Ongeveer de helft van de economische groei in West-Europa tussen 1530 en 1780 is te danken aan de import van edelmetalen vanuit Amerika. Tot deze conclusie komen Chen et al. op basis van historische gegevens over de zilverhandel. De import van zilver en de daaruit volgende geldcreatie kent een grote variatie, die door maritieme rampen grotendeels willekeurig is. De auteurs gebruiken deze variatie om aan te tonen dat de zilverimport heeft geleid tot meer investeringen in kapitaalgoederen, landbouw, transport en ook onderwijs. Waarschijnlijk kon de toename van de geldhoeveelheid leiden tot meer investeringen door de grote liquiditeitsproblemen in West-Europa te verhelpen.