13
MAART 19
AtJTEtÏRSRÈCHT VOORBËHOIJDPJN.
Economi
‘s schStatistische
Beri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
1
14E JAARGANG
WOENSDAG 13 MAART 1929
No. 689
INHOUD.
Blz.
SAMEN WERKING VAN CIRCULATIEBANKEN
door
Prof.
Mr. Dr. G. M. Verrijn Stnart ………………..
24€
De Nederlandsche Katoenindustrie in 1928 1 door
Joan
Gelderman ………………………………..
24
Het wezen der Investment Trusts door
H. M. R. A.
VCn
der Valk
…………………………….
24
De
nieuw voorgestelde regeling van de rechtspositie
van
Kapitein en Schepelingen door
Mr. H. E. Scheffer
..
25€
Het jongste Jaarverslag van de Banque Nationale de
Belgique door Mr. M. L. van Goudoever ……….
252
Zal de V. 0. V. een StaatsIevensverzekeringsbdrijf
worden? door Prof. Dr. A. 0. Holwerda ……….
254
BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:
De Buitenlandsche Handel van Algiers door
Dr. G.
H. Bonsquet …………………………….
255
AANTEEKENINGEN:
De Fusie van de Rotterdamsche Bankvereeniging en
de Nationale Bankvereeniging …………….257
Indexcijfers van groothandeisprijzen …………..
257
Indexcijfers van groot. en kleinhandelsprijzen in
Nederl.-Indië
.. ………..
. . .-. ………_. …….
258
OvERzICHT VAN TIJDSCHRIFTEN
..
259
?.fAÂNDCIJFERS:
Emissies in Februari
1929…………………….259
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN…………….
260-268
Geidkoersen.
Bankstaten.
Goederenhandel.
Wisselkoersen.
Effectenbeurzen.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr.
Q.
J. Terpstra.
ECONOM12CH-STATlSTISCHE BERiCHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blo’ns; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. D. E. Moresco;
Prof. Dr. N. J. Polak; Mr. Dr. L. F. R. Regout; Dr. E.
van Welderen Baron Rengers;
Prof.
Mr. H. R. Ribbius;
Jan &hilthuis; Mr.
Q.
J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Assistent-Redacteur: H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
Abown.ementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
tJederl and f20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Institunt ontvangen het weekblad gratis.
De verdere pvblicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
.&angeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
Advertenties
f
0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh
d
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot.
terdam, Amsterdam, ‘s-Oravenhage. Postchèque- en giro
rekening No. 6729.
12 MAART 1929.
In den algemeenen toestand
van d
e
geldmarkt
kwam deze week geen verandering. Particulier dis-
conto bleef
4% á
4
9
1ie
pOt. noteeren; de prolongatie-
rente noteerde 5 pOt. met uitzondering van Vrijdag,
toen
4%
pOt. genoteerd werd.aarentegen was eau-
geld veel gemakkelijker. Uit vrees voor een disconto-
verhooging van De Nederlandsche Bank waren in het begin der week groote posten wissels bij haar geher-
disconteerd. De opbrengst werd voorloopig
on
cali
gegeven met het gevolg, dat de rente van 4% â 5 pOt.
tot 2% á 3 pOt. terugliep.
* *
*
De weekstaat van De Nederlandsche Bank geeft
vrij belangrijke wijzigingen te zien. De post binnen-
landsche wissels vertoont een stijging van
f
46.4
mii-
lioen. De beleeningen blijken met
f
19.9 millioen te zijn
teruggeloopen. Het renteloos voorschot aan het Rijk
werd gedurende de afgeloopeii week geheel afgelost
om plaats te maken voor een credit saldo van de
schatkist ten bedrage van
f
1.3 millioen.
De metaaivoorraad der Bank bleef vrijwel op de-
zelfde hoogte. De buitenlandsche uitzettingen zijn,
‘als gevolg van de voortgezette afgifte van Ponden,
~
péïr saldo aanmerkelijk teruggeloopen. De post papier
ôp het buitenland daalde met
f
30.9 millioen, terwijl
de diverse rekeningen onder het actief slechts een
stijging van
f
1.8 millioen te zien geven.
De biljettencirculatie verminderde met
f
17.2 mii-
lioen. De rekening-courant-saldi van anderen ver-
toonen een stijging van
f
10.8 millioen. Het beschik-
baar metaalsaldo klom met
f
2 millioen. Het dek-
kingspercentage bedraagt nagenoeg 56.
* *
*
De Dollarkoers bleef ook deze
week weder onver-
anderd, ‘daarentegen liepen de andere koersen vrij-‘
wel allen
iets terug.
De verschillen
waren
echter ge-
ring, alleen Madrid fluctueerde sterk met een dalen-
de tendens. Geopend op ca. 38.20, werd in den loop
der week voor 36.60 afgedaan en ofschoon af en toe een licht herstel intrad, bleef de stemming flauw.
LONDEN,
11
MAART
1929.
Geld was vrij gemakkelijk verleden week, bij een
grooten omzet.
De allesoverheerschende kwestie van den toestand
op de New Yorksche geld- en fondsenmarkten werd ook nu weder druk van alle kanten besproken en be-
critiseerd, daar men hier wel voelt, dat er iets moet
gebeuren, maar men ziet tevens in, dat een disconto-
verhooging alleen niet het gewenschte gevolg zal
,hebben.
‘De Bank van Engeland heeft nu reeds, om een
verdere verhooging van het officieel disconto zoo lang
mogelijk te vermijden en ‘toch haar goudvoorraad te
versterken, den zeer ongewonen stap (wij meenen, dat
dit nog nooit eerder voorgekomen is) genomen om
meer dan haar officieelen
prijs
van
7719 per ounce
standard voor goud te betalen. Verleden week betaal-
cle zij op deze wijze ongeveer 1
‘
l
oo
meer.
-.
..Waar een en ander op moet uitloopen is natuurlijk
niet te voorzien, maar geeft begrjpelijkerwijs aanlei-
ding tot veel discussie.
Disconto was zeer vast en trok Vrijdag nog verder
aan tot 5% pOt., toen bleek, dat het animo voor de
insdhrjvingen op de schatkistwissels maar matig was
en een deel daarvan â 5% pOt. was toegewezen.
:De tegenwoordige hoogte van het disconto van
5% pOt. is dus, zonder twijfel effectief, maar Dollars
blijven desniettegenstaande duur en te dicht bij het
gouduitvoerpunt.
246
–
ECONOMISCH-STATÏSTISCHE BERICHTEN
13 Maart 1929
SAMENWERKING VAN CIRCULATIE-
BANKEN.
De vraag, op welke wijze de circulatiebanken der
verschillende landen met elkander kunnen samenwer-
ken bij de vervulling van haar taak om het mensch
dom op de juiste wijze en in de juiste mate van ruilt
middel te voorzien, is sinds den afloop van den we-
reldoorlog bij voortduring aan de orde geweest.
Zoo stonden bijv. de Resoluties van de in 1922 ge-
houden Conferentie van Genua, voorzoover deze op
herstel van het geldwezen betrekking hadden, geheel
in het teeken van onderlinge samenwerking der cen
trale banken. Men wilde destijds aansturen op een
bijeenkomst van de leiders dezer instellingen onder
praesidium van de Bank of England; op deze bijeen
–
komst zouden maatregelen beraamd moeten worden
tot het voorkomen van groote fluctuaties in de waar-
de van het goud, fluctuaties, waarop alle kans zou
zijn, wanneer een groot aantal landen tegelijkertijd
tot herstel- van het goud als basis van het ruilmiddel
zouden overgaan en daardoor meer goud zouden gaan
vragen; de kans op waardestijging van het goud,
d.w.z. daling der in goud uitgedrukte geldprijzen,
moest men ontgaan, door de vraag naar goud zooveel
mogelijk te regulariseeren, mede met behulp van een
ruim gebruik van het goudwisselstdlsel en een vlotte
afwikkeling van internationale betalingen ter vermij-
ding van heen en weer zenden van goud.
Deze grootsche plannen zijn als zoodanig niet ver-
wezenlijkt. Maar wel is in de periode van monetaire
reconstructie, welke op de Conferentie van Genuais
gevolgd, telkens van geval tot geval overleg tusschen
de verschillende circulatiebanken gepleegd en meer-
malen is door internationale valutacredieten steun
verleend bij het doorvoeren van herstelmaatregelen
op het gebied van het geidwezen, van welke credieten
echter gewoonlijk geen gebruik is gemaakt. Zelfs
Engeland heeft in 1925 een valutacrediet in Amerika
gekregen en bij het monetaire herstel van de zwak-
kere broeders vormde zulk een steunmaatregel een der
vaste programmapunten. Bij al het overleg, dat voor de doorvoering van deze maatregelen moest worden
gevoerd, heeft, gelijk men weet, de Nederlandsche
Bank een groote rol gespeeld en meermalen iszij met
het beheer van bedoelde valutacredieten belast.
1)
–
Hoewel het monetaire reconstructiewerk thans zijn
einde nadert
blijft
niettemin de questie van de samen-
werking der centrale banken actueel. En dat is zeer
begrijpelijk. Vooreerst heeft de sterke ontwikkeling van het goudwisselstelseL en van de buitenlandsche
saldi der centrale banken aanleiding gegeven tot een
complex van omstandigheden, waaruit bedenkelijke
verwikkelingen kunnen voortvloeien. Het sterkste
voorbeeld daarvan treft men momenteel aan bij de
Banque de France, die te Londen en New York da-
delijk opvraagbare saldi aanhoudt van een dusdanigen
omvang, dat opvraging daarvan in goud de geidmarkt
in die plaatsen, vooral te Londen, dat minder goud
heeft dan Amerika en aan een stroevere bankwetge
ving, gebonden is, geheel in de war zou sturen.
Deze ontwikkeling van het goudkvisselstelsel maakt
onderling overleg tusschen de verschillende circula-
tiebanken volstrekt noodzakelijk, aangezien anders
juist de positie van die geldcentra, waar men saldi
1)
Wie zich van de rol der circulatiebanken en van de
wetgeving, waaraan zij zijn onderworpen, een beeld
wil
vormen, vindt een geschikte handleiding in het ten vorigen
jare verschenen werk van
C. H. Kisch
en
W. A. Elkin,
getiteld Central Banks (Macmillan/London 1928). Het laat-
ste hoofdstuk van dit werk, waarbij de heer Montagn Nor-
men
een voorrede, schreef, is gewijd aan de samenwerking
der circulatiebanken; het trekt de aandacht, dat daarbij
de namen van vele centrale banken genoemd worden, doch
niet die van de N. B., en zulks ondanks het feit, dat de
N. B. belast werd met het beheer van de valutacredieten
voor de bij de verschijning van genoemd werk reeds vol-
trokken stabilisaties in België. en Polen; een vooral in
het oog van een Nederlandsch lezer bedenkelijke leemte in
dit overigens niet ongeschikte boek.
aanhoudt, omdat men er vertrouwen in den toestand
heeft, volkomen onmogelijk zou worden.
Verder rijst
echter op den achtergrond van het geld-
wezen in alle landen, welke hun ruilmiddel direct of
indirect aan het goud hebben gekoppeld, de vraag, of
niet in de toekomst de goudproductie zich zou kunnen
ontwikkelen op een wijze, die niet in overeenstemming
zou zijii met den groei van het
bedrijfsleven,
waarvoor
het de geidbasis vormt, en of niet een nadeelige be-invioeding van het economisch leven door teveel of
te weinig goud moet worden geneutraliseerd door een
bankpolitiek, welke – in de lijn van de Resoluties
van Genua – op stabilisatie van de ‘koopkracht van
het goud is gericht.
Redenen te over dus voor overleg en samenwerking.
Ook in ons land wordt dat beseft. Ten vorigen jare
reeds wees Mr. Tetrodé, Directeur van de N. B., er
in
zijn
inleiding tot de Nederlandsche vertaling van
Fisher’s Muntillusie op (zie E.-S. B. van 28 Novem-
ber ji.), dat
hij
overleg tusschen de verschillende cir-
culatiebanken voor het voeren van een gemeenschap-
pelijke, op een stabiele geidwaarde gerichte politiek
noodzakelijk achtte. En ji. Zaterdag heeft Prof.
Bruins, de Commissaris van de Duitsche Rijksbank,
op den eersten Handeishoogeschooldag, zijn hoorders
vergast op een belangwekkende rede, waarin
hij,
die
zoo bij ‘uitstek gelegenheid heeft ‘de gebeurtenissen
in de internationale geidwereld van nabij waar te
nemen, tot dé slôtsom kwam, dat in een nabije toe-
komst onderling overleg der centrale banken, zoowel
tot oplossing van de hierboven geschetste uitwassen
van het goudwisselstelsel als van de geldwaardepoli-
tiek in het algemeen noodig zal blijken.
Van de twee iirobiemen, welke eerlang aan de orde
gesteld moeten worden, de toepassing van het goud-
wisselstelsel en de verder gaande vraag der geldsta-
bilisatie, is het eerste technisch niet zonder moeilijk-
heden, maar toch door een internationale goud-
clearing, een Gold-Settiement-Fund, of een derge-
lijke regeling ten slotte wel voor oplossing vatbaar,
ook al zal men, inzonderheid in verband met poli-tieke tegenstellingen, internationale goudverplaat-
singen in de toekomst toch wel niet geheel kunnen
uitschakelen. Zeker is het voorts, dat men door regu-
larisatie van de vraag naar goud en een zoo econo-
misch
mogelijk
gebruik daarvan de moeilijkheden, welke men thans vooral vreest van een tekort aan
goud – een tekort, waarvoor Gustav Cassel heeft ge-
waarschuwd en dat ook Prof. Bruins ziet aankomen
– aanmerkelijk kunnen worden verschoven.
Duurzaam is daarmede echter de questie niet op-
gelost en wanneer eens mocht blijken, dat het econo-
misch leven zich in de toekomst sneller mocht ont-
wikkelen dan de’ goudproductie, of wanneer omge-
keerd door nieuwe goudvondsten in thans als zoo-danig nog onbekende landen het goud op den gang
van zaken in het economisch leven mocht vooruitloo-
pen, zoo zou men èn in het eene èn in het andere ge-
val groote moeilijkheden krijgen.
– Het is
deze
kant van de zaak, waarop in de toe-
komst de volle aandacht geconcentreerd zal moeten
worden. Voorloopig is de questie in studie bij den Volkenbond en wij zijn het met Prof. Bruins eens,
dat het wei wenschelijk is, dat zij in dat rustige milieu
eerst eefls van alle kanten bekeken wordt, voordat
men de praktijkrnannen voor het nemen van een deci-
sie plaatst.
Verschillende problemen doen zich hier voor, in de’ eerste plaats zal men moeten beslissen, of men
nastreeft een zoo stabiel
mogelijke
waarde van het
geld, d.w.z. een stabibi prijsniveau, dan wel of men
bepaalde schommelingen van ‘het prijsniveau wenseh’t
te aanvaarden. -Wij voor ons gevoelen, in tegenstel-
ling tot Prof. Bruins, voor het eerste alternatief,
aangezien men zich met de bankpolitiek op een ge-
vaarlijk pad gaat begeven, door bepaalde schomme-
lingen van het prijsniveau. (bijv. daling van het prijs-
niveau in een tijd van groote economische ontvik-
13 Maart 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
247
keling) wèl en andere7 niet toe te laten. Dat schijnt
ons willekeurig en zal in de praktijk cle deur openen
voor eindeloos meeningsverschil.
Voorts zal men de vraag hebben te stellen, op welke
wijze de centrale banken hun politiek kunnen op-
leggen aan de particuliere banken en op welke wijze
zij dus een bankpolitiek, die stabiele goudwaarde be-
oogt, effectief kunnen maken. Vooral bij toenemende
ontwikkeling van particulier bankwezen en girover-
keer kan deze vraag, welke Prof. B. onbesproken liet,
ietwat netelig blijken.
En ten slotte ontkomt men er niet aan, zich de
vraag voor te leggen, of – als men erin slaagt om
door de hankpolitiek het, prijsniveau stabiel te hou-
den, hetgeen wij mogelijk achten het dan ,,über-
haupt” nog wei noodig zal zijn het goud als standaard
te behouden. Degenen die voorstanders zijn van het
beïnvloeden der goudwaarde door bankpolitieke maat-
regelen, willen, zooals ook Prof. Bruins te kennen
gaf, van den gouden standaard een ,,managed cur-
reucy” maken, met als einddoel een stabiele geld-
waarde. Welnu, dat doel staat ook voor oogen. aan
hen, die het goud op den duur geheel willen’verlaten.
En deze laatsten wijzen erop, dat noch een voortdu-
rend tekort noch een toenemend teveel aan goud kan
worden wegge,,managed”. Beiden zijn hinderlijk en gevaarlijk voor het economisch leven, en voor hem,
die tegen ,,managernent” als zoodanig niet opziet en
van het automatisme van den gouden standaard in
de huidige omstandigheden geen hoogen dunk heeft,
kan daarom afschaffing van het goud als geidstan-
daard niets afschr ikwekkends hebben.
Daârvan zal echter voorshands nog wel niets ko-
uien. De ideeën rijpen langzaam en het instinktieve
gevoel ten gunste van behoud, van het goud, welk
gevoel ook Prof. Bruins ten slotte het juiste acht, is thans zeker nog zoo sterk, dat het zich niet laat uit-
schakelen. Het is echter al een verblijdende vooruit-
gang, dat thans openlijk door vooraanstaande per-
sonen op het gebied van het bankwezen wordt erkend,
dat het goud in de toekomst zal moeten worden
,,managed” door middel van de hankpolitiek en dat
daarmede dus principieel verworpen is het automa-
tisme van den gouden standaard, dat vroeger als de
grootste verdienste van dit stelsel werd beschouwd.
Wie een tiental jaren geleden had durven voorspel-
len, dat een Volkenbondscommissie deze vraagstukken
ernstig in studie zou nemen in het jaar 1929, die
ware uitgelachen. En thans ziën wij verlangend naar
het resultaat van de werkzaamheden van deze com-
missie uit. Voorwaar, er zit vooruitgang in en’ de
geest van onderlinge samenwerking, die er in de
laatste jaren tusschen de circulatiebanken heerscht,
doet voor de toekomst goede dingen verwachten.
G.M.V.S.
DE NEDERLANDSCHE KATOENINDUSTRIE IN 1928.
T.
Het afgeloopen jaar hèeft voor de katoenindustrie
heel wat minder fluctuaties gebracht in de prijzen
van ruwe katoen dan men dit sedert jaren gewend is.
De loco-noteering te Liverpool, die begin Januari
voor rnidcll. American 11.08 d. bedroeg, daalde in
Februari tot 9.79 d., om daarna langzaam doch ge-
leidelijk te stijgen tot einde April, toen deze prijs
11.71 d. bedroeg. Op minder gunstige berichten oni-
trent den te velde staanden oogst, steeg de
prijs
in
de zomermaanden verder, zoodat . begin Juli een no-
teer.ing van 12.53 d. bereikt werd. In den loop van
den zomer werden deze oogstbrichten geleidelijk
beter, waarop prijzen weer daalden en de noteering
einde Augustus 10.47 d. bedroeg. Deze prijs heeft
zich met kleine fluctuaties tot het einde van het jaar vrijwel kunnen handhaven, en op 29 December was
de noteering weer 10.59 d., zoodat de verschillén ge-
durende den loop van 1928 betrekkelijk niet groot
zijn geweest.
Met de prijzen van garens en manufacturen is het
invele gevallen al niet anders. gegaan. De vraag is
gedurende een groot gedeelte van het jaar niet zeer
levendig geweest en als fabrikanten door een stij-
gende tendens in de grondstofprijzen al meenden, dat
zij hun vraagprijzen moesten verhoo’gen, namen koo-
.pers veelal een afwachtende houding aan. Meestal
kwam dan de verdere loop van de markt hun te hulp
en als de
prijzen
weer wat lager werden, konden zij er
in vele gevallen toch in slagén, weer tot de vroeger
betaalde prijzen hun orders aan te vullen. Het spreekt
vanzelf, dat een dergelijke politiek niet in het voor-deel was van fabrikanten, die nu meestal de tijdelijk
hoogere prijzen der grondstoffen voor hun eigen reke-
ning moesten nemen.
In de meeste Europeesche landen heeft men dan
ook gedurende het afgeloopen jaar al heel weinig
goeds over de katoenindustrie kunnen hooren. De
toestand in Lancashire is voldoende bekend; volgens
F. W. Tattersall heeft de industrie daar té lande ge-
durende 1928 met 70 á 80 pOt. van de normale pro-
ductie gewerkt. Het is duidelijk, dat een industrie
van groote capaciteit, die met bepérkte productie
werkt en dus dringend om bestellingen verlegen is,
steeds zal trachten zooveel mogelijk orders te verkrij-
ken, zoo noodig met opoffering van prijs én dat dus
op deze
wijze
de concurrentie soms sterker wordt
gevoeld dan anders wel het geval zou zijn geweest.
Ook in Duitschiand en België was de toestand verre
van bevredigend. Door de toenemende werkloosheid
in Duitschiand en de daar te lande steeds stijgende
productiekosten was de vraag naar man ufacturen
onvoldoende, zoodat vele weverijen hun productie
moesten inkrimpen. Hetzelfde was in België het ge-
val; hoewel daar de verminderde vraag hodfdzakelijk
te wijten was aan een minder gunstigen economischen
toestand in de Afrikaansche afzetgebieden, die van
groot belang. zijn voor den uitvoer •van manufacturen
uit België. De verminderde productie van de weve-
rijen in deze beide landén had een ongunstigen in-
vloed op de vraag naar katoenen garens, zoodat men
trachtte een gedeelte van deze overproductie op de
bui tenlandsche onbeschermde markten te plaatsen.
Hier te lande is dan ook gedurende 1928 de invoer van Duitsche en Belgische garens heel wat grooter
eweest dan in 1927, waardoor prijzen gedurende vele
maanden zeer gedrukt. werden en de spinmarge der
inlandsche spinnerjen dikwijls onvoldoende was.
De invoer van ruwe katoen in Nederland be-
droeg in:
1928:
KG. bto.
Ter waarde van
Noorci-Amerikaansche …….
34.921.000
f
42.420.000
Engeisch-Indische ………..
7.455.000
6.806.000
Egyptische
……………..
1.000.
1.000
Necl. 0.-Indische ………….
77.000
,,
63.000
Diverse soorten ………….
315.000
399.000
Totaal
1928
42.769.000
f49.689.000
1927-
42.082.000
42.632.000
1926
36.689.000
,.
39.048.000
en van katoenafval en linters.
Katoenafva.l:
KG. bto.
Ter waarde van
])uitschlancl
…………….
7.823.000
.f
2.742.000
-Engeland
……………….
2.295.000
847.000
België
…………………
1.680.000
456.000
Frankrijk
………………
880.000
477.000
Keizerrijk Indië
………….
506.000
95.000
Japan niet Korea
………..
252.000
85.000
Andere
landen
………….
444.000
166.000
Totaal
. .
13.880.000
f
4.868.000
1927
….
17.322.000.
5.325.000
Linters:
KG. bto.
Ter waarde van
Ver.
Staten
…………….
1.825.000
f
1.039.000
Duitschland
…………….
62.000
35.000
België
……………………
46.000 29.000 Andere landen
…………
.:,
34.000
17.000
Totaal ….
1.967.000
f
1.120.000
1927 . . .
.
2.363.000
999.000
De gemiddelde prijs der ingevoerde katoen bedroeg
gedurende 1928 f1.16 per KG., tegen
f
1.Q1 in 1927,
terwijl de gemiddelde prijs van linters van
f
0.42 per
248
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Maart
1929
KG. in 1927 gestegen is tot
f
0.57 in
.
1928, zoodat de
gemiddelde kostprijs der vervaardigde manufacturen
over 1928 ook wel hooger zal zijn geweest dan in het
daaraan voorafgaande jaar.
Van de ingevöerde hoeveelheden werd uitgevoerd:
1928:
KG. bto. Ter waarde van
Ruwe katoen ……………..
346.000
f 359.000
Katoenafval
……………..
9.472.000
,, 5.330.000 Linters
13000
8000
van wolken afval resp.
5.433.000
KG. naar Duitschiand
1.843.000
Frankrijk
917.000
de Ver. Staten
670.000
België
220.000
Gr.-Brittannië
121.000
Denemarken
116.000
Zweden
69.000
Tsj.-Slowakije
53.000
Polen, i)antzig
werd gezonden.
De invoer van katoenen garens bedroeg:
1928:
KG. hto.
Ter waarde van
Ruwe ongetwijnde garens …
28.204.000
f 38.751.000
Gebleekte of geverfde onge-
twijnde garens ………….
1.273.000
1.806.000
Getwijndc garens,
2
dr.
. . . . . 2.074.000
4.126.000
11
,,
meerdr. . . .
884.000
1.948.000
Totaal ….
32.435.000
..f 46.631.000
tegen in
1927 …. 34.504.000
,, 45.477.000
en in
1926 …. 30.715.000
,, 44.239.000
waarvan uit:
.
Engeland ……
18.263.000
KG. tegen
22.983.000
KG. in
1927
Duitschiand . .
6.554.000 ,,
,,
3.852.000
België ……..
4.197.000 ,,
2.134.000
Frankrijk …..
2.624.000 ,,
,,
5.259.000
Tsj.-Slowakije .
352.000 ,,
58.000
Oostenrijk
284.000 ,,
,,
23.000
Uit deze cijfers zou men oppervlakkig kunnen con-
cludeeren, dat het totaal-verbruik van grondstoffen
in de katoenindustrie over
•
1928 kleiner is geweest
dan over 1927. Precies is dit niet na te gaan, daar
geen gegevens beschikbaar zijn omtrent de voorraden
van de fabrieken, doch het is niet onwaarschijnlijk,
omdat de groote uitbreidingen van de spinnerijen
gedurende de drie voorafgaande jaren in 1928 groo-
tendeels voltooid waren en bij de minder goede vraag
naar garens en manufacturen verschillende fabrie-
ken in 1928 waarschijnlijk minder geproduceerd zul-
len hebben dan in 1927. Uit de statistiek van voort-
brenging en verbruik voor de katoennijverheid over
1927 (Maandschrift van het Centraal Bureau voor
de Statistiek, Afd. 1, Jaargang 1929), die onlangs
gepubliceerd is, blijkt, dat de bedrijfsmiddelen van de- katoenindustrie hier te lande in de laatste jaren
als volgt zijn uitgebreid:
Aantal
Aantal
spinspillen weefgetouwen
31
December
1925 …….. . ….
886.000
50.200
31
,,
1926 ………….1.010.000
50.900
31
,,
1927 ………….1.113.000
52.000
Uit de cijfers over 1928 zal dus t.z.t. waarschijn
lijk blijken, dat het totaal-verbruik aan garens vocir
de weerjen, dat in 1927 63.2 millioen KG. heeft be-
dragen tegen 58.2 millioen KG. in 1926, in 1928 veél
minder sterk gestegen zal zijn, of misschien zelfs
wel eenige vermindering zal aantoonen.
De uitvoer van katoenen gares heeft in 1928 be-
dragen:
KG.
Ter waarde van
Ruwe ongetwijnde garens …..
1.788.000
f 2.326.000
Gebleekte of geverfde ongetwijn-
cle garens
………………
516.000
,,
855.000
1
Getwijnde garens,
2
dr. …….
177.000
,, 455.000
meerdr……
17.000
,,
48.000
totaal ….
2.498.000
f 3.684.000
tegen in
1927 . . . . 2.630.000
3.814.000
en in
1926 …. 2.291.000
,, 3.997.000
Van deze uitgevoerde ongetwijnde, ruwe garens
waren bestemd voor:
Gr. Brittannië ……
528.000 KG.
tegen
582.000
KG. in
1927
Argentinië ………
480.000 ,,
,, 304.000
Duitschland ……..
402.000 ,,
,, 593.000
Groote fluctuaties komen in deze uitvoeren in de
laatste jaren niet voor, noch wat het totaal bedrag
dezer garens, noch wat de landen van bestemming be-
treft.
Verder bedroeg de uitvoer van naaigarens:
570.000
KG. ter waarde van
f 1.801.000
tegen in
1927 505.000
,, 1.669.000
1926 356.000
,, 1.290.000
Ook over 1928 heeft de toeneming van dezen uit-
voer zich verder kunnen handhaven.
Het invoersaldo heeft dus
i1i
1928 bedragen:
Ton
Ter waarde van
Ton
Ruwe katoen
42.423
f 49.330.000
tegen
41.852
in
1927 Eatoenaf val
4.408
mv. ,,
4.868.000′
8.879
Uitv.,, 5.330.000f
Linters . . ..
1.954
1.112.000
,,
2.342
Kat. garens
29.937
42.947.000
31.874
,,
Aan manufacturen is in 1928 nog ingevoerd:
KG. bto. Ter waarde van
Ongebleekte, voor drukkerij en
ververij ……………….
1.271.000
f 3.532.000
Andere ongebleekte manufac
turen …………………
2.698.000
,, 7.239.000 Gebleekte manufacturen ……
246.000
., 1.268.000
Geverfde,,
2.512.000
. ,, 12.046.000
Bedrukte, al of niet tevens ge.
bleekt of ge.verfde man. ….
751.000
,, 3.613.000
Bont geweven manufacturen
224.000
,,
779.000
totaal ….
7.702.000
f 28.477.000
tegen in
1927 . . . . 8.076.000
,, 28.286.000
1926 . … 6.211.000
,, 24.109.000
waarvan uit de volgende landen:
-Engeland …….
5.338.000
KG. tegen
5.633.000
KG. in
1927
België
..
……
928.000 ,,
,,
1.033.000
Duitschland
757.000 ,,
,,
738.000
Frankrijk …….
252.000 ,,
,,
259.000
Deze invoer blijft de laatste jaren vrij stabiel, en
blijkt uit de afzetgegevens van de productie-statistiek,
dat in de laatste jaren ongeveer 75 pOt. van de bin-
nenlandsche behoefte aan katoenen manufacturen
door de binnenlandsche industrie wordt gedekt. Dit percentage verandert al heel weinig en al neemt bij
de steeds betere outilleering der binnenlaridsche in-
dustrie het aantal en de sorteering der hier te lande gefabriceerde artikelen geregeld toe, zoo is de ver-
scheidenheid in katoenen manufactu-ren van dien
aard, dat men toch steeds voor een vrij belangrijk per-
centage der bi.nnenlaridsche behoefte op de buiten-
landsche industri.e is aangewezen.
(,Slot volgt).
J.
G.
HET WEZEN DER INVESTMENT TRUSTS.
SEen zeer merkwaardig en belangwekkend verschijri-
el van den laatsten tijd op financieel gebied in En-
geland en vooral ook in de Vereenigde Staten, is de
toenemende ontwikkeling van de investment trust,
die zich in twee vormen openbaart, ni. in een kapi.-
taaisvergrooting van reeds bestaande en in de oprich-
ting van nieuwe instellingen. Wat dit laatste betreft,
kan de geweldige groei van deze instituten in de
Vereenigde Staten niet beter geïllustreerd worden
dan door erop te wijzen, dat in de periode van 1 0e- –
tober jl. . tot eind Januari 22 nieuwe investment
trusts
zijn
opgericht met een kapitaal van $ 600 mii-
lioen, terwijl de bestaande investment trusts volgens schattingen een kapitaal van
8%
tot 1 milliard dollar
vertegenwoordigden. Hoewel de ontwikkeling in Groot-
Brittannië niet zulke geweldige afmetingen heeft aan-
genomen als in de Vereenigde Staten, heeft het af-
geloopen jaar zich eveneens door een en1e ati.vi-
teit op dit gebied gekenmerkt.
Waar in den laatsten tijd ook buiten de beide ge-
noemde landen en mét name in ons land zich een
toenemende belangstelling op dit gebied openbaart,
is het wel van belang de grondslagen, waarop dit
nieuwe financieele
verschijnsel
rust, eens nader te
onderzoeken.
*
*.
*
Hoewel .de investment trusts zich in verschillende
13 Maart 1929
ECONOMISCH-STATISflSCHE BERICHTEN
249. .1
vormen openbaren, ligt aan het hoofdprincipe, waar-
op zij steunen, de verdeeling van het risico ten
grondslag: Zij stellen zich namelijk ten doel door een
veelzijdige belegging van haar middelen het risico,
dat een eenzijdige belegging medebrengt, over een groot aantal fondsen te verdeelen. De mate, waarin
dit principe wordt doorgevoerd, komt in haar beleg-
gingspolitiek tot uiting.
Meestal wordt een onderscheid gemaakt tusschen
twee hoofdtypen. Tot het eene type behooren de
z.g. gespecialiseerde investment trusts, die haar be-
leggingen tot een bepaalden bedrijfstak beperken, tot
het andere, die, welke haar werkzaamheid tot een
zoo groot mogelijk aantal fondsen van verschillende
ondernemingen trachten uit te strekken en die wij
niet den naam van algemeene investment trust zou-
den willen aanduiden. Bij beide typen doen zich ech-ter weer verschillende nuanceeringen voor.
Wat liet verschil tusschen deze twee typen. betreft,
is het duidelijk, dat bij het tye, gespecialiseerd op
één bepaald gebied, over het algemeen de risicover-deeling niet zoo groot is als
bij
de algemeene invest-
ment trusts. Hun beleggi ngspolitiek draagt echtcr in
zooverre een gemeenschappelijk karakter, dat zij zich
bij hun beleggingen niet alleen beperken tot vaste
rentedragende fondsen, maar hun belangstelling
eveneens richten op allerlei soorten aandeelen.
Hoewel liet vraagstuk van belegging in aadeelen
of obligaties zeer interessant is, en reeds in de ‘Ver-
eenigde Staten en Engeland tot onderzoekingen heeft
geleid
t),
bepalen wij ons slechts tot cle opmerking,
dat in de portefeuilles der investment trusts zich over
het algemeen groote posten aandeelen bevinden, voor-
al hij de gespecialiseerde investment trusts. Dit houdt
verband met haar
bijzonder
karakter aangezien deze
instellingen, door slechts hun beleggingen uit te
strekken tot een. bepaald onderdeel van het bedrijfs-
leven, het risico loopen, dat een bepaalde bedrijfstak
net zich mede brengt.
Aan dit feit is voor een groot deel de populariteit
van deze instellingen toe te schrijven, omdat zij den
klein-Icapitalist de gelegenheid bieden om met behoud
van een groote mate van zekerheid ten gevolge van
de risicoverdeeling, de vruchten te plukken van een
belegging in fondsen, die anders voor hen niet in
nanmerldng zouden komen. Dit is vooral van belang
iii tijden van een opgaande conjunctuur, gepaard
gaande met een stijgenden rentestand, die een daling
van de koersen van vaste rentedragende fondsen ver-
oorzaakt, terwijl juist in een dergelijke periode de
koersen van aandeelen over het algemeen ‘een stij-
gende tendens vertoonen. In nauw verband met de
aanhoudende hausse op de effectenbeurs te New York
staat dan ook ongetwijfeld de geweldige groei van
deze instellingen in de Vereenigde Staten, waarop
in het begin vn deze hschouwing werd gewezen. Dat
bij een beoordeeling van een investmet trust reke-
ning gehouden moet worden niet de periode, waarin
zij is opgericht en het gebied, waarop zij haar beleg-
gingen zoekt, spreekt haast vanzelf. Immers hij een
belegging in aandeelen op een tijdstip, waarop een
hausse conjunctuur reeds enkele jaren heeft geduurd,
is het gevaar van een algemeene koersdaling van aan-
deelen veel grooter dan, ,in tijden van rustige ont-
wikkeling.
Om evenwel het groote voordeel, dat een verdeeling
van het risico clooi belegging in verschillende soor-
ten aandeelen met zich medebrengt, aan te toonn is
hieronder een grafiek geconstrueerd van liet verloop
‘an het indexcijfer van de koersen.’ van aandeelen van.
t)
De resultaten
vms de onderzoekingen in cle Vereenig-
cie Staten vindt men in het boek van E. L. Smith ,,Coin-
mon Stoeks as Long Time Ïnvestments», terwijl in Enge-
land dit voorbeeld navolging vond bij Hartley Withers, die
cenwel zijn oticlerzoek slechts tot een klein getal aandee-
len uitstrekte.
Van lateren tijd dateert het zeer omvangrijke onderzoek
van Raynes in Engeland (The place of orclinary stoeks and
shares in the investment of Life Tusurance :Fuuds).
verschillende bedrijfstakken en een algemeen index-
cijfer van deze groepen gedurende de laatste drie
jaxen.
1) –
1
/
1 S
i
ss
,
1•-
:TPouM..
HÏ
:
—————-
–
1926
1927
– Hoewel deze graf ielc verschillende opmerkelijke bij-
zoderheden vertoont en meerdere conclusies toelaat,
vestigen wij er slechts de aandacht op, dat hij vergelij-
king van het verloop der indexcijfers met’ de tot
‘die groep hehoorende aandeelen zou blijken, dat
0])
een enkele uitzondering na de beweging van het in-
lexcijfer yeel gelijkmatiger is dan die van en aan-
deel. De grafiek doet echter duidelijk uitkomen, dat
liet algemeen indexcijfer deze gelijkmatigheid nog
scherper accentueert. Weliswaar kunnen erbijzondere
gevallen voorkomen, waarin deze regel niet opgaat,
doch over het algemeen worden – en dit is een der
essentieele functies van de investment trust – de
lieftige koersschommelingen van bepaalde fondsen
door een veelzijdige belegging in hooge mate genivel-
leerd. Bovendien is het duidelijk, dat hoe grooter het
.antal verschillende fondsen is, hoe geringer de af-
vijkingeu zijn. Evenwel voeren de investment trusts
dit principe niet tot het uiterste door, omdat haar
streven erop gericht is om haar beleggingen alleen
tot de beste fondsen uit te strekken.
* *
*
Hiermede zijn wij tot een andere in nauw verband
met de beleggingspolitiek staande functie genaderd,
namelijk’ die van de leiding. Vôoral bij die instellisi-
gen, welke een ver doorgevoerde actieve beleggi.ngs-
politiek volgen, speelt deze functie een groote. rol.
1)
Deze indexcijfers zijn ontleend aan de, publicaties van
het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het indexcijfer vals
nijverheidsaa.ndeelen is gebaseerd op 49,
dat van aandeelen
vaii bank- en credietinstellingen op 7, dat van sheep-
vaartaandeeleu eveneens op 7 en dat van aandeeleu van
Indische fondsen op
24
ondernemingen, terwijl het index cijfer voor petroleumaandeelen weergeef t de koers van de
Kon. Ned. Petr. Mij. ……
14(
INDISCHE
FOtID5EN
13(
.,
12C
11c
ALCEMEr1
IND.CIJFEP
iOC
(1IJVE.
HElD
90
SCHEEP-
VT
80
70
250
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Maart 1929
Wij wezen reeds op het voordeel, dat de investment
trust den klein-kapitalist biedt, doch de nieuwe voor-deden, die zich hier openbaren, strekken zich ook tot
den beter-gesitueerde uit.
Den individueelen belegger ontbreekt meestal de
gelegenheid zich zoo volledig mogelijk niet alleen
over den toestand van de beurs en dien van bepaalde
ondernemingen in het bijzonder, maar bovendien over
den economischen toestand van het land en andere
landen te oriënteeren. Ten gevolge van de ingewik-
kelde internationale verhoudingen en den geweldi-gen groei van bepaalde onderneniingeu. hangen de
omstandigheden, die een bepaald fonds regeeren, van
zooveel factoren af, dat één persoon, al bezat hij de
capaciteiten, onmogelijk een volledig inzicht in den
samenhang van de verschillende economische en fi-
nancieele verschijnselen zou kunnen verkrijgen. Dez
taak wordt door de investrnent trust, vooral door dat
type, dat een absolute bewegingsvrijheid in zijn be-
leggingspolitiek bezit, overgenomen. Hierin ligt naast
de risicoverdeeling het groote voordeel, dat deze in-
stellingen, mits
zij
onder goede leiding staan, bieden.
Over het algemeen worden de investment trusts door
bekende financiers geleid, die met behulp van de aan
deze instellingen verbonden statistische en economi-
sche afdeelingen de nationale en internationale ver-
houdingen wetenschappelijk bestudeeren. Want de
meeste investment trusts, vooral in Engeland, heper
ken zich niet alleen tot de inheemsche fondsen, maar
voeren tegelijkertijd een internationale beleggings-politiek. Mits deze politiek op de juiste wijze wordt
toegepast, kan deze geographische verdeeling van het
risico zeer groote voordeelen met zich medebrengen. Immers, het is een algemeen bekend verschijnsel, dat
met een depressie in het eene land een hoog-conjunc-
tuur elders gepaard kan gaan. De investment trusts
overzien met haar internationale voelborens direct de
verschillende mogelijkheden en kunnen hiervan in
hooge mate gebruik maken door in stijgende markten
te verkoopen en zich te interesseeren bij die beurzen,
welke nieuwe winstmogeljkheden bieden. Het is dan ook niet te verwonderen, dat deze instellingen in clie
landen, waar zij reeds tot ontwikkeling zijn gekomen
zich in een toenemende belangstelling mogen ver-
heugen. v.
. V.
DE NIEUW VOORGESTELDE REGELING VAN DE
RECHTSPOSITIE VAN KAPITEIN EN SCHEPELINGEN.
Aan het sinds 1 Februari 1927 ten onzent geldende
nieuwe zeerecht ontbrak tot nu toe een aan de eischen
van den tegenwoordigen tijd aangepaste regeling van
de arbeidsovereenkomst •ter zee. Het thans hij cle
Tweede Kamer ingediende wetsontwerp houciende
nieuwe wettelijke regeling van de arhedsovereenkomst
van kapitein en schepelingen komt deze leemte aan-
vullen. Wanneer dit wetsontwerp in het Staatsblad
verschenen zal zijn wacht de voltooiing van de veel-
omvattende herziening van, het scheepvaartrecht, voor
zoover dit in het Wetboek van Koophandel is vervat,
nog slechts op een nieuwe regeling van het binifen-
vaartrecht en van cle strandvonderij. Is ook deze arbeid
ten einde gebracht, dan zullen de laatste sluitsteeneu
zijn toegevoegd aan den nieuwen opbouw van een be-
langrijk gedeelte van het Nederlandsche hanclelsrecht.
Het onderhavige wetsontwerp komt voor een groot
deel overeen met het eerste ontwerp, vervat in het in
1026 aan den Minister van J’ustitie uitgebrachte ver-slag van de commissie van belanghebbenden, welice
onder leiding van Prof. Molengraaff met de voorbe-
reiding der nieuwe regeling was belast
1).
Het tweede
Commissie-ontwerp bevattende formeele voorschriften
(samenstelling en taak van Kamers van Zeezaken met
‘) Dee door Minister lleemskerk op 24 Maart 1921 be-
noemde Commissic bestond uit de hoeren Prof. Mr. W. L.
P. A. Molengraaff, Voorzitter, Joh. Brautgam,
A.
J.
M.
Goudriaan, G. heret, J. Stakenburg,
P. E.
Tegelberg,
L.
Veeustra, leden en Jhr. Mr. A. M. C. Sandberg, secretaris.
daaraan verbonden Zeegerechten), schijnt gelukkig
voorloopig van de baan.
11et wol eens aanbevolen denkbeeld om in een af-
zonderlijke ,,Zeemanswet” alles samen te vatten wat
met den arbeid aan boord verband houdt, is door de
Regeering niet overgenomen. Voorgesteld wordt de
behandelde stof, gelijk ook vroegei het geval was, in
te lasschen in het Tweede Boek van het Wetboek van
Koophandel.
Wordt het in 1924 vastgestelde nieuwe Zeerecht
gekenmerkt door een voortdurende toenadering tot
het algemeene
burgerlijke
recht, ditzelfde karakter
draagt ook de nieuwe regeling van de arbeidsovereen-
onist ter zee. Deze aanpassing is zoover doorgevoerd,
dat de algemeene regeling van de arbeidsovereen-komst te land, welke sedert 1907 in het Burgerlijk
Wetboek wordt aangetroffen, van toepassing wordt
verklaard, voor zoover daarvan in het Wetboek van
Koophandel niet wordt afgeweken. In verband diaar-
mede zal het eerste lid van art. 1637 z B. W., dat
uitdrukkelijk het tegendeel bepaalt, vervallen.
Theoretich is er dus gebroken met het overoude
beginsel,, dat de arbeidsovereenkomst ter zee van prin-
cipieel anderen aard is dan die te land. Practisch ble-
ven echter de
bijzondere
omstandigheden, onder welke aan boord van schepen arbeid wordit verricht, hoezeer
de tijden pok veranderd zijn, toch andere voorschrif-
ten vorderen dan te land gelden, en vele van deze
van het burgerlijk recht afwijkende bepalingen be-
trof f en zeker niet enkel details. Van een consequente
doorvoering der theorie kon dan ook niet altijd
sprake zijn.
Zoo heeft zelfs ten aanzien van het punt, waarbij
de verandering van uitgangspunt het sterkst naar
voren komt, de regeling van de discipline, een volko-
men gelijkmaking aan de gewone arbeidsovereenkomst
niet plaats gehad. Een laatste overblijfsel van de op-
vatting, die sinds eeuwen gegolden heeft ‘), dat het
den schepeling niet vrij staat om zich aan dien dienst
aan boord te onttrekken, is gebleven. In één geval is
(Ie strafrechtelijke sanctie op desertie gehandhaafdl:
namelijk wanneer deze gepleegd wordt onder zoodanige
omstandighedien dat daarvan gevaar voor schip, opva-
renden of lading ii te duchten. Ook dienstweigering
aan boord blijft in de gevallen, welkee artt. 389 en
.399 van het Wetboek van Strafrecht noemen, een
strafbaar feit.
Overigens wordt, wat men zou kunnen noemen, de
poenale sanctie op naleving van het arbeidscontract
van achepelingen afgeschaft.
En hoe staat het met de civielrechtelijke sanctie op
desertie? Hiervan kan de vermoedelijke preventieve
werking niet hoog worden aangeslagen, want noch de
mogelijkheid tot het opleggen van een boete ingevolge
art. 423, noch die tot het infleri van een schadeloos-
stelling ingev’olge art: 429, zal practisch veel resul-
that opleveren, aangezien op een niet teruggekeerden
schepeling niets te verhalefl is, terwijl verheurte van verdiènd loon door art. 427, dat uitbetaling in iedere
haven voorschrijft, tot een minimum beperkt is. De
eenige doeltreffende maatregel zal dus zijn, inhouden
van het monsterhoekje, zonder hetwelk volgens dé
‘nieuwe regeling niemand als schepeling tot de mon-
storing wordt toegelaten. Deze inhouding kan geschie-
den op verzoek van den reeder door den Raad voor
de Scheepvaart gedurende den tijd van ten hoogste
één jaar (art. 451e).
1)
Reeds de oude middeleeuwsche zeerechtverzamelingen
als het Consulaat van de Zee (Consolato dcl Mare), de
Roles d’Olron, het ieerecht van Wisby, de reglementen
van de Hanze, bevatten strenge strafbepalingen tegen deser-
tie en sedert werden deze in de wetgevingen van alle zee-
varende naties overgenomen. Tegen het einde van de 19e
eeuw begonnen in Noord-Amerika de zeelieden hiertegen in
verzet te komen, hetgeen in 1915 leidde tot een wet ,,to abolish arrest and imprisonment as a penalty for deser-
tion”. Vooral na den oorlog is hierop een propaganda voor
deze ideeën in alle zeevarende landen gevolgd.
13
Maart 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
251
Ook in andere opzichten beperkt het wetsontwerp
de onder de oude wet bestaande waarborgen tot hand-
having van de discipline aanzienlijk. Op art. 14 na
zuilen alle artikelen van de Wet van 1 Mei 1856 be-
treffende de huishouding en tucht op de koopvaardij-
schepen, welke den kapitein tuchtrecht over de opva-
ronden geven, vervallen. Daarvoor komen slechts in
de plaats de disciplinaire straffen van ontslag – het-
geen slechts in een haen mogelijk is en in vele
havens door de daar bestaande wettelijke voorschrif-
ten niet wordt toegelaten – en het opleggen van een
boete tot een zeer beperkt bedrag, terwijl verder in
art. 429 wordt bepaald, – een bepaling, die in het
ontwerp der Commissie Molengraaff ontbrak – dat
de kapitein tot handhaving van het disciplimiire ge-
zag, de redelijkerwijs noodige aatregelen kan nemen.
Bedenkt men verder, dat ook art. 402 W. v.
waarbij den kapitein de bevoegdheid gegeven wordt
de sterke hand in te roepen tegen diegenen, welke
weigeren aan boord te komen of hetzelve zonder ver-
lof verlaten – ecu bepaling, die in vele gevallen in
het belang van den schepeling en diens gezin zelve
toépassing heeft gevonden – zal vervallen, dan komt duidelijk naar voren, dat voor alles gestreefd is naar
bescherming van de positie van den schepeling en
naar het leggen van een contractueelen band tussehen
hem en den reeder als tusschen gelijkberechtigde par-
tijen. De sociale inzichten van onzen tijd doen niet
anders wenschen, indien anderzijds èn rekening worde
gehouden met het feit, dat arbeid wordt verricht aan
boord van een
scirip,
d.w.z. een geheel op zichzelf aan-
gewezen gemeenschap, waar uiteraard, zoolang het
schip in open zee verblijft, een onaantastbare gezags-
verhoiding geboden is èn het groote belang in het
oog worde gehouden, dat in regelmatige en ordelijke
voortgang van het scheepvaartbedrijf en in vrijwa-
ring van daarop drukkende lasten en kosten gelegen is. Het behoeft geen betoog, dat bijv. desertie in het
bijzonder van meerdere schepelingen tegelijkertijd
(leze belangen schaadt, omctat contracthreuk in vreem-
(Ie havens den kapitein in groote moeilijkheden kan
brengen, vertraging van het vertrek van het schip
veroorzaken, de regelmatige vaart belemmeren en aan-
zienlijk financieel nadeel niet alleen aan de reederij ), maar ook aan passagiers en verladers, die op een vas-
ten datum van aankomst rekenen, kan herokkenen. Dc
toekomst zal leeren of terecht met vertrouwen de in-
vloed van het wetsontwerp op de plichtsvervu]ling
van schepelingen is tegemoet gezien.
Het is van belang er hier op te wijzen, dat het juist
ten aanzien van een regeling van de discipline onmo-
gelijk is gebleken op de 9e Internationale Arheids-
conferentie, in 1926 te Genève gehouden, overeen-
stemming tusschen werkgevers en werknemers te be-
reiken.
Op deze uitsluitend aan maritieme onderwerpen ge-
wijde Conferentie waren een drietal ontwerp-conven-
ties aan de orde gesteld, onderdeelen van de vroe-
gere ontwerpen eener internationale zeemans-code, waartoe het oorspronkelijk plan reeds van 1919 da-
teerd e.
Een dezer ontwerp-conventies betrof de discipline.
1-loewel deze in den loop der besprekingen, na grooten
strijd tussehen werkgevers en werknemers, geheel van
karakter veranderde en in plaats van regeling der
discipline zelve nog slechts betrof: ,,the safeguards to
he guaranteed to seamen in regard to disciplinary
and criminal penalties”, kon op dit ontwerp de ver-
eischte meerderheid van
VS
van het aantal stemmen
niet worden verkregen. Hieruit blijkt dus, dat de be-
ginselen, waarvan het Nederlandsche wetsontwerp uit-
gaat en welke grootendeels overeenkomen en in enkele
opzichten zelfs verder gaan dan die vervat in de
oor-
spronlr.elijke
ontwerp-conventie van Genève, nog geens-
1)
In vele landen, in het bijzonder in Noord- en Zuid-Amerika, wordt hij ieder geval van desertie den kapitein een hooge boete opgelegd, die natuurlijk nimmer op den
deserteur te verhalen is.
zihs internationaal erkenning hebben gevonden, al
gaan de moderne wetgevingen voor zeelieden van Zwe-
den (1922), Denemarken en Noorwegen (1923), Fin-
land (1924), Frankrijk (1927) en België (1928) wel
alle in dezelfde richting.
Is overigens moeilijk na te gaan in hoeverre (te
actie van Genève op dit punt invloed op het wetsont-
werp heeft uitgeoefend (de antwoorden van de Ne-
derlandsche Regeering op de aan de Conferentie voor-
afgegane questionnaire van het internationaal Ar-
beidsbureau zijn over het algemeen weinig zeggend;
meestal wordt aanbevolen de regeling over te laten aan de nationale wet), de bepalingen van de andere
twee, tr Conferentie wèl aangenomen ontwerp-con-
venties, die inzake de arbeidsovereenkomst
1)
en die
betreffende het recht van repatrieering
2),
zijn in het
wetsontwerp verwerkt. Eveneens is dit het geval met
een reeds vroeger in 1920 aangenomen Conventie be-
treffende schadeloosstelling voor werkloosheid in ge-
val van verlies van het schip door schipbreuk
i),
welke
conventie internationaal de erkenning bracht, dat de
vroegere beschouwingen, volgens welke de schepelin-
gen geen loon kunnen vorderen, wanneer schip en
lading vergaan zijn, in onzen
tijd
als onrecht wordt
gevoeld
4).
Wat de aanpassing aan de Conventie inzake de
arheidsovereenidomst betreft, in hoofdzaak zijn hier-
van verschillende aanvullende bepalingen het gevolg
geweest, die van geen ingrijpende beteekenis zijn.
Bezwaar moet echter gemaakt worden tegen het
on-
volledig
overnemen van de bepalingen der conven-
tie, zooals geschied is in art. 430 van het wetsontwerp,
waarin als gewichtige reden voor den. schepeling om
de in dit artikel genoemde autoriteiten te verzoeken
de arbeidsovereenkomst ontbonden te verklaren, ook genoemd is de mogelijidheid een hoogere betrekking
te verkrijgen. Deze bepaling verandert echter geheel
van karakter zonder de in art. 13 van de Conventie
hierbij gestelde voorwaarden: dat de schepeling deze
mogelijkheid bewijzen moet en dat hij zonder verhoo-
ging van kosten vdor den reeder, zich ten genoegen van
den reeder of diens vertegenwoordiger door een be-
voegd persoon doet vervangen, welke voorwaarden in
het wetsontwerp niet zijn overgenomen. De aanpassing aan de rejatrieeringsconventie is ge-
schied in art. 443, maar ook hier is verder gegaan dan
waartoe te Genèvn overeenstemming mogelijid bleeld,
in zoover recht op vrij vervoer tot de plaats waar de
dienst aan boord van het schip is begonnen of tot een
haven van het land waar hij thuishehoort, ook toe-
geldend is aan
vreemde
zeelieden, die,
niet
in hun eigen
land aan boord zijn gekomen. De vraag is gewettigd
of liet redieljk is den hier hedoeden zeelieden, die
gewoon zijn van de eene haven naar dc andere te
zwerven en in alle landen der wereld af- en aanmon-
stenen, een récht op repatrieering op ldosten van den
reeder toe te kennen. Is hier niet te uitsluitend met
de (vermeefide) belangen van den werknemer reldening
gehouden en de hillijkheid uit het oog verloren?
Van den intternationaien invloed op het wetsoiit-
worp zij thans nog even teruggekeerd naar het in den aanvang van dit artikel genoemde hoofdheginsel van
de gelijkstelling in rechten vn den schepehing met andere arbeiders en naar onze opmerking, dat van
strenge doorvoering van dit principe niet altijd blijkt. De zieldteregeling voor schepelingen, welke art.
41.5
.geeft, is bij’. gunstiger dan die, welke in het aanhan-
gige wetsontwerp-Ziektewet voor arbeiders te land
wordt voorgesteld. Immers, behalve dat hem recht ge-
De bevoegdheid tot toetreding tot dit ontwerp-verdrag
werd voorbehouden bij de Wet van
2 Juli 1928 (S. No. 220).
De bevoegdheid tot toetreding tot dit ontwerp.verdrng
werd voorbehouden bij de Wet van
2
Juli
1928 (S. No. 221).
De bevoegdheid tot toetreding tot dit ontwerp-verdrag
werd voorbehouden bij de Wet van
13
Jan. 1923 (S. No. ii).
eze bepaling, welke destijds in het belang van de vei-
ligheid ter zee was gemaakt, komt nog voor in art.
418
W. v. K.
252
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 .Maart’ 1.929
geven wordt op 70 pOt. van het loon’) gedurende ten
hoogste 16 weken, welke termijn ingaat, ,niet wanneer
hij geen werkzaamheden meer verricht, maar eerst
wanneer hij van boord gaat, is de zieke schepeling, in-
dien hij niet in Nederland ter verpleging kan worden
achtergelaten, bovendien gerechtigd tot behoorlijke
verpleging en geneeskundige behandeling gedurende
ten hoogste 52 weken, tenzij hij eerder in Nederland
is teruggekeerd, in welk geval hij hiertoe .tot zijn te-
rugkeer gerechtigd is. Bovendien kunnen op den sche-
peling geen 50 pOt. van de kosten der ziekteregeling
worden verhaald, waartoe het ontwerp-Ziektewet an-
dere werkgevers wèl de l)evoegdheid geeft. In tegen-
stelling met de regeling van de discipline is ten gun-
ste van de schepelingen dus wel zeer sterk rekening
gehouden met liet bijzonder karakter van het zeevaart
bedrijf, dat van het gewone recht afwijkende voorzie-ningen noodig maakt.
Ook in andere opzichten kent het wetsontwerp aan
den arbeider in het zeevaartbedrijf rechten toe, die
voor andere arbeidsovereenkomsten niet gelden. Zoo
wordt in art. 381 voor den kapitein en in art. 414 voor
den schepeling het recht op vacantie geregeld, terwijl
in art. .419 een wettelijke regeling voor den bijslag
op het loon voor overwerk wordt voorgesteld. Alle.
voor den schepeling gunstige bepalingen zijn boven-
dien tot dwingend recht gemaakt.
Een merkwaardige bepaling is voorts die welke art.
425 bevat, volgens welke.de echtgenoote van den c.he-
peling een
wettelijk recht
heeft op uitbetaling van de
helft van het in geld vastgestelde loon, en als er een
of meer wettelijke kinderen zijn, die niet in staat zijn
in huii onderhoud te voorzien, van twee derdegedeel-
ten van dit loon.
Ook zij nog gewezen op het vermelden van een com-
missie van schepelingen, aanloopje tot. een ,,arbeiders-
raad”, in art. 395. De Oommissie-Molengraaffhad dezd
commissie de taak toegedacht aanwezig te
zijn
hij het
opleggen van boeté. Dit is in het wetsontwerp ver-
vallen en ook oVerigens de instelling van de commis-
sie facultatief gesteld. In de practijk zal het hier dan
ook nog wel niet spoedig toe komen.
Van het oude recht onderscheidt het wetsontwerp
zich verder door geeLi ander dienstverband te erken
nen dan dat tusschen den eeder en den schepeling.
Het huidige W. v. K. gaat nog steeds vitn de fictie uit alsof cle kapitein de schepelingen in zijn eigen dienst
neemt. Dit is natuurlijk al lang niet meer het geval; de normale verhoudingen uit de practijk zullen dus
eindelijk ook in cle wCt weerspiegeld worden.
De monsterrol is tot een zuiver declaratief docu-
ment teruggebracht, slechts verklarende den staat van
de bemanning van, een bepaald schip. De rechten en
verplichtingen van partijen vloeien uitsluitend voort
uit de arbeidsovereenkomsten.
In verband met dit beginsel bepaalt dan ook art.:
451, dat nietig zijn bepalingen in de monsterrol, welke
afwijken van cle met een schepeling gesloten arbeids-overeenkomst of welke deze aanvullen. Ten. onrechte
wordt echter nog in verschillende artikelen (393, 195,
405, 420) naar liet bepaalde in cle
monsterrol
verwe-
zen. Dit woord diende vervangen te worden door ar-
heidsovereenicomst, immers alléén aan deze komt be-slissende waarde toe.
Uit het feit dat het wetsontweï’p werd voorbereid
door een commissie, waarin alle betrokken groepen
yertegenwoordigd waren, mag worden afgeleid ddt
met cle wenschen en inzichten der
practijk
in groote
trekken rekening is gehouden en dat de overeenstem-
ming, waartoe volgens de verklaring der commissie
zelve de samenwerking bijna steeds heeft geleid, boven-
al de beginselen der wet heeft gegolden. Hieraan zal
dan ook wel nieiiand willen tornen. Slechts tege.n enkele bijzondere bepalingen en uit-
1)
Met de erhoogiug tot 80 pCt. van het
01)
4 December
1928 ingediende gevijzigc1 ontwerp.Ziektewet is natuurlijk
nog geen rekening gehouden.
werkingen van de beginselen
rijzen
bedenkingen, ter-
wijl ook de formeele
wijze,
waarop de stof behandeld
is, weinig bewondering kan wekken.
Het is hier niet de plaats om een volledige opsom-
mning te geven van de vele, meerendeels kleine bezwa-
ren, die tegen verscheidene artikelen van het wets-
ontwerp zouden
zijn
in te brengen, genoemd zij daar-
om nog slechts, naast hetgeen hierboven reeds ter
sprake kwam, de toekenning aan de schepelingen in
art. 448 van een recht op buitengewône belooning (dus
boven het gewone loon) indien zij tot berging van
(eigen) schip en lading werkzaam zijn geweest.
Hiertoe bestaat in normale gevallen geen enkele
reden. Taarom
zou de bemanning, die zooals vanzelf
spreekt,
verplicht
is in geval van gevaar tot het ver-
richten van hulp- en bérgingsdiensten, in zoo’n geval
aanspraak kunnen doen gelden op extra-belooning ?
Terecht
schrijft
art. 564 van het nieuwe zeerecht dan
ook voor, dat de opvarenden wegens door hen aan
medeopvarenden, het schip of de lading verleende
hulp
niet
aanspraak zullen hebben op huiploon,
tenzij
door hen diensten
zijn
bewezen, waartoe zij redel’ijicer-
wijze niet geacht kunnen worden gehouden te zijn.
Met dit voorschrift laat het voorgestelde art. 448 zich
allerminst rijmen. 1-let verheft wat steeds uitzonde-
ring geweest is tot regel en geeft grond aan de onge-
zonde gedachte, dat alles wat buiten het gewone dage-
lijksche werk. maar binnen den normalen arbeidstijd
valt, extra in geld zou moeten worden beloond.
Ten slotte nog een enkel woord over de wijze van
indeeling der stof. Deze laat veel te wenschen over. In
tegenstelling met de iiieuwe Fransche (die van 13 De-
cember 1926) en Belgische wet (die van 26 Juli 1928)
op de arbeidsovereenkomst van schepelingeh, die
door duidelijke systematiek en overzichtelijkheid ge-
kenmerkt worden, staan in liet onderhavige wetsont-
werp rechten en verplichtingen van reedei en schepë-
ling ôrdeioos doo± eilcander heen. De artikelen die
hetzelfde onderwerp regelen, zooals die in zake het
loon (artt. 413, 425
2
430), de onderhoudsplicht (artt
425 en 428), de repatrieering (artt. 443 en 450a) staan
van elkaar gescheiden. Waarom is voorts de Wet van
7
Mei 1856, houdende bepalingen omtrent de huis-
hoiding en tucht
01)
koopvaardijschépen, waarVan
verreweg de meestë artikelen zullen worden ingetrok-ken, gehandhaafd? Ware het niet beter de weinige nog
overgebleven artikelen van deze wet, hetzij naar het
wetsontwerp, hetzij naar het Wetboek van Strafrecht
en dat van Strafvordering over te brengen, zooais
trouwens rèeds door de Oommissie-Molengrenff is
aanbevolen?
‘ .
E. SOHEFFER.
HET JONGSTE JAARVERSLAG VAN DE BANQUE
NATIONALE DE BELGIQUE.
Aan het jaarverslag der Banque Natinale de Bel-
gique, uitgebracht door haren President op de vér-
gadering van aandeelhouders van 25 Februari 1929,
ontieenen wij het volgende.
Twee dienstjaren zijn verloopen sedert op 25 Octö-
her 1926 niet de inwisselbaarheid der biljetten tegen
goud de stabiliteit van de eenheidsmunt haar beslag
icreeg. Op de onrust, veroorzaakt door de ontredde-
ring der wisselkoersen, is een tijdperk van rust ge-
volgd, bevorderlijk aan de toeneming van den nationa-
len rijkdom en op zoo’n iraste basis gegrondvest, dat
tegenwoordig het publiek niét meer naar den toe-
1 stand van den franc vraagt. .
:[nmiddels is de Bank op den ingeslagen weg; vè-
meld in het vorige verslag
1),
voortgegaan. Nagenoeg het geheele jaar, zooals trouwens dadelijk reeds sedert
(le stabilisatie, deed de Belga pari op de wisselmark-
ten. Zonder eenige moeite kon de Bank aan de vraag
om cheque-buitenland voldoen, als de minder gun-
stige stand van den Belga dit vereischte.
Verschillende malen deed de Bank ook goud over-
‘)
Zie
E..S. B.
No. 640.
13 Maart 1929
ECONOMISCH-STATI&tISCHE BERICHTEN
253
komen, als de ongunstige stand van de buitenlandiche
munt dit mogelijk maakte.
De vraag naar en het aanbod van huitenlandsche
deviezen wogen in de eerste helft van het jaar tegen
elkaar
01).
Sedert Augustus kwam daarin verandering,
von toen af was het aanbod overwegend. In het verslag
wordt cle vraag gesteld van waar deze stroom van
deviezen? 1-let verslag noemt verschillende redenen.
De meerdere uitvoer, de terugkeer van tijdelijk in het
buitenland belegde kapitalen, de afkeer van het Bel-
gische publiek voor birinenlandsche vaste rente geven-
cle obligatiën, clie door het buitenland opgenomen en
in België ter markt kwamen en eindelijk het leenen van gelden in het buitenland.
Het aantal in omloop zijnde biljetten steeg, naar-
mate de Bank deviezen opnam. De gemiddelde deic-
king aan goud en deviezen was 6.3 milliard, tegen 10.8
in omloop zijnde biljetten, d.w.z. gemiddeld 60 pOt.
De gemiddelde dekking aan goud alleen was orige-
veer 4 m:illiard, d.w.z. ongeveer 40 pOt. der in om-
ioop
zijnde
biljetten. (Het wettelijk dekkingspercen-
tage is 40 pOt., waalvan ten minste 30 pOt. in goud).
in het verslag wordt het voordeel van de deviezen-
portefeuiÏle erkend. Toch is de directie niet blind
voor haar schaduwzijde. 1-let devies, op hoe korten termijn ook gesteld, is en blijft een vertrouwen, een
crediet, dat men den vreemdeling schenkt, terwijl het
goud een waarde in zichzelf bevat. Zij wil dan ook
de cleviezenportefeuille binnen de engst mogelijke
grenzen houden, en het goud den voorrang blijven
schenken.
Het aanzwellen van den goudvoorraad gaf aanlei-
ding tot verlaging van de discontorente tot 4 pOt. op
den 1 Juli 1928, dat is de zesde verlaging sedert de
stabilisatie.
Er werd weer meer gedisconteerd, maar nog lang
niet werd het
cijfer
van v66r den oorlog bereikt. Wel constateert het verslag met vreugde, dat de gewoonte
om te trelcken op den debiteur weer toeneemt in
plaats van het disponeeren in rekening-courant.
Het publielc bleef in den aanvang van het jaar
speculeeren. Van obligatiën tegen vaste rente moest
het niets hebben. De koersen van aandeelen stegen
voortdurend, hun rendement hield daarmede geen
gelijken tred. Een débâcle moest volgen, in Juni kwam
clie dan ook. Het geld op langen termijn steeg gewel-
clig, de koersen der aandeeleu daalden schrikbarend.
Door tijdig ingrijpen werd een algemeene crisis voor-
komen. Sedert dien tijd kwamen èn beurs èn cliëntele
tot kaimte. Het schijnt, dat de obligatiën tegen vaste
rente meer worden gevraagd, waaruit men meent te
mogen opmaken, dat de speculatie-zucht aan het
ininderen is. De deviezen bleven toestroomen. Ten
einde dien stroom te keeren gaf de Bank de regee-
ring in overweging, voorloopig het leenen uit het
buitenland te verbieden. Elke in het buitenland
ge-
sloten leening deed de binneniandsche circulatie von
biljetten toenemen. Geen huitenlandsche credi.eten
]conden de grens toch overkomen zonder in biljetten
of in Belgische credieten te zijn omgezet. De Regee-
ring zegde haar steun toe en besloot principieel zelf
geen beroep meer te doen op de huitenlandsche markt.
Zij zou hare publieke werken uit eigen middelen
financieren.
De Staat betaalde inmiddels geregeld op zijn schuld
aan de Bank af. Deze schuld, die eind 1927 twee mil-
hard bedroeg, was eind 1928 tot 1.73 inilliard inge-
loopen, eene vermindering van 270 millioen. De Bank
besteedde clie gelden om deviezen aan te koopen. De
opeischhare schuld van de Bank werd daardoor niet
vermeerderd.
De index der prijzen vertoonde slechts een zwakke
stijging. Desalniettemin bleven zij nog be.neden die
in het buitenland, wat het verslag toeschrijft aan den
eenvoud en wericzaamheid der dichte bevolicing en
aan de goedkoopé middelen van vervoer.
De handelsbalans was gunstiger dan v66r den oor-
log. De Bank bevorderde den export door uit het
buitenland getrokken rembourswissels, door Belgische
– Banken geaccepteerd, tegen verlaagd tarief in discon-to te nemen.
Ten einde de biljettencirculatie binnen goede grea-
‘en te houden, nam zij verder het initiatief tot ver-
eenvoudiging der afrekening tu.sschen de makelaars
ter heurze te Brussel, waarbij veel gecompenseerd
verd, wat tot heden in contanten werd betaald. Een
en ander had een aanzienlijke besparing van biljetten
ten gevolge. .
De Bank wees verder de regeering op een tekort
aan Icleine ruilmiddelen op sommige fabrieksplaatsen,
wat zeer hinderlijk was bij het uiticeeren der bonen.
De regeering besloot het Parlement voor te stellen
een nikkelen munt van 5 francs = 1 Belga, en een
munt tusschen de 2 en 5 francs in te voeren. De dek-
king zou, bestaan uit 40 pOt. aan goud bij de Bank
gedeponeerd. Voorloopig zou ten hoogste 150 milhioen
worden uitgegeven, welk maximum alleen overschre-den zou mogen worden, als de circulatie der B. B. van
20 en 5 francs beneden de 750 millioen zou dalen.
De winsten uit deze nikkeluitgifte zouden deels bij
de Bank voor den aankoop van de gouddekking, deels
in een daarvoor bestemd fonds worden gestort. Een
zelfde gouddekking van 40 pOt. hebben tegenwoordig
cie biljetten van 5 en van 20 francs. De zilverschat,
die tot nog toe als dekicing dier coupures diende,
werd namelijk door de Bank voor de regeering voor-deelig verkocht en tegen goud ingeruild.
Volgens het verslag heeft de rationalisatie en con-centratie van Banken en Industrieën, in 1927 begon-
nen en in 1928 voortgezet, schitterende resultaten ge-
had. Alleen de steenkolen industrie heeft haren leiders
heel wat hoofdbrekens gekost. In de tweede helft van 1928 is oolc daarin verbetering gekomen, dank zij de
nauwere aaneensluiting tusschen de mijnen en che-
mische en electrische industrieën, waardoor de kosten
verlaagd en de prijzen meer normaal zijn geworden. Ook de land- en tuinbouw gaven reden tot tevreden-heid. Alleen de suiker- en de textielfahrieken maak-
ten het minder goed.
Met voldoening constateert het verslag, dat er na-
genoeg geen werkloosheid heerschte, dat de bonen
zijn gestegen en dat arbeidsgeschillen niet bestaan,
of als zij bestonden, bevrdigehd werden opgelost.
–
•
Er werd in de Rijkspostspaarbank minder ingelegd
dan verleden jaar. Het vorige jaar werd maandelijks
51 millioen meer ingebracht dan gehaald; dit jaar
bedroeg dit 48.9 millioén.
Hoeveel lichtpunten er, ook aan te wijzen zijn, toch
constateert het verslag, dat België nog niet is, waar
het wezen moet. Het land gaat nog gebukt onder de
lasten van den oorlog.
De oorlogsvergoeding is tegengevallen. De belas-
tingen moeten noodzakelijk worden – verminderd, op-
dat weer nieuw kapitaal kan worden gevormd, en de natie haar volle werkkracht kan ontplooien. En hard
zal er moeten worden gewerkt om het hoofd te kunnen
bieden aan de buitenlandsche concurrentie.
Het kapitaal bedraagt nog steeds 200 milhioen
francs, verdeeld in 200.000 aandeelen elk van 1000
francs, grootendeels aan toonder gesteld. Zij Icunnen
naar vericiezing der aandeelhouders op naam of aan
toonder worden gesteld. De ‘reserve bedraagt ruim
70 millioen
(v
j. 66 millioen).
Gèdurende 1928 werden voor 9.7 milliard aan hin-
nenlandsche wissels in disconto genomen (v. j. 4.4
milliard). Het bedrag is dus meer dan verdubbeld.
Het meerencieel werd in de Provincie gedisconteerd.
1
De looptijd bedroeg gemiddeld 49 dagen, de gemid-
delde grootte frs. 14570,70.
• Daarnaast werden voor ongeveer 12 milliard aan
huitenlanclsc.he wissels in disconto genomen.
Het gemiddelde discontocijfer bedroeg 2.8 milliard
tegen 2.4 milliard het vorige jaar.
Bij de hinnenlandsche wissels kwamen, als naar gewoonte, weer talrijke protesten voor. Van die te
Brussel betaalbaar, werd meer dan 12 pOt. geprotes-
‘teerd, in de provincie was de verhouding iets gun-
stiger (7.94 pOt.). De incasso’s, die de Bank aan de
254
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
13 Maart 1929
Post opdroeg, kwamen yoor ongeveer 5.26 pOt. retour.
De geprotesteerde wissels kwamen grootendeels wel
terecht. De protesten wijzen echter op een groote
traagheid in de betaling.
De rekeninghouders droegen aan de Bank de inning
1
van 584 millioen aan wissels op. Gemiddeld bedroegen
de beleeningen en voorschotten in rekening-courant
242 miljoen (v. j. 111 millioen). Dit kan dus niet in: de schaduw staan van de disconto’s, die gemiddeld
2.8 milliard bedroegen.
Zooals men weet, mag het onderpand volgens de
statuten uit niets anders bestaan dan uit Belgische
en Luxemburgsche staatsfondsen. De rentevoet is voor
4
beleening en rekening-courant gelijk en bedroeg in
het begin van het jaar 6 pOt. en sedert 1 Juii 534
pOt., terwijl volgens de statuten het surplus voor:
beide op 25 pOt. is gesteld.
Het gemiddelde bedrag aan creditsaldi was 478,
millioen tegen 491 millioen het vorige jaar.
1
.
Een kleine 8 milliard werd door de Post overge-
schreven op de Postrekenirig van de Bank, ten gun-
ste van de rekeninghouders der Bank.
Wederom is het aantal kantoren, waar de gelegen-
heid tot clearing bestaat, met 5 vermeerderd. Het
totaal steeg hierdoor van 33 tot 38. Gecleard werden
4.5 millioen stukken tot een bedrag van ongeveer 443v
milliard. Zoowel het aantal stukken, als het bedrag
waren hooger dan verleden jaar. De stukken waren
gemiddeld 98.030 frs. groot. In Brussel namen 42
banken en firma’s aan de clearing deel, in Antwer-
4
pen 25, op de andere plaatsen schommelde het aantali
tusschen 5 en 14.
Het aantal der in 1928 afgegeven assignaties (ac-1
créditifs) bedroeg 15.051 tegen 17.649 het vorige jaar.
Ook het bedrag verminderde. Het giro-verkeer is
daaiwan de hoofdoorzaak. Groot was daarentegen nog
het aantal chèques, die voor betalingen elders werden
afgegeven en die de Bank had uit te betalen. Eind
1928 was voor ruim 9 milliard in bewaring gegeven,
waarvan ongeveer 3.8 in open bewaring. 1-let aantal
posten in open bewaring was toen 823 minder dan
een jaar tevoren, nu 16.083, toen 16.906.
Het aantal posten beneden 5000 francs was eind
1928 4434. Het bewaarloon bedroeg 1.9 millioen. De
bewaargevingen van den Staat geschiedden kosteloos
en zijn in bovenstaande bedragen niet begrepen.
De gebouwen komen op de balans op 96 millioen voor (v. j. 98), waartegenover een post van afschrij-
ving ad 29.7 millioen.
De Bank drukt haar eigen biljetten, jaarverslag cii
formulieren. De daarvoor noodige clichl’s, inkten en
vooral papier vertegenwoordigen op de balans een
waarde van 3.4 millioen.
Onder het hoofd ,,Zekerheidsstellingen” (Oaution-
nements) is op de balans links en rechts en binnens-
1.ijns uitgetrokken een bedrag van 37 millioen (v. j.
22 millioen). Di.t zijn de zekerheidsstellingen van den
beheerder der Bijbank (Succursale) te Antwerpen
van de agenten, deurwaarders en wisselloopers, be-
staande in roerende en onroerende goederen.
Eind 1928 was in omloop voor 11.5 milliard aan
B. B.
(v.
j. voor 10 milliard), verdeeld over coupures van 1000, 500, 100 en 50 francs en de voor rekening
van den Staat loopende kleinere biljetten van 20 en
5 francs. 85 percent van het gemiddeld in omloop
zijnde aantal dezer kleine biljetten werd aan den om-
loop onttrokken en vernietigd.
De winsten werden voor het overgroote deel ge-
maakt op de buitenlandsche portefeuille, daarna kwa-
1
men die op disconto en daarna eerst en dan nog voor
,
een zeer klein deel op beleeningen en voorschotten
rekening-courant. Het winstcijfer. was iets lager dan
verleden jaar. De onkostenrekening bedroeg in het
afgeloopen jaar 59 millioen tegen hetzelfde cijfer in
de daaraan voorafgegane 14 maanden. Voor dividend
over de twee semesters werd 105 francs beschikbaar
gesteld (v. j. 122,50 frs.).
De reserve ad 70 mi.11ioeu is uitsluitend in Belgische
staatspapieren belegd. Hetzelfde geldt van het kapi-
taal. Ook dit is op dezelfde manier belegd.’ De effec-ten komen op de balans als ,,fonds publics” voor. De
effectenvoorraaci mag, zooals men weet, de waarde
van kapitaal en reserve niet te boven gaan.
Het aandeel van den Staat in de winst bedroeg 159
millioen, waartegenover de Staat een 16 millioen aan
provisies enz. te betalen had.
M. L.
VAN
GouI)ozwEn.
Utrecht, 6 Maart 1929.
ZAL DE
V.
0. V. EEN STAATSLEVENSVERZE-
KERINGSBEDRIJF WORDEN?
In het nummer van 3 October 1928 heb ik ernstig
gewaarschuwd tegen de thans in de Kamer aanhan-
gige voorstellen tot wijziging van de V.O.V. Nu den
heer Wittert van Hoogland als voorstander dezer wij-
zigingen verleden week va.n repliek heeft gediend,
blijkt z66 duidelijk waar cle voorstanders van uitbrei-
ding der V.O.V. heen willen – of als
zij
dat clan niet
willen,
dan zullen zij er tegen hun wil heen
gedreven
worden -, dat ik, enkele opmerkingen van den heer W. v. H. heantwoordende, mijn waarschuwing nog
eens ernstig moet herhalen.
Ik heb gezegd: de voorgenomen uitbreidingen der
V.O.V. zijn even zoo vele stappen in de richting van
een Staats-levensverzekeringsbedrijf, omdat men de
V.O.V. financieel los zal maken van de overige sociale verzekeringen, èn omdat men nieuwe vormen van ver-
zekering invoert, die de vraag naar weer andere vor-
men van verzekering automatisch medebrengen. En
omdat de nu voorgestelde nieuwe vormen verre van
bevredigend zijn, zal men aan die daarop volgende
herhaalde vraag het hoofd niet kunnen bieden.
De heer W. v. H. levert van dit laatste ongevraagd
het bewijs. In zijn artikel vraagt hij al reeds direct
om nog2 andere vormen: weezenpensioen en weduwe-
pensioen met restitutie van premie. In den geciach-
tengang van de heer W. v. H. is deze vraag volkomen
rationeel. Doch wat erger is: indien de voorgenomen uitbreidingen der V.O.V. wet worden, zal z66 duide-
lijk blijken, dat de nu nieuw ingevoerde vormen on-
bevredigend zijn, en zullen zééveel bezwaren vooral
tegen deze verzekering van weduwepensioen uit de
practijk naar voren gebracht kunnen worden, dat cle
wetgever wel in
moet
grijpen. Ingrijpen beteekent
hier: uitbouwen, of de V.O.V. terugbrengen tot haar
oorspronkelijke bescheiden rol. Echter zal men wèl in
het oog moeten houden, dat, hoe verder de uitbouw
al is voortgeschreden hoe lastiger de stap terug zal
zijn! Thans kan men den stap terug nog doen, later
wellicht niet meer. Gaat men echter uitbouwen, dan
zal blijken, dat wat de heer W. v. H. thans vraagt nog
maar een begin is van wat er verder, en met even-
veel klem van argumenten, gevraagd zal worden. Onbevredigend noem ik de verzekering van wedu-
wepensloeri., omdat wie zulk een verzekering sluit,
daarmede alléén verzorgt de met name genoemde
vrouw, waarmede hij op dat oogenblik is gehuwd. Als
deze vrouw overlijdt is de verzekering geëindigd en
elke vorm van verzorging afgeloopen. Echter, zegt de
heer W.
v.
H., als de moeder rente trekt, geniet daar toch het heele gezin van, en dus ook de kinderen. Ik antwoord: ja, doch alléén als de moeder blijft leven; indien zij overlijdt is het uit met rentetrekken.
Als de vrouw v66r den man overlijdt vervalt de
verzekering, maar dat is niet erg, zegt de heer W.
v.
1:1., want hij kan altijd weer een nieuwe verzekering sluiten voor een nieuwe begunstigde. Zeker, maar die
..nieuwe verzekering is, omdat hij inmiddels ouder ge-
worden is, héél wat duurder, en het is dus nog de vraag
of hij het financieel zal kunnen; en bovendien, als
hij een zekeren,
bij
K. B. nader vast te stellen leeftijd
heeft bereikt, kan hij dit zelfs heelemaal niet meer.
Ook moet men bedenken dat, zooals het wetsontwerp
zeer juist voorziet, het risico eener verzekering van
weduwepensioen, zooals de V.O.V. die zal sluiten, zon-
der onderzoek naar den gezondheidstoestand van den
candidaat, eerst eenige jaren na het sluiten zal in-
13 Maart 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
255
gaan. Dit zijn alles verekerings-technisch onafwijs-
bare voorwaarden.
Ik hoop, dat de heer W. v. EL. door bovenstaande
korte toelichtingen mijn bezwaren tegen dezen vorm
van verzekering beter zal begrijpen, zoodat hij op d.t
punt geen vraagteekens meer behoeft te zetten. De
verzekering van weduwepensioen is een anachronis-
me, zij voert ons weer terug tot de bekende weduwe-
l:eurzen uit het begin van cle lOcle eeuw. Als voorloo-
pers van het eigenlijke levensverzekeringsbedrijf heb-
ben deze hun beteekenis gehad, doch deze vorm ver-
dween vanzelf, toen het levensverzekeringsbedrijf met
de moderne veel moer doeltreffende vormen van ver-
zekering kwam. Toegegeven mag worden, dat het fi-
nancieele resultaat een handje heeft medegeholpen
om deze weduwcbeurzen z66 radicaal en vlug op te
ruimen als inderdaad geschied is, doch geen mensch
heeft het sedertdien ooit in z’n hoofd gehaald om
nieuwe, technisch beter gefundeerde, weduwebeurzen
op te richten. Dit alles voert echter tot de waarschuwing mijner-
zijcls: denkt er aan, gij die deze V.O.V. thans wilt
uitbreiden, bij
deze
uitbreiding blijft het niet! Het is
struisvogelpolitiek te meenen, dat de aanhangige uit-
breiding der V.O.V. het laatste woord in dezen zou
zijn. De V.O.V. biedt thans één vorm van verzekering,
die zonder twijfel voor een zeker aantal personen pas-
send is. De V.O.V. mag over de bereikte resultaten
Lot op zekere hoogte tevreden zijn. Wel niet zoo tevre-
den als uit de productiecijfers, die de heer W.
v. H.
noemt, zou mogen volgen (want er is bij de V.O.V.
een formidabel royement van eens gesloten verzeke-
ringen en het zeer groote kwantum pensioenverzeke-
ringen op het leven van pasgeboren kinderen is nu
ni.et
precies wat in de bedoeling der V.O.V. lag),
doch ik wil gaarne toegeven, dat de V.O.V. in dezen
overigens gedaan heeft wat men verwachten mocht.
Of echter de tevredenheid bij de organisatoren der
V.O.V. zal blijven, als men dit instituut op een aller-
eenzijdigste wijze uitbreidt, waag ik ten sterkste in
twijfel te trekken.
Ten slotte is er nog een moeilijk punt: is de
V.O.V.
duur of niet? Haar bruto premiën zijn momenteel
hooger clan die van de meeste particuliere levensver-
zekeri.ngmaatschappijen. Goedkoop is een verzekering
bij de V.O.V. dus zeker niet. Nu zegt dat nog niet
zoo heel veel, want het is mogelijk, dat de V.O.V.
veiliger grondslagen gebruikt, en dus op den duur
grootere overschotten zal kweeken (of minder tekort zal komen?) dan de particuliere ondernemingen. Dit,
moet men afwachten.
Een concreet punt van vergelijking
zijn
de onkosten.
Edoch, hier ontbreken ons
cijfërs
waaraan men vol-
doende houvast heeft. De
cijfers,
die de heer W. v. H.
noemt, geven, hij zegt dit zelf, geen houvast. Men kan niet het totale particuliere bedrijf – dat is bijv. inclusief de zéér dure volksverzekering – vergelij-
ken met het eenzijdige rentebedrijf der V.O.V., dat
héél weinig weekpremiën heeft.
Het is uitermate moeilijk om een juist punt van
vergelijking te vinden. Op zichzelf is een vergelijking
van de zuivere onkosten bij de V.O.V. en bij het par-
ticuliere bedrijf niet zoo slecht gegrepen, maar dan
moet men zoeken naar inderdaad vergelijkbare cijfers.
De V.O.V. heeft een onkostenpercentage van nog guen
12,5 pOt. der bruto premiën, zegt de heer W.
v. H.,
en ik wil gaarne aannemen, dat dit cijfer juist is en
dat inderdaad alle onkosten der V.O.V. op rekening
der V.O.V. zijn gebracht en niet, zooals bij ,,gemengde
bedrijven” zoozeer voor de hand ligt – wat in het
particuliere
bedrijf
trouwens
altijd als voordeel van het gemengde bedrijf wordt genoemd – de kosten-
rekening der V.O.V. geflatteerd (of gedeflatteerd) is
tea opzichte vn (Ie andere bemoeienissen van Raden
van Arbeid of Rijksverzekeringsbank.
Nu moet men naast deze self-supporting branche
der V.O.V. zetten, het pensioenverzekeringsbedrjf der
1)articuliere maatschappijen. Doch die geven geen
çijfers voor een gedeelte van het bedrijf afzonderlijk,
en afzonderlijke
cijfers
zouden niet zoo héél veel
waarde hebben omdat zij allen, vanuit dit oogpunt be-
keken, ,,gemengde” bedrijven zijn. Nu kan men ech-
ter wel indirecte
cijfers
noemen: bijv. mij is bekend,
dat de groote levensverzekeringmaatschappijen bij
groepsverzekeringen, als bedrijven hun personeel
rechtstreeks bij de maatschappij onderbrengen, maar
een paar procent op de netto kostprijs voor onkosten
leggen; ruwweg gezegd van circa 3 tot hoogstens
5 pOt. Onder netto kostprijs is dan te verstaan een
kostprijs van denzelfden aard en op soortgelijke
grondslagen als waarop ook de •V.O.V. haar netto
kostprijs berekent.
Men kan ook in de jaarverslagen der Maatschap-
pijen de totale kostenopslag nagaan van de groep
,,pensioen.verzekeringen”. Dit omvat dan alles wat zij
op dit gebied gesloten hebben, oude en nieuwe
l)0S
ten, groeps- en andere verzekeringen, door elkaar.
Voor een 4-tal der grootste ondernemingen kom ik tot een onkostenopslag van achtereenvolgens 5,34
pOt.; 6,55 pOt.; 7,80 pOt, en 9,14 pOt,, gemiddeld
7,05 pOt. -.
Nu gaat deze vergelijking, zooals ten slotte alle
vergeljkingen, ook niet heelemaal op. De genoemde
cijfers zijn met algeheele uitsluiting van de volks-
verzekering, en de V.O.V. heeft dan toch altijd nog
een zeker,
zij
het ook gering kwantum weekpremiën.
En bovendien zal men op mijn gezag moeten aanne-
men, dat de particuliere Maatschappijen met dit op-
slagpercentage ook inderdaad ruim uitkomen.
Als de heer. W. v. H. beweert, dat het onhewezen
is, dat het overheidsbedrjf duurder werkt, dan stel
ik echter mjnerzijds, dat het even onbewezen is, dat
het overheidsbedrjf goedkooper werkt. Ik ontken daarom, dat er aan een overheidsbedrijf te de’zen
opzichte behoefte zou zijn.
Ik herhaal echter nog eens, dat ik
mij
heel goed
kan indenken in de redeneering van hen, die in der-
gelijke omstandigheden toch een Overheidsbedrijf wil-
len. Maar dan doe men dat met open oogen. Ik kan
er mij echter niet indenken, dat men, geen Overheids-
bedrijf wenschende, zich toch blindelings laat ver-leiden, stappen te zetten op een weg, die met bijna
onafwijsbare zekerheid tot zulk een bedrijf moet
voeren.
Dr. A.
0. EOLWERDÂ.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE BUITENLANDSCHE HANDEL VAN ALGIERS.
De havens van Algiers.
Dr. G. H. Bousciuet te Algiers schrijft ons:
Nadat wij eerst de ontwikkeling van den buiten-
landschen handel van. Algiers behandeld hebben,
1
)
zullen wij ons thans met de havens van deze land-
streek bezighouden, daar Algiers bijna uitsluitend
een zeehandeldrjvende mogendheid is..
Fransch-Noord-Afrika wordt somtijds
2)
en niet
zonder reden, met een eiland vergelelcen. Uit econo-misch-geografisch oogpunt is deze vergelijking juist,
daar het in het Noorden wordt begrensd door de
Middellandsche Zee, in het Oosten door den Golf van
Gabir, in het Westen door den Atlantischen Oceaan
en in het Zuiden door de zandzee, de Sahara. Deze
leidt naar bijna onontginbare, in ieder geval, naar
nog niet ontgonnen streken, zonder geschikte ver-
bindingen met Noord-Afrika. Wat de landverbindin-
gen betreft, is dit dus een eenzame streek, zoodat
Algiers bijna geheel op de verbinding ter zee is aan-
gewezen, waarbij de geregelde vaart op Frankrijk een voorname plaats inneemt.
Anderzijds onderhoudt Algiers, in het midden van’
dit Noord-Afrikaansche eiland gelegen, verbindingen
te land met zijn huren Tunis en Mârokko. Deze verhin-
1)
Zie
E.-S. 13.
van 13 Febr. ji.
) Zie
het artikel van Prof. Mr. Gaffiot in Revue Ee.
Intern. 1928, blz. 304, waaraan meerdere gegevens zijn
ontleend.
256
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Maart 1929
dingen zijn voor de handelsbeweging tussehen deze•
landen niet zeer belangrijk en zullen het in de toe-
kost ook niet worden. Zooals wij de vorige maal
gezien hebben, heeft Algiers tengevolge van het ont-
breken van steenkolen en de moeilijkheden voldoende
kapitaal en geoefende arbeidskrachten aan te trekken’4
hen uitgesproken agrarische structuur, in dit opzicht.
verkeeren zijn buren echter in dezelfde omstandighe-.
den. Ook hier betreft het zuivere landbouwstaten.
Evenals Algiers bezitten zij rijke hulphrocnen aan
ertsen èn phosphaten, welke laatste
zij
voor de ver-
1
betering van hun gronden kunnen gebruiken. Ook
zij missen de brandstoffen, die hen in staat zouden
stellen een groote fabrieksindustrie in het leven te’.’
roepen en in stand te houden. Deze drie landen heb-
ben dus bijna gelijke economische voorwaarden, waar-S
door geen van hen in staat is, zijn productie door aan-‘
koopen in de andere twee landen aan te vullen. Naast
de geographische eenheid van Fransch-Noord-Afrika’
staat dus nog een economische.
Het is dan ook n:iet te verwonderen, dat de sta-
tistiek een zeer geringe handelsbeweging tusschen
‘Algiers een.er- en Marokko en Tun:is anderzijds aan-
wijst. De handel van Algiers met Marokko bedraagt,’.
voor den in- en uit
oer tezamen, slechts ongeveer:
1120 van den geheelen buitenlandschen handel, die
met .Tuni.s 1140 en die met de Sahara, den Soedan tot
aan den
Nijl
en het meer Tchad nog geen veer-
tigste, waarbij de voor Marokko bestemde goederen,
die als tranito via Algiers worden verzonden, inbe- J
grepen zijn.
De handel van Algiers is dus voor 9110 een zee-
handel, waardoor op de havens de taak rust voor den.
1
afzet der goederen en de voorziening met fabrikaten
1
zorg te dragen.
Deze taak wordt door de natuur niet vergemakkeT
lijkt, daar de kust van Algiers slecht beschermd is
tegen de Noorden- en Oostenwinden. De goede na-
tuurlijke havens zijn zeldzaam. Zooals Sallusti reeds
zeide, welk gezegde vaak wordt geciteerd: ,,Mare
sacrum, Littus importuosum”.
Omtrent de beteekenis van de verschillende havens
van Algiers, volgens hun geographische ligging van
1.
het Westen naar het Oosten, verschaft de statistiek
ons de volgende gegevens:
Het handeisverkeer an de haven van Oran heeft
in 1928 voor de eerste maal dat van Algiers over-
troffen, zoowel wat de tonnenmaat der schepen als
wat de hoeveelheid goederen betreft. In tegenstelling
met Algiers, waar de bedrijvighéid nog steeds niet
zoo
groot is als v66r den oorlog, is Oran na den oor
–
log zeer snel vooruitgegaan. In deze haven worden
sedert 1923 zeer groote uitbreidingswerken onderno-
men. liet reizigersverkeer blijft beneden dat van Al-
giers, doch als proviandeeringshaven wint zij het
sedert eenige jaren van deze haven.
De haven van Beni-Saf, die bovendien een uitvoer-
haven is, heeft zij.n beteeken.is
te danken aan het door
de Oie. cle Mokta cl 11adid geëxploiteerde ijzererts.
Ten Oosten van Omo bezitArzen een gunstige na-
tuurlijke ligging; haar ohtw.ikkeling wordt echter
zeer geremd door de nabijheid van Oran. Deze
overvleugeling van Oran is minder sterk bij Morta-
ganem, die een kunstmatige haven bezit, welke in de.ii
winter van 1.927128 door zware overstroomingen werd
•geteisterd.
Algiers wordt omringd door kleinere havens, die
door het overwicht van dc hoofdstad worden over-
schaduwd. De Franselien troffen daar in 1830 een
zeer kleine, geheel onontwikkelde haven aan. Reeds
in 1842 werd met de uitbreiding der haven begonnen.
Zij bezit thans een oppervlakte van 90 H.A., 5300
M.
kade en sedert 1927 zeer ruime opslagterreinen. De haven van Algiers breidt zich nog steeds verder uit;
de in 1922 begonnen werken zullen eerst in 1938 vol-
tooid zijn en de kadelengte zal dan 16 KM. bedragen.
Algiers is verder de belangrijkste touristenplaats en
men ziet er vaak Nederlandsche stoombooten en an-
dere, Ïtaiiaansche of Engelsche, pleziervaartuigen
binrienloopen.
De aantrekkingskracht van Bone ten Oosten van
Algiers is nog niet groot genoeg om de nabijgelegen
concurreerende haveis te overvleugelen, zooals Al-
giers en zelfs Oran dat doen..
De haven van Bougie, met het achterland Setif en
Klein-Kahylië, is een zeer aanzienlijke uitvoerhaven,
speciaal voor ertsen en phosphaten.
Philippeville heeft reeds een veel grootere beteeke-
nis;
zij
bedient het gansche gebied van Oonstantine,
zoowel voor den uit- als voor den invoer.
1928
1927
1926
1)
2) 3)
V
.
.2>
)).
_._)
590
210.000
24.000
572
176.000
15.000
696
164.000
14.000
Nemours
………………..
832
730.000 690.000
.
832
726.000
699.000
760
461.000
.
356
Ben i-Saf
………………..
Oran
…………………
10.800
19.200
3.600.000
,19.470
16.283.000
2.463.000 8.432
12.730.000
2.215.000
Arzen ………………..
680.000
152.000
690
627.000
174.000
617
509.000
122.000
Mortaganem …………..
..
10.800 100.000
1.075
9.20.000
184.000
1.125
948.000
221.000
Alger ………………..
16.000
3.200.000
9.133
15.406.000
3.717.000
8.816
1.083.000
2.642.000
.740
1.620
1.200.000
373.000
1.626
1.175.000
345.000
1.467
1.004000
250.000
.1.152
1.200
600.000
34.000
1.146
524.000
33.000
1.148
481.000
32.000
Bougie
………………..
8
..700
880 176.000 8.000
1.235
161.000
7.000
1.078
155.000
5.000
Djidzelli
………………
Collo
…………………..
Phulippeville …………..
2.800
1.910.000
359.000 2.805
1.727.000
321.000
2.709
1.570.000 304.000
Bone
.
……. . …………
…97O
4.380.000
200.000
3.737
3.973.000 2.144
3.205
2.882.000
1.273.000
1) Aantal schepen (binnengekomen en vertrokken). ) Toniienmaat (binnengekomen en vertrokken)
8)
Tonnenmaat
der goederen (geladen en gelost). De cijfers voor
1928
zijn voorloopig; zij werden verkregen door vermenigvuldiging
van de cijfers van Jan-Sept.
1928
met
413.
De cijfers voor de tonnenmaat zijn op 1000 ton afgerond.
TJit deze cijfers blijkt, dat er drie groote havens
bestaan, namelijk Oran, Algiers en Bone. Hierbij valt
op te merken, dat Algiers voor de provincie, waarin het is gelegen, de eenige haven van beteekenis is en
een soort monopolie-positie inneemt. Bone, Philippe
ille en Bougie zijn daarentegen drie vrij belangrijke
handelseentra. Tusschen haar heeft een onderlinge
‘erdeeling van den handel plaats gehad, waarbij Bone
van overwegend belang gebleven is. In het Westen
•is de overheersching van Oran, meer in het bijzonder
over Beni-Saf en Mortaganem, van veel grooter be-
teekenis. De in het Oosten sterk toegenomen concen-
tratie van den zeehandel is in het Westen nog scher-
per doorgevoerd en heeft in Algiers tenslotte haar
hoogtepunt bereikt.
Bone is tenslotte de grootste haven van Oost-Al-
giers. Als haven biedt het een zeer veilig en steeds
toegankelijk toevluchtsoord. Het heeft een betrekke-
– lijk geringen doch zeer varieerenden invoer en een
veel aanzienlijker uitvoer. Deze omvat in de eerste
laats ertsen en phosphaten; de Soeiété de l’Ouenza
en de Oie. des Phosphates verkregen speciale vergun-
ningen.
Wat de toekomst van de havens van Algiers be-
treft kan men gerust zeggen, dat Algiers en Oran
steds haar overwicht zullen behouden, daar het zoo-
wel groote in- als uitvoerhavens zijn, zoodat de sehe-
pen, die deze havens aandoen, steeds zeker kunnen zijn
van vrachten. Moeilijker valt het nauwkeurig aan te
gOyen, welke van deze twee havens het op den duur
13 Maart 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
257
zal winnen. Oran heeft op het oogenblik een duide-
lijken voorsprong op haar rivaal. Een belangrijke rol
kan hierin de Transsahara spelen. Indien deze spoor-
weg gebouwd wordt, hetgeen zeer waarschijnlijk is,
zal de haven aan de M.iddellandsche Zee, die als eind-
punt wordt gekozen, zeer begunstigd worden.
AANTEEKENINGEN.
De Fusie van de Rotterdamsche Bankvereeni-
ging en de Nationale Bankvereeniging.
Bestuurderen der Rotterdamsche Bankvereeniging
en der Nationale Bankvereeniging hebben een over-
eenkomst geslöten, volgens welke het
bedrijf
der Na-
tionale Bankvereeniging, behoudens goedkeuring
door de algemeene vergadering van aandeelhouders
dezer instelling, in den loop van dit jaar met dat
der Rotterdamsche Bankvereeniging zal worden ver-
eenigd.
Deze samenvoeging beteekent een nieuwen stap op
den weg naar een toenemende bankconcentratie, waar-
mede de Rotterdamsche Bankvereeniging zich langs
cle lijn van een reeds jaren lang gevolgde politiek be-
weegt.
Het is bekend, dat beide instellingen steeds nauw
met elkander verbonden zijn geweest. Immers de op-
richting van de Nationale Bankvereeniging in 1916
kwam met medewerking van de Rotterdamsche Bank-
vereeniging tot stand. Het streven van de laatstge-
noemde instelling was erop gericht om een groote
financieele macht te vormen, ten einde den Neder-landschen handel en de Nederlandsche industrie in hooge mate den steun te verstrekken, dien zij door
hun groote ontwikkeling noodig hadden. Dientenge-
volge had de Rotterdamsche Bankvereeniging er be-lang bij, haar invloedsfeer ook tot de provincie uit te
breiden. Dit blijkt uit het feit, dat de Nationale
Bankvereeniging bij haar oprichting enkele andere
bedrijven overnam, zooals de Bank van Huydecoper
en van Dielen te Utrecht, A. Bloembergen en Zo-
nen’s Bank te Leeuwarden, de Nationale Bank te
Leiden en de kantoren Dordrecht en Delft der Dordt-
sche Bank, bij al welke instellingen de Rotterdam-
sche Bankvereeniging geïnteresseerd was.
Het doel van de Nationale Bankvereeniging was
de basis van het provinciale geldwezen te verbreeden door een concentratie van geldmiddelen, waartoe een
aansluiting bij een groote financieele instelling haar
in de gelegenheid stelde.
Hoewel de Rotterdamsche Bankvereeniging een
groot belang had bij de Nationale Bankvereeniging,
was deze toch bij de oprichting naar den vorm een
zelfstandige instelling. Enkele jaren later kwam even-
wel een nauwere samenwerki.ng
tusschen beide in-stellingen tot stand, aangezien de Rotterdamsche
Bankvereen:iging besloot, zich vanaf 1 Januari 1919
ten volle aansprakelijk te stellen voor de verbintenis-
sen der Nationale Bankvereeniging.
Door de fusie, welke de vorige week werd aange-
kondigd; zal de Rotterdamsche Barikvereeniging een
meer directen invloed uitoefenen op den dagelijkschen
gang van zaken in het provinciale bedrijf, dat zij
reeds garandeerde, terwijl het uiterlijk aanzien van
deze bank wordt vergroot door een uitbreiding van
het aantal filialen en een vergrooting van haar activa
en passiva, met name van cie deposito’s en rekening-
courant-saldi.
Indexcijfers van groothandeisprijzen.
,,The Economist” schrijft: Het algemeen niveau
van groothandeisprjzen steeg in Februari, waardoor
ons
indexcijfer
aan het einde der maand een stijging
van bijna 1 pOt. te zien gaf. Onderstaande tabel
toont de veranderingen in de verschillende groepen
aan:
Gemiddelde
1927 = 100
Feb.
Nov.
Dec. Jan. Feb.
928
1
1928
1928
1
1929
1
129
Granen en Vleesch ….
101,6
97.4
97.6
96.7 101.2
Andere voedings en ge.
notmiddelen
………98.3
90.4
90.2
89.4
88.5
Weefstoffen ……….
104.1
102.3
101.7
101.3
99.9
Delfstoffen …………
91,0
93.8
94.1
94.8
96.4
Diversen ………….
.
97,5
92.4
91.4
91.2
91.4
Totaal …………….
98,5
1
95.3
1
95.0
1
94.7
1
95.6
Hieruit blijkt, dat de stijging der laatste maand
in hoofdzaak werd veroorzaakt door hoogere prijzen
voor granen en vleesch. Delfstoffen werden eveneens
duurder, terwijl een daling in de groepen weefstof-
fen en andere voedings- en genotmiddelen intrad. Uit
de volgende tabel blijkt, dat de prijsverschillen voor
de verschillende artikelen gedurende de laatste maand vrij groot waren.
Ten gevolge van het strenge weer vonden in de
groep granen en vleesch aanzienlijke schommelingen
plaats en stegen de prijzen voor varkensvleesch en
aardappelen. Engelsch schapenvleesch was ook duur-
der; graanprijzen waren doorgaans vast, terwijl rijst
in
prijs
daalde. Bij de groep andere voedings- en ge-
inuexcijier
Toe- (+) of afneming (-)
Inaexcijter
Toe- (+) of afneming(-)
1
lndexcijfer
Toe-(-f.)ofafneming(-)
in perc.
vergeleken met
in perc.
vergeleken met
in perc.
vergeleken met
vor. maand
1
vorig jaar
vor. maand
1
vorig jaar
1
vor. maandi vorig jaar
‘rarwe (buitenl.)
•.
–
+
3,0
–
9,9
+
3,8
+
3,9
Hout (Eng.)
-.
+
0,8
+
4,5
Katoen (Am.) …….
,,
(Egypt.)
–
1,4
+
0,8
,,
(Zweedech)
-.
..
-.
+
2,8
–
8,2
+
1,6
.-j-
1,6
Cement ……….
Gerst ………….
±
0,8
–
4,0
Garen…………..
Laken………….
..
..
–
6,7
-30,0
Haver …………
+
3,5
–
4,9
–
1,8
–
6,9
–
4,2
-25,0
Maïs
………….
–
1,7
+
0,6
,,
(Au$tr.)
–
2,3
–
12,5
Huiden …………
Benzine No.
1
-•
+
32,0
11
(Eng.) ……..
Rijst
………….
-5,8
..
..
–
14,0
–
-8,5
-21,8
Leder ………….
Petroleum ……..
Meel
……………
Aardappelen ……
+
27,3
+
7,7
Wol
(Eng.) ………
–
-1,1
+
6,0
..
–
6,9 Rundvieesch (Eng.)
.
.
–
4,5
..
-15,9
Lijnolie
……….
+
3,2
–
7,1
11
(Arg.)
+
1,9
..
..
..
-2,0
–
7,0
Stookolie ………..
Talk ………….
–
1,3
+
8,8
Schapenvl. (Eng.)
–
+
9,6
–
6,7
Jute ………….
+
3.7
.
+
20,0
Rubber ………..
+
18,4
–
8,
(N. Z.)
. –
Varkensvl.(Deensch)
–
1 6
+24,2
..
+
1,9
+
38,6
,,
(tops) ……….
Zijde
…………..
Hennep …………
Weefstoffen …….
Soda ………….
Amm. Sulphaat
. .
–
..
..
..
-1,4
..
–
4,0
Granen en-Vleesch
Vlas ……………
Ruw-IJzer ……..
+
1,5
+
3,1
Creosoot
–
4,3
-33,3
+
4,7
–
0,4
IJzeren staven
. . .
…
-.
.
-5,6
– .
+
02
–
63
Koffie …………
+
4,6
–
8,9
btalen rails………..
Tin (platen)
.
………..
Thee
……………
Cacao
…………
+
0,8
-20,0
Kolen (Welsch)..
..
..
+
2,0
+
3,9
Diversen ………
Rietsuiker
……..
-4,2
–
23,3
(DUr. Gas.).
–
.
.
–
1,7
Bietsuiker
……..
+
0,7
–
19,9
(hui8brand)
+
2,4
+
13,2
Kaas (Can.)
…….
..
..
-1,0
+
2,0
+
6,4
+
16,3
Boter (Deensche) ..
..
..
-0,5
–
5,0
+ 0,2
–
3,7
Kokosolie ………
-3,8
–
11,8
Koper …………
+
6,0
+
3.3
..
..
..
-.
Lood
…………….
Tin
…………….
0,9
+
8,0
Tabak
…………..
Andere voedings. en
Ongez. Zink
……..+
..
Genotmiddelen…
– 1,0
– 10,0
Delfstoffen
+
1,7
1
+
599
256 ‘
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Maart 1929
/
notiddeÏên Wôgen hoogere prijzen voor koffie ên
cacaô Öj) tegen lagere vóók thee, riëtsuiker, kaas en
kokosolie. De grôep weefstoffen ‘daalde als geheel;
goedkoopere prijzen voor
wol,
zijde, hennep en Egyp-
tische katoen wôgen o5 tegen duurdere voor Ae-
rikaansche katoen en jute. Hoofdzakelijk ten gevolge
van höogêre noteeringen
vooi
koper ên lood vertoon-
de de groep deifstoffôn een stijging. De prijzen voor
koleh
waren
eveneens vaster en ruwijzer steeg
1
shil-
lig pe1 tOn. De voornaamstê kenteekenen der groep
diVersen Waren een scherpê stijging der ±ubherprij-
ën en een ïerde’te daling van de piijzen voor hui
dên êu lOdos. De volgende tabel toont ons indexcijfêr,
herleid tot het geroiddelde van
1913:
nu
3′
.2
0
Data
Ç
1913
100
100
100 100 100
100
Gemiddelde
1924..
168.5
215.8
214.7
149.3
122.6
166.2
195..
1684
204.2
194.6 139.8 126.2
160.9
–
1926..
151.7 195.3 152.6
149.8
120.7
149,4
1927.
.
147.6
202.2
1570
125.1
116.1
143.7
1928..
152.9
189.7 165.0 115.2 111.2
140.9
Einde Feb.
1928..
149.9
198,8 163.4
113.8
113.2
41.5
Jan.
1929..
142.7
180.8
159.0
118.6
105.9
136.1
Feb.
,,
..
149.3
179.0 156.8 120.6
106.1 137.3
1
–
terleid tot het gemiddelde voor
1924,
bedraagt ons
indexcijfer voor Februari
82,6,
waarbij de groep weef-‘
stoffen de grootste daling sedert
1924
te zien geeft.
Voorts volgt hier nog een overzicht van het prijs-
verloop in een aantal belangrijke landen:.
U7
0
.5
‘
NJ
0
6-4
0
.5
3
Z
CL
1913
100
4
100
6
lOO
100 100
7
100 100
100
Novemb. 1918
– –
358 438
..
..
367
392
214
oogs e
f
-.
..
591
(Apr.)
679
(Apr.)
..
325
(Jan.)
366
(Juni)
297
(Juli)
322
(Mrt.)
Decemb. 1923
1015
458
577
-.
183
160
154 211
Decemb. 1924
98
5
169
553
1375
–
162
156
206
Decemb. 1925
1035
555 646
1425
–
161
155
202
Decemb. 1926
100
5
713 654
134
145 149 145 179
Decemb. 1927
97
604
483
140
146
1
148
151
168
januari
1928
96
607 490
139
145
148
153
169
)ebruari
96
609
489
138 144
147
150 169
Maart
,,
96
623
491
‘139
145 149
152
169
April
,,
97 624
493
140
146
151
153 170
Mei
99
632
496
141
145
152
152
171
Juni
,,
98
626 493
141
145
151
153 169
juli
»
98 624 488
142
144
150 148 169
Augustus
99
617
486
142
144
149 144
170
September,,
100
620 488
140
.
144
:146
145
174
October
98
617
492
140
145
145 146
174
November
97
6.6
495
140
145
145 148 173
m
Deceber..
97
624 497
140
14
145
148
174,
1)
Bureau of Labour.
2)
Stat. Reichsamt.
