Ga direct naar de content

Waarom we het over Europa moeten hebben

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 5 2017

Jasper Lukkezen (hoofdredacteur)

Afgelopen maart presenteerde de Europese Commissie haar witboek over de toekomst van de Europese Unie (EU). Het witboek gaat niet in op de polarisatie waarvan vaak sprake is bij Europese thema’s, maar schetst een vijftal toekomstscenario’s – van verdere integratie tot ontvlechting – en stelt daarna de open vraag: ‘Wat wilt u eigenlijk?

Deze uitnodiging heeft de redactie van ESB geïnspireerd om dit dossier samen te stellen. De artikelen in het dossier rijken economische onderbouwde inzichten aan om deze vraag te beantwoorden langs een viertal thema’s: vrij verkeer van goederen en diensten, vrij verkeer van personen, vrij verkeer van kapitaal, en governance. Daarnaast presenteert Frans Timmermans zijn eigen visie op de toekomst van de EU.

De problemen waar Europa voor staat, hebben veelal eenzelfde oorsprong. Als ieder land voor zichzelf beleid maakt en de buren daarmee tot last kan zijn en zij weinig tegen dat beleid kunnen uitrichten, komt er vroeg of laat ruzie. Open grenzen, nationaal beleid en externaliteiten tussen landen gaan dus niet samen (zie figuur 1, een variant op de infographic van Robert Went).

Figuur 1

Goederen en diensten

Bij de openstelling van de goederen- en dienstenmarkt zijn direct al verregaande Europese afspraken gemaakt die de nationale bevoegdheden inperken. Er zijn ­weinig mensen die daarvan af willen en met goede reden: de handel tussen EU-landen levert een serieuze bijdrage aan het regionale inkomen, zoals de infographic van Bart Los, Wen Chen en Mark Thissen laat zien. Het is dus niet zo gek dat het Verenigd Koninkrijk ook na de Brexit graag toegang tot deze markten wil blijven houden.

Deze markten zijn echter nog niet af. Ester Barendregt en Maartje Wijffelaars laten zien dat er vooral bij de dienstensector nog veel te winnen is. Bij diensten bestaan veel uitzonderingsclausules en zijn landen minder geneigd om barrières af te breken. Ook in de energie­markt valt nog te winnen: Machiel ­Mulder beschrijft dat meer Europese afstemming de kosten van de energietransitie kan verlagen. Daarnaast pleiten Ellen van der Velden en Hilbert de Jong, en Frans van der Zee voor meer Europese coördinatie in het industriebeleid.

Personen

Bij het vrije werknemersverkeer zijn de voordelen voor Europese burgers minder evident. Jan Cremers beargumenteert dat het vrije verkeer van arbeid in de Europese Unie het mogelijk maakt om een streng belasting- en socialezekerheidsstelsel – zoals het Nederlandse – te omzeilen door werknemers in te huren via een brievenbusfirma in een land met een soepeler regime – zoals dat in Cyprus. Bij vrij werknemersverkeer bestaan dus aanzienlijke externaliteiten doordat landen in de EU elkaars stelsels kunnen onderbieden en zo elkaars arbeidsmarkt kunnen frustreren. De roep om een ­keuze wordt steeds luider: sluiten we de grenzen voor vrij ­verkeer van arbeid of wordt ook dit Europees geregeld?

Tuur Elzinga van het FNV pleit voor een Europa waarbij de sociale-investeringsagenda centraal staat. En ook Anton Hemerijck ziet dit als oplossing voor de diepe sociaal-economische kloof die ontstaan is na de crisis. Volgens Mario van Mierlo en Paul van Kempen van VNO-NCW moeten de huidige regels vooral beter gehandhaafd worden.

Cijfermatige input voor de discussie komt van Rebekka Tselms, Jante Parlevliet en Matthijs Rooduijn. Zij laten zien dat mensen met weinig vertrouwen in de politieke elite en met een populistische houding de gevolgen van arbeidsmigratie negatiever inschatten. Daarnaast laten Peter Smulders en Wouter van der Torre zien hoe arbeidsmarkten in Europa van elkaar verschillen.

Pixabay/skeeze

Kapitaal

De problematiek die na de financiële en economische crisis naar voren is gekomen is vergelijkbaar. Dat de combinatie van nationaal bankentoezicht met het vrije verkeer van kapitaal de financiële crisis verergerd en ­verlengd heeft in Europa, mag wel algemeen bekend verondersteld worden. Loes Verstegen, Lex Meijdam en Bas van Groezen becijferen dat sinds 2008 een groot deel van de winst die de invoering van de euro met zich meebracht, weer verdampt is.

De oplossing moet in dit geval gevonden ­worden in de manier waarop risico’s gedeeld worden. Volgens William de Vijlder kan gekozen worden voor het delen van risico’s met toekomstige generaties (een nationale oplossing) of voor het delen van risico’s met andere Europese landen (een Europese oplossing). Dirk Schoenmaker werkt de Europese keuze uit voor de banken­unie: die is pas af als er één Europees deposito­garantiestelsel is. Dan worden toezicht, afwikkeling en verzekering vanuit ‘Europa’ geregeld.

Jeroen Hessel plaatst overigens een belangrijke kanttekening, want klopt het wel dat de crisis in Europa verergerd werd door verschillen in ­nationale concurrentie­kracht? Hij laat zien dat het grote ­verschil tussen de noordelijke en zuidelijke ­eurolanden vooral finan­ciële oorzaken had, zoals groeiende krediet­verlening en stijgende huizenprijzen, implicerend dat verschillen in nationaal beleid minder van belang waren dan gedacht.

Governance

Ook de overheid zelf ontkomt niet aan de problematiek: als nationaal begrotingsbeleid en de grensoverschrijdende gevolgen van een faillissement ­bedpartners worden, baren zij wantrouwende politici. Casper de Vries en Coen Teulings gaan in hun bijdrages op die worsteling in. Dennis Bonam en Bart Hobijn verkennen een breed institutioneel en flexibel raamwerk, waardoor nationaal begrotingsbeleid gevoerd kan worden, terwijl de gevolgen voor andere landen beperkt blijven. André Kolodziejak en Guus Muijzers werken de Europese oplossing uit en pleiten voor verregaande Europese monetaire integratie, met een gemeenschappelijke minister van Financiën.

Voor een aantal van de uitdagingen zal een gezamenlijke Europese oplossing het meest voor de hand liggen, maar dat betekent niet noodzakelijkerwijs dat hier ook voor gekozen zal worden. Het vertrouwen of de bereidheid om stappen te zetten, kan simpelweg ontbreken. Andersom is ook mogelijk – dat we ondanks valide bezwaren het gevoel hebben een Europese oplossing ingerommeld te worden.

Wanneer de problemen niet opgelost worden kan de druppel de emmer doen overlopen. Lees bijvoorbeeld Ruud Lubbers en Paul van Seters over de rol van vluchtelingen in de toekomst van Europa. Daarnaast weten we sinds kort dat een land de Unie ook kan verlaten: Marko Bos en Bart van Riel bespreken de keuzes die voorliggen bij Brexit.

De auteurs in dit dossier reiken een aantal inzichten aan die kunnen helpen bij de vraag Wat wilt u eigenlijk? Dat zijn economische antwoorden, maar ook die kunnen helpen: gevoel heeft verrassend vaak een ­economische basis.

Literatuur

Europese Commissie (2017) Witboek over de toekomst van Europa; beschouwingen en scenario’s voor de EU27 tegen 2025. COM(2017)2025. Brussel, 1 maart 2017.

Auteur

Categorieën