10 SEPTEMBER 1980
AUT1’URSRECHT VOORBEHOUDEIV.
Econ
–
omischo-oSta
‘
fistische
Beri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
15E JAARGANG
WOENSDAG 10
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GE,S’CHRTFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. Al. Verrijn Stuart.
ECONOM ISCH-STATISTISC IIE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. lir. D. van Blom; J. van liasselt; Jhr. Mr. L. II. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Reqout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. II. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. P. cle Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. Al. Verrijn Stuart.
Redacteur-ecretaris: II. M. Ii. A. van der Valk.
Secretaiaat: Pieter• dc Jioochweg 122,_Rotterdam.
Telefooib
408.
Abonnencentsprjs voor het weekblad franco P. P. in
.Vedcrland f.20,—. Buitenla?td en 1f oloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 tents. Jzeden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis. /
ik’ verdere publicaties van’ het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden alt donteurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders -ijiôrdt beslist. Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
‘Advetecties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver.
tenties: Nijqh cl van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
tcrdanc, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèq?ic. en giro
:
rekening No. 6729.
9 SEPTEMBER1I930.
01) de geidmarkt is deze week niet veel veranderd.
Cail bleef gezocht; cle noteering bedroeg geregeld 2/
pOt. Slot iets gemakkelijker: 234 pOt. Wissels werden
op
1.7/s
pOt. gedaan, echter met weinig itnimo. Prolon-
gatie noteerde
2-134-1%
pOt.
.
t
Op den ive,ekstaat van IDe Nederlandsche Bank ver-
toont cie post binnenlancische wissels een stijging van
f 100.000.
De beleeningen blijken met
f
24,1. millioen
te zijn teruggeloopen. Het renteloos voorschot aan het
Rijk daalde met
f
4 millioen.
De goudvoorraad der Bank bleef weder zoo goed als
onveranderd.. De ,zilvervoorrand g6eff een verminde-
ring van
f
200.000 te zien. De post papier op het bui-
tenland en de diverse rekeningeb op de actiefzijcle der
balans stegen resp. met
f
50.000 en
f
3.4 niillioen.
• De biljettencirculatie vertooflt een teruggang van
f19,4 millioen. De rekening-courant-saldi vermin-
derden met
f
5,2 millioen. Het beschikbaar mètaal-
saldo bedraagt
f
9,7 millioen meer dan verleden week.
liet dekk i ngspercentage is nagenoeg 50.
–
* *
*
De wisselmarkt heeft gedurende de geheele week
onder den invloed gestaan van de alom heersdhende
vraag naar Dollars. Op den i,aatsten dag heeft de stem-
ming zich gekercl en was er weder eenig aanbod. In
Londen is de Dollarkoers van 4.8615 gestegen tot
4.8610 om tenslotte tot 4.8623 terug te loopen. Ook
SEPTEMBER 1930
No. 767
in Duitschlancl was er groote vraag naar Dollars; de
noteering, die in het begin der week 4.1805 was,’
liep op tot 4.2010, om 4.1975 te sluiten. De Dollar was
hier natuurlijk ook gezocht en steeg van 2.4822
tot 2.4845; slot iets gemakkelijker op 2.4840. Het. Pond
moest dus hier aanvankelijk wel terugloopen; van
1.2.08% kwam cle koers op 12.0134 om op 12.01% te
sluiten. Marken daalden van 59.2534 tot onder cle
59.12; op deze lage koersen greep cle Reidhsbank in,
waardoor een snelle verbetering tot 59.1834 volgde.
Ook De Nederlancische Bank was in cle markt en nam
Marken op. (Ponclen tegen Marken kwamen van 20.39
op 20.42; slot 20.40%). Fransche Francs kwamen van
9.16% op
1
9.15%.
(Dollars tegen Frs. 123.81). Belga’s
34.65 na 34.68. Ook ce koers van den Zwitserschen.
Franc toont een beduidende inzinking nl. van 48.26
tot 48.20. Lires
•
daarentegen eerder beter: na 12.99
1.3.01.. J)e Spaansche vahita blijft heel onzeker. Na
eenigen tijd ca. 26.15 te hebben genoteerd, ontstond ei
0])
den laatsten dag een plotselinge hausse, waardoor
cle koers tot hoven de 27 steeg; slot 26.85 eerder la-
tend. Ook voor den Argentijnschen Peso trad, eerst
eenige verbetering in; de koers kwam van 8634 op
waarop weder een daling tot 8734 volgde.
Toen bekend werd, dat de President afgetreden was,
ontwikkelde zich een flinke vraag, waardoor de koers
weder op 90 kwam. De Braziliaansche Milreis begon
met de reeds aangevangen stijging voort te zetten;
van 23% kwam de koers op 25%, waarop een slotno-
teering van 247/s volgde.
Op cle termijnmarkt waren Ponden op 1 en 3 maan-
(1 en tamelijk gezocht; cle slotnoteeringen waren resp.
pan—Vu c. agio en c. disagio tot pan. Termijn
Dollars noteerden resp. 1-2 en
3-5
punten boven den
kassakoers. Marken
01)
termijn noteerden 334-3 en
10-0 c. onder den contanten koers.
LON])EN, S SEPTEIXIBER 1930.
Geld bleef ook de afgeloopen week zeer gemakke-
lijk, zoodat posten in den namiddag uitgezet geen be-
tere prijzen clai 1% en 1% pOt. konden behalen.
De cliscoptomarkt bleef eerst ook zwak op
211e
pOt.,
maar werd beïnvloed door het plotselinge aantrok-
ken van den Dollar, wellicht als een gevolg van saici
onttrekkingen voor New-Yorksche rekening. De lage
rentëstand hier en cle betere bruikbaarheid van saldi
in Amerika in dezen tijd van het jaar zijn daarvoor
misschin de aanleiding. Tegen het einde van de week
werd disconto dan ook vaster en noteerde
2/32
pOt..,.
op welken koers ook de nieuwe schaticistpromessen
werden ingeschreven.
t
802
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
10 September 1930
SUMATRA-HERVORMING.
De rol der staten-generaal.
Moet binnénkort
weer een groot koloniaal debat worden te gemoet ge-
zien op het binnenhof, zooals – tot duurzame eer van
ons parlement – in Mei 1866 het dehatlover Fran-
sen van de Puttes cultuurwet geweest is, of in Octo-
ber 1906 het debat over Focks Europeanenreeht voor
inhemschen? Er zou reden toe zijn. G-eenkarnerlid,
geen ervaren journalist ontkent, dat het uitbreiden
van de ,,bestuurshervorming” van 1922 over alle bui-
tengewesten van Nederlandsch-Indië – de in zicht
komende kwestie – een vraagstuk is van diepen staat-
kundigen ernst voor Indiës toekomst. Maar te gelijk
is die vraag voor haast ieder kamerlid, haast ieder
journalist, een schrikbeeld. Want hoe moet een Ohris-
tenmensch wijs worden uit het gewarrel van ,,amb-
telijke” naast ,,staatkundige” bestuurhervormig, die
én onderling én van Indische ,,decentralisatie” ver-
schillen en gedurig van inhoud veranderd zijn, en
die dan nog doorkruist worden door zulke voornemens
als ontvoogding van inlandsch bestuur, uitbouw van
districtsbestuur, versterking van Indische dorpsge-
meenten, moderniseer.ing van zeifregeerende rijken
(landschappen), en de rest? Men zou liefst maar ja
en amen zeggen op wat een technisch onderlegde ze-
geering ‘met haar technisch onderlegde raadgevers
voordraagt als de beste werkwijze.
Toch zal dit niet gaan.
In 1928 heeft het geleken, als was de Indische re-
geering van zins met voorstellen van hervorming te
komen, die eenerzijds aansloten op uit plaatselijk
onderzoek gebleken behoeften, en anderzijds zich be-
perkten tot de reeds onmetelijk groote en onmetelijk
zware Sumatra-taak. Doch na het optreden van een
nieuwen minister van koloniën in 1929 is het aspect
veranderd. Reeds driemaal is in 1930 aangekondigd,
dat heel iets anders gaat vooropgeschoven worden dan
dat waaraan practische behoefte bleek, alsook dat de
regeering er niet aan denkt zich tot de Sumatra-taak
te beperken. Nu eenmaal de persoonlijke voorkeur
vanhet Haagsehe opperbestuur zich z66 sterk in deze
stof liet gelden – al wordt in schijn de landvoogd
vrijgelaten—, nu ontkomt naast den voiksraad te Ba-
tavia ook het parlement in Den Haag er niet aan zijn
hartig woordje mee te spreken. Een aanvullingsbe-
grooting voor 1930, eerst aan den volksraad, straks
ter goedkeuring aan de wetgevende macht te onder-
werpen, zal het toernooiveld vormen.
De beslissing, door cle kamers te geven, heeft met Icennis van technische détails der Indische bestuurs-
voering niet van doen. Zeker, op het eerste gezicht
kan het zoo lijken. Maar in waarheid geldt de aan
het binnenhof gevraagde decisie een vraag van breed
staatsbeleid; een vraag, tot welker beoordeeling ook
Nederlandsche staten-generaal volkomen bevoegd zijn
– nu ‘het optreden van het opperbestuur hen tot
stelling-lciezen forceert—, mits het dilemma hun voor
oogen sta.
Wat de beraa9nde hervorming wél moet wezen.
Wat de op til zijnde hervorming van het bestuur der
nog niet hervormde buitengewesten wél moet zijn,
laat zich omschrijven met weinig woorden, van be-
kenden klank. Zij is onderdeel van de grootsche taak,
ontstaan door het in snel tempo afronden van het
Grootindisch rijk onder Van der Wijck, Rooseboom
en Van Heutsz (1893-1909). De strakke centralisatie
van v66r 1900 kon in de twintigste eeuw niet blij-ven. In 1903 ging minister Idenburg voor met een
wet op decentralisatie, geleidelijk – ook voor Suma-
tra – op tal van plekken uitgevoerd; gouverneur-
generaal Van Heutsz stelde zich in een ‘beginselpro-
gramma hoofdlijnen, en trok zich de paar honderd In-
dische vorstenrijken – niet liet laatst die op Suma-
tra – aan; gouverneur-generaal Van Limburg Sti-
rum ontwierp – onder meer voor Sumatra – locale
raden voor in hoofdzaak Indonesische behoeften, ra-
den van opvoedende strekking; minister De Graaff
eindelijk bracht in 1922 een bestuurshervormingswet
INHOUD
BIz.
SUMATRA-HERVORMING
door
Prof.
Mr. Ö. van VoZlen
hoven
…………………………………….
802
Een
gentieman-agreement
betreffende
het
reclame-
budget door Drs. Th. A. P. A. van Luytelaer
.. . .
805
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De industrieele
politiek van Sovjet-Rusland door
Pavi
Olberg …………………………….
806
AANTEEKENINGEN:
De
goudschaarsehte
……………………….
807
Een
Zvitsersche Fixed Trust………………..
808
De
rubbercrisis
…………………………..
809
Indexcijfers van groothandeisprijzen …………..
809
BOEK.ANKONDIOINGEN:
E. D.
van Walree: Azië en Wij, bespr. door
.Prof.
Mr.
J.
Cr.
Kielstra……………………….
81
0
MAANDCIJFËRS
Conj unctuurgegevens betreffende de Vereenigde Staten
812
Bank voor Internationale Betalingen …………
813
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank …………
813
SrATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….
813—
820
Oeldkoersen.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
Wisselkoersen.
Goederenhandel.
I
in het staatsbiad, sinds September 1925 van lieverlee
toegepast voor Java en Madoera en de Molukken.
Thans is de beurt aan verdere afwerking van het
reusachtig eiland Sumatra, dertienmaal Nederland.
In welke vier dingen een staatsrechtelijke organi-
satie van het goeddeels nog amorphe Sumatra in de naaste toekomst dient te bestaan, daarover laten er-
varing en opzettelijk onderzoek weinig twijfel.
Allereerst dient men over heel het eiland die na-
tuurlijk gegroeide, dus oostersche, organismen op te
zoeken, die een bruikbaren onderbouw kunnen vor-
mcii, en na te gaan, of en hoe hun inrichting valt
te verbeteren. Eenvormigheid is hier uit den hooze;
één standaardtype te aanvaarden voor dit geweldig
gebied is uitgesloten; practische steekproeven zullen
terzelfder tijd moeten worden ondergenomen in ver
uiteenliggende gebieden, zooals de Batakstreken, Su-
matra’s Oostkust, de Padangsche bovenlanden, Zuid-
Sumatra. Een enkel maal mag zelfs een Ohineesch
organisme niet worden versmaad, zooals de bloeiende
‘visschersstad Bangan-siapiapi. Waar bruikbare orga-
nismen ontbreken, zal men ze niet voor de leus en
ter liefde van eenvormigheid mogen scheppen, doch,
den toestand moeten laten wat hij is.
In de tweede plaats – een in Nederland onbekend
probleem – zal men aan een aantal dezer organismen
hun rol in de rechtspraak (crimineel en civiel) hebben
te hergeven. Het Indische departement van justitie
weet en erlcent sinds verscheiden jaren, dat ten on-rechte – naar Nederlandsch model – zulk een lagere
rechtspraak is afgeschaft op papier; dat zij verre van dood is; en dat zonder haar een doeltreffende staats-
bouw ook op Sumatra niet kan bestaan.
In de derde plaats zal men voor Sumatra hebbefl te
zoeken naar die hoogere, oostersch te kleuren, orga-
nismen boven dorpsgemeenten, dorpenbonden enz.,
clie vergelijkbaar zullen zijn met de omstreeks tachtig
autonome regentsehappen van Java; die in sommige
streken één geledung, in andere denkeljk twee gele-
dingen zullen ‘moeten vertoonen; waarvoor uniformi-
teit .alwreer uit den booze is; en die wellicht ten deele
den vorm zullen moeten dragen van reeds bestaande
sultanaten enz. of van nieuw te scheppen gouverne-
mentslandschappen. Waarschijnlijk zal ook voor deze
organismen rechtspraak moeten worden opengesteld.
Dit derde onderdeel, de regionale organismen van groo-
ter omvang, stelt de moeilijkste opgaaf uit het heele
probleem, ook al beginnen in 1930 ontwikkelde land-
zaten ter plaatse hun oordeel daarover te geven; alleen
langs den weg van proefeming, na vallen en opstaan,
zal men organismen van deze soort kunnen scheppen
die w’aarlijk pakken., Blijken er op Sumatra streken,
voor welke zich voorshands iets beters dan de be-
10 September 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
803
staand vorrnloosheicl niet laat uitdenken, dan client
men liet tegenwoorcligc kalm te doen voortduren: in
den st,aatsbouw van een z66 veelsoortig eiland moeten
vele woningen zijn.
Tot slot komt dan de samenvatting van dit alles in
liet kader van één eilandprovincie. Het is nuttig het
einddoel al dadelijk in het oog te vatten; doch deze
vierde behoefte rijst pas, als het vorige werk een flink
eind zal zijn opgeschoten. Beginnen met een provin-
cie – of met haar voorloopster: het administratieve
eilandgewest – is: cle zaak op haar kop zetten.
Indien op dezen veelomvattenden Sumatra-arbeid liet staatkundig hervormingswerk der regeering zich
concentreerde, zou zij voor jarenlang de handen en het
hoofd meer dan vol hebben.
3. Wat de beraamde hervormin.g n,iet moet wezen.
En toch ontwerpt de indische regeering, mede onder
drang van het opperbestuur, een veel wijder en ge-
heel ander plan; een plan, dat zijn punten van uit-
gapg zoekt niet in voor Sumatra ontdekte staatsrech-
tclijke behoeften, maar in een rapport van 1914, in
een staatsbladtekst van 1022, en in de werkwijze, voor
de Molukken en Java gevolgd van 1925 tot 1930. Na
ministerieelo begrootingsmemories van Februari en
April 1930 gaf ook de Indische openingsrede vn
Juni 1930 het plan schetsmatig aan.
Men wil namelijk bij begrootingspost een hoofd-
ambtenaar – den eersten gouverneur van het eiland?
– aanvragen tot voorbereiding van een ,,gewest Su-
matra”; men ontwerpt daarnevens een plan voor ,,de
bestuurshervorming in de Buitengewesten” dus
niet: voor Sumatra alleen – ,,in haar ganschen om-
‘ang”; het heele niet-hervormde gebied dier buiten-
gewesten is bestemd om te worden verdeeld ,,in zoo
groot mogelijke gouvernementen”, hetgeen onder meer in sluit een ,,ambtelijke” herverdeeling van Sumatra en
van clie verdere eilanden, voorts een ,,ambtelijk” ge-
heel hervormd apparaat van Europeesch bestuur al-
daar, alsmede een daaraan toegevoegd ,,ambtelijk” ap-
paraat van inlandsche helpers onder den misleiden-
den naam van districtsbestuur, uitgebouwd in de
breedte – over alle buitengewesten -, uitgebouwd in
de hoogte – hoof.ddemang’s boven de reeds bestaan-
de demang’s en assistent-demang’s -, en uitgebouwd
in bestuursmacht. Eerst nadat dit scheppen van gou-
vernours met hun talrijke staven, deze revolutie van
bestuursindeelingen en gezagdragers, en dit netwerk
van inlandsche hoofddemang’s en hun onderhebben-
den gereed zal zijn gekomen voor Sumatra, Borno,.
Ccicbes, Timor, Bali enz., eerst dén zal men zijn volle
kracht kunnen geven aan wat voor dn staatsbouw
van het ééno eiland Sumatra dringt.
De eersthesproken werkwijze, het organiseeren ,,van
onderop” en voor deel na deel van Indië, heeft de mi-
nister altoos dwaasheid gevonden, en hij vindt dat –
blijkens een uiting van Februari 1930 – nog.
De motieven voor de tweede werkwijze, die van het
opperbestuur, schijnen met name vier in aantal.
Vooreerst: staatskund ige hervorming van Sumatra,
Boroco, Celebes enz. kan – naar het heet – niet
slagen, tenzij ,,ambtelijke” hervorming van Europeesch
bestuur en ,,uitbouw” van demang-bestuur is vooraf-
gegaan. Men zou willen vragen: heeft dan voor Java
èn Madoera de ,,ambtelijke” bestuurshervorming van
195 en volgende jaren – een tot nog toe jammer-
ljke mislukking – ook maar eenig goed gdaan aan
het welslagen vai de autonome regentsehappen, de
.stadsgemeenteu, de drie provincies? Zoo ja, waarin
heeft die weldaad bestaan? En, zoo ja, waarom zit
men er clan tot heden toe te peuteren or het Euro-
peesch bestuur te doen passen bij de nieuwe regent-
schappen, om voor den ,,hervormden” bestuursambte-
naar werk te verzinnen, om zelfs de nieuwe indoeling
in ambtskringen – een hoofdpunt der plannen van
1914 – radicaal te herzien in de richting van wat
tot op September 1925 bestond? Het is zeker denk-
baar, dat hier en daar op Sunatra of elders het schep-
pen van lagere organismen z66 tegenvalt, dat men het
zonder demang’s en zelfs hoofddernang’s niet kan stel-
len: maar het is ganseh iets anders zulk een invoering
in reserve te houden, haar subsidiair te doen intre-
den, dan over alle eilanden buiten Java dit stelsel
uniform in te voeren nog véérdat gebleken is dat het
niet staatkun’dige organismen niet gaat.
Het tweede motief luidt: de ,,ambtelijke” bestuurs-
hervorming dient vooraf te gaan, teneinde geweste-
lijke bestuurshoofden uit te sparen en dusdoende eco-
nomisch te zijn met Europeesche krachten. Maar zul-
len dan de staven van al die nieuwe gouverneurs niet
beginnen met aan den gewonen bestuursdienst een
leger van goede krachten te onttrekken?
1-let derde motief zegt: men zou in Indië een onge-
wenscht bestuursdualisme krijgen, als de Molukken
e.0 Java ,,hervormd” bleven op den voet der plannen
van 1922 (zij het deels enkel-ambtelijic, deels ambte-
lijk plus staatkundig), en daartegenover de rest van
indië hervormd werd op anderen voet. Een pracht
van een ,,ambtelijk” motief. Aanbeveling van solu-
ties op grond van wat practijk, ervaring, proefneming
leerden wordt dan afgewezen met het machtwoord,
dat ze niet passen in ,,het eenm4al aangenomen stel-
sel”.
Het vierde en laatste motief beroept zich
01)
de
wet van 1922. Als men lagere organismen schept v66r
er provincies zijn – niet hier en daar als proef, maar stelselmatig -, dan kan men niet enkel den tekst der wet van 1922 niet gebruiken – want die huldigt her-
vorming van bovenaf -, maar dan gaat men even-
zeer in tegen den geest van haar ontwerper. Maar,
lieve, wat kan dat schelen, of men de wet van 1922
en den geest van haar ontwerper ter zijde schuift, als
de nieuwe staatsbouw van Sumatra met die afwijking
mocht zijn gebaat? Had ook de hervorming van Java
en Madoera niet heelwat gelukkiger kunnen loopen,
als nien van onderop begonnen ware, en geput had uit
de rijke mogelijkheden van Idenhurgs wet van 1.903,
gelijk dan ook beraamd was véérdat (eind 1919) de
tegenwoordige minister optrad voor het eerst?
4. De gevaren ven het regeersngsplen.
Het spre-
kendste gevaar van hervorming naar den opzet der
regeering is: verspilling van schatten aan tijd en
geld. ,,Ambtelijke” bestuurshervorming van alle bui-
tengewesten en ,,uitbouw” van een vermeend distri.ets-
l)estuur in die gewesten zal jarenlang krachten en geld-
sommen tot zich zuigen, die aan het urgente en be-
loftenrijke werk der organisatie van Sumatra onthou-
den blijven. Ook al mocht de regeering, als concessie,
het scheppen van lagere organismen op Sumatra ge-
lijktijdig willen doen aanvatten, dan nog gaat dat
maar slap en zwak. Wie te veel omvat kan niet knel-
len. En wilt waarborgt, ‘dat na afloop van deze ,,ani
telijke” hervorming en dezen ,,uitbouw” van districts-
bestuur – ‘s ministers troetelki.nderen er nog geld
zal over zijn voor het wezenlijke hervorrningswerk, het
echte?
Dan: de twee hervormingen, een ambtelijke naast
een staatkundige, hebben op Java reeds bewezen in
elkaars wielen te rijden. De ambtelijke, het geesteskind
van S. de Oraaff, wil hervorming door het
bestuur.s-
corps
anders te groepeeren, het naar boven saam. te
trekken in een kleiner getal Europeesche handen,
darheneden ruimer plaats en meer vrijheid te gunnen
aan inheensche bestuurskrachten. De staatkundige
hervorming daarentegen – geesteskind van Van De-
venter, Ritsema van Eck, Bos – wil lagere
organis-
men
scheppen en aan deze een aanzienlijk deel van
de vroegere, taak van het •bestuurseorps overgedragen
zien. In en buiten den volksraad, door Rüekert en an-
derén, is betoogd, dat de twee hervormingen-naast-el-
kaar rammelen, daar ze alleen in het negatieve over-
eeistemmen, voor het positieve twee andersoortige
oplossingen beoogen.
De hoofddemang’s in het plan der regeering zijn
er onmisbaar teneinde voor Sumatra, Borneo enz.
diefl regentenstand na te bootsen, die buiten Java en
flali vanouds in Indië ontbreekt. In het denkkader der
804
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
10 September 1930
ambtelijke hervorming van S. do Graaf f dient zulk een
hoofdengroep overal uniform te voorschijn te worden
getooverd: hoe kan men anders overal uniform het
Europeesche eorps naar boven samentrekken en zijn
werk goeddeels overdiagen op een inlandsch bestuur?
al zullen deze hoofddemang’s juist verstoken zijn van
dat traditioneel-aristocratische, dat den regent van
Java invloedrijk houdt. In het andere denkkader
daarentegen zal niet – of niet dan bij uitzondering,
in geval van nood – p hoofddemang’s en dezulken
worden afgewenteld, maar op levenskrachtige orga-
iiismen, waarin de landzaat het ruimste aandeel heeft.
Do twee oplossingen botsen.
Voor een in de practijk onmisbaar gebleken ver-
vorming van de rechtspraak in oosterschen geest, door
haar ten dccle weer vast te knoopen aan oostersche
organismen, is in het stelsel van 1922 geen plaats.
Nam de regeering, als concessie, afwenteling van rechtspraak in haar werkplan op, zij zou los naast
haar hervorming bungelen, zooals op Java de ambte-
lijke naast de staatkundige hervorming hungelt.
Rechtspraak door demang’s heeft tot heden niemand
bevredigd, de bevolkig zoomin als de overheid.
Een ambtelijke hervorming van deze soort brengt
doorloopend de begeerte mee om ter wille van ,,het
eenmaal aangenomen stelsel” veranderingen in te
voeren, doch ter wille van het belang der practijk ze
te niet te doen. Zijn thans in den regel de Europee-
sche onderafdeelingshoofden (controleurs) in de bui-tengewesten hoofd van plaatselijk bestuur, de functie
zal in ,,het eenmaal aangenomen stelsel” dienen over
te gaan op hoogeren, op afdeelingshoofden (residen-
ten met kleine r); maar omdat dit volmaakt onprac-
tisch zou werken, zal men die residenten bevoegd moe-
ten maken de functie weer op de controleurs van
thans te delegeeren. Aldus ,,hervormt” men het staats-
blad zonder de werkelijkheid te hervormen. En dit
voorbeeld is één uit vele.
Leerzaam voor de werking van de methode der re-
geering was een discussie in Maart van.dit jaar in
het Indisch Genootschap. Deskundigen van, en be-
langstellenden in, Borneo bespraken er de plaats van
dit eiland in een ,,ambteljke bestuurshervorming”.
Eén gouvernement Borneo leek onuitvoerbaar en
011-
gewenscht. Oonibi natie van West-Bornoo met een stuk
van Sumatra, van Oost-Borneo met Oelebes, leek on-
uitvoerbaar en ongew’enscht. Misschien zou een goede
groepeering te treffen zijn, als Singapoer met omge-
ving niet Britsch, maar Nederlandsch ware. Zooals de
zaken staan, zag blijkbaar niemand een bruikbaren
grondslag voor ambtelijke hervorming. Maar waar-
om, als verbetering niet wrordt verwacht, de zaak niet
gelaten gelijk zij is? Omdat – meende men – amb
Lelijke bestu.urshcrvorming.van heel Indië immers op
het program ina staat, geëischt wordt door ,,het een-
maal aangenomen. stelseP. Is dit die nuchtere zake-
lijkheid, waarop, ook iii Indische zaken, de Neclerlan-
der een beetje trotsch gaat?.
liet met Java gebeurde blijft een haken in zee. De
minister moge in een Belgisch tijdschrift van begin
1.930 hebben geroemd, dat zijn ,,Rappört fort docu-
nienté” van 1914 ,,avait prévu, jusque dans ses mom-
dres détails, toute la réforme administrative des In-
des néerlandaises”, – liet zou onhoffelijk wezen te
onderstellen, dat hij het oV Java gebeurde met zijn
leemten, zijn verwarring, zijn desorganisatie heeft
voorzien en gewild. Een hoofdpunt der Java-hervor-
ming, het.verknippen en verschikken van alle Euro-
peesche hestuursressorten, belooft juist nu te worden
gevolgd door plannen of voorstellen van z66 ingrijpen-
de herknipping en herschikking, dat op 22 Juli 1930
in den volksraad gevraagd kon worden, of herstel van
de oude historische residenties van Java – die nooit
hadden moeten zijn opgegeven – maar niet wensche-
lijker ware. Een tweede spreker op dien dag repte van
,,buitengeweon slechte” voorbereiding van de bestuurs-
hervorming. Een derde spreker gaf den vooruitgang,
in 1929 gemaakt, weer door. ,,ééncijfer, een nul”. Moet
die rampspoed na ook over Sumatra, ‘Borneo, Oelebes
enz. komen, en de les verloren gaan?
En dan nog het gevaar van wantrouwen in Indiës
toekomst. Wordt in beginsel besloten alle huienge-
westen te gaan bejegeneit zooals van 1925 tot 1930
Java is ,,hervormd”, dan eerst recht zal men moede-
loosheid zien aangroeien, en waarlijk niet alleen hij
Europeesche bestuursambtenaren.
5. De weg der tot Sumatra bepericte hervorming.
De weg naar het scheppen van levenskrachtige orga-
nismen – lagere en hoogere —op Sumatra, bestemd
om mettertijd door een eilaiidprovincie te worden
overwelfd, zal niet van een rapport en een wetstekst
uitgaan, maar van proefnemingen en har uitslag.
De nieuw te scheppen organismen kunneu geen van
alle worden opgetrokken op artikel 121 staatsregeling
(de bestuurshervormingswet van 1922), want dit
0fl-
derstelt een vooraf bestaande provincie, en een pro-
vincie Sumatra thans ware bespottelijk en voorbarig.
Zoover die organismen niet als inlandsche gemeenteti
(artikel 128) of als adatgemeenschappen kunnen ei-
den, zal men ze voorloopig moeten optrekken op Iden-
burgs decentralisatiewet van 1.903. Een nadeel is dat
allerminst; voor de acht vroegere landschappen van
Bali is zulk een toepassing al een tijdlang in voorbe-
reiding.
De te scheppen organismen zullen niet overal hoe-
ven te verrijzen, en evenmin uniform mogen zijn. Voor.
de Batakstreken laten zich gansch andere oplossingen
denken dan voor Sumatra’s Oostkust of Itidragiri, voor Sumatra’s Westkust gansch andere (lan voor
Zuid-Sumatra. Onderneemt men in uiteenliggendc
streken uiteenloopende pogingen, het zal niet zijn om
tot één geforceerd standaardtype voor heel Sumatra
te geraken, maar om zooveel staatsrechtelijkc verschei-
denheid in stand te houden als nuttig blijkt.
De proefneming zal
gelijkelijk
iandschapsgebied en
rechtstreeksch gebied hebben te omvatten. Ook al eer-
biedigt men het beginsel van betrekkelijke onaantalt-
baarheid der zelfregeerende rijken – hetgeen te ho-pen is -, de sultansrijkeu moeten niet langer buiten
het Indische regeerkader blijven staan. Het vraagstuk
der landschapsorganisatie, en dat van het gezag van
sultans over anderen dan hun sultansonderhoorigen
van thans, is van Sumatra-hervorming eéu integree-
rend deel, al valt zij heelemaal buiten het rapport van
1914 en de wet van 1922.
De nieuwe ordening zal gelijkelijk bestuur en
oostersche justitie hestrijken. Laat men dit recht-
spraakprohleem er buiten., men veriieht fragmenta-
risch, voor de bevolking onbruikbaar werk; een arti-
]del van Mr. Holleman in liet laatste nommer van Ko-
loniale Studiën spreekt boekdeelen.
Toezicht op de nieuwe organismen moet niet in han-
den worden gelegd van het binneniandscli bestuur: dit
heeft een andere taak, is gericht in andere richting.
Voor het werk van toezicht worde een commissie in-
gezet, aldus samengesteld dat zij het vertrouwen heeft zoowel van de lagere organismen zelf als van. de cen-
trale regeering. Zij zal – wat waarborg geeft voor
goed werk – haar arbeid geleidelijk zien aangroeien,
naargelang het aantal organismen toeneemt.
Dit trouwens zal een deugd zijn van de heele Su-
matra-hervorming, zooals de practijk die is gaan ho-geeren: dat zij, van onderop bouwend, langzaam op-
schuift, zoowel in de breedte als in de hoogte. Niet
om een snelgroeiend aantal papieren raden is het te
doen, maar om rechtsgemeenschappen die zelfverze-
kerdheid voelen, haar werk al doende leeren, vertrou-
wen wekken naan beneden en naar boven. Elk nieuw
stuk organisatie kan zijn voordeel doen met wat el-
ders op Sumatra doeltreffend is gebleken; en blijkt
eenprebeersel geen succes te zijn, men zal het te niet
doen, zooals indertijd het op de wet van 1903 gegronde
locale ressort •der afdeeling Deli werd opgeheven en
vervangen.
Het na 1900 ter hand genomen staatkundig orga-
nisatiewerk van den archipel had misschien iets vlug-
10 Septeinber 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
805
ger in zijn, werk kunnen gaan; maar onbevredigend
was het niet. ilet vertoonde, tot op de wet van 1922,
de Nederlandsche eigenschappen van zakelijkheid, be-
-zonnenheid, nuchterheid, practischen zin. Er zijn fou-
ten gemaakt, maar fouten die .zich lieten herstellen.
En er zijn v66r 1922 verscheidene oorspronkelijke so-
luties gevonden voor moeilijke organisatieproblemen.
Vindt men voor Sumatra die goede werkmethode, die
uitbieef op Java, dan zullen Borneo, Oelebes, Timor
‘en. öp hun tijd daarvan profiteeren. Doch slaat men
in 1930, als in 1925 voor Java, een weg in die fout-loöpt, wie voelt niet de schade én voor onzen inter-
nationalen naam, én voor het gezag in Indië?
6. De daad der staten-generaal.
Loopen de zaken
gelijk men voorshands moet verwachten, dan komen
de staten-generaal te staan voor een recht duidelijke
keus.
Aan •den eenen kant: vôôrop ingrijpende verbou-
vi.ng van den bestaanden bestuurstoestel (Europeesch
en inlandsch) over alle buitengewesten, instelling van
nog onbekende en onbeproefde gouvernementen vol-
gens ,,het eenmaal aangenomen stelsel” in alle buiten-
gewesten, – met staatkundige organisatie van Suma-
tra slechts op den achtergrond (voor zoover daarvoor te zijner tijd ‘geld en werkkracht zal over zijn). Zelfs
bij een gelijktijdig doen aanvatten van de beide werk-
taken zouden geld en werkkracht vanzelf gezogen wor-
den naar de eerste w’erktaak, de ,,ambtelijke”.
Aan den anderen kant: v66rop staatkundige hewerk-
tuiging (daar de tijd om roept) van éSn groot eiland,
– maar dan ook loslating voorshands van een
stelselmatig hervormen van al de rest, en met amb-
telijke herorganisatie – indien subsidiair gewenscht
– slechts op den achtergrond. De uitkomsten, op Su-
matra gewonnen, model en les voor wat straks onder-
nomen worden zal op Celebes en elders.
Het valt te verwachten, dat een degelijk volksraad-
debat de keus der Haagsche staten-generaal zal hel-
pen.. Door in deze jaren te kort te schieten in groot
staatsrechtelijk hervormingswerk overzee zou niet één
man of één partij zich blameeren, maar ons volk.
C. VAN VOLLENHOVEN
EEN GENTLEMAN-AGREEMENT BETREFFENDE
HET RECLAMEBUDGET.
Drs. Th. A. P. A. van Luytelaer te ‘sGravenhage
schrijft ons:
Als oorzaak van de groote ontwikkeling der kartel-
vorming, vooral na den wereldoorlog, een ontwikke-
ling welke zich uitte in een toeneming, zoowel van het aantal kartels alsook ‘van hun intensiteit, d.w.z,
van hetgeen bij het tot stand komen der kartelover-
eenkomst geregeld werd, noemt men meestal den
wensch der kartelleden om de markt gezamenlijk te
l5eheerschen, welk doel men dan tracht te verwe-
zenlijken, eenerzijds door contingentering van het
totale afzetgebied of van den afzet in een bepaald
gebied, andeizijds door gemeenschappelijke regeling
van den
prijs
en van ‘de andere verkoopsvoorwaarden.
Men kan evenwel tevens aannemen, dat veelal nog
een ander doel den kartelleden bij het sluiten der
overeenkomst voor oogen staat, en wel den wensch’ om
door middel van het kartel tot kostenbesparing te ko-
men:
Als methode om tot deze kostenbesparing te gera-
ken wordt door kartels, welke zijn gevormd door f a-
brikanten van industrieele producten, vooral wanneer
deze een min of meer technisch karakter dragen,
afgezien van eventueelen collectieven aankoop van
grondstoffen etc., toegepast een standaardisatie van
de kwaliteit dezer artikelen en in den regel ook een
beperking van het aantal der ten verkoop aangeboden
typen.
Naast deze middelen welker toepassing vooral op
de hoogte der fabricagekosten invloed uitoefent,
wordt in de laatste jaren nog een andere kostenbe-
sparingsmethode gevolgd, welke vooral tot doel heeft
de directe verkoopskosten te verlagen. Bedoeld zijn
hier de ksr telvoorschrif tea betreffende de hoogte
van het reclamebudget voor een bepaald afzetgebied,
soms ook betreffende de verdeeling hiervan over dc
verschillende publici teitsmethoden.
* *
*
De vraag kan nu gesteld worden of dit laatste mid-
del, kostenbesparing door wederzijdsche afspraken be-
treffende hoogte en indeeling van het reclamebudget,
zich ook niet voor toepassing leeit door een groep
producenten van een zelfde artikel, wanneer tusschen
deze geen andere afspraken bestaan, m.a.w. in den
vorm van een gentleman-agreement, dat enkel deze
reclamebudgetregeling, tot doel. heef t, een vraag
welke, naar onze meening bevestigend beantwoord kan
worden.
De afzet op de nationale markt van tal van artike-
len van massa-verbruik is in Nederland zoovel als
elders vaak voor negentig procent in handen van en-
kele groote ondernemingen, welke geheel zelfstadig,
zonder onderlinge afspraken, hun reclame- en ver-
koopspolitiek voeren.
Een eerste symptoon van samenwerking op het ge-
bied der publiciteit was, in sommige bedrijfstakken,
het middel der z.g. collectieve propaganda. Het Ame-
rikaansche voorbeeld der ,,Say it with flowers” en
,,Eat more fruit” -camp agnes werd in Nederland reeds
voor enkele onzer tuinbouwproducten gevolgd. Voor
fabrikanten van merkartikelen is dit middel evenwel
in den regel, – een kartelovereenkomst met afspra-
ken betreffende de winstverdeeling kan natuurlijk de
zaak veranderen—, onbruikbaar en hoewel men van
deze ook niet zal mogen verwachten, dat zij zich ten
aanzien van de grootte van hun totaal reclamehtd-
get zullen willen binden – dadeljk reeds daarom niet
omdat zij dit bedrag voor hun collega’s-concurrenten
geheim wenschen te houden – zijn afpraken tot we-
derzijdsch voordeel, tusschen de leden van een pro-
ducentengroep die gezamenlijk het grootste deel
van den afzet op een bepaalde markt in handen heb-ben, omtrent de wijze van besteding der voor propa-
ganda bestemde middelen, welke vaak zeer aanzien-
lijke bedragen vormen, als mogelijk te beschouwen.
Bij de keuze van de couranten en tijdschriften waarin men zal gaan adverteeren geeft het feit –
het moge voor den buitenstaander vreemd klinken –
of een collega-concurrent ook in een bepaald blad ad-
verteert vaak den doorslag. Hoewel men de reclame-
waarde van het betreffende dagblad vaak problema-
tiek acht meent men in zoo’n geval uit prestige niet
achter te kunnen blijven. Doch ten aanzien van zoo’n
twijfelachtig blad is die collega-concurrent zelf mis-
schien ook allesbehalve overtuigd van de effectiviteit
zijner propaganda. Indien men ten aknzien van der-gelijke gevallen tot een afspraak zou kunnen komen
betreffende de couranten, tijdschriften, theaterpro-
gramma’s etc. waarin men
niet
zal adverteeren,
ZOU
reeds een niet te versmaden besparing van vaak oni-
nuttig bestede gelden mogelijk zijn.
Hetzelfde kan gezegd worden met betrekking tot
andere publiciteitsmethoden. Bij het besluiten tot af-
ficheeren op reclamezuilen, tot het plaatsen der zoo
kostbare lichtreclame’s op straat, in stations of bios-
copen, speelt eveneens het boven aangeduide prestige-
argument vaak een groote rol. Ook voor dergelijke propagandaethodes zou een ,,einheitlich” optreden
van hetzelfde artikel pousseerende producenten, in
den hierboven aangegeven zin, tot niet te onderschat-
ten kostenbesparingen aanleiding kunnen geven.
De hier gegeven voorbeelden betreffen liet beper-
ken van het gebruik, dat gemaakt zal worden van be-
paalde wijzen van reclame maken. Een verdere; doch minder makkelijke, positieve stap zou zijn: afspraken
betreffende aantal, grootte etc. der te plaatsen an-
nonce’s of betreffende de wijze van gebruikmaking
van andere methoden der moderne pübliciteit.
De doorvoering van het hier geopperde denkbeeld is
ook daarom voor verwezenlijking vatbaar, omdat de
806
EONOMISCH-STATISTISCHË BERICHTEN
10 September 1930
1
contrôle op de naleving der betreffende – uit den
aard der zaak voor een bepaalden tijd, buy, één jaar gemaakte – wederzijdsche afspraken niet veel moei-
lijkheden met zich brengt. Immers men timmert hier
aan den weg, wederzijds kunnen de van het agreement
deel uit makende leden contrôleeren of hun partners
niet hun boekje te buiten gaan. Deze contrôle zou ook
aaji een onpartijdigen derden, of aan een opzettelijk
met dit doel gecreëerde instantie, kunnen worden op-
gedragen. Bij deze instantie zouden elk der partners
een bepaalde garantiesom kunnen deponeeren ter
doorvoering van de in het agreement opgenomen, op
overtredingen betrekking hebbende, boetebepalingen.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE INDUSTRIEELE POLITIEK VAN SOVJET-RUSLAND.
De heer Paul Olberg te Berlijn schrijft ons:
Sedert eenigen tijd wordt in de pers het vraagstuk
van het aanstaande economisch offensief tegen de
Europeesche landen tamelijk druk besproken. Door de
vergaande aanwending van dwangarbeid beschikt de
Sovjet-industrie over veel goedkoopere arbeidskrach-
ten dan het buitenland. Bovendien is Sovjet-Rusland
in het bezit van eigen grondstoffen en in dit opzicht
derhalve in geringe mate van het buitenland afhanke-
lijk. Door het gebruiken van deze middelen, evenals
door het toepassen van andere economisch politieke
maatregelen, voltrekt zich in Rusland in snel tempo
een industrialisatie-proces, dat in het vijfjarenplan
tot uiting komt. Daarmede worden gunstige economi-
sche voorwaarden voor de bevordering van den Rus-
sischen export van industrieproducten geschapen. Af-
geiien van dit feit en van het voortdurend gebrek aan
goederen in het buitenland, zouden de machthebbers
van den Sovjet-staat de industrieele producten op de
Europeesche mrkten afzetten tegen prijzen, welke zelfs
onder den kostprijs zouden liggen. Uit zuiver politieke
overwegingen zou het Kremlin den concurrentiestrijd
met de kapitalistische landen opnemen met het doel
aldaar het aantal werkloozen te doen toenemen, die
een vruchtbaren bodem voer de taktiek van de Komin-
tern respectievelijk voor opstanden en wereldrevolutie
vormen.
Het is ongeveer een jaar geleden, dat men dit stand-
punt, dat wij hier in het kort hebben uiteengezet als
een naïeve phantasie beschouwde. Op het oogenblik wordt het ernstig door de pers besproken; er worden
zelfs maatregelen overwogen om goed uitgerust tegen
de toekomstige concurrentie te kunnen optreden.
Waaraan is deze radicale veranderiflg in het stelling
nemen tegen een van de belangrijkste problemen van
de tegenwoordige Sovjet-unie toe te
schrijven?
Volgens
onze meening zijn de volgende twee factoren hiervoor
beslissend. In de eerste plaats, de uitgebreide bolsje-
wistische propaganda voor de ontwikkeling van het
vijfjarenplan, waardoor, indien het verwezenlijkt
wordt, Rusland de Europeesche landen en zelfs de Ver-
eenigde Staten zou overtroeven. Verder de oneerlijke concurrentie van Rusland op de wereldmarkt met lu-
cifers en houtproducten, waarbij voor de roortbren
ging van houtproducten voor een deel van dwangar-
beid wordt gebruikt gemaakt. Is er echter inderdaad
voor Europa reden tot vrees voor een economische ex-
pansie van Sovjet-Rusland? Hoe staat het op het
oogenblik met de doorvoering van het vijfjarenplan?
Effent het werkelijk voor de Sovjet-Unie den weg tot een nieuwe groote rol op de wereldmarkt? Welk doel
streeft Rusland tenslotte met zijn export-politiek na?
* *
*
Indien wij deze vragen nader willen onderoeken en
überhaupt over de Russische ontwikkeling willen oor-
deelen, dan moeten wij den traditioneelen regel in het
oog houden, volgens welken Rusland een Tand van on-
begrensde mogelijkheden is. Ditreuachtige rijk, dat in
het buitenland betrekkeljkweinig bekénd is, kan de
openbre meening van Eiiropa groote verrassingen be-
ieiden., Het is ‘echter niet in staat in de economische
-behoefte van het land door de bevelen van kleine en
groote machthebbers te voorzien. De angst voor de
Russische concurrentie wordt psychologisch veroor-
zaakt door de meening, dat de heerschappij van weini-
gen, wat het economisch leven betreft, almachtig is.
Maar juist 4de ontwikkeling van de Russische maat-
schappij onder het regiem van het bolsjewisme levert.
‘sprekende bewijzen daarvoor, dat de macht van het
Kremlin op economisch gebied slechts in beperkte
mate bewegingsvrijheid bezit. Zoo moest het oor-
logseommunitme, onder hetwelk de onteigening
van de voortbrengselen van het land ten gunste van de
heerschende klasse in de stad zonder vergoeding be-
slissend was, worden geliquideerd. Op dezelfde wijze
eindigde de tweede poging van het oorlogscommunis-
me, de niets ontziendo collectiveering van boerenge-
meenschappen, met een katastrophalen terugtocht van
Stalin. Om de producten van den landbouw zonder
overeenkomstige tegenwaarde te kunnen verkrijgen,
voert de Sovjet-regeerjng een voortdurenden oorlog
met cle boeren. Deze onhoudbare toestand was voor de
regeering aanleiding om met alle middelen den land-
bouw te collectiveeren. Maar ook de gesocialiseerde
bedrijven zullen hun producten zonder tegenwaarde
nauwelijks aan den staat willen leveren. Daarvoor be.-
staan op het oogenblik reeds bewijzen.
Herinneren wij ons thans het belangrijke feit, dat de
landbouw den doorslag geeft voor de Russische econo-
mishe politiek. De grootte van de agrarische produc-
tie bepaalt den omvang van den Russischen buiten-
landschen handel en de grenzen van de industrialisee-
ring van het land. Deze mogelijkheid is echter beperkt,
zooals reeds werd opgemerkt. Indien de staatsorga-
nen slechts door dwangbevelen iederen zak graan kun-
nen voortbrengen, dan moet de uitvoer van agrarische
producten binnen enge grenzen beperkt blijven. In de
laatste twee jaren is de export van landbouwproducten
reeds aanzienlijk gedaald. Daarmede zullen echter de
industrialisatie-plannen een aanzienlijke inkrimping
moeten ondergaan. Weliswaar worden aan de Sovjet-
regeering buitenlandsche credieten verleend, maar de
beteekenis hiervan voor de industrialisatie moet niet
worden overschat. In den regel betreft het slechts be-
trekkelijk kleine credieten op korten termijn, waar-
voor de Sovjet-staat een buitengewoon hooge rente moet betalen. Het is zeker, dat de Sovjet-regeering,
als tot dusverre,, den laatsten zak graan van de hon-
gerige boeren voor exportdoeleinden zal opeischen
en alles in het werk zal stellen om den uitvoer van
agrarische producten te forceeren. Op deze wijze zal
de Sovjet-staat, de bevolking aan de grootste ontbe-
ringen prijsgevend, op de wereldmarkt als concurrent voor agrarische producten optreden.
* *
*
Geheel anders liggen dc verhoudingen echter bij
den export van industrieprodueten. Op het oogenblik
is het gebrek aan industrieele artikelen zoo groot, dat van uitvoer geen sprake kan zijn. Wat belooft
ons echter het vijfjarenplan?
In de eerste plaats zij vastgesteld, dat dit plan een
parool ‘an politieke onmacht beteekent. Zij moet de
aandacht der arbeiders van de katastrophale politiek
van Stalin afleiden en hun voor de ontberingen van deze jaren een schoone toekomst in uitzicht stellen.
Hoe wordt het plan doorgevoerd en welke resultaten
bereikt het? Slechts in de meeste minder belangrijke
industrieele bedrijven werd het verwezenlijkt. En tot
welken prijs is het resultaat bereikt? Op kosten van
de systematische uitbuiting van cle arbeidskrachten
onder den dekmantel van de zoogeqaamde socialisti-
sche concurrentie en van de kwaliti
–
t der géederen.
De Sovjet-pers verklaart steeds opnieuw, dat de slech-
te kwaliteit van de industrieproducten een schand-
vlek voor Rusland beteekent. In vele industrieele be-
drijven bedraagt het uitschot 40-50 pOt. van de pro-
duitie. Met dergelijke ‘artikelen kan men natuurlijk
niet op de Europeesche markten concurreeren, zelfs
10 September 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
807
indien men beneden den. kostprijs wil verkoopen. Het
spreekt vanzelf, dat de arbeidsmetboden, welke tot
dusver werden toegepast, op den duur niet kunnen
blijven bestaan. Uit de Sovjet-pers blijjct, dat de ar-
beiders zich ertegen verzetten om aan de socialisti-
sche concurrentie deel te nemen.
Kenmerkend is, dat in belangrijke bedrijfstakken,
met name in den mijnbouw, en in de kolen-en metaal-
industrie, het vijfjarenplan een achterstand te boe-
ken heeft. Eerst op 3 September heeft het centrale
comité van de Sovjet-unie een alarmeerenden oproep
gepubliceerd, waarin o.a. daarop wordt gewezen, dat
cie productie van de zware industrie 5 pOt. minder bedraagt dan in het oorspronkelijke plan was voor-
zien. Wanneer het centraal comité van 5 pOt. spreekt,
clan mag men wel aannemen, dat dit in werkelijkheid
niet minder dan 25 pOt. bedraagt. Dat beteekent de
mislukking van het vijfjarenplan, dat vanaf het begin
reeds een onverantwoordelijke utopie was.
Er is geen land ter wereld, dat in korten tijd geïn-
dustrialiseerd kan worden Het ontstaan van een in-
clustrie is slechts na een langzaam organisch proces
van de geheele economische en cultureele ontwikke-
ling van het land mogelijk. Deze algemeene regel
geldt in het bijzonder voor het achterlijke agrarische
Rusland. In de Sovjet-unie ontbreken de noodzake-lijke voorwaarden voor een snellen opbouw van een
machtige industrie; zij bezit noch het vereischte ka-
pitaal, noch de geschoolde arbeidskrachten, noch een
organisatorische basis, noch toereikende verkeersver-
houdingen. Onder de alleenheerschappij van de Com-
munistische partij kunnen deze voorwaarden slechts
een onaanzienlijke verbetering ondergaan.
En de aanwending van goedkoope arbeidskrachten
en dwangarbeid als factoren voor de bevordering van
den Russischen uitvoer? Het klinkt eerst paradoxaal,
maar het is een niet te weerleggen feit, dat
de goedkoope arbeidskrachten in de Sovjet-industrie
dri Staat tenslotte zeer veel kosten. De Russische ar-
beider is niet voldoende gevoed; hij leeft in slechte
woningen; de vakvereenigingen, wier rechtén ontno-
men zijn, en die geheel en al onder invloed van de communistische partij staan, kunnen niets tot ver-
heffing van den levenstandaard van den arbeider
doen. Onder zulke omstandigheden is de arbeidspres-
tatie betrekkelijk gering. De productie kan niet, zelfs
door de schandelijke ,,concurrentie”, zoodanig stij-gen, om te kunnen exporteeren. Men mag wel aan-
nemen, dat de Sovjet:regeering, die bij de boeren de
producten onteigent, uit politieke motieven het niet
zal wagen aan den stedelijken arbeider de laatste con-
sumptiegoederen te onttrekken, teneinde deze naar
het buitenland uit te voeren. Wat de uitbuiting van
den dwangarbeid in den eigenlijken zin van het woord
betreft, deze komt sleéhts voor eenige bedrijfstakken
en op zeer beperkte schaal in aanmerking. Tot blij-
vende en wezenlijken steun van den buitenlandschen
handel zal hij niet kunnen dienen.
De forceering van den Russischen export tot elken
prijs geschiedt ter verkrijging van deviezen, waaraan
de Sovjet-stnat dringend behoefte heeft. Daarom zal
het Kremlin zijn tot dusverre noodlottige handelspo-‘
litiek niet laten varen. Maar de vrees voor concurren-
tie van de Sovjet-industrie schijnt ons ongemotiveerd.
AANTEEKENINGEN.
De goudschaarschte.
De vraag, of de goudproductie in de toekomst vol-
doende zal zijn om te voldoen aan den geleideljken
groei van de monetaire behoefte, is in de laatste jaren
bij voortduring een onderwerp van discussie geweest.
Naar wij vernemen, zal binnenkort de Volkenbonds-
commissie, die een onderzoek instelt naar de mogelijk-
heid van stabilisatie der goudwaarde, hierover een in-
terim-rapport publiqeeren. Ook in een der laatste
nummers van Phe Financial and Oommercial Ohro-
eicle (23 Augustus 1930, blz. 1204) komt de quaestie
ter sprake in verband met een recente publicatie van
H. A. Kursell, Resident Engineer in New-York City
of the American Smelting & Refining Company, get:i-
teld ,,Gol’d Production and its Future”.
De volgende
cijfers
toonen het verloop van goud-
productie in ,,fine ounces” ‘sinds 1880:
1880.. 5.349.158
1897… 11.396.952
1914.. 21.319.747
1881.. 5.064.313
1898.. 13.920.747
1915.. 22.718.154
1882.. 4.885.626
1899.. 15.073.419
1916.. 22.035.302
1883.. 4.746.390
1900.. 12.420.942
1917.. 20.297.144
1884.. 5.014.923
1901.. 12.692.227
1918.. 18.568.278
1885.. 5.102.414
1902.. 14.494.382
1919.. 17.667.308
1886.. 4.944.835
1903.. 15.934.268
1920.. 16.335.420
1887. • 5.255.917
1904.. 16.902.209
1921.. 16.003.616
1888.. 5.508.562
1905.. 18.488.085
1922.. 15.467.223
1889.. 6.08.352
1906.. 19.533.892
1923.. 17.802.109
1890.. 5.814.182
1907.. 20.039.853
1924.. 19.033.459
1891.. 6.300.233
1908.. 21.483.983
1925.. 19.025.942
1892.. 7.060.290
1909.. 22.093.602
1926.. 19.349.118
1893.. 7.543.737
1910.. 22.146.716
1927.. 19.397.757
1894.. 8.657.113
1911.. 22.466.812
1928.. 19.674.638
1695.. 9.518.192
1912.. 22.670.332
1929.. 20.191.478
1896.. 9.716.749
1913.. 22.306.558
De schrijver verwacht nu, dat de goudproductie in
de eerstvolgende jaren ongeveer stabiel zal blijven om
in 1835 te gaan dalen en omstreeks 1940 te komen op
een niveau van 15 millioen ounces.
De goudproductie dient ter bevrediging van mone-
taire behoeften, voor oppotting en voor de goudindu-
tr’i.e. De schr.
.meent, dCt de vraag, die van de zijde
van deze laatste komt, in den loop der tijden eer zal
toenemen dan afnemen, met het resultaat, dat de ge-
heele vermindering van het aanbod zich zal uiten in
minder gebruik van goud voor monetaire doeleinden.
Voorzoover uit The Ohronicle blijkt, gaat de schr. niet
verder in op de gevolgen, die dat voor prijsniveau en
geldpolitiek zal hebben, doch bepaalt hij zich tot de
technische zijde van ‘de zaak.
Van belang schijnt ons, wat de schr. mededeelt om-trent de verwachtingen over mogelijke vermeerdering
van de goudproductie door het in exploitatie brengen
van Russische mijnen. De voorstellingen daaromtrent
acht hij zeer overdreven. Wij drukken de geheele des-betreffende passage hieronder af:
Russia, contributing about 1.000.000 ounces or
5
pOt. of the world total, hoids fourtli place as a gold producer.
It has recently become the fashion among people inter-
ested in the future ‘outlook of gold production, to credit
Russia with vast potentialties. The U. S. Department of
Commer’ce, :Iltireau of Mines, Economie paper No.
6, pu-
b1ishd in
1929,
summhrizing on page
62
the outlook for
future gold production, speaks of Russia’s ,,vast unexplored
and undevelopad precious metal resources.” The last issue
of ,,Mineral Industries”
(1928), a
standard handbook, quotes
on page
242
Boris P. Torgashoff in the ,,China Weekly
Review,” March
9 1929,
stating that the Russian Far East
contained untapped gold reserves exceeding
6.000.000
kgr.
(193.200.000
ounces) and Northern Manchuria,
3.00.000
kgr.
(112.700.000
ounces). Such statemeuts have no found-
ation in
1
act and probably would not be made if those res-
ponsible for them were better acquainted with the original
la.nguage and with the mineral nature of the country of
which they speak.
Russia has been, and to some extent it still is, the placer
country ,,par exellence.” Less than
10
pCt. of its produc-
tion has come, from lode mines, all of which are small. The
placers, on the whole, were likewise small, shallov, but
fairly highgrade, i.e. preeminently suited for mining opera.
tions nu a small scale. Individuals or small groups of in-
dividuals working entirely ivithout capital, chiefly as les-
sees or tributors, produced even in
1912 62
pOt. of the total
Russian gold output
(1.880.100
ounces).
The major part (77 pOt.) of Russian production came
from Eastern Siberia. The largest gold mme in Siberia,
believed to have been the largest and richest placer mme in
the world, is the Lena G’oldfields. The rich deep chanuels
for whidh Boclaibo was farnous ($
16
t
$ 20
per cubic yard)
have mostly been exhausted. Ore reserves in
. 1928
were
estimated at 110.000.000 cubic yards of dredging ground,
valued at
36.6
cents per cubic yard. Ineiclentally it may be
mentioned that C. W. Furington, in
1916,
estimated the
available dredging ground at
324.172.800
cubic yards.
Allowing for undeveloped and unprospected areas, the ex-
808
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
10 September 1930
pected optimum for this district might be
500.000.000 cubi
yards containing perhaps 10.000.000 ouuces gold.
There are some dreciging possibilities, though on a small
seale, on the
Zeya
river and other tributaries of the Amur,
in the Yenissei basin, and in the Maritime Province; but
tle vast majorily of placer ground in the Urals, the Tomsk
and Semipalatiosk districta, and in the Far East, contained only shallow and small deposits, most of which have been
exhausted.
It seems likely that Russia’s gold procluetion
will
remain
around 1.000.000 ounces per annum for a cousiderable time
to come, but no expectations of a large increase, sufficient
to iufluence world production, are varrantetl.
It may be added here that Russia bas been, much more
thoroughly prospected and its ‘mineral resources are .very
much better knowa than is generaliy acceptect.
Toekomstvoorspellingen op het gebied van den mijn-
bouw zijn niet zonder gevaar. Wij zullen geduldig hebben af te wachten, wat er van zal uitkomen, en
wat fantasie zal blijken te zijn. Doch men is niet ver-
antwoord, wanneer in het zicht van zooveel onzeker-
heid op het stuk van de goudproductie een struis-
vogelpolitiek ten aanzien van den gouden standaard
wordt gevolgd. Dat er verschillende mogelijkheden
zijn om den gouden standaard door uitgifte van onge-
dekt bankpapier te corrigeeren, is genoegzaam bekend.
Zeker zullen er nog heel wat misverstanden uit den
weggeruimd moeten worden, voordat zulk een verbe-
tering van den gouden standaard langs den weg van
internationaal overleg zal zijn verkregen. Dat er ech-
ter iets gedaan moet worden, staat vast, en de verant-
woordelijke leiders van de centrale banken zijn niet
gedekt, wanneer zij de oogen voor de bestaande pro-
blemen sluiten of deze a priori voor onoplosbaar ver-
klaren. Naar wij hopen, zal het rapport van de Vol-
kenbondseommissie arileiding geven tot verlevendi-
ging van de gedachtenwisseling over het vraagstuk
der wisselende goudwaarde. . V. S.
Een Zwitsersche Fixed Trust.
De oprichting van de Société Internationale de Pia-
cements te Bazel heeft de aandacht gevestigd op een
vorm van belegging, die feitelijk tot dusverré alleen in de Vereenigde Staten en in Nederland toepassing
vond. Vooral in de Vereenigde Staten is deze
vorm betrekkelijk zeer algemeen. In dit land wordt
hij de algemeene indeeling van investment trusts
onderscheid gemaakt tusschen de ,,management
trusts” en de ,,fixed trusts”. Deze laatsten zijn feite-
lijk een variatie op het echte type investment trust,
dat een Vrij groote bewegingsvrijheid bezit ten opzich-
te van de beleggingspolitiek. Weliswaar kunnen de
statuten nog allerlei beperkingen omtrent beleggingen
voorschrijven bij’. dât slechts een bepaald percentage
in de aandeelen van een bepaalde onderneming of
van een bepaalden industrietak mag worden belegd,
maar de ,,management trusts” hebben dan toch alle
gemeen, dat zij een voldoende bewegingsvrijheid heb-
ben en de samenstelling van hun portefeuille, binnen
de grenzen door de statuten voorgeschreven, naar
eigen goeddunken kunnen veranderen.
Deze bewegingsvrijheid is nu bij de ,,fixed invest
ment trust” volkomen uitgeschakeld. In de eenmaal
voorgeschreven samenstelling van de portefeuille mo-
gen geen veranderingen worden aangebracht. De
,,fixed trusts” geven tegen een bepaald aantal fond-sei, die bij een trustee worden gedeponeerd, certifi-
‘caten uit. Hoewel bij deze instellingen een verdeeling
van het risico door belegging in verschillende fond
sen is bereikt, staat hiertegenover, dat de eenmaal ge-
kozen belegging voor eens en altijd is vastgesteld.
Dit heeft zijn voor- en nadeelen.
Het grootste voordeel is, dat het publiek weet,
wat het bezit, en dat een aandeel of certificaat een
bepaald deel vertegenwoordigt van een waarde, die
elk oogenblik berekend kan worden. De keuze van
de effecten geschiedt bij een ,,fixed trust” in den
Tegel zorgvuldiger dan bij een gewone investment
trust. Zij betreffen meestal ondernemingen, die een
goede reputatie genieten en wier levensvatbaarheid
volkomen is bewezen.
Een nadeel is, .dat in de portefeuille geen verande-
ring kan worden aangebracht en men dus niet, in ge-
val aanzienlijke boekwinsten worden gemaakt, deze
kan realiseeren, terwijl ‘men ingeval van groote ver-
liezen niet tot realisatie kan overgaan. Volledigheids-
halve zij nog opgemerkt, dat in de Ver. Staten ook
nog ,,semi fixed trusts” voorkomen, wier portefeuille
onder zeer bepaalde voorwaarden toch nog vranderd
kan worden. Hoewel niet op zoo groote sdhaal en op zoo georga-
niseerde wijze als in de Ver. Staten, heeft toch ook in
Nederland het principe van de ,,fixed trust” reeds
langen tijd
toepassing gevonden
bij
de administratie-
en trustkantoren. Zoo worden in Amsterdam certif i-
caten verhandeld, die ‘betrekking hebben op Duitsche,
Fransche en Italiaansche bankaandeelen. Deze certi-
ficaten hebben dus een min of meer gespecialiseerd
karakter. Doch er zijn ook certificaten bekend, die
van meer algemeenen aard zijn en waarbij de risico-
verdeeling zich over verschillende
bedrijfstakken
uit-
strekt. Dit zijn ‘bijv. de certificaten, uitgegeven tegen
aandeelen van zeven Duitsche maatschappijen.
Het verschil met de certificaten van de Soc. Int.
de Placements, ‘die hieronder nog ter sprake komen is,
dat de in Amsterdam verhandelde certificaten alle
0
1
)
maatschappijen van een bepaald land, vooral
Duitschland, betrekking hebben, terwijl bij die van
de S. I. P. een geografische risico-verdeeling is door-
gevoerd. Bovendien is in dit geval een speciale
maatschappij in het leven geroepen, wat hij de in ons
land verhandelde certificaten niet is geschied.
* *
*
De nieuwe Zwitsersche ,,fixed trust’ voert dus
een geografische risicoverdeeling door, want 18.3 pOt.
van het kapitaal is in de Ver. Staten, 15.6 pOt, in
Frankrijk, 14.1 pOt. in Groot-Brittannië, 13 pOt. in
Duitschland, 11.9 pOt. in Nederland, 8.9 pOt. in Zwit-
serland, 7.4 pOt. in Zweden, 2.9 pOt. in België en
2.5 pOt, in Denemarken belegd. Bovendien heeft de
Société Internationale de Placements een algemeen
karakter, want naar de
bedrijfstakken
is de verdeeling
o.m. als volgt: 16.5 pOt. in bank- en verzekeringsmaat-
schappijen, 12.7 pOt. in transportondernemingen, 12.1
pOt. in electro-technische ondernemingen en even-
eens 12.1 pOt. in ‘ondernemingen van voedingsmidde-
–
len.
De oprichting van de Société Internationale de Pla-
cemeuts is door 6 banken tot stand gekomen, waaron-
der zich, wat Nederland ‘betreft, de Bank-Associatie
bevindt. Als belegging in Nederlandsche aandeelen
worden die van de H. V.A., Koninklijke Petroleum
Mij. en Philips’ Gloeilampen genoemd. De geheele be-
legging omvat ongeveer 30 fondsen, wier gemi’ddelde
winst gedurende de laatste vijf jaren 13.46 pOt. heeft
bedragen. Om de mogelijkheid van al te groote ver-
liezen tegen te gaan, is bepaald, dat, indien één van
de ondernemingen het dividend mocht passeeren, de S. I. P. de aandeelen mag verkoopen. Uit deze bepa-
ling blijkt dus, dat in dit geval aan den strengen regel
van onvervreemdbaarheid niet is vastgehouden, hoe-
wel hieraan anderzijds met het oog op de financieele
positie van de ondernemingen, tegen wier fondsen
certificaten worden uitgegeven, geen al te groote be-
teekenis moet worden gehecht.
De uitgifte van de certificaten van ‘de S. I. P. in
Nederland, welke in• den loop van deze maand zal plaatsvinden, is ongetwijfeld van belang voor onze
effecten- en kapitaalmarkt. Voor onze effectenmarkt
in zooverre, dat door deze uitgifte een werkelijke
stéun aan enkele belangrijke Nederlandsche fondsen
en daardoor indirect aan de Amsterdamsche beurs in
zijn geheel wordt gegeven, hetgeen na de jongste hef-
tige koersdaling niet zonder beteekenis is.’ Want uit
dit feit mag men toch afleiden, dat de internationale
financiers de tegenwoordige positie van de Amster-
10 September 1930
ECONÖMISCH-STATIST1SCHE BERICHTEN
809
damsehe beurs voor de oprichting van een ,,fixed
trust” gunstig achten. Bovendien – en dit is mis-
schien wel dc belangrijkste zijde van deze emissie –
wil men het vertrouwen van het gedesillusioneer-
(le publiek voor prima industrieele fondsen door mid-
del van risicoverdeeling terugwinnen.
V. D
V.
De rubbercrisis.
In de Mecledeelingen van de Handeisvereeniging
te Medan over het eerste halfjaar 1930 wordt een
korte beschouwing gewijd aan de rubbercrisis, waar-
aan het volgende is ontleend.
1-loewel het huidige
prijspeil
het laagste is, dat ooit
is oorgekomen en een tiende gedeelte bedraagt van
dat van einde 1925, moet goed in het oog worden ge-
houden, dat de wanverhou ding tusschen wereldpro-
cluctie en -consumptie van rubber feitelijk al tien jaar
bestaat en alleen een tijdlang versluierd is door een
kuiistrnatige beperking van de productie, waardoor de
prijzen tijdelijk abnormaal hoog
zijn
gehouden.
Dit heeft weer het gevolg gehad, dat het rubberare-
aal iii deze periode belangrijk is uitgebreid en deze
uitbreidingen doen thans de wanverhouding tusschen
vraag en aanbod voortduren.
Bij de beoordeeling van alle plannen en pogingen
om tot verbetering van deze situatie te komen, moet
nooif uit het oog worden verloren, dat wij hier niet te
doen, hebben met een tijdelijke abnormale stockvor-
ming tengevolge van een uitzonderlijk-ongunstigen
toestand, maar met het veel ernstiger feit, dat de we-
reld te veel kapitaal in de rubber-cultuur heeft vast-gelegd. Zoo inderdaad moet, meenen wij, terugblik-
kende op tien jaar rubber-crisis, de toestand gesteld
worden. De beleggingen zijn zeer ver op de koopkrach-
tige vraag vooruit
geijid
en de toch zeer sterk geste-
gen consumptie heeft de
stijging
van de productie
n:iet kunnen bijhouden: 4ds men bedenkt, welke groo-
te oppervlakten nog in productie moeten komen en
welke mogelijidheden er nog liggen in de opvoering
van de productie door selectie van plantmateriaal,
dart kan men ook niet aannemen, dat binnen korten
tijd weer een toestand van evenwicht zal intreden.
Onder deze omstandigheden zou het invoeren van
een nieuwe restrictie alleen zin hebben als het bege-
leid werd door een verbod van uitbreiden. Immers,
iou dit niet geschieden, dan zou er kans bestaan, dat
de
j
geschiedenis van 1924-1921 zich weer herhaalde
en dat elke
prijsstijging
beantwoord werd door een
roote uitbreiding van het areaal. Maar een gedwon-
gen beperking, samengaande met een- verbod van uit-
breiding, zou fditelijk beteekenen, dat de geheele rub-
br-cultuur het kai-akter van een vrij bedrijf verloor,
afgezien nog van de vraag, of zulk een regeling wel
mogelijk zou blijken. Zeer zeker zou het noodig zijn,
den stahilisatieprij’s zoo laag te stellen, dat geen lust
tot uitbreiden wordt opgewekt.
Nog altijd zijn de rubber-producenten betreffende
liet restrictie-vraagstuk niet eensgezind; sommigen, en
hidronder zijn meestal de sterkst en best-georganiseer-
-deu, verwerpen het beginsel als ondeugdelijk en on-
mogelijk; anderen achten het de eenige mogelijke op-
lossing. Bij de zeer sterke midderheid onder de Ne-
derlandsdhe producenten, die gekant is tegn regee-
ri.ngsmaatregeien ih dit opzicht, lijkt het n
j
et zeer
waarschijnlijk, dattde regeering inderdaad
–
tot ingrij
–
pen zal overgaan.
1
)Uit dit alles schijnt te blijken,
dat wij ons voor te bereiden hebben op een herstel-periode van langen duur.
Wij hebben hier, althans wat rubber betreft, niet
met een conjunctuurdepressie te doen, maar met een
kapitalisatie-crisis van. geweldig 6rnstigen aard. Een
kapitalisatie-crisis nu geeft aanleiding tot een slepen-
den malaise-toestand, die zich over zeer lange perioden
) Uit cle gisteren gepubliceerde verklaring van den G. G.
blijkt, dat de regeëring niet bereid is om tot dwang ten
aanzien van de restricti&pogingen over, te gaan. (Red.)
kan uitstrekken; men denke bijv. aan de Britsche
steenkolencrisis en de crisis in de scheepsbouwnijver-
heid, die nu al jarenlang duren en die sterke familie-
trekken vertoonen met de rubber-crisis, die feitelijk
ook al sinds 1920 voortduurt; ,immers de prijsopleving
van 1.925/1926 is te danken geweest aan een kunst-
matig ingiijpen. Onder deze omstandigheden is een
verbetering van de rubberpositie zelfs nog niet aan
den horizon waar te nemen en de gevolgen daarvan
voor den handel moeten langzamerhand steeds dui-
delijker wordeû.
Indèxcijfers van groothandelsprijzen.
,,The Ecoriomist” schrijft: Er is weder een maand•
voorbijgegaan, die niet heeft aangetoond, dat de lang-
durige daling van de groothandeisprijzen reeds voorbij
is. Einde Augustus bedroeg ons indexcijfer 76.1, in
vergelijking met 77.6 op 31 Juli, hetgeen een daling
van 1.9 pOt. gedurende dezernaand heteekende, welke
volgde
01)
een daling van.1.5 pOt. In vergeljking met
een jaar geleden bedraagt de daling 18.7 pot. de jong-ste bewegingen van de cijfers der ver.sdhillende groc-
pen blijken uit de volgende tabel:
Gemiddelde
1927 = 100
Aug.
1929
Mei
1930
Juni
1930
Juli
1930
Aug.
1930
Granen en Vleesch
101.3
82.0
82.2 84.2 82.5
Andere voedings en ge-
notmiddelen ………
79.0 77.8
76.3
75.2
.
71.1
66.5 63.6 61.7
Weefstoffen
…………91.7
..86.2
84.3 82.8 82.1 81.5
Delfstoffen
………….96.3
Diversen
………….
..91.0
84.4
84.1
81.5
79.7
Totaal …………….
93.6 80.6 78.8 77.6
76 1
Wederom trad de daling in de groep Weefstoffen
het meest op den voorgrond, in welke groep de prij-
zen van alle
– arti1elen behalve die van wol en zijde
sterk vielen. Voor ,ruwe katoen was de daling bijzon
–
der scherp. Bij -de groep Voedingsmiddelen, die tot
het geringe herstel van de vorige maand in hoofd-
zaak heeft bijgedragen tengevolge van een seizoens-
stijging van de aardappelprijzen, waren de schomme-
lingen onregelmatig, doch over het algemeen in da-
lende richting. (lerst, haver, rijst, varkensvieesch en
thee waren duurder, terwijl de
prijzen
voor cacao,
kaas, boter en rundvieesch aanzienlijk daalden. In de
groep Delfstoffen vertoonden de niet-ijzerhoudende
metalen een meer bevredigende tendens; ruw-ijzer
noteerde evenwel aanzienlijk lager. Van de groep Di-
versen waren lijnolie, talk, rubber en creosoot lager.
De veranderingen in vergelijking met een maand en
een jaar geleden blijken uit de derde tabel.
De volgende tabel toont het verloop van ons index-cijfer, herleicl tot een percentage van 1913:
Data
,
c,,
4E
1-.
1913
–
100 100 .100
100 100 100
Gemiddelde
1925..
168.4
204.2
194.6
139.8
126.2
160.9
1926..
151.7 195.3
152.6 149.8 120.7
149,4
1927..
147.6
202.2
157.0
125.1
116.1
143.7
1929..
152.9 189.7
165.0
115.2 111.2
140.9
1929..
143.0
173.5 144.7
119.6
105.0
132.8
Einde Aug.
1929..
149.5
174.3 143.9
120.4 105.6
134.5
Sept.
,
.
141.4
175.1
137.7 120.3
06.2 131.9
Oct.
.
j
139.3
171.9
133.7 118.3
105.3
129.6
Nov.
.
133.7 169.9
131.2
115.6
104.2
126.9
Dec.
..
136.2
189.1
129.6
115.6
103.5 126.9
“Jan.
1930..
131.6
168.0 120.4
1158
102.1
123.7
Feb;.
,,
..
126.0
167.8 117.2
113.2
101.0
121.0
Maart
..
125.0
167.2
114.6
112.3
99.2 119.4
April
,,
..
125.3
163
4
114.4
107.1
96.6
117.2
Mei
..
121.0
1’9.7
111.6
105.4
95.0
115.8
Juni
..
121.3
157.3
104.4 103.5
97.6
113.2
Juli
.
..
124.2 154.3
99 8
102.7
94.6
111.5
Aug.
‘,..
121.7
152.1
96.8
f01.9
92.5
109.3
Indien met 1924 op 100 stelt, bedraagt het index-
810
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
10 September 1930
lndexcijfer
Toe- (+) of afneming(-)
..
lndexcijter
Toe- (+) of afneming(
-)
.
lndexcijfer Toe-(
–
4-)ofafneming(-)
in perc.
vergeleken met
in perc.
vergeleken met
in perc.
vergeleken met
–
vor. maand I vorig jaar
vor. maand I vorig jaar
vor. maandi vorig jaar
Tarwe (buitenl.)
–
2,6
–
36,3
10,9
-. 38,8
hout
(Eng.) …….
it
(Eng.)
..
-24,4
Katoen (Am.) ……-
,,
(Egypt.)
–
13,9
–
39,1
,,
(Zweedsch)
..
. .
–
5,3
Meel
…………..
–
1,6
-20,3
Garen………….
–
‘6,7
-30,0
Cement ……….
Gerst ………….
+12,9
–
28,1
Laken …………..
–
2,9
-18,5
Huiden ………..
..
–
2,9
Haver …………
+
2,8
-25,9
Wol
(Eng.)
..
.
-28,3
..
+
2,4
Maïs
………….
–
0,9
..
-28,3
(Austr.)
..
-34,2
Benzine No.
1
…..
+
3,7
..
..
–
16,1
+
1,8
-22,9
Leder
…………….
Petroleum
……..
….
Rijst
…………….
–
8,3
+ 10,0
,,..
(top.$)
……….
Zijde
…………..
..
–
38,1
Stookolie ………
Rundvieesch (Eng.)
-17,2
–
9,4
–
3,6
-20,6
Lijnolie
……….
-10,5
–
15,8
(Arg.)
Schapenvi.
(Eng.)
-12,9
–
1,7
‘
ilennep
………..
Jute
–
4,3
40,0
Talk
………….
–
8,3
-28,6
4,5
–.
6,7
–
………….
–
8,5
–
44,5
–
7,3
–
53,1
(N. Z.) ..
Varkensvl.(Deensch)
..
+
6,8
–
18,4
-23,6
Vlas
……………
Weefstoffen
Rubber
………….
Soda ………….
Amm. Sulphaât …
..
..
..
-24,1
3 ‘
0
..
–
‘
Aardappelen
……..
(.lranenenVleesch
–
5,9
-12,4
Creosoot
………
–
3,3
-22,2
–
2,0
-18,6
–
3,1
–
2,2
–
12,4
IJzeren sta;en ::
::
Diversen ……..
Koffie
…………
–
1,7
–
9,8
..
..
–
2,0
…
rhee
…………..+25,3
Cacao
…………
-10,2
–
14,5
Kolen (Welschexp.)
…
Rietsuiker
..
..
–
6,7
,,
(Dur. Gas.).
.
.
– 6,1
Biëtsuiker
..
–
8,4
Blik
……………
(huisbrand)
.
.
–
5
1
0
..
–
6,0
-22,4
..
–
20,2
Botér (Deensche) •
–
7,7
.- 21,7
..
-35,4
Kaas (Can.)
………
Kokosolie ………
–
8,1
-23,9
–
1,8
–
36,5
rabak
…………
..
..
Lood
……………
Tin
…………….
Ongez. Zink
..
–
36,2
Éindere voedings. en
Koper…………..
Genôtmiddélen,
.
–
1,4
12,8
Delfstoffen
–
0,9
-15,4
cijfer voor de afgMoopen marM 65.8, tegenover 61.1
op einde Juli en 80.8 een jaar geleden.
Voorts volgt hier nog een overzicht van het prijs-
verloop in een aantal belangrijke landen.
“7
N
–
Z
–
cc
1913
70
4
100
6
100
LOO
.100
7
100
100
100
358
438 367
392
214
oogs e
J
..
591
679
..
325 366
297
322
November
1918……….
..
(Apr.) (Apr.)
Uan.)
Uuni)
Uuli)
(Mrt.)
Gemiddelde
1925..
103
6
555 646
142
5
–
161
155
202
1926..
lOOt
703
654
134 145
149 145 179
1927
95
618
527 138
142 146
148
170 1928
98
621
491
140 145
148
149
171
1929
96
611
481
137
141
140
142 166
Juli
1929
98
613
477
138
143
140
141
166
Augustus
98
597
474
138
143
141
142
165
September
98
597
472
138 142 140
141
164
October
96
590 470
137
142 138
140
163
November
94
584
464
136
140 135
137 160
December
,,
94
576 459
134
139
134 135
155
Januari
,.
1930
93
564
453
132
136
131 131
152
Februari
92
564 445
129.
133
128 126
151
Maart
:
91
553 436
126
131
125
122
148
April
91
548
429
127
129
124
122
146
Mei
89
542 420
126 128
123
118
143
uni
,,
87
533
412
125 126 123 118
uh
……
538…
125
126
1) Bureau of Labour.
5)
Stat. Reichsamt.
3)
Sedert
1922
gebaseerd op
48
artikelen.
4
)
1926
= 100.
5)
Jaargensiddeide.
6)
Sedert October
1923:
Juli
1914= 100.
7)
Midden
1914 = 100.
De-volgende opmerkingen zijn ontleend aan de des-
betreffende maandpublicatie van het Centraal Bu-
reau voor de Statistiek en hbben betrekking op de
Nederlandsche indexcijfers
1913 = 100.
Bij beschouwing der indexcijfers over Juli 1930 in vergelijking met die der voorafgaandè maand, blijkt,
dat het algemeen indexcijfer met -3 punten (2.54
pCt.), da.t der voedingsmiddelen met 1 punt-(0.84
pCt.) is gedaald. .
Tegenover een prijsstijging van 13 artikelen. (alle
voedingsmiddelen) met in totaal 135 punten (w.o.
]amsvleesch met 38, eieren met 19, melk met 14, kaas
en boter elk met 11 punten), staat een prijsdaling
van 20 artikelen (wo. 10 voedingimiddelen) met in
totaal 249 punten (w.o. aardappelen met 74, lijnolie
met 32, peper met 22, hooi met 20, terpentijn met 16,
alcohol met 14, en hars met 12 puiiten).
In vergelijking met de prijzen van Juni ji. is in
.Juli de
stijging
in prôcenten als volgt: lamsvleesch
20.4, eieren 11.1, rogge 14.7, melk 13.5, groene erw
–
ten
12.1,
boter 11.2, kaas 9.2, zemelen .8.4, haver
6.1,
mais 5.3, .tarwe .2.6, rundvieesch .1.8 en suiker 1.2; de
daling
is voor: aardappelen 31.8, hooi 21.6, lijnolie
17.3, terpentijn 12.5, hars 11.4, peper 9.1, alcohol 8.4,
T-ijzer 6.3, runderhujden 6.2, ruwe katoen 6.0, vlas
5.3, gerst en koffie 5.1, macaroni 4.9, hennep 4.6, var-
kensvleesch 4,2, thee 3.4, zilver 3.1, tin 1.8 en .kalfs-
vleesch 1.1.
BOEKAANKÔNDIGING.
Azië en Wij.
Een studie over one’
Verhouding tot .Nederlandsch Indië door
E. . D. van Walree. (P. N. van Kampen
& Zoon, Amsterdam 1930).
Van veel, dat over de verhouding tusschen Westen
en Oosten geschreven werd, onderscheidt deze bro-
chure zich in gunstigen zin. En dat wel om deze re-
denen, dat het betoog gefundeerd is in feiten en dat.
het zich beperkt tot het aangeven van de gedragslijn
van West tegenover Oost in de onmiddellijke toekomst zonder zich te begeven in mogelijkheden, die zich wel-
licht in den. loop der tijden zullen voordoen. Voort-
durend bemerkt men overigens, dat de schrijver
spreekt uit eigen ervaring en zijne conclusies grondt
op hetgeen hij in versdhillende landen in de posi-tiê,
waarin hij aldaar was geplaatst, kon waarnemen.
Hierin vindt hij -allereerst aanleiding tot dë waar-
schuwing bij den aanvang van zijn betook tegen de
onevenwichtighei’d en zelfoverschatting in menigen
kring in het Oosten, waar men zich eenige Westersche
kennis heeft weten te verwerven, maar daarmede al-
leen heeft bereikt de vorming van groepen, waarvan
Azië volgens hem wemelt, groepen ,,van half ontwik-
,,kelden, die bezig zijn hun .eigen natuurlijke bescha-
,,ving te verliezen, maar de westersche beschaving nog
,,niet voldoende hebben veroverd….
”
-Eveneen tegen
de fout van westersche schrijvers om zich door dit
verschijnsel te laten meesleepen en op grond van de
,,meest ongebreidelde staatkundige phantasieën”, zoo-
als die onder dergelijke geestelijk oistwortelden moe-
ten ontstaan, te conciudeeren-tot de aanwezigheid van
eene algemeen strooming ,,Azië voor de,tAziaten”;
eene leuze en een streven, waarvan volgens den heer
van Walree in werkelijkheid niets te bekennen valt.
Moge er al in de meeste Aziatische landen een ge-
meeuschappelijk gevoel van afgunst en van onbeha-
gen bestaan, een factor van beteekenis of een onmid-
dèllijk dreigend gevaar voor het. Westen vormt (dat
zeker niet. Er is,daar, aldus de heer van Walree, geen
grond voor zoodanige eenhid ;. de yerschillen zijn veel
10 September 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
811
grooter dan die tusschen de Europeesche landen.
Wat Nederlandsch Indië betreft, ook dit neemt, zij
het op eenigen afstand en in zwakkeren vorm, deel
aan de bewegingen, die zich in Azië vertoonen. De
heftigste elementen geven er zich al evenzeer als cl-
clers over aan staatkundige phantasiën door bijv. vol-
komen t’e negeeren het verschil, dat in wezen – ook
al noemt men ze allen Indonesiërs blijft bestaan
tusschen bijv. den Javaan en den boschdwerg op Su-
matra, den Minahasser en den Papoea, wier saamhoo-
righeid, zooals de heer van Walree terecht doet op-
merken, ,,alleen door de Nederlandsche vlag tot uiting
komt”. Of de Indische regeering zich inderdaad zoo
weinig als hij zegt, door de beweging dezer roerige en
luidruchtige elementen heeft laten beïnvloeden? Ze-
ker, zij is kalm voortgegaan op den weg van voor-
uitgang, maar op het gebied van onderwijs buy, heeft
toch te zeer het verlangen van bepaalde groepen naar
intellectueele kennis den omvang van het schoolwezen
van hoogere orde bepaald in plaats van de realiteit
der mogelijkheden om de abituriënten in het ambte-
lijk of maatschappelijk leven eene aan hunne kennis
geëvenredige plaats te zien verkrijgen. En ofschoon
men er van overtuigd kan zijn, dat ook zij er niet aan
denkt om, bij erkenning van de ontwikkeling binnen
enkele kleine groepen, de zoo verlokkend schijnende
,,Indonesische” vrijheid aan Nederlandsch Indië te
geven, omdat deze intellectueelen er om roepen, ware
het wel gewenscht, .dat van haar kant duidelijker ge-
zegd werd, dat het land volstrekt niet in staat is om
0
1)
eigen beenen te staan. Zoo goed als ook hier te
lande duidelijk moet worden gehoord, dat ginds en
hier zulk een ontijdig terugtrekken de ergste ge-volgen zou hebben. Niet alleen is er niets in ons
bestuur de laatste halve eeuw, waarvoor wij ons zbu-
den hebben te schamen; wij mogen gerust zeggen, dat
het een zegen voor de bevolking is in Indië en een,
indirecte bron van welvaart voor alle sociale klassen
hier te lande.
Van meening, dat men onze Indische problemen
moet bezien als onderdeel van het geheele Aziatische
gebeuren, bespreekt de Heer van Walree achtereen-
volgens de jongste geschiedenis van Japan, China,
Britsch-Indië en het overige Azië, om daarna in on-
derlinge vergelijking tusschen die landen en den loop
van zaken binnen elk hunner te treden. Deze voert
hem tot de conclusie, dat, met uitzondering van Japan,
Azid nog slechts landen en volken kent in meer pri-
mitieven, minder gevorderden staat van ontwikkeling
dan in Europa en Amer:ika norm is. Het staat in zijn
geheel, in de geleding van Zijne samenleving en in
zijne instincten dichter bij den oertijd dan wij. Dat
brengt mede eene sociale structuur, waarin het indi-
vidu veel meer gebonden is aan de groep, waartoe
hij behoort, hetzij eene familie of een dorpsgemeen-
schap. Ontijdige verbreking van dien band leidt niet
tot vorming van krachtige persoonlijkheden, maar
van gedesoriënteerde, onevenwichtige menschen. Eene
waarschuwing, die zeker gehoord mag worden tegen-.
over hen, die allerlei, in de individualistisch georiën-
teerde Westersche maatschappij passende maatregelen
en staatkundige organen als ook voor de inheemsche
samenleving van Indië geschikt bepleiten.
Bij de beschouwing der onderscheiden landen geeft
de groote kennis van den schrijver hem gelegenheid
eene meening uit te spreken over de oorzaken van het
verschil tusschen de toestanden, waarin zij zich poli-tiek en sociaal bevinden. Terwijl Japan zich zelfstan-
dig en nauwkeurig kennis nemend van hetgeen het
van de buitenwereld kon vernemen, ontwikkelde van
een feodalen tot een politiestaat in modernen zin,
sloot China zich af en miste het centrale gezag er de
kracht om zich te doen gelden, zoodat de divergee-
rende machten te stêrk werden tegenover het ver-
cenigeride, vrijwel uitsluitend cultureele element.
Siam schijnt van verre het voorbeld van Japan te
volgen in zoover als het met behulp van uitenlan-
(Iers onder een.e verlichte regeering in opkomst is,
maar de bevolking zelve toont weinig actieve mede-werking in die richting. Britsch en Nederlandsch In-
dië eindelijk vormen gebieden, waar een conglome-
raat van volkeren, met tegenstrijdige belangen eh
groote verschillen in cultuur alle eenheid hebben
belet en oorzaak zijn geweest van voortdurendeu onder-
lungen strijd, tot een buiten alle inlandsche verhou-
dingen staand gezag en orde en rust verzekerde en
daarmee de voorwaarden schiep voor vooruitgang. Zou
dat bestuur wegvallen, de oude contrasten zouden zich
op nieuw openbaren en vernietigen wat met grootô
moeite onder en door westersche leiding is tot stand
gekomen. Met de Fransche koloniën is het niet anders.
En de uiterste Oostersche landen, de Philippijnen en
het Turksehe Rijk, zijn of schijnen politiek wei ver-
der vooruit, doch missen de economische basis om zelfstandig tot bloei te komen. Het overnemen van
westersche staatkundige instellingen blijkt geenszins
waarborg voor orde en rust; het is de geest van het
Westen, die hier v66r alles noodig is om die te verze-
keren.
Verschilt de ontwikkelingsgang in Nederlandsch-
Indië in Zijne hoofdzaken niet van dien elders in Azië,
veroorzaakt de noodzakelijke sociale hergroepeering een algemeen onbehagen, het blijft, naar de hèer van
Walree voorop stelt, pliëht van de leiding der orit-
wikkeling de gevolgen en uitingen daarvan te ver-
duren en te overwinnen, opdat uit de onrust en on-
bevrediging tenslotte betere verhoudingen geboren
worden. In enkele opzichten wordt hare taak belem-
merd, immers door de verbrokkeling, ook in socialën
en cultureelen zin, van de bevolking, maar vergemak-
kelijkt wordt zij anderzijds door de relatief hooge wel-
vaart, die deze geniet, ccii voorspoed, die goeddeels
haren oorsprong vindt in de Europeesche onderne-
mingen, met den invloed, dien zij ook op het inlandsch
economisch leven uitoefenen.
Dat de te vervullen taak nochtans zwaar is, kan
men den schrijver gereedeljk toestemmèn. Dat zij
,,groote verantwoordelijkheid mede(brengt), zoowel
tegenover het moederiand als tegenover de kolonie”,
is
eveneens buiten twijfel, gezien reeds de enorme be-
langen van beider bevolking, bij den gang van zaken
betrokken. Het klinkt bemoedigend, dat een man van
Oostersehe ervaring als de heer van Walree ons, Ne-
derlanders, bij uitnemendheid geschikt acht om de op-
rechte samenwerking tusechen Oost en West, gericht
op het door de Kat Angelino aangegeven doel van
synthese der beide culturen, te bereiken. In menig op-
zicht hebben wij reeds veel gedaan daartoe, zij het
dat wij, gelijk de Eiigelschen, de foût hebben gemaakt
hij ons streven om de inheemsche maatschappij voor-
uit te brengen, niet voldoende te letten op de vorming
in economisch uitzicht openende richtingen. Van daar
de groepen ontwikkelden zonder voldoend bestaan, met als gevolg phantasiën in de eenige richting, die
hun open is, de staatkundige, waarvoor men ook in
Nederland ôf van radicale ôf van overgevoehige zijde
steun vindt.
De houding .tegover de verschillende stroomingen
kan slechts worden bepaald door plichtsgevoel zoowel
tegenover de bevolking van Nederland en Indië als tegenover het buitenland. De heer van Walree acht
een rustig voortgaan op den eenmaal ingeslagen weg,
doen wat de hand te doen vindt, zonder zich daarvan
af te laten brengen, kortom cciie houding van zelf be-wuste kracht, uitvloeisel van dien plicht. Zonder zelf-
vertrouwen is geen handelen mogelijk.
Het is oppierkeljk dat een deskundigeals hier aan
het woord het eerat noodige daarbij acht de verzeke-
ring van de rust, dé handhaving van de openbare orde
tot elken prijs; daarin ligt z.i. de primaire phiéht te-
genover alle ingezetenen. Vooral in het Oosten, waar
men cciie staatsmacht, die met zich laat spelen, een gezag, dat aan zich zelf twijfelt, niet begrijpt.,, Met
meewarigheid en sentiment, met haifhartigheid en wankelmoedigheid valt in het Ooten niets te herei-
.(Z’ie vervolg op blz. 813.)
•1
.4
812
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
10 September 1930
.
4
. .
MAANDCIJFÇRS.
.
*
CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE DE VEREENIGDE STATEN.
.
Productie
1),
Handel enVerkeer
0)
Productie-index van
.
Buitenlandsche handel
3
)
•
n
–
1
tt
CJ
1v
.
.-
4)
•:
.
0
__
–
i
—
_
—
–
::-:-
4
1:=1
___________ —
–
Datum
o
.
It
)
1
wa
.n.
b:a
<2
1
Invoer
Uitvoer
L_
::•
•
.n
E
..cI)
–
:
GrondTotaal
Fabri-
U.
:
)
1-
e
>
Totaa1
katen
. .. Gemiddelde van1923-1925 =
100
100
MilI.
$
4
1925 . . . .
104
£
105 99
100
103
106
106
104
107
122
103
–
99.7 100.9
352
146
402
154
50
1926 ….
108
108 108 110
104
110
113,
104
109
330
107
109101.4 104.3
369
149
393
163
24
1927 ….
106
106
f07
99
121
105
104 113
86
128
103
122
98.8 102.0
349
133
397
165
48
1928 . . . .
111
111
106
94
122
11.5
119
107
.113
135
103
107
97.2 101.8
341
122
419
188
78
1929 . . . .
118 119
115
100
137
127
130
115
132
117
106
115
100.4 107.2
367
13ï
430
211
63
Januari
117
117
118
104
137
129
117
116
1.50
100
104
118
97.4 100.7
369
142
488
215
119
Februari
17
116
120 110
137
136 126
113
148
88
107
115
99.7 108.0
369
138
442
218
73
Maart
118
120
107
90 133
135 133
116
159
118
103
116
101.3 110.8
383
139
490
264
103
April
122
23
115
102
132
142 136
120
153
156
111
119
101.8 111.3
411
147
42’5
228
14
Mei
124
125
116
104
134 139 145
121
148
143
111
125
101.6 111.2
400
142
3’5
203
– 15
Juni
127
129
113 102
135
124
155
121
162
133
108
122
101.2 109.2
353
121
393
220
40
Juli
124
126
114 102
143
122 152
118
142
59
108
119
100.7 104.8
353
120
403
227
50
Augustus
123
125 115
“99
145
119
143
120
143
119
109
119
102.0109.4
369
126
381
202
12
Septemb.
122
122
118
103
140
125
140
116
133
108
108
115
103.4 110.5
351
122
437
191
86
October
117
117
118 103
140
123
124
118
113
109
104
117
102.1 110.0
391
127
529
212
138
Novemb.
106
105
110
98
131
118
100
108
81
• 95
99
104
98.2 102.0
338
121
442
173
104
December
99
96,
116 104
132
115
90
96
49 •
77
97
90
94.8
98.7
310
116
427
181
110
1930
. .
Januari
104
102
112
100
132
liii
99
103
103
79
97
1
102
92.9
94.2
311
109
411
192
100
Februari
107
107
109
92
135
95
119
99
110
77
99
94
92.9
97.4
282
99
349
183
67
Maart
104
105
96
81
125 88
113
98
109
111
95
94
92.7
98.0
300
102
370
200
70
April
106
107
104
97
128
•
90
114
96
109
118
101
100
92.1
96.7
308
106
332
189
24
‘Mei
104
104
103
92
127
’96
11
1
90
104
111
98
91
90.4
94.1
285
87
320
178
35
Juni
101v
101v’
100v
89
124
85
110
84
98
146
94
85
88.2
90.31 250
295
45
Juli
.
‘
219
1 269
50
1
De indexcijfers
betreffende’
de
productie,
de wagonverladingen,
het katoenverbruik, het aantal tewerkgestelden en
de betaalde
bonen
zijn
ontleend
aan het
Federal
Reserve
Bulletin. Wat de index van de industrieele productie betreft,
deze is samengesteld
uit de
gegevens
van
58
industrieën
13.1
50 van fabrikaten en 8 van mineralen.
gemiddelde
van
Maart-Dec.
8)
De
cijfers
der,
jaren
1925-1929 zijn rnaandgemiddelden. v) = voorloopig.
Kapitaalmarkt
Geidmarkt
Prijzen
Effectéiibéurs’
.
”
Ernissies
8)
Indexcijfer van’)
Binnen- en buiteni.
Binnenlandsche
–
– –
–
–
j421”
–
e
1fl
4
.
4bI
.-
0 v
‘0
e
2
‘
–
1
n E
al
4.4
-e
0
-. n
aeme
–
o
0
e
3
t-.
.
e
‘
ee
0
‘
‘0
0J
e
‘
<
0
2
0
–
0
1926 = 100
.”‘
1
in millioenen dollars
‘
1926= 100
1914
$
1′
=1)0
1925
2.336
518
76
101
4117
391
300
91
127
4.206
*
104
110 169
1926
–
-.
–
–
3.123 528
91
98
430 433
313j
120
95
4.50e
3
q
100 100
166
1927
0174
0181
0151
–
97.68 3.646
649
179
524
126
519 388
131
130
405
3
q
95
99
162
1928
150
154
129
149
97.6
6
5.215
676 156
256
420 566 446
121
110
6.05
98
106
161
1929
182
190
147
235
95.7
6.563
.
850
117
508
341
731
668
63
119
7.74
51/
5
97
105
162
Jan.
185′
193
142
193
97.0
6.735
915
148 552
363 875
80: 72 40
6.94
-5
5-
97
106 161
Febr.
187
192
142
202
98.3 6.679
934
124
631
.31i3
869 800
6.9
65
7.47
5 5
97
105
161
Mrt.
189
196
140
204
95.8
6.804
997 60
561
436 772 668
104
225
9.80
5-
5-6
98
107
160
April
1e7
193 138
201
95.8
6.775
677
139
387
290
‘661
576
65
16
9.46
5
6
97
105 159
Mei
188
193
139
212
9.5.7
6.665
1.121
392
583′
538
1.074
899
175
47
8.79
5j,
6
.96
102
159
Juni’
191
191
145
233
95.3
7.071
773
17
353
420
601 452
149 172
7.83
5 8
96
103
160
Juli
207
203
—–
–
–
—
–
—
–
–
–
—
160
273
95.2
7.474
‘
880
60
, 626
254 844
766
78
36
9.41
5
‘
6
.
98
108
162
Aug.
218 210
165
304
95.0
7.882
843
25
650
19.3
. 822
745
77
21
8.15
,
*
6-
98
107
163
Sept.
.225
216
168 321.
94.8
.8.549
1.307
308
1.029
278
1.299
1.201
98
8
8.62
5 6
93
107 163
Oct
202
194
157
277
95.1
6.109
843
34
443 400
791
676
, 115
52
6.10
6,
6
96
104
163
Nov.
151
145
135
195
95.7
4.017
‘
281
17
h2
159
248
163
85
33
5.40
3-45-6
94
101
163
Deé
154 147
136
201
96.5
3.990
1
84
127
447 530 232
‘298
44
4.88
3-4
5
–
94
102
162
1930
‘
Jan.-
156
149
137
209
96.5
3.985
47
77 127
620
718
611
107
29
4.31
3-4
4-5
93
101
160
Febr.
166
156 143 231
96.4 4.118
592
30
155′
437
466
388
78
126
4.28
3-
44-5
92
98
159
Mrt.
172
163 143
242
97.9
4.656
799
22
123
676 658 516
142
141
356
2i-3
3-4
91
95
157
April
‘181
171
142
264
97.9
5.063′
903
55
261
642
730
582
148 173
3.79
2-3
3-4
91
96
153
Mei
171
‘160
•136
-250
97.9
4.748
1.109
70
424 685
991
841 144
118
3.05
24
3-4
89
9
Juni
151
.143
125
224
98.2 3.728
704
69
152
552 533
378
155
171)
2.60
1_2
1
_
87
89
Juli
149
140
124
.215.
98.7 3.689 554
29
71
483
474
367
107
80
1
2.18
1k
3-
1)’ Indexcijfers
van
Standard
Statistics
Co.
2)
Einde
v.
h. jaar
(resp.
maand).
2)
Ontleend
aan
The
Commercial
and
Financial
Chronicle.
De cijfers
der
jaren
1925-1929
zijn
maandgemiddelden.
4
Stock
exc1ange
caIl
loans.”
5
)
Renewal
1rate.
8
40
obl. ,
7
)
Bureau
pf
Labor
Statistics.
0)
resp. aand.
tot. 229,
ind.
197,
spoorw.
31.
10
September
1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
813
(Vervolg van blz. 811.)
ken”, aldus de schrijver. Wij stemmen geheel op dit
punt met hem in en hopen ook als gevolg van zulk
een gedragslijn op neiging tot samenwerking, zoo al
wellicht niet bij alle, niet onder Moskouschen invlôed staande groepen, dan toch bij .velen, die bij halfslach-
tige gezagsuitoefening neiging zouden vertoonen om
tot oppositie of non-coöperatie over te gaan.
Vestigen wij nog even de aandacht op de waarde,
die de schrijver hecht aan de
wijze,
waarop het per-
soonlijk contact tusschen verschillende volksgroepen
ontstaat, aan vriendschappelijken omgang zoowel in
Nedorland als Indië tusschen leden van verschillende
rassen, dan meenen wij zijn betoog in ‘hoofdtrekken te
hebben weergegeven.
Dat betoog is, alles samen genomen, zeker geschikt
om menigeen, die twijfelt aan taak en toekomst van
het Nederlandsch gezag in Indië, een hart onder den
riem te steken. Daarmede heeft de heer van Walree
een goed en nuttig werk gedaan. Niet minder deed hij
dat, waar hij aantoonde, hoe alle ‘olksklassen in Ne-
derland, vooral de niet-bezittenden en minst energie-
ken, bij het behoud van den band met Indië belang
hebben. Daar in die kringen het sterkst schijnt ge-
twijfeld te worden aan de waarde en het zedelijk ge-
oorloofde van kolonisatie, is een rustig, zakelijk ge-
steld woord daartegenover op Zijne plaats. Zeker, waar
sentiment over het verstand heerscht, zal dat woord
niet overtuigen, maar wie vatbaar, is voor rede, zal na het lezen van eene brochure als deze tot de con-
clusie moeten komen, dat de wereidgeschiedenis hier
het Nederlandsche volk heeft gesteld voor eene taak,
welke het niet dan tot schade voor de wereld in haar
geheel .zou kunnen afwijzen.
Wij wenschen deze brochure dan ook een ruimen
lezerskring toe.
Mr. J. C.
KIELsPaA.
BANK VOOR INTERNATIONALE BETALINGEN.
Voornaamste posten in duizenden Zwitsersche franken.’)
0
o.
gelden
.-,-‘….
belegg.
.
=
.
a
Data
j,
–
.
le m
50
.
• •
C. ‘1
00
_
o
xm
nE
‘s”s
x
–
3) Juni1930
—
5.120
23.046
500.647
486.9421
68.352
–
1.612
31
Juli
1930
6.815
80.477
1
364.594
297.9561 429.388
121.580
2.844
31 Aug.1930
3.319
107.589
1
236.974
54l.663
516.611
151.886
5.594
•
.
Deposito’s
0
Iwu
optermijn
..
–
m
t
.
o
,n
Io._
lL:.
.2o
C
–
b•0
•
E
r
Data
.
IO
0
E
i
SO
I
°
om
2
>.
IE
30Juni1930 102.500 274.765
1
.
438.198
1268.426
2
1
1.832 1.085.721
31 Juli 1930 102.500 310.601 244.657 329.196 312.974
3.726 1.303.654
31 Aug.1930 102.500 209.284 410.894.1 523.047 220.922 ‘6.998 1.563.636
‘) De indeeling van den staat van 30 Juni wijkt eenigs-
zilis af ‘ail die van dc volgende maandstaten.
2)
hiervan komt Fra. 264.783 op rekening van de Cen-
trale Banken.
GIRO-OMZET
BIJ
DE NEDERLANDSCHE BANK.
– Juni 1930
0
Juni 1929
Posten
I
Bedrag
II
Posten
I
Bedrag
Voor reke-
ninghouders 49.334 f2.471.157.000 55.340 f 3.236.409.000
waarvan door ”
de 11.-bank plaatselijk
37.096 ,,2.159.755.000 42.460 ,,2.902.537.000
Ter voldoe-
ning van
Rijkabelast.
1.239 ,,
10.536.00
1.287
9.806.000
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
heteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
Rr8ch.inR.C.4
–
7Mrt.’30
Madrid ……6
19Juli ’30
Athene ……….
9
2Dec.’28
N.-YorkF..R.B.24l9Juni’30
Bâtavia ……….
4410 Mrt.’SO
Oslo
……..
4420Mrt.’SO
Belgrado
……..
5428
Mei ’30 Parijs
——24
1 Mei
1
30
Berlijn
……….
4
21Juni’30
Praag
——4
24Juni’30
Boekarest……..
9
23 Nov.’29
Pretoria
….6
17Aug.’29
Brussel ……….
2431 Juli’30
Rome ……..
5419
Mei
’30
Budapest ……..
5428 Mei ’30
Stockholm
..34
2Apr.
1
80
Calcutta
……..
5
10
Juli’30
Tokio
——-5.4
180ct.’27
Danzig
———-
4
18Aug.’30
Weenen ……
5423 Mei’ 30 Helsingfors
……
6
26Aug.’30
Warschau…. 6412
Juni’30
Kopenhagen
….
4
8Mei ’30
Zwits.Nat.13k.2410
Juli’30
OPEN MARKT.
1930 1929
11
1928
1914
ep
.
6 Sept.
16
25130
18123
217
3;8
20/24
Sept.
Aug.
Aug.
Sept.
Sept.
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
1
I
3
/6.
7
/
1
13J_7/
113
11615116
l
3
14′
3
j18
5
5
116
–
j1
4116-11
31123j16
Prolong.
111
2
I’I2-2
1
1
I2-/4
1
1
1014
5-14 411
4
211
4
-31
4
Londen
Dageld…
1-2
1-2
1
1
142
12
1
14
3
1
/4
43
1
‘4
2’12-4
3
1
131
4
2
Partic.disc.
2
1
116_
1
j8
2
2
I18_
1
18
2
113
2
_1js
2
3
132
1
14
5
7
116_
1
jI
4
1
/4_5116
2
1
1014
Berl)jn
Daggeld…
2
1
/-4
2
1
12_6
112
26112
2-5
8-10
5-9
–
Partic.disc.
30-55 d…
3
1
/s
3
1
18
3
1
1,
3
1
18.
1
)4
7118
61/,
–
56-90 d…
311,
3118
3118
311..1f4
7
1
18
6518
2
1
1g-
1
1,
Waren-
wechsel.
3
1
12
31/_51
3
1
12_
2
1
3
5
1014
7
1
2
–
8
6518-7
–
New
York
Daggeld
1)
2
1
11-14
2-0/
4
21/
4
2-
3
14
6-9
1
1
712814
1’142
1
),
Partic.disc.
2 2
2
2
514
45/8
–
1) Koers van 5 Sept. en daaraan voorafgaande weken tjm V Ijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
13a a
New
Londen
Berlijn Par
(I
s
Brussel
Bala via
York’)
2 Sept. 1930
2.48%
12.081,
59.26 9.764
34.684
100
3
,,
1930
2.48% 12.081i,
59.25
9.764
34.674
100
4
1930
2.481/
16
12.08
59.23 9.754 34.674
100
5
,,
1930
2.48j,
12.07
59.174 9.754
34.67
100
6
1930
2.487/,
4
12.071j,
59.144
9.754
34.67
100
8
,,
1930
2.48/
1
12.07%
59.184 9.754
34.67
100
Laagsted.w.’)
2.48
5
/
82
12.078/,
59.124 9.754
34.65
997,,
Hoogste d.w’)
2.48% 12.08j
59.27 9.77
34.70
10021
1
,
1
Sept. 1930
–
–
– – – –
25 Aug. 1930
2.483/
16
12.087/
s
59.284 9.764
34.694
100
Muntpariteit
2.48%
12.10y
4
59.26
9.75
134.59 1100
Data
Zwit-
ser 0fl
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
•
rest
1)
*0)
OS)
2 Sept. 1930
48.2634
35.10
7.364
1.49
13.00
26.25
3
1930
48.25
35.10
7.364
1.484
13.00
26.274
4
,,
1930
48.2334
35.10 7.364
1.49
13.00
26.264
5
1930
48.22% 35.10 7.364 1.484 13.004 26.15
6
1930
48.21 35.10 7.364 1.484
–
–
8
,,
1930
48.20 35.12%
7.364
1.484
33.004
26.51
Laagsted.w.i)
48.18 35.05
7.36
0.474
12.98
26.00
Hoogste d.wl)
48.27 35.12%
7.37JI
1.494
13.03
27.10
1
Sept. 1930
–
–
– –
–
–
25 Aug. 1930
48.25%
35.10
7.364 1.484
13.004 27.05
Muntpariteit
48.-
35.-
7.371
1.488
13.09
48.524
D a a
Stock-
holm
0)
Kopen-
hagen’)
°
Hel-
JQf
Buenos-
Airès’)
Mon-
treal’)
1
2 Sept. 1930
66.75
66.524
66.524
6.25
86%
2.48′,
3
1930
66.75
66.524
66.524
6.25
88
2.488/,
4
1930
66.75
66.524 66.524
6.25
88 2.482/
10
5
1930
66.75
66.524
66.524
8.244
88%
2.481/,
6
1930
66.75
66.824 86.624
6.25
87%
2.48k
8
,,
1930
68.75
86.524
66.524
6.244
90
2.48′,
Laagsted.w.i)
68.70 66.45
80.45 6.234
86 2.481/
6
Hoogste d.w
1
)
66.774
66.624
86.624
6.254
90%
2.48%
1
Sept. 1930
–
–
–
–
–
–
25 Aug. 1930
66.75
66.55
86.55 6.25
897,
2.48/.
Muntpariteit
66.67
66.55 66.67
8.264
95%
2.48%
‘) Noteering te Amsterdam. *’) Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
814
•ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
10 September 1930
KOERSEN T} NEW YORK.
(Cable).
Data
Londen
Parijs
I
Berlijn
Amsterdam
($
per £)
($
p. IOOfr.)
($
p. 100 Mk.)
(8
p.JOO gid.)
2
Sept.
1930
4,869/,
3,93’j
23,87
1
40,27%
3
.,
1930
4,86/
16
3,93%
23,86%
40,28
4
1930
4,86
11
/
82
3,93
23,84%
40,26%
5
1930
4,868/
16
3,917/
s
23,82
40,26
6
,,
1930 4,86
8
/
82
3,928,
23,82
40,258/
8
8
,,
1930
4.867/82
3,92
8
4
23,83
40,25%
9
Sept.
19291
4.841t,
3,91 23,807/
8
40.07
)4untpariteit ..
4,8667
3,901/
8
1
23,81%
40sj
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
23Aug.1
1930
30Aug.
1930
1
1J6
Sept.’30
I
Laagste[Hoogsi
.
1
1
6Sept.
1930
Alexandrië..
PiaBt. p. Y,
974
97%
97′,
97%
p.g
375
375
3748
375
%
375
Bangkok….
Sh.p.ticai
1/10
1
1
1106/,
1/10
1jl0
7
7
1/10
Athene ……Dr.
Budapest …
Pen. p.
£
27.771
27.76k
27.72
27.77
27.74
Buenos Aires
d. p.$
407
116
39s
383/
8
40
39%
Calcutta ……
Sh.
p. rup.
115
25
1
82
1/525152
11’5%
1;51n/
16
1/561
1 64
Constantin..
Piast.p.c
1.025
1.025 1.025
1.025 1.025
Hongkong ..
Sh. p.
$
1/4
6
/
82
1/3
27
/
32
1/3%
11414
1/41/
15
5h. p. yen
2/0
21
/
64
2/05/
5
210
11
/
32
2107/,,
2/0
18
/
31
Lissabon ….
Escu. p.
£
10834
108%
1081/
8
1088/
8
108%
Kobe
…….
Mexico
….
$
per
£
10.27k 10.271
10.20 10.35
10.25
Montevideo
.
d.per
X
4034
40
3934
40%
40
Montreal …
$
per
£
4.86
1
9
T
4.868/,
4.851/
8
4.87%
4.85k
Riod. Janeiro
d.per Mii.
4%
41/,
9/32
Shanghai
..
.
8h. p. taei
117s/
11
11
/
32
1,67/
1171/
5
1/77/
15
Singapore
. .
id. p.
$
2
/
347
/ee
21347/64
2/321,
33
2/3
27
/
82
2/349/
0
Valparaiso
1).
$
per
£
39.72
39.68
39.59
39.72
39.59
Warschau ..
ZI. p.
£
43.401 43.40
43.31k
438/,
1)
90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londen’)
N.York’) Londen
1 Sept.
1930..
167/
16
–
1 Sept.
1930….
8510
2
1930.
165/
359/
4
‘
2
1930…..
8510%
3
1930..
167/,,
35%
3
1930….
85/034 4
1930..
169/
10
36
4
1930….
851034
5
1930.. 16%
361/
8
5
1930…
.
85/0k
6
,,
1930
–
168/
55
35%
6
1930….
85/0%
7
Sept.
1929.. 24ij,
517/
8
7
Sept.
1929….
84/11%
27 Juli
1914..
24i’j,,
59
27 Juli
1914….
84111
t)
In pence p. oz. stand.
1)
Forelgn sliver
In
tc.
p. oz. line.
3)
In sh.
p. oz. line
STAND VAN ‘,RIJKS KAS.
Vorderingen.