3)
Sedert 1922 gebaseerd op
48 artikelen.
4)
1926= 100. 5) Jaargerniddclde.
6)
Sedert October1923:
juli 1914=100.
7)
Midden 1914= 100.
De volgende opmerkingen zijn ontleend aan de des’
betreffende maandpublioatïo an het Oentraal Bcireau
vobr de Statistiek en hebben betrèkking op de Ne-
derlandsche indexcijfers met basis
19f3-100.
Bij beschouwing der cijfers over Januari
1929,
in
vergelijking met die over de ‘maafld December
1928.
blijkt, dat zoowel het algemeen iridexcijfer als dat der
vôëdingsmiddelen e.d. met
2
punten •is gedaald. Wat
het algemeen indexcijfer betreft, staat tegenover een
prijsstijging
van
10 artikelen’ met in totaal
40
pun-
ten, een prijsdaling van
21
artikelefi met in totaal
134
punten. Met
10
punten of ffièer steeg geen enkel
artikel, daarentegen daalden met 10 of meer plinten
de artikelen kalfsvleesch (12), eieren (23), boter (11)
en ve’tleder (11 punten).
Indexeijfers van groot- en kleinhandelsprijzen
in Nederlandsch-Indië.
De maandstatistiek
1928 No. it
vaô het Centraal
Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden
bevat:
o.m.,
het volgende:
Invoer.
De serie van de invoerartikelen omvat 72 arti-
kelen welke in vijf groepen zijn verdeeld:
Van de groep textiele goederen daalden de prijzen valt,
calico’s (te Batavia), ruwe supers, gebi. cambrics en prints
(te Batavia). Door deze lagere prijzen daalde het groeps-
indexeijfer met 2 punten tot 171 in November.
Het indexeijfer van de groep levensmiddelen steeg iii
November met een punt tot 151.
De p.rijsveranderingen van de metalen varen zeer ge-
ring. Het groepsindexeijfer vais (leze artikelen steeg met
édn punt tot 143.
Van de groep chemicaliën stegen de prijzen van chro-
maatgeel, bars, houtteer en zwavelzure ammonia. Het
gi-oesiudexeijfer kwam hierdoor op 143 tegen 142 in Oc-
tober.
Van de groep diversen stegen de indexeijfers van Austra-
lische steenkool en sigarettenpapier (Europeesch) van
respectievelijk 138 en 421 in October tot 150 en 449 in
November. Het groepsindexeijfer steeg hierdoor met 3
punten tot 167.
Het totaal indexcijfer van de 72 invoerartikelen bleef in
November ongewijzigd op 156.
Uitvoer.
Het indexcijfer van cle 20 exportartikelen
bleef in November onveranderd op 124. De indexcijfers van
cacao, citronella-olie, damar, kapok, maïs, tapioka ‘en thee
waren hooger, die van arachides, kapokpitten, koehuiden,
koffie, peper en rubber waren lager.
Ht algemeen indexcijfer van den geheelen groothandel
bleef onveranderd op 149. Dit indexcïjf er heeft geen andere beteekenis, dan dat het
het gemiddelde prijsverloop vöorstelt van de 92 met name
genoemde artikelen.
indexcijfers van 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaja en Semarang.
Invoerartikelen. n
–
–
–
E
ij
1913.
100 100
100
100 100 100
100 100
1923.
207
163
174
170
169
180
150 173
1924.
213
164
167
160 168 178
155
173
1925.
208
161
160
150
165 172
146
166
1926.
185
157
151
153
169
165 137
159
November1927.
173 148
144
146 169
158
128
151
December
,,
–
173
147 142
145
163
156
127
150
Januari
1928,
172
150
140 145 158
155
130 150
Februari
,,
.
172 149 140
145 158
155 129
149
Maart
,,
. 172
147
140 145 157
154
132
149
April
. 173
149
140
144
157
155
133
150
Mei
.
174
146
140 144 164 156
132
151
Juni
.
174
146
140 144 163
155
129 150
Juli
,,
–
173 147
140
143 165
156 126 150
Augustus
,,
– .
172 148 140
143
160 155
121
148
September
,,
.
172 149
141
142
164
155 123 149
October
,,
.
173
150 142
142
164
156
124 149
November
.
171
151
143
143
167 156
129
149
1)
20 art.
2)
12 art
8)
12 art. ‘) 15 art.
5)
13 art
Kleinhandelsprijzen.
De serie indexcijfers van artikelen
van in- en uitheemschen oorsprong is zoo samengesteld,
dat cle iiiheemsche en de uitheemsche groep geheel paral-
lel zijn.
Bij de i]iheemsche artikelen valt in December wederom
Indexcijfers van kleinhandelsprijzen van verbruiksartikeleis
– van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.
–
In-
lieernsch
1)
Uit-
heemseh
1)
Totaal
,
Voeding
2)
–
1913/14
100
100
100 100
1923
..
194
173 183
182
1924
. .
182 158
,
170
170
1925
. .
169 152
160
159
1926
..
169 148
159 156
December 1927
. .
160
149 155
153
Januari
1928
..
160
149 154 154
Februari
. .
159
–
149 154
154
Maart
,,
.,.
162 148
154 154
April
. –
160
150
155
154
Mej
,,
. .
160
150
155
154
Juni
,,
..
155
148
152
150
Juli
,,
. .
160
147
154
152
Augustus
,,
. .
160
146
153 152
September
,,
..
160 147
153
151
October
–
. –
161
147
154
152
November
.
161
146
154 152
December
-,
. –
164 146 155
153
1) 20 artikelen.
2)
35 artikelèn.
13 Maart 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
259
(Ie
normale seizoenstijging op te merken van rijst en kip-
puleieren. Ook karbouwenvleesch en suiker waren hooger,
aardappelen en klapperolie daarentegen lager in prijs. Het
indexeijfer van de inheemsche artikelen steeg met 3 pun-
ten tot 164 in December.
Bij de uitheemsche artikelen zijn de prijsverschillen ge-
ring, het indexcijfer van (leze groep bleef onveranderd op
146.
Het algemeen indexcijfer voor den kleinhandel steeg in
i)ecember met een punt tot 155.
Passcrprjren.
De gemiddelde passerprjzen van 119 pas-
sers op Java en Madoera van de Inlandsche Iandbouwge-
wassen geven geen groote schommelingen te zien. Padi- en
beras-prijzen loopen nog steeds op, in verband met ‘t
seizoen.
De prijzen van cassave en gaplek geven in November een
zeer geringe stijging te zien. Het prijsniveau van deze ar-
tikelen blijft in 1928 ver benedên dat van 1927 en bedraagt
slechts ongeveer 60 pCt. van de hooge prijzen, die in het
jaar 1926 te ma-ken waren. Zelfs in het jaar van de laag-
ste prijzen sinds 1920, nl 1922, was het gem. prijsniveau
aanmerkelijk honger dan in de eerste maanden van 1928.
De enorme export van gaplek gedurende 1928 kan dan
ook moeilijk enkel aan de dringende vraag van het buiten-
land, voor
,
veevoeder, te danken zijn; dan toch hadden de
passerprijzen moeten omloopen. De verlaagde prijzen op
Java en Madoera hebben waarschijnlijk den expoit op zoo
groote schaal pas mogelijk gemaakt.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
The American Economie Review. –
Menasha, Wis., September
1028.
J.
D. Black.
McNary—Haugen movement;
R. G.
Blakey,
Revenuc Act of
1928;
J.
M. Claric.
Inductive
eviclence on inarginal productivity;
B.Dietrich,
Plight of Lancashire cotton industry;
R. H. Bown-
/’ree.
Measnring the accuracy of pred:iction;
R.
J.
Waticins,
Criticism of ,,Economics of Business Fluc-
tnation”.
T Ii e
3
o u r n a 1 o f P o ii t i c a 1 E c o n o m y. –
Chicago, Augustus
1928.
J. E. Moffat
Nationalisrn and econoini.c theory;
H. Bobbins,
Economie effects of Black Death;
G. T.
St,arnes,
Sixty years of Branch Banking in Virginia;
W. A.
Robinson,
Economie sectionalisni, in Canada;
V.
P.
Tirnosh.cnlro.
Correlations between prices and
yie]ds.
T d e m. – Chicago, October
1928.
A. B.
Wolfe,
The population problem since the
world war;
t. D. Edie, Rate of increase of monetary
gold stock:
B. J.
fïovde,
Socialistic theories of impe-rialisin;
J. S.
Prentice,
Canada and hydro-electric
power;
Oh. P. White,
Effect of the
80
per cent credit
ciause..
The Quarterly Journal of Econo-
01
i c s. _: Cambridge, Mass., Augustus
1928.
G. Cassel,
The rate 61 interest, the bank rate, and
the stabilization of prices;
A.
E. Monroe,
Cost and its •relation to value;
S. A.
Pervushin,
Cyclical fluc-
tnations in agrïcuitnre and industry in Russia
1869-
1.926; J. S. Lawrence,
Borrowed reserves and bank
expansiqn;
N. E. Hinies,
The piace of John Stuart
Miii and of. Rohert Owen in the history of English
neo-Malthnsianism;
T.
B. Snavely,
The Oolwyn Oom-
mittee and the incidence of iiicome tax.
T d e m. – Cambridge, Mass., November
1928.
M. W. Watkins,
The Sherman Act: its design and its effect;
M. M. Knight,
Water and the course of
Empire in North Africa;
A.
G.
Black,
The provision
for agricuitural credit in the United States.
Schmollers Jahrbuch. – München, Leip-
zig, Augustus
1928.
P.
Tönnies,
Die eheliche Fruchtbarkeit in Deutsch-
land;
L. Sonsmer,
Zur Methode der exakten und his-
torischen Nationalökonomie;
Ch. Lorenz,
Die wirt-
schaftspoiitischen Strömungen der Gegenwart;
J.
p
– Sihumpeter,
Staatsreferendar und Staatsassessor;
-5.
Wehrle,
Europiiische Zollunion.
De Socialistische Gids. – Amsterdam,
Aug/Sept.
1928.
bevat o.a.:
– Dr. L. Heyerntdns,
De onvolwaardige arbeidskrach-
ten;
J.
D. L. le Febvre,
Het rapport over den Suma-
tra-opstand;
K.
Lindner,
De belegging der arbeiders-
verzekeringsfondsen;
A.
van Laar,
Uit de eerste vak-
beweging van Antwerpen.
MAANDCIJFERS.
EMISSIES
IN
FEBRUARI
1929.
Staatsleeningen………………
f
6.600.000,-
zijnde:
Roemenië
•
Monopolie Instituut van
hetKoninkrijkRoemenië
$3.000.000
7°i
obl.â88o/0 f 6.600.000
Prov. en Gemeentelijke Leeningen.
.
12.223.100,-
zijnde:
Nederland
G-em.Deventerf2.500.0001)
4%
0
/0
obi. k 9914
o/….
f
2.487.500
Gem.Rotterdamf 9.760.000
434
01
obl. á 99%
0/….
f 9.735.600
Hypotheekbanken ……………..,,
2.679.100.-
zijnde:
–
Nederland
– –
Obligatiën
De Rotterd. Scheepshyp..
bank fl.000.000′) ob!… f1.000.000
2)
Duitschl and
Obligatiën
Frankf. Hypothekenbank
–
G.M. 2.900.000 7
o/
hyp.
goudpandbr. á 96%o/.. f1.679.100
Indu8triee1e Ondernemingen ……,,
95.332.675,-
zijnde:
Nederland
Aandeelen
Dordrechteche Metaalwa.
renfabriek v/h. Wed. J.
Bekkers
&
Zn./Woud
&
Bekkers’
Blikfabrieken
/250.000 aand. á 112%
0/0
f
281.875
Margar.TJnief 34.184.000
aand. á 150
0
/……../
51.276000 Amerika
Aandeelen
Standard Milling Comp.
$6.500.000 aand.100oj
0
fl6.250.000
Belgié
Aandeelen
Soc. F-in. de Transports et
d’Entreprises
Industr.
(Sofina) B.
fr. 2.680.000
aand. á f2.430 per aand.
van B. fr. 500
……f13.024.800
Frankrijk
Aandeelen
Comp. Nat. de Matières
colorantes et Manufac- tures de produits chimi-
ques du Nord Runies
,,Etablisa.
Kuhlmann”
Fr.
Fr.
50.000.000
3
)
290
0/.
……………
f
14.500.000
•-Electr.-, Gas-, Te1., Telegr.- en Wa.-
terl.
Maatschappijen
……….,,
9.40,9.250,-
zijnde:
Duitse hland
Aandeelen
Charlottenburger Wasser-
und Industriewerke A.G.
M.3.000.000aand.a-121o1
0
f 2.17.8.000
Obligatiën
Berliner Stkdt. Elektrizi-
tatewerke A.G. (B. E. W.
A. G.) $1.500.000 6,14
/0
obi.
á 93340/.
………
f
3.506.250
260
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13 Maart 1929
Schluchseewerk A.G. Zw
fr. 8.000.000 6
0
/0
obi. A
9311
8
0/. …………..
f3.725.000
HandeÏsondernemingen ……….
,,
1.932.000,-
zijnde:
Frankrijk
Aandeelen
Société Comm. de I’Ouest
Africain (S. C. O.A.) Fr.
Ir. 6.000.000
4
) aand.
3220/. ……………. f1.932.000
Mijnbouw-Ondernemingen ……
.
..
Duitschi and
o
bligatiën
Harpener Bergbau A.G.
$
1.750.0006o/
0
obl.90o/
0
f 3.937.500
Diverse Oultuuroridernemingen.
. . .
,,
375.000,-
zijnde:
Nederland
t
..4andeeien
Cultuur-Mij.
,,Kali-Tello’
f
150.000
3
)
aan(I.
k2500/0
f
375.000
Diversen ……………………
,,
100.000,- zijnde:
Nederland
t
0
bi gatiën
Grun’s Grondbezit
f
100.000 5%
0/
5
obl. ft
100
0
/0 …………….
f
100.000
Totaal.
…
f
132.588,625,-
Conversie.
Daar noch het aantal der omgewisselde 4%
0
10
obi.
&
96% o/ noch dat der omge.wisselde 5 o/ obi. 9. 100
0/
bekend
is, werd hier het nominale bedrag vermeld.
‘1
Uitsluitend voor aandeelhouders.
Introductie.
1
Totaal
der emissies in Januari..
..
f
144.956.460,-
Februari
. .
,,
132.588.625,
–
Algemeen Totaal …….
f
277.545.085,
–
Bovendien:
f
11.120.000,- 3/m. Schatkistpromessen 9.
f
988,5171
1.360.000,- 6/no.
,,
,, ,,
978,02
7.467.000,-
Schatkistbiljetten.
,, ,,
1.002,50
Voorts werd in de afgeloopen maand hier te lande de
inschrijving opengesteld op een beperkt bedrag:
6
0/
obi. Duitsche Grootboek 9.85
0
/0
(introductie);
8 o/ obi. Bonn 9. 93%
0
/0
8 o
l.
obi. Brunswijk 9. 93%
0
/0
8
0
/0
obl. Hessen 9. 93,80 0
10
8
0/
ob!. Leipzig 9. 93%
0
10
8 o
lo
obi. München 9. 9384
eb
aand. Cities Service Co. 9. 325
0/;
1
aand. z. n. w. Middie West Utilities Cy 9. $130 p. aand.;
aand. Comptoir Lyon-Alemand 9. 400 °/o;
aand. z. n. w. Chain Store Stocks Inc. á
$
39015
p. aand.
(introductie);
aand. z. n. v. Kennecott Copper Corporation 9.
$
79 p. aand.
1
(introductie);
4% o
lo
COIIV.
obi. Atchison Topeka & Santa Fé Ry. Cy.2
9. 121g
o/
(introductie);
•1
aand. z. n. w. The International Nickel Comp. of Canada
Ltd 9.
$
68 per aand. (introductie);
aand. z. n. w. Nevada Consolidated Copper Comp. 9.
$
51 p.
aand. (introductie);
cert. van 10-6
0/
cum. prei. aand. A 9.
$
50 en 4 gew
aand. z. n. w. United Aircraft and Transport Corp.
9. lOO o1
0
(introductie);
6
0
/0
obl. Tenuessee Copper & Chemical Corp. 9. 100 o/
o
voor
aandeelhouders
–
en op de volgende obligatieleeningen:
Rente- Emissie-
Guldens
voet
koers
Congreg. d. Zusters
v. d. H. Elisabeth 500.000 7 o/
974°/o-
Institut des
Soeurs
de Ste Marie
1
de Namur………………….140.000
64
o/ 99
0
10
R.K. Kerkbest. d. Parochie v. d. H. Rita 500.000 44
e/
964
0
1s
Mün-terkerk van Bonn ……….60.000 61
0
10 97
0
/0
St. Vinceutius Weeshuis, Dortmund 165:000 7 .1
0
98 0,
o
1
R.K Parochie v. d. H. Jacobus de
Meerdere, Spaarnwoude ……..140.000 5 o/
100
0
10
–
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
***
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
Ned 5
1i~s
ilinn.
Wissels.
413 Oct.’27
Zwits. Nat. Bk.
3422 Oct.’25
Eif. 5
13
Oct.’27
N.Bk.v.Denem. 5
23 Juni’27
rsch. inR.C. 6
13
Oct.’27 ZweedscheRbk
4124
Aug.’28
Javasche Bank…
.
4425 Feb.’29
Bank v.Noorw. 5126
Mrt.
’28
Bank van Engeland
54
7Feb.’29
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbank 65
12Jan.’29
slowakije
..
5
8 Mrt. ’27
Bank v. Frankrijk. 3419
Jan.’28
N.Bk.v.O’rijk..6416Juii
’28
Belgische Nat. Bnk.
4 30 Juni’28
N. Bk. v. Hong. 7
1 Oct. ’28
Fed. Res.BankN.Y. 5
12Juli’28
Bank v. Italië. 6
5Jan.’29
Bank
van
Spanje…
5119
Dec.’23
Z..Afr.Res.bnk
54
9Jan.’28
OPEN
–
MARKT.
1929 1928
11
1927
11
1914
M
419
I25Febr.II
18123
5110
7/12.
20124
Maart
1 2 Mrt.
Febr.
Maart Maart
Juli
Am,terdam
Partic.dlsc.
411
9
4
1
12..
9
1i6
411
2
_91i6
47116_112
3314.715
3
7
116-
1
1i6
31I
8
31
i6
Prolong.
. .
5
4315
431
4
.511
4
431
4
.501
4
331
4
_411
4
31(
4
.3)
4
211
4
.51
4
Londen
–
Daggeld
..
4..11
3
1
12-5
1
!4
312-6
3-5
314-412
3
1
145
1
3
14-2
Partic. disc.
5I8
5114.315
5’I4-I16
5
1
I4-
1
116
4
1
132-
3I16
4114.310
211
4
.81
4
Berlijn
DageId
..
6
3
14.8
113
6
3
14-912
5
1
12-I0
5-8
6
1
139
3-7
–
Partic.disc.
30.55 d..
.
611
4
6018.114
611s
5
7
1-6
611511
4
41153/
4
–
56-90 d..
.
611
4
6115
11
4
6
1
1
5
7
10-6
61/8514
4
1
)1
2
1
1-‘/,
Waren-
wecheel.
63(8
1
19
6
3
18_
1
2
6315_11
2
6
1
14-
3
1$
6
7
18-7
471_5
–
New York
Daggéld
1)
9.11
4
8.1211
4
8-10
1
1
6-711
41j
4
fl/
a
4.114
15142113
Partic. disc.
53/s
1
5
3
j
E
t
5
0
12
5
1
(2.3(4
11
3518
311
4
–
6)
Koers van 8 Mrt. en daaraan voorafgaande weken t/m. Vrijdag.
• WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Dato
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York)
0) 0) 0) 0)
1)
5 Mrt. 1929
2.49
11
/je
12.11h
59.234
9.754
34.66
“/96
6
.
1929
2.49″/.
12.11%
59.224
9.75
3465 99itj
7
1929
2.4911j
12.118.
8
59.231
9.75
34.654
911
i
8
,,
1929
2.493%
12.113/
s
59.245
9.754
34.67
99i
1
1
9
1929
2.49%
12.11s1
59.24 9.754
3 4.6
7
1
99’1
11
1929
2.49%
12.11k
59.235
9.754
34.664 34.63
99is/
Laagsted.w.i)
2.49%
12.1034
59.21)
9.74
99%
Hoogste d.w1)
2.49%
12.11%
59.26
9.76
1
34.70
100
4 Mrt. 1929
2.4911j
12.1!li
e
59.24
9.754 34.661
99i1
25 Febr. 1929
2.49i1j
1211H
59.27
9.754
34.684
99ii1
Muntpariteit
2.48%.
12.10%
59.26 9.75
34.59
100
13 a a
ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
*)
1)
rest
1)
*0)
00)
5 Mrt. 1929
48.02% 35.10
7.39
1.49
13.074
37.86
6
,,
1929
48.01%
35.10
7.384
1.49
13.07
37.66
7
,,
1929
48.02%
35.10
7.39 1.49
13.074 37.20
8
,,
1929
48.02
35.10 7.40
1.49
13.074
36.75
9
1929
48.02%
35.10
7.40
1.49
–
–
11
1929 48.02%
35.10 7.395
1.49
13.075
36.825
Laagsted.w.
1
)
47.97 35.02%
.7.37
1.47
13.05
36.60
Hoogsted.wl)
48.05 35.15
7.43 1.524
13.10
37.90
4 Mrt. 1929
48.02%
35.10
7.39 1.494 13.08
38.10
25 Febr. 1929
48.02
1
/1
35.10
7.42 1.50
13.074
38.50
luntpariteit
48.-
35.-
*)48._
13.09
48.-
Data
Stock-
holm
)
Kopen-
hagen)
Oslo
rj..
forfl)
Buenos-
Aires
1
)
.
Man-
freal’)
5 Mrt. 1929
66.67k
.66.574
66.60
6.274
105
,
18
2.48%
6
,,
1929
66.674 66.55
66.574 6.284
105
2.483,
7
,,
1929
66.675
68.55
66.574
6.26k 105l/
2.48%
8
,,
1929
66.70 66.55.
66.574
6.284
105’i
2.48′
9
,,
1929
66.70 66.55
66.574
6.284
.
1051/
2.481/
11
,,
1929
66.70
66.55
66.574
6.284
105’/
2.481/
8
Laagsted.w.’)
66.60
66 – 524
1
86.524
6.25
104%
2.477/
t
Hoogste d.w’)
66.75
66.624 66.65
6.30
105
5
/
2 48
5
1
8
4 Mrt. 192.9
06.724
68.574
66.60
6.284
105%
2.48%
25 Febr. 1929
66.75
66.574
66.60
6.29
105%
2.48%
Muntpariteit
66.67
66.67
66.67 6.264
105o1
2.48%
•) Noteering te
Amsterdam.
*0)
Noteering te Rotterdam.
‘) Particuliere opgave..
1)
Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j
1
en 7.21
1
1.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
13 Maart 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
261
KOERSEN TE NEW YORK.
(Cable).
D a a
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterdam
($
per £)
(8 p. lOOfr.)
($
p. 100 Mk.)
($
p. 100 gid.)
5 Maart 1929
4
,
857
1
32
3,9051
8
23,7284
40,05
6
,,
1929
4,8581
1
,
3,901,,
23,72%
40,06
7
1929
4,85
8
1
33
3,90%
23,72% 40,05
8
1929
4,8511,,
3,9034
23,72%
40,0484
9
,,.
1929
4.85
1
/,
3,9084
23,72% 40,04%
11
1929
4,85
1
1
8
3
1
90%
23,723i
40,05
12 Maart
19281
4,8715,,
3,93%
23,90%
40,23%
Muntpariteit
4,8667
13,92 23,81%
401,,
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
23
Febr.
1929
2
Mrt.
1929
4)9
Maart’29
Laagst ei Hoogste
1
9
Mrt.
1929
£1xandriij..
Piast.p.g
0734
9784
Athene
.. …
Dr. p.
£
375
375
3749/
4
37584
375
Bangkok
…
Sh.p.tical
111084
111081
8
1/1084
1110
1j10%
Budapest . .
Pen. p.
£
27.84k
27.85 27.82 27.87 27.84
B. Aires
.
d. p.
$
4751,
0
471,
6
47%
47111
4719I6
Calcutta
. .
…
Sh. p. rup.
1j6
1
1
84
1j6
1
1
1
84
116
116
1
1
64
f
16
1
1
Constantin..
Plast. p.
£
98.5
980 980 990
985
Hongkong ..
Sh. p.
$
1111
2/081
16
1:11%
21084
2
1
‘011,
6
Sh.p.yen
1110,’
1110
1)97/,
l/lO
L10’r
Lissabon
. .
E scu.p..
1093%
109’1
8
108
10984
10884
Kobe……..
Mexicol)
…
$
per
£
10
9.90
9.75
10.25
10
Montevideo
d. per
£
5071,
5084
501
8
5011,
508/,
Montreal
..
$
per
£
4.8711,
4.8751
8
4.87
1
7,
4.88%
4.8811,
R.d.Janeiro
d. per Mii.
5571
5571
6
5551 5571 5291
3
Shanghai …
5h. p. tael
216211
33
26271
33
2/684
2/618/
t
,
Singapore. ..
id. p.
$
213661
94
2/3
55
/,
213
T
,
1
2,329/,,
2/3U
Valparaiso2).
$p.
39.57
39.50
39.41
39.52
39.46
Warschau …
Zi. p.
£
1i8
4351,
6
43j,,
4371.8 4351,
0
‘8
in net vervoig woroen ae Mex.
niet meer in penc. doch in
£
genoteerd.
3)
90.dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’)
N.York’)
Londen
4 Mrt. 1929.. 26
56%
4 Mrt. 1929….
84111%
5
1929..
25181,,
56%
5
,,
1929…
8411071,
6
,,
1929..
26
5681
8
6
,,
1929…
.
84111%
7
,,
1929..
26’j,,
56%
7
,,
1929…
.
84111%
8
,,
1929..
26
568,
8
,,
1929….
84/1184
9
,,
1929..
26
56′
8
9
,,
1929….
84/1134
10
Mrt. 1928.. 26%
57
,
18
10
Mrt.
1928….
84111%
20 Juli 1914. . 2411
1
, 159
20
Juli 1914…. . 84111
1) In pence p.oz.stand.
2)
Foreign silver in $c. p.oz.flne.
8)
in sh. p.oz.fine
STAND VAN ‘e RIJKS KAS.
Vorderingen.
1
28Febr. 1929
7 Maart 1929
Saldo bij de
Nederiandsche
Bank….
–
/
8.675.496,47
Saldo b. d. Bank
voor Ned. Gemeenten
/
20.353,52
,,
1.855.264,19
Voorschot
op
ultimo Januari. ’29 aan
de
gem.
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
de Rijksinkomsten belasting ……..
,,
37.372.666,14
,,
37.372.666,14
Voor8chotten aan Suriname ……….
11.681.585,62
..
11.676.798,42
….
91.551,03
Kasvord.
weg. credietverst.
a(h.
bultenl.
Daggeldleeningen
tegen onderpand
,,
..
133.10
.6.333,78
,,
133.106.333,78
1.000.000,-
–
Id. aan
Curaçao
……………………-
Saldo der
postrekeningen van
Rijks-
van Staatsschuldbrieven
…………
14.004.716,-
19.468.317,64
comptabelen
……………………
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.
– –
T.
en
T.’)…………………………..
Id.
op andere Staatsbedrijven ‘)
6.282.578,42
,,
5.832.578,42
Verplichtingen.
Voorschot door de Nederi. Bank
t
8.433.482,88
-.
Schatkistbiljetten in
omloop’) ……..
…
67.261.000,-
,,
16.320.000,-
/
74.728.000,-
,,
28.800.000,-
Waarvan direct bij
de
Ned.
,,
11.766.015,50
Schuld aan
Ned.-lndiës)…… ……..
,,
26.637.805,71
22.927.645,51
Schatklstpromessen
in omloop
……..
,,
12.406,17
–
Zilverbons
in
omloop ………………11.167.854,50
Id.
aan het Alg. Burg.
Pensioenfonds’)
,,
23.646.197,19
..
,,
24.606.556.15 Id.
aan
Curaçao
2) ………………….
Id. a. h.
Staatsbedrijf d. P., T.
en T. 2)..
51.496.565.-
47.728.055,96
Id. aan
andere Staatsbedrijven’)………
1.640.000,-
,,
1.640.000,-
Id. aan dIverse Instellingen 8)
…
5.788.243,21
5.687.732,69
Waarvan /
12.056.000
vervallende
op 1
Juli 1929.
In
relcg.-crt. met
‘s
Rijks
Schatkist.
NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
2 Mrt. 1929
1
9
Mrt.
1929
Vorderingen:
Saldo
‘8
Rijks kas
. …. .. …. .. …
f27.004.000,-
/22.769.000,-
4.423.000,-
,,
4.036.000,-
Verplichtingen:
Betaalmiddelen iii ‘s Lands Kas
–
–
Saldo
bij
de Javasche Bank
………….
.
–
Waarvan
Muntbiijetten ……………-
Muntbiljetten
Ifl Omloop
…………
Schuld
het
Ned.-lnd. Muntfonds..
aan
. …
46.696.00O,-
Idem aan de
Ned.-!nd.
Postspaarbank.
.46.840.000.-
,,
278.000,- 698.000,-
,,
278.000,–
•
686.060,-
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 11 Maart 1929.
Activa.
Binnenl.Wis-(Hidbk.
f
121.853.041,82
sels,Prorn., Bijbnk. ,,
6.303.604,27
euz.1nu1sc.i,ig.scn.
,,
1).1.8(,1
f
144.488.525,21
Papier
o.
h.
Buiteni. in
disconto.
……..
,,
–
Idem
eigen
portef.
.
10
1.393.598,-
Af :Verkocht
maar voor
de bk. nog niet afgel.
–
,
101.393.598, Beleeningen mcl.
vrsch.
Hfdbk.
f
37.776.707,73
in
rek.-crt.
Bijbnk.
7.080.372,08
op onderp.
Ag.sch. __53.118.169,07
–
/
97.975.248,88
Op Effecten.. . … … /
94.933.248,88
Op Goederen en Spec.
3.042.000,-
97.975.248,88
Voorschotten
a. h. Rijk
… ……………
,
–
Munten Muntmateriaal
Munt,
Goud ……
f
67.042.685,-
Muntmat.,
Goud
. ,,
367.501.186,02
f
434.543.8710
Munt,
Zilver,
ens..
,,
21.231.689,71
Muntmat., Zilver
..
–
,,
Belegging 113
kapitaal,
reserves en pen-
455.775.560,73
1
,,
2.607.780,30
sioenfonds
. ……….. .-
….. …..
Gebouwen en Meub.
der
Bank …. ….
..
5.000.000,-
Diverse rekeningen
…….
………. ..
44.389.100,24
Passiva
f
873.629.813,36
Kapitaal
…………..-
…………
f
20.000.000,-
Reservefonds
……
……………
..
,,
7.157.903,12
Bijzondere reserve
……………….,,
8.000.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
5.557.926,90
Bankbiljetten in
omloop…………..,,
791.541.320,-
Bankassignati8n in omloop………….
144.146,02
Rek.-Cour.J Het Rijk
f
1.280.192,05
saldo’s:
‘1,, Anderen,,
23.002.199,45
24.282.391,50
Diverse rekeningen
………….
……,,
16.946.125,82
f
873.629.813,36
Beschikbaar
metaalsaldo
……… …. .
f
128.902.811,45
Minder bedrag aan
bankbiljetten in
om-
loop
dan waartoe de Bank
gerechtigd is. ,,
322.257.025,-
1)
Waarvan in het
buitenland…..
Voornaamste posten in
duizenden guldens.
Goud
Andere
Beschikb,
Dek-
Data
Ctrculatle
opelschb.
Metaal-
1
ktngi
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
perc.
11
Mrt. ’29
67.043 387.501 791.541
24.427
128.903
56 4
,,
’29
67.048 367.495
808.766
12.464
126.890
55
25 Febr. ’29
67.053
367.495
775.761
31.596
133.275
56
18
,,
’29
67.055
367.495
774.854 28.834
134 835
57
11
’29
67.056 367.495
784 5s1
42.742
125.630
55
4
’29 67.040
367.495 807.905
38.745
117.897 54
12 Mrt. ’28
67.719
367.464 781.682
37.439
297.455
56 25
Juli
’14
65.703 96.410 310.437
6.198
43.521
1
)
54
Totaal
Schatkist-
B
1
ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
nl g
op
het
reke-
dtscon to’s
rechtstreeks
–
buitenl. ningen
2)
11
Mrt. 1929
144.459
–
97.975 101.394 44.389
4
,,
1929
98047
–
117.860
132.330
42.603
25 Febr. 1929
73.713
–
98.599
166.994
25.897
18
,,
1929
66.816
–
105 212
166.385
26.928
11
,,
1929
66.828
–
93.361
198.269
15042
4
1929
59.426
–
108.348
205 657
33.737
12 Mt. 1928
56.296
–
109.895
181.262
31.093
25
Juli
1914
67.947
14.300
1
61.6861
20.188
509
•j up ue na,,, van -15 meraalueKIcIng. ‘) blUItpOSt activa.
CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldena.
Data
Metaal
Circu-
latie
1
Dis-
conto’s
schotten
aan de
kolonie
Diverse
reke-
ningenlningeni
1
Diverse
1
reke.
1 Februari
1929
2.863 5.239
152
35
2.824
119
1
Januari
1929
2.718
5.298
155
21
3.073
189
1 December
1928
2.660
5.111
80
57
2.970
1.81
1 November1928
2.462
4.564
156
7
2.579
164
1
October
1928
2.449 4.462
157 77
2.414
158
1 September1928
2.471
4.510
157
136
2.414
195
1 Februari
1928
2.316
3.390
162
–
2.128
460
–
,I .amp. uur dUva. ‘,Iiuisp. uer passiva.
262
ECONOMISCH-STATÏSTISCHE BERICHTEN
13
Maart 1929
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken
cijfers
der
laatste weken zijntelegrafisch ontvangen.,
Andere
Beschikb.1
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opelschb.
metaal-
schulden
saldo
9Mrt.1929
l80
308.900
43.600 47.200
2
,,
1929
189.500
302.100 46.900
49.900
23Feb.1929
190.200
299900
52.400
49.280′
9Feb. 1929
168.794
21.182 303.516
57.105
45.728v
2
,,
1929
168.996
22.734
300.088 60.185
47.621
26 Jan. 1929
169.228
22.850 300.153
61.436 47.443
19
,,
1929
169.662
,
23.101
304.504
63.882
45.409
10Mrt.1928
l73.447
19.398
312.645 40.523
122.627
12Mrt. 1927
190.115
30.883
309.613 44.078
151.234-
25 Juli1914
22.057
31.907
110.172
12.634 4.842
DIS-
;;’
Belee-
Diverse
Data
conto’s
N.-Ind.
ningen
percen-
______________
betaaib.
g
lage
9Mrt. 1929
140.900
*0*
51
‘
2
,,
1929
138.200
•s
54
23Feb.1929
141.700
*0*
54
‘(T
9 Feb. 1929
8.163
____________________
39.348 79.999
49.188
53
•r
2
,,
1929
7.928
38.164
78.745 49.607
53
.c’
26Jan. 1929
7.641
39.296
83.540
44.792
53
.1
19
,,
1929
7.928
40.320 86.925
46.176
52
.!
10Mrt.1928
12.778
26.904
81.754
45.234
55
12Mrt. 1927
13.696
20.270
68.163
37.421
62
”
25 Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
‘) Sluitpost activa.
)
Basis
/i
inetaaldekking.
BANK
VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten
in duizenden ponden
sterling.
1
)
Bankbilf. Bankbilf.
Other
Securities
Disc.and
ecuri
es
Data
Metaal
in
in
Banking
circulatie
Departm.
lAdvances
6 Mrt. 1929
151.829
355.088 56.385
10.379
16.1151
1
1
27 Febr. 1929
151.256
352.253 58.644
8.354
15.594″
20
,,
1929
150.851
351.819
58.685
12.056
18.692e
13
,,’
1929
150.154
352.698 51.140
10.447
16.687
6
1929
149.917
357.519 52.107
8.714
15528
30 Jan. 1929
152.978
355.644 57.070
9.657
15.946v
,
f1
135.115
7 Mrt. 1928
157.898
55.322
i
r
22 Juli
1914
40.164
29.317 33.633
Data
Gov.
Sec.
Public
Depos.
Other Deposits
1
Reservel
Dek-
kings-
t
perc.
2)”
1
Bankers lAccountsl Other
1
7 Mrt. ’29
44.797
8.283
64.184
37.296
56.741
5119/
2
27 Febr.’29
42.977
13.967
57.040
36.662
59.002
543j
32
20
’29
46.332
15.076
65.695
37.133
1
59.032
50
13
’29
47.877 19.636
58.200
36.438
57.456
50
12
‘6
,,
’29
55.387
8.351 68.501
‘37.004
52.398
46
li
30 Jan.
1
29
50.502 19.230
58.211
37.863
57.334
49281
7 Mrt. ’28
31.762 8.462
102.879 42.533i
38
q
22 Juli
’14
11.005 13.736
42.185
29.
2
971
52
li
1)
Zie voor wijzigingen in ae Danicstaat ne toeiicnting op oiz. iuw
en
1081.
2)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
b
Voornaamste oosten in millioenen trance.
Te goed
Wis
Waarv.
Belee-
Renteloo
Data
Goud’) Ziiverj
in h t
1
bUU:l.
sels
op hef
n ngen
]vo
orschot
–
22.7661
buiteni.
a.d.Staat
1 Mrt;’29
34.063
732
11.474
18.446
2.405
3.2001
22Feb.’29
34.038
732
11.539
23.645
18.406
2.263
3.200
15
,,
’29 34.027
732
11.795
22.372
18.400
2325
3.200
8
’29 34.018
732
12.303
23.163
18.251
2.314 3.20&
1 Mrt.’28
5.544
343
57
2.055
10
1.705
–
23 Juli’14
4.104
640
–
1.541
8
1
769
–
v. d)
1
Diver-
Rekg. Courant
Data
1Bons
zelfst.
1
sen
2)
Circulatle
zelfs t.
‘
Parti-
Staat Ia,nort.k.Iculieren
amorf. k.
1 Mrt.’291 5.930
2.336
64.226
5.424
6.143 6.238
22Feb.’29I
5.930
1.463
62.506
5.932
6.368
7.1751
15
‘291
5.930
1.751
62.620
6.275
6.413 5.996
8
,,
‘291
5.930
1.755
63.101
6.412
6.234
6.721
1 Mrt. ‘281
–
26.298
58.433
28
–
7.710
23 Juli’141
– –
5.912
j
401
–
943
1) ‘Bij de-stabilisatie
‘is
de goudvoorraaa – gewaardeero volgens ae
nieuwe waarde van den franc.
2)
Sluitpost activa.
–
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in miljoenen Reichsmark.
Daarvan
Deviezen
Andere
D ta
0
“oud
bij bui-
als goud-
wissels
Belee
tenl. circ.
dekking
en
ningen banken
1)
geldende
cheques
–
7 Mrt. 1929
2.682,8.
‘
73,1
128,0
1.749,4
153,8
28 Feb. 1929
2.728,9
85,6
90,4
1.876,4 297,2
23
1929
2.729,0
85,6 99,1
1.461,3
38,5
15
1929
2.728,9
85,6 100,4
1.446,6
78,3
7
1929
2.729,1
85,6
140,3
1.707,2 44,4
7 Mrt. 1928
1.883,3
85,6
297,3
2.260,9
50,6
30 Juli
1914
1.358,9
– –
750,9 50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa’,)
latie
Crf.
Passiva
7 Mrt. 1929
93,1
506,1
4.337,7
502,9
–
181,7
28 Feb. 1929
93,2 470,7
4.553,0
525,6 170,0
23
,,
1929
93,2
481,5
3.902,1
572,7
156,3
15
1929
93,2
544,6
4.077,3
467,2
153,9
7
1929
93,2
469,4
4.236,1
501,3
140,4
7 Mrt. 1928
94,2 510,0 4.067,7
526,5
222,9
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
‘,onoeiass.
‘, w.o.
rceneenuanscneine
1
Ivirt.,
ho,
£3,
10,
t
fCW. ZO,
7
Mrt.
’28,
resp. 40;
8; 55; 38; 41; 43 miii.
–
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.
Data
Goud
:
0.
4
Rekg. Crf.
,
1929
ti
0
L
.2
t’
t,uo
7 Mrt.
907
454
44
722
49
340
2.394
23
67
28 Febr.
906
490
44
738
52
344
2.432
41
611
21
906
474
44
708
40
344 2.369
26
92 14
,,
906
494
44
698
39
345
2.382
14
99
7
,,
905
532
44
678
38
345
2.391
23
99
8Mrt.
1
750
451
44
529
51
,
382
2.088
27
88
1) 1,8.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In
her-
disc.
v.
d.
In
de
open
bedrag
F.
R.
Notes
Zilver
etc.
member
markt
banks
gekocht
20 Fbr. ’29
2.681,1 1.267,7
158,8
865,0
355,6
13
1
29
2.686,2′
1.274,8
161,9
903,9
391,1
6
’29
2.663,9
1.257,0
166,7
851,6
410,7
30Jan.’29
2.667,2
1.274,5-
168,0
820,6
435,6
23
,,
’29 2.648,1
1.294,0
165,4
782,1
454,2
16’29
2.630,6
1.265,4
162,1
821,8
481,2
21 Fbr. ’28
2.819,8
1
1.437,0
164,6
1
461,1
353,2
Belegd
F.R.I
– –
–
“Öiit-‘
Algem.
Data
in
u.
.
Notes
1
in
circu-I
Gestort Kap
i
taal
Dek-
kings-
Dek-
1
kings-
Gov.Sec.
latie
1
perc.’)
perc.
2)
___________
20Fbr.’29
172,6
1.651,6
2.361,0
150,2
66,8
70,8
13
’29
177,2
1.659,8
2.421,5
149,8
658
69,8
6
,,
’29
200,1
1.646,3
2.438,1
149,6
65,2.
69,3
30 Jan.’29
201,8
1.645,5
2.437,1
148,8
85,3 69,4
23
,,
’29 202,0
1.881,0
2.397,1
148,4
65,3
69,3
16
,,
’29
238,3
1.697,3
2.472,6
147,9
63,1
670
21Fbr.
1
28
401,5
1.591,9
12.404,9
1
136,5
1
70,6
74,7
‘, v ernuuuing io,aien guuuvuorraau tegenover uprisenuare snu.ueij
F. R. Notes en netto deposito..
1)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AÂ.NGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in miffioenen dollars.
Data
Aantal
banken
Dis-
1
conto’s
en
beleen.
Beleg-
gingen
i”r7e
1
d
R.
banks
t
1
Totaal
t
depo-
sito’s
Waarvan
time
deposits
13Fbr.’29
669
16.233
6.010
1.740
20.432
6.879
6
,,
’29
619
16.255
6.041
1.751
20.356
6.891
30Jan.’29
580
16.131
‘
6.053
1.759
20.372
6.893
23
’29
554
16.062
6.071
1.730
20.334
6.885
16
,,
’29
598
16.158
6.076
1.771
20.592
6.891
15Fbr.’28
649
15.131
6.535
1.762
20.412
6.661
Aan jiet eind ,van ieder kwartaai worut een overzicnt
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
13 Maart 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, ii Maart 1929.
De scherpe en vrijwel onverwachte stijging van de notee-
ring voor ,,call money” tot 12 pCt. heeft ter beurze van
N e w Y o r k in cle achter ons liggende berichtsperiode een
depressie te voorschijn geroepen. Nochtans is deze van
bescheiden invloed geweest, in verband met het feit, dat
het publiek de markt vrijwel heeft verlaten en derhalve
de beroepshaudel hoogtij viert. Aan berichten uit de krin-
gen van handel cii nijverheid wordt niet meer die aandacht
geschonken, welke enkele weken geleden nog op te merken
is geweest. De belangstelling blijft in hoofdzaak gecon-
centreerd op de fluctuaties van de geldmarkt. Over het
algemeen as (le meening overheerschend, dat voorloopig
nog met een hoog peil van de geldkoersen en met ruime
wisselingen rekening moet worden gehouden, temeer, om-
dat dc betaaldag van de belastingen nadert en de schatkist
ter voorziening in haar behoeften een beroep op de geld-
markt zal doen. De stemming op de fondsenmarkt is dien-
tengevolge w’eifelend geworden.
Ook te L o ii cl e n viel van eenige opgewektheid niet veel
te merkeii. De hooge geldkoersen te New York hebben de
vrees voor een hernieuwde discontoverhooging van de
Bank van Engeland doen ontstaan en iii verband hiermede
is uien huiverig geworden, groote posities aan te gaan.
Ook ,,gilt-cdged” fondsen hebben de gevolgen hiervan on-
dervotideu. Weliswaar is iii sommige aandeclensoorten een
poging aangewend, om de markt grootere levendigheid te
doen verkrijgen, doch deze zijn in de meeste gevallen op een
mislukking uitgeloopen.
l)e fondsenmarkt te P a r ij s is eenigszins gebukt gegaan
onder de aankondiging van tal van nieuwe emissies. Te-
voren was de waarschijnlijkheid hiervan reeds in de koer-
sen verdiseonteerd, zoodat thans geen aanleiding voor een
stijging heeft bestaan. Bovendien bestond het vooruitzicht,
dat de nieuwe uitgiften in belangrijke mate gelden zullen
eischen, waardoor de geldmarkt vermoedelijk stijver zal
worden. Hierin hebben vele aandeelhouders van de uiteen-
loopendste soorten aanleiding gevonden tot verkleining van
hun posities over te gaan, met het gevolg, dat veelal een
lager niveau werd bereikt.
Te B e r 1 ij n heeft men met eenige aandacht de bespre-
ki ugeii van dc deskundigen inzake de schadevergoeding ge-
volgd. Weliswaar werden de onderhandelingen meestal met
gesloten deuren gevoerd, doch ter beurze van Berlijn sprak
men toeh over cle mogelijkheid van het oprichten eener
bankinstelling, welke de technische zijde van de schade-
vergoedingskwesties zal moeten behandelen. Hot heeft in-
middels eenige onrust gewekt, dat het eindbedrag nog steeds
niet is vastgesteld en dit heeft de animo wel beknot. Niet-teiniii waren er sommige dagen, waarop cle stemming iets
beter is geworden; in dergelijke gevallen hebben aandee.
len Deutsche Refehsbank weer op den voorgrond gestaan.
T e n on z e n t is de stemming over het algemeen wei-
nig geanimeerd geworden. De houding van de geldmarkt is
niet veel veranderd; ter beurze is de vrees voor disconto-wijziging iets verminderd, hetgeen ook tot uitdrukking is
gekomen in een vrij vaste tendens van de
beleggingsmarkt.
Toch is de houding in deze afdeeling nogal verdeeld ge.
weest, hoewel de verschillen in dalende of stijgende rich-
ting fractioneel zijn gebleven. 6 pCt. Neil. Werk. Schuld
1022: 104, 104
1
/
8
; 4% pCt. Ned. Werk. Schuld 1917: 100’/
4
,
100% ; 4% pOt. Ned.-Tndië 1926:
98%;
5 pCt. Brazilië 1903
£100: 85%, 84%; 8 pOt. iao Paulo 1921: 105%, 10611.
Ecu opmerkelijke levendigheid is ontstaan in de afdeeling
voor
rnijnbowaandeelen,
hoewel de grootste omzetten eerst
tegen het einde van de berichtsperiode zijn bereikt. Vooral
aandeelen l3oeton zijn sterk op den voorgrond getreden,
doordat op den laatsten dag van de beursweek een scherpe
daling is ingetreden. Deze stond in verband met de aankon-
digitig van de uitgif te van nieuwe aandeelen dezer maat-
schappij, welke ter beurze tot nu toe geen goed onthaal
heeft gevonden. Aandeelen Algemeene Exploratie Maat-
schappij ‘aren rustiger. Daarentegen hebben aandeelen
Singkep Tin een nieuwe daling ondergaan, welke slechts
af en toe werd onderbroken door contraminedekkingen.
Alg. Exploratie Mij.: 2417/
8
, 24034 ; Billiton le Rubriek:
598, 620; Boeton Mijnbouw Mij.: 3067/
s
, 239 (ex claim ad f441,50); Müller & Co.’s Mijnbouw Mij.: 103%, 102%
Il{cdjang Lebong: 160, 153; Singkep Tin Mij.: 324
1
/2,
314.
De afdeeling voor
tabaksaandeelen is zoo
goe:[ als verla-
ten gebleven, ondanks het feit, dat in de achter ons lig-
gende week de eerste inschrijving voor Sumatratabaic plaats
heeft gevonden. ])e prijzen werden niet onbevredigend ge-
acht, vooral niet voor Senembah; desondanks zijn de koers-
verschillen slechts gering gebleven. Senembah kon een lichte
verbetering behalen, doch aandeelen Dell Batavia reageer-
den nogal gevoélig. Eén en ander stond niet in recht-
streeksch verband met de plaats gehad hebbende inschrij-
ving, gezien het feit van de groote ondershandsche verkoo-
pen, waardoor deze inschrijving veel van haar belangrijk-heid heeft ingeboet. Areudsburg: 658
1
/2, 656; Besoeki Ta-
bak Mij.: 553, 552; Deli Batavia: 538%, 528; Dcli Mij.:
450, 442
1
/2; Ngoepit: 365, 360; Oostkust: 220, 219; Senem-
bah: 519%, 527%. De afdeeling voor
industrieele aandeelen
was eenigszins
verdeeld, doch over het algemeen bewoog zij zich in neer-
gaande richting. ‘Vooral aandeelen Philips hebben een
reactie van beteekenis te zien gegeven. Voorts waren (er-
til icaten Margarine Unie, aandeelen Calvé-Delft, enz. lager
aangeboden. Van de buitenlandsche soorten hebben aandee-
leri Zweedsehe Lucif er Mij. de aandacht getrokken door
een flauwe stemming. Calvé-Delft:
167%,
160%; Centrale
Suiker Mij.: 80
1
/
4
, 79% ; Hollandsche Kunstzijde md. : 176,
175; Internationale Viscose:
85%,
84; Maekubee: 153%,
148% ; Margarine Unie: 366%,
356%;
Ned. Kunstzijde-
fabriek: 384%, 379 Philips Gloeilampenfabr. (Gen’. Bez.
van Aand.) : 880%, 857; Ougrée Marihaye: 402
1
/2, 390;
Separator: 171, 168; Zweedsehe Lucifer Mij. : 420. 393.
De
rubbcrafdeeling
heeft gereageerd op de lichtelijk ach-teruithoopende noteeringen van het ruw-e product en op de
veronderstelling, dat de berichtsweek een hernieuwde toe-
neming van de voorraden te Londen te zien zou geven.
Inderddacl is dit het geval geweest, doch slechts in be-
scheiden mate. Hierdoor kon dan ook tegen het slot een
herstel intreden, dat echter voor geen enkel fonds van
groote beteekenis is geworden. Amsterdam Rubber: 288%,
2827/
8
; Dell Batavia: 203, 194
1
/.-,; ilessa Rubber: 285%,
375; Indische Rubber: 338%, 310; Java Caoutchouc: 174%,
169; Kali Telepak: 311%. 304; Kendeng Lemboe: 380, 368;
Majanglanden: 317 %, 310; Ned.-Ind. Rubber & Koffie:
282%, 281; R’dam Tapanoeli: 127, 123% ; Serbadjadi:
254%, 241%; Sumatra Caontehotic: 196, 192; Sumatra
Rubber:
2391/
237; Ver. md. Cultuur Ond.: 183, 180;
Intereontinental Rubber: 13%, 12
1
–
1
1
19
.
Suikeraandeelen
hebben een vasten toon doen hooren.
Weliswaar liepen aandeelen H.V.A. tea slotte nog iets ach-
teritit, doch voor de minder courante soorten, zooals Ne-
derlanclsch-Indische Suiker Unie, Gayamsehe Cultuur Mij.,
enz., bestond eerder vraag. Cultuur Mij. der Vorstenlan-
den: 160%,
160%;
IT.V.A.: 674, 664; Javasche Cultuur
– LNI)USTRIEELE
DIscoNTo
MAATSCHAPPIJ
AMSTERDAM
LONDEN
BERLI.JN
PARIJS
KOPENhAGEN
MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL / 25.000.000.-
VOLGESTORT GEPLAATST EN RESERVES 1
1
2.900.000.-
–
Financiering van den afzet van industrieele producten.
264
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
1.3 Maart 1929
Mij. 40134, 396%; Gayamsche Cultuur Mij.: 114, 1137%;
Maron: 241, 245; Moormann: 344, 342; Ned.-Ind. Suiker
Unie:, 259,
25834;
Poerworedjo: 8934, 89; Sindanglaoet:
410, 413; Tjepper :755, 761; Watoetoelis Poppoh: 755, 775.
De
petrolewininarkt
heeft zich op den achtèrgrond gehou-
den. De niet zeer duidelijke berichten omtrent de bekende
overeenkomst met Rusland hebben geen aanleiding tot aan-
koopen gege’en. Daartegenover stond, dat ook de verkoop-
drang slechts bescheiden is geweest, zoodat wel een reac-
tie, doch één van kleinen omvang, is ingetreden. Dordt-
sche Petr. md. Mij.: 384; Gec. Roll. Petr. Cy.: 270, 27434
Kon. Neci. Petr. Mij.: 3997%, 39034; Perlak Petroleum:
20934, 204; Peudawa :3S1/s,
391511e;
Marland Oil: 40,
3913
132-
S.cheepvaartaandeefen
bleven stil en bijna onveranderd.
Holland-Amerika Lijn: 8234, 807%; Java-China-Japan Lijn:
156, 154; Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 96; Ned. Scheepvaart
Unie: 228,
22634;
Nievelt Goudriaan: 119%, 11634,; Stoom-
vaart Mij. Nederland:
218%,
211.
Van bankaaideeien
traden aandeelen Robaer eenigs
zins op den voorgrond in verband met de fusie met de
Nationale Bankvereeniging. Amsterdamsche Bank: 197,
194; Roll. Bank voor Zuid-Amerika: 84, 85; Incasso Bank:
‘124/, 12434; Javasche Bank:
32234;
Koloniale Bank
253, 251; Ned.-Ind. Handelsbank: 170%, 16934; R’damsch
Bankvereen.: 1l67/,
11834;
Twentsche Bank:
140%,
141%
De
Ancerikaansehe markt
was stil, doch over het alge-meen iets lager. Amerieicn Smelting & Ref. Cy.: 364%
350; Anaconda Copper: 303, 310; Studebaker: 907%, 88%
.(èx div.); U. S. Leather:
2734,
26
3
/8; U. S. Steel Corp.’
189
1
%, 187; Atchison Topeca: 202
3
/
4
,
201%;
Baltimore &
Ohio: 129%: (ex div.),
130%;
Ene: 76%, 76%; Southeris
Pacific Cy.: 1353/
4
,
131%;
Union Pacific:
228%,
225;
Wabash Railway: 741%, 7215116•
GOED ERENHANDEL.
GRANEN.
12 Maart’ 1929.
Aan het einde der voorafgaande week waren de prijze
voor tt r w e aan de termijnmarkt te Chicago gedaald
Deze daling is op de daarop volgende dagen voortgegaah
tot zij 2
1
/
2
ets. lager waren dan een week geleden aan het slot. Daarna is weder een verbetering ingetreden, en wa
de verlaging meer dan geheel ingehaald. Door een kleinen
teruggang sloten de prijzen gisteren onveranderd bij een
week geleden. De loop der prijzen aan de termijnmarkt te
Chicago is niet in de eerste plaats afhankelijk van de stem
ming op cle wereld-tarwemarkt, doch richt zich hoofdzak lijk naar binneulandsche factoren. De voornaamste daarvau
is wel de stand van wintertarwe. Daarover maakte men
zich gedurende geruimen tijd ongerust wegens hevige koudéT
onvoldoende sneeuwbedekkiug en de vorming van een ijs
laag op den grond. Ernstige schade ‘werd toen verwacht;
doch latere berichten luiden gunstiger, en volgens deze
zou met niet meer clan gewone vorstschade rekening be
boeven te worden gehouden. De sneeuwlaag is in bijna het
geheele wintertarwe verbouwende gebied verdwenen en in’
het Zuid-Westen zijn de planten wedsc begonnen te groeien.
Verder Noordelijk is daarvan nog geen sprake en kan aI
wisselende vorst en dooi nog gevaar opleveren. Ten ge
volge van de gesmolten sneeuw schijnt voldoende vocht in
den bodem aanwezig te zijn. De zichtbare voorraad van
tarwe in de Vereenigde Staten en Canada steeg in de af-
geloopen week weder 1 millioen bushels. Deze voorraden
zijn nog steeds zeer groot en bedroegen in het begin van
Maart volgens ,.Bradstreet” 314.500.000 bushels tegen
230.700.000 bushels in het
y
orige jaar. De bij. de boere
in de Vereenigcle Staten nog aanwezige voorraden werden,,
op 1 Maart geschat op 148.813.000 bushels tegen 130 mil
lioen bushels in het vorige jaar. Niet alleen het gunstige
weder in het wiutertarwegebieci, ook dc groote zichtbar
zoowel als de zich in handen der boeren bevindende voo
raden waren oorzaak van prijsverlaging, waarbij nog kvam
geringe vraag voor uitvoer. i)at de prijzen na de verlaging
weder verbeterden was gedeeltelijk een gevolg van dc ver-
wachting, dat spoedig van regeeringswege maatregelen zuH
len worden genomen, om de boeren te helpen. De termijnz.
markt te Wiunipeg geeft een zelfde beeld als te Chicago7
hoewel Canada veel meer dan de Vereenigde Staten is
aangewezen op uitvoer van tarwe naar Europa. Ook t
Winnipeg daalden de prijzen in den loop der vorige week
en herstelcien zij zich later geheel. Vergeleken met een week
geleden was het slot weder ruim
34
d.e. lager.
In Argentinië waren evenals in de vorige week de sciom-
mehingen aan de termijnmarkten niet groot. Vergeleken
met een week geleden sloten de prijzen te Buenos Aire
voor Mei 15 cents.en te Rosario 10 cents lager.
In Europa was cle stemming voor tarwe niet willig. In
Engeland bestond vraag naar spoedig’ verwachte en aan
gekomen partijen tarwe ter voorziening in de dadelijke
behoefte. In het Noordelijk gedeelte van het continent be-
stond weinig vraag naar spoedig bihnenkomende en dis-
pbnibele partijen, daar de scheepvaart op de binnenwateren
slechts in weinig gevallen heropend was. In Duitschland
is de temperatuur wel gerezen en dooit het overdag, doch
des nachts is het nog koud . en behalve de groote havens
aan de Noordzee zijn de meeste nog gesloten. De vraag naar
tarwe bepaalde zich in Duitsehland hoofdzakelijk tot tarwe
op afladiug. Sedert afladers . in . Canada in het begin der
vorige week hunne prijzen voor Manitoba tarwe hebben
verlaagd, zijn vooral in mindere kwaliteiten verschillende
zaken tot stand gekomen. In Spanje en aan de Middelland-
sche Zee werden eenige ladingen Argentijnsehe tarve ge-
kocht. De Europeesche tarwemarkt ondervindt sterk den
invloed van de groote verschepingen der laatste weken, en den
grooten stoomenden voorraad. Vooral de verschepingen van
Argentinië zijn groot en hebben in de vorige week een bui-tengewonen omvang bereikt. Zij bedroegen toen 1.106.000
quarters tegen 847.000 in de vorige week en 907.000 in het
vorige jaar. Het totaal der wereldverschepingen naar
Europa bedroeg 2.220.000 quarters. De stoomende voorraad
bedraagt nu 9.425.000 quarters tegen 8.940.000 quarters in
de vorige week en 8.005.000 quarters in het vorige jaar.
Deze stoomende voorraad, waarvan een groot gedeelte nog
onverkocht in handen der afladers is, drukt de markt, en
is voor vele koopers aanleiding met het dekken hunner
behoefte te wachten. Verwacht wordt, dat voortgegaan zal
worden met het in ruime mate verschepen van tarwe uit
cle uitvoerlanden, terwijl de vraag naar niet-Europeesche
clestinaties vermoedelijk zal afnemen. Voor Engelseh-Indië
is de vraag naar Australisehe tarwe reeds verminderd, en
zij zal in de eerste maanden niet weder toenemen, wanneer
de nieuwe Indische oogst goede opbrengsten zal geven, zoo-
als op het oogenbhik wordt verwacht. Ook voor China en
Japan wordt gerekend op spoedige vermindering der vraag.
Op het oogenblik zijn de verschepingen naar niet-Euro-
‘peesche landen nog groot, en gedurende de maand Maart
zullen zij ook van grooten omvang blijven. In April zullen
zij echter veel kleii.ier worden, daar dan de oogsttijd in het.
verre Oosten zeer nabij is. Wanneer cle scheepvaart in
Duitschland weder geopend zal zijn, verwacht men een
verbetering der vraag, doch dan zullen daar ook de voor-
raden, welke van den eigen oogst in Duitschland nog aan
wezig zijn, ter markt worden gebracht. Herhaaldelijk zijn
berichten verspreid over aankoopen van tarwe voor Rus-sisehe rekening, doch tot nu toe is van werkelijke inkoo-
pen niets gebleken. Met de mogelijkheid daarvan wordt
echter wel .rekening gehouden, daar men in Rusland moei-
lijkheclen ondervindt met het transport van tarwe uit cie
produetiegebieden. Over de oogstvooruitzichten in Europa
valt weinig nieuws te zeggen. In Duitschlancl moet het aan
breken van zachter weder worden afgewacht, om vast te
kunnen stellen of de strenge winter schadelijke gevolgen voor de ontwikkeling der planten heeft gehad. Hetzelfde
geldt voor Oostenrijk. In beide landen meent men, dat de in den winter door de strenge koude veroorzaakte schade
niet groot zal zijn. Wel maakt men zich ongerust overden
uitzaai van zomerta.rw’e, welke ten gevolge van den langen
winter vertraagd is.
De verschepingen van r o g g e uit de Vereenigde Staten.
waren in de afgeloopen week slechts klein. Het grootste gedeelte der naar Europa verscheepte hoeveelheid werd
geleverd door Argentinië. In deze roggesoort komen gere-geld zaken tot stand tot ptijzen, welke gedurende de a.fge.
loopen week slechts zeer kleine fluctuaties vertoonden. De termijnmarkt te Berlijn was gedrukt wegens groote afleve-
ringen van contracten op Maartievering. De nog gesloten
scheepvaart op de binnenlandsche waterwegen in Duitsch-
land en van vele der kleinere zeehavens hindert op het
.00genbhik den uitvoer van Duitsche rogge. Het aanbod zal
echter wel w’eder grooter worden, wanneer de seheepvart
heropend zal zijn. Ook zal dat het geval zijn met Amen-
kaansche rogge, wanneer de scheepvaart op de meren weder
heropend zal zijn. De in de Vereenigde Staten op. 1 Maart nog in handen der boeren aanwezige voorraad rogge werd
geschat op 5.564.000 bushels tegen 7.914.000 bushels in het
vorige jaar.
De verschepingen van m af 9 waren van bijna evengroo-
ten omvang als in de vorige week, en de stoomende voor-
raad is slechts vinig afgenomen. In Mixedmais werden
in het begin der week eenige verkoopen gedaan door Ame-
rikaansehe afladers, toen cle koersen aan de termijnmarkt
te Chicago een verlaging ondergingen. Sedert zijn te Chi-cago de prijzen gestegen, en in verhouding daarmede heb-
ben afladers hunne vraagprijzen verhoogd. Aan de Euro.
peesehe markten is deze. verbooging niet gevolgd en nieu-
we eerste-hands zaken kwamen niet tot stand. Houders in,
Europa waren geneigd, de door hen gekochte partijen goed-
1
13 Maart 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
265
AANVOEREN in toiis van 1000 KG.
Rotterdam
Amsterdam
II
Totaal
Artikelen
319
Maart
i
Sedert
Overeenk.
319
Maart..
I
Sedert
Overeenk.
1929
1
Jan.
1929
tijdvak
1928
.(.
1929
1Jan.
1929
1
tijdvak
1928
11
Tarwe
11.643
273.060
396.190
s.
548
30.382
13.055
.
303.442 409.245
3.301
23.782 25.193
-r
–
–
. –
23.782
25.193
Boekweit
168
4.202
6.291
–
–
.
– .
4.202
6.291..
Mais
457
161.099
223.548
8.040
48.586 55.697
209.685
279.243
Rogge
……………….
………………..
Gerst
8.3.55
92.918 77.423
‘
–
98
3.240
93.016
80.663
………………
Haver
2.495
36.232 46.810
–
1.529
–
37.761
48.810
…………………..
2.252 42.792 32.605
4.178
91.474 83.859 134.266 116.464
……………… ………………
1.500
7
35.42
46
48.2
–
–
._
450
35.427 48.696
Lijnzaad
…………….
Lijnkoek
…………….
825
16.745
30.663
–
5.010
9.375 21.755 40.038
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
. .
104 1.711
2.688
– – –
1.711
2.688
1928
kooper af te geven, doch ook daarvoor bestond slechts
matige belangstelling. Hetzelfde geldt voor stoomende
Platamaïs. Wel wordt deze slechts matig aangeboden, doch
de kooplust daarvoor is ook maar klein. Daar vele kanalen
nog door ijs gesloten zijn, is de consumptievraag gering,
en valt het houders van binnenkomende partijen moeilijk, koopers te vinden. Ook hebben zich gedurende de winter maanden vrij belangrijke voorraden mais gevormd, omdat
niet naar het buitenland kon worden verladen. Ook in
Platamais van den nieuwen oogst vinden geen groote om-
zetten plaats. Voor de eerste partijen, welke reeds stoomen
of zeer spoedig zullen worden verladen, worden hooge prij-
zen gevraagd, welke in de Noordelijke landen van het
continent niet worden betaald. Spanje en Italië zijn eerder koopers van deze posities. Latere verschepingen zijn aan-
merkelijk goedkooper, doch de hiervoor gevraagde prijzen
worden ook als hoog beschouwd, en van geregelde zaken
daarin kan niet worden gesproken. De enkele zaken, welke
worden afgesloten, geschieden meestal door speculanten,
vilke geneigd zijn af te geven tot enkele guldens lager dan
waartoe de eerste hand aan de markt is. De koersen aan
de termijnmarkten in Argentinië hebben gedurende cle af-geloopen week zeer weinig verandering ondergaan en slo-
ten onveranderd en 5 cents per 100 KG. lager.
Ook Zuid-Afrikaansche mais van den ouden oogst op
spoedige aflading en van den nieuwen oogst gedurende de
zomermaanden wordt geregeld aangeboden. Die op spoedige
aflading is ongeveer gelijk in prijs met Mixedmais, en op
cle zomermaanden wordt iets lager aangeboden clan ‘waar-
voor Platamais te koop is. Het aanbod is niet dringend,
doch van ‘revendige vriaag kan ook voor deze maissoort niet
worden gesproken. Hoewel in Zuid-Afrika geen recordoogst
van mais wordt verwacht, zijn cle vooruitzichten van den
nieuwen oogst niet slecht. Van particuliere zijde wordt de
opbrengst op 8.333.000 quarters tegen een opbrengst in het
vorige jaar van 8.008.000 quarters geschat. Gevreesd
wordt voor vroeg intreclende vorst, welke schade zou kun-
nen veroorzaken. Op 1 Maart werd de zich nog in handen
der boeren bevindende voorraad mais in de Vereenigde
Staten geschat op 1.029.570.000 bushels, zijnde 3611. pCt.
van den oogst in 1928. In 1928 was dit percentage 3
66
1io
pCt. of 1.020.335.000 bushels. Volgens ,,Bradstreet” bedroeg
op 2 Maart de zichtbare voorraad van mais in Amerika
36.265.000 bushels tegen 43.582.000 bushels in het vorige
jaar.
G e r s t-verschepingen waren in de vorige week grooter
dan in de voorafgaande, hetgeen niet alleen het gevolg was
van grootere verschepingen uit Noord-Amerika, doch ook
uit Argentinië. Van dan Donau werd in de vorige week
geen gerst verscheept. Gedeeltelijk is dit laatste het gevolg
van de gesloten scheepvaart in de meeste Donauhavens,
doch ook later schijnt niet op groote verschepingen van
dat land te moeten worden gerekend. Ten gevolge van den
kleinen maïsoogst is daar niet alleen het verbruik van
tarwe grooter geworden, doch ook van gerst is de consump-
tie in het land zelve grooter dan anders. Enkele partijen
Donaugerst worden aangeboden ter verlading na scheep-
vaartheropening, doch de vraag daarvoor is niet groot. De
vraagprijzen zijn te hoog in vergelijking met andere gerst-
soorten, voornamelijk met Platagerst, welke ip verschii-lende posities in ruime mate wordt aangeboden tot prij-
zen, welke in den loop der week een verlaging van eenige
guldens per last hebben ondergaan. Ook Amerikaansche
gerst is in de afgeloopen week in prijs gedaald. Aan de
termijnmarkt te Winnipeg vond een verlaging plaats van
2
3
/
4
cts. per 48 lbs. Daarna is weder een verhooging inge-
treden, en hebben afladers hunne prijzen verhoogd, echter
zonder dat deze verhoogde prijzen in Europa werden be-
taald. Zoovel voor spoedige verlading als ter verlading na
scheepvaartheropening op de Amerikaansche meren is ge-
regeld aanbod aan de markt, en komen zaken van niet
zeer grooten omvang tot stand. Vergeleken bij een week ge-
leden sloten de prijzen aan de termijnmarkt te Winnipeg
1% d.c. per 48 lbs. lager.
Op 1 Maart werd de in handen van de boeren nog aan-
wezige voorraad gerst in de Vereenigde Staten geschat op
97.050.000 bushels of 27
2
1j0 van den oogst. Op 1 Maart
van het vorige jaar werd deze hoeveelheid geschat op
61.578.000 bushels, hetgeen toen 23
2
1
1.0
pCt. van den oogst
was.
– Zaken in h a v e r blijven in hoofdzaak beperkt tot Duit-
sche haver en vooral Argentijnsche haver. Verreweg het
grootste gedeelte der wereldverschepingen van haver komt
uit Argentinië. De vraag voor haver is op het oogenblik
nietlevendig en kooperszijn terughoudend. De prijzen aan
de termijnmarkt in Argentinië hebben eenige verlaging
ndergaan, doch daardoor is de kooplust niet grooter ge.
ivorden. Te Winnipeg is ook een prijsverlaging ingetreden,
en dientengevolge zijn aanbiedingen van Canadeesche haver
ter verscheping in de eerstkomende maanden aan de markt
gekomen. De prijzen, welke daarvoor worden gevraagd zijn
nog te hoog om veel belangstelling bij Europeesche koopers
te wekken, doch indien de prijsdaling aan de Amerikaan-
sche markten nog voortgaat, zullen zaken zeer waarschijn-
lijk zijn. Van haver werd op 1 Maart de nog in handen der
toeren zijnde voorraad in de Vereenigde Staten geschat
op 501.321.000 bushels tegen 376.699.000 bushels in het
‘orige jaar.
SUIKER.
Van de verschillende suikermarkten valt weder weinig
van, belang te berichten, hoewel de speculatie vooral in
A m e r ik a zich langzamerhand weder wat meer voor het
artikel begint te interesseeren.
, In A m e r i k a ging het een en ander om in ruwsuiker.
Raffinadeurs kochten 100.000 tons tot 1.15116 dc. c. & f.
New York, terwijl Maart afscheep tot 1.31132 en April af-
scheep tot 2 d.c. afgedaan werd.
Op de termijnmarkt te New York fluctueerden de notee-
ringen zeer weinig en was het slot als volgt: Mrt. 1.91;
Mei 2.01; Juli 2.11; Sept. 2.17; Oct. 2.20 en Spot Centri-
1 ugals 3.74.
-1
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 81.000 tons, de versmeltingen 65.000
tons tegen 55.000 ,tons in 1928 en de voorraden 271.000 tons
tegen 254.000 tons.
o De laatste C u b a-statistiek is als volgt:
-.
1929
1928
1927
Ton
Ton
Ton
Cubaansche prod. tot 2 Maart 2.500.000 2.040.000 2.317.277
Consumptie …………….16.575
11.552
19.000
Weekontv. afscheephavens 242.759 222.598 215.334
Totaal sedert 1 Jan………1.691.474 1.188.127 1.467 464
Weekexport …………….113.124 80.093 82.277
Totale export sedert 1 Jan.
..’
767.126 375.233 631.674
Voorraad afscheephavens.. . .. 948.995 851.133 851.977
Voorraad Binnenland ……767.304 840.321 830.811
Werkende fabrieken 163 170 176
In E age 1 a n d werd eveneens meerder interesse voor het artikel vertoond ten gevolge waarvan de noteeringen
op de Londensche termijnmarkt aantrôkken. De slotnotee-
ringen op de ruwsuikermarkt luiden ‘als volgt:
Mrt. Sh. 8110
1
/2;
Mei Sh. 91-; Aug. Sh.
915%;
Sept.
Sh. 9/6; Dec. Sh. 91734.
De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:
1929
1928
1927
Tons
Tons
Tons
Duitschiand 112 …………1.390.000 1.127.000 1.081.000
Tsjecho-Slowakije 112 ……….646.000
803.000 561.000
Frankrijk 112 …………….626.000
560.000
505.000
Nederland 112 …………..260.000
176.000 224.000
België 112 ………………..198.000
166.000
124.000
266
ECONOMISCH-STA’fISTISCHE
BERICHTEN
13
Maart 1929
voorna.elijk tot kleine hoeveelheden. In de betere soorten
Polen
112 ……………….416.000
273.000
257.00Ö
Engeland 1/2 geïmport. suiker
293.000
288.000
332.000
American Super Carded en Combed gaat meer om, doch
pp
112 binnen!, suiker
.
67.000
53.000
33.000
koopers aarzelen de stijging te volgen; desniettegenstaande
Totaal Europa.. 3.896.000 3.446.000 3.117.000
zijn er enkele goede posten geplaatst. Naar getwijnde bun-
V.S.
Atlant. havens 212
144.000
172.000
167.000
delgarens voor binnenlandsch gebruik bestaat een goede
vraag. Naar Egyptische soorten bestaat weinig belangste
Cubaansche Havens 2/2 …….
477.000
306.000
419.000
Cuba (binnenland) 212
……517.000
291.000
430.000
ling en hoewel de meeste spinners gisteren weinig goen
te melden hadden, was er voor enkele soorten meer vraag
Totaal
.
…………..5.034.000 4.215.000 4.133.000
en zijn er flinke hoeveelheden geplaatst. Voor Bombay gaat
De markt op J a v a voor tweedehands.suiker was zeer
01) bescheiden schaal in 6012 bundles en fijnere nummers
vast
en
de
n oteeriugen
stegen
f
%
f
,
zoodat
dç
wat om. Het dient echter gezegd te worden, dat wat Egyp-
vraagprjzen aan het slot der week het volgende beeld te
t/sche soorten betreft, de vraag naar de meeste soorten nog
zien gaven: zeer veel verbeterd kan worden.
Superieur ready
………..
f
Doekprjzen toonen eer
geringe neiging tot stijgen, het-
April
………..,, 15.50
geen waarschijnlijk verderen voortgang zal vinden, iddien
Mci
………….,, 14.25
Amerikaansche speculanten verder hun invloed op de prij.
Juni
…………13.25
,,
zeji van het ruwe materiaal doen gelden. Er bestaat over
Hoofdsuiker
ready
………,, 13.25
het algemeen
nog een goede vraag,
hoewel
de politieke
De V.I.S.P.
verkocht nog 1500 tons Superieur uit oogst
agitatie in Calcutta momenteel van slechten invloed is op
1929 tot
f
13..
cle
Indische
vraag.
De
binnenlandsehe
handel
en
Zuid-
H
i
e r t e 1 a n d e was de markt eveneens goed prijs,
Amerikaansche markten doen beter; producenten kunnen
zich handhaven en zijn in cle meeste gevallen niet tot con-
houdend en luiden de laatste noteeringen op de termijn-
markt:
cessies bereid. i)e toon van cle markt, hoewel misschien iets
Mrt.
f
13
3
/8;
Mei
f
13
5
/s;
Aug.
f
17/
8
en Dec.
f
14.
rustiger dan de vorige week, is gezond. Het blijft te be.
zien,
of eenige
prijsvermeerdering tot stand kan komen
De omzet bedroeg 3550 tons.
zonder met de vraag in conflict te komen.
–
Liverpoolnoteeringen’
Oost. koersen
26 Fbr. 5 Mrt.
KATOEN.
27 Fbr. 6Mrt.
T.T.opBr.-Indië 116
116
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens
&
Sons.
F.G.F.Sakellaridisl8,l5 18,55
T.T.opHongkongl/1].
1/ll
Manchester, d.d.. 6 Maart 1929.
–
G.F. No. 1 Oomra
7,20
7,45
T.T. op
Shanghai 216
216
In de .A.merikaansche katoenmarkt is meer leven geko)
men, terwijl de vastere prijstendens zich gehandhaafd heeft Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansehe havens.
De stijging heeft sedert 14 dagen geleidelijk plaats gehad
(In duizendtallen balen).
1
Aug. ’28
Overeenkomstige periode
en prijzen waren gisteren weer op het niveau van midden
Januari. Gisteren sloot New York vast, ca. 40 punten hoo-
tot
ger, terwijl Liverpool vanmoi
–
gen 7 tot 9 punten hooger
’29
1927/28
1926/27
Ontvangsten Gulf.Havens.
8306
71.22
10966
–
Atlant.Havens
,j
opent en Mid. American spot een stijging van
30
punten
bij een week geleden aangeeft. Egyptisehe garens hebben
zich tussehen ‘enge grenzen bewogen, terwijl loco.verkoopen
UitvoernaarGr.Brittannjë
1
1511
920
1
1958
cle vorige w’eek in Liverpool 50.000 balen bereikt hebben,.
‘t Vasteland ete.
1
3547
3611
4665
een bedrag, dat in maanden niet bereikt is geworden. in
Japan …… .1188
774
1167
Amerikaansche katoen bedroegen verkoopen ruim 27.000
balen, Braziliaansche, Argentijnsche en Perukatoen tezamen
Voorraden.
ruim 9000, Soedaneesche 8800, Egyptische 1500, de overige
(In duizendtallen balen).
soorten 3000 balen..
S
Ook in de Amerikaansche garenmarkt gaat meer om. De
1
Mrf.
’29
Overeenkomstig tijdstip
–
–
vraag naar grove nummers beperkt zich hoofdzakelijk t
o
t
1928
_
1927
kleine hoeveelheden, doch in medionummers, zoowel twist
Amerik. havens ……….
1978
2021
2700
als weftcops, zijn gisteren goede za-ken gedaan. Verkoopers
.
1225
zijn echter niet in.staat garenprijzen in verhouding tot de
1
Binnenland
…………..906
989
New York
……………85
191
1
223
prijsstijging in het ruwe materiaal op te zetten, zoodat
1
655
winstmarges in het gedrang zijn gekomen. Naar ringgarens
New Orleana ………….328
497
Liverpool
……………717
536
1000
bestond slechts weinig vraag en de
handel ‘beperkt
zicE
S
–
STATISTISCH OVERZICI-I
TARWE Hard Winter
No.2 loco
Rotterdam!
Amsterdam per
loo
K.G.
R000E
AmericanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.
MAIS
La Plata
–
loco
R’damjA’dam
per 2000 K.G.
ÖERST
Amer.No.23)
loco
Rotterdam
per
2000 K.G.
LIJNZAAD
La Plata
loco
R’damlA’dam
per 1960 K.G.
STEENKOLEN
Westfaalsche/ Hollandsche
–
bunkerkolen, ongezeefd f.o.b.
R’dam/A’dam per 1000 K.G.
PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
t/fli 3390
Bé
S.
g.
per barrel
IJZER
Cleveland
Foundry No.3
f.o.b.
Middlesbrough
per Eng. ton
KOPER
Standaard
Locoprijzen
Londen
per Eng. ton
—
f1
0
10
t!.
0/
f1.
01
f1.
01
f1.
0/
f1.
01
3 0
10
Sh.
01
£
—
0
10
Jaargemidd. 1925
17.20
100,0
13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0 10,80
100,0
1.68
100,0
731-
100,0
62.116 100,0 1926
–
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9
17,90 165,74
1.89
112,5
8616
118,5
58.11-
93,5
1927
,
anuari
15,22
5
88,5
12,50
95,6
165,00
7l,3
222,25
94,2
362,50 78,4
13,35
123,7
1.75 104,2
8516
117,3 55.716
89,2
ebruari
15,22
5
88,5
13,05
99,8
167,00
72,1
230,00
97,5
373,75
–
80,8
12,10
112,0 1.70 101,2 8316
114,4
54.161-
88,3
Maart
15,05
87,5
12,70
97,1
164,50
71,1
219,25
92,9 354,75
76,7
11,25
104,2 1.26
75,0
811-
111,0
55.171-
89,9
April
14,80
86,0 ‘12,825
98,1
173,00
74,8 237,50
100,6
351,50
76,0
11,00
101,9 1.22
72,6
801-
109,6 55.216
88,8
Mei
15,75
91,6
13,575
103,8
172,75
74,6
258,25
109,4
373,75
80,8
10,95
101,4
1.22
72,6
741-
101,4
54.141-
f8,1
juni
15,60 90,7
—
13,20
101,0
175,25
75,8
246,00
104,2
372,75 80,6
11,00
101,9
1.22
72,6
701-
95,9
54.216
87,2
uli
15,10
87,8
12,05
92,2
171,50
74,1
235,75 99,9
367,75 79,5
1110
1028
1.22
72,6
70/-
95,9
53.19-
86,9
Augustus
14,87
5
86,5
.
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
368,25
79,6
1105 1023
1.22
72,6
691-
94,5
55.516
89,0
September ,,
14,70
85,5
12,15
92,9
179,50
77,5 233,25
98,8 369,50 79,9
–
10,90
100,9
1.22
72,6
651-
89,0
54.131-
88,0
October
,,
13,72
5
79,8
11,45
87,6
178,75
77,2
230,50
97,7
359,00 77,6
10,90
100,9
1.22
72,6
651-
89,0
55.51-
,
89,0
November ,,
13,45
78,2
12,125
92,7
184,75
79,8 233,25
98,8
349,75
75,6
10,65
98,6
1.22
72,6 651-
89,0
59.11-
95,1
December
,,
13,40
77,9
12,57
96,2
201,00 86,8
246,25
104,3
348,25
‘75.3
10,60
98,1
1.22
72,6
651- -89,0
60.21-
96,8
an’uari
1928 13,50
78,5
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00 78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-/-
99,9
ebruari
,
13,80
–
80.2
12,875
98,5 226,50
97,8
243,75
103,3
361,00
.
78,0
10,00
92,6
1.21
72,0
65/-
89,0
61.12/-
99,2
Maart
,,
14,60
.84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75 75,8 9,95
92,1
1.19
70,8
6516
89,7
–
61.316
98,6
April
,,
15,30
88,9
14,97
5
114,5
239,50
103,5
261,00110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
661.’
90,4
61.1416
99,4
Mei
,,
15,30
88,9
15,47
5
118,4
238,50
103,0
260,75
110,5
372,00
80,4
10,60
98,1 1.19
70,8
66/-
90,4′
62.151-
101
1
uni
,,
14,37
5
83,6
14,27e
109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
63.171-
1029
juli
.
»
14,25
82,8
13,07
5
100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75 77,8
10,10
93,5
1.19
70,8 661-
90,4
62.181-
101,3
Augustus
12,00
69,8
12,620
96,6
214,75
92,8
226,75
96,1
,
350,75 75,8
10,05
93,1
1.2;
72,0 661-
90,4
62.1016
100,7
September
11,65
67,7
11,575
88,5
198,75
85,9
198,25
84,0
350,75 75,8
10,00
92,6
1.21
–
72,0
661- 90,4 63.81-
102,1
October
,,
12,270
71,4
12,27
93,8
218,50
94,4
189,50
80,3
‘366,00
79,1
9,95
92,1
–
1.19
70,8
661- 90,4
65.121-
105,7
November
•
12,325
71,7
12,07
5
92,4
227,25
98,2
185,50
78,6
386,25 83,5
10,20
94.4
1.18
70,2
661-
90,4
67.181-
109,4
December ,,
12,30
71,5
11,90
91,0
220,25
95,1
180,50
76,5 373,75 80,8
10,10
93,5
1.18
70,2 661-
90,4
70.3/-
113,0
januari
1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0 194,25
82,3
365,00-
78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
–
90,4
75.1016
121,7
ebruari
,,
12,725
74,0
12,65
–
96,7
236,00
101,9 194,75
82,5
357,25
77,2
12,90
119,4
1.11
66,1
6616 91,1
78.-/6
125,7
4 Maart
,,
12,75
74,1
12,90
98,7
–
236,00
101,9
196,00
83,1
358,00
77,4
13,00
120,4
1.11
66,1
671-
91,8
82.716
1327
II
–
,,
,,
1
12,60
1
73,2
.
12,90 98,7
237,00
102,4
192,00
81,4 350,00
77,6
12,25
113,4
1.11
66,1
671-
91,8
82.216
13
2
:3
1) Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689/90 en 709. ) = Western-vôôr de invoering vo
* Manitoba No. 3. t Zuid-Russische.
1
–
–
–
–
–
–
op prompte verseheping zijn thans ongeveer .1061. â 1081-
per cwt. en van dito Prime ongeveer 10916 f 1121-, terwijl
zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte
rscheping, bedragen 7916
ft
8016.
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
Palembang Robusta, Maart-verscheping, 46% ct.; Pa-
l’embang Robusta, April-verscheping, 45% et.; Benkoelen
Robusta, Maart-verscheping, 47 et.; Mandheling Robusta,
Maart-verscheping, 48% et., alles per
34
KG., cif, uitge-
leverd gewicht, netto contant.
De slot-noteeringen te New-York van liet aldaar gelden. de gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Maart
Mei
Sept.
Dec.
1Ï
Maart. ……
$16,74
$
16,05
$
14,64
$
14,29
‘4
,,
,,
16,61
..
,,
15,99
,,
14,66
,,
14,35
25 Feb.
……
.,,
17,10
,,
16,45
,,
15,19
,,
14,80
18
,,
..
:
–
«
17,03
,,
16,40
,,
14,84
,,
14,31
roLLeraam,
1
IVlaart 1929.
(Mededeeling van de Vereeniging voor den G-oederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
Data
te Rio
te San tos
1
Wisselkoers
1
te Rio
1
op Londen
1
No.41)
j
Voorraad
(In Balen)
–
1
Prijs
No.
71)
Voorraad
(In Balen)
1
Prijs
11Maart1929
238.0001 29.075 1.118.0001 33.500
5492/
d.
4
1929
213.000
29.275 1.027.000
33.500
5492/
25 Feb.
1929
277.000
1
30.100
991000
1 33.500
.512
”
5500!
512
11Maart1928
289.000
26.425 981.000
33.000
6
‘,
•11
iseIs.
. Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
13
Maart 1929
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
267
KOFFIE.
De markt w6s aanvankelijk nog iets gemakkelijker ten
gevolge van lager afkomencie kost- en vracht-aanbiedingen
van ]3razilië, doch na enkele dagen achtte het Instituut tot Permanente Verdediging van. de Koffie van Sao Paulo de
daling klaarblijkelijk voldoende en de offertes werden dade-
lijk weder ongeveer evenveel verhoogd als zij in de eerste
dagen waren ingezakt. Gelijktijdig werd de termijnmarkt
te New-York door aankoopen voor Braziliaansche rekening wat opgedreven en de markt kreeg door een en ander weder
een vast aanzien. In de prijzen voor gewasschen en onge.
wassehen Robusta kwam in Nederlandsch-Indië feitelijk
geen verandering. Zij bleven, iû verhouding tot vat hier
te hedingen is, te hoog en eerstehands-zaken kwamen niet of slechts in zeer geringen omvang tot stand.
Onder den invloed van de kalmere stemming in de eerste
helft van de week, was aan de loco-markt de afzet zeer
beperkt en ook bij de betere houding van de markt in de
tweede helft kwam hierin nog, geen wijziging. De offieieele
loco-noteeringen bleven gehandhaafd op 65 ct. per % KG.
voor Superior Santos en 54 et. voor Robusta.
Aan de termijnmarkt liepen de prijzen aanvankelijk nog
ongeveer ‘% ct. terug, doch daarna herstelden zij zich weder.
Volgens uit Brazilië ontvangen telegram bedroegen de
voorraden, in de pakhuizen en de spoorwegstations in
het binnenland van Sao Paulo en Minas Geraes terugge-
houden, op 28 Februari 11.522.000 balen tegen 12.279.000
balen op 31 Januari, hetgeen een vermindering beteekent
van 757.000 balen. Daar in de maand Februari uit het
binnenland naar cle haven van Santos zijn verzonden 810.000
balen, moeten dus in die maand van den loopenden oogst
in het binnenland 53.000 balen vanuit de plantages zijn
aangevoerd. Uit het feit, dat deze hoeveelheid zoo buiten-
gewoon gering is, moet worden afgeleid, dat de loopende
Santos-oogst als ongeveer afgeloopen kan worden be-
Ichouwd. Met het restant, dat nu nog te wachten is, zal
hij ten slotte totaal ongeveer 5% millioen balen blijken te
hebben opgebracht, hetgeen nog
3-Ç
millioen balen minder is
dan bij den aanvang van dit jaar in het overzicht van
1928 van de Vereeniging voor den Goederenhandel te Rot-
terdam werd geraamd. Dat de voorraad in het binnenland
van Sao Paulo nog ongeveer 2.500.000 balen zal moeten
terugloopen, alvorens de nieuwe oogst in Juni zal beginnen
af te komen, is onder deze omstandigheden zeer waar-
schijnlijk.
De dagelijksche aanvoeren in de haven van Rio, die voor
cle eerste helft van Maart waren vastgesteld op 8899 balen, zij’n voor de tweede helft van de maand gebracht op 12.262
balen. De v6orraad in het binnenland van Rio was op
28 Februari 448.000 balen tegen 532.000 balen op 31
Januari, hetgeen een vermindering beteekent van 84.000
balen.
De nriizen van ewonn
.o.,&..
N GROOT
te Rio
te Santos Data
Afgeloopen
Sedert Afgeloopen
Sedert
–
week .
1Juli
week
1Juli
9Maartl929.,…
61.000 2.062.000 243.000 6.125.000
9Maart1928…
42.000 2.798.000 209.000 7.305.000
THEE.
In de Amsterdamsche theeveiling, op Donderdag jI. ge-
houden, werden van den directen aanvoer ,.ruim 14.000
kisten Nederl.-Indisclie thee aangeboden.
De veiling ‘verliep niet vlot, en de vraag was onregel-
matig. Vooral de Sumatra.theeën lagen flauwer in de markt
dan de Javatheeën, doch bij deze liepen de prijzen sterk
siteen: men zag afdoeningen met bijv. 8 ets, lagere prijzen
en daar beneden, doch ook’ werd herhaaldelijk voor even
– —
zooveel meer verkocht.
HANDELSPRIJZEN’)
TIN
Iocoørijzen
Lon en per
Eng, ton
–
KATOEN
for Middling
.
locopzen
New
ork
per Ib.
WOL
gekamde
Australische,
Merino, 64’s Av,
loco Bradford
per Ib.
‘gekamde
Australische, CrossbredColo-
nial Carded, 50’s Av. loco
Bradford per Ib.
RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets
loco Londen
per Ib.
SUIKER’
Witte kristal-
suiker loco
R’dam/A’dam.
per 100 K.G.
WOL
KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam
per 11
K.G.
,
THEE AfI. N..1. theev.
A’dam gem. pr.
Java- en Suma-
tratheep.’/2K0.
lndexcijfer
v/h. Centr. B.
v. d. Stat., herleid
van 1913= 100
tot 1925= 100
lndexcijfer
van The
Economist,
herleid
1927= 100
tot 1925=100
£
61.171-
O/
100,0
$
ets.
23,25
°/o
100,0
pence
55,00
°Io
100,0
pence
29,50
0
10
100,0
Sh.
2111,625
01
100,0
‘f1.
0
18,75
,
01
0
100,0
ets.
61,375
°lo
100,0
cts.
84,5
°Io
90.1716
99.1316
111,1
114,4 17,55 13,45
75,5 57,5
47,25
45,00 85,9 81,8 24,75 25,25 83,9 85,6
21-
1/7,375
67,4
17
1
5
0L
93,3 55,375 90,2
94,25
100,0
111,5 100,0
,
93,2
100,0 103,8 09.816
12.151-
118,2 119,4 14,15 14,25
60,6
61,3
46,25 47,75
84,1
86,8
26,00
88,1
1/7,125
54,4 53,7
22,009
21,1251
117,3 112,7
50 48,75
81,5 79,4
71
71,25
84,0 84,3
93,5
.
94,2
‘
98,6
100,7
04.1!-
116,1
14,75
63,4 47,50
86,4
26,50
.
26,25 89,8 89,0
1/8,25
1/7,875
56,8 55,8
20,62:.
20,25
.
110,0 108,0
48 48
78,2 78,2
70
72,25
82,8 85,5
92,9 99,0
95.121-
98.916,
112,9
113,2 16,15 16,85
69,5
72,7
47,00 47,25
85,5 85,9
26,00 26,00
88,1 88,1
1/7,75
1/6
55,4
20,25 g
108,0 47
76,6 86,5
102,4
92,3
.
93,5
98,4
100,1
89.1516
110,7
17,90
77,0
48,50 88,2
26,50
89,8
114,75
50,5 47,0
l8,375
18,62
5
:,
98,0 99,3
47 47 76,6 76,6
81,25
84
96,2 99,4
96,1
100,5
92-16
87.12/6
111,5 109,8 19,70
22,05 84,7
94,4
48,50
50,00
88,2 90,9 26,50 26,50 89,8 89,8
115,25
1/4,25
40,8
18,50
.
98,7
45,375
73,9
-,-‘
–
97,4
96,1
100,5 102,2
64.2/6
100,9
20,65 88,8 50,25 91,4 26,75
90,7
1/4,375
45,6
46,0
l7,875
16,875e
95,3 90,0 44,25 45,25
72,1
73,7
94,5
.93
111,8
110,1
96,8 96,8
101,3
64.416 66.1316
100,9
101,8
20,25
19,70
87,1
84,7
52,25
51,50
95,0 93,6 28,50 28,75 96,6 97,3
1/6,5
117,75
51,9
17,25
92,0
46
‘74,9
96
113,6
97,4
–
100,3
99,4
55.1/-
97,4
19,25
82,8 53,00
96,4
29,75
100,8
1/7,25 55,4 54,0
17,87
5
7
17,37
5
1
95,3 92,7
46
46
74,9 74,9
89,25
84,5
105,6
5100,0
97,4
‘
98,7
99,0
33.1016 33.1716
89,2 89,3
18,35
19,35
78,9
83,2 54,75 55,00 99,5 ,0 31,75 33,25
107,6
112,5
113,75
1/0,75 44,2 35,8
16,75
16,87
5
&
89,3
.90,0
46 47 74,9
79,5
94,1.
96,8
97,6
98,4
34.6/-
30.13/-
89,5
88,1
20,65 21,55
88,8
927
54,50 54,25
:
9
0
8
0
91
9,6
33,00 32,25
111,9 109,3
-/9,375
-/9
26,3
16,875e
900
47
76,6
76,6 79 74,25
93,5′
87,9
‘
98,1
‘98,7
99,6
101,4
18.8/6
83,4
21,35
91,8 55,50 00,9
31.75
107,6
-/9,25
25,3
26,0
16,62
5
,
15,75
c-
887
84,0
48,25
49
78,6
‘
79,8 ‘78,25
73,25
92,6
867
98,1
98,7
101,3
11.19/-
11.18/-
80,9
80,9 21,75
19,30
93,5
83,0
53,00 51,75
96,4
94,1
31,25
30,00
105,9
101,7
-/9,25 -/9,25
26,0
15,50
82,7
49,875
81,3
71,25
84′,3
,
95,5 99,5
.97,7
14.7/6 81,9
18,55
79,8
47,00
85,5 29,00
98,3
-/8,5
26,0
23,9
16,00
15,87
5
ç
85.3
84,7
51,875 52,75 84,5 86,0
67,75
70,25
80,1
‘83,1
92,9
93,5
96,6
21.19/-
32.10/6
84,8 88,8
19,45 19,90
83,7
85,6 46,25 47,25
84,1
85,9
27,25
27,50
92,4 93,2
-/8,8
-18,625 24,7
24,2
14,62
5
c
14,00
c
78,0
53 86,4 73
86,4
–
94,2 95,7 95,8
28.81-
22.716
87,2
84,9
20,45 20,20
88,0
86,9 46,25 46,75
84,1
85,0
28,00
94,9
-j8,5
23,9
13
,
925
t
74,7
74,3
53
51,75
86,4
84,3
75,75
76,5 89,6 90,5
95.5
95,5
96,3
22.11/-
85,0 20,10 86,5 44,25 80,5
28,75
.
27,75
97,3
94,1
-/9,875
1/-
27.9
33,7
13,775
13,37
5
!
73,5 71,3 53,125
54 86,6
88,0
77,25
91,4 94,2
19.17/6
20.716
84,0 84,2 20,705 21,65
6
89,0
5
93,16
44,00
7
80.0
7
27,507
93,27
III
36,5
13,50
72,0
54
88,0
74,25
72,5 87,9
85,8
94,2
h,,i,liop
nffiriealp
nnfaa.’i.,,,..
…….,..
1/0,75
35,8
13,50
72,0 54
88,0
-, – ,,,o ,,ll, v, Ge
Invueririg
van ae nusuige ome. noteeringswijze Uan.’192.
4)
Jaar en maandgemiddelden afgerond
op
1
18 penee. 5) 1 Maart. 6) 8 Maart 7) 7 Maart.
268
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTN
13 Maart 1929
De totale middenprijs was per saldo 1Y2 ets. lager dan
die der vorige veiling.
Dc betere stemming, dié voor het Java- en Sumatra
product van Londen uitging, bleef hier zonder noemiis-
vaardigen invloed.
Het saldo onverkochte thee bedroeg ca. 1500 kisten.
Het binnenland was ook ditmaal goed in de markt. De
volgende veiling is bepaald op 21 Maart e.k. – en zal eeii
aanbod te zien geven van ruim 13.000 kisten Nederlandsch-
Indische thee.
Naar verluidt gaat de voorgestelde maatregel om in
Engeland alle verpakte thee van een merk van herkomst
te voorzien, niet door. De daarvoor ingestelde bijzondere commissie van den Board of Trade heeft althans negatief
geadviseerd op het desbetreffende verzoek der Britsch-In-
dische- en Ceylon theeplanters-Vereenigingen, die klaarblijr
kelijk het verbruik van Nederlandsch-Indische thee in En-
geland wilden beperken.
Amsterdam, 11 Maart 1929.
COPRA.
De eerste dagen der afgeloopen week was er ruim aan,
bod van importeurs en hoewel fabrikanten hun limieten
steeds verlaagden, bleef er aanbod bestaan, zoodat de prij-
zen snel terugliepen. Er vonden op het verlaagde niveau
beduidende omzetten plaats.
Aan het eind der week echter toonden importeurs zich
terughoudend en waar ,,shorts” een deel hunner posities
wenschten te dekken, liep de markt wat op.
Consumenten vertoonden op het verhoogde niveau even-
wel absoluut geen belangstelling.
De slotnoteeringen zijn:
–
Nederl.-Indische fms., aflading Maart
f
27%
April …..
27i/
—
..
..
Mei ……. ,,28
–
– – –
STEENKOLEN.
De kolenmarkten om ons heen blijven vast. Er is een ge-
zonde algemeene vraag ontstaan en de meeste exporteurs
zijn volgeboekt tot einde April. In de laadhavens is een
kleine verbetering ingetreden, ten eerste doordat de dooi in-
gevallen is en verder door het inleggen van extra tippers.
ploegen, zoodat de achterstand is kunnen worden ingehaald.
De vaart op den Rijn is nog .altijd niet hervat, doch men
hoopt, dat dit begin van de volgende week zal kunnen
geschieden. Op het oogenblik van schrijven wordt voor Tiel bijv. nog van oever tot oever geloopen.
De prijzen zijn als volgt:
Northumberland Ongezeefde ………….
f
11.50
Durham Ongezeefde ……………………11.75
Cardiff 213 large 113 smalle ………… ..14.-
Schotsche Gezeefde (Prime Lothians) ……12.75
Yorkshire gewasschen Doubles ………. ..14.-
Westfaalsche Vetförder …………….. ..14.25′
Vetstukken … ………… ..1575′
Smeenootjes …………… ….,’
Gasvlamförder ………….., 14.25′
Gietcokes
. ……………. ..17.50′
Hollandsche Eierbriketten ……….
…….16.-
alles per ton van 1000 KG., franco station Rotterdam/Am-
sterdam.
Ongezeef de bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam
f
12.25. Markt vast.
* Nominaal. Aanvoer per spoor onzeker.
IJZER.
Zoowel op de Belgische als op de Fransche ruwijzermarkt
heeft de toestand geen noemenswaardige verandering on-
dergaan… De markt behoudt haar uitgesproken vaste ten-
dens. Ook de Cleveland-markt behield haar levendige stem-
ming: de prjsverhooging van ongeveer een maand geleden
heeft koopers geenszins afgeschrikt, terwijl de beperkte pro-
ductie in de stijgende erts- en cokesprjzen het vaster wor-
den van de markt bevorderen.
De positie van de staalmarkt bleef in hoofdzaak onge-
wijzigd.
IJmuiden, 11 Maart 1929.
VERKEERS WEZEN.
VRACHTENMARKT.
De Noord.Amerikaansche graanvrachtenmarkt was voor
liet grootste deel der afgeloopen week wederom zeer stil,
tegen het einde der week werd de stemming iets beter, de
bevrachters toonden meer belangstelling voor Maarttonnage
naar de Middellandsche Zee. Van St. John (N.
–
B.) werd be
vracht naar de Middellandsche Zee (Spanje en Noord-
Af rika buitengesloten), op basis van 18 cents zwaar graan,
optie Spanje 18% cents, voor laatste helft Maart laden,
ook werd er afgesloten met 5 April cancelling tegen een
halven cent minder. Van
–
de Northern. Range werd een
boot bevracht met 25 Maart cancelling van Baltimore naar Gcnua, Livorno, Napels, op basis van 17 cents, dén losba-
ven en een Maart/April boot naar Griekenland tegen 413 d.
per qtr.
• Van de Golf van Mexico was wederom weinig lust tot
bevrachten te bespeuren, buiten de mogelijkheid om een
Maart-boot van matige grootte te plaatsen naar Antwer-
pen, Amsterdam, of Rotterdam, tegen 15 tot 16 cents.
Van den St. Laurens ging nog steeds niets om.
Van Cuba werden booten met 600018500 tons suiker be-
vracht naar tJ.K./Continent voor Maart en eerste helft April belading tegen 191-, in dn geval werd optie San
Domingo laden toegestaan tegen 1816
.
d. Een 3500 tonner
werd bevracht voor eerste helft. April tegen 2016 d. Voor
Maart laden kan men echter voor booten van deze grootte
een iets hoogere vracht bedingen. Van Cuba naar Shanghai
werd bevracht tegen 2819 d., April belading.
De graanvrachtenmarkt van den Noord. Pacif ie. bleef
kalm, de eenige afsluiting, welke naar U.K./Continent tot
stand kwkm, was een 7500 tonner van Portland voor
Maart/April laden tegen 3113 cl. Van Vancouver werd een
6800tonner bevracht, begin April laden naar Griekenland,
op basis van 351- én loshaven, en een ietwat kleinere boot
voor tweede helft April naar Lissabon/Leixoes tegen 3016 d.
naar één en 3116 d. naar beide havens. – –
Van de La P.lata kwamen er zeer vele afsluitingen tot
stand, zonder dat de vrachten er aanmerkelijk door be-
invloed werden; de meeste vraag was naar booten van mid-
delmatige grootte. Per prompt werd een boot van deze
grootte hevracht van Santa Fé naar 1.J.K./Continent tegen 2516 d., een andere van Upriver naar het Continent direct
tegen 241-, en een boot naar twee havens
•
Adriatische Zee
tegen 2716 d. Verder werd er o.a. bevracht voor April tegen
2316 d. en April/Mei 21- naar het Continent. – De Salpeterbevrachters schijnen nog steeds genoeg ton-
nage te hebben en -dientengevolge wal-en er in het geheel geen orders in de markt.
De Rijstbevrachters van Burma hadden nog steeds geen
‘erkeljk a)gemeen ihteresse vool– tonnage en ten gevolge
daarvan vertoonden de vrachten een toenemende daling.
Er werden l:evraeht: 7000 tons maximum, midden Maart
naar Antwerpen (Hamburg Range tegen 2619, een 8000
tonner midden Maart laden naar Antwerpen (Hamburg
Range tegen 26/3).
Ofschoon er nog eenige opstopping is, wat betreft het
laden van prompte kolenbooten in Zuici-Wales, gaat het
laden toch gaandeweg veel beter; over het algemeen hand-haven de vrachten zich, behalve naar Zuid-Amerika, waar-
heen afsluitingen tot stand kwamen tegen iets lagere
vrachtcijfers. Van Zuid-Wâles werden bevracht: naar
Rouaan 519,. Bordeaux 61-, Algiers 916. Marseille 1013,
Genua 919, Malta 1016, Piraeus 1213, Port-Said 121-, Co-
lombo 161-, Canarische Eilanden 919, Rio de Janeiro 1113,
Pernambuco 1119 en Buenos Aires 1213 d. en van de Oost-kust: naar een Elbehaven 71-, Antwerpen 413, Rouaan 513, Lissabon 91., Algiers 916, Genua 1016, Port-Said 1216, Las
Palmas 919 en naar Monte Video tegen 121-.
RIJNVAART.
Week van 3 t/m.
9 Maart 1929.
De aanvoeren van zeezijde bleven matig. De beschikbare
scheepsruimte nam eenigszins toe, doordat van de omlig-
gende plaatsen zich eenige schepen te Rotterdam verzamel-
den. De vraag bleef matig en terughoudend. Door – de mil-
dere weersgesteldheid werd de stemming onder de schippers
geleidelijk minder vast. Er werd hoofdzakelijk in daghuur
bevracht. De hurenliepen van maximum 7 ct. geleidelijk
terug tot minimum 5 ct. per ton. In het laatst der week
werden enkele groote schepen voor erts gecharterd op basis
van
f
1.60 en
f
1.80 met resp.
•
4 en 8 losdagen. Hoewel
de ijstoestand op de rivieren zich gunstiger laat aanzien,
valt op dit oogenblik nog niet met zekerheid te zeggen,
wanneer de vaart wederom officieel heropend zal worden.
Vermoedelijk zal dit het laatst van deze week geschieden.
Waterstand en sleeploonen werden tot heden nog niet of fi.
cieel genoteerd. –
In de Ruhrhavens onderging de algemeene toestand geen
verandering. Er ging niets om. Van een opening van het
verkeer aldaar is tot heden nog geen sprake.
13 Maart
1929
– )AO
DE TWENTSCHE BANK
Amsterdam Rotterdam – ‘s-Gravenhage – Ahuielo – Dordrecht – Enschede – Hdilgelo –
O1dezaa1 – Utrecht
aalldam – Zwolle
Maandstaat op 28 Februari 1929
DEBET
Aandeelhouders nog te storten 90 pOt. op aandeelen B,
waarvoor waarborg gedeponeerd ………………………
..
S
Deelneming in de firma
B. W. BLIJDENSTEIN & Oo., te Londen …………
Deelneming in bevriende Bankinstellingen
. . .
f
9.429.180,01.
waarvoor in geld gestort ……………………….
waarvoor effecten gedeponeerd …………………….
f
2.324.700,-.-.
Effecten vai Aandeelhouders
gedeponeerd bij bevriende instellingen …………….,, 3.000.000,…
ten eigen gebruike …………………………….,, 34.013.700,-
Kassa, Wissels en Coupons …………………………
Saldo’s bij Bankiers
………………………………
Daggeldieeningen . .
………………..•. ……………
Eigen Effecten en Syndicaten …………………………
Saldo te leveren en te ontvangen Fondsen ……………..
Prolongatiën gegeven ……………………………….
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en SaldiRek.-Ort, f135.559.024
;
68
Af: loopende Promessn
.. ………………… ……….
,,
4.502.000,-
Voorschotten op Oonsignatiën ………………………..
Gebouwen
…………………………
543.600,-
7.200.000,—
• 7.104.480,01
• 39.338.400,-
,, 45.339.723,22
25.581.833,85
200000,-
12.674.952,16
797.777,05
20.6-13.525,-
131.057.024,68
1.74 1. .843, 40
0.033.717,23
Totaal …..
f
298.256.876,60-
CREDIT
Kapitaal …………………………………………..
.
f
36.000.000,
Reservefonda ………………
…………………………
.,, 14.500.000,-
Aandeelhouders voor gedeponeerde Effecten als waarborg
.
voor 90 pOt.
storting op aandeelen B ……….:::
………………
f
543.600,-
in Leen-Depot ……………………
,, 38.794.800,-
Zieken- en Pensioenfonds ……………………………..
Deposito’s ………………………………………..
Prolongatie-Deposito’s
…………………………….
Saldi Rekeningen-Courant …………………………
f
81.355.932,62
voor gelden in het Buiténland ..
3.073.362,70
Daggeldleeningen ………………………….. ………
De Nederlandsche Bank ……………………………..
Te betalen Wissels …………………………………
Geaccepteerd door derden …….
…………………….
Diverse Rekeningen …………………………………
39.338.400,-
3.615.627,05
78.665.232,80
11.190.750,-
• 84.429.295,32
1.500.000.-
2.966.423,52
18.232.541,75
3.972.085,11
3.846.521,05
Totaal ……
f
298.256.876,60
13 MAART 1929
14E
JAARGANG No. 689
NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK
•
AMSTERDAM
‘S-GRAVENHAGE
ROTTERDAM
BATAVIA
AMOY,AMPENAN,BANDOENG,BOMBAY,CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,
HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN MENADO, PALÈMBANG,PASSOE-
ROEAN, PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGA-
PORE, SOERABAYA, TEGAL, -TjILATJAP, TOKIO, WELTEVREDEN, YOKOHAMA
WERKSPOOR
AMSTERDAM
ROLLEND SPOORWEGMATERIEEL
SCHEEPS-
EN
STATIONNAIRE
SCHEEPSSTOOMwERKTUIØEN
R U WO LIE
–
M OTO.R E N.
SCHEEPSDIESELMOTOREN
9
–
500 P.K.
IJS- EN KOELMACHINES
SUIKERMACHINERIEÉN
IJZERCONSTRUCTIES
SCHEEPSTURBINES
1
POLDERGEMALEN
LOCOMOTIEVEN
S
956
STOOMKETELS
”’•
Beedigdtrans1atrice
KROMKOUT MOTOREN FABRIEK
D. GOEDKOOP JR.
AMSTERDAM
–
ROTTERDAM
–
MALANG (JAVA)
voor
Duitsch en
Engèlsch
vraagt
•
Vertaalwerk
(ook Fransch)
•
LEA HAUSDORFF
Leuvehaven 26
–
Rotterdam
Naamlooze Vennootschap
Wilton’s Machinefabri ék en Scheepswerf
Rotterdam
‘S
Scheepsbouw en Machirefabricâgè; Speciâle inrichting
•
voor reparatiën van eiken ovang. Vijf droogdokken
met lichtvermogen -tot
46000
ton. P. Dwarshelling.
Drijvende kranen met een lichtvermogen tot 120.ton.
07301,
07302, 07303
Telefoon:
•
07304, 07305, 07306
Telegramadres: ,,WILTON
Rotterdam
NIJGH & VAN DTMARS BOEK- EN HANDELSDRUKKERLJ, ROTTERDAM