Ga direct naar de content

Koks kapitalisme

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 26 1998

Koks kapitalisme
Aute ur(s ):
Beus, J. de (auteur)
Hoogleraar sociale ethiek, Rijksuniversiteit Groningen.
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4167, pagina 687, 18 september 1998 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):
miljoenennota, overheidsfinanciën

Is er een alternatief voor enerzijds economisch conservatisme en anderzijds de verzorgingsstaat van wieg tot graf? Het eerste wordt
geassocieerd met Anglo-Amerikaans laissez-faire, Reagan, Hayek en de geest van Colijn. Het tweede met Rijnlands-Scandinavische
regie, Johnson, Keynes’ macro-economie en de geest van Drees. Amerikaanse progressieven achter Clinton, zoals Robert Reich, en
Europese sociaal-democraten als Blair, Jospin en Schröder betwisten elkaars aanspraak op vernieuwing. Wie bedenkt en beheert het
beste regime dat economische rechtvaardigheid verbindt met concurrentievermogen in een tijdperk van wereldwijde transformatie?
Er zit heel wat gebakken lucht in de ‘derde weg’, het antwoord op deze vraag. Waarmee wijkt deze weg nu eigenlijk af van het neoliberale
denken? Met een hoger onderwijsbudget, strenger mededingingsbeleid, intelligentere milieuzorg, meer humane beheersing van migratie
of slechts met betere bedoelingen? Maar toch is dit debat van belang. Het gaat om niets minder dan het ‘Europese
maatschappijmodel’ (Delors) binnen een monetaire unie. De Nederlandse bijdrage is uiteraard het poldermodel van
werkloosheidsbestrijding op grond van consensus over inkomensmatiging, bezuinigingen en marktwerking. Maar er is reden om te
twijfelen aan de exporteerbaarheid van het poldermodel. Nederland verovert een voorsprong op de buurlanden door nationale
productiekosten te verlagen op manieren die deze staten niet kunnen of willen volgen.
Ik zou hier een andere reden naar voren willen halen. Het poldermodel gaat samen met toenemende ongelijkheid in de
vermogensverdeling. Zeker, de bevoorrechte weelde neemt bij ons niet de extreme vormen aan als in het financiële kapitalisme van de
Verenigde Staten. Bovendien groeit het aandeel van huishoudens in het totale aandelenbezit. Toch hebben onderzoekers als De Kam en
Wilterdink aangetoond dat de Nederlandse vermogensverhoudingen in de laatste twee decennia nogal scheef gegroeid zijn, en wel mede
door toedoen van overheidsbeleid in het teken van belastingconcurrentie. Het lijkt hier dus te gaan om een integraal onderdeel van het
poldermodel, niet om een marginaal nevengevolg.
Grote vermogensongelijkheid is in vele opzichten een groot sociaal kwaad. Ze brengt plutocratie in de plaats van democratie. Ze gaat
samen met voor de bedrijfsvoering disfunctionele inkomensverschillen en moreel verwerpelijke of willekeurige inkomensbestanddelen.
Zij bevordert opportunistisch gedrag op wereldmarkten dat de nationale burgerzin, solidariteit en vaderlandsliefde ondermijnt (zoals
huisvesting over de grens). Zij roept persoonlijke decadentie op alsmede een openlijke onderscheidingsdrang die onnederlands is. En zij
verwekt de toorn van Jan Pen en Dik Wolfson, hoeders van het Tinbergiaanse legaat. Kortom, Kok kan het poldermodel niet zonder meer
aanprijzen als de derde weg. Hij moet met een argument komen over dit modeltekort.
Ik zie drie mogelijkheden. Ten eerste zou Kok kunnen beweren dat linkse partijen en coalities weinig tegen de macht van welgestelde
staatsverlaters kunnen uitrichten. Er zit niets anders op dan concessies te doen aan beweeglijke vermogensbezitters, geduldig mee te
werken aan Europese afstemming, en verder maar te wachten op een ‘eerlijke’ beurscrisis, die juist deze lieden treft. Dit is de zienswijze
van staatssecretaris Vermeend. Maar voortgezette globalisering zal, aldus studies van Rodrik en Garrett, voeren naar protest van de
eigenaren van onbeweeglijke productiefactoren. Ik leg de late campagne van de PvdA tegen doorgeschoten managers-opties en dito
aftrek van hypotheekrente uit als een begin van het einde van Vermeends gulheid.
Ten tweede zou Kok kunnen beweren dat de vermogensongelijkheid wordt goedgemaakt door nivellerende maatregelen elders.
Doeltreffende bestrijding van werkloosheid en indamming van armoede zonder werkende armen; preventie van reële loondaling en
polarisatie tussen arbeidsinkomens; maar ook een grotere greep van de overheid op de voortbrenging van publieke goederen (zoals
veiligheid), inperking van de eigendomsrechten van de rijken (medezeggenschap pensioengerechtigden, werknemerscommissaris) en
spreiding van vermogen (eigen woningbezit, eigen onderneming). Het probleem voor Kok is dat de prestaties van de paarse coalitie hier
tot dusverre gemengd zijn. Van een duidelijke inperking van macht van de nieuwe maximale koopkrachtigen op grond van nieuwe
wetgeving (vennootschapsrecht) is geen sprake.
Zo resteert de derde mogelijkheid voor een geloofwaardige derde weg op zijn Nederlands. Sta niet toe dat Nederlandse multinationals
fungeren als de Russische Gazprom. Maak werk van de talrijke suggesties van belastingeconomen als Cnossen. Toon het ‘fair share’ van
de superrijkaard als keerzijde van de ’employability’ van de flexibele werknemer. En riskeer een kabinetscrisis voor de grote
belastingherziening, in de wetenschap dat een vertaling van het huidige regeeraccoord nog niet het baanbrekende compromis is
waarnaar de Europese liberale en sociaal-democratische partijverbonden thans smachten.
Politiek schept recht dat rijkdom schept die verplichtingen schept. Ziedaar het traject voor Koks komende internationale marathon.

Thema: Miljoenennota 1999
H.A. Keuzenkamp, Miljoenennota 1999
J. de Beus, Koks kapitalisme>830687
Beleid en onderzoek : de Miljoenennota
C.N. Teulings, Het dogma van een laag belastingtarief
E.K.H. van Doorslaer, H.G. van der Burg en A.H.E. Koolman, Rechtvaardige gezondheidszorg
H. Oosterbeek, De kwaliteit van het onderwijs
J.W. Oosterwijk, Rust en dynamiek
Vakontwik k eling
A.R.G.J. Zwiers en H. van der Meer, Koopkrachtplaatjes voor iedereen
Monitor
R. van Opstal en P. Terra-Pilaar, Koopkrachtgevolgen van het Regeerakkoord
MEV 1999, Knelpunten in de personeelsvoorziening

Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur