Per 1 november start de nieuwe post-initiële opleiding Beleidseconomie van de Erasmus Universiteit Rotterdam in Den Haag, de stad van de beleidsmakers. Bas Jacobs (hoogleraar economie EUR) en Pieter van Dalen (beleidsmedewerker Ministerie van Financiën) vertellen erover.
Waarom dit programma?
Initiatiefnemer Bas Jacobs: “Met deze opleiding willen we mensen de mogelijkheid geven om weer terug te kunnen naar de universiteit. Zeker voor de meer ervaren beleidseconomen is het nuttig om kennis bij te spijkeren en om te leren over nieuwe en relevante inzichten uit de wetenschap. Hiermee hopen we dat het economische beleid alsmaar beter onderbouwd kan worden. Wat dan uiteindelijk weer leidt tot een betere wereld.
De deelnemers zijn ervaren economen die zich met algemeen-economische vraagstukken bezighouden. Het zijn mensen van ministeries, planbureaus, economische bureaus van banken en pensioenfondsen, maar ook bijvoorbeeld economisch journalisten. We richten ons niet per se op één beroepsgroep, maar dat de deelnemers zich met vragen wat betreft het economisch beleid bezighouden staat wel centraal.”
De deelnemers zullen vaak ooit economie hebben gestudeerd. Wat hoop je ze bij te leren?
Jacobs: “We beginnen met een korte opfriscursus, een module over de beginselen van de welvaartseconomie en beleidsevaluatie. Dit is op zich niet supernieuw natuurlijk, maar de manier waarop dit gebruikt wordt, is dat wel. Het economisch beleid kan op welvaartseconomische grondslagen sterker worden onderbouwd. En de afgelopen twintig jaar is er een empirische revolutie geweest om de causale effecten van het economische beleid te meten. Hierna volgen er een aantal specialistische modules, zoals macro-economie, arbeidsmarkteconomie, openbare financiën, klimaat & energie en pensioenen, waarbij de deelnemers inzichten verwerven waar ze hopelijk voor de rest van hun leven in hun dagelijkse bezigheden wat aan hebben.”
Hoe zie jij dat, Pieter?
Pieter van Dalen, beleidsmedewerker bij het Ministerie van Financiën: “Deze opleiding springt er voor mij uit. Het biedt verdieping, maar ook actualiteiten. Ik zat meer dan vijf jaar geleden in de schoolbanken, dat wordt dus wel even wennen. Bij het ministerie gaat het vaak een stuk sneller, terwijl dit de mogelijkheid biedt de tijd te nemen om dingen op te frissen en je te verdiepen in de nieuwste academische inzichten. Ik ga de keuzemodule macro-economie doen, begrotingseconomie sluit direct aan bij mijn werk.”
Wat maakt het bijzonder?
Jacobs: “Dat de crème de la crème van de Nederlandse economen het programma onderwijzen. In een korte tijd hebben we veel excellente economen bereid gevonden om een college te verzorgen. Ook deze mensen onderschrijven het belang van de opleiding. Door middel van vragen en opdrachten proberen we interactie tussen deelnemers te krijgen, waardoor de deelnemers van elkaar kunnen leren. Bij ieder college krijgen de deelnemers ook een aantal cruciale inzichten aangereikt van de docenten. Bijvoorbeeld hoe ze het gereedschap van de welvaartseconomie moeten toepassen in beleidsanalyses. Of hoe ze een beleidsevaluatie kunnen maken waarmee ze de effecten van beleid kunnen vaststellen.”
Wat kan je hier leren dat je bij het ministerie niet leert?
Van Dalen: “Inhouse worden er meerdere cursussen aangeboden over specifieke onderwerpen, waarbij de insteek vaak praktischer is. Dat is ook heel nuttig, maar deze opleiding is direct academisch, vanuit de wetenschap.” Jacobs: “Bij deze opleiding krijgen deelnemers een boost wat betreft hun empirische vaardigheden en hun analytisch economisch denkvermogen. En ze krijgen mee wat er aan de frontiers van de wetenschap gebeurt. Zoiets bestaat nog niet in Nederland.”