Ga direct naar de content

Jrg. 13, editie 640

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 4 1928

4
APRIL 1958

ÂEtJRSRgcHT VOoRËËHotÏL’k1

Economi*sch~Statistische

Benchten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

1
13
E
JAARGANG

WOENSDAG 4 APRIL 1928

No. 640

INHOUD
Blz.
HET RAPI’OR’I’ VAN DE COMMISSIE-VAN GIJN
door S.
Post hstma

………………………………..
288
De Steenkolencrisis. Een andere noodkreet door Prof.
Ir.

1. P.

de

Vooys …………………………..
290
Surtaxes d’Entrepdt door
Mr. Dr. K. P. 0. James …..
292
De Maartzitting van het Financieele Comitd van den
Volkenbond door
Mr. Dr. J. van Wairé de Bordes

293
Het jongste Jaarverslag van de Banque Nationale de
Belgique door Mr. M. L. van Goudoever …………
294
Een Kolonisatie-Maatschappij voor Suriname door
W.
de Cock Buning…………………………….
296
AANTEEKENINGEN:
Indexcijfers van groot. en

kleinhandelsprijzen

in NederL-Indië

…………………………..
299
BOEKAANKONDIGINGEN:
Prof. Dr. C. A. Verrijn Stuart: Inleiding tot de be-
oefening der Statistiek. Eerste deel. De statistische
methode en hare toepassing op het gebied der de-
mographie, bespr. door
Mr. Dr. J. H. van Zanten. 300
lSIAANDGIJFERS:
Posterijen, Telegrafie en Telefonie ……………
301
Résumé uit het ,,Monthly Bulletin of Statistics”.
.
..
301
Postchèque en

Girodienst

………………….
302
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….

302-3
10
Geldkoersen.

Bankstaten.

Goederenhandel. Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.

1

Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpetra.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Ma’n.dele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. E. Regout; Dr. E. van Wekleren Baron
Rengers; Prof.
Mr. E. R. Ribbius; Jan Sc7ellth.uis; Mr.
Q. J. Terpst’ra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedolegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G. M.
Verrjn Stuart.
Redacteur-Secretaris: S. Posthuma.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnement8prijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van
hel
Instituut ontvangen
het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs ko8teloos, voor zoo-
ver claaromntrent niet
anders
wordt beslist.
Aangeteekende stukken : Bijkantoor Ruige plaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief.
Administratie von abonnementen en adver-
tenties:
Nijgh d van Ditmrear’s Uitgevers-Maatschappij, Rot.
terdani,, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Post chèque.
en giro-
rekening
No. 6729.

BERICHT.

Met het oog op de a.s. feestdagen zal het volgend

nummer op Donderdag 12 April verschijnen.

3
APRIL
1928.

Ondanks de naderende maandswisseling kwam er

deze week geen verdere uitbreiding in de vraag naar

geld. Vraag en aanbod bleven vrijwel tegen elkaar

opwegen, zoodat er in de verschillende geidkoersen

weinig verandering kwam. De rente voor particulier

disconto schommelde omstreeks 4 pOt. en was tegen

den ultimo zelfs eerder gemakkelijker dan de vooraf-

gaande dagen. Prolongatie noteerde meestal 3% pOt.;

Oallgeld bleef op 334 â 3% pOt erkrjgbaar. Alleen

op den laatste kwam er wat meer vraag, zoodat

van 4 tot 434 pOt. betaald werd.

* *
*

Op den weekstaat van de Nederlandsche Bank

komt
duidelijk
de invloed van de maandwisseling aan

den dag. De post binnenlandsche wissels
blijkt
met

f 5,7 millioen te zijn toegenomen. De beleeningen

geven een
stijging
van f 35,8 millioen te zien. Het

renteloos voorschot aan het
Rijk
klom met f 7 millioen.

De goudvoorraad der Bank bleef
vrijwel
op dezelfde

hoogte. Het zilver nam met f 600.000 af. De post

papier op het buitenland en de diverse rekeningen

op de
actiefzijde
dey balans stegen resp. met

f 200.000 en f 3,7 millioen.
De biljetten-circulatie vertoont een vermeerdering

van f 54,7 millioen. De rekening-couzantsaldi blijken

met f 3,4 millioen te zijn afgenomen. Het beschik-

baar metaalsaldo daalde met f 10,9 millioen. Het

dekkingspercentage bedraagt ruim 53.

* *
*

De wisselmarkt was zeer stil en de koersen bleven

vrijwel onveranderd. De stemming was over het

algemeen echter iets vaster. Alleen Spanje liep weer

sterk heen en weer. Geopend op 41.70 werd Woensdag

voor 41.90 afgedaan. Na een scherpen val op Donderdag

tot 41.7254 werd Zaterdag opnieuw 41.85 betaald,

maar gisteren was de stemming opnieuw flauw.

LONDEN,
2
APRIL
1928.

Gedurende de geheele vorige week bestond er

goede vraag naar geld, zonder dat van de gebruikelijke

pressie voor het einde van het kwartaal gesproken

kon worden.
Bij
de Bank van Engeland behoefde

dan ook geen geld geleend te worden. Zooals wel

meer voorkomt waren blijkbaar de arrangementen voor

zoover noodig reeds langer van te voren gemaakt.

Bovendien werd door een der banken een
vrij
be-

langrijk bedrag tot
bijna
half April uitgezet, hetgeen

natuurlijk de marktpositie verruimde.

Disconto bleef op het niveau 44
1
116
pOt. ge-

handhaafd,
terwijl
einde Juni papier onder 4 pOt.

werd verhandeld. Zaken waren kalm met weinig omzet.

288

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 April 1928

HET RAPPORT

VAN DE COMMISSIE-VAN GIJN

Verschenen is het verslag der ,,commissie tot

onderzoek van de mogelijkheid en de wenschelijkheid

van een vereenvoudiging in het beheer van bij de
wet ingestelde fondsen; door belegging van de gelden

dier fondsen, hetzij in ‘s rijks schatkist, hetzij in

meerdere mate dan thans in nationale schuld”. Deze

commissie, ingesteld bij resolutie van den minister

van financiën van 4 November 1926 No. 162, afdee-

ling gen. thee., kreeg derhalve nogmaals ter beant-

woording één van de vragen, die indertijd waren

voorgelegd aan de commissie-van Vuuren, ingesteld

bij gemeenschappelijke beschikking van de ministers

van arbeid, handel en
nijverheid
en van financiën
van 7-15 Februari 1924 No. 452/125 afd. A.V.

gen. thes.

Terwijl de commissie-van Vuuren de belegging van

de fondsen der sociale verzekering slechts als een

bepaald onderdeel van de haar verleende, opdracht
tot onderzoek van, de grondslagen van de finan-
ciering der sociale verzekering in haar besprekingen

betrok, beperkt het verslag van de commissie-van

Gijn zich daarentegen uitsluitend tot dit vraagstuk.
Zij had,
blijkens
de opdracht, uit te gaan van de

premisse, dat definitief tot fondsvorming was besloteii

en dus allèen na te gaan op welke
wijze
deze fonds&n
het rat.ioneelst kunnen worden belegd.

De commissie-van Vuuren was er niet in geslaagd

op dit punt tot overeenstemming te komen. Terwijl
de meerderheid van meening was, dat de rijksver
7

zekeringsbank in de wijze van belegging zoo iiin

mogelijk moest worden beperkt en zelfs in principe
het recht diende te hebben gelden in aandeelen en
obligatiën van vennootschappen in het algemeen te

beleggen, was het voorstel van de minderheid erop

gericht de gelden geheel te besteden tot de aflossing
van staataschuld. De minister van financiën, niet
overtuigd door de gevoelensvan de meerderheid n

eerder geneigd aan het voorstel van de minderheid
gevolg te geven, besloot het vraagstuk nogmaals aan

het oordeel van een speciaal daartoe samengestelde
commissie, de zoojuist genoemde commissie-van Gijn,

te onderwerpen.

Ook in deze commissié bleken de inzichten uiteeû
te loopen.

Bij de beoordeeling van het onderhavige vraagstuk
is van principieele beteekenis of men zich stelt op het standpunt, dat in. laatste instantie de staat ver-
zekeraar is, of wel, dat men de rijksverzekeringsbank
als zoodanig dient te beschouwen. Stelt men zich

op het tweede standpunt, dan is de eenig logische
consequentie deze, dat alleen ‘op grond van het feit,
dat de staat zich garant stelt voor eventueele te-
korten, een zekere, beperking van de belegging dr
fondsen geoorloofd is uit hoofde van het risico, dat

aan dergelijke
beleggingen is verbonden. Verbod van
belegging in bepaalde calegorieën
van fondsen is in

dat geval
moeilijk
aannemelijk. Het argument, dat
hier te lande particuliere verzekeringsmaatschappijen
belegging in aandeelen en obligaties van vennoot-
schappen in het algemeen vrijwel buitensluiten, en
men
dus
de rijksverzekeringsbank een dergelijke
belegging moet verbieden, is weinig overtuigend voor
wien zich, zoo als
schrijver
dezes, op het standpunt stelt,
dat het minstens
twijfelachtig
is of de houding van,
deze maatschappijen in dit opzicht inderdaad de
juiste is en of de beleggingspolitiek van bepaalde
buitenlandsche verzekeringsinstellingen (en van een
enkele Nederlandsche) niet de voorkeur verdient. Het is
dan niet langer de vraag welke
categorieën
van
waardepapieren al of niet in aanmerking komen,
doch uitsluitend welke waardepapieren in concreto
al of niet genomen moeten worden. Het a priori
nemen van een dergelijke beslissing is niet wel
mogelijk en kan slechts aan de daarvoor verant-

woordelijke autoriteiten worden overgelaten. Daarbij

zou men hoogstens kunnen bepalen, dat slechts een
gering percentage zou mogen worden belegd in aan-

deelen van éénzelfde rubriek. Het lid van de com-
missie, dat,. uitgaande van de autonomie der sociale

verzekering, zich verzet tegen iedere aprioristische

beperking der beleggingen, blijft dan ook volkomen
consequent.

Hetzelfde kan men zeggen van de drie leden, die

alle bedragen, die de rijksverzekeringsbank en het
algemeen burgerlijk pensioenfonds te beleggen hebben,

ter beschikking wenschen te stellen van den minis-

ter van financiën, ten einde daarmede de tekorten

op den buitengewonen . dienst (kapitaalsdienst) van

den staat te dekken en zooveel mogelijk leeningen
van hoogeren rentevoet dan 4 pOt. af
te lossen.
Gaat men – zooals ook schrijver dezes – ervan uit,
dat de staat (die bepaalt aan wie de uitkeeringen

ten deel zullen vallen, die de bronnen aanwijst waar-

uit in eerste en tweede instantie de daartoe be-
noodigde uitgaven zullen worden gedekt [premie-
betalers en belastingbetalers in het algemeen] en die

ten slotte vaststelt, wie met de uitvoering dier sociale

verzekering belast zullen zijn) in wezen de verzeke-
raar is en blijft, ook al heeft de wetgever het ge-
heele verzekeringscomplex een min of meer auto-.
noom karakter gegeven, dan zal men het steeds als
een innerlijke tegenstrjdigheid, als iets onlogisch ge-

voelen, ‘dat de staat, zoolang deze zelf nog milli-

arden schuld heeft, ‘via de rijkaverzekeringsbank,
schuldbekentenissen van derden gaat koopen. Aan-

wending der fondsen tot vermindering van bestaande
of beperking van nieuwe staatsschuld is
bij
een der-
gelijke gedachtengang de eenige oplossing.

De vraag welken
vorm
men dient te geven aan
zulk een belegging van fondsen in staatsschuld, is
daarbij van betrekkelijk ondergeschikt belang. De
commissie-van Gijn onderscheidt drie gevallen: a. aan-
koop van staatsschuld ter beurze;
b.
overneming van
leeningen zoo vaak er voor den staat aanleiding be-
staat tot het opnemen van gelden tot dekking van
staatsuitgaven;
c.
storting van de gelden, welke de fondsen niet tot dekking der uitgaven behoeven, in
de schatkist en crediteering van de fondsen voor

hetzelfde bedrag in de boeken van den staat, ter
generale thesaurie (en
bij
de algemeene rekenkamer)
aangehouden, met bijachrijving van een vaste’ rente.
Zooals
wij
reeds zeiden is het onderscheid tusschen
deze drie methoden niet zeer essentieel. Verbetering

van het staatscrediet vloeit er in elk geval uit voort.
De vraag of de eerste of de tweede methode ratio-
neeler is, zal van de omstandigheden afhangen. On-

getwijfeld ware het onlogisch een oude leening ter beurze op te koopen op een oogenblik, dat de staat
een nieuwe leening wenscht te plaatsen of een hooger
rendeerende leening kan convcrteeren. Doen zich
deze omstandigheden echter niet voor, dan blijft
‘aankoop van staatsschuld ter beurze op of beneden pari uiteraard de eenige weg. Anderzijds is ook het
verschil tussehen het tweede en het derde geval niet
groot. Zoolang de schatkist leent van de fondsen zon-
der verplichte aflossing, doch
tegelijk
den gewonen
dienst ten bate van den buitengewonen dienst belast,
is het resultaat hetzelfde als hadden de fondsen voor
eenzelfde bedrag geleend aan den staat met ver-
plichte aflossing. De commissie zelf
wijst
er reeds op.
De kans, dat in tijden, waarin de rijksfinanciën bij-
zonder ongunstig
zijn,
zou kunnen worden afgeweken
van een evenredige belasting van den gewonen dienst,
bestaat
ongetwijfeld.
Doch in dergelijke omstandig-
heden
schijnt
de kans evenmin uitgesloten, dat de
termijn van aflossing van de door de fondsen gesloten
leeningen met eenige tientallen jaren wordt verlengd.

Men kan verder gaan en constateeren, dat in bij-
zonder ongunstige
tijden
niet alleen
de fondsvorming
maar zelfs het
voort bestaanvan
de sociale verzekeringen
in
alle
gevallen op het spel staat. Daarbij heeft men nog

4 April 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

289

niet eens te denken aan een directe opheffing; een

verzwakking van de munt kan tot dezelfde resultaten

leiden. Wanneer de commissie niettemin aan den

onder
b.
genoemden vorm de voorkeur geeft, is dit,

omdat zij daarin toch nog denbesten waarborg ziet voor

een normale financiering van den kapitaaisdienst.
Wij gaven hierboven in het kort een uiteenzetting

van de consequenties, waartoe de beide standpunten

leiden, waar men bij een beoordeeling van de structuur

der Sociale verzekering van kan uitgaan. Drie leden
der commissie hebben intussehen getracht deze con-

sequenties te ontgaan en hebben naar een compromis

gezocht.
Zij
stellen voor onderscheid te maken tus-

schen de
bijdragen
van den staat en de bijdragen

van de premiebetalers. De eerste zouden uitsluitend
in staatsschuld belegd moeten worden, de tweede

zouden ook anders mogen worden besteed.

Een scheiding tusschen de premiebetalingen eener-

zijds en de staatsbijdragen anderzijds mist echter
elkèn dieperen zin. De staat is verzekeraar of hij
is het fliet. Neemt men – terecht of ten onrechte –
het laatste aan, dan ligt het in de lijn, dat de staat

ook het onbéperkt beheer van zijn bijdragen afstaat
aan de rijksverzekeringsbank binnen de algemeene
bepalingen, waaraan de laatste is gebonden. Een

scheiding in het beheer van de premiebetalingen en
de staatsbijdragen berust op louter willekeur. De
opmerking van het minderheidslid, dat
hij
desnoods

met zulk een scheiding accoord zou kunnen gaan,
als men de gedwongen belegging van de staatsbij-
dragen in staatsfondsen maar beperkt tot een bedrag,
dat overeenkomt met de inkoopsom van de verze-
kerden, waarvoor in het verleden geen premiën zijn
betaald, is volkomen . onbegrijpelijk. Wil men met alle geweld een scheiding maken dan zie ik slechts
één mogelijkheid en wel deze, dat men het gedeelte van de sociale verzekering, dat zichzelf bedruipt uit
de premiebetalingen, scheidt van het deel, dat op
een
staatsbijdrage
steunt. In dat geval zou men
echter de gedwongen belegging van de staatsbij-
dragen in staatsschuld slechts voort moeten zetten
tot men een zoodanig bedrag in staatsschuld heeft
belegd als overeenkomt met de contante waarde, die
op dât oogenblik moet worden toegekend aan de dfin
nog door den staat verschuldigde annuïteiten, om

vervolgens het per se in staatsschuld belegde gedeeJte,
pari passu met de daling dier contante waarde, ge-

leidelijk weer tot nul te verminderen. Immers, op den
duur wordt de sociale verzekering ,,selfsupporting”
en het deel, dat steunt op. êen’ directe bijdrage uit
de schatkist, verdwijnt. Zooals ik reeds zeide, acht
ik echter iedere poging om de fondsen der sociale
verzekeringen in tweeën te splitsen geforceerd en ik
zou het bovenstaande dan ook volstrekt niet willen
aanbevelen. Dit neemt intusschen niet weg, dat een
dergelijke splitsing van de •fondsen, althans tot op
zekere hoogte, verdedigbaar zou
zijn.
Het voorstel
van de commissie en de opmerking van het minder-.
heidslid, daarentegen, hangen geheel en al in de lucht.

Ook de beperking van de overige, niet direct in
staatsschuld te beleggen fondsen tot bepaalde met
name genoemde categorieën, zooals de drie leden
van wie het compromis afkomstig is, wenschen, lijkt
mij in het kader van hun voorstel slecht te passen.

Desondanks gaat ten slotte de volledige commissie
met de eerste helft van het voorstel mee en aan-
vaardt de grootst mogelijke meerderheid ook de
tweede helft. Overigens verklaart
zij
nadrukkelijk
geen duurzame regeling op het oog te hebben doch
zich welbewust tot de eerste tien jaren te beperken.
Nader preciseerend, stelt de commissie dus
een-
parig
voor: aan de regeering de bevoegdheid te
verleenen om in de jaren 1928 tot en met 1937 de
jaarlijksche bijdragen, die ingevolge een wettelijk
voorschrift door den staat aan het invaliditeitsfonds
en an het algemeen burgerlijk pensioenfonds zijn
te verstrekken, geheel of gedeeltelijk te voldoen in
den vorm van de uitreiking van respectievelijk 4,4

en 4 pOt. rentegevende schuldbekentenissen van den
staat ten name van het betrokken fonds, voor zoover

niet die bijdragen
door het betrokken fonds in contant

geld benoodigd
zijn
tot dekking van hetgeen zijn

exploitatie-uitgaven – en voor zooveel betreft het

invaliditeitsfonds,
zijn
voorschot aan het ouderdoms-
fonds – van dat jaar
zijn
exploitatie-ontvangsten

uit anderen hoofde te boven gaan. Vaststelling van

eén gedeelte van de rente op 4 pOt. is gebaseerd op

-het feit, dat de wiskundige reserve . volgens dezen

rentevoet is berekend; vaststelling van een ander

deel op 4,4 pOt. bleek noodzakelijk om – onver-

biddeljk vasthoudende aan den eisch tot fondsvorming
volgens de berekeningen van de commissie van
Vuuren – de eigenmachtige vermindering van de

staatsbijdragen,
waartoe
indertijd
werd besloten, door
een evenredige renteverhooging te neutraliseeren.

Vorts beveelt de commissie met de
grootst moge-
lijlee meerderheid
aan: om de belegging van de overige,

niet per se in staatsschuld te beleggen fondsen te
beperken tot de meest beperkte
lijst
van soorten van
geoorloofde beleggingen, welke thans van toepassing

is,
namelijk
die van het algemeen burgerlijk pensioen-
fonds
1)
met slechts één enkele toevoeging, te weten:

het voor ten hoogste drie maanden uitleenen van
geld aan particulieren, met onderpand van fondsen;
welke als zoodanig door de Nederlandsche Bank
worden toegelaten; een wijze van belegging, die
e’chter voor de rijksverzekeringsbank en het pensioen-

fonds tot ten hoogste 10 pOt. iran het geheele
kapitaal van het fonds beperkt moet blijven.
2)

De voorstellen zijn, zooals wij reeds zeiden, volstrekt
inconsequent – zooals trouwens elk compromis.

Over het algemeenkan men er echter vrede mee
hebben en zulks om meer dan één reden.
In de eerste plaats wordt althans een gedeelte van
de fondsen besteed tot vermindering van de staats
schuld of tot het voorkomen van een verdere toe-
neming.
In de tweede plaats wordt de rest belegd op een
wijze, die, zooals terecht in het verslag wordt op-
gemerkt, lechts weinig invloed uitoefent op de
richting, waarin de nationale productie door de fonds-
vorming der sociale verzekering wordt geleid.
Dit laatste is van overwegend belang. Aangezien
het hier geen belegging van millioenen doch van mil-
liarden betreft, zou een
wijze
van belegging, die wèl
invloed had op de richting, waarin de nationale pro-
ductie werd geleid, op zeer ernstige bezwaren stuiten.
Daarbij denk ik – in
afwijking
van de meerderheid van de commissie – niet zoozeer aan het algemeene
isico, dat aan dergelijke beleggingen nu eenmaal in-
haerent is en waarover ik in den aanvang van dit
artikel reeds een enkele opmerking maakte, als aan
het specifieke risico, dat de beslissing over dergelijke
beleggingen slechts
bij
een zeer beperkte groep van
personen zou berusten. Van nationaal standpunt be-

Nl. le. Nationale Schuld, 2e. schuldbrieven van pro-
vinciën, gemeenten en waterschappen, 3e. schuldbrieven
ten laste van Nederlandsch-Indië, van gewesten of gedeelten
van gewesten van Nederlandsch-Indië, 4e. schuldbrieven door den Staat, provinciën, gemeenten of waterschappen
rechtstreeks en onvoorwaardelijk gewaarborgd, 5e. schuld-
brieven van maatschappijen, waarvan de Staat ten minste
de helft der aandeelen in eigendom heeft, Ge. schuldbrieven
van in Nederland gevestigde en aldaar uitsluitend werkende
hypotheekbanken, 7e. schuldbrieven van spoorwegmaat-
schappijen in Nederland en Nederlandsch-Indië, 8e. schuld-
brieven, gewaarborgd door eerste hypotheek op in Nederland gelegen onroerende goederen.
Het maximum, thans voor de rjksverzekeringsbank
geldende, te weten 25 pCt. van haar kapitaal, schijnt der
commissie veel hooger dan noodig is. Zij
wil
vGGr alles
voorkomen, dat de fondsen als een machtige geldgever
op
de markt gaan optreden en de crediet-politiek van de
centrale bankinstelling bemoeilijken. Het-is duidelijk, dat
hier het voorbeeld van Duitschland der commissie voor
oogen heeft gestaan.

290

ECONOMISCH-STAISTISCHE BERICHTEN

4 April 1928

schouwd eischi een goede’risico-verdeeling niet alleen
een groote verscheidenheid van objecten, doch ook

een groote verscheidenheid van beleggers. Zou men

trachten aan dit bezwaar tegemoet te komen door
de beleggingen over tal van onafhankelijke college’s

te verspreiden dan zou de moeilijkheid naar even

redigheid stijgen om voldoende personen te vindeü

met genoeg bekwaamheid en karaktervastheid oiia
temidden van persoonlijke en politieke belangen-tegeri

stellingen – zonder een evenredig persoonlijk voordeel

eenerzijds en zonder een evenredige persoonlijke

verantwoordelijkheid anderzijds – de gelden van derden
te beheeren op een wijze alsof deze de hunne waren.

Beperkt men daartegen de beleggingen tot de zoo juist

genoemde categorieën, dan omzeilt men deze moeilijk!
heden en behoeft het, zooals wij reeds eerder schreven,

geen verwondering te baren, dat ook de leden, diê
in principe de voorkeur gaven aan beschikbaarstelling

van de desbetreffende gelden aan den minister van

financiën, tenslotte tegen het voorstel van hun mede-

leden geen overwegende bezwaren gevoelden. Ook in

dit geval komen de desbetreffende gelden – zij het

langs indirecten weg – aan den staat en aan het
staatscrediet ten goede.

Tenslotte – en dit is
bij
het uiterst kostbare ver-
zekeringsapparaat een positieve winst – leidt het
voofstel van de commissie tot een
mogelijk
slechts
geringe doch niettemin zeer welkome bezuiniging op
de belegging der fondsen.

* *
*

Over het voorstel der commissie inzake de inrichtiiig
van de beleggingsdienst kunnen
wij
na het vooraf
gaande kort zijn. De commissie kan zich op drie b
e
:

langrijke punten met het inzicht der Commissie-van
Vuuren vereenigen, namelijk
waar
zij
betoogt:
lo. de wenschelijkheid van concentratie
bij
de be
legging der betrokken rjksfondsen; 2o. de noodza-

kelijkheid aan den centralen beleggingsraad zelf
standigheid toe te kenüen tegenover de regeering;

3o. de opdracht aan de directie van de Nederlandsche

Bank om uit haar midden in het voorzitterschap

van den raad te voorzien. In tegenstelling met de
commissie-van Vuuren wil
zij
echter de verhouding
tusschen den beleggingsraad en de besturen der be
trokkenfondsen in dezen vorm geregeld zien, dat de
beleggingsraad zich niet alleen heeft te bepalen tot
het trekken van richtlijnen voor de beleggingen doch

tevens een zoodanigen daadwerkelijken invloed zal ver-

krijgen, dat deleden zich voor deze beleggingen geheel verantwoordelijk voelen.
Aanvaardt men het standpunt van de commissie
inzake de beleggingen dan is de voorgestelde wijzi-ging in den beleggingsdienst volkomen begrijpelijk.
Richtlijnen trekken heeft eerst zin, decentralisatie
bij de uitvoering wordt eerst gewenscht, wanneer men
de soorten van geoorloofde beleggingen uitbreidt en
bovenal wanneer men, zooals de meerderheid van de
commissie-van Vuuren wenschte, beperkingen
daaromtrent laat vallen.
Bij
een ver doorgevoerde
beperking der beleggingen – nadat bovendien reeds
een gedeelte voor de fondsen ter beschikking van den
minister van financiën is gesteld – zooals de com-

missie-van Gijn tenslotte wil, is noch• voor het een,
noch voor het ander plaats en behoort de beleggings. raad zoowel de uitvoerende als de verantwoordelijke
instantie te zijn.
* *
*

Nog een enkele opmerking tot slot. De opdracht
aan de commissie-van Gijn was beperkt. De huidige
grondslagen van de financiering der sociale verzeke.
ring had
zij
als gegeven te aanvaarden. Doch ook
geheel onafhankelijk daarvan wordt in het verslag
herhaaldelijk beweerd, dat fondsvorming noodzakelijk
zou
zijn
om een ongeoorloofde verschuiving van lasten
van het heden naar de toekomst te voorkomen.
l)e stelling, naar
mijn
weten voor het eerst ver-

kondigd door Professor Blaschke (Weenen) en voor
het eerst beredeneerd door Professor Limperg (Am-
sterdam), dat deze grondslagen voos
zijn
en op een
onjuist economisch inzicht berusten, blijkt nog weinig
weerklank te hebben gevonden.

De taak hier juister inzicht te verspreiden blijft
onverminderd bestaan.
S. POSTHUMA.

DE STEENKOLENCRISIS. EEN ANDERE NOODKREET.

De ,,Verein für bergbaulichen Interessen” in Essen

gaf in Februari een belangrijke brochure uit ge-
titeld: ,,Wirtschaftszahlen aus dem Ruhibergbau”.

Reden van deze publicatie was het gevaar, hetzij van

een staking, hetzij van een opgelegde of afgedwongen
werktijdverlenging en loonsverhooging. De Duitsche
vakereenigingen hebben toch de bindende collectieve

contracten, die op 30 April 1928 afloopen, opge-

zegd. Zij verlangen eene verkorting van den arbeids-

tijd van 8 op 7 uur en eene loonsverhooging van
± 15 pOt. De ervaringen, die de Duitsche industri-

eelen in den laatsten tijd opdeden met het ingrijpen
der regeering in conflicten, alsmede het feit, dat er

in Mei algemeene verkiezingen – gehoudèn worden,

hebben ongetwijfeld het bestuur van bovengenoemde
vereeniging ertoe gebracht om hun pleidooi even

snel als uitvoerig en openhartig voor het publiek te
brengen.

Natuurlijk heeft een dreigende staking en nog in

mcerdere mate eene werkelijke staking invloed op de

kolenmarkt en dus op de steenkolencrisis. Het kan
echter slechts een voorbijgaande, een verschuivende
invloed
zijn.
Toch hebben de ,,Wirtschaftszahlen”
een bijzondere beteekenis voor het
begrijpen
van de
moeilijkheden, die de steenkolenmijn-industrie door-
maakt. Zij omvatten toch belangrijke ervaringen.

,,De eisch der vakvereenigingen tot loonsverhooging”

aldus de brochure: ,,berust niet in de laatste plaats

,,op het feit, dat in de laatste jaren de productie
,,per arbeider belangri.k verhoogd is”. Nagegaan

wordt: ,,waaraan deze verhooging te danken is” en

,,aan wie de daaruit voortvloeiende finantieele voor-
deelen ten goede gekomen
zijn,
aan de mijnén of aan
de arbeiders”?

Deze vragen, gedaan uitsluitend om tot een recht-
vaardige beoordeeling te komen van de hooge eischen
der Westfaalsche mijnwerkers, worden beantwoord
door een kort maar helder overzicht van de groote

hervorming, die de Westfaalsche mijnindustrie van
1924 tot 1927 onderging. Daar deze hervorming –

of, met gebruik van het modewoord, deze rationali-
satie – nog steeds aan Engeland wordt voorge-
houden als het middel
bij
uitnemendheid voor de
redding der Britsche mijnindustrie, moet het belang-stelling wekken hier eene ervaring zoo scherp te boek
gesteld te zien. Wat toch is het geval? Door een
reeks middelen, die straks ter sprake komen, werd de productie per man met niet minder dan 30 pOt.
verhoogd, een resultaat, dat ongeveer in 1Y2 jaar
geleidelijk verkregen werd, doch toen tot geen hoogere
stijging meer op te voeren was.

Daaruit zou hebben moeten volgen, dat de loon-
kosten per ton belangrijk minder werden, naar eene
berekening ongeveer 22 pOt. Na aftrek van de kosten,

die het rationalisatie-proces meebracht, zou dan toch
de kostprijs per ton kolen belangrijk gedaald zijn.
In
werkelijkheid
daalden de loonkosten met ± 5 pOt.
echter gedurende slechts enkele maanden om in het
jaar 1927 te
stijgen
tot op + 10 pOt. boven het
peil bestaande voordat de rationalisatie werd door-
gevoerd.
Het een en ander is in de brochure met uitvoerige
cijfers en graphische voorstelling
duidelijk
aan-
getoond en wil dus zeggen, dat onder de bestaande
sociale regelingen in Duitschiand, waarbij de Rijks-
minister op grond van nauwkeurige contrôle der
bedrijfsresultaten loonsverhoogingen oplegt,
de geheele
finantieele resultaten van de reorganisatie der mijn-

4 April 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

291

industrie aan de arbeiders ten goede gekonen zijn.

En waarin heeft de rationalisatie bestaan? Ofschoon
men stellig meer zôu verlangen dan de brochure

geeft, is dit meerdere elders gemakkelijk te vinden,

en is de korte kernachtige samenvatting dankbaar
te aanvaarden. ,,De rationalisatie” aldus weer de

brochure: ,,heeft twee kanten, een negatieve en een
,,positieve. De eerste toont zich in het prijsgeven

,,van minder productieve deden van kolenlagen of
,,geheele kolenlagen en in het stil leggen van mijnen.

,,In de laatste jaren zijn in ‘t Ruhrgebied 91 mijnen
,met te samen 58.000 man personeel stilgelegd”. Hoe

groot de hoeveelheid steenkool is, die door deze
negatieve rationalisatie voorgoed werd prijsgegeven,
is niet vermeld. Een kaart is ingehecht, die aantoont,
dat dit weliswaar in hoofdzaak mijnen betreft in
den zuidrand van het district, die op den diur toch

zouden moeten afsterven, doch dat ook in het noor-
delijk deel van het district mijnen zijn weggevallen.
,,De positieve kant van de rationalisatie” aldus weer
de brochure: ,,wordt voornamelijk gevormd door de
mechanisatie”. Deze is het, die de productie per

arbeider opvoert, zoodat de productie van ‘t geheele
mijngebied zeer sterk gestegen zou
zijn,
indien niet

– ten bate van den afzet – de minder productieve,

de niet mee kunnende mijnen – stilgezet waren.
Toch is als geheel de productie gestegen, maar met
minder mijnen en met minder arbeiders.

De mechanisatie moet men zich niet te eenvoudig

voorstellen.
Zij
is alleen uitvoerbaar door de zooge-

naamde concentratie van den afbouw, die wederom een nauwkeurig geregeld trnsport der arbeiders van
bovengronds tot aan hun werkplaats vereischt. Verder
moeten de machines voortdurend aangepast worden

aan ligging en hardheid van de steenkool enz. Samen-
vattende kan men van de rationalisatie zeggen, dat

zij van het
bedrijf
zware offers eischt, en aan de
bedrijfsleiding een verzwaring der verantwoordelijk-

heid brengt. Kapitaal wordt eenerzijds prijsgegeven,
anderzijds nieuw aangewend. Geordend en gecontro-leerd werk eischt herseninspanning en
toewijding
van
de leiding, die bovendien nog haar verantwoordelijkheid
ziet toenemen, omdat de rationalisatie bovendien drie

bestaande bezwaren van den
mijnbouw
sterk doet
toenemen: n.l. roofbouw, ongelukkengevaar, schade
aan den bovengrond. Geen wonder, dat een toongevend

leider uit Westfalen
bij
het zien der finantieele re-
sultaten zeide, dat het beginnen der rationalisatie
een groote fout is geweest. Merkwaardig is echter,
dat Westfalen in een betrekkelijk korten
tijd
en met
strenge doorvoering der beginselen de rationalisatie

tot stand bracht.
Begrijpelijk
is echter, dat er onder
de leiders een diepe teleurstelling heerscht en een
ontmoediging om groot hervormend werk te onder-nemen. Typisch, ook voor het gevaar, dat in de toe-
komst het nieuwe kapitaal zat gaan ontbreken, is het
overzicht van de winst op de steenkolen behaald van
1900 tot 1926. De brochure geeft hiervan een over-

zicht
tegelijk
met het loonbedrag (naar index om-
gerekend) over die jaren, dat bovendien in een treffende
graphische voorstelling is verwerkt. Op 100 berekend
steeg het loon van 1900 tot 1924 van 100 tot 126.8
terwijl de winst daalde van 100 tot 5.22. De ratio-
nalisatie, die verbetering moest brengen deed deze
5.22 van 1924
stijgen
tot 37.31 in 1926 maar het
loon steeg in die jaren van 126.8 tot 145.9

Waren de dreigende looneischen de aanleiding tot
het verslag over de rationalisatie, waaruit wel bleek
wat voor resultaten ermee te bereiken
zijn,
maar
ook hoe gemakkelijk en gauw die verloren gaan,
tevens is die dreiging der looneischen de oorzaak van
een kort en kernachtig oordeel over de kolenvoor-
ziening en dus over den kolencrisis.
Het luidt aldus: ,,De geheele internationale kolen-
,,markt staat onder invloed van een sterke verschuiving
,,tusschen vraag en aanbod, die al v5r den oorlog
,,is ingetreden.

,,Het aanbod is sterk vergroot, de vraag heeft pas

,,sedert kort weer de hoogte van voor den oorlog be-

,,reikt, en is dus relatief sterk gezonken. Het ver-
;,hoogde aanbod berust daarop, dat gedurende den

,,kolennood in en na den oorlog alle productie-landen

,,hun
mijnbouw
sterk uitgebreid hebben. Later is dit

,,doorgegaan, daar een sterk protectionisme de na-
,,tionale
bedrijven
bevoordeelde, en in ‘t bijzonder
,,den
mijnbouw.
Deze tendenz werd vooral scherper

,,in een reeks nieuwe staten, die het protectionisme

,,in sterke mate vertoonden. Een geheel afzonderlijke

,,rol speelt de Nederlandsche mijnbouw, waarvan de

,,productie steeg van 1.8 millioen ton in 1913 tot

,,meer dan 9 millioen ton in 1927. Juist deze pro-

,,ductie-vergrooting is een onmiddellijk sterk verlies
,,aan afzet voor Duitschland en in ‘t
bijzonder
voor
,,de Ruhr, daar met een overwinnen van deze con-
,,currentie niet gerekend mag worden, omdat in ge-

,,val van nood de volle belasting-kracht van Holland
,,er achter staat.

,,Binnen Duitschland is ingevolge van de oorlogs-
,,huishouding een geforceerde ontwikkeling der bruin-

,,kolenmijnen in hoofdzaak ten nadeele van de Ruhr
,,doorgevoerd.

,,De vraag naar kolen is om verschillende redenen ,,kleiner geworden. Het olie-verbruik op schepen en
,,voor stationnaire motoren is buitengewoon toege-
,,nomen. Waterkrachtwerken
zijn
vooral in Skandi-
,,navië, Zwitserland, Boven- Italië en Zuid-Duitsch-
,,land ontstaan. De electrificatie der geheele indus-
,,trie is voortgegaan, en leidt ook
bij
verbruik van ,,kolen tot groote besparing.. De rationalisatie der
,,geheele industrie, in ‘t bijzonder een rationeele
,,warmtebespa ring, drukt de behoefte terug. Dit is
,,uit algemeen belang juist en zal op den langen
,,duur ook nuttig voor den
mijnbouw
worden, doch
,,beperkt voorloopig en in een overgangstijd den af-
,,zet. Het resultaat van dit alles is een scherpe
,,concurrentie op de wereldmarkt, die voor het Ruhr-
,,district van een buitengewone beteekenis is, daar
,,dit door zijn
natuurlijke
ligging genoodzaakt is on-
,,geveer
1
zijner
productie in ‘t buitenland te expor-
,,teeren. Zonder dat zouden 100.000 mijnwerkers
werkloos worden, en de Duitsche betalingsbalans
,,zou in gevaar komen.

,,Let men op de gevolgen van de marktpositie op
,,de
onmiddellijke
verhouding van de Ruhrmijnen tot
,,andere kolenlanden, dan moeten
wij
ons neerleggen
,,bij de meerdere productie in Nederland. Ja, het
,,staat zelfs te vreezen, dat Nedeiland
zijn
kolen-
,,productie nog verder vergroot, zoodat
wij
eer een
,,verschuiving ten onzen ongunste te verwachten
,,hebben.”

,,Hierbij zij nog vermeld, dat de Nederlandsche
,,kolen in hunne concurrentie ondersteund worden
,,door de Nederlandsche spoorwegen, die een een-
,,heidstarief van f 2.15 voor alle Nederlandsche
,,stations toestaat. Ook in België brengt ons de
,,snelle ontwikkeling der
Kempen-mijnen
een nieuwe
,,concurrentie. In Frankrijk zijn de vernielde mijnen
,,geheel modern herbouwd en nieuwe Kokesovens zijn
,,in bedenkelijken omvang ontstaan. Waar men ook
,,heen ziet, overal toeneming der productie-kracht.”
,,Tegenover Engeland is zeker nog met een slechter
,,worden van den tegenwoordigen toestand te reke-
,,nen, want de Engelsche kolenexport heeft onder
,,den kolenovervloed op de wereldmarkt nog meer
,,geleden dan onzen export.
Wij
moeten er mee rekenen,
,,dat de door Engeland gevoerde concurrentie niets
,,aan scherpte zal verliezen.”
,,Het streven van Engeland om de uitvoer-voor-
,,waarden te verbeteren, toont zich in twee richtingen.
,,Engeland staat aan ‘t begin van een scherpe nega-
,,tieve rationalisatie, die
wij
in de Roermijnen door
,,het stil zetten van vele onrendabele ondernemingen
,,reeds doorgevoerd hebben. Het tweede middel is
,,in de laatste maanden begonnen, n.l. door prijs- en

292

ECONOMISCH-STA’PISTISCHE BERICHTEN

4
April 1928

,,productie-regelingen onderlinge concurrentie te
,,temperen en de’aanvalskracht naar buiten te ver-

,,grooten,’ Op deze beide gebieden hebben wij nog
»
een versterking van de Engelsche concurrentie te

,,verwachten, terwijl wij dergelijke reserve’s missen,

,,omdat wij reeds scherp gerationaliseerd hebben en
,,den afzet in een uiterst ontwikkelden kartelvorm

,,van het gesloten syndikaat hebben samengevat.”
* *
*

De noodkreet, die de brochure achter de ,,Wirt-
schaftszahlen” uit, toont de angst, dat in Duitsch-

land zelf niet begrepen wordt hoezeer de Ruhrmijn-

industrie haar positie in de steenkolencrisis slechts
met veel moeite zal kunnen handhaven. Daarom werd

de deur van het huis opengeworpen en de inkijk
toegelaten. Op het Duitsche binnenland moet het

mijndistrict steunen. De export is noodiakelijk, maar
moeilijk en slechts door offers te handhaven.

Dat is wat men ook in Engeland nastreeft. Niet

eene Organisatie, die op den grondslag der Volken-
bondsplannen een Europeesche regeling voor kolen-

productie en afzet zou moeten mogelijk maken, maar

een strijdorganisatie om de concurrentie scherper n
sneller te voeren.

Niet ten onrechte plaatste ,,The Times Trade and
Engineering Supplement” van 10 Maart j.l. bovn

een belangrijk artikel over de verwarde besprekingé
1
n
en onderhandelingen in de Engelsche mijnindustrie
den naam ,,Desperate remedies”. Tot nu toe
zijn
er
in Engeland vier groepeeringen waar te nemen, die
echter volstrekt niet den indruk mogen wekken van

vier syndikaten. Buiten de groepeeringen bleven
Cumberland, Kent, Bristol, Somerset en the Forest
of Dean. Sterkte en belang
bij
export der vier groepen
toont het volgende staatje.

1913

1927
Productie Export

Productie Export
(in millioenen tons)
Schotland

42.4

13.3 (31
pOt.)

34.6

8.3 (24 pCt’.) 1
Noord-Oost

56.3

26.5 (47 pCt.)

48.2

22.2 (46
pOt.)
Midiands

122.

16.0 (13
pCt.)

117.5

8.2 (7
pCt.)

Wales …….
56.8

34.8 (61
pOt.)

46.3

26.7 (58
pOt.)

Duidelijk volgt hieruit, dat de machtigste groep
der Midlands slechts een geringen export heeft, terwijl
deze ook in Schotland .niet de beteekenis heeft, die
het voor Noord-Oost en Wales bezit.

Het merkwaardige der tegenwoordige besprekingen
is, dat juist in de Midlands een organisatie tot stand
komt, die door verkoops-coöperatie een werkelijk
syndikaat vormt. En wel met het doel om den export
te vergrooten. Tot deze groep behooren o.a. de
modernste en grootste
mijnen
in Doncaster, die met
hun productie de binnenlandsche prijzen bederven.
Evenals Westfalen, willen de Midlands den export

gebruiken om door ‘t wegzenden der overtollige maar
noodzakelijke productie op een vaste binnenlandsche
markt te kunnen gaan steunen. Het is echter
duidelijk, dat
zij
daardoor allereerst concurrentie
moeten aandoen aan Noord-Oost (Northumberland
en Durham) en Wales, die voorloopig weinig anders

poogden dan door prijsovereenkomsten het dalen der
exportprjzen tegen te gaan.

Het zeer belangrijke artikel in het Times Sup-
plement ondersteunt de meening van den Essener
Verein, dat van Engeland niet in de allereerste

plaats een poging tot overeenstemming, maar wel een
nog krachtiger inzet tot herovering van de vroegere
afzetgebieden is te verwachten.

23 Maart 1928.

Ir. P.
DE
Vooys.
SURTAXES D’ENTREPÔT.

Er is in dit tijdschrift reeds zoovele malen, den
laatsten keer nog in het nummer vân 15 Februari 11.
door. Mr. Gischler belangstelling gevraagd voor den
huidigen, voor de Nederlandsche zeehavens zoo nadee-
ligen stand, van zaken betreffende de regeling der
Fransche ,,surtaxes”, dat er even melding van ge-

maakt moet worden, dat blijkbaar een nieuwe phase
te dezen aanzien is ingetreden.

Het is bekend, dat de Nederlandsche regeering,
na vruchtelooze pogingen om voor de verschillende

Rijnhavens gelijkstelling ten aanzien der Fransche
surtaxes te verkrijgen, de zaak bij de Rijnvaart-
commissie aanhangig heeft gemaakt.

Werd tot dusver angstvallig het stilzwijgen be-

waard over hetgeen er in de laatste vergadering der

Rijnvaartcommissie van November 11. dienaangaande
gesproken, wellicht zelfs besloten is, een tip van den

sluier is opgelicht door de briefwisseling, welke de
Fransche Minister van Buitenlandsche Zaken en de

Belgische Ambassadeur te Parijs bij gelegenheid van
‘het sluiten van het nieuwe Fransch-Belgische handels-
verdrag gevoerd hebben.

Het schrijven van den Minister aan den Belgischen
Ambassadeur luidt als volgt:

,,Monsieur l’Ambassadeur,

,,Aux termes de l’article 2 de l’Accord conclu

entre la France et la Belgique le 24 octobre 1924,

la France a déclaré qu’elle maintiendra, dans la
mesure oû il dépend d’elle, les conditions spéciales

en vigueur jusqu’â ce jour, pour le trafic des mar-

chandises â destination ou en provenance de Stras-
bourg par la voie d’Anvers et duRhin, ainsi que

pour le trafic des marchandises en provenance ou â

destination des trois départemeuts du Haut-Rhin,
du Bas-Rhin et de la Moseile, par la voie de Thion-
ville et des ports belges.

,,L’accord commercial que nos deux Gouvernements

ont signé aujourd’hui et qui se substitue aux conven-
tion et arrangements antérieurs ne reproduit pas
cette déclâration.

,,Je crois tout d’abord devoir rappeler â cette
occasion
t
Votre Excellence. que la question de la
surtaxe d’entrepôt se trouve régiée pour l’avenir, â
la suite de i’entente intervenue entre les délégations
française et beige iors de la dèrnière session de la
Commission Centrale du Rhin et de la déclaration

des Oommissaires de Belgique faisant connaitre, au
cours de la discussion sur ia révision de la Conven-
tion de Mannheim, l’adhésion du Gouvernement

Royal á i’insertion, dans les dispositions á intervenir,
d’une formule impliquant l’entière égalité de traite-ment des ports rhénans en matière de surtaxe, con-
currement avec l’adoption, en tous points, d’un régime
vraiment international.

,,Mais, en attendant la mise en vigueur de ces
dispositions, et á moins qu’il ne se voie contraint
de modifier ie régime actuel par ia décision soit
d’une juridiction internationale, soit de la Oom-
mission Centrale pour la navigation du Rhin, soit
de la Société des Nations, le Gouvernement français
maintiendra les ‘conditions spéciales visées dans
l’articie 2 de l’accord du 24 octobre. 1924 ci-dessus
rapporté.”
Deze brief werd door het navolgende schrijven van
den Belgischen Ambassadeur bevestigd en beantwoord:

,,Monsieur le Président,

,,J’.ai l’honneur de porter ce qui suit á la con-
naissance de Votre Excellence:

,,Aussi longtemps que la France maintiendra les
conditions spéciales en vigueur jusqu’â ce jour, poür
le trafic des marchandises á destination et en pro-venance de Strasbourg, par la voie d’Anvers et du
Rhin, ainsi que pour le trafic des marchandises en
provenance ou â destination des trois Départements

du Haut-Rhin, du Bas-Rhin et de la Moselle, par la
voie de Thionville et des ports belges, le Gouverne-
ment beige de son coté maintiendra la gratuité de la
traction des bateaux allant de Strasbourg á Anvers
ou inversement; sur le parcours Anvers-Dordrecht, suivant les modalités indiquées dans la note remise
au Gouvernement français par l’Ambassade de Bel-
gique â Paris le 9 octobre 1919.”

4 April
1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

293

Uit het eer8te schrijven blijkt nu, dat het accoord,
waarop tot dusver de vrijstelling van Antwerpen

t.a.v. de surtaxes berustte, opgeheven is. In de plaats
daarvan is gekomen een afspraak, waarbij voorloopig

de bestaande toestand weliswaar gehandhaafd blijft,
maar waarbij tevens vastgelegd is, dat de definitieve

regeling op volkomen gelijkstelling van alle Rijnhavens

zal berusten.
Is het reeds als een winst te beschouwen, dat de
Belgische regeering dit principe voor de toekomst

aanvaardt, evenzeer moet het een gunstig teeken ge-
acht worden, dat Frankrijk de-mogelijkheid voorziet

dat zij, ,,contraint”, dus gedwongen kan worden door

een internationaal rechterlijke uitspraak, dan wel
door een beslissing van den Volkenbond of van de

Rijnvaarcomn’tissie
om het huidige stelsel te wijzigen.

De vrees, dat Frankrijk een eventueele op grond van

dc Rijnvaartacte gebaseerde uitspraak tegen de be-

voorrechting der Fransche havens en Antwerpen

naast zich neer zou leggen, schijnt derhalve niet

gewettigd te zijn. K. F.0.
JAilEs.

DE MAARTZITTING VAN HET FINANCIEELE
COMITÉ VAN DEN VOLKENBOND.

De pas afgeloopen zitting van het Financieele

Comité is van de -zittingen der laatste jaren verreweg
(ie zwaarste geweest. In de tien dagen van 27 Februari
tot 1 Maart moest zoowel voor Portugal als voor Bul-
garije een volledig stabilisatiepian uitgewerkt worden,
een taak, welke zelfs voor een zoo snel werkend
lichaam als het Financieel Comité te omvangrijk was,
maar die, -dooidat de Portugeesche delegatie de onder-
handelingen afbrak, niet geheel voltooid behoefde te

worden.

Portugal.

De eerste week van de zitting was vrijwel uitslui-
tend aan Portugal gewijd. De oorzaak der fi-nancieele
moeilijkheden in Portugal is in den grond dezelfde
als in zoo’veel andere landen – financiering van
staatsuitga’ven door de circulatiebank met als gevolg
inflatie. En -het recept, dat elders -heilzaam is geble-
ken, kan ook hier het euvel genezen: evenwicht in de
begrooting, een onafbankelijke circulatiebank, stabi-
lisatie van den wisselkoers en een buiteniandsche lee-
ning om staatsfinanciën en circulatibank over hun
onmiddellijke moeilijkheden heen te helpen. Portugal
vertoont bovendien eenige varianten op het gewone

probleem in den vorm van speciale moeilijkheden –
een gevaarlijk groote vlottende schuld, een ontredderd
koloniaal muntwezen en een -dringen-de behoefte aan
verschillende kapitaaisuitgaven, oa. ‘voor het wegen-

net, -dat alle
beschrijving
tart.

Tijdens de Maartzitting heeft ‘het Financieele Co-
mité een stabil-isatieplan uitgewerkt, gebaseerd -op een
leening van £ 12.000.000,—. Over
vrijwel
alle £inan-cieel-technisehe -details was men het reeds met de
Por-tugeesche ‘deskundigen eens- geworden – o.a. was de tekst van de nieuwe bankstatut-en en van -een pro-

tocol reeds
bijna
gereed – toen plotseling bleek, dat
overeenstemming onmogelijk was aangaande -het door
den Volkenbond uit -te oefenen toezicht. Van Volken-
bondszijde achtte men -het noodzakelijk gedurende de eerste jaren een ,,agent de liaison” in Lissabon te heb-
ben, -welke -naar Genève zou kunnen rapporteeren over
het gebruik, dat van de 1-eeningsgelden gemaakt zou
worden -en over de uitvoering van het stabilisatie-
plan. De Financieele Commissie was ‘van oordeel, dat
zij zonder een dergelijk toezicht onmogelijk de ver-
antwoordelijkheid op zich zou kunnen -nemen de lee-
ning aan te bevelen. Vreemd -genoeg scheen de Per-
tugeesche regeering er nooit aan gedacht te ‘hebben,
dat de Volken-bond eenig ‘toezicht zou kunnen eischen.
Zij verklaarde althans -de tegenwoordigheid te Lissa-
bon van een ,,agen-t -de liai-son” voor onaannemelijk,
als zijnde een schending van de eer van het land en
brak de onderhandelingen voorloopig af.

Bulgarije.

De laatste drie nittingsdagen konden daarop vrijwel
uitsluitend aan -het Bulgaarsche stabilisatieplan be-

s’te-ed worden.

In December ji. war-en de ondeihand-elingen over
de Bulgaarsche leening vastgeloopen, omdat men het

niet een-s kon worden over de hervorming ‘van de Bul-
gaarsche Nationale Bank van staatsban-k tot privé-

in-stelling, een punt, waaraan de Bulgaarse-ho regee-

ring, hoofdzakelijk wegens parlementaire -moeilijk-he-
den, -niet kon toegeven. Het geluk-te nu in Maart door
een cnnpromis over het -d-oode punt te komen: de

Bulgaarsche regeering erkent de wenschelijkheid van
bedoelde hervorming -en verplicht zich deze uit te

voeren op een tijdstip door den Raad van -den Vol-
kenbond -in overeen-stemming met haar nader vast te
stel-leo; ten einde in -de tusschenperiode, totdat de

hervorming zal zijn. doorgevoerd, de onafhankelijkheid

van de Bank te verzekeren, wordt haar -een buiten-
landsch adviseur toegevoegd, aan te wijzen door den
Raad. Deze adviseur -zal o.a. een recht van veto heb-

ben tegen beslissingen in
strijd
met de statuten. lkn

verbând daarmede worden de statuten van de Bul-
gaarsche Nationale Bank vrij- ingrijpend gewijzigd en
verbeterd, vooral op het punt van de werkzaamheden

van de Bank, de gouddekkin-g, de inwisse1haaiheid der
biljet-ten en -de benoeming van den -gouverneur. De
hervorming van de Bank en het geheele leenirigsplan
zijn neergelegd in een Protocol, -dat op 10 Maart 11.
is goedgekeurd door den Raad en geteekend -dooi’
den Bulgaarse-hen Minister. van Financiën.
1)

Volgens dit Protocol mag de Bulgaarshe reg-ee-
ring onder de auspiciën van -den Volkenbond een lee-

n-ing uitgeven van £4.500.000,—; als volgt te ge-

bruiken: –

£ 1.500.000,— om -de positie van de Nationale Bank

te versterken;
£ 500.000,— -om aan de Landbouwban-k nieuw kapi-

taal te verschaffen;
£ 150.000,— idem voor de Centrale Coöperatieve
Bank. (Deze -beide banken zijn -staatsi-nstellingen, wel-
ke ten gevolge van de inflatie en credieten op langen termijn hun liquiditeit verloren hadden);
£ 1.100.000,— voor verschillen-de achterstallige

schulden van de Schatkist;
£ 1.250.000,— voor uitgaven aan de- Spoorwegen -en

het wegennet.
De wijze, waarop -deze laatste som zal worden be-
st-eed, zal worden vastgesteld na een onderzoek ter
plaatse door een door -den Volkenbond aan te wijzen
deskundige. Hiervoor is aangezocht de ‘heer Regnoul,
hoofdingenieur van de ,,Pari-s-Lyon-Méditerranée”,

welke -dezer dagen naar Bulgarije vertrekt.
In ‘verband met d-e leening neemt de. Bulgaarsche
regeering in ‘het Protocol verschillende verplichtin-
gen op zich, -o.a.:
10.
het Bulgaarse-ho ruil-middel wettelijk te stabili-

seeren op een -bepaalde goisdwaarde;
2o. alle belemmeringen ‘van de valutamarkt -op te
heffen;
3o. de begrooting in evenwicht te brengen en te
houden. (Voor -de eerstkomende jaren boven-dien het totaal der uitgaven binnen zekere grenzen te houden);
4o. de contrôle van het Ministerie van Financiën
over de andere ministeries te vers-ter-ken en in ver-‘band daarmede allerlei speciale fondsen af te schaf-
fen, welke niet onder de contrôle van het Ministerie
van Financiën -stonden; –
5o. geregeld -maan-delijksche publicaties over -den
toestand van ‘s lands financiën uit te geven;
6o. geen ach-atkistbiljetten of andere ‘vlottende
schuld te creëeren boven een bedrag van 600 millioen
leva’s i.c. ie-ts min-der d-an een tiende van -de be-
grooting;

1)
Het
P-ro-t000l
is gepubliceerd als bijlage hij het rap-
port
van
het Financieele Comité over -de Maartzitting, Vol-
kenbondadocument C 116. 1928. H.

294.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 April 1928

7o-. in de komende twee jaar het aantal staatshe
ambten met 10.000 te

verminderen.

