12 AUGUSTUS
1031
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economischo-oStatistische
Ber
‘ichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGÂAN VOOR DE MEDEDEELINCEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
16E JAAROANG
WOENSDAG 12 AUGUSTUS 1931
No. 815
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr.
G. M.
Ver’rijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADViES:
Prof. Mr. D. van Blom; J.
van
Has8elt; Jhr. Mr. L. R. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele;
Prof.
Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L.
F. H.
Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G. M.
Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont.
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo•
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaat8ing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh t van Ditmar’s Tiitgevers-Maatschappij, Rot.
terdam, Amsterdam, ‘8-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 145192.
11 AUGUSTUS 1931.
Aanvankelijk bleven geidgevers ook de afgeloopen
berichtsweek weder zier terughoudend. ‘Later kwam
er wat meer vraag naar wissels, zoodat particulier dis-
conto, dat Dinsdag en Woensdag weder tot 2 pOt. was
opgeloopen, tot
113/is
pOt. en gisteren tot 1% â 111e
pOt. kon teruggaan. De prolongatierente noteerde
aanvankelijk nog 1% pOt.; maar later kromp de vraag
naar geld op de effectenmarkt zoo sterk in, dat 1 â
1 püt. werd genoteerd en Vrijdag zelfs in het geheel
geen noteering tot stand kon komen. Caligeld was de
geheele week, ook reeds in het begin, sterk aangebo-
dn en meestal niet te plaatsen. De rente schommelde
tusschen 34 en i’ pOt.
* *
*
Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank
geeft de goudvoorraad weder een flinke stijging te
zien; de post gouden muntmateriaal is met f30,6
millioen toegenomen. De zilvervoorraad steeg met
ruim
f
300.000. De post binnenlandsche wissels nam
toe met
f
2,5 millioen. Het papier op het buitenland
steeg met ruim
f 100.000
en de post diverse rekenin-
gen onder de activa met bijna
f
1,5 millioen’. De ‘b-
leeningen daalden met circa
f
16,4 millioen.
Het voorschot aan het Rijk verminderde met
f
3,2
millioen; daarentegen werd
f
6 millioen schatkist-
papier echtstreeks bij de Bank ondergebracht.
De bankbiljettencirculatie liep terug met bijna
f
30 millioen, terwijl de rekening-courant-saldi van
andéren toenamen met niet minder dan
f
45 millioen.
Het beschikbare metaalsaldo bedroeg
f
24,8 millioen
meer dan de vorige week. Het dekkingspercentage
was nagenoeg 60 pOt.
* *
*
Do wisselmarkt was deze week zeer stil en voor
de meeste wissels vrij flauw gestemd. Ponden liepen
van 12.04/8 tot 12.03l’ terug, maar konden zich later
grootendeels herstellen. Parijs was vrij stabiel op 9.72.
Ook België onderging weinig verandering. Marken
waren weder zeer onzeker. De nieuwe deviezenver-
ordening stichtte in het begin der week veel verwar-
ring, zoodat Woensdagmiddag en Donderdagochtend
de handel vrijwel geheel stilstond. Het aanbod van
bankpapier in de grensplaatsen kreeg daardoor sterk
de overhand en de koers zakte tot 57.50 in. Later
wijzigde zich de opvatting over de ‘beteekenis van de
nieuwe bepalingen en kon een herstel intreden, zoo-
dat weder tusschen 58.40 en 58.65 verhandeld werd.
Ook Madrid was weder flauwer 22.40-21.20. Een
uitzondering maakte New-York, .dat langzaam kon
stijgen van 2.47v/s tot 2.48fie en ‘Zwitserland, dat van
48.31 opliep tot 48.42w.
Op de termijnmarkt kromp het agio voor 1- en 3-
maands Dollars sterk in. Eenmaands daalden van 15 â
20 cent tot pari en 3-maands van 40-50 cents tot ca.
20 cent. Daarentegen werd het disagio voor Ponden
opnieuw •grooter en steeg tot 1%-1l cent voor 1-
maands en 3-3% cent voor 3-maands.
LONDN, 10 AUGUSTUS 1931.
Geld bleef verleden week schaarsch en goede prij-
zen werden betaald voor namiddaggeld. Dinsdag werd
zelfs een klein bedrag van de Bank van Engeland op-
genomen.
Geld zal •de eerstvolgende weken wel gezodht blij-
ven, waarbij de onzekere factor komt of nog verdere
gou•donttrekkingen zullen plaats !hebben. Deze werden
verleden week veel minder omvangrijk. De samen-
werking van New-York, Parijs en Londen zal zonder
twijfel een invloed ten goede ‘blijken te zijn, ofschoon
te verwachten is, dat nerveuze Ponden’bezitters in de
eerstvolgende weken van tijd tot tijd tot realiseering
zullen overgaan. De basis voor een krachtige onder-
steuning van Sterling is nu echter gelegd en zal on-
getwijfeld ‘tot een rustiger stemming leiden.
Disconto veranderde weinig bij zwakkere tendens
aan het einde der week. Heden is disconto vast op 4%.
712
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERI’HTEN
12 Augustus 1931
HET RAPPORT VAN DE COMMISSIE VOOR
HET RUBBERVRAAGSTUK.
Aan de commissie zijn door den Voorzitter Prof.
Dr. L. P. de Bussy de volgende vragen gesteld:
Bestaat er in
cle
rubbercultuur een noodtoestand?
Acht de commissie beperking der rubberproduc-
tie noodzakelijk met regeeringsinmenging?
Op deze vragen heeft de commissie niet positief
kunnen antwoorden. Slechts blijkt zij eenparig van
oordeel te zijn dat:
a. het evenwicht tussc’hen productie en consumptie
verbroken is;
5. de intrede van de wereldmalaise de verbreking
van het evenwicht buitengewoon scherp aan den dag
heeft doen treden;
dientengevolge voor de rub’bercultuur een nood-
toestand ontstaan is, althans wat het ondernemings-
bedrijf aangaat;
beperking van de productie de cultuur uit dien
moeilijken toestand helpen kan,
doch zij verklaarde niet in staat te zijn met alge-
heele eenstemmigheid één bepaalden weg aan te wijzen
om tot de wenschelijk •geachte ‘beperking van de pro-ductie te komen. Eenige leden meenen, dat die beper-
king, die cle cultuur zou kunnen redden, op natuur-
lijke wijze ‘zal moeten geschieden, andere daarentegen
achten de hulp van de regeeringen der verschillende
productiegebieden daartoe noodzakelijk. Ter adstruc-
tie dezer uiteenloopende meeningen hebben de beide
groepen elk een afzonderlijke nota aan het rapport
toegevoegd.
Alvorens eenige aandacht te schenken aan deze
afzonderlijke nota’s moge datgene, wat de commissie-
leden wèl vereenigt, bespreking vinden.
De economische beteeicenis van de rubbercultuur
voor Nederlandsch-Indië.
Aan de hand van gegevens, ontleend aan publica-
ties van het Centraal Kantoor voor de Stat.istiek te
Batavia taxeert de commissie ‘dei ondernemingsaan-plant in Ned.-Indië op 548.000 H.A. ‘Betreffende het
areaal van de ‘bevolkingscultuur stond der commis-
sie geen ander c’fer beschikbaar dan een ‘taxatie van
Amerikaansche zijde, ni. 608.000 H.A., waarvan in
tap 208.000 H.A.
Uitgaande van een gemiddelde van
f
1500 per .EI.A.
voor de kosten van aanleg van de aanplantingen in-
clusief fabriek, woningen, transportmiddelen enz., en
een gemiddelde geaccumuleerde afschrijving aanne-
mend van
f
600 per H.A., becijfert de commissie de,
wat zij minder juist •noemt, boekwaarde van den
ondernemingsaanplant op
f
600 millioen. Het cijfer
van
f
1500 is voor de meeste Java-aanplantingen
waarschijnlijk te hoog gegrepen, doch in elk geval
toont de globale becijfering van de commissie wel aan,
dat een enorm bedrag aan rechtstreeks door het pu-bliek gefourneerd kapitaal en aan ingehouden, voor uitbreiding besteede winsten, in de rubbercultuur is
gestoken.
Ter berekening van de ,,boekwaarde” van den be-
volkingsaanplant gaat de commissie anders te werk.
Zij baseert zich
01)
de potentiëele productie van dien
aanplant, door den landbouw-economischen dienst
onlangs getaxeerd op 150.000 ton, en redeneert dan
dat, indien deze potentiëele productie ware voortge-bracht door een onclernemingsaanplant, waarvan de
gemiddelde opbrengst 425 KG. per H.A. is, die onder-
nemingsaanplant dan een uitgestrektheid zou moeten hobben gehad van 350.000 H.A. Toepassing van ver-
menigvuldiging ‘hiervan met de gemiddelde boekwaar-
de van een ondernemingsaanplant, nl.
f
900, levert
het bedrag van
f
315 millioen op. Met in aanmerking
INHOUD.
BIz.
HET RAPPORT VAN DE COMMISSIE VOOR HET RUBBER-
VRAAGSTUK
door
G. A. P. Weyer ……………..712
Kleinhandeisprijzen van melk, boter en margarine door
Dr. R. van Genechten ……………………….716
Economische en industrieele oorlogsvoorbereiding door
J.
B. de Jongh…………………………….
716
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
Stalin over de moeilijkheden van het Sovjetbewind
door
Prof. Boris Brutzkus ………………….
719
AANTEEKENINGEN:
Indexeijfers van groothandel8prijzen
…………..
722
MAANDCIJFERS:
Emissies in
Juli
1931 .. ..
… ……….. …
.-_ 723
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam………..
723
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
724-730
Geidkoersen. 1 Wisselkoersen. 1
Bankstaten.
1 Coederenhandel
neming van eenige afronding komt de commissie dan
tot een netto ,,’boekwaarde” voor den bevolkingsaan-
plant van
f
300 millioen. Het wil mij voorkomen, dat
de commissie bij deze taxatie eenige fouten ‘heeft
begaan. In de eerste plaats verwaarloost de Com-missie de waarde van het geheele, nog Biet in tap
zijnde, areaal, Maar aan den anderen kant schijnt ‘liet
niet juist om do kosten voor den inlandschen plan-
ter verbonden aan het tot stand brengen,
op zijn wijze,
van een areaal •dat per jaar 425 KG-. oogst oplevert,
gelijk te stellen aan het bedrag, dat de Westersche
ondernemer hieraan ten koste legt. Immers Euro-
peesch toezicht, noc’h ‘behuizing, hygiënische en sociale
zorgen komen te
zijnen
laste. Fabrieken bezit hij niet,
transportmiddelen evenmin, wegen worden door hem
niet aangelegd. Zijn ontginning is uiterst extensief,
evenals zijn onderhoud. Het merkwaardige van deze
bevolkingsaanplantingen is juist, dat zij zonder veel
extra arbeid en in elk geval geheel zonder de op de
Westersche ondernemingen zoo zwaar drukkende al-
gemeene kosten tot star.d kwamen. ‘Wil men nochtans
de aan de Inlandscha tuinen hesteede moeite in geld uitdrukken, dan lijkt ‘f200 per H.A. reeds een royale
raming. Het wil
mij
daarom vooricomen dat de raming
van
f
315 millioen van de commissie zdker
f
200 mil-
lioen te ‘hoog is.
De commissie taxeert op aanvaardbare gronden het
aantal Europeanen, dat in de rubbercultuur in Ned.-
Indië een bestaan vindt op 2466, met een gezamenlijk
inkomen van
f
12.330.000 per jaar, dat der Inlanders
werkzaam op de ondernemingen op 260.300, die te-
zamen per jaar
f
38i4 millioen verdienen, dat der
Inlanders werkzaam in de bevolkingstuinen op 120.000
man, die tezamen ‘gemiddeld
f
30 millioen per jaar
aan product afleveren. Is de rubberprjs zoodanig, dat
de ondernemingen gemiddeld 6 pOt. dividend uit
kunnen keeren, •dan trekt de Overheid uit de cultuur
circa
f
12 millioen aan directe ‘belastingen, plus
f
2 millioen aan uitvoerrec’ht op de inlandsche rob-
ber en
f
2 millioen aan invoerrec’ht op invoeren
die het rechtstreeksche of zijdelingsche gevolg van de
rubbercultuu.r zijn, spoor- en tramwegen boeken
f
3
millioen, scheepvaartmaatschappijen
f
9% millioen
aan vracht. Uit de door de commissie gemaakte becij-
feringen blijkt verder, dat zij de kosten van het i’oe-
ren van de directie in Nederland aanneemt op
f 10
per H.A., wat voor cle geheele ondernemingscultuur
het zeer aanzienlijke bedrag van
f
56 millioen uit-
maa’kt. Is deze taxatie van de commissie juist, dan
staat dit ‘bedrag in een wanverhouding tot de totale
personeelskosten in Indië, die op ruim
f
12 millioen
werden becijferd. Inderdaad zijn verschillende, vooral
kleinere, maatschappijen onevenredig zwaar belast
met directiekosten. In dit ‘opzicht zou groepsgewijs
12 Augustus 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
73
samengaan van maatschappijen tot groote bezuinigin-
gen kunnen. voeren.
Bij haar bespreking van cle economische ‘be’teekenis
van de rubbercultuur van Nederlandsch-Indië heeft
cle commisie zich beperkt tot het opsommen van de
inkomsten van den fiscus en de rechtstreeks hij cle
cultuur betrokkenen. Zij laat onbesproken, welken
invloed de cultuur heeft op do handels- en betalings-
balans van Ned.-Indië. Deze invloed •h1jkt uit onder-
volgende cijfers, door Wellenstein gememoreerd in
zijn ,,Ncderlandsch-Indië en de Wereldcrisis”.
1926 1927 1928 1929 1930
totaal van den particulieren
uitvoer …………….
1576
1631
1576
1443
1195
hierva.n caoutchouc en gat
tapercha …………..
485
421
281
237
1.72
hiervan suiker ………..
270
365
376
312
254
,,
aardolie c.a.. ….
172
155
150
185
189
(alles in inillioenen guldens).
Juist in verband met dan in ongunstigen zin ge-
wijzigden ruilvoet van de kolonie waarop Wellenstein
de aancladht heeft gevestigd lijken deze cijfers voor
de regeering van grooter belang dan het bedrag harer
directe inkomsten uit de cultuur.
De rubbersituccf ie.
Nieuwe inzichten ter zake geeft het rapport van
de commissie n.iet. Voor 1.031 neemt cle commissie de
productie-raming van de Rubber-Growêrs-Associa-
tion, nl. 730.000 ton over. Uiteraard valt ten aanzien
van de productie in latere jaren niets met zekerheid
te zeggen, omdat ‘het niet bekend is, welk deel van het
areaal bij het zich bestendigen der lage prijzen zal
uitvallen. Daarom wordt volstaan met het vermelden
van een schatting van W’hitford van de .potentiëele
wereldproductie in 1035, ni. 1.305.000 tons.
Voor Necl.-Inclië rekent de commissie i.n 1035 op
een potentiëele productie der ondernemingen van
230.000 tons, waarbij zij aanneemt dat de aanplant zal
bestaan uit 400.000 H.A. die 425 KG. per H.A. zul-
len kunnen opleveren, uit 60.000 H.A. superieuren aanplant die 1000 KG. per H.A. zullen opbrengen,
terwijl 40.000 H.A. superieure aanplant dan nog niet
in productie zullen zijn. Gezien het feit, dat de
commissie do huidige uitgestrektheid heeft aange-
nomen op 548.000 H.A., neemt zij dus blijkbaar aan,
dat de afschrijvingen van improductief geworden aan-
plant de nieuwe aanplantingen – die overigens wel
zeer beperkt zullen zijn – met 48.000 zullen overtrof-
f en. Omtrent de productie der met geselecteerd plant-
materiaal aangelegde aanplantingen valt natuurlijk
nog niets met zekerheid te voorspellen; wel schijnt de
commissie met haar raming van 1000 KG. per H.A.
aan den veiligen kant te zijn gebleven. De leider van
‘s Lands caoutchoudbedrijf althans meent, dat gere-kend mag worden op 1000-1500
,
KG. per H.A. De
consequenties van die zooveel hoogere productie per
H.A, gaat de commissie niet verder na. Dit is te, be-
treuren, want hadde zij ‘dat wel ‘gedaan dan zou ons inzic’ht in de situatie stellig zeer zijn verhelderd. Bij
hare becijferingen gaat de commissie uit van een
netto-kostprijs voor de gemiddelde onderneming van
f
0.50 per KG. en hoewel zij wel een nadere toelich-
t.ing van dit cijfer in het vooruitzicht stelt, blijft zij
in gebreke clie nadere toelichting te geven. Slêc’hts
valt uit haar latere mededeelingen af te leiden, dat
deze ‘gemiddelde kostprijs geldt voor een onderne-
ming, die 425 RO. per H.A. produceert. Het is jam-
mer, dat deze toelichting achterwege is gebleven. Het
ware dan mogelijk geweest deze kostprijsberekening te
corrigeeren voor een productie van 1000 KG. per
H.A. Indien ik dat nochtans toch probeer, Ibaseer ik
mij op het feit, dat toezicht, algemeene kosten, on-
derhoud aiinplant en installatie e.d. vaste kosten zijn,
weinig of niet afhankelijk van de hoeveelheid ge-
oogst product. Tot de wisselende kosten ‘behooren
slechts de ‘bereidings- en afvoerkosten. Nemen wij aan,
dat in het door de commissie genoemde bedrag van
f
0.50 per KG. voor de wisselende kosten
f
0.20 ‘be-
–
grepen is, dan resteert voor de vaste kosten
f
0.30.
Indien deze worden omgeslagen over 1000 KG. in-
plaats van over 425 KG., wijzigt het ‘bedrag zich
in
…………………………………f
0.1,3
Tegelijkertijd verminderen cle ii ormale af-
schrijvingen van
f
0.1,7 tot …………….,, 0.1.1
en ‘de directiekosten van ruim
f
0.02 tot ……,, 0.01
wisselende kosten ……………………..,, 0.20
zoodat dus de kostprijs wordt ……………
f
0.45
inplaats van
f
0.00
(f
0.50 plus
f
0.02 directiekosten
+ f
0.17 afschrijvingen).
Van de 230.000 tons, clie naar de schatting van de
conimiss.ie dus in 1035 voortgbracht kunnen worden,
worden dus 60.000 tons geproduceerd tegen een kost-
prijs, die aanmerkelijk lager is dan die, waarvoor de
overige 170.000 tons kunnen worden ‘geproduceerd.
En wat ‘den gemiddelden kostprijs dezer 170.000 tons
betreft, moeten wij bovendien in aanmerking nemen,
dat dok deze als zoodani.g niets zegt, want dit ‘gemid-cielde is de resultante van een ‘aantal, zeer ‘vèr uiteen-
loopende cijfers. Men kan dus wel met zelcerheid zeg-
gen, dat van de genoemde 230.000 tons een hoeveelheid
zal worden voortgebracht tegen een kostprijs, die een
veelvoud is van dien waartegen een andere, zeer aan-
zienlijke hoeveelheid zal worden geproduceerd. Het
is ‘dus zeer goed denkbaar, dat een prijsniveau, dat
voor een deel van de producenten een loonend bedrijf
beteekent, voor een ander deel ,,een noodtoestand”
met zich meebrengt. Het lijkt daarom volkomen doel-
loos, gelijk de commissie doet, ‘beschouwingen te hou-
den over en conciusiel te baseeren op dezen gemid-
delden kostprijs.
Ten aanzien van de levolkingsrubber concludeert
de commissie, dat de inlan’dshe cultuur, die per slot
van relcening is geworden een inzamelings’bedrijf,
zooals men er in de Buitengewesteu meer kent, niet
in moeilijkheden verkeert. Da’arop baseert zij de uit-
spraak, dat het nemen ‘van prijsregelende maatrege-
len te haren behoeve daarom niet noodzakelijk is.
Deze uitspraak, ‘die volkomen juist schijnt, onthef t de
commissie van de taak, te onderzoeken of dergelijke
maatregelen overigens wel mogelijk zouden zijn.
Invloed van de rubbercrisis op de werkgelegen-
heid.
De commissie wijst op het feit, dat cle ‘werkgelegen-
heid ‘op cle ondernemingen, zoo voor Europeanen als
voor Inlanders, is vermin’dercl. Hier en daar werd de
tap op de minst rendeerende ‘gedeelten van den aan-
plant gestopt, uitbrei’din’gswerlczaamheden zijn even-
eens gestaakt, het tuinonderhoud werd gerationali-
‘seerd. Voor zoover het ‘deze maatregelen betreft heb-
‘ben wij hierin te zien een aanpassing van de cultuur
aan een lager prijsniveau, dat een herziening van de
productiemethoden noodzakelijk maakt. De vermin-
dering van de werkgelegenheid, ‘die ‘hierdoor ont-
staat, is minder een afspiegeling van een geringe-
re productie (waarvan overigens nog niet veel ‘te be-
speuren valt) als wel van deze andere productie-
methoden. Het is zeer wel mogelijk, ‘dat de nieuwe
arbeidsexten’siever methoden, waartoe men thans on-
der den ‘drang der omstandigheden zijn toevlucht
neemt, ook zullen stand houden, als de prijs weer hoo-
ger zal zijn. Het schijnt dus onjuist, om, ‘gelijk de
commissie doet, de vermindering van ‘de werkgele-
genheid uitsluitend als een gevolg van de crisis te
beschouwen. De crisis heeft de noodzaak van het
aanvaarden van andere methoden dringend gemaakt;
‘waarschijnlijk is het evenwel dat men op den duur,
ook zonder deze crisis, een deel van de thans getrof-
fen maatregelen zou ‘hebben genomen. De gewijzigde
arbeidstoestan’den ‘bijv. ter Oosticu’st van Sumatra
maakten het op zichzelf al wenschelijk, dat men tot
“andere productie-methoden overging. .
7-14
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
12 Augustus 1931
De oorzalecib van de rubbercrisis.
T-let dalen van den rubberprijs schrijft de commis-
sie toe aan de ongunst.ige verhouding, die tusschen
de producte en de consumptie is ontstaan. De com-
missie vraagt zich af hoe het mogelijk is geweest, dat
de procluôtiezooveel sterker heeft kunnen stijgen dan
cle consumptie, en zij geeft daarop het antword, dat
cle invoering van het Stevenson-schema, lat hooge
prjzén veroorzaakte en als gevolg daarvan tot uit-
breiding van den aanplant prikkelcie, daaraan schuld
heeft. Deze uitbreidingen, voor een deel samengesteld
uit superieur materiaal, zijn de laatste jaren gaan produceeren, waardoor zooveel meer product ter
markt kwam. Bovendien heeft de ,,reclaimed” rubber
zich een blijvende plaats in de bandenfabricage ver-
overd. Het is duidelijk, dat cie commissie hier slechts één zijde van het prebleem heeft belicht. Zij verklaart
slechts waardoor de productie is gestegen, maar geens-
zins waarom deze stijging sterker is geweest dan die
van de consumptie. Aan het vraagstuk van de con-
sumptie schenkt de commissie nauwelijks aandacht.
