Ga direct naar de content

Jrg. 15, editie 745

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 9 1930

9 APRIL 1930

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch~Statistische

Ben*chté
*
n

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

15E
JAARGANG

WOENSDAG 9 APRIL
1930

No. 745

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart
ECONOMISC 11-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Ifandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. R. Regout; Dr. E. van Weideren
Baron Rengers; Prof.. Mr. R. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid:
Prof.
Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Assistent-Redacteur: R. M. E. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonnenientsprjs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen (le abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Rüigeplaatweg.

Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uit gevers.Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchè qua- en giro-
rekening No. 6729.
8 APRIL 1930.
De geidmarkt bleef ook deze week weder goed van

middelen voorzien.De vraag naar geld voor de maands-

wisseling bleef niet onbelangrijk, maar deed de koer-
sen niet verder oploopen. Zooals gewoonlijk, was het

hoofdzakelijk Cafl geld, dat gevraagd bleef. Dè no-

teering bleef echter vrijwl op dezelfde hoogte,

meestal was er voor 3 pOt. voldoende aanbod; enkele

dagen kon men ook wel voor 2/
4
pOt. slagen en

Woensdag moest 3
1
1
4
pOt. worden toegestaan. De

prolongatierente opende op 21 pOt. en sloot na een

langzame
stijging
op 3 pOt,; daarentegen was parti-

culier disconto iets gemakkelijker. Bijzondere vraag

voor buitenlandsche rekening bij Vrij gering aanbod

van wissels veroorzaakte een daling van

op

2116 pOt.

* * *

De balans van De Nederlandsche Bank geeft weinig

veranderingen van beteekenis te zien. De post bin-

nenlandsche wissels blijkt met
f 100.000
te zijn

teruggeloopen. De beleeningen daalden met
f
15,5

millioen. Het renteloos voorschot aan het Rijk ver-

toont een vermindering van
f
3 millioen.

De goudvoorraad der Bank bleef vrijwel onver-

anderd.,De zilvervoorraad daalde met
f
800.000. De

post papier öp het büitenland en de diverse reke-

ningen op de actiefzijde der balans stegen resp. met

f
200.000 en
f
2 millioen.

De biljettencirculatie vertoont een ternggang van

f
16,7 millioen. De rekening-courant-saldi blijken

met een kleine
f
300.000 te zijn toegenomen. Het

beschikbaar metaal-saldo steeg met
f
6,2 millioen.

Het dekkingspercentage bedraagt ruim 55.
* *
*

De wisselmarkt ondervond deze week den invloed

van de iets hoogere geldkoersen. De noteeringen

liepen over het algemeen tenig; er was echter een

levendige handel. De koers van het Pond daalde van

12.12 tot 12.111
1
; de Dollar kwam van 2.4918 op

2.4897. Uit den loop van deze koersen valt op te

maken, dat de Dollarkoers in Londen slechts weinig

gefluctueerd heeft; de noteering schommelde dan ook

rond de 4.8650. Marken daalden van 59.48 op 59.4334

(tegen £ 20.37%). FranscheFrancs varieerden slechts
weinig; slot
9.7531
(tegen £ 124.1934). Zwitsersche

Francs schommelen nog al; 48.2334 – 48.2034 –

48.2734 – 48.24 (tegen £ 25.11). De Spaansche

Peseta had een kalme markt: 31.10 – 31.40 – 31.10;

dooreengenomen was er nog al vraag. Zeer gezocht –

op nieuwe leeningsgeruchten – waren de Argentijn-

sche Pesos, die tot 98Y4 stegen (tegen £ 44k) Rio

Canada 2.49.

Termijnen waren alle vaster; de slotnoteeringen

waren voor Ponden 3/
– 1/4, 11/8
– 1, voor Dol-
lars 9 – 7 en 23 – 21 en voor Marken 8 – 7 en

2034 – 1934, alles nog steeds disagio.

LONDEN, 7 APRIL 1930.

Verleden week Maandag, den laatsten dag van de

maand en van het kwartaal, was geld gezocht en

moest een matig bedrag van de Bank van Engeland

worden geleend. Op 1 April was nog een aanzienlijk

bedrag aan geld benoodigd voor de vervroegde vol-

storting op dè nieuwe
4/2
pOt. Conversie Leening,

waarop 5
1
/2 pOt. rente werd genoten en waarvan dus

een ruim gebruik werd gemaakt. Eerst na den isten,
drongen de bedragen van de Aprildividenden tot de

markt door en maakte de positie gemakkelijk voor

de overige dagen der week.

Op de discontomarkt was de stemming reeds van

den aanyang der week vaster. Men begon te reali-

seeren, dat er geen enkele geldige reden was voor

het groote verschil tusschen het particulier en het

officieele disconto. De noteering trok dan ook frac-

tioneel voortdurend aan en steeg tot 2h/
2
_9116 pOt.

toen bleek dat de inschrijvingen voor de schatkist-

promessen tegen 29116 waren aangenomen.

Heden was geld ruim, doch bleef de noteering

voor 3 maands-bankaccepten onveranderd.

Het optimisme op de effectenmarkt van eenige

weken geleden veroorzaakt door goedkoop geld en

door ruime aankoopen van ,,gilt edged” waarden

voor rekening van financieele huizen is nu weder

grootendeels bekoeld, hetgeen
blijkt
uit de eenigszins

lustelooze stemming tegen weinig veranderde prijzen.

324

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 April 1930

VERSCHEPING VAN KALIPRODUCTEN

ALS INTERNATIONAAL VRAAGSTUK.

Iii de zitting van den gemeenteraad van Rotterdam
van 3 Ai1 1930, heeft het’raadsiid Mr. J.. A. de
Visser het vraagstuk van de wijze, waarop de kali-
zouten uit den Franschen Elzas, met gébruikmaking
van de havens van Rotterdam en van Antwerpen, zii!
len worden verscheept, mede bezien als een interna-
tionaal vraagstuk. Het psychologische moment om
een goede internationale verstandhouding tussehen
de belanghebbende havens te bevorderen, werd echter
van andere zijde thans niet aanwezig geacht! Schrij-ver dezes zoude juist
0
1) de internationale zijde van
dit vraagstuk de aandacht willen vestigen. Natuurlijk,
Antwerpen en Rotterdam zijn concurrenten, maar dit
sluit niet uit, dat België en Nederland niet, in de
internationale betrekkingen, ook groote gemeenschap-
pelijke belangen zouden hebben. Het mag hier ook
weleens worden gezegd: op de groote internationale
conferenties trekken Belgische en Nederlandsche
delegaties herhaaldelijk, bijna geregeld, één lijn. Wil
men een voorbeeld uit het allerjongste verleden, men
lette op de goede verstandhouding in de Hsagsche
Codificatie Conferentie van juist deze twee delega-
ties. En men zoude de belangen van België en Neder-
land beide al zeer slecht begrijpen, wanneer men in
de regeling der verscheping van kaliproducten uit
den Elzas niet mede een moment vond onze interna-
tionale verhoudingen met België, op den basis van
het gemeenschappelijk belang, beter te verstaan dan
voorheeu. Strijd, concurrentie, ja zelfs de mogelijk-
heid elkaar te onderbieden, sluiten niet uit, dat ook een gezamenlijk beliing wordt onderkend. Dit gezamenlijk
belang van dc groote havens bijv. tegenover de be-
langen van het industrieel gebied van Luik en ook
tegenover de belangen van den Franschen Elzas is de
de eenige waarborg voor goed en duurzaam interna-
tionaal
rechf.
Daarenboven de regeling van de kali-
productie is reeds een internationaal vraagstuk.
Het Verdrag van Versailles (artt. 51, 74 en 20i)
regelde de aanspraken van den Franschen Staat op
de voormalig-particuliere mijnen in den Elzas. Deze
zijn nu in eigendom van den Franschen Staat overge-
gaan (wet van 26 Maart 1021) en op de bekende
Fransch-Duitsche reparatie-rekening werd een bedrag
van 200 millioen frs. genoteerd als bate voor Frank-rijk. Intusschen was dadelijk na het tot stand komen
van het Verdrag van Versailles de ,,Société Oommer-
ciale des Potasses d’Alsace” opgericht (28 Nov. 1919).
Zij is de rechtspersoon, aan wie de verhandeling der
kaliproducten is overgelaten. Haar bestaan was ge-
selc op 8 jaren; daarna is de levensduur verlengd

tot 28 November 1930 en door niet-opzegging is een
nieuwe bestaansperiode ingegaan van opnieuw drie
jaren. Veel zelfstandigheid heeft de Société dus niet;
de Fransche Staat kan haar spoedig droogleggen.
Het recht als regelaar van internationale hetngen-
gemeenschappen komt ten tweede male in werking bij
,de overeenkomst tu.sschen Frankrijk en Duitschland
van ’10 April 1926 (overeenkomst van Lugano) ge-
volgd door het Fransch-Duitsche Kaliverdrag (29 l)e-cember 1.926). Elk land geeft het monopolie van ver-
koop aan een eigen organisatie (voor Duitschland
een ,,Syndikat”; voor Frankrijk de ,,Société”). Deze organisaties werken samen ook bij het vervoer over

den Rijn. Plaatst dit feit het geheele vraagstuk niet
in de internationale sfeer? De zelfstandigheid van dc
S.O.P.A. schijnt echter niet groot.
,Tuist.nu moet de aandacht daarop worden geves-
tigd. Sinds 1927 wordt de in Straatsburg ingeladen
kali verwerkt in haveuinrichtingen van Antwerpen.
De vrachten worden verscheept langs den Rijn, voor
het grootste gedeelte op Nederlandsche Rijnsehepen. Deze gaan bijv. met graan geladen naar het Ruhrge-
bied en dan weer met kolen naar Straatsburg. De Ne-
derlandsehe Rijnsehepen terugkeerende, o.a. met kali hevraeht, buigen bij Dordrecht, met bestemming naar

INHOUD.

BIz.
VERSCIIEPING VAN
KALIPRODUCTEN
ALS INTERNATIO-
NAAL VRAAOSTUId
door
Prof: Mr. 0. W. de Vries .. 324
De conferentie te Genève voor het voeren van eene
geconcerteerde, economische actie II (Slot) door
Mr.
L. J. A. Trip

…………………………….324
De Engelsche Investment Trusts na de crisis door
B.
H. A. Meyerink …………………………..327
De politiek van de Bank van Griekenland ……
329
De Indische middelen over December
1929 ……….329
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De jongste ontwikkeling van de concentratiebewe-
ging in de Duitsche ijzerindustrie door G.
Böse. 330
AANTEEKENINOEN:
Indexcijfers van groothandeisprijzen …………..
332
Het prijsverloop van groothandelsartikelen gedu-
rende het eerste kwartaâl
1930 II
(Slot) ……
334
Indexeijfers van Nederlandsche aandeelen ……..
339
BOEKAANKONDIQINOEN:
W. A. Brown Jr.: England and the new Gold Standard
(1919-1926),
bespr. door
J. H. Cohen Stuart .. 338
MAANDOIJFERS:
Rijkspostspaarbank ……………………….
340
Overzicht van de Indische middelen …………
340
STATISTIEKEN EN OVERzICHTEN
…………….
341-346
Oeldkoersen.

Bankstaten.

Verkeerswezen.
Wieselkoersen.

Goederenhandel.

Antwerpen, af en maken daar gebruik van den gratis
sleepdienst. De Nederlandsche schipper is te Dor-
drecht werkeloos. Is dit niet een actueel internatio-
naal vraagstuk? De Nederlandsche Rijnvaart, werk-
gevers en werknemers, heeft hier een gezamenlijk
belang.

Ik geloof, dat het vraagstuk der kaliverschepingen
niet genoeg gezien kan worden in het licht van dc
internationale verhoudingen. Daarvoor schijnt juist
nu de
tijd
rijp, nu Antwerpen contracten afsluit of
gaat afsluiten die, naar eigen oordeel, zeer vele be-
zwaren met zich brengen. Dit is het moment waarop
gezamenlijk belang van Antwerpen en van Rotterdam
tot overeenkomst noopt.

C. W. DE
VRIES.

DE CONFERENTIE TE GENÈVE VOOR HET

VOEREN VAN EENE GECONCERTEERDE,
ECONOMISCHE ACTIE.
II
(Slot).

Overweegt men het den vorigen keer in groote trekken
weergegeven, met veel moeite en inspanning ver-
kregen resultaat van de onderhandelingen om een over-
gangstoestand te scheppen voor verder gaande maat-
regelen tot het opheffen of beperken van handelsbe-
lemmeringen, dan kan het oordeel niet onverdeeld
gunstig luiden. De conventie, zooals zij tenslotte tot
stand kwam, draagt voor het overgroote deel een spe-
culatief karakter. De band, welke aan de deelnemende
Staten wordt aangelegd, is uiterst los. Het geval,
waarin een land het recht heeft om de conventie
hetzij tegenover een ander land, door welks gestie het
‘zich in ernstige mate geschaad acht, hetzij tegenover alle deelnemers op te zeggen, kan zich elk oogenblik
voordoen. Doet zich een dergelijk geval van opzeg-
ging voor, dan zullen de andere landen, die hunne
belangen daardoor in gevaar gebracht achten, even-
eens
tot opzegging op korten termijn
gerechtigd
zijn.
De practijk zal slechts kunnen uitwijzen of en in
hoever de aarzeling om de schuld van het uiteenvallen
der conventie op zich te nemen, een min of meer
krachtige rem zal vormen tegen het nemen van maatre-
gelen op douanegebied, welke de belangen van de andere
deelnemers ernstig schaden eenerzijds, en tegen het
lichtvaardig uit de conventie treden anderzijds. In
dit verband is het ongetwijfeld een gunstigteeken,
dat, zooals ter conferentie duidelijk is gebleken, de

verschillende landen zoo eenigszins mogelijk wilden
vermijden, de verantwoordelijkheid voor eene algeheele
mislukking te aanvaarden. Er bestaat dan ook wel
aanleiding voor de verwachting, dat de conventie de landen er toe zal brengen te trachten het steeds drei-
gende gevaar voor het uiteenvallen der conventie zoo

9:
April
1930

ECONOM’ISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

325

eenigszins mogelijk-te vermijdendoor onderlinge be-
sprekingen en doör het doen van zoodanige concessies,
dat de benadeelde partijen van het uittreden afzien.

Tot deze verwachting en tot de voortzetting tot 1 April
1931 — met verlenging vor telkens, zes maanden
indien daartegen geen bezwaren,
blijken
te bestaan –
van de geldende handeisverdragen,
blijven
de voor-
deelen van de conventie beperkt. Eene stabilisatie
van de bestaande rechten in dien zin, dataithans
ge-
durënde eenige jaren geen verdere verhooging behoeft
geducht te wôrden, ,is niet verkregen. Integendeel, met
verdere verhooging dient ongétwijfeld rekening ge-
houden te worden. Eene stabilisatie’ is slechts in
zooverre bereikt als ‘in het a’lgemeën en behoudens
de ook in dit opzicht gemaakte uitzonderingen, ge-
consolideerd blijven de rechten, welke de verschillende
landen reeds vrijwillig in hun.ne handelsverdragen
hadden vastgelegd, terwijl •overigens de
‘vrijheid
tot
verhooging van de douanetarievn blijft bestaan. Voor
de vrjhandelslanden – waaronder Nederland en Enge-
land – is de vérplichting, opgenomen, dat
zij
hunne
handelspolitiek gedurende den loop der conventie niet zullen wijzigen in protectionistischen zin.
Het resultaat kan, ook al schenkt men volle aandacht
aan het feit, dat het hier een eersten stap op den weg
der multilaterale handeisverdragen geldt, en aan de
moeilijke omstandigheden, door dewereldcrisis, in het
bijzonder op landbouwgebied, veroörzaakt,’ niet anders
dan gering genoemd worden. Het dôor de Assemblée in 1927 als uitgangspunt aanvaarde beginsel, volgens
hetwelk de verschillende landen op douanegebied nit
uitsluitend rekening mogen houden met wat ‘zij als
hun eigen belang aanmerken, geldt voor de overgroote
meerderheid der Europeesche Staten slechts in zeer bew
perkte mate. Met de grootste zorgvuldigheid werd ge-waakt ‘tegen elke
wezenlijke
beperking van de vrijheid
om uitsluitend de eigen’ belangen te dienen. Slechts’ bij
zeer enkelen viel de overtuiging te constateeren, dat
economische moeilijkheden overwonnen kunnen’ wor-
den niet door kunstmatige, beschermende maatregelen,
welke op den duur ook het eigen belang; nâast het
wereldbelang, schaden, doch door beter, harder en
goedkooper werken, door het aanpassen van de pro-
ductie aan de gewijzigde omstandigheden. Zoolang die
overtuiging geen veld heeft gewonnen zal er van e’ene
werkelijke geconcerteerde, economische actie van Eu-

ropa geen sprake kunnen zijn. Het is dan ook te
vreezen, dat Europa, nog eene, vermoedelijk langdu-
rige periode van toenemende protectie zal moeten
doormaken, alvorens de mentaliteit zich ondèr den
drang der omstandigheden en der steeds toenemende
benadeeling van aller belangen, zoodanig zal gewijzigd
hebben, dat
mogelijk
is wat thans ondoenlijk is ge-
bleken. –

Bij de beoordeeling van het bereikte dient nog twee-
erlei in aanmerking te worden ‘genomen.
In de eerste plaats bleek het, in verband met den
zittingstijd der parlementen, niet mogelijk, den datum,
waarop de ratificaties der conventie möeten geschied
ijn, vroeger te stellen dan 1 November 1930. Tot dien
datum zijn de landen in het’wezen der zaak niet ge-
bonden en rust slechts op de Regeéringen eene moreele
verplichting, zich te onthouden van handelingen of

besluiten in strijd met den geest en de bepalingen
der conventie’. In verband met deze môeiljkheid is
bepaald, dat tusschen i’en 15 November 1930 eene
samenkomst’ zal plaats vinden van de Staten, die de
conventie geratificeerd hebben en van de landen; die
een verzoek tot toétreding hebben ingediend. Deze

samenkomst zal den datum der inw.erkingtrèding van
deconventie bepalen en, zoo noodig, de
lijst
der landen
vaststellen, wier deelneming, voor het” in werking
treden noodzakelijk is. Neemt men hiernaast in aan-
merking, dat de, conventie loopt’ tot 1 April 1931,
behou,dens stilzwijgende verlenging telkens voor zes
maanden,, indien niet twee maanden voor het’einde
van de loopende periode de conventie wordt opgezegd,

dan
blijkt
ook hieruit duidelijk, hoe zwak en onzeker de basis van de ‘overeenkomst is.
Bovendien – en dit is het tweede punt – dreigt

reeds thans een: gevaar, dat het gebouw vôôr zijne
ingebruikneming, zal ineenstorten. ‘De gedelegeerde
van Hongarije toch legde een der laatste dagen
der conferentie de verklaring af, dat
zijne
Regeering
niet zou kunnen toetreden in verband met de door

Oostenrijk en Czechoslowakije gestelde eischen, dat
zij gerechtigd zouden zijn de met Hongarije gesloten
handeisverdragen op te zeggen. Hiervoor was met
veel moeite eene uitzonderingsbepaling opgbomen,
welke echter blijkbaar de Hongaarsche Regeering nièt
kon bevredigen.
Blijft deze Regeeriug haar standpunt
handhaven — hetgeen intusschen waarschijnlijk niet
het geval zal zijn – dan zou zulks tengevolge’ heb-
ben, dat eene zoodanige reçks van andere landen
hare volledige vrijheid sensclit te behouden, dat van een inwerkingtreden der Conventie geen sprake zou
kunnen zijn.

Wat nu in het bijzonder de positie van
‘Nederland
betreft, deze valt ,voor het grootste deel reeds uit het
vorenstaande af te leiden.
De van ons land gevraagde opoffering beperkt zich

tot de verbintenis om tot 1 April 1931, geen ‘protec-
tionistische rechten te verhoogen of nieuwe te heffen,
waarbij dan’ nog in aanmerking valt te nemen, dat,
wanneer andere landen door nieuwe protectionistische
maatregelen de belangen van Nederland ernstig scha-
den en onderhandelingen om het verbroken evenwicht
te herstellen, niet mochten slagen, Nederland gerech-
tigd is op korten termijn de conventie op te zeggen
en zijne algeheele vrijheid te hérnemen.

De baten, uit toetreding voortvloeiende, bestaan hierin, dat de voordeelen, welke Nederland via de m,eestbegun-
stigingsclausule of in een enkel, belangrijk, geval recht
streeks, ontleent aan de bestaande bilaterale handels-
verdragen, gehandhaafd blijven zoolang en voorzoover
die verdragen;dank zij de werking van de conventie,
geene
wijziging
in ongunstigen zin ondergaan. Bo-
vendien zal Nederland zich kunnen aanmelden voor
onderhandelingen ten einde te trachten.het te zijnen
nadeele verbroken evenwicht te herstellen, wanneer
andere dan in bilâterale verdragen geconsohideerde
rechten verhoogd mochten worden. Te betreuren valt,
dat ten aanzien van
belangrijke
groepen van artikelen,
dit recht om onderhandelingen te
‘eis chen,
niet geldt
al is dan de mogelijkheid van dergelijke onderhande-
lingen niet uitgesloten. De belangrijkste dezer groepen
wordt gevormd door landbouwartikelen, ten aanzien
waarvan de protectionistische landen, sterk onder
den indruk van de in het
bijzonder
dp landbouwge

bied woedende crisis, onder geen voorwaarden’bereid
waren, het zooeven bedoelde recht toe te staan.. Hier
blijft dus aan N’ederland slechts het recht, de côn-
ventie te verlaten en Zijne vrijheid te hernemen,
wanneer
zijne
belangen, ernstig door de gestie v’an
andere deelnemers geschaad mochten worden.
* *
*

De simenstehling. van het programma voor de toe-
komst, welke de tweede taak der conferentie vormde,
ontmoette aanerkeljk minder moeilijkheden. Dit
ligt voor de hand waar het hier niet gold het aan-
stonds brengen van eenig offer doch slechts de be-
reidverklaring om voor de behandeling van bepaalde’
punten bijeen te komen teneinde te trachten op die
punten eene zoo groot mogelijke samenwerking te
verkrijgen. In dit program zijn twee deelen te on’-
derscheiden.

‘Het eerste deel, artikel 1,, is meer bepaaldeljk
gericht op eene verbreeding van de Europeesche
markten, waarbij in de eerste plaats de aandacht
gevestigd wordt op maatregelen betreffende de dou-

anerechten en in het bijzonder op. eene verlaging
dier rechten. Ten einde eene actie op dit gebied voor te bereiden, verbinden de betrokken landen zich, zoo
spoedig mogelijk eene in de overeenkomst opgenomen

326

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 April 1930

questionnaire te beantwoorden, waarbij zij dus de
gelegenheid zullen verkrijgen een plan tot verlaging
van het huidige peil der invoerrechten hetzij in het

algemeen, hetzij ten aanzien van bepaalde groepen
van artikelen te ontwikkelen en te verdedigen.
De questionnaire behelst de volgende vragen:
Van welke landbouwproducten bestaat in elk

land overproductie? Welke zijn de normale afzetge-
bieden voor deze producten? Welke maatregelen komen
voor practische verwezenlijking in aanmerking ten-
einde het surplus dier productie op de normale
markten. en in andere landen met een onvoldoende
eigen productie te plaatsen?
Welke maatregelen kunnen in de practijk wor-
den toegepast om den afzet van industrieele producten,
met name door verhooging van de koopkracht in de

verbruikslanden, te bevorderen?
Welke zijn, in het bijzonder ten opzichte van de
in de eerste twee vragen bedoelde producten, de voor
toepassing in aanmerking komende maatregelen op
het gebied der douanerechten en van administratieve
voorzieningen, teneinde de verbreeding van markten

en de verbetering van den internationalen handel te

bevorderen?
Welke maatregelen kunnen in aanmerking komen
om de distributie van Europeesche grondstoffen over

de verschillende landen op meer bevredigende wijze
te verzekeren en een meer doelmatig gebruik van

die grondstoffen te verkrijgen?
In deze vraagpunten komt vooreerst tot uitdruk-
k,ing de krachtige aandrang, welke door verschillende
landbouwstaten van Europa werd geoefend om te
komen tot eene preferentiëele behandeling, door de
industriëele landen, van de Europeesche landbouw-
producten. Intusschen werd in het algemeen zeer
goed lirgezien, welke gevaren ten aanzien van den
wereldhandel het inslaan van dien weg zou kunnen
opleveren en werd met nadruk betoogd, dat kunst-
matige middelen op dit gebied niet in aanmerking
zouden mogen komen. Voorts spreekt uit de vragen
het standpunt van de landen – als Engeland, Ne-

derland en de Scandinavische landen – die in het
bijzonder op verlaging van protectionistische rechten
wenschen aan te sturen. De ervaring, thans met be-
trekking tot het beletten van eene verdere verhoo-
ging van die rechten opgedaan, moet sceptisch
stemmen ten aanzien van een bevredigend antwoord
op de vraag, of, gezien de mentaliteit in de overgroote

meerderheid der Europeesche landen, eene verlaging
als zooeven bedoeld in de naaste toekomst tot het
terrein der practische politiek kan gerekend worden.
Deze overweging mag echter niet weerhouden van
het streven om in de juiste richting, invloed te
oefenen en althans eenig resultaat te bereiken.
De antwoorden op de questionnaire zullen door de
daartoe aangewezen organen van den Volkenbond in
studie genomen worden, waarna voorstellen aan de
deelnemende Regeeringen zullen gedaan worden. De

antwoorden van de Regeeringen naar aanleiding van
de zooeven bedoelde voorstellen zullen de basis vor-men, waarop de Raad van den Volkenbond de verder

te volgen gedragslijn zal vaststellen, waarbij de wen-
schelijkheid en het belang in aanmerking zullen ge-
nomen worden om de behandeling van de twee deelen
van het program aan te vangen vôôr den afloop van

de hierboven in de eerste plaats besproken commer-
ciëele conventie, dus vöör 1 April 1931.
* *
*

