Ga direct naar de content

Jrg. 14, editie 723

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 6 1929

6 NOVEMBER i99

AUTEURSRECHT
VOORBEHOUDEN.

Economisch
,
i
St

,
atistische

Beri*chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

14E JAARGANG

WOENSDAG 6 NOVEMBER 1929

No. 723

5 NOVEMBER 1929.

Voor de geldrnarkt was deze week vol verrassingen.

Vrijwel onverwacht kwam Donderdag de verlaging
van het Engelsche bankdiseonto. Onmiddellijk daar-

0
1)
verlaagde ook De Nederlandsche Bank hare ta-
rieven, eveneens met een half percent, niettegen-

staande zij bij de laatste verhooging van de Bank of

England hare tarieven niet veranderd had. Hierop
volgde Zaterdag de Duitsche Rijksbank met een ge-

lijke verlaging. Veel verandering in den toestand
van de Nederlandsche geldmarkt brachten deze ver-
lagingen niet. De geldmarkt was voor den tijd
van het jaar zeer ruim en ook de maandswisseling
l)racllt daarin tegen verwachting bijna geen veran-
(lering, zoodat de verlaging feitelijk alleen een aan-
passen aan den bestaanden toestand beteekent. Par-
ticulier disconto noteerde meestal omstreeks 5 pOt. en daalde na de verlaging op
47/g
en 4

f1G
pOt.; gis-
teren 4% pOt. Cailgeld trok op den laatsten iets aan
en steeg daardoor tot 4
1
/2
á 5 pOt.; terwijl de prolon. gatierente, die aanvankelijk weder omstreeks 4 pOt.
noteerde, na de opleving van de effectenmarkt op
Donderdag en Vrijdag tot 5 pOt. steeg.

Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank
teekent zich duidelijk de invloed van de maandswis-
seling af. De post binnenlandsehe wi’ssels vertoont een
vermeerdering van
f
20.2 millioen. Deze stijging is
ten cleele het .gevolg van meerdere credieteischen van
den Staat; in de afgeloopen week blijkt een bedrag
van
f 11
millioen aan schatkistpromessen rechtstreeks
bij de Centrale Oredietinstelling te zijn onderge-
bracht. De beleeningen geven een toeneming van
j 28.1 millioen te zien. Het renteloos voorschot aan
het Rijk daalde met
f
2.5 millioen.
De goudvoorraad der Bank liep met
f 100.000
terug. De zilvervoorraaci daalde met een kleine

f
200.000. De post papier op het buitenland en de
diverse rekeningen op cle aetiefzijde der balans stegen
resp. met
f 3.8
millioen en
f
3.4 millioen.
De biljettencireulatie vermeerderde met
f
52.5 nijl-
lioen. De rekening-courant-saldi vertoonen een daling

van
f 900.000.
Het beschikbaar metaalsaldo bedraagt

f
21 millioen minder dan verleden week. liet dek-
kirigspercentage is 51%.

*

Over de afgeloopen week, waarin in de financieele wereld zooveel beroering werd verwekt, valt voor de
wisselmarkt in de eerste plaats te vermelden de onver-
wachte disconto-verlaging te Londen, gevolgd door
die in Amsterdam, New-York en Berlijn. De toch al
nervenze markt werd er niet gemakkelijker op. De
J)ollar in Londen, die op
4.877/s
opende, liep op tot 4.87%, waarop weder een daling tot 4.88 volgde;
slot 4.81
7
/s. i[ier kwam het Pond van 12.1.0 op 12.08
7
/s
en de Dollar van 2.48 na 2.4770 op 2.4780. De Reiehs-
mark liep van 59.32 op 59.26 terug (tegen Ponden
van 20.39-20.40%). De Fransche Franes blijven in
Londen nog steeds onder het goudpunt; er komt te
Parijs nog steeds goud van Londen en ook uit New-

York aan. De koers kwam van 123.85% op 123.82%.
Door het flauwe Pond noteerden Franken hier 9.76%.

i)e overige Europeesche koersen, alle in sympathie
met de leidende deviezen, flauwer. Spanje kwam van

35.60 op 35.15. De Yen handhaafde zich op 119%.
Van de Zuid-Amerikaansehe deviezen was vooral de

Argentijnsche Peso flauw; de koers kwam op 101%.

Na het bekend worden van goud-exporten viel er een
snel herstel tot 103 á 103% waar te nemen. Ook de
:Braziliaansche Milreis was nu iets lager: 29%. Cana-da heel onregelmatig en flauw: 2.44%. Ook kabel-Ba-
tavia lager: 99%.

Op de termijn-markt verbeterde het disagio van
éénmaands Ponden van
716
tot e., terwijl éénmaands
Dollars, die aanvankelijk 10 e. agio deden, tenslotte
een opgeld van 18 e. noteerden, veroorzaakt door het
groote aanbod van vrijgekomen contante Dollars.

LONDEN, 4 NOVEMBER 1929.

Ondanks een kleine vermeerdering Van de vraag
naar geld tegen het einde van October, verliep de
maandswisseling ditmaal zeer gemakkelijk.

1 In beide markten, zdowel geld- als disconto-, trok
het verder verloop van de phenomenale oprIimingen
op de New-Yorksche effectenbeurs, gevolgd door even-
eens groote prijsverlagingen op de Europeesche beur-
zen, groote aandacht.

Het terugvloeien van Europeeseh geld, dat nu geen
verder emplooi kan vinden in New-York en de groo-
tere geneigdheid van New-York om zich niet langer

te onttrekken aan de zoo noodige credietverleening
in Centraal-Europa, die uit een en ander werden ver-
vaeht te zullen resulteeren, doen zich reeds gevoelen.
Tot veler verbazing volgde reeds onmiddellijk eene
verlaging in den minimum discontokoers der Bank van Engeland tot 6 pOt., ofschoon de Bank de markt tevens
liet weten, dat deze verlaagde koers dan ook effectief
moest zijn en dat het haar wensch was; dat privaat-
disconto op werd gehandhaafd.
In hoeverre dit mogelijk zal zijn bij den geanimeer-
den kooplust, die er voor wissels bleek te bestaan, zal moeten blijken, maar het zal ontegenzeggelijk noodig
zijn, dat de Bank, indien met haar wensch niet vol-

doende rekening wordt gehouden, andere maatregelen
treft om privaat disconto op genoemde prijzen te
houden, daar de periode van de 6%, pOt. Bankrate tenslotte toch nog een kleine reductie in den goud-
voorraad van de Bank heeft gebracht.
De markt ondervond heden nog eene verdere ver-
rassing in de aankondiging van eene nieuwe 5 pOt.
Conversieleening 1944/’64 á pan. De bedoeling hier-
van is de in 1930 vervallende korte leeningen daar-
mede af te betalen, terwijl men tevens hoopt, dat een
deel der 5 pOt. War Loan 192911947 daartegen zal
worden ingeruild.
Er wordt hiermede natuurlijk erkend, dat het op
het oogenblik niet mogelijk is en ook in de naaste
toekomst niet mogelijk zal zijn tegen een lagere rente clan 5 pOt. te leenen. De lage rentegevende Gonver-
nementsfondsen (Funding Loan, 4% pOt. Oonsols en
3% pOt. Oonversie, etc.) waren dan ook flauw.

988

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 1ovember 1929


EEN TRANSPORTINSTITUUT.

Wie zich ook maar zoo af en toe bemoeit met trans-

portvraagstukken, ontwaart onmiddellijk een groot
en uitgestrekt probleem, hetwelk nog nergens is op-

gelost.
P.
Jaren achtereen heeft elk land te maken gehad

met de vraag: hoe breid ik mijn verkeersmidclelen

zoo veel en vlug mogelijk uit, hoe kom ik het best

aan een dichter spoorwegnet, aan mcci tramlijnen

kanalen of kanaliseer ik mijn rivieren? ,

Maar wie nu het onderwerp nog eens bekijkt, ziet

dadelijk, dat de grootste zorg in elk land is het te

veel aan communicatiemiddelen. Dit is althans een

der zijden van de moeilijkheid.

De opkomst van den auto en in zekeren zin ook van

liet vliegtuig heeft een ontwikkeling aan het ver-

keerswezen gebracht, die een regelende hand drin-

gend behoefde. Echter niemand ,wist precies waar

deze hand moest vastgrijpen.

De spoorwegen konden niet gemist worden en zij

juist hadden het meest van den auto te lijden.
Dus beschermende bepalingen? Het wegdrukken

van elke concurrentie aan dit oudere verkeersmiddel

toegebracht?
Met de trams was het nog erger. Zij bediended

voornamelijk lokaal verkeer en werden hier en daar
als het ware door de auto’s gekraakt voor zoover ze

niet tijdig het nieuwe verkeersmiddel zelve aan hare

onderneming hadden verbonden.

Wat moet hier gebeuren? Helpen of laten sterven?
De autobussen zelve verrezen als paddestoelen ‘ait

den grond en gunden elkaar geen duimbreed ver-

keersgebied zonder
strijd
op leven en dood.

Was de weg hier de, dood of de consolidatie?
Het vliegwezen heeft nog een heele toekomst voor
zich en wijl het zich wel evenals de auto’s zal motn

blijven bepalen tot vervoer met betrekkelijk kleie

eenheden, is een zeer fijn net van luchtlijnen op dèh
duur zeker te verwachten, vooral als de techniek er
in slaagt het luchtverkeer nog heel wat goedkooper

en gemakkelijker (dit laatste bijv. door verticaal lan-

den en
stijgen)
te maken. T-let zal zonder twijfel iijn

aandeel komen bpvorderen van het gansche verkeer

en juist van, het meest waardevdlle deel ervan.
Nu wij onlangs de ,,Graf Zeppelin” met eigen
oogen hebben moge.n aanschouwen, dringt zich ook
hier de gedachte aan ons op van de mogelijkheid van

een nieuw en snel transportmiddel van grooter ver-

mogen, hetwelk zijn plaats zal komen opeischen. Moet

dat vliegwezen geholjren, of de andere transportmid-
delen er tegen beschermd worden?
Bij dat alles geldt voor ons land, voornamelijk voor
het goederenvervoer, de waterweg als een eersterangs-
verkeersgelegenheid, die
Y
5
van dit transport be-

heerscht en reeds van oudsher in de spoorwegen
eenigszins een concurrent vindt; een concurrentie, die
aan de overheid nooit aanleiding tot ingrijpen heeft

gegeven.
Moeten onze vaarwegen worden uitgebreid; van

grootere capaciteit gemaakt?

* *
*

Elk verkeersmidclel stelt zijn eigen vragen, die

misschien niet al te moeilijk hare oplossing zouden

kunnen
krijgen,
als men slechts dat’ééne vervoermid-
del in het oog behoefde te vatten.
Maar aldus wordt geen vervoervraagstuk opgelost.

In eik land zit men thans voor het probleem: welk
deel van het verkeer moet nu aan elk verkeersmiddel
toevallen, hoe moet de verhouding tussehen deze mid-

delen zijn.
En, zooals gezegd, nog nergens
schijnt
men de op-

lossing te hebben gevonden. Maar het wordt hoe lan-
ger hoe duidelijker, dat de moeilijkheden wel voor een
groot deel hieraan zijn te wijten, dat veel te lang is
vastgehouden aan een vervoerstelsel, waarbij elke

INHOUD
BIz.
EEN
TRANSPORTINSTITUUT
door
H. J. van Braambeek 988
Het nieuwe rubber-plan .door G.
A.
P.
Weyer …….
989
De dertiende internationale arbeidsconferentie 1 door
Mej.

Mr.

G.

J.

Stemberg……………………
992
Het Nederlandsche bedrjfileven en zijn binnenlandsche
markt II (Slot) door
W. G. H. van der Zweep
994
De stabiliseering van

het prijsniveau in ,,Staathuis-
houdkunde en Statistiek” 1 door
Mr. J. 0. Koopmans
995
Nikkelen munt. Met naschrift door
Mr. K. P. van der
Mand.ele

…………………………………
997
De rijwielvoorziening door
Mr. Dr. J. H. van Zanten
997

AANTEEKENINGEN:
De

geidmarkt in

October

…………………..
998
Kosten van het levensonderhoud bij arbeidersgezmnnen
en gezinnen van meergegoeden te Amsterdam…
999
De

beteekenis van de Nederlandsch-Indische pro-
duten voor de wereldmarkt.

……………
1000

BOEKAANKONDIGINOEN:
Mr.
Dr. J. Ph. Backx: De Haven van Rotterdam,
bespr.

door

C.

Vrmey

…………………..
1000
Dr. J. C. W. Cramer: flet vol kscredietwezen in Nedez

landsch-Indie, bespr. door
Mr. D. J.
H’ulshoff Pol
100.1

LYIAANDOIJFERS:
Statistisch overzicht van den economischen toestand
van Nederland ………………………….
1002

STATISTIEKEN EN OVERZIOH’FEN
…………..
1003 —1010
Geidkoersen.

Bankstaten.

Verkeerswezen.
Wi8selkoersen.

1
Goederenhandel.

onderneming in hoofdzaak slechts één soort verkeers-
middel gebruikte.

De spoorwegondernemingen gebruikten slechts de

treinen en wat auto’s, of wagens of karren voor den

bestel- en afhaaldienst en in een enkel land expioi-
teerden zij ook een paar kanalen, havens of stoom-
hootdieusten.

De schipperj deed hetzelfde met haar beurt’dien-
sten.

De auto-exploitanten, de luchtvaarders, zij hou-
den zich slechts aan den motor in hun eigen transport-
middel geconstrueerd, maar van een verkeep iln groot

verband is niets te bemerken; van fusie met andere

middelen, zelfs van samenwerking daarmede valt
nauwelijks iets te merken. –

De tiams hebben met den moed der wanhoop hare
intercommunale ljntjes in ‘t leven gehouden met
sterke overheidshulp. Alleen daar waar zij intijds den
auto haar huis hebben bihnengehaald, schijnt de
hevenskans niet geheel verkeken.

* *
*

Het resultaat van dat alles is geweest, dat er in
bijna alle landen is gegroe:id een toestand van geringe

samenwerking en groote vijandigheicl over en- weer, waarbij slechts gepoogd werd het eigen verkeersmid-
del
een zekere superioriteit te bezorgemiboven dat
der cocurrenten, in plaats van de
verkeersonderne-
ming
dezen voorrang te bezorgen.

Hierin komt nu wat verandering. De spoorwegen
hadden reeds lang de contrôle over een aantal tram-
wegen en exploiteeren nu ook in zeer nauwe verbin-

ding met hunne treinen de A’.T.O. en Van Gend &
Loos..

Tal van trams hebben nu ook de autobus tot o.n-
derd cel van hare onderneming gemaakt; enkele ook

den vrachtauto en een heel enkele ook de boot. Met
de autobus en liet vrachtverkeer per auto blijft het
echter een hopelooze verbrokkeling, waarin nog geene
teekeing begint te komen, ondanks de bescherming,
die de gewijzigde wet op de openbare middelen van
vervoei, voornamelijk de autobus hee:f t gebracht.

* *
*

Het gevolg van dit veel te lang zich vastklampen
aan slechts het ééne verkeersmiddel is ook terug te
vinden in de organisaties, die hier te lande zich over

het verkeersgebied hèbben gevormd.

1
6 November 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

989

Zij bestrijken telkens een streng afgebakend gebied, waarbinnen slechts een transportmiddei zich beweegt.

De spoorwegen hebben zich uit den aard der zaak

slechts internationaal kunnen vereenigeu.
Trams en spoorwegen zijn samen ondergebracht in

de Neci. Ver.
oor Lokaalspoorwegen en Tramwegen.
De schippersbelaftgen worden behartigd door Schut-

tevaer en nog een aantal vereenigingen, die uitslui-

tend belangen aan het waterverkeer verbonden, dienen.

De autobussen worden beschermd door den Bond

van Autobusdienst-ondernemers en gedeeltelijk door
den Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland, die

zich overigens het vrachtautoverkeer ter harte neemt.

De K.L.M. is evenals de Ned. Spoorwegen een op
zich zelve staande onderneming, die waarschijnlijk
ook wel hare internationale organisatie zal hebben.
En daarnaast heeft men nog een aantal expediteurs-

bonden en -hondjes.
Uit dit alles is’ duidelijk te zien, dat hier in Neder-

land een zeer verbrokkelde exploitatie in het verkeer
is, maar bovendien een strenge scheiding in orga-

nisaties, die elk een onderdeel van het verkeer willen
dienen en in de meeste andere landen is het niet

anders. De arbeid, die daarbij

zoowel op het eene als

op het andere gebied wordt verricht, blijft daardoor

fragmentarisch en heheerscht door een stemming’ van
vijandigheid en concurrentiezucht jegens de andere
vervoerende ondernemingen. Het verkeer als geheel
wordt niet gediend en de verkeersgestalte, die een

land als het onze daarbij zal blijven vertooneri, zal
noodwendigerwijze….wanstaltig zijn.

De algemeene groote fout, die er naar mijne op-
vattingen wordt gemaakt bij den opgroei van ons
verkeerswezen, bestaat hierin, dat men niet aanneemt

een zekere correlatie tusschen de vervoersmiddelen

enniet alles concurrentie is wat de klok slaat. Een
druk treinverkeer zal ook guristigen invloed op de
trams en autobussen hebben. Veel watertransport zal

onvermijdelijk eveneens vervoer naar de spoorwegen en vrachtauto’s toeleiden. En een algeheele stimulatie
van het personen- of goederenvervoer zal aan alle

ondernemingen haar voordeel brengen.

* *
*

Er zijn dan ook voldoende belangen, die alle groe-
pen. van het vervoerwezen gemeen hebben, al stem ik

ook dadeljk toe, dat er evenzeer tegenstrjdige belan-
gen zijn.
Maar ik waag toch de opmerking, dat beide soor-

ten van belang het best worden gediend door veel
meer te zoeken de positie van samenwerking en on-derlinge aanvulling dan die der felle vijandschaii en
concurrentie. De ervaring in bijna alle landen heeft
wel laten zie, dat daaruit geen behoorlijk transport-

geheel groeit en er geen denken aan is, dat met hand-
having van dit stelsel der gescheiden transportmid-
delen, elk gehanteerd door een groep transporteurs,
die slechts heil zien iii bekampen der andere vervoer-
middelen, er een economisch en doelmatig geheel
komt. Het valt te betreuren, dat zoowat nergens het
verkeer als één geheel wordt gezien en slechts alle
kracht wordt gezet op een grooter of kleiner onder-
deel daarvan.
De toenmalige Minister van Waterstaat heeft dit
destijds eenigermate begrepen, ‘toen hij de Staatscom-
missie-Patijn instelde, die althans het verkeersvraag-

stuk in grooter verband heeft to beschouwen. In En-
geland en Duitsehland zijn overeenkomstige commis-
sies bezig geweest en nog bezig het moeilijke vraag-
stuk een oplossing te geven. In België is een hoogere rand van vervoer door den koning ingesteld.
Overal wordt gezocht naar een beter geheel van het.
nationale transpontwezen aan de hand van de bijzon-
dere positie, waarin elk land verkeert.
ik mag er op wijzen, dat door mij in de Tweede Ka-
mer cel]: poging werd gedaan om te komen tot een
ambtelijken vervoerraad, zooals later in België inge-

steld. De Karnernam de motie aan, doch Minister
Van der Vegte zag er geen heil in en weigerde de
motie uit te voeren.
Ook het Koninklijk Instituut van Ingenieurs deed

het Zijne om aan het geheel van het verkeer volle

aandacht te doen schenken door in zijne afdeeling

voor Technische Economie op 2 Maart van dit jaar

éen viertal praeadv:iezeu over de ,,Economische Re-
geling van het Verkeerswezen” te doen bespreken.

* *
*

Dozen kant zal het zeker uit moeten en ik heb mij

daarbij al
dikwijls
afgevraagd, waaraan het toch te

wijten is, dat wij in ons land wel een Nijverheidsraad,

een Middenstandsraad, een Wegencongres, een Land-
bouwgenootschap, een Koloniaal Instituut en tal van
andere gezelschappen hebben, die zich ten doel stel-
len bepaalde algemeee belangen te bevorderen, doch

nog maar
altijd
missen een Transportinstituut, of hoc

men dat lichaam ook zou willen noemen – een lichaam

dat het verkeer in zijn algemeenheid, in zijn onderling

rerband en in zijn afzonderlijke onderdeelen en groe-

pen zal hebben te bestudeeren en bevorderen en dat
er zeer veel toe zal kunnen bijdragen om de stemming

van antagonisme te doen plaats maken voor eene
overtuiging van samenwerking.

.Li Engeland heeft men daarvoor ,,The Institute of
Transport”, dat op schitterende
wijze
deze taak ver-vult door uitgave bijv. van een allerhelangrijkst groot
weekblad ,,Mod,ern Transport”, door het beleggen van

congressen en het samenstellen van rapporten en nog
,veel meer. In dit ‘instituut komen spoorwegen en

weggebruikers, de luchtvaart en scheepvaartonderne-
mingen, havenheheerders en directeuren van hij het
verkeer betrokken ondernemingen samen om het al-

ler,nieuwste en het allerbeste op transportgebied te be-
spreken. en de kennis ervan te verbreiden. Ik hen er
dan ook diep van overtuigd, dat een transportinstituut
èn
ons land nok zeer veel ei- toe zou kunnen bijdragen

oni het verkeerswezen in vollen omvang to bevorde-
ren en te dienen, zoodat er een behoorlijke coördinatie
tusschen de diverse verkeersmiddelen wordt verkre-
gen.

Indien hiertoe het initiatief genomen zou worden
door iemand met verren blik en niet belast met eeni-
genlei wantrouwen van één der vele ,,partijen” in

deze kwestie, zou
hij
aan het verkeer en daardoor aan

het land naar
mijn
gevoelen een. zeer grooten dienst
kunnen bewijzen. II. J.
VAN
BRAAMBEEK.

HET NIEUWE RUBBER-PLAN.
X

Het Comité ter behartiging van de belangen der

Nederlandsche rubberproducenten heeft in den aan-
vang van deze maand belanghebbenden verrast niet

een circulaire, dienende tot voorbereiding van een ver-
gadering, welke op 22 dezer te Amsterdam is gehou-
den. In deze circulaire werd betoogd dat, afgaande
op de statistische positie van ‘het product, een hoogere
prjsbasis meer reden van bestaan heeft dan het tegen-
woordige lage m.arktniveau, welk lage marktniveau,
volgens de opstellers van de circulaire, onmiskenbaar
het gevolg is van krachtige en tot nu toe niet succes
bekroonde pogingen. van Amenikaansche zijde toege-
past om den marktprjs te drukken. Dit succes van
de Amerikanen schrijft het comité toe aan het feit,
ilat tegenover een ongeorganiseerd aantal van hon-
derden producenten, een zeer gering aantal indus-
trieelen staat die, dank zij ook de activiteit van hunne
in het verre Oosten werkzame agenten, over hetrouw-
bare gegevens beschikken, waardoor zij in staat zijn
hun wederzijdsche en gelijkloopende belangen tè die-

1)
Wij verwijzen niet betrekking tot dit ‘onderwerp naar
de beschouwingen van Jhr. Mr,. L. E van Lennep, in ons nurn-
nier van 30 October ji. Evenals in het artikel van Mr. van
Lennep worden in het thans gepubliceerde artikel van den
heer Wcijer een aantal bezwaren tegen het nieuwe ruibber-
plan ontwikkeld. Red. . –

990

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 November 1929

nen. Het comité wenscht dus tegenover het georgani-
seerct optreden van verbruikers een tegenwicht te vor-

men door een georganiseerd optreden van producen-
ten, en Tin ligt, naar hun gevoelen, de mogelijkheid
voor . en oplpss ing besloten in de thans heerscheucle

verho ucli ii g tusscheu productie en co nsuinptie.

Zij gaan er dan voor hun verder betoog van uit, dat
in 1929 hij een verbruk van 790.000 tons,.de produc-

tie 831.000 tons zal bedragen.
Zij
nemen verder aan,

dat cle consiïmptie in 1930 8 pOt. hooger zal zijn dan
die van 1.929, wat zij aan den lagen kant achten, waar

cle stijging van 1929 bij 1928 vergeleken 16 pOt. was,

en rneenen dus voor 1930 te mogen rekenen op een
verbruik van 850.000 tons. De productie gedurende

1930 daarentegen zal, naar het inzicht van het Oonii-
té, niet grooter behoeven te
zijn
dan 820.000 tons.

Het Comité acht zich met dezé ramingen aan den

veili.gn kant en constateert dat dus in 1.930 een tekort

van poducte tegenover consumptie moet ontstaan

van circa 30.000 tons. De verdere redeneering is dan

als volgt: ‘gegeven, dit waarschijnlijke tekort ,,ljdt liet

geen twijfel” dat in den loop van 1930, wellicht in
het tweede halfjaar, ccii
stijging
van den marktprijs

moet intrden. Producenten hebben, om betere mb-

brprijzen te zien, dit oogenblik dus slechts af te
wachten, maar hebben het in hu é’
n, hand, dit momnt

te vervroegen (,,dien toestand te verdisconteereil”,

noemt liet comité dit) dooi oprichting van een inter-
nationale produceuten-vereeniging, waarvan de leden.

zich verplichten, een deel hunner prôductie, tot een

gezamenlijke hoeveelheid van niet meer dan 45:000
tons, in te brengen in een centrale verkoopsorganisa-

tic ‘De grondslag voor de, overigens nader bij regle-
ment vast te stellen, werkwijze van cle verkoop-cen-
trale zal zijn, dat zij de ingebrachte rubber niet zal
verkoopen, althans niet gedurende een bepaalden tei-

mijn, waarvoor ter vergadering één jaar werd gd-

‘noemd, ‘beneden een vastgestelden prijs. Met het ove
rige deel van zijn productie blijft de planter vrij ‘,i’i

zijn disposities van verkoop. Hierdoor zijn de verbrui-

kers aangewezen op de hoeveelheden rubber, welke

door producenten in het vrije ruilverkeer worden aan-
geboden; dit aanbod niet voldoende zijnde’ter dekking

van, hunne behoeften ,,kan liet niet anders, of de tot
standkoming van de associatie moet een onmiddellijke
prijsverbeter ing tengevolge hebben”. Hoewel het Co-
mité zich zeer positief over liet gunstige resultaat van
haar associatie uitlaat, voegt het,
blijkbaar
ter over-
bodige geruststelling, hieraan nog toe dat, gesteld dat
deze gunstige verwachtingen nièt worden verwezen-
lijkt, de leden hun recht houden op cle öpbrengst van
de ,,tot marktwaarde” te realiseeren rubber, daarbij
in het midden latende, wat die marktwaarde dan wel

zal zijn. .

J:Tet resultaat van de vergadering van 22 October
was, dat cie producenteti van slechts 30.000 tons rub-

her zich l)ered verklaarden aan de vorming van de
verkoops-associatie en het aanleggen van den,,ijzere.n
voorraid” mede te doen, zoodat, indien desondanks

liet plan door zoude gaan, slechts circa 6.000 tons
voor afzondering uit de consumptie-voorraden in aan-
merking zou komen. Hoewel het Comité’ nog over-
weegt, wat hef thans te doen staat, en uiteraard veel zal afhangen van de hduding, die zal worden aange:

nhmen door de Engelsche producetiten, is het nu wel
duidelijk, dat liet op zijn best zeer veel moeite zal
koiteii om de döor het Comité noodig geoordeelde
hoeveelheid van 45.000 tons bijeen te krijgen.

Nu is het wel merkwaardig, dat ter vergadring

wèl gesroken is over de kansen clie al dan niet aan-
wezig zijn tot verkrijging van voldoende medewerking
om het plan een begin van uitvoering te kunnen
geven, dat wèl van gedachte is gewisseld omtrent den
n
oodzalcelijken min i um-duu r van de aaneensluiting,
waarvoor door den heer Burger één, en door Prof.
Treub drie jaar is genoemd, dat wèl twijfel
is
geop-
perdi aan de juistheid van de gehezigde productie- en

consumptie-cijfers, waarvoor men zelfs andere in de
plaats heeft gesteld, dat wèl aandacht werd geschon-

ken aan het probleem van de inlandsche rubber, maar
dat men heeft nagelaten om zich, zooals liet in de nota
van het Comité heet ,,op een econom.ischen grond-
slag te plaatsen”, waarvoor het Comité zelf overigens
allerminst het voorbeeld heeft gegeven in de door het
rondgezonden nota, waarin van een zoodauigen cono-

mischen grondslag Weinig te bespeuren .is.