Had zij dat wel gedaan, dan zou zij waarschijnlijk tot
de conclusie zijn gekomen, dat de groote prijsstijging
van medio 1924 tot begin 1926 meer het gevolg was
van de stijging van de automobiel-productie in Ame-
rika, maar bovenal van de invoering yan den ballon-
band, dan van verminderd aanbod van de zijde van de
producenten, evenzeer als de daling, die daarna in-
trad, behalve aan het toenemend gebruik van reclai-
mcd rubber, voor een niet gering deel het gevolg was
van. de verminderde vraag, di.e uit den langeren
levensciu ur dier ballonbanden voortvloei de. Desniet-
tegenstaande was het accres in het verbruik zeer aan-
zienlijk, en in 1928 overtrof het verbruik cle voort-
brenging nog met 40.000 tons. Niettegenstaande het feit, dat cie naderende crisis zich reeds in den zomer
van 1929 in een verminderde bedrijvigheid in de
automobiel-industrie aankondigde, steeg de consump-
tie in 1929 nog met 95.000 tons. .Dat tegelijkertijd
in datzdlfde jaar de productie met ruim 200.000 tons
steeg moet, behalve aan normaal accres, worden toe-
geschreven aan het verschepen van door opheffing
van het Stevenson-schema op 1 Nov. 1928 vrijgeko-men voorraden. In 1.930 viel de productie weer terug
tot 803.000 tons, zijnde slechts weinig meer dan de
door de crisis reeds sterk gedrukte consumptie van
1929 had bedragen. Voor cle conclusie van •de commis-
sie dat niet de wereldinalaise cle oorzaaic is van de
huidige, zeer moeilijke omstandigheden waarin de
rubbercultuur verkeert, doch dat reeds voordien de
toestand van de. cultuur ongezond geacht moest wor-
den, schijnt •dus weinig grond aanwezig.
De bestrijding van le Rubbercrisis.
De vraag of door samenwerking van producenten
en coosumenten het evenwicht tusschen voortbren-
ging en verbruik zou kunnen worden hersteld, wordt
door de commissie terecht ontkennend beantwoord.
De commissie meent, dat de toestand van de rubber-
markt te verwarrend is om er een grondslag voor be-
sprekingen aan te ontleenen, en dat men eerst dan
over stabilisatie van den prijs zou kunnen spreken,
als de productie met eenige kans op zekerheid in
regelmatiger banen is geleid geworden. De commissie
ontgaat hier cle kern van de kwestie. Immers van
onstabiele prijzen i.s nauwelijks meer sprake, slechts
is de prijs uiterst laag, wat consumenten niet onwel-
gevallig kan zijn. Een motief om er toe mee te wer-
ken den prijs op een hooger niveau te stabiliseeren
zou voor verbruikers slechts dan aanwezig zijn, als er
gegronde vrees zou bestaan voor veel hoogere prijzen
in de naaste toekomst. Doch voor clie vrees bestaat te minder aanleiding, nu gebleken is, dat binnen af-
zienbaren tijd een steeds stijgend deel van de pro-
ductie kan worden voortgebracht tegen een veel lage-
ren kostprijs dan tot dusver als normaal werd be-
schouwd. Bovendien zijn •de voorraden tot een zoo-
dnige h6ogte gestegen, dat zij een te verwachte
hoogere consumptie nog geruimen tijd zullen kunnen
opvangen.
Verder verwerpt de coiiimissie het denkbeeld om
door opkoop het surplus uit de markt te nemen.
Op grond van hare beschouwingen heeft de com-
missie de aan het begin van deze bespreking vermelde
conclusies genomen. Zij heeft dus de tweede vraag
van den voorzitter wegens gchrek aan eenstemmigheid
onbeantwoord gelaten.
De nota van de tegenstanders van gedwongen res-
trictie.
Ten aanzien van dit cardioale punt bleken in den
boezem der commissie tweeërlei opvattingen te be-
staan. Elk
tegen productiebepericing met regeeringshulp is, is in
haar motiveering het uitoerigst geweest. Zij stelt
‘op den voorgrond, dat cle moeilijkheden, die de en!-
tuur ondervindt een gevolg zijn van bijzondere om-
stanciigheden in de cultuur zelf, welke door de heer-
schende’ werelcicrisis scherper worden gevoeld. Het
motief, dat restrictie als crisismaatregel gewenscht is,
ken hier dus niet gelden. Een verstoring van het
evenwicht tusschen productie en consumptie als wij
thans meemaken is een cultuurrisico, dat wordt goed-
gemaakt door perioden, waarin de vraag grooter is
clan het aanbod. Een georganiseerde regeling van
vraag en aanbod is onmogelijk, omdat nimmer te voor-
zien is, door wellce onvoorziene omstandigheden eën
grootere of kleinere behoefte zal ontstaan. Naar het
gevoelen van deze groep pleit dus een algemeen in-
zicht in het vraagstuk geenszins voor restrictie. De
nota bestrijdt dan enkele der meest naar voren ge-
brachte argumenten véér restrictie. Met het argu-
ment, dat gedwongen bé’perlcing in het belang zou
zijn van de iolanclscie rubber-planters kon zij korte
metten maken: een.parig was cie commissie immers
reeds tot de slotsom gekomen, dat dit niet waar is.
.11et volgende argument, dat de groep beziet is liet
kapitaalsverlies, dat, naar cle voorstanders der ge-
dwongen beperking betoogen, van stopzetting dcr
bedrijven het gevolg is. De aan het woord zijnde leden
der commissie bestrijden dit argument met de opmer-
king, dat van kapitaalsverlies geen sprake is, omdat
stopgezette ondernemingen later weer in. bedrijf ge-
nomen kunnen worden, terwijl, mocht blijken, dat liet
apparaat permanent moet worden ingekrompen, het
economischer is de ondernemingen met een hoogen
kostprijs buiten bedrijf te stellen, dan cle verminde-
ring te vinden in een dcii kostprijs over de geheele
linie verhoogende, algemeene •beperk ing. Dit laatste
is niet vop ic
r tegenspraa vatbaar. Toch had men zich
in de nota duidelijker kunnen uitdrulcken: liet kapi-
taalsverlies ontstaat n.iet door de weigering van den
Staat een beperking voor te schrijven, maar was
reeds ontstaan, toen andere ondernemingen in staat
geraakten de rubber tegen een veel lageren prijs voort
te brengen. De weigering van den Staat om de door
voorstanders van gedwongen restrictie verlangde
maatregel in te voeren heëf t slechts tot gevolg, dat
dit zeer wezenlijke kapitaalsverlies niet langer wordt
verdoezeld. Terecht woidt in de nota verder betoogd,
dat het voor de werkgelegenheid hetzelfde is, of die
hier en daar geheel, of over de geheele linie verdeeld,
wordt verminderd. Tevens verwerpt de commissie ‘het
argument, dat de inkomsten van het Gouvernement
uit de rubhercu.ltuur als gevolg van restrictie weer zul- 1
len toenemen. De opstellers van deze nota meenen, dat
het niet vast staat, dat door bepericing van de pro-
ductie een stijging ‘van den prijs zal worden verkre-
gen. Inderdaad staat dit niet vast, maar niettemin is
deze uitspraak in merkwaardigen strijd met het eerder
geciteerde eenparige oordeel van de commissie, dat
‘beperking van de productie de cultuur uit den moei-
iijlcen toestand kan helpen. Het is een bewijs, dat de
•
commissie, die zoo weinig aandacht in haar rapport
12 Augustus
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
715
heeft geschonken aan de cons umptie-zij de van het vraagstuk, het probleem der prijsvorming geen stap
nader tot ‘haar oplossing heeft vermogen te brengen. Ook in de anti-restrictie-nota wordt daar losjes over-
heen gegaan. Ook de voorbeelden, clie het ondoeltref-
fencie van restrictie moeten aantoonen, zijn onvol-
doende uitgewerkt. De opstellers van de nota toch
schrijven, dat er talrijke voorbeelden zijn van doorge-
voerde restrictie, waaröp de markt niet heeft ge-
reageercl en als ‘zoodanig noemen zij suiker, koffie en
tin. De eerste twee voorbeelden lijken weinig geluk-
kig gekozen. De Ohacibourne-overeenkomst is nog te-
kort in werking om een conclusie te veroorloven;
in elk geval heeft cle markt in New-York stellig wèl op cle beperking van Ouba gereageerd. Dat de Java-
prijs niet is gevolgd heeft andere oorzaken. De kof-
fie-valorisatie heeft wel degelij’lc een enorme prijsstij-
ging veroorzaakt, doch is tenslotte doodgeloopen op
haar eigen gevolg: de groote uitbreiding van den
aan plant.
Een andere opmerking in de iiöta, die de aandacht
verdient is deze dat, als gevolg van de daling der
kostprijzen, de moeilijkheden voor het overgroote deel
der ondernemers niet van dien aard ‘geacht ‘behoe-
ven te worden, dat zij clie niet te boven zouden komen.
1
–
loezeer men oolc overtuigd is van cle juistheid van
deze opmerking, toch zou men ter staving daarvan
wel gaarne wat meer materiaal hebben zien aange-
dragen. Maar bovendien blijkt wederom, met ‘hoeveel
passen en meten blijkbaar cle ,,eenparige” conclusies
zijn bereikt, want één van clie conclusies toch was
dat ,,dientengevolge voor cle rubbercultuur een nood-
toestand is ontstaan”.
Deze
uitspraak laat zich toch
slecht rijmen met het – waarschijnlijk gemotiveerd
– optimisme, waarvan de nota van de tegenstanders
der restrictie doet blijken.
Belangwe’kkend zijn de opmerkingen, die in de nota
worden gemaakt over de uttvoerbaarliecl van restric-
tie-maatregelen, en over de onbillijkheden, die daar-
uit voor ondernemingen met snel ‘toenemende pro-
cluctie-mogelijkheden (dus de economisch het best
gefundeerde ondernemingen) voortvloeien. Hier
blijkt ten minste, dat cle sarne.ustellers van cle nôta de beschikking hebben gehad over eenig waardevol
intern materiaal. Zij becijferen, dat, i nclien cle oogst
eenige jaren werd beperict tot 75 pOt, van dien van
1929, met ‘het doel de te groote voorraaden op te rui-
men, die beperking voor •de drie maatschappijen, die zij in beschouwing kon nemen, in 1932 zou bedragen
resp. 51., 55,3 en 67,56 pOt.! Hoezeer cle Ned.-Indische
oo d cru cmi ngeni erdoor zouden worden getroffen, om-
dat haar potentiëele productie als gevolg van het
voortreffelijke werk onzer proefstations, in de komen-
cie jaren sterker zal stijgen dan die van de andere
productiegebieden, blijkt uit de volgende cijfers der
werkelijice beperking in 1932 bij doorvoering van een
restrictie tot 75 pOt, van den oogst van 1929:
Ned.-Ind. ondernemingen …….45 pOt.
Malakka
…………………24
Oeylon
………,. …………..33
Tenslotte concludeert •de nota tot het ongewenschte
van een door de regecringen opgelegde beperking, die,
naar terecht wordt opgemerkt, ecu aantasting van het
oigendomsrecht zou zijn, niet een algemeen belang zou dienen, de productie i.n de niet beperkende ge-
bieden zou stirnuleeren, groote groepen van onder-
nemers enorme schade zou berokkenen en averecht-
sche gevolgen zou hebben.
J)e nota vcsn de voorstanders van gedwongen
res-
t
,
rictie.
De voorstanders van de restrictie maken er
zich
gemakkelijker vanaf. Zij klampen zich vast aan de
uitspraak van de commissie (waaraan overigens veel
kracht is ontnomen in de nota der tegenstanders) dat
een noodtoestand aanwezig is. Naar hun gevoelen
vloeit daaruit’ ‘voort,’ dat slechts door regeeringsin-
menging een oplossing kan worden verkregen. Voor
hen, die niet geheel overtuigd zijn van de mysti.eke
almacht van den Staat klinkt dit niet zeer logisch,
•
doch de samenstellers dezer tweede nota achten nader
bewijs niet noodig. Dat, gelijld in de nota wordt op-
gemerkt, in cle commissie geen ander deugdelijk nijd-
dol dan prod uctiebeperki ng ter spralce is gekomen,
kan moeilijlc als ‘bewijs dienen, en zon er hoogstens
op kunnen wijzen, dat de discussies zich niet voldoen-
de los hebben kunnen maken van de str.ijdvraag v66r
of tegen restrictie en dat men het probleem niet in
zijn vollen omvang heeft beschouwd. Uiterst gezocht
lijkt het argument dat, aangezien de noodtoestand
mede is ontstaan doordat nagenoeg alle producenten
hun beplante arealen hebben uitgebreid, gevergd moet
worden, dat alle producenten aan de ‘te treffen maat-
regelen worden onderworpen. Dit uitgangspunt is
zeker onjuist; een ‘groot aantal ondernemingen, spe-
ciaal op Java, hebben niet in de mogelijkheid ver-
keerd,, zich belangrijk uit te breiden. Daarvoor ont-.
brak hun de grond. Anderzijds zijn er speciaal op Su-
matra een groot aantal geheel nieuwe ondernemin-
gen ontstaan. Wil men dus ‘de schuldvraag stellen,
zooals cle nota doet, en op het antwoord daarop een
billijke regeling baseeren, dan zou blijken, dat voo
de voorgestane gelijkelijke inkrimping zeer zeker geen grond is. 1-lot door cle hier aan het woord
zijnde
leden
‘van de commissie veroordeelde ,,laissez faire laissez
aller” leidt, naar hun meening, mede tot den onder-
gang van tal van goed beheerde ondernemingen. Het
moge zoo zijn, doch ,,goed beheerd” ‘behoeft niet syno
niem te zijn met ,,meest economisch”. Goedheheerde
trekschnitdiensten gingen ten onder toen de spoor-
weg zijn intrede deed. Tegen dergelijke evoluties ver-
mag de macht van den Staat niets.
* *
*
Indien wij thans de balans opmaken van dit in de
kringen der indische culturen met groote belangstel-
ling verbeide rapport dan valt het moeilijk zich te
onttrekken aan een gevoel van teleurstelling. Het
rapport en de bei cle nota’s bevatten weinig nieuws.
Van, een ‘diepgaande bestucleering van het vraagstuk
in zijn vollen omvang getuigen de stulcicen niet. Zelfs
een systematisch onderzoek van cle economische struc-
tuur, in cultuur-technischen en financiëelen zin, der’
Nederl.-Indisc’he ondernemingen, is blijkbaar achter-
wege gebleven. Van liet grootste belang toch ware
het ‘hijv. geweest eens grondig na te gaan welke dif-
ferentiatie er bestaat in ‘de productie per eenheid, in
de kostprijs enz. der verschillende ondernemingen.
Men werkt thans, op een enkele uitzondering na, ge-
heel met voor cle vorming van een juist oordeel on-
bruikbare gemiddelcion, terwijl het juist de afwijkin-
gen van deze gemiddelclen zijn, die den doorslag moe-
ten geven. Men krijgt den indruk, dat de commissie
zich tenslotte ‘toch te veel gevoeld heeft te zijn een
dielegatie van rubberpianters. Bovendien, om een ‘vuist
te maken, moet men een hand hebben, en het is be-
kend, dat de ru’bbercultuur op economisch gebied zeer
on volkomen is georiënteerd. Der commissie ontbra-
ken dus de gegevens, die voor ‘het vormen van een
goed en voor cle regeering nuttig oordeel, noodzalce-
lijk zijn. Daarvoor treffe de commissie, die in
korten tijd haar rapport samenstelde, allerminst
eenige ‘blaam, doch ‘het stemme belanghebbenden wel
tot nadenken. Dit groote ‘gebrek aan exact feiteuma-
teriaal Ican het ‘besproken rapport evenwel niet doen
zijn een aanwinst voor onze koloniale economische
literatuur.
G. A. P. WEYER.
716
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
12 Augustus 1931
KLEINHANDELSPRIJZEN VAN MELK, BOTER EN
MARGARINE.
Thans is •ook verschenen het tweede deel van het
rapport, door de hoogleeraren
Polsk
en
Kaag
uitge-
bracht, omtrent de vraag of cle daling van de klein-
hanclelsprijzen van verbruiksartikelen die der groot-
handelsprijzen al clan niet voldoende volgt. Dit tweede
deel, dat eveneens verschijnt in de ,,Verslagen en
mededeelingen der afdeeling handel en nijverheid
van het departement van ai1beid, handel en nijverheid
(jaar.gang 1931 No. 4)” behandelt de artikelen melk,
‘hoter en ‘margarine. Bijzonder moeilijk en ondankbaar
onderzoek, omdat een richtsnoer bijna niet te vin-
den is.
Voor
melk
in het lbijzouder, een gemakkelijk iheder-
vend artikel met een beperkt marktge’bied, kan men
nauwelijks van •een groothandeisprijs spreken. De rap-
porteurs nemen als zood’anig cle mellcprijs ‘te Vlaar-d.ingdn, maar komen zelf tot de conclusie, 1dat som-
mige gebieden zich weer meer op andere centra oriën-
teeren. Zoo geven zij ook een aparte prijs voor ooste-
lijk Noorcl-Brahant, waar do melkprijs bij overeen-
komst in verband is gebracht met de boterprijzen.
Wat nu de verhouding tusschen groot- en kleinhan-
deisprijzen van melk betreft, kan men zeggen dat de
kleinhandeisprijs van melk, in de groote steden al-
thans, contractueel vastgelegd is. De conclusie van de
rapporteui-s is dat, behoudens seizoenafwijkin’gen, die
voor de goede verzorging van den consument nood-
zakelijk schijnen (nl. een contractueele verplichting
om in den zomer een zekere hoeveelheid tegen een
bepaalden prijs af te nemen, waartegenover een ver-plichting staat om in den winter een zekere hoeveel-
heid tegen een bepaalden prijs te leveren) er een vol-
doende aanpassing is van do détailprijzen. Men zal
dit den rapporteurs toegeven, al zijn hun rdeneerin-
gen hier grootendeels gebaseerd op een feitenmate-
riaal slechts loopencle van April 1.030, toen dus cle
crisis in vollen gang was, terwijl de jaargemi’ddel’den
over vroegere jaren, clie
zij
geven, ook volgens hun
eigen opvatting, niet ‘veelzeggend zijn. Wel staat men
ook hier weer verwonderd over de grootte van de di-
stributiekosten. Boven den prijs betaald voor de melk,
met inbegrip van alle bijkomende kosten, aan de melk-
inricht:ing, betaalt men in Den Haag een bedrag in
de kleinhandel van 6.50 tot 1.25 cent per Liter; in Rotterdam van 5.50 tot 6.30 per Liter. Dit, terwijl
do prijs aan de melicinrichting van de melk liep van
1.41 tot 10.30 cent per Liter, d.w.z. dat de ‘distributie-
Icosten van de melk den ‘melkprijs dus van 55 tot 80
pOt. verhoogt. Het kan er “bij mij niet in, dat deze
kosten niet nanzienlij’k zouden kunnen worden ver-
laagd, terwijl het mij ‘voorkomt, dat dit voor de wel-
vaart van de bevolking een groote beteekenis zou heb-
ben.
Ook voor
boter
werken rapporteurs vnl. met de
Vlaardingscihe groothandelsprjzen. Ook hier vestigen
zij er ‘de aandacht op, dat deze prijzen niet voor het
geheele land als norm kunnen worden gebruikt. Wel
heeft er volgens rapporteurs, vooral wanneer men re-
kening houdt met de verschillende centra waarnaar
de kleinhandel zich richt, een vrij goede aanpassing
van klein- aan grooh’andelsprijzen plaats. Opmerke-
lijk is, dat zij voor dit gedeelte af wij’lcen van hun me-
thode om de fabricagekosten van ‘het product te ho-
rekenen. De voor ‘boter gegeven groothandelsprijzen
aanvaarden ij zonder nader onderzoek, wat zij zoo-
wel voor meel als voor mar.garine niet doen. Waar-
schijnlijk was het berekenen van den kostprijs voor
boter ondoenlijk vanwege de’gr ooto verscheidenheid
in cle ftbricage, terwijl zooals wij gezien hebben, in sommige deelen juist de
boterprjzen
voor den prijs
van cle grondstof, de melic, als norm worden ‘genomen.
Toch zou men graag een paar regels ter verdediging
van dit afwijkende systeem ‘willen vinden.
Voor
margarmn.e
hdbben rapporteurs zich wel aan
een onderzoek van de productiekosten moeten wagen.
Zij onderzoeken. ‘hier de verhouding tusschen de groot-
handel’sprijzen, die aan de winkeliers berekend wor-
den en de productiekosten. Omtrent de kleinhaudels-
prijzen deelen zij slechts mee, da’t uit door’ hen ver-
kregen opga’ven blijkt, dat ‘elke
prijsverlaging
van de
groot’handelsprijzen onmiddellijk gevolgd wordt door
een verlaging van de détailprjzen. Alleen tijdens den
margarine-oorlog in 1927 had er een vertraging van
een paar maanden plaats. Hoe groot het winstper-
centage van de kleinhandel is, deelen rapporteurs niet
mede.
Zij zelf waarschuwen ervoor het onderzoek van de
verhouding tusschen product.iekosten en groothan-
delsprijzen niet dan onder reserve te aanvaarden. De
fabricagetechniek van dit artikel is in den loop van
de jaren, waarover dit onderzoek gaat, sterk verbe-terd, de verschillende grondstoffen worden, al naar hun prijzen zich wijzigen, in een verschillende ver-
houding gebruikt en cle kwaliteiten yan het product
zijn zeer talrijk.
Rapporteurs voljeti ‘hier het ‘stelsel indexcijfers te
berekenen voor eenige van de belangrijke grondstof-
fen (Juni 1926 = 100′) en daarmede te vergelijken
de indexcijfers van de groothandelsprjzen van ‘enkele
margarinesoorten. Daaruit blijkt dan, volgens rap-
porteurs, ‘dat voor de vrij verkochte soorten de aan-
passing tamelijk bevredigend is, wat, op de tabellen
afgaande, een achterblijven ‘in de daling van het in-
dexcijfer van ’10 ii 15 pOt, in de laatste maanden be-
teekent; nadat in 1929 het indexcijfer van de prijzen
sterker gedaald was ‘dan dat van de meeste ‘grondstof-
fen.
Belangrijke
conclusies zijn hier evenwel niet uit
te trekken, daar omtrent het percentage, dat de
grondstoffenprijzen van de algemeene kosten vormen, niets wordt medegedeeld. De onder fa’brieksmerk ver-
kochte margarine heeft zic’h heelemaal niet aange-
past, maar door verandering in fabrieksmerk (Blue-
Band in Sanella) heeft, hoewel, meenen rapporteurs,
natuurlijk de samenstelling van Sanella evengoed van
clie van Blue-Band zal verschillen, als de vrij ver-
kochte soorten op verschillende tijdstippen van on-
derschei’den samenstelling zijn, een soort ‘aanpassing
plaats gehad.
Het tweede ‘deel van het rapport is minder belang-
wekkoud dan ‘het eerste over de broodprijzen. Dit kon
ook vel niet ‘anders, omdat eenerzijds bij de hier on-
{lerzochte artikelen, ‘die alle tot de licht bederfljke
be
1
hooren, gebrek aan aanpassing zich gemakkelijk
wreekt, terwijl anderzijds het onderzoek, waarvoor
rapporteurs zich ‘gesteld zagen, niet tot nauwkeurige
resultaten leiden om de redenen, die hierboven zijn
aangegeven. Met belangstelling zie ik het derde deel
tegemoet. Het is te hopen, dat tevens het onderzoek
zal worden uitgebreid tot ge’bruiksartikelen.
VAN
GaNEOHTEN.
ECONOMISCHE EN INDUSTRIEELE OORLOGS.
VOORBEREIDING.
dat de organisatie van de levensmidclelenvoorzie-,,ning dermate gebrekkig en onoverzichtelijk was, dat het
,,nuttig effect ervan niet evenredig was noch kon zij’n aan
,,de offers, welke zij van ‘cle schatkist vergde……..
Wijlen Prof.
Mr. M. W. F.
Treub in de Haagsche
Post van
11-4-1931.
Het ‘beeld, dat de wereldoorlog in zijn geheel ‘heeft
vertoond, verschilt in belangrijke ma’te met dat, het-
welk in het ‘algemeen vorige oorlogen ‘heeft geken-
merkt. Dit verschil komt in het ‘bijzonder tot uiting
in de inzettiug van de geheele moreele en m’aterieele
vollcskracht, waardoor het o.m. mogelijk is geweest
om de techniek haar volle k’racht te •doen ontplooien
ten dienste van ‘de takti.ek.
In ‘den mo’dernen krijg wordt ‘de strijd niet meer
uitsluitend gestreden door de legers, vloten en luoht-machten der ‘deelnemende natiën; deze is niet langer
een groote manoeuvre met scherpe ‘projectielen van
gcmobiliseerde strijdkrachten, zooals ‘men dit ‘in Au-
12 Augustus 1931
ËCONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
717:
gustus 1914 nog aanvoeide, doch deze is geworden een
verwoede strijd van volk tegen volk, tot in zijn uiter-
ste consequentie ‘doorgevoerd.
De soldaten, die in de loopgraven streden, ‘de be-
manning van de oorlogsbodems en der duikbooten en
vele anderen, kampten tezamen met de mannen van
kennis, vernuft en volhardin:g, die achter ‘de fronten
de middelen beraam’den ‘om ‘de industrie, den land-
bouw, ja gansoh het economisch leven der natie te
mdbiliseeren en tot zijn uiterste perfectie op te voe-
ren. De mannelijke en •de vrouwelijke fabrieks-
arbeider, de mijnwerker, ‘de landbouwende bevolking,
degenen die niet meer tot werken in staat zijn, doch
bijdragen aan de oorlogsieeningen en •degenen, ‘die
met honger en gebrek te kampen hebben, zij allen
nemen ieder op hun eigen wijze deel aan dien ont-
zettenden, alles vernietigenden massastrijd, aan die
tot haar hoogste capaciteit ontwikkelde worsteling
tusschen economische en moreele volkskrachten, dien
kamp voor allen, welke zoo diep ingrijpt in het poli-
tieke, maatschappelijke en cultureele leven der vol-
keren en waarbij het boven alles gaat om het behoud
van het eigen land en om de ‘plaats, welke dit voor-
taan in de rij der volkeren zal innemen.
De Duitsche Generale Staf huldigcle reeds v66r den
oorlog deze opvatting, en streefde er toen reeds naar
om gedurende een oorlog de vernietiging van
‘S
vijands moreele
en
materieele ‘hulpbronnen zooveel
mogelijk ‘tot stand te brengen.
In dit zoo gewichtige tijdperk ‘der wereld.geschie-
denis werd de geheele werkzaamheid van de verschil-
lende oorlogvoerende rijken, in al haar uitingen vol-
komen gericht op het verleenen van bijstand aan de
opereerende weermachten.
Thans zal men niet meer kunnen volstaan met
het in ‘bepaalde gevallen aanpassen van het econo-
misch leven aan de buitengewone omstandigheden;
‘het op beperkte schaal daarin
ingrijpen
van ‘de over-
heid zal te eenenmale ontoereikend zijn om aan
de gestelde zware eischen te voldoen. Zoodra men
een eenigszins langen duur van den oorlog voorziet,
moet men rekening houden met •het reusachtig ver-
bruik van allerlei grondstoffen en ‘het tot zeer groote
hoogte opvoeren van de meeste industriëen in het
ei’gen land, ook van die, ‘welke niet rechtstreeks of
zijdelings verband houden met de eigenlijke oorlogs-
industrie.
Bij dit alles spelen een voorname rol •de krachtige
uiting van •den volkswil, de arbeidswil van velen en
het streven naar een volledige inzetting van de per-
soneele en materieele werkkrachten.
Economische en moreele volkskracht vormen voor-
taan een grondslag vnor de landsverdediging. Het defensievraagstuk, inzonderheid voor een land als
Nederland, dat uitsluitend het handhaven van zijn
onzijdighei’d en het ‘behoud van zijn onafhankelijk
volkabestaan in zijn vaandels voert, kan niet meer in zuiver militairen zin, doch ‘behoort evenzeer in alge-
meen maa’tschappelijken zin te worden bestudeerd en
opgelost. Indien onverhoopt het Ne’derlan’dsche volk,
dus niet uitsluitend onze regeering, verplicht ‘zou zijn
om ter verdediging van goed en bloed naar de wape-
nen te grijpen, zal niet alleen het bezit van een voor
onze finantieele draagkracht voldoende weermacht,
doch eveneens ‘de
wijze,
waarop alsd’an van onze natio-
nale hulpbronnen gebruik zal kunnen iorden ge-
maakt, van doorslaggevende beteekenis zijn.
Niet slechts voor ieder individu, •doch ‘ook voor
den staat is het betrachten van de grootst mogelijke
zuinigheid ‘dringend geboden; een zorgvuldige mili-
taire, economische en industrieele oorlogsvoorberei-ding mag dan ook nimmer overdreven offers vragen,
doch ‘dient er toe te leiden, dat de aan de weermacht
ten koste te leggen gelden, mede aan de economische
volkskracht ten goede komen.
Gegrond op een zorgvuldige voorbereiding in
vredestijd, moet onze economische en industrieele
oorlogs- of laat ons lze ter voorkoming van misver-
stand liever ‘verdedigingsvoorbereiding noemen, bij
het ‘begin van een oorlog, waarin wij onverhoopt
buiten onze schuld zou’den zijn betrokken, evengoed
verzekerd zijn als de mobilisatie van. de weermacht
zelve.
In 191.4 was het ‘de Entente, ‘die liet economisch
element metterdaad in den strijd heeft gebracht.
Reeds in den ‘aanvang van de groote wereldgcbeur-
tenis bleek alras aan. Duitsche zijde, dat niettegen-
staande het feit, dat door ‘den Generalen Staf en door
vooraanstaande personen uit ‘de kringen van handel
en industrie, de verantwoordelijke regeeringspersonen
en -organen met betrekking tot de landsverdediging
niet voldoende met hun tijd waren meegegaan en men
weinig begrip had van ‘de sedert de overwinning van
187001 zoozeer gewijzigde economische toestanden,
van het procluctievermogen der industrie, van het
levensmiddelen- en grondstoffenvraagstuk voor volk
en weermacht tezamen en van zoovele andere ingrij-
pende zaken op dit gbied, welk verzuim zich in den
loop van den oorlog en daarna ernstig heeft gewro-
ken. Wij volstaan met te wijzen op de tallooze be-
zwaren, welke zich ‘bij ‘de regeling van het metaal-
vraagstuk, het stiks’tofvraagstuk, de personeelsvoor-
ziening in het hart ‘des lands en aan de fronten, het
vinden van ,,Ersatzen” en zoovele andere vraagstuk-
ken hebben voorgedaan.
In Frankrijk, het land waar de nationale oorlogs-
voorbereiding thans in hooge mate wordt verzorgd en
zoowel van regeerin’gszijde als van d’ie ‘der particu-
lieren onverdeeld belangstelling ondervindt – om-
trent datgene, dat thans in Duitsehland geschiedt, is
als gevolg van het tractaat van Versailles, waarbij
het aan Duitschland verboden is om een Generalen
Staf en Intendance te hebben, niets bekend – stond
men in 1914 op enkele uitzonderingen na op een niet
veel hooger peil dan in ‘de overige oorlogslanden. Er
was evenmin een industrieel plan en vele zaken
moesten in hun geheel worden georganiseerd. Het
gemobiliseerd zijn van het grootste gedeelte der in de industrie onmisbare arbeiders en.leiders had evenzeer
een totale ontwrichting tengevolge, terwijl het ‘door
den vijand ‘bezetten van een groot ‘gedeelte van de in
het noorden en oosten des lands gelegen industriege-
bieden, tot een gedwongen productievermindering
leidde; Amerika’s hulp bleek in den aanvang onvol-
•doende te zijn.
Thans heeft men in Frankrijk een nationale Orga-
nisatie in het leven geroepen, welke haar grondslag
zal vinden in een thans nog als ontwerp van wet aan-
wezige ,,Loi sur l’orgavisoion de la Natio’n pour le
ternps de guerre”,
waarin een drietal fundamenteele
denkbeelden sterk op den voorgrond treden, nl.:
het begrip oorlog voor allen; de landsverdedig’ing is niet langer een taak, uitsluitend te verrichten door
de weermacht, doch strekt zich uit over het geheele
volk in al zijn lagen en ‘geledingen.
Voorts de aanpassing v’an ‘de organisatie in oor-
logstijd voor volk en weermacht aan de militaire, ad-
ministratieve en economische organisatiën, welke in
vredestijd ‘bestaan en wel op zoodanige
wijze,
dat de
overgang van den vredestoestand naar den oorlogs-
toestand, m.a.w. de nationale mobilisatie in den ruim-
sten zin van het woord, op gemakkelijke wijze kan
woiden voltrokken, en tenslotte de noodzakelijkheid
van een soepele en in algemeene termen vervatte wet-
geving, teneinde zich alsdan naar de omstandigheden
te kunnen richten en een progressie, alsmede een zich
steeds opnieuw aanpassende ontwikkeling mogelijk
te maken.
Het zou ons te ‘ver voeren om een overzicht te
geven van al datgene, dat in andere rijken met be-
trekking tot de economische en industrieele oorlogs-
voorbereiding is ‘geschied en binnenkort geschieden
zal. Wij volstaan derhalve met te vermelden, .dat boven
en ‘behalve de Verenigde Staten van Amerika, waar
718
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
12 Augustus 1931
men deze aangelegenheid op uitermate gedegen en
ernstige wijze, in volkomen samenwerking met de
grootindustrie en den handel, hoeft bestudeerd en uit-
gewerkt, o.m. België, Italië, Polen, Tsjocho-Slowakije,
Finland, Zweden, Spanje, Portugal, Japan, Grieken-
land, Rusland, Engeland, deze materie krachtdadig
hebben uitgewerkt en daarbij het geheel niet slechts
als een zaak, het betrokken departement van oorlog
of van defensie betreffende beschouwen, doch als een
aangeleenhei’d, die inderdaad het •geheele volk be-
treft,
m.a.w.
als een regeeringsaaak. Het komt er in
het algemeen op neer, dat deze rijken ccii Centraal orgaan in het leven hebben geroepen, waarin naast
militaire en burgerautoriteiten, officieren, cleparte-
mentsambten aren, enz., verschillende vooraanstaande
personen uit cômmerc i eele, economische, f in ancieele
en agrarische kringen zitting hebben. Meestal is aan
dit orgaan een permanent secretariaat en veelal een
studiecommissie verbonden.
Uit het vorenstaande moge genoegzaam zijn ge-
bleken; dat niettegenstaande na den wereid’brancl, met
al zijn ontzettende gevolgen, zich over de geheele
wereld een, alleszins verklaarbaar en warm toe te
juichen en te steunen altruïstisch en idealistisch
streven naar volkerenverbroedering en wereldvrede
heeft baan gebroken, ‘bij een groot aantal staten en niet het minst bij diegenen, clie als overwinnaar of als overwonnene uit het strijdperk zijn getreden en
die dus de naamlooze ellende van den modernen mas-
sakrijg in haar ‘grootste hevigheid aa,n den lijve heb-
‘ben ondervonden, het
,,si vis
pocem parccbellurn”,
zij
het in dit vèrband in gewijzigden vorm, toch onver-
minderd van kracht is gebleven, welk verschijnsel
zich niet slechts uit in het door nauwgezette militaire
voorbereiding verhoogen van ‘s lands weerkracht, doch
eveuzeer.en in niet geringere mate in het bevorderen
van het economische en .i.ndnstrieelö vermogen van het
land, rekening hou’dende met de meest ongunstige
oorlogsomstandigheden, waardoor cie belangen van ‘het
gansche volk daadwerkelijk gediend worden.
* *
Slaan wij thans eea blilc naar ons eigen vaderland.
Ook wij zullen in de eerste plaats moeten voor-
komen, ‘dat de bij een onverhoopte volgende mobilisa-
tie, door de regeering en van particuliere zie te
treffen maatregelen zoo min mogelijk het karakter
van een improvisatie zullen dragen. 1)aartoe dient te
worden zorg gedragen, ‘dat de ornetting van het maat-
schappelijk leven en de werking van ons staatsorga-
nisme zich ‘alsdan niet voltrekken in een vorm van
tastenderwijze beproeven, hetgeen zich, doorgaan pleegt te uiten in een voortdurend en rusteloos wij-
zigen van een eenmaal aanvaard stelsel.
Of een eventueel ‘volgend oorlogsgeval weder jaren
zal duren en of liet wonder van 1014 zich wederom
aan ons land voltrekken zal, zijn .gissingen, waarom-
trent wij te eenenmale in het duister tasten. Ze in
ons ‘voordeel voorspellen is een miskenning van de
oorlogspsyche.
Voorts behoort ons doel te zijn er met alle middelen
naar te streven om te vericrijgen een maximum van
duuizame afweerkracht, d.w.z. naast een voor onze
lcrac’hten zoo goed mogelijk uitgeruste en geoefende
weermacht, met een daarmede nauw verband hou-dende regelmatigen aanvoer van levende en doode
weermid’delen, een in verband met de omstandighe-
den gunstige , bestaansmogelijkheid voor de geheele’
bevolking.
De productie en voor zooveel mogelijk ook de in-
voer van onontbeerlijke grondstoffen en producten
moeten worden bevorderd; een spaarzaam verbruik
vtn verschillende artikelen worden Ibetracht, terwijl een tevoren bestudeerd distri’butiestelsel op velerlei
•gebied reeds van de eerste dagen af een aanpassen aan
de bestaande toestanden en de te verwachten moei-
lijlQheden moet waarboigen. Elke economische kracht-
bron, iedere tak van nationale nijverheid, mo’et ge-
richt op het algemeen ‘belang, c.q. met regeerings-
steun en onder haar leiding, doch met volle meclewer-
king ren de daarbij betrokken particulieren, zijn
maxi mumcapaci tei t ontwikkelen.
Van de talrijke officiëele en overige lichamen, wel-
Ice ‘de mobilisatie-periode in liet leven ‘heeft geroepen,
zullen er vele worden herhoren; hun samenstelling,
werkwijze en arbei dsvelcl kunnen, met i nachtneming
van opgedane ervaringen, wdrden bestudeerd en op-
nieuw voorbereid.
Voor Nederland is in veel sterker mate clan voor
(le groote rijken een economische en industrieele ‘er-
dedigin’gsvoorbere’dng van groot gewicht te achten
en is het spoedig ter hand nemen van klemrnen’der
noodzakelijkheid, dan zulks voor de ons oniringencle
machtstaten, clie economisch minder afhankelijk zijn,
het geval pleegt te zijn.
Het zoo uitermate belangrijke, doch moeilijice
vraagstuk van’ cle personeels’voorziening in het bin-nenlanci en in het etappen’gebiecl (dienstplichti’g en
niet dienstplichtig personeel in bedrijven, vrouwen-
en ki n’cirarbeid, buitengewone dienstplich ti gen, bur-
gerdienstplicht, en.) moet tevoren onder cle oogen
worden gezien.
Con dentrati e van personeel, materieel, levensm id-
delen, enz. binnen het gebied der Vesting Holland,
niet alle daarmede in nauw verband staande ver-
voers-, legerings-, verplegings- en opslagvraagstui-
ken, zullen alle moeten worden bestudeerd, uitge-
werkt en bijgehouden.
Zoo zullen niet betrekk:in’g tot het vraagstuk der
economische en indu str i ccle vercl cdi gi ngsvoor.berei –
diflg, naast clé specifiek militaire, tallooze andere,
niet minder belangrijke punten onder cle oogen moe-
ten worden gezien. Op welke
wijze,
om slechts enkele voorbeelden te
n oenien, zal de regeering kun n en bewerkstelligen,
dat de belangen van werkgevers en Nverknemers zon-
veel mogelijk in onderlinge overeenstemming en in
overeenstemming met ‘de belangen van liet land wor-
den ‘gebracht?
Welke wettelijke regelingen zullen daartoe moeten
worden getroffen?
I’Ioe zal moeten ivorden gehandeld ten aanzien van
het geheel of ten dccle opschorten of buiten werking
stellen van verschillende bepalingen, welke in onze
sociale wetten voorkomen?
Hoe zal icunnen worden vooricomen, dat een onoor-
cleelkundige verhouding ontstaat tusschen de bonen
der wegen’s onmisbaarheid in ‘de industrie of elders
vrijgestelde dienstplichtigen, die in het ‘hart des lands
werkzaam zijn en de soldijen der militairen aan het
front?
Tegen ieder ‘den goeden geest aantastend protec-
tiesysteem ‘dient niet kracht te worden opgetreden.
Moeilijker nog ‘clan liet arbeidersvraagstuk zal de
voorziening in leidende en technische krachten blij-
ken te zijn. Het in ‘vredestijd cletacheeren van dienst-
plichti.gen en andere aanstaande leiders in bedrijven
zal wellicht aanbeveling verdienen.
Waar ‘het materieele element in ons land met zijn be-
perkte hulpbronnen een uiterst voorname rol zal spe-
len, zal ‘liet vraagstuk der voorziening niet grondstof-
fen, bedrijfsstoff’en en afgewerkte fabrikaten ernstig
moeten worden overwogen. Alleen door nauwe samen-
werking van onzen handel, onze industrie en ons geld-
wezen met de regeering, zal het mogelijk zijn het ma-
terieelvraagstuk op ‘een voor ons land bevredigende
wijze op te lossen.
Alen zal evenwel moeten nagaan, in hoeverre het
beschikken over bij mobilisatie onontbeerlijke artilce-
ben door samenwerking van regeering en handel bin-
nen redelijke grenzen mogelijk zal, zijn.
Aangezien de zorgvul’di’ge exploitatie van den
bodem in crisistijd ‘van overwegend belang is, dient te
wbrden bestudeerd in hoeverre onze landbouw bij
mobilisatie in andere banen moet worden geleid en
12 Augustus 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
719
moet worden ingesteld op de productie van die arti-
kelen, welke uit een crisisstandpunt bezien, van meer
beteekenis zijn dan die, welke in vredestijd op grond
van alsdan geldende commercieele overwegingen wor-
den verbouwd.
liet instellen van een rantsoeneerin’gssysteem voor
verschillende verbruiksartikelen dient met zorg te
worden voorbereid, opdat niet, evenals in 1914-1918,
aanvankelijk als een zieltje zonder zorgen wordt ‘ge-leefd. De grootte en de samenstelling der levensmid-
cielenran tsoeuen moet van den eersten mobi lisati edag
af worden bepaald.
Als zoo’vele andere zaken zal ook het tvorschen naar
stirrogaten en vervangmi’ddelen op velerlei gebied een
bron van ernstige studie voor tal van ter zake kun-
digen opleveren; wij mogen slechts wijzen op onze
kolenwi n ni og, de toepassing en vervaardiging van
vloeibare brandstoffen, de stikstoffabricage en zoo-
vele andere zaken, welke wij onmogelijk ,,in a nutshell”
ontvouwen kunnen. Indien wij den lezer slechts van de waarde en de noodzakelijkheid van dit alles voor
ons land hebben doordrongen, hebben wij ons doel al
voor een groot gedeelte ‘bereikt.
liet is niet gemakkelijk om een eenigszins volledig
beeld te verkrijgen van onze nationale industrie, van
haar arbeidskrachten, haar productievermogen, enz.
Onze handeisstatistieken geven slechts heschrijvinigen
van enkele takken daarvan.
lIet vraagstuk der centralisati.e van den aanmaak
van bepnal’de artikelen, alsmede dat betreffende een
oordeelkundige verdeeling van den arbeid ter be-
sparing van pro(iuctiekosten en verhooging van de
productie zelve, in het algemeen dus het tayloriseeren
van daarvoor in aanmerking komende bedrijven, moet
mede in studie worden genomen.
Mobilisati e-opcl rachten kunnen aan verschillende
worden verstrekt, nadat de urgentie van
hun uitvoering is bepaald, en keuring, aflevering en
1)rijsbepal’uig zij n vastgesteld.
liet overigens zeer verklaarbaar en lofwaardig
streven naar het oprichten van staatsbedrijven voor
oorlogsinciustrieele doeleinden, teneinde bij mobili-
satie onverwijlcl over een kern van deskundige leiders
en adviseurs en over geoefend personeel te kunnen
beschikken, zooais dit in andere landen merkbaar
is, achten wij voor ons land onpractisch, oneconomisch
en onjuist. Daarentegen zullen dientengevolge in ons
land op de schouders ‘der particuliere industrie een
veel grootere last en verantwoordelijkheid worden
gelegd.
1)e reeds ter hand genomen normalisatie van ver-
sciullende artikelen kan, evenals de rationalisatie, van
regeeringswege niet genoeg worden bevorderd, niet
slechts als een uiting van efficiëncy, ‘doch mccle met
het oog op onze nationale verdedigingsvoorbereiding.
Bij de uitwerking van de economische mobilisatie
zal men er zich ook rekenschap van moeten ‘geven,
welk systeem het meest verk’ieselijk zal zijn om parti-
culiere eigendommen ciesgewenscht in handen van de
regeering te doen geraken. Zulks zal vermoedelijk wei
beter door vordering (lan door onteigening of vrij-
willigen aankoop kunnen geschieden, doch deze vor-
dering zal moeten plaats hebben ten behoeve van ‘de
geheele ‘bevolking, terwijl cie bestaande wetten en ver-
ordeningen slechts in een ‘vordering ten behoeve van
de troepen en in enkele gevallen ten behoeve van de
burgerbevolking in een bepaald bezet •gebied voor-
zien.
Wij zullen het thans niet wagen om in beschouwin-
gen te treden nopens de financiëele
zijde
van ‘dit om-
vangrijke vraagstuk; wij volstaan met er slechts op te
wijzen, dat evenals in de eerste Augustus’dagen van
1914, onmiddellijk bij mobilisatie en daarna tal van
gewichtige f in ancieele aangelegenheden ‘dringend om
voorziening zullen vragen, waarbij een ernstige en
degelijke voorbereiding niet kan worden gemist; een
improvisatie wanneer de ure van spanning en druk
eenmaal is aangebroken, zal wantrouwen wekken,
waar dit geheel misplaatst en overbodig is.
Onder de ‘bevelen van ‘den Chef van den Generalen
Staf is thans werkzaam een Bureau Vo(orberei’ding
B(ehoeften) O(orlogstij’d), ‘dat slechts uit een zeer
gering aantal personen is samengesteld en da’t uit den
aard der zaak zijn arbeid met betrekking tot de eco-
nomische en industrieele voorbereiding van de weer
macht nagenoeg geheel tot bepaalde specifiek mili-
taire behoeften heeft beperkt, dat dus slechts een zeer
gering onderdeel van het groote ge’heel bewerkt.
Van een werkelijke nationale verdedi’gin’gsvoorbe-
reid’in’g, welke derhalve gericht is op ‘het geheele land èn ‘de geheele bevolking, is tot heden in ons lanci geen
sprake, hoewel dit vraagstuk de aandacht van ver-
schillen cle autoriteiten ‘heeft.
Nederland’s verdedi gingsvoorhereiding in den meest
nation’alen zin behoort ons inziens zoo spoedig moge-lijk met kracht ter hand te worden genomen en wel als
een zaak, welke niet uitsluitend het departement van
defensie aangaat, ‘doch cle geheele regeering en het
geheele land, ‘waarmede wij geenszins willen beplei-ten, dat claarmecie reeds onmiddellijk een uitgebreid
centraal orgaan, zooals zulks in ‘de ons omringende
na’buurstaten geschiedt, moet worden belast. Veel
liever zouden wij deze aangelegenheid zich geleide-
lijk en door ‘gestadi’gen opbouw zien ontwikkelen op
een wijze, (lie, binnen voor ons land redelijk te stel-
len ‘grenzen, behoorlijke resultaten waarborgt.
‘Wij zijn er van overtuigd, dat •de voorlichting, cle
steun en de deelneming van hen, die in het volle
handelsleven staan en ‘die meer en beter dan de
allerbeste onzer ambtenaren, den polsslag van onzen
handel, ,,’de source en de wortel van ‘de notabele ôom-
mercie dezer landen”, aanvoelen en onderkennen,
(1 aarbij onmogelijk kunnen worden ontbeerd.
1-leeft de regeering deze medewerking verkregen,
dan zullen handel en industrie met vertrouwen tegen-
over deze zaak staan en zal men geleidelijk komen tot
cle eendracht, die macht maakt.
J. B. DE JOGH.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
STALIN OVER DE MOEILIJKHEDEN VAN HET
SOVJETBEWIND.
Prof. Boris Brutzkus te Bei’ljn schrijft ons:
De laatste rede van Stalin werd door de meeste bui-
tenlandsc’he correspondenten in Moskou als een nieuw
tijdperk in de economische politiek van de Sovjetre-geering aangekondigd. Zij hebben zelfs de volgende
eigenaardige uitlegging hieraan gegeven: ,,Man
muesse viles verbrennen, was man bisher an’gebetet,
und vieles anbeten, was man bisher verbrannt
ha’be.”
De authentieke tekst van de rede, zooals deze in de
Moskousche couranten is afgedrukt, bekoef de de
buitenlandsche correspon cien ten geenszins aanleiding
te geven tot deze sensationeele uiteenzettingen. De
bovengeciteerde phrase is daarin in het geheel niet te
vinden. Zij zou in deze, rede ook niet passen, omdat
Stalin geen principiëel nieuwen koers in de Sovjet-
politiek heeft aangekond.igd. De inhoud van Stalin’s
Tede is echter voor den tegenwoordi’gen toestand der
Sovj ethuishoudi ng karakteristiek, en de omstandig-
heden, waaronder zij werd gepubliceerd, zijn sympto-
mati sch.
Einde Juni kwam te Moskou een conferentie van
economische leiders ‘bijeen. Een dergelijke conferentie
was ook in Januari gehouden, waarover destijds in de
pers uitvoerige mededeelingen verschenen. Over deze
laatste conferentie werd in de couranten niets ver-
meld. Eerst op 5 Juli werd de rede van Stalin, die op
23 Juni was gehouden, gepubliceerd. Hieruit bleek
720
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
12 Augustus 1931
toen, dat een conferentie van de economische leiders in Moskou had plaats gevonden. Het is eveneens op-
merkelijk, dat Stalin ditmaal van de gebruikelijke lof-
zarigen op de communistische organisatie heeft af-
gezien. Hij spreekt slechts van moeilijkheden. Wij
zullen trachten deze moeilijkheden aan de •hand van Stalin’s rede nauwkeurig na te gaan, en de middelen,
die Stalin aan cle hand doet, om deze te boven te
komen, critisch te beschouwen.
* *
*
Het uitgangspunt van Stalin’s rede vormt het ver-
schijnsel van ‘de onregelmatige ontwikkeling van de
industrie. Er zijn, volgens Stalin, takken van in-
dustrie, wier productie in de eerste 5 maanden van
het loopende jaar in vergelijking met dezelfde maan-
den van het voorafgaande jaar met 40 pCt.-50 pOt.
is gestegen; er zijn daarentegen ook takken van
industrie, wier productie slechts met 6-10 pOt. en
minder is gestegen. Dit zou niet verontrustend zijn,
indien niet juist tot de laatste categorie de sleutel-
industrieën – cle kolenindustrie en de ijzersmelterijen
– behoorden. Door deze ongerijmdheid ontstaat een
gespannen toestand, welker oorzaken Stalin tracht te
analyseeren.
Er heerscht gebrek aan arbeiders voor de doorvoe-ring van ‘het Vijfjarenplan. Eenigen tijd geleden was
cle toestand nog geheel anders; de steden waren over-
bevolkt met boeren, die daarheen trokken op zoek naar
werk. De Octoberrevolutie heeft de boeren, zooals
Stalin thans moet toegeven, in geenen deele bevre-
digd: ,,er heerschte werkloosheid”, zegt hij ,,’het •dorp
was sociaal gedifferen’tiëerd, en het was de vrees
voor honger, die de boeren naar de stad deed
trekken.”
Na cle collectiveeri.ng van den landbouw zijn de om-
standigheden van de plattelandsbevolking ineens ‘ver-
beterd. De ‘bevolking is sociaal genivelleerd, ‘de welge-
stelde boeren (de koelakken) zijn verdwenen en het
dorp is van duizenden tractors en andere landbouw-
machines voorzien. Derhalve behoeft de boer niet meer
in’ de stad wérk te zoeken.
Teneinde in het gebrek aan arbeiders ‘te voorzien,
beveelt Stalin twee middelen aan. Ten eerste moeten
de ‘bedrijfsorganisaties met de collectieve gemeen-
schappen overeenkomsten sluiten, volgens welke deze
zich verplichten een bepaald antal arbeiders te harer
beschikking te stellen en teh tweede moet de arbeid
worden gemechaniseerd.
Het is waar, dat het gebrek aan industriëele werk-
krachten onmiddellijk na den grooten vooruitgang van
cle collectiveering in den winter van 1930 merkbaar
werd en daarmede nauw samenhangt. De oorzaak ligt
echter niet in de verhoogin’g van de productieve krach-
ten der landboawbevolking. Het eerste gevolg van de
collectiveering was juist, een aanzienlijke achteruit-
gang van de veeteelt. Dat deel van het veeteelt’bedrijf,
dat voor de markt werkte, is bijna geheel vernie-
tigd. Wat cle voorziening van het •dorp met betere
madhines betreft, zoo ‘valt ‘het niet te loochenen,
dat de regeering veel moeite doet om den land-
bouw in dit opzicht te steunen. In 1930 speelden
de trac’tors in de Russische ‘boerenbedrijven een zeer
ondergeschikte rol; slechts 11 pOt. van de gecollecti-
veerde bedrijven werd in ‘het voorjaar van 1930 met tractors bewerkt. Langs dezen weg kon men dus nog
niet tot een principiëele verbetering van den toestand
der bevolking ‘geraken.
De oorzaak, weshalve de trek der ‘boeren naar de
steden heeft opgehouden, ligt in de stijgende moei-
lijkheden om in de steden in zijn levensonderhoud te
voorzien. Ei’ ‘bestaat thans, evenals ‘ten tijde van het
z.g. oorlogscommunisme, geen vrij verkeer meer tus-schen stad en land. •De stedeling kan slechts datgene
verkrijgen, dat hem als rantsoen wordt toegewezen.
Dit rantsoen is geheel onvbldbende; na den achter-
uitgang van de veeteelt kon de regeering den stede-
lingen geen voortbrengselen van de veeteelt meer
geven: n’och vleesch, melk, boter of eieren. Ook heer-schen er in de steden onmogelijke woningtoestanden.
Het landelijk proletariaat, dat vroeger overal werk
zocht, heeft zich een gedeelte van de bezittingen van
de verdreven koelakken toegeëigend. Het wordt door
de regeering in ‘de collectieve ‘bedrijven ‘beschermd en
speelt in deze organisatie ‘de hoofdrol. Als gevolg van
de gunstige weersgesteldheden in 1930 is de oogst goed
uitgevallen en het landelijk proletariaat voelt er wei-
nig voor om uit het betrekkelijk ‘goed met levensmid-
delen voorziene dorp naar de stad met haar honger-
rantsoenen te verhuizen.
Op ‘deze wijze ‘heeft de politiek van de regeering
den spontanen normalen trek van cle plattelandsbe-
volkin’g naar de steden tegengehouden, pietgeen Stalin
thans door dwangovereenkomsten met de Kolchosen
‘voor de levering van arbeiders wil compenseeren. De
betreffende decreten werden reeds in liet voorjaar van
1930 uitgevaardigd. Zij hebben tot nu toe slechts
weinig succes gehad en zullen ook in de toekomst
weinig baten.
Wat de mechaniseering van den arbeid betreft, deze
eischt veel kapitaal, waaraan het de Sovjetregeering
ontbreekt. Voorts moeten voor een doelmatig ‘gebruik
van de machines ‘de arbeiders geschool’d zijn en ‘hier-
mede komen wij tot de tweede wonde plek van het
Sovjetregime, waarop S tali
11
heeft gewezen.
Stalin klaagt er over, dat cle arbeiders zoo beweeg-
lijk zijn ‘geworden. ,,Men treft s1ehts weinig onder-
nemingen aan,” zegt hij ,,waarbij niet minstens 30 tot
40 pOt. van de werklieden elk halfjaar of elk kwartaal
van betrekking verandert.” Hierdoor is het niet moge-lijk de arbeiders in een ‘bepaald vak te jbekwamen en
de fabrieken, waarin thans ingewikkelde machines
worden gebruikt, hebben juist behoefte aan geschoolde
arbeiders. De oorzaak’van de beweeglijk’heid ‘der ar-
beiders en van het daarmede gepaard gaande gebrek aan vakkennis ligt, volgens Stalin, in de nivelleering
van de bonen. De arbeider vindt het niet de moeite
waard een ‘bepaald vak te leeren, omdat ‘hij voor beter
werk toch geen hooger loon krijgt. De arbeiders zoe-
ken dus steeds nieuwe ‘betrekkingen, daar waar zij ge-
makkelijker in hun levensondeihoud kunnen voorzien
en waar de woningtoestanden iets beter zijn. Derhalve
beveelt Stalin een sterk gedifferentiëerd loon ,en ver-
hooging van het welvaartspeil der arbeiders aan.
Dit deel van Stalin’s rede heeft juist ‘op de buiten-
landsche correspondenten den grootsten indruk ‘ge-
maakt. Zij hebben uit deze uitspraak afgeleid,
dat Stalin ‘de socialistische grondbeginselen voor de
organisatie van het
bedrijfsleven
heeft laten varen en tot de kapitalistische methoden wil terugkeeren. De
omstandigheden rechtvaardigen deze bewering echter
in geenen deele.
In de eerste plaats is het principiëel verkeerd om in
het vaststellen van het loon overeenkomstig de ‘be-
kwaamheid van den arbeider een specifiek kapitalis-
tisch verschijnsel te zien, dat in strijd is met de socia-
listische opvattingen. Het socialisme verlangt de af-
sc’haffing van elk zonder arbeid verkregen inkomen,
het verlangt echter in geene deele, dat ‘de ‘bekwame
arbeider op dezelfde ‘basis als de on’bekwame en de ge-
schoolcle op dezelfde basis als de ongeschoolde wordt
beloond. Marx was communist, maar hij was ervan over-
tuigd, dat het communistische principe van loon naar
behoefte slechts als een ideaal van de verre toekomst
kon worden beschouwd. Het zal sleclils dan voor ver-
wezenlijking vatbaar zijn, wanneer de opbrengst van
‘de maatschappij zoo groot zou worden, dat men ‘geen
grenzen aan de ‘be’hoefte’bevrediging ‘behoeft te stellen.
Tot dat tijdstip moet een ieder naar verdienste worden
beloond, en juist deze wijze van belooning was, volgens
Marx, specifiek socialistisch. Dus huldigt Stalin, door
een ‘gedifferentiëerd loon aan te ‘bevelen, geenszins de
12 Augustus 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
721
principes van het kapitalisme, zooals ons de ‘buiten-
landsche correspondenten willen verzekeren.
In de tweede plaats vergissen de correspondenten zich, wanneer zij meenen, dat het principe van loon
naar bekwaamheid iets nieuws voor Sovjet-Rusland
beteekent. Het principe van gelijk loon werd door de
Sovjetregeering reeds in ide jaren van het ‘z.g. oor-
logscommunisme verworpen. Wij zouden hier talrijke
uitingen van communistische leiders uit de laatste tien
jaren kunnen citeeren, waarin zij het principe van ge-lijk loon juist als ,,kleinburgerlijk” brandmerken. Het loon van de arbeiders in den bloeitijd van het N.E.P.-
stelsel was i nclerdaad sterk gedi fferentiëerd.
Dat Stalin zich genoodzaakt ziet, tot deze oude
kwestie terug te keeren, is te verklaren uit ‘de bij-
zondere omstandigheden, waarori (ier liet V:ijfjaren-
plan zich ontwikkelt.
Indien men zelfs den geschoolden arbeider slechts
een stuk brood en eenige vierkante Meters woon-
ruimte kan geven, kan men den ongeschoolden ar-
beider moeilijk nog minder geven. Eerst wanneer
het loonpeil zal zijn gestegen, kan men tot differen-
tiëering overgaan. Wanneer echter alle middelen van de volkshuishouding in dienst worden gesteld van de
snelle uitbreiding van de industrie, moet ‘het arbeids-
loon onvoldoende blijven en klinkt cle aanbeveling van
den Russische dictator om liet arbeidsloon te differeri-
tiëeren en te verhoogen, platonisch.
Voorts toont Stalin aan, dat in de Sovjetbedrjven
de band tusschen den arbeider en zijn machine is ver-
broken, waardoor cle slijtage veel grooter is.
Stalin wil dezen ‘band herstellen. Voor zoover-
re de onpersoonlijkheid van de machine met de ar-
beidsweek van vijf dagen verband houdt, acht hij ‘het
zelfs wenschelijk om deze zoo veel geprezen aanwinst
iran de revolutie
0
1)
‘te geven, zooals vele groote Sov-
jetondernemingen ook reeds hebben gedaan.
De Sovjetregeering heeft reeds sedert liet begin van dit jaar den strijd tegen de ,,onpersoonlijkheid” van de
machines aangebonden. De resultaten kunnen echter
niet zeer groot zij ci, daar, dit in strijd is met de alge-
meene tendens van cle Sovjetregeering, om met weinig
kapitaal de productie zooveel mogelijk op te voeren. Dit noopt tot arbeid in ploegen, waarbij de band tus-
schen den arbeider en zijn machine verloren gaat. De
snelle slijtage van de machines is juist de keerzijde
van de vlugge uitbreiding van de productie. En zoo-
lang het te hoog opgevoerde productieplan wordt
voortgezet, zullen ook de machines sneller slijten.
Stalin wijst er op, dat de snelle industralisatie van
liet land een verhooging van de technische ‘bekwaam-
heid van de groote massa vereischt. Daarbij veroor-
deelt hij de tendens van de autoriteiten om ‘de be-
kwame en flinke vertegenwoordigers van de partij-
boze goed onderlegde arbeiders achteruit te zetten en
de minder begaafde en minder vlijtige jonge partij-
leden op den voorgrond te plaatsen.
Ook de tei,lens van het communisme om uit de ar-beidersklasse nieuwe technische krachten te vormen,
is niet nieuw. Het spreekt vanzelf, dat het niet on-
mogelijk is om uit de arbeidersklasse een nieuwen tech-
nischen staf te vormen. De fout, die de communisten
daarbij hebben gemaakt, is, dat zij voor het proleta-
riaat een nieuwen korteren en •gemakkelijkeren weg
voor wetenschappelijke vorming willen ontdekken,
omdat zij meenen, dat een slecht onderlegde arbeiders-
jeugd met succes hoogere studies kan volgen. De ge-volgen van deze tendens zijn de algemeene achteruit-
gang van ‘het wetenschappelijk peil op de Russische
hoogescholen. De nieuwe technici zijn over het alge-
meen veel minder ontwikkeld dan de ouderen.
Uit de rede van Stalin blijkt, dat ook een groot ge-
deelte van de intelligente arbeiders zich niet onder de
communistische partij wil scharen. De aanbeveling
van Stalin, om de partijloozen in hun beroep op ge-
lijken voet te behandelen als de partijleden, kan men
niet ernstig opvatten. Communisme veronderstelt een
nauwen band tusschen ‘bedrijf en politiek; zijn grond-
beginsel luidt, dat de hoogste ‘betrekkingen in het be-
drijfsleven door partijleden moeten ivorden bekleed en
aan dit principe valt in werkelijkheid niets te veran-
deren.
Daar de opleiding van nieuwe wetenschappelijke
leiders ge’brekkig blijft, kunnen de oude leiders niet
door hen worden vervangen. De vervolgingen van de
oude wetenschappelijke leiders brengen voor de pro-
ductie slechte resultaten mede en de Sovjet-
regeering ziet zich steeds weder genoodzaakt daarvan
af te zien en cle oude leiders eenigermate aan te moe-
chigen. Zoo was liet na het beruchte Schachty-proces
en zulks gelast Stalin ook thans, nu alle gevangenissen
en concentratiekampen overbevoikt zijn met de voor-
treffelijlcste vertegenwoordigers van de oude Rus-
sische wetenschap. Daarmede is cle verdenking van
den ,,Schaedlingsarbeit” in geenen deele van de baan.
,,Er ‘bestaan schadelijke wezens,” zegt Stalin, ,,en zij
zullen er blijven; maar.. . er bestaan niet veel actievé
schadelijke wezens meer….Het zou derhalve niet
verstandig zijn bijna elken technicus en ingenieur van
de oude school als een ‘doortrapt misdadiger en schade-
lijk wezen te ‘beschouwen”. Stalin helt ook tot de oude,
nog in 1923 verkondigde, idee over, dat de socialisti-
sche fabrieken eigenmachtig door de directeuren moe-
ten worden ‘beheerd. Dit ‘denkbeeld was niet voor ver-
wezenlijking vatbaar, – alle socialistische onderne-
mingen worden door talrijke colleges ‘bestuurd.
Stalin’s woord is voor de OPU van beslissende be-
teekenis. Het is te hopen, dat een gedeelte van de in
concentratiekampen en gevangenissen opgesloten per-
sonen hun vrijheid zullen terugkrijgen. Zij zullen
moeten werken. Het is echter de vraag, of zij in ‘deze
vergiftigde atmosfeer ‘goed werk zullen kunnen leve-
ren. Het spreekt ongetwijfeld vanzelf, dat zij de
So-
cialistische ondernemingen nooit eigenmachtig zullen besturen, en evenals vroeger de verantwoordelijkheid
op tallooze colleges zullen trachten af te wentelen.
Tenslotte hecht Stalin groote waarde aan het ren-
dabel maken van de industrie. Hij beveelt te dien einde
de ontbinding aan van de groote vereenigingen, die
100 tot 200 ondernemingen omvatten. Tot ‘dusverre
gingen de groote investeeringen ten koste van de ,,lich-
te” industrie, den landbouw en ‘de staatsfinanciën.
Deze inkomsten zijn thans echter niet meer voldoende
en nu moet de ,,zwrare” industrie steun verleenen; men
moet haar zoo rationeel inrichten, dat zij rendabel
wordt. Daarbij constateert Stalin een verontrustend
verschijnsel, nl. het verdw’ijnen van de exploitatiereke-
ning. ,,Tengevolge van de oneconomische bedrijfslei-
ding”, zegt Stalin, ,,is gebleken, dat in tal van onze
ondernemingen de grondprincipes van de bedrijfsvoe-ring geheel zijn verdwenen. In tal van ondernemingen
en bedrijfsorganisaties wordt feitelijk reeds sedert lan-
gen tijd niet meer gecalculeerd, worden niet langer
exploitatierekeningen opgesteld, enz. De leiders ver-
wachten blijkbaar, dat de S’taatsbank toch de noodige
bedragen te ‘harer beschikking zal stellen”.
* *
*
Stalin schijnt der meening te zijn toegedaan, dat
na zijn rede alles weder in orde,2al komen en hij ein-
digt zijn uiteenzettingen met de verzekering van de
realiteit van het productieplan, dat daarom ook strikt
moet worden verwezenlijkt. Zijn meening, dat ‘de moei-
lijkheden kunnen worden overwonnen, is echter de uit-‘drukking van een ongegrond optimisme. De door ‘hem
beschreven verontrustende verschijnselen zijn het ge-
volg van een te hoog opgevoerd economisch plan en
zoolang dit blijft bestaan, kan een wezenlijke verande-
ring in de huidige omstandigheden niet worden ver-
wacht. De samenvoeging van ondernemingen tot reus-
achtige vereenigingen is juist de natuurlijke methode
om het plan te verwezenlijken. Wat ‘de ‘groote onderne-
mingen van de ,,zware” industrie, die thans in het
leven worden geroepen, ‘betreft, zij er op gewezen, dat zij
722
ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERICHTEN
12 Augustus 1931
worden opgericht zonder rekening te houden met de
rentabiliteit. Het is voldoende hier één voorbeeld te
noemen. In Magnitogorsk (Zuid-Oeral) wordt een
ènorme staalindustrie, na de Amerikaansche de groot-
ste ter wereld, opgericht, en deze industrie moet de
kolen betrekken uit het Kusnetzk-district, dat daar
2.400 K.M. van verwijderd ligt.
En wat het verdwijnen van de exploitatierekening
betreft, zoo is dit geen toeval. De exploitatierekening
bestond in den bloeitijd van de N.E.P., zij is echter
sedert het in werking treden van het Vijfjarenplan ver-
dwenen, omdat de ,,Planwirtschaf t” het rnarktverkeer
afgeschaft en het geldsysteern geheel ontwricht heeft.
Zoolang cle huidige organisatie echter blijft bestaan,
zullen de pogingen om de exploitatierekening weder
in te voeren geen succes hebben.
De rede van Stalin is van groote beteekenis. Zij
toont duidelijk de moeilijkheden van den communis-
tischen Staat. De middelen echter, clie hij ter bestrij-ding voorstelt, zijn niet nieuw en zij hebben hun on-
volmaaktheid reeds bewezen. Deze rede beteekent ‘bo-
vendien geenszins een verandering van de Sovjetpoli-
ti ek tot kapitalistische bedrij fsrnethoclen. Ondanks alle
moeilijkheden blijft het communisme aan zijn princi-
pes vasthouden.
