Ga direct naar de content

Jrg. 7, editie 314

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 4 1922

1,
.L-I NTJARI 192

AUTEURSRÏI’CHT VOORBEHOUDEN.

ii

Economisch.S tatistische
Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID. FINANCIÊN EN VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

7′
JAARGANG

WOENSDAG 4 JANARI 1922

No. 314

INHOUD

5hz.
Da
WETTELIJKE VOORZIENING VAN HET LEVENSVERZEKERUG-
BEDRIJF
1 door
Prof. Air,
T!.
R. Itibbins ……………
1
Handelscommissat

issen voor Nederlaudsch-Indië door
W.
deGoeie Buning …………………………….
4
Sombere Tijden ………………………………6
Het Staatsbedrijf van de Posterijen, de Telegrafie en Tele-
fonfe. De bzdrijfsbegrooting, door
Mr. G. 11. Dijkmans
van Gunst
.
………………………………..
7
Londensche Correspondentie ……………………..9
AANTEEKENINGEN:
Engelsche regeeringscontrôle over de Koninklijke Shell-
groep?
………………………………….10

Aantal naar een inkomen van boven
f
50.000 aange-
slagenen in or’ze grootste vier steden …………..11
De Britsche V’est-1ndische eilanden …………..11
Kleirihandelsprijzen …………………………12
INGEZONDEN STUKKEN:
De Critiek van Mr. W. Suermondt op: G. Knop, Han-
delstechniek E, door
G. Jlnop
(met naschrift door
Mr.
1V.
Suermondt Lsn.) ………………………
12
OVERZICHT VAN TIJDSCIIRIFFEN
……………………13
MAANDCIJFERS:.
Résumé uit het ,,Monthly Bulletin of Statistics”……..14
Ontvangsten van Spoor- en Tramwegmaatschappijen,
Augustus 1921

…………………………..14
Rijkspostspaarbank

…………………………15
Postchèque en Girodienst ……………………..15
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam …………..15
Productie der Kolenmijnen ……………………
15
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………..
15-22
Geidkoersen.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Goelerenhandel.
Bankstaten.

1

Verkeerswezen.

INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secret.aris: Mr. G. W. J. Bruins.
Assistent-Redacteur voor het weekblad:
D. J.
Wansinle.

Secretariaat: Pieter de Hooglbweg 122, Rotterdaun.
Aa.ngeieeleende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 37.
?’alefoon Nr. 3000. Pos!chique- en girorekening
Rotterdam No. 8408.

Abonne?nentspr’ijs voor het weekblad franco p. P. in Nederland
f
20,—. Buitenland en Kolon.iën
f
25,-
per jaar. Losse n.umsners 50 cents.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonne-

ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

2 JANUARI 1922.

Door de feestdagen en in rverband met de jaarswis-
seling waren de omzetten soowvel op de geidmarkt als
op dc wisselmarkt zeer beperkt. De geldkoerseu waren

eerder nog iets vaster. Particulier disconto schommel-

de tusschen 4% en 4% pOt. De prolongatierente no-

teeside 4%-4%-4% pOt.. De wisselkoersen waren
daarentegen flauwer. Vooral dollars waren in ver-

band met de geldleening aangeboden en werden heden

s.
2,6936 afgedaan.

LONDEN, 31 DECEMBER 1921.

Sinds het begin van de week, en voornamelijk op

Donderdag en Vrijdag, ontwikkelde zich een lovendige

vraag óip de geldmarkt, welke zich uitetaard in

hoofdzaak richtte naar geld tot na Nieuwjaar. Op

Woensdag, Donderdag en Vrijdag werden dan ook

aanzienlijke bedragen bij de Bank of England opge-

nomen voor een week tegen 534 pOt.

Daggeld was weinig gevraagd en deed zelden meer

dan 3% pOt. en saidi tot den volgenden dag werden

aangeboden tot 2% pOt. 7-daags geld, dat in den

aanvang van de week nog 3% pOt. noteerde, liep

evcn.vel op tot 5 pOt.

In aansluiting hieraan trokken ook de disconto’s

aan, doch de omzetten aan deze markt bleven zeer

beperkt:

2-maaj:ids ban.kaccepten 3
5
/8 pOt.

4- ,,

3%—% pOt.

6-

,,

3
5
/8
pOt,.

DE WETTELIJKE VOORZIENING VAN HET

LEVENS VERZEKERINGBEDRIJF.

1.

In 1880 ontzegde de Hooge Raad rechtskracht aan de toen krachtens K. B. van 1830 bestaande regeling
van het levensverzekeringbedrijf. Sedert is men voort-

durend bezig geweest te trachten daarvoor een wet-
telijke regeling in de plaats te stellen. Vlot is dit niet
gegaan. We hebben een ontwerp van een staatscom-
missie van 1885, een ontwerp van eenzelfde commis-
sie van 1897, welke ontwerpen hét niet tot de Kamer
gebracht hebben; vervolgens een, ontwerp van de
verceniging voor levensverzekering, gevolgd door een
wettent’verp van 1912, dat echter ten slotte – zal het ten slotte zijn – wederom heeft plaats gemaakt vopr
het op 4 October j.l. aan de Tweede Kamer aange-
boden ontwerp, he’twelk voorbereid is door een derde
staatscommissie,

de z.g. commissie-Niemeijer. Indien
dit ontwerp wat zal worden, zal het rtoch meer dan
veertig jaren geleden zijn sedert een vorige overheids-
regeling van kracht was: oude maatschappijen zullen
zich de overheidsbemoeiing nauwelijks herinneren;
nieuwe instellingen hebben haar nimmer gekend en
zoo doet zich dit ingrijpen in het veertig jaren lang

vrij geweest zijnde levensverzekeringbedrijf als iets
nieuws voor, waartegen zich hier en daar stemmen
verheffen. In werkelijkheid is de schakel tusschen nu
en vroeger duidelijk aan te wijzen, zoodat Mr. Beijen,
de secretaris van -de laatste commissie bij de verde-

diging van de regeling, in een vergadering mocht
spreken van een zekere mate van continuïteit, al
verwekte deze continuiteit met een tusschenpoos van

veertig jaren een begrijpelijke vroolijkheid.

Wat is de reden, dat voor dit bedrijf een overheids-

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Januari 1922

voorziening gewenscht is, ook voor velen van, hen,
clie van zulk een regeling bij andere iëdrijven afkee-

rig zijn en dat hier zulk een regeling heeft be”s,tian

van 1830-1880, in een tijd toen in het algemeen de

overheid zich ervan onthield om in de bedrijvenin te
grijpen? De reden moet gezocht worden. ‘in den aard

van de overeenkomsten, welke tusschen den 1vens-

verzekeraar en de verzekerden gesloten zijn. In ‘de

eerste plaats onderscheiden deze overeenkomsten zich

door den langen duur, in dien zin, dat de praesteties

van de verzekerden dadelijk beginnen, maar dat de

tegenpraestatie van den verzekeraar dikwijls eerst na

verloop van lange.. jaren opeischbaa’r zal zijn. Het’ge-

volg hiervan is, dat de verzekerden vertrou’wen
1
rnoe-

ten hebben in de solidiiteit van den verzekeraarover

wellicht vele tientallen van jaren. Mocht tijdens, den.

loop dier jaren dat vertrouwen meer of nrinder,wor-

den beschaamd, dan zijn de verzekerden machteloos.

Invloed of toezicht op de gestie hebben zij niet,kun-
nen zij niet hebben en on’tijdige verbreking VaJI de

overeenkomst, vervroegde praestatie van den verze-
keraar brengt steeds een aanmerkelijk verlies mede

voor den verzekerde en leidt tevens niet tot het, door
hem ‘beoogde doel. En hier komen wij aan het tweede

belangrijke punt, de ‘beteekenis, welke deze overeen-
komst in hét algemeen voor de verzekerden heeft:.

voor hen is het een levenskwestie, zij verzorgen hier-

door hun ouden dag en wanneer de verzekeraar in
gebreke blijft, zal hun oude dag ‘onverzorgd zij en

zullen
ij
mogelijkerwijze aan armoede en onderng

zijn overgeleverd. Indien een verzekeraar niet meer
in staat is Zijne verplichtingen na ‘te komen, vorden
daardoor talibos velen zeer ernstig getroffen e ‘de

gevolgen kunnen jaren ‘duren of zullen na jaren ‘edrst

ernstig door de belanghebbenden gevoeld worden! Dan
al ingrijpen van overheidswege soms noodig moeten

zijn, indien men niet
wil,
‘dat velen ‘ondanks hunne

voorzorgen in hun ouderdom niet kunnen’ woo,zien

in hun onderhoud. Vandaar dat hier een bebeienis

van de overheid. alleszins gerechtvaardigd is, odat

deze alleen• kan doen, wat de verzekerden niet ‘kun-
nen: trachten waarborge’n te vinden, ‘dat de ‘ver-

zekeraar ibehoorlijk solide, is ‘en solide blijf t dat
laatste vooral, maar zonder het eerste zal dat’diet
zijn te bereiken. In het bovenstaande vindt mén,ol-

doende motiveering voor het
ingrijpen
van ‘den”et-

gever in ‘dit bedrijf; de moeielijkheden, waarin eeA

, i

ge

bekende instellingen, ‘die het volle vertrouwen

van

hun verzekerden genoten, geraakt ‘zijn, toonen
‘ ‘
de

juistheid hiervan aan en laten niet ‘toe, dat de rege-

ling nog langer op zich laat wachten. Ook de vze
keraars zelve kunnen het beginsel van staatsbenîoei-
ing met hun bedrijf niet meer afwijzen; zij kuiaen
bezwaar hebben tegen deze of ‘gene methode, maar
liet beginsel moet ook voor ‘hefl gewenscht zijn, ‘daar
elke calamiteit, één verzekeraar overkomen, haar

terugsiag heeft op het geheele
bedrijf
en de staatsin-

menging, hoe dan geregeld, de strekking heeftrdie
calamiteiten zooveel mogelijk te ‘voorkomen. Het ‘er-
trouwen, dat ongetwijfeld door de gebeurtenissen van
hét laatste jaar een stoot heeft gekregen, zal door den

steun van een staatstoezicht weder’ eerder, hersteld
worden. Men• moet dan ook aanemen, dat het or’
die verzekeraars, die zich ook thans nog veezttn
tegen elke taatsinmenging, meer is een bezwaar then
eenig systeem o’f uitwerking van ‘dat systeem in let
aanhangige voorstel..
11

Eveneens is uit ht voorgaande voldoende afte
leiden, dat deze regeling geenszins een voorloopeiis
van een regeling van andere bedrjve. van ‘handel en
bankwezen, noch zelfs van de andere verzekering-

bedrijven en dat
‘zij,
die nich met alle macht zou’d’en
verzetten tegen ‘zplk een s’taatsinmenging, niet tin-
consequent zijn, wanneer zij die ‘inmenging hier Biet
alleen gewenscht, maar ook noodzakelijk achten.a’.’

Wij zijn nu echter eerst bij het beginsel,. maar,.it
moet vorden uitgewerkt en hier. komen.vele oei1j’k-

heden, waarover verschil van inzicht zal blijven be-

staan, maar waar een keuze zal moeten worden ge-

d’aan.

De groote vraag, welke zich hier voordoet, is deze:

zal de staat al of niet daadwerkelijk ingrijpen in het

bedrijf, voorschriften geven, waaraan d’e bedrijfvoe-

ring moet voldoen? Er
zijn
er, die meenen, dat alleen

hierdoor voldoende zekerheid kan worden verkregen

voor
blij
ven’de soliditeit en eed nichtig beheer. Goed-
keuring dus van de tarieven, voorschriften voor

premiereserve en ‘belegging. Naast de voordeelen

springen de groote nadeelen in het oog. De Staat

neemt de verantwoordelijkheid op zich van het be-

heer, ‘zonder ‘nochtans beheerder te zijn; de bestuur-

deren, aan wie hunne gestie ‘wordt voorgeschreven,

zullen uit ‘den aard hunne verantwoordelijkheid min-

der gevoelen: het systeem leidt tot staatsexploitatie,

zonder dat deze wordt gewild.

Grijpt men niet in in het beheer, hoe kan men dan

een regeling treffen, welke ‘geen schijn is, maar wer-

kelijk de ‘waarborgen geeft, welke ‘daarvan ge; raagd
worden? Vooropgesteld ‘m’oet worden, dat ‘in dat geval

volledige waarbdrgen, voornamelijk voor Teejs geslo-

ten verzekeringen, niet ‘te verkrijgen zijn: wanneer
in la’tre jaren het beheer ‘slecht gevoerd wordt en
de publiciteit hiervan wellicht nieuwe verzekerd’n

zal teru’ghouden, zullen niettemin de oude verzeker-

den de dupe kunnen worden. Men rekent echter, dat

tijdige publiciteit en ‘daardoor vrees voor achteruit-

‘gang in het
bedrijf
het heilzame gevolg zul hebben,

dat van den slechten weg tijdig zal worden terug.
gekomen, ‘waardoor ook de ‘bestaande verzekeringen

van het dreigend gevaar zullen worden gered.

Wanneer de Staat zich niet zal inlaten niet de be-

drijfvbening, zal zijn inmenging voornamelijk twee
punten ‘betreffen: waarborgen hij de oprichting en
waarborgen voor zoo groot mogelijke publiciteit.. Het

ontwerp gaat déze’ richting uit. Afgezien is van iii-

menging in de ‘bedrijfgestie op grohd van de be-

zwaren, welke hierboven daartegen
zijn
aangevoerd;

de keu’ze is gevallen op het andere systeem en wij

v’inden dan ook regelingen betreffende de bei.ie
z’oo-

even genoemde onderwerpen.

In ‘de eerste plaats dus waarborgen .bij cle orich-

tung. Zooals reeds gezegd, moet de solidi’teit v.an den

verzekeraar voor langen tij.d gewaarborgd worden.
Het vermogen van den verzekeraar, dat als basis voor
zijn bedrijf gestrelot heeft, ‘de gekweekte reserve,
moeten beschikbaar blij ven voor de verplichtingen ‘dit
,1,

de gesloten verzekeringen, voortvloeiende. Voldoende
waarborg hiervoor ‘bestaat nimmr, wanneer ‘de ver-
zekeraar iseen natuurlijk persoon. Dan zullen immers

deze bedragen deel uitmaken van zijn vermogen en
daarmede tevens dienen tot waarborg van zijn overige,
met het levensverzekeringbednijf in geen verband
staande verplichtingen. Een nog ‘grooter bezwaar ja,
dat’ wanneer de verzekeraar sterft,
zijn
vermogen k’emt
aan zijn erfgenamen, die dan eveneens in zijn plaats
komen als verzekeraar. De verzekerden vinden das
personen tegenover zich met ivie hij niet gecontrac-
teerd hebben, die
zij
wellicht, niet als verzekeraars
wenschen en in wie zij niet het vertrouwen hebben

als in hun erfiater. Zal het ‘vermogen onverdeeld
blijven of zal het onder de erfgenamen verdeeld vor-
.den, zoodat ieder een evenredig ‘deel van de verplich-
tingen mede op zich neemt. In allen gevalle z’al het
voor de verzekerden last en gevaar medebrengen.
Eenige zekerheid, dat hun rechten gewaarborgd zul-
len blijven, hebben
‘zij
niet. Vandaar ‘dat het ontwerp
den natuurljken persoon als verzekeraar uitschakelt

en ‘daartegen ‘zal geen enkel bezwaar ‘kunnen bestaan.
Voorgeschreven is, .dat het levensverzekeringbe-
drjf alleen zuHen mogen uitoefenen naamlooze ven-

nootschappen en onderlinge
maatschappijen.
Natuur-

lijke personen en vereenigingen, anders dan de boven-
vermelde, welke thans het levensverzekeringbedrij’f
uitoefenen zullen nog gedurende ‘drie ‘jaren daarmede

4 Januari 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3

mogen voortgaan; daarna, moet de wettelijke verm

zijn aangenomen. Hiertegen 2ijn bedenkingen aange-voerd: niet tegen het verbod, dat natuurlijke personen

het bedrijf zullen uitoefenn, maar tegen de beper-

king van de daartoe bevoegde vereenigingen. Gezegd
wordt, dat ei’ thans instellingen zijn van een anderen

vorm, welke op ‘zeer behoorlijke en zekerheid gevende

wijze werken en waarvoor het bezwaarlijk is zich

om te zetten in een naamlooze vennootschap of onder-
linge maatschappij. Dit punt zal nader dienen te wor-

den onderzocht, i.n het bijzonder de waarde der be-

zwaren tegen een -omzetting. Het kostenbezwaar, voor
zoover dit betrekking heeft op ‘zegl en registratie,

kandoor een bijzondere ‘bepaling worden on-denvan-

gen. Hiervoor zal zeker alles te zeggen zijn. Tegen
het voorschrift voor zooFver het nieuw op te richten
instellingen betreft kan moeilijk bezwaar worden ge-

maakt.
Nog een anderen waarborg heeft het -ontwerp ge-

socht in het vereiichte kapitaal:
f
500.000 voor

naamlooze vennootschappeh en onderlinge maatschap-
pijen, welke ook anderen, dan eigen leden verzeke-

ren,
f
250.000 voor onderlinge maatschappijen, die
have. werkzaam’heid tot have eigen leden beperken.

Voor bestaande inste’lingen wordt de helft van deze
bedragen geëischt. Deze hebben reeds een reserve,

welke de functie van het kapitaal mede verricht. Toch

kan voor verschillende bestaande verzekeringsmaat-
schappijen ook deze eisch bezwaren en moeilijkheden
medebrengen. Aangevoerd is, dat voor sommigen
een dergelijk kapitaal niet .noodig is: dat de reserve

geheel in de eischen voorziet of dat de kleine om-
vang van het bedrijf een dergelijk kapitaal niet be-

hoeft. In een vorig ontwerp waren de eischen het
dubbele; na gemaakte bezwaren ‘zijn deze toen ‘terug-
gebracht. Zoo is het ook mogelijk, dat de thans aan-
gevoerde bezwaren ernstig ‘zijn, zoodat deze de volle
aandacht verdienen. Het mag niet het gevolg van de

wet zijn, dat het voortbestaan van bedrijven onmoge-
lijk gemaakt wordt, tegen welke geen redelijke bezwa-
ren kunnen worden aangevoerd en waar ingegrepen
wordt in een bestaanden toestand moet met alle rech-

ten rekening worden gehouden. Vandaar ‘dat, waar
algemeene regelen voor nieuwe ‘ondernemingen op

hun plaats zijn, oude instellingen mogen vorderen
dat elk geval afzonderlijk wcirde onderzocht, wan-
neer er tegen de algemeene regeling bezwaren b-
staan. Het con mij willen voorkomen, dat zoowel wat
‘betreft de vraag van kapitaal als die van den vorm

van associ-atie, elk geval afzonderlijk moet worden
bezien, wanneer gemotiveerde beuw-aren tegen de al-gemeene bepalingen worden aangevoerd. Het zal meer
werk geven en moeilijker
zijn
dan wanneer alles ‘naar

een model wordt beoordeeld, maar d’e bestaande in-
stellingen hebben recht op een afzonderlijke behande-
ling. Het is een onderzoek dat uit den aard slechts
eenmaal voorkomt en de hier ingevoerde Verzeke-
ningskamer -is het aangewezen lichaam om dit onder-
zoek te doen en de beslissingen -te geven, waarvan
een beroep
bij
de Kroon zal openstaan.
In -dit verband kan nog gewezen worden op een
voorschrif t, ‘dat ver-biedt aan in-stellingen, welke zich
‘bezighouden met het lervensverzekeringbedrjf, andere
bedrijven uit te oefenen. Het gevaar rzou anders be-
staan, dat de fondsen, bestemd voor de uitbetaling
der ver zeker’ingcontracten, aangesproken nou-den wor-
den voor de verplichtingen uit -het andere ‘bedrijf. Een soortgelijke toestand dus, als wanneer een na-tuurlijk persoon ii e-t levensverzekeningbedrjf uit-
oefent. Als uitzondering Ijierop is nog toegestaan om
als nevenbedrijf ,,-overeenkomsten te sluiten, welke be-
staan in het tegen genot van premie aanvaarden va
verplichtingen van geldelijken of van anderen aar-d
in verband met gebeurtenissen, waar-van het ontstaan op het tijdst’ip, waarop zij zullen voorkomen, onzeker
is en die den persoon -van den mensch betreffen”. Be-
-doeld is en-vier meer een -ziek-te- of ongev’allenverze

kering. , –

Men is tot -dit verbod gekomen, omdat men niet

wensch.t-e een voorrecht te scheppen van de verzeker-
dén op de premiereserve. In de eerste plaats is ‘zulk

cen voorrecht op voortdurend wisselende goederen,
een gedeelte van het vermogen uitmakende, in ons
iechtsysteem niet bekend en zou een doeltreffende

regeling vele moeilijkheden met zich brengen. Ver-der

beteekent zulk een vdorrecht niets, wanneer niet

tevens het bedrag, dat wil dus zeggen de pr-emiereser-

ve, wordt vastgesteld. En dit wil men bij deze rege-

ling juist niet, omdat men de vrijheid van het be-

‘drjf wil handhaven. Daarom wordt hier de waar-borg
gevonden i.n het verbod van neven-bedrijven, zoodat

de aanwezige baten geheel ten goede komen aan de

crediteuren van het verzekerin-gbodrijf. Waar -deze

crediteuren i-n hoofdzaak -zijn ‘de verzekerden en de
overiie crediteuren in het algemeen van weinig be-

teekenis zijn, ‘wordt op deze wijze hetzelfde bereikt als

met een voorrecht, aangenomen een-maal dat men in

beide gevallen geen
wettelijke
voorschriften voor het

bedrag der reserve wenscht.

Naast voorschriften over de oprichting van de be-
drijven zijn voorschriften gegeven over de publiciteit.

De verzekerden hebben belang voortdurend op de
hoogte van den toestand van het bedrijf, te zijn en

de publiciteit zal zoo moeten geschieden, dat hier-
door geen verkeerde -voorstellingen ‘worden gewekt,
maar een juist beeld wordt gegeven.
Toch heeft het ontwerp terecht ingezien, -dat hier-
mede niet kan worden volstaan. De dui-delijks’te open-
legging van zaken van een .levensverzekeningbedrijf

zal aan een niet-deskundige verzekerde nog maar wei-
nig te zeggen hebben, terwijl
‘bespreking in dc deskuri–dige vakpers, bij verschil van meening, den verzekerde
in het duister laat of ongerustheid ‘kan verwekken,
waar deze niet noodig is. Van-daar d-at gezocht is naar
een betrouwbare leiding, die objectief en buiten de
belangen staande, de publicaties kan .beoordeelcn en
van haar inzicht den belanghebbenden mededee-ling kan
doen. Uit deze gedachte is geboren de Verzekerings-
kamer, een instelling, die zal tbestaan uit personen,
welke -niet op eenigerlei wijze verbonden
zijn
aan een

onderneming, -die het levensverzekerjngbedrijf uit-

oefent. ‘Uit den -aard der zaak zullen de leden ‘des-
kundig zijn, terwijl het aantal na-der bij algemeenen
maatregel zal worden

bepaald. Deze kamer -zal in de
eerste plaats nagaan -of de instellingen voldoen aan
de eischen voor oprichting gesteld, welke ‘zooe-vcn zijn

behandeld. Vervolgens zal de kamer ontvangen de

gegevens voor ‘de publiciteit, welke jaarlijks moeten worden ingediend -op stat-en, waarvan de inrichting hij deze vet is vastgesteld. Die

gegevens kunnen ver.
;

werkt worden in het jaarlijks door de kamer uit te
brengen verslag. Alvorens nu deze regeling nade-r te

beschouwen, is het wellicht wenschelijker- de i’egeling

van de publiciteit eerst in haar geheelen omvang
mede te deelen. Men heeft gemeend, dat als eenmaal
een deskundig lichaam als de verzekeringskamer zal
bestaan, niet hiermede volstaan kan worden, .dat deze
eenvoudig toeziet op de publicaties, maar d-at het ge-
wenscht is, dat haar inzicht en deskundigheid op
andere wijze vruchtdragend zullen worden gemaakt.
Aan den anderen kant had men er tegen tewaken,dait
de staatsinimenging in ‘de hedrijfvoering, welke men wil

buitenslui’ten, hierdoor niet zou binnensluipen. De
tusschenw-eg, die gevonden werd, i dezo: de kamer
kan niet ingrijpen in het bedrijf, niet voorschrijven
‘of bevelen geven, wanneer naar hare meenin-g een
verkeerde richting wordt ingeslagen, maar zij kan
advie-zen geven. Willen ‘deze adviezen -ook tegenover
een onwillige onderneming’ cenig gezag hebben, dan
moet een lichte of zwaardere dwang ‘bestaan, da-t deze

ernstig in -ove’reging zullen worden genomen. Deze
dwang is hierin gevonden, ‘dat cle adviezen, ‘indien zij
niet wor’den opgevolgd, kunnen worden gepubliceerd.
Deze publicatie zal echter niet geschieden dan na een
termijn van zestig ‘dagen,
‘terwijl
de onderneming

4

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4
Januari 1922

recht van ‘beroep heeft bij de Kroon binnen vijftig
dagen. Ingeval van beroep wordt de publicatie opge-

schort tot na ‘de beslissing. Voor het zoover komt, is

er natuurlijk al velerlei gebeurd. De .verzekeringmaat-
schappij, die het advies heeft ontvangen, zal hare

meening daartegenover aan de verzekeringskamer

hebben doen kennen. Wordt de kamer hierdoor over-

tuigd, dan zal zij het advies intrekken en niet publi-
ceeren; blijft zij bij hare meening, dan zal zij het

antwoord weerleggen. De onderneming zal dan be-

sluiten wat haar te doen staat; gevoelt zij zich sterk,

dan zal zij het er op aan laten komen en bij puklioatie

van het advies na een afgewezen beroep, het pchliek

laten oordeelen. Zij kan toch vordeqen, dat met het
advies de geheele daarover gevderde correspondentie

zal worden openbaar gemaakt. Door deze regeling
wordt ertegen gewaakt, dat het advies lichtvaardig
w&rdt ter zijde gelegd, terwijl aan den anderen kant

getracht is den verzekeraar zooveel mogelijk waarbor-

gen te geven tegen een niet veran.tw000d ingrijpen in

zijn bedrijf. In hoeverre men hiermede geslaagd is,
zal in een volgend artikel nader rworden onderzocht.

