Ga direct naar de content

Jrg. 9, editie 430

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 26 1924

26 MAART 1924.

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economischm,Sta

tistische

Berichtén

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL. NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

9E JAARGANG

WOENSDAG 26
MAART
1924

No. 430

INHOUD

1hz.
DE NEDERLAa’OSOIIE HANDzLMAATSOHAPI’IJ H0NDER1)
JAAR
…………………………………….282
De Nederlandsche Katoenindustrie in 1923 II (Slot) dooi
Joan Gelderman. …………………………..
282
Eenige gegevens omtrent de economische gevolgen van
de Roerbezetting voor Nederland III door
D. J. Wansink
284
Verslag van de Staatscommissie voor het Pachtvraag-
stuk. Deel II (Slot) door
Mr. Dr. R. R. Baron de Vos
van Btaenwijk
…………………………….
287
De Rijksmiddelen …………………………….288
BU1TENLANDSOHE MEDEWERKING:
De herlevende onrust in de arbeiderswereld door
1)r.
T. E. Gregorj
…………………………..
289
AANTEEKENING:
Indexcijfers van groothandeisprijzen ………….290
MAANDcIJFERS:
Overzicht der Rijksmiddelen …………………291
flandelsbeweging over de maand i’ebruari 1924…. 292
STATISTIEKEN EN OVERZIcHTEN
……………..293-299
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Goederenhandel. B anketaten.

.

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE
GESCHRiFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. 0. 1V. J. Bruins.
Reda(,teur.Secretaris van het weekblad: D. J. Wan8ink

25 MAART 1924.

In den toestand van de geidmarkt kwam wederom

geen verandering. Geld blijft nog steeds zeer gezocht;

wissels met drie handteekeningen konden slechts

moeilijk voor
47/8
pOt. plaatsing vinden, en die met

twee handteekeningen waren deze week zelfs weder

minder gemakkelijk onder te brengen, zoodat her-

haaldelijk
51/4
pOt. moest worden toegestaan. Ook

Caligeld was slechts weinig aangeboden; daarentegen

was het aanbod op de prolongatiemarkt iets grooter,

zoodat de noteering zich niet meer boven de
5
pOt.

verhief. * * *

Bij de
inschrijving
op de
70
millioen schatkist-

papier werd in het geheel ingeschreven voor

f 65.072.000.
Toegewezen werden
f
51.212.000,
waar-

van
f
4.541.000
in 3 mds. promessen â
f
987.23;

f
11.580.000
in
6
rnds. promessen A.
f
974.78
en
f5.072.000

in biljetten â pan, of resp. h
5,
4’1
en
5
pOt.

Ten gevolge van verdere aflossing van rechtstreeks

bij De Nederlandsche Bank geplaatste schatkist-

promessen vertoont de post binnenlandsche wissels

ook ditmaal een daling. Daarentegen vertoonen cle

beleeningen per saldo een niet onbelangrijke stijging.

De goederenheleeningen liepen weliswaar met
f 3
mil-

lioen terug,
doch
de effectenheleeningen stegen met

f 15
millioeij.

Het renteloos voorschot aan het Rijk steeg met

f
6,7
millioen; de metaalvoorraad der bank bleef

vrijwel op delfde hoogte. De post papier op het

buitenland noteert een kleine
f
800.000
hooger; de

diverse rekeningen onder het actief daalden met

f
2,3
millioen.

De biljettencirculatie daalde met
f
6.6
millioen.

De rekening-courantaldi stegen met
f
8,9
millioen.

De buitengewone rjziug van de franes bleef ook

deze week aanhouden. De baissepositie bleek veel
i.
grooter te
zijn
dan zelfs de grootste -schattingen

hdden aangegeven, de koers liep dan ook weder

sprongsgewijze naar boven. Wel trad op Woensdag

een kleine reactie in, waarbij de koersen van 14.10

en
11.8.0 – op 13.70
en
11.20
terugliepen, maar de.

volgede dagen ging de rijziug weder onverpoosd

verder en gisteren liep de koers door sterke vraag –

uit het Rheinland sprongsgewijze op tot
15.40
en

12.10.
Blijkbaar was dit echter ook den Franschen

opdrijvers te machtig, althans van die zijde werd nu-

krachtig ingegrepen – en het slot was op
14.65
en

11.70.
Overigens was dé – geheele wisselmarkt zeer

orustig. Door Parijs werden de onzinnigste berichten

verspreid en gelocfd over wissel-verliezen en bank-

moeilijkheden in Nederland, ten gevolge waarvan

Dinsdag en Woensdag plotseling groote bestens orders

tot aankoop van Dôllârs en – Ponden inkwamen en in
Londen groot aanbod van Holland ontstond. – Dien-
tengevolge sprong de Pondnkoèrs hier plotseling van

11-.56 op 11.72.
Reeds spoedig t-rad een reactfe in,

waardoor het pond zelfs.tot beneden deû openingskoers

terugliep, de markt bleef
eh:ter
uiterst zenuwachtig.

In het bericht van de vorige week werd als hoogste

marge voor
termijnfranes.
per abuis vei.meld
f 1.40,

dit moest zijn
f 2.40. – – – –

LONDEN, 22 MAART1924. -.

Ook deze week bleef de geldmarkt rui, doch

brokkelden de koersen niet af. Zoowel het vernieuiven

als het nieuw opnemen van daggeldieeningen kostte

2
1
/
2
pOt., terwijl ook de koers van zevendaagsgeld

niet veranderde. Maandag had de grootste omzet

plaats, door een groote betaling op de jongste Ja-

pausche leening.
Op de discontomarkt heerschte dezelfde flauwe toon

als de vorige week. Donderdag waren eenige banken

koopers van April Treasury Bills tegen
215/
pOt.

2 -mttds.- prima bankaccept
3/1e;
3 mnds. id
. 3
1
/
18
;

4
mnds. id
.
3/ie—/8;
6
mnds. id
.
3/ie—/s
pOt.

282

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 Maart 1924

DE NEDERLANDSCHE HANDEL-

MAATSCHAPPIJ HONDERD JAAR.

Zaterdag zal het -100 jaar geleden zijn, dat de
Nederlandsche Handel- Maatsch appij werd 6pgericht.

Er is zeker reden deze gebeurtenis te herdenken. Opge-
richt in de moeilijke jaren na het herstel onzer on-afhankelijkheid niet -het doel aan den kwijnenden
Indischen handel nieuw leven te geven, heeft de
Randel-Maatschappij, bij alle wisseling die het kolo-
,piale beleid in deze eeuw heeft ondergaan, ononder-
brokeu medegewerkt aan de ontwikkeling van Indië
en de versterking van de economische banden met
et inoederland.

‘Onder het Oultuurstelsel, dat den Indischen uit-
‘voer maakte tot overheids-monopolie, ziet zij zich,
wat dien uitvoer betreft, de in hoofdzaak passieve
rol toebedeeld van commissionair van het Gouverne-
ment. Actief treedt zij echter op in den vrij gebleven

export van Holland naar Indië, waarbij na de breuk
met het Zuiden vooral de Noord-Nederlandsche textiel-
industrie haar belangstelling heeft.

De geleidelijke afbrokkeling van het Oultuurstelsel
brengt in de positie der Maatschappij een belangrijke
verandering. Zij behoudt haar commissie voor het Gou-
vernement. Tegenover het groeiende vrije cultuur-
bedrijf is echter geen plaats voor een half-officieele
geprivilegieerde positie. In-. vrijen wedijver, zij het met den ruggesteun harer overige functies, ontwik-
kelt de N. H.-M. zich al spoedig tot de belangrijkste
onder de lichamen, die zich de financiering der Indi-
sche cultures -ten doel stellen, en vestigt zij daarnevens een bankbedrijf, waarvan het arbeidsveld in het Oosten
de grenzen van het Nederlandsch gebied ver oyer-
achrjdt. Tegelijk wordt in het begin der 80er jaren –
definitief met het stelsel van eigen handel gebroken

In latere jaren heeft naast Indië ook het Neder-
landsche bankbedrijf in toenemende mate hare belang-
stelling. Snel is ook hier haar beteekenis gegroeid,
tezamen met de sterke expansie welke in de laatste
decenniën – voor 1921 – het Nederlandsche bedrijfs-
wezen heeft te aanschouwen gegeven.

Ook hier één onder meerdere. De vrije – ontwikke-
ling van handel en bedrijf laat ook hier geen ruimte
voor officieel monopolie of andere uitzonderings-
positie. Toch zien wij – thans op den nieuwen en wel
zoo stevigen grondslag van zelf verworven positie
telkens, wanneer voor ruimer belang een beroep
op de collectiviteit van het Nederlandsche bankwezen
wordt gedaan of in moeilijke tijden het vrije bedr-ijf
e handen moet ineenslaa.u, de Nederlandsche Handel-
Maatschappij de leiding nemen. – – –

Van de drie lichamen Nederlandsche Bank,
Société Génrale en Nederlandsche Handel- Maat-
sçbappij – wier oprichting Koning Willem 1 als
persoonlijle verdienst,e mag worden aangemerkt, heeft
de HaIldel-Maateçbappi.j, meer dan de andere, zich
aan wi.jzigende e’boudingen moeten aanpassen en
nieuwe wegen moeten inslaan. Zij heeft niet geaar–
zeld zulks, waar noodig, te doen, met het gevolg, dat,
al ‘zi.jn tegenslagen ook haar niet bespaard gebleven, de ‘Hnndel

Maatschappij-thans, onder de krachtige leiding
van haar tegenwoordigen. President, zoowel in’ Indië
als. bier
le
lande haar vlle deel heeft aan de moderne
ontwikkeling, van handel en bedrijf.

Moge ook in haar nieuwe eeuw de Nederlandsche
Handel-Maatschappij haar zoo nuttige en onmisbare
functie voor het economisch leven van grooter Ne-
derland blijven vervullen.
B.

DE NEDERLANDSCHE KATOENINDUST.RJE

IN 1923.
II. (Slot).

De uitvoer van katoenen manufacturen heeft in
1923 bedragen:

KG.

Ter waarde van:
Ongebleekte manufacturen …

2.763.000

f
5.840.000
Gebleekte

11.988.000 –

42.133.000
Geverfde

2.969.000

9.907.000 Bedrukte

1.427.000

7.842.000
Bontgeweven

. … –
4.567.000

16.603.000

Totaal …………..

23.714.000

f
82.325.000

Tegen in
1922
……….
21.230.000

74.621.000

terwijl bovendien nog aan katoenen dekens werd uit-
gevoerd:

KG.

Tei’ waarde van:
In 1923
…………………
6.586.000

f

8.824.000

1922
…………………
5.213.000

,,

7.683.000

Verder zijn er nog verschillende product-en der
Nederlandsche katoenindustrie, die in de statistiek
niet als manufacturen vermeld worden en toch voor
den uitvoer van belang zijn. Als zoodanig mogen o.a.
genoemd worden:

Tafel- en servetgoed, beddelakens en sloopen, zoo-
wel van linnen, haiflinnen en katoen, die toch hoofd-
zakelijk .uit katoen bestaan, waarvan in 1923 totaal
322.000 KG. ter waarde van
f
1.103.000 werd uitge-
voerd, tegen 336.000 KG. ter waarde van
f
1.199.000
in 1922; –

Gebreide en ti’icotgoederen, waarvan de uitvoei’
bedroeg in:

1923 ……616.000 KG. ter waarde van
f
2.308.000
1922 ….. . . 322.000

,;

– ,,

,,

,, 1.488.000
Katoenen – band en veters, waarvan werden uitge-
voerd in:


1923 ……. – 253.000 KG. ter waarde van
f

922.000
1.922 ……272.000

,,

,,

,,
1.084.000
Deze uitvoer van katöenen stukgoederen heeft, wat
de landen van bestemming betreft, bedragen:
En r opa:

KG.

Ter waarde van
• Groot-Brittannië ………….
1.126,000

f

3492.000
Duitsebland ………………

13.U00

36.000
België …………………..
103.000

456.000
Noorwegen ………………
398.000

1.288.000
– Denemarken (en.IJsland) ……

317.000

3.099.000
Zweden………………….

74.000

224.000
Bulgarije …………………
98.000

,,

309,000
Servië …….
………………
8.000

26.000
Griekenland ………………
104.000

:327.000
Turkije …………………..
452.000

1.220.000
Frankrijk ……………….
55.000

,,

113.000

– Azië:

Nederl..Indië ………………
14.171.000

f
48.505.000
Eng.-Indië ………………..
1.593.000

,,

5.502.000
China
(mcl.
l’Iongkong) ……….
127.000

355.000
Ceylon …………………
655.000

,,

2.492.000
Siam ……………………
118.000

..

372.000
Syrië……………………..
24.000

.

63.000
Malakka …………………
199.000

739.000

.A. f r
i k
a: –
Marokko ………………..
23.000

f

103.000
Egypte …………………..
85.000

254.000
Unie Z
;
-Afrika ……………
104.000

339.000
Franscli W.-Afrika ………..
477.000

2.205.000
Britsch

,…………..
351.000

2.690.000
Britseh 0.-Afrika …………
563.000.

2.454.000
Portug …………….
95.000

359.000
Liberia ………. . …………

6.000

.,

25.000
Amerika:


Uruguay …………………
32.000
Ver. Staten ……………….
162.000

629.000
Argentinië ……. . ………..

.
1.198.000

3.580.000
Chili ……………………121.000

384.000 Philippijnen

…………….
16.000

,,

63.000
Suriname………………..
41.000

133.000
Columbia ………………..
13.000

.

38.000
Cuba ……………………
16.000

40.000
Australie:


Uemeenebest …………….
65.000

f

203.000

Als men in aanmerkiug neemt, dat de productie
der weverjen wel eenigszins verband zal hou-den met
het invoersaldo van ruwe katoen en garens en dit
van 57.262.000 KO. in 1922 verminderde tot 50.411.000
KG. in 1923,
terwijl
de uitvoer vah manufacturen
vermeerderde van 21.230.000 KG. in 1922 tot 23.714.000
KG. in 1-923; mag men zeker wel aannemen, dat de

26 Maart 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

283

binnenlandsehe afzet in het afgeloopen jaar veel ge-
ringer is geweest dan in 1922. Van de fabrikanten,
die voor hun afzet hoofdzakelijk op de binnenland-
sche markt zijn aangewezen, verneemt men hetzelfde
en dezen zijn het clan ook hoofdzakelijk, die in het
afgeloopon jaar minder hebbdn geproduceerd. Voor
exportfahrikanten is het dikwijls meer een kwestie
van prijs dan van afzet. De wereldmarkt voor katoenen
manufacturen is heel groot en indien zij slechts lager
willen verkoopen dan hunne Engelsche concurrenten,
kunnen zij in vele gevallen nog wel orders krijgen.
Bovendien blijkt uit bovenstaande cijfers wel, dat de
export der Twentsche manufacturen zich naar vele
landen richt en dat er talrijice afzetgebieden voor
deze goederen zijn. 1)e uitvoer naar Nederlandsch-
Indië bedroeg over 1923 totaal
f
48,5 millioen bij
een totaal-uitvoer van
f
82,3 njillioen, dus 59 pOt., tegen 04 pOt. over 1922 en 68 pOt. over 1921, zoo-
dat de uitvoer naar andere landen de laatste jaren
geregeld weer iets meer toeneemt. Hieruit blijkt wel,
dat men zich veel moeite geeft, de relaties met
vreemde afzetgebieden, die niet alleen door den we-reldoorlog zeer geleden hadden, doch waar ook vele
importeurs door de debacle van 1920/21 in financieele
moeilijkheden waren geraakt, weer
01)
te vatten. I.)at deze pogingen niet zonder succes zijn geveest, blijkt
uit de volgende cijfers, die aangeven den uitvoer van katoenen manufactu ren uit Nederland naar vreemde
landen, dus allen uitvoer, behalve dien naar Neder-
landsche 1(oloni6n. Deze uitvoer bedroeg nL

in 1921.. 5.741.760 1(0. ter waarde van
f
25.158.365

1922.. 6.955.000

,,

,.

,,

,,

,,
26.441,000
1923. . 9.502.000
,, ,, ,,
33.687.000

Verder blijkt uit de opgave, waaruit deze cijfers zijn
verkregen, dat cle vermeerdering van dezen export
hoofdzakelijk betrekking heeft op geverfde en bont-
geweven goederen, terwijl clie van bedrukte goederen
bijna onveranderd is gebleven en ook de export van
ruwe en gebleekte goederen over 1923 slechts zeer
weinig grooter is geweest dan over 1922.

Wat de Java-markt betreft, is het, ook na de be-
richten, die in verband met het loonconflict in de
Twentsche katoenin dustrie in verschillende bladen.
hebben gecirculeerd, misschien niet ondienstig, om
den invoer van katoen en manufacturen, verdeeld
naar de landen van herkomst, over het laatste jaar,
waarover tot nu toe volledige opgaven zijn versche-
nen, dus 1922, eens te vergelijken met het jaar 1914,
toen de Japansche concurrentie nog.niets te betee
kenen had. Volgens de of ficieele statistiek, zooals die
als hijvoegsel van de Javasehe courant wordt uitge-
geven, komen wij dan tot de volgende cijfers:
Nederland. .
f 30.484.953 of 44 pCt.
f
43.032.870 of 34
pCt.

Engeland .. ,,
30.670.558

44

44.52.849

30
Japan …..

210.841

0,3

22.060.208

18
Italië …..,,

3.632.209

5,2

5.176.171

4
Zwitserland

– 200.086

0,3

1.314.905

2
Singapore.

1.498.609

2

7.035.071

4

Rest …….
2.385.780

4

2.203.305

2

f 69.098.036

100
pCt.
fl2S.351.379
100
pCt.

Het is zeker wel zeer merkwaardig, dat, terwijl de
invoercijfers van Engelsehe en Nederlandsche manu-
facturen ten opzichte van elkaucler weinig hebben
gefi.uctueerd, de invoer van Japansche manufacturen
zoo enorm is toegenomen. Als men trouwens de ge-detailleerde cijfers nader beschouwt, blijkt er verder
nog uit, dat de Japansehe invoer zich hoofdzakelijk
bepaalt tot de ongebleekte en goedkoopere geverf de
manufaeturen. Van de ruwe, ongebleekte manufae-
turen was over 1922 bij een totaal-invoer van ruim
8 millioen KG. zelfs 5.2 millioen KG., of ruim 65
pOt. uit. Japan afkomstig, terwijl van de geverfde
manufacturen bij een totaal-invoer van 10.7 millioen
KG., daarvan 4.3 millioen 17,0., of ruim 40 pOt. uit
Japansche goederen bestond, zoodat in vele van deze
kwaliteiten het Europeesche fabrikaat vrijwel geheel
is verdrongen door de goedkoopere Japansehe goederen.

Tat
verder den invoer van sarongs, ena. betreft,
blijkt, dat in 1922 bij een totaal-invoer van 1.1 mii-lioen 1(0., daarvan 600.000 1(0. of ruim de helft uit
Singapore afkomstig was, en dus waarschijnlijk voor
het grootste gedeelte bestond uit z.g. Madras-sarongs,
in Eng.-Indië geweven en via Singapore naar Java
uitgevoerd. Daar in de statistiek van 1914 de sarongs
niet afzonderlijk gespecificeerd waren, doch gezamen-
lijk werden vermeld met de gedrukte, geverfde en
bontgeveven manufacturen, is het niet mogelijk, de
juiste invoereijfers van deze sarongs voor 1914 te
vermelden, doch waar de totaal-invoer via Singapore,
die in 1914
f
1.5 millioen bedroeg in 1922 vermeer-
derd is tot ruim
f 7
millioen, is het wel duidelijk,
dat de concurrentie ook van deze Eng.- indische ma-
nufacturen in de laatste jaren op de Java-markt
veel grooter is geworden. Deze cijfers bevestigen dan
ook geheel hetgeen in de overzichten van vorige jaren
i’eeds door schrijver dezes over de concurrentie van
Japan en Engelsch-Indië. is vermeld.

Dat de prijzen van katoenen manufacturen nog
steeds bijzonder hoog zijn en deze hooge prijzen zeer
belemmereud werken op den afzet, speciaal in de
Oostersche landen, heeft de Voorzitter van de Ï(amer
van Koophandel in Manchester, Sir Olare Lees, bij
zijn rede voor de leden van deze Kamer in Februari
j..l. nog eens uitdrukkelijk uiteengezet. Hij geeft dan
een grafische voorstelling, waarin hij de in- en uit-
oercijfers van Engeland over 1923 vergelijkt met die
over 1913 en komt dan, wat den invoer van ruwe katoen
betreft, tot cle conclusie, dat deze in 1923 kwantita-
tief verminderd is .tot 59,5 pOt. van den invoer over
1913, terwijl de gemiddelde prijs thans 217,5 pOt. van
de prijzen van 1913 heeft bedragen.

Wat de hoeveelheid van de uitgevoerde katoenen
anufacturen betreft, deze is in 1923 verminderd tot
58,5 pOt. van den uitvoer van 1913, terwijl de ge-
midclelde waarde over 1923 zelfs 241.7 pOt. van die
over 1913 heeft bedragen. De vermeerdering van de waarde is dlUS bij de manufacturen nog grooter ge-
weest clan bij de ruwe kitoen, waaruit dus zou blij ken,
dat de productiekosten in verhouding nog meel
,
zijn
gestegen dan de prijzen der grondstoffen.

De totaal-uitvoer van katoenen manufacturen uit Engeland heeft over 1923 nôg ruim £ 138 millioen
bedragen, dus ongeveer
f
1.580 millioen, tegen welk
cijfer de Nederlandsche uitvoer van
f
82 millioen
wel -geheel in het niet verzinkt, vooral als men in
nanmerking neemt, dat van dezen uitvoer slechts voor
ruim
f
33 millioen naar vreemde landen was bestemd.

Het is wei jammer, dat de uitvoer van katoen en
manufaeturen uit Nederland naar vreemde markten
voör het grootste gedeelte in handen is van buiten-
landsehe firma’s. Wel zijn, zoowel vôôr den oorlog
alsook in- de laatste oorlogsjaren, vele Nederlandsche
firma’s opgericht met overzeesche vestigingen, die
voornemens waren zich speciaal toe te leggen op den
export van Nederlandsche nijverheidsproducten, doch
vele, van die zaken hebben met de prijsdaling van
1920/21 dergelijke verliezen geleden, dat zij gedwongen

waren te liciuideeren of thans nog slechts een kwij-
nend bestaan leiden. Gedeeltelijk was dit zeker te
wijten aan de zeer ongunstige omstandigheden, doch
bij vele zaken berustte de leiding niet steeds in des-
kundige handen en was men verwend door de groote
winsten, die kort na vredessiuiting zonder moeite ge-maakt konden worden, zoodat bij een omkeering van
de conjunctuur de verliezen veel grooter werden dan
wel noodig zou zijn geweest bij een meer voorzichtige
en deskundige leiding. Uit de geschiedenis van ver-
schillende N ederlandsehe export-firma’s, die reeds
lang voor den oorlog
zijn
opgericht en ook thans
nog, onder beproefd bestuur,
behoorlijke
resultaten
bereiken, blijkt wel de levensvatbaarheid van derge-
lijke zaken en het is niet alleen voor de vaderland-
sche katoenindustrie, doch ook voor de Nederlandsche
fabrikanten van andere artikelen, voor de wereld-

284

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 Maart 1924

markt geschikt, te hopen, dat op den duur een groo-
ter gedeelte van dezen uitvoer weer in handen van
Nederlandsche firma’s zal komen.

Verder blijkt uit bovenvermelde cijfers nog, dat in
1923 de gemiddelde prijs per KO. ingevoerd katoen

f
1,53 bedroeg, tegen
f
1,20 in 1922 en çlie van de

ingevoerde garens
f
1,82 tegen
f
1,59 per KG. in 1922.
Niettegenstaande deze vrij belangrijke stijging in de
kosten van de grondstoffen is de gemiddelde prijs
der uitgevoerde manufacturen, die in 1922 nog
f
3.51

per KG. bedroeg, in 1923 gedaald tot
f
3.47 per KG-.

Hoewel deze cijfers uit den aard der zaak slechts
zeer globaal kunnen zijn en men daaruit zeker niet
zonder meer vèrgaaride conclusies mag trekken, geven
zij toch wel eenigen leidraad bij dè beoordeeling der
opbrengstprijzen en mag men dus wel aannemen, dat,
niettegenstaande de lagere productiekosten, de resul-
taten voor exportfabrikanten over het afgeloopen
jaar zeker over het algemeen wel teleurstellend zullen
zijn geweest.

Dit wordt trouwens geheel bevestigd door de be-
richten uit Manchester, die melding maken van zeer
slechte resultaten van de katoeuindustrie in de laatste
jaren, zoodat vele van die fabrieken zich thans in
financieele moeilijkheden bevinden. De Lord-Mayor
Ounliffe, heeft in September j.l. pogingen aangewend
om in samenwerking met fabrikanten- en arbeiders-
organisaties een contrôlesysteem in te voeren, waar-
door het verkoopen beneden kostprijs zou ophouden.
Hij heeft toen in een rede de verliezen, in de katoen-
industrie in de jaren 1922/23 geleden, op meer dan
£ 100 millioen geschat en gewezen op de noodzake-
lijkheid van samenwerking voor producenten om te
zorgen, dat dergelijke verliezen voor het vervolg
zouden worden vermeden. Men heeft toen na lange
en veelvuldige vergaderingen eindelijk een systeem bedacht, waarbij de spinnerijen van Amerikaansche
katoen, die de laatste jaren het meeste geld hebben
verloren, zich zouden verbinden hunne garens niet
beneden een bepaalden prijs te verkoopen. Zij zouden
hun productie dan zoodanig moeten beperken, dat
door vermindering van aanbod de overeengekomen
kostprjzen gemaakt zouden kunnen worden, terwijl
men de werklieden eenigszins tegemoet zou komen
door hun boven de uitkeering, die zij bij werkloos-
heid van de Regeering ontvangen, nog een extra-bonus
uit te keeren. Het is duidelijk, dat een dergelijke
regeling ten slotte de verkoopprijzen verhoogt en ook
de bujtenl andsche concurrentie bevoordeelt,
terwijl
de
groote moeilijkheid niet alleen bestaat in het vast-
stellen der verkoopprijzen voor de verschillende en zeer uiteenloopende kwaliteiten, doch vooral in het
feit, dat de regeling slechts
vrijwillig kon zijn en men
dus waarschijnlijk toch niet alle fabrikanten zou
kunnen verbinden.

De arbeidersvereenigingen hadden echter toegezegd
in dezen te zullen medewerken door, als er werkelijk
een regeling tot stand zou komen, hun leden te ver-
bieden bij fabrieken te werken, die zich niet aan deze
regeling zouden onderwerpen. Vele fabrikanten waren
echter reeds van het begin af zeer sceptisch gestemd
over de mogelijkheid, om met een dergelijke regeling
in alle gevallen te kunnen voôrzien en er schijnen
thans van verschillende z’den zooveel moeilijkheden
te zijn geopperd, dat de kans op totstandkoming zeer
is verminderd.

Ook in Nederland is de toestand in de katoen-
industrie gedurende het afgeloopen jaar zeer slecht
geweest en fabrikanten konden in de meeste gevallen
alleen tot verliesgevende prijzen verkoopen. Een groot
gedeelte der Twentsche fabrikanten heeft getracht in
dezen toestand verbetering te brengen dooi te pro-
beeren de productiekosten te verlagen, hetzij door
verlenging van werktijd, hetzij door loonsverlaging,
dan wel door een combinatie van beide middelen.
Toen in deze geen overeenstemming met de arbeiders-
organisaties verkregen kon worden, is begin October

1923 een loonaftrek van 10 pOt. afgekondigd. Hierop is begin November een conflict in Enschede ontstaan,
waarop een uitsluiting in 39 katoenfabrieken in
Twente en Oostelijk Gelderland is gevolgd. Het is
hier niet de plaats om uitvoerig bij dit conflict stil
te staan, doch indien’ hiervoor niet spoedig een op-
lossing wordt gevonden, zal dit zeker zeer groeten
invloed hebben op de in- en uitvoercijfers van ruwe
katoen, katoenen garens en manufacturen over het
loopende jaar. J. G.

EENIGE GEGEVENS OMTRENT DE

ECONOMISCHE GEVOLGEN VAN DE
ROERBEZETTING VOOR NEDERLAND.

III.

Wat de voornaamste doorvoerartikelen betreft zij
het volgende opgemerkt omtrent

Granen.

De bezetting van het Roergebied sloeg, tot schade
van den Nederlandschen graanhandel, den bodem in
aan de einde. 1922 gekoesterde hoop, dat in 1923 het
herstel van den geregelden particulieren graanhandel
naar Duitschiand verderen voortgang zou maken.
In de eerste plaats werd Rotterdam er ni. door afge-
sneden van een groot deel van zijn natuurlijk achterland,
nI. het onbezette Zuid-1)uitschland. Het vervoer daar-
heen via bezet gebied was practisch onmogelijk, zoo-
lang 10 pOt. uitvoerrecht bij het verlaten van dit laatste
werd geheven, aangezien Rotterdam hierdoor – af-
gezien nog van het risico bij vervoer langs den Rijn –
in het nadeel kwam ten opzichte van Hamburg/Bremen,
vooral zoolang de Duitsche spoorvrachten laag waren. Langzamerhand werd het vervoer
gemakkelijker;
eerst
8 Januari I.I. werd echter het opgaand ,,transit” door
het bezette gebied vrijgegeven; Een opleving van be-
teekenis bleef echter uit door de inmiddels in Zuid-
Duitschiand ontstane valutaconcurrentie der Fransche
meelmolens, welke ten deele als indirect gevolg der
bezetting mag worden aangemerkt.
In de tweede plaats geschiedde gedurende en eenigen
tijd na het lijdelijk verzet de broodgraanvoorziening

van het bezette gebied
vrijwel
geheel door de Duitsche
regeering en ging gewoonlijk buiten den Nederland-
schen handel om. In het bijzonder werden belangrijke
hoeveelheden rogge via Rotterdam aangevoerd. Aan
den particulieren handel was de aanvoer van tarwe (ten deele), mals, gerst, haver, voorts van zaden en
grondstoffen voor de olie- en margarinefabricage
overgelaten. De doorvoer over Nederlaiidsche havens
van maïs, gerst en haver bedroeg echter slechts rond
90.000 ton tegen 685.000 ton tarwe en rogge.
Voor zoover den particulieren handel terrein was
overgelaten, had hij bovendien nog met tal van be-
zwaren te kampen.
In de eerste plaats die, voortvloeiend uit het lijde-
lijk verzet.en de maatregelen der bezettingsautoriteiten.
Den Duitschers was door hun Regeering verboden,
met deze laatsten contact te hebben. Dit leidde tot
moeilijkheden bij de betaling van het statistiekrecht
door importeurs aan de bezetting, waardoor niet kon
worden ingeklaard, totdat ten slotte exporteurs het
recht voor hun rekening namen.
Voorts mochten de Duitschers krachtens voorschrift
hunner Regeering geen goederen lossen, waarvan
manifest en connossementen van Fransche stempels
waren voorzien -. welke afstempeling de bezetting
eischte – en evenmin voor het transport het land in
van de regiespoor gebruik maken. Men moest – was
de lossing bewerkstelligd – daarvoor vrachtauto’s
aanwenden.
Verder werd aanvankelijk 10 pOt. invoerrecht door
de bezetters geheven. Dit is echter zeer spoedig af-
geschaft, daar deze blijkbaar inzagen, dat belemmering
van de levensmiddelenvoorziening niet in hun belang
was. Dan bestond natuurlijk steeds het gevaar voor
inbeslagneming. De eerste weken bedroeg de molest-.

26 Maart 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

premie hiertegen tot 5 pOt., om echter spoedig te
verminderen, toen bleek, dat blijkbaar op grond van
evengen oemde overweging, levensmiddelen niet werden
geconflsceerd. Aan dit gevaar kon men ontkomen
door via Antwerpen in Belgische rijnschepen te ver-
schepen, hetgeen aanvankelijk dan ook in belangrijke mate geschiedde met goederen, waarvoor de natuur-
lijke weg over Rotterdam leidde. Toen het risico
echter sp6edig gering bleek werd het vervoer weder
over Rotterdam geleid.
Bij bovengenoemde moeilijkheden voegden zich
nog verbreking der telefonische gemeenschap met
het Roergebied, het verdwijnen van de mark, de
moedeloosheid van den handel in het Roergebied,
steeds bevreesd voor confiscaties, alle even zoovele
remmen voor het doen van zaken.
Sinds het lijdelijk verzet is gestaakt, gaat dit
echter weer veel beter, al is de toestand nog geenszins
weer normaal. De Duitschers betalen sindsdien den
bezetters het statistiekrecht en vervoeren per regie-
spoor, de telefonische verbinding is hersteld en het
Duitsche geld beleeft een periode van waardevastheid.
Het niet-invoeren van de Rentenmark in het be-
zette gebied, wordt echter nog als hinderlijk onder-
vonden.
De financiering van den import geschiedt voor
een groot deel met behulp van crediet, verstrekt door
de Europeesche vestigingen van verschepers uit export-
landen, die daardoor hun afzet vergrooten, of door
buitenlandsche banken.
1)

Voor den particulieren handel is voorts van belang,
dat de Einfuhrgesellschaft für Getreide und Futter-
mittel, de regeeringsinstelling, die de voorLiening van
:Duitschl and met genoemde artikelen voor het grootste
deel in handen had, voor enkele maanden in liqui-
datie is gëtreden, waardoor de voorziening van
Duitschiand weer aan den particulieren handel is
overgelaten, waarvan ook de Nederlandsche graan-
handel voordeel zal ondervinden. De Reichsgetreide-
steile, welke nog bestaat, zorgt allereerst voor de
distributie van den eigen oogst en importeert slechts,
wanneer . een tekort dreigt.
Wat Rotterdam in het
bijzonder
betreft, dit heeft
door de hooge kosten in de Duitsche Noordzeehavens
en ‘de zeer hooge Duitsche spoorvrachten, beide ge-
volg van de markstabiiisatie, zijn oude achterland, dat
grootendeels tot het gebied van Hamburg/Bremen
was ‘gaan behooren, in den laatsten tijd herkregen. Het ondervindt thans echter een scherpe valutaconcurreutie
van Antwerpen. De lage kosten aldaar hebben even-
wel een dergelijke overvulling van de haven ten’
gevolge, dat belangrijke vertragingen ontstaan, zoodat
1-lotterdam in de snelheid, waarmede overladingen
daar plaats vinden, een zekere compensatie vindt.
Evenals de zooevengenoemde van de Fransche meel-
molens mag men ook deze valutaconcurrentie ten
deele op rekening der bezetting stellen.
De moeilijkheden
komen tot uiting in een be-
langrijke daling der
doorvoercijfers,
mede nadeelig
voor alle bij dien doorvoer betrokken bedrijven. Doorgevoerd werd naar Duitschland:
(in duizenden tonnen)

1922

1923

Tarwe …………….
567

285

Maïs ………………
159

45

Rogge …………….
271

400

Gerst ……………..
20

27

Haver …………….
37

17

1054

774

,,Zaden” …………..
24

30

Soyaboonen…………

18

Grondnoten…………
9

7

Copra …………….
123

60

Paimpitten …………
9

7

165

122

1219

896
i)
De eersten leveren vaak op
2
maanden, zoodat de meel-
molens over het provenu van hun productie beschikken,
alvorens ze hun crediteuren behoeven te voldoen. De docu-

Belangrijk daalde het transit van tarwe en maïs, terwijl o’ok gerst en haver• een vermindering ver-
toonen. De oorzaken dezer dalingen vindt men hier-
boven vermeld. Bij haver zou nog genoemd kunnen
worden de daling van het aantal mijnpaarden, als
,gevolg van het stilliggen der mijnen.
De grootere veiligheid van het vervoer over
Antwerpen komt ten deele tot uiting in de cijfers van
de te Lobith uitgeklaarde hoeveelheden tarwe. Van
Antwerpén kwam in 1922 310.000 ton, van Rotterdam
566.000 ton. Voor 1923 zijn deze
cijfers
re3p. 287.000
en 281.000 ton.
Per saldo heeft Antwerpen van deze
tijdelijke
ver-
legging van het graanvervoer per water echter niet
veel voordeel, gehad; absoluut is het över die haven
in 1923 minder teruggeloopen dan over Rotterdam,
relatief is dit laatste echter in het voordeel. TJitgeklaard
werd n.l. te Lobith in 1923 788.000 ton tarwe, rogge
gerst, haver en mais van Rotterdam en 424.000 ton
van Antwerpen. In 1922 bedroegen deze cijfers resp.
1.054.000 en 613.000, zoodat 1923 dalingen te zien
geeft van 266.000 voor Rotterdam en 189.000 ton
voor Antwerpen, dus resp. van 25 en 31 pOt.’) Tegen-
over de gunstige conclusie, welke hieruit voor Rot-
terdam te trekken valt, dient echter te worden gesteld,
dat per spoor van Antwerpen veel meer dan van
Rotterdam naar Duitschiand verzonden werd.
Het roggevervoer bleef practisch geheel via Rot-
terdam plaats vinden. Dit had twee redenen. De eerste
was, dat het hier de voorziening van het bezette,
speciaal het Roergebied door de Duitsche regeering
(Einfuhrgesellschaft für Getreide und Futtermittel)
gold, die natuurlijk niet over Antwerpen verscheepte.
De roggedoorvoer door Nederland steeg hierdoor en
door het feit, dat men de bevolking vooral met het
goedkoopere roggebrood voedde, met 129.000 ton van
271.000 in 1922 tot 400.000 ton in 1923. Wij zagen
intusschen reeds, dat tot de Nederlandsche bedrijven,
die hiervan profiteerden, niet de graanhandel behoorde,
daar dit vervoer gewoonlijk buiten hem omging. De tweede lag hierin, dat er zich onder de in 1923
doorgevoerde hoeveelheid, 137.000 ton Russische rogge
bevond, gevolg van het feit, dat de Russen groote
partijen verkocht of onverkocht naar Rotterdam ver-
scheepten. In Januari jI. werd zelfs 102.000, ton
Russische rogge doorgevoerd, dus bijna den geheelen
roggedoorvoer in die maand naar-Duitschiand (118.000
ton).
Erts.

De ertsdoorvoer, die in 1922 een neiging tot stij-
gen vertoond had, zoodat op het einde van dat jaar
een zeker optimisme heerschte, werd door de bezet-
ting zwaar getroffen en daalde van 5.919.000 ton in
1922 tot rond 2.000.000 ton in 1923.
De maandelijksche
cijfers
van ,,ijzer- en mangaan-
erts”
2)
zijn de volgende:
1923

tons

1923

tons

Januari ……..
433.505

Juli ……..
108.262

Februari ……
358.281

Augustus
. . .

106.722

Maart ……..
322.476

September
.

19.726

April ……….
83.035

October……
20.339
Mei …………

102.279

November –

31.326

Juni ……….
175.117

December..

58.394
1924
Januari
.

147.419

De eerste drie maanden kon het vervoer zich dus
nog grootendeels handhaven.
Bij
de overeenkomstige
periode ‘van 1922 vergeleken valt zelfs een stijging
met rond 150.000 ton te bespeuren. Het geldt hier

menten worden den fabrikanten eerst als het graan bij de
fabriek is aangekomen ,,zu getreuen H.nden” overhandigd,
d.w.z. zij krijgen de beschikking over het graan, terwijl de exporteur feitelijk eigenaar blijft.
Van invloed op deze cijfers is ook de verschuiving van
het graanvervoer naar Zwitserland van Rotterdam naar
Autwerpendoor de Belgisch/Fransche spoorwegtariefpolitiek.
In de doorvoerstatistiek wôrden deze samen opgegeven.
IJzererts overweegt echter sterk.

286

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 Maart 1924

in hoofdzaak ertsen, waarvan de verscheping vôôr
cle bezetting reeds was vastgesteld.
Na het intreden van het lijdelijk verzet, tegen het
einde van Januari, ontstonden bij het vervoer groote
moeilijkheden. l)e kwestie van de betaling van het
statistiekrecht gaf ook hier tot strubbelingen aanlei-
ding, voordat exporteurs het voor hun rekening namen.
Daarbij kwam bovengenoemd verbod der Duitsche Re-

geering, waarbij het Duitschen firma’s werd verboden,
goederen te lossen, welker manifest en connossemen-
ten van stempels der Fransche of Belgische douane
voorzien waren. Door dit alles bleven cle ertsen vaak
tijden in de rijnschepeu liggen. Van invoervergun-
ningen of -rechten was aanvankelijk geen sprake.
Plotseling kwam ook hierin verandering. Op 13 Maart
1923 werd door cle bezettingsoverheid een verorde ning uitgevaardigd, bepalende, dat ertsladingen voor de Roer bestemd, die vôôr 20 Februari Emmerik ge-
passeeid waren, aan geen invoerrechten waren onder-
worpen, ladingen, gepasseerd tussehen 21 Februari
en 8 Maart invoerverguuning van Bad Ems moesten
hebben en 10 pCt. invoerrecht betalen en de na 8 Maart
Emmerik passeerende ladingen vrij van invoerrechten
waren. Was aan de formaliteiten niet voldaan, clan
was lossing verboden.
Op deze wijze wist men in het geheel niet meer,
waar men aan toe was. Iedere dag kon nieuwe wijt
zigingen brengen. Daarbij kwam, dat men bij de uit-
voering der voorschriften van ambtenaren afhankelijk
was, meestal niet berekend voor hun taak.
Naast deze oorzaken, die den aanvoer bemoeilijkte,
trad de daling der productie, welke hem meer okt
meer overbodig maakte. Steeds meer hoogovens wer-
den stilgelegd, om aan inbeslagneming van hun pro-
duct te ontkomen, nieuw erts werd minder en minder
verscheept en enkele partijen, die nog aan den Water-weg aankwamen, werden daar opgeslagen. Na Maart yertoonen cle cijfers dan ook een scherpe
daling, terwijl de doorvoer in September practisch
tot stilstand kwam.
Het effect der in November gesloten Micum-over-
eenkomsten is nog gering. Wie daarvan een spoedige
herleving verwacht heeft is bedrogen uitgekomen.
December vertoont slechts een zeer geringe opleving,
doch dit kon moeilijk anders. In Januari was de
toestand iets beter; 147.000 ton erts heeft evenwel
niet veel te beteekenen. In Februari schijnen de aan-voeren weer geringer geweest te zijn. Volgens parti-
culiere opgave arriveerden aan den Waterweg in de
week van
3-9
Februari

18.109 tons
10-16

15.136
17-23

,,

21.770
24
lr
e
b
r
._1
Maart

44.673
2-8

41.842
9-15

47.597

De hoogovenwerken ondernamen nog slechts weinig,
blijkbaar bevreesd voor onverwachte wendingen in
den politieken toestand. Eerst dezer dagen werden
grootere aankoopen gerapporteerd, die zich dus t.z.t. in meer belangrijke aanvoeren zullen uiten.