Aan het Protocol – zijn rier bij’lagen toegevoegd. De
eerste bevat de zeer omvangrijke wijzigingen van d

banksta.tuten. Daar -tijden’s de zitting de tijd ontbrak
om deze tot in alle details ioldoende na te gaan, werd
besloten, dat de definitieve -tekst door een Sub-Comité

van het Pinancieele Comité zal worden vastgesteld.

Dit Sub-Comité komt binnenkort in Londen bijeen.
De tweede bijlage bevat de principes volgens welke

de Bul’gaar’c,ohe Nationale Bank later hervormd zal
worden. Hierbij is ‘zooveel mogelijk getracht tegemoet

te -komen aan -de in Bulgarije bestaaude vrees, dat de

Bank, indien zij privé-bank -werd, in ‘handen zou ‘ko-

uren van enkele groote aandeelhouders of ‘van bui

tenlanders. Het kapitaal van 500 mi-llioen leva’s (on-
geveer 9 millioen gulden) zal verdeeld zijn in. 500.000
aandeeleri van. 1000 leva’s (18 gulden) elk. Bij de in
schrij’vi-ng
mi
voorkeur gegeven worden aan ‘klei-no
inschrijvingen. De aandeele-n -zijn- op naam. Buiten-

lander-s kunnen geen aandeelhouders zij-n. Tien aan
deelen geven recht ‘op één stem. Aandeelhouders,
elke minder dan -tien aarideelen bezitten, kunnen
zich groe-peeren om -gezamenlijk een stem uit te hien-

gen. Niemand mag meer -dan vijf en twintig stemmen

uitbrengen voor ‘zichzelf en even zooveel al-s vertegen-
woordiger. De -derde ‘bij-lage -s-pecificeert de achter-

et-allige staatsschulden, welke uit -de leening betaald

moeten worden -en de vierde de speciale fondsen, welke
niet afgeschaft behoeven te worden, zooals hijv. -het
pensioenfonds.

V-oor-da4 de leening uitgegeven -kan worden, -zul-
len nog verschillende -moeilijkheden overwonnen moe-

ten ‘worden. Het Brotocol i-s gebaseerd op de veron-
derstellin-g, dat de inkomsten -uit de douanerechten
tot onderpanl van de leeninig zullen dienen, maar
deze zijn op -het -oo’gen-blik -verpan-d voor -de herstel-

betalingen. De Bulgaarsche regeering zal

waarschijn

lijk ‘moeite ‘hebben -ze hiervan bevrijd te krijgen. Bo-
ven-dien heeft •de Berlj’nsche Discon to CTescilschaft
een -zeker rech’t- op de douane-inkomsten op grond
-van een -leen.ingscontract van 1914. – Met haar zal d-e

Bul-gaarsche regeerin-g eveneens tot -overeenstemming
moeten ‘komen. En ten slotte zal -de regeerin-g vermoe-

delijk tot een accoord moeten kom-en met de houders
van eeni’ge vooroorlogsehe leenirngen, hetzij vn den
Staat -zelf, heij door dozen gegarandeerd, waarvan cle
ren-te -en aflossing ‘niet of slechts zeer ten -dccie be-
taald worden Alles te zamezi genomen -zal het dus nog
wel eeni.ge
ntsan.den duren, voor de BiiJ-gaar.sche lee-
n ing -kan worden uitgegeven.

Griekenland.

De Griekse-ho stahilisatie’leenin-g is einde Januari
te Londen en New Yoek afgesloten. Een gedeelte dei
sterlin

gtranche werd -door Italiaansc’he en Zweedsc1ho
banken, een -de-el der d-oilartra,nc’he door Zwi.tsersche
banken overgenomer. De uitgifte was een succes-, uict-
tegenstaairde de rente-voet slechts 6 pOt. en. do koers
van uitgifte 91- pCt. ‘bedroeg. Dat hoog was, blijkt uit het feit, dat sindsdien

tegen de
vei-wachting -de marlctprijs niet beneden. -den uitgifte-
koers is -teruggeloopen. Een vergelijking met andere
dergelijke l-een’ingen,
bijv.
met de P’o’olsche $abilisa-
tiele’enin’g, welke eenige maanden vroeger -was uit-
gegeven, i-s interessant en doet zien, welk een ont-
zaglijk financieel voordeel de aanbeveling van -den
Volkenbond voor een regee-ri-n’g beteekenrt: -de Pool-
s-che 1-eening geeft 1 pOt. rente en werd uitgegeve
tegen 92 pOt. (naa-r verluidt ontvingen zoowel de
Grieksche al-s de Po’ol-sc-lie regeering netto 86 pOt.)
en werd -d-esniettegen.staande maandenlang in Londen
beneden -den uitgifte-koers verhandeld. Het is onwaar-
schijnlijk, -dat Grieken-land zon-der Vol-kenbo’ridssteun veel betere voorwaarden -zou hëbben kunnen. :bedin-gen
dan Polen. Door-dat -haar leenin-g ,,onder de auspiciën
van -den Volkenbond” is uitgegeven, heeft d-e Griek-
sc’he regeering -derhalve ongeveer een ‘half tot een vol

percent rente ui’tgespaar-d -over een leenin-g van

£ 6.500.000,— niet een looptijd van 40 jaar!

Vreemd al-s het mag -klinken, wordt d-e volle-di-ge
– verdere uitvoering

van het Grieksohe stabilisatie-plan
op -het oogenblik op

gehouden door het Congres – der
V-eroenigde Staten. Gelijk

men aih zal herinineren
1),

had -de Grieksche stabi lizatieleening ‘oorspronkelijk

totaal £ 9.000,000— moeten ‘bedragen, ‘maar werd

slechts een bedrag van £ 6.500.000,— ui-gegeven, om-
dat de Griek-sc-he regecring -het res-teeren-de bedrag

van de regeeming der Vereenigde Statet ter leen zou
ontvangen als v-errekening van een tijdens den. -oor-

1-eg geopend crediet. De Washington’sëhe admini’stra-
– tie kan deze som echter niet uit-betalen, voordat ‘het

Congres -de ‘desbetreffende in December gesloten over-

eenkomst -goedkeurt. Algemeen wordt verwauht, dat
het Congres -dit -doen zal, voor -het in Mei verdaagd
wordt.

Inmiddels beschikt de Grieksche regeering voor
het oogen’bli’k nog niet over vol-doen-de middelen om
-de -stabilisatie -door te voeren. Het -zou onvoorzithtig
-zijn dit te cloen – niet name de drachme wettelijk te

stabi-liseere’n, -de nieuwe circul-atiehank te openen en

de inwis-selbaarheid der biljetten af te kondigen –
-‘z’oolarig ‘de geheele som, welke voor ‘de uitvoering van
h-et plan vereischt is, niet aanwezig is. Inmiddels

heeft de Grieksche regeering zich tegenover -de Ei-

nancieele Commissie verplicht, onmiddellijk een

tweede -tranche van -de stabili’satieleening uit te ‘geven
voor de re-steerende £ 2.500.000,—, in geval -het Con-

gres ‘de vere-ischte goedkeuring niet ‘mocht geven.

J. VAN WALRÊ DE BORDES.

HET JONGSTE JAARVERSLAG VAN DE BANQUE

NATIÔNALE DE BELGIQUE.

Dit jaarverslag is het eerste, dat verschijnt na de
stabilisatie van. -den Belgischen franc, -die 25 October
1926 haar ‘bes-lag -kreeg. Veer-tien maanden zijn er

sedert -dien ‘verloopen en geen enkele economische

crisis heeft, zich, naar het ve-rs-]ag -meedeelt, in -dien
tijd in België voorgeclann. Het geld was er ‘oortdu-
ren’d overvloed’i-g, rzooals
blijkt
uit de matige disconto-
rente op de -0-pen markt (gemiddeld 4,12 pOt.)’ en de
1
2o rente voor cal-l-mone’y (gemiddeld 2,93 pC-t.). De
goa-dsc-hat -der Bank ‘bedroeg het geheele jaar ‘door o-n-
gev-ee,r 3,3 milli-ard fran es, -de deviezen-portefeuille
schommelde voortdurend om en nabij ‘de 2,2 m’illiard
te :za
,
men -derhalve 5,5 milliar-d, waarmlor -de biljetten

en verdere dadelijk opeisckbare -schulden., gemiddeld
ten bedrage van tien m’illiaTd, het ‘geheel-e ja-ar door
voor ongeveer 55 p-Ct. ‘door -goud en -de’viezen waren
gedekt.

De bin-nenlan-dische prijzen ‘hebben zich -geleidelijk
aan ‘de buitenl’ain-d’sche aangepast. De ‘index-prijzen in
-den groothandel -zijn gedaald, ‘die in den -kl’ein’han’d-el
-daarentegen -gestegen. Maar’ ‘alles is, zooals gezegd,
geleidelijk ‘geschied, zonder -da-t er -moeilijkheden -door
zijn
gerezen.

Was het -geld op korten termijn tegen lage rente te
krijgen., dat ‘zelfde kan niet gezegd worden van het
geld -op lange-ren termijn. Wel ontving d-e beurs -de uit–giften ‘van ‘aaindeelen in oude en nh-ouwe -ondernemin-
gen -gunstig, van -obligaties en -hypothecaire leeningen
was zij niet -gediend. De rente-voet ‘h-iervaii bleef het
geheel-e jaar’ ‘door hoog en de leeningen moeilijk te
plaatsen, een stand va-n zaken, zegt ‘het verslag, die
zich ook elders na eene muntstabilisatie -heft voor-
gedaan, en langza.merhan-d zal veranderen. Het publiek
heeft zich van die soort van belegging ‘afgewend,
om-

‘dat het zijne vaste -inkotssten ‘daaruit d’oo-r het fdalen
van den franc ‘voortdui-end zag inkrimpen. Die afkeer
zal verd’wij’nén,
nu d-e munt haar vaste waarde -heeft
herkregen.
Het geheele j:aar door ‘dekte de uitvoer den invoer,
en da-t niettegenstaan-de -de uitvoer niet meel door ‘de

1)
Zie
Ec.Stat. Berichten
van- 4 Januari 1928, blz. 4.

4 April 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

295

depreciatio van. den franc werd geprikkeld. Het ver-

slag zegt niet dat cle lage voet, waarop gestabilrseerd

werd, het den exporteurs gemakkelijk heeft gemaakt
zich geleidelijk en zonder crisis aan dan nieuweil toe-
stand aan te passen, en toch is deze invloed niet te

ontkennen.
De voor het bininenlan’cl werkende zaken lieten vele

klachten hooren. De afnemers waren
zuinig
en aan-

gemoecligd door de muntvasthei’d, spaai’den zij’ liever,
dan dat zij; het geld uitgaven. Nietteenstaainde de

stabilisatie ws ook ‘de toestand ‘van vele exportzaken
nog verre van rooakleurig. De kolenmij’nen brachten
meer voort dan werd afgenomen. De mac’binefabriken

ondervonden gevoelige n adeelen van de wereldcon-

currentie. In de bouwv’aloken ging weinig om, nu de
o or’logsverw oestjingen waren hersteld. Daarentegen
bloeide, dank zij’ ‘de concentratie’, menig ander bedrijf.

Ook ‘de landbouwers en kweekers ‘bad’den zich iet te

beklagen. De eierenu•itv’oer nam zelf’s een ‘groote
vlucht. De verminderde koopkracht hunner binnen-
landsche clientèle eis gevolg van iden lagen stabi’lisa-
tiekoers wordt in ‘het verslag niet genoemd, alhoewel
deze zich zelcer hier niet weinig zal hebben doen ge-
voelen. Als bewijs van den ‘goeclen gang van zaken
wijst het verslag ‘op ‘cia geringe ‘werkloosheid. De loo-

nen pasten zich langzamerhand aan ‘den nieuwen eco-
nomischen toestand aan, zonder dat ‘daarbij van moei-
lijkheden werd gehoord. Toch zullen ook hier ‘de ge-
volgen ‘van den lagen atabi’li’satiekodi’s, zich uiten’do in
lage bonen en hooge détail-prijzen, menig budget in
de war hebben gebracht. Het aantal to Antwerpen bin-
n engeloopen zeeschepen bedroeg ‘iets minder, ‘da ton-
nernaat iets meer dan •het vorige jaar.
Door de op groot,e schaal plaats hebbende intrek-
kisig van schatkistbons en het •terugkëereu van ‘tijde-
lijk in het buitenland geplaatste kapitalen was de
markt het ‘geheele jaar ‘door ruim van geld voorzien.
De spaarbanken trokken hiervan veel ‘voordeel. I;n
1927 werd maandelijks gemiddeld 48 inillioen franc’s
meer ingebracht ‘dan gehaald. Ln 1926 was ‘dat 7
millioen. .
In ‘het buitenland vonden ‘de Belgische ’emissies wel

afzet. In liet binnenland ‘daarentegen bleef men do
voorkeur geven aan specul’atieve fondsen, ‘die,wel ‘hoo-
gor rente beloofden, doch ook groo’te risico mat zich
brachten, T-Tot ‘gevolg hiervan was, ‘dat van een ver-
laging ‘van. den j’entev’oet van ‘gei’d’leeningen ‘op langen
termijn ‘geen sprake was.

De Société Nationale ‘de Or’édit et ‘de l’In’dustrie,
die kort ‘na den wap’enstilstan’d ‘door de Ban’k in het
leven werd geroepen •oni de exp’ortzaken ‘door een
ci-ediet op eenigszins ]’an’geren termijn tegen hunne
buitenlan’dscho concurrenten •te helpen, en die ‘sedert
‘dien tijd zeer nuttig en voorspoedig werkte, had ‘de
hulp ‘der Bank niet meer noodig. Op het eind van het
boekjaar ‘verliet zij ‘de lokalen der Bank, waarin zij
‘tot, nog t’oe had gezeteicl, tea einde zich in een eigen gebouw te vestigen. De Bank bleef ‘haar steun verlee-
dien aan de Belgische banken, clie op ‘het gebied der
export werkzaam waren.

De President der Bank heeft, naar het ‘verslag mee-
‘deelt, hij’ ‘zijn bezoek aan Amerika de aandacht van
he’oegde A’meriicaan’sche han’deiskringen ‘op ‘verschil-
lende Belgische uitvoerartikele’n gevestigd, terwijl ook
de Regeering het hare ‘deed om voor die artikelen in
Amerika een geschikte markt te vinden. De Bank
stelde voorts ‘voordeelige ‘bepalingen vast ‘voor ‘die Bel-
gische banken, ‘clie bereiti waren den invoer uit het
buitenland naar België te financiere:n.
Het was te voorzien, zegt ht verslag, ‘dat na ‘de sta-
bilisatie veel ‘kapitaal naar’ Beligië zou terugvloeien.

Dit is dan ok geschied. Deze terugvloeiitng deed •de
biljettencirculat.ie
‘stijgen.
De Bank heeft ‘daartegen
verschillende middelen aangewe’d. In de eerste plaats
heeft zij; haar rentevoet hoo’ggehou’den. Lang heeft zij
dat niet kunnen volhouden. Ten-einde hare klanten
niet te ‘verliezen heeft zij’ ‘haar disconto-rente wel moe-
ten verlagen. Zij heeft dat geleidelijk ‘gedaan. Sedert

17 November 1927 bedraagt zij’ 4Y2 pOt. De beleenings-
renL heeft
‘zij,
om ‘de spec,’u]a’biezuoht niet te bevorde-
,ren, niet onder de 6 pOt. ‘doen dalen.

Deze rentepolitiek rou niet voldoende zijn gesveest,

als niet de Staat en verschillende officieele en half-
officieele lichamen haar aanzienlijke kapitalen
had-
den toevertrouwd. Een groot deel ‘dier ‘gel?den belegde
zij’ in buitenlandsche .dev’i,e’zen. Voor de zekerheid ‘der

gelden ‘hij’ ‘haar door de Post gestort en der kleine bil-
jet4en-coupures van 5 en 20 franc’s, die, zooa]is men

weet, voor rekening van den Staat loopen, heeft de

Bank in overleg met de Regeerin’g bijzondere ‘dek-
k ings-maatregelen getroffen.

In haar zorg voor ‘de handhaving der stabili’teit
heeft voorts ‘de Bank bij den Staat aangedrongen op
gedeeltelijke aflossing van ‘de ‘schatkistbons, dia ten
beboppe van 2 milliard franc’s nog altijd onder haar

beru,stten. D:e Regeerin’g vond het echter wen;schelij-

ker eerst in te trekken de 5 percents-bon’s, die niet
varen ingeruild tegen de preferente aan’deelen der
Société Nationale ‘des chemins ‘de fer belges. Eerst

in December kwam de Bank ‘aan ‘de beurt en werden
30 mill’ioen francs ‘door ‘den Staat bij’ haar gestort.
Sedert Januari 1928 is de Staat voortgegaan regel-
matig 20 m’illio’en francs iedere maand aan ‘haar af te

lossen. De Bank belegde ‘de vrijkomende gelden hetzij
in Belgische ‘staatsfondsen, hetzij:
in
binnen- of bui-
tenlan’dsche wissels. De rente ‘daarop gemaakt werd
den ‘Staat “goedgeschreven. De Ban’k bleef vrij’ de

effecten en. wissels wederom te verk’oopen, wanneer
zij dat noodig oordeelde.

De ‘wettelijk voorgeschreven gouddekking van 30

pOt. was het geheele jaar aanwezig. De go’u’dvoorraad
steeg van 3 milliard eind 1926 tot rond 3,5 ‘milliard

eind 1927, riem ‘dus met een kleine half niillia.rd toe.
Naast ‘den gou’dvoorra’a’d stonden de deviezen, ‘die eind
December 1927 ruim 2,6 milliard bedroegen. ‘De voor-
geschreven dekking van 40 pOt. aan ‘goud en deviezen
was, zooals ‘boven reeds gezegd, het ‘gebeele jaar ‘dooi’
ruim aanwezig. De Bank was door ‘deze ‘dekking in
staat bars biljetten tegen. ‘d’en ‘gestabiliseerden goud-
koers in ‘te ‘wisselen.

Zooals men weet verplicht de Bank zich daa,rente-
gen niet ‘het ‘haar aangeboden ‘goud tegen een bepaal-
‘den koers aan te koopen, zooals ‘onze Circulatiebank. Zij’ koopt alleen, als zij; het noodig heeft en dan tegen’
den koens van den dag.

Voor gebrek aan goud is zij’ niet ban’g. Mocht er
Ooit een tekort ‘komen, zegt zij in haar verslag, dan
is door toepassing van de Gold Exchan’ge Standard
of op ‘andere wijze voldoende op ‘het gou;d te be’zui-
n igen.

De belangstelling in de betrekkingen met den
Congo groei’d’e voortdurend. Zo’ver de ‘statuten itoe-

stonden, heeft de Bank verschillende Koloniale lee-
ringen al’s .o’n’derpand van bel eeni.ng en rekening-
courant toegelaten en aunzienlijke cred’ieten op ceelen van koloniale waren verleend. Ook ‘de venhouding ,tot

Luxemburg liet niets te werischen over. A’an hoteliers
en Belgische kooplieden werd vergurid ‘de Luxemburg-
s’c’he biljetten, die
zij:
in betaling hadden ontvangen,
a pa.ri en zonder kosten iii te wisselen, terwijl de
Luxemhur’gschestaatsfond,sen overeenkomstig de sta-
tuten op. ‘de lijst van het beleenbare on’derpand wer-
den geplaatst.

Gehoor geven’de aan de roepstem van Z.M. den Ko-
ning nam ‘de Bank voor 5 milli’oen framcs deel aan de
stichting van le Fonds N’atio’nal ‘de la Recherche
Sc’ientifiqne, meen’en’de, ‘dat ‘de bevordering ‘der we-
tenschap ‘oor den bloei van een land jonontbeerlijk

was. Het geheele ‘bedratg werd on’der onkosten geboekt.
Het verslag loopt over 14 maanden. Ten einde de
vergelijking met vorige jaren mdgelijk te maken heeft
de Bank ‘hare tabellen eerst ‘met Januari 1921 laten
‘beginnen, en du’s over 12 maanden laten boopen. Alle
cijfers zijn in francs uitgedrukt en niet in bel’ga’s.
De in het vorige jaar ingevoerde nieuwe munteenheid
is blijkbaar niet.’in den smaak gevallen.

296

ECONOMISCH-STATÎSTISCHE BERICHTEN

4 April 1928

Het aanideelenkapitaal bedroeg 200 millioen, ver-

deeld over 200.000 aan’deel•en van 1000 franca, op naam

of aan toonder naar verkiezing van ‘den aandeelhou-
der, het meerendeel is echter aan toonder. .

In 1927. werden voor 4,4 milliarci binnenlandsche
wissels in disconto genomen (6 milliard v.j.). Het

leeuwendeel werd in de Provincie gedisconteerd. De

looptijd bedroeg gemiddeld 51 ‘dagen, gemi’didelde
grootte 9811,75 francs. Daarnaast werden ongeveer 14

milliard aan buitenla.ndsche wissels in disconto ge-nomen. Het gemiddelde disconto-cijfer bedroeg 2,4

milliard.
Bij de binnenland’sclae wissel’s kwamen als naar ge-

woonte weer talrijke protesten voor. Van die te Brus-

sel betaalbaar werd meer dan 10 pOt. geprotesteerd,
in de provincie was de verhouding iets gunstiger

(7,45 pOt.). De incasso’s, die de Bank aan de Post

op’droeg, kwamen voor ongeveer 5 pOt. retour. De
‘geprotesteerde wissels •kwamèn grootendeels wel

terecht, de protesten wijaen echter op een •groote

traagheid in de ‘betaling.

De rekeninghouders droegen aan de Bank de i.nnig
van 608 millioen aan wissel’s op. Gemiddeld bedroegen ide voorschotten in beleeni’ng

en rekening-courant 171 miljoen (tegen 2,4 milliard
aan disconto). Het onderpand mag volgens de Statu-
ten uit niets anders . bestaan al’s uit Belgische en

Luxemburgsche ‘staatsfondsen. De rentevoet was voor beleeni:ng en rekening-courant gelijk, terwijl v’olgens

de statuten het surplus voor ‘beide op 25 pOt. is’

gesteld.
Het zilver, dat sedert ‘de jongste octro’oivernieuwing,
niet meer als dakking van de ‘biljetten dienst mag’

doen, komt wel nog op de balans voor, maar link’s en
rechts en binnen’slijns. Het ghoort namelijk, zooals
men weet, aan den Staat, en wordt door de Bank voor,

den Staat bewaard, totdat het in me’talliek geld zal’

worden omgemunt. Tot nog toe had die ommunting niet plaat, en moet men zich in België met de bank.
biljetten van 20 en van 5 francs behelpen, die voor

rekening van den Staat loopen en in 1927 voor 91 pOt.

werden vernieuwd, zoodat men
blijkbaar
nog niet aam.

de hermun.ting toe is.
Het gemiddelde ‘bedrag aan creditsaldi was 491

rnilli’oen (500 millioen v.j.), waarvan 48 millioen eind
1927 op rekening van de Spaarbank stond geboekt:’
Eenkleine 8 mi’lliard werd door de Post overgeschre-Ven op ‘de postreken ing van de Bank ten gunste van
de rekeninghouders der Bank.
In 1927 werd op drie kantoren de gelegenheid tot
clearing geopend. Het aantal clearin gkantoren steeg

dientengevolge van 30 tot 33. Gecleard werden 4 mii-
lioen stukken tot een bedrag van ongeveer 368 mil-
hard. Het aantal stukken was iets minder, het bedra’g
echter hooger’dnn het vorige jaar. De stukken waren gemiddeld 91.548 francs groët. In Brussel namen 40
banken en firma’s aan de clearing ‘deel. In Antwer-pen was dat 24, op de andere plaatsen schommelde.

het aantal tussohen de 5 en 13.
De in 1927 afgëgeven ass’ignaties (accréditifs) be-
droegen 122 mIljoen tegen 140 millioen francs ver-
leden jaar. Evenals het bedrag liep ook ‘het aantal
achteruit. Het giro-verkeer is daarvan ‘de hoofdoor-
zaak. Groot was daarentegen nog het aantal chèques,
die voor betalingen eldèrs werden afgegeven, en die
de Bank had uit te betalen.
‘Eind 1927 was er v’oor ruim 9,7 milliard in bewa-
1

ring ‘gegeven, waarvan ongeveer de helft in openbe-
waring. Het aantal posten in openbewaring was eind
1927 2537 minder ‘dan eind 1926, toen 19.443 nu
16.906. Het bewaarloon bedroeg over 14 maanden 2,4
millioen. De beiwaargervin.gen van den Staat geschied-
‘den kosteloos en zijn in bovenstaande bedragen niet

begrepen.
De ‘gebouwen kom’en op de balans voor pl.m. 98 mil-
lioen voor (v.j.v66r de herschatting 44,5 millioen),
waartegenover’ een post van afschrijving a’d 22,7

m’illioen.

De Bank drukt haar eigen biljetten en formulieren.
De daarvoor noodige cliché’s, inkten en vooral papier

vertegenwoordigen op de balans een waarde van 3,2
millioen. Onder het hoofd ,,Zekerheidsstellingen”

(cau’ti’onnem’ents) is op ‘de balans links en rechts bin-
nenslijn.s uitgetrokken een bedrag van een 22 millien.

Dit zijn ‘de zekerhéidsstellingen van den beheerder der

Bijbank té Brussel (succursale), van de agenten, deur-
waarders en wisselloopers, bestaande in roerende en
onroerende ‘zaken.

De biljetten-circniatie komt op ‘de balans voor een bedrag van ongeveer 10 milliard voor, verdeeld over
coupures van 1000, 500, 100 en 50 francs. Onder die

10 milliaiid zijn niet begrepen de coupures van 20 en
5 francs, ‘die voor rekening van den Staat loopen.

Voor dividend werd over de twee semesters
fr. 122,50 netto beschikbaar gesteld. Een vergelijking

met ‘het vorige jaar valt met het oog op de reorgani-
satie, die de Ba
n
k toen onderging, bezwaarlijk te
maken.

De reserve â 66 millioen is uitsluitend in Belgische staatspapieren belegd. Hetzelfde is het geval met den
po’st ,,Fonds publics”. Zooals men weet, mag de Bank

haar effectenvoorraad niet boven de waarde van haar
kapitaal en reserves laten stijgen.

Het aan’del van den Staat in de winst bedroeg over
1927 162 millioen, ‘waartegenover de Staat een 18

millioen aan provisie enz. te betalen had. De onkosten
bedroegen over’ 14 maanden 43 millioen tegen 23 mil-
Heen over 10 maanden in 1926.

De Bank koestert geen vrees voor de waardedaling
van den Beige.. Toch bljf t zij een voorzichtige politiek

dringend nood’ig achten. De fin’anoieele ècon’omische

toestand van de weield is volgens haar nog verre van
normaal, en zoo]ang dit niet het geval is, baat zelfs
de meest gezonde munttoestan’d niet.
Zonder
uitvoer
kan België niet ‘bestaan. De exporteurs moeten -daaT-

oin alles in het werk stellen, op’dit ‘hunne kostprijaen
• lager blijven ‘dan die hunner concurrenten. En dat
kan gebeuren door spaarzaamiheid, arbei’dzaamheid, en

een meer eenvoudigen levensstandaard, een raad ‘dien
ieder volk ivel ter harte mag nemen.
Utrecht, 17 Maart 1028.

Al. L. v. GOUDOEVER.

EEN KOLONISATIE-MAATSCHAPPIJ VOOR

SURINAME.

,,Ver schijnt nog het tijdstip orwijderd, waarop de
,,’kolonie bars eigen lasten kan dragen. Met alle in-

,,spanniing moet de komst van dien rtijd in het belang
,,van de ‘kolonie, zoowel als in ‘die ‘van het moeçler-
,,lan’d, worden bespoedigd.”

Dit schreef de Oommissie van 1911 en zij consta-
teerde, dat in ‘het jaar 1864 de vooruitzichten al even ‘söm’ber waren al’s in het jaar 1911. Toen toch waren
‘de volgende woorden te lezen in de Memorie van Toe-
lichting op de Suninaamsohe begrooting: ,,in de jong-
,,ste dertig jaren heeft de kolonie aan het moederland
,,immer stijgen’de opofferingen ‘gekost, zonder dat zij-
,,
ze
l
ve
er
doorgebaat
‘scheen, noch zich, ondanks hare
,,rij’ke hulpbroinnen, uit een .voortduren’det staat van

,,kwijning kende opbeuren. Naar omkeering van dezen
,,treurigen toestand moet worden gestreefd.”
Ik weet niet ‘hoeveel Suriname véôr het jaar 1865
aan het moederland heeft gekost, maar wel heb ik uit-
gerekend, dat na dien tijd aan subsidies meer dan
zestig millioen guldens
zijn weggesmeten.
Weggesmeten, ‘omdat met die zestig millioen slechts
gaten zijn gestopt en Nederland vanaf 1865 tot den
huidigen dag den moed gemist heeft om door krach-
tige hervormingen van Suriname een winstgevende onderneming ‘te maken. Men bleef maar hopen, dat
het zou gaan als in Oost-Indië, waar het particulier
initiatief redding bracht, en waar de rijkdommen des
lands door Westerlingen en de
talrijke autochtone be-
volking ontgo.nnen, dienstbaar gëmaakt kenden ww-
den aan de ‘economische, politieke en geestelijke o’nt-
wikkeling van het gewest, zonder de Nederlandsche

4April 1928

– ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

297

schatkist ‘te bezwaren. Wij Nederlanders zijn pracht-

kolonisators, als ‘het ons geen cent kost, maar Suii-
name heeft bewezen, ‘dat ‘wij hopeloos tekort schieten
in kolonisa’tiekun’st zoodra meer ‘van ons verwacht
wordt ‘dan regeeren en verwerken van opgebrac’hte

belastingen.
Regeeren kunnen wij’ -; vandaar een keurig en
kostbaar ingericht bestuur in Suriname, dat woekert
met de geringe middelen, welke door het land worden
opgebracht. Reclame kunnen wij ook wel maken -;

‘iundaar dat ieder nu wel weet, ‘dat er geen grond

‘vruc’ht’baar.der is dan •de Suriimamsc’he klei en geen
klimaat zoo mild en voordeeli’g ‘voor ‘suiker en koffie.

Maar aan dat .land bezorgen het Sénige waaraan het
behoefte heeft….
bevolking,
da.t kunnen wij blijk-

baar niet. Omdat daarmede millioenen zijn gemoeid.
N’iet .mil’].ioenen welke zo’o ongemerkt wegvloeien, ‘dat
is iets,
waarbij’
‘wij’ onze gem.oedsrust niet verliezen,
maar ‘tientallen millioenen, zoo ineens op’geëischt en

verbon’den ‘aan een
plan,
aan een grootschen opzet, ‘dat
schijnt geen enkele Regeering aan ‘te idurven, althans
als het te ontwikkelen gebied verder ligt ‘dan ‘de Zui-
derzee.

‘De lijdensgeschied’enis van Suriname ‘ijs nu zoo lang-
zamerhand wel algemeen bekend en ‘ook, dat alle des-
kundigen het er vrijwel over eens zijn, dat ‘het ‘Su-
riname-vraagstuk hoofdzakelijk een
bevolkingsvraag-
stuk is.
Een land, ‘dat vijfm’aa’l zoo groot is als Nederland en bewoond is •door ruim geteld 140.000 menschen,
waarvan de’ grootste ‘helft volslagen improductief en
armlastig is, de kinderen nog niet eens medegere-
kend, een land, dat ‘bovendien een volledige en ‘gave
bestuursinric’hting moet hebben, ‘omdat het nu een-
maal een zelfstandige ‘gemeenschap is van trouwe
‘Nederlaindsche onderdanen en ‘deze Nederlan’d’sche
Kolonie in Amerika de Hollandsche reputatie ‘moet
hooghou’den, z66’n land kan onmogelijk de middelen
opbrengen, nood’i’g voor een zuinig en degelijk beheer.

De ‘bevolking moet dus worden vermeerderd; maar
,hoe’V
En hierover hebben steeds de •meeningen ver-
schild.
Zij, die meenden, dat de groot-landbouw ajleen
‘daarvoor wel zou zorgen, zullen nu zoo langzamer-
hand wel van dien waan ‘genezen ‘zijn. Van .1870 tot
1925, dus in 55 jaar is de bevolking toegenomenmet
ongeveer 70.000 ‘zielen, of nog ‘geen 1300 per jaar. Als
wij’ in dit tempo voortgaan, dan zullen er nog min-
stens twee ‘honderd jaar moeten verloopen voor Suri-
name zich in een voldoende bevolking zal km’nen
vei-heugen. En hoe is het de laatste jaren gegaan, toen
alles in het werllc werd gêstel’cl om den ‘groot-landbouw
in Suriname tot bloei te brengen? In 1921 was de be-
voikinig, zonder ‘bosc’hnegersen Indianen, 108.000 en
in 1926: 118.000, een vermeerdering derhalve van
2000 ‘sielen per jaar.
Het ‘behoeft geen betoog, ‘dat, ook al ‘komen er eenige
plainitages
‘bij’,
de vermeerdering van bevolking door
middel van dan groot-landbouw een veel te langdurig
proces is. Tenziji ondernemers met e’enige tientallen
millioenen hun kapitaal in Suriname gingen inves-
‘teeren, een geval dat wel als ‘ondenkbaar kan worden
uitgeschakeld, zoolang de millioenen elders met min-
der risico en zorgen kunnen worden uitgezet.
Maak Suriname aantrekkelijk ‘voor ka’pitaals’beleg-
‘ging, adviseerde ‘de On’dernemersi±aad en ‘de Minister
‘haastte zich enkele ‘der belangrijkste •desiderata in, te
willigen, nat’uurljlk ‘Iie; welke ‘het i’in’st€ geld ‘kost-
ten en waaraan geen ingewikkelde hervormingen ver-
bonden waren.
Resultaat nihil.
Suriname
is
nu eenmaal niet aan-
‘trekkelijk, o’mda’t er
â.11es
mankeert ‘wat tot investee-
ring prikk.elt, ‘behalve een vruchtbaren bodem. (Zie
mijn artikel ,,Het mislukt Offeninf” in ,,’de Opbouw”
van 15 Febr. 11.)
Geef dan een rentearantie van 5 pOt, op ‘het ka-
pitaal, zegt de ‘hee’r G’yblan’d Ooster’hoff in de ,,Eca’n.-
Stat. Berichten” van 16. November 11., een denkbeel’d,

dat voor ‘het eerst werd voorgesteld door een aantal
Ains’terdamsche kooplieden i’n ‘het jaar 1857, en sinds-

‘dien herhaaldelijk schuchter aan ‘de hand werd gedaan,
maar steeds afstuitte op ‘het vaste ‘voornemen van alle
N eder]andsc’he Regeerin’gen, hare positie niet te wa-

gen aan avontuurlijke plannen ‘ten behoeve van de
West.

Kolonisatie ‘dan? Ook al een plan dat in’ 1857 ‘werd
geopperd en ‘sindsdien heftig bestreden, omdat daar-
mede millioenen ‘gemoeid ‘iouden zijn en Suriname de

kans liep haar Nederlan’dsch karakter te verliezen

‘door den invoer van zoov’eel vreemde elementen!

Geen andere uitweg ‘dus, dan maar telkenjare drie
of meer millioen ‘bij, te passen? Het ziet er inderdaad
naar uit, maar toc’h, zoowel uit de publicaties in de

laatste jaren ‘als u’it ‘de. opmerkingen van belangstellen-
de Volksvertegenwoordigers, als uit de ‘beloften van

den Minister van Koloniën spreekt mr en meer on-

v’oidaanhei’d over ‘den bestaanden toestand en ‘blijkt

meer en meer de goede wil om’ het ‘Surinaamsche
vraagstuk door krachtige ‘maatregelen tot oplossing te.
brengen.

Met ou’ders’taan’d voorstel beoo’g i’k diep- wil leven-

‘dig te houden en hoop ik te ‘bereiken, ‘dat men einde-
lijk komt tot een enkel vast omlijn.d plan, een plan, ‘dat uit te ‘voeren is zon’der bev’oordeelin’g van een
enkele categorie, zonder dat belangrijke wijzigingen –
in het Regeeringsreglement noodig zijn, zonder ‘alte
groote offers ‘te vergen ‘van ‘de Nederlan’dscthe belas-
tingbatalers en met een ‘goede kans van slagen, dat
wil zeggen met de goede ‘kans’, dat binnen twintig
jaar Nederland verlost zal zij’n van de jaarlijksche
bijdragen aan ‘de Surinaa’msche schatkist en Suriname
‘de woonplaats is geworden van welvarende landbou-
wers, ‘zoowel klein-landbouwers al’s kap’itaalkrac’htige

planters, die een ‘gezonde ba’sis ‘zullen ‘vormen voor
de economische structuur ‘der Surinaamsc’he gemeen-
ïc’hap. Dan zullen er ‘ook geen kunstmidde’ltjes en
faciliteiten noodig zijn om ,,het” kapitaal naar Suri-
name te trekken.
Ik stel voorop, d’at de ontwikkeling van Surinatme
moet, zijn
een nationale daad,
waaraan dus ‘zoowel ‘de
geheele natie een offer dient te brengen, als’ zij’ die
voor ‘het geven van financieelen steun in de eerste
iiiaats in aanmerking komen. Behalen van persoonlijk
voordeel
moet ‘mi. zijn uitgesloten.

Er wordt opgericht De Surinaamsche Kolo’nisatie
Maatschappij
met een maatschappelijk lapitaal van
een m,illioe’n guldeii.

In het aandeelenkapi’taal wordt deelgenomen door:

1
:
De Nederlandsche ‘schatkist voor ‘zestig aandeelen,
van vijf duizend gulden.

De Surinaamsche sc’hatldst voor zestig aa’ncleelen
van vijf duizend ‘gulden.

Rechtspersonen en natuurlijke personen (mits
Nederlanders) voor de rest..

Het kapitaal moet in contanten worden volgestor.t
behalve ‘door Suriname, ‘dat ‘geacht wordt ‘voor een
waarde van ‘d}io”ton te ‘hebben ingebracht door “het ‘afstaan in. a,llod’ialen eigendom en erfelijk bezit van
‘gronden, in gemeenschappelijk overleg uit te zoeken,

tot een ‘oppervlakte van ten hoogste 500.000 H.A.
i)e ‘Surinaamsche Koloniisa’tie Mij’. heeft het rec’ht
op deze concessie laindbouwondernemingen te vestigen,
hout te kappen, ibehoudens rechten van derden, bosch-

producten te verzamelen en .rnijrtbouw uit te oefenen.
Zij zal ‘aan ‘het Gouvernement van Suriname gedu-
renide ‘de eerste tien jaren geeneriai on’derzoekings-

recht, erfpachtsrecht of retribu’tie verschuldigd zijn.
Na tien jaren zal zij’ voor ‘het in exploitatie’genomen
gedeelte een erfpachtsrecht versc’huldid zijn van 23 cents, per H.A. en cle retribu’ties’ en rechten, welke
thans van particuliere ondernemingen worden ‘gehe-
ven. Zij’ heeft het recht van verkoop, in welk ‘geval zij
’10 pOt. van de verkoopsom in ‘de’ Surinaam.che ‘schat-
kist zal ‘hebben te storten, teiwijl ‘de iiieuwe eigenaren
‘hun bedrijf slechts kunnen uitoefenen ônder de be-

298

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 April 1928

palingen, die idain gelden voor de particuliere oncIer-
nemers.

De Sur. Rol. Mij’. geeft uit een obligatieleening
van,
f
25.000.000 in vijf series van vijf millioen gul-
den, rentende
5 pCt.,
waarvan de jentebetaling ge-
durende vijf en twintig jaar gegarandeerd wordt

c]oor den Nederlandschen Staat.

Het Bestuur der Maatschappij wordt gevormd:
In Nederland door -een Raad van Zeven, bestaan-
de uit een voorzitter, te benoemen door cle Koningin,

een vertegenwoordiger van’ den Minister van Kolo-

niën, een vertegenwoordiger van de Tweede Ka’mer en

vier Commissarissen, welke door de particuliere aan-

deelhou’d ers word en gekozen uit •de aandeelhouders.

Geen der partic’ti].i ere aandeelhouders mag meer dan
tien aandeelen van
vijf
duizend gulden ‘bezitten.

De Raad van Zeven benoemt den directeur in Ne-

derlaind en den7 dirëcteur alsmede ide bedrijfsleiders in
Suriname.

Op het bedrijf in Suriname wordt tobzicht uitge-

oefend door een Raad van Advies bestaande uit dan
Gouverneur of ‘dien’s ‘gemachtigde, dan Agent G
en
e

raad voor de Imrnigratie, een vertegenwoordiger van
de Koloniale Staten en twee ‘Commissarissen, te ‘be-
noemen ‘door den Raad van Zeven.
De taak van dan Raad van Advies is’ anowel con-
t.roiee.re’nd als adviseoroud en zal ntuurlijk bij de

nadere uitwerking uitvoerig omschreven moeten wor-
den.
Hij
zal slechts dan rapport uitbrengen of adivisee-

ren indien zijn oordeel word’t gevraagd ‘door ‘den

Raad ‘van Zeven – dus in fbepaald’e gevallen, waarbij
het advies van deskundigen ter plaatse gewenseht is.

Ook de
bedrijfsleider
in Suriname kan in urgente ge-

vallen zijn raad inwinnen en van de tusscheukomst
zijner deskundige leden gebruik maken ibij onderhan-
delingen niet ‘het Gouvernement. Het hoogste gezag blijft echter in alle gevallen bij den Raad van Zeven.

Het
doel
van de Maatschappij’ is om door middel van
I’nimigratie, Kolonisatie en eigen Exploitatie het Ge
vest tot ontwikkeling te ‘brengen.
Imnvigraf ie van cowtract-ajrbeiders,
die de terreinen

moeten schoonmaken, en plaintklaar maken; die wegen
moeten aanleggen en moeten ar’beiden aan de inpol-
derin.g van de landbouwondernemingen en aan den

aanleg van de irrigatiewer:ken.
Eigen exploiikz.tie
om tal. een ‘gedeelte de kosten
van de onde.imemiing te dekken, om centra te vormen
voor kol’oni’satie en werkgelegenheid voor de arbei –
ders, die
vrij’
komen na voltooiing van de voorberei-
den’de werkzaamheden. Eerst zal worden aangevangen
met l’an’dbouwondernemingen en. hou’taainkap (voor
bouw ‘van woningen), daarna zal overwogen worden
of oprichting van een export-houtzageriji, mijFnboruw

bedrijf of andere
bedrijven
weuisciielijk is.

Kolonisatie
om ‘de bevolking te versterken met goe-
de elementen, niet bekwame landbouwers, zooals thans
geschiedt in de Lainpon’grche districten, waar de ge-
organiseerde kolonisabie al overgegaan is in een ‘spon.-
‘tan’e kolonisatie. De invoer van de groote arbeids-
macht, noodig voor de voorbereiding en uitvoering
van bovengenoemde ‘plannen, zal de vraag naar land-
houwproducten doen toenemen, gezwegen ‘van de
waarschijnlijkheid, dat een id em -landbouw, isitge-
oefend op bevloeibare gronden, ruim zal kunnen be-
staan ‘van ‘de teelt ‘van uitvoergewassen.
Het is de bedoeling om naast de kolonisatie van
gewezen contract-koelies zoowel ‘de koi’onis’atie van
End onesische laiudbou’wers’gezin nen te ‘bevorderen als
proeven ‘te nemen ‘met kolonisatie van Nederlandsche
landbouwers in een tussoh&nvormtussnhen groot- en

kleiin-lan’dlbouw. Tevens zullen in Suriname ‘gevestig-
de landbouwers (‘Surinamer, Bribsch-In’diërs en Ja-
vanen) op bijzondere voorwaarden ‘gronden van de
Maatschappij’ kunnen.
verkrijgen.
De afdeelin’g Kolo-
nisatie moet zich op dan duur geheel zelf kunnen
bedruipen.
Behalve het eigen bedrijf kan de Maatschappij’ voor rekening van het Gouvernement of ‘voor rekening van

particuliere ondernemers irrigatiewerken uitvoeren

en andere opdrachten aanvaarden. Zij’ kan later, in-

dien dit ‘wenschelijk wordt geacht, ‘geleidelijk de Gou-
vernemen tn vestigingsplaatsen in ‘haar
‘bedrijf
opnemen
en ‘ten ‘slotte het Ko]oniaal Bestuur geheel ontlasten
vak zijn bemoeienis niet de arbeidsvoorziening.

Waar het hier niet ‘de plaats is om in details te
treden, zal ik niet uitweiden over de inrichting van
de kol’on,isa’tieterreinen, noch over ‘de ‘bepalingen,

waaraan de kolonisten gebonden moeten zijn, nodh
over ‘de te teelen producten. indien het werk flink

en in het ‘groot wordt aangepakt, zal het plantklaar

maken van de gronden niet meer dan 200. gulden per H.A. behoeven te kosten, de irrigatiewerken niet me-

degerekend, waarvan de aanlegkosten ‘voor een ‘belang-
rijk deel op de op te richten groo’Ubedrijvan ‘zal moe-

ten drukken. Voor goede ‘gronden, behoorlijk inge’pol-
derd en ‘schoongemaakt, ‘kam men thans in Suriname

zeker een huur van minstens 10 gulden per H.A. be-

dingen en een verkoopprijs van 300
‘gulden
(niet be-
vloeibare ‘gronden), coodat m.i. een zakelijk opgezet
kolonisatiebedrijf zijn rente
kan
opbrengen, afgezien
van de gunstiger voorwaarden, welke voor een goed
bevloeibaar terrein k’unnen wor’den bedongen. Namen
wij’ aan, dat rekening ‘gehouden moet worden met den
aanleg van een kol’onisatiete’rrein (of terreinen) van
10.000 H.A., waarop plaats is voor ten minste 5000
kolonisten en hun gezinnen (15.000 zielen), ‘dan zal

het gereedimaken van ‘den ‘grond een kapitaal ver-
gen van twee miili.oen. Tellen
wij
daarbij per gezin
aan voorschotten voor woning, levensonderhoud, vee
en plantmuteriaal een bedrag van acht honderd gul-

den, dan zal voor ko’lonisatiedoel’einden een kapitaal
van ten minste 6.000.000 gulden moesten worden uit-
getrokken. De koloni’ten ‘zullen aanvankelijk gerecru-,
teerd worden uit cie arbeid’smach’t, welke eerst drie

jaren aan ‘de inoor{berei’dingswerken moet ‘arbeiden.
Daarnaast zullen do landbouwersgerrinncn uit Java
worden gekoloniseerd en zullen eenige middenstands-
bedrijven worden ingericht, ‘welke te zamen een kapi-

taal van pIm. eeii mi’llioen vereischen.

Trekken wij voor irrigatiewerken en wegenaanleg

voorloopig een som uit van drie millioen gulden, dan

Itebben wij! ‘voor iri-igatie en k-oloni’sa’tie ‘noodig een
kapitaal van ……………………
f
10.000.000
oprichting van koffieplaintages ……..,, 5.000.000

oprichting diverse andere ondernemingen 10.000.000

Totaal ….
f
25.000.000

Het is ‘zeer waarschijniiji, ‘dat de irrigatiewerken
een honger bedrag zullen ‘opeischen, doc’h hierbij. moet
rekening worden gehouden niet bijdragen van parti-
culiere ondernemingen en Gouvernement.

Wat de exploitatie van eigen ondernemingen be-
treft, ‘deze geschiedt hoofdzakelijk •om centra ‘te heb-
ben, waaromheeu het kolonisatiebedrijf zich kan ont-
wikkelen, voorts om de arbeidsmacht aan het werk
te kunnen houden, zoodra het irriga’tie- en voorbe-
reidingswerk ‘op zijn
einde
loopt en ten slotte om uit
de winst, de ‘kosten ‘ïan het geheel te ‘dekken. Komen
deze eigen ‘o:ndernemingen -tot bloei en er is geen
reden om ‘daaraan te twijfelen indien opzet en beheer

niet te veel te wenschen overlaten, dan ‘zullen zij
tevens een Ørikkel worden voor het particulier kapi-
taal om ‘het voorbeeld te volgen. Men ibeginne daar-
om aan’ en bedrijf, dat
bewezen
‘heeft rendabel te
‘kunnen zijn en bestand tegen klimatologische afwij-
kingen. Daarnaast worden in, studie ‘genomen de op-richting van een suikerfabriek in verband niet de toe-
nemende bevolking, da aanleg van een ‘tabaksonderne-
ming, of oliepalmenplantage, de oprichting van een
cas’saveo’nderne’min g en een ‘vezelonderneming.

Ook bacoven op
bevloeibare
gronden en rubber op
goed gedraineerde gronden kunnen blijken rendabele bedrijven op te leveren.
Natuurlijk al zoon Maatschappij in de eerste tien
ja,ren geen dividend kunnen uitkeeren eii ook al
maakte zij winst, dan zou liet w’enschelijik zijn, dat

4
April
1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

299

bepaald werd, dat alle baten
in
de eerste tien jaren

zuilen dienen voor afsobrijvingen, vernieuwingen en

uitbreidingen, alsmede voor de vorming van een
reservefonds. Na tien jaar kan dan de winsbverdee-

ling als volgt worden:

Van de netto-winst zal in de eerste plaats de obli-
gaterente worden betaald; daarna 2a1 aan de aan-
deelhouders een dividend worden uitgekeerd van ten

hoogste 10 pOt.

Van de overwinst zal in de eerste plaats aan de

Nederlandsche schatkist worden terugbetaald die

rente, welke door haar op de 5
pOt.
obligabies is be-

taald.
Is
die schuld geheel afgedaan dan nullen, uit

•de overwinst de obligaties geleidelijk worden afgelost

tegen pan, waaraan binnen de eerste 25 jaar nog wel
niet veel gedaan zal worden.

De Maatschappij wordt opgericht voor dan tijd van

25 jaar. AIsdan zal naar bevind van zaken worden ge-

handeld. Zij kan dan ôf worden gelilewideerd, in welk

geval pOt.
en de

obligaties voor ten hoogste pari kunnen worden ver-
zilverd, ôf er kan tot andere bedrijfs.vormen worden
besloten, terwijl bij eventueel verlies het beschikbaar
saldo pon.dspondsgew’ze onder de obligatiehouders zal
worden verdeeld, na afbetaling aan den Staat van
de betaalde rente, voorzoover die afbetaling uit de

likwidatie en verkoop mogelijk is.
Het spreekt vanzelf, dat dit schema voor tal van
wijzigingen vatbaar is. Heofdzaak is, dat er
geho.n-

(leid
wordt, want wachten kan Suriname niet langer
en ten slotte is niets kostbaarder dan het doelloos en
nutteloos bijpassen van drie millioen gulden ‘s jaars.

W. DII 000K BUNINO.

AANTEEKENINGEN.

Indexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen

in Ned.-Indië.

De maandstatistiek 1927 No. 12 van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden bevat o.m.
het volgende:

Ia,voer.
De volledige serie omvat 72 artikelen en is ver-
deeld in vijf groepen. Het onderscheid tussehen de ,,lsnge”
en de ,,korte” serie is dit, dat van de 19 extra artikelen
der lange serie gedurende 1914-1921 prijzen ontbreken.
In het afgeloopen jaar hebben cle groothandelsprijzen van
de invoerartikelen zich in dalende lijn bewogen, voorna-
melijk sedert September. Het gemiddelde niveau van de 72 artikelen stond in December jI. 9 punten beneden het
gemiddelde indexeijfer van 1926 en geheel 1927 gemiddeld een vijftal punten daar beneden. Het meest in ‘prijs gedaald
zijn wel de teatiele goederen.
Het indexcijfer van deze groep
stond in 1926 nog gemiddeld op 185, in 1927 op 174. Van
tie artikelen, clie sedert het a.fgeloopen jaar belangrijk in
prijs terugliepen, moeten genoemd worden de
Ruwe Supers,
gebi. shirtiavgs, bont geweven Saron.gs en Kaï.’n.pandjang.
De
geiïiiddeicle cijfers van de afgeloopen laatste twee jaren
bedroegen voor Ruwe Supers, Europeeseh 194 en 172, voor
Ruwe Supers, Engelsch 213 en 194, voor gebl. Shirtings 230
en 200, voor bontgeweven Sarongs 170 en 148 en voor
Kaïnpandjang 198 en 148.
Na de textiele goederen volgen de
levensmiddelen met
sterk verminderde prijzen. Het gemiddelde prijsniveau van
1927 staat 9 punten beneden dat van het daaraan vooraf-
gaande jaar. Het zijn •in hoofdzaak de
rijst prijzen,
die tin
1927 Verre beneden die van de laatste drie jaren stonden,
mede ten gevolge van de overvloedige oogsten. De index-
cijfers bedroegen voor Rangoonrijst gedurende de jaren
1924/27 165, 157, 167, 149 en voor Saigonrijst 151
1
147
1

154,
139. Ook de noteeringen voor
melk
zijn aanzienlijk ge-
daald sinds November 1926, zoodat het gemiddelde niveau in 1927 39 punten beneden 1926 staat. De groepen
metalen
en
chemicaliën
hebben beide voor 1927 een gemiddeld indexcijfer van 149, staan dus respec-
tievelijk 2 en 4 punten lager clan het voorafgaande jaar.
Ecnige
ijzersoorten, koper
en
lood
veroorzaken in de eerste
groep de daling. Het indexcijfer van
lood
stond in Juni
1927 nog op 317, gedurende Juli/November op 291 en in
December op 272. Dit verloop is in overeenstemming met
de buitenlandsche markt. De noteeringen zijn te Londen
echter reeds in 1926 geleidelijk gaan dalen. Bij de che-

micaliën valt het prijsverloop van het artikel
hars op. Van 131 in gemiddeld 1924 steeg het indexcijfer op 194
en 248 in 1925 en 1926, en daalde in 1927 tot 197. Sinds
Augustus 1926, toen •de prijzen hun hoogtepunt bereikt
hadden en het indexeijfer op 279 stond, viel een voortdu-rende daling te constateeren en December jl. gaf dan ook
154 als in.dexcijfer.
‘Het indexcïjfer van de groep
diverse invoerartikelen
staat thans weer op 173 in gemiddeld 1927, na gedurende
de jaren 1923126 tot 165 gedaald te zijn. Dit staat in ver-
band met den hoogen prijs van sigaretteilpapier, die in de
maanden November en December jl. in de sterk vermin-
derde prijzen van petroleum een tegenwicht heeft gevon-
den. Het indexcijfer van petroleum, Devoe daalde van 163
in Augustus op 101 in December, die van Kroon van 186
op 114.
Uitvoer.
Ook het prijsniveau van de 20 uitvoerartikelen
is in 1927 met 7 punten gedaaLd tot 130. Van de belang

rijkste exportproduoten zijn de prijzen aanzienlijk lager
geweest dan in cle voorafgaande jaren. Dit is het geval
met suiker, rubber, thee, koffie, mais, tapioka
en
lid pök
Sinds 1914 zijn de noteeringen voor
suiker
alleen in
het jaar 1918 lager geweest dan ‘in het afgeloopen jaar.
De ‘i’ndexcijfers voor superieur en Hoofdsuïker No. 16 eb.
stonden toen gemiddeld op 115 en 101, thans op 138 en
116 gemiddeld in 1927 en op 123 en 104 in December jl.
De
rubberprijzen
bewogen ‘zich op een aanzienlijk lager niveau dan gedurende de jaren 1925 en 1926. In navolging
van de buitenlandsche markt waar door groote aankoopen
van Amerikaansche zijde de prijzen snel opliepen, is ook
hier een verbetering ingetreden sedert November. Het in-
dexcij’fer, .dat tot 56 in September was gedaald, stond in
December op 69.
De lage
thee prijzen
in de eerste maanden van 1927 heb-ben zich in den ‘loop van het jaar weer hersteld. Toch staat
het gemiddelde niveau 21 punten «beneden 1926.
De groote wereldoogsten van
koffie
hebben ook voor •dit
artikel de noteeringen gedrukt, die sedert 1923 niet weer
zoo laag zijn geweest. Het gemiddelde niveau ligt 23 pun-
ten beneden 1926.
In verband met de lage buitenl.andsche noteeringen zijn
de
maïsp’rjzen
ook hier belangrijk teruggeloopen. Van 187
in 1926 daalde het i.ndexcijfer op gemiddeld 152 in 1927.
Nog steeds blijft verbetering in de lage noteeringen voor
kapok
uit, zoodat het gemiddelde indexcijfer met 30 pun-
ten daalde.
Ook de
tapiokaprijzen
bewegen zich in dalende richting,
het gemiddelde prijsniveau staat thans 9 punten beneden
1926.
Tegenover al deze lage productenprijzen staat dat de
noteeringen voor
peper
een ongekende hoogte bereikten
met het in.dexcijfer 291 in September jl. als toppunt. Sedert-dien zijn ze aanzienlijk gedaald, doch het gemiddelde niveau
staat nog op 243.
Ook de oliehoudende zaden, djarak- en kapokpitten ste-
gen in prijs.

Indexcijfers van 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia,. Soerabaja en Semarang.

Invoerartikelen.

II
5

bD

1913.
100
100
100 100 100 100
100
100
1922.
208
166
172 170
175
181
129
170
1923.
207
163
174
170
19
180
150
173
1924.
213
164
167
160
168 178
155
173
1925.
208
161
160
150 165 172
146
106
December 1926.
175
152
149
151
173
162 130
156
Januari

1927.
176
151
150
152
173
162
13(1
156
Februari

,,

.
179
151
152
152 175 163
132
156
Maart

,,

.
172 149 153 152 175
161
129
154
April

,, 173
148
151 152
175
161
128
154
Mei

,,

.
174 148 152 152 175
161 131
155
Juni

,,

.
174
147 152
152
174
161
132
155
Juli

,,

.
173
147
149
150
175 160
128 153
Augustus

.
175 147 149
149 176
161
130
154
September ,,

.
175
145
148
147
175
159
129 153
October

.
175
148 145
146
172
159
128
152
November

,,

.
173 148 144
146
169
158 128 151
December

.
173
147
1 142
145 163
156
127
150
1)
20 art.

2)
12 art.

8)
12 art. ‘) 15 art.

5)
13 art.

Kleinhandels prijzen.
De serie indexcijfers van artikelen van in- en uitheemschen oorsprong is zoo samengesteld,

300

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4
April 1928

dat de inheemsche en de uitheemsche groep geheel para!-
lel zijn.
liet prijsniveau van de inheemsche artikelen is drie pun-ten, dat van de uitheem:sche slechts
1
punt gedaald bene-den het gemi4delde indexeijfer van 1926. Deze daling moet
in de eerste groep toegeschreven worden aan de artikelen
aardappelen cii de 3e soort rijst. De indeacij’fers h.iervain,
daalden respectievelijk met 37. en 30 punten.
In de 2e groep hebben de d:alingen en stijgingen in de
prijzen der diverse artikelen elkaar vrijwel in evenwicht
gehouden.
De rnaa.ncl Januari geeft voor petroleum en eieren uit
1

de groep ,inheenische artikelen een belangrijke wijziging te
zien. De eieren zijn in verbancl met het Chineesch Nieuw-
jaar gestegen met 20 punten, terwijl het indexcijfer van
petroleum 39 punten daalde.
Indexcijfers van kleinhandeisprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.

In-
heemsch
1)

Uit-

l
hpemsch
1) Totaal
Voeding
2
)

1913114
100 100
100
100
1923 ..
.

194 173 183
1
182
1924..
182 158
170 170
1925 .
.
169 152
160
159
1926 ..
169 148 159
156

L
Januari

1927 .
.
168 145 158 155
Februari

,,

. .
172
143 157 156
Maart

..
169
143 156
154
April

. .
168
145
156 155

-.
Mei

. .
166 149 158 156
Juni

..
167
149 158 155
Juli

.

. .
167
149 158 156

Augustus

,,

..
165
149
157 154
September

,,

..
165. 149
157
154
Dctober

. .
163
148

.
155
153
ovember

,,

. .
162
148
155 152
December

..
160
149
155 153
januari

19Q8 .
.
160
149 154
154
1)
20 artikelen.
2)
35
artikelen.

Passerprijsen.
De noteeringen blijven, wat de landbouw-”
gewassen ,betref t, belangrijk beneden’ die van het vorige jaar
en ook beneden het gemiddelde niveau van 1924 en 1925.
De overige artikelen, wo. eieren, vleesch, gedroogde
en
Jevaansciie suiker,
ilijven stabiel.

BOEKAANKONDIGING;

Prof. Dr. C. A. ‘Verrijn. Stuart. Inlei-
di’n,g tot de
bcoefen.in.g
der ,Statistiek.,
Eerste deel. De statistische methode en
have toepassing op het gebied der demo-
graphie.
Tweede, geheel herziene druk.
Haarlem, de Erven Bohn 1928. 460 bl’z.

De versc
1
hijtning van een nieuwen druk van het eer-
ste der vier deden van het zoo bekende en velge-
braik-te verk van Prof. Verrijn Stuart over de statis-
tiek, ‘dat, toen de eerste ‘druk verscheen, eenig was in
ons land, z’ooals toen ‘terecht in ‘de ,,in’lei•ding” werd
opgemerkt,, en daardoor een sterk gevoelde leemte aan-
vulde, geeft wei aanleiding om een enkel woord over,
het ‘doel van dit werk te zeggen. – –
Er is geen va’k, waarin de terminologie iag zooveel
te wen’sohen overlaat als ‘de statistiek en in het bijzo’n-
‘der is dat het geval in ons ‘land, waar over de statis-

tiek als vak, dus over theorië en practij’k van het ver-

zamelen en bewerken van statistische ‘gegevens nage-
noeg niet wrordt geschreven en waar, in tegenstelling
met andere landen, ook geen vereeniging der beoefe-
riaren van het ‘vak, noch een va’ktijd.schrif t bestaat,
w’aarin zi met elkaar van gedachten k’urinen wisselen
over de moeilijkheden, die zij ondervinden, de me-
thodes, die zij gebruiken, en de daarmede bereikte
resultaten. Bestond er een dergelijhe samenwerking – ‘zij’ moge
er spoedig komen! -, ‘dan zou allicht een ‘vaste ter-
minologie ontstaan en zou vermeden kunnen worden,
‘dat,’voor he’trzelfdo begrip verschillende woorden wor-
den ‘gebruikt of ‘dezelfde woorden meer dan één be-
grip ‘kunnen aanduiden.
‘Dit laatste is terstond reeds ‘het ‘geval met het woord
,,.statis’tik” zelf. Het boek van Prof. Verrijn, Stuart

‘draagt den titel ,,Inleiding tot de :beoefening ‘der sta-

tistiek”, maar ‘deze titel ‘drukt geenszins duidelijk uit,
wat erin ‘ wopdt behandeld. Onder ,,beoefening der
statistiek” toch ken zelfs ‘drieërlei worden verstaan:
‘de beoefening van ‘het vak van verzamelen, bewerken –

en publiceeren van statistische ‘gegevens, van ‘de uit-
voering van statistische onderzoekingen dus; bedoeld
kan echter ook woiden de wis’krun’dige beoefening der

statistiek, ‘d.wz. de beoordeeling ‘d’er beteekanis van

de resultaten van het statistisch onderzoek, ‘de vast-
stelling van verschijnselen door middel van de toepas-
‘s’ing van

wiskiu.ndi.ge
bewerkin’gen (middelbare fout,.
correlatie, inter- en extrapola’tie) en ‘d’e bestudeerin’g
dier wis’kun’dige methoden. En eindelijk kan men er-
onder verstaan ‘de toepassing ‘der i-‘esu’ltaten van het

statistisch onderzoek, ht ‘gebruik maken dus van de
gegevens door hen, voor wie ze verzameld zijn, het
ver-
‘klaren der ‘gevonden verschijnselen en ‘het zoeken van
de oorzaken en ook van ‘de uitwerking ‘daarvan.

Het laatste nu is – zooaJn ook reeds blijkt uit het motto van de ,,inleiding”, dat luidt
,,’n’on
coquis and
convivis” (niet ‘voor ‘de k’oks, maar voor ‘de gasten) –
‘het ‘doel van het werk, ‘dat wi ‘hier bespreken. De vak-man, ‘de aanstaande sta’tist’icus, die ‘zich in het vak wil

bekwamen, zal in het boek zeer veel vinden, wnarva.n
hij groot’ nut zal ‘hebben, maar
n,iet
zal hiji erin vin-
den een handleiding, op welke wijze hij statistische
gegevens moet verzamelen, bewerkenn publiceeren,

welke moeilijkheden ‘hij’ daarbiji zal ondervinden en
hoe hij ‘die ‘heeft op te lossen om zuivere en betrouw-
bare gegevens te verkrijgen.

Indien men ‘dus geneigd zou zijn te meenen juist
dit bij uitstek ,,’beoefen.ing” der statistiek te noemen,

waartoe het boek een ,,inleiding” geeft, dan zou men
een verkeerd deu’k’beeld van den inhoud krijgen. Deze
beoefening wordt verondersteld te zijn af’gelo’open, als

het boek begint, en de eigenlijke be’teekenis daarvan

ligt ‘dan ook in hetgeen de ondertitel van het eerste
deel en ook de uiteenzetting op bi. 134 van ‘wat ten

aanzien der ‘bevolking zal worden behandeld, aandui-
den, nI. h’iei-in, dat ‘het het. ‘gebruik aangeeft, ‘hetwel’k

men bij onderzoekingen op bevolkin’gs-, economisch-,
sociaal en ander gebied van ‘de bij’eenjgebrach’te statisti-
sche gegeven.s kan maken, en de resultaten, die men
daarmee bereiken ‘kan,
ma.w.
‘zijn beteekenis ligt in de
toepassing van statistische gegevens op
een aantal ge-
bieden van wetenschap. In verband hiermede wordt
de statistische methode dan ‘ook, ‘zoowed ‘in het alge-
meen al’s bij ieder speciaal onderwerp, slechts bespro-

ken, voor zoover ‘d’at noodig is om met vrucht van de

gegevens gebruik te kunnen maken; ‘het boek geeft
niet wat de cijfers technisch, maar wat ze feitelijk
be-
tee4cenen.

Door deze wijze van behandelen der stof heeft het
vooral ‘groote waarde voor den ,,gast”, dus den demo-

graaf, d’en econ oom, ‘den socioloog, die er niet alleen
in ziet, over welke ‘statistische gegevens hij kan be-schikken voor zijn werk, maar ook wat ze voor hem,
beteekenen. Hij, vindt er ‘op waarlijk boeiende wijze en
met verbazingwekkende litteratuurke’nnis beschreven
en op heldere wijze bijeengevoegd en ingedeeld d’e i’n

do wereld samengestelde gegevens’, in dit eerste deel
ten opzich’te van ‘den ‘stand en den loop der bevolking.

Niet kan worden ontkend, dat ‘door deze behande-,
lingsrwijzo
de
schrijver me’e,r dan eens buiten ‘het ge-
bied ‘der statistiek treedt en ‘op dat ‘der ‘dernologie, der
economie, der sociologie terecht komt, doordat hij aan

de objectieve statistische gegevens zijn ‘subjectieve
meeni’ng betreffende ‘de beteekenis ‘der gevonden ver-
sc’hij.’nseie,n ‘toevoegt, een meening, die, zooals elke per-
soonlijke uiting, ‘wel eens tot tegenspraak ui’tlokt.
Maar ‘d’e lezer ‘kan niet an’d’ers dan d’i’t als een deugd voelen en hij kan er slechts ‘dankbaar voor zijn, omdat het hem deelgenoot maakt ‘va
n
, den schat van ‘kennis,
‘die de sohrjver, d’oor zijn jarenlange beoefening zoo-
wel ‘der nationale en internatiohale statistiek als der
staatihuishoudkuede, op deze ‘gebieden verzameld heeft.
Over den inhoud van ‘dit niêürwe derste ‘deel behoeft

4 April 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

301

weinig te worden gezegd, want het sluit zich geheel
bij den eersten druk aan, met dien verstande, .dat de

gegevens tot heden zijn bijgewerkt. Zeer uitvoerig
wo.tden vooral bekende vraagstukken als het vrouwen-overschot bij de bevolking, het jongensoverschot bij de

geboorten, de ‘sterftetafels, de concentratie der bevol-
king behandeld. Ondanks deze volledigheid mist men
echter hier en daar nog wel enkele aanwijzingen, die.

men Pgaarne gegeven zag, zooals bij de haast
j
al te uit-

voerige bespreking van het jongenso’verschot de ‘onder-

zoekingen uit dan laatsten tijd in ons land van
San.-

der.s, Leo pold
en
Mijsberg;
bij de ‘bespreking van het

zoo belangrijke verschijnsel van de toeneming der
kan’kersterfte, waarbij nogal eens bronnen uit een
vroeger tijdperk worden vermeld, de nieuwere onder-
zoekingen van den Amerikaa.nschen s.tatisticus
Hof f-

man..

En ‘nu wij ons toch eeni’ge kritiek veroorloven, mo-

gen hieraan nog een paar opmerkingen over de eerste
afdeeling, ‘die omtrent de statistische methode, worden
toegevoegd. Het komt ons ‘v’oor, dat de waarde der
wis’kundige uiteenzetting van ‘de beteeke’nis der ge-
mi’dd’el.den op bi. 45 vlg. voor de lezers, tot wie de schr.
zich richt, niet heel groot i’s. Om nut te hebben zou
zij’, naar onze meening, veel uitvoeriger moeten zijn,
maar dan zou zij’ allicht komen op het hierboven in
de tweede plaats ‘genoemde gebied der wiskundige sta-
tistiek, ‘hatwelk een speciale kennis zou vereischen -san-
als niet verwacht ‘kan worden van hen, die het boek
gewoonlijk raadplegen, maar bovendien ook buiten het

kader ‘daarvan zou komen.

En ten slotte nog deze opmerking, dat de nieuwe
vondsten op het gebied der grafische voorstellingen,

die men telkens in het interessante tijdschrift
,,Wirt-
schaft und Statistik”
van het D
u
it
sc
h
e
rijisbureau
voor ‘de statistiek aantreft, wellicht eenige vermelding
in het desbetreffende ‘hoofdstuk hadden verdiend.

Maar deze opmerkingen doen niets tekort aan het
feit, .dat het boek met zijn rijken inhoud is en blijft voor ieder, die zich met de bestudeering van maat-

‘schappelijke vraagstukken bezig houdt, een vraagbaak
betreffende hetgeen ‘de statistiek tot dusverre heeft

geleerd om tot de oplossing dier vraagstukken te kun-
nen komen. In dit opzicht ieemt het nog altijd in ons

land een plaats in, die ‘door geen ander werk zou kun-

nen worden vervuld, en zal de verschijning van den
bweeden druk, waarmede de schr. van harte kan wor-
den gelukgewenscht, door velen met vreugde zijn
begroet.
VAN ZANTEN:

MAANDCIJFERS.

POSTERIJ’EN, TELEGRAFIE EN TELEFONIE

Opbrengst

Januari
1923

Januari
1927

Posterijen ……………
f
4.340.621,-

f
4.363.734,-
Telegrafie ……………,,

704.680,-.

,,

693.335,_

Telefonie ……………,,
4.945.874,-

4.583.022,-.

RESUMÉ UIT HET MONTHLY BULLETIN OF STATISTIOS (VOLKENBOND).

Maandgemiddelde
1

1927

1

1928
1913
1925
1

1926

1

Juli
Aug.
Sept.
Oct.
Nov.
1

Dec.
1

Jan.

Productievan
Engeland
1)
24,337
20,590
10,692
20,261
20,538 21,442 21,095
21,572 21,182 21,889
steenkool
43,088
43,988
50,144
35,076
44,864 44,062 46,633 43,118 42,918
(1000
tons)
Frankrijk
2)
3,338
3,921
4,285
4,193,
4,299
4,133
4,291
4,101
4,416 4,442
Duitschiand
8)

….
15,842
11,052
12,114
12,635 12,997 12,711
13,094
12,864
13,238
13,420

Productievan
869
530
208
656 606
601
606 585 568
569
ruw ijzer

..

2,601
3,082 3,308
2,999 2,995 2,819 2,829
2,691
2,739,
2,916
(1000 tons)
Frankrijk
4)
708
783 769
773
761
.796
764
796
809
207 212
283
320
317
309
322
313
317
315
België …………….
Duitschiand
5)

…..
434
1,397 848
804
1,109
1,116 1,105
1,139 1,119
1,150 1,180

Import(voor
Engeland 1000
£ 6)
54,931
97,223 93,105
83,680
81,308
93,374
95,584
96,861
95,080
90,082
binneni.
Ver. Stat. 1000

$
147,932
348,540
367,788 322,239
371,895 351,208 352.415 346.464 321,649
338000
19

verbruik)
Frankrijk1000Frs.
7
)
701,778
37 12,700
4959,560
4068,183 3771,146 3571,508
4475,972 4631,779 5215,962 4123,922
Italië

1000 Lire
8

303,803
2183,3732155,945
1477,136 1239,686
1137,349 1384,626
1434,803
1874,984
1571,545
D’land

1000
M.
9)

897,474
1030,171
333,451
1278,115
1160,798
1174,977 1244,768 1290,773
1257,293
1370,029

Export (bill-
Engeland 1000
£
8)
43,771
64,448 54,324
56,121
59,410
60,488 61,167 70,610
58,834 59,743
nenlandsche
Ver. Stat. 1000
$
204,024 401,560
392,617
332,994 367,575 416,206 480,415 452,085 398,377
411000
15

‘producten)
Frankrijk1000Frs.
10

573,351
3882,676
4961,221
4499,160 4287,185 4545,308 5049,987 4870,540
5020,340
4016,537

Ver. Staten ………

Italië

1000Lire
8

209,303
1522,855
1555,883
1043,846
1091,114
1171,306 1406,880
1311,2)4
1510,743 1021,523
D’land

1000
M.
9)

841,436

733,208 815,265 847,006 868,562 933,059
960,910
913,272
953,027
862,117

Inklaringen

Engeland ………….
Ver. Staten ……….

Engeland(geladen)a) 4,089
4,626 5,348 5,310
5,757 5,201
5,444
4,999
4,647

4,578
(1000
tons)
Ver. Staten
(ge!. en ballast). .
4,440 5,782
6,410
7,008 7,443
6,506 6,345 6,683
5,102
Frankrijk

(geladen)
2,876
3,667 3,677
4,394
4,171
4,140 4,138
4,162
4,031
Italië (gel. en ballast)
1,560
1,440
1,485
1,522
‘1,522
1,522 1,649 1,649
1,649

Aantalwerk-
Engeland
11)
1,114 1,130
1,126 1,156
1,210 1,194
1,261
loozen in 1000
Italië 12)
263
292
306 332
376
414
Duitschlandl
8
)
….
211
181
179
177
294
520
464

Indexcijfers
Ver. Staten
14)

. . . .
175,5 184,7
195,9 188,6
193,1
198,5 198,9
van aandeel.
Engel.
15
(1913=100)
201
201
205
213
211
210
,
216 koersen
Zweden
16)
(nom.
waarde=
100)…
157
166
181
181
180
181
193
Zwitserland
11)
(id.)
193,2
197,6
210,9
209,8 ‘
213,4
223,2
242,6
Nederland
18)

(1921-25 = 100) . .
102
103
107
112
110
103
111
11 Voor den verkoop beschikbaar. Vanaf einde 1921 zonder Ierland.
21 mcl. bruink. Vanaf 1918 mcl. Elzas-Lotharingen. Vanaf 1920 mci., sedert
Jan. 1927 excl. het Saargebied.
3
1 Vanaf 1918 zonder Elzas-Lotharingen.
Vanaf 1920 zonder Saargebied en de Pfalz. Vanaf Juli 1922 zonder Poolsch
Opper-Silezië.
4]
Vanaf 1919 inclusief Elzas-Lotharingen. 51 ‘Zonder
Luxemburg. Vanaf 1918 zonder Elzas-Lotharingen, vanaf 1922 zonder Poolsch Opper-Silezië.
6]
Vanaf 1 April 1923 met inbegrip van den
handel van Groot-Brittannië en Noord.ferland met den lerschen vrij-
staat en uitgezonderd den buitenlandschen handel van den lerschen
vrijstaat.
71
Sedert Januari 1921 gedeclareerde waarde.
8]
Sedert Januari

1922 nieuwe schatting op grond der gedeclareerde waarden.
0]
Vanaf
Januari 1922 in goudmarken.
10)
Met ingang van 1925 officieele waarde-
cijfers.
11
Verplichte verzekering. Sedert April 1922 excl, den lerschen
Vrijstaat.
121
Geheel werkloos.
I’J]
Leden van vakvereenigingen; geheel
werkloos. Sedert Jan. 1927 mijnwerkers inbegrepen.
541
Wall Street
Journal: 20 gewone aand. Maandgem. in
S.
151 London and Cambridge
Economic Service: 20 gew. aand.
10]
Officieel: Industrieele en Scheep-
vaartaand.
17]
Nationale Bank: 32 industrieele aandeelen.
18]
Officieel:
49 gewone aandeelen.
101
Voori. cijfer.

302

ECONOMISCH-STATÏSTISCHE BERICHTEN

4 April 1928

POSTOHEQUE EN GIRODIENST.
(In duizenden guldens).

Januari 1928
J

Januari 1927

Aantal
Bedrag
Aantal
Bedrag

Aantal rekeningen
op

uitO.

……..
130.275 120.867
Bijschrijvingen ….
1.725.001
401.245
1.442.198
395.376
wegens:

….

107.773
588.585
100.128
b.
Overschrijvingen.
..
a. Stortingen …….704.925

van andere rek.
1.019.951
286.972 853.496
274.695
van Ned. Bank.
125
6.482
117
20.523
And. onderwerpen
18
30
Afschrijvingen .
..
.
1.109.353
413.213
966,373 406.329
wegens:
58.376
173.693
54.734
s. Chèques

……….191.888
b.
Overschrijvingen.
van andere rek.
906,512
286.972
761.356
274.695
van Ned. Bank.
947
67.827
848 76.868
And, onderwerpen
10.006
38
30.476
32
lezamenlijk tegoed
op ultO
86.035 92.907
Bedrag der beleg-
ging’)


69.539
64.501
-,
.LiI,
uu1ug, uo.s viueger tegeu vergoeuing
van
reute
aan de schatkist werd verstrekt, wordt tegenwoordig, voor
zoover het nog niet voor vaste belegging is aangewend, te
zamen met andere bedragen in rekening-courant met het
Staatsbedrijf der posterijen en telegrafie begrepen en is
daarom niet meer in het bedrag der belegging begrepen.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.

1928
1927
II

1926

0

1914

31 M
26131
19/24
12117
28 Mrt./ 29 Mrt./
20124

Maart
Maart
Maart
2 April
3 April Juli
Amsterdam
Partic.dlsc.
3
15
I16-4
3
15
/164
1/16
31511441/4
I4
1
1t6
3!18-
0
116
2
13
116
318.
3
116
Prolong.
33/
4
.4
331
4
4
3’14-4
3
3
/4-4
3
1
12.
8
14
2314-3114
211
4
.31
4

Londen
Daggeld ..
3112
3113.4114
34
315
35
1
13
211
3
.511
3

1
3
14-2
Partic. disc.
41/16
4.
1
116
4
-188
4
1
/8.
3
/16
451_31
45
116
3
18
211
4
-31
4

Berlijn
Daggeld ..
8-10
4-10
3
1
127
1
12
5
1
12.8
2-8
4-6

Partic.dlsc.
30.55
d.. .
6
3
14
6
3
14-
7
18
6
3
1418
.6
5
14-314
4314_714
5
56-90 d.. .
6
3
14
6
3
14.
7
14
6
3
/4-
7
/8
6514-314
4113_514
5
2
1
1-
1
12
Waren-
wechsel.
7 7 7
6
7
1.-7
471_5

611
4


Vew York’)
CalI money
5.114
4112.5114
4114814
4
1
12.814
41/
3
.31
4

4.531
4

1314
.211
4

Partic. disc.
371
s

3514_714
3318
3
5
/s
314

1,
3
3
14

is

i Lail money-icoers van
30
Maart en daaraan voorafgaande weken r/m
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Dat a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavla
York*’)
•)
*)
•)
•)
1)

27 Mrt. 1928
2.485/
12.1211
8

39.381
9.771
34.65
100
28

,,

1928
2.4881
s

12.12
5

59.39k
.9.771
34.67
100
29

,,

1928 2.485/
12.12
59.37k
9.771
34.661
100
30

,,

1928
2.4811.
12.12
59.371
9.77k 34.66k
100
31

,,

1928
12.12
59.371
9.771
34.66
100
2 Apr. 1928
2.48%
12.117/
4

59.38 9.771
34.65
100
Laagsted.w.’)
2.4811
s

12.11%
59.34
9.76 34.63
99%
Hoogste d.w’)
2.48
7
1
2.12%
59.41
9.80
1
34.68
100%
26 Mrt. 1928
2.48%
12.12
59.37
9.771
34.631
100
19

,,

1928
2.4834
12.12%
59.421
9.771 34.631
100
Muntpariteit
2.48%
1
12.109,
4

1
59.26
48.-
34.59
100

Data
s.nd
Weenen
Praar
Boeka-
Milaan
Madrid

27 Mrt. 1928
47.84
34.95
7.36 1.54
13.14
41.64
28

,,

1928
47.85% 34.95
7.37
1.55
13.12
41.82
29

,,

1928
47.85 34.95
7.36
1.54k
13.11
41.76
30

,,

1928
47.84
34.95
7.315
1.54
13.14
41.83
31

,,

1928
47.84
34 95
7.36
1.56


2 Apr. 1928
47.83%
34.95
7.361
1.571
.13.14
41.73
Laagsted.w.’)
47.80 34.90
7.34
1.52
13.09
41.60
Eoogsted.w’)
47.88
35.10
7.40 1.62k
13.14
41.921
6 Mrt. 1928
47.82%
34.95 7.361
1.54
13.111
41.651
19

,,

1928
47.85
35.-
7.371
148.-
1.521
13.124 41.80
4untpariteit
48.-
35.-
2)
48.-
48.-
.O ‘.U38LOFOUU1.

)
NOteering te Rotterdam.
Particuliere opgave.
Wettelijk gestabiliseerd tusschen 7.534j en 7.211/
2
.

Data
Stork

holm)
I.Kopen_
hagen
1,)
1

I
Oslo
8)
sing-
fors

Buenos-
i

Mon-
1

treal’)

27 Mrt. 19281
156.64
66.55
66.30
6:26
106%
2.48%
28

,,

1928
66.70
66.54
66.34
6.251
10681
4

2.48%
29

,,

1928
66.64
66.55
86.30
6.26
106%
2.4851
4

30

,,

1928
66.67k
66.55.
66.30
6.26
106%
ik.48%
31,,

1928
66.75
66.55 66.30
6.26
106%
2.4851
4

2 Apr. 1928
66.64 66.54
66.321
6.26
106%
2.4834
Laagsted.w.’)
66.150
66.50
66.20
6.24
106
2.48i1
Hoogste d.w’)
66.70 66.60
66.35
6.28
106%
2.4871
4

26 Mrt. 1928
66.65
66.54
68.30 6.26
10641
t

2.48%
19

,,

1928
66.70
66.60 66.35
6.26
1068/
8

2.48%
Muntpariteit
66.67
66.67 66.67
6.26,
10531
2.48%
-, ,oIc.ulg Ie !tmsIerUam.

) PlOt, te lwtteraam. ‘) i’art. opgave.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op
2 April 1928 voor
teleqrafische
uitbetaling OD:

Gulden per
Pari
Koers
do°o
Europa.
.
Londen S)

12.10k
12
.14
4
Berlijn t)
100 Mark
59.26
59.38
7
100 Franc
48.-
9.74
3
100 Belga


..

34.59
34.65
4

Parijs
S
)
…………
Brussel S)

§)

…….
100 Franc
48.-
6.921
100

,,
48._
47.831
3

Luxemburg ………

100 Kronen
50.411)
7.351
Weenen

)………
Schilling
35. .-
34.95
6

Zilrich S) ………….


100 Pengö
50.41

1)

431
6

Praag

…………..

Lei
48.-
1.54
6

Boedapest

…….
Boekarest

………100
Leva
48.-
1.79
10
Dinar
48.-
4.34
6
Turksch £
10.93
5.26

.100

Drachme
48.-
3.30
10
100 Lira
13.09
13.14
6
Madrid St)
100 Peseta
.48.-
41.73
5

Sofia

…………..100
Belgrado ………..100
Milaan **) ……….

Escudo
2.681
10.70
8

Stamboel

………
Athene

………..100

Lissabon ………..
K:openhagen t)
100 Kronen.

..

66.67
66.54
5
100

,,
66.67
66.34
5
10
0

,,
66.67
66.64
4
100 IJsl.Kr.
66.67
54.90
Stockholm ‘) ……..
Reickjavik ………..
100 Zloty
48.-
24
8

Oslo

)…………..

Warschau

……….
Eovno (Litauen)
100 Lita
24.88
24
7
Riga (Letland) …
100 Lat
48.-
0.48
7
Reval (Estland). ..
100 Estl. Kr,
66.75
66
4
100 Finnmrk.
6.261
6.25k
6
Tjerwonets
12.80 12.85

aelsingfors

……..

(lORoebel)
Ioskou

…………

100 Gulden
48.40
48k.
6
Amerika.
Danzig

…………

ew.York t)
$

.
2.4876
2.44
4
Canad. $
2.4876
2.44
/1exico

……….
Mex. Dollar
1.24

!lontreal

……….

Peso (papier)
1.0568
2

1.04
Buenos Aires……..
La Paz (Bolivia) .
Boliviano

..

0.97
0.91
Eio de Janeiro…
Milreis (pap.)
0.8075
8

0.24
lîalparaiso ……..
Peso (papier)
0.9080
2

0.34
4 4
Bogota (Columbia)
Peso
2.42
2.4 4
uito (Ecuador)
Suqre
1.21
0.44
ima (Peru)

……..
Per. £
12.14
9.96
1ontevideo (Urug.)
Peso
2.5725
2.56
laracas (Venezuela)

..

Bolivar
0.4795
0.44
aramaribo

……
Gulden
1.-
0.9768
Villemstad (Curaç.)
Gulden

an José (C. Rica)

..

Colon
0.6220
0.6217
uatemala ……..
Quetzal
2.4875
2481
llanagua (Nicarag.) (Jordoba .
2.44
2.44
an Salvador (Salv.)

..

Colon
1.2440 1.24*
Azië.
Rupee
0.807
0.01
7
atavia

……….
Gulden I.C.
1._
0.99+

)alcutta …………

Yen
1,24
1
.18*
5.48
long Kong

……

..

Dollar
1.25
Taël
1.58

obe

…………..
..

Straits Dol!.
1.4125
1.41

;hanghai

………

lanilla

……….
Pbil. Peso
1.214
1.22*
Tical
0.914
1.13

iingapore

………

‘eheran (Perzië)

..

Kran
0.26
Afrika.

fangkok………..

laapstad
£
12.14
12.11
4
Llexandrië ……..
.
Egypt. £
12.42
12.43
Anstralië.
lelbourne, Sidney
en Brisbane
£
12.10l
12.09
Nieuw Zeeland – …

£

12.10k

12.09
1) Pariteit der voorm. Oostenr. Kroon,
9
Goudpeso. 3) Milreis Goud.
,’) Not, te Adam. ) Id. te R’dam. 0v. not, part. opg, §) 1 Belga = 5 frank.

4 April

1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

303

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
(
per £)
Parijs
($
p.
lOOfr.)
Berlijn
(Sp. 100 Mk.)
Amsterdam
($ p. 100 gid.)

27 Maart 1928
4,8881,
3,931
23,9134V
0
,
27
M
28

,,

1928
4,88e1
3,9351
23,91/
40,27k
29

,,

1928
4,8881,
3,93e,
23,911
40,28
30

,,

1928
4,88’1
3,93′
5

23,9134
40,27w

31

,,

1928
4,8881je
3,955/8
23,91
40,28
2 April

1928
4,88.(
3,93
5
15
23,92’1
40,29

4 April

1927
185251
3,91k
23,71 40,021(
liluntpariteit
4,8667
1

19,30
23,81,(

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
17
Mrt.
1
1928 24
Mrt.
1

1928
26131
Maart1928 1
31
.
Mrt.
Laagste
l
Hoogstel
1928

Alexandrië.
.
Nast.
p.c

97
,
4
97g
9771,
9711
9734

Athene

.. ..
Dr. p.
£
367e1,
369
368
369
v,
36871,
Bangkok …
Sh.p.tical
1j10
1/10k
1/10
111051
s

1/1031
Budapest
.

Pen. p.
£
27.891 27.931
27.92
27.97
27.95k
B. Aires’). ..
d. p.
$
4771
8

47’e1
7251
47271
3

47″/,
Sh. p. rup.
1/6
1
/
64

1/6
115
03
,
116
1
1
44

1/6
Constantin..
Piast. p.
£
962 ‘,
9623
955
970
965
Hongkong ..
Sh. p.
$
210
13
1
32

210
13
1
32

2101/
8

2101
21081

1/11ir
1/11k

1
H
/
1111%
1/’1H
Lissabon’)
. .
d
.
per Esc.
2
1
/
32

2
2e1,
2
5
/32
Kobe……..Sh.p.yen

d. per
$
24
24
23v,
2411,
24

Calcutta ……

Mexico ……..
Montevideo’)
d.per$
51 51
5O3.
51 Y,
51
Montreal’)
..
$
per
£

.

.
per Mii.
4.87
4.8781
4.87

4.874

4.87+
R.d.Janeiro’)
51s
1

529132
51519
/64
Shanghai
. . .
Sh. p. tael
2/7I1
1

2171,
263/
217
7
116
2;711,
Singapore…
id. p.$
2/371
1

213i8/,
2/3k
2
1
,
371,
2/3/4
Valparaiso
9.
$
p.
39.35 39.36 39.36
39.36
39.36
Warschau …
Zi. p.
£
143.4611
43.46
43.25
43.75 43.37
1)
Telegrafisch transfert.
1)
90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
9)

Londen’)
N.York1)
Londen
26 Mrt. 1928.. 2671,
57K
26 Mit. 1928….
84111l.
27

,,

1928..

26I
1
,
57i1
27

,,

1928…,.
8411134
28

,,

1928..

2651,
57 Y
4

28

,,

1928….
841114
29

,,

1928..

2671
57j.
29

,,

1928….
84/103.
30

,,

1928..

261/
s

57y
4

30

,,

1928….
841113.
31

,,

1928..

2671
57
K
31

,,

1928….
84111
(
2 Apr. 1927.. 26y
4

5634
2 Apr. 1927….
84/11

20 Juli

1914.. 24i51,
59
20

Juli

1914…..
84111
1)
in pence p.oz. stand.
8)
Foreign silver in te. p.oz.fine.
8)
In sh. p.oz.fine

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.

Vorderingen.

1
23Maart1928
31 Maart 1928

Saldo bij de Nederlandsche Bank
– –
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f

1.725.132,35
/

1.006.075,70
Voorschot op ultimo Febr. 1928 aan
de gem. op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
38.501.447,13
,,11.455.364,71
.
,,

11.608.243,54
Voorschotten aan Curaçao


Kasvord. weg. credietverst. ajh. bultenl.
,,

35.867.839,62
,, 136.500.039,20

de Rijksinkomsten belasting……….38.501.447,13
Voorschotten aan Suriname…………

Daggeldleeningen

tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven


Saldo der postrekeningen van Rijks.
16.529.459,55
,,

17.296.329,33
comptabelen

…………………….
Vordering op het Staatsbedrijf der P.,


T
.

en

T.

)…………………………..
Id.
op
andere Staatsbedrijven
1)
5.415.348,03
,,

5.215.348,03

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederl. Bank
/

5.781.539,03
/

12.565.518,15
103.526.000,-
,,
103.526.000,-
Schatklstpromesscn in omloop
………
22.930.000,-
,,
22.930.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank

,,

11.497.840,-
,,

12.032.099,-
Schulda.d.Bankv.Ned.Gemeenten 2)

Schatkistbiljetten in omloop’)……….

»

30.741.031,31
,,

25.109.302,08

Zilverbons in Omloop… …. …. ……

Id. aan

Curaçao ………………….
Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds
2) ..,,
,,

223.042,95
17.831.132,08
189.442,95
17.432.891,99

Id. aan

Ned.-lndi6

………………..

Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..,,

55.062.673,40

..

,,

53.688.466,67
,,

1.315.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven’)………1.315.000,-
Id. aan diverse ln8tellingen
2)
……..
…5.044.240,69
1
,,
21.809.252,78
1)
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
2)In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

24 Maart1928 131 Maart 1928

Vorderingen:
/
30.307.000,-
f25.109.000,-
Saldo bij de Javasche Bank
……….,,
9.495.000,-
,,12.981.000;-
Saldo bl

‘5
Rijks kas……………..

Verplichtingen:

Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië


Voorschot Javasche Bank aan N.-Indië


Schatkistpromessen In omloop……..
150.000,-
,,

150.000,-
Muntbiljetten in omloop …………33.298.000,-

»
33.266.000,-
Schuld aan het Ned..Ind. Muntfonds.. ,, 1.018.000,–

,, 1.184 000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.

1.130.000,-

,, 1.117.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 2 April 1928.

Activa.
Binnenl.Wis.(Hfdbk. t 40.201.874,54
sels,Prom., Bijbnk. ,,

5.182.611,45
enz.in018c..Ag.scn._, 1.09.715,

f

57.424.199,22
Papier o. t.. Buitenl. in disconto


Idem eigen portef..
f. 181.635.478,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.

181.635.478,.-…
Beleenin
g
en
Hfdbk.

72.569.971,69
nc1. vrsch. Bijbnk.

7.955.677,35
in rek.-crt. Ag.sch.

67.277.920,58
op onderp.

f
147.803.569,62

Op Efecten.. … .-. t 141.045.078,87
Op Goederen en Spec. ,,

6.758.490,75 ,,

147.803.569,62
Voorschotten a. h. Rijk

,,

10.591.899,82
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud _…..
f
67.706.555,- Muntmat., Goud .. ,, 367.471.843,72

t
435.178.398.72
Munt, Zilver, enz. •

26.107.299,73
Muntmat. Zilver..


461.285.698,45

sloenionds

……………………
23.648 901,96
Gebouwen en Meub. der Bank

…… ,,
5.000.000,-
Diverse rekeningen
.. … .. . ……. …

,,
37.426.127,47

Passiva.

f
_______________________
924 815.874,54

Kapitaal
……… ….. . .. …..-……

f
20.000.000,-
Reservefonds
……. .

……… .
7.027.840,39
Bijzondere reserve
……..

………

,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

……………….
…,,
4.843.700,66
Bankbiljetten in omloop…………..- 823.324.435,-
Bankassignatiën in omloop…………,,
363.948,68
Rek..Cour.
5
Het Rijk


saldo’s:

‘1»
Anderen

44.137.015,18

,,
44.137.015,18
Diverse rekeningen
. …-. ….. .. ….. .. .,,
17.113.934,63

f
924.815.874,54

Beschikbaar metaalsaldo
…………
f
287.274.166,43
Op de basis van 11

metaaldekking ……
,
113.709.086,66
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigdis.
,,
1.436.370.830,-

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
1 Beschlkb.
Dek-
Data
Circulatie
opeischb.
Metaal-
kings
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
perc.

2 April ’28
67.707
367.472
823.324
44.501
287.274
53
26 Mrt. ’28
67.720 367.472 768.643
47.831
298.152
57
19

’28
67.718
367.464
769.798 49.217
297.463
56
12

’28 67.719
367.464
781.682
37.439
297.455
56
5

’28
67.724
367.464
796.958
36.961
294.603
55
27 Febr. ’28
87.730
367.464
776.516 48.286
297.140
56

4April’27
59.529 359.738
819.442
27.464
276.773
53

25 Juli ’14
65.703 96.410
310.437 8.198
43.521
1
)
54

Dotaal
Schatldst-
B 1 ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
ni g
op het
reke-
discon to’s
rechtstreeks
buiten!.
nin gen
3)

2April1928
57.424

147.804
181.635
37.426
26 Mrt. 1928
51.696

111.987
181.431
33.740
19

1928
53.427

115.960
181.313
31.800
12

1928
56.296

109.895
181.262
31.093
5

1928
59.393

124.659 181.206
28 067
27 Febr. 1928
64.633

115.554
181.603
27.515

4April1927
97.663

132.862 146.647
47.506

25 Juli

1914 .67.947
14.300
61.686
20.188
509
1) Op de basis van
2J
metaaldekking.
8)
Sluitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal Circu-
latie
Dis-
conto’s
1
1
Voor-
schotten
aan de
1
kolonie

D
reke-
ningen1ningen8

1
Diverse
1
reke-

________________
1
Februari 1928
2.316
3.390
162

2.128
460
1
Januari

1928
2.320
3.312
163
360
2.215
570
1
Dec.

1927
2.263
3.151
80 27
2.024
793
1
Nov.

1927
2.217
2.762
82
24
1.807
917
1
October

1927
2.144
2.702
195
30
1.839
1.056
1
September1927
2.066
2.625
149
66
1.859
1.061

1
Februari 1927
1.534
1.988
146
36
1.534
807
1) Sluitpost der activa. ‘) Sluitpost der passlva.

Belegging
1
1.kapitaal, reserves en pen-

308.600

44.000
~
121.780

312.300

41.500 121.940
312.600
.
40.600 122.660

309.402

40.270 122.056
312.449

44.761 119.859
317.445.

40.375 121.061
314.554

44.934 120.671

303.916

49.089 151.788
328.218

55.945 165.642

110.172

12.634

4.842
2
)

304

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4′ April 1928

JAVASCHE BANK.

Voornaamste poeten in duizenden guldens. Desaanengetrok.
ken cijfers der laatste wken zijn te1egra1isch ontvangen.

Andere Beschikb,
Data

Goud

Zilver

Circulatieopelschb. metaal-
schulden
1
saldo

24Mrt.1928

192.300
17

1928

192.700
10
,,
1928

193.300

25Fbr. 1928 173.594

18015′
18

1928 173.657

17.262
11
,,
1928 173.755

18.452
4

1928 173.766

18.394

26Mrt:1927 190.025

31.410
27Mrt.1926 201.960

39.92(1

25 Juli 1914 22.057

31.907

Data

.

Dis-

Belee-

Diverse
conto’s

N.-Ind.

reke-
betaalb.

fin gen’)

24 Mrt. 1928
130:800

55
17

1928
137.100
8*5
54
10

,,

1928 139.400

.
5*5
55

25 Fbr. 1928
12.784
28.948
85.576 36.789
5


18

1928
12.708
29.644 88.799
41.157
53
11

,,

1928
12.775
29.530
94.141 35.112
54

t
4

,

1928
12.678
28.454
97.880
34.036
53

26 Mrt.1927
13.847
20.695 65.522
38.499
63
27 Mrt.1926
9.005
20.032
42.076
75.664
63


25 Juli1914
7.259
6.395 47.934
2.228
44
‘)
Sluitpost
activa.

‘)
Basis
2

metaaldekking,

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pouden sterling.

Data
Metaal
‘C’irculatie”
Currency Notes

1
Bedrag 1 Ban kbil/. 00v. Sec.

28 Mrt. 1928
158.130
135.409
289.508
56.250
240.241
21

1928
157.653
134.392
290.299 56.250 240.522
14

1928
157.853
134.402
290.537 56.250
240.759
7

1928
157.898
135.115
289.839
56.250
240.210
29 Febr. 1928
157.250
135.349
287.480
56.250
237.550
22

,,

1928
157.918
134.068
285.810
56.250 235.681

30 Mrt. 1927
150.548 137.953
1

29.317

1
1

288.067 56.250
237.913
22 Juli

1914 l
40.164

– –

Data
00v.
Sec.
Other
Sec.
1
Public
Depos.
Other
Depos

Reserve
Dek-
kings-
1
perc.
1)

28 Mrt. ’28
30.824
56.878
13.635
98.248
42.471
38
21

’28
32,879
58.130
14.141
101.574 43.012
37%
14

’28 31.507
56.982
9.770
103.632
43.200
38
7

’28
31.762
55.322
8.462
102.879 42.533
38K
29Febr.’28
30.683 54.587
10.140
98.507
41.650
385/,
22

,,

’28
31.903
52.276
15.033
94.536
43.600
39
30 Mrt. ’27
32.668
83.724
32.981
97.465
32.346
24%
22 Juli ’14
11.005′
33.633
13.736
42.185
29.297
52
1)
Verhouding
tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenenfrancs.

Waarvan
Tegoed
w

Wrv.
B 1
e ee-
Data
Goud
in het
Zilver
in het
se
?
op het
buitenl.1)
buitenl.
buiteni.
ningen

29 Mrt.’28
5.544
1.864
343
57
2.345
11
1.711
22

’28
.5.544
1.864
343
59
1.449
12
1.747
15

’28
5.544
1.864
343
56
1.649
11
1.739
8

’28
5.544
1.864
343
56
1.505
13
1.797
1

’28
5.544
1.864
343
57
2.055
10
1.705
31 Mrt.’27
5.548
1:864
342
76
3.398
8
1.854
23 Juli ‘141
4.104

640

1
1.5411
8

1
769

Buit.gew. Schat-
Diver-
Rekg. Courant
Data
voorsch.
kist bil-
Circulatie
Parti-
ajd. Staaf
lettenl,)
culleren

29Mrt.’28
23.150
5.930 26.001
58.580
8.387
5
22

’28
23.100 5.930
26.087
58.556
7.704
10
15

,,

’28
23.100
5.930 28.226 58 899
7.804
28
8

,,

’28
23.200
5.926
26.893
59.271 7.829
121
1

’28
23.500 5.914
26.298
58.433 7.710
.

28
31Mrt.’27
28.150
5.658 11.104
52.385
3.809
28
23 Juli’14
– .

5.912
943
401
1)
Waarvan
beschikbaar
463
millioen.

In disconto
genomen
wegens
vOorsch. v. d.
Staat aan
buiteni. regeeringen.
3)
Sluitpost
activa.

DUITSCHE RLJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark

Data
Goud
Daarvan
hij bui-
teni. circ.
banken)]

1
Deviezen
1
als goud-
1
dekking
geldende

J
“Andere
,

wissels
1

en
1
cheques

1
Belee-
ningen

23 Mrt. 1928
1.908,9
85,6
226,8
1.927,6
31,3

15

,,

1928
1.888,1
85,6 262,1
2.000,7
91,0
7

,,

1928
1.883,3
85,6
297,3
2.260,9
50,6
29 Febr. 1928
1.888,4 85,6
282,0 2.336,3
117,1
23

,,

1928
1.886,3
83,5
295,1
1.924,7
22,6
23 Mrt. f927
1.859,2
101,4
223,7 1.454,5
12,8
30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
1

.Rekg.-
Diverse
ten
Activa2)
latie
1

Crt.
Passiva

23 Mrt. 1928

94,2

548,2

3.763,1

495,2

174,8
15

,,

1928

94,2

534,4

3.885,8

492,1

177,7
7

,,

1928

94,2

510,0

4.067,7

526,5

222,9
29 Febr. 1928

94,2

551,8

4.268,2

491,0

221,3
23

,,

1928

94,3

506,2

3.652,9

604,2

214,8
23 Mrt. 1927

92,9

492,8

3.003,4

740,3

193,5
30 Juli

1914
1

330,8

200,4

1.890,9

944,-

40,0
‘) Onbelast.
3)
W.o.

Rentenbankscheine 2.3, 15, 7 Maart 29, 23 Febr.
.
23 Maart ’27, resp.
413;
39; 43;

18; 47; 113 miii.
NATIONALE BANK VAN BELdE.
Voornaamste posten in inillioenen Belgas.

Goud

0.
o
.
rekg. Crt.

0
00
£Jaa

.L
0

.1
928
,
0
N
2 3
,2

.
.

1M
c..,.1

29Mrt.

751

449

44

522

53

393

2.076

15

91
22

,,

751

428

44

516

44

392

2.057

19

68
15

,,

750

437

44

525

41

389

2.084

23

50
8

,,

750

451

’44

529

51

382

2.088′

27

68
1

,,

742

457

44

518

’60

386

2.107

17

59
31Mrt.
2
633

416

40

453

51

400

1.874

27

64
‘) Aan de schatkist gecedeerd. 2)1927.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD

AMERIKA.
FEDERAL RESERVE
BANES.
Voornaamste
posten
in millioenen’dollars.

Goudvoorraad

1
Wettig
Wissels

Data Totaal
bedrag
Dekking
F.
R.

Notes

betaalt
middel,
Zilver
etc.

In her-
disc.
V.
d.
member
banks

In de
open
markt
gekocht
14Mrt.’28
2.788,4
1.427,8
168,3
472,3
343,3
7

,,

1
28
2.812,2
1.395,2 163,4
482,1
338,5
29 Fbr.’28
2.808,4
1.435,0 165,9
492,6
343,8
21

,,

’28 2.819,8
1.437,0 164,6
461,0
353,2
15

,,

’28 2.813,6
1.412,8 167,2 481,1
354,8
8

,,

’28 2.817,6
1.473,1
167,5
458,8
369,3
16Mrt.’27
3.023,7
1.735,6
161,1
330,5 218,9

,

,

Data
Belegd
in U. S.
Note’s
Totaal
DeP,o

Gestort

D.

I-
1
Bx
1
Gov.Sec.
in circu-I
Kapitaal
kings- kings-
____________
____
latie
1
perc.l)
1

perc.’)
14Mrt.’28
400,9
1.574,1
2.402,9
136,5
70,1
74,3
7

,,

’28
402,7
1.591,4
2.410,7
136,6 70,3
74,4
29Fbr.’28
407,6
1.588,2
2.425,6
136,6
70,0
74,1
21

,,

’28
401,5
1.591,9
2.404,9
136,5
70,56
74,7
15

,,

’28
408,4
1.5.86,2
2.443,8
135,9
69,8 74,0
8

,,

’28
401,3
3.584,2
2.445,2
134,6
69,9
74,1
16Mrt.’27
475,3
1.706,2
2.323,0
127,7′
75,0
79,0
1)
Verhouding
totalengoudvoorraad
tegenover opeischbare
schulden:
F. R. Notes en netto deposito.

2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ
HET
FED. flES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dolla.rs.

Data
Aantal
banken
conto’s
en
Beleg-
gingen

Rerve
bi! de
I. R.
Totaal
depo-
Waarvan
time
beleen.
banks
sito’s
deposits

7Mrt.’28
650 15.153
6.529
1.743
20.324
6.676
29 Fbr.’28
649
15.143
6.558
1.755
20.405
6.655
21

,,

’28
648 15.048 6.527 1.744
20.174
6.644
15

,,

’28
649
15.131
6.535
1.762
20.412
6.661
8

,,

’28
649
15.164
6.542
.
1.779
20.384
6.666
9Mrt.’27
675 l
14.281
5.669
f.635
19.054 6.031
Hierachter
volgen enkele
hankstnten, welke
aan
het eind van ieder kwartaal worden opgeiiomen.

Dek-
kings-
percen-

4
April
1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

305

I. FEDERAL RESERVE BANK TE NEW YORK.
(In mi11ioeneii Dollars.)

Goudvoorraad
J4feitlg
Wis,el,

__________________

Totaal
Delking
in herdisc.
van de
t, ci

open
markt
Dato
betaal-
middel,
bedrag
FR. Notes
Zilver
dc
member gekocht
bank,

7

Îtlrt. 1928..
1.018,2 310,5
31;8
124,4
93,2

29 Febr.1928..
1.056,5
332,0
32,3
83,3 96,5

21

.,

1928..
1.037,7
333,7 31,9 87,8
102,8

15

1928..
995,0 270,3
32,2
153,8
96,4

8

1928…
1.033,1
312,2
32,6
125,7
95,5

1

1928..
1.019,5
313,9
32,6
114,3 103,6

25 Jan. 1928..
992,9 335,7
32,1 115,1
80,0

18

1928.
.
1.072,1
387,7
33,2
84,9
78,6

11

1928..
987,0
330,2
31,1
148,8
85,6

4

1928.
.
945,4
296,7
29,8
178,8
96,4

28 Dec.

1927.
.
862,1
243,0 22,2
263,5
95,9

21

1927.
.
946,3
299,3
19,9
192,8
76,9

14

,,

1927.
.
947,5
355,6 23,2
128,4 104,4

9 Mrt. 1927..
1.051,7 382,7 33,8
113,1
76,3

10

£slrt. 1926..
1

931,6
1

339,8
1

42,4
1

156,0
69,1

Dato
iïI
U. S. Gov
.
n
Totaal
Gestort
Algemeen
Dekkings-
Scc.
circulatle
Depo,ttos
Kapitaal
perc.
1)

7

Mrt. 1928..
75,9
346,5
954,1
42,4 80,7

29 Febr.1928.
.
80,9
348,7
956,2
42,3
83,4

21

,,

1928..
75,9
350,3 934,7
42,2
83,2

15

,,

1928..
80,6
347,3
959,7
42,1 78,6

8

1928.
.
75,9
343,0 980,3
41,9
8(1,5

1928..
91,7
344,5 980,3
41,8 79,4

25 Jan. 1928..
85,4
342,3 926,9
41,6
80,8
18

1928..
101,1
348,7
988,4
41,5
82,7

11

1928..
127,5
354,4
1.000,8
40,3
75,1

4

1928..
189,8
374,2
1.041,6 40,3 68,9
28 Dec. 1927..
168,7
377,2
995,7
40,3
64,4

21

1927..
154,0
383,7
972,1 40,3
71,3

14

,,

1927..
160,3 368,6
964,2 40,2
72,8

9 Mrt. 1927..
54,1
414,4
874,7 38,2 84,2
10 Mrt. 1926..
61,3
1

371,3 864,5 33,8
78,8
1)
Verhouding totaten voorraaa muntmateriaal en wettig oetaat-
middel tegenover F.R. notes en deposito’s.

ii. ZWEEDSCHE RIJKSBANK.
(In millioenen Kronen.)

ata
OU

Buiten!.
tegoed
en
wissels

Zweed
sche en
vreemde
Staatsf.

Dis.
conto’s
en
Beleen.
1
)

Circa-
latte
Rek.
Cr1.

10 Mrt.’28
233,1
106,3
116,6
211,3
457,8
175,2

3

,,

’28
233,1
110,2 116,6
229,6 483,2
170,5

25Feb.’28
233,3
115,1
116,6
184,1
431,2
193,0

18

,,

’28 233,4
128,0
116,6
182,3
440,8
195,4

ii

’28
233,6
132,7
116,6 180,3
448,4
189,9

4

,,

’28
233,7
135,2
116,6
193,1
468,0
188,6

28 Jan.’28
233,8
134,3 116,2
191,6
436,3
216,9

21

’28 233,8
136,4
116,2
219,4
433,1
245,7

14

’28
230,0
146,9 116,3
229,3
453,8 252,2

7

’28
230,1
149,8
116,3
260,2
469,9
261,5
31 Dec. ’27 230,2
158,3
116,3
297,3
526,2 267,6

24

,,

’27 230,2
152,9 116,3
281,1 490,7
263,4

17

1
27
230,4
142,5
116,2
294,4
488,2 274,0

12 Mrt.’27
222,5
128,5
60,4 226,6
465,9 93,2
13 Mrt.’26
229,7
142,6
47,3
265,9 468,9
145,5

25Juli’14
105,8 115,6
28,0 92,4
206,2
68,2
1)
Vana!
z,
‘Jet.
;ll
exci. oe voorscnouen en ,çascreu,eLeii,
uit
ILLCL
voor dekking beschikbaar
zij
n.

III. BANK VAN NOORWEGEN.
(In millioenen Kronen.)

Data
Goud
Te goed
In hel
buttenl.
Effecten
Dis-

Beleen.
latk
k
Cr1.

7 Mrt.

1928..
147,2
34,3
10,1
311,0 312,3
137,7
29 Febr.

1928..
147,2
33,3
10,1
314,3
313,6
138,9
22

1928..
147,2
26,4
10,1
298,5
307,6 120,4
15

1928.
.
147,2
30,1 10,4
301,3
308,4
121,0

7

1928..
147,2
20,3
14,6 301,1
316,5
106,8
31 Jan.

1928..
147,2
10,2
18,6
308,9 394,7
101,5
23

1928..
147,2
33,3
25,7 260,0 309,2
98,8
16

1928..
147,2
23,2 25,7 258,9
313,8 85,2
7

1928..
147,2
30,8
25,6 257,9 320,4
85,1

31

Dec.

1927..
147,2
46,8 25,6
260,5
330,9 94,6
22

»

1927.
.
147,2
32,9
25,6
245,0
339,8
56,1
15

,,

1927..
147,2
36,9
26,9
240,2 325,8
69,9

7 Mrt.

1927..
147,2
49,4

.
45,6
393,0 317,4 272,3
8 Mrt.

1926..
147,2
90,3
13,6
283,0
325,3
150,3

22 Juli

1914..
52,4
65,7
8,9
79,3
120,8
10,7

1V. NATIONALE BANK VAN DENEMARKEN.

(In millioenen Kronen.)
Data

.
Goud Pasmunt

Tegoed
In het
bulten.
land

conto’,
en
Beleen.

Circu.
latte
Rek. Crt.

29 Febr.1928..
182,0
11,5
64,8
180,3
335,7
22,4
31 Jan. 1928..
182,0
11,5
73,2
191,5
335,8
24,4
31 Dec. 1927..
182,0
11,0 92,1
203,7
354,2
45,1

28 Febr.1927..
201,6
15,0
31,8
227,5
355,9
25,2
27 Febr.1926..
209,2
15,2
73,1
258,7 398,6 41,6

30 Juni 1914..
75,6
6,6
19,8
95,6
159,8
4,8

V. BANK VAN SPANJE.

(In millioenen Pesetas.)

Data
Goud
Zilver
Staal,-
fond-
sen i)

Di
con
,
to

,

B ien.

C,rcu-
lat,e

Rekg. C,t.

Pa,tic. St00t

24 Maart’28
2.608
702
586 1.649
4.154
969
207
17

’28
2.608
698
586
1.652
4.175
983 169
10

’28
2.608
695
586 1.703
4.216
979
178
3

’28
2.608
697
586
1.717
4.206
943 267
25 Febr. ’28
2.608
698
586 1.703
4.170
999
202
18

’28
2.608
695 586
1.747
4.197
1.000
198
11

’28
2.607
693 587
2.364
4.26
990
228
4

’28
2.607
694 587 1.934 4.221
961
43
28 Jan.

’28
2.606
695
587 1.671
4.157
1.085 70
21

’28
2.606
691
587 1.728
4.170
1.098
13
14

’28
2.605
687
587 1.705
4.211
1.103
11
7

,,

’28
2.604
684
587
1.714
4.238
1.083
14
31 Dec.

’27
2.604
685
587 1.730
4.202
1.087
52

26 Maart ’27
2.588
698
587
2.649
4.256
985 439
27 Maart’26
2.537
667
589
2.184
4.331
1.127
352

24 Juli

’14
543,5 726,8
494,4
783,8 1919,0 497,9
1)
Ten bedrage van 344 millioen, plus voorschot in rek.-crt. aan de schatk.

.vI. ZWITSERSCHE NATIONALE BANK.

(In millioenen Francs.)

Data
Goud
Ztloer
Tegoed
in het
buiten.
land

Dis.
conto’s
en
Beleen.

Circa-
latte
Rek.
Cr1.

23 Maart1928..
432,2
62,8 48,5
338,2 780,3 88,3
15

1928..
432,3
1

62,7 36,2
348,8
779,5 98,2
7

,,

1928..
432,5
62,3
29,8 379,3
795,8
91,7
29 Febr.

1928..
432,6
62,5
24,2
377,8
819,2
65,3
23

,,

1998..
432,7
63,2
22,4
336,8
758,1
76,6
15

,,

1928..
432,9
62,9 55,5
340,7
760,7
120,2
7

1928..
433,0
62,3
65,1
355,3 784,3
112,0
31

Jan.

1928..
451,2
62,3
62,7 357,2 814,1
113,7
23

,,

1928..
451,3 62,2 59,3
369,0
763,0
160,9
15

1928..
451,4
63,9 82,8 368,2
788,7
175,6
7

1928..
491,8
63,4
58,3
406,3
832,7
183,0
31 Dec.

1927..
517,0
62,9
28,8 448,9
‘917,4
153,4

23 Maart 1927..
452,0
74,7 23,1
316,9
757,5
102,6
23 Maart1926..
417,3
93,0
32,1
320,5
732,9
120,8

23 Juli

1914..
180,1
18,9

107,8
267,9
105,2

VII. OOSTENRIJKSCHE NATIONALE BANK.

(Voornaamste posten in millioenen Schillingen.)
1)

Data
Goudl
Vreemd
geld. deie.
zenen tegd.
uh, buit.!.2)

Afl
dd
7
re

valuta

conto’s
en
Beleen.

Voor-
schot
a(d.
Staat

Circu-
laSte
Rek..
Crt.

23 Mrt.’28
117,2
306,8
263,0
56,3
170,6
825,2
90,9
15

’28
117,2
.308,7
263,1
64,7
173,0
854,6
74,0
7.

,,

’28
117,2
308,9
260,8
90,5
173,0
877,7
74,5
29Feb.’28
117,2
313,6 261,5 94,0
173,0
917,2
44,0
23

,,

’28
84,5
315,8 257,6
68,1
173,0
815,0
86,0
15

,,

’28
84,5
314,6
256,6 75,6
173,0
838,2
68,3
7

,,

’28
84,5
328,3
257,1 95,4
173,0
873,3 67,2
31Jan.’28
84,5
337,3
263,9
105,3
173,1
919,5
46,8
23

,,

’28
84,5
338,2 264,7
81,7
173,1
827,6
117,4
15

,,

’28
84,5
352,5
267,4
99,2
173,1
875,4
104,1
7

,,

’28
84,5 370,8
272,5
118,6
173,1
924,1
97,6
31Dec. 27
84,5 379,2
274,2
132,1
173,2
1.005,3
39,6
23

,,

’27
84,5
378,0
272,1 102,5
173,2 914,1
97,5

23 Mrt.’27
57,2
439,5
146,4
37,8
173,9
780,8
79,8
23 Mrt.’26
14,8
489,6
46,8
74,9
183,6 726,7
84,7

1 Schilling
=
0.694 goudkronen
=
10.000 papierkronen.
Als dekking der circulatie en saldi in rekg. crt. geldende, volgens
art. 85 der Statuten.

306

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 April 1928

VIII. NATIONALE BANK VAN HONGARIJE.

(In millioenen Pengö’s. 1 Pengö
=
12.500 Kr.)

Data
Goud

Vreemd
geld.
deiezen
tegoed

Binnen!.
1

13
Wlsse
1

ceden

Voor-
3db!
aan den lotie
Clrcu-

Rekg.. Courant

in he
eb

effecten
Staat
Staal
Partic.
Uenl.’i

23Maart’28
197
95
276
106
389 309
17
15

,,

’28
197
104
286
106
405 312
18′
7

’28
197
107
296
106
421
311
15
29 Febr. ’28
197
105
304
106
442
297
171
23

’28
197
97
285
106
388 325
15 15

’28
197
97
287
106
413 305
12
7

’28
197
104
305
106
452 288
16
31 Jan.

’28
197
106
313
111
467
280
15
23

’28
197
100
280
111
392 323
13′
15

’28
197 98
291
111
414
309
15′
7

,,

1
28v
197
105
300
111
430
310
14
31 Dec.

‘271

197
114
332
111
487
281
28′
0-

,,
3

’27
197
108
305
115
428
318
15′
15

,,

’27
197
105
294
115
415
2)333

M
23aart’27
169
85
184
119
367
252
11
23Maart’26
84
156
134
154
344 204
23
‘)
Als
Oekking van biljetten en saldi in rekg.-courant geldende, vol-
gens art. 85 der statuten.
2)
Totaal Rek-Courant.

IX. TSJECHOSLOWAAKSCHE NATIONALE BANK.

(In millioenen Tsjechoslow. Kronen.)

ata Vorde-
ring op
aen
.,taol

G ‘d
OU
en
Lit
Ver

Vreemd
geld en
tegoed In
elou,t.,.

Discon-
to’s en
oelce-
ningen

Circu-
latle
Rek.
Lrt.

15 Maart 1928
4.370
1.118
1.936
79
6.628
1.168
7

,,

1928
4.374
1.118
1.963
86
6.814
1.044′
29 Febr.

1928
4.383
1.118 1.963
68
7.075
813
23

1928
4.01
1.109 2.002
67
6.429
1.442
15

1928
4.409
1.108
9.033
67
6.509
1.433
7

1928
4.413
1.108
2.054
79
6.808
1.192
31 Jan.

1928
4.422
1.108
2.052
83
7.099
949
23

1928
4.426
1.108
2.094
104
6.570
1.635
15

1928
4.434
1.108
2.161
129
6.947
1.526
7

1928
4.438
1.108
2.295
142
7.412
1.336
31 Dec.

1927
4.444
1.108
2.424
126
8.417
690,
23

,,

1927
4.472
1.108
2.320
83
7.300
1.392′

15 Maart 1927
4.754
1.048
1.964
112
6.438 2.006
15 Maart 1926
4.970
1.074 1.170 883
6.666
1.788

X. ZUIDAFRIKAANSE RESERVEBANK.

(Voornaamste posten in duizenden Ponden.)

Data
Gou

en
.
Goud-
cert.

Dis-
Conto’,
en
6e/een,

Waar-
00fl
Reg.-
papier

Circu-
lotle
Rek.-
Cr1.

Alge
meen
Dekkings
perc.)

9 Maart 1928..
7.506
8.317
1.722
8.037
7.726 48,4
2

,,

1928..
8.259
8.683
1.729
8.868 8.120
50,4
24 Febr.

1928..
8.638
7.588
1.957
7.638 8.667
54,4′
17

,,

1928..
8.307 7.936
1.953
7.600
8.344
53,7
10

,,

1928..
8.057 7.750
2.255
8.027
7.600
52,7
3

,,

1928..
8.246
8.251
2.425 8.594
7.600
51,1
27 Jan.

1928..
8.145 7.860
1.998
8.152 7.122
53,8
20

,,

1928..
7.425
8.279 2.0o2
7.703
6.691
50,9
13

,,

1928..
7.502
.8.506
2.014
8.098 7.002
50,41
6

,,

1928..
8.357 8.332 2.037 8.776 7.140
52,9
30 Dec.

1927..
8.226 8.899 2.012 9.309 7.049
50,9
1927..
7.643
8.612
1.889
8.490 6.940
50,5
15

,,

1927..
7.757 7.752 1.448
8.153 6.830
50,91
9

,,

1927..
7.255
7.494
1.452
8.372 6.982
48,3
12 Maart 1927..
7.746
7.382
2.114
7.507
7.320
51,9
13 Maart 1926..
8.396
6.924
2.074
7.428 7.363
56,1
j
vernouoing goud, goucicert. en pasmunt tegenover ope schbare
schulden: bankbiljetten en deposito’s.
1)
Regeering plus bankiers.

XI. BANK VAN LITHAUEN.
(In millioenen Lita’s.3
t

Data
Goud
Zilver
Buiteni.
Devie-
zen

Dis-
conto’s
en
Beleen.

Kapi
taal

a-
I
l
in
omloop

1
Depo.
1

sito’s
1

15 Mrt. 1928
34,2
4,6
53,7 77,9
12,0
96,2 64,6
29 Febr. 1928
34,2
4,7
57,1 77,9
12,0 99,6 65,7
15

,,

1928
34,2
4.7
56,7
79,3
12,0
100,1
64,6
31 Jan. 1928
33,2
4,7
57,1
81,9
12,0
100,9
64,7
15

..

1928
33,2
4,6
50,4
82,3
12,0
96,3
68,2

31 Dec.

1927
33,2
4,6
51,6
81,1 12,0
96,6
65,1
15Mrt. 1927
31,4
5,0
41,0
58,6
12,0
91,6
38,1
15 Mrt. 1926
30,3
9,2
33,6
49,0
12,0
83,7
26,4

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 2 April 1928.

De algemeene steniming op de internatioiiaie fon1sen-
maricten is in de achter ons liggende berich’tsperiode opge-
wekt geweest. Voorn’ae1jk is dit .tot ui4i.n gekomen aan
de beurs van N e w Y o t’ k, waar, naast groo±e omzetten,
een vrijwel algemeene stijging van het ‘koersuiveau plaats
heeft gevonden.. Het ‘ warén eenerzijda cle berichten uit de
nijverheid, welke hiertoe aanleidisig hebben gegeven, ander-
zijds de uitbreiding van tal van industrieën, welke uit-
werking 03) cle verbeeld4ng vain het publiek hebben, zooal’s
gramofoonmaatschappijen, radio ondernemingen, tel egraf ie-
en telefonie maatschappijen, en•z. Dat de specu.latieve be-drjvigheid nog steeds toeneemt, wordt gedemonstreerd door
‘de toeneming van de voorschotten aan beursmakelaai-s,
welke in de berichtsweek met $ 46 inillioen zijn gestegen.
De markt te Londen was iets kalmer na den storm-
achtige bewegingen in tal van fondsen gedurende de achter
ons liggende weken. De ondertoon is echter vast gebleven.
De stemming in de markt voor industrieele aandeelen was
onregelmatig. De petroleummarkt heeft in den aanvang van
de b erich’tsweek neiging tot stijging getoond, doch toen het
interim dividend van de Anglo Persian ‘werd gepasseerd,
keerde cle tendens. De rubbermarkt is zonder handel gé-
bleven; men heeft de vooi-‘keur gegeven aan een af wach-
tende houding, in v8rband met het feit, dat binnen enkele
dagen door de regeering een vet-klaring omtrent het stelsel
Stevenson zal worden afgelegd.
De ‘beurs te B e r 1
ij
n heeft over het algemeen een stij-
gin
g
in het licht gesteld. Deze ‘is echter pas tegen het ei’ndt
van de berichtsweek tot stand gekomen. Aanvankelijk viel eerder een matte houding op te merken en zelfs later, toen
de grondtoon. beter werd, ‘zijn hierdoor niet alle fondeer
gesteu.ud.
Ook te P a r ii s is de markt ruimer geworden. Het heeft
een goeden ‘indruk gemaakt, dat en regeling tot stand is
gekomen betreffende de oorlogsschuld van Roemenië. Men
heeft dit al’s een voorlooper ‘beschouwd van d4 stabilisatie
van het lioemeensche betaalmiddel en evëneens aus een aaii-
duidi’ng, dat cle stabilisatie van ‘den franc niet lang meer op zich zal laten -wachten. Zoowel uit het ‘buitenland als
van Fransche zijde zijn dientengevolge ruime kooporciers
in ‘de markt gekomen, wat een vaste stemming veroorzaakte.
De mai-kt t en oinz en t heeft voor sommige af.deelin-
gen een bewogen verloop gehad, terwijl de gron’dtoon over
het algemeen opgewekt is gebleven. Ook van cle
beleg,ings-
markt
kan dit laatste werden gezegd. Naar het schijnt is
eenige beleggingsvraag ontstaan in verband met vrijkomen-
de gelden’ uit de aflossing van ‘cle staatsleening 1923 B.
6 ‘pot. Ned. Werk. Schuld 1922: 105
11
1,
105%, 105151
1
,
1057/
s
; 434 .pCt. Ned. ‘Werk. Schuld 1917: 1007/
s
, 100
13
1i
6
, 100
15
1;
4%’ pOt. Ned. Indië 1926:
‘°I’°’
98%, 98
9
11.6;
5 pOt. Brazilië 1903 £ 100: 85
1
1,
84
1
/8;
5 pot. Brazilië
1913: £ 20-10O: 76, 7, 76% ; 8 pOt. Sao. P’au’lo 1921:
106%, 106
11
(1
6
, 106
15
1
16
.
$terk heeft de afdeeling voor
i’n&tstrieele oscdernesniingen
de aandacht getrokken. Nadat gedurende enkele weken aan-
deelen Philips op den achtergrond varen gebleven, is in
dle achter ons liggende berichtsweek bijzonder gi

oote vraag
voor het fn’d’s ontstaan. Een belaaigrjke verbetering is
het gevolg geworden. De kooplust was het gevolg van gun-
•stige verwachtingen omtrent de cijfers over het jaar 1927
en heeft ook eenigszi’ns iii verband gestaan met de stijging,
welke voor aandeolen in ‘buitenlanelsche radio ondernemin-
gen op te merken is geweest. Voorts hebben kunstzij’:Ie
soorten de aandacht getrokken. De ‘stemming was aanvaji-
klijk eenigszins gedrukt, doch later werden de n’adeelige
verschillen meestal weder ingehaald. Zeer omvangrijk was
de koersstijging voor aandeelen Internationale Visoose
Compagnie, in verband met het bericht, dat deze maat-
schappij het middelpunt van de groep der Hollaaidselie Kunatzijde Industrie zou gaan vormen. Centrale Suiker
Mij.: 96%, 94,
929
/an 91%, 89; Hollandsche Kunstzijde
Industrie: 209%, 198, 203%, 196%; Holl. Mij. th. maken
van, werken in gew. Beton: 204%, 202, 206, 210; Jurgens:
281,
28
3%, 282%, 286; Maekubee: 164,
160%,
16234, 165;
Internationale Viscose Comp.: 108, 106%:, 113%, 121, 130;
Mijnbouwkundige werken: 116, 109 (ex div.), 109%, 109;
Ned. Kahelfabrieken: 514, 519, 520, 514, 510, 518; Ne:l.
Kunatzij’def’abr.iek: 462%, 453, 459, 452%; Philips Gloei-
lampenfabriek: 576, 579%, 592%., 610, 635; Zweedsche
Lucifer Mij.: 373%., 376%,, 3653/
4
, 364%.
De
s

ubbes-markt
heel t een afwachtende houding aange-
uomen. De koersverschillen zijn niet van groote beteekenis geworden; noch de beroepshandel,” noch. het publiek heeft
iii belangrijke mate aan den handel deel genomen. Am-
sterdam Rubber:
264/8,
269, 270,
267%,
264; Deli Batavia:

4 April 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

307

198
1
, 202, 203, 20034, 198
3
/8
;
Etessa Rubber 380, 316,

3793/, 379; :iii’disohe :Rttbber: 313, 320 318
1
/2, 317; Kali

TeIe1)ak : 287, 23, 288, 295, 302, 297
;
Nd.-Itid. Rubber &
Kyffie: 29, 300, 3023 ; Oost Java Rnbber : 50, 356, 370, 3733, 369; R’dani Tapano1i:
147,
1494, 146, 145
;
S:r-

badjatli: 248, Z54., 257, 248; Suxnaitra Coiitchouc: 210,
213, 21.0, 210; •Su-inatra Rubber: 25, 2
,
483, 246; Ver-

eenigde Iin.dic1ie Oultuuronicleimemingen 164%, 169Y,
170, 163
;
Interoontineuita1 Rubber : 16, i6″132, 15%.
AaavcZeelen in t&iksonderneffl’ingen
hb1en blijk gegeveiL
van een goede stemming. Nu cle eerste twee voorjaarsi’n-schrijvingen achter den rug zijn is de ‘belangstefling meer
gericht geweest op de Javasoor’Leu, doch o&k voor Stmta-
tr.a-aiancleelel.i is eenlige verbetering op te merken geweest. Arendaburg: 652%; 659%’, 658%., ‘657; Besoeki Tabak: 518,
517, 520, 525, 539; Dcli Batnvi.a: 612, 61S%, 613%, 610%,
624%, 621; Dcli Mij.: 459, 458, 461, 459, 456%
;
Ngoapit:

430, 427, 425, 422; Oostkust: 2.35%’, 2.37/2, 241%, 239,
234
1
/
,
2
‘; €encmba.h: 489, 488, 485, 493%, 495, 488.
Voor suikereandeeiøn is
eenige vraag ontstaan, nadat cle
verkoopen van V.J.S.P. tegen een hoogere limite

f
15.25
p(,r 100 KO. – bekend waren geworden. Een uitaosi’clering
hebben aandeelen Haudelsvereeniging ,,Amsterdam” ge-
vorind. 01) swnnaige dagen is ook hiervoor goede vraag
ontstaan, doch de koersverbeteriug, welke hiervan ht ge-
volg is geweest, heeft zich niet kunnen haniclhaven. Ciii-
tuur Mij. de Vorstenlanden: 191%, 192%; 192%; Handels-
verg. Anisterdam: 790%, 788%, 780, 793, 790, 784; Ja-
vtsriie Cultuur Mij.: 424%, 422, 428 %,. 429; Moormtnn:
429, 435, 438, 445; NecI.-Tnl. Suiker Unie: 305, 303
1
312%,

307%, 309; Pagottan: 327%,, 328% 322. 325; Poernoredjo:
1257, 12.5%
2
127%; indrmg1aoet: 465, 468; Su:iker Cul-
titlir Mij.: 306, 305,, 308, 310%
;
Tjepper: 815, 824%, 820;
Wattoetoelis Pappoh: 895, 910, 905, .915.
De aldeeling voor
petroleunaaiwleeIe7i
heeft een hëtcr
aspect gekregen onder den invloed van de stijging van
pebrolcumfoiidsen in ‘de Vereen.igde Staten. Aan onze ‘beurs
is dit het best op te merken geweest l)i aandeelen Marland
Oil •Company, doch ook aandeelen Konitnklijke Petroleum
Mij. waren in grootere ‘mate gevraagd.. Later is voor laatst-
genoemde aandeelen weer een reaçtie ïratgetrecl.en; de nchter-
uitgang iii koers ging gepaard niet allerlei onointrô1eerbare
geruchten omtrent een tegenvallend slotdiviclenlI, een ver-
scherping van .den strijd met de ‘Stanciar4 Oil, enz.
Do.rdtsche Pc’tr.
Trui.
Mij’.: 326%, 321%, 323, 322; Oer..
IT.11. Petr..: 190%; Kon. Pe’tr. Mij.:
346%,
344, 341
Perlurk Petroleum: 76
8
/s, 77,
755/s,
75%;
Peteclawa:
25%,
24%, .25, 25% ; Marland 011: 361, 37 %. 40/16, 40%.
&-heepveartaandeelen
waren doorgaans vast, dor.h zonder opmerkelijie koersveranderingen De bel angstel 1 ing, welke
korten tijd voor .a,andeelen Java China Japan Lijn heeft
lestaan, is weder ver.cl’ivenen, hoewel een reactie van ho-
teekeni’s niet ‘is iingetrede.n. Holland Amerika Lijn: 83%,
81, 82%, 81; Java-China-Japan Lijn: 136, 138, 142h, 140,
141%; Kon. Ned. Stoomboot Mij. 96, 93% 92%; Ned.
Scheepvaart Unie: 209%, 209, 210, 211%’; Nievelt Con-
drisan: 129, 1.26
1
/s, 128%, 130%, 129%
;
Stoomvaart Mij.

Necler.ltnnd: 200%. ‘201%, 202%..
De .afdeelin.g voor
inijisbouw aendeeien
was vrij opgewekt,
In het bijzonder voor aandeelein Algemeene Kxploratie
Maatschappij. Voor aandeelen Redjang Le’bong scheen de
verlaging van het dividend reeds tevoren in het ‘koerspeil
te zijn verdisoo’nteerld. Alg. Exploratie Mij’.: 78, 77%,
Sl’, 79%, 86%; Billiton le Rubriek: 969, 967, 071., 975;
Boeton Mijnbouw Mij.: 160%, 158%, 166, 159; MUller &
Co.’s Mij’nbor’,v Mij.: 91%, 92%, 93%Ç 94; Radjang, Lebong:
127, 1
9
20,
125, 127; Singkep Ti.n Mij.: 431
2
429, 422, 431.

.flenlcaemteeleat
hebben over het algemeen hun k.oerspei1
iets kunnen verhoogen. Amsterdamsche Bank: 187
8
/s,

186%, 1.85%. 187
3
/,q;
Incasso Bank: 129
1
/.-,
,; J.avasche Bank:
345; Koloniale Bank: Z7.5
5
/, 272
2
277, ‘27.5%; Ne,d.-Ind.
Handelsbank: 181, 178%, 182%; Neci. Handel Mij. C. v. A.:

175
7
/8,
175%, 1
.
77
1
/, 180, 179i/, 180%
;
R’daimsche Bank-
vereenigiuig: 103, 98% (ex div.), 987/
s
; Twentsche Bank:

147%.
Voor de
Amerikamssclbe ?nwrkt is
(le .bel.aurgstell’ing groot
geweest. Ook de omzetten zijn toegenomen, hoewel het
slechts enkele fondsen waren, welke op den voorgrond zijn
getreden, ,zooals Chicago Milwaukee, U.’S. Leather, erts.
A,nacound’a Copper: 113%, 111, 1151i, 123
3
1,
120%
Stu.clebak,er: .62%, 66, 64%, 65
19
/ic; United States Steel
Corporatioxi: 1487/
g
, 151%, 147
2/s;
United ‘States Leather:
28
19
/
3
2, 27
29
1
32
,
2851,
3217/
33
; Aithison Topeca: 189
3
8,
187¼, 186%; Chicago Milwaukee & ‘St. PAul C. van 10
gew. aansl.: 27%, 28
1
1
3
2, 297%, 32%, .34
3
/8;
Ewie: 56%, 57
1
/.,,
57%; New York Onutarici & Western: 28
11
1, 29’/i,
2813
116,
29; Union Pacif’ic: 194%:, 195, 194, 198; Wabash Raiiiway:
70, 72%, 71.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.
.

3 April 1928.

t.
De t a r ‘ emarkt heeft deze week een onregelmatig verloop
gehad. Over het algemeen bleven de zaken ldei.ner dan in cle
voorafgaande weken en vooral was dat in de eerste helft der
week het geval, toen de markt nog sterk onder den indruk
verkeerde van de flauwere stemming, die eenige dagen te voren
in Noord- en Zuid-Amerika was ingetreden. Na enkele zeer
stifie dagen trad echter te Chicago en Winnipeg, en in mindere
mate ook aan de Argentijnsche termijnmarkten, een hërstel in
hetwelk er ook al spoedig toe leidde, dat in Engeland, waar de
zaken zeer sterk waren afgenomen, weder wat meerkooplust
ontstond. Op 29 Maart was ‘ het vooral Canadeesche tarwe,
waarin aan de Engelsche markt meer zaken tot stand kwamen,
terwijl ook Australische meer koopers trok. In Plata-tarwe
waren de zaken echter niet groot. Ook te Antwerpen kwamen,
omstreeks het midden der week, levendige zaken voor, toen,
zoowel voor Belgisch verbruik als voor den Elzas en Duitsch-
land, de kooplust een verbetering toonde. Van langen duur is
echter die verbetering der vraag niet geweest en aan het einde der week waren de zaken in geheel West-Europa weder klein. Het blijft er echter naar uitzien, dat zulke periodes van weinig
zaken niet van langen duur zullen zijn, want Europa zal zich
zeker in stijgende mate in het buitenland van tarwe moeten
voorzien en niet, alleen uit d.e West-Europeesche invoerlanden,
doch ook uit de landen aan de Middellandsche Zee komen
voortdurend berichten, dat men er in de eerstvolgende maan-
den op een flinken invoer van tarwe rekent. Het herstel aan
de Noord-Amerikaansche markten, dat zich gedurende de
geheele week verder bleef handhaven en zich op zekere hoogte
ook aan de Argentijnsche termijnmarkten mededeelde, was
gedeeltelijk op die verwachting van verdere goede Europeesche
vraag gegrond, doch hing tevens samen met de berichten om-
ti-ent de nieuwe wintertarwe der Vereenigde Staten. Het is
dan ook te Chicago de Juli-termijn geweest, waarvoor de
prijzen het sterkst zijn gestegen… Overigens liepen de berichten
nog al wat uiteen, en de rapporten van het Ministerie van
Landbouw te Washington waren vrij wat gunstiger dan de
particuliere berichten. In zooverre stemden zij echter overeen,
dat in beide sprake was van aanzienlijk winterverlies, vooral
ten Oosten van den Mississippi. Bovendien echter schijnt in
Texas en Nebraska de toestand weinig bevredigend te zijn,
doch omtrent den voor de tarweproductie zeer belangrijken
staat Kansas luiden de rapporten tegenwoordig gunstig. Met
den uitzaai der zomertarwe heeft men den laatsten tijd flinken
voortgang kunnen maken en in Canada wordt, indien de weers-
omstandigheden gunstig blijken te zijn, een flinke uitbreiding
van den uitzaai verwacht, waarvoor in het afgeloopen najaar
veel grond in gereedheid is gebracht. De wei’eldverschepingen
kan tarwe zijn deze week weder voldoende geweest voor de behoefte der invoerlanden, donk buitengewoon groot waren
zij niet en de naar Europa onderweg zijnde voorraden hebben
eenige vermindering ondergaan. De voorraden in de Argentijn-
sche havens namen echter weder toe en zijn nu bijna even groot
als in het vorige jaar om dezen tijd. De Argentijnsche termijn-
markten hebben dan ook slechts weifelend de prijsdaling van de
vorige en het begin dezer week kunnen inhalen, terwijl in
Noord-Amerika de hoogste noteeringen, welke de vorige week
voorkwamen, de laatste dagen weder vrij wat werden over-
troffen. Nadat aanvankelijk de vaste Noord-Amerikaansche
stemming in Europa den ondernemingsiust weder wat had doen
toenemen, heeft de Europeesche markt echter de Amerikaan-
sche verhoogingen niet meer gevolgd, omdat die verhoogirig
voornamelijk het gevolg was van de berichten omtrent den
nieuwen oogst waarvan de vooruitzichten zich nog zeer goed
belangrijk kunnen herstellen, terwijl voor het restant van het
seizoen in ruime mate tarwe voorhanden is. Ten slotte was Mei-tarwe op 2 April te Chicago 2. en Juli 4 dollarcent per
60 lb. hooger dan een week te voren. Te Winnipeg vond op
2 April cenige reactie op de voorafgaande prijsstijging plaats
en het slot was nog voor Mei 1, Juli 2* en October
2*
hooger dan op 26 Maart. Aan de termijnmarkten in Argentinië bedroeg
in den loop der week de prijsverhooging 10 è 15 centavos per
100 KG, waarbij de hoogste prijzen, die op 20 M art behaald
werden, te Buenos Aires wel doch te Rosario nog niet weder ten
volle werden bereikt. In Europa zijn de oogstvooruitzichten in den laatsten tijd over het algemeen verbeterd en uit ver-
schillende landen wordt bericht, dat de achterstand, die inder-
tijd door het koude weder is veroorzaakt, geleidelijk inge-
haald begint te worden.
Voor r o g ge zijn de prijzen nog steeds zeer hoog en in de
laatste helft der week zijnte Chicago, na een vrij sterke in-
zin.king, de noteeringen weder belangrijk, gestegen. Tot be-langrijke zaken naar Europa leidde dat echter niet en evenals
voor tarwe is, ondanks de schaarsolite aan inlandsche rogge in
de Europeesche invoerlan1en, de vraag den laatsten tijd slecht

14,50
14,30
246,-
259,-
14,2 5

14,75
12,40
167,_
230,-
12,-

14,90

12,40

351,_

352,-
3)
per 1960 KG.

308

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 April 1928

Noteeringen.’

Chicago
Buenos Aires
Data
Tarwe

MaTs
Haver
Tarwe
1

Maïs
Ljjnzaad
Mei

Mei
Mei
Mei

j

Mei Mei

31Mrt.’28
142
1015
57
1
11,50 7,65 15,40
24

,,

’28
13911
8

99
,
1
8

5
7
1/
11,35 7,65
15,35
31Mrt.’27
134.-
72
3
/8
’18
11,13 5,82
14,55
31 Mrt.’26
158 *_
7351,
4 ly
,
13,-
7,10
15,35
31 Mrt.’25
14634
10451
6

4131
8

14,85
9,30 21,55
20 Juli’14
82

I
56s
36g
9,40
5,38
13,70

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten

t
2April 1 26 Maart 1 4 April
1928

1

1928

1927

Tarwe (Hardwjnter
II)
….i
14,21
Rogge (No. 2 Western)
.,,.1
14,50
Mais (La Plata)

……..
1

244,-
Gerst (No: 2 barley)

..
.
•1
257,-
Haver (Canada 3)……….
14,15
Lijnkoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad) -11
4,40
Lijnzaad (La Plata) …..’
354,-
1)
per 100 KG. ‘) per 2000 KG

AANVOEREN in tous van 1000 KG.

Artikelen

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

2513 1 Maart
Sedert
Overeenk.
25131 Maart Sedert
Overeenk.
1928
1 Jan. 1928
tijdvak 1927
1928
1Jan. 1928
tijdvak 1927
1
928
9
1927

60.811
533.314
432.291 400 15.932
16.784
.549.246
449.075 6.730
.
46.494
64.919

S



46.494
64.919
Boekweit …………………
193
6.759
6.812


67
6.759
6879
27.462 298.998
303.081 1.450
59.492
64.243
356.490 427.324

Tarwe……………..

12.323
98.763
120.176

3.240
2.499
102.003
122.675

Rogge

……………..

Mais ……………….

1.099
53.943
37.092


1.030
53.943
38.122

Gerst

………………

Lijnzaad

………….
5.570
46.453
47.578
9.635
110.328 48.841 156.781 96.419

Haver.. ……………

6.882
64.313
48.459

652

64.965 48.459
Lijnkoek

…………….
Tarwemeel

………….
2.070
35.894
34.204

13.026 11.058
48.920 45.262
Andere meelsoorten
312
3.835 5.194



3.835
5.194

geweest. Ten slotte was ook Chicago voor rogge weder flauw en de markt sloot voor Mei-rogge op 2 April nog
4-
dollarcent
per 56 ihs. lager dan een week te voren.
Reeds in ons vorige overzicht was sprake van den zeer
sterken prjsval, ivellren in a ïs had ondervonden. Onder den
invloed van sterker aanbod tot dalende prijzen van nieuwe
Plat.amaïs ter verscheping in April, zonder dat daarin belang-
rijke zaken werden gedaan, ‘ondergingen de prijzen voor
spoedige mais zeer sterke verlagingen, terwijl ook daarvoor de vraag in Europa sterk verminderde. Eenig hrstel is in den
loop der week ingetreden toen aan de Argentijnsche termijn-
markten de prijzen wat verbeterden, doch het vertrouwen in den maïsprijs was in Europa zoo sterk geschokt, dat de
omzet overal zeer beperkt bleef. Slechts konden in nieuwe
Platarnais op zomermaanden weder wat meer zaken worden
gedaan, maar maIs in vroegere posities bleef vrijwel overal
meiJijk te verkoopen, ondanks de ook nu wéder ‘kleine ver-
schepingen en verdere belangrijke afnerning van den reeds klei-
nen ceilenden voorraad. Het mooie weder in Argentinië en de
zeer goede vooruitzichten van den oogst hebben ten slotte
weder tot flauwere markten geleid. Enkele reeds afgeladen
partijen nieuwe Platamais werden eenige dagen geleden te
Antwerpen nog tot hoogen prijs gekoint en ook naar Neder-
land werdenop April afladi.ng wel enkele zaken gedaan, dQch over het algemeen meent men spoedig weder lagere prijzen te
mogen verwachten en is de vraag slecht. Op 2 April sloot mais
te Buenos Aires en Rosario aan de term jjnmarkten in verge-
lijking met 26 Maart onveranderd tot 10 centavos per 100 KG.
lager, en sedert het hoogste punt, hetwelk op 17 Maart bereikt was, bedroeg de verlaging 35 k 60 centavos.

in Noord-Amerika bleef mais aanvankelijk vast.. De markt
steeg te Chicago in den loop der week voor Mei 14-, voor Juli
14-
dollarcent per 56 lbs. nadat op den voorafgaanden markt.
dag reeds een verhooging van 1 cept had plaatsgevonden.
Gunstig weder, verminderde binnenlandsche vraag en de
flauwe Argent.ijnsche markt brachten echter op 2 Maart te
Chicago voor Mei 24-, voor Juli 14- lager..
De uitvoer uit Noord-Amerika blijft klein en voornamelijk
wordt de markt er weder beheerscht door binneniandsche
oorzaken. Uitbreiding van den Noord-Amerikaanschen maïs-
export is niet zeer waarschijnlijk meer, nu biminenkort op een.
veel lager prijspeil nieuwe Platamaïs te krijgen zal zijn. In
Zuid-Afrika wordt een groote maïsoogst verwacht, doch ver-
schepingen daarvan zullen niet v66r de tweede helft van het
jaar kunnen plaatsvinden.
Ge r s t is zeer stil. Uit Noord-Amerika wordt voor spoedige
verlading zeer weinig aangeboden, doch dalende noteeringen
aan de termijnmarkt te Winnipeg leidden tot goedkoop aanbod
in de herfstmaanden, hetgeen echter ook deze week weder
zeer weinig zaken met zich bracht. Ook uit andere uitvoer-
landen is het aanbod van gerst klein en de prijzen ondergingen
voor spoedige gerst weinig verlaging. Zaken komen echter
slechts moeilijk tot stand.
Haver heeft onder den invloed der flauwere maïsmarkt
haar ‘vaste stemming verloren en zo

owel in Argentinië als in

Noord-Amerika zijn de prijzen, nadat aanvankelijk te Chinigo en Wisinipeg een verhooging had plaats gevonden, weder vrij
wat ingezakt. De vraag in Europa was deze week onbevredi-
gend en ook in haver komen tegenwoordig zeer weinig zaken
tot stand.

SUIKER.

In de afgeloopen week bleven de verschillende suikermarkten
vast gestemd.

.

De noteerin gen in N e w Y o r k bewogen zich in stijgende
richting, één kleine reactie uitgezonderd, en sloten 5 tot
9 punten hooger dan het slot der voorafgaande week.
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. bedroegen
84.000 tons, de versmeltingen 65.000 tons tegen 72.000 tons
in 1927 en de voorraden 315.000 tons tegen 218.743 tons in 1927.

Er werden belangrijke zaken gedaan tot

d.c. en 2′
3
/
16
d.c.
C.
& fr. New York.
De C u b a statistiek luidt als volgt:

1928

1927

1926
Tons

Tons

Tons
Cuhaansche Productie 17/3 .. 2.725.000 2.940.814 2.863.071
Cubaan. consumptie tot 27/3.. 17.708 25.000 30.500
Weekontvangsten afscheeph… 211.152 227.613 206.987
Totaal sedert 1 .Jan ……….. 1.866.338 2.188.252 2.327.684
Werkende fabrieken … . ……
– ‘ 155 172 175
Weekexport …………….139.225

123.892 . 99.250
Totale export sedert 1 Jan.

762.033 963.260 1.220.618 Voorraad afscheephavens … 1.104.305 1.224.992 1.107.066
Voorraad Binnenland ……..1.062.000 1.024.504 792.021
Volgens P. 0. L i c h t was voor bijna geheel Europa het
wisselvallige weer in Februari – na de buitengewoon zachte
maand Januari – niet gunstig voor het te velde staande
wintergewas, dat hier en daar nogal sterk van de plotseling
intredende vorstperiode te lijden had. Deze omstandigheid,
gevoegd bij het vraagstuk van het tijdig aanwerven van vol-
doende veldarbeiders en nog andere alsnog vast te stellen
factoren, maakt het zeer moeilijk reeds op dit vroege tijdstip
eene betrouwbare raming te geven van het areaal voor den
bietuitzaai voor de campagne 1928/29. Licht publiceert zijne
eerste cijfers dan ook onder voorbehoud, dat deze nog voor
sprekende veranderingen vatbaar zijn:

1928/29 1927/28 1926/27
Raming.
H.A.

H.A.

H.A.
Duitschiand …………….412.000

406.233

369.160
Tsjecho Slovakije …………

253.000

281.321

258.176
Oostenrijk ………………26.000

23.399

18.677
Hongarije ………………59.000

62.353

61.630
Frankrijk ………………234.000

234.430

218.970
België ….. . …………….

68.000

71.380

61.755
Holland …………………69.000

69.002

60.492
Denemarken …………….37.000

40.300

29.900
Zweden …………………41.000

40.596

4.418
Polen ………………….203.000

203.302

180.452

4 April 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

309

Italië

………………….
110.000
93.240
80.255
Spanje

………………..
95.000
85.000
95.460
Joegoslavië

……………..
57.000
55.400
49.000
Roemenië

……………….
70.000
84.503
82.390
Bulgarije

………………
16.500 19.400
14.260
Groot Brittannië
&
Ierland
96.000 95.000
55.450
Andere Landen

………….
17.300 18.149
12.999

Totaal Europa zonder Rusland 1.863.800 1.883.008 1.653.444

Rusland………………..713.000

640.000

543.000

Europa
mci.
Rusland ……..2.576.800 2.523.008 2.196.444

Waaruit blijkt, dat het areaal vergeleken met 1927
1
128
voor Europa zonder Rusland 1,02 % minder wordt geraamd
met

2,13 % meer
Rusland

11,41 %
Voor den oogst 1927/28 handhaaft Licht de cijfers, welke
in heteinde van Februari werden gegeven.
In E n g e 1 a n d verhoogden raffinkdems hunne prijzen.
in totaal met 9 d.
De noteeringen op de termijnmarkt liepen langzaam op en
sloten als volgt:
Maart …………Sh 16/- Aug. ………. Sh 16144.
Mei ……………

..16/14 Dec. ……….

..16/44

Mrt. ’29 ……..

..16/6.

De zichtbare voorraden zijn volgens Czarnikow.

1928

1927

1926

Tons

Tons

Tons

Duitschiand 113 ………….1.027.000

988.000 1.049.000
Tsjecho Slovakije 1/3 ……..730.000 504.000 790.000
Frankrijk 1/3 ……………488.000 460.000

383.000

Nederland 1/3 …………..159.000

211.000

176.000

België 1/3 ……………….150.000

114.000

175.000

Polen 1/3 ……………….241.000

219.000

258.000
Engeland 1/3 Geïmp. Suiker .. 293.000 326.000 488.000
11

1/3 Binnl. Suiker …

40.000

29000

9.000

Europa ………………..3.128.000 2.851.000 3.328.000
V.S. Atl. havens 28 Maart …..315.000 219.000 208.000
Cuba 24 Maart ……………1.127.0001.238.0001.017.000

Totaal ………4.570.000 4.308.000 4.553.000

J a v a: Nadat de V.I.S.P. ring verschillende partijen uit den oogst 1928 tot / 15,- verkocht hadden, werd de limite
voor Superieur tot t] 54 verhoogd, waartoe enkele afdoeningen
tot stand kwamen; daarna werden verdere biedingen tot den-
zeifden prijs geweigerd.
De termijnnoteeringen h i e r t e 1 a n d e fluctueerden
slechts fractioneel en gaven aan ‘t riot het volgend beeld te
zien: Mrt. 117,-; Mei / 17’/; Aug. / 17/; Dec. t 174. De
stemming was echter nogal geanimeerd hetgeen blijkt uit den omzet van 5150 tong.

KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons. Manchester, d.d. 28 Maart .1928.

Aan de stijging van Anierikaansche katoenprjzen kwam
verleden Woensdag een einde toen Liverpool Mid. American
Loco 11.10 d. noteerde, terwijl het hoogste punt daarv6ôr
ni. ] 1.08 d. dit jaar 3 Januari jl. bereikt werd. Er hebben
dagelijks fluctuaties plaats, doch vergeleken met een week
geleden zijn prijzen iets lager. Egyptische soorten zijn opnieuw
vaster en zijn weer gestegen tot 21.20 d., denzelfden prijs welken
menvoor F.G.F. Sakellaridis op 9 September noteerde, hetgeen
het hoogste punt is sedert 1 Augustus, terwijl het laagste
111.
16.60 d. op 2 Februari bereikt werd. Liverpool loco-verkoopen bedroegen in de afgeloopen week totaal 44.000 balen, waarvan
26.000 Amerikaansche en 11.000 balen Peru en Braziel katoen;
Egyptische en Soedaneesche totaal 3650 balen en de rest
diversen.
De Amerikaanscike garenmarkt is nog kalm. De vrag naar
grove nummers is gering en zaken zijn alleen mogôlijk ten
koste van kleinere marges. In medio nummers gaat ook weinig
om en koopers wenschen geen hoogere prijzen aan te leggen.
Voor binnenlandsch verbruik worden enkele bescheiden
hoeveelheden getivijnde garens gemeld, welke sedert onze
laatste publicatie zouden zijn afgosloten,doch deze week wordt
er minder gedaan. Egyptische garens worden moeilijk ver-
kocht, hoewel enkele ringspinners eôn goeden handel in boornen
rapporteeren tegen slechte prijzen. De vraag, zoowel naar
twist als weftcops beperkt zich voornamelijk tot kleine hoe. veelheden en verbruikers zijn over het algemeen niet bereid
de gevraagde hoogere prijzen, speciaal voor Sakellaridis garens,
te betalen. Desniettegenstaande berichten enkele spinners,
dat hoewel orders klein zijn, verkoopen, tenslotte nog een
behoorlijk totaal opleverèn. Naar getwijnde garens bestaat
een goede vraag in 60/2 en 8012 voor bundels, doch de geboden
prijzen zijn veel te laag en moesten voor verbetering worden

teruggewezen. De vraag van het continent is van weinig
beteekenis.
– De positie in de doekinarkt is geheel onveranderd, terwijl
prijzen zeer vast blijven en het hoe langer hoe moeilijker wordt
tot zaken te komen. Daar staat tegenover, dat de vraag,
speciaal van China, meer bemoedigend is.
Calcutta blijft doorgaan met hare pogingen om weer tot
zaken te komen en hoewel er geen groote hoeveelheden ge-
boekt werden, zijn er toch verschillende postjes, speciaal
dhooties, afgesloten, ofschoon marges uiterst gering zijn. Over
het algemeen schijnt er wat meer vertrouwen te zijn, doch
daar staat tegenover, dat de Manchestermarkt langzaam maar
zeker krachtiger wordt, zoodat het thans niet zoo’n geschikte
tijd is om te koopen als in het begin van het jaar.
Over de vooruitzichten van den handel valt weinig te zeggen.

Liverpoelnoteeringen

Oost. koersen 20Mrt.27Mrt.
21 Mrt.28Mrt. T.T.opBr.-Indië 1/5k 1/54.
F.G.F. Sakellaridis20,60 20,50 T.T.op Hongkong
210
,
1
8
21011
8

G.F. No. 1 Oomra 8,25 7,85 T.T. op
Shanghai
2!6K
216

Noteering voor Loco-Katoen.

(Mi.ddling IJplands.)

30Maart
1928
23Maart
1928
16
Maart
1928
30Maart
1927

1

30Maart
1926

New York voor
Middling
.
..
19,65e
19,75e 19,50e
14,35e
19,55e
New Orleans voor Middling
19,27 c
19,33e
19,- c
14,12e
18,55 c
Liverpool voor
Middling
.

10,86 d
10,96 d
10,77 d 7,88 d 10,27 d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens
(In duizendtallen balen).

t
1
Aug. ’27
Overeenkomst ige periode
tot


23
Mrt.
’28
1926127

1
925126

Ontvangsten Gulf-Havens.

ly

Atlant.Havens
}
7372

11636

8519

UitvoernaarGr.Brjttannjë

1040

2140

1885
‘t Vasteland ete.

3875

5047

3648
Japan…;….

815

1372

918

Voorraden.
(Indulzendtallen balen).

Overeenkomstigtijdstip
23Mrt.’28

1927

1

1926

1815
2534
1201
887
1036 1726
Amerik. havens………..
New York ……..
166
220
36
Binnenland ………….

New Orleans . ..
.
431 641
357
Liverpool
538
994
588

THEE.

De theemarkt vertoonde in de afgeloopen week andermaal
een flauwere tendenz. Koopers waren teruggetrokken, te meer
waar ook de kwaliteit der aangeboden partijen vaak veel te
wenschen overliet. Alleen betere kwaliteiten konden vrijwel
prjshoudend genoemd worden. Alle overige soorten hadden
echter een teruggang te boeken van
4
tot 1 d. per l.b.
Op de Java.veiing, waarmede de week sloot, was een veel betere stemming op te merken, hoewel ook hier de ordinaire
en middensoorten alle een prjsteruggang hadden te boeken
van
4-
tot
4-
d.
De maandstaat over Maart van het Thee-Etablissement
alhier geeft aanvoeren te zien van 32.743 kn. Ned. Indische
thee, waartegenbver afleveringen staan van 21.468 kn., zoodat
de voorraden in entrepôt van 65.317 kn. op ulto. Februari
gestegen zijn tt 76.592 kn. op ulto. Maart.
Een jaar geleden beliepen deze, voorraden 90.864 kn. De
voorraden in de eerste hand bedroegen daarvan 36.674 kn.
tegenover 38.000 kn. een jaar geleden.

KOFFIE.

In de afgeloopen week was de stemming voor het artikel
iets kalmer. De aanbiedingen uit Brazilië waren voor prompte
verscheping op aflading over het algemeen iets lager. Die voor
Santos liepen weinig terug (ongeveer -/6 /i. 1/-), doch voor
Rio maakte het verschil ruim 2/- uit. Ook Nederlandsch-Indië
was met de verschillende Robusta-soorten veel gemakkelijker,
en zakten de noteeringen daarvan 1 ct. è 14 ct. in.
De stemming aan de termijnmarkt was, in navolging van
New York, kalm en de noteeringen liepen met kleine fluctu.
atiën ongeveer
4-
ct. terug.
In loco bleef de afzet nog matig.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos

310

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 April 1928

op prompte verscheing zijn thans ongeveer 101/- / 103/- per
cwt. en van dito Prime ongeveer 103/. á 105/-, terwijl zij van Rio type New York 7, met beschrijving prompte verscheping
bedragen 68/9 á 70
1
1
-.
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indiö zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenhlik:
Mandheling Rohusta, Mei/Juni verscheping, 394- ct.
W.J.B .f.a.q.

April

454.-
Juli/Sept.

444.
Palembang

April

36+
alles per
4-
KG., cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd• 63 ct.
per
4
.
KG. voor Superior Santos en 47 ct. voor Robusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche Termijnmarkt waren aan de ochtend-cail als volgt:

Santos-contract

Gemengd contract
basis Good

basis Santos Good

1
Mei
1
Sept.l Dec.
1
Mrt.
II
Mei
1
Sept.I Dec.
1
Mrt.

3 April
51
50


43e1
4211a

40
3921
8
.
27 Maart
51 50


42y.
40′

20

,,
51
50


43
413<
40l

13

,, 51
50


41
5
1
40!4

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio
No. 7) waren:

Mei

1
Sept.

1

Dec.
1

Maart

$
14,17
$
13,78
$
13,51
$
13,27
,,

14,88
,,

13,92
,,

13,66
2

April

…….
26

Maart ……..
19
14,83 13,80
13,48
12
,,

14,83
,,

13,79
,,

13,50
,,

Rotterdam, 3 April 1928.

(Mededeeliug van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

Data
te Rio
te Santos
Wisselkoers
te Rio
op Londen
Voorraad
1

Prijs
1 Voorraad
t

Prijs
(In Balen)
1
NoV)
1
(In Balen)
1
No.4
1
)

2April1928
245.000
24.650
1.052.000
1
33.000
8

,
26 Mrt. 1928
249.000
25.000 1.038.000 33.000
611,28
19

,,

1928
272.000
1
25.750
1.012.000
1
33.000
6
1
1
129

4 April 1927
148.000
26.275
916.000
26.000
515/

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio

te San tos
Data

Â7jioopen

Sedert

J

Sedert
week

1
Juli

week

1Juli

31 Mrt.
,
1928…..

78.000 2.984 000 208.000
1
7.927.000
2April1927….

91.000 2.884.000

179.000

7.272.000
1)
in Reis.

COPRA.
De markt was gedurende de afgeloopen week aanvanke-
lijk kalm gestemd, doch later veel vaster. Fabrikanten
namen groote posten uit de markt, zoowel sundried als
mixed. Marseille bleef belangstelling toonen voor dichtbij-
stoomende partijen.
De noteeringen zijn heden:

Nederl.-Indische f.m.s. stoomend ……………./ 3334

Maart/April afiading – . . .

331
April/Mei

,,

,, 33
Mixed, etoomend op Marseille – .. ,, 32
,,

afi. Mrt:/Apr: op één haven ,, 32%

,,

,,
April/Mei …………» 3231
5

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

De Noord-Amerikaansche graanvrachtenmarkt heeft zich
de afgeloopen week niet verbeterd. Een matig aantal bevrach-
tingen kwam tot stand tegen nagenoeg onveranderde vrachten. Van de Northern range werd een fractie meer betaald voor een
begin April boot, ni. 141 cents naar 1 havenS West-Italië,
inclusief de eilanden. Van St. John en de Golf van Mexico.
vonden geen bevrachtingen plaats. Van Montreal is eenige
vraag naar tonnage per laatste helft Mei en een aantal booten
is gedaan op basis van 13 cents naar Antwerpen/Rotterdam,
14 cènts Hamburg/Bremen.
De vrachten voor suiker van West-Indië waren vast ge-
stemd. Van Cuba werd een zestal booten bevracht van 6/7000.

tons naar de gebruikelijke U.K./Continent havens tegen 17/-
per April en naar Marseille of Genna tegen 18/6, optie Venetië
20/-, terwijl een boot van 7800 tons 16/9 heeft bedongen naar
TJ.K./Continent. Van San Domingo werden eenige kleine
booten gedaan van 25/3500 tons lading naar U.K./Continent
per Mei tegen 19/., hetgeen kan worden herhaald.

De vraag naar tonnage voor graan van de North Pacific
was gering en de vrachten vertoonen eenige neiging tot dalen.
Van Vancouver werd voor groote booten 26/6 betaald naar
U.K./Cont. per 12/25 Mei- met 6 d. minder voor Antwerpen of
Rotterdam.

Van de La Plata werd flink bevracht en de vrachten zijn
vast. Er was hoofdzakelijk vraag naar tonnage voor Maart en
April; voor latere posities toonen bevrachters nog steeds
weinig interesse. Van boven La Plata havens werd tot 23/-
betaald met 20 April cancelling terwijl van Buenos Aires
20/6 en 20/- is geaccepteerd naar Antwerpen of Rotterdam.
Eenige booten werden naar Italië bevracht tegen 23/6 tot
24/- voor belading in Buenos Aires en Bahia Blanca.
Er worden nog steeds geen volie ladingen van Chili naar
Europa genoteerd, terwijl er eveneens geen definitieve vraag
is naar ruimte in lijnbooten. Er werd echter een ,,string” van
1000 tons maandelijks per Juli/Maart gedaan naar Bordeaux/
Antwerpen range tegen 27/-, terwijl ook gerapporteerd wordt, –
dat een dergelijk contract is gedaan per Juli/December en
Juli/Maart naar Antwerpen, Rotterdam, Bremen, Hamburg
tegen 25/6. –

De oostelijke afdeelingen . bleven kalm, doch de vracht
werd op peil gehouden door het tekort aan tonnage. Van
Saigon bleef de vraag naar ruimte voor partijen aanhouden
en werd 291. tot 30/- per Mei betaald naar de gebruikelijke lijnboothavens. Australië verschafte een flink aantal orders
en de vrachten zijn gestegen. Voor booten van 75/8000 tons
werd naar de Middellandsche Zee/U.K./Continent 35/- be-
taald per April van West-Austrklië en 34/6 per April/Mei.
Van het Zuiden betaalde April 35/6 en April/Mei 34/6. Van
Burmah werd een 76/8000 tons stoomschip bevi

acht per
midden April naar Antwerpen/Hamburg range tegen 25/6,
terwijl een boot van dezelfde grootte is gedaan naar Gdynia
tegen 28/3, doch sinds dien is wederom een flauwe stemmng
ingetreden. De eenige definitieve order is een lading van
7000 tons per April/Mei naar Holland direct tegen 24/6 tot
25/.. Britsch-Indië verschafte een flinke vraag naar tonnage
en een zestal booten werd bevracht op d.w. basis van Bombay
Karachi/Marmagoa tegen 22/- naar deMiddeil. Zee of Continent.

De Donau bleef zonder zaken. Van de Zwarte Zee is ëen
prompte boot bevracht op basis van 11/6 naar het Continent.

De Middellandsche Zee was iets levendiger, doch de vrach-
ten zijn vrijwel onveranderd gebleven. Voor erts werd o.m. betaald: Algiers of Bona/Rotterdam 4/3, Melilla/Rotterdam
4/9, Almeria/Barrow 6/6. Fosfaat betaalde om.: Tunis/
Rotterdam 6/6, Bougie/Antwerpen 5/6, Rotterdam 5/6. De
Golf van Biscaye was iets levendiger. Er werd een aantal
booten bevracht van Bilbao naar Cardiff tegen 5/9 en naar
Rotterdam tegen 5/6.

De uitgaande kolenvrachten van Engeland zijn onveranderd
gebleven. Van Zuid-Wales werd betaald: Nantes 4/-, Alexan-
drië 9/-, Las Palmas 719, Montreal 6/. en van de Oostkust:
Rotterdam 3/6, Antwerpen 2/9, Port Said 91- en Buenos
Aires 10/3.

RLJNVAART.

Week van 25 t/m. 31 Maart 1928.

De aanvoeren van zeezijde bleven onveranderd.

Over het algemeen bleef de vraag matig, terwijl de scheeps-
ruimte, hoewel beperkt, voldoende voorradig bleef.

Men btaalde voor erts:

naar Ruhrhavens / 0,30 met
4-
en
t 0,40 met
4-
lostijd,
Dortmund

1,- ,,
4-

,, 1,10
Mannheim

1,05 ,,
4-

,, 1,15

Het sleeploon bedroeg /0,274. tarief.

De waterstand bleef vallend. Naar den Bovenrijn werd op
M. 1,80 afgeladen en naar de Ruhrhavens op M. 2,40 è M. 2,50.

In de Ruhrhavens bleven de vrachten onveranderd. De
verschepingen waren tamelijk levendig, echter was de be-
schikbare scheepsruimte rijkelijk voldoende. –

Auteur