Ga direct naar de content

Zwarte Maandag

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 28 1987

T
Zwarte Maandag
Met verontrustende aan de recente beurscrisis is dat
eens te meer blijkt hoezeer financiele markten de band
met de reele economie hebben verloren. Met geruststellende is dat iedereen dat weet, zodat de ongekende
koersval niet tot paniek en recessie hoeft te leiden, laat
staan tot een diepe depressie zoals na Zwarte Donderdag precies 58 jaar geleden. Het voorkomen van een
recessie vraagt echter wel een verstandiger en beter
gecoordineerd beleid dan tot nu toe wordt gevoerd en
of dat ervan komt is lang niet zeker. In elk geval hebben
beleggers er kennelijk niet veel fiducie in.
De achtergronden van Zwarte Maandag zijn zo langzamerhand wel bekend: de stijging van de rente in de
VS, de angst voor toenemende inflatie, het onvermogen van de Amerikaanse regering om de begrotingsen handelstekorten weg te werken, de rentestijging in
West-Duitsland gevolgd door Bakers dreigement dat
de VS in dat geval de dollarkoers niet meer steunen,
het conflict in de Perzische Golf en nog wat van die ongeregeldheden die het klimaat onzeker maakten. Te
zamen zorgden zij ervoor dat in het weekend van de
18de plotseling iedereen het vertrouwen verloor met
als gevolg dat de aandelenkoersen in een duikvlucht terechtkwamen die door computerprogramma’s nog
werd versneld. Deze factoren verklaren echter niet
waarom het koersverloop zo’n dramatische wending
kon nemen. De onevenwichtigheden in de Amerikaanse economie bestaan immers al veel langer en de conjuncturele vooruitzichten zijn ook niet van de ene dag
op de andere dramatisch verslechterd. Dat de aandelenkoersen zo plotseling konden instorten is een gevolg van de steeds grotere instabiliteit en onbeheersbaarheid die in de afgelopen jaren op financiele markten is ontstaan.
In de eerste plaats is de omvang van de transacties
op financiele markten de afgelopen jaren enorm toegenomen. Dat hangt samen met de geweldige overliquiditeit die in de wereld aanwezig is. Miljarden dollars speculatiekapitaal zwerven over de aardbol, op zoek naar
de belegging die het hoogste rendement belooft. De
omzetten op goederenmarkten vallen daarbij in het
niet. De band tussen reele en financiele activa is daardoor steeds losser geworden en de koersvorming op financiele markten weerspiegelt steeds minder wat zich
in de reele economie afspeelt.
Deze ontwikkeling is versterkt door de vergaande automatisering van het financiele verkeer, de revolutionaire ontwikkeling van de telecommunicatie en de
voortgaande liberalisatie van kapitaalmarkten. Steeds
sneller en gemakkelijker verplaatst het kapitaal zich
over de aardbol; omvangrijke transacties komen in
fracties van seconden tot stand. Elk gerucht dat in een
uithoek van de wereld opduikt, kan in de kortste keren
grote internationale kapitaalbewegingen op gang brengen. Het spreekt vanzelf dat dit tot overspannen reacties en heftige schommelingen op financiele markten
leidt.
In de derde plaats zijn op de financiele markten allerlei nieuwe produkten’met een sterk speculatief karakter
gei’ntroduceerd. Waar de prijsvorming van aandelen
nog enigermate samenhangt met die van reele activa,
geldt dat voor opties al veel minder en voor b.v. indexopties helemaal niet meer. Er is als het ware op een
smalle basis in de reele economie een omgekeerde pyramide van financiele activa gebouwd. Het risico dat dit
financiele bouwsel in elkaar stort zodra er in de reele

economie ook maar iets gebeurt, is levensgroot aanwezig. Een kleine tegenvaller in een enkel maandcijfer betreffende de produktie of de inflatie kan zo al een grote
schok in de financiele sector veroorzaken.
Ten slotte heeft de krachtige en langdurige koersstijging die op alle beurzen heeft plaatsgevonden (‘the bull
market of a lifetime’) steeds meer nieuwe beleggers
aangetrokken die in deze loterij zonder nieten ook wel
eens een gokje wilden wagen, vaak met geleend kapitaal. In een opgaande markt is er geen probleem; dan
geldt het ‘theorema van de grotere gek’ (betaal gerust
een hogere prijs zolang er maar een gek is die bereid is
nog meer te betalen). Maar op een gegeven moment
stijgen de koers/winstverhoudingen tot absurde hoogten. Zo golden in Japan (voor de krach) voor sommige
aandelen koers/winstverhoudingen van 100. Dan zijn
alle verhoudingen zoek en hoeft er maar iets te gebeuren of de koersen zakken als een pudding in elkaar. Al
deze factoren zijn op de gebeurtenissen van de afgelopen week van invloed geweest. Zij hebben de beurzen
na een uitzonderlijk lange hausse de diepste val in hun
bestaan bezorgd. Zonder duidelijke oorzaken in de reele economie.
Betekent dit nu dat Zwarte Maandag dan ook niet
veel gevolgen in de reele sfeer hoeft te hebben? Die
conclusie is wat te voorbarig. De verliezen van vele
honderden miljarden dollars zullen – ook al zijn het
grotendeels papieren verliezen – niet ongemerkt passeren. Zij zullen een negatief effect op de particuliere
consumptie hebben. Zij zullen het aanbod van risicodragend kapitaal verminderen. Zij zullen het vertrouwen van consumenten, investeerders en beleggers in
de economie in het algemeen geen goed doen. Al die
dingen zijn slecht voor de conjunctuur. Maar dat hoeft
nog niet te betekenen dat een recessie onafwendbaar
is. Want, zoals gezegd, in de reele economie is er weinig fundamenteels veranderd.
De grote vraag op dit moment is of de internationale
financiele en monetaire autoriteiten op korte termijn het
vertrouwen van beleggers, investeerders en het grote
publiek in de economie zullen weten te herstellen. Of zij
erin zullen slagen door internationaal gecoordineerde
actie het gevaar voor een wereldwijde recessie te bezweren. Het scenario van zo’n beleid is al talloze malen
geschetst. De VS zullen bij tragere economische groei
hun begrotingstekort moeten wegwerken. West-Duitsland en Japan zullen de wereldeconomie van vervangende groei-impulsen moeten voorzien. Tegelijkertijd
zullen de onderlinge wisselkoersverhoudingen op een
geloofwaardig niveau moeten worden gestabiliseerd.
En inderdaad heeft president Reagan afgelopen week
voor het eerst in zijn carriere het woord belastingverhoging over de lippen gekregen, al klonk het nog niet erg
overtuigend. En centrale-bankpresident Pohl verlaagde in West-Duitsland de korte rente, zij het met de
angst voor inflatie in zijn ogen. En de landen van de
Groep van Zeven onderstreepten opnieuw de geldigheid van het Louvre-akkoord ten aanzien van de wisselkoersen, zonder dat zij daar evenwel de twijfel over de
toereikendheid van de gemaakte afspraken mee konden wegnemen. Daarom kan het vermijden van een recessie nog wel eens een hele toer blijken te zijn. En had
de markt op Zwarte Maandag misschien toch niet helemaal ongelijk.
L. van der Geest

Auteur