Ga direct naar de content

Wdddenzee en Betuwelijn

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 8 1993

Wdddenzee en Betuwelijn
Het staat nu al vast dat in de komende jaren twee
grootscheepse projecten in het centrum van de discussie over economische groei en ons milieu zullen
staan, de Waddenzee en de Betuwelijn. Het zoeken
naar olie en gas in het gebied van de Waddenzee
dreigt de natuurlijke omgeving langdurig aan te tasten en te vernietigen. Het aanleggen van de Betuwelijn brengt evenzeer een aanslag op de natuur met
zich. In beide gevallen staan tegenover de nadelen
voor het milieu zwaarwegende financieel-economische belangen. Het bevredigen van de behoefte van
de huidige en toekomstige generaties aan het behoud van de natuur en een gezond leefmilieu wedijvert met de voorkeur voor groei en werkgelegenheid.
Uit een oogpunt van het milieu is de situatie met
betrekking tot de Betuwelijn gecompliceerder dan
die van de Waddenzee. Door de aanleg van de Betuwelijn gaat enerzijds natuur teloor, maar worden anderzijds negatieve milieu-effecten voorkomen. Indien de Betuwelijn niet wordt aangelegd, wordt naar
het oordeel van het adviesbureau Knight Wendling
ook op het gebied van het milieu en de mobiliteit de
plank misgeslagen. In zijn rapport merkt het bureau
op: “De intentie om de verwachte groei van het goederenvervoer over de weg door maatregelen ter geleiding van de mobiliteit en verschuiving van de modal split te reduceren, wordt niet gehaald.
Dientengevolge zal ook de milieubelasting aanzienlijk hoger uitvallen, omdat het aandeel van milieuvriendelijke modaliteiten minder zal toenemen dan
beoogd”. Met andere woorden, als de Betuwelijn
niet wordt aangelegd, zal de belasting van het milieu
hoger uitvallen omdat de rol van milieuvriendelijke
varianten in de totale compositie van het verkeer
dan relatief daalt. Deze overweging neemt uiteraard
de forse aanslag op het landschap niet weg. De situatie dat negatieve milieu-effecten elkaar in de weg zitten komt vaker voor. Zo veroorzaakte het afvalverwerkende bedrijf Rutte uit Halfweg gedurende lange
tijd een sterke geuroverlast. In dergelijke gevallen
staat de samenleving voor lastige afwegingen.
In het door Knight Wendling aan het Ministerie
van Verkeer en Waterstaat uitgebrachte rapport over
de Betuwelijn wordt een macro-economische kostenbatenanalyse geboden, op basis van de verwachte
wijzigingen in de goederenstromen. Zo kunnen worden berekend de investeringen in de infrastructuur,
vervoermaterieel, overslagterminals en gebouwen
en de daarmee samenhangende werkgelegenheidseffecten. Voorts wordt nagegaan welke dervingen aan
belastingen er voor de staat optreden, indien de Betuweroute achterwege blijft. Uit deze berekeningen
komt het beeld naar voren van grote verliezen aan
werkgelegenheid, concurrentiekracht van Rotterdam, Schiphol en Amsterdam en aan buitenlandse investeringen in Nederland, indien de Betuwelijn niet
wordt aangelegd. De binnenvaart en het wegvervoer

ESB 7-4-1993

zijn niet in staat de groeiende goederenstroom op te vangen, nog afgezien van de schadelijke milieu-effecten daarvan.
Tegen deze achtergrond wordt
de vraag des te klemmender of er
technische oplossingen bestaan,
die milieubelangen en financiele
oogmerken kunnen verzoenen. De
gedachte de Betuwelijn voor een
deel ondergronds te bouwen is in
dit verband van betekenis. Het aannemingsbedrijf Volker Stevin lanceerde onlangs het plan van de Vpolder, waarbij damwanden schuin
de grond in worden geslagen, zodat een bedding kan worden aangelegd ten behoeve van de Betuwelijn. Deze oplossing
vergt ongetwijfeld nog nadere technische uitwerking
en gaat gepaard met grootscheepse investeringen,
maar biedt het perspectief op het aanzienlijk beperken van de schade aan landschap en milieu. Het
voortschrijden van de techniek maakt het wellicht
ook mogelijk voor de Waddenzee een aanvaardbaar
compromis te ontwikkelen tussen het behoud van
de natuur en de financiele aspecten.
In dit verband is het belangrijk zich te realiseren
dat de technische ontwikkeling geen autonoom proces is. Veeleer is sprake van een wisselwerking met
de economische en maatschappelijke ontwikkeling.
Dit geldt zowel voor het ontwikkelen en toepassen
van nieuwe technieken als voor de verspreiding van
kermis en innovaties. Ook dient men zich ervan bewust te zijn dat de voorkeuren van burgers niet alleen via de markt tot uitdrukking komen, maar bij
voorbeeld ook in de vorm van milieu-acties. Het ruime welvaartsbegrip biedt het kader voor de allocatie
van de produktiemiddelen buiten de markt om. Ten
onrechte worden factoren als concurrentiekracht,
werkgelegenheid en groei van de produktie vaak tegenover het milieu geplaatst, alsof volgens de ruime
opvatting van welvaart, niet het milieu een component is van de welvaart.
Als econoom kan men over de uiteindelijke afweging geen beslissende uitspraken doen. Men kan
slechts bevorderen dat in de afweging alle voor de
welvaart van huidige en toekomstige generaties relevante aspecten in de afweging worden betrokken.
Met betrekking tot de Waddenzee en de Betuwelijn
valt te verwachten dat door het verder ontwikkelen
en toepassen van nieuwe technieken die efficient genoeg zijn, de dreigende aantasting van landschap en
milieu kan worden voorkomen, indien de bereidheid bestaat daartoe de nodige extra investeringen
te doen.

A. Heertje

Auteur