Tijdelijke werknemers, en dan vooral uitzendkrachten, zijn de eerste groep die de gevolgen van een conjuncturele schok ervaren. Dat was niet anders in 2020, toen de uitzendsector eerst grote klappen moest opvangen, maar daarna snel herstel toonde.
Eind 2021 hadden 293.000 personen een bijstands- of daaraan gerelateerde schuld bij gemeenten van afgerond ten minste één euro. Dat zijn 47.000 personen meer dan eind 2019, vlak voor het uitbreken van de coronacrisis – een toename van negentien procent.
In 2021 beoordeelde een kwart van de zelfstandig ondernemers met personeel (zmp’ers) de financiële situatie van hun bedrijf als matig tot slecht, bijna twee keer zo veel als in 2019. Het aandeel zmp’ers dat zich vaak zorgen maakt over de toekomst van het bedrijf nam echter minder sterk toe.
De Duitse industriële productie laat sinds 2018 een daling zien, terwijl de Nederlandse productie juist redelijk robuust is gebleken, ondanks de pandemie. Het Nederlandse productievolume lag in maart 2022 acht procent hoger ten opzichte van voor de coronacrisis, terwijl er in Duitsland juist sprake was van een krimp van negen procent.
De stijgende energieprijzen krijgen stilaan navolging in andere sectoren van de economie. En als het aan de bedrijven ligt, zet die ontwikkeling door: een recordaandeel verwacht de prijzen de komende drie maanden te verhogen.