Om te beginnen is het Comité volkomen in gebreke
gebleven om ook maar eenigszins aannemelijk te ma-

ken, dat het simpele feit, dat de eigenaren van’ een
partij rubber ter maximale grootte van 45.000 tons
deze rubber opslaan tot een
prijs
te maken zal zijn
van
f
0.80, liet bedrag door den heer Burger ter ver-gadering genoemd, een stijging van den mubberprijs

tengevolge zal hebben, en zulks nog wel, naar het

Comité heeft verzekerd ,,onmiddelljk”. Het Comité is er blijkbaar van uitgegaan, dat deze stelling geen

bewijs behoeft, en de vergadering heef t, merkwaardi-

ger’ijs, om dit bewijs niet gevraagd. Toch ligt de

juistheid van dezen voomnaamsten grondslag van het
plan-Burger allerminst voor de hand, integendeel,

er is alle grond voor twijfel. 1-londen wij ons aan de

door het Comité verstrekte cijfers: productie in 1929
831.000 tons, conbumptie 790.000 tons. Er is dus een

overschot van 41.000′ tons. 1-let is duidelijk, dat een
1
dergelijk overschot de pdsitie van producenten eenigs-

zins verzwakt, en het is waarschijnlijk, dat hierdoor
en nadeelige invloed wordt uitgeoefend op den prijs,
waartegen
de geh.eele productie
door producenten kan

worden verkocht. In 1930 zal de toestand, wederom
volgens de circulaire, geheel anders zijn: dan is de’
consumptie 850.000 tons bij een productie van slechts
820.000 tpns, er ontstaat dan een tekort en de prijs
zal ophoopen. Maar als deze prognose juist is, dan ligt
toch de vraag voor de hand, waarom liet Comité iiiet

een stap verder gaat en een eind maakt aan de onze-

kerheid, die er ten aanzien van het welslagen van
haar plan door de houding vn een groot deel van de

belanghebbenden heerscht, door eenvoudig de voor de

vorming van den ijzeren voorraad benoodigde hoeveel-

hèid mubber tegen marktprjjs te koopen en straks met
winst te .verkoopen, want daar komt, wat het beoogt.

practisch toch op neer. Maar, wat doet het Comité
dan? Het vergroot dan kunstmatig de vraag naar rub-her, omdat een extra vraag voor een speculatief doel,
iii, het aanleggen van een voorraad, aan de normale

vraag van consumenten wordt toegevoegd. De rubber
wordt dus kunstmatig schaarsch gemaakt, wat het
waarschijnlijk doet worden., dat d.e prijs voor ready
zich hooger zal stellen, maar tevens wordt, en dat

schijnt liet Comité geheel over het hoofd te zien, het
plechtanker van het heele plan, nl. het voor 1.930 voor-
spelde tekort, weggenomen. Wat meer speciaal op den’
weg van den handel en van de rubbergebruilcende in-
dustrie ligt, nl. het transporteeren van he’t surplus
van heden naar het tekort van morgen, zal, indien en
voor zoovèr de commissie haar zin krijgt, door het

Comité, ergo door de planters zelf geschieden. Het
Comité krijgt dan evenwel ook tot taak om deze op-
gelegde voorraden t.z.t. weer te liquideeren. Hoe ken die liciuidatie anders plaats vinden dan door dien op-
g’elegden voorraad hij de productie te voegen en te-
zamen daaréiede aan de v’erbruikers aan te bieden?
Met beleid, zelcer, dat mogen wij bij voorbaat wel aan-
nemen, maar ‘hoe ook, het rubbertekort van 1930 is
hiermede aangevuld, ergo is de voorspelling van hoo-
gere pijzen, uitsluitend alsuitvloeisel van dit gecal-culeerde tekort, moeilijk meer vol te houden. Maar
tevens wordt liet dan uiterst dubieus, of het kunst-
matig verwekken van de schiaarschte in 1929 wel een
prijsverhooging tengevolge zal hebben. Immers kon-
pers-verbruikers en termijnspeculanten weten dat de
manoeuvre van producenten tot gevolg heeft, dat het
voor 1930 geraamde tekort zal verdwijnen, dat er dus
geen aanleiding is om de latere termijnen erg veel
duurder te gaan betalen dan de contante, doch waar-

6 November 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

schijnlijk wèl om op de termijnmarkt latere leverin-
gen te gaan aanbieden, en dit doende bewerken zij een prijsvereffening, een vervlakking als het ware,

van de noteeringen. Of producenten daarmee erg op.
zullen schieten is cle groote vraag.

Het Comité maakt verder cle groote fout, dat het

aanneemt, dat het huidige lage prijspeil het gevolg is
van enkele
op
dit oogenblilc
werkende invloeden, en
dat toekomstige mogelijkheden op de prijsvorming van
geen invloed

zijn.
Het vergeet, dat het waarlijk niet
alleen de fabrikanten van rïtbber-artikelen, eenvou-

digheidshalve de verbruikers genoemd, zijn, die actief

op de rubbermarict optreden, maar dat een heirleger

van kooplieden en termijnspeculanten over de geheele
wereld verspreid op elk oogenblik van den dag bezig
is om de toekomstverwachtingen, die ten aanzien van
het product worden gekoesterd, te materia1iseeren in

transacties op de termijnmarkt, en dtt dus ook de ver-

wachting, dat in 1930 een tekort aan rubber zal ont-
staan,
voor zoover die meening
wordt gedeeld, al ver-
disconteerd is in de termijnnoteeringen van het pro-
cluct, die ontstaan als gevolg van de op die meenin-,

gen gebaseerde termijntransacties. En voor zoover
deze kooplieden en speculanten, wat dit vermocdelijke

tekort betreft, met het Comité van meening mochten
gaan verschillen, zullen zij partijen op termijn gaan

verkoopen, en deze teimijnverkoopen zullen dan een
invloed
0])
de rubbermarkt hebben, die het Comité in
het geheel niet heeft voorzien en waartegen het met
zijn ijzeren voorraad eenvoudig machteloos zal staan.

Te oorcieelen naar de geregistreerde termijnnoteerin-
gen voor rubber zou men bijna zeggen, dat ,,de markt”,
wat deze hoofdzaak betreft, inderdaad met het Comité van meening verschilt!

Nu is het uiteraard best mogelijk, dat, wie thans
nog niet aan het onvermijdelijke van, dat tekort ge-looft, zijn meening ‘zal hebben te herzien, en dat de tegenwoordige baisse in een hausse zal omslaan; in

dat geval’ zullen dus transacties worden ondernomen,
clie een verbetering der noteeringen met zich mede
zullen brengen, maar dat een dergelijke hausse zou
inzetten alléén, omdat een deel van de rubberplanters
een hoeveelheid rubber eenigen tijd opsluit, is geens-
zins aannemelijk. De ervaring met dergelijke ,,cor-
ners” opgedaan is werkelijk in het algemeen anders!
Wat hëtreft de
cijfers,
die voor het Comité als uit-
gangspunt hebben gediend, het volgende: Afgeschei-

den van het feit, dat voor rubberstatistieken, naar de
ervaring leert, wel zeer sterk geldt, dat straks ,,een
wijze komt, die ‘t wegredbeert” – en zulke wijzen
zijn ter vergadering van 22 October inderdaad ver-

schenen -, afgescheiden dus van hot feit, dat de

cijfers zelfs, voor zoover ze het heden en het verleden l)etreff en statistisch-historisch allerminst onomstoo-
tclijk vast staan, heeft het Comité geheel over het

hoofd gezien, dat déze productie en déze consumptie
niet van uiterlijke invloeden volkomen onafhankelij]ce,

als het ware kosmische verschijnselen zijn, doch dat
zij wel degelijk sterk beïnvloed werden en worden door
de hen omringende economische factoren. In hoever-
re – om bij het uitgangspunt van het Comité te blij-

ven – de economische factoren die in 1930 zullen
gelden anders zullen zijift dan die van 1929, in hoe-

verre die factoren een belemmerenden of een aanwak-
kerencien invloed op de productie eenerzijds en de
consumptie anderzijds zullen uitöefenen, weten wij
niet, en wij zullen er het Comité geen ervijt van mo-
gen maken, dat het dit ook niet weet. Maar wèl moe-
ten wij, en dit had het Comité bij het uitwerken van zijn plan stellig, moeten doen, bij onze prognose in
aanmerking nemen, dat het geen in rust zijnd object
is, dat wij onder de loupe hebben, maar dat wij in-
tegendeel bezig zijn met de bestudeering van zich als
gevolg van allerlei invloeden doorloopend wijzigende
verschijnselen. Op zichzelf verbiedt dit inzicht ons
reeds om, indien wij zelf een bepaalde werking gaan
uitoefenen, zooals i.c. het Comité met zijn ijzeren voor-
raad, te voorspellen dat dit of dat gaat gebeuren.

Want dan zouden wij over het hoofd zien, gelijk het
Comité inderdaad over het hoofd ziet, dat de quanti-

tatieve productie en consumptie, waarvan wij uitgaan,
•hebben gegolden resp. zullen gelden onder bepaalde
uitwendige verhoudingen, o.m. dus
bij een bepaalden
Bij de prijsnoteeringen, zooals die in 1929 zijn
geweest is dus een consumptie ontstaan van 790.000

tons, en een productie van 831.000 tons. Hoe groot zal

in 1930 de consumptie zijn bij een hoogeren prijs,
ibij’. bij
f
0.80, het einddoel van den heer Burger, hoe groot is dan de productie?
Wij
weten het niet ‘en zul-
len ons zeker niet schuldig maken aan eenige voor-

spelling, maar gesteld eens dat de productie door dien
hoogeren
prijs
met 2 pOt. gestimuleerd werd (men
denke slechts aan de inlandsche rubber), en dat de
consumptie met 2 pCt. afneemt, doordat het artikel
voor sommige doeleinden te duur wordt, waar blijft
dan het geraamde tekort, en waar blijven dan de hoo-
gere prijzen? Het Comité gaat dit probleem stilzwij-

gend voorbij. Blijkbaar neemt het aan, dat bijaldien
het door zijn kunstgreep een hooger prijsniveau weet
,te verwekken, desniettegenstaande de verhouding tus-
schen productie en consumptie zoo zal blijven, dat die

hoogere prijzen kunnen worden gehandhaafd, ook voor

de hoeveelheid, die tijdelijk aan den ketting werd
gelegd, maar dit is volkomen in strijd met de logica

en’ met de ervaring, die ‘men ter bepleiting van het
plan juist als uitgangspunt gekozen heeft.
Nu zou men misschien nog kunnen redeneeren: baat
het niet, het sehaadt ook niet, gelijk door het Comité

ook min of meer wordt gesuggereerd waar het schrijft
dat, gesteld de gunstige verwachtingen worden niet verwezenlijkt, de leden hun recht houden op de op-

l)rengst van de tot marlctwaarde te realiseeren mb-
her. Dit recht nu van de leden staat onherroepelijk
vast, maar minder vast staat, wat die ,,marktwaarde”
zal zijn, op het oogenblik dat het tot die realisatie’
moet komen. Worden de verwachtingen niet verwe-

zenlijkt, ‘m.a.w. mislukt de opzet, dan is de4kans groot,
dat die marktwaarde lager ligt, dan de prijs, dien men
had kunnen hedingen, toen de ijzeren voorraad werd
aangelegd. Geldelijke schade voOr •de leden is dus
allerminst buitengesloten, al is het moeilijk om het

bedrag dier schade precies vast te stellen, maar nog
erger is het dat, wederom in het geval dat het plan
geen succes heeft gehad, dus in’ een periode van lage
prijzen, dus over-aanbod, bovendien nog de opgespaar-
de hoeveelheid van 45.000 tons aan de markt ko,mt.

De associatie komt dan in de positie te verkeeren van
een rubberspeculant in liquidatie, voor haar zelf en

dus voor hare leden geen prettige positie en voor de
rubbermarkt een bepaalde bedreiging. Zijn wij dus van
de baat geenszins overtuigd, wij houden tevens ons

hart vast voor al het kwaad, dat er uit voort Ican
vloeien!

De positie dus van den planter, die meedoet aan het
plan-Burger en een deel van zijn productie in het
pakhuis van de associatie brengt, zichzelf dus de, zij
het lage, inkomsten onthoudt, die hij zou krijgen in-
dien hij zijn geheele productie steeds geleidelijk tegen
marktprijs, hetzij prompt, hetzij vooruit verkoopt, is
geen andere dan die yan iederen villekeurigen mubber-
speculant, die een voorraad rubber aanlegt in de hoop

op hoogere prijzen. Dat behoeft niet noodzakèljk een
verkeerde transactie te zijn, onder bepaalde omstan-
digheden kan dat juist gezien blijken te zijn, maar men moet goed voor oogen houden: ten eerste dat
men hiermede niet de verbrhikers kan forceeren een
hoogeren prijs te betalen en ten tweede, dat dit een
handeling op zichzelf is, die niets met het planters-
bedrijf te’ maken heeft, brengende met zich mede
risico’s, die niet de natuurlijke aankleve van de cul-
tuur zijn, en die in de meeste gevallen dus ook niet
onder oogen. zijn gezien door hen, die de gelden voor
de onderneming hebben verstrekt.
G. A.
P. WEYER.

r

992

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 November. 1929

DE DERTIENDE INTERNATIONALE
ARBEIDSCONFERENTIE

(Zeeliedencon.ferenie).
1.

Voor (Ie tweede maal kwam dit jaar te Genève de
Algemeene Qonferentie van den Arbeid bijeen; op

10 October nam nl. do 13dc Internationale Arbeids-

conferentie een aanvang, wier agenda slechts onder-

werpen, marit:ieme zaken betreffende,’ bevatte. Inge-
schreven waren de volgende onderwerpen:

lo. Regeling van den arbeidstijd aan boord van

schepen.
2o. Beschermi.ng
..van zeelieden in geval van ziekte

(daaronder begrepen behandeling van getroffenen

aan boord) d.w.z.: –

de individueele verplichtingen van den reeder

ten opzichte van zieke of gewonde zeelieden;

de ziekteverzekering van zeelieden.

3o. Bevordering van het welzijn der zeelieden in de

havens.
4o. Diplonia van bekwaanilieid voor koopvaardij-

officieren.
Die Conferentie wordt dan ook met den naam van

zeeliedenconferentie aangeduid.


Aanvankelijk scheen het of liet getal 13 de Ooi.i-
ferentie onheil aanbrengen zou; er ontstond ni. en

conflict met de reeders, die met heengaan dreigden.

Aanleiding daartoe was het volgende. Zooals bekend

is, verlangt artikel 380 van het Vredesverdrag van
Versailles, dat de aanw’ijzing van den werkgevers- en

arbeidersafgevaardigde en diens technische raadslie-
den geschiedt .i n overeensteniming met cle voori:taamste

vakorganisaties van werkgevers en arbeiders, waar-
onder dan algemeen verstaan worden de algemeene
vakvereenigingen, niet de categorale bonden. In En-
geland had de huidige Regeering, evenals v66r haar

de andere Regeeringen, ook bij de vorige zee-

liedenconferenties gedaan hadden,’ oor zooveel çle
verkgevers’afvaardiging betreft tot de Nat.ional Con-
federation of Employers Organ:isat.ions (een algemee-

iie vakvereeniging) de uitnoodiging gericht om een
voordracht te doen. Die Confederation verzocht, met

liet oog op liet maritieme karakter der Conferentie,

aan de Shipping Federation Limited en aan The Em-
ployers Association of the Port of Liverpool om haar
de noodige voordrachten te doen. Tegen deze wijze
van raadplegen door de Engelsche Regeering maak-
ten de reeders in Engeland geen bezwaar. (In ons
land werd het overleg op overeenkomstige wijze ge-
voerd. De Regeering wendde zich tot de Afdeeling
]T
e
d
er
l
an
d van de Internationale Organisatie van In-

dustrieele Werkgevers, die weer de Reedersvereeni-
gingen uitnoodigde een voordracht te doen). Voor

zooveel de arbeidersafgevaardigde en diens raadslie-
den betreft, richtte de Engelsche- Regeering, evenals
in 1.920 en 1020 geschiedde, zich tot de Trade Union
Congress, de voornaamste algemeene arbeidersorga-

nisatie. Deze organisatie verzocht aan de National
Union of Seamen 3 personen als technische raadslie-
den voor te dragen. Deze Union, een categorale bond,
stelde zich echter op het standpunt, dat zij de voor-

naamste vakvereeniging was, die geraadpleegd had
moeten worden en een voordracht had moeten doen
voor de benoeming van den afgevaardigde naar de
zeeliedenconferentie en weigerde daarom een voor-

clracht voor de 3 technische raadslieden te doen. De
Engelsche Regeering stelde daarop de delegatie
samen, waarin derhalve geen vertegenwoordigers van
voornoemde Seamen’s Union werden. opgenomen In
liet feit, dat op de Conferentie te Genève (.ie Union
of Seamen nu niet vertegenwoordigd zou zijn, vonden
de Engelsche reeders aanleiding hunnerzijds geen voor-

dracht tot henoemiiig van een werkgeversafgevaardig-
dé en diens technische adviseurs te doen. Zij waren

derhalve
01)
de Oo.iiferentie ii iet vertegenwoordigd.
De werkgeversvertegenwoordigers van de andere lan-
den, die over liet algenieen aangewezen waren op de-
zelfde wijze als in Engeland zou zijn geschied, vonden

in de afwezigheid van de Engelsche reeders, van ver

tegenwoordigers van de Union of Searnen en. in het
niet aanwezig zijn vaif Noorwegen
1)
aanleiding liet
ware maritieme karaldter der Conferentie te ontken-

nen ; zij ivaren verder van oèrdeel, dat zij niet aan de

werkzaaniheden der Conferentie konden mededoen,
indien zij niet de verzekering ontvingen, dat de Con-

ferentie de tot nog toe gevolgde methode van aan-

wijzen voor de toekomst wijzigen zou, zoodat een her-

haling van hetgeen in England thans was geschied,

voorkomen zou worden. Met het oog daarop, dienden

zij een resolutie in, van de volgende strekiding: cle
Conferentie zou. verklaren, dat dle samenstelling van
de afvaardiging, voor zooveel werkgevers en arbeiders

betreft naar zech eclenconferenti es, zou moeten ge-

scliieden in overeenstemming niet de voornaamste
reeders- en zeeliedenorganisaties; zij zou den Raad van

Beheer belasten ôm niaatregelen te nemen ten einde

herhaling in de toekomst te voorkomen en de Com-
missie voor de geloofsbrieven zou belast worden om
zoodanige maatregelen te nemen, dat de huidige toe-
stand verbeterd werd hoe zou die Commissie dat

moeten doen? Die resolutie werd na, bestrijding, o.a.

van :Dr. Nolens, de eerste Nederlaridsche Regeerings-
afgevaardigde, verworpen. Dr. Nolens wees er, even-

als verscheiden andere afgeiraai:digden, op, dat

art. 380 van het Vredesverdrag van Versailles de

samenstellng der delegatie naar de Internationale

Arbei.dsconferentie belieerscht en dat de Conferentie
daarin geen wijziging brengen kan. Ingevolge voor-
noemd artikel moet de çlanwijzing van den werkge-

versafgevaardigde cii diens raadslieden geschieçlen
in overeenstem-mng met de voornaamste vakorgaui.-

saties van werkgevers. Dat artikei eischt ni.et, dat de
aanwij.ing van den arbeiders-, oderscheideniijk werk-
geversafgevaardigde iii overeenstemming zoowel met

de werkgevers-als met de.arbeidersorganisaties moet
zijn. In het stellen van dien eisch door de wrkgevere,.
zag hij een misbruik van hun bevoegdheid. Eiacldeu de Engelsclie reeders bezwaren tegen de aanwijzing

van den arbeidersafgevaardigde, dan konden zij den

gewonen weg volgen en bezwaren tegen cl ene benoe-
ming inbrefigen en ôp die vijze deze dluaestie (die van
de vertegenwoordiging bij speciale conferenties) ter
tafel brengen. De gedragslijn, welke zij nu. volgden,
deed veel aan een dreigement denken. Voor de reso-
lutie kon hij dus niet stemmen. Iets anders zon het
zijn, indien een korte verklaring afgelegd werd, waar-
in de w’ensch te kennen gegeven werd, dat hij de and-

wijzing van niet-regeeringsgedelegeerden naar een
conferenti.e als de onderhavige met de besproken
moeilijkheden rekening zal gehouden worden. Nadat
bedoelde resolutie met 04 stemmen tegen en 24 stem-
men voor op Zaterdag 12 October verworpen was,
meenden de reeders ‘s Maandags d.a.v. niet te moe-
ten komen en werden de werkzaamheden zonder hunne
medewerking voortgezet. Na onderhandelingen, die
een paar dagen duurden en gedurende welken tijd de
werkgevers steeds geen deel aan de Conferentie
nanien, nam de Conferentie op voorstel van de Re-
geer ingsgedelegeerden van Engeland, Finland en
Frankrijk een resolutie aan, waarbij aan den Raad

van Beheer vin liet Internationaal Arbeidsbureau ver-
zocht-werd om. – gezien de moeilijkheden, wôlice zich
hij de zittingen, gewijd aan zaken zeelieden betreffen.-
de, voorgedaan hebben, daaronder begrepen de sa-
menstelling van de delegaties, voor zooveel het niet

de Regeeringsafgevaardigden betreft, – een oplossing
te zoeken om in de toekomst een herhaling van de
moeilijkheden te voorkomen. Die resolutie werd niet
54 stemmen voor, 19 tegen aangenomen; voor dë
stemming erklaarde Dr. Nolens, dat hij vóór zou
stemmen, omdat n.z.m. die resolutie ten doel had de

moeilijkheden, die z.i. meer
i
ran nationalen dan wei
internationalen aard zijn, naar den Raad van Beheer

‘ Die niet-aanwezigheid lag in liet
feit,
dat het Storting
het noodige crediet geweigerd had.

6 November 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

993

te vervijzen cii het aen werkgeversgroep gemakkelij-

ker zou maken tot gezonde reden terug te keeren.
De arbeidersgroep stemde tegen die resolutie, doch

bleef aan de werkzaamheden der Conferentie deelne-
. :i vraag, waarom het hier gaat – afgeschei-
den
van
andere cli eper liggende niet genoemde ocrza-
ken – is derhalve deze, hoe moet de vertegenwoordi-
ging, voor zoovoei de werkgevers en arbeiders he-

treft, naar speciale, in het bijzonder maritieme con-
ferenties geschieden. :l)e Raad van Beheer heeft nu
clie vraag in onderzoek.
Te
zullen moeten afwachten,
vat het resultaat van het onderzoek van den Raad

van Beheer zal zijn. De tekst van art. 389, Sde lid, van
liet Vredesverdrag veranderen kan hij in elk geval

niet. ik kon hier nog aan toevoegen, dat bij zeer veel
afgevaardigden de neiging -bestaat, om die z.g. spe-
ciale conferenties af te schaffen.
Na de aanneming van bedoelde resolutie namen cle
werkgevers weder deel aan het werk der Conferentie.
.I.ntusschen hadden de verschillei:içle commissies reeds
vergaderd ei:i beslissingen genomen, die dus zonder

mectewerki ng van de werkgevers waren tot stand ge-
komen. :tri verband daarmede hebben cle werkgevers
aan de rapporten in inclerheidsnota’s toegevoegd, waar-
in zij hun standpunt ten aanzien van de behandelde
onderwerpen uiteenzetten.

Ta
n
de onderwerpen, welke
01)
de agenda inge-
schreven stonden, stond, zooals wel te begrijpen valt,
het vraagstuk van de regeling van den arbeidsdag
aan boord van schepen in het middeupu.ot der be-
langstelling. Tot goed begrip zij hier er de aandacht
op gevestigd, dat over al cle 4 genoemde onderwerpen
de eerste discussie plaats vond. Stelde de Conferentie
cle laatste jaren zelf de vragen vast, welke aan de
Regeeriugen gedaan zouden worden, dit keer werd voor het eerst een eenigszins andere procedure ge-volgd. De Conferentie stelde, door aanneniirig van

een resolutie een soort handleiding voor het Ïnter-
nationaal Arbeidsbureau op, aan de hand waarvan dan
dat Bureau cie aan de Regeering te zenden vragen
zal opmaken. Wat de werkwijze betreft, mag ik er hier

wel op wijzen, dat de Conferentie nog aan het zoeken
en tasten is. De eerste jaren werd een onderwerp
slechts éônniaal behandeld en stelde de Conferentie
reeds daclelijk een ontwerp-verdrag of aanbeveling
vast. Deze wijze van werken was niet bevredigend.
Daarna heeft men een proef genomen met het systeem
van cle tweede lezing. liet eerste jaar werd een
ontwerp-verdrag vastgesteld, daarna werd aan de
Regeer i ngen gelegenheid gegeven anendernente.n

voor te stellen, welke het jaar daarop in behandeling
kwamen. Ook dat systeem voldeed niet. Toen werd het
geprobeerd met liet systeem der dubbele discussie.
liet eerste jaar zou. de Conferentie de algemeene be-
ginselen van een onderwerp bespreken en een vragen
lijst vaststellen; het andere jaar een ontwerp-con-
ventie. Al veer bleek mis getast te zijn. De Conferen-
tie was niet liet geschikte lichaam om een vragen-
lijst vast te stellen. I)itmaai werd een proef genomen

met het stelsel, waarbij de Conferentie algemeene
beginselen besprak en richtlijnen vaststelde voor liet
internationaal Arbeidsbureau, aan de hand waarvan

dat Bureau de vrageu zal ontwerpen. De tijd zal lee-
ren of deze methode de geschikte zal blijken te zijn.

Keeren we na deze uitwijding terug tot de regeling
van Clen arbeid aan boord van schepen. De Commis.
cie, clie dit onderwerp behandelde, stelde in den vorm
van een resolutie de pun ten vast, waarover de Re-
geeringe.n gehoord moesten worden. Aan de hand van

een door het internationaal Arbeicisbureati opgemaakt

concept besprak zij de verschillende belangrijke quaes-
ties. Het zou. mij te ver voeren die alle hier te bespre-ken. ik vo]sta met enkele belangrijke te noemen. lii cle inleiding van de resolutie wordt allereerst d.e wenschelijkheid u.i tgesproken om cle Regeeringen te
raadplegen over cle quaestie van i riternatonaie regeling
van den arbeidstijd aai:t. boord., van schepen in een
conventie en in de t’eede plaats over de vraag of die
regeling moet plaats hebben op den grondslag van
den S-uren.dag of de 48 urenweelc met zoodanige uit-
zoncieringen cii wijzigingen als de bijzondere omstan-

diglieden van de scheepvaartindustrie noodig maken.
. (Aan di e 1 oleicli ng werkten de we:rkgevers ii i et mee).

Aan voornoemd e i niei d i ng wenschten cle werkgevers .
toe te voegen (le we:nschelijlclieicl om inlichtingen te vragen over : lo. cle uren van werkelijken. arbeid (tra-

vnu effectif), 2o. uren van scheepsdienst, 3o. uren
van presentie (stand-bij). Van arheiderszijde werd

daartegen na. aangevoerd, dat onderscheid tusschen

:1. en 3 zeer moeilijlc te maken is. Elice diénsttijd omvat

een periode van aanwezi.g zijn en i’an wericelijken ar-

beid. Daarbij doet zich dan de vraag voor, wat moet
onder werkelijke.n arbei cl. verstaan worden. Bovendien

werd gevreesd, dat clie onderscheidingen langeren
diensttijd tot resultaat zouden hebben. Na langdurige

discussie is besloten, dat cle Regeeringen geraadpleegd
moeten worden over de vraag wat verstaan moet wor-
den onder lo. riormalen arbeidstijd, 2o. uren van ver-

kelijlcen arbeid, 3o. uren van aanwezigheid, 4o. over-
werkuren, 5o. vergoeding voor overweriduren, Go.
werkzaamheden voor dc veih gltei cl.

:1e Commissie besliste, dat de visscherij nietonder
de toepassing van een eventu ccle regeling zou vallen,
doch later het voorwerp van een bijzonder onderzoek
zou uitmaken.

Tot veel debat gaf ook de vraag aanleiding op
velke personen een eventu.eele regeling betrelcking
ijioest hebben. Liet Internationaal Arbeidsbureau was
er van ui tgegaai:i, dat zooveel mogelijic iedereen aan
boord onder de regeling zou vallen met een paar uit-
zoncieri.ngc.n als kapitein, loodsen, e.a. De reeders
dlieudlen een ametidenient in’n cle eventueele regeling
niet van toepassing te doen zijn op de officieren. Dat
voorstei ontlokte, veel verzet. Als argument voerden
‘iie reeclers aan, dat de 8-ure.nconventie van T
as
hi
ng
_

‘tii eveneens liet toez i clithouclenci personeel u i tsloot.

1
an arbeidlerszijdle werd aangei’oerd,’ dat juist voor
cle stuu.rlieden een arbe.idsregeling zeer noodzakelijk
was. Nadat het reeciersanien clenient verworpen was, is
een ameuclenient aangen.onien om het oordeel te vra-

gen over een uitzondering voor ,,geen wachtdoeiide”
officieren. .1k veroorloof inc hier op te merken, dat
bij velen ten onrechte cle meening bestaat, dat, wan-
neer over een speciaal punt gee.n vraag wordt gesteld,

een Regeering dat punt ook niet in hdar antwoord
zal aanroeren. Een Regeering, dlie van oordeel is, dat officieren in liet algemeen buiten cie regeling moeten
vallen, zal, al is daarvoor geen speciale vraag, dit
zeker wel ])roprio motu meededen.

Voorts werd aandacht gewijd aan de quaestie of
een regeling van toepassing zou moeten zijn op per-

sonen niet in dienst van de reeders, zooals bijv. de
harhier, bloemenverkoopers enz. Tegen uitslu.i ting

van den barbier en dergelijke personen bestond hij de arbeiclersgroep geen bezwaar ; wel achtte zij een uit-‘
luiti og van cle radiotelegrafisten bedenkelijk; even-
niin gevoelden zij voor uitsluiting van de personen
clie het vee verzorgen op de schepen, die vee ver’oe-
ren. Aangenomen werd, dat uitgesloten zouden zijn
1)ersonen, die een bepaald beroep hebben, dat niet
direct piet den zeè-arbeid te maken heêf t en’ di.e niet
in dienst van den kapitein of reeder zijn.

is een ofzdnclerhijke regeling voor de ‘z.g. Lascaen
niooclig? Over die vraag ontspon zich eveneens debat.
.Dearbeidersgroep verklaarde zich tegen
. een bijzon-
dcie regeling; dan, iiep men gevaar, dat voor alle ge-
kleurde arbeiders een bijzondere regeling getroffei
zou wordeb. De Britsch-Indische Regeeringsvertegen-
woorcliger betoogde, dat ‘het gee:nszins de bedoeling
was om cle Lascaren vao de regeling uit te sluiten,
(toch alleen om het ni.ogehijlc te mcdcen dat de Règee-
ci ngen zich, over. (Ie we.nsciielij kbei cl van een bijzondere
regel ing zouden
n
i tsprelden. Ten opzichte van dit
pulut werd een beunicidelingsvoorstel ‘aangenomen ; de

EN

1

994

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 November 1929

Regeeringen zullen de gelegenheid hebben zich dien-

aangaande uit te spreken. Tenslotte moet ik nog ver-

melden, dat de werkgevers een amendement indiendefi

om aan de Regeeringen inlichtingen te vragen over

de kosten en de economische gevolgen van een 8-uren-
dag of 48-urenweek. Dat amendement, waartegen zich

alle Regeeringsvertegenwoordigers verklaarden, werd

verworpen. Hoewel niet blind voor den economischen

kant van het vraagstuk van den 8-urendag voor de
zeelieden, meende men toch, dat een dergelijk onder-

zoek
onmogelijk was: Het invoeren van een verkorten

arbeidsdag zal vaak tot het nemen van andere maat-

regelen doen overgaan, die bezuinigend of efficiënt

werken, zoodat de las, welke de verkorte arbeidstijd

oplegt, weer gecorrigeerd wordt. Bovendien zou in elk geval bij zoo’n oflderzoek ook bekeken moeten

worden, welke verbeteringen (hygiënische en sociale)

van een invoering van een arbeidstijdregelig het ge-

volg zouden zijn. Gezien de practische ervaring daar-

omtrent in verschillende landen opgedaan, schijnt

het niet wel doenlijk om vddr de invoering van een
dergelijken maatregel op te geven, welke de invloed

daarvan zal zijn.

In het desbetreffende minderheidsrapport aan het

rapport der Commissie toegevoegd, zetten de reeders
uiteen, dat uit het Vredesverdrag niet voortvloeide,

cEnt ook voor den arbeid aan boord van schepen een

8-urendag ingevoerd zou moeten worden; in de tweede

plaats was naar hunne meening de regeling van den

arbeidstijd niet een onderwerp om
bij
een interna-

tionale conventie te regelen. Dat moëst nationaal bij
collectieve contracten geschieden. De Conferentie vei-

eenigde zich echter met de door de Commissie opge-
stelde conclusies en wel met 76 tegen 17 stemmen. De
werkgevers stemden tege1 echter niet die van Frank-1•jk, Bulgarije en Italië. We zullen thans de antvoor-

den van de Regeeringen afwachtenen zien wat de

volgende Conferentie, die di.t ondeiwerp in tweede
discussie zal behandelen, brengen zal.
(Slot volgt).

G.
J.
STEMBEFtO.

HET NEDERLANDSCHE BEDRIJFSLEVEN EN ZIJN
BINNENLANDSCHE MARKT.

II (Slot).

De
fabrieken van rijwielbanden
leverden in 1928

2,2 millioen huitenbanden, waarvan 1,4 millioen hier
te lande werden ,,vei’reden”, dat is iets meer dan de
helft van het geheele verbruik. Het aantal afgeleverde
binnenhanden was bijna 1,1 millioen, half voor het
Linnen- en half voor het buitenland, zoodat in de be-

hoefte aan deze soort voor ongeveer één vierde door

cle Nederlandsche fabrieken werd voorzien. Tegenover
cle wereldvermaardheid van de reeds lang gevestigd
groote huitenlandsche fabrieken op dit gebied, die
geregeld sôhatten aan reclame ten koste leggen,
maakt dit geen slechten indruk. De fabrieken van
buitenbanden herinnen het, door de groote Belgisch-

Fransche valuta-invoerefl, verloren gegane deel van
haar binnenlanchen afzet.

De voortbrenging van de Nederlandsche
steen-

kolenmijnen
beliep in 1928 10,7 millioen ton. Een

vergelijking van de winning in 1928 met die in
1.010, toen deze slechts één millioen ton omvatte en
het arboiderstal rond 5.400 bedroeg, hij meer dan

30.000 thans, doet duidelijk zien, tot welk een betee-
kenis het mijnbèdrijf voor de Nederlandsche volks-
huishouding is gegroeid; vooral indien daarbij wordt bedacht, dat tal van takken van nijverheid daarmede
samenhangen, bijvoorbeeld in den jongsten tijd de stik-
stofbereiding. Stelt men de binneulandsche voortbren-
ging tegenover het verbruik hier te lande, dan blijkt
voorts, dat, wanneer alleen de hoeveelheden in het oog
worden gehouden, de jaarlijksche kolenbehoefte van
Nederland thans op rond één millioen ton na, door

de winning uit eigen bodem wordt gedekt:
binnenlandsche voortbrenging ………..
10,7
millioen ton
voortbrenging en invoer tezamen …….
20,2
uitvoer

…………………………..
7,2

verbruik in Nederland . …. … ….. ….
12,9
millioen ton
waarvan bunkerkool voor Nederlandsche
schepen

……….
……………. .
1,2
blijft verbruik in Nederland zonder bun-
kerkool

….. ……………. . …..
11,7

De hier werkende
zeepfabrieken
voorzien in onze

geheele behoefte aan zachte, harde en vloeibare zeep

en aan zeeppoeder. Men vergelijke de volgende opga-
ven betreffende 1927:

Afzet

Eenheid = 1000 gulden

binnTi Invoer
geheel
1

land
zachte zeep
……………8.892

8.794

87
harde en vloeibare zeep… . .
0.659

9.402

1.500
ongeparfumeerde zeeppoeder

5.873

5.860

353

Dat zijn al weer eenige voorbeelden van den on-
houdbaren toestand die luide om invoering van maat-
regelen tot het verhoogen van onze economische

weerbaarheid doen roepen! Een deel van de textiel-
nijverheid is op het stuk van deze pleidooien uiter-
mate actief en welke gevolgtrekkingen kunnen nu
ten aanzien van dezen bedrij’fstak’ binnen het raam

van dit overzicht uit de voorhanden gegevens wor-
den getrokken? De laatst verschenen statitieken zijn

die over 1927.
De fabrieken van katoenen garens,
(geen naaiga.
rens), verkochten toen voor een waarde van 33,6 mii-
lioen gulden, waarvan 30,9 millioen hier te lande, het-

geen, evenals in 1926, ruim 40 pCt. van het geheele

hinnenlandsche verbruik van deze garens is, bij 38 pCt.

in 1925. Achteraf blijkt dus, dat de groote invoer van
katoenen garens uit Frankrijk, dat daarvan in 1927

een teveel had, waarvoor onder andere in Nederland
en – ondanks de vrij hooge invoerrechten – ook ,in Duitschiand plaatsing werd gevonden, het aandeel
van onze spinnerijen in de binnenlandsche behoeften-

voorziening niet heeft verminderd.
1)

De’katoenen dekens
vinden vrijwel uitsluitend hun

weg naar het buitenland, namelijk tot een waarde van
10,3 rillioen bij een geheelen verkoop door de fabrie-
ken van 12,6 millioen. Daar de invoer niet meer dan
166.000 gulden besomde, beheerscht deze nijverheid

bovendien de eigen markt.
De waarde van de verkochte
katoenen manufactu-

ren was 175 millioen gulden, waarvan 74 millioen in
het binnenland en, 101 millioen gulden in het bui-

tenland werd geplaatst. Bij een invoer van ruim 28
millioen gulden geeft dit een dekking van de bin-
renlandsche behoefte aan deze stoffen door onze nij-

verheid van rond 70 pOt.
In tegenstelling tot de katoenen soorten, worden

de
wollen dekens
bijna uitsluitend voor het binnen-

land vervaardigd. De geheele verkoop hiervan der
Nederiandsche fabrieken bedroeg 4,0 rnillioeri gulden,
raarvan 350.000 gulden in het buitenland. Een in-
voer van rond 284.000 gulden beteekent. daar tegen-

over slechts ongeveer 6 pOt. van het jaarlijksche ver-
bruik binnen onze grenzen.
Op het stuk van
sajet en wollen qaren.s is
de bin-

nenlandsche afzet van onze nijverheid in verhouding
tot den invoer minder groot, maar met een aandeel

van. 45 pOt. in 1.025 en 40 pOt. in 1.926 en 1927 toch
geenszins onbevredigend. ,Bovendien ging het dalen

van dit aandeel in de laatste twee jaar onder verslag
met een stijging van de verkochte hoeveelheid gepaard

en was de hedrijfstoestand, blijkens het verslag van
de Kamer van Koophandel en Fab:rieken voor Til-
burg en die voor het Rijnland, gunstig. In plaats van
aan verdringing van de inheemsche nijverheid, moet hier di.is vermoedelijk aan een toegenomen verbruik

van bepaalde buitenlandsche garensoorten als oorzaak
van de schijnbaar minder gunstig geworden afzetver

houding worden gedacht.

9
Zie
voor de beteekenis van de ,,ougeregelde” katoe-
nen garens op de inheemsche markt: J. Gelderman, De
,Nederlandsche katoenindtistrie. (E..S. B., Jrg. 13, le Jij.,
blz. 313 e.v.).

6 November 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

995

De waarde van de tot verbruik hier te lande ver-

kochte ,,niet anders genoemde” wollen stoffen
van

binnen- en buitenlandschen oorsprong beliep rond
.60 niil.iioen gulde:n, waarvan 45 pOt. of rond 27 mili

lioen gulden van de Nederlandsche fabrieken werd

betrokken. De geheele afzet van deze laatste besomde
41. millioen gulden en haar uitvoer ruim 14 millioen;

haar aandeel in de binnenlandsche voorziening w’as in

1025 43 pOt. en in 1926 42 pOt.
Tot de gebreide- en tricotgoederen
behooren ook
kousen, een echte mode-artikel, dat in groote hoeveel-

heden door landen als Duitschiand, Italië, België,

Tsjecho Slowakije en Engeland op de markt wordt
geworpen. Het is daarom merkwaardig, dat de waar-

de van den verkoop dezer goederen door onze fabrie-

ken niet minder dan 14,2 millioen gulden heeft be-loopen, waarvan 11,2 millioen, dat is ongeveer één
derde van het binnenlandseh verbruik, op de eigen
markt werd geplaatst, evenals iii 1925 en 1926.

Ook de
schoen fabrie1cn
liggen in het actieve” deel
van ons land en daar haar leiders op het oogenblik

meerendeels een minder opgewekten toon dan ver-
leden jaar aanslaan, zal er vermoedelijk weer eenige
handelspolitieke bedrijvigheid in het vat zitten. In

1927 beliep haar afzet rond 38,4 millioen gulden,
waarvan
bijna
2,4 millioen werd uitgevoerd, zoodat
zij vrijwel uitsluitend voor de binnen]andsche markt

werkenen,.bij een invoer van ongeveer 4 millioen gdl-
den, het verbruik hier te lande voor rond 90 pOt.
dekken. In de eerste negen maanden van het loopende

jaar besomde de invoer 3,6 millioen, bij 3,1 millioen
gedurende die maanden van 1928, (uitsluitend lede-
ren schoeisel).

Krachtig is ton slotte de plaats van de inheemsche
papiernijverheid op
de binnenlandsche markt, want
gedurende 1927 voorzag zij in 60 pOt. van de binnen-
landsche behoefte aan couraritenpapier, terwijl deze
verhouding voor het houtvrije papier 73 pOt., het pakpapier 76 pOt. en het bordpapier 50 pOt. was.
Ook de uitvoer is-belangrijk: –

Verkoop


.
-,
Eenheid
=
1000 gulden
vande
Nederi.
Uitvoer

Invoer

fabrieken

10.807-

5.094
3.960
6.741
2.516

courantenpapier

………..
houtvrijpapier
………….12.609
10.006
1.820
2.462
pakpapier ……………..
bordpapier (geen stroobord)
1.303
718
850

* *
*

t

De waarde van de voortbrenging der ondernemin-
gen., die tot nu toe in het onderzoek werden betrok-
ken, is onbekend, maar zeker niet beneden de duizend
– millioen gulden. En o dit omvangrijke stuk van ohs
bedrijfsleven bleek het beeld van het kreunende,- sma-
delijk van de eigen markt verjaagde, Nederlandsche
fabrikaat niet in ernst van toepassing. Het is dat al.
evenmin voor die vele andere fabrieken, welker goe-
deren, bij geen of geringen invoer, tot een aanmer-
kelijke waarde worden uitgevoerd, zoodat ook daar-
van mag worden aangenomen, dat zij grootendeels of
geheel in de binnenlandsche behoefte voorzien.
Voorbeelden zijn de fabrieken van: gepelde rijst,
stijfsel, gist, verschillende verfwaren, sesamolie, lijn-
olie, cocosolie, gehaide traan, sterind, oliezuur en

andere ‘vetzuren, beuzol, ‘creosootolie, carbolineum,
hoepels, drijfri emén, touwwerk, vischnetten, kunst-
zijde, li.n.oleum (de internationale verstandhouding is
er!), fijn en beschilderd aardewerk, superphosphaat
en prikkeldraad.

Daarenboven hebben wij nog onze monopoliearti-
kelen, grootendeels benoodigdheden voor de groote massa van de bevolking, die, volgens protectionisti-sche zijde, weliswaar het zwakke punt in de meest-
begunstiging vormen, maar bij .de reciprbciteitspoli-
tiek juist de grootste kracht uitmaken. De uitvoer
daarvan maakt het mogelijk dat Nederland– als het
maar wilde – volstrekt niet met leege handen aan

de handelspolitieke besprekingen met vreemde Re-

geeringen behoeft deel te nemen. Over de wijze, waar-
op men deze verondérstelde mogelijkheid in werke-
,lijkheid denkt te doen veikeeren, tast men voorshands
echter in het duister.

Doch nu doet zich een gunstige omstandigheid voor.
De Regeering onderzoekt thans ,naarstiglijk in hoe-.
verre, zoolang het vrije ruilverkeer niet intera-

tionaal gehuldigd wordt, door een onderhandelings-
tarief de nadeelen van elders geheven beschermende
invoerrechten voor een deel van onze
nijverheid
en
landbouw kunnen worden getemperd. De belangheb-

benden bij den uitvoer van monopolie-artikelen heb-
ben daardoor een zeldzame gelegenheid, om te bevoeg-
der plaatse eens nauwkeurig te vertellen, of – en

zoo ja, in -ivelke mate – het hun instemming heeft, dat de uitvoer van deze goederen tot den inzet van
een handelspolitieken strijd wordt gemaakt.
Genoemd zij in dit verband: koeien, hoenders, ha-

ring, oesters, verschillende vleeschsoorten, boter, kaas, verduurzaamde melk, melkpoeder, eieren, groene erw-
ten, karwijzaad, druiven, aardbeien, vruchtenpulp,
versche g3oenten, tomaten, uien, poen, komkommer,

las, bloembollen, planten, kinine, jenever, likeuren,
biscuits, ongezete vruchtensappen en stroobord.

Laten de hierbij betrokkenen zich niet verschuilen
‘ichter de bedenking, dat het begrip monopolie 66k
.niaar betrekkelijk is, want aangezien wij van de aard-
appelmeelfabrikanteri al weten, dat zij de reciproci-
t-eit niet voor hun bedrijf geschikt achten, en Philips
en het Margarineconcern hun eigen artikelen daartoe zeer vermoedelijk evenmin gaarne zullen leenen, zou
er op die wijze geen enkel artikel tot steun in den
activistischen strijd voor den vrijhandel meer over-
blijven t
Zw.

DE STABILISEERING VAN HET PRIJSNIVEAU IN –
,,STAATHUISHOUDKUNDE EN STATISTIEK”.

1.
Tegen veler verwachting bleek op de jaarlijksche
vergadering van de ,,Vereeniging voor de Staathuis-
houdkunde en de Statistiek”, welke ji. Zaterdag te
Utrecht plaats vond, de belangstelling voor het eenigs-
zins abstracte en theoretisch verre van gemakkelijke onderwerp, dat ditmaal door het bestuur aan de orde
was gesteld – ,,het wezen van de prjsstabilisatie,

haar wenschelijkheid en mogelijkheid” – niet minder
groot dan in’ vorige jaren voor onderwerpen van, al-

thans ‘ten onzent, meer actueele en politieke betee-
kenis (de ,,Actieve Handelspolitiek” in 1926, de Ool-
lectieve Arbeidsovereenkomst in 19-21, en laatstelijk
het Trust- en Kartel-vraagstuk). Niet minder dan een

veertiental sprekers voerden het woord, en – onver-
-mijdelijke schaduwzijde van de overigens zoo verheu-

gende belangstelling – evenals in vorige jaren bleek
een rantsoeneering van den spreektijd in de namid-
daguren noodzakelijk, waardoor een tweetal sprekers
hun rede niet konden beëindigen en één zelfs geheel
van het woord moest afzien. – –

Evenzeer als de omvang der belangstelling, kon de
inhoud van ‘het door de debaters in het midden ge-
brachte den praeadviseurs alle reden tot tevredenheid

l)ed1en. Zooals den lezers van dit tijdschrift bekend
is ‘), stonden beide praeadviezen op het standpunt
van den gemoderniseerden vorm der currency-theorie
(d.w.z. zij aanvaarden beiden de
mogelijkheid
van een
actieve’ geld- en- credietpolitiek), en eveuzeer.gingen

beiden uit van een niet-metallistische geldtheorie, zij
het ook, dat ten opzichte van de practische ‘toepassing
van een geidwezen zonder metaal-grondslag beider
conclusies uiteenliepen. Welnu, aan het einde van de
discussies kon M e j. v a n D o r p met voldoening con-
stateeren, dat voorstanders van het Banking-principle
zich in het geheel niet hadden doen hooren, en P r o f.
V e r r ii n S t u a r t met niet minder voldoening, dat,

1)
Een overzicht van dec inhoud der praeadviezen ver-
scheen
ja
het nummer
van 23
October I.I.

.996

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 November 1929

op eèn enkele uitzondering iia, het metali StYLe van den

ouden stempel evenmin unddr de ciebaters instemming

had gevoi:icien. liet ,,accord” noodi.g ,,pour dispiiter”

– ni. omtrent het eigenlijke onderwerp der praead-

viezen – was derhalve in, de ruimt denkbare mate

verwezenlijkt; ten aanzien van de
moge1ijIheici
eener

stahitsatid zelfs zoozeer, ,ciat het eenige bezwaar, in

dit opzicht tegen cle praeadviezea in het midden ge-

bracht (door den heer
T
a h S a n cl .i c k) zich richtte

tegen een door Prof. Verrijn Stuart zelf geniaakte

reserve, t.w. dat cle groote zelfstandigheid van cle par-

ticuliere banken deze c.q.in sttat zou. kunnen stellen

een op stabilisatie gerichte politiek van de Centrale

Bank te verijdelen. (Ook Mej. Van Dorp gaf bij de

replieken blijk
;
deze reserve niet noodzakelijk te ach-

ten, daar cle particuliere banken voor het verkrijgen

vïtn wettig betaalmiddel toch altijd van de Centrale

Bank afhankelijk zullen blijven.)
Minder eenstemmigheid bestond reeds over de vraag

of stahiliseering van het prijsniveau ook
met behoud

van den gouden standaard
mogelijk zal zijn. Voor ccii

niet gering deel bleek cie controverse over dit punt
intusschen te berusten op ecu verschil in
definitie,
nl. van wat men onder ,,gouden standaard” wenscht te

verstaan.
Mej.
Van Dorp acht zulk eeb standaard ver-

wezenlijkt, zoolag slechts in het betrokken land de
geldeenheid gedefinieerd wordt als, en de facto gelijk
gehouden wordt aan, ee:n bepaalde gewichtshoeveel-

heid goud. Een aantal andere sprekérs daarentegen
wenschten den gouden standaard reeds als prijsgege-

ven te beschouwen, zoodra – hetgeen thans naar veler

meening (Keynes!) het geval is – de waarde van heI

goud uitsluited afhankelijk is van de in een, of meer

landen gevoerde geidpolitiek, het goud dus zelf een

managecl currency” is geworden. Om deze reden
wilde M r. V a
ii
G. e
ii
e c h t e n spreken van een.
,,bankierssttndaard” en de heer V a n S a n d i c k
van een ,,a-metallistisch stelsel met en
schijn-dek

king van goud”, terwijl ten slotte P r o f. 0. A. V e r
;

r ij n S t u a r t (S r.), zonder zich over den tegen-

woordigen toestand uit te spreken, de eventueele ver-
wezenlijking van het plan der cdnferentie te G-enua in
1922 wenschte te noemen een ,,gehrekkigen vorm van
a-metallisme”. Prof. Verrijn Stuart Jr. wees er untus-
schen in zijn repliek op, dat, hoe men ook dergelijke

geldstelsels
noemen
wil, het gevaar van een irrationee-
ie beïnvloeding van de geidvoorziening door het goud
hierdoor nog niet is bezworen. Dit gevaar zal blijven
bestaan, zoolang de verantwoordelijke leiders zich
door den sttcnd der goudreserves, resp. door de goud-
bewegingen in hun decisies laten beïnvloeden,
ook al

is in laatste instantie de waarde van het goud zelf

van deze decisies afhankelijk.
De vraag naar de mogelijkheid van een prijsniveau-

stabilisatie niet behoud van den gouden standaard
blijft dus in elk geval van beteekenis, ook voor wie de ruimere definitie van Mej. Van Dorp aanvaardt.
Ontkennen.d werd zij ter vergadering, resp. in de

praeadviezen, beantwoord door de beide hoogleeraren
V e r rij n S t u a r t, bij wier conclusie, zij het op an-
dere gronden, de heer V a n P e 11 e k o m zich aan-
sloot; bevestigend daarentegen door Mej. Van Dorp,
aan het slot van wier praeadvies men een uiteenzet-
ting kan vinden, hoe zij zich de verwezenlijking van
zulk een stelsel in concreto voorstelt, en door den heer
Van Sandick. Een bemiddelend standpunt werd ver-
dedigd door Mr. Dr. van Walré deBordes, die
een dergelijk stelsel mogelijk acht binnen een maxi-
mumgrens (welke bereikt ware bij een 100 pOt. dek-
king van alle biljetten en giro-saldi) en een minimum-

grens
(bij
algeheele of bijna algeheele uitputting van
de goud-reserves der banken). Bevestigend, hoewel op geheel afwijkende gronden, zou men ook het antwoord
op de onderhavige vraag van D r.
II
a m b u r g e r
kunnen noemen, naar wiens meening alle fluctuaties
in de koopkracht van het goud sinds meer dan anderS
halve eeuw hun verklaring kunnen vinden in beroe-
ringen van politieen of economischen aard, maar

iiiet
hij tel; goud zel:lf (:ic gouclprociiictie). :De ,,trend-
iijii” vtn cie
iii
goi.icl tii tgedrukte prijzen vertoont
sinds pim. 1.750 een opvallende stabili teit en. con-

titwteit, welke, volgens clezen spreker, slechts te
verklaren is uit een zoo groote mate van ,,elastic:i-

tei t’ des gouciprociuctie, dat deze, wel verre van zelf
storend
OJ)
cle geld-waarde te werken, j uist de van

elders optredende stor.i ligeli matigt en coinpenseert.
in cie’zen geciachte:ngang was het niet meer clan con-
serluent, dat de pessirn istische voorspellingen van den

heer ,loseph Ki tehin inzake ccii dreigend tekort aan

goud door uitputting der bestaande di.ijnen door
Dr. :Hamburger niet al te zeer au serieux werden ge-

nomen. Een hewi.ite actie ter verzekering van de
waardevastheicl van liet geld op
langen
termijn achtte deze spreicer uiteraard overbodig – op
korten
termijn
ware zulk een actte z.i., op gronden van anderen aard,

als schadelijk te beoordeelen.

Voor wie deze opinies niet deelt, en derhalve twij-

fel koestert ten aanzien’ van de vereenigbaarheid van

den gouden standaard met een stabiliteitspolitiek, rijst
onvermijdelijk de vraag, of hij c.q. bereid zal zijn,
ci ien standaard aan de verwezenlijking van het stabi-

liteits-ideaal op te offeren. Verscheidene sprekers,

in beginsel niet afkeerig van stabilisatie; bleken deze consequentie niet aan te durven. P r o f. M e e s, M r.

V a n 0 a 1 e n, en ook, in ander verband, Dr. 1-lam-

burger, gaven uiting aan de vrees voqr mensche-
ljke feilbaarheid – of, erger, politieke partijdig-

heid – bij cle instanties, die eventueel belast zouden

worden met cle zorg voor een van den gouden band
losgemaakt geldstelsel resp. met de vaststelling van

de daarbij te benutten indexeijfers. Mej. Van Dorp, in
,

wier praeadvies soortgelijke overwegingen werden
aangevoerd, uitte bovendien de vrees, dat eenzijdig. prijsgeven van den gouden standaard door één landl.
protesten van andere landen zou uitlokken, zooals

Zweden dit in 1916 en 1917 heeft ondervonden. Mr.

Van Galen zag bovendien gevaren in een te groote
uitbreiding van het internationale goudwisselstelsel.
Meer traditioneel-metallistisch waren tenslotte de he-
zvaren van M r. J o s e p h u s Ji t t a tegen het prijs-
geven van het goud: deze spreker was ook de eenige,
clie een goed woord over had voor de recente — door

Prof. Verrijn Stuart in zijn praeadvies en ter verga-
dering ook door Mr. Van Galen gewraakte – verhoo-
ging van het verplichte dekkings-percentage van de
Nederlandsche Bank tot 40 pOt.

