Ga direct naar de content

Sterke groei oproepcontracten, vooral bij laagopgeleiden

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: augustus 22 2019

■ Koen van Schie-Akdağ, Sandra van der Schaaf (SZW)

Het aantal en aandeel mensen dat werkt via een contract met een flexibel aantal uren per week is de afgelopen vijftien jaar sterk toegenomen. Terwijl in 2003 nog 5,7 procent van de werkzame beroepsbevolking een contract had met flexibele uren was dat in het eerste kwartaal van 2019 10,3 procent.

Laagopgeleiden hebben vaker een contract met flexibele uren dan hoogopgeleiden (figuur). Opvallend is dat het aandeel werkenden met dit type contract ook het hardst is gestegen binnen de groep laagopgeleiden: van 9 procent van de werkzame beroepsbevolking in 2003 naar 22 procent begin 2019. Voor middelbaar- en hogeropgeleide werknemers is dit aandeel toegenomen van respectievelijk vijf naar tien procent en van drie naar vier procent van de werkzame beroepsbevolking. Als we alle groepen samen beschouwen zien we een lijn die vrijwel identiek is aan die van middelbaar opgeleiden.

Werknemers met flexibele uren, oftewel een oproepcontract, hebben relatief weinig zekerheid over gewerkte uren en hun inkomen. Het is mogelijk dat een oproepcontract past bij de eigen behoeften en beschikbaarheid van de werknemer. De grootste stijging van dit type contract heeft dan ook plaatsgevonden in de leeftijdscategorie 15–25 jaar, waaronder veel onderwijsvolgenden vallen. Uit cijfers van het CBS blijkt dat zes op de tien werknemers met een contract met flexibele uren regulier onderwijs volgt.

Daarnaast blijkt uit cijfers van het CBS dat van de overige werknemers slechts 35 procent financieel zelfstandig is. Het armoederisico onder dit type flexwerkers is dan ook hoger dan onder andere flexibele werknemers. Met de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB), die op 1 januari 2020 ingaat, heeft het kabinet maatregelen genomen om deze kwetsbare situatie te verbeteren en onzekerheid over werk en inkomen te beperken. Werkgevers moeten tijdig laten weten wanneer de werknemer moet werken en ze moeten jaarlijks een aanbod doen voor een vast aantal uren, gebaseerd om de arbeidsomvang van de voorgaande twaalf maanden. In beide gevallen geldt daarna verplichting van loonbetaling van de vastgestelde aantal uren.

Auteurs

Categorieën