Ga direct naar de content

Vliegende reporter

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 15 1989

Vliegende reporter
Ferdinand van Dam beziet in ESS
van 31 mei jongstleden het ontwikkelingsvraagstuk op hoofdpunten. Het is,
zoals we van Van Dam gewend zijn,
een uitstekend verhaal. De tragiek van
Van Dam is echter dat hij keer op keer
(vermeende) tegenstanders tegen zich
in het harnas jaagt.
Dit keer schrijft hij: “Zo heeft NRC
Handelsblad een vliegende reporter
tien dagen naar Tanzania gestuurd om
hem vervolgens pertinents uitspraken
te laten doen in een feuilleton Werktde
hulp?’ Dit ene zinnetje, waarvan ik het
waarheidsgehalte goed kan overzien, is
zowel misleidend als foutief.
De ‘vliegende reporter’ was niet tien
dagen in Tanzania maar ruim dubbel zo
lang. Zo’n schattingsfout kan een goede econoom zich mijns inziens niet veroorloven. Belangrijker is dat aan de artikelenserie tevens een lange reeks gesprekken ten grondslag lag met meer
dan twintig ontwikkelingsexperts, ambtenaren, consultants en andere betrokkenen (waaronder, natuurlijk, prof. F.
van Dam). Pas daarna is naar een test
casegezocht. Natuurlijk was ikgaarne
een vol jaar de halve wereld rondgereisd; NRC Handelsblad kent echter
ook nog andere prioriteiten. We kozen
dus Tanzania: een land dat qua omvang
van de Nederlandse hulp tot de top-vijf
behoort, een land waarmee Nederland
een langdurige hulpreiatie heeft, een
land waaraan zowel projecthulp als invoersteun wordt verstrekt, een land dat,
net als zoveel landen in Afrika, met grote problemen kampt en de afgelopen jaren het hoofd moest buigen voor IMF en
de Wereldbank.
Van Dam vat het resultaat van deze
inspanningen samen als ‘getwist over
uitvoeringsdetails’. Alsof hij niet zelf, als
hooggeplaatst ambtenaar in Den Haag,
Washington en Paramaribo, heeft ondervonden dat goede bedoelingen ook
uitvoerbaar moeten zijn. ‘Uitvoeringsdetails’ beslissen of de hulp faalt dan
wel suces heeft. Die ‘details’ moeten
dan ook in een journalistieke reportage
die de praktijk van de hulp beschrijft
centraal staan. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor wetenschappelijke analyses (vgl. het bekende proefschrift van
Paul Hoebink, Geven is nemen).
Van Dams poging het hele vraagstuk
te doorschouwen verdient alle waardering. De macro-econoom moet echter
wel oppassen dat hij de simplificaties
van zijn discipline niet tot werkelijkheid
verklaart.

Kees Calje

Auteur