Ga direct naar de content

Zoeken op raakvlakken

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 6 1999

Zoeken op raakvlakken
Aute ur(s ):
Tas, L., van der (auteur)
EUR
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4184, pagina D14, 7 januari 1999 (datum)
Rubrie k :
Dossier Bedrijfseconomie
Tre fw oord(e n):
reactie

Collega’s Groot en Maijoor schetsen in mijn ogen somber beeld van het accounting-onderzoek in Nederland, hoewel zij afsluiten met
een hoopvol toekomstperspectief. In grote lijnen onderschrijf ik hun analyse van de betrekkelijk geringe betekenis van Nederlandse
accounting-onderzoekers in de internationale wetenschappelijke tijdschriften. Echter, naar mijn mening past hier toch een wat meer
genuanceerd beeld en zijn er ook enkele andere aanbevelingen te maken voor de huidige en toekomstige generaties Nederlandse
accounting onderzoekers.
Groot en Maijoor stellen dat het accounting-onderzoek in Nederland, onder grote invloed heeft gestaan en soms nog wel lijkt te staan
van de accountantskantoren. Dit is inderdaad het geval voor de onderdelen controleleer, bestuurlijke informatieverzorging en financial
accounting, maar geldt zeker met voor management accounting. Verder treft men het fenomeen van nauwe verbondenheid van
hoogleraren met het bedrijfsleven in andere landen minder aan, maar komt het ook in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk (de
voorbeeldlanden voor Groot en Maijoor) meer en meer voor dat hoogleraren accounting gesponsord worden door accountantskantoren
of een ander deel van het bedrijfsleven. Blijkbaar hoeft deze band met noodzakelijkerwijs een hinderpaal te zijn voor internationaal
geaccepteerd onderzoek.
Nederlandse accounting onderzoekers scoren op dit moment slecht op de verschillende maatstaven voor internationale erkenning van
accounting-onderzoek, zo concluderen Groot en Maijoor. Ik ben het hiermee eens. Helaas gaan zij echter niet in op de kritiek die op
dergelijke maatstaven kan worden gegeven. Niet al deze argumenten kan men zonder meer als minder relevant afdoen. Zo selecteren de
zeven genoemde internationaal gerenommeerde tijdschriften niet alleen op kwaliteit, maar ook op onderzoeksmethodiek en visie op
accounting-onderzoek. Een aantal van de genoemde tijdschriften vertegenwoordigt een bepaalde onderzoeksschool. Indien men het
gedachtegoed, de taal en de onderzoeksconcepten van een dergelijke school niet hanteert is het zo goed als onmogelijk daarin een artikel
gepubliceerd te krijgen. Met andere woorden, tegelijkertijd met de oproep aan accountingonderzoek om het soort onderzoek te doen dat
in dergelijke tijdschriften wordt geplaatst, wordt impliciet gekozen voor een conditionering van deze onderzoekers. De vraag is of een
dergelijke conditionering wenselijk is. In dit kader is de oprichting van The European Accounting Review enkele jaren geleden een
welkome ontwikkeling. Hoewel het blad nog enigszins zoekt naar de juiste formule en het op constant niveau houden van de kwaliteit, is
het neutraal ten aanzien van onderzoeksonderwerp en -methode en biedt daarom voor continentaal-europese onderzoekers meer ruimte.
Nederlandse accounting onderzoekers scoren in dit blad dan ook beter dan in de genoemde zeven Anglo-Amerikaanse tijdschriften.
Welke richting moet de nieuwe generatie accountingonderzoekers het zoeken ? Duidelijk is dat puur nationaal gericht empirisch
onderzoek, vergelijkend regelgevend onderzoek alsmede puur normatief financial accounting onderzoek niet (meer) voldoen. Veel meer
toekomst zit er in onderzoek op de grensvlakken tussen accounting enerzijds en financiering, psychologie of sociologie anderzijds.
Voorbeelden van dergelijke onderzoeksvelden zijn bepaalde vormen van market based accounting research, psychologie en het omgaan
met accounting-informatie en culturele invloeden op accounting. Met het creëren van een onderzoeksopleiding, het naar Nederland
halen van buitenlandse accounting-onderzoekers, het bundelen van accountingonderzoek en een focus op de genoemde
onderzoeksgebieden en -methoden ziet de toekomst er zeker niet somber uit. Tenslotte moeten wij ons ook geen minderheidscomplex
aanpraten. Wij scoren op het terrein van accounting-onderzoek altijd nog beter in de internationale tijdschriften dan ons omringende
landen, waaronder Duitsland en Frankrijk.
Zie ook het artikel van T.L.C.M. Groot en S. Maijoor, Accounting-onderzoek: een rigoureuze aanpak, ESB-Dossier, 7 januari 1999,
D10

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur