Ga direct naar de content

Valuta-onrust bij aanhoudende groei

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 25 1995

hoging, waarschijnlijk nog in januari,
reeds is ingecalculeerd.

Schade aardbeving Japan

Valuta-onrust
aanhoudende
groei
VS verzwakt niet
De Amerikaanse economic is in 1994
met ongeveer 4% gegroeid en hoewel er de laatste tijd wat meer signalen komen die op een afzwakking
van het groeitempo duiden, draait de
economic nog steeds op voile toeren.
De grootste verrassing in de afgelopen weken was de stijging van de industriele produktie in december met
een vol procent ten opzichte van de
voorgaande maand. Gerekend was
op de helft. De gemiddelde bezettingsgraad in de industrie is inmiddels gestegen tot 85,4%, het hoogste
niveau sinds oktober 1979.
De winkelverkopen daalden in december overigens met 0,1%, terwijl
het groeicijfer voor november dat
aanvankelijk was berekend op 1,2%
uiteindelijk werd vastgesteld op
0,2%. Ondanks de daling in december lag het niveau van de detailhandelsverkopen in die maand echter
toch nog 6,2% hoger dan een jaar eerder. De gunstige economische ontwikkeling mist zijn uitwerking niet
op de betalingsbalans van de Verenigde Staten. Het voor seizoensinvloeden gecorrigeerde tekort op de handelsbalans is in november gestegen
tot $ 10,53 miljard; aanzienlijk meer
dan verwacht. Het politick gevoelige
tekort met Japan daalde overigens.
Hoewel de gemiddelde inflatie in
1994 is afgenomen tot 2,7% neemt de
opwaartse druk op de prijzen de laatste maanden toe. Omdat de economic nog geen tekenen van verzwakking vertoont, lijkt het waarschijnlijk
dat de Federal Reserve daarom binnenkort opnieuw een renteverhoging
zal doorvoeren.
De Amerikaanse obligatiemarkt reageerde rustig op deze dreiging, wat
crop duidt dat het vertrouwen in de
monetaire autoriteiten nog steeds
groot is en dat een volgende rentever-

De zeer krachtige aardbeving in Japan heeft naast alle menselijke leed
op korte termijn ongetwijfeld ook negatieve gevolgen voor de economic.
Schattingen van de directe schade lopen uiteen van $ 50 tot $ 100 miljard,
maar de totale schade zal veel groter
zijn. De zwaar getroffen havenstad
Kobe heeft een belangrijke distributiefunctie en in het gebied rondom
Kobe is veel produktiecapaciteit verloren gegaan. Grote bedrijven als Nissan en Toyota hebben nu reeds te
kampen met een tekort aan onderdelen, waardoor produktieverlies dreigt
te ontstaan. Het zal nog enige tijd duren voordat het effect van de aarbeving op de Japanse economic duidelijk wordt, maar dat de Japanse
opleving in gevaar wordt gebracht
lijkt niet waarschijnlijk.
De Japanse obligatiemarkt reageerde echter negatief. De enorme schade zal immers zeker leiden tot een
sterk vergrote vraag naar kapitaal. De
10-jaarsrente steeg van iets onder de
4,5% tot 4,7%.
Duitse groei fors hoger in 1994
De Duitse economic is in 1994 met
2,8% gegroeid. Het Westduitse bruto
binnenlands produkt steeg vorig jaar
met 2,3%, na een krimp van 1,7% in
1993. In Oost-Duitsland bedroeg de
groei 8,9%, ten opzichte van 5,8% in
1993. Het aandeel van het voormalige Oost-Duitsland in het totale bbp is
hierdoor gestegen van 9% tot 10%.
Het krachtige herstel van de Duitse
economic was vooral te danken aan
de flinke stijging van de export
(7,4%) maar ook aan de sterk toegenomen bouwactiviteit. De OESO rekent ook voor dit jaar op een groei
van de economie van 2,8% en voor
1996 zelfs op een groei van 3,5%. Het
voortgaande herstel zal vooral moeten komen van een aantrekken van
de binnenlandse investeringen die,
met uitzondering van de investeringen in de bouw, per saldo nog niet
zijn toegenomen in 1994. Voor 1995 •
wordt volgens een recent gehouden
enquete rekening gehouden met een
groei van de investeringen in de industrie van 5%. Dit zal ertoe leiden
dat aan het verlies van banen op korte termijn een einde komt en dat de
werkgelegenheid eindelijk weer zal
kunnen toenemen. De consumenten-