30Aug. 1930
7Sept. 1930
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
1
85.546,54
/
94.770,98
Voorschotten op uit. Juli 1930 aan de
gemeenten verstrekt op voor haar
door de Rijksadministratle te heffen
gemeentelijke
ink.beli en
opc.
op
,,
3.225.176,89
»
3.225.176,89
Voorschotten aan Ned.-Indië………,,
85.865.765,26
,,
90.096.911,59
,,
11.533.142,76
,,
11.565.462,54
Id. aan
Curaçao………………….,,
3.864.143,63 4.031.486,29
de
Rijksink.bei………………….
Kasvord. weg. credietverst. a(h. buitenl.
.104.736.563,76
,
103.155.174,50
Id. aan
Suriname………………….
Saldo der postrekeningen van Rijks-
,
22.965.828,01
•
25.932.115,49
comptabelen
………………….
..
Vord. o(h. Algem. Burg. Pensioenf.
1)
–
,,
302.525,66
Vordering op andere Staatsbedrijven’)
»
14.214.333,52
,,
14.321.333.85
V e r
Pl
ic h t ing en.
.Voorschot door Ned. Bank ingevolge
art. 16 van haar octrooi verstrekt..
/
15.000.000,-
/
10.050.555,33
Voorsch. d. Ned. Bank verstrekt’)…
,,
6.201.443,76
»
–
,, 132.531.000,-
141.337.000,-
Schatkistpromessen in omloop ……
36.480.000,-
,,
51.990.000,-
Schatkistbiljetten in Omloop ……….
,,
10.000.000,-
..
–
Daggeldieeningen …………………
Zilverbons in omloop ……………
..4.803.150,-
,,
4.732.924,-
Schuld
OP
uit. Juli’30 aan de gemeen-
ten wegens voor haar door de Rijks-
administratie geheven gemeentelijke
•
inkomstenbelasting en opcenten
op
de Rijksinkomstenbelasting
–
–
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
Id. a. h.
en
,,
212.802,90
14.223.826,30
–
17.322.281,01
Staatsbedrijf d.
P., T.
T.’)..
Id.aan andere Staatsbedrijven’)
…….
,,
,,
93,019.08
,, ,,
118.019,01
Id. aan diverse Instellingen’)
………..
9.576.688,79
9.526.852,22
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
30Aug. 1930
1
6 Sept. 1930′
–
Vorderingen:
–
Saldo bij de Javasche Bank ……….
–
Verplichtingen:
Saldo bij
‘s
Rijks kas
……………….
85.866.000,-
….
11.850.000
Betaslmiddelen in
‘s
Lands Kas
–
Voorschot
‘s
Rijks kas
…………….
f
–
Schatkistpromessen
………………»
19.724.000,-
Waarvan Muntbiljetten
………………
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds
,,
3.222.000,-
Muntbiljetten in omloop
……………
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank
,,
1.168.000,-
Voorschot van de Javasche Bank……
13.807.000,-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op
8
September
1930.
4otiva.
Binnenl.Wis-(Hfdbk.
f
40.105.565,91
sels, Prom., :Bijbnk.
704.265,60′
enz.in disc.(Ag.sch.
.
7.986.831,76 f
48.796.663,27
Papier
o. Ii.
Buiteni. in disconto
……
Idem eigen portef..
f
234.400.520,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet af gel.
;
–
234.400.520,…..
Beleeningen
mci.
vrsch.
Hfdbk.
f
36.443.687,18
in rek.-crt.
Bijbnk.
,,
{
5.802.311,07
op
onderp.
Ag.ach.
49.270.913,66
f
91.516.911,91
Op Effecten ……
f
89.944.424,20
Op Goederen en Spec. ,,
1.572.487,71
91.516.911,91
Voorschotten a. h. Rijk ………….
. ,,
10.197.606,34
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f
64.788.845,-
Muntmat., Goud ..
325.820.298,38
f
390.609.143,38
Munt, Zilver, enz.
•
24.165.625,47
Muntmat., Zilver..
Belegging
1/
kapitaal, reserves en pen-
414.774.768,85
1
)
sioenfonds
……………………,,
25.899.475,44
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.000.000,-.
Diverse rekeningen
………………
,,
53.009.797
3
24
f
883.595.743,05
Passiva.
Kapitaal
……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds
…………………….,,
7.199.946,44
Bijzondere reserve
………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
6.739.608,96
Bankbiljettell in omloop …………..
,,
824.353.065,-
Bankassignatiën in omloop
……….,,
152.428,55
.
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f
–
saldo’s:
‘t,,
Anderen,,
12.356.330,13
12.356.330,13
Diverse receningen
………………,,
4.794.363,97
f
883.595.743,05,
Beschikbaar metaalsaldo
………….
f
79.639.514,41
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is. ,,
199.098.785,-
1
)
Waarvan in het buitenland
f
28.846.779,33.
Voornatsnste posten in duizenden guldens.
Ooud
I
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat. Circulatie
opeischb.
I
sMulden
i
Metaal-
saldo
1)
kings
perc.
8
Sept.
’30
64.789
325.820 824.353
12.508
79.640
50
‘2
,,
’30
64.795
325.820
843.799
17.778
69.943
48
25
Aug.
’30
64.808
325.820
799.828 25.071
84.967
50
18
’30
64.815
325.820 804.067
24.754
.
83.526
50
11
’30 64.823
325.820
812.885
18.544
82.999
60
4
;,
’30
64.828
325.820
833.134
20.444
.74.848
49
9
Sept.
’29
65.707
377.442
824.058
14.548
126.857
55
26 Juli
‘14165.7031
96.410
310.437 6.198
48.521
54
Totaal
Schatktst-
B ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
1
e
nngen
op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
buitenl.
ningen
1)
8
Sept.
1930
48.797
–
91.517.
234.401
53.010
2
,,
1930
48.697
–
115.586
234.352
49.657
25
Aug.
1930
47.421
–
84.291 234.291
44.166
18
,,
1930
48.260
–
84.740
234.269
46.625
11
1930
48.253
–
86.037
234.185
47.307
4
,,
1930
54.830
6.000
104.360 240.771 37.076
9
Sept.
1929
66.391 6.000 110.526
168.977
34.980
25 Juli
1914
67.947
–
61.686 20.188
509
1) Sedert den bankstaat van 14 Jan. ’29 weder op de basis van 21
metaaldekklng. 2) Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden. guldens.
Data
Metaal
Andere
opeischb.
schulden
–
Discônt.
2
Aug.
1930..
920
1.508 478
991
542
26
Juli
1930-
910 1.284
.
532
996
500
19
1930-
911
1.266
581
989 492
12
1930..
910
1.319
554
993 519
3
Aug.
1929-
809 1.698
612
988 442
5 Juli
1914-
646
1.100
560
735 396
t
) Sluitp. der activa.
t
90.097.000,-
11.850.000,-
19.866.000,-
3.480.000,–
865.000,-
10.254.000,-
10 September 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
815
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden
guldens. be
samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
_____________
Dis-
conto’s
buTten
°’
1
N.-Ind.
1
betaalb.
1
Belee-
ningen
1
Diverse
1
reke-
ningen’)
percen-
lage
6Spt. 1930
1000
*S5
51
30Aug.1930
109.700
‘
56
23
1930
–
117.600
54
9Atg.1930
51.484
53
10.506
iiï
44.038
2
,,
1930
10.461
32.921
39.810 53.530
53
26 Juli1930
10.652
34.131
42.080 53.545
51
19
,,
1930
10.683
34.578
44.224
51.128
49
7 Spt. 1929
10.800
34.268
136.204
30.786
45
8
,,
1928
13.337
29.336
94.247
49.974
51
25 Juli 1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44
) Sluitpost activa.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaa.niste posten in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal BankbilJ.
in
Bankbilf.
in Bankingl
I
Other Securittes
Disc. and
ecur t
circuiatie
Deparirn.
Advances
3 Sept. 1930
155.522
362.983
51.477 6.229
21.559
27 Aug. 1930
155.888 360 868
53.971
6.460 22.187
20
1930
155.366
361.791 52.543
6.115 25.434
13
,,
1930
154.105
367.379
45.712
6.865
22.744
6
,,’
1930
153.595
372.978 39.606
7.960
23.614
30 Juli
1930
153.250
368.377
43.902
6.741
22.292
4 Sept. 1929
137.549
366.231
30.026
4.310
27.073
22 Juli
1914
40.164 29.317
33.633
Data
00v.
Sec.
I
Public
Depos.
I
_
1
Other Deposits
Other
Bankers Accountsl
Reserve
I
Dek-
kins-
perc.
1)
3 Sept.’30
47.881
7.917
67.427 34.616 52.539
47
23
/
32
27Aug.’30
49.141 18.173
62.600
33.799
55.020
48
20
’30
49.371
21.045
61.665
33.594
53.574
46
13
’30
54.346
12.256
66.253
34.020 46.736
41 6
,,
’30
53.146
8.866
61.552 36.787 40.617
30 Juli’30
51.666
9.088
60.971
37.405 44.873
41′
132
4 Sept.’29
75.807
9.095
73.968
37.167
31.818
26
2 Juli
1
14
11.005
13.736
42.185
29.297
52
1)
Verhouding tusschen I4eserve en L)eposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen 1 rancs.
IZilver
Te goed
1
Wis-
Waarv.
Belee-
Renteloos
Data
Goud
in het
I
1
sels
op het
1
.
I
ningen
voorschot
buitenl.1
buifenl.
a.d. Staat
29Aug.’30
47.242
397
6.838
25.233
18.764
2.731
3.200
22
’30
47.195
396
6.806
24.029
18.802
2.738
3.200
• 14
’30
46.952
396
7.055
24.097
18.770
2.752
3.200
8
,,
’30
46.656
396
7.064
24.245
18.794 2.789
3.200
30Aug.’29
38.930
51
7.248
28.140
18.587
2.35
3.00
23 Juli’14
4.104 1
640
–
1.541
8
769
1
–
Bons v.
d.Ij;jpj.
Reke. Courant
Data
zelfst.
sen
1)
Circulatie Staat
zei/st.
i
Parti-
amort. k.
Iamort.k.!culteren
29Aug.’30
5.304
__________
2.016 73.677
4.729
1 5.380
7.734
• 22,.
,,
’30
5.304
1.591
72.017 4.735
5.441 7.688
14
,,
’30
5.304
1.632
72.679 5.441
1
5.527
7.310
8,,
’30
5.304
1.789 72.971 4.491
1
5.343
7.032
30Aug.’29
5.612 1.619
66.468
6.582
1
6.862
6.175
23
Juli’14
– –
5.912
1
401
–
94$
1)
Siuitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste
posten
in millioenen Reichsmark.
Daarvan
Deviezen
Andere
a a
bij bui-
als goud-
wissels
Bela-
tenl. circ.
dekking
en
ningen
banken
1)
geldende
cheques
30 Aug. 1930
2.618,9
149,8
369,0
1.730,0
212,2
23
1930
2.619,0
149,8
356,1
1.346,7
57,1
14
1930
2.619,0
149,8 311,1 1.418,1
77,4
7
1930
2.619,0
149,8
317,3
1.588,6
55,7
31 Juli
1930
2.618,7
149,8
260,9
1.759,3
133,2
31 Aug. 1929
2.183,4
149,8
308,1
2.634,5
162,1
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9 50,2
Data Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa’)
latie
Cr1.
Passiva
30 Aug. 1930
102,7
655,2
4.707,4
415,6
224,6
23
1930
102,7
685,2 4.049,8
600,8 225,0
14
1930
100,9
679,4
4.229,1
446,9 222,2
7
1930
100,9
684,9 4.398,3
421,7
220,6
31 Juli
1930
101,0
683,7
4.637,6
397,6
219,8
31 Aug. 1929
92,8 567,8
4.897,3
433,9
332,7
30 Juli
1914
1
330,8
1
200,4
1.890,9
944,- 1
40,0
,
..JUUCISD,.
.,
w.o. K
cnienuan
K
scneine
JU, z
j,
14, 1 Au
g
,
ii Juli ‘SU,
31 Aug. 29,
reap.
-; 49; 49; 13; 69; 9
miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in milljoenen Belas.
Data
Ooud
•.,,,
‘
.
8′
.5
Rekg. Crt.
co,..
1930
*.
o
. .
0
t)
4 Sept.
1210
869
67 751
32
311
3.082
15
96
28 Aug.
1210 872
67
776
31
311
3.056
10
155 21
1208
875
67
769 34
311
..042
34
140
12
1208
874
67
776
31
311
3.071
18
133
7
,,
1208 833
67
768
35
311
3.061
2
114
5 Sept.’
1021
548
44
767
54
342
2.646
40
56
,)
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-
1
disc. v. d.
1
In de
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
1
markt
banks
j
gekocht
27Aug.’30
2.955,9
1.611,2
163,7 193,3
163,3
20
’30
2.939,0 1.573,5
168,1
196,2
158,9 13
’30
2.945,3
1,583,1
169,7
190,5
154,3
6
’30
2.961,2
1.588,5
165,6
205,9
133,6
30Juli’30
3.005,0 1.590,0
173,2
197,1
130,8
23
,,
’30
3.024,2
1.595,0
169,8 190,6
150,5
28 Aug.’291
2.962,1 1.632,4
186,9
973,6
156,5
Data
Belegd
in
u. s.
F. R.
Notes
Totaal
Gestort Doud- Dek-
1
Algem.
1
Dek-
Oov.Sec.
in circu-
latie
Kapitaal
–
kings-
perc.’)
1
kings-
j
perc.3)
27Aug.’30
601,9
1.337,2 2.470,1
169,8
77,6
81,9
20
’30
601,9
1.323,7 2.469,1
169,8
77,4 81,9
13
’30
606,3
1.333,0
2.463,8
169,8
77,5
82,0
6
,,
’30
576,2
1.338,8
2.423,4
169,7
78,7 83,1
30Juli’30
576,4
1.335,1
2.468,9
169,7
78,9
83,5
23
,,
’30
576,1
1.358,2
2.484,6
169,9
78,7
83,2
28Aug.’29
145,3
1.829,4
2.347,5
1
166,7
70,9
75,4
)
vernouaing totalen goudvoorraad tegenover opelschbare
schulden: F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Data
Aantal
banken
Dis-
conto’s
en
beleen.
Bèleg-
gingen
~
“b;
e
r
d
v
e
e
~
R.
banks
Totaal
depo-
sito’s
21.077
Waarvan
1
time
1
deposits
20Aug.’301
44
1
16.795
6.340
1.807
7.405
13
,,
‘301
38
1
18.857
6.235
1.789
21.145 7.394
6
,,
‘301
51
1
16.908 6.257
1.752
21.086
7.357
30
Juli’301
35
1
16.945
6.291
1.818
21.259
7.359
23
,,
‘301
32
1
16.852
6.243
1.824
21.212
7.400
21Aug.’29
686
1
16.946
5.488
1.650
19.842
6.730
aan
net
einci
van seaer Kwartaai worai een overzicl1t
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
Data
Ooud
Zilver
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Beschlkb.
metaal-
saldo
6
Spt.
1930
16.300
265.200
36.600
47.580 30Aug.1930
166.700
260.800
39.200 46.700
22
,,
1930
167.200
262.200
49.600
42.480
9Aug.1930
i138.805
26.664 270.656
42.152
40.345
2
,,
1930
139.114
26.452
266.520
43.505 41.556
26Juli1930
139.105
24.658
267.411
54.947
34.839
19
,,
1930
138.783
22.465
273.105
53.016
30.800
7 Spt. 1929
147.464
24.691
312.106
69.147
19.654
8 Spt. 1928
172.445
15.228
324.346
46.820
39.206
23 Juli 1914
22.057
31.907
110.172 12.634
4.842
816
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
•
10 September 1930
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
9 September 1930.
])e vraag naar buitenlandsche t a r w e heeft zich in de
afgeloopen week weder in hoofdzaak bepaald tot stoomende
partijen in spoedig verwachte en latere posities, doch koo-
pers hebben niet voldoende vertrouwen in de prijzen om
over te gaan tot het sluiten van contracten op meer ver-
wijderde levering. Alleen clan wordt in den regel overge-
gaan tot koopen, w
–
anneer de directe behoefte dat noodzake-
lijk maakt. Op sommige dagen in de afgeloopen week zijn flinke zaken tot stand gekomen en bestond er goede vraag
voor cle vele soorten, welke op het oogenblik worden aan-geboden. De termijnmarkt in Noord-Amerika heeft daar in
het einde der week op gereageerd door eenige verhooging
der koersen, doch (leze verhoogingen waren slechts matig.
De berichten over een revolutie in Argentinië hebben een
verdere verhooging aan de Noord-Amerikaansche termijn-
markten teweeg gebracht, doch sedert uit Argentinië ont-
vangen berichten zijn niet onrustbarend en spreken de ver-
wachting uit, dat de toestand spoedig weder normaal zal
zijn. 0p Zaterdag en Maandag was de termijnmarkt te
Buenos Aires tengevolge van de politieke beroeringen ge-
sloten, clie te 1{osario was op Maandag eveneens gesloten.
Vergeleken bij 2 September, was cle termijnmarkt te Chicago
voor September % dollarcents hooger, te Winnipeg voor
October % dollarcents per 60 lbs. lager. Buenos Aires sloot
Vrijdag voor October-tarwe 7 cents en te Rosario Zaterdag
30 cents per 100 KG. lager. LIet aanbod van buitenlaudsehe
tarwe aan de Europeesche markten is overvloedig en de
verschille4de exportlandeu concurreerden sterk op cle
Europeesche markten. Noord-Amerikaansche hardwinters
en Manitoba’s worden dringend aangeboden en ook Rus-
sisehe tarve wordt geregeld naar West-Europa verscheept
en verkocht tot concurreerende prijzen. i)e prijzen der
eerste hand zijn in het laatst van cle afgeloopen week in verband met cle stijgende koersen in Noord-Amerika en
den loop van den pesokoers in Argentinië eenigszins ver-
hoogd, doch de tweede hand heeft deze verhooging niet gevolgd en haar prijzen nagenoeg onveranderd gelaten.
De resultaten van de wintertarwe in de Vereenigde Staten
zijn beter dan oorspronkelijk werd verwacht, zoowel kwan-
titatief als kwalitatief is deze opbrengst aanmerkelijk groo
ter dan het vorige jaar. Voorjarstarwe heeft geleden van
cle lange periode van droogte, doch voor het oogsten zijn de
weersomstandigheden gunstig. De laatste officieele raming
van cle opbrengst is kleiner dan clie van het vorige jaar,
doch het totaal van winter- en zomertarve in de Ver-
cenigde Staten geeft een hooger cijfer dan in 1929 werd
geoogst. In Canada heeft cle tarwe gedurende den groei-
tijd in verschillende streken ook van droogte te lijden ge-
had, doch later in het seizoen gevallen regens hebben veel
goed gemaakt. De schattingen van de opbrengst loopen uit-
een van 350 tot 400 millioen bushels, terwijl in het vorige
jaar cle laatste ofuicieele schatting 300 niillioen bushels be-
droeg. Zoowel in de Vereenigde Staten als in Canada zijn
nog groote voorraden van den ouden oogst aanwezig, welke
natuurlijk bij het van de nieuwe oogsten voor uitvoer be-
schikbare surplus gevoegd moeten worden. In Europa zijn
de resultaten over het algemeen goed, behalve in Frankrijk
en Italië, waar tengevolge van ongunstige weersomstanc!ig-
heden slechts middelmatige opbrengsten verwacht mogen
worden. Die in Frankrijk wordt geschat op 30 millioen quar-
ters tegen 46 millioen quarters in het vorige jaar en in
Italië op 27 millioen quarters t’gen 32.580.000 quarters in
het vorige jaar. In de andere Europeesche landen worden
opbrengsten van ongeveer gelijke grootte als in het vorige
jaar verwacht. Tegenover die landen, welke een grootere op-
brengst hebben, staan andere, waar de opbrengst kleiner
wordt geschat, zoodat gerekend mag worden, dat in geheel
Europa buiten Rusland cle tarwe-opbrengst ongeveer even-
veel kleiner zal zijn als ze in Frankrijk en Italië tezamen
kleiner
–
is. Het valt moeilijk te beoordeelen, welke de be.
hoeften aan buitenlandsche tarwe zullen zijn in de Euro-
peesche invoerlanden, gezien de maatregelen, welke in vele
landen in Europa bestaan en die tot resultaat hebben, dat
de invoer van buitenlandsche tarwe wordt beperkt. Zoo
moet in Frankrijk bij de fabricage van meel 90 pOt. bin-
nenla.ndsehe tarwe worden gebruikt en in Duitsehland op
het oogenblïk 60 pCt. Een der bekende Eugelsche vakbla-
den schat de benoodigde tarwe, welke in Europa in het nu
loopende seizoen zal moeten w
–
orden ingevoerd, op 76 mii-
lioen quarters tegen 60.800.000 quarters in het vorige sei-zoen. Hetzelfde blad berekent de voor uitvoer beschikbare
hoeveelhêid tarwe in de Vereenigde Staten op 31 millioen
quarters en in Canada op 40 millioen quarters. Over de voor
uitvoer beschikbare hoeveelheid van Rusland valt moeilijk iets met zekerheid aan te nemen, doch uit het feit, dat Rus-
land geregeld met tarwe aan de markt is, zou de conclusie
mogen worden getrokken, dat de oogstresultaten in dat land
gunstig waren. De Balkanlanden en indië hebben vrij be-
langrijke hoeveelheden tarwe voor uitvoer beschikbaar; cle
nieuwe oogsten in Argentinië en Australië beloven op het
oog6nblik overvloedig te worden en belangrijk grooter dan
in het vorige jaar werd geoogst. In Argentinië zijn de weers-
omstandigheden gunstig en is op het oogenblik meer vocht in den grond aanwezig dan om dezen tijd in het vorige jaar
het geval was. In Australië is dit jaar de met tarwe be-
bouwde oppervlakte aanmerkelijk grooter dan in het vorige
jaar. Bovendien zijn de weersomstandigheden ook veel gun-
stiger, doordat veel regen is gevallen en men koestert in Australië hooge verwachtingen van de in dit jaar te ver
–
krijgen resultaten. Terwijl dus in Europa de opbrengst dit
jaar kleiner is dan in 1929, wordt dit tekort meer dan
goed gemaakt door betere uitkomsten in Noord-Amerika
en de verwachtingen van grootere oogsten in Zuid-Amerika,
Australië en indië.
In r o g ge w
–
orden geregeld aanbiedingen gedaan door
Rusland, de Donaulanden en Polen, doch de .vraag voor dit artikel is verre van levendig en het kost vaak moeite om de
aangeboden partijen aan den man te brengen. De behoefte
aan rogge in ïnvoerende West-Europeesche landen is niet
groot en de prijzen blijven hangen op ongeveer hetzelfde
niveau, zonder dat er veel beweging in is. In Duitschlaiid overweegt de regeering nog maatregelen om het verbruik
van rogge voor voedercioeleinden te doen toenemen, welke
daarin bestaan, dat aan verbruikers, welke 37Y
2
pOt. rogge,
12Y
2
pOt. aardappelvlokken en 50 pOt. gerst gebruiken, de
gerst zal worden verstrekt met een belangrijke reductie
van het invoerrecht. Het is echter cle- vraag, of deze maat-
regel uitwerking zou hebben, daar de prijs, welke voor dc
373′ pCt. rogge zal moeten worden betaald, aanmerkelijk
hooger is dan de nu geldende. Ook bestaat groote oppositie
tegen het verplichte gebruik van aardappeivlokken. Het is mogelijk, dat het voor den verbruiker toch voordeeliger is
om het geheele invoerrecht op gerst te betalen dan om deze
gerst te krijgen met het gereduceerde invoerrecht, terwijl hij dan de rogge tot een te hoogen prijs moet afnemen en
ook nog aarciappeivlokken geleverd krijgt.
De versehepingen van m af s blijven groot, hoewel ze in
N.
V.
IDUSTRIEELE DISCONTO MAATSCHAPPIJ
AMSTERDAM
LONDEN
BERLIJN
PARIJS
IOPENBAGEN
Maatschappelijk Kapitaal
f
25.000.000.—
Volgestort geplaatst / 12.500.000.-
De Maatschappij financiert de aanschaf fing op termijnbetaling
van Industrie-machines, Landbouwmachines, Zuivel-
installaties, Kantoor- en Winkelmachines,
Bedrijfsautomobielen, enz. enz.
10 September 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE
•
BERICHTEN
817
AANVOEREN in tons van 1000 KO.
• Rotterdam
1
Amsterdam
Totaal
Artikelen
3IAug.I6Sept.
1
Sedert
1
Overeenk. 3IAug.I6.Sept.I
Sedert
lOvereenkH
–
1930
1 Jan. 1930
tijdvak 1929
1930
1Jan. 1930
tijdvak 1929
1930
1929
79.530
1.007.460
1.220.255
7.190
52.112 89.151
3.059.572
1.309.409
Tarwe
………………
Rogge
……………..
3.690
30z.2M6
149.189
–
25.945
400
328.231
149.589
Boekweit …………….
454
11.889 15.084
–
1.588
480
13.477
15.564
15.543
690.472 540.862
8.151
121.602
139.975
812.073 680.837
12.201
328.994
304.961
–
22.363
3.137
351.357 308.098
1.19
126.868 136.905
–
2.812
2.746
129.478
139.651
MaIB ……………….
907
60.295
107.224
452
180.602
242.370
240 897
349.594
Gerst
……………..
Haver
………………
216
102.082
167.022
– –
250
102.082
167.272
Lijnzaad
…………….
Lijnkoek …………….
1333
87.663
59.341
241
28.113
19.077
115.776
78.418
Tarwesneel
…………..
Andere meelsoorten ….
232
–
–
13.439 12.783 310 1.804
–
15.243 12.783
wi
l
e
de afgeloopen week niet dien omvang bereikten van die in
de daaraan voorafgaande. Het zijn hoofdzakelijk Argentinië
en Zuid-Afrika, welke maïs naar West-Europa verschepen.
Die van Roemenië zijn zeer klein geworden en het aanbod
van die maïssoort is schaarsch. Wel zijn exporteurs aan tien l)wiau aan de markt gekomen met aanbiedingen ter
verseheping in October en November tot gereduceerde prij-zen, doch voor die termijnen bestaat nog slechts weinig be-laugstelling. Voor de aangeboden stoomende Argentijnsche en Zuid-Afrikaansche mais bestond slechts matige vraag en
algemeen wordt geklaagd over dc geringe mate, waarin de
consumptie deze graansoort afneemt. De prijzen hebben zich
in het begin der laatste week niet moeite kunnen hand-
haven, doch sedert zijn ze onder den drang van het ruime aanbod allengs ceuigszius gedaald. i)e prijzen aan de ter-
inijninarkten te :i3uenos Aires en te Rosario daalden op de
meeste dagen. Vergeleken bij een week geleden, was het
slot te Buenos Aires op Vrijdag 13 en te Rosario op Zater-
(lag 30 cents per 100 KG. lager. Volgens berichten uit de
Vereenigde Staten heeft de to velde staande niaïs-oogst
sterk geleden en wordt cle opbrengst aanmerkelijk kleiner geschat dan in het vorige jaar. Van uitvoeren van Amen-
kaansche Mixed nials zal dit seizoen dan ook geen sprake
kunneL zijn: Aan den Donau zijn de vooruitzichten van
den nieuwea mais-oogst verbeterd en van particuliere zijde
wordt geschat, dat er in Roemenië een overschot voor uit-
voer beschikbaar zal zijn van ongeveer 7 millioen quarters,
waarin het overschot van den vorigen oogst van ongeveer
2 millioen quarters begrepen is.
Dc verschepingen van ge r s t uit ha.’ens aan den Donau
en van Rusland blijven groot, al waren die uit Rusland in
de afgeloopen week dan ook kleiner dan die van een week
geleden. Het aanbod van stoomende partijen en van gerst
op af lading is steeds groot en hoewel cle consumptie van
gerst,
tengevolge van de lage prijzen, dit jaar aanmerkelijk
is vermeerderd, is de daardoor ontstane vcrmeerderde vraag
nog lang niet altijd voldoende om de prijzen te handhaven.
Dezo zijn in de eerste helft der afgeloopen week vrij sterk
gedaald en tot de verlaagde prijzen zijn flinke zaken tot stand
gekomen.
01)
den vangen Vrijdag, toen cle iiuitsche regeering
bekend maakte, welke maatregelen zij zon nemen om het
verbruik van rogge te vermeerderen
cii
dat daarbij het in-
voerrccht op gerst tot op de helft zou worden gereduceerd
voor die verbruikers, die gedeeltelijk Duitsehe rogge zouden
afnemen, verlevendigde dc vraag in Diiitschland en stegen
de prijzen op dien (lag aanmerkelijk. Den volgenden dag was
het echter irietde verbeterde stemming reeds weder gedaan
eir
sedert ging de geheele verhoogiug verloren, terwijl koo-
pers zich meer van de markt terugtrokken.
in h a
v
e r komen weinig zaken tot stand. Russische en
Plata-haver worden geregeld aangeboden tot in de af ge-
loopen week eenigszins dalende prijzen, doch omzetten van
bet,eekenis komen niet tot stand.
SUIKER.
Na de verbeterde stemming voor suiker der voorafgaande
week, vervielen cle markten weder in de algemeene apathie,
welke reed. zoo lang de overhand had..
In A m e r j k a, waar men vooral veel verwachtte van het voorstcl tot beperking van den uitvoer van Cubasui-
ken naar Amerika tot 2.800.000 tons, werd men, behalve
door de in ons vorig rapport opgenomen ramingen van
Mikusch, teleurgesteld door het feit, dat Europa niet vol-
(bende meeging met cle nijzing van de Amerikaansche markt.
liet voorstel der Cubaners immers, dat beoogde door mid-
del van deze uitvoerbeperking ten volle te profiteeren yan
liet bdgunstigingstarief in de V.S., terwijl de rest van den
oogst voor ,,dumping” op andere markten benut zoet kun-
nen w’orden, kan als wapen in Cuba’s hand beschouwd wor-
den tegen de uitvoerende landen iii Europa en Java.
Er giüg in A m e r ik a slechts zeer weinig om in ruw-
suiker tot ca. 1.20 de. c. & fr. en de noteeningen op de
New-Yorksche termijnmarkt brokkelden geleidelijk af tot Sept. 1.10; Oct. 1.11; Dec. 1.18; Jan. 1.21; Mrt. 1.29, ter-
wijl de laatste noteering voör Spot Ceutr.
.3.26 was.
De ontvangsten in dc Atlantische havens der V.S. be-
droegen deze week 62.000 tons, de versmeltingen 45.000
tons tegen 58.250 ,tons verleden jaar en de voorraden
331.000 tons tegen 608.134 tons verleden jaar.
De C u b astatistiek luidt
als
volgt:
1930
1929
1928
Tons
Tons
Tans
Cubaproductie ……………4.671.260 5.156.315 4.037.833
Consumptie …………….78.88
107.315
130.833
Weekontv. afscheephavens.
32.867
49.850
61.165
Totaal sedert 1/1 ……….3.314.460 4.416.167 3.339.660
Weekexport…………….46.463
94.028
96.706
Totale export sedert 1/1
2.168.371 3.677.099 2.511.269
Voorraad afscheephavens ….. 1.278.97].
739.068 828.391
Voorraad binnenland……..1.445.070
633.562
561.386
In E n g e 1 a n cl was de markt bom zonder eenige zaken
van belang. De slot-noteeringen op de Londensche termijn-
markt luidden als volgt:
September ……Bietsuiker basis 88
0
fob. Sh. 49
December ,, ,, ,, ,, ,, 51-
Januari ……..Rietsuiker basis 96
0
cii. ,, 5
11
8k
Maart ………. ,, 6/-
ei …………
6/3
Augustus
,,
616
Op J a v a kon de VlSi’. venllere 7000 tons Superieur
en 19000 tans No. 16 en hooger tot de oude limities van de
hand doen. De totale verkoopen bedroegen thans ca. 530.000
tbns hij een totalen oogst van bijna 3 millioen tans. Ook h i e r te 1 a n cl e zagen wij een uiterst kalme markt
met zeer geringe omzetten. De prijzen konden zich ook bij
ons niet handhaven, hetgeen te zien is aan de slotnoteerin-
gen
01)
cle Amsterdamsche termijnmarkt: Dec.
f
8%, Mrt. •f 8% en Mei
f 9,
alles verkoopers met koopers tot
f i/
lager. De omzet bedroeg slechts 1800 tons.
KATOEN.
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaanscbe havens.
(In dulzendtallen balen).
1 Aug. ’30 Overeen komstige periode
tot
29Aug.30
1929
1
1928
Ontvangsten Gulf-Havens.
636413
244
11
Atlant.Havens .J
UitvoernaarGr.Brittannië
31
– 19
40
‘t Vasteland etc
162
157
196
Japan
44
64
47
Voorraden.
(In dulzendtallen balen).
29Aug.’30
Overeen komstig tijdstip
–
1929
1928
.Anierik. havens ……….
.1881
662
474
Binnenland ………….559
194
246
New York ……………237
109
23
New Orleans ………….307
51
98
Liverpool ……………210
313
385
‘ilarkti,ericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 3 September 1930.
De Ant.erikaansclie katoenmarkt ‘is op Donderdag en Vrij-
dag weer vasten geweest, doek sedert dien tijd met een
flauwere New-York-markt verleden Vrijdag, zijn prijzen
langzanierhaed weer flanwer geworden, totdat gisteren Mid-
Amenican spot in Liverpool weer 6.41 d. bereikte, hetzelfde
niveau als op 25 Augustus, vat liet laagste punt is sedert
818
ECONOMISCH-STATISTISCHE ‘BERICHTEN
10
Septeber 1930:
December 1926. Ofschoon New-York gisteren flaiver
opende, trokken prijzen later veer aan, doch sloten 9 tot
17 punten lager, terwijl Liverpool hedenmorgen gereageerd
heeft door 6 tot S punten lager te openen. Egyptische ka-
toen heeft
zich
tussehen nauwe grenzen bewogen, dochver-
koopen zijn slechts gering. De lagère prijzen van Amen-
kaat:,sdhc katoen iii het begin van de vorige
–
week brachten
een betere vraag voor Spot” cotton en verkoopen in Liver-
pool bedroegen tot 24.670 balen. Het is wel vermeidens-
‘aard, dat hiervan 9250 balen Amerikaan.sehc en het totaal I3raziel en Perusoorten 9220 balen bedroeg.
De opleving van den handel in de Amerikaansche garen-
markt, clie in ons laatste rapport gemeld s.’erd, heeft zich
niet kunnen handhaven en is ook de gewoonte om geduren-
cle de Oldham vacantiedagen te ioopen niet gevolgd. Over
het algemeen genomen, zijn verkoopen slechts van een detail-
karakter in alle soorten twist en wef t, als ook in ringboo-
men. Ook is er een circulaire in de markt geweest, welke
gisteren door de grootste combinatie gepubliceerd werd,
waarbij een poging fwerd gedaan om .grootere nummers voor
enkele maanden vooruit tegen een vaste •basis op futures
te. verkoopen. Desniettegenstaande zijn in enkele gevallen
bescheiden zaken gedaan, doch het algemeen idee is, dat
verschillende orders, die thans geboekt zijn, zoo veel boven
de hiuclige clagprijlen liggen, dat gebruikers van garens zich
afzijdig houden, daar zij weer in de markt wensohen te
komen op het laagst mogelijke punt, teneinde zoodoende een
beteren gemiddeklen prijs te krijgen. In Egyptische garens
gaat weinig om, daar, zoowel wat twist als wefteops be-
tref t, cle handel eenigszins beperkt is. Enkele spinners spre-
ken als hun meening uit, dat de vraag iets beter is en dat er over het algemeen ee vroolijker toon heerscht. In ge-
twijncle garens bestaat een betere vraag en er schijnt wat
meer vertrouwen te zijn in het huidige prijsniveau.
De doek.markt is kalmer dan een w’eek geleden en er zijn
dan ook slechts weinig zaken gedaan. De vraag van Hong-
k.ong is weer wat geringer •en China heeft tot nu toe geen
ernstige poging gedaan om voor het voorjaarsseioen te
koopen. Van Indië komt nog een geregelde vraag en hoe-
wel een groot gedeelte hiervan niet tot ziiken leidt, zijn er
toch nog orders geboekt, speciaal voor lichte goederen voor
Madras en Karachi. Ook de andere markten hebben in ge-
ringere mate bijgedragen tot de algemeene som van zaken,
doch alles tezamen genomen is hèt een teleurstellende
w’eek geweest. Prijzen blijven merkwaardig vast’ alle om-
standigheden in aanmerk?ag gen omen.
Liverpoolnoteeringen
Oost. koersen
26Aug. 2 Spt.
27Aug. 3Spt. T.T.opBr..Indië
1/5k 115%
G.M. American 7,14 6,97 T.T.opllongkong 113% 1/3H
F.G.F. Sakellaridis l0,4Q 10,25 T.Top Shanghai ljC%
1/67/,
–
KOFFIE.
Ook deze week werd de markt, zoowel in de productielan-
dec als aan de coi.isurnptiemarkten, geheel beheerscht door
den loop van den Braziliaanschen wisselkoers. Na aanvan-
kelijk nog iets gestegen te zijn, bij welke gelegenheid, hij
wederom den stand. bereikte van 5 d. op Londen, zakte de koers iets in om daarna weder te stijgen, waardoor hij ten-
slotte bij het opmaken van dit bericht bijna 4 pOt. hooger was
gekomen dan . een week tevoren.
D6ze
vastere stemming
hangt samen met de reeds in het vorig Overzicht besproken
geruchten, volgens welke het Braziliaansche Gouvernement
waarschijnlijk de beschikking zou krijgen over nieuwe mici-
delen, benoodigd voor de stabilisatie van dan koers. Al zijn
het ook nog slechts geruchten, w’aarvan de officieele be-
vestiging tot nu toe is uitgebleven, toch oefenden zij in-
vloed uit, hetgeen na de scherpe daling van de laatste we-
ken niet te verwonderen is. De aanbiedingen van het groote
productielaud liepen dan ook in de laatste dagen w’ederom
niet onbelangrijk op, zoodat op het oogenblik voor Santos
2/6 it 3/- per cwt., voor Bio 116 it 2/. en voor Victoria 113
2/- meer gevraagd, wordt dan acht dagen geleden.
Volgens dezer dagen uit Brazilië ontvangen telegram, is
cle limiet der dagelijksche aanvoeren in de haven van Rio
voor de eerste helft van cle maand September vastgesteld
op 11.694 balen tegen 11.464 balen voor de tweede helft
van Augustus.
De toestand aan de loco-markt bleef onveranderd kalm met onbevredigenden afzet en de officieele noteering van
Superior Santos werd verlaagd van 35 op 34 ct. per ‘ KG.,
terwijl die van Robusta op 28 et. werd gehandhaafd.
Aan de termijnmarkt volgden de noteeringen, zij het ook
in bescheidener omvang, den loop der prijzen in het pro-
ductielaild. Aan de Rotterdamsche markt stegen zij aan-
vankelijk k % ct., daalden daarna ongeveer evenveel
om zich tenslotte weder %, A.
5
/s et. te herstellen. Dinsdag 9 dezer des voormiddags waren zij als -volgt: September
21%, December 20, Maart 19%, Mei 19J/4, September 19 ct.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos op
prompte verscheping zijn . tha.ns ongeveer 48/-
a
50/- për
cwt. en van dito Prime ongeveer 50/6 è 521.,’ terwijl zij van
Rio type ‘New-York 7 met beschrijving, prompte versche-
ping, beclraged 31/9 A 33/-.
STATISTISCH O VERZICHI
–
‘
TARWE
HardWlnter
No. 2 loco
Rotterdam!
Amsterdam
per 100 K.G.
R000E
AmericanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per lOO K.O.
MAIS
La Plata
loco R’dam(A’dam
per 2000 K.G.
GERST
AmerNo.28)
loco
Rotterdam
per
2000 K.G.
LIJNZAAD
La Plata
loco
R’dam/A’dam
per 1960 K.G.
STEENKOLEN
Westiaalsche! Hollandsche bunkerkolen
–
ongezeefd f.o..
R’damjA’dam
per 1000 K.O.
PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude t/iii
33.90
Bé s. g.
per barrel
IJZER
Cleveland
Foundry No.3
f.o.b.
Middlesbrough
per Eng, ton
KOPER
Standaard
Locoprijzen
Londen
per Eng. toti
11.
1
/0.
t!.
0
/0
f1.
0/
f1.
0/’
f1.
0
/0
.
f1.
01
$
0/
.
Sh.
0/
Jaargemidd. 1925
17.20
100,0
13,07
6
100,0
231,50
100,0
236,00
.100,0
462,50
100,0 10,80 100,0 1.68
100,0
731-
100,0
.62.116
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75.3
196,75
83,4 360,50 77,9
17,90
165,7 1.89
112,5
8616
118,5
58.11-
93,5
»
1927
14,75
85,8
12,476
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
11,25 104,2
1.30
77,4
731-
100,0
55.141-
89,7
1928
13,475
78,3
13,15 100.6
226,00 97,7 228.50
96,8
363,00
78,5
10,10
93,5
1.20
71,4
661-
–
90,4
63.16/-
102,8
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6
11,40 105,6
1.23
73,2
7016
96,6
75.141-
121,9
r
nuari
1928
13,50
78,5
12,70′
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00
78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-!-
99.9
ebruari
»
13,80
80,2
12,875
98,5
226,50
91,8
243,75
103,3
361,00
78,0
10,00
92,6
1.21
72,0
651-
89,0
61.12/-
–
99,2
Maart
14,60
84,9- 14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75 75.8 9,95
92,1
1.19
70,8
6516
89,7
61.316
98
1
6
April
15,30
88,9
14,97
6
114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
L19
70,8
661-
90,4
61.1416
.99,4
Mei
15,30
88,9
15,47
5
118,4
238,50
103,0
260,75
110,5
372,00
80,4
10,60
98,1
1.19
70,8
66/-
90,4
62.151-
101,1
Juni
14,37
6
83,6
14,27
6
109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
1.19
,
70,8
661-
90,4
63.171-
102,9,
Juli
14,25
82,8
13,07
6
100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75 77,8
10,10
93,5
L19
70,8
661- 90,4 62.181-
101,3
Augustus
12,00
69,8
12,62
5
96,6 214,75
92,8
226,75
96,1
350,75 75,8
10,05
93,1
1.21
72,0
66/-
90,4
62.1016 100,7
September
»
11,65
67,7
11,575
88,5
198,75
85,9
198,25
f84,0
350,75
.
75,8
,10,00
92,6
1.21
72,0
661-
90,4
63.8/-
102,1
October
12,27
5
71,4
12,27
93,8
218,50.
94,4
189,50
80,3
366,00
791
9,95
92,!-
1.19
70,8
‘661-
90,4
‘65.12/-
105,7
November
12,32
5
71,7
12,075
92,4 227,25
98,2
185,50
78,6 386,25
-835
10,20
94,4
1.18
70,2
661-
Ç0,4
67.181-
109,4
December
,.
12,30
71,5
11,90
91,0 220,25
95,1
180,50
f76,5
373,75 80,8
10,10
93,5
1.18
70,2
661.-
90,4
70.31-
113,0
1929
,,
anuari
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
1000
194,25
82,3
365,00 78,9
‘
10,10
93,5
L16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,7
ebruari
,,
12,72
5
74,0
12,65
96,7
236,00
1
0
1
:9
194,75
82,5
.357,25
77,2
12,90
119,4
1.11
66,1
66/6
91,1
–
.
78.-/6
125,7
Maart
,,
12,65
73,5
12,626
96,6 233,00
100,6
191,75
81,3
359,00
77,6
12,00
III
t
LII
66,1
671-
91,8
89.8/-
.
144,0
April
12,12
5
70,5
11,625
88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
11,05
102:3
1,11
66,1
681-
93,2
82.1716
133,5
Mei
•
11,125
64,1
10,575
80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50 78
1
6 11,15
103,3 1.16
69,0
6916
95,2
75.416
121,2
juni
10,876
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25 76,8
11,25
104,2 1.30
77,4
71/-
97,3
74.11/-
120,1
,uli
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50 94,4
191,25
81,0
415,50 89,8
11,25
104,2 1.30
77,4
72(6
99,3
72.12/6
117,0
Augustus
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50
87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
11,25
104,2
1.30
–
77,4
7216
99,3
73.171-
119,0
September ,,
12,62
5
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6 11,40
105,6
1.30
77,4
7216
99,3
74.191-
120,7
October
November
12,10
11,776
70,4
68,5
9,876
9,20
75,6 70,4
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7
11,25
104,2 1.30
77,4
7216
99,3
72J6/-
117,3
,,
174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5 11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3
70.51-
113,2
December
,,
12,625
73,4 9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4 482,00
104,4
11,75
108,8 1.30
77,4
1
72/6
99,3
68.616
110,1
Januari
.1930
12,676
73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
11,75 108,8
1.21
72,0
7216
99,3
71.916
115,1
Februari
,,
11,725
68,2
8,176
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
1
398,50
86,2
11,75 108,8
1.11
66,1
72/6
99,3
71.12/6
115,4
Maart
,,
10,90
63,4
7,15
54,7 143,50
62,0
125,00
53,0
1
390,00
84,3
11,55 106,9
1.11
66,1
701-
95,9
68.1916
111,1
April
»
.
11,176
65,0
7,62
5
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
1
431,00
93,2
11,35
105,1
1.165
69,3
6716
92,5
61.31- 98,5
Mei
»
10,45
60,8
6,55
50,1.
148,50
64,1
114,50
48,5
/
405,00
87;6
11,35
105,1
1.18
6
70,5
6716
.92,5
53.91-
86,1
Jüni
‘,
10,05
58,4
5,17
6
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0 1
385,50
83,4
11,35
105,1
Ll8
5
1
70,5
67/6
92,5
50.116
80.7
Juli
»
9,55
55,5
5,826
44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
1
345,75
74,8
11,35
105,1
1.185
1
70,5
6716
92,5
48.21-
77,5
Augustus
1 September
:
9,45′
54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
1
365,00
78,9
11,35
105,
1
L185
1
6
5
/-
70,5
89,0
47J5/-
76,9
9,-
52,3 5,75
44,0-
139,00
.
