Ga direct naar de content

Meer bijbaantjes naast school

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 16 1999

Meer bijbaantjes naast school
Aute ur(s ):
CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4210, pagina 499, 25 juni 1999 (datum)
Rubrie k :
Statisteik
Tre fw oord(e n):
arbeidsmarkt

In 1997 volgden in ons land ruim 1 miljoen jongeren van 15 tot en met 24 jaar voltijdonderwijs. Van hen verdiende 44% wat bij naast
de studie. In 1993 was dat nog maar 35% . Deze toename hangt waarschijnlijk samen met de bezuinigingen op de studiebeurzen sinds
1994.
Het percentage jongeren dat naast zijn opleiding werkt, neemt toe met de leeftijd en het opleidingsniveau. Op elke leeftijd is het aandeel
werkenden hoger bij een hoger onderwijsniveau. Zo hebben scholieren van 15-16 jaar op het vwo vaker een bijbaan dan hun
leeftijdgenoten die een mavo/vbo-opleiding volgen. Hbo- en wo-studenten werken het meest naast hun studie. Ruim de helft van hen
heeft naast een studiebeurs inkomsten uit een baan.
Er zijn niet of nauwelijks verschillen tussen jongens en meisjes. Zelfstandig wonende studenten hebben vaker een baan dan studenten
die bij hun ouders wonen. Allochtone jongeren hebben veel minder vaak een baan naast hun opleiding dan autochtone. Bij allochtone
jongeren ligt dit percentage op 28, bij autochtone op 46 (zie figuur 1).

Figuur 1. Aandeel van scholieren/studenten met een baan per onderwijsniveau en leeftijd, %
Flexwerkers met weinig uren
Werkende scholieren en studenten hebben meestal maar een klein baantje. Gemiddeld werkten ze in 1997 twaalf uur per week. Bijna
driekwart werkte minder dan twaalf uur per week, maar er zijn ook scholieren en studenten die er een volledige baan op nahouden. In 1997
had gemiddeld 8% een baan van minstens 35 uur per week. Dat betreft vooral vakantiebanen.
Meer dan de helft van de werkende scholieren en studenten had een tijdelijk contract of werkte een wisselend aantal uren per week. Veel
scholieren en studenten werken vooral in het weekend en in de avonduren. In 1997 had 82% een bijbaan buiten kantoortijden. Slechts
14% werkte gewoon overdag op doordeweekse dagen.
Vooral winkels boden in 1997 veel werk aan scholieren en studenten. Drie van de tien werkende scholieren en studenten hadden een
baantje in een winkel als winkelbediende, vakkenvuller of kassamedewerker. Ander werk waarmee vaak werd bijverdiend, was
schoonmaken, en werk als kelner of serveerster.
De meeste scholieren en studenten verrichten werk waarvoor weinig opleiding is vereist. Slechts een heel klein deel van de studenten
heeft een baantje op een hoger beroepsniveau (zie figuur 2).

Figuur 2. Arbeidsduur per week van banen van scholieren/studenten, 1997

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur