Ga direct naar de content

Overheden betalen minder aan rente, ondanks oplopende schulden

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 28 2021

■ Serge van Knippenberg (Ministerie van Financiën)

De overheidsschuld van veel landen is de afgelopen vijftien jaar fors opgelopen. Eerst door de financiële crisis van 2008 tot 2011, en recentelijk als gevolg van de coronacrisis. Door de lage rente vallen echter de rentebetalingen mee. Betekent dat dat de Europese begrotingsnormen kunnen worden versoepeld?

De Italiaanse staatsschuld is gestegen van 103,9 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2007, naar (volgens de meest recente raming) 156,6 procent in 2022. Maar ondanks die oplopende schuld zijn de rentebetalingen gedaald van 4,7 procent van het bbp in 2007 naar 2,9 in 2022 (figuur), dankzij de daling van de marktrente. Ook voor landen als Nederland en Duitsland – waar de schuldtoename beperkter was – zijn de rente­betalingen gedaald: voor Nederland van 2 procent van het bbp in 2007 naar 0,4 in 2022; en voor Duitsland van 2,7 bbp naar 0,5 bbp.

De oplopende schulden zijn echter niet zonder risico. Het is immers de vraag of de lage marktrente zal standhouden. Voor de korte tot middellange termijn verwacht de Europese Centrale Bank dat wel. Aangaande de lange termijn is er meer onzekerheid. Marktverwachtingen wijzen hier ook op lage langetermijnrentes, maar deze kunnen soms snel omslaan.

Bij een stijging van de marktrente kunnen de rentebetalingen vrij fors oplopen, zo leert een snelle rekensom. Stel dat de renteniveaus van 2007 zouden terugkeren. Bij een gelijkblijvende schuldratio en schuldstructuur (qua looptijden en dergelijke) zouden de Italiaanse rentebetalingen toenemen van 2,9 naar circa 7,1 procent van het bbp – een toename van meer dan vier procentpunt. Voor Nederland en Duitsland zouden de rentelasten met respectievelijk 2 en 2,5 procentpunt van het bbp toenemen. Een dergelijke toename vindt overigens nooit van de ene op de andere dag plaats, want de nieuwe rente moet alleen voor nieuwe schulden betaald worden en de gemiddelde resterende looptijd van de Nederlandse, Italiaanse en Duitse overheidsschulden is zeven jaar of langer.

Of de Europese begrotingsnormen kunnen worden versoepeld, hangt dus sterk af van de verwachte marktrente in de komende twintig à dertig jaar – en ook van welke risico’s men bereid is te nemen.

Auteur