Ga direct naar de content

Jrg. 15, editie 744

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 2 1930

APRIL 1930

A7JTEtJRSR20E T
VOOREEHOtJDEN.

Economïsch~Statistische

Be
­
nchten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

I5EJAARGANG

WOENSDAG 2 APRIL
1930

No. 744

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN. Algemeen Secretari8:
Prof.
Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart
ECONOMISCH-STATIBTISCIIE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Wekleren
Baron Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra;
Prof.
Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Assistent-Redacteur: E. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de lloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco P. P. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën
f
23,— per jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vaigen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor voo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Rui geplaat weg.

Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s.Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

]: APRiL 1930.

in den toestand van de geidmarkt kwam weinig

verandering. Geld bleef zeer ruim en de koersen liepen

aanvankelijk nog iets verder terug. Bij liet naderen

van de maandswisseling kwam er zooals gewoonlijk

wat meer vraag; het aanbod bleef echter zeer ruim,

zoodat slechts een kleine verheffing in de koersen in-

trad en wel hoofdzakelijk voor callgeld. Geopend op

1 pOt. werd Dinsdag voor 1% püt. afgedaan. Daar-

op trad een kleine stijging in tot 2 pOt., waarna gis-

teren op den ultimo eerst oploopend tot 3 pOt. ver-

handeld werd, maar tenslotte voor 21% pOt. aanbod

b]eef bestaan. Particulier disconto daalde tot 2½ pOt.

en was gisteren aanvankelijk tot 2’lio pOt. opgeloo-

pen, maar later eveneens lager te plaatsen. De prolon-
gatierente daalde van
21/2
tot i% pOt. en noteerde gi.-

teren 21% á 21% pOt.

* *
*

Op de balans van De Nederlandsche Bank geeft de

post binnenlandsche wissels een
stijging
van
f
60.000

te zien. De beleeningen blijken met
f
30.1 millioen te

zijn opgeloopen. Het renteloos voorschot aan het Rijk

steeg met
f
14.6 millioen.

De goudvoorraad der Bank bleef vrijwel onveran-

derd. De zilvervoorraad vermeerderde met
f
500.000.

De post papier op het buitenland en de diverse reke-

ningen op de actiefzijde der balans stegen resp. met

f
100.000 en
f
2.5 millioen.

De hiljettencirculatie vertoont een vermeerdering

van
f
55.5 millioen. De rekening-courant-saldi blijken

met
f
8.1 millioen te zijn teruggeloopen. Het beschik-

baar inetaalsaldo daalde niet
f
18.8 millioen. Het dek-

kingspercentage bedraagt 54.

* *
*

Van de wisselmarkt valt ook ditmaal weinig te ver-

melden. Er heerschte een onzekere stewrning en er

ging weinig om. De disconto-verlaging van onze cii-

culatiebank had geen invloed op de wissel-noteeringen.

De laatste dagen werden de koersen eenigszins be-

invloed door het dutuclere geld. De Dollarkoers in

Londen, die tot 4.87 teruggeloopen was, steeg weder

tot 4.86
9
/16.
Hier noteerde liet Pond met kleine schom-

melingen 12.12%-12.i2Ys-12.12%, om daarna we-

der geleidelijk tot 1212½ te dalen; slot 1212½! De

Dollarkoers zakte in tot 2.4895, doch kon zich tot

2.4920 herstellen; slot: 2.4920. Marken waren zeer gc-

zocht en kwamen van 50.47 op 59.51; slot: 59.4914

(Ponden tegen Marken 20.311%). Fransche Francs

9.75% na 976½ (Ponden tegen Francs 124.30). Zwit-

sersche Franken lager op 48.2214 (tegen Ponden

25.1314). Peseta’s onregelmatig, echter zonder groote

fluctuaties: 31.20-30.75-31.15-31.05. T. T. Aus-

tralië zakte verder in; het disagio tegenover Londen

bedraagt nu 6½ pOt. Rio
aster op 29
3
/8.
Pesos gezocht
op 95%.

:0e noteeringen voor 1- en 3-maauds levering Pon-

den, Dollars en Marken zijn voor Ponden: % c., 114 c.;

voor Dollars: 000½, 0.0014; en voor Marken: 0.10,

0.23; alles déport. 1-lierhij valt op te merken, dat voor-

al levering Londen flink was aangeboden, in verband

met koers-zekeringen bij den aankoop van Hollandsche

bankaccepten voor Engelsche rekening.

LONDEN, 31 MAART 1930.

Geld was betrekkelijk gemakkelijk de vorige week

en was alleen tegen het einde der week met het oog

op het naderende einde der maand meer gezocht.

lieden was geld voor den laatsten der maand zeer ge-

zocht en moest de markt, niettegenstaande den steun

verleend door aankoopen van April en Mei wissels,

toch ook nog een beroep doen op de centrale bank.

Zooals te voorzien was, werd van de gelegenheid om

wissels in Londen te plaatsen tegen de buitengewoon

lage koersen van de laatste weken van uit Duitsch-

land druk gebruik gemaakt, tengevolge waarvan de

koers tegen het einde der vorige week aantrok en nu
alreeds vester is op 2
5
/16
als minimum voor 3-maands

prima hankaccepten. De optimisten, die reeds over een

disconto van
21%
pOt. spraken, stellen hun verwach-

tingen momenteel niet beter dan 3 pOt.

300

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 April 1930

DE CONFERENTIE TE GENÈVE VOOR HET

VOEREN VAN EENE GECONCERTEERDE,

ECONOMISCHE ACTIE.

I.

Den 17 Februari ji. kwamen te Genève vertegen-woordigers bijeen van 27 Europeesche en een 3-tal
andere staten, terwijl de Vereenigde Staten van
Amerika en eeuige andere landen waarnemers had-
den gezonden.

Het doel van de conferentie was tweeledig.

In do eerste plaats zou getracht worden een ver-
drag te sluiten, dat gedurende eene periode van 2 è.
3 jaren paal en perk zou stellen aan verdere op-

voering van de beschermende douane-tarieven en aan
verzwaring van de andere belemmeringen, welke
de internationale handel en het bedrijfsleven in de
verschillende landen, met name van Europa, onder-
vinden als gevolg van directe of indirecte maatrege-
len tot bescherming van de producten van het eigen
land. Zooals reeds uit het voorafgaande blijkt, gold
het hier eene voorziening van tijdelijken aard, een
waperistilstand op douanegebied, die een gunstige
sfeer zou scheppen en den noodigen tijd zou ver-
schaffen om door internationale samenwerking te ge-
raken tot eene vergemakkelijking en verbetering van
de economische verhoudingen met toepassing van alle
daartoe strekkende middelen en in het
bijzonder
door
eene beperking van de bestaande handelsbelemme-
ringen.

Het ontwerpen en vaststellen van een program
voor de zooeven bedoelde samenwerking, welk pro-
gram dan, tijdens den duur van den wapenstilstand,
door achtereenvolgende conferenties tot verwezen-
lijking zou gebracht moeten worden, vormde de twee-
de taak van de huidige conferentie.
In de eerste plaats gold het dus het sluiten van een
verdrag om eene verdere uitbreiding van de economi-
sche bewapening te voorkomen. Voor een dergelijk
verdrag was een ontwerp, in opdracht van den Raad
van den Volkenbond, samengesteld door het Econo-
misch Comité van dien Bond. Dit ontwerp is behan-
deld in E.-S. B. van 20 November en 4 December
1929, zoodat voor bijzonderheden naar die nummers
moge verwezen worden. Te minder aanleiding be-staat er om op die bijzonderheden in te gaan, waar
het ontwerp niet is aanvaard. De algemeene beschou-
wingen, welke gedurende de eerste dagen van de con-ferentie werden gehouden, maakten, ondanks de voor-

zichtige inkleeding en de voorbehouden van de zijde
van verschillende delegaties, niet een bijzonder on-
gunstigen indruk. Zij bleken intusschen reeds spoe-
dig meerendeels het karakter te dragen van derge-
lijke beschouwingen over de staatsbegrooting in tijden
van bezuinigingsnoodzaak, waarbij alle sprekers het
er over eens zijn, dat bezuiniging wenschelijk en be-
geerlijk is, doch tevens het vaste voornemen koeste-
ren om zich met hand en tand te verzetten tegen
eiken maatregel op het tcrrein, welks verdediging elk
hunner zich ton doel heeft gesteld. Reeds spoedig
nadat het ontwerp in behandeling was genomen, ging
in toenemende mate een gevoel van onzekerheid heer-
schen omtrent het lot van het plan en werd door de
landen als Engeland en Nederland, die werkelijk den
wapenstilstand wilden, met ongerustheid het oogen-
blik tegemoet gezieia, waarop de uitzonderingen, die
de verschillende staten zich wenschten voor te be-
houden, bekend zouden worden en het ondervc.rp
van beraadsiaging zouden gaan uitmaken. Zoover is
het intusschen niet gekomen. Den 27en Februari
heeft de Fransche Delegatie, die zich, in verband
met de in de eerste dagen der conferentie ingetre-
den Kabinetscrisis, niet principieel had uitgespro-
ken, de doodsklok over het door het Economisch Co-
mité samengestelde ontwerp geluid. Op dien datum
was iitusschen de Kabinetscrisis nog niet opgelost
en men heeft er zich dan ook terecht over verwon-

INHOUD..

Blz.
DE CONFERENTIE TE GENÈVE VOOR HET VOEREN VAN
EENE CECONCERTEERDE, ECONOMISCHE ACTIE 1
door
Mr. L.. J. A. Trip …………………………300
liet bankwezen in Suriname door
Prof. Mr. Dr. G. M.
Verrja Stuart …………………………….302
Wijziging der ,.Cûrnptabiliteitswet
(1927)”
door
Prof.
Mr. C. W. de Vries…………………………304
De Amerikaanselie Investment Trusts na de crisis door
B. H. A. Meyerink …………………………304
De loongegevens der Rujksverzekeringsbank door
J. C.
Schröder
met naschrift door
Dr. Ir. B. Bölger …. 307
AANTEEKENINOEN:
De geidmarkt in Maart ……………………
308
Uet prijsverloop van groothandelsartikelen gedu-rende het eerste kwartaal
1930 1 …………..310
BOEKAANKONDTOINGEN:
Nederlandsche Reedersvereeniging; Terugblik over
het vijf-en-twintig jarig bestaan
1905-1930…. 314
MAANDOIJFERS:
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen-en Zoutmijneu
314

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN…………….
315-322
Oeldkoersen.

Bankstaten.

1
Verkeerswezen.
Wisselkoersen.

1 Goederenhandel.

derd, dat de Fransc’he woordvoerder, de heer Ser-
ruys, die uitdrukkelijk verklaarde, dat er geen twijfel
aan kon bestaan, dat elke Fransche Regeering, van welke samenstelling ook, het ontwerp zou verwer-
pen, het principieele standpunt van
Frankrijk
niet
eerder had uiteengezet, waardoor aan de conferentie
veel arbeid en
tijdverlies
zou bespaard zijn. Het zou
intusschen onbillijk zijn, uitsluitend aan Frankrijk
de schuld te geven van het stranden van het aan-
vankelijke plan voor een economischen wapenstilstand.
In het licht van het verder verloop der onderhan-
delingen en van de daarbij door verschillende landan
aangenomen houding, valt niet te ontkennen, dat
van den aanvang af geen kans op verwezenlijking
van dat plan, zooals zijne ontwerpers zich die ge-
dacht hadden, bestaan heeft.
Intusschen was de redevoering van den heer Ser-
ruys niet uitsluitend negatief. Zij bevatte ook een
opbouwend gedeelte. Hierbij ging de spreker uit van het in 1027 door de Assemblée van den Volkenbond
aanvaarde beginsel, dat op douanegebied de verschil-
lende landen niet uitsluitend met hun eigen belangen,
met de eigen economie rekening mochten houden,
doch daarnaast ook in aanmerking moesten nemen
den terugslag van hunne maatregelen op de belan-
gen, op de economie van andere landen. Voor de toe-
passing van dit beginsel maakte hij een scherp onder-
scheid tusschen die douanerechten, welke vastgelegd
zijn in bilaterate verdragen en dus, zoolang die ver-
dragen van kracht blijven, als geconsolideerd zijn aan
te merken, en daarnaast de aanmerkelijk grootere
groep van rechten, welke niet op de zooeven bedoel-
de wijze zijn vastgelegd en dus ten allen
tijde
zelf-
standig door het land, dat ze heft, kunnen verhoogd
worden. Voor de eerste groep stelde hij de mogelijk-
heid in uitzicht van eene verlenging en handhaving
van de bestaande bilaterale verdragen door eene
a]gemeene bepaling in de thans te sluiten multila-
terale conventie, welke dan tevens den tijdsduur van
die verlenging en handhaving zou moeten vaststel-len. Wat de tweede groep, de niet-geconsolideerde
rechten, betreft, zou •de bevoegdheid om ze te ver-
hoogen, gehandhaafd moeten blijven, doch zou wel-licht aan de landen, welke hunne belangen door der-gelijke verhoogingen aanmerkelijk geschaad achten,
liet rechtkunnen gegeven worden om in besprekin-
gen te treden teneinde die schade op te heffen of tot
de kleinst mogelijke proporties terug te brengen.
Op den grondslag van deze onderscheiding tus-
schen de in bilaterale verdragen geconsolideerde rech-
ten en de niet aldus vastgelegde rechten is het ver-
dere werk van de conferentie in het hierbedoelde op-
zicht gebouwd.
Toen de Fransche Minister van Handel, de heer

2 April
1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

301

Flandin, na de oplossing van de Kabihetserisis, naar
Genève was teruggekeerd, bood hij dan ook, mede
namens de Duitsche en Belgische delegaties, op 8
Maart ji. een voorstel aan, dat op denzelfden grond-
slag rustte. Dit voorstel is tenslotte, na op talrijke
punten te zijn gewijzigd en aangevuld, door de con-
ferentie aanvaard. Het zou te ver voeren al deze
wijzigingen en aanvullingen te behandelen, zoodat ik
mij zal beperken tot een overzicht van de hoofdpun-
ten, welke in de definitieve regeling zijn opgenomen.

Hierbij komt in de eerste plaats voor vermelding
in aanmerking het onderscheid tusschen de groote
groep van landen, die een meer of minder belangrijk
deel van, hunne douanerechten in bilaterate handels-
verdragen plegen vast te leggen, en de veel kleinere
groep, waartoe Engeland en Nederland behooren,
welke die. practijk niet kent of slechts bij uitzonde-
ring toepast.
De eerste groep nu verbifldt zich volgens artikel 1
van ‘het Verdrag, om de in kracht zijnde bilaterate
handelsverdragen niet v66r 1 April 1931 op te zeg-
gen. Hieruit volgt, dat de in die verdragen vastge-
legde rechten niet eenzijdig door één van de par-
tijen, welke die handelsverdragen sloten, langs deis
weg van opzegging van het handeisverdrag, kunnen
verhoogd worden. De nadruk zij er op gelegd, dat de
regeling zich beperkt tot het verbod van
opzegging
der handeisverdragen. Zij verbiedt derhalve niet het
zonder opzegging, in onderling overleg, dus met goed-
vinden van beide partijen, wijzigen van die verdrâ-
gen. Deze gedragslijn is integendeel uitdrukkelijk in
art. VIII sub d. toegestaan, ten opzichte waarvan
echter in het protocol is bepaald, dat de zooeven be-
doelde gedragslijn ten doel moet hebben het verkrij-
gen van tariefsverlagingen, zooals gemeenlijk het doel
is van onderhandelingen over handelsverdragen, zon-
der dat intusschen verhoogingen van rechten, met het oog op de aanpassing van detailpunten, zullen uitgesloten zijn. Bovendien zullen de partijen, die
zich door dergelijke verhoogingen ernstig benadeeld
achten, het recht hebben in onderhandeling over die verhoogingen te treden en, mochten de onderhande-
lingen niet binnen twee maanden tot een voor hen
bevredigend resultaat ‘leiden, op korten termijn de
conventie op te zeggen.

De bepaling van Artikel 1 verbiedt evenmin het
gebruik maken van het recht, dat de betrokken sta-
ten zich in sommige handelsverdragen hebben voor-
behouden, om eenzijdig, dus zonder opz’egging van
die verdragen, daarin, overigens geregelde rechten te
verhoogen. Immers, het artikel verbiedt slechts de
opzegging
van het handeisverdrag, niet het gebruik-
maken van de daarin opgenomen rechten. Van groote
beteekenis schijnt intusschen deze mogelijkheid van
eene verhooging der bestaande rechten niet.

Tot zoover wat betreft de rechten, die in de gel-
dende handeisverdragen zijn opgenomen. Daarnaast staan de rechten, ten aanzien waarvan zulks niet het
geval is en die geheven worden door de eerste groep
van landen. De vrijheid om deze rechten te verhoo-
gen is gehandhaafd. Deze handhaving was een condi-
tio sine qua non voor elke regeling, zooals ten duide-
Jijkste blijkt uit het feit, dat het ontwerp van het
Economisch Comité, dat met de inwilliging van die
voorwaarde onvereenighaar . was, werd afgewezen.

Hetgeen bereikt kon worden is beperkt tot een pro-
cedure van vriendschappelijke onderhandeling om
voor zoover mogelijk het door de tariefsverhooging
verstoorde evenwicht te herstellen. De partij, die de
verhooging invoert of nieuwe rechten vaststelt, is
verplicht om voor zoover mogelijk, twintig dagen v66r
den datum van ingang der verhooging of nieuwe hef-
fing, de andere partijen daarmede in kennis te stel-
len. .Bestaat die mogelijkheid niet, doordien de wet-
geving van het land of eene bijzondere urgentie eischt,
dat de verhooging of de nieuwe heffing terstond na
het nemen van het besluit in werking treedt, dan zal

de kennisgeving geschieden zoodra het besluit gepu-
bliceerd wordt. De
partij,
die hare belangen door den
getroffen maatregel geschaad acht, is gerechtigd het
openen van onderhandelingen te eischen, teneinde te
trachten het door dien maatregel verbroken evenwicht
te herstellen. Leiden die onderhandelingen niet tot
een bevredigend resultaat binnen den termijn van twee
maanden, dan kan de benadeelde partij op korten ter-
mijn uit de conventie treden en aldus hare vrijheid
hernemen., Intusschen geldt het recht om liet voeren
van onderhandelingen te eischen niet in geval hetzij
de wetgeving van het land, dat de verhooging in-
voert, hetzij dringende omstandigheden de onmiddel-
lijke toepassing van de verhooging noodzakelijk ma-
ken. Wat de zooeven bedoelde wetgeving betreft, gaat
het in hoofdzaak om de goederen, welke vallen onder
de Fransche’ bi de cadenas. Deze goederen bestaan uit granen en hunne derivaten, hop, aardappelen en
aardappelmeel,
wijnen,
vee, vleesch van slachtvee en
zuivelproducten. Wat onder dringende omstandighe-
den te verstaan valt, kan uit den aard der zaak niet
a priori worden uitgemaakt. Het staat te vreezen, dat
van dezen weg om aan onderhandelingen te ontko-
men, een druk gebruik zal gemaakt worden, al wordt dan ook in het protocol bepaald, dat, al valt het recht
op onderhandelingen in de hierbecboelde gevallen weg,
het geenszins in de bedoeling ligt de mogelijkheid van dergelijke onderhandelingen buiten te sluiten.
Het is, in verband met het vorenstaande, van be-
lang te weten, welke soorten van goederen in bilate-
rale verdragen zijn opgenomen en welk percentage de
aldus vastgelegde rechten uitmaken van ‘het totaal der tariefposten van de betrokken landen. Het zou
te ver voeren, te trachten eene opsomming van een
en ander te geven. In het algemeen kan gezegd wor-
den, dat landbouwproducten voor het grootste deel
niet
in de handelsverdragen zijn opgenomen en dat
de percentages van de geconsolideerde rechten voor
de tot de hierbedoelde groep behoorende landen sterk
uiteenloopen. Hiervan geeft het onderstaande over-
zicht een beeld:

Frankrijk

………………….72

pOt.
Oosten:rijk

… ………………
58,7
Ozechoslowakije ……………..54,4
Duitschland

……………….53,5
Zwitserland ………………..48,—,,
Italië ………..
……………. 46,—,,
Hongarije …………………. 40,—,, Yougoslavië ………………..
België ……………………’. 24,—,,
Polen……………
……….. 21,—,,
Zweden ……………………6,—,,

Hiermede is de positie van de eerstbedoelde’ groep
van landen, afgescheiden van speciale uitzonderings-,
bepalingen, geschetst.

De tweede groep – Denemarken, Engeland, Ne-
derland en Noorwegen – wordt gevormd door die
landen, welke niet of. slechts bij uitzondering hunne
douanetarieven consolideeren. Deze landen verbinden
zich, gedurende den looptijd der conventie, dus tot
1 April 1931, geene protectionistische. rechten te hef

fen en zoodanige, reeds bestaande rechten niet te ver-
hoogen. Ten opzichte van hunne fiscale rechten blij-
ven zij vrij, met dien verstande, dat zij zich in het bij
de conventie behoorend protocol bereid verklarén aan
het begrip ,,fiscale rechten” geen ruime interpretatie
te geven en in het
bijzonder
niet onder dat begrip te
zullen rangschikken rechten, welke ten doel hebben
de nationale productie tegen buitenlandsche mede-
dinging te beschermen. Verhoogen zij hunne fiscale rechten of voeren zij nieuwe; fiscale rechten in, dan
zijn de andere
partijen,
welke hare belangen dienten-
gevolge in ‘ernstie mate geschaad achten, gerechtigd
om op korten termijn hare deelneming aan de conven-
tie te beëindigen. . Tnip.

(Slot volgt.)

302

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 April 1930

HET BANKWEZEN IN SURINAME.

In het nummer van 4 December van dit weekblad
gaven wij onder de rubriek Aanteekeningen een kleine
uiteenzetting van zekere moeilijkheden, welke zich in
Suriname hadden voorgedaan in verband met de op-
heffing van het uitvoerverhod van zilvergeld. De
West nam deze beschouwing over in het nummer van
14 Januari van dit dagblad en Mr. A. van Traa, Di-
recteur-Voorzitter van de Surinaamsche Bank te
Pa-

ramaribo, heeft daarop in het nummer van 11 Januari
gereageerd.
De schrijver begint met eene opmerking aan het
adres van de Redactie van De West. Deze had in een
desbetreffend bericht melding gemaakt van een ,,ern-
stige crisis”, welke in den Surinaamschen handel zou
zijn ontstaan, doordat de Surinaamsehe Bank de af-
gifte van wissels op het buitenland zou hebben ge-
staakt in verband met de opheffing van het uitvoer-
verbod van zilvergeld. Dit bericht werd destijds, zoo-
als wij reeds vroeger hebben vermeld, weersproken
door Mr. Schoch, den Hoofddirecteur van de
S.
B. te
Amsterdam, die in een interview uiteenzette, dat de
S. B. de wisselafgi.f te niet had gestaakt, doch slechts
beperkt tot de bedragen, waartoe de S. B. zelf als
koopster wissels op het buitenland kon bemachtigen.
Voor het restant van de vraag werden gegadigden

naar de Post verwezen.
Mr. Van Traa nu merkt op, dat het woord ,,crisis”
ioor de beroering, die als gevolg van den door de

S.
B. getroffen maatregel is ontstaan, overdreven is
en dat De West de zaak onjuist heeft voorgesteld. Hij

schrijft in dit verband o.m.:
,,Ik geloof niet dat iemand hier onder den indruk
is geweest, dat een crisis” was uitgebroken. Zeker er is
aanvenkelijk in den handel eenige beroering gewreest ten-
gevolge van de rantsoeneering van den wisselverkoop door
dc’ Bank, maar dat deze beroer.i lig, of wilt u het Jiever
noemen verwarring, ook maar een oogeublik het karakter
van een crisis heeft a.angen’otnen, zal bezwaarlijk kunnen
worden gezegd. De handel heeft al heel spoedig den weg
gevonden zich aan cle gewijzigde omstandigheden aan te
passen, waartoe cle Vrije uitvoer van zilveren munt en de
postwisseldtienst cle middelen boden. Dat het voor den hacciel
geriiakkelijker zou zijn geweest door te kunnen blijven gaan
zijn transacties met liet’ buitenland via de Bank af te wik-kelen, is buiten kijf. Doch het rautsoeneeren van den wis-
seiverkoop door de Bank heeft sleohth voor eoover mij a.l-
thans bekend, in een enkel geval een korte stagnatie, doch in geen enkel geval verhinclerin.g van de afwikkeling van
tranSacties met het buitenland ten gevolge gehad.”

