Ga direct naar de content

Klimaatambitieuze bedrijven investeerden meer tijdens coronacrisis

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 10 2022

■ Stef Konijn, Nard Koeman, Gerben de Jong (SEO Economisch Onderzoek) Henk Volberda en Kevin Heij (Universiteit van Amsterdam)

Klimaatambitieuze bedrijven geven aan tijdens het coronajaar 2020 minder op de korte termijn gefocust te zijn dan achterblijvers op gebied van klimaatambitie. Vergeleken met achterblijvers, verhoogden koplopers ook vaker hun langetermijninvesteringen in 2020.

In de Nederlandse Innovatie Monitor 2021 zijn ruim 600 leidinggevenden ondervraagd over de stand van zaken op het gebied van innovatie in hun organisatie. Daarbij geeft 55 procent aan te streven naar een verwaarloosbare ecologische voetafdruk in 2030 of eerder (kop­lopers), terwijl 22 procent aangeeft dit streven niet of na 2099 te hebben (­achterblijvers).

Zoals verwacht investeren de koplopers in 2020 relatief meer in het verminderen van de ecologische voetafdruk. Koplopers investeerden echter ook vaker in ICT, R&D en de ontwikkeling van het personeel (figuur).

Vooral op het gebied van investeringen in ICT en de ontwikkeling van personeel zijn de verschillen groot. Zo is 56 procent van de koplopers in 2020 meer gaan investeren in ICT, terwijl dit voor de achterblijvers slechts 19 procent is. Van de koplopers is 4 procent minder gaan investeren in ICT, en van de achterblijvers 9 procent. Als het gaat om de vermindering van de ecologische voetafdruk is 67 procent van de koplopers meer gaan investeren. Bij de achterblijvers is de omvang van deze groep 56 procent. Ook bij de andere investeringscategorieën (personeel en R&D) zijn de koplopers relatief meer gaan investeren vergeleken met de achterblijvers.

De klimaatambitieuze bedrijven lijken meer gericht op de lange termijn: 50 procent van de achterblijvers antwoordt dat de strategie van de organisatie tijdens de coronacrisis meer gericht is geweest op de korte termijn, terwijl dat bij de koplopers maar 41 procent is. Daarnaast zien koplopers relatief vaak ‘maatschappij’ of ‘ethisch handelen’ als hun verantwoordelijkheid, terwijl achterblijvers vaker kiezen voor ‘winstgevendheid’ of ‘juridisch handelen’.

Auteurs