Artikel 2 regelt het tweede deel van het programma

en vermeldt een 9-tal punten van meer bijzonderen
aard, die voor het overgroote deel reeds bij den Vol-

kenbond in behandeling of overweging zijn. Beoogd
wordt, deze punten, die op bepaalde moeilijkheden
en handelsbelemmeringen betrekking hebben, thans
binnen den kortst mogelijken tijd door onderlinge
samenwerking tot eene bevredigende oplossing te
brengen. Dit streven, hetwelk bij alle Delegaties bleek

te bestaan, is ongetwijfeld van beteekenis. Intusschen
zal ook te dezen aanzien eerst
bij
de voorbereidende

werkzaamheden door de competente organen van den
Volkenbond en daarna
bij
de concrete onderhande-

lingen kunnen
blijken
of inderdaad de tijd voor het

bereiken van
werkelijk
bevredigende resultaten rijp

is. De volgende punten zullen volgens de overeen-

komst in behandeling worden genomen:
Invoering van eene uniforme douane-nomen-
clatuur teneinde de thans ontbrekende mogelijkheid
te verkrijgen om tot eene juiste
vergelijking
te komen

van de in de verschillende landen van dezelfde ca-
tegoriën van goederen geheven rechten. Het ontwerp
voor een dergelijke nomenclatuur verkeert in een
ver gevorderd stadium van voorbereiding door een

commissie van experts; Bestudeering van de verschillende punten, voor-

komende in een, aan het programma, als bijlage, toe-
gevoegd memorandum van de Fransche Delegatie.
Deze punten betreffen het vergemakkelijken van eene
vergelijkende studie van de verschillende tarieven,
het bijeenbrengen in een multilateraal verdrag van

de verschillende bepalingen, welke, afgescheiden van
de tarieven zelven, gewoonlijk in de bilaterale ban-
delsverdragen worden opgenomen; het scheppen van
een blijvend lichaam van arbitrage en overleg en
eventueele toevoeging van dat lihaam aan het Per-
manente Hof van Internationale Justitie en tenslotte
de periodieke bijeenroeping van een conferentie der onderscheiden Regeeringen voor het behartigen van
de belangen van den internationalen handel;
Eene meer afdoende toepassing van de conven-
tie-1923 voor de vereenvoudiging van Douane-for-

m aliteiten;

Bestrijding
van het indirecte protectionisme;

Bestrijding
van export-premies en -subsidies;
Bestudeering van het vraagstuk, op welke wijze,

met name door het sluiten van eene
bijzondere
con-

ventie, eene daadwerkelijke bescherming kan bereikt
worden van de benamingen van oorsprong (appela-
tions d’origine) van speciale producten en voorts,

ter
bestrijding
van
oneerlijke mededinging in ‘t al-

gemeen, de overweging van eene herziening en uit-
breiding van de desbetreffende Conventie van Madrid;
Verdere bestudeering van de mogelijkheid om

zoo spoedig
mogelijk
een of meer internationale,

veterinaire conventies te sluiten teneinde de indirecte
protectie, welke thans onder den dekmantel van
veterinaire maatregelen plaats vindt, tegen te gaan;
Verdere werkzaamheid tot het tegengaan en
voorkomen van dubbele belasting;
Voortzetting van de werkzaamheden voor eene
internationale overeenkomst in zake de behandeling
van vreemdelingen.
Tenslotte wordt aanbevolen een onderzoek door de
Economische Organisatie van den Volkenbond van
de middelen welke kunnen leiden tot eene nauwe
samenwerking tusschen Europa en de Overzeesche

landen, in het
bijzonder
door het nagaan, in welke
opzichten over en weer ten bate van de handelsbe-
trekkingen tusschen Europa en die landen voordeelen

zouden verkregen kunnen worden.
* *
*

Hiermede is het overzicht van hetgeen ter confe-
rentie verricht en bereikt werd ten einde gebracht.
Het moet voor ieder, die dit overzicht gelezen heeft,
duidelijk zijn, dat het positieve; de staten bindend,
deel van het werk gering is. De ontworpen conventie,
wier aanvankelijke, eenigazins wijdsche benaming van
,,convention préliminaire en vue d’une action écono-
,,miciue concertée” werd gewijzigd in ,,convention
commerciale”, en waarvah nog onzeker is of zij
werkelijk van kracht zal worden, kan niet anders
worden aangemerkt dan als een eerste stap van een
kind, dat nog moet leeren loopen. De toekomst zal
uitwijzen, of meerdere en dan geleidelijk steviger
stappen zullen gezet worden, zoodat inderdaad van

9 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

327

eene geconcerteerde economische actie zal gesproken
kunnen worden. Dat• de conferentie tenslotte niet
mislukte, is voor een groot deel toe te schrijven
aan het talentvolle, vasthoudende werk van den
eersten Nederlandschen Gedelegeerde, den Heer H.
Colijn, die de leiding van alle werkzaamheden in
handen had en aan wien een ware ovatie ten deel
viel toen, op voorstel van den Italiaanschen Gede-
legeerde, besloten werd in de Acte final van die lei-
ding melding te maken. TRIP.

27 Maart 1930.

DE ENGELSCHE INVESTMENT TRUSTS
NA
DE CRISIS.

In een artikel over de Amerikaansche investment trusts in het vorige nummer van dit tijdschrift kwa-
men wij tot de conclusie, dat het resultaat dezer
instellingen over het afgeloopen jaar over het alge-
meen vrij poover is geweest.

Anders is dit bij haar oudere Engelsche zuster-
maatschappijen.
De Engelsche ,,Economist” gaat zelfs zoo ver te
beweren, dat het weliswaar heel begrijpelijk is, dat

het publiek op het oogenblik de gewone en zelfs de
preferente aandeelen en de obligaties van investment
trusts lager waardeert dan een jaar geleden, maar
dat zulks
eigenlijk
niet erg logisch is, omdat ,,the
intrinsic security of the best investment trust stoeks
is inaffected bij temperary market fiuctuations”.
De Engelsche belegger kooptdeze fondsen slechts,
omdat hij ervan overtuigd is, dat de goede Engel-
sche investment trusts
bij
de belçgging van hun mid-
delen en de verdeeling hunner winsten steeds van
bepaalde beproefde beginselen uitgaan.
Het hoofdbeginsel
bij
alle goed beheerde Engelsche
investment trusts is een daadwerkelijke verdeeling van het risico.

Niet meer dan een of twee procent der beschik-
bare middelen wordt in één en hetzelfde fonds belegd.
Vervolgens wordt over het algemeen ongeveer 50
pOt, der beschikbare middelen in obligaties en onge-
veer 50 pOt. in gewone en preferente aaEdeelen belegd.
In elk dezer klassen geschiedt de risicoverdeeling niet
alleen geographisch, doch bovendien naar verschillende industrietakken. Dezewetenschappelijke – zoo mag men
het gerust noemen – risicoverdeeling werkt a.h.w. als
een soort verzekeringspremie tegen de normale markt-
fluctuaties op alle gebieden der fondsenmarkt. Ook

Edgar Lawrence Smith’ zet in de eerdergenoemde rede
op zeer heldere wijze uiteen, dat deze beginselen ook
in Amerika meer ingang behooren te vinden. Onder
het hoofd: ,,The balanced position, a problem of
insurance” leeraart hij:
,,Bearing in mmd that equities in the form of diver-
sified common stocks represent a short term risk and
bonds a long term risk, we may start with the simple
r.oposition, that combining the two risks by holding one
half of a fund in bonds and the other half in equities tends to neutralize both hazards. This is perhaps the
simplest formula from which to start in undertaling the
management of invested funds.”

Dit zou inderdaad een der meest doeltreffende
middelen zijn tegen de kinderziekten der Amerikaan-
sche trusts.
Het tweede ,,Leitmotiv” der Engelsche investment trusts is om niet de geheele winst uit te keeren, doch
elk jaar een gedeelte te reserveeren.
Met name de kapitaalwinst op de ,,turnover”, dus

de koerswinst bij aan- en verkoop op effecten be-
haald, wordt niet uitgekeerd, doch herbelegd in
tegenstelling met de in Amerika veel voorkomdnde
practijk om deze onder een of anderen vorm uit te
keeren.

De groote kracht der oude Britsche investment
trusts ligt dan ook in het feit, dat zij over een lange
reeks van jaren slechts een gedeelte van hun winst
als dividend hebben uitgekeerd, zoodat zij naast de
gekweekte zichtbare reserves nog ruime stille reserves
bezitten, doordat die politiek hen in staat stelde om
op de boekwaarde der beleggingen uit de kapitaal-
winsten af te schrijven.

Deze twee groote bedrijfspolitieke beginselen heb-
ben de Britsche investment trusts in staat gesteld
aan de in den herfst plaats gehad hebbende daling
op de fondsenmarkt krachtig het hoofd te bieden.

Verschillende oude Engelsche investment trusts
hebben in 1929 hun dividenden dan ook niet alleen
behoeven te passeeren, doch deze zelfs kunnen ver-
hoogen niettegenstaande de koersdaling van hun

effectenbezit. Dat ook in Engeland enkele kleinere
en jongere investment trusts in déconfiture geraakt.

zijn door ongelukkige transacties met Hatry en
andere geluk zoekende financiers, is slechts een uit-
zondering op den regel en werpt zelfs geen schaduw
op het algemeene beeld.

Onderstaande statistiek geeft een zeer interessitnt
beeld van de ontwikkeling van eenige Engelsche

Engelsche Maatschappijen opgericht voor 1900.
Huid.
Verdiend
Gew.

meer of

Balans-

Winst na
Beschikb.
mci.
bel.
Uitgek.
Toegev.
Voor
Opger.

Aand.

Res.

Belegg.

minder

datum

aftrek van
in gew.
in
O(

v,h.
divid.
aan
nieuwe
Kap.

waarde

belasting.
aand.
aand.kap.
reserve
rekening
£

£

£

£

£
£ £
Metropolitan

(1928 232.058
115.488
23.1
19.0
52.779
Trust ……1899 625.000 625.000 3.205.479 +725.000 1 Jan.’30 1929 235.140
117.391
23.5
19.5
72.670
1
1
930 240.993
122.668 24.5 20.0 75.000
20.338
1927

70.776
38.890
24.3
15.0
14.745 16.466
Army a. Navy. 1887 200.000 312.285 1.326.738

1

30Nov.’29

1928

74.700
42.513
26.6
18.0
16.361
.
17.017 1929

76.162
44.259
27.7
17.0
17.000
6

17.075
Foreign
&

.

1928 155.742
83.052
18.9
10.0
27.000
5

45.529
Colonial..,,

1879 750.000 472.700 3.531.898

1

2

10Jan.’301929 165.166
76.755
14.4 10.0
22.700
45.638
1930 186.607
89.667
14.9 10.0
30.000
6

45.754
Governments
(1927 124.781
59.771
15.5
10.0
20.921
102.415
Stock&Other 1871 534.187

97.413 2.206.344

31Dec. ’29v 1928 131.052
63.432,
14.6
10.0
22.639
74.774
1929 136.779
66.553
15.6 10.0
23.818 97.413
Engelsche Maatschappijen, opgericht in 1925 of later.
Stoekholders’
(1927

40.556
14.643
9.8
6.0
3.635
2.583
Investment.. 1925 300.000

50.000 1.507.532

310ct.’29

1928

54.146
15.536
8.1
7.0
3.000
2.639
1
1
9
2
9

75.389
22.783
9.5 7.0
5.000 4.432
Glasgow Stock-

0
holders

….

1927 280.000

25•000 1.342.896 _120.219

2J

19297 32 034 an.’30{1930
7181
27:406
45 50
9

1138 59555
Englishand .

12.2
5.0
5.000
10

2.470

1928

33814
New-York..

1928 300.000

1.027.647 – 50.739 31 Dec.129{929
8041
67
50
2042
60:4
58
15:4
58
6:4 5:0
5.499
London and
Strathclyde. 1928 200.000

893.769- 13.300 31Aug.’29 1928
8
49.323
8.143
5.1
5.0

695
1)
niet opgegeven;
2)
£ 30.000 gebruikt voor afschrmjving op beleggingen;
3)

marktwaarde
grooter danbalanswaarde;
4)
marktwaarde grooter dan balanswaarde na aftrek

der

reserves;

6)
incius.
afschrijving
op
beleggingen;
6)

om af
te schrijven op beleggingen;

boekjaar.van 13 maanden;

8
)16 maanden;
9)9

maanden;
10)
plus £ 1330, afgeschreven
op emissiekosten.

328

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9
April 1930

investment trusts, waarbij duidelijk het verschil aan
den dag treedt tusschen de groep van maatschap-
pijen vôôr het jaar 1900 opgericht en die welke pas
in de laatste jaren zijn opgericht.
Zeer duidelijk blijkt uit de2e statistiek het ver-
schil in financieele kracht tusschen de oudere en de
jongere Engelsche investment trusts, met welke
laatste groep de Amerikaansche zusterinstellingen
nog slechts nauwelijks op één lijn zijn te stellenwat
soliditeit, solvabiliteit, deskundigheid van beheer e.d. betreft.
De Eogelsche ,,Econornist” geeft het verschil tus-
schen beide soorten in één harer laatste nummers
zeer typeerend aan, waar zij schrijft:
,,Distinguished from the majority of American invest-
ment trusts by the fact that the latter are interested
in special lines of securities and regard capital appreci_
ation as profit, and distinguished from ,,financial trusts”
for similar reasons, the British investment trust hoids
a
peculiar place in the world’s financial struciure.
It is truc, that the lure of capital appreciation, even
if undistributed, stimulates the creation and enlargement
of
investrnent trusta, when Stock Exchange prices are
moving upwards, but the primary preoccupation of
investmezit trusts directorates and shareholders is with yield per annum, which, calculated on cost prices, is, ii
anything, likely to diminish during a period of Stock
Exchange infiation.”

Deze passage behelst een bondige, doch heldere
explicatie van de positie der Engelsche investment
trusts, vergeleken met de Amerikaansche en van het
bijna essentieele verschil in beider doelstelling.
* *
*

Een tweede ontwikkelingstendens
bij
de Engelsche

investment trusts, waarop de beurscrisis invloed heeft
gehad, is de geografische risicoverdeeling.
Tot op zekere hoogte heeft deze bij de meeste En-
gelsche instellingen een soort ideaalvorm bereikt, als
men oordeelt volgens de algemeene beginselen van
kapitaalbelegging. Bovengenoemd blad heeft een zeer
interessant statistiekje, samengesteld van de geogra-
fische risicoverdeeling bij de 26 grootste Engelsche

investment trusts, dat er in
zijn
veelzeggenden een-

voud als volgt uitziet:

1923
1924 1925 1926
1927 1928
1929

0
10
010
%
010
0
10
%
0
10
Groot-Brittannië
34,5
35,3
34,9
34,0 32,4
34,5
36,7
Britsch Empire
10,5 11,3
10,6
11,4
11,6
10,6
10,3
Ver. St.
v.
NAm
17,7
14,1
13,4
12,8 32,8
10,6
9,9

Argentinië

….
12,4 12,2 11,5
13,0 11.1
10,1
8,3

Overig

Z.-Amer.

11,2
12,1
12,2
12,4 10,7 10,7
9,7
MexicoCentr.Am
5,1
4,8
4,5 3,9 3,5
3,4
3,1

Europa

……..
4,5 5,3
7,9
9,6
13,2 15,9 17,2

Rest v. d. wereld
4,1
4,9 5,0
4,9
4,7
4,2
4,8

100,- 100,- 100,- 100,- 100,- 100,- 100,-

Deze cijfers betreffen meer dan £ 70 millioen be-

legde middelen, zoodat
zij
dus wel als maatstaf kunnen
gelden voor de Britsche kapitaalbelegging in het

buitenland, waarbij echter in aanmerking moet worden

genomen, dat deze
cijfers
betrekking hebben op de

boekwaarde, zoodat het percentage, dat de belegging
in een bepaald land op de totale beschikbare middelen
inneemt ten gevolge van afschrijvingen wel kan zijn
verminderd, zonder dat het absolute bedrag dier be-
legging is verminderd. Zeer typeerend in deze cijfers is de vooral in 1929
toenemende belegging in Groot-Erittannië en Europa,
waartegenover de belegging in de verschillende deden van Amerika is afgenomen. Zeer waarschijnlijk is het,
dat de hooge aandeelenkoersen van vele Amerikaan-
sche fondsen zoo aanlokkelijk voor vele directies van
Engelsche investment trusts geweest zijn, dat
zij
zich

daarvan ontdaan hebben en dat
zij
in plaats daarvan

hebben deëlgenomen in de verschillende Centraal-
Europeesche ,,herstel”-leeningen en andere hooge ren-
tedragende fondsen, welke meer rendabel bleken dan
Noord.Amerikaansche aandeelen, of waar men ,,meer
kijk op had” dan op de Zuid-Amerikaansche leeningen,

waarin het vertrouwen begon te tanen naarmate dat
in de verschillende Europeesche landen weer toenam.
Nog sterker komt deze tendens tot uiting bij de in
de laatste jaren opgerichte Engelsche investment
trusts.
Bij
deze instellingen bedroeg het Europeesche
aandeel zelfs 18.7 pOt. van de totale belegging tegen
17.2 pOt.
bij
de eerste groep, het aandeel in Argen-
tinië en Zuid-Amerika resp. 5.9 en 7.3 tegen 8.3
en 9.7.
Kwam de beurscrisis in de emissiecijfers der Amen-
kaansche investment trusts sterk tot uiting, niet
minder is dit het geval met de emissiecijfers der
Engelsche iovestment trusts. Hier zien we echter
niet de phenomenale
stijging
in de laatste jaren viér
de crisis, doch wel de zeer sterke daling na de crisis.
De volgende tabel,. die een vergelijking voorstelt,
bewerkt naar gegevens van ,,The Economist” van de
emissies van financieele maatschappijen en invest-
ment trusts t.o.v. de totale emissies in Engeland,
legt hiervan een sprekend bewijs af:
Emissies van
fin. inst. en

Totale
van investm. emissies
trusts
(in duizenden £)

Totaal 1928 …………….42.513

369.058
Totaal 1929 …………….27.872

285.239
Drie eerste kwart. 1929

26.689

193.058
Vierde kwartaal 1929……..1.183

92.182
Eerste kwartaal 1927 ……..6.662

144.888
Eerste kwartaal 1928 ……..13.913

169.044
Eerste kwartaal 1929 ……..20.281

96.953
Eerste kwartaal 1930

739

87.733

Weliswaar is het totaal bedrag der Engelsche
emissies afgenomen, doch die ten laste van finan-
cieele maatschappijen en investment trusts zijn veel
sterker afgenomen, hetgeen echter in tegenstelling
met Amerika waarschijnlijk veel minder te wijten is
aan een gerezen wantrouwen in de politiek der
investment trusts, dan in het feit, dat
zij
geen nieuwe

middelen van noode hadden. Zoo schijnen vele Engel-
sche investmçnt trusts b.v. tijdens de boompeniode
veel Amerikaansche aandeelen op topkoersen ver-
kocht te hebben, hetgeen uiteraard voor de andere
investment trusts veel meer voordeel opleverde dan
voor de pas in 1928 of 1929 opgerichte, daar deze
laatsten over het algemeen op veel hooger koersen
gekocht hadden.
Toch laten ook deze in tegenstelling met vele Ame-
nikaansche investment trusts nog een behoorlijk ren-
dement op de gewone aandeelen – de rente op de
obligaties en het dividend op de preferente aandeelen

is zoowel
bij
de oude als
bij
de nieuwe Engelsche
investment trusts over het algemeen nog meerdere
malen gedekt – daar het verschil tusschen hoogste
en laagste koersen lang niet zoo groot geweest is als
in de Vereenigde Staten. De volgende vergelijking
van de koersen en het rendement van eenige Engel-
sche investment trusts leggen hiervan het overtui-

gend bewijs af:
Koersen
Rendement

Hoogste
Hoogste
Thans in
010
ifl

0
10
1928
1929
vande
vanhet
winst
dividend
Army and Navy
Investment
33
365
350
7.90 4.86
Foreign and Co.
lonial

……..
208
218
176
8.76
5.87
Governments
273
19

StockandOther
1991
2174
734
4.75 Stockholders’
Investment
1574
157
1174
8.33
8.12
Glasgow Stock-
holders
1684
130
9.57
3.93
English and
New-York
144
136
1024 6.43
5.06
Loo don &Strath-
clyde

……..
.
1344
3.87
3.75

Zelfs bij verdre koersdaling van het effectenbezit

9 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

329

zou hier het dividend op de gewone aandeelen dus
verzekerd zijn. Waarschijnlijk zou het echter wel
noodig zijn grootere reserves tegen koersdaling

te

maken. Bij eenige koersstijging op de fondsenmarkt zullen vooral de oudere Engelsche investment trusts
gemakkelijk hun dividenden op de gewone aandeelen
nog verder kunnen verhoogen, dank zij sterke finan-
cieele positie, die zij zich ten gevolge van hun con-
servatieve fluaancieringspolitiek hebben weten te ver-
overen.
B. E. A. MEYERINK.

DE POLITIEK VAN DE BANK VAN GRIEKENLAND.

De Bank van Griekenland, die werd opgericht op
het tijdstip van den ôvergang tot de wettelijke stabi-lisatie van de di’achme, teneinde nauwkeurige toe te
zien op de nakoming van dezen maatregel, heeft
sedert haar öprichting in Mei 1928 een conservatiêve
politiek gevolgd door haar credietverleening afhanke-
lijk te stellen zöowel van haar goudvoorraad als van
den uitërlijken toestand van de geidmarkt. Hèt bank-
disconto, dat bij haar oprichting 10 pOt. bedroeg, is
tot November 1928 onveranderd gebleven. In die
maand heeft de Bank haar disconto verlaagd tot
9 pOt, en het op dit peil gehandhaafd, ondanks de
situatie op de internationale geidmarkt.
De Bank van Griekenland heeft er veel meêr naar
gestreefd het disconto stabiel te houden dan om de
credietverleening te regelen door herhaalde wijzigin-
gen. Doordat de economische toestand van het land
zich na de stabilisatie herstelde, was de behoefte aan
een vasten .rentevoet groot. Door het ontbreken van een
nauw contact tusschen de Grieksche markt en de in-
ternationale geldcentra zou een plotselinge disconto-verandering in Griekenland niet het resultaat hebben
gegeven, dat men daarvan gewoonlijk verwacht, doch
zou integendeel een onzekeren factor voor het be-
drijfsleven hebben opgeleverd. Bovendien dient te
worden opgemerkt, dat de verlaging van het disconto van 10 pOt. tot 9 pOt. niet ten doel had den rentevoet
te doen dalen tot beneden het peil, dat wordt vast-
gesteld door het vrije spel van vraag en aanbod van
vlottende middelen, maar dat zij bestemd was om
als veiligheidsklep te dienen tegen de stijgende ten-
•dens van de rente op de geldmarkt.
Anderzijds is de politiek, door de Bank van Grie-
kenland tea opzichte van de credietverleening aan-
vaard, tot dusverre gebaseerd op het principe van
stipte Vasthouding aan de bepalingen harer statuten.
Zonder een politiek van credietbeperlcing te willen volgen, neemt de Bank alleen gemakkelijk te reali-
seerei handeiswissels in disconto. Deze handelwijze
werd haar niet alleen opgelegd door haar karakter
van centrale bankinstelling, doch, ook door het feit,
dat zij sedert haar oprichting een groot gedeelte van
haar activa in schatkistbiljetten heeft belegd, bil-
jetten, die haar door de Nationale Bank werden over-
gedragen en die slechts langzaam worden ingewisseld.
Om deze redenen en eveneens omdat de beschikbare
gelden van andere credietinstellingen voldoende waren
om aan de geldmarkt de noodige middelen toe te
voeren, bleven de handelstransacties van de Bank van
Griekenland zeer beperkt. Volgens de balans voor de
maand November 1929 bedragen de disconto’s slechts
98.500.000 drachmen en de beleeningen:op effecten
en goederen slechts 148.000.000 drachmen.
Wat vêrder den wisselkoers betreft, zoo heeft de
Bank van Griekenland er steeds naar gestreefd de
stabiliteit vati dé waardê van de drachme in het bui-
tenland en hiermede den koers van de buitenlandsche
wisselkoërsen te handhavefi. Door de stabiliteit van
den wisselkoers te waarborgen, kon zij, indien noo-
dig, de övertollige buite.ulandsche deviezen opnemen en deze bij stijgende vraag weder ter beschikking van
de markt stellen, waardoor de vrije werking v’an vraag
en aanbod, welke schommelingen van de wisselkoersen
had kunnen teweeg brengen, werd verhinderd. Telken-
malë, dat de Bark atÏ Griekenland ervan :ôvertuigd

was, dat de vraag naar deviezen werkelijk gemotiveerd
was door den handel en niet diende voor speculatieve
doeleinden, heeft zij er steeds de voorkeur aan ge-
geven om het surplus van haar voorraad af t geven
tegen vaste prijzen, teneinde aan
.
,de behoeften van
den handel tegemoet te komen en de betalingsbalans
met het buitenland in evenwicht te houden, dan om
te wachten op een stijging van den wisselkoers tot het
bovenste goudpunt om de gevraagde hoeveelheid te ‘erkoopen, zooals haaf statuten voorschrijven. Men
kan dus in het algemeen zeggen, dat de Bank van
Griekenland zich bij haar buitenlandsche wisselpoli-
tiek niet heeft laten leiden door het winststreven,
noch door een al te strenge toepassing van het prin-
cipe van een ruim dekkingspercentage, doch dat zij
voor alles getracht heeft, zooals reeds boven werd op-
gemerkt, om de stabiliteit van de drachme in het bui-
tenland te handhaven. De deviezen aan- en verkoopen
van de Bank van Griekenland, in Ponden sterling uit-
gedrukt, hebben van 14 Mei tot einde December 1928
bedragen: £ 9.421.997 voor de aankoopen en £ 8.742.224
voor de verkoopen en voor liet tijdperk van Jahuari
tot November 1929: £ 19.279.004 voor de aankoopen
£ 21.901.459 voor de verkoopen. De Bank van Griekenland heeft op 5 December 1928
het eerste clearingkantoor in Griekenland opgericht.
Deze instelling werkt op dezëlfde wijze als sootge-lijke instellingen in verschillende Europeesche lan-
den en in Amerika. De noodzakelijkheid van de op-
richting van een dergelijke instelling deed zich in
Grieksch banlckringen reeds sedert lang gevoelen,
daar het, zooals bekend, hierdoor mogelijk is de ver-
effeningen tusschen de banken onderling tot het uiter-
ste te beperken, de aan het vervoer van geld verbon-
den gevaren te verminderen, het inwisselen van bank-
chèques te vereenvoudigen en zoowel op tijd als op
personeel te bezuinigen.
Haar bemoeiing bij de concentratiebeweging van
de kleine banken, welke men thans in Griekenland
waarneemt, verdient eveneens de aandacht. De Bank
van Griekenland heeft dus vanaf haar oprichting de
diensten bewezen, die men ervan verwachtte, en dank
zij den invloed van haar bestuur, heeft zij zich als
een belangrijke factor voor de economische ontwik-
keling van Griekenland bewezen. –
MC.

DE INDISCHE MIDDELEN OVER DECEMBER 1929.

De totale opbrengst der Landsiniddelen, vermeld
in bijgaand overzicht, bedroeg over het jaar 1929
f708.140.000 tegen f731.031.000 over het jaar 1928.
Bij vergelijking dezer cijfers, de hoofdzakelijk in 1928
ontvangen achterstallige uitkeering aan Neder-
landsch-Indië uit de opbrengst der Nederlandsche
oorlogswinstbelasting ad ruim f 21.7 mjm niet mede-
tellende, blijft de uitkomst over 1929 f 1.1 m/m be-
neden clie over het jaar tevoren.. De jaarraming, die
f 18.2 m/m hooger werd gesteld dan in 1928,’ blijkt
echter nog met f 24.0 m/m te zijn overschreden: Hier-in werd bijgedragen door de:

belastinggroep ……..meer f 18.198 rnfni
monopolies

……….
..

,,

5.170
producten ………..minder ,, 4.997
bedrijven ………….meer

1.991
allerlei middelen . . .

.,

4.291

In verslagmaand bedroegen de ontvangsten ruim
f 5.1 mfm minder dan die over December 1923.
Groepsgewijze vergelijking der maandopbrengsten
geeft bij elke groep een achteruitgamg te zien, ni.:

belastingen . ………. minder f 2.281 mfm
monopolies …………..,, 0.202
producten

…………
.,

,.
1.202
bedrijven …………..

0.916
allerlei middelen ……..,, 0.523

Bij de
belastinggroep
komt een decres ad f 3.141
mfin voor rekening van de vennootschapsbelasting, welke heffing over het afgeloopen jaar f 7.692 m/m

330

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 April 1930

ten achter bleef bij die over
1928
en
f
2.434
mini
bij

de met f 6 m/m verlaagde jaarraming. Hierbij valt

op te merken, dat in
1929
een teruggaaf ad
f 2.7
m/m

werd geboekt in mindering van de opbrengst wegens
te hoogen aanslag van een aardolie-maatschappij over
het boekjaar
1927.
Indien deze teruggaaf niet noodig
was geweest, zou de opbrengst de raming derhalve
nog met
f 0.266
m/m hebben overschreden. Ook de
opbrengst van de inkomstenbelasting was in het af-
geloopen jaar lager dan die in7 het.jaar tevoren en wel

f 0.234
m/m, doch de met
f 3.-
mum verhoogde jaar-

raming werd desniettemin nog overtroffen met
f 3.560
mini.
De overige kohierbelastingen gaven min-
der groote verschillen. De verponding bracht
f 1.4

mjm meer op dan in
1928,
hetgeen het gevolg is van den, door de late afkondiging van de nieuwe verpon-
dingsordonnantie veroorzaakte, vertraagden aanslag

in
1928.
Hoewel dezé belasting in het afgeloopen jaar
ruimer vloeide, bleven de ontvangsten
f 0.645
mfm be-

neden de verwachting.
Bij de
indirecte
belastingen vielen in het afgeloo-
pen jaar belangrijke meevallers te boeken aan invoer-
rechten en accijnzen. Deze rechten gaven resp.
f 6.4

mini en
f 3.2
m/m meer dan in
1928
en
•f 12.6
m/m en

.f 1.3
mfm meer dan de raming deed verwachten.
Daarentegen gaf het uitvoerrecht de laatste
4
maan-

den van
1929
een constant decres te zien, hetgeen een
lagere totaalopbrengst tengevolge had t.a.v. het jaar
tevoren en van de jaarraming ad resp.
f 0.482
m/m

en
f 0.117
m/rn. De sterk gedaalde productenprijzen
zijn hiervan de oorzaak. 1-let zegelrecht bracht in ver-
slagmaand wederom minder op dan het
1112
deel der
jaarraming; gedurende het afgeloopen jaar bleef dit
middel, dat
f 0.278
mim meer opleverde dan in
1928,

desondanks
f 0.141
m/m beneden de met
f 0.15
mfm
verlaagde jaarraming. De opbrengst der slachtbelas-
tingen, hoewel iets lager dan die in het vorige jaar,
was in vergelijking met de raming
f 0.4
mum gunsti-

ger; ook het successierecht gaf een meevaller en wel
van
f 0.864
m/m, hetgeen aan toevallige omstandig-
heden valt toe te schrijven. Overige belastingen geven
geen aanleiding tot nadere beschouwing.
Bij de
monopolies
bleef de opbrengst der opium-
regie zich in dalende lijn bewegen;
zij
bleef in ver-
slagmaand
f 0.361
m/m beneden die in December
1928
en
f 0.11
m/m beneden het evenredig deel der
jaarraming. Over het afgeloopen jaar was deze op-
brengst
f 1.892
mini lager dan in
1928,
de jaarraming
werd echter overtroffen met
f 1.942
mini.
Het zoutmonopolie bracht in verslagmaand als ge-
woonlijk minder op dan in dezelfde maand van het
vorige jaar en in
1929 f1.127
mini
minder dan in
1928.
Hierbij moet, zooals reeds in vorige verslagen
werd meegedeeld, worden gedacht aan den overgang
in
1029
aan de provincie Oost-Java van den detail-
verkoop van zout, waartoe aan dit gebiedsdeel
40
pOt.
reductie wordt verleend op den regieprijs. De dien-
overeenkomstig verlaagde jaarraming werd door dit
middel overschreden met
f 1.141
m/m.
De pandhuisdienst gaf in
1029
tengevolge van den
minder goeden economischen toestand der bevolking
wegens tegenspoed hij den oogst door te groote droog-
te hoogere uitkomsten dan in het jaar tevoren en dan werd verwacht (resp.
f 2.392
m/m en
f 2.091
mini).
De ongunstige uitkomsten in het afgeloopen jaar

der
productengroep is
te wijten aan de sterk gedaalde
opbrengstcijfers van tin en rubber, beide tengevolge
van prijsdaling dezer producten. Het eerste bracht
f 8.7
mini minder in ‘s Lands schatkist dan in het
jaar tevoren en
f 4.2 mfm minder dan werd geraamd,
het andere resp.
f 1.19
mim en
f 1.-
mfm minder.
Ook kina bracht om dezelfde reden minder op (resp.
f 0.15
nafm en
f 0.19
m/m). Daartegenover gaf het
boschwezen meevallers van resp. f 1.8
mini
en
f 2.38
m/m. De opbrengst der steenkolenmijnen, die ruim

8
ton meer oplôverdé dan in
1928,
bleef desondanks

f 1.9
mini beneden de verwachting. Bij de goudmijnen
vallen geen groote verschillen te. belichten.

De uitkomsten der
bedrijven
waren in het afgeloo-
pen jaar over het algemeen niet ongunstig. In totaal
brachten zij
f 2.28
m/ni meer op dan in het jaar
1928.

Een uitzondering hierop werd gemaakt door de Spoor-
en Tramwegen, waarvan de opbrengst in verslagmaand
f 0.82
mini bleef beneden die in December
1928
en
f 1.185
mum beneden het
1/12
deel der jaarraming,
welk decres tot resp.
f 0.73
m/m en
fl.02
mum werd
geconstateerd op het Javanet. Deze belangrijke daling
moet, evenals die in de twee maanden tevoren, mede
wérden toegeschreven aan de sinds 1 October
1029
voor het personenverkeer geldende tariefsverlaging bij de Westerlijnen van Java. De totale opbrengst in
1029
van den geheelen dienst verschilt slechts wei-
nig met die van het jaar tevoren, derhalve kunnen
de uitkomsten over het afgeloopen jaar aldus verge-
leken nog gunstig worden genoemd, zij bleven echter
f 1.1 mfm beneden de met circa
f 4.-
mum verhoogde
jaarraming.

Bij den P.T.T.dienst valt in verslagmaand weder-
om eenigo toename der ontvangsten te constateeren
en wel van
f 0.132
mim, waardoor
1112
der jaar-
raming met
f 0.126
mum werd overtroffen. In het
afgeloopen jaar bracht deze dienst
f 1.316
m/ni meer
op dan in
1928
en
f 0.828
mini meer dan werd ge-
raamd. In deze gunstige uitkomsten t.a.v. het jaar
tevoren werd bijgedragen door de

telegrafie ………….met
f 0.438
m/ni
telefonie ………….

,,

,,
0.815
andere ontvangsten . . . .

,,
0.125

De verlaging van enkele posttarieven sedert
1 Januari
1929
moet in aanmerking komen
bij
de be-
oordeeling van een verminderde totaal-opbrengst bij
de posterijen van
f 0.063
mini.
Het havenwezen en de baggerdienst gaven over het
afgeloopen jaar uitkomsten, clie de verwachtingen
verre overtroffen. Deze bedrijven brachten resp.
f 0.492
m/ni en
f 0.628
mfm meer op dan in
1928
en

resp.
f 1.728
m/ni en
f 1.692
mfm meer dan werd
geraamd. Als oorzaak hiervan kan bij het havenwezen
gelden de toename van het scheepvaartverkeer, waar-
door zoowel meer haven- als meer goederengelden wer-
den ontvangen; bij den baggerdienst werden groote
bedragen ontvangen van derden, o.m. wegens verricht
opspuitwerk ter verhooging van bouwterreinen.
De opbrengstcijfers van de landsdrulckerij en den
dienst voor W. en E. geven geen zuiver beeld van de
werkeljice uitkomsten, aangezien deze
bedrijven
nog
belangrijke bedragen te vorderen hebben, welke later kunnen worden geboekt dan verslagmaand.

De groep
allerlei m.iddelert
toont in verslagmaand
een belangrijke ontvangst aan onder het hoofd af-
stand van grond, hetgeen te danken is aan de in die maand krachtig geleide invordering van canon. De
ontvangsten op dezen post blijven over het afgeloo-
pen jaar daardoor niet veel ten achter bij die over
het vorige jaar en bij de rarning. Gunstige factoren in
dezen groep vormen de posten haken- en loodsgelden,

die resp.
f 0.03 mum en
f
0.6 mini meer opbrachten

dan in
1028
en resp.
f 0.5 m/ni en
f 0.55
mini meer
dan de raming deed verwachten.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE JONGSTE ONTWIKKELING VAN DE CONCEN-

TRATIEBEWEGING IN DE DUITSCHE

IJZERINDUSTRIE.

De heer G. Böse te Heidelberg
schrijft
ons:

Met de per 1 Fébruari
1930
in werking getreden
verlenging van de Duitsche ijzerkartels en met haar
vereeniging naar gedeeltelijk nieuwe gezichtspunten, schijnt de ontwikkeling van de concentratieheweging
in de Duitsche ijzerindustrie
1)
voorloopig tot een

einde gekomen te zijn.
De met de overeenkomsten van
1924
en
1925
ont-

1)
Zie over deze ontwikkeling E.-S. B. van 4 Sept. 1929.

9 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

331

worpen kartelvorming bleek spoedig op eenige punten wijziging noodig te hebben, terwijl haar invloed op de
prijsvorming in den zin van een rentabiliteit, die alle
aangesloten ondernemingen bevredigt, niet voldoende
schoen. De hoofdoorzaak lag in den naar verhouding
korten duu.r van de afzonderlijke overeenkomsten, iii
de bevoorrechting van de volgens haar standplaats
overwegeiïd op den export ingestelde ondernemingen,
overeenkomstig het geldende vcrrekeningsschema en
in het laten bestaan van die fabrieken, welke onder
ongunstige voorwaarden produceeren en die voor den
geheelen bedr••fstak tenslotte een financieele verzwa-
ring beteekenen, maar die echter niet opgegeven wer-
den, zoolang niet een bevredigende oplossing voor een

meer rationeel gebruik der
01)
hen vallende quota

gevonden kon worden.

Deze toestand leidde daartoe, dat alle leden de mo-
gelijkheid voor een nieuwen machtstrijd en quotaver-
deeling na afloop

ran de bestaande overeenkomsten onder oogen zagen, al zou ook slechts een van de kar-
telleden den terugkeer tot de vroegere overeenkomsten van een slap gecontroleerde ijzermarkt gewenscht heb-
ben. De voordeelen van een strengere organisatie heb-
ben de nadeelen, die hier en daar in enkele overeen-
komsten voorkwamen, verre overtroffen, zoodat de
onderhandelingen, ondanks alle tactische manoeuvres,
slechts in ernst om den aard en den omvang van de
aan te brengen verbeteringen liep, – en wel in de
richting van een meer uniforme en sterkere aaneeu-
sluiting, zooals de resultaten van de op 20 December
1.929 gevoerde onderhandelingen toonen.

De geheele organisatie van het over de geheele linie
op 1 Februari 1930 in werking getreden nieuwe plan
der 1)uitsche ijzerindustrie berust bij de Stahlwerks-
verband A. G. te Diisseldorf, dat alleen voor rekening
der later nog uitvoerig te behandelen afzonderlijke
kartels fuiictionneert; het kan dus geen winsten
baa-
ken en ook geen verliezen lijden. Het politieke zwaar-
tepunt ligt in de verschillende kartels, voornamelijk
in het Ruwstaalkartel, dat de eigenlijke basis van de
geheele kartelorganisatie vormt. De duur van alle
kartels is nu voor de eerste maal uniform vastgesteld
en wel voor
liert
jaar.
Het Rtiwstaalkartel is niet lan-
ger een contingenteeringskartel. Van de tot dusverre
gevolgde verdeeling der quota door het Duitsche Ruw-
staalkartel heeft men afgezien, daar zoowel de door
de Duitsche ijzerindustrie op zich genomen produc-
tieverplichtingen ten opzichte van het Internationale
Ruwstaalkartel, als door de bij de afzonderlijke syndi-
caten overeengekomen quota van den omvang der pro-
ductje inderdaad is vastgesteld.

Naast de reeds bestaande kartels voor: Halbzeug
Oberbaumaterial, Formeisen (A-Produkte), Stabei sen,
Bandeisen, Walzdraht, Grobbleche, Mitteibleche und
Roehren (B-Produkte), is een algemeen ijzerkartel
gevormd en de oprichting van een Feinhlechkar te] in

studie genomen. Daarenboven voorziet het plan in de
vorming van kartels voor: Weissbleche, Wagerirad-
saetze und deren Teile, Lokomotivradsaetze und deren
Teile, Stahlformguszstuecke, Sehmiedestuecke un d
Edelstaehle, alles in het kader van het Ruwstaallcartel, waari.n alle kartels opgenomen zijn. De ontijdige ont-
binding van een der onderkartels is namelijk afhanke-
lijk van de bepalingen van het Ruwstaalkartel, terwijl
aan den anderen kant de overeenkomsten van de
si ndicaten automatisch met het Ruwstaalkartel af-
loopen. Formeel bestaat cie mogelijkheid van opzeg-
ging tot 31 Januari 1935 met een termijn van zes
maanden en na 31 Januari 1935 te allen
tijde
met een
termijn van zes maanden. De daartoe noodzakelijke
voorwaarden toonen evenwel, hoe moeilijk in de prac-
tijk met zulk een eventualiteit te rekenen is, want

daartoe is noodig een groep van minstens drie be-
drijven met tezamen een productie aan ruwstaal van
minstens 3 millioen ton of een groep van minstens
6 bedrijven met tezamen een productie aan ruwstaal
van minstens 1V2 millioen ton.

Maar zelfs dan, wanneer een van de bij het Ruw-
staalkartel aangesloten syndicaten onder deze om-
standigheden de overeenkomst zou opzeggen, dan is
daartoe de toestemming noodig van een meerderheid
van minstens 75 pOt. der in het Ruwstaalkartel uit
te brengen stemmen. Alvorens een
dergelijke
situatie
intreedt, zouden de practische uitwerkingen van het
nieuwe plan zoo sterk tegen de belangen van het
overwegende deel der Duitsche ijzerindustrie ingaan,
dat het in werkelijkheid nog slechts een leeg schema
beteekent.

Een der veranderingen, die ook maatschappelijk
van wezenlijk
belang is, is de z.g. groepenbescher-
ming, die bepaalt, dat de individueele leden van het
Ruwstaalkartel niet zonder gegronde algemeene of
privaat-economische redenen in de belangensfeer van
andere leden mügen binnendringen. Met dit verbod, welks handhaving door een
bijzondere
vertrouwens-
instantie zal worden gecontroleerd, is de arbeidsver-
deeling op grond van het tegenwoordige productie-
program, practisch voor den duur van tien jaren
vastgelegd, een bepaling, die een dreigende overca-
paciteit van de Duitsche ijzerindustrie én een, gezien
het kapitaalgebrek voor het economisch leven van
Duitschiand buitengewoon schadelijke, verkeerde in-
vesteering kan vDorkomen, die op grond van

een
voorbijgaande conjunctuuropleving doorgevoerd zou
kunnen worden om dan later in de depressie zoowel
de goederen- als ook de arbeidsmarkt te verstoren.
Deze passage is het resultaat van het inzicht, dat na
een jarenlange periode van intensieve rationalisee-
ring in de ijzerindustrie, waarbij kostendaling en
productiestijging hand in hand gingen, aan de vra-
gen van de regeling der productie-capaciteit en een
juiste verhouding tusschen behoefte en productie-
omvang een verhoogde belangstelling moet worden
geschonken om de spanningen in het economisch le-
ven zooveel mogelijk te reduceeren.
* *
*

De nieuwe opbouw van de Duitsche ijzerkartels met
het Ruwst’aalkartel aan de spits, had de opneming van
alle ondernemingen van den gekartelleerden produc-
tietak ten gevolge, en had zich tot taak gesteld een
rationeele inschakeling in het geheele productie- en
afzetplan van die ondernemingen, welke tot dusverre
buitenstaanders waren. Dat heeft door een buiten-
gewoon gecompliceerd systeem van opkoopen, meer-derheidsdeelnamen, fusies en ruilmanipulaties plaats-gevonden. Er
zijn
vier consortia gevormd, waarin de
belangrijkste ka.rtel]eden, o.a. die Vereinigte Stahlwer-
ke A.G., Krupp, Klöckner en de Gute Hoffnungshütte,
vertegenwoordigd zijn, waarvan slechts diegenen de
vrijkomende productiequota zullen overnemen, die
daarmede een rationeelere productie dan tot dusverre
kunnen bereiken. Daardoor wil men de door den aan-
koop van de quota ontstane kosten compenseeren. In
hoeverre de door het publiek geuite bewering, dat
door een
dergelijke
inschakeling een aanzienlijke stij-
ging van den kostprijs in de ijzerindustrie zal intreden,
juist is, of dat werkelijk een soort dwangrationalisatie
aanwezig is, kan op het oogenblik natuurlijk nog niet
vastgesteld worden. De maatregelen van de opkoop-
consortia hebben de eigendomsverhoudingen bij de
volgende ondernemingen veranderd: Slchsische Gus-
stahiwerke te Döhlen, Rheinisch-Westfklische Stahl-
und Walzwerke, Annener Gusstahlwerke, Press- und
Walzwerk Reisholz, Stahlwerk Becker, Bremer Hütte,
Rheinmetall (buizenquota), Berg- und Hütten A.G., Friedrichshütte, Geisweider Eisenwerke, Henrichs-
hütte•en Gusstahlwerk Witten. De actie tot stilleg-
ging is reeds begonnen o.a. bij Gusstahlwerk Witten
en
bij
de buizenafdeeling van Rheinmetall.
Indien wij hier met besluiten te maken hebben, die
het geheele productie-apparaat van de Duitsche ijzer-
industrie volgens een vastgesteld plan herzien en
aan een nieuwe regeling onderwerpen, dan vinden wij
in de contracten van het staaf ijzerkartel en het band-

S

332

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 April 1930
1

ijzerkartel bepalingen, die den ijzerexport op een

andere basis van berekening brengen. Het betreft hier
een poging, die later misschien tot andere produc-
tietakken zal worden uitgebreid, het prijsverschil
tusschen de binnen- en buitenlandsche markt op een

juister wijze als tot dusverre over de..kartelleden
te verdeelen en een onevenredig hooge belasting te
vermijden van die fabrieken, welke volgens haar
standplaats slechts voor de binnenlandsche markt
kunnen leveren, die echter bij de vroegere regeling
den tot aanzienlijk lagere prijzen plaatsvindenden
export van de groote op de buitenlandsche markt in-

gestelde ondernemingen uit de gemeenschappelijke
kartelkas mee moesten financieren. Men heeft nu een
gescheiden afrekening voor de totale productie van
iedere onderneming in dien vorm overwogen, dat

75 pOt. als binnenlandsch quotum eg 25 pOt. als bui-
tenlandsch quotum gerekend wordt. De kartelover-
eenkomst zegt daarover het volgende:
,,Soweit Mitglieder mehr als ihren ratierlichen Anteil am
Inlandsabsatz zeliefert haben, vird iknen für das Mehr
lediglich der Erlös fUr den Auslandsabsatz vergütet, wahrend
die Differenz einer Ausgleichskasse zugeführt w’ird. Soweit
Mitgtieder veniger als ihrea ratierliehen Anteil am
Aus-
laudsabsatz geliefert haben, erbalteri sie für ibre Ausland-
lieferungea bis zur Verrechnung ihres ratierlichen Anteils
am Inlandsabsatz den Erliis fhr den Iulandsabsatz. Die
Differenz wird der Auslandakasse entnornmen.”

In den ijzerhandel is de tot dusverre aanwezige
organisatorische verhouding tusschen de kartels en
de handelsorganisaties opgeheven. Hier heeft de er-
varing van de laatste jaren schijnbaar geleerd, dat
het optreden van den ijzerhandel, vooral in de export-
zaken, de noodzakelijke bewegingsvrijheid sterk ver-
hinderd heeft. Het nieuwe plan heeft hèt organisa-
tieschema op dit punt derhalve iets losser gemaakt.

Van verstrekkende beteekenis voor de toekomstige
ontwikkeling van het economisch leven in Duitschiand
en voor de Duitsche exportindastrie zijn de overeen-
komsten met de ijzerververkende industrie, die op de
z.g. Avi-zaken betrekking hebben. In principe zijn de

oorspronkelijke bepalingen, volgens welke aan de ver-
werkers het voor de exportzaken benoodigde quantum
ijzer ongeveer tegen wereldmarktprijzen geleverd werd,

overgenomen, opdat b.v. de buitenlandsche machine-
industrie niet met goedkooper materiaal – waar
mogelijk uit Duitschland zelf – voorzien wordt dan
de binnenlandsche machine-industrie. Nieuw is de be-
paling, dat van nu af aan ook de aan de ijzerconcerns
verbonden verwerkende industrie met de door de Avi-

restituties ontstane kosten belast zullen worden.

Met de per 1 Februari 1930 in werking getreden

contracten is een
bijna
onafgebroken kartelleeringsnet
over de geheele Duitsche ijzerindustrie gespannen.
Hoewel daarmede ook de buitenste grens naar pro-
ductieomvang en arbeidsverdeeling voor een termijn
van 10 jaren afgebakend is, bevinden zich de eigen-domsversehuivingen binnen de groote concerns, die
leden van de verschillende ijzerkartels zijn, toch nog

in voortdurende beweging. Wij hebben aan de functie
van de opkoopconsortia voor de verzekering van de
kartelvorming gezien in hoe sterke mate kartellee-
ring en het samenvoegen van concerns in de Duitsche

ijzerindustrie samengegaan zijn. De jongste gebeur-
tenissen
bij
de Vereinigte Stahiwerke A.G. hebben

getoond, dat de strijd om madht tusschen de afzon-
derlijke groepen van aandeelhouders nog niet beëin-
digd is. In verband met een andere groepeering der machtsverhoudingen in dit grootste Duitsche ijzer-
concern wordt steeds meer de naam van den vroegeren
directeur van de Charlottenhütte, Friedrich Flick,
genoemd, wien het gelukt is, de meerderheid van de
aandeelen der Gelsenkirchener Bergwerks A.G. te ver-
krijgen en daarmede 41,2 pOt. der aandcelen van de
Vereinigte Stahiwerke A.G. in zij n.hand te vereenigen,
waarmede Flick tezamen met andere eigendomstitels
de beslissende factor in deze concerns geworden is.
Zoo spelen zich achter de schermen ook nog in andere

ondernemingen onderhandelingen af, die tot aanzien-
lijke interne eigendomsverschuivingen kunnen leiden,
hoewel van buiten de kartelleering stevig gegrond-
vest
schijnt
te zijn.

