Ga direct naar de content

Jrg. 16, editie 789

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 11 1931

1
FEBRUARI 1931

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEI.

Economi*sch~Statistische

Benchten’

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE
MEDEDEELINCEN
VAN
DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTÉN

16E JAARGANG

WOENSDAG 11 FEBREJARI 1931

No. 789
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. Al. Verrjn Stuart
ECONOAIJSCH-STATISTJSC1IE BERICHTEN.
COMMISSIE
VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polaic; Air. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schitthuis,
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
Af. Verrijn Stuart. Redacteur-Secretaris: 11. Al. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Jloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Rotoniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont.
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per regej. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie’ van abonnementen en adver-
tenties: Nijyh & van Ditmar’8 Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘8- Oravenhage. Post chèque- en giro-
rekening No. 145192.

10 FER1JARI 1931

Het aanbod van geld was deze week weder groot
en de kleine vermeerdering in cle vraag naar eau-
geld, die gedurende enkele dagen bij de maandswisse-
ling de rente iets deed oploopen, was weder geheel
erdwenen, zoodat Woensdag weder voor % pOt. en
daarna voor 3 pOt. werd afgedaan. ‘Ook de rente voor
particulier disconto en voor prolongatie was nog iets
lager. Het percentage voor beide noteeringen is echter
reeds zoo laag, dat er nauwelijks nog iets af kan. Par-
ticulier disconto noteerde meestal 1
1
1s pOt.; de pro-
longat.ierente schommelde tusschen 1 en 1i4 pOt.

* *
*

Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank
geeft de post binnenlandsche wissels een
stijging
van
f 100.000
te zien De beleeningen blijken met

f
5,8 millioen te zijn afgenomen. Het renteloos voor-
schot aan het rijk, dat de vorige weekstaat had aan
te wijzen, blijkt weder.geheel te zijn afgelost, om
plaats te maken voor een creditsaldo van de schat-
kist ten bedrage van
f
13,3 millioen.

De goudvoorraad der Bank steeg, blijkbaar als ge-
volg van aankoop van goud van de Javasche Bank,
met een kleine
j
10 milljoen. De zilvervoorraaci ver-
toont een vermeerdering van
f 1,7
millioen. De post
papier op het buitenland en de dive-se rekeningen op cle actiefzijde der balans daalden respectievelijk met

f
5,5 millioen en
f
5,9 millioen.
De biljettencirculatie verminderde met
f
28,4 mii-
.]ioen. De rekening-courant-saldi van anderen blijken
met
f
8,6 millioen te zijn toegenomen. Het beschik-

baar metaalsaido klom met
f
14,4
millioen. Het dek-
kingspercen tage bedraagt ruim 55.

* *
*

Ook gedurende de achter ons liggende week zijn de
wisselkoersen vastgebleven. De geanimeerde stemming
op cle wisselmarkt bleef aanhouden. Het Pond Ster-
ling, dat internationaal vast lag, is hier van 12.08
9
1io
tot 12.11 verbeterd, terwijl de Dollar van 2.4875 op
2.49 kwam. Dollars liepen in Londen van 4.8560 tot
4.8632t. terug. Het vaste Pond heeft de overige valu-
ta’s ook op een hooger peil gebracht. Marken stegen
hier van 59.1.5 tot 59.21, na voorbijgaand 59.24 te heb-ben genoteerd (Ponden tegen Marken 20.45% na 20.43,
Dollars tegel) Marken 4.2055). Fransche Francs:
9.75-9.7634 (Ponden tegen Francs 123.90-124).
Belga’s noteerden tensiotte34.7i na op 34.70 de week
begonnen te zijn (Ponden tegen Belga’s 34.83). Zwit-
sersche Fi-an cs 48.08-48.13-48.09. (Ponden tegen
Zwitsersch.e .Francs 2517.3′). Lires 13.03. Ook de
Scandinavische wissels hooger: Kopenhagen: 66.64,
Oslo 06.04, Stockholm 66.70, Peseta’s onzeker: 25.35
—25.05—25.50-25.15, Fi nsche Marken 6.26 , Zloty’s
27.92. Ook Lewa’s hooger: 1.81. Rio eerder flauwer
op 21
1
/s, Argentijnsche Pesos konden zich handhaven
en waren eerder iets vaster: 76l. Canada: 2.49/s.

Op de term.ijnma±kt zijn de termijnprijzen nog ver-
der gedaald: 1- en 3-rnaands Ponden noteerden ten-
slotte: 1
7
!ie-1
5
/io
en
3338/
c., Dollars 1.3-11 ei)
30-28 en Marken 8-7 en 20-19 c. onder den
eorltantefl koers.

:LoNDN,
9
FEBRUARI 1931.

Niettegenstaande de vorige week de eerste was in
de nleuwe maand en een niet onbelangrijk bedrag aan
gouvernements- en particuliere dividenden op 1 Fe-
bruari beschikbaar kwam, bleef geld tot goede prijzen
gezocht. De Bank van Engeland kon dan ook reeds
in den aanvang van de week hare wisselverkoopen
staken om te voorkomen, dat de markt hij haar geld
kwam leenen. Het ligt op het oogenblik in de lijn
van cie polttek van de Bank om de markt krap te
houden.
1-let resultaat op de disconto- en deviezenmarkt was
hoven verwachting gunstig. De Dollarkoers, gesteund
door een verdere verzwakking van het particujier dis-
conto in New-York. is verder opgeloopen tot 4.86%,
zood.at
daarmede goudverschepingen in die richting
voor het oogenblilc buiten beschouwing kunnen blijven.
Ook de Fransche koers heeft zich nu in zooverre her-
steld. (123,98), dat goudverschepingen al sedert eenige
dagen niet meer plaats hebben.
Het is wel merkwaardig, dat een betrekkelijk kleine
stijging in het disconto hier (tot
2I-4)
een derge-
lijken in vloed heeft kunnen uitoefenen; het wijst wel op den zeer gevoeligen toestand van de verschillende
markten.

144

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11 Februari 1931

RICHTLIJNEN BIJ HET GOEDEREN-

TARIEFWEZEN DER SPOORWEGEN.

1.

Naar aanleiding van het rapport-Lovink, waarin
aangedrongen werd op verlaging der tarieven voor
tuinbouwproclucten en de bij de bhande1ing der
jongste begrooting van verschillende zijden op hem
uitgeoefende pressie, heeft de Minister van Water-
staat uit overweging, dat het wenschelijk is, een on-
clerzoek te doen instellen naar de huidige goederen-
tarieven der •Nederlandsche Spoorwegen en meer in
het bijzonder omtrent die voor den iitvoer van land-
en tniniouwproducten, een commissie benoemd, aan
welke werd opgedragen, een onderzoek in te stellen

naar de vragen:
cc. of en in hoeverre het pciil van cle tarieven der Neder-
laadsehe Spoorwegen voor uitvoer van land- en tuinbouw-producten, ook in vergelijking met de tarieven vao landen,
waarmede Nederland, wat dien ditvoer betreft, moet con-
curreeren, gerechtvaardigd is, dan wel verlaging behoeft;
b.
of en in boeverÈe ook overigens het spoorwegbeleid
hier te lande ten aa.iizicu van de goederentarieven wordt
en moet worden hel1eersht door cornmerciëele en 1 man-
ciëcle overwegingen, dan wel behoort te zijn gegrond op
ccouoroisc]ie overwegingeïl van anderen aard;

met verzoek daaromtrent aan den Minister rapport

uit te brengen.
In deze commissie zijn benoemd: tot lid en

t
voorzi

ter mr. F. de Vries, hoogleeraar aan de Nederland-
sche Handeishoogeschool, en tot leden de heeren A. Donker, directeur van de Stoomv. Mij. Noordzee en lid van den Spoorwegraad; jhr. dr. P. Elias
j
chef van
den dienst van handeiszaken en goederentarieven bij
de Nederlandsche Spoorwegen; W G. A. M. van der
Lugt, ondervoorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Rotterdam en oud-lid van den Spoor-
wegr:iad; 0. Ei. Mansholt, lid van Gedep. Staten van
Groningen; Ir. Th. M. B. van Marie, inspecteur-gene-

raal der Spoor- en Tramwegen, en F. V. Valstar, lid
van den Spoorwegraad, en tot secretaris de heer L.

Slagter, oud-referendaris bij het Departement van
Waterstaat.
Den iGen Januari werd deze tarievencommiss.ie,
waarvan de meerderheid bestaat uit heeren, clie, hoe
hoog hun bekwaamhe:id op eigen gebied ook aange-
slagen mag worden, op het gebied van spoorwegecono-
mie en spoorwegtariefwezen ondeskundig zijn, door
Minister Reymer geïnstalleerd, waarbij Zijne Excellen-
tie terecht wees op de buitengewoon ingewikkelde

zaak: waaromtrent advies werd ingewonnen. Ook de
voorzitter der commissie wees in zijn antwoord op de
belangrijicheici der door den Minister voorgelegde

vragen en
01)
de moeilijkheid om de juiste oplossing

te kunnen geven.
Waar de Minister met de instelling der Commissie

zich ten doel heeft gesteld om zich op het allerbelang-
rijkste punt der te volgen spoorwegpolitiek – de lei-
dende beginselen hij de opstelling der goederentarieven
– te laten voorl.ichten, daar kan het zijn nut hebben,
dat zich buiten cle commissie stemmen laten hooren.
* *
*

Bij de aandachtige lezing der twee door den Mi-
n ister van Waterstaat gestelde vragen, treft het dade-
lijk, dat de tweede vraag eigenlijk primair is te ach-
ten. Immern alleen wanneer men vraag
b.
in het al-

gemeen zoodani g beantwoordt, dat de goederentari e-
ven moeten worden beheerscht niet door commerciëeie
en firianciëele, doch door economische overwegingen

van anderen aard, eerst
dan
is er ruimte voor de
vraag in a. gesteld ,of de exporttarieven in Nederland
gerechtvaardigd zijn, dan wel verlaging behoeven.
Men komt dan van het algemeene in het bijzondere,
terwijl als de 2e vraag met ,,neen” beantwoord moet
worden, men de le gevoegelijk achterwege ican laten,
in eik geval haar anders had moeten redigeeren. Minister Reymer heeft zijn tweede vraag in de in-
stallatierede als volgt toegelicht, daarmede voor de

INHOUD.

Blz.

RICHTLIJNEN BIJ HET OoEl)ERE STA
RIEÈWEZEN DER
spooawuou&
1 door S.
A.
Reitsma …………..144
De coznnhissie Ir. J. H. R.
Verloop c.s. door A.
G. E.
van Woerden………………………………146
De omvang en inhoud der’ collectieve arbeidsovereen-
komsten op
1
Juni
1930
door
Dr. ir. B. Bölger .. 148
Loondaling en kosten van levensonderhoud door
Prof.
Mr. J)r. Ant. van Gun ……………………..150
Een zilveren of gouden basis voor de statistieken van
China? door
Thos. T. 1!. Ferynson …………….
150
BUITENLASDSCHE SI1SDEWEItK1SO:
flet Amerikaansche bankwezen in
1930.
Een jaar
van ingrijpende hervorming. Een aanklacht tegen
het Federal Reserve System door
Prof. H. Paricer
Willis ………………………………..
151

AANTEEKENINCEN:
Indexcijfers van groothandeleprijzen ……………
152

Indexcijfers van groot. en kleinhandeisprijzen in
Nederlandscb.Iudi

……………………..
153

MAANDCIJFERS:
Emissies in Januari
1931 ………………. …154

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……..
155

Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam ………..
155

Bank voor Internationale Betalingen …………
155

Rijkspostspaarbank ……………………….
155

STATLSl’IEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
15
6

162

Geidkoersen.

Bankstaten.

Verkeerswezefl.
Wisselkoersen.

1
Goederenhande).

commissie een breed veld van theoretische beschou-‘

wingen openend:
,,Daarnevens blijft echter op (le tweede plaats nog een
zeer ruiirr en meer algemeen veld van onderzoek over, dat
ik, met een woord, ontleend aan onze Oostelijke buren, die
dergelijke zaken steeds meer theoretisch en stelselmatig
plegen te behandelen, zou kunnen aanduiden, als de vraag
of het tariefbeleici onzer spoorwegen wel voldoende wordt
beheerscht, en gelet op hare draagkracht en op de finan.
ciëcle consequenties daarvan voor de schatkist wel in cle
gewenschte niate mag worden beheerscht door het ,Geiiici n-
wirtschaftsprinzip”.
,,Het spreekt vauzelf, dat een zoo belangrijk en onmis-
baar orgaan als de Spoorwegen allengs voor het economisch
leven is geworden cii nog steeds is, zooveel mogelijk dienst-
baar dient te worden gemaakt aan de algemeene economi-sche belangen des lands en tot op zekere hoogte is dit hier
te lande clan ook geschied, zij het ook, naar ik meen, niet
in die mate als dit elders hier en daar het geval is. Het
heeft mij echter getroffen, dat ook in die landen, zooals
Duitschland en Zwitserland, waar mede dank zij dc afwe-
zigheid van de hier zoo scherpe waterconcurrelitie, het be-
doelde beginsel steeds in hooge mate is gehuldigd cii in
practijk gebracht, thans nu ook daar een erustige concur-
rent van den spoorweg in den vorm van de vrachtauto is
verrezen, luide en ernstige stemmen worden vernomen om
het spoorwegbeleid meer in eonimerciëele richting te leiden:”

Over dit ,,gemei nwi r tschaftliche Wi rtschaftsprin-
zip” zijn inderdaa& door Duitsche economen niet
boekdeeien, maar boekenicasten vol geschreven, zon-
der dat dit de oplossing van het vraagstuk der tarie-
ven in coucreto een sta]) verder gebracht heeft. Zoo
weinig verhelderend hbben deze theoret.ische cli.scus-
siën gewerkt, dat nog kort geleden twee Dii itsche
spoorwegeconomen elkaar in de haren vlogen, omdat
de een beweerde, dat het Duitsche tariefstelsel geba-
seerd was op privatwirtschaftliche, de ander dat het
stoelde op gemeinwi rtschaftl iche prici pes
1),

De Belgische, Frausche, Erigelsche en Amerikaan-
sche spoorwegdeslcu ndigen hebben zich in tege:nstel-
ling met hun Duitsche en Oostenrijlcshe collega’s
over dit strijdpunt nooit erg.warm gemaakt. Als zij

i) Sir Acw’orth schreef eenigszins spottetid in zijn 0
rund-
züge der. Eisenbahnwirtschccftsfehre:
Die deutsehen Bahnen
haben sich allerdings seinerzeit unter dem starken Em-
flusse abstrakter Theoretiker von diesem System entfernt. In der PraXiS sind sie schon lërigst zu ibm zurüekgckehrt,
obgleich die Form ihrer Tarife noch zuweilen oberfliich-liche Beobaohter zu der irrigen Annahme verleitet, clasz
ihre Tarife mehr auf den Selbstkosten, als auf dam Werte
des geleisteten Dienstes beruhen.’
De Preussisch-Hessisehe Staatsspoorwcgen brachten onder
,,gemeiawirtschaftlich” beheerschprincipe milliarden in cle
schatkist. Van
1895-1912 2198
millioen mark, dus jaarlijks
gemiddeld
162
millioen Mark.

11 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

145

er melding van maakten – sommige zwegen er zelfs
geheel over – dan stelden zij zich op ‘het standpunt,
dat de spoorwegen met een ontwikkeld net hij aanwe-
zigheid van rivieren, kanalen en landwegen meer een
fictief dan een werkelijk vervoermonopolie bezaten
– in Nederland volgt slechts
1/15
deel van het totale
transport den ijzeren weg – dat de remuneratie der
verrichte diensten dus beheerscht werd door de ‘wet
van vraag en aanbod, zooals zij dit doet in elke niet-
monopolistische onderneming. En verder, dat de
spoorwegen een middel in het productie- en distribu-
tieproces vormden, waarin ongeveer
/10
deel van het

nationaal vermogen was ‘belegd, een som, groot genoeg
om te eischen, dat zij hun eigen enorme kosten, rente-
en amortisatielast zelf moesten betalen.
Zoolang de zaken goed gingen, hinderde het be-
trekkelijk weinig of de Prinzipi.enreiterei in vollen
gang was en of de gemeinwirtschaftliche ijveraars
wisten te ‘bereiken, dat het idee, dat de spoorweg ten
bate van ‘het algemeen geëxploiteerd moest worden,
een weinig verdel werd doorgevoerd, dan met streng
commerciëele begrippen wel recht vereenigbaar was.
Bepaalde fouten inherent aan het stelsel demonstreer-
den zich niet. Dit kwam in de vette jaren, die iets
meer dan zeven in aantal waren, niet voor. Doch
nauw •waren na den grooten oorlog de eerste magere
jaren ingetreden of de aspecten veranderden eens-
klaps. Toen werd het wel iedereen duidelijk, dat het
in het totale spoorwegnet van een land geïnvesteerde
kapitaal, zijn eigen kosten, in den ruimsten zin ge-
nomen, moest opbrengen; zoo niet uit de opbrengst
van het vervoer berekend naar de ‘bestaande tarieven,
dan uit de belastinggelden
2)•
Hiermede zijn we tot
de kern der kwestie gekomen.
Evenals elke andere industriëele onderneming moe-ten de verkeersmiddelen voor de gemeenschap op den
duur rendabel zijn. Zijn de tarieven zoodanig laag
gesteld, dat de ‘bedrijfsiasten in den ruimsten zin ge-
nomen, niet. opgébracht kunnen worden, dan zal niet
alleen voor uitbreidingen geen geld, dan op zeer on-
éreqse voorwaarden – of in ‘het geheel niet – ‘be-
schikbaar zijn, doch zal, wat minstens even erg is, op
de een of andere manier financiëel moeten worden ‘bij-
gesprongen. Een particuliere onderneming gaat in
een dergelijk geval failliet, een overheids-, of soms een
semi-overheidsbedrijf moet gesubsidiëerd worden. Gé-
steld al, dat ‘s Lands budget dit eenigen tijd kan
dragen, dan doet zich het zeer onlogische geval voor,
dat bijv. een eilandbewoner, ver van elk spoorwegver-
keer, financiëel ‘bijdraagt in het verlies, dat geleden
wordt ten bate van betrekkelijk enkelen, die wèl van
den spoorweg gebruik maken. En als tengevolge van
spoorwegtekorten andere noodzakelijke landsuitgaven
achterwege moeten blijven, dan lijdt tenslotte de ge-
heele gemeenschap schade ter wille van een onvoor-
deelige vrachtenpolitiek, waarvan slechts enkelen pro-fiteeren.
Om een voorbeeld th noemen: wanneer de vrachten
van tuinbouwartikelen z66 laag gesteld worden, dat
een gevoelig verlies geleden wordt en de belastingbe-
taler moet ‘bijspringen, nadat al het andere gedaan is
wat mogelijk was bijv. bezuiniging
it
outrance en het
zwaarder belasten van andere artikelen, die dit meer-
dere misschien ook niet kunnen dragen, is het dan
billijic,
dat betrekkelijk enkelen de vruchten van te
lage vrachten genieten? We komen hierop terug, maar
vragen vooraf of het ook
versiandig
is? Immers, welke
figuur
krijgt
men? Dat een spoorwegtekort ontstaat,
dat aangezuiverd wordt uit de algemeene middelen.
Maar is het dan niet eenvoudiger – ook boekhoud-
kundig zuiverder – om de spoorwegfinanciën onge-
moeid te laten, doch de subsidie te gebruiken voor be-
scherming? Het is struisvogelpolitiek uitvoerpremiën
te geven in den vorm van te lage spoorvrachten. Door
dezen slechtsten vorm van protectie toe te passen, gaat
het noodige overzicht totaal verloren
3).

2)
Acworth-Wittek
Grindziige der Eisenba.hnwirtschefts-
Zehre. 1926,
bladzijde
70.

In alle landen heeft men dit ingezien. In Nederland
stegen als gevolg van de onduldbare spoorwegtekorten
in de jaren 1921 tfm 1923 de vrachten ), in Indië
dreigde het laag houden der vrachten in 1923 bij de
Staatsspoorwegen een d6bâcle te worden
5);
Overal
deed zich hetzelfde verschijnsel voor. Als typisch voor-
beeld wijzen we op den ‘breakdown der Oostenrijksche
spoorwegen, welke een dusdanigen catastrofalën’vorm
aannam, dat de Volken’bond een beroep deed op den besten expert, dien men kon vinden, den reeds meer-
genoemden Sir W. M. Acworth. Deze, geholpen door
Dr. Robert Herold directeur van de afdeeling spoor-
wegn van het Zwitschersche Ministerie van Verkeer,
bracht. in 1926 liapport uit aan den Commissaris-Ge-
neraal voor Oostenrijk, onzen landgenoot Dr. A. R.
Zimmerman. In dit
Report
0′!?.
the Reconstruction of the Austrian. State Ra.ilways
6)
vindt men op blad-
zijde 75:

,,Before dealing with Austrian tariffs, it is necessary to
deal with the broad ‘principles that must underlie all ta-
riffs. One reads a great deal in the newspapers about the
public interest in
1w
rates. It is constantly asserted that
railways owned by the State must not be operated, like the
railways of private companies, in their own interest, ‘but
in the interest of the whole coinmunity, and so forth. The
writers, however, appear to ignore the fact that the ex’pense
of a railway, whether in ‘public or in private hands, must
be covered somehow. 1f they are not covereci, a private
company must in the long run cease to render services at
all; a State-owued railway can meet the deficit by o’btain-
ing a subsidy from the State.”

Zoo wordt het door elke spoorwegdirectie overal
ter wereld gevoeld. Het is daarom als vaststaand
aan te nemen, dat elk redelijk denkend mensch – en
dat zal een spoorwegdirecteur toch wel zijn – zal
trachten ten eerste zooveel vërkeer te krijgen als hij
trekken kan, omdat de kosten per vervoerde eenheid
bij vermeerderd vervoer dalen, als tenminste voldaan
wordt aan den tweeden eisch, dat de tarieven niet zoo
laag zijn, dat zij de meerdere kosten niet dekken. Van-
relfsprekend is ook de derde noodwendigheid, dat de
tarieven niet z66 hoog mogen
zijn,
dat zij helemmerend
voor het verkeer werken, dan toch wordt de sub 1
venschelijk geoordeelde verkeerstoeriame tevoren uit-
gesloten.

Uit het vorenstaande volgt reeds, dat de tarieven
moeten liggen tusschen een zekér maximum, waarbij
de gebruiker van den weg geen voordeel voor zich-
zelf in het transport meer ziet en een minimum de
z.g. zeifkosten, zooals deze ‘benaderd kunnen worden,
vastgesteld.

Waar ik in een vroeger opstel
7)
reeds aangaf, dat
in de practijk de onderscheiding tusschen ,,privat-
wirtschaftlich” en ,,gemeinwirtschaftlich” heheersch-

In een artikel:
Uwre’n.tabilitdt als Prinip
wijst prof.
dr. Luwig Mises in het Festschrift ‘van de
A.lgemeiner
Tarifanzeiger (1931)
er terecht op, dat verlies gevende ta-
rieven de grondrente kunnen doen stijgen, zoodat langs
een omweg de ‘belastingbetaler nieewerkt om een verhooging
der grondrente aan enkelen ten goede te doen komen.
De tekorten, welke door den Staat ‘bijbetaald moesten
worden, ingevolge art.
8 (2)
der Overeenkoriisten van
1920,
bedroegen in Nederland in
1921 f 32.932.927,52,
in
1922
,f 30.502.022,25
en in
1923 f2298665558.
In
1920
waren
de tekorten hij S.S. en H.IJ.S.M. resp.
f 1.063.635
en
f 1.329.544,
uit de rescrvefondsen ‘bijbetaald (uitkeering
van dividend had toen niet plaats). In
1914, 1917, 1918
en
1919
was resp.
f
4.485.085,92,
f 1.239.076.41, f4.303.563,31
en
f 16.088.023,02
wegens militaire vordering door den
Staat betaald (een gedeelte der ‘bedragen over
1917
en
191.8
werd later terugbetaald).
Zeer leerzaam, is een correspondentie van 1 April
1924
van den Hoofdinspecteur der S.S. en Tramwegen in Ned.-
Indië Ir. W. F. Staargaard met de Begeering; in extenso
opgenomen op blads.
276
van deel X (Tekst) van mijn.
boekwerk
Indische Spoorwegpofitielt.
Een Duitsche vertaling is uitgegeven door ‘het Verlag
des Verbundes östsrreichischer Banken und Bankiers. Mo-ritz Perles,
1
Seilergasse 4, Wien.
Zie
Economisch-,Statistische Berichten
van
11
Juni
1930 hlz. 526.

146

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11 Februari 1931

principes niets anders beteekent dan een gradueel,
geen principiëel, verschil, daar is het in verband met
het voorgaande duidelijk, dat, als men aan het ge-
meinwirtschaftliche ideaal vasthoudt, men toch nooit
verder kan gaan dan tot de zeifkostengrens. Maar
practisch is dete grens niet te vinden, althans niet
met die wiskundige zekerheid, welke tot basis van
een ‘tariefs.telsel kan dienen. Eerstens omdat een
scheiding tusschen vervoerkosten van goederen en
personen welhaast onmogelijk is, anderzijds, omdat,
wanneer eenmaal een zeker goedererivervoer plaats heeft, een vervoer van nieuwe hoeveelheden slechts
nagenoeg te verwaarloozen meerkosten met zich mede
brengt.
Vandaar, dat men overal ter wereld de tarieven
tastenderwijze heeft vastgesteld naar den bekenden
regel, dat het vervoer moest kosten, wat het dragen
kon. Dit wilde niet zeggen, dat de spoorwegonderne-
mer het uiterste trachtte te halen wat te halen was,
doch dat zooveel aan vracht gevraagd werd als ge-
vraagd kon worden, bijv. met het oog op de vervoer-
waarde van het goed en op de concurreerende midde-
len. In Nederland vroeg men evenals overal elders
oorspronkelijk hooge vrachten, welke geleidelijk daal-
den, toen het vervoer zich uitbreidde en een inzicht
verkregen werd in de hoegrootheid van wat het ver-

keer kon dragen
8).

(Slot volgt).

S. A.
REIT5MA.

DE COMMISSIE Ir. J. H. H. VERLOOP C.S.

Op 1. December j.l. heeft ten kantore van de Rot-
terdamsche afdeei.ing van den Metaaibond cciie ver-
gadering plaats gevonden van een veertigtal leiders
afl Nederiandsche industrieën, zooveel mogelijk ge-
kozen uit de verschillende takken van bedrijf, ten-
einde van gedachten te wisselen over de wijze, waarop
de nieuwe nationalistische era het hoofd zou kunnen
worden geboden.
1-Jet was niet de depressie, waaronder wij na al
circa zestien maanden zuchten, die de industrie-lei-
ders samenbracht, al kunnen
wij
natuurlijk niet ver-
heien, dat de crisis wei een der aanleidingen tot de
vergadering zal geweest zijn. J)o huidige crisis toch
wijkt in hoofdzaken niet van de vroegere af; zij zal
ook weer voorbijgaan, zooals cle vroegere ons passeer-
den, en over enkele jaren zullen nieuwe economische
wôlken zich boven onze hoofden gaan samenpakken
en wij zullen weer de consequenties hebben te onder-
gaan van de fouten, die nu eenmaal ons bedrijfsleven
aankleven. uncidenteele vergaderingen, vlug genomen
maatregelen bezweren nu eenmaal zulke crises niet.

De ijzeren wetten van de survival of the fittest”
moeten haar beloop hebben en kunstmatig ingrijpen
veroorzaakt eerder verdere verwarring dan dat het
algemeen belang er mede gediend is.
De genoemde vergadering greep dieper.
Zj ging uit van de praemisse, dat de hedrijfs- en
liandelsopvattingen een andere richting waren inge-slagen. De uiterlijke symptomen hiervan waren o.a.
de algemeene verhooging der tariefmuren, die terecht
bij de vrijhandelsianden ontstemming verwekten. 1-Jet
is echter een fout om die hoogere tariefmuren als
oorzaak van een kwaad te zien, evenals een genees-
heer onjuist zou handelen, wanneer hij koorts als
ziekte en niet als gevolg van een ziekte zou beschou-
wen. De verheoging der tarieven was slechts één der gevolgen van een veel ingrijpender proces, dat bezig

is zich te voltrekken en hoe sympathiek de heer Colijn
ook in Genève mag hebben gesproken, zijn woorden
zullen o.i. geen blijvenden indruk maken, omdat hij
de kern der zaak niet raakte. De oorlog toch heeft
twee belangrijke feiten gedemonstreerd; tea eerete,
dat internationalisme in tijden van wapengeweld
direct op zijde wordt gezet, zoodat het nationale

8)
Zie
Verslag der parlementaire Enquête
van
1882 blz.
38 (Rand.
Tweede Kamer Staten-GeneraaL Zitting
1882-
1883,
Bijlage 76, Ged. St. No.
1, blz. 38).

element per saldo de kern blijft van de huidige
wereldeonstellatie; en ten tweede, dat een land, het-
welk hoofdzakelijk op internationalisme is ingesteld,
zichzelf in oorlogstijden als nationale economische
eenheid heeft verzwakt. De wereldoorlog heeft de
nadeelen van afhankelijkheid ten opzichte van de
eerste levensbehoeften duidelijk gedemonstreerd en
toen kon zich door de toevallige groepeerung der oor-logvoerencle landen – de aan de wereldzeeën liggende
mogendheden tegen de centrale Rijken – nog een
betrekkelijk vrije invoer handhaven. Welk hiervan
afwijkend aspect zal di.t in een eventueelen nieu-
ven oorlog kunnen bieden, wanneer de groepee-
ring anders zal zijn en wanneer de strijdmiddelen
den overzeeschen handel meer efficient kunnen be-
letten! 1-Jet mag dus als een logisch uitvloeisel van
de periode 1914-1918 worden genoemd, dat men
teruggekeerd Js tot de opvattingen van ettelijke de-
cennia geleden, toen de gesloten staat de meest logi-
sche economische eenheid vormde, die zorgen moest,
dat zooveel mogelijk de meest noodzakelijke levensbe-hoef ten op eigen terr.itoir werden vobrtgebracht. Deze
hernieuwde gedachte, al was de basis ervan anders,
vond men al i.n den oorlog terug: wij verwijzen in
dit verband naar de besluiten der economische con-
ferentie in Parijs, die 14/17 Juni 1916 gehouden
werd en w’aarbij de toenmalige Gealliëerden veilig-
heidsmaatregelen wilden nemefl tegen het streven der
Centrale mogendheden naar domination over the
production of the whole world” (zie het belangwek-
kende artikel van Prof. 0. A. Verrjn Stuart in De
Economist 1916, hlz. 629). Als een der maatregelen
werd aanbevolen:

,,de bondgenooten besluiten zonder verwijt de noodige
stappen te nemen om zich onafhankelijk van de vijandige
landen te maken, ten opziihte van grondstoffen en pro-
ducten, die onontbeerlijk zijn voor de normale ontwikke-
ling hunner bedrijiswerkzaamheid”.

in welk besluit toch zeer zeker de kiem ligt opgeslo-
ten van de nu in kracht toegenomen mentaliteit, om
zooveel mogelijk ,,selfsupporting” te worden. Deze
rage, naar het zichzelf zooveel mogelijk kunnen be-
druipen, maakt zich bijna van elk land meester. Ame-
rika, daartoe ongetwijfeld het meest geëigend door
zijn uitgestrektheid met zoowel subtropische als
arctische regionen, met een geperfectionneerden land-
bouw en een tot de spits gedreven industrialisatie,
schrijdt in die r.ichting nog steeds verder, op den
voet gevolgd door de cultuur-staten van Europa vei-
licht culmineerende in Rusland, waar de uitêinde-
lijke doorvoering van de plannen van Stalin, be-
lichaamd in het pjatiletka of vijfjarig schema, een

ernstige dreiging vormen. Zelfs begint deze tendens zich in de economisch nog ahterljke landen te open-
baren, zooals in China, waar men met behulp van het
Westersche intellect en het Westersch kapitaal, zich
tot een eigen gesloten economische eenheid wil gaaci
vervormen.

Er zijn landen, die door hunne geografische lig-ging en door hunne vèr ‘boven de bevrediging van
eigen behoeften reikende energie, als natuurlijk aan-
gewezen zijn op handel en export. Nederland behoort
ongetwijfeld tot die categorie; door de ligging aan
de monding van de voornaamste Europeesche han-
delsrivieren, bespoeld door een
ijsvrije
wereidzee is
het bij uitstek op doorvoerhandel aangewezen, terwijl
het door liet bezit aan rjk koloniën een dominee-
zenden invloed kan uitoefenen ten opzichte van de
voornaamste stapelproducten. Het is dan ook alles-
zins begrijpelijk, dat het den grootsten export per hoofd
der bevolking kan aantoonen. Een verder, logisch uitvloeisel van deze situatie is, dat Nederland het

grootste belang heeft bij het bestaan van een onge-
hinderden vrijen handel en dat het untennationalere-
giem voor ons land het meest vitale kan worden ge-
noemd. De huidige tendens naar nationalisme stelt
het echter voor zware problemen, die alleen na ernstig
onderzoek en door eendrachtig samenwerken kunnen

11 Februari 1931 –
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

147

worden opgelost. Het belemmeren der grenzen in
Europa en in Amerika voor talrijke producten brengt
zijn handel in gevaar en de uitvoercijfers geven een
duidelijk beeld van den achteruitgang. Het zou ons
in dit erband te ver voeren om onze handelsbalans
van 1930 te analyseeren en men zal allicht nog on-
gunstiger cijfers voof 1931 te registreeren hebben.
Zelfs de handelsbeweging met Nederlandsch-Indië,
ons afzetgebied ‘bij uitnemendheid, gaat zienderoogen
achteruit en al mag dit ten deele veroorzaakt worden
door de lage bonen en het gemis aan sociale wetge-ving in enkele concurreerende landen, die daardoor
goedkoopere, offerten kunnen maken, een groofe

schuldvraag blijft bij onze eigen industrie bestaan,
die te weinig activiteit heeft betoond, en er in het
algemeen een onjuiste verkoops-politiek op nahoudt.
Wat kunnen wij doen om de bakens tijdig te ver-
zetten?

Het bestudeeren van dit vraagstuk is het doel van
de Commissie Ir. J. H. H. Verloop, directeur van Wil-
ton-Fijenoord. in het kort kan dit geformuleerd wor-
den in vier hoofdpunten:

te geraken tot het heroveren van verloren af zet-
gebieden in Indië en elders en zoo mogelijk het ver-
overen van nieuwe.

het verbruik in ons land te stimuleeren van de
indnstriëele- en lahdbouwproducten van eigen volk,
zooveel als zulks wenschelijk is.

tot samenwerking met de Regeering te komen,
ter verkrijging van een beter functionneerenden eco-nomischen voorlichtingsdienst in Nederland.
samenwerking te verkrijgen van de producenten
bedri.jfsgewijze gegroepeerd, zoowel onderling als met
de handelslichamen.

Deze doelstelling is o.i. voldoende duidelijk om er
lang bij te behoeven stil te staan. De Nederlandsche
mentaliteit is sterk individualistisch, hetgeen in
normale omstandigheden zijn goede zijde heeft, maar
in de komende tijden, tenminste wanneer de na-
tionalistische leuze veld ‘blijft winnen, als een ernstig
bezwaar kan gelden. Slechts de super-lichamen, uit-
blinkende in financiëele kracht, zulleh in staat zijn hun eigen afzet-apparaat te organiseeren. De klei-
nere concerns echter kunen geen tienduizenden gul-
dens ‘besteden voor ,,research” in den uitgebreidsten
zin van het woord, daargelaten of zij het risico zou-
den mogen aanvaarden, zulke zware kosten te maken,
zoolang de zekerheid niet bestaat, dat het ‘beoogde
resultaat zal kunnen worden bereikt. Hier geldt met
onverminderde kracht het traditioneele Nederland-
sche devies ,,Eendracht maakt macht”; de kosten van
een algemeen ,,research” over de talrijke bedrijven
omgeslagen, beteekenen voor elke eenheid slechts een
geringe som.

De Regeering heeft de bedoeling om tot de op-
richting van een economischen voorlichtingsdienst te
geraken. Daartoe werd destij4s een commissie inge-
steld onder leiding van Dr. Posthuma, die uiteinde-
lijk een voorstel aan de betrokken ministers deed,
waarvan de denkbeelden uitgebreid zijn neergelegd
in een brochure, die verkrijgbaar is bij de economische
afdeeling van het Ministerie van Buitenlandsche
Zaken. Het grondprincipe daarvan is het vormen
van een stichting, waarin de bestaande gegevens der
drie departementen, die reeds een economisch archief
hebben, zouden worden ingebracht en waaraan ook het
bedrijfsleven zou kunnen deelnemen. De Regeering
schijnt voor dit principe weinig te voelen en op een
zuiver Regeeringsbureau te willen aansturen. De
kans, dat de verkregen gegevens niet op de voor den
handel gewenschte
wijze
zullen worden gegroepeerd,
is niet uitgesloten, zoodat alsdan zou moeten worden
overwogen, of de stichting van een eigen dienst, die
nauw met dç Regeering in contact zal dienen te staan,
niet te prefereeren ware. Bij eene eventueele eigen
organisatie moet van het standpunt worden uitge-
gaan, dat de grootst mogelijke vrijheid aan de in-

dustrie zelf moet worden gelaten. Geen inmenging
mag op den voorgrond staan, slechts het voor geza-
menlijke rekening onderzoeken van mogelijke afzet-
gebieden en het daaruit voortvloeiende verstrekken
van
belangrijke
gegevens moet het doel zijn.
Zoowel het ‘binnenland als het buitenland moet
worden geëxploiteerd.
Wat het binnenland ‘betreft, dient men den Neder-
landschen consument te doordringen van het besef, dat verbruik van eigen product, mits dit even goed-
koop en van even deugdelijke kwaliteit is als het
buitenlandsche, meerdere welvaart schept, dus werk-verruiming, grootere bestaanszekerheid, en stijgende
inkomsten uit dividenden etc. Direct ‘beteekent ver-
mindering van werkloosheid stijging van de koop-
kracht, indirect lagere belastingen door mindere
werkloozen-uitkeeringen. Dit is zoo evident, dat een
nadere toelichting niet noodig is en dat volmondig mag worden erkend, dat elk deugdelijk initiatief in
deze richting de algemeene sympathie dient te onder-
vinden.
De noodzakelijkheid tot het gezamenlijk zoeken
van nieuwe markten springt niet zoo duidelijk naar
voren. Toch is de urgentie klemmend; wij hebben
reeds bet’oogd, dat niet de crisis, maar de veldwin-nende nationalistische idee daartoe noopt. De Rus-
sische politiek geeft in dit opzicht een duidelijk
voorbeeld. Het is Stalin’s bedoeling om zoo spoedig
mogelijk het land te industrialiseeren. Waar de me-
bel geen internationaal gangbare munt is, credieten
slechts spomadisch en dan nog wel op korten ter-
mijn worden gegeven, dient Rusland ter betling van
zijn inkoopen krachtig te exporteeren, terwijl bij vol-
eindiging van het plan het alsdan ‘sterk gestegen
excedent moet worden gespuid. Het gevolg is, dat massa’s stapelproducten, zooals suiker, olie, hout,

vlas, tarwe, boter, eieren etc. zullen worden geëxpor-
teerd, die in verband met het vrachtvraagstuk voor-
namelijk op de West-Europeesche markten zullen
worden geworpen. Al mogen tijdelijk – zij het voor-
namelijk om politieke redenen – andere afzetgebie-
den worden opgezocht, de economische markt voor
Rusland ligt in Europa. Want de vervoerkosten
langs de duizenden kilometers lange landbaan zijn
z66 hoog, dat nimmer geconcurreerd kan worden met
den weg over zee. Bovendien zal Rusland slechts
massa-producten kunnen leveren in verband met den
nog lagen trap van bedrjfsontwikkeling zijner arbei-
ders. Wil Nederland dus zijn export op peil houden,
dan dient het zich niet te vermoeien met het beklim-
men der Europeesche tariefmuren om de afzetge-
bieden te bereiken, waar niet alleen het ‘binnenland-

sche fabrikaat de voorkeur ondevindt, doch die door
Rusland ‘bovendien nog worden verknoeid…..het
moet de zee over. . . . het moet de economisch achter-
ljke landen hevruchten met
zijn
kapitaal, met zijn
energie. Zuid-Afrika, Zuid-Amerika, Britsch-Indië,
China en ons eigen indië vormen dankbare exploratie-
terreinen. ,,Research” is o.a. dan ook het’ wacht-
woord en met waardeering hebben wij kennis ge-
nomen van het voorgaan der textiel-industrie op
dit gebied en met even groote waardeering beschou-

wen wij het initiatief der Commissie Verloop c.s.,
dat hopenlijk tot succes in deze richting zal mogen
leiden. De
tijden
zijn er rijp voor, de stemming gun-
stig, terwijl hoe langer hoe meer wordt ingezien, dat er iets gedaan moet worden om weerstand te bieden
aan de krachten, die ons ‘bedrijfsleven trachten te
ontwrichten.
Het geldt hier een algemeen Nederlandsch belang,
zoowel voor Regeering, ondernemers, arbeiders, als
voor de Nederlandsche ingezetenen in den uitge-
breidsten zin van het woord, een belang niet alleen
voor het heden, maar voornamelijk voor onze naaste
toekomst.
A. G.
U. VAN WOERDEN.

148

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11
Februari 1931

DE OMVANG EN INHOUD DER COLLECTIEVE

ARBEIDSOVEREENKOMSTEN OP 1 JUNI 1930.

Onder de periodieke publicaties van het Centraal

Bureau voor de Statistiek neemt die over den om-
‘ang en den inhoud der O.A.O. steeds een belangrijke
plaats in, omdat daarin niet alleen een overzicht
wordt gegeven van de ontwikkeling van dit voor de
organisatorische verhoudingen tusschen werkgevers
en arbeiders zoo belangrijke instituut, maar ook, om-
dat de inhoud dezer C.A.O. van zeer veel beteekenis
is voor den stand der arbeidsvoorwaarden in het al-

gemeen.
Onder O.A.O. wordt in deze atatistiek verstaan een
overeenkomst, afgesloten door een of meer werkge-
vers of vereenigingen van werkgevers met een of meer
vereenigingen van arbeiders omtrent (al of niet uit-
sluitend) arbeidsvoorwaarden bij arbeidscontracten in
acht te nemen; de overeenkomsten moeten schrif te-
lijk aangegaan en door partijen onderteekend zijn. De

in do wet op de C.A.O. gestelde eisch, dat de con-
tracteerende partijen rechtspersoonlijkheid moeten be-
zitten, geldt hier dus niet; het is ni. gebleken, dat er
op 1 Juni 1930 nog 113 overbenkomsten waren, gel-
dende voor 4935 ondernemingen en 33.726 aibeiders,
waarvan een of meer der contraoteerende vereenig.in-
gen geen rechtspersoonlijkheid bezaten. Verder is
ook niet de hand gêhoudeu aan den in de wet gestel-
den eisch, dat de vereenig.ingen de bevoegdheid tot
het afsluiten van C.A.O. in hare statuten moeten
hebben vermeld. Strikt juridisch zijn er dus veel min-der C.A.O., doch om de vergelijking met vroeger niet

te schaden zijn ook de andere opgenomen. Deze
afwijking van de wet op de O.A.O. doet de vraag
stellen, of men – al komt dan uiteraard de verge-

lijkbaarheid met vroeger ook in het gedrang – nog
niet verder zou moeten gaan. Er zijn immers verschil-
lende overeenkomsten betreffende de arbeidsvoor-
waarden, die formeel geen C.A.O.
zijn,
doch organi-

satorisch zeer weinig van een eigenlijke O.A.O. ver-
schillen. Zoo bestaat er in de R.-K. .Textielnijverheid tusschen de werkgevers: en arbeidersorganisaties een

,,afspraak”, waarbij alle
belangrijke
kwesties betref-
fende de arbeidsvoorwaarden geregeld zijn. Ook in
de sigareniudustrie heeft de regeling der arbeidsvoor-
waarden formeel niet het karaktei eener C.A.O.
Soortgelijke afspraken, meestal vastgelegd in een cor-
respondentie tusschen de betroJkeu werkgevers- en
arbeidersorganisaties en geldende tOt een bepaalden
datum of totdat zij worden opgezegd, zijn er meerdere.

Verder kan men in verschillende gemeenten de
regeling van de arbeidsvoorwaarden van het gemeen-
tepersoneel, zooals bijv. in Amsterdam, als een O.A.O.
beschouwen. Wanneer men deze laatste ook in de
statistiek zou opnemen, zou er tevens een goede ge-
legenheid zijn de arbeidsvoorwaarden tusschen de par-
ticuliere en de overheidsbedrijven met elkaar te ver-

gelijken.
Uit het onlangs gepubliceerde overzicht, dat be-
trekking heeft op 1. Juni 1930, blijkt een belangrijke
ontwikkelingder C.A.O. vergeleken met 1 Juni 1929,
zoowel wat betreft het aantal O.A. 0. als het aantal
daaronder vallende ondernemingen en arbeiders.

Wat het eerste betreft, moet men voorzichtig zijn. Immers een vermeèrdering of vermindering van het
aantal C.A.O. kan een gevolg zijn van omstandighe-
den, die met den invloed van het instituut als zoo-
danig overigens niets te maken hebben. Gesteld b.v.
een patroonsorganisatie met 100 leden ‘besluit om be-
paalde redenen niet meer één C.A.O. voor alle leden tezamen af te sluiten, doch laat di.t elk lid afzonder-lijk met de ‘betrokken arbeidersorganisaties doen. In
den feiteljken omvang der C.A.O. is geen verande-ring gebracht en toch is het aantal met 99 vermeer-
derd. Het omgekeerde kan ook het geval zijn cii dan
vermindert dus het aantal met 99, zonder dat er ver:.
der iets verandert. Verder brengen groote C.A.O.’s
steeds een aantal kleine O.A.O.’s mede, die op de

zelfde basis worden afgesloten als de bestaande
groote O.A.O., zoodat er wel is waar een aantal
C.A.O.’s bijkomen, doch de omvang ervan lang niet in
dezelfde mate vermeerdert.
Dat deze omstandigheden inderdaad in de practijk het aantal O.A.O. beïnvloeden, blijkt wel uit het feit,
dat er in de verwarmingsindusfrie één C.A.O. is voor
23 ond(ennmingen) en 500 arb(eiders), terwijl er
daarnaast nog 39 C.A.O.’s voor 39 oud. met 315 all).

zijn. In het heerenkleedingbedrjf
zijn
er 2 O.A.O. bij

21.5 oud. en 3375 arb. en verder 107 O.A.O. hij 107
ond. met 1205 arb. Bij de loodgieters en fitters 13
C.A.O. hij 582 ond. met 2340 arb. en, verder 119
C.A.O. bij 1190 ond. met 324 arb. In de bouwvakken
37 C.A.O. bij 4106 ond. met 87620 arb. en 109 O.A.O.
bij 392 ond. met 4160 arb. In het meubelbedrjf 7

C.A.O. bij 300 oud. met 4366 arb. en
115
bij 1880 ond.

met 1793 arb. In de schoenindustrie 3 C.A.O. bij 24
ond. met 1968 arh. en 32 C.A.O. bij 38 ond. met 3155 arb. Zoo zou men kunnen doorgaan; het blijkt, dat het
aantal C.A.O. en den omvang er van zeer weinig met
elkaar te m6ken hebben en het aantal zoozeer afhangt
van toevallige organisatorische omstandigheden, dat
dit voor de beoordeeling van de ‘beteekenis practisch
gesproken niets zegt. In de verdere beschouwing zal
dan ook slechts het aantal ondernemingen en het

aantal arbeiders genoemd worden en zal over het
aantal C.A.O. niet verder worden gesproken.
De 6p 1 3uni 1930 bestaande C.A.O. hadden be-
trekking op 23487 ondernemingen mct totaal 383727
arbeiders. Onderstaand volgt een overzicht van de
bedrijven, waarin het instituut der C.A.O. in eenigs-
zins ‘belangrijke mate was ontwikkeld:

Omvang der C.A.O. op
1
Juni
1930.
Aantal betrokken Aantal betrokken
ondernemingen

arbeiders

Glasfabrieken, glashandel

22

2.249
Steenfabrieken …………
134

11.247
Diamantindustrie ………
63

6.400

Chemigrafie

……………
32
700
Lithografie

……………
118
1.450
Typografie

…………….
1.233
14.000
]3oekbindersbedrijf

………
335
4.000
Cartonfabrieken

………..
14
1.902

]3ouwvakken

……………
5.098 91.780
Baggerbedrijf

………….
15
3.361 Heiersbedrijf

………….
67
668
Loodgietersbedrijf

……….
701
2.664
Schildersbedrijf

………..
3.155
14.401 Steenhouwersbedrijf
214
950
Stucadoorsbedrijf
349
35
.
4

ioutbedirijf

……………
83
4.069′
Kistenma.kers- en Kuipersbc-
drijf

………………..
59
1.855
Meubeibedrijf

………….
488
6.159
Mancteiimakersbedrijf

……
36


597

Confectiebecirijf

………..
26
2.147
Dameskicedingbedrijf
15
800
Heeronkleedingbedrijf
322
4.580
Kappersbedrijven

……….
600
450

Schoenfabrieken

………..
62
5.123
Mijnbedrijf

……………
5
37.498
Vcen’derijen

……………
488
9.793

MctaalbewerkingfScheepsbouw
175
56.901
Elcctrotcchn.-beclrijf
400
2.389
Burgersmeden

………….
261
1.812
Verwarmingsindustric
62
815

Aardappelmeelfabrieken

.
8
686
Bakkersbedrijf

…………
975
4.547
Suikerfabrieken

………..
6
1.009
Bierbrouwerijen

………..
8
1.818
Zuivelfabrieken.

Melkinrich-
tingen

……………..
19
1.258
Tabak- en sigarenindustrie
6
608
Slagerbedrijf

………….
310
2.106

Bloembollenbecirijf

………
328
.

4.474
Landbouw

…………….
3.902
18.186
Tuinbouw

……………..
1.389
2.927
Veeteelt

………………
396
756

11 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

149

Visscherij
105
4.806

Kantoor-, magazijn- en win-
kelbedrijf

……………
70
1.443

Chauffeursbedrijf

……….
38
600
Haven- en transportbedrijf
892
17.581 Koopvaardij

…………..
33
13.980

Sleepvaart
.
……………
170
2.685

De relatieve beteekenis van den omvang, in verge-
lijking met het totaal aantal ondernemingen en per-sonen in de betrokken bedrijven kan, door het ont-
breken van deze laatste gegevens, niet worden nage-
gaan. Over de onder de Ongevallenwet vallende be-

drijven zou een vergelijking met het aantal type
werklieden (Statistiek der ondernemingen, zie E.-S. B.

van 5 Nov. ji.) eenig licht kunnen geven, doch het
beste is de resultaten af te wachten van de 31 Decem-ber jl. gehouden ‘bedrijfstelling.

De toeneming van de beteekenis der O.A.O. had,
vergeleken met 1929, in het ‘bijzonder plaats in de
metaalindustrie (nieuwe O.A.O. voor den Metaalbond)
en in het havenbedrijf (nieuwe O.A.O. voor de haven-
bedrijven te Rotterdam en Amsterdam). Verder ver-
toonen vrijwel alle bedrijven een niet onbelangrijke
toeneming, met uitzondering van de tex.tielindustrie,
waarin, zooals reeds werd vermeld, de O.A.O. voor de R.-K. werkgevers werd vervangen door een ,,af-

spraak”.

De publicatie bevat verder een zeer uitvoerig en
door talrijke gespecificeerde tabellen toegelicht over-
zicht van de wijze van het tot stand komen der C.A.O.,
de beroepen en beroepsgroepen; de
partijen;
het aan-

tal arbeiders en ondernemingen per O.A.O.; het ge-
bied; den duur en den opzeggingstermijn; het ver-

plichte lidmaatschap; de toepasseljkheid op niet-
leden der contracteerende organisaties; den loonvorm;
de tusschentijdsche loonsherziening; de loonshoogte,

ook in
vergelijking
met 1914, 1920 en volgende jaren;

de verhooging van het loon bij overwerk, nachtarbeid,
en arbeid op Zon- en feestdagen; den arbeidsduur; de
uitkeering bij ziekte; de vacantie en de regeling van
de andere vrije dagen; het scheid.sgerecht; het leer-
lingwezen; pensioenregeling; arbeidsreglement, enz.
Aangezien wij vroeger reeds op verschillende dezer
punten de aandacht vestigden, zullen wij thans slechts
op enkele ervan, waaromtrent in het bijzonder in de laatste jaren een bepaalde ontwikkeling valt waar te
nemen, nader ingaan.

Voor 90 pOt. der ondernemingen en voor 73 pOt. der arbeiders was de O.A.O. aangegaan door een of
meer werkgeversorganisaties. Dit laatste percentage
is geringer dan dat der ondernemingen, omdat de
5 groote mijnondernemingen in Zuid-Limburg indi-
vidueel een (gelijkluidende) O.A.O. hebben afgeslo-
ten. Uit het bovenstaande cijfer blijkt intusschen wel,
dat de organisatie der werkgevers een belangrijke
plaats inneemt bij de afsluiting van de O.A.O., te
meer omdat onder de O.A.O., die door in’dividueele
werkgevers zijn afgesloten (geldende voor 10 pOt. der
opdernemingen en 27 pOt. der arbeiders) uiteraard
ook nog een groot aantal zijn, waarbij de werkgevers-
organisatie een rol heeft gespeeld.

Het verplichte lidmaatschap neemt steeds meer in
beteekenis af. Gold het op 1 Juni 1923 nog 7oor
20 pOt. ‘der arbeiders, op 1 Juni 1929 was dat gedaald
tot 8 pOt. en op 1 Juni 1930 tot 6 pOt. Ook de betee-
kenis van den kiudertoeslag nam (door het verdwij-
nen van de O.A.O. voor de R.-K. tex.tielindustrie) af,
in 1929 was er kindertoeslag voor 22 pOt. der arbei-
ders, in 1930 nog slechts voor 16 pOt. Uitsluitend
tijdloon gold voor 62 pOt., uitsluitend stukloon voor
1. pOt., stuk- en tjdloon beide voor 38 pOt. der arbei-
ders. Voor 25 pOt. der ar:beiders kon het loon gedu-
rende den contractsduur worden herzien (o.a. door
verandering in de kosten van het levensonderhoud,
hetwelk voor 6 pOt. der arbeiders met name genoemd

werd). –

Van belang is verder, dat in enkele belangrijke

O.A.O., buy. die in het mijnbedrijf en in de hayenbe-
drijven, naast de eigenlijke O.A.O., afzonderlijke loon-
overeenkomsten waren afgesloten, waardoor het mo-
gelijk is deze te herzièn, zonder dat dit op de O.A.O.

van invloed is.

In verband met de inwerkingtreding van de Ziekte-
wet op 1 Maart 1930 werd nagegaan, hoe de bepalin-
gen in de O.A.O. zich verhielden tot die der Ziekte-
vet. Daarbij bleek, dat voor 28 pOt. der arbeiders geen
regeling omtrent de ziekengelduitkeering was ge-
maakt, voor 20 pOt. der arbeiders waren de bepalir-
gen der Ziektewet van toepassing verklaard, voor
44 pOt. was een gunstiger regeling gemaakt dan ic
de Ziektewet en voor 8 pOt. gold een geheel van de
Ziektewet afgescheiden regeling.

Van de 44 pOt. der arbeiders, die een gunstiger
regeling hadden dan in de Ziektewet, was voor 6.5
pOt. (zooals steeds van het totaal aantal arbeiders
betrokken ‘bij O.A.O.) het bedrag der uitkeering hoo-
ger; voor 36 pOt. de premiebetaling, waarvan voor
31 pOt. een geheel premievrije ziekteverzekering gold;
voor 39.5 pOt. was de regeling der karenzdagen gun-
stiger, waarvan 6 pOt. in het geheel geen karenz-
dagen had, terwijl voor 21 pOt. was bepaald, dat bij
ziekte van langeren duur ook geheel of gedeeltelijke
uitkeering over de karenzdagen zou plaats vinden.

Wat de vacantie betreft, was voor 87 pOt. der ar-
beiders een vacantie geregeld, een belangrijke voor-
uitgang met vorige jaren, daar dit in 1926 nog
slechts voor 42 pOt. het geval was. Voor practisch alle
arbeiders was dit een vacantie met doorbetaling van
het volle loon. Slechts 4 pOt. der arbeiders kreeg
daarenboven nog een vacantietoeslag. Voor 31 pOt.
der arbeiders duurde de vacantie één week, voor 34
pOt. 3 dagen of korter, voor 10 pOt. 4 of 5 dagen en
voor 12 pOt. langer dan een week.

Voor 89 pOt. der arbeiders was bepaald, dat de op-
lossing der geschillen onderworpen zou worden aan
een in te stellen scheidsgerecht. Voor 86 pOt. der
arbeiders was dit scheidsgerecht voor den duur van
bet contract permanent, voor 75 pOt. der arbeiders
omvatte de competen.tie van het scheidsgerecht uit-
sluitend de geschillen met betrekking tot den inhoud

der O.A.O.

Bij de andere gegevens omtrent den inhoud van de
C.A.O. kan er nog op worden gewezen, dat in 84
O.A.O. voor 413 onder.n. en 689 arb., in de O.A.O.
een ouderdomspensioen was geregeld. Een en ander
geeft echter geen beeld van het totaal aantal, bij
C.A.O. betrokken arbeiders, dat recht op ouderdoms-
pensioen heeft, aangezien men in verschillende be-
drjfstakken (o.a. in de typografie en chemigraf ie) de
pensioenregeling los van de O.A.O. heeft gehouden;
Men is daar blijkbaar van het (m.i. juiste) standpunt
uitgegaan, dat een pensioenregeling, die op zeer lan-
gen termijn aanspraken schept, niet vastgekoppeld
mag worden aan een O.A.O., die slechts voor één of
enkele jaren is overeengekomen. Immers, als men dat
wel doet, bestaat de mogelijkheid, dat, wanneermen
niet tot overeenstemming zou komen. over de verlen-
ging der O.A.O., ook de pensioenregeling in gevaar
ge’bracht zou kunnen worden. Voor een individueele
onderneming is’ dit gevaar niet zoo erg groot, doch
voor een geheel
bedrijf
mag men m.i. deze mogelijk-
heid niet riskeeren.
Uit het ‘bovenstaande, dat slechts een ‘bloemlezing
vormt uit de verschillende in de publicatie verzamelde
gegevens moge gebleken zijn, dat ook dit jaar door
het Oentraal Bureau voor de Statistiek weer een
belangrijk overzicht is gegeven van de arbeidsvoor-
waarden en van de organisatorische verhoudingen in
ons land.

B.
BÖLGER.

Haarlem, Januari 1.931.

150

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11 Februari 1931

LOONDALING EN KOSTEN VAN LEVENSONDERHOUD.

Prof. Mr. Dr. Ant. van Gijn schrijft ons:

Met groote belangstelling las ik het artikel in het
vorige nummer van Mr. van Genechten. Hij zoekt
terecht naar het middel om uit deze crisis te komen
met zon weinig mogelijk leed voor alle betrokkenen.
Loondaling zonder een gelijke daling van de kosten
van levensonderhoud geeft leed, toeneming der werk-
loosheid tengevolge van sterkere daling van den prijs
der goederen dan die der diensten geeft ook leed. Toe-
neming van de werkloosheid is zonder geldloondaling
zeker niet te voorkomen en afneming der werkloos-
heid zonder die daling voöreerst uitgesloten. De daling
van den groothandelsprijs der goederen maakt daling
van de kosten van levensonderhoud mogelijk (al zal
die wel altijd geringer blijven). Dus – men ziet het
in Italië, min of meer ook in Duitschland en België,
in – moet de circulus vitiosus doorbroken worden bij
de kosten van levensonderhoud, waar het probleem in
dien cirkel wordt gevoerd. In dit licht is intusschen
de uitspraak van Mr. v. Genechten op bldz. 127, vijf-
den regel van onderen: ,,en zoolang ditniet het geval
is (ni. dat de kosten van levensonderhoud
in geenen
deels
1)
de groothandelsprijzen gevolgd zijn) beteekent
elke )
daling van het geldloon vodr den arbeider een
offer aan reëel inkomen” verwonderlijk. Mr. v. Ge-
nechten wijst er zelf op, dat de kosten van levenson-
derhoud sedert den zomer van 1929 in Amsterdam voor de arbeiders met 7.3 pOt. en in den Haag met
ruim 3.5 pOt. zijn gedaald. Al is dit in geenen deele
zooveel als de groothandelsprijzen, liet is toch niet
niets; en er komt dagelijks bij. Ging me die daling
van de kosten van levensonderhoud automatisch een
verlaging van het geldloon, bijv. in Amsterdam van
5 pOt., gepaard, dan zoude dat voor de arbeiders geen
offer beteekenen (dan voorzoover zij inmiddels weer
aan dat winstje aan reëel inkomen gewend zijn). Hier-

in zit juist een moeilijkheid temeer. Wacht men tot
men een grooteren stap kan doen, dan is inmiddels de
stap weer veel moeilijker geworden, doordat de arbei-
ders aan het hoogere reëele loon zijn gewend. Paste
men daarentegen nu kleine verlagingen toe, waar die
zonder offer mogelijk zijn, en stelde men na een kwar-
taal of halfjaar een nieuwe kleine geldloonverlaging
in het uitzicht, als die alsdan door een verdere daling
van de kosten van levensonderhoud gemotiveerd kan
worden, dan was er een begin van verlaten van den
dtieusen cirkel. Wacht men totdat de kosten van
levensonderhoud met 10 pOt, of meer zijn gedaald,
dan is de zaak alweer evenveel moeilijker als gemak-
kelijker geworden
2)

Dit geldt temeer, omdat juist in de kosten van
levensonderhoud ook zoo veel loon zit; bij de wat
beter gesitueerden ietwat direct uitbetaald loon, bij
deze categorie èn bij de arbeiders beiden .het loon,
dat in de distributiekosten zit en dat niet weinig
is. Zooals het Handelsblad dezer dagen voorcijferde,
zit vooral in de kosten van levensonderhoud der laag-
ste welstandklasse het grootste bedrag aan distributie-
kosten. Bij de eerste levensbehoeften zijn de distribu-
tiekosten percentsgewijze het hoogst. De arbeiders be-
talen naar verhouding veel meer in de hooge bonen
van hun collega’s bij de distributiebédrijven dan de
hoogere welstandklasse. Bij de werkers in de distri-
butiebedrijven zit het voornaamste wrijvingspunt, dat
het geheel in den vitieusen cirkel brengt. Als de win-keliers de bonen van hun personeel met bijv. 10 pOt.
verlaagden en daarnaast Qnderling afspraken, dat ze aan eigen en elkanders personeel bijv. 15 pOt. prijs-
verlaging zouden toestaan, dan bracht dat personeel.

Cursiveering van mij.

In Duitschiand en België ziet men het belang van
geldloondaling bij kleine stappen in; in het eerste land
werden de bonen in cle metaalindustrie met tusschenpozen
van twee maanden met
3
en 5 pOt. verlaagd, in dezelfde
industrie in België op
1
December en
1
Januari telkens
met 24 pCt.

maar een klein offer en dan werd
waarschijnlijk
alras
een extra-daling van vele kleinhandeisprijzen met
5 pOt. mogelijk, indien althans waar is, wat men dezer
dagen herhaaldelijk lezen kan, nl. dat de distributie-
kosten vaak evenveel of meer ‘bedragen dan de prijzen
in dén groothandel. De winkeliers zouden van het extra-winstje, dat hun nu vaak toevalt, moeten af-
zien. Maar berust dat extra-winstje nu niet vaak op het slachten van de kip met de waardevolle eieren? Brengt niet ook het blijvende belang van de winke-
liers en andere distribuanten mede, dat wij uit den
bovenbedoelden vitieusen cirkel komen? Is toeneming
in de plaats van afneming van het werkloozental ook niet voor hen zeer bedenkelijk? Ik weet wel, dat vele
handeidrijvende middenstanders voortdurend in een
niet fraaien toestand verkeeren tengevolge van hun
overtalrijkheid en dat het dan verleidelijk is een goede
kans waar te nemen; maar verstandig is het niet.
Nog een woord over de langzamere daling van de
kosten van levensonderhoud in den Haag vergeleken
bij Amsterdam. Hangt die niet samen met het groo-
tere aantal winicels per 1000 inwoners in eerstgenoem-
de stad, hetgeen de distributiekosten verhoogt? ‘ En
heeft dit weer niet zijn oorzaak hierin, dat de tech-
nici der stadsuitbreiding te weinig oog hebben voor
de bezwaren van het wijduiteenbouwen van de stad?
Verwonderen zonde zulks mij allerminst!

EEN ZILVEREN OF GOUDEN BASIS VOOR DE

STATISTIEKEN VAN CHINA?

De Heer Thos. T. H. Ferguson schrijft ons:

Als naschrift op mijn ‘bespreking van den handel
van China gedurende 1929 heb ik in E.-S. B. van
26 November jl., naar aanleiding van een opmerking
van redactioneele zijde, het gezichtspunt verdedigd,
dat de voor de handeisstatistieken van China gdbezig-de zilveren munteenheid, hoezeer haar waarde ten op-
zichte van het goud ook moge gefluctueerd hëbben; voor dat doel toch nog de meest rationeele blijft, en
dat met een herleiding tot een gouden basis geen nut te behalen valt, vergelijkbaar met het bezwaar om de
uit zulke uiteenloopende factoren samengestelde tabel-
len op
correcte
wijze in goud om te zetten. Dit na-
tuurlijk alleen voor de beoordeeling van den handel
van China in den loop der jaren op zichzelf, waar de
bespreking uitsluitend over liep. Om de
plaats van
China in het economische vereldbeeld te bepalen, is
het natuurlijk onvermijdelijk om zijn statistieken ook te brengen onder den gemeenschappelijken maatstaf.
Als •toets van het bovenstaande gezichtspunt, kan
de hierbijgaande figuur dienen, waarin .ik den buiten-
landschen handel van China over een periode van
60 jaar grafisch heb voorgesteld, door met intervallen
an 10 jaar (behalve het laatste van 9 jaar) telkens
een jaar tot uiting te brengen. Wij verkrijgen aldus
de jaren 1870, 1880, 1890, 1900, 1910, 1920 en 1929,
voor welke respectievelijk in lijn,
zijn
gebracht: de
totale in- en uitgeklaarde tonnenmaat, de handels-
waarden (in- en uitvoér) in haikwan teels – dus op
zilveren basis – dezelfde waarden in Amerikaansche
dollars – dus in goud – en eindelijk de koers van de
haikwan teels ten opzichte van den gouden dollar over
hetzelfde tijdperk.
Het antwoord op de vraag nu, welk stel lijnen een betere continuiteit vertoont, alsmede de overweging
of zoo’n continuiteit in dan loop der jaren al of niet
gewettigd was, kan gevoegeljk aan den lezer worden overgelaten. Op één ding wil ik hier echter meer uit-
drukkelijk de aandacht vestigen, nl. op de treffende
overeenkomst tusschen de tonnenmaat van in- en uit-
geklaarde schepen (die toch geheel onafhankelijk is
van zilver- of goudkoers) en den totalen invoer van

goederen op
zilver
gevalueerd. Het is alsof de eene.
lijn bedoeld was als replica van de andere! Dit zou
leiden tot de conclusie dat – althans met betrekking
tot den handel van China gedurende de laatste 60′
jaren – het zilver de juiste waardemeter voor den

r
0

..J
51

0

Goederenw-arde

11 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

151

Buitenlandsche handel van China 1870-1929.

9

0
7%.
,. e
n,,I.
aa
t
J’fl.
G,

t
3
LL. ,S,Çtp
,

00

/
.
1
900

7oo

609
1

5oo

/I’00

Ioc’
.2

loo

17o tito
1990 00

10 ‘o
Lt3.9

,

yl

oo
•1
E
e
Goeeve nwc
a
,.4

/
L

3s(

..
000.j

0

1180

1890

I00

1910

19.tO

u32ç

handel in het algemeen naarvolume is geweest. M.a.w.
naarmate de koopkracht (wij hbben het hier over
imports) van het zilver daalde, de handel
zich
bewoog
in de richting van goedkoopere goederen met het-
zelfde volume of gewicht.

Dit is natuurlijk een zeer globale gevolgtrekking,
maar er blijkt toch wel genoeg grond te
j
bestaan voor
de conclusie, dat de Chineesche douane-administratie
terecht handelt door het zilver als basis van hare sta-
tistieken aan te houden, en het goud slechts als ‘bloot
handelsartikel te behandelen. Overigens zou het be-
langwekkend zijn om den koers van het
koper
ten op-
zichte van zilver in het oog . te houden, zijnde de
grondstof van de munt van het volk en van den klein-handel, maar ook dit metaal bleek geen stand meer te
kunnen houden toen, in de décadence van het keizer-
rijk, het Ohineesche ,,bimetallieke” stelsel ineenstort-
te en de koperen munt, trots vele fulmineerende
edicten, dageljksche fluctuaties met betrekking tot
het zilver ging vertoonen.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

HET AMERIKAANSCHE BANKWEZEN IN 1930.
EEN JAAR VAN INGRIJPENDE HERVORMING.

EEN AANKLACHT TEGEN HET FEDERAL

RESERVE SYSTEM.

Prof. H. Parker Willis te New-York
schrijft ons:

Het Amerikaansche bankwezen blijkt in 1930 eene
ingrijpende wijziging te hebben ondergaan, waarvan
het einde voorloopig ng niet te zien is. Hetgeen is

geschied, toont duidelijk, dat de toestand van het
Amerikaansche bankwezen onbevredigend is en dat
het noodzakelijk is om het bankstelsel grondig te her-
zien, teneinde dit van blijvend nut te doen zijn voor
gemeenschap en individu. Ten bewijze hiervan moge
op de drie volgende punten worden gewezen:

lo. op den ongezonden toestand van de Amerikaan-
sche banken, met als gevolg tal van faillissementen en
andere moeilijkheden;

2o. op het onvermogen van het bankstelsel om in
tijden van depressie of crisis, de belangen der gemeen-
schap te dienen;

3o. op de onmacht van het Federal Reserve System
en de onbekwaamheid van zijn bestuur om onder de
tegenwoordige omstandigheden de geldmarkt te con-
troleeren of te leiden.
De statistieken betreffende de .bankfaillissementen
staven de eerste dezer beschuldigingen. Op grond van
deze statistieken meent men het aantal faillissementen
voor het afgeloopen jaar op niet ffiinder dan 1.100 te mogen ramen, welke banken in totaal aan kapitaal en
reserves over $ 60.485.000 beschikten. Dit zijn hoogere
cijfers, dan ooit in een overeenkomstige periode wer-
den genoteerd.

De neiging van de banken om eenige maanden ge-
leden haar portefeuille aan handelspapier in te krim-
pen, waardoor deze thans op een laag niveau staat,
illustreert op het oogenblik treffend de tweede klacht tegen de banken, hare onbekwaamheid om in een tijd
van depressie het bedrijfsleven en den particulier te steunen. Het kost den geldnemers in de Ver. Staten
zeer veel moeite om ook maar in eenigszins voldoende
mate voorschotten te
verkrijgen.
De door de banken
aangevoerde redenen zijn soms houdbaar, soms on-
houdbaar; in ‘elk geval spruiten zij echter voort uit’ de
ontoereikendheid der middelen, hetgeen weder een ge-
volg is van de speculatieve uitwassen, die aan den
omslag voorafgingen. De banken zijn thans bljbaar
noch met noch zonder steun van het Federal Reserve
System in staat om aan de loopende credietaanvragen,
zelfs van den meest rechtmatigen aard, te voldoen. De
vaak van regeeringszijde gedane mededeeling, dat er
voor alle redelijke doeleinden volop crediet beschikbaar
is, moge technisch juist zijn, in werkelijkheid echter
kunnen de zakenlieden thans op geeuerlei
wijze
crediet
verkrijgen.

Indien men de uitkomsten over de maand December

van 600 bij het Federal Reserve System aangesloten
banken beschouwt, blijkt, dat• de zuivere handelsvoor-
schotten in vergelijking met December 1029 sterk zijn
gedaald, namelijk met bijna 10 pOt. De leeningen op
onderpand daalden slechts net ongeveer 114 pOt., ter-
wijl de beleggingen op grooter schaal stegen, dan de
leeningen daalden. Toch moet worden bedacht, dat
niettegenstaande het zooeven genoemde feit, er eenig
succes te boeken viel bij de beperking van de specu-
latie. ,,Makelaarsleeninge”, welke een jaar geleden
het bedrag van $ 8,6 milliard naderden, beloopen thans
weinig meer dan $2,2 milliard. Deze vermindering,
hoewel ten deele toe te schrijven aan het terugtrekken
van gelden van buitenstaanders, verstrekt door ,,ande-
ren” (dan banken), werd echter ten deele bewerkstel-
ligd, doordat het onderpand ‘der makelaarsleeningen
aan de banken werd overgedragen, met het gevolg, dat
de makelaarsleeningen omlaag gingen en de eigen be-
leggingen der banken stegen. Dit was een fundamen-
teele verandering in het karakter van het verstrekte credit, hetwelk
OP
het eerste gezicht uit de gepubli-
ceerde
cijfers
niet duidelijk naar voren komt.

Ook al neemt men echter het vorenstaande in aan-
merking, dan nog blijft het een feit, dat het proces
van afwikkeling der voorschotten op speculatieve
fondsen zeer langzaam in zijn werk is gegaan. Toege-
geven moge worden, dat er in totaal een beperking van
credietverleening is geweest ten beloope van ruim
$ 3 milliard gedurende het afgeloopen jaar; daar staat
echter tegenover, dat de banken zelf allerminst tot een

152

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11 Februari 1931

dergelijk bedrag werden ontlast. Sommige van de ban-
ken hebben op drastische aflossing van oude leeningen
aangedrongen met -het resultaat, da-t vele waarden
op de markt werden geworpen, welke zoo spoedig, als
de omstandigheden het toelieten, moesten rworden op-
genomen. Dit proces is echter niet zoo effectief ge-
weest als men wel gewenscht had en wel, omdat de
bedragen aan nieuwe fondsen, welke aan de markt
werden opgedrongen, tot ongeveer 1 Augustus jl. om-
vangrijker waren dan de spaargelden, die op de Arne-
rikaansche kapitaalmarkt tot het opnemen van deze
fondsen beschikbaar waren. Er is niet de minste con-
trôle geweest op het bedrag der nieuwe uitgiften en op het gebruik van bankcrediet, dat benoodigd was,
wanneer de fondsen bij beleggers geen plaatsing kon-
den vinden.
Dit laatste punt brengt ons tot een nadere beschou-
wing van den invloed van het Federal Reserve System
en van Zijne verhouding tot de andere banken, zooals
deze door de gebeutenissen van het laatste jaar wordt
geïllustreerd. Door middel van enorme aankoopen van
accepten en schatkistpapier hebben de Federal Reset-
ve Banken de markt bij voortduring voldoende van
fondsen voorzien en daardoor de verschillende andere
-banken feitelijk de vrije hand gelaten bij het voortzet-ten van speculatieve credietverleening en andere geld-

marktoperaties. De gevolgen hiervan zijn duidelijk aan
het licht getreden, hoewel het gebrek aan overzicht
van de credietmarkt en aan contrôle van de zijde van
het Federal Reserve System aan den buitenstaander
wellicht niet steeds zal zijn opgevallen. Een nader
onderzoek van de ‘bankstaten echter, zoowel van die
der Reservebanken als van die der andere banken,

toont de juistheid van de ‘bovenstaande uitlating.
Het onvermogen van het Federal Reserve System om
de bankmoeiljkheden te controleeren en te vermin-
deren werd hierboven reeds aangestipt, en wij behoe-
ven dus op dit gebrek van ons centrale bankstelsel niet
nader in te gaan. De wantoestand is ontstaan uit een
volkomen foutieve opvatting omtrent de functies der
Reserve Banken en omtrent de methode van beschik-
baarstelling van herdisconteeringsfaciliteiten. In de

Federal Reserve Act is een bepaling opgenomen be-
treffende herdisconteering, welke is voortgesproten
uit zorgvuldige overweging van de vereischten van
het in herdisconto te nemen papier. Elke in herdiscon-
to te nemen wissel moest •de handteekening dragen van de bank, welke er mee kwam, maar geen papier
mocht in herdisconto worden aangenomen, wanneer
niet werd aangetoond, dat het een liquide karakter
droeg en betrekking had op handeistransacties, dus

niet op credietverleening op langen termijn of op
speculatie. In de practijk échter hebben vele Reserve
Banken aan deze liquiditeit geen aandacht geschonken
en er uitsluitend naar gestreefd om zich door het ver-
krijgen van andere zekerheden te dekken. Ze hadden evengoed rechtstreeks leeningen kunnen verstrekken
aan de aangesloten banken tegen -biljetten van deze
laatsten, gedekt door onderpand, en zonder eenige
nadere informatie omtrent het gebruik, dat van de
verstrekte gelden zou worden gemaakt. Tengevolge van
deze houding konden de verschillende banken feitelijk
doen, wat zij wilden, met het resultaat, dat zij bij het
begin van de crisis met ongekend veel ,,bevroren” uit-
zettingen opgescheept zaten. Zoo ontstond een toe-
stand, welke uit een oogpunt van centraal bankbeheer
in de Vereenigde Staten als uiterst betreurenswaardig

moet worden beschouwd.
Deze en dergelijke opmerkingen omtrent de .rerlc-
wijze van de banken in de Ver. Staten zijn niet be-
paald vleiend. Wanneer men ze een jaar geleden of
vroeger naar voren bracht, werden zij met twijfel be-
groet of belachelijk gemaakt door vele personen uit
de geld- en zakenwereld. De ervaring van het laatste
jaar heeft echter de juistheid daarvan bevestigd en
heeft bij velen onvermijdelijk de vraag doen rijzen,
wélke politiek in de toekomst gevolgd zal moeten wor-
den en inhoeverre of wijziging van de bestaande bank-

wetgeving noodzakelijk moet worden geacht. De ver-anderingen, welke reeds werden gebracht in

de bezet-
ting van den Federal Reserve Board en de wijzigingen
welke in dit college eerlang nog zullen volgen, bieden
den waarborg, dat een geheel nieuwe koers zal wor-
den overwogen. Welk beleid tenslotte door den nieuwen
Board zal worden gevolgd, moet nog blijken, maar de
feiten toonen genoegzaam, welke moeilijkheden de hui-
dige situatie met zich brengt en volgens welke lijnen
cle nieuwe politiek zich zal hebben te ontwikkelen. De
uitwassen eener al te gemakkelijke credietverleening,
welke werd toegelaten onder de slappe leiding van het
Federal Reserve System (‘bedenkelijk ‘beïnvloed door
politieke- benoemingen van
wijlen
President Harding)
eischen een volkomen reorganisatie van het bankstel-
sel der Ver. Staten, en het volbrengen van deze taak
zal het wachtwoord voor het jaar 1931 moeten zijn.

AANTEEKENINGEN.
Indexcijfers van groothandeisprijzen.
,,The Economist” schrijft: Een verdere val van de
prijzen deed ons indexeijf er einde Januari een
nieuw laagterecord bereiken van
66,3
(1927 = 100),
een daling van 3.5 pCt. in een maand, volgende op
een val van 3.1 pOt. in December. In vergelijking met

een jaar geleden, daalde het geiddelde prijsniveau
3
pOt.
Gemiddelde
1927 = 100.
1930 1930 1930 1930 1931
Jan. Oct. Nov. Dec. Jan.
Granen en Vleesch ……..
89.2 76,8 73,2 70,0 67,4
Andere voecliugs. en genot-

middelen …………… .
83.1

73,7

70,2

71,0

69,5

Weefstoffen ………….
76.7

55,8

55,1

51,4

49,2

Delfstoffen ……………
92.6

79,1

79,0

78,0

75,3

Diversen ……………..
88.0

77,7

77,8

75,2

72,6

Totaal ….
86,1

72,4

70,9

68,7

66,3

Bij de groep ,,G-ranen en Vleesch”, die een daling
van 3/7 pOt. toonde, waren de bewegingen onregel-
matig; de hevigste dalingen vertoonden de prijzen
voor rundvleesch en schapenvieesch, mais en Engel-
sche tarwe, terwijl Canadeesche tarwe, gerst, haver en
aardappelen duurder waren. Bij de groep ,,Andere
voedings- en genotmiddelen” waren bietsuiker, Cana-deesche kaas en tabak de eenige uitzonderingen op de
algemeen dalende beweging, doch de omvang der in-zinkingen was relatief klein. Bij de groep ,,Weefstof-
fen” waren katoenprijzen vast, terwijl diverse dalin-
gen voorkwamen in de wol-, vlas- en hennepprjzen,
met het resultaat, dat de groepindex met 4,3 pOt, in-
zakte. De groep ,,Delfstoffen” was 3,5 pOt. lager, het-geen veroorzaakt wer4 door verdere daling in de prij-
zen voor niet-ijzerhoudende metalen en een val in den
prijs van Oleveland ruw-ijzer. Bij de groep ,,Diverseii” kwamen lijnolie en rubber in het -bijzonder in de prijs-
daling tot uiting. (Zie tabel 3, pag. 153).

Data
d

1913
100
100
100 100 100 100 Gemiddelde

1925..
168.4
204.2
194.6
139.8
126.2 160.9
1926..
151.7
195.3 152.6
149.8 120.7
149.4
1927..
147.6
202.2
157.0
125.1
116.1
143.7
1928..
152.9
189.7
165.0 115.2
111.2
140.9
1929..
143.0
173.5 144.7
119.6
105.0
132.8
1930..
119.5 156.1
101.1
104.6
94.7 111.5
Einde Jan.

1930..
131.6 168.0
120.4 115.8
102.1
123.7
Feb.

,,

..
126.0 167.8
117.2 113.2
101.0 121.0
Maart

..
125.0
167.2
114.6
112.3
99.2 119.4
April

,,

..
125.3
163.4
114.4
107.1
96.6 117.2
Mei

,,

..
121.0 159.7
111.6
105.4
98.0
115.8
Juni

,,

..
121.3
157.3 104.4
103.5 97.6 113.2
Juli

,,

..
124.2 154.3
99.8
102.7
94.6 111.5
Aug.

,,

..
121.7
152.1
96.8 101.9
92.5
109.3
Sept.

,,

.
117.3
150.7
89.3
99.4
89.0
105.2
Oct.

,,

..
113.3 149.0
87.6 98.9
90.2 104.0
Nov.

..
108.0 142.0
86.5
98.8 90.3 101.9
Dec.

..
103.3
143.6 80.7
1
97.5
87.3 98.7
,,

Jan.

1931..
99.5
140.5
77.2
94.2 84.3 95.3

0e- (+) of afneming(-
in perc.
vergeleken met

ijzen
afneming(-)
perc.
eken met
1 lan,
lQfl

+ 6,5
+ 16,2
+ 1,3
+ 1,3
– 11,1′
-37,3
– 4,5′
+ 4,6
– 8,6
– 15,2
– 1,6

– 4,3

– 7,9

– 1,6
– 2,2
– 5,0
– 9,5

– 35,7
-37,2 -31,2
– 19,6
– 35,1
– 38,5 – 22,2 – 40,0
– 43,9
– 43,3
– 42,5

-35,9

– 19,3
– 18,7
– 0,6
– 8,9
+ 9,5
– 37,0
-35,5
– 38,6
– 37,0

Hout (Eng.) ……..
11
(Zweedsch)
Cement ……….
Huiden…………
Leder………….
Benzine No. 1…..
Petroleum ……..
Stookolie ………
Lijnolie ……….
Talk …………..
Rubber…………
Soda………….
Amm. Sulphaat
Creosoot ………

Diversen ……..


7,1

7,1

2,8

7,9

-4
-]1

+

4,8
-11,4
4,2

-20,0
-59,5

2,2
-38,8

7,3

48,3


8,3

3,5

14,8


3,5
1

17,5

– 3,5) -18,7

11 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

153

Tarwe (buiten!.)
(Eng.) ……
Meel ………….
Gerst………….
Haver…………
MaIs ………….
Rijst …………..
Aardappelen ……
Run dvleesch (Eng.). (Arg.).
Schapenvl. (Eng.)..
(N. Z.)..
Varkensvl.(Deensch)

Granen en Vleesch..

Thee ………….
Koffie …………
Cacao …………
Rietsuiker …….. Bietsuiker ……..
Kaas (Can.) …….
Boter (Deensçhe)
Kokosolie ………
Tabak …………

Andere voedings- en
Genotmiddelen…

oe-(-)-) of afneming(-)
in perc.
vergeleken met
Jan. 1930

Dec. 1930

+

9,2

44,8
Katoen (Am.) …..

9,7

43,5
,,

(Egypt.)…

6,4

42,1
Garen…………

+
3,0
+
0,9
Laken…………

+
4,5

16,9
Wol
(Eng.)

…….

8,4

39,8
,,

(Austr.)’

…..

+
4,7
-29,8
,,

(tops)……..

+

8,3

+
73,3
Zijde

…………

9,5

10,9
Vlas ………….

21,4
-24,0
Hennep ……….

2,4
Jute ………….

Weef stoffen
…….

Ruw.IJzer……..

3 7

244
‘ ‘
Stalen rails…….
IJzeren staven

6,2

1,8

2,0
-29,4
Blik

………….

3,0

22,6
Kolen (Welsch exp.)

2,4

8,0
,,

(Dur. Gas.)..

+
1,3

10,2
,,

(huisbrand)
-21,6
Lood ………….

2,8

19,8
Tin …………..

3,7
-22,4
Koper…………

6,7
Ongez. Zink ……

1
Delfstoffen …….

2,1

16,4

Indien men 1924 op 100 stelt, ‘bedraagt ons index-
cijfer voor Januari 57,3 tegenover 59,4 einde Decem-
ber en 74,4 een jaar geleden. De tweede tabel toont
het indexcijfer uitgedrukt in een percentage van
1913.
(Zie
pag. 152).

Er was” weinig in de technische positie van de voor-
naamste markten aan het einde van Januari, waaruit de gevolgtrekking zou kunnen worden gemaakt, dat
de achteruitgang in de prijzen nu zijn eindpunt heeft
bereikt.

Voorts volgt hier nog een overzicht van het prijs-
verloop in een aantal belangrijke landen:

8
.’

‘6
.

c17

N

-.

1913..
70
4

100
6

100
100 100
7

100 100
100
358
438
367
392
214
oogs
e
t
591
679
325
366
297
322
l_

..
(Apr.) (Apr.)
Uan.)
Uuni)
(Juli)
(Mrt.)
Gemiddelde 1925..
1035
550 646
1425

161
155
202
1926..
100
5

703 654
134
145
149
145
179
1927..
95
617
527
138
142
146 148
170
1928..
98
620
491
140 145
148
149
171
1929..
97
610
481
137
141
140
142
166

December
533
411 125
126 122 117

November

1918
……….

1929..
Januari

1930..
94 93
576
564
459 453
134
132 139 136
134
131
135
131
155
152
Februari

..
92
564 445
129 133 128 126
151
Maart
91
553
435
126
131
125 122
148
April

..
91
548
429
127 129
124
122
146
Mei

..
89
542
420
126 128
123
118
143
juni

.1930
…..

87
533 412
124
126
123
118
137
juli

84
538
401
125
126
121
115 133
Augustus

84
532 403
125 126
121
114
133
September

..
84
525
398
123 123
119
112 130
October

83
509
387
120
122
118
III
124
November

..
80
494

379
120
120
117
110
December

……..
448
369
118
117
117
107
1)
Bureau of Labour.
1)

Stat.
Reichsamt.
3)

Sedert
1922
gebaseerd
op
48 artikelen.
4
)1926=100.
8)
Jaargemiddelde.
8)
Sedert
October
1923:
Juli
1914
=
100.
7)

Midden
1914
= 100.

De volgende opmerkingen zijn ontleend aan de des-
betreffende maandpublicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek en hebben betrekking op de Neder-
landsche indexcijfers 1913 = 100.

Bij beschouwing der

indexcijfers over December
1930, in vergelijking met die der voorgaande maand,
blijkt, dat zoowel het algemeen
indexcijfer
als dat der
voedingsmiddelen met 3 punten (resp. 2,7 en 2,6 pOt.).
is gedaald.
Tegenover een prijsstijging van 11 artikelen (9 voe-
dingsmiddelen) met in totaal 55 punten (w.o. tarwe-
zemelen met 15 en aardappelen met 11 punten), staat
een
prijsdaling
van 24 artikelen (14 voedingsmidde-

len) met in totaal 190 punten (w.o. eieren met 31,
vlas met 19, melk, kaas en lijnolie, elk met 14, hars
met 13, hooi met 12 en koffie met 10 punten).
De
stijging
van November tot December is in pro-
centen als volgt: zemelen 15,1, haver 9,9, tarwe 9,6,
aardappelen
1,4,
rogge 7,2, gerst 4,9, mais 3,2, T-ijzer
2,5, alcohol 2,0, zwavelzure ammoniak en kalfsvleesch
1,0; de
daling
in procenten is voor vlas 18,2, eieren
15,0, hars 12,5, lijnolie 12,1, hooi 11,5, kaas 11,2, kof-fie 10,0, melk 9,4, zilver 8,8, ruwe katoen 8,3, macaro-
ni 7,3, hennep 5,8, varkensvleesch 5,2, tin 4,6, runder-
huiden 4,4, thee en steenkolen 4,2, groene erwten en
rundvleesch 3,9, zôut en suikei 2,3, terpentijn en boter
1,9 en peper 1,4.

Beschouwt men het algemeen indexcijfer (basis 1913
= 100) over het jaar 1930 in vergelijking met dat
‘over 1929, dan blijkt dat dit cijfer is gedaald van 142
in 1929 tot 117 in 1930 of met 25 punten (17,7 pOt.);
het indexcijfer der voedingsmiddelen daalde van 149
tot 119 of met 30 punten (20,1 pOt.).
Van de 48 artikelen, waaruit het algemeen index-
cijfer is samengesteld, daalden in 1930 41 in prijs,
terij1 5 in prijs stegen.
In vergelijking met de
prijzen
in 1929 zijn in 1930
de
stijgingen
in procenten als volgt: cacao 5,9, rund-
vleesch 4,8, steenen 3,4 en aardappelen en lijnolie elk
0,2; de
dalingen
in procenten zijn voor hooi 44,1,
rogge 43,5, ‘haver 40,6, groene erwten 38,8, peper 38,0,
koffie 37,9, gerst 37,1, mais 33,7, zemelen 33,3, tin
29,7, hennep 28,4, vlas 28,2, zilver 27,7, ruwe katoen
27,5, tarwe 23,3, varkensvleesch 21,5, bars 20,4, T-ijzer
19,9, paardehuiden 19,4, boter 18,7, sago 17,3, eieren
17,0, alcohol 16,6, runderhuiden 16,3, suiker 15,5, kaas
14,7, thee 13,0, terpentijn 12,2, vetleder 12,0, zwavel-
zure ammoniak 11,4, melk 11,1, rijst 10,5, hout
(Zweedsch vuren) 7,8, courantenpapier 3,3, lams-
vleesch 3,2, kalfsvleesch 2,8, macaroni en steenkolen
elk 2,0, cokes 0,9, petroleum 0,5 en zout 0,3.

Indexcijfers ‘van groot- en kleinhandeisprijzen
in Nederlandsch.Indië.

De maandstatistiek 1930 No. 9 van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek bevat o.m. het volgende:
Invoer.
De serie van de invoerartikelen omvat
72
artike-len, welke in vijf groepen zijn verdeeld.
In September zijn wederom de prijzen van enkele
tea,-
tiele goederen
gedaald, waardoor het indexcijfer van deze
groep op
158
kwam tegen
159
in Augustus.
Van de groep
levensmiddelen
daalden de prijzen van rjst,

154

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11
Februari 1931

Aust’ral’isch meel en Australische boter, met het gevolg, dat
het groepsindexcijfer zich stelde op 135 tegen 138 in cle
vorige maand.
In hoofdzaak door de prijsdaling van draadnagels en
rood- en geel-bladkoper bedroeg het indexcijfer van de groep
metalen
in September 129 tegen 131 in Augustus.
Daar de prijzen van de groep chemicaliën en verf stoffen
slechts enkele kleine veranderingen ondergingen, kon het
groepsndexcijfer zich handhaven op 136.
Door de lagere prijzen van Japansche steenkool en pe-
troleum stelde het indexeijf er van de groep
diiversen
zich
op 149 tegen 152 in Augustus.
Het indexcijfer van dce goheelen invoer bedroeg 143 tegen
145 in Augustus.

Uitvoer.
De serie uitvoerproducten omvat de prijzen van
20 producten.
De dalende tendens, welke de prijzen van de uitvoer-pro.
ducten reeds gedurende zooveel maanden te zien geven,
zette zich in September verder voort.
De prijs van copra per 100 KG. daalde van
f
16.94 ie
Augustus tot
f
15.19 in September, kapok van
f
58.75 tot

f
52.50, koffie van f.4262 tot f39.- en rubber per 34 KG.
van f0.2434 tot f 0.2134. Ook de prijzen van suiker-supe-
rieur, thee, tin en tapioka waren lager. l)aarentegen kon
de prijs van damar oploopen van
f
59.94 in Augustus tot –

f
68.81 in September.
Ook (Ie prijzen van koehuiden, maïs en witte peper waren vast.’
Het indexeijfer van den gebeden export daalde met
2 punten tot 79.
Het algemeen-indexeijfer van in- en uitvoer tezamen
liep met 2 punten terug en bedroeg in September 129.
Dit algemeene indexcijfer
heeft
geen andere betee/cenis
Uan dat het het gemiddelde prijsverloop voorstelt van. de
92 met name genoemde producten.

Indexcijfers van 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaja en Sernarang.


Invoerartikelen.


-.


j,

O:


.

I:
!
bn

1913.
100
100 100 100 100 100
100
100
1924.
213
164
167
160
188 178 155
173
1925.
208
161
160
150
165
172
146
166
1926.
185
157
151
153
169
165
137 159
1927.
174
148
149
149
173
160 130 154

1928.
172
149
141
144
162
155
125 149
1929.
172 149
142
142
163
155
123
148
Septemb. 1929.
172 149
141
142
163 155
123
148
October

.
172 150 140
141 161
154
121
147
November

,,

.
171
148
141 141
160 154
120 146
December

,,

.
170
147
139 140
160
153
111
144
Januari

1930.
170
147 139
140
159 153
105
143
Februari
.
170 145 139
139 159
152 100
141
Maart

.
169
144 138
139
151
150
98
April

.
167
144
137
138
152
149
95
138
Mei

.
162 142
136
138
156
148
94
136
Juni

.
161
140 136
137
155
147
88
134
Juli

!1Ç

.
161
139 133
136′
155 146
82
132
Augustus

,,

.
159 138
131
136
152′
145
81
131
September ,,

.
158
135
129
136
149
143.

1
79
129
1)
20 art.
2)
12 art.
3)
12 art.
4)
15 art. ‘) 13 art

Kleinhandelsprijzen.
Het indexeijfer van de serie in-
heemsche artikelen daalde in October met 2 punten tot 150
tengevolge van de lagere prijzen van petroleum, koffieboo-
nee, klapperolie- en varkensvleesch.
Het indexeijfer van dc serie ui’theemsche artikelen bleef
– oiverauderc1 140, terwijl dat van (te in- en uitheemsche
– artikelen tezamen terugliep van 146 tot 145.
Pasarprijzen.
Terwijl in het algemeen de pasarprijzen in – het 3de kwartaal van het jaar een stijging vertoonen, geeft
• het 3cle kwartaal van 1930 een van het normale afwijkend
verloop te zien. In de maanden Juli, Augustus en Sep-
tember ve-rtoonen cle meeste prijzen een teruggang.
Kou de inzinking in Juli en Augustus nog een gevolg
zijn van het feit, (lat dc hoofdoogst dit jaar ongeveer een maand later plaats had dan iii andere jaren, de prijsdaling
– in September moet aan andere oorzaken -worden toegeschre-
ven. Behalve dat dit een gevolg is van den grooten oogst
1930, begint wellicht de depressie ook reeds haar invloed
op het prijsniveau van cle Inlandsche landbouwgewassen
– in de dessa te doen gelden.
Het zijn vooral dê prijzen van gaplek, welke de laatste

Indexeijfers van kleinhanclelsprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.

ibeemiach
In-
1)

Uit-

l
heemsch
1)

Totaal
Voeding
2,)

1913114
100 100
100
100
1924 .
.
182
158
170
170
1925 .
.
169
152
160
159
1926 ..
169 148
159
156
1927 .
.
168
147
157
155
1928 ..
160
148 154
153
1929 ..
162
145
153
151
October

1929 .
.
161
143
152
150
November

..
162
144
153
151
December

.,

•.
163
145 154 153
Januari

1930 ..
163 146
154
153
Februari

..
166
145
155
154
Maart

..
161
145 153
153
April

..
156 145
151
150
Mei

. .
162
144
153
151
Juni

. .
157 144
151
/
149
Juli

..
156
144 150
148
Augustu&

..
152
142
147
144
September

. .
152 140 146 144
October


150 140
145
142
1)
20 artikelen.
9)
35 artikelen.

maanden scherp zijn teruggeloopen, nl. van gem.
f
2.60 per
picol in Juni tot
f
1.92 in September.
De prijs van bataten No. 1 daalde in dezelfde periode van

f
1.82 tot
f
1.54, mals No. 1 van
f
4.34 tot
f
4.06, beras
No. 1 van
f
11.58 tot
f
11.35, aardnoten van f 11.70 tot

f
10.94 en katjang kedelee van
f
8.88 tot
f
8.27.

MAANDCiJFERS.

EMISSIES IN JANUARI 1931.

Prov. ei] Gemeentelijke Leeningen ..
f.
5.823.125,-
zijnde:


iVederland
Gem. Haarlcm
f
1.500.000
4 % obl. il 97 % ……
f
1.455.000,-
G-em. Haarlem
f
3500000
4 % obl.
ti
97
3
/8 % ….
f
3.408.125,-
Gem.

Sittarcl

f
1.000.000
4
To
obl. 1. 96
To

……
.

1

960.000,-

Bank- eu Oredietinsteflingen . ……

,,
2.910.000,-
zijnde:
Nederland
Obligatiën
i3ank toor Neclerlandsche
Gemeenten

f
3.000.000
4
%
oh]. it 97
%

……

f2.910.000,-

II ypotheekbanken

……………..,,
225.000,-
zijnde
Nederland
Aandeelen
N.V. Haarlemshe Hypo-
theek-bank

f
500.000
eend. it 225
%

). waar-
op gestort 10
To

……
f

112.500,-
Nationale Hypotheekbank

f
50.000

aandeelen

S
225
%

)

………….
f

112.500,-

Electr-., Gas-, TeL-,
rje1egr

en Wa-
terl.-Mijeu

…………………..,,
70.000,-
zijnde:
Nederland
Aandeelen
Bron waterleiding ,,Doorn”

f
70.000

aandeelcn

h
100
%

)

………….f

70.000,-

:Di’ersei

-…………………….

,,
075.000,-
zijnde:
Nederland
Obligatiën
Bouwmij.

,,De

Vriend-
schap”
f
1.000.000 5
%
obl.

li

9734
To

………f

975.000,-

Koers

voor

aandeelhouders,

voor

Vrije
inschrijvers
275
%


Koers

voor

aandeelhouders,

voor

Vrije
insohrijvers
260
% +
f
1.000 te storten in waarborgfonds.
Vrije insehrijvingeii niet toegestaan;

ev.
over-blijvende
aandeelen

kunnen

tegen

‘biedendn

koers,

niet

beneden
pan, worden afgegeven..

11 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

155

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.

De Bank voor. Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Indexcijfers van 12 aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.
1)

Banken
Electri- citeit
[Handels-‘
ondern.
Industrie
Ktt-
zijde
Mijnbouw
Olie
Rubber
Scheep-

vaart
Suiker
Tabak Thee

Jaargemiddelde


1929

158.3

337.5

168.0

432.7

243.0

263.7

402.0

233.5

125.0

398.4

487.3

443.2
1930

149.4

257.7

125.6

264.9

87.4

177.2

371.1

110.7

82.6

292.9

361.3

357.2
Januari

1930

155.8

289.6

143.8

311.7

107.6

211.2

398.2

1425

102.1

354.4

413.8

396.1
Februari

,,

159.9

278.6

144.2

302.7

103.9

219.

389.5

154.8

96.6

385.-

428.-

392.4
Maart

,,

157.3

268.5

134.7

291.5

93.2

205.5

386.5

145.1

91.9

346.3

421.2

406.4
April

158.7

283.6

140.4

305.4

100.1

200.8

411.8

142.3

92.3

340.6

423.-

405.7
Mei

156.8

267.6

129.1

281.0

98.1

184.0

402.2

127.5

91.5

309.5

388.4

396.9
Juni

,,

147.7

255.3

123.2

261.7

86.7

170.5

389.4

109.3

83.4

281.2

359.-

344.4
Juli

,,

148.3

257.6

125.8

265.3

93.7

170.9

393.7

106.3

81.5

285.1

356.9

342.9
Augustus

,,

145.8

248.3

116.7

.
251.7

87.2

162.8

376.9

85.2

75.1

261.3

325.4

306.0
September

142.7

245.9

110.8

246.3

79.1

154.3

360.2

70.3

73.6

236.1

315.9

312.5
October

142.5

241.9

109.8

235.4

67.5

149.2

336.4

77.2

70.7

244.9

317.2

341.3
November

142.4

235.3

116.7

221.4

70.3

153.8

309.3

85.5

69.3

251.8

312.-

329.1
December

134.6

220.7

111.6

204.3

60.8

144.7

299.3

82.5

63.4

238.8

274.7

312.4
Januari

1931

137.2

220.4

110.9

199.-

57.4

149.1

290.7

75.8

63.5

223.8

274.-

280.5

Schommelingen in het aandeelen-indexcijfer.

2 Januari 1931
f
3.591.712.000
=
100.

1
7 Januari 103.221 Januari 102.9
14

,,

102.-

28

,,

105.7
1)
Men zie
voor
de toelichting op dit overzicht het nummer
van
E..S. B. van 15 Januari 1930, blz. 64.

Nadruk verboden.

Kerkelijke Leeningen
…………..f

673.947,50
BANK VOOR INTERNATIONALE BETALINGEN.
zijnde:
Voornaamste posten in duizenden Zwitsersche franken.’)
Nederland

……………f
454.297,50


,
__
__________
Uitgezette
Diverse
,
Bel j,iië

………………..

..

69.650,-
a
gelden
belegg.
.
Ver. Staten

…………..

..
150.000,-
:n
c
.

0.
0s
n
Totaal.
. . .

f 10.677.072,50
Data
.
ci

Bovendien:
.
.
.
8
n’2
,

f
10.870.000,- 3/m. Schatkistpromessenk
f

996,40
________

30Juni1930
5.120
23.046
500.647 486.942
68.352

1.612
3.550.000,- 6/m.

,,

,

991,16

t’,’,

14
1.943.000,-

Sehatkistbiljetten

1.011,25
31Juli 1930
6.815 80.477 364.594
297.956
429.388
121.580
2.844

Voorts werd in de afgeloopen maand hier te lande de in-
31 Aug.1930
30 st. 1930
3.319 5.560
107.589
68.858
236.974
304.553
541.663
946.801 516.611 179.168 151.886
186.818
5.594 8.662
schtijving opengesteld op een beperkt bedrag:
31 Oct 1930
4.628
24.931
3 1.513
999.134
156.847
2

191.864
11.311
5
%
obl. Luxemburg k 97
%
(introductie)

.
30Nov.1930
4.279
71.393
410.749 1.050.808
134.4112
191.029
13.5E6

4
%
niet cum. pref. aand. Canadian Pacific Railway Comp,
31 Dec.1930
31Jan. 19311
6.076 5.692
74.814
85.518 496.762 532.402
651030
722.108
145.2692
162.2392 190.859 187.7008 11.325
12.273
It 83%
%
(introductie)
;
.
Deposito’s

aand. Montgomery Warci
&
Co. Inc. 9.

20 p. aand. (intr.).
op termijn
____________

.
1.
Cd
_____________
De Kerkelijke leeningen zijn als volgt onderverdeeld: O
°
0

Rente- Emissie-
Data
e
0 o,s
NO.
8
ro
‘ ° ‘
5
-0.

Guldens

voet

koers
0…
._2
,
‘5

pCt.

pCt.
.
R.K. Kerkbest. d. Par. ‘v. d. H.


5
8
3E
.

Johannes den Dooper, Groote-
30Juni1930

102.500

274.765

438.198

268.426

1.832

1.085.721
broek (waarvan
f
275.000 voor conversie)

………………420.000

41,4

99%
31Juli1930

102.500

310.601

244.657( 329.196

312.974

3.726

1.303.654
31 Aug.1930

102.500

2.9.284

410.88/1 523.047

220.92k

6.998

1.563.636
R.K. Kerkbest. d. Par. v. d. hei-
30 Spt. 1930

102.O0

302.964

851.4501 232.391

200.628 10.486

1.700.420
lige Martelaren

v. Gorcum te
.
31 Oct.1930

102.563

303.246 1.058.6011 103.769

203342 12.707

1.784.228
den Haag (waarvan
f
128.000

30 Nov.1930

102.563

303.180 1.146.8771

15.555

293.047 15.005

1.876.226

31 Dec.1930

101875

300.199

8.9221

1.154.105
4
12.033

1.578.134
voor conversie)

.- …………
440.000

4%

9914
31Jan. 1931

102.8751 300.234

7397271 130.876 1 420.969113250

1.707.932
Congregatie

der

E.

E.

Paters
)
De Indeeling van den staat van 30 Juni wijkt eenigszins af van
Jozefieten te Geeraardsbergeu

70.000

6

.991,4
die van de volgende maandstaten.
Bisdom Saint Augustine …….$

60.000

5

100
Dit bedrag was uilgezet op een termijn van 3-6 maanden.
Max.
1
jaar, resp. 1-2 jaar.
Van dit bedrag staan 759 millioen maximum 3 maanden en 55
millioen maximum 6 maanden uit.

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.

RIJKSPOSTSPAARBANK.
December
1930

ij
December 1929

Giro’a
(eenzijdige ver-In

1
enl Aantal
11-lilioeneni
Aantal
mlllioen

DECEMBER
1929
1929
1930
melding)
______ ______

______

Girobetalingen aan
.
Inlagen.
… ….. …
f

10.020.344f

10.339.291f

13.194.706
gemeenteinstellingen

23.8

32.872

f

24.7

27.919
Terugbetalingen
.
.-. ,,

9.884.433,,

10.220.804,,

10.529.226
Girobetalingen aan
Tegoed der inleggers

-.
particulieren

..
.

,,

25.9

143.867

,,

19.2

117.474

Oeldomzet.
Nom. bedr. der uitst.

Ontvangsten

. .-. .-. .-.

,,

5.8

7.847

,,

5.1

6.797
staataschuldboekjes
Betalingen

…….. . ..

,,

10.1

35.836

,,

7.6

31.876
0J8
ultimo
………. ,,

42.214.550,,

43.135.400,,

42.439.650

Part.rekeninghouders

,,

31.7
1

42.421′

,,

20.4
1

38.051′
Spaarbankboekjes:

Waarvan

rekeningh.

.

op ultimo … …. ..,,332.286.169 ,,342.628.221 ,,366.507.302

Aantal nieuw uit.

welke gelden voor
1
jaar

vast

hebben
Aantal geheel

af.

gedeponeerd

.. . ….

,,

9.9

4.251
2

9.8

3.942′

gegeven…………..
9.833

10.023

12.483

Giro-depos. kas Gerzon

opgeheven

,,

0.14

450

betaald …………..6.399

6.768

6.742
Aantal
in
omloop

1)
Gemiddeld saldo te goed.
‘)
Einde der maand.
0P
ultimo
…….

2.077.382

2.109.697

2.152.827

156

ECO1IOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11 Februari 1931

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.
BANKD1SCONTO’S.

34
Jan.’31
Londen ……
3

1
Mei
’30

Orsch. in R.C.
3
24Jan.’31
Madrid …….
6
19J&.s ’30

Athene ……….
9

2Dec.’28
N.-YorkF.R.B.2
33 Dec.’30

Batavia ……..
..
4410 Mrt.’SO
Oslo

……..
4

8Nov.’30

Belgrado

……..
5428
Mei
1
30
Parijs

……
2

2Jan.’31

Berlijn

……….
5

90ct. ’30
Praag

……
4
24Jvni’S0

Boekarest……..
9
23 tov.’29
Pretoria

….
5429 Spt.
’30

Brussel

……….
2431 Ji1ii’30
Rome ……..
5419 Mei ’30

Budapest ……..
5418;Meï ’30
Stockholm

..
3

6
Feb.’81

Calcutta

……..
7
15 Jan.’31
Tokio

……
5.1 6
Oct.
1
30

Dantzig

……..
5
10 Oct. ’30
Weenen ……
.5

9$ept.’30

Helsingfors ……
6
26Astg.
1
30
Warschau ….
74
3Oct. ’30

Kopenhagen

….
3412
Nov.
1
30
Zwits.N.at.Bk.2
23Jan.
1
31

5
5
186

5
818


52/8-6

5
5
1
8

2
1
1-‘/,

6-1

6-
1
14

)aggeld’)

11214

I
1
J2/4

11
2-8I4

111
2
_21
4

4..3(
g

69
1
14

131
4
211,
‘artic.disc.

1’15

1
1
1
1
-l
1Js

18(8

11(3.3(4

37/.4

511_1i


1)
Koers van 6 Febr, en daaraan voorafgaande weken t(m VrIjdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN iN NEDERLAND.

D a ta
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batanlo
York’)
‘)
)
)
‘)
1)

3 Febr. 1931
2.4871,-
12.08
V
8

59.17
9.754
34.71
994
4

,,

1931
.2.4871
8

12.09 7/
59.20
9.78
34
.72*
5

,,

1931
2.4815/
14

12.093/
59.20
9.76*

34.73
99+
6

,,

1931
2.49
1
18
12.1061
14

59.244
9.7114
34.76
99H
7

,,

1931
2.49
12.1084
59.224
9.764
34.7114

9

,,.

1931
.2.48111,,
1210H
59.194
9.764 34.76
99
Laagsted.w.
3
)
9.48’j,,
12.0884
59.14 9.744
34.674
99
floogste d.w’)
2.4984
12.11i/
59.25
9.77
34.78
99fi
2 Febr. 1931
2.48
11
/,
12.089/,
59.16
9.754
34.71
9945
26 Jan. 1931
2.4881
8

12.0671
8

59.084
9.744
34.654
99
Muntpariteit
2.488%
12.108%
59.26
9.75
34.59
100

Data
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
rest
1)
Milaan
es)
Madrid
)

3
Febr.
1931
48.01
35.-
7.364 1.484
13.01
25.324

4

,,

1931
48.07
35.-
7.364
1.48 13.03
25.30

5

,,

1931
48.09
35.-
7.364
1.484
13.034
25.15

8

1931
48.1284
35.05
7.37
1.484 13.04
25.40

7

,,

1931 48.1284
35.0284
7.374
1.484


9

1931
48.10
35.-
7.364
1.484
13.034 25.15
Laagsted.w.’)
48.01
34.9284
7.36
1.47
13.-
25.-.
Hoogsted.w’)
48.14
35.05
7.374
1.49
13.05
25.70
2 Febr. 1931
48.0884
35.-
7.364 1.484
13.03
25.374

26 Jan. 1931
48.1034
34.9734
7.354
1.474
13.014
26.05
Muntpariteit
48.-
35.10
7.371
1.488 13.09
48.52*

D ata
Stock-
holm’)
Kopen-
hagen’)
°

Hel-
Buenos-
Aires’)
freal
1)

Mon

fors

3 Febr. 1931
66.65
66.55 66.55
6.264
76 2.4884
4

,,

1931
66.674
66.574 66.574
6.27
76
2.4834

5

,,

1931
66.674
66.524
66.55
6.27
7571,
2.48161,

6

,,

1931
66.724 66.624
66.62*

6.27
76
2.4961
16

7

,,

1931
66.724
66.624
66.624
6.264
76
2.49

9

,,

1931
66.70 66.65 66.65
6.26
7634
2.4920

Laagated.w.
1
)
86.574 86.524
66.50 6.254
7584
2.4834
Hoogste d.wl)
66.75 68.674
66 674 8.28
7684
2.495,
2 Febr. 1931
66.65
66.55
66.55 6.264
7534
2.4884

26 Jan. 1931
66.55 66.45
66.45 6.254
7534
2.48’1

untpariteit
66.87
66.55
86.67
6.264
9534
2.4884

•) Noteering te Amsteraam.

