Ga direct naar de content

Over belastingfraude

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 24 1980

proJ De Grauw

Over
belastingfraude
De belastingfraude neemt een steeds
grotere omvang aan. Eigenlijk hoeft dit
geen verwondering te wekken. Met de
sterke stijging van de marginale belastingvoeten in de meeste geïndustrialiseerde landen is het keuzeprobleem van
het individu sterk veranderd. Een groot
deel van de mensen in de Westeuropese
landen wordt nu geconfronteerd met
marginale belastingvoeten van 50% of
meer, hetgeen impliceert dat het individu
in deze situatie voor een zelfde bijkomende activiteit de keuze heeft tussen het
dubbele of het enkelvoudige inkomen.
Deze verhouding die we de kosten van
het niet-frauderen kunnen noemen, stijgt
daarenboven op exponentiële wijze naarmate de marginale belastingvoet toeneemt. Bij een marginale belastingvoet
van 50% zijn de kosten van het niet-frauderen 2; bij een marginale belastingvoet
van 60% worden deze kosten 2,5; bij
70%: 3,3; bij 80%: 5 ; en bij 90%: 10. De
sterke toename van de marginale belastingvoeten betekent dan ook dat het
voor de typische belastingbetaler moeilijker is geworden de verleiding om te
frauderen te weerstaan. Om aan deze
problemen het hoofd te bieden wordt
vrijwel overal gepleit om de fraudebestrijding o p te voeren. Een van de programmapunten van de nieuwe Belgische
regering bestaat erin de fraude actiever te
bestrijden door hogere sancties en een
uitgebreider controle-apparaat.
Een eerste vraag die kan worden gesteld, is hoe effectief zo’n actievere bestrijding van de fraude kan zijn. Waarschijnlijk is het zo dat bij een sanctie die
voldoende hoog is (doodstraf, levenslange gevangenisstraf en dergelijke) de meeste
mensen ertoe worden aangezet niet te
frauderen. De vraag is echter of dit niet
gewoon tot een verschuiving van belastingfraude naar wettelijke belastingontwijking zal leiden. Wanneer fraude sterk
wordt bestraft zullen belastingbetalers
geld en tijd besteden aan het vinden van
legale ontsnappingmogelijkheden. Ook
hier zal deze bereidheid stijgen met de
hoogte van de marginale belastingvoet.
Een individu met een marginale belas-

tingvoet van 60% zal bereid zijn tot 60
cent uit te geven aan een belastingexpert
om de laatstegulden niet aan tegeven; een
individu in een marginale belastingvoet
van 70% tot 70 cent enz. Strengere bestraffing van de fraude zal dan ook de
vraag naar de diensten van belastingexperts verhogen en zal ook leiden tot het
ontdekken van meer wettelijke ,,loopholes”. De situatie in de Verenigde Staten
bevestigt dit. ~ e s t r e n ~ ebestriffingvan
re
de belastingfraudeinde VS heeft ertoegeleid dat fraude daar relatief minder
wordt toegepast dan in de meeste Westeuropese landen. Daarentegen is het zo
dat wettelijke belastingontwijking er
Fenomenale proporties aanneemt, zodat
het niet uitzonderlijk is dat miljonairs
haast geen belasting betalen.
Het simpele antwoord o p deze problematiek is het voortijdig opsporen
van ,,loopholes”. Het is echter duidelijk
dat dit altijd met vertraging gebeurt en
dat gegeven de ingewikkeldheid van het
belastingsysteem voortdurend nieuwe
,,loopholes” zullen worden gevonden
door het legertje van belastingexperts.
Deze laatsten hebbetier een groot financieel belang bij om het labyrint van belastingwetten beter te kennen dan de
wetgever of staatsambtenaar, en deze
wetten naar hun hand te draaien. Een
oplossing voor dit probleem van belastingfraude en -ontwijking is er dan ook
niet, tenzij de essentie van het economisch leven in het westen wordt gewijzigd. Zolang een niet onbelangrijk deel
van de economische activiteiten o p vrije
basis gebeurt, d.w.z. zonder het toezicht
en het fiat van de overheid, zijn fraude en
ontwijkingsactiviteiten onvermijdelijk.
En deze moeten ook onvermijdelijk toenemen als de marginale belastingvoeten
toenemen. Effectieve bestrijding is
slechts mogelijk indien de overheid deze
vrije economische activiteiten zelf overneemt. Het is b.v. moeilijk in te zien hoe
de bestrijding van fraude en ontwijking
zffectief zal kunnen zijn indien de vrije
beroepen niet eerst worden afgeschaft,
indien de belangrijkste beslissingen in de
ondernemingen (prijszetting, aankoop

van grondstoffen, beleggingen enz.) niet
door de overheid worden genomen. De
vraag is dan of de kosten van de bestrijding van fraude en belastingontwijking
niet groter zijn dan de opbrengsten ervan. Het antwoord is moeilijk a priori
te geven, en zal afhangen van d e mate
waarin men de voordelen van een gedecentraliseerd markteconomisch systeem
evalueert.
De essentie van het voorgaand probleem kan als volgt worden geformuleerd. De meeste mensen zullen, indien
mogelijk, proberen te ontsnappen aan de
dwang om belastingen te betalen. Een
vrij marktsysteem biedt hun die mogelijkheid, omdat het een belangrijk deel
van de primaire inkomensvorming onttrekt aan de directe controle van de overheid. Effectieve bestrijding van fraude en
belastingontwijking staat dan ook gelijk met een verregaande verstatelijking
van de primaire inkomensvorming.
De noodzaak om alle economische activiteiten te nationaliseren is echter
slechts een minimum. Wie zal immers
beletten dat de door de overheid gesalarieerde geneesheer of arbeider zijn privédiensten aanbiedt daar waar een vraag
bestaat voor deze diensten. De gang van
zaken in de Oosteuropese landen suggereert dat zelfs in sterk repressieve systemen deze activiteiten niet uitgeroeid
kunnen worden. Eén ding staat vast. Er
is een ,,trade-off” tussen aan de ene kant
repressie en controle en aan de andere
kant grotere belastingopbrengsten voor
de overheid. Deze laatste kunnen slechts
worden opgedreven door de activiteiten
van de mensen meer te controleren en te
bestraffen dan nu het geval is. Uiteindelijk gaat het hier over een trade-off tussen democratisohe vrijheden en belastingen.

Auteur