Daarop komt de schrijver tot een behandeling van
de dezerzijds gegeven uiteenzetting. Teneinde den ge-
dachtengang van den. schrijver volle recht te doen
wedervaren, veroorloven wij ons een uitvoerig citaat
uit zijn betoog. Mr. Van Traa meent, dat onzerzijds
te weinig rekening is gehouden met de bijzondere posi-
tie, die de
S.
B. in Suriname inneemt, en met de
plaatselijke omstandigheden van het land. Hij schrijft
daaromtrent:
,,Elders voruut (le cireulatiebank den sluitsteeu van een
uijd vertakt bankwezen, terwijl .de Surinaamsehe Bank niet
alleen eirculatiebank is, doch eenige bankinstelling in Suri-
name. 1-let gevolg daarvan is, dat de werkkring van laatst-
genoemde instelling een andere is clan die
van
.de zuivere
circulatiebank. Naast hare functie als circulatiebank heeft
1

zij, voorzoover de Wet, die haren werkkring regelt, haar
daartoe ruimte laat, tevens te fiungeeren als luandelsbank,
hypotheekbank en zelfs min of meer als voorschotbank.
[Tit den aard der zaak is daardoor de samenstelling van
hare beleggingen een andere dan die van .de zuivere eireu-
latiebank. Immers de Surinanni.sohe Bank heeft als eenige
bankinstelling in het land waar zij werkt zooveel mogelijk
te voorzien in alle credietbehoef tea, wil zij het lan,d tot nut
zijn. Kort zoowel als langer crediet, particulier zoowel als
grond- en zakencrecliel, zoekt bij haar bevrediging. De kies-
keurigbeid in belegging welke de zuivere ci.reulaitiebank
nioet en ook kan toepassen, kan de Sur.inaamsche Bank niet
toepassen in clie mate als theoretisch wel gewenscht zou zijn. Want kan cle cireulatiebank, sluitsteen op een wijd-
vertakt bankwezen, eredietbehoevencien naar andere instel-
lingen verwijzen, wier werkkring meer strookt met den
aard van het benoodigd crediet, de Surinaamsche Bank kan

dat niet. dfsvijziru van een credietaanNraag door haar be-
teekent voor den credietvragende, bij gebreke aan andere
financieele instellingen, onbevredigd blijven van zijn ere-
dietbehoefte, svat schade voor hem beteekent, ja misschien
wel zijn ondergang ten gevolge kan hebben. Hoe angstval-
lig de leiders van de Surinaamsche Bank zich nu ook ge-
dragen bij hun streven om binnen de door ie Wet gestelde
grenzen te voldoen aan de veelzijdige credieteischen waarin
voorzien moet u’orc1en, zonder daarbij den eisch van .liqu.i-
diteit, welke niet verwaarloosd mag worden, uit het oog
te verliezen, de Bank zal nooit die soepelheid in hare uit-
zettingen kunnen bereiken, die voor de zuivere circulatie-
bank mogelijk is. En zoolang in Suriname de economische
ontwikkeling nog niet zoo ver is voortgeschreden dat een
min of meer wijd vertakt bankwezen daar reden van be-
staan vindt, zal niet kunnen worden vermeden, dat onder
de uitzettingen der Surinaamsche Bank er een aantal zul-
len zijn die feitelijk niet in de portefeuille van een eircu-
latiebank thuis behooren, doch in clie van een handelsbank,
hypotheek- of voorschotbank. Dat voor zulk een miu of
meer wijd vemtakt bankwezen in Sui’in anie nog geen plaats
is, zal wel niemand, clie het land kent, tegenspreken. Maar
zoo lang dat het geval is, heeft het geen zin aan de Suri-
ucaanisehe Bank lic1uiditeitseisehen te stellen waaraan zij uuït kan voldoen, hoe theoretisgh juist die eishen ook mo-
gen zijn.
Er is nog
ccii
omstandigheid die zijn inivloedl doet gelden
op de liquiditeit der uitzettingea van de Surinaamsche
l3ank, een omstandigheid welke in economisch meer ont-
wikkelde lauden niet of niet in die mate aanwezig is. Het
is het zeer geringe opnemingsverniogeul van de plaatselijke
markt. De liquidatie van een eeuuigszins belangrijken goe-
clerenvoorraad binnen korten tijdl is in Suriname onuit-
voerbaar, tenzij tegen prijzen iiie absoluut ruïneus zijn voor
de houders der goederen. Slechts een voorzichtig beleidi,
waarmede uit den aard der zaak tijd genroeici is, kan zulk
een operatie met bevredigend succes .doeuu verloopen. De
Bauk heeft natuurlijk niet dcie, omstandigheid rekening te
houden bij hare uitzettin;geu op beleen.ing; zij kan zich
daarvan echter niet geheel onthouden, al weet zij dat ule
liquiditeit van dat soort uitzettingen niet die elast’iciteit
laat als in andere landen.
Wat uitu betreft de stininleering van den uitvoer door ver-
hooging van den rentevoet, wiordt ook daarvan niet de
waarde overschat?
Suriname heeft geen industrie voor uitvoer. Het kent
slechts la.ndbouivbedrijven en enkele mijn- en boschhedrij-
ven. De producten van de laatste bedi-ijven worden regel.
matig uitgevoerd omdat zij grondstoffen vormen die elders
verwerkt worden en de uitvoer van landbouwpeoducten
is afhankelijk van de seizoenen. Van geen der uitvoerpro-
d ucten word en noemenswaardige Imoeveelhecien in het land
nangeliowien, want eensdeels leenen zij zich daar niet toe,
nudeideels hebben producenten er het grootste belang bij
die zee spoedig mogelijk naar de groote markten te ver-
voeren.
Welke noemenswaardige invloed op den uitvoer
kan dan worden verwacht van verhooging van den rente-
voet, waar de industrie ontbreekt die tot verhoogde pro-
ductie kan wordeuj gestimuleerd en cle uitvoer van te ove-rige producten afhankelijk is van omstandigheden, die bui-ten ‘s meuschen contrôle liggen? Een mijn- of bosehbedrijf
kan zijn productie niet ivlilekeurig uitzetten of inkrimpen,
oqi
cii
neer gaand met den rentevoet en een wijziging . in dien renutcvoet kan noch stimuleeren tot den uitvoer van
proclueten die nog niet oogstrij.p zijn, noch dIen uitvoer
tegenhouden van geoogste producten, die niet dan met schade
in het land zouden kunnen worden gehouden.
De restrictiemaatregelen welke de hooggleerde schrij-
ver aanwijst en die elders tot snel en afdoende resultaat
bij verstoring van de betalingsbalans zullen kunnen leiden,
zullen in Suriname als gevolg van de bijzondere positie,
waarin de circulatiebank verkeert, slechts in beperkte mate en eerst uua langer tijd invloed kunnen oefenen en daarom kan ik de meening uuiet ondersOhrijven, dat bij het treffen
van die resfrictiemaatregelen door de Surinaamsche Bank
,,er niet de minste reden (is) waarom zij eenige moeilijk-
heid zou ondervinden”. Evenzoo zullen, bij een plotselinge gebeurtenis als het in-
trekken van liet verbod van uitvoer van zilveren munt, cle
omstandigheden zich zoo snel kunnen wijzigen, dat voor de
Surinaamsche Bank, ook bij het toepassen van de aange-
geven restrictiemaatregelen, door de bijzondere positie waar-
in zij verkeert, moeilijkheden niet te vermijden zijn, aan-
gezien de uitwerking van die restrictiemaatregelen geen
gelijken tred kan houden met de snelheid, waarmede de om-
standigheden zich ten nadeele van de Bank wijzigen. En
zeer zeker zijn die moeilijkheden niet te vermijden wanneer
deze maatregel genomen wordt op een tijdstip, dat de Bank

2 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

303

zich nog niet geheel heeft kunnen aanpassen aan den in.
vloed op hare clikking door een anderen overheidsmaatregel
geoefend, met name de verhooging van liet verplicht dek-
kingspercentage van 20
tot 30 pOt.
De bijzondere positie welke de Suriitaamsche Bank als
circulatiebank inneemt en cle plaatselijke omstandigheden
van het land w-aa.r zij werkzaam is, maken het minder ge-
makkelijk voor haar te, uit de door de overheid genomen ni aatregelen voortspruitencle, moeilijkheden ter zijde te
schuiven clan op het eerste gezicht lijkt. Dat zij echter clie
mdeilijkheden te boven zal komen eu over eeuigdn tijd weder
regelmatig zal functionneeren, daaraan behoef t niet te wor-
den getwijfeld. Wanneer dat zal zijn is uit den aard der
zaak niet te zeggen; kon ik dat, clan zou daarin het bewijs
liggen, (lat de Bank die moeilijkheden reeds te boven is.”

Men ziet uit het bovenstaande, dat in landen met
een wijd vertakt bankwezen ook volgens Mr. Van Traa
opgaat, hetgeen dezerzijds werd betoogd, ni. dat bij verstoring van de betalingsbalans van het betrokken
land en bij afvloeiing van metaal of metaalgeld naar
het buitenland de circnlatiebank den toestand weder
in evenwicht kan brengen door inperking van de door
haar verleende credieten. Door deze inperking komt
een deel van haar metaalvoorraad vrij, de door het
erediet der circulatiebank ter beschikking van de be-
voilcing gestelde koopkracht neemt af, er wordt een
druk op de prijzen uitgeoefend, hetgeen den invoer
doet afnemen en den uitvoer zal stimuleeren, zoodat
cle verhouding tusscheu iii- en uitvoerwaarde ver-
andert ten gunste van cle laatstgenoemde. Ook zal de
hooge rehtestarid, di.e een gevolg is van de credietbe-perki.ng door cle circulatiehank, geld uit den vreemde
aantrekken. Kortom, een geheele reeks van omstan-
digheden doet zich gelden, waardoor de betalingsba-
lans weer in evenwicht komt. Nu eens zal de eene, dan
weer de andere omstandigheid van meer beteekenis
blijken. Maar dat er in zulk een geval, zooals het zich
in cle praktijk tallooze malen voordoet, voor de circu-
latiebank geeuerlei moeilijkheden behoeven te ont-
staan, wordt ook door Mr. Van Traa implicite toege-
geven. Principieel bestaat er dus tusschen zijne en
onze opvatting, als wij het wel hebben, geen verschil.

De vraag, waar het om gaat, blijft dus hiertoe be-
perkt, of datgene, wat elders geldt, al dan niet van
toepassing is op Suriname. Daaromtrent betoogt Mr.
Van Traa tweeërlei. In de eerste plaats, zoo schrijft
hij, is het bedrijf van de Surinaamsehe Bank niet
alleen dat van ee.ne gewone circulatiebank, doch zij
heoet zich ook met andere- uitzettingen, zooals
hypotheken, kleine voorschotten, clie ten onzent de
z.g. voorschotbanken afdoen, e.d. Daardoor is feitelijk

het bedrijf van de S. B. gegrondvest op een basis, die
voor een circulatiebank niet van voldoende liquiditeit
is. Al deze voor eene c.ircuiatiebank minder gewensch-
te credieten moet de S. B., als zijndë de eenige bank
in den West (behalve de Oultuurbank, die wij hier buiten beschouwing kunnen laten), wel verleenen,
,,wil zij het land tot nut zijn”. ,,Kieskeu.righeid”,
elders een voortreffelijke eigenschap voor ede cir-
culatiebank, ware in Suriname niet voldoende door
te voeren.

Wij verheugen ons over de openhartigheid van Mr.
Van Traa, want nu weten wij tenminste met zeker-
heid, waar de schoen wringt. In het nummer van
4 December van dit weekblad schreven wij, dat de
S. B. nooit in moeilijkheden zou kunnen komen, van-neer zij voldeed aan den eersten eisch van circnlaticj-
bankbeleid, t.w. voldoende liquiditeit. Het is thans
duidelijk, dat de S. B. daarop niet in de eerste plaats
heeft gewerkt.

Maar dan moeten wij toch terstond verklaren, dat
deze verdediging van de in Suriname gevoerde bank-
politiek allerminst een bevredigenden indruk maaict.
Toor
e
e
r
st toch is het al zeer twijfelachtig, of
een bank, die dan toch zeker in de eerste plaats
circulatiebank
is,
het land een dienst bewijst en
het ,,van nut kan zijn”, wanneer zij haar taak van
circulatiebank
achterstelt
hij die van hypotheekbank,
voorschotbank en wat dies meer zij, en wanneer zij

daardoor in een niet voldoende liquide positie bij de

afwikkeling der buitenlandsche betalingen geraakt.
Juist voor een op buitenlancisch kapitaal aangewezen
kolonie als Suriname is het van eminent belang, dat het geldwezen er goed geregeld is en dat de wissel-
icoers er zoo gering mogelijke fluctuaties vertoont.
Voorts betwijfelen wij de door Mr. Van Traa naar
voren gebrachte
onvernsijdelijlcheid
van (Ie minder
liquide positie der S. B. Meent deze bepaaldelijk voor-
schotten te
moeten
verleenen, die in het bedrijf van
een circulatiebank niet thuis behooren, omdat zij on-
voldoende liquicle zijn, welnu, dan ligt het middel
voor de hand: de bank verhooge haar kapitaal; dan
verlcrijgt zij zonder eenig gevaar voor illiquiditeit de
middelen, die kunnen strekken voor het geven van
voorschotten, die voor haar
bedrijf
van circulatiehank
gevaar opleveren. Maar clan zou tevens wel eens kun-
nen blijken, dat het rendement van zulke zaken in
verband met het risico, dat zij met zich brengen, be-
denkelijk gering was en dat zij dus uit een oogpunt
van gezonde economie niet te rechtvaardigen zijn.
Het is maar al te gemakkelijk voor een bankier om
,,ja” te zeggen op de verschillende eredietaanvragen
van zijne cliënten, maar een dienst aan de gemeen-
schap bewijst
hij
daarmede alleen dan, wanneer hij
zijn bedrijf op een basis van voldoende liqu.iditeit op-
zet en terdege rekening houdt met het risico van de
verschillende groepén van debiteu.ren. De geschiedenis
van het bankwezen is daar om voor de juistheid van deze stellingen de noodige bewijzen te verschaffen,
en zelfs Suriname is niet uitzonderlijk genoeg om
deze eerste beginselen van bankbeleid terzijde tekun-
zien stellen.
* *
*

Met het tweede deel van het betoog van Mr. Van
Traa kunnen wij ons beter vereenigen. In een land als
Suriname, dat een eenzijdige economische structuur
heeft en een beperkte eigen rparkt, is het in evenwicht
brengen van een verstoorde betalingsbalans een pro-
ces, dat hoo-ere eischen aan de eirculatiebank stelt,
dan in andere landen, die meer diversiteit in hun
economisch leven kennen, het geval is. Maar….juist
daarom is de eisch van eene strikte liquiditeitspolitiek
hier nog dringender dan elders.
Minder juist lijkt het ons echter iveer, wanneer ‘le
heer Vaia Traa betoogt, dat de S. B. d.00r cle ophef-fing van het zilveruitvoerverbod overvallen is. :Deze
opheffing zou voor de S. B. niet den minsteu last
met zich hebben gebracht, wanneer er eerder naar
gestreefd was om door drastische inperking van de
verleende credieten en het aanleggen van ruime bui-tenlandsche middelen den wisselkoers op Nederland
weer beneden het zilveruitvoerpu.nt terug te brengen.
Jaren lang heeft de Surinaamsche valuta disagio ge-
daan tegenover de Nederlandsche. En men kan waar-
lijk niet zeggen, dat de S. B. geen tijd heeft gehad
om te werken aan een herstel van normale verhou-
dingen. Wanneer men echter ziet, dat sinds den aan
vang van het vorige jaar de disconteeringen in Suri-
name ongeveer gelijk zijn gebleven en dat de beleeuin-
gen in plaats van eene afneming eene toeneming van
ruim 20 pOt. vertoonen, dan wijst zulks nog niet op
eene gezindheid tot toepassing van die geneesmidde-
len, die de ontstane moeilijkheden zouden kunnen ver-
helpen.
Bij
de jaarwisseling was er van eenig beschik-
baar metaalsaldo geen sprake meer en had de S. B. te weinig dekking; slechts door aanvoer van zilver door het Gouvernement kon de metaalvoorraad weer ivor-
den versterkt, doch het is duidelijk, dat dit een lap-
middel is, dat de oorzaak van de kwaal onaangetast
laat en het Gouvernement op kosten heeft gejaagd,
die bij een betere bazikpolitiek vermeden hadden kun-
nen worden.
Mr. Van Traa betoont zich optimistisch over de
toekomst. Wij zullen dat met hem zijn, zoodra men in
Suriname zal inzien, dat opvattingen op het stuk van
bankpolitiek, die elders verworpen worden, ook voor
den West fnuikend zijn. G. M.
V.
S.

304

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 April 1930

WIJZIGING DER ,,COMPTABILITEITSWET (1927).”

Bij Kon. Boodschap van 1 Maart 1930 is door de
regeering een wijziging voorgedragen van de Oomp-
tabiliteitswet, welke wijziging verband houdt met het
vraagstuk der bestemming van de voordeelige saldi op
den gowonen dienst, welke in de Nederlandsche
Slaatshui.shouding zijn verkregen. Actueel wordt het
vraagstuk doordat ook over 1929, dat is het eerste jaar
waarover de nieuwe Comptabiliteitswet werkt, deze
voordeelige saldi ons niet zijn komen te ontbreken.
Men mag ze weer welkom heeten met den hoed in de

hand!
Materieel is natuurlijk de vraag wat met het over-
schot op den gewonen dienst moet gebeuren. Zal het
gebruikt worden voor extra-aflossing van de Nationale
Schuld of zal men – laat ons zeggen – er een paleis,
een museum van bouwen? In elk geval kan men er
niet een uitgave tegenover stellen, welke jaarlijksche lasten op de begrooting brengt. Het overschot is over
één jaar – nu 1929 – gekweekt; het is alleriinst
zeker, dat het ook over 1930 en volgende jaren aan-

wezig zal zijn.
Formeel is er een andere vraag. Ook die vraag
kwam ter sprake bij het begrootingsdebat in de Tweede
Kamer uit het jaar 1928.
Zij
luidt: hoe wordt het hier

bedoelde overschot verantwoord? De wijze van ver-
antwoording heeft geen materieele beteekenis. Tot
nu toe geschiedt zij op een ,,Verantwoordingsstaat”;
krachtens het thans ingediende wij
.
.igingsontwerp van

de Comptabiliteitswet zal nu deze staat worden vast-
gesteld bij de wdt. Maakt dit verschil ten aanzien van
het werkelijke en mogelijke gebruik van de rechten
van het Parlement?
De vraag is gewettigd omdat Mr. van
Gijn
in de

Economist vkn Sept. 1929 den weusch had geuit:

,,In elk geval worde echter telkcn jare aan de volks.
vertegenwoordiging een duidelijk voorstel omtrent de be-
stemming van een eventueeJ saldo van den laatstelijk vast-
gestelden gewonen dienst voorgelegd en niet tot een regee-
ringsdaad gestempeld, wat buiten kijf deel ‘uitmaakt van
ccii van de belangrijkste rechten van het Parlement, als
deel van cle wetgevende macht.”

Is dan, met de thans voorgestelde wetswijziging,
eenig bedreigd recht van het Parlement veilig ge-
steld? Ziet schrijver dezes wel, dan zullen de rechten
van de Kamers door deze wijziging niet zijn gewij-
zigd. Het gevolg dat zal worden verkregen is niet
méér, dan dat de afboeking der saldi telken jare bij cle wet plaats heeft. Dit is geen vergrooting van de
macht van den wetgever ten koste van de regeering.
Deze afboeking is immers niet rnéér dan een, con-
stateering van verkregen resultaten. Komt de hier
bedoelde jaarlijksche afboekingswet in het parlement
in behandeling, dan kan ook de wetgever niet anders
doen dan wat tot nu toe de regeering ded in den ,,Ver-
antwoordingsstaat”, ni. de resultaten constateeren
van het gevoerde fi.nanci.eeie beleid. Materieel heeft
het geen beteekenis het wetsontwerp te amendeeren.
De Kamers kunnen het gevoerde beleid bespreken!
Maar dat kunnen zij thans ook en van dt recht werd

ook gebruik gemaakt.
De Kamers kunnen met name bij het medewerken
aan de vaststelling van de jaarlijksche afboekingswet
niet beslissen over het
gebruik
van het batig slot van
den gewonen dienst. Het gebruik van het batig slot is
een onderdeel van de finaricieele politiek, waarover eik
jaar bij de begrootingswet wordt beslist. Is door de
aanneming van de rijksbegrooting van uitgaven, en
van inkomsten de financieele politiek voor een be-
paald jaar vastgesteld, dan is de afboekingswet een eenvoudige constateering van de resultaten van dat

beleid. Men kan dan, na het tot stand komen van de
afboekingswet, een beslissing nemen om.tr ent het ge-
bruik van een bepaald batig slot, maar….dat kan
de Kamer ook thans doen. Met name komt het aan
schrijver dezes praktisch onmogelijk voor om, van-
neer uit den Verzamelstaat kan worden afgeleid, dat de overschotten op den gewonen dienst zijn gehuikt

voor vermindering van de viottende schuld (uit oog-
‘punt van kasbeheer beschouwd) bf (budgetair gespro-
ken) voor dekking van kap itaalsuitgaven, bij amen-
dement deze verantwoording (van hetgeen toch is ge-
schied) te wijzigen. Natuurlijk de Kamer kan over
de bestemming van de batige saldi
nieuwe
besluiten
nemen, maar. . . dat kan de Kamer ook thans doen.
Liet Parlement, dat van zijn volle parlementaire rech-
ten gebruik maakt, kan ook thans in onzen parienn-
tair-den3ocratischen regeeringsvorm het geheele •fi,na.n-
cieele beleid vaststellen. Tot nu toe is het gebru.:ik van
de voordeelige saldi van den gewonen dienst tot extra-
amortisatie geschied op een beslissing van de regee-
ring bij gedoogen vari het parlemen t. En deze verhoa-
d:ing tusschen regeering en parlement blijft clezelf de o:f ii u de ,,Verantwoordingsstaat” of cle ,,Verzamei-
staat” als constateering van de resultaten van dit be-
le:id vastgesteld wordt door de regeering of door
den wetgever.

De wijziging van de Oomptabiliteitswet brengt mede
een jaarlijksehe afboekingswet.
Bij
die wet wordt geen

invloed uitgeoefend op het financieel beleid dat
zal
worden gevoerd. Dit financieel beleid wordt vastge-
steld bij de begrooting. Met name is er niet de minste
aanleiding te vermoeden, dat de regeering haar fi-
nancieel beleid zal wijzigen en dat zij niet zal voort-gaan het batig slot op dên gewonen dienst 1929 vér-
kregen, te gebruiken tof ektra-amortisatie van. dc
Nationale Schu.ld. Wi.l de Kamer zich daartegen ver-
zetten, wil de Kamer eeu andere financieele politiek
volgen en bijv. zooals in sommige gemeenten geschiedt
het batig slot 1929 gebruiken als gewone inkomst over
1931 en daardoor de belastingen over 1931 laag hou-
den, de Kamer is er toe in staat, niet langs den weg
van de jaarljksche afboekingswet maar langs den weg
van de vaststelling van de rjkshegrooting, evenals
het Parlement daartoe véér en n. 1929 bij machte was
en zal zijn.

Het hier aa.n cle orde gestelde wijzigi.ngsontwerp
van de Oomptabiliteitswet brengt geenerlei wijziging in de parlementaire rechten. De ongewijzigde Oomp-
tabiliteitswet 1921 had die ±echten niet aangetast, het
wijzigingsontwerp stelt die rechten, die niet bedreigd
waren, ook niet veilig. De eenige vraag is èf en in
welke mate het Parlement van de bestaande rechte:n
gebruik maakt.

C. W. DE VRIES.

DE AMERIKAANSCHE INVESTMENT TRUSTS

NA DE CRISIS.

L’histoire se répète! Wat de Engeische :investinent
trusts, die thans reeds op een glorievol bestaan van
meer dai’i ‘veertig jaren kunnen bogen, na de crisis
van 1890 deden, om het geschokte vertrouwen in
hunne papieren te herstellen, ni. hun effectenbezit
gespecif.iceerd publiceeren, doen de groote eerst de
laatste jaren opgerichte Amerikaansche investment
trusts thans. Slechts in de minderheid der gevallen
vloeit deze nieuwe gewoonte voort uit de voorwaarde,
die het bestuur der Stock Exchange stelt om toelating
tot de officieele noteering te verkrijgen, daar de
meeste maatschappijen al of niet zonder noodzaak
daarom zelfs niet vragen.

In de meeste gevallen is het veel meer een psycho-
logisch middel om het vertrouwen in de betreffende
fondsen te versterken of om het verloren gegane ver-
trouwen te herstellen. Weliswaar komt door de ge-
specificeerde publicatie vaak aan het licht, dat d.e
huidige marktwitarde van de effectenportefeuille van
een investment trtist onder den kost- of aanschaf-fingsprjs ligt, doch door openbaarheid hoopt men
het publiek ervan te nvertugen, dat het bestuu.r zich
over het algemeen niet vergist heeft bij de vraag,
welke
fondsen gekocht moeten worden, doch hoogstens
gedeeltelijk in de vraag, op welk koersniveau gekocht
had kunnen of moeten worden..

Nu is het algemeen bekend, dat de investment trusts

180.413.304
61.861.186
5
)
52.481.701
37.067.836
29.672.889 24.776.109 24.036.670
20.825.959
16.214.789
12.301.335
9.951.524
11.528.295
11.074.352
8.306.183
7.052.413
18.076.559
9.491.355
8.965.037

+ 23,3
– 12,8
– 10,7
– 6,3
– 11,9

+ 34,7
– 24,2 – 18,9
+ 16,4
– 12,5
– 4,1
– 19,7
– 7,9
– 13,9
– 14,4
– 16,9 – 13,1

222.520.695
53.911.186 46.851.253
34.725.603
26.113.425
6)

32.379.352
25.867.569
13.147.621 14.330.311
8.706.643
11.047.558
8.884.415
7.648.209
6.070.954
15.467.800 7.879.300 7.788.320

Amer. Founders …………………………
LehmanCorp……………………………
Selected md.
1)
…………………………

U.S. & Int…………………………….
Investors Equit)……………………….
El. Power Aas……………………………
U.S. and For.
8)
…………………………

Am. Eur. Sec……………………………
Prudential mv………………………….
M
ass. mv. Trust…………………………
Cap. Admin……………………………..
Old Kolony
mv.
Tr.
4)

………………….

OilShares

…………………………….
Oilstocks ………………………………
Atlantic. Sec……………………………
Fourth Nat.
mv
……………………. ……
Third Nat.
mv
………………………….
Sec. Nat.
mv
……………………………
Cont. Chgo Corp………………………..
State St.
mv.
Corp………………………..
Mohawk. mv. Corp……………………….

+ 42.107.391
– 7.950.000
– 5.630.448
– 2.342.233 – 3.559.464

+ 8.342.382
– 5.041.610 – 3.067.168
+ 2.028.976
– 1.244.881
– 480.737
– 2.189.937

657.974

981.459
– 2.608.759
– 1.612.055
– 1.176.717
– 4.900.000 – 2.500.000
1610
nnn

2 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

305

op het hoogste koerspeil, dat eind October 1929
heerschte, slechts weinig materiaal gekocht hebben,
doch wei in de onmiddellijk aan de groote boom-
periode voorafgaande dalingen. Dit neemt echter niet weg, dat de marktwaarde van de meeste portefeuilles op den halansciatum onder den kostprijs lag.
Thans nu een groot aantal investment trusta hun
jaarverslag over 1929 hebben gepubliceerd is het dan
ook interessant om eens na te gaan hoe zij door cle
October-November-beurscrisis ,,gerold” zijn.

Wanneer wij dit voor een aantal groote Engelsche
en Amerikaansche maatschappijen doen, dan zal blij-
ken, dat de eerste groep, die uit oudere ondernemiii-
gen bestaat, er over het a]gemeen beter is afgekomen
dan de tweede groep, waarvan vele maatschappijen in

een soort ,,boomperiode” op de effectenmarkt zijn
opgericht in een tijd, dat er a.h.w. een ,,G-ründungs-
fieber” voor investment trusts bestond. Een algemeene
conclusie echter over de al of niet-juiste toepassing
van het groote beginsel der risicoverdeeling – over
de wenschelijkheid van de toepassing van dat begin-
sel voor eiken vorm van vermogensbeheer zal wel
geen verschil van meening bestaan – is voor Amerika
echter nog niet te trekken.

Wel kunnen wij thans reeds cle jaarresultaten weer-
geven van een aantal van de grootste Amerikaansche
investment trusts over het afgeloopen jaar, dat
zoo bewogen is geweest voor de aandeelenmarkt.
Daarbij komen wij tot de conclusie, dat de markt–
waardé van de effectenportefeuille van de meeste in
de latere jaren opgerichte investment trusts op 31. De-
cember jl. beneden den kostprijs lag.
Onderstaande cijfers, die een twintigtal der be-
langrijkste Amerikaansche investrnent trusts betref-
:fen, toonen dit op overtuigende wijze aan:

Het merkwaardige in de hierbij afgedrukte sta-
tistiek van de waarde van de effectenportefeuille van
een aantal groote Amerikaansche investment trusts is,
dat alleen bij de drie investrnent trusts, die langer dan
twee jaren bestaan, nl. sedert 1922 á 1925 de markt-
waarde der effectenportefeuifle per 31 Dec. ji. boven
den kostprijs lag, nl. bij de tot een ,,reuzen beleggings
lichaam” uitgegroeide American Founders, bij de
U. S. & Foreign, de Massachussets. Interessant zou

het zijn, als men naast bovengenoemde cijfers ook
nog de waarde wist, die de portefeuilles einde October
1929, nl. op het oogenblik, dat het koersniveau het
hoogste was, hadden. Toen was de waarde ongetwij-

fel4 veel hooger, hetgeen opnieuw bewijst van hoe
groot belang een zoo ver mogelijk doorgevoerde riseo-
-verdeeling is, niet alleen naar landen en industrie-
takken, doch ook tusschen aandeelen en obligaties.
In onderstaande tabel zijn een twintigtal der groot-
ste – zij hebben bijna allen voor meer dan 10 millioen
dollar elk, de drie grootste samen zelfs voor bijna
300 millioen dollar effecten aangekocht – investment
trusts weergegeven.

Waar de resultaten nu in deze groep niet overdre-
ven gunstig zijn, om het maar zeer euphemistisch uit
te drukken, daar zal menigeen zich met zorg afvra-
gen, wat er van de vele kleine investment trusts ge-worden is, die het afgeloopen jaar in de Vereenigde
Staten als paddestoelen uit den grond geschoten zijn.

Dit is dan ook een van de groote redenen, dat er
den laatsten
tijd
een Vrij sterke concentratiebeweging
in het Amerikaansche investment-trustwezen valt
waar te nemen, of juister uitgedrukt, dat er een to(
,
.-
naderingsstreven bestaat van de kleinere thans ver-
zwakte investment trusts tot de grootere, daar leze

laatste over het algemeen economischer, deskundiger,

EFFECTENPORTEFE (JILLE VAN AMERIKAANSCHE INVESTMENT TRIJSTS.

MarktwaardeMarktwaarde
Kostprijs

31 December
1929

1

t. o. v. kostprijs

$

$

$

-) Volgens verslag per
7
December. De gemiddelde markt-
waarde per
31
Dec. was lager.
2) Volgens verslag per
10
Dec. De gemiddelde markt.
waarde
lr
31
Dec. o’as lager.
‘) Exclusief de dee.]neining in de U.S. Intern. Secur. ad
$ 9.304.963.
Volgens verslag per
25 Nov.
IDe gemiddelde markt-
waarde per
31
Dec. was voor industrieele waarden iets hoo-
kar, voor sporen iets lager.
Exclusief
$ 18.878.000
Aiuerikaansche staatsfondsen
en schatkisitpapier.
De inrktwaarde der elfectenportefeuille per
31
Dec.
Iii
kas eLs
uil
staande csdl-gelclen was grooter dan het met de uitgifte van cle eigen aaneeleri verkregen bedrag. Met een uitgegeven kapitaal van
$ 10
mi.11ioen begonnen,
werd het spoedig verhoogd tot $ 26
millioen. De kostprijs
(ier beleggingen plus kas eitc. bedroeg
$ 26.464.959,
hetgeen
ongeveer de ‘huidige marktwaarde is.

betrouwbaarder en goedkooper beheerd worden.
Zoo heeft o.a. de Seabdard Oontinental Oorporation de laatste maanden een zestal kleinere maatschappijen
overgenomen met een aandeelenkapitaal van tusschen
de 200.000 en 4Y2 millioen dollar. Verwacht wordt, dat deze tendens zich steeds sterker zal doen gevoe-
len, wanneer de hausse-beweging op de effectenmarkt en niet alleen op de obligatiemarkt geen grootere vor-
men aan gaat nemen. Intusschen gaf de New-York-
sche effectenmarkt de laatste Maartweek reeds weer
flinke haussevlagen te zien. Ook het koersniveau der
investment trusts bleef hierdoor niet• onberoerd. Zoo steeg de koersindex der 70 grootste investment trusts
in de afgeloopen week van 52,86 tot 53,94 d.i. bijna
het dubbele van het laagste indexcijfez in November
nl. 37,51. Volgens het Standard Stati.stics Bureau be-
draagt de koersstijging 36 pOt.

306

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 April 1930

Wanneer men bedenkt, dat er in 1924 nog slechts
twaalf investment trusts in de Vereeriigde Staten be-
stonden en thans ongeveer 450, waarvan er slechts
tachti.g zijn, die werkelijk iets beteekenen, dan is die
coucentratiebeweging nog niet zoo heel onbegrijpelijk,
te meer waar er van dit groote aantal waarschijnlijk
nog geen half dozijn is, dat volgons de beproefde be-
leggings- en kapitalisatie-methodes der oude Engel-sche investment trusts werkt.
Het Amerikaansche investment trustwezen is zijn
kinderziekte dan ook nog lang niet te boven. Ook het
begin Maart door een deskundig lichaam als de
Standard Statistics Çompany ingestelde onderzoek
legt hiervan een ôvertuigend bewijs af.
Van de 82 voornaamste maatschappijen hebben er

tot nu toe gedurende hun geheele bestaan nog slechts 24 dividenden in contanten of in contanten én in aan-
deden uitgekeerd, zeven anderen keerden stockdi.vi-
denden uit en zes keerden dividenden uit gemaakt uit
koerswinst in plaats van uit inkomsten uit het bezit

van effedten.
Deze laatste groep valt nu natuurlijk ook uit de
rij der dividendbetalers weg. Dat er in de Vereenigde
Staten wel eenig wantrouwen – al of niet gemoti-
veerd wagen wij hier niet te beoordeelen – tegen de
investment tru.sts is ontstaan, blijkt wel uit het feit,
dat terwijl toch de liquidatiewaarde van de effecten-
portefeuille van vele investment trusts nauwkeurig
bekend is, de marktwaarde van hun eigen aandeelen
op het oogenblik in de meeste gevallen ver beneden de
Ii quidatiewaarde blijft.
Het merkwaardige nu is, dat we voor de groote
koersdaling van October/November precies het om-
gekeerde zagen. Toen zag het Amerikaansche publiek
in de investment trust-idee een soort won derkoe met
het gevolg, dat vele investment trust-aandeelen wel
een koers bereikte,. die overeenkwam met het dubbele van de ]iquidatiewaarde.
Van de veertig voornaamste investment trusts no-
teerden er daarentegen begin Maart nog slechts ‘T
hoven de liquidatieaarde.
Zelfs de koersen van de aandeelen van die invest-
ment tru.sts, die bijzonder gelukkig waren geweest in
hun beleggingspolitiek, zoodat de waarde van hun
effectenportefeuille niet af nauwelijks door de No-
veniber-krach getroffen werd, moesten zich flinke
dalingen getroosten, welke ongemotiveerde beweging
haar psychologische grond had in het algemeene wari-
trouwen in investment trust-waarden.
1-letzelf de verschijnsel uit zich natuurlijk ook hij
liet aantrekken van nieuw kapitaal door de invest-
ment trusts. Het publiek bleek nl. na de crisis geens-
zins geheigd zich nog verder op groote schaal voor
de betreffende nieuwe waarden op dat gebied te in-
teresseeren. Vele
dergelijke
ernissies mislukten dan
ook of werden om zulks te voorkomen zelfs afgelast.
In de maandelijksehe ernissi.ec.ijfers over 1.929 van de
investruent trusts, welke gedurende de eerste negen
maanden van 1929 tot een fantastisch bedrag waren
gestegen, komt zulks sprekend naar voren. Zoo be-
droegen volgens de ,,Ohronicle” de emissies van in-
vestment trusts en holding-companies in de afgeloo-

pen maanden:
Obligaties
Aan de&en
Totaal

$
$
$
ja nuari

……..
15.000.000
262.013.500
277.01 3.500
Fbruarj

……..
21.500.000 217.284.050 238.784.050
Maart

……….
47.000.000
132.998.538 179.998.588 April

………..
1.500.000
80.588.000 82.088.000
Mei
78.206.200
78.206.200
Juni

……….
8.000.000
60.406.224
73.406.224
Juli

…………
20.250.000 200.338.090 220.088.090
Augustus
1.000.000
452.727.220 453.727.220
September
2.000.000
527.237.100 529.237.100
October

……..
1.000.000 77.637.816 78.637.816
November

3.435.000 3.435.000
Decemlier

8.639.110 8.639.110
Totaal
1929.. 117.250.000 2.106.510.898 2.223.730.898

Voor het geheele jaar 1929 komen we dus tot het

imposante bedrag van $2Y4 milliard, waarvan echter
nog geen $ 100 millioen in het laatste kwartaal, dat
met de beu rskrach was ingezet, vallen.
Nu moet men wel in aanmerking nemei, dat in de
eerste drie kwartalen de emissies ten behoeve van
i rivestment trusts tot een ongewone hoogte waren ge-
stegen.

in sommige maanden vormden zij de helft van alle
A.merikaansche emissies. Dat dit geen blijvend ver-
schijnsel kon zijn, stond a priori vast. Ook het totaal
bedrag der investment trust emissies in 1929 moet
n:iettegenstaande de geweldige daling in het laatste
kwartaal, nog als buitengewoon hoog worden aange-
merkt en was zelfs 13 keer zoo groot als in 1927. Ter
vergelijking laten wij hier het totaal bedrag der Ame-
rikaansche investment trust emissies over de laatste
drie jaar volgen:

1927
…….
174.906.978
1923
……$

790.670.670
1.929
……
$ 2.223.730.898

Ook de beide eerste maanden van 1930 geven slechts
een zeer geringe emissie-bedrijvigheid der Amerikaan-
sche investment trusts te zien. Volgens het ,,Journal
of Commerce” waren de betreffende cijfers als volgt:

Eerste twee maanden
1930

1929

$

$
Obligaties

……..
7.900.000

128.500.000

Aan.cleelen ……..
20.925.000

456.759.637

Totaal ……..
28.825.000

585.259.637

IDe afneming van de emissies ten behoeve der in-
vestment trusts is veel grooter dan die der totale
emissies.
Deze bedroegen in de eerste maanden:

1929
……
$ 1.723.654.608
1930
……
$ 1.247.159.448

liet general management type, dat ook in Enge-
land het meest gebruikelijk is, heeft over het alge-
meen het beste de crisis doorstaan, niet alleen wegens
de grootere mate van risicoverdeeling, di.e daar
heerscht vrgeleken met de andere soorten, doch voor-
al tengevolge van het fei.t, dat zij een groot gedeelte
hunner middelen tijdens de boomperiode als call-geld
hebben uitgezet in plaats van er fondsen voor te kou-
pen. Daarmede kon gedurende maanden 7, 8, 9 soms
zelfs 12 pOt. worden gemaakt, zoni het risico te
loopen van koersverlies.
Binnen genoemde soort hebben die met interna-
tionale risicoverdeeling zich weer het beste gehouden.
Bij deze heele groep is overigens ook de geheele be-
clrjfspolitiek – kapitaliseering, risico- en winstver-
deeling – con.servatiever dan bij de andere soorten en
meer i.n overeenstemming met het oude welbeproef de
Schotsche systeem; welker aanhangers over het alge-
meen veel beter het verschil tusscheu ,,heleggen en
specu.leeren” begrepen hebben.
1)

En dit is toch een van de grondbeginselen hij de
bedrijfsleiding der investment trusts. De bekende
Amerikaan sche ,investment trust-specialiteit Edgar
La.wrence Smith, president van de Irving Investors
Management Company, heeft het in een rede over
het onderwerp: ,,how the trust company can provide

) Na het schrijven van dit artikel bereikt ons het
resultaat van een onderzoek door N. W. Ayer & Son Inc.
naar het effectenbezit van cle
80
voornaamste investmeut
trusts. Onder de ,,most popular common stocks” in het
bezit der investment trusts vinden wij daar aandeclen in
drie public utilities, nl. de Consolidated Gas Cy of New-
York in
49
portefeuilles, de American Telephone & Tele-
graph in
42
portefeuilles, cle Electric Bond & Share Cy. in
40
portefeuilles en voorts én chemisch fonds al. de Union
Carbide & Carbon Corp. in 40 portefeuilles. Volgens dit
jongste en uitgebreidste Amerikaansche onderzoek op het
gebied der investment trusts bedragen de middelen dezer
instellingen in de
V.
St.
01)
het oogenblik ruim
$ 3
mil-
hard. Het artikel komt tot de veelzeggende conclusie, dat
the growth in the number of such companies during the
last five years may be traced to the popular acceptance of
the common stock theory of investment.”

2 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

307

investment management for the individual” voor de
eenige weken geleden gehouden winterconferentie van
de Trust Oompany Divisiou van de Anierican Ban-
kers Association zoo juist uitgedrukt:

,,We live in a avond of constant chatige. Tthe speoulative
security of yesterday is the prime iuvestmeut security to-
morrow. And the more ve stucly the realities the more we
find that every type of secunity fluctua.tes
in
value.”

Beter dan de jonge Amerikaansche maatschappijen
blijken hun oudere Engelsche zustermaatschappijen
van deze waarheid, zooals ieder, die de effectenmarkt
cenigen tijd kent, doordrongen geweest te zijn of mis-
schien beter gezegd: deze hebben zich daar practisch
beter naar weten te gedragen. Uit de resultaten
van een aantal Engelsche investment trnsts over het
afgeloopen jaar blijkt zulks duidelijk. In een volgènd
artikel in dit blad hopen wij deze onder de loupe te
nemen.
B.
H. A. MEYERJNK.

DE LOONGEGEVENS

DER RIJKSVERZEKER1NGSBANK.
1
)

De heer J. 0. Schröder te Amsterdam schrijft ons:

De beschouwingen, welke de heer Dr. Ir. B. Bölger
in het nummer van dit blad van 5 Februari ii. heeft
geleverd over bovenstaand onderwerp nopen mij tot
het maken van enkele opmerkingen.
Dr. Bölger erkent de theoretische juistheid van het
standpunt, dat de heer Mr. J. H. van Zanten en de
ondergeteekende naar aanleiding van het rapport
,,Loonen en loonsverhoudingen” hebben ingenomen,
doch meent, dat praktisch het gelijk geheel aan zijn
kant is. Met de verschuivingen in de industri.e loopt het naar
zijne
meening .zoo’n vaart niet. Ter illustra-
tie geeft hij enkele
cijfers
betreffende het relatieve
aantal vrouwen, in een maatschappelijk beroep werk-
zaam, ni. het percentage 23,9 voor het jaar 1909 en
het percentage 23,2 voor het jaar 1920. Uit de nage-
noeg volledige overeenkomst dezer beide cijfers trekt
hij de conclusie, dat er in de verhoudingen – men
denke er aan, dat loonverhoudingen in geding zijn –
door den vrouwenarbeid weinig verandering zal zijn
gekomen.
Hoe staat het nu met de verspreiding der maat-
schappelijk werkzame vrouwen over de verschillende
bedrijven? Onderstaande
cijfers,
ontleend aan dezelfde
bron, waaruit Dr. B. putte, geven antwoord op die
vraag.

wenarbeid verpiaatst is in de richting der hooger be-
taalde beroepen. Ook al hadden de bonen van 1920 op hetzelfde peil gestaan als die van 1909, zou men voor de vrouwen dus vermoedelijk toch een hooger
gemiddeld dagloon hebben gevonden. Hoe dit overi-
gens ook zij, het gelijk gebleven percentage der arbei-
dende vrouwen heeft wegens de verschuivingen, welke
hebben plaats gehad, voor het beoogde doel geen over-
tuigende beteekenis en het eenige wat Dr. Bölger
• met het door hem aangehaalde voorbeeld heeft be-
wezen is de gepastheid van zijn vermaning om voor-
zichtig te zijn bij het schatten van den invloed der
verschuivingen.

Soortgelijke overwegingen gelden voor den invloed
van andere verschuivingen. De heer Bölger schat de
verdeeling der mannelijke arbeiders over de drie groe-
pen: geschoolden, geoefenden en ongeschoolden in
1913 en thans en stelt zonder blijkbaren grond den
vooruitgang van elk der beide eerstgenoemde groepen
op 5 pOt. van het totaal aantal mannen. Maar er is
naast de verschuiving in de drie genoemde groepen
nog de verschuiving in dart relatieven omvang der verschillende bedrijven. Het zal den heer B. zeker
niet onbekend zijn, dat de geschoolden lang niet in
alle bedrijven hetzelfde loon verdienen. Wanneer ik
dus uit de
cijfers
der Rijksverzekeringsbank zie, dat
bijv. een belangrijke verzamelgroep als: handel, ver-keerswezen, enz. in 1913 een aantal type-werklieden
opleverde, dat 24,2 pOt, van het geheele aantal uit-
maakte, terwijl het overeenkomstige percentage voor
1926 bedroeg 34,1, dan is het reeds uit dit ééne feit
toch wel duidelijk, dat er in de samenstelling der
verzekerde industrie in den loop van 13 jaren belang-
rijke wijziging is gekomen. Bij verdere ontleding zul-
len er binnen de grenzen van de genoemde groep en
van andere groepen bovendien nog verschuivingen
blijken te hebben plaats gevonden, die beletten de
achttien hoofdgroepen als homogeen blijvende deelen
te beschouwen. Door de schatting van de tvijziging
in het percentage geschoolden, geoefenden en onge-schoolden heeft Dr. Bölger met den invloed der ver-
schuivingen dan ook lang niet voldoende afge-
rekend.

Dat de mogelijkheid van kleine afwijkingen geen
reden is om een becijfering als praktisch onjuist te
verwerpen, spreekt vanzelf. Echter moet bij de beoor-
deeling van wat klein of groot is het doel van de uit-
komst en het gebruik dat daarvan wordt gemaakt,

goed in het oog worden gehouden. Ik meen, dat


Aantal vrouwen
van elke klasse
Aantal vrouwen
Totaal aantal in
Totaal aantal in
in percenten
van elke klasse
een beroep werkzame een beroep werkzame
van het totaal
in percenten
BEDRIJFSKLASSEN
personen
vrouwen
aantal personen
van het totaal
van elke klasse
aantal vrouwen

1909
1

1920 1909
1

1920
1509
1920 1909
1920

110.390
124.073
69.891 78.496
63,3 63,3
12,9 12,4
66.487
19.874
22.327
32,8 33,6
3,7
1

3,5

Kleeding en

reiniging ………………….

Bereiding van voedings. en genotmiddelen 136.161
177.485
7.271
16.719
5,3
9,4
1,3
.

2,7
Textielnijverheid

…………………….60.529

618.066
622.514
112.341
89.672
18,2
14,4
20,8
14,2
Landbouwbedrijven

……………………
Handel, Verkeersw., Cred.en Baukw.,Verz.wez
434.716 579.590
63.121 101.445
14,5
17,5
11,7
16,1
Vrije en daarmee overeenkomende beroepen
93.327
142.720
19.815
41.089
21,2 28,8
3,7
6,5
68.406 23.601
35.820
49,2
52,4
4,3
5,7
Onderwijs
……………………………47.973
ij
214.096
221.135
205.398 211.345
95,9 95,6
1

38,0
33,5
Huiselke

diensten

…………………..
Rest

………………………………
546.376
719.997
19.676
34.918
3,6
4,8 3,6
5,4
‘rotaal

…………………………..
261.634
12.722.407

1

540.988
1

631.831
1

23,9
1

23,2
1

100,-
1

100,-

De overeenkomst in eindpercentage berust, blij-
kens deze cijfers, volstrekt niet op een gelijk geble-
ven samenstelling van de vrouwelijke arbeidende be-
volking. In vergelijking met 1909 is in 1920 een sterke
.achteruitgang van het relatieve aantal vrouwen waar
te nemen in de landbouwbedrijven en in de groep hui-
selijke diensten, daarentegen een sterke vooruitgang
in de groepen: Handel, verkeerswezen, enz.; vrje en
daarmede overeenkomende beroepen; en onderwijs.
Dit beteekent, dat een belangrijk stuk van den vrou-

) Dit artikel is op verzoek der redactie sterk verkort.

Dr. Bölger dit in zijn betoog niet doet.
Want het klinkt wel vrij onschuldig, wanneer hij
zegt, dat de mogelijke fout in het rapport ,,Loonen en
loonsverhoudingen” ten hoogste 5 pOt. zal bedragen.
Maar wat beteekent een fout van 5 pOt. in het kader
van het uitgebrachte rapport? Dat, ter zuivere ver-
gelijking met 1913, de booncijfers van 1926 met 5 pOt.
verlaagd moeten worden, d.w.z. dat het indexcijfer
215, voor 1926- gevonden bij een index van 100 voor
het jaar 1913, moet worden verlaagd tot 204. De

goederenwaarde van het tegenwoordige arbeidsloon
verhoudt zich dan tot de goederenwaarde van het

308

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 April 1930

vroegere arbeidsloon als 204 : 170, hetgeen ccii ver-
hooging van 20 pOt. beteekent. Op den grondslag van
het indexeijfer 215 werd gevonden ccii verhooging
van 26 pOt., welk percentage gesteld werd tegenover
de ,,ruim 10 pOt.” (lees: 12 pOt.), die den vooruit-
gang in welstand van den gemiddelden burger voor-
stellen. De tegenstelling 26 – 12 verzacht zich dus
tot 20— 12. Een fout van 5 pOt. in dc schatting van
liet eindloon heteekent derhalve een fout van 43 pOt.
in het becijferde verschil. houdt men nu in liet oog,
dat de tegenstelling 26 – 12 als een der voornaamste
uitkomsten van het onderzoek in het rapport naar
voren wordt gebracht, dan schijnt toch het schouder-
ophalend gebaar, waarmede Dr. B. de mogelijkheid van een afwijking van 5 pOt. toegeeft, niet recht
0
1
)

zijn plaats.
Ik heb hier enkele cijfers van het rapport gebruikt
zonder daarmede te willen zeggen, dat ik de juist-
heid van die
cijfers
aanvaard. Ook wil ik hiermede
volstrekt niet zeggen, dat ik van oordeel zou zijn, dat
de afwijking niet grooter kan zijn dan 5 pOt. Mijn
bedoeling was slechts om aan te tonnen, dat Dr. Böi-
ger, zich hou dende op den grondslag van het rapport,
reden had om minder luchthartig over een
in ander
verband wellicht onbeteeicenende
afwijking van enkele
percenten te spreken. Zou de heer B. durven bewe-
ren, dat liet indexcijfer 190, weergevende de gemid-
delde stijging van het algemeene inkomen, niet even-
eens een afwijking van 5 pOt. kan vertoonen? Welnu,
indien zulk een afwijking nu eens naar den anderen
kant gecorrigeerd moest worden, zou het verschil
20 – 12 gereduceerd worden tot 20 – 18. Dat is zui-
vere speculatie, zal Dr. Bölger zeggen. Inderdaad,
maar zoolang mogelijkheden als deze bestaan, is dé
conclusie yan het rapport op dit punt 66k spe-
culatie.
Slechts nauwkeurige toetsing van de cijfers, welke tot de tegenstelling 26 – 12 leidden, zou kunnen aan-
toonen of die tegenstelling er inderdaad is. Wie zich
over de afwezigheid van contrôlemiddelen troost met de overweging, dat de werkelijke bonen en inkomens
slechts eenige percenten van de geschatte bedragen
kunnen afwijken, verliest het gebruik, dat van die
schattingen gemaakt is, wel zeer ver uit het oog. En
zeker heeft hij geen grond om die houding te verde-
digen als een bewijs van praktischen zin, ten voor-
beeld aan de bijziende hetweterigheid van overvoor-
zichtige theoretici.
* *
*

Naschrift. Ook ik zal mij aan het verzoek der
Redactie houden en kort zijn. De vermindering van
het aantal vrouwen in den landbouw en bij de huise-
lijke diensten kan buiten beschouwing blijven, omdat
deze bedrijv en niet onder de statistiek van de R.V.B. vallen. In de nijverheid bleef het aantal vrouwen over
het geheel genomen constant, wat zoowel uit de
cijfers van de heroepstelling als uit die van de Ar-
beidsinspectie blijkt. Het relatief grooter aantal
vrouwen komt dus geheel voor rekening van de han-
dels- en verkeersbedrijven, het cediet- en bankwe-
zen.
Verder zijn tengevolge van de uitbreiding der
verzekeringsplicht in 1922 een groot aantal nieuwe
ondernemingen bij de statistiek gekomen, die zich echter in hoofdzaak beperken tot drie bedrjfsgroe-
pen: handel en verkeer, het kleedingbedrijf en de
bedrijven voor voedings- en genotmiddelen.

Dit alles kan echter slechts invloed op het alge-
meene gemiddelde dagloon hebben, voorzoover het
gem. dagloon van de nieuw hij de statistiek gekomen
type werklieden daarvan afwijkt. Hoe groot deze af-
wijking is, kan niet worden nagegaan, wel mag op
goeden grond worden aangenomen, dat het gemiddelde
dagloon van de nieuw bij de statistiek gekomen type
werklieden lager was dan het algemeene gemiddelde,
zoodat

het dit gemiddelde iets naar beneden heeft
gebracht en als zoodanig een correctie vormt op de

verschuivingen naar de hoogere loongroepen.
Over.ige:ns is liet echter nog zeer de vraag of men
de natuurlijke ,,verschuivingen die beletten de acht-
tien hoofdgroepen als homogcen blijvende deden te
beschouwen” wel als een motief voor de onvergelijk-
baarheid mag aanvoeren.

Immers wanneer in dcii loop der
tijden
blijkt, dat
een belangrijk deel der arbeiders, mede door de ont-
wikkeling van de verschillende bronnen van bestaan,
geleidelijk overgaat naar hooger gewaardeerde arbeid, clan moet di.t toch ook hij vergelijking van het gemid-
delde loon, dat de arheiderslclassc als geheel ontvangt,
tot uitdrukking worden gebracht.

Tenslotte nog een korte opmerking over het ge-
bruik van het gemiddelde
cijfer
in het Loonrapport. De stijging van 26 pOt. van het goederloon der ar-
beidersklasse was zoowel gebaseerd op de gegevens
van de R.V.B. als van die van de Centrale Werkge-

vers Risicobank, van de Arbeidsinspectie en op ver-
schillende door mijzelf verzamelde gegevens. Deze ga-
ven als gemiddelde ongeveer dezelfde uitkomst, het-
geen een reden te meer was om de juistheid ervan te
aanvaarden.

Al moet dus theoretisch de mogelijkheid van een af-
vijking van 5 pOt. bij de gegevens van de Rijksverze-
keringsbank worden voorbehouden, gezien de verdere gegevens was er geen aanleiding om bij de toepassing
in het Loonrapport daarmede verder rekening te
houden. B.
BÖLOER.
Haarlem, 30-3-30.

AANTEEKENINGEN.

De geidmarkt in Maart.

Nederland.
Men kan zeer zeker niet, zooals wel ge-
daan is, een direct verband leggen tussehen de con-
junctuur binnen een bepaald gebi.ed en de daar heer-
schencle geldkoersen. De in het Maartnummer van
cle ,,Nederlandsche Oonjunctuuv” weergegeven graf ie-

ken duiden althans niet op een zoo sterken teruggang
bij handel en nijverheid als de tegenwoordige geld-koersen zouden doen verwachten. Het behoeft geen
betoog, dat liet thans voornamelijk internationale fac-
toren zijn, clie dé grootste rol op de geldmarkten
spelen.

Onder de huidige omstandigheden is het echter
meer dan ooit zeer moeilijk, zoo niet ondoenlijk, om
te midden van al die elkaar neutraliseerende en cu
muleerende economische werkingen, juist die invloe-
den te volgen, welke beslissend zullen zijn voor de
toekomstige ontwikkeling van de geld- en kapitaal-
markt.

Van verschillende zijden is de meening geuit, dat
cle periode van dalende geidkoersen wel afgesloten zal
zijn, alhoewel aan den anderen kant toch ook niet
op een spoedige stijging gerekend wordt. Deze opvat-
ting wordt gemotiveerd door te wijzen op zekere tee-
lceneu van opleving van de bedrijvigheid in eenige
belangrijke landen als Duitschland en de Ver. Sta-
ten, op toeneménde behoeften van enkele staten
(Duitschland, Oostenrijk), op reeds lang onbevre-
digde kapitaalhehoeften (Oost-Europa, Balkan, Zuid-
Amerika), enz. :Daartegeno’èr kan men wijzeii op de
minder gunstige conjunctuurontwikkeling in enkele landen (Frankrijk, Engeland en koloniale gebieden)
en op verminderde koopkracht in landen met een
zilveren standaard, als China, Britsch-Indië en
Mexico.

Zeker is, dat de geldruimte nog onverminderd
voortduurt en dat iederen dag nieuwe laagterêcords
worden geboekt. Wij hebben hier te lande disconto-
lcoersen va boven de 2 pOt., prolongatiekoer-
sen van 2Y4 pOt., koersen voor callgelden van % pOt:
gezien’

Deze voortdurende daling van de geldkoersen was
voor De Nederlandsche Bank aanleiding om tweemaal
haar wisseldisconto te verlagen en wel van 4op
3Y&

2 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

309

pOt. op 7 Miiart eii van 3% op 3 pOt. op 25 Maart.
Het is niet waarschijnlijk, dat De Nederlandsche Bank
haar disco:nto, dat met het Fransche het laagste der
wereld is, met het oog
01)
de voorjaarshehocfteti, die
over ongeveer een maand een hoogtepunt zullen be-
reiken, verder zal verlagen. Ook de wisselkoersen
geven tot een dergelijke verlaging geen aanleiding.
Voor cle komende periode noet ook rekening ge-houden worden toet het feit, dat voor gelden, welke
met het oog op den onzekeren toestand op de eff ee-
tenmarkt geen emplooi vonden, een belegging gezocht
zal worden. De dalende geld koersen maken een beleg-
ging op korten termijn steeds minder aantrekkelijk,
terwijl een zekere stabiliteit in de ontwikkeling daar-
van niet te ontkennen is. 1-let stijgende bedrag emis-
sies en de toenemende belangstelling daarvoor dii iden
op een verandering in die richting.
Ook in
.Duitschlwn.d
had onder druk van buiten-
landsche invloeden tweemaal in de afgeloopen maand
een discontoverlaging plaats, namelijk van 6 op 5%
pOt. op 8 Maart en van 5%. op 5 pOt. op 25 Maart. Op-
merkelijk is, dat v65r den oorlog een disconto van
5 pOt. heel gewoon was. In het nummer van de vorige week heeft Dr. Carl Kritmer er nog opgewezeia ‘), dat
de discontoverlagingen vrijwel geheel en al het gevolg
zijn van buitenlandsche invloeden en dat de verhou-
dingen in het binnenland (termijngeld blijft onveran-
derd zeer duur) optimisme nog niet wettigen. Deze
opvatting van Dr. Kriimer wordt bevestigd door de
op 24 Maart door de Reichsbank-directie gegeven
motiveering “oor de jongste discontoverlaging. Daar-
in heet het, dat een disconto van 5, pOt. met de bin-
nenlandsche verhoudingen op de geld- en kapitaal-
markt niet in overeenstemming is en dat, niet in de
laatste plaats, de van de buiten landsche koersen uit-gaande drang (goudtoevoer, enz.) de Reichsbank ge-noopt hebben zich naar de buitenlandsche geldrnarkt te richten.

Toch zijn de verlagingen der geldkoersen niet zon-
der meer aan de kapitaalmarkt voorbijgegaan. Wij heb-
ben dezer dagen kunnen lezen, dat een leening van
Meckienburg-Strelitz in het binnenland aan de markt
zou worden gebracht en dat daarbij voor het eerst
sedert langen tijd, het 7% pOt. rentetype weer is in-
gevoerd. Dat het hier geen experiment betreft, daar
staan de namen der emittenten borg voor. Ook het
feit, dat het door het Rijk en eenige steden (Berlijn,
Dresden) aangeboden schatkistpapier, met een loop-
tijd van een jaar en langer, bijzonder spoedig was vol-
teekend, duidt op veranderingen op de kapitaalmarkt. Ook de vraag naar .pandbrieven is sterk toegenomen,
zoo zelfs, dat een hypotheekbank (de Frankfurter
1fl ypothekenbank) verdere emissie heeft gestaakt.
Uiteraard spreekt de waarschijnlijke afschaffing van
de ,,Kapitalertragssteuer” hier ook een woordje mee.

Engeland.
:De discontoverlagingen op 6 en
0])
20
Maat respectievelijk op 4 en 3% pOt. hebben niet
kunnen verhinderen, dat er tusschen het officieele- en
particuliere disconto een marge van beteekenis is ge-
bleven. De aangeboden hoeveelheid wisselmateriaal is
opvallend schaarsch geweest. De koers van het Pond
w’as geenszins zon vast, dat ook van deze
zijde
een dis-
contoveriaging gewenscht was. Men liep – hij de
eerste verlaging der maand – clan ook wel eenigsz.ins
vooruit op een verisging in New-York. Dat New-
York echter niet onmiddellijk de verlaging van Lon-
den volgde, heeft wel eenige teleurstelling gewekt.
.l)e discontoverlaging heeft echter weinig invloed op
de wisselkoersen gehad; het Pond kon ten opzichte
van den Dollar zelfs iets verbeteren. (De geringe in-
vloed van een discontoverlaging op de buitenlandsche
wisselkoersen hebben wij ook in ons land kunnen
waarnemen).
De verlaging in New-York is tenslotte niet uitge-
bleven en de dalende discontokoersen en de mindere.

:1)
Zie het artikel ,,E[et. Duitsche Bank.disconto’.

kans
0])
goudafvloeiingen maakten, dat de tweede
Loridensche discontoverlaging in het geheel niet dn-

verwacht kwam. De reeds bovengenoemde schaarschte
aan wisselmateriaal moet in de eerste plaats als oor-
zaak van het lage particuliere disconto worden aan-
gezien.

Overeenkomstig de aaiibevelingen van de Ounliffe-
Commissie wil men de vlottende schuld verminderen
(alhoewel cousolidatie op de huidige koersen niet
voordeelig is). Dit komt natuurlijk tot uiting in een
gering aanbod van schat]cistpapier. Het is bekend wat
dit na den oorlog is gaan beteekenen voor de Lon-
densche geidmarkt. Zelfs in betere
tijden
dan thans
bestaat de wisselportefeuille der Londensche bankiers
en discontohuizen voor het grootste deel uit schat-
kistpapier.

Als gevolg van de slechte zaken zouden reeds eenige
discontohuizen het plan hebben om te fusioneeren;
eenige kleine zaken zouden liquideeren.

Frankrijk.
De in overeenstemming met de alge-
meene daling der geldkoersen verwachte verlaging
van het officieele disconto, dat sedert eind Januari
nog steeds 3 pOt. bedraagt, heeft niet plaats gehad.
Van eenige zijden schijnt men dit ook niet te wen-
sehen, althans om de daling van de geidkoersen in het
binnenland tegen te gaan, zetten de Fransche banken
groote bedragen in het buitenland uit, ook al zijn de
voorwaarden betrekkelijic ongunstig. Inmiddels heeft
het acceptbedrijf, dank
zij
natuurlijk de ruime geld-
markt, een omvang van beteekenis aangenomen. De
acceptomloop wordt thans geschat op ‘Frs. 416 á 5
milliard en heeft dien van Amsterdam daarmede dus
eenigszins overtroffen. Voor de juistheid van het
cijfer bestaat evenwel geenerlei houvast.

In de Ver. Staten is
het bij één discontoverlaging
gebleven. Verwachtingen omtrent een 3 pOt. tarief
werden nog niet verwezenlijkt, niettegenstaande het

disconto van 3% pOt. ook hier weinig effectief is ge-
bleken. De topzware Amerikaansche goudpositie is in
de afgeloopen maand nog versterkt door eenige goud-
toevoeren, o.a. uit Japan, China en Zuid-Amerilca
(Brazilië).

De verlaging van het particuliere disconto is als
een nieuwe aanwijzing voor een verlaging van het
officieele disconto te beschouwen.

In
Italië is
de wisselhandel thans – na de maat-
regelen van minister Volpi in 1926 – weder vrijge-
laten. Doel hiervan zal in de eerste plaats zijn het
aantrekken van buitenlandsch kapitaal, waaraan Ita-lië zulk een groote behoefte heeft. Geljictijdig wordt
het gouduitvoerverbod opgeheven en de verlichting der belasting op buitenlandsche leeningen met nog-
maals drie jaar verlengd.
Niettegenstaande het particulier disconto in italië
vrij hoog w’as (het officieel disconto is sedert 3 Maart
636 pOt.) vloeide slechts weinig kapitaal Italië bin-
nen, daar moeilijkheden bij het opvragen steeds mo-
gelijk waren.

In
Zweden
werd door den Rijksdag een eveneens be
langrijke beslissing genomen. Sedert 1 April 1924
was daar de goudinvoer door anderen dan de Zweed-
sche Rijksbank verboden. Thans is de goudhandel
weder vrijgegeven. Invloed op de internationale goud-
markt zal deze maatregel evenwel waarschijnlijk niet
hebben.

in de afgelooperi maand hadden nog discontover-lagingen plaats in
Oostenrijk
van 6% op 6 pOt. (19
Maart), in
Polen
van 8 op 1 pOt. (14 Maart), in
Noor-wegen
van 5 op 4% pOt. (21 Maart),
Denemarken
en
Zweden
eveneens op 4% pOt. (7 Maart),
Tâjecho-
Slowakije
tot 5 pOt. (8 Maart) en
Hongarije
van
6%’ op 6 pOt. (29 Maart).
V. D.
Bit.

310

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 April 1930

Het Prijsverloop van Groothandelsartikelen
gedurende het eerste kwartaal van 1930.
l)

1.

TARWE.

De tarwernarkt heeft ook in cle eerste drie maanden
van
1930
weder verkeerd onder den druk der over-
matig groote voorraden, speciaal in Canada en de
Vereenigde Staten en van cle teleurstellende Euro-
peesche vraag, die nog beperkt werd door de door
verschillende landen van het Europeesche vasteland
genomen maatregelen tot wering van buitenlandsche
tarwe. De Federal Farm Board in de Vereenigde
Staten en de tarwepool in Canada hebben hun pogin-
gen voortgezet om te sterke daling van den tarwe-
prijs te voorkomen, doch zij hebben daarmee al zeer

EI PEQ 1001(0

TAP WE

1091

weinig succes gehad. Toen ook in het nieuwe jaar de vermeerdering der Europeesche vraag uitbleef,
bleek het namelijk al spoedig, dat de prijsdaling niet meer kon worden tegengehouden. Canadeesche
p0-
gi ogen om met de hulp der Engelsche regeering den
verkoop van Canadeesche tarwe in het moederland te

1)
1)e lijnen, weergevende het prijsverloop in 1928 en’ 1929
hebben betrekking op maand-, die van 1930 op wekelijksche
gemiddelden.

beordei’en, slaagden niet. De Engelsche molenaars
verklaarden zich wel bereid onï meer Canadeesche

tarwe te koopen, doch slechts wanneer die werd aan-
geboden tot prijzen, die ni.et, zooals reeds zoo langen
tijd het geval is, te hoog waren .i.n vergelijking met
andere soorten. En tot differentieele invoerrechten
ten voordeel van Canada bleek de Engelsche regee-
ring niet bereid. De Farm Board, die in de Ver-
eel1igde Staten gedurende eenigen tijd van de boeren
tarwe kocht tot loonende prijzen boven de waarde der
internationale markt, is daarvan steeds meer terug-
gekomen. Als reden daarvoor werd vooral gebrek aan
opslagruimte aangegeven. Daar nog veel tarwe bij de
boeren aanwezig was en bovendien de vooruitzichten
voor de nieuwe wintertar’we der Vereenigde Staten

zeer goed waren, bleek daaruit nog weer eens duide-.
lijk het gevaar, dat de groote voorraden, ook voor
het komende oogstjaar, met zich kunnen brengen.
Ook

door inkoopen aan de termijnmarkten trachtte de
Farm Board den tarweprijs te steunen, doch deson-clanks is van begin Januari tot
14
Maart de prijs te
Chicago voor de Maart- en Mei-termijnen gedaald
van resp.
1.30
7
/
en
134%
tot
1.027/8
eiï
1.06
7
/s dollar-
cent per
60 lhs.
Te Wirinipeg stonden Mei en Juli op
2
Januari op
1.45
5
/8
en
146
7
/s, op 14
Maart op
103%

en
105%
Ook in Argentinië heeft ondanks den klei-
nen oogst de tarweprijs een aanzienlijke verlaging
ondergaan. De
A
rgentijnsche tarweversch api ngen wa-
ren niet groot, daar bij den kleinen oogst de houders
weinig geneigd bleken tot de steeds dalende
prijzen
te
verkoopen, doch wegens de geringe Europeesche vraag
en de flauwe Noord-Amerikaarische markt leidde cle
geringe omvang (rer wereldverschepingen niet tot een
herstel der prijzen. Aan de termijnmarkten te Buenos
Aires en Rosario is van begin Januari. tot
14
Maart
cle prijs van Maart-tarwe gedaald van peso
11.35
tot
resp. peso
9.25
en
9.05.
De teleurstellende omvang der
.

STATISTISCH OVERZICHT

R
HardWlnter
No. 2 loco
,çotter am,

peOKG.

R000E
AmericanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.

MAIS
La Plata
loco
R’dam!A’dam
per 000 K.O.

0 RST
Amer.No.2
)
loco
otterdam
per.

LIJNZAAD
La Plata
loco
R’damjA’dam
per 160 K.O.

STEENKOLEN
Westfaalschej
Hollandsche
.
bunkerkolen, ongezeefd f.o.b.
R

da
b
‘a

per

PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
t/m 33.90

per b
6
arel

IJZER
Cleveland
Foundry No. 3

Mddlb

h
er

KOPER
Standaard
Locoprijzen Londen
.

per Eng. ton

f1
01
f1.
01
f1.
0
10
f1.
01
f1.
°/o
fi
01
$
01
Sli.
01
£
010
Jaargemidd.

1925
17.20
100,0
13,07
0

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0 10,80
100,0
1.68
100,0
731-
100,0
.
62.116
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
17,90
165,7
1.89
112,5
8616
118,5
581/- 935
1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,51
78,4
11,25
104,2
1.30
77,4
73
1

100,0
55 14!-
89,7
Februari

1927
1
5,22
88,5
13,05
99,8
167,00
72,1
230,00
97,5
373,75
80,8
12,10
112,0
.
1.70
101,2
8316
114,4
54.161-
88,3
Maart

.
,,
15,05
87,5
12,70
97,1
164,50
71,1
219,25
92,9
354,75
76,7
11,25
104,2
1.26
75,0
811-
111,0
55.171-
89,9
Aøril

.
14,80
86,0
12,82
5

98,1
173,00
74.8
237,50
100,6
351,50
76,0
11,00
101,9
1.22
72,6
801-
109,6
55.216
88,8
Mei

»
15,75
91,6
13,57
5

103,8
172,75
74,6
258,25
109,4
373,75
.80,8
10,95 101,4
1.22,
72,6
741-
101,4
54.14/-
28,1
luni,
15,60
90,7
13,20
101,0
175,25
75,8
245,00
104,2
372,75
80,6
11,00
101,9
1.22
72,6
701-.

.
95,9
54.216
87,2
)uli

.

,,
15,10
87,8
12,05
92,2
171,50
14,1
235.75
99,9
367,75
79,5
11,10
102,8
.

1.22
72,6
701-
95,9
53.19j- 86,9
Augustus
14,87
5

86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
358.25
79,6
11,05
102,3
1.22
72,6
691-
94,5
55.516
89.0
September ,,
14,70
85,5
12,15
92,9
179,50
77,5.
233,25
98,8 369,50
79,9
10,90
100,9
1.22
72,6
651-
89,0
54.131-
88,0
October

,,
13,725
79,8
11,45
87,6
178,75
77,2
230,50
97,7
359,00 77,6
10,90
100,9
1.22.
72,6
651-
89,0
55.51-
89,0
November

,,
13,45
78,2
12,125
92,7
184,75
79,8 233,25
98,8 349,75 75,6
10,65
98,6
1.22
72,6
651-
89,0
59.11-
95,1
December

,,
13,40
77,9
12,57
5

96,2
201,00
86,8
246,25
104,3
348,25 75.3
10,60 98.1
1.22
72,6
651-
89,0
60.21-
96,8
Januari

1928 .13,50
78,5
12,70
97,1
207,50
89,6 247,75
105,0
361,00
78,0
10,30
.
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62-/-
99,9
Februari
13,80
80,2
12,87
5
,
98,5
226,50
97,8
243,75
103,3
361,00
78,0
10,00
92,6
1.21
72,0
651-
‘89,0
61.121-
99,2

Maart

,,
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75
75,8 9,95
92,1
1.19
70,8
6516
89,7
.

61.316
98,6
April

,,
15,30
88,9
14,97
5

114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
661-
90,4
61.1416
99,4
Mei

,,
15,30
88,9
15,47
118,4
238,50
103,0
260,75
110,5
372,00 80,4
10,60
98,1 1.19
70,8
661-
90,4
62.151-
101,1
Juni

,,
14,37
5

83,6
14,27
109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
63.17
1

102,9
Juli
14,25
22,8
3,07
5

100,0
245,75
106,6
241,00
102,1
359,75
77,8
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4 62.181-
101,3
• .
Augustus

,,
12,00
69,8
12,62
5

96,6
214,75
92,8 226,75
96,1
350,75 75,8
10,05
93,1
1.21
72,0
661-‘
90,4
62.1016
100,7
September
»
11,65
67,7
11,57
5

88,5
198,75
85,9
198,25
84,0
350,75
75,8
10,00
92,6
1.21
72,0
661-
90,4 63.81-
102,1
October

»
12,27
71,4
12,27
93,8
218,50
94,4
189,50
80,3
366,00
79,1
9,95
92,1
1.19
70,8
661-
90,4
65.121-
105,7
November
,,
12,325
71.7
12,07
5

92,4
227,25
98,2
185,50
78,6 386,25 83,5
10,20
94,4
1.18
70,2
661- 90,4 67.181-
109,4
December

,,
12,30
71,5
11,90
91,0
220,25
95,1
180,50
76,5 373,75 80,8
10,10
93,5
1.18
70,2
661-
90,4
70.31-
113,0
Januari

1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3 355,00 78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,7
Februari

,,
12,72
5

74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5
357,25
77,2
12,90
119,4
1.11
66,1
66/6
91,1
78.-16
125,7
Maart

,,
12,65
73,5
12,625
96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00
77,6
12,00
III,!
1.11
66,1
67/-
91,8
89.81-
144,0
April

»
12,12
5

70,5
11,62
88,9 218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
11,05 102,3
1.11
66,1
681-
93,2
82.1716 133,5
Mei


11,125
64,1
10,57
5

80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50
78,6
11,15
103,3
1.16
69,0
6916
95,2
75.4/6
121,2
luni

,,
10,87
5

63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
11,25
104,2
1.30
77,4
711-
97,3
74.11/-
120,1
)uli
12,80
74,3
.

11,20
85,6 218,50
94,4
191.25
81,0
415,50 89,8
11,25
104,2
1.30
77,4
72/6 99,3
72.1216
117,0
Augustus
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50 87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
11,25 104,2
1.30
77,4
72/6 99,3

73.171-
119,0
September
,,
12,62
5

73,4 10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6
11,40 105,6
1.30
77,4
7216
99,3
74.191-
120,7
October
12,10
70,4
9,87
5

75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50


111,7
11,25 104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.161-
117,3
November
,,
11,775
68,5
9,20 70,4
174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5
11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3
70.51- 113,2
December
»
l2,62
73,4
9,35 71,5

166,00
71,7 163,75
69,4
482,00
104,4
11,75.
108,8
1.30
77,4
7216
99,3
68.616
110,1
Januari

1930
12,67
5

73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151.25
64,1
433,75
93,8
11,75
108,8
1.21
72,0
7216
99,3
71.916
115,1
Februari

,,
11,725
68,2 8,17
5

62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50 86,2
11,75
108,8
1.11
66,1 7216
99,3
71.1216
115,4
3 Maart

,,
11,30
65,7
7,60
58,1
138;00
59,6
130,00
55,1
395,00 85,4
11,75 108,8
1.11
66,1

72/6
99,3
68.716
110,1
10

.

.


II,-
64,0
7,25 55,4
133,00
57,5
122,00
51,7
374,00 80,9
11,50
106,5
1.11
66,1
7216
99,3
68.-!-
109,5
17

,.

»
10,40
60,5
6,95
52,4 131,00
56,6
119,00
50,4, 367,00 79,4
11,50
106,5
1.11
66,1
7216
99,3
67.-!-
107,9 24
10,75
62,5 7,10
54,3
150,00
64,8
127,00
53,8 400,00 86,5
11,50
106,5
1.11
66,1
67j6
92,5
70.716
113,4
31

,,

»
1T,-
64,0
7,00
53,5
165,00
71,3
127,00
53,8
414,00
89,5
11,50
106,5
1.11
66,1 6716
92,5
71.216
114,6
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummeri van 8 en IS Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689/90 en 709.
5)
Western vSSr de invoer.ng van
1)Manitoba No. 3. 1 Zuld-Rusaische.

2 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

311

Europeesche vraag is nog altijd vooral het gevolg ge-
weest van de groote oogsten, die in 1929 in verschil-
lende landen van het Europeesche vasteland
zijn
bin-
nengehaald. Dientengevolge was de opbrengst in
Europa toen 5Y2 millioen ton grooter dan in 1928,
toen in vergelijking met het voorafgaande jaar reeds
een vermeerdering van 4.3 millioen ton te constatee-
ren viel. Daarbij viel de Australische oogst aanmer-
kelijk mee en. kwam Rusland met flinke hoeveelheden
tarwe aan de markt. Vooral dit Russische aanbod
heeft eenigen tijd in aanzienlijke mate bijgedragen
tot de prijsdaling. Duitschland handhaafde zijn voor-
schrif t, volgens hetwelk de molenaars minstens 50 pOt.
inlandsche tarwe moeten gebruiken en besloot tevens
met ingang van 27 Maart tot verdere sterke verhoo-
ging van het i.nvoerrecht op tarwe. Frankrijk schijnt

nog flinke hoeveelheden tarwe voor uitvoer beschik-
baar te hebben en in Italië neemt de behoefte aan
buitenlandsche tarwe slechts langzaam toe. Omstreeks
half Maart verbeterde de Europeesche kooplust ech-
ter eindelijk eenigszins, al was dit dan ook ten aan-
zien van Duitschland vooral het gevolg van de drei-
gende verhooging van het invoerrecht. Voortgang
der betere Duitsche vraag na invoering dier verbod-ging viel dus niet te verwachten. Iets meer vertrou-
ven in den tarweprjs viel echter in de tweede helft
van Maart wel te constateeren, nu de prijs op een
zoo veel lager peil was aangekomen en de voorraden
in Europa eindelijk wel eenige vermindering hadden
ondergaan. Het prijsherstel, dat in de tweede helft
der maand tot stand kon komen, bedroeg echter in Noord-Amerika slechts circa 5 pOt., in Argentinië 7 pOt., aan de termijnmarkt te Liverpool voor den

Mei-termijn 10 pOt. Opgelost is echter het probleem
der lage tarweprijzen nog allerminst. Op het geheele
Noordelijk halfrond zijn de vooruitzichten voor den
lieuwen oogst gunstig en vermindering van den uit-

zaai heeft niet plaats gevonden. Zeer ongerust blijft men dan ook in Noord-Amerika nog steeds over de
mogelijkheid om plaatsing te vinden voor de daar

nog aanwezige veel te groote tarwevoorraden en de zichtbare wereidvoorraad is nog altijd aanmerkelijk
grooter clan ooit is voorgekomen.

ROGGE.

Steeds grooter zorgen haarden in Duitschland ook
deze maanden weder de zeer groote voorraden rogge,
waarvoor in het binnenland al evenzeer als voor
export de vraag zeer onvoldoende bleef. Verergerd
werd de toestand nog door concurreerend aanbod van
rogge uit Polen en Rusland en de roggeprijs daalde
tot een peil, dat de landbouwers in Duitschland in
groote moeilijkheden bracht. De maatregelen, die de
Duitsche regeering in December genomen had en die

F1. PEP 100KG


———-

———-


——-

————
———
-.
…..

– JAN FEPO, MET. 8PQ, MEI JUNI JULI AUG SEPT OCT. NOV DEC

vermeerdering van het verbruik van rogge als voedsel
voor mensch en dier en daardoor prijsherstel ten doel hadden, hadden geen succes. Ook samenwerking met
Polen bij den export van rogge had niet de gewenschte
uitwerking en daarom werd in Maart besloten tot ver-
dere maatregelen ter verhooging van den roggeprijs.

AN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)

TIN
locoprijzen
Londen per
Eng. ton

KATOEN
for Middling
locoprijzen
New York
per Ib.

WOL
gekamde
Australische,
Merino, 64’s Av.
loco Bradford per Ib.

WOL
gekamde
Australische,
CrossbredColo-
nial Carded,
50’s Av. loco
Bradford per Ib.

RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen
per Ib.

SUIKER
Witte kristal-
suiker loco
R’damlA’dam.
per 100 K.G.

KOFFIE
Rohusta
Locoprijzen
Rotterdam
per
/2
K.G.
THEE
1
All. N.-1. theev.
1
A’dam gem. pr. Iiava-
en Suma-
tratheep.0(2K0.

vjh. Centr. B.
v. d. Stat.,
terleici
van 1913=100 tot 1925= 100

lndexcijfer
van The
Economist,
herleid
1927
=
lOO
tot 1925=100

01
$
ets.
%
pence
Ojp
pence
0
10
Sh.
°/
8.
0/
ets. %
ets.
0
10
261.171-
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,30
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
100,0
.

100,0
290.1716
111,1
17.55
75,5
47,25
83,9
24,75
83,9
21-
67,4
17,50
93,3
55.375
90,2
94.25
111,5
93,2
92,9 290.41-
110,8
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89,8
116,375 51,6
19,125
10,0
46,875
76,4
82,75
97,9
95,4
89,5
309.816
118,2
14,15

.
60,6
46,25
84,1
26,00
88,1
117,125
53,7
21,125 112,7
48,75
79,4
71,25 84,3
94,2
89,9
312.151-
119,4
14,25
61,3
47,75
86,8
26,50
89,8
118,25
53,8
20,62′
110,0
48
78,2
70
82,8 92,9
89,2
304.11-
116,1
14,75
63,4
47,50 86,4
26,25
89,0
1
1
7
,875
55,8
2025
108,0
48
78,2
72,25
85,5 92,3 88,7
295.121-
112,9
16,15
69,5
47,00
85,3 26,00
88,1
117,75
55,4
20,25
108,0 47
76,6
86,5
102,4
93,5 90,4
296.916
113,2
16,85 72,7
47,25
85,9
26,00
88,1
116
50,5
18,37′
98,0
47
76,6
81,25 96,2
96,1
89,6
289.1516
110,7
17,90
77,0
48,50 88,2
26,50
89,8
114,75
47,0
18,62′
99,3
47
76,6
84
99,4
97,4
92,2
292.-16
111,5 19,70
84,7
48,50
88,2
26,50
89,8
1(5,25
40,8
18,50 98,7
45,375
73,9


96,1
90,2
287.1216
109,8
22,05
94,4
50,00
90,9
26,50
89,8
114,25
45,6
17,87′
95,3
44,25
72,1
94,5
111,8
96,8
89,1
264.216 100,9
20,65
88,8 50,25 91,4
26,75
90,7
114,375
46,0
16,875
90,0 45,25
73,7
93
110,1
96,8
88,6
264.416 100,9
20,25
87,1
52,25
95,0
28,50
96,6
1
16,5
51,9
17,25
92,0
46
74,9
96
113,6
97,4

88,9
266.1316
101,8 19.70
84,7
51,50
93,6
28,75
97,3
1/7,75
55,4
17,87′
95,3
46
74,9
89,25
105,6
97,4
88,2
255.11-
97,4
19,25
82,8 53,00
96,4
29,75
100,8
117,25
54,0
17,37′
92,7
46
74,9
84,5
100,0
98,7
87,9
233.1016
89,2
18,35

.
78,9 54,75
99,5
31,75
107,6
113,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9
79,5
94,1
96,8
87,9
233.1716
89,3
19,35
83,2 55,00
100,0
33.25
112,5
110,75
35,8
16,876
90,0
47
76,6
79
93,5
98,1
.89,2
234.61-
89,5
20,65
88,8 54,50
99,1
33,00
111,9
-19,315 26,3
16,875
90,0
47
76,6
74,25
87,9 98,7
90,5 230.131-
88,1
21,55 92,7
54,25
98,6
32,25
109,3
-19
25,3
16,62′
88,7
48,25
78,6
78,25 92,6
98,1
91,2
218.816
83,4
21,35 91,8 55,50
100,9
31,75
107,6
-19,25
26,0
15,75
84,0
49
79,8 73,25 86,7 98,7 89,8
211.191-
80,9
21,75 93,5
53,00 96,4
31,25
105,9
-/9,25
26,0
15,50
82,7
49,875
81,3
71,25
84,3 95,5
88,2 211.181-
80,9
19,30
83,0
51,75
94,1
30,00
101,7
-/9,25
26,0
16,00
85.3
51,875
84,5
67,75
80,1
92,9
86,6
214.716
81,9
18,55
79,8
47,00
85,5
29,00 98,3
-18,5 23,9
15,875
84,7
52,75
86,0
70,25
83,1
93,5 85,4
221.191-
84,8
19,45
83.7 46,23
84,1
27,25
92,4 -18,8 24,7
14,625
78,0
53
86,4
73
86,4 94,2
8a,1
232.1016
88,8
19,90
85,6
47,25
85,9
27,50
93,2 -18,625
24,2
14,00
74,7
53
86,4
75,75
89,6 95.5
85,1
228.81-
87,2
20,45
88,0
46,25
84,1
28,00
94,9
-j8,5
23,9
13,925
74,3
51,75
84,3
76,5
90,5 95,5
84,8
222.716
84,9
20,20
86,9
46,75
85,0
28,75 97,3 -19,875
27,9
13,775
73,5
53,125
86,6
77,25 91,4 94,2
84,6
222.111-
85,0
20,10
86,5
44,25
80,5
27.75
94,1
1/-
33,7
13,375
71,3
54
88,0
74,25 87,9 94,2
85,4
221.016
84,4 21,25
91,4
44,00
80,0
27,50
93,2
110,125
34,0
13,50 72,0
54
88,0
72,75
86,1
94,8
85,8
207.5/6
79,2
20,45
88,0
43,25
78,6
27,25
92,4
-110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25 87,9 92,9
83,9
197.516
75,3
19,40
83,4.
41,50
75,5
26,25
89,0
-(10,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50
87,0 91,6
81,7
200.5!-
76,5
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75
87,3 -110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2 91,0 81,9
209.516
79,9
1865
80,2
38,75
70,5
24,75
83,9
-111
30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
81,1
91,0
83,7
210.111-
80,4
18,60
80,0
37,00 67,3
24,00
81,4
-110,5
29,5
13,00
69,3
53,50
87,2
64
75,6
91,6
83,6
205.516
78,4
18,90
81,3
36,25
62,3 23,75
80,5
-110.125
28,4
13,475
71,9
51,75 85,3
64
75,6
91,0
82,0
188.916
72,0
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3
-19,625
27,0
13,30
70,9
48,50 79,0
66
78,1
90,3
80,5
182-16
69,5
17,50
75,3
31,25
62,3
23,00 78,0 -18,125 22,8
12.50
66,7
41,75 68,0 66,50
78,7 88,4

78,8
178.1816
68,3
17,25
74,2
31,25 56,8 21,25
72,0
-18 22,5
12,075
64,4
36,75
59,9
60,75
71,8
87,1
78,8
174.131- 66,7
17,5
73,8
21,50

.
53,6
19,25
65,3
-17,375 20,7
11,675
62,3
35
57,0
60,50
71,6 84,5
76,9
174.4-
66,5
15,45
66,4
28,50

.
51,8
17,75
60,2
-/8
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25

68,9 81,3
75,2 167.151-
64,1
14,155
60,9
5

27,00
49,1
9

17,009
57,30
-/7,75
21,8
10,50
56,0
35
57,0 63,50
9

75,1
9

161.1216
61,7
14,75
6

63,2
6

26,0015
47,350
16,50
10

55,910

-17,5625
21,2
10,50
56,0
35
57.0
61,25
11

72,5″
166.1716
61,4
15,83
7

68,2
7

26,00″
47,311
16,50
11
55,9″
-17,5
21,1
10,75
57,3 35
57,0
169.1216
66,8
16,00
8

68,8
8

26,0012 47,310
16,5)
12

55,910

-17,625 21,4
10,875
58,0
35
57,0
170.1216
65,2
.
-17,625
21,4
10,875
58,0

35
57,0

e huidige
officioele noteeringswijze
(jan.
1928);vanaf
16 Dec.1929
7415
K.G. Hongaarsche.3)
=
Maltine
vô6r
de invoerinevan de huidige
offie.
nnterineswiizp
(lan. lQ5
Jaar- en maandgemiddeldenatgerond op
1
18
pence.
5)
7 Maart. 8314 Maart.
7)
21 Maart.
8)
28 Mart.
5)
6 Maart.
10)
13 Maart.
11)
20 Maart.
15)
27 Maart.

312

ECONOMISCH-STATISTISCHE BEICÏTEN

2 April 1930

Zij
bestaan uit sterke verhooging van het invoerrecht
op tarwe, gerst en haver en het invoeren van een
regeeringsmonopolie voor den maïsimport. De Rijks-
dag bleek onmiddellijk bereid aan die nood-maatrege-
len zijn goedkeuring te hechten, zoodat zij nog in de
laatste dagen van Maart van kracht konden worden.
Men dient nu af te wachten, of zij tot blijvende ver-
betering der roggeprijzen zullen leiden, doch waar-
schijnlijk lijkt dat wel. Iritusschen is de invoer in
Europa van overzeesche rogge nog steeds nict weder
hervat; ömdat de Duitsche prijzen zulke zaken geheel
onmogelijk maakten. In Noord-Amerika, waar nog veel
rogge van den laatsten oogst is overgebleven, heeft dat tot sterke
prijsdaling
geleid. Te Ohicago bedroeg.
op 2 Januari cle noteering voor Mei-rogge 102%,
0
1)
14 Maart 59% dollarcent per 56 lbs. Een daarna inge-
t.reden herstel was slechts van korten duur en ging grootendeels weder verloren. Tenslotte trad w’eder
cenige stijging .i n door de Duitsche steunmaatregelen.

MAIS.

Ook voor mais heeft in de eerste maanden van 1930
een sterke prijsdaling
plaats gevonden. Ook nu weder
lag de oorzaak daarvan in de lage prijzen en het sterke
aanbod van gerst, en haver, welke de mede door den
zachten. winter toch reeds teleurstellende Europeesche
vraag nog deden afnemen, het zeer voldoende aanbod
uit Argentinië, cle uitstekende vooruitzichten voor
den nieuwen
Argentijnschen
oogst en de zeer goote
voorraden in Zuid-Oostelijk Europa. Deze laatsten lie-
ten zich aanvankelijk
niet
sterk ge]den, ömdat de
.Donau-maïs nog altijd zbo vochtig was, dat veel daar-
van in beschadigdon toestand in West-Europa arri-
veerde en dientengevolge zoowel de verschepers als
cle West-Europeesche importeurs weinig neiging toon-
den tot verdere zaken in Donau-maïs. De prijsdaling
werd daardoor aanvankelijk nog tegengehouden, doch
in de tweede helft van Februari, toen wegens kouder
weder de kwaliteit der Dojiau-maïs
erbeterde, nam
het aanbod zeer sterk toe.
Een snelle en hevige daling der maïsprjze.n is daarvan
het gevolg geweest, zoodat in de eerste helft van Maart
Donau-mais verhandeld werd op een prijspeil, dat zelfs
vS6r den oorlog als laag zou zijn beschouwd. Ook in
Agentinië vond een sterke prijsdaling plaats en zoo-
wel oude Plata-maïs als zomer-af lading van den
nieuwen oogst waren te koop zeer ver beneden do
laagste
prijzen,
die sedert ‘den oorlog zijn voorgeko-

mmm

~~MMM

mmm~ M~Mm~~

men. Als verkoopers van Plata-maïs op zomer-afiading
ver beneden Argentijnsche prijzen traden vooral Euro-
peesche firma’s op en onder haar bevonden zich velen te Weenen en in Duitschland, die deze zaken in Plata-
maïs verbonden aan haar operaties in Donau-maïs
.Im-
portzaken in laatstgenoemde soort beperkten zich
voornamelijk tot Nederland, waar daarvan tot de uiter-
mate lage prijzen flinke hoeveelheden zijn gekocht.
Omstreeks half Maart is voor rnaïs de marktstem-
ming plotseling omgeslagen. De voorraden in West-
Europa bleken sterk geslonken te zijn, de verschepin-
gen uit Argentinië namen aanzienlijk af en bij de plot-
seling veel betere vraag vond in enkele dagen een
zëer sterk prijsherstel plaats, speciaal voor stooniexide
en spoedig te verladen partijen. Het aanbod. van
Donau-maïs nam aanmerkelijk af en het aanbod van

nieuwe Plata-maïs door Europeesche firma’s nas spoe-
dig geheel verdwenen. Voor Donau-maïs, die om-streeks halj Maart nog op aflading in April en Mei
voor
f
105 per 2.000 KG. cif Rotterdam. verhandeld
was, betaalde men op den 28sten
f
130, voor stoo-
mende Piata-maïs was de
prijs
gestegen van
f
10
tot
f
1.55 en voor zomer-aflading van
f
119 tot
f
i3). De prijsstijging is vooral ht gevolg van kleine eer-
schepingen, doch het ziet er naar uit, dat dit ptijs

herstel althans voor een groot gedeelte een tijdelijk
verschijnsel zal blijken te zijn, daar in Roemenië nog zeer veel mais beschikbaar is, de Argentijnsche oogst
er goed voorstaat en Duitschland door middel van het
ter ondersteuning van den roggeprij..ingevoerde re-
geen ngs-maïs-mo.nopol i.e den invoer zal beperken.

GERST.

Sterk aanbod en groote verschepingen. van gerst uit
Rusland hebben reeds vroeg in het jaar de prijzen van
deze graansoort verder doen dalen, evenals ruime aan-
biedingen ui.t Argentini.ë en Polen. Roemenië was tot
de gedaalde prijzen aanvankelijk niet aan de markt,
heteeu echter de prijsdaling niet kon tegenhouden.
.Dat Duitschland na cle op 1 Januari ingegane ver-
hooging van het i nvoerrecht niet als kooper van gerst
optrad, verergerde de flauwe stemming der markt.
Na eenigen tijd was cle gerstpnijs zoover gedaald, dat
ondanks het verhoogde i nvoerrecht weder zaken naar
Duitschland mogelijk werden. Intussehien echter was
oolc Roemenië weder bereid gebleken om tot de ge-
daalde
prijzen
gerst te verkoopen en de prijsdaling
ging voort. In de eerste helft van Maart kwamen ook
voor gerst de
prijzen
op een ongelcend laag peil en
vooral Rusland en Roemenië bleven met dringend aan-
bod aan de markt. Ook Argentinië. volgde de prijs-
daling ten volle en evenals mais en rogge kwam oolc
gerst op een prijspeil, dat zelfs in vergelijking met
vSSr-oorlogsche prijzen laag te noemen viel. In dien

tijd ontstond in iiuitschland het plai tot nieuwe
sterke verhooging van het invoerrecht op gerst met
als doel vermeerdering van het roggegebruik. Toe-
neming der Duitsche vraag naar gerst is daarvan het
gevolg geweest en omstreeks half Maart ondergingen
ook de gerstprijzen een flinke verhooging. Daar ech-
ter tevens als vaststaand werd beschouwd, dat Duitsch-
land, tot nog toe het grootste invoerland van gerst,
na de verhooging van het invoerrecht zijn import ten
zeerste zou beperken, nam het prjsherstel lang niet
clenzelfden omvang aan als voor maïs. Na een aanvan-
kelijke
prijsstijging
voor sommige soorten van onge-
veer 15 pOt,, volgde spoedig weder een inzinking
waarna aan het einde der maand Russische en Donau-
gerst nog ongeveer 10 pOt. liooger genoteerd stonden
dan omstreeks den 15den. Groote voorraden Rus-
sische gerst in verschillende West-Europeesche ha-
vens, het in Roemenië nog aanwezige aanzienlijke uit-
voeroverschot, de groote hoeveelheden “oergerst, die r.og in Noord-Amerilca beschikbaar zijn, doch waar-van reeds sedert ddn herfst zoo goed als geen uitvoer
plaats vindt, en vooral het verdwijnen van Duitsch-
land als kooper aan de gerstmark, hebben tengevolge,
dat het vertrouwen in den gerstprjs niet groot isen
velen verdere inzinking der prijzen verwachten.

LIJNZAAD.

Terw,ijl in het laatste kwartaal van 1929 de prij-
zen over het algemeen een stijgende lijn’ vertoonden,

is in cle eerste drie maanden van 1930 juist het tegen-
overgestelde het geval geweest.
De noteeringen liepen regelmatig terug, om tegen
einde Maart weer plotseling een scherpe verhooging

te zien te geven. De omzetten in deze periode bleven
over het algemeen klein, daar koopers, gezien de alge-
meene toestand van de oliezadenmarkt, weinig ver-trouwen in het hooge niveau voor Lijnzaad stelden.
Een factor, waarmede ook nu weer rekening te
houden viel, was de koers van de peso, welke nogal
aan schommelingen onderhevig was en dientengevolge
invloed op cle prijzen uitoefende.

een in tensi.veiiig van de campagne voor een invoer-

recht op ruwe olie en petroleum-derivaten, toch wer-
den de betreffende voorstellen tot tweemaal toe door
den Senaat geweigerd.

Dc noodzakelijkheid eener vermindering der ver-
werki ng was ook de drjfver hij een voorstel van de
Federal Oil Oonservation Board, om de raffinaderijen
op Zondag stop te zetten. Om technische redenen vond
dit voorstel
bij
vele maatschappijen een minder gun-
stig onthaal, toch wordt het door meerderen in dien vorm verwezenlijkt, dat cle te raffineeren’ hoeveel-
lieden met 117 worden verminderd, de installaties
echter ook Zondag blijven werken.

Verder hebben tot het terugloopen der prijzen in
niet geringe mate de flauwe vrachten medegewerkt,
zoodat alles tezamen genomen, de terughoudendheid
der koopers wel verklaarbaar was. Aan den anderen
kant heeft cle vaste lijnoliemarkt, vooral toen de prij-
zen aanmerkelijk teruggeloopen waren, ertoe bijge-
dragen, dat de belangstelling eenigermate toenam.
Tenslotte dient gewezen te worden op het feit, dat
ook Bri tsch-Ind ië in de laatste maanden met gunstige
offerten aan de markt was, zoodat er in deze soort,
waarin over het algemeen in Nederland betrekkelijk
weinig omgaat, vrij veel werd afgedaan.
Bij het slot toont Indië zich echter weer meer terug-
houdend, waardoor verkoopers van Plata-zaad, mecic
gesteund door de goede belangstelling uit de Ver-
eenigde Staten, gelegenheid kregen hun vorderingen
vcer aanmerkelijk te verhoogen.

Niettegenstaande het feit, dat de internationale pe-
troleumi ndustrie aan snelle veranderingen van den
toestand is gewend, zullen toch de gebeurtenissen in
het afgeloopen kwartaal menigeen verrast hebben. Af-
gezien van de minder belangrijke verlaging van den
prijs van Pennsylvaansche ruwe olie, was het vooral cle door twee ondermaatschappijen der Standard Oil
Co. (New Jerscy) in het Mid-Oontinent gebied ge-
nomen maatregel eener vrij drastische prijsreductie,
die veel stof tot discussies gaf. Deze stap werd met
dc verklaring gemotiveerd, dat weliswaar de productie
van ruwe olie belangrijk was gedaald, dat echter van
een evenwicht tussehen deze productie en het ver-
bruik der eindproducten nog geen sprake was, maar
dit eveuwieht onmisbaar was, om de petroleum-indus-
trie weer op gezonden basis te brengen. Het teveel
aan eindproducten, vooral aan benzine en stookolie, had tot belangrijke prjsreducties op de voornaamste
markten geleid. Vooral in het Oosten der Ver. Sta-
ten deden echter ook aanvoeren van goedkoope Vene-
zolaansche olie alsmede van Californische ,,dis-
tress gasoline”, die door het Panamakanaal werd aan-
gevoerd, de
prijzen
dalen. Dezelfde maatregel als in
het Mid-Oontinent werd tevoren ook in Oalifornië
zelf toegepast en had het gewenschte succes. De prij-
zen konden daarna spoedig weer verhoogd worden. In
het Mid-Oonti nent hadden zoo belangrijke koopers van
ruwe olie als de Prairie en de Sinclair maatschap-
pijen het voorbeeld der St.ndard Oil Co. niet opge-
volgd, waarschijnlijk omdat, gezien haar groote voor-
raden, een dergelijke stap zeer belangrijke afschrij-
vingen op deze duurder gekochte opgeslagen hoeveel-
heden had meégebracht. Deze maatregelen leidden tot

De onbevredigende prijzen in het Oosten der Ver-
eenigde Staten, die terecht of ten onrechte 66k aan het
voordringen der Koninklijke Shell in dit gedeelte van
een markt werden toegeschreven, die de St. Oil Co.
of New-York als haar voornaamste domein beschouw-
de, hebben tot een ,,rigoureuze prijzenpolitiek” in Ned.-Ïndië aanleiding gegeven, die echter niet tot
indië beperkt bleef. De Koninklijke verlaagde de
prijzen, en deed deze maatregel door eell ontslag van
Europeesch en Inlandsch personeel volgen. De strijd is
nu weer in vollen gang, en zal vermoedelijk van de
strijdende partijen vrij zware offers vergen, die echter
niet tegen een verbetering van den algémeenen toe-
stand in de V. St. zullen opwegen. Deze verbetering
schijnt vorderingen te maken, en indien het verbruik van benzine zich eenigszins bevredigend ontwikkelt
aan een vervuiling der optimistische voorspellin-
gen van een toeneming van liet veibruik met
1112
in
1930 kunnen wij voorloopig echter niet gelooven –
dan zal de aanleiding voor de prijsverlagingen komen
te vervallen. Zooals reeds in de laatste maanden ligt
de sleutel der situatie minstens evenzeer, ja nog
meer hij de ontwikkeling van het verbruik van ben-
zine enz. als bij de productie van ruwe olie.

De reeds in den loop van het laatste kwartaal van
1029 geconstateerde vermindering van de vraag naar
Oleveland gieterij-ijzer, zette zich in het eerste kwar-
taal van 1930 in versterkte mate voort – zoover zelfs,
dat bij de zeer beperkte productie van dit materiaal
voorraden ontstonden. De locale verbruiker ging van
het standpunt uit, dat de sinds begin Januari sterk
gedaalde cokesprijs een verlaging’ van den ruwijzer-
prijs toeliet en volhardde in zijn afwachtende houding.
Inderdaad is de Oleveland Ironmasters’ Association

den lSen Maart jl. ertoe overgegaan de noteering,
welke sinds Juli 1929 7216 fob. k[iddlesbrough be-
clroeg met niet minder dan 51- te verlagen. Een ge-

————

MMMMMMMMMMM

314

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 April 1930

ringe opleving van de vraag is er tot nu toe slechts

het gevolg van geweest.
De geringe afzet van Oleveland ijzer in Schotiand
en op het vasteland wa.s vooral te wijten aan de scher-
pere concurrentie van Lux 3. De exportprijs van het
Oontinentale materiaal is gaandeweg gezakt, voorna-
melijk tengevolge van overaanbod, veroorzaakt door
de toegenomen productie van gieterij-ijzer op het
vasteland, terwijl het opnemingsvermogen van de

eigen markten verminderd is.
Het Westeuropeesche Gieterij-ijzerkartel, dat de
officieele exportnoteeringen voor Lux 3 afgeeft, is
in verband met een geschil onder de deelnemers, dat
ontstond toen het exportquota voor Italië eil Zwitser-
land wilde vaststellen, tijdelijk opgeheven geweest.
Hoewel de invloed van het kartel niet overschat moet
worden, heeft de markt hierop toch gereageerd.
Thans is de conventie op den ouden grondslag her-
steld en zij heeft de of ficieele exportnoteeringen voor
Lux 3 moeten verlagen. Deze zijn met 1 April voor

Engeland
6416
(was 6716) en voor andere overzeesche
landen 611- (was 641-) fob. Antwerpen. De markt ligt
intusschen reeds enkele shillings lager dan (leze of f i-

cieele noteeringei.

KOPER.

Nog altijd heeft het Koperkartel cie prijzen voor
Electrolytisch koper op één niveau kunnen handha-ven. Hoe lang ze hiertoe nog in staat blijft, is van te
voren zeer moeilijk te zeggen. De Amerikaansche
Statistiek over de maand Februari is allesbehalve
gunstig. Teneinde een vergelijking te maken t:o.z. van
de cijfers van October 1929 geven wij deze vergelij-
king hieronder:
Oct.
1929
Febr.
1930 Verschil
Productie geraf. Koper
152.840 121.190 –
31.650
Uitvoer

……………………..
5110

– 13.870
Binneni. afleveringen

105.720

61.870 – 43.850
Voorraden geraf. Koper
. .
88.420
233.170 + 144.750
Voorraden ougeraf. Koper.
. 254.90 264.780 + 9.840

Totale voorraad . .
343.360 497.9.50

Uit de bovenstaande cijfers blijkt ten eerste, dat de
koperverwerkende industrie in Amerika t.o.z. van
Oct. 1929 in Febi. 1930 ca. 40 pOt. koper minder
verbruikt; helaas is er in het cijfer van Februari
tegenover dat van Januari 1930 nog geen vooruitgang
te bespeuren, daar de hinnenlandsche afleveringen in
Februari niettegenstaande deze maand 3 dagen min-
der heeft dan Januari, ca. 8000 ton minder bedroegen
dan de voorafgaande maand.
De uitvoer is ca. 25 pOt. lager dan in Oct. 1929.
Wel is de productie met 31.650 ton achteruitgegaan,
doch dit
cijfer
weegt niet op tegen de voorraadstoene-
ming van rond 150.000 ton. De automobielproductie
in Februari wordt geschat op 358.300 stuks tegen
497.705 in Febr. 1929, terwijl verder alles ex op wijst
dat in Amerika nog geen sprake is van opleving der
industrie (staalproductie bijv. was dc eerste 2 maan-

in koper gedekt te zijn, daar een prijsverlaging, wil
zij animeeren tot koopen, zeker’ eenige dollars per
1.00 lbs. zal moeten bedragen. Men vergete echter niet
dat een dergelijke plotselinge verlaging ook een na-
deel heeft, ni. dat zij die uit den aard van hun be-
drijf altijd met een bepaalde voorraad moeten werken
clan met een beduidend verlies zullen moeten rekening
houden. De volgende berekening ontleenen wij aan
,,The Mining Journal” van 22 Maart.
Bij
een
prijs
van 17 $ cents zou de productie 14 pOt. moeten toe-
nemen, bij 16 $ cents 33 pOt., bij 15 $ cents 60 pOt. en
bij 14 $ cents 100 pOt. Van consumentenzijde wordt
(lan ook de verdere ontwikkeling van de kopermarkt met de grootste belangstelling gadegeslagen.

BOEKAANKONDIGING.

Nederlandsche Reedersvereeniging.
Terugblik over het vijf-en-twintig jarig

bestaan 1905-1930.

liet vijf-en-twintig jarig bestaan der Nederlandsche
Reedersvereeniging wordt niet in gunstige omstan-digheden herdacht. Niettemin heeft de Vereeniging
door den adjunct-secretaris Mr. II. E. Seheffer een
gedenkboek doen samenstellen, dat een terugblik geeft
van het werk, dat in de eerste kwart-eeuw van haar
bestaan verricht is.
In de inleiding wordt er op gewezen, dat de taak
van de Vereeniging, de hehartiging van de gemeen-
.schappeljke reedersbelangei.i, naar verhouding be-scheiden is geweest. Bij den euormeu opbloei en de sterke ontwikkeling van de Nederlandsche. scheep-
vaart, welke de afgeloopen 25 jaren te zien geven (in
1005 bedroeg de tonnage van de Nederlandsche koop-
vaardijvloot 701.154 Br. R. T., thans in 1930 2.801.103
Br. R. T.) heeft de Vereeniging slechts een dienende,
geen leidende rol kunnen vervullen. Maar nochtans
heeft dit dieneude werk, deze arbeid van studie en
voorlichting van vertegenwoordiging van de reeders-
belangen tegenover de Regeering en tegenover het
buitenland, mede de voorwaarden geschapen, welke
voor de
vrije
ontplooiing van de in het bedrijf actief
werkende krachten onmisbaar zijn geweest. Steeds is
het streven van de Vereeniging geweest de stoornis-
sen en belemmeringen, die zich bij de uitoefening van
de zeevaart voordeden, op te heffen en tegen te gaan
en de normen, waaraan de scheepvaart heeft te vol-
doen, in overeenstemming te brengen met de wenschen
en inzichten van hen, die in de praktijk.van het be-
drijf werkzaam zijn.
In een vijftal hoofdstukken wordt een beknopt over-
zicht gegeven van de geschiedenis en den groei der
Vereeniging, terwijl men tevens een denkbeeld krijgt,
bijv. in het hoofdstuk over internationale samenwer-
king, van de belangen, die zij in den loop der jaren
heeft behartigd en waaruit
blijkt,
dat deze organisatie
voor de Nederlandsche scheepvaart van zeer groote
beteekenis is.

den van dit jaar ca. 15 pOt. lager dan Jan. en
Febr. van het vorige jaar). Teneinde een prijsverla-
ging zoolang mogelijk op te houden zal het kartel
to een verdere drastisché productiebeperking moe-ten overgaan. De consumenten reageeren in het al-gemeen op de hierboven genoemde cijfers met een
zekere terughoudendheid; iedereen is bang om ruim

MAANDCIJFERS.

PRODUCTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-
KOLEN- EN ZOUTMIJNEN.

(Gegevens verstrekt door den Hoofdingenieur der mijnen.)

I. Gezanenlijke Steenkolenmijnen.

Januari Januari Januari
1930
1930
1929

Prod. Steenkolen in tonnen.
1.059.723 1.059.723
980.377
Aantal normale werkdagen
.
26
26
26
1
)

H. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”.

Januari
Januari

1

Januari
1930 1930
1929

Netto-productie in tonnen..
22.525
2
)
22.5252)

Aantal normale werkdagen
25
25

2
April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

315

III. Zoiltinijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

Januari
1930
Januari
1

1930
Januari

1

4929

Afgeleverd:
Geraff.

zout ……..(ton)
3.625
3.625
3.314
Industriezout

…….(

)
82
82
48
Afvalzout

………..(

,,
)
222
222
338
Aantal

normale werkdagen
26
26
26

Arbeiders.

Gezamen-

Aantal.