Steenkolen.

Ging het bij graan en erts alleen om het opgaand
transit, bij de steenkolen client het vervoer in beide
richtingen te worden beschouwd.
Een succes is, wat de kolenleveranties hetreft,’de
bezetting, gelijk bekend, voor Frankrijk en België
niet geweest. Aanvanke1ijk werd in het Roergebied de kolenproductie nog voortgezet. Zoodra er echter bezetting op de mijnen verscheen werd ze gestaakt.
Uit Duitschland voerde eerstgenoemd land in 1923
dan ook slechts 3.758.000 ton steenkolen en cokes in,
tegen 8.533.000 in 1922 en 9.676.000 in 1921:Uit
Engeland importeerde het in dezelfde jaren 18.501.000, 12.507.000 en 6.122.000 ton.
Geen wonder derhalve, dat de doorvoer met over-
lading van Roerkolen terug liep van 2.066.000 in
1922 tot 712.000 ton in 1923, dus met ongeveer 2/3.

Van deze hoeveelheid was voor i’rankrijk 104.000 en
voor Italië en Fiume 596.000 ton bestemd, tegen
iesp. 1.053.000 en 1.010.000 ton in 1922.
Een geringe troost is, dat het steenkoleuvervoer naar Antwerpen nog belangrijk sterker daalde dan
dat naar Rotterdam en wij hier dus niet te doen
hebben met een door de bezetting verscherpte con-
currentie van deze haven. Te Lobith weid ni. in
1923 ingeklaard op Rotterdam 786.000 ton steen-
kolen en op Antwerpen 167.000 ton, tegen resp.
1.875.000 en 2.137.000 ton in 1922.
Vooral is dus de doorvoer naar Frankrijk gedaald,
De vrees, dat de Duitschers tijdens den doorvoer
door Nederland beslag zouden laten leggen op’ de
in het Roergebied in beslag genomen kolen schijnt
hierbij een groote rol gespeeld te hebben. Het vervoer
hiervan heeft in overwegencien omvang Rijnopwaarts
via Straatsburg plaats gevonden.

Het maandelijkseh beloop der doorvoercijfers was als volgt:
1923

in tonnen

1923

in tonnen
Januari ……..
135.964

juli ……..
30.139
Februari

78.185

Augustus
. . .

50.162
Maart……….
66.697

September …

31.585
April ……….
88.924

October

33.795
Mei …………
39.967

November .

75.057
Juni …………
31.862

December

49.826
1924
Januari …..
143.234

Doordat de bezetting eerst 11 Januari inging, geeft
deze maand het hoogste cijfer van 1923 te zien, 136.000

ton. Daarna vertoonen cle cijfers een daling. Van Mei
tot en met October is de hoeveelheid al zeer gering.

De Micumovereenkomsten hebben voor het vervoer
over Rotterdam nog niet veel opgeleverd. Januari 1924 is wat beter.
Van
het aangevoerde lcwanturn
zijn 24.000 ton in clie maand nog niet verder ver-
voeid; van de rest, 119.000 tol], w’as 96.000 ton repa-
ratiekolen, waarvan 49.000 ton voor Frankrijk en
47.000 ton voor Italië cii Fiumo, terwijl 23.000 ton
voor Duitschlanci bestemd was, dus buitenoni werd
vervoerd.

Een opleving heeft eerst .i n deze maand irlaats ge-
‘ontclen door g.rooter vervoer naar Italië. Gemeld
wordt, dat dit in Maart 300.000 ton zal ontvangen,
waarvan 50.000 ton per spoor door Zwitserland, een
weinig over Antwerpen, de rest, ruim 200.000 ton
over Rotterdam.

Daalde de dvorvoer uit Duitschland met 1.350.000
ton, die daarheen steeg van 1.704.000 tot 2.755.000
ton, dus met 1.050.000 ton en compenseerde voor een
groot deel liet verlies.

Aldus:
1923

in tonnen

1923

iii tonnen

Januari ……..
55.343

Juli ……..
25.967
Februari …….
42.475

Augustus…
. 436.110
Maart ………..

66.553

September

377.173
April ……….

140.10 1′

October …..
408.160
Mei …………
170.284

November
.

473.748
Juni ………..
115.346

December ….
253.574
1924
Januari ……
139.950

Oorzaak van dozen Du.itsehen import was het ver-
bod der bezetting, aan iemand kolen te leveren behal-
ve aan haarzelf. Gr ooten omvang ging hij i.n April
aannemen, toen cle Duitsche voorraden op raakten, om
na het sluiten van rio Micumovereenkomsteni in No-
vember, die de mijnen de vrije beschikking gaven
over hetgeen zij proclueeerdeii boven de 27 pCt. hun-
ner ,,Mussfö rdleru.ng”, wel keden geallieerden moet
worden geleverd, in December scherp te dalen en
deze daling in Januari 1024 voort te zetten.
Deze kolen waren vrijwel geheel uit Engeland af-komstig, nI. 2.629.000 ton. De rest, 125.000 ton, be-
stond voor 113.000 ton uit Amerikaansche.
Het ligt in de rede, dat deze aanvoer, die in over-
wegende.n omvang voor rekening dek’ Duitsehe over-
heicl geschiedde (spoorwegen en gasfabrieken) over

26
Maart 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

287

Rotterdam plaats vond. Van Antwerpen werd te
Lobith in 1.923 slechts 51.000 ton uitgeklaard.
Eveneens ligt het voor cle hand, dat cle bezetters
di.t vervoer, dat een belangrijke vermindering van den
econ omi schen cl ruk
01)
Dui tschl and beteeken de, niet
bepaald met vriendelijke oogen aankeken. Aan belem-
merende maatregelen heeft het aanvankelijk dan ook
niet onbbroken. Tot 11 Februari 1023 ging alles goed.
Toen werd door de bezettingsautoriteiten te Ruhrort
plotseling van cle Nederiandsche rijnschepen, clie de
Eitgelsche kolen vervoerden, afstempeling der man i-
festen en connossementen geëischt, benevens het aan-
vragen van een invoe.rvergunning te Bad Ems en het betalen van 10 püt. invoerrechten. Begin Maart werd
te Dussel do rf een Fransche d ouan epost in gesteld,
waar aan bovengenoemde eischen moest worden vol-
daan. Tezelfdertijd werden verschillende met Engel-
sche kolen beladen schepen tussch•en Mainz en Manu-
hoim aangehonden, aangezien zij deze eischen niet
waren nagekomen.
De Nederiandscho vervoerders verweerden zich met een beroep op cle Rijnvaartacte en op het feit, dat men
hen, als vervoerders, een dergelijke heffing niet kon
01)
leggen.

De 1-looge Rijnland Commissie te Coblenz bekrach-
tigcle echter cle eischen, waarop, ten einde oponthoud
van schip en lading te vermijden, tot het aanvragen
van mvoervergunungen werd ovei..egaan. De 10 pCt.
heffing werd spoedig afgeschaft. De douanegrens te
Düsseldorf bleef echter bestaan.
Op een hoogst enkele uitzondering na. wist men in-
tu ssch en aan inbeslagneming cl ezer kolen door cle ho-
zettei’s te ontkomen, door hen eerst op het allerlaatste
oogeiiblik in Duitschen eigendom te doen overgaan.
.1-let spreekt echter vanzelf, dat door al dit ge-harrewar voor verschillende Engelsche en Neder-
landsche kolenleveranciers groote schade is ont-
staan, doordat zij voor het oponthoud der schepen
onderweg moesten betalen. De eerste tijd was echter
cle ergste. Nadat de 10 pOt. varen verdwenen en aan
dc door de bezetters geëischte formaliteiten werd vol-claan, heef t het kolenvervoer weinig hinder meer on-
clervonden.

(Slot volgt).

D. J. WANSINIC.

VERSLAG VAN DE STAATSCOMMISSIE VOOR

HET PACHT VRAAGSTUK. DEEL II.

II.
(Slot).

De. Staatscommissie heeft belangwekkende bescho u-
svingen gewijd aan de kwestie van vergoeding voor door den pachter aangébrachte verbeteringen. Dit is
ongetwijfeld een der meest nijpende punten van het
pachtvraagstu k. Dat de pachtovereenkomst wordt
opgezegd, moge voor den pachter onaangenaam zijn,
nog veel onaangenamer is het, dat hij bij het verlaten
van de gepachte plaats geen vergoeding krijgt voor
de door hem aangebrachte verbeteringen. En al wordt
de pacht hem niet opgezegd, dan loopt hij toch nog
cle kans, dat de eigenaar een verhooging van den
pachtprijs vraagt in overeenstemming met de gestegen
waarde van het goed. Indien die waarde gestegen is
door toedoen van den pachter zelf, is het een onbe-
vredigende toestand, dat deze daarvoor geen vergoeding
krijgt en zich beloond ziet door een verhoogingvan
den pachtprijs.
In Engeland is deze aangelegenheid uitvoerig ge-
regeld bij de Agricultural Holdings Act. Deze onder-
scheidt:

I. verbeteringen, waarvoor de pachter toestemming
aan den eigenaar moet vragen, wil hij bij het
eindigen van den pachttermijn recht op vergoeding
hebben; hieronder vallen verbeteringen, die den
aard van het goed min of meer wijzigen, b.v. het
oprichten van gebouwen, het ontginnen van woeste
gronden, het aanleggen van vast weiland enz.;
2. verbeteringen, ten aanzien waarvan de pachter
volstaan kan met kennisgeving aan den eigenaar,

opdat deze gelegenheid hebbe ze zelf uit te voeren,
hieronder valt draineering;

3. verbeteringen, waarvoor toestemming van of ken-
nisgeving aan den eigenaar niet noodig is; zij
betreffen vooral het gebruik maken van aangekochte
meststoffen en voedermiddelen.

Zooals de Staatscommissie opmerkt, ligt de betee-
kenis van de wet
bijna
geheel in de derde soort van
verbeteringen. De eerste soort verbeteringen, die van
ingrjpenden aard zijn, zullen zelden door den pachter
worden aangebracht. Toepassing van de Engelsche
wet ten aanzien van de derde soort is echter in ons land
onmogelijk. De overwegende bezwaren daartegen zijn
reeds uiteengezet in het rapport van cle Staats-
commissie voor den Landbouw van 1900. In dit
rapport wordt er o.a. de aandacht op gevestigd dat
in Engeland met zijn groote aaneengesloten land:
goederen door den eigenaar of den rentmeester het doen en laten veel beter kan worden nagegaan dan
hier te lande, zoodat fraude met het gebruik van
meststoffen, waarvoor vergoeding wordt verlangd,
gemakkelijker kan worden voorkomen. In ons land
wonen bovendien pachters en eigengeërfden bont
dooreen; ook bestaat eenzelfde bedrijf vaak deels uit
eigen land en deels uit pachtiand. Het is .dan ook
ondoenlijk na te gaan, of de pachter de meststoffen,
waarvan hij de kwitantie aan den eigenaar als bewijs overlegt, inderdaad zelf heeft gebruikt en of hij deze
heeft aangewend. op de gronden, die hij in pacht,
niet op die, welke hij in eigendom heeft. De onder-
havige Staatscommissie heeft zich bij deze en andere
bezwaren in hoofdzaak aangesloten en navo]ging van
het Engelsche stelsel onmogelijk geacht.

Intusschen meent de Staatscommissie, dat het be-
ginsel van vergoeding desnictteniin in de wet behoort
te worden erkend. Zij heeft daarom in haar ontwerp
als dwingend recht de bepaling opgenomen, dat bij
pacht, die langer dan een jaar duurt, de verpachter
bij het einde der pachtovereenkomst gehouden is den
pachter een naar billijkheid te bepalen schadeloos-
stelling te voldoen voor verbeteringen, die door dezen
in de laatst verloopen tien jaren aan het gepachte
zijn aangebracht en waarvan door hem tijdig aan den verpachter onder opgave der geschatte kosten schrif-telijk mededeeling is gedaan, tenzij de verpachter bij
het aangaan der overeenkomst heeft bedongen, dat
de •kosten van de met name te noemen verbeteringen
ten laste van den pachter komen. De kosten der ver-
beteringen, die de gedaante of de inrichting van het
gepachte veranderen, zullen echter slechts dan ten
laste van den verpachter komen, indien deze met
diens uitdrukkelij Ice toestemniing zijn aangebracht.

Dat de Staatscommissie deze bepalingen heeft voor-
gesteld, is bevreemdend. De conclusie, waartoe het
onderzoek der Engelsche wet haar heeft geleid, zou
een dergelijk voorstel niet doen verwachten. Ofschoon
de Staatscommissie het toekennen van vergoeding
voor verbeteringen van de derde soort volgens de
Engelsche wet hier te lande practisch niet mogelijk
acht, wil zij desniettemin een aanspraak daarop in
de wet vastleggen en deze afhankelijk stellen van de
voorwaarde van voorafgaande kennisgeving, die in
de Engelsche wet alleen ten aanzien van verbeteringen
van de tweede soort verplicht is gësteld. Hierdoor
worden verwachtingen opgewekt, die niet verwezenlijkt
zullen worden. De bepaling zal in vrijwel de meeste
gevallen een doode letter blijven. De pachter zal het
bedrag, waarop hij aanspraak meent te kunnen maken
bij civiele actie moeten terugvorderen. Hij zal in
de eerste plaats het bewijs moeten leveren van de
waardevermeerdering van het goed, hetgeen zal
kunnen geschieden b.v. door taxatie van den bodem
bij den aanvang en het einde der pacht. Voorts zal
hij moeten bewijzen, dat die waardevermeerdering
door zijn toedoen tot stand is gekomen. In de meeste
gevallen zal de pachter tegen deze procedure opzien
en zijn aanspraak op vergoeding prijsgeven. In andere

288

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 Maart 1924

gevallen zal de voorgestelde bepaling aanleiding geven
tot langdurige en chicaneuze procedures. Deze be-
paling is veel te vaag en laat te veel onzekerheid;
zij is daarom niet aannemelijk, al moet worden toe-
gegeven, dat het beginsel alleszins billijk en wensche-
lijk is. Ook de verwachtingen der Staatscommissie
zijn niet hoog gespannen, waar zij aan het slot, van
haar beschouwingen over dit onderwerp opmerkt:
,,Gereede kan worden toegegeven, dat verwezenlijking
van het vergoedingsrecht somtijds op processueele bezwaren zal afstuiten.” Wellicht verdient het aan-beveling om de vergoeding voor aangebrachte ver-
beteringen vooralsnog te beperken tot bepaalde ge-
vallen en voor bepaalde omstandigheden.
De Staatscommissie heeft in haar ontwerp ook
weer bepalingen van . dwingend recht opgenomen ten aanzien van het remissierecht. Daarbij is, in afwijking
van het eerste deel van het rapport der Staatscom-
missie en van het naar aanleiding daarvan ingediende
wetsontwerp, bepaald, dat een verlaging of verhooging

van den
prijs
der voortbrengselen van het bedrijf
geen aanleiding kan zijn, om vermindering of ver-
meerdering van den pachtprijs te vragen. Waar .dit
voornamelijk bedoeld was om moeilijkheden, uit crisis-
toestanden ontstaan, te voorkomen, meende de Staats-
commissie, dat hiervoor thans geen plaats meer is. Ook
afgescheiden hiervan
blijven
echter de bedenkingen,
die reeds tegen het stelsel der Staatscommissie ten
aanzien van het remissierecht zijn aangevoerd, zwaar-
wichtig genoeg. Zij zijn destijds in dit blad naar

voren gebracht
1
) en behoeven hier dus niet te wor-

den herhaald.
De Staatscommissie heeft voorts nog enkele wijzi-
gingen in de bestaandewettelijkebepalingen voorgesteld.
Zoo heeft zij in haar wetsontwerp een bepaling opge-
nomen, waarbij de huur als zakelijk recht wordt erkend,
waardoor de pachter enkele processueele voordeelen,
vooral tegenover derden, geniet. Voorts is voor pacht-
contracten voor langer’ dan een jaar de schriftelijke
vorm verplicht gesteld. Bij gebreke daarvan zal de
verpachting geacht worden voor onbepaalden tijd te
zijn geschied, welke volgens de bepalingen van het
ontwerp een jaar te voren schriftelijk kan worden
opgezegd. Deze bepalingen houden weinig rekening
met de over het algemeen geringe geneigdheid van
de landelijke bevolking om de pen ter, hand te nemen.
Ten aanzien van los land komen nog veel mondelinge,
pachtovereenkomsten tot stand. Had de voorgestelde
bepaling bij het uitbreken van den wereldoorlog be-
staan, dan zou zij niet ten voordeele van den pach-
ter hebben gestiekt, ofschoon,
blijkens
de toelichting,

de bepaling in het
bijzonder
te zijnerbescherming

is ontworpen.
Ook is in het ontwerp de bepaling opgenomen, dat, wanneer de verpachter in gebreke blijft de te
zijnen laste komende reparaties te verrichten, de
pachter deze zelf mag doen verrichten en de kosten
mag verrekenen met den pachtprjs. Volgens art. 1277
van het Burgerlijk Wetboek kan de pachter dit ook

reeds thans doen, mits
hij
daartoe door den rechter

is gemachtigd. De door de Staatscommissie voorge-
stelde bepaling kan vèrstrekkende gevolgen hebben; dit
hangt er van af, hoe zij door de rechterlijke macht
zal worden toegepast. Immers thans worden tal van
herstellingen in onderling overleg door den pachter
zelf uitgevoerd, waarbij dan de verpachter de mate-
rialen betaalt. Moeten al dergelijke werkzaamheden,
voor zooverre zij noodzakelijk zijn, door ambachts-lieden ten laste van den verpachter worden verricht,
dan kan dit tot hooge kosten aanleiding geven, ‘die
ten slotte weer tot een algemeene verhooging van
den normalen pachtprijs zullen leiden.
De omvang van deze beschouwing laat niet toe,
op de details van het rapport der Staatscommissie
nader in te gaan, ofschoon daaromtrent talrijke op-

1)
Economisch-Statistische Berichten van
3
Maart
1920
en 8
Maart
1922.

merkingen zouden zijn te maken. De hoofdzaken uit
het rapport zijn hiermede opgesomd; thans zal moeten
worden afgewacht, welk gevolg daaraan door de
Regeering zal worden gegeven.
R. Fr
DE
Vos
VAN ST1IENWJJK.

‘s-Gravenhage, 23 Februari 1924.

DE RIJKSMIDDELEN.

In dit nummer treft men aan het gebruikelijke
overzicht van de opbrengst der Rijksmiddelen over de
maand Februari 1924, vergeleken met de overeen-
komstige cijfers van Februari 1923.
De gewone middelen brachten in de afgeloopen
maand
f
33.878.107 op tegen
f
35.915.105 in Febr. 1923
en vertoonen mitsdien een adhteruitgang van f2.036.998.
De totale opbrengst in de afgeloopen maand overtrof
evenwel de raming met een bedrag van
f
800.024.
De opbrengst over de eerste twee maanden van dit
jaar bleef bij de opbrengst in de overeenkomstige maanden van 1923 een bedrag van
f
3.729.874 ten
achter,
terwijl
de raming met een bedrag van f3.687.204
werd overschreden.
In
vergelijking
met de overeenkomstige maand van
het vorig jaar vertoonden in Februari 1924 de grond-
belasting, de personeele belasting, de
wijn-,
de ge-
distilleerd- en de bieraccijns, de zegel- en de registratie-
rechten, de successierechten, de statistiekrechten en de loodsgelden een hooger opbrengstcijfer. Daaren-
tegen brachten minder op de overige directe belas-
tingen, de dividend- en tantièmebelasting, de suiker-,
de zout-, de geslacht- en de tabakaccijns en de invoer-
rechten.
Evenals in de maand Januari bracht de grond-
belasting aanmerkelijk meer op dan in de overeen-
komstige maand van het vorig jaar, als gevolg van
het inhalen van achterstand. Tegenover een opbrengst
van
f
433.258 in Januari 1923 staat in de afgeloopen
maand een ontvangst van
f 650.126, alzoo eene hoogere
opbrengst van
f
216.868. Voor de hoogere opbrengst
van de pers’oneele belasting
f
1.460.246 tegenover

f
1.394.471 in Januari 1923, is geen bijzondere reden
op te geven.
De ontvangsten uit de inkomstenbelasting liepen
de afgeloopen maand met
f
1.458.197 terug. Bij ver-
gelijking van de ontvangsten uit deze belasting over
de eerste twee maanden van 1923 en 1924, worde er
op gewezen, dat de bedragen zich als volgt over de
verschillende dienstjaren splitsen:
Jan. en Febr.
1923
Jan. en Febr.
1924

1920/21

– . – f
1.348.912

f

199.571
1921/22

. . .

