Sociaal-economische ongelijkheid zorgt voor verschillen in gezondheid, inkomen en onderwijsniveau tussen verschillende groepen in de samenleving. In mijn proefschrift bestudeer ik deze ongelijkheid en haar determinanten. Het beter te begrijpen van de achtergronden van de ongelijkheid is cruciaal voor beleidsmakers, omdat het de aard van de maatregelen bepaalt die genomen zouden moeten worden om ongelijkheid te verminderen.
In één hoofdstuk analyseer ik in hoeverre gezondheidsverschillen tussen verschillende opleidingsgroepen verklaard kunnen worden door de keuze voor een ongezonde levensstijl, zoals bijvoorbeeld roken, overgewicht of gebrek aan lichaamsbeweging. De resultaten van het onderzoek laten zien dat, bepaalde schadelijke gezondheidsgewoonten van individuen niet alleen beïnvloed worden door hun gedrag, maar ook door andere, minder zichtbare factoren, zoals bijvoorbeeld hun psychische gesteldheid of vroege levenservaringen. Dergelijke persoonlijke determinanten kunnen ervoor zorgen dat mensen met een lagere opleiding bijvoorbeeld meer risico lopen op gezondheidsproblemen, zelfs als ze niet per se ongezonder gedrag vertonen dan mensen met een hogere opleiding.
In het laatste hoofdstuk onderzoek ik de invloed van de regio waarin een individu opgroeit op de intergenerationele mobiliteit. Hierbij maak ik gebruik van Nederlandse administratieve gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bevindingen van dit onderzoek suggereren dat elk extra jaar dat een kind doorbrengt in een regio met een hogere intergenerationele mobiliteit een positief effect heeft op het opleidingsniveau van het kind op de middelbare school. De invloed van regio’s blijkt echter vooral beperkt tot de jeugd; er worden geen significante effecten gevonden op de uitkomsten later in het leven, zoals inkomen of het hebben van een bachelordiploma.
Dit effect van de regio in Nederland verschilt met de resultaten in de Verenigde Staten, waar onderzoek heeft aangetoond dat de regio waarin een kind opgroeit, invloed ook heeft op het opleidingsniveau en inkomen op latere leeftijd. Dit wijst erop dat er, in Nederland, vergeleken met de Verenigde Staten, minder valt te verwachten van maatregelen op regionaal niveau, zoals het verbeteren van de toegang tot (middelbaar) onderwijs.
Auteur
Categorieën