Steenkolen
lijke

BrUÎfl-

kolenmijn

Zoutmijnen ,,Carisborg”
mijnen

26.9054)

1 Februari 1929

……….

10.224e)

1

Februari

1930

. …….f 11.0703)

151

168

3 24.7944)

786)

152

1)
Mijn Julia 24 dagen.
2
)16.803 ton ruwe bruinkool en 5.722 ton bruinkoolbrik.
8)
bovengronds.
4)
ondergronds.
6)
Werkzaam in briketfabr. c.q. belast iiiet herstelwerk
in bruinkooigroeve.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

OPEN MARKT.

1930

1929

1928

11

1914

29 M t

24
1
29

1

17122

10115

25130

26131

20124
Maart

Maart

Maart

Maart

Maart

Juli

Amsterdam
Partic.disc.

2
1
14-514

2
1
116.5116

2
5
116
-1
12

27116_11116

5118-116

315j1641114

3118-/16
Prolong.

2

1314-211

211
4
11
3

2
1
12-3

5
1
12_6h14

331
4
4

211
4
.51
4

Londen
Dageld…

21I2_314

2-3

2411
4

2I12_4
1
1

4-6

31j2_4114

1314-2
Partic.disc.

2
5
14

21:12-14

218-
7
1$

271
5
_3
1
1

55116-3/8

4.
1
116

2
1
14-14
Berlijn
Daggeld…

6-7′

3..7
1
1

3-6
1
1

3-61

4-10


Partic.disc.
30-55 d..
.

47(

418

419-5
1
18

S’ja-‘i°

6
3
14-
7
19


56-90 d.. .

47j

471

41s-5
1
18

518-18

6
3
14-
7
/9

21
18_
1
12
Waren-
wechsel.

511
4

5614

5114_112

514_513

7


New York
Dageld
1)

4-ij4

3
1
13′.4
1
14

2-4314

34114

8.20
1
14

4I1
5
_511
4

Ij4-21I
Partic.disc.

2
7
18-3

251-3 –

2519311
4

3
1
14_
1
13

5
1
1

35
1818


8)
Koers van
ZS
Maart en daaraan vooratgaanae weken t/m
vrijoag.

WISSELKOERSEN..

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da to

New

Londen

Berlijn

Parijs

Brussei Batut’io
York)

‘,)

•)

0)

*)

1)

25Maart1930 2.49′

12.1281
8

59.48

9.76

34.77

1001/
s

26

,,

1930 2.49′

12.12+*

59.49

9.76

34.76*
1001/
1

27

,,

1930 2.4981
14

12.12,°

59.494

9.76

34.764 100 ui 28

,,

1930 2.4931


12

12
T6

59.51*

9.754 34.77

100l
29

,,

1930 2.498/

12.32k

59.51

9.754 34.77

100i1
31

,,

1930 2.4981
16

12.12i1

59.49

9.755 34.76

99
Laagsted.w.’) 2.4871
4

12.12I

59.46

9.744 34.74

9911
Hoogste d.w
1
) 2.49%

.300

59.53

9.76*
34.8

1008/
4

24Maart1930 2.49%

12.13

59.494

9.704 34.77

1001/
8

17

,,

1930 2.49k

12.12+4

59.494

9.76

34.764 100’1
Muntpariteit 2.48%

12.10%

59.26

9.75

3

100

Zwit-

Weenen

Praag Boeka- Milaan Madrid
ata

seran

rest’)

00)

6*)

25Maart1930

48.25%

35.12%

7.38*

1.49

13.04* 31.07*
26

,,

1930

48.24%

35.12%

7.38

1.49

13.04*
30.99
27

,,

1930

48.24%

35.12%

7.38*

1.49

13.06

31.00
28

,,

1930

48.25

35.12%

7.38*

1.49

33.06*
30.80
29

,,

1930

48.24%

35.12%’

7.34.

1.49


31

,,

1930

48.23%

35.12%

7.38*

1.48

13.06

31.074
Laagsted.w.’)

48.20

35.05

7.37

1.46

13.03

30.70
Hoogsted.wl)

48.29

35.15

7.41

1.51

13.08

31.40
24Maart1930

48 28%

35.15

7.38*.

1.49

13.06

31.22*
17

,,

1930

48.28

35.15

7.39

1.49

13.064 31.55
Muntpariteit

48.-

35.

6)

. 48.-

13.09

4
8.52*
*)
Noteering te AmBterdain.
“)
Noteering te Itotterdam.
8)
Particuliere opgave.
2)
Wettelijk gestabiliseerd tusseben. 753″ en
7.21
8
11:

Data

holm S)Ihagen*,)
t Stock-
1
Kopen-I Os1o’)

zing-

Afres’)

treal
1)
Buenos-

Mon-

25Maart1930 67.-

66.77*
66.75

6.27*

94%

2.49%
26

,,

1930 67.-

66.775 66.724

6.274

94

2.4911
4

27

,,

1930 67.024 66.774 66.75

6.274

940/
5

2.491/
4

28

,,

1930 67.-

66.774 66.75

6.27

95

2.49k
29

,,

1930 67.-

66.774 66.75

6.27

95%

2.49%
31

,,

1930 67.-

66.75

66.724

6.274

953%

2.4911
4

Laagste d.w.l) 66.924 68.69

86.674

6.25

9331

2.48
3
4
Hoogste d.w’) 67.05

66.80

86.774

6.29

96%

2.49%
24Maart1930 67.024 66.80

66.77*

6.27*

94ia

2.49%
17

,,

1930 66.974 66.774 66.75

6.274

92%

2.49
untpariteit 66.67

66.67

66.67

6.264

105%

2.48%

)
INoteering te Amsteraam.

)
Not. te l1)
I”art. opgave.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
1 April 1930 voor
teleqrafische
uitbetaling op:

Gulden per

Pari

Koers
1
Bank- disconto

Europa.

6/

Londen’)

£

12. 1 OJ

12.12

34

Luxemburg ………100 Franc

48.-

6.95

Boedapest .. . .

.

100 Pengö

43.51

43.50

65

Kopenhagen ‘)

100 Kronen

66.67

66.725

44

Berlijn ‘) …………100 Mark

59.26

59.474

5
Parijs’) ………….100 Franc

9.747

9.754

3
Brussel
‘) §)

……..
100 Belga

34.59

34.76

34

Zürich ‘) ………….iOO

,,

48.-

48.234

34
Praag …………..100 Kronen

7.374

7.374

5

Kovno (Litauen)

..

100 ,Lita

24.88

24.75:

7

Weenen ‘) ………
..100
Schilling

35.-

35.124

6

Riga (Letland) ….

100 Lat

48.-

48.-

8-7

Boekarest

……….100 Lei

1.4880

1.48

9

Reval (Estland). .. .

100 Estl. Kr.

66.67

06.75

8

Sofia

…………..100 Leva

48.-

1.79*

10
Belgrado ………….100 Dinar

4.379

4.394

6
Stamboel

……….Turksch £

10.93

1.18
Athene

…………100 Drachme

3.23

3.224

9
Milaan

…………100 Lira

13.09

13.06

64
Madrid

…………100 Peseta

48.-

31.124

55
Lissabon ………….Escudo

2.684

11.114

8

(.10 Roebel)

Oslo’) …………..100

66.67

66.724

44

Amerika.

Stockholm ‘) ………
100

66.67

67._

4
Reickjavik ……….100 IJsl.Kr.

66.67

55._
Warschau

……….100 Zloty

27.91

275

7

New-York’)

$

2.4878

2.494

34

Helsingfors

………100 Finnmrk.

8.265

6.264

7
Moskou

…………Tjerwonets

12.80

12.85

Danzig

………….100 Gulden

48.42

48.45

7

La Paz (Bolivia) ..

Boliviano

0.9080

0.91

Montreal

……….Canad. $

2.4878

2.49k

Rio de Janeiro….

Milreis (pap.)

0.8075

0.
2
9*

Mexico

….. …. ….Mex. Dollar

1.24

1.184
Buenos Aires ……
..Peso (papier)

1.0568′

0.954

Bogota (Columbia).

Peso

2.42

2.3960
Valparaiso ……….Peso (papier)

0.30

0.304

Quito (Ecuador)

. .

Sucre

1.21

494

6-7
Lima (Peru) …….losol=LCPer
2
12.104

0.975
Montevideo (Urug.)

Peso

2.5725

2.285
Caracas (Venezuela)

Bolivar

0.4795

0.4735

Willemstad (Curaç.)

Gulden

1014
1.
San José (0. Rica)

Colon

1.16

0.62
Guatemala ………Quetzal

2.48%

2.494

Batavia

……….

.

Managua (Nicarag.)

Cordoba

2.484

2.46
San Salvador (Salv.)

Colon

1.2440

1.234
Azië.

Paramaribo

…….Gulden

.

1.-

994

Calcutta …………Rupee

0.91

904

7

Hong Kong

…….Dollar

0.944

.Gulden I.C.

1.-

.100T19

44

Shanghai

……..Taël

‘1.18
Singapore

………Straits DolI.

1.4125

1.40
Manilla

……….Phil.

Peso

1.214

1.214
Bangkok ……….

Baht

1.10

1.13
Teheran (Perzië) ..

Kran

0.234
Afrska.

Kobe

….. …. ….Yen

1.24

1.234

5.4

Kaapstad

£

12.104

12.094

6
Alexandrië ……..

Egypt. £

12.42

12.434
Austraiië.
Melbourne, Sidney


en Brisbane

….

£

12.104

11.37
Nieuw Zeeland . …

£

12.104

11.57
) uouapeso. Milrels uoua.

1
Not, te A’aam.
0v.
not, part. opg.
§) lBelga = 5 fr
)
ank.
2)
1 Sol. = f’0.971j2.

316

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 April 1930

KOERSEN TE
NEW YORK.
(Cable).

1) t
a a
Londen
Parijs
Berlijn Amsterdam
($
per Ë)
($
p. 100 fr.)
($
p. 100
Mk.)
($
p. 100 gid.)

25 Maart 1930
4,86
81
1
32

3,92
23,8851
8

1

40,16%
26

,,

1930
4,86
23
33

3,915,
23,88
40,14%
27

,,

1930
4,8634
3,9134
23,8734
40,13
28

,,

1930
4,86
19
1
53

3,91o1
8

23,88%
40,13%
29

,,

1930
4,865/
8

3,91%
23,88%
40,13
1
4
31

,,

1930
4,86
15
82

3,91s1
9

23,87%
40
9
13%

1 April

1929
4,855,,
3,9054
23,72
40,06%
untpariteit ../
4,8667
3,9051
9

23,81%
40’1

TE LONDEN.
KOERSEN

Plaatsen en Noteerings-
IS
Mrt.
1
22
Mrt.
1
24129
Maart’30
29
Mrf.
Landen

eenheden

1930

1930
1
LaagstelHoo,

1930

Alexandrië.. Piast. p.

9734

9734

9771

9791,, 97
Athene …….Dr. p.0 375 375
374a
375% 375
Bangkok…. Sh.p.tical 1/103/
s
11102/
8
1110518 111031
9
1/10
5
1
8

Budapest .. . Pen. p £ 27.821 27.84 27.82 27.89 27.85
Buenos Aires d. p.$ 41s1 4234 4251
16
43 42’1,
Calcutta . . . 5h. p. rup. 1j5271 1/5271
39
1j513/
3
1;57/
115251
44

Constantin.. Piast.p., 10.30 1.030 1.030 1.030 1.030
Hongkong .. Sh. p. $ 1/6% 1/617/
33
116 1!671 11631
8

Kobe …….Sh. p. yen 2/03/, 2/0s1

2/03/
6
21071

210131
33

Lissabon …. Escu. p. £ 108% 10834 10811
8
1083I

108%
Mexicol)…. $ per £ 10.25 10.20 10.10 10.35 10.25
Montevideo . d.per

438,1
8
44

4371
8
4534

44%
Montreal … $ per £ 4.8734
4.86H
4.86% 4.87

4.86+
Riod. Janeiro d. per Mii.
5″/

5

5
23
152 587/82 525133
Shanghai . . . Sh. p. tael 1/11 +

111 l’

1/11 111171, 1111 r’
TW
Singapore . .

id. p. $ 213
47
1
64
2/3
47
/ 2/321/
33
2131s/
j
213
47
1
44

Valparaiso
1)
$
per £ 39.84 39.90 39.90 39.94 39.93
Warschau .. Zi. p. £ 43.37 43.391 43.37 43.45 43.391
1)
In het vervolg worden de Mex. $ niet meer In penc. doch in £
genoteerd.
2)
90 dg.

ZILVERPRLJS

GOUDPRIJS
3)

Londen’) N.York5)

Londen
24 Maart1930. . 19%

42%

24 Maart1930.. .. 84/11
25
,,

1930.. 19%

42%

25
,,

1930…. 8110
26
,,

1930.. 1971
j
,

423/
3

26
,,

1930…. 84111
27
,,

1930.. 1931,

42%

27
,,

1930…. 84/11
28
,,

1930.. 1934

42%

28
,,

1930…. 84111%
29
,,

1930.. 1971

4171,

29
,,

1930…. 84111%
30 Maart1929.. –

56%

30 Maart1929… .


27 Juli 1914.. 24a’,, 59

27 Juli 1914… . 84111
1)
In pence p.oz.stand.
2)
Forelgn silver in $c. p.oz. line.
5)
In ah. p.oz. line

STAND_VAN_’._RIJKS_KAS.

Vorderingen.

1
15Maart 1930

23Maart1930
Saldo bij de Ned. Bank ………….
….-


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten /

214.179,- t

589.149,09
Voorschot op ultimo Feb. 1930 aan
de gem. op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
de Rijksinkomstenbelasting ……..
….33.027.193,70 ,, 33.027.193,70
Voorschotten aan Ned.-Indi8
.
………
..,, 50.909.867,25 ,, 46.805.682,06
Id. aan Suriname …………………
….13.488.635,- ,, 13.509.391,23
Id. aan Curaçao. …
………………….1.342.171,79

,,

1.345.042,89
Kasvord. weg. credietverst.ajh. buitenl

120.922.834,79

120.160.387,77
Daggeldleeningen tegen onderp


Saldo der postrekeningen van Rijks-
comptabelen …………………..
..24.512.094,49

,, 24.862.038,48
Vordering op het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds’) …….
……………..201.021,97

25.361,21
Vordering op andere Staatsbedrijven’)
,,
13.125.309,18
,,
13.250.309,18

Ve r pij c h t i n ge n.

Voorschot door de Nederl. Bank ingev.
art. 16 van haar octrooi verstrekt., / 12.742.269,44 /

604.918,08
Voorschot door de Ned. Bank inrek.
courant verstrekt …………………..-


Schatkistbiljetten in Omloop ………

130.60
.,,

2.000,–

,, 130.602.000,-
Schatkistpromessen In omloop …….
,,
65.640.000,-

65.640.000,-

Waarvan direct bij de Ned. Bank


Daggeldleeningen ……………….
….-

Zilverbons in omloop ………………10.676.982,-
,,
10.038.076,-
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)


Id. a. h. Staatsbedrijf d. P.,T. en T.’)..
,,
30.613.485,24

31.525.733,94
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ………285.000,- ,,

285.000.-
Id. aan diverse instellingen’) ……..
…7.454.733,69
,,
7.336.698,69
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

22 Maart 1930
1
29 Maart 1930

Vorderingen:
Saldo

bij

‘a Rijks kas
…………….


Saldo bij de Javaache Bank ……….


Verplichtingen:

f
46.806.000,-

f
46.625.000,-


Betaalmiddelen in
‘8
Lands Kas



Voorschot ‘s Rijks kas …………….
Schatkistpromessen

……………….

34.981.000,-
34.313.000.-
Waarvan Muntbiljetten
……………..

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds

7.431.000,-
7.493.000,-
Muntbiljetten In omloop ……………

Idem aan de Ned.-Ind Postspaarbank.,,
1.148.000,-
1.135.000.- Voorschot van de Javssche Bank
19.210.000,-
21.379.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 31 Maart 1930.
4otiva.
Binnenl.Wis.Ifffdbk.
f
38.536.574,34
sels, Prom., Bijbnk.

758.523,72
eu.1uu1bt.ttg.a1ll1.
,,

12.29ó.095
,
42

f
51.593.193.48
Papier o. h. Bui tenl. in disconto

……
Idem eigen portef. .
f
204.207.304,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet af gel.


,,
204.207.304,_
Beleeningen

111 dbk.
f

58.040.508 87
ncl. vrsch.
in rek.-crt.

Bijbnk.
,,

7.779.128,20
Ag.sch.
,,

53.840.291 37
op onderp.

f
119.659.988,44

Op Effecten

……f
117.627.259,75
OpGoederenenSpec.
,,

2.032.728,69 119.659.988,44
Voorschotten a. h. Rijk …………….
,,
15.000.000..-..
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f

64.939.200,-
Muntmat., Goud
..
,,
367.023.308,64

f
431.962.508,64
Munt, Zilver, enz..

,,

27.873.111,96
Muntmat., Zilver..
,,

Belegging
ij,
kapitaal, reserves en pen.
459.835.620,60
1
)

sioenfonds

……………………
,,
25.411.833,87
Gebouwen en Meub. der Bank
………
,
5.200.000,_
Diverse

rekeningen
………………
,,
29.955.519,79

Passiva

f
___________________
910.863.460,18

Kapitaal
………………..
……..f
20.000.000,-
Reservefonds
…………… ………
,,
7.106.550,55
Bijzondere reserve

………………
,,
8.000.000,.-.-
Pensioenfonds

………………….

,,
6.320.091,15
Bankbiljetten in omloop…………..
,,
836.561.035,.-..
Bankassignatiën in omloop

……….

..
1.614.562,42
Rek.-Cour.
Ç
Het Rijk f


saldo’s:

k Anderen
,,

12.584.928,04
12.584.928,04
Diverse

rekeningen
………………
,,
18.676.293,02

f
910.863.460,18

Beschikbaar metaalsaldo
………….
f.
119.116.815,20
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop dan waartoe de Bank gerechtigdis
297.792.035,_
‘)
Waarvan in het buitenland
f
23.890.447,18.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud Circulatle
Andere
opelschb.
Beschlkb.
Metaal- Ikings
Dek-

Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
1
)1
perc.

31Maart’30
64.939
367.023
836.561
14.119
119.117
54
24

,,

’30
64.951
367.023 781.040
21.488
137.895
57
17

,,

’30
64.950 367.023
790.967
17.953
134.769
56
10

,,

’30
64.960
372.023
801.411
17.677
135.800
56
3

,,

’30
64.968
372.024 826.378 21.712
124.136
55
24 Febr. ’30
64.982
372.024
782.401
23.739
141.186
574
2April’29
66.767
355.712
834.531
20.962 100.564
52
25 Juli

‘14165.7031
96.410
310.437 6.198
43.521
54
Totaal
Sffatklt-
B 1
ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
1
prolnessen

g
op
het reke-
disconto’s
rechtstreeks
bullenl.
ningen
5)

31Maart1930
51.593

119.660
204.207 29.956
24

,,

1930
51.535

88.919
204.113
27.494
17

,,

1930
51.794

88.926
204.006
28.179
10

,,

1930
56.857 6.000
84.408 200.911
32.047
3

,,

1930
57.544
6.000
108.341
200.852
31.418
24 Febr. 1930
51.177

79.057
200.708
31.174
2 April 1929
197.890
40.000
157.897 33.929
44.375
25 Juli

1914
87.947

61.686
20.188
509
1)
Sedert den
bankstaat
van 14 Jat,.
’29 weder
op
de basis
van
31
metaaldekking.
2)
Sluitpost
activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Circu

t1IUCI6

Dlv. reke-
Data

Metaal

– 1
opelschb. Discont.
latte

schulden
t

ningen’)

1
Maart 1930.

1
706′
1.543 653
1.078
391
22 Febr.

1930-
7453
1.287 043 1.065 376
15

,,

1930-
791
2

1.310 689
1.063 372
8

,,

1930-
791′
1.501
600
1.065
458
2 Maart1929…
815
1.875
706
1.040
327
5 Juli

1914.,
045
1.100
560
735
396
1)
Sluitp. der activa.
2)
f
100.000
bij de
Ned. Bank
gedep.

2 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

317

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. be
samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
C’rculatle
Andere
elschb.
ochulden

Beschikb.
metaal-
saldo

29Mrt.1930
169.100
270.200
39.000 45.420

22

1930
167.500
273.100
.
36.900 43.500

15

1930
166.400
281.600
30.100
41.720

1 Mrt. 1930
139.073

30.30
275.827
30.814 46.725

22Feb. 1930
139.075

30.465
274.777
33.683 46.156

15

,,

1930
139.170

30.101
278.568
32.459 44.860

8

,,

1930
139.189

29.712 283.142
32.072 42.815

30Mrt.1929
167.365

19.508
304.222
42.997
47.562

31Mrt.1928
173.331

17.912
309.920
44.982 120.642e

25 Juli1914
22.057 1

31.907
1

110.172 12.634
1

4.842

1

Wissels,

Dek-

Data

conto’s

N.-Ind.

ntngen

reke-
,

percen
Dis-

1

buiten

Belee-

kings-

betaalb.


ag

tage

29Mrt.1930

13200

55

22

,,

1930

135.900

‘••

54
15

1930

136.300

••

53

1 Mrt. 1930


8.857

32.453

69.568

25.989

55

22 Feb. 1930

8.764

31.045

70.619

32.377

55

15

1930

8.513

31.055

76.363

32.547

54

8

,,

1930

9.186

32.301.

78.376

30.989

54

30Mrt. 1929

8.336

27.807

73.709

57.094

54

31Mrt. 1928

12.582

25.605

74514

57.463

55

25Juli1914

7.259

6.395

47,934

2.228

44
1)
Sluitpoat activa.

2)
Basis
115
metaaldekklng.

BANK VAN ENGELAND.
Vooruaamste posten in duizenden ponden sterling.

Bankbilf.

Bankbilf.

Other Securities
Data

Metaal

in

in Banking Disc, and
s
circulatie

Departin.

Advances

ecurities

26Maart1930

155.997

352.304

62.840

6.111

13.301

19

1930

154.245

348.890

64.568

6.060

16.258

12

,,

1930

152.623

350.458

61.426

7.960

15.570

5

1930

152.290

347.296

64.306

6.841

15.104
26 Febr. 1930

151.979

346.812

64.515

4.716

12.869

19

,,

1930

151.639

345.581

65.391

4.733

16.293

27 Maart1929

154.467

361.786

51.546

13.004

17.066

22 Juli

1914

40.164

29.317

33.633


Other Dep

1

osits

1

Dek-

1

00v.

1
Public

1

Other

1
Reserve]
p
e
n

Data

Sec.

Depos.

Bankers Accountsl

rc.
1)
kigs-

26 Mrt. ’30

44.767

18.787

54.874

35.917

63.693 58
3
132
19

’30

41.482

12.883

62.086

35.883

65.355 58
29
/
3
,
12

30

37.332

8.987

59.001

36.743

62.175
595
/,
5

,,

’30

38.612

7.675

83.694

35.922

64.994 601,
26 Feb.
1
30

34.442

11.987

50.714

36.231

65.187 65″/,
19
,,

’30

38.582

13.871

59.167

34.417

66.058 61
13
/
32

27 Mrt. ’29

50.587

19.705

58.240

36.355

51.948

11.605

45I,

22 Juli ’14

13.736

42.185

29.297 52

1) Verhouding tusschen Reserve en Iieposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaan1ste posten in mihioenen france.

Te goed

Wis-

Waarv.

Renteloos
Data

Goud’) Zilver in het

Is

op het

e ee-

voorschot
buitenl.

se

buitenl.

n ngen a,d.Staat

21 Mrt.’30 42,552

259

6.932
1
24.028
1
18.756

2.547

3.200

14

,,

’30 42.594

257

6.937 24.230 18.742

2.594

3.200
7

,,

’30 42.753

254

6.960 26.419 18.472

2.635

3.200
28 Feb.’30 42.855

247

6.956 24.068 18.739

2.658

3.200

22 Mrt.’29 34.121

732 10.710 23.340 18.443

2.330

3.200

23
Juli’14

4.104

640

1.541

8

769

Bons v. d.

Dl

Rekg. Courant
Data

zelfst.

se”n’Ç

Circulatle

2Ïfst.

Parti-
amort. k.

Staat

amort,k. culleren

21 Mrt.’30

5.396

1.587

69.587

3.921 1 3.431

8.114
14

’30

5.396

1.545

69.970

4.613

3.517

7.363
7

.,

’30

5.396

1.636

70.373

4.945

3.564

7.067
28Feb.
1
30

5.453

2.938

71.116

5.112

3.655

7.136

22 Mrt.’29

5.930

1.385

62.627

5.685

5.736

6.689

23 Juli’14

5.912

401

943
1)
Bij
de stabilisatie is de goudvoorraad

gewaardeerd volgens de
nieuwe waarde van den franc.
2)
Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan

Devlezen

Andere
,

,,

bij
bui-

als goud-

wissels

Belee-
a a

ou

teni. circ.

dekking

en

ningen
banken
1)

geldende

cheques

22 Mrt. 1930

2.491,8

149,8

450,6

1.504,7

55,6
15

,,

1930

2.480,5

149,8

411,9

1.639,4

68,3
7

,,

1930

2.462,1

149,8

401,8

1.918,2

95,8
28 Febr. 1930

2.444,4

149,8

383,8

1.916,8

323,3
22

,,

1930

2.410,2

149,8

398,8

1.620,4

54,7
23 Mrt. 1929

2.646,9

94,0

67,0

1.672,9

43,6
30 Juli

1914

1.356,9

750,9

50,2

D

Effec-

Diverse

Circu-

Rekg.-

Diverse
a a

ten

Activa
2
)

latte

Cr1.

Passiva

22 Mrt. 1930

93,2

563,8

4.109,2

593,1


150,4
15

,,

1930

93,2

502,5

4.266,0

458,5

150,4
7

1930

93,2

516,8

4.480,2

530,3

149,0
28 Febr. 1930

93,3

484,9

4.722,4

468,5

151,2
22

,,

1930

93,3

511,9

4.004,6

615,8

160,3
23 Mrt. 1929

93,1

528,8

4.033,0

528,3

205,9
30 Juli

1914

330,8

200,4

1.890,9

944,-

40,0
‘Junoelast.
‘.1
W.O. «entenoangscneine zz
,
1,
ï
Mrt., zó,zz
reor. ju,
23 Mrt.29, resp.62; 46; 46; 18; 60; 49 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in milhioenen Belgas.

Goud
o
0,

2

Rekg. Crt.

Data

1930

‘9

n

.
0

.
L

.42

27Mrt.

1181

545

45

837

33

309

2.790

19

109
20

1181

549

45

800

39

309

2.772

20

95
13

1181

550

45

822

40

309

2.794

9

111
6

1179

539

45

809

42

309

2.800

16

77
27Febr.11179

548

45

808

40

309

2.798

15

84
28
Mrt.1I
908

488

44

746

40

342

2.412

41

84
, w.s.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD

AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad

Wettig

Wissels

.
er
.
d
1

in

middel,

.

1

markt
Totaal

1

F. R.

Zilver

1
Data

Dekk g
betaal-

disc
memb

In her-

In de
v

open
bedrag

i

Notes

etc.

banks

1
gekocht

5 Mrt.’30

2.995,5

1.669,0

188,4

308,6

271,2
26Feb.’30

2.989,6

1.685,0

197,0

342,8

299,3
19

,,

’30

2.977,5

1.718,4

199,4

3769

281,1
12

,,

’30

2.975,0

1.704,2

198,5

381,9

276,1
5

,,

’30

2.978,6

1.704,5

199,9

381,4

295,8
29 Jan.’30

2.985,2

1.712,4

203,1

406,9

258,5

6
Mrt.’291

2.682,8

1

1.246,0

1

152,8

1

989,2

1

304,6

Data

in
u. s.

Notes

estort

Dek-

Efek-
Belegd


Totaa~

•ih

Âl em.

Qov.Sec.

in circu-

.

[
1
0
1apitaal

kings-

kings- latie

perc.’)

perc.’)
5 Mrt.’30

486,1

1.641,4

2.349,1

172,1

75,9

79,8
26Feb.’30

482,8

1.637,1

2.408,0

171,8

73,9

78,8
19

,,

’30

480,6

1.656,2

2.390,9

171,6

73,5

78,5
12

,,

’30

478,6

1.682,4

2.388,9

171,4

73,7

77
9

5

,,

’30

477,8

1.683,5

2.389,3

171,5

73,0

78,0
29 Jan.’30

476,5

1.701,9

2.369,0

171,4

73,3

78,3

6 Mrt.’29

163,(Y

1
1.666,6 12.402,5
1

152,1

i

65,9

1

69,7
) vernoua,ng totalen gouuvoorraau tegenover opeisenoare
schulden: F. R.
Notes
en
netto depoalto.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Dis-

1

1ïirve
Data

banken

en

i
gingen

.
R.

depo.

time
beleen.

1

banks

Aantal

conto’s
1
Beleg-

bil de

Totaal

Waarvan

sito’s

deposits

26Feb.’30

152

16.428

5.575

1.731

19.823

6.874
19

’30

186

16.519

5.571

1.695

19.821

6.851
12

’30

185

16.588

5.512

1.687

19.836

6.853
5

’30

173

16.625

5.502

1.701

19.885

6.860
29 Jan.’30

193

16.662

5.529

1.691

19.898

6.913

27Feb.’29

712

16.366

5.972

1.746

20.302

6.879
Jlleracnter
voigen
eniceie Danicstaten, weie aan net
eino
van ieder kwartaal worden
opgenomen.

318

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 April 1930

1. FEDERAL RESERVE BANK TE NEW YORK.

IV. NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN.
(In millioenen Dollars.)

1

(In millioenen Kronen.)

Goudvoorraad

Wettig

Wissels

Totaal
De/t king
in herdisc.
aan de
1

de open
markt
Data
betaal-
middel,
bedrag
F.R. Notes
Zilver eic.
member
gekocht
bank,

26 Febr.1930..
902,7
254,7
61,2
58,4
76,8
19

,,

1930..
859,8
254,7 60,4
88,8
85,4
11

,,

1930..
860,9
254,8
57,1
79,3
89,7
5

,,

1930..
883,8
254,8
55,7
54,7
109,8
29 Jan. 1930..
837,1
254,8 57,0
65,1
93,7
22

,,

1930.
.
860,9
254,8
58,0
89,7
117,3
15

,,

1930.
.
807,2
255,4
56,9
131,2 152,3
8

,,

1930..
807,2
255,4
56,9
131,2
152,3
31 Dec. 1929..
749,9
255,4
50,4
171,8
191,7
24

,,

1929..
710,4 342,5 45,0
197,7
173,8
18

,,

1929..
825,2
417,5 47,4
176,2 118,0
11

,,

1929..
888,2
331,7 43,3
155,3 145,2
4

,,

1929..
981,9
417,5
42,2 130,4
87,5

27 Febr.1929…
1.002,0

1

255,5
41,2
222,4
66,6
29 Febr.1928..
1.056,5
332,0
32,3
83,3 96,5

Data
Belegd
U. S. Gov
.
FR. Notes
In
Totaal
Gestort
Algemeen
Dekkin.
g,
Sec.
circulatie
Deposito’s
Kapitaa
l
pere.

26 Febr.1930..
218,3
221,3
1.011,8 67,5
78,2
19

,,

1930..
216,8
235,7
990,1
67,5
75,1
11

,,

1930..
212,4
250,2
955,7
67,4
76,1
5

,,

1930..
211,9
258,6
970,2
67,4
76,5
29 Jan. 1930.
.
210,8
274,0
947,2 67,4
77,3
22

1930..
210,8
286,3
970,0
67,4
73,0
15

1930..
215,3
294,9
984,7 67,2
71,6
8

,,

1930.
.
215,3
308,1
974,0
66,7
67,4
31 Dec. 1929..
239,2
319,0
1.004,4
67,3 60,5
24

,,

1929..
225,0
321,5
961,6
66,7
58,9
18

,,

1929..
237,4
312,5 1.019,2
66,7 65,5
11

,,

1929..
184,8
323,4
1.022,8
64,9
69,2
4

,,

1929..
169,7
348,5
1.006,4
64,9 75,6

27 Febr.1929..
15,3
308,1
970,9
53,9
81,5
29 Febr,1928..
80,9
348,7
958,2
42,3
83,4
vernouaing totalen voorraaa muntmateriaal en wettig Detaal-
middel tegenover F.R. notes en deposito’s.
II. ZWEEDSCHE RIJKSBANK.
(In millioenen Kronen.)

tiata
OU

Bulten1.
tegoed
en
wissels

Zweed.
scise en
vreemde
Staatsf.

Dis.
conto’s
en
Beleen.
1
)

Clrcu.
lat le
Rek.
Crt.

8 Mrt.’30
243,9
184,8
73,5
225,3
503,9
171,1
1

,,

’30
243,9
182,9
73,5
247,7
538,6
163,2
22Feb.’30
244,0
181,4
73,5
208,0
468,6
180,1
15

,,

’30
244,1
179,6 73,5
226,6
488,6
181,0
8

,,

’30
244,1 183,9 73,5
220,1
495,3
176,3
1

,,

’30
244,2
184,5
73,5
246,7 526,4
172,5
25Jan.
1
30
244,4
185,1
73,5
220,9
460,1
211,9
18

,,

’30 244,4
186,0
73,5
255,4
479,8
225,1
ii

,,

’30
244,5
186,7
73,5
277,5
495,8
239,1
4

,,

’30
244,6 209,8
74,1
321,9
542,0
266,1
28 Dec.’29
244,7 214,3
74,6
‘316,4
539,4
287,4
21

,,

’29
244,7
214,0
74,6
348,1
558,1
269,0
14

,,

’29
240,0
185,9
73,5
343,4
522,6
286,0

9 Mrt.’29
235,3
118,9
79,8
260,2
469,8
185,3
10 Mrt.’28
233,4
106,3
116,6
211,3
457,8
175,2

25 Juli’14
105,8 115,6
28,0 92,4
206,2
68,2
)
Vanat
24
Oct.
‘jj
exci. cie voorschotten en kascredieten, clie
niet
voor dekking beschikbaar zijn.
III. BANK VAN NOORWEGEN.
(In millioenen Kronen,)

Data
Goud
Tegoed
in het
bulten!,
Effecten

Di,.,
conto s
en
Beleen.

Circa-
latle
Rek.
Cr1.

7 Maart 1930..
146,6
28,0
26,1
223,9
293,0
67,1
28 Febr.

1930..
146,6
27,0
26,1
232,6
297,1
68,2
22

,,

1930..
146,6
28,7
26,1
224,6
289,2
66,3
15

,,

1930.
.
146,6
28,9
26,3
226,8
289,3
86,9
7

,,

1930..
146,6
29,9 26,3
226,9
292,0
63,9
31 Jan.

1930..
146,6
30,1
26,9
232,9
298,0
71,4
22

,,

1930..
146,6
30,3 26,9
227,5
295,2 69,2
15

,,

1930..
146,6 36,3
26,9
228,3
297,3
73,8
7

,,

1930..
146,6 48,8 26,9
230,0
306,4
78,2
31 Dec.

1929..
146,7
58,5
27,0
239,7
317,7
87,9
23

,,

1929..
146,7
58,8
25,4
236,3 326,5
70,9
16

,,

1929..
146,7 43,1
25,4
235,9
314,4
70,8
7 Maart1929..
146,8 35,9
9,3
258,2
298,3
88,2
7 Maart 1928..
147,2
34,3
10,1
311,0 312,3
137,7

22 Juli

1914..
52,4
65,7
8,9
79,3
120,8
10,7

Data
Goud
Pasmunt
Buitenl.
saldi,
munt en
wissels

Binnenl,
wissels
bel, en
c,cd.

Clrcu.
latte
Rek.
C,t.

28 Febr.3930..
172,3
7,2
127,6
78,4
352,3 46,4
31 Jan. 1930..
172,3
8,9
105,0
89,3
346,8 61,2
31 Dec. 1929..
172,4
6,1
89,8
111,9
367,5
65,0
28 Fehr.1929..
172,7
8,5 99,5 81,0
341,9 38,8
29 Febr.1928.,
182,0
11,5
64,8
180,3
335,7
22,4

30 Juni 1914
1
).1
75,6
6,6


159,8
4,8
) wegens anaere Derekening niet vergelijkhaar.

V. BANK VAN SPANJE.
(In millioenen Peseta’s.)

Data
Goud
Zilver
Staat,.
f
ond.
sen t)

Dis.
conto
,
en
Bdeen.

Circa.
latie

Rekg. Crt.

Partic. Slaat

22 Maart’30
2.488
710
584
1.977
4.382
830
251
15

’30
2.468
709
584 2.025
4.427
863 202
8

’30 2.467
708
584
2.073 4.472
860
363
1

’30
2.467
714 584 2.041 4.431
895
336
22 Febr. ’30
2.517
712
584
1.983 4.401 957 243
15

,,

’30
2.517
709
584
2.021
4.444
955 248
8

,,

’30
2.517
709
584
2.077 4.461
971 274
1

,,

’30
2.567
713
584
2.053
4.410
1.001 319
25 Jan.

’30
2.567
711
584
2.061 4.399
1.023
274
18

,,

’30
2.566
707
584
2.105
4.444
976 228
11

’30
2.566
704 584
2.183
4.484
1.004
235
4

,,

’30
2.565
703
584
2.229 4.490
1.015
263
28 Dec.

’29
2.565
705
584
2.209
4.433
930
389
21

,,

’29
2.565
710
584
2.112
4,367
952 332

23 Maart’29
2.560
716
585 1.795
4.239
959
228
24 Maart’28
2.608
702
588
1.649
4.154
969 207

24 Juli

’14
543,5
726,8
494,4
783,8
1919,0
497,9
‘ ten ueurage van
3q4
miiiioen, pius voorscnot in reic.-crt.aan ne ScflatK.

VI. ZWITSERSCHE NATIONALE BANK.
(In millioenen Franca.)

Data
Goud
Zilver
Goud-
dealezen

Di,-
conto’,
en
Bcleen.
1
)

Circa. latie
Rek.
Crt.
2
)

15 Maart 1930..
561,0
19,4
352,7 115,8
843,3
193,2
7

,,

1930..
560,9
20,4
345,0
121,7
864,9
157,8
28 Febr.

1930..
560,9 21,7 343,8
120,0
893,1
128,5
22

,,

1930..
560,9 23,3
352,9
121,2
811,8
211,9
15

,,

1930..
560,9
23,7
358,9
123,0
822,3 219,0
7

,,

1930..
559,9
24,1
365,2
134,3
849,2 200,3
31

Jan.

1930..
559,9 24,4
378,1
135,5
889,9
188,5
23

,,

1930..
580,6 24,6
358,7 142,8
830,3
247,3
15

,,

1930..
580,5 23,2
362,4
159,0
851,3
264,8
7

,,

1930..
595,0
23,2
355,8 199,4
912,3 245,5
31 Dec.

1929..
595,0
23,6
353,0
224,5 999,2
200,4
23

,,

1929..
581,8
26,1
307,5
181,7
945,9
124,6
15 Maart 1929..
481,4 45,3
159,4
202,1
805,3 82,2
15 Maart1928..
432,3
62,7 38,2
348,8 779,5
98,2
23 Juli

1914..
180,1
18,9

107,8
267,9
105,2
‘) OCUUIL
.,, lylddrt an
zonuer reK.-crc. saiui in net ouitenianu. ueze
zijn met ingang van dien datum met den post buitenlandsche wissels
tot den post gouddeviezen samengesmolten.
2)
Sedert 31 Mrt.’28 uitsluitend de dagelijks vervallende verplichtingen.

VII. OOSTENRIJKSCHE NATIONALE BANK.
(Voornaamste posten in millioenen Schillingen.)’)

L.’ata
oua
Vreemd
geld, deole- zenen teg
.
ii!,. lsuit.l.2)

A d
n ere
eae,

va uta

Dis.
conto’s
en
Beleen.

Voor-
schot
ai

.
Staat

Circu-
atie
Rek. rt.

15 Mrt.’30
168,6
205,0
316,1
172,0
108,5
884,3
90,4
7

,,

’30
168,8
204,1 314,5
202,1
108,5
914,5 85,7
28Feb.’30
168,6
204,3
314,7
234,2
108,6
974,5
58,9
23

,,

’30
168,6
198,2
306,6
193,4 108,6
840,7
137,6
15

,,

’30
168,6
201,6
309,4
199,4
108,6
873,5
117,6
7

,,

’30
168,6
204,5
311,8
208,6
108,6 910,6
94,7
31Jan.’30
168,6
204,2
311,8
237,6
108,6
980,7
53,1
23

,,

’30
168,6
201,3
306,2
188,0 108,6
854,1
122,0
15

,,

’30
168,6
203,0
308,3
230,8
108,6
903,7 119,3
7

,,

’30
168,6
221,7
323,7
281,0
108,6
991,5
115,7
31 Dec.’29
168,8
237,7
334,2 305,6
108,6
1.094,4
63,9
23

,,

’29
168,6
233,9 331,9 288,2
109,4
1.013,2
121,1

15 Mrt.’29
168,8
206,9 356,3
131,6
112,4
892,2
86,9
15 Mrt.’28
117,2
308,7
263,1 64,7 173,0
854,6
74,0
t)
1
SCiiiilung
=
0.094
goucikronen =
10.000
papierkronen.
2)
Als dekking der circulatie en saldi in rekg. crt. geldende, volgens
art, 85 der Statuten.

2 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

319

VIII. NATIONALE BANK VAN HONGARIJE.
(In millioenen Pengö’s. 1 Pengö = 12.500 Kr.)

Data
Goud

Vreemd
geld,
destezen
tegoed
CCC Cfl

Voor-
schot
aan den lat,e
C,rcu-

Rekg… Courant

in hei
en
effecten
Staat
.
Staat
Portic.
buiten!.1)

23 Maart’30
163
9
201
83
373
78
16
15

’30
163
12
20
83
389
70
18
7

’30
163
.16
212
83
406
70
18
28 Febr. ’30
163
10
227
83
441
54
23
23

,,

’30
163
10
232
83
379
89 56
15

’30
163
10
233
83
410
65
16
7

’30
163
10
257
83
442
57
21
31 Jan.

’30
163
10
293
88
476
40
22
23

’30
163
10
264
88
381
101
20
15

’30
163
10
271
88
399
98
16
7

’30
163
25
295
88
439
97
15
31 Dec.

’29
163
39
329
88
501
70
28
23

,,

’29
163
39
292
89
427
120
16

23 Maart’29
204
29
302
92
393 222
1.6
23 Maart’28
197 95
276
1

106
389
309
17
1)
Als dekking van oiljetten en sa101 In rekg.-COurant geluenoe, vol-
gens art. 85 der statuten.

IX. TSJECHOSLOWAAKSCHE NATIONALE BANK.
(In millioenen Tsjechoslow. Kronen.)

ata
Vorde-
ring op
den
Staat

G d
en

OCY

Vreemd
geld en
tegoed In
h

Discon-
Ids en
belee-
ningen

Circu.
latre
Rek.
Cr1.

15 Maart 1930
3.704
1.262
1.964 295
6.272
789
7

,,

1930
3.705
1.262 1.964 323
6.555
650
28 Febr.

1930
3.709
1.262
1.980
292
6.838
395
23

,,

1930
3.737
1.262 2.011 262
6.102
1.034
15

1930 3.738
1.262
2.006
318
6.248
960

7

1930
3.739
1.262
2.007
374
6.562
733
31 Jan.

1910
3.743
1.262
2.039 364
6.923
407
23

1930
3.744
1.262 2.116 448 6.272
1.357
15

,,

1930
3.745 1.262 2.202
483 6.577
1.324

7

1930
3.754
1.261
2.242
685
7.265
1.168
31 Dec.

1929
3.761
1.258
2.270
1.011
8.230
675
23

,,

1929
3.774
1.258
2.175 904
7.362 1.024
15

,,

1929
3.779
1.258
2.040
890
7.264
803

15 Maart 1929
4.043
1.206 1.786 215
6.582
771
15 Maart 1928
4.370
1.118 1.936
79
6.628
1.168

L ZUIDAFRIKAANSE RESERVEBANK.
(Voornaamste posten in duizenden Pouden.)

L.,afa
Goud en oua

cert.
conto
en heleen.

Waar
van
r’eg.
papier

Circu-
alle
Rek..
… rt.

Alge.
meen
e ings
peTe’.)

28 Febr.

1930..
7.680
8.570
1.543
9.032
7.683
47,1
21

,,

1930..
8.074
7.555
1.741
7.472
7.934
52,1
14

,,

1930..
7.975 7.371
1.742 7.775
6.888
54,1
7

,,

1930..
7.884 8.112
1.800 8.326
6.554
52,4
31 Jan.

1930..
7.914 9.108
1.807
9.156 7.304
48,2
24

,,

1930..
7.535
8.960
1.813
7.831
7.835
48,7
17

,,

1930..
7.155
8.731 1.774 7.944
7.761
48,2
10

,,

1930..
7.198 8.463
1.803
8.475
6.908
47,0
3

,,

1930..
7.394
9.046
1.830 9.541
6.604
46,9
27 Dec.

1929..
7.495
9.734
1.801
9.173
7.220
45,0
20

1929..
7.368
8.980
1.797
8.496 7.176
47,4
13

1929..
7.715
7.863 1.806
8.433 6.835
50,8
29 Nov.

1929..
7.879
8.386
1.622
9.270
6.791
48,9

1 Maart1929..
7.623
9.562
359
9.419 6.915
46,3
2 Maart1928..
8.259 8.683
1.729
1

8.668 8.120
1

50,4
*)
Verhouding goud, goudcert. en pasrnunt tegenover opeischbare
schulden: bankbiljetten en deposito’s.
1)
Regeering plus bankiers.

XI. BANK VAN LITHAUEN.
(In millioenen Lita’s.)

Data
Goad
Zilver
Dec’ie..
Dis-
conto’s
en
Beleen.

Kapi-
taal

Bank-
biljetten
In
omloop

Depo
Sitos

28 Feb. 1930
35,2
4,1
84,6
83,6
12,0
99,3
96,4
15

,,

1930 35,2
4,1
80,3
84,8
12,0
948
98,1
31 Jan. 1930
35,1
4,0
82,4
83,7
12,0
96,4
96,5
15

,,

1930
35,1
4,1
76,2
83,2
12,0
92,3
95,8
31 Dec. 1929
35,1
3,8
76,2
85,8
12,0
94,8
96,4
15

,,

1929
35,1
3,8
74,7
84,6
12,0
94,8 93,6

28 Feb. 1929
34,3 4,4 38,5
82.3
12,0
85,3 66,7
29 Feb. 1928
34,2
4,6
53,7
.77,9
12,0
96,2
64,6

GOEDERENHANDEL
GRANEN.

1 April 1930.

Aan de iraaiunarkt der afgeioopen week hebben de
nietwe mantregalen een groote rol gespeeld, .velkp de Duit.
suhe regeeriug genomen heeft tot opdrjviug van den rogge.
prijs. De pogingen, welke daartoe tot nog toe door middel
van verhoogiugen der invoerrechten op gerst, tarwc en
r&gge en op andere
wijze
gedaali waren, hadden geen resul-taat gehad. Om
UU
echter eindelijk den roggeprijs te verbete.
ren en tevens ook een prijsverhooging te verkrijgen voor
haver, waarvan de prijs eveneens tot een uitermate ]aag
peil was gedaald, zijn nu met bekwamen spoed de invoer-
rechten van tarwe en gerst gebracht op een peil, dat zeer
zeker tien invoer aanzienlijk zal doen afnemen en dien
vooral voor gerst waarschijnlijk binnen zeer beperkte gren-
zen zal houden. Ook voor haver heeft een verhooging van
het itivoerrecht plaats gevonden en bovendien is een regee-
riugs.monopolie voor den mais-import ingevoerd met de
bedoeling om dien import te doen afnemen. Doel van dit
alles isvermeerdering van het Duitsche gebruik van in-
laucisehe •rogge voor menschelijk voedsel en voor veevoeder,
met als gevolg verhoogi.ng der prijzen. Al deze maatregelen
zijn zonder bezwaren van eenige beteekenis door den Rijks.
dag aanvaard en vrijwel dadelijk van kracht geworden.
Aan de t a r w e-markt heeft cie verwachting van deze
nieuwe verh.00ging van het invoerrecht aanvankelijk g&eid tot vermeerdering der Dujitsche vraag naar spoedige buiten-
liuidsche tarve, hetgeen heeft bijgedragen tot de betere
stemming, welke er sedert half Ma.art aan de tarwe-markt
is ontstaan. Daartegenover staat echter, dat die vermeerde-
ring der vraag weder verdwijnen moest, zoodra het ver-
hoogde invoerrecht van kracht werd. Ook is in Duitschland
liet voorschrift geprolongeerd, volgens hetwelk de Duitsche
molens minstens 50 pCt. iniandsche tarwe moeten gebrui-
ken. Blijkbaar is er dus in Duitsobland nog altijd vrij wat
inlandsche tarwe aanwezig. Hetzelfde is in meerdere mate
ook het geval in Frankrijk, waar weder gelden beschikbaar
zij.n gesteld om door betaling van exportpremies den uit-
voer van verdere hoeveelheden Fransche tarwe mogelijk
te maken. De vooruitzichten voor het wintergraan op het
Noordelijk halfrond blijven over het algemeen gunstig.
Slechts is in de Vereenigde Staten hier en daar sprake van droogte en hetzelfde is ok het geval in Roemenië,
doch in den loop der week heeft .het toch in beide landen
meer dan eens geregend en de streken, waar de droogte
den groei der gewassen belemmert, zijn waarschijnlijk niet
uitgestrekt. Toch is bij dit alles de grondtoon der tarwe-
markt in tien laatsten tijd wel vaster geworden, hetgeen
voornamelijk het gevolg is van het lage prijspeil, .dat na de
prijsdaling der laatste maanden bereikt is. Aan de ter.
mijnmarkten in Noord- en Zuid-Amerika konden ‘de prijzen
zich vrij goed handhaven op het verhoogde peil, dat sedert
half Maart was tot stand gekomen, hetgeen voor een groot
gedeelte sarnenhing niet de omstandigheid, dat ook in
Europa cle tarweprijs vat meer vertrouwen ontmoette. Af-
gezien van den wat beteren grondtoon dor markt, kan ech-
ter van een vaste stemming niet worden gesproken. Daar-
voor zijn de zoo even vermelde Europeesche gebeurtenissen
en de .goede vooruitzichten van het wintergra.an
een be-
letsel en vooral ook de moeilijkheden, welke er in de Ver-
eenigde Staten dreigen, zoodra de Farni Board ertoe zal
moeten overgaan voor de groote hoeveelheden tarwe, welke
hij in de laatste maanden gekocht heeft, plaatsing te zoe-
ken. Omtrent de wijze, waarop de Board dat zal doen, be-
staat nog steeds onzekerheid, maar de kans schijnt toch
wel groot, dat aanbod van die door den Farm Board ge-
kochte tarwe tot een niet onbelangrjken druk op de tarwe-
markt zal leiden. Eenigen steun ondervond de markt in
Noord-Amerika deze week door klachten over onvol-
doenden regenval in eenige gedeelten van Kansas en Okla-
homa. Daartegenover staat echter, dat Rusland weder in vrij sterke mate met tarwe aan de markt kwam en zaken
deed naar Engeland en Italië. De wereldverschepingen van
tarwe hebben ditmaal het cijfer der vorige w’eek sterk over-
troffen w’egcns belangrijk grootere aflaclingen uit Noord-
Amerika, terwijl ook uit Argentinië en Australië meer
wej-cI verscheept. Het totaal bleef echter nog van zeer Ina-
tigen omvang en de naar Europa onderweg zijnde hoeveel-
heid is weder verminderd. Op 29 Maart bedroeg deze nog
4.3 millioen quarters tegen 9.3 milloen op het overeen-
komstige tijdstip van ‘het vorige jaar. De Noord-Amerikaan.
sche termijnmarkten waren op 31 Maart flauw met vrij
belangrijke prijsdaling en ook in Argefttinië heeft eenige
prijsverlaging plaats gevonden. Het slot was in vergelijking
met een week tevoren te Chicago vrijwel onveranderd, te
Winnipeg voor Mei en Juli (oude oogst) 14, voor Octo-

320

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 April 1930

AANVOEREN in tonB
van 1000 EG.

Rotterdam

Amsterdam

Totaal

Arttkelen
1
23J29 Maart

Sedert

1
Overeenk.
1
23129 Maart
1

Sedert

Overeenk.

1130

1929 1930

1 Jan. 1130

tijdvak l929

1930

1Jan. 1930
1
tijdvak 199

25.432 310.140
301.023

10.630
30.854
359770
400.877
Tarwe

……………..
Rogge

…………….
.’15.732
82.600
29.5:10
52
17.367

100.027
29.530
lI’S
3.374
5.500

889

4.263
5.506 16.428
271.517 201.003
1.023
54.044
7.760
326.1111
258.859
5.422
146.039 109.990 205
14.008 08
160047
110.088

Boekweit ………………

4.592
53.962 41.720
13
1.598
1.920
55.560
4:1.640

Mais ……………….

1.141
19.789
46.395
7.003 87.581
105063
107.370 151.458

Gerst

………………
Haver

……………..

2421
44.085 53.013
– –

44.085 53.913
Lijnzaad

…………….
Lijnkoek

……………
1.888
20.671
23.103
111
7.208
8.160
27.969
31.263
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
395

4.956 2.187



4.956
2.187

her (nieuwe oogst) % dollarcent per 60 lbs. lager. Aan de
Argentijnsehe termijamarkten viel tenslotte een prijsdaling
van ongeveer 5 centavos per 105 KG. te constateeren.
Voor r o g ge heeft de markt deze week sterk onder den
indruk verkeerd van de Duitsche maatregelen tot steun van
cle roggeprijzen. Voor Duitsche rogge zijti de prijzen zeer
sterk verhoogd, hetgeen aanvankelijk wel tot meerdere za-
ken leidde, doch tenslotte aan de zaken in Duitsche rogge
vrijwel een einde maakte. Een ander gevolg was echter de sterjc toegenomen vraag voor de te Rotterdam opgeslagen
Russische rogge, waarvan tot stijgende prijzen flinke hoe-
veelhe:lcn piaatsing vonden. In Noord-Amerika is rogge
deze week na de prijsstijging, welke in de vorige week had
plaats gevonden, weder flauver geloopen, doch tenslotte
is weder eenig prijsherstel ‘ingetreden, hetgeen waarschijn-
lijk zal hebben saniengehangen met de nieuwe Duitsche
m na trng&en.
M a ïs is gedurende een groot gedeelte der week zeer
vast geweest met levenclige vraag voor Doiau- en Plata-
maïs in spoedige posities. De kleine omvang der naar
Europa onderweg zijnde hoeveelheid maïs, zeer kleine ver-
schepingen uit Argantinio en eveneens kai-ig aanbod van
spoe:lige Donau-maïs hebben in West-Europa geleid tot zeer
goede vraag voor stoorneacle mais en voor aflading geclu-
rende de maand April. Daarvoor zijn dan ook de prijzen
in den loop der week nog bcl:ingrijk gestegen, hetgeen
s.echts gede&telijk het gevolg is geweest van de omstandig-
heid, dat ve’en er toe overgingen vroeger verkochte ver-
koopen te dekken. Gedeeltelijk onder den invloed der voor
spoeclige maïs sterk gestegen prijzen, is ook mais op afla-
ding nog vrij wat vastej- gc’oopen. Aanvankelijk werden
vooral in Donaumais naar Nederland, ook op aflading,
tot de stijgende prijzen geregeld zaken gedaan. in verband
met de goede oogstberichten echter over nieuwe Plata-mais,
was dat voor l’lata-maïs op zomer-aflading niet het geval.
Tenslotte is de markt weder meer onder den indruk ge
raakt van deze goede Argentijnsche oogstvoortutzicliten en
van de groote hoeveelheden maïs, welke nog in Oost-Europa
Voor export beschikbaar zijn. Dientengevo’ge is mais op
zomer-aîl;iding tenslotte weder flauwer geloopen. Stoomen-
de en spoedig te verladen rnaïs blijft echter nog steeds
schaarsch en duur, al was ook deze ten slotte wat lager
met sterker aanbod, speciaal van den Donau. De Argen-
tijnsohe termiinmarkten zijn de laatste dagen ook voor
maïs gemakkelijker geweest, hetgeen echter gedeeltelijk sa-
men.hing met den eenigszins stijgenden peso-koers. In ver-
gelijking met den 24sten sloten de maisprjjzen te Buenos
Aires en Ilosario op 31 Maart vrijwel onveranderd.
Nadat onlangs ook voor ge r s t de prijzen waren geste-
gen, is voor deze graansoort de vraag sterk verminderd.
Vooral hangt dit ook samen met de aanmerkelijke verhoo.
ging van het Duitsc.he invoerrecht op gorst, waardoor de
Duitsche gerst-import waarschijnlijk ten zeerste zal worden
belemmerd. Uit Rusland en van den Donau zijn de versche-
pingen deze week niet zeer groot geweest, doch er zijn in
West-Europa nog aanzienlijke hoeveelheden, vooral van Russische gerst, aanwezig, waarvoor koopers moeilijk te
vinden zijn. Bij de gestegen maïsprijzen bestaat in Neder-
land wel meer belangstelling voor gerst voor levering in
den zomer, doch groot zijn deze zaken niet. Nu Duitschland
voorloopig waarschijnlijk zeer weinig gerst zal koopen, is
het vertrouwen 4in den gcrstprijs over het algemeen niet
groot.

ii :1
v e r is deze week zeer vast geweest wegens de Duit-
sche maatregelen tot steun van de prijzen van inlandsch
graan en dientengevolge is vooi verschillende baversoor-
ten de vraag deze week veel beter
g
eweest. Zoovel voor
Russische als voor Argentijnsche haver bestond meer
vraag, zoodat bijvoorbeeld in Nederland eenige flinke par-
tijen Russhsehe haver werden opgenomen. Tot de stijgende
prijzen bestond aanvankelijk in Nederland nog goede koop-

lust voor Duitsche haver, doch tenslotte is het aanbod zeer
sterk verminderd en zijn de prijzen zoo zeer verhoogd, dat
de zaken daardoor vrijwel geheel werden belemmerd.

SUIKER.

Ook deze week bleven de verschillende suikermarkten
kalm doch prijshoudend gestemd. Hoewel de onzekerheid
omtrent eene eveutueee opheff lig der Cubaansehe verkoop-
centrale nog steeds voortduurt, beschouwen R affinadeurs
zoowel in Amerika als in Engeland de marlct bij de tegen-
woor.clige prijsbasis toch met meer bel an’ngstell ing.
In iS m er i k a hrokkel.de de prijs voor Ruiwsuiker nog
wat af tot 1.13116 dc. op basis van Cubasuiker c. & fr.
New-York; zaken bleven echter uiterst beperkt.
Op de termijnmarkt te New-York trokken de noteeringen
kalm aan en sloten als volgt: Mei 1.78, Juli 1.82. Sept. 1.38
en Dec. 1.95, terwijl de laatste aoteering voor Sp. Centr.
3.77 bleef.
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. bo-
droeen 47.000 totis, de versmeltingen 67.000 fons tegen
81.000 tons in 1929 en de voorraden 449.000 tons tegen
378.600 tois.
De laatste C u b a-statistiek ‘is als volgt:

1930

1920

1928

Tons

Tans

Tops
Cubaproductie …………..2.767.000 3.600.000 3.000.000
Consumptie …………….16.445

24.543

17.710
Weekontv. afscheephavens.

192.890 257.963 221.152
Totaal sedert 111 ……….1.553.904 2.450.223 1.866.338
Weekexport …………….

22.313

163.446

119.225
Totale export sedert 111 438.275 1.316.590 762.033
Voorraad afscheephavens…..1:282.423 1.228.16S 1.127.089
Voorraad binnenland ……..1.020.857 1.172.877 1.115.952
Aantal werkende fabrieken 154 161 155

In E n ge 1 a n d was de Ruwsuikermarkt eveneens rustig
doch prijshoudend, eenige ladingen en partijen April- en
Mei-verschepingen werden tot Sh. 716 verkocht. De termijn-
markt was vast van toon en prijzen verbeterden 11% d.
De laatste noteeringen op de Ruwsuikermarkt waren:
Mei Sh.
61111%;
Aug. Sh. 712
1
%; Dec. 5h. 716%; Jan.
5h. 8/3; Maart Sh. 8/6%; Mei Sh. 8/9.
Op 3 a
v
a was de markt stil. Enkele herverkoopen van
witte suiker uit den ouden oogst vonden plaats tot
f
1
0%.
H i e r te 1 na
cl
e volgde de termijnmarkt slechts aarze-
lencl de hoogere nofeeringen van New-York en London. De
ondertoon verbeterde echter langzamerband en priizen kon-
den in den loop der week ongeveer
f
1%
aantrekken. De
slotnoteeringen waren: Mei
f 10%
; Aug.
f 11
1
/8;
Dec.
,f 11%,
alles gevraagd, met verkoopers tot
f k f
1%
hcoger. De omzet bedroeg deze week 4550 tons.

KATOEN.
Marktbericht van de fleeren Sir Jacob ]3ehrens & Sons.
Manchester, d.d. 26 Maart 1930.

Het voornaamste feit in de Amerikaansche katoenmarkt
was deze week dc publicatie van het Final Bureau-Rapport
met een totaal van 14.545.000 balen tegen 14.297.000 balen
verleden seizoen. Dit kwam met algemeene verwachtingen
overeen en had dien dag weinig invloed op prijzen hier of
in Amerika. Op Vrijdag of Zaterdag echter w’aren beide
markten vaster en noteerde Liverpool Zaterdag Mid-Ameri-
can spot 8.70 cl. Deze week zijn prijzen wat flauwer ge-
worden en noteerden Mart-futures gisteren 8.20
cl.
Egyp-
tische katoen is eveneens in sympathie met Amerikaansce
gestegen en noteerde F.G.F. Salcellafidis gisteren 14.05
dl.,
hetgeen een stijging beteekent van drie farthing op den prijs
van een maand geleden. De vorige week bedroegen bio-
verkoopen in Liverpool totaal 29.000 halen, waarvan iets
meer dan de helft Amerikaanschè, 7000 ba,len van Zuid.

2 April 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

321

Amerikaansche oorsprong, 2170 Egyptische en Soedanee-
sche, 1760 Afrikaansche, 1550 Oost-Indische en het resl:ant
van andere kleinere markten.
In de Amerikaansche garenniarkt ons aanmerkelijk meer
leven gedurende de laatste dagen der vorige week dan
sedert geruimen tijd het geval geweest is. De prijsstijging
van het ruwe materiaal bracht een betere vraag mccle en
goede verkoopen hadden in de meeste soorten Mule Twist
en Wef t Cops plaats, hoewel koopers in vele gevallen niet
geneig:1 waren in prijs toe te geven. Naar ringtwist en
boomen bestond ook een betere vraag en men kan wel zeg

gen dat er nog een goede vraag, zoowel voor de binnen-
lancische markt als voor export bestaat, daar gisteren vrij
veel flinke verkoopen gerapporteerd werden. Er zijn de
vorige week goede zaken gedaan voor de Sehotsehe markt
in 3212 tegen scherpe prijzen en ook voor dhooty nummers,
doch cle exportvraag is gering. De meeste spinners van
Egyptische garens rapporteerden ook grootere verkoopen
gedurende het laatste gedeelte der vorige week en terwijl
de vraag deze week wat gedaald is, is er desniettemin een
bescheiden omzet, zoowel in enkele als getvijnde garens.
Doekprijzen zijn vast en cle geheele week is er een druk-
kere stemming over de markt. Er gaat heel wat prijstesten
om, voornamelijk veroorzaakt door de groote vraag van
Indië, waar de nieuwe rechten den koers van de rupee en sterling in de war gestuurd heeft. Er wordt dan ook
heel wat gecalculeerd en getelegrafeerd, wat nog weinig
tot zaken geleid heeft, daar lancashire uit hare tegenwoor

dige magere winsten niet in staat is koopers tegemoet te
komen en ongetwijfeld zal de last van een hooger tarief
op den kooper terugvallen. Dhooties en de lichtere soorten
zijn de artikelen, waarnaar cle meeste vraag bestaat, doch
de meeste Oostcrsche markten, met uitzondering van
Shanghai, toonen meer belangstelling.

Liverpoolnott’eringen

Oost. koersen 18 Mrt. 25Mrt.
lOMrt. 2GMrt. T.T.opBr.-Indië 115f
F.G.F.Sakellaridis 13,65 14,05 T.T.opflongkon,gl/53% 1I6
G.F. No. 1 Oomra 4,60 4,45 T.T.op Shanghai 1/l0 1/113i

Ontvangsten in- en uitvoeren van Âmerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).

1
Aug.’29
jovereenkomstigeperiode
tot
21
Mrt.
’30

1
9
2
8129

1927128

Ontvangsten Gulf-Havens.

7833

865

7767
,,

Atlant.Ilavens )
UitvoernaarGr.Brittannië

1130

]Gll

1038

‘t Vasteland etc.

3506

3777

3859

Japan …….1005

1260

819

Voorraden.
(In dutzendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
2IMrf.’30

l99

1

1928

Amerik. havens ………..1924

1784

1815

Binnenland ………….1203

782

887

New York ……………95

123

166

New Orleans ………….449

318

431

Liverpool ……………410

714

538

KOFFIE.
Nog steeds is de stemming aan de koffiemarkt onver-
andercl kalm. Bij sommige afladers te Santos liepen de kost-
en vracht-aanbiedingen in de afgeloopen week ongeveer
-/6 ‘ 1/- per cvt. terug, doch bij andere bleven zij onver-
anderd, terwijl verschepers te Rio zich door verlaging hunner
offertes met 1/3 iï 1/6 over het algemeen geneigd toonden tot tegemoetkoming. Ook Nederlandseh-Indië was met de
verschillencie ongewasschen Robusta-soorten en met W.I.B.
Robusta f.a.q.
34
â 1 ct. per
34
KG. gemakkelijker.
Ook ditmaal werd geen positief nieuws van beteekenis
ontvangen. Geruchten varen er echter weder verschillende
en daaronder enkele, waarvan de inhoud belangrijk genoeg
is cm hier te worden vermeld. Zoo werd zoowel uit Brazilië
als uit New-York geseincl, dat de onderhandelingen met
bankiers over de sedert vele weken besproken leening thans
als geslaagd kunnen worden beschouwd en dat alleen enkele
punten van ondergeschikt belang nog moeten worden ge-
regeld. Volgens sommigen zou het bedrag £ 15 millioen en
volgens anderen zelfs £ 20 millioen groot zijn, doch het zou
voor een deel bestemd zijn tej’ converteering van vroegere
leeningea en voor een ander deel dienen moeten ter ver-
dere financiering van de teruggehouden Braziliaansche kof-
fievoorraden. Bovendien heet het, dat Brazilië daarbij de
verplichting op zich neemt om een bepaald gedeelte van
dien voorraad te verkoopen, zoodra een zekere prijslimiet,

niet ver verwijderd van de tegenwoorclige basis, zal zijn be-
reikt. Het Verciedigiags-Instituut zou dus in dit geval de
tot nu toe gevolgde politiek van aanbod-beperking en prijs.
verdediging grootendeels moeten laten varen en in overeen-
stemming hiermede kan worden beschouwd een particulier bericht, afkcmstig uit New-York, volgens hetwelk het plan
zou bestaan om net maximum-cijfer voor den voorraad in
cle haven van Santos te verhoogen van 1.200.000 balen (vast-
gesteld sedert September 1928) op 3.000.000 balen.
Nu volgens de laatste berichten uit Brazilië de verkiezing
van den conservatieven candidaat voor het presidentschap
van de Republiek als vaststaand kan worden aangenomen
en de onzekerheid te dien opzichte dus als verdwenen ken
worden beschouwd, is het zeer waarschijnlijk, dat spoedig
zal blijken welke weg door Brazilië nu zal worden inge-
slagen om de moeilijkheden, ontstaan door de koffie-crisis,
zoo goed mogelijk het hoofd te bieden. Aangenomen mag
dan ook worden, dat officieele bevestiging of ontkenning
van de hierboven vermelde geruchten spoedig zal worden
vernomen.
Het Ministerie van Handel van de Vereenigde Staten van
Amerika heeft bekend gemaakt, dat het valorisatie-plan van
Columbia, verleden jaar opgemaakt door den Nationalen
Bond van Koffie-producenten en Koffie-verschepers aldaar
te lande, nog altijd niet tot een begin van uitvoering is
gekomen. Mocht het ook al waar zijn, dat pakhuizen vooa
de bewaring van terug te houden hoeveelheden zijn inge-
richt en nieuwe pakhuizea voor dat doel worden gebouwd,
toch kan met zekerheid worden gezegd, dat tot op dit oogen-
blik nog geen enkel voorschot door de banken is verleend.
Uit Salvador wor’.lt bericht, dat regen in het einde van
Februari oorzaak is geweest van een zeer goeden, doch
eenigszins onregelmatigen bloei op het oogenblik. Een
tweede bloei wordt verwacht in April/Mei en aangenomen
wordt, dat reeds in het einde van heptember een groot deel
van de vruchten tot rijpheid zal zijn gekomen, waardoor
de aanstaande oogst belangrijk vroeger zal zijn dan ander.
Aan de loco-markt is de afzet nog steeds beperkt. De
officieele noteering van Superior Santos werd verlaagd van
42 et. op 41 ct. per 34 KG., doch die van Robusta bleef ge-
handhaafd op 35 et.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt liepen de noteeringen
1
/8 11 % ct. terug. Op 1 dezer des voorniiddags w’aren zij als
volgt: April 26%, Mei 26, September 24%, December 23
54-,
Maart 1931 – 23
1
/8
et.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 5916 It 6216 per
ewt. en van dito Prime ongeveer 63/- It 671-, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving,
lirompte
versche-
ping, bedragen 4119
It
431-.
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn de
prijzen in cle eerste hand 01) het oogcnblik:
Palembang Robusta, April-verscbeping, 24% et.; Benkoe-
len Robusta, April-vcrscheping, 2434 ct.; iIandheling .Rc-
busta, April-verscheping, 27 ct.; W.I.B. f.a.q. Ilobusta,
April-verscheping, 36% ct., alles per 34 KG., eif, uitgele-
verd gewicht, netto contant.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemeagcl contract (basis Rio No. 7) waren:

Mei

1
Sept.

Dec.
1
Maart

31 Maart …….$ 8,45

$ 7,87

$ 7,69

$ 7,52
24

,, 8,60

,, 8,02

,, 7,82
17

………,,

8,75

,,

7,85

,,

7,69
10

,……….8,43

,,

7,95

,,

7,77

Rotterdam, 1 April 1930.

THEE.
Van de theemarkt valt over de vorige week een vaste
ondertoon te melden, welke vrijwel over de geheele linie
viel waar te nemen. In hoeverre dit verband houdt met
e plannen tot oogstbeperking, valt niet met zekerheid te
zeggen, wel staat vast, hoewel deze plannen op 1 April
zouden ingaan, dat omtrent het al of niet doorgaan daar-
van, nog geen definitieve anededeelingen van de zijde der
producenten zijn verschenen.
Der gewoonte getrouw volgen hieronder eenige uitvoer-
cijfers van thee, w&ke ontleend zijn aan de publicaties van
de Vereeniging voor de Theecultuur in Ned.-Indië.
De thee-uitvoer van China gedurende de eerste drie kwaj–
talen 1929 bedroeg 41.8 millioea KG. tegenover 36 millioen
KG. ‘in 1928.
De uitvoer van zwarte thee uit Ceylon beliep gedurende
de eerste twee maanden van dit jaar nagenoeg evenveel
a!s een jaar geieen ni. 33.6 millioen lbs. tegenover 38.8
naillioen lbs.

322

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

2 April 1930

• Japani voerde in Januari slechts 265.000 .KG. uit tegen
over 200.000 KG. in 1929.
De Uitvoer van Zuidelijk Britsch-Indië over Januari-
Februari bedroeg in totaal 6.000.000 ibs. tegenover 7.3 mii-
lioen ibs. in het vorige jaar.
De belangrijkste is de gecombineerde statistiek, gevende
den uitvoer van thee uit de voornaamste productie-landen
der wereld (met uitzondering van China). Deze bedroeg
in totaal over Januari 11. 31.5 mil.lioen KG. tegenover 29.7
millioen KG. in Jai:cuari 1929.
Voor Noordelijk Britsch-Inclië was de uitvoer 2 iriillioeu
KG grooter dan verleden jaar, van Ceylon
1/
2
millioen
KG., terwijl Sumatra’s uitvoer van 902.000 KG. met
219.000 KG. steeg. ])aarentegeii verminderde de uitvoer
van Zuidelijk Britsoh-Iudië roet. 400.000 KG., van Java met 595.000 KG., terwijl •ook cle uitvoer van Japan en Formosa
terugliep.
Amsterdam, 31 Maart 1930.

COPRA.

De markt bleef cle afgeloopen ‘week zeer vast. Het Oosten
gaf regelmatig kleine quantiteiten af, doch de vraag van
,,sborts” en van Marseille bleef zoo dringend, dat de prij-
zen uiet,tegenstaancle het aanibod toch opliepen.
De siotnoteeri.ngen zijn:
Nederl.-Ircclische bus., alle termijnen,
f
25

Nederl.-
Indische Mixed, alle termijnen,
f
24%.

VRACHTENMARKT.

Graan van Noord,-ilrnerika.
Deze markt bleef zeer flauw
CLI
door het geringe aanbod van lading was zelfs ibij de
lage vrachtkoersen buitengewoon moeilijk tot zaken te
komen.
Van (le
Northern Range
(New-)’ork) werd een boot vnu
ca. 34.000 qtrs. per Maart/April naar de Micidellanclsche
Zee (u.uet ten Oosten van West-Italië) tegen $ 0.10, met
de optie St. John tegen $ 0.10, afgesloten. Dit zou her-
haalcl kunnen worden, alhoewel er geen verdere definitieve
orders zijn. Voor dezelfde positie kan eventueel ook een boot
naar Antwerpen of Rotterdam geplaatst worden, tegen
$ 0.07 4 naar fdn en $ 0.08 naar beide havens.
Ook van cle
St. Laurence
valt geen opleving te bespeuren.
De hoogste noteerirug betreft een Mei-lading voor een ban-
{lige boot van Montreal naar de Middellandsche. Zee (niet ten
Oosten van West-Italië) tegeii $ 0.11.. Orders naar Conti-
neiitale havens zijn er niet; zelfs de lijnbooten schijnen
moeite te hebben partijen in deze richting te bemachtigen.
De graanniarkt van de
Noord-Pacific
was vrijwel onver-
aiidercl. Ofschoon er van Vancouver geen definitieve vraag
is, bestaat cle mogelijkheid een verdere tboot naar Griekeui-
land tegen circa 2113 per April te plaatsen. Van San Fran-
cisco uvercl een ]ading gei-st naar U.K. tegen 22/6 bevracht
per_klei.
Suiker van West-Indië. De toestand bleef ongeveer het-
zelfde en bevracliters stelden ook thans weer hoofdaakelijk
belang in groote, vroege booten. Van San Domingo werd
een 8000 tonner naar U.K/Continent
pel
medio April
tegen 11/9 opgenomen, terwijl voor een 7200 tonner in
dezelfde positie van Cuba 121- en voor een 7500 tonner per einde Aprih/ begin Mei 12/6 betaald werd. Verder werd van
Cuba een boot van 7600 ton per medio Mei van Cuba naar
UK/Continent tegen 131. naar ddn, 141. naar twee havens
afgesloten, met de optie Marseille tegen 1416 en San Do-
mingo laden tegen 6 d. minder. Naar kleine booten was
de vraag slechts gering, maar het aanbod van kleine schepen
was ook maar matig, zoodat een 4500 tonner per begin
April vai San Domingo naar U.K.fContinênt tegen 14/-
en een 2800 tonner per medio April tegen 1416 bevracht
werden.
La Plata.
Alhoewel er in de afgeloopen week meer afslui-
tingen tot stand kwamen, vertoonden de vrachten prac-tisch geen ‘wijziging. Prompte boeten, die nog steeds in
groeten getale verki-ijgbaar zijn, waren gedwongen 111
van de Bovenrivier naar UK/Continent te accepteeren,
101- van Buenos Aires naar Antwerpen/Hamburg Range

(met 6 d. minder naar Antwerpen of Rotterdam) en zelfs 914k van Bahia Blanca naar Antwerpen of Rotterdam en 10/- naar bonden. Van Santa F6 werd een lading lijnzaad
naar New-York of Philadelphia tegen $ 3.25 afgesloten.
Tegen het einde der week werd voor latere termijnen iets
meer betaald, bijv. 1216 van cle Boveorivier naar U.K./
Continent per 15,30 April en 15 April115 Mei, terwijl een
6300 tonner naar Scandinavië direct tegen 1416 voor 4120
April laden bevracht werd.
Salpeter van Chili.
Deze markt bleef, afgezien van de
vraag naar ruimte voor een verdere 35.000 tons naar Rus-
land, zeer lusteloos. Twee ladingen van elk 7200 ‘ton per

Aprilfklei, resp. Mei, ‘werden naar Leningrad, Murmansk, Zwarte Zee, met de optie Continent en Alexd.udrië, afge-
sloten, maar cle vraohtcijfers. zijn nog niet bekend. Lijn-
ruimte wordt voor alle termijnen aangeboden, maar helaas
toonen bevrachters niet de minste belangstelling.
Van
Burmah
was slechts vraag naar ruimte ‘voor Shang-
hai per April tegen 141- t 14/6.
Donau en Zwarte Zee.
])e vraag van den l)onau blijft ma-
tig, maar de vraolniten vertoonen een lichte stijging voor
handige booten. Naar Antwerpen/][-ambui-g Range werd 14/-
betaald en voor twee boeten per April naar Denemarken
direct
1716
bij drie loshavens. Van de Zw’arte Zee was niets
te doen.
fiddellandsche Zee.
Nadat er in het begin der vorige
week een aantal afsluitingen tot stand kwam, hetwelk in
hoofdzaak groote boeten betrof, is er thans voor vroege
termijnen geen vraag meer. Voor einde April staat het er
iets beter vor, maar ook voor deze positie hebben groote
schepen de voorkeuj- en boeten van 3500/5000 ton zijn
practisch niet meer te plaatsen. Ertsiadingen ‘werden als
volgt gesloten: Huelva/Antwerpen of Cent 716, Rotterdam
51-, Hamburg of Harburg 616, Philadelphia of Baltimore
1019. Hornillo/Rotterdam of Vlaardingen 51-, Cardlif 1 516,
Carthagena/IJmuiden 511
4,
Oslebshausen 516, Bizerta./
Port Talbot 519, Les iral.aises/Barrow 616, BonafRotterdam
of Vlaardingen 413, Boston 8/6 en Algiers/Jarrow 5/9, ter-
wijl voor Phosphaat o.m. 613 van Bona naar Hamburg of
Harburg, 619 van Tunis naar Antwerpen of Cent, en 6/6
van Casablanca naar Stettin betaald werd.
Noord-Spanje.
De markt blijft zeer flauw. Bevraoht werd
tegen 416 van Bilbao naar Rotterdam of Vlaarcl.ingen, 5143
naar Gardiff en tegen 513 van Santander naar Tyne Doek.
Kolen van U.K. De vraag naar koleribooten was gedit-
rende de vorige week minder, spe.iaal naar havens waa:
depots gevestigd zijn. Het aantal beschikbare booten is nog
voldeende om in de rn:g te voorzien en zoodoende toonen
de vrachten niet de minste verbetering. De cijfers naar
Zuid-Amerika.bloven vast, maar tegen .het einde der af-
geloopen week was de toon iets minder goed.
Van Zuicl-Wales werd o.m. bevracht: Bordeaux
41-,
Oporto
71-, Genna 616, Piraeus 7/7Y2, Alexandrië 719, Port Saici
716, Sabang 1519, Las Palmas 71-, Rio 14/-, Rio Grande do
Sul 1417, Buenos
.ires 16/9 en Santa F6
191-,
en van cle
Oostkust: Stettin 411?4, Halmstad 416, I[anibunrg 313 Gent
219, Rouaan 3/3, Oporto 8(6, Genua 6/9, Adelaide of Mel-
bourne 231-, Rio 14/6 en Buenos Aires 1619.

RIJN VAART.

Week van 23 t/m. 29 Maart 1930.

De aanvoeren van zeezijde bleven ongewijzigd. Scheeps-
ruimte bleef bij weinig vraag voldoende beschikbaar; de stemming bleef lusteloos. Voor erts naar de Ruhrhavens
werd
f 0.25—f 0.35 per last niet resp. 4 en 8 losdagen
betaald. Naar den Bovenrijn was eveneens zeer weinig
vraag. Voor ruwe producten betaalde men ca.
f
0.80 per
last. Daghiiur werd niet genoteerd. Het sleeploon varieerde
tusschen het 30 en 32y
2
ets, tarief. De waterstand bleef
tot in het laatst der week vallend. flaar den Bovenrijn
werd op 1.90 ad 2 meter afgelachen en naar de Ruhrhaveos
op voilen diepgang.
In de Ruhrhavens bleef de algemeene toestand on.veran-cerd. Bij zeer veel aanbod van ledige ruimte bleven de ver-
schepingen van kolen gering. De vracht voor exportkolen
haar Rotterdam bleef genoteerd op Mie. 0.60 per ton in-
clusief sleeploon.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

Bedrijfsleven en de strijd tegen

de Armoede in Nederland

door Dr. CH. A. VAN MANEN.

Prijs ingenaaid
f 3,—.

Gebonden
f 4.75.

Voor leden der Vereeniging en geabon-
neerden op het Weekblad wordt dit werk
beschikbaar gesteld tegen den prijs van

f
2,50 ingenaaid en
f
4,— gebonden.

Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het
Instituut, Pieter. de Hoochweg 122, onder gelijk-
tijdige remise per postwissel of
op postchèque- en
girorekening No. 8408, Rotterdam.

Auteur