AANTEEKENINGEN.
Indexcijfers van groothandeisprijzen.
,,The Economist” schrijft: De prijsverbetering van
een aantal belangrijke groothandelsartikelen geduren-
cle .de tweede helft van Juni, als gevolg van het mora-
torium-voorstel van .H.00ver, was helaas slechts van
korten duur en de dalende tendens werd in Juli weder
voortgezet, zoodat ons indexcijfer daalde van 63.6 aan
‘het einde van Juni. tot 62.5 einde Juli:
Gemiddelde
1927 = 100
Juli
1930
April
1931
Mei
1931
Juni
1931
Juli
1931
Granen en Vleesch
84.2 70.0
69.0
68.8
68.5
Andere Voedings- en
Genotmiddelen
76.3 66.6 63.5 60.2 60.0 63.6 50.8
48.2
48.4
47.1
Weefstoffen …………
82.1 72.0 69.5
72.4 69.7
Delfstoffen …………
Diversen ………….
.81.5
68.6
68.2
68.7 67.6
Totaal …………….
77.6
1
65.4
63.6 63.6
1
62.5
Uit de volgende tabel blijkt, dat alle vijf groepen
aan ‘de daling hebben medegewerkt. Deze was echter
het sterkst ‘bij de ,,Delfstoffen”, doordat in het bijzon-
der de koperprijs weder aanzienlijk achteruitliep. In
de groep ,,Diversen”, waarin rubber weder tot nieuwe
laagterecords daalde, hield de sterke
prijsstijging
van
huiden, een al te groote daling tengevolge van den
prijsval van andere artikelen, tegen.
De volgende tabel toont ons indexcijfer, herleid tot
een percentage; voor 1913:
Gemiddelde
1913 = 100.
Data
.
Gemiddelde
1924..
159.9
169.9
210.6
145.2
131.5
159.3
1928..
145.0
149.4
161.7
111.9
119.3
135.1
1929..
135.6
136.8
143.9
116.2
112.7
127.2
1930..
113.4
122.9
99.3
101.6
101.5
106.8
Einde Juli
1930..
117.9
121.5
97.9
99.8
101.5
106.9
Jan.
1931..
94.3
110.8
75.8
91.5
90.4
91.3
Febr.
,,
..
92.9
108.4
78.0
93.5
90.5
91.6
Maart
..
93.6
106.8
82.7
90.6
87.1
91.1
April
,,
..
98.0
106.1
78:2
87.5
85.4
90.0
Mei
..
96.6
101.2
74.2
84.5
84.9
87.5
Juni
..
96.3
95.9
74.5
88.0
85.6
87.5
Juli
..
93.9
95.6
72.51
84.7
84.21
86.0
Indien men 1924 (in plaats van 1913) op 100 stelt,
bedraagt ons indexcijfer voor Juli 54, tegenover 55
einde Juni en 67.1. een jaar geleden. Men ziet dus,
dat de daling ten opzichte van Juli 1930 niet minder
clan 19.5 pOt. bedraagt.
Voorts volgt hier nog een overzicht van het prijs-
‘erloop in een aantal belangrijke landen (blz. 723).
De volgende opmerkingen zijn ontleend aan de des-
betreffende maandpublicatie van het Centraal Bureau
voor cle Statistiek en hebben betrekking op de Neder-
lanclsc’he ifidexcijfers 1913 = 100.
Het algemeen i ndexcijfer der groothan cleisprijzen
heeft in Juni 1931 het peil van v66r den oorlog
(1913) ‘bereikt.
Bij ‘beschouwing der
indecijfers
over Juni 1931 in
vergelijking met die der voorgaande maand, blijkt,
dat het algemeen indexcijfer met 2 (2.0 pOt.), dat der
voedingsmiddelen met 3 (2.8 pOt.) is ‘gedaald.
Tegenover een prijsstijging
van 8 artikelen (5 ‘oe-
dingsmiddelen) met in totaal 27 punten (w.o. kaas
met 8 en eieren met 7 punten), staat een prijsdaling
Prijzen
Prijzen
Prijzen
Toe-
(+)
of afneming
(—)
Toe- (+)
of afneming(—)
Toe-(+)ofafnemlng(—)
in perc. vergeleken met
In perc. vergeleken met
in perc. vergeleken met
een maand
e e n jaar
een maand
een jaar
een maand
een jaar
geleden
geleden
geleden
geleden
geleden
I
geleden
Tarwe (buiteni.)
– 10,6
– 39,2
Katoen (Am.) …..
..-
14,9
—36,5
Hout (Eng.)
..
– 7,1
Meel
………….
Gerst ………….
Aardappelen ……
(Eng.)
……
..+
5,6
– 22,2
,,
(Egypt.)
–
15,8
—43,0
,,
(Zweedsch)
..
–
5,6
..-
7,2
—38,3
Garen …………
..-
5,6
—24,4
Cement ………..
Haver …………..-
1,2
+11,2
Wol (Eng.)
…….
Rijst …………..
..
-f-
11,6
—31,1
(tops) ……..
..__.
6,8
—11,3
Petroleum
..
– 12,5
..-
1,4
–
1,4
Laken …………
..-
2,5
– 1.5,4
Huiden ……….. .+
12,9
– 13,7
(Arg.).
+
26,7
– 18,5
Hennep ……….
..
–
5,6
.—.27,7
Talk ………….
–
2,6
—36,7
..+
14,3
—27,3
Leder ……………
–
2,6
(N. Z.)..
–
2,5
–
2,5
Weefstoffen
2
,7
25 9
Soda
………….
(ranenenVleesch…
—
04
—18 6
Maïs ………….
..-
2,9
—40,0
(Austr.)
–
4,8
—20,0
Benzine No.
1
….. .-
6,9
—22,9
Rundvleesch (Eng.).
+
3,1
–
8,8
Vlas
………….
..+
3,0
—38,4
Lijnolie ………..-
5,6
—52,4
Schapenvl.
(Eng.)
..
–
5,1
—15,8
Jute ………….
..-
5,6
—21,5
Rubber…………
–
13,5
..45,9
Thee …………..
+
11,2
—30,3
IJzeren
staven ….
–
4,8
–
7,0
..
-22,2
+ 16,7
Zijde
…………
..+
5,4
—25,0
Stookolie ……….-
3,8
–
7,4
Rietsuiker
–
4,8
,,
(Dur. Gas.)..
..
–
6,5
Cacao
…………..
–
4,5
– 28,8
Kolen (Weisch exp.)
Koffie ………..
–
1,0
—32,4
Blik
……………. –
1,9
– 26,4
Varkensvl.(Deensch) +
8,5
—27,3
…….
‘
–
‘
Amm.
Sulphaat
________
Stalen rails………
Ruw-Ijzer…………
–
13 3
Creosoot …………
–
3,3
Diversen………
–
1 6
—17 1
Bietsuiker ………..-
1,8
–
3,6
,,
(huisbrand)
.
..
+
2,6
Kaas (Can.) …….
..-
1,4
– 15,7
Lood
………….
..-
6,7
– 29,1
Boter (Deensche)
–
1,8
—28,2
Tin …………..
..
– 4,4
—19,7
Andere
voedings. en
•Kokoaolie
………
..-
2,5
– 37,0
Koper…………..
-12,4
—32,4
Tabak
…………….
–
6,7
Ongez. Zink
……..—
10,0
—24,8
Genotmiddelen
–
0,3
—21,4
Delfstoffen ……..-
3,7
– 15,1
12 Augustus 1931
ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN
723
:
‘t)
…
.
—
t)
N
—
t)
‘5
–
1913..
704
100
6
100
100 100
7
100
lOO 100
November
1918.
.
358
438
..
..
367
392
214
Hoogste
1920
..
591
679
..
325
366
297
322
(Apr.) (Apr.)
Uan.)
(Juni)
(Juli)
(Mrt.)
Gemiddelde
1925. .1
547 646
142
5
–
161
155
202 1926. .J
100
5
703 654
134
145
149
145 179
1927.
.
95
618
527
138
142
146
148
170
1928..
98
621 491
140
145
148 149
171
1929..
96
611
481 137 141
140
142 166
1930..
86
533
411
125
126
122
117 137 Mei
1930..
89
541
420
126 128
123
118
143
Jüni
..
87
533 412
125
126-
123
118
137
Juli
84
538 402
125 126
121
115
133
Augustus
..
84
532 403
125
126
121
114
133
September
..
84
525 398
123
123
119
112 130
October
..
83
509
387
120 122 118
III
124
November
..
80
494 379
120
120
117
110
123
December
78
488
369
118 117
117 107
121
Januari
1931..
77
484
362
115 115
115 105 120
Februari
..
–
75
482
358
114 115
114
1
104
t
119
Maart
..
74
492
356
114 114 113
1
103
1
120
April
..
73
484 353
114
112
112
1
102
1
lig
Mei
.
71
471
347
113
III III
1
102
1
116
Juni
..
‘
..
469
339
112
110
110
1
iCO
1
-,
Un nduour.
•) axaL. aenvnsams. •,zieciert
I5h
geoaseeru op
48
artikelen.
)1926= 100.
5)
Jaargemiddelde.
6)
Sedert October
1923:
Juli
1914 = 100.
7)
Midden
1914 = 100.
van 23
artikelen
‘(15
‘oed ingsmiddelen) met in totaal
132
punten (wo. lnmsvleesch met
17,
kalfsvleesch
niet
14
eii peper met 10 punten).
De
sti.jging
van Mei tot Juni, in procenten ui4ga-
drukt,
is
als volgt: eieren
8.2,
kaas
8.1,
tin
5.6,
lijnolie
4.0,
terpentijnolie
2.5,
‘boter
1.6,
rundvleesch 1.1 en
suiker
0.6;
de
dctli’ng
was voor kalfsvleesch
17.9,
paar-
-ciehui.-den
12.5,
mais
12.3,
varkensvleesch
11.4,
rogge
OM, larnsvleesch
8.7,
peper
8.0,
hout (Zweedsch ‘nren)
6.9,
tarwe
6.4,
kaas
6.2,
melk
6.1,
rijst
5.4,
haver
4.9,
runderhui-deii
4.3,
groene erwten
3.5,
hooi
3.5,
ruwe
katoen
3.1,
petroleum
2.4,
thee
2.1,
zilver
1.9,
aard-
apelen
1.5,’
zwavelrure ammoniak 1.0 en gerst
0.4
MAANDCIJFERS.
EMISSIES
IN
JULI
1931
Pro’, en Gemeentelijke Leeningen’)
f
20.525.425,-
jij ncle
Iïccritnd
.Pro’. Utrecht
.
f
1.446.000
) 4% old.
k 100 % ………..
j 1.446.000,-
Prov. Zuid-Holland
f2.000.000 4 % oh!.
10014 % –
… 2.010.000,-
G-eni. Aalsmeer
f
730 000
4 % obi.. k 9734 % ..
709.925,-
Gein. Ans sterciam
f 10.000.000
4 % ob!.
11
9834. %. ………… ..9.850.000,-
(e111. E[i!legersberg
f
700.000 4 ,% oh!.
k
1)834, %
…………,.
689.500.-
Noorwegen
—
. ….
Stad . Oslo
f
6.000.000
434
% obl. ii 97 % .. .. 5.820.000,-
Bank- en Oredietinstellingen – ……,, .
1.20.000,-
zijnde:
iVeclerlo.n.d
Obligatiën
Coöp.
Grondkapitaal.
hajik
v.
d. Lan-db.
U. A., Utrecht
f
120.000) 4 % ob!.
id
f 100% ……….f
120.000.-
Inclustri6ele Ondernemingen …….
000.000,-
‘zijnde:
België
Obligatiën
NV. Brasserie de la
Chasse Royale
f
600.000 634 %
–
winsttl. oh!.
A
100
% . f
600.000,-
Diversen
……………………
f
2.95.000,-
zijnde:
Nederland
Obligatiën
Mag. ,,De Bijedkorf”,
A’dam
f
3.000.000
4)
434
%
Eerste
livp.
oh].
id
97347
o
…………
f
2.925,000,-
Kerkelijke Leeningen
………….
,,
1.878.313,75
zijnde:
jTederla.nd
………..f
1.295.032.50
Amerika
….. ……..
..
72.681,25
.iJelgië
……………..
273.000,-
Duiis[‘/ilaSd
……….
..
–
237.600.-
Totaal….
f
26.048.738,75
Totaal der emissies
in
Januai
…..f
10.677.072,50
Februari
..
13.720.717,50
Maart
…..
32.36.887,50
April
…..
22.246.295,51
Mei.
…….
,,
107.262.528,75
Juni……….
8.316.010,-
Juli …….,,
26.048.738,75
Algemeen Totaal ……
f
220.508.250,51
Conversieleening:
Gein. Ti!hurg
f
7.635.000 4 % oh! .1 99 %.
]3ovenclien
f•
533.000 voor con versie.
Bovendien
f
880.000’voor cdnversie.
Bovendien
J•
3
1
000.000 voor con versie.
Bovencl ien:
f
13.520.000,- 3frn. Schatkistprornessetr k
f
.993,11.
3.660.000,- 6fni.
,,
,, ,, 987,15.
6.372.000.- 3 % -Schatkistbil jet-ten
,, ,, 1000,-.
Voorts werd in de afgeloopen maand hier te lande de in-
schrijving opengesteld op eau beperkt bedrag:
Aand. van Fr. Fs. 500 Union Inclustriel!e. Electrique et
Minière Franco-BeIge k 120
%I
(Introductie)
534 % oh!. ,,Anciens Etablissemeu-ts Bouly”, S. A. Parijs
f
1.000.000 id 93 %; (1 n-troductie)
4
%t
obl. Chemins cle Fer du Midi Ii 95 % (Conversie Intro-
ductie).
De Kerkelijke Leeningen zijn a!s volgt onderverdeeld:
Rente- Emissie-
Guldens voet koers
–
. .
pCt.
pCt.
St. Carolus-Ziekinhuis, ‘s Bosch
210.000 4
97
Orde der E. E. P. P. Carnelieten, –
Gen-t ……………………..280.000 .5
9734
R.K. Pai-. Kerkbest. v. cl
. H. Mar-
-tinus, Voorburg
(f
98.000 voor
–
–
conversie) …………………200.000
4
9734
S-t. Alphonsus Stichting, A’dam … 300.000 4
9934
R.K. Par.
v.
cl
. H. Martha, Den Haag 575.000 4
97%
RK. Par. v. d. H. E[ildegardis, Rot-
–
terdam ……………………134.000
4
98
Orde der E. E. Paters Camillianen,
–
Miinchen-Gladbach …………. 240.000 7
99 –
Bisdom Richmond ……………. $ 29.000 5
100%
GIRO.KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
–
Apri! 1931
–
April 1930
dhro’s
(eenzijdige
ver-
In
1
niillioenenl
Aantal
II
lImil!ioenenl
In
–
Aantal
melding)
1
–
Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
f
55.1
32.930
f
31.2
27.972
(lirobetalingen
aan
particulieren
..
23.4
150.558
22.3
125.753
Oeldomzet
–
Ontvangsten
……..
–
,,
5.3
7.416
5.2
7.289
,,
8.6
35.790
8.3
32.912
Part.rekeninghouders
,,
31.2
1
44.020′
23.2′
39.629′
Waarvan
rekeningh.
Betalingen
……….
welke gelden
voor
1
jaar
vast
hebben
gedeponeerd
.-…. .-
9.8
43492
9.9
4.108!
1t uemiuueiu aanuu
ie
goeu. •, r.lnae oer maana.
724
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
12 Augustus 1931
STATISTIEKEN EN OVERZICHTËN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
NedRrech.
isc. Wissels. 2
16 Mei ’31
Lissabon ….
7 8Aug.’31
Bk
el.Binn.Eff.
2416 Mei ’31
Londen ……
4430 Juli ’31
inR.C. 2416 Mei ’31
Madrid ……6423
Juls ’31
Athene ……….9
2 Dec.’28
N.-YorkF.R.B. 14
7Mei ’31
Batavia ……….
4410 Mrt.’30
Oslo ……..4
8Nov.’30
Belgrado ……..
7420 Juli’31
Parijs …….2
2Jan.
1
31
Berlijn ………..1012Aug.’31 Praag ……4
24Juni’30
Boekarest……..8
1Apr.’31
Pretoria …. 5
12Mrt.’31
Brussel ……….
2431 Juli’30
Rome …….. 5419
Mei ’30
Budapest ……..9
23 Jvli’Sl
‘Stockholm .. 4
31 Juli’31
Calcutta ……..6
28 Mei ’31
Tokio ……5.1 6
Oct.
1
30
Dantzig ……..7
10Aug.’31
Weenen ……
10.22Juli’31
Helsingfors ……6
26Aug.’30
Warschau …. 74
3 Oct. ’30
Kopenhagen ….
3412 Nov.’30
Zwits.Nat.Bk.2
23Jan.
1
31
OPEN MARKT.
1931
1930
11
1929
1914
ug.
8 Aug.
18
27 Juli!
20
1
25
4j9 5/10
20/24
Aug.
I Aug.
Jul! Aug. Aug.
Juli
Amsterdam
Partic.dlsc.
1
13
I16
-7
18
I
13
:is-2
I
7
18-2
1
11
1i62
1
/8
1
13
/16
1
5/16
431
4
_5
3
6
18.
3
156
Prolong.
–
111
4
2
2-1’2
1112.2114
11122114 33/
4
_451
3
211
4
.3/
4
Londen
DageId. ..
3-1I2
3413
2
1
143
3
14
1112-2112
1
1
12212
3_5
114
1’142
Partic.disc.
41116-
3
/8
4Is6-18 3/16-4I8
2
3
1s-
2
1
14
5
116
5
3
/8.
1
12
2114_h1
4
Berlijn
37(
Dageld…
–
–
–
–
2
1
14″6
6112I0
–
Partic.disc.
30-55 d…
–
–
–
–
3114-3I8
71/5_114
56-90 d…
–
–
–
–
3’14-:8
7
1
18.
1
/4
2I14-
1
1)
Waren-
wechsel.
-_
–
–
–
–
3314
7516-8
New York
Daggeld
1)
I112-3/
1113.3/4
111
3314
1
1
12-/4
2-3/4
7-12
1
14
I
3
142
1
11
Partic.dlsc.
l
1
1
1
2-
1
/4
5ij8
–
1)
Koers van
7
Aug. en daaraan voorafgaande weken t/m Vrijdag.
WISSËLKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Daa
New
Londen
Berl
(I
n
Par
ij
s
Brussel
Balavla
Yorks)
S
)
S
)
S
)
S)
1)
4
Aug. 1931
2.477/
8
12.04%
58.85
9.724 34.59
9 9 %
5
1931
2.486/
16
12.03%
58.85
9.724
34,56
99
6
1031
2.481j
12.04%
58.85 9.724
34.59
99%
7
1931
2.48j
12.04%
58.85 9.72 34.58
99%
8
1931
2.48%
12.04%
58.85
9.724
34.59
99%
10
1931
2.48s/
16
12.05
58.85
9.724
34.574
99%
Laagsted.w.’)
2.4716/
16
12.03%
57.50
9.71JI 34.55
99
6
/
8
Hoogste d.w
1
)
2.48%
12.05
1/
58.80
9.72jl
34.60
9994
3
Aug. 1931
2.477/
t
12.04f
•58.85
9.724
34.61
9994
27 Juli
1931 2.481/
12.04%
58.85
9.724
34.61
134.59
995/
8
Muntpariteit
2.48%
12.10%
59.26
9.75
100
Data
sr”,d
Weenen
Praat
Boeka-
Milaan
Madrid
4 Aug. 1931
48.37%
34.90
7.35 1.474
12.974
22.35
5
1931
48.40
34.90
7.35
1.474
12:97
21.80
6
1931
48.4234
34.90
7.35
1.474
12.97
21.40
7
1931
48.47%
‘34.90
7:36
1.474
12.984 20.90
8
1931
48.42%
34.90
‘7.36
1.474
– –
10
1931
48.42
34.90
7.38
1.474
12.98
21.15
Laagsted.w.l)
48.35 34.80
7.324
1.47
12.97
20.90
Hoogste d.wl)
48.50
34.92%
7.38
1.48
13.-
22.35
3 Aug. 1931
48.34
34.90
7.35
1.47
12.974
22.40
27 Juli
1931
48.38
34.92%
7.37
1.474
32.99
22.30
Muntpariteit
48.-
35.10
7.371
1.4881
13.09
148.52
4
Da a
t
Siock-
Kopen-
•
° )
Hl
Buenos-
Man
hohn)
hagen’s)
Aires
1)
treal
1)
4 Aug. 1931
66.40
66.3241
66.374
6.23
72%
2.473%
5
1931
66.35
66.30
66.324
6.23
69%
2.4794
6
1931
66.35
66.30 66.35
6.234
69
2.47%
7
1931
66.35
66.30
66.324
6.24
69
2.4734
8
1931
66.374
66.30 66.32
6.24
69
2.47%
10
1931
66.374
66.30 66.35
6.241
70
2.47%
Laagste d.w.
1
)
66.26
66.25 66.26 6.22
68%
2.47%
Hoogste d.w’)
68.40
66.33
66.35
6.254
73
2.47%
3 Aug. 1931
68.40 66.35 66.374
6.234
7394
2.47%
27 Juli
1931
66.40 66.30
66.30
6.24
7334
2.47
Muntpariteit
166.67
66.5
66.67
6.264
95%
2.48%
) Noteering te Amsterdam. ‘) Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht v’lor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
1) a a
Londen
Parijs
Berlijn
A,nstèrd5m
($
pers)
($
p. 100 Ir.)
(3
p. 100 Mk)
(3
p. 100 gid
4 Aug.
1931
4,85
27
/
32
3,92
1
/
32
26,-
1
40,33%
5
,)
1931
4,85
1
/
3,92
1
/
23,50
40,31
6
,,
1931
4,85%
3,9113f,
25,-
40,3134
7
,,
1931
4,853/
s
3,91
0
/16
27,-
40,29
8
,,
1931
4,85
51
/
53
3,91
11
/ja
27,-
40,2934
10
1931
4,85
28
/
3,9115/,
26,50
40,30%
11 Aug.
1930
4,87
8
/1
3,9334
23,89%
40,3234
Muntpariteit..
4,8667
1
3,906/
8
1
23,81%
40
1
/.
TE LONDEN.
KOERSEN
Plaatsen en
lNoteerings-1
25
Juli
1
Aug.
1
I
318
Aug.’31
j8Aug.
Landen
I
eenheden
1
1931
1931
lLaagstelHoopstel
1931
Alexandrij..
Piast.
p.
97
9734
977/
975/
1
9734
p.
375
375
374
%
375
%
375
Bangkok….
Sh. p.tical
1/96/
18
1/93/
8
1/9
5
/
1
911
/16
1/9
11
/
Athene …….Dr.
Budapest …
Pen.
p £
27.85
27.85 27.70
28.00
27.85
Buenos Aires
d.
p.$
335/8
/32
313/ 333/
315j,
Calcutta
.. . .
Sh.
p.
rup.
115
51
/
64
ij5
40
/
64
1/5%
1/5I3/,
IJ625/82
Constantin..
Piast. p. X
1.025
1.025 1.025
1.025 1.025
Hongkong
..
Sh.
p. $
1/03/
1/01/
1
11
6
/
s
1/06/
6
11
61
/
10
8h.
p.
yen
2/0
27
1
4
2/0131133
2/0
11
/
32
2106/
8
2/0
27
/
64
Lissabon…..
Escu.p.0
110 110
10931
11034
110
Kobe
…….
Mexico
….
$
per £
9.874
9.874
9.85 9.90
9.87%
Montevideo .
d.perA
2534
22
1934
23
2234
Montreal
…
$
per £
4.877/
9
4.87,’
4.85’/
4.87%
486H
Rio d. Janeiro
d. per
Mil.
334
/16
31/
4
37f
316/
Shanghai
…
Sh.
p.
tael
1/3
6
/
32
1/3
6
/
32
1/2%
113%
1/3
Singapore
..
id.
p. $
213%
2/3%
2/3″/
2/311,
e
2/3%
Valparaiso
1).
$
per £
39.93
40.00 40.00 40.05
40.00
Warschau ..
Zl. p. £
43%
435/
4
43
4334
43!/
1)
90 dg.
ZILVERPRIJS
GOIJDPRIJS )
Londen’)
N.Yorkl)
Londen
3 Aug. 1931..
–
28
3 Aug. 1931….
–
1931..
1311
16
281/ 4
,,
1931…,.
84/9%
5
,,
1931..
13′
2834
5
,,
1931….
84/11%
6
,,
1931.
131/1s
277/
5
6
1931….
84/1134
7
,,
1931..
1265/
27%
7
1931….
84/1134
8
1931..
1213/, 2734
8
1931….
84/11%
9 Aug. 1930..
16
31%
9 Aug. 1930….
84/117/
t
27
Juli
1914..
24″
59
27 Juli
1914….
84/11
1)
In pence p.oz.stand.
6)
Foreign silver in
Sc. p.oz.
line.
8)
In sh. p.oz.flne
STAND VAN
‘
a RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
23Juli 1931
1
7Aug.1931
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne- derlandsche
Bank………………
.-
–
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
1
408.242,19
/
168.035,72
Voorschotten
op
uit. Juni 1931 aan de
gemeenten verstrekt
op
aan haar
…
uit te keeren hoofdsom der perso-
neele belasting, aandeel in de hoofd-
som der grondbelasting, alsmede van
,
20.226.343,33 •
20.225.343,33
Voorschotten aan Ned.-indil ………
95.609.962,18
•
89.834.236,38
Id. aan
Suriname …………………
,,
11.905.869,52
•
11.906.177,08
opcenten
op
dle belastingen……..
Id. aan Curaçao ………………….
Kasvord. weg. credietverst.a/h. buiteni.
…
.
6.863.487,48
,,
123.342.426,01
•
6.892.367,48
.,
122.856.658,77
Saldo der postrek.
v.
Rllkscomptabelen
….
.
20.724.042,20
,
21.474.162,44
Vordering o/h. Alg. Burg. Pensioent.1)
– –
Id.
op
andere Staatsbedrijven’) …….
.
,17.108.329,07
.16.474.419,71
V
er
p1 i c
h t
1
n
g
e n.
Voorschot van De Nederl. Bank ing.
art.
16 van
haar octrooi …………
t
15.000.000,-
t
10.276.858,90
Voorschot van De Nederl. Bank in
rek.-crt ………………………..
3.647.488,97
–
Daggeldieeningen
…………………
»
17.000.000,-
,,
17.000.000,-
.
»
178214.000,-
,,
185.186.000.-
Schatkistpromessen In Omloop …….
..
,
49.040.000,-
,,
74.150.000,-
Waarvan rechtstreeks bij De Neder-
Schatkistbiljetten in omloop
……….
–
,
6.000.000,-
.
2.492.245,50
,,
2.452.212,
landsche Bank geplaatst
……………
Schuld
op
uIt. Juni’31 a/d. gemeenten
verstrekt wegens voor haar door de
Rijksadm. geheven gem. Ink. belast.
Ziiverbons In Omloop
………………
en opcenten
op
de Rijksink.belasting
,,
472.997,53
,,
472.997,53
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.1)
Id.
h. Staatsbedrijf d.
P.,T.
T.’)
a.
en
,,
7.726.216,99
29.986.881,35
298.669,32
Id. aan andere Staatsbedrijven’). … ..
,,
1.219.735,96
30.210.169,06
,
,
1.229.735,96
Id. aan diverse Instellingen’)
……….
4.914.060,15
,,
4.857.925,15
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks
Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
2 Aug. 1931
1
9 Aug. 1931
Vorderingen:
Saldo bij de Javasche Bank
– –
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas
–
–
–
–
Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rijks kas e. a. Rijksinstell.
/
88.765.000,-
f
89.858.000,-
Schatkistpromessen
………………
24.500.000,-
,,
24.500.000,-
w.o.
muntbiljetten
………………
Schatkistbiljetten
……………….
,,
7.060.000,-
Muntbiljetten in omloop ………….
»
8.327.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
..7.060.000,-
210.000,-
..
.
3.094.000,-
,,
222.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
..8.948.000,-
,,
950.000,-
.
836.000,-
Voorschot van de Javasche Bank……
•
15.285.000,-
12 Augustus
1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
725
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 10 Augustus 1931.
Aotiva.
Binnenl.Wis-{Hfdbk.
f
51.627.853,07
sels,Prom., Bijbnk.
995.291,66
enz.in
disc. Ag.sch.
8.292.252,38
f
60.915.397,11
Papier o. h. Buiteni. in disconto ……
Idem eigen portef. .
f
229.929.425,-
Af :Verkocht
maar
voor
de bk.nog niet afgel.
229.929.425,-. Beleeningen
1
Hfdbk.
f
30.232.049,48
mci. vrsch.
in rek.-crt. Bijbnk.
,,
6.332.822,99
op onderp.( Ag.sch.
54.661.472,12
91.226.344,59
Ooud
I
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat. Circulaite
opetschb.
schulden
Metaal-
saldo
1)
kings
perc,
10 Aug. ’31
88.688
545.034 941.161 172.054 223.319
60
3
,,
’31
88.688
514.429
970.899
127.179 198.455
57
27 Juli
’31
88.688
497.339
932.034
127.386 197.249
59
20
’31
88.688 440.231
920.670
83.487
162.143
56
13
’31
88.688 408.729
885.564
61.734
153.968
56
6
’31
88.688
408.729
895.585
43.902 157.022
57
11 Aug. ’30
64.823
325.820
812.885
18.544
82.999
50
25 Juli
’14
65.703
96.410
310.437
6.198
43.521
64
Totaal
SchatKist-
B e ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
n ngen
op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
buiienl.
nin gen
2)
10 Aug. 1931
60.915
6.000
91.226
229.929
64.640
3
,,
1931
58.435
–
107.658
229.821 63.149
27 Juli. 1931
60.461
–
92.989
228.719
65.136
20
1931
53.014
–
107.602
228.684
64.179
13
,,
1931
49.830
–
92.709
228.612
53.607
6
1931
43.426
–
97.291
228.522
50.728
11 Aug. 1930
48.253
–
86.037
234.185
47.307
25 Juli
1914
67.947
–
61.686
20.188
509
11
Sedert den bankSiaat van
4
Jan.
–
zv
wecer op ne Oas,8 van ‘/
metaaidekking.
2)
Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
t
Andere
opetschb.
Discont.
ID!
rk
n
i
ge
e
n
1
4 Juli
1931-
901
1.380
408 850
521 27
Juni
1931..
901
1.332
464 852
560
20
,,
1931-
901
1.201
434
842
572
13
,,
1931-
896 1.240 534 829 544
5
Juli
1930-
911
1.443 512 998 545
5 Juli
1914..,
646
1.100
560 735 396
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Andere
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
IBeschikb.
metaal-
________________________
schulden
saldo
8Aug.1931
154.300
248.600
22.400
45.900
1
,,
1931
154.600
242.400 22.500
48.640
25 Juli1931
154.000
241.200
22.100
48.680
11 Juli 1031
248.270
29.040 49.037
115.110
44.951
4
»
1931
115.105
45.777
243.829
32.238 50.456
27Juni1931
115.054
45.549
240.293
37.495 49.487
20
,,
1931
115.364 45.633
243.602
35.997
49.158
9Aug.1930
138.805 26.664 270.656
42.152
40.345
10Aug.1929
147.881
23.800
309.669
59.692
23.941
25Juli1914
22.057
31.907 110.172 12.634
4.842
0 0
Dis-
Wissels,
buiten
Belee-
Div,erse
Dek-
kings-
conto’s
N.-Ind.
ningen
re e-1
n ngen percen.
betaalb. tage
8Aug.1931
102:700
*S*
57
1
,,
1931
97.000
***
58
25Juli 1931
97.300
SS*
58
11Juli1931
31.063
58
9.877
19.411 40.521
4
,,
1931
9.764
19.099
42.738
30.441
58
27Juni1931
9.427
20.817
38.101
27.057
58
20
,,
1931
9.379
20.556
38.218 31.389
58
9Aug.1930
10.506
32.133 44.038
51.484
53
10Aug.1929
11.496
38.863 125.868
23.839
46
25 Juli 1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44
‘)
Sluitpost
activa.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal Bankbilf.
tn
circulatle
BankbtlJ.
in Banking
Departm.
Disc, and
Advances
Other Securittes
I
s
ecur,ii es
5 Aug. 1931
134.828
365.252
43.265 9.019
23.283
29 Juli
1931
133.310
359.362
32.673 9.696
26.604
22
,,
1931
150.045
356.098
52.676
7.099
31.977
15
1931
165.200
358.913
65.078
7.407
30.164
8
1931
165.811
359.258
65.362
7.102
27.837
1
1931
164.421
357.429
65.842
34.319 28.746
6 Aug. 1930
153.595
372.978
39.606 7.960
23.614
22 Juli
1914
40.164 29.317
33.633
Data
00v.
Sec.
Public
Depos.
Other Deposits
1
Other
Bankers Accountsl
1
1
Reserve’
1
Dek-
kings-
perc.’)
5Aug.’31
49.311 11.438
63.437
33.175 44.576
4131
16
29 Juli ’31
52.561
15.219
55.798
33.687 33.948
32
19
/
32
22
’31
34.376
16.373
60.179 32.764 53.946
495/
15
’31 30.021
15.676
66.429
33.705
66.287
577/
8
’31
31.826 15.734 64.543 34.986 66.553
523l
’99
1
’31
32.931
11.490
99.402
34.091
66.992
46s/
ic
6Aug.’30
53.146
8.866
61.552
36.787 40.617
371
/j6
22 Juli
’14
11.005 13.736
42.185
29.297
52
1) Verhouding tusschen I4eserve en Lleposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.
1
Te goedl
Wis-
Waarv.
Belee-
Renteloos
Data
Goud
ZtiverJ
in het
1
sels
I
op het
1
ningen
Ia.
voorschot
buttenl.
1
bnttenl.
d. Staat
31 Juli’31
58.407
873
11.218
19.588)
15.024
2.860
1
3.200 24
,,
’31
57.893
869
9.476
I21.515
16.068
2.757
3.200
17
’31
56.647
856
8.659
121.553,
16.990
2.839
,
3.200
10
,,
’31
56.227
855
8.030
121.9091
17.603
2.822
3.200
1Aug.’30
46.061
379
7.067
123.8681
18.946
2.841
3.200
23Juli
1
14
4.104 840
–
1
1.5411
8
769
–
Bonsv.d.
Diver-
1
Rekg.Courant
_
Data
zelfst.
sen
I
Ctrculatie
Staat
Zelfst.
1
Part!-
amort. k.
Iamort.k.lculleren
31Juli’31
5.065
3.4621
79.862
t
1.333
7.970 14.736
24
’31
5.082 2.0921
77.766
1
1.826
8.012
14.621
17
’31 5.082
2.457
77.954
1
1.665 8.022 12.935
10
,,
’31
5.082
2.208
1
78.186
1.528
8.022
12.935
1Aug.’30
5.304
2.520
1
74.008
3.874
5.026
6.888
23Juli’14
–
–
5.912
401
–
943
Op Effecten ……
f
88.262.632,86
OpGoederenenSpec.
,,
2.963.711,73 91.226.344,59
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,
11.730.418,64
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f
88688.305,-
Muntmat., Goud ..
545.033.523,53
633.721.828,53
Munt, Zilver, enz.
•
35.327.427,02
Muntmat., Zilver..
–
669.049.255,55
9
)
Belegging q
kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds
……………………
,,
26.922.075,53
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen ………………
,,
64.639.797,12
f
1.159.412.713,54
Passiva.
Kapitaal ……………….
………
f
20.000.000,-.-
Reservefonds …………… ….
…..
,,
7.563.205,59
Bijzondere reserve
………………
,,
8.000.000,-
Pensioenfonds
………………….
,,
7.440.681,23
Bankbiljetten in omloop …………..
,,
941.160.690,-
Bankassignatiën in omloop ……….
,,
54.533,90
Rek.-Cour.
j
liet Rijk
f
–
saldo’s:
I
Anderen,, 171.999.332,27
,,
171.999.332,27
Diverse rekeningen ………………
,,
3.194.270,55
f
1
.
159
.
412
.
713,54
Beschikbaar metaalsaldo
………….f
223.318.530,48
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,
558.296.325,-
1
)
Waarvan in het buitenland
f
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
1)
Sluitp. der activa.
1) Sluitpost activa.
726
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
12
Augustus
1931
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichemark.
Daarvan
Devlezen
Andere
‘
a
a
“oud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tenl. clrc. dekking
e,
ningen
banken
1)
geldende che2ues
7
Aug. 1931
1.365,0
99,6 307,2
3.462,7 167,5
31 Juli
1931
1.363,3
99,6
246,3 3.272,6
347,0
23
,,
1931
1.352,8
65,5
159,5
2.863,7
316,4
15
,,
1931
1.386,1 81,7 124,4
2.676,8
386,0
7
1931
1.421,8
116,8
371,0
2.555,0
224,5
7 Aug. 1930
2.619,0
149,8 317,3 1.588,6
55,7
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9 50,2
a a
D t
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa’)
latie
Crt.
Passiva
7 Aug. 1931
102,7
818,8
4.375,6
780,6
–
765,8
31 Juli
1931
102,9
908,8
4.453,7
833,8
763,9
23
1931
102,3
920,5
4.194,6
585,0
737,0
15
,,
1931
102,3
856,4
4.161,8
307,1
720,2
7
,,
1931
102,3
861,4 4.110,4
342,8
692,0
7 Aug. 1930
100,9
684,9
4.398,3
421,7
220,6
30 Juli
1914 330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
1)
Onbelast.
t)
W.o. Rentenbankscheine
7 Aug., 31, 23, 15, 7 Juli ’31
7 Aug.
30, resp.
18; 8; 18;
13; 19; 49 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.
Data
Goud
‘”
,,o.,
0.
n
.,j
Rekg. Cr1.
W
Z
no.
I
U
1931
n
.
n
‘.’
L
1.
i
.
‘
(04
6 Aug.
1565
1
842
–
834
42
290 3.358
70
185
30 Juli
1538
1
874
–
831 43
290
3.358
99
160
23
1493
1
894
–
796
47
290
3.317
82
160
16
,,
1472
888
–
750
53
290
3.318
69
105
9
,,
1439
918
–
738
35
290 3.316
7
119
7Aug.’
1208
833
67
768
35
311
3.061
2
114
1)
1930.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANIÇS.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
Wettl
Wissels
Data betaal
middel,
Zilver
Totaal
Dekking
F. R.
disc. v.
In her-
d.
In de
open
bedrag
Notes
etc.
member
banks
markt
gekocht
29Juli’31
3.443,6.
2.088,5
175,0 183,0
66,5
22
’31
3.424,3
2.032,4
173,6
181,6
67,0
15
,,
’31
3.409,1
2.020,2
172,0
161,8
70,4
8
,,
’31
3.427,9
1.994,4
164,0
162,4
91,8
1
’31
3.412,0
1.963,7
167,3
150,2
103,3
24Juni’31
3.382,6
1.933,5
175,1 197,7
106,4
30 Juli’301
3.005,0
1
1.590,0
1
173,2
1
197,1
1
130,8
Belegd
F.
R.
Notes
Totaal
–
Gestort
Coud-
Dek-
Aluem.
dek-
Data
in
u. s.
Gov.Sec.
in circu-
–
Kapitaal
kings-
king,-
latie
perc.’)
perc.$)
29Juli’31
678,0
1.735,5
2.554,6
167,4
80,2
84,3
22
’31
678,0
1.730,8
2.535,0
166,8 80,2 84,3
15
’31
677,9
1.716,6
2.539,9
166,8
80,0
84,1
8
’31
668,0
1.736,9
2.527,3
168,0
80,3
84,2
1
,,
’31
663,4
1.738,4
2.500,8
168,2
80,4
84;4
24
Juni’31
618,5 1.674,2
2.556,8
168,2
79,9
84,1
30 Juli ‘301
576,4
1.335,1
2.468,9
169,7
78,9
83,5
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare
schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.
5)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Aantal
conto’s I
Beleg-
bijdedepo-
time
Databanken
en
gingen
F. R.
sito’s
deposits
Reserve
beleen.
banks
Totaal
Waarvan
22Juli’31
60
14.527
7.757
1.855
20.822
7.121
15
,,
’31
43
14.635
7.780
1.854
21.024
7.142
8
,,
’31
40
14.636
7.851
11.854
21.051
7.176
1
,,
’31
22
14.691
7.795
1.808
21.169
7.172
24 Juni’31
63
14.540
7.803
1.879
20.764
7.169
23Juli’30
32
16.852
6.243
1.824
21.212
7.400
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
Augustus 1931.
Dc graanmarkt is gedurende het grootste gedeelte der
afgeloopen week weder flauw geweest. T a r w e daalde van
het begin der week tot aan 7 Augustus telkens in prijs.
Weder was dat gedeeltelijk het gevolg van den druk, die
er tuitgiug van cle groote opbrengst der wintertarwe in de
Vereenigile Staten en de pogingen van den Farm Boarcl
0fl,
zijli ouden voorraad te doeii verminderen. Zelfs heeft
cle Farin Board aan de i)uitsche regeerilig een voorstel ge.
daait, om
01)
geiakkelijke
betalingseondities een groote hoe.
veelheid van die oude’ tarwe over te nemen. STen heeft in
Amerika gemeend, dat dit voorstel kans van slagen bood
en toen op 7 Augustus de markt in de Vereenigde Staten en
Canada vaster was, werd als een der redenen daarvoor
de kans opgegeven, dat de Farm Board misschien een be. langrijke hoeveelheid tarwe zou verkoopen naar Duitseh.
laad. Men had zich er blijkbaar in Amerika niet genoeg
rekenschap van gegeven, dat i)uitschland dit jaar een be-langrijk grooteren tarwe.00gstJeeft dan in het vorige. dat
daar vanaf 15 Augustus ccii maalgebod zal geldeii, volgens
hetwelk de niolenaars 97 pCt. inlandsche tarwe moeten
gebruiken en dat het in de bedoeling der Duitsche regee-
ring ligt, den invoer van tarwe, althans voorloopig, zoo
kleiji mogelijk te doen zijn. 1 ii een later gedeelte van het
seizoen zal .Duitsclilaiid vaai’sehijiilijk echtej meer tarwc
gaan iniportecreti dan tegenwoordig, want het is sedert eenigen tijd met tarwe voor export aan de n,arkt an zal
dien uitvoer later door geïniporteercie ta•rwe moeten ver-
vangen. Om den export mogelijk te maken, zal het oude
systeem der Einfuhrscheine weder worden toegepast of een dergelijke maatregel worden genomen, die neerkomt op het
verleenen eener uitvoerpremie. Blijkbaar is uitvoer van
eenige tarwe noodig, om in den eersten tijd na het binnen-
komen van den nieuwen oogst, wanneer het aanbod uit
financiëele overwegingen te groot is voor de directe bin-
nenlandsche vraag, een gedeelte dier aanvoeren te spuien.
Ook met de Engelsche niaalindustrie heeft de Farni Board
onderhandelingen aangeknoopt voor den verkoop van een groote hoeveelheid oude tarwe, doch door den handel zijn
in deze tarwe zaken gedaan tot zoo lage prijzen, dat de
onderhandelingen geen resultaat hebben gehad en dat de
Anierikaansche voet-rade ii weder meer de aa ndacht trok-
ken en hun prijsdrukkende invloed w’eder toenam. Druk
op de niarkt is ei- verder uitgegaan van cle sterk toegeno.
men Russische aanvoeren, velke deze week 385.000 quar-
tet-s hebben bedragen en die iii de naaste toekomst zeker
nog aanmerkelijk zullen vereneerderen. Rusland is voort-
durend in ruime mate met tarwe aan de markt en heeft
daarin speciaal naar Engeland deze week weder vrij wat
zaken gedaan. Verder werkte speciaal
01)
het vasteland,
doch later ook in Engeland, het dringende aanbod uit Ree.
uien iii en hongarije cle prijsdaling in de hand. Uit die lan-
den en vooral uit Rocmeniii, dat tegenwoordig een uitvoer.
premie op tarwe verleent van ongeveer
,f
1.50 per 100 1KG.,
is tarwe tot ongekend lage prijzen te koop. Behalve tarwe,
die voor brood geschikt is, gelcl’t dat ook voor mindere
kw’aliteiten, die voor veevoeder worden aangeboden en waar-
van cle prijs de laatste dagen veel lager is dan voor andere
voaclergi-anen. Deze voertarwe is de laatste dagen ook in
Nederland gekocht. De wereidverschepi ngen van tarwe
‘aren deze w’eek w’eder ruim en de naar Europa onderweg
zijnde hoeveelheid is w’eder vrij sterk toegenonien. Austrn1ii
had den laatsten tijd nog geregeld tarwe naar het Verre
Oosten en met name naar China verkocht, doch in de af-
geloopen w’eek bleek w’intertarwe van cle Westkust der
Vereenigde Staten goedkooper te worden aangeboden, zoo-
dat daarin vrij belangrijke zaken beneden de Atistralische
prij
w’
zen tot stand kanien. Aan de algemeene prijs’laling,
welke tai-we in Europa onderging. heeft clan ook Australi-
sche tarw’e ten volle meegedaan. Onder de gew’one soorten
is Russische tarwe het meest in prijs gedaald, hetgeen iii
overeenstemming is met het dringende Russische aanbod.
Ook Canadeesche en Argentijnsche tarw’e kwamen belang-
rijk lager te koop, ofschoon de vooruitzichten omtrent den
nieuwen Canadeeschen oogst er niet beter op zijn gewor-den en in Argentinië blijkens de kleine uitvoeren van den laatsten tijd het uitvoeroverschot niet groot meer is. Voor
de nieuwe tarw’e zijn de vooruitzichten in Argentinië er
echter belangrijk op verbeterd als gevolg van algemeenen
regenval. Ook in Canada is wel eenige regen gevallen, doch
in de meeste streken der Prairie-Provincies kwam die te
laat om de te vet-wachten opbrengst der zomertarwe te doen
toenemen. In het zomertarwegebieci der Vereenigde Staten
is de toestand er als gevolg van hitte en droogte nog min.
der op geworden. Dit heeft meegewerkt tot de vaste mark-
12 Augustus 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
727
AANVOEREN in
tOfls
van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
218
Aug.
Sedert
Overeenk.
218
Aug.
Sedert
Overeenk.
1
31
1930
1931
1
Jan.
1931
tijdvak
1930
1931
1
Jan.
1931
tijdvak
1930
12.387
773.985 786.660
–
10.015
35.782
784.000
822.442
Tarwe
……………..
Rogge
……………..
10.112 188.783
270.919
16
324
24.650
189.107
295.569
424
15.334 10.764
–
145
1.512
15.47e
12.276
35.037
701.349 606.536
13.233
160.082
104.804
861.431
711.340
Boekweit …………….
378.826
282.150
–
21.915
21.251
398.741 303.401 175.178
122.503
–
1.410
2.812 176.588 125.315
Male ……………….
129.176
54.574
7.587
299.269
168.813
428.445
223.387
Gerst
……………..7.598
Haver
……………..3.499
Lijnkoek …………..
63.229
96.493
–
204
–
63.433 98.493
Lijnzaad
……………4.343
2
..614
40
64.870
75.833
–
18.721
23.459
83.591
1
99.292
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
35
25.250
11.444
8.031
475
33.281
11.919
ten van 7 Augustus te Chicago en Winnipeg, toen daar
plotseling algemeene kooplust voor tarwe ontstond en de
prijzen een belangrijke verhooging konden ondergaan. Het-
zelfde geschiedde iu Argentinië, evenals den volgenden dag,
blijkens cle prijsstijging te Liverpool en Rotterdam, ook in
Europa. Il)e weerklank, welken de prijsstijging in Europa
vond, was echter niet voldoende om reeds op 8 Augustus
een reactie te voorkomen. Er is clan ook in den deplorabe-ten toestand der ta.rwemarkt weinig verandering ontstaan,
welke de verbetering der prijzen rechtvaardigcle en voor-
namelijk is die clan ook te beschouwen geweest als een
reactie van cle voorafgaande prijsdaling. Toch echter was
Noord-Amerika op 10 Augustus weer aanmerkelijk vaster. In vergelijking niet den 3clen sloot Chicago vrijwel onver-
alkderd. Op 3 Augustus was Winnipeg gesloten, doch tegen-
over den 4deu was het slot 2 A 3 dollarcent per 60 lbs.
hooger. Ook aan de Argentijnsche termijnmarkten is cle
aanvankelijke prijsdaling tenslotte meer clan ingehaald en
cle markt sloot
01)
den lOcten ongeveer 5 centavos per 100
KG. hooger dan een week tevoren. Op 10 Augustus, nadat in Amerika de markten gesloten waren, werd het maande-
lijksche regeeringsrapport gepubliceerd over den stand der
graanoogsten. Weliswaar was de raming der opbrengst
aan zomertarwe slechts 118 niillioeii bushels tegen 247 mil-
lioen in 1930, doch voor de wintertarwe wordt de oogst
geraanici op cle enorme hoeveelheid van 775 millioen tegen
604 rnillioen in 1930. De vorige schatting (per 1 Juli) be-
droeg 713 millioen bushels. Ic West-Europa zijn cle oogst-
vooruitzichten niet ongunstig cii in Duitschland blijft de
waarschijnlijkheid van een zeer grooten ta.rwe.00gst be-
staati. Uit Frankrijk werd ook in cle afgeloopeit week
weder herhaaldelijk melding gemaakt van den ongunstigen
invloed van het slechte weder, doch tenslotte schijnt de
opbrengst niet tegen te vallen.
Voor r o g ge blijft de vraag in West-Europa onbevre-
digenci, nu daar de eigen oogsten worden binnengehaald. Uit
Dnitschlancl en Polen wordt reeds geregeld rogge tot cle
tegenwoordige lage prijzen aangeboden ter versc’heping in
cle berfstmaanden. Uit Rusland is deze week geen rogge
verlaclen, doch liet kost groote moeite om voor de par-
tijen, welke onderweg zijn, koopers te vinden. In Neder-
land blijft voor cle daar aanwezige voorraden Russische
en andere rogge wel eenige kooplust bestaan, doch de be-
dingbare prijzen zijn zeer laag en hebben in den loop der
week nog weer eenige verniinclering ondergaan.
De iii a ï s-markt heeft weder zeer sterk onder den druk
verkeerd van cle groote hoeveelheden, welke in West-
Europa arriveerdeti en speciaal in Nederland konden die
slechts tot weder lagere prijzen worden opgenomen. Ten-
slotte echter heeft al die mars (en de aanvoeren waren in
de afgeloopcn week van ongekend grooten omvang) haar
weg naar den verbruiker gevonden en weder bleek het
wel, hoe buitengewoon groot tegenwoordig het maïsver-
bruik in Nederland is. België heeft veel mars opgenomen, terwijl tevens goede vraag bestond in Denemarken, waar-
heen via Hamburg herhaaldelijk betere prijzen werden be-
taald dan in Nederland. De verschepingen uit Argentinië
zijn in de afgeloopen week weder buitengewoon groot ge-
weest, zoodat de naar Europa onderweg zijnde hoeveelheid
nog altijd grooter is dan nog ooit is voorgekomen. De ver-
schepingen uit andere exportianden bleven weder zoo goed
als geheel achterwege, doch in Roemenië zijn de vooruit-ziehten voor den nieuwen oogst buitengewoon gnnstig en
men verwacht daar een zeer groote opbrengst. Dit heeft
de flauwe stemming van deze week in de hand gewerkt,
en heeft ertoe bijgedragen, dat Platamaïs op aflading in de
herfstmaanden aanmerkelijk goedkooper te koop kwam. Er
aijn daarin naar Nederland meer zaken gedaan dan te-
voren en tot de lage prijzen nam daar ook cle omzet toe
in Platainaïs ter levering in het voorjaar van 1932. Aan
cle termijnmarkten in Argentinië is maïs in den loop der
week eenigszins in prijs gedaald ‘en dat ook de Argentijn-
sehe wisselkoers zich niet herstld’e, doch nu en dan zelfs
weder lager i’as, droeg tot het goedkoopere aanbod in Ar-
gentinië bij. Toen op 7 Augustus voor’ andere graansoorten
de markt in Noord- en Zuid-Amerika ‘aanmerkelijk vester
was, was dit voor maIs in Argentinië niet het geval, doch
op den volgenden dag deelde in Europa de vastere stem-
ming ‘ziQh wel degelijk aan mars mede en zoowel naar Nederland als naar Hamburg (voornamelijk voor Deen-
sche rekening), Antwerpen en1ngelancl werden voor stoo-
mende Platamaïs en voor Platamars op afbetaling aan-
nierkelijk hoogere prijzen betaald .De termijlimarkten te
Buenos Aires en Rosario reageerden daarop op 8 Augustus
wel met eenige verhooging, doch deze was niet van grooten
omvang en op den volgenden marktdag (10 Augustus) viel
over het algemeen de stemming voor maIs aan de Euro-peesche markt tegen. Ook in Argentinië vond toen geen
prijsstijging meer plaats en de termijnmarkten sloten daar
in vergelijking niet een week tevoren onveranderd tot 5 een-
tavos per 100 KG. lager. –
Evenals andere graansoorten was in Chicago 01)7 Augus-
tus ook mais zeer vast, doch reeds op den volgenden ctag ging niet slechts dc geheele verhooging verloren, doch de
prijzen kwamen zelfs op een lager peil dan tevoren. Op 10
Augustus was te Chicago echter ook mars vaster.
G e r s t is in cle afgeloopen week eveneens flauw geweest
en werd, vöoral tilt Roemenië, vöortdurend- lager aange-
boden. Naar Bremen en ook naar Hamburg werden vrij
wat zaken gedaan, doch in Nederland had men in cle prij-
zen vooi- deze gerst, clie vooral op aflading in de eerstvol-
gende marndeil wordt aaigbqden,,, weinig vertrouwen, zoo-
lang zij zich boven de meïsprijzen blijven bevinden. Meer
zaken werden er naar Nederland gedaan in Canacleesche
gerst, clie gedurende een aantal dagen eveneens zeer flauw
was, doch waarvan de prijzen zich aan het einde der week
aanmerkelijk konden herstellen. Op 10 Augustus was gerst
te Winnipeg zelfs uitermate vast en dle prijsdaling der af-
getoopen w’eek was daarmede geheel ingehaald. i)e aan-
voeren van gerst blijven in West-Europa nog altijd zeer
klein, zoodat voor spoedig beschikbare partijen bij voort.
during hoogere prijzen worden betaald.
Voor h a v e r blijft de markt stil, doch het verdient ver-
melding, dat uit ])uitsehland geregelçl haver tot zeer lage
prijzen wordt aangeboden. Er zijn daarin nu en dan zaken
naar Nederland tot stand gekomen voor aflading in de
herfstmaanden. Nieu we verschepiogen uit Rusland vallen
nog niet te vermelden, doch er bestaat wel eènig Russisch
aanbod, dat in dc afgeloopen week voornamelijk )n Enge-land werd opgenomen. Voor Argentijnsche haver heeft de
rijs in cle tweede helft der week weder eenige verdere ver-
laging ondergaan.
SUIKER.
Een lustelooze stemming doniineerde het artikel Suiker
gedurende de afgeloopen week. i)e algemeene toestand bleef
deprimeerend op de verschillende markten inwerken.
In A m e r i k a, waar raffinadeurs den laatsten tijd, zoo-
als gemeld, heel wat gekocht hadden, was’ de vraag voor
riiwsuiker wat geluwd. Ca. 1.50 dc. c. & fr. voor Ouba-
suiker werd voor kleinere partijen betaald.
Nadat Augustus liquidaties in het begin der weêk nog
eenigen druk uitoefenden op de N e w-Y o r k termijnmarkt, kon deze nich naderhand langzaam herstellen. De slotnotee-
ringen luidden als volgt: Sept. 1.45; Oct. 1.46; Dec. 1.47;
Jan. 1.48 en Mrt. 1.50, terwijl de laatste noteering voor
Spot Centr. 3.50 bedroeg.
De ontvangsten der Atlantische havens der Ver. Staten
bedroegen deze week 74.000 tons, de versmeltiugen 65.000
tons tegen 62.000 tons verleden jaar en de voorraden
240.000 tons tegen 312.500 tons.
728
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
12 Augustus 1931
De laatste
C uh
a-staitistiek is als volgt:
1931 1930
1929
tons
tons
tons
Cubaproduetie
………..3.118.000
4.671.260
5.156.315
Voorr. overgebracht per 111 1.390.000
321.000
193.000
Consumptie
…………..83.000
73.000
88.315
Weekontv. afscheephavens
53.452
34.277
36.775
Totaa.I
sedert 111
N.
oogst 1.601.495
2.987.706
4.243.872
Weekexport
………….101.527
80.331
105.081
Totale export sedert 111
.
1.367.029 1.880.919 3.265.329
Voorraad afscheephavens
1.405.763 1.417.997
979.272
11
Binnenland
…
1.652.208
1.610.554 824.128
De Zichtbare Voorraden zijn volgens
Czarnikow:
1931
.
1930
1929
tons
tons tons Duitschland
117
……….1.093.000
745.000
648.000
Tsjecho-Slowakije
1/7
469.000
284.000
247.000
Frankrijk
117
………..471.000
385.000 288.000
Nederland
1/7
………..227.000
175.000
186.000
België
116
……………120.000
131.000 146.000
Hongarije
1/7
…………76.000
40.000
44.000
Polen
117
……………348.000
254.000
183.000
Engeland 117. Gefmp. s….229.000
231.000
205.000
1/7. Binnenl.
s
21.000
17.000 17.000
Europa.
.
3.054.000 2.262.000
1.964.000
Ver. Staten alle havens 27f6
o
543.000
666.000 912.000
Cubaansche havens 27/6
.
1.625.000 1.632.000 1.299.000
Cuba
Binnenland
……..1.795.000
1.775.000
1.000.000
Totaal…
7.017.000
6.33T000
5.175.000
1)e markt in E n ge! a n d was uiterst rustig.
En ruw-
suiker ging zoo goed als niets om, terwijl
de schommelingen
op de L o n d e n s c h e termijnmarkt
niet noemenswaard
waren.
Op J a v a heeft de V.I.S.P. behalve
40.000 tons
Melassc
suiker slechts 10.000 tons No. 16 en hooger uit oogst 1931
verkocht.
H i e r te 1 and e was de stemming
eveneens zeer kalm.
De noteeringen op de Amsterdamsche
termijnmarkt bleven
de geheele week zoo goed als ongewijzigd. De noteeringen
op den laatsten beursdag luidden a.v. Aug.
f
8%
;
])ec.
f
8%; Mrt.
f
9% en Mei
f
9%. ])e
omzet bedroeg
8300
tons.
KATOEN.
Marktberjcht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 5 Aug. 1931.
J)e markt voor Amerikaansche katoen is deze week aan
weinig veranderingen onderhevig geweest. Op 31 Juli
1930 als slot van het jaar noteerde Mid. American loco
Liverpool 7.27 d., het laagste punt van dat jaar.
Dit seizoen was de sluitingsnoteering 4.62 d. of 6 punten
hooger dan de laagste van het jaar, ul. 4.56 d. op 8 Juni. New-York opende dit seizoen op den isten Augustus en
was gedurende de twee dagen, welke aan de opening te
Liverpool voorafgingen, flauwer. Dientengevolge was ook de Liverpoolmarkt op gisteren flauwer, zoodat Mid. Ame-
rican loco tot op 4.49 d. daalde, een noteering, die het
laatst gezien werd gedurende de tijdelijke instorting in
November 1914. Egyptische katoen is eveneens teruggeloo-
pen. F.G.F. Sakellaridis noteerde op 31 Juli 6.95 cl., het laagste punt van het seizoen, eveneens een prijs, die wij
sedert Maart 1915 niet gekend hebben. ])e vraag gedurende de
week, voorafgaande aati jl. Vrijdag, was slechts matig; naar
schatting bedroegen cle loco-verkoopen slechts 21.000 balen.
Over het algemeen is dc markt voor garen van Amen-kaansche katoen rustig. In enkele afdeelingen was gedu-
rende cle laatste dagen van de vorige week en ook gisteren
een kleine opleving waar te nemen; de algemeene lusteloos-
heicl ten spijt zou hieruit af te leiden aijn, dat enkele ge-
bruikers van weft-gareus in de markt zijn. Tweevoudig ge-
twijnd garen wordt weinig verkocht. Wat Egyptische katoen
betreft, is de ervaring van de meeste spinnerijen, dat er
slechts weinig omgaat, zoowel in ketting- als inslagcops,
hoewel anderen nog wel iets verkocht schijnen te hebben.
Indië en het Verre Oosten toonen belangstelling voor twee-
vouclig getwijnd garen, doch cle biedingen, welke vandaar
komen, kunnen onmogelijk geaccepteerd worden.
Wat de doekmarkt betreft, kan weinig nieuws ge-
meld worden, zoodat wij moeten refereeren aan ons bericht
van cle vorige week. Van Hongkong komen belangrijke aan-
vragen binnen, doch het is uitermate moeilijk om tot zaken
te komen.
Liverpoolnoteeringen
Oost. koersen 28Juli 4Aug. 29Juli 5Aug. T.T.opBr.-Indië 1/5% 1/534
F.G.F.Sakellaridis 7,10 8,65 T.T.opffongkong 11% 11%
G.F. No. 1 Oomra. 3,17 2,91 T.T.op Shanghai 1/2% 112
7
/8
STATISTISCH OVERZICH
GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN
TARWE
Hard WInter
R000E
AmericanNo.2
3
)
MAIS
La Plata
QERST
Amer.No.24)
LIJNZAAD
BOTER
KAAS
Edammer
EIEREN
STEENKOLEN
WestfaalscheJ
PETROLEUM
Mid. Contin.
No.2 loco
Rotterdam!
loco
loco
loco
Rotterdam
La Plata
loco
perK.G.
Leeuwar
–
Alkmaar
Gem. not.
Eiermijn
Hollandsche
bunkerkolen,
Crude
Amsterdam
Rotterdam
R’damlA’dam
R’damjA’dam’ der Comm.
Fabrieks-
kaas
Roermond
ongezeefd f.o.b.
33 tlm 33.90
per 100 K.G.
per 100 K.O.
per 2000 K.G.
per 1960 K.G.
Noteering
ki. mjmerk
P. 100 st.
R’damjA’dam
Bé
S.
g.
per 1000 K.G.
per barrel
II.
0
10
11.
0/
11.
0/
f1.
°(o
II.
f1.
0
!o
f1.
01
3
6.
01
__
f1.
01
$
0(
1925 17.20
100,0
13,07
8
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
ICO,O
9,18
100,0
10,80
100,0 1.68
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
88,8
17,90
165,7
1.89 112,5
1927 14,75
85,8
12,476
95,4
176,00
76
1
0
237,00
100,4
362,50
78,4
2,03 87,9
43,30 77,3
7,96
86,7
11,25 104,2 1.30
77,4
1928
13,47
5
78,3
13,15
100,6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00 78,5
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
71,4 1929
12,25
71,2
10,870
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6
2,05 88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
11,40
105,6
1.23
73,2
1930
9,675
56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356.00
77,0
1,66
71,9
38,45
68,7
6,72
73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
1929
12,35
71,8
12,20
93,3 231,50
100,0 194,25
82,3
365,00 78,9
2,25
97,4
45,95
82,1
9,03
98,4
10,10
93,5
1.16
69,0
ebr.
•
12,72
5
74,0
12,65 96,7
236,00
101,9
194,75
82,5
357,25
77,2
2,29
99,1
45,40
81,1
9,19
100,1
12,90
119,4
1.11
66,1
Maart
•
12,65
73,5
12,620
96,6
233,00
100,6
191,75
81,3 359,00
77,6
1,95
84,4
44,60
79,6
8,56
93,2
12,00
111,1
1.11
66,1
Aprili
,,
12,120
70,5
11,62
5
88,9 218,00
94,1
185,25
78,5 373,25
80,7
1,81
78,4
40,25 71,9
5,90 64,3
11,05
102,3
1.11
66,1
Mei
11,125
64,1 10,575
80,9
198,25
85,6
177,50
75,2 363,50
78,6
1,86
80,5
39,90
71,3
6,16
67,1 11,15
103,3
1.16
69,0
lunI
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6 355,25
76,8
1,87
81,0
78,6
6,41
69,8
11,25
104,2
1.30
77,4
juli
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191.25
81,0
415,50
89,8
1,88
81,4
80,4
6,88
74,9
11,25
104,2
1.30
77,4
Aug.
•
13,12
5
76,3
10,75
82,2
202,50 87,5
182,75
77,4
452,50 97,8
1,93
83,5
46,15
82,4
7,13
77,7
11,25
104,2
1.30
77,4
Sept.,,
12,62
5
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9 506,75
109,6
2,22
96,1
45,25 80,8
8,01
87,3
11,40
105,6
1.30
77,4
Oct.
12,10
70,4
9,875
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2 516,50
111,7
2,28
98,7
50,25
89,7
9,53
103,8
11,25
104,2
1.30
77,4
Nov.
11,775
68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8 483,25
104,5
2,20
95,2
————–
50,70 90,5
10,60 115,5 11,35
105,1
1.30
77,4
Dec.
12,625
73,4
9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
2,06 89,2
47,50 84,8
9,97
108
1
6
11,75
108,8
1.30
77,4
,
an.
l90
12,675
73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6
43,95
78,5
7,55
82,2
11,75 108,8
1.21
72,0
ebr.
11,725
68,2 8,17
5
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2
2,03
87,9
41,15
73,5
6,90
75,2
11,75
108,8
1.11
66,1
Maart
,,
10,9(5
63,4
7,15
54
1
7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
1,71
74,0
41,25
73,7
5,18 56,4
1155
106,9
1.11
66,1
April
,,
11,175
65,0
7,62
5
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00 93,2
1,50
64,9 36,50
65,2
5,16
56,2
11:35
105,1
1.165
69,3
Mei
,,
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00
87,6
1,44
62,3 37,20
68,4
5,30
57,7
11,35
105,1
1.18
5
70,5
juni
10,05
58,4 5,17
5
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09
55,4
11,35
105,1
1.185
70,5
juli
,
9,55
55,5
5,82
5
44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75 74,8
172
745
39,90 71,3
5,99 65,3
1135
105,1
1.18
5
70,5
Aug.
•
9,45 54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00
78,9
1
:58 68:4
40,20
71,8
6,03 65,7
11:35
105,1
1.185
70,5
Sept.
8,40
48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9
318,75
68,9
1,64
71,0 37,55
67,1
7,23
78,8
11,35
105,1
1.18
5
70,5
Oct.
•
7,40
43,0 4,62
5
35,4
112,25
48,5
86,00
36
1
4
281,25
60,8
1,63
70,6
36,90
65,9
8,60
93,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Nov.
,
Dec.
7,25
42,2
4,25
32,5
94,50 40,8
82,25
34,9
270,75
58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9
10,90
100,9
0.85
50,6
,,
7,07
5
41,1
4,30
32,9
96,00
41,5 91,00
38,6
247,75
53,6
1,55 67,1
33,50
59,8
7,97
86,8
10,85
100,5
0.85
50,6
k
an.
1931
6,52
5
37,9
4,-
30,6 84,50
36,5 86,25
36,5 207,50
44,9
1,61
69,7
32,25 57,6 6,63
72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
ebr.
•
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50 37,8
85,75
36,3
206,25
44,6
1,66
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart
5,62
5
32,7
4,20
‘32,1
103,00
44,5
104,75
44,4 214,00
46,3
1,47
63,6
35,00
62,5
4,94
53,8
10,30
95,4
0.66 39,3
April
5,90
34,3
4,42
5
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60
56,4 4,20
45,8
10,15
94,0
0.53
31
1
5
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0 95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
1,26
54,5 30,85
55,1
4,07
6
44,4
1
10,00
92,6
0.53
31,5
Juni
Juli
5,75 5,42
5
33,4
31,5 5,05 4,70
38,6 86,75 37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
1,29
55,8 33,50
59,8
4,30 46,8
10,00
92,6
0.345
20,5 35,9
84,25 36,4
115,75
49,0 211,00 45,6
1,32
57,1
37,75
67,4
4,40
479
10,00
92,6
0.24
14,3
3 Aug.
,_
29,1
4,-
30,6
75,00
32,4
115,00
48,7
189,00
40,9
1,23
9
53,2 37,50
0
6,70
4,50 49:0
1
10,00
92,6
0.35 20,8
10
.
5,10
29,7
3,80
29,7 74,00 32,0
115,00
48,7 190,00
41,1
4,40
1
47,9
1
10,00
1
92,6
0,35
20,8
,i
men zie voor
ce Ioeilcnung op Oezen staat de nummers van S en 15 Augustus 1928 (No. ‘658 en’ 659) pag. 689190 en 709.