INOI.
te ,toueruam. •u roEi. opgov.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen
KOERSEN TE LONDEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
24Jan.
1931
31Jan.
1931
217
Febr.
1
31
Laagstel
.
Hoogs«I
7
Febr.
1931

Alexandriö..
Piast.
p.0

9784
9784
97
16
97
611
4

9784
p.
375
375
37434
7
35k
375
Bangkok….
Sh.p.tical
1199116

119
1/934
119
7
1
8

11971
8

Budapest

Pen.
p £
27.79
27.81
27.78
27.87
27 844
Buenos Aires
d.
p.$
34118
3471,,
3411
s

3411/,
34171
64

Sh.
p.
rup.
11526/32
11525181
1/584
115
12
1
115
26
1
78

Athene ……Dr.

Constantin..
Piast.p.0
1.025 1.025
1.025
1.025
1.025
Hongkong
..
Sh.p.$
11071
16

11%d.
lid.
11084
1184 d.

Calcutta
……

Sh.
p.
yen
210811
44

210291
44

21081
4

21034 2/0181
3
,

Lissabon…..
Escu.
p. £
10884
10884
10811
8

10881
8

10884
Kobe

…….

Mexico

….
$
per
£
10.45
10.60
10.45
10.70 10.55
Montevideo
.
d.per
323,
4

33
3271
8

34
3334
Montreal

$
per
£
4.86
4.8661
8

4.86 4.86. 4.86
Rio d.Janeiro
d. per
Mil.
4181
4111,,
4811
471
484
Shanghai

Sh.
p.
tael
1/3l
7
/,
1/334
1,284
1/361
4

1/284
Singapore
..
id.
p. $
21384
2/38%
2/3111
21368/,,
2/38%
Valparaiso
1).
$
per
£
39.96
39.94
39.87
39.93
39.87
Warschau
..
Zl. p. £
43
11
4381
1
,
43y
4

4371,
4351
t6

1) 90
dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londen’)
N.York’)
Londen
2 Febr. 1931.. 1334
281
8

.
2 Febr. 1931….
8411134
3

,,

1931..

12181
86

271/
3

,,

1931….
8411134
4

,,

1931..

1271
27V
4

4

,,

1931…
84/1134
5

,,

1931..

122/
s

27
1
14
5

,,

1931….
8411134
6

,,

1931..

1211
8

2634
6

,,

1931….
8411134
7

,,

1931..

1211
t

2611.
7

,,

1931….
8411134.

8 Febr. 1930.. 2034
44
8 Febr. 1930….
8411184

27
Juli

1914..
2415,
59
27 Juli

1914….
84111
6)
in pence
p. oz.
stand.
1)
Poreign silver in
tc. p.oz.
line.
3)
in 8h.
p. oz.
line

Vorderingen.

I

31Jan.1931

I

7 Febr.
1931

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne

Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten

108.473,48

»

405.195,33
Voorschot
op
uit. December 1930 aid.

deriandsche Bank……………….t

426.696,32

1

12.364.201,26

S
emeenten verstrekt
op
voor haar
oor de Rijksadministratie te heffen
gemeentelIjke

ink.bei. en
opc. op

Voorschotten aan Ned.-lndif………

.
de Rijksink.bel………………….30.363.965,38

,,

30.363.965,38

Kasvord. weg. credletverst.a(h. buiteni

,,108.286.785,46

,, 106.929.790,91

Id. aan

Suriname………………….,,

13.111.469,55

,,

13.253.298,07

Daggeldleeningen tegen onderpand

,, 21.600.000,-

,,

10.700.000,-

.,

00.402.854,66

,, 102.668.804,35

Id. aan Curaçao ………………….
….5.289.413,80

5.305.727,62

Saldo derpostrekeningen van Rijks-
comptabelen ……………………24.269.834.78

,,

22.72.819,0
Vord.ojh. Algem. Burg. Pensioent. 1)


Vordering op andere Staatsbedrijven’)

13.653.279,63

,,

13.715.978,8

V er pil c h t ing e n.

Voorschot door Ned. Bank ingevolge
art. 16 van haar octrooi verstrekt


Voorsch. cl. Ned. Bank verstrekt
2
)

Waarvan direct bij de Ned. Bank

Schatkistbiljetten in omloop ………./161.845.000,-

t
169.457.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….,,

69.440.000,-

,, 59.900.000,-

Daggeldieeningen ………………..
..-


Ziiverbons in omloop ……………

..9.763,50

,,
3.345.433
j

Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)

40.821.054,37

42.607.289,2
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P.,T. en T.1)

39.569.355,t8

39.262.960,91
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ……….807.059,62

,,

817.097,E
Id. aan diverse instellingen’) ……..
..25.177.433,87

,.

24.861.708,8′
1) In rekg.-crt. met ‘s
Rijks
Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

1

31 lan. 1931

1

7 Febr. 1931
voroeringen:
Saldo bij ‘s Rijks kas …………….
……..-
Saldo bij de Javasche Bank


Verilichtingen:

Betaaimiddelen in ‘s Lands Kas

Voorschot ‘s Rijks kas… …………
.f100.403.000,-
Schatkistpromessen

………………..-

Waarvan Muntbiljetten ………………

Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.

3.170.000,-
Muntbiljetten in omloop ……………,,

12.333.000,-

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.

,,

681.000,-
Voorschot van de Javasche Bank……2.735.000,-

Prolong.
1.11
4

1′
1
14
1_I
1
12
Londen
Dageld…
18(
4
-2
121
4
-3
12(
4
.21(4
Partic.disc.
271
1
6.
1
12
2
7
1,6-
1
18
27116.
112
Berlijn
DageId…
5.6
1
(3
5-8
3-712
Partic.dlsc.
30-55 d…
47(
471
43(
4
.7(
9
56-90 d…
4718
47,
481e718
Waren-
wechseI.I
5
1
14-
8
18
5
1
I-I

1
5114

11 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

157

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 9 Februari 1931
Aotiva.
Binnenl.Wis-(flfdbk.
f
37.230.396,49
sels,Prorn., Bijbnk.

158.794,70
U1bu.(2t.U.

1 L.U1U.110U
f

48.405.678,89
Papier o. h. Buiteni. in disconto

……

Idem eigen portef..
f
244.837.702,-
Af :Verkocht maar voor
de bk. nog niet af gel.


244.837.702,….
Beleeningen
nc1. vrsch.
t
Hfdbk.
f

27.772.685 23

in rek.-crt.1
Bijbuk.
,

4.270.694 31

op onderp.
Ag.sch.

49.182.933,54

f

81.226.313,08

Op Effecten
……f

80.193.491,47 Op Goederen en Spec. ,,

1.032.821,61
81.226.313,08
Voorschotten a. h. Rijk ………………
,,


Munten Muntmaterjaal
Munt, Goud ……
f

84.581.725,-
Muntmat., Goud
.. ,,
361.494.284,28

f
446.075.989,26
Munt, Zilver, enz.

,,

28.498.389,26
Muntmat., Zilver..
,,

Belegging
1
1. kapitaal, reserves en pen-
474.574.378,52
1
)

sioenfonds

……………………
,,

25.950.970,47
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
..5.000.000,_
Diverse rekeningen ………………
,,

30.939.254,30

Paseiva.
f

910.934.297,26

Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………
,,

7.199.946,44
Bijzondere reserve

………………
,,

8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….
,,

6.764.693,59
Bankbiljetten in omloop …………..
,,

813.100.560,-
Bankassignatiën in omloop ……….
,,

96.844,94
Rek.-Cour.
,f
Het Rijk
f
13.269.026,08
saldo’s:

‘l Anderen

31.905.532,92
45,174.559,_

Diverse rekeningen ………………
,,

10.597.693,29

f

910.934.297,26

Beschikbaar metaalsaldo …………..
f

130.838.390,08
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
,,

327.095.975,-
1)
Waarvan In het, buitenland
f
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Cir’ulatie
opeischb.
Metaal-
kinga
-.
Munt
1
Muntmat.

schulden
saldo
1)

perc.

9 Febr.’31
84.582
361.494
813.101
45.271
130.838
55
2

,,

’31
74.594
361.494
841.530
23.623
116.440
53
26 Jan. ’31
74.610
361.494
801.129
64.468
116.693
54
19

,,

’31 64.616
361.494
814.091
39.030
109.179
53
12

,,

’31
64.633
361.494
832.642
25.443 106.560
52
5

,,

’31
84.648
361.494
861.191
26.274
94.743
51
10 Febr.’30
64.999
372.024
795.381
20.939
137.251
57
25 Juli

’14
65.703
96.410
1310.4371
6.1981 43.521
1 54
Totaal
Schatkist-
B 1
Papier
Diverse
Data
bedrag
1

promessen
e e
en

ng
op het
‘reke-
disconto’s
rechtstreeks
buitenl.
ningen
2)

9 Febr. 1931
48.406

81.226 244.838
30.939
2

,,

1931
48.295

87.073
250.373
36.828
26 Jan. 1931
48.707

83.031
250.671 41.142
19

,,

1931
49.418

83.964 248.461 41.500
12

1931
50.206

86.756
247.093
44.378
5

1931
50.429

115.492
246.937
44.289
10 Febr. 1930
52.456

82.590 211.528
22.385
25 Juli

1914
67.947

61,686
20.188
509
‘) neaerr aenoanlcstaar van
14 JSfl.

wecer op de basis van
21
1

metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data Metaal
ci
lÎPe
Andere
ope ischb.
Discont. D
n
i
ir
ee
ni

ng

10 Jan.

1931-
851
1.305 560
878
497
3

,,

1931-
830
1.358 597
877
452
27 Dec.

1930..
810
1.274
506
889 578
20

,,

1930-
893
1.242
518
893
601

11 Jan.

1930-
580e
1.508
655
1.069
523

S
Juli

1914-
645
1.100
560
735 396
1)
SluItp. der activa.
2
)1100.000 bij de Ned. Bank gedeponeerd.

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. be
samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Andere
lBeschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatle
opeischb.
metaal-
____________

schulden
saldo

7Feb.1931
16.500
246.400
38.600 48.500
31 Jan.1931
171.600
243.500
43.600 56.760
24

,,

1931
170.600
246.100
45.500
53.960

10Jan.1931
138.542

41.1
257.333
45.924
58.530
3

,,

1931
138.550

40.501
253.659
45.593
59.350
27Dec, 1930
138.540

40.146
252.467
47.140 58.843
20

,,

1930
138.913

39.308
256 012
42.763
58.711
8Feb.1930
139.189

29.712
283.142
32.072
-42.815
9Feb. 1929
168.794

21.182
303.516 57.105 45.728
25
Juli 1914
22.057

31.907
110.172
1

12.634 4.842

Data
Dis-
Wissels,
buiten
Belee-
verse
Dek-
ktngs-
conto’s
N.-Ind.
ningen
n ng
‘i
percen-
betaalb.
tage

7Feb.1931

111 400

••

57
31 Jan.1931

104.200

60
24

,,

1931

102.900

59

10Jan.1931

8.771

34.083

40.315

40.184

59
3

,,

1931

8.7.74

32.425

40.666

41.943

CO
27Dec.1930

8.761

31.349

40.664

46.250

60
20

,,

1930

8.811

33.249

40.958

43.706

60
8Feb.1930

9.186

32.301

78.376

30.989

54
9Feb.1929

8.163

39.348

79.999

49.188

53
25Juli1914

7.259

6.395

75.541

2.228

44
1)
Sluitpost activa.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden pon.den sterling.

Ban kbtlf.
Bankbilf.
1

Other Securities
Disc, and
s
ecur

es
Data
Metaal
In
In Banking circulatie
Departin.
Advances

4 Febr. 1931
141.040
349.486
50.864
6.325
23.204
28 Jan. 1931
140.141
346.824
52.662
9.748
21.823
21

,,

1931
142.862
346.462
55.758
10.995
25.959
14

1931
145.150
349.943 54.600
8.356
22.955
7

,,

1931
146.558
363.505
42.412 14.358
22.912
31 Dec.

1930
148.271
368.802 38.824 48.962 23.690

5 Febr. 1930
151.212
348.690 62.093
5.603 13.915
22 Juli

1914
40.164
29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

Other Depostts
1
1
Reserve1
Dek-
kings-

Bankers
1

Other
,

Accountsl
1
perc.’)

4Febr.’31
43.030
9.861
62.576
33.568
1
51.554
4819185
28 Jan.’31
41.086
19.360
55.163 33.368
1
53.317
49111
21

,,

’31 49.246
22.324
68.813
33.385
1
58.400
457′
/85
14

,,

’31
52.026
22.377 64.711 33.413
55.207
451j
7

’31
53.081
13.206
68,875
33.293
43.053
37i1
31 Dec.’30
81.021 6.581
132.449
36.159 39.470
22

5Febr.’30
49.895
23.294 54.250
36.227
62.522
5429/

22 Juli
1
14
11.005
13.736
42.185
29.297
62
1) Verhouding tusschen Reserve en Ueposlts.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen t ranca.

Data
Goud
Zilver
1
Te goed
in het
Wis- 1
sels
Waarv.
op het
-1
Belee-
fl
t

1
Renteloos
voorschot
buitenl.1
buiten!.
ngen Ia.d.
Staat

30Jan.’31
55.510
633
6.998
28.788
19.325
2.866 3.200
23

,,

’31
55.044
621
7.006
27.744
19.332
2.916
3.200
16

’31
54.403
611
7.033
26.712
19.331
2.987 3.200
9

,,

’31
54.109
601
7.124
27.162
19.332
2.982 3.200
31
Jan.’30
42.921
236
6.984
24.671
18.732
2.578
3.200
23 Juli’141
4.104
640

1.541
8
769

1
Diver-
1
Rekg.Courant
Data
Bons v. d.1
zelfst.
sen
1)
Circulatie
.2’elfst.
Partt-
amort. k.
.
Staat amortjc.jculieren
30 Jan.’31
5.199
2.313
78.559
4.743
1

9.101 11.659 23

,,

’31
5.252
2.140
76.539 5.367
8.981 11.643
16

,,

’31
5.252
2.241
76.992 4.643
1
8.855
10.413
9

,,

’31
5.304
2.148
77.734
4.508
1
8.625
10.192
31Jan.’30
.
5.453
3.286
70.339
6.770
1
3.402 7.512
23Juli’14
– –
6.912
k4011

943
1)
Sluitpost
activa.

158

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

11 Februari 1931

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere

aa
011
,l
bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tent. circ.
dekking
ei
ningen
banken
1)

geldende
cheques

31 Jan. 1931
2.244,2 207,6
199,4
1.942,2
173,8 23

,,

1931
2.244,4
207,7 195,5 1.655,5
68,9
15

,,

1931
2.215,8
222,4
268,1
1.678,7
114,9
7

,,

1931
2.215,9
222,4
400,4
2.081,5
66,6
31 Dec. 1930
2.215,8 222,2
469,2
2.365,6 256,0
30 Jan. 1930
2.297,1
149,8
397,1
2.027,9
169,6
30 Juli

1914
1.356,9
– –
750,9 50,2

D t
0
a
ffec- Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse

ten
Acttva
2
)
latie
Cr1.
Passiva

31 Jan. 1931
102,5
556,6
4.383,4
266,6

337,0
23

,,

1931
102,5
527,6
3.756,0
454,8
329,8
15

,,

1931
102,5
514,3
3.962,3 322,8
323,2
7

,,

1931
102,5
495,3
4.325,8 422,5
309,6
31 Dec. 1930
102,5
496,7
4.778,3
651,8
326,6
30 Jan. 1930
92,6
606,0
4.653,3
356,8
303,1
30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
1)
Ønbelast. ) W.o. Rentenbankscheine 31, 23, 15,7 Jan.’31,
31
Dec. ’30,
30Jan. 30, resp.6; 57; 47; 41;7; 19m1il.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Data

Goud
4
.

c.

1
W,

I_
n
.

.L’

Rekg. Cr1.

‘1
n

5 Febr.
1387
876

763
1

39
292
3.232
17
137
29 Jan.
1376
889
1

793
1

31
292 3.206
7
187
22
1373
890
1

796
1

30
292 3.199
13
189
15
1373
932
1

829
33
292
3.236
48
199
8
1373
953

848
33

3.257
10
238
6Feb.
1

1177 521
45
795
34
310
2.770
16
72
1)
19311.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANK S.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
wetttg
Wissels

Data
betaal-
middel,
Zilver
Totaal
Dekking
F. R.
In her-
disc. v. d.
In
de
open
bedrag
Notes
etc.
member
banks
markt
gekocht

21 Jan.’31
3.074,1
1.798,9
180,1
229,9
151,6
14

,,

’31
3.058,6
1.776,9 172,9
243,3
196,2
7

,,

’31
2.993,5
1.728,3
153,8
292,4
265,5
31Dec.’30
2.941,2
1.765,4
140,3
251,4
363,8
24

,,

’30
2.922,1
1.73S,9
115,5
448,3
259.8
17

,,

’30
2.958,9
1.699,0
132,2
331,3
251,6

22 Jan.’30
2.975,2
1

1.739,8
1

196,3
1

433,2

1
298,4

Data
Belegd
in
u. s.

Notes
1
Totaal

Gestort
1
i3′
Dek- Al
em.
Ifek-
Oov.Sec.
in circu-I
latte si
t!

Kapitaall
_I
kings- perc.l) kings-
perc.l)

21 Jan.’31
624,6 1.517,8
2.488,2
169,7
76,7 81,2
14

,,

’31
644,3
1.552,7
2.521,3
169,8
75,1
79,3
7

,,

’31
658,9
1.624,9
2.499,7
169,7
72,6 76,3
31Dec.’30
729,5
1.663,5 2.517,1
189,6 70,3
73,7 24

,,

’30
641,7
1.721,9
2.436,9
170,3
70,2
73,0
17

,,

’30
629,4
1.596,2
2.483,5
170,3 72,5
75,8

22 Jan.’30
476,7 1.739,2
2.415,0
1

171,3
i

71,6
76,3
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeiacbbare
schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.
3)
Verhouding totalen
voorraad muotmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANKEN
AANGESLOTEN BIJ RET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
Aantal
banken

Dis-
conto’s
en
beleen.

1
1

Beleg-
1
gingen
1

1
bJ/de
.
R.
banks

Totaal
de
0
slio,3

Waarvan
time
deposits

14 Jan.’31
80
15.922
1

6.743
1.870
21.036 7.059
7

,,

’31
126
16.064
1

6.712
1.827
21.012
7.043
31 Dec.’30
89 18.283
6.693
1.878
21.273 7.070
24

,,

’30
250
16.200
6.785
1.772
20.931 7.126
17

,,

’30
160
16.258
1

8.827
1.854
21.199 7.180
15 Jan.’30
230 16.877
5.567
1.725
20.325
-8.888
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een
overzicht
gegeven van
enkele niet wekelijks opgenomen bankataten.

GOEDEREZ4HANDEL.

GRANEN.
10 Februari 1931.

De t a r w e-markt heeft deze week geleidelijk een minder
flauw karakter verkregen. Een der voornaamste oorzaken
daarvoor heeft gelegen in het uitblijven van regen of
sneeuw in •het wintertarwegebied der Vereenigde Staten,
evenals in de Canadeesche Prairie.Provincies. In de Ver-
cenigde Staten Wordt gevreesd, dat de drbogte, in-dien zij
verdere ii voortgang mocht hebben, schade zal berokkeneu
aan de te velde staande wintertarwe, terwijl in Cai.tada cle
kans begon te ontstaan, dat de bodm te droog is om dien
op

bevredigende wijze gereed te maken voor den uitzaai en
dat die eveneens voor• de ontwikkeling van het gewas te
weinig vocht zal bevatten. Tot nog to stond

de winter-
tarwe in de Vereenigde Staten er Vrij goed voor, doch hier en daar was reeds geruimen tijd sprake van te weinig neer-
slag en nu die nog altijd uitblijft, begon men zich ook elders
dan in de Vereenigde Staten wel eenigszïns ongerust te
maken. Door deze weerberichten is de druk van de zeer
groote tarwevoorraden, clie er zoowel in Noord.Amerika als
op het Zuidelijk halfrond aanwezig zijn, iets minder voel-
baar geworden. Dit wordt nog versterkt door cle verbeterde
vraag, welke den laatsten tijd voor Canadeesche tarwe te
constateeren valt. J3ljkbaar gaat er vrij veel Canadeesche tarwe via Vancouver naar het Verre Oosten en ook Italië,
Engeland en sedert korten tijd ook Frankrijk, treden ge
regeld als koopers op. Bovendien werd deze week een flinke
hoeveelheid Canadeesche Dnrum-tarwe naar Noord-Europa
verkocht. Australië blijft voortdurend dringend met tarwe aan de markt, doch verkocht daarvan dan ook groote hoe-
veelheden. Vooral dc ‘verkoopen van vele ladingen naar
China, Japan en ]3ritsch-Indië trokken sterk de aandacht,
doch verhooging der prijzen, waartoe Australische tarwe
werd aangeboden, hebben zij niet dadelijk tdn gevolge ge

had.
Het aanbod blijft namelijk zeer groot, terwijl de iage stand
van den Australischen wisselkoers in Australië bij den ver-
koop der tarwe als een voordeel wordt gevoeld en cle be-
reidwilligheici om tot de tegenwoordige prijzen te verkoopen
in de hand werkt. Australische tarwe was dan ook deze
week cle goedkoopste soort en werd bij cle toenemende vraag,
welke door de vaste houding der Canadeesche markt in de
hand gewerkt werd, in ruime mate naar turopa verkocht.
Groote zaken kwamen tot stand naar Engeland en ook
Italië deed flinke inkoopen. In Argentinië, waar de aan-
voer van nieuwe tarwe eenigen tijd belemmerd werd door
den voortdurenden regenval, is daarin deze week eenigen
verbetering ingetreden. De ‘verschepingen bleven echter
klein, terwijl de voorraden in cle Argentijnsche havens nog
eenige vermindering ondergingen. J3innenkort worden echter
grootere Argentijnsche tarweverschepingen verwacht en het
aanbod van tarwe uit Argentinië

bleef ruim. Aan de Argen-
tijnsclie termijumarkten ondergingea de tarweprijzen eene
verhooging in oveieenstemming met cle betere stemming in
Noord-Amerika, en wel speciaal in Canada. -Dat de prijs-
stijging te Chicago voor den Juli-termijn kleiner was dan
de verhooging te Winnipeg, -hangt waarchijn1ijk samen met
het feit, dat Chicago toch reeds aanmerkelijk hooger staat
dan de Canadeesehe termijnmarkt, als gevolg van de in
Amerika gekoesterde verwachting, dat de Fecleral Farm
Board tenslotte misschien toch wel zijn manipulaties tot
tarwe van den nieuwen oogst zal uitbreiden. Voorloopig
echter heeft de Farm Board laten weten, dat hij .dat niet
van plan is en vooral niet, wanneer de uitzacii van zomer-
tarwe in vergelijking met het vorige jaar niet aanmerke-
lijk wordt verminderd. Voor de tarwe van den laatsten
oogst blijft de Faam Board zijn inkoopen nog voortzetten,
zoodat de hoeveelheid tarwe, waarover hij -beschikt, nog steeds ‘toeneemt. . Het moet er met de vooruitzichten der
nieuwe wintertarwe iii de Vereenigde Staten al zeer slecht
gaan uitzien, vSSr de druk, welken de markt voortdurend
van die enorme hoeveelheden ondervindt, v&dwijnen kan.
De verschepingen van tarwe naar Europa zijn deze week
weder vrij groot geweest en de naar Europa onderweg zijn-
de hoeveelheid is weder aanmerkelijk toégenomen, hetgeen
na de groote -zaken der voorafgaande dagen op 7 Februari
in Engeland den kooplust wel eenigszins deed bekoelen.
De verschepingen naar niet-Europeesche destinaties waren
wat kleiner dan in de vorige week, doch blijven groot. Het
is echter de vraag, of China, dat buiten Europa den laat-
sten tijd de grootste kooper was, wel zal voortgaan om
aanzienlijke hoeveelheden tarwe te koopen, nu de prijs nog
steeds lager loopt. De vooruitzichten voor het te velde
staande graan zijn -in dc meeste Europeesche landen vrij
gunstig, doch vooral Frankrijk maakt daarop een uitzon-
dering. Er wordt daar ernstig geklaagd over den stand der
tarwe als gevolg van den voortdurenden regen van den

11 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

159.

AANVOEREN in tons van 1000 KO.

Rotterdam

Amsterdam

Totaal

Artikelen

117 Febr.

Sedert

Overeenk.

1J7 Febr.

Sedert

Overecak.
1931

1
Jan. 1931

tijdvak 1930

1931

1Jan. 1931

tijdvak 1130

1931

1930

Tarwe
……………..
14.748

102.014

161.964

1.6404.330

103.654

166.294
Rogge ……………..
9.557

32.619

21.004

862

32.619

21.866
Boekweit ……………..
803

2.918

1.253

95

307

3.013

1.560
Male ………………

..
18.030

129.232

138.725

2.076

27.957

33.553

157.189

172.278
Gerst ………………
8.497

83.343

79.662

1.311

6.258

2.236

89.601

81.898
Haver ……………..
9.818

37.455

.. 18.288

1.289

37.455

19.577
Lijnzaad ……………
301

9.152

10.585

5.052

39.117

28.054

9.152

38.639
Lijnkoek ……………
1.465

4.543

25.457

4.543

25.457
Tarwemeel ………….
765

12.530

9.298

1.846

8.901

3.502

19.431

12.800
Andere meelsoorten

576

5.851

2.695

345

1.609

. 7.460

2.695

laatsten tijd en dn kachten winter. Het aanbod van in-
lalidsehe tarwê in Frankrijk wordt steeds schaarscher, het-
geen verder voedsel geeft aan de verwachting, dat de
Fraiische regcering binnenkort ruimeren invoer van bui-
tenlaudsehe tarwe zal moeten toestaan. Rcisland heeft deze
week vrij wat meer tarwe verscheept dan den laatsten tijd
het geval is geweest en is weder in rnirnere mate met
stoomende en spoedig te verleden tarwe aan de markt.
Speciaal in Engeland bestond daarvoor wel belangstelling,
omdat de voorraden Russisehe tarwe, iiie eenigen tijd ge-
ledeti zoo groot waren, daar sterk zijn geslonken.

01)
9
Februari sloot Winnipeg voor tarwe.
6
dollarcent
per
60
lbs. liooger dan een week tevoren. Juli was te Chi. cago 3 cent in prijs gestegen en aali de Argentijnsehe ter-
mijiicnarktn bedroeg cle verhooging
25 è 40
centavos per
lOO 1KG.

11 o g ge is ook deze week uit Rusland weder zoo goed als niet verscheept, Snaar cie groote voorraden Russische rogge,
die te Rotterdam opgelagen liggen, drukten de markt daar
altijd oog in sterke mate. Ook deze week weder waren de
houders dier voorraden bereid tot clalenden prijs te ver-
koopen. Daar echter mais duurder werd en ook voor gerst.
cie merkt wat vaster liep, bestond er in Nederland voor
deze rogge, di& in vergelijking met andere graansoorten zeer
goedkoop v’as, goede vraag, zoodat tot cle lage prijzen ge.
regel l veel zakeit tot staitd kwahien. De prijsverlagiiig is
dan ook deze week piet van groote heteekenis geweest en
te nslotte is zelfs eenig prijsherstel ingetreden.

II. a 1 s is vaster geloopen wegens de omstandigheid, dat
tnclerc landen clan Argentinië nog altijd geen mais aan-
bieden, cle verschepingen uit Argentinië deze week weder
wat kleiner waren en er in Engeland, Nederland en België
tot de zeer lage prijzen van liet begin der week goede vraag
bestond. ]3oveadien deden zich nu de gevolgen gevoelen
va,n cle omstandigheid, dat eenige weken geleden weinig
maïs van Argentinië verscheept is, zooclat de aanvoeren in
West-Europa in cle eerste helft van Februari zeer klein
beloofden te worden. Daarbij bestond er ook goede koop-
lust in Hamburg, i’oor averlad ing naar Denemarken, terwijl
tevens cle vastere marktsteinming der tarwemarkt wei
eenigen invloec ‘heeft gehad. De kleine hoeveelheden Plata-
rnaïs, welke in het begin der week in Rottercla.m en Am-
sterclam nog aarcw’ezig waren, en een spoedig nog te Amster-
dam verwachte lading, vonden tot stijgende prijzen gemak-
kelijk plaatsing en aan .het einde der week werd voor de
kleine voorraden, welke nog in de havens lagen opgeslagen,
zelfs
f
10,- per last meer betaald clan een week tevoren.
Ook stoomeinle Platamais was aanmerkelijk in prijs geste-
gen, doch cle vraag daarvoor is niet groot, omdat de aan-voeren in de tweede heil t van Februari zeer groot zullen
zijn. Over liet algemeen was iii de laatste dagen der week
de kooplust voor mais op het gestegen prijspeil overal in
Europa sterk afgenomen, omdat men bij de groote hoeveel-
heden mais, w’elke nog in Argentinië aanwezig zijn en de
nog altijd buitengewoon. gunstige vooruitzichten voor den
nieiiweu Argentijnschen maïsoogst niet veel vertrouwen had in de gestegen prijzen. De kooplust in Nederland voor Plata-
maïs op levering in zomer en herfst is ook in verband
daarmede sterk geslonken. Van aanbod uit Roemenië hoort
men tegenwoordig zoo goed als niets, doch het sehijnt, dat nu toch vel pogingen zullen worden aangewend om te ge-
raken tot verkoop der nog aanzienlijke graanvoorraden, die
nog in Roemenië op export liggen te wachten. Reeds is
tegen
23
Februari een conferentie te Parijs bijeengeroepen
voor het ontwerpen van een regeling, welke dien export
mogelijk maakt, zonder de positie der landi.onwers in Oost-Europa geheel onhoudbaar te maken.

Aan de Argentijnscbe termijnmarkten is mais van
2
tot
9
Februari
20
á
30
centavos per 100 JG. in prijs gestegen. Ook in Noord-Amerika was mais vast, gedeeltelijk wegens
cle vaste tarwemarkt, en te Chicago steeg de maïsprijs
3%
1.
4%,
dollarcent per
56
lbs.
Ook ge r St is er deze week uit Roemenië zeer weinig
verscheept, doch uit Rusland vonden Vrij aanzienlijke afla-
dingen plaats. De vraag naar voergerst is den laatsten tijd
in Engeland grooter clan anders en ook in Nederland be-
stond, nu maïs duurder werd, weder geregeld kooplust.
Een groot gedeelte der te Rotterdam nog aanwezige Rus-
sische gerst, alsmede eenige stoomende partijen, werden in
Nederland opgenomen, terwijl ook voor de vrij beperkte
hoeveelheden stoomende Donaugerst wat meer vraag be-
stond. Eenige zaken vonden te Rotterdam in Russisehe
gerst plaats naar Duitschland. Een overigens niet zeer be-
langrijkë prijsstijging was daarvan ook voor gerst het ge-
volg. Ook in Platagerst komen naar Nederland geregeld
zaken tot stand en deze .soort werd in de afgeloopen week
weder wat meer verscheept, doch van werkelijk groote hoe-
veelheden is daarbij geen sprake.
Ja li a v c r zij ii zoowel uit Argentinië als van Rusland de
verschepingen deze week groot geweest. Aanvankelijk werd
Platahaver tot nogmaals lagere prijzen naar Engeland in
kleine hoeveelheden verkocht, doch later trad een verhoo-
ging in, in verband met de algemeen vastere stemming van
cle graanmarkt. Voor Russische haver gold dit echter niet
en de groote hoeveelheden, welke daarvan te Rotterdam
liggen opgeslagen, werden ook deze week weder voortdurend
lager aangeboden. Tot de dalende prijzen bestaat voor deze
haver in Nederland zeer goede vraag en van hun te Rot-
terdam aanwezige voorraden hebben de Russen weder een flinke hoeveelheid verkocht, terwijl ook eenige stoomende
partijen hier werden opgenomen. Er is echter nog veel Rus-
sische haver naar Rotterdam onderweg.

SUIKER.
De versehillecicle suikermarkten waren de afgeloopen week flauw gestemd.
Iii A m e r i k a werden slechts matige. partijen ruwsuiker
tot ca.
1.30
d.c. basis Cuba c. & fr. afgedaan.
])e noteeringeri op dc teriiiijcimarkt te New-York brok-
kelden aanvankelijk af doch trokken weer enkele punten aan, ‘zoodat het slot het volgende beeld te kien gaf: Mrt.
1.22; Mei
1.31; Juli 1.39;
Sept.
1.47
en Dec.
1.54,
terwijl
de laatste noteering voor Spot Ccntr.

.3.30
was.
De President der Republiei C u b a – alw’aar cie staat
van ‘beleg verlengd is in verband met de onlusten, welke
hoofdzakelijk veroorzaakt w’orclen door de tegenstanders van
de suikerpolitiek der Regeering – heeft een decreet getee-
kend, ‘hetwelk de suikeroogst op
3.122.000
tons beperkt. Het
volgens het Chadbourne plan vastgestelde cijfer bedroeg
3.305.000
tons. De geblokkeerde voorraad is thans vastge-
steld op
1.300.000
tons in plaats ‘vuil
1.500.000
tons. Vol-
gens C. Czarnikow gelden thans de volgende gespecificeer-
de cijfers:
1931

1932

1933/’ 34/’35
tons

tons

tons

Productie …………..
3.122.000 3272.000

3.322.000
Genomen van geblokkeerde

hoeveelheid ……….
260.000

260.000

260.000

3.382.000 3.532.000

3.582.000
Binneul. Consumptie ….

150.00

150.000

150.000

Export naar cie Ver. Staten 2.577.000 2.577.000

2.577.000
elders

655.000

805.000

855.000

3.382.000 3.532.000

3.58.000

De laatste C u b a-statistiek luidt als volgt:

1931

1930

1929
1

tons

tons

tons

Cubaproductie ………..

650.000 1.215.000 Voorr. overgebracht per 1/1,
1.418.000

321.000

193.000
Consumptie …………..
9.186

4.795

10.619

160

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11 Februari 1931

Weekontv. afscheephavens

57.720

136.521

188.144
Tot. sedert 1/1 N. Oogst

80.586

202.403

687.071
Weekexport …………..13.989

17.667

72.193
Totale export sedert 1/1 .

90.914

159.523

229.914
Voorraad afscheephavens .

871.021

375.101

476.911

11

binnenland ……446.879

442.802

517.310
Aantal werkende fabrieken .

113

149

160

In E xi g e 1 a n d bestond weer weinig belangstelling voor
ruwsuiker. Een gering kwantum stoomende Rietsuiker basis
96 pCt. werd tot 5110 cif. afgedaan, terwijl in bietsuiker
basis 88 pCt. Maart af seheep het een en ander omging tot
ca. <516 cif.
Op
de Londensche termijnmarkt waren de noteeringen
aan het einde der week onveranderd in vergelijking tot de
opening.
Ru s 1 a n d heeft einde van de vorige week 100.000 tons
kristalsuiker naar Britsch-Indië verkocht tot een prijs,
welke op 8h. 6/7%j c. & fr. uitkomt voor Februari/April
afscheep, waardoor het totale kwantum nadr Britsch-Indië
verkocht op 140.000 tons gebracht wordt. Deze belangrijke
verkoop heeft niet nagelaten op de wereldmarkt invloed te
doen gelden. Echter heeft de Heer Chadbourne verklaard, dat hij met Rusland in onderhandeling is om tot een over-
eenkomst te geraken betreffende vastlegging van den jaar-
lijksehen export.
Intussehen zoude volgens door F.
0.
Licht ontvangen in-
lichtingen het met bieten te beplanten areaal en. 1.500.000
H.A. bedragen, terwijl het vorige jaar cle uitzaai ca.
784.000 H.A. bedroeg.
De J a v a-markt was rustig. De
V.I.S.P.
kon nog ca.
2000 tons Superieur tot
f
8.25 en ca. 16.000 tons
No.
16
&/hooger tot f7.25verkoopen.
H i e r te 1 a n d e was de stemming flauw en •brokkelden
de noteeringen op de Amsterdamsche termijnmarkt een
fractie af. Het slot kwam met de volgende noteeringen:
Mrt. f77/; Mei f8
1
,; Aug. f8.4 cxi Dec. f87/
g
, alles ge-
boden, met verkoopers ca.
f
hooger. De omzet bedroeg
1900 tons.

KATOEN.
Marktbericht van de Reeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 4 Februari 1931.
Over de Amerikaansche katoenmarkt valt weinig nieuws
te melden. Prijzen hebben zich dagelijks tusschen nauwe
grenzen bewogen en Mid. American spot was vandaag
slechts 6 punten lager dan een week geleden. Ontvangsten
in de havens ‘zijn vrijwel gelijk aan die van verleden jaar,
nl. 7.380.000 balen tegen 7.373.000 balen in 1930, terwijl
de uitvoeren 4.485.000 balen bedroegen tegen 4.961.000 balen

Ontvangsten in- en’ uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).

1
Aug.
’30
Overeenkomst ige periode
tot

30Jan.
’31 1929130
1

19281
29

Ontvangsten Gulf-Havens.
}
7380 7373
7904
,,

Ati ant.Havens
UitvoernaarGr.Brittanniö
789
1000 1360
,,

,,’tVastelandetc.
2571
3088
3241
het Orient….
773
721
1050

Voorraden.
(In dulzendtallen balen).

Overeen komstig tijdstip
30
Jan.’31
1
1930
1929

4080
2423
2223
1658
1403
1073
.Amerik. havens. …..
…..

227
95 78
Binnenland

………….
New-York

……………
777
514
329
New Orleans ………….
Liverpool

—————
495
424
702

een jaar geleden. Egyptische katoen is eveneens vast ge-
veest met slechts geringe dagelijksehe fluetuaties. Voor-
raden in Alexandrië ‘bedragen 5y
a
millioen balen tegen 3
millioen een jaar geleden.
])e vraag naar loco-katoen in Liverpool was de vorige
week gering en de totaal-verkoopen bedroegen 18.450 balen. Hiervan waren 9220 balen Amerikaansche, 5240 balen Zuid-
Amerikaansehe, 2380 balen Egyptisohe en Soedaneesche
en 890 balen Oost-Indisohe •katoen, zoodat er slechts 720 balen van andere origine waren.
De Amerikaansche garenmarkt is over het algemeen rus-
tig, hoewel – het aantal getouwen, dat stilstaat, in aan-
merking genomen – enkele flinke orders. zijn afgesloten.
De afname is echter verre van gelijk verdeeld, want terwijl
enkele spinners melding maken van bescheiden verkoopen,
zoowel in grove- als in medio-nummers, krimpen anderen
hun productie in. Voor het Continent worden in medio-
nummers nog geregeld orders geplaatst, doch deze zijn van
geringeren omvang dan gedurende de laatste weken het geval
is gewdest. Enkele flinke hoeveelheden ringtwist werden
gisteren voor binnenlandsch gebruik verkocht en naar ge-
twijnde garens, eveneens voor binnenlandsch gebruik, be-
staat’ nog een bescheiden vraag. In Egyptische garens loopen
de ervaringen van verkoopers nogal uiteen. De meeste spin-
ners rapporteeren slechts een geringen omzet, terwijl daar
tegenover staat, dat er enkele flinke kwanti fijne, medio-
bundelgarens, zoowel in 80/2 als 100/2, voor Indië zijn af-
gesloten. Naar poplins en getwijnde crape-garens bestaat

STATISTISCH
OVERZICH

TARWE
HardWinter
No. 2 loco
Rotterdaml Amsterdam
per WOK.G.

R000E
AmericanNo.2
5
)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.

MAIS
La Piata
loco
R’dam(A’dam
per 2000 K.O.

OERST
Amer.No.24)

Rotam

LIJNZAAD
La Plata
loco
R’dam!A’dam
per 1960 K.O.

STEENKOLEN
WestfaaischeJ
Hollandsche
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
R’dam!A’dam per 1000 K.Q.
PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
33 tlm 33.9
0


S.
g.
pet’ barrel

IJZER
Cleveland
Foundry No. 3
f.o.b.
Middlesbrough
per Eng. t

KOPER
Standaard
Locoprijzen Londen
per Eng. ton

f1.
0!
o

II.
0
10
f1.
0
10
R.
oj

°Io
f1.
010
8
°!o
Sh.
o!
Jaargemidd. 1925
17,20
200,0
13,07
6

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
10,80
100,0
1.68
100,0
731-
100,0
62.116
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
17,90
165,7
1.89 112,5
8616
118,5
58.11-
93,5
1927
14,75
85,8
12,47
5

95,4
276,00

76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
11,25
104,2
1.30
77,4
731- 100,0
55.141-
89,7
1928
13,475
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228.50
96,8 363,00 78,5
10,10
93,5
1.20
71,4 661-
90,4
63.16/-
102,8
1929
12,25
71,2
10,87
5.
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2 419,25 90,6
11,40
105,6
1.23
73,2 70/6 96,6
75.14/-
121,9
1930
9,67
5

56,3 6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
11,35
105,1
1.12
66,7
671-
91,8
54.131-
88,0
Januari

1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3
365,00
78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,7
l°ebruari

,,
12,725
74,0
12,65
96.7
236,00
101,9
194,75
82,5
357,25
77,2
12,90 119,4
1.11
66,1
66/6
92,1
78-16
125,7
Maart


12,65
73,5
12,62
5

96,6
233,00
100,6 191,75
81,3
359,00
77,6
12,00
111,1
1.11
66,1
671-
91,8
89.81-
144,0
April
12,12
0
70,5
11,62
5

88,9 218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7 11,05
102,3
1.11
66,1
681-
93,2
82.1716
133,5
Mei

,,
11,125
64,1
10,57
5

80,9
198,25
85,6
277,50
75,2
363,50
786
11,15
103,3.
1.16
69,0
69/6
95,2
75.416
.121,2
Juni

,,
10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76:8
11,25
104,2
1.30
77,4
71!- 97,3
74.111-
120,1
juli


12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191.25
81,0
415,50 89,8
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.1216
117,0
Augustus
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50
87,5
182,75
77,4
452,50
9’7,8
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
73.171-
119,0
September
,
12,62
5

73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6
11,40
105,6.
1.30
77,4
7216
99,3
74.191-
120,7
October
12,10 70,4
9,87
5

75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7
11,25
104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.161-
117,3
November
11,775
68,5
9,20
70,4
174,00 75,2
164,75
69,8
483,25
104,5
11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3
70.5!-
113,2
December
Januari

l9’0
12,625
73,4
9,35 71,5
166,00 71,7
163,75
69,4
482,00
104,4 11,75
108,8 1.30
77,4
7216
.
99,3
68.616
110,1

Februari
12,675
11,725
73,7 68,2
9,35
8,176
71,5 62,5
149,25
139,00
64,5 60,0
151,25
135,75
64,1
57,5
433,75 398,50
93,8 86,2
11,75
11,75
108.8
108,8
1.21
1.11
72,0
66,1
7216
7216
99,3
99,3
71.96
71.1216
115,1
115,4
Maart

,,
10,90
63,4 7,15
54,7
243,50
62,0
125,00
53,0 390,00
84,3
11,55
106$
1.11
66,1
701-
95,9
68.1916
121,1
April

,,
II l7
65,0 7,62
5

58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00 93,2
11,35
105,1
1.165
69,3
6716
92,5
61.31- 98,5
Mei

,,
10:45
60,8 6,55
50,1-
148,50
64,1
114,50
48,5 405,00

87,6
11,35
105,1
1.185
70,5
6716
92,5
53.91-
86,1
Juni


10,05
.58,4
5,17
5

39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
11,35

.
105,1
1.18
5

70,5
6716
92,5
50.116
80,7
juli.
9,55
55,5
5,82
5

44,6
157,75
68,1
208,00
45,8 345,75 74,8
11,35
105,1
1.18
5

70,5
6716
92,5
48.21- 77,5
Augustus
9,45 54,9
6,30 48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00
78,9
11:35

105,1
1.185
70,5
651-
89,0
47.151- 76,9
September ,,
8,40 48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9
318,75
68,9
11,35
105,1
1.18
5

70,5
63/6
87,1
46.6/-
74,6
October


7,40 43,0 4,62
5

35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25 60,8
11,35
105,1
1.185
70,5
63166

87,1
43.-/-
69,3
November ,,
7,25 42,2
4,25
32,5
94,50
40,8
82,25
34,9
270,75
58,5
10.90
100,9 0.85
50,6
6316
7

87,1
46.816
74,8
December
7,07
5

41,1
4,30
32,9
96,00
41,5
91,00
38,6
247,75
53,6
10,85
100,5
0.85 50.6
6316
7

87,1
47.616
76,2
Januari

1931
6,52
5

37,9
4,-
30,6
84,50
36,5
86,2
36,5
207,50
44,9
10,30
95,4
0.85
50,6
6016
82.9
45.7/6
73,1
2 Februari


5,50
‘32,0
3,90
29,8
80,-
34,6
82,-
34,7
200,-
43,3
10,30
95,4
0,85
50,6
5816
80,3
43.1216
70,3
9

,,

,,
5,75
33,4
3,80
29,1
91,-
39,3
82,-
34,7
200,-
43,3
10,30
95,4
0,85
50,6
5816
80,3
44.1216
71,9
1)
Men
zie
voor de toelichting
op
dezen staat de nummeri van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659)
pag.
689190 en 709.
t)
79 Kg. La Plata. 5) = Western vÔl
ring van de huidige offic. not.wljze (Jan. 1928); Barley vanaf 212131; vanaf 912 6415 Z.-Russ.

11 Februari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

161

een iets betere
vraag
dan men in den laatsten tijd gekend
heeft.
Op de doekmarkt bestaat nog weinig vraag hij vaste
prijzen. De uitsluiting blijft nog steeds van kracht en er zijn
nog geen teekenen, clie erop wijzen, dat hieraan spoedig een
einde
zal
komen. Het zou noodlottig kunnen worden, in-
dien deze stand van zaken zon zou blijven voortduren, waar-
door onze concurrenten nog meer de Vrije hand zouden
krijgen. Voor het binnenland zijn enkele orders geplaatst,
doch zonder gegarandeerde levering (om aan de vraag van
dit seizoen tegemoet te komen), zoodat er slechts weinig hoop is, dat zaken zich op een behoorlijke manier zullen ontwikkelen. Hier en daar worden slechts kleine partijen
voor directe behoefte gekocht.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 27 Jan. 3Feb.
28 Jan. 4Feb. T.T.opBr.-Indië 1/53% 1/53%
F.G.F.Sakellaridis
8,90 8,90 T.T.op Hongkong 1 1

1
G.F. No. 1 Oomra. 3,25 3,23
T.T.opShanghai
113

113

KOFFIE.
In den toestand van het artikel kwam in de afgeloopen
week geen verandering. De stemming bleef kalm en nieuwe
berichten werden niet ontvangen, met uitzondering van
dén uit Brazilië, waarin werd medegedeeld, dat de Brazili-aansche Regeering voorgesteld zou hebben om 20 pCt. van de opbrengst van de eerstvolgende twee oogsten te vernie-tigen, wel een bewijs hoe men in Brazilië op middelan zint, om de oilossing van het koffievraagstuk tot een goed einde
te brengen. Intusschen had dit bericht op cle marktstemming
niet de minste uitwerking, ook niet iii Brazilië zelf, al-waar cle wisselkoers sedert de vorige week nog 1/16 d.
daalde, met het gevolg dat de kost. en vrachtprijzen voor
Santos circa 21- lager waren en voor Rio circa 1/- & 116.
Van Nederlandsch-Indië waren de aanbiedingen van de
geringste soort ongewasschen Robusta. iets booger en voor
cle betere vrijwel onveranderd, terwijl de prijs voor de ge-
wasscben loort iets lager was.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt waren de noteerin.
gen bijna geheel onveranderd
kt
eene fractie lager.
Op
Dins-dag 10 dezer des voormiddags noteerde: Februari 23, Maart
20%. Mei 19
1
/2,
September
18%,
December 1.8% ct.
Voor loco was dc vraag nog zeer beperkt. De officieele
noteering voor Superior Santos bleef onveranderd 29 ct.
per % K.G., terwijl die van Rohusta van 27 op 26 ct. terug-
gebracht werd.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verschepiug zijn thans ongeveer 4016 41/6 per
cwt. en van dito Prime ongeveer 42/6
á
4316, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versche-
ping, bedragen 2713 8. 28/3.

Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, Februari.verscheping, 16%. ct.; Ben-
koelen Robusta, Februari-verseheping, 17% ct.; Mandheling
Robusta, Februari-verscheping, 18% ct.; W.I.B. f.a.q. Eo-busta, Februari-verscheping, 25 ct., alles per % 1KG., cif,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren

Mrt.

Mei

Sept.

Dec.
9 Februari ……….5,69

$ 5.65

$ 5.53

$ 5.50
2 Februari ……… ..5,82

.5.75

,,5.59

,,5.51
26 Januari ………. ..5,85

,. 5.79

,, 5.63

,, 5.55
19 Januari ………. ..5,95

,, 5.80

5.61

,, 5.52
De dezer dagen verschenen Statistiek vali de Firma G.
i)uuring & Zoon te Rotterdam geef t aan, dat in Januari •de aanvoer geweest is als volgt:
1931

1930

1929
bn.

bu.

bn.
in Europa ……………1.086.000

853.000

853.000
TCI.
Staten van Amerika 1.051.000

934.000

979.000

Totaal …. 2.137.000 1.787.000 1.832.000

De Afleveringen in Januari waren:


1931

1930

1929
bn.

bn.

bn.

iii Europa ……………971.000

923.000

929.000

Ver. Staten van Amerika 1.113.000

957.000 1.029.000

Totaal …. 2.084.000 1.880.000 1.958.000

Vanaf 1 Juli tot 1 Februari waren de Aanvoeren in
Europa en in Amerika tezamen 12.585.000 halen tegen
11.826.000 balen in 1929130 en 11.635.000 balen in 1928129,
terwijl de Afleveringen bedroegen 12.976.000 balen tegen
12:509.000 balen in 1929130 en 12.159.000 balen in 1928/29.
De zichtbare voorraad was
ofi
1 Februari in Europa
1.705.000 balen tegen 1.590.000 balen op 1 Januari. In
Amerika becirneg hij 867.000 balen tegen 929.000 balen op
1 Januari. In Europa en in Amerika tezamen was de zicht-
bare voorraad dus op 1 Februari 2.572.000 balen tegen
2.519.000 balen. op 1 Januari. Hij bedroeg op 1 Februari
1930 – 2.202.000 balen en op 1 Februari 1929 – 2.525.000
balen.
De zichtbare werelclvoorraad was op 1 Februari 5.417.000
balen tegen 5.186.000 balen op 1 Januari en 5.110.000 balen
verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de voor-
raden in het binnenland van Brazilië, waarvan het cijfer
van 1 Februari ring niet bekend is, doch die op 1 Januari
bedroegen 24.123.000 balen en op 1 Februari 1930 –
21.112.000 balen).
Rotterdam, 10 Februari 1931.

GROOTHANDELSPRIJZEN’)

TIN
locoprijzen
Londen per
Eng. ton

KATOEN
Middling
locoprjzen
New York
per Ib.

WOL
gekamde
Australische,
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
per Ib.

WOL
gekamde
Australische,
CrossbredColo-
nial Carded,
508 Av. loco
Bradford per Ib.

RU BB ER 5)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen
per Ib.

SUIKER
Witte kristal-
suiker loco
R’dam!A’dam.
per 100 K.Q.

KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
per
1(,
K.G.

THEE
All. N.-I. theev.
A’dam gem. pr.
Java- en Suma-
tratloeep.I(KO.

Indexcijfer
v(h. Centr. B.
v. ii. Stat., herleld
vanI9I3=I00
tot 1925= 100

Indexcijfen
van The
Economist,
herleid
1927=100
tot

°Io
$
cts.
OJ
o

pence
0
10
pence
01
Sh.
°lo
Ii.
%
cts.
01
cts.
01
1.17(-
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
100,0
100,0
0.1716
111,1
17.55
75,5
47.25 85,9
24,75 83.9
21-
67,4
17,50
93,3
55.375
90.2 94.25
111.5
93,2
92,9
0.41-
110,8
17,50
75,3
48,50
84,2
26.50
89.8
116,375
51,6
19,12
5

102,0
46,875
76,4
82.75
97,9 95,4
89,5
27.51-
86.8
20,00 86,0
51,50 93.6
30.50
103,4
-110.75
30,2
15,85
84,5
49,625
80.9
75,25
80.1
96,4
87,6
03.15
1
6
77,8
19.15
82,4
39,-
70.9 25,25 85,6
-110,25
28.8
13,-
69,3
50,75
82,7
6.25
82,0 91.6 82,6
42.5!-
54,3
13,55
58,3 26,15 48,6
16,25
55,1
-15,875
16,5
9,60 51,2
32
52,1
60,75
71,8
75,5
69,4
22.716
84,9 20,20 86,9
445,75
85,0 28,75
97,3
-19,875
27,9
13,77
5

73,5
53,123
86,6
77,25
91,4
94,2 84,6
2.111-
85,0 20,10
86,5
44,25 80,5 27,75
94,1
Ij-
33,7
13,37
5

71,3
54
88,0
74,25
87,9
94,2 85,4 21.016
84,4
21.25 91,4 44,00
80,0 27,50 93,2
110,125
34,0
13,50
72,0
.54

.
88,0 72,75
86,1
.

94,8
85,8
1.516
79,2
20,45
88,0
43,25
78,6
27,25 92,4 -110,5 29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9 92,9 83,9
97.516 75,3
19,40
83,4
41,50 75,5 26,25 89,0
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50
87,0
91,6 81,7
0.51-
76,5
18,75
80,6 40,00
72,7
25,75 87,3
-110,625
29.8
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2 91,0 81,9 09.516
79,9
18,65
80,2
38,75 70,5 2
4
75
83,9
-III
30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
81,1
91,0
83,7
0.11!-
80,4
18,60
80,0
37,00
67,3 24,00
81,4 -110,5 29,5
13.00
69.3
53,50 87,2
64
75,6 91,6 83,6
5.516 78,4
18,90
81,3 34,25
62,3
23,75 80,5
-110125
28,4
13,475
71,9 51,75 84,3
64
75,6 91.0
82.0
88.916
72,0
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3 -19,625 27,0
13,30
70,9
48,50 79,0
66
78,1
90,3 80,5
82.-16
69,5
17,50
75,3
34,25
62,3
23,00 78,0 -18,125 22,8
12.50
66,7 41,75 68,0 66,50
78,7
88,4
78,8
78.1816
68,3
17,25
74,2
31,25
56,8 21,25 72,0
-18
22,5
12,07
5

64,4 36,75 59,9
60,75
71,8
87,1
78,8
74.13!-
66,7
17,15
73,8 29,50 53,6
19,25
65,3
-/7,375
20,7
11,675
62,3
35
57,0
60,50
71,6
84,5 76.9
74.4E-
66,5
15,45
66,4 28,50
51,8
17,75
60,2
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9 81,3 75,2
65.181-
63,4
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
78,7
74,2
61.1716
61,8
16.45
70,8
27,25 49,5
17,25
58,5
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50
70,4 78,7 72,8
45.-/-
55,4
16,50
71,0
28,75 52,3
18,00
61,0 -16,875
19,3
9.60
52,3 34,75 56,6
58
68,6
76,1
72,0
36.416 52,0
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
53,8
58
68,6
76,1
70,4 34.1716
51,5
13,10
56,3 27,00
49.1
16,75
56,8
-15,625
15,8
9,275
49,5
31,50
51.3
55,50
65,7
74,2
69,3
35.516
51.7
11,95
51,4 27.25
49,5
16,50
55.9
-14,875
13,8
8.50 45,3 29,50
48.1
55,25
65,4
73.5 67,9
32.61-
505
11,-
47,3
27,00
49,1
15,75
534
-14,125
11,6
7,975
42,5
26,25
415,0
59.50
70,4
72,3 65.4
17.131-
44.9
10,55
45,4
24,50
44.5
14,50
49,2
-14 11,2
8,625
46,0
29
47,3
66,50
78,7
71,6
64,6
13.161-
43,5
10,85
46,7
24,00
43,6
13.00
44,1
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47.3
613.25
80,8 71,0 63,3
15.31-
44,0
9.95
42,8
22,50
40,9
12,50
42,4
-4,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66.75
79.0
69,0 61,3
16.81-
44,4
1

10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40.7
-J4.25
11,9
8.20
43,7
28
45,6
66.25
78.4 59,2
13.716
43,3
10,75
8

46,2
21,75e
1
39,5
1

12,00
9

40,7
1

-13,8
7
5
10.9
8,25
41.0
27
41.0
1

569
66,3
16.1716
44
-13,875
10,9
8,00
42,7
26
42,4

I

invoering van de huidige officieele noteeringswitze (Jan. 19214);vanaf 16 Dec.1929 7415 K.G. Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 Z.-Russische.
4
) = Malting vôÔr de invoe-
5) Jaar- en maandgem. af ger. op ijs pence.
0)
Noteering Schotland 59/6.
7)
58/-.
8)
6,
9)
5 Febr.

162

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

11 Februari 1931

THEE..
De afgeloopen week werd in Amsterdam wederom een
theeveiling gehouden, clie een aanbod te zien gaf van ruim
14.000 kisten.
De marktstemming bleef gedrukt en dientengevolge was
het prijsverloop flauw en onregelmatig. Meerendeels liepen
de prijzen tot 8 ets. lager. Naar theeëa met veel geel was
zeer weinig vraag en de bedongen prijzen bleven aanmerke-lijk onder het vorige niveau.
Er werd veel opgehouden. De ]niddenprijs komt uit op
56 ets. tegen 64% ets. in de vorige veiling, een teruggang
dus van 8% ets.
De Vereeniging voor de Thee-cultuur in Nederlandseli.
J.nclië geeft ezn overzicht van den uitvoer van thee uit cle
voornaamste procluctie.landen der wereld (uitgezonderd
China) gedurende de periode Januari-November. In 1930
bedroeg de wereld-uitvoer voor deze periode 333.516.000 KG.
tegenover 351.036.000 KG. in 1929. De vere1duitvoer geeft
per ultimo November in vergelijking niet 1929 dus ccii ver-
mindering te zien van plus minus 18 milliocu lG.
De thee-uitvoer van Zuidelijk Britsch-Indii bedroeg in
November 1930 3650.000 lbs. en in December .1930 4.892.000
lbs. tegenover in 1929 resp. 4.593.000 lbs. en 3.903.000 lbs.
:I:n toeal vercl in het jaar 1930 uitgevoerd 47.437.000 lbs.
tegenover 52.284.000 lbs. in het jaar 1929, zoodat de uit-
voer in. 1930 met bijna 5 millioen lbs. verminderde.
De voorraden in Londen geven per 31 Januari 1931 een
toeneming te zien van bijna 7 millioen lbs., vergeleken met
een jaar geleden. Zij bedragen thans
273%,
millioen lbs.
(v.j. 266% million lbs).
De aanvoeren van thee te Londen bedroegen in cle vorige maand 51.7 millioen lbs. (v.j. 47.3 millioen lbs.).
De afleveringen rijn met 39.8 millioen lbs. plus minus
1.3 millioen lbs. kleiner dan een jaar geleden.
De thee-invoer in Duitsobland is in 1930 toegenoniien en
bedraagt 6.042.000 KG. tegen 5.771.000 KG. in 1929.
Amsterdam, 9 Februari 1931.

STEENKOLEN.
De vraag naar kolen is vat teruggeloopen, deels tenge-
volge van het over het algemeen zachte weer. De koopers nemen een afwachtende houding aan en dit is de oorzaak,
dat in Engeland op zijn best de minimumprijzeu, die de
mijnen onder elkaar hebben vastgesteld, gemaakt kuti nen
worden. Het systeem met betiekking tot werkuren en loo-
nen, dat men bezig was uit te werken en waarover wij het
hadden in ons laatste overzicht, is volgens jinst ingekomen
berichten voor drie jaren vastgesteld en door cle vertegen.
woordigers vati coalmasters en miners geteekticl. Dit is het
werk van eeh gemeenschappelijken Vcrzoenii.igsraad, voor-
gezeten door een onafhankelijken voonzitter, welke Raad
ingesteld was als uitkomst van cle jongste staking in Wales.
])e prijzen zijn:
Northurnberlancl Ongezeefde …………
f
9.50
Durham Ongezeefde …………………..10.25
Cardiff 2/3 large 1/3 smalls …………..12.25
Schotsohe Gezeefde (Prime Lothians) ……10.50
Yorkshire gewasschen Singles ………….10.35
Westfaalsche Vetförcjer ………………, 11.10
Vlamstukken 1 ……………..25
Smeenootjes ……………..11.75
Gasvlamförcler …………. ..11-
Gieteokes

……………….16.50
Hollandsche Eierbriketten ……………., 1.5.50
alles per ton van 1.000 :lG. franco station Rotterdam/Am-
sterclam.
Ougezeefde bunkerkoleu f.o.b. Rotterclarn(Amsterdam

f
1030. Markt Qnzeker.

10 Februari 1931.

IJZER.
De vraag op de continentale exportmarkt is zeer gering.
Bij de zeer zwakke stemming is de prijs van Lux 3 p dc
Sehotsehe markt de laatste veertien dagen met 1/- tot 55/6
f.o.t. Grangemouth gedaald.
Eenige-opleving is te bespeuren met betrekking tot de
vraag naar Cleveland ijzer. Deze blijft echter beperkt tot
de lokale markt.
Op de staalmarkt zijn nog steeds geen teekenen van ver-
betering aanwezig. Terwijl cle prijzen voor halffabrikaten zich vrijwel weten te handhaven, vcrtoonen de prijzen der
eindproducten een sterken achteruitgang, zoodat zij tot hei
laagste niveau van 1930 gedaald zijn. Stafijzer doet thans
78-79 sh. f.o.b. Anwcrpen (14 dagen geleden 82-83
sIL).

VRACHTENMARKT.
Graan van Noord-Amerika.
De vraag naar sheepsruimte
verbeterde niet, ofschoon bevrachters iets meer belangstel-
ling tooiden en de vrachten bij gebrek aan vroege booten
een weinig vaster waren. Van cle Northern Range was de

vracht voor vroege, handige booten naar Elavre/Antwerpeti
lange
$
0.09%, terwijl voor groote booten per tweede helft
i?cbruaii haai Antwerpeti of :aotterc!am $ 0.08%, en$0.11%
JIddU.r ‘bepaalde havens der iliddcllandsche Zee in uitzicht
werd gesteld. 1)e eenige afsluiting der afgeloopen week vond
p1atts van St. John N.13. naal- cle Micidellandsehe Zee (niet
teij Oosten van West-:[talië) tegen
$
0.11%. basis dn los-
haven en betrof 31.000 qtrs. voor prompte verseheping. Van
Montreal zijn bevracliters bereid bootén van tot 35.000
qtrs., 10 pCt., voor Mei laden op basis van
$
0.0834 naar
Antwerpen of Rotterdam en
$
0.09 34 naar Bordeaux/Duin.
kerken range
01)
te nemen, welke cijfers door cle reeders
evenwel nog niet voldoende geacht worden.
Noord-Pacific.
In deze afcleeling was de toestand vrijwel
onveranderd. Werkelijk definitieve orders werden niet aan-
geboden.
La Plata.
ie tegen liet einde der voorgaande week in-
getreden verbetering kon zich ten volle handhaven. De
vraag naar scheepsruimtc voor Februari laden nam beclui-
detici toe en reeders waren in staat cle vrachten voor promp-
te schepen, welke tamelijk schaarseh waren, op een hooger
peil te brengen. Voor handige booten werd van niet boven
San Lorenzo naar U.ICfCont. tot 1.9/6 met 28 Februari
caticelling betaald, terwijl groote schepen in dezelfde posi-
tie 18/6 konden verkrijgen. Naar de Midclellaiidsche Zee
vercI ccii proitipte boot van 5800 ton tegen de hoogere
vracht van 20/- basis én haven bevracht. Ook cle vraag
naar Maart-ruimte was beter. Een handige boot werd met
20 Maart caneelling van San Lorea,zo ijaar U.K./Cont.
tegen 191- eec een groote boot met 25 Maart cancelling tegen
18/6 afgesloten. Van :Ilahia :lllanea werd voor groote sche-
peti voor Februari laden 17f. naar 1J.Ï(./Cont. betaald en zal
dit cijfer misschien ook kans van slagen hebben voor
Maart verscheping.
Salpeter van Chili.
Er valt nog steeds geen verbetering
iii den toestand te bespeuren. De vraag naar ruimte is
absoluut nihil, zelfs voor lijnbooten.
,S’uiker van West-Indië.
Bevrachters stelden weinig be-lang in schcepsruimte en het aantal ladingen bleef beperkt tot enkele orders voor handige booten. Van San Domingo
werd voor een schip van 2712900 ton per medio Februari
naar IJ.]K./Co.nt. 13/. betaald, maar sindsdien worden iets
grootere hooten tegen 1216 aangeboden. Van Cuha wordt
bericht, dat de export tax
09
de vracht binnenkort van
3 pCt. op 4% verhoogd zal worden.
Rijst van J3irma..
Deze markt was kalm en ofschoon het aanbod van schepen niet.groot was, was de vraag toch ta-
melijk slecht. De eenigc bekendi geworden afsluiting betreft
een 7000 tonner per 21/26 Februari, welk schip van t of
2 laaclhavcns naar Antwerpen/Hamburg range tegen 22(4%,
indien één, en 22110
34,,
indien twee laadhavens, bevracht
werd. Voor Maart verscheping wordt in dezelfde richting
thans 2216 in uitzicht gesteld en voor een groote boot naar
Gdynia 231..
Zwarte Zee.
De vraag van cle Zwarte Zee was goed en
er werden zeker 12 booten voor Februari en Maart laden
opgenomen tegen 10(10% tot 11/3 basis Continent naar
gelang van de grootte der schepen.
Midclellandsche Zee.
In deze afdeeling was de toestand
zeer ongunstig. Werkelijk definitieve prders waren zeer
schaarsch en ‘cle vrachten bleven zooc!oénde natuurlijk op
het oude peil. Voor ertsladingen werden de volgende cijfers
betaald: Almeria/Rotterdam of Vlaardingen 4/6; Hornillo
113a.yfCardiff 51.; Melilla/Cardiff 51-; 13ougiefGent 6/4%;
M:orpliou J3ay/Stettin 1216, en HuelvafGrangeniouth 7/3,
terwijl voor
phosphaat
van Sfax naar Rotterdam tegen 71-
en 7(3 en naar Rouaan tegen 516 bevracht werd.
Noord-Spanje.
Ook op deze markt ging niet genoeg om,
zoodat de stemming zeer gedrukt was. Van Santancler naar
Rotterdam vercl 51. en van Salta Caballo naar IJmuiden
417% betaald en momenteel eijn er nog slechts 3 orders van
Bilbao naar IJmuiden, Mïddlesbro en Rotterdam aan de
markt.
Kolen van U.K.
Ofschoon de vraag naar scheepsruimte
cle geheele vorige week vrij goal was, w’erden cle orders ten-
gevolge van het ruime aanbod van booten zeer snel uit de
markt genomen en viel helaas geen verbetering in de vrach-
ten te constatecren. 1)e vracbtcijfers varen in alle richtin-
gen flauw. Van Zuid-Wales werden om. cle volgende orders
afgesloten: Kopenhagen 51., Dieppe 3/4
34,
Rouaan 316, Lis-
sabon 616, Cadiz 6/9, Gibraltar 6/-, Niuseille 613, Genua 61.,
Piraeus 6/-, Istanbul 6/9, Salonicec 61., Las Palmas 71-, Per-uambuco 9/6, Rio 913, Montevideo 10/., ]3uenos Aires 10/6;
Villa Constitucion 1011% optie Rosario 1.017%, Santa F6
11/. en Noord-Amerika 71. en van de Oostkust: Aarhus
416, Elbe 313, Antwerpen 216, ]3ordeaux 513, Bilbao 613,
Huelva 7/- kolen, 9(6 cokes, Genua 6/., Triëst 619 en
St. Vincent cv. 7/-.

Auteur