Ga direct naar de content

Jrg. 7, editie 355

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 18 1922

18 OCTOBER 1922

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

Economisch~Statistische

Ber’ ichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT V6OR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

7E
JAARGANG

WOENSDAG
18 OCTOBER 1922

No. 355
1

INHOUD

BIz.

HET NIEUWE AMERIKA&NSCHE TARIEFdOOr
Mr.
D. H. Andreae
896
Het Nederlandsch-Duitsche crediet door
Mr. 8. de Vries Csm.
898
Het
Bevolkings-vraagstuk voor Nederland in ,,Staathuis-
houdkunde en
Statistiek” door
Prof. Mr. D. van
Blom.. 899
De Toeneming der
Bevolking in Nederland door
Prof. Dr.
C.
A. Verrijn ,Stuart ……… ………………..
900
Zuigelingenbescherming door
Prof. Air. R.
W.
Met horst. .
902
De
Haagsche
Conditiën
1921
en
Immuniteit van Staats-
schepen
door
Air.
l. W.
A. de Kook van Leeuwen ..
902
Londensche
Correspondentie ………………………
904
Index-cijfers ………………………………..
905
AANTEEKENINCEN:
Het
nieuwe Amerikaansche
Tarief …………….
906
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN
.
…………………
907
MAANDCIJFERS:

Résumé
uit het
,,Monthly
Bulletin
of
Statistics” …….
907
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN

..

….

908-914
Geidkoersen.

.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Goederenhandel.
Bankstateo.

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris: Mr.’ G. W. J Bruins.
Assistent-Redacteur voor het weekblad: D. J. Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aan.geteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
Telefoon. Nr. 3000. Postchôque- en girorekening
Rotterdam No. 8408.

Abonrn.en’tentsprijs voor het weekblad franco p. p.
in Nederla,nd
f
20,—. Buitenland en Koloniën
f
25,-
per jaar. Losse n.wmnvers 50 cents.

Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
-het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en do’,veteurs kosteloos,
voor zoover daaironitrent wiel anders wordt beslist.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abosvne-
inent volgens tarief. Adm.iwistra,tie van abow,vem.en.ten
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s- Gravenhag e.

16
OCTOBER 1922.

• In den toestand van de geidmarkt kwam geen
ve
r
:

andering. Particulier disconto noteerde
37%
pOt. De

prolongatierente steeg van
3Y
tot 4 pOt.

.

*

* *

De Minister van Financiën heeft. de inschrijving

opengesteld op Donderdag a.s. op 130 millioen gulden

schatkistpapier. Aangeboaen worden drie- en’ zes-

maands promessen en 4Y pOt. biljetten met een loop-

tijd van een, jaar.
*
5
*

De wijzigingen op den weekstaat van de Nedérland-
sche Bank zijn ditmaal niet van groote beteekenis. Als

gevolg, blijkbaar, van de toeneming van het bedrag der

rechtstreeks bij de Bank geplaatste schatkistpromes

‘sen, hetwêlk van
f
62,4 millioen tot
f
70,4 millioen

opliep, is de post binnenlandsche, wissels met on-

geveer
f
3,3 millioen gestegen. De beleeningen geven

daarentegen een vermindering van
f
5,8 millioen

te zien. Het renteloos vöôrschot aan het-Rijk liep van

14,5 millioen tot 13,9 millioentérug.

De post papier op liet buitenland vertoont een da-

ling van
f
2 ‘millioen. -Ook. ditmaal schijnt düs weder

een gedeelte van de buitenlndsche wisselpoL-tefeuille

der Bank in saldi të zijn ogezet. Daartegenover

stond blijkbaar Veen afgifte van dollars tot een slechts

weinig hierbij achterblijvend bedrag; de post diverse

ekeningen onder het ëctief steeg althans per saldo

met niet veel meer dan
f
0,2 millioen. –

De biljettencircufatie verminderde met
f
5,3 mii-

lioen; de rekening-courant saldi met
f
0,6 millioen.

[et beschikbaar metaalsaldo nam met
f
1,2 millioen

toe.

*

S
S

Ook de wisselmarkt onderging weinig of geen ver-

andering

Het pond bleef zich handhaven op liet ietwat

lager niveau, waarop het sedert de gebeurtenissen

in Klein-Azië is aangeland De riiarlc bewoog zich
a zijn acuten val van de afgeloopen week in deze

week om en
bij
de 8 h 9, cent, terwijl de Pransche

e
5
n Belgische franc, voorzoover zij aan schommelin-
en onderworpen waren, veeleer van een, zij het ge-

]1nge,. veidere verzwakking blijk gaven.

LONDEN, 14 OCTOBER 1022.

De verwachting, dat geld ‘deze week zeer gemakke-

lijk verkrijgbaar zou zijn, is slechts ten deele in ver-
rulling gegaan. De gedurende de eerste dagen heer-

schende ruimte maakte, al naar gelang de schulden

van de markt en van de regeering aan de Bank werden

terngbetaald, plaats voor een vastere stemming en

daggeld bedong 114-2 pOt. Op Vrijdag echter ver-

minderde zooals gewoonlijk de vraag weer iets en dag-

geld
,
werd tegen 114 pOt. zoowel vernieuwd als op-

nieuw geplaatst.

;
‘In
de disêontoarkt waren zaken kalm, met- iets

vastere noteeringen:

2-maands prima bankaccepten 2-2/i6 pOt.

,,

,,

,,’

,,

2i-271

2716-234

6-

896

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 October
1922

HET NIEUWE AMERIKAANSCHE TARIEF

Mr. D. H. Andreae, Handels-Attaché te Washing-‘
ton D. 0. schrijft d.d. 21 September 1922:

Huis en Senaat gaan binnen twee dagen uiteen,. opdat de leden gelegenheid zullen hebben deel te.

nemen aan de verkiezingscampagnes. Vandaar dat

het Tarief van invoerrechten werd afgehandeld bin-nen korter tijd dan algemeen mogelijk werd geacht,

zulks in tegenstelling met de lange behandeling die
was vooraf gegaan.

De Mc-Cumber-Fordney Tariff Law, zooals di

voortaan zal heeten, heeft nl. een record behaald in

langzame behandeling, dat de aandacht trekt.

Op 27 Mei 1919 werd de Commissie for Ways and

Means van het Huis opgedragen om te doen samen-,

stellen een ,,Summary of Tariff Information”.

Op 19 Juni 1919 begonnen de publieke verhooren
betreffende oorlogsindustrieën, waaronder de kleur-
stoffen-industrie.

De algemeene verhooren werden dagelijks gehou-‘
den van 6 Januari 1921 tot, en met 16 Februari d.a.v.
Daarop togen de Republikeinsche leden van de Corn-

mittee aan het werk. De formuleering van het wets-
ontwerp nam ruim drie maanden in beslag (21
Maart-29 Juni). De Committee, aan welke het Huis.

het op 29 Juni door Mr. Fordney ingediend ontwerp

had toegezonden, bracht rapport uit op 6 Juli d.a.v.
en het Huis nam het ontwerp aan op 21 Juli 1921.
Vervolgens ging het ontwerp naar den Senaat, die

het doorzond aan de Finance Committee op 22 Juli.
De verhooren van deze Committee duurden van 25
Juli tot en met 31 Augustus 1921. Na behandeling

der inkomstenbelasting werden de verhooren her-

opend op 3 November; zij duurden tot en met
9 Januari 1922. De openbare behandeling in den
Senaat had plaats van 20 April tot en met 20

Augustus.
De Senate Finance Committee had 2.087 amen-dementen in het ontwerp aangebracht, welk aantal

dc Senaat verhoogde tot 2.436.
Het ontwerp werd aldus gearnendeerd, toegezon-
den aan de Conference Committee, bestaande uit 5
Leden van het Huis en 5 Senatoren, die het aantal

veranderingen vermeerderden tot bijna 3000.
Den Oen September werd het ontwerp aan het

Huis teruggezonden.
De Conference Committee had echter twee zeer
belangrijke wijzigingen in het ontwerp gebracht, die
noch in het Huis, noch in het Senaats-ontwerp ston-
den. Immers werd het dye-ernbargo, dus de bepalin-
gen die den invoer van kleurstoffen uitsloten, be-
halve in gevallen van noodzakelijke behoefte, ver-
lehgd, terwijl kali (potash) word belast. Waar de

Conference Committee tot taak heeft om de meenin-
gen van Huis en Senaat tot overeenstemming te
brengen, indien de Vergadering die het Ontwerp het
laatst behandelt dit amendeert, was het duidelijk dat
de Committee buiten hare wettelijke bevoegdheid was
gegaan. Vandaar dat het Ruis met bepaalde instruc-
ties het ontwerp retourneerde en de Committee deze
amendementen elimineerde. Daarop nam het Huis
het ontwerp aan en ging het naar den Senaat, cie
het goedkeurde op 18 September. In beide vergade-

ringen was er bijna geen debat.
De President teekende het ontwerp gisteren, zoo-

dat het tusschen Donderdag (21) en Vrijdag (22)
om 12 uur ‘s nachts in werking is getreden.
Het is duidelijk, dat men niet serieus 2500 amen-
dementen kan hediscussieeren in enkele dagen, waar-
uit vel blijkt, dat voor alles bij de meerderheids-
partij vaststond, dat het aan den volke beloofde tarief’
er v6r de verkiezingen zou zijn. Vier honderd millioen dollar zal, naar schatting
van den actuaris van het Ministerie van Financiën,
de opbrengst zijn gedurende het eerste levensjaar van
het Tarief. Reeds kan men advertenties lezen, waar-
in wordt aangedrongen, dat men toch tijdig koopc
met het oog’ op de aanstaande prijsverhoogingen en

men voorspelt reeds een opleving in de bestellingen
van de industrie.

Wat zijn nu de eigenaardigheden van het nieuwe

Tarief ? De rechten zijn natuurlijk belangrijk hoo-
ger dan in de Underwood Law en in ht Emergency
Tariff, dat tot heden gold. Een sterke bescherming
is gegeven aan de artikelen van landbouw- en vee-
teelt. Die bescherming werd reeds gegeven bij het
Emergency Tariff, dat in den zomer van 1921 tot

stand kwam en verbetering moest brengen in den

evenzeer slechten toestand der landbouwers. Inçler-daad is die thans verbeterd, zijn de schulden betaald

en is de koopkracht van den landbouwstand, die 40
pOt. der bevolking uitmaakt, hersteld, doch veeleer
is dit een gevolg van de herleving der War Finance

Corporation, die credieten ging openstellen voor de

landbouwers en de liquidatie der
destijds
bevroren

credieten en van een reductie der productiekosten,
speciaal der bonen in het landbouwbedrijf.

Doch in het algemeen wordt het Tarief geprezen
als de ,,deus ex machina” die den toestand redde.
Vandaar dat geen landbouwer een Afgevaardigde

zou dulden die niet de rechten van het Emergency

Tariff handhaafde, en dus werden deze in de Ford-
riey Bill
vrijwel
overgenomen.

Zeer belangrijk zijn o.m. verhoogd de rechten op

haring en op bloembollen. Die op zuivelproducten zijn
thans zoodanig, dat de concurrentie, naar men mij
mededeelt,
vrijwel
uitgesloten is.

Belangrijk ook is de verhooging der rechten op fa-
briekmatige artikelen, hoewel de vermeerdering dier

rechten niet evenredig is aan die op landbouwar-
tikelen.

Als voorbeelden mogen dienen:

Schedule 1
chemica1in:

tJnderwood

Fordney

law

(new)
law
dyeing & taring extracts

free

15
pCt.
perfumery alcoholic ….
40
dc. + 60 pCt.
40
d.c.
+ 75
pCt.
,,

non ,,

60 pCt.

75
pCt.

bone black …………free

20 pCt.
Sched.de II
earthenware etc.:
optical glass

free

45
pCt.
surveying instruments etc

25
pCt.

45
pCt.
Schedule 111
metals ete.:
pig iron and scrap
iron & steel

free

75
d.c.

steel ingots …………free

2-10
d.c to
20
pOt.
laboratory iustruments

free

40 pCI.
Schedule
lv:
cotton clothing

30
pCt.

30 cl.c. + 10
pOt.
Schedule V vool:
clothing etc. ib. ……..

35
pOt.

24 dc. + 40
pOt.
to
45
pOt.
+ 50
pOt.
Schedule Vi
silk
etc.:
thrown
silk
yd . ……..

15
pCt.

25
pCt.
woven
silk
fabrics yd.

45
pCt.

55 pCI.

Ik heb hierbij moeten nemen artikelen waarvan de
soort der belasting, ul. specifiek of ad valorem, dezelf-
de is als voorheen, daar de vergelijking anders niet
duidelijk is; voor den expert zijn er nog frappanter
voorbeelden dan de bovenstaande.

Er waren twee belangrijke strijdpunten.
Het eerste was naar welke waarde zullen de ad
vaborem rechten worden berekend, naar de buiten-
landsche waarde of naar de Amerikaansche waarde. Omdat de laatste zooveel hooger is, wenschten de
voorstellers die in de wet te zien vastgelegd, doch de
krachtige oppositie der importeurs, die dan bij hun
buitenlandsche aankoopen nimmer konden berekenen
wat de goederen c.i.f. New York duty paid zouden
kosten, heeft in dozen everwonnen.
De American valuation is dus niet de basis der
ad valorem rechten, behalve in twee gevallen, t.w.

a.
ter zake der kleurstoffen en
b.
wanneer de President
dit bepaalt, waarover hierna zal worden gesproken.

Het tweede strijdpunt
betrof de vraag of het em-
bargo der kleurstoffen moest worden gehandhaafd.
Ja, zeiden de kleurstoffenfabrikanten, neen, zeiden de wol- en katoenfabrikanten.
Het embargo is niet, zooals de eersten wenschten,

18 October 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Wij

verlengd, doch de rechten zijn ter meerdere bescher-

ming eenigszins verhoogd.
Paragraaf 27 bepaalt thans:
Coal tar products: acetanilids etc.

40 pOt. ad
valorem based upon an American selling

price…. and 7 cent per pond, met bepaling even-
wel dat gedurende de eerste twee jaren het ad valorem
recht is 55 pOt., terwijl de in paragraaf 28 genoemde
coal tar products: all colors and stains etc. zijn be-

last met 45 pOt. ad
valorem, based upon the American

selling price etc. and 7 cent per pond, terwijl gedurende
de eerste twee jaren het ad valorem recht is 60 pOt.
De verlenging van het embargo die de Conference
Oommittee in het ontwerp bracht, is dus niet gehand-

haafd.
Men kan over dit alles denken zooals men wil, want
het is een kwestie van opvatting, maar het zijn bepa-
lingen, welke vallen onder een tariefwetgevrng. Be-
twijfeld mag worden of dit ook gezegd kan worden
van zekere bepalingen in title III, der z.g.n. special

provisiOns.
De Oonstitutie der Vereenigde Staten werd ge-
maakt in 1788, toen gebleken was, dat de articles of Confederation welke de dertien toen bestaande Sta-
ten bonden. van 1785-1788, niet voldoende eenheid

schiepcn om te verzekeren het belang van allen.
Tevoren kwamen slechts te zamen de ,,diplomatic
agents” der verschillende Staten. De Constitutie van
1788 creëerde een wetgevende macht, bestaande uit een Huis met proportioneele vertegenwoordiging en
ccn Senaat, waarin elk der Staten, groot of klein, een

gelijk aantal, immers twee, vertegenwoordigers had.
Bovendien werd gecreëerd een Uitvoerende en een
Rechterlijke Macht, welke onder de Articles of Con-
fedcration niet bestonden, zoodat men had het En-
gcischc stelsel der drie Machten, elkaar in balans
houdende met scherp omljnde bevoegdheden.
Beschouwd vanuit het standpunt der Staten is het
een ,,Government of delegated Powers”, daar immers
deze organen geen andere macht bezitten dan die
welke door de Staten bij de Oonstitutie uitdrukkelijk
werden toegekend en overgedragen, terwijl het be-
schouwd van Federaal staatskundig standpunt, dus
vooi wat betreft de verhouding der machten onder-

]iog is, een ,,G-overnment of checks and balances”. Dit
zijn de twee principes, waarop de Oonstitutie werd

opgebouwd.
In Act 1 sectie VIII. wordt opgenoemd de wetge-
bende macht van het Congres in 18 paragrafen, waar-
onder sub 1. de ,,power to lay and collect. .. duties.
to pay the dehts or provide for the common defense
and general welfare of the United States.
sub 2. to regulate commerce with foreign nations.
In het licht dier bepaling beschouwd, wordt van
democratische zijde beweerd, dat z.g.n. ,,flexible pro-
visions” en de z.g.n. ,,bargaining powers” van den
President, in de Tariefwet vastgelegd, zullen blijken
niet constitutioneel te zijn. Afgescheiden van de wet-
tigheid dier bepaling, is met kracht betoogd, dat de
feitelijke vaststelling der rechten, die zullen worden
geheven, in strijd met de bedoeling der Constitutie,

grootcndeels zijn gelegd in de handen van den Presi-
derit door de ,,special provisions” 315 en volgende.

Wat is de inhoud dier bepalingenl
Het Tarief wordt beweerd te zijn een ,,scientific tariff”, gebaseerd op het verschil in productiepri.js
hier en in het buitenland, welk verschil door de in-
voerrechten wordt opgeheven.

Paragraaf 315 bepaalt nu, dat indien den President
mocht blijken, dat dit niet het geval is, hij de goede-
ren onder een andere classificatie kan brengen, of de
rechten bij de wet bepaald met hoogstens 50 pOt. kan
verhoogen of verlagen, terwijl (paragraaf 316) indien
niet mogelijk blijkt om het verschil in productiekos-
ten in binnen- en buitenland vast te stellen, de Presi-
dent dit bij proclamatie bekend kan maken, hetgeen
tot gevolg heeft, dat de rechten voortaan naar de
American valuation worden berekend; in dat geval

kan de President evenwel de rechten met hoogstens
50 pOt. verlagen, terwijl die niet door hem verhoogd
kunnen worden. Zulks geschiedt, nadat de U.S. Tariff

Oommission publieke verhooren heeft gehouden.
De aldus door den President in het leven geroepen

veranderingen treden in werking 15 dagen na af-

kondiging der proclamatie. Zulke veranderingen

zullen dus vrij plotseling intreden en het veuchil in

liet recht zal 50 pOt. kunnen bedragen.
Men mag de vraag stellen .of de theorie der ,,divi-

sion of powers” niet eenigszins in het gedrang is

gekomen en of er niet eenige verwarring is ontshan

tusschen de bevoegdheden der wetgevende en uit-

voerende machten.
Reeds thans berichten de bladen dat van vele
zijden pogingen zullen worden aangewend om op deze

wijze de rechten verhoogd te krijgen, en in sommige
gevallen te doen verlagen. Van republikeinsche zijde
is zeer de nadruk gelegd op het voordeel dat uit die
flexibiliteit kan voortvloeien, Praetorisch recht!
Hier ligt een veld van dubbele waakzaamheid voor

•de officieele en niet officieele vertegenwoordigers
van vreemde belangen. Het zal noodig zijn al hetgeen
de Tariff Oommission onderneemt met zorg te vol-

gen. Men zal voortdurend het oor te luisteren moe
ten leggen en bedacht moeten zijn op een zeer snelle
actie van de zijde der belanghebbenden om de rechten
te doen veranderen.
De buitenlandsche exporteur zij bedacht op hoo-
• gere rechten ,,at any time”, indien hij op zich nam

,,duty paid” te leveren.
Vervolgens de bevoegdheid van den President ter
bescherming van den Amerikaanschen handel in het

binnenland tegen unfaire concurrentie van buiten.
Bij paragraaf 316 wordt de U.S. Tariff Oommis-
sion opgedragen, èf op klachten onder eede bf uit.


eigen hoofde onderzoekingen in te stellen in geval-
len van unfaire (sic) concurrentie-methoden, Un-

• faire (sic) handelingen in verband met den invoer
en den verkoop door den eigenaar, den impor-

teur, den geconsigneerde, of den agent van een hun-
ner, die het gevolg hebben of bedoeld zijn om te ver-
nietigen of belangrijke schade aan te brengen aan
een Amerikanusche industrie welke ,,efficiently and
economically” wordt gedreven, om de oprichting

‘daarvan te verhinderen of handel en bedrijf in de
U.S. te beperken of te monopoliseeren, welke hande-
lingen strijdig met de wet worden verklaard.
Van de beslissing der Commissie bestaat er in som-
mige gevallen appèl op het U. S. Oourt of Oustoms
Appeal. De Commissie heeft de bevoegdheid getuigen
• te dagvaarden en bewijslevering te vorderen. Nadat
de Commissie hare bevinding aan den President heeft
medegedeeld, kan deze vaststellen een verhoogd in-
voerrecht van ten minste 10 pOt. en ten hoogste 50
pOt. van de waarde der goederen, of in ernstige ge-
vallen den invoér der goederen van den betroffen per-

soon verbieden.
Men voelt hoe groot de bevoegdheid is.
Wanneer zijn de voormelde methoden of handelin-
gen unfair? Wat beteekent ,,efficiently and econom-ically” gedreven, speciaal wanneer het een ifldustrie
betreft; wier oprichting wordt beweerd te worden ver-
hindeid?
De beslissing zal in de practijk in de eerste plaats berusten bij de Târiff Oommission, wier leden door
de Administration worden benoemd en die de feiten vaststelt, waarop dé President zijn beslissing steunt.
Ook hier gelden dezelfde bezwaren, maar in ver-

scherpte vormem De uitvoerende macht bepaalt de ,,duty” en zulks naar aanleiding van een geïncrimi-
rieerde methode van een handel in een vreemd land,
aldus regelende de ,,commerce with foreign nations”,
hetgeen men zou denken te zijn de taak van het
Congres.

Ten slotte kan de President volgens de bepalingen
van sectie 317 in het algemeen belang bij proclamatie
met hoogstens 50 pOt. verhoogen de invoerrechten op

898

ECONOMISCH-STATISTISCHE- BERICHTEN

18 October 1922

goederen, die geheel of gedeeltelijk zijn voortgebracht
of gefabriceerd in een vreemd land, wanneer dat land
goederen van Amerikaansche herkomst direct of in-

direct belast met ,,any unreasoable charge, exaction,

regulation or limitation”, die niet tevens geldt voor
dezelfde artikelen van alle andere landen of ,,discri-
minates in fact against the commerce of the U. S.,

directly or indirectly by law or administration regu-

lation er practice by or in respect to .any customs,
tonnage or part duty, fee, charge, exaction, classifi-

cation regulations, conditions, restriction or prohibit-

ion in such manners as to place the commerce of the
U. S. at a disadventage compared with the eommerce
of any foreign country.”

Indien vervolgens de voormelde bezwaren door het
vreemde land worden gehandhaafd, kan de President

den invoer van alle of sommige artikelen uit dat land
verbieden. De vermeerdering van het recht zal be-
dragen hoogstens 50 pOt. ad valorem of zooveel min-
der als zal opwegen tegen het nadeel, geleden ter zake
der geïncrimineerde bepalingen.

Reeds melden de dagb]âden, dat htt personeel der
U. S. Tariff Oommission zal worden verdriedubbelci
en dat aan alle consulaire ambtenaren in het buiten-

land instructie zal worden gegeven scherp op zulke

gevallen te letten. De wet bepaalt, dat de Oommittee

een voortdurende studie zal maken van soortgelijke
bezwarende economische politiek van andere landen
en de gevallen aan den President zal voorleggen. Zoo-

als gezegd,, wordt de U. S. Tariff Oommission door,

de Administration benoemd.

Uit deze bepalingen volgt, dat in de practijk de

rechten, die feitelijk zullen worden geheven, in vele
gevallen niet dezelfde zullen zijn als die welke in de

wet zijn neergelegd. Zoo is ook verklaarbaar, dat men.

het per slot van rekening niet zoo nauw behoefde te
nemen met de vaststelling dier rechten en het ont-

werp kon afmaken ,,in a rush”.
D. IRADREAV.

HET NEDERLANDSCH-DU1TSCHE CREDIET.

Het aantal aanvragen, om van dit crediet te mogen,

genieten, stijgt in den laatsten tijd sterk.

De eerste aanvrage dateert van 10 Mei 1921. Een,
half jaar later was crediet-aanvrage 66 ingekomen. Weer een half jaar later crediet 122, doch thans op,,

October is crediet-aanvrage 260, reeds in behan-deling, dat is dus in S maanden tijd niet minder dan,

138 nieuwe aanvragen, en de verwachting van de,.
Treuhandverwaltung, die te Berlijn het crediet be-,
heert, is, dat wij in .zeer snel tempo vooruit zull.en.

gaan.
Het crediet is renouvelleerend (revolving credit),

d.w.z. dat binnen den tijd, waarvoor het crediet is,,
toegestaan, – in den regel een jaar – over het toe-,.,
gestane bedrag mag worden beschikt en, wanneer er
terugbetalingen hebben plaats gehad, opnieuw mag,

worden beschikt, mits het debet-saldo van de reke-;
ring-courant nimmer het toegestane bedrag over-

schrijdt.
Sedert pi.m. 3 maanden is door de Nederlandsche Regeering aan de Treuhand vergunning gegeven om, een crediet, dat regelmatig binnen den termijn gere-
volveerd heeft, weer opnieuw voor een jaar toe te

staan. Van deze faculteit wordt ruimschoots gebruik
gemaakt. Enkele credieten zijn na het verstrijken van
den termijn, waarvoor ze waren toegekend, opgezegd,.

enkele andere zijn tot een verminderd bedrag weer

toegekend, doch verreweg het grootste gedeelte der
credietnemers ziet gaarne weer voor ‘een nieuwen ter-
mijn het crediet toegekend, terwijl velen ook om ver-
hooging van llit eenmaal toegekende crediet komen.

De
gezamenlijke
credieten mogen,
gelijk
bekend is, krachtens het verdrag nooit de
f
140.000.000,— over-

schrijden. Tot op 2 October waren door de Nederland-
sche Regeering credieten beschikbaar gesteld tot een
gezamenlijk bedrag van ruim
f
46.000.000,—. Hierop
zijn. dan in mindering gebracht de reeds weer terug-

betaalde credieten, waarop, of voor zoover daarop geen

aanspraak door den crediet-nemer meer wordt ge-
maakt. Dit cijfer is voor de vraag, in hoe verre reeds
over het geheele crediet beschikt is, van minder be-
teekenis dan het gezamenlijk debet-saldo van alle ere-
diet-nemers. Op 2 October jl. bedroeg dit gezamenlijk
debet-saldo pl.m.
f
31.000.000,—.

Uit de cijfers omtrent de toename van het aantal
aanvragen valt ‘gemakkelijk de conclusie te trekken,

dat het Nederlandsch-Dujtsche Orediet bij de Duit-
sche industrie hoe langer hoe meer in den smaak valt.

Verschillende redenen zijn daarvoor zeker op te geven.

Een der redenen is stellig ook de meerdere bekend-heid, die het crediet-verdrag begint te krijgen, doch

een nog voornamere rede is de groote moeilijkheid
voor de Duitsche industrieelen, om bij hun eigen ban-

ken hun crediet-behoeften vervuld te krijgen. Het
geld
bij
de banken is schaarsch en de berekende rente
hoog. De Duitsche crediet-nemer, die een deel van

het Nederlandsche crediet bekomt, betaalt alles en
alles tezamen aan rente en provisie
8Y2
pOt. plus
1/2

.pro mille. Ofschoon dit op zichzelf zeker niet gering
is, is het toch heel wat voordeeliger dan de condities
waarop de Duitsche banken – stel ze hebben het

geld – crediet aanbieden of kunnen aanbieden.

Het valt niet te ontkennen, dat, wanneer met 3 of
4 maanden, gelijk men in Duitschland verwacht, of
met 6 maanden het geheele crediet van
f 140.000.000
zal zijn toegekend, dit een belangrijke vermeerdering
van Nederlands vlottende schuld met zich zal brengen.

Een belangrijk deel van de Duitsche industrie zal dan

arbeiden met Nederlandsch geld. Eenigszins pijnlijk
is, daartegenover te moeten constateeren, dat vele

takken der Nederlandsche industrie kwijnen door ge-brek aan werk. Reeds het feit, dat van onze vlottende
schuld thans slechts weinig ondergebracht is bij de
Nederlandsch Bank en het overgroote deel plaatsing ‘heeft gevonden bij het publiek, wijst er mede op, dat
handel en industrie te weinig emplooi vinden voor
het eigen kapitaal. Wanneer Nederlandsche indus-
trieelen dan ook zouden wijzen op het
pijnlijke
van• de verhouding, dat Nederland aan de Duitsche in-

dustrie géld leent, terwijl die Duitsche industrie door

de Duitsche valuta de concurrentie-mogelijkheid voor
de Nederlandsche industrie vrijwel wegneem, dan

zou daartoe, oppervlakkig beschouwd, zeker aanleiding
bestaan. Het moet echter ter eere van de Treuhand-
verwaltung te
Berlijn
gezegd worden, dat ze zoo veel
mogelijk vermijdt, om voor het crediet industrieën
in aanmerking te brengen, die met de Nederlandsche
concurreeren. Sedert
mijn
opmerking bijv., dat de

Nederlandsche Sigarenfabrieken vrijwel tot werkloos-
heid zijn gedoemd door de concurrentie met de Duit-
sche impoit-sigaren, worden geen sigarenfabrieken
meer voorgedragen voor een deel van het crediet, ten
einde daarmee hun inkoopen van ruwe tabak te finan-
cieren. En wanneer het juist is, dat reeds thans, maar
straks nog meer, een groot deel der Duitsche indiis-
trie zijn krachten kan ontplooien, omdat het door
het Nederlandsche crediet in staat is zijn grondstof-
fen in te koopen, dan mag toch niet worden ontkend,
dat dit ook mede het uitgesproken doel van het ver-
drag is geweest, dat ni. Duitschiand, dat beschikte
over fabrieken en arbeidskrachten, in staat zou wor-
den gesteld, om grondstoffen van elders te betrekken,
ten einde die in Duitschland te verwerken eii uit den
prijs der uit deze grondstoffen vervaardigde en naar
het buitenland uitgevoerde fabrikaten het crediet
weer terug te betalen, en door de winst in staat te

zijn, er weer boven op te komen.
De Regeering en haar zeer kundige adviseurs heb-
ben direct na den Wapenstilstand de zaak zoo inge-
zien, dat een verarmd Duitschland, dat niet in staat
zou zijn,
zijn
productieve kracht weer ten volle te ont-
plooien, een groot gevaar voor Nederland in de toe-
komst zou opleveren.
Niemand kan in de toekomst zien en niemand heeft
dus ok voorzien, dat de opbloei der Duitsche indus-

18 October 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

899

trie zou samenvallen met groote werkloosheid en een
hooge vlottende schuld in eigen land. Wel is echter

bij het tot stand komen van de Wet tot ratificatie van
het verdrag voorzien, dat dit crediet zou worden ge-

financierd met schatkistbiljetten. Ook al zal dus de
Minister van Financiën er op bedacht zijn, een groot

deel van de vlottende schuld te consolideeren, dat

deel, dat zijn ontstaan vindt in het Nederlandsch-Duitsche Crediet zal daarvoor niet in aanmerking
komen.

Mr.
S. DF VRIES
Cz.,
Reg. Comm. voor het Ned.-Duitsche Crediet.

HET BEVOLKINGS-VRA4GSTUK VOOR

NEDERLAND IN ,,STAATHUL9HO UDKUNDE

EN STATISTIEK”.

Rondom de vraag, door twee praeadviseurs (prof.
dr. J. H. F. Kohibrugge en mr. L. A. Ries) vooraf
in geschrifte behandeld: ,,welken invloed zal de

economische ontwikkeling der laatste jaren oefenen op het bevolkingscijfer, in het
bijzonder
van Neder-
land?” niet in precieze aansluiting erop (zoo iets
schijnt moeilijk bereikbaar), groepeerde zich Zater-
dag 7 October in Den Haag een debat, dat er zijn
mocht.

Het woord is thans aan de medici, de economisten
zijn minder verdeeld dan wel den schijn heeft, zei
de voorzitter in zijn slotwoord.
Hoewel ook ter vergadering het woord reeds aan
medici was geweest, aan de heeren Heyermans en
Kohibrugge, die, schoon niet geheel eenstemmig, toch
één lijn trokken in hun zeer opmerkelijk en fel verzet
tegen het niouw-rnalthusianisme, den zenuw-slooper,
den zeden-bederver, den middellijken opwekker van
abortus, waarnaar de door gefaald hebbende preventie
teleurgestelden grijpen als het eenig middel dat hun
nog rest.
Het is evenwel bekend, dat het nieuw-malthusianis-me in medische kringen, ook voorstanders telt. En het
ware inderdaad belangwekkend, te weten, of dezen

bereid zijn het requisitoir der twee genoemden te
onderschrijven, en enkel in hun slotsom van hen af-
wijken. Want het is denkbaar, dat zij, de hoogst em-
stige bezwaren tegen het stelsel onderschrijvende, niet-
temin van oordeel zijn, dat deze in den koop moeten
worden meegenomen – de ,,bittere noodzakelijkheid”
waarvan de heer Kuyper sprak – uit overweging, dat
de bezwaren van niet-toepassing (de gevolgen van
veelszins onbelemmerde procreatie, van niet trouwen
en van laat trouwen) nog bedenkelijker zijn. De be-
antwoording van deze vraag trouwens staat ook ter
competeritie van niet-geneeskttndigen. En ook ter ver-
gadering hebben dezulken zich er wel over uitgelaten,
de hcer Smid b.v., die van oordeel was, dat inderdaad
die bittere koop moet worden aangegaan. Is hier dan een conflict tusschen ethiek en econo-
mie? Mr. van Rhijn wilde het doen gelooven en in zooverre is deze stelling juist, dat ethische bezwa-
ren en economische voordeelen in dit geding wel
tegenover elkander kunnen worden geplaatst. Toch
zij men met het poneeren van deze tegenstelling voor-zichtig; men doet goed, de ethische en de economische
factoren uiteen te houden, doch men doet verkeerd de

wisselwerking tusschen beide te veronachtzamen:
uit ethisch bederf zal economische zwakte, uit econo-
mischen bloei kan ethische verheffing ontstaan. Nog in ander opzicht echter kan de voorzitter heb-
ben bedoeld, dat nu het woord aan de medici is. Twee
statistici van professie, mr. van Zanten en prof. Hol-
werda, hadden in het debat geklaagd over het onge-
noegzame der. bevolkingsstatistieken. Niet dat deze
ons niet voortreffelijk van geboorte- en sterfte-cijfers,
van huwelijks-frequentie en van veel wat hiermede
samenhangt, op de hoogte houden in de groote lijnen,
maar dat aan ons inzicht in wat de toekomst te wach-
ten geeft en ook in wat het heden biedt aan materiaal
nog veel ontbreekt. Men neme alleen maar de vraag,
die ook door den heer Heyermans werd aangeroerd,

welke de oorzaak is van kinderlooze huweljken, of van
huwelijken met maar één kind. Men is geneigd ‘ zeg

gen: zij schuilt in het nieuw-malthusianisme, doch
medici verzekeren, dat zij ook kan liggen in geslachts-
ziekten.•

Men ziet: vragen van dit slag – en niet het minst
.hare bespreking maakte het debat interessant – hiel-

den met het aan de orde gestelde vraagpunt maar
meer zijdelings verband.

Zoo ook de vraag, die Mr. Ries en prof. Verrijn
Stuart Sr. verdeeld hield, of Malthus’ theorie nog
waarde heeft voor onzen
tijd.
1-let was ongetwijfeld de
bizondere verdienste van Mr. Ries’ prae-advies, het

•bevolkingsvraagstuk te hebben gêplaatst op het plan
der beschouwing van de dalende
geboortecijfers
als
verschijnsel van massale aanpassing aan nieuwe na-
tuur- en cultuurfactoren, en verdiende hulde is hem
hiervoor m.n. door de heeren Verrjn Stuart en
Wibaut gebracht, vergoeding voor het misprijzend

woord van prof. Veraart, die van deze neo-Darwin-

istische hypothese niets weten wilde. Maar is hier-

mede Maithus van de baan? Voorlooper van Darwin
was deze toch ongetwijfeld en het moet prof. Stuart

worden toegegeven, dat in het algemeene kader van

Malthus’ theorie ook de nieuwste verschijnselen op
,
het terrein der bevolkingsleer zich zeer wel laten in-
passen.

Mr. Van’ G’ijn’s uitspraak, dat de economisten het

niet zoo bijster oneens waren gebleken, kon met heel
wat feiten worden gestaafd. Er wâs veelvuldig mee-
ningsverschil, maar dat lag veelal aan de oppervlakte.
Nemen we een enkel voorbeeld.

De heeren Veraart, Verrjn Stuart, Kortenhorst en

Clifford hebben, elk met eigen uitgangspun.t en eigen
conclusie, de wenschelijkheid uitgesproken, juist met
het oog op de toeneming der bevolking, van een
actieve weivaartspolitiek. Over den concreten inhoud ervan zou
bij
nadere uitwerking wel eenig verschil
tusschen de heeren aan den dag treden; het bleek
reeds bij het lonken van den ,,vrijhandeiaar” Korten-
borst naar zooiets als fair trade en
bij
de, naar te
vreezen is overdreven, verwachtingen die Mr. Clifford
(misschien ook prof. Kohlbrugge, al was deze minder
optimist op dit stuk) van de emigratie koestert,
maar al deze sprekers zagen dan toch in dezen aan-was der bevolking een verschijnsel, dat volgens den
een onmiddellijk .zorgwèkkend, volgens den ander toch

zeker zorg eischend is. En Mr. Olifford’s opmerking,
dat de kapitaalnood onzer tijden aan het voeren van een welvaartspolitiek, zoo krachtig als, men die wel

zou begeeren, helaas in den weg staat, zal wel dooi
de meesten worden beaamd.
De vrees voor overbevolking was bij allen aanwezig

in dezen zin, dat men op zijn hoede moet zijn. Zij
was alleen bij den een zwakker dan bij den ander. En.
ook zij, bij wie zij niet het sterkste leefde (tot wie men

ook prdf. Methorst, den schrijver in dit weekblad van
4 October 11. rekenen kan, op wien ter vergadering

zoowel beroep werd gedaan als critiek werd geleverd),
spraken dan toch van een actieve welvaartspoiitiek en
van emigratie als van door het bevolkingsaccres ger
schapene of te scheppen noodzakeljkheden.

Eenig misverstand was er in deze redeneeringen
wel, met name wat het verband met het al dan niet
onvermijdelijke van het nieuw-malthusianisme betreft.
Men kan toch bezwaarlijk èn van zeker optimisme (of
wil men, getemperd pessimisme) aangaande den aan-
was der bevolking
blijk
geven op grond, dat deze
zoo’n vaart niet nemen zal, èn tevens het nieuw-
malthusianisme beslist ontraden. Nog afgezien hier-
van, dat dit laatste onbilljk beoordeeld wordt zoo
men enkel let op minwaardige beweegredenen tot zijn
toepassing en op zijn bedenkelijke gevolgen (zijn zui-
er ethische motieven heeft het ook, en het was be-
vreemdend, dat een ethnoloog als dr. Kohlbrugge
hiervoor zoo weinig oog had), hier wordt een denk-
fout begaan; de heeren Verrijn Stuart, Kuyper en
Ries hebben terecht erop gewezen. Want indien in-

900

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 October 1922

derdaad de toeneming dr bevolking dermate zal af-

nemen, dat alle ongerustheid wijken mag, dan zal
men dit verschijnsel zeker niet kunnen verklaren

zonder het in rèkening brengen van feitelijk in prac-

tijk gebracht nieuw-malthusianisme, al behoeft dit

niet de eenige oorzaak te zijn. Welnu, liet is een iet-
wat bedenkelijke redeneering, een middel te verwer-

pen als schadelijk en overbodig op grond van feiten,

die zonder toepassing ervan niet aamvezig zouden
zijn. –

De vrees voor een te veel aan menschen wortelt niet
alleen in het procreatief. gedrag der menschenwereld.

Dit laatste moet in verband worden gebracht met de
teelt van voedingsmiddelen (dit woord in ruimen zin

genomen). Malt.hus legde dit verband dan ook zeer
uitdrukkelijk, en na hem Ricardo met zijn wet der

afnemende meer-opbrengsten (een verbetering van den

term ,,afnemende opbrengsten”, welke, zoo ik
mij
niet
bedrieg, aan onzen Wageningschen agro-Cconoom

prof. Koenen te danken is).

Het is een leemte in beide prea-adviezen geweest,
van deze wet te zwijgen (Mr. Ries hd haar wèl be-
sproken in zijn ,,Economist”-artikel van 1921), een

deugd van het debat, haar weer naar voren te halen.
Want er zou in hoe snelle menschenvermeerdering

ook niets verontrustends zijn, indien de toeneming

van wat noodig is om deze menschen in leven te
houden hiermede gelijken tred kon houden.

Inzonderheid nu de heeren Smid en Verrjn Stuart
(tot zekere hoogte ook prof. Blink) hebben betoogd,

en met sterke argumenten hun befoog gestaafd, dat deze gelijke tred een illusie is. Tot v66r den oorlog

bespeurde men van die wet heel weinig, meende

dr. Kohibrugge. Zelfs dit kan worden tegengesproken.
Het is waar, landbouwtechniek en landbouwchemie
hebben in de verstreken honderd jaar de agrarische
productie gerevolutioneerd en ontzaglijk omhoog ge-
stuwd. Maar ook zij zijn niet
bij
machte geweest, de

bittere oude wet van Ricardo te niet te doen; men

denke alleen maar aan het sprekende, door den heer
Smid veer in herinnering gebrachte, bewijs uit het
ongerijmde: gold de wet niet, maar kon door, wille-

keurige vermeerdering van op grond bestede produc-
tiemoeite een in evenredigheid grootere opbrengst
worden verkregen, waarom zou dan bijvoorbeeld een
boer zijn grondbezit niet gaan splitsen onder zijn

kinderen, met last aan elk tot intensiever bewerking,
inplaats van voor elk hunner grond
bij
te koopen of

bij te huren? Tegen argumenten als dit en andere kan
men enkel de hoop stellen, dat het andermaal en voort-durend zal meevallen zooals het ook in de negentiende
eeuw is meegevallen als af en toe een nieuwe vinding
de organische productie op eenmaal bracht op een
hooger plan (op welk plan dan intusschen weer or-
middellijk de wet der -verminderende meer-opbreng-
sten in werking trad), nieuwe vindingen, waardoor
tijdelijk de wet wel niet wordt ter zijde gezet maar in
hare werking geneutraliseerd. Doch meer dan hoop is
dit niet en van haar alleen zal het menschdom niet
kunnen leven, op haar alleen bouwende zal het een
ellende tegemoet gaan, zij het in nog verwijderde toe-
komst, waarvan de hongersnood in Rusland de wrange

voorproef geeft.
In hoever verwijderde toekomst? Hier tast men

geheel in het onzekere. De heer Smid gaf andermaal

blijk van
zijn
hartgrondig pessimisme in dit opzicht

door de verwachting uit te spreken, dat op den duur niet meer dan twee á drie millioen menschen in Ne-
derland zullen kunnen bestaan, op den duur, wanneer
,iil. ook de andere organisch-productieve streken der
aarde zoo dicht bevolkt zullen zijn, dat elk land in
zijne behoeften zelf zal moeten voorzien. Het geval
is, als toekomstbeeld, denkbaar. Doch men overdrijft

– en doet hiermee
zijn
betôog schade met deze toe-

komst als zoo
nabij
te rëkenen, dat zij reeds thans onze
gedragingen moet beïnvloeden. Voorloopig staat het
toch wel vast, dat elk land, naast de directe voor-
ziening in eigen behoeften, de methode der indirecte

voortbrenging (den ruil van b.v. eigen industrieéle
overschotten tegen agrarische van andere landen)
kan blijven hanteeren. Zoolang deze ruil
mogelijk
is,
hebben beide partijen er voordeel bij.

Dit voordeel zal echter slinken voor die partij, wier
behoeften het dringendst sprekén, waar b.v. de be-

volking het snelste wast. En dit sluit in: overwegin-

gen als deze slijpen van het bevolkingsvraagstuk wel
de allerscherpste kanten af, maar laten het niettemin
als actueel en
nijpend
probleem in stand.

Het laat zich niet wegredeneeren met algemeen-heden als de heer De Olercq (op wien de profeten-

mantel van den heer Stoffel schijnt te zijn neerge-

daald) over land-nationalisatie en nog enkele andere zaken ten beste gaf. Te
zijner
‘ontlasting strekke, dat
hij, op een laat uur aan het woord komend, van den voorzitter maar enkele minuten meer kon loskrjgen
en dat althans zijn philippica tegen den alcohol wel
paste in het kader van Mr. Ries’ ,,qualiteits-produc-

tie” en van veler sprekers wensch naar een actieve
welvaartspolitiek.

Het laat zich evenmin wegvagen met een uitspraak als die van den heer Wibaut, dat van een bevolkings-
leer, waardig den naam ,,leer” te dragen, eerst sprake

zal kunnen zijn, zoodra de productie, nu niet van men-

schen maar van goederen rationeel zal zijn geregeld,
men leze: zoodra het socialisme de overwinning op

het kapitalisme zal hebben behaald en de productie-

wijze op zijn leest zal hebben geschoeid. Al erkent
men, dat het zuiver marxistisch is gedacht – het

marxisme toch beschouwt de menschheid als iiog
steeds vertoevend in het tijdperk harer voorgeschie-

denis -, oplossing van de nooden dezer voorgeschie-

denis-periode is hiermee in geen opzicht gegeven en
zelfs de vaagste aanduiding ontbreekt, hoe bijvoor-
beeld de wet der afnemende meer-opbrengsten zal
kunnen worden teniet gedaan door de ,,rationalisatie” der voortbrenging.

Sterker stond deze spreker- in zijn critiek op prof.
Kohlbrugges prae-advies, critiek waarin hem zijn

partijgenoot E. Boekman in het Populair-Weten-
schappelijk Bijblad van ,,Het Volk” van 6 Octobe
11. reeds was voorgegaan. In dit praeadvies waren in-
derdaad zwakke steeën; men verkreeg den indruk, dat

de studie, door deren prae-adviseur van het socialisme

gemaakt, niets dieper gegaan was dan die
zijner
tal-
rijke sociaal bijziende landgenooten, wien de toch
niet zoo heel
fijne
nuances tusschen Marx en Aal-
berse-Nolens plegen te ontgaan. Men moet evenwel

erkennen, dat de voortreffelijke rede, waarmede dr.
Kohibrugge zich en
zijn
geschrift ter vergadering
verdedigd heeft, veel hft rechtgezet en én belang-
rijk misverstand uit den weg heeft geruimd. Men had
uit een passage van zijn prae-advies begrepen, dat hij
van de leer was, in 1910 in ,,De Gids” door prof.
Steinmetz beleden, dat zuigelingensterfte als heilzarne
,,wieding der natuur” is te begroeten; prof. Schelte-

ma had
destijds
hierover Mr. Steinmetz reeds te woord
gestaan,
gelijk
prof. Methorst ditmaal (in dit week-
blad) dr. Kohlbrugge; en ter vergadering werd deze
oppositie nog versterkt, ook door een spreker als prof.
Veraart, die overigens (met Mr. Kortenhorst) meer lof dan anderen voor het prae-advies over had. Het
bleek, gelukkig, een misverstand. De zuigelingen-
sterfte wordt ook door prof. Kohibrugge als een blind
en dom en schadelijk ding beschouwd. Maar het
Nieuw-Malthusianisme als een nog grooter kwaad.
De twee prae-adviseurs zijn met eere uit den strijd
gekomen; dr. Kohlbrugge met name na en door zijn
rede,
terwijl
de uitnemende indruk van Mr. Ries’
prae-advies door zijn mondelinge defensie nauwlijks

meer kon worden versterkt.
D. VAN BLOM.
DE TOENEMING DER BEVOLKING iN

NEDERLAND.

In de Economisch-Statistische Berichten van
Juni 1921 werd door
mij,
naar aanleiding van de

18 October 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

gei

voorloopige uitkomsten van de kort te voren gehou-
den voikstelling, er op gewezen, dat eene toeneming

der bevolking van ons land met 1,42 pOt. per jaar ‘),
gelijk de laatste volkstellingperiode had gekenmerkt,

,,op den duur volkomen onhoudbaar” moest worden geacht. Immers zou, indien men voor een oogenblik
dit toenemings-percentage, hetwelk sedert 1849 on-
afgebroken is gestegen, zich constant denkt, daaruit

in nabije toekomst een bevolkingsdichtheid ontstaan,

welke niemand voor mogelijk kan houden. En aange-
zien emigratie, tegenover de dan eerlang met enkele

honderdduizenden per jaar stijgende bevolking uiter-

aard onmachtig zoude staan, zou of toenemende

sterfte, of verder dalende geboorte het onvermijdelijk
correctief moeten vormen, hetwelk de door mij be-

cijferde ondenkbaarheid zonde verhinderen werkelijk-
heid te worden. Van welke beide mogelijkheden ik dan (Ie laatste verkoos.

De heer Methorst is in het nummer van 4 October

j.l. van dit weekblad tegen mijne beschouwingen op-gekomen met een betoog, hetwelk
mij
tot een paar
opmerkingen aanleiding geeft. De strekking van zijn

artikel is’iu de eerste plaats aan te toonen, dat men

niet mag aannemen, dat onze bevolking gedurende

een of zelfs twee eeuwen lang met 1,42 pOt, per jaar

zal toenemen. Ik ben het daarmede natuurlijk vol-
maakt eens, en mijn bovengenoemd opstel bad,, mag
ik zeggen, geen ander doel, dan juist te betoc,gen, dat
hetgeen ik ,,voor een oogenblik” onderstelde, zich
feitelijk niet zou
kunnen voordoen.
Bestrijding
had
hier enkel zin, indien men mocht willen beproeven
aan te toonen, dat eene toeneming als de genoemde
wél
duurzaam mogelijk is. Aan een ‘dërgeljk betoog
heeft de heer Methorst zich echter begrijpeljkerwijze niet gewaagd, wat i’ hem allerminst euvel zal duiden.
Met mij erkennend, dat een verdubbeling der bevol-
king in nog geen 50 jaar tijds zich niet duurzaam
denken laat, bepaalt hij zich er toe vast te stellen,
dat, ook al blijft de sterfte verder, tot aan de gren-
zen van het op dit gebied bereikbare, dalen, eene
doorgaande vermindering der nataliteit in het sedert
1876 waargenomen tempo de bevolkingstoeneming op
een veel lager peil dan dat van 1,42 pOt. per jaar
moet doen terugloopen. Ik zou hierbij enkel willen
aanteekenen: there needs, Mylord, no ghost come
from the grave to tell us this!

Zou er in zooverre dus voor mij alleen maar aan-
leiding zijn tot voldoening over gebleken overeen-
stemming van inzicht te dezer zake, de verdere inhoud
van het opstel geeft
mij
aanleiding tot het maken
van een enkele opmerking. De heer Methorst behoort,
ook blijkens 11t hier besproken opstel, tot de tegen-
standers van hen die – waarlijk niet voor hun ge-
noegen! – telkens weer meenen te moeten
wijzen
op
de noodzakelijkheid eener verdere daling van het ge-
boortecijfer; noodzakelijk, wijl anders de zoozeer ver-
heugende daling der sterfte-curve onvermijdelijk eer-
lang weder voor een stijgend beloop zou moeten
plaats maken. En nu is het merkwaardige van zijn

aijikel dit, dat hij zijn betoog nopens de onmogelijk-
heid der handhaving van een bevolkingstoeneming
met 1,42 pOt. per jaar steunt op de verwachting, dat
de sedert 1876 ingetreden geboorte-daling zich ook
verder onverzwakt, ja zelfs in versneld tempo, zal
voortzetten.

Dit nu is een, naar het mij voorkomt, van zijn
standpunt ontoelaatbare argumentatie. Wie strijd tegen
de propaganda voor daling der nataliteit verderfeljk
acht, behoort d.m. bij beschouwingen over de ontwikke-
lingsmogelijkheden van het bevolkingscijfer uit te
gaan van eene constant gedachte nataliteit. De
curve der geboorten had, in de door hem ontwor-
pen teekening, althans van 1921 af, horizontaal
moeten verloopen, daar dit den toestand weergeeft,
welke hem de meest gewenschte dunkt, nu immers

1)
Blijkens de sedert bekend geworden definitieve uitkom-
sten is het cijfer nog een weinig hooger geweest,
aL 1,45.

de daling dier curve consensu omnium door de
redelijke gezinsbepérking, die hij verwerpe1jk acht,

is gedetermineeid.
Hij
zou dan echter, tenzij de sterfte
een sterke
stijging
zoude gaan vertoonen, onvermij-

delijk terecht komen bij bevolkingscijfers, die ook hem
voor öns land ondenkbaar schijnen.
Ik schreef: ,,althans van 1921 af,” daarmede

mijnerzjds een concessie doende. Immers moeten
de
bestrijders
van de propaganda voor gezirisbeper-

king niet enkel wenschen deze laatste voor de toe-

komst vermeden te zien, maar ook het betreuren, dat
de nataliteit sedert 1876 ‘thans reeds in de verhou-

ding van 100 : 74,1 gedaald
is.
Ware het met de ge-
boorte-frequentie hier te lande gegaan, zooals zij dit

zouden hebben gewenscht, dan zou de nataliteitscurve

sedert 1876 horizontaal hebben moeten verloopeu.
Dit zou echter tengevolge hebben gehad, dat ons land,
indien ik’ een oogenblik aanneem dat de sterfte dan
haar beloop zonde hebben behouden, zooals dit wer-
kelijk is geweest
1),
thans reeds

9,4 millioen zielen zonde tellen, en dat zijn bevolking in het afgeloopen
jaar met’ 237.000 zielen zonde zijn toegenomen.

Hoe dit zij, de zooeven gesignaleerde fout in den
opzet van het betoog des heeren Methorst, al heb ik
voor mij geen reden mij daarover te beklagen nu de
‘conclusie waartoe
‘hij
komt immers gebaseerd is op
juist datgene wat ik destijds betoogde onvermijdelijk
te zijn, moet, dunkt mij, de tegenstanders der gehoor-
.itebeperking huiverig maken zich daarop te beroepen.
,1-I.ij becijfert, dat onze bevolking indien de geboorte
en desterfte als tot dusverre blijven dalen over 87
jaar tot 15,5 millioen zielen zal zijn toegenomen en

.:dit grenscijfer vermoedelijk niet zal bereiken, daar
hem een toenemend snelle daling der geboorten

waarschijnlijk dunkt., Er zijn – in dergelijke bere-
keningen zbbveel onzekere factoren, dat ik, zonder

-op de details der zaak in te gaan, mij ertoe bepaal als
mijne meening uit te spreken, dat een
cijfer
als het
‘genoemde mij voorkomt als
mogelijke
grens der be-
‘tvolking van ons land te hoôg te zijn geraamd.
iMaar waarschijnlijk zullen velen, die verlegen zaten
-met de destijds, voor het door mij ondenkbaar genoem-
-de geval eener constante toeneming der bevolking met
het in de jaren 1909-1920 waargenomen, en in de
‘beide jaren 1920 en 1921 zelfs aanmerkelijk over-
sc
h
re
d
en
, percentage van 1,42 per jaar, berekende
‘hypothetische bevolkingscijfers, zich een steen van
1het hart hebben ‘ voelen vallen, door de becijfe-
ringen van den heer Methorst. De groote ingenomen-‘heid waarmede, ter jongste vergadering der Vereeni-
‘ging voor de Staathuishoudkunde en de Statistiek
‘van Katholieke zijde die becijferingen werden begroet,
‘gaf reeds een aanwijzing in die richting. Maar men

moge dan bedenken, dat de becijferingen van den
•heer Methorst, in verband met de gehoopte verdere

daling der sterfte, staan tegen den achtergrond
‘ener daling van het geboortecijfer, hetwelk in 1921
‘nog 27,5 bedroeg, op niet mee?’ dan 10-12 per duizend,
d.w.z.

een daling absoluut en relatief nog ze’ér veel
‘aanzienlijker dan die, welke, tot het leedwezen mijner
`tegenstanders, sedert 1876 ten onzent heeft plaats ge-
– had, een’e daling tot op een peil, hetwelk nog onge-
veer de
helft
lager is dan het tegenwoordige Fransche
‘cijfer.
2)

– Ik weet niet of het, om op demographisch gebied
in ons land duurzaam houdbare toestanden te verkrij-
gen, noodig zal zijn de nataliteit op z66 laag peil terug
te dringen. De ontwikkeling der mortaliteit zal hier
van beslissende beteekenis zijn. Maar het zal wel geen
betoog behoeven, dat om,
gelijk
de heer Methorst on-
derstelt, de nataliteit hier te lande ,,in een niet te

• ‘) Ik voeg er echter terstond bij, dat, bij een constante
nataliteit van
37,1
per duizend, het beloop der sterftecurve zeker minder bevredigend zou zijn geweest, dan nu het ge-
val was.
2)
De nataliteit bedroeg in Frankrijk in de jaren
1910-
1913
gemiddeld
18,5
en in de jaren
1920
en
1921
ongeveer
21
pCt. – – – –

902

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 October 1922

Verre toekomst” op 10-12 per duizend te brengen,

voorwaarde is: rationeele gezinsbeperking in zéér

veel ruimer kring dan waarin deze tot dusver is aan-
vaard.

Men mag hopen, dat degenen, die mochten willen
juichen over het feit, dat thans het spookbeeld eener
overbevolking is weggevaagd, niet zullen in gebreke

blijven daarbij te voegen dat de voorwaarde daarvoor

is: de destijds door mij onvermijdelijk genoemde zé4r
aanzienlijke daling van het geboortecijfer. Er ware

d.m. veel gewonnen, indien dit, thans ook door den

heer Methorst aanvaarde feit, inderdaad algemeen
als zoodanig zou worden erkend.
Utrecht, 8 October 1922.

C. A. VERRIJN STUART.

ZUIGEIJINGENBESCHERMINO.

In het nummer van 4 October ji. maakte ik o.m. enkele opmerkingen naar aanleiding van het prae-
advie van Prof. Dr. Kohibrugge uitgebracht aan de

Vereeniging voor de Staatshuishoudkunde en de
Statistiek.

Zijn uitspraak:

,,Een toestand als die in Limburg en Noord-Brabant met
,,groote nataliteit en groote zuigelingensterfte, is gezonder
,,dan die in Holland en Friesland met zeer geringe natali-
,,teit en sterfte.”

deed mij schrijven:
,,Hier komt weer even om den hoek kijken de vroeger
,,van sommige zijde wel eens verkondigde stelling dat de
,,zuigelingensterfte zoo nuttig was, als zijnde een ,,wie-
,,ding der natuur”, waardoor men een sterk ras overhoudt.”

Prof. Kohibrugge schrijft mij nu hierover het vol-
gende:

,,Ik heb nimmer aan zoo iets gedacht, veel meer be-
,,strijd ik op college geregeld de selectionistische school. In ,,de door U aangehaalde woorden mag U alleen maar lezen:
,,zoo men mij voor de keus stelt neo-malthusiauisme
of
,,groote zuigelingeusterf te dan kies ik het laatste. Maar
,,clat is toch iets geheel anders. Zooals ik op de vergadering
,,zeide: liever oorlog, ziekte, sterfte, proletariseering, hou-
,,gersnood dan neo-malthusianisme.”

Daar het natuurlijk niet aangaat Prof. Kohibrugge
te beschuldigen van wat tegen zijn op de ‘lrergadering
en ook thans duidelijk

uitgesproken beginselen ingaat,
haast ik mij door .publiceering van het bovenstaande
aan zijn verzoek tot rectificatie te voldoen.

Prof. Kohlbru-gge houde mij echter ten goede, dat
hij in zijn prae-advies dit punt wel wat duidelijker
hnd kunnen behandelen; want ik was niet de eenige
die zijn uitspraak aldus opvatte.

Van mijn betoog tegen het ,,stopzetten” van zuige-lingenbescherming-neem ik geexu woord terug en als
zoodanig blijft mijn artikel een bestrijding van het-
geen Prof. Kohlbrugge ,,(materieel beschotiwd)” ver-

standiger acht dan het neo-malthusianisme te propa-
geeren, ul. ,,onmiddellijk den strijd op te geven tegen
de zuigelingensterfte”. H. W.
METHORST.
Den Haag, 11 Octber 1922.

DE HAAGSOHE CONDITIEN 1921 E1
7
IMMU-

NITEIT. VAN STAATSSCHEPEN.

Het waren deze beide onderwerpen, die de agenda
vormden’ voor de Conferentie van het Comitd Man-
time International, welke vergadering van den

negenden tot deh elfden dezer maand te Londen
plaats had.

Niet alleen deze beide punten van behandeling.
die immers in het midden der belangstelling staan
bij alle zeevarende naties, doch ook het feit dat
verschillende afgevaardigden der nationale afdeelin-
gen tevens hunne respectievelijke regeeringen ter a.s.
Brusselsche Zeerecht- Conferentie zouden vertegen-
woordigen, stempelde deze vergadering tot een van,
ook voor ons land, gropt belang.
Aanvangende met het eerstgenoemd onderwerp,
de Haagsche Conditiën 1921, of beter de internatio-
nale regeling van het goederenvervoer over zee, wil
ik, wellicht ten overvloede, nog eens in ‘t kort uit-

eenzetten, waarin eigenlijk het belang van zulk een

internationale regeling ligt. Men kan zich toch af-

vragen, waarom is deze eenvormigheid noodig?

Waarom op dit punt geen vrijheid gelaten aan de

voornaamste der betrokken partijen, nl. de afladers

en de reederijen? Worden door een dergelijk stel

bepalingen de kansen om te concurreeren niet vet-
minderci? Op zichzelf volkomen juist, maar er komt

een ,,maar” bij, en dat is dat in de voornaamste der

zeevarende landen ter regeling van dit zeetransport
wetgevingen of gewijzigde wettelijke bepalingen om
zoo to zeggen klaar liggen.

Nederland, zoowel als Engeland,
1
) Amerika en
Frankrijk, zijn ernstig doende, deze bepalingen bin-

nen korten tijd in te voeren en het resultaat van

dit alles zou een staalkaart van wetgevingen zijn,

iets wat ongetwijfeld remmend op het internationaal
handeisverkeer moet werken.

Daar komt nog bij, dat de vooi-gestelde wette1jIe
regelingen somtijds nog zwaardere verplichtingen

voor de reeders bevatten dan de H.C., zooals bijv.

ten onzent, waar in het ontwerp-Zeerecht de reeder

onbeperkt aansprakelijk wordt gesteld, tegenover een
maximum aansprakelijkheid van £ 100 per stuk in

de H. 0. Js het onder zulke omstandigheden dan niet

beter, de zaak uniform te regelen? Niet alleen de
bankiers, doch alle bij handel en verkeer betrokkenen
hebben immers
bij
een eenvormig cognossement
belang.

In Engeland, dat zich door zijn ,,pledge” aan de
Dominions hiertoe gebonden had, werd kort geleden

plotseling door de lading-belanghebbenden (i.c. de
British Federation of Traders’ Associations) op on-
middellijke invoering van wettelijke bepalingen en

inlossing van de gedane belofte krachtig aangedron-

gen. Het gevolg hiervan was een bijeenkomst van de

vertegenwoordigers der reeders en van bovenge-
noemd in Engeland machtig lichaam bij den Board of
Trade, in welke
bijeenkomst
de oorspronkelijke tekst
der H. C. werd herzien en ten deele in het voordeel
der ontvangers werd
gewijzigd.
Deze veranderde
tekst werd nu als ,,proposed British legisiation for
the darriage of goods by sea”, ook wel 4kortweg
,,Amended Code” genoemd, door de Engelsche Cham-
ben of Shipping gepubliceerd. Dat de in den Haag
in gemeenschappelijk overleg internationaal vastge-stelde Conditiën zoo
eenzijdig
in slechts één land
waren
gewijzigd,
werd later aldus gemotiveerd, dat
genoemde. Federation in Den Haag niet voldoende
vertegenwoordigd was, zoodat met haar belangen te
weinig rekening was gehouden, en dat, waar wet-

geving dreigde,
nu
tenminste de H. C. daarin toch
in hoofdzaak zouden worden opgenomen.
Het was nu deze ,,Amended Code”, welke de vorige
week te Londen aan bespreking werd onderworpen.
Een daartoe te benoemen sub-commissie zou, op
voorstel van den President van het Corn. Man. Int.,
daarover aan de conferentie rapport uitbrengen,

echter rekening houdende met de wenschen, die ge-
durende de discussiën in de vergadering tot uiting
waren gekomen.
Deze waren in hoofdzaak de volgende:
Van Scandinavische zijde werd de vraag gesteld,

of het in de bedoeling lag, dat ook de onder een
chertepartij opgemaakte cognossementen onder de
voorgestelde bepalingen zouden vallen. Dit was een
zeer belangrijk punt. Aan de eene zijde was men er
sterk voor, te dezen opzichte vrijheid van contrac-
teeren te behouden, anderzijds echter kwam het min-

der gewenscht en niet logisch voor, dat een veel-
vuldig voorkomend soort cognossementen niet door
de algemeene regeling getroffen zou worden.
Op een andere wijze gezegd, lag de moeilijkheid in

1)
Vgl. het art, van Mr.
H. J.
Knottenbelt in
No. 337,
pag.
519
van dezen jaargang der E. S. B.

18 October 1922

ECONOMISCIÏ-STATISTIsCHE BERICHTEN

903

de vraag, of ook op het vervoer door z.g. tramps
(booten in de algemeene vrachtvaart) die gecharterd
worden, de algemeene regeling toepasselijk zou zijn
evenals op het vervoer door lijnbooten.

Een tweede moeilijkheid was de veel besproken

£ 100 clausule, volgens welke de reeder voor schade
of verlies verantwoordelijk is tot een maximum van

£ 100 per collo of eenheid. Zou dit bedrag, in de

H.C. genoemd, verlaagd dienen te worden of niet?
Of vervangen door een veelvoud van de vracht?

Ten slotte zij nog van de te berde gebrachte ver-
schillen de termijn genoemd, waarbinnen een eisch

tot schadevergoeding door den ontvanger van het

goed moet worden ingediend, welke
termijn
in de
,,Amended Code” van 1 in 2 jaar was veranderd.
Al deze punten en nog andere vereischten nauw-
keurig overleg en aan de sub-commissie was het nu
overgelaten, hierover van advies te dienen. Over het
hoofdbeginsel was men het wel eens: beter uniforme

wettelijke bepalingen voor alle zeevarende naties dan
nationale, geheel van elkaar verschillende regelingen.
Het was nu zaak, het eerste zoo spoedig mogelijk
verwezenlijkt te zien. Hier gold met recht ,,pericu-
lum in mora”.

Derhalve was men, zooals in de aan het Comité

Maritime uitgebrachte rapporten zonder uitzonde-
ring was aanbevolen, algemeen van meening dat het
‘t beste zou zijn, de uniforme internationale rege-
ling van het goederen-vervoer ter zee aanhangig te
maken bij de diplomatieke Zeerecht-Conferentie,
welke in deze week te Brussel wordt gehouden.
Echter werd gedurende de vier uren welke de sub-
commissie voor dc samenstelling van haar rapport
noodig had, van Nederlandsche zijde achter de
schermen gewerkt met het doel, dat niet de in En-
geland opgestelde ,,Amended Code”, doch de op vroe-

gere internationale overeenstemming berustende
Haagsche Conditiën als basis voor de naar Brussel
te zenden concept-conventie zouden worden geno-
men, waarop gedurende de inleidende besprekingen
reeds door Mr. Knottenhelt krachtig was aangedron-
gen.

Met deze opvatting bleken de afgevaardigden van verschillende continentale landen het eens te zijn.
1)

Maar nu was de moeilijkheid, dat de Engelsche ree-
ders in bovengenoemde bijeenkomst bij den Board of

Trade hun woord aan de ,,Amended Code” verpand
hadden, zoodat zij zich nu daaraan niet zouden kun-
nen onttrekken door te stemmen voor de H. C.
als basis voor de conventie. Het einde was, dat met
de beide opvattingen werd rekening gehouden en de
volgende motie werd aangenomen. ,,This Conference
agrees in substance with the principles which con-

stitute the basis of the Hague Rules and the Rules
for the Carriage of Goods by Sea and regards these
Rules as affording a solution, alike practical and
fair, of the problem of clauses in bills of lading ex-
cepting or limiting the liabilities of the ship-
Owners”.

Nadat dus ten aanzien van de groote
lijnen
een-
stemmigheid was bereikt, willen wij zien hoe in het
rapport der sub-commissie gepoogd was aan de hier-
boven aangestipte moeilijkheden een oplossing te
geven.

De ,,Arnended Code” .werd op eenige punten ge-
arnendeerd of gewijzigd. Een toevoeging werd ge-maakt waarbij de belangen van de vervoerders van
bulk-ladingen beter tot hun recht kwamên. Wat be-
treft de cognossementen, onder Chertepartijen uit-
gegeven, beval de Commissie aan, dat mefi op dit
punt geheel Vrij zoude zijn, echter zouden deze cog-
nossementen niet in strijd met de ,,Rules” mogen
komen. De vaststelling van den termijn tot het in-dienen van de eischen. tof vergoeding van lading-

1)
Duitschiand, dat in ieder geval internationale een-
vormigheid wenschte, zou echter desnoods
ook
voor de
,,Amended Code” stemmen.

schade zou aan de diplomaten te Brussel worden
overgelaten. Hetzelfde zou geschieden met het oogen-

blik waarop aan den vervoerder kennis dient te wor-
den gegeven van beschadiging of verlies, willen de

goederen niet als behoorlijk afgeleverd beschouwd

worden. Voorwaar een vrij gemakkelijke oplossing,

waarmee de vergadering, om verdere oneenigheid te
ontgaan, zich accoord verklaarde. Anders was het

met de £ 100 clausule, ten aanzien waarvan de com-
missie hetzelfde had voorgesteld.

De tegen de mogelijkheid van verlaging van dit be-
drag gevoerde oppositie was van dien aard, dat het

beter scheen dit netelige punt verder te laten rusten,

zoodat de in Den Haag aangenomen £ 100 blijven
vermeld in het ontwerp verdrag, hetwelk aan de

Brusselsche Conferentie ter overweging zal worden
ingezonden.

Voor het overige werden de adviezen der Com-

missie gevolgd en de discussiën werden gesloten met

de volgende motie, die geen nadere toelichting be-
hoeft:

,,The Conference expresses the wish, that through
the permanent Bureau (nl. van het Corn. May. Int.)

a special Commission shall be appointed which shali
act in co-operation with the Bureau to prepare a

draft of such convention on these lines and on this
footing, and that all necessary steps may be taken

to ensure that the subject may be brought to the notice of the Diplomatie Conference meeting at
Brussels on October 17 next.”

Zooals reeds in den aanvang medegedeeld, was het
eerste punt van de agenda de immuniteit van

Staatsschepen. Hoewel op zichzelf van groot gewicht,
stond dit onderwerp toch in belang hij de inter-
nationale code ten achter. Misschien kwam dit ook

wel omdat men het ter conferentie er over eens was,
dat schepen in eigendom of in dienst van regeerin-

1
gen en in concurrentie met private ondernemingen
voor handelsdoeleinden gebruikt, dezelfde verplich-
tingen behoorden te hebben als particuliere schepen.
1)

Waarom, zoo vroeg Mr. B. C. J. Loder, het hoofd

van de Nederlandsche delegatie en Vice-president
van de Conferentie, waarom mag een Staat met het

geld verkrgen, uit de opbrengst van belastingen in
concurrentie treden met zijn onderdanen, maar wor-
den zijn souvereine rechten aangetast, wanneer het

erop aankomt zich dan ook voor de daaruit voortko-
mende rechtsgevolgen (zooals uit aanvaring of hulp
ontstaan) aan de gewone rechtspraak . te onder-
werpen!

Het Permanent Bureau van het Comité Maritime
International, dat dit onderwerp op initiatief van
de Engelsche Charnber of Shipping op de agenda
voor deze Conferentie plaatste, had een vragenlijst
tot al de andere nationale afdeelingen gericht met

het verzoek, hierover te rapporteeren. Voor de Neder-landsche Vereen. voor Zeerecht, welke in ons land als
orgaan van het Corn. Mar. optreedt, bracht de heer
Mr. G. van Slooten Azn. rapport uit. In alle landen
was men nu van meening, dat hier diende te wor-
den gehandeld; echter bestond verschil van meening over de vraag, hoe de moeilijkheid het beste te rege-

len was. De Engelschen wilden van alle Staats-
schepen, ter wille van de orde en discipline op zee,
de immuniteit opheffen en bepalen dat oorlogssche-
pen en niet-voor-handelsdoeleinden-gebruikte regee-
ringsvaartuigen alleen
bij
hun nationale rechtban.-
ken vervolgd zouden kunnen worden. Het Fransche
standpunt daarentegen op een minder breede basis
berustend, verlangde dat. oorlogsschepen en schepen
voor den publieken dienst bestemd niet van immuni-teit zouden worden ontheven. Werd dit systeem aan-
vaard, dan zouden b.v. de Arnerikaansche Shipping
Board-schepen kunnen beschouwd worden als scbepen
voor den publieken dienst, bestemd, daar het in

1)
Zie de artikelen
van Mr. G.
van Slooten Azn. i
W. P. N. R. No. 2746-2748.

J
t.’

904

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 October 1922

Amerika een publiek belang geacht wordt, èen han-

delsvloot op te bouwen.
De Conferentie verklaarde zich voor de Britsche

opvatting, welke ook door den heer Loder op breede

wijze was verdedigd, zij het ook, dat hij verder wilde
gaan en zelfs voor oorlogsschepen geen uitzondering

op het gemeene recht wilde maken. Overeenstem-

ming dus over de hoofdzaak; slechts moest de re-

dactie van de aan te nemen motie, welke deze op-

vattingen zou weergeven en ter kennis van de regeerin-

gen zou worden gebracht, met de noodige omzichtig-

heid worden opgesteld. Te dien einde werd een redac-
tiecommissie benoemd, die als resultaat van haar

arbeid de volgende resolutie aan de Conferentie ter

aanneming voorlegde:

Sovereign States in regard to ships owned or

operated by them and cargo owned by thern, and car-

go and passengers carried in such ships, ought to

accept all liabilities to the same extent as a private

owner.

Exeept in the case of the ships and cargoes

mentioned in paragraph 3, such liabilities should

Le enforceable by the tibunals having jurisdiction

over and by the procedure applicdble to a privately

owned ship or cargo or the owner thereof.

In the case of

Ships of war;

Other vessels ovned or operated by the Sove-
reign State and employed only in Govern-

mental non-commercial work;

State-owned cargo carried only for the pur-

pose of Govcrnmental non-commercial work
in ships owued or operated by the Sovereign

State,
such liabilities should be enforceable by the like
tribunals, but only of the State by which the ship
is owned or operated and should be enforceable by

action
in personam’)
against such State, and, in

addition, by any other form of procedure permitted

hy the law of such State”.
Deze resblutie werd eenstemmig goedgekeurd. Be-

sloten werd ook deze ter kennis van de diplomatieke

conferentie te Brussel te brengen. Alleen
zij
nog ver-
meld, dat het denkbeeld van den Londenschen advo-
caat Dr. Roosegaarde Bisschop om de beslissing over
eventueele verschillen, voortkomende uit de uitleg-
ging van de toekomstige internationale conventie,
aan het Internationaal Gerechtshof in Den Haag
op te dragen, wegens haar wijde strekking op be-
zwaren stuitte en een besluit daaromtrent achter-

wege bleef.
Zooals ik in het bovenstaande heb trachten aan te
toonen, is deze Londensche Conferentie van het
Corn. Mar. Int, een bijeenkomst geweest waarin be-

langrijk werk is verricht, een resultaat waartoe de
even- krachtige als soepele en elegante leiding van
denzeIfden voorzitter als van de Haagsche Conferen-
tie der International Law Association in 1921, Sir
Henry Duke, niet weinig heeft bijgedragen. De leven-
dige discussies, welke plaats hadden bewijzen, dat de
ten slotte bereikte overeenstemming niet zonder

moeite verkregen is. Moge nu de a.s. Brusselsche

Conferentie de kroon op dit werk zetten!

F. W. A.
D.
K. v. L.

LONDENSCHE- CORRESPONDENTIE.

De mogelijkheid van een algemeene
verkiezing; het reparatievraag.stuk treedt

weer op den voorgrond; de overeenkomst
van -de Sowjetregeering met de Russo-
Asiatic; schema van de Stevenson Cont-
missie in zake de beperking van de rub-

berproductie; – opheffing van de Tariff

‘) In tegenstelling met rechtsmaatregelea tegen de goe-
dçren van den betrokken Staat, zooals beslaglegging
(actio in rem). –

Reform League; handelsbewe ging over,

September. –

Onze Londensche correspondent schrijft ons d.d.

14 October 1922:

With the Eastern Crisis fairly well out of the

way, the business world has been hoping for alittle
rest. This will be denied it in all probability, for the
signs are that we shail have a gen er al e 1 ee t i o n

either at once, or a littio while after Christrnas. In

any case, the removal of the danger of war in the

Far East has only resulted in people seeing again

the dangers of the Reparations position:

and indeed the renewed and enormous fali in the

mark has revived interest in this matter. Rurnours-

have been floating round the City that it was the

intention of the American Government to cail a new

Conference on land disarmament, at which this issue

would be discussed: and, of course, the intention of

calling an Allied conference at Brussels is still a

possible means for getting some agreement before
next January, when, if nothing e!se happens, we

may expect more trouble. But at the very best, if an

election takes place here, we shali have to put up

with postponements of conferences of this kind, and
the prestige of the Government seems to have fallen

so much abroad, that it is quite on the cards that the
French will be more difficult than ever. So that it

appears that there is very little room for optirnism.

The one good thing is that reparations are not

likely to play the same part in this election as they

did at the last. Now that some of them are out of

the electoral wood, the framers of the cry that Ger-

many must pay the whole costs of the war are

frankly explaining why they framed it. We have

this week had the not very edifying spectacle of Sir
Eric 0-eddes, the super-business-man of the first
Ooalition, explaining that what the business corn-

munity was now out for, was ,,a shil!ing off the in-

come tax”, and that reparations was all nonsense.
Sir Ene, it will Le remembered, was nesponsible for

the famous remark about squeezing the G-ermans ,,till
you could hear the pips squeak.” Now it all comes

Out: he a!ways had doubts, but the doubts almost
cost him the election, ,,so he had to hedge a bit.”

In this way a po!icy was arrived at which has nearly
ruined Europe. So that it is at any rate a fortunate
thing that we sha!l hear rather less of this parti-
cular matter.
The Russian Government, having come, after
months of wrangling, to an agreement with the

Russo-Asiatic Corporation about the
return of its properties, has now refused to sanction
the agreement on the ground of political gnievances.
This has naturally had rather a damping effect in

the City: though Mr. Urquhart is still an optimist.

The delay, he thinks, shows the fo!ly of treating
economie issues from the political standpoint, in
which he is of course, quite night: but he places his

hopes on the ± act that the agreement has not been
cance!led, non does the attitude of the Russian
authorities indicate that they desire to close the

door to future ratification. There is some surprise
expressed that Lenin, whose move to the right has
attracted so much attention over here, should have

signalised his re-entry into active political life, by

50
retrograde a step.
The Stevenson Committee on Rubber
R e s t r i c t i o n has now issued its amended scheme,
which has a!ready been given official support, the
Colonial Office stating that legislation carrying out
the amended proposals will be carnied in Malaya Le-
fore Nov. 1, whilst there is also no doubt that the
Ceylon’ Government will follow suit, though there
may be sojne delay. The pninciple is that of restricted
export, based on a sliding scale of export duties. The
minimum duty will be imposed on an export of 60

per cent of standard output: the standard output

18 October 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

905

being the amount eaeh producer actually produced

between
Nov. 1, 1919
to Oct.
31-1920.
1f a given

producer exports more than this percentage, the

w h o
1
e of his export is to be taxed at a higher rate.

There are the provisions, already contained in the
first scheme, for increasing the percentage export
at the minimum export duty as the price improves,

and for reducing it if the London market price falis

below a given figure. The effect of the report and the

official sanction which has been given to it has natur-

ally been a rally in the rubber market: but the atti-

tude of the financial press is by no means uniform,
nor are the rubber users quite so happy about the

position as the shareholders in the rubber companies.

There has already been a deputation to the Colonial
Office from the users, but the line taken by the
Government is dear enough. The fear that Dutch
absteution will make hay of the whole policy is of
course the basis of the critical attitude maintained
in some quaiters.
41

• A fact of some interest is the d e m i s e o f t h e
Tariff Reform League, founded in
1903
as
the organ of the Chamberlain protectionists. The

anouncement states that the league regards its vork
as done: the legislation introduced by the present
Government aflows the stalwarts of the protectionist

movement to depart in peace. This will hardly con-
vince these who rernember what the League has always
stood for: an all round tariff ma imports. The real
:i.cason is that incidentally given: the funds of the
League have fallen off, and it cao carry on no longer
on its present iricome.
So
it is being swallowed up
by another body. Thus ends an organisation which at
one time had a power ánd prestige which recalled
the palmy days of the Anti-Corn Law League. The
disappearance of the League is not to be taken as
direct evidence of the demise of protectionist senti-
ment: the fact is that the powerful business interests
«Who are more particularly co.ucerned with relations

to Government find their interests much more likely
to be safeguarded by bodies like the Federation of
J3.riti1 Industries.
The
T
r a d e f i g u r e s for the last month are
now available, and show a fairly satisfactory increase
in the volume of exports. Total imports have fallen
from £
82,1
mills. to
£ 76,9
mills, exports have risen
from £
60,0
mills to £
62,5
milis, and re-exports have
fallen from £
7,5
mills. to £
6,4
muis., as compared to
a month ago. The details are given in the following
table comparing the position this year with that last
ycar for the same month:
Total
Imports
Sept. ’22 Sept. ’21
Food, Drink and Tobacco ……..35,6

£ 48,2
Raw Materials ………………21,8

,, 20,5
Manufacttires ……. …………

19,2

17,9
British Exports
Food, Drink and Tobacco ……..3,2

3,3
llaw
Materials ………………10,1

,, 7,0
Manufactures ……………….43,4

,, 44,1
Comparing the two years up to date, one gets the
foliowing results: 1921 1922 Inerease ordecrease pCt.
Tmports ……827,6 728,5

99,0 dec.

12
1
0
British Exports 518,7 534,7

16,1 inc.

3,1
Re-exports . . . . 77,6

77,9

0,3 inc.

0,3
Total Exports . 596,3 612,6

16,3 inc.

2,7
Excess of Imp. . 231,3 115,9

115,4 dec.

49,7
A certain amount of cxcitement bas been caused
in shipping circies over the action of the Americans
in prohibiting the carrying of liquor in vesseis
piying to the United States, though, a u f o n d,
the matter is not taken too seriously: the matter
being regarded in the main as an electioneering de-

vice, which is not like]y to have may permanent
consequences.

JNDEXCJJFE.RS.

Het
indeicijfer
der groothandeisprijzen is ook in

September weder gedaald, hoewel veel minder dan in

Augustus. De daling voor September bedraagt
68
punten, tegen
139
punten in Augustus. Het laatste
totaalci,jfer is nu
4189,
het laagst bereikte cijfer se-dert Maart
1916.
De laatste daling is voornamelijk
het gevolg van veranderingen in de diversengroep.

De bewegingen in de andere vier groepen heffen
elkander op.

De veranderingen blijken uit onderstaande – aan.

,,The Economist” ontleende – tabel.

Andere

LJIUCT

Granen
00e-

Alge-

er
eer-

iej-

olien,

meen
Data

en

dings-

Totaal

itoVen stojjen

nou!,

inaex-

0
eesc

en ge-

nolm.

rubl,er,

cijfer
enz.

Basis (gemidd.

1901-5) . . 500

300

500

400

500 2200 100,0

1 Januari 1914 563

355

642

491

572 2623 119,2
1-April

560

3504 6264 493

567 2597 118,0
1 Juli

,,

5654 345

616

4714 551 2549 115,9

EindeDec.1914 714

4144 509

476

6864 2800 127,3

1915 897

446

731

7114 8484 3634 165,1
1916 1294 553 11244 8244 1112 4908 223,0
1917 12864 686 16844 8394 13484 5845 263,2
1918 1303 7824 18054 816 1337 6094 277,0
1919 14414 8814 24424 1145 14534 7364 334,7
1920 1344 805 1284 1216 1275 5924 269,3
Jan.1921 12954 797 1187 11281 1209 5617 255,3
Febr.,,

11764 771 1038 1053 11374 5176 235,3

.,, IVirt. ,,

1212

727 1030 1003 1125 5097 231,7

,,
April,,

1196

723 1031

936 1043 4929 224,0
Mei

1195

691

996

963 1065 4910 223,2
Juni

11744 6654 9734 973 10234 4810 218,6
Juli

1165

7071 9584 937 1030 4798 218,1
Aug.

1184

7164 998

9204 1000 4819 219,0
Sept.

11194 688 1258

871

9874 4924 223,8
Oct.,,

956

685 1171

816

960 4588 208,5
Nov.

951

672 11174 774

9434 4458 202,6
Dec.

9214 636 1106

762

9311 4357 198.0
Jan.1922 9074 6544 10664 730

9254 4284 194,7
Febr.,,


948

6404 10374 6964 9364 4259 193,6
Mrt.
,,

980

687 1038

700

892 4297 195,3
April,,

10084 667 1010

7094 890 4285 194,8
Mei
,,

10404 657 1079

7104 885 4372 198,7
Juni
,,

10004 67611 1135

690

887 4389 199,5
Juli
,,

9944. 669
1
1120

7124 900 4396 199,8
Aug.
,,

8804 674 11234 6914 8874 4257 193,5
Sept.
,,

8734 6824 1116

699
1
818 14189 190,4

Een stijging in vreemde tarwe werd opgeheven

door een daling in het binnenlandsche product.
Bloem en gerst iets hooger, maar haver en aard-
appelen lager. Rundvleesch daalde aanzienlijk, scha-
pnvleesch evenwel was duurder,
terwijl
varkens-
vieesch onveranderd bleef. De prijzen voor thee en bter zijn weer iets opgeloopen; suiker is iets goed-
kooper.

Data
Granen

olech

Andere
Voe
di
enge
nolm.

Wecf.
stoffen
Delf-
stoffen
ohen,
hout,
rubl,er.
enz.

Totaal

Juli

1914….
100 100
100 100 100 100
December

1918….
226 222 293
186
241
236
December

1919

.
..
249
250
396
247
263
287
Maart

1920 .
.
261
260 484
269 309
325
Juni

1920….
261
263
415
278
281
305
December

1920 .

,.
233 229
209
261
230
231
Maart

1921….’
209
206
167
216
203
198
Juni

1921

– ..
203
188 158
210
185
188
September 1921


193
195
204
189 178 192
October

1921….
166
194 190
176
173 178
November

1921….
165 190
181
167
170
174
December

1921….
159 180
180 164
168
170
Januari

1922….
157
186 173 158
167
167
Februari

1922….
164 182 168
150
169
166
Maart

1922….
169 195 168
151
161
167
April

1922.. -.
174
189
164 152
160
167
Mei

1922….
180 186
175
153 159 170
Juni

1922….
174
192
184
149
160
171
Juli

1922….
172 190
181
153
163
171
Augustus

1922….
153 192 183
149
160
166
September 1922….
151
194
181
150 148
163,5

1

906

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18
October
1922

S

In de groep der weefstoffen noteert katoen lager,
andere veranderingen waren echter alle verhoogin-

gen. Niettegenstaande de gunstige oogstberichten

was er nagenoeg niets te doen in Amerikaansche ka-

toen. Australisehe wol noteeit hooger en ook jute
kon belangrijk monteeren. De andere weefstoffen

waren eveneens alle iets hooger.

In de delfstoffengroep waren de noteeringen voor

ruw-ijzer en stalen rails hooger, terwijl ook andere
metalen iets zijn gestegen. De kolenprijzen gingen

eenigszins achteruit. De groote achteruitgang van de

diversengroep vindt voornamelijk zijn oorzaak in be-

langrijke dalingen van petroleum, talk en soda.
Zooals nu uit voorgaande tabel blijkt is het index-

cijfer thans vergeleken met Juli 1914 63,5 pOt. hooger,

tegenover 66,4 pOt. aan het einde van Augustus.

De laatste groote daling van de diversengroep

brengt deze op het oogenblik het dichtst bij den

stan.d van Juli 1914. De eerste groep der voedings-
midden en de delfstoffen zijn echter •niet ver boven

de diversengroep. De tweede groep der voedings-

middelen is nog steeds het verst van den normalen

stand verwijderd.

Algem. Gem. pon-
ilerleid
index-cijf.
denkoers
algemeen
van ,,the
over le
index-
Datum
Economist”
afg. mnd.
cijfer.

1

Januari

1914
……..
119,2
12,1181
4

119,6

1

Januari

1915
……..
127,3
11,78
124,1
151,6
11,02
138,3
1

Januari

1916
… …..
1

Januari

1917
……..
223,0
11,68
215,6

1

Januari

1918
……..
263,2
11,06
240,9

1

Januari

1919
……..
277,0

11,19
256,6

1

Januari

1920
……..
334,7
10,14
281,0

Einde Januari
1921
255,3
1 1,37
1
/
2

240,4

Februari

,…..
235,3
11,34
220,9

Maart

,,

..
231,7
11,36
217,9

April

,…..
224,0
11,30
209,5

Mei

,…..
223,2
11,17
194,8

Juni

,…..
218,6
11,34
1
1
4

205,3

Juli
218,1
11,42
206,2

Augustus

……
219,0
11,77
212,5

September,.

….
223,8
11,77 218,1
October
208,5
11,59
200,0

November …….
202,6
11,35 190,3

December ……
198,0
11,42 187,2

Januari
1922
194.7
11,47 184,8

Februari

,…..
193,6
11,61
186,1

Maart
195,3 11,54
186,5

April
1
194,8
11,63
187,5

Mei
198,7
11,51
189,3

Juni
199,5 11,49
1898

Juli
199,8
11,47 189,7

Augustus

……
193,5 11.49
184,-

September ……
190,4
11,44
1
1
2

180,4

AANTEEKENINGEN.

Hel nieuwe Anierilcaansche Tarief.
– In aansluiting aan het artikel in dit nummer door

mr. D. H. Andreae a’an het nieuwe Amerikaansche
tarief gewijd, volgen hier aan de hand van de ,,Chro-
nicie” nog enkele mededeelingen, die voor ons land
van minder rechtstreeksch belang zijn, doch die voor
een juist inzicht in het Mc-Oumber-Fordney Tarief

hun beteekenis hebben.

Zooals bekend ip een, van de bijzonderheden van
het nieuwe tarief dat verschillende, grondstoffen op-nieuw en verschillende agrarische producten voor de
eerste maal worden belast. Voor de grondstoffen, wol

e.a., was dit een terugkeer tot de vroegere republi-
keinsche tarieven – laatstelijk de Payne-Aldrich Act
van 1909. Voor de agrarische producten – tarwe
in de eerste plaats – is hét een nieuw beginsel, voor
het eerst in het Emergency Taiiff van 1921 opge-

nomen.

Vergelijking mét het democratische Underwood-
tariefvan 1912 leidtvoor de hier bedoelde artikelen

tot:.

l.Jnderwood

Fordney
law

(new) law Wheat

free

30 c. bush.
Corn

free

20 c. bush.
Cotton

free

7
P.
ib.
Beef & Veal

free

1/2
c. Ib.
Lamb

free

5
c. Ib.
Pork

free

2
14 e. 1h.
Wool

free

33 c. Ib.

Milk

free

30
0/
ad. val.
Potatoes

free

58 c. cwt.
Cattle Hides

free

free
Cattle

free

1112
a
2 c.
Peanuts

8
18
c. Ib.

3 c. Ib.
Apples

10 c. bu.

39 c. Ib.
Eggs (fresh)

free

8 c. doz.
Eggs (driej)

free

18 c. ib.
Hay

$2ton

$3ton

Oppervlakkig zou men zich wellicht verwonderen,

dat Amerika, dat toch jaarlijks een surplus had aan

granen en verschillende andere hierboven genoemde

producten, niettemin deze artikelen belast. Ter ver-klaring diene, wat speciaal de tarwe betreft, de vol-
gende uiteenzetting, ontleend aan het overzicht van

Senator Mc-Oumber bij de behandeling in den Senaat.
Het luidt:

The agriculturists of the United States have for years
bitterly complained that the products of their labor were
all on the free list, while the produets of all other labor in the United States was protected. The Senate and its corn-
mittees made exhaustive studies of this claim and found
that it was not without basis. For example, the product of
our wheat growers was in direct competition in our own
markets with wheat growa elsewhere. To the casual obser-ver this (lid not seem at all dangerous. To them wheat was
wheat. But, so is cotton cloth cotton cloth, although one
selis for 10 cents per yard and the other for $ 2.50 per yard.
The f act is ve grow a surplus of wheat, but not of certain
grades
of
wheat, and, in particular, not of the highest quali-
ty of wheat, that which is absolutely necessary to have in
order to maaufacture the higli-grade flour demanded by
our customers. This high.grade wheat is more expensive to
buy, but ever so much more expensive to grow. Not only
doe’s it cost more to grow a bushel of this• vheat than it
does to grow a bushel of ordinary vheat, bul, owing to the
climatic condition demanded by it, it is a very uncertain
erop. Therefore the Senate was convinced that it was neces-
sary to give it protection. Of course, this proteetion meant
a greater proteetion seeiningly, to soft winter wheat, vhic1i
was found to need no protection. But for this very reason,
and for the f act that we have a, surplus of this soft wheat, the duty, so far as it is concerned, means nothing, and
vtill
not increase its price.

Als bekend, heeft ook ditmaal het tarief aanleiding
gegeven tot zeer ernstige klachtn wegens onrecht-

matige bevoordeeling van speciale belangen. Inder-
daad heeft de tariefgeschiedenis der Vereenigde
Staten in dit opzicht duistere bladzijden aan te wij-

zen. Naar het schijnt is het slechts aan het persoon-
lijk ingrijpen van’ president Wilson te danken ge-

weest dat
bij
het Tlnderwood-Tarief van 1912 de pai-
ticuliere belangen zich minder sterk hebben kunnen

doen gelden. Ditmaal echter is het verschijnsel, naar
veler oordeel, weder sterk aan den dag getreden en
heeft het, als bij het Payne-Aldrich tarief, zijn stem-

pel op tal van posten gedrukt.
Hieronder volgt dienaangaande een stem uit den Senaat zelf, ontleend aan het verslag van de Sena-
toren Simmons en Walsh, namens de minderheid in
het ‘Finance Oommittee uit den Senaat. In het arti-kel van mr. Andreae wordt aangegeven, welk aan-
deel dit Committee aan de voorbereiding van het
nieuwe tarief heeft gehad.
De betrokken zinsneden luiden:

The old principles of tariff for revenue and tariff for
proteetion to infant industries have been abandoned. In
part, alte, political party lines have been disregarded.
The whole measure, its preparation and its passage, step
by step, smacks of selfishness and sordidness. The rates
are excessive, and the indiscriminate manner in which
subsidies and bonties have been distributed to organized groups and classes at the expense of the many is scanda-bus.

18 October 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

907

The old abuses in appropriation buis which taxed the
American people in order to get votes for Congressman
by erecting public buildings or by deepening and widening
creeks and rivulets in their districts are made to appear
insignificant in comparison with the grab features of this
tariff bill. Congress bas maintained for many months a
bargain counter where tariff duties were sold to organized
ciiques and combines whose joint political strength could
command a inajority of votes.

It is well recognized that tariff laws do not create
wealth, but distribute it. This bill takes billions of dollars
from the pockets of the public and distributes this vast
sum to those who enjoy sufficient influence to receive an
invitation to trust their hands into the plunder pile.

The pith of it all is the abandonnient of the century old
tarif 1 principles by a great ‘political party. Senators from
manufacturing, agricultural, mining, steel and metal
States may be expected hereafter, by the old line logrolling
methode and pork barrel practices, regardless of party
affiliations, to dictate the rates which the favored industries
in their respective States demand.
II the method which has succeeded at this time continues,
it will not be long bef ore the old part labels in our law-
making bodies disappear, and blocs, agricultural, manufac-
turing, labor, banking and social, are substituted.

Zelfs in de Vereenigde Staten zal mer zelden zou
krasse beschouwingen in een officieel stuk aan-
treffen.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

D e
E
c on o m i s t. – ‘s Gravenhage, 15 Sept. 1922.
G.
E. Bakker,
Internationale combinatie in de ijzer-
industrie;
Dr. H. Kleine-Natrop,
De betaling van
het eerste milliard der schadevergoeding en hare ge-
volgen voor het economisch leven in Duitschland;
P. J.
Dobbelaar,
Een beroepsstatistiek van Schiedam in het jaar 1807.

Archiv für Sozialwissenschaft und
S
o z ja!
p ol i
t i k. – Tübingen, Augustus 1922.
Prof. R. Michels,
Beitrag zur Lehre von der Klas-
senbildung;
Dr. S. Kracauer,
Die Gruppe als Ideen-
triiger;
Dr. A. von Schelting,
Die logische Theorie der historischen Kulturwissenschaft von Max Weber
und im besonderen sein Begriff des Idealtypus;
Dr.
W. von T
7
ers hof en,
Nochmals: Handelsbilanz’
Zahlungsbilanz – Valuta – Preise;
Dr. A. Hah’n,

MAANDCIJFERS.

RESUME UIT HET
MONTHLY BULLETIN
OF STATISTIOS
(VOLKENBOND).

Maandelijks gemiddeld
IS)
1922

1913
1

1920
1

1921
Jan.
Febr.
Maart
April
1

Mei
Juni
Juli

Produetievan
5,617 4,477
3,200
4,497
5,023 5,032 4,588

4,867
4,140
4,i29
steenkool
9,946
11,267
8,823
9,237
11,004
11,907
3,542
7

4,034
7

4,639
7

3,667v
(1000tons)
Frankrijk
2
)
786
667
741
806
848
833
810

753
780

1)
Duitschland
3)
3,887
2,527 2,607
3,041
2,864 2,935 2,789

2,651
2,063
2,263
Productie van
869
678
221
293 305
396
401

415 375
406
ruw ijzer
2,623
3,084
1,400
1,665
1,656
2,068
2,105

2,344
2,399,
2,438
(1000 ton)
434
276
280
312
323 385 383

442
416 428
207 93
73
94 92
118
114

119 115
127
Schepen

op

Engeiand …………
Ver.

Staten ………..

1,957
3,709 2,640

(
2,236
(
1,920
stapel eind
148
1,310 216
1,

Kwartaals-
,
136
Kwartaals-
,
137
Kwar-
1,
der maand

Engeland
.
………….
Ver.

Staten ………..

229
398
353
1

opgave
286
1

opgave
243
taals
(1000 tOfl8)

Frankrijk
4
)

…………
België ………………

125
364 394
)
(.
312
.’

(.
286
,
opgave

Import(voor
Engeland 1000 £
54,931
142,861
81,748
68,029
59,201
77,725
71,461

79,850 75,578
73,467
biuneul.

Italië
6
)

…………….

Ver. Stat. 1000
$
147,224
425,389
213,055
212,400
209,715
242,501
204,888 252817
260,391
251,000
verbruik)

Engeland ………….

Frankrijk 1000Frs.”
701,778
4158,748
1962,373
1487,652 1847,026 1931,965
1743,640 1810,125
1851,184
1995,746
Italië

1000 Lire.
303,803 2235,135
1241.758
10

1,315,5258
1,056,228
1,166,4958
1,313,0478



Export (bin-
Engeland 1000
£
43,771
111,297
96,631
63,147
58,335
64,581
55,508

58,045
52,146 60,419
nenlandsche
Ver. Stat. 1000 $
204,025 673,373
708,531
274,633 246,322
323,452 310,959

301,989
334,684,
5

305,000
producten)

Ver.

Staten ………….

Frankrijk 1000Frs.”
573,351
2241,249
1660,896
1638,741
1853,312
1876,668
1962,997 1866,964
32)
1433,11212

Frankrijk ……………

Italiö

1000 Lire
209,303
981,177
652,135
10
619,8778
720,066e
716,0228
690,8898



Scheepsbew.:
Engeland

(geladen)
4,089 3,043
3,098
2,906
2,568′
3,238 3,313

4,101
3,822
4,042
Binnenkom.
Ver. Staten
schepen
(gel. en ballast)..
4,440
5,344
5,182 3,894
4,127
4,753
4,627

5,471


(1000 tons)
Frankrijk (geladen)
2,876 2,399 2,275 2,404
2,381
2,666
2,811

3,161
3.159 3,329
Index-cijfers:
Engeland
Groothand.-
(Board of Trade).
100
313.9
202.2
167.5 165.3 163.2
163.2

164.0
163.2 163.7
prijzen
Ver. Staten (Bureau
of Labour Statist.)
100
226
147 138
141
142
143

148
150
155
Frankrijk (off.cijfer)
100
510.3 345.2
314.3
306.9
308.0
314.2

317.3
325.6
325.6e
Italië (Prof. Bachi)
100
624.4
577.5
577.2
562.5
533.4
526.9

523.5
537.4
557.5
Wisselkoer-
NewYork op Londen
100
75.23
79.10
86.71
89.39
89.99
90.72

1

91.36 91.47 91.38
een: (jaarl. of
NewYork op Parijs.
100
35.54 38.65 42.22
44.95
46.72
47.87

1
47.26
45.55
42.64
maand. gem.)
9
1
NewYork opR’me..
100
25.67
22.26
22.57
25.15 26.57
27.86

1
27.24
25.82
23.68

J Wekeljksche productie, berekend op grond der maandelijksche productie.
2
Inclusief bruinkool (75.000 ton in Januari 192). Vanaf 1919
mcl.
Elzas Lothariagen. Vanaf 1920 inclusief Elzas
Lotharingen en het Saargebied.

Vanaf 119 zonder Elzas Lotharingen. Vanaf 1920 zonder Elzas Lotharingen, het Saargebied en de Pfalz.
Vanaf 1919 inclusief Elzas Lotharingen.
5)
Voorloopig cijfer.

) Vanaf 1919 inclusief Triëst.
Vermindering tengevolge van de kolenstaking.
8)
Nieuwe schatting op grond der gedeclareerde waarden
° Waarde der genoteerde geldsoorten in percenten der pariteit.
1()
Voorloopig jaarlijksch gemiddelde.
11)
De waardeering van den invoer (evenals van den uitvoer) geschiedde in 1920 en 1921 resp. op grond van de officieele waardecijfers van 1920 en 1919; vanaf Januari 1922 worden voor den invoer de opgaven van de importeurs als grond-
slag genomen, terwijl voor de waardeering van den uitvoer ge’durende de eerste 5 maanden van 1922 de officieele
waardecijfers van 1919 als grondslag zijn genomeu. Te beginnen met Juni 1922 waardeert men den uitvoer volgens
de officieele waardecijfers van 1921.
‘) Volgens de waardecijfers van 1921 bedraagt de uitvoer gedurende het eerste halfjaar 1922: 9.368 millioen francs
en gedurende het eerste halfjaar 1921: 10.069 millioen francs; voor de maand Juli 1921 bedroeg de uitvoer volgens
deze waardeering 1.485 millioen francs.
13)
Uitgezonderd voor de steenkoolproductie (zie noot 1).

908

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 October 1922

Statische und dynamische Wechselkurse;
Dr. Fr. Ra-

ger, Aus
der Praxis der österreichischen Arbeiter-

kammern;
J.
Stei’nberg,
Zur Kritik der psychologi-

schen Theorie von Liefmann.

The Economie Journa]. – Londen, Sep-

tember
1922.

Dr. Marshall’s eightieth birthday;
R. G. Hawtrey,

‘J’he Genoa resolutions on currency; J.
H. Clapham,

Of empty economie boxes;
Prof. A. C. Pigou,
Trade

Boards and the Cave Oommittee;
M. Dorothy George,

The increase of population in the eighteenth century

as illustrated by London.

Jahrbücher f ü r Nationalökonomie

u n d
S
t a t i s t i k. – Jena, Juli
1922.

H. Schacic,
Das Geltungsprobiem des sozialen Wert-

urteils.

Idem. – Jena, Augustus
1922.

0.
Engliinder,
Das Geld ohne Eigehwert und die

Preislehre.

Political Science Quarterly. – New

York, September
1922.
H. R. Mussey,
The new riormal in foreign trade;

J.
F. Rippy,
Pan-Hispanic propaganda in Hispanic

America;
C. D. Alli’n,
Proposals for the neutrality
of

the British colonies;
R. L. Schuyler,
The rise of anti-

imperialism in England;
E. Franicel,
Germany’s in-

dustrial parliament;
T. R. Poweli,
The supreme court’s

review
of
legislation.

Revue d’économie politique. – Parijs,

Juli-Augustus
1922.

Oh. Rist,
Nécrologie: Auguste Souchon;
Olivier,

Le change et les prix;
Oh. Bodin,
Oontribution aux

théories du capital et du revenu (suite et fin);
R. Pi-

card,
Les questions financières
t
la Conférence de

Gênes;
J. Priou,
La question monétaire dans le ter-

ritoire de Ja Sarre;
E.
J.
Tsouderos,
Le nouvel em-

prunt forcé du gouvernement grec. (Suite).

SchmoJlers Jahrbuch. – München wad

Leipzig, Jahrg. 46, Heft
2.

Bew,ihold,
Die deutsche Kohienlage;
A. BiericancU,

Zur Theorie der Revolution;
E. Flügge,
Die Bedeu-

tung William Thompsons für die Wirtschaftswissen-

schaft;
B. Kuske,
Die weltwirtschaftlichen Anfiinge

Sibiriens und seiner Nachbargebiete vom 16. bis
18.

Jahrhundert
II;E. Weigert,
Die Groszeisenindustrie

des Saargebiets;
J.
Bieder,
Die Schiffelkultur in der

Eifel und jhr Rückgang unter dein Einflusz der neu-

zeitlichen Entwiclçlung; li..
Neisser,
Gustav Cassel

Theoretische Sozialökonomie;.
A. Mendelssohn Bar-

tholdy,
Deutsche Literatur zur Völkerbundfrage

1918-1921; R. Kerschagi,
Neue Schriften über die

Natur und die Zukunft des Geldes;
L. von Bortkse-

wicz,
Entgegnung;
E. Becher,
Berichtigurigen;
E.

Troeltsch,
Erwiderung.

Revue Internationale de S.ociologiè.

– Parijs, Juli-Aug.
1922.
G. L. Duprat,
L’orientation actuelle de la sociologie

en France;
J. Pritch,
L’unification de la législation

civile en Yougoslavie;
J. H. Probst,
Les épidémies de

divorce en Oorse: leurs causes;
P. M. Se’journe’, La
Mésopotamie;
F. Engerand,
La Mésopotamie, le

pétrole.

S
0
c i a 1 e
V
o o r z o r g. – Amsterdam, Juli/

Augustus
1922.

Jac. Bakker,
De aanstaande opheffing der Kamers

van Arbeid;
P. Voogd,
Jeugdorganisatie als sociale

voorzorg;
P.
J.
C. Ultee,
De Ongevalienwet
1921 en

andere sociale wetten;
H. Oh. G. J. van der Man-

dere,
Wettelijke regeling van bemiddeling in of be-

siechting van arbeidsgeschillen.
I.

Journal de la Société de Statistique
ri e
P a r i s. – Parijs, Juli/Sept.
1922.

bevat o.a.
Procès-vcrbal de Ja séance du
21
juin
1922; Mourre,

Des variations de l’inégalité des revenus et durevenu

moyen.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N
d
(Disc.Wissels. 4
18Juli ’22
Zweeds.R.ksbk 5
10Mrt.’22
Bel.Binn.Eff. 4
18Juli
’22 Bk. v.Noorw.. 5
17Aug.’22
Ek
l,Vrech. in R.C. 5
18Juli.
’22 Zwits. Nat. Bk. 34
2 Mrt.
’22
Bk. van Engeland 3
13Juli ’22
Belg.Nat.Bk.5-54 19Mei
’21
Duitche Rijksbk. . 8
21 8ept.’22
Bank v. Spanje 5
18Mei ’22
Bk. van Frankrijk 5
11 Mrt. ’22
Bank v. Italië 6
20 Mei ’20
Ooatenr. Hong. Bk. 8
2Sept.’22
F.Res.Bk.N.Y. 4
21Juni’22
Nat. Bk. v. Denem. 5
25Apr.’21
Javaeche Bank
34
1Aug.’09

OPEN MARKT.

Data
1

Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs
Part.
N. York
Cali.
Part.
Prolon-
disconto
gatie
disconto disconto
t disc.
monet,

14Oct.

’22
3
7
1
8

4
218
4_81

411_5
1)

9-140. ’22
38171
I”- 2/8

11
4-‘/

4’12-61/,
2-7

,,

’22
36j771
I112
2819-19
4_5/,

4-5
1
1
25-30 S. ’22
31/5/
31174
2114.518
I8

4-511,

10-15 0. ’21
41/_31
3
1
1
4
_
1
1
2

4-‘/
4-‘/

5-6
11-160.’20
41/9.818
3112-4
61-1
4_51

6-10

20-24Ju11’14
31/8/
211_8/
211_8/
21Ish/a

281′
511411,

1)
Noteering
van 13 October.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

In de koersen der meeste wissels kwam deze week wei-
nig of geen verandering. Londen was iets meer gezocht,
daar de politieke hemel opgeklaard was en sloot daardoor
op 11,3934. Verder was Christiania aanzienlijk vaster, naar
men zegt, door speculatie op een guustigen uitspraak van
het Hof van Arbitrage in het met Amerika hangende ge-
schil en verder was Zwitserland opnieuw aangeboden, zoo-
dat de koers voor dit devies onder het goudpunt daalde.
Indië 9734-98.

KOERSEN IN
NEDERLAND.

Dala
Londen
Parijs
‘)
Berlijn
‘)
1
Weenen

)
Brusid
Neu

9 Oct.

1922..
11.37*
19.47*
0.09k
0.003*
18.21
2.57
1
/
10

1922..
11.37*
19.32*
0.08*
0.003*
17.95
2.57
8
1
8

11

1922..
11.38*
19.40
0.09*
0.0032*
17.84 2.57
1
/
12

1922..
11.40
19.45
0.09*
0.003*
17.94
1
/,
2.57k
13

1922..
11.39
19.47*
0.09*
0.003*
18.07
1
1
2

2.57
1
/
14

1922

.
11.39* 19.50
0.09i. 0.003*


Laagste d. w.
1)
11.36
*

19.27*
0.08*
0.0025
17.80
2.5681
t

Hoogste
,, ,,

)
11.40*
19.55
0.11*
0.0045
18.30
2.5781,

7 Oct.

1922 11.37
19.55
0.11*
0.004
18.34

2
2
.58.

30 Sept. 1922..
11.29*
19.55
0.15*
0.0037*
18.39*
8

2.58*’
Muntpariteit..
12.10
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48

‘) Noteering te Amsterdam. “) Noteering te Rotterdam.
Particuliere opgave.
Noteering van
6
October.
8)
Idem
van 29
September.

D t
a a
Stock-
holm’)
Kopen-
hagen’)
Chris.
ttanla’)
1

Zwitser-
land’)
Spanje
t
)

1

Bataola
8)
tdegraJisch

9
Oct..

1922
68.30
52.40
45.75
48.15
39.-
974-98
10

.,

1922
68.25
52.20
45.60
48.124
39.–
974-98

11

1922
68.50
52.10 46.10 48.10 39.05
974-98
12

1922
68.65
52.60
46.10 47.874 39.124
974-98
13

1922
68.474 51.90
46.80
47.80
39.15
974-98
14

1922
68.55
51.50
46.90 47.60
39.20
974-98
L’ste
d.w. 1)
68.05
51.60
45.35
47.45
972
H’ste,,

,,

1)
68.70
52.70
47.10
48.20
39.25
98

7 Oct.

1922
68.30
52.60
45.55
48.25
39.-
974_974

30 Sept. 1922
68.10
52.50
44.-
48.074 38.25
97
1
/
4
-/
$

Muutpariteit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
100

‘)Noteering te Amsterdam. 1) Particuliere opgave.

18 October 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

909

KOIRSEN TE NEW YORK.

Da
0
Cats!. Lond.
(In
,
perC)
1
Zicht Parijs
(In cts. p.frs.)
1
Zicht Berlijn 1Zicht
(In cl. p. Mrk)
Amsterd
(In cl,. p. gid.)
14 Oct

1922
4.43.87
7.57
0.031
38.91
Laagste d. week
4.42.25
7.53
0.03 38.87

Hoogste
,,

,,
4.43.87
7.58 0.04
38.97
7 Oct.

1922
4.42.50.
7.61
0.04 38.88
30 Sept.

1922
4.37.25
7.57
0.06
38.75
Muntpariteit
4.86.67
5.18
1
1
4

9511t
401.

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en

Noleerings. 30Sept. 7 Oct. 9114 October’22 14 Oct.
Landen

eenheden

1922

1922 Laagste
1
Hoogste

1922

Alexandrib..
Piast. p.
9771
9771
9771
,

977/
971
*B. Aires’)..
d. p.
$
4481
4481
44
441
44
1
1
1

Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
1131
0

113
81
1
82

1/3
1
°/
32

1/3
11
/
113
11
/
16

Hongkong ..
id. p.
$
217
217
216
1
/
217114

216
8
1
8

Lissabon
. . . .
d. per Mii.
2
1/
2
1
1
1
1
1
21
213/
35

Madrid

….
Peset. p.
28.98 29.09
29.03 29.12 29.08
*Monteyideol
d. per
$
4111
4

41
1
1
4

41
1
18
42/8
42114

Montreal….
$
per
£
Id.

43711
4.41
4.4111
3
1
1
2

4.43
3
R.d.Janeiro.
per Mii.
651,0
6
1
1
61
53

6181
33

611
4

Rome

..

..
Lires p.
£
l02+
1021,
1

103
1048/
4

10411
3

Shanghai.
.
;.
Sh. p. tael
31571
3150/16 3/4114
315
8
1
3151
Singapore

. .
id. p. $.
214
1
1j
21411

2/4’j32′
214′!s
214132
*Valparajso
pesop.€
32.00
31.80 31.70
32.20 32.20
Yokohama ..
Sh. p. yen
212
18
/
32

2/21
3

2/1’/32

2/2
8
/
18

212
*
Koersen der voorafgaande
dagen.

‘)
Telegrafisch
transfert.
‘)
Noteering
van 22
September.

NOTEERING VAN ZILVER.
Noteering te Londen

te
New York
14 Oct.
1922
34
6771s

7

,,
1922
….

35’/
69
1
1
30 Sept. 1922
..

3581
687/8
15 Oct.
1921
.

42112
73
16 Oct.
1920
.

. .

53
81
1
1
20 Juli
1914
24
18
1
1e

54
1
1

NEDERLANDSÇHE BANK.

Verkorte Balans
op
16 October
1922.

Activa.
l3Ihnenl.Wis-f H.-bk.

(118.082.245,48
sel,
Prom.,’ B.-bk.

,,
39.874.098,72
enz. indisci, Ag.sch.
,,
60.390.659,56

f
218.347.003,76
Papier
o.
h. Buiteni, in disconto
……..


idem eigen portef..
f
69.579.856,-
f i
Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.

.Lse!eenlngen
69.579.856.-

tjcl.

vrsch. H.-bk.

f
26.645.427,11

‘°
B.-bk.

,,

8.170.577,39
Ag.sch.
,,
71.270.631,99

f106.086.636,49

‘Op
Effecten

……
f
92.455.990,83

Op
Goederen en Spec.
,,
13.630 645,66
106.086.636,49
Voorschotten a. h. Rijk…………….,,
13.924.900,08
Munten Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.239.005,-
Muntmat., Goud

….525.550.137,91

f581.789.142,91
Munt, Zilver, enz..

8.685.35041
Muntmat., Zilver ..

ffecten

– .–. .–.-

,,
590.474.493,32

Bel.v.h.Res.fonds..

f

5.634.200,18
‘Id.
van
‘lv.
h. kapit.,,

3.966.300,12
9.600.500,30
Geb.enMeub. der Bank
…………….

..
4.522.000,-
Diverse rekeningen

………………..
37.314.383.78

f1.049.849.773,73

Passiva.
Kapitaal

…………………….f
20.000.000,
Reservefonds

………………….,,
5.660.599,75
Bijzondere

reservë
………………..,
1.675.581,33
Bankbiljetten in omloop
…………,,
985.592.190,-
Bankassignatiën in omloop………..,
1.513.981,01
Rek.-Cour.
‘I
Het Rijk
f


saldo’s:

J
Anderen
,,

25.507.655,54
25.507.655,54
Diverse rekeningen

………………

..
9.899.766,10

fl.049.849.773,73

NED. BANK 16 October 1922
(vervolg).

Beschikbaar metaalsaldo …………..
f
387.256.140,72
Op de basis van
21

i
netaaldekking …..
,
184.733.375,41
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is.. ,, 1.936.280.700,-
Verschillen
m.
d. vorig. weekst.:

Meer
Minder
Disconto’s

…………3.253.634,67
Buitenlandsche wissels
1.980.386,-
Beleeningen
5.818.339,70
Goud

…………….-

Zilver

…………….104.512,09
Bankbiljetten
5.255.245,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s..
607.755,16

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
B
*
6’tn
Andere
opeischbare
schulden

16 Oct.

1922 ……
581.789
8.685 985.592
27.022
9

1922…….
581.789
8.581
990.847
27.003
2

1922 ……
593.859
8.808 1.000.285 41.439
25 Sept. 1922 ……
593.859 9.033
959.638
22.598
18

,,

1922 ……
605.955
8.902
966.944 23.452

605.969 9.195 1.028,634
41.362
17

Oct.

1921
…….
18 Oct.

1920..
636.341
18.676
1.058.527 100.183

25 Juli

1914
162.114
8.228 310.437 6.198

Data

_________________

Totaal
bedrog
,

disconto
s

Hiervan

Schatkist-
promessen
rechtstreeks

Belee.
ningen

lBhCDk
1

haar
1

Metaal-
1

saldo

kings.
percen-
lage

16.

Oct.

1922 218.347
70.400
106.087
387.256
58
9

1922 215.093
62.400
111.905
386.104
58
2

1922 218.377
64.400
134.958
393.605
58
25 Sept. 1922 182.358
39.000
105.436 405.727
61 18

,,

1922

181.727
36.000
110.250
416.037
62

17

Oct.

19211 281.992
114.500
128.060
400.424
57
18

Oct.

1920
1
139.944
31.000
311.356
422.479
57

25 Juli

1914

67.947
14.300
61.686
43.5211)

75
1) Op de basis van ‘/, metaaldekking.

UitdebekendimakiizgvandenMinister v a n Finan-
c i ë
n blijkt, ‘dat uitstonden
op:

1

9 Oct.
1922
1

16
Oct.
1922

Aan schatkistpromessen..
f444.280.000,-
f463.680.000,_
waarv. direct bij Ned. Bk.,,
62.400.000,-
,,
70.400.000,-
Aan schatkistbiljetten
..,,
190.618.000,- ,,197.770.000,- Aan zilverbons

……..
…30.809.752,-
29.653.005._.

Onder de vlottende schuld
is
begrepen:
Voorsch. aan de Koloniën
.295.519.000,-
.296.006.000,-
Voorschot aan Gemeenten)
31
Augustus
30
September
voor door Rijk voor hen

,,
86.936.544,-
93.437.267,-
te heffen Ink. belasting)
9
Oct.
16
Oct.
Tegoed v.d.Postch.&G.dstl,,_55.072.763,-
55.088.370,-.

JAVASCHE BANK.
Voonnaaniste posten in duizenden guldens.
De samengetrok-
ken cijfers der 3aatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
Bank-
biljetten
‘°

1
opelschb.
metaal.
schulden
1

saldo

7Oct. 1922
20.250
269.000
115.500 130.350
30 Spt. 1922
201.000
265.500
123.000 123.300
23

,,

1922
204.500
267.000
108.500
129.400

9 Spt. 1922
‘19.304

54.104
270.306
105.072 128.944
2

,,

1922
149.910

53.965
266.634
109.418
129.310
26Aug.1922
148.848

53.167
268.194
102.445 128.534

8 Oct. 1921
172.157

22.294
303.389
122.519 109.749
11
Oct. 1920
164.647

2.873
294.684
108.163
87.220

25Juli 19141
22.057

31.907
110.172
12.634
4.8422

Wissel,,

1

Diverse
Dek-
Data
Dis.
buiten
1

flelee.
schotten rek.-
king,.

____________
conto’s
N.-lnd.
betaalbaarl
1
n,ngen
aan het
Gouo.nem.i
t
nin gen
2′
percen-
tas.

7 Oct. 1922
182500
41.400e
•*
54
30 Spt. 1922
194.500
44.0008
52
23

,,

1922
182.000
38.100e
***
54

9 Spt. 1922

23.825
54
35.1361
33.152/
104.604
2

,,

1922
34.3071 31.9891
105.354

24.059
54
26Aug.1922
33.0971
29.815
105.872

23.425
54

8 Oct. 1921
38.125
19.8901

134.965
36.665
10.845
45
11
Oct. 1920
12.591
12.781j
185.074 127.812
34.618
41

25Juli1914
7.2591
6.3951
47.934
6.446
2.228
44
‘)
Sluitpost
activa.
)
Basis
2
15
metaaldekking.
1)
Creditsaido.

910

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 October 1922

DE SURINAAMSCHE BANK.
BANK VAN FRANKRIJK.

Voornainst.eposten in duizenden guldens.
Voornaamste posten in duizenden franes.

1

Andere

1
Div. reke-
Waarvan
Te goed
BuU.gew.
Oola
Melaal
Circulalle
1 opeischb.
1
Disconto’s
ningen
‘ )
Data
Goud
in hel
Zilver
in liet
000r3ch.
schulden
Buitenland
Buitenland
old. Slaat

9 Sept. 1922 ….1.277

1.874

665

1.178

457
12Oct.
1
221
5.532.752
1.897.967
287.579
573.722 24.200.000

2

,,

1922

. .

1.277

1.882

739

1.159

469
5

,,

‘221
5.532.672
1.948.367
287.470
574.232 24.000.000

26 Aug. 1922

. .

1.295

1.739

869

1.159

459
28 Spt. ‘221
5.532.516
1.948,367
287.197
575.267 24.000.000

19

1922 ….

1.298

1.744

917

1.173

452
21

,,

’22
5.532.434
1.948.367
286.761
575.786 24.100.000
12

1922 …

1.306

1.848

967

1.185

426
13 Oct. ’21
5.523.481 1.948.367
277.810
619.724 25.400.000
14 Oct. ’20
5.482.430
1.948.367
263.192
947.279 26.600.000
5

1922…..1.312

1.951

844

1.198

444

10Sept. 1921

. . .

1.175

2.084

1.038

1.966

421
23 Juli ’14
4.104.390

639.620
– –
11Sept.1920

1.081

2.096

848

1.821

863

Uitge.
1
Belee.
Bankbil.
Rek. Cr1.
Rek.
25 Juli 1914

645

1.100

560

735

396
.

.

.
1)
Sluitpost der activa.
Wissels
stelde
Wissels
1

ning
jellen
P rli.
a
culieren
Cl.
Staat

.

2.229.935

32.088

2.143.404 37.418.442 2.062.449

20.695

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
2.832,365

32.260

2.832.465 37.514.493 2.341.345

17.124
;.

2.103.887

32.697

2.073,384 36.602.902 2.178.992

19.725
BANK
VAN
ENGELAND.
1.789.639

32.815

2.128.402 36.585.364 2.159.1 12

40.787

Voornaamste posten, ander bijvoegi.n.g der Currency Notes,
0
2.325.373

67.376

2,246.180 37.611.632 2.386.188

46.141
in duizenden potid sterling.
P

2.41 1.147

477.456 2.083.873 39.526.938 3.128.254

75.213

1.541.980

769.400

5.911.9101

942.570 400.590
Cnrrenct,_Note3.
Data
Metaal
Circulatie
Bedrag

Goudd.

Cao. Sec.
_______________
11

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

11

Oct.

1922 127.427
122.570
291.397 27.000 248.620
4

..

1922
127.422
123.200
291.143 27.000 249.108
Voorna.anste posten in duizenden francs.

27 Sept. 1922
127.432
122.467
289.127
27.000
246.456
7iîl

l
Bi.
Binn,
Rek.
20

1922
127.427
121.491
289.756
27.000
246.98
Data
mci.

1

van van
wissels
Circu.
Crt.


13

1922
127.421
122.065
291.585
27.000 249.007
buii0nl.

1
buitenl.
saldi

t
vorder.
prom. d. pravinc.
en beleen.

lalie
parlicJ

6

1922
127.413
122.880
293.088 27.000
250.437

12 Oct.

1921
128.422
124.614
313.593
28.500
276.473
12Oct. 22 336.448 84.653 480.000

933.164 6.542.912

130.52

13 Oct.

1920
127.154 127.123
356.477
28.500
325.223
5

,,

1
22 336.206 84.653 480.000

887.041 6.539,502

40.1:38
28 Spt. ’22 333.267 84.653 480.000

635.069 6.517.769

302.947
22 Juli

1914
40.164
29.317



21

,,

1
22 332.778 84:653 480.000

603.638 6.483.141

368.024

13 Oct. ’21 328.653 84.653 480.000

552.186 6.184.158

264.960

14Oct. ’20 358.441 84.653 480.000

674.932 5.782.183 1.195.948
D
0
ta
Gov.

1

Other
Public
1

Other
Reserve
Dek.
kingi.
Sec.
Sec.
Depos.
Depos.
iperc.
t)

,VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
11 Oct. ’22

54.892

66.704

15.160

112.052

23.307

18,32

4

,,

1
22

60.267

73.590

16.696

122.167

22.672

16,33,
FEDERAL RESERVE BANKS.
27Sept ’22

44.063

71.386

16.829

103.831

23.414

19,40
Voor.n.aanste posten in duizenden dollars.
20

1
22

44.548

73.594

15.786

108.535

24.386

19,61

Goudvoorraad
1
F.R.
13

1
22

46.753

71.466

10.405

113.436

23.809

19,22

6

1
22

43.448

76.790

13.585

111.450

22.983

18,37
Data
Zilver

J
etc.

1

Notes in
ctrcu.
Totaal
Dekking

12 Oct. ’21

64.851

80.372

15.061

134.790

22.258

14,86

bedrag
F. R. Notes
buitenl.
1
latte’

27 Sept. ’22
3.076.943 2.212.449

126.1842.243.384
13Oct. ’20

63.708

81.676

18.201

123.971

14.481

10,18

22Juli’14

11.005

33.633

13.735

42.185

29.297

52
3/
8

20

,,

’22
3.061.868 2.250.385

128.002
2.218.764
13

’22
.3.067.234
2.259.486

130.204
2.213.615
1)
Verhouding tussehen Reserve en Deposits.
,,
6

,,

’22
3.060.833
2.245.382

125.854
2.211.88
II
28 Sept. ’20
2.725.966
1.867.494 152.719
2.457.19
3.304.692
DUITSCHE R1JKSBANK.
1

Oct.

‘211
2.003.072
1.328.103
111.455
162.123
Voc.rnaam.st
,e posten, onder bijvoeging der Darlehens-
_________
________
_____

Totaal
Gestort
Goud.
Dek-
Algem
.
Dek-
kassenscheine, in duizenden Mark.
Data
Wisse
Deposito’s
Kapitaal
kings
kings.
1
Dek:
Data
Metaal
Daarvan
Kassen.
Circulatie
j kings.
perc.

27 Sept. ’22

658.296

1.840.133

106.172

75,3

78,4
20

,,

’22

644.174

1.853.789

106.177

75,2

783v

Goud
scheine
«)

7 Oct.

’22
1.044.445
1.004.855
22.848.430
344.171.631
7

30 Sept. ’22
1.033.740
1.004.856
21.828.959
316.869.799
7 13

,,

’22

591.836

1.872.103

106.070

75,1

734

23

,,

’22
1
1.004.858
27.293.999 290.678.147
10 6

,,

’22

593.448

1.856.797

106.085

75,2

7
15

’22
1.031.726 1.004.860
27.801.686
271.597.757
10
28 Sept. ’21

1.441.792

1.717.405

103.049

65,3

69,0
7

,,

’22
1.027.943
1.004.861
23.875.562
252.373.738
10
1

Oct.

’20 3.011.111

2.466.116

1

97.358

38,8

41
31 Aug. ’22
1.027.515
1.004.859
23.239.947
238.147.160
10
1)

Verhouding

totalen

goudvoorraad

tegenover

opelscbbare

7 Oct.

’21
1.039.765
1.023.699
850678
2.
19.949..326
87.461.651
4
schulden:
F.
R. Notes en netto deposito.

2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover
1d01211E
7 Oct.

’20
1.098.794 1.091.657
62.078.494
34
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ 23 Juli

14
1.691.398
1.356.857
65.479
1.890.895
93
t
FED. RES. STELSEL.
1)
Dekking der
circulatle
door metaal
en Kassenschelne.
Voornaamste posten
in
duizenden dollars.’

Darlehenskassenscheine
Totaal
kas
hij
de
Daia
Wissels
Rek. Crt.

Totaal

In
1
Duta
Aantal

uilgezetle
Reserve
6
Totaal
Waarvan
time
uitgegeven

Reichsbank
banken

gelden
beleggingen
en

F.
R
1
ksnb
deposito’,
deposiL,

7 Oct.

1922
399.616.122
87.390.19937.000.000 22.800.000 30 Sept. 1922
400.004.064
110.012.377 35.900.000 21.800.000
21 Sept.’22

790

10.939.233

1.338.900 14.784.510

3.575.296
23

1922
331.761.934
71.692.739 41.248.900 27.282.200
14

’22

810

11.562.776

1.228.693 13.178.200

2.916.826
15

..

1922
309.140.280
67.409.768 41.710.800 27.790.900
6

’22

791

10.819.853

1.368.905 14.783.322

3.612.63
7 Aug. 1922
279.026.881
50.576.422 37.668.400 23.226.500
30Aug.’22

791

10.761.195

1.377.582 14.718.600

3:598.688
31

,,

1922
271.470.114
56.124.454 36.729.200 23.226.500

7 Oct.

19201
48.840.299 13.172.487 33.384.0001 19.902.800
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht

23 Juli

1914
11

750.8921
943.964



gegeven van enkele niet
wekelijks
opgenomen bankstaten.

18 October 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

1I

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 16 October 1922.
Nu de wapenstilstancl van Moedania door geen ernstige
conflicten meer is gevolgd en het er dus wel naar uitziet,
dat de komende vredesconferentie voor het Nabije Oosten
met alle gerustheid kan worden afgewacht, hebben de in-
ternationale beurzen zich meer en meer hersteld van den
angst, aanvankelijk veroorzaakt door het gevaar van een
nieuwen Europeeschen oorlog. Een algemeen opgewekte
tendens heeft zich hierdoor niet alleen kunnen inzetten
doch ook handhaven. Zooals steeds gedurende den laatsten tijd, heeft echter de beurs te B e r 1 ij n zich geheel aan den
gewonen maatstaf van beoordeeling onttrokken en heeft
zij alleen rekening gehöuden met de kwesties van interne
politiek en staatshuishouding van het Duitsche Rijk. De
markt heeft voornamelijk onder den invloed gestaan van
de paniekstemming op de deviezen-markt, die wel in de
allereerste plaats veroorzaakt is door de nieuwe voor-
schriften op deviezen-gebied. De dollar is voorbijgaand ge-
stegen tot Mk. 3000, zoodat het Duitsche betaalmiddel is
gedaald tot een zevenhonderdste gedeelte van den vredes-
koers. Dat deze catastrophale teruggang inderdaad aan de
regeeringsmaatregelen toe te schrijven is, mag uit ver-
schillende feiten worden afgeleid. De betalingsbalans van het Duitsche Rijk heeft b.v. in den laatsten tijd een zekere
verbetering ondergaan, doordat o.a. de invoer opzettelijk is
tegengegaan en de uitvoer een zekere stimulans heeft
verkregen door de reactie van de Mark in de jôngste weken.
Voorts heeft de Regeering bekend gemaakt, dat de brood-
verzorging, ondanks den teleurstellenden oogst, tot het
einde van het loopende jaar is verzekerd, zoodat graan-
invoer op het oogenblik niet noodig is. Handel en industrie
hebben hun deviezen-aankoopen zooveel mogelijk beperkt.
De nieuwe deviezen-voorschriften, die in het algemeen
iederen aankoop en handel van deviezen verbieden, indien deze niet strikt noodzakelijk zijn voor legitieme behoeften,
hebben echter een stormloop op het nog beschikbare ma-
teriaal veroorzaakt. Daar dit niet uit het buitenland kon
worden aangevoerd in verband met het feit, dat men daar
geen Marken in betaling venscht aan te nemen (in de
afgeloopen week waren vrijwel alle buitenlandsche beur-
zen
nfgeefsters
van Marken) moest de Reichsbank als ver-
koopster-tegenpartij fungeeren, hetgeen lang niet voldoende
was, om aan de geweldige vraag te voldoen. Overigens
verwacht men in beurskringen niet veel goeds van de
nieuwe voorschriften. Men ziet zeer goed in,dat slechts de
oppervlakte wordt geraakt van den bestaanden misstanci
en dat de geweldige daling van den Markenkoers alleen
eenigszins kan worden gebreidelcl door een verandering
van de vredesvoorwaarden (waarop natuurlijk Duitschlaad
geenerlei invloed kan uitoefenen) en door een grootere
productie gepaard gaande aan een beperking van het bin-
nenlandsch verbruik (waartoe men echter nog steeds niet
geneigd schijnt te zijn). Voorbijgaand wordt weliswaar een
druk op de koersen der buitenlandsche betalingsmiddelen
uitgeoefend door de Regeeringsvoorschriften, doch deze hebben tot onmiddellijk gevolg, dat groote bedragen aan
deviezen ,,gehamsterd” zullen worden, zoodat de toch reeds
beperkte markt nog kleiner wordt en zelfs ,,legitieme”
vraag cle markt nog verder omhoog zal moeten voeren.
Men is ter beurze dan ook van meening, dat aan den
teruggang van cle Mark voorloopig nog geen einde is ge-
komen. Dit heeft natuurlijk zijn uitwerking op de effecten-koersen niet gemist. In de eerste helft van de berichtsweek
stonden zuivere ,,valuta-wnardeu”, als koloniale fondsen,
petroleumanndeelen en alle buitenlandsche obligaties in het middelpunt der hausse-beweging; in de tweede helft traden,
tegelijk rûet de lichte ontspanning op de deviezenmarkt, hinnenlandsche industrieele waarden meer op den voor-
grond en voorts zoodanige fondsen, clie men een z.g. ,,goud-
waarde” toekent, als hankaandeelen. De prijsverhoogingen
bedroegen in sommige gevallen duizenden procenten, zoo-
dat het index-cijfer van de Frkf. Ztg. dan ook van 867 tot
1037 kon stijgen. Meer en meer gaat men ter beurze van
Berlijn Oosteurijksche toestanden tegemoet.
Te L o n cl e n is echter een veel gezonder marktstemming
te aanschouwen geweest, welke des te opmerkelijker kon
worden genoemd, omdat het toch ook niet heeft ontbroken
aan waarlijk teleurstellende factoren. Zoo heeft het niet-ratificeeren van de Russo-Asiatic overeenkomst door de
Russische Regeering wel groote verwondering gewekt, doch
het heeft niet den minsten invloed uitgeoefend op het
koerspeil. Vermoedelijk hebben hiertoe ook bijgedragen de
uitlatingen van den heer Leslie T.Jrquhart, den President
der genoemde maatschappij, volgens welke de niet-erken-
ning uitsluitend aan politieke overwegingen van de Sovjet-
Regeering is toe te schrijven; volgens hem bestaat de zeker-

heid, dat binnen afzienbareii tijd het agreement toch zal
worden geteekend. Als tweede remmende factor moet onge-
twijfeld de gespannen politieke toestand op binnenlandsch
gebied worden aangemerkt. Nu de tegenwoordige Regeering
een dchec heeft geleden in de kwestie van het Nabije Oosten,
zijn de tegenstellingen tusschen de verschillende partijen
nog scherper naar voren getreden. In ingewijde kringen
acht men het dan ook nauwelijks denkbaar, dat het Kabinet
zal aanblijven en dat nieuwe verkiezingen vermeden kun-
nen worden. Dat ondanks dit alles de ondergrond van de
markt toch zoo vast is gebleven, is wel een sprekend be-
wijs van de gezondheid van de beurs.
Te P a r ii s zijn het voornamelijk Russische fondsen ge-
w’eest, die de aandacht hebben getrokken. De reis van den heer Herriot, den energieken burgemeester van Lyon, naar
het land der Sovjets, heeft heel wat pennen in beroering
gebracht en zijn optimistische uitingen omtrent de moge-
lijkheid van een hervatting der Fransche handels-betrek-
kingen met Rusland hebben, naast veel twijfel, toch ook
wel de hoop op een dergelijke hervatting doen toenemen.
Hierbij komt het politieke moment, dat Frankrijk in de
Turksche kwestie thans feitelijk aan de zijde van Rusland
staat, hetgeen ipso facto een zekere toenadering, moet ver-
oorzaken. Een en ander heeft te Parijs een zeer opgewekte
tendens doen ontstaan, die zich van Russische waarden
over de geheele linie heeft uitgebreid. De omzetten echter
waren nog van geringe beteekenis; men is er zich te goed
van bevust, dat de internationale toenadering op dit oogen-
blik nog een teer kasplantje is, dat door de minste beroe-
ring in den verderen groei kan worden belemmerd.

De beurs te Wallstreei echter heeft een meer ,,all.
round” vast aanzien getoond. Ook hier waren reacties op
te merken, vooral in de waarden der Standard-Oil groep
(hetgeen echter niet meer dan natuurlijk was na de uiter-
mate krachtige verheffing, die deze aandeelen hadden mede-
gemaakt als gevolg van cle hooge dividend-declaraties), doch als geheel was de tendens zeer vast. Men verwacht
hoogere prijzen en een vermeerderd verbruik. Weliswaar
werkt cle steenkolenschaarschte nog remmend en kunnen de
spoorwegen nog niet voldoen aan de behoefte aan rollend
materieel, doch men verwacht, dat deze moeilijkheden tegen
het einde van den winter overwonnen zullen zijn.
Te o n z en t is de stemming voor het eerst na een biti-
tengewooii lange periode voor vrijwel alle afdeelingen ter
beurze buitengewoon vast geweest. Een uitzondering hier-op hebben beleggingswaarden gevormd, hetgeen echter bij
een beginnende hausse op de aandeelenmarkt een gewoon
verschijnsel is. De geldmarkt wordt dan gewoonlijk iets
stroever, zoodat realisaties van beleggingswaarden voorko-men teneinde het beschikbaar komende kapitaal op cle pro-
longatiemarkt uit te zetten, terwijl voorts verkoopen van
de genoemde waarden worden ondernomen om een ruil in
eerste-klasse aandeelen aan te gaan. Dit zijn ten deele
speculatieve operaties, die voorbijgaand steeds hun invloed
op de markt voor staatsfondsen en andere beleggingswaar-
den uitoefenen.

9Oct.
13Oct.
1 6Oct.
Rijzing of
daling.
6

ol
o
Nederland 1922 ……
100’I
991
998/

71
8

5

o

1918

……
89/
8971,6
897/1
4
1
12
0
10

,,

1916

……
89/
4

89 89

8
1
,

4

oio

1916

……
81’/
81/
4

8111
4
1′
14
3i2
0
/0
72
1
1,
72
11
a

72
1
1
2

3

°Io
621,
6211
4

6181
4
III
121
211
2
0/

Cert. N.W. S.

………
54
8
/
8

53
3
153%

1
1
1
4

7

oi
o
Oost-Indiö

1921

……
1011/
4

1015/1,
1011
1
+
114
6

01

,,

1919

……
96
1
1
9611
+
‘L,.e
5

01

,,

1915

……
93
1
/
t

93
1
1
8

93
1
,
4

II
i
g

4

0/
Oostenr. Kronenrente
2″
5

0/

Rusland 1906

………
4
4

451
4
1
1
±
21
4

0/
RusI. bij Hope
&
Co
511
511
4

5814
+
1
118
4

0/

Japan

1899 …………
65
8
1
4

6518
66114
+
‘I
5

OL
Rr,,ili

1RQS
zAL,

to –

–.- ……….J.t_,8


8
o/
San Paulo 1921

96718

968/
t

9614 – 51
6

0
/0 Amsterdam 1922 …… lOO
8
/

100

100
7
18 +
ij

7

ol
o
Rotterdam 1920 …… l02’i, 102

10114 – 81
7

ol
o
Staatsspoor …………1001/
4
l00’/

100
8
/
18
– 1/

Wat nu precies de oorzaak is geweest van de plotseling
opgekomen vraag naar aandeelen van diversen aard, is
moeilijk te zeggen. Ongetwijfeld zijn voor de verschillende
afdeelingen bepaalde factoren aan te wijzen, doch deze
hebben voor een deel reeds langer bestaan en waren voor
het overige niet van dien aard, dat een rijzing van den
omvang als thans heeft plaats gevonden, gemotiveerd zoude
zijn. Vermoedelijk echter heeft het voorbeeld der buiten-
landsche beurzen wat meer vertrouwen gewekt, eerst in
beurskringen en daarna bij particulieren. Voorts heeft het

912

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18 October 1922

ontbreken van voldoend aanbod de stijging zeer krachtig
in de hand gewerkt.
Behalve deze algemeene factoren waren er, zooals ge-
zegd, momenten van bijzonderen aard aan te wijzen. Voor.
1

de
?ubbermerkt bestonden deze in de waarschijnlijkheid van
een beperking in den aanplant van de Engeisch-Indische ondernemingen en in de prjsverbetering van het product
op de wereldmarkt.
Industrieele ea.ndeelerc
konden profitee-
ren van de verminderende Duitsche concurrentie en van
de optimistische beschouwingen, die men ten aanzien hier-
van ook verder koestert.

Tabekswaarden
hebben de stormachtige rijziugen ver-
toond, die men gewoonlijk in deze af deeling kan aanschou-
ven, wanueer een algemeene verbetering inzet. Daarentegen

hebben
suikerwaarden
een zeer bescheiden aandeel gehad
in de opleving. De noteeringen van Cubasuiker hebben rem-
menci gewerkt; bovendien waren de berichten omtrent een
ruimen oogst op dit eiland niet in staat een optimistische
beschouwing voor het Nederlandsch-Indische artikel in
stand te houden.

9Oct.
13 Oct.
16oct.
R
:
f

Amsterdamsche Bank

……
1238/
4

12411
4

127
+
3114

Incasso

Bank ………………
89
8
/
4

92114

92
1
1
2

+
2814
Koloniale Bank …… . ……..
118
8
/
8

119112

120514

+
2114
Ned.Handel-Mij.cert.v.aaiid
123
1
1
2

126
1
I
129
+
51
12
Rotterd. Bankvereeniging…
8711
4

91
1
1
2

92
+
4
3
1
Amst. Superfosfaatfabriek..
37114

41
401
+
31
3

Van Berkel’s Patent ………
33’/,
34314

36
+
2’/
Gouda Kaarsen

……………
.63
7481t
82
+
19
floll.Draacl- enKabelfabriek
6781
4

7811,
761
3

+
8814
Jurgens’Ver.Fabr.gew.aand.
38
1
1
4

4611
t

46
1
1
+
8
11

pr. aand
52/
3

59
59

61
Leerdam Glasfabrieken ……
41/
4

451
4

47
+
5314

Philips’ Gloeilampenfabriek
235
1
1,
254
2481
3

+
13
Vereenigde Blikfabrieken
96112

95

11
12

TereenChemjscheli’abl-iekefl
3
5112
40
39814
+
41

CompaniaMeïcantil
Argent

301
4

34
1
1,
36
1
1
3

+
61
4

Cultuur-Mij. d. Vorstenla.nd
148
1501
I511
3

+
3113
llandelsver. Amsterdam ……
3411/4

349
34711
+
6
1
1
4

lïtandelsverg. Reis
&
Go …….
19
1
/
2


21
+
11
12
Int. Crediet- en Handeisverg.
Rotterdam

………………
154
156
159
1
1
2

+
513
Linde Teves
&
Stokvis
……
68’/
681
4

69
1
1
2

+
1/
4

Tels
& Co’s
Handel-Mij …….
8
981

+
1814
Redjang Lebong Mijnb.-Nij
105 103
10111,

311

4ecous.
Iloll.
I’etroleum-Mij
1261
4

128 128
1
1
2

+ 11
4

Kon. Petroleum-Mij.
………
450/4
459319
4601
4

+ 10
Orion Petroleum-‘i
ii……….
Afgest. Aand
361
36112
36
1
1
2


1
1
8

Steaua Romana Petroleum
Mij- •.. Afgest Aand

32

341
3
+
51

Amsterdam-Rubber-Mij …. -. 85

918

96

+ 11
Nederl.-Rubber-Mij. ………
49

56
1
1

57
1
1

+
8i
Oost-Java-Rubber-Mij. …… 1391/
4
159

157

+ 17j
3
4

])eli-Batavia Tabak Mij….239/
3
260

257

+ 17’/
3

Deli-Maatschappij …………186

204

206
1
1
3
+
20113

Senembah-Maatscliappij … 272
1
!, 292
1
!2
297

+ 24112

Een opmerkelijke factor heeft de buitengewoon opge-
wekte tendens voor
scheepvaertwaarden gevormd. Ondanks
de nog. steeds onbevredigende berichten omtrent den we-
reldhandel en omtrent de vrachtenmarkt, ondanks cle mede-
deelingen omtrent het sluiten van scheepswerven in ons
land, heeft cle speculatie zich op
reederijwaarden
geworpen,
waardoor de koersen in vele gevallen zeer aanmerkelijke
verbeteringen hebben aangetoond. Tot op zekere hoogte wa-
ren deze verbeteringen geenszins oiigemotivecrd, daar de
beurskoers van vele aandeelen zich gedurende zeer langen
tijd aanmerkelijk onder de innerlijke waarde heeft bewo-
gen. Afgewacht dient te wordeii, of dé hoogere koersen ook
gehandhaafd zullen worden, als directe betere resultaten
nog niet worden bereikt.

9Oct.
13Oct.
16 Oct.
Rij:ingof

Holland-Amerika-Lijn

……
113
1
/
2

117
125
1
1
2

+
12
,,

,,gein.eig
98
103
109
3
1
+
11
3
1
flollandsche Stoomboot-ivlij
17
1
/
2

18114

25
.4…
7112

Java-China-Japan-Lijn
……
69
71
80
+ 11
Kon. Hollandsche Lloyd
141
16
18
+
3
8
18
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…….
49
1
/
2

56
651
4

+
16114
Konink.Paketvaart-Mij.

… 80’/,
831
3

88
+
7112
Maatschappij Zeevaart
……
54
3
/
4

56

+
11
14
Nederi. Scheepvaart-Unie…
87
911
97
3
1
+ 10
3
1,

Nievelt Goudriaan
…………
101
107
110
+
9
Rotterdamsche Lloyd………
111
116112
124
1
1,
+ 1
3/
3

Stoomv.-Mij. ,,Nederland”

117
1
1
1221
136
+
18814
,,Noordzee”


2711
t

33113
35
1
15
+
8’/

De
Amerikaansche markt
was stil, doch zeer vast.

9Oct. 13Oct.. 16Oct.
Riizingof

Americ. Smelting & Refluing 63
1
1

63

63

– 11
4

Anaconda Copper …………107

1071
4
107113 + 112
Studebaker Corp. ………… 138’/, 1411
1
, 144

+ 515116
Un. States Steel Corp. …… 1 08/

11171
,
113814 + 5
Atchison Topeka …………… 11 11

II l’/

111

– 88
Ene …………………………1

16

16
1
1
8

+ ‘/
Southern I’acifle …………… 98/

100
8
/
8
+ 1112
Union Pacific ………………157

1571
4
15718 + 5/
Int. Merc. Marine orig. gew. 151

15
11
/
16
16

+
7
1,0
preI. 63
1
1
1e
63
1
1
2
64114 +
1
1
1,6

De
geldmarkt werd, als gezegd, iets stroever; prolonga-
tie
4
pOt. –

GOEDERENHANDEL

GRANEN.

T a r w e. Hoewel bijna alle graanstatistci erop blijven
wijzen, dat het oogstjaar 1922123 een groot surplus zal
geven, blijven cle tarwemarkten toch maar steeds vast ge-
stemd. De zaken waren in de afgeloopen week levendig en
de prijzen bleven stijgen. Zij stegen in de exportlanclen,
maar meer nog in de importeerende centra. Vooral Enge-
land bleef als kooper optreden, in het bijzonder voor
stoornende en spoedig af te laden partijen en ladingen.
Noord-Amerika is daarvoor vrijwel de eenige bron, en als
men in aanmerking neemt, dat van de verschepingen naar
Europa 95 pCt. van de Vereenigcle Staten en Canada af-
komstig was, dan begrijpt men welk een invloed het on-
voldoende spoorwegvervoer in die beide landen ook op de
totaalverschepingen naar Europa heeft. Geen wonder dan
ook, dat men er nog niet in geslaagd is de te kleine voor-
raden in Engeland voldoende aan te vullen. Weliswaar
komt er van den eigen oogst ook meer tarwe aan de markt,
doch slechts een gedeelte van die tarwe is van voldoende
droge kwaliteit. Wel waren de wereidverschepingen vanaf
1 Augustus slechts 4 pCt. kleiner dan verleden jaar ge-
durende hetzelfde tijdsverloop, doch terwijl toen Frankrijk
zeer weinig tarwe betrok, zijn de verschepingen daarheen
thans zeer aanzienlijk, doch nog tweemaal zooveel werd
terzelfcler tijd door Italië betrokken. Duitschland doet de
laatste weken al zeer weinig mede, hetgeen geheel buiten
verhouding is tot het groote oogsttekort. Alleen rogge wordt
op flinke
schial
door onze Oostelijke naburen betrokken,
waarvan het gevolg geweest is, dat ook dit artikel sterk
in prijs gestegen is.
De weerbenichten zijn gunstig, zoowel in als buiten
Europa; vooral voor de oogsten op het Zuidelijk halfrond
is dit van de grootste beteekenis. Na al het goede nieuws,
dat wij omtrent den nieuwen Australischen oogst hoorden
valt de eerste officieele schatting eenigszins tegen, daar
die circa 200.000 tons kleiner luidt, dan de opbrengst van
den vorigen oogst. Door de circa 100.000 tons grooter, ge-
raamde opbrengst van Nieuw-Zeeland, wordt dit verschil
wel tot betrekkelijk geringe cijfers teruggebracht..
Ook m al s bleef vast gestemd. Noord-Amerika bood
weinig aan en de verschepingen van daar zijn de laatste
weken sterk verminderd. Toen het bekend werd, dat ook de
La Plataverschepingen, die de week tevoren zeer ruim ge-
weest waren, wederom aanmerkelijk kleiner waren, werd
de stemming ook voor Argentijnsche mais zeer vast en ver-
schillencle zaken kwamen tot stand tot stijgende prijzen.
Ontegenzeggelijk is Europa slecht van voorraden voorzien
en indien, wat de oogstraming doet vermoeden, Noord-
Amerika niet meer gereed zal staan om ieder Europeesch
tekort tot zeer matige prijzen aan te vullen, dan wordt
Europa wat mais, dat is het voornaamste voerartikel, be-
treft, zeer afhankelijk van Argentinië. Gelukkig dat cle voor-
uitzichten voor den volgenden oogst zeer gunstig zijn, maar
de tijd van oogsten en vooral van het verschepen van den
volgenden oogst is nog ver verwijderd. Weliswaar is er nog
zeer veel van den ouden oogst over, doch een deel van de voorraden schijnt toch door het voortdurend slechte weer
der laatste maanden verloren te zijn gegaan.
Ook deze week werden verschillende ladingen Donau-
ge t s t verhandeld. De stemming blijft ook in dit artikel
vast, ofschoon geen groote prijsverhooging tot stand kwam.
Ook h a v e r blijft goed gevraagd met weinig aanbod.
De prijsverhooging der laatste weken bleef goed gehand-
haafd. L ij n z aa d bleef vast, vooral voor oude oogstver-
scheping van La Plata. Het aanbod daarvan wordt steeds
kleiner. Amerika blijft het leeuwendeel tot zich trekken, de
Indische verschepingen gaan bijna geheel naar. Europa.
Engeland importeert al heel weinig zaad, ten gevolge waar-
van eenige olie van Holland naar Engeland kan geëxpor-
teerd worden.

18 October 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

913

Noteeringen.

Chicago

1

Buenos Agrea

Data

larwe

Mais

Haver

Tarwe

tfays

Lljnzaod
Dec.
1
Dec.
1
Dec.

Oct.

Oct.
1

Oct.
140ct. ’22
112
1
/
4

65
421,
12,15
8,45
21,30
7

’22
1078/
t

6211t 3
8
118
11,80
8,25
20,40
14Oct. ’21
104
12
471
I2
33718
14,-
2)

7,45

)
17,45 2)
14 Oct. 20
212
86/
56
19,75
1
)
9,10
23,55
14Oct. ’19
224
1211
701/
s

13,85
2;

7,60
2)

25,20 2;
20 Juli’14
82
561
36
1
/
2

9,40 5,38
13,70

1) per Februari ) November

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

s
oorlen

.
16 Oct.
1922
9 Oct.
1922
11 Oct.
1921

Tarwe.

………….. 1)
13,50

14,-

Rogge (No. 2 Western) 1)
11,25 10,25
13,-

Mais (La Plata)

……
2
)
227,-
220,-
176,-

Gerst (48 ib. malting)
.
.)
210,-
208,- 220,-

Haver (38 1h. whitecl.)
.
.)
11,10 10,90
11.50
Lijnkoeken (Noord.Ameri-
ka van La Plata zaad)
1
)
14,-

15,25

Lijnzaad (La Plata)..
.
.9
426,-
410,-
360,-

9
p. 100 K.G.
1)
p. 2000 K.G. 8; per 1960 K.G.

S
) Nr. 2 Hard/Red Winter Wheat.

AANVOEREN in tons van 1000 K.G.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen.
81140.1.
1

Sedert
Overeenk.
8114 Oct.
Sedert
Overeenk.
1922
1921
1922
11…1922
tijdvak 1921
1922
1 Jan. 1922
tijdvak 1921

.
930.880
1.226.713

30.124 37.502
961.004
1.264.215

Rogge …………….
255.169
126.958


325
255.169
127.283

Biekweit …………..

9.663
6.801


576
9.663
7.377
.26.841
..
757.846
781.935

73.790
73.848
831.636 855.783

Tarwe ………………24.248

940
111.896
202.537

3.597
8.374
115.493 210.911

88.738
67.397

50
3.345 88.788
70.742

Mais

……………..5.291

152.892
120.460

66.793
102.594
219.685
223.054

Gerst

……………….
Haver ……………..3.064

1.405
65.216 90.300
‘ –
1.547
26.351
66.763
116.651
Lijuzaad ……………2.822
Lijnkoek …………….
2.595
46.706
46.911

5.338 2.429
.

52.134 49.340
Tarwemeel ………….
Andere meelsoorten
584 8.690
36.417

2.615
1.604
11.305 38.021

Markten in Nederland. Ook deze week bleef
goede vraag bestaan voor spoedig af te leveren tarve. Voor
maIs was de markt zeer vast. Loco Mixed steeg tot zeer
hooge prijzen. In spoedig af te laden partijen kwamen
voortdurend zaken tot stand. Gerst en haver bleven vast,
met gering aanbod. Lijnzaad zeer vast voor spoedige positie.

SUIKER.
Gedurende de afgeloopen week behield op de verschil-.
leude suikermarkten eene vaste stemming de overhand.
Vooral in A m e r ik a kwam dit sterk tot uiting door
eene verhooging der noteering voor Spot Centrifugals vaii
$c. 5.28 eerst tot $c. 5.40 en ten slotte tot $c. 5.53, terwijl
op cle termijnmarkt October geleidelijk opliep van $c. 3.45
tot $c. 3.70 om op $c. 3.65 te sluiten; verwijderde termijnen
daarentegen varen ougeanimeerd en iets lager. Ook de Europeesche markten, die Amerika in den laat-
sten tijd niet meer gevolgd
waren,
gaven blijk van eene
aanmerkelijk vastere stemming.
In E n ge 1 nu d werden de prijzen voor geraffineerd
wederom met 3d. verhoogd. Raffinadeurs kochten verdere
ladingen ruwe suiker, waaronder ook eenige Javaladingen.
Voor Witte stoomende Javasuiker, die nog onlangs voor
Sh. 1916 c.i.f. te koop was, wordt thans Sh. 2016 gevraagd
en is ook deze prijs nog aanmerkelijk beneden de pariteit
van de tegenwoordige prijzen op Java.
De belangrijke afschepingen in Juli en Augustus van
onverkochte Javasuiker naar Europa zijn voor een gedeelte
schuld, dat Europa in den laatsten tijd op de vaste be-
richten van Amerika nauwelijks reageerde.
De Engelsche Board of Tracle statistiek over September luidt:
September

Januari/September
1922

1921

1922

1921
tons

tons

tons

tons

import riet ……107.238

83.740 1.066.146

655.789
biet …….-

geraffineerd 37.323

45.225

401.027

374.437

Totaal . . .. 144.561 128.965 1.467.173 1.467.173
Voorr. in Entrepot . 226.850 253.550

,,Raff.derijen 51.550

35.000


Opbr. der

,,

77.253

60.845

714.241

589.917
Tot. binn. eonsumpt. 131.565 116.732 1.208.121 1.042.557
Totale export

1.993

608

37.650

7.561

Voorr. op 31 Aug. 1922 tons 296.650 1921: 297.500 tons
30 Sept. 1022

,,
278.400 1921: 288.550

Op J a v a was veer meer koophist te bespeuren. De
Trust verkocht uit den oogst van dit jaar eenige partijen
tot f13,- e.k. en daarna het restant tot
f
13′. Voor
Superieure Stroopsuiker werd
f
13% en voor Melassesuiker

f
9% betaald. De door de V. J. P. voor den oogst van dit
jaar bedongen doorsneeprijs bedraagt ongeveer f11,- per
pico! kristal. Ook uit den volgenden Java-oogst kwamen

verdere transacties tot stand tot de laatste prijzen van

f
12% voor Superieur,
f
11% voor No. 16 &/of hooger
en
f
11,- voor Muscovados, waardoor de totale verkoo.
pen uit Oogst 1923, 2.500.000 picols bedragen.
II
ier te 1 a n de is de stemming ook eenigszins ver-
beterci, niettegenstaande van tijd tot tijd partijen, clie nor-
spronkelijk naar Duitschland verkocht zijn en niet wor-
den opgenomen, tot best mogelijke prijzen verkocht worden.
De grondtoon der markt is vaster, hetgeen ook door de
af doeningen op de termijnmarkt tot uiting kwam. Novem.
ber/December liep op van
f
21% tot
f
21% met meer
koopers dan verkoopers.
De laatste C u b a.t.tatistiek luidt als volgt:
1922

1021

1920
tons

tans

tons
Weekontvangst. tot 7 Oct.

8.000

12.000

8.019
Tot. ontv. 1 Jan.-7 Oct.

3.789.000 3.234.000 3.526.034 Werkende fabrieken

1

1

1
Weekexport tot 7 Oct…..25.000

16.000

5.571
Tot. exp. 1 Jan.-7 Oct……3.449.000 2.051.000 3.498.501
Tot. voorr. op 7 Oct…..316.000 1.185.000

313.511
NOTEERINGEN.
S,

Data
Amster.
dam per

Londen
New York
96pCt.
Centri.
Tates
White Java
f.o.b. per
Amer. Gra.
nulated c.Lf.
Oct.
Cubes
No. 1
October/December
October
fugals

8h.
Sh.
8h.
$cts.
10Oct. ’22f211
561-
19/-.
2119
5,28
3

,,

’22
55!3
1913
2116
5,28
10 Oct.
1
21
56/6
1913
221- 4,2314,13
10 Oct.

’20,,

1161-
561-

8,-
4.Ju!i

’14,,11’°/
32

181-
– –
3,26

KOFFIE.

(Mededeeling van de Makelaars G. 1)uiirin,g & Zoon, Kolf t
& Witkamp, Leonard Jacobson & Zonen en G. Bij dendijk).

Noteeringen en voorraden.

Rio
Sanlo.
Da(a
Wisselkoers
.
Prijs Prijs
oorraa
No. 7
oorraa
No. 4

14 Oct.1922
1.713.000

16.875 2.343.000

23.200
6
11
/
82

7

,,

1922
1.694.000

16.675 2.411.000

22.600
6
8
/
8

30 Sept. 1922
1.774.000

16.675 2.511.000

22.800
6
1
/
14 Oct.

1921
1.651.000

12.325 3.045.000

15.200
881,6
Ontvangsten.

Rio
Santos
Data
Afgdoo pen
1

Sedert
Afgdoo
pen
Sedert
week
1 Juli
week
1 juli

14 Oct.

1922….
75.000
1.053.000

1

141.000

1

2.101.000

1

14
Oct.

1921….
71.000
1.410.000
154.000
2.622.000

KATOEN.

Noteer.iug voor Loco-Katoen.

(Middlin.g Uplanls).

114 Oct. ‘221
7 OcL ’22
30 Sept. ‘2?!
14Oct. ‘21114
Oct.
’20

New York voor
Middling

..
22,50e
21,55e
20,35e
19,55e 22,50e
New Orleans
voor Middling
21.75e
20,80e 20,25e
18,75e
20.75e
Liverpool voor
Fy Middling
13,30d
12,52 d
12,40d
13,02d
17,02d

Ontvangsten in- en uitvoeren vn Amerikaansnhe thavens.

(In dulzendtallen balen)

1
Aug.
’22
Overeenkomsllge perioden
tot
14011.
1
22
1920-21

1

1919-20

Ontvangsten Gulf-Havens..
1231
1171
819
Atlant.Havens
296 469 210
Uitvoer naar Gr. Brittannië
296 245
290
‘t Vasteland.
615
2023
411
Japan etc…


Voorraden in duizendtallen
14
Oct. ’22
14 Oct.’21
I5Oct.’20

Amerik. havens ……….
1511
930
Binnenland…………..
.845
1057
1

1278
984
New York

……………

139
32
New Orleans …………

416
227
Liverpool

……………
592

.
815 812

914

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

18
October
1922

9-14 Oct..

1922!

t

1
11e.’1
2110
1

261-
1

25
/

2-7

,,

19221

1

1
ii

c.hI
31
1
241-
1

24/-
10-15 Oct.

19211

1

1
41-
1

41-
1
201-
1

20,’-
11-16 Oct.

19201

1

1
126
11216
1
901-
1

92,6
Juli

19141

11 d.
713
1
111
1
/el
1/1-1
“II
12/- 12/-

KOLEN.

Cardifi
Ooitk. Engeland
Data
Bordeaux
Cenua
Ç°
Plato
[
—.
1;

!
Rotter-
1 Gothen.
Rivier
t

dam

i
burg
9-14 Oct.

’22
718
12/-..
13/6 15,3
5/5
8/-
2-7

Sept. ’22
713
12:3
1
1
2

13110
1518 516
714k
10-15 Oct.

’21
813
12/9
131-
.201-
.613
8)7
1
1
2

11-16 Oct.

’20
2716
40
/

401-
55′-

Kr.
25
Juli

1914
fr. 7,—
7/-
713
14/6
.3/2 41-
DIVERSEN:
..
.

Bombag
t

Birma
t

Vladivô-
1
Chili
Data
1

West
1

West
1

stock

1
We3t
Europa
1

Europa
1

West

1
Europa
1

(d.
w.)
1

(rijst)
1

1

9-14 October -. 1922 .

2216

2-7 September1922..

2016

10-15 October.. 1921..

2716

11-16October.. 1920..

901-
Juli

1914..

1416

1) Amer. cents
p.
100 lbs.

Naamlooze Vennootschap

Holland
m
Canada

Hypotheekbank

gevestigd te ‘s-Gravenhage.

VERKEERS WEZEN.
SCHEEP VAART.
GRAAN.

All. Kuit

S Lzo
grad
Peho- Odessa

Ver. Stoten

an oren –

Rotte,-
Data

Londen,’1 dam

Rotte,. Bruto! Rotter. Enge-
R’dam

dam
1
Kanaal dam t land

251- 301-
3113
241-
30′-
311-


40-
120/-


1613
25!-
22/3

NIJGH & VAN

DITMAR’S

UITGEVERS-MIJ,

ROTTERDAM

Wijnhaven 111-I13

Tel. 7841-’42-’43-’61

UITGIFTE

(onder voorbehoud van de verkrijging der Koninklijke Bewilliging

op de jonste Statutenwijziging) van:

Cane $400.000,-
6
o
/o
Pandbrieven

Belast zich met het

verzorgen van uit-

gaven en tijdschrif-

ten op elk gebied

Ondergeteekenden berichten hiermede, dat de
1.NSCHRJJ VING

op bovenbedoelde Pandbrieven tot den koers van
100
% (de

Can. $ gerekend á fi. 2,50) zal zijn opengesteld op

Dinsdag 24 October 1922,

van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur,

te Amsterdam ten kantore derH. F1. LIPPMANN, ROSENTHAL & Co.

Rotterdam ,,

,,

,, ,, R. MEES & ZOONEN.

‘s-Gravenhage ten,,

,, ,, SCHEURLEER & ZOONEN.

en ,, ,, R. MEES & ZOONEN.

Prospectussen, inschrijvingsbiljetten en exemplaren der Statuten

zijn bij bovengenoemde kantoren verkrijgbaar.
Amsterdam,

Rotterdam,

18 October 1922.

‘s-Gravenhage,

LIPPMANN, ROSENTHAL 4 Co.

R. MEES ZOONEN.

SCHEURLEER t ZOONEN.

AANDEELEN

IN ORIGINEELE

ONTWERPEN

WORDEN VER-

VAARDIGD TER

DRUKKERIJ VAN

NIJGII & VAN DITMAR’S

UITGEVERS-MAATSCII’J

ROTTERDAM

Auteur