Verreweg het belangrijkste argument, dat tegen een
practisch a-metailisrne werd aangevoerd was i otus-
schen de overweging, dat hiermede de stabiliteit der
wisselkoersen
ZOLL
worden opgeofferd,
zelfs
wanneer
de betrokken landen ieder voor zich een stabiel prijs-
niveau zouden handhaven. Mej. Van Dorp.had zich in
haar praeadvies op dit standpunt gesteld, en vond
hiervoor hij verschillende debaters krachtigen steun:
zoo om. hij D r. iii a m b u r g e r en bij den heer
t
0 r u c q, clie beiden betoogden, dat de fundamenteele
verschilleil tusschen landen en volkeren het opdrin-
gen van een uniform-geschematiseerd internationaal
prijsniveau niet toelaten, maar evenzeer bij M r. D r.
v a u.W air é d.e B or d es, die slechts in. een verre toekomst en op grond van langjarige internationale
t samenwerking de stahiliseerung van een ,,wereld-un-
1 clexeijfer” mogelijk achtte –
nimmer
echter van de
afzonderlijke nationale prijsniveau’s
0]) een en dezelf-
de hoogte, daar dit evenwicht toch telkens weer zou
worden verbroken .door elke toeyallige stoornis in de
wederzijdsche betalings-baiansen. P r o f. 0. A. V e r-
r ij n S t u ar t daarentegen bestreed de desbetreffen-
de passage uit ht praeadvies van Mej. Van Dorp
i met kracht van argumenten, onder meei er op wij-

1
zend, dat van een zoo overtuigd voorstandster van de
leer der koopkraehtparitejten als Mej. Van Dorp, dit
standpunt veinig consequent moest worden genoemd.
Bij de replieken bleek Mej. Van Dorp voor deze be-
strijding in zooverre te zijn gezwicht, dat zij haar
1 aanvankelijk standpunt nog slechts volhinid met be-

6 November 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

997

trekki ng tot de wisselkoersen vi.n. die landen, waaf
1

‘Oil
het eene wel, hèt andere niet een stabilisatie-poli-
tiek toepast. Aldus geameiicleerd kan een beroep op cle

wisselkoersen echter geen argu uien t meer opleveren
tegen ccii internationaal (zij het door ieder land op
eigen kracht) toe te passen systeem van stabiiisatw

0
1) a-metaili stischen grondslag; een. gevoigtrekkhig,
clie mi. in
.
het debat n:iet volclociicle tot uiting is ge-
komen.

Alvorens van den gouden standaard af te stappen,
vercl ien t nog vermelding cle hestrijclimig door den heer
V a mi
S
a ii cli c k, van Mej. Tan Dorp’s argument,
als zou.cle het a-metallisme voor de menschheid een

jaarlijksche bezuiniging heteekenen ten bedrage van
cle rente over cle nominale waarde der gezamenlijke

monetaire goucivoorraden van alle landen. Ïn werke-
lijkheicl zouden bij een eventueele clemonetiseering van het gele metaal allee:n de gouden gebruiksvoor-
werpen goedicooper worden, de arbeid en kosten, vroe-

ge.r aan het opdelven van het goud besteed, echter

onherroepelijk verloren blijven – een argument,
waarvan Mej.
Tan
Dorp overigens rustig de uistheicl
kon ericennen, zonder dat dit voor het principe eenig

verschil niaalct, daar cle werkelijk belangrijice voordee-
jeu van een gondloos stelsel toch in ieder gpval op
geheel am:ider gebied liggen.

Naast het probleem van den gouden standaard stond
tej vergadering vooral dat van de indexcijfers in het
centrum der belangstelling. De hieromtrent gem aakte
opmerkingen, evenals die over cle prijsstabilisatie in
verband met het conj unctu ii rversehij nsel en die over
liet probleem van ,;neïttraal” geld, hopen wij in de
eerstvolgende aflevering van dit tijdschrift nader te
bespreken. J. G.
KooealANs.
7Slot volgt.)

NIKKELEN MUNT.

Men schrijft ons:

Mr.
.K. P. van der Mandele schrijft in de E.-S. B
van 30 October, dat het voorstel van de Rotterdam-
sche Kamer van Koophandel om de nilckelen munt in

goud inwisselbaar te stellen ,,te eenen male te ver-
,,werpen is, maar met een klein amendement zeer
,,brui lcbaar te maken is: lees in plaats van ,,goud”,
,,,,banlcpapier” en het voorstel ]can zonder meer wor-
,,clen aauvaard”. –

Naar het mij voorlcoat, is de heer Van der Mandela
het volkomen eens meV de Kamer van Koophandel.
Het zal toch zeker wel niet zijn bedoeling zijn aan De
Nederlandsche Bank de bevoegdheid toe te kennen om
haar bankpapier met nikkel te betalen, want dan zou cle gelulcicige bezitter van nikkelgeld van den Staat

niets anders ontvangen dan een briefje, waartegen hij
zijn nilcicelgeld van de Bank weder, terugkrijgt.

invoering van ntkkelen munt, dus van munt zonder
ii nerlijke waarde, ter vervanging van het tegenwoor-dige zilveren geld, heeft noodzakelijic tengevolge, dat
le biljetten van de circuiat:iebanlc uitsluitend in goud betaalbaar worden (goud-checks laat ik er eenvoudig-
heidshalve buiten).

De door Mr. Van der Mandele gewenschte omruil
van iii kkei tegen bankpapier beteekent d is inderdaad
niets anders dan dat de houder van nikkeleu munt
niet
bij den
Staat tegen goud kan omruilen, maar van
den Staat een briefje ontvangt, dat hij de Nederland-
cclie Banic tegen goud inwisselbaar is. Daardoor legt
hij deze Bank de verplichting op, om te zorgen voor de gegoedheid van fiduciair geld, dat niet door haar,
maar door een ander in omloop wordt gebracht. De
Rotterdamsche Kamer van Koophandel heeft terecht
vermeden dit pröbleem in haar advies te betrekken en
heeft er zich toe bepaald te wijzen op de noodzakelijk-
heicl om de nikkelen munt tegen goud inwsseibaar te maken. Of men zich daarvoor tot :De Nederlandsche
Bank of tot den Staat moet wenden, is onverschillig.

* *
*

s o h r i 1 t

.l.n antwoord ‘op d, hierboven e-
stelde opmerki nglmi moge liet volgende dienen.

in cle eei’ste plaats zegt cle schrijver, dat invisse-

ling van nilckelgeld in bankpapier feitelijk hetzelfde
is als inwisseling tegen goud, zooals de Rotterdam-
schie Kamer dat ii’.il. Deze opmerking is juist, indien

‘er hiklcelen pasmunt in omloop wordt gebracht en
er verder voor cle i:uwisseli.ng van het bankpapier

geen maatregelen weiden getroffen. Bij een beschoii-
wing in dit tijdschrift mag men er echter (tenzij het

tegendeel wordt gesteld) van uitgaan, dat in een der-
gelijke regeling inderdaad zal worden voorzien. Im-

mei’s, op dit punt is reeds cle aandacht gevestigd in

liet artihcel van Prof. G. M. Verrijn Stuart over de
afgifte van tientjes in het nummer van 20 Maart jl.

(No. 600) en in het uitvoerig artilcel van Mr. Wes-
terman Holstijn in ht nummer van 29 Mei d,a.v.
(No. 700). Ook d Amsterdamsche Kamer, welker
advies door mij in een noot werd aangehaald, gaat

er van uit, dat ten aanzien van De Neclerlandsche

Bank een nadere regeling noodig zal zijn. In de ge-
geven omstandigheden was er dus geen aanleiding er
nog eens extra op te wijzen, dat inwisselind in goud
.ietsaiiders is clan inwisseling in hankpapier, ten aan.-

ien van wehic laatste immers in den gedachtengang

der nilckelmanneia eene regei:ing te treffen zal’zijn.
Van deze regeling maakt de steller van bovenstaand
stukje zich in de tusschen haalcjes gephiatste woorden
wel wat heel erg gemakkelijk af.

De tweede opmerlcing bestaat hierin, dat ik de zorg

voor het op peil houde.n der nikkelmunt zou willen
vêrbrengen van den. Staat naar De Nederlandsche

Banlc, Ook deze opmerking komt mij voor niet ju:ist
te zijn. Zoolang mag worden aangenomen, dat de

zorg voor het in omloop brengen van bankpapier ‘vol-
doende aan staatsinvloed is onttrolckerr door de op-

dracht daarvan aan De Nederlandsche Bank, is de
Staat dus, als hij zich een zekeren voorraad ba’nkpa-
pier voor de inwisseling van nikkelgeld wil verschaf-

fin, aangewezen op De Nederlandsche Bank, de er wel
voor zal zorgen, dat dit bankpapier niet zal depie-
cieeren, evenzeer als zij daarvoor thans waakt. De

Staat zal, als hij teveel nikkelgeld mocht in omloop
brengen, er rekening mede moeten houden, dat hij
zulks later weer moet intrekken en dat dus zijne hit-
gaven later zullen stijgen. Dat beteekent voor den
Staat een vermeerdering van lasten in de toekomst,

waartegenover in het heden de winst op ‘aanmunting
van nikkelgeld staat. Inflatie zal dit niet veroorzaken,

tenzij de circulatiehank medewerkt, maar zoolang deze
voldoende zelfstandig en voldoende gezond van in-
zicht blijft, is zullcs niet te vreezen. Rare lasten wor-
den in geen enkel opzicht verzwaard, want hare ver-
houding tot den Staat blijft voor en na dezelfde.

K.
P.
VAN DER MANDEIJS.

DE RIJW!ELVOORZIENING,

Mr. Dr. 3′. ii. van. Zanten, schrijft ons:

Het onderschrift ‘van den heer Van Hoogstraten
onder mijn berekening van de rijwielbehoefte geeft
mij aanleiding tot nog een paar korte opmerkingen.

Ik erken ten vofle, dat het voor het eigenlijke be,-
toog van ‘den schr. niet veel uitmaaldt, of er 400.000 darm. wei 500.000 rijwielen per jaar noodig zijn; mij

interesseerde natuurlijk speciaal het statistische pro-
bleem.

De schr. meent, dat ik geen rekening heb gehouden met het feit, dat het fietsende bevolkingsgedeelte nog
niet stabiel
is.
Ik meen, dat ik dat wel degelijk heb
gedaan. Terivijl’er immers in dén tijd, waarin de oud
ste wielrijders (die geboren zijn in 1870 en later) 12
jaar oud werden, jaarlijks tusschen 130.000 en 140.000
geborenen waren, waarvan vbbr hu’n 12e jaar onge-
veer 40.000 reeds waren overleden (jaarlijksche toe-

neming 90.000 â;100.000), wordep er thans ruim 170.000
geboren, waarvan ruim 20.000 v66r het 12e jaar over-

998

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 November 1929

lijden (toeneming 148.000). Het opvoeren van de

thans gehorenen en overledenen alleen, is dus ieeds

voldoende om tegenover het geleidelijk uittreden van de geringere aantallen ouderen, de toeneming der be-

volking tot haar recht te doen komen.

En ten slotte: den levensduur vn 8 jaar voor een

fiets vond ik door berekening, de heer v. H. leidde
dien van 5 jaar af uit zijn ervaring. Wie heeft gelijk?

Misschien ligt de waarheid wel in het midden

kANTEEKENINGEN.

De geidmarkt in October.

,,Zelden werd het land aangenamer verrast, dan

toen Donderdagmorgen om twaalf uur de Bank of

England aankokdigde, dat zij haar disconto had ver-

laagd van 6Y2i op 6 pOt.”,
schrijft
de Engelsche,,Eco-

nomist”. Het effect van de discohtoverhooging vijf

weken geleden, is kroeter geweest dan men had mo-

gen en durven hopen. Reeds eenigen
tijd
was het dis-

conto voor ,,Bank-bills” met 3 en 6 maanden looptijd,

in het l)egin van de maand nog
1/16
tot boven dè

6 pOt., dank
zij
de sterke vraag vooral van het Con-.
tinent, tot beneden 6 pOt. gedaald. De beürscrisis in
de Ver. Staten heeft daar en in Engeland den laat-

sten stoot tot de discontoverlaging gegeven.
Dat de Bank of England tot de discontoverlaging

besloten heeft, demonstreert wel duidelijk het ver-
trouwen, dat haar leiding heeft in de toekomstige

ontwikkeling van de geldmarkt. Alhoewel de verla-

ging over het algemeen de financieele en voorna-

melijk ook industrieele wereld aangenaam verrast

heeft, is critiek uiteraard niet uitgebleven. Zon vreest
men wel, dat de verlaging aanleiding zou kunnen zijn

‘oor een nieuwe ongezonde stijging der koersen op de fondsenmarkt, en dat de ,,Gesundungskrise” van
de vorige week daardoor weer gedeeltelijk ongedaan

zqu worden gemaakt. Daarbij vreest men in sommigê

kringen ook, dat het aantal buitenlandsche leeningen

thans zal toeemen, hetgeen nog allerminst gewenscht

zoude zijn.
Daartegen valt wel wat in te brengen. De hausse
aan de beurzen – clie in Engeland zeker niet derge-

lijke afmetingen als in de Vereenigde Staten heeft
aangenomen en door de Hatry-affaire van eenigo

veken geleden al
vrij
sterk gerectificeerd was – be-

rustte op een te groot vertrouwen in de industrieele
ontwikkeling. Nu dit vertrouwen zoozeer is geschokt,

is het niet aan te nemen, dat het door èen disconto-
verlaging één, twee, drie zal terugkeeren. Een der-
gelijk verschijnsel hebben we nog nooit gezien en zal
ditmaal ook zeker niet het geval zijn. Op een, zij het

harde
wijze,
is het publiek bijgebrapht, dat koersen
en rendement slechts tijdelijk in een wanverhouding
tot elkaar kunnen staan. De vrees, dat de disconto-
Verlaging in Engeland — en, ook elders – een nieuwe
speculatiewoede zou ontketenen, lijkt dan ook niet

gegrond.
Ook het tweedé argument – dat van een te sterke
toeneming der buitenlandsehe leeningen – is, althans
met betrekking tot de, nadeelige gevolgen, die deze

leeningen voor de geldmarkt zouden hebben, wel aan-

vechtbaar. Zooals de zaken thans staan, kan men in
Londen ook in de toekomst nog een sterke terug-
vloeiing van in het buitenland geplaatste saldi ver-
wachten. Dit zal het land niet alleen in staat stellen
weder op ruime schaal credieten aan het buitenland
te verstrekken, doch ook – dit zij terloops opge-
merkt – de positie van Londen als financieel cen-

trum der wereld zeer versterken.
Aan de discontoverlaging is echter wel degelijk een

risico verbonden, nl. de’ mogelijkheid van verdere
goudonttrekkingen door Frankrijk. Deze mogelij’kheid

is lang niet denkbeeldig. Volgens een becijfering van
de ,,Financial Times”, kan men het gouduitvoerpunt
aannemen op ca. 123,88 (francs in het £). Wij
mee-

nen, dat zelfs bij een lageren koers goud is verzondn.
Op den 31sten waren francs nog 123,82 V2, dus niet

ver van het gouduitvoerpunt. Dat niettegenstaande

dit gevaar de Bank of England haar disconto ver-

‘laagde, moet wel het gevolg zijn van de mogelijkheid
van goudzendingen uit andere landen en wel uit Aus-

tralië, Argentinië en ook de Ver. Staten. Australië
wcnscht een deel van
zijn
goudvoorraden prodiictief
te maken en zal daartoe aanzienlijke bedragen naar

Londen verschepen. Uit Argentinië worden, naar ver-

luidt, zelfs goudzendingen tot een bedrag van 35

millioên (?) verwacht.

Onmiddellijk na de discontoverlaging was de dol-

lar-noteering in Engeland- eenigszins vaster, doch
wijzigde zich al spoedig weder ten gunste van Lon-

den, daar men ook voor de Vereenigde Staten een

discontoverlaging verwachtte, welke, zooals bekend,
reeds op 31 October plaats had, en wel van 6
01)
5 pOt. Deze verlaging kwam niet onverwacht. Wat

toch was het geval? In de week, eindigende op 30 Oc-
tober, hebben de makelaarsleeninen voor het eerst

een sterke vermindering, nl. met na. 1,1 mihliard

dollar, te zien gegeven. Ook behoefde men niet op
een sterke inkrimping van de beschikbare middelen,
ten behoeve van de herfstfinanciering, te rekeiien,

daar de Mernber-Banks daartoe dit jaar wel geen
sterk beroep zullen doen op de Federal Reserve

Banks. Industrie en landbouw hebben ieder jaar,

van omstreeks eind Juli tot het einde van het jaar,

zekere geldbehoeften, welke gewoonlijk een grooter
circulatie van een 400 millioen eischen. Verder ziet

men als regel een toeneming der credieten
bij
de

Member-Banks van na. 500 millioen. De geidbehoefte

uit zich door een toeneming van de door de Federal

Reserve Bauks aangekochte bankaccepten en staats-
fondsen, waarvan het provenu uiteraard ter beschik

king van de geldmarkt komt.
Bij
de eerste wijze van
credietverstrekking (directe leeningen der Member-
Banks) zullen de geldkoersen – door een ,zekere
terughoudendheid der Member-Banks – een neiging

tot
stijgen
vertoonen. De tweede manier is meer ge-

ôigend om de geldkoersen te nivelleeren. Het laatste
is nu de afgeloopen maand zeer sterk het geval ge-
weest. De op de open markt gekochte wissels namen

toe van ca. 264 millioen op 26 September tot na 440

mill:ioen op 1 November bij alle Federal Reserve
Banks der Ver. Staten. Ook het bedrag der U. S.

Government Securities nam aanzienlijk toe.

Het is thans de vraag, of in de toekomst goudzen-
dingen uit de Ver. Staten o.a. naar Engeland – we
zagen boven de beteekenis voor dit land van een ver-
sterking van den gdudvoorraad – waarschijnlijk zijn
te achten. O.i. is dit het geval. Ontegenzeggelijk gaan
de zaken in de Ver. Staten minder goed dan eenigen
tijd geleden. Daarenboven zal de jongste beursdébacle

een ungunstigen invloed op het bedrijfsleven hebben.
De winsten uit de’ koersstijgingen zijn voor een deel
reeds opgesoupeerd en de aankoopen van het publiek

zullen zich, meer dan tot nu toe het geval was, tot

dagelijksche levensbehoeften beperken. Verder zullen
de onttrekkingen van buitenlandsche saldi (Frank-
rijk!) aanhouden. Op hoevele wijzen heeft het buiten-

land geen credieten aan de- Ver. Staten verstrekt!
Om deze redenen is een zwakke stemming van den
dollar met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk-

heid te verwachten.

Op de verlaging van het Londensche en New-York-
sche disconto zijn oök die van Berlijn en Amsterdam
gevolgd en wel resp. van 7V2 op 7 en van 5%. op

5 procént, terwijl voorts het Hongaarsche disconto

van
1V2
tot
1
pOt. werd teruggebracht –

De pbsitie van onze Centrale Bank heeft zich

sedert de verhooging van het disconto in Maart van
dit jaar bijna voortdurend verbeterd. Zoowel de goud-
voorraad als de buitenlandsche portefeuille zijn sterk

toegenomen. De goudvoorraad van ca. 423 tot 443
millioen, de buitenlandsche wisselportefeuille van 42
tot 209 millioen. De prolongatiekoers en het particu-
lier disconto zijn, den laatsten tijd vooral, gedaald.

6 November 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

999

])e prolongatiekoers bedroeg op 3 October 4% pOt.,
hot disconto 4%47/. pOt.

.Dat de Reichsbank eveneens tot eCu. verlaging van
liet disconto kou besluiten is te begrijpen. Haar posi-
tie is stevig. De goud- en cieviezenvoorraad is toege-

nomen met ca. 591 miljoen tot 2588 millioen Mark
sedert de jongste discontovorhooging. Het bedrijfs-

leven heeft daarenboven in dcii laatsten tijd, door een
onmiskenbar’en teruggang
ih
de conjunctuur, niet
zulke groote eischen aan de Reichsbank gesteld en

het zou niet onwaarschijnlijk zijn, dat, indien het vol-

gende jaar een vdere ontspanning op de gelcimarkt

zou plaats hebben, een nieuwe disconto-verlaging zou
volgen.

De zoo snel elkaar opvolgende discontoverlagingen
hebben liet vermoeden doen rijzen, dat een interna-
tionale afspraak daaraan ten grondslag zoude liggen.
Alhoewel zulks ons niet onmogelijk voorkomt, is het
nochtans n:iet bevestigd door de leiding van één der
centrale banken. Mocht het vermoeden juist blijken,

clan is er des te meer reden om zich over de jongste
gebeurtenissen te verheugen

In de afgeloopen maand heeft ook de koers van

de peseta sterk de aandacht getrokken. Den laatsten
tijd brokkelde deze – niettegenstaande de meest ge-
ruststellende verklaringen der regeering – gestadig

af. Niet alleen bleek een revalorisatie, zooals men
zich had voorgesteld, onmogelijk, zelfs een ‘aanzien-
lijke dal:ing had plaats. De peseta, welke 26 Juni 1928
in ons land nog, 41,1.2% gold, was op 28 October tot
35,52% gedaald. De Spaansche regeering heeft ge-
meënci de Oommissie belast met de regeling der wissel-
koersen te moeten wegzenden. De leiding is thans weer
opgedragen aan de Nationale Bank, wier directeur in-
middels door een ander is vervangen. De koelbloedig-
heid, waarmede men thans —in een periode van koers-
daling – een revalor.isatie aankondigt, is waarlijk
hewonderenswaardig. De positie van de jeseta is ech-
ter ook niet hopeloos. Na het’ Marokko-avontuur is de Staatsbegrooting in evenwicht gebracht en wijst
thans zelfs een overschot aan. De positie van de cir-,
culatiehank is vrij sterk. Dat niettegenstaande deze
sterke positie
vrijwel
geen goud wordt afgegeven en in het buitenland credieten voor de stabilisatie wor-
den gezocht, is. een gevolg van de strenge dekkings-
bepalingen, waardoor de beschikbare goudreserve be-
trekkelijk gering is. De ernst, waarmede men thans
het monetkire vraagstuk aanpakt, doet het beste voor
de toekomst verwachten.

Tot slot memoreeren wij nog eenige gebeurtenissen,
welke o.i. in dit overzicht niet mogen ontbreken.
In Oostenrijk is tengevolge van de moeilijkheden bij
cle Boden -OreditAnstalt het vertrouwen eenigszins
geschokt, waardoor de vraag naar buitenlandsche de-
viezen sterk is toegenomen. Ongetwijfeld zullen we
hier met een tijdelijk verschijnsel te doen hebben,
daar de bekende fusie het land slechts ten goede Ican
komen. De dekking der circulatie is nog steeds hoven
de’ 60 pOt.
De Zwitsersche Bondsraad heef t de Bankwet gewij-
zigd. Zooals men weet, had men in Zwitserland nog
den hinkeoclen standaard, een overblijfsel van de

reeds ten grave gedaalde Latijnsche muntunie. Thans
heef t men de munteenheid op goudbasis geplaatst; de bank zal namelijk verplicht zijn haar biljetten in
gouden munten, baren of
gouddeviezen
in te wisselen,
een ,,gold-exchange”-stelsel dus.

Tsjecho-Slowakije, welks munteenhei d. sedert. 1.923
wettelijk is gestabiliseerd, wenscht thans den gouden
standaard in, te voeren. De gouddekking der bankbil-
jetten zal geleidelijk worden opgevoerd en eind 1929
25 pOt. en e.ind 19.35 35 pOt. moeten bedragen. Meer
clan de helft der dekking zal uit goud moeten bestaan.
De schuld van den Staat aan de Oentrale Bank zal
worden teruggebracht van 4,3 tot 1 milliard kronen.
Tenslotte verhoogde Argentinië op 26 October het
officieel disconto tot 1 pOt. Zooals bekend, hadden
reeds groote goudontttrekkingen tengevolge van den

zwakken peso-koers plaats. Vermeldenswaard is nog,

dat tusscheu de Britsche en Argentijnsehe regeerin-

gen eet overeenkomst is gesloten tot wederzijdsche
creclietverleeniug tot een bedrag van 100 millioen

pesos voor den duur van twee jaar. Engeland zal ma-

terialen leveren voor spoorwegaanleg, enz., Argenti-
nië graan. Een verstandige maatregel, waarbij zoowel
de Engelsche industrie, als de Engelsche financieele
wereld baat zullen hebben.

Zelden is een maand zoo rijk aan gebeurtenissen
geweest als October. Laten we .hopen, dat de genomen

maatregelen de internationale verhoudingen op de
geidmarkt zullen verbeteren.
V. D.
Ba.

Kosten van het levensonderhoud bij arbeiders-gezinnen en gezinnen van meergegoeden te
Amsterdam.

De indexcijfers der kosten van het levensonderhoud
over September 1929 zijn niet onbelangrijk lager dan
die over Juni 1929 en over September 1928. Zij be-
droegen, op de basis van de prijzen gedurende de
periode 1923-1924 = 100:
voor arbeidersgezinnen 94.4
(tegen 95.7 in Juni jl.
en 95.8 in September van het voorgaande jaar) en
voor
gezinnen van nneergegoeden
95.3
(tegen 96.1
resp. 95.9).

‘ In 1928 was eveneens van het tweede op het derde
kwartaal een daling waar te némen, van geringerèn
omvang evenwel dan thans. Zij bedraagt nu
1.4
pOt.
voor de arbei.dersgezinnen en
1.5
pOt. voor de geicin-neii van meergegoeden.

Evenals toen is zij aan de bekende seizoensinvloe-
den toe te de goedköopere prijzen van
groenten en aardappelen, waarvan de werking op het
totaalcfer grootér is dan de stijging bij enkele andere
Srtikelen zooals melk, eieren, natuurboter. Dat in
1929 de dalende beweging een grooteren omvang aan-
genomen heëf t, is te wijten aan veischillende omstan-

Arbeidersgezinnen.

Gezinnen v.meergeg.
Gemiddelde inkomsten Gemiddelde inkomsten

f
1902 per gezin.

f8527 per gezin.

Voe-
1
Rest2)I Totaal

Rest2)
1
Totaal

Gemidd. uitgave p.
gezinseenheid
3)
in
centen gedurende
het jaar! Oct. 1923-
30 September 1924.

Bedragen in centen,
welke per gezins-
eenheid zouden zijn
uitgegeven, indien
besteed aan het-
zelfde als in het jaar
1
Oct.’23-30Sept.’24
in:
Sept. 1927…. 457

586

10444 8674 2792

36594
Dec.

1927. .. 469

588

1043 8594 2788 36474
Maart 1928…. 467

.5881

1057

876

2924 36684
Juni

1928…. 4761 588

10554 3803 12851 16654
Sept. 1928…. 465

5894 10644 3797 12850 16647
Dec.

1928…. 4604 5864 10544 3823 12847 18670
Maart 1929…. 4564 5924 1047

3758 12833 16589
Juni

1929…. 463

590

1053

3936 12832 16768
Sept.

1929.. .. 448
1
5914 1039

3750 12812 16562
Brood, beschuit, koek, grutterswaren, melk, kaas, eieren,
vleesch, visch, vetten, suiker, andere kruidenierswaren,
aardappelen, groenten, fruit, dranken, maaltijden buitens.
huis bereid, berek. voed. vacantie buiten A’dam. ‘Kleeding, schoeisel, huishuur, brandstof, gas, electri.
citeit, toilet., wasch-, schoonmaakartikelen, woninginrichting
huisraad, fondsgelden, contributie, periodieken, rooken, ont-
spanning, spoor, tram, diversen
(mcl.
hulp in de huishouding).
8) De herleiding tot gezinseenheden geschiedt aldus, dat
de man geldt voor 1, de vrouw voor 0,9, een kind’ in het
eerste lèvensjaar voor 0,15, in het tweede voor 0,2, in het
derde voor 0,3 volwassene en zoo geleidelijk opklimmende
met 0,05 voor elk leeftijdsjaar.
4)
Voor de arbeidersgezinnen hebbende cijfers betrekking
op wekelijksche uitgaven; voor de gezinnen van meerge.
goeden op maandelijksche uitgaven.
Alleen van de gegevens over 1927 zijn de cijfers voor
de laatstgenoemde gezinnen berekend op basis van de we-
kelijksche uitgaven.

493

1101

925k 2900

38254

1000

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 November 1929

Indexcijfers voor
arbeidersgezinnen
op de basis van

Indexcijfers voor ge-

zinnen v.
meergegoeden
op de basis van
Maanden
‘de periode
de periode de periode
1
Oct.1923-
de periode
1
Oct. 1923-
1911113=100
30Sept.1924
1911113=100
30Sept. 1924
=100 =100

1911113
100 100
Mrt. 1920
213,7
198,3 Dec.

1920
221,6
Juni 1921
207,9
Dec.

1921
190,4
Juni 1922
186,8 Dec.

1922
176,3
Juni 1923
173,5 Dec.

1923
177,6
176,6
100
176,5
100

Sept. 1924
176,3 Dec.

1924
180,8
Juni 1925
179,1
Dec.

1925 177,2
Juni 1926
170,9
96,8
171,7
97,3
Dec.

1926
167,8
95,0
169,5
96,1
Juni 1927
167,4
94,8
168,9
95,7
Dec.

1927 169,5
96,0
169,3
95,9
Juni 1928
170,4
96,5
170,5
96,6
Sept. 1928
169,2
95,8
169,3
95,9
Dec. 1928
167,9
95,1
169,4
96,0
Mrt. 1929
168,5
95,4
168,6
95,5
Juni 1929
169,0
95,7
170,7
96,7
Sept. 1929
1667
94,4
168,2
1

95,3

diglieden, voornamelijk aan het feit, dat voor beide

groepen van gezinnen het prijsverschil van groenten,
(bij de beter gesitueerden bovendien van aardappelen

en bij de arbeidersge’zin.nen van fruit) tusschen Juni.
en Septemhr beiaugiijker’ was dan in 1928: niet

alleen waren tijdens het derde kwartaal genoemde ar-

tikeien laag in prijst, doch waar de noteeringen der,

duurdere voorjaarssoorten in Juni juist vrij hoog wa-,
ren, is het verschil met laatstgehoemde maand nog
1

grooter.
Tot de vermindering van de indexcijfers hebben
1

verder de volgende rubrieken
bijgedragen:
grutteri,

waren (capucijners, boonen en erwten) zoowel bij de

arbeiders als bij de meergegoeden, visch, kruideniers-
waren (onverpakte thee), kleeding (mans bovenklee-

ding) bij de arbeidersgezinnen.
Daartegenover dienen te worden vermeld, behalve
de reeds bovengenoemde stijgingen, die bij brandstof-
,

fen en bovendien die bij woninginrichting en huis-
raad (sommige artikelen van huishoudelijk linnengoed)
voor zoover de arbeiders en die bij vleesch (versch
rundvleesch) en visch voor zoover de gezinnen van

meergegoeden aangaat.
Op de basis van de prijzen v6ér den oorlog = 100
bedragen de indexeijfers:
voor arbeidersgezinneu
166.7
en

voor gezinnen van meergegoeden
168..

De.beteekenis van de Ned.-Indische producten

voor de wereldmarkt.

Aan de publicatie No. 74 van het Centraal Kan.

toor voor de Statistiek, handelende over de landbouw-
Ui tvoerexcedenten.

Wereld-

Nederlandsch-Indië

in.
in
%
Product export in
in
v. d.
v. d.
tonnen,
tonnen.
wereld.
wereld-
export. export.
1927 1927 1927 1926

613.204 227.000
37 32
Rubber
1)

…………….

Suiker

…………..
2.393.674
10
8
Koffie


……………
23.
.590.228
1.409.828 86.387
6
6
409.106 65.623
16
17
Kina
2
)

…………..

10.046
91
89
Thee

……………….

Klapperproducten
3)
1.400.637
319.838
23
27
Oliepalmproducten

.•11.000

772.409
25.410
3 2
245.635
46.134
19
19
485.255
983
0,2
0,2
Agave

……………

1.200
709
58
82
Cacao

……………
Cocablad

……………
Kapok

…………..
19.025
75 80
Peper

……………
25
..216
41.550 22.219
53
71

oxportgewassen van Ned.-Ldië in 1928, ontieenen wij

het onderstaande staatje, dat een goed inzicht geeft

van de beteekenis van Ned.-lndië als leverancier van

tropische producten voor de wereldmarkt.

• Hieruit blijkt, dat Ned.-Indië een belangrijk aan-

deel heeft in de wereldproductie van rubber, kina-

bast, peper, cocablad en kapok. De prodi.ictie van de

andere gewssen, hoewel voor den Ned.-Indischen
landbouw vail veel beteekenis, zooals suiker en kof-
fie, maar maar betiekkelijk een klein percentage van

de werelduitvoeren van suiker (biet- en rietsuiker

tezamen) en van koffie.

Inclusisf ficusrubber, en voor bevolkingsrubber excl.
vocht en vuil.
Productie.
Versche klappers, geraspte klapper, copra en olie, alles
in copra omgerekend.

BOEKAANKONDIGING.

De Haven van Rotterdam,
door Mr.

Dr; J. Ph. Backx. N.V. Nijgh & van
Ditmar’s Uitg.-Mij., Rotterdam.
f
5,50.

Het proefschrift, waarop de heer. J. Ph; Backx

enkele weken geleden tot doctor in de rechtsgeleerd-
heid aan de Leidsche Universiteit promoveerde, is
gewijd aan de haven van Rotterdam. Het resultaat
van het door den schrijver ingesteld onderzoek naar

de oorzaken van de economische beteekenis der Rot-
terdamsche haven in vergelijking met die van Ham-
burg en Antwerpen is een doorwrochte studie, waarin

op waarlijk voortreffelijke wijze de factoren worden

belicht, die tot den bloei der haventrits Rotterdam-
Hamburg-Antwerpen hebben bijgedragen en die ook
thans nog de basis vormen voor haar ontwikkeling
en groei. De wel zeer
rijke
stof die een zoo dankbaar
onderwerp vormt voor hen, die zich voor de moderne havenontwikkeling interesseeren is

behandeld in een
1
negental hoofdstukken. Na een historisch overzicht
1 van den ontwikkelingsgang der drie havens te heb-
ben gegeven, ontleedt de schrijver haar economische functie, om dan achtereenvolgens uitvoerig te wijzen

OP
het achterland, de ligging aan zee en rivier, de
uitrusting, de geregelde scheepsverbindingen en eigen
reederijbedrijf, de havenkosten, den eigen handel en

het havenbeheer in de drie concurreerende havens
om tenslotte in Hoofdstuk IX zijn conclusies te for-
muleeren.
Ieder dezer hoofdstukken legt getuigenis af van
de diepgaande studie, die de schrijver van het door
hem behandeld onderwerp heeft gemaakt. Uitvoerig
wordt stilgestaan bij de natuurlijke voordeelen, die
de geografische ligging elk der drie havens bieden;
bij de wijze, waarop de moderne techniek onzer dagen
aan bestaande bezwaren tegemoetkomt dan wel uit-
breiding weet te geven aan de invloedsfeer van elk
harer; bij de uitrusting der haveni, in welk opzicht
:FIirnburg aan de spits gaat, het particulier initiatief
te Rotterdam terecht wordt geprezen, doch het beleid
der Gemeentelijké ovbrheid gelaakt en bij het krach-
t.ig streven van Antwerpen om de Scheldestad binnen
den kortst mogelijken tijd te maken tot één der best
geoutilleerde havens van West-Europa. Gewezen wbrdt
op de beteekenis der geregelde lijnen welke de dri.e
havens áanloopen, oj de plaatselijke reederijen in eik
der drie havens, op de tarievenpolitiek,. die wordt toe-
gepast en waarbij wordt stilgestaan bij de leemtea,
die de huidie gemeentelijke tarieven te Rottrdam
toonen, met name wat de ljnbooten betreft, waardoor
een ontwikkeliflg van het kwijnend stukgoedverkeer
mede wôrdt tegengehouden. In Hoofdstuk VII wordt.
eeii. overzicht gegeven van den eigen handel in elk
der drie hvens, terwijl het volgend hoofdstuk liet
havenverkeer behandelt. Dat de schrijver zich wat
Rotterdam aangaat, onthouden hèeft van het formu-
leeren’ van een eigen dordeel over de mérites van het
havenichap, de vorming van een Beneden-Maasge-
west en dergelijke problemen is begrijpelijk. Deze

6 November 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10

aa isie toçh vorruei.i ecu stu clie up zichzelf, ivoiker ho-

handeling buiten iiel kader viel, dat de schrijver zich
had gesteld. Omtrent zijn meening wat het streven.

van.’Dorclrecht’s Gemeentebestuur naar het scheppen
van een eigen zeehaven van grootsehe allure betreft,
laat Dr. Backx zij
1
lezers echter niet in het onzekere.
I:lij schroomt niet het in gereedheid brengen van cle
haven van Dordrecht voor den overslag van massale
goederen als een z.i. volstrekt oneconomische daad te
bestempelen.

Op een enkel punt in het betoog van Dr. Backx
mogen eenige kantteekeningen worden gemaakt. In

Hoofdstuk III, pag. 1.10, stelt cle schrijver, dat voor
den stukgoeduitvoer van Zwitserland, vooral de ‘Duit-
sche havens en Antwerpen, gesteund door hun tar.ie-
venpoliti ek, in aanmerking komen. Ongetwijfeld
trekken zooivel Antwerpen als de Dn.itsche Noordzee-
havens een belangrijk deel van het Zwitsersch stuk-
goedverkeer tot zich, maar het is zeer de vraag of

het grootste percentage der over het geheel ,,hoch-
wertige Export-artikel” niet cle route over Marseille
en Genua volgt. Zeer zeker is zulks het geval met den
Zwitserschen export naar Zuid-Amerika, die goed-
deels
zoo
niet geheel over Genua wordt geleid.

Wij leven snel cii sedert liet schrijven van dit proef-
schrift is de samenwerking tusschemi het Fendel-con-

cern en de Rhein- & See-Schiffahrtsges., welke beide
ondernemingen
01)
pag. 111 genoemd worden, een
voldongen feit. De nieuwe combirmatié is hiermede
gepromoveerd •tot de grootste Duitsche Rijnvaartnee-
derij en de ,,zweitgrösste” – de Neclerlandsche Rijn-
vaart Vereeniging gaat nog steeds aan cle spits –
.Rijnvaart-ondernemiiig. Ook de concentratie in het
1)uitsche reederijbedrijf die de schrijver
01)
pag. 192
c.v. behandelt, heef t sedert verderen voortgang ge-
maakt. ‘Hield inderdaad de 1-lapag zich tdt dutver in
tegenstelling met den Norddeutscher Lloycl verre van
het Oostzeeverkeer, dit geldt niet meer voor het heden.
Zoowel Jilapag als Norddeutscher Lloyd hebben sedert
(le contrôle over verschillende tot dusver zelfstandige
J)uitsche Oostzee-reederijen verworven; als gevolg
van één en ander is kortelings tusschen de betrok-ken
bedrijven een pool-overeenkomst tot stand gekomen,

waardoor men o.m. grootere stabiliteit van het vrac.h-
tonpeil hoopt te bereiken.

Op pag. 217, sprekeiid over de Rotterdamsche stuk-
goecicommissie, wijst schrijver erop, cia t haar rapport
nog niet gepubliceerd werd. Inderdaad lijkt de vrees,
dat de rapporten dezer Commissie, w’anneer zij :in be-
handeling worden genomen, lichtelijk vergeeld zullen
blijken, niet zonder grond. Voor Rotterdam’s haven

is het te betreuren, dat met het in behandeling nemen
van en liet uitvoering geven aan de voorstellen, die

door deze Commissie geformuleerd werden, z66 zeer
wordt getraineerd, terwijl dit bovendien een onver-
diend odium van laksheid legt op de leden dier Com-
missie, die hun taak even belangeloos als voortvarend
verrichtten. Ten onrechte toch werd en wordt der
Commissie
bij herhaling te langzame afdoening ver-
weten.

Met waardeering gewaagt schrijver op pag. 241 van
de verkeersstatistiek van J-iambiirg, welke jaarlijks in een voortreffelijk boekwerk wordt gepubliceerd.
Inderdaad behoorde Rotterdam, waar een behoorlijke
verkeersstatistiek ten eenenmale ontbreekt, zich Ham-
burg tot voorbeeld te stellen.

Sterk heb ik, bij lezing van het proefschrift van
Dr. Backx, den indruk -gekregen, dat één der oog-
merken, die hij zich bij het volbrengen’ zijner taak
gesteld heef t, is geweest met nadruk te wijzen op de vele gevaren die den toekomstigen groei van Rottef-
dam’s haven bedreigen. De stnunmaatregelen, die liet
buitenland in toenemende mate ten behoeve zijner
nationale havens neemt – terecht heeft schrijver
uitvoerig gewezen op de voorkeurstarieven op de
.Duitsche en Belgische sporen, de vrijstelling van
Antwerpen van de surtaxes d’entrepôt, het gratis
sleepen van Dordrecht naar Antwerpen – eischen

vai’i Rottc,rda.n, dc g.&ootst mogelijke krachtsinspLt-
uii.ig wil liet niet voortdurend meer terrein verliezen.

J’iist cle eenzijcl igheid van Rotterdam’s haven, sten-
end
01)
het massaal vervoer, bergt gevaren in zich
en liet is één der vele verdiensten dezer voortreff e-
lijke studie, waarmede de moderne Nederlandsche
haven-literatuur is verrijkt, dat hierop nog eens met

nadruk en in extenso de aandacht is gevestigd. Men

stare zich niet blind op liet aantal schepen, noch op

den omvang van, liet havenverkeer, beide misleidend en onbruikbaar als maatstaf voor een juiste w’aardee-
ring van het Rotterdamsch havenbedrijf, maar be-

seffe, dat tegenover een eensgezinde samenwerki:ng
van Regeering en. Gemeentebestuur in de concurree-
rende buiteniancische havens een eenheidsfront moet worden gevormd van Overheid en particuliere onder-
nemers in de Maasstad, die eendrachtig samenwer-
kend, de verwezenlijking van één doel nastreven:
Rotterdam vooraan!

Moge het proefschrift van Dr. Backx hiertoe bij-

dragen! Dit ware de beste waardeering voor zijn zoo
geslagde studie! C.
V.

Het Vol/cscredietwezeii in Neder-
landsch-Indië,
door Dr. J. C. W. Oramer
(H. J. Paris, Amsterdam).

De hëer Cramer heeft met het schrijven van dit
boek een goed werk gedaan, omdat sinds lang be-
hoefte bestond aan een geschrift, dat een volledige

b’ehandeling gaf van het Volkscredietwezen; tot dus-
vërre was deze materie uitslixitend in een groot aan-
tl off:icieele publicaties en tijdschriftaitilcelen ver-
spreid, waardoor het bezwaarljk’ was een allesomvat-
tend overzicht van dit voor het economische leven

der iriheemsche bevolking in Nederlanclsch-Indië zoo
g’eSviehtige creclietstelsel te verkrijgen. Er dient aan

te worden toegevoegd, dat de schrijver zijn taak op
kundige wijze heeft volhracht: de uitgebreide stof,
‘elke hoofdzakeljlc van statistischen aard is, werd

met zorg geschift en gerangschikt’en uit de voorhan-
den gegevens zijn verschillende belangwekkende con-
clusies getrokken.

Na een uitvoerige inleiding, waarin o.m. de recht-

vaardigingsgrondeu van het met overheidshulp ge-
organiseerde Volkscredi etw’ezen worden uiteengezet
en de plannen worden beschreven, welke de geeste-
lijke vader, de assistent-resident De Wolf f van Wes-

terrode ten opzichte van het stelsel koesterde, gaat
de schrijver eerst de ontwikkeling van bedoeld crediet-

systeem na tot 1913. in het bijzonder beschrijft hij de
snelle, volgens velen ,te sneild ontplooiing vân de
volksbanken op Java cii Madöera, welke sedert laatst-
genoemd jaar tot stilstand kwam ten aanzien van

cle aantallen volksbanken, doch zich voortzette in een
vergrooting van de werkingssfeer. per bank. In de
Buitengewesten begon juist sinds 1.913 de ontwikke-
ling. Verder behandelt Dr. Cramer den gang van zaken

bij de desaloemboengs en desabanken op Java en Ma-
cioera en in de Buitengewesten.
De ontwikkelingsgang van al deze banken

doet
cien, dat zij er in liet algemeen zeer goed in geslaagd
dun hare financieele positie in toenemende mate te
versterken. Waar zij geacht icunnen worden credie-
ten te verstrekken tegen een rente, welke in ver-

I)and met de hij de inheemsche bevolking heerschen-
:le toestanden niet hoog is, kan men zeker aan-
riemen, dat liet Vol]cscredietwezen in zooverre de
bevolking van heel veel nut’ is geweest en nog is.
Wanneer men evenwel bedenkt, dat de bedoeling van
:len beginne af aan mede i.s gew’eest om de bevolking
rtoe te brengen door de vorming van coöperatieve
instellingen haar economisch lot in eigen handen te
riemen, moet worden erkend, dat in dit opzicht helaas
leen reden tot tevredenheid bestaat. Van de coöpe-
‘atieve idealen is tot dusverre niets terecht gekomen.

Een andere moeilijkheid bestaat hierin, dat het

(Zie vervolg pag. 1003).

r

1002

ECONOMISCHSTATIST1SCHE BERICHTN

6 November 1929

MAANDCIJFERS.

STATISTISCH OVERZICHT VAN DEN ECONOMISOHEN TOESTAND VAN NEDERLAND.

(Niet met * gemerkte gegevens ontleend aan het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek.)

1929
JanuarilAug.
.
Jan.
Febr.
Maart
April
Mei

Juni

1

Juli
Aug.

11
1928

1
1929

Arbeidsmarkt.

Bedrag der gehouden
aanbestedingen
X
f
1000 ………..
10.37′
0,31
11.5.5
.

0 84
14.15
0 80
16.10
1,13
26.67
1 88
1.62
0,41
15.27
0,39
16.46
0,68
118.75
5,97
126.19
6,47
waaronder voor
fabrieksbouw
X f
1000
…. ………….
Staais- en part. mijnen.
Aantal arbeiders op len der maand
34.€7S
36.618
35.13
35.115
a5.l47
34.974
34.990
21,83
36.157
33.83712

(
Gemiddeld aantal taken p. week v.

Amsterdam
26,26

.


14,86
26,81
27,80
22,72
19,68 20,56
21,8
22,56
5
Haven-

alle b. d.

Havenarbeids-ReServe”

()< 1000)
bedrijf

ingeschr.
losse
arbeiders te zamen
3
Rotterdam
39.99
29,60 39,01 47,04
42,89
41,5
42,43
41,912)
49413)

.,

Indexcijfer der Werkloosheid.

.

Jj
j
2,4
§2,3

Arbeidsbemiddeling.
1)

fl
.

}
Overgebi. op het einde v. de ‘mnd. {l

Jj102,7
117,4
68,2
50,0
41,8
41,1
41,7
43,7

62,3
63,3

Arbeidsloonen.
,
Ondergrondsche arbeiders ……….
f

bi)

de mijnen
f6,60
rf
6.
68

f ‘5,5
f6,67
f6,70
f.5,70
f6,71
f 5,5412

Bovengrondsche

……….

‘I

(loon

per dienst)
,, 4,05
,, 4,09
,,4,06
11
4,08
4,07
.,, 4,07
,, 4,06
,,

3,9912)

3i1
,
.

(Amsterdam
Vaste

havenarbelders
]
weekinkomen
. . . .
Rotterdam
35,30
14
)


,,0,93

.fO,91

0,96
,
0,93
,, 0,96
f0,96
,,0,99
f0,98
,,

0,95
12

B

«
0,90

,, 0,90

,, 0,90
,, 0,91
0,91
,, 0,90
0,90
,, 0,92
,,

0,89
12

••


Metselaar

uurinkomen

…………….
ciw

e

rijven
<

Timmerman

,,

……………..
ms er am.

Opperman

,,

……………..
0,82

:,, 0,80

,, 0,84
,, 0,84
0,90
,, 0,85 ,, 0,85

,, Q87
,

0,86
12

Metaalindustrie, uijrïnkomen van meerder). geschoolde arb.

Voortbrenging en verbruik.

.
.
Zee.
f
aanvoer in Ned.

havens 2)

X

1000

K.G.
§
3.760
§

3.980
§
4.797
4.681
§

4.801
7.188
10.811
§42.635
13

§39.96811

§
1.455
§

1.364
§
1.680
§

1.46.5
§
L4.59
1.897

9.331
§10.53413
§
11.651
13

)<
§

980
§

841
§

936
§

945
§

955
§

921
§
1.024
§

984
§
7.367
§
7.586
visscherlJ.

l..

opbrengst
X
f

1000

……………………..
‘Steenkoolproductle 1000 ton 3) ……………………..
Vâor binnenlandsCh verbruik beschikbaar gekomen hoe-

veelheid
steenkolen
X
1000 ton
4)

………
…………. ..
§
1.043
§

947
§ §

7
1.196
§

1.001
§

1.143
§
1.203
§
7.888
§
8.4.58
Beetwortelsuikerproductie

(ruwe
.
en

consumptiesuiker)
0,28

0.39
0.34




0.73
1.01

Consumptiesuiker: totale productie fabrieken en raffinade-
rijen

X

lOOD

K.G …………………………………..
19,31
318.78
21.07
20.04 29.09 30.63
30.81
10:51
224.23
180.24
x

1000

K.G………………………………………..

In consumptie gebrachte
suiker
5)
X 1000 K.G…………
16.16 12.49 19.63 19.19
18.54
18.40
20.31
18.23 185.07
154.68.

Electricitettsfabrieken;
aan het net afgegeven stroom

..

163


)

135
137
130 118 110
11.5
117
882
1.018

Schepen
In aanbouw

inhoud in brutoRegisterton
7)

….
.
164
.
172
171.825
1
6
Volkshuisvesting;
voltooide woningen in het Rijk (nieuw-
2.5u4
t
1.637
2.412
3.384 4.238 4.313
3.661
26.849
13
)
22.199
13
)

X

1.000.000 k. W. h………………………………….

Rijksvoorsch. aan

gemeenten

(ver-
leend-ingetrokken) fl000

…………

1


1

2o

823


3.676

4.865
4.523

bouw)

(aantal)……………………..

Aanbestedingen van woningbouwvereefl.
X
f
1000
..
142
474 133
40
133 1.144 127
1.773
131
1.575
129
1.385 94
.

1.310 95
11.696
109
7.843
107
Indexcijfers prijzen landbouw- en veeteeltart.

l

basis
.1′
lndexcijfers productiekosten van den landbouwj 1910-’14k
130
171
1173
173 169 164 163 170
169

Handel en Verkeer.
T
233
177
216
234
235 230
240 247
1.779
1.812

(

Invoer
………..
Handelsbeweging
zonder gouden en
1

zilveren munt
en
muntmateriaal (in

Uitvoer
154
t
124
175
169
175 165 170
183
1.283
1.313

millioenen)

……………………1

Uit;.v.fabrikaten.
68,1
65,1 77,1
74,9
78
1
8
75,6
76,7 78,6
522,4
584,9

Ontvangsten der Spoorwegmaatsch.
(in millioenen)
13,8
13,4
15,5. 14,1
14,9
§
13,9
§

17,1 §

17,8 116,8
§
120,5

Inklaringen
(geladen zeeschepen)

– ”

1000

T’
1
in
5,48 4,43
1

4,59
2,89
4,94 3,64 6,06
4,49
6,31 4,21
6,44
4,08
6,80
4,23
.6,77
4,78
48,84
40,63
47,39.
32,75
Uit klaringen

,,

,
!nklaringen

(geladen rivierschepen in
1000
ton

J
Uitkiaringeni
van

1000
K.G.)
……………………….l_
3,85
2,74
0,55

0,37
2,48
2,72
4,12
3,57
3,85 3,83
4,19
.3,90
4,27 4,14 4,39
4,07
27,83 24,05
2720
25,34

‘lndexc.
v.
scheepsvrachten. (Volle ladingen ,,The Econom.”)
127,5
124,1
119,4
115,3
113,2
107,2
110,3 111,8
111,3 113,3

*

(
Gelost bij invoer…………..

t
1.952 815
1.216 448
1.175
577
1.9.59′
988
2.474
1.005 2.497
904
2.612
99.5
2.744 997
16.379
6.751
16.564
6.729
dh9

Geladen

ij uitvoer
n

e

avens,

lDoorgevoerdmetoverIading)

on,

l
2404
1781
11.84
2,601
3.812
3.03
3.083 3.362 20.218
21,322

Prijzen, kosten van levensonderhoûd.
.

}
Algemeen cijfer
..
146

146
147 144 142 141
141
142
151
144

Kosten van
levens-

>Arb.gez. A’dam
(1
Oct.
1
23-30 Sept.’24
= 100)…
95,4 95,7
94,8
15
)
onderhoud.
.1

Financiewezen.
‘Opbrengst
RIJ ksmlddelen
(totaal)..

t-
45,4
37,4
38,4
40,1
48,7
39,8
43,4
43,6

.
328,7 833,7

Beurs belastinp
……….
1

.

.

.

1
(in millioenen)
1,09 5,38
0,64 4,67
0,60
5,98
0,57
5,8
0,69
5,66 0,57
5,35 0,60
6,61
0,82 5,82
5,57
41,58
5,58
44,26
Invoèrrechten

……….
Statistiekrecht
……….)

L
.
0,379
0,299
0,396
0,405
0,386
0,381
0,416 0,413
3,019
3,075

‘Qegireerd
door den
Postch.
en
Girodienst
(in millioenen)
621
523
514
555
650 540
600
552
2.779
4.555
‘Giro-omzet bij de Ned. Bank
(in millioenen)
………….
3.816 3.576
3.835 3.843
3.621
3.236 3.757
3.416
28.159
29.100
‘Opereerend kapitaal der Ned. Bank
10)
(in millioenen)
405
365
4,50
356
4,73
395
5,60
403
5,50
368
5,50
384
6,50 368
6,50
39712)
4,50
5,1
4,50
4,19
4,36
4,61
6,34 5,33 5,38 6,17


6,05
4,10 4,93
4,44 4,78
5,05
5,81 5,87
8,30

.
4,90
4,70
3,97
5,11

(
Rijkspostspaarbank, inlagen
. .. .’l 12,11
11,36
10,26
9,62
12,08
11,07
12,56
12,94
8964
9200

‘Wisseldisconfo derNederi. Bank’

(………
‘Particulier disconto

>
gemiddeld pCt.<
………

0

J

,,

,
terugbetal.

(
paar an en

40
Part, spaarbanken, infagen

.


11,36 15,26
9,11
.11,06
11,19
10,39
12,40
10,45 12,42
13,14
10,65 11,35
12,16
12,62 10,93
89,08
88,49
1
:4)
9022
84,2713)

‘Prolongatie

-.

)

, ………

1,
40

,
terugbet.
)
,,

,.
11,41
9,01
9,66
11,19 12,38
9,70 11,46
78,08
13

7481.
13
) 121
124 123 119
.
117
115
‘115
116 115
1
6
Indexcijfer
van aandeelen
1921-5 = 100

……………….
4,62
4,65
4,73 4,83
4,82.
4,80
4,79
4,78
4.81
16

Gemiddeld rendement van obligatiën

….
….
.
……
……
‘Emissies
(onder aftrek conversies
II)
(in milI.)
134.1
14,2
,9
,
4,3
412,6

Aantal uitgesproken Faillissementen.
253

1

239

239
235_12?1
107
1850
189

.11
2.158
1

1.793

§ Voorloopige cijfers.
1) 40 distr.- en 3 andere arb.beurzen en, voor zoover bekend, de cor

respondentsch. der arb.bemiddeling.
21
Zonwel door Nederl. als buitenl. schepen.
31
Kolenslik inbegrepen.
Ook
zijn inbegrepen de eigen con
sumptie der mijnen en de kolen, die aan de mijnwerkers gegeven
worden [z.g. ,,Deputatkohlen”].
4]
Saldo invoer plus eigen productie.
5) D.w.z. onder betaling van accijns in hetvrije verkeer gebracht. Aan-
genomen mag worden, dat deze suiker binnenkort de consumenten be-
reikt.
81
D.w.z. waarvoor restitutie van accijns is verleend wegens

uitvoer in den vorm van suikerhoudende goederen.
7]
Op
den laatste
van het kwartaal. Cijfers van LlOyds.
6]
Te A’dam en te R’dam.
91
A’dam,
R’dam, Vlissingen, Vlaardingen, Hoek van Holland, Ijmuiden en overige
havens. is]. Zonder voorschot aan den Staat en schatkistpromesscn
rechtstreeks; 3e weekbalans v. d. maand.
II]
Nominaal bedrag voor
Januari 10,9; Februari 3,5; Maart 4; Juli 0,4; Jais.(Aug. ’28 31,4; jan.(Aug.
’29 18,8.
121
Aug. ’28. 131 Jan.jJuIi.
14
1
2e kwartaal..
1
51 Juni.
15
1 Juli ’29.

6 November 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1003

(Vervolg pag. 1001).

doel van het door het Volkscredietwezeu verstrekte

crediet natuurlijk is geweest een besteding voor

productieve doeleinden. Men kan als vaststaande aan-

nemen, dat dit oogmerk slechts ten deele is bereikt,

(och hieromtrent geven de bestaande statistieken

geen behoorlijk uitsluitsel. De door de credietnemes

opgegeven bestedingsdoeleinden stemmen niet over-een met de werkelijkheid en de bankbesturen hebben

geen gelegenheid zich door contrôle van de werke-

lijke aanwending-der credieten te overtuigen. In ver-
band daarmede is dan ook de invoering van (-en

steekproevenstelsel, zooals laatstelijk door Prof. G.

Gonggrijp werd aanbevolen, dringend noodzakelijk.

Alleen aan de hand van de daardoor te verkrijgen
gegevens zal men zich een oordeel’ kunnen vormen
omtrent het gebruik der verleende credieten.

• Deze en andere vraagstukken worden door den

schrijver
0])
heldere en overzichtelijke wijze behan-

•deid. Wat bovendien aangenaam treft, is, dat hij On-

clanks cle teleurstellingen, welke tot dusverre zijn
ondervonden bij de pogingen om de bevolking door
zelfwerkzaamheid tot hoogere welvaart te brengen,
geen reden vindt om té wanhopen aan de toekomst.

‘s-Gravenhage.

Mr. D. J. EIuLsHoFr POL
;

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

OPEN MARKT.


1929
1928

11

1927 1914

2N
0V.
28 Oct.!
21126
14119
29 Oct.!
131 Oct.!
20/2.4
2Nov.
Oct.
Oct.
1

3 Nov.L5
Nov.11
Juli

Amsterdam
Partic.disc.

47j
1
_511
5_I18
5’I81116
418_I11
4
I1I6
3
1
1_
3
11
Prolong.

4_31
4

3
3
14.4
1
(2
4-5
.4
1
12

5
4
1
12-5
211
4
_31
4

t.onden

Dage1d…
4
1
125
4
1
i2.6
1
12
411-512
4_531
4

2
1
12-5
1
1
125
1
3
1
4
-2
Parttc.disc.
5.31
4
_131I
(

51/
4
_6
6-51
611
8
_71
32

4I8-116
4I16-I9
2
1
14-14
8erljjn

Daggeld…
8-10
.
6-10
511
2
_9
7
1
139
1
13
6-9 5-8

Partic.disc.
30-55 d..
.
6
7
1
67/
s
_711
4

711
4

7
1
14
6
3
18
5
18
6/4711

56-90 d..
.
6
7
j8
67I
8
_711
4

7114
7
‘!4
6/8
5
js
6j4
7
j5
2
1
1-
1
1
Waren-
wechsel.

73j
4

7314
7
18-I4′
6/4-7
7.112

Weu, York
Dageld
t)
6114
611
4

5_6114
5711
4

7_8114
31134114
18142′!,
Partic.disc.
4:11
4

45j
4
5
5114 514


418
341
g


1)
Koers van 31 Oct. en daaraan voorafgaan e weken tjm Vr jdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel Bafavia
York)
) ) ) 1)

29 Oct.

1929
2.4771
12°9A
59.334
9.764 34.684
99s.
30

,,

1929
2.47z
12.09h
59.324 9.764 34.684
99%
31

,,

1929
2.4711/
12.08+1

59.314
9.764
34.68
99%
1 Nov. 1929
2.47%
12.07
,
1
8

59.294 9.764 34.684
99%
2

,,

1929
2.47%
12.087/
s

59.254 9.764
34.674
99%
4.

1929
2.471s/
12.07
59.264
9.764 34.67
99%
Laagsted.w.1)
2.4751
12.0711
59.24
9.75 34.65 99%
Hoogste d.wl)
2.48’f
12.09%
59.35
9.78
34.71
100
28
Oct.

1929
2.477/
s

12.09%
59.314
9.764
34.694
99%
21

.

,,

1929
2.48h
12.10y,
59.324
9.774
34.70
99%
Muutpariteit
2.48%
12.1011
4

59.26
9.75
34.59
100

Da a
serlan
Weenen
Praat
Boeka-
Milaan
Madrid
S)
1)
rest
1)
“)
5
*1

29 Oct.

19291

48.04
34.87%
7.31
1.48
12.984
35.51
30

,,1929
48.04% 34.87%
7.35
1.484
12.984 35.40
31

,,

1929
48.05 34.90
7.35
1.48
12.984 35.20
1 Nov. 1929
48.04
34.873.j
7.34
1.48
12.984
35.274
2

,,

1929
48.04
34.87w
7.34
1.48


4

,,

1929
48.03%
34.87
7.35
1.48
12.984
35.15
Laagsted.w.l)
48.01
34.80
7.32
1.46
12.96
35.-
Roogsted.w
1
)
48.06
35.00 7.38
1.51
13.02
35.70
28 Oct.

1929
48.06
34.87%
7.344
1.48
12.994
35.524
21

,,

1929
48.07
34.90
7.36
1.484
13.00
35.574
Muntpariteit
48.-
35.-
2)
48.-
13.09
48.524
) Noteering te Amsterdam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave.
3)
Wettelijk gestabiliseerd tueschen
7.53d
.
‘g
en
7.21
1
1*.

D
t
.

a a
Stock- holm
5)

Kopen-
hagen)
$0 )
Hel-
sng-
Buenos-
Aires
1
)
Man-
treail)

2
1
9 Oct.

1929
06.60 66.424
66.424
6.26
102*
2.45%
30

,,

1929
66.60
66.45
66.45

6.26
1019/
4

2.44%
31

,,

1929
06.574
66.424
66.424
6.244
101%
2.44k
.1
Nov. 1929
86.574 66.424
66.424
6.24
102%
2.44%
2

,,

1929
66.574 66.40
66.424
6.234
102%’
2.44*j 1929
66.55
66.424 66.424 6.24
102%
2.441
Laagste d.w.
1
)1
66.50
66.35
66.35
6.21
101%
2.44
Hoogste d.w1)
66.65
66.50 66.50
6
.28
103
2 45
28 Oct.

1929
66.624
66.45
66.65
6.26
103s/
2.45
21,,

1929
66.70
66.474
66.474
8.26
104
1
/
2.45*1
Muntpariteit
66.67 66.67 66.67
6.264
105%
2.48%
) Noteering te Amsterdam.
*’)
Not. -te Rotterdam. 1) Part, opgave.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
1 November 1929. voor
telegrafische
uitbetaling
op:


Gulden per
Pari
Koers
Ido

Europa.
.
sj

Londen
‘)
£
12.104
12.094
6
100
Mark
59.26
59.294
74
Parijs

) ………..
100
Franc
9.747
9.764
34
Brussel
*)

§)

……..
100
Belga
34.59
34.684
5

Berlijn
S) …………

100
Franc

.

48.-
6.92

Zurich
5)
100

,,
48.-
48.04
34
100
Kronen
7.374
7.344
5

Luxemburg
………

100
Schilling

..

35.-
34.874
84
Boedapest
… .
100
Pengö
43.51
43.25
8

Praag

……………

100
Lei
1.4880
1.48
94
100
Leva
48.-
1.80
10
100
Dinar
4.379
4.38


6

Turksch
£
10.93.
1.17


100
Drachme
3.23 3.22
9

Weenen

)…………

Milaan
S)
100
Lira
13.09

12.984
7
100
Peseta
48.-
35.274
54
Escudo
2.684
0.114
8
Kopenhagen
)
100
Kronen

..

66.67
66.424
54

Madrid
5)

……….

100
66.67
66.424
6

Boekarest

………..

100
86.67
66.574
54

Sofia

..

………..
Belgrado………….

100
IJsl.Kr.
66.67
54.70

Stamboel

………
Athene

………….

Lissabon
…………

100
Zloty
27.91
27.75
9
Kovno (Litauen)
100
Lita
24.88
24.75
7


Warschau

……….

Riga (Letland)
100
Lat
48.-
48.-
7

Oslo

)…………..
Stockholnf*)
……..

Reval (Estland).
..
100
Estl. Kr.
66.67
66.55

8
100
Finnmrk.
6.264
6.24
7

Reickjavik
……….

Tjerwonets
12.80
12.85
8
Helsingfors

……..

(10
Roebel)
100
Gulden

48.42
48.40
64

Moskou

………….

Amerika.
1ew-York
S)
$
2.4878
2.474
5
Canad.
$
.2.4878
2.44
Montreal

………..
Mexico

………….
Mex. Dollar
1.24
1.19
Buenos Aires ……
.Peso (papier)
1.0588′
1.02

Danzig

………….

La Paz (Bolivia)
Boliviano
0.9080
0.904


Milreis (pap.)
0.8075
2

0.294
Peso (papier)
0.30
30.50
6-7 Bogota (Columbia)
Peso
142
2.40

Rio
de Janeiro…….
Valparaiso
………

luito (Ecuador)

.
Sucre’
1.21
0.494
Lima (Peru)

…….
Per.
£
12.104
10.274
Montevideo (Urug.)
Peso
2.5725
2.36
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.474
Gulden
1.-
0.9967
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1. –
1.014
San José
(0.
Rica)
Colon
1.16
0.62
Iluatemala
………..
Quetzal
2.48%
2.48
Managua (Nicarag.)
Cordoba
2.484
2.451
San Salvador (Salv.)
Colon
1.2440
1.214

Paramaribo

………

Azië.


Rupee
0.91
0.90
7
Gulden
I.C.
1.-
0.994
54
Yen
1.24 1.20
5.48

Calcutta
.-………..
Batavia

………….

Dollar

.
1.084
obe

…………..

Taël
1.37
Straits DoIl.
1.4125
1.41
Phil. Peso
1.214
1.21
Singapore

……….

Bangkok
………..
Baht
1.10
1.12

Hong Kong

…….

(1anilla

………..

Feheran (Perzië)
.
.
Kran
0.234

Shanghai

……….

Af rska.

E(aapstad
£
12.104
1.06.
.
6-
4iexandrië ……..
Egypt.
£
12.42
12.40
Avstraiië.
i{elbourne, Sidney

.

en Brisbane
£
12.104 11.94
ieuw Zeeland
£
12.104
11.97
1) Goudpeso.
3)
Milreis Goud.

*)
Not, te A’dam. 0v. not, part. opg. §)
1Belga=5frank.

1004

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 November 1929

KOERSEN TE NEW YORK.
(Cable).

Data
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterdam
per £)
($ P. lOOfr.)
(8 P. 100 Mk.)
($ p.IOO gid.)

29 Oct.

1929
4,877/
8

3,94
23,94
1

40,35
30

,,

1929
4,87
18
116
3,937/
8

23,93
40,34
31

,,

1929
4,87
1
81
18

3,94
23,92
5
18
40,35
1 Nov.

1929
4,87′
51
0

3,941/
23,92k
40,363Ç
2

1929
4,88
3,9411,
23,92k
40,37
4

1929
4,87
27
1
32

394
23,92
40,36

5 Nov.

19281
4,84
18
118
3,90s1
23,813
40,10k
Muntpariteit ..
4,8667
1

3,90
8
18
23,813
401/

.1

KOERSEN TE LONDEN.

1
1

Plaatsen en
Landen
iVoteerings-1
eenheden

1
19
Oct.
1929
26Oct.
1929
28
Oct
.2
No,
’29
LaagsteHoogste
1

2
Nov!
1929

Alexandrjë,,
Piast. p.,
97,
97 34
9771i6

9791
97
p.0
37511
375’1
374
375s1
‘/8
Bangkok….
Sh.p.tical
1
1
,
10
1
,
1
1110k
1/10
1/1034
1/1034
Budapest
. . .
Pen. p.
£
27.891
27.91k
27.89
27.94
27,91
Buenos Aires
d. p.$
46
29
1
4671
18

4534
467
1

46
51
Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
1
1
j5
57
1
1/5
55
/
54

1/5
8
/16
15
7
15
115
85
1
Constantin..
Piast.p.
1.0221
1.032 10.20 10.40
10.30;
Hongkong ..
Sh. p.
$
1
19
1
,
1
1
/9
5
/
32

1/86/5
1/9+*
1/9,,
Sh. p. yen
Illi„
9

7
1111
7 1,1134
1/11
1111
uw

Athene ……Dr.

Lissabon….
Escu. p.
£
108k
10834
108
5
1
8

10851
8

1083
Mexico’)….
$
per
£
10.05
10.05
9.95
10.25
10.10
Montevideo
.
d.per,{
485/
8

478%
463
4

47
4734
Montreal

$
per
£
4•9215z
4.9334
4.9271
8

4.98 4.95

Kobe

……..

Rio d. Janeiro
d. per Mil.
555
/m
i’
1164
5,
5
,
6

5i8/
Shanghai

Sh. p.
tael
213.
213
21234
2/334
213
Singapore
. .
id.
p. $
2/3
31
/
82

2/3
85
/
64

213
18
115
214
2/3291
53

Valparaiso 2).
$
per
£
39.51
39.59
39.56
143.47-43.54
39.59
39.58
Warschau
..
43.45k
43.46 43.511
‘)
in net vervoig woroen ae
Mex.

niet meer in,penc. doch in
£
genoteerd.

2)
90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’)
N.York’)
Londen
28 Oct.

1929.. 22111
4971,
28 Oct.

1929….
8411134.
29

,,

1929..

22161
55

4971
s

29

,,

1929…..
84111i/
30

,,

1929..

227e
8

4971
s

30

,,

1929..:.
841118,
8

31

,,

1929..

23
50
31

,,

1929…
8411134′
1
Nov. 1929.. 22i5,

1
Nov.

1929….
8411134
2

,,

1929-

22151
j5

50
2

,,

1929….
84
1
11
h,
3 Nov. 1928.. 26
,
al
lo

58
3 Nov. 1928….
8411134.
27
Juli

1914.. 241′,
59 27
‘Juli

1914…
.
84111
1)
In pence p.oz.stand.
2)
Forelgn sliver In
ac. p.oz.
line.
5)
in 5h. p.oz.flne

STAND VAN
‘a
RIJKS KAS.

Vorderingen.

1 23 Oct. 1929 1 31 Octl929

Saldo bij de Ned. Bank ………….
….-


Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
t

606.213,04
/

36.275,98′
Voorschot op ultimo Sept. 1929 aan
de gem. op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
de Rijksinkomstenbelasting ………..38.279.858,86

38.279.858,86
Voorschotten aan Ned.-indië ………
.’ 19.779.043,25

23.427.950,25
Id. aan Suriname …………………

11.537.951,13

• 11.737.008,87
Id. aan Curaçao ………………….
… 530.038,42 , 589.725,29
Kasvord. weg. credietverst.ajh. buiteni ,, 135.123.534,22 , 137.387.366,31
Saldo der postrekeningen van Rijks-
comptabelen …………………..
…18.383.770,65

• 19.537.963,09
Vordering op het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds 8) ………………..’


Vordering op andere Staatsbedrijven’) ,, 5.682.186,53 ,, 5.862.186,53

V er pil c h t i n ge n.

Voorschot door de Nederl. Bank ingev.
art. 16 van haar octrooi verstrekt..
f
9.470.292,25
/
13.258.487,31
Voorschot door de Ned. Bank inrek.
courant verstrekt ………………….-


Schatkistbiljetten in omloop ………
.,, 127.3
..92.000,- ,, 127.392.000,-
Schatkistpromessen in omloop ……
..81.770.000,- ,, 94.770.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank.. ,, 3.000.000,- ,, 10.000.000,-
Daggeidieeningen ………………..
..,


Zilverbons in omloçp …………….. 12.430.029,50 ,, 12.263.089,-
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.l) 196.067,06 ,, 309.601,59
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T.’)… 12.748.466,38 ,, 10.336.201,

14.7

95
Id. aan andere Staatsbedrijven’) …………130.000.- ,,

130.000,-
Id. aan diverse instellingen’) ……..
…41.430,43

,, 14.747.281,81
1) In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

26 Oct. 1929 1 2 Nov. 1929

Vorderingen:


Saldo bij de Javasche Bank……….
f
27.689.000,-
Saldo bij
‘s
Rijks kas
……………….

Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rijks kas
…………….
..19.904.000,-
24.991.000,-
,,

700.000,-
,,

700.000,-
Betaalmiddelen in
‘s
Lands Kas

f24.9
..53.000,-

– –
..

Schatkistpromessen

………………

Muntbiljetten in omloop
………….
44.373.000,-
44.046.000,-
Waarvan Muntbiljetten
…………….-

Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds
,,

3.775.000.–
,,

3.914.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
,,

695.000,-

.

,,

526.000,-
Voorschot van de Javasche Bank….

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op
4 November 1929.

Activa.
Binnenl.Wis.(Hfdbk.
f

63.660.518,64
••
sels, Prom.,

:Bijbnk.

2.084.071,07
enz. in disc. (Ag.sch.
,,

12.321.005,66
f

78.065.595,37
Papier
o.
h. Bui tenl. in disconto

……..
Idem eigen portef.
.
f
213.059.233,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.

213.059.233,-
Beleeningen
,ncl. vrsch.
ufdbk.
f

59.179.783,41

in
rek-crt.
Bijbnk.
,,

9.475.932,-
Ag.sch.
,,

46.881.558,60

f
115.537.274,01

Op
Effecten

…….
f
108.412.051,07
Op
Goederen en Spec.
,,

7.125.222,94
115.537.274,01′
Voorschotten a. h. Rijk
…………….
..

12.009.604,34
Munten Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f

65.178.100,-
Muntmat., Goud
..

377.438.705,21

f
442.616.805,21
Munt, Zilver, enz..

,,

20.555.426,84
Muntmat., Zilver..
,,



11

463.172.232,05
1
)
Belegging
‘,
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

…………… ………..
25.266.368,35
Gebouwen en Meub. der ‘Bank
……..
,,

5.200.000,_
Diverse

rekeningen
………………
,,

39.865.025,09

Passiva,
f

952.175.332,21
___________________
Kapitaal
……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds
…………………….
,

7.106.550,55
‘Bijzondere

reserve

……………….
,

8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….
,,

6.274.652,67
Bankbiljetten in omloop …………..
,,

878.025.210,-
Bankassignatiën in omloop

……….
,,

409.614,75
Rek.-Cour.j Het Rijk
f


saldo’s:

Anderen,,

20.070.025,18
20.070.025,18

Diverse rekeningen
……………….
,,

12.289.279,06

f

952.175.332,21

Beschikbaar metaalsaldo
………….
f

103.289.599,44
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waarloe de Bank gerechtigd
is.
258.223.995,-
6)
Waarvan in het buitenland
f
23.890.447,18.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
Andere
Beschikb. Dek-
Data
,
Circulatle
opeischb.
]
schulden
Metaal-
kin ga
Munt
1
Muntmat.
saldo
1)

perc.

4 Nov. ’29
65.178 377.438 878.025 20.480 103.290
54
28
Oct.

’29
65.286
377.439 825.501 21.245 124.270
54 21

’29
65.284 377.439
815.436
25.762 124.762
55
14

,,

’29
65.488
377.442
829.845
18.080
121.978
54
7

»

’29
65.490
377.442
840.169
18.18,
117.675
54
30 Sept. ’29
65.596
377.442
851.686 21.424
112.466
53

5 Nov. ’28
67.472
367.504 856.169 29.794
278.908
54

25 Juli

’14 65.703 96.410
310.437 6.198 43.521
54
Totaal
1
Schat,dst-
1
B 1
ee-

e
Papier
Diverse
Data bedrag
promessen
ningen

op
het reke-
disconto’s rechtstreeks
buitenl. ningen
2)

4 Nov. 1929
78.066
11.000
115.537
213.059
39.865
28 Oct.

1929
57.830

87.455
209.210
36.460
21

,,

1929
61.889 5.000
84.964
204.099
38.342
14

,,

1929
64.693 8.000 89.128
201.122
37.660
7

,,

1929
82.442
25.000
89.250
195.975
38.299
30 Sept. 1929
86.748 31.000
100.454
185.577 45.089

5 Nov. 1928
89.953
2.000 136.357
188.194
29.698

25
Juli

1914
67.947

61.686 20.188
509
1) Sedert den OanKstaat van 14 Jan.
‘9
weder op de basis van
2
j5
metaaldekking. ‘) Sluitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.-

Data
Metaal
Circu-
latle
Dis-
conto’s

Voor-
so
tt
en
IDl
5
e15e
aan de
kolonie reke-
n
l
ngen
l

Diverse
reke-
ningen’

1
September1929
3.999
5.694
57
299
2.846
994
1
Augustus 1929
3.943 6.307
57
227
3.512
918
,
1
Juli

1929
3.636 6.212
51
322
3.222
506
1
Juni

1929
3.300
6.234
56
250 3.319

178
1
Mei

1929
3.093
6.108
57
275
3.338
.140
1
April

1929
2.908
5.730
118
215
3.170
166

1
September1928
2.471 4.510
1

157 136
2.414
195
-, OlUilp. UCI 4ÇLIVÖ.
7
QLUILjJ. UCI pdbIVu.

6 November 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1005

.it

0

JAVASCHE BANK..

Voornaamste posten in duizenden guldens. be
samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud

Zilver

Circula iie opeischb. met aal-
schulden
1
saldo

Data Dis-
conto’s
1

bu

iten’
N.-Ind.
betaalb.

1

Belee-
1
ningen
1

Diverse
reke-
ningen’)

kings-
percen
lage

2Nov.1929
189500
*9*
47
26Oct. 1929
190.100
SS*
46
19

,,

1929
191.200
•**
46

5Oct. 1929
32.130
45
9743
39.280
1

1330
28Sept.1929
9.708
36.934 1130.486
29.283
46
21

1929
9.622
37.034 1133.343
28.854
45
14

,,

1929
10.995
35.677 1133.025
28.365
45

3Nov.1928
7.798
36.583 1103.350
55.109
49
5Nov.1927
11.799
27.049 1126.024
34.410
51

25 Juli 1914
7.25Ô
6.395
47.934
2.228
44
t
)
Sluitpost activa.
8)

Basis
2
1
metaaldeicking.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.’)

Bankbilf.
1 Bankbilf.
1Other Securifies
Data
Metaal
in
‘in Bankingl
Disc, and Isecu ritjes
circulatie
Departm.
t Advances

30 Oct.

1929
131.017
358.820

32:197
5.891

20.232
23

1929
131.825 357.387

34.439
4.200

20.441
16

1929
131.706
360.245

31.462 4.936

20.524
9

,,

1929
130.737 363.841

26.896
8.836

20.750
2

,,

1929
129.121
363.348

25.773
8.508

20.974
25 Sept. 1929
131.938 361.071

30.866
3.233

22.178

31 Oct.

1928
164.921
134T502
4262

22 Juli

1914
40.164 29.317
33.633

1
1Other Deposits
1 1

Dek.
Data
1

00v.’
Sec.
Public
Depos.
1
Reservel
kings-
Bankers
Other
1
Accountsl
t oerc.
2

30Oct. ’29

68.852

14.384
58.106

38.125

33.322 301
23

,,

’29

69.462

15.788 59.111

37.137

35.634 31
16

,,

’29

76.077

9.551
69.876

37.126

32.688 28
9

,,

’29

72.707

8.459
66.244

‘38.084

28.157 24
29
1,,
2

,,

’29

73.767

8.993 64.910

38.042

26.996 24
8
/
8
,
25 Sept.’29

68.872

14.705
56.954

36.448

32.141 29231,,

31 Oct. ’28

42.23

14.133
10623

50.168 42*1
8

22 Juli ’14

11.005

13.736
42.185

29.297 52
1)
Zie voor wijzigingen in de bankstaat
de toelichting op blz

1080
en
1081.

2)
Verhouding tusschen
Reserve en Deposits.

BANK VAN
FRANKRIJK.
Voornaamste posten
in millioenen francs.

Te goed
Wis-

Waarv.
,
e ee-
Renteloos
Data
Goud’)
Zilver
in het
,
se
S
op hef
n ngen
voorschot
la.d.Staat
buitenl.
buitenl.

25 Oct. ’29
39.844
134
7.136
1
27.9951
18.703
2.434
3.200
18

,,

’29
39.771
123
7.164
126.9021
18.671
2.476
3.200
11

,,

’29
39.776
1
109
7.189 26.827! 18.648
2.469
3.200
4

’29
39.784
1
103
7.200 l27.591
18.635
2.548
3.200

26 Oct. ’28
30.786
1
732
13.983
22.678! 18.525
2.099
3.200

23 Juli’14
4.104!

640

_
1.5411
8
769

Bons v. d.
1
Diver-
l
1Rekg. Courant
t
Data
zelfst.
amorf. k.
1

sen’)
1
Circulatie
1
Staat
1
Zelfst.
1
Parti-

25Oct. ’29
1

5.612
1.571
66.146 6.571
6.494
7.483
18

,,

’29
6.612

1:597
66.326 6.579
6.611
5.982
11

’29
5.612
1.630
66.901
6.460
7.003
5.208
4

1
29
5.612
1.640
67.321
6380
6.720
5.883

28Oct. ’28
5.930
1.270
61.327
7.727 4.201
6.880

23 Juli’14
._

5.912
401

943
1)
Bij de stabilisatie
is
de goudyoorraad
1
,ewaardeerd
volgens
de
nieuwe waarde van den franc.
2)
Sluitpost activa.

GOEDERENHANDEL
1

GRANEN.
5 November 1929.

Iii ons vorig veekbericht hebben wij melding gemaakt
van het prijsherstel voor t a r w e, dat in woord-Amerika,
e:i in navolging daarvan ook in Argentinië, had Plaats ge-
vonden na dc zeer scherpe inzinking van den 24sten. Dat
piijsherstel was vooral yeroorzaakt door bemoedigende uit-
latiugen vaii Amerikaausc-he overheidspersonen, herstel
aan cle New.Yorksche effecteumarkt en beschikbaar stel-
ling door de Anierikaansche regeering van 100 millioelk
dollar voor cle coöperatieve landbouworganisaties, welke
daarsitede de boeren in staat zouden stellen om hun voor-
raden achter te houden. Deze kunstrnatige steun werd in
de eerste dagen niet gevolgd door vermeerdering van cle
Europeesche vraag. Wel ontstond Op 28 October meer vraag
iii Engeland en ook op enkele vorige dagen werd daar wel
iets meer tarwe gekocht dan in de voorafgaande periode der flauwe markten. Ook op het vasteland was de omzet
cenigszins toegenomen en werd vooral meer Plata-earw’e
gekocht, doch levendig was de markt nog niet. Toen echter
op 29 October het vertrouwen in het standhouden der ver-
betering zeer onvoldoende werd en ook de effectenmarkt
veder flauw liep, ging een gedeelte van het prijsherstel
weder verloren en outstond op het nogmaals verlaagde
prijsniveau een aanzienlijke vermeerdering van den koop-lust in Europa. In Engeland kocht men aanvankelijk Plata-eii Australische tarwe, evenals
01)
het vasteland, doch op
dén 30steiv w’erclen ook in Manitobas aan de Engelsche
markt vrij wat zaken gedaan. Deze vermeerdering van cle
‘raag heeft na 29 October dadelijk weder een herstel aan de termijnmarkten te Chicago en Winnipeg met zich ge-
bracht, terwijl ook dc Argentijnsche terrnijnmarkten vaster liepen. De ondernemingslust in Europa is tegen die nieuwe
prijsstijging niet bestand gebleken, zoodat de vraag al spoe-
clig weder afnam en de druk, welke er op cle tarwemarkt
uitgaat van de uitermate groote Noord-Amerikaanschc v,00r-
raden en het nog altijd ruime aanbod van Plata-tarwe,
zich weder in vermeerdercie mate liet gelden. Weliswaar
is ‘deze week zeer weinig tarwe uit Argentinië verscheept,
maar dit zal wel een tijdelijk verschijnsel blijken te zijn
geweest. Ook uit Noord-Amerika werd niet veel afgela-
d, zoodat de totale wereldverschepingen van buitenge-
wo’on kleinen omvang ziji geweeSt. Dientengevolge is ook
cle naar Europa onderweg zijnde hoeveelheid tarwe weder
afgenomen, doch véel steun ondervindt de markt daarvan
niet. Integendeel leest men in ma.rktoverzichten den laat-
sten tijd nog altijd weder over de bezwaren, welke speciaal
in Engeland ondervonden worden hij het opslaan van de
groote hoeveelheden tarwe, welke daar arriveeren. Ook in
deze week w’eder kwam het voor, dat te Liverpool laclin.
gen tarwe in overliggeld kwamen, omdat men niet tijdig
voor opslagruimte kon zorgen. Ook op het vasteland, spe-
ciaal te Antwerpen en Rotterdam, ligt buitengewoon veel
Argentijnsche tarwe opgeslagen en het is clan ook geen won-
der, dat, ondanks de kleine verschepingen der afgeloopen
week, dc vraag in Europa geen verbetering onderging en
na de uitbreidiig van den omzet in cle laatste dagen van
October weder kon afnemen. Zelfs hebben clie kleine ver-
schepingen eerder de strek -ing om aan de overzeesclie ter-
niijnmarkten de prijzen te doen dalen, omdat daaruit immers
blijkt, dat de voor – export beschikbare voorraden nog
maar altijd geen vermindering ondergaan. Zeer sprekend
zijn in dit opzicht de cijfers, die omtrent den export i.,it
Canada wordew gepubliceerd en die voor Augustus en Sep-
tember voor alle graansoorten buitengewoon veel kleiner
zijn dan in dezelfde periode van het vorige jaar. Voor
tarwe bedroegen ze 17 3- millioen bushels tegen 52 mil-
lioen in Augustus en September van 1928. Sedert 30 Octo-
ber zijn clan ook cle termijnmarkten te Winnipeg en Chicago
en eveneens in Argentinië weder achtei

nitgeloopen. Sterk
was eerst clie verlaging niet, odat de steun der reeds ge-
noemde 100 millioen dollar zich nog liet gelden, evenals
clie van de uitbreiding der vorige week in den verkoop’
ijaar Europa van tarwe uit de .Vereenigde Staten en Ca-
nada. Het vertrouwen, dat Europa later veel hoogere prij-
zen zal betalen, blijft daar’dan ook nog wel bestaan en -een
belangrijke factor daarbij is de overtuiging, dat Europa nu weliswaar voor een groot gedeelte teert op de eigen oogs-
ten, ‘doch dat niet lang meer zal kunnen volhouden. Wij
zullen dienen af te wachten hoe deze strijd tusschen Europa
en Amerika zich vei-cler ontwikkelt en of niet de Amen-
kaansehe kansen steeds slechter worden door het achter.
houden der voorraden. In Argentinië zijn de vooruitzich-
ten voo, cleti IIiclIweu oogst nu goed, afgezien dan van
de schade, die reeds lang geleden door droogte is teweeg-
gebracht en in de prijzen is verdisconteÈrd. In Australië

2Nov.1929
171.100
306.600
60.200 24.380
26 Oct. 1922
170.300
306.200
63.600
22.380
19

,,

1929
169.400
308.300
59.700 22.200

5 Oct. 1929
146.576

23.599 312.349
68.394
17.828
28Sept.1929
146.656

23.224
306.035
67.264 20.560
21

1929
146.980

24.077
305.738
71:193
20.284
14

1929
147.235

23.946
312.167
64.160
20.650

3Nov.1928
170.965

16.500
320.963 65.259 32.976
5Nov.1927
183.139

17.547
321.639
74.486
121.769

25Juli1914
22.057

31.907
110.172 12.634
4.842
2
)

1006

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 November 1929

AANVOEREN in tona van
1000 KG.

Rotterdam

i
1
Amsterdam
Totaal

Artikelen
27 Oct.12 Nov.
1

Sedert

Overeenk.
27 Oct.12 Nov.

Sedert

Overeenk.
1929

1 Jan. 1929

tijdvak 1928
1929

1Jan. 1929

tijdvak 1928
1929

1928

22.339
1.385.507
1.891.316
2.348 103.388
58.843 1.488.895
1.950.153
176.530
180.970

.
1.158

177.688
180.970
Tarwe

……………..
Rogge

………………1.107
17.494 14.054

875

18.369
14.054
Boekweit ……………801
Maïs ……………….

17.529
709.893
865.180 2.174
170.244
178.345
880.137
1.043.525
9.241
419.276
.
425.130
1.100
6.395
72.233
425.671
437.363
7.462
180.565 170.130

2.944
617
183.509
170.747
6.320
123.652 161.792
4.820
265.478
330.374 389.130 492.166

Gerst

……………..
Haver

………………

196.741
167.609

‘800
1.184
197.341 168.793
Lijnzaad

……………
Lijnkoek

……………1.893
Tarwemeel

…………
71.530
91.594
522
24.015
31.746
95.545
.
123.340
Andere
meelsoorten
2
..738
853
18.597 9.813
– .


18.597
1

9.813

begon men sterk naa.r regen te verlangen. Reeds waren de
laagste oogstramingen weder viui 130 millioen bushels ver-
laagd tot 1.10 millioen, doch in de afgeloopen week heeft
liet in Australië algemeen geregend. Op 4 November waren
iiie overzeesche termijnmarkten zeer flau.w’ met zeer klei
iieu ozet in Europa. De markten sloten op ongeveer het-
zelfde peil als op 29 October. Zaken ja r o g ge van overzee komen in Europa nog al-
tijd niet tot stand en de markt wordt bij voortduring be-
heerscht door Duitschla.nd en de omliggende landen, ter-
wijl nu en dan ook tot hoogere prijzen zaken voorkomen
iii itongaarsche rogge, waarvoor echter de prijzen den
laatsten tijd aanzienlijk
zijn
gedaald: 1e Chicago is rogge
aanvankelijk evenals tarwe vast geweest, nadat op 29 Octo
ier nog al eenige prijsdaling had plaats gevonden. Van
het daarop gevolgde herstel is echter op 2 en 4 November
een groot gedeelte weder verloren gegaan.
Voor m a, ï s is in het begin der week dc stemming betei
geweest. Verschepingen uit Roemenië lieten op zich wach-
ten, in verband met den lagen waterstand van den Donau,
waardoor aanvoeren uit Zuid-Slavië werden tegengehouden
en slechts beperkte hoeveelheden uit de Donauha.vens
werden afgeladen. Ook was in West-Europa het aanbod van
stoomende Plata-ntaïs niet meer overdadig, terwijl de vei
schepingen van mais uit Argentinië deze week zeer klein
zijn geweest. Dit wil niet zeggep, dat er niet nog flinke
hoeveelheden Plata-maïs voor export.’ beschikbaar zijn;
doch zal zeker samenhangen met de omstandigheid, dat
gedurende eenigen tijd de vraag voor Plata-maïs bi Europa
slecht is geweest. De betere stemming aan de mais-markt
is samengegaan met eenige vermeerdering van zaken in
Plata-maïs op afladin’g, vooral naar Engeland, waar men
daarvoor aanzienlijke premies boven. spoedige posities be-
taalde. Aan de Argentijnsche tcrmijnmarkten is in de
eerste dagen der week de maïsprijs gestegen, hetgeen ten-
gevolge had, dat de voor Donau-maïs gehoteerde prijzen
eveneens werden verhoogd en aanbod daarvan uit de tweede
hand afnam. De vraag naar mals in West-Europa ‘bleef,
afgezien van Engeland, echter teleurstellend en toen ten-
slotte ook de prijzen aan de Argentijnsche termijumarkten
zich niet konden’ staande houden en eveneens Chicago voor
niaïs weder flauw werd, w’as liet met de vas
,
te houding der
maïs-markt spoedig weder gedaan. Regen in de Donaulan-
den deed de kans op spoedige en groote Roemeensehe ver-schepingen weder toenemen en de reeds afgeladen partijen
kwamen, evenals latere verscieping, telkens goedkooper
aan de markt, zooclat die op 4 November in Nederland
weder goecikooper te koop waren dan, in dit seizoen was voorgekomen. Daarbij bleef de vraag slecht met zeer be-
perktect omzet. Ook Plata-mais, welke te Rotterdam arri-
veerde, was slechts tot eenigszins dalende prijzen te plaat-sen, terwijl voor Zuid-Afrikaansche soorten de vraag zelfs
slecht was en deze dus goedkooper dan alle andere soorten
te koop waren. Vraag voor Donau-maïs ter levering in
winter ‘en voorjaar blijft in Nederland nog wel bestaan,
doch na de prijsstijging, die daarvoor in de vorige week was ingetreden, is het prijsniveau weder gedaald tot het
laagste punt. dat daarvoor tot nog toe heeft bestaan. In
Dnitschland wordt slechts zeer weinig mais gekocht en
voor zoover nieuwe invoer van voedergranen daar noodig
is, bepaalt men zich voornamelijk tot gerst. in verband met
de gi’oote hoeveelheden haver en rogge, waarover Dnitsch-
land beschikt, is ook voor gerst echter de ondernemings-
lust niet groot.
Voor ge r st zijn de prijzen nog steeds hooger dan cciii-
gen tijd geleden. Wel leest men telkens van de groote hoe-
veelheden gerst w’clke in de Roemeensche havens liggen
opgeslagen en daar op export wachten, terwijl ook voor het
vervolg nog veel gerst in die havens zal worden aange-
voerd, doch wegens de werkzaamheden aan den mais-oogst
schijnen clie aanvoeren op het oogenbhik niet groot te zijn. De prijsstijging van eenigen tijd geleden heeft zich dan ook
iii Roemenië nog gehandhaafd, doch het gevolg daarvan
is voornamelijk, dat slechts zeer weinig nieuwe zaken tot
stand komen. In Noord-Amerika zijn de termijnmarkten
voor gerst tot 4 November vast gebleven met slechts kleine
prijsfluctuaties en de Amerikaansche noteeringen waren hij
voortduring te hoog ”oor Europa. In Nederland blijft
voergerst uit de Vereenigde Staten steeds beneden Amen-
kaansehe pariteit te koop, terwijl Donau-gerst daar nog
altijd zoo goed als niet wordt gekocht. Op 4 November was gerst in Noord-Amerika echter flauw en den volgenden dag
waren verschepers aanzienlijk beneden dc noteeringen van
den laatsten tijd aan de markt en lager dan in dit seizoen
tot nog toe was voorgekomen. Toch staan cle termijnniark-
ten te Minneapolis en Winnipeg nog Vrij wat hooger dan
omstreeks het midden van October.
Voor Ii a
v
e r wordt de markt nog altijd volkomen hc-
hecrscht door Duitschland, dat echter, afgezien van be-
perkte zaken ‘naar Engeland, voor zijn haver slechts wei-
nig kooplust in dc naburige landen vindt. In Nederland
verkeert de markt zelfs steeds onder den druk der over-
vloedige hoeveelheden Duitsche haver, w’elke er eenige
ninanden geleden zijn gekocht. Duitsche haver is clan ‘ook
in den loop der week weder telkens goedkooper te koop
gekomen, w’aa.rbij eerst wcderverkoopers den toon aanga-
ven, doch sedert enkele dagen ook Duitsche verkoopars op
het verlaagde pïijsniveau
weder koopers trachten te vinden.

N.V.

INDUSTRIEELE DISCONTO
MAATSCHAPPIJ

AMSTERDAM

LONDEN

BERLIJN

PARIJS ,
.
KOPENHAGEN

Maatschappelijk Kapitaal
f
25.000.000.-

Volgestort geplaatst ‘en reserves
f
13.400.000.-

De Maatschap’jij financiert de aanschaf fing op termijnbetaling

van Industrie-machines Landbouwmachines, Zuivel-
installaties, Kantoor- en Winkelmachines,

Bedrijfsautomobielen, enz. enz.

T


Amerik. havens……
2146
‘2011’
2251
.
1186
954
1097
10
217

Binnenland

………….
New York

……………97
354 243
378
New Orleans ………….
Liverpool

……………
216
259 626

Marktberjeht van de Heeren Sir Jacob Behrena & Sons.

Manchester, d.d. 30 October 1929.

– De markt voor Amerikaansche katoen is teruggeloopen, lioew’el er op jI. Zaterdag een verandering intrad en prij-
zen 4 punten naar boven gingen. Het ginnersrapport, dat
01) Vrijdag gepubliceerd werd, was beter dan verwacht werd,
bedragende in totaal 9.099.000 balen, tegen 8.151.000 het
vorig jaar tegen in 1927 8.117.625 en in 1926 8.727.709
balen. Dit rapport mét de gedesorganïseerde Amerikaansche
cffcctenmarkt is in hoofdzaak verantwoordelijk voor de
daling in prijzen, die gisteren nog wat meer geprononceerd
was. De futures van deze niaand noteerden toen in Liver-Pool 9.46 d., liet laagste punt van het seizoen. New-York
sloot gisterenavond 15 tot 34 lager, terwijl Liverpool
vanmorgen onveranderd 2 punten hooger opende. Wat
Egyptische katoen betreft, ‘aren in Alexandrië op Maan-
dag de prijzen beduidend lager tengevolge van een buiten-
gewoon groote liquidatie; F.G.F. Sakel loco noteerde gié-
teren 15.35 cl., een prijs, dien wij sedert den 3den Mei 1927
nog niet aanschouwd hebben. Het is merkwaardig, dat het
verschil in prijzen voor Amerikaansche en Egyptisehe ka-
toen op het oogenblik normaler is dan het in tijden ge-
‘eest is. De vraag naar loco katoen was de vorige week
in Liverpool minder groot, bedragende in totaal 36.000
balen.
De markt voor Amerikaansch garen is niet zoo opge-
wekt. In de grove nummers beperken zaken zich tot aan-
koopen voor onmiddellijk gebruik. Naar de medio-nummers
is behoorlijk vraag, en betrekkelijk veel spinners rappor-
teeren, dat zij gisteren nogal wat afgesloten hebben; ande-
‘rn maakten meld/ng van flinke orders in zeer goede kwa-
iliteiten. Wat tweedraads getwijnd betreft, komen er nogal
wat zaken tot stand voor binnenlandsch gebruik. Bieclin-
.gen van Engelsch-Indië zijn op het oogenblik echter te
‘Jaag. Voor Egyptische garens bestaat weinig belangstel-“ling; de meeste spinners waren dan ook gisteren niet te-Ivreden. De biedingen van Bombay voor tweedraads ge-
twijnd waren te laag, om geaccepteerd te kunnen worden.
Voor de fijnere nummers bestaat van de zijde van het Con-tinent weinig animo.
De doekmarkt toont nog weinig verandering. Aanvragen
zijn er genoeg binnengekomen, speciaal van Engelsch-Indië,
maar de biedingen zijn te laag, om geaccepteerd te kun-nen worden. Fabrikanten van shirtings en de drukkerijen
‘zijn voor het meerendeel behoorlijk goed bezet, evenals
fabrikanten
,
van dhooties. Prijzen tonnen over het alge-
meen weinig verandering, uitgezonderd dan dezulke, die
veroorzaakt worden door de, prijsschommelingen van het
:ruwe product. Men moet echter in aanmerking nemen,
dat het heel lastig is, om een idee te krijgen van de tegen–woorclige verkoopprijzen, omdat op de meeste biedingen niet kan worden ingegaan.

6 November 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1007

Ook Donau-haver is weder telkens in prijs gedaald en vindt
slechts moeilijk opname. Van Noord-Amerika is van zaken
in haver naar Europa nog altijd geen sprake en ook in
Plata-haver komen zeer weinig zaken voor. Het is dan ook
geen wonder, dat in het einde der week de haverprijs in.
Argentinië aanzienlijk gedaald is.

SUIKER.

Ook de afgeloopen week konden de prijzen op de ver-
schillende suikermarkten zich niet handhaven. Raffinadeurs
blei’en over het algemeen geheel uit de markt, terwijl hou-
ders van tweedehands suikers vooral in A m e r j k a hunne
posities likwideerden, waardoor ongecontroleerde Cuhasui-
ker met
3
/16
dc. daalde en tot
21/
d.e. aangeboden werd
met slechts geringe afdoeningen. De Cubaansche Export
Centrale echter handhaaft vooralsnog haar vast standpunt
en verkocht de afgeloopen week niet meer dan ongeveer
6000 tons Decemberverscheping tot 2.21 d.c. c. & fr. Ver. Staten, terwijl lagere biedingen geweigerd werden. Ook op de termijnmarkt brokkelden prijzen verder af en vareu de slotnoteeringen: Dec. 2.05; Mrt. 2.10; Mei 2.16;
Juli 2.23, terwijl de laatste noteering voor Sp. Centrif u-
gals 3.77 was.
l)e ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 56.000 tons, de versmeltingen 50.000
tons tegen 65.000 tous in 1928 en de voorraden 674.000
tons tegen 272.000 toits.
De laatste Cu b a-statistiek is als volgt:

î929

1928

1927

Ton

Ton

Ton
Cubaansehe prod . ………. 5.156.316 4.037.833 4.508.521
Consumptie …………….127.768

84.916

123.521
Weekontv. afscheephavens. 21.807 38.579 38.827
Totaal sedert 1 Jan………4.698.862 3.639.276 4.076.961
Weekexport …………….55.756 86.913 58.698
Totale export sedert 1 Jan… 4.284.830 3.165.400 3.545.819
Voorraad afscheephavens.. . . . 374.364 473.876 531.142.
Voorraad binnenland ……369.354 313.641 308.039

F. 0. L i cli t publiceert zijne tweede raming van den
as. Europeeschen bietsuikeroogst, welke hier volgt in ver-
gelijking met zijne eerste raming en met de opbrengst over
1928/’29:

1929130

1928129
2eRaming leRaming

31110129

3019129

Opbr.
– • Tons. Tons. Tons.
Duitschland …………..1.750.000 1.700.000 1.851.263
Tsjecho-Slowakije ……..1.025.000 1.025.000 1.042.948
Oostenrijk …………….120.000

120.000

107.322
Hongarije …………….230.000

230.000

220.062
Frankrijk …………….870.000

910.000

.903.075
België ………………270.000

260.000

279.290
Nederland ……………
t

260.000

260.000

319.937
Denemarken …………..135.000

135.000

170.000
Zweden ………………110.000

105.000

160860
Polen ………………..820.000

780.000

756.889
Italië ………………..425.000

415.000

367.334
Spanje ……………….255.000

255.000

262.000
Groot-Brittannië ……….310.000

310.000

245.090
Overige landen ……….309.000

299.000

335.257

Tot. Europa zonder Rusland 6.889.000 6.804.000 7.021.327
Rusland ………………l.2R5.000 1.350.000 1.446.000

Tot. Europa
mcl.
Rusland . . 8.174.000 8.154.0008.467.327

liet cijfer voor Rusland is gebaseerd op rapporten in cle Russische pers, welke wegens de strenge censuur wel niet
veel zullen verschillen van de officieele gegevens, die echter
nog niet ontvangen werden.
Fiet weer in October was volgens F. 0. Licht vrijwel
gelijk aan dat van het vorig jaar, echter zonder dat daar-
aan zulk een droge periode was vooraf gegaan. Het rooien
der bieten is overal vrijwel beëindigd, doch hier en daar
klaagt men thans over tevdël regen.
In E
11
ge 1 a n d was de markt voor ruwsuiker de e-
heele week rustig, doch prijshouclend; stoomende ruwsuiker
werd echter om en bij Sh. 8/9 c.i.f. afgedaan, terwijl één
partij tot zelfs Sh. 816 werd verkocht. De termijnmarkt was
vrij levendig en kon na eenige dagen aan het slot weer
aantrekken.
Op de ruwsuikermarkt sloten noteeringen als volgt:
Dec. Sh. 8/4; Mrt. 8f81/
o;
Mei 9/2; Aug. 9/6%; Dec.
9/8%.
Raffinadeurs verlaagden deze week (Ten prijs van hun
product met 3 d.
Op J a v a fluctueerden de prijzen op de markt voor twee-
dehands suiker slechts zeer weinig; de noteeringen brok-

kelden aanvankelijk ietwat af om daarna echter weder tot
het vroegere niveau aan te trekken.

II
i e r te 1 a n d e konden de prijzen op de termijnmarkt
ich ook niet houden. Geopend op
f
127/8 voor Dec.;
f
13%
1’oor Mrt.;
f
13
5
/
8
voor Mei (aanbod), liepen zij terug tot
resp.
f
123/8,
f
127/8 en
f
13, waarna tijdelijk eenig her-
btel intrad. Aan het slot zakt,e de stemming echter weder
gn was flauw op de volgende noteeringen: Dec.
f
123f;
Mrt.
f
13.-, en Mei
f
13%, alles aangeboden met koopers
tot
f %
lager. l)e omzet bedroeg dee week 7800 tons.

KATOEN.

Öntvangsten in-. en uitvoeren van Âmerikaansehe havens.
(In dulzendtaflen balen).

1
Aug.’29 Overeenkomstige
pen ode
‘tot
25
Oct.
29

1928

1927

Ontvangsten Gulf-Havens .
AtI an

ns
} 3807
,,

t. Have
3662 3589

Uitvoer naar GrBrittannjë
1

327
325
245
‘t Vasteland etc

1250
1231
1399
Japan

273
381
310

Voorraden.
(In dulzendtallen balen).

Overeenkomstig
tijdstip
25Oct.’29

1928
1

1927

n

1008

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6
November
1929

KOFFIE.

Na de geweldige daling van de vorige drie weken kwamen
in de afgeloopen week de prijzen van Santos op prçlmpte
verscheping, na nog iets gedaald te zijn, tot staan en claar
na liersteiclen zij zich zelfs een fractie. :De kost- en vracht-
aanbiedingen zijn dan ook bij het opmaken van dit Over:
zicht dooreen slechts 1/- per cwt. lager dan een week ge
leden. Rio echter toonde zich Iog steeds tot tegemoetko-
ming bereid en de offertes dezer soort daalden sedert vers
leden week nog
41-
5.
416
per cwt. t
Uit Brazilië werden berichten ontvangen, die er op wijl
zen, (lat men aldaar ijverig bezig is met het zoeken naar
middelen om aan den treuriget toestand, waarin het arti-
kel plotseling geraakt is, het hoofd te kunnen bieden. Na
dat men eerst de termijnmarkten te Rio en te Santos voor
onbepaalden tijd gesloten had voor ilienwe zaken en alleen
open had gehouden voor de dagelijksche afwikkeling van
oude contracten, kwam enkele dagen geleden het bericht,
dat deze markten weder geopend waren. Van leeningen
van buitenlanclsehe banken werd niets meer gehoord, doch
wel werd vernomen, dat op een bijeenkomst van Braziliaan-
sche bankiers, te Rio gehouden, besloten is voort te gaan met het verstrekken van voorschotten op uit de plantages
in het binnenland aankomende koffie’s, echter met dien
verstande, dat het voorschot, dat vdör de prijsdaling nog
60
Milreis per haal . bedroeg, teruggebracht wordt op 40
Milreis en dat de loopende ongedekte voorschotten aan
koffie-firma’s op den vervaldag zullen worden hernieuwd,
mits het bedrag met 25 pCt. wordt verminderd. Ook zou
volgens via New-York ontvangefl bericht besloten zijn den voorraad in de haven van Santos, welke sedert enkele jaren
op een maximum van 1.200.000 balen was vastgesteld, te.
vergrooten tot 2.000.000 balen, welke maatregel waar

schijnlijk genomen zon zijn om te komen tot verbetering
van den thans voor exporteurs bijna onmogelijken toestand,
ontstaan door het groot tekort aan goede en fijne kwali-
teiten in den aldaar aanw’ezigen voorraad. De vermeerde-
ring van dien voorraad zou worden bereikt cloor_ verhoo-
ging van de limiet der dagelijksehe aanvoeren op 50.000
balen, doch tot nu toe schijnt aan dit plan nog geen uit-
voering te zijn gegeven, al moet worden toegegeven, dat
een ruimer aanbod van werkelijk goede en fijne koffie’s

voor het opnieuw tot stand komen van geregelde zaken
van Brazilië met Europa en Amerika zeer bevorderlijk zou
zijn.
Op
het oogenblik zijn de vraagprijzen van de betere
soorten tengevolge van het schaarsche aanbod, in verhou-
ding tot de gewassehen Centraal-Amerikaansche koffie’s en
zelfs tot de ordinaire Braziel-soorten, veel te duur.
Neclerlandsch-Indië bleef met Robusta onveranderd, het-
geen tengevolge heeft, dat in de eerste hand geen zaken tot stand konden komen. Vergeleken met de prijzen aan
de termijumarkten staat Indië thans met deze koffie’s boven
alle verhouding.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt daalden sedert Dins-
dag vdörmiddag de uoteeringen eerst nog ongeveer 1
1
/4
et.
om daarna 2’/ et. te stijgen en tenslotte weder ongeveer
% ct. te dalen.
Aan dè loco-markt werd de officieele ooteering van
Su-
perior Santos verlaagd van 55 op 52 et. per
Y
2
KG.
en die
van Robusta van 46 op 43 ct
De dezer dagen verschenen Statistiek van cle Firma
G.
Dituring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in October
de aanvoer geweest is als volgt:

1929

1928

1927
balen

balen

balen

inEuropa …………712.000

783.000

807.000

, Ver. Statenv. Amerika

990.000

802.000

990.000

Totaal…. 1.702.000

1.585.000 1.797.000

De Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen gedu-
rende de eerste tien maanden van het jaar bedroegen
1.7.962.000 balen tegen 18.580.000 balen in 1,928 en
17.282.000 balen in 1927:
Dc Afleveringen in October waren:

1929

1928

1927
balen

balen

balen

in Europa ………….930.000

873.000

967.000

Ver.Statenv.Amerika

993.000

812.000

903.000

Totaal….

1.923.000

1.685.000
1.870.000

De Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende de eerste tien maanden vail het jaar waren
18.080.000 balen tegen 18.373.000 balen in 1928 en
17.629.000 balen in 1927.
Vanaf 1 Juli tot
1
November waren de Aanvoeren in
Europa en in Amerika tezamen 6.676.000 balen tegen
6.369.000 balen in 1928 en 6.61.9.000 balen in 1927, terwijl de Afleveringen bedroegen 7.028.000 balen tegen 6.795.000
balen in 1928 en 7.041.000ba.len in 1927.
i)e zichtbare voorraad was op 1 November in Europa

Liverpoolnoteeringen

Oost.
koersen 22Oct. 29Oct
23 Oct. 300ct. T.T.opBr.-Indië 115 1J51
F.G.F.Sakellaridis 15,90 15,25 T.T.opHongkong1191
8
1j9

G.F. No.
1 Oomra 6,40 6,15
T.T.
op Shanghai 2f 2. 2/27/

STATISTISCH OVERZICIH

TARWE
1
HardWinter No.2 loco
Rotterdam! Amsterdam
per 100 K.G.

1
R000E

1
AmericanNo.27)I
loco

1
Rotterdam

i
per 100 K.O.

1

MAIS
La Plata
loco
R’danilA’dam
per 2000 K.O.
.

OERST

1
Amer.No.23j1
loco
Rotterdam per

1
2000 K.G.

1

LIJNZAAD
La Plata
loco
R’damlA’dam
per 1960 K.G.

STEENKOLEN
Westfaalschel
Hollandsche
bunkerkolen
ongezeefdf.o.b.
R’dam/A’dam per 1000 K.G.
PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude 33 t/

33.9
0

Bé s. g.
per barrel

IJZER
Cleveland
Foundry No.3
f.o.b.
Middlesbrough
t
per Eng. ton

KOPER
Standaard
Locoprijzen Londen
per Eng. ton
0
10
f1,
0
/s
11.


0
/s
f1.
010
f1.

1
f1.
0
10
f1.
0
!o
$
0(
Sh.

1
Ol
o

0(

Jaargemidd. 1925
17.20
1100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
452,50
100,0
10,80
100,0
1.68
100,0
731-

1b
00
,
0

62.116 100,C
1926 15,90
t

92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
190,75
83,4 360,50 77,9
17,90
165,74
1.89 112,5
8616

i
118,5
58.11-
93,

Januari

1927
15.225
88,5
12,50
95,6
165,00
71,3 222,25
94,2
362,50
78,4
13,35 123,7
1.75
104,2
85(6
117,3
55.716
89,

Februari

,,
15,22
5

88,5
13,05
99,8
167,00
72,1
230,00
97,5
373,75
80,8
12,10
112,0
1.70 101,2
83/6
114,4
54.16!-
55.171- 88,
89,1
Maart
,,
15,05
87,5
12,70
97,1
164,50
71,1
219,25 92,9
354,75
76,7
11,25
104,2 1.26
75,0
811.
111,0
14,80
86,0
12,82
5

98,1
173,00
74,8 237,50
100,6
351,50
76,0
11,00
101,9
1.22
72,6
801-
109,6 55.216
88,1

ei
15,75
91,6
13,57
5

103,8
172.75
74,6
258,25
109,4
373,75
80,8
10,95
101,4
1.22
72,6
74/-
101,4
54.141-
18,1

Juni
15,60
90,7
13,20
101,0
175,25
75,8 245,00
104,2
372,75 80,6
11,00
101,9 1.22
72,6
701-
95,9
54.216
87,l

Juli
15,10
87,8
12,05
92,2
171,50
74,1
235.75 99,9
367,75
79,5
11,10
102,8
1.22
72,6
701-
95,9
53.19i-
86,1
Augustus
14,87
5

86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
368.25 79,6
11,05

.
102,3
1.22
72,6
691- 94,5
55.516
89.1

September
14,70
85,5
12,15
92,9
179,50
77,5
233,25
98,8 369,50 79,9
10,90
100,9
1.22 72,6
651-
89,0
54.13/-
88,(

October
13,72
5

79,8
11,45
87,6
178,75
77,2
230,50
97,7
359,00
77,6
10,90
100,9 1.22
72,6
651-
89,0
55.51-
89,1
,,
November
13,45
78,2
12,12
5

92,7
184,75
19,8 233,25
98,8
349,75 75,6
10,65
98,6
1.22
72,6
651-
89,0
59
.11-
95,1

December
13,40
77,9
12,57
5

96,2
201,00
86,8
246,25 104,3
348,25
75.3
10,60
98.1
.

1.22
72,6
651- 89,0
60.21-
96,1

Januari

1928 13,50
78,5
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00 78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-!-
99,1

Februari
13.80
802
12.875
98,5
226,50
97,8
243,75
103,3
361,00
78.0
10,00
92,6
1.21
72,0
651- 89,0
61.121- 99,

Maart
,,
14,60
84,9
14,00
107,1.
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75
75,8 9,95
92,1
1.19
70,8
65/6
89,7
61.316
98,(

April
15,30
88,9
14,97
5

114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
66!-
90,4
61.1416
99,’
‘Mei
,,
15,30
88,9
15,47
6

.
118,4
238,50
103,0
260,75
110,5
372,00′
80,4
10,60
98,1
1.19
70,8
661-
90,4
62.151-
101,

Juni
14,37
5

83,6
14,27
5

109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
.1.19
70,8
661-
90,4
63.171-
102,1

Juli”
1425
82,8
13,07
5

100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75


77,8
10.10
93,5
1.19
70,8 661- 90,4
62.181-
I01,
100,’
Augustus
12
:
00

69,8
1
2
,625
96,6
214,75
92,8
226.75:
96,1
350,75
75,8
10,05
931
1.21
72,0
66!-
90,4
62.10/6
September
11,65
67,7
11,575
88,5
198,75
85,9
198.25
84,0 350,75
75,8
10,00

,
92,6
1.21
72,0
661- 90,4
63.81-
102,

October
12,27
5

71,4
12,27
93,8
218,50
94,4
189,50
80,3 366,00
79,1
9,95
92,1′
1.19
70,8
661-
90,4
65.121-
105,

‘November
_12,32
5

71,7
12,07
5
.
92,4
227,25
‘98,2
185,50
78,6
386,25
83,5
10,20
94,4
1.18
1.18
70,2
661-
90,4 90,4
67.181-
70.31-
109,
113,1
December

.,
1929
lanuari
12,30 12,35
71,5 71,8
11,90 12,20
91,0
93,3
220,25
231,50
95,1
100,0
180,50 194,25
.76,5
82,3 373,75 365,00 80,8
78,
10,10 10,10
93,5
93,5
1.16
70,2 69,0
661-
661-
90,4
75.1016

?ebruari
12,72
5

74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5
357,25 77,2
12.90
119,4
1.11
66,1
66(6
91,1
78-16
125,

Maart
.12,65
73,5
12,62
5
.
96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00

.
77,6
12,00
111,1
1.11
66,1
671-
91,8
89.81-
144,

April
,,
12,12°
70,5
11,625
88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
11,05
102.3
1.11
66,1
681-
93,2
82.1716
133,

Mei
,,
11,125
64,1
10,57
5

80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50 78,6
1115
103,3
1.16
69,0
69(6
95,2
1

75.416
121,

Juni
10,87
5

63,2
10,20
78,0
193,50.
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
1125
104,2
1.30
77,4
71!-
97,3
1

74.11!-
120,

Juli

12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191,25′
81,0
415,50
89,8
11,25
104,2
1.30
77,4.
7216
99,3
72.1216
117,
Augustus
13,12
5

76,3
10,75
.
82,2
202,50
87,5
182,75′
77.4
452,50
97,8
11,25
104,2
1.30
77,4
72(6
99,3
73.171-

September
12,625
73,4
10,20
78,0
191,00
.
82,5
172,00
72.9
506,75
109,6
11,40
105,6
1.30
77,4
7216
99,3 74.191-

October
12,10
70,4
9,875
75,6
15,00
79,9
108,00
71,2 516,50
111,7
11,25
104,2
1.30
77,4
72/6
99,3
72.161-
117,
,,
4 November
,,
11,90
69,2
9,50
72,7
180,00
77,8
164,00
69,5 500,00
108,1
11,25
104,2
1.30
77,4
72(6
99,3
70.716
113,

1) Men zie oor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658′ en 659) pag. 689190 en 709. °)Western vôôr de invoering
* Manitoba No. 3.
t
Zuid-Russische.

. –

6 November 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE..BERICHTEN

‘Ie

1.847.000
balen tegen
2.065.000
balen op 1 October. Ifi

Amerika bedroeg hij
686.000
balen tegen
689.000
balen op
1, October. In Europaa en in Amerika tezamen was cle zicht-
bate voorraad dus op 1 dezer
2.533.000
balen tegen
2.754.000
balen op 1 October. Hij bedroeg op 1 November
1928 – 2.623.000
balen en
01)
1 November
1927 –
2.128.000
balen.
De zichtbare wereidvoorraad was op 1 November
5.069.000
balen tegen
5.222.000
balen op 1 October en
5.332.000
ba-
len verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de voor-
raden in het binnenland van Sao Paulo, waarvan het
cijfer van 1 November nog niet bekend il, (toch die op
1 October bedroegen
14.892.000
balen en op 1 November
1928 13.669.000
balen).
De prijzen van gewoon goed beschreven Superiot- Santos op prompte verscheping zijn thans ongeveer
761- k
791-
per
cwt. en valt dito Prime ongeveer
801- fi 831-,
terwijl zij van
Rio type New-York
7
niet beschrijving, prompte versche-
ping, bedragen
461. b, 4/-.
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn
cle prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, November-verscheping,
29
ct.; Ben-
koelen Robusta, November-verseheping,
30
ct.; Mandheling
Robusta, November-verscheping,
31
34
ct.; W.I.B. faq. Ho-
husta, Noveniber-verschepirig,
40
ct., alles per
34
KG., cif,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
De slot-notecringen te New-York van het aldaar gelden-
cie gemengd contract (basis Rio No.
7)
waren:

Dec.
1

.Maart

1

Mei
1

Sept.

4 Nov.

……
$

9,-
$

8,80
$

8,68
$

8,52
28

Oct.

……
,,

8,43
,,

8.23
,,

8,]5
8,03
21

,.

……

…,,

10,57
.
10,02
,,

9,78
9,58
14

,.

……
.,,

11,-
.
10,65
,,

10,45 10,25
Rotterda,
5
November
1929.

THEE.

Dc theemarkt had in de beide afgeloopeit weken een vrij-
wel onveranderd aanzien.
In haar veil ingbericht karakteriscerde het Secretariaat
der Vereeniging voor cle Thee-cultuur den toestand aldus:
,,Nicttemin bleef de markt gunstiger dan . de statistische positie doet verwachten.” Immers nog steeds vormen de groote voorraden te Londen, wclker omvang niet precies
bekend zijn, doch welke op ca.
220
millioen lbs. mogen
worden getaxeerd, een zw’aren druk op de markt.
It.i de Amsterdamsche veiling op
31
October ontbraken

verschiilende koopers, zoodat de veiling een traag verloop
had.

De aanwezige koopers toonden vooral belangstelling voor
wa1iteit, hetgeen téngevolge had, dat de bétere soorten,
i.h.b. Java-blad veelal hooger w’erden betaald. De middenprijs van
6834
ets. was dan ook
334
ets. hooger
dan die van de vorige veiling, hetgeen grootendeels aan
voornoemde omstandigheid moet worden toegeschreven,
daar voor de overige sorteeringen cle prijzen nicuwelijks
prijshoudend waren.

Engelsche vakbladen melden, da.t er te Londen met cle
Russen wordt onderhandeld over den aankoop van een
groote hoeveelheid thee.
Het is duidelijk dat, mochten deze onderhandelingen sla-gen en daardoor de Lotidensche voorraden tot normale pro-
porties w’orden teruggebracht, dit voor cle theemarkt een
uitkomst zou zijn.

De vraag is slechts, welke offers hiervoor zouden moeten
w’orden gebracht. Ingeval deze te groot zonciemi zijn, zou het
geensziiis uitgesloten zijn, dat de markt een verdere in-
zakking zou ondergaan.

De thee-uitvoer van Noord Britsch-Inclië bedroeg vol-
gens de Tea Brokers’ Association of Londen in September
53
millioen lbs. to.
5234
millioen lbs. in
1928.
Gedurende
het loopende seizoen (April-Sept.) bedroeg iie uitvoer
171
millioen lbs., hetgeen
8
millioen lbs. meer is dan in
1928.
Gedurende diezelfde periode w’erden uit Znidel. ]3ritsch-
Indië in totaal uitgevoerd
40
millioen lbs. to.
37.7 mil-lioen lbs. in het vorige jaar.
‘Yolgens bericht van de Vereeniging voor de Thee Cul-
1uur bedroeg de uitvoer van China naar het buitenland
gedurende het eerste halfjaar
430.000 picol (52
millioen
hKG.). Voor
1928
waren deze cijfers
365.000
picol gelijk-
staande met
44
niillioen hKG.
• De uitvoer uit Nederlandsch entrepôt van Nederl.-Incli-
che thee beliep in September
606.000
KG. t..
670.000
KG.
in September
1928
(cijfers van het Centraal l3ureaii voor
cle Statistiek). Gedurende Jan-September wees de uitvoer
met
5.890.000
KG. echter een overschot aan boven die van
yerlcden jaar, toen hij
5.209.000
KG. bedroeg.
– Amsterdam, 4 November
1929.

COPRA.

» ie markt was in de afgeloopen week aanvankelijk flauw
gestemd. Er was w’einig vraag niet geregeld ruim, aanbod
van het Oosten. Tegen het slot deed zich meer dekkings-
vraag voor; terwijl tezelfciertijd cle markt van Marseille
sterk verbeterde.

AN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)

TIN
locoprijzen
Lon en per
Eng, ton

KATOEN
for Middling
locoprijzen
New ork
per Ib.

WOL
gekamde
Australische,
Merino,64’s Av.
loco Bradford
per Ib.

WOL
gekamcie
Australische, CrossbredColo-
nial Carded,
50’s Av. loco
Bradford per Ib.

RUBBER
4
)


Standaard

SUIKER
Ribbed Smoked

Witte kristal-
Sheeta

suiker loco
loco Londen

R’dam/A’dans.
per Ib.

per 100 K.G.

KOFFIE

Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
per
t/
K.G.

THEE
Au. N.-1. thev.
A’dam gem. pr.
Java- en Suma-
tratheep.’/5K0.

lndexcijfer
v/h. Centr. B.
v. d. Stat.,
herleid
van 1913= 100
tot

s=
100

lndexcijfer
van The
Economist,
herleid
1927

lOO
tot 1925=100

261.171-
100,0
cts.
23,25
01
100,0
pence
55,00
0
/o
100,0
pence
29,50
°/o
100,0
Sh.
2111,625
0/
100,0
ii.
18,75
01
100,0
cts.
61,375
5
10
100,0
cts.
84,5
01
0

100,0 100,0 100,0
290.17/5
299.1315
111,1
114,4
17.55
13,45
75,5
57,5
47,25 45,00
85,9 81,8
24,75 25,25
83,9 85,6
21-
117,375
67,4
54,4 17,50;
22,00
93,3
117,3
55,375 50 90,2
94,25
71
111,5
93,2
92,9
309.816
118,2 14,15
60,6
46,25
84,1
26,00
88,1
1/7,125


53,7
21,125
112,7
48,75
81,5 79,4
71,25
84,0
84,3.
93,5 94,2
88,9
89,9
312.15/-
304.11-
119,4
116,1
14,25
14,75
61,3
63,4
47,75 47,50
86,8 86,4
26,50
26,25
89,8
89,0
118,25
117,875
56,8
55,8
20,62
6
.
20,25
110,0
108,0
48 48 78,2
78,2
70
82,8
92,9
89,2 295.121-
112,9
16,15
69,5
47,00
85,5
26,00
88,1
117,75
55,4
20,25
108,0
47
76,5
72,25 86,5
85,5
102,4 –

92,3 93,5
88,7 90,4
296.916
289.1516
113,2
110,7
16,85 17,90
72,7 77,0
47,25
48,50
85,9 88,2
26,00
26,50
88,1
89,8
116
114,75
50,5 47,0
18,37
6

18,625
98,0 99,3
47 47
76,6
81,25 84
96,2
96,1
89,6
292 -/6
111,5 19,70
84,7
48,50
88,2
26,50
89,8
115,25
40,8
18,50
98,7
45,375
76,6 73,9

99,4

97,4
95,1
92,2 90,2
287.1216 264.216
109,8 100,9
22,05
2065
,
94,4 88,8
50,00
50,25
90,9
91,4
26,50 26,75
89,8
90,7
1/4,25
114,375
45,6 46,0
.17,876
16,876
95,3 90,0 44,25
72,1
94,5
111,8

96,8

89,1
264416
100,9
20,25
87,1
52,25
95,0
28,50
96,6
116,5
51,9
17,25
92,0 45,25
46
73,7
74,9
93
96
110,1
113,6
96,8
97,4
88,6 88,9
266.1316
255.1/-
101,8
97,4
19,70
19,25
84,7
82,8
51,50
53,00
93,6
96,4
28,75
29,75
97,3
100,8
117,75
1/7,25
55,4
54,0
17,87
6

17,376
95,3
92,7
46 46 74,9
89,25
105,6
97,4
88,2
233.10/6 89,2
18,35
78,9
54,75
99,5 31,75
107,6
1/3,75
44,2
16,75
89,3
46 74,9 74,9
84,5 79,5
100,0
94,1
98,7 96,8
.87,9
87,9
233.1716
234.61-
89,3 89,5
19,35
20,65 83,2
88,8 55,00 54,50
100,0
99,1
33,25

33,00
112,5 111,9
110,75
-19,375
35,8 26,3
16,87
16,870
90,0 90,0
47

47
76,6
76,6 79
93,5
98,1
89,2
230.131-
88,1
21,55
92,7
54,25 98,6
32,25
109,3 -19
25,3
16,62
5

88,7 48,25
78,6
74,25
78,25
87,9 92,6 98,7
98,1
90,5 91,2
218.816
211.19/-
83,4
80,9
21,35
21,75
91,8 93,5 55,50
53,00
100,9
96,4
31,75 31,25
107,5 105,9
-j9,25 -/9,25
26,0 26,0
15,75
15,50
84,0
82,7
49
49,875
79,8
81,3
73,25
85,7 98,7
89,8
211.18/-
80,9
19,30
83,0 51,75
94,1
30,00
101,7
-/9,25
25,0
16,00
85,3 51,875
84,5 71,25 67,75 84,3
80,1
95,5 92,9 88,2
86,6 214.7/6
221.191-
81,9 84,8
18,55 19,45
79,8
83,7
47,00 45,25
85,5
84,1
29,00 27,25
98,3
92,4
-/8,5

,
-/8,8
23,9 24,7
15,875 14,625
84,7 78,0
52,75
53


86,0
70,25
73
83,1
93,5

85,4
232.1016
88,8
19,90
85,6 47,25
85,9
27,50
93,2
-18,625
24,2
14,00
74,7
53
86,4
86,4
75,75 85,4 89,6
94,2 95.5
8a,1
85,1
228.81-
222.716
87,2 84,9
20,45 20,20
88,0
86,9 46,25 46,75
84,1
85,0
28,00 28,75
94,9 97,3
-/8,5
-19,875
23,9 27.9
13,925 13,775
74,3
73,5
51,75
53,125
84,3 86,6
76,5
90,5
95,5
84,8
222111-
221016
85,0
84,4
20,10 21,25 86,5
91,4
44,25 44,00
80,5
80,0 27,75
27,50
94,1
93,2
1/-
1/0,125
33,7
34,0
-. 13,375
13,50
71,3 72,0
54 54
88,0
77,25
74,25 91,4 87,9
94,2 94,2
84,6
85,4
207.516
79,2
20,45 88,0 43,25
78,6
27,25
92,4
-/10,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0
88,0
72,75
74,25
86,1
87,9
94,8 92,9
85,8
83,9
197.516
200.51-
75,3 76,5
19,40 18,75
83,4
80,5 41,50 40,00
75,5
72,7
26,25 25,75
89,0
87,3
-110,875 -110,625
30,5 29,8
12,25
12,00
65,3 64,0
54 54
88,0
88,0
73,50 87,0
91,6
81,7
209.516
210.111-
79,9
80,4
18,55 18,60
80,2
80,0
38,75 37,00
70,5
67,3 24,75 24,00
83,9
81,4
-111
-110,5
30,9 29,5
13,425
13,00
71,6 69,3
54
53,50
88,0
69,50 58,50
64

82,2
81,1
91,0 91,0
81,9
83,7
205515
78,4
18,90
81,3
34,25 62,3 23,75 80,5
-/10.125
28,4
13,475


71,9
51,75
87,2
84,3
64
75,6
75,6
91,6 91,0 83,6
82,0
187.2916
72,0
18,45
79.4
32,00
58,3
22,50
76,3
-/9,5575
27,1
13,30
70,9
48,50
79,0
64,75
76,7 181.17/
69,5
18,105
77,8
5

31,50
6

62,7
6

22,50
6

76,3
6

-/8,3125
23,3
12,75
68,0
43
70,1
68,25
6

80,76
,

.0

Iigswlje
uaEl.
Iw0).)
= .
otaiiing voor ae Invoering van de huidige 011k. noteeringswijze Uan. 19281.
4
)Jaar- en maandgemiddelden afgerond
‘js pence.

5) 1 November
6)
31 October

1010

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

6 November 1929

De slotnoteeringen zijn
Necl.-Tnd. fms. Copra, op alle termijnen
f
27

STEENKOLEN.

Tot vandaag
ziet
men nog niet klaar in, wat de Engelsche
Regeering nu tenslotte voor heeft met de mijnindustrie.
Het is een praten over en weer met beide partijen, zondei
dat de belanghebbenden eenige vastheid hebben tea aanzien
van wat cle toekomst brengeti zal. Zo6veel is wel zeker, (lat de Regeering er tenslotte niet buiten zal kunnen, den werkdag met een half uur te bekorten, ingaande het aan
staande voorjaar, om tenminste de gemoederen eenigszins
te kalmeeren.
Van de Westfaalsche en Hollandsehe productiegebieden
geen nieuws, dat
01)
stoornissen, welke ook, zou VijzCrl.
De prijzen zijn als volgt:
Northumberland Ongezecîde …………
f
11.50
Durham Ongezeefde ………………….
Cardiff 213 large 113 smalls ………….,, 13.25
Schotsche gezeèfde (Printe Lothians) ……11.25

Yorkshire gewasschen Singles ………..,, 12.—


Wcstfaalsche Vetförder ………………..13.35
Tlamstukken 1
.
……………14.50
Smeenootjes ……………., 14.-
G-asvlamförcler ……………13.25
Gieteoke

…………….. ,, 17.25
Hoflandsche Eierhriketten ……………..16.50
alles per ton van 1000 NO. franco station Rotterdam/Am’
terdam.
Ongezeefde bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam

f
11.25. Markt prijshoudeud.

IJZER.

De kalme stemming van de Belgische ruwijzermarkt blijft
aanhouden. De prijs van Lux. 3 heeft zich in de afgeloopen veertien dagen kunnen handhaven. De Fransche markt ver-keert in een gunstige positie tengevolge van de voortduren-
de activiteit der gieterjen. De Cleveland ruwijzermarkt
ondervindt in toenemende mate den invloed van de con-
currentie van continentaal ijzer, hetgeen. een ‘vermindering
van de vraag naar het Clevelandprocluct teweeg heeft ge-

bracht.
0
1
Terwijl de staalmarkt de voorlaatste week nog uitge-
sproken zwak was, vertoonden de prijzen, in cle afgeloopen
week een eenigszins vastere tendenz.

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

Graan van Noord.-Arneri/ca..
Ofschoon de stemming ovef

het algemeen niet verbeterd is, kwamen in de afgeloopen week iets meer afsluitingen tot stand, tegen vrijwel onge
wijzigde vrachten. Van Montreal werden een prompte lading
van 25.000 qrts. naar het Bristol Kanaal en Londen tegen
resp.
11
1
034.
en 1/9 alsmede twee November-ladingen naar
de Middellandsche Zee tegen $ 0.14 afgesloten. Daarna werd
echter een boot van 35.000 qrts. naar de Middellandsche
Zee tegen $ 0.13 bevracht voor tweede helft November
laden, met de optie Antwerpen of Rotterdam tegen $ 0.09
en Hamburg)Bremen tegen $ 0.0934. Van de Northern Range
werd een handige boot van ca.
21.000 qrts. naar de Middellandsche Zee tegen het betrek-
kelijk goede cijfer van $ 0.14, basis dén haven, voor 1.2125
November laden afgesloten, terwijl van de
Gulf
per eerste
helft November tegen 216 per qrt. naar U.K. bevracht is,
met de optie HavreDuinkerken/llamburg tegen 21434, Ant-
werpen of Rotterdam tegen 213, hetwelk kan worden her-
haald. Voor 10(20 November laden is daarentegen 21734 be:
taald naar UK., met de optie F-tavre/Hamburg lange t.egen
2(434, Antwerpen tegen 2/134.
Van de North Pacific
is de toestand ongewijzigd.
La Plata.
De toestand ii slechter clan ooit. De vraag naar
ruimte is voor alle termijnen zeer gering en helaas valt
dooi cle afsluitingen van een 7000 tonner van de Boven-
B.ivier naar Antwerpen of Rotterdani tegen
111-
en een
boot van ongeveer gelijke grootte naar Antwerpen
IHam-
t
burg range tegen 1016, beide voor prompte belading, een’
verdere daling
,
in de vracht te constateeren. Ofschoon in-
middels verdere booten de thuisreis in ballast aanvaard hebben, had dit niet de minste uitwerking op de vrach-
ten, om de eenvoudige reden, dat er geen vraag was. Voor
December-laden is een handige boot tegen 14(3 van de
Boven-Rivier naar U.K.. (Continent afgesloten en per
Januari een 6700 tonner tegen 1719, met 6 d. minder naar
Antwerpen of Rotterdam.
Suiker.
Dêze markt was zeer flauw. De resteerende
‘lading van het kort geleden verkochte kwantum van 50.000

tons werd door een 7800 tonner ‘vnu Cuba naar U.K./Con-
tinent tegen het lage cijfer van
151-,
basis één loshaven,
voor eerste helft December-laden genomen. Voor November-
verscheping zijn nog steeds geen orders aan de markt; de eenige lading, die werkelijk definitief is, is een order van
5500/6000. tons eveneens per December ‘van Cuba naar
U.K./Continent, waarvoor 15/-, misschien 1516, basis één
loshaven, te krijgen is. Van San Domingo werd slechts een
zeer kleine boot van ca. 2500 ton voor November-laden
naar Genna tegen $ 6 bevracht.
Salpeter van Chili.
Bevrachters hebben hun politiek van
terughouding nog niet gewijzigd en de vraag’ naar scheeps-
ruimte is niet beter geworden, niettegenstaande het feit,
dat de vrachten verder gedaald zijn. Er was een order van
7000 ton aan de markt voor November/December-versche-
ping op basis Bordeauxfffamburg range tegen 17/6, maar
tegen dit cijfer w’as tonnage tot nu toe niet verkrijgbaar
.en het is de vraag of bevrachters tegen een veel lager cijfer
dan 201- zullen slagen. Verder was er nog een order voor
een boot van 5/6000 ton met beperkten diepgang eveneens ‘oor Nov./December.laden, tegen ca. 191., maar geschikte
booten waren niet bereid dit cijfer te accepteeren.
Ook voor lijnruimte bestond weinig belangstelling. Ge-
boekt werden slechts 1000 ton naar Antwerpen/Rotterdam/
Bremenfflamburg tegen 14/-, optie Duinkerken 1516, en
3000 ton op dezelfde basis, echter met de optie Duinkerken
tegen 15/-, alle cijfers minus 6 d.
Donau.
De toestand is ongewijzigd.
Zwarte Zee.
Van de Zwarte Zee vond slechts één afslui-
ting plaats, welke een 7000 tonner naar U.K. tegen 1516,
optie Continent tegen 151., voor 5130 November-laden, be-
trof.
Midclellandsche Zee.
Doordat van de Donaumarkt niets
te doen is, is het aanbod van tonnage voor erts van de
Middellanclsche Zee vrij groot en de vrachten zijn zoodoen-
de iets gemakkelijker. Afgesloten werden om. de volgende ladingen: Hornillo IlaaifRotterdam 6/3; Glasgow 7/9; Bou-
gie/Middlesbrough 8/6; Bona/Middlesbrough 816 ; Algicrs/
Jarrow 719; Pomaron/Gent 8/-, Huelva/Rotterdam 616.
Phosphaat werd als volgt ‘bevracht: ‘Sfax/Calais 716 en
Casablanca/Dantzig 716.
Noord-Spanje.
Nadat bevrachters in de meest dringende behoefte aan scheepsruimte voorzien hebben, wachten zij
thans af en waar liet aanbod van booten nog tamelijk groot
is, zijn de vrachten flauwer. Bevracht werden volgende
ladingen
:
Bilbao/Rotterdam of Vlaardiugen 5/9, IJmuiden 6/3, Middlesbrougb 719, Cardiff 616 en SantanderfRotter-
dam
511034:.
Kolen van U.K.
De uitgaande vrachten waren met uit-
zondering naar Zuid-Amerika betrekkelijk flauw en het
aanbod van scheepsruimte was vrij goed. Door de buiten-
gevoon slechte vrachten, welke terugkeereud van de La Plata betaald worden, moesten de kolenvrachten in deze
richting natuurlijk oploopen, in het bijzonder voor prompte
ladingen.
Van Zuid-Wales werden om, afgesloten: St. Nazaire 61-,
Vigo 101-, Gibraltar 8/-, Genua 813, Piraeus 913, Port-Said 913, Las Palmas 913, Rio 15/-, Buenos Aires 181-, U.S. At-
lantic 91-, Halifax 151- en Montreal 1316 en van de Oost.
kust: Stockholm 519, Helsingfors 713, Aarhus 616, Ham-
burg 4/7
34,,
Rotterdam 413, Antwerpen 31434, Rouaan tot
61-, Genua 7/10 34, Port-Saici 913 en Buenos Aires 1716.

RIJNVAART.
Week van 27 October t/m. 2 November 1929.

i)e aanvoeren van zeezijde namen beduidend af. Scheeps-
ruimte, hoewel beperkt, bleef bij matige vraag voldoende
beschikbaar. Tot in de tweede helft der week werden er veel
schepen aangenomen om in Ruhrhavens kolen te laden. De
ertsvracht liep tengevolge van het wassende water en ver-minderde vraag terug va.n
f
1.40-1.50 tot resp. f 0.80-
0.90 per last met resp. 4 en 8 losdagen. Naar den Boven-
rijn was nog tamelijk vraag. De daghuur voor groote sche-
pen voor ruwe producten liep terug tot 3% ets. per ton,
terwijl voor kleinere, vlotte schepen voor diverse goederen
de stemming tamelijk vast bleef. Voor deze laatsten bedroeg
cle daghuur gemimicldeld 434
a
4
1
/
2
ets. Het sleeploon varieerde
tusschen het 323.4 en 40 ets. tariif. De waterstand was in
de tweede helft der week matig wassend. Naar den Boven-
rijn werd op 1.80 M. en naar den Benedenrijn (Ruhrhavens)
op maximum 2.40 ii 2.45 M. afgeladen.
In de ,Ruhrhavens verminderde de vraag naar scheeps-
ruimte, terwijl het aanbod hiervan toenam. De verschepin-
gen vati kolen bleven zeer matig. De vracht voor export-
kolen naar Rotterdam liep terug van Mk. 2.80 tot Mk. 2.-
inclusief sleeploon.

Auteur