* *
*

Overziet men de gestelde taak van de nieuwe ijzer-
kartels en hun organische inschakeling in het Duitsche
Ruwstaalkartel, dat buitengewoon groote macht heeft
gekregen, beschouwt men verder de beteekenis van
dit kartelsysteem voor de aanstaande vernieuwing

van het Internationale Ruwstaalkartel en de groote
beteekenis van de ijzerindustrib voor het economisch
leven in Duitschland, dan wordt het zonder meer
duidelijk, dat de leidende
persoonlijkheden
plichten
op zich genomen hebben, die verre boven de eigen
verantwoordelijkheid uitgaan. De ondernemers hebben
met de door hen gevolgde politiek van aaneensluiting
gedurende de laatste 10 jaren het principe van plan-
matigbeid en manipuleerbaarheid der markt zeker niet
in dienst van het particuliere eigenbelang gesteld,

maar juist door het in elkaar laten
grijpen
van de
verschillende productietakken en de wisselwerking
tussehen productie en êonsumptie de noodzakelijkheid
van hun optreden voor de belangen van de gemeen-
schap erkend. Vele bepalingen uit het nieuwe plan in
de ijzerindustrie, zooals de regeling van de productie-
capaciteit, ht vaststellen van het productie-apparaat
op de status quo en de Avi-overeenkomst
zijn
van de
allergrootste beteekenis voor het geheele economische
leven van Duitschiand. Het komt alleen op de prac-
tische handhaving der overeenkomsten aan. Wordt deze
beheerscht door verantwoordelijkheidsgevoel en door

een vèrzienden geest, die niet het oogenblikkelijke voor-
deel zoeken, dan zal niet de zoo dikwijls in het openbaar
onderstreepte uitwerking van een prijspolitiek ten
koste van den verbruiker intredec. Dan hebben
diegenen gelijk, die in de kartelleering een schrede
op den weg naar gezondere en stabielere economische
verhoudingen zien. Hoewel tegen het einde van
het vorige jaar vô5r den afloop van de oude kartel-overeenkomsten de koopers een afwachtende hou-
ding aannamen, is sedert het begin van dit jaar weer
een zekere rust op de ijzermarkt ingetreden.
De betrekkelijk snelle overeenstemming in de Duit-
sche ijzerindustrie is zeker niet in de laatste plaats toe te
schrijven
aan de aanstaande onderhandelingen tot verlenging van het Internationale Ruwstaalkartel;
de op het oogenblik geldende bepalingen komen in het
geheel niet met de belaneen van Duitschland overeen.
Het was derhalve noodzakelijk den buitenlandschen
deelnemers met een gesloten front van de uniform op-
gebouwde Duitsche ijzerindustrie tegemoet te komen.

AANTEEKENINGEN.

Indexcijfers van groothandeisprijzen.

,,The Economist”
schrijft:
Met het oog op de em-
stige reacties, teweeggebracht in den internatio-
nalen handel door de katastrophale daling van de
groothandelsprijzen, die gedurende de laatste negen
maanden heeft plaats gevonden, geeft elk teeken van
grooter stabiliteit van het prijsniveau reden tot
tevredenheid. Het is dan ook bemoedigend waar te
nemen, dat gedurende de maand Maart ons index-
cijfer slechts met 1.3 pOt. daalde, vergeleken met
ruim 2 pCt. voor Februari en 2.5 pOt. voor de eerste
maand van dit jaar. Niet alleen verminderde het
tempo van de daling, doch bij verschillende belang-
rijke artikelen vertoonden de prijzen gedurende de
laatste veertien dagen van Maart zelf eenige verbete-
ring vergeleken met het laagste punt, dat gedurende
het midden van de afgeloopen maand werd bereikt. De veranderingen in de
indexcijfers
van elke prijs-

groep gedurende het laatste kwartaal
blijken
uit de

volgende tabel, waarin tevens de cijfers voor einde
Maart 1929 ter
vergelijking
werden opgenomen:

9 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3″

Gemiddelde 1927 = 100

Maart Dec. Jan. Febr. Maart
1929

1929
1
1930
1
1930
1
1930

Granen en Vleesch
100.9
92.3
89.2 85.4
84.7
Andere voedings en ge-
notniiddelen ……..
83.6
83.1
83.0 82.7
Weefatoffen ……….
100.8
82.6 76.7
74.7
73.0
.87.3

99,7
92.4 92.6 90.5
89.8
Delfstoffen …………
Diversen ………….
.
91,4 89.2 88.0
87.0
85.5

Totaal …………….96,1
1
88.3
1
86.1
1
84.2
1
83.1

De grootste schommelingen gedurende deze maand
werden teweeggebracht door een verdere daling van
2.3 pOt.
voor de ,,Weefstoffen” en een daling van
1.7 pOt.
voor de groep ,,Diversen”. De groepen
,,Delfstoffen” en ,,Granen en Vleesch” waren beide
nog geen percent lager. De prijsschommelingen van
de afzonderlijke artikelen gedurende de laatste maand hadden weder in hoofdzaak in dalende richting plaats;
de grootste dalingen vertoonden Engelsche tarwe en
haver, schapenvleesch (Nieuw Zeeland), cacao, boter,
wol, hennep, ruw ijzer en lood. Daarentegen waren
de prijzen voor ruwe katoen, vlas, tin en koper vaster,
thee steeg flink, de maïspri.jzen herstelden zich en
ook Engeisch rundvieesch was duurder. De volgende
tabel toont de verandering in vergelijking met een
maand en een jaar geleden:

Gedurende het afgeloopen kwartaal vonden de
grootste dalingen plaats in de groepen ,,Granen en
Vleesch” en ,,Weefstoffen” waarvan de indexcijfers
met resp.
8.2 pCt.
en
11.6 pOt,
daalden. De laatste
groep met een totale daling van
27 pOt.
ten opzichte van het gemiddelde van
1927,
heeft de andere groepen
bij de algemeene prijsdaling ver achter zich gelaten.
De derde tabel toont de tegenwoordige prijs-
noteeringen voor een aantal belangrijke artikelen
op het einde van de laatste maand, in vergelijking
met hun prijzen op vroegere data.

Hieruit blijkt, dat de eenige artikelen, die ge-
durende de vorige maand niet in de algemeene prijs-
daling waren betrokken, Engeisch rundvleesch, thee,
koper en cement zijn; in vergelijking met het vorige
jaar zijn slechts Engeisch rundvieesch en lijnolie
sterk in prijs gestegen.
De vierde tabel toont het verloop van ons index-
cijfer, berekend volgens een percentage van het ge-
middelde van
1913.
Ons laatste indexcijfer is
28
pOt. lager dan het
gemiddelde voor
1924,
terwijl er sinds Maart 1929
een daling van niet minder dan
13.5 pOt.
plaats
vond. Men ziet, dat als gevolg van de sterke daling
van de textielprijzen, de voedingsmiddelen, meer in
het bijzonder ,,Andere Voedings- en Genotmiddelen”
thans op een peil staan, dat ten opzichte van
1913
Vervolg zie blz. 387.

lndexcijfer

lndexcijfer

lndexcijler
Toe- (+) ofafneming(-)

Toe- (+) ofafneming(-)

Toe-(+)of afneming(-)
in pete.

in pete,

in pete.
vergeleken met

vergeleken met

vergeleken met
vor. maand 1 vorig jaar

vor. maand 1 vorig jaar 1

,

vor. maandi vorig jaar

Tarwe (buitenl.)

– 2,2

-12,9

Katoen (Am.) ……+

0,9

-21,8

Hout (Eng.)…….

Aardappelen

– 48,0

Zijde

…………
..-

5,3

– 22,2

Stookolie ………

11

(N. Z.)

-17,0

– 10,0

Weefstoffen

° 3

276

Soda ………….
Varkensvl.(Deensch)

+ 4,3

-2,7 ……-_- -,

-_’

Amm. Suiphaat …

– 4,3

-24,1

,,

(Eng.) ……..- 5,7

5,1

,,

(Egypt.)

+

5,2

-26,5

,,

(Zweedsch)

5,3

5,3
Meel ……………- 2,9

4,3

Garen…………..-

1,0

-22,7

Cement ……….

&ranenenVleesch..

– 0,8

Stalen rails

Gerst……………-

1,1

-23,6

Laken …………
..-

3,9

-12,5

Huilen…….

4,0

-14,3
Haver …………..- 6,5

-. 40,9

Wol (Eng.) ……….–

5,6

— 34,6

Leder …………….

4,5
Maïs ………….
..+ 8,4

-32,9

,,

(Austr.)

7,7

-41,2

Benzine No. 1 …..

Thee

+2 2

– 3 1

Ijzeren staven

+

Diversen

– 1,7

– 6,5

Rijst ……………- 2,1

9,8

,,

(tops) ……..
..-

5,5

– 40,9

Petroleum ……..

Rundvleesch (Eng.)

+ 7»

+ 12,6

Vlas ………….
..+

8,1

-32,6

Lijnolie …………-

“,’

+ 39,7
(Arg.).

4,9

flennep ……….
..-

6,2

– 18,4

Talk ……………..

3,3

Rietsuiker

.

6,5

(Dur. Gas.).

. .

+

8,2

Schapenvi. (Eng.) ..

+

5,0

Jute ………….
..-

3,9

– 26,1

Rubber ………..
..-

3,2

– 30,7

Bietsuiker

.

6,4

,,

(huisbrand)

. .

2,3

Ruw-IJzer……….-

6,9

+

0,7

Creosoot ………
..-3,1

-28 6

Cacao …………
..- 7,7

6,2

Kolen (Welsch)

..

7,0
KMfie …………..

4,4

Blik ……………-

1,4

Kaas (Cnn.) ………-

1,0

7,7

Lood ……………-

4,7

– 21,9
Boter (Deensche)

-13,4

-10,2

Tin …………..
..+

1,5

-22,7
Kokosolie ………..

4,3

Koper …………
..+

2,9

-25,8
Tabak …………..

+

2,3

Ongez. Zink

..

-31,9
Andere voedings. en………………………………..-•


Genotmiddelen…

– 0,4

5,3

Delfstoffen ……….,-

0,8

9,9

Einde

Einde

..
1929

Eind

1927

1928

Einde

Einde

Maart

Maart

December

1930

Thee, Indisch veilinggem. per lb………….

.

Rundvieesch, Eng. in heiften, per 8 lbs

418

514

514

518

6/-
Schapenvleesch, Nieuw-Zeeland, per 8 lbs

419

51-

51-

4110

416

m

23/6

22j9

22/-

Tarwe, Canadeesche per qr ……………….
.58/-

4913

5013

556

431-9

Jute,

per

ton

…………………………

.

Aardappelen per ton

……………………
.£ 61010

£ 60/O

£ 0/5/0

£ 3/15/-

£ 3/5/-

Suiker, gekristall. per cwt.

………………
.29/94

2417
..1618

1/5

1/51/8

l/lIi

114

Katoen, Aerican Middling per Ib…………11.06 d.

10.59 d.

10.90 d.

9.42 d.

8.57 d.
Garens,

32er twist per lb.

………………
.15.25 d.

15.50 d.

16 d.

13.87 d.

12.37 d.
Wol, Australische per lb …………………
.48 d.

44 d.

41 d.

33 d.

24 d.

Tin, Standaard, per ton

………………..

42651216
265/2/6

£ 225/15/0

£ 220/10/0

£ 178,216

– £ 170110/-

.

31/1510

£ 32,5/0

£ 33/10/0

271151-

£ 24/15/-
Ruw ijzer, Cleveland No. 3, per ton ……..
….65/-

661-

67/-

72/6

0716
Kolen, beste Welsb, per ton……………….19/11

19143

2116

20l1

201-

Koper,

per ton …………………………
.£ 6011813

£ 74

£ 95/15/-

£68

£ 71
Lijnolie, per

ton

…………………….
…..£ 280,0

£29

29

£ 45

£ 401101-
Rubber, plant. sheet per lb ……………….
.20 d.

8.69 d.

11 d.

8.06 d.

7.62 d.
Cement, Portland, per ton

………………..54/-

471-

471-

471_

471…

334

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9
April 1930

Het Prijsverloop van Groothandelsartikelen
gedurende het eerste kwartaal van 1930.

II
(Slot).

STEENKOLEN.

Aansluitend aan ons vorig driemaandelijksch over-
zicht kan gezegd worden, dat een winter van onge-kende zachtheid voorbij is gegaan, die van allesbe-
heerschenden invloed is geweest op het verloop van
de kolenprijzen in Europa. De handelaars zijn met
pakhuizen vol huisbrandkolen blijven zitten en deze
omstandigheid, gekoppeld aan de afneming allerwege
van de industriëele bedrijvigheid, heeft gemaakt, dat
de prijzen zich duurzaam in neergaande richting
hebben ‘bewogen. De stijging, die de Engelsche markt
‘over het afgeloopen jaar te zien heeft gegeven, is

door bovenstaande inwerking nagenoeg te niet gedaan
en hierop heeft het wetsontwerp, dat het Labour
Government zoo juist in veilige haven heeft weten
te brengen, weinig of geen invloed gehad. Niettegen-
staande de kortere werkuren, die één van de gevolgen
van het wetsontwerp zijn,
blijven
de
prijzen
gedrukt.

In Westfalen is men doende het Kolensyndicaat
te vernieuwen. De fatale
termijn
van 1 April 1930
is voorbijgegaan, zonder dat men er in geslaagd is
het onderling eens te worden over de voorwaarden
van de vernieuwing, die voor een
termijn
van tien

jaren zou geschieden.

TIN•

De’ statistische gegevens over December, welke begin
Januari gepubliceerd werden, beantwoordden aan de
pessimistische verwachtingen, die men hieromtrent gekoèsterd had. De Visible Supply bleek met 2.585
tons gestegen te
zijn
tot 27.724 tons. De Straits
Shipmeuts bedroegen 8.938 tons,
terwijl
hierbij nog
rekening gehouden moest worden met een aanzien-
lijke carry-over in de Straits, n.l. van 4.725 tons.
Onder den indruk van deze gegevens zette de
daling van de tinprjs zich verder voort. Was de prijs
voor prompt tin op 2 Januari nog £180, op 22
Januari werd het laagste punt van de maand be-
reikt n.l. £ 171.
Hierna had echter weder een reactie plaats’ op
gunstiger berichten betreffende restrictie vai de pro-
ductie. De tinprjs liep hierdoor weer op tot £ 18034
op 29 Januari, om echter op £ 176% de maand te
sluiten.

I1.

In Februari trad een nieuwe daling in onder in-
vloed der weinig bemoedigende statistische cijfers over Januar.i, niettegenstaande het voornemen van
Malaya, Nigeria en Bolivia tot beperking der pro-
ductie. De Visible Supply steeg opnieuw met 830 tons
en bedroeg eind Januari 28.554 tons,
terwijl
de Straits
Shipments in Januari 8.234 tons bedroegen, met een
carry-over in de Straits van 4.730 tons. Op de pro-

STATISTISCH OVERZICH’

TARWE ar

n er
0.

loco
Rotterdam,
Amsterdam

R000E’
AmericanNo.2
5
)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.

MAIS
La Plata
loco
R’damjA’dam
per 2000 K.O.

A OEST
mer.

0.
OCO
otterdam

2o0.Q.

L1JNZAAD
La Plata
loco R’dam!A’dam
per 1960 K.O.

STEENKOLEN
Westfaalsche/
Hollandsche
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
R’damnIA’darn

PETROLEUM
Mid. Contmn.
Crude
33 tlm 33.90

,

IJZER
eve an
oun ry

o.3
.o.b.

KOPER
Standaard
Locoprijzen
Londen
per Eng. ton’

f1.
01
5

II.
0
10
f1.
Olo
f1.
01
f1.
01
f1.
01
$
%
Sh.
01
%
Jaargemidd. 1925
17,20 100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0 10,80 100,0 1.68 100,0
731-
100,0
62.116
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4 360,50
77,9
17,90
165,7
1.89
112,5
8616
118,5
58.11-
93,5
»

1927
14,75
85,8
12,47
5

95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,50
78,4
11,25
104,2
1.30
77,4.
731-
100,0 55.141-
89,7
Maart

1927
15,05
87,5
12,70 97,1
164,50
71,1
219,25
92,9
354,75
76,7
11,25 104,2
1.26
75,0
811-
111,0
55.171-
89,9
April
14,80
86,0
12,825
98,1
173,00
74,8
237,50
100,6
351,50
76,0
11,00
101,9
1.22
72,6
801-
109,6
55.216
88,8
Mei

,,
15,75
91,6
13,57
5

103,8
172,75
74,6
258,25
109,4
373,15 80,8
10,95
101,4
1.22
72,6
741-
101,4
54.141-
t8,1
juni


15,60 90,7 13,20
101,0
175,25
75.8
245,00
104,2
372,75 80,6
11,00 101,9 1.22
72,6
70!-
95,9
54.216
87,2
)uli

15,10
87,8
22,05
92,2
171,50
14,1
235.75
99,9
367,75
79,5
11,10 102,8 1.22
72,6
701-
95,9
53.19j-
86,9
Augustus

,,
14,876
86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
368,25
79,6
11,05 102,3 1.22
72,6
69/-
94,5
55.516
89,0
September ,,
14,70
85,5
12,15
92,9
179,50
77,5
233,25
98,8 369,50
79,9
10,90 100,9 1.22

72,6
65/-

89,0
54.13/-
88,0
October
13,72
5

79,8
11,45
87,6
178,75
77,2
230,50
97,7
359,00
77,6
10,90 100,9 1.22
72,6
651-
89,0
55.51-
89,0
November
13,45
78,2
12,125
92,7
184,75
79,8
233,25
98,8 349,75 75,6
10,65
98,6
1.22
72,6
651-
89,0
59.11-
96,1
December,,
13,40
77,9
12,57
5

96,2
201,00 86,8
246,25
104,3
348,25 75.3
10,60
98,1 1.22
72,6
651-
89,0
60.21-
96,8
januari

1928
13,50
78,5
12,70
97,1
207,50 89,6
247,75
105,0
361,00 78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651- 89,0
62.-!-
99,9
Februari
13,80
80,2
12,87
0

98,5
226,50
91,8
243,75
103,3
361,00
78,0
10,00
92,6
1.21
72,0
65!-
89,0 61.121-
99,
Maart

,,
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75
75,8
9,95
92,1 1.19
70,8
6516
89,7
61.316
98,
April
15,30
88,9
14,97
0

114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05

93,1
1.19
70,8
661-
90,4
61.1416
99,
Mei
15,30
88,9
15,475
118,4
238,50
103,0
260.75
110,5
372,00
80,4
10,60 98,1 1.19
70,8
661- 90,4
62.151-
l01,
juni

,,
14,37
5

83,6
14,27
5

109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
63.171- 102,
)uii
14,25
62,8
13,07
5

100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75
77,8
10,10
93,5
1.19
70,8
66
1

90,4
62.181-
101,

Augustus


12,00
69,8
12,625
96,6 214,75 92,8 226,75
96,1
350,75
75,8
10,05
93,1
1.21
72,0
661-
90,4
62.1016
100,
September
»
11,65
67,7
11,575
88,5
198,75
85,9
198,25
84,0 350,75
75,8
10,00
92,6
1.21
72,0
661-
90,4
63.81-
102,
October

,,
12,27
71,4
12,27


93,8 218,50
94,4
189,50
80,3 366,00
79,1
9,95
92,1
1.19
70,8
66/-
90,4
65.121-
105,
November
12,32
5

71,7
12,07
6

92,4 227,25
98,2
185,50
78,6
386,25
83,5
10,20
94,4
1.18
70,2
661-
90,4
67.181-
109,
December

,,
12,30
71,5
11,90
91,0
220,25
95,1
180,50
76,5
373,75 80,8
10,10
93,5
1.18
70,2
661- 90,4 70.31-
113,
Januari

1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3
365,00
78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,
Februari

,,
12,72
5

74,0
12,65
96,7 236,00
101,9
194,75
82,5 357,25
77,2
12,90 119,4
1.11
66,1
66(6
91,1
78-16
125,
Maart

,,
12,65
73,5
12,62
5

96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00
77,6
12,00
111,1
1.11
66,1
671-
91,8
89.81-
144,
April

12,12
5

70,5
11,62
5

88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
11,05 102,3
1.11
66,1
681-
93,2
82.1716
133,
Mei


11,12 64,1
10,57
6

80,9
198,25
85,6
177,50
75,2 363,50
78,6
11,15 103,3 1.16
69,0
6916
95,2
75.416
121,
juni
10,87
5

63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6 355,25
76,8
11,25 104,2 1.30
77,4
71/-
97,3
74.111-
120,
Juli

,,
12,80
74,3
11,20
85,6 218,50
94,4
191.25
81,0
415,50
89,8
11,25 ‘104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.1216 117,
Augustus
13,125
76,3
10,75
82,2 202,50
87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
11,25 104,2 1.30
77,4
7216
99,3
73.17!-

September ,,
12,625
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9 506,75
109,6
11,40
105,6
1.30
77,4
72/6 99,3
74.19/-

October
12,10
70,4
9,875
75,6
185,00
79,9
168,00
71,2 516,50
111,7 11,25 104,2 1.30
77,4
7216
99,3
72.161-
117,
November
11,775
68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5 11,35
105,1
1.30
77,4
72/6
99,3
70.51-
113,
December
»
12,62
73,4
9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4 482,00
104,4
11,75 108,8
1.30
77,4
7216
99,3
68.616
110,
Januari

1930
12,67
5

73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
11,75
108,8
1.21
72,0
7216
99,3
71.916
115,
Februari
11,725
68,2
8,17
5

62,5
139,00
60,0
135,75
57,5 398,50
86,2
11,75 108,8
1.11
66,1
7216
99,3
71.1216
115,
Maart

,,
10,90
63,4
7,15)
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
11,55 106,9
1.11
66,1
701-
95,9
68.1916
111,
7 April

,,
11,50
66,9
8,10J
62,0
187,00
80,8
138,00
58,5
439,00
94,9
11,35
105,1
1.11
66,1
67/6
92,5
69.216
111,
* Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummer* van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
2)
= Western vôôr de invoering v
5) Manitoba No. 3. t Zuid-Russische.

11
9 April : 30

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

335
II

ductie van de F. M. S. in Januari (6.128 ions tegen
5.849 tons in December) bleek intusschen de pro-
dûctiebeperking geen invloed gehad te hebben, zooals

trouwens te verwachten was. De markt opende begin
Februari op £ 175 en brokkelde geleiddl9jk af, ter-
wijl het laagste punt £ 168 bereikt werd op 28 Febr.
Onder invloed der wederom ongunstige Februari cijfers vertoonde de tinmarkt lin Maart een verdere
inzinking. De Visible Supply bereikte n.l. eind
Februari het record cijfer van 32.701 tons, een toe-
neming dus gedurende Februari van niet minder dan
4.147 tons. De prijs van prompt tin liep dan ook
verder achteruit tot £ 159Y4 op 7 Maart, herstelde
zich
tijdelijk
tot £ 166k op 12 Maart, waarna
wederom een reactie volgde. Na £ 160% op 17 Maart
liep de prijs echter geleidelijk op, in de verwachting
van een lagere Visible Supply per ultimo Maart,
om de maand op het hoogste punt £ 1703/2 te sluiten.

KATOEN.

Prijzen voor ruwe katoen
zijn
in het afgeloopen
kwartaal geregeld en Vrij sterk gedaald, totdat begin
Maart het laagste niveau werd bereikt en prijzen
toen ca. 3 d.c. per lb. lager waren dan op 1 Januari j.l.
Deze daling hield voornamelijk verband met den

KATON

slechten toestand in de industrie, waardoor minder
katoen verbruikt werden ook de voorraden van ruwe

katoen in den loop van het seizoen minder afnamen
dan anders wel het geval zou
zijn
geweest. Boven-
dien had de daling van andere landbouwproducten,
speciaal die van granen, invloed op de katoenmarkt,
omdat men ten gevolge daarvan vreesde, dat de aan-
plant van ruwe katoen in de Vereenigde Staten niet
veel kleiner zou worden dn iii het afgeloopen jaar.
Wel is de
prijs
voor ruwe katoen voor de land-bouwers daar waarschijnlijk in de meeste gevallen
verliesgevend, doch ook de prijzen van andere land-
bouwproducten zijn van dien aard, dat het animo,
om die producten aan te planten, ook wel niet groot
zal zijn.

Sedert begin Maart zijn de
prijzen
van ruwe katoen
weer vrij èterk gestegen en bedraagt deze totaal-
stijging
bijna
2 d.c. per ib., zoodat een groot gedeelte
van het geleden verlies weer is ingehaald.

WOL.

De wolprijzen hebben in het eerste kwartaal van
dit jaar een zeer sterke daling ondergaan. In Januari
daalden de prijzen sterk, liepen in Februari weliswaar

1
1-l
i
sm,

MEEREEREEN

Ulllliii
1

5
0

iets op, doch bewogen zich tegen medio Maart weer onder het niveau van einde Januari. Na medio Maart
-gingen de prijzen weer in een licht stijgende lijn om-
hoog. De stemming was dan ook tot medio Maart

VAN
GROOTHANDELSPRIJZEN’)

TIN
locoorijzen
Londen per
Eng. ton

KATOEN
for Middling
locoprilzen
New York
per Ib.

WOL
gekamde
Australische,

Merino, 648 Av.
1
loco Bradford
1
per Ib.

WOL
gekamde
Australische,

CrossbredColo- nial Carded,
50’s Av. loco
Bradford per Ib.

RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen
per Ib.

SUIKER
Witte kristal- suiker loco
R’dam!A’dam.
per 100 K.O.

KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam per
/a
K.G.

THEE
Aft. N.-l. theev.
A’dam gem. pr.
Java- en Suma-
tratheep’J5KO.

Indexcijfer v(h. Centr. S.
v.
II.
Stat.,
herleid
van 1913
=
100
tot

25= 100

lndexclifer
van The
Economist,
herleid
1927
=
100
tot 1925=100

91
01
$
cts.
o/s
pence
O(
o

pence
01
0

Sh.
°js
ti.
1
0
cts.
OJ
cts
°Io
261.171-
100,0
23,25
100,0
,
5,00
100,0
29,50
100,0 2111,625 100,0 18,75
100,0
61,375
100,0
84;5
100,0
100,0 100,0
290.1716
111,1
17.55
75,5
47,25
85,9
24,75
83,9
21-
67,4
17,50
93,3 55,375
90,2
94,25
111,5
93,2
92,9
290.41- 110,8
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89.8
116,375
51,6
19,125
10,0
46,875
76,4
82,75
97,9
95,4
89,5
312.251-
119,4
14,25
61,3
47,75
86,8
26,50
89,8
118,25
56,8
20,62
5

110,0
48
78,2
70
82,8
92,9
89,2
304.11-
116,1
14,75
63,4
47,50
86,4
26,25
89,0
117,875
55,8
20,25
108,0
48
78,2
72,25
85,5 92,3 88,7
295.12
1

112,9
16,15
69,5
47,00
85,5
26,00
88,1
117,75
55,4
20,25
108,0
47
76,6

86,5
102,4
93,5
90,4
296.9(
113,2
16,85
72,7
47,25
85,9
26,00
881
116
50,5
18,37
5

98,0
47
76,6
81,25
96,2
96,1
89,6
289.15(6
110,7
17,90
77,0
48,50
88,2
26,50
89:8
114,75
47,0
18,62
5

99,3
47
76,6
84
99,4
97,4
92,2
292.-J6
111,5 ‘ 19,70
84,7
48,50
88,2
26,50
89,8
115,25
40,8
18,50
98,7
45,375
73,9.


