Ga direct naar de content

Jrg. 14, editie 698

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 15 1929

15 MEI 199

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Eco
*
nomisch~Statistische
Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID, FINANIËN EN VERKEER

ORGAAN VODR DÉ MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

14E
JAARGANG

WOENSDAG 15 MEI 1929

No. 698

INHOUD.

Blz.
HET NIEUWE WETSONTWERP TOT VOORKOMINC VAN DUB-
BELE BELASTING door
Mr. Dr. J. H. R. Sinninghe
Damsté. .
.
…………………………………
456
De Internationale Conventie tot het tegengaan van
yalsche munterij door
Mr. P. J. Gerke …………
457
Mededeelingen van de Centrale Cômmissie voor de
Rijnvaart………………………………..
458
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De buitenlandsche handel van Algiers door
Dr. G.
E. Bousqnet ……………………………..
458
De ontwikkeling van de Italiaansehe handelsvloot
gedurende de periode van 1922-1928 door
A.
Gsordano
.
………………………………
459
AANTEEKENINOEN:
Beleggings-politiek

……………………….460
De rapporten van de suikerexperts …………..461
Het verbruik van geregenereerde rubber ……..463
Indexcijfers van scheepsvrachten ……………..463
BOEKAANKONDIGINOEN:
Dr. Oskar Tokayer: Handbuch der Internationalen
Petroleum.Industrie 1929, bespr. door
Dr. Wilhelm
Mautner
.
………………………………
463
Prineipiëele Staatkunde, deel II. Uitgave van de
Vereeniging voor Staatkunde van de Studenten der Rotterdamsche Handels.Hoogeschool …….. 464
Ontvangenboeken …………………………
464
MAANDCIJFERS:
Emissies in April 1929 ……………
465
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam ………….466
Rijkspostspaarbank ………………………..466
Productie der Steenkolen-, Bruinkolen.en Zoutmijnen 466
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
……………… 466-474
Geldkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel.
Wisselkoersen.

1
Effectenbeurzen.

Verkeerswezen.
INSTiTUUT VOOR
ECO1îOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretari8: Mr. Q.
J.
Terp8tro.

ECONOMiSCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J.vai, Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
tennep; Mr. E. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. More8co;
Prof. Dr. N. J. Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E.
van Welderen Baron Rengers; Prof. Mr. E. R. Ribbius
;

Jan Schilthuis; Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. cle Vries.
Ge4elegeerd lid:
Prof.
Mr. Dr. G. M. Verrijn
Stuart.
Assistent-Redacteur: H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de H000hweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnement8prijs voor ivet weekblad franco p. p. in
iVederl
and
f20,—. Buitenland en Koloseiën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cent8. Leden en donateur8 van het
Instituut ontvangen het weekblad grati8. – –
De verdere publicaties van het Instituut uit gaande ont:
van gen de abo-uné’8, leden en do’susteur8 k8teloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende 8tukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties
f
0,50 per regel: Plaatsing bij abonnement
volgen8 tarief. Administratie van abonnementen en ocLver-ten.ties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro
rekening No. 6729.

BERICHT.

Met het-oog op de
,
a.s. Feestdagen zal het volgend

nummer Donderdag, 23 ‘Mei, verschijnen. – – -•

14 MEI 1929.

Ook deze week bleef de geldniarkt weder zeer vast
gestemd. De. prolongatierente noteerde vrijwel regel-

matig 6 püt. en callgeld schommelde tusschen 6 en
6% pOt. Ook de discontokoer bleef hoog. Het aan-

bod van wissels was weder vrij gering, maar deson-
danks liep cle rente eerder op en in het laatst der
week werd weder 5
1
/s pOt. toegestaan.

*
S
*

De bin:nenlandsêhe uitzettingen van De Nederland-
sche Bank zijn in- de afgeloôpen week verder terug-
gegaan. De post binnenlandsche wissels daalde met
f 11.1
millioen. De heleeningen vertoonen een ver-
mindering van
f
24 millioen.

De goudvoorraad der Bank bleef vrijwel op dezelf-
de hoogte. De zilvervoorraad daalde met
f
400.000.
De post papier op het buitenland geeft een stijging
van
f
15.6 millioen te zien, terwijl de diverse relce-
ningen op de actiefzijdë der balans met
f
4.2 millioen
blijken te zijn teruggeloopen.

De biljettencirculatie verminderde met
f
23.8 mil-
lioen. Het tegoed van het Rijk bedraagt
f
900.000
meer dan verleden week. De rekening-courant-saldi
van anderen blijken met
f
1.5 millioen te zijn afge-
nomen. Het beschikbaar metaalsaldo steeg met
f 9.4
millioen. Het dekkingspercentage bedraagt ruim 54.

•* *

De wisselmarkt was voor de meeste wisels zeer
kalm Dollars bleven bijna zonder veandering op
2.4875. De overige wissels waren iets terugloopend,
vooral aan het einde dr week. Ponden 12.01
1
/16-
1-2.06%. Belgiö 34.54-34.52Y. Zwitserland 41.92–
47.89. Alleen Marken en 1esetas vértoonden grootere
schommelingen. Marken waren niet zoo bewogen als de vorige week. De opning was vaster op 59.03; later
liep de kders tot 58.91 terug, maar het slot was vast
op 58.96. Madrid was zeer onzeker. Herhaaldelijk
fluctueerde de koers op én dag 30 á 40 cents; per
saldo bleef echter het koersniveau zonder veel ver-
aidering.

LONDEN, 13 MEI 1929.

Geld was over het algemeen gezocht verleden week
en vrij hooge iirijzèn werden voor kleinere posten
,,overnight money” betaald, ten einde het centrale in-
stituut t kuiiiien vermijden. . –
Disconto werd dientengevolge weder vaster en
noteerde – ten slotte 5132-5 voor 3-maands pr:ima
bankaccepten. De wekelijksche toewijzing van schat-
kistpromessen had eveneens op de basis van ongeveer 531 plaats.
-. De goudvooriaad van de Bank van Engeland neemt
estadig toe en heeft nu sedert de verhooging van het
disconto in. Februari een vrij aanzienlijke vermeer-
dering ondergaan, iaar dit is alleen een gevolg van
het feit, dat de Bank een hoogeren prijs dan haar
offi.cieeien aankoopprijs – voor goud heeft betaald,
•anders zonde New York de-bestemming gewordeii zijn,
vaii verschillende goudzendingen………. .

456

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Mei 1929

HET NIEUWE WETSONTWERP TOT

VOORKOMING VAN DUBBELE

BELASTING.

Bij Koninklijke boodschap van 19 April 11. is aan

de Tweede Kamer der Staten-Generaal een ontwerp
van wet aangeboden, blijkens zijn considerans inge-

geven door de wenschelijkheid, bepalingen vast te

stellen, kraôhtens welke dubbele belasting ten gevolge
van heffingen in Nederland, Nederlaudsch- Indië,

Suriname en Ouraçao eenerzijds en in een vreemden

staat anderzijds, geheel of gedeeltelijk kan worden
voorkomen.

De kenner van ons belastingrecht zal, reeds voor-

dat het ontwerp hem onder de oogen is gekomen,

een vermoeden hebben, dat het niet in de wereld is
gezonden om met één slag alle dubbelheid van be-

lasting te vergruizelen. De omvang van het öntwerp

– het telt slechts een
vijftal
artikelen – doet dit

vermoeden
bij
hem groeien, en de lectuur der artikelen

bevestigt het ten volle. Wat geboden wordt toch, is

van voorbereidenden aard: de
mogelijkheid
wordt

geopend om, langs den weg van allerlei regeling, de
dubbele belasting te
bestrijden.
En zelfs kan men
van een
openen
van mogelijkheid
maar tot op zekere

hoogte spreken, want voor een deel is het ontwerp een

codificatie van wat op dit stuk reeds bestaat.

Om met dit laatste te beginnen kan vooreerst ge-

wezen worden op art. 101 der wet op de inkomsten-

belasting, hetwelk aan de Kroon de bevoegdheid
verleent tot het bekrachtigen
1
) van met vreemde

mogendheden gesloten- verdragen, waardoor dubbele

inkomsten- en vermogensbelasting wordt voorkomen.

Dan is er de wet van 26 Juni 1926
(Sbl..
no. 209)

welke de Kroon bevoegd maakt tot het bekrachtigen van verdragen, die strekken tot voorkomen van dub-
bele belasting van scheepvaartwinsten, alsmede om
ter – bereiking van hetzelfde doel voorschriften te

geven, die aansluiten aan de desbetreffende bepalingen

in vreemde wetgevingen. Ten derde is er de wet van
16 April 1920
(Stbl.
no. 192), krachtens welke de
Minister van Finânciën voorschriften kan geven tot
voorkoming van dubbele inkomsten- en vermogens-
belasting, op de wijze van het zooeven genoemd art.

101 der wet op de inkomstenbelasting.

Van deze drie regelingen heeft tot dusver de eerste
nog geen practisch resultaat opgeleverd. Wel is er
een verdrag met Duitschiand gesloten, maar zoolang
het nog nietdoor de Staten-Generaal is goedgekeurd
2
),-

• kan van een bekrachtiging geen sprake zijn.
Meer baat heeft het scheepvaartwetje van 1926

gebracht. Regelingen
zijn
uitgevaardigd, die onze scheepvaart vrijdom van winstbelasting bezorgd
• hebben in Engeland
(Stbl. 214e van 1926), in de Ver-

eenigde Staten van Amerika
(Sibi.
no. 347 van 1926),
in Noorwegen
(Stbl.
no. 52 van 1929). Voor Neder-
land kwam dit (althans in de practijk) niet op een
opoffering neer, aangezien art. 3 der wet op de in-
komstenbelasting de buitenlandsche scheepvaart buiten
het bereik der belasting laat.
• Het nuttigst heeft zich wel getoond de wet van
16 April 1920. En geen wonder! Eischen zoowel art.
101 der wet op de inkomstenbelasting als de scheep-
vaartwet van 1926 Ivoor hun toepassing wederkeerig-
heid, de wet van 1920 doet dat niet, en zoo heeft
de Minister van Financiën aan heel wat uit dubbele
belasting voortvlöeienden misstand een einde kunnen

maken.
Wat doet nu het nieuwe wetsontwerp?
De voornaamste aanvulling van het bestaande treft
men aan in het tweede lid van art. 2 en in het eerste

Het artikel spreekt, op ouderwetsche wijze, nog van
sfuiten.
Aangezien

het verdrag ook andere belastingen dan
inkomBten- en vermogensbelasting betreft, berust het niet
ten volle
op
art.
101,
zoodat het Koninklijk voorbehoud
geen dienst kan doen.

lid van art. 4. Het eerste van die beide voorschriften

verklaart den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-

Indië en de Gouverneurs van Suriname en van Cu-

raçao bevoegd tot het maken van regelingen, parallel

aan buitenlandsche voorschriften, waardoor voor elk

overzeesch gewest in quaestie dubbele belasting wordt

voorkomen. Het andere voorschrift maakt de wet

ook verbindend voor de Nederlandsche overzeesche

gewesten, wat tot gevolg heeft, dat de verdragen,
door
,
– de Kroon naar art. 1 te sluiten, mede die ge-
westen kunnen betreffen. Dit alles kan van groot

belang worden. In de . eerste plaats natuurlijk voor
onze Indiën, maar toch ook voor het
Rijk
in Europa.
Er is
namelijk
wel eens gebleken, dat men• buitens-

lands niet geneigd was een scheiding te maken

tusschen de Nederlandsche gebiedsdeelen als even

zooveel fiscale eenheden, en dientengevolge ervoer

men hier te lande moeilijkheid met het weerleggen

van de bewering, dat Nederland niet in
zijn
geheel
wederkeerigheid van vrijstelling
(het betrof belasting

van buitenlandsche scheepvaart, en Nederlandsch-

Indië laat deze niet, als Nederland, vrij) waarborgde.

Komt de nieuwe regeling tot stand, dan is de moge-
lijkheid geopend om de materie van een ruimer plan
te bezien.

Naast het in de materie betrokken worden van de

overzeesche gewesten staat de uitbreiding der moge-

lijkheid om dubbele belasting te voorkomen.

In art. 1 behoudt de Kroon zich de bevoegdheid

voor, verdragen te bekrachtigen met vreemde mogend
heden, gesloten ter voorkoming, geheel of gedeeltelijk,

van dubbele belasting. Het voorsâhrift – de kern

waarvan gelegen is in het feit, dat
dergelijke
ver-

dragen niet aan de goedkeuring der Staten-Generaal
behoeven te worden onderworpen: zie art. 58, tweede
lid, der Grondwet •- bestrijkt een grooter terrein
dan de tegenwoordige wetgeving, die immers, zooals

hierboven is te kennen gegeven, alleen betreft in-

komsten- en vermogensbelasting en belasting op

scheepvaartwinsten. Voor het vervolg zal men zich
de mogelijkheid geipend hebben. tot het tegengaan
van,
bijvoorbeeld,
dubbele successiebelasting of dub-

bele belasting van naamlooze vennootschappen. Wat
dit laatste aangaat, bevat weliswaar onze wet op de

dividend- en tantièmebelasting eenige voorschriften
(de artt. 28 en 29), doôh deze voorkömen de dubbele

belasting slechts voor een deel: niet meer dan twee-
derden van het ook buitenslands getroffen bedrag
wordt hier te lande vrjgefaten.
Tot een slechts gedeeltelijk voorkomen van dubbele

belasting kan trouwens ook het thans voorgestelde
art. 1 leiden. ITit de hierboven gegeven omschrijving
heeft men gezien, dat er sprake is van ,,geheel of
gedeeltelijk”. De toelichting wijst er op,. dat het

wenschelijk kan
blijken
de dubbele belasting niet

ten volle op te heffen, bijvoorbeeld ter voorkoming dat een belastingplichtige die zijn geheele inkomen

uit een vreemd land trekt, ten volle aan de belasting
van zijn eigen land zou ontsnappen. Deze gedachte stemt overeen met de denkbeelden, op dit stuk ont-
wikkeld door de deskundigen van den Volkenbond

en .door de in 1928 te Genève° gehouden conferentie
betreffende ons onderwerp
1).
Dat de mogelijkheid

van een restrictie in het ontwerp voorzien is, lijkt
mij daarom goed. Of men er ten slotte in alle om-
standigheden gebruik van zal maken, is natuurlijk
een vraag op zichzelf.
Wat art. 1
mogelijk
maakt door middel van trac-

taten, zal, naar den regel van art. 2, kunnen ge-
schieden door voorschriften die aansluiten aan ge-
lijksoortige buitenlandsche bepalingen van vrijstelling.
Voor Nederland komt die bevoegdhéid toe aan de
Kroon, voor de overzeesche gewesten, zooals ik hier-
boven reeds zeide, aan den Gouverneur-Generaal of

1)
Zie onder andere het rapport dier conferentie (0. 562,
M. 178, 1928 II),
toelichting tot art.
10,
voorlaatste lid,
van het ontwerp conventie no.
1
a.

15 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

457

Gouverneur. Het voorschrift is woordelijk ontleend

aan het scheepvaartwetje van 1926.

Dat die wet van 1926, en ook art. 101 der wet
op de inkomstenbelasting, naast de nieuwe regeling

niet in stand behooren te blijven, spreekt vanzelf.
Zij worden dan ook ingetrokken. Mede wordt inge-

trokken de hierboven vermelde wet van 16 April
1920
(Stbl. no.
192), waarvan de inhoud echter in
art. 3 van de nieuwe wet zal blijven voortleven.

Anders had het trouwens ook niet gekund. Voor het

oogenblik vervult, zooals ik reeds te kennen gaf, die provisoire wet een onmisbare rol. Dank
zij
haar kan
men zeggen, dat het vraagstuk van de dubbele be-

lasting hier te lande sinds geruimen tijd al niet

meer brandend is. Het kan ons dan ook tot voldoening

strekken, dat men elders onze regeling als een be-

langrijke oplossing van het vraagstuk beschouwt
1).

Het kan ons aanleiding zijn tot een voortschrijden
met bedachtzaamheid. Mits niet uit het oog worde

verloren, dat, moge het voortschrijden al langzaam
gaan, en moge zelfs stilstaan een wijs beleid kun-
nen
zijn,
de waakzaamheid voortdurend gespannen
moet blijven.
SINNINOHE DAMSTII.
29 April 1929.

DE INTERNATIONALE CONVENTIE TOT HET TEGEN-

GAAN VAN VALSCHE MLJNTERIJ.

Aanleiding tot de bemoeiing van den Volkenbond
met de
wijze
van bestrijding van vaische munterij
was vooral de ernstige bedreiging, waaraan het
Fransche ruilmiddel had blootgestaan blijkens de
opzienbarende onthullingen in het bekende Hongaar-
sche proces-Windischgrjjtz. In de 40e zitting van

den Volkenbondsraad hebben zoowel de Fransche als
de Britsche vertegenwoordigers gepleit voor doel.
matige internationale samenwerking en na overleg
met het Comité financier heeft de Raad 9 December
1926 besloten het onderwerp in studie te doen
nemen door specialiteiten op het gebied van het
internationaal strafrecht, vervolgingsambten aren en

baukexperts uit eenige Europeesche landen. Deze,
het zg. Comité mixte, hebben 13 October 1927 den
Raad een ontwerpconventie aangeboden, dat aan alle

Bondsleden, ook aan niet-leden, is toegezonden met

verzoek dit te onderzoeken, opdat, bij genoegzame
deelneming, een internationale conferentie zou kunnen

worden bijeengeroepen ter vaststelling van een ver-
drag. Zij is gehouden van 9-20 April jI. te Génève,
bijgewoond door vertegenwoordigers van 34 landen

en besloten met de onderteekening door 23 hunner
van een, van de ontwerpconventie essentiëel weinig

afwijkende ,,Convention internationale pour la ré-
pression du faux monnayage”, waaruit hieronder
eenige hoofdzaken mogen worden meegedeeld.

* *
*

Zij betreft uitsluitend wettige munten, munt- en
bankbiljetten; ander waardepapier wordt alleen ge-
noemd in een der aanbevelingen in het protocol,
waar de wensch wordt geuit, dat de door de Conventie

verlangde nationale centrale bureaux, verbindings-
punten voor internationale samenwerking, verval-

schingen van ander waardepapier (aandeelen, obli-
gaties, cheques, wissels, etc.) in studie zullen nemen
om later, in conferentie vertegenwoordigd, de oppor-

tuniteit van een verder strekkende conventie te
onderzoeken.

De conventie eischt, dat de binnenlandsche wet-

geving strafbaar stelt ,,comme infraction de droit
commun”:
10.
tous les faits frauduleux de fabricatjon ou d’altération
de monnaie, quel que ooit Ie moyen employé pour pro.
duire le résultat;
20.
la mise en circulation frauduleuse de fausse monnaie;
30.
les faits, dans le but de la mettre en circulation, d’in-

‘) Dr.
H.
Dorn in Vierteljahresschrift fUr Steuer- und
Finanzrecht, Eerste jaargang, blz. 233.

troduire dans le pays ou derecevoir ou de ce procurer
de la fausse monnaie, sachant qu’elle est 1 ausse;
40
les tentatives de ces infractions et les faits de parti-
cipation intentionnelle;
50
les faits frauduleux de fabriquer, de recevoir ou de se
procurer des instruments
0w
d’autres objets destinés
par leur nature
a
la fabrication de fausse monnaie
ou â l’altératjon des monnaies, –

onverschillig of het gaat om eigen dan wel om
vreemd geld. De overtreders zullen
nergens straffe-
loosheici
mogen vinden, géén refugium voor den
valschen munter en
zijn
helpers. Mag een staat zijn
eigen onderdanen niet uitleveren, indien zij worden
beschuldigd van een muntmisdrijf zullen zij moeten

worden gestraft als ware de overtreding begaan op
nationalen bodem, ook al wordt de nationaliteit ver-

kregen na de overtreding. Vreemdelingen, die in den vreemde schuldig staan aan een overtreding, door de
conventie bedoeld en die zich bevinden op het grond-
gebied van een land, welks binnenlandsche wetgeving

het beginsel van vervolging voor overtredingen in

den vreemde begaan erkent, idem. De uitleverings.

tractaten moeten alle strafbare feiten in de conventie
genoemd, bestrijken ook al zouden de bestaande en-
kele – toevallig of opzettelijk – uitzonderen.

De conventie eischt het bestaan, in elk land, van
een centraal bureau belast met de opsporing van

muntmisdrijven. Deze bureaux zullen nauw moeten

samenwerken met de Munt, de emissiebanken, binnen-
landsche politieorganen en de centrale büreaux

buitenslands; volledige verzamelingen hebben aan te
leggen van alle gegevens op muntmisdrjven betrekking
hebbende; alle inlichtingen centraliseeren en v.z.n.

moeten doorgeven aan de zusterorganen. Zij dragen
zorg, dat die de beschikking krijgen over een vol-
ledige collectie exemplaren van de eigen munt en

omtrent alle wijzigingen in de uitgifte van biljetten.
Zij mogen onderling correspondeeren en moeten van
tijd tot tijd, met bankexperts, conferenties houden.
De Organisatie en de contrôle van een
internationaal
centraal bureau zal op een van deze conferenties
kunnen worden besproken; men wilde al dadelijk

aan een zoodanig bureau niet beginnen, hoezeer het
onder leiding van de ,,Commission internationale de
police criminelle” gesteld, in 1923 opgericht, inter-
nationaal bureau te Weenen daarvoor van meer dan
één
zijde
warm is aanbevolen.
Internationale samenwerking van politie en parket
in de onderteekenende landen moet worden verge-
makkelijkt door een procedure, welke het omslachtig
diplomatiek intermediair dient te mijden ,,voor zoover

mogelijk”. Dat in dt opzicht niet alles wat wenschelijk
is kon worden bereikt blijkt uit een andere aanbe-
veling in het protocol, waarin wordt verzocht om
de zg. rogatoire commissies betreffende een munt-
delict toch vooral rechtstreeks te doen meedeelen en
deze aangelegenheid ,,bij internationale conventie
uniform te regelen”.

Een volgende aanbeveling, die hier mag worden

genoemd – er zijn er 14 waarvan 10 met een be-
langrijker dan zuiver formeelen inhoud – is de
wensch, dat de uitlevering van verdachten en ver-
oordeelden internationaal, uniform, zal worden ge-

regeld, ,,pour assurer ijne répression vraiment efficace
de la criminalité.” Men mag dezen vensch zien in het licht van de schier eindelooze debatten en tal-
rijke redactieproeven als gevolg van de verklaring, het meest categorisch van Nederlandsche zijde, dat
de Staat, aan wien uitlevering is verzocht, deze
vrijelijk zal moeten kunnen beoordeelen en desnoodig
zal mogen, weigeren, zelfs, en dit trof velen in het
hart, zelfs op grond van politieke motieven. Was
niet de aanleiding tot de bemoeiïng van den Volken-
bond de poging om, onder meer met behulp van een
frauduleus gemaakt betaalmiddel, een ander politiek
régime te vestigen? Men is er ten slotte in geslaagd
het Nederlandsch en ook Zwitsersch standpunt vol-
doening te schenken; de eisch opgenomen in de

458

ECONOMISCH..STATISTISCHE BERICHTEN

15 Mei 1929

ontwerpeonventie, dat ,,le mobile politique du délin-

quant ne peut suffire pour attribuer â une infraction
prévue par la présente Convention lè caractêre de

délit politiqüe” is vervallen. Zal de valsche munter

nergens zijn straf
outloopen, de
uitlevering
blijft

beheerscht door de betrekkelijke verdragen en zal
worden toegestaan ,,conformément au drojt du pays

requis.” In een facultatief protocol, oiiderteekend
door Tsjechoslowakije, Roemenië, Servië, Griekenland,

Oostenrijk, Cuba en Columbië, is intusschen de mo-
gelijkheid geopend ,,de faire le pas en avant qui est

const-itué par la suppression de l’auréole politique

que l’on voulait attribuer au crime de faux mon-

nayage.”
Nederland zal zijn binnenlandsche wetgeving en

administratieve organisatie aan de eischen van de
conventie moeten doen beantwoorden alvorens het

tot ratificatie kan overgaan. Veel zal er niet ver

anderen; zal de eerste wellicht •eenige wijzigingen
moeten ondergaan, het administratieve apparaat is

dank
zij
een innige samenwerking van de Nederland

sche Bank en het parket te Amsterdam reeds jareii
geleden ingesteld en tot ontwikkeling gebracht. Het

diende
bij
het ontwerpen der conventie tot model.

Nederlandsch-Indië, waarvoor Nederland nog niet

toetrad – geen mogendheid teekende reeds éôk vodr

koloniën, mandaatgebieden of overzeesche gewesten
zal zijn strafwetgeving eveneens met de eischen der

conventie in overeenstemming brengen; de oprichtin
van het centrale administratieve orgaan zal eerst

volgen als blijkt, ‘wat de naburige landen ten dez’e

willen en kunnen doen. P. J.
GEnRE.

Zandvoort, 6 Mei 1929.

MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE

VOOR DE RIJNVAART.

Rectificatie. In het verslag van de April-zitting

1929, opgenomen in het nummer van 8 Mei jl., is

door _een misverstand een storende fout geslopei.

In het besluit omtrent de Rijnverbetering tusschn
Straatsburg en Bazel (Kanaal) staat onder No. 2:
De Fransche delegatie wordt verzocht de Commissib
niet vôör de volgende zitting in te lichten enz.

Deze zin moet luiden: De Fransche delegatie wordt

verzocht de Commissie
met het oog op
de volgende

zitting in te lichten.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
./

DE BUITENLANDSCHE HANDEL VAN ALGIERS.’.

De Handelspolitiek van Frankrijk in Noord-Afrika.

Dr. G. H. Bousquet te Algiers schrijft ons:
In onze vorige artikelen
1)
gaven Wij een heschou-

ving over, het handeisverkeer en. de havens van
Algiers, terwijl in dit artikel de handelspolitiek be-
sproken zal worden. Tegelijkertijd zal een vergelijking
worden gemaakt met de handelspolitiek van Tunis

en Marokko, landen, die – wij hebben er reeds vroe-

ger op gewezen – eenzelfde economische structuur

bezitten.
De buiteulandsche handel van Algiers was langen
tijd aan een bijzondere wetgeving onderworpen. Aan-

vankelijk werden zoowel bij den in- als bij den uitvoer
rechten geheven, terwijl bij invoer in Frankrijk vodr
producten uit Algiers nogmaals een invoerrecht ver-,
schuicligd was. Over het geheel werd Algiers
door Frankrijk op één lijn gesteld met het buitenland.

Eerst in 1835 werden Fransche goederen in Algiers

vrij toegelaten, evenals buitenlandsche goederen, dle
de Fransche producenten geen concurrentie aandeden.
Tegelijkertijd werden de naar Frankrijk uit te voe-

ren goederen vrijgesteld van het betalen van eep
uitvoerrecht. In 1843 verkregen de Algrijnsche pro-
ducten bij invoer in Frankrijk een, voorkeurstarief.

n
De vette van 1851 en 1861 legden den grondslag

1
Zie E.-S. B. van 13 Febr. en 13Mrt. 1929.

voor de tolunie met Frankrijk. Onder dit regime

werden bijna alle producten uit Algiers vrij van

rechten uitgevoerd en, met uitzondering van tabak,

eveneens vrij in
Frankrijk
toegelaten. Aan den an-
deren kant werden aan de Fransche goederen, met uit-

zondering van zomerkoren, bij invoer in Algiers geen
belemmeringen in den weg gelegd.

De buitenlandsche goederen werden bij den invoer

in drie groepen verdeeld. Voor de eerte groep gold
‘hetzelfde tarief als in het moederland; voor de tweede

behoefde slechts één derde van het bij invoer in

Frankrijk verschuldigde bedrag aan rechten te wor-

den betaald, terwijl
de laatste groep, waaronder meer

in het bijzonder de koloniale producten, aan een spe-

ciaal ‘tarief onderworpen was.

Hoewel dit stelsel, dat den invoer van bepaalde

grondstof fen, zooals metalen, chemische producten,

machinerieën en gereedschappen, vergemakkelijkte,

veel tot de economische ontwikkeling der kolonie

heeft bijgedragen, verwekte het levendige protesten

van de zijde der Fransche industrie, vooral van de

metaalnijvrheid. Bij wet van 1884, die den grond-
slag legde voor een bijna volkomen gelijkstelling van

de douanetarieven (aangevuld bij de wet van 11
Januari 1892), werd dit stelsel dan ook weder afge-

schaft.
Met uitzondering van peper en ta,bak worden ook

thans nog alle Algerijnsche producten
i
die met Fran-

sche schepen aangevoerd worden, vrij van rechten in

het moederland toegelaten. Aan den anderen kant
kunnen buitenlandsche producten, waarvoor reeds in

Frankrijk invoerrecht is betaald, evenals Fransche

producten, vrij in Algiers worden ingevoerd. Slechts
voor suiker gelden speciale voorschriften,

Het overzeesche verkeer is geheel in handen van

de Fransche scheepvaart (of die van Tunis of Marok-
ko). Algiers beklaagt zich ten zeerste over deren toe-
stand. Ter bescherming van belangen, die niet steeds

een algemeen karakter dragen, is het verplicht zeer

hooge vrachten’ te betalen en is het bovendien hij het.

uitbreken van zeeliedenstakingen te Marseille van elk

verbindirigsmiddel beroofd.
Voor het Zuiden van Algiers en de gansche Sahara
bestaat een aparte handelspolitieke regeling. De pro-

ducten uit de Sahara worden vrij in Algiers toegela-
ten, zelfs indien zij afkomstig zijn uit Tripoli of
andere gebieden van de Sahara, die niet tot Frankrijk

behooren. Bovendien bestaat in de Algerijnsche Saha-
ra ten Zuiden van de lijn, die van El-Oued, Toug-
gourt, Ouargla, El Abiod naar Duveyries loopt, een
volkomen vrije railhandel. Hier treft men dus in een

wdestijn de toepassing van de beginselen der vrije ecu-

romische politiek aan.
Hoewel de Aigerijnsche producten hij invoer in

Frankrijk vrijgesteld zijn van het betalen van een in-
oerrecht, dient toch te worden vermeld, dat zij
onderworpen zijn aan een belasting op den omzet.
Anderzijds moeten verschillende producten, onge-
acht het land van herkornst, hij invoer in Algiers, de
,,belasting op de kiiststreek” betalen. De opbrengst
dezer belasting wordt onder de Algerijnsche gemeen-
ten ierdeeld. Zij is een hulpbron voor de plaatselijke

hegrootingen en vervangt de (zooals in Frankrijk)

bij invoer in de steden te heffen belasting. Van een
irivoerrecht is dus geen sprake:
* *

Wenden wij ons thans tot Tunis. Toen Frankrijk

in 1881 zijn protectoraat ook over dit gebied uit-
strekte, had de regeering van den’ Be met verschil-

lende mogendheden verdragen gesloten, die in acht
genomen moesten worden. Het duurde ruim 15 jaren,
alvorens Frankrijk dâar de vrije hand had. Geleide-
lijk rerden’met Oéstenrijk-Hongarije, Italië, Rusland,
Zwitséflaha, Nederland, de’ Scandinavische rijken en
Griekenland – nieuwe overeenkomsten aangegaan.
In 1898 werd een liberaal tariefstelsel ingevoerd.
Voor Fransche producten werd een begunstigings-
stelsel aangenomen, dat echter de handelsbetrekkin-

15 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

459

gen van Tunis met de andere mogendheden ontzag.
Op het oogenblik is de toestand zoo,
çl
at producten
uit Tunis bij invoer in Frankrijk verlaagde rechten
betalen. Zeer vele genieten zelfs volledige vrijstel-

ling, hetzij voor onbeperkte hoeveelheden, hetzij met
vaststelling van een zeker contingent (zooals bijv. voor
wijn).

Voor den zeehandel tusschen Frankrijk en Tunis

bestaat geen monopolie (zooals bij Algiers, waar de

verbinding tusschen moederland en kolonie slechts
door Fransche schepen, ook die uit Tunis en Ma-

rokko, in stand wordt gehouden), alhoewel die onder

nationale vlag voorrechten geniet. D.w.z. dat het ver-
keer tusschen Tunis en Frankrijk geheel vrij is, doch
dat slechts goederen, onder nationale vlag aangevoerd,
vrij in Frankrijk mogen worden ingevoerd.

* *
*

De gelijkstelling van taiieen is over het geheel

voor Tunis niet zoo ver doorgevoerd als voor Algiers,
terwijl deze voor Marokko nog nauwelijks bestaat. Dit
vindt zijn verklaring in de politieke geschiedenis van
dat land. Behalve dat Marokko, zooals Tunis, vS6r
de véstiging der Franschen in 1.911 handelsverdragen

had gesloten, speciaal met Engeland, Spanje en
Duitschiand, had het tractaat van Algéricas in 1905
tevens het principe van de economische vrijheid en
van de gelijkheid der mogendheden vooropgesteld. Dit
tractaat moest door het Fransche protectoraat geëer-
hiedigd worden.

Het tegenwoordige Marokkaansche tariefstelsel is
als volgt samengesteld:
Bij invoer in Frankrijk zijn de producten uit

Fransch-Marokko aan het minimum-tarief onderwor.-
pen, terwijl steeds meer producten (zooals bijy. graan)
vrij in Frankrijk en Algiers kunnen worden inge-
voerd.

Zeven zeehavens in de Fransche zône staan voor den wereidhandel open en wel: Casablanca, Rabat, Renitra, Fedalah, Mazagan, Saffi en Mogador. Met
eeii kleine uitzondering wordt van alle goederen,
onverschillig aard en land van herkomst, een recht
van 10 pOt. ad
valorem geheven.
Deze regeling geldt niet voor de grenaen te land,
waarvoor Frankrijk krachtens artikel 103 van de wet
van Algéciras naar eigen goedvinden tarieven kan
vaststellen. Van de via de Algerjnsche grens (d.w.z.

uit Algiers) in te voeren goederen, wordt, om in Oost
Marokko (ten Oosten begrensd door de rivier Mou-
louya) te worden toegelaten, een recht van 5 pOt.
geheven. Indien deze goederen echter de Mouloya
passeeren, is het algemeene tarief van toepassing.
Dit stelsel heeft van de zijde der Algerjnsche hande-laren veel kritiek uitgelokt, daar zij meenen, dat hun

belangen hierdoor worden geschaad en de invoer tc
land niet in voldoende mate wordt bevorderd.

* *
*

Zooals men ziet, is het bij de handelsbetrekkingen
van Frankrijk met zijn Nbord-Afrikaansche bezittin-
gen van kracht zijnde tariefstelsel zeer gecompliceerd.
Invoering van een tolunie wordt dan ook zeer wen-
schelijk geordeeld. Men ziet echter geen kans om
dezen wensch voor Marokko te verwezenlijken. Dit
geldt niet voor Tunis. Een wetsontwerp tot invoe-
ring eener tolunie. tusschen Algiers en Tunis werd
in 1924 bij het Parlement ingediend, tot dusverre
echter nog niet aangenomen. Daar dit ontwerp een
flinke verlaging der bestaande douanetariven zou

medebrengen, is het zeer gewenscht, dat het wordt
aangenomen, temeer, daar ‘het den smokkelhandel aan

de grens tusschen Tunis en Algiers automatisch zou
verminderen. Mocht echter de toluniè voor Tunis be-
voorrechting van de nationale vlag medebrengen, dan
ware dit een betreurenswaardige maatregel. –

– DE ONTWIKKELING VAN DE ITALIAANSCHE

HANDELSVLOOT GEDURENDE DE
PERIODE VAN 1922-1928.

De heer A. Giordano te Venetië schrijft ons:

Uit de statistieken, die onlangs zijn gepubliceerd,
blijkt, dat de Italiaansche handelsvloot, gemeten in

bruto tonnen, gedurende de periode van 1913 tot
1928 aanzienlijk is toegenomen.

bruto tonnen

1913

………………..1.521.942

1922

………………..2.866.335

1923

………………..3.033.742

1924

………………..2.832.212

1925

………………..3.028.661

1926

………………..3.240.630

1927

………………..3.483.383

1928

………………..3.541.426

t
.
Gedurende de periode van 1913-1922 is de han-delsvloot met niet minder dan 1.344.393 bruto ton
gestegen, waarbij men evenwel rekening moet thou-

den met het gedeelte van de Oostenrijksche handels-
vloot, dat aan.Italië :is afgestaan, terwijl in de periode
an 1922-1928 de stijging 675.091 bruto tonnen be-
draagt.

Deze toeneming is veel belngrjker dao op het eer-
ste gezicht schijnt, omdat in het bijzonder de stijging
in tonnage in de laatstgenoemde periode toe te schrij-
ven is aan den bouw ,van nieuwe schepen en niet aan den aankoop van oudé tonnage. Van belang is hierbij
nog op te merken, dat terwijl de gemiddelde grootte
van de Italiaansche schepen. voor den oorlog en zelfs
ook nog korten tijd daarna, de 10 tot 15 duizend bruto

toi piet overtrof, Italië sinds 1922 schepen bezit, die
32.000 ton meten.

Opmerkelijk is ook, dat véér den oorlog de Italiaan-
sche scheepvaart zich hoofdzakelijk beperkte tot de
trampvaart, terwijl onmiddellijk na dep oorlog de

groote Italiaansche reeders zich hebben toegelegd op

het passagiersvervoer met luxeschepen. Op het oogen-
blik komt 90 pOt. van het passagiersvervoer tusschen Noord-Amerika en de Italiaansche havens en 92 pOt.
van het passagiervervoer tusschen Centraal en Zuid-
Amerika en de Italiaansche havens voor rekening van de Italiaansche scheepvaart.

Ongetwijfeld houdt deze vooruitgang verband met
een betere discipline van de Itaiiaansche zeelieden.
Evenwel ondervindt deze tak van de Italiaansche
scheepvaart moeilijkheden in verband met het verbod

van emigratie van Italianen, vooral naar Zuid-Ame-
rika, waardoor verschillende schepen uit de Zuid-

Amerikaansche vaart zijn genbmen en ingevoegd zijn op de luxe-diensten tusschen Italië en New York.

De, ontwikkeling van de luxe transatlantisch
scheepvaartdiensten houdt geen enkel verband met
de gesubsidieerde scheepvaartdiensten, die de verbin-

ding onderhouden tu sschen verschillende Italiaan-
sche havens en de landen oni de Middellandsche Zee,
Ita]iaansche eilanden en verschillende overzeesche
havens, die van groot belang zijn voor den Italiaan-

schen export, zoodat deze regeeringssteun feitelijk
meer een steun voor den handel dan voor de scheep-
vaart is.

Italië betaalde véér den. oorlog aan scheepvaart-

subsidies ongeveer 150 millioen Lire. Op de begroo-ting van 1922 was hiervoor een bedrag van ongeveer

400 millioen Lire uitgetrokken; op het oogenblik
overtreft deze subsidie nauwelijks de 200 millioen
Lire. Terwijl v66r den oorlog deze subsidie uitslui-

tend verleend werd voor schepen, die de verbinding
met Middellandsche zeehavens onderhielden, omvat
zij thans ook:

1. Een maandelijksche dienst naar de Noordelijke

Paci fichavens.

• 2.. Een maandelijksche dienst naar de Zuidelijke

Pacifichavens.

.

.

3. Een tweewekeljksche dienst tusschen de ‘havens.
van West-Italië en NoordEuropa en een tweeweke-
lijksche dienst tuschen de havens van de Adriatische
Zee en Noord-Euopa. . ..

460

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1
5 Mei 1929

Een maandelijksche dienst op de Belgische

Congo.

Een maa.ndèlijksche dienst op West-Afrika.
G. Een maandelijksche dienst ‘op Kaapstad.
Een maandelijksche dienst van Genua en Vene-

tië op Bombay.
Een maandelijksche dienst van Genua en Vene-

tië op Calcutta.
Een maandelijksche dienst op Ned.-indië.

Een tweewekelijksche dienst op hpan.
Verdere aanvragen voor subsidieverleenitig zijn nog

ingediend voor een uitbreiding van de geregelde

diensten
01)
Birma, Ned.-Indië, Oost-Afrika, enz.

Intusschen heeft de Societ. Veiieziana di Naviga
;

zione a Vapore aan de Cantiere 1 avale Triestino te
Montfalcone opdracht gegeven voor den bouw van

vier.schepen, ieder metende 8000 tons, die een snel-
heid zullen bereiken van 13 knoopen per uur bij volle

lading. Deze schepen zullen dienen voor de uitbrei-

ding van de Indische diensten tot Rangoon. Vermoe-

delijk zal hiervoor steun gegeven worden in den vorm

van leeningen, die vershaft zullen worden door het
Instituut voor Scheepscrediet, dat een dezer dagen is [
opgericht door de regeering, de voornaamste banken,

verzekeringmaatschappijen, enz. Het kapitaal van
deze instelling bedraagt 100 millioen Lire.
Wat de aanvoeren ter zee betreft, deze zijn sedert

1922 aanzienlijk toegenomen, zooals uit de volgende

cijfers blijkt:
ton goederen
1913
………….
31.821.882
1922
………….
23.479.917

1928
………….

36.427.393

Het aandeel van de voornaamste havens in deze

aanvoeren bedraagt:

1922

1928

ton

ton

Gentia ……….
5.476.789

8.192.589

Trjëst …………
1.506.126

2.686.469

Venetië ………
1.736.799

2.788.209

Napels ……….
1.935.720

2.392.700

Fiume ………..
122.427

880.449

Met dezen vooruitgang is de outillage van verschil-
lende havens eveneens aanmerkelijk verbeterd. Tege-

lijkertijd zijn de havengelden verlaagd, terwijl de
havenarbeid geheel gereorganiseerd is, om oners’aren

werklieden uit te sluiten.
Van belang is eveneens hierbij op te merken, dat
op het oogenblik pogingen gedaan worden om het

stelsel van
vrije
havens tot ongeveer 1.4 uit te brei-

de, om den doorvoerhandel en de oprichting van
nieuwe industrieën. te begu:nstigen. Vanui.t dit ge-
zichtspunt heeft men ook de maatregelen te beoordee-
len, die men in het werk stelt voor een snellen door-
voer van de Italiaansche havens naar de grens en

vice versa.
Een blik op de statistieien betreffende de vergroo-
ti tig van den Italiaanschen scheepsbouw, bevestigt het
feit, dat de uitbreiding van de Italiaan sche vloot
moer is toe te schrijven aan den bouw van nieuwe
schepen dan ian den aankoop van oude tonnage.

Schepen te

Schepen in
water gelaten

aanbouw
bruto tonnen bruto tonnen
1913
……….
50.356

27.000
1923
……….
66.523


1924
……….
82.526

143.000
1925
……….
142.046

223.000
1926
……….
220.021

99.000

1927
……….
101.08d

95.000
1928
.

……….73.730

93.000

Op het oogenblik is op dè scheepswerven, gelegen

aan de Adriatische Zee• de bedrijvigheid zeer gering,

terwijl op de West-Italiaansche scheepswerven vier
motorschepen van iedër 5400 bruto ton en 11 motor-
schepen van ieder 2990 bruto ton Voor de Florio So-

ciet’á italiana di Navigazone en drie motorschepen
van 415000 ton voor de Compagnia Itali.aoa Traiisat-

lantica op stapel staan. Daarnaast bestaan nog de

volgendé orders (zie staatje onderaan deze pagi.na
).

Indien men in aanmerking neemt; dat de Italiaan-

sche scheepswerven orders, hebben van de Italiaansche
maiine, van buitenlandsche maatschappijen, zooals
de Anglo Saxon Petroleum Co., de Transineditter-

ranea Espanola, enz. en dat orders voor kleine sche-
pen verwacht kunnen vordn van de Navigazione Ge-

nerale Italiana, van de Lloyd Sabaudo en van de

Cosulich Lijn, zal men inzien, dat de vooruitzichten

voor de Italiaansche scheepshouwindustrie zeer gun-

stig zijn.

AANTEEKENINGEN.

Beleggings-politiek.

Bij belegging op langen termijn is belegging in

aandeelere voordeeliger.

Reeds heb ik in een vorige beschouwing gelegen-

heid gehad om bovengenoemde stelling te toetsen
aan een hoeveelheid cijfer-materiaal, hetwelk door den

bekenden Engelschen actuaris Raynes verzameld was.
1
)

Helaas ontbreekt
mijzelf
de tijd om, wat Nederland

betreft, een uitgebreide compilatie-arbeid ter hand

te nemen. Anderen schijnen echter reeds met soort-

gelijke plannen rond te loopen, o.a. heeft de ,
;
Nieuwe

Financier en Kapitalist” in Januari jl. een bereke-
ning gepubliceerd voor Nederlandsche, althans groo-

tendeels Nederlandsche, fondsen. Deze cijfers en nog

eenige andere buitenlandsche proefnemingen zal ik

‘hier achtereenvolgens nader beschouwen.

