292.978

250.066
Vergunning speeltafels

9.375

60.789

57.794
Slachtbeiastingen
……..557.795

4.151.359 4.420.310
Bijzondere bel. buitengew.

6.675

81.480

102.877
Hoofdgeld …………….
7.172

45.296

59.690
Landelijke inkonustén

4.
.076.236 19.146.413 22.646.832
Belasting op loterijen

53.460

570.039

427.432

Totaal ….
24.364.212 156.519.329 189.428.513

Monopolies.
Opium excl. opiumfabriek
2.123.086 17.719.945 23.955.495
Pandbuizen …………..
1.822.239 15.357.380 17.708.093
Zout …………………1.135.157 10.055.507 10.026.502

Totaal ….
5.080.482 43.132.832 51.690.090

Prodructen.
Kina en Thee
………..41.438

425.185

461.740
Landscaoutchoucbedrijf

166.902 1.505.088 2:687.023
Boschwezen ………… .

..1.354.428

8.738.2981 10.719.410
Goud en zilver

7.922

547.128849.491
Banka.tin …………….
1.777.591 16.705.866 21.998.783
Steenkolen ……………
742.760

7.247.744

9.804.705

Totaal

4.091.041 356909 46.521.152

Bedrijven.
Havenwezen …………..
659.629 9.865.547 11.032.875
Baggerdienst ………….
307.072 2.022.359

2.761.093
Waterkrachten Electricit

232.811 1.560.988 1.236.242
Landsdrukkerij ………..
117.212

520.259

551.412
Post.,Telegr.-enTel.dienst
2.300.073 19.510.832 21.221.732
Spoor- en Tramwegen….
5.431.331 39.318.475 46.768.455

Totaal….
9.048.128 7798460 83.571.809

Div rse middelen.
Aand. ijd. winstN.V. ,,Gem.
Mijnb.
Mij.
Billiton”

2.000.000 2.500.000
Aandeel i/d. winst van de.
Javasche Bank ……..
…..-

1.441.104 3.599.839
Afstand van grond ………
1.06.049 2.281.937 2.514.351
Mijnconcessies …………..
65.736

653.126

36.496
Boeten en verbeurdverki

111.314

958.670 1.056.808
Leges en salarissen, ont-
vangen d. de griffiers
v/d. verach. rechtacoll

34.427

291.481

293.840
Heffing terzake van gesl.
werkovereenkomsten

10.445

150.786

369.822
Opbrengst d. Weeskamers

60.242

516.725

409.104
Kadaster ……………….
26.967

239.755

308.026
Ontvangsten van het
Gevangeniswezen .

377.470 3.235.700 3.350.510
Afkoop heerendienst. B.G.
492.360 3.637.464 4.762.075
Schoolgelden …………..
S34.661 3.762.828 3.553.510
Ontv. groote ziekenin-
richtingen en krank-
zinn igengestichten

89.281

740.643

724.604
IJk van maten en gew

59.081

423.529

386.919
Verk. en verh. van huizen

184.954 1.544.799 1.515.380
Ontv. waterleidingen

36.790

320.909

339.454
Bakengelden …………..
220.548

1.718.127

2.001.040
Loodsgeiden ……………
241.905

1.958.792

2.257.679
Allerlei ……………..
1.114.192

3.374.5001 3.752.313

Totaal….
1
3.764.4221 29.250.8751 33.730.770

Totaal generaal….
46.348.285 335870.805 404.942.334

9 December 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1069

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Data
1

Londen
1

Parijs

1
Berlijn
1 Amsterdam
N.B.


beteekent
:
Cijfers nog niet ontvangen.
per)
I($
P. lOOfr.)I($
p. 100 Mk.)I($
p. 100 gid.)

1 Dec.

1931

3,313,

3,91i,

23,7534

40,27
.
BANKDISCONTO’S.
Disc. Wise1e. 3
29Sept.’31
Lissabon

. . . .
7

8Aug.’31
2

1931

3,36(

3,914/
je

23,75

40,33
Ned.
Be1.Binn.Eff. 4
29Sept.’31
Londen ……6
21Sept.’31

{

3

1931

3,36k

23,70

40,35 Bk.
Vrech. inR.C. 4
29Sept.’31
Madrid …… 6j
SJiih’Si
4

1931

3,32

3,91
1
1
/
16

23,27k

40,303

Athene ……….11 29
Oct.’31
N.-YorkF.R.B. 3j
15Oct.
1
31
5

,,

S

1931

329
K

3,91
11
/
16

23,15

40,28

Batavia ……….
41O Mrt.’SO
Oslo

……..6

17 Oct.’31
7

1931

3,25k

3,9111/,

23,05

40,33

Belgrado

……..
72O Juli ’31
Parijs

….. 21

9
Oct.’31
8 Dec.

1930

4,85%

.

3,92
7
/
8

23,86k

40,26k
Berlijn ………..8

2Sept.’31
Praag

……
6B2Sept. ’31
iuntpariteit
.

4,8867

3,90
5
/8

23,81y,40s/
Boekarest……..8
31 Mrt.’Sl
Pretoria …..6
13Nov.’31

Brussel ……….
231 Juli’30
Rome……..7

28Sept.’30

:

KOERSEN TE LONDEN.
Budapest ……..8 1O9ept.
1
31
Stockholm

. .
6
17 Oct. ’31 Plaatsen en

I
Noteerings-I
21
Nov.
28 Nov.l
30Nov.15 Dec.’31
5
Dec.
Calcutta

……..8
22Sept.’31
Tokio

……
6.5741’lov.’Sl
Dantzig

……..5
24Nov.’31
Weenen…….
8.11Nov. 131
Landen
eenheden

1931
1931
ILaagsfeIHoogstl
1931

Alexandri.
.
Piast. p. L

97

917
Helsingfors ……8

26 Oct.’31
Warschau …. 7j
3 Oct. ’30
Kopenhagen

. .
.. 6
26Sept.’31
Zwits.Nat.Bk.2
22Jan.131
Athene ……Dr. p.

300

270

240

280

2623f
Bangkok …. Sh.p.tical

2/2

212

212

2/2

2/2
GELDKOERSEN.
Budapest
. . .
Pen.
p £

25

25

24

25

24
OPEN MARKT. Buenos Aires

d. p.$

371,’

38/
8

38K

41

40,14

Calcutta ……Sh. p. rup.

1161/
8

1/63/82

1/61j

1/61/

116
8
/
Constantin.
.
Piast.p.0

775

735

680

710

680
Hongkong
. .

5h
. p.
$

1/4

l/41/,

1/4

1/57/t

1/5K

1931
1930
1929
1914

:
5 Dec.
30 Nov.
1

23128

Dec.
-;-
Dec.
Nov. Nov.
Dec. Juli
Kobe

…….Sh. p. yen 2/71f

2/10I/

2/10

3/0k

2/118%
Lissabon
.

. .
Escu. p.
£

1097/
5
109
7
1
8

109k

110k

1097/
Amsterdam

II
Partic.dlsc.

7j-1

7
1s-I’!s

1’12

2’Jie!u

1
116I4

3I1618

4Ij_:qj
II
Prolong.

11/
3

7
18-114

112

11
14
3
j4
II

3112
4

2114-314
Mexico

. . . .

$
per
£

10.25

9.25

8.50

9.50

8.79)4

II
Montevideo
.

d. perk

28

30

30

324

3134
Londe,,
DageId.
. .

3-5

3511
2

412-6

4

5ij2

l-2

1
1
4h!4_5h12

13
14
-2


Montreal
. . .

$
per
£

4.23

4.07)4

3.77

4.06

3.9034
Partic.disc.

5j46

5
11
ji_6

5h!16-6

5Is-I8

2
1
J8
7
/32

4
11
/16_

2
1
14.
3
/4
Rio d. Janeiro d. per Mii

361

3l
5
/

4

44

434

Berlijn

1116
Shanghai
. . .
Sh.
p.
tael

1j9

1110
5

119
1
/
8

1111
3
1

1/10
Daggeld…

8
1
1210

8
1
12-1I

8-9’12

8-9I2

5’14

7′:2

7
3
/4-10


Maandgeld

8-11

8-11

8-11

8-11


Singapore

. .

id. p.
$

2/4i/
8

2/4
1
/5

2/3i/

2/4i/

2/4
1
/
85

Part. disc.

8

8

8

8

47

7

2
1
18-
1
12
Valparaiso
1).

$
per
£

30.80

29.50

27.50

29.40

28.-
Waren-
Warschau

..

ZI. p. £

34

31

28

33

30
wechsel.

8

8

7I2-8

8-’12

51(
4
33
5

731


1
90 dg.
Ne. York
Dageld
‘)

213
4

1
1
1
12_2
1
14

21I
2
3/
4

2
1
12-/4

2-I
4

4
1
11

!4

114-2
1
12
ZILVERPRIJS

GOIJDPRIJS 8)
Partic.disc.

111
2

113
2

3
1
18

3
1
1s

2

4_11

_
Londen’) N.York’)

Londen
1
Dec.

1931..

19
y,
28
M

1
Dec. 1931….

1251_
1)
Koers van 4 Dec. en daaraan voorafgaande weken t/m Vrijdag.


2

1931..

197/
t
,

28%

2

1931…..

126/7

WISSELKOERSEN.
3

1931..

1911
8

2834

3

1931….

12213

KOERSEN IN NEDERLAND.
4

1931..

19

28k

4

193L.
. .

122/_
5

«

1931
..

191/
8

29

5

,,

1931….

124/1
1
Data
New
Londen
Berlijn
•)

1

Parijs
Brussel

I

*)
Batavla

1

,,

1931..

2034

30

7

1931….

126/2
York’)

•)
1)
8 Dec.

1930..

1511/
1

34

8 Dec.

1930….

85/134

27

Juli.
1914..

241&j
14

59

27

Juli

1914….

84/11
1
Dec.

1931
2.488/
16

8.18 58.90
9.724 34.50

9934
2

1931
2.481/
4

8.28
58.80
9.704
34.50

9934
4
in pence p.oz.stand.
21
Foreign silver in
Sc.
p.oz.tine.
8)
in sh.p.oz.fine

3

1931
2.48
8.3734
58.70
9.701 34.50

99

4

1931
2.48
8.28
58.55
9.714
34.50

9934
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen.
1

23 Nov. 1931

1
30 Nov. 1931
5

,,

1931
2.481,
6

8.25
57.75 9.73
34.524 9914
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche Bank
/

28.045.311,49
t

11.911.335,37
7

,,

1931
2.48 8.05
56.90
9.72
34.55

9934
Laagsted.w.i)
2.4718/
15

8.-
56.-
9.70 34.40

99
Hoogste d.w’)
2.4865
8.47
59.-
9.734
34.524 995/s
Saldo b. d. Bank voor Ned: Gemeenten
Voorschotten aan Ned.-Indig ………
19.400,71
:125.215.864,56
154.214,35
126.834.686,-
30
Nov.
1931
2.49i
8.57
59.-
9.731
34.524 9934
Id. aan

Suriname …………………
12.935.839,96
,,

12.940.827,96
23 Nov. 1931
2.49s,
9.11
59.024
9.754
34.60

99

……………….

,,

8.799.231,48
,,

7.861.810,88

Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.5921
100

Id.

aan

Curaçao…………………..
Kasvord. weg. credietverst.a/h. buiteni.
Saldoder postrek.v.Rijkscomptabelen
Vordering o/h. Alg. Burg. Pensioenf.’)
Id.
op
andere Staatsbedrijven
1)

….

115.401.257,12

,,

26.173.787,73

,,

3.625.689,40

..,,

26.286.963,88

,,
114.248.610,31
,,

25.767.402,18
,,

3.111.341,69
,,

28.246.963,88
Data
Zwit-
serland
Weenen
‘)
Praaa
Boeka-
Milaan

1
Madrid

Verplichtingen.


!
_..?.1

1
Dec. 1931
48.2734
35.25
7.37 1.48
12.824
20.95 Voorschot van De Nederi. Bank ing.

2

1931
48.2234
35.25
7.37
1.48
12.824
20.85



3

1931
48.24
35.25
7.37
1.48
12.74
20.774

art. 16 van haar octrooi………………..
Daggeidieeningen
………………………
1172.234.000,-
/172.234.000,-
4

1931
48.271/
4

35.25
7.37
1.48 12.65
20.74
Schatkistbiljetten in omloop
……….
Schatkistpromessen in Omloop………
245.040.000,-
,245.040.000,-

5

1931
48.30
35.25
7.37
1.48


Waarvan rechtstreeks bij De Neder-

landsche Bank geplaatst …..

…..

7

1931
48.25
35.25
7.38
1.48 12.55
20.75
,,

2.118.194,50
»

2.102.502,50
Laagsted.w.’)
48.15

7.324
1.44 12.45
20.30
Schuld
op
uit. Oct.’31 aandegem.ver-

….-

Hoogste d.w
1
)
48.3234

7.42k
1.50
12.90
21.20
strekt wegens voor haar door de
Rijksadm. geheven gem. ink. belast.
30 Nov. 1931
48.30
35.25
7.38
1.48
12.83
21.-

Zilverbons in omloop
…………….

en
opc.

op

de

Rijksink. bel
……..
6.489.184,85
»

6.489.184,85
23 Nov. 1931
48.3734
35.-
7.38
1.49
12.85
21.20
Schuld
op
uit. Oct.’31 aan degem.ver-

Muntpariteit
18.003 35.007
7.371
1.488 13.094
48.52
strekt wegens aan hasr uitte keeren hoofdsom der person. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-

Data
Stock-
1
Kopen-I
Oslo’)
s
_I
BAuenos_
Mon-
hoim
*)hagen*.)I
ft
,
rs’)I
ires
1)
treal’)
_
tingen en
op
de vermogensbelasting
Schuld aan het Alg. Bur
.
Pensioenf.’)
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
.,T.
en
T.’)..,

,,

2.902.364,86

51.807.984,79

,,

2.902.364,86

53.846.765,44
1
Dec. 1931 46.-

46.50

47.-


2.14
2

1931 46.50

46.-

46.

-.

2.12 Id. aan andere Staatsbedrijven
1
)
………
Id. aan diverse instellingen’)
………
941.165,78
,,

4.838.260,51

941.165,78
,,

4.696.535,51
3

,,

1931 46.50′

46.25

46.25

2.12
1)
in rekg.-crt. met
‘s
Rijks
Schatkist.
4

1931 46.-

48.-

45.75

2.13
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
5

,,

1931 46.-

46.-

46.–

2.13
30 Nov. 1931

1
7 Dec. 1931
7

,,

1931 46,-

44,75

44,75

2.11
Vorderingen:
Laagste
d.w.
1
)
44.-

44.-

43.75

2.0734
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas
…..
1



Hoogste
d.w’)
47.-

46.50

47.-

2.16
w.o.

muntbiljetten

…………….


30
Nov.
1931 47.75

47.50

47.


Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rijks kas e. a. Rijksinstell.I f126.84l.00Ö,-

……..

/129.486.000,-
23
Nov.
1931

2.20
.
24.375.000,-
,

19.525.000,-
Muntpariteit 66.671 86.671 66.671

6.266

958%

2.4878
,,

15.570.000,-

15.570.000,-

‘)Noteering te Amsterdam.
s’)
Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht

Schatkistpromessen
……………….
Schatkistbiljetten
…………………
Muntbiljetten in
omloop …………..
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
,,

4.520.000,-
,,

858.000,-
,,

4.530.000,-

1.035.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postipaarbank.
»

696.000,-
,,

658.000,-
vnor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
Voorschot van de javasche Bank……
3.078.000,-
,,

11.010.000,-

1070

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9
December
1931

NEDERLANDSCH E BANK.
Verkorte Balans op 7 December 1931 Aotiva.
Binnen!. Wis-(Ufdbk.
f
70.048.695,83
sels, Prom., Bijbnk.

4.786.685,29
enz.in alsc.(Ag.scfl. ,, 1.I10.190,3

f

86.946.171,47
Papier o. h. Buiten!, in disconto ……

Idem eigen portef.
. f
84.545.072,-
Af :Verkocht maar voor de bk. nog niet afgel.

84.545.072,-
Beleeningen
mci. vrsch.j Hfdbk.
f
51.778.237,12

in rek.-crt.1 Bijbnk.

6.733.181,94

op onderp.I Ag.sch.

51.314.583,05
109.826.002,11

Op Effecten

……

108.689.683,10
Op Goederen en Spec.

1.136.319,01 109.826.002,11
Voorschotten a. h. Rijk …………….

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f

94.69 1.120,-
Mun.tmat., Goud
..

,,
809.197.082,57

f
903.888.202,57
Munt, Zilver, enz..

26.893.762,74
Muntmat., Zilver..

,


930.781.965,31
1
)
Belegging
‘Ii
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………

..
27.055.490,49
Gebouwen en Meub. der Bank …….. ..
5.000.000,_
Diverse rekeningen ………………,,
34.452.393,08

Pasaiva.

f
1.278.607.094,46

Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonda ……………………,,
7.563.205,59
Bijzondere reserve

………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
7.503.335,97
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
1.031.088.700,-
Bankassignatiën in omloop ……….,,
272.167,83
Rek.-Cour. J’
HetRijk
(

10.102.968,83
saldo’s:

‘1,,
Anderen

188.142.828,51

,,
198.245.797,34

Diverse rekeningen ………………,,
5.933.887,73

f
1.278.607.094,46

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
438.653.201,91
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,,
1.096.633.000,-
1)
Waarvanin het buitenland
f
163.722.407,03.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschtkb.
I
Dek-
Data
Cir’ulaUe
opeischb.
I

Metaal-
I
I

kings
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
1)

per

7 Dec. ’31
94.691
809.197
1031.089 198.518
438.653
74
30 Nov. ’31
94.691
806.463
1050.772 199.249 428.353
74
23

,,

’31
94.691
782.489
1023.132 225.651
405.496
72
18

’31
94.692 777.550
1037.478
216.809
398.384
71
9

’31
94.692 769.709 1058.273 205.681
386.650
70
2

’31 94.692 761.393
1092.509 182.896
374.395
69

8 Dec. ’30
64.713
361.496 826.577
27.757
108.811
53

25 Juli

’14
65.703
96.410
1 310.437
6.198
1

43.521 1 54

Totaal
Schatkist-
ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
g
op het
reke-
disconto’s

86.946

rechtstreeks
builenl.
ningen’)

7 Dec. 1931

109.826
84.545 34.452
30 Nov. 1931
105.984

113.430
66.413
52.274
23

1931
110.228

109.067
75.124
65.649
16

1931
118.712

110.656
78.619 62.288
9

,,

1931
132.748

112.806
81.549 60.647
2

,,

1931
138.141

125.918
88.484
56.258

8 Dec.

1930
48.857

85.809
247.895
39.019

25 Juli

1914
67.947
1

,
61.686 20.188
509
t
Sedert
den bankstaat van
4
Jan.

weder
op de basis van ‘j
metaaldekking.
2)
Siuitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK. Voornaamste oosten in duizenden vuldens.

Data
Metaal
Circu- latie
1

Dis-
conto’s


jsd`iOoottren1Di’.,’eerse
aan de
kolonie
r-
n
i
ngen
l

ive
Drse
reke-
ningen’

1 November 1931
4.550 4.927 237
37
1.212
517
1 October

1931
4.546
5.023
227
43
1,253
454
1 September1931
4.671
5.214
228
13
1.248
350
1 Augustus 1931
4.678
5.236 227
76
1.125
276
1 Juli

1931
4.674 5.145
132
11′
1.293
372
1 Juni

1931
4.641
5.188
133
123′
1.403
521

1 November 1930
4.643
5.823
167 128
1.818
367
‘)Iultp.
aer acuva.
)
wunp. aer passiva.
)
ncnuia aan ae aotonle.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok.
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud
I
Zilver
I
Circulatie
I
opeischb.
I
metaal-
schulden

saldo

5 Dec.1931

177.700

238.200

32 500 69.420
28Nov.1931

177.700

234.200

29.000 72.420
21 ,, 1931

176.900

235.000

28.200 71.620

7Nov.1931 132.113

44.587 242.334

26.073 69.337
31 Oct. 1931 132.114

42.557 238.535

27.549 68.237
24

1931 132.441

43.405 238.216

28.652 69.099
17

1931 134.187

40.856 243.256

23.288 68.224

6 Dec.1930 138.763

38.000 260.392

37.351 57.665
7 Dec.1929 140.098

27.143 298.304

53.559 26.496

25Juli1914

22.057

31.907

110.172

12.634

4.842

Data
Dis-
Belee-
Diverse
,,[

e.n
conto’s
N.-!nd.
ningen
ng
percen-
_____________
beiaalb.
lage

5 Dec.1931

83.400

*S

66
28Nov.1931

72.700

***

68
21

,,

1931

73.900

67

7Nov.1931

8.938

3.532

43.042

33.206

66
31 Oct. 1931

8.979

3.060

41.870

32.039

66
24

1931

9.072

6.046

42.246

27.978

66
17

,,

1931

9.249

5.313

42.306

28.334

66

6 Dec.1930

8.988

31.784

43.429

.
43.437

59
7 Dec.1929

8.073

27.868

111.391

42.720

48

25 Juli1914

7.259

6.395

75.541

2.228

44
1)
Sluitpoat acttva.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden pondeu sterling.

Bankbilf.
Bankbilf.
I

Other Securitles
Disc, and
Securziie
Data
Metaal
in in Banking circulatle
Deparim.
Advances

2 Dec. 1931
121.599
358.458
37.253 12.344
31.407
25
Nov.
1931
121.684 354.401 41.309
12.698
31.233
18

1931
121.771
354.615
41.089 12.068
31.000
11

,,

1931
121.837
357.195
33.503
11.677
29.356
4

1931
121.909
358.857 36.833
10.751
32.090
28 Oct.

1931
136.937 356.031
54.646
10.548 34.063

3 Dec.

1930
155.631
359.219 55.430
4.806
21 791

22 Juli

1914
40.164 29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

Other Deposits
1

Other
Bankers Accounisl

1 1
Reservel
Dek-
ktngs-
1
perc.
1)

2 Dec.’31
70.016
8.594
86.176
39.296
38.142
2813/
82

25 Nov. ’31
56.581
27 034
59.844
38.140 42.283
3313,,
18

’31
51.006
21.2Ï3
59.662
37.617
42.156
35h
11

’31
54.996
19.143 60.461
38.343
39.641
33
15
/
s
,
4

’31
57.826
19.877
60.936 40.209 38.052
31
13
/,
28 Oct. ’31
50.536 17.254
63.478
52.645 55.906
4129′
Is’
3 Dec.’30
54.966
7.843
81.858 34.227 56.412
4531

22 Juli ’14
11.005 13.736
42.185
29.297
52

‘) Verhouding tuaschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.

t
Te
goedi
Wis-

Waarv.
Belee-
Renteloos
Data
Goud
Zilverj
In ht
sels
I

°°
hef
ningen
I

voorschot
bultenL
buiteni. a.d. Staat

27Nov.’31
87.844
935115.941116099
8.3331’2.731

3.200
20

’31
67.876
932
15.661 15.566
8.750
2.727
3.200
13

,,

’31
67.580
932
13.095 18.297 11.326
2.799
3.200
6

’31
67.581
932
13.374
17.912
11.051
2.865 3.200

28 Nov.’30
51.987 544 6.760
27.914
19.137
2.868
3.200

23Juli’14
4.104
640

1.541
8
769

Bons
P.
d•I
DiveiI
Rekg. Courant
Data
zet/st.
sen
1
Circulatie
Staat
t
Zelfst.
1

Parti-
amort. k.
Iamorf.k.Icuueren

27Nov.’31
5.065
2.461
82.543
863
6.307 24.171
20

’31 5.065
2.453 81.645
1

1.304
6.764
23.111
13

’31
5.065
2.245
82.276
1.366 6.903
22.347
6

,,

’31
5.065
2.482
82.795
1

1.903
6.913 21.362

28Nov.’30
5.304
2.150
75.951
6.058
7.296
9.834

3Juli’14


5.912
401

943
1)
Sluitpost
activa.

9 December 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1071

DUITSCHE RLJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reich8mark.

Daarvan
Deviezen
Andere

Data
Goud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tent. circ. dekking
en
ningen banken
1)

geldende
cheques

30 Nov. 1931
1.004,9
80,4
170,3
3.901,3
254,3
1931
1.008,6
84,5
167,5
3.655,0
119,0
15

1931
1.038,0
93,0
141,8
3.781,4
113,4
7

1931
1.101,3 66,7
150,7
3.830,9
112,3
31 Oct.

1931
1.444,5 87,3
130,7
4.009,5 239,5
30 Nov. 1930
2.180,0 221,8 524,8
2.003,1
231,5
30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9 50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.- Diverse
ten
Actival,)
latie
Cr1.
Passtva

30 Nov. 1931
102,9
871,1
4.640,6
506,1

835,9
23

,,

1931
102,9
849,1
4.277,2
424,4 886,4
15

,,

1931
102,9
894,9
4.453,5
406,8
862,1
7

,,

1931
102,9
870,1
4.541,6
398,9 850,4
31 Oct.

1931
102,9
898,1
4.745,9
_518,1
838,4
30 Nov. 1930
102,5
1486,2
4.601,3 381,4
314,1
30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
) Onbelast.
1)
W.o. Rentenbanksche,ne
30, 23, 15,7 Nov., 31 Oct. ’31,
30Nov. 30,
resp.
7; 19;
14;
13; ii; 10 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

D
ata

Goud

“o

‘no
0.
.L
0

Rekg. Cr1.

0

1931
nn
.
Oo,
,,

bij.
tj

.0

3 Dec.
2558


928
69
290 3.586
46
254
26 Nov.
2558


936
58
290 3.550
9
325
19

,,
2558


916
59
290 3.550
26
286
12
2559


921
61
290
3.589
19
261
5

,,
2558
– –
920
67
290
3.606
48
219
4Dec.
1

1297
896

743
39
312
3.172
42
85
1930.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
VooriLaamste posten in inillioenen dollars.

Guudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-
disc. v. d.
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
eic.
meniber
markt
banks gekocht

18Nov.’31
2.874,8
1.781,4
168,0
662,0 534,0
11

’31
2.826,6
1.706,1 162,7
683,8 596,8
4

’31
2.772,7
1.662,7
160,6
705,2
642,0
28Oct.’31
2.738,4
1.589,4
164,4 716,7 724,7
21

1
31
2.764,1
1.606,0 163,3
698,3
769,1
14

’31
2.836,0
1.710,6
157,8
627,6 730,4

19 Nov.’301
3.041,0
1.624,1
150,3
205,0
178,3

Belegd F. R.
Notes
Tot,i&

Gestort
t3ouâ-
Dek-
Aloem.
fi’ek-
Data
in
u. s.
Gov.Sec.
in circu-
Kapitaal
kings-
kings-
latie
perc.’)
perc.
)

18Nov.’31
727,1
2.433,4 2.312,5
164,1
60,5
64
1
1
11

’31
727,5
2.450,0
2.333,3
164,4
62,4
62
1
5 4

’31
.727,6
2.447,1 2.319,3
164,5
58,1
61,5
280ct.’31
727,0
2.383,9
2.460,1
164,7
56,5 59,9
21

,,

’31
727,0
2 353,4
2.507,3
164,7
56,5
59,9
14

’31
f

727,4
2.321,8
2.519,3
165,9 58,5
61,8

v.
19 No’30j
595,8 1.383,6
12.514,2
170,5
78,0
81,9
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeieehbare
schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhoudibg totalen
oorrand muntn,ater,aal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HE’i FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

banken
en
beleen.

Dis
Data

I

Aantal

contos

Beleg-

bil

gingen

ve
IResere
t. R.
banks

Totaal
depo-
sito’s

Waarva,.
time
deposits

11Nov.’31
411 13.421
7.612

11.583
18.632
6.256
4

,,

’31
428
13.510
7.637 1.€05 18.769 6.297
28Oct.’31
453
13.521
7.700
1.714
19.126
6.418
21

’31
451
13.541
7.748
1.748 19.405
6.536
14

’31
414
13.680
7.821
1.680
19.672
6.624

12Nov.’30
61
16.668
6.767
1.881
21.649
7.552
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen banketaten

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
8 December 1931.
i)c t a
1
W
e-markt is ook dee week vcdcr allerminst
levendig geweest, maar de prijzen hebben zich, althans in
Noord-Amerika, goed kunnen handhaveji. Hetzelfde geldt
ook voor den i)ecember-termijn aan de Argentijnsche ter-
mijnmarkteit, doch Februari is daar ook in prijs gedaald
wegens de kwantitatief goede resultaten van cleit iiieuweii
Argentijnschen oogst. ])e vraag iii Europa was over het
algemeen oiibevredigencl, hetgeen voor verschillende lajiden
een gevolg is van de onguiistige finauciëcle oI2sttndi
g
l1e-
den. in Engelateci heeft cle sterke daling in den sterling-
koers, evenals het later daarop gevolgde herstel, de lakeii
bemoeilijkt, terwijl daar bovendien nieuwe inkoopen van
tarwe toch reeds worden belemmerd door de groote hoeveel-lieden tarwe, die men in Engeland eenigen tij:d geleden heeft gekocht. Dat ondanks deze onistaiiclighecicn cle prijzen zich iii Noord-Anierika zoo goed hebben kunnen handhaven, vijst
er op, hoe gevoelig cle markt tegenwoordig is voor alle aan-wijzingen, (lie op de mogelijkheid van ccii toekomstig prijs-herstel wijzen. Als zoodanig viel deze week te wijzen op cle
zeer matige Russische verschepingen en tien geringen om-
‘ang van het verdere Russische aanbod, alsmede op het
feit, dat ill Engeland cle tarweprijzen neiging vertoonden,
Om zich veder meer te richten naar de noteeringen der
exportlandlell. Ook verdeti weder zaketi in Atistralische
tarwe geclaait naar Cliiie. 11et totaal der wereldversche-
pingeii iii cle afgelooperi veek kleii.i geweest en de naar
I1′
uro1)a oiiderveg zijndle hoeveelheid tarwe is un klei nec dan
iii langen tijd het geval is geweest. Inc1in niet nog altijd
in de Vereenigde Staten cle zeer groote voorratlen aanwe-
zig varen vati tleii Federal Fa.rm J3oardl, zouden de tarwe-
zich zeker reeds op een hooger peil bevinden clan liii het geval is. •i:ntdssche]l wordt de opbrengst vftu den
lieuwen .Argentijnschen oogst slechts ongeveer 8 pCt. lager
geraamd (lali ‘erledeii jaar, hetgeen een belangrijk kleinere
reductie is clan cle vermindering in cleii uitzaai zat, dloe!l
vernioecli.i. I)e veersomstanclighcc1en i ii Argentinië zijti ec-h-
ter dit seizoen zeer gunstig geweest. De vooruitzichten voor
cle nieuwe wintertarwe in de Vereenigcle Staten is in som-
mige streken nog altijd w’einig gunstig en voorloopig ziet
het er naar uit, dat cle oogst veel kleiner zal worden dan
verleden jaar, gedeeltelijk ook wegens de vrij belangi-ijke
vermindering iii dcii uitzaai. Op 7 December sloot tarwe te
Chicago en Winitipeg in vergelijking met een week tevoren
onveranderd tot t dollarcent

per 60 lhs. hooger, terwijl aan
cle Argentijusche ternujnmarkten cle Februari-termijn (nieu-
we oogst) 5 it lO centavos per 100 1KG. in prijs is gedaald.
in r o g ge hebben deze week belangrijke verschepingen
uit Rusland plaats gevonden, welke clie der vorige weken
aanmerkelijk overtroffen. Voornauielijk is deze rogge Raar
het Noorden van Europa bestemd, waar immers cle rogge.
oogst dit jaar slecht is uitgevallen. De belangrijke vermin-dering tegeuover het vorige jaar in cle Europeesche logge-productie laat zich echter iii den laatsten tijd weinig in den prijs gelden. Gedeeltelijk is dit een gevolg van liet feit, dat
juist onder de landen, clie in dit jaar voor den invoer van
rogge het meest iii aanmerking komen, vele zij ii, clie moei –
lijkheden ondervinden bij het financieren van den import.
Bovendien is cie vaarschijulijkheicl, dat Duitschlanci binnen-
kort in aanmerkelijke mate rogge za] importeeren, weder –
wat verschoven, omciat nu behalve cle invoer van gerst,
ook die van mais in Dtutschlancl is vergemakkelijkt. IDe ver-
koopprijs voor mais, welke cle Reieh-smnaisstelleaaim d im-
porteurs voorschrijft, is namelijk met 35 Mark per 1.000
KG. verlaagd en deze maatregel moet speciaal dienen voor
beperking van cle vraag naar rogge in IDuitschland, opdat
daaraan geen sehaarschte ontstaat. Daar tevens in Argen-
tinië de rogge-opbrengst aanmerkelijk grooter geweest is
clan verleden jaar en dus geregeld Argentijusche rogge aan-
geboden wordt, zijn cle prijsen van rogge deze week weder
gedaald. Ook in Noord-Amerika bleef na de sterke prijs-
daling der vorige week een priisherstel uit.
M als toon-de eerst neiging om vaster te loopen, oniclat
uit Argentinië vermindering der versehepingen verwacht
werd en het aanbod van Donaumaïs van beperkten omvang
was wegens vorst in Roemenië met keus op dichtvriezen
van den Donau. Na eenige vastere dagen iii cle eerste helft
der week is de markt echter weer ingezakt, toen uit Ar –
gentinië toch weder zeer groote versehepingeu gemeld
wer.ien. De vergemakkelijking van (en IDuitschen maïsin-
voer. clie eveneens aanvankelijk tot de prijsstijging had bij-gedragen, heeft voorloopig nog geen vermeerdering van cie
11)mitsehe vraag naar maïs tot gevolg en deze omstandig.
heid werkte eveneens de latere prijsdaling in de hand.
Groote aanvoeren in Nederlamicl en in België drukten boven-

1072

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 December 1931

AANVOEREN in ton8 van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
29Nov.15 Dec.
1

Sedert
1931

1
Jan.
1931
Overeenk.
tijdvak
1930
29Nov.15 Dec.’

Sedert

Overeeik.
1

1931

1

1Jan.
1931

tijdvak
1930
1931
1930

38.227
1.526.998
1.701.135
445
36.682
131.025 1.563.680
1.832.160
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
14.036
429.931
544.419
1.157
.71.233
431.088 615.652
Boekweit …………..
.1.662
29.398
17.895

338
2.192
29.736 20.087 31.544 1.296.370 1.014.963
20.016
274.286
181.268
1.570.656
1.66.231
20.837
615.483
633.038
2.836
58.457 55.772
673.940 688.810
6.152
247.347
222.670
199
3.675
3.114
251.022 225.784

Mais ……………….

2.500
187.822
81.109
1
5.67e
410.242 238.528
598.064
319.637

Gerst

……………..
Haver

……………..

110.326
121.465

204
100
110.530 121.565

Lijuzaad

……………
Lijnkoek

……………800
768
..

1.544
75.412
137.236
194
23.252
42.220 98.664
179.456
Tarwemeel

……………
Andere meelsoorten ..
41.287 23.672
393
12.336
6.230 53.623 29.902

dien cle markt, terwijl Argentijnsehe verschepers hun prij
zen voor aflading in December en Januari aanmerkelijk ver-
laagd hebben. Ook de Dona.0 k.waitt tenslotte weder veel
goedkoo’per aan de markt.
Op
7 December was in Ne:ler-
land tot cle gedaalde prijzen de vraag naar maIs echter
lang niet slecht en het ziet er
naar uit, dat .de zeer groote
aanvoeren der laatste dagen niet tot het vormen vati aan-
zienlijke voorrademi in de havens zullen leiden. Maïs bleef
echter in Argentinië zeer flauw en sloot 01) 7 December aan
de termijumarkten aldaar 40 Ii 50 centavos per 100 K.G.
lager dau een week tevoren.
liet aanbod van ge r s t blijft nog steeds beperkt, doch
undat de onlangs iii Duitschla iicl verbeterde vraag naar
gcrst weder was i ngekroni pi kon cenige prijsdaling ]liet
voorkouien worden. De verschepiageu ii it Rusland eu van
(ten Donau zijn deze week weder klein geweest, evenals uit
Noord-Amerika, doch
01)
afl:tdiug in le eerste maanden van
1932 is Argentinië voortdurend niet gerst aan dc markt.
De zaken, welke daarin dagelijks wotclen gedaan, zijn ech-
ter uict van grooten omvang.
Ook h a v e r werd deze week uit A rgeutiuië voortdurend
lager aangeboden in verband niet de ook voor dit artikel
goede opbrangst van den nieuwen oogst. De onizet was ech-
ter niet groot. De haverprijzen in Noorcl-Anierika en Canada
veranderden weinig, terwijl uit. andere cx portlamiden zoo
goed als geen aanbod bestond.

SUIKER.
De stemumrung was gedurende de afgeloopeti week
01)
(le
verschillende suikerniarkten onregelmatig.
in A m e r i k a. waar raffinadeurs zich nogal terughou-
dend toonden, heerschte eene apatbische stemming. Een
partij Cubasuiker werd tot 1.20 cle. e. & fr. afgedaan; ver

dere verkoopen van eenig belang vonden niet plaats.
De tendeus op de N e w-V o r k s c h e terntijnmnarkt was
erder flauw- dan prijshou:letid te noemen. De noteeri ogen
luidden op (Ten laatsten beursdag als volgt: Dec. 1.08; Jan.
1.09; Mrt. 1 .1.1 ; Mei 1.15 en Juli 1.21, terwijl cle laatste
tioteering voor Spot Centr. 3.20 was. De ontvaiigsteu in de Atlantische havens der Vet’. Staten
bedroegen deze week 29.000 tons, cle versmeltingeti 26.000
tons tegen 53.200 tons verleden jaar en de voorraden 112.000 tons tegen 289.200 tons.

Dc laatste
C
n h a-statistiek is als volgt:

1931
1930
1929
tons
tom.is
tons
Cubaprodltt(:ti..

…………
3.1 22.000
4.671.260
5.l 56.315
‘oorr. overgebracht per
1
./
1

1.390.000 321.928
131.044
ronsitimiptie

…………..
141.000 147.000
128.315
Wïcekontv. afscheephavens
22.147
57.561
36.403
Totaal

sedert

1/1.

………
2.021.1.37
3.600.863 4.697.925
Weekexport

………….
59.245
130.721
51.432

STATISTISCH OVERZICH
.

.

GRANEN EN ZADEN


ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN

TARWE
Hd’
ar

n er
R000E
MAIS
A OERST
mer.

0.
LIJNZAAD
BOTER
EI
AAS

ammer
EIEREN
STEENKOLEN
Westtaalschej
PETROLEUN
0.

loco
AmertcanNo.2
1
t)
.

loco
La Plata
loco
oco
La Plata perK.G.
maar
Gem. not.
Hollandsche
Mmd. Contmn
Crude
Rotterdam,
rnsteram
Rotterdam
R’damlA’dam
otterdam
loco
R’damlA’dam
Leeuwar-
der Comm.
abrie s-
Eiermijn
Roermond
bunkerkolen
ongezeefd f.o.b.
t(m
3390
per 100 K.O.
per 2000 K.O.
2000e0
per 1960 K.O.
Noteering
kaas
Id. merk
100 st.
R’danm(A’darn

f1.

pbrl

0
10
f1.
0
10
f1.
mb
fi.
0
10
f1.
01
f1.
°Io
11.
°Io
11.
°bo
11.
$
°/o
1925 17,20
100,0
13,07
5

00,0 231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
200,0 10,80
100,0
2.68
100,0
1926 15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
96,75
83,4
360,50
77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
88,8
17,90
165,7
1,89
112,5
1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
2,03
87,9
43,30 77,3
7,96
86,7
11,25
104,2
1.30
77,4
1928
23,470
78,3
13,15
100,6
226,00
97,7
228.50
96,8
363,00
78,5
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
2,05
88,7
45,40
81,1
8,11
88,3
11,40
105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5

56,3
6,22
5

47,6
136,75
59
1
1
111,75
47,4
356,00
77,0
1,66
72,9
38,45
68,7
6,72

.
73,2
11,35
105,1
2.12
66,7
Jan.

1929
12,35
71,8
22,20
93,3
231,50
100,0
94,25
82,3
365,00
78,9
2,25
97,4
45,95
82,1
9,03
98,4
10,10
93,5
1.26
69,0
Jebr.

,,
12,720
74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5
357,25
77,2 2,29
99,1
45,40
81,1
9,19
100,1
12,90
119,4
1.11
66,1
Maart
12,65
73,5
12,62
5

96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00
77,6
1,95
84,4
44,60 79,6
8,56
93,2
22,00
111,1
1.11
66,1
April
12,12
5

70,5
11,62
5

88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
1,81
78,4 40,25 71,9
5,90
64,3
11,05
102,3
1.11
66,1
Mei
11,125
64,1
20,57
5

80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50
78,6
1,86
80,5 39,90
71,3
6,16
67,1 11,15
103,3
1.16
69,0
luni
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
1,87
81,0

78,6
6,41
69,8
12,25
104,2
1.30
77,4
22,80
74,3
11,20
85,6 218,50
94,4
191.25
81,0 415,50
89,8
1,88
81,4

80,4
6,88
74,9
11,25
104,2
1.30
77,4
Aug.
13,125
76,3
10,75
82,2 202,50 87,5
82,75 77,4
452,50
97,8
1,93
83,5
46,15
82,4
7,13 77,7
11,25
104,2
1.30
77,4
Sept.,,
12,62
5

73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72.9
506,75
109,6
2,22
96,1
45,25 80,8
8,01
87,3
11,40
105,6
1.30
77,4
Oct.

,
12,10
70,4
9,87
5

75,6
285,00
79,9
168,00
71,2 516,50
111,7
2,28
98,7 50,25
89,7
9,53
103,8
11,25 104,2
1.30
77,4
Nov.

,,
11,770
68,5
9,20 70,4
174,00.
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5
2,20 95,2
50,70 90,5
10,60
115,5 11,35
105,1
1.30
77,4
Dec.
lan.

1950
12,625
73,4
9,35 71,5
166,00 71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
2,06 89,2 47,50 84,8
9,97 108,6
11,75
108,8 1.30
77,4
1ebr.
12,675
73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6
43,95
78,5
7,55
82,2
11,75
108,8
1.21
72,0
11,725
68,2
8,175
62,5
139,00
60,0
235,75
57,5 398,50 86,2
2.03
87,9
41,15
73,5
6,90
75,2
21,75
108,8
1.11
66,1
Maart
10,90
63,4 7,15
54,7
243,50
62,0
225,00
53,0
390,00 84,3
1,71
74,0
41,25
73,7
5,18
56,4
11,55
106,9
1.11
66,1
April
21,17
5

65,0
7,62
5

58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64,9 36,50 65,2 5,16 56,2
11,35
105,1
1.16
5

69,3
Mei

,,
Juni.
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5 405,00 87,6
1,44
62,3 37,20 66,4 5,30
57,7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
10,05
58,4 5,17
5


39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,02 55,4
11.35
105,1
1.18
5

70,5
)uli
9,55
55,5 5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75 74,8
1,72
74,5 39,90 71,3 5,99 65,3
11,35
105,1
1.185
70,5
Aug.
9,45.
54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00
78,9
1,58
68,4
40,20
71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.180
70,5
Sept.
8,40
48,8 5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41
1
9
318,75
68,9
1,64
71,0
37,55
67.1
7,23 78,8
11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.
7,40
43,0
4,625
35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25 60,8
1,63
70,6
36,90 65,9
8,60
93,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Nov.

,,
Dec.
7,25
42,2 4,25
32,5
94,50
40,8 82,25 34.9 270,75
58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9
10,90
100,9
0.85
50,6
7,07
41,1
4,30
32,9
96,00
41,5
91,00
38,6
247,75
53,6
1,55 67,1
33,50
59,8
7,97
86,8
10,85 100,5
0.85 50,6
Jan.

1931
6,525
37,9

30,6
84,50 36,5
86,25
36,5
207,50 44,9
1,61
69,7
32,25
57,6
6,63
72,2
10,30
95,4 0.85
50,6
Febr.
5,775
33,6 3,90
29,8
87,50 37,8
85,75
36,3
206,25 44,6
1,66
71,9 33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart

,,
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,C0
46,3
1,47
63,6
35,00 62,5
4,94
53,8
10,30
95,4
0.66 39,3
April
5,90
34,3
4,425
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60 56,4
4,20
45,8
10,15
94,0
0.53
31,5
Mei

,,
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
4(1,9
1,26
54,5 30,85
55,1
4,07 44,4
10,00
92,6
0.53
31,5
Juni
5,75
33,4
5,05 38,6 86,75 37,5
116,50
49,4
191,50
41 4
1,29
55,8
33,50
59,8
4,30
46,8
10,00
92,6
0.345
20,5
juli
5,425
31,5
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0 211,00 45,6
1,32
57,1
37,75 67,4 4,40
47,9
10,00
92,6
0.24
14,3
Aug.

,,
Sept.
4,975
4,775
28,9
27,8
4,025
4,27
5

30,8
74,50
32,2
219,50
50,6
285,50
40,1
1,30
56,3
36,00 64,3 4,98
54,2
10,00
92,6 0.43
5

25,9

32,7
68,00 29
1
4
97,00
41,1
264.25
35,5
1,27
55,0
32,25 57,6
5,775

62,9
10,00
92,6
0.56
33,2
Oct.

,,
5,-
29,1
4,475
34,2
68,50 29,6
94,75
40,1
160.25
34,6
1,24
53,7
26,25 46,9
6,27
6

68,4
9,90
91,7
0.56 33,2
Nov.
5,825
33,9
5,475
41,9
81,00 35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
1,17
50,6
24.75
44,2
7,07
77,0
9,90
91,7
0.68
404
4,85
28,2

38,2
68,00 29,4
112,00
47,5
145,00
31,4
1,087
46,8 122,–71
39,3
1 5,75
1

62,6
1

9,90
9,17
0.71
1

42.3

ivien zie voor ae toelichting op dezen staat
cle
nummers van 8 en 15 Augustus
1928
(No. 658
en 659) pag. 689190 en
709.
2
)79Kg. La Plata.
5
)=Western v66 ring van de huidige offic. not.wijze (Jan. 1928); Barley vanaf
212131;
vanaf 9/2
6415
Z.-Russ.

9
Deeembr
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1073

1931

1930

1929
tons

tous

tons
Tota1 sedert 1/1 ……..2.399.934 3.147.676 4.443.231
Vporraad afscheephavens .

814.436

764.387

254.786
11

binnenland …..1.156.630

923.397

330.075
F. 0. L i c h t publiceerde zijn derde raming van de Euro-
peesche bietoogsten, welke een niet onbelangrijke verminde-
ring aantoont in vergelijking met de vorige ramingen. De
totaalcijfers volgen hieronder:

1931(32

1930/31
3e raming 2e raming le raming Opbrengst
tons

toas

tons

tons
Europa zonder
Rusland …..6.109.000 6.220.000 6.171.000 8.631.150
Europa
mci.
Rusland …..8.250.000 8.370.000 8.321.000 10.641.300
De vermindering wordt veroorzaakt door lagere ramingen
voor Hongarije, België, Nederland, Polen, Roemenië en
Groot-Brittannië.
In E ii g e 1 a n d was de markt zeer onregelmatig en ver-
keerde voortdurend onder den invloed van de vrij hevige
fluctuaties van het Pond Sterling. Terwijl de afzet van geraf-
fineerd van flinken omvang was, konden slechts luttele par-
tijen ruwsuiker tot uiteenloopende prijzen geplaatst worden. De Zichtbare Voorraden zijn volgens C. Czarnikow:
1931

1930

1929
tous

tons

tons

Duitschland 1/11 ……..1.027.000

709.000

487.000
Tsjecho-Slowakije 1/11

485.000

356.000

362.000

Frankrijk 1/11 ………..416.000

275.000

271.000

Nederland 1/11 ………..195.000

165.000

127.000

België 1110 ……………72.000

34.000

36.000

hongarije 1/11 ………..68.000

76.000

62.000

Polen 1/11 ……………295.000

233.000

161.000
U.K.
1111
Geïmp. Suiker .

93.000

185.000

278.000

1/11 Bjnnenl…..18.000

27.000

32.000
Europa ……….2.669.000 2.060.000 1.816.000

Alle Atl. havens 1/11 …..352.000

316.000

879.000

Cubaansche havens 1(11 . 1.002.000

958.000

327.000
Cuba binnenl. 1/11 …….1.165.000 1.125.000

387.000
Java 1/10 ……………2.321.000 1.776.000

1.497.000

Totaal ………7.509.000

Ou de L o n de
11
ach e termijnmarkt was de ondertoon
vast; de slotnoteeringen luidden als volgt: Dec. Sh. 6/7;
Mrt. Sh. 6110%; Mei Sh.
7f-%;
Aug. Sh. 7/2% en Dec. Sh. 7/6%, basis 96 pOt. Rietsuiker cif.
Op J a v a heeft de V.LS.P. zoo goed als niets kunnen
verkoopen.
H i e r te 1 and e was de stemming nogal prjshoudend.
Op de A m St e r d a m s c h e termijnmarkt konden de no-
teeringen, nadat de December posities afgewikkeld waren en welke door het overwegende aanbod aanvankelijk wei-
nig opwekkend waren, een fractie verbeteren. Het slot
luidde als volgt: Dec.
f
6%; Mrt.
f
6%; Mei
f7.-
en
Aug.
f
7%. De omzet bedroeg 14300 tons.

KOFFIE.

Ook in de afgeloopen week kwam in de markt geen ver-
andering en bleef de stemming kalm doch prijshoudend. De
berichten betreffende Braziliaansche plannen tot verhoo-
ging van het uitvoerrecht namen steeds vaster vorm aan, totdat ten slotte bekend werd, dat in de op 30 November
gehouden bijeenkomst van den Nationalen Koffie-Raad be-
sloten was tot verhooging van het extra uitvoerrecht van
10 op 15 goudshillings per baal. Bovendien is besloten om
in het jaar 1932 maandelijks 1 millioen balen op te koopen en te vernietigen, dus in het geheele jaar 12 millioen balen.
Men stelt zich voor, dit laatste plan mogelijk te maken,
door de uitgifte van een door de Braziliaansche Regeering
gegarandeerde binnenlandsche leening, waarvoor de op-
brengst van het uitvoerrecht als garantie zal dienen. Wat
den Staat Sao Paulo betreft, zoo zal de verhooging van het
uitvoerrecht aldaar feitelijk slechts 2 shullings bedragen,
aangezien de uitvoerbelasting van
31-,
welke indertijd als
garantie voor de leening van £ 20 millioen is ingesteld,
tegelijkertijd zal komen te vervallen.
Tevens werd bericht ontvangen, .dat bij een door het
Federale Gouvernement goedgekeurde reorganisatie van den
Koffie-Raad is bepaald, dat de in Brazilië teruggehouden
voorraden, toebehoorende aan de Federale Regeering of aan
het Gouvernement van den Staat Sao Paulo, zullen worden
geplaatst onder contrôle van den Raad, welke daartegen-

AN
GROOTHANDELSPRIJZEN’)

METALEN T EXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER
TIN
LOOD
KATOEN
WOL
gekamde
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
cash Londen
per
Foundry f40,3
Standaard
Locoprjzen
locoprijzen
Locoprijzen Middling
locoprijzen
Australische,
Australische,
CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf, open
SALPETER GId. per
Standard
f.o.b.
Middlesbrough
Londen
Londen per
Eng. ton
Londen
per Eng. ton
New-York
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
nial Carded,
kop
lOO KG.
C,unce
per Eng, ton
per Eng, ton
per Ib.
per Ib.
50’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
Bradford per Ib.

pence
0
10
Sh.
0
10
£
0(
o

01
£
01
$
cts.
0/
o

pence
O/o
pence
01
11.
1

oi
11.
j
o

3211
6

100,0
731-
100,0 62.116 100,0
261.17!-
100,0
36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
28UJ16
89,3
8616
118,5
58.11- 93,5
290.17(6
111,1
31.116
85,3
17,55
75,5
47,25
85,9
24,75
83,9
28.46
82,0
11,61
96,8
26
3
14
83,3
731- 100,0
55.141-
89,7
290.41-
110,8
24.41- 66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89,8
1103,4
40,43
116,5
11,48
95,7 26
1
11
81,1
661-
90,4
63.16j-
102,8
227.51-
86,8
21.11-
51,8 20,00 86,0
51,50
93,6
30,50 47,58
137,1
11,48
95,7
24
711e
76,2
7016
96.6
75.141-
121,9
203.15’6
77,8
23.51-
63,8
19.15
82,4
39,-
70,9
25,25
85,6.
32,25
92,9
10,60
88,3
17
12
116
55,4
671-
91,8 54.131-
88,0
142.51-
54,3
18,116
49,6
13,55
58,3 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82.0
26
1
(4
81,8
661-
90,4
75.1016
121,7
222.716
84,9
22.21-
60,7
20,20
86,9 46,75
85,0
28,75
97,3
37,50
108,1
11,70
97,5
25
7
1
80,7
66/6
91,1
78.-j6
125,7
222.111- 85,0
23.216
63,5
20,10
86,5 44,25
80,5
27,75
94,1
34,50
99,4
11,70
97,5
26
81,0
671-
91,8
89.81-
144,0
221.016
84,4
25.8/6 69,7
21,25
91,4
44,00
80,0
27,50
93,2
36,-
103,7
11,10
97,5
2514
80,2
681-
93,2
82.1716
133,5
2(Y7.516
79,2
24.16!-
68,0
20,45
88,0 43,25
78,6
27,25
92,4
33,50 96,5
11,70
97,5
25
1
/1
78,1 6916
95,2
75.416
121,2 197.516
75,3
23.191-
65,8
19,40
83,4
41,50
75,5
26,25
89,0 30,50 87,9
11,70
97,5
24114
75,6
711-
97,3
74.111-
120,1
200.51-
76,5
23.141-
65,1
18,75
80,6 40,00
72,7
25,75
87,3
34,50
99,4
11,70
97,5
246(16
75,7
7216
99,3
72.1216
117,0
209.5/6
79,9
22.161-
62,6
18,65
80,2 38,75
70,5
24,75
83,9 32,25 92,9 9,18 76,5
24(16
75,7
7216
99,3
73.171-
119,0
210.111-
80,4
23.31-
63,6
18,60
80,0
37,00 67,3
24,00
81,4
29,75
85,7
9,28
77,3
231
0
(
16

73,9
7216
99,3
74.191-
120,7
205.516
78,4
23.111-
64,7
18,90
81,3
34,25
62,3
23,75
80,5 31,25
90,1
9,39 78,3
23
1
116
71,8
7216
99,3
72.161-
117,3
188.916
72,0
23.416
63,8
18,45
79,4 32,50
59,1
22,50 76,3
– –
9,49
79,1
22
11
116
70,7
7216
99,3
70.5!-
113,2
182.-j6
69,5
21.131-
59,4
17,50
75,3
3425
62,3 23,00
78,0
27,25
78,5
9,70
808
221/
4

69,3
7216
99,3 68.6(6 110,1
178.1816
68,3
21.916
59,0
17,25
74,2
31:25

56,8 21,25
72,0
27,75
80,0
9,90
82:
6

20
16
/16
65,3
7216
99,3
71.916
115,1
174.131-
66,7
21.111-
59,4
17,15
73,8 29,50
53,6
19,25
65,3 26,63
76,7
10,11
84,3
20
1
18
62,6
7216
99,3
71.1216
115,4
174.41-
66.5
21.41-
58,2
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60
1
2
24,50
70,6
10,21
85,1
19
1
18
59,5
701-
95,9
68.1916
111,1
165.181-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
41,7
16,50
55,9
24,-
69,2
10,21
85,1
19
9
116
61,0
6716
92.5
61.3!-
98,5
161.1716
61,8
18.6/6
50,3
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5 24,13
69,5
10,21
85,1
181111e
59,0
6716
92,5
53.9!-
86,1
145.-1-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0 28,75
52,3
18,00
61,0 26,25 75,6
10,21
85,1

16
1
/1
50,0
6716
92,5
50.116
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3 26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9
6716
92.5
48.21-
77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3
27,00
49,1
16,75
56,8
24.25
69,9 9,18 76,5
16318
51,0
651-
89,0
47.15/-
769
135.516
51,7
18.61-
50,2
11,95
51,4 27,25
49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28
77,3
16
11
(16
52,0
63(6
87,1
46.61-
74,6
132.61-
50,5
17.181-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,0
76,4
9,39
78,3
16
1
1
51,5
6316 87,1
43.-)-
69,3
111.131-
44,9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44.5
14,50
49,2 26,25
75,6
949
79,1 16
6
19
51,9
63166
87,1
46.816
74,8
113.161-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
25,25 72,8
9,70 80,8 16J8
51,9
63166
87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9
9,95
42,8
22,50
40,9
12,50
42,4
25,-.
72,0
9,90
82,6
13
1
1
43,2
6016
8?,9
45.716
73,1
116.81-
44,4
14.46
38,5
10,30
44,3
21,25 38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
12’lk
38,9
5816
80,3
45.1(6
72,6
lIl.-(6
44,7 13.5/6
36,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
13
7
(19
41,8
5816
80,3
45.116
72,6
122.11-
46,6
13.316
35,2 10,90
46,9 25.25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
13
1
18
40,9
5816
80,3
42.1516
68,9
113.41-
43,2
12.10!- 34,3
10,25
44,1
24,50
44,5
14,50
49,2 22.25
64,1
10,21
85,1
12
1
e116
40,3
5816
80,3
39.616
63,4
104.171-
40,0
11.1016
31,6 9,40
40,4 23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
127/9
40,1 5816
80,3
36.616
58,5
106.216
40,5
11.11(6
31,8 9,10
39,1
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
59,1
10,21
85,1
1311
4

41,2
5816
80,3
34.141-
55,9
ll2.5(6
42,9
12.1516
35,1
9,25
39,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26 68,8
12
13
/i
39,9
5816
80,3
32.15/-
52,8
114.19/6 43,9
11.1916
32,9 7,20
31,0
2225
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,-
58,3
1311
4

41,2
541-
74,-
29.91-
47,4
109.31-
41,7
1

10.1916
30,1
6,55
28,2
20,00 36,4
11,00
37,3
18,-
51,9 6,50 54.2
14
43.6
471-
64,4
28.716
45,7
102.1016
39,2
l0.l2(-
29
1
1
6,30
27,2
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6.65 55.4
14
3
1
45,9
461-
63
1
0
28.91-
45,8
103.1516
39,6
11.9!-
31,4 6,40
27,5
19,50
35,5
11,00
37,3
16,75
,48,3
6,80
56,7
14
3
1s
45,9
46
1

63,0
26.61-
42.4
96.151-
35,9
10.81-
28,5
6,15
7
26,5 17,008
30,9
9,50
8

32,2
6,95
57,9
e Invoering van de huidige officieele noteeringswijze (Jan. 1928); vanaf 16 Dec.1929 74(5 K.G. Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 Z.-Russische.
4
)Malting vôôr de invoe-
Noteering Schotland 5916.
6
)581..,
7)
4 Dec.
8)
3 Dec.

1074

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9
December 1931

over de vervulling van alle verplichtingen met inbegrip
yan aflossing en betaling van interest op de koffie-leening
van Sao Paulo op zich neemt. Met al deze plannen nog
niet tevreden, zou de Raad verder nog maatregelen over-
wegen om de koffieprijzen te brengen op basis van 18 Mii-
reis per 10 Kgr. voor Santos, vat ongeveer 20 % hoöger
is dan de waarde van het oogen-blik Dat dit voornemen
voorloopig nog door niemand buiten Brazilië als serieus
wordt beschouwd, is te begrijpen.

• Door den Koffie-Raad van Brazilië werd medegedeeld,
dat in de vorige week vernietigd zijn 26.000 balen Rio en
50.000 balen Santos, tezamen 76.000 balen. De hoeveelheid,
welke vanaf 1 Juli tot op heden vernietigd is, bedraagt
416.000 balen Rio, 1.739.000 balen Santos en 154.000 balen
Victoria, tezamen 2.309.000 balen, waarbij nog te voegen
zijn cle vOÔr 1 Juli vernietigde 559.00,0 balen, hetgeen dus
tezamen maakt 2.868.000 balen.

De kost- en vrachtaanbiedingen, zoowel van Santos als
van Rio, bleven in de afgeloopen week grootendeels onver-
anderd, hoewel sommige afladers, met het oog op de aan-
staande verhooging van het uitvoerrecht, met aanbiedingen
uiterst schaars waren. De offertes in dollars, shillings of
guldens, welke er waren, kwamen, omgerekend in Engeisch
geld tegen den goudkoers van vSSr 21 September, uit: voor
gewoon goed beschreven Superior Santos op prompte ver

scheping, op 38/6
A.
3916 per cwt., voor dito Prime op oiige-
veer 401-
a
411- en voor Rio type New-York 7 met beschrij-
ving, prompte verscheping, op 30/- h 31/.. Op den laatsten
dag echter waren de aanbiedingen in vele gevallen op de
verwachting van een zeer spoedig ingaan der verhooging,
reeds niet onbelangrijk hooger.

De aanbiedingen van Nederlandsch-Indië zijn voor de
meeste Robusta-soorten eer iets vaster. In de eerste hand
zijn de noteeringen op het oogenblik:

Palembang Robusta, ])ecember-verscheping, 14,V
2
ct.; Ben-
koelen Robusta, December-verscheping, 153. ct; Mand-
heling Robusta, Deccmber-verscheping, 17 ct.; W.I.B. f.a.q.
Robusta, December-verscheping, 20Y
2
ct., alles per
cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.

De noteeringen aan cle Rotterdamsche termijnmarkt daal-
den aanvankelijk iets om daarna wederom wat op te loopen

en- zijn op het oogeublik
Y
4
ct. per j K.G. hooger dan een
week geleden.

In loco blijft de afzet nog steeds-beperkt bij onveranderde
of ficieele noteeringen van 25 ct. per K.G. voor Superior
Santos en 23 ct. voor Robusta.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Dec.

Mrt.

Mei

Sept.

7 December ……… .5,42

$ 5.64

$ 5.77

$ 5.95
30 November …….. ..5,28

,, 5.48

,, 5.61

,, 5.85
23 November ………, 5.13

,. 5.40

,, 5.54

,, 5.83
16 November …….. ..5,02

,, 5.26

,, 5.36

,, 5.56

Rotterdam, 8 December 1931

THEE.

In de afgeloopen week trokken de prijzen, voor ordinaire en gewone midclen-kvaliteiten in Londen iets aan en waren
Java en Sumatra middensoorten vast, terwijl Britsch-Iudi-
sche middensoorten onregelmatig varen, evenals de Ceylon-
theeën.
Overigens vielen er weinig verschillen te constateeren;
alleen iets terugloopende prijzen voor rijk aan geelpunt
zijnde theeën.
i)e Londen-aanvoeren bedroegen in November 47,9 mii-
lioen lbs., hetgeen practisch evenveel is – als verleden jaar
(47,3 millioen). De afleveringen, tea bedrage van 35,3 mii-
lioen waren 3,2 millioen kleiner en de voorraden per den
ultimo worden opgegeven met 219,5 millioen tegen 243,5
millioeti verleden jaar. – –
Gedurende Jan.fNov. werd te Londen aangevoerd 414 mii-
lioen lbs. (v.j. 416,5 millioen), terwijl de afleveringen 456
millioen beliepen tegenover 433,5 millioen in 1930.
De thee-uitvoer van Zuidelijk Bxitsch-Inclië bedroeg in
October 3,9 millioen lbs. tegen 4,4 millioen lbs. in October
1930.

Amsterdam, 7 December 1931.

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

DIVE
RSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJ FERS

VURENHOUT
RUBBER’)
Standaard
SUIKER KOFFIE
THEE
COPRA

Bruto-
gewichtv.d.
buit, handel

nom
a–

basis 7″ f.o.b.
Ribbed Smoked
Witte kristal- suiker loco
Robusta
Locoprijzen
AlL N.-I. theev.
A’dam gem. pr.
Ned.-Ind. f.m.s.
Nederland
Zweden(
Finland
Sheets loco Londen
R’dam(A’dam.
Rotterdam
Java- en Suma-
per 100 K.G.
Amsterdam
1925= 100

,
per Ib.
per 100 K.G.
‘(
per

K.O.
tratheep.l(,KG.
In-

Uit-
voer

voer
1-‘

t
°Io
Sh.
0
10
ii.
01
0
Ct8.
0
10
cts.
01
0
/
Ol
o

1925
159,75
100 2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,876 100,0
100
100
100,0 100,0
1926 153,50
96,1
21-
67,4
17,50
93,3 55,375
90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
112
128
93,2
92,9
1927
160,50
200,5
116,375
51,6
19,12
5

102,0
46,875
76,4
82,75
97,9
32,62
5

90,9
113 116
95,4
89,5
1928
151,50
94,8 -110,75
30,2
15,85
84,5
49,625 80,9
75,25
89,1
31,87′
88,9
118
128
96,4
87,6
1929
146,00
91,4
-(10,25
28,8
13,-
69,3 50,75
82,7
69,25
82,0
27,37′
76,3
122 132
91,6 82,6
1980 141,50
88.6
-15,875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75
71,8
22,62′
63,1
124
135
75,5
69,4
lan.

1929
152,50
95.5 -19,875
27,9
13,775
73,5
53,125
86,6 77,25
91,4
29,-
80,8
III
119
94,2
84,6
lebr.
150,00
93,9
1(- 33,7
13,375
70
54
88,0 74,25
87,9
28,62′
79,8
75
83
94,2
85,4
Maart
147,50
92,3
1(0,125
34,0
13,50 72,0
54
88,0 72,75
86,1
27,62
5

77,0
82
III
94,8
85,8
April
147,50
92,3
-110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0 74,25
87,9
26,75
74,6
110 142
92,9
83,9
Mei
145,00
90,8
-110,875
30,5
22,25
65,3
54
88,0 73,50
87,0
25,87
6

72,1
135
144
91,6
81,7
luni
147,50
92,3
-(10,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2
24,87′
69,3
137
134
91,0
81,9
Jul]

,,
145,00
90,8
-(II
30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
81,1
27,50
76,7
144
147
91,0
83,7
Aug.

,,
145,00
90,8
-110,5 29,5
13,00
69,3
53,50 87,2
64
75,6
27,25
76,0
151
149
91,6 83,6
Sept.

,
145,00
90,8
-110.125 28,4
13,476
71,9
51,75 84,3
64
75,6
28,25
78,7
135
144
91,0 82,0
Oct.

,,
142.50
89,2
-19,625 27,0
13,30 70,9
48,50
79,0
66
78,1
27,50
76,7
137 146
90,3 80,5
Nov.
142,50
89,2
-18,125
22,8
12.50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7
27,25
76,0
128
143
88,4
78,8
Dec.
142,50
89,2
-(8
22,5
12,075
64,4
36,75
59,9
60,75
71,8
27,125
75,6
123
125
87,1
78,8
lan.

1930
147,50
923
-17,375
20,7
11,675
62,3
35 57,0
60,50
71,6
26,875
74,9
128 136
84,5 76,9
1ebr.

,,
147,50
923
-18
22,5
11,40
60,8 35 57,0
58,25
68,9
26.375
73,5
112
126
81,3 75,2
Maart

,,
147,0
92,3
-17,625
21,4
10,70
57,1
35 57,0
62,25
73,7
25,25
70,4
125
131
78,7 74,2
April

,,
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50
70,4
26,126
72,8
115
127
78,7
72,8
Mei

,,
145,00
90,8
-16,875
19,3
9,80
52,3
34,75
56,6
58
68,6
25,50
71,1
132
132
76,1
72,0
juni
145.00
90,8
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
53,8
58
68,6
22,875
63,8
131
133 76,1
70,4
Juli
142,50
89,2
-15,625
15,8
9,275
49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
21,75
60,6
138
141
74,2
69,3
Aug.
142,50
89,2
-14,875
13,8
8,50
45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129
145
73,5
67,9
Sept.
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,97′
42,5
28,25
46,0
59,50
70,4
19,25
53,7
122 126
72,3
65,4
Oct.
132,50
82,9
-(4
11,2
8,625
46,0
29
47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128 152
71,6
64,6
Nov.

,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47.3
68,25
80,8
19,37
5

54,0

121
139
71,0
63,3
Dec.
130,00
81,4 -14,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66,75
79,0
19,-
53,0
105
129
69,0
61,3
Jan.

1931
125,00
78,2
-14,25
11,9
8,20
43,7
28
45,6 66,25
78,4
18,25
50,9
:121
132
67,7
59,2
125,00
78,2
-13,875
10,9
8.20
43.7
26,25
42,8
53
62,7
18,12
5

50,7
96
121
67,1
59,4
Maart

,,
125,00
78,2
-13.75
10,5
8,30
443
25,0
41,5
45
53,3
18,62
5

52.9
107
140
66,5
59,1
April

,,
12500
78,2
-13,125
8,8
8,57
5

45,7
24,75
40,3
43
50,9
17,50
48,8
110
138
65,8
58,4
Mei

,,
125,00
78,2
-13,125
8,8
8,50
45,3
25
40,7
40,25
47,6
15,37
5

42,9
114
141
65,8 56,8
luni

,,
110,00
68,9
-(3,125
8,8
8,57
5

45,7 25,75
42,0
39,50
46,7
14,125
39,4
127
133
64,5 56,8
juli
110,00
68.9
-13
8.4
8.77
5

46,8 27
41,0 38,25
45,3
IS,-
41,8
138
153
62,6
55,8
Aug.
100,00
62,6
-12,5
7,0
7,90
42,1
25,50
415
38,50
45,6
14,125
39,4
122 142
60,6
55,6
Sept.

»
100,00
62,6
-12,375
6,7
7,52
5

40,1
23,75 38,7
37,50 44,4
13,375
37,3
125
146
58,7
Oct.
100,00
62,6
-(2,375
6.7
7,55 40,3
23
37,5 37,75 44.7
13,25
36,9
119
146
58,7
r’ov.
100,00
62,6
-2,375
6,7
7,15
314,1
23
37,5
37
43,8
13,75
38,3
58,7
7 Dec.

,,
82,50
51,6
-12,125 6,0
6,50
34,7
23
37,5
12,50
34,8 I)
Jaar- en inaandgem.
atger.
op
11

pence.
N.B.
Alle Pondennoteeringen
vanaf
21
Sept. zijn
op goudbasis
omgerekend.

Auteur