RIBBIUS.

HANDELSCOMML9SARIsJijN VOOR

NEDERLANDSCHJNDIE.

Het is nu ruim twee jaar gèleden, dat de Kamers

van Koophandel en de H•an:delsvereeiijgingen in Ne-derl.-Indië een mededeeling ontvingefl van de Regee-

ring, dat zij het wenscheljk achtte een handels-

attaché te zenden naar de Vereenigde Staten, ten-

einde in de kringen van Amerikahnsche financiers
en kooplieden belangstelling te wekken voor Ned.-

Indië als product.ieland, als afzetgebied voor Amen-
kaansche fabrikaten en als terrein voor vTuchtbare
kapitaalsbclegging. Ofschoon de handelsorganisaties

in Indië in het algemeen voor dit plan niet geest-
driftig gestemd waren, bleef de Regeering bij haar
voornemen, daarin gesterkt door het rapport van den

heer K. F. van den Berg, directeur der Javasche
Bank,clie bij zijn bezoek aan de Uiited States wel

een vriendedijke belangstelling in de ontwikkeling

van onze overzeesche gewesten had waargenomen,
doch tevens een verbijsterende onwetendheid ten aan-
zien van Nederl.-Ind.ië en de Indiische toestanden.
Slechts een degelijke systematische propagandacaan-
pagne, geleid door iemand, volkomen op de hoogte

van de economische verhoudingen in Indië zou daarin
verbetering kunnen brengen.

Aan dit plan bleken echter ernstige bezwaren ver-

bonden te zijn. Had de Indische Regeering zich aan-
vankelijk een handelsattaché gedacht, geheel onafhan-
kelijk van de Nederlandsche economische voorlich-

tingsd inst en slechts verantwoordelijk aan haaTzelve,
na langdurig overleg met den Haag werd het juister
geoordeeld, de Indische handelsattach, evehals de
Nederlandsche, toe te voegen aan het Gezantschap te
Washington. Daarbij kwamen nog andere moeilijk-
heden, zoodat eerst op de ‘begrooting van 1922 een pest uitgetrokken werd voor de aanstelling van den

handelsattaché of handelscommissaris, zooals zijn
aznbtstitel zou luiden.

De Minister van Kc>loniën echter meende, met het
oog op de sedert 1919 zoozeer geAvijzigde omstandig-
heden, thans de definitieve benoeming van een han-
delscommissaris te moeten ontraden en stelde, ten-
einde toch aan de Indische’ wenschen tegemoet t

komen voor, een Indische specialiteit ‘voor den tijd
van zes maanden naar het Gezantschap te Washing-
ton te det’achecrcu, teneinde de handeisafdeelin al-
daar op de hoogte te brengen van de in ‘t bijzonder
voor Indië •gewensohte maatregelen. Na een samen-
werking van zes maanden met den Nederlandschen
handelsattaché zou men op de ingeicemen rapporten
beter kunnen oordeelen over ide wenschelijkheid van
een definitieve bezetting der post, waaraan vrij groote kosten vërbonden zouden zijn.

Edoch, ok in Indië was men inmiddels zeer onder
den indruk gekomen van de gewijzigde émstanidig-heden en seinde men terug, dat voorloopig afgezien

werd van de aanstelling ‘an een handelscommissanis,

zoowel tijdelijk als permanent, waarmede ook op
Koloniën de zaak als afgedaan werd beschouwd.

Onderwijl had schrijver dezes de opdracht vol-

bracht om een viertal maanden in Skan,dinavië, bij

wijze van proef, als handelscommissaris inlichtingen te verstrekken betreffende Handel, L
a
db
ouw
en In-
dustrie van Nederlandsch-Indië.

Daar de motieven, welke geleid hchben tot het

besluit der Indische Regeering om voorloopig geen

handelscommissarjssen te benoemen, geheel staan bui-
ten eenige beoordeeling van de resultaten der Skan-

dinavische proef, meent schrijver dezes niet onbe-

scheiden te zijn, zijn opgedane ervaring te publicee ren

en, waar zoowel in Nederland als in Indië ‘groot
meeningsverschil heerscht ten aanzien van de taak

en het nut van handelsattaché’s of commissarissen,

hoopt hij daarmede bij te ‘dragen tot een practische
oplossing van het vraagstuk en een .zuiverder beoor-

deelin.g daarvan in handelskningen.

Alvorens echter tot mijn eigenlijk onderwerp te

komen, dien ik een korte uiteenzetting te geven van
het stadium, waarin thans de Nederlandsche voor-
lichtingsdienst verkeert.

Zooals bekend, liet de economische berichtgeving
door de consulaire ambtenaren veel te wenschen over.

Met de instelling van de handelsattaché’s, eeni
g
e
jaren geleden, en de oprichting van de Afdeeliqg

Economische Zaken van het Ministerie van Buiten-

lanidsahe Zaken, wilde men die voorlichtingsdienst

over het Buitenland aanimetkeljk verbeteren. Deze
handelsattaché’s toch zouden niet, ‘als de consuls,
alleen waarnemen en ‘berichten, doch hadden de ken-
nis en den tijd om ook te
onderzoeken,
te
adviseeren
en te
propageererc.
Het adviseerend karakter kwam

bij de Nederlandsche handelsattaché’s aanvankelijk
eenigazins op d’en voorgrond, daar zij aangesteld wer-den in een tijd, waarin ‘alle Regeerin.gen zich beijver-
den
cm
door economische overeenkomsten den gedes-
organiseorden handel en industrie op de been te helpen

en onze diplomatieke vertegenwoordigers in Londen,
Washington enz. zaakkuridige ndviezen en assistentie

noodig hadden. Met het normaler worden der toe-
standen kwam echter de eigenlijke voorlichtings-
dienst weer meer naar voren en zien wij de handels-
attaché’s benoemd tot chefs van de lnandelsafdeeljn-
gen van de Gezantschappen, waarmede de oohsulaire

dienst onder hun contrôle en werksfeer werd ge-
bracht. Teneinde verder een afzorfderlijken consul-
generaal uit te sparen, werden zij bovendien met deze
fu.nctie ‘belast. Dit althans is reeds het geval met de
hamdelsattaché’s te Parijs, Brussel en Berlijn, welk

voorbeeld voor Now York en Londen t.z.t. zal wor-

den gevolgd. Het ligt bij ‘deze regeling in de bedoe-
ling om de gewone consulaire beslommeringen op de
schouders te laden van de aan den consul.’generaal
toegevoegde consulaire ambtenaren, zoodat zijn tijd
beschikbaar blijft voor de richtige uitoefening van
zijn functie als handelsattaché.

En in hoeverre profiteert
Indië
nu van dezen
dienst?

‘rijwel
niLs.

Weliswaar Jcunnen consuls en handelsattaché’s in
Ii un ressorten aandacht vragen voor Nederlandsch-
Indië, zooals inderdaad met pnijzenswaardigen ijver
geschiedt door den handelsattaché te Washington,

maan om, wat voer indië gewenscht is, met overtiii-
ging
en nauwkeurigheid buitenlandsche financiers
en kooplieden te kunnen inlichten over deelname aan
landibouwondernemingen, handel, industrie of mijn-

bouw, daarvoor is meer noedig dan goeden wil en
dient men vertrouwd te zijn met de ecdnomische,
politieke en sociale verhoudingen in Nederlandsch-
Indië. Voorts zullen de Nederlandscho ambtenaren

4 Januari 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

doorgaans niet het minste verstand hebben van de
Indische prodncten, wat met ‘het oog op ‘het gebruik
van die producten als grondstoffen in tal van in-

dustrieën toch zeer gewenscht is en ten slotte worden

alle mededeelingen naar dan Haag gezonden en krijgt

uren in Indië òf in het geheel niet ôf -zeer laat kennis
der ingezonden rapporten. Nu moet toegegeven wor-
den, dat ‘het verlangen naar ‘economische ‘vooTlich-

ting bij den handel niet zeer groot is. Evenals in

Nederland, staat de groothandelaar tamelijk onver-

schillig tegenover officieele ban’delsinformaties. ‘Spe-

ciaal ‘de ‘koopman, die aich in het bezit van een oude
gevestigde ‘zaak met wereidreputatie mag verhengen,

riet
soms
met onverschilligheid, soms met w’revel

doch zelden met instemming reigeeringsbemoeienis
met den handel aan en dat ‘standpunt is ook zeer ‘be-

grijpelijk als men bedenkt, dat ‘het prop;agandistisch
optreden van officieele voorlichters doorgaans voor
hem ongewensohte concurrentie in het leven ‘roept of
ander ovetlas’t ‘berokkent, zonder directe voordeelen

daartegenover. De zaak staat natuurlijk anders voor

die handeishuizen, die
‘niet
de middelen hebben of in

de gelegenheid zijn aich op elk gebied en in elk land
voldoende teoriënteeren, maar ‘ook indien van deze zijde

het werk ,van den econ’omischen voorlichtingsdienst
niet werd gewaardeerd, dan nog zou dit geen reden

voor de Regeering moeten
zijn
haar ‘arbeid te staken,

daar toch de-ze dienst niet ‘alleen ‘is ingesteld ten be-
hoeve van den handel, maar mede voor ide industrie,
]ahdtbouw, veeteelt, scheepvaart en.z. enz. en zaker niet
in de laatste plaats ten behoeve van de Regeering zelf, wier plicht het is, volkomen op de hoogte te
zijn van de economische verhoudingen in het buiten-
land, ‘teneinde, zonder op indiv’idueele belangen te
letten, de volksiwelvaart te kunnen dienen.

Ook ‘mijn ‘aanstelling tot handelscommiss’ari’s voor N.ederlandsch-In’dië werd door verscheidene Indische
h’a’n’dels’hui,zen in Nederland minder ‘gunstig opgeno-
men. Men zag daarin een streven om, ‘met uitschake-
ling van Ana’sterdam’sche en Rotterdamsche impor-
teurs, directe zakenverbmndingen tot stand te brengen
tusschen Skan’dinnvië en Ned.-Indië……wat een
onjuiste opvatting was van mijn zending.

De taak toch van den In’dischen handelsoonrmis-
sans ligt honger dan een onvruchthare verbreking
van ‘bestaande ‘handelsrelaties, Zijn doel is:

De verruiming van den al5ze’t ivan Indische pro-

dii eten.

Aan’trekkin’g van ‘kapitaal en werkknaciht voor
de verdere ontwikkeling van Indië.

Weliswaar ‘hoort men dikwijls vei’fkondigen, dat ‘de
handel zelf zorg draagt, door gezond eigenbelang ge-
dreven, voor een toenemenden afzet in verhouding
tot de groeiende ‘productie, ‘doch ‘geheel juist is die
bewering
niet.
Het eigenbelang schrijft den koop-man niet, voor om zooveel mogelijk te verkoopen,
maar wel om jzooveel mogelijk
winst
‘te ‘maken. Hoe
minder concurrenten hem daaTbij lastig vallen, hoe
aan.genaimer hem dat is; of het
totaal
kwantum dat
op een markt te plaatsen is door bijzondere maat-
regelen zou kunnen wonden vergroot laat hem onver-
schillig, als hij daar niet zelf van profiteert; zijn
belang is wel verbonden aan een meerdere vraag
bij
hem,
maar niet aan een grootere vraa:g in het ‘alge-
meen, wei aan hoogere prijzen voor
zijn
‘offertes, maar
niet aan een hooger prijsniveau in ‘het algemeen. Hij
zal daarom hoogstens een indirect ibelang kunnen
hebben bij pogingen om ‘de algemeene vraag naar
een product te vermeerderen.
Direct
belang ‘daarbij
hebben
de producenten.
Zij profiteeren immers on-middellijk van een meerdere vraag, van de ‘hoogere
prijzen en van ‘de wenken welke ten aanzien van
kwaliteiten, afwerking, verpakking ete. etc. door
officieele voorlichters worden ‘ers’trekt.
Zijn die producenten Europeesche ondernemers, in vereenigingen georganiseerd, dan zou het ook op hun
eigen weg kunnen liggen ‘om ‘de productenpropaganda

ter hand te nemen. Inderdaad hebben de plantersver-
eenigingen een ‘zoodanige actie herhaaldelijk overwo-
gen en heeft de Bataviasche Vereeniging van thee-
planters eeni’ge jaren geleden haar expert naar de

Vereenigde Staten gezonden in het belang van den

thee-expo’rt naar dat land, welke zending met succes

bekroond werd, maar ‘hoezeer men ook overtuigd ss
van het groote nut der propaganda, aan een systema-

tische, goed georganiseerde campagne in alle landen,

die daarvoor in aanmerking komen, kunnen ,de pro-

ducenten niet denken, omdat zij daartoe noch ‘de mid-
delen hebben, noch de ‘beschikking over de geschikte
personen, met voldoende autoriteit. Nu kan men wel-

iswaar ook geen handelsoom’missaris vinden met des-
kundige kennis van
alle
producten, •doch daartegeli.

over ‘staat, dat
zijn
officieele positie hem overal een
goede ontvangst en de no’odige belangstelling waar-
bo’rgt.
Zal het optreden van een ‘hand’elscommissaris dus

ten goede ‘kunnen komen aan-de Europeesche Oul-
tuurondernemingen, ook het belang der
Inlandsche
landbouwers, van de groote ongeorganiseerde massa,

die zichzelf
niet
helpen kan, is daarbij zeer nauw be-
trpkken. Een ruimere ‘afzet b.v. van een artikel als
kapok, dat
‘bijna
uitsluitend d
o
😮
r
J’ava wordt uitge-
voerd,
moet in
het belang zijn van ‘de bevolking van
J’a’para,, Toehan, Kedini, Solo etë., waar de kapok

een hoofdmiddel van bestaan is; maatregelen ter be-
vordering van den export van Ned.-Ind. copra,
tapioca, peper, kokosolie, boschproducten ‘en’s. zullen
toch ongetwijfeld ten goede komen aan het geheele
inlandsche volk.

Zon ‘zal de ba’n’delscommiss’aris, om het eerste g-
deelte van
zijn
taak ‘te ‘volvoeren,, in de door hem be-
zochte landen een degelijk onderzoek moeten instel-
len naar het gebruik van grondstoffen, welke, uit
Ned.-Indië betrokken kunnen ivorden. Daartoe zal hij
fn’bri’kanten van margarine, zeep, i’ujbberartikeleu,
ver’nissen enz. enz. persoonlijk moeten opzoeken, met

hen eventueele ‘klachten over de kwaliteit bespreken
en het gebruik van concurreerende grondstoffen nn-
gaan. Hij ‘zal zich mpeten bemoeien met de ver-
spreiding van propagandal’ectuur in den geest van
het indertijd door het Dep. van Landbouw te Buiten-
zorg uitgegeven boehje: What Kapok is and what it
is used for! Voorts heeft hij de factoren te bestu-
deeren en te publiceeren, welke invloed uitoefenen
op de coreiuni.ptie van voedïngs- en genotmiddelen;
waarom ib.v. ‘in Sk’andiin’avië J’atvathee ‘zoo weinig be-
kend is én men ‘daar de specerijen meer u’it Engeland
betrdkt dan uit Amsterdam of Rotterdam Ten slotte

zal hij juiste adressen opgeven van h’an’d’elshui’zen en
agenten bij ‘wie ‘het Indisch pr’oduct het ‘best en het
goedkoopst ‘betrokken kan worden.

‘Zijn taak is wel veelonivattend en d’at het hem
daarbij niet aan ‘belangstelling van de zijde ‘der koop-

lieden in het te bezeken gbied ‘behoeft te ontbreken,
heeft schrijver ‘do-zes
bij
zijn bezoek aan Sk’andi’navië
onder vonden. Zoo’wel importeurs als agenten ‘maak-ten een ruim gebruik van ‘de ter beschikking gestelde
adreslijsten en steeds had men tij’d (beschikbaar om een
gesprek te voeren oven de ‘soorten en kwaliteiten der
Indische producten, wat gewoonlijk leidde tot
op-
ru:imin’g ‘van bestaande ‘vooroordeelen, herziening van
de voor den afzet ‘van onze producten minder gunstige
meeninigen en soms ‘toezeggingen van bijzondere acti-
y,iteit en nieuwe proeven.

t Maar ook Nedeniandsche handelaars in Koloniale
p’rducten, tdaartoe opgewekt door ontvangen brieven
uit Skandinavië of dooi’ mededeelingen uit de in
,,Han,delsberichten” gepubliceerde rapporten, gaven
gedurende en na zuijn verblijf in het ‘buitenland van
ëen verbljdeude ‘belangstelling ‘blijk en de vele aan-
vragen welke mij bereikten ‘naar adressen van ‘goede
genten en importeurs van koloniale waren in Skan-
dmnav’ië leverden het ibewijs, dat het werk’ van een
handelsco’msuissaris vo’or Nederl.-Indië tevens in het
bel’an’g kan zijn van den Nedenlandschen handel.

r

6

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Januari 1922

Wat echter het tweede deel van de taak van den

indischen handelscommissaris betreft, hierbij komt

hij iets verder te staan van het belang vai den
Nederlandschen
koopman. Immers het aantrekken

kapitaal en werkkrachten naar Ned. Indië -beteekent

de vestiging van ondernemingen in onze overzeesche

gewesten. Dit zullen niet alleen, en zelfs niet in de

eerste plaats, ondernemingen zijn van land- of mijn-
bouw,
maar wel han’delsondernemin’gen, die ongetwij-

feld eenige concurrentie zullen aandoen aan -de be-

staande Hollandsche huizen. Waar wij echter over

het monopolistisch standpunt van de Indische Com-
pagnie heen zijn, waar het verder gebleken is dat een

toeneming van haudelshuizen in Indië •de handel al-

daar tot grooter levendigheid prikkelt en waar verder

de Nederlan.dsche huizen met hun over geheel Indië

verspreide kantoren een geweldigen voorsprong hbben

op hun buiteniandsche concurrenten door -hun dege-
lijke -zakenkennis en veeljarige ervaring, daar mag ik

mi. het nadeel der meerdere medediugiug wel verder
onbesproken laten.

Een sprekend voorbel’d van -het ontstaan van land-
bouwondernemingen, als gevolg van de vestiging van

handelshuiz•en, hebben wij de laatste tien jaren kun-

nen waarnemen, bij den groei der Amerikaansche rub-
berbelangen in Sumatra.

De vestiging van Engelsche huizen leiddetot de

belangrijke deelname van het Engelsch kapitaal in de
thee- en rubbercultuur en ook het Noorsche -kapitaal

zou rzich in industrieele en cultuurondernemingen

hebben gestoken, indien de plotselinge ineenstortin.g
van de Java-Oversea-Company niet aan
el
de plannen
te dien opzichte een einde had gemaakt. Wij zien

echter hieruit, dat de ‘kooplieden in Indië steeds ge-

weest zijn de voorpos.ten der landbouwers en in-dus-
trieelen, wat zeer verklaarbaar is, daar het vreemde
kapitaal zich niet laat aantrekken door de propaganda

3cr koloniseerende, geïnteresseerde mogendheid, maar
wel door de adviezen van in ‘ei-gen kringen bekende
kooplieden van eigen nationaliteit. Om echter die
kooplieden tot ‘vestiging van kantoren te krijgen,

kan men niet volstaan met te wijzen op de waarde
der exportartikelen, doch dient men bij de indus-

trieelen de aandacht te vestigen op de productie der
grondstoffen en op Indië als afzetgebied van hun
afgewerkte fabrikaten. Het vinden van afzet voor de

eigen bekende ‘artikelen trekt een vreemdeling na-
tuurlijk meer aan dan de zoo uiterst moeilijken ban-
del in koloniale producten. Indien hij de artikelen van
zijn land met voordeel in het everzeesche gebied kan
plaatsen zal dit ongetwijfeld tot persoonlijk bezoek en

tot vestiging van een eigen kantoor aanleiding geven,
waarna vanzelf belangstelling groeit in de exploitatie
van industrieele en landibouwondernemingen. Boven-
dien is een land als Ned.-Indië, dat behoefte heeft
aan ruim aanbod v’an de nieuwste vindingen o’p het gebied van werktuigen en machines, ten zeerste ge-baat met – een sterke concurrentie van alle moderne
industrieën.

De handelsco?nmissaris heeft dus zijn ‘volle aan-.
dacht te wijden, zoowel aan- de uitvoerproducten als
aan de invoercvrtikelen, van Nederl.-Indië,
ook al zal
door zijn vei’kzaamheid de concurrentie voor Neder-
landsohe exporteurs en industr-ieelen eenigermate
kunnen toenemen.

Ik hoop met deze beschouwing te hebben aange-
toond, da-t aanstelling van handelscommissarissen, peciaal ter verzorging der Indische belangen, min-
stens even noodzakelijk is als een goede organisatie

van den eco’nomischen voorlichtingsdienst voor Ne-
derland.

W. DE COCK BUNINC.

SOMBE1E TIJDEN.

In de 2 Januari j.l. gehouden vergadering ‘van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, hield
de voorzitter, de heer E. P. de Monchy Rzn., de -ge-
bruikelijke nieuwjaarsrede, ‘welke hieronder volgt:

Mijne Heeren,

Het is U bekend, ‘dat de Kamers van Koophandel en
Fabrieken met ultimo December van het jaar 1921 had-
den behooren te zijn ontbonden, ‘maar dat het noodig is
gebleken, dat ‘tijdstip op ultinio Maart 1922 -te verplaatsen,
met het oog op -het niet tijdig gereedkomen van het Han-
delsregister in verschillende Kamers buiten Rotterdam. Im-
-mers het Handelsregister ‘vormt (Ie basis voor de 36 nieuwe
Kamers van Koophandel, die het geheele land zullen be-strijken en in -de plaats treden van de 97 tegenwoordige.
Met het oog op een en ander -heeft liet Bureau het niet
noodig geoordeeld
li
uit te noodigen tot eene vernieuwde
verkiezing van het lestuur, onid5t dat toch slechts voor
enkele maanden zou zijn. –

Desniettemin mag ik wellicht toch -deze eerste vergade-
ring in het nieuwe jaar met een korten terugblik op het
jaar 1921 openen.

1921 ‘heeft zeker groote zorgen gegeven, ook in ons va-
derland en in onze stad.

De oorlog, die in ieder opnicht veel ‘grootere verhoudin-
gen heeft aangenomen dan verwacht werd, heeft in zijne
gevolgen verder om zich heen gegrepen en eene ontwrich-
ting in ‘het handels- en ‘verkeerswezen teweeggebracht, veel
heviger dan te voorzien was. De prijsdalingen tegen het
einde van het jaar 1920, voortgezet in 1921, zijn sterker
geweest en met grooter intensiviteit ingetreden dan de
meerderheid der belanghebbenden verwacht had.
De lange duui’ van den oorlog is daaraan zeker mede
schuldig. Immers gedurende het tijdvak van schijabaren
bloei, een tijdperk, waarin de prijzen der verschillende
han,delsai-tikelen al een even onbeteekenende rol speelden
als de vrachten, die ‘voor het vervoer werden gevraagd,
behoorde er wel een zeer groote mate van doorzicht en
zelibeheersching toe om altijd bedacht te blijven op eene
malaise, die men wel wist dat komen moest, maar waar-
aan niet meer, de aandacht werd geschonken, d-ie stellig
baar deel zou zijn geweest, wanneer de geheele ontwik-
keling van de wereldomstandigheden in een vlugger tempo
had plaats, gevonden.

Laten wij het eerlijk bekennen: ‘dat doorzicht heeft de
groote ‘meerderheid onzer niet -getoond te bezitten. Maar laten wij -het elkander dan ook niet te ‘zwaar aanrekenen, wanneer de ondernemiagsgeest zich in vele gevallen ster-
ker heeft ontplooid, dan, achteraf gezien, wensohelijk ware
geweest.

Immers, niet alleen de ondernemingsgeest is -te hard van
stal geloopen; de geheele maatschappij heeft zich gedurende
de bloeiperiode te breed ingericht en ‘men zal de treurige
gevolgen daarvan wel ondervinden, als de resultaten van
de moeilijke verhoudingen op scheepvaart-, handels- en nij-
verheidagebied zich o.a. in de opbrengst der belastingen
zullen hebben uitgesproken.
Toch zou -het verkeerd zijn, niet te erkennen, dat ‘gedu-
rende de bloeiperiode – om maar aan dat begrip vast te
houden – veel is tot stand gebracht, dat wel niet dadelijk
in ruime mate vruchten afwerpen kon, maar waarvan in
de toekomst zal kunnen blijken, dat de ondernemingsgeest niet ver
g
eefs -heeft gewerkt. –
Als men nagaat, dat in het jaar 1920 Nederlandsohe
ondernemingen nieuwe geregelde stoomvaartlijnen hebben ingericht van Rotterdam naar Oost-Afrika, Australië, Oost-Azië, Br-itsch-Indië, West-Afrika, Zuid.Afrika, Zuid-Ame-
rika, ‘de North-Pacific, de Russische Oostzee en Londen,
dan kan een aandeelhouder zijn direct geldelijk belang
daarmede niet gediend achten; maar als men er zich reken-
schap van geeft, welke uitzichten voor de toekomst aan
Handel en Industrie daardoor zijn -geopend, dan valt toch
wel een ander licht op die vastleggingen van kapitaal.
Behalve de genoemde diensten, door Nederlandsche ree-
derijen opgericht, werden in hetzelfde jaar 1920 door bui-
tenlanders ‘verbindingen met onze haven tot stand ge-
bracht met West-Afrika, de Portugeesch-Afrikaansehe ha-vens, de Westkust van Zuid-Amerika, de Oostkust van dat land, de North-Pacific, Canada, Cuba en Mexico, de Mid-
dellandsche Zee en de Zwarte Zee, Nederlandsch-Indië,
Sohotland, Baltimore en Philadelphia, Danzig, Denemarken,
eenige Fransche havens en Marokko.
Uit een en ander sprak het vertrouwen, dat de ver-
blindheid, waarmede ook toen reeds de aarde geslagen
scheen, niet van blijvenden aard zou wezen en tevens de
verwachting, dat alsdan voor Rotterdam eene groote ont-
wikkeling zou intreden.
Ik denk daarbij ook aan de toenemende aandacht, die
Rotterdam geniet.
Is het niet opvallend, hoe talrijk de bezoeken van bui-
tenlanders zijn, met ‘hoeveel opgewekthei-d er over onze

4
Januari 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

voorbeeldige outiflage wordt geschreven en gesproken, hoe
vele ‘de aanvragen zijn, ook bij cle Kamer, om inlichtingen
en adressen. Mij dunkt, men mag dit met ingenomen.heid
vaststellen.
Helaas heeft het jaar 1921 nog geen radicale ‘verbetering
gebracht. De tijden zijn nog duister, maar eenmaal zal het
licht doorbreken en dan mag onze haven zich gelukkig
rekenen, .dat Handel en Scheepvaart zich gedurende de
moeilijke periode op betere omstandigheden ‘hebben ioor-
bereid. Wij weten tegoed, dat de Volken elkancier op den
duur toch uict lçunnen ontberen en, evenmin als de wetten
der natuur zich blijvend laten veronachtaamen, zoo zullen
de economische waarheden zich ten slotte laten verdringen.
Voor den .goederenhandol zijn de tijden niet minder moei-
lijk dan voor de Scheepvaart. De groote terughouidendheid
in de landen, die hunne koopkracht voor een groot deel
hebben ingeboet, werkt niet het minst op ons ‘land teru.g,
dat in ieder opzicht is ingericht op een verkeer met het
buitenland en als .dat buitenland dan nog, behalve dat het
de goederen niet afneemt, tengevolge ‘van zijn dalende
valuta zoo belangrijk goedkoopere werkkrachten bezit, dan
verwoadert men zich niet, dat de malaise groote verhou-dingen heeft aangenomen, malaise in den handel en ma-
laise in .de nijverheid.
Het dalen •dier vreemde valuta kan.natuurlijk niet blij-‘end zijn. Er zal een tijd komen, dat ook daarin cane sta-biliteit zal zijn verkregen en dan ook zullen de geldelijke
verhoudiugen in het buitenland zich regelen; dan zal het
buitenland niet ‘meer aan ons verkoopen tot in onze’ oogen
spotprijzen, die voor de leveranciers slechts in schijn ren-dement opleveren, omdat de kosten aan de voortbrengin.g
verbonden, ouwerkelijk waren; dan ook zullen de bonen
aldaar in gezonde verhouding komen te staan tegenover de bonen in de landen ‘met een stabiel mun’tstelsel. Dan
echter zal het er voor ons op aankomen, ons degelijk reken-
schap te geven of wij te duur leven, of de kosten, ‘die op
onze voortbrenging drukken, gehand.haaîd kunnen worden
en dan moet men vertrouwen, dat in alle kringen ‘van de
maatschappij daarmede rekenschap zal worden ‘gehouden.
Ook die tijd zal niet gemakkelijk zijn. Eerst dan toch
zal duidelijk de vraag voor oogen treden, in hoeverre onze
concurrenten aan meerder ontbering zijn gewend geraakt en in directen zin goecikooper arbelcien; in hoeverre een
ernstig streven naar harder – misschien langduriger –
werken aldaar voorzit. Mogen dan de woorden van Schil-
ier ,,Arbeit ist des Bürgers Zierde” ter harte worden ge-
nomen en aan het beginsel worden vastgehouden, dat een
ieder hoog en laag, voor een groot ‘deel bevrediging heeft
te zoeken in den arbeid zelf en dezen niet slechts te be-
schouwen heeft nls een noodzakelijk kwaad.

HET STAATSBEDRIJF VAN DE POSTERIJEN,

DE TELEGRAFIE EN TELEFONIE.

De Bedrjfsbegrootiag.

In het Ontwerp van Wet, tot wijziging van ‘de be-
grooting van inkomsten en uitgaven van de Poste-
rijen, de Telegrafie en Telefonie over he’t dienstjaar
1920 (1910/1.020 No. 549) stelt de Minister van Wa-

terstaat voor artikel 13 der begrooting luidende:
,,kantooronkosten bij abonnement, vervaardiging van
p&stzegels en geldswaardige stukken”, enz. te ‘ver-
hoogen met f103.700 en nader vast te stellen op

f
2.490.700. Ter toelichting deelt de Momorie van
Toelichting o.a. ‘mede: ,,Bij de samenstelling van de
oorspronkelijke begrooting kon geen rekening wor-
den gehouden met de aanschaffing van 7 millioen
labels, van een 100-tal bestellerstassehen en van 80
numeroteurs voor den postvisseldienst, welke een

uitgaaf vorderen van resp.
f
29.200,
f 3000
en
f
4800.”

• Bij diezelfde suppletoire begroo’ting wordn op

artikel 12
f 50.000
meer aangevraagd voor aankoop
van terrein ten behoeve van den bouw van een pak-
ketpostgebouw ‘te ‘s Giavenhage, aangezien .de loods
voor den pakketposbdienst op het stationsemplace-
ment der H. 13′. S. M. geheel onvoldoende is te

achten.

Deze aanhalingen, die ik met talrijke uit anderu

begrootiingswetsontwerpen voor de P. T. en T. en
hunne toelichtingen zou kunnen vermeerderen, doen
ernstigen twijfel rijzen aan de juistheid van de toe-
passing ‘van het begrootingsbeginsel op het Staats-

bedrijf. Is de Volksvertegenwoordiging, krachtens

hare staatsrechtelijke functie en hare samenstelling,
wel het in ‘dergelijke bedrijfsaangelegenheden tot oor-

deelen en beslissen aangewezen orgaan?

Wat is de be’teekenis van het in artikel 123 der
Grondwet neergelegde begroot.ingsstelsel? In het kor’t

wel deze, dat uit ‘s Rijks schatkist geen gelden kun-
nen vloeien dan met den wil der Volksvertegenwoor-
diging, d.w.z. ‘van de ‘vertrouwensmannen van hen,

die het uvergroote deel’ dier gelden hebben op te
brengen. Die wil kan tweeërlei zijn: een goedkeuren

van uitgaven doör de Regeering ‘voorgesteld, van gel-

delijken steun aan belangen, die zij dien steun waar-

dig acht, of wel een bevelen van uitgaven op grond

van eigen belangenwaardeering. De ‘vraag is zeer

zeker gerechtvaardigd of de practijk van dit begroo-
tingsstelsel wel in alle deelen aansluit aan de ‘behoef-
ten van het moderne st’aatshuishouden. Zijn grond-

gedachte evenwel strookt daarmede volkomen. Aan

de eene zijde staan de tallooze belangen, die naar hun-

nen aard aanspraak kunnen. doen gelden op steun
van staatswege, aan de andere ‘de beperkte middelen.
Wat is natuiirlijker dan dat ‘het orgaan, aan’hetwelk
in ons staatsbestel de beslissing toekomt over sde

waarde van alle belangen, die den overheidssteun in
welken vorm ook behoeven of vragen, ook in hoog-
sten aanleg ‘beslist over het al of niet verleenen en
over de mate van den misschien daadwerkelijksten
steun, den geidelijken. Ongetwijfeld, de beslissing

over de verdeeling ‘van de ‘beperkte middelen over de
tallooze behoeften is taak ‘der Volksvertegenwoor

diging.

Geldt ‘deze waarheid ook voor een Staatsbedrijf, als

dat der P. T. enT.? Het bestaan van een bedrijf,’

ook van een Staatsbedrijf, is op den duur slechts mo-
gelijk, wanneer ‘de diensten, die de Staat door dat
bedrijf aan de gemeenschap bewijst in die mate gel-
delijk’productief zijn, dat het bedrijf uit eigen mid-
delen kan bestaan, zelfgenoegzaam is. Karakteristiek
voor het bedrijf in economischen zin is, dat behoef-
ten en middelen, ‘anders gezegd uitgaven en inkom-
sten, in een organisch verband staan. Gezond is al-

leen het bedrijf, dat een hechte finantieele structuur
bezit, weiks leider elke uitgaaf in het lioht der in-
komsten ziet en omgekeerd. In deze finantieele

structuur nu ligt voor ons vraagstuk het groote en-
..derscheid tusschen een Staatsbedrijf en de overige
Staatsbemoeiing. Voor deze laatste bestaan behoeften

en middelen geldeli,jk los van elkaar en is het finan-tieele beheer ten slotte een vraag van verdeeling. De
begrootingsprocedure is, zooals we zagen, de aange-

wezen weg om die verdeeling tot stand te brengen.
Bij een Staatsbedrijf vindt de overweging van een

bepaalde uitgaaf haar antwoord in de regels van een
goed bedriifsbeheer. Uit een bedrijfsopg’punt is dus het
gron’dwettige be’grootingsstelsel, zooals ik dat ‘boven

beschreef, overbodig. –

Het werkt bovendien belemmerend. In de begroe-
ting schrijft de wetgever, door het vaststellen der be-
draen, die ‘ten dienste der verschillende belangen
mogen worden aangewend, voor een gansch jaar ‘den
te volgen weg voor.’ Deze gebondenheid is voor een

bedrijf uitermate bezwaarlijk. Natuurlijk mag in de
leiding van het bedrijf de vaste
lijn
niet ontbreken,

maar het bedrijf moet, zich oriënteerende aan de ‘be-
hoeften der gebruikers, zelf die lijn trekken. Die be-
hoeften zijn dikwijls zeer wisselend en moeilijk te pei-

len. Dat de bedrijfsleider beter dan de buiten het be-
drijf staande wetgever daartoe in staat is, is wel zeker.
Maar daaruit volgt dan ook dat de eerste, zonder te

worden belemmerd door een voorgeschreven te kiezen
richting, den koers moet ‘bepalen en veranderen
waar hem ‘zulks noodig voorkomt. Dat de bedrijfs-

leiding zich vaak niet houden kan aan den haar voor-
geschreven koers kan eek
blijken
uit de in elk be-

grootin’gsjaar voorkomende suppietoire ‘begrooti ngs-
wetten, die vaak niet anders doen dan de begrooting

8

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Januari 1922

met den feite’lijken toestand in overeenstemming
brengen. 4

Tot nu toe bepaalde ik mij tot de hegrooting van
uitgaven.

De begrooting der P., T. en T. kent, ingevolge de
Bedrijvenwet, evenwel ook een begrooting van inkom-

sten. Ook dit onderdeel der begrooting dient aan de

structuur en de eisdhen van het bedrijf te worden ge-

toetst. Dan zal blijken, ‘dat ‘voor de wenschelijkheid

van het opstellen vah een ibegrooting ‘van inkomsten
evenmin afdoende gronden aanwezig zijn. Rechts-

grond tegenover ‘de gebruikers voor het innen der voor de verschillende diensten bepaalde prijzen is
ze niet, immers de rechtsgrond tot inning ligt in het

bewijzen van den dienst zelve. Een door den wet-
gever gedaan bevel tot of een goedkeuring van die
inning kan ze evenmin zijn; die beide kunnen voor
de bedrijfsleiding, wier taak het uiteraard is te zor-

gen, dat het bedrijf voor eijne diensten een juiste
belooning ontvangt, overbodige aansporingen heeten.

Zoo blijft er alleen over, de begrooting van inkom-
sten te zien als een raming van baten, die, gesteld

tegenover de begrooting van uitgarven, een conclu-
sie mogelijk maakt omtrent de verwachte finantieele

resultaten voor het komende jaar. Een eigen waarde

komt zoodoende aan de berootingswet van inkom-sten niet toe.

Blijkt de wenschelijkheid van afscihaffirug d’er be-
grooting – in wetsv’orm – van uitgawen, ‘dan kan
die van inkoinusten tevens verdwijnen. Reeds aan-

stonds worde evenwel opgemerkt, dat van afschaffing
van een begrooting in ‘bedrijfstech’nis(ihen en natuur-
lj
.
k geen sprake Elke bedrijfsleider zal hij
aijn
be-
eer telkens met de gegeven finantdeele mogelijkhe-den moeten rekening houden, een ‘begrooting opstel-
len. Zulk een I
.begrooting is echter een technisch-
finanti.eeie, geen staatsrechteljk-fivantieele werk-
zaamhei.d, die niet eenmaal per jaar wordt t,er hand

genomen, maar aan elken belangrijken iniaätrogel
dient vooraf te gaan:

Ons ‘ betoog leidt dus voorloopig tot het volgende
resultaat: Evenals de feiten indertijd drongen tot de
invoering, krachtens de Bedrijvenwet,
‘vdn
een afzon-
‘derlijke begrooting voor de P. T. en T., even.zoo
nopen thans ‘bedrjfsbelangen tot
afschaffing
van het
stelsel der wettelijke hediijfsbegrooting.’

Maar ook bij deze aangelegenheid doet het alge-meen belang zich gelden. Is ook uit dien hoofde de
afschaffing gewottigd? Het is denkbaar, dat over-
wegingen van algemeen belang zich tegen uitgaven

verzetten, die het bedrjfsbelang eischt, althans
wenscheiijk doet zijn.
2)
Is het dan niet wenischelijk
over een middel te beschikken cm tdergelijke uitgaven
te beletten. Zeer zeker, maar het te baat nemen der
begrootingsprocedure is daarvoor geenszins noodig of wensohelijk. Het in het vorige opstel beschreven
Koninklijk of Ministerieel goeclkeurings- of vernieti-
gin(rsrecht is daartoe geheel voldoende. De practijk
leert ‘bovendien, dat bij •de behandeling der hedrijfs-
hegrooting in de Staten-Generaal, na soms lange al-

gemeene beschouwingen, de artikelen nagenoeg steeds
zonder wijziging wordeft aangenQ’men, zooals zij wer-
‘den voergesteld.

Zoo komen wij tot de slotsom, dad ook het alge-
meen belang rzich niet tegen afschaffing der wette-lijke bedrijfsbegr.00ting verzet. Om die afschaffing

Het
‘inzicht,
dat de wetgever niet het meest corn-
petente orgaan ‘ter benordeeling van (de finantieele
eischen van een bedrijf is; uit zjich ook in de o.a. in Frank-
rijk bestaande plannen
om de P. T.
en
T.
bij •de ‘vet onder
zekere waarborgen de bevoegdheid te verleenen tot het
aangaan van geidieeningen. De ervaring heeft ‘daar en
‘elders geleerd, dat overwegingén van fiscalen ‘aard meer-
malen geheel of ten .deele aan het bedrijf uit ide Rijksmid-
delen de gelden onthouden, die het, ‘vooral voor kapitaal
uitgaven, behoeft.
Ook
het omgekeerde gev1
is
mogelijk. Daarover’
straks
nog iets nader.

grondwettig mogelijk te maken is alleen wijziging en

aanvulling van de zesde afdeeling van het derde

Hoofdstuk der Grondwet, ‘in het bijzonder van ar-
tikel 123 noodig.

Of is er wellicht nog één overweging, die twij

fel doet rijzen over de wenschelijkheid van afschaf-
fing der wettelijke bedrjfsbegrootjng? Krachtens
artikel 14 onder c der Bedrijvenwet komt het ge-

raamde ‘verliés op de exploitatierekening van het be-

drijf over eenig jaar ten laste ‘der algemeene Staats-

begrooting. Is het nu wel juist, dat aan denzelfden
wetgever, die tenslotte een wettelijk nauwkeurig om-

schreven geldelijke ondersteuning zal hebben toe te

leggen, door afschaffing ,der wettelijke ibedrjfsbe-

groobing een daadwerkelijk middel om op den gang

van zaken in het bedrijf invloed te oefenen, wordt
onthouden; al maakt hij ‘ook, aooals daareven werd

medegedeeld, daarvan zelden gebruik? Het dient

erkend, dat ten deze het Koninklijk- of Ministerieel
goedkeurings- of vernietigingsrecht onder de sanctie

‘der Ministerieele verantwoordelijkheid het budget-
recht van de volksvertegenwoordiging niet kan ver-

vangen. Toch komt het mij voor, dat de uitkeering
ten laste der Staatsbegrooting geen afdoend bezwaar

vormt tegen afschaffing der,wettelijke bedrjfsbegroo-
ting, mits slechts die uitkeering ‘van karakter veran-

dert. Eenigen tijd geleden had ik reeds gelegenheid

in dit tijdschrift (No. 253 bis. 956,2e kolom) op te
merken, dat finantieele steun aan het (bedrijf in den
vorm van voorgeschreven dekking van het geraamde
tekort der exploitatierekening het bedrjfakarakter

in economischen zin der P. T. en T. ernstig bedreigt.

Nu schrijft inderdaad de bedrjvenwet (artikel 4
onder c.) steun in d’ezen vorm voor. Verstrekt men

instede daarvan den steun in den vorm van ‘de niet ver-

plichte, maar mogelijke en in elk voorkomend geval te
bepalen subsidie, dan verliest daarmede het even ge-
opperde bezwaar tegen afschaffing ider bedrjfsbe-

grooting zijn gewicht. Immers; wanneer de begroo-

tings’wetgever, zoo het ‘afgeloopen bedrijfsjaar een
tckort, opleverde, telkens hij ‘de ‘vaststelling der alge-

meene Staatsbegrooting heeft te beslissen omtrent
de vraag der steunverleening en de mate van ‘den

steun, waaiomtrent dus niet van tevoren reeds teker-

heid bestaat, dan ‘zal dit de bedrijfsleiding tot een
voorzichtig finantieel beheer aansporen. Bovendien
zal de wetgever op deze wijze telken jare in de ‘gele-
genheid zijn, ‘rekening houden’de met den toestand
van het bedrijf, •den ‘vorm van den steun nader te

‘bepalen en dien steun te onthouden, wanneer hij
goeden grond heeft om aan te nemen, dat de resulta-

ten van het komende jaar de ‘verliezen van het afge-
loopen zullen goechnaloen. Natuurlijk eiscbt dit alles
een ‘uitgewerkte wettelijke regeling; ‘het gezegde komt
mij evenwel voldoende ‘voor om aan te toone’n, dat

een wijziging van den aard van den finantieelen
s’teun bij exploitatietekorten in den aangegeven zin aan ‘den wetgever zeker ‘geen gringeren invloed op
de finantieele gestie ‘van het bedrijf zou toebedeelen,

dan hij thans door de wettelijke ‘bedrjfsbegrooting
bezit.

Zoo blijft er dus eenbetrekking ‘tusschen het be-
drijf en de
algemeene
Staatsbegrootin.g. Overigens
word’e het ‘Staatsbedrijf der P. T. en T. hij de verzor-
ging der aan hem toevertrouwde .verkeersbelangcn
van den knellenden band der wettelijke ¶bedrjfsbe-
grooting bevrijd.

Besluit ‘men ‘hiertoe inderdaad, dan komt daardoor een allerbelangrijkste aangelegenheid aan de orde, nl.
die der zaakkund’ige contrôle op de finantieele gesbie
van het bedrijf. Die contrôle is thans krachtens arti-kel 8 der Bedrj’venwet in hoofdzaak dezelfde als op
het geldelijke bôheer der oierige takken van Staats-
dienst.
1)
Het is bekend, d’at naar ons Staatsrecht het
onderzoek naar de wettigheid der uitgaven is opgedra-

1)
Over de contrôle van iden boekhoudkundige, genoemd
in
artikel
[8
der Bedrijvenwet, straks nader.

4
Januari
1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

gen aan de Algemeene Rekenkamer, terwijl dat naar
de doelmatigheid voor rekening van de Staten-Gene-

raal is. Een bespreking van het eerste onderzoek en
de tvele vraagstukken, die zich daarbij ‘voordoen, dien.t

thans, als niet hoorende binnen het kader van dit
opstel, achterwege te blijven. Alleen zij opgemerkt,
dat deze contrôle op het Staatsbedrijf, zoo ‘ze gehand-

haafd blijft, bij ‘het vervallen der wettelijke bedrijfs-
‘begrooting ‘zeer belangrijk van karakter zal veranderen.
Zoo blijft dan te bespreken het onderzoek naar de

doelmatigheid der uitgaven, im.a.w. de contrôle op de
finantieele gestie van het bedrijf. Die contrôle is een

zaak van het allergrootste ‘belang. De practijk wijst

uit, dat de Staten-Generaal niet het geëigende orgaan
voor deze contrôle zijn en zulks behoeft ons geens-
zins te bevreemden. Immers het orgaan, dat deze con-trôle uitoefent, moet door samenstelling en werkwijze
in staat zijn, zich met het bedrijf in al zijn onderdee-
len ‘vertrouwd te maken; zijn onderzoek moet gegrond
zijn op een aanhoudende belangstelling en een uit
eigen waarneming geboren kennis ‘an zaken. Aan
deze èischen voldoet ook niet de in artikel 18 der Be-
drijvenwet genoemde ,,buiten het bedrijf staande(n)

boekhoudkundige”, wiens onderzoek zich beperkt tot
een eenmaal ‘s jaars nazien der boekhouding.
Het nieuwe contrôle-orgaan moet behalve deskun-
digheid en kennis van zaken, ook vooral het ‘vertrou-
wen van jhet publiek bezitten en tot snel handelen in
staat zijn. Het zoude daartoe moeten bestaan uit ‘b.’v.
drie leden, waarvan twee worden gekozen door de
Tweedé Kamer der Staten-Generaal; een uit de leden
der Kamer en een daarbuiten en ‘waarvan de derde
uit de ambtenaren ‘van het bedrijf door den Minister
wordt benoemd. Alle drie moeten fin’an’tieel geschoold
zijn. Hunne contrôle-werkzaamheden moeten perma-

nent
zijn;
in regelmatige, b.v. wekelijksche samenkom-
sten moeten de resultaten daarvan in onderling overleg
worden vastgesteld. Deze resultaten moeten in een
driemaandeljksch, aan de Staten-Generaal uit te bren-
gen, en te publiceeren verslag worden neergelegd. Bo-
vendien moet de Commissie de bevoegdheid bezitten
aan den Directeur-Generaal der P. en T. adviezen ‘be-
treffende finantieele aangelegenheden uit te brengen, evenals deze bevoegd moet zijn haar adviezen te vra-
gen. Het spreekt van zelf, .dat de samenstelling en
werkwijze der commissie bij de wet zullen moeten wor-
den geregeld. Om ‘die wettelijke regeling mogelijk te
maken behoeft artikel 126 der Grondwet wijziging en
aanvulling.
Ik acht het zeer wel mogelijk, dat ide ‘voorafgaande
voorstellen tot afschaffing der wettelijke bedrjfsbe-
grooting en instelling van een nieuw contrôle-orgaan
de vraag zullen wakker roepen, of daarvan niet een
ongewenschte vermindering van den invloed en het
toezicht der Volksvertegenwoordiging op den gang
van het ‘bedrijf het gevolg ‘zal ‘zijn. Deze rvraag maakt
ten slotte nog een onderzoek gewenscht naar de
verhouding van den wetgever tot het Staatsbedrijf der
P. T. en T. Daarbij zal dan tevens de bespreking van
het ‘boven aangeroerde geval, dat het algemeen belang
van het bedrijf uitgaven eischt, die o’p grond van be-
drijfsoverwegingen zenden achterwege gebleven zijn,
een plaats vinden.

Mr. G. H. DIJKMANS VAN GUNST.

LONDENSCHE CORRESPONDENTIE. –

De beteekenis van de a.s. premiers-
conferentie, h,et plan voor een Euro pee-
sche Economische Conferentie en voor
een Internationaal co7l..sortiun’b; voor-
naamste feiten uit het afgeloopen jaar:
tijdelijke inzinking der a.rbeidersbewe-
ging, uitstel van, andere sociale maatre-
gelen; de geldni,arlct.

Onze Londensehe correspondent schrijft ons d.d.
Bi Dec. 1921:

We have had â week ‘of sentimenta’l indulgence,
varied by a really mysterious m’urder, wad the public

has now ‘to face ‘the New Year with sucli courage as

it can muster. We began 1921 with the international

situation .disturbed ,by a non-settlement of the Repa-
rations Problem, we ‘begin 1922 in the same state. rrhe

breach between the British and ‘the French ‘view’s is

wider, ‘the realisation that it is impossible to get all

that ‘was originally asked for ‘is more widespread, but the problem. of disposing of the FTankenstein’s ‘mon-

ster created iby the Allies remains ‘what
is
was. For

the past ten days the Press has been full of rumours

about a European Economie Conference:

about the meeting of the experts, •but very little has

been said about ‘t h e m e e t in g ,o f t h e P r e-

m ier s. But so long as we do not know .what these
eminent gentiemen are going to do, speculation about

conferences to which Germany and Russia may pos-

sibly be admitted ‘are completely beside the mark. The
wbsence of .any statement, true er untrue, about the

forthcoming Cannes meeting ±ills one ‘with mistrust.

it is likely to resemble the other conferenees, in which
the representatives ‘of this country will be eloquent

with goed intentions as to the future, but in which

they will have no plan to offer with regard to the
immediate matter in hand. That matter is this ‘time
the January and February payments. No one knows

whether the British delegation is in favour of in-

stant payment, iwhether it is in favour ‘of a post-
ponement, •or whether, finally, it is in favour of
paymen.t with credit facilities ‘to the German Govern-

ment, ‘which would in fact be an ad’va.nce by this
country on the strength ‘of Germany’s ± u t u r e

ability to pay. No diie know’s ‘whether the Freuch will
not at ‘the last moment insist en a military threat,
er ‘will riot use the subnzarine question as a bargauning
counter to obtain the consent of ‘this country ‘to fur-
ther encroachments on what is deft of freedom of
action ‘to the German Government. iJntil we know
these points we need not worry about the financial

conference: which would in any oase enunciate excel-
lent anaxims, and would leave ‘the actual situation
precisely what it ‘was. It is cjuite dear that what is

preventing the restoration of economie life i’n Europe
is the folly of governments: is it really necessary for a conference to take piace ‘at all to prove this again?

As to the meeting of the experts, it is important to

remark that they have nothing to do with Reparations.
It is said that the meeting of the Belgia,n, British
and Frerich groups has resulted in the acceptance of

the idea of
en
International Financial Consortium,

the object of which would be, firstly, the restoration
of Russia, but which would thea go on to take over the entire railway system of Central Europe, not to
mention the further possi’bility th’at it will be en-
.trusted with the task of settling the currency questién in these areas as well.

How the Consortium is ‘to perform such miracles
without the active consent of the Governments and
peoples concerned, is not yet explained. The story
goes that’ to get the co-o’peration of the German mag-
•nates, they will be offered a slice in the cake, which
slice will be divided ibetween the Ge’rman industri-
alists and the RepaTations Oommission. All this does
not settle the immediate points at issue next week:
and as to the results of the forthcoming conference it
is necessary ‘to be more than cautious. The political
atmosphere which has gathered at Washington in the
last few days has certainly done nothing to produce
a feeling of mutual ‘good-will between the two prin-
cipal pewers concerned. 1 am not sanguine that next
week will see a settlemeat, for, 1 fancy, is anyoae
who has followed the conferences of the last two
years.

And yet the state of trade must Leach even politici-
aas the urgent necessity of coming to a sett.lement.

At the moment ‘things are looking ‘better than for
some time past: even the cotton industry is beginning
to take heart. Prices and cost of production have

10

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Januari
1922

come more into line with one another, .stocks are

running out, and replacement ordeis are beginning
to come in. And yet the unemployment returns for

December 10, show that, exclusive of short-timers,

there were registei:ed at the Exch.anges some 1.85.000

persons. This does show some fali as compared wit.h

the figures at the beginning of the month: bot the

Christmas season always doos impiove the position,

by increasing the demand for casuad labour of one
kind or another. Moreover, it lias to be remembered

that a great mass of labour has fallen back on to

the poor-law for relief. The poor-law relief figures

reached their maximum in Oct.ôber, when the in-

surance scheme was failing ‘to function, owing to ‘the
loss of benefit iby large masses of persons. Neverthe-
less, the mass of destitution in the country is not

to be ineasured solely by the figures of the Insurance
Scheme. In South Wales, for instance, the miners are

dependent on poor-relief to some ‘extent, in spite •of

their ‘being technieafly in emp’loyment. We haveagadn

reached the position after the Napoleonic wars, ;when
.poor-relief was used to subsi’dise ‘wages ‘which weie
felt to ‘be inadequate. With these figures tarin.g

them in the face, no wonder that Ministers ‘are anxi-
ons to geit a settlem.e’nt of the Continent.

The last day of the year n’atur.ally prompts to a

retrospect. 1 will notanticipate the histories which

the great journals are issuing in the ,next few days.

But if one asks what have ‘been t Ii e s a 1 i e n t

features of the past ye’ar in this country,

they seem to me to be as follows:

The temporary eclipse of the

labour movement. Thecoal strike of the early
summer was t’he last great effort on the part of the

workers to •maintain a standard of living and an
ideology inconsistent with the facts of the economie
situation. At the present time, wages are, if nything,

falling faster than the cost of living. The tra.de
union
mo’vement is destitute of funds, of iuspiration, and

of plan. It has ‘gained none of the objects it held Qut
before itself. Nationalisation has lost in popularity:
the standard of the working classes is failing below

the level of pre-war days, its attempts to obtain a
legislative recognition of the eight. hours days ‘and
of a national minimum wage have all’ failed. Only

the Whitley Councils remain as a permanent legacy
of the demand for ,,workers’ control of industry”.
The unions themselves are losing membership and
are ,a’t the moment practically drained of funds.
Neither in the industrial world, nor in Parliament,
has the Labour Party gained in influence.

The left win.g has been almost wiped out. The

Da ily H e r ald, the ‘organ ‘of the left wing, is en
its last legs, and. has appealed to the Labour Party.
for aid ..It will probably become the party organ –
more respectable, and, unfortunately, prohably more
mireadable – than it is now.

The eclipse of social reform
other than labour ref’orm. ‘ The tide of
national idealism is at a very low e’bb. The ‘middle
classes, ground between high taxes and high prices,
have swung to the right. The result is that the
,,Anti-Waste School” looks as if t.hey would aucced
in throwing away the baby with the :bathwater. It is by no. means dear that the increased popularity
of education and ‘organised care of the public health
will surv’ive the economie crisis.

The counter-part of these movemefits ‘of .opinioi
has been the reaction against bureaucratie interfe-
rence: a demand for economy which seems to carry more and more ‘weights and a ‘strenigthening of the
capitalistic frçes in the State.
All these features are of course the ine’vitable

result of the trade depression, which is the domi-
nating feature of the situation. It is the depression,
not increased production, which has brought the
price index from 165 in January to 99 in.December,

above pre-war level, taking all the items in the Minis-

try ‘of Lahour Index-number into account. It is the

slump again, which is responsible for a faIl in the
total Currency Note Issue from £ 367,6 millions to

£ 335,6 millions. Practically nothing has been done

to carry out the recommendation of the Currency

Committee that the Currency N’ote Issue should be

‘covered to an increasing extent by Bank of England

notes – the notes in the Note Return ‘being unchang-
ed at £ 19.450.000.

A certain inte’rest has ‘been excited in the last few
days by a report, so far unconfirmed, that the Italian

Government proposes to cease its purchases of Welsh

coal ‘owing to its needs being fully covered by the

suppliës of Reparations Coal from Germany. This is

of courso, if true, an excellent weapon in the hands

‘of the opponents of the Government. In any case,

the failure of an important Italian bank is not going

to do trede ivith Italy any go’od. The Board of Trade

has relented in its interpretation of the Key Indus-

‘tries Act to the extent ‘of admitting dolls eyes, ‘and
glass fruit for ladies hats free of duty under the Act,

but the decision of the Committee which is now zit-

ting on the questio’n of’fabric gloves is not yet known.

In t h e in o n e y-m a r k e t the perioilical tightness
of money associated with window-dressing has made

itself feit. Thiá morning’s rate for Trea’sury Buis
shows a substantial nee, though the amount applied

for was enormous. ‘The financing of the Government
by means of these huge bill offenings is one, of the

mest striking effects of the trede depression, and will
occasion a goed deal of ‘difficuity to the Chancellor

of the Exchequer if trade revives, and he finds the
banks not quito such willing bidders as they are at
the moment.

DE ARBEIDSWET 1919 IN HET WINKEL-

BEDRIJF.

R e c t i f i e a t i e. Tot ons leedwezen is in het

artikel van den heer F. Claes onder bovenstaanden
titel in het vori
g
nummer voorkomend verzuimd een
correctie over te nemen. De laatste ‘zin van de derde alinea moet aldus worden gelezen: Immers wel heeft
de Hooge Raad van Arbeid advies ingewonnen in
middenstandskringen, doch het groot-winkelbedrijf is

bijna in zijn geheel gepasseerd, enz. – Red.

AANTEEKENINGEN.

Eisgelsche .regeeringscon.trôle over
cle Koni n.lclijke-S heil-groep? – De vraag

is niet nieuw en reeds meer dan eens werd er in dit
‘blad de aandacht aangewijd.
1)
Nog steeds mag zij zich
echter, in de belangstelling , verheugen. Zoo bleek
onlangs nog de ,,Times” van oordeel, dat de Engelsche
regeering een Post aandeelen in genoemde maatschap-pijen bezit, welk oordeel de heer Wijnkoop bij d’e be-
handeling der Indische , begrooting in de Tweede
Kamer aanhaalde. De mededeeling van de ,,Times”
is ‘echter officieel tegengesproken, welk feit door Sir
John Cadman, die gedurende den oorlog het Bnitsche
petroleum-departemen t beheerde, werd gereleveerd in
een rede, welke hij eenigen tijd geleden hield voor the American Petroleum Institute Conference te Chicago,
van welke rede de Financial Times een overzicht be-
vat. Sprekende over de petroleumbelangen der Engel-
sche regeeFing en haar contract met de Anglo-Persian,
zeide Sir John, dat de reden voor deze overeenkomst
was, de wederzijdsche volledige erkenning van het feit,

dat handeldnijven door de regeering geen aanbeveling
verdient en dat de regeering buiten staat is een onder-
uemin.g behoorlijk te ‘beheeren.

Verder bleek ‘ hij van oordeel, dat d’e maatschappij
nadeel geleden had door het ‘bestaan van den staat
als ‘vennoot, doordat men hieruit geheel ten onrechte

1)
Zie pgns.
366
en
389
jaarg.
1920
len gns.
81
en
146
van den jaargang
1921.

4 Januari 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

invloed van den Staat op de commercieele gestie van
de maatschappij had afgeleid. De werkzaamheden van
de maatschappij hadden een zeer goeden uitslag ge-
had, maar deze was bëi’eikt niet door, maar ondanks

de aandeelen in regeeringsbezit. Een oordeel, dat des

te moer aandacht verdient, omdat het uitgesproken

wordt door een hooggeplaatst ambtènaar.
Na gelijk hierboven vermeld werd, te hebben gewe-

zen op de officieele tegenspraak van het Times-artikel,
zeide Sir John, dat hij wenschte te herhalen, dat de

regeering geen belang heeft bij eenige petroleummaat-
schappij of organisatie, behalve de Anglo-Persian, en

dat zij zich in geenen ‘dccle, direct noch indirect,

bemoeit met de conimercieele aan.gelègenheden van

deze maatschappij.

Aantal naar een inkomen van boven
f50.000 a.ang e slag enen in onze grootste

v i
e r s t e d e n.. –
Over de samenstelling van het

bovenste deel der inkomenspyramide in onze grootste

vier steden, geven onderstaande cijfers eenige inlich-

tingen:

Aantsl in
het
belastingjaar
Gem.
Cern. Cern.
192011921′ aanoesIageien,
Amter-
R
ter.
‘s Gra.
trecht.
Ilaur een inl’.nmen van:
dam. dam. venhage.

Aantal in wonc’rs.
682.90451
9.837370.330
140.467

f

50.000t.bened.f

60.000
252 98
84
22
60.000.,,,

70.000
145
49
61
16
70.000,,,,

80.000
87
52
44
10
80.000,,

,,

100.000
158
37
56
10
100.000,,,,

120.000
118
30 32
9
120.000,,,,

150.000
98
28 28
3
150.000,,,,,,

200.000
76
26
21
6
200.000,,,,,,

250.000 60
11
19
2
250.000.,

,,

,,

300.000
31
9 10 2

300.000,,,,,,

400.000
41
8 7

400.000,,

,,

500.000
19
3 6
1
500.000,,,,

600.000
11
1
4

600.000.,

,,

800.000
10
2
1

800.000 ,,,,,,1.000.000
7
2
.
1

1
.1.000.000,,

,,

,.1.200.000
1
2
‘-

11
1.200.000,,

,,

,,1.500.000

1


1.500.000 ,,,,,,2.000.000
1
2
– –
,,2.000.000 en
hoc ger
3
1
1

1118
362 375
81

Vaste leeningechuld per in-
woner op 1 Januari 1921
f
292

f
337

f
321
f191
De bedragen der vaste schuld per inwoner moeten
met de noodige reserve bekeken worden. Hun ‘betee-
kenis hangt er toch voor een groot deel van af, of de
opgenomen gelden rendabel zijn aangewend. Zon heef t
bv. Amsterdam zijn tram en waterleiding, Rotterdam
en den Haag hebben geen tram, Utrecht wel, doch
geen waterleiding. Amsterdam en Rotterdam hebben
hun kostbare havens. In zooverre deze bedrijven en
inrichtingen de rente van het daarin gestoken kapi-
taal en de sommen, noodig voor aflossing, opbrengen,
verminderen dus de uit de inkomsten der ingezete-nen in den directen vorm van belastingen te heffen
bedragen voor den dienst der leeningen.

De Britse he West-Indische eilanden.

– Zooals voor eenigen tijd in de pers werd gemeld,
vertrekt de ondersecretaris van koloniën, het parle-
mentslid Wood, dezer dagen naar Britsch West-Indië
in opdracht van de regeering ter bostudeering van de
economische en administratieve problemen, die zich
op die eilanden voordoen.
In verband hiermede heeft de regeering eenige ge-

gevens verstrekt omtrent de toestanden op die eilan-
dengroep, die, zooals bekend is, bestaat uit de groote
eilanden: Jamaica, St. Kitts, Antigua, Dominica,
St. Lucia, St. Vincent, Barbados, Grenada, Port of
Spain, Trinidad en ten slotte op het vasteland Deme-

vara.
Zoomin als .eenig ander deal yan het Rijk, zegt het

bedoeld verslag, zijn ook deze koloniën buiten den

invloed van den oorlog gebleven. –

Zij zonden, wat
zij
konden en waaraan het Rijk

behoefte had: suiker, katoen, cacao, mahonie- en

andere houtsoorten. Dit duurde voort tot 1920, toen

de vraag
vrijwel
ophield. Dit had een economische

crisis van betrekkelijk grooten omvang ten gevolge.

Want door de oorlogstoestanden waren de prijzen

aanzienlijkopgeloopen, iets, waaraan toen plotseling

een einde kwam. Suiker, die voor £ 120 en meer

gaarne koopers had gevonden, zakte tot £ 18 en daar-

beneden. Katoen en cacao toonden een gelijken ach-

teruitgang in
prijs
en zelfs was er gedurende gerui-

men
tijd
in het geheel geen vraag naar katoen ‘van de

eilanden. En om het economisch gevaar nog grooter
te maken vertoonde zich de ,,boll-worm” in de katoen-
plantages op St. Kitts, Nev.is en Montserrat, terwijl
men zelfs vreesde voor een uitbreiding dezer ziekte

naar de Kleine Antillen.

Bij de economische moeilijkheden kwamen boven-

dien nog financieele. Wel hadden vele eigenaars

tijdens de periode van voorspoed de hypotheken afge-

lost, die op hun plantages drukten, doch andere, blijk-

baar in de meening, dat de
tijd
van voorspoed voort
zou duren, vergroot.ten hunne bezittingen door dure
aankoopen en staken zich daardoor in groote lasten,
zoodat zij thans, nu de prijzen der producten weder
zijn gedaald, slechts met de grootste moeite financieel staande kunnen blijven. Ten slotte zijn ook in de West
de bonen en de kosten van het levenson’derhou4 be-
langrijk gestegen.

Deze ‘versohijnselen hebben ten gevolge gehad,

dat de eilanden thans in een toestand van depressie
verkeeren, waarop hoogstens Trinidad en Jamaica
kunnen worden gezegd een uitzondering te maken,
gelijk
blijkt
uit het feit, dat het eerstgenoemde eiland
er in slaagde een plaatselijke leening van een millioen
pond sterling te sluiten, terwijl er goede gronden zijn

om aan te nemen, dat ook op Jamaica een dergelijke
operatie met succes zal worden bekrdon’d. Voorts mag het als een hoopgevend teeken worden beschouwd, dat
de opening van een nieuwe stoomvaartverbindin.g met
Canada uitzicht opent op een verbetering van den
uitvoerhandel.

De quaesrties, ‘die Mr. Wood thans op die eilanden

zal hebben te bespreken en voor te bereiden, hangen
samen niet alleen met de economische vraagstukken,
waarop boven werd gedoeld, doch ook met het munt-
vraagstuk en met politieke problemen. Tot dusverre

bezat Honduras als ruilmiddel een dollar, die in
waarde gelijk stond met den A.merikaansohen, doch
de ‘andere eilanden hadden alleen Britsche ‘zilveren
munten, terwijl in zaken gerekend werd met den dol-
lar, die daartoe gelijk werd gesteld met 50 ponnies.
Dit ging natuurlijk goed, zoola.n.g de verhouding tus-
sahen £ en $ onveranderd ,bleef, doch nu dit niet meer
het geval is, ontstaan er allerlei moeilijkheden in het
geldverkeer. Vandaar dat de eilanden den wensch
hebben te kennen gegeven naar eigen geld:, dat dan
wel het pond als eenheid zal hebben, doch overigens
volgens het decimale stelsel zou worden ingericht,
hetgeen neerkomt op het bezit van het ‘muntrecht,
dat tot dusverre in handen van het Rijk was.

Veel ingewikkelder dan het vraagstuk ‘van de munt, zijn evenwel de politiele problemen. Sedert gerui.men tijd hebben deze koloniën de noodzaeeljkheid gevoeld
Van nauwere aaneensluiting, waardoor onder, andere het voordeel zou werden verkregen van eensluidende
d’ouanereglementen, staatsinrichtingen en fiscale rege-
lingen. Zoo hebben reeds voor eenigen tijd Trinidad,
St. Lucia, St. Vincent en St. Kitts het verlangen
te kennen gegeven naar een vertegenwoordigend
lichaam direct door de bevolking gekozen. In Domi-
nica is een beweging met gelijk doel op touw gezet,
terwijlin Grenada reeds vier van de zeven niet-amb-telijke leden van den Wetgevenden Raad door de ho-

12

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Januari 1922

volking gekozen worden, in plaats vn door den gou-
verneur te ‘worden ibenoemd.

Met dit streven gaat een ander gepaard, n.l. naar
het stichten van een Congres Voor de ial.gemeene aan-

gelegenheden rvan geheel West-Indië. Wel zijn er in

de laatste jaren ‘reeds herhaaldelijk conferenties der

verschillende eâl’an,den gehouden ter (besprehing van

gemeenschappelijhe belangen, doeh ‘die conferenties

hadden steeds een bepaald doel en onderwerp. Wat

men thans verlangt is een Congres, dat buy. voorloo-

pig eens in de ‘drie jaren automatisch bijeen zou ko-

men en verder een permanent eecretarjaait, nou heb-

hen ter regeling en voorbereiding van alle aanftzangige
onderwerpen.

Terwijl de Britsche ‘regeering de rthoretiscdiejuist lieid vïun nulk een regeling aanstonids toegeeft, wijst

zij toch in het bedoelde rapport op de ‘vele bezwaren
in de uitvoering, vooral met het oog
op
de ervaring
opgedaan op de Eilauden-on’der-den-wind, die reedi
in het bout rLijn van zulk een federatieve regeling

met een centraaJ uitvoerend gezag.

Niet alleen ide geographische en andere verschillen

en de uiteenloopende belangen der eilanden zijn aan-
leiding, dart zulk een regeling vermoedelijk niet soo

geheel glad zal werken, doch bov.enldáen lieeracht op

de eilanden een eigenaardig soort van lolcaalpatriotis
me, waardoor de bevoileingen innTengin’g van anderen

in hun zaken en zelfs raadgevingen minder gemak-
kelijk aanvaarden.

Klein5ha’n4els prijzen.
De verhoudingscijrers van
verbruiksartikelen, in den handel gebracht door de
Coöperatieve Winkelvereeniging van ,,Eigen Hulp”
te Amsterdam, Haarlem, Arnhem, Utrecht, Leeuwar-
den en ‘s-Gravenhage (voorheen E. II.), welke door
het Centraal Bureau voor de Statistiek

gepubliceerd worden, zijn ,de navolgende.

1915 11916 1917 1918

I.’920 Sept.
1
Oct
192/ 11921

Boonen(bruine)
175
214
136
111
146
236
264
(witte)
200 259 338
221
138
331
269
Erwten(capuc.)
178
192
236
211
217 208
236
(grauwe)
157
177
220
191
209
248
257
(groene)
160
203
140 103 130
190 193
142
161
135
123 197
216 203
Gort

……….
(boekweit)
171
200
292
312 292
367
279
(haver)
137 150 147
120 120
200
140
Kaas (Leids.)
160 179
221
207
253 286
274
(Gouda.) 133 123
126
177 195
221 261
Koffie ……..
101
118 174 169 154 125
Margarine
102
110
122 136
148
161
139
Meel (roggebL)
.104
130
144
130 130
231

(tarwebl.)
159
159
212
224
259
353 229
(boekw.)

.91

152 195
324
362 314 352
281
Olie (boter)
127 149
235 409
381
271 168
(patent)
207 228
293
351
446 446
266 (raap)
188′
208 329 540 519 395 216
112 122 125 122
169
328
175
Soda

……….
117
283 267 417
283
417
167
Rijst

………

Stijfsel

……..
130
160
320
680
577 343
190
125
154
179
193
200 207
179
Suiker(basterd)
107
115
116
120
147
218
151
Stroop

……..

(melis)
97.
100 103 103
121
175
118 120
127 119
139
137
123
Vermicelli
203
207 272 266
300 338
272
Thee

……….117

Zeep (w.Brist)
119
126 160 183
191
153
128
(zachte)
121
158
121
117
275
321
142
90
110 190 160
160 130
Zout

………90
Gemiddelde ver-
1228
houdingscijfer8
141
165 195
239 264
199

Bij beschouwing van deze cijfers neme men in aan-
merking, dat het voorkomt, dat een ‘artikel tijdelijk
door een of meer der 6 coöperaties niet werd ver-
kocht, wat van invloed kan zijn op den loop der
verhoudingscijfers.

De prijzen voor het jaar 1893 werden gelijk 100
gesteld.

In ‘de rubriek Overzichten treft men aan het Jaar-
bericht der Firma G-risar & Co.

INGEZONDEN STUKKEN.

DE CRITIEK VAN Mr. W. ,S’UERMONDT

OP. G.
KNOP, HANDELSTECHNIEK I.

Mr. W. Suermondt bespreekt in het nummer van
30 November j.l. het door mij geschreven werk Han-

delstechniek 1 en wijst ter motiveering van
zijn
on-
gunstig oordeel op één onvoiledigheid en 3 onjuist-
heden.

Uit de vergelijking van de ‘beweringen van Mr. Suer-

niondt met onderstaande door iedereen te controlee-

ren aanhalingen uit ,,Handelstechniek” ‘blijkt, ‘dat de
criticus alleen door slordig of onjuist te lezen en door

willekeurige interpretatie van het gelezene deze ver-

‘meende tekortkomingen heeft ‘weten bijeen te garen.

Uit de critiek:

,,Als vraagbaak ‘voor ‘don koopman kan een derge-

lijk ‘boek zeer nuttig .zijn, ook al wijst het niet op
alle,
geregeld voorkomende voetangels en klommen (b.v.
hij de ‘behandeling van ds Waardewet w,rd’t er niet

op gewezen, dat niet ‘de werkelijk be’caalde prijs, maar
cle waarde op den dag vainr’aangif te
de maatstaf voor de invoerrechten is”).

Uit .,,Handelstechnie.k”, pag. 403, 9e regel v. o.:
,,Onder den loopenden prijs hier te lande wordt ver-staan dë som, die gerekend wordt
op
den dag der aan-
gif le (n’u
cursiveer ik) voor levering hier te lande te
kunnen worden ‘bedongen door ,de eerste hand in het
‘buitenland, verminderd met het, inivoerrecht volgens
tarief.”

Uit de critiek:

,,Een niet-vakman loopt (ook) spedig gevaar, zich aan verwarringen schuldig te mak’en – zoo wordt op
bl. 447 de Wet op het :stat’istiekrecht met de Waarde-

vet op den invoer verwisseld en dientengevolge een
verkeerde strafbepaling aangehaald.”

Ui.t ,,Handelstechniek”:

Nadat op pag. 446 de ‘boeten zijn besproken in geval

van vrijwillige en ambtelijke waardeverhooging, vol-
gens de Waardewet, staat op pag. 447, 6e regel v.
0.:

,,Boeten Stcvtistiekrecht.
Voor goederen, waarvan de
waarde met afwijking van cle aangifte is vastgesteld,
is de aangever, behalve het bedrag, dat niet reeds
bij de aangifte is voldaan, een verhoroging van twin-
tigmaal dat bedrag verschuldigd.”

Dit
a.rl. 13 ,,Wet Siatistielcrecht”
wordt ook ver-
meld op pag. 406, waar tegelijk de strafbepalingen
,,Statistiekwet” worden aangehaald.

Van een ‘vergissing van mijn kant is geen’ sprake.

Uit de eritiek:

,,Er worden verschillen gemaakt, die geen verschil-
len zijn: ‘bij schuld’voldoenin,g ‘
wor
dt onderscheid ge-
maakt tusschen ‘aanbieding der quita.ntie door een
‘bank of door de post.”

Uit ,,Handelstechniek”, pag. 451, 14e regel v. o.:

,,Bij deze verschillende transacties kan men ge-

brui’k maken van de post of van een bank. Het zou dus logisch zijn, het Hoofdstuk ,,Betalen” zoo in te
deelen: 1. directe betaling; 2. indirecte ‘betaling;
a. door de post; b. door een bank.”
en pag. 452, 9e regel v. b.:

,,We behandelen dus achtereenvolgens: Betaling
door ‘bemiddeling der post. Betaling door bemiddeling
van een bank.”
Voilk tout!

Waar blijft de juridische scherpainnigheid, wan-
neer ,,”t feit, dat ik
onderscheid:
betaling door ‘de
Post en betaling door een bank” gelijkgesteld wordt met ,,verschil maken bij schuidvoldoening tuaschen

264
286,
233
239
197 190
271
140
274,
263
125
141

212
267
168
266
226
159 167
190 179
144
107
123
262
128 137 130

wijI;j

1
4 Januari 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

13
11

aanbieding der quitantie door een bank of door de

post”?

4.
Uit de critiek:

,,Verzamelen door een niet-vakman is een moeilijk

werk, omdat hij zoo licht van ‘t een te ‘veel en yan

het andere te weinig geeft – om een voorbeeld te
noeen: waarom melding gemaakt van een postgiro-

overeenkomst tusschen de Hongaarsche Postspaarbank

en het Londensche filiaal der K. K. priv. Oester-
reichischen Lknderbank? (Dit is een onnoodige, maar

ook onjuiste bladvulling in een iboek, dat in den zomer

van 1021 is uitgegeven).”

Uit ,,Ha,ndelstechniek”.

Op pag. 638-641 wordt het ni-et-officieele inter-

nationale p-ostgiroverkeer beschreven en als illustra-
tie genomen de techniek van dit verkeer tussehen de
Nederlandsche Handelmaatschappij en ‘t- Hongaar-

sche Postsparkassenamt.

Daaraan vooraf gaat echter een opsomming van

de banken, waarmee ‘t Hongaarsche Postsparkassen
amt overeenkomsten heeft gesloten en daarin moet het
Filiaal der K. K. Oesterreichischen Lïnderbaak niet

meer voorkomen. Deze anderhalve regel is, ik erken
het volmondig, onjuist, maar d-e -zaak waarom ‘t gaat
en die ik -beschreven heb, cie overeenkomst tusschen
de Nederlan-dsche Han’delmaatschappij en ‘t Hon-

gaarsche Postsparkassenamt bestaat nog en er word-t,
zooals -mij door de Nederlan,dsche Hanidelmaatschappij
wordt medegedeeld, nu nog
(December 191)
van de
daardoor geboden gelegenheid -betalingen te doen
-aan rekeninghouders bij -de H-ongaarsche Postspaar-
bank gebruik gemaakt. –
G.
KNOP.
*

*
*

,,Door -slordig of onjuist te lezen en door wiliekeu-
,,rige interpretatie van het gele2ene”, dat zijn de be-
schuldigingen van den heer K. en daarrv-oor worden’
viei’ van mijne aanmerkingen besproken:

lo. Na aanhaling van artikel 32 der Waardewet,

geeft d-e schrijver daarop ‘de volgende toelichting:
,,zijn deze ‘goederen uit het- buitenland naar hier
,,franco ‘vracht en rechten geleverd tegen
f x,—,
dan
,,is x het franco-bedrag en 5 pOt. invoerrechten, zon-
,,dat x gelijk is aan 21120 van het bedrag, waarvan de
,,rechten moeten -berekend worden.”
Die toelichting is onjuist, want niet de werkelijk
betaalde prijs geldt als -maatstaf voor de invoerrech-
ten, maar de waarde, waartoe op den dag van aangifte
‘zou kunnen worden gekocht. Het bedoelde w-etsartikel
heeft ‘vooral in de laatste jaren, toen de prijzen aan
sterke veranderingen onderhevig waren, tot oplegging
van zware boeten aanleiding -gegev-en, omdat vele im-

])orteUT-S ineen-den, dat het invoerrebht over den kost-
prijs ‘verschuldigd w-a-s.. Indien de schrijver daarop

had gewezen en bovendien niet een verkeerde toelich-ting had gegeven, dan zou hij nuttig werk hebben ver-
richt.

2o. Op blz. 447 had de heer K. de boete volgens
de Waardewet van 1906 moeten ‘vermelden, niet die
volgens de Statistielewet. De lezer van het Leerboe.k
kan nu alleen tot de onjuiste gevolgtrekking ‘komen,
-dat te lage aangifte voor den invoer -boboet -wordt met
twintig maal de verhooging. De herhaling van het op
biz. 406 vermelde was op blz. 447 niet op haar plaats.

3o. Hoofdstuk III van Handelstechniek is om-
slachtig en d-aardoor voor een leerling onduidelijk.
Tussehen betaling door de post of door een bank be-
staat geen enkel verschil, omdat de post bij de behan-
deling van -geld-zaken precies hetzelfde rw-erk verricht
als elke bank.

4o. De juistheid van
mijn
opmerking – -overigens
van zeer weinig- belang – wordt erkend. Wat de
heer K. verder in het midden brengt, kan .onIbespro
ken blijven, daar ik hierover niets gezegd heb.
W. S.


OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

D e Ee o n om i st. – ‘s Grav-enhage, 15 Nov. 1921.

H. Oh. G. J. van der Mandere,
Winstaandeelen, als

door de Indische regeering voorgenomen ten bate van
de inlandsche bevolking;
Mr. Dr. A. Spaner,
Be-

schouwingen naar aanleiding ‘van het boek van Sieg-

fried Budge, Der Kapitalprofit. Eine kritische Unter-
suchung unter besonderer Berücksichtigung der

Theorie Fraai Oppenheirner’s; S.
L. Longendijk,

Het Rijksinkoopkantoor

The Quarterly Journal of Economies.
– Cambridge, Mass., Nov. 1921.

H. L. Moore,
The origin of the eight-year generat-
ing cycle;
W. J. Cunningham,
The r-ailroads under
government operation. II, from January 1, 1919 to
March 1, 1920;
A. H. Hansen,
The technological in-
terpretation of his-tory;
A. S. Dewing,
A statistical
test of the success of consolidati-ons;
A. H. Cole,
The
-domestic and foreign wool ‘manufactures and the
tariff problem.

The Journal of Political Economy. –
Chicago, November 1921.

W. A. Rawles,
Corporation training schools for col-

lege men; J. T. Madden., R. C. McCrea, W. R. Gray,
Co-ordination of instruction in collegiate -schools of
business with corporation training conrses;
L. S.
Lijon.,
The corporation school and its place in a
scheme of ‘business education;
W. R. Ca.mp,
Pioposed
refo-irns in the system of food distribution. 1;
H. Bil-
gram,
The quantity theory scrutinized.

Journal des Economistes. – Parijs, 15
November 1921.

Yves-Guyot,
Les déviations étihico-soci-a’les et la
science économique; G.
de Nouvion,
Un impôt sur le
revenu sous la Révoluti-on;
J. Legros,
L’Alsace et la
Lorraine économiques;
Y.G.,
Le nouveau régime des
chemins de fer;
N. Mondet,
Chronique ‘de i’inflation;
A. Barriol
et
I. Brochu, L’emprunt de 1800 millions
de Ja viiie -de Paris en 1921;
Id., L’é.mission du Orédit
national en 1921;
B. L. L. 1?.,
La Ligue du libre-
échange (N-ovembre 1921).

Revue -d’Ec-onomie Politique. – Parijs,
Sept.—Oct. 1921.

Mourre,
La crise -de 1920-1921 et ses causes;
G.
Nestier-Tricoche,
Les magasins â succursales mul-
tiples et l’organisation du com-merco de détail aux
Etats-Unis;
B. Nogaro,
La question ‘du chan-ge au
Cogrès post-al de Madrid;
E. AntoneUi, Une enquête
régionaie sur ie co-ût de la vie.

De S oci-aiistische Gids. – Amsterdam,
October 1921.

-bevat o.a.:

J. H. Schccper, W. P.
G. Hels-dingen
t; K. Kautsicy,
Engeische -en Russische geest in -de arbei-dershewe-
ging;
J. v. d. Wijk.
Wetmatigh-eid in natuur en maat-
schappij, IV;
W. v. d. Sluis,
De herziening der Jacht-
wet, T.

T d em. – Amsterdam, November 1921.

-bevat
0e.:

E. Bernstei’n.,
De Joden in de Duitsche sociaal-
democratie;
J. v. d. Wijk,
Wetmatigheid in natuur en
maatschappij, V (slot);
C. Woudenberg,
De arbeiders
en de industrie in Hongarije;
W. v. d. Sluis,
De her-
ziening der Jachtwet, II (siot).

Tijdschrift voor Economische
0 e o g r a p h i e. – ‘s Gravenhage, 15 Nov. 1921.

Prof. Dr. H. Blinic,
De havenstad Emden en het
Eemsgebied. Met kaartje;
N. H. H. Addens,
De Ne-
derlandsche zaacihandel;
J. H. Sebus,
Aardrijkskundi-

(Voortzetting op pgn. 15)

14

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Januari 1922

.

MAANDCIJFERS.

RESUME UTT
HETMflNTTITX 1WLLETTN OF STATTSTTCS (LEAGUE OF NATIONS).

MaandUjks
gernildeld
.
1921

1913
1919
1920
Maart
April
Mei
Juni
‘Juli
1

Aug.
Sept.

Produetievan
5617
4,490

4,477

4,178

15

157
15
3,866
4,215
4,055
etnkool
9,946 9,497

11,267

7,664

7,920

8,621
8,816
8,196
8,453
8,921
(1000 tons)

Engeland ……….

Frankrijk
2)

786
420

667

651

708

656
744
759
740

1)

Ver.

Staten ……..

uitschland
8)

. . . .
3,887 2,240

2,527

2,504

2,809

1,780
2,373
2.532 2,584
2,649

Productievan
869
627

678

392

.

61

14
1
10
96
161
ijzer
2,623
2,627

3,084

1,622

1,210

1,240 1,082
879
969
1,002
(1000 tons)
434
201

276

300

292

283
285
267
255
244
36
20

7


– –

Schepen

op

Engeland ………….
Ver.

Staten ……….

1,957
2,994

3.709

3,799
3,530 3.283
stapel eind

Frank’ijk
4
)

……….

148
2,967

1,310

1,103

Kwartaals-
718
Kwartaals-
434
der

maand

Italië
5
)

……………

229
217

398

427

opgave
390
opgave
351
(1000tons)

Engeland ………….

125
315

364

352
310 398

Iuiports(net-

Ver.

Staten ………….
Frankrijk ………….

Engeland 1000 C
54,931
121,784

142,861

84,854

81,472

79,076
81,100 71,396

78,583
18,524
to)

Italië
6
)

……………

Ver.Stat 1000 $
146,405
311,146

427,579, 234,759

244,519

197,631
178,495 172,132

188.392
179.283
Frankrijk 1000 Fre
1000
Italië

Lire.303,803
701,778
2983,272 2950.412 1742,908 1779,089 1565,508
1385,278 1321,845 1502,2981343,446
1723,534
1469,117 1731,294
2225,679

Exports(bin-
Engeland 1000
£
43.771

1195,407
66,5531
111,297

66,809

59,868

43,088

38,152

43,172

51,346
55,248
nenlandsche
Ver. Stat. 1000 $
204,025
645,818 673.373 369,470 329,854 322,449
329,774
314,204 365,559
325,774
producten)
Frankrijk 1000 Fre.
573,351
989.966 1869,563 1686,426 1932,268 1648,635
1750,464
1563,055 1723,092
1776,653
Italië

1000 Lire
209,303
505,479 650,316 567,299 587,045

453,451



Scheepsbew:
Engeland

(geladen) 4,089 2,464

3,043

2,862

2,625

3,080 3,326 3,365 3,439 3,400
Binnenkom.
Ver. Staten
sclieiwn
(gel.
en ballast)..
4,440
3,892

5,344

4619

4,859

5,324
5,616
5,757 6,172

(1000 tons)
Frankrijk (geladen)
2,876
1,903

2,399

2,062

1,914

1,961
2,007 2,229

2,610

Index-cijfers:
Engeland
Groothand.-
(Board of Trade).
100

313.9

215.1

208.7

205.0 201.6
198.4
194.3 191.4
prijzen
Ver. Staten (Bureau
of Lehour

tatist.)
100
212

244

162

154

151
148
148
152 152
Frankrijk (off.cijfer)
100
356.9

510.3

360.5

344.4

330 325.6
333.0 333.8
342.1.

Wisselkoer- NewVork op Londen
100
89.79

75.23

80.35

80.78

81.75
77.77
74.53
74.96
76.50
een: (wekel.
NewVork op Parijs.
100
70.58

35.54

36.51

37.67

43.42
41.90
40.38
40.16
38.01
gemiddelde)
NewYork opRime..
100
55.60

25.67

19.93

24.11

27.49
25.86
23.35 22.33 22.00

Wekelijksehe
product’e. berekend
op grond
de

maandelijkeche productie.
Inclusief
brui, k. ol

(75 000 ton
in Januari
1921).

Vanaf 1919
md.
Elzds Lotharingen.
Vanaf
1920 inclusief
Elzas
Lotharini’eii
en het Saargebied.
Vanaf 1919
zonder Etzas Lotharingen.
Vanaf 1920 zonder Elzas Lotharingen, het
Saargebied
en de
Pfalz.
Vanaf 1919
inclusief Elzas Lotbarinigen.
)

Iliaandi-Iijksehe cijfers worden niet berekend.
6)

Inclusief
Trië-t.

7;

Verniiruier
ing tengev’
Ige van d- kolen,.t ‘king.

ONTVANGSTEN VAN SPOOR- EN TRAMWEGMAATSOHAPPIJEN AUGUSTUS 1921.

(Ontleend aan ,.de Ingenieur”.)

Namen der Maatschappijen.
Personenvervoer.
Goederenvervoer.
Totale ontvangsten.

Augustus 1921.

1
Augustus
1920.

Ttlaatsch. tot ExpI. van S.S., N. C.-S., Noord-
Brab.

Duitsche

Spoorwegmaatschappij
en
Roll. IJzeren Spoorwegmaatschappij
f10.955.000,-
f

8.137.000,-

f
19292000.-
f19.500.481,-
rramwegmaatschappij ,,De Meijerj”

.

,,
33 288.401I
,

32.474.92
ederlandsche Traxnwe3inaatschappij

………
96.574,84
80.079,58
181 579.47
144.382,63
Rotterdamsche Electrische Trawegmij..
zu
621.397,74

62139774
554.874,90
1
1
2

Rotterdamsche Tramwegmaatschappij ………

….

.158.609,71
89.905,14
,,
24851485 231.804,83
Westlandsehe Stoomtramwegnniat.snhappij
51.058,66
19.334,87
71.186.3’i
62.774,75
l7.509,00′!
,,

17.195,80
42.95718
38.565,73
,,

16.156,83
6.755,54
2340237
,,

24.250,09
Zuid.Nederl. Stoorntramwegmaatschappij

………

‘4ederlandsch-1ndische Spoorweginaatschappij
,,

566.000,-
1.527.000,-
2.121 000,-
,,

1.795,731,
Zuider Stoouitramwegwaatschappij ………..

Dost-Java Stoomtram wegmaatschappij
– –
39 910.-
,,

34.100,-


97 400,-
92.700,-
lijn Modjokerto-Ngoro

………………..

emaran-Cheribon Stoozntramwegmaatsch


718 200,-
609.700,-
lijn Soerabaja-Krian …………………

aniar.-Joana Stoomtrarnwegmaatschappij


492 000,-
,,

437.600,–
erajoedal Stoomtramwegmaatschappij
lijn

Maos-Bandjarnegara …………….
.


,,
142900.-
128.100,-
lijn

Bandjarnegara-Wonosobo …………


,,
17.400-
13.400,-
Deli-Spoorweg-Maatschappij

…. …………


,,
759.000,-
,,

621.000,-
d

m
..

.

,,
177 “00.
153.000,
1aoera Stootra.rrirnaa.t.chappij ………….
ilodjokerto Stoomtramweg-maatschappij
– –
66.836,-
50.593,-

Nagekomen over
Juli.
taafscpoorwegen in Ned.-Indië
.
1. Staatsspoorwegen op Java

………..
f

2.456.866,-
‘f

3.691.796,-

f
6630.202,-
f

6.020.167,- 124.585,-
69.387,-
,,
210.712,-
,,

188.522,- III. Tr’tuiwegeu in Zuid-Sumatra.
II. Spoorweg ter Sumatra’s Westkust ……

Palembanglijn

………………
;,

29.070,-
113.525,-
145544,-
99.448,-
Lampong iju …………….. …
..
25.141,-
26.116,-
54 o9,-
24.044,-
IV.

Atjeh

Stoomtram ………………..

.
93.020,-
66.086,-
164.885,-
,,

151.916,-

De ontvangsten der groote maatschappijen, die in ,,de Ingenieur” ontbreken, zijn aan het ,Maandschrift Centr. Bureau Statistiek” ontleend.

4 Januari 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

til

ge namen, hun beteekenis en spelling;
BI.,
Econo-

.misch-geogra phi sche ‘beteekenis van Köningsbergen;

Sofia en de Bulgaren na den oorlog.

The geographical Journal. – Londen,

November
1921.

A. Hamillon Rica,
The Rio Negro, the Casiquiare

canal, and the l.Jpper Orinoco, September
1919-

April
1920;
E. J. Wayland,
Some account of the
geology of the Lake Albert Rift Valley;
E. M. Dow-

son,
Further notes on aeroplane photography in the
n
:ea
r
East; The Mount Everest’ expedition.

Rechtsgeleerd Magazijn. – Haarlem,

jaarg. 40, afl. 5.
M. F. G. Scheltema,
Iets omtrent den invloed van

stijging en daling van de waarde van het voorwerp
cener schadeverzekering;
Mr. Ph. Kleiiitjes,
Verslag

van de Commissie tot herziening van de Staatsinrich-

ting van Nederlandsçh-Indië, ingesteld bij Gouver-

nementsbesluit, van den 17den December
1918,
No. 1.

1 d e m. – Jaargang 40, afl. 6.
Mr. G. André de la Porta,
Rechtspersoonlijkheid un

werkelijkheid. Naschrift door
Molengraaff; A. J.

Beveridge,
De jonge advocaat en het begin zijner car-

rière. Vertaling door
Mr. H. J. Boelen.

V r a g e n d e s T ij d s. – Haarlem, November
1921.

bevat o.a.:
L. Tiele’n’ius Kruythoff,
Overheidsbedrijven.

0 n z e E e u w. – Haarlem, October
1921.

bevat o.a.:
Mr. J. Biere’ns de Haan,
RatJienau: Gemeenschap

en Gildensocialisme.

D e G i ds. – Amsterdam, October
1921.

bevat o.a.:
Mr. C. van Vollenh,oven,
Ontwapening.

Revue internationale de Sociologie.
– Parijs, Sept.-Oct.
1921.

R. Brugeille.s,
Le tableau sociologique;
A. van Gen-

nep,
La langue, symbole de la naitionalité.
RIJKSPOSTSPAARBANT

NOVEMBER
1919

1

1920

1

1921

f

10.303.650f
10.118.107f
9.151.461
Terugbetaliogen

..
9.379.513,,
10.584.036,,.
9.432.700
Tegoed der inleggers

Inlagen

………..

261.387.610
,,266.137.971
276.263.171
op ultimo ………..
Nom. bedr. der uitst.
staatsschuldboekjes

op ultimo ………..
36.793.800,,
41.741.600,,
43.910.700
Spaarbankboekjes:
Aantal uieuw uit-
gegeven
11.515
10:368
8.65e
Aantal

geheel

af

betaald
6.747 8.558
7.82
Aantal in omloop
op ultiano
1.886.3201
1.911.691
1.919.23Ç

POSTCHEQUE EN GIRÖDIENST.

October 1921

October 1920

Aantal

Bedrag

Aantal

Bedrag

Aantal rekening-
houders op


45.834
-.
29.787

Aantal rekenin-
gen op u°…..46.941

30.600

Stortingen ……283.841
89.173.883
168.687
70.982.330
Overschrijvingen:
.
260.587 , 191.
85542
164.610.243
bijgeschreveti
172.250
afgeschreven
182.978

.

255.808.143
Afschrijvingen
1
79.714 77.716.032
wegens cheques
114.677
72.655.288
Totatd tegoed rek&
ainghouders op u°

153.431 .994

91.864.267

OTRO-KA NTOOR DER GEMEENTE A M STKRDAM.

Octber
1921

Posten
1

R..drag

Ontvangen en
betaald:
in contanten.
26283

f

12,360.lo0
door over


schriiving

1).
11
3i8
.,

93.1 64.84
Particuliere
rekeniuighoud.
12952
t)
,,

32.333.455
Saldo te goed
tIert,

rt,.

u°.

,,

9.680.494
Dep”sito’s voor
een jaar vast..
641
2
,,

1.059.800
t)

lnrl,,’ieve
verrekeningert

tusachen
pIm.

f
8.6’6.711,54

per maand.
5)
Aantal.

PRODUCTIE DER KOT.ENMIJNEN.
1)

(In tonnen van 1000 E.G.)

iGegevens verstrekt door het ,,Centr. Bur. voor (fe Statistiek”).

Naam van de
October
November

Mijn
19211
1920
1921

1

1920

1Stautsmijnen.

Wilhelmina ……
49.029
49.177 48.506 44.907
76.855
80.805
76.348 78.650
41.911

.

39.455
45.626 42.212
Entena ………..

Totaal ….
67.795
169.437
170.480
165.769

hendrik ………

Particul. mijnen.

Doijtaniale mijn
44.463
49.699
44.285
48.670 Mijn Laura en Ver-
42.223 49.389 39.224
47.849
Oratije-Nassau
eerligiug ……..

92.221
75.912
86.734
73.252
Mijn

Willem

So-
mijnen ……….

25.055
22.520
23.470
21.992

phie …………

Totaal….
203.962
197.520 193.713 191.763

Totaal generaal1
371.757 366.957
364.193
357.532

fl
Nolenslik
,tiet
inl’egrepen (in
1920
voor alle miincn te zaunen
175.039
ton en in de maanden Januari
t/m.
November
1921: 216
719
ton.)

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. •$ beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

{Vrsch.
Disc. Wissels 4
1Juli ’15
Zweeds. R.ksbk
5
l
19Oct. ’21

BkBel.Binn1.L 5
19Oct. ’20
Bk.v.Noorw. 6}
6Juli ’21
inR.0 6
7
1
19Oct. ‘2Ô
Zwits. Nat.Bt 4
13 4ug.’21
8k. van Engeland 5
3Nov.’21
BeIg.Nat.Bk
5

5
l
19Mei ’21
Duitsche Rijksbk. .5 23
I)eo. ’14
Bank v. Spauj. 6 4Nov.’20
Bk. van Frankriji 5
2
9
Juli ’21
Bank v. Italië 6
21)
4lei ’20
Postenr. Hong. Rk. 7
30Nov.’21
Ii’. Res. Bk. N.Y. 4} 2Nov.’21
Nat. Bk. v. Denem. 5 5Nov.’21 invascheBan13
v
1
3Aug.
1
09

OPEN MARET.

Data
1

Am,le,dam
Londen
Port
1

Berlijn

Pa,1.

.
Pa,ij,
Part,
N.
York
CaII.
1

Part,

1

Prolon.
dlconto
gafie
dI8conIo
disconto
disc.
monet,

30

Dec.

’21
1
1

431

1,
2

4114
3518
4__51

5t1_6
26-30 D. ‘
21

2

I
j43/s’/

41

S

I
31
S

351
18

14’1
2
.6
19-24
,,
1
21 4:11
4_11 33

112

451

14h1
2
_6h1
2

12-17

,, ‘2113″

3′
t
4′
!a
3/-‘J
4

/

4-6

26-31 1) ‘204 11
“2
6
451
1

6-7
29 D.-3J.’20
1
4t/
4

4′-5
55/_3/

14-51s

i

625

20.24Jult’1413’/
s
_
3
/
ig

2j_1

4

211-1

2″

)Ii8

12
1
21

5t
12
71
/’

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

iooals gewoonlijk was de geneigdLeid am gedurende de
laatste week van het jaar nog nieuwe zaken in visses
op te zetten niet groot. De markt was dientengevolge zeer
stil. In verschillende wissels was het herhaaldelijk onmo-

O,tober
1920

P,’ste,,
1

Itedrag

9636
f
11.605 753

56986

76 162.701

9456
1
)

20.110.017

5.065 938

gemeentediensten, zijnde

16

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Januari 1922

gelijk, om tot elkanider te komen en waren alleen koopers
of alleen verkoopers te vinden. In de meeste gevallen al-
leen verkoopers, zoodat alle koersen minder of meel- terug-
liepen. Londen daalde van 11,4434 tot 11,39%, marken
van 1,56 tot 1,47, dollars van 2,73 tot 2,7034. Parijs en
Bel(rië hielden zich nog het best. Aanvankelijk was ook hier
het aanbod overwegend, maar in cle tweede helft der week
konden beide wissels zich niet onbelangrijk herstellen. Van
Skandinavië was alleen Kopenhagen flauw en daalde van
54,85 tot 54,30 en kon Stockholm verbeteren van 68 to.t
68,25 en Christiania van 42,90 tot 43,25. Zwitserland was
aangeboden, slot 53,10. Spanje onveranderd. Buenos Aires
iets flauwer, daarentegen Indië wederom iets vester,
ca. 99
/t
99%.

KOERSEN IN NEDERLAND

Data
Londen
5)

Parijs
)
Berlijn
)
Weenen
5)
Brussel
5*)
New
York’)

26 Dec. 1921.,



– –

27.

,,

1921..
11.443
21.87k
1.521
0.12
20.95
2.73
1
/
28

,,

1921
11.447
22.-.
1.50
0.1
l
20.97
1
/
2

2.721
29

,,

1921
1 l.43
21.821
1.48
.0.11
20.87
1
/
2

2.72
3
1
s

30

.,

1921 11.41
21.77
1.461
0.11
20.74
1
12
2.71
1
/
4

31

1921



-.

Laagsted.w. ‘)
11. 3 g
T
,

21.70
1.44
0.10
20.70
2.70
1
/
E[ooiste
,,

,,

)
11.46
22.-
1.56
0.12121.07
1
1
2
2,73
1
1
2

24Dec. 1921..
11.44 21.674
1.46
0.11420.7642.73p
17

,,

1921..
11.45f
21.60
1.41
0.11 .20.40
s
2.751
iuntpariteit..
12.10
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48/

) Noteering te Amsterdam. °) Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere opgave. 5) Noteering van 23 December. 8)
Idem van 16 Decmber.

13
t

Stock-
holm)
Kopen.
hagen
5
)
Chris.
tlania
5
)
Zwitser-
l
an
d*)
Spanje
t)
Batavla
t
telegrafisch

26 Dec. 1921


– –

98112
27

,,

1921
68.-
55.-
43.-
53.50 40.60
98
1
1
2

28

,,

1921
68.-.
54.80 43.90 53.35 40.70
98
1
/
29

,.

1921
68.10
54.15 43.25
53.35 40.60
98
1
1
2

30

,,

1921
68.25
54.10
43.55
53.25 40.60
98
1
/
2

31

,,

1921




40.50
9811
4

L’ste d

w.’)
67.70
53.80
42.80
5.05
40.40
98
1
1
2

fl’ste

,,

,,

1
68.35
55.-
4390
53.45
40.80
98
1
1
3

24 Dec. 1921
67.95 55.25
42.50
53.40 40.60
98-981
17

,,

1921
67.50 53.40 42.25 53.50
40.20
98
1
/2
Iluutpariteit
66.67 66.67 66.67
48.- 48.-
100

5) Noteering te Amsterdam. 1) Particuliere opgave.

Termijnnoteeringen der Valuta-Kas.

Ecarts tusschen termijnnoteering en contanten koers

(week van 27-31 December 1921).

Londen.
Uit. Jan.
Uit.. Febr.
Uit.
Maart
Hoogste B Koers
agio

1
1
1
4
ct.
agio

21
12 ct.
agio

3
3
1
4c1..
Laagste B

,,
1

,, ,,

,, ,,

3
Hoogste L

,,
2

,,
311
4

,,
.

,;

3112
Laagste L

,,
1114

,

2
1
12

New-York.

Hoogste B Koers
Pari
agio

1
14 et.
agio

‘/
ct.
Langste B

,,
Pari
Pari
Pan
Hoogste
L

,,
agio

3
14ct.
agio

1
1
2

,,
agio

1
1
2

Laagste L

,,
Pari
11

,,
,,118

Parijs.

Hoogste B Koers
agio

21
12 ct,
agio

5

ct.
agio

7
1
1
2
ct.
Laagste B

,,
Pan
2t1

.,,
,,

21
Hoogste L

,,
agio

5
5
Laagste L

,,
Pari
Pan
2’1

Brussel

Hoogste B Koers
agio

6

ct.
agio

11

ct.
agio

16

. ct.
Laagste B

,, ,,

2I1

,,
,,

71
12

,,
,,

12112
Hoogste L

,,
9

.

14
19
Laagste L

,,
21
7
1
1
2

12
1
1

B er
1
ij
n.
Hoogste B Koers
agio

1
1
2
ct.
agio

l’/,ct.
agio

2
1
1
2
ct.
Laagste B

;,
disagio

1
1
2
,,
,,

1

,, ,,

1
Boogste L agio –

1
1
1
2
,,
,,

211 311
Laagste L
Pari
,,

1
1

KOERSEN TE NEW YORK.

D
a
0
(‘ableLond.
(In j per
£)
ZichiParila
(in
do.
p.frs.)
Zicht Berlijn
(In
cl.
P.
M1L3
Zicht
Arnste7d.
(in
ds.
p. gid.)

30 Dec. .. 1921
4.21.62

8.03
0.54

36.91
Laagste d. week
,4.19.50

8.01
0.54

36.61
Roogste
4.21.62

8.04
0.55

36.91
24
Dec.
..

1921
4.19.25

7.98 0.53

3664
17

,,

..

1921
4.17.87

7.84 0.49

.

36.61
Muutpariteit

4.86.675.181
4

95
1
14

KOERSEN VAN DE
VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaatsen en
Noteerings.
17
Dec.
1
23 Dec.

26-30
Dec.
’21
30Dec.
Landen
eenheden
1921
1921
Laagste
1
Hoogste
1921

Alexandrië..
Piast.
p.

9771,
97!I

9771
,6

9771

9771

B.

Aires’)..
d. p. $
43
5
1
8

43
9
j
43
1
1
4

Calcutta
.. . .
8h.
p.
rup.
114
1131,
113
1
1,

1141
32

114
1
1
32

Hongkong
..
id.
p. $
217
1
1
2

217
1
1
27

28
1
1
4

217
7
1
Lissabon
….
d. per
Mii.
4
1
1
2

4
112
4

4
3
1
4
4
1
1.
6

Madrid

.,,.
Peset.
p.

28.53
28.20 28.00

28.25

28.10
•Montevideo’
d.
per
$
401
8

40’/,
41
1
1
2

421

411
4

Montreal….
$
per
£
4.51
4.48
4.44

4.47

4.45
5
R.d.Janeiro.
d. per
Mil.
71
12

73
18
1/32

771

1132
Lires
p. £
92
9411,
95

99.50 97.85
Shanghai….
Sh. p. taelj
31751
s

3,9314
3/6

3/71/4

3!6/

Rome

…….

Singapore

..
id.
p. $.
213!
213′
2/3’/,

213
7

*Valparaiso
peso p. £ 40.30
40.10
1
213
13
,
39.80
1
40.40

39.90
Yokohama ..
Sh. p. yen
2/311/

213
1
1
2

2j31,

2
1
31
12 12,3
3
1
8

Koersen der voorafgaande
dagen.
‘)
Telegrafisch transtert.
5)
Noteering
van
2
December,

NOTEERING VAN ZILVER
Noteering te Londen

te
New York
30 Dec,
1921
. …..

343/4
6414 24

,,
1921
…. ..34?/

17

,,
1921
,,,..,

361
67
10

,,
1921
……35
1
1
651
31
Dec,
1920
……401
64
1
f
3 Jan.
1919
……76/
130
1
1
2

20 Juli
1914
…….24
15
/

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 2 Januari 1922.
Activa. Binneni. Wis-( H.-bk,
f
167.974.199.54
1
/
2

sels, Prom., B.-bk. ,, 54.267.462,12
1
1
2

enz. indisc.(Ag.sch. ,, 73.581.473,41112

295.823.135,0811.
Papier o. h. Buiten!, in disconto
Idem eigen portef..
f
33.091.174,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.

Beleeningen t H.-bk.
f
63.407.940,13
ncl. vrsch. B.-bk. ,, 13.985.833,79
1
1
2

in
rek..crt.
t Ag.sch. ,, 74.157.537,03
op onderp.
f151.55l.310.95
1
/
2

Op Effecten ……. f119.308.951,78
Op Goederen en Spec… 32.242.359, l7/,

Voorschotten a. h. Rijk ………..
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
56.238.060,-
Muntinat., Goud .. .549.730.929.59

/ 605.Y68.989,59
Munt, Zilver, enz..

7.896.486,281
2

Muntmat., Zilvér

Effecten
‘Bel,v. h. Res.fonds,.
f
5.333.515,25
id van t/sv. h. kapit. ,, 3.878.472,371/i

9.211.987,62112
Geb.enMeub. der Bank ……………..3.747.500,-
Diveree rekeningen .., ……………

i8.675.894,94′],

f1.
l40.228.692,87
1
1,

Passiva,
K
apitaal ……………………..
Reservefonds ………………….
Bankbiljetten in omloop …………
Bankasaignatiën in omloop…………
Rek.-Cour. Het Rijk
f


saldo’s:
J
Anderen ,, 36.450.553,32
1
1
2

36.450 553,32
11,

19.362.735,77

f1
.140.228.692,87
1
J

33.091.174,-.

151.551.310,95
1
/,
14.262.214,39
61 3.865.475,87’/
2

f
20.000.000,-
5.386.728,62
1
/,
1.057.250.935,-
,,

1.777.740,1511,

Diveree rekeningen

4 Januari 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

17

NED. BANK 2 Januari 1922
(vrvolg).

Beschikbaar metaalsaldo…………..
f
394.029.00409

Op de basis van
lis
metaaldekking…. ,,
174.933.158,40

Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is.. ,,1,970.145.020,45
Verschillen m.d.vorig.weekst.

Mr.e

Minder

Disconto’s …………25,637.
422
,
65

Buitenlandsche wissels

702.468.-

Beleeningen ……….26.997.29
1
,09
1
12

Goud …………….


Zilver …………….
.
344
.
497
,
87
‘/

Bankbiljetten……….44.372.675.

Part. Rek.-Crt. saldo’s..

5.877.562,95
1
1
2

Voornaamste posten in duizenden gu.1den.

Dato

Goud

Zilver

Bank-
biljetten

opeischbare
1
schulden

2 Jan.

1922……
605.969 7.896
1.057.251
38.288

27

Dec.

1921 …….
605.969
8.241
1.012.878
31.658

19

1921.
605.969 8.366
1.014.343
31.799

12

1921

……
605.969
8.276
1.021.226
35.811
605.969
8.143
1.034.520
39.255
5

1921 …….

3 Jan.

1921..
636.141
21.457
1.116.021
95.245

3 Jan. 1920
.
637.323 6.567
1.071.609
87.936

25

-1ull

1914..

1
162.114
8.228 310.437
6.198

Totaal
1

1t,ervan
1

Schatkist-
1


1

Beiee. Bcschlk-
1

baar
t

Vet.
kings.
Data
bedrag
diaconid
1

prome,sen
ningen
1
rechtstreeks
1

1

saldo

1

tage
Metaal-
percen.

2 Jan. 1922 295.823

94.000 151.551 394.029

56

27 Dec. 1921 270.186

88.700 124.554 404.562

59
19

1921 269.682

88.700 126.622 404.366

59

12

1921 281.761

93.700 122.533 402.097

58

5

1921 287.332

90.000 129.178 398.617

57

3 Jan. 1921 211.977

55.000 285.870 414.549

54

3 Jan, 1920 197.500 100.000 245.513 411.087

56

25 Juli 19141 67.947

14.300

61.686

43.521
1

75
1)
Op de basis van
lis
metaaldekking.

Uit de bekendmaking van den Minister
van
Finan-

c i
ë n blijkt, dat uitstonden op:________________________

27 December 1921
1

2Januari 1922

Aan schatkisfpromeasen..
1501.690.000,-
/514 832.000,-

waarv. direct bij Ned. Bk.,,
88.700.000,-
94.000.000,-
Aan scha tk istbiljett.en ..
,,261 .829.000,- ,,266.9 10.000.-
Aan zilverbons

……..
…32.504.102,50
,, 31.945.547,50

Onder de vlottende Fehuld
is
bsa-‘pen:
Voorsch. aan de Koloniën
,,334.642.000,-
,,327.569.000,-
Voorschot aan Gemeentet)
1
Dember
voor dnor Rijk voor hen
,, 62.064.079,83
te heffen luk. belasting)
27 December
Tegoed v.cI. Postch.
&
G.dst l.

25.398.965,62
j

31.654.913,29

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guhlens.De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.

B k
Ande e
Besch!kb.
Data
Goud
Zilver
.


jetien
opeischb.
schulden
metaal-
saldo

24Dec. 1921
18050
281.500
100.950

17

1921
.

182.500
286.000 1115.000
98.500
105.600
10

..

1921
181.000
289.500 93.500
104.400

3 Dec. 1921 153.972

26.937 285.984 82.241 107.734

19 Nov 1921 162.060

25.844 288.073 85.920 113.578

12 ,, 1921 162.065

25.321 294.542

88.995 111.103

25 Dec. 1920 219.439

9.314 369.057 113.812 132.350

27Dec.1919 171.976

3.075 310.842 103.966 92.300

25 Juli 1914 22.057

31.907 110.172

12.634

4.8422

DE SURINAAMSCHE
BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Dlscantoa
Div.
i
k
n ngen

26Nov.1921

..
1.485
2.037
1.121
1.924
278
29

1921

..
1.485
2.033
1.178
1.954
292
12

1921….
1.485
2.058
838
1.945
280
5

1921


1.516
2.207
857
1.958
265
29Oct.

1921….
1.508
2.074
963
1.931
223
22

,,

1921.. …
1.508
2.014
1.008
1.932
217

27Nov.1920 …
1.061
2.183
809
1.954
433
19Nov.1919. …
1

1.032 1.647
1.173
.1.540
529

25 Juli

1914

.
.1
645
1.100
560
735 396
t)
Sluitpost
der
activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.

Dato
Metaal
Circulatie Currency Notes.

Bedrag
1

Goudd.
1
Cao. Sec.

28 Dec.

1921
128.434 126.520
325.584 28.500
289.131
21

1921
128.431 126.671
324.429
28.500
288.590
14

1921
128.437 124.734
318.329
28.500
281.545
7

1921
128.434 124.962
315.714 28.500
278.702
30 Nov. 1921
128.442
125.113
312.628 28.500
275.609
23

,,

1921
128.438
121306
311.687
28.500
274.482

29 Dec.

1920
128.268
132 851
367.626
28.500 336.504
31 Dec.

1919
91,342
91.350 358.152
28.500
337.537

2 Juli

1914
40.164
29.317


Data
Cao.
Sec.
1

Other
.
Sec.
1

Public
De,,03.
Other
Depos.
Re.
serve
Dek.

28Dec. ’21
36.962
83.165
16.057
106.532
20.364
16,61
21

’21
50.825
85.200
14.116
124.207
20.210
14,60
14

’21
69.800
80.683
13.858 140.869
22.153
14,32
7

,.

’21
70.064
80.636
11.996
142.743
21.922
14,17
30Nov.’21
57.438
82.735
13.749
130.4.11
2.1.779
15,11
23

,,

’21
50.314
83.572
15.601
124.083
23.582
16,88

29 Dec. ’20
107.865
86.028
14.305
175.555
13.867
7,30
31 Dec. ’19
92.469
106.778 19.213
108.638
18.442
9,20

22Juli ’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
521

t)
Verhouding tusachen Reserve en Deposits.

DU1TSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darleheus-
kassenscheine, in duizenden Mark.

t

Daarvisn

Kassen. 1

Circu.

I
tjei-
king:.
Data

Metaal

Goud

scheine

latie

Iperc. ‘

23 Dec ’21 1.004.142 993.695 6.208,644108.995.550 6
15

’21 1.005.171 993.696 4.023.2611104.567.851

5
7

’21 1.005.750 993.697 3.522.209 102.789.634 4 30 Nov. ’21 1.001.693 993.698 4.472.583 100.943.632 5
23

’21 1.008.000 993.709 5.014.796 96.463.895 6
15

’21 1.009.230 993.710 5.233.273 95.186.123 6

23 Dec. ’20 1.097.323,1.091.640 21.469.333 67.125.736 33 23 Dec. ’19 1.110.279 1.089.497 10.511.033 34.126.605 34

23 Juli 14 1.691.398,1.356.857

65.479 1.890.895 93
t)
Dekking der circulatie door metaal en Kasaenacheine.

Data
Dis-
conto’s
Wissels,
buiten
N.-Ind.
Belee.
Voor.
schotten
hei
aan

t

Diverse
1

reke.
liet.

1

king,.
1
Darlehenskasienscheine

betaalbaar
1
ntngen
Couv.nem.
ningen
1)
1
percen-
lage
Data
Wissels
Rek.
Cii.
Totaal
uitgegeven

1
In kas bij
de
_Reichsbank
24 Dec. 1921
33.00

73.200
***
4
23 Dec.

1921

118.445.263
________
21.789.203
14.213.100
17

1921
218.500

50.800
**
47
6.110.800
10

1921
212.000

32.900
.
49
15

1921

117.976.002
24.298.689
11.646000
3.926.70,0

3Dec 1921
34.9821
13779 117.995

23.024 9.193 50
l921

109.803.798
17.325.757 11.157.600
3.429.200
19Nov.1921
36.1851

19.640 115.210

22873
5.358
50
30 Nov. 1921

115.469.084
23

1921f 101.661.516
25.313.114
15.440.677 11.829.700
12.122.300
4.379.900 4.924.800
12

1921
,,
36.029!
19.988 103.436 42.349
4.033
48
15

1921
1
105.049.694
20.869.119
12.361.400
5.144.000
25Dec.1920
30.991! 26.644, 130.546

21:149
58.294
47
27Dec. 1919
63.408 42
23 Dec.

1920
e

53.741.766
14.164.231
33.632.000 21.425.600

25Juli
19141

12.217

12.4451163.2801

7.259

6.395!

47.934,

6.446 2.228 44
23 Dec.

1919!

34.848.713
11.146.956
24.191.100
10.472.800

‘)
Sluitpost
der activa.

3) Op
de
basis
von
2
15 metaaldekking.
23 Juli

19141

750.892 943.964
– –

18

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Januari 1922

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden francs.

Dato
Goud
Waaraan
in liet
Buitenland
Zile,
Te goed
in list
Buitenland

Buit.gcw.
voo,sch.
old. Slaat

29 Dec.’21 5.524.228
1.948.367
279.765
623 733
24.600.000
22

’21

5.524.164
1.948.367
279.582
606.937
24.500.000
15

’21

5.524.122
1.948.367
279.448
608.015
24.500.000
8

,,

’21

5.522.102
1.948.367
279.432
611.122
24.600.000

30 Dec ’20 5.500.269
1.948.367
266.333 677.966
26.600.000
3 Dec ’19 557S.950
1.978.278
265.703

28.850.000

23J1t1j’14!4.104.390

639.620
-.

Uitge.

&lee-

Bankbi!-
1
Rek. Cr1.

Rek.
steId0

.

1

Parti-

1

C,t.
1

Wissels i

“”

1

jetlen

culieren
1
Staat

2.505.8281 57.239
1
2.228.044
2.245.I61 57826 12.276.757
2.347515 61.201 2.206.364
2.216.673
1
62.339 2.314.029

3.308 927 403.932 2.188.920
1.654.804 621.875 1.493.680

1541980

769.400

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE,

Voornaamste posten in duizenden fraocs.

1
Metaal
1
8eieen.
1
Bv/een.

i3iflfl.
1

Rek.
Data

1
mci.

van

van

Wissels t Circa.

c,t.
1 bulten!.

bulten1.
J
pr,,n,. d.

en

1 .
laSte

1
.0/dl

verS.,

pr’lnr..

kr/een.
1

Partic.

29 Dec.’21 327.758 84.653480.000546.1666.289.576 509.109
22 ,, ’21 326.383 84.653 1 480.000 524.830 6.222.287 434.666 15 ,, ’21 326.001 84.6531480.000505 53916.256.9131 328.523
8 ,, ‘21325.734 84.653!480.0004
9
0.554
t

6.273.485 354.891.
29 Dec.’20322.921 84.6531480.0008834l816.119,239 1.085 149

31 Dec.’1
9
1
353
.
05
51 84.955480.O00455. 1394.763.80212.216.665

VEREENJGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.

Goudvoorraad
F R .
_______________

Zilver

Notes In
Data

Totaal

Dekking

in het

dc.

circa.
bedrog

F. R. N.

buiten!.

loSte

7 Dec. ’21 2.851.027 1.909.777

139.606

2.373.355 30

’21 2.849.397 1.895.244

139.745 2.366.006r
23

’21 2.835.229 1.924.288

142.9992.389.916
16

’21 2.823.901 1.926.127

145.567 2.398.224

10 Dec. ’20 2.054.368 1.421.260 67.745 180.1063.344.332
12 Dec. ‘191 2.096.288 1.308.164 140.910 64.1172.907.435

Algem. Percent.

Totaal

Gestort

Dek-

Goud.
uota

183e
S

. ,

Deposilo s

Kapitaal

bngs. dekking
peec. ‘ ) cIrcal.
2)

7 Dec. ’21 1.252.443 1.718.283

103.089

73,1

100,7

30 Nov. ’21 1.255.255 1.742.830

103.104

72,7

100,6
23

’21 1.274.567

1.728.497

103216

72,3

99,3 ‘.
16

’21 1.266.349 1.737.716

103.166

71,8

98,5

10 Dec. ’20 2.961.529 2.328.806

99.174

44,1

49,2
12 Dec. ’19 2.680.967 2.769.951
1
87.002

44,7
1
46,0,..
t)
Verhnuin
g
tus,chen: den totalen goudvoorraad, zilver
dc.,
en de
opeischbere schulden F. R.
Notes en nettd
deposito’s.
5)
Na aftrek van 35 pCt,
der
totale
dekkingsmidclelen als dekking voor de
netto
deposito’s.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET

FED. RES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Totaal
Reserve

Waarvan
Aantal

uitgezette

.

Totaal
Data

bj dv

. .

time
Dan en ge den en

arpos,lo
R. an
3

aeposit

eggi eigen

is

30Nov ’21

807
111.334.959
1.267.52213.567.955 2.997.931,
’21

807
11.308.6601
1.267.692 13.363.133 3.009.356
16

. ’21

807 t 1.353.212 1.269.059 13.452.583 3.1)02.576
9 .

’21

807 11.385.928 1.239.060 13.421.095 2.982.861

3.l)ic, ’20 823 16.630.185 1.332.08113.677.460 2.822.4791
5 Dec. 19 795 15.452.543 1.406.080 13.888.271 2.270.098

Aan het, eind
van
teder kwartaal wordt een overzicht
t

geg’v.von van
onkicle niet woke)ijL’e
opgenomen hankvtaten.

EFFECTENBEURZEN.

Amsterdam, 2 Januari 1922.

De juis1 achter ons liggende .berichtsweek heeft de jaars-
wisseling in zich gesloten. Zelden is een terugblik zoo
lroevig geweest als thans; in alle landen ‘heeît de Teactie
op de koortsachtige werkzaaixeheici fvan ‘de oorlogsperiode
zich ‘doen gevoelen en heeft zij industrieele werkloosheid,
stagnatie van den handel, verslapping van het gansche
econmi•sehe leven net zich gebracht. En zelfs’ nadat al
deze symptomen en cle oorzaken ervan wel zeer sterk zijn
doorgedrongen tot de geesten ivan de -leiders op finan-
nicel en economisch gebied, kan nog niet worden gezegd,
bij den aanvang ‘van het nieuwe jaar, dat ingrijpende maat-
regelen tot verbetering genomen zullen worden. Niet, om-
dat men, dit niet zou willen, doch eenvoudig, omdat het
probleem te o.ntzagwekkend, te omvangrijk is, dan dat door
enkelen maatregelen genomen zouden kunnen worden, die
binnen afzienbaren tijd redding kunnen brengen. Het
proces van genezing heeft zich ‘wel reeds ingezet juist door
de erkenning van de oorzaken, (Lie de wereld ziek hebben
gemaakt, doch een gmstige uitslag zal ‘eerst na zeer lan-
gen’ tijd en na tal van ‘proefnemingen ‘verwacht kunnen
worden.

In ‘verband ‘hiermede is het te begrijpen, idat ook bij ‘het
begin van het nieuwe jaar de beurzen nog geen al te op-
gewekt beeld te aanschouwen hebben gegeven. Toch is aller-
wegen een stemming van ‘vertrouwen op te ‘merken, in
verband met het feit, .dat er ‘ten minste pogingen tot red-
ding, wor.den aangewend. zelfs te B e r 1 ij n is ‘deze ten-
‘dens nâar ‘voren ‘gekomen. In den laatsten tijd heeft de
Berlijnsche beurs zich eenigszins onafhankelijk betoond
van den gang op ‘de wisselmarkt. Na de jongste ‘geweldige
reactie in bui’tenlandsche deviezen en in fondsen zijn de
omzetten . zeer veel geringer geworden, zoodat men z’igh
thans afvraagt, waarom de extra-beursvacan.tiedagen (des-
tijds ingesteld met •het oog op het niet te ‘verwerken aan-
tal orders) nog gehand.haafd worden. Hoewel de handel
echter kalmer is, hebben de koersen zich ietwat kunnen herstellen van den in sommige gevallen heftigen schok.
Men neemt algemeen aan, dat er in ieder geval wel iets
zal geschieden, om tegemoet te komen aan het niet aEeen
specifiek D u i,t s c h e verlangen tot vermindering ‘van de
bedragen’der schadeloosstelling. En al gelooft men terzelf-
der tijd, dat hiertegen het Duitsche Rijk ongetwijfeld an-dere verplichtingen op zich zal moeten nemen, in het feit zelf ziet men een gunstig symptoom, ook met betrekking
tot ‘de samenwerking in de ‘toekomst tusschen •de verschil-
lende naties. Ergo blijft men aan de Duitsche ‘beurzen aan
ti
‘de optimistischen kant. Het index-cijfer van de ,,Frank-
furter. Zeitu’ng” heeft zich dan ook ‘voor den laatsten,dag van het oude jaar op 358 kunnen, stellen, dat is 30 punten
honger dan ‘het ‘voorgaande cijfer ‘van 22 December.

Dezelfde tendens van kalm optimisme heeft aan de
overige beurzen leiding gegeven. Te L o n d e n waren ‘o.a.
beleggingsfondsen .vaster van toon, dan sinds langen tijd
het ‘geval is ‘geweest. Hoewel Russische staatspapieren
geenszins tot de laatstgenoemde rubriek gerekend mogen
worden, dient hier toch melding te worden gemaakt van een
Vrij ‘grooten handel in ‘deze fondsen. Eeni
g
e directe aan-
leiding kan hier, niet worden gevonden, ten ware ‘het het
bericht, dat ‘de Russische Regeer.ing pogingen aanwen’dt om
in Contact te komen met de vroegere bezitters ‘van Rus-
sische petroleumvelden. De ‘beweging begon dan ook met
Russische . petroleum’svaarden; ongetwijfeld •heeft men zich
voorgesteld, dat de Engelsche Regeering, indien er gprake
zou kunnen zijn van overdracht van vroegere bezittingen,
ook een woordje zou meespreken ten aanzien van ‘de ge-
dupeerde houders der Russische staatsobligaties.

Ook te P a r ij s was ‘de tendens o’verheersohen.d gunstig.
Waarschijnlijk hebben hier de politieke gebeurtenissen hun invloed doen gelden. Nadat het Kamerdebat betreffende de
conferenties van ‘den heer Briand te Washington en te
Lon’den was verschoven en nadat het besluit tot verleening
van steun aan de Baoque Industrielle de Chine was ge-
vallen, heeft ‘de beurs ruimer adem gehaald. Thans leeft
zij in het vooruitzicht op de ‘besprekingen van dé confe-
rentie te Cannes en. gezien de starre houding van Frankrijk
ten aanzien van de duikbooten-kwestie, is er wel kans,
dat hier althans ‘de Republiek er ‘alles op zal zetten haar verlangens tot gelding te brengen. Men hoopt er in con-
ciliante kringen zelfs op, ‘dat de Fransche diplomatie een
eventueel duikbooten-succes zal aangrijpen als concessie
tevenover een tegemoetkomende ‘houding’ ten opzichte van
D,iitschlan’d. In dat geval zou er zeer zeker reden ktinnen
zijn tot een opgewekte houding van de fqndsen,beurs.

S
‘t
S
C0

0

36.487.456 2.717.192 26.014
36.246.215 2.574.151 13.181
36.407.132 2.446.282 42.348 36.666.338 2.454.393 62.559

37.901.599
1
3
.
518
.
370 56575
37.660.54313.270 513 93.667

5.911.9101 9
4
2.570:400.590

4 Januari 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

Te N e w Y o r k is feitelijk ‘van groote variaties geen
sprake geweest. Kalm ontwikkelde zich de handel en geen
enkel nieuw gezichtspunt werd er geopend.
Aan
onze
beurs ‘is de laatste week van het jaar ‘gewoon-
lijk éilne van uitersten stilstand in zaken. Dezen keer echter
werd deze normale houding nog sterker geaccentueerd,
doordat reeds gedurende langen tijd het publiek zoo goed
als geen belangstelling voor de effectenmarkt aan den dag
legt. Indien te onzent dan ook de omzetten geregistreerd
zouden worden, zou men vermoedelijk tot •de ontdekking
zijn gekomen, dat in de juist achter ons liggende dagen
het record van beperktheid der omzetten was bereikt.
Slechts enkele rubrieken en een efikel speciaal fonds heb-ben op dezen regel een uitzondering gemaakt.
Zoo waren ‘in de eerste plaats
staatsfondsen
vrij goed

gedisponeerd. De reactie, ‘veroorzaakt door •de aankondiging
van de nieuwe staatsleening, gepaard. gaande met den in-
vloed, die van het eenigszins ‘duurder geld uitging, schijnt
wel weder tot het verleden te bohooren. Bovendien heeft
het bericht, dat cle Regeering er in geslaagd was, de eerste
tranche ad. $40.000.000 eener Indische leening te New
York onder te brengen tot bevredigende voorwaarden, de
aandacht als vanzelf weder op koloniale en op staatsfond-sen gevestigd, in gunstigen zin. Het schijnt inderdaad, dat
vooral voor Indische leeningen het animo groeiend is, voor-
al omdat men de mogelijkheid aanneemt, dat Amerikaan-
sche beleggers de voor hen .goedkooper stukken (in verband
met den lagen stand van den gulden te New York) van de

II
o 11 a n’d s c h e koloniale leening zullen aankoopen, zon-
dra de soort der belegging in de Unie wat meer bekendheid

zal hebben verkregen.
Van
buite.nlandschc staatspapieren
ondervonden Russische
soorten den invloed van de vraag te Londen. Bij Vrij rui-
men handel konden Russische papieren meer of minder
sterk monteeren.

27Dec. 29 Dec. 2 Jan. Rii:ingof

5
O/o
Ned. W. Sch.

191.8 86
1
1
8

86
1
/

87
1
1
4
+ 1
1
1
8

4
1
1
2
0,0

,,

1916 831

84

841, +
l
l
i
i6
4

o,

,,

1916 75
5
1,

75
5
1,

751
I
+
5
1
1
,

3112010

,,

,,

, …….67

66
1
1

67
1
1

+
11

3

0/0

,,,,……

56

56
1
1

56

2112
0
/0
Cert. N. W. S…….48

48
15
1

481
8
+
5
1
9

5

0/
Oost-Indië 1915 . . .

91
11
/
10
91
5

91


111

6

0/

,,

1919 …. 93’1

94

93


18

4
0/
Oostenr ‘Krnneiireute

3’1

3I31

1
5

0/
Rusland 1906 ……6’/

7315 + 1 ‘/8

4 – !
o
‘Rnsl. hij Eiop’ & Co. , 8

93I

9112 + 1 ‘/2
4
1
1
2
01
China
(1″,irl
1898 . . 64
1
I

64
1
1
3

64
1
1
3

4

0/
Japan 1899 ……..59(

59I8

5971s

4

Ol
o
Argentinii Ruitenl. .
581

58′
4

581

5

°Io
Brazilië 1895 ……57/4

56
1
1
3
57″

7

O/
Sta.atsspoor …….. 103
1
1
8

103
15
1
16
103151
-, 131

7

0j
Amsterdam …….. 103
3
4
1031

I031

+ 118

De markt voor aandeelen was kleurloos, met een enkele
uitzondering.
Zoo
zette de hausse voor aandeelen T(onink-
lijke Hollandsche Lloyd zich door, onder het hardnekkige
gerucht, dat de aankoopen voor Duitsche rekening ge-
schiedden. Men •dient hier rekening te houden met het feit,
dat in de statuten van ‘den Lloyd de z.g.,,oligarchische
clausule” is opgenomen, zoodat het bezit van de meerder-
heid der gewone aancieelen niets zou baten zonder de mede-
werking der bestuurders. In hoeverre deze bestaat en of er
zelfs vel sprakeis van contrôle-aanknopen, is voorloopig in
het ‘duister gebleven. Voor het publiek gaat èchter van de
voortdurende aanknopen, gepaard met den lagen koers, een
zekere aantrekkingskracht uit. Naast deze aandeelen waren
gewone aandeelen Holland-Amerika Lijn sterk gevraagd,
voornamelijk in verbaad met dekkings-aankoopen.

27Dec. 29 Dec. 2 Jan. Rii:in5
oF

Holland-Amerika-Lijn .. . .il63′ ‘. 162

160

—3

gem.eig»l45
/

144

142

—3

ollandGulf-Stoomv.-Mij.. . 95

’95

95

HolIandshe Stoomboot-Mij. 5O . i50. r”5l

+ 1
Java-China-Japan-Lijn ….103 ‘i’.’ 108’1
3
110

+ 7
Kon. Hollandsche Llnyd. . . 271 27/ ’28’1
3
+
31
4
Kon. Ned. Stoomb.-Mij……90 l 90 ,”’92/
4
+ 2’/
4

Koninkl.-Paketvaart Mij….95 94941 – 11
4.

Maatschappij Zeevaart

75 ‘ 78

81

+ 6

Nederl. Scheepvaart-Unie.. 11011

109114 ‘ 1091

– 11,

Nievelt Goudriaan ……..148

148 ‘ 148

Rotterdarnsehe’Llnyti ……137/

137 . 138

+
31

Stoomv.-Mij.,,lTillegerSherg” 75 ‘ 72 ‘

79

+

,,Neulerland” .. 165

164

1601/4
– 43/
4

,,Noordzee” . .. :34 !i 34114

34

,,Oostzee”……7.9 :’ 76

82

+ 3

– Overigens waren alle overige afdeelingen in meer of
minder diepe rust verzonken. Voor de groep der bank-
aandeelen ontstond bescheiden belangstelling, die de koer

sen eenigazins opdreef, vooral voor dc aandeelen der ban-
ken met groote buitenlandsche verbindingen, als Am.ster-
damsohe Bank en Rotterdamsche Bankvereeniging. Van
ind’zistriccle soorten
waren aandeelen Jnrgen.s sterk aan-
geboden in verband met de bei-icihten omtrent heftige ver-liezen in Duitschiand geleden. Philips Gloeilampen konden
zich handhaven.
De
petroleummarkt
was ‘hoogst oninteressant. Op som-mige ‘dagen was er van een ,,hoek’ in het hoofdfonds nau-

welijks spu

ake. Alleen voor
suikcrwaarden
bestond wel
eenige bêlangstelliug, met name ‘voor aandeelen Handels-
vereen’iging ,,Amsterdarn”, waarvan op 2 , Januari het
interim-dividend ad 15 pCt. werd gedataoheerd en welk
percentage bij voorbaat reeds in den koers werd verdis-
conteerd. Rubbers r
bleven prijshondend, evenals
tabakkan.

27 Dec 29 Dec. 2 Jan. Rijzingof

Amsterdanische Bank

… 15411 ‘ 158

159

+
4
‘!2
Eçoloniale Bank ……….
1l0’/3
111
3
1
4
1 ll/
4
+ 11
4

Ned.Handel-Mijcert.v.aand. 1331
4
133
1
1
4
1341
4
+ 1
Rotterd. Binkvereeniging..103
1
1
2
105’/
4
107
1
i
2
+ 4
Amst. Superfosfaatfabriek . 50
1
/ 511/
3
51
1
1
3
+ 1

Van Berkel’s Patent …….49

48

48

– 1
tnsulinde ()liefabriek ……

10

93I

931
8

– 61
8

.Jurg’ens’ Ver. Fabr. pr. aand.
93314

801

80
1
1
2

Hollandia Melkproducfen .. 156

158

157’13 + 1112 Philips’ Gloeilamporifabriek

229
1
-‘
2

‘225’
229’1
2

R. S. Stokvis
&
Zonen …
578
578
578
Vereonigde Blikfahrieken..
681
4

67
67
,


1
3
1,
Conipania Mercantil Argent.
72/
4

71
3
1
4


721
+
51

Cultuur-Mij. d. Vorsteulanci
134
0
1
4

133
1341
4

Floundeisver. Amsterdam
.
..
333 329
321

12*
Floli. Transatl.

Handelaver.
21
21
21
Linde Teves
&
Stokvis ….
84
82
82
1
I
3


1
‘/2
Van Nierop&Co’sHandel-Mij.
7
0
1
8

8/
4

8’/
3

+
71

Tels
&
Co.’s Flandel-Mij….
43
1
1
3

45
45’/
—2
Gecoris. HoIl. Petroleum-Mij.
138
1
1
1371
4

138
1
!
2

+
3

Eon. Petroleum-Mij…….
.417
411
1
/
3

416112

1
1
2

Orion Petroleum-Mij.
Afgest. Aarud.
33
1
1
2

33112

33

1
1
2

Steaua Romana

Petroleum
Mij.
..

Afgest. Aand.
’44I
4

44
44114

Amsterlam-Rubber-Mij.

..
1071
106
108
+
‘I
Nederl.’-Rubber-Mij

…….
62
62’/
2

64
+
2
Oost-Java- Ru’bber-Mij…..
171
173
1701/3

I2
Dell

Batavia …………..
314
316
315
+ 1
Deli-Maatschappij

……..
268′
3

268
1
1
3

264
1
1

4
1
1
Medan-Tabak-Maatsehappij
.
272
272 272
Senemhab-Maatschappij….
377
381
374
3

*

15
0
1

exlividpnd.

De
Amerikaansche ofdeeling
was lusteloos en eerder aan
den lagen kant in ‘verband niet de reactie van clan dollar.
Het schijnt, dat men thans reeds rekenin
g
houdt met een
lager dollar-niveau als gevolg van het realiseeren van den
opbrengst der Indische leening, hoewel ‘deze realisatie na-
tuurlijk zeer geleidelijk kan gischieden.

27 Dec. 29 Dec, 2 lan. Ri;:ingof

American Car
&
Foundry
162
163
163
+ 1
Anaconda Cnpper

……..
11l’f
107*
1061
8


!8
Un. States Steel Corp…..
93
94
1
1
3

93
1
1
8

+
118

Atchison Topeka ……….
100’/
3

100
1
1
2

100
1
1
3

Southern

Pacific……….
88 89
88
1
/
2

+
112

Union

Pacific

…………
143 143
143
Int. Mere. Marine orig.
Corn.
1615/,
16
/
4

16/,
5j

8
prefs.
681
70
1
1
701

1

1’/

*
Exeluim.’

De
geidmarkt
is na een aanvankelijke stroefheid iets rui-mer geworden; prolongatie 4 pCt. na

4V4
pOt.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

Na alle droogte der laatste tijden over bijna de geheele
wereld, komt heel merkwaardig bijna gelijktijdig de regen
los. Ook ‘de afgeloopen week was een ,,natt week” ; zoowel
de Europeesche als Noord- en Zuid-Amerikaansche weer-
berichten vermelden regen, maar ook Indië en Australië
hebben ruimschoots hun aandeel genoten. Uit Noord-
Afrika klaagt men over te veel neerslag, die de reeds te
late uitzaai vertraagt. Op het Noordelijk halfrond geldt
de neerslag als zeer gunstig, over het algemeen wenscht

20
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Januari 1922

Noteeringen.
Locoprijzen te
Rotterdam/Amsterdam.

Chicago
Buenos
Ayres
Soorten
J

2 Ja,,.
1
27 Dec.
3 Jan.
Tarwe
Mars
1
1

Haver
Taruc
1

1
Mays
Ltjnzaad
Data
1922
1921
1921
Dcc.
Mei
Mei
Febr.
Febr.
i
Febr.
Tarwe*

…………..
,
13,50
13,50
25,50

31 De.21
107
1

53
1
1,
381,
11,50

1

7,55

17,501)
Rogge (No. 2 Western)
1
1
11,75
11,75
25,-
24

21
113
5
1,
55
1
1
38
1
1
8

11,75

7,65

17,35) Mais (La Plata)

……
8

Gerst (481b.malting)
185,-
205,-
1

180,-

1

207,-
276,-
345,
31 Dec.20
31 Dec 19
175
246
518
132
‘/8
83’/,
17,70

9,75

16,90
13,45′)

6,60

20,801)
Haver (38 Ib. white cl.).

1)

11,75
1

11,75
15,-

31 Dec 18
231 135
3
1
4

671
1
t
11,50
1
)

4,95
1
)

18,70
Lijukoeken (Noord-Amen-

20 Juli 14
82
1
)
56
3
1
1
)
36′!,’)
9,40
2
)

5,38
2
)

13,702)
ka van La Plata-zaad)
8

15,75
1

16,25
.
20,-
Lijuzaad (La Platal…

1
381,-
1

378,-
460,-
1)
per December.
2)
per September.
.
‘)
P. 100 K.G.

2) p. 2000
K.G.
9
p. 1000 K.G.
4)

per
_______________________________________
1960 K.G.
*)
Nr. 2 Harc1Red
Wieter
Wheat.

AANVOEREN in tons van 1000 E.G,

Rotterdam
Amsferdao;
Totaal
Artikelen.
2713
1
Dec.
1

Sedert
Overccnk.
27131 Dec.
Sedert
Over,-enk.
t
1921
1 Jan. 1921
tijdvak 1920
1921
1

1 Jan. 1921
tijdvak 1920
1921
1920

6.167
1.456.676
761.058

46.482
131.612
1.503.158
892.670
Tarwe ……
…………
343
145.177
233.545

1.831
752
147.008
234.297
Rogge ………………
218 9.776
6.151

576
772
10.352
6.923
Boekweit

…………….
Mais

……………..
Gerst
16. 653
1.002.205
525.261
106.903
68.702
1.109.108
593.963
..,,..,..,,..,
600 2.939 241.987
74.285
119.529
26.872

9.010

4.285
6.418 250.997

1
125.947
Haver

………………
2.830
1

157.237
69.108

13.817

43.220
78.570 271.054
26.872
.
112.328
Lijuzaad ……………..
Lijnkoek …………….
3.100
1

123.404
46.310

11
400

31.958
5.006
155.362
51.317
Tarwemeel
…………..
781
54.478
26.747

4955

59.433

1
26.747
Andere meelell.’ten….1
120
37.766
42.822

1.950
742
39.716
43.564

r

men nog meer. In Argentinië en Australië, waar het juist
oogsttijd is, komt die minder van pas, maar ernstige klach-
ten zijn nog niet vernomen en de beweging der Argentijn-
sche’ markten toont voldoende aan, dat ‘daar a.Ithans no.g
geen erustige gevolgen gevreesd worden.
In Noord-Amerika werd de stemming voor tarwe flauw
gemaakt, door ‘de eindraming der Ainerikaansohe oogsten,
waaruit bleek, dat die bijna 11/, millioen tons honger moest
wonden gesteld dan de vroegere ra.ming. Dit is een zeer
groote hoeveelheid en waar de ‘vraag van Europa niet be-
paald levendig is, is het begrijpelijk, dat de markten eeii
flauwe tendens toonden. Bovendien kan men vrij zeker
aaunernen, dat ook Canada meel’ tarwe heeft dan ‘men voor
dat land geschat had. Tenslotte werd de stemming nog be
invloed door het bekend worden van een verkoop van
50.000 bus Argcntijnsche tarwe ‘aan de Duitsche Regee
ring. Het besef van cle meerdere concurrentie, die nu ein-
delijk Zuid-Amerika aan Noord-Amerika gaat aandoen,
deed de vrees ontstaan, dat het moeilijk zou zijn het sui’-
plus te exporteeren. Aan den anderen kant k,on het feit,
dat Duitsohland toch weer begint in te koopen, weer reden
zijn om aan een betere vraag te gelooven. De nog ateeds
matige vooruitzichten voor de nieuwe oogst hebben boven-
dien verhinderd, dat de daling er.n.stige afmetingen aan-
nam. Bovendien gaf de eindra.ming ‘voor mais een aanmer-
kelijk lager cijfer aan, ‘maar veel inwioecI had dit overigens
niet op de Amerikaansohe maïsmarlet, evenmin hield de ver-
betering tengevolge van ‘de inkoopen van eén aanzienlijke
hoeveelheid maïs voor ‘hulp aan Rusland st.and, en het slot
van de Decombertermijn was heel dicht bij het laagst be-
reikte punt voor die termijn. Daardoor was ook maIs in de
meeste Europeesche landen lager, behalve in de Noord-
Duitsche havens, wanT ook ‘voor overlading veel vraag .be
stond. Voor La Plat.amaïs waren de prijzen hooger, dank
zij het geringe aanbod. De een.ige spoedig gewachte lading
werd dan ook tot een ihooger prijs verkocht.
In gerst en haver kwamen mede in verband met de
feestdagen, zoo goed als geen zaken tot stand.
Lijnzaad was zeer prijshou’dend. De berichten omtrent
oogstvertraging door regen, hadden weinig invloed. Ook in de afgeloopen week werd wederom een groote hoeveelheid
ljnasad verscheept, waam-van ee. 30 pCt. naar de Vereenig-
‘cle Staten. Bovendien betrekt dit land aanzienlijke hoeveel-
heden lijnolie uit Europa, wat verhindert, ‘dat er belalEg-
rijke voorraden van dit laatste ant.ikel ontstaan.
N e d e r 1 a n ‘d. Door de feestdagen kwamen weinig za-
ken tot stand. De groote t,arwe-traasactie met Duitsohland,
waarvan hierbovijn sprake ‘was, ‘vond niet in ons land plaats.
Voor mais was de vraag onbevredigend en de ruime aan-
voeren te zamen met de lagere Amerikaansche offertes
veroorzaakten bijna dagelijks lagere prijzen. Alleen voor
La Platamaïs hielden de prijzen stand. Rogge, gerst en
haver, met zeer weinig vraag.
Lijnzaad genoot weer meer belaugstelli.ng, daar de notee-

riagen voor olie af en. toe vast waren en de vraag ‘voor
koeken wel onbevredigend was, maar de prijzen toch iets
beter waren.

SUIKER.

Van de Europeesche bietsuikerlanden
valt niets nieuws te melden.

A me r i k a toonde tot en met 29 December in ‘cle afge-
loopen week eene flauwe ‘markt met steeds dalende prijzen.
De laagste noteeringeu werden bereikt met dl.c. 3,36 voor
Spot Centrifugals en dle. 1,96 voor Januari, rdl.c. 2,07 voor
Maai’t, ‘dl.c. 2,21 voor Mei en dle. 2,37 voor Juli. Op den
laatsten beursdag van het jaar echter scheen men iets
minder gecleprimeerd te zijn en waren de .noteeringen resp.
als volgt: Spot Centrifugals 3.42, termijn 2,-; 2,09; 2,25
en 2,43.

Bericht wordt, dat er tot September 1922 eene overeen-
komst tussehen Amerikaansche raffinadeurs en Cubaplan-
ters is gesloten, waarbij bepaald werd, ‘dat 5001750.000 tons
Cubasu.iker in de Vereenigde Staten geralfineerd zullen
worden. De llanters zullen dLc. 90 per 100 lbs. raffinade-
kosten betalen en de raffjnadeurs zullen zich met den -ver-
koop der suiker belasten, waarvoor zij nog eenige onkos-
ten kunnen berekenen. Indien een hoogere prijs gemaakt
wordt ‘clan de basis van dl.c. 2,- c.i.f. New York voor ruwe
Cu.basuiker, zal deze gelijkelijk tusschen de partijen ver-
deeld worden. Of deze overeenkomst ‘voor een betrekkelijk
klein gedeelte van •den Cubaoogst (oud en nieuw) van in-
vloed zal zijn op den loop der markt, ‘valt te betwijfelen.
])e flauwe stemming in Amerika beheerschte ook de
Europeesche markten.

In C u b a bedroeg de uitvoer der week, eindigende 24
December, 37.000 tons oude suiker, hetgeen het totale
exportcijfar op 28 December tot 2.511.740 tons deed groeien.
Er waren toen 18 fabrieken aan het malen en ‘cle totale
voorraad bedroeg 930.000
tom.

Op Ja v a
was
de stemming voor o u fde oogst suiker vast
en noteerde Superieur prompte levering het laatst tussohen

f
12y
L
en 12
6
/
s
e.k. Er kwamen echter geen zaken tot
stand, evenmin als in n i e uw e oogst suiker.

NOTEERINGEN.

Data
Amster.
dam

Lon den
New York
96pCt.
Ta t
White Java

1
Amer. Cia.
S

Cub:s

loop

cndc

f.o.b. per

nulated
c.
i.f.
1

Centri

No. /
1

Jan./ Febr.


JanMaa,t
maand
1

fuga/s

Sh.
1Sh. ÏT
28Dec. ’21
f
l9’/,,
51/61
1719
1

17!6
3,48
21

,,

’21
,,20’/
52
131
1713
1

1719
3,863,67
28 Dec

’20,,

761-1
301-

1
-1
5,26
28 Dre. ’19,,

721_J
79j9

1

1
7,28
4Juli
14,,11
13
1,
181-1

1

1
3,26

4 Januari 1922

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

21

KATOEN.

Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 21 December 1921.

De markt van Amerika ansc’he katoen schijnt zich weer
van het laatste Bureaubericht te hëbben hersteld en prij-
zen zijn opnieuw gestegen. Het Bureau’oeriht van giste-
“en gaf het bedrag aan gegiade katoen tot en met 12 dezer
aaji met 7.799.000 balen, hetgeen ongeveer evenveel was
als men verwachtte. De handel koopt op ruime schaal, ter

wijl ook de consumptie en de afname voor de spinnerijen
nog al meevalt, zoodat het wel schijnt, a,Lsof er meer ver-
trouwen in den toestand komt. Egypt.isehe katoen is ook
vast, hoewel de vraag zeer gering blijft.
In Amerikaansche garens gaat we.l wat meer om tegen
]age prijzen en men hoort algemeen van igroote verliezen,
welke •door de Spinners bij de tegenwoordige basis gele-
dcii worden. Men werkt over het algemeen met zoo klein
mogelijke voorraden, ook al om financieele redenen, waar-
door zoowol koopers als verkoopers hun operaties zooveel
mogelijk inkrimpen. Terwijl de verkoopen aan de Engel-
sehe veverijen wat toenemen, blijft er nog steeds vraag
naar expoi’tgarens en bericht men opnieuw verkoopen van
40ev mule voor Indië en 42/2 voor China. Van het stand-
punt van producenten blijven de prijzen onvoldoende, hoe-wel ringgarens nog iets minder slecht zijn dan cops. Egyp-
tisehe garens worden beter gevraagd, zoowel cops als buud-
los. Er gaat ook meer om in cops voor binnenlaadsch ge-bruik en in enkele en getwijnde garens voor export, hoe-
wel prijeen zeer slecht zijn.
Er is meer vraag in de doekmarkt en Indië, dat gerui-
nidn tijd zeer weinig kocht, toont wat meer belangstelling,
terwijl ook reeds enkele kleine orders ‘voo,’ Calcutta ,en
Bornbay geboekt zijn. Zuid-Amerika en de koloniale mark-
ten toonen over het algemeen meer belangstelling en men
verwaoht ook wel een kleine opleving in het begin van
lot nieuwe jaar. Tot nu toe is er nog heel weinig gedaan,
maar men ve,-wacht algemeen, dat bij een verbetering van
(ie vraag prijzen wel zullen stijgen en producenten niet
meer genegen zullen zijn tegen cle tegenwoordige ruïneuze
prijzen te verkoopen. Men is in de laatste maanden reeds
zoo dikwijls teleurgesteld als men op een verbetering in de markt hoopte, dat men dan ook voorloopig maar niet
te veel moet verwachten. Men kan alleen de ontwikkeling
valt de vraag afwachten en dan maar hopen, dat ‘zaken
ltiiigzamerltand wat meer normaal zullen worden. ‘

14Dec. 21Dec.

Oost. koersen.

13Dec. 20Dec.

Liverpoolnoteeringen.

T.T. op Indië…. 1/31
4
113+
F.G.F. Sakellaridis 20,75 20,75 T.T. op Hongkong 2/7

2/
1/

G.F. No..1 Oomra 6,75 6,90 T.T.opShanghai.3!71/4 3/73/

Noteering voor Loco-Katoen.

(Middling Uplands).

30Dec.’21
24
Dec.’
21
1
19Dec.’21’31
Dec. ‘
20
1
2Jan.’20

New York
voor
Middling

..
19,45c

18,80c
1
)
19,— c

14,75c

39,25c
New Orleans
voor Middling
17,75c

17,50c
1
)17,75c


c

40e
Liverpool voor
1

1
Fy Middling
111,71 d

11,22d

10,91 (1
2
)

9,90
t

30,41 d
1)
23 Dec. 1921.
2)17
Dec. ’21.

Ontvangsten in- en uitvoeren
van
Amerikaansehe havens.

(In duizendtallen balen)

1
Aug. ’21
Ooereenkomstige perioden
tot
31 Dec. ’21
1920
1919

Ontvangsten Gulf Havens..
2549 2742
2259

Atlant. Havens
,,
957
722
1604

Uitvoer naar.G. Brittannië
773
938
1451

2107
1451
1363

Voorraden
in
duizendtallen
30Dec. ’21
31 Dec. ’20
2 Jan. ’20

1359
1454
1546
1600
1612
1277
Amerik. havens………..

87 25
61
Binnenland…………….
New York

…………….
369
475
506
New ‘Orleans ………….
Liverpool

……………
991
1

1012
856

RUBBER.
Gedurende de afgeloopen week was de markt Vrij kalm
en werden weinig zaken gedaan. Koopers zoowel als ver-

KOFFIE,

(Mededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, KoHl
& Witka.mp en Leonard Jacobson & Zonen).
Noteeringen en voorraden.

Data
Rio
Sonto,
Wisselkoers

No.4

Voorraad
.
Prijs
No.7
Voorraad
.
Prijs

31 Dec.

1921
1.825.000
13.775
3.077.000
17.300
24

,,

1921
1)
1)
1)
ii

17

,,

1921
1.799.000
13.750
2.982.000
18.000
7
1
/
31 Dec

1920
521.000
7.550
3.180.000
8.800
10

Ontvangsten.

Rio

San(os
Data

Afgeloopen

Sedert

Afgeloo pen

Sedert
week

t Juli

week

t luit

31 Dec. 1921….

98.000 2.319.000

214.000 4.551.000

31 Dec, 1920….1 55.000 1.544.000

208.000 6.366.000
1)
Gesloten.

HUIDEN.

(Jaarbericht der Makelaars Grisar & Co.)

Het jaar 1921 was, wat de huidenmarkt betreft, het meest
ellendige van de 20e Eeuw. Waren in de tweede helft van
het jaar 1920 reeds alle huiden gedaald, al spoedig bleek, dat de daling nog niet voldoende was en kwamen er in de
maand Januari geen biedingen voor huiden, alhoewel ver-
koopers steeds bereid wareii lager af te geven. Zeer spoedig
kwam een algemeene débâele en werd een niveau bereikt
van 20130 pCt., dus een daling ‘van 70-80 pCt. op de prij-
zen van 1919. lIet waren meest ou.de huiden die de markt
zwaar drukten. Het bleek, dat in de Entente-landen nog
groote voorraden hui’den lagen, die in de oorlogsperiode
‘voor legerbehoeften opgeslagen wa,en en dat in de landen
van .pi-oductie zoowel in Argentinië, CentTaal-Amerika,
Columbia, Eugelsch-Indië en Nederl. Oost-Indië, zeer be-
langrijke partijen onverkocht waren. De ‘gevolgen waren, dat
vdoral ‘van ‘gezouten huiden de kwaliteit sterk s.ehteruit-
gegaan was en de ,hui’den erg geleden hadden, doordien ze
haarloos en rood gewnrden waren. Inderdaad werden dan
ook gezouten huiden verkocht, die ,min.sterts 80 ets. e-
kost hadden voor 11 en 12 ets. en een partij Rio de Janeiro
huiden, die in Bareelona’gelegen had en ‘verder naar Uâvre
ten verkoop gezonden was, bi’acht nauwelijks lijervleesch-
prijzen op, zoodat zelfs de kosten van Barcelona naar
ilavre niet gedekt iwenden door den verkoop. Die jammer-
lijke toestand duurde nog vrij lang, totdat men eindelijk
begreep, dat de daling te ver gegaan was en dat er geen
reden bestond om zöôver beneden de prijzen ivan vdÔr den oorlog te zijn.
Nadat er eenige kentem-ing kwam, werden de prijzen in
‘het algemeen verhoogd, vond memi koopers tot hoogere
prijzen en keerde het vertrouwen langzamerhand terug.
helaas was toen reeds ‘menige zaak zwaar getroffen, ‘vooi–al, doordat cle ibanken in het algemeen ‘de credieten opzeg-
den, daar bleek, dat vele banken te groot voorschot op
huiden gegeven hadden. Hoewel Duitsehland vanaf April
geregeld aan de markt was, doordien het met zijn valuta
gemakkelijk kon concurreeren tegen andere landen, kwam
ook daar de laatste 2 maanden een ‘kentering, hetgeen

koopers waren tamelijk gereserveerd en gaven er de voor-
keur aan tot na de feestdagen te wachten.
De noteeringen op de termijnmarkt zijn:

einde voorafgaande week:

Prima Crpe loco ……….60’/2 c………60

c.
,,

Febr.fEaart…. 61
‘j

Jan/Maart 60’1

19

April/Juni .. . . 63

…………62
Sinoked Sheets loco ……..61k/t
,………..81
‘h
Febr.IMaart.. . . 6

,,
Jan./Maart 61
/1

13

AprilJuni . . . . 63

..

……….
62 ‘/
2 Januari 1922.

COPRA.

De markt bleef deze week onveranderd kalm gestemd,
met eerder eenige neiging tot dalen.
Arrivementen beginnen thans sterk te verminderen.
Consumenten blijven regelmatig koopen. De noteeririgen zijn:
Java f rn.s., loco ………………….
f
28,37
1
12
stoomend ……………… .. 28,75
JanuariMaart aflading -. ..

30,25
2 Januari 1922.

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data Ijzer
das.
No. 3
Koper
lan ar
Tin
Lood Zink

28 Dec. 1921..
nota.
66.7,6
172.51-

24.101-
27.716
19,,

1921..
nota.
66.17,6
172.12:6

25.101-
27.12.6
12

,,

1921..
nom.
66.17,6
171.76

25.15/-
26.12,6
5

,,

1921..
nota.
67.51-
167.26

25.7/6
26.51_
20 Dec. 1920..
POTfl.
74.2
1
6
207.151-

23.51-
26.:/_
20 Juli

1914..
51,4

1
61.-:-
145.151–

19.–/–
1

21.10/-

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.

GRAAN.

22

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4
Januari 1922

echter geen verderen invloed uit,oeîende op ‘de thuidenmarkt,
daar •zoowel Nootd-Amer.ika als Scandinavië en Engeland
als koopers optraden, soodat men oonstateeren kan, ‘dat de
prijzen gehandhaafd ibleven. De prijzen, die circa 80190 pOt.
:hooger
waren
dan het laagste standpunt, gingen begin
Deceniber nog iets honger. De laatste weken van dit .jasr
is er meer aan’bpd en worden deze prijzen niet meer ten
volle ‘gehandhaafd.

De Nederlandsche •looierij werkte van Mei tot Nowepiher
vrij gunstig. In de laatste maanden wordt echter alge-
ineen ‘geklaagd, daar de verkoop ‘van loder ,veel te avenschen
overlaat.

Wat de Rotterdamsche markt ‘betreft, moeten wij conata-
teeren, dat men te lijden had onder concurrentie ivan Ham-
burg. Was Rotterdam ‘vddr den oorlog in vele gevallen
aangewezen 01) Zuid-Du.itshla,n.d, door de iditurdere plaats-
kosten, vr’açditen ‘en arbeidsloonen ”betrekt Zukl-Duitsch-
land thans ‘meest via Hamburg.

Die toestand zal wel zoolang aanhouden, itobdát de valuta m’ver stabiel is.

Omtrent den Ro.tterdamsclien handel in het algemeen,
kunnen wij geen betrouw’baar rapport uitbrengen; de
aanvoeren waren:

ca.. 720.000 stuks huiden (in
Vakken
en ‘bundels),
36.000 balen diverse soorten droge huiden,
16.000 pakken vellen,
130.000 balen diverse soorten scdiors,

doch was het grootendeels transito, en aangezien de i’m-
por.teurshuidenhanclolaars te Rotterdam geen aanleiding
vonden iii te ‘gaan op ons voorstel tot het hoi.iden van ‘een
geregelden voorraadJijst ‘der exotische huiden in Rotter-
‘damaanwezig, is die geheimzinnighei’d de oorzaak, ‘dat
men hier in afwijking van andere marktplaatsen, zooals
Antwerpen, Hdvre en Liverpool, ‘niet voldoende op de hoog-
te ii. Wij laten ‘hier volgen een lijst ‘van de hoogste en
laagste prijzen van 1921, zoowel voor ‘exotische als inland-
sche huiden:

1921

1921

Hoogste prijs Laagste prijs
Gas. Saliudero ‘huiden ……..i13. d.

6% id.
Frigorifico ‘huiclen

12%

7%
Droge Buenos Aires A.merica-

nos huiden … ………….

11%

834
Droge Ceara huiden ………15

1034
Colu.mbia huiden …..13

1034
Gez. inlandsche ‘liuide

……40 ets.

20 ets.
11

kalfavellen ., .

65

,,

40

1 ii 1 a n d s c h e Luiden. De eerste 4 maanden van,
‘het jaar ‘waren sterk terugloopenci, doch van het oo’gn-
blik af, dat de Huidenclub een ouden voorraad, zij het ‘dan ook ‘tegen zeer lagen prijs, ‘opruimde, k’va’m er een kente-
ring en gingen de prijzen geregeld hooger. De clubs ibe-
gonnen wederom in April met .veili ngen en ‘loopen de zaken
thans weder normaal, zooals vÔdr den oorlog.

K al f vel 1 en. Deze hadden het gehecle jaar door
een vrij moeilijken verkoop niet uitzondering van enkele
ivaau’clen. waarin Duitschiand vlot kocht. Amerika ‘kocht
dit jaar slechts zeer .onbcdiiidend in Holland.

Oos t-I’n di s ch e L u id en waren, ‘evenals alle ‘andere
soorten, in het eerste half jaar ibijna niet ‘te plaatsen. De
inschrijvingen, zooivel te Rotterdam als te Amsterdam, had-
den geen succes; de prijzen zijn dan ook enorm gedaald ‘en
zoowel voor runder. als buffels, ‘ver ‘beneden het niveau
van ‘vdör den oorlog. Men noteert thans ‘voor prima run-
drs ‘van
f
1,— tot
f
1,20, ‘naar – gelang van het ‘gewicht eii voor ‘buffels ca. 70 ets.

Loo i stof f en waren dit jaar ook ‘belangrijk lager,
dodh met ‘vrij geregelden handel. De prijzen ‘daalden van
£ 34,-,- voor Quebraaho ‘tot £21,-,-; Mi.mosa ‘van £ 12,10,.
‘bot £ 8,10,.; de andere soorten in ‘verhouding. Slotprijzen
zijn ‘voor Quebracho £ 24,lO,-f 25,.,-, Mimosa

– Het Nieuwe Jaar laat zich in ieder geval ihoop.volIer
aanzien. Het is een feit, dat er een behoefte bestaat ‘voor
huiden, •zoowel ‘in de centrale landen als in Rusland en
Polen. De vooruitzichten ijn, ‘dat, indien in Cannes de ‘be-
sprekingen der Entente-leiders gunstig verloopen voor de
‘betalingswijze van Dui’tschlan’d, ‘cle ‘mark meer stabiel zal
worden en de zaken een groote uitbreiding zullen onder-
gaan. Mogen die vooruitzichten ‘bewaarheid worden!!!

Rotterdam, 31 Dec. 1921.
Petro.
1
Odeisa
1

Au.
Kust
1

Ver. Staten
San Lorenzo
Data
Vd
L
o
0
n

Rolt,,-
I




R’dam
dom

J

R
1

otte,.
Bristol
Rotte,-
Enge.
dam
Kanaal
dom
land

26-31 Dec. 1921

-.-

41-

41-

34′-

‘341-
19-24

,,

1921

41-

41-

351-

351-
27 1).’20-1.J. 1921

1

713

713

3716

37i6
2911 19-3j. 1920

1


Juli

1914

lid.

713

1
111
1
11

11111
4

.
12/-

121-

KOLEN.

dardtff
Oostk. Engeland Data

deaux
Bar.

1 1
Genua
Port
SaM’

1

La
Plato
Rotte,-
dam
1 Cothen
burg
1
Rtter

29-31 Dec. 1921
71–
1213
141-
136
61-
9/-
19-24

,,
1921
6,9
1213
141-
1314
61-
9/- 27 D.-1 J.
1921
101-
1819




29D.-3J.
1920





Juli
1914
fr. 7.—.
71-
713
1416
312
41-

DIVERSEN.


Bombay Birma
Vladivo. Chili
D a
0
West
Europa
West
Europa
stock
West
,
West
Europa
Europa (salpeter)

26-31

Dec.

1921..
2016

37
1
‘6
386
19-24

,,

1921..
20,6

3176
386
271)ec.’20-1 Jan.1921..
47j6

-.
59,’-
29Dec.’19-3Jan.1920..




Juli

1914..
1416 1613
251-
22/3

UraOn relrograa per guarie, van 4YÖ ibs, zwaar. Odessa per untt, Ver. Staten
per gua,te, aan 480 lhs. zwaar.
Overige noteerin gen per ton van 1015 K.G.

RIJN VAART.

Week van 27 December 1921 tot 2 Januari 1922.

In de afgelooen week waren de aanvoeren gering en
‘was dientengevolge meer dan voldoende seheepsruim’te voor-
‘handen. Scheepsruimte van Rotterdam ‘naar de Ruhrhaven werd in begin der week tegen .daghuur aangenomen en wel
tegen 2% tot 3 cents, terwijl einde der week tegen
f
1,30
tot
f
1,60 per last werd bovrach.t.
Rot sleeploon varieerde ‘tusscheu het 90’ en 125 cents
tarief.
Van de Ruhr naar Mannheim werd seheepsruiite awis-
selend tegen hEk. 1,— per dagton en hEk. 38,— per last
aangenomen. Het sleeploon Ruhrhawen s/Mannihcim bedroeg M.k. 55,—/60,— per last.
De vracht voor ex-por.tkol’en Rahrhavens/Rotterdam be-
droeg gedurende de geheele week
f
1,— per ton met vrij
sleepen.
In ‘de afgeloopen week was nog geen was te constateeren; Caitber Pegel noteerde einde der week 65 cM.

Auteur