3)
79 Kg. La Plata.
3)
=
Western vÔô:
ring van de huidige offic. not.wljze (Jan. 1928); Barley vanaf 212131; vanaf 912
6415
Z.-Russ.
12 Augustus 1931
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
729
Ontvangsten in- en uitvoeren
van
Amerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).
1
Aug.
’30
Overeenkomst ige periode
tot
31Juli’31
1
1929130
1928129
Ontvangsten Gulf.Havens.
,,
Atlant.Havens
}
8971
8706
9450
Uitvoer naar Gr.Brittannië
1083 1308
1857
‘t Vasteland ete.
4057
4254
4764
het Orient ….
1767
1240
1602
Voorraden.
(In dulzendtallen balen).
–
Overeenkomstig
tijdstip
31Juli’31
–
1930
1929
2787
1545
517 798
560
198
,Amerik. havens ……
…..
228
239
138
Binnenland
………….
New-York
……………
576
326
42
New Orleans ………….
Liverpool
……………
357
245
371
KOFFiE.
Nog altijd is de stemming zeer kalm. Onder den invloed
van cle aanhoudende daling van den wisselkoers in Brazilië
– welke in de afgeloopen week nog ongeveer
636%
terug-
liep en tenslotte 01)
334
d. per milreis kwam – liepen de
kost- en vrachtaanbiedingen van Santos nog
2/- iï 2/6
en
van Rio nog
1/.
per cwt. terug en daalden ook de notee-
ringen aan cle verschillende terntijnmarkten (aan de Rot-
terdamsche markt bedraagt het verschil met verleden week
1% h 1% ct. per
36′
K.G.).
Geruchten, welke in cle laatste dagen weder opdoken,
betreffende
1)lannen
van de Braziliaansche Regeering tot
verhooging van het nieuwe uitvoerrecht met
3
shillings
(dus van 10/- op
13/.
per baal) hadden vooralsnog op de
stemming geen invloed.
Ook ditmaal moet worden geconstateerd, dat cle opnieuw
verlaagde Braziel-prijzen nog steeds geen aanleiding heb-
ben kunnen geven tot importzaken val) beteekenis. De han-
del blijft volharden in de uiterst apathische houding, welke
reeds zoolang door hem wordt ingenomen en waardoor de
zaken, welke tot stand komen, zich bijna uitsluitend be-
perken tot inkoopen ter voorziening in directe behoefte.
De minimum-temperatuur in de verschillende koffie-dis-
tricten van Sao Paulo, welke verleden week gedaald was
tot
3
A
S
graden Fahrenheit, is in de laatste dagen weer
iets gestegen en bedroeg eergisteren
S 1. 13
en gisteren
5 9
graden bij een maximum-temperatuur van respectievelijk
27 A 30
en
20 h 24
graden. Voor kans op schade aan den
oogst zijn ook de mil.timum-temperaturen nog altijd w’el wat
te hoog.
Van den Koffie-Raad is bericht ontvangen, dat in de
vorige week vernietigd zijn
48.000
balen Santos Koffie.
Dc prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos op prompte verscheping zijn thans
37/- fc 38/6
per cwt. en van dito Prime
39/- 0. 40/6,
terwijl zij van Rio type New-
York
7
met beschrijving, prompte verscheping, bedragen
29/9
0.
30/3.
Neclerlandsch-Indië liep voor de ongewasschen Sumatra
Robusta soorten
34
0.
34
et. en voor gewasschen Robusta 1 ct. per
36′
K.G. terug. De noteeririgen in de eerste hand
zijn thans:
Palen”ibang Robusta Augustus verscheping,
1434
ct.;
Benkoelen Robusta, Augustus verschaping,
1534
ct.; Mand-
heling Robusta, Augustus verscheping,
17
ct.; W.T.B. faq.
Robusta, Augustus verscheping,
2236
ct., alles per
34
K.G.,
cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
Aan cle Rotterdamsche termijnmarkt zakten de noteerin-
gen 1%
0.
1% ct. per
36
K.G. in.
De officieele loco-noteeringen bleven bij uiterst geringen
afzet onveranderd
28
ct. per
36KG.
voor Superior Santos
en
26
ct. voor Robusta.
I)e slot-noteeringen te New-York van het aldaar gelden.
cle gemengd contract (basis Rio No.
7)
varen:
Sept.
Dec.
Mrt.
Mei
10 Augustus ………$
4.92
$ 5.16
$ 5.30
$ 5.41
3
Augustus ……… ..
5,22
,, 5.48
,, 5.67
,, 5.80
27 Juli
…………. ..5,58
,,5.85
,,6.02
,,6.1.6
20 juli
……………5,52
.. 5.77
,, 5.95
., 6.05
De dezer dagen verschenen Statistiek van de Firma (1.
Dunring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in Juli de
aanvoer geweest is als volgt:
1931
1930
1929
bn.
bn.
bn.
in Europa ……………
914.000
768.000
838.000
,. Ver. Stateii van Amerika
986.000
788.000
$87.000
totaal….
1900.001.556.000 1.7200
VAN
GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)
METALEN
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
ZILVER IJZER
Cleveland
KOPER
TIN
LOOD
KATOEN
WOL
gekamde
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
cash Londen
per Foundry No.3
Standaard
Locoprijzen
locoprijzen Locoprijzen
Middling
locoprjzen
Australische, Australische,
CrossbredColo-
FIULDEN
Gaaf, open
SALPETER
Old. per
Sta1ird
f.o.b.
Mlddlesbrough
Londen
Londen per
Eng. ton
Londen
per Eng. ton
New-York
Menno 6′
Av.
loco B’radford
nial Carded,
kop
100 KG.
(unce
per Eng, ton
per Eng, ton per Ib. per Ib.
508 Av. loco
57-61 pnd.
netto
Bradford per Ib.
pence
0/
Sh.
0
1
0
0j
0/
£
0/o
$
cts.
O(o
pence
0
)0
pence
1
0)
f1.
0J
(1.
Oj
3211
8
100,0 731- 100,0
62.1)6
100,0
261.171-
100,0
36.816 100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
1100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
28fl1
89,3
8616
118,5
58.11-
93,5
290.1716
111,1
31.116
85,3
17,55
75.5
47.25
85,9
24,75
83,9
28.46
82,0
11,61
96,8
26
114
83.3
731-
100,0
55.141-
89,7
290.4)-
110,8
24.4)-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50 89,8 40,43
116,5
11,48
95,7
2
6
1
116
81,1
661-
90,4
63.16j-
102,8
227.51- 85,8
21.1J-
a7,8
20,00
86,0
51,50
93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7
116
76.2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.15!6
77,8 23.51-
63,8
19.15
82,4
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
17
18
/16
55,4
671-
91,8
54.13)-
88,0
142.51-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82.0
26P4
81,8
661-
90,4
75.l0(6
121,7
222.716
84,9
22.21-
60,7
20,20
86,9
45,75
85,0
28,75 97,3
37,50
108)
11,70
97,5
257(9
80,7
666
91,1
78.-/6
125,7
222.11)-
85,0
23.216
63,5
20,10
86,5
44,25
80,5
27,75
94,1
34,50
99,4
11,70
97,5
26
81,0
671-
91,8
89.8!-
144,0
221.0/6
84,4
25.816
69,7
2l,25
91,4
44,00
80,0
27,50
–
93,2
36,-
103,7
11,70
97,5
25,4
80,2
681-
93,2
82.1716
133,5
207.516
79,2
24.16)-
68,0
20,45
88,0
43,25 78,6 27,25
92,4
33,50
96,5
11,70
97,5
25
1
116
78,1
69)6 95,2
75.416 121,2
197.516
75,3
23.191-
65,8
19,40
83,4
41,50
75,5
26,25
890
30,50 87,9
11,70
97,5
2401
4
75,6
711-
97,3
74.111-
120,1
200.51-
76,5
23.14)-
65,1
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75
87:3
34,50
99,4
11,70
97,5
24
0
)1
6
75,7
7216
99,3
72.1216
117,0
209.516
79,9
22.161-
62,6
18,65
80,2
38,75 70,5 24,75
83
1
9
32,25
92,9
9,18
76,5
24
6
1
75,7
7216
99,3
73.17)-
119,0
210.111- 80,4
23.31-
63,6
18,60
80,0 37,00 67,3
24,00
81,4 29,75
85,7
9,28
77,3
23
11
(1
73,9
7216
99,3
74.19/-
120,7
205.516
78,4
23.11/-
64,7
18,90
81,3
34,25
62,3
23,75
80,5
31,25
90,1
9,39 78,3
23
0
/18
71,8
72)6
99,3
72.161-
117,3
188.9/6
72,0
23.416
63,8
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3
–
–
9,49
79,1
22
11
116
70,7
7216
99,3
70.51-
113,2
182.-16
695
21.13!-
59,4
17,50
75,3
34,25 62,3
23,00 78,0
27,25
78,5
9,70
80,8 22
0
14
69,3
7216
99,3
68.616
110,1
178.18(6
683
21.916
59,0
17,25
74,2
31,25 56,8
21,25
72,0
27,75
80,0
9,90
82,6
2015/
16
65,3
7216
99,3
71.916
115,1
174.131-
66,7
21.111-
59,4
17,15
73,8 29,50
53,6
19,25
65,3 26,63
76,7
10,11
84,3
201(8
62,6
7216
99,3
71.1216
115,4
174.41-
66,5
21.4!-
58,2
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2 24,50
70,6
10,21
85,1
19
1
1
59,5
701-
95,9
68.19/6
111,1
165.18/-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9
69,2
10,21
85,1
19
9
116
61,0
6716
925
61.31-
98,5
161.17)6
61,8
18.616
50,3
16,45
70,8
27,25 49,5
17,25
58,5 24,13
69.5
10,21
85,1
181546
59,0
6716
92,5
53.91-
86,1
145.-)-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61
1
0
26,25 75,6
10,21
85,1
161118
50,0
6716
92,5
50.116
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4
27,75 50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9 67/6
92,5 48.21-
77,5
134.1716
51,5
18.3/-
49,8
13,10
56,3 27,00
49,1
16,75
56,8 24,25
69,9
918
76,5
16
3
(
51,0
651-
89,0
47.151-
76,9
135.516
51,7
18.61-
50,2
11,95
51,4
27,25 49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28
77,3
16111
16
52,0
6316
87,1
46.61-
74,6 132.61-
50,5
17.18/-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,50
76,4
9,39
78,3
16
1
1
51,5
63160
87,1
41-1-
69,3
117.131-
44,9
15.15/-
43,2
10,55
45,4
24,50
44,5
14,50
49,2
26,25 75,6
949
79,1
16
5
18
51,9
63166
87,1
46.816′
74,8
113.161- 43,5
15.18/6 43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00 44,1
25,25
72,8
9,70
80,8
16
518
51,0
63166
87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9 9,95
42,8
22,50
40,9
12,50
42,4
72,0
9,90 82,6
13
7
18
43,2
6016
82,9
45.716
73,1
116.81-
44,4 14.-16
38,5
I
10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
12
1
1
38,9
5816
80,3
45.116
72,6 117.-!6
44,7
13.516
36,4
1
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
1
3
7
/1
41,8
5816
80,3
45.1/6
72,6
122.11-
46,6
13.316
35,2
1
10,90
46,9
25,25
45,9
14,50
49
1
2
22,25
64,1
10,21
85.1
13
1
18
40,9
5816
80,3 42.15/6
68,9
113.41-
43,2 12.10!- 34,3
1
10,25
44,1
24,50
44,5
14,50
49,2 22,25
64,1
10,21
85,1
12
15
/16
40,3
5816
80,3
39.616
63,4
104.171-
40,0
11.1016
31,6
I
9,40 40,4
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
127/
8
40,1
5816
80,3
36.616
58,5
106.216
40,5
11.1116
31,8
1
9,10
39,1
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10.21
85,1
1301
4
41,2
58)6
80,3
34.141-
55,9
112.516
42,9
12.1516
35,1
1
9,25
39,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26
68,8
13
1
1
1
67
40,7
5816
f0,3
32.1216
7
52,6
1Il.-/-7
42,4
12.51-
7
33,6
1
7,958
34,2
22,75
9
41,4
12,25
9
41,5
19,50
7
56,2
8,26 68,8
129/
39,1
58)6
80,3
32.10/-
52,4
112.101-
43,0
12.216
33,2
1
8.26
68.8
ie invoering van de huidige officisele noteringawijze (Jan. 1928; vanaf 16Dec.1929 7415 K.G. Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 Z.-Russische. 4) = Malting
vôôr
de .nvoe-
5) Noteering Schotl8nd 5916.
6
)58)…
7)
4 Augustus.
8)
7 Augustus. 9) 6 Augustus.
730
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
12 Augustus 1931
De Aanvoeren in Europa
en in Amerika
tezamen
gedu-
rende de eerste zeven maanden
van
liet
jaar
bedroegen
16.060.000
balen tegen
13.935.000
balen iu
1930
en
13.011.000 balen iii
1929.
De Afleveringen waren:
1931
1930
1929
bn,
bn.
bn.
in Europa
……………
876.000
792.000
824.000
Ver. Staten van Amerika
889.000
794.000
827.000
totaal….
1.765.000 1.586.000 1.651.000
i)e Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste zeven maanden van het jaar waren
14.633.000
balen tegen
13.297.000
balen in
1930
en
12.703.000
balen in
1929.
De zichtbare voorraad was op 1 Augustus in Europa
2.455.000
balen tegen
2.417.000
balen op 1 Juli. In Amerika
bedroeg hij
1.491.000
balen tegen 1.394.000
balen op 1 Juli.
In Europa en in Amerika tezamen was de zichtbare voor-
raad dus op 1 Augustus
3.946.000
balen tegen
3.811.000
balen op 1 Juli. Hij bedroeg op 1 Augustus
1930 -2.933.000
balen en op 1 Augustus 1929 2.959.000
balen.
De zichtbare wereldvoorraad was op 1 Augustus
7.014.000
blen tegen
6.397.000
balen op 1 Juli en
5.400.000
balen
verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen cle voor-
raden in het binnenland van Brazilië, waarvan het cijfer
van 1 Augustus nog niet bekend is, doch die op 1 Juli be-
droegen
19.140.000
balen en op 1 Augustus
1930 –
22.129.000
balen).
Rotterdam, 11 Augustus
1931.
IJZER.
Dc exportmarkt voor ruwijzer is cle laatste week wat vas-
ter gestemd. Op de Schotsche markt is het aanbod van
Lux
3
minder ruim, tengevolge waarvan de prijs een vas-
tere tendens vertoont. De noteering is thans
53
sh. fot.
Grangem•outh. Ook de locale markt voor Cieveland No.
3
kan de productie van deze soort niet meer in zijn geheel opnemen, zoodat eenige hoogovens in langzamer tempo
werken. Een verdere inkrimping van de voortbrenging is
geenszins uitgesloten.
In verband met den onzekeren financiëelen toestand is
de stemming op de staalmarkt zwakkér. Er is buitenge-
woon weinig handel. Stafijzer daalde wederom en noteert
thans
67/6-68/-
fob. Antwerpen.
Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.
Zichtbare voorraad op 1 Augustus in duizenden balen.
1931
1930
1929
1928
1927
Voorraad in Europa…
2.455
2.071
2.199 2.180
1.776
Stoomend ‘(Brazilië
..
648
428
579
482
563
n. Europa kOost
–
Indië.
9
2
69
110
161
62
3.195
2.568
2.888
2.823 2.401
Voorraad Ver. Staten
1.491
882
760
850
634
Stoomend
‘
Brazilië
..
383
342
429
501
643
naar
Oost
ndië
6
8
16
– –
Ver.StatenJ
5.075
3.780 4.093
4.174
3.678
Voorr. in Pernambuco
10
6 2
1
–
Bahia
….
36 21
6
16
17
Victoria
..
84
104
44 85
44
RiodeJaneiro
424
291 247
284 263
Santos
….
1.370 1.127 1.030
1.136
840
Paranagua
.
15
71
25 25
–
Totaal
..
‘7.014
‘5.400 0
5.447
0
5.721
e4.842
Op
1
Juli
……..
t
‘6.397
*5.593
‘5.338
‘5.729
‘4.720
•
Niet inbegrepen de
binnenl. voorraden in
Brazilië.
‘j- Niet inbegrepen
de gouvernementsvoorraad
2.700.000
balen.
De
binnenlandsche voorraden te
Santos
Rio de Janeiro
1 Juli
1927
3.312.000
balen
1 Augustus
1927
5.289.000
1
Juli
1928 11.672.000
1.180.000
balen
1 Augustus
1928 11.986.000
1.012.000
1
Juli
1929
8.785.000
,,
136.000
1
Augustus
1929 10.448.000
317.000
1
Juli
1930 21.210.000
1.621.000
1
Augustus
1930 20.520.000
1.609.000
1
Juli
1931
18.568.000
..
572.000
Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN CROOTHANDELSPRIJZEN.
DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS
Bruto-
VURENHOUT
RUBBER’)
Standaard
SUIKER
Witte kristal-
KOFFIE
Robusta
THEE
Afi. N..l. theev.
COPRA
Ned.-lnd. f.m.s.
gewichtv.d.
buit, handel
liii
0
–
basis
7′
f.o.b.
Zweden/
Ribbed Smoked
Sheets
suiker loco
Locoprijzen
A’dam gem. pr.
per
100 K.G.
Nederland
Finland
loco Londen
R’dam/A’dam.
per 100 K.G. Rotterdam per
‘I
1(0.
Java- en Suma-
KO
tratheep.'(,
.
Amsterdam
1925= 100
________
per ib.
In-
Uit-
..=
.2
voer
voer
1-
f
°Io
5h.
°Io
ft.
01
cts.
0j
cts.
0
10
f
°!o
1925
159,75
100 2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87
5
100,0
100 100
100,0
100,0
1926
153,50
96,1
2/-
67,4
17,50
93,3 55,375
90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
112
128
93,2
92,9
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,125
102,0
46,875
76,4
82,75
97,9
32,62
5
90,9
113
116
95,4
89,5
1928
151,50
94,8
-/10,75
30,2
15,85
84,5 49,625 80,9 75,25
89,1
31,876
88,9
118 128
96,4
87,6
1929
146,00
91,4
-110,25
28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
69,25
82,0
27,37
5
76.3
122
132
91,6
82,6
1980
141,50
88,6
-15,875
16,5
9,60
51,2
32
52
1
1
60,75
71,8
22,62
6
63,l
124
135
75,5
69,4
lan.
1929 152,50
95,5
-19,815 27.9
13,776
73,5
53,125
86,6
77,25
91,4
29,-
80,8
III
119
94,2
84,6 1’ebr.
150,00
93,9
1/-
33,7
13,37
6
71,3
54
88,0
74,25
87,9
28,62k
79,8 75 83
94,2
85,4
Maart
147,50
92,3
110,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1
27,62
5
77,0 82
111
94,8
85,8
April
147,50
92,3
-110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9
26,75
74,6
110
142
92,9
83,9
Mei
145,00
90,8
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50
87,0
25,876
72,1 135 144
91,6
81,7
luni
147,50
92,3
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
88
1
0
69,50
82,2
24,876
69,3
137 134
91,0
81,9
Juli
»
145,00
90
1
8
-111
30,9
13,42
6
71,6
54
88,0
68,50
81,1
27,50
76,7
144
147
91,0
83,7 Aug.
145,00
90,8
-/10,5
29,5
13,00
69,3 53,50
87,2
64
75,6
21,25
76,0
151
149
91,6 83,6
Sept.
,,
145,00
90,8
-/10,125
28,4
13,475
71,9
51,75
84,3
64
75,6
28,25
78,7
135
144
91,0 82,0
142,50
89,2
-19,625
27,0
13,30
70,9
48,50
79,0 66
78,1
27,50
76,7
137
146
90,3 80,5
Nov.
»
142,50
89,2
-/8,125
22,8
12,50
66,7 41,75
68,0
66,50
78,7
27,25
76,0
128 143
88,4
78,8
Dec.
,,
142,50
89,2
-18
22,5
12,07
6
64,4
36,75
59,9
60,75
71,8
27,125
75,6
123 125 87,1
78,8
lan.
1930
147,50
92,3
-17,375
20,7
11,67
6
62,3 35
57,0
60,50
71,6
26,875
74,9
128
136
84,5
76,9
l2eb
r
.
»
147,50
92,3
-18
22,5
11,40
60,8
35
51,0
58,25
68,9
26,37
5
73,5
112
126
81,3 75,2
Maart
147,50
92,3
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
25,25
70,4
125
131
78,7
74,2
April
147,50
92,3
-/7,375
20,7
10,55
56,3 35 57,0
59,50
70,4
26,126
72,8
115 127
78,7
72,8 Mei
,,
145,00
90,8
-16,815
19,3
9
1
80
9,775
52,3
34,15
56,6 58
58
68,6
25,50
71,1
132
131
132 133
76,1
76,1
72,0 70,4
Juni
,,
Juli
145,00
142,50
90,8 89,2
-/6,125 -/5,625
17,2 15,8
9,276
52,1
49,5
33
31,50
53,8
51,3
55,50
68,6
65,7
22,875-
21,75
63,8 60,6
138
141
74,2
69,3
Aug.
142,50
89,2
-14,875
13,8
8,50 45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129
145
73,5
67,9
Sept.
140,00
87,6
-/4,125
11,6
7,976
42,5
28,25
46,0
59,50
70,4
19,25
53,7
122
126
72,3 65,4
Oct.
,
132,50
82,9
-/4
11,2
8,62
5
46,0 29
47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128
152
71,6
64,6
Nov.
.,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75 46,7
29
47,3
68,25 80,8
19,375
54,0
121
139
71,0 63,3
Dec.
,,
130,00
81,4 -14,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66,75
79,0
19,-
53,0
105 129
69,0
61,3
Jan.
1931
125,00
78,2
-14,25
11,9
8,20
43,7
28 45,6
66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7
59,2
Febr.
»
125,00
78,2
-13,875
10,9
8,20
43,7
26,25
42,8 53 62,1
18,12
5
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart
,,
125,00
78.2
-/3,75
10,5
8,30
44,3
25,50
41,5
45 53,3
18,625
51.9
107 140
66,5
59,1
April
,,
125,00
78,2 -13,125
8,8
8,575
45,7
24,75
40.3
43 50,9
17,50
48,8
110 138
65,8
58,4
Mei
125,00
78,2
1
-13,125
8,8
1
8,50 45,3
1
40,7
40,25
47,6
15,37
5
42,9
114
141
65,8
56,8
Juni
,,
110,00
68,9
1
-13,125
8,8
1
8,575
45,7
25,75
42,0
39.50
46,7
14,125
39,4
127
133
64,5
56,8
Juli
110,00
68,9
1
-/3
8,4
1
8,77
5
46,8
27
41,0
38,25
45,3
15,-
41,8
55,8
3
Aug..
110,00
68,9
1
_/2,6875
2
7,5
1
8,50 45,3
26
42,4
14,37
5
40,1
10
»
,,
110,00
68,9
1
-/2,375
6,7
1
8,25 44,0 26
42,4
14,12
39,4
1)
Jaar- en maandgem. afger. op li
s
pence.
2)
4
Augustus.