6.507.803

,, 1.191.663
1922/23

. . ,, 13.685.070

5.422,313 1923/24

– . .

11.568.890

Tegenover den teruggang in vergelijking met de
opbrengst in Februari 1923 staat evenwel een voor-
deelig verschil met de raming ad.
f
2.556.965,–
(vorige maand
f
2.492.134,—)
De vorige maand werd gewezen op de sterke daling
van de ontvangsten uit de dividend- en tantième-
belasting, hetgeen o.a. bleek bij eene vergelijking van
de ontvangsten uit dit middel in de maanden Januari
van de jaren. 1920, 1921, 1922, 1923 en 1924. Ook
de afgeloopen maand is de teruggang weder opvallend.
Leverde de.- maand Februari 1923 een bedrag van

f
3.322.476,— op, de afgeloopen maand gaf slechts

f
418,929,— te boeken. Nu moet hierbij echter wel
worden opgemerkt, dat de opbrengst in Februari
1923
bijzonder
hoog was in verband met den voor
de Regeering gunstigen uitslag van het proces tegen
de Koninklijke Petroleum Maatschappij in zake de
wiustverdeeling over vroegere jaren Doch al heeft
deze omstandigheid in bijzondere mate tot de be-
doelde hooge opbrengst medegewerkt, uit de lage
opbrengst van de maand Februari 1924 valt te con-
stateeren, dat het er met vele ondernemingen en be-
drijven in ons land niet gunstig voorstaat. Er moge

26 Maart 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

289

nog op worden gewezen, dat de maanden Februari
1920, 1921 en 1922 respectievelijk opbrachten

f
832.280.—,
f
1.477.043,— en
f
659.365,—.
Kon de vorige maand, in tegenstelling met het
vorig jaar, toen de vermogensbelasting iedere maand
minder opleverde dan de overeenkomstige maand van
1922, eene hoogere opbrengst worden geconstateerd, thans was de opbrengst van dit middel in vergelijking
met Februari 1923 weder minder
(f
442.499,— tegen-
over
f
446.472,—).
Het nadeelig verschil met de opbrengst in Februari
1923 van den accijs op suiker is slechts gering
(f
101.918,—) en is vermoedelijk aan toevallige om-
standigheden te wijten.
De daling van den franc brengt er velen toe,
groote voorraden wijn te koopen in Frankrijk, waaruit
de hoogere opbrengst van den wijuaccijns is te ver-
klaren: van
f
44.073,— steeg de ontvangst uit dit’
middel tot
f
56.740,—. De hoogere opbrengst van

den gedistilleerdaccijns
(f
88.850,–) staat in verband
met vermindering van fraude aan de grens.
De zout- en de geslachtaccijns verminderden res-
pectievelijk met
f
13.443 en
f
21.055, voor welke ver-
minderingen -moeilijk een bepaalde reden kan worden
opgegeven.
De aanstaande accijnsverhooging was oorzaak, dat
de bieraccijns met een belangrijk bedrag steeg tegen-
over de opbrengst in Februari 1923
(f
466.419 tegen-
over
f
257.076); als gevolg van de malaise in het algemeen en dalende prijzen in het bijzonder ver-
minderde de opbrengst van den tabaksaccijns met

f
169.984.
Evenals de vorige maand wijzen de middelen, die
meer in het bijzonder verband houden met het zaken-
leven

de zegel en de registratierechten

een Vrij
belangrijk hoogere opbrengst aan; onderscheidenlijk
kwamen deze middelen van
f
1.421.816 op
f
1.810.424
en van
f
1.417.722 op
f
2.411.641. Invoer van buiten-
“landsche effecten en wat meer leven in den handel
ter beurze hebben geleid tot eene hoogere opbrengst
van de zegelrechten. Wat de registratierechten betreft,
moet wel rekening worden gehouden met het feit, dat
de opbrengst ten vorigen jare in de maand Februari
al bijzonder slecht was. Dat bewijst eene vergelijking
tusschen de ontvangsten uit dit middel in de maand
Februari van de jaren 1919 t/m 1924. Deze ont-
vangsten waren resp.
f
2,3 millioen,
f
4.2 millioen,

f
3 millioen,
f
2,1 millioen,
fl.4
millioen
en
f
2.4millioen.
T
an
de overige middelen zijn nog te noemen de
successierechten, die met
f
409.064 vooruitgingen, de
invoerrechten, die terugliepen van
f
2.97 millioen
tot
f
2.92 millioen, de statistiekrechten, welke een
voordeelig verschil met Februari 1923 vertoonden van

f
132.955 en de loodsgelden, welke een meerdere ont-
vangst van
f
6.800 gaven te boeken. Uit den aard
der zaak
zijn
voor deze betrekkelijk geringe verschillen
geen bijzondere redenen aan te wijzen.
De inkomsten ten bate van het ,,Leeningfonds
1914″ bedroegen
f
7.599.781 in de afgeloopen maand
(raming rond
f
7.356.000). De oorlogswinstbelasting
bracht nog
f
252.576 op, zoodat de opbrengst dezer
belasting sedert het begin der heffing bedraagt bijna

f
792 millioen.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE FIERLEVENDE ONRUST IN DE ARBEIDERS.
WERELD.

Dr. T. E. Gregory te Louden
schrijft
ons:

Sinds het begin van dit jaar is de onrust in de
arbeiderswereld aanzienlijk toegenomen. Reeds hebben
belangrijke stakingen
bij
de spoorwegen en in de
haven plaats gevonden, terwijl Londen op het oogen-
blik getroffen wordt door een staking van het tram-
en buspersoneel. Tenslotte dreigen ernstige moeilijk-
heden in den scheeps- en
mijnbouw.
Alvorens in te
gaan op de kwesties, welke bij de laatste drie stakingen
een rol spelen en die alle van principieelen aard zijn,

worde eerst het een en ander ‘gezegd over den alge-
meenen toestand.

Nooit heeft men kunnen verwachten, dat het be-
trekkelijk ontbreken van arbeidsmoeilijkheden in de
jaren 1922 eii 1923, zou voortduren. Thans hebben
zich nieuwe redenen voor geschillen opgedaan in
verband met de
stijging
van de kosten van het levens-
onderhoud. De index van het Ministerie van Arbeid
stonçl begin 1921 op 165 en daalde vanaf dat oogen-
blik gestadig tot midden Juni 1923. In Juni en Juli
van dat jaar stond hij op 69. Sindsdien vertoont hij
een stijging,
bijna
even ononderbroken als voordien
de daling. Van 69 in Juli rees hij tot 77 in Decem-
ber 1923, terwijl de cijfers voor de eerste drie maanden
van dit jaar 77, 79 en 78
zijn’).
Met bovengenoemde
daling ging, indien men een periode van voldoende
lengte in oogenschouw neemt, een vermindering van
de totale loonsom gepaard. Het Ministerie van Arbeid
raamt, dat de bonen in 1922 per saldo met £ 4,2
millioen per week teruggingen. Reeds in 1923 viel
een vermindering van deze daling te bespeuren, doch
per saldo was het totale verlies nog ongeveer £ 300.000.
De wijzigingen, welke in de eerste drie maanden van
dit jaar tot stand zijn gekomen, yertoonen een netto-
winst van £ 153.000 en’ het staat vast, dat indien
de kosten van het levensonderhoud
blijven
stijgen,
de
strijdlust
der arbeiders zal toenemen, vooral
wanneer men in aanmerking neemt, dat de werk-
1oosheid voortdurend daalt en dientengevolge de druk
der werkloozen op de arbeidsmarkt en op de ge-
vechtskracht van de vakvereenigingen vermindert.
Onder deze omstandigheden dient, men de geld-
politiek der’ Regeering’ nauwkeurig in het oog te
houden en het is niet zeer geruststellend, dat ge-
durende de laatste weken het bedrag der door haar uitgegeven Ourrency notes een niet onaanzienlijke
stijging vertoont en zich op het oogenblik een weinig
boven dat van de overeenkomstige periode van het
afgeloopen jaar bevindt,
terwijl
de marge tusschen
de uitgegeven biljetten, en het maximum, dat zonder
metaaldekking kan worden geëmitteerd, vergeleken
bij 1923 is verminderd. Het is misschien ,nog te vroeg om te zeggen, dat de Regeering zich voor
ernstige
moeilijkheden
gesteld zal zien, wanneer de
grens wordt genaderd, doch in ieder geval begint de
directe reactie der geldpolitiek op de onrust in de
arbeiderswereld zich te doen gevoelen op dezelfde
wijze als in de ergste periode gedurende de hoog-
cunjunctuur 1919-1920.
Afgezien van de reactie der algemeene financieele
politiek op den toestand in de arbeiderswereld doen
alle thans aah de or(le
‘zijnde
Df dreigende geschillen
kwesties van zeer aanzienlijken omvang rijzen, zoowel
van economisch als van sociaal standpunt. De staking der havenarbeiders, die juist is bijgelegd, liet het zeer
moeilijk probleem der arbeidsorganisatie door het
verdeelen der arbeiders in vaste en losse onopgelost.
Dit vraagstuk is door commissie na commissie bekeken,
nadat het voor de eerste maal door de Royal Oom-
mission on the Poor Laws in 1905-1909 aan de orde
was gesteld en moeilijk kan men zeggen, dat een
eenvoudige oplossing hier mogelijk is. Een feit is,
dat een dergelijke regeling onder de havenarbeiders
zelf waarschijnlijk evenveel vrienden als
vijanden
heeft,
omdat indien een scherpe lijn getrokken wordt tus-
schen hen, die vast werk hebben en hen, wier kansen,
voor een paar dagen per week werk te vinden zelfs zullen verdwijnen, het vraagstuk wat met de uitge-
slotenen dient te worden gedaan, urgent wordt. Er
bestaat niet zeer veel kans, dat de havenarbeiders
van Oost-Londen, welke in de haven worden afge-
dankt, in de oostelijke districten der stad werk zullen
vinden, ten deele omdat de industrie de neiging ver-
toont nieuwe vestigingsplaatsen te zoeken, waar de plaatselijke lasten minder en de huisvestings-

1)
Met deze cijfers wordt het percentage boven Juli
1914 aangeduid.

290

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26
Maart 1924

moeilijkheden waarschijnlijk niet zoo acuut zijn. Der-
halve is, hoewel het loonvraagstuk, tenminste voor
het oogenblik, van de baan is, het sociaal zeer be-
langrijke vraagstuk van het aanpassen van het aanbod
van aan de vraag naar arbeid in de haven nauwelijks
aan geroel’ d.

De staking van het trampersoneel stelt vraagstuk-
ken aan de orde, die waarschijnlijk nog samenge-
stelder zijn. Het grootste deel van de Londensche verkeersmiddelen bevindt zich in handen van een
enorme verkeerstrust. De buschauffeurs, in dienst van
cle trust, zijn gaan staken in sympathie met het tram-
personeel, waarvan de meeste in dienst zijn van de
Londensche gemeente, omdat zij gelooven, dat de
lagere bonen van deze laatste als een argument tegen
henzelf worden gebruikt. Anderzijds betogen de tram-
directies, dat zij geen hoogere bonen kunnen betalen,
omdat de concurrentie tusschen hen en de verkeers-
trust zulks ‘erhindert. Achter dit geschil ligt het
geheele vraagstuk van de contrôle over de Londensche
verkeersmiddelen. Algemeen is men het er over eens,
dat de verkeersmoeilijkheden te Londen in de jongste
maanden vrijwel ondraaglijk geworden zijn, aangezien
de straten worden verstopt door de bussen van de
trust, waarvan het aantal zeer is uitgebreid, teneinde
den kop in te drukken aan de concurrentie van een
klein aantal outsiders, dat zich onlangs op de hoofd-
wegen is gaan vertoonen, teneinde een deel te krijgen
van het meest winstgevende vervoer. De alternatic-ven schijnen alle even onaangenaam. De tramwegen
kunnen natuurlijk door de trust worden overgenomen.,
in welk geval een enorm monopolie wordt geschapen.
Anderzijds kan de concurrentie worden aangemoedigd,
in welk geval het vraagstuk der Londensche straten
blijft wat het is en waarschijnlijk in de toekomst nog
ernstiger zal worden. Verder is mogelijk uitbreiding
van het ondergrondsche net, doch daar de onder-
grondsche lijnen
zich reeds alle in handen van de
trust bevinden, zou deze oplossing, nog afgezien van
de enorme kapitalen, welke er mede gemoeid zouden zijn, geen ander effect hebben dan haar in een andere
richting te versterken, terwijl haar bestaan reeds
thans gevoeld wordt als de groote hinderpaal voor
de algemeene unificatie van het Londensche verkeer.

T)e scheepsbouwindustrie doet het vraagstuk rijzen van
de locale actie in strijd met de belangen van de geheele
industrie. De havenarbeiders behaalden onlangs hun
sensationeele overwinning in hoofdzaak door een ge-
lijktijdig en gemeenschappelijk optreden in alle havens
In de scheepsbou wind u strie dreigt een algemeene
uitsluiting, terwijl over het loonvragstuk wordt
onderhandeld, wegens de onafhankelijke actie der
metaalbewerkers te Southampton, die het feit, dat
een aantal groote stoomers daar is opgelegd voor
reparatie, aangrjpen om exceptioneele bonen af te
dwingen. Wij hebben hier weder te doen met het
eeuwige vraagstuk, dat een deel der vakvereenigings-
leden de rest bestrijdt ten algemeenen nadeele, het-
geen ook het feit was, waar het bij de spoorweg-
staking van dit jaar om draaide.

Maar ver boven alle feitelijke of mogelijke ge-
schillen steekt in beteekenis het gevaar van een

staking in den kolenmijnbouw uit. De technische
bijzonderheden van deze industrie zijn zoodanig, dat
het publiek in den regel er niet het minste begrip
van heeft, waar de strijd eigenlijk over gaat. De
huidige onderhandelingen betreffen een amendement
op de boonovereenkomst, die het resultaat was van
de staking van 1921. De bonen werden vastgesteld
op den grondslag van districten, terwijl het essen-
tieele beginsel was, dat zoowel ondernemers als ar-
beiders zekere standaardwinsten en bonen werden
gegarandeerd. Standaardwinsten zouden districtsge-wijze worden vastgeknoopt aan de bonen en 17 pCt.
bedragen van het loonhedrag in het betreffende district.
De standaardloonen zouden in ieder district 20 pOt.
meer bedragen dan op 31 Maart 1921, zoodat men

zegt, dat de thans betaalde bonen 20 püt. boven
standaard zijn. De bonen zouden boven den standaard
stijgen met een bedrag, dat afhing van, het in ieder
district beschikbare surplus, nadat standaardloonen en
-wifften en de productiekosten anders dan bonen, zou-
den zijn voldaan. Dit surplus zou tusschen werkgevers
en -nemers worden verdeeld in de verhouding van 83: 17.
Het gaat thans niet om een fundamenteele wijziging
der loonovereeukomst, doch over eeA wijziging van
de voorwaarden. Het minimum boven het standaard-
loon van 31 Maart 1921 dient volgens de mijnwerkers
te worden verhoogd van 20 tot 40 pOt. Hiertegen-
over staat het aanbod der eigenaren van 20 tot 30 pOt.
omhoog te gaan en tezelfdertijd een minimumloon
van 8 sh. per dag te garandeeren, hetgeen voor de
armere districten op een hooger bedrag uitkomt dan
40 pOt. boven standaard. Doch ernstige moeilijkheden
zijn ontstaan over de verhouding van de standaard-
bonen tot de standaardsvinsten en van de surplus-
winsten tot de surplusloonen. De mijnwerkers wen-
schen een verhouding van standaardwinst tot stan-
daardboon van 13 tot 100, terwijl de verhouding van
surpluswinsten tot surpiusboonen volgens hen 87 : 13
inplaats van 83 : 17, gelijk thanshet geval is, dient te zijn. Het vraagstuk kan ook anders worden aan-
gevat en wel op drond van de zn. “all-through
rates”, d.i. het totaalbedrag, dat werkgevers- en

nemers krijgen uit de totaalopbrengst der in-
dustrie. Deze verhouding is thans 85 : 15. De
werkgevers zijn bereid haar te wijzigen in 87: 13,
terwijl de
mijnwerkers
van hun kant wenschen te
komen tot 88Y en 11. Merkwaardig is, dat som-
mige districten volkomen bereid zijn het aanbod der
werkgevers zonder meer te accepteeren. De armere
disti’icten wenschen echter tot betere voorwaarden te
komen, ondanks het aanbod der ondernemers, een
minimumloon van 8 sh. per dag te garandeeren.
Vroeger of later zal dus, tenzij het geschil geregeld
wordt door directe onderhandelingen, de regeering
zich gesteld zien voor den eisch van reorganisatie
der industrie, zoodat de rijkei’e districten de armere
te hulp komen, m.a.w. zullen de mijnwerkers een
nieuw onderzoek van de grondslagen der industrie
eischen. De vorige week scheen het een oogenblik,
alsof niets een staking zou kunnen voorkomen, behalve
het uitoefenen van druk op de regeering, een minimum-
boonwet in te dienen, welke op Vrijdag 21 Maart jI.
zou worden behandeld. Doordat intusschen de geheele
tijd van het Lagerhuis thans wordt
gewijd
aan finan-
cieele zaken, op welk gebied een groote achterstand
bestaat, is de regeering in staat geweest aan de
enorme moeilijkheden te ontsnappen, die het indienen
en de behandeling van zoodanigen maatregel zouden
hebben medegebracht.

Het niet behandelen van het ontwerp heeft blijkbaar
een wijziging in cle houding van den mijnwerkers-
bond niet zich gebracht en kan mogelijkerwijs leiden
tot een vriendschappelijke oplossing van de moeilijk-
heden, hoewel op het oogenblik omtrent de onder-
handelingen van de laatste paar dagen niets bekend
is. In ieder geval is de periode van gedwongen rust
tot een eind gekomen en is de onrust in de arbeiders-
wereld weder een actieve factor in de l3ritsche

politiek. T. E. Gaaoonx.

AANTEEKENING.

indcxcijfei’s van groothandeisprij-
z e n. –
Practisch vertoont het indexeijfer voor het
eind van Februari geen wijziging. Het totaalcijfer’ is.
met 6 punten gestegen tot 4668. Een groot aantal
prijzen is gewijzigd, zoowel in dalende als iii stijgende
.i’.icht.ing, het is evenwel moeilijk eenige stijging te
vi aclen, welke het oi:imiddel lijk gevolg is van de sta-
king der havenarbeiders,

.1-liernevons laten wij de geb.i’u kelijke – aan ,,The
Economist” ontleende – tabel volgen.

26 Maart 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

PW

Data
Granen
en
vleesch

Andere
oor-
dings-
en
ge-
nolm.

Werf-
stoffen
Delf-
stoffen

Dive,-
Sen:
olICn.
hout.
rubber.
enz.

.-
,obaol

Alge-
meen
index-
cijfer

Basis (gemidd.
1901-5) …
500 300 500
.
400 500
2200
100,0
EindeJuli1914
579 352
6164
4644
553
2565
116,6
Nov.1918
1289
7824
1848
903
13894 6212
282,6
Dec.192.1
9214
636
1106
762
9314
4357
198,0
Dec. 1922
861
706
11841
705
8074
4264
193,8
Feb.1923
8474
746
1201
7974
810 4402 200,1
111rt.
824
752
11784
840
7974 4392
199,6
Apr.
858
752
1199
834
797
4440
201,8 Mei
8695
7724
11664 8184
785
4412
200,5
Juni
8154
7734
11774
7735
761
4301 195,5
Juki
8194
756
11154
7444
7464
4182
190,1
Aug.
.

8284
7624
1119
734
744 4188
190,4
Sept.
823
782
12144 7324
745
4297 195,3
Oct.
823
777
12204
756
7434
4320
196,4
Nov.
831
7974
13934
770 749
4541
206,4
Dec.
853
8154
13824 774
755
4580
208,2
Jan. 1.9241
9094
8454
1349
789
769
4662
211,9
Febr.

,,
899 859 1308 819
783
4668
212,2

13 art eniandsche gianen waren eeuj,gszin s schaarsch
en de prijzen zijn iets hooger dan een maand geleden.
Geïmporteerde tarwe is niet in prijs veranderd.
Aardappelen vertoonden eenige reactie na de scherpe
stijging in Janua ii zoowel ni nd- als schapevl.eesch
zijn niet gewijzigd. Een scherpe daling van het var-
kensvieesch weegt ruimschoots tegen de verhoogde
graanp.rijzen op. Van de tweede groep (ier voedings-
middelen zijn koffie en suikev gestegen, thee en boter
daarentegen gedaald. De grootste veranderingen
toonen de weefstoffe.n. Katoenp.rijzen zijn lager, zoo-
wel voor het ruwe materiaal, als voor garen en doek.
Ook zijdeprijzen zijn gedaald, maar wol, vlas,
hennep
en jute sluiten alle hooger. De stijging van 30 pun-
ten, welke de delfstofferigroep vertoont, is geheel
te wijten aan de niet-ijie.t.ihoudende metalen. Ruw-
ijzer is een weinig gedaald ; stalen rails en ijzeren sta-
ven onveranderd, terwijl cle kolenprijzen omlaag zijn
gegaan. In de cliverseigroep valt vooral de stijging
van petroleum op.
De laatste veranderingen hebben het indexcijfer
thans van 81,8 pCt. tot 82 pOt. boven den stand van
Juli 1914 gebracht, zooais blijkt uit de volgende
tabel.

Dato


Gtonen
en
Olee3Ch

Andere
oor-
dtngs-
en ge-notm.

Weef-
stoff5n
Delf-
stoffen

er-
sen:
olicn,
hout,

enz.

Totaal
Juli

1914
100
100
100 100 100 100
December

1918
226 222
293
186
241
236
December

1921
159
180
180
164
168
170
December

1922
149
200
193 152
146
166,2
Februari

1923.
. .
140
211
195
172
146
171,6
143
214
191
181
144 171,2
148
214
195
180 144
173,1
Mei
150
220
189
176
142
172,0

Maart

,……

141
220
191 167 137
167,7

April

,……

1,41
215
181
160
135
163,1
juni

,……
Juli

,
……
143
216
182 158
134
163,3
September

,…..
1.42
222
197
158
134 167,6
October

,…..
142
220
198 163 134
168,4

Augustus
,…..

1

November

,.

….
144
226
226
166
135
177,0
December

,.

….
.
148
231
225
167
136
178,6
Januari

1924
157
241
219
170
139
181,8
Februari

….
155
244
212
176 142
182,0

ONTVANGEN:

Sianc/ardized or Index Money. A
Defe.nse
of
Tested
Monetary Standards by Leonard Keesing. New
York, March
1924.

Medecleel-in gen van de afcleeli’rt.g Landbouw No. 0.
De ontleding van het inlandsch iarrdbouwbed rijf
door
A. M. P.
A. Scheltema. De uitvoer van
In-
land sche lan dbouwprod-ucteri door J. van Gelde-
ren. Departement van Landbouw, Nijverheid en
Handel. Batavia, 1.923 Drukkerijen Ruygrok
& Co.

MAANDCIJFERS.

OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens).

e rziari
Sedert
flUj
1924

Overeen-
komstige
periode 1923

Directe belastingen.
650.126
2.272.826
1.121.313
Personeele belasting
1.460.246
3.506.482 3.458.616
Inkomstenbelasting
.
9.223.637 18.382.438
21.541.785

418.929
789.606
3.959.507
Vermogensbelasting
.
442.499 986.184 979.209

Accijnzen.
‘3.135.466
6.668.881
7.064.478

Grondbelasting

……….

56.740
113.663 109.986
‘3.927.555
7.943.871 7.510.174

Dividend- en tantiènie-
belasting …………..

109.511
240.931
299.945
466.419
972.913 538.590
724.448
1.528.061
1.655.738

Zout

…………………
Bier

………………..

1.244.710
2.483.974
3.514.143
Geslacht

…………….

Belast, op speelkaarten
15.458
28.892
16.075

Indirecte belas tin gen.

Tabak………………

11.810.424
2

3.650.934
3

2.892.443

Suiker

……………..

Registratierechten.
.
2.411.641
4.210.654 2.967.865

Wijn …………………
Gedistilleerd … ………

‘3.580.647
8.302.709
8.061.471

invoerrechten
2.921.369
5.684.400 5.913.476

Gouden en zilver. werken

Zegelrechten ……….

77.532 148.977
146.694

Successierechten ……..

93
184
168

,S’tatisliekrecht
………
694.399
589.381

Belasting ……………
Essaailoon ……………..

182.376 143.954
Mijnen
……………..
18L659
390.7
.
90

204.463 352.384 378.132
Dorneinen

…………..
Staatsioterj

……………
.543 184.518 188.114
Jacht en vissclserij
315
954 867
256.887 512.160
521.123
Loodsgclden
………….

Totaal …
……..
1

fl,..–.,.1-…
33.878.107
.

444 ÖQO
69.843.371 73.573.245
1……14.

)”-1-“–“I
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbelasting).
2)
Idem
f883.666.
8)
Idem
f
594.393.

BELASTINGEN
IN
VER:BAND MET DE BUITEN-

GEWONE OMSTANDIGHEDEN.


Februaril924
I

Sedert

Verdedigingsbelasting la ….
132.750
295.579
Verdedigingsbelasting Ib ….
377.642
1.132.179
Verdedigingsbelasting II ….
2.585.193
5.104.293
3.095.585
6.532.051
Oorlogswinstbeiasting ……..
252.576
526.258

OPGENTEN VOOR HET
LEENINGFONDS
1914.

1924

Sedert
1 Januari
1924

Overeen-
komstige
periode
1923

Directe belastingen.
456.723
227.327
Personeele belasting
299.919
.
689.060
684.063
Inkomstenbelasting
2.742.879 5.228.588
0.041.794
Vermogensbelasting
110.625
246.546
244.51.8
1)ividend- en tantième
138.247
260.570
1.306.637

Grondbelasting …….131.136

Accijnzen.
belasting …………

627.093 1.333.776
1.412.896
11.348
22.73.3
21.997
Gedist. (binn.- en buitl.)
392.755 794.387
.

751.017

Suiker …………….
Wijn ………………

Indirecte belastingen.
Zegelrechtvanbuitl. eif
50.194
83.939 51.265

Totaal….
4.504.196
9.116.322
10.741.514

SPLITSING VAN DE OPI3RENGST DER GROND-,
PERSO EELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENS –
I3ELASTING SEDERT 1 JANUARI
1924.

Dienstjaren
Grond- belasting
Personeele
belas ting
Inkomsten-
belasting
1
Vermogens-
belasting

1920/21

.

199.572
921
1921/22
3.006 54.467
1.191.663
t

4.956
1922/23
31.276 315.123
5.422.313
34.487 1923/24
2.200.518
3.124.977
11.568.890
945.820
1924/25
38.026
11.915

1


Totalen..
2.272.826 3.506.482
1

18.382.438
986.184

292

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26
Maart 1924

HANDELSBEWEGING OVER DE MAAND FEBRUARI 1924

(volgens de groepen der naamlijst van goederen, opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.)

Invoer
11

Uitvoer
Saldo lnvoer Saldo Uitvoer

Groepen
Gewicht
Waarde
Gewicht
I

Waarde
Gewicht
Waarde
Gewicht
Waarde

K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
K.G.
Gulden
1 Dieren en dierlijke
20.863.882
11.309.841
61.089.028
35.605.335
– –
40.225 146
24.295.494
II Plantaard.

voort-
293.636.189
50.399.661
87.647.926
15.476.510
205.988.263
34.923.151


Illa Mineralen,metalen
en niet in andere
groepen

opgeno-
men fabrik. daarv.

1.027.546.141
32.912.325
409905.179′
11.116631i
617.640.962
21.795.69

brengselen …….

Ilib Gouden en zilveren

producten ………..

munt en muntmat
2.433
.3.067.610
37.840
4.361.089

35.407
1.293.479
IV Meel en meelf abri-
27.031.160 4.356.849
30.025.663 4.890.923


‘2.394.503
534.074
V Chemische produc-
ten,

geneesmidde-

katen

……………

len, verfwaren en
kleurstoffen
25.748.374
4.330.505
9.292.991 3.703.137 16.455.383
627.368

VI Olie, bars, was, pek,
teer en distillatie-
producten van teer fabrikaten van deze
stoffen, n.a.g
85.175.844
11.206.984
26849.900
2

9.444.767
2

58.325.938
1362.217
– –
VII Hout en fabrikaten
van hout en derge-
lijke stoffen; meu-
36.336.939
3.960.711
7.350.074
901.359
28.986.865
3.065.352
– –
VIJl iluiden, vellen, le-

belen vas………..

der, lederwerk en
schoenwerk
3.036.858 5.589.456 3.205.014
5.801.219


168.156
211.763
IX Garens,

touw en
touwwerk,weefsels
en stoffen, kleede- ren en rnodewaren
7.466.044 22.919.976 4.031.604
10.793.247
3.434.440
12.126.729


X Aardewerk, porse-
lein,

pottenbak-
kerswerk,

gebak- ken steen en andere
kunststeen …….
72.273.600
1.426.547
4.226.682
627.455
68M46.918
799.092


XI

Glas

…………
4.595.716
L124860
2.596.417
764.342
1.999.299
360.518
– –
7.106.134 2.491.090
13.752.064
.2.434.705

56.385
0.645.930
XlllVoedings-

en ge-
notmiddelen,

niet
genoemd in de groe-
pen 1, II, IV en VI
40.233.750
17.880.380
32.778.348
15.265.883
7.455.402
2.614.497


XIV Rijtuigen, voertui-
gen, vaartuigen en
luchtvaartuigen



..

3.53770
4.397.527 917.519
098.219 2.622.251 3.699.308
– –

XII Papier …………

xv
Andere

goederen
dan gebracht onder
de groepen 1 tot
en met XIV
12.370.383
11.253.399
14.075.804
7.941.558

3.311.841
1.705421

Totaal
1667 563217
188.633.721
707.782.059
129820.379
959.781.1581

58.8073421

1

Elandelsbew. zond. goud.
en zilv. munten munt-
mat. (groep 1110)
1.667.560.784
185.506.111
707.744.219 125.465.290
959.816.565
60300.824

OVERZICHT van de waarde yan den In- en Uitvoer voor elke maand van het loopende jaar en de drie
daaraan voorafgaande jaren, met uitzondering van gouden en zilveren munt en muntmateriaal, in guldens.

Maanden
Invoer
Uitvoer1)

1921

1922 1923
1924
1921
1922
1923

1924

Januari

……
214.136.278
152.495.668 173.045.849 177.909.950 115.835.310
80300.447
91.487.819
110.522.007
Februari
……
..
170.309.270
..
152.353.594 102.189.535
185.566.111
120.950.498 84.204.248
94.001.855
125.465.290

TOt. Jan/Febr.

384.505.548
304.849.262
335.235.384
363.476.061
236.791.808
170.310.695 186.089.674
241.987.297 213.830.220
180.328.703 165.440.620 107.204.062 112.879.875
106.977.347
April ………
195.772.602 107.451.702 169.639.064
108.819.697
92.729.841 97.005.415
Maart ……….

168.114.951
..
194.080.257
160.129.701
93.818.710
108.423.079 104.128.702
Juni

………
188.559.719
150.899.735 159.533.444

120.815.908 100.680.880
97.860.255
Me

…………

Juli

……….
170.G74M07
163.863.700
157.464.022 105.420.129
104.572.575
95.093.919
Augustus
.

. . –
186.640.179
178.807.927 150.975.066 142.544.083
99.442.892
107.933.082
September ..
197.271.439

.. ..

104.010.500 166.474.283 135.749.765
115.612331
127.720.569
October …….
179.043.171
186.643.442 192.923.258
.
114.094.641
112.003.008 125.848.400
November …..
175.800.364
172.295311
176.660.045
100.023.879
104.350.396 126.123.548
December
180.000.903

.. ..
163.762.355 174.750.818
97.115.318
100.225.239
127.839.691
Totaal
. – . .
0.219.103
2.027.598.760 2.009.225.705
.


1.369.598.600
1.221.23111
L303.220.602

1) Hieronder zijn niet begrepen de bunkerkolen en bunkerolie voor Ned. schepen.

26 Maart 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

293

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

; BANKDISCONTO’S.

N d Disc. Wissels. 5 24
Ja,r. ’24
Zwits. Nat. Bk. 4
16 Juli ’23
Ned.J
BkBel.B1nn.Eff.
5424 Jan.’24
N.Bk.v.Denem. 7
17Jan. ’24
Vreh.inR.C.
6424 Jan.’24
ZweedscheRbk 54 8Nov.
’23
Javasche Bank … 33
1Aug.’09
Bank v.Noorw. 7 9Nov.
’23
Bank van Engeland 4
5,Lu1i ’23
Bk. v. Tsj echo-
Duitsche Rijksbk. 10
29Dec.’23
siowakijë… 64
911irt.’24
Bank v. Frankrijk 6
17Jan. ’24
N. Bk. v. O’rjk 9
2’ept. ’22
Belgische Nat. Bnk. 6
14Feb. ’24
Hong. Bank..18
5Juli ’23
Fed.Res.BaukN.Y.
4421Feb. ’23
Bank v. Italië.
54llJuli ’22
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 6

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
_Londen

d
P
isart.

onto
1
(3m
cnd.)

Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N. York Cali-
Part.
Prolon-
disconto
R’
ie

disconto
disc.
money

22 Mrt. ‘245
5
3
-‘i
– –
2%_%
1
17-22 M. ’24
/b5

4%_5

3
-i

1

10-15

’24
4
i8
4%_5
i

3
/bf16

1

4-%
3-8

’24
47/_5
5_%
3%

/i

1

4

-_’i
19-24 Al.
’23

25/
4
_%
3%
2

1

5% _6%
20-25M.’224i/,
4_%
3%1/2

1

35%

2
0_
2
4Jli’1413
1
/8_
5
/,6
12%_3X 12%_%
1
2
h/,_%
I
2%
134
_2%
1)
Noteering van 21 Maart.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De wisselmarkt was deze week zeer onzeker en aan hef. tige schommelingen onderhevig. De stijging van de Francs
bleef nog sterk aanhouden, maar ook Ponden en Dollars
liepen plotseling sterk op. Woensdag vroeg werd 11.72 en
2.72si betaald en ook de andere wissels gingen ongeveer
evenredig naar boven. Daarna trad weder evén plotseling
een sterke daling in, die de meeste koersen onder den ope-
ningskoers van de week deed terugloopen. Later ontstond
opnieuw een belangrijke vraag naar wissels. Ponden moes-
ten echter opnieuw bijna het geheele avans prijsgeven, daar-entegen bleven Dollars, Marken, Kopenhagen en Christiania
zeer gezocht. De laatste twee sloten zelfs op het hoogste
punt der week. Indië iets vaster 96% -96%.
25 Maart 1924.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D
a a
Londen

Berlijn
4
)
4)
Weenen
4)
Parijs
4)
Brussel
4*)
New
York

)

17 Mrt. 1924
11.57* 0.00060*
0.00377/,
13.15
10.974
2.6934

18

1924
11.594 0.00061
0.0038 13.674
11.25
2.703/
8

19

1924
11.654 0.000624
0.0038i,
13.80
11.60v
2.71%
20

1924
11.604 0.00061 0.0038
13.82k
10.65
2.69
5
,,
21

1924
11.64

0.0006140.0038
14.20
11.474 2.705/,
22

1924
11.63*
0.000614
0.0038
14.30


Laagste d.w.’
11.54

0.00060 0.0037%
12.85 10.55
2.69
Hoogste,,,,
1

11.72

0.00063
0.00381/
8

14.374 11.80 2.72%,
15 Mrt. 1924
11.564 0.000613
0.0038
12.773
10.30
2

8

,,

1924
11.554 0.000604
0.00377/
8
9.85 9.024
8

2.68!8
Muatpariteit
12.10

59.26
6)
50.41
48.- 48.-
2.48%

*) Noteering te Amsterdam.
4*)
Noteering te Rotterdam.
1
Particuliere opgave.
2 Noteering van
14
Maart ’24.
3)
Idem van 7 Maart.
4
Gulden per milliard Mark.
5)
Gulden per 100 Mark.

D a
Stock-
holm
4
)
Kopen-
hagen)
Chris-
tiania)
S
r

•>

Spanje
1)
1
Batavia’)
telegrafisch

17 Mrt.

1924
71.20
41.40 36.40 46.60 34.30
96%_%
18

1924 71.15
42.-
36.50
46.624
34.10
96% -%
19

1924
71.50 42.45 36.50
46.70
34.55
96%
-34
20

1924
71
7

41.80
36.65
46.65
34.80
96%_%
21

1924
71.20
42.15 37.15
46.724
35.-
96%
22

1924
71.30
43.10
37.15
46.75
35.273
96%…%
L’ste d. w.
1)

70.70
41.30
36.10
46.55
33.90
96%
H’ste
,,

,,

1)
71.90
42.80 37.30 46.90
35.35
96%
15 Mrt.

1924
71.-
41.80
36.30
46.75
35.-
961/
5
_s/
6

8

,,

1924
70.20
42.25 36.50
46.524
32.50
958
Muntpariteit.
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
961,
) 1’8uieering te Amsceraam. ‘) raruculiere opgave.

KOERSEN TE NEW YORK.

Data
Cable Land.
(/n$per)I(in
1
Zicht Pij
cts.p.frs.),

1
Zicht Berlijn
1

(inSpe,
lid t,fark)V1″
‘Z/cht Am.,terd.
clip.
pid.)

22 Maart 1924
4.28.50
5.33
0.00022
36.91
Laagste d. week
4.28.50
4.96
0.00022
36.80
Hoogste
,,

,,
4.30.50
5.33
0.00022
37.14
15 Maart

1924
4.28.62
4.75
0.00022
37.06
8

,,

1924
4.26.37
3.46
0.00022
36.95
I’Iuntpariteit..
4.86.67
19.30
23.81%
1)
40$11

k
III cc. per Marc.
OERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
8
Mrt.

15
Mrt.

17/22
Maart
24
1924

1924

LaagstelHoogste
l
.

22
Mrt.

Alexandrië..
Piast.
p. £
9715/,,
“/I
9715/82
9715/ 9715/
Bangkok…
Sh.p.tical
11101,
1/10k
1/10
I/lOij,
111i’,
B.
Aires’)
..
d.
p. $
431
4

42
7
1
1
,
424
431,,
425/
8

Calcutta
– . . .
Sh.
p.
rup.
11416/
16

I/4ii
16

1/4
21
/
11
.
1/454
11434
Constantin.

Piast.
p. £
835
8374

820 840
8271,
2

Hongkong
-.
Sh.
p. $
2/45/
10

214
2/41/,
2/4s
18

214
,
1
10

Lissabon’)
. –
d. per Mil.
111/
16

1
2/q
1sf,
166/,,
134
Madrid
…..
Peset.p.c
35.19
33.24
32.70 34.124 33.00
Mexico
…..
d. per
$
28%
29
30
296/,
Montevideo
1)
id.
43
4234
42
43% 43%
Montreal

..
$
per
.2
4.421j,
4.43,,
4.40′,,
4.44
4.42
Praag
……

..

1477/
8

1483,
14734
1487j,
148
R.d.Janeiro
1)

.d. per Mii.
6%
67/,
5

6-1o,
6
7
1
33

Lires
p. £
100*
991s,
16

98
103
99+
4

Shanghai
– . –

.Kr.p..2

Sh.
p.
tael
333
8

3136/8

3/3
313%
3136/
1

Rome
……..

Singapore..

id.
p. $
2141,
8

2/4
6
38

2 4t
10

2143/,,
214′,,
ValparaisoS).
pes0p..2
43.30 43.50
44.10
45.10
44.60
Yokohama
..
Sh.
p.
yen
20
23
/,
l/llf
1/”r’S
210
1/11%
Koersen der voorafgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
2)
90 dg.

NOTEERING VAN ZILVER.
te Londen N. York

te Londen N. York

22 Maart 1924.. 3334

64

24Maart1923… 3251
8

68
15

1924…

63% 25Maart1922… 33%

64’/
8

1924.. 33′,,

64

20Juli 1914.. 24i5
18
541,,

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 24 Maart 1924.
Activa.
Binuenl.Wis-I H.-bk.
f
137.102.834,78

sels, Prom.,’ B.-bk:

36.083.259.59

enz.in
disc.I Ag.sch.

60.217.386.99
f
233.403.481,36
Papier o. h. Buitenl. in disconto


Idem eigen portef. –
f
23.967.923,-
Af :Verkocht maar voor

de bk. nog niet afgel.

23.967.923,-
Beleenin
g
en
H.-bk. f 32.130.877,40

mcl. vrsch. B.-bk.

13.590.857,37

in rek.-crt. Ag.sch.

97.838.862.66
op onderp.

f
143.560.597,43

Op Effecten. .. .. …
f
142.6497,43
OpGoederenenSpec.
,,

915.000,-

Voorschotten a. h. Rijk
……….. ..

.. . –
1vo.00v.00
4 .’tO
13.324.067,65
Munten Muntmateriaal
Munt, Goud
…..-.
f

56.240.075,-
Muntmat., Goud
..

525.470.570,51

f
581.710.645,51
Munt, Zilver, enz.

9.776.862,34
Muntmat., Zilver

kffecten
591.487.507,85

Bel.v.h.Res.fonds
.
f

5.988.677,31
id.van
‘,v.
h. kapit.
,,

3.999.605,89
9.998.283,20
Geb.enMeub.derBank
……..-. ……….
5.000.000,-
Diverse rekeningen

.
39.636.196,93

f
1.060.378.057,42
Passiva.

Reservefonds ………. …………………
Kapitaal .. … .-. ..

.-. -. .-. .. .=.

f

20.000.000,-
5.999.469,43
Bijzondere reserve …………………

9.000.000,-
Bankbiljetten in omloop ……………

978.408.215,-
..
Bankassignatiën in omloop .. …………

1.159.649,-
Rek.-Cour.
1
Het Rijk
f


saldo’s:

Anderen

28.082.078,46

28.082.078,46
Diverse rekeningen .. .. … … .

17.728.645,53

f
1.060.378.057,42

Beschikbaar metaalsaldo …………
f
389.369.122,71
Op de basi8
van 1/
metaaldekking..
..
,,
187.839.134,22
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loopdan waartoe de Bank gerechtigd is.

1.9 46 . 8 45 .6 10,-

294

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 Maart 1924

NED. BANK 24 Maart 1924
(vervolg).
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
Bank
bi1jettn

Andere
t

opeischb.I
schulden
Beschikb.
1
Metaal-

Ikings
1

saldo

Dek-

perc.

24 IVjrt. ‘24581.711
9.777
978.408 28.082
389.369
59
17

’24
1
581.711 9.708
985.005
20.247
‘389.780
59
10

‘241581.711
9.915
999.070 23.576
386.508
58
3

’24
581.716
10.321
1.015.446
44.263
1
383.850
57
25 Febr. ’24
581.718
11.051
984.085
25.328
390.297
59
18

,,

1924
581.478
11.109
990.615 28.098
387.295
58

26 Mrt. ’23
581.790
7.110
932.433
35.306 394.656
61
27 Mrt. ’22
605.9531
5.885 959.631
28.419 413.488
62

25 Juli

’14
162.1141

8.228
1

310.437
1

6.198 43.521
2)1
54

Totaal
1
Hiervan

1
Shatkst-
1
Belee-
Papier
op het
Divrse
Data
bedrag
promessen
1
Irechtstreeks
ningen
buiten-
ningen
2)
disconto
5
l
1

land

24 Mrt. 1924 233.403

65.000 143.561 23.968 39.636
17
,,

-1923 247.019

82.000 131.434 23.182 42.868.
10

1924 253.945

84.000 131.939 24.243 43.024
3

1924 254.491

87.000 147.453 22.286 44.263
25 Febr. 1924 229.358

49.000 142.205 24.760 41.530
18
,,

1924 240.536

57.000 147.125

21.725

44.727

26 Mrt. 1923 136.573

112.950 114.016 35.595
27 Mrt. 1922 199.079

36.000 131.960 44.662 22.075

25 Juli 1914 67.947

14.300 1 61.686 1 20.188

509
1)
Op de basis van
2/5
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

‘s
RIJKS SCHATKIST.
De Minister van Financiën maakt om. bekend:

1 17
Maart
19241 24
Maart
1924

dat uitstonden
aan schatkistpromessen f
393
.
490
.
000,-
f
387
.
420
.
000,

waarv.di rect hij Ned.Bk.
,,
82.000.000,-
,,
65.000.000,-
aan schatkistbiljetten. ,,188.600.000,- ,,189.325.000,-‘
aan zilverbons ……..
,,
32.466.053,50
,,
31.513.419,50
Tegoed v.d.Postch. en Gdst.
bij ‘s Rijks Schatkist. . .
j
,,
106
.
558
.
196
,
53
I
,,106.558.196,53
Onder de vlottende schuld is begrepen:
Voorsch. aandeKoloniën

141.623.571,22 ,,130.640.935,63
Voorschot aanGemeenten’ 31
Januari
1924

29
Februari
1924

voor door Rijkvoor hen .

79.927.393,67

76.790.423,26
te heffen Ink. belastingJ
Voorschotaan rek. houders

17Maart1924

24Maart1924
v. d.
Postch.enGirodst.l,,
87.702.899,991
,,
89.420.174,53
1)
Waarvan
f
37.056.000 vervallen op of na 1 April 1927.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:

15
Maart
1924

1 22Maart1924

Voorschot uit ‘s Rijks
kas aan N.-I ………
.fll9.850.478,93
[120.745.229,89
md. Schatk.prom. in oml.

79.100.000,-

79.100.000,-
Voorsch.Jav.Bk.aanN..I.

3.800.000,-
,,
7.900.000,_
Muntbiljetten in omloop.

40.800.000,-

40.400.000,-
1)
Tegoed van Ned.-lndië bij de Javasche Bank.

JAVASCHE BANK
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

opeischb.
I
metaal-
Data

Goud

Zilver

Bank-

biljetten

schulden
1
saldo

15Mrt.1924

219.250

26L500

71.000 152.750
8

1924

‘223.750

263.000

79.000 155.350

1
,,
1924

219.750

258.000

85.000 151.150

16Feb.1924 152.874 I 636 262.718

78.056 149.349
9
,,
1924 149.628
1
63.918

264.029

77.798 146.029

17Mrt. 1923 159.046

59.948 264.411 100.865 146.615
18Mrt.. 1922 146.063

37.991 266.263

80.958 115.245

25 Juli1914 22.057

31.907 110.172

12.634

4.842

Wissels,
1

1 Voor-

Dek-
verse
Data

Dis-
1
buiten 1 Belee-
1
schotten i reke-

kings-
conto’s N.-Jnd.
1
ningen
1
ajh. Co.
]

percen-
___________

bef aalb.
1

1
vernem.I
ningenl

tage

15Mrt. 1924

131M

3.800

66
8
,,
1924

134.500

3.7008

65

1
,,
1924

137.200

1.400
8

64

16Feb. 1924

5

7773 18.120

64
9

1924 35.286! 19.1371 78.700 2.262
8
20.176

62

17Mrt. 1923 36.346! 34.0371 63.073 8.527 1 30.984

60
18Mrt. 1922 37.324! 20:221! 88.313

7.668
1
27.259

53

25 Juli1914
7.2591
6.395 47.934 6.446

2.228

44
5)
Sluitpost activa.
2)
Basis
2
1
5
metaaldekking.
8)
Creditsaldo.

DE SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circu
lat ie
Andere
opeischb.
schulden
1
Discont.
1

23 1″ebr.

1924..
1.196 1.433 654
1

1.100 440
16

1924..
1.187
1.437
642
1

1.105
435
9

,,

1924..
1.170
1.531 605
1

1.092 473
2

1924.
.
1.170 1.567
629 1.097
4139
26 Jan.

1924..
1.175
1.442
835
1.099
1

407

24 Febr.

1923..
1.190
1.616
925 1.202
1

454

25 Juli

1914..
645
1.100
560
735
396
‘) Sluitpost der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.
Tooi
.
naamste posten; onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Circulatic
Currency Notes

Bedrag
I
Goudd.

1
Gov.
Sec.

1.9 Mrt. 1924
128.105
124.905
281.046 27.000
236:321
12

1924
128.098
125.042
280.591
27.000
235.908
5

,,

1924
128.102
126.020
279.952
27.000
235.117
27 Febr. 1924
128.106 125.579
277.468 27.000
232.607

21 Mrt. 1923
127.512 123.199
280.955
27.000
236.246

22 Juli

1914
40.164
29.317
– – –

D ata
Gov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
R eserve
kIk_
zngs

19 McI. ’24
48.357 76.748
23.997
105.795
22.950
17,68
12

’24 48.182
72.158
19.271 105.597
22.807
18,26.
5

’24
49.402
70.246 12.758 110.466
21.832
17,71
27Febr.’24
51.197 68.222
13.107
110.436
22.277
18,03

21 1ATrt. ’23
48.529 72.436 24.129
1.02.644
24.063
18,98

22 Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52i/
8

) vernouuing tusscnen tçcserve en ueposlis.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoegi og der Darlehens-
kassenscheine, in billiarden (duizenden billioenen) Mark.

D
00fl’.
Waarv.
K

Dek-
Data

Metaal

bBuiU

Circulalie kings-

15 Mrt. ‘240,9

0,464
1
0,021 1 9.103

613.176

2
7
,,

’24 0,9

0,464

0,021 .

9.263

612.868

2
29 Febi’. “24 0,8 . 0,465 0,021 h 9.539

587.875

2
23
,,

’24 0,9 0,465 0,021

9.845

536.667

2

15 Mrt. ’23 1,5

1,005 0,050

0,788

4,273

18

23 Juli ’14 1,7

1,357

0,065
8 1
1,9
8
1
93

Wissels

Bar!, kas.
Renten-

Rek.

sensch.
Totaal Handels- Schatkist. SJ,e Courant

Tot. uit-
wissels
I
papier

gegeven

3.431.236 1.431.236

.

37.917 1.119.214
U
1.284.298 1.284.298

35.260 1.067.696 9.300

1.165.649 1.165.649

15.591

951.775 9.600

1.067.756 1.067.756

172.502 1.166.421 9.800

5,856

2,101e

3,7561

1,971

0,800
4

0,75]

0,751

0,944
8


1) Onbelast.
2)
Dekking der circulatie door metaal en Kassenscheine.
3
1
In milliarden.
4)In
billioenen.
5)
Waarv. in Rentenniark,uitgedruktin
papierni. op 23 Febr. 598.116 billiard; op 29 Februari 667.216 bill.; op 7 Mrt.
759.124 bill.; op 15 Mrt. 867.787 bill.;
v)
Idem: op 23 Febr. 382.921 bill.; op
29 Febr. 301.266 bill.; op 7 Mrt. 359.500 bill.; op 15 Mrt. 401.399.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in duizenden franes.

Waarvan
oed
Buit. gele.
Data
Goud
in het
Zilver
t
voorsch.
Buitenl.
B
ojd. Staat

20Mrt.’24
5.541.6401

1.864.321
297.822 578.254 22.900.000
13

’24
5.541.488
1.864.321
297.694
565.957
23.000.000
6

’24 5.541.409
1.864.321
297.629
575.546
23.100.000

22Mrt.’23
5.536.101
1.864.345
291.277 596.522
23.300.000

23 Juli
’14
4.104.390
-.
639.620
– –

Wissels
Uitge-
stelde
elee-
Bankbil-
Rek. Crt.
Parti-
Rek.
Crt.
Wissels
ningen
je en
culieren
Staat

5.071.168
12.374
2.474.834
39.905.981
2.896.4931

56.957
1fl
4.499.765
12.400
2.481.346
39.929.862 2.405.797
17.051
4.377.776
12.760
2.494.913
40.265.994
2.366.826
12.923

2.469.593
24.630
2.088.304
37.221.438 2.080.633
19.000

11.541.980

769.400
5.911.9101

942.570 400.590

26 Maart 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

295

BANQUE NATIONALE DE BELQIQUE.

Voornaamste posten in duizenden francs.

Metaal I Beleen.I Beteen.

Binn.

1
Rek.
Data

mci.

van

J

van

wissels 1

Circu-

Crt.
buiten!,

buit.!. 1 prom. d.

en

1

latie

partic.
saldi

vorder.I provinc.

beiecn.

1

20 Mrt.’24 358.028 84.053480.000I1763:934 7.580.420

321.368
13

’24 358.470 84.653 480.000 1723.012 7.622.205

280.684
6

’24 359.372 84.653 480.000 1765.191 7.651.830

287.662
28 Feb.’24 364.973 84.6531480.00011933.980 7.560.960

296.014

22 Mrt.’23 344.738 84.653480.000

828.236 6.825.206

185.825

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FIIDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Zilver Notes In
In het

etc.

circu-
buit en!.

latie

27 Febr.
‘241.

3.122.747

12.151.193 1

1106.99312.022.301
20

‘241

3.125.497

1
2.161.763
1

111.91712.023.783
13

’24!

3.128.262
1
2.197.728 1

1 117.22412.039.203
6

’24

3.139.293
1
2.148.145
1

1119.64612.017.424

28 Febr. ’23j

3.072.813

2.166.1,94

128.7872.246.943

1
Goud-

A!gem.
Totaal

I

Gestort

1

Dek-

I
Dek-
Data

Wissels
Depositos

Kapitaal
1
kings-

kings-

27 Febr. ‘241

794.900

1.985.831

110.880

77,8

80,6
20

’24

749.602

L951.551

110862

78,6

81,4
13

’24

824.425

1.972209

110.357

78,0

80,9
6

’24

770.095

1.953.603

110.005

79,1

82,1

28 Febr. ‘231

803.438

1.952317

108867

73,2

76,2
t)

Verhouding

totalen

goudvoorraad

tegenover

opelschbare
schulden: F. R. Notes en netto deposlto.

2)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.

Voornaaniste posten in duizenden dollars.

Aantal

l
0
.tte

Reserve

Totaal

Waarvan
Data

banken lbeleggingej
F.

bmks

deposito’.s

deposits

20Febr.’24

758

1L’j26.521

1.398.030 15.530

.376

4.175.980
13

,,

’24

759

11.935.410

1.416.333 15.661.074

4.132.239
6

’24

759

11.932.228

1.407.232 15.533.514

4.119.923
30 Jan. ’24

760

11,883.589

1.425.331 15.482.123

4.104.307

21Febr.’23

778

11.531.743

1.425.098 15.317.273

3.772.556

Aan

het eind van

ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen baukstaten.

EFFECTENSEURZEN.

Amsterdam, 24 Maart 1924.
De gestadige en groote verhoudingen aannemencle rijzi ig
valt dcii Franc heeft ook in cle achter ons liggende week de
volle aandacht viii dc’ internationale fonclsenma,rkten ge-
trokken. Nadlnt gedurende tle vorigh berichtsperiode liet be-
richt van cle stennverleeiing door Anierika en Engeland, in
den vorm viii creilieton, een sterk stimuleerende uitwerking
had gehad, heeft thans vernioeclelijk het gebrtnk maken
van cle voorschotten dc middelen verschaft om liet Fransche
heta.a.lniidilel niet al leen
01)
peil te houden, doch voortilu-
rc’ncl vercic’r ii waarde op te voeren. ‘De actie w’orclt vanuit
Frankrijk met voorbeelcleloozeu tact gevoerd; op de voor-
nianiste internationale wisselbeurzen tast men – behalve
natuurJijk een klein groepje ingewijden – volkomen in het
duister ten aalizien van cle wijze, waarop de steun-actie
o orclt geleid. Mei ii’eet rnets val cle bedragen, i’elke daad-
werkelijk tot nu toe zijn opgenomen, niets ook van cle we-
gen, waarlangs dle opgcnomne’i nnildelen
iflfl
de wisselmarkt
toevloeien. Wel is het bekend, dat men in Frankrijk, naast,
de maatregelen, in liet eigen land genomen, zijn krael’it
heeft gezocht ii een opt.redlcn
01)
de centra van den wis-
selhandlel zelve. Zoo wordt in Amsterdam door Fran-
schei, clartoe expresselijk overgekomen, de handel daar
ter plaatse voor een goed deel beheerscht. Het is niet onmo-
gelijk, dat mei in andere braiclpnrtten van den werelclhan-
dcl op gelijke wijze opreeclt, waarbij dan bovendien m’oeling
wordt gehouden n’iet de, algemeene leiding te Parijs. In
Parijs zelve heeft men de banken te hulp geroepen, om
iedere speculatie t la baisse in het nationale betaalmiddal
tegen te gaan. Orders, welke slechts eenigermate doen ver-

nioeden, dat een baisse’transactie in i?rancs ilierniede is ver-
boiideii, vordeu Of niet, Of te laat geëffec.-tueercl; uitbetaliu-
gen geschieden eerst, VaIlLleeer iie volle:lige dekking hiertoe
aanwezig
iS. Bij een zoo straffe sanienwerkiiig van overheid met lr.
ticuliei’e organeli behoeft het geen verwondering te
wek-
ken, dat de opwaartsclle beweging van dcii Fraite zich ge.
durende dc achter ons 1 iggeiidc dageii hoeft kun nou hand.
haven. De technische positie viti dc ijitertiationale markt
werkt in dit o1)zicht Iljet, of niet stei’k, mcci snede. Er
zijn ontegenzeggelijk nog etikee – en wel
van
de gi’ootstc
– baissepositics te liquicleeren, doch voor het overgroote deel
is dit reeds geschied ei:i zijn vele contramirie.aîtaires in liet
tegenovergestelde omgezet. :t:Eieidior is het a.anvalsfront na-
tuurlijk grooter geworden. Alles hangt daii ook af van de fin;Liicieele hervoriiiingeii, welke Frankrijk iii den aller.
haasten tijd z;i.l ieten door te voeren, waaronder ook nioet worden verstaaii liet consolideereti vait ccii groot deel der vlottende seli uldeii, of voorloopig alth aus, het vermijden
vuil den groei dier schulden. Het is dooi’ de rjzing van dcii
Franc vel iets gmiiakkelijker geworden de sehtilclvorming te
beperken. De belasting-gelden zijn itt koopkracht toege.
nonien, het indexoijfer zal waarschijnlijk een gevoelige ver-
mindering te aanschouwen, geven. Ook met den omvang van
don buitenlandschen handel zal dit wel liet geval wordcu — althans voor zoovcri’e het den export betreft – doch het
is de vraag, of dit van nadeel voor het land zal worden.
De maand Felji’nari heeft een uitvoer-surplus van
Fr. 204.479.000 aangetoond, een ongekend feit voor Frank-
rijk, dat steeds met een passieve handelsbalans heeft te
rekenen. Ongetwijfeld zal een rijzing van den Franc de in de
voortdurende waardevermindering van liet rnilnndclel v’n’..
borgen export-premie ei iniilleercn, doch afgewacht dient te
worden of do werkelijke vaarcie van het geringer bedrag
aan Francs, dat in cle toekonist zal worden ontvangen, niet
veel grooter zal zijn dan ccii veel grooter som iii gede.
precieerde munt, welke thans is verkregen.
Men ziet dan ook in Frankrijk zelve de naaste toekomst
hoopvol tegemoet. Alleen ter beurze van P a r ij s is men
i.it den aard dci

zaak pessimistisch gestemd. ])e daar in
enkele dagen tijds geleden verliezen zijil dan ook zeer groot
te noemen. Feitelijk echter kan van verliezen niet wordei.i
gesproken; dc w;iardemeter is slechts ,,langer” geworden,
waardoor een minder groot ia ntal eenheden kan worden
verkregen de koersen dalen. Doch voor het binnenland,
ivaar cle prijzen en cle koopkracht zich niet binnen enkele
dagen tijds hebben aangepast, l.ieteekcnt ccii daling ter benr-
ze ‘el degelijk een vernn iclering van bezit. De fondsen.
inarkt te SPai’ijs is dan ook buitengewoon gecleprimeerd ge.
worden.
De markt to B e r 1 ij ii is cveuecns niet zeer opgewekt
geneest. De stijging van den Franc heeft de realisaties ter
beurze doen voortduren. Afgezien hiervan is de geldnoocl
nog steeds zoo groot, dat men in vele gevallec i’el gedwon-
gen is tot verkoop van effectenbezit over te gaan. De rente.
vergoeding voor gelden t deposito is dan ook voor dagelijki
opvraagbare bedragen
01)
S pCt. ‘s jaars gesteld, hetgeen
voor clebitenren in i’eken ing-courant eet rentelast van ten
minste 20 pCt. ‘s jaars met zich brengt. Onder deze om-
staiclighecleri is liet bijna niet twijfelachtig, of cle Rijksbank
zal binnen afzien.baren tijd moeten overgaan tot verhooging
van het thans 10 pCt. ‘s jaars beciragende bank-disconto.
Voor het oogenblik wordt i.iog slechts cle taktiek van sterke
selectie toegepast; scherp wordt er bij’. op gelet, (lat de
z.g. ,,Finanzwechsel” uit het verkeer verdwijnen, dat handel
en industrie geen grooter voorraden aanleggen, dan met
de eisehen van den tijd in overeenstemming is te brengen,
dat vdOr alles de ondernemingen, welke naar het buitenland
leveren cii dus huitenlandsche hetaalnnciclelen hiervoor
verkrijgen – met crediet worden geholpen. Het behoeft
geen betoog, dat op deze wijze grootc onbillijkheden niet te
verinijclen zijn en dat soilimige ondernemingen tot verkoop
van hun effectenbezit worden gedwongen, terwijl anderen
liet rustig kunnen behouden. Zoolang echter het erediet..
wezen in Duitschland niet volkomen is hersteld – ‘hetgeen
ten nauwste sanienhangt met cle definitieve hervorming van het mimntwezen -, zoolang voorts cle omvang en de capaci-
teit van handel en industrie niet zijn ingekrompen tot het
strikt nooclige, zullen dergelijke onbilhijkheclen niet verhin-derd kunnen worden.
Te L o n den is de stennning eveneens gedrukt geweest,
doch dit was meer een gevolg van interne aangelegenheden.
De voortdurende arbeidsmoeilijkheden in cle industrieele ive-
reld hebben het vertrouwen in een rustige ontwikkeling vnu
(en economischen toestand van Engeland weggenomen en hebben cle dreiging van een verhooging van de kosten van
levensonderhoud gebracht. In de afgeloopen week is nu we
der een staking van tram. en oninibuspersoneel uitgebro.

Goudvoorraad
Data
bedrag
1
F. R

296

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 Maart 1924

ken terwijl het groote conflict in de steenkool-iiijverheid
nog steeds hangende is.
Te N c w Y o r k is de tendens over het algemeen niet
opgewekt geweest. Een uitzondering hebben spoorwegwaar

(len gevormd, doch de industrieeIe soorten hebben nogal on-
der verkoopclrang te ]ijden gehad. Het is niet voornamelijk
het aannemen door het Representantenhuis, van het wets-
ontwerp betreffende den ,,bonus-bill” geweest, hetgeen de de-
pressie heeft veroorzaakt. In de eerste plaats toch zal de
Senaat nog uitspraak hebben te doen, in de tweede plaats
bestaat de kans op het ,,veto” van den president. Dodh de
toestanden in de nijverheid hebben niet meerculk een groo-
tea st.’ni,ilans tot optimisme gegeven. Uit de automobiel-
industrie komen berichten omtrent vermindering van pro-
,cluctie; de koperindustrie heeft voldoende blijk gegeven van
de moeilijke tijden door het passeeren van het dividend op
cle aandeelen Anaeonda en cle staal-industrie toont, voor
zoover het tenminste de Steeltrust betreft, nog niet die ex-
pansie van procluctiecijfers, die recht zou kunnen geven op
cie verd’achtiug, dat men een periode van hoog-conjunctuur
tegemoet gaat. In verband hiermede is de tendens eenigs-
zins niat geworden.
Te
1
.
1
o n
z
e ii t is vrijwel hetzelfde het geval geweest.
liees cle
belcggiiegsmarkt
heeft een veronoeiden aanblik ge-
had. Over de gehee!e linie zijn fractioneele nadeelige ver-
schillen — en soms meer dan dat — te constateerea ge-
u eest. Het heeft een onaangenamen indruk gemaakt, dat
de jongste regeerings-a anhie Jing van schatkistpapier, ten
bedrage van
f 70.000.000,—
opnieuw — ten vierden male
– niet ten volle is opgenomen. Er werd slechts voor een
belrag van ruim
f
65.000.000,— ingeschreven, waarvan cle
shatkist ruim
f
51.000.000,— heeft geaccepteerd. Tege-
lijkertijd wordt de gelcimarkt door verschillende instellingen
van particulieren en publiek-reclitelijken aard ge:lraineerd
— vide de aangekondigde emissie van
f
80.0000.000,— aan-
deeen der Koninklijke Petroleum Mij. — zoodat de condi-
ties voor cle nu toch wel binnen afzienbaren tijd te ver-
wachten Nedei-] andsche staatsleening automatisch steeds
zwaarder moeten worden. in de koersen der oude staatslee-ningen komt deze verwachting voortdurend sterker tot uit-
drukking.

17 Mrt. 22 Mrt. 24 1Rijzing of
daling
6 0j Nederland 1922

99a,

9911

9951 — 7/16
5

0
/0

,,

1918 ….

881j

87
9
/,

87

— 12/
8

4%
0
/0

1916

87%

875,

87% —%
4
0
/0

1916

79%

79
/0 — /6
3 o

73 y, —

7
1 —
3
0/

,,

62%

62*j

62% –

% o/
o
Cert. N. W. S . ……
521/4

52

513%

14
7

0/
Oost-Indië 1921 . . .

101y
4

1011j

101î/
16
— 11/
6

0/

,,

1919 ….

97i(

96i,

960/8

/8
5

o,i

,,

1915 . . . – 923/
8

92%

921/4 –
5 ol
o
Rusland 1906

6
5
/8

634

63
9

4
°Io
RusI. bij Flope & Co

8oi,

8
5
/

8

— ‘/
16

°Io
Japan 1899 ……..
63’5/

6315I

637/
8

‘isa
5

‘3/0
Brazilië 1895 ……5
9
e,
,

53
1
j

53%

+
is
/je
8

/0
San Paulo 1921..

9851
8


6

Amsterdam 1920

100% –


7 o Rotterdam 1920. . . 101
1
/2

101% —

Ook de aandeelenmarkt is als regel niet opgewekt ge-
weest. Een uitzondering vormde ee
pctroleunz-efcieeling,
waar voornamelijk aand’ee’en Koninklijke gezocht werden in
verlancl met de aanstaande uitgifte van aandeelea. Toch
kon ook hier het hoogste plint niet behouden blijven. Aan-
deeen Geconsolideerde monteerden ook eenigszins, eens

Jeels
in sympathie met het hoofdfonds, anderdeels omdat de
sterke verkoop rang — weike ontstaan was in verband met
de verliezen op de vissemarkt — niet meer zoo heftig is
geweest.
Tabaksaandcclen
hadden over het algemeen een flauw
verloop; tegen het slot der berichtsperiode kon echter een
lichte verbetering intreden.
De
rubbermerkt
was gedurende den loop der beursweek
nogal verdeeld, doch heeft per saldo een kleine stijging te
aanschouwen gegeven. De omzetten waren hier echter uiteo’-
mate gering.
Ook voor
suikeraandeelen is
de belangstelling tot een
minimum ingekrompen, terwijl de fluctuaties zeer beperkt
zijn gebeven.
Voor de
hancielsondernemingen
viel op sommige dagen de
aandacht op aandeelen Compania Mercantil Argentina, in
verband met geruchten, dat de ontvangsten der maatschap-
pij voortuitgaande zouden zijn.
Indnstricele aa.ncfeelen
waren over het algemeen stil, doch.
vrij vast. De aankondiging, dat een zeer drastische recon-
structe za
1
moeten plaats hebben voor de Neclerlandsche
Maatschappij voor Scheepvaart, Handel en Nijverheid (Fur-

ness-Stokvis)

heeft niet veel uitwerking op de betrokken
aancieelen

en

obligaties

uitgeoefend,
omdat één en ander
reeds tevoren in de koersen
verdisconteerd was geweest. Bankaandeelen
bleven stil
en practisch onveranderd.

17 Mrt.
22 Mrt. 24 Mrt.
,g
0f

Amsterdamsche Bank
125
122%
123%

1%
Incasso

Bank

…………….
97


Koloniale Bank

………..
198%
197
1
/
1967/
8


17/
8

Ned.11andel-Mij.cert.v.aand
1357/
2

1352/
8

135

1
/8
Rotterd. Bankvereeniging
99


Van Berkel’s Patent ……
41

40%

‘/
Gouda Kaarsen

……….
30

27

3
Eoll.Draad- enKabelfabriek
55%
56 56
+ %
A. J.urgens’Ver.Fabr.g.aand
63 60
3
,

31
8

,,

pr. aand
68
678%
65%

2%
Leerdam Glasfabrieken
27

3134
31%
+
‘%
Philips’ Gloeilampenfabriek
250
250 255
.j_ 5
Vereenigde Blikfabrieken
106


Vereen.Chemische Fabrieken
51
51%
52
+
1
Compania Mercantil Argent
247/
8

29
283/8
+
3%
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
1873/
8

185
187%
+ 3/6
liandelover. Amsterdam
487%
4801/
2

486%
—1
Handelsverg. Reiss
&
Co
35

34%

34
Int. Crediet- en Handelsverg.
Rotterdam

…………
204

107
—7

Linde Teves
&
Stokvis
78% 78%
75%

27/
4

Redjang Lebong Mijnb.-Mij
136
13234
132
—4
Gecons. Hoil. Petroleum-Mij
211%
217%
216%
+
5
Kon. Petroleum-Mij.

….. ..
427%
448% 450%
+
22%
Phoeni

Oil ……………
95%

90
+
5%
Amsterdam-Rubber-Mij …..
143
1427/,
143o8
+
a,
Kendeng Lemboe

……..
180%
18114
183%

33/
4

Oost-Java-Rubber-Mij.

….
230%
21614
215%

15%
Deli-Batavia Tabak Mij.
342%
330 336

6%
Deli-Maatschappij

……..
363%
362
36134

2%
Senemhab-Maatschappij
292v,
273
276%

161/8

De
scheepvaarta,fdeeling
was
eerder aan den vasten kant.
De onderhandelingen met Rusland,
welke tot een
overeen-
stemming zullen kunnen leiden,
hebben de gedachte
aan een
meer uitgebreid ha.ndelsverkeer weder
doen
opkomen.

17 Mrt.
22 Mrt.
24 Mrt.
,g
0
f

flolland-Amerika-Lijn

…. ..
85o,’
8

871,
8814
+
32/8
,,gem.eig.
71%
731
/2
7334
+
2%
Rollandsche Stoomboot-Mij
26
29%
29%
+
3%
Java-China-Japan-Lijn ….
94

91′
—2% Kon. Hollandsche Lloyd
8
3
/
81/
8

9/8
+
15/20
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..
76%
78%
77
+
Konink.Paketvaart-Mij. …
135


Maatschappij Zeevaart
68%

7234
-j-
4
iJederl. Scheepvaart-Unie
12334
123%
124
+
‘•
Nievelt Goudriaan ……..
105

103

2
Rotterdamsche Lloyd ……
132%



Stoomv.-Mij. ,,Nederland” ..
139k
141%
141%
+
2
,,Noordzee”

..
30
29%
32
+
2

De
jlmerikaansche merkt
bewoog zich,
geheel
in

over-
eenstemming met Wallstreet, in een
neerwaartsehe
richting, hoofdzakelijk voor industrieele aandeelen.

17 Mrt.
22 Mrt.
24 M.t.Rifting
daling
Americ. Smelting
&
Refining
67
6511,’
647i

2s,,
Anaconda Copper

.. … …..
73’i
71 71

20/
16

Studebaker Corp.

……..
1097/, 106%
102

7
i,
Un. States Steel Corp.

. . …
112
108t,,
1081/

31s1
16

Atchison Topeka……….
108

10715/_

/
16

Ene…………………
26%

26%
Soutbern Pacific ………..
96l/
961,
8

95%

Union Pacific

…………
1432/,

1427/
0

—34
Int. Merc. Marine orig. gew.
9/8 pref.
338,
32
17
/32

33%

1
/8
De
geidmarkt
bleef nagenoeg onveranderd; prolongatie
noteerde doorgaans 5 pCt.

GOEDEREN HANDEL

GRANEN.

.

25 Maart 1924.

De toestand van de tarwemarkt heeft in het algemeen
in de afgeloopen week weinig verandering ondergaan. Na-
dat aanvankelijk de noteeringen in Chicago vrij goed ge-
handhaafd bleven, trad op 24 Maart wéderom een vrij
sterke daling in, waardoor de markt ca.
31j2
dc. per 60 lbs.
lager sluit dan eenweek tevoren. In Winnepeg daalde de
markt ca. 2% dc. gedurende hetzelfde tijdverloop, terwijl
Buenos-Aires slechts van 10,50 tot 10,40 terugliep. Wat de

26 Maart 1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

297

Noteeringen.

Chicago
Buenos Ayres

Data
Tarive
MaTs
Haver
Tarive Mats
Lijnzaad
Mei Mei
Mei
Maart
Mei
Maart

22Mrt.124 105K
79M
48
10,50
8,05
18,65
15

,,

’24

106
46′
10,50
8,-
18,65
22Mrt.’23 122
74
8
/8
451/
11,75
8,45 19,90
22Mrt.’22 136h
61X
38
13,25
8,20
20,40
22Mrt.’21

155 65
2
K
17,05
1
)
8,30
14,85
1
)
20Juli’14

82
568/
8

3634
9,40 5,38
13,70

1)
Per Mei.

Locoprjzen te RotterdamjAmsterdam.

s
oor en
24 Maart
1924
17 Maart
1924
26 Maart
1923

Tarwe. …………….
1
12,
12,25
13,_
Rogge (No. 2 Western)
.
•1
o,_
10,-
10,80
Maïs (La

Plate)

……..
2
229,- 228,-
214,-
Gerst (48 Ib. malting)

. .
.2
214,-
4
)
215,-
4
)
182,-
Haver (38 1h. white clipp.)
1

10,25
8
)
10,75
5
)
10,15
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavan La .Plata-zaad)
1
14,60
14,65
11,85
Lijnzaad (La Plata)

..
.
8
400,-
404,- 425,-
2)
per 100KG.
2)
per2000KG.
8)
per 1960KG.
*N
O
. 2 Hard/Red Winter Wheat.
4)
Donaugerst.
5)
Canada No. 3.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam

II

Amsterdam

II

Totaal
Artikelen

1

1

1

1

16/22 Maart

Sedert

Overeenk.
116/22
Maart i

Sedert

i
Overeenk.

1924

1923 1924

1 Jan. 1924 i tijdvak 1923 ii

1924

J
1 Jan. 1924

tijdvak 1923

Tarwe ………………
22.454
189.388
191.333 2.950
11.513
14.030
200.931
205.363
17.282 122.159 135.647

1.725

123.884
135.647
1
Rogge

………………..
Boekweit

……………….
118
6.474 3.530
– – –
6.474 3.530
Maïs

………………
15.6 88
147.139 172.535
2.995
18.891
24.945
166.030 197.480 8.137
80.001
35.953

9.412 4.127
89.413
40.080
6.935 54;880
20.90’6


533
54.880 21.439 2.652

..

50.570 32.294
4.753
22.588
33.941
73.158 66.235

Gerst ……………….
Haver

……………..

4.589
37.535
52.165

700

38.235 52.165
Lijnzaad ……………
Lijnkoek ……………
4.581.
49.563
15.929
114
2.004
2.879 51.567
18.808
Tarwemeel ………….
Andere meelsoorten
. . .
915
2.143
458



2.143
458

hoofdreden van de daling te Chicago is, is moeilijk na te
gaan. Waarschijnlijk wordt aan de leuze, dat de Vereenigde
Staten geen exportsurplus hebben, niet meer geloofd. De
groote zichtbare voorraad neemt nog steeds niet af en het
geloof, dat de volgende oogst klein zal zijn, berust in hoof d-
zaak op een vermindering van de bezaaide oppervlakte.
De oogstberichten zijn over het algemeen bevredigend. In-
derdaad is de met wintertarwe bezaaide oppervlakte ge-
ringer, doch van de zomertarwe is nog niet veel te zeggen.
Zooals men weet, zijn het de hoeren uit het Noord-Westen,
die het meest over de lage tarweprjzen geklaagd hebben.
Nu wordt er door Washington aanbevolen om minstens
50 pCt. meer acres met lijuzaad te bebouwen. De met lijn-
zaad bebouwde oppervlakte is evenwel zoo gering in ver-
houding tot de oppervlakte die gewoonlijk met tarwe
wordt bebouwd, dat deze maatregel, indien hij zou worden
doorgevoerd, maar zeer weinig invloed zou hebben op de
grootte van den tarweoogst. Ook is er aanbevolen veel
meer haver uit te zaaien, doch het is ons niet in het minst
duidelijk waarom dit, wat het rendement betreft, een ver-
betering zou blijken. Indien Noord-Amerika in verband
met het arbeidersvraagstuk niet kan komen tot een meer
intensieve cultuur, is werkelijk de agrarische kwestie moeilijk
op te lossen.
Ook in de overige landen van de wereld iijn de weers-
omstandigheden gunstig geweest. In Etropa heeft zich
slechts een zeer matige vraag ontwikkeld; dank zij de ruime
verscliepingen der laatste 2 maanden begint nu overal
voldoende tarwe aan te komen. Van deze tarwe wordt een
zeer groot gedeelte geleverd door Argentinië, terwijl in
vele landen de Canadeesche tarwe nog steeds den hoofd-
schotel vormt. Daarnaast wordt er tarwe aangevoerd uit
Australië, Indië en Rusland. Ten gevolge van de verdere
verbetering van den frankenkoers kocht Frankrijk ook deze
week eenige ladingen tarwe. De vraag van Duitsche zijde
is over het algemeen niet voldoende in verband met de
moeilijkheden die de importeurs ondervinden, om voldoende buitenlandsche betaalmiddelen te. bemachtigen.
Rogge volgde in hoofdzaak de beweging van tarwe.
Ofschoon Rusland geen verdere aanbiedingen heeft gedaan,
blijft Russische rogge toch nog vrij ruim op de markt aan-geboden, o.a. door het feit, dat Duitsche inlandsche rogge
aanmerkelijk goedkooper verhandeld werd. Dientengevolge
kwamen Duitsche importeurs als wederverkoopers op de
markt van Russische rogge. Amerikaansche rogge was
aanvankelijk vrij stabiel, totdat deze op 24 Maart, in na-
volging van tarwe, een verlaging van meer dan 2 dc. onder-
ging. Ofschoon daardoor de prijs, in verhouding tot andere
rogge, goedkoop is, wordt er t6bh weinig verhandeld. De
meeste markten in Europa nemen een afwachtende houding
aan.
Dit laatste geldt ook voor maïs en andere voerartikelen.
Wel werden door Frankrijk eenige ladingen zeer spoedig
verwachte Donau-maïs opgenomen, wat de markt eenigs-
zins verlicht heeft, aangezien daardoor het aanbod van

spoedig leverbare mais wederom zeer gering is geworden.
Toch schijnt de consumtie zich hierbij aangepast te hebben,
want behoudens in een enkele kleine markt, merkt men
nergens veel van een tekort. Een enkelen dag vermeldde
Argentinië regen, waardoor de prijzen voor latere verscheping
iets verhoogd werden, doch den volgenden dag was het
weerbericht wederom gunstig, zoodat de oogst wel geen
vertraging zal hebben ondergaan. Zooals reeds de vorige
week door ons geschreven werd, is de oogst bijzonder vroeg.
Het komt hoogst zelden voor, dat men reeds in Maart maïs
van den nieuwen oogst zal af laden en ofschoon op kleine
schaal, heeft zulks dit jaar plaats.
Gerst was onder den invloed van dezelfde factoren als
mais. Dientengevolge kwamen er zeer weinig zaken tot
stand. De prijzen ondergingen evenwel slechts een geringe
verlaging.
Ook voor haver was de vraag niet levendig, zoodat de
markt weinig verandering onderging.
De Argentijnsche verschepingen van lijnzaad waren aan-
merkelijk geringer dan deze in den laatsten tijd waren,
terwijl ook Indië nog weinig tot de voorziening van lijn-
zaad van Europa bijdraagt. Toch is de vraag hir niet
verbeterd, aangezien de aanvoeren nu zeer ruim zijn, waar-
door althftD9 voor het oogenblik olie in overvloed te krijgen
is. Amerika toonde wel af en toe belangstelling, doch de
prijzen oudergingen ten slotte een vrij gevoelige daling,
waarschijnlijk onder invloed van de vooruitzichten op
grooteren uitzaai.

SUIKER.
NOTEERINGEN.

Amster-
Londen
New York
96 pCt.
White Java’s
Cuba’s
Data
domper
Tates
f.o.b. per
96 pCt.
c.i.f.
Centri-
Cubel

Maart
jugau
No. 1
Mei/Juni
Maart

b.
lSh.
$
ets.
20 Mrt. ’24
f36_
65/-
25/_
27/9
6,72
13

,,

1
24
36K

66/_ 26/9 28/9
7,03
20 Mrt. ’23
,,367/
65/9
26/_
27,9
7,28
20 Mrt.’22
,,24-
53!6
.

19/3
14/4
4,04
14 Juli ’14
11
18
/
35

18/-
– –
3,26

Op de markt te New York waren ook deze
week de
prijzen nogal aan fluctuat.ies
onderhevig;
hieronder volgen
de cijfers der geheele week:

Spot. Centr.
Mei
Juli
Sept.
Dec.
17 Maart……6,91
5,11
5,15 5,10 4,62
18

……..6,78
5,07
5,12
5,09
4,59
19

,
…….6,91
5,24
5,28
5,25 4,76
20

,…….6,72
5,03
–5,09
5,04
4,57
21

,——-6,72
5,07 5,13 5,08 4,60
22

……

6,91
5,25
5,31 5,26
4,76
In de Atlantische havens der Vereenigde Staten
bedroegen
in de week van 14/21 Maart

298

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

26 Maart 1924

de Ontvangsten…. 63.000 tons
Versmeltingen .

76.000
Voorraden …..151.000

Voor Cubasuiker prompte en April verscheping werd
tussclien
43,4′
en
5

$c. c. en 1. New York betaald.
De laatste Cubastatistiek is als volgt:
1924

1923

1922
Tons

Tons

Tons
Weekontvangsten 15 Maart’24
185.532
214.418 220.458
Tot. sederti Dec.’23_15Mrt.’24 1.743.881 1.756.044 1.246.539
Aantal werkende fabrieken

176

179

178
Weekexport 15 Maart ’24

136.815 174.639 149.383
Tot, sedert 1 Jan.’24-15Mrt.’24 1.191.520 1.219.221

579.499
Totale voorraad
01)
15 Mrt, ’24 552.361 537.723 882.509

En Enge 1 a n d verlaagden Raffinadeurs deze week hunne
prijzen voor prompte waar zoowel als voor suiker op
levering met Sh.
1j_.
Op Java verkeerde de markt in loonie stemming. Enle1e
verkoopers waren bereid concessies te doen, doch er was
weinig kooplust te bespeuren, aangezien de vraagprijzen
nog steeds boven Europeesche pariteit liggen. Ook Ii ier te lan de fluctueerden de noteeringen, evenals
die te New.York én veitoonden eene dalende richting.
Reeds bij de opening der markt waren de prijzen en
f
1.-
lager dan bij het slot der voorafgaande week. Het aanbod was sterk overheerschend, totdat ongeveer in het midden
der week . prijzen zich, naar aanleiding van cle vastere
berichten uit Amerika, eenigszins hersteldën en cle notee.
ringen als volgt waren: Mei
f
34.50; Augustus
f
30._ en
December
f
25.62k, waartoe zaken tot dtand kwamen.
Daarna trad eene scherpe reactie in en sloot de markt in
eene flauwe stemming met zaken tot de volgende prijzen’:
Mei
f
33.-; Augustus
f
28,621 en December
f
25.-. 1)e
omzet op cle termijnmarkt gedurende de afgeloopeu week
was vrij groot en bedroeg ruim 11.000 toLis.

KATOEN.
Noteering voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands.)

21
Maart14
1924
Maart
1924
1
7
Maart
1924
21
Maart
1

1923
21
Maart
1

1922

New York voor
Middling …
28,90e
28,90e 28,15e
30,55e
18,40e
New Orleans
voor Middling
29,13e
29,13e 28,75e
30,50e
1 6,’75 c
Liverpool voor
Fy Middl. ..
17,54 d 17,20 d
17,2! d
16,45 cl
10,97 d

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansehe havens.
(In duizendtallen balen). *)

1 Aug.
’23
Overeenkomstige periode
tot

21Maart’24 1922-23

1921-’22

OntvangstenGulf-Havens.
j
5.979

– 5.230

4.639
Atlant.Havens

Uitvoer naar Gr. Brittannië
1
1.445

1.216

1.073

‘tVasteland. 2.604

2.272

2.264
Japan ….

500

166

760

Voorraden.
(In duizendtallen balen). *)

Oi’ereen kon
stig tijdstip

21Maart’24–

1923

1922

Amerik. havens ………..650

663

1.035

Binnenland …………..652

777

1.211

New York ……………-

New Orleans ………….-

Liverpool …………….424

451

521

Marktberjcbt van de Heeren Sir Jacob Bebreas & Sons,
Manchester, d.d. 19 Maart 1924.
De markt voor .Anierikaansche katoen is deze week weer
v;ister geweest, dan gedurende langen tijd het geval was.
Niettogenstaande een kleine reactie Zijn
li1
toch 60
puiiteii hooger terwijl verkoopen vrij belangrijk zijn ge-
iveest..De vraag naar Egyptische soorten is ook bevrecli-geiid geweest en prijzen daarvan zijn ongeveer 80 punten
honger, terwijl cle beriiiten omtrent de voorbereidingen
u’oor ddii aanplant eveneens gunstig luiden.
in de markt voor Amerikaansche garens blijft. de stem-,
uïiing zeer vast, hoewel men niet kan zeggen, dat er veel
zaken gedaan zijn. Spiuners tracliterf algemeen hoogere prij-
zei) te verkrijgen en men hoort veer veel minder van goed-
koopere aanbieclitigen. Men zon ook wel zeggen, ‘dat voor-
raden over het algemeen niet groot zijn en dat cle lcortere

werktijd tot nu toe gunstige resultaten li’eeftgehacl. Enkele
ringspi n uierijeui berichten meer aanvragen en grootere’ ver-
koopen tegen bghoorlijke prijzen, hoewel over het algemeen
verkoopen toch nog niet heel groot zijn. In getwijncle ga.
rens gaat weinig orii, behalve enkele partijtjes voor Duitsch-
land. Ook naar Egyptische ga.rens is de vraag gering, hoe’
wel noteeri ngen iii verb:i id niet cle hoogerc katoenpnijzeui
eveneens vaster zijn. Wel zijn er zaken gedaan iii 80/2 en
100/2 voor popli is en voiles, maar in cle grovere nummers
gaat wei lig om. Naar gemerceriseord getwijnde garens voor export naar het verre Oosten bestaat een ige l,ela ngstelling.
De uitvoercijfers van dcii Boarci of Trade over de afgeloopen
iiiaaicd wijzen voor garens een vermeerclerden uitvoer van
ongeveer 3y, millioen lhs. aan vergeleken hij dezelfde maand
van verleden jaa i, waarvan het grootste gedeelte ruim 2%
nullioen lbs. is uitge-voerc[ naar Duitschlanc[ en Nederland.
Zaken iii .unanufactnren onderv.i utden een ge moeilijkheden
door de vastere houding der Spinners, die trachten betere
marges te krijgen en dii a,rdoor hoogere prijzen vu-agen. Dc
stemnu ng van iie markt is elau.i ook bepaald vaster en het
wordt
steeds
uiioeilijker prijscouicessies door te voeren. Er
zijn w v
eliswaar eel a;u nvragen voor yerschillonde soorten
mat iii factu ren, nt aan mmiii n blijft zeer voorzichtig en de meeste
overzeesche markten laten liever een order
1001)011
dan een
liooger prijs te betalen voor goederen, die zij niet spoedig
kun non ontvangen. De kwestie vaul levering is dikwijls nog
moeilijker dan die va,n pl-ijs. in eulcele soorten meldt men,
dat weefgetouwen beter hezct zij ii dan ccii igen tijd geleden.
Dit schijnt wel hier en daar het geval te zijn, doch waar
koopers bijna uitsluitend voor directe levering koopen en de
verdere loop van katoen priJzen zeer, onzeker is, kan uien
veorloopig toch geen iorina.le hervatting van zaken ver-
i LolitOil.

12 Mrt. 19 lint. Oost.koersen. 11. lint. 181′,’Ert.
Liverpoolnoteeringen. T.T.opindië 1/4% 1/44,
F.G.F.Sakellarides 20,60 21,40 T.T. op Hongkong 2/4% 2/4 ‘/
G.F. No. 1 Oomra 11,- 11,50 T.T.opShanghai 3/3/8 33i2

KOFFIE.
(Mecledeeling van de Makelaars G. Duuriog & Zoon, Kolff
& Witkamp, Leonard Jacobson & Zonen en G. Bijdeudijk.)

Noteeringen en voorraden.

Data
Rio
Santos
1
Wisselkoers
Voorraad
.
Prijs
No.7
i
Voorraad
1
Prijs
1

No.4

22 Mrt. 1924
172.000
1
26.550
804.000

6”
138
15

,,

1924
219.000
1
27.375
774.000
29.500
6p
8

,,

1924
199.000
26.900 715.000
1
29.500
6′
f33
22 Mrt.

1923
1.118.000
1)
1.917.000
23.700

5231
32

Ontvangsten.

Rio
Santos
Data

.
Afgeloopen
Sedert
Sedert


uveek
1Juli
week
1Juli

22 l’irt.

1924….
1
49.000
2.765.000
1
211.000
1
7.503.000
1
22 Mrt.

1923….
18.000
2.293.000
147.000
5.893.000
8)
Niet genoteerd.

RUBBER.
Ten gevolge van cle voortdurende liquidaties
01)
cle termiiijri.
markt, bleven de prijzen in de afgeloopen week dalen.
Aan liet slot bestond er tegen de lagere noteeringen wat
meer vraag en ddaling kwaiii voorloopig tot stilstand.
De slotnoteeringen zijn:
einde voorafgaande week:
Prima Crêpe Maart

64% et. …………. 67% ct.

April/Juni 65% ,.

…………. 68
,,

Juli/Sept.

67% ,.

…………. 69
Smoked Sheets Maart

64 ,.

…………. 68%.,,

April/Juni 65% ,.

…………. 69%.,,
Juli/Sept.

66k’…

…………. 70
25 Maart 1924.

COPRA.

.

.
.
De markt was deze week aanvankelijk flauw’, doch later
door dekkingsvraag veel vaster.

,
Hamburg toont momenteel ook meer belangstelling, zoowel.
voor stoomend als voor ‘Maart/Api-il. aflading.
De noteeringen zijn:

Nederl..Ind. f.m.s. Jan/Maart afi.

f
328b
Maart/April

32,i/
8

April/Mei

3111
8


Mei/Juni

31
/8
24 Maart 1924..

16

24.800

3

4.936
81

58.671

115

78.947
39

58.1.18

36

49.855
1

461

4

1.821
4

1.854

8

3.552
4

2.357

6

2.384
2.

-3

1.757
4

1.374

2

683
4

3.138

8

2.638
12

13.220

4

3.572
3

1.892

2

2.207
1.353

1.792

728
-2

2.762

-.

2

2.174
1.792

12.
32
4

3

6.642

3

10.333
1.0

– 40.727

S

35.395
2

8.272

3

13.634

1

1.296
19.700 8.365

5

10.964
11

5

3

3

13.313

3

200

264.761
II

231

10.273
6.317
.9.797

271.786

26
Maart
1924

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

299

METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:


Data
Kopér
Stan-
daard

Koper
I
Electro-
Tin
lytisch

Lood
Zink

24 Ï’4rt. 1924..
64.15/_
72._/_
261.7/6
35.151_
34.1216
17

,,

1924..
65.126f
72.18/..
283.216
36.10/_ 35.12/6
10

,,

1924..
68.716
74._/_
292.17/6
39.5/_ 35.15/_
3

,,

1924..
67.10/_
73.10/_ 292.15/
36.151_ 37.151_
213
Mrt.
1923..
73.151_
82.5/_
216.17/6
27.151_
35.17/8
20 Juli 1914..
61._/
145.15/-
19.-1-
1

21.10/_

VERKEERS WEZEN.
VRACHTENMARKT.’.
Sinds ons laatste overzicht zijn vooral de thuiskomende
‘rachten aanzienlijk gehaald en de vraag naar ruimte voor
graan is beduidend afgenomen. Vooral van de North Pacific
kust en Australië zijn- de vrachten belangrijk lager. De
booten, welke tusschen de Westkust van Noord-Amerika en
Japan bezig werden gehouden met het vervoer van hout,
graan en meel, beginnen thans vrij te komen en zoeken
vrachten naar Europa. –
Van de North Pacific zijn, booten afgesloten tegen 351-.
voor April aflading tegen cijfers van 40/_ en 42/6 eenigen
tijd geleden. – –
Van West Australië zijn booten afgesloten tegen 401-.
naar de Middellandsche Zee, tegen. eenigen tijd geleden 43/9.
Voor ruimte voor graan van Noord Amerika was de
vraag al sinds geruimen tijd gering enhierin is thans geen
verandering gekomen. Er. is een. Juni boot afgesloten van
Montreal naar Antwerpen voor 50.000 qrs, 10 pCt. tegen
3114, terwijl van de Atlantic range naar de Middellandsche
Zee 18X cent naar 64n en 19&j cent naar_2 havens door
een April boot is bedongen. De vraag naar ruimte voor
steenkolen van Noord Amerika was iets grooter. Naar
Rio de Janeiro en La Plata is $ 4.-. te bedingen.
Van Cuba wordt een enkele boot bevracht naar..Europa,
doch de vraag van daar is ook niet groot. Er is een boot
afgesloten naar Liverpool, Londen of Greenock tegen 23/6
met 1115 April ligdagen.
Van de Gulf naar La Plata zijn bevrachters van pitch-
pine in de markt tegen vrachten van 155- tt 157/6
per Std.
Van de nitraathavens is een boot afgesloten naar
Alexandrië voor Mei/Juni belading tegen 3613.
Argentinië blijft verreweg het belangrijkste uitvoergebied
van graan. Zooals bekend zijn de oogsten buitengewoon
groot en de vrachten hebben zich tot kort geleden kunnen
handhaven op basis van 30/.. met 25 April cancellingen
32/6 voor Maart van niet boven San Lorenzo naar U. K.[ Continent/Bordeaux/Hamburg range. Ruimte voor Maart
en begin April is niet overvloedig, doch voor latere posities
trachten de bevrachters de markt te drukken. Veel tal.
afhangen van de vraag in Europa. Op het oogenblik is
voor 30 April cancelling niet meer dan 29/_ te bedingen,
terwijl voor Mei ruimte
27j
geboden wordt.
De .vraag iiaaï ruimte van Indië is gering. Voor be-
vraehtingen op deadweight basis van Bomhay i.2716 het
geldende cijfer, terwijl van Java 316 is geaccepteerd voor
suiker.,.iauweoogst..—————-.. ……………
Van de Zwarte Zee wordt .nu en daneen. boot opgenpmeu,
Een van de laatste bevrachtingen is een lading lijukoeken
naar Gothenburg/Stockholm range tegen 1 8/6
Agri
haven,
19/_ twee havens met 10 April cancelling.
Van de Donau brokkelen dè vrachten ook af. Naar
Bordeaux/Hamburg range is een begin April boot afge-
sloten tegen 18/6.
De ertsvrachten van de Middellandsche Zee blijven stabiel.
Wat de uitgaande vrachten van Wales betreft kan mee-
gedeeld worden, dat ook deze gedaald zijn. Naar Buenos
Aires is 13/6 k 14/ te bedingen en naar Rio de Janeiro
zijn booten afgesloten tegen 13/9. –
Naar West Italië is het geldende cijfer 11/6 k 12/_.
Door de talrijke booten welke van Wales zijn afgesloten
is de despatch van daar weer zeer slecht.

25 Maart 1924.

GRAAN.

Data
Petro-

L/en
R dam

Odessa
Rotter-

AtI. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo

Rotter-
——–
1 Bristol
Rotter-
Enge-
dam
kanaal
dam
land

17-22Maart1924

14/5

2
– –
2913
29/3
10-15

,,

1924

15/-.

2


28/3
2813
19-24Maart 1923

17/3

2

lId
2/434
23/_
23/_
20-25 Maart1922


16


4/3
241_
24/-.
Juli 1914
11 d.
713
111134
111134
12/_
12/_

KOLEN

Data
Cardlff
Engeland

Bordéaux
!
Plato

1
0ostk.
Rotter-
Gothen.
IRi
er
dh7I
burg

17-22Maart’24
5/9
12/_
13/3
13/10k
J&

10-15

,,

’24
613-
12/6
1313
14/4


19-24Maart’23
813
1213
i31_
1419
6/6
716
20-25Maart’22
619-
13/6
14/9
1613
5/6
9/_
Juli1914
fr. 7,-
71_
7/3 14/6
3/2
41_

DIVERSEN.

Bombay
Birma
Vladivo-
Chili
D a a
West
West
stock
West
Europa
Europa
West
Europa
(d.w.)
(rijst)
Europa
(salpeter

17-22 Maart

1924..
26/..
30/
33/9
27/6
10

15

,,

1924..
29/_
301-.
33/9
2716
19-24 Maart

1923..
2713
3213
3319
3516
0-25 Maart

1922..
2116
2819
35/
25/…
– –

Juli

1914..
14/6
1613

/_
22/3

iu,j
11)5

.rer wn
U.W.

RIJN VAART.
Week van 17-22 Maart 1924.
De aanvoeren van zeezijde namen toe. Er kwamen ver-
scheidene erts- en graanbooten binnen.
De beschikbare scheepsruimte bleef schaarsch.
De daghuren liepen geleidelijk op van 314 tot 5

ets.
De waterstand bleef tot het laatst vallend. Naar den
Benedenrjn werd, nog op vollen diepgang afgeladen en
naar den Bovenrjn op 2 lieter.
liet sleeploon werd in doorsnee genoteerd volgens liet.
55 ets, tarief.

INKLARINGEN.
IJMUiDEN.

1

Februari 1924

Febraari 1923
Landen van 1-
h e r komst
1
Aantal
1

Aantal 1
N.R.T.

N.R.T.
schepen

schepen

Binnënl. havens. Groot-Brittannië
Duitschland
Noorwegen …..
Zweden .- …….
Denemarken.
Finland ……
België.,…

Frankrijk..
Spanje………
Portugal ……..
Italië ……….
Levant ……..
And. Midd.Zeeh. Senegal, Dakar Ov.Westk.Afrika
Oostkust Afrika.
Ned. Oost-Indië.
And. Aziat. hav.
Au4trilië :
Vereen. Staten.
Midden-Amerika
Ned. West-Indië-.
Ned. Antillen.
Brazilië …….
Argent., lirug..

Totaal

Periode 1 Jan.-
29 Febrnari
1)

449

1 598.307 1

489

Nationaliteit

Nederlandsche..
Britsche …….
Duitsche ……. Noorsche…….
Belgische ……
Fransche ……
Zweedsche ……
Deensche…….
Vereen. Staten
Andere ……..

Totaal ….
1

200

1
264.761
11

231

271.786
1)
1913, 347 schepen met 396.205 N. R. T.
(Vereenigde Scheepsagenturen van
Ha-Iverhout & Zwart en Zurmüh.len. & Co.)

103

165.878

123

45

49.317

55

34

33.508

28

6

3.703

2

1.811

8

4.728

S

1

724

5.092

4
3

551.620

166.105
48.181,

23.717
3.553
257 266
4.660

15.430
9.617

300

26 Maart 1924

HOLLAND-AMERIKA LIJN

WILHELMINAKADE, ROTTERDAM

GEREGELDE AFVAARTEN TUSSCHEN:

ROTTERDAM en NEW YORK, BOSTON, PHILA-
DELPHIA, BALTIMORE, NEWPORT NEWS,
NORFOLK,SAVANNAH,NEWORLEANS,CIJBA,
MEXICO,PACIFICCOAST,BRITSCH-INDIE,
BENEVENS TUSSCHEN
NEW YORK
EN
JAVA

1
Voor inlichtingen wende men zich tot bovenstaand adrès
1

Abonneert U op

H. D. IIE VOS’ Wekeljksoho Uitlotingsoourant

Vlugst ingelicht en meest verspreid

FINANTIEEL WEEKBLAD

bevattende alle binnen- en buitenlandsche trekkingen, Divi-
denden en ‘Coupons, Incourante Fondsen, HooI dartikelen,
Beursoverzicht, Correspondentie, Koerslijst, Berichten, itc.

36ste
Jaargang

Abonnementsprijs
f
5,— per hall jaar v. h. binnenland

PROEFNUMMERS OP AANVRAAG GRATIS

Uitgave van

BINNENKANT 30
S. L. VAN LOOY

AMSTERDAM

IJZERCONSTRUCTIES

SCH EEPSTU RBI N £8

POLDERGEMALEN

LOCOMOTI EVEN

STOOMKETELS

– VERSCHE!VEN:

De Praktijk van het

Medezeggenschap

Adres

van hetVerbond van Nederl.

Fabrikanten .Vereenigingen

aan Zijne Excellentie den

Minister
Y.
Arbeid, Handel

en Nijverheid

aangeboden 21 Febr. 1924

Prijs
f
0,90

NIJGH &VAN DITMAR’S

UITGEVERS. MAATSCHAPPIJ

WIJNHAVEN 113, RÔTTERDAM

Constructiewerken

Bruggenbouw

Spoorwegmaterieel


SPOORWEGMATERIEEL

WERKSPOOR

AMSTERDAM

ROLLEND SPOORWEGMATERIEEL

SCH EEPSSTOOM WERKTUIGEN

SCI4EEPSDIESELMOTOREN

IJS. EN KOELMACHINES

SUIKERMACHINERIEEN

ALGEMEEN ADRESBOEK

van Nederland en Nederlandsch-Indië

ten dienste van

HANDEL, NIJVERHEID, LANDBOUW EN VERKEER

Algemeene Naamlijst van Beroepen en Bedrijven

van alle Gemeenten, samengesteld naar gegevens van ruim 1100 Correspondenten

Zeventiende Druk . Uitgave 1924

Prijs 125,-

Alom verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij
Nijgh
&
Van Ditmar’s Uitg.- Mij, Rotterdam

Auteur