bestedingen zullen dit jaar naar verwachting wederom achterblijven bij
de groei van de economie, met name
als gevolg van de negatieve gevolgen
voor de koopkracht van de herinvoering van de solidariteitsheffing.
Goede prestaties Verenigd
Koninkrijk
Het Verenigd Koninkrijk kan terugkijken op een economisch succesvol
1994. De groei is uitgekomen op ongeveer 4% en de inflatie is voor
Britse begrippen ongekend laag gebleven. De inflatiecijfers tonen overigens de laatste maanden wel een opwaartse tendens. De onderliggende
inflatie bedroeg in december 2,5%
ten opzichte van 2,3% in november.
De werkloosheid is in december verder gedaald tot 8,6% van de beroepsbevolking. De gunstige ontwikkeling
van de export heeft er inmiddels
voor gezorgd dat de lopende rekening van de betalingsbalans sterk is
verbeterd en dat het saldo wellicht

FvanLanschot
Bankiers nv
SINDS 1737

voor het eerst sinds jaren in de plus
is gekomen. Het financieringstekort
van de overheid, dat in het begrotingsjaar 1993/94 nog ruim 7% van
het bbp bedroeg, is flink gedaald en
komt naar verwachting in 1996 reeds
ondef de 3%. Al met al een opvallende prestatie.
Balladur optimistisch
Premier Balladur, die zich afgelopen
week formeel kandidaat heeft gesteld
voor het Franse presidentschap,
maakte bekend dat de economische
groei in 1994 2,4% heeft bedragen.
Voor het lopende jaar vewacht hij
een groei van boven de 3%, waarmee
Frankrijk tot de kopgroep van Europa zou behoren. In tegenstelling tot
in veel andere Europese landen zijn
de consumptieve bestedingen in
1994 fors gestegen (+4,4%). Balladurs
doelstellingen voor de komende ja-

ren zijn bepaald ambitieus. Zo wil hij
het begrotingstekort, in 1994 nog ongeveer 4,0%, terugdringen tot 2% van

het bbp in 1998 en het aantal werklozen moet de komende vijf jaren met
gemiddeld 200.000 worden teruggebracht.
In reactie op de kandidaatstelling
van Balladur daalde de 10-jaarsrente
licht van 8,3% naar 8,2%. Balladur
wordt door de financiele markten duidelijk als het beste alternatief gezien,
nu Delors niet in de race is.

Flinke groei Nederlandse
investeringen verwacht
Ook de Nederlandse economic heeft
zich in 1994 goed kunnen herstellen.
Hoewel het voorlopige cijfer nog niet
bekendgemaakt is, zal de economische groei zeker ruim 2% hebben bedragen. Voor volgend jaar wordt door
de meeste voorspellers een groei van
ongeveer 3% geraamd. De export en
investeringen ontwikkelen zich zeer
gunstig. De industriele produktie is in
de eerste elf maanden van 1994 met
bijna 3% gestegen ten opzichte van
dezelfde periode een jaar eerder. In
november bedroeg de stijging zelfs
7% ten opzichte van dezelfde maand
in 1993. De capaciteitsbenutting in de
Industrie bedraagt hierdoor inmiddels

ongeveer 85%.
In het voetspoor van deze gunstige
ontwikkeling zullen de investeringen
volgens verschillende onderzoeken
dit jaar een spectaculaire stijging laten zien. Het Centraal Planbureau verwacht in 1995 een groei van de totale
investeringen van maar liefst 10%.
Het Economisch Instituut voor de
Bouwnijverheid voorziet voor 1995
een toename van de bouwproduktie
met 3,5%, nadat in 1994 reeds een
groei van 2% werd gerealiseerd. Het
CBS ten slotte, verraste met de uitkomst van een enquete onder industriele ondernemingen waaruit blijkt
dat voor 1995 gerekend zou mogen
worden met 26% meer bedrijfsinvesteringen. De daling met 28% in de voorgaande drie jaren wordt daarmee grotendeels teniet gedaan. Uit de
enquete komt naar voren dat de metaal- en elektro-industrie zelfs 85%
meer zou gaan investeren. Als de investeringen inderdaad zo fors toenemen zal de werkloosheid naar verwachting flink kunnen dalen.
De werkloosheid lag in het laatste

kwartaal van 1994 met 7,4% van de
beroepsbevolking overigens nog wel
hoger dan de 7,1% een jaar eerder,

ESB 25-1-1995

maar ten opzichte van de 7,6% in het
voorgaand kwartaal is er nu reeds
sprake van een teruggang.
Bij de detailhandel was vorig jaar
sprake van een omzetgroei van 1,2%,
nauwelijks meer dan de gemiddelde
prijsstijging. Dit cijfer, dat door het
hoofdbedrijfsschap van de detailhandel werd gemeld, heeft overigens een
voorlopig karakter. Vooral in de hete
zomermaanden was sprake van stagnatie, die van negatieve invloed was
op het jaarcijfer. Uit de laatstbekende
cijfers blijkt inmiddels dat in november sprake was van 2% omzetgroei
bij de detailhandel.

Duitse en Nederlandse obligaties

profiteren
Nadat de kapitaalmarktrente dit jaar

aanvankelijk verder was gestegen,
profiteerden de Duitse en Nederlandse obligatiemarkten de laatste weken
van de onrust op de valutamarkten.
De zwakte van de Amerikaanse dollar en enkele Europese valuta’s resulteerde in een verhoogde vraag naar
vooral Duits maar ook Nederlands papier. Per saldo daalde het rendement
op tienjaars obligaties in beide landen met ongeveer 15 basispunten.
De spread tussen Duitsland en Nederland, die in november en december

in het nadeel van Nederland was ver-

Valuta-onrust breidt zich uit
De koers van de Amerikaanse dollar
moest verder terrein prijsgeven onder
invloed van de crisis rond de Mexicaanse peso. Beleggers vrezen dat de
door Clinton aangekondigde steunmaatregelen voor Mexico, ter grootte
van $ 40 mrd, voor additioneel aanbod van dollars zullen zorgen. Het
plan van Clinton ontmoet overigens
veel weerstand in het Amerikaanse
congres. De dollar noteert momenteel ongeveer/ 1,69. Ten opzichte

van de Japanse yen bleef de koers
vrijwel ongewijzigd. De yen daalde
hierdoor ten opzichte van de Nederlandse gulden tot/ 1,70 (per 10.000).
De meeste Europese munten moesten de afgelopen weken terrein inleveren ten opzichte van de Duitse
mark en de Nederlandse gulden. De
Zweedse Kroon, de Italiaanse lire en
de Spaanse peseta leden de grootste
verliezen. Politieke onzekerheid, al
of niet in combinatie met begrotingsperikelen speelde in alle gevallen
een belangrijke rol. De Italiaanse financiele markten maakten een kortstondig herstel door nadat Lamberto
Dini de opdracht had gekregen een
nieuwe regering te gaan leiden. Al
snel bleek echter dat dit niet zo eenvoudig zal zijn als gehoopt en het
koersherstel smolt weg als sneeuw
voor de zon. De vraag is nu immers
of Dini voldoende steun in het parlement zal krijgen voor zijn zakenkabinet. Ex-premier Berlusconi heeft al laten weten dat zijn partij slechts tot
steun bereid is mils er snel nieuwe
verkiezingen worden uitgeschreven.
Maar in dat geval, zo oordeelden de
beleggers, krijgt Dini nauwelijks de
gelegenheid zijn plannen, waaronder
de hervorming van het zeer royale
pensioenstelsel, uit te voeren.

groot, stabiliseerde zich rond 15 basispunten.

Onrust in emerging markets
De onrust op de financiele markten,
die begonnen is met de financiele
crisis in Mexico, duurt in alle hevigheid voort. De verliezen op de meeste Zuidamerikaanse beurzen liepen
met grote sprongen op. Opmerkelijk
is dat de angst nu ook overgeslagen
is naar Zuid-Oost Azie. De negatieve
stemming werd daar overigens mede
veroorzaakt door de plotselinge verliezen op de Japanse beurs. De Nikkei-index daalde afgelopen maandag
met liefst 5,6% tot onder de 18.000 en
staat nu ongeveer op het niveau van
een jaar geleden. Vooral buitenlandse
beleggers deden hun aandelen in de
verkoop, uit vrees voor de negatieve
gevolgen van de aardbeving in Japan.
Op Wall Street bleef de schade relatief beperkt. Van een hoogtepunt in
het nog prille jaar 1995 van 3930 Hep
de Dow Jones index terug tot rond
3880. Een aantal ondernemingen
meldde negatieve gevolgen van de
peso-crisis
In Europa was sprake van een uitermate matte stemming, waarbij vooral
de lagere dollar voor een schrikeffect
zorgde. Ten opzichte van de stand
aan het begin van het jaar boekten
de meeste beurzen lichte verliezen.
Parijs reageerde het sterkst met een
terugval van ongeveer 2,5%. In het
Verenigd Koninkrijk en in Duitsland
was de schade wat minder groot.
Ook op het Damrak sprake van een
matte stemming.

Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van
Lanschot.