60,0
114,00
48,3
1
332,00
71,8
11,35
105,1
1.18
6
,1
70,5 6316
87,1
47.151-
76,9
8
»
»
9,-
52,3
5,50
42,1-
–
134,00
57,9
107,00
45,3
I
345,00
74,6
11,35
105,1
1.185
/
70,5
63/6
87,1
47.1216
76,7
‘)Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers.van 8 en 15 Augustus
1928
(No. 658 en
659)
pag. 689190 en 7.,
2
)Western vôôr de invoering van
Ook Nedcrlandsh-Indië was met cle prijzen der erschil-
lende Robusta.soorten wat vaster, doch het aanbod was ge-ring. Op het oogenblik zijn de prijzen in de eerste .hatid als
volgt:
Palembang Robusta, September-vrscheping,
16
ct.; Ben-
koelen Robusta, September-verscheping,
16
ct.; Mand-
heling Robusta, September-verseheping.
18
et.; W.I.B. faq.
Robusta, September-verseheping,
244
ct., alles per
cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
I)c slot-noteringen to New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No.
7)
waren
Sept.
I
Dec.
I
Maart
I
Mei
8
Sept.
……
$
.6,28
$
6,23
$
6,-
$
5,94
5,45
5,55
5,50
,,
5,53
29
Aug
……….
25
,.
……
5,55
.
5,45
5,44
,,
5,40
18
,……..
…
,,
6,29
,,
5,91
5,70
..
5
1
73
Dc zichtbare voorraa
-1
, was op 1 September in Europa
1.866.000
balen tegen 2.071.000 halen op 1 Augustus. In
Amerika bedroeg hij 784.000 balen tegen
862.000
balen op
1
Augustus. – In Europa 6n in Amerika tezamen was de zichtbare vooraad dus
01)
1
dezer
2.650.000
balen tegen
2.933.000
balen op t Augustus. Hij bedroeg op 1 September
1929-2.850.000
balen en op 1 September
1928-2.900.000
balen.
i)e zichtbare were1dvoorraacl was op 1 dezer
5.522.000
balen tegen
5.400.000
balen op 1 Augustus en
5.316.000
balen verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de
voorraden in het binnenland van Brazilië, waarvan het cij.
fer van 1 September nog niet bekend is, doch (lie op 1
Augustus bedroegen
22.129.000
balen en op 1 September
1929-13.185.000
balen).
Itotterciam, 9 September
1930.
Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.
Zichtbare voorraad op 1 Augustus in duizenden balen.
1930 1929 1928 1927 1926
Voorraad in Europa…
2.071 2.199 2.180 1.776 1.510
Stoomend [Brazilië
..
428
579
482
563
537
u.Europa kOost
–
Indië.
69
110
161
62
72
2568
2.888
2.823
2.401
2.119
862 760
850
634
690
342
429
501
643
515
8
16
–
–
–
Voorraad Ver. Staten
Stoomend
jBrazilië
naar
Ver.Staten Oost-Indig
10 September 1930
ECONOMISCH-STATISTISCHE .BERICHTEN’
819
De dezer dagen verschenen Statistiek van de Firma G.
Duuring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in Augustus
cle aanvoer geweest is als volgt:
19:10
. 1929
1928
balen
balen
balen
in Europa
………….648.000
. 833.000
773.000
Ver. Statenv. Amerika
725.000
837.000
842.000
Totaal….
1.373.000
1.670.000 1.615.000
De Aanvoeren in ;luropa en in Amerika tezamen gedu.;
rende dc eerste acht maanden van het jaar bedroegen
1.5.308.000
halen tegen
14.681.000
halen in
1929
en
15.540.000
balen in
1928.
De Afleveringen in Augustus waren:
– 1930
1929
1928
balen
balen
balen
in Europa
…………853.000
867.000
846.000
Ver. Staten v.Amerika
803.000
912.000 899.000
Totaal….
1.656.000
1.779.000 1.745.000
i)e Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste acht maanden van het jaar waren
14.953.000
balen tegen
14.482.000
balen in
1929
en
15.056.000
balen in
1928.
Vanaf 1 Juli tot
31
Augustus waren 4e Aanvoeren in
Europa- en in Amerika tezamen
2.929.000
balen tegen
3.395.000
balen in
1929
en
3.329.000
balen in
1928,
terwijl
de Afleveringen bedroegen
3.242.000
balen tegen
3.430.000
balen in
1929
en
3.478.000
balen in
1928. –
VAN CR001 HANDELSPRIJZEN’)
3.780
4.093
4.174
3.678
3.324
Voorr. in Pernambuco
6
2
. .
–
–
Bahia
….
21
6
16
17
23
Victoria
..
104
44
85
44
–
RiodeJaneiro
291
247
284
263
267
Santos
….
1.127
1;030 1.136
840
1.087
Paranagua.
71
25
25
–
–
Totaal
……
5.406
*5447
$5.721
*4.842
0
4.701
Op
1
Juli
…………5.593
*5.338
0
5.729
*4.720
*4.571
Niet inbegrepen de binnenl. voorraden in Brazilië.
De binnenlandsche
voorraden
te
Santos
.
Rio de Janeiro
1 Juli
1926
2.833.000
balen
1 Aug.
1926
3.098.000
1
Juli
1927
3.312.000
1
Aug.
1927
5.289.000
TIN
locoprijzen
Londen per
Eng. ton
KATOEN
for Mlddling
locoprijzen
New York per Ib.
WOL
gekamde
Australische,
Merino, 645 Av.
loco Bradtord
per Ib.
WOL
gekamde
Australische,
CrossbredColo-
nial.Carded, 50’s Av. loco
Bradford per Ib.
–
RUBBER4)
Standaard Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen
per Ib.
SUIKER
Witte kristal-
suiker loco
R’dam!A’dam.
per
1
IOO K.G.
KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
per
t,
K.G.
THEE
AfI. N.1. theev.
A’dam gem. pr.
Java- en Suma-
tratheep.'(2K0.
lndexcijfer
Vhs. Centr. B.
v. d. Stat.,
herleid
van 1913= 100
tot 1925=100
lndexcijfer
van The
EConomI8t,
herleid
1927
=
loo
tot 1925=100
£
0
10
$
els.
0
10
–
pence
0
10
pence
°lo
Sh.
0
/0
II.
0(
0
ets.
o(
ets.
°!o
261.171-
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
.
100,0
100,0
100,0
290.1716
111,1
17.55
75,5
47,25
85,9
24,75 83,9
2!-
67,4
-17,50
93,3
55,375 90,2
94,25
111,5
93,2 92,9
290.41-
110,8
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
-89,8
116,375
51,6
19,12
5
102,0
46,875
76,4
82,75
97,9
95,4
.
89,5
227.51-
86.8
20,00
86,0
51,50
93,6
30,50
103.4
-110,75
30,2
15,85
84,5
49,625 80,9
75,25
89,1
96,4
87,6
203.15
1
6
77,8
–
19,15
87,4
39,-
70,9 25,25 85.6
-110,25
28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
–
6),25
82,0 91,5
82,6
255.11-
97,4
19,25
82,8 53,00 96,4 29,75
100,8
117,25
54,0
17,37
5
92,7
46
74,9
84,5
100,0 98,7
87,9.
233.1016
89,2
18,35
.
78,9
54,75
99,5
31,75
107,6
1
13,
7
5
44,2
16,75
89,3
46
74,9
79,5
94,1
96,8
.87,9
233.1716
89,3
19,35
83,2
55,00
100,0
33,25
112,5
110,75
35,8
16,876
90,0
4′
76,6
79
93,5
,
98,1
–
89,2
234.61-
89,5
20,65
88,8
54,50
99,1
33,00
111,9
-)9,375
26,3
–
16,87
5
90,0
47
76,6 74,25 87,9 98,7
90,5
230.13!-
88,1
21,55
92,7
54,25 98,6 32,25
109,3
-19
25,3
16,62
5
-88,7.
48,25
78,6
78,25
92,6
98,1
.91,2
218.8(6
83,4
21,35
91,8
55,50
100,9
31,75
107,6
-19,25
26,0
15,75
84,0
49
79,8
73,25
86,7 98,7
89,8
211.191-
80,9
21,75
93,5
53,00 96,4 31,25
105,9
-19,25
26,0
15,50
82,7
49,875
81,3
71,25
84,3 95,5
88,2
211.181-
80,9
19,30
83,0
51,75
94,1
30,00
101,7
-(9,25
26,0
16,00
85,3
51,875
84,5
67,75
80,1
92,9
86,6
214.716
81,9
18,55
79,8
47,00
85,5
29,00
98,3
–18,5
-23,9
15,87
5
84,7
52.75 86,0
–
70,25
83,1
93,5
85,4′ 221.191-
84,8
19,45
83,7
46,25
84,1
27,25 92,4 -18,8
.24,7
14,625
78,0
53
86,4
73
–
86,4 94,2
.
85,1
232.1016
88,8
19,90
85,6 47,25 85,9
27,50
93,2-
-18,625 24,2
14,00
74,7
53
86,4
75,75
89,6 95.5
85,1
228.81-
87,2
20,45 88,0 46,25
84,1
28,00
94,9
-j8,5
23,9
13,926
74,3 51,75
84,3
1
76,5
90,5
–
95,5
84,8
222.716
84,9
20,20 86,9
46,75
85,0
28,75
97,3
-19,875 27,9
13,775
73,5
53,125
86,6 77,25
91,4
94,.
84,6
222.111- 85,0
20,10
86,5
44,25
80,5 27,75
94,1
II-
33,7
13,375
71,3
54
88,0 74,25
87,9 94,2
85,4
221.016
84,4 21.25 91,4 44,00
80,0 27,50
93,2
110,125
–
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1.
94,8
85,8
207.516
79,2
20,45 88,0 43,25
78,6
27,25
92,4
-110,5
29,5
.13,375
71,3
54
88,0 74,25
87,9 92,9
83,9
197.5(6
75,3
19,40
83,4
41,50
75,5
26,25
89,0
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0 73,50
87,0
91,6
81,7
–
200.51-
76,5
18,75
80,6 40,00
12,7
25,75
87,3
-f
10,625
29,8 2,00
64,0
54
88,0 69,50
82,2
–
91,0
81,9
209.516
79,9
18,65
80,2
38,75 70,5 24,75 83,9
-III
30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
81,1
91,0
83,7
210.111-
80,4
18.60
80,0
.37,00
67,3
24,00
81,4
-110,5
29,5
13,00
69,3
53,50
87,2
64
75,6
91,6
83,6 .205.516
78,4
18,90
81,3 34,25
62,3
23,75
.
80,5
-110125
28,4
13,475
71,9 51,75
84,3
64
75,6
91,0
.
82,0
188.916
72,0
18,45
79,4 32,50
59,1
22,50
76,3
-(9,625
27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
.78,1
90,3
,
80,5
l82.-(6
69,5
17,50
75,3
36,25
62,3
23,00
78,0′
-18,125 22,8
12.50
66,7
41,75 68,0 66,50
78,7
88
1
4
788
178.1816
68,3
17,25
74,2
31,25
56,8 21,25 72,0 -18
22,5
12,075
64,4
36,75
59,9
60,75
71,8
87,1
78,8
174.131-
66,7
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
-(7,375
20,7
11,675
62,3
–
35
57,0
60,50
71,6
84,5
–
76.9
174.41-
66,5
15,45
66,4 28,50
51,8
17,75
60,2 -18
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58
1
25 68
1
9
81,3
75,2
1165181.
63,4
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9
-17,625
21,4
–
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7 78,7
74,2
1161.1716
61,8
16.45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
-17.375 20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50
70,4
78,7
72
0
8 145.-1-
55,4
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0 -16,875
19,3
9,80
52,3 34,75
56,6 58
68,6′
76,1
72,0
136.416
52,0
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3
-16,125
17,2
9,770 52,1
1
–
53,8
–
58
68,6
76,1
–
70,4
134.1716
51,5
13,10
56,3
27,00
49,1
‘
16,75
56,8
-15,625
15,8
9,275
–
49,5 31,50
51,3
55,50
65,7
74,2 69,3
135.516
51,7
11,95
51,4 27,25 49,5
16,50
55,9
-14,875
13,8
8,50 45,3.
29,50
48,1
55,25
6,4
–
67,9
133.151-
51,1,
11,65
5
50,1
5
27,256
49,56
16,00
6
54,2
6
-(4,75
13,3
8,62
5
46,0
1
28
45,6
133.1216
51,0
.
,
-13,9375
11,1
8,25
.44,0
1
28
45,6
–
de huidige otticieele noteeringswijze Uan. 192);vanatlb
IJec.1974f
K.U. I
–
longaarscne; vanat zo mei i.iu £.-t(ussIscne.°) MaiIlng voorue invoering van ue nuiuige
offic. not.wijze (Jan. 1928).
4)
Jaar- en maandgem. afger. op ijs pence.
6)
5Sept.
6)4
Sept.
820
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
10 September 1930
1 Juli
1928
11.672.000 balen
1.180.000 balen
1 Aug.
1928
11.986.000
,,
1.012.000
1 Juli
1929
8.785.000
,,
136.000
1 Aug.
1929
10.448.000
,,
317.000
1 Juli
1930 21.210.000
,,
1.621.000
THEE.
–
Van de theemarkt gedurende de vorige week valt slechts te vermelden een prijshoudende stemming voor superieure
soorten en iets lagere prijzen voor onaantrekkelijke mid-
densoorten.
Ook ordinaire thee was eerder iets flauwer. Londen gaf
voor Java- en Sumatra-theeën over het algemeen geen mooie
prijzen te zien. Slechts kleine gruizen werden iets beter
betaald. Ook in Calcutta was d.e stemming op cle veiling
van 1 dezer ongeveer prijshoudend. De Londensche aanvoercijfers over Augustus bedroegen
niet minder dan 52
1
/2
millioen lbs. of bijna 5 millioen lbs.
meer clan in Augustus 1929. Daarentegen wareii de afleve-
ringen met bijna 38 4 millioen lbs. practisch gelijk aan clie
van verleden jaar, terwijl de voorraden verder opliepen van
201 millioen lbs. per ulto. Juli tot 215 millioen lbs. per ulto.
Augustus, hetgeen 2334 millioen lbs. meer is dan op ulto.
Augustus verleden jaar. Deze voorraadeijfers zijn zeker
niet fraai te noemen, hoewel zij op zich zelf beschouwd
geen verrassing waren, wegens de hooge uitvoercijfers uit
Britsch-Iuclië, alzoo van Ceylon, waarop tot nu toe de over-eenkomst tot gezamenlijke oogatbeperking nidt veel invloed
heeft uitgeoefend.
De eenige hoop is deze, (lat hetgeen men in deze gebieden
in de eerste helft vati het jaar niet beperkt, in de tweede
helft van het jaar moet worden ingehaald, indien men
zich tenminste aan de gesloten overeenkomst houdt. 1)e uitvoer van Zuidelijk Britsch-Indië bedroeg over Juli
5,7 millioen lbs. tegen 6.2 niillioen lbs. in 1929.
Amsterdam, S September 1930.
STEENKOLEN.
In alle centra van productie is cle eenige weeklacht over
den weinig vlotten gang van zaken. Koopers leven in af-
wachting van de dingen, die komen zullen en sieculeeren
er op, dat de verhooging van cle zelfkosten, die in Engeland
van het aannemen -van de Coal Mines Bill het gevolg moet
zijn, zelfs indien de mijnwerkers unaniem ziéh bereid ver-
klaren 90 uren per veertien dagen te werken in plaats van
734 uur per dag; door de afwezigheid van eenige vraag van
beteekenis niet in de verkoopprijzen tot uitdrukking zal
komen.
l)e prijzen zijn
Northumberland Ongezeefcle . : ………
f
9.50
Durham Ongezeefde ……………….. .., 10.-
Cardiff 213 large 1/3 sma-Ils ……………12.50
Schotsche Gezeefcle (Prime Lothiauis) ….., 9.10
Yorkshire gen
–
asschen Singles ………… ..9.25
Westfaalsche Vetförder ……………….12.35
Vlamstukken T …………..13.50
Smeenootjes
………….. ..13.-
Gasvlanuförder
…………..12.25
Gietcokès
………………, 16.50.
Hollanclsche Eierbriketten …………….15.50
alles per ton van 1000 KG. franho station Rotterdam/Am-
sterdam.
Ongezeêf cle bu ukerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam
f
11.35. Markt lusteloos.
.
9 September 1930.
IJZER.
])e stemming op dc Continentale rnwijzer-exportmarkt
is onveranderd kalm. De exportprijs van Lux. 3 is in de
laatste weken wederom gedaald. Over het algemeen
is cle prijssituatie momenteel zeer noverzichtelijk.
])e vraag op de ClevelancI-niarkt is na de vacanties
slechts weinig toegenomen ondanks de voorafgaande prijs.
verlagingen.
It)e staalmarkt hd de laatste week een levendiger aan-
ziën en vas iets -vaster gestenicl dan tot dusverre. Na cle
ontbinding van de overeenkomsten in zake de prijsstell ing
01)
sle exportmarkt van staf-, band- en plaatijzer (medio
Juli), zijn thans ook de karteliprij-zen voor halffabrikaten
en profielijzer opgeheven, waardoor het geheele stelsel dèr
minimuln-noteeringen tot het verleden behoort.
VRAcHTENMARKT.
Graan van iVoord-Ame,-ika.
Het aanbod van lading was in cle afgeloopen week zeer gering en de vrachten waren
flauw-.
Er vonden slechts enkele afsluitingen plaats, n.1. van
Jioictrcal
naar Avonrnouth pei- medio September tegen
1(1034 per qtr. en naar de Middellandsehe Zee per be-
gun September, alsmeclê eind October/begin November tegen
resp. $012 en $01434. –
Noord-Pacific.
Ook in deze a-fdeeling was het kalm. ])e
eenige afsluiting betreft een 8500 tonner per September
van Vancouver
01)
basis van 22/6 naar U.K.fContinent, met
een reductie van 6 d. iiaar Antwerpen of Rotterdam, en
cventueel zou verdere scheepsruimte voor SepteniberOcto-ber laden
01)
deze basis geplaatst kunnen worden.
La Plata. In
de La Pla.ta afdeeling ging ineei one dan de
voorafgaande week. ])e vraag was beter en de vrachten lie-
Pa” een shilling op. Voor Septembei laden is het aanbod
van scheepsrnimte niet groot, in het bijzonder wat handige
booten betreft, terwijl enkele groote schepen in ballast naar
Chili en de Kaap vertrokken zijn. Van de Bovenrivier naar
. U.K./Contiuent werd voor handige booten tot 21/- voor
September laden betaald, welk cijfer te herhalen is; grootere
booten van 7000 ton en daarboven verkregen 19/6 met 6 cl.
minder voor Antwerpen of Rotterdam. Van de Bovenri-
vier naar Marseille direct werd een 6900 tonner tegen 2016
afgesloten, eveneens voor September laden.
Salpeter van Chili.
Deze markt was-wederom zeer leven-
dig. Sinds het laatste bericht werd ca. 190.000 ton lijnruim-
te geboekt, en wel haar Duinkerken/Hamburg lange tegen
20/6 ler September/October en October en 211- voor maan-
delijksche partijen van October tot Maart, alsmede naar.
l3ordeauxfAntu
–
erpen range tegen 21/6 voor maandelijksche
l)a.rtijen van October 1930 tot Il)ecember 1931, met de optie
kleinere Continentale havens tegen 22/6.
Wat volle ladingen betreft, werd een 9000 tonner per
tweede helft September naar Bordeaux/Hamburg Range
tegen 21/6 gesloten, terwijl een 7500 tonner per October
naar dezelfde range tegen 221- bevracht werd, met de op-
tie Noord_Spanje tegen 23/-, Middellanclsche Zee 24/., Adri-
atische Zee of Alexandrië 251-.
Bevrachters bonen thans minder belangstelling voor lijn-
ruimte naar de gewone havens, maar zijn nog wel open voor
booten voor volle ladingen en zijn bereid 22(6 tot Novemberj l)ecember te betalen.
Sniker van West-indië.
De vraag bleef teleurstellend en
er werd slechts één boot opgenomen, n.l. een 7500 tonner van
San Domingo en Cuba naar UK/Continent tegen 14f- voor
•
begin September laden. Voor schepen van gemiddelde groot-
te ii de vracht van Cuba
–
naar U;K.fCourtinent
–
vodr Sep-
tember/October laden ca. 14/6, – welk cijfer – ook genoteerd
voi-dt voof een handige lading per October naar Liverpool
direct. – –
i)onau en Zwarte Zee.
In beide afcleelingen w
–
as het zeer
levendig en de vrachten liepen op, niettegenstaande het flin-ke aanbod van scheepsruimte. Van den Donau werden zeker
20 booten voor verschillende termijnen tot 25 October be-
vracht en werd in cle meeste gevallen het hoogere cijfer
van 151- naar Antwerpen/Hamburg Range toegestaan. Van
cle Zwarte Zee naar het Continent werd 1113 en in enkele
gevallen zelfs 11/434 betaald, ook voor latere termijnen,
zoonls begin November.
]liddelta?idsclie Zee.
De stemming is iets beter en de
vrachten zijn vast. Ofschoon cle vraag slechts matig is, is
ei niet veel scheepsruimte beschikbaar, omdat diverse boe-
ten van cle Middellandsche Zee naar den Donau zijn gegaan. –
Indien de vraag beter wordt, zullen de vrachten ongetwij-
felci oploopen. Er vonden slechts weinig afsluitingen plaats
voor erts om.: Huelva/Antwerpen of Gent 5/6, Almeria
Pier/Rotterdam of Vlaarclingen 413, Algiers/Rotterdam of
Vlaardingen
41134,
terivjl voor phosphaat van Sfax naar
Duinkerken 5/6, van Tunis naar Antwerpen 6(3 en van
Bona naar Kings Lynn 816 betaald werd.
Noord-S pan.je.
Sinds het laatste bericht vonden geen af-
sluitingen plaats. Er is vraag naar handige boeten per
tweede helft September van Bilbao naai- Gangeniouth te-
gen 5/3, naar Glasgow tegen 5/-, naar Middlesbrough tegen
519 en van Santander naar de Tyne tegen 5/-.
• Kolen van U.K.
De vraag is nog steeds zeer matig en niet-
tegenstaancie de slechte vrachten is het aanbod van scheeps-
ruimte in alle richtingen zeer groot. Naar de Middelland-
sche Zee werd tegen lagere cijfers afgesloten dan sinds vele
jaren het geval was, terwijl bevrachters er in slaagden naar
Buenos Aires wederom tegen 1019 t 111- en
1
paar Rio de
Janeiro tegen 10/4
34
te bevrachten. Afgesloten werd o.a.
van Zuid-Wales: Boj-deaux
3/734,
Lissabon 6/6, Gibraltar
6(3. Alexandrië .6/9. Port-Said 6/9, Singapore en Hongkong 12/-. Las Palma. 7f-. Rio cle Janeiro 1014 34, Buenos Aires
11/.. Rosario 12/-, Trinidad 71434 en Montreal 6/9, en van
cle Oostkust: Wyboi-g 416, Reval 4/3, Lindholm 413. Kopen-
hagen 4/3, Hamburg 3/3, Rouaan 3/9, Huelva 713, Genua
6/3, Las Palmas 7/6, Buenos Aires 11/- en Halifa.x N./S.
8/6.