De ,,Nieuwe Financier en Kapitalist” is van de

veronderstelling uitgegaan dat in 1919 twee kapitalen,

van
f 30.000,—
ieder, telegd
zijn,
het eene in Neder-

landsche aaüdeelen, het andere in Nederlandsche obli-

gatiën. Met deze kapitalen
zijn
de volgende resul-

taten verkregen. In 10 jaren leverde de belegging

in aandeelen een totale bate op van
f
23.747,—
(mcl.

claims, dividend en koerswinst)
terwijl
de belegging

in obligatiën een inkomst verstrekte van slechts

f
17.610,—. De keus der aandeelen vond ook hier ge-

heel onbevooroordeeld plaats. In 10 jaren werd dus

op een kapitaal van
f 30.000,—
niet minder dan ruim

f
6000,—, of ruim 20 pOt. van dat kapitaal, méér
verdiend doordat aan belegging in aandeelen de voor-

keur,was gegeven boven een belegging in obligatiën.
Een tweede voorbeeld kan ik aanhalen door te put-
ten uit het bekende werkje van E. L. Smith “Common
Stocks as Long Term Investment”. Hierin worden
12 steekproeven verwerkt. Iedere proef veronderstelt

de belegging van $ 10.000,— in diverse aandeelen,
en $ 10.000,— in diverse obligatiën. Opgemerkt moet
worden, dat men daarbij alles in het werk gesteld
heeft om de resultaten der obligatiën-investeering
te flatteeren. Niettemin blijken de resultaten van 11

dezer 12 proeven op een krachtig pleidooi ten gunste

1)
Zie
E..S. B. van
20
Maart I.I.

Lloyd Triestino ……..
een schip

van
13.000
bruto ton voor

den dienst op

Egypte.

.
vier schepen

,,
3.400
,,

,,

,,

,,

,,

den

Levant.

Adria Lijn —Fiume
,,

,,

,,
4.000
,,

,,

,,

,,

,,

,,

Noord Europa.

San Marco Lijn—Venetië
twee

,,..

,,

.
3.300
,,

,,

,,

,,

,,.

,,

,,
Veneziana Lijn_Venetië
vier

,,

,,
8.000
,,

,,

,,

,,

,,

,,.

Indië.

Marittima Italiana
twee

,,

.

,,
9.000
12.000
,,

,,

,,

,,

,,

,,.

,, ,,

»

,,

,,

,,

,,

Genua—Bombay.

N.G.I .

…………….
een schip

,,
45.000

Lloyd Sabaudo

……..
,,

,,

,,
45.000

Cosulich Lijn ……….
,,

,,

,,
45.000
,,

,,

15 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

461

der belegging in aandeelen uit te loopen, hetgeen
onderstaande tabel moge bewijzen.

Proef

Totaal voordeel van aan-
Periode
No.

deelen boven obligatiën

1

1901-1922

$ 16.400,-

2

1901-1922

9.240,-

3

1901-1922

21.950,-

4
1880-1899

12.000,-

5

1866-1885

2.960,-

6

1866-1885

1.010,— (ten nadeele).

7

1892-1911

11.720,-

8

1906-1922

6.650,-

9 1906-1922

4.940,-

10

1901-1922(spoorwegen)

13,735,-

1i

1901_192(

)

,. 3.330,_

12

1901_1922(

)

17.140,-

De totale voordeelen bebaa]d door invcsteering in
aandeelen bedragen hier dus $ 120.000,.— op 12 ka-
pitalen van elk $ 10.000,—.

Ook Srnith merkt hierbij op, evenals Raynes, dat
zijn aaudeelen-kcus mechanisch geschied is, zonder
ook maar in de geringste mate, zelfs al ware het
oubewust, van voorwetenschap gebruik te maken.

Ware ten tijde der investeering behoorlijk advies in-

gewonnen, ware gedurende de periode der calculatie
de portefeuille voortdurend door bekwame experts

gecontroleerd, en, voor zoover noodig, geconverteerd,

dan zouden de resultaten natuurlijk nog gunstiger
geweest zijn.

Ten derde nog eenige cijfers van den Heer Fort-
ington, die de beleggingsresultaten van 25 Amen-
kaansche Brandverzekening-Maatschappijen onder-
zocht in de periode 1908-1925. Amenikaansche Brand-

verzekeringMaatschappjjen mogen, in tegenstelling tot Levensverzekering-Maatschappijen, hare gelden

wèl in gewone aandeelen beleggen, en maakten daar

ook gretig gebruik van. Volgens Fortington’s bere-
kening bedroegen de gemiddelde jaarlijksche baten
gedurende die periode 4,63 pOt. in het geval der
obligatiën-belegging, doch 7,12 pOt, voor de aan-
deelen- belegging.

Ten overvloede refereer ik nog aan professor Ir-

ving Fisher’s bekend boek ,,Muntillusie” uit het En-
gelsch vertaald, onder toezicht een onzer finantiëele
autoriteiten, Mr. P. J. 0. Tetrode, een der direc-
teuren onzer Centrale Bank. Dit werkje is van be-
lcggei’s standpunt bekeken uiterst nuttig, omdat het

op een zeer duidelijke, eenvoudige en heldere wijze,
de gevaren, verbonden aan een waardevermindering

van het geld, aantoont, een factor waarmede m.i.
door de verschillende beleggers maar al te weinig
rekening wordt gehouden. Volgens Fisher bedroeg de
koopkracht van den zoogenaamden goud-dollar in
1920 slechts een vierde van hetgeen
zij
in 1896 was
geweest. M.a.w. indien een conservatief belegger in
1896 een kapitaal van $ 100.000,— in soliede obliga-
tiën belegd had en deze stukken in 1920 aflosbaar
varen gesteld, dan had hij op dat tijdstip weliswaar

zijn oorspronkelijk kapitaal terug ontvangen, doch
deze $ 100.000,— hadden de koopkracht van slechts

$ 25.000,— der oorspronkelijke ,,1896 dollars”. Vol-
gens Fisher was de gulden van 1928 vergeleken met
de gulden van 1913 ongeveer zeventig ,,vôéroorlog-sche” centen waard. Een kapitaal van
f 100.000,—
in
1913 belegd in soliede obligatiën zou dus, indien men

veronderstelt dat deze stukken in 1928 â pari aflos-
baar werden gesteld, op dat tijdstip wel
f 100.000,—,
opbrengen, maar deze
f 100.000,—
hadden een koop-
kracht van slechts
f 70.000,— der origineele ,,1913
guldens”.

Ik meen, dat door al dit onafhankelijk van elkaar

verkregen cijfer-materiaal wel op overtuigende wijze
is aangetoond hoezeer een belegging in aandeelen
verkieseljk is boven eene investeering in obligatiën.
Nu ligt het voor de hand, dat men de vraag zal
stellen: ,.Aangenomen dat dit principe het juiste is,
welk is dan het meest geschikte tijdstip om tot dit
stelsel over te gaan 1″

Het spreekt wel vanzelf, dat een periode van ]aag

conjunctuur daarvoor altijd het voordeeligste moment
zal zijn. Maar ik waag het om nog een stap verder
te gaan, en deze beslissing geheel onafhankelijk te

stellen van de conjunctuurlijn.

Naar mijn meening zal men op ieder tijdstip goede

aandeelen, die een behoorlijk rendement geven, voor
belegging op
langen termijn
mogen koopen; met
,,goede” aandeelen bedoel ik dezulke, welke men in
Amerika met den naam ,,seasoned dividend payers”
(beproefde dividendbetalers) aanduidt. In dit verband

vraag ik aandacht voor het voorschrift der Cana-

deesche Wet ten opzichte van belegging der gelden

van LevensverzekeringMaatschappijen. Deze voor –

zichtige en nuttige stelregel schrijft voor, dat dergelijke
gelden belegd mogen worden in aandeelen van die

ondernemingen, welke gedurende de laatste 7 jaren
niet minder dan 4 pCt. dividend betaalden of een
bedrag van niet minder dan $ 500.000,— in totaal

uitkeerden (dit laatste waarschijnlijk met het oog op
de aandeelen zonder nominale waarde).

Het ware m.i. zeer te wenschen, dat diegenen die

verantwoordelijk zijn voor de belegging van een groot

gedeelte der Nationale spaarpenningen, het als een
plicht beschouwen om door een actieve en doelbe-
wuste beleggings-poljtjek het nationale inkomen op
een steeds hooger niveau te brengen. Een goede be-
leggings-politjek moet niet alleen economisch, maar

ook geographisch voor de noodige nisico-verdeeling
zorg dragen. Daarom is het noodig, dat deze alge-

meene beleggings-poljtiek meer internationaal geo –
niënteerd wordt. Hoe meer de verschillende landen
toch bij elkaars beleggingen en bij elkaars kapit aal-
markten geïnteresseerd zijn, des te meer evenwicht,
contact en vertrouwen zullen er in de internationale

verhoudingen ontstaan. Dit evenwicht en dit ver-
trouwen zullen tenslotte de vreedzame economische

ontwikkeling slechts ten goede komen. Men ziet welk
een nuttige en pacifieke invloed kan uitgaan van de
zijde der kapitaal-belegging, mits deze haan taak
wetenschappelijk opvat, met terzijdestelling van ver-
ouderde, in onzen tijd niet meer passende, principes
en mits zij beschikt over een fi-isschen en econo-
misch vèr zienden blik.
E. HENNY.

De rapporten van de suikerexperts.

De rapporten, die de suikerexperts voor het Eco-
nomisch Comité van den Volkenbond hebben uitge-
bracht en die in de onlangs gehouden auikerconfe-
rentie te Genève een punt van bespreking hebben

uitgemaakt, zijn thans in een afzonderlijk memorai’-
dum gepubliceerd.

Achtereenvolgens bevat dit memorandum de rap-

porten van Dr. II. C. Prinsen Geerligs over de riet-

suikerproductie, van de heeren F. 0. Licht over de bietsuikerproductie en van Dr. G. Mikueh oer den
invloed der wetgeving op de productie, het verbruik, den invoer en den uitvoer van suiker en over de ont-wikkeling van het suikerverbruik en de -nogeljkheid
dit verbruik op te voeren

Over de productie van suiker merkt Dr. Prinsën
Geenligs in zijn rapport op, dat het mogelijk is om

vrij nauwkeurig de totaal geproduceerde hoeveelheid
suiker te bepalen, hoewel de productiecjjfers van

Indië en Brazilië niet geheel betrouwbaar zijn. Daar-
entegen is het niet gemakkelijk om de hoeveelheid

suiker per eenheid van oppervlakte te berekenen,
waarvoor verschillende oorzaken zijn aan te geven.
In de eerste plaats is de met rietsuiker beplante
oppervlakte in een groot aantal landen niet voldoen-
de bekend. In de tweede plaats wordt niet overal ieder

jaar de geheele aanplant geoogst. Verder verschilt
de opbrengst aanzienlijk naar gelang men nieuw ge-plante rietsuiker of een tweede of reeds ouder gewas oogst. Bovendien wordt niet overal de geheele oogst

in suiker omgezet, maar gebruikt men bijv. in droge jaargetijden in Indië ook wel een gedeelte voor vee-

462

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Mei 1929

voeder. Ten slotte bestaan er groote verschillen in

de kwaliteit van de verkregen suiker.

In het laatste hoofdstuk over de ontwikkeling van

de productie vestigt Dr. Prinsen Geerligs de aan-
dacht erop, dat de productie van rietsuiker –

Britsch-Iridië buiten beschouwing gelaten – sedert
1902 gestegen is van 4.2 millioen ton tot 14.5 mil

heen ton in het loopende oogstjaar, welk cijfer even

wel nog op schattingen is gdbaseerd.
Hpewel wij niet kunnen voorspellen – aldus ver

volgt Dr. Prinsen Geerligs – dat de productie zih
op dezelfde wijze zal blijven ontwikkelen, zijn er gee

feiten, die op liet tegendeel wijzen. 1

De voorspellingen betreffende de maximum pro
ductie, die Caba, Java en Formosa zouden kunnen
leveren, zijn in den loop der ja]en allen door de fei

ten gelogenstraf t en daarom onthouden wij ons var

een uitspraak.
1
.
De mogelijkheid van een ongelimiteerde uitbrei-

ding van de productie bestaat nog in verschillende

landen. Op Cuba, in Argentinië, in Indië, op dg

Phillepijnen, op Queensland, in Natal, in China, in
Afrika, in Brazilië en elders beschikt men nog over
een groote uitgestrektheid land, die voor de rietsui-

kercultuur geschikt• is.
1

Bovendien is het suikerrendement per eenheid van

oppervlakte in verschillende landen nog zeer gering
zoodat ook in dit opzicht nog veel te bereiken is,.
Indien in een land als Java, waar de suikerindus-
trie op een zeer hoog peil staat; het mogelijk is om
binnen enkele jaren het rendement met 30 pOt. te

verhoogen, kunnen wij niet nauwkeurig berekenen
w’elke mogelijkheden die landen bieden, waar men nog

niet zoo’n hoog rendement bereikt heeft.
* *
*

Het rapport van F. 0. Licht begint met een over

zicht van de ontwikkeling van e wereldsuikerpro-
ductie en de verhouding van de productie van riet-
en bietsuiker, zooals in onderstaande tabel is aan-

gegeven.

Wereidsuikerprocluctie in tonnen.

Jaar
Wereld-
suiker-
productie’
Riet2
ee

wortel

Verhouding van
riet-
en
beetwortel-suiker
ten opzichte
van de wereld-
suikerProduCtie.

Riet

lo
Beet-
wortel
0
10

1910-11 17.058,000 8.473.000 8.585.000
49,6
50,4:

1911-12
15.886.000
9.066.000 6.820.000
57,1
42,9

1912-13
18.187.000
9.222.000
8.965.000
50,7 49,3

1913-14
18.788.000
9.869.000
8.919.000
52,5
47,5,

1914-15
18.468.000 10.225.000
8.243.000
55,3 44,7

1915-16
16.592.000 10.586.000
6.006.000
63,8
36,2

1916-17
17.183.000
11.371.000
5.812.000
66,2
33,8

1917-18
17.381.000
12.366.000 5.015.000
71,1
28,9

1918-19
15.797.000
11.914000
3.883.000
75,4 24,6

19 19-20
15.495.000
12.238.000
3.259.000
78,9
21,1

1920-21
16.629.000 11.942.000
4.687.000
71,8
28,2.’

192.1-22 17.621.000
12.707.000
4.914.000
72,1
27,9

1922-23
18.324.000 13.121.000 5.203.000
71,6
28,4

192-24
20.1 16.000
14.255.000 5.861.000
70,9 29,1

1924-25
23.722.000
15.628.000
8.094.000
65,9
34,1

1925-26
24.500.000
16.222.000 8.268.000
66,2
33,8

1926-27
23.814.197
16.056.249 7.757.948
67,4
32,6

1927-28
25.335.780
16.302.608 9.033.172
64,3
35,7

1928-29
26.612.116
17.293.116
9.319.000
65,0 35,0

1
Willet & Gray, New-York.
2
lee!. de rietruikerproductie in Europeesch-Spanje.
S
mcl.
de beetwortelsuikerproductie van de Ver. Staten
van Noord-Amerika en Canada.
4
F. 0. Licht, Maagdenburg.

De verschuiving in de productie ten gunste van de

rietsuiker is toe te schrijven aan de vermindering van

de kostprijs van rietsuiker in overzeesche landen, ten
gevolge ‘van de verbetering van selectie- en plant,-
methoden, van de rationalisatie van de .fabrieatie en
van een betere verkoopsorganisatie.
s’ –

De daling van de bietsuikerproductie, in en kort na

den oorlog, was natuurlijk in de eerste plaats.toe te

schrij
en aan een vermindering van de met bieten be-
bouwde oppervlakte ten gevolge van oorlogsche en

naoorlogsche omstandigheden, maar bovendien aan liet lagere rendement per H.A. in alle landen, welke

aan den oorlog hebben deelgenomen.
Wat de vooruitzichten over de productie van biet-
suiker in de komende jaren betreft, komt het rapport
tot de conclusie, dat in de geeven omstandigheden
de mogelijkheden beperkt zijn. De bietsuiker kan, af-

gezien van speciale maatregelen, op de vrije markt

niet concurreeren met de rietsuiker.
.Eenerzijds zullen alle landen, waar de productie de

inheemsche behoeften overtreft, ongetwijfeld hun pro-
ductie moeten ‘inkrimpen, ten minste indien geen zeer

bijzondere omstandigheden
.
den uitvoer begunstigeii,

maar anderzijds is het mogelijk, dat in een aantal
landen de binnenlandsche consumptie en bijgevolg de

bietsuikerproductie zich zal ontwikkelen. De totale

productie van bietsuiker in Europa zal zich in de

eerstvolgende jaren ongetwijfeld ongeveer op hetzelf-

de niveau handhaven; een
geringe
toeneming is ech-

ter zeer wel mogelijk.
De oplossing van de huidige suikercrisis zoeken
de heeren Licht aan den kant van de consumptie. Het

voornaamste voordeel hiervan is volgens hen, dat
de suikerindustrie van alle landen belang heeft bij

een ontwikkeling van het verbruik.

Zij bepleiten te dien einde de instelling van een
Internationale Commissie voor de Suikerconsumptie,

die ten doel zal hebben liet verbruik op te voeren

door middel van propaganda, het vinden van nieuwe
wetenschappelijke procédé’s ‘voor het gebruik van

suiker, enz. Deze commissie zal haar aandacht vooral
moeten richten op landen, waar de consumptie nog

zeer gering is.
* *
*

Dr. Gustav Mikusch, die het suikervraastuk van

de consumptiezijde heeft belicht, zoekt de oorzaak van
de suikercrisis in de overdreven uitbreiding van de
iroductie, daar de consumptie zich zeer gunstig en

sneller dan in de voor-oorlogsche jaren heeft ontwik-
keld. Maar de productie is dermate gestegen, dat zij
sedert 1924-’25 aanzienlijk grooter is dan de con-
sumptie, waardoor de, voorraden aangroeien, zij het
weliswaar in geringen omvang, maar toch geleidelijk

van jaar tot jaar.
De overproductie is in wezen aan twee oorzaken

toe te schrijv en, ni. aan de groote vlucht, die de riet-
suikerproductie genomen heeft en aan het herstel
van de Europeesche bietsuikerindustrie na den oor-

log, dat in verschillende landen door protectionis-

tische maatregelen wordt begunstigd. Deze maatregelen zijn tot op heden liet eenige doel-
treffende niiddeh geweest, niet om de suikercrisis te
verzachten of te onderdrukken, maar om haar te
bestrijden en zoodoende min of meer de nadeelige
gevolgen voor de industrie in verschillende landen te

elimineeren.
Op grond van de feiten komt Dr. Mikusch tot de conclusie, dat een algemeene en uitgesproken ver-
laging van de fiscale rechten in de verschillende

landen een bijna onfeilbaar middel zal zijn om de

consumptie op te voeren.
Volgens waarnemingen, die zich over een lange

periode uitstrekten, is de suikerconsumptie v66r den
oorlog jaarlijks met ongeveer 3 pOt. toegenomen;
voor het afgeloopen jaar bedroeg de
‘stijging
zelfs

4.8 pCt.
Indien de consumptie zich in dezelfde mate blijft
ontwikkelen, zooals de laatste jaren het geval is, zal

zij in 1934-’35 het niveau overschrijden, dat zij be-
reikt zou hebben, als men als basis de consumptie in

1913-1914 neemt, met een jaarljksche toeneming

van 3 pOt.
1
)

‘) Op dit verschijnsel heeft
Dr. Mikusch
reeds in het
nummer van ons tijdschrift van
16
Januari ji. de aan-

15 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTËN

463

Een zeer gunstig teeken
is
het bovendien, dat deze

toeneming van de consumptie zich niet tot bepaalde

volken of bepaalde streken beperkt, en niet alleen een
gevolg is van de normale bevolkingsgroei, maar zich
eveneens in de individueele consumptie manifesteert.

Het verbruik van geregenereerde rubber.

Aan het zesde, jaarverslag van de Propaganda Af-

deeling der Internationale Vereeniging voor de Rub-
ber en andere cultures in Nederlaudsch-Iudië ontlee-
nen wij het volgende:

‘J)e cijfers, die over het verbruik van geregeiiereerde rub-
ber in de Vereenigde Staten zijn gepubliceerd, vertooiten
O1I(lerliflg
zSd
groote’ verschillen, dat vij ‘hierop de aan-
dacht meenen te moeten vestigen. De Rubber Association
of America merkt op, dat het door deze Vereeniging op-
gegeven cijfer van 156.432 ton slechts 73 pOt. van de wei-
kelijk dooi de. Amerikaansche rubberindustrie verbruikte
hoeveelheid voorstelt, zoodat dus het verbruik van re-
claimed aldaar 214.300 ton zou bedragen. Dit zou een aan-
zienlijke vermeerdering van de in 1928 gebruikte hoeveel-
heid reclaimed, die in 1927 180.000 ton bedroeg, beteekecien.
Het verhoudings-percentage tussehen cle verwerkte hoeveel-
heden ruwe en geregenereerde rubber zou’ dan van 48.0 tot
48.5 gestegen zijn.
Daarentegen neemt de schrijver van het wekeljksch
niarktbericht van geregenereerde rubber in de India Rub-
ber World een hoeveelheid van 173.434 ton aan, vat een
kleine daling van de hoeveelheid en een sterke daling van
het verhoudingspercentage, nl. van 48.0 op 39.3, in verge-
lijking met 1927, zou beteekenen.
In makelaarsberichten vindt men cijfers opgegeven, die
tusschen’ de hooge cijfers der Rubber Association of America
en de lage cijfers van den genoemden overzichtschrijver in-
liggen, en waarbij als verhoudingspercentage ongeveer
45 pCt. wordt opgegeven, wat dus een relatieve daling be-
teekent.
Volgens de cijfers, gepubliceerd door het CentraalBu-reau voor de Statistiek, nam in 1928 de invoer van gere-
genereerde rubber in Nederland belangrijk af.
Wij vernamen dat in 1928 het prijsverschil tusschen
rjwielbanden, zonder en met reclaimed, hier te lande zoo gering werd, dat vele afnemers uitsluitend eertgenoemde
bandeusoort wenschten te ontvangen.
Alhoewel dus de uit Amerika tot ons komende cijfers
over het gebruik van geregenereerde rubber zeer tegenstrij-
dig zijn, zoo wijzen de op Nederland betrekking hebbende gegevens op een verminderd verbruik, wat in verband met de lage rubberprijzen ook te verwachten was.

lndexcijfers van scheepsvrachten.

,,The Economist” schrijft: Ook de afgeloopen maand

kenmerkte zich door lage scheepsvrachten, zodat ons
indexcijfer na een daling van
3.8
pOt. gedurende
Maart, wederom 3.5 pOt. idger was. Het algemeen
,,tramp”-vrachtniveau is ‘ thans ruim
12
pOt. lager dan aan het einde van verleden jaar. De jongste be-
wegingen der diverse groepen blijken uit de tweede
tabel.

Gedurende de afgeloopen maand bestond de groot-
ste vraag naar verscheping van graan van La Platu.

Ten gevolge van de schommelende graanprijzen ble-
ven graanverschepingen van de andere exportlanden

beperkt. De vraag naar tonnage uit Noord-Amerika

Index-
cijfer

Golf
van
Biscaye; uitgaande vracht
132,1

3,1
135,5
135,1

3,2
,,

,,

,,

thuisvracht ………..

,,

,,

thuisvracht ………..
107,9
+

0,4
Noord-Amerika … ……………..
120,5

2,2

Middell. Zee; uitgaande vracht

……….

Zuid-Amerika; uitgaande vracht
…88,6

0,3
,,

,,

thuisvracht ……….
148,2

..

2,1
Indië; uitgaande vracht ………….115,8
..

9,6
,,

thuiavracht

………………96,9
Het verre Oosten, enz ……………
.
.14,7-
._…

‘3,6
Australië ………………………..
113,9

7,2

dacht gevestigd

en

wij

lneeuen

‘oor
nadere

bijzonderlie-
den

naar dit artikel te kunnen verwijzen,

alsmede naar
de

belangwekkende

cijfers

over de

ontwikkeling
van

cje
consumptie gedurende de laatste

vijf
jaren,

die
eveneens
in dit’ memorandum zijn gepubliceerd.

Datum
e

.

0

ii

.

N

,

oa?

>

Basis
(Oemiddeldev.
1898-1913)
100 100 100
loo
100
100 100
(Oemidd.v.1913)
110,0
113,1
123,4
106,3
117,4
127,9
116,3
Febr.

1920
814,3
529,9 757,5 744,8
587,0
712,2
691,0
Dec.

,

,,
268,9
277,2
244,1
256,8
286,7
347,2 280,1
Dec.

1921
160,1
164,1 163,7
144,4
141,3
166,
156,7
Dec.

1922 137,1
135,2 129,2
122,6
136,1
159,3
136,6
Dec.

1923
134,0
132,7
120,1
124,4
125,1 144,2
130,1
Dec.

1924
117,4
129,2 119,5 119,8
129,3
161,1
129,4
Dec.

1925
117,0 121,6
117,0
110,1 110,1
154,9
121,8
Dec.

1926
139,7
156,1
145,9 132,9 129,2 179,8
147,3
Dec.

1927
105,6
116,2 113,6
114,2
1249
139,8
119,0
April

1928
101,6
103,7
106,6
105,9
116,2 126,4
110,1
4ei

,,
101,5
100,7
106,0 110,1 111,9
124,6
109,1
Juni

,,
99,6
100,4 100,8
104,0
108,8 123,7 106,2
Juli
103,4
103,7 105,7
99,4
110,3 131,8
109,0
4ug.
105.3
111,3
107,1
108,4
116,2
137,1
114,2
3ept.
108,9
112,4
111,7
109,0
110,7 136,2
115,8
)ct.
116,9
120,0
115,4 106,9
121,3
145,1
120,9
ov.
121,9
133,0
123,5 117,8
125,1
153,1 129,1
Dec.
122,1
131,3 125,6
126,8 127,4
156,7
131,7
ranuari 1929
119,2
128,6
125,2
123,7
126,2
142,4
127,5
?ebruari ,,
122,7
125,1
121,5
117,4 122,0
136,2
124,1
liaart

,,
123,8
122,7
118,5
112,2 118,3
121,1
119,4
pril

,,
117,7
120,5
118,4 106,3 114,7 113,9
115,3

stelde teleur. Dé Oostersche vrachtenmarkt was zeer

lusteloos. De uitgaande kolenvrachten waren iets
lager naar Zuid-Amerika en de Middellandsche Zee,
doch daalden sterk voor cle thuisvrachten.

Uit de eerste tabel blijken de wijzigingen in iedere

groep en sub-groep ten opzichte van de cijfers der
vorige maand; het cijfer 100 stelt telkens het’ ge-
middelde niveau gedurende de periode
1898-1913
voor.

– De volgende tabel toont de verhouding van het in-
dexcijfer tot het gemiddelde van
1913,
waarbij het
jaar
1926,
waarin ons indexcijfer niet zuiver was door
de stopzetting van den Britschen kolenuitvoer, is
weggelaten, wegens de slechtë voorstelling van’ het

wérkelijk prijsverloop:

(1913 = 100)

Maand
1925
1

1927
1928
1929

Januari

…….
114,49 118,59 98,47
109,6 115,96
120,54 94,33
106,7
Februari

……..
106,63
118,58
93,17
102,6
104,24
111,06
94,59
99,1
98,23
111,41
93,79 91,74 106,54 91,29

lslaart

……….
April ………….

94,90
101,61
93,73

fei

…………..

95,87
105,51
98,17

Juni

………….
Juli

……………

September ……
98,19
107,51
99,54

Augustus .. …. …….

99,49
105,78
103,93
Dctober. … ………
102,23

….

106,27 110,94
ovember

……..
104,67
102,31
113,17
December …. …..
ïaarl gemiddeld
102,28
109,64
98,8

BOEKAANKONDIGING.

Hcindbuch der In.ternationalen, Petro-
leuni-Industrie 1929. Bearbeitet von
Dr. Osicar Tolcayer,
LVII en
899
pag.
Finanzverlag G.m.b.H., Berlin 0. 9.
Prijs geb. R.M. 40,-.

Een’ handboek der internationale petroleumindus-
trie schrijven, is een heel ding. – een handboek der
internationale petroleumindustrje onderwerperi aan

een herbewerking, die tevens gelijk moet staan met
een reformatio in capite et membris, beteekent zeker
niet veel minder. Een dergelijke, en
niet anders
dan
een dergelijke bewerking, was evenwel in verband met
het absoluut onvoldoende zijn der laatste drukken van
het ,,Handbuch” stellig noodzakelijk geworden, en men kan het slechts toejuichen, dat de uitgever, zij
het dan ook rijkelijk laat, daartoe besloot, en dezeri

464

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Mei 1929

arbeid toevertrouwde aan een bewerker, die op grond

van langjarige werkzaamheid op het betrokken ge-
bied in theorie zoow’el als in de practijk, opgewassen

is tegen de eisehen, die aan een dergelijk werk moeten

worden gesteld.
De bewerker heeft de loffelijke poging onderno-

men,een der bijzonderheden, welke de oudere druk-
ken van het Handbuch onderscheidden van de meeste

buitenlandsche werken op dit gebied:
de indeeling

der stof naar de concerns, –
te vereenigen met een

systematische indeeling der materie
naar de geogra-

fische t’erreinen van werkzaamheid
en
bedrijfstakken
der afzonderlijke maatschappijen, en men mag’ zeg

gen, dat dit streven over het algemeen succes heeft
gehad, evenals het andere: de vele draden der onder-
linge verhoudingen van door overeenkomsten of con-
trôle aan elkander verbonden ondernemingen zooveel

mogelijk te ontwarren.
Is zulks wel het eerste voordeel van de nieuwe op

lage, de groote actualiteit van het boek
beteekent ge-

wis een tweede verbetering.
Een derde vindt men ongetwijfeld in het,
verwijde-

ren van talrijke vergissingen, fouten, verouderde ge-

gevens,
welke de laatste opgaven niet alleen ontsier-

dbn, doch zelfs ten gevolge hadden, dat het gebruiken
ervan iemand dikwijls een ondienst in plaats van een

dienst bewèes.

Niemand zal verwachten, dat een dergelijk hand
boek, ook al draagt het. den titel van Handboek der

Internationale
petroleumindustrie, zg1 trachten nu

inderdaad
alle
bestaande ondernemingen in absolute

volledigheid te noemen. Het land van de uitgave en
de belangen der kringen, welke als gebruikers van
het boek in aanmerking komen, zijn in dit opzicht vau

grooten invloed, en derhalve houdt de bewerker in de
eerste plaats met de grootere internationale en na-
tionale concerns en maatschappijen rekening, en daar-
naast ook met Duitsche en andere Midden-Europee-
sche ondernemingen, maar hij zet bovendien de orga-
nisatie der Russische Staats-petroleumindustrie op

uitgebreide wijze uiteen.
• In de gegevens over de . afzonderlijke maatschap-
pijen zal hier en daar evenwel iets zijn recht te zetten
of aan te vullen. Zoo zal men – wij noemen slechts
enkele voorbeelden – de vraag moètén stellen, waar-

om de Tide Water-Associated Oil Co. onder de ,,Oom-
plete units” (door den bewerker vertaald met ,,Kom
1

pl’exe Unternehmungen”) voorkomt, terwijl de Rich-
.field Oil Co. of de Marland Oil Co., onder de ,,Gross-
konzerne und Trusts”. verschijnen.
1)

Evenzoo schijnt ‘ons het onderbrengen van de Phil-
lips Petroleum Co., de grootste producente van b
en
:

zine uit aardgas in de Ver. Staten, of van de Prairiê
Oil & Gas Co. en van de Standard Oil Co. of L
ou
i

siana onder hetzelfde hoofd, en wel bij de ,,produc-
tiemaatschappijen”, niet bepaald gelukkig. Dat bij

de Standard Oil Co. (New Jersey) als Nederlandsche
dochtermaatschappijen alleen de
American Petroleum

Co. vermeld wordt, maar niet de Petroleum Industrie

Mij., ,,De Automaat”, en de Petroleum Mij. ,,Hol-
land”,’ is een der’ bovenbédoeld& leemtén, èvenals, dat

de
Nederlandsche Koloniale Petroleum Mij.
(pag.

136) te dezer plaatse niet is genoemd, zij wordt echter
elders (pag. 465) uitvoerig’ behandèld, waarbij ver-
meld is, dat •de meerderheid der aandeeleri zich be-
vindt in handen van de Standard Oil ,Co. (New Jer-

sey). Bij de
Nederlandsch-IndisChe Aardolie Mij.
mis-

sen wij het noemen van het belang der Regeering.
Deze aanmerkingen, die nog met’ enkele vermeer-
derd zouden kunnen worden, zijn niet gemaakt om den

1)
Wij geven ‘gaarne toe, dat de..grens’ tusschen ,,com-
plete units”, dat zijn maatschappijen, die alle takken van
het petroleumbedrijf uitoefenen, van de ruwe olie-produc-
tie tot den verkoop in het kleid, en de ,,groote concerns”
niet altijd gemakkelijk valt te trekken, maar juist de Tide
Water-Associated Oil mag, als een der weinige onderne-
mingen, welker arbeidsgebied van het Oosten tot het Wes-
ten der Ver. Staten reikt, zeker wel aanspraak erop ma-
ken, gerekend te worden tot de groep der groote concerns.

indruk te wekken, ‘dat het boek niet als over het alge-

meen zeer goed oriënteerend handboek te gebruiken
zou zijn.
Zij moeten veeleer aangeven, dat ook deze

eik niet bij den eersten houw valt, dat bij nieuwe

oplagen nog andere verbeteringen zijn ,aan te bren-
gen; daartoe heeft de bewerker van de thans ver-
schenene zich juist door deze eerste bewerking wel
de geschikte kracht getoond.

Wie zooals de referent
dikwijls
heeft betreurd, dat een werkelijk bruikbaar haridboek van de interna-

tionale petroleumindustrie in de Duitsche taal niet
voorhanden was, en wie met hem een dergelijk werk

als aanvulling op de bekende buitenlandsche, toch
,00k weder vooral de Amerikaansehe, Erigelsche of

Fransche ‘belangen in het oog houdende handboeken
in andere talen wenschte, zal in dit werk de vervulling

van zijn wensch mogen begroeten. Hij zal het boek,

dat in een tijdperk verschijnt, waarin een goed begrip
van de internationale petroleumvraagstukken nood-
zakelijk is voor het verstaan van zooveel andere ge-

beurtenissen op algemeen economisch en politiek ge-
bied, ontvangen als een goeden helper, juist wegens
zijn systematische indeeling. En zeker geen ander
oordeel zal, daarvan zijn wij overtuigd, de man van
de practijk uitspreken over dit inhoudsrjke en zeer

aanmerkelijk verbeterde. handboek.

Dr.
WILHELM MAUTNER.

Principieele Staatkunde.
Deel II. De

Vereeniging voor Staatkunde van de
Studenten der Rotterdamsche Handels-
Hoogeschöol. (Rotterdam, W. L. & J.

Brusse’s Uitgeversm aatschappij. Prijs
f 3.— ingenaaid).

Met de publicatie van het tweede gedeelte van

Principieele Staatkunde heeft de bovengenoemde
vereeniging een waardevolle aanvulling gegeven van
het eerste gedeelte, dat reeds twee jaren geleden is

verschenen. Beide deelen bevatten een verzameling

van lezingen, welke in de studie-jaren 1926-1927
en 1927-1928 te Rotterdam aan de Nederlandsche
Handels-Hoogeschool voor de leden van de Vereeni-

ging voor Staatkunde zijn gehouden. De ‘tweede
bundel bevat de voordrachten van Dr. A. R. Zimmer-
man, Prof. Mr. Dr. R. Kranenburg, Dr. Dan. de

Lange Jr. en Prof. Dr. 0. Gerretson oijer respec-
tievelijk Fascisme, Radicalisme, Oommunisrne’en de

Historische Richting.
Zooals uit het voorbericht
blijkt
is het doel van

dezë uitgave, die met een lijst van data en gegevens
op economisch en sociaal-economisch gebied, samen-
gesteld door Prof. Mr. 0. W. de Vries, is aangevuld,

om een leidraad te
zijn
voor de academische jonge-

lingschap
bij
het doen van een zelfstandige keuze.
Moge deze publicatie daarom in
wijden
kring be-

langstelling vinden!

ONTVANGEN:

De Administratie der Rubber- en Koffieonderneming
door D. Groeneveld Jr. (N.V. Boekhandel en
Drukkerij v.h. II. van Ingen, Soerabaja 1928).

Een populair geschreven handboek voor de administratie
op Rubber- en Koffieondernemingen. De schrijver heeft dit
boek samengesteld om den employé bij zijn vorming tot
administrateur, naast het cultureel-technische gedeelte van
het bedrijf ccii leidraad te bezorgen voor het voeren der
administratie. Evenwel zullen ook anderen, die belang heb-
ben bij deze cultures, nuttige gegevens hieiu aantreffen.

Koffie Statistiek voor Nederlandsch-Indië,
samenge-

steld door Gijselman & Steup. (Batavia 1929).

])eze
statistiek geeft zeer uitvoerige gegevens van cle op-
brengst van verschillende soorten koffie in
1928
en een

ramiug voor
1929
van alle Indische koffieondernemingen.
Achterin is een overzicht der koffie-oogsten gedurende de

periode
1900-1928
opgenomen. –

De Algemeene Beginselen voor de heffing van belas-

tin gen.
Geschriften van de V&reeniging voor Be–

15 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

465

lastingwetenschap,
1929; J.
Muusses, Purmerend.

ho deze aflevering No. 8 zijn opgenomen de praeadvie-
zen van Prof. Mr. Dr. Ant. van Gijn en Prof. Dr. N. J.
Polak.

De woeker in het volkscredietwezen.
Rlipport van de

Commissie tot Bestudeering van den Woeker te
Leiden. Uitgave van den Armenraad te Leiden
1929.

])e Commissie komt in haar rapport tot de conclusie, dat
(le woeker te Leiden vele slachtoffers heeft gemaakt en nog
steeds voortgaat te maken. Zij geeft daarom uitvoerig de
middelen aan ter voorkoming van woeker.

Politiek en Maatschappij
door Ir.
A.
Plate. Amster-
dam
1929; P.
N. van Kampen & Zoon.

Het gemeentelijk electriciteits-distributiebedrijf (Ka-
raicter, Beheer en Administratie)
door
J.
H. Tex-
tor, hoofdcommies ter Provinciale Griffie van Noordholland, lid van het Nederlandsch Insti-
tuut van Accountants. Alphen aan den
Rijn
1928;
N. Samsom.

MAANDCIJFERS.

EMISSIES
IN
APRIL
1929.

Bank- en Oredietinstellingen……
f

993.000,-
zijnde:
Nederland
Aandeelen
Groninger Disconto.Bank
f100.000 aand. S 105
°/of
105.000
Nederi. Bankinstelling v.
waarden beiastm.vrucht.
gebruik en period. uitk.

f
500.000
1
) aand. âlOOo/
2
)f
500.000
o
bligatiën
Hollandsche Voorscbotb.

f
400.000 5.
oi
o
oh!.
S 97o10
f
388.000

Hypotheekbanken ……………

Nederland
Aandeelen
Algemeene Waarborgmij.
f500.000
3
) aand.5250
0/
0
11.250.000
Rotterd. Scheepshyp.bank
/500.000
3
) aand.â
140of4)
/ 700.000
Obligatiën
Intern. Rijn.Maasllyp.bk.

f
1.000.000 7
0
/0
pandbr.
S 99

0/. ………… /

995.000

Industrieele Ondernemingen ……,,
3.536.750,-
zijnde:
Nederland
.4
andeelen
Fabr. van Choe. en Suiker-
werken J. C. Klene & Co.
/250.000 aand. S 160
0
10/
400.000
Mij. van Zwavelzuurberei-
ding vfh. G. T. Ketjen &
Co.
f
750.000
5
)
gew. aand.
S 105
0/……………
f

787.500
N.V. Ned. Ford Automo-
bielfabriek / 1.000.000
aand. S 100
0′. ……..
11.000.000
België
Obligatiën
Ciments deThieuf 700.000
7o1ó ob!. 5 99

0/
….
f
698.250
Zwitserland
Aandeelen
Continentale Linoleum-
Union Zw. Fra. 400.000)
aand. S 325
0/. ….. ./
651.000

Electr.-, Gas-, Tel.-, Telegr.- en Wa-

ten. Maatschappijen ……….,,

4.160.000,-
zijnde:
Anrerika
Obligatiën
Internationalflydro.Elec-tric System $1.300.000
6
0/
convert. goud-deben-
• tures S 100 of. ……..
f
3.250.000

België
Aandeelen
Union Financière d’EIec-
tricité et de Transport
S. A (Unifet) Belg. Frs.
10.000.000 aand. S l30o,

f

910.000

Handelsondernemingen

……….
f
1.050.000,-
zijnde:
Nederland
Aandeelen
Curaçaosche

Handel.Mij.
/].000.000
5
)aand.5105o/
0
11.050.000

Rubber-Maatschappijen

………..

,,
1.200.000,-
zijnde:
Nederland
.4
andeelen
Mij. t. Expi. der Ver. Ma-
janglanden
/
600.0u0
5)
aand. S 200
0/
……… /1.200.000

Diverse Cultuurondernemingen.
. . .

,,
216.000,-
zijnde:
Nederland
A andeelen
Landbouw-Mij.

,,Moeara
Laboe” fISO.000 aand.
S

120
0/. ………
. …..
f

216.000

Diversen

……………………,,
ioo.000,-
zijnde:
Nederland
Obligatiën
Ver. ,,llen drick de Keyser”

f

100.000
43..i

01

obh S
10001

…………….
f

100.000

Totaal ….

f
14.200.750,-

Waarop 20 % te storten.
Koers voor aandeelh.; voor vrije inschrijvers 135
o/.
Waarop 10
0
/0
te storten.
Koers voor aandeelh.; voor vrije inschrijvers 165
0
/o.
Uitsluitend voor aandeelhouders. Introductie.

Totaal der emissies in Januari….
f
144.956.460,-
Februari . . ,
132.588.625, –
Maart ,,
24.530.250,-
April .. . . ,,
14.200.750,-

Algemeen Totaal …….
f 316.276.085,-

Bovendien:

f
13.020.000,— 3/m. Schatkistpromessen S
f
986,06
2.400.000,— 6/m.
,, ,, ,,
973,90
24.134.000,— 5
o/
Schatkistbiljetten.
.,,
1.000,24

Voorts werd in de afgeloopen maand hier te lande de
inschrijving opengesteld op een beperkt bedrag:

8
0/
ob!. Breslau S 91,15
o
/
(
introductie);
8
°/o
,,
Hannover á 93 o,i (

•,,
8 0/

,, Schieswig-Holstein S 93 01
0
(introductie);
41°1

,, Parijs (premieleeniug) S 91 0/ (introductie en
conversie);
Certif. v. 10 gew. aand. z. n. w. Consolidated Automatic Mer-
chandising Corp. (,,Camco”) 9. $ 2y, p. aaud. (intro-
ductie);
v. 10 gew. aand. z. n. w. Fokker Aircraft Corpora-
tion of America t $ 36

p.
aand. (introducti.);
van aand. Atlas Artificjal Silk Processes S 102 O/
(introductie);
53< ol
o
obl. Missouri Pacific Rw. Cy. S97o/ (introductie);
aand. Banque de Paris & des Pays Bas 5250 % (voor aandeelh.);
Soc. Intern. de Plantations et de Finance s 135
0
/0
(voor aandeelhouders);
Canadian Pacific Railway Cy. S $ 170 per aandeel
(voor aandeelhouders)
en op de volgende obligatieleeningen:
Rente- Emissie-
Guldens voet

koers
Congr. der E.E. Zusters Ursulinen
van het Bisdom Haarlem, Bergen 200.000 5 ol
o
100o/
Congr. der Eerw. Zusters van 0. L.
Vrouw van Sion, Antwerpen …. 150.000 6 O/

99 o/
R.K. Par. Armbestuur van d. H.
Bartholomeus, Poeldijk ………. 125.000 5 0/

100 0/
o

Missionschwestern vom H. Herzen
Jesu, Hiltrup …………………600.000 7 o1,

98 O/
Fundacia Zaklady Kornickie ……600.000 8 0/

98 o/

466

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Mei 1929

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
Januari
1929
Januari 1928

Giro’s
(eenzijdige ver

In
miiiioenenl
1
Aantal
In
millioenen
Aantal
melding)
Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
[22.5
23.611
f
19.5
19.850

Girobetalingen aan
particulieren
,,
18.1
102.971
,,
16.-
86.828

Geldomzet.
Ontvangsten

………
,,

5.7
7.575
,,

5.1
7.562
,,

7.4
32.802
,,

6.8
29.146

Part.rekeninghouders
,,20.5′ 34.5212
,,
18.6′
31.914
2

Waarvan

rekeningh.

Betalingen

……….

welke gelden voor
1
jaar

vast

hebben
gedeponeerd ………
,,
10.1
3.879.
2

,,

9.1
3.522

1) Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einde
der maand.

RIJKSPOSTSPAARBANK.

FEBRUARI
1

1927
1

1928
1

1929

f

12.295.414f
12.884.758f
11.360.604
Inlagen …………..
Terugbetalingen

,,

10.086.183
,,

10.557.361
,,

9.113.000

Tegoed der inleggers
op ultimo ………

316.446.003
,,
332.777.744,,
335.286.246

Nom. bedr. der uitst.
staatsschuldboekjes
,,

42.031.000,, 42.475.300,,
42.373.800

Spaarbankboekj es:
Aantal nieuw uit-
gegeven
12.344
12.301
10.424

op ultimo ………

Aantal

geheel

af-
betaald
7.462
7.623 6.542

Aantal in omloop
op ultimo
…..
2.028.535
2.050.125
2.080.415

PRODIJOTIE DER STEENKOLEN-, BRUIN-

KOLEN. EN ZOUTMIJNEN.

(Gegevens verstrekt door
den
Hoofdingenieur der mijnen.)

I. Gezainenliike Steenkolenmijnen.

Januari Januari Januari
1929 1929 1928

Prod. Steenkolen in tonnen’)
980.377 980.377 919.317

Aantal normalewerkdagen

26
2
)
26
26

II. Bruinkolenmijn ,,Carisborg”

Januari
Januari Januari
1929 1929
1928

Netto-productie in tonnen.



17.637

Aantal normale werkdagen


26

III. Zoutmijnen.
(Kon. Ned. Zoutindustrie te Boekelo.)

Januari Januari Januari
1929 1929
1928

Afgeleverd:
Ger.aff. zout…….. (ton)
3.314
3.314
2.738
Industriezout

.. .. …
(
,,
)
48
48
60
Afvalzout
-………..
(
,,
)
338 338
190
Aantal normale werkdagen
26
26
26

Arbeiders.

Gezamen-
Bruin-
1
Aantal.
lijke
Steenkolen-
kolenmijn Zoutmijnen
,,Carisborg”(
mijnen

J
10.2243)
786)
152
k
24
.
7944
)
1 Februari 1929

…………

1 Februari 1928
……….
Ç

9.4693)
167 134
.25.0694)

Sedert 1 Jan. 1929 is hierbij de hoeveelheid kolenslik
inbegrepen.
Mijn
Julia 24 dagen.
2)
bovengronds.
4)
ondergronds.
5)
Werkzaam in briketfabr. c. q- belast met. herstelwerk
in bruinkooigroeve.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.
***
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N d ~Vrsch.

Disc.Wissels.
5425
Mrt.’29
Zwits.Nat.Bk. 3422 Oct.’25
Bel.Binn.Eif.6
25Mrt.’29
N.Bk.v.Denem.5
23Juni’27
in R.C. 7
25 Mrt. ’29
ZweedscheRbk 4424
Aug.’28
Javasche Bank…..
4425 Feb. 29
Bank v.Noorw. 5426
Mrt. ’28
Bank van Engeland
54
7Feb.’29
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank
7525Apr ’29
slowakije
..
5
8M9-t.
’27
Bank v. Frankrijk.
3419 Jan.’28
N.Bk.v.O’rijk.
7423 Apr’29
Belgische Nat.Bnk. 4
30 Juni’28
N. Bk. v. Hong. 8
25 Apr’29
F’ed. Ree. Bank N.Y. 5
12Juli’28
Bank v. Italië. 7
13 Mrt. ’29
Bank van Spanje
..
5419 Dec.’28
Z..Afr.Res.bnk
54
9Jan.’28

OPEN MARKT.

1929 1928

11

1927
11

1914

11
M

ei
6111

1
29AprillI
22
1
27

11

7
1
12
9114
20124
Mei
4Mei
April
Mei Mei
Juli

Amsterdam
Partic.dlsc.
5
5
1
3
1
5114_319
5
1
14

116
5/16-318
411
4

33j_71
1

3
1
l.
3
l,t
Prolong.
5
3
14
5314-6
5
3
14-6
1
13
511
4
.6
41.
1
14
3
1
12-4
21(
4
_31
4

Londen
Daggeld
..
4-
1
1
4-5
112
411
4
511
4

4-5
2
3
14-4’13
3-4
1
I4
131
4
-2
Partic.
disc.
S’/n-‘/s
5’I18

3
1i6
5
1
116-I16
5I32-I16
3151_4
3
1
1_
11
1
21(
4
8(
4

Berlijn
Daggeld
..
8
1
12-10
1
12
810
1
12
8’1-I1
4-8
58
1
12
41(461(
2


Partic.dlsc.
30-55 d..

7
1
12
l’f,
7118-
1
12
6
1
/2-7
3
1
61/2-I8
471.5

56-90 d..

l’/a
7
1
/2
7
3
19..
1
12
6
1
I2-7
3
1
6
1
12-
6
j8
47/_5
2
1
1s-
1
j2
Ware n-
wechsel.
8112-314

7
3
14-8
314
7814_83I9
7_314
6
3
14-
7
19
5

New York
Daggeld

1)
6_
1
1
6-14I4
1015
1
14
71(3

183(4

51136114
451
4

1814_21(2
Part.disc.
1

5314
5518-i4

51
8

55!9
1

411
4

3314 ij

1) Koers van 10 Mei en,daaraan voorafgaande weken tjm Vrijaag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da a
New
Londen
Berl
(i
n
Parijs
Brussel
Bâtavia
York)
)
5)

)
)
1)

7 Mei

1929
2.4854
12.07
59.014
9.72
34.54
99%
8

1929
2.4834
12.0711
8

58.99
9.72
34.54 99%
9

1929
.-
– –

– –
10

1929
2.48%
12.0611

58.964
9.714
34.534
998/,
11

1929
2.48111
1
,
12.06%
58.954
9.714
34.53
99a,

13

1929
2.4834
12.0671
5

58.974
9.72
34.54
99%
Laagsted.w.1)
2.4.89/,,
12.063f
58.924
9.70 34.50
99%
Hoogste d.w’)
2.487/,
12.0731
59.05
9.75
1
34.57
100
6 Mei

1929 2.48%
12.0711,
58.99 9.724 34.54
9994
29 Apr. 1929
2.48111,
6

12.07
58.95
9.724 34.544
99%
Muntpariteit
2.48%
12.1094
159.26
9.75
34.59
100

Data
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan Madrid
•)

rest
1)
**)
)

7 Mei

1929
47.92 34.95 7.36 1.474
13.034 35.324
8

1929
47.92% 34.97
,
1
4
7.36
1.474
13.034 35.50 9

,,

1929



-.


10

,,

1929
47.91% 34.95
7.36
1.48
13.024
35.40
11

1929
47.89%
34.95
7.36
1.47


13

1929
47.90% 34 05 7.38
1.48
13.03 35.41
Laagsted.w.l)
47.87
34.85
7.33
1.45
13.-
35.10
Hoogsted.w’)
47.95
35.-
7.39
1.51
13.06
35.75
6 Mei

1929
47.92
34.9234
7.364
1.47
13.04
35.49
29 Apr. 1929
47.90
34.97%
7.374
1.48

1
48.-
13.03
35.874
Muntpariteit
48.-
35.
2)
1 13.09
48.-

Dat
°
Stock-
Kopen-
Oslo)
5ff_
Buenos-
Mon-
holm )
hagen)
fors2′)
Aires’)
treal’)

7 Mei

1929
66.50
66.324
66.35 6.274
104%

-2.47
8

,,

1929
66.474
66.324
66.35 6.274
104%

.
2.47
9

,,

1929



– –

10

1929
86.45
66.30
66.35 6.26
10451
8

2.475/,
11

1929
66.45
66.30 66.324
6.26
104s1,
2.4751
8

13

,,

1929
66.45
66.30
66.35
6.25
10451
2.4781
8

Laagsted.w.l)
66.40
66.224 66.274
6.23
10481
8

2.4671
8

Hoogste d.wl)
66.524
66.35
66.374
6.28
1001
8

2.47%
6 Mei

192.9
66.50
66.30 66.35 6.26
10451
8

2.4615/,,
29 Apr. 1929
06.474
66.35
66.35
6.28
10451,
2.4671
8

Muntpariteit.
66.67 66.67
66.67
1

6.264
105%
2.48%

-)
r4oteering te Amsteraam.
–,
ioteering to x,oueruam.
1)
Particuliere opgave.
5)
Wettelijk gestabiliceerd tusschen
7.534/s
en 7.21
1
12.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a Londen
($
per £)
Parijs
($ P.
lOOfr.)

Berlijn
($
p. 100 Mk.)
Amsterdam
($
p. 100 gid.)

7 Mei

1929
4,85%
3,907/
23,72%
1

40,20%
8

1929
4,8531
1

3,9051
8

23,71%
40,20
9

,,

1929
4,851,
3,90sj
e

23,71
1
1,
40,20
10

1929
4,85%
3,9051,
23,71
40,213.
ii

1929
4.8531
9

3,9051
8

23,71 40,21
13

1929
4,85
6
1
32

3,903%
23,71%
40,21

14 Mei

19281
4,88
11
1
32

3,93%
23,93%
40,37
Muntpariteit..
1

4,8667
13,92 23,81%
4081,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
INoteerings-I
eenheden
27
Apr.
1929
4Mei
1929
1

6
Ii
Mei’29
ILaagsleHoogsteI
II
Mei
1929

Alexandriö..
Piast. p.
741
8

97h
971

97
9
1
97
,
4
Athene

..

Dr.p.0
37471
8

375
374%
375%
375
Bangkok …
Sh.p.tical
110
ii
1110
:10
5
9
7
1:100
‘0
9
i
Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.86
27.86 27.83 27.88
27.851
B. Aires

.
d. p.
$
475,
4719/
47%
47111
32
479′
31
Calcutta
.. ..
Sh. p. rup.
1t/
5°”94

15I
5
1
1/5291
35

11516/
18
1
1
5
59

164
Constantin ..
Piast. p.
£
987%
9.90
985
1.000
995
Hongkong ..
5h. p.
$
11111/
9

111125
119
1j113/ 2/03/
38
1
I1
1
20
1
I2
Sh.p.yen
1/10%
110
0

1

as
1110
1
T5
1
,
1
0
‘s

i’3
110
2
as
Lissabon

..
Escu.p..
108i1
10811
9

107%
108%
1081/
5

Mexico’)


$perC
10.25
10.07
5

10.00
10.15
10.07
Montevideo
d. per
£
4794
48
47%
48
3
4
4
8h

Kobe

……..

Montreal

..
$
per
£
4.89
4.88} 4.87%
4.8871
6

4.87%
R.d.Janeiro
d. per Mil.
557
164
557:
184
555:
l6g
529!
193
571
9

Shanghai …
Sh. p. tael
216i/
2571,
2/5%
2/6%
215
25
1
82

Singapore. ..
id. p.
$
213
49
1
94

213
47
1
213
23
1
82

2/3i3/,
2
/
349
/
64

Valparaiso’).
$p.0

39.61
39.67
39.60
39.68 39.60
Warschau
Zi. p. £
437
1
435I,
43s
437/
43
5
1,
•) in net vervoig woraen ue Mex. $ niet meer in penc. aocn in
£
genoteerd.

2) 90 dg.

ZILVERPRLJS
GOIJDPRÎJS 5) Londen’) N.York’)
Londen
6 Mei
1929..

2551
547/,
6 Mei
1929…
841119
7

,,
1929.. 25%
55
7

,,
1929…..
84110%
8

,,
1929..

2551
54%
S

,,
1929…
84111%
9

,,
1929..

2551 5451
9

,,
1929….
84111%
10

,,
1929.
.

251
54%
10


1929….
84/11%
11

,,
1929.. 25%
5431
t

11

,,
1929….
84111%
12 Mei
1928..

27
6
1

12 Mei
1928….

20
Juli
1914..

24
11
118
59
20
Juli
1914….
84111
3)
In pence
p. oz.
stand.
1)
Foreign silver In
gc. p. oz.
line.
3)
In ah.
p.
oz.flne

STAND VAN ‘e RIJKS KAS.

Vorderingen.
1

30April 1929
7
Mei
1929

Saldo bij de Ned. Bank……… …..

/

3.342.163,95
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
/

15.635,88
,

149.575,54
Voorschot
op

ultimo Maart ’29

aan
de gem.
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
Inkomstenbelasting en opcenten
op

Voorschotten aan Ned.-lndië ……..
40.599.929,70
,,
1.180.187,83

….

40.599.929,70

12.639.133,77
,,

9.907.677,60 268.633,57
,,

266.402,09

de Rijksinkomsten belasting………..

Kasvord. weg. credletverst.ajh. buitenl
,,
146.858.50,75
,,
147.738.300,72

Id. aan

Suriname
…………………..

Daggeldieeningen tegen onderpand

..

7.000.000,-

Id. aan Curaçao
………………………

Saldo der postrekeningen van Rijks-
21.167.651,91
,,

39.641.088,85
comptabelen

……………………
Vordering
op
andere StaatsbedrIjven’)
,,

4.472.578,72
,,

3.622.578,72

V_e_r plicht 1_n ge_n.

Voorschot door de Nederi. Bank 117gev.
art. 16 van haar octrooi verstrekt
/

10.302.017,82

Schatkistbiljetten in omloop
1
)………..
91.395.000,-
fl15.529.000,-
,,
45.500.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank
,
30.000.000,-
,

11.000000,-
,,

30.000.000
1
– –
Zilverbons in omloop …………….
11.580.030,-
,,

11.504.626,50

SchatkIstpromessen in om1oo

……..64.090.000,-

Schuld

aan

Ned.-Indië ……………

,

6.313.420,49

Daggeldieeningen
…………………

Id. aan het Alg. Burg. Pensioenfonds
2
) ,,

104.954,19
153.897,35
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T
2)..,,


…..

47.038.187,29
,,

60.007.659,08
,,

1.540.000,-
,,

1.590.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven’)…….
Id. aan diverse instellingen’)
……..

11.875.482,91
,,

11.900.098,92
1)
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

11Mei 1929

Vorderingen:
Saldo bij ‘s
Rijks
kas …………….
Saldo bij de Javasche Bank ……….
Verplichtingen:
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas….
Waarvan Muntbiljetten ………….. Muntbiljetten In omloop …………
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds..
idem aan de Ned.-Ind. Postspaar)’ank.
Voorschot van de Javasche Bank…

f
7.259.000,- t 8 O.000,-

46.859.000,-
• 46.780.000.-
• 2.826000,-
,,

2.826.000,–

681.000,-
736.000.-
• 6.390.000,-
,,

6.305.000,-

15 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

467

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 13 Mei 1929

Activa.
Binnenl.Wis-(flfdbk.
f
107.270.565,37
sels, Prom., Bijbuk. ,,

9.796.509,36
CDL. 1fl U1SC. (
tg.scn.
,,

14.891.
928.88
f
131.959.003.61
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto.
..

Idem eigen portet.
f
137.328.89
1,-
Af :Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.


,
137.328.891,._
Beleeningen
ncl.
vrsch.
Hfdbk.
f

51.487.338,10

in rek.-:rt.
Bijbnk.

6.927.715,29

op
Ag.sch.
,,

51.754.927,06

f

110.169.980,45

Op
Effecten..
. .-. t
106.625.980,45
Op Goederen en Spec.
,,

3.544.00Q,_
110.169.980,45
Voorschotten a. h. Rijk
.
‘1unt en Muntmateriaal
Munt, Goud
…….
f

66.220.820,-
Muntmat., Goud
..

370.816.507,72

r
437.037.327,72
Munt, Zilver, enz.

,,

20.356.281,35
Muntmat. Zilver..

Belegging
11

kapitaal, reserves en pen-
11
457.393.609,07
1

sioenfonds

……………………
,,
24.916.549,07
Gebouwen en Meub. der Bank
……..
,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen
.

…………- –
,,
37.455.311,13
Pa.slva
____
904.223.344,33
f
Kapitaal
…………………..
f
20.000.000,-
Reservefonds
……-. . – ……….-
7.157.903,12
Bijzondere reserve
………. -. . .
8.000.000,-
Pensioenfonds

…………- ……..
,,
5.861.374,70
Bankbiljetten in omloop………
… .
826.672.410,-
Bankassignatiën in omloop………….
275.508,13
Rek..Cour.
j’
Het Rijk
f

2,343.171,07
saldo’s:

Anderen

13.428.010,05
,,
15.771.181,12
Diverse rekeningen
. . .. . -. .• . -. ..
,,
20.484.967,26

f
904.223.344,33

Beschikbaar metaalsaldo
……… .-.. .
f
119.835.468,40
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
ioop
dan waartoe de Bank gerechtigdis.
,,
299.588.670,-
1)
Waarvan in het buitenland
f
23.890447,18

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek- Data
Circulatle
opelschb.
Metaal-
Ikings
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
1
perc.

13 Mei

’29
66.221
370.817 826.672
16.047
119.835
54
6

,,

’29
66.225
370.817
850.429
16.717
110.467
53
29 Apr. ’29
66.491
365.712
840.394
27.679
105.739
52 22

’29
86.495
355.712 796.780
18.992 116.691
54
15

’29
66.503 355.712
802.569
16.307
115.127
54
8

,,

’29
66.758
355.712
810.219
14.926
112.860
54

14 Mei’28
87.680
367.469
811.535
37.650
289.788
54 25
Juli

’14
65.703 96.410 310.437
6.198
43.521
1
)
54
Totâal
Schatkist-
‘ee
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
nie
en

op het
reke-
disconto’s
rechtstreeks

buitenl.
nin gen
1)

13 Mei

1929
131.959

110.170 137.329
37.455
6

,,

1929
143.035

134.148
121.744
41.604
29 Apr. 1929
172.259
30.000
123.672 89.382 45 682
22

1929
179.952
30.000 93.976
78.561
39.895
15

1929
189.716
30.000
98.181
59.104
47.832
8

,,

1929
197.019
30.000
114.588
28.759
57.311

14 Mei

1928
64.658

118.942 193.630
40.499

25
Juli

1914
87.947
14.300
1

61.686
1

20.188
509
‘) up ae basis van
‘Is
metaaiaekklng.
1)
Slultpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu-
latie
Dis-
conto’s

Voor-
schotten1
aan de
kolonie

Diverse
rek e-
ningen’

Diverse
reke-
ningenl

1
April

1929
2.908
5.730
118
215
3.170
166
1
Maart

1929
2.824
5.440
151
100
1.082
205
1
Februari 1928
2.863
5.239
152
35
2.824
119
1
Januari

1928
2.718
5.298
155
21
3.073
189
1
December 1928
2.660
5.111
80
57
2.970
181
1
November1928
2.462
4.564
156
7
2.579
164

1
April

1928
2.282
3.831
161
45
2.078
258
‘) biuitp. oer acliva. ‘)iuitp. oer passiva.

468

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Mei 1929

JAVASCI-IE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatstè weken zijn te1egrafisch ontvangen.

Data

1

Goud
1
Zilver
1
Circulatie

11Mei 1929 –

18.600

307.800

31.100 48.040
4 ,, 1929

184.600

302.800

35.300 49.360

27Apr.1929

188.400

299.700

37.700 53.440

13Apr.1929 167 253

18.448 306.180

35.681 48.957

6 ,, 1929 167.299

18.301

308.313

37.942 47.099

30Mrt.1929 167.365

19.508 304.222

42.997 47.562

23 ,, 1929 167.766

19.051 307.793

41.639 47.045

12 Mei 1928 174.261

18.411 306.290

38.528 124.043

14 Mei1927 185.323

29.627 312.080

55.657 142.213

25 Juli 1914 22.057

31.907 110.172

12.634

4.842
2
)

Dis-

buiten

Belee-
“‘

kings-
Data

conto’s

N.-Jnd.

ningen

reke-1

percefl
bef aalb.

ningen

lage

11 Mei 1929

136.100

54

4

,,

1929

135.700

.5*

55

27 Apr.1929

131.600

. *
8*

56

13Apr.1929

7.912

28.113

73.354

52.123

54

6

,,

1929

7.883

28.114

74.737

56.697

54

30Mrt.1929

.8.336

27.807

73.709

57.094

54

23

,,

1929

8.345

31.997

75.430

53.374

53

12 Mei 1928

13.487

18.193

63.180

63.787

56

14Mei1927

14.036

20.007

63.243

57.834

58

25 Juli 1914

7.259

6.395

47.934

2.228

44
1)
Sluitpost
activa.

1)
Basis
‘1.
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
1
)

Bankbiij.

Bankbij.

Other Securifies

Data

Metaal

in

in
Banking
Disc, and
circaiatie

Deparfm.

Advances

ecuri zes

8

Mei

1929

160.880

362.794

57.419

11.607

15.706

1

,,

1929

158.766

361.371

56.845

9.286

15.784

24 Apr. 1929

156.541

357.278

58.766

10.950

1.613

17

,,

1929

156 272

358.941

56.896

11.029

15.622

10

1929

155.483

362.131

52.912

12.672

16.092

3

,,

1929

153.734

363.319

50.726

13.221

16.358

9 Mei

1928

161.905

135i18

5595

22 Juli

1914

40.164

29.317

33.633

Other Deposits

Dek-
00v.

Public

Other

Reserve1 kings-
Data

Sec.

Depos.

Bankers
Accountsl

1
perc.
2
)

8 Mei ’29

39.782

8.6801 63.223

35.532

58.086 54

1

,,

’29

45.352

10.939

60.689

38.474

57.395 52
8
1
22

24Apr.’29

44.257

18.318

58.433

35.655

59.264 52231
32

17

’29

48.347

17.876

60.779

36.017

57.331 4971

10

’29

53.277

17.206

63.900

36.818

53.352 4531

3

,,

’29

59.957

17.796

67.268

37.308

51.148 4128112

9 Mei ’28

29.457

13.075

. 100.782

46.437 40%

22 Juli ’14

11.005

13.736

42.185

29.297 52
‘)Lie voor wijzigingen in ue oanasiaat
UC iueiicniirig op
uIz.
loco
en
1081.
2)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK’ VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franca.

Te goed

Waarv. B

Renteloos
Data

Goudl) Zilver In het

Is op hef

e ee- voorschol
buitenl.
se

butfenl
.
ningen
a.d,Staat

3 Mei ’29 36.462 732 8.045124.8491 18.372 2.440

3.200
26Apr.’29 35.788 732 8.544 24.992 18.539 2.283

3.200
19

’29 35.098 732 9.388 23.973 18.485 2,337

3.200 –
12

’29 34.323 732 10.319 24.111 18.495 2.375

3.200

3Mei ’28 5.543 343

60 2.711

14 1.714

23 Juli ‘141 4.104 640

1.541

8

769 1 –

,I -.

1

1

Reke’Courant

amorf. k.

$
Data

‘f;”

Diver-

Circulatie

3 Mei ’29

5.798

1.784

63.828
26’Apr.’29

5.930

1.560

62.848
19

’29

5.930

1.473

62.648
12

,,

’29

5.930

1.461

63.317

3Mei ’28

28.311

60.120

23Juli’14

5.912
1)
Bij de stabilisatie

is

de goudvoorraad
nieuwe waarde van den franc.
2)
Sluitpost a

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan

Deviezen

Andere

r

bij bui-

als goud-

wissels

Belee-
0 0

ou

.

tenl. cïrc.

dekking

en

ningen banken
1)

geldende

cheques

7 Mei

1929

1.765,6

59,9

53,6

2.783,5

208,7
30 Apr. 1929

1.891.6

172,7

99,3

2.790,2

262,1
23

1929

2.178,9

163,0

39,9

2.239,4

41,0
15

,,

1929

2.429,9

154,3

23,7

2.120,9

121,1
6

,,

1929

2.579,5

140,9

33,7

2.148,4

96,5

7 Mei

1928

2.040,9

85,6

. 197,5

2.280,4

39,2

30 Juli

1914

1.356,9

750,9

50,2

Data

Effec-

Diverse

Circu-

Rekg.-

Dii’erse
ten

Act iva
2
)

latie

Cr1.

Passiva

7 Mei

1929

92,9

514,0

4.442,4

584,8

294,8
30 Apr. 1929.

92,9

535,4

4.631,5

585,1

290,6
23

1929

93,0

541,3

3.918,9

769,3

262,6
15

1929

93,0

488,4

4.145,2

670,3

.

252,3
6

1929

93,1

567,7

4.446,7

668,5

237,6

7 Mei

1928

94,0

.

558,1

4.238,9

430,5

189,5

30 Juli

191.4

330,8

200,4

1.890,9,

944,-

40,0

‘;unoeiast. ‘,p w.o. tcentenoanscneine
1
mei, au,
£3,
23,0
kiprij
I,
7
Mei ’28, resp.
43; 9; -; 45; 38; 43
miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Data

Goud

r

i

Rekg.
Cr1.

L

1929

‘-•

0
3
t-

8 Mei

962

455

44

733

41

342

2.470

10

58
2

,,

962

455

44

720

53

342

2.468

25

45
25Apr:

962

456

44

764

38

345

2.431

16

123
18

931

486

44

758

41

344

2.429

33

106
11

909

496

44

757

43

342

2.461

7

86
10 Mei
1

771

467

44

552

46

393

2.123

20

96
1)
Id.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE .BANKS.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Ooudvoorraad

Wettig

Wissels
betaal- Data

Dekking

middel,

disc. v. d.
1

open
Totaal

F. R.

Zilver

In
her-

1

In
de

bedrag

Notes

etc.

member
1

markt
banks

1

gekocht

24Apr.’29

2.798,6

1.348,4

174,8

974,5

141,2
17,,

’29

2.779,5

1.358,6

176,5

994,3

141,0
10

,,

’29

2.774,8

1.340,5

175,8

963,5

157,3
3

»

’29

2.719,2

1.299,7

173,3

1.029,9

174,7
27 Mrt.’29

2.709,3 ‘

1.337,9

169,8

1.024,1

208,4
20

,,

’29

2.712,0

1.371,6

165,8

942,7

236,8

25 Apr.’281 2.723,3

1.266,8

162,6

709,1

365,8

Belegd
1

Gestort

Dek-

Dek-
Totaal

i-

Algem.

Data

In U. S.
t
in
circu-

Kapitaal

kin
ga-

kings-
Gov.Sec.
1

latie

perc.’)

perc.
1
)

24Apr.’29

149,8

1.652,6

2.350,1

155,9

69,9

74,3
17

,,

’29

161,4

1.653,2

2.379,8

155,1

68,9

73,3
10

,,

’29

166,1

1.657,7

2.339,8

154,9

69,4

73,8
3

,,

’29 ‘ 169,1

1.663,6

2.382,5

154,3

67,2

71,5
27 Mrt.’29

170,3

1.652,9

2.383,4

154,3

67,1

71,3 20

,,

’29

185,4

1.641,6

2.370,3

1537

67,8

71,7

25 Apr.’281 304,8

1
1.572,6 12.474,6
1

137,6

1

67,3

71,3
) v
ernouuing wiaien guuuvuorraau tegeuovcr 0pc15111 udi C biitilOCll.
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Dis-

Data

Aantal

conto’s

Beleg-

bij
de

depo-

time
banken

en

gingen

F. R.

sito’s

deposits
beleen.

banks

Totaal

Waarvan

17Apr.’29

729

16.431

5.909

1.671

20.062

6.779
10

’29

706

16.454

5.939

1.672

20.099

6.789
3

’29

766

16.583

5.976

1.688

20.276

6.830
17 Mrt.’29

779

18.557

5986

1.706

20.288

6.827
20 ,, ’29

18 Apr.’28

845

15.763

6.618

1.767

20.899

6.841
Aan het eind van ieder Kwartaal worat een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankataten.

Staaf

5.333 .5.954

7.097

5.568 . 6.308

7.283

5.746 6.123

6.597
5.769 6.172 6.056

36 –

9.034

401 –

943
ewaardeerd volgens de

15 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHÈ BERICHTEN

469

EFFECTENBEURZEN.

.Aln8terdam, 13 Mei 1929.

De internationale markten zijnook in de achter ons lig-
gende berichtsweek gebukt gegaan onder twee factoren van
bijzonder gewicht: de moeilijkheden bij de onderhandelin-
gen te Parijs omtrent de door Duitschland te betalen scha-
deloosstelling en de vaste houding van de Amerikaansche
geidmarkt. Uit den aard der zaak heeft laatstgenoemde
omstandigheid ter beurze van N e w Y o r k den sterksten
invloed uitgeoefend. Weliswaar zijn na het bereiken van
een inoteering voor call money van 14 pCt. weer lagere
koersen gevolgd, doch over het algemeen is men van oor

deel, dat de noteeringen voor geld in de naaste toekomst geen sterke neiging tot achteruitgang aan den dag zullen
leggen. In verband hiermede zijn reeds van verschillende
zijden uitingen vernomen, welke er op wijzen, dal een
voortdurende stijve geldmarkt wellicht uitwerking op het
economische leven zou kunnen uitoefenen. Ter beurze heb-ben dergelijke uitingen eenigen verkoopdraug te voorschijn
geroepen, waarbij de koersverschillen echter niet omvang-
rijk zijn geworden. Zelfs viel voor spoorwegaandeelcn een
iets grootere belangstelling op te merken.
Te L o n d e n hebben de bovengenoemde twee omstandig-
heden tot gevolg gehad, dat de beurs een ongekende mate
van kalmte aan den dag heeft gelegd. De ondertoon was
nochtans vrij vast, ondanks het feit, dat de aankoopen
Plaats hebben gevonden voor een ,,account”, welke drie
weken zal duren, waarbij de ,,pay-day” valt op den dag
der verkiezingen. Deze verkiezingen vormen, behalve de
vermelde factoren, een handicap bij de uitbreiding van de
omzetten; men is dan ook van meening, dat in de eerste
dagen van Juni de markt – afgescheiden van mogelijke
ongunstige bijzonderheden – een uitbreiding van den han-
del te zien zal geven.
De beurs te P a r ij s heeft een beteren ondergrond ge-
toond. Dc voortdurende daling van de laatste weken
schijnt sommige kringen ertoe te hebben gebracht, weer kooporders te plaatsen, zoodat de algemeene indruk niet
ongunstig is geworden. Hand aan hand hiermede is gegaan
een stijging in de koersen van Fransche rente, voorname-
lijk van de 5 pCt. obligaties van 1920.
Te B e r 1 ij n werd men geslingerd tusseheii cle hoop, da.t
de conferentie te Parijs een bevredigende regeling tot starLd
zou weten te brengen en de vrees, dat men ten slotte zon-
der resultaat uiteen zon moeten gaan. Dientengevolge heeft
de markt een onzeker verloop gehad. Aanvankelijk was de
stemming opgewekt, doch toen bleek, dat tegen het com-
promis-voorstel vaui den beer Owen Young oppositie in Engeland bestond, heeft de verkoopneiging de overhand
verkregen. Het slot was dan ook minder vast.
T e n o ii z e n t heeft de niarkt enkele opmerkelijke koers-
bewegingen te zien gegeven. De
beleggingsafdeclinq is
vrij
vast geweest, hoewel de voordeelige verschillen niet meer
dan fracties van procenten hebben bedragen. Dc geringe vraag stond in verband met de iets ruimere houding van
de geldmarkt, althans voor zoover het prolongatie betreft.
6 pCt. Ned. Werk. Schuld 1922: 103%, 104; 4%: pCt. Ned.
Werk. Schuld 1917: 995/, 99%; 4% pCt. Ned.-Indië 1926:
967/
s
, 96
5
/s; 5 pCt. Mexico £ 100-1000: 6, 611; 5 pCt.
Brazilië 1903 £ 100: 82, 81% ; S pCt. Sao Paulo 1921:
105/.
Industrieele sandeclen
hebben het sterkst de aandacht
getrokken. In dc eerste plaats was dit het geval bij aan-
deden Philips Gloeilampeofabriek, waar de stijging zon-

der onderbreking voortgang heeft gehad. Nadat de in-
schrijving op dé nieuwe aandeelen was gesloten, is de
vraag zoo mogelijk nog omvangrijker geworden, terwijl het
aanbod is afgenomen. Voorts hebben de optimistische be-
schouwingen op de jaarvergadering van de Margarine Unie
aanleiding gegeven ook hier materiaal uit de markt te
nemen. Aandeelen Calvé-Delft hebben hiervan ook eenigcr-
mate de vruchten getrokken. Voorts dienen te worden ver-
meld aandeelen Küchenmeister’s Interfiationale Ultraphoon Maatschappij, welke een belangrijke stijging hebben onder-
gaan, doordat deze aandeelen recht van voorkeur geven bij
de inschrijving op aandeelen Küchenmeister’s Internationa-
le Maatschappij voor Accoustiek. Gevraagd waren voorts aandeelen Van Berkel’s Patent, Rotterdamsche Droogdok
Maatschappij, enz. Aandeelen in kunstzijdefabrieken heb-
ben op den achtergrond gestaan. Amsterd. Droogdok
262; Van l3erkel s Patent: 268%, 278%; Calvé-Delft (C.
v. A.) : 163%, 170; Centrale Suiker Mij.: 65
1
/2, 66%; Holi.
Kunstzijde md.: 190, 185; Holl. Mij. t. h. m. v. Werk, in
Gew. Beton: 289, 297
%.;
Internationale Viscose: 82%,
84?/8; Maekubee: 115%, 112; Margariue Unie: 437%,
448% (ex div. ad
6 pCt.) ; Ned. 1Lunstzijde md.: 366, 359;
Philips Gloeilampenfabr. (Gem. Bez. v. A.) : 755, 817;
Ougrée Marihaye: 393, 382%; Séparator: 163, 162; Kiichen-
meister Ultr. Mij.: 289%, 239%: (ex claim ad f875);
R’damsche Droogdok Mij.: 262, 284; Zweedsche Lucifer
Mij.: 380, 384.

Van aancleelen in elcctriciteitsonderncrnin gen
bleken aan-
deelen A.N.I.E.M. zich in groote vraag te mogen verheni-
gen, in het vooruitzicht, dat aiendeelhourlers gedurende een
reeks van jareii regelmatig claims zulleui kunnen touchee-
ren. Alg. Ned. md. Electr. Mij. (Nat. Bezit) : 427, 466
1
/
2
.
Mijnbouwaandeclen
hebben dc aandacht getrokken door
een kraclitigen vooruitgang van den koers van aandeelen
Boeton. Daarentegen zijn de andere aancieelen uit deze af-
deeling iets achteruit geloopen. Alg. Expl. Mij.: 219,
215%; l3illitoo le Rubr.: 523%, 525; Boeton Mijnbouw
Mij.: 305%, 335; Müller & Co.’s Mijnbouw Mij.: 94, 94116;
Oost-]3orueo: 98, 100; Redjang Lebong: 151%, 153; Sing
kep Tin Mij.: 285, 290.
Petrofeunrsoorten
hebben over het algemeen den invloed
ondervonden van de geruchten, (lat moeilijkheden zouden zijn ontstaan bij het tot stand brengen van een regeling tot
beperking van de Amerikaansche productie. Een uitzonde-
ring hebben aandeelen Perlak Petroleum Mij. gevormd,
doordat de berichten omtrent de voortbrenging van deze
maatschappij gunstig luiden. Dordtsehe Petr. md. Mij.:
375, 374; Kon. Ned. Petr. Mij.: 395
1
/
8
, 390% ; IPerlak Petr.:
226%, 233; Peudawa: 43, 40%; Marland Oil: 40
9
1,
39%.
De
rubberniarlet
heeft, na een inzinking van het koers-
peil, een verbetering te zien gegeven, toen de rubberprij-
zen eenige neiging tot stijgen aan den (lag hebben gelegd.
Ook de vermindering van de voorraden te Londen in de
achter ons liggende week heeft tot geringe uitbreiding van
nie kooplust geleid. Amsterdam Rubber: 260, 262% ; Dcli
Batavia: 168%, 173% ; Hessa Rubber: 319, 337; Indische Rubber :251, 258; Java Caoutchouc: 144, 145; Kali Tele-pak: 276%, 275%; Ned.-Ind. Rubber & Koffie: 243, 240;
R’dam Tapanoeli: 101%, 102%; Serbadjadi: 197%, 199%;
Sumatra Caontchouc: 156%, 153%; Sumatra Rubber:
207%, 208; Ver. md. Cultuur Oud.: 150, 158; Interconti-
nental Rubber:
101/8,
10711.

Voor
tabak.saandeelen is
eelt vrij krachtig herstel i.nge-
treden, als reactie op den tamelijk scherpen val van de
laatste weken. De hoogste koersen konden echter niet be-

INDUSTRIEELE DISCONTO MAATSCHAPPIJ

AMSTERDAM

LONDEN

BERLIJN

PARI.JS

KOPENRAGEN

MAATSCI-IAPPEUJK KAPITAAL / 25.000.000.-

VOLGESTORT GEPLAATST EN RESERVES 112.900.000._

Financiering van den afzet van industrieele producten.

t..-

470

ECONOMISCH-STATiSTISCHE BERICHTEN

15 Mei 1929

houden blijven. Arendsburg: 565, •584; Dcli Batavia:l
43934′ (slot div. ad
’25 pCt.), 444; Deli’Mij.: 410, 411;
Ngoepit: 320, 329; Oostkust: 172, 16414
;
Senembah: 461,

475.
,Suikeraandeelen
w’aren vrijwel verwaarloosd. Op som-.
mige dagen zijn in aandeelen Handelsvereeniging ,,Amster-dam” slechts enkele stuks omgezet. De tendenz was boven-
dien lusteloos, met uitzondering van aandeelen Javasche
Cultuur Mij., welke een deel van het getoucheercie divi-
dend konden inhalen. Cultuur Mij. der Vorstenlanden:
16114, 161; H.V.A.: 629,
62614;
Javasche Cultuur Mij.:
388, 355 (ex div. ad
42 pCt.); Maron: 235, 223; Moormaun:
29014!, 287; Ned.-Ind. Suiker Unie: 23814, 238; Poerwo-
redjo: 81, ’80,; Sindanglaoet: 385; Tjepper: 705, 719;
Watoetoelis Poppoh: 766, 7493-4 (ex div. ad
80 pCt.).
$cheepvaa’rtaandeefen
hebben vrijwel geen aandacht ge-
trokken, behalve voor aandeelcn van Nievelt Goudriaan &
Co., welke sterk waren aangeboden op het bericht, dat over
1

1928 geen dividend zal worden uitgekeerd. Hollanci-Ame-
rika Lijn: 65,
6314;
Java-China-Japan Lijn: 143, 14714;
Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 90, 89% ; Neci. Scheepv. Unie:
22014, 22214
;
Nievelt Goudriaan: 10914, 96; Stoomv. Mij,

Nederland: 204.
Aancicolen in bankinstellingen
varen nogal verdeeld,
hoewel nIet kleine variaties. Over het algemeen bleken cle
Indische soorten lichtelijk te zijn aangeboden. Amstef-
damsche Bank: 190, 192% ; Incasso Bank:
1243-Ç,
120 (ex

slot div. ad
414 pCt.); Javasche Bank: 315;’ Koloniale
Bank: 238, 236; Ned.-Ind. Handelsbank: 16514; Ned. Hati-
dcl Mij. (C. v. A.) :• 18714, ‘18514; R’damsche Bankverg.
iO8
3
/, 110; Twentsche Bank: 140.
De
Amerikaansche markt
was stil, niet een kleine reac-‘
tie voor industrieele- en koperaandeelen en eenige belang-
stelling in spoorwegmaatschappijen. Anaconda Copper:
23314:, 226; Studebaker: 86
15
/,, 857/
8
; U. S. Leather: 21%
21′; U. S. Steel Corp.: 180%, 17814; Atchison Topeca: 199;
Baltimore & Ohio: 12214′, 123; Ene: 73%, 74 St. Louis &
San Franisco: 1137/ ,113%; Union Pacific: 219
7
/8, 2203-4;,
Waba.sh Itailway: 67, 67%.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

Ï4
Mei 1929.

In den loop dezer week is. bekend gemaakt, waarop dcl
opbrengst van wintert a r w e in de Vereenigde Staten op
1. Mei door het Landbouwbureau te Wahington werd ge-schat. Volgens deze schatting wordt de stand van winter-
tarwe aangegeven met 83.6 tegen 82.7 op 1 April. Het per-
centage van de bebouwde oppervlakte, welke gedurende den
m
winter als verloren beschouwd oet worden, bedraagt dit
,

jaar slechts 6.4 pCt., waardoor de bebpuwde oppervlakte
1

nu 40.467.000 acres is. In het vorige ‘jaar werd vall
1

36.179.000 acres geoogst. De vermoedelijke opbrengst wordt’
officieel op deze basis op 595.335.000 bushels gei-aamd. In
het vorige jaar bedroeg de opbrengst’ 578.4.000 bushels.
Vôbrdat cle officieele schatting wasbecend’gernaak’t, waren
1

er reeds schattingen, van, particuliere’ oogstexperts èn het
gemiddelde van deze bedroeg 619, millioen, bushels. Hoewel
cle officieele ramifig dus een ‘lager cijfer, van cle op-
brengst in uitzicht stelde dan de reecls»bekende schat-
1

tingen van particulieren, had toch ,de be-endmaking van
het of ficieele cijfer een drukkenden invloed op cle prijzen
)

van tarwe aan cle termijnmarken:in Noord-Amerika. Men
wordt er zich namelijk in de Vereenigde Staten van be-,
wust, dat
Op
een goede tarwe-opbrengst, van wintertarw’e,
mag worden gerekend, nu blijkt, dat cle gedurende geruimen
tijd verwachte schade tengevolge van de stre
n
,ge vorst niet
tot werkelijkheid is geworden. In verband met die ver-‘
wacht’e schade en ook in de hoop, dat door wettelijke rnaat.
regelen hoogere prijzen voor tarwe te maken zouden zijn,.
hebben houders van voorraden deze achtergehouden zoodat
de van den ouden oogst beschikbare hoeveelheden tarwe
zeer groot zijn en zwaar drukken. Om exportzaken van,
tarwe uit de Vereenigde Stateen te vergemakkelijken, hebben
dc sporen in cle Vereenigde Staten hunne tarieven voor
graan tot 1 September verlaagd. Bovendien hebben zij ver-
klaarci geen tarwe van dn nieuwen oogst te zullen ver-
voeren, vdÔr de voorraden van den ouden oogst eenigszius
zijn opgeruimd. Het behoeft geen vercle,i bewijs, hoe ernstig.
men den toestand in de Vereenigdg Staten inziet. In Canada
is de toestand . ongeveer dezelfde. Hoewel men daar de
voorraden niet heeft achtergehouden, is nog ccii groot ge-
deelte van don ouden oogst onverkocht. Ook in Canada
overwegen de spoorwegen een tijdelijke reductie op de
vrachttarieven. In het vorige weekbericht werd dé groote.
opeenhoping van binnenschepen te Montreal vermeld. Vol-
gens later ingekomen berichten is de congestie in die haven

nog verergerdl, terwijl ook een groot aantal zeeschepen
op lading ligt te wachten, welke echter bij gebrgk aan
buitenlandsclie vraag niet kunnen worden beladen. In ver-
band met de groote voorraden van den ouden oogst zijii
de vooruitzichten van den nieuwen oogst van het grootste
belang op den pnijzenloop. De berichten over wintertarwe
in de Vereenigde Staten luiden na 1 Mei over het alge-
meen gunstig. In Canada zijn de omstandigheden voor dan
uitzaai van zomertarwe bevredigend en wanneer deze zoo
blijven, meent men, dat dle uitzaai over 14 dagen beëindigd
zal zijn. In Europa heeft het koude voorjaarsweder de
ontwikkeling der tarweplanten vei-traagd en bijna overal
l)eersCht achterstand. Sedert is het echter aanmerkelijk
warmer geworden en wanneer daarin niet weder een ver-
andering komt, zullen de ldac-hten over achterlijkheid
spoedig verstomd zijn. In Duitschland wordt de door de
vorst, aangebrachte schade clan wintertarwe op 5 pCt. ge-schat, gerst heeft meer geleden. Volgens een officieel rap-
Port was op 1 Mei de stand van wintertarwe 3.0, van win-
tarwe 2.9 en van wintergerst 3,5. Vôlgens het Duitsche
systeem is 2 goed en 3 gemiddeld. Ook op den Balkan
is tengevolge van zachter weder d’e toestand verbeterd.
Tengevolge . van vorst wordt in Roemenië de schade op
25 pCt. geschat en men verwacht, dat de daardoor voor
den tarwe-verbouw verloren gegane grond zal worden ge
bruikt voor het beplanten niet maïs.
Het aanbod van tarwe is dringend en in het begin der
afgeloopen w’eek ondergiiigeii de prijzen een scherpe daling.
Tot de verlaagde prijzen werd de vraag voor tarwe in En-
geland, evenals op het continent levendiger en daarcloor
konden de prijzen allengs ‘weder eenigzins verhoogd worden.
Aan. cle termijnmarkt te Chicago daalden de prijzen voor
Mei en voor juli 5 dc. per 60 lbs., doch daarna trad weder
een verhooging in ruim 1 dc. boven den laatsten prijs voor
Mei en van % d.c. voor Juli.
Te Winnipeg, dat op 6 Mci gesloten was, bedroeg dc
verlaging van 4 Mei a.f gerekend ruim 9 dollarcent, doch
ook daar trad sedert weder een verbetering van 234, d.c.
per 60 lbs. in. Ook in Argentinië daalden de prijzen sterk
in het begin der week om later weder eenige verbetering
te ondergaan.
Aan de termijnmarkt te Chicago geeft de loop der prij-
zen voor r
0
g ge ongeveer eenzelfde beeld als dien vooi-‘ta.rwe. De exportvraag voor rogge is gering en niettegen-
staande een sterkc verlaging in de prijzen, bleven koopers
terughoudend. Nog steeds zijli de aanvoeren in Duitsch-
land van den eigen rogge-oogst groot.
De verschepingen van m a 1 5 uit Noord-Amerika zijn den
laatsten tijd sterk in omvang afgenomen en de vorige week was de verschcepte hoeveelheid al zeer gering. Die uit Ar-
gentinië waren iets kleiner dan in de vorige week, doch
toh zeer belangrijk. De stooriiende voorraad, alsook de
zichtbare voorraad in ‘Argentinië zijn beide toegenomen.
Ten gevolge van het groote aanbod van ‘stoomende mals
is de premie daarvan boven latere verschepingen zoo goed
als geheel verdwenen. De aan het einde der vorige weelc
ingetreden sterke verlaging der prijzen aan de termijn-
markten te Buenos Aires is in het begin dezer week voort-
gegaan en afladers hebben hunne prijzen in overeensteni.
ming daarmede verlaagd. Tot deze lagere prijzen hebben
importeurs verschillende partijen uit de markt genomen.
Ook de’ consumptievraag is eenigszins verbeterd, zoodat
de omzetten in Nederland zoowel als in Duitschland en in
Engeland grooter waren. Het laagste punt werd ongeveer
in het midden der vorige week bereikt; daarna trad
weder een verbetering in. Koopers hadden echter niet veel
vertrouwen in deze verbetering en bleven terughoudend,
.zoodat tot de verhoogde prijzen geen groote omzetten plaats
vonden.
De verschepiiigen van ge r
5
t waren gedurende den laat-
sten tijd niet goot en uit Noord-Amerika werd minder
verladen dan men na de heropening der scheepvaart had
verwacht. Het aanbod van stoom’ende gerst is dan ook
gering, doch er bestaat daarvoor weinig vraag, aangezien de voorraden in de Europeesche havens en in hel binnen-
land nog voldoende zijn. Bovendien wordt in Duitschland
weinig gerst gekocht, omdat van den eigen oogst veel wordt
opgevoerd en het aahtal varkens klein is. Wel bestond er
in de afgeloopen week goede vraag naar Amenikaansche gei-st 6p a.flading gedurende de eerstvolgende maanden:
Vooral was dit het geval toen de prijzen voor gerst in
Amerika een verlaging ondergingen. Belangrijke contrac-
ten werden toen afgesloten. Nadien werden de prijzen aan
de Amerikaansche markten weder verhoogd en de aan-
biedingen ‘uit Noord-Amerika schaarscher Aan de Euro-
peesche markten had deze Amerikaansche verhooging ten
gevolge, dat koopers voorzichtig en cle omzetten klei-
ner werden. Aan de termijnmarkt te Winnipeg daalden

15 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

471

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
5111 Mei
Sedert
Overeenk.
5111 Mei
Sedert
Overeenk.
1929
1928 1929
1 Jan.
1929
tiJdvak
1928
1929
1Jan.
1929
tljdvak.1928

32.870
596.114
813.421 1.018
50.373
26.982
646.487
840.4Ô3
4.438 64.157 72.497



64.157
72.497
Tarwe

……………..

202
9.581 7.900
– –

9.581
7.900
Rogge

………………
Boekweit ………………
MaIs ………………
264.772
363.539
2.258
83.633 85.737
348.405
449.276
16.
.973
5.274
154.138
127.823

1.521
3.540
155.659
131.363

Haver

…………….
.8
82.387 68.693

2029
84.416_
68.693
2.524
54.510 85.618
6.755
133.666 154.161
188.206
239779

Gerst

……………..
..372

5.764
84.304 83.260

150
1.184
84.454
84.444
Lijnzaad

……………
Lijnkoek ……………
812
34.541
44.862
1.192
12.286
16.459
46.827
61.321
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
582

7.314 5.132

– –
7.314
1

5.132

de prijzen eerst Vrij aanmerkelijk, doch later trad verbe-
tering in. Vergeleken met 4 Mei was het slot voor gerst
per Mei slechts Y8
^
ets.. en per Juli Y4 cts. per 48 lbs
lager. De prijzen voor Argentijnsehe gei:st werden in den
loop der afgeloopen week vrij aanmerkelijk verlaagd en daarvoor bestond in Duitschland goede vraag. Vooral in
het laatste gedeelte der vorige week kwamen daarin vrij
goede omzetten tot stand. Sedert zijn de prijzen ook voor
deze gerstsoort weder verhoogd.
Canada is géregelcl met verschillende h a v e r.soorten
aan de markt, waarin op de meeste dagen tot dalende
prijzen beperkte zaken tot stand kwamen. Plotseling zijn
te Winnipeg op ii Mei de prijzen sterk verhoogd. Deze
verhooging heeft koopers afgeschrikt, hoewel de tweede
hand geneigd was nog te verkoopen tot lagere prijzen dan
die, welke in de eerste hand werden gevraagd. Vergeleken
met een week geleden sloot de prijs voor haver-pe!: Mei te
Winnipeg %, ets. per 32 lbs. lager dan een week geleden.
e prijzen voor Argentijnsche haver zijn in den loop der
week aanmerkelijk gedaald. Voor deze soort bestaat niet
veel vraag en de omzetten bleven van geringen omvang.

SUIKER.
De afgeloopen week kenmerkte zich weer eens door een
terugloopen der noteeringen op de verschillende suiker.
markten.
In A. m e r 1 k a houdt de interesse voor ruwsuiker geen
gelijken tred met het oploopen der voorraden en brokkelde
de prijs af tot 1.13116 cl.c e. & fr. op basis yan Cubasuiker.
Op de termijnmarkt te New York liepen de noteeringen
Vrij gevoelig terug en was het slot: Mei 1.79; Juli 1.81;
Sept. 1.88; Dec. 1.90 en Mrt. 1.97, terwijl de laatste notee.
ring voor Sp. Centr. 3.58 was.
De ontvangsten in de Atlantische havens-der V. S. be.
droegen deze week 124.000, tons tegen 58.000 ‘tos in 1928,
de versmeltingen 57.000 tons tegen 55.000 tons en de voor-raden 620.000 tons tegen 520.000 tons.
De laatste Cii b a-statistiek is als volgt:

1929

1928

1927
Ton

Ton

Ton
Cubaansche prod. tot 5 Mei .. 4.975.000 3.965.000 4.375.000
Consumptie …………….30.475

37.630

48.000
Weekontv. afscheephavens.

165.427

93.552 -87.675
Totaal sedert 1 Jan . …….. 3.592.440 2.731.472 3.034.886
Weekexport …………….136.976

71.141

82.901
Totale export sedert 1 Jan. 2.064.492 1.395.290 1.600.488
Voorraad afscheephavens…..1.538.695 1.341.561 1.447.664
Voorraad Binnenland ……1.341.338 1.195.898 1.292.114
Werkende fabrieken 40 18. 29

Naar E n ge 1 and werden eenige ladingen en partijen Cubasuiker verkocht tot ongeveer Sh. 811034 voor Mei
verscheping.
Op de termijnmarkt sloten de noteeringen bij gemakke-lijke stemming 3 d. lager dan bij opening. De laatste ruw-
siiikernoteeringen waren:

Mei

Sh. 81-

Dec.

Sh. 816
Aug.

,,

8/2(

Maart

,,

819
Sept. ,, 8/3( Mei 91……

Raffinadeurs verlaagden hunnen prijs deze week met 3 d.
voor alle posities.
Op J a v a was de stemming op de markt voor tweede-
handssuiker stil, terwijl de prijzen tusschen
f
en
f
34
terugliepen.
Het laatst werd genoteerd:
Superieur ready ……………
f
14.75

Mei

…………… … 13.8734:

Juni

………….. ..1275

Juli

………….. ..12.62/
Hoofdsuiker ready …………..11.62341

II
i e r te 1 a n d e brokkelden prijzen op de termijnmarkt
in sympathie met het buitenland geleidelijk af.. Het

slot
was bij overheerschnd aanbod zelfs flauw en de laatste
notee,-ingen waren: Mei f12.-; Aug.
f
12’/
s
; Dec.
f
125,8
en Mrt.
f
13.-, alles aanbod met koopers tot
f
‘ lager.
De omzet bedroeg deze week 3400 tons.

KATOEN.

Marktbericht Van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.

Manchester, d.d. 8 Mei 1929.

i)e Amerikaansche katoenmarkt is deze week . geheel
onder den invloed van ‘veersomstandigheden in de katoen-
districten geweest. Prijzen reageerden op het lage cijfer
van verleden Woensdag en werden vaster tot Maandag ji.,
toen de New York noteeringen weer eenigszins flauwer ver-
deil. Liverpool was gisteren eveneens lager, daar het slot een stijging aangaf van slechts 11 punten t.o.v. de notee.
ringen van verleden Woensdag Voor loopende.maand futu-
res, hoewel zij op Zaterdag 30 punten hooger waren. Na
gisteren wat flauwer geopend te zijn, herstelde New-York
zich eenigszins en sloot vast met slechts weinig verande-
ring. Liverpool opent vanmorgen vast 7 tot 8 punten hoo-
ier. Ontvangsten in de havens zijn ruim 66n millioen balen
meer dan een jaar geleden en het- is wel vermeldenswaard,
dat de exporten naar ‘Groot-Brittannië en Japan elk on-
geveer een half millioen balen grooter zijn dan verleden
jaar, terwijl die naar het Continent ongeveer 130.000 balen
minder bedragen. Egyptische soorten waren ongeregeld in
sympathie met Amerikaansche, desniettegenstaande was er
verleden week een betere handel in spot cotton van alle
soorten, daar het totaal 37.000 halen bereikte.
Gedurende de laatste dagen (Ier vorige week ging er
meer om in. de Amerikaansche garenmarkt. Er werden
goede zaken gedaan, zoowel in grove als medio nummers.
Gisteren was de markt echter kalmer, hoewel er voldoende
vraag naar medio nummers, zoowel mule als ringgarens,
bestond. Biedingen waren in de meeste gevallen te laag,
doch daar staat tegenover dat vele verkoopers rapporteer-
den, dat hun verkoopen in totaal een behoorlijk kwéntum
bereikten. In cie fijnere nummers is de vraag gering. Ge-
twijnde garens voor binnenlandsch gebruik zijn weer in
flinke hoeveelheden verkocht, doch biedingen voor export
zijn over het algemeen te laag. Naar Egyptische garens
heeft de vorige week een goede vraag bestaan en er wor-
den flinke, hoeveelheden genoemd. Gisteren echter met de
flauwere – stemming voor het ruwe materiaal, beperkten
koopers hun operaties voornamelijk tot kleine hoeveelheden.
Men zou wel zeggen, dat de positie van de Egyptische spin-
ners aanzienlijk beter is, daar gisteren geannoneeerd werd, dat de georganiseerde kortere werktijd deze week zou ein-
digen, terwijl aan elke firma werd overgelaten haar eigen
weg te kiezen.
Doekprjzen zijn vrijwel onveranderd sedert het begin
van de week, dit ten gevolge van de reactie in katoen,
waarover wij boven reeds schreven en die meer ruggegraat
aan cle markt gegeVen heeft. Van alle markten bestaat
meer vraag, waarvan echter het grootste gedeelte niet tot
resultaat leidt, daar koopers zenuwachtig zijn en niet ge.
neigd hunne biedingen te verhoogen,. Daar staat tegenover,
dat voor Zuid-China goede zaken in fancies gedaan zijn en
de positie der Boltonspinners over het algemeen gunstiger
schijnt te zijn. De markt is naar onze meening vaster en fabrikanten zijn minder geneigd concessies toe te staan,
hoewel verschillende koopers op vastere katoenprjzen
wachten om definitief leiding te geven aan hen, die over
de toekomst in het onzekere verkeeren.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 30Apr. 7Mei.
1Mei 8 Mei T.T.opBr.-Indië 115 115
F.G.F. Sakellaridis 1 7,40.17,85 T.T.op Hongkong 1/11
j
1/1 1
G.F. No. 1 Oomra 6,20 6,35 T.T. op Shanghai 2j53 215k

472

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 Mei 1929

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.

(In duizendtallen balen).

1
Aug.
’28
Overeen komstige periode

tot
3
Mei
’29
1927 128

1926127

Ontvangsten Gulf-Havens.
}9Ö33

7915

12425
31

Atlant.Havens
UitvoernaarGr.Brittannië 1

1764

1244

2381

,,•

,, ‘t Vasteland ete

4170

4396

5826
:

Japan ……
.1377

880

1628

Voorraden.
(In duizendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
3Mei’29
1928

1927

Amerik. havens ……….
1334
1454
1932
Binnenland.

…………
691
785
164

..

117
224
New

York

…………….
New prleans ………….

.565

349
495
Liverpool

……………
.251
658
591

1065

KOFFIE.
De markt verkeerde in de afgeloopen week in kalme
stemming en de vraagprijzen van Brazilië liepen voor
Santos ongeveer 1/6
8.
21- per cwt. terug, terwijl zij vooi
Rio dooreengenomen ongeveer 2/6 inzakten. Nederlandscli
Indië bleef voor Palembang Robusta vrijwel onveranderd,
doch liep voor de andere ongewassehen soorten in de
meeste gevallen 1 t
134
ct. lager. Van gewasschen Robusta
is het aanbod nog zeer schaarsch.
Aafl de termijnmarkt brokkelden de noteeringen ook
nog iets af en bij liet afsluiten van dit bericht zijn zij vom
de dichtbijzijade maanden
1/4
34
ct. en voor de verder ven
wijderde maanden ongeveer t ct. per
34
KG. lager dan een
week geleden.
Aan de loco-markt was de afzet nog altijd zeer’beperkt;
de officieele noteeringen bleven nog onveranderd gehand-
haafd op 65 ct. per
34 KG,
voor Superior Santôs en 54 et.
voor Robusta.

Een telegram uit Brazilië vermeldde, ‘dat de voorraden,
in de pakhuizen en de spoorwegstatiôns in het binnenland
van. Sao Paulo en Minas Gei-aes teruggehoudén, op 30 April
bedroegen 9.772.000 balen tegen 10.403.000 balen op
31 Maart, hetgeen een vermindering beteekeut van 631.000
balen. De in het binnenland van Rio teruggehouden voor-
raden bedroegen op 30 April 186.000 balen tegen 320.000
balen op 31 Maart, hetgeen een vermindering beteekent
van 134.000 , balen. Het Verdedigings-Instituut van Sao
Paulo raamde den Santosoogst 1929130 op 13.788.000 balen,

welk cijfer op het oogenblik het laagste is, dat genoemd
wordt. Van particuliere zijde worden thans ramingen van
15 millioen en in sommige gevallen zelfs van 16 millioen
balen bekend gemaakt.
Uit het cijfer van den voorraad in het binnenland van
Sao Paulo op 30 April kan thans gevoeglijk worden afge-
leid, dat op 1 Juli (het tijdstip waarop de nieuwe oogst
gerekend wordt te beginnen) minstens nog 8 millioen
balen, doch hoogstwaarschijnlijk een nog grootere hoeveel-
heid in de binnenlandsche pakhuizen van Sao Paulo aan-
wezig zal zijn. Het is te begrjpen,dat bij de zekerheid, dat
de volgende Santas-oogst zeer groot zal zijn, velen in San-
tos hopen op vorst tijdens den bloei van den oogst 1930/’31
in Augustus/October van dit jaar, waardoor de vooruit.
zichten op al te groote overproductie in de toekomst eenig.-
zins zouden verminderen, al moet het ook feitelijk als een
abnormaliteit worden beschouwd, dat een land, dat yoor
zijn budget voor het grootste gedeelte afhankelijk is van de productie en den uitvoer van een bepaald artikel, red-
ding verwacht van iets, dat onder normale omstandigheden
als een ramp zou gelden. Volgens verschillende particu-
liere berichten, uit Brazilië ontvangen, schijnt men ech-
ter ook daar langzamerhand tot het inzicht te zijn ge-
komen, dat de toekomst van het artikel bij de te verwach-
ten opeenhooping van groote voorraden, thans zeer onzeker
is. Ook het Instituut tot Permanente Verdediging van de
Koffie yan Sao Paulo acht het op het oogenblik ‘ noodza-
kelijk om althans het verbruik van Braziel-kof
1
ie, dat door de toeneming van den afzet van ,,Milds” ongetwijfeld heeft
geleden, met nieuwe middelen te bevorderen. In de eerste plaats heeft het de planters aangesoord om meer aandacht
te wijden aan de kwaliteit en verder heeft het, om te groote
haast bij het afwerken vaü den oogst hij de planters te
voorkomen bepaald, dat de uitvoeren van de plantages
naar de binnenlandsche pakhuizen vanaf 1 Juli 1929 ver-
deeld zullen worden over de volle 12 maanden van liet
oogstjaar. Of deze maatregel, die ten gevolge moet hebben,
dat de planters nu ook over een deel van hun oogst zoo-
veel later voorschot zullen kunnen krijgen, voor hen niet een bron van verwarring en van ontevredenheid zal zijn,
dient te worden afgewacht. De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 10116
t
1016
per evt. en van dito Prime ongeveer 1041- t. 10516, terwijl
zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte
verscheping, bedragen 741- 8. 751..
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, Mei-verscheping,
4
034
ct.; Benkoe-
len Robusta, Mei-verscheping, 4134 et.; Mandheling Ho-
busta, Mei.vèrscheping, 44 ct., alle’s per
34 KG.,
cif, uitge-
leverd gewicht, netto contant.

STATISTISCH OVERZIC}

TARWE Hard Winter
No. 2 loco
Rotterdam!
Amsterdam
per 100 K.G.


ROGGE
AmericanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.

1
MAIS
La Plata

IAmer.No.23)
loco
R’damjA’dani
‘per 2000 K.G.

GERST.

loco
Rotterdam ‘per
2000 K.G.


LIJNZAAD
La Plata
loco R’dam!A’dam
per 1964) K.G.

STEENKOLEN
WestfaalscheJ
Hollandsche
bunkerkolen,
ongezeefd f.o.b.
R’dam/A’dam
per 1000 K.G.

PETROLEUM Mid. Coiitin. Crude
ti

3395
Bé s. g.
per barrel

IJZER
Cleveland
Foundry No.3
f.o.b.
Middlesbrough
per Eng, ton’

KOPER
Standaard
Locoprijzen Londen
per Eng. ton

f1.
Ojçj
f1.
°!o
6.
0j
f1.’
01
5

f1.
0
10
f1.’
0
10
$
0
10
Sh.
01
0/
Jaargemidd.
7925
17.20
100,0
13,075
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
10,80 100,0
1.68
100,0 731-
100,0 62.116
100,1
15,99
92,4
11,75
89,9
174,25

75,3
196,75
83,4 360,50

,
77,9
17,90
165,74
1.89 112,5
8616
118,5 58.11-
93,

p

1926
nuari 1927
15.221
88,5
12,50
95,6

165,00
71,3
222,25
94,2 362,50 78,4
13,35
123,7
1.75
104,2
8516
117,3
55.716
89,
ebruari
15,225
88,5
13,05
99,8
167,00
72,1
230,00
97,5 373,75 80,8
12,10 112,0
1.70
101,2
8316
114,4 54.161-
88,.
Maart
15,05
87,5
12,70
97,1
164,50
71,1
219,25
92,9 354,75 76,7
11,25
104,2
126
75,0
811.
111,0
55.171-
89,1
April
14,80
86,0
12,825
98,1
173,00
74,8
237,50 ‘100,6
351,50
76,0
11,00
101,9 1.22
72,6
801- 109,6
55.216
88,1
Mei


15,75
91,6
13,575
103,8 172.75
74,6 258,25
109,4
373,75
80,8
10,95
101,4
1.22
72,6
741- 101,4
54.141-
48,

j
uni’
15,60
90,7
13,20
101,0
175,25
75,8
245,00
104,2
372,75 80,6
11,00
101,9
1.22
72,6
701- 95,9
54.216

,
87,
uh
15,70
87,8
12,05
92,2
171,50
74,1
235,75
99,9 367,75 79,5
1110
102,8 1.22
72,6
701-
95,9
53.19/-
86,’
Augustus
14,87
5

86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50′
107,0
368.25
79,6
1105
102,3
1.22
72,6
691-.
94,5
55.516
89.1
September ,,
October

1
14,70′
85,5
12,15
92,9
179,50

77,5 233,25
98,8 369,50 79,9
10,90 100,9 1.22
72,6
651- 89,0
54.131-
88,1
13,72
5

79,8
11,45
87,6
178,75
77,2
230,50
97,7
359,00
77,6
10,90 100,9 1.22
72,6
651- 89,0
55.51-
89)
November
»
13,45
78,2
12,125
92,7
184,75
79,8
233,25
98,8
349,75
75,6
10,65
98,6
1.22
72,6 651-
89,0
59.11-
95,
December
13,40
77,9
12,57
5

96,2
201,00
86,8
246,25
104,3
348,25
75.3
10,60
98,1 1.22
72,6
651

,
89,0 6021
96)
Januari

1928 13,50
78,5
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00 78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-!-
99,1
Februari
13,80
802
12,875
98,5
226,50
97,8
243,75
103,3
361,00 78,0
10,00
92,6
1.21
72,0 651-
89,0
61.121- 99,
Maart
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75 75,8 9,95
92,1
1.19.
70,8,
6516
89,7
61.316
98,1
April
15,30
88,9
14,975
114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19

,
70,8
661-
90,4
61.1416
99,
Mei
15,30
88,9
15,475
118,4
238,50
103,0
260.75
110,5
372,00
80,4
10,60
98,1 1.19
70,8 661-
90,4
62.151-

Juni’
14.37
5

83,6
14,275
109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
63J7!-

Juli
14,25
82,8
13,075
100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75 77,8
10,10
93,5
1.19
70,8
661
904
62.181-

Augustus
12,00
69,8
12,62
5

96,6
214,75
92,8 226,75
96,1
350,75 75,8
10,05 93,1.
1.21
72,0
’66/-
90
:
4

62.1016
100,’
September ,,
11,65
67,7
11,575
88,5
198,75
85,9
198.25
84,0 350,75 75,8
10,00
92,6
1.21
72,0
661-
90,4
63.81-

October

,,
12,27
5

71,4

12,27


93,8 218,50
94,4
189,50
80,3 366,00
79,1
9,95
92,1
1.19
70,8
661-
90,4
65.121-

.
105,’
November .,
12,325
71,7
12,07
5

92,4
227,25
98,2
185,50
78,6 386,25 83,5
10,20
94,4
1.18
70,2
661-
90,4
67.181-
109,.
December


12.30
71,5
11,90
91,0
220.25
95,1
180,50
76,5
373,75
80,8
10,10
93,5
1.18
70,2 661- 90;4 70.31-
113,1
januari

1929
12,35
71,8
12,20
93,3
237,50
100,0 194,25
82,3
365,00 78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,’
ebruari

,,
12,72
5

74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5 357,25
77,2
12,90
119,4
1.11
66,1

66/6
91,1
1

78.-16
125,
Maart
12,65
73,5
12,625
96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00 77,6
12,00
111,1
1.11
66,1

91,8
1

89.81-
144,
‘April
12.12
5

70,5
17,625
88,9

218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
11,05
102,3
1.11
66,1

93,2
82.1716
133,
6 Mei
11,25
65,4
11,10
84,9 200,00 86,4 ‘180,00
76,3
372,00
S0,4
1115
103,3
1.11,
66,1
68)6
93,8
80.-!-
129,
13

,,

•,.
11,25
65,4
10,50
,
80,3
198,00
85,5
1177,00
75,0.1
365,00
78,9
1100
101,9
1.11
66,1 6816
93,8
73.216 117,
1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658,en 659) pag. 689190 en 709.
2
)Western véôr de invoering
v
* Manitoba No. 3. t Zuid-Russische.

15 Mei 1929

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

473

De slôt-noteeringen te NewYork van liet aldaar gelden-
de
gemengd
contract (basis Rio No. 7) waren:

Mei
Sept.
1

Dec.
1

Maart

13

Mei
$
15,65
$
14,20
$
13,89
$
13,58
6

,.

……
,,

18,15
,,

14,83
14,43
,,

14,05
.
,,

16,15
,,

14,72
14,37
,,

13,96
29
April

…….
22

,,
,,

15,85
,,

14,63
14,27
,,

13,82
Rotterdam,
14
M’i
1929.

Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Mei in duizenden balen.

1929

1928

1927

1926 1925
Voorraad in
Europa…

2.036

2.01:4

1.732

L614
1.709
St.00mend fBrazilië
..

574

467

455

449
444
n. Europa kOost

Indië.

46

64

69

29
12

2.656 2.545 2.256 2.092 2.165
Voorraad
Ver.
Staten
789

892

807

694

695
Stoomend
~
Brazilië

335

469

439

304

183
V
er
.St
a
t
en
O
0
st
11
d
1
e

6

.
3.786

3.906
3.502

3.090

3.043
Voorr. in Pernambuco
8



Bahia
….

25

49
20

15

31
Victorja

..

43

94
7


Riodejaneiro
287

283
126

74

93
Santos
….

1.058

1.102
882

1.354

2.168
Paranagua.

10


Totaal

…..
•5.217

*5.434
$
4.537

*4533

*5335
Op

1

April

……..
*4.980

‘5.255
0
4.558

‘4.786

*5.389

1928

1927
1926

1925

1924
Op

1

Juli

……….
*5.729

‘4.720
‘4.571

•5.085

‘5.071
*
Niet inbegrepen de
binnenl.
voorraden in Brazilië.

De binnenlandsche voorraden
te
Santos
Rio de Janeiro
1 Juli
1924

4.592.000 balen
1
Mei
1925

2.644.000
1 Juli
1925

1.786.000

1 April
1926

3.902.000
1 Mei
1926

3.531.000

1 Juli
1926

2.833.000

1 April
1927

3.888.000
1 Mei
1927

3.133.000

1 Juli
1927

3.312.000

1 April
1928 12.653.000
1 Mei
1928 12.115.000
1.194.000 balen
1 Juli
1928 11.672.000
1.180.000

1 April
1929 10.403.000
320.000

(Mededeeling van de Veeeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

Data
te
Rio
i
te Santos
Wisselkoers
1

te Rio
1
op Londen
1
No.
4′)f

i
Voorraad
(In
Balen) Prijs
No.
71)
Voorraad
(In Balen)
1

Prijs

6 Mei 1929
304.000
1
27.575
1.070.000
1
33.500
5604
1512
29 April 1929
292.000

28.250
1.049.000

33.500
5608/
22

,,

1929
269.000
28.600
1.08].00(‘
33.500
,51 2
5
604

1612
6

Mei 1928
294.000
26.225 1.136.000
.33.000
6
,
,H fCIS.

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen

Data
te Rio

te Santos

Afgeloopen 1 Sedert Afg

eloopen Sedert
week

1Juli

week

1
1Juli

4 Mei 1929…

54.000
~
2.578.000
1
121.000
1
7.458.000
4 Mei 1928…

60.000 3.339.000 139.000 8.789.000

THEE.

De theemarkt handhaafde in de afgeloopen week haar
vaste tendenz vooral voor de goede middenkwaliteiten, die
hier en daar iets in prijs konden verbeteren, terwijl de
Java-veiling aan het einde der week een prijsverbetering
vrijwel over de geheele linie te zien gaf van
3′ tot
d.
per lb.

Het oogstseizoen in Noordelijk Britsch-Indië heeft zich
weer ingezet en de officieele raming vaii dien oögst tot ulto
April bedraagt ruim 17 millioen lbs., een hoeveelheid, die
die van een jaar geleden tot hetzelfde tijdstip met ca. 4 mil-lioen lbs. overtreft.
Hier in Amsterdam was de markt stil.

Amsterdam, 13 Mei 1929.

COPRA.

De markt was gedurende de afgeloopen week kalm. Het
aanbod van het Oosten nam langzamerhand een weinig
toe, zoodat de groote fabrieken zonder haar limieten te ver-
hoogen konden koopen, en de prijzen daarna iets terug.
liepen.
De elotnoteeringen zijn:

Nederl.-Indiscbe .f.m.s. afscheep Mei ……….
/
26
Juni ……….
,,
2651,
Juli ……….
,,
26J.

N GROOTHANDELSPRIJZEN’)

TIN
oco1rlizen
..on en per
Eng,
ton

KATOEN
for MlddIIng
locopzen
New ork
per
Ib.

WOL
gekamde
Australische,
Merino, 64e Av.
loco
Bradford
per
Ib.

WOL
gekamde
Australische,
CrossbredColo-
nial Carded,
SO’s
Av. loco
Bradford
per
Ib.

RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked

loc’liIen
per
Ib.

SUIKER
Witte kristal-
suiker loco
R’dâm/A’dam.
per 100 K.G.

KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam per
1/
K.G.

THEE
All. N.-I. theev.
A’dam gem.
pr.
Java-
en Suma-
tratheep.i/3K0,

fndexcijfer
v/h. Centr. B.
v.
d.
Stat.,
herleld
van
1913=100
tot 1925=
100

lndexcijfer
van The
Economist,
herlejd
1927=
100
tot
1925=1(›0

£
1.171-
01
0

100,0
8
cts.
23,25
0
10
100,0
pence
55,00
1

01
100,0
pence
29,50
°Io
100,0
Sh.
2111,625
0
10
100,0
II.
18,75
0
/0
100,0
cts.
61,375
0/
100,0
cts.
84,5
°Io
100,0
100,0 100,0
0.1716
9.13
1
6
111,1
114,4 17,55 13,45
75,5
57,5
47,25 45,00 85,9
81,8
24,75
25,25
83,9
85,6
21-
1
1
7,375.
67,4
54,4
17,50
22,00
93,3
117,3
55,375
50
90,2
81,5
94,25
71
111,5
93,2
103,8
9.816
2.151-
118,2 119,4
1415 1425
60,6
46,25
84.1
26,00
88,1
117,125
53,7
21,120

112,7
48,75
79,4
71,25
84,0
84,3
93,5 94,2
98,6
100,7
4.11-
116,1
14,75
61,3
63,4
47,75 47,50
86,8
86,4
26,50 26,25
89,8
89,0
1/8,25
117,875
56,8
55,8
20,62′
20,25
110,0
108,0
48 48
78,2
78,2
70
72,25 82,8
85,5
92,9
99,0
5.12/-
5.9/6
112,9 16,15
69,5
47,00
85,5
26,00
88,1
1/7,75 55,4 20,25
108,0
47
76,6
86,5
102,4
92,3 93,5
98,4
100,1
9.15
1
6
113,2
110,7
16,85
17,90
72,7 77,0
47,25
48,50
85,9 88,2
26,00 26,50
88,1
89,8
1/6
1/4,75
50,5
47,0
18,37
6

18,626
98,0
99,3
47 47
76,6 76,6
81,25
84
96,2 99,4
96,1


100,5
2-16
111,5
19,70
84,7
48,50
88,2
26,50
89,8
1/5,25 40,8
18,50 98,7
45,375 73,9
• –

97,4

96,1
100,5
102,2
7.12/6
0.216
109,8
100,9
22,05 20,65
94,4
88,8 50,00
90,9
26,50
89,8
114,25
45,6
17,87
5
95,3
44,25
72,1
94,5
111,8
96,8 101,3
0.4/6
1009
20,25
87,1
50,25
5225 91,4
95,0
26,75 28,50
90,7 96,6
114,375
116,5
46,0
51,9
16,87
5

17,25
90,0 92,0
45,25
46
73,7
74,9
93
96
110,1
113,6
96,8
97,4
1003
99:4
5.1316
5.1
1

101:8 97,4
19,70
19,25
84,7 82,8
5150
53,00
93,6
96,4
28,75 29,75
97,3
100,8
1
1
7,75
117,25
55,4
54,0
17,87
5
17,375
95,3
92,7
46
46
74,9
89,25

105,6

97,4
99,0
3.1016
89,2
18,35
78,9
54,75
99,5
31,75
107,6
1/3,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9
74,9
84,5
79,5
100,0
94,1
98,7
96,8
97,6
98,4
3.17/6
1.6/-
89,3
89,5
19,35
83,2
55,00
100,0
33,25
112,5
1/0,75
35,8
16,875
90,0
47
76,6
79 93,5
98,1
99,6
7.13/

88,1
20,65
21,55
88,8
92,7
54,50
54,25
99,1
98,6
33,00
32,25
111,9 109,3
-/9,375
-/9
26,3 25,3
16,87
5

16,625
90,0 88,7
47
48,25
76,6
78,6
74,25 78,25
87,9
926
98,7
98,1
101,4
3.816
83,4
21,35
91,8
55,50
100,9
31,75
107,6
-j9,25
26,0
15,75
84,0
49
79,8
73,25
8
6:
7

98,7
101,3
99,5
1.19
1

80,9
21,75
93,5
53,00
96,4
31,25
105,9
-/9,25
26,0
15,50
82,7
49,875
81,3
71,25
84,3 95,5 97,7
.181-
80,9
19,30
83,0
51,75
94,1 30,00
101,7
-/9,25
26,0
16,00
85,3 51,875
84,5
67,75
80,1
92,9
96,6
1.7
1
6
81,9
18,55
79,8
47,00
85,5
29,00
98,3
-/8,5
23,9
15,87
5

84,7
52,75
86,0
70,25
83,1
93,5
95,7
.191-
1.10/6
84,8 88,8
19,45
19,90
83,7
85,6
46,25 47,25
84,1
85,9
27,25
27,50
92,4 93,2
-/8,8
-/8,625
24,7
24,2
14,625
14,00
.78,0
74,7
53
53
86,4
86,4
73
75,75
86,4 94,2
95,8
3.8/- 87,2 20,45
88,0
46,25
84,1
28,00
94,9
-/8,5
23,9
13,925
74,3 51,75
84,3
76,5
89,6
90,5
95,5 95,5
96,3
1.716
1.11/-
84,9
85,0 20,20

20,10
86,9 86,5
46,75
85,0
28,75
97,3
-19,875 27,9
13,77
5

73,5
53,125
86,6
77,25
91,4
94,2
84,4
21,25 91,4
44,25
44,00
80,5
80,0
27,75 27,50
94,1
93,2
1/- 1/0,125
33,7
34,0
13,375
13,50
71,3
72,0 54 54
88,0
88,0 74,25 72,75
87,9
86,1
94,2
94,8
r.516
79,2
20,45
88,0
43,25
78,6
27,25 92,4
-110,5
29,5
13,375
71,3 54
88,0 74,25
87,9

92,9
‘.12/6
75,5
19,755
84,9
5

42,257 76,87
26,757
90,77

1
10,1875
28,6
12,50
66,7
54
88,0 1.2/6
76,0 1
19,556
84,10

III
30,9
12,25
65,3
54
88,0
uo.ccwgswijze
van.

)Jaar- en maan(igemiddelden afgerond

op
1
1
pence.
5)
3 Mei
0)10
Mei
7)
2 Mei

474

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

15 ‘Mei 1929

VERKEERSWEZEN.

VRACHTENMARKT.
Graan vcin NQord.-Amerika.
Dee markt was in de af-s
geloopen. week veel minder levendig,’ met het gevolg, dat
de vraag naar scheepsruimte in alle richtingen slechts ge
ring was. De koersen bleven echter gehandhaafd. Van
Montreal werd per tweede helft Mei naar Antwerpen of
Rotterdam tegen $ 0.13, naar Havre en/of St. Nazaire tegen!
$ 0.14% naai én en $’0.’15 naar beide havens afgesloten
terwijl voor eerste helft Juni laden naar Hamburg $ 0.13%

betaald is. Naar
,
de ‘Middellanclsche Zee werden bevracht
twee booten per tweede helft Mei, en’ wel één tegen $ 0.17
naar Marseille/Gepua/Leghorn/Napels en de andere tege
$ 0.18 naar Marseille/Genua/Leghornapels/CaStellamare
met de optie Torre Anunziata of Catania tegen
1%
et. extra,

en twee boot,en per Mei/Juni tegen $ 0.18 resp. $ 0.17%;
(excl. Spanje en Noord-Afrika).
Van de Northern Range trachten bevrachters ‘oorals
nog Mei/Juni tonnage op basis van $ 0.11 naar Antwerpen
of Rotterdam. te’ krijgen, evenwel zonder eenig succes.
Suiker van West-Indië.
:I3evrachters toonden meer belang
stelling in scheepsruimte dan de vorige week en de vrach-
ten zijn weer iets opgeloopen. Van Cuba aijn verschillende
booten van 7518000 ton per Mei en eerste helft Juni naar
IJ.K./Continent tegen. 181- gedaan, terwijl voor een 6000
tonner 1816 betaald is, met de optie San I)omingo laden
tegen 6 d. minder. Van Cuba naar Vancouver werd een
boot van: 616500 ton per Mei/Juni tegen $ 3.50 afgesloten.
5

Graan van de NoordPaaific.
In deze afdeeling was het
w’edero,ni zeer rustig., De eenige. afsluiting der afgeloopen
wek betreft een 700 tonner van Vancouver tegen
2719
met de optie Portla’nd of Puget Sound tegen 291.. naar
U.K./Continint pci’ Juni. Dit kan misschien herhaald
worden.
Graais van La Plata.
De koersen toonen een lichte stij-
ging, maar de vraag naar seheepsruimte blijft in hoof d-
zaak beperkt tot Mei en Juni tonnage,
Handige booten van circa 5500 tons lading werden van
de Bovenrivier naar U.K,/Continent tegen 2516, met einde
Mei cancelling en tegen 2416 per Juni afgesloten; ‘groote
booten per Mei tegen 2413, en per Juni tegen 2319. Naar de
Middellandsche Zee is 26/6 voor Mei laden en 251- per Juni
betaald, terwijl een prompte boot naar de Adriatische Zee 2816 heeft kunnen bedingen. Van Buenos ‘Aires werd per
Juni ad 221- naar U.K./Continent en – ad 261- met eind
Mei cancelling naar de Middellanclsche Zee geslQten. Vai
Bahia Blanea wei’den een 7300 tonner per Mei naar
U.K./Continent tegen 2313 en een 8500 tonner per Juni
naar Antwerpen of Rotterdam tegen 211- bevracht.
Salpeter van dc West kust Zuid-Amerika.
In het algemeep
zijn bevrachters nog steeds zeer terughoudend, in af wach-
ting van het resultaat der binnenkort te Londen ‘te. hou-den besprekingen Slechts een weinig lijnei’ruimte wei’d
tegen. goedkoope cijfrs afgesloten. Een verdere verlaging
der cijfers blijkt ‘uit eenige boekingen naar BordeuuxfAnt-
werpen Range per Mei/Juni en naar Duinkerken/Hamburg
Range per Juni tegen 17/6.
Burmah.
Deze markt is nog steeds zeer flauw. Er is
momenteel slechts één definitieve order aan de markt voor
een groote boot per Mei/Juni of Juni, naar Odynia, waar-
voor 25’f.” 25’16i ïfiticht getëld ‘vordt.
Donau en Zwarte Zee.
Van den Donau zijn nog steeds geen definitieve orders. Van de Zwarte Zee werd graasi-
tonnage voor Mei laden tegen 131- naar het Continent,
1316 naar U.K. en 1416 naar Scandinavië opgenomen, met
de optie koek,en tegen 116 extra. Vôor Mei/Juni laden
kunnen deze cijfers herhaald worden.
Middellandsche Zee.
Er werden vele booten voor ertslk-
dingen afgesloten, om, als volgt: Melilla/Botterdam 5/3,
BizertafNewport’ Doek 6/-, Bona/Garston of Birkenhead 7/-,
terwijl fosfaatladingen slechts in geringen getale verkrijg-
baar waren. Van Tuni . naar:’ Rotterdam werd tegen 713,
en van Sf ax naar Ndnte’s ‘tegen’5/3 bevracht.
Van Alexandrië ‘naar Huili wordt 91. per 60 cub. voet
voor Mei laclen’en 10/6 iiaar Londen in uitzicht gesteld.
Noord-Spanje.
De vraag naar seheepsruimte was belang-
rijk minder, dan de vorige’, week. De vrachten bleven echter
gehandhaafd. Van Bilbao naar Rotterdam is 5110%L ver-
krijgbaar, n’aar Tyne Doek of Sunderland 61- en naar New-
port 6/9.
Kolen van U.K. Deze , markt was, wederom zeer leven-
dig en ten gevolge van hét tekort aan prompte scheeps-
ruimte waren de. vrachten voor deze positie veel vaster.
Om. vonden de volgende afsluitingen plaats: zan iç1-
Wales naar Sundsvall. 6/4W Lissabon 9/-, ‘Mars’eiIle

,
11/•-,
Genua 913, Malta 91-, Port.Said 1216, Colon 1516, Buenos
Aires 1213, en van de Oostkust naar Hamburg 513, Ant-

werpen 3/6, Gibraltar 91:,’ Oran 101-, West-Italië 1013,
Adelaide 25/- en Las Palmas 101-.

RUN VAART.

Week van 5 t/. 11 Mei 1929.

De aanvoeren van zeezijde’ bleven onverminderd zeer
levendig. Bij regelmatig veel vraag, bleef de scheepsruimte,
hoewel tamelijk schaarsch, voldoende beschikbaar. De
vrachten wij zigden zich ‘niet noe’menswaard;’ de’ stemming
echter bleef vast. Voor erts naar

de Ruhrhaven betaalde
men in het begin der week,
f
0.8010.90 met resp. 4 en S
losdagen per last. Daarna liep de vracht op tot maximum

f
1.—/1.10. Gemiddeld ‘betaalde meh
f
0.90 en
f
1.— p’
last. Naar den Bovenrijn nas eveneens tamèlijk veel vraag.
Voor ruwe prodiicteii bétaal’de men’ca. fl.70 ad fl.80 per
last met verkorten lostijd. Hoofdzakelijk werd echter iii
diighuur gecharterd..Deze huurvarieerde van 3 ‘tot 3%’cts.
per ton over seheepsgrootte. Het sleeploon bedroeg gemid-
deld 35 ets. tarief. De waterstand bleef ongeveer station-
nair Naar den Bovenrijn werd op 2.20 ad 2.30 m. en naar
desi Benèdenrijn op vollen diepgatig afgeladen.
In de Ruhrhavens kwam in de algemeene situatie geen
wijziging. De vraehten bleven onveranderd. Voor export-
kolen naar Rotterdam bedroeg deze Mk. 1.40 per ton in-
clusief sleepen.

ONTVANGEN BOEKEN.

Mededeelingen van het normalisatie-bureau voor Ar-

beidszaken in de Metaalnijverheid’ (N.A.M.).
Am-

sterdam, April
1929; N.A.M.,
Amsterdam.

Deze Mededeelingen bèvatten: Gemiddeld uurloon en ge-
middeld uurinkomen der werklieden, werkzaam bij ‘de laden
van dien Metaalbond.

D,e
varkensfokkeri’j
en -mesterij in Denemarken
door

Ir. H. G. A. Leignes Bakhoven en Ir.
W.
de

J’orig, Rijksveèteeltconsu,lenten. ‘s-Gravenhage,
z.j:; Algemeene Landsdrukkerij, ‘s-Gravenhage.

De beteelcénis van de Coöperatieve productiebedrij-

ven,,
door K. de Boer.

Referaat, gehouden ter algemeene vergadering van de
Coöperatieve Groot Handelsverecniging ,,De Handeiska-
mer” te Maastricht.:’ .

Vijfde Jaarboek der Alg. R.K. Werk geversvereeni-

ging 196-1927. Tilburg z.j.; Drukkerij B. van

Eerd & Zn.
Unie van Utrecht en Plakkaat van Verl’atinge. De
wording van den Nederiandschen Staat
door Dr.

Z.
W. Sneller, Hoogleeraar aan de Nederlandsche
Handelshoogeschool te Rotterdam. Uitgegeven
voor de Vereeniging voor Staatkunde van de stu-

denten der Nederlandsche Handelshoogeschool
doorW. L. & J. Brusse’s Uitgeversmaatschappij
te Rotterdam in
1929.

A Study of Interest rates
door Karin Koek, Stock-

holm, November
1928; B. S.
King & Son, Ltd.,

Londen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.

Bedrijtsleven’on de” strijd ‘tègén

de Armoede in, Nederland

door Dr. CH. A. VAN, MANEN.

Prijs ingenaaid
f
3,—.

Gebonden
1
4.75.

Voor leden der ‘Vereeniging en ‘geabon-

neerden op het Weekblad wor,dt dit werk

beschikbaar ge8teld tegn den prijs ‘van

f
2,50 Ingeflaaid en
f
4,— gebonden.

Bestellingen richte men tot het ‘Secretariaat van het

Instituut, Pieter,
,
de Hoochweg 122, onder gelijk-

tijdige remise per postwissel of op postchèque en

girorekening No. 8408, Rotter’datii.

Auteur