96,1
90,2
287.1216
109,8
22,05
94,4
50,00

90,9
26,50
89,8
1(4,25
45,6

17,87
5

95,3
44,25
72,1
94,5
111,8
96,8
89,1
264.216
100,9
20,65 88,8 50,25
91,4
26,75
90,7
1(4,375
46,0
16,87
5

90,0
45,25
73,7
93
110,1
96,8
88,6
264.416
100,9
20,25
87,1
52,25
95,0
28,50
96,6
116,5
51,9
17,25
92,0
46
74,9
96
113,6
97,4
88,9
266.1316
101,8
29,70-
84,7
51,50
93,6
28,75
973
117,75
55,4
17,87
5

95,3.
46
74,9
89,25
105,6
97,4
88,2
255.11- 97,4
19,25
82,8 53,00
96,4
29,75
1608
117,25
54,0
17,376
92,7
46
74,9 84,5
100,0
98,7
87,9
233.1016
89,2
18,35
78,9 54,75
99,5 31,75
107,6
113,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9 79,5
94,1
96,8
87,9
233.1716
89,3
19,35
83,2 55,00 33,25
112,5 1(0,75
35,8
16,87
5

90,0
47
76,6
79 93,5
981
89,2
234.61-
89,5
20,65
88,8 54,50
:000
99,1
33,00
111,9
-(9,375
26,3
16,87
5

90,0 47
76,6
74,25
87,9
98,7
90,5
230.131-
88,1
21,55
92,1
54,25
98,6
32,25
109,3

-(9
25,3
16,62
5

88,7
48,25
78,6
78,25
92,6
98,1
91,2
218.8/6
83,4
21,35 91,8 55,50
00,9
31,75
107,6
-19,25
26,0
15,75
84,0
49 79,8
73,25
86,7 98,7
89;8
211.191-
.
80,9
21,75 93,5 53,00
96,4
31,25
105,9
-19,25
26,0
15,50
82,7
49,875
81,3
71,25
84,3
95,5
88,2
211.181- 80,9
19,30
83,0
51,75
94,1
30,00
101,7
-19,25
26,0
16,00
85.3
51,875 84,5
.
67,75
80,1
92,9
86,6
214.716
81,9
18,55
79,8 47,00
85,5
29,00
98,3
-18,5
23,9
15,87
5

84,7
52,75
86,0
70,25
83,1
93,5
85,4
221.19/-
84,8
19,45
83,7 46,25
84,1
27,25
92,4
-18,8 24,7
14,62
5

78,0 53
86,4
73 86,4
94,2
85,1
232.1016
88,8
19,90
85,6
47,25
85,9
27,50
93,2
-18,625 24,2
14,00
74,7
53
86,4
75,75
89,6
95.5
85,1
228.8/-
87,2
20,45
88,0
46,25
84,1
28,00
94,9
-/8,5
23,9
13,925
74,3 51,75
84,3
76,5
90,5
95,5
84,8
222.716
84,9 20,20 86,9
46,75
85,0
28,75 97,3
-19,875 27,9
13,77
5

73,5
53,125 86,6
77,25
91,4 94,2
84,6
222.I1j-
85,0 20,10 86,5
44,25
80,5
27,75
94,1
1/-
33,7
13,375
71,3
54 88,0
74,25
87,9
94,2
85,4
221.016 84,4
21,25
91,4
44,00
80,0
27,50 93,2
1(0,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1
94,8
85,8
207.516
79,2 20,45
88:0
43,25
78,6
27,25
92,4
-(10,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9
92,9
83,9
197.516
75,3
19,40
83,4
41,50
75,5
26,25
890
-110,875

30,5
12,25
65,3
54 88,0
73,50
87,0 91,6
81,7
200.51-
76,5
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75
873
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0 69,50 82,2 91,0 81,9
209.516
79,9
18,65
80,2 38,75
70,5
24,75 83,9
-111
30,9
13,425
71,6
54 88,0
68,50
81,1
91,0
83,7
210.111-
80,4
18,60
80,0
37,00
67,3
24,00 81,4
-110,5
29,5
13,00
69,3
53,50
87,2 64
75,6
91,6
83,6
205.516
78,4
18,90
81,3 34,25
62,3
23,75 80,5
-110.125 28,4
13,475
71,9 51,75
84,3
64
75,6
91,0 82,0
188.916
72,0
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3
-19,625 27,0
13,30
70,9
48,50
.
79,0
66
78,1
90,3
.

80,5
182.-16
69,5
17,50
75,3
34,25
62,3
23,00
78,0
-18,125
22,8
12,50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7
88,4
78,8
178.1816
68,3
17,25
74,2
31,25
56,8
21,25
72,0
-(8
22,5
12,075
64,4
36,75
59,9
60,75 71,8
87,1
78,8
174.131- 66,7
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
-17,375

20,7
11,675
62,3
35 57,0 60,50 71,6
84,5
76,9
174.41-
66,5
15,45
66,4 28,50
51,8
17,75
60,2
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0 58,25 68,9
81,3
75,2

165.181-
63,4
15,20
65,4
26,25 47,7
16,50
55,9
-17,625 21,4
10,70
57,1
35
57,0 62,25 73,7 74,2
162.716
62,0
16,60
5


71,451
27,00
6

49,1
6
1
17,00
6

57,6
6

-17,50
21,1
10,75
57,3
35
57,0 60 71,0
‘de huidige officieele noteeringswijze (jan. 1928); vanaf 16Dec.1929 7415 K.G. Hongaarsche.
3)
= Mailing vôôr de Invoering van de huidige of fic. noteeringswijze (jan. 1928)
4)
Jaar- en maandgemlddelden afgerond op ‘(s pence.
5)
4 April.
6)
3 April.

336

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 April 1930

lusteloos en â la baisse, terwijl na dit tijdstip eenige
herleving merkbaar was.
De grootte van den omzet was’ in het algemeen

3
PENCE PER
ib – – –

30

-1928

-_

1
2_
9

– _- – – – –

2E— — –

.-
0r

is

1930

JAN FEBR. MET. APR. MEI JUNI JULI AUG. SEPt CCI. NOV DEC

middelmatig tot gering te noemen, terwijl de toe-

stand van het
bedrijf
zich tot midden Maart in da-

lende lijn bewoog, om daarna iets beter te worden.

RUBBER.

Het valt niet te ontkennen, dat de pogingen door
de Europeesche rubberplanters ondernomen, om tot
een verbetering van den toestand op de rubbermarkt
te komen, in het afgeloopen kwartaal wel eenig suc-
ces hebben gehad, en ietwat gunstigere perspectieven
voor de naaste toekomst hebben geopend.
Het plan, om den tap gedurende de maand Mei
geheel stop te zetten en zoodoende tot een verminde-
ring van het aanbod met pl.m. 35.000 tons te geraken,
zal in werking treden. Immers meer dan het ver-eischte minimum van 70 pOt. der in aanmerking
komende producenten (gerekend naar de door hen
voortgebrachte hoeveelheid) zal bereikt worden, en
aldus door producenten, die pl.m. de helft van den
wereldoogst controleeren, de productie met ongeveer
/12
worden verminderd. (De rest van de productie
bestaat uit inlandschen rubber, enz., die van begin
af nauwelijks voor een dergelijk plan in aan-
nierking kwamen.) De hoeveelheid rubber, die daar-
door aan de markt zal worden onttrokken, is be-
trekkelijk onbeduidend, indien men haar met den
wereidvoorraad vergelijkt; zij is echter van beteekenis,
indien men haar met het quantum vergelijkt, waar-
mede de productie gedurende het afgeloopen jaar de
consumptie heeft overtroffen.

5H. PEPJ.b.

RUBbIR

8

1929

o::

. iI-,—.

1930

otr

. w ör

Nog ingrijpendere gevolgen zal natuurlijk de ver-
wezenlijking van dit voorstel hebben, indien het lukt,
althans een belangrijk deel der inlandsche producenten
voor een soortgelijken naatrege1 te winnen. Volgens
de laatste berichten
schijnt
het in de bedoeling te
liggen, door middel van een klein leger van propa-
gandisten ook de inlandsche producenten van het

nut van zulk een
tijdelijke
stopzetting te overtuigen.
De houding der Nederlandsch-Indische Regeering
tegenover deze plannen is een van ,,welwillende neutra-
liteit”. Afkeerig van wettelijken dwang in deze, staat zij toch sympathiek tegenover maatregelen, die door
deskundigen worden geschikt geacht, om een ver-
betering in den toestand te brengen. De regeering
meent, dat de daling der rubberprjzen reeds tot een
belangrijke vermindering van den export van in-
landsche rubber heeft aanleiding gegeven, doch de
hier bekend geworden cijfers
schijnen
dit niet, of
nog niet ten volle, te bevestigen.

De mogelijkheid van een gunstiger prijsverloop
in de naaste toekomst heeft, al moet men zich
daaromtrent geen al te groote illusies maken, in
sommige kringen aanleiding gegeven tot de over-
weging, da
r
t het voordeeliger kan
zijn
in rubber te

speculeeren dan in rubberaandeelen, dus zich recht-
streeks
bij
de ups and dowos van dit artikel te in-
teresseeren dan
bij
waarden, wier koersfluctuaties

ook nog door andere invloeden worden beheerscht.
Mocht dit verschijnsel voortgang maken, dan zullen
ongetwijfeld ook de door de Amsterdamsche Liqui-datie Kas geregistreerde contracten, die in den laat-
sten
tijd
gering waren, weer een belangrjken voor-
uitgang aantoonen.

SUIKER.

In den loop van het afgeloopen kwartaal werden
op alle Suikermarkten de laagste
prijzen
bereikt,

die men sedert 28 jaar gekend heeft. Bij deze abnor-
maal lage pri.jsbasis laten zich nog steeds stemmen
hooren, die eene verdere verlaging in het verschiet
zien, niettegenstaande de statistische positie van het
artikel eerder verbeterd is, en niettegenstaande lage
prijzen toenemende comsumptie en hausse- speculatie
in de hand werken. Het derde
natuurlijke
gevolg
van lage prijzen, nl. algemeene vermindering en rationalisatie van productie, blijft echter nog uit.

Immers in de meeste landen wordt de Suikercultuur
en -industrie op onnatuurlijke wijze staande ge-
houden door middel van regeeringssteun. Zoo woi-dt
de veel geld kostende besaherming nog steeds ge-
handhaafd en zelfs verhoogd (Duitschiand) uit natio-
naal- en parlementair-politieke overwegingen der
betreffende regeeringen, waarvoor de veel grootere
pacifistisch-economische belangen voorloopig nog
schijnen te moeten wijken.
De met bieten beplante oppervlakte in Europa in-clusief ituslatid zal volgens de laatste berichten van
F.O. Licht nog iets grooter worden dan verleden
jaar.

1JJIn14
————

• •
————

———


———–
JAJI. FE. MRt
APR.
MEi JUIII JULI AUG. 5EP OCT 10V DEC.

In Cuba, waar uit den aard der zaak regeerings-
steun niet mogelijk is, had men, zooals in het vorige

kwartaalverslag vermeld,
zijn
toevlucht genomen tot

aaneensluiting, hiermede het voorbeeld van Jr»va
volgend. De taak dezer nieuwe organisatie is
bij
de

tegenwoordige gedepreciëerde markt echter eene
uiterst ondankbare en de vele tegenstanders hebben
het zoover weten te brengen, dat over het voort-
bestaan van den ,,Single Seller” gestemd moest wor-
den. Deze stemming heeft intusschen plaats gehad
op 1 April en is met geringe meerderheid v5r den
bestaanden toestand uitgevallen.
Op Java kon de V.I.S.P. aanvankelijk nog kleine
verkoopen tot stand brengen tot
f
12,— voor Supe.

rieiir en
f 11,—
voor Hoofdsuiker, doch later bleken
deze limieten veel te hoog te
zijn.
Slechts na ver-

laging met
f l/ â f
314
konden weer enkele kleine
partijen van de hand gedaan worden. Herverkoopen
van witte suiker vonden plaats tot prijzen dalende

tot
f
10
1
/
4
. Uit den nieuwen oogst kon niets ver-
kocht worden wegens te hooge vraagprjzen. De te
velde staande oogst heeft oogenschijnlijk nogal ge-
leden van groote droogte, doch moet men rekening
houden met een vrij normalen oogst daar het P.0.J.-
riet niettegenstaande deze droogte nog een behoorlijk rendement zal geven.

.

9 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

337

KOFFIE.

In den loop van het eerste kwartaal bleef de prijs
van loco Robusta koffie onveranderd 35 ct. per
Y2 K.G., terwijl die van loco Superior Santos steeg
van 40 ct. op 42 ct. om
ten slotte te dalen tot 41 ct.
Bij de beschouwing van den Robusta-prijs moet in
het oog iorden gehouden, dat nieuwe aanvoeren
dezer soort uit Nederlandsch- Indië zeer beperkt waren
tengevolge van gering aanbod uit het prodiictieland.
Het restant van den toch reeds kleinen oogst was
er namelijk hoog noodig voor eigen gebruik. De loop
van den Santos-prijs is het gevolg van de betrekke-
lijk-e zeldzaamheid van goedsrnakecde partijen dezer
soort, waardoor deze, vooral in ,Januari en Februari,
alhier ver boven Braziliaansche paniteit konden wor-
den geplaatst. Later werd het verschil kleiner, want
toen zakte de loco-noteering 1 ct. in, terwijl de
aanbiedingen van Brazilië iets opliepen.

Cr5. PE

Jafl.
rEUK. ruw,.

,WK.

rurj,
Juli! JULI

flUb.
JEu’!.
!JLI.

flUV. VEL,.

De noteeringen aan de termijnmarkt stegen voor
de loopende maand van 22 ct. per Y2 K.G. tot
26Y& ct. Deze rijzing werd veroorzaakt door de
houding van Brazilië, dat, gesteund door het voor-
uitzicht op een kleinen volgenden oogst, er in slaagde
de Santos-prijzen weder ongeveer 4/- en de Rio-prijzen
ongeveer 21- per cwt. op te zetten. Bovendien droegen
steeds opnieuw opduikende geruchten betrcffen de
groote leeningen, die Brazilië op het punt zou staan
af te sluiten en die grootendeels zouden moeten
dienen ter verdere financiering van de enorme terug-
gehouden voorraden, het hunne bij tot de vastere
stemming aan de verschillende termijomarkten.

THEE.

De theemarkt in het eerste kwartaal van 1930 ver-toonde de steeds verdere neiging tot inzakken en het
bericht van December, dat de Nederlandsch-Indische
producenten bereid waren tot samenwerking met hunne
Britsch-Indische collega’s en die van Ceylon, om den
Nederlandsch-Indischen oogst 1930 (dus de taxaties
voor dat jaar) met 10 pOt. te beperken, vermocht de
markt niet tot nieuw leven te wekken. Daarentegen had het bericht van 21 Februari, dat
de ledenvergadering der Vereeniging voor de Thee-
cultuur in Nederlaudsch-Indië besloten had om oogst
1930 te beperken tot een hoeveelheid, die 10 millioen
pond kleiner is dan oogst 1929, zulk een uitwerking

01)
de markt (tot uiting komende in de Amsterdam-
sche veiling van 5 Maart) dat de prijzen van 5 tot
8 cts. stegen.

PEU

FEPJE. MET. APE. MEI JUNI JULI. AUG

Naar veler oordeel was dit een te groot enthou-
siasme, vandaar dat daarna de
prijzen
weder be-
‘gonnen terug te loopen, toen tegen de nadering van
1 April, den datum, dat de beperking zou ingaan,

nog nies definitiefs omtrent hare ten uitvoerleg-
ging was vernomen.
De statistische positie toont echter reeds teekenen
van beterschap, en zoo de beperking doorgaat, kan
eenige prijsstijging bezwaarlijk achterwege blijven.

Vervolg vcrn blz. 333.

Data

.

a.

,

,
1-.

1913
100
100
100
100
100 100
Gemiddelde

1925..
168.4
204.2
194.6 139.8
126.2
160.0
11

1926..
151.7
195.3
1516
149.8
120.7
149,4
1927..
147.6
202.2
157.0
125.1
116.1
143.7
1928..
152.9
189.7
165.0
115.2
111.2 140.0
1929..
143.0 173.5 144.7 119.6
105.0 132.8
Einde Maart
1929..
148.9
176.5
158.2
124.7
106.1
138.1
01

April

. .
146.2 174.0
151.8
120.9
104.5
135.0
,,

Mei

.

. .
136.6
170.5
149.0
119.7
103.9
131.5
,,

Juni

..
140.3
170.1
145.5
120.4
103.6
131.7
,,

Juli

..
152.7
171.3
143.8 120.2
106.6
134.6
,,

Aug.

..
149.5
174.3 143.9
120.4
105.6
134.5
,,

Sept.

. .
141.4
175.1 137.7
120.3
106.2
131.9
,,

Oct.

..
139.3
171.9 133.7 118.3
105.3
129.6
Nov.

..
133.7
169.9 131.2 115.6
104.2
126.9
Dec.

..
136.2
169.1
129.6
115.6
103.5
126.9
Jan.

1930..
131.6
168.0
120.4 115.8
102.1
123.7
Feb.

..
126.0 167.8 117.2 113.2 101.0 121.0
Maart

..
125.0
167.2 114.6
.112.3
09.2 119.4

onevenredig hooger is dan dat voor grondstoffen.
Hoewel het tempo van de prijsdaling, zooals wij
gezien hebben, gedurende de laatste maand ver-
minderde, zou het voorbarig zijn, reeds thans te con-
cludeeren, dat de dalende tendens, welke speciaal
sedert het derde kwartaal van 1929 een zoo hevigen
vorm heeft aangenomen, tôt staan gekomen is. Bij
een aantal belangrijke artikelen, zooals tarwe en
eenige niet-ijzerhoudende metalen, hangt de stabiliteit
van de toekomstige prijzen vooral af van het suc-
ces van de verschillende restrictiepogingen, ten doel
hebbende de
prijzen
van de groote voorraden op
peil te houden.

Aan den anderen kant is het interessant te zien,
dat het iudexcijfer van “The Economist” gedurende
de laatste twee jaren zeer sterk is gedaald.
De
bijgaande
diagrammen toonen het verloop van het indexcijfer in Groot-Brittannië, Duitschland, de
Vereenigde Staten, Frankrijk en Nederland.’) Ver-
schillen in het wezen van de indexcijfers maken de

internationale vergelijking tot op zekere hoogte nood-
zakelijk aan vergissingen onderhevig. Het is toch
bekend, dat de
prijzen
van grondstoffen sterker zijn
gedaald dan die van eindproducteu en het feit, dat
de eerstgenoemde goederen een groote rol spelen bij
het indexcijfer van “The Economist”, kan tot op
zekere hoogte een verklaring vormen voor de oneven-
redig grootére daling van het Bnitsche indexcijfer
sedert het begin van 1928. Tevens zal men zien, dat
het indexcijfer van “The Economist”, afgezien van
twee fluctuaties in 1929, voortdurend is gedaaldse-
dert het einde van Mei 1928.
Voorts volgt hier nog een overzicht van het prijs-
verloop in een aantal belangrijke landen (zie blz.338).
De volgende opmerkingen
zijn
ontleend aan de
desbetreffende maand publicatie van het Centraal
Bureau voor de Statistiek en hebben betrekking op
de Nederlandsche indexcijfers 1913 = 100.
Bij beschouwing der indexcijfers over Februari
1930, in vergelijking met die der voorafgaande maand,
blijkt, dat het algemeen indexcijfer met 5 (3,8 pOt.),
dat der voedingsmiddelen met 7 punten (5,2 pOt.)
is gedaald.

1)
Deze grafieken zijn door ons samengesteld. ,,The Eco-
nomist’) geeft slechts de grafische voorstelling van het
bI-
dexcijfer van de Vereenigde Staten, Duitsch1.nd en
Brittannië, alle herleid op basis van
1927 = 100.

(Redj
.

338

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTN

9 April 1930

-HEDEpLAND LILDEXCUtEQ hAlt CQO3fl4001L3P01JZEN C€IITR. V.hi3TAT.1913.lO0

tOl
ils.
*00
*tICEtfllO IIIOEXOJFÉQ VON C000TMAOOCLI000ZEN
1*0
(0001*1 *027.100 OCt10 TOT 1925-

85

80

19

cUIT5CHLAIID IN06XCIJFE VAi1GQOOT61toc€LSPPUZEN 5TAT RE1W2APT 1100

140

105

130

105

119

1928

1t29

1930

r5PJlKQlJK NOEXCUFEQ
vAJ1
GucOit*9TIOEL500IJZEFh 1901-10 .i00-l49L&I0 tOT 190.tO

660
Uii.i.uIIUU.I.I…U.lU.URl.
.ii..UI.IUU•UU•UI•U•UU•UU•

•lU.S..UUUUUIUU•UUUR•UUUl•••

640
•a.UuUIuu.u•ImI•uu•lUaua••I•

630

.I,.ULIUU?ASlI•IbU•UIUII
aanwas

605

u
SII.UUUUUlUUUU•URI•UU•
uu

575


•uU

.U.i.UMII.UU.UU••IU•RLIl

U.UU.UUUU•U•••U•UU•UU•U
560
IUUIIU•IlIUUUUUU•U••UUU•U
…iIiUIUIUUlUUU••UU•UIUU
550
..•…I.U..U•I•UUUl•U•U•U
•.SU.U.UU•UU•UUUU•U••
540

535
Iu•uIu•..••uU•UlUU•BU•.
5,0

1923

•’V

vASI C000T&4ANOE1590LIZEN eUOEAU OF 1.4901.10 1926.100
105

00

05

90

IIILLli
1928

1929

1930

Tegenover een prijsstijging van 5 artikelen (4
voedingsmiddelen) met in totaal 38 punten (w.o.
peçer met 28 punten), staat een prijsdaling van 24
artikelen (17 voedingsmiddelen) met in totaal 258
punten (w.o. hooi met 39, kalfsvleesch met 21, eieren

met 19, ha%r met 17, rogge en gerst elk met 15,
go met 14, vlas met 13,

suiker (verlaging accijns)

>03

*0)


0


a

N

0

0
z

0

1913..
70
4

100
6

100
100
100
7

100
100 100
November

1918
358
438
..
..
367 392
214

Hoogste

1920..
(

:
591
(Apr.)
679
(Apr.)
..
325
(Jan.)
366
(Juni)
297
(Juli)
322
(Mrt.)
Gemiddelde 1925
103
5

555 646
142
5


161
155
202 1926
100
5

7u3
654
134
145 149
145
179
1927
1928
95 98
618
621
527
491
138 140
142
145
146
148 148 149 170
171
1929
96
611
481

————————-

137
141
140 142
166
Febru’ri

1929
97
638
498
139 143
145
146
171
Maart
98
640
499
140
142 144
147
171
April
97
627
493
137 140
141
144
170
Mei
96
624 485
136 139 140
142 169
luni
96
611
480
135
139
139
141
168
)uli
98
614
477
138 143
140
141
166
Augustus
98
597
474
138 143
141
142
165
September
97
598 472
138
142 140
141
164
October
96
590
470
137
142
138
140
163
November
94
584 464
135 140 135
137 160
December
94
576
459
134
139 134 135
155

P
uari

1930
93
565
453
132
136
131 131
152
ruari-
……
565

445
129 133
128 126
) bureau
00
LaDour.
1)
stat. l4elcflsamt. ‘) seaert iszz genaseeru Op
48 artikelen. 4) 1926 = 100.
5)
Jaargemlddelde.
6)
Sedert October 1923:
Juli 1914 = 100.
7)
Midden 1914 = 100.

met 12 en mais, aardappelen en ruwe katoen met 11
punten.
In vergelijking met de prijzen van Januari j.l. is
in Februari de stijging in procenten als volgt:
peper 10.7, boter 2.0, rundvieesch 0.9, tin 0.1 en
zemelen 4.5; de
daling
is
voor: hooi 18.6, tarwe 8.7,
rogge 17.2, gerst 17.6, haver 20.8,
rijst
3.4, maïs 9.5,

macaroni 1.3, groene erwten 5.9, sago 11.1, aardap-
pelen 13.2, suiker 12.4, thee 4.5, eieren 11.7, kaas 5.5,
kalfsvleesch 16.7, varkensvieesch 3.4, zwavelzure am-

moniak 1.8, ruwe katoen 7.9, hennep 4.5, vlas 9.1,
zilver 3.9, T-ijzer
2.1, en lijnolie 3.7.

BOEKAANKONDIGING.

England and the new Gold Standard

(1919-196)
door W. A. Brown Jr.
(King & Son, Londen 1929).

Dit boek geeft de histoire intime van Engeland’s
goudpolitiek na den oorlog, en werpt een zeer inte-
ressant licht op den taaien strijd, door Engeland ge-
voerd om de financieele suprematie van v66r den
oorlog te herwinnen. De schrijver, assistant professor
of Economics aan de Brown University, is een Ameri-
kaan, een feit dat veroedeljk mede de ontstemming
‘erklaajt die zijn boek in de City heeft gewekt en de
geringe aandacht, die de Engelsche financieele pers
er aan gewijd heeft. Want hij is er, dank zij bijzondere
faciliteiten, die hij daartoe genoot, in geslaagd een
schat van authentieke gegevens te verzamelen op een
gebied, dat tot dusver alleen voor de’ ingewijden toe-
gankelijk was; en hoewel zijn geschrift geheel het ka-
rakter diaagt van een objectieve wetenschappelijke
studie, laat het bij den lezer een indruk achter, die
inderdaad voor het Engelsche gevoel niet al te pret-
tig moet zijn.

In het eerste hoofdstuk wordt dezè Engelsche poli-
tiek in het kort gekarakteriseerd. De algemeene
er
warring, die bij het intreden van den wapenstilstand
over de geheele wereld heerschte, maar vooral de mo-
netaire chaos en de uit den band gesprongen wissel-koersen stonden aan het herstel van den Engelscheu
tere1dhaudel in den weg. Daarom werd zijn geheele
economische, maar ook diplomatieke politiek be-
heerscht door het streven, het verstoorde evenwicht
der internationale wisselkoersen zoo spoedig moge-
lijk te herstellen, en daartoe in de eerste plaats zelf
terug te keeren tot den gouden standaard, of althans
,,to create a situation in which the Bank of England
could again undertake to 5e11 gold at 77s.lOYod. per
st. oz. in unlimited amounts and without restrictiom
as to melting and export.”
Hiertoe waren drie dingen noodig: lo. moest
opnieuw een goudmarkt van voldoenden omvang
worden geschapen om een wezenlijke wereidgoud-

9 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

339

Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.

De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Indexcijfersvanl
2
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.
1)

Banken
Eleetri- Handels: Industrie
Kunst-

Mijnbouw’
Olie
Rubber
SCt1
?
Suiker Tabak Thee

Januari

1929

158.8

308.5

180.0

420.9

309.3

300.4

399.0

256.1

142.0

411.7

579.4

468.1
Februari

1929

165.0

316.9

182.0

427.3

286.9

297.6

386.3

273.9

139.9

412.8

576.6

458.3
Maart

1929

166.0

310.5

183.3

421.8

280.3

291.6

394.8

270.3

140.6

412.0

559.1

442.3
April

1929

62.7

328.0

178.2

418.2

274.8

275.8

394.9

238.6

135.4

400.8

514.4

458.5
Mei

199

161.8

361.5

170.4

435.6

281.4

269.2

393.4

242.2

128.5

401.8

485.5

472.9
Juni

1929

155.3

375.2

167.4

455.3

292.5

273.5

404.2

234.2

126.6

403.2

459.9

445.7
Juli

1929

157.8

366.2

166.0

462.2

258.3

272.2

392.0

244.4

122.9

402.3

451.6

447.6
Augustus

1929

154.4

375.2

165.9

4S9.4

259.0

276:9

396.8

248.8

121.2

400.8

462.4

443.4
September 1929

159.44

378.4

169.9

482.0

219.5280.9

431.7

217.2

120;1

414.7

470.3

433.2
October

1929

156.5

335.3

158.0

427.3

185.4

254.0

435.4

225.4

113.0

397.5

453.3

423.8
November
1929

151.4

301.1

150.2

384.1

144.3

218.9

398.3

174.6

106.2

366.9

426.7

406.4
December

1929

150.4

292.8

144.6

3(38.7

124.4

213.9

396.7

145.7

103.4

356.1

408.3

48.2
Januari

1930

155.8

289.6

143.8

311.7

107.6

211.2

398.2

1425

102.1

354.4

413.8

396.1
Februari

1930

159.9

278.6

144.2

302.7

103.9

219.-

389.5

154.8

96.6

365.-

428._

392.4
Maart

1930

157.3

268.5

134.7

291.5

93.2

205.5

386.5

145.1

91.9.

346.3

421.2

406.4
1

Schommelingen in het aandeelen-indexcijfer.

2
Januari
1930
f
5.114.480.000
=
100.
2
Januari

1930
……..
100

5
Februari

1930
……..
101.9

5
Maart

1930
……..
98.3
8

,,

1930
……..
100.1

12

,,

1930
……..
101.1

12

1930
……..
97.7
15

1930
……..
102.4

19

,,

1930
……..
100.5

19

,,

1930
……..
958
22

1930
……..
102.4

26

1930
……..
99.3

26

1930
……..
98.5
29

1930
……..
102.2

Nadruk verboden.
1)
Men zie voor de toelichting op dit overzicht het nummer van E.-S. B. van
15
Januari
1930,
blz.
64.

waarde te doen ontstaan

(aangezien

door

de ver-
naar Amerika zou vloeien, moest eenerzijds gezorgd
schillende oorlogsmaatregelen het goud in alle lan-
worden, dat de productie van nieuw goud zoo groot
den een kunstmatige waarde had gekregen); daar-
mogelijk werd en bleef

en dit is inderdaad gedu-
toe

kon

Engeland

invloed

uitoefenen

op

twee
rende de geheele periode van reconstructie het ge-
deelen van het Empire, die de grootste producent
val geweest, ondanks de •groote depreciatie van het
(Zuid-Afrika)

en de grootste consument

(Britsch-
goud

en anderzijds diende de groote vraag naar
Indië) van goud zijn, en wier goudbewegingen tijdens
goud .in Britsch-Indië te worden beteugeld.
den oorlog vanuit Londen aan banden waren gelegd.
Het zwaartepunt van het boek nu ligt m.i. in de
2o. diende de werkelijke goudwaarde van het Pond te
beschrijving van de maatregelen, die te dien einde
worden vastgesteld; dit geschiedde door den sterling-
genomen en van de resultaten, die er mede bereikt
dollarkoers aan zichzelf over te laten en zoodoende
zijn:

in Zuid-Afrika en Britsch-Indië, en tenslotte
het Pond zijn eigen prijsniveau te laten vinden. En
het effect in de Vereenigde Staten, dat als een mis-
3o., het moeilijkste van alles, moest de koopkracht
lukking van den Engelschen toeleg mag worden be-
van het Pond, gemeten in goud, worden teruggebracht
schouwd.

1-let zijn ongetwijfeld de hierover hande-
tot het voor-oorlogsehe peil.

Het feit, dat de V.S.
lende hoofdstukken van het boek die, hoewel volko-

eigenlijk de eenige markt was

geworden

voor mo-
men objectief van stijl en inhoud, de City zoo ont-

netair goud, leidde er toe, dat steeds meer de wereld-
stemd hebben.
waarde van het goud

werd geïdentifieerd

met

de
In Zuid-Afrika heeft men de productiekosten der
waarde van den dollar, maar het gevolg hiervan was, goudmijnen zoeken te verlagen door drastische loon-
dat ,,changes in the world value of gold ceased entire-
reducties en vervanging van blanke door inlandsche
ly •to resemble the slow movement

of some great
krachten, hetgeen de aanleiding is geweest tot de
mass in nature, but rather became extremely vola-

met geweld onderdrukte

revolutionnaire uit-
tile. As a result, the world value of gold presented
barsting op den Rand in 1922 (wat Brown doet schrij-
a moving target to England and other countries
ven dat ,,it cannot be without interest to any student

seeking to relate the value of their currencies to it.
of this subject, that the supply of new gold was kept

And it was likely to remain so until the restoration
flowing into the world’s markets at the cost of re-

of the gold standard in at least a few important coun-
volution and bloodshed”). Te zeifder
tijd
hebben de
tries should again widen the number of currencies
Zuid-Afrikaansche banken er toe medegewerkt, de

for

vhich gold might be freely exchanged at fixed
goudproductie

te

bevorderen, door het Z.-A. Pond

prices.”

.
aan het Engelsche vast te koppelen en daarmede wel-
Voor Engeland zelf had dit vraagstuk een twee- bewust de goudbasis te verlaten; hierdoor immers

ledig aspect: de waarde van het Pond aan te passen
outstond op de Londensche markt een premie op
aan die van het goud, en anderzijds de fluctuaties -in
goud, die het
bedrijf
ook zelfs van low-grade mijnen

de waarde van het goud zelf zoodanig te influencee-
voordeelig maakte. Voor Zuid-Afrika beteekende dit
ren, dat die aanpassing plaats vond zonder te veel
echter het begin van een inflatie-ellende, die het ge-

nadeel voor het economisch leven in Engeland. In
heele economische leven voor jaren ontwricht heeft.

beide opzichten waren de goudbewegingen in de jaren
in Britsch-Ind,ë heeft de Engelsche goudpolitiek

1919125 van de grootste beteekenis, en met name was
eveneens groote ontevredenheid verwekt, omdat op-

het om twee redenen voor Engeland (en voor Euro- zettelijk de aanvoer van goud verhinderd werd door

pa in het algemeen) van belang om goud naar- de
de wettelijke verplichting,

al zulk goud bij.de
re-

Vereenigde Staten te

verschepen. In de eerste plaats
geering af te leveren, die er niet meer voor betaalde

was dit de eeiiige manier om te betalen voor de groote
dan den nominalen prijs

welke ver beneden de
hoeveelheden goederen, die Europa uit Amerika te
marktwaarde was. De cijfers en verdere gegevens die

betrekken had. Maar tegelijkertijd kon van deze goud-
Brown over een en ander geeft zijn zeer belangwek-

zendingen en de opneming daarvan in het Amen-
kend.

kaaniche monetaire stelsel verwacht worden, dat hier-
Voorts wordt de ,,sterilisatie” van het instroomen-

door inflatie van het Amerikaansche ruilmiddel zou de goud in de V.S. behandeld. De schrijver
wijst
er

plaats hebben. De schrijver laat duidelijk doorsche-
op, dat het succes van deze Amerikaansche geidpoli-

meren, dat Engeland bewust naar dit doel gestreefd
tiek in belangrijke mate te danken was aan de toe-

heeft. Om te bereiken, dat een maximum van goud
vallige omstandigheid, dat de goudinvoeren samen-

340

2CONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 pril 1930

vielen met een toppunt van voorspoed en met het
OVERZICHT VAN DE
INDISCHE
MIDDELEN.
begin van teruggang in zaken;

daardoor

kon

het
.

(In
Guldens).
__
goud worden weggewerkt in den vorm van terugbeta-
________
Overeen-
1
Sedert
ling van herdisconteeringen bij de Reservebanken.
1
Deber
Januari
komstige

,,G-old

sterilisation

through

repnyment

of

redis-
-.-.

t
_________
1929
periode
1928

Bela8ti?1ge?.
connts by gold imports is abnormal and can only be
repeated when the combination of events is itself
Pachten excl. pandhuizen.
12.030
128.345
70.420
repeated. This indicates a definite limitation upon
Invoerr.
mci.
Landsgoed.
7.174.542
95.400.003
88.978.194

the power of the Federal Reserve Systeni to neutra-
Uitvoerr.
mci.
Landsgoed.
816.480
13.062.542 13.545.213

lize the effects of gold imports when they are on
42.921.314
39.738.430

such a scale that the ordinary use of open market
13
Andere ontv. I. U. en A..
.
24.010
34.480
305.783

sale of securities is ineffective”

(blz. 99).
406.554
6.348.128
6.411.080

Deze opmerking is interessant in verband mel de

Accijnzen

……………4.045.097

Personeele belasting
. . .
780.912
5.249.615
5.074.038 54.569.889
54.804.434
recente gebeurtenissen.

.

.

Statistiekrecht

………..

Vennootschapsbelastin g.
.
.
4 582.69t
51.566.248
59.258.961
Niet minder belangwekkend is het verhaal,

dat
Oorlogswinstbelasting ..
260.152 1.523.880
22.955.370
gedaan wordt van de gebeurtenissen in 1925, voor-
Opgeheven productenbel.
.
1)

-858
1)
1071
l
9
1
)_274.176
afgaande aan en volgende op Engeland’s terugkeer
Verponding

…………
1.6fl7.478
6.855.814
5.446.949

tot den gouden

standaard en van het in Engeland
Recht van openb. verkoop.
194.678
2.587.496
2.120.683

ontstane conflict tusschen

cle

City,

die

in de eer-

Inkomstenbelasting
……7.352.201

Zegelrecht …………..
1.085.851
14.208.642
13.930.110

ste plaats belang heeft bij stabiele wisselkoersen en
Overschr. van vaste goed.
414.962
2.858.050
2.685.076

de exportindustrie, die

par.ity” verlangt
,,purehasing
Recht v. succ. en overgang
91.601
1.164.863 468.117

en den terugkeer tot goud met geforceerde defla.tie
Vergunning speeltafels
.

..

6.125
118.287
54.546

te duur gekocht acht. De politiek van de Bank of
Bijzondere bel. buitengew.

..

17.490
7.102.270
214.563
7.346.017
250.978
England, zegt de schrijver, poogde een compromis te

Slachtbelastingen
……..558.068

.356
81.762 73.908
scheppen van

deze

tegenstrijdige

belangen.

Maar
iloofdgeld ……………
Landelijke inkomsten….
1.
.834.533
36.726.933
36.543.432
daartoe moest nog een tweede groot doel worden he-
Belasting op loterijen….
3.351
1.024 939
822.170

reikt, ni. stabilisatie van de waarde van het gotid.
Totaal….
41.831.512
343.928.950
360.717.239
Daarop concentreert zich thans de Engelsche poli-
Monopolies.
tiek; daartoe heeft het nu ook den Volkenbond weten
Opium ………………
3.142.473 40.978.623 42.870.760
te mobiliseeren.
1.466.677
17.366.162 19.094.110
Het boek van Brown gaat chroologisch niet ver-
Zout ………………..
2.146.493 23.952.313
21.559.449
der dan 1026; zoodoende wordt de stabilisatie van
Totaal
6.755.643
82.97.09
83.524:319
de Rupee op 1/6 er niet meer in vermeld. Naar men
weet, wordt ook deze maatregel door rÖlen beschouwd

Pandhuizen

………….

Producten.
als een etappê in de Engelsche goudpolitiek, die als
44.144 684.530 834.863

zoodanig meer het Engelsch

dan het Indische be-
Landscaoutchoucbedrijf
433.153
6.291.972
8.085.734

lang gediend heeft. Van Indische zijde althans wordt
2.071.079
129.583
22.755.408
1.545.292
20.896.628
1.696.239
er op gewezen, dat Indië in 1025 gelijk met Engeland
4.805.350 47.408.618
56.183.164
had kunnen terugkeeren tot

den

voor-oorlogsche

Boschwezen

………….
Goud

……………….

1.652.321
14.306.530
13.432.368
goudstandaard op een koers van 114, maar Engeland

Tin …………………
Steenkolen …………..
Aaod.ijd.winstN.V.,,Gem.

heeft, zoo zegt men, bewust: door manipulatie van

Kina

……………….

Mijnb. Mij. Bill iton”

7.500.000 7.500.000

de munt- en wisselpolitiek, op een loers van 116 aan-
Totaal….
9.185.630
100.492.350
11j8.1j28.996
gestuurd en daarmede het Indische oxport-surplus,
Bedrijven.
dus ook Indië’s vermogen om goud aan te trekken,
933.767
14.564.761
14.072.511
omlaag gedrukt. Dat

Engeland

dezen

geudexport
489.754
4.721.417
4.092.479
naar Indië met leede oogen aanziet, is meermalen
77.718
1.237.453
1.140.248
gebleken, vooral nu deze export niet meer, als voor
Post-,Telegr.-enTel.dienst
2.698.937
31.702.877
30.386.465
den oorlog, via Londen plaats heeft, doch rechtstreeks
Spoor- en Tramwegen….
5.834.987
83.144.826
83.268.261

van Zuid-Afrika via Durban. Toch tracht de Bank

ilavenwezen …………..

Waterkrachten Electricit.
138.157
1.000 63(1
1.730.298

of England ook thans nog invloed uit te oefenen op

Baggerdienst ………….Landsdrukkerij ………..

Totaal ….
10.173.370 130.971.964 134.690.262
de bewegingen van liet Zuid-Afrikaansche goud door
Allerlei middelen. tusschenkomst van de

Z.-A. Reservebank, die zich
Aandeel i(d. winst van de
daarvan cle contrôle heeft weten te verschaffen. Javasche Bank ……..

3.261.403
2.985.439
De belangrijke authentieke gegevens, die

Brown
1.177.522
..
4.509.646 4.828.493
vermeldt aangaande de

huidige

techniek

van

de
Mijnconcessies …………
34.353
5.058.577
4.539.748

goudmarkt, de operaties der Z.A. Reservebank ete.
Boeten en verbeurdverki.
124.820
1.508.649 1.542.667

verleenen aan het boek m.i. niet alleen historische,
Leges en salarissen, ont-

doch ook zeer actueele waarde. Alles tezamen geno-
vangen d. de griffiers

men: een belangrijk en helangwekkend werk, dat aan-
v/d. versch. rechtscoll…
40.958
433.223
402.015

dachtige lezing en overdenking verdient.
Heffing terzake van gesl.
werkovereenkomsten
82.406 718.663
605.050
J. II.
COHEN STUART.
Opbr.Wees- enBoedelkam
71.252
35.815
745.615
392.196 808.896
338.356
MAANDCFERS.
IJ

Afstand van grond ……..

Afkoop
beerendienst. B.G.
345.896
6.308.659 5.412.729
RIJKSPOSTSPAARBANK.
455.967
5.334.493
5.053.796
Ontv. groote

ziekeni-
richtingen en krank-
zinnigengestichten
136.660
1.101.979
802.208

FEBRUARI
1929
199
1030

Inlagen…………
If

12.884.758lf
11.360.604f
13.516.265
Terugbe4alingen
. .
.1
10.557.3611,,
0.113.000,,
10.463.318

Kadaster

…………….

IJk van maten en gew..
Verk. en verh. van huizen
26.055
188.6.54
466.604
2.231.428 435.018
2.265.210
Tegoed der inleggers
op ultimo ……….
332.777.744
,,335.286.246
,,355.817.468

Schoolgelden

………….

Ontv. waterleidingen
106.890
1.121.605
1.041.137

Nom. bedr. der uitst.
245 816 3.103.740 3.071.939

staatsschuldboekjes
294.676 3.402.443 2.805.656

,,

42.475.300
,,

42.373.800,,
43.132.900

Bakengelden

………….
Loodsgelden …………..
437.580
4.756.533 6.512.660
3.805.318 44.455.456 43.452.217
Spaarbankboekjes:
.

Diversen ……………..

Totaal….
Aantal nieuw uit-
Totaal generaal….
71.751.473
708.145.818
71.013J033

op ultimo ………

gegeven
12.301
10.424
13.554

Aantal

geheel

f-
‘) Teruggegeven belastiuggelden.
betaald
7.623 6.542 16.228

Aantal in omloop
op ultimo …..
2050.125
2.080.4151
2.115.246
.

9 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

341

STATISTIËKEN EN OVERZICHÏEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANI(DISCONTO’S.

lTed ~
I)
isc.Wissels. 3
25 Mrt ’30
Zwits. Nat.Bk.
3
3Apr.’30
Bel.Binn.Elf.
4 7 Afrt.’30
N.Bk.v.Denem.4 7
Mrt.’30

Vrsch.inR.C.
4 7Mrt.30
ZweedscheRbk 4
73ƒrt.’30
Java8cbe Bank….
4
10 Mrt. ’30
Bank v.Noorw. 42O
Mrt. ’30
Bank van Engeland 320
Mrt.
’30
8k. v. Tsjecho. Duitsche Rijksbank
5
4
AIrt.’SO
slowakije
..
5
8Mrt.’27
Bank v. Frankrijk.
3
30Jan.’30
N.Bk.v.O’rijk. 6
21 3frt.’SO
BelgischeNat.Bnk.
3331 Dec.’29
rLBk:v.Hong. 6
283Irt.’30
Fed.Res.BankN.Y.
3l3Mrt.’30
Bank v. Italië. 6)
SMrt.’SO
Bank van Spanje.
519 Dec.’28
Z.-Afr.Res.bnk
6 17Asig.
1
29
0
OPEN MARKT.

1930
1929
1928
1914

31 Mrt.I
2429
17
1
22 1 5
2
1
5
20/24
5 A pr.
5April
Maart Maart
April
April
JulI

Amsferdao,
Partic.disc.
211
4

211
4
.3/
5

2
11
16-
536
25116-12
51-I6
315/1111J16
3I131
Prolong.
3
2
1
1e3
14
14_2
1
13
211
4
.1/
2

512-6114
31/
4
4
211
4
3/
4

Londeo
Daggeld…
1
11
3-2
1
33
1
1
1-4′.
2-3
24
1
14
45
3..41;3
1314-2
Partic.d isc.
21I_91
1

25j-
9
j
2533- (
218_718

511e-Is
41/
2
1
14-1
4

Ben/in
Daggeld…
33
4
_51f
3

331
4
.7
3.7113
3-6j2
611
2
9 7.’9l13

Partic.disc.
30-55 d…
45′
4
5
1_
7
i
418
47J..5l/
6
3
16

/2
6
3
14

56

90 d…
451
’45j
4
.7(
5

471
4751/
6
3
18.
1
/2
614
2′(g-IJ,
Waren-
wechsel.
5
511
5
1
14.
1
12
63
5
.3(
4

71(
5
_1J
4

Ne,,, York
Daggeld ‘)
4-
4-
11
3
1
l34
1
!4
2-414
6_1511
4

5.31
4

1
3
1
4
2
1
1,
Partic.disc.
3
2
7
13-3
2
5
1-3
25
5
_311
4

55J
371
8


1)
Koers van 4
April
en aaaraan vooralgaanae wesen
im vrijuag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da ta
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York”.)
“)
)
) )
‘)

1
April
1930
2.491,
12.12
59.44
9.754
34.76
100
1
1
86

2

,,

1930
2.49
1
/
16

12.1 15/
s

50.463
9.75
34.753
100
1
/
16

3

,,

1930
2.49t/
0

12.111,,
59.45
9.75
34.75
100
1
/15
4

,,

1930
2.49
,
1
8

12.11+*

59.451
9.743
34.76
100′
5

1
Q
301
2.49’1
1213H
59.4i4
9.751
34.77
1001/
14

7

,,

1930
2.49
12.11k
59.45 9.75
34.76
100
1
1
8

Laagsted.w.l)
2.48
7
18
12.11
59.42
9.74
34.73
99
8741
Hoogste d.w
1
)
2.4934
12.12
8
/
8

59.51
9.76
34.77
100
8
/
8

31 Maart1930
2.49
3
/
e

32.121/
s

59.49
9.75k
34.76
9934
24

,,

1930
2.4934
12.13
59.493
9.765/
34.77
100
,
1
8

Muntpariteit
2.4834
12.10%
59.26
9.75
1
34.59
300

Data
Zwit-
ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
rest
1)

1 April 1930
48.2334
35.12% 7.38 1.481
13.06
31.123
2

,,

1930
48.22%
35.1234
7.383
1.48 13.053
31.10
3

,,

1930
48.21
35.1234
7.38
1.48
13.053
31.30
4

,,

1930
48.23%
35.124
7.38 1.48
13.06
31.20
5

,,

1930
48.26
35.12%
7.381
1.48
– –
7

,,

3930
48.16
34.12%
7.373
1.49
13.05
31.20
Laagsted.w.’)
48.18
35.07%
7.36
1.46
13.02
30.85
Hoogste d.w
1
)
48.27%
35.15
7.40
1.51
13.08
31.50
31Maart1930
48.2334
35.12%
7.385
1.48
13.06
31.073
24

,,

1930
48.28%
35.15
7.383
1.49
13.06
31.223
Muntpariteit
48.-
35.-
9
48.-
13.09
48.52k

D a a
Stork-
Kopen-
Oslo”)
Buenos-
Mon-
holm
hagen,)
tor.f
Airesl)

1
treal’)

1 April 1930
67.-
66.721
66.721
6.28
9534
2.49
1
/8
2

1930
66.95
68.70 66.70
6.273
9634
2.4871
t

3

,,

1930
66.05
66.70
66.70
6.28
97%
949

4

,,

1930
66.973
66.70
66.70
6.273
9734
2.49
5

,,

19301
66.973 66.70
86.70
6.28
98
2.49
7

,,

1930
67.-
66.70 66.70
6.27
0834
2.49
Laagsted.w.’)
66.90
66 60
6(1.60
6.25
9534
2.48%
Hoogste
d.w’)
67.023
86.75
66.773
6.30
98%
2.49
8
18
31 Maart1930
67.-
66.75
66.723
6.273
95a,
2.491/
14

,,

1930
67.023
86.80
66.773
6.273
94
18
/11
2.4934
Muntpariteit
66.67 86.67
66.67
6.263
1053/,
2.48%
“5
Noteering te
Amstercam.
“”5
INoteering te itotteraam.
Particuliere opgave.
Wettelijk gestabiliseerd tusochen

en 7.2111
2
.

In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK.
(Cable).

D a a
Londen
(S
per £)
Parijs
(
$ P.
IOOfr.)
Berlijn
(5 p. 100 Mk.)
Amsterdam
(S p. 100 gid.

1
April

1930
4,8671
1

3,911.
4

23,878/
8

40,14%
2

,,

1930
4,86% 3,91%
23,87a1,
40,16%
3

1930
4,8634
3,91%
23,87
40,15
4

,’,

1930
4,86%
3,91s/
23,87
40,14%
5

,,

1930
4,86
17
1
32

3,91%
23,871/
8

40,15%
7

,,

1930
4,8634
3,91%
23,87% 40,16
8 April

19291
4,85′,
3,90%
23,72
40,13
Muntpariteit
..
4,8667
1

3,9021
5

23,8134
4031

KOERSEN
TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen

1
Noteerings-
eenheden
22
Mrt.
1930
1
29
Mrt.
1

1930
31
Mrt.15 Apr.’301
Laagste
l
Hoogstgl

5Apr.
1930

Alexandrië..
Piast.
p..0

97%
974
9771

9791,
0

97%
p. 375 375 374%

375%
375
Bangkok….
Sh. p.tical
1
,1
10%
illOel
s

1j10l1
8

lj1O/s

1
1
1081
Budapest

Pen. p £
27.84
27.85
27.83

27.88
27.853

Athene ……Dr.

Buenos Aires
d. p.$
4234
.,
421!
42l21,

44
1
11
439/
,
Calcutta
. . . .
Sb. p. rup.
3j527122

115
63
1
15
27
1
35

1571
8

1j5531
Constantin..
Piast.p.£
1.030
1.030
3.025

1.030
1.025
Hongkong
. .
Sh. p.
$
1
1
6
17
1
32

116
3
18
11571
8
1/63%
1164
Sh.
p.
yen
21031
8

2/013133
2
1
03
1

‘2,O1/
2/013/
33

Escu. p. £
108%
108%

1
0
8
i
1

1053/
s

108%
Mexico
1)….
$ pers
10.20

1
0.’5
10.15

10.35
1025
Montevideo
.
d. per,
44
4434
4334

457
1
8

45
51

Montreal

$
per
£
4.86
4
.
86

4.863/
s

4.8634
4.8(11/
t

Kobe

…….
Lissabon …….

Riod. Janeiro
d. per 3111.
53.j
32
1
3
1
33

513/
523
133
Shanghai
. . .
Sh.
p.
tael
1/11
T°e

1(1 1 r6r
1,’lO%

1(11
+
ijI 1%
Singapore
..
id. p.
$
2/3
47
/
54

2(3
47
(
54

2/321/322/3
I31,

23
47
1
Val paraiso 2).
$
pei
39.00 39.03
39.91 1 39.93
39.01
Warschau
..
ZI. p. £
43.393 43.391
43.37

1
43.42
43.393
‘1
in

net vervoig woraen
genoteerd.

2)
90 dg.

ae mex.

niet meer in penc. OocO in

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londen’)
N.York’)

Londen
31 Maart1930..

1071
42

31Maart1930….

8411134
1April1930..

197
0

42ii

1 April 1930…..

841/0%
2

,,

1930-

198/
8

417

2

1930….

84/10
3

,,

1930..

193/,
41
8
18

3

,,

1930….

84111
4

,,

1930..

197/,
421

4

,,

1930….

84111
5

,,

1930..

1981,
42
1
1

5

1930….

84/11
6April
1929..
25%
5534

6April
1929….

84111%
27 Juli

1914.
.

24″1
59

27 Juli

1914….

84111
1)
In pence p.oz.stand.
1)
Forelgn
silver In ic. p.oz.
line.
3)
In
8h.
p.oz.flne

STAND
VAN

s
RIJKS KAS.

Vorderingen.
1
22Maart1930
31Maart1930

Saldo bij de Ned. Bank

………….



Saldo b.
d.
Bank voor Ned. Gemeenten
/

589.149,09
f

50.489,03
Voorschot

op

ultimo Feb.
1930

aan
de gem. op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenteii op

….

de Rijksinkomstenbelasting
……..
..

33.027.193,70
,,

33.027.193,70
Voorschotten aan Ned.-Indië
.
………
46.695.370,09
Id. aan

Suriname
…………………
…46.805.682,06
,,

13.509.391,23
,

1
0.886.690,
1
I
,

1.355.042,89
1.439.273,39
Kasvord. weg. credietverst. a(h. buiteni
• 120.160.387,77
»
119.901.866,28
Daggeldieeningen tegen onderp

Id. aan

Curaçao
………………..

Saldo der postrekeningen van Rijks.

.

comptabelen

…..
.
………
.
….

,,

24.862.038,48
,

18.621.872,48
Vordering op het Algemeen Burgerlijk
..

,,

25.361,21
,,

187.957,69
Pensioenfonds’)

………………
Vordering op andere Staatsbedrijven’)
,,

13.250,309,18
,,

13.646.408,78

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bankingee.
art. 16 van haar octrooi verstrekt..
1

604.918,08
/ 15.000.000,-
Voorschot. door de
Ned.
Bank inrek.

»

6.589.269,43
130.60
…..
,,

2.000,-
,
130.602.0 0,

courant verstrekt………………..
Schatkistbiljetten in omloop ……….
,,
65.640.000,-
65.640.000,-
Schatkistpromessen in omloop …….
Waarvan direct bij de Ned. Bank


Daggeldleeningen

…………………
Zilverbons in

omloop ……………
,,


10.038.076,-

,,

9.628.354,50
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.l)
– –
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T.’)..,
31.525.733,94

..

31.025.970,63
Id. aan andere Staatsbedrijven
1)
……….
285.000-

285.000,-
Id. aan diverse instellingen
1)
1)
In rekg..crt. met ‘s Rijks Schatkist.

7.336.698,69
,,

7.241.798,69

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

1
29
Maart1930
1

5 April 1930

Vorderingen:


Saldo

bij

‘S

Rijks

kas ……………..
Saldo bij de Javasche Bank ……….

.


Verplichtingen:
/ 46.625.000,-
f
31.753.000,-
Schatkislpromessen

…………….


Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas


Waarvan Muntbiljetten
……………

Voorschot ‘s Rijks kaa…………….

,,
31.313.000.-

….

,,

33.460.000,-
Schuld aan het Ned,-lnd. Muntfonds.

….

7.493.000.

3.806.000,-
Muntbiljetten in omloop …………..

Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
,,

1.135
000.-
1.065000,-
Voorschot van de Javasche Bank….
,,
21.379.000,-
,,

19.395.000,-

342

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 April 1930

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 7 April
1930
4otiva.
Binnenl.Wis.(Hfdbk.
f

38.433.421,78
sels, Prom.,

:Bijbnk. ,,

680.839,38
enz. in disc.
(
Ag.sch. ,,

12.371.393,29

f
51.485.654,45
Papier o. h. Buiten!. Idisconto

……

Idem eigen portef.
.
f
204.393.738,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.


204.393.738,……
Beleeningen

mcl. vrach.

Hfdbk.
f

44.754.842,60

..
B,jbnk.

9.260.302,79
in rek.-crt

op onderp..

Ag.sch. ,,

50.176.5o2,96

f
104.191.698,35

Op Effecten

……f
102.193.409,91
Op Goederenen Spec. ,,

1.998.288,44
104.191.698,35
Voorschotten a. h. Rijk ……………

,,
11.953.903,73
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

64.929.340,-.-.
Muntmat., Goud
.. ,,
387.023.308,64

f
431.952.648,64
Munt, Zilver, enz.

,,

27.028.166,43
Muntmat., Zilver..
,,


11
458.950.8 15,071)
Belegging
i,
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………,,
25.402.507,82
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.200.000,_
Diverse rekeningen ………………,,
31.940.479,16

Passiva.

f
893.548.796,58

Kapitaal
……………………….f
20.000.000,-
Reservefonds …………………….,
7.106.550,55
Bijzondere reserve

………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
6.303.477,40
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
8 19.893.465,-
Bankassignatiën in omloop ……….,,
410.344,47
Rek.-Cour. J Het Rijk
f


saldo’s:

‘l. Anderen,,

12.842.945,28
12.842.945,28

Diverse rekeningen ………………,,
18.992.013,88

f
893.548.796,58

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
125.307.517,95
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,, 313.268.790,_
1)
Waarvan In het buitenland
f
23.890.447,18.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
e
Circa Zatte

Beschikb.
Dek-
Data
1o
4nder
,
peiscb.
Metaal-
kin ga
Munt
1
Munt mat. schulden
saldo
1)

perc.

7April ’30
64.929
367.023 819.893
13.253 125.308
55
31Maart’30
64.939
367.023
836.561
14.119 119.117
54
24

’30
64.951
367.023 781.040 21.486
137.895
57 17

’30
64.950
367.023
790.967
17.953 134.769
56
10

’30
64.960
372.023
801.411
17.677
135.800
56
3

,,

’30
64.968
372.024 826.378
21.712
124.136
55

8April’29
66.758
355.712
810.219
14.926
112.860
54

25 Juli ’14
65.703
96.410
310.437
1

6.198 43.521
1

54

Totaal
Schat kist-
B ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
1
e
“””
op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
buiienl.
nin gen
2)

7April1930
51.486

104.192
204.394
31.940
31Maart1930
51.593

119.660 204.207 29.956 24

1930
51.535

88.919
204.113
27.494
17

1930
51.794

88.928
204.006
28.179
10

1930
56.857
6.000
84.408 200.911
32.047
3

,,

1930
57.544 6.000
108.341
200.852
31.418

8April1929
197.019 30.000
114.588 28.759
57.311

25 Juli

1914
87.947

81.686 20.188
509
11
Sedert den bankstaat van
14
Jan.
’29 weder op (Ie Dasis van ‘J,
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-
latie
Andere
opeischb.
schulden
Discont.
Div. reke
ningeni)

1 Maart 1930..
706
5

1.543 653
1.078
391
22 Febr.

1930-
7452

1.287
643
1.065
376
15

1930-
791
2

1.310 689
1.063

372
8

,,

1930_
791e
1.501
600
1.065
458

2 Maart 1929….
815
1.675
706
1.040
327

S Juli

1914-
645 1.100
560
735
396
1)
Sluitp. der activa.
2)
f
100.000 bij de Ned. Bank gedep.

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. be
samengetrok’
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver

Circulatie opeischb. metaal-
schulden
1
saldo

5Apr.1930
129:300
•••
54
29Mrt.1930
132.200
55
22

,,

1930
135.900
.
55$
54

81Irt. 1930
9.155
3T’3
66.550 33.235
53
1

,,

1930
8.857
32.453
69.568
25.989
55
22 Feb. 1930
8.764
31.045
70.619 32.377
55
15

,,

1930
8.513 31.055
76.363
32.547
54

6Apr.1929
7.883
28.114
74.737

.
56.697
54
7Apr.1928
12.548
24.732 74.812 59.253
54

25Juli1914
7.259
6.395
47.934 2.228
44
1)
Sluitpost activa.
2)

Basis
1
1,
metaaldekking.

BANK
VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.

Bankbilj.
BankbtlJ.
Other
Secu ritjes
Data
Metaal
in
in Banking
Disc,
and
circulatie
Departm.
Advances
ecur

6

2April1930
157.125
357.265
58.924
10.310
12.706
26 Maart1930
155.997
352.304 62.840
6.111
13.301
19

1930
154.245
348.890
64.568 6.060
16.258
12

1930
152.623
350.458
61.426
7.960
15.570
5

1930
152.290
347.296
64.306
6.841
15.104
26 Febr. 1930
151.979
346.812 64.515
4.716
12.869

3April1929
153.734
383.319
50.726
13.221
16.358

22 Juli

1914
40.164
29.317
33.633

Data
1

00v,
Sec.
Public
Depos.

1
Other Deposits
1

1

Other Bankers IAccountsl

1 1
Reserve1
1
Dek-
kings-
pere.
1)

2Apr ’30
54.022
18.422
62.834
37.358
59.860
5(’12
26 Mrt. ’30
44.767
18.787
54.874
35.917
63.693
32
58
3
1
33

19

’30
,,
41.482
12.883
62.086
35.883 65.355
5822,
33

12

,,

30
37.332
8.987
59.001
36.743
62.175
5951,,
5

,,

’30
38.632
7.675
63.694
35.922
64.994
60,,
26 Feb. ’30
34.442
11.987
50.714
36.231
65.167
6512
116

3Apr.’29
59.957 17.796
67.268
37.308
51.148
41
22
32

22 Juli
1
14′
1

11.005
13.736
42.185
29.297
52

1) Verhouding tusachen Reserve en Deposlts.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.

Te goed
w

Waarv.
B ee-
Renteloos
Data
Goud’)
Zilver
in het
j
se
S

Ibuitenl.
op
het
n
ngen
voorschot
bultenl. a,d,Staaf
28 Mrt.’30
42.557
264
6.920
25154

18.746
2.535
3.200
21

,,

’30
42.552
259 6.932
24.028
18.756
2.547
3.200
14

,,

’30
42.594
257
6.937
24.230
18.742
2.594
3.200
7

,,

’30
42.753
254 6.960
26.419
18.472
2.635
3.200

29 Mrt.’29
34.188
732
10.577
25.271
18.434
2.322 3.200

23 Juli’14
4.104
640

1.541
8
769

Bons
v.
d.
Rekg. Courant
Data
zelfst.
amort. k.
Di’
sen
Circulatie
Zelfst.
amort.k.
Pa
rt
t-
cuileren

28 Mrt.’301
5.396
1.746
70.826
3.711 3.091
8,719
21

’30
5.396
1.587
69.587
3.921
3.431
8.114
14

,,

’30
5.396
1.545
69.970
4.613 3.517
7.363
7

’30
5.396
1.636
70.373
4.945
3.564
7.067

29 Mrt.’29
5.930
1.483
64.575
5.736
5.880
6.603

23 Juli’14


5.912
401

943
1)
Bij de stabilisatie

is
de goudvoorraad

gewaardeerd
volgens de
nieuwe waarde van den lranc.
2)
Slultpost activa.

5Apr.1930
170.000
270.000
44.100
44.360
29Mrt. 1930
169.100
270.200
.39.000
45.420
22

,,

1930
167.500
273.100
36.900 43.500

8Mrt. 1930
139.01928,982
285.168
30.871
41.586
1

,,

1930
139.073

30.309
275.827
30.814 46.725
22 Feb. 1930
139.075

30.465
274.777
33.683 46.156
15

,,

1930
139.170

30.101
278.568
32.459
44.860

6Apr.1929
167.299

18.301
308.313
37.942 47.099
7Apr.1928
173.302

19.184
311.296
.

45.977
121.419
2

25 Juli1914
22.057

31.907 110.172 12.634
4.842

Data
1

Dis-
Wissels,
buiten
1

Belee-

1
Diverse

1
reke-

1
Dek-
kings-
conto’s
N.-Ind.
1
ningen
1
ningen’)
1
percen-
betaalb.
1
take

9 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

343

GOEDERENHANDEL

8 April 1930.

De tarwemarkt is deze week vast geweest, hetgeen voor-
namelijk zijn oorzaak heeft gevonden in droogte in Kansas en
Oklahoma. Klachten over die droogte zijn eigenlijk eerst van
zeer recenten datum en belangrijke schade zal nog niet zijn
aangericht. Zelfs heeft men dezer dagen nog in de Amen-
kaansche berichten kunnen lezen, dat er geen vrees voor de
wintertarwe in die staten behoefde te bestaan, indien slechts
vô6r half April weder regen viel. Het Noord-Amerikaansche belang bij hoogere tarwepnijzen is echter zoo groot, dat men
natuurlijk iedere gelegenheid aangrijpt om die op te drijven en ook van het uitb1jven van regen in Kansas en Oklahoma
is daarom met graagte gebruik gemaakt. Tevens is dit ver-
schijnsel samengegaan met verbetering der Europeesche vraag.
Eerst was het Duitschland, dat v6ôr de laatste verhooging
van het invoerrecht groote hoeveelheden spoedige tarwe kocht
en later bleek Italië eindelijk meer import noodig te hebben
en in vrij wat sterkere mate dan tot nog toe als kooper van buitenlandsche tarwe op te treden. Daarbij was het aanbod
van tarwe uit Argentinië niet meer groot en, zooals dikwijls
geschiedt wanneer de markt wat vaster loopt, werd er veel
meer aandacht besteed aan verschillende der aanwezige aan-
wijzingen voor hoogere
prijzen,
welke factoren den laatsten
tijd zeer weinig belangstelling hadden gewekt. Daartoe be-
hoorde ook weder de beperkte hoeveelheid tarwe, welke
Argentinië dit jaar kan exporteeren en bovendien wordt er
tegenwoordig weder de nadruk op gelegd, dat een groot ge-deelte van den laatsten Argentijnschen oogst niet van goede
kwaliteit is. Daarbij waren de Vereenigde Staten ook nu weder
slechts in beperkte mate met tarwe voor export aan de markt.
Dat dein de Vereenigde Staten achtergehouden en gedeeltelijk
door den Farm Board aangekochte tarwe binnenkort toch
weder zal moeten worden verkocht, hetgeen niet zal nalaten
de markt te drukken, verloor men meer en meer uit het oog
en toen bij het ontbreken van aanbod uit de Vereenigde Staten
en het weinig dringende karakter der Argentijnsche offertes
Canada meer gelegenheid kreeg om tarwe te verkoopen, werd
er ook weder minder aandacht gewijd aan de omstandigheid,
dat er nog zulke groote hoeveelheden Canadeesche tarwe
moeten worden geëxporteerd. Door dit alles zijn dan ook de
tarweprijzen deze week gestegen. Dat Rusland weer wat
sterker met. tarwe aan de markt was en daarin zaken deed,
voornamelijk naar Italië en Engeland en dat Frankrijk, dank
zij het voor de betaling van exportpremies door de regeering
beschikbaar gestelde bedrag, eveneens weder tarwe verkocht, heeft slechts in het begin der week de prijsstijging eenigszins
tegengehouden. Het Russische aanbod werd zonder moeite
opgenomen en ook de Fransche tarwe kon tot stjjgende prijzen
naar verschillende landen, waarbij ook Nederland, worden
verkocht. In Duitschland zijn natuurlijk na de verhooging van het invoerrecht verdere nieuwe inkoopen achterwege
gebleven, doch wel vonden daar geregeld tot stijgende prijzen
zaken plaats in buitenlandsche tarwe, welke onverkocht naar
Duitschiand was verzonden, vô6r de verhooging van kracht
werd. In Engeland bestonden in het begin der week de zaken
voornamelijk uit Australische en Plata-tarwe, doch later is
men daar ook weder Manitoba’s gaan koopen. Vooral was dat
het geval, toen de verhouding tusschen de prijzen dezer laatste
en die van andere tarwesoorten daartoe meer en meer aan-
leiding ging geven. Tenslotte werden op 3 en 4 April in Enge-
land zelfs zaken van zeer belangrjken omvang gedaan, terwijl
ook België en Nederland ruimere inkoopen deden. Speciaal

voor Nederland speelden Canadeesche tarwe en Hardwinter
daarbij slechts een beperkte rol en de afgesloten verkoopen
betroffen voornamelijk Argentjnsche en in mindere mate ook
Fransche tarwe. Dat de berichten omtrent droogte in Kansas
en Oklahoma aanvankelijk geen grooten invloed op de markt
hadden, vond vooral zijn oorzaak in de eerste particuliere
ramingen van de opbrengst der wintertarwe in de Vereenigde
Staten. Deze beliepen namelijk gemiddeld 574 millioen bushels,
hetgeen ongeveer evenveel is als de oogst van het vorige jaar.
Die raming heeft de markt eenigszins gedrukt, omdat een
oogst van dezen omvang zeer zeker aan den Farm Board nog
heel wat moeilijkheden zou kunnen verschaffen, wanneer deze
groote hoeveelheden zich komen voegen bij de reeds abnormaal
groote voorraden. Zoowel de verkoop als het vinden van op-
slagruimte zullen waarschijnlijk niet gemakkelijk in hun werk
gaan. Het is dan ook geen wonder, dat de markt in Amerika
tegenwoordig zoo sterk onder den indruk is van de reeds
herhaaldelijk genoemde berichten omtrent droogte. De ver-
schepingen van tarwe
zijn
deze week weder niet groot geweest
en de naar Europa onderweg zijnde hoeveelheid heeft deze
week verdere vermindering ondergaan. Zij bedroeg op 5 April
4,2 millioen quarters tegen 9 millioen op den overeenkomstigen
datum van het vorige jaar. De verbeterde Europeesche vraag
en deze geringe omvang van den zeilenden voorraad hebben
er dan ook reeds toe geleid, dat spoedige tarwe een premie
boven latere verscheping bedingt. De vooruitzichten voor he t
wintergraan zijn in Europa nog steeds gunstig. Onlangs werd
in Roemenië over droogte geklaagd, doch er is daar in deze
week vrij wat regen gevallen en de laatste rapporten zijn
gunstig. 0p7 April was tarwe in Noord- en Zuid-Amerika wat
flauwer, waarna het slot te Chicago voor Mei nog 5
1
/
2
, voor
Juli 8/
4
dollarcent per 60 lbs. hooger was dan een week tevoren.
Te Winnipeg bedroeg de prijsstijging 8 á
81/2
cent en aan de
Argentijnsche termijnmarkten 40 â 45 centavos per 100 KG.
Voor rogge is de markt zeer sterk onder den indruk geweest
van de laatste Duitsche maatregelen tot’steun van den rogge-prijs. Daarbij hebben die maatregelen in Duitschland een zeer
sterke verhooging van den rôggepnijs teweeggebracht en het
aanbod voor export is nu zeer beperkt. Op het veel hoogere
prijspeil zijn de zaken kleiner geworden. Hoe verward in
Duitschiand de toestand is, is deze week wel gebleken, toen
aanzienlijke hoeveelheden Russische rogge, die te Rotterdam
en andere havens waren opgeslagen, tot stijgende prijzen naar
Duitschland werden verkocht. Bij invoer in Duitschland moet
daarvoor natuurlijk het sterk verhoogde invoerrecht worden betaald, waarbij de koopers uitgaan van de verwachting, dat
het nieuwe Duitsche Ministerie nog verder sterke verhooging
van den roggeprijs zal kunnen teweeg brengen. Ook in Amerika
is in verband met de veel vastere roggemarkt de prijs voor deze
graansoort gestegen. Na een op 7 April ingetreden reactie bedroeg te Chicago voor rogge de prijsstijging deze week
nog ongeveer 7 dollarcent per 56 lbs of ruim 10 %.
Voor mais heeft de geheele week de zeer vaste stemming
voortgeduurd en vooral voor mais in spoedige posities zijn de
prijzen nog aanzienlijk gestegen. Tijdens de flauwe markten van mais van eenigen tijd geleden zijn de inkoopen in West-Europa blijkbaar te klein geweest. De voorraden zijn in ver-
schillende invoerlanden zeer sterk geslonken, tex-wijl ook
weinig inkoopen op spoedige aflading waren gedaan, terwijl
bovendien nog onlangs vrij wat mais naar Duitschiand is ver-
scheept, toen daar het plan rijpte tot het vormen van een
regeerings-monopolie voor den mais-invoer. Dit monopolie
is nu tot stand gekomen, ten gevolge waarvan voorloopig de
invoeren in Duitschland wel klein zullen
blijven
en ook later
waarschijnlijk van beperkteren omvang zullen zijn dan den

N.V.

INDUSTRIEELE DISCONTO MAATSCHAPPIJ

tMSTERDAl%I . LONDEN

BERLIJN

PARIJS

KOPENHAGEN

Maatschappelijk Kapitaal
f
25.000.000.—

Volgestort geplaatst en reserves / 13.400.000.-

De Maatschappij financiert de aanschaf fing op termijnbetaling

van Industrie-machines, Landbouvmachines. Zuivel-

installaties, Kantoor- en Winkeirnachines,

Bedrijfsautomobielen, enz. enz.

344

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 ‘April 1930

AANVOEREN
in
ton8 van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
Mrt.15 Apr.
Sedert
Overeenk.
30
Mrt.15 Apr.
Sedert
Overeenk.
1930 1929 1930
1
Jan.
1930
tijdvak
1929
1930
1
Jan.
1930
tijdvak
1929

29.304
378.444 424.239

10.630
39.854
389.074
464.093
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
13.698
96.358
32.212

17.367

113.725 32.212
Boekweit ……………451
3.825
6.225

889

4.714
6.225
Maï

………………

14.786
286.303
206.104
1.929
56.573 62.176
342.876 268.280 6.445
152.484
118.277
102
14.110
98
166.594
118.375
Haver

…………….
.
5
59.555
47.793

1.598
1.929
61.153
49.722
1.322

.

2Llll
48.006
700
88.281 106.068
109.392
154.074

Gerst

………………

Lijnkoek …………..

…593

49.612 56.504



49.612
56.504
Lijnzaad

……………..

Tarwemeel

…………
5
..527
.
3.286
23.957
23.991
1.194
8.492
9.403
32.449
33.394
Andere meelsoorten ….
.497
5.453
2.187
– –

5.453
2.187

laatsten tijd het, geval was. Dagelijks werden in Nederland,
België en Duitschiand belangrijk hoogere prijzen voor stoo.
mende Plata- en Donau-maïs betaald en ook voor spoedige
aflading was bij beperkt aanbod de markt uitermate vast.
De verschepingen uit Argentinië waren wel wat grooter dan
in de vorige week, maar zij bleven toch klein, terwijl uit
Roemenië slechts een zeer beperkte hoeveelheid, werd afge.
laden. De naar Europa zeilende hoeveelheid mais is dan nu
Qok slechts van kleinen omvang, waardoor de hooge prijzen
en de sterke vraag voor spoedige maïs wel worden gerecht-
vaardigd. Het is nu maar de vraag, wanneer de verschepingen uit de Donauhavens en uit Argentinië zullen toenemen, want,
zoodra dit in belangrijke mate het geval is, mag wel op een
einde dezer zoo plotseling ingetreden hevige prijsstijging
worden gerekend. In Argentinië worden de verschepingen van
nieuwe mais tegengehouden, omdat er den laatsten tijd in
Argentinië nog al wat regen gevallen is en ook in Roemenië
zijn de aanvoeren in de havens tegenwoordig klein. Voor maïs
op aflading zijn de prijzen onder den invloed der voor spoedige
inaïs zoo vaste markt eveneens vrij wat aangetrokken, doch
de ondernemingsinst is daarvoor piet groot, omdat in Roemenië
en Zuid-Slavïë nog zeer veel mais aanwezig is en de nieuwe
Argentijnsche oogst zeer waarschijnlijk kwantitatief zeer goed zal uitvallen. De vaste stemming is dan ook niet uitgegaan van
de exportlanden, doch vooral van West-Europa. Aan de
Argentijnsche termijnmarkten heeft de prijsverhooging voor
mais 25 is 30 centavos per 100 KG. bedragen.
– Onder den invloed van de vaste maïsmarkt is ook gerst
deze week vrij sterk in prijs gestegen, ondanks het feit, dat
Duitschiand voorloopig nauwelijks als kooper van gerst zal
optreden. Het invoerrecht is daar zoo sterk verhoogd, dat de
Duitsche import daardoor ten zeerste zal worden belemmerd.
In gerst, welke reeds vroeger was geïmporteerd, heeft zich in
Duitschiand in de afgeloopen week tot stijgende prijzen een
levendige handel ontwikkeld. Groote zaken in gerst vonden
naar de andere West-Europeesche landen niet plaats, doch de zooveel vastere stemming der graanmarkt heeft tôch wel met
zich gebracht, dat voor Donau-gerst en Plata-gerst ten slotte
veel hoogere prijzen werden betaald dan onlangs het geval
was, en van de Ru,ssische voorraden, welke vooral te Rotter-
lam lagen opgeslagen, is het grootste gedeelte door den handel
opgenomen,. aL heeft veel daarvan zijn weg tot den verbruiker
nog niet gevonden. Speciale vermelding verdient het, dat
ëindelijk

deze week naar Nederland weer zaken in voergerst
uit Noord-Amerika gedaan zijn, toen de prijzen daarvoor
weder in een gunstige verhouding kwamen tot die van Donau-
en Russische gerst, nadat deze laatste soorten een aanmerke-
lijje prijsstijging had1en ondergaan. Dadeljk daarna, echter
is in Noord-Amerika de prijs van gerst weder gestegen. Ver.
schepingen van gerst uit Rusland zijn deze week uitermate
klein geweest en ook van den Donau is weinig afgeladen.
Speciaal naar Antwerpen werden zaken gedaan in Noord-
Mrikaansche gerst.
Zeer vast is deze week ook haver geloopen, hetgeen vooral
het gevolg is geweest van het verdwijnen van aanbod uit
Duitschiand. In Duitschland namelijk profiteert ook haver
ten zeerste van de regeeringsmaatregelen tot steun van den
landbouw. De zoowel in Duitschland als in Nederland be-
staande vraag tot dekking van vroeger afgesloten zaken, heeft
bij het beperkte binnen,landsche aanbod de prijsstijging ten
zeerste in de hand gewerkt. Evenals bij rogge deed zich ook
bij haver weder het vreemde verschijnsel voor, dat Plata-
haver en sommige’ andere soorten naar
Duitsclöand werden
verkocht. In Plata-haver vonden groote zaken plaats naar
Antwerpen en naar Engeland, zoodat ook van deze soort de
prijzen aanzienlijk konden stijgen, evenals ook voor Russische
haver. Dat de Duitsche haver zooveel duurdër is geworden en
zooveel minder wordt aangeboden, kwam aan de andere
soorten ten zeerste ten goede. Men mag echter wel aannemen,
dat het Duitsche aanbod zich wel weder zal herstellen, want
er is in Duitschland nog veel haver voor export aanwezig.

Waarschijnlijk echter zal daarbij op een veel hooger prijspeil
moeten worden gerekend dan ecnigen tijd geleden. Reeds viel
op 7 April weder wat meer aanbod van, haver uit Duitschland
en Polen te constateeren.

SUIKER.

De stemming was op de verschillende suikermarkten ge-
durende de afgeloopen week over het algemeen gedrukt.
In A m e r i k a werden verschillende partijen ruwsuiker
verkocht tot 1/ d.c. c. & fr., terwijl de noteeringen op de
New-Yorksche termijnmarkt gestadig afbrokkelden en aan
het slot het volgende beeld te zien gaven :Mei 1.63; Juli 1.65;
Sept. 1.71; Dec. 1.79 en Mrt 1.85, de noteering voor Spot
Centrifugals was 3.64.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Staten
bedroegen 46.000 tons, de versmeltingen 74.000 tons tegen
73.500 tons verleden jaar en de voorraden 422.000 tons tegen
418.000 tons.
De stemming welke op 1 April op C u b a gehouden werd,
viel .uit ten gunste van het voortbestaan van de Centrale
Verkoop Commissie. Aangezien echter de meerderheid zeer
gering was, loopen er geruchten over de mogelijkheid van eene
nieuwe stemming.

De 0 u b a statistiek luidt als volgt:

1930

1929

1928
Tons

Tons

Tons
Cubaproductie …………..3.090.000 3.942.000 3.250.000
Consumptie …………….. 17.815, 25.038 20.054
Weekontv. afscheephavens179.889 228.643 220.347
Totaal sedert 1/1 …………1.733.793 2.678.866 2.084.341
Weekexport …………….48.959 157.957 137.214
Totale export sedert 1/1 ……487.234 1.474.547 892.297
Voorraad afscheephavens …..1.411.983 1.298.359 1.202.871
Voorraad binnenland ……..1.172.968 1.286.234 1.145.605
Aantal werkende fabrieken . . . – 146 131

F. 0. L i c h t publiceert de volgende raming van het met
bieten te beplanten areaal, waaruit blijkt, dat zoo goed als in
alle landen’ het areaal grooter is dan verleden jaar:

1930/31 1929/30 1928/29
H.A.

H.A.

H.A..
Duitschland …………….465.000 433.704 430.307
Tsjecho-Slowakijc ………..260.000 227.258 250.475
Oostenrijk ………………33.000

28.503

27.695
Hongarije ……………….73.000

72.975

65.503
Frankrijk ……………….275.000

249.110

239.725
België …………………58.000

55.942

58.291
N
ederland ………………

62.000

54.000

65.255
Denemarken …………….33.000

29.700

41.200
Zweden ………………..35.000

25.037

42.621
Polen ………………….225.000

245.416

230.385
Italië ………………….110.000

112.125

112.120
Spanje …………………80.000

80.000

84.000
Gr. Brittannië en Ierland …..132.200

97.800

77.320

Andere landen …………..128.700, 133.789

147.732

Europa zonder Rusland ……1.969.900 1.845.359 1.872.629
Rusland………………..1.000.000

784.000

769.000

Europa incl./Rusland ……..2.969.900 2.629.359 2.641.629

Europa zonder Rusland eene vermeerdering van… 6.7 %
Rusland eene vermeerdering van …………….27.6 %
Europa incliisiëf Rusland eene vermeerdering van – 13.- %

Wat het cijfer voor Rusland betreft, teekent Licht aan, dat
1.000.000 H.A. aan den hoogen kant zal blijken te zijn.

In D u i t s o h 1 a n d werden de invoerrechten van
R.M. 25.- tot R.M. 32.- verhoogd, terwijl de exportquota
op 15 % of bijna 300.000 tons gebracht werden.

In E n g e 1 a n d was de suikermarkt in tegenstelling met New-York prjshoudend. Aan het einde der week luidden de
noteeringen op de Londensche termijnmarkt als volgt: Mei

9 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE

345.

Sh. 6/101/
7;
Aug. Sh. 7/1
1
/
7
; Dec. 8h.
7/51/4;
Jan. Sl. 8/2’/
4

Mrt. Sh. 8/51/
4;
Mei 5h. 8/8’/
4
.
De Zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow:

1930

1929

1928
Tons

Tons

Tons
Duitschiand 1/3 ………….1.372.000 1.302.000 1.021.000
Tsjecho-Slowakije 1/3 ……..592.000 602.000 730.000
Frankrijk 1/3 ……………598.000

564.000 488.000
Nederland 1/ ……………229.000

261.000

159.000
België 1/3 ………………173.000

190.000

150.00
Polen 1/3……………….496.000

390.000

241.000
Engeland 1/3 Geimp. Suiker .: 302.000 280;000 298.000
Engeland 1/3 Binneni. Suiker .

76.000

52.000

39.000

Europa …………3.838.000 3.641.000 3.126.000

Alle havens
V
. S. 1/3………645.000 396.000 317.000
Cubaanscho havens 1/3 ……. 815.000 949.000 851:000
Cuba binnen]. 1/3 ………..850.000830.000 _650.000

Totaal ………….6.148.000 5.816.000 4:944.000

Op Ja v a verkocht de V.I.S.P. eenige partijen No. 16
en hooger uit den ouden oogst tot t 10’/
2.
H i e r t e 1 a n d e was de markt gedeprimeerd en brok-
kelden de noteeringen langzaam
af.
De noteeringen op de
Amsterdamsche termijnmarkt waren einde der week als volgt: Mei / 10
1
/
2
; Aug. /11.- en Dec.
1
11’/, alles geboden, met
vraagprjzen tot resp. Mei t 10/
8
; Aug. / 10/
4
en Dec. / 11
3
/
8
.
De omzet bedroeg deze week 2500 tons.

KATOEN.
Marktbericbt van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 2 April 1930.

De Amerikaansche katoenmarkt bleef onveranderd tot het
slot van de vorige week, toen er een vastere toon doorkwam en
iVlid-Ainerican spot in Liverpool 8.73 d. noteerde. Deze stijging
is voornamelijk veroorzaakt door speculanten in de States, die
hun aandcht aan katoen gingen wijden. De basisprjs heeft
ook neiging tot stijgen getoond en de points on zijn eveneens
gestegen. Er was de vorige week meer leven in de Liverpool
spotmarkt en verkoopen stegen tot 34.000 balen, waarvan
bijna 20.000 balen Amerikaansche, een veel betere hoeveelheid
dan sedert weken het geval is geweest. Wat het restait betreft, bestond een aanzienlijk deel uit Braziliaansche, Peru en Oost-
Indische katoen.
De Amerikaansche garenmarkt is minder actief geweest dan
de vorige week het geval is geweest; desniettemin zijn enkele
flinke hoeveelheden van grove nummers verkocht en in dhooty-
garens zijn enkele groote posten geboekt. Ook rillggarens
deelden hierin mede, doch met den vasteren toon van het ruwe
materiaal, terwijl er een aanzienlijke vraag bestaat, vinden
verkoopers het moeilijk de stijging van katoenprijzen te volgen.
Naar getwijnde garens heeft een bescheiden vraag bestaan,
speciaal voor den biimenlandschen handel. Naar ggyptische
garens bestond de vorige wëek, en ook gisteren meer belang-
stelling. Zonder twijfel is door de prijsstijging van het ruw e materiaal meer gekocht, terwijl anderen tevreden waren met het dekken van hun directe behoeften.
Doekprjzen zijn in sympathie met katoenprjzen bepaald
vaster, waardoor over het algemeen wat meer vraag is ont-staan. Ongelukkig weigeren de meeste overzeesche koopers
voor een groot deel de veranderde positie van de markt ernstig
in aanmerking te nemen, waardoor het grootste gedeelte van
de vraag weer teruggewezeii moest worden. Diverse kleine
orders wôrden dagelijks geboekt, doch met uitzondering van
een grboten post in dhooties eenigen tijd geleden, is er niets
gebeurd, dat de algemeene situatie der fabrieken in Lancashire
verandert. De positie van katoen echter geeft aanzienlijk meer
ruggesteun aan verkoopers en de overzeesche markten zullen
ongetwijfeld binnenkort realiseeren, dat indien katoenprjzen
vaster worden een zeer gunstige gelegenheid om hun behoefte
te dekken weer voorbij is gegaan. Wij zeggen dit niet om te
profeteeren, doch het verklaart den meer hoopvollen toon van
onze markt.
Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 25 Mrt. 1Apr.
26Mrt.2Apr. T.T.opBr..Indië 1/5} 115H
F.G.F. Sakellaridis 14,05 14,25 T.T.op Hongkong 1/64 116
G.F. No. 1 Oomra 4,45 4,65 T.T. op Shanghai l/llh 1110
7
18

KOFFIE.

In de afgeloopen week was de stemming vrij vast op het
aanhouden van geruchten over door Brazilië gesloten of
spoedig te sluiten leeningen (de laatste berichten.spraken van
een bedrag van £20.000.000.- bij het huis Rothschild) en
verder tengevolge van steunaankoopen voor Braziliaansche
rekening op de termijnmarkten te Santos en -te -New-York.
In de kost- en vrachtaanbiedingen van sommige afladers te

Santos kwam geen verandering, waartgenover echter andere,
die in den laatsten tijd bijzonder laag hadden geoffreerd, hunne,
prijzen niet onbelangrijk verhoogden, tengevolge waarvan
de offertes dezer soort bij de verschillende verschepers thans
veel minder uiteenloopen -dan in de laatste weken het gëval
is geweest. De Rio-aanbiedingen liepen .ongeveer 1/6 per cwt.
op. Nederlandsc}j-Jndjë toonde zich ook deze week weder
gemakkelijker; de cif-prjzen van de ongewasschen Sumatra
Robustasoorten liepen nog
3/4
1
1
/
4
ct. per
1
/
2
KG. terug en
die van gewasschen Robusta f.a.q. slechts ongeveer
1/4
ct.
Als feit van beteekenis moet worden beschouwd, dat de
wisselkoers te Rio, die in het begin van het jaar oogenblikken
van groote zwakte heeft getoond, zich in den laatsten tijd bijna
geheel hersteld heeft. Op het oogenblik noteert de koers op
Londen, die op 7 Januari 53/8 stond, weder 5/8, een stand die
betrekkelijk weinig lager is dan de gestabiliseerde koers (een
fractie onder 6) v66r het begin van de koffie-crisis.
De dageljksche aanvoeren te Rio zijn voor de eerste helft
van April gelimiteerd. op 7306 balen tegen 8542 balen in de
tweede helft van Maart. Deze verlaging houdt waarschijnlijk
verband met de omstandigheid, dat de voorraad in deze haven
het indertijd vastgestelde maximum van 360.000 balen dicht
heeft genaderd.
– Aan de loco-markt bleef de noteering van Superior Santos
onveranderd 41 ct. per ‘/, KG. en die van Robusta 35 ct.
De afzet bleef onbevredigend.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt liep de noteering van
de maand Mei 1/ ct. per
1
/
2
KG. en die der verdere maanden
1
1
/ ct. op. Dinsdag 8 dezer des voormiddags waren de
verschillende noteeringen als volgt: April 27, Mei 27
3
/
8
,
September 251/
7
, December 24
1
/
2
, Maart 1931 – 241/
4
ct.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos op
prompte verscheping zijn thans ongeveer 60/6 á 63/- per cwt.
en van dito Prime ongeveer 64/- è. 67/-, terwijl zij van Rio
type New-York 7 met beschrijving, prompte verscheping,
bedragen 43/3 & 44/6.
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indlië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, April-verscheping, 23
1
/
2
ct.; Benkoelen
Robusta, April-verscheping, 23/
4
ct.; Mandheing Robusta,
April-verscheping,
25/
ct.; W. 1. B. f.a.q. Robusta, April-
verscheping, 36 ct, alles per
1
/
2
KG., cif, uitgeleverd gewicht,
netto contant.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Mei

Sept.
1
Dec.
1
Maart

7 April ……..$ 8,95.

$ 8,39

$ 8,19

$ 8,07
31 Maart ………,, 8,45

7,87

,, 7,69

7,52
24

,.

……

$,6Q

8,02

,,

7,82
17

,.

…….
…,,

8,75. – ,,

7,85

,,

7,69

De dezer dagen verschenen Statistiek van de Firma
G. Duuring &- Zoon te -Rotterdam geeft aan, dat in Maart de
aanvoer geweest is als-volg-t:

1930

1929

1928
balen

balen

balen
in Europa …………1.325.000

1.125.000 1.167.000
,,Ver. Statenv. Amerika 1.112.000 1.040.000 1.056.000

Totaal…. 2.437.000 2.165.000 2.223.000

De aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen gedurende
de eerste drie maanden van het jaar bedroegen 6.299.000 balen tegen 5.834.000 balen in 1929 en 6.382.000 balen in 1928. De Afleveringen in Maart waren:

1930

1929

1928
balen

balen

balen
inEuropa …………1.085.000

1.055.000

995.000
Ver.Stateny.Amerjka 1.089.000

1.067.000 1.016.000

Totaal…. 2.174.000

2.122.000 2.011.000

De Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen gedurende
de eerste drie maanden van het jaar waren 6.048.000 balen
tegen 5.850.000 balen in 1929 en 5.995.000 balen in 1928. –

Vanaf 1 Juli tot 1 April waren de Aanvoeren in
Europa .en in Amerika tezamen 16.338.000 balen tegen
15.637.000 balen in 1928/29 en 17.249.000 balen in 1927/28,
terwijl de Afleveringen bedroegen 16.677.000 balen tegen
16.051.000 balen in 1928/29 en 16.996.000 balen in 1927/28.
De zichtbare voorraad was op 1 April in Europa 1.671.000 balen tegen 1.431.000 balen op 1 Maart. In Amerika bedroeg

hij 875.000 balen tegen 852.000 balen op 1 Maart. In Europa
en in Amerika tezamen was de zichtbare voorraad dus op
1 dezer 2.546.000 balen tegen 2.283.000 balen op 1 Maart. Hij
bedroeg op 1 April 1929 – 2.635.000 balen en op 1 April 1928
– 2.803.000 balen.
De zichtbare wereldvoorraad was op 1 dezer 5.267.000 balen

346

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

9 April 1930
tegen 5.326.000 balen op 1 Maarten 4.980.000 balen verleden
jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de voorraden in het
binnenland van Brazilië, waarvan het cijfer van 1 April nog
niet bekend is, doch die op 1 Maart bedroegen 21.442.000 balen
en op 1 April 1929 – 10.723.000 balen).

Rotterdam, 8 April 1930.

THEE.

De theeveiling te Amsterdam van 3 April I.I. gaf een traag
verloop te zien. Vooral Blad.theeën waren weinig gevraagd
en de prijzen liepen van 2-7 cts. lager dan in de vorige veiling. Gruissorteeringen trokken iets meer belangstelling en beperkte
het prijsverlies zich voor deze soorten tot 2-3 ets. Vele
partijen werden opgehouden.
De totale middenprijs was volgens Pakhuismeesteren van
de Thee 60 ets. tegen 61
1
/
4
ets. in de vorige veiling.
Volgens publicaties van de Vereeniging voor de Theecultuur
in Ned. -Indië bedroeg de thee-uitvoer van Formosa gedurende
de periode Januari/Februari 1930: 674.000 Kg. tegenover
513.000 Kg. in dezelfde periode van 1929.
Do voorraden in Londen bedroegen op ulto. Maart 1930:
248.948.000 lbs. tegenover 237.722.000 lbs. per 31-3-1929.
Aangevoerd werden in Maart te Londen 21.865.000 lbs.
(v. j. 30.271.000), terwijl de afleveringen 39.946.000 lbs.
(v. j. 30.009.000 lbs.) belipen.
Deze cijfers zijn zeer gunstig en de voorraden zijn te Londen
per ulto Maart 1930 ten opzichte van 28-2-’30 met 29 millioen lbs. teruggeloopen.

STEENKOLEN.

Indien, zooals te verwachten is, het Wetsontwerp over de
kolenwinning in Engeland 1 Juni a.s. Wet wordt, zullen op
dien datum de minimumprjzen en de voorschriften omtrent
hoeveelheden in werking treden. Dit zou een verstij ving van
de markt kunnen beteekenen, waarvan evenwel op het oogen-
blik nog niets te bespeuren valt. Ook de vermindering van den
duur van den werkdag voor de mijnwerkers met een half uur
moet op de productie en dus
ôp
den kostprijs van de kolen
inwerken. Ingevolge de bepalingen van de Wet zal bedoelde
vermindering van de werkuren niet plaats vinden dan vier
maanden na de afkondiging van de Wet.
In Westfalen is het Syndicaat niet met algemeen consent
vernieuwd kunnen worden. De Duitsche Regeering heeft
daarin aanleiding gevonden den duur van het bestaande
Syndicaatsverdrag voorloopig met een maand te verlengen.
De prijzen zijn:
Iorthumberland Ongezeefde …………./ 10,50
Durham Ongezeefde ………………….10,60
Carditf 2/3 large 1/3 smalla ………….. .. 12,75
Schotsche Gezeefde (Prime Lothians) ….. ..11,-
Yorkshire gewaaschen Singles ………… ..10,50
Westfaalsche Vetlörder …………….. ..12,35
Vlamstukken 1 ……………13,50
Smeenootjes …………… ..13,-
Gasvlamiörder ……………12,25
Gietcokes ……………..

..16.-.-
Hollandsche Eierbriketten …………… ..15,-
alles per ton van 1000 KG. franco station R’dam/A’dam.
Ongezeef de bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam
/ 11,35. Markt flauw.

IJZER.

Dii ruwijzermarkt réageerde op het besluit van het West-
Europeesche Gietterij-ijzerkartel, om de opheffing van deze
conventie ongedaan te maken, met iets hoogere export-
noteeringen voor Lux 3. De Fransche markt blijit nog steeds bevredigend. De opleving van de vraag naar (Jleveland-ijzer
als gevolg van de prijsverlaging blijkt slechts tijdelijk geweest
te zijn.
Het O.S.P.M. (Frankrijk) bracht voor April geen ver-
andering in de prijzen en verkoopsvoorwaarden.
De stemming van de staalmarkt is nog altijd zeer slecht te
noemen. De minimum-noteeringen worden niettemin gehand-
haafd.

VRACHTENMARKT.

Graan van Noord.Amerika.
Gedurende de afgeloopen week
was de vraag iets toegenomen en door de terughoudendheid
van reeders waren de vrachten iets vester.
Van de
Northern Ban ge is
blijkbaar een geringe verbetering
in de richting van het Continent ingetreden; een prompte
boot van 20.000 qtrs. is
al.
naar Antwerpen of Rotterdam
tegen $0,08 gesloten en de mogelijkheid van verdere afslui-
tingen op deze basis wordt in uitzicht gesteld.
Van
St. John,
N.B., is ruimte geboekt voor April verscheping
naar 4 havens West-Italië tegen $0,12, terwijl voor een volle lading van 33.000 qtrs, 10 %, de hoogere vracht van $ 0,11’/,
één haven, per medio April betaald werd. Dit laatste kan

waarschijnlijk herhaald worden. De scheepvaart van de
St. Laurence
zal vermoedelijk circa
20 April heropend worden, doch niettegenstaande het naderen-
de seizoen is de vraag naar scheepsruimte nog zeer gering, en
de eenige afsluiting die de vorige week tot stand kwam, betreft
een boot van 40.000 qtrs. voor April laden van Montreal naar
de Middellandsche Zee (niet ten Oosten van West-Italië,
inclusief Casablanca) op basis van $0,11 één haven.
Suiker van West-Indië.
Deze markt was nog de leven-
digste van alle Amerikaansöhe afdeelingen. Van Cuba
werden booten van 719500 ton tamelijk grif door lie.
vrachters opgenomen voor April en April-Mei laden op
basis van 1216 naar U.K./Continent, met in de meeste
gevallen de optie San Domingo laden tegen 6 d. minder, en
bevrachters blijven nog belangsteijing toonen in verdere
tonnage voor deze positie, terwijl voor de latere termijnen
13/- verkregen zou kunnen worden voor Mei en 14/- voor.
Juni/Juli. Voor handige booten bestaat niet veel interesse en
de eenige afsluitingen in deze klasse zijn die van een 3500
tonner van San Doiningo naar TJ.K./Continent voor Mei tegen
14/- en een partij van 2200 ton van Port au Prince naar
tJ.K./Continent tegen 1316, optie Marseille 15/-, voor eerste
helft April laden. Voor verdere handige tonnage voor April
zoowel als voor Mei laden, zou 14/6 geprobeerd kunnen worden
van San Domingo naar U.K]Continent, ofschoon bevraehters
niet meet dan 14/- bieden.
Van de
La Pkzta
valt nog geen verbetering te bespeuren. De
markt is iets vaster misschien, doch de vrachten blijven op
een zeer laag peil, terwijl de vraag zich hoofdzakelijk tot April-
verschepingen beperkt. Groote boeten hebben 10/- van de
Bovenrivier naar Antwerpen of Rotterdam en 12/3 naar
Marseille of Genua, 13/- beide havens, geaccepteerd, terwijl
handige booten 1216 van Santa Fé naar de volle Range
U.K./Continent hebben verkregen, alles voor April laden.
Van Bahia Blanca is 10/. geaccepteerd naar de volle Range
U.K./Continent met 6 d. minder naar Antwerpen of Rotterdam
en 10/3 naar Londen of Huli direct. Voor Mei laden is 15/-
gedaan voor een 6000 tonner van de Boveni-ivier naar Canada,
met 1/- extra voor elke meerdere haven tot een maximum
van 3 havens. Dezelfde vracht is geaccepteerd door een boot
van ongeveer gelijke grootte, met de optie U.K./Continent
tegen 1316.
Salpeter van Chili.
De vraag van Chili bleef beperkt tot
Rusland, maar nadat 518000 ton lijnruimte geboekt werd per
tweede helft Juni naar Leningrad tegen 19/- met de optie
Antwerpen, Rotterdam, Hamburg, tegen 13/6 of Duinkerken
tegen 14/6, werd het betrekkelijk kleine rest-quantum van dit contract voorloopig ingetrokken, met het oog op het opnieuw
indeelen der reeds naar Rusland opgenomen tonnage, zoodat
er thans niet de minste vraag naar wilde boeten is.
De
Donau-markt
iets beter en bevrachters hebben verschil-
lende groote boeten opgenomen voor April laden op basis van
14/. naar Antwerpen/Hamburg Range, en 18/. naar Dene-marken (3 havens). Nu zijn ongetwijfeld nog iets hoogere
cijfers te maken.
Van de
Zwarte Zee
ging niet veèl om maar er bestond een
mogelijkheid tot afsluiting op basis van 10/3 naar het Conti-
nent, met de optie Scandinavië tegen 1/6 extra en de optie
koeken eveneens tegen 116 extra. Van Constantza, Varna,
Bourgas heeft een 7800 tonner 919 geaccepteerd naar Ant-werpen of Rotterdam, 10/3 naar beide havens, met de optie
Antwerpen/Hamburg Range tegen 101- naar één, 1016 naar
twee havens, voor prompt laden.
Middellandsche Zee.
Deze markt blijft zeer flauw, en sinds
het laatste bericht is er geen verbetering ingetreden. April
orders zijn nu zeer schaarach en ofschoon de vraag per Mei iets
beter is, blijven de vrachten op het lage niveau, daar het
aanbod van tonnage ruimschoots voldoende is om de behoeften
te dekken. Er kwamen slechts weinig afsluitingen tot stand,
waaronder: Hornillo/Middlesbrough 6/6, Seriphos/Rotterdam
516, Bona/Rotterdam of Vlaardingen 4/3, La Goulette/
Grangemouth 5/6, Huelva/Rotterdam 5/-.
Er werd slechts een phosphaat lading gesloten van Sfax
naar Rouaan tegen 6/1
1
/. Van Bona naar Danzig wordt 7/9
voor handige en 8/3 voor kleine booten per begin Mei in uitzicht
gesteld.
Kolen van U.K.
De
uitgaande markt toont niet de minste
verbetering. De vraag neemt niet toe en bevrachters konden zonder moeite in hun behoeften voorzien. Alleen naar Zuid-
Amerika. zijn de vrachten nog eenigszins vast, ofschoon de
stemming gedurende de afgeloopen week iets gemakkelijker
was en ongeveer 3 d. minder betaald werd. Van Zuid-Wales
werd o.m afgesloten: Eouaan 3/3, Genua 616, Alexandrië 719,
Las Palmas 7/-, Rio 14/-, Buenos Aires 16/6, Fray Bentos
18/-. En van de Oost-Kust: Stavanger 3/9, Abö 412, Stettin
4/7112, Hamburg 3141/,
Antwerpen
213,
Rouaan 3/3, Genua
6/9, Alexandrië 7/9, Buenos Aires 16/3.

Auteur