Ga direct naar de content

Personeel in het onderwijs: meer vrouwen, meer vergrijzing

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 7 1998

Personeel in het onderwijs: meer vrouwen, meer vergrijzing
Aute ur(s ):
CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4173, pagina 808, 23 oktober 1998 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
arbeidsmarkt

In 1997 waren er 386.000 banen in het onderwijs. Dit komt overeen met 6% van het totaal aantal banen van werknemers. Er werken
nu 6% meer mensen in het onderwijs dan tien jaar geleden. Het personeel bestaat voor driekwart uit docenten.
De werkgelegenheidsgroei in het onderwijs is vooral toe te schrijven aan het basis- en speciaal onderwijs. Het aantal banen steeg daar
tussen 1987 en 1997 met 23% tot circa 150.000. In het voortgezet onderwijs was er een dalende tendens; in 1997 kwam het aantal banen
daar op 140.000. In het hoger onderwijs nam tot 1991 het aantal banen toe, daarna volgde een paar jaar een lichte daling. In 1997 bedroeg
het aantal banen in het hoger onderwijs 96.000, vrijwel evenveel als in 1991. Een en ander houdt verband met de ontwikkeling van de
leerlingenaantallen, die eveneens aanzienlijk verschilt per onderwijsniveau.
Er waren in 1997 vrijwel evenveel mannen als vrouwen in het onderwijs werkzaam. In 1987 waren de mannen nog enigszins in de
meerderheid (54%). Het aandeel van de vrouwen was in 1997 als vanouds het grootst in het basis- en speciaal onderwijs (66%). In zowel
het voortgezet als in het hoger onderwijs lag het aandeel van de vrouwen iets onder de 40%. Onder alleen het onderwijzend personeel
(docenten) kwam in 1997 het aandeel van de vrouwen in het voortgezet onderwijs op 36% en in het hoger onderwijs op 28% (zie figuur
1).

Figuur 1. Ontwikkeling van het aantal banen in het onderwijs, 1987=100
Vergrijzing
Het onderwijspersoneel vergrijst. In 1997 was 46% van het personeel 45 jaar of ouder; in 1987 was dat nog maar 27%. Het voortgezet
onderwijs telt van alle onderwijssoorten de meeste ouderen. De vergrijzing is sterker bij mannen dan bij vrouwen en iets sterker bij
docenten dan bij het overig personeel. Ook buiten het onderwijs komt vergrijzing voor, nu het begin van de naoorlogse geboortegolf
inmiddels de leeftijd van 50 jaar is gepasseerd. De vergrijzing is in het onderwijs echter sterker dan onder de totale groep van werkenden
(zie figuur 2).

Figuur 2. Verdeling van het onderwijspersoneel en van alle werkenden naar leeftijd, 1997

Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur