Ga direct naar de content

Miljoenennota 1999

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 26 1998

Miljoenennota 1999
Aute ur(s ):
Keuzenkamp, H.A.
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4167, pagina 685, 18 september 1998 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):
miljoenennota, overheidsfinanciën

De Miljoenennota is een heel saai document. Zo hoort het ook, want hoe saaier zij is, des te beter staat het er met de publieke financiën
voor. Toch valt er voor economen nog wel wat te beleven. De afgelopen weken ontspon een discussie over de behoedzaamheid van de
uitgangspunten voor het Regeerakkoord. Sweder van Wijnbergen opende het debat met enkele heldere uitspraken in het PvdA
Vlugschrift van 6 september jl. De huidige crisis in Azië en Rusland zou een domino-effect kunnen veroorzaken. Goedkope import uit
Azië kan het protectionisme in de Verenigde Staten weer losmaken. “Protectionisme zou een ramp zijn voor de Nederlandse export.
We krijgen dan een recessie als in de jaren dertig, toen protectionisme in de VS hoogtij vierde”, aldus Van Wijnbergen. Vanuit dit
oogpunt zou het behoedzame scenario niet behoedzaam genoeg zijn.
Sweder laat een windje en Nederland hijst de stormbal. Commentatoren buitelden over elkaar heen om het gevaar van een recessie te
bespreken. De waan van de dag werd versterkt door de duikeling van de beurs. Wim Groot en Henriëtte Maassen van den Brink, nog
onder de indruk van een recent bioscoopbezoekje, leggen het verband met de Titanic en waarschuwen al “Kok heeft te weinig
zwemvesten aan boord” (de Volkskrant, 16 september 1998).
Maar moeten we ons echt bezorgd maken om een zware recessie? Nauwelijks. Is het behoedzame scenario niet behoedzaam genoeg?
Nee. Heeft Van Wijnbergen ongelijk met zijn conclusie, dat terugdringing van het financieringstekort grotere prioriteit moet krijgen? Wel,
daarin heeft hij volledig gelijk.
Bescheidenheid is gepast bij het doen van voorspellingen, maar er zijn goede redenen om aan te nemen dat een diepe recessie niet in het
verschiet ligt. De crisis in Azië lijkt momenteel niet verder te verdiepen. Voor Japan is 1998 een jaar met een krimpende economie, maar
komend jaar wordt een licht herstel verwacht. Voor andere Aziatische economieën lijkt er ook weer kans op herstel, al blijven de
financiële instellingen zeer kwetsbaar. Zelfs bij uitblijvend herstel is het onwaarschijnlijk dat protectionisme in de VS werkelijk aan kracht
wint. De tijdgeest is er niet naar. Sommigen beschouwen de Azië-crisis zelfs als een gelukje, dat oververhitting in de VS voorkomt en de
rente wereldwijd laag houdt. En Rusland, is dat dan een gevaar voor onze economie? Nee, het aandeel van de transitielanden in het
wereld-bbp stijgt met krap vijf procent nauwelijks boven dat van geheel Afrika uit (MEV 1999, blz. 32). Dichterbij zijn er zelfs positieve
geluiden te horen. Met name de Duitse economie is bezig aan een langzaam, maar gestaag herstel. En het algemene economisch beleid in
het Westen is tamelijk verstandig is: het monetaire beleid is niet te vergelijken met dat rond 1980, het budgettaire beleid heeft de meeste
landen veel schokbestendiger gemaakt en ook het marktwerkingsbeleid zorgt voor meer mogelijkheden om kansen voor groei of herstel te
benutten. Voor zover er gevaar bestaat ligt dat grotendeels buiten de directe economische sfeer.
Maar goed, het kan altijd tegenvallen. Dat was ook de gedachte bij het formuleren van de uitgangspunten van het Regeerakkoord. Twee
procent groei (2,25% inclusief ‘inverdieneffecten’) is inderdaad behoedzaam. In de afgelopen vijftien jaar is de feitelijke groei slechts drie
jaar beneden dit percentage uit gekomen (1987, 1992 en 1993). En er kan moeilijk beweerd worden dat we in deze periode geen turbulentie
om ons heen hebben gehad. De suggestie van Arnold Heertje, in het Vlugschrift van een week later (nog eventjes en Vlugschrift wordt
het belangrijkste economenblad van Nederland!), dat het groeiscenario beter met een kwart procent gereduceerd kan worden, heeft niet
zoveel te betekenen. ‘Fine-tuning’ was nu juist niet de bedoeling van de scenario’s. Zelfs als de groei onder de twee procent zou duikelen,
dan dient de begroting op dat scenario gebaseerd te blijven.
De echte spanning zit in het tempo van tekortreductie, niet in de uitgangspunten van het scenario. De huidige hoogconjunctuur dient
sterker benut te worden voor het slechten van dat tekort. In plaats daarvan stijgt het, weliswaar bescheiden, maar juist nu zou het relatief
eenvoudig moeten zijn begrotingsevenwicht te realiseren. De formule voor mee- en tegenvallers (besproken in de bijdrage van
Oosterwijk in dit nummer) is een doekje voor het bloeden. Meevallers bij de inkomsten worden voor driekwart benut voor extra
tekortreductie, de rest is voor lastenverlichting, totdat het tekort gedaald is tot 0,75%. Als het tekort daaronder komt, mag de helft van de
meevallers voor lastenverlichting worden ingezet. De regel kan slechter (het Regeerakkoord was aanmerkelijk minder strikt), maar nog
altijd ontbreekt een motivering voor ongerichte lastenverlichting in tijden van hoogconjunctuur.
Bovendien ontbreekt het ‘gevoel van urgentie’ bij het aanpakken van notoire overschrijdingen. Neem de zorg, waar de Wet van Borst
weer vier jaar lang voor overschrijdingen zal zorgen. Baumol’s wet, samen met die van Say en gebrek aan sturing door de minister leidt er
geheid toe dat de Æ’ 5,6 m extra voor VWS, de belangrijkste intensivering van Paars II, tekort zal schieten. Vandaag al wordt in de
rd
ministerraad de eerste 200 miljoen extra opgeeist, om de te hoge kosten van de zorg-cao te dekken. En de bron van de lastenverzwaring in
het komend jaar is de met name extra druk vanuit het ziekenfonds.
Aan minister Zalm is het om te bewijzen dat niet alleen de uitgangspunten behoedzaam genoeg zijn, maar dat ook de invulling van het

financiële beleid deugdelijk is. Meer ambitie kan daar geen kwaad.

Thema: Miljoenennota 1999
H.A. Keuzenkamp, Miljoenennota 1999
J. de Beus, Koks kapitalisme
Beleid en onderzoek : de Miljoenennota
C.N. Teulings, Het dogma van een laag belastingtarief
E.K.H. van Doorslaer, H.G. van der Burg en A.H.E. Koolman, Rechtvaardige gezondheidszorg
H. Oosterbeek, De kwaliteit van het onderwijs
J.W. Oosterwijk, Rust en dynamiek
Vak ontwikk eling
A.R.G.J. Zwiers en H. van der Meer, Koopkrachtplaatjes voor iedereen
Monitor
R. van Opstal en P. Terra-Pilaar, Koopkrachtgevolgen van het Regeerakkoord
MEV 1999, Knelpunten in de personeelsvoorziening

Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur