Zo’n 200.000 werkenden leefden in 2021 onder de armoedegrens, zo lieten we eerder in ESB zien. Hun besteedbaar inkomen was dus lager dan het niet-veel-maar-toereikendbudget van 1.293 euro per maand, zoals gedefinieerd als armoedegrens door het Sociaal en Cultureel Planbureau. Deze groep werkenden kon daarmee naar verwachting niet voorzien in de minimaal noodzakelijke uitgaven voor levensonderhoud en sociale participatie, ondanks dat zij wel betaald werk verrichtten.
Van deze werkende armen werkte 11,3 procent via de uitzendsector en daarnaast 2,3 procent via een payrollconstructie. Andere sectoren met veel werkende armen zijn restaurants, supermarkten, interieurreiniging van gebouwen, maatschappelijke dienstverlening en kappers.
Een groter aandeel onder de werkende armen betekent niet per se dat ook het armoedepercentage in die sector groter is. Zo is 5,2 procent van de werkenden via een uitzendbureau arm, terwijl 6,4 procent van de werkenden in de sector nationale post arm is. Toch is het aandeel uitzendkrachten onder de werkende armen groter omdat de uitzendsector in Nederland veel groter is dan de sector nationale post. Overigens zijn beide genoemde armoedepercentages aanmerkelijk hoger dan het landelijk percentage armen onder werkenden (2,4 procent).
Er zijn diverse verklaringen mogelijk voor een laag jaarinkomen van een werkende. Deeltijdwerk en seizoenswerk – al dan niet in combinatie met een laag uurloon – spelen een grotere rol in de sectoren met het grootste aandeel werkende armen, met name de uitzendsector en restaurants. Andere verklaringen zijn een laag uurtarief voor zelfstandigen, inkomstenverrekening in bijstand, niet-gebruik van toeslagen, hoge zorgkosten of huisgenoten met weinig inkomen. De oplossingen om de groep van werkende armen financieel tegemoet te komen, verschillen dan ook.
In sectoren met veel deeltijd- en seizoenswerk helpt het als men meer uren of meer maanden werkt om uit de armoede te komen. Voor werknemers kan daarbij de inmiddels doorgevoerde verhoging van het minimumloon helpen. In andere sectoren gaat het mogelijk meer om het tegengaan van schijnzelfstandigheid en van niet-gebruik van toeslagen.
Auteurs
Categorieën