Ga direct naar de content

Stijging arbeidsproductiviteit verhoogt ervaren welvaart niet

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 8 2017

■ Joyce van der Staaij (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)

Als werkenden meer welvaart willen ervaren, is het belangrijk dat hun loon stijgt ten opzichte van de prijzen. En omdat de arbeidsproductiviteit de afgelopen tien jaar gestegen is, mogen we verwachten dat dit gevolgd wordt door een stijging van de lonen. Maar in de optiek van werkenden zijn de reële lonen echter nauwelijks toegenomen. De stijging van de reële loonvoet in de marktsector (de voor consumentenprijzen gecorrigeerde gemiddelde stijging van de verdiende lonen) wijkt namelijk sterk af van de stijging van de arbeidsproductiviteit.

De figuur toont de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit en de reële loonvoet. De loonvoet wordt op twee manieren reëel gemaakt: met de consumentenprijsindex (cpi) en de prijs toegevoegde waarde. Meteen valt op dat de keuze voor de deflator zeer bepalend is voor het beeld.

Door de loonkosten te corrigeren voor de prijs toegevoegde waarde (de ontwikkeling van alle nationaal geproduceerde goederen en diensten) zien we dat er geen – of maar zeer beperkt – sprake is van het achterblijven van loongroei bij de productiviteit. De lijnen laten min of meer dezelfde ontwikkeling zien. Dit is de loonontwikkeling vanuit het per­spectief van werkgevers, waaruit blijkt dat zij de lonen laten meegroeien met de productiviteit. Als dit niet het geval was, betekent dit dat zij meer winst kunnen maken door extra ­personeel aan te nemen of dat er ruimte is om werknemers meer te betalen.

De reële loonvoet ten opzichte van de consumentenprijzen, die voor werkenden relevant is, heeft zich echter vlak ontwikkeld. Werknemers ervaren geen of beperkte loonstijging doordat er ruilvoetverlies is: de prijs van huishoudelijke consumptie is gemiddeld harder gestegen dat de afzetprijzen van binnenlandse productie. Dit gebeurt bijvoorbeeld ­wanneer de prijs van invoer sneller stijgt dan de prijs van binnenlandse productie. Bovenal toont de figuur dat stijging van de arbeidsproductiviteit dus niet hoeft te leiden tot een stijging van de ervaren welvaart.

Auteur