Ga direct naar de content

Jrg. 17, editie 872

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 14 1932

14 SEPTEMBER 10i2

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

tatistischeEconomisch~S

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIÈN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

17
.IAARGANG
•.

WOENSDAG. 14 SEPTEMBER
1932

No. 872
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris:
Prof.
Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH-STATJSTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:

Prof. Mr. D. van Blom; J. van Ilasselt; Jhr. Mr. L. 11. van
Lennep; Mr. K. P. van, der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers;
Prof.
Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. Al. Verri
.
jn Stuart.
Redacteur-Secretaris: Dr. H. Al. H. A. van, der Valk. Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nt. 35000. Postrekening 8408.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s.Gravenhage. Post chèque- en giro-rekening No.
145192.

Abonnamentsprijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het instituut uitgaande ont.
vangen de aljonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

14 SEPTEMBER 1932.

In cle geldnoteeringen kwam ook deze week geen

verandering. De prolongatierente bleef, ondanks de

voel leveodiger effectenmarkt, 1 pOt. noteeren; par-

ticulier disconto werd weder voor
1% . ‘/
ia
pOt. ver-

handeld en caligeld, voor zoover te plaatsen, voor 34

ii i pOt.

OP

* *

den weekstaat van De Neclerlandsche Bank geeft

de post binnenlandsche wissels een stijging te zien

van f829.000; de beleeningen daalden daarentegen

met
f
1,6 millioen. De posten papier op het buiten-

land en diverse rekeningen onder de activa der Bank

geven geen w’ijsigiiig van beteek’enjs te zien.

De goudvoorraaci blijkt met
.f
1,3 millioen ‘te zijn

toegenomen; de zilvervoorraad bleef op nagenoeg ge-

lijke hoogte.

Onder de passiva der Bank• ertoont de biljetten-

circulatie een teruggang van j 17,9 millioen, terwijl

cle saldi in reken ing-courant met
f
17,5 ráillioen ver-

meerciercien; het tegoed van ‘s Rijks schatkist steeg

met
f
1,7 millioen en de saldi van anderen met bijna

J
15,8 millioea. Het ‘beschikbaar metaalsaido nam met

ruim
f 1
millioen toe. Het dekkingspercentage be-

draagt nagenoeg 83 pOt. evenals de vorige week.

*
*
*

Gedurende ‘de geheele week is er op de wisselmarkt

een vaste stemming waar te nemen geweest. Ponden,

0
1)
8.65 geopend, stegen tot 8.71 om op 8.69 te sluiten.

De Nederlandsche Bank was ook geregeld als afgever

van Ponden in de markt, zij het ook niet voor groote

bedragen. Dollars verbeterden van 2.4870 tot 2.4930,

slot 2.4910.
De$ff
koers was 3.47%-3.40.34–3.49. Mar-

ken stegen van 59.06 tot 59.25. Fransche Francs van

9.74Y2i tot 9.76, slot ,.9.75%. Ook van dit devies ‘er-

den kleine posten door de Bank afgegeven. Lires

kwamen van 12.75 op 12.78. Peseta’s 20.— tot 20.10.

Van de Scandinavische wissels was de Deensche Kroon

vast 44.65-45.—; zoo ook Stockholm 44.40-45. Oslo

43.353.70. T.T. Indië hooger: 90
5
/s. Yen vebeter-

den tot ca. 59. Canadeesche Dollars liepen op tot 2.26.

Van de termijnmarkt ‘valt weinig te vermelden. De

marges voor Ponden en Dollars ‘veranderden uitein-

dolijk niet. Belga’s op termijn blijven nog steeds aan-

geboden.

De opleving op de goudmarkt ‘bleef ook deze week

aanhouden. Eagles noteerden 2.4825 tot 2.4850. Voor

gouden baren werd
f
1650 betaald. Er zijn enkele

kleine partijen goud ‘naar Amerika onderweg, omdat

het inmiddels mogelijk is geworden tegen een verlaagd

vrachttarief te verschepen. Marken’bankbiljetten zeer

gezocht: 50.— â 59.05.

LONDEN, 12 SEPTEMBER 1932.

De geldmarkt is weder terug in den toestand van
grooten overvloed, dien zij gedurende bijna de ge-

heele maand Augustus doormaakte. De geldnemers

hebben dan ook geen moeite om de door hen benoo-

cligde sommen ‘s namiddags tegen 34 pOt. af
te slui-

ten, hier en daar zelfs tegen een lager percentage.

in disconto gaat weinig om hij zwalckere prijzen.

Do noteer.ing liep op
`/w
terug voor prima bankac-

cepten en op
9
/ie-‘-
5
/s voor schatkistpromessen. De toe-

wijzing op Trijdag had plaats tegen even boven
5/
pOt.

Met de terugbetaling van de ldatste 2500 millioen

Francs, welke nog on.de het publiek u.itstonclen en

op 10 Sep tember afliepen, heeft de Engelsche regee-

ring ‘zich weder geheel vrijgemaakt van de ‘bedragen,

verleden jaar A,ugustus opgenomen. in Frankrijk en

Amerika tot steun ‘vân den Pondenkoers.

in cleviezen was het Pond iets vaster en liep in het

midden van de wek zelfs ‘vrij veel op om later ech-

ter weer in te zakken. Heden zijn Dollars en Guldens

resp. 3.4836 en 8.68.

712

ECONOMISCH-STKHSTISCHE BERICHTEN

WERELDVLOOT EN WERELD-
SCHEEPVAART.

Uit het onlangs uitgekomen nieuwe jaarboek van Lloycl’s Register, dat volledige gegevens bevat ovr
den omvang en samenstelling van de werelclvloot tot
0])
30 Juni 1932, blijkt dat de wereldvloot vergeleken met het vorig jaar een vermindering heeft ondergaan;
bedroeg deze op 30 Juni 1931 in totaal: 10.131.040
B.R.T., op 30 Juni van dit jaar was het totaalcijfer:
69.734.310 B.R.T., derhalve een achteruitgang van
396.130 ton. Voor de tweede maal sinds 1890 is thans
de gestage groei der wereldvloot tot stilstand geko-
men; afgescheiden van de oorlogsjaren had slechts in 1924 een
tijdelijke
daling van de wereldtonnage
plaats, welke destijds vooral veroorzaakt werd door
slooping op groote schaal van verouderde Amerikaan-
sche schepen. Thans zagen Groot-Brittannië en Ier-

land (met 631.230 ton), Nederland (met 154.330 ton),
de Ver. Staten (met 95.563 ton) en Duitschland (met
89.159 ton) den omvang hunner koopvaardijvloot ver-
minderen, terwijl die van Noorwegen (met 101.333
ton), Danzig (met 82.3.55 ton), Sovjet Rusland (met
81.308 ton), Griekenland (met 72.282 ton) en Italië
(met 54.899 ton) toenamen. De motortonnage steeg
van 9.431.000 ton tot 10.038.377, de stoomtonnage
daarentegen daalde van 59.291.000 ton tot 58.329.764
ton, terwijl de tonnage der zeilschepen wederom ach-
teruitging, namelijk van 1.408.000 ton tot 1.366.000
ton.

Een vergelijking van den groei der wereldtonnage gedurende negenjarige perioden voor en na den we-
reldoorlog geeft het volgende beeld:

Toeneming.
B.R.T.

B.R.T.
stoom- en motortonnage
1905 ……29.963.000
1914 ……45.404.000 15.441.000 1923 ……62.335.000 16.931.000
1932 ……68.368.000

6.033.000

Tuaschen 1905 en 1914 is de wereldvloot toegeno-
men met 51,5 pOt., tnsschen 1914 en 1923 met 37,3
pOt. en tusschen 1923 en 1932 slechts met 9,7 pOt.,
met andere woorden de groei. bedroeg in de eerst-
genoemde periode gemiddeld 5,7 pOt. per jaar, in de
tweede periode 4,1 pOt. per jaar en in de derde periode
1,1 pOt. per jaar.

Van een abnormale uitbreiding der vloot in het
laatste decennium, vergeleken met vroegere jaren,
kan dus bezwaarlijk gesproken worden; integendeel
het tempo is steeds langzamer geworden. Wel dient er
echter rekening mede te worden gehouden, dat de
vervoercapaciteit der moderne schepen door allerlei
oorzaken (verhoogde snelheid, voortstuwing cl oor ino-
toren, waardoor meerdere laadruimte verkregen wordt,
snellere laad- en losinrichti.ngen e.’d.) grooter is clan
enkel uit de tonnagecijfers blijkt.
Verdeeld naar de vlaggen der voornaamste landen
was de ontwikkeling der verschillende Vloten als
volgt:

14 September
1932

INHOUD:

BIz.

WERELDYLOOT EN VERELDSOHEEPVAART door
Air. H.
&he7 er ………………………………….
Het Rapport.Welter en de administratiekoslen van de
overheidsorganen der sociale verzekering door
Dr. 11.
L. van Duyl ……………………………..
713
Heratel.sehemerisig door
Th. Ligthart …………….
715

BUITENLANDSCHE M EDE WER KING:

De invloed van de economische crisis op het Duitsche verzekeringswezen door
Dr. H. 0. Strolirnayer

716

Goede en verkeerde kartelpolitiek door
Dr. P. Ber-
kenlcopf………………………………..
719

AANTEEKENINGEN:

Inkomens en vermogens in Nederland in
1930/’31 720
internationale katoenstatistiiken …………….
721
Indexcijfers van groothandeisprijzen …………..
722
Invoer van strooboeden in Nederland…………..
722
Het tarwevraagstuk in Frankrijk …………….
723
INGEZONDEN STUKKEN:

Agrarische en indtistrieele export uit Nederland
1921-1930
door A.
van Wijnen
met Naschrift van
H. van Velden …………………………
723

ONTVANGENBOEKEN ………………………….724

MAAfl)OIJFERS:
Emissies in Augustus
1932 ………..
……….. 724
Rijkspostspaarbank ……………………….
724
Giro-omzet bij De Nederlandsche Bank …………
724

STATISTIEKEN EN OVEItZJCHTE’J . ……. …… 725-730
Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.

Sinds het vorig jaar is Noorwegen Duitschland
voorgekomen en bezet thans de vierde plaats met een
tonnage, welke slechts weinig verschilt van Japan.
in percentage achteruitgegaan zijn Gr.-Brittannië
(v.j. 29,8 pOt.), Ver. Staten (v.j. 15,6 pOt.), Japan
(v.j. 6,3 pOt.) en Nederland (v.j. 4,5 pOt.).
Wat het machinetype betreft, blijkt uit de statis-
tieken, dat een tonnage van 11.001.000 ton thans
voorzien is van stoomturbines of een combinatie van
stoomturbines en zuigermachines, terwijl de motor-
schepen (schepen met huipvermogen inbegrepen) ge-
stegen zijn tot 10.038.000 ton tegen resp. 730.000 ton
en 220.000 ton in 1914. Op electrische wijze worden
voortbewogen 506.000 ton.
De verhouding tusschen stoom- en motorschepen
in de vloten de:r voornaamste landen is als volgt:

Percentagea stoom- en motortonnage van•de totale
nationale (mechanisch voortbewogen) vloot.

Stoom Motor

Stoom Motor

Wereld ……..
85,4

14.6
Frankrijk

94.2

5.8
Gr. Brittannië

87.3

ll._ Italië …….
82,1

17.9
Ver. Staten

94.2

5.8
Nederland

753 24.7
Japan ……..
86,5

13.4.
Denemarken

62.1

37..
Noorwegen

578

41.9
Zweden ……
67,7

32.5
Duitschiand ..

84.5

15.5

Telken jare zijn meer schepen ingericht voor het
stoken van olie, terwijl het gebruik van steenkolen
naar ovenredigheid daalt; in 1914 placht nog bijna 89
pOt. der vereldvloot uitsluitend met kolen gestookt

Ontwikkeling der voornaamste nationale vloten (alleen stoom- en motorschepen).

Gr. Brittannië en
Ierland ……
Ver. Staten (Zee-
schepen)
Japan ……..
Duitschiand….
Noorwegen
Frankrijk ……
Italië……….
Nederland
Wereld ……..

B.R.T.

reld-
vloot

1897

10101

B.R.T.

reld-
vloot

1914

iW
B.R.T.

reld-
vloot

1920

0/,
We-
B.R.T.

reld-
vloot

1925

B.R.T.

reld-
-[vloot

/,We-

1930

0/,
We. B.R.T.

reld-

1932

10.213.569
55,0
18.892.089
41,6
18.110.653 33,4
19.304.670
30,9
20321.920
29,8
19.562.143
28,6

1.105.423
4,0
2.026.908
4,5
12.406.123
23,0
11.931.562
19,1
10.645.730
15,6
10.270.351
15,0
404.475
2,2
1.708.386
3,8
2.995.878
5,6
3.919.807
6,2
4.316.804
6,3
4.255.014
6,2
1.549.961
8,3
5.134.720
11,3
419.438 0,8
3.006.270
4,8
4.199.096
6,1
4.142.920
6,1
564.533
3,0
1.957.353
4,3
1.979.560
3,7
2.618.445
4,1
3.663.237
5,3
4.163.836
6,1
954.916
5,1
1.922.286
4,2
2.963.229
5,5
3.319.645
5,3
3.470.591
5,1
3.507.525
5,1
402.2051
2,2 1.430.475
3,2
2.118.429
3,9
2.930.836
4,8
3.261.922
4,8
3.331.304
4,9 340.780
1,8
1.471.710
3,2
1.773.392
3,3
2.587.789
4,1
3.079.000
4,5
2.957.195
4,3
18.606.612
45.403.877
53.904.688
62.380.376
68.023.804

14 September
1932

ECONOMISCH-STATIST
k
SCHE BERICHTEN

713

te worden; thans is dit met weinig meer dan de helft
(54,77 pOt.) het geval. Daarentegen is het percentage

motorscheen gestegen van 0,45 POt. in 1914 tot 14,6
pOt. en het percentage ingericht voor het stoken van
olie van 2,65 pOt. tot 2887 püt. in 1932.
Uit de leeftijdsstatistieken blijkt, dat het percen-
tage der oude schepen toeneemt, hetgeen een natuur-
lijk verband houdt met den geringen aanbouw van
nieuwe schepen. :0e tonnage van schepen meer dan
25 jaar oud bedroeg in 1025 8.251.000 ton, in 1030

10.838.000 ton en thans in 1932 12.258.000 ton.
De indeeling der leeftijdsgroepen in de vloten der

voornaamste landen is als volgt:

Percentage8 van den ouderdom der schepen.
minder dan

25 jaar
5 jaar 5-10j. 10-15j. 15-20j.20-25j.ouder

Wereldvloot …. 16.2

13.9

31.3

11.6

9.1

17
Gr. Brittannië en
Ierland ……
20.1
20.8 26.6
14.2
10.5
7.8
Ver. Staten (zee-
schepen)……
6.6
3.3
67.8
10.2
4.2
7.9
Japan

………
13.4
8
37.5 12.2
7
21.9
Noorwegen …..
32.4
15
22
10.8
6.8
13
Duitschland ..
16.2
23.4
29.5
7.2
7.5
16.3

Frankrijk ……
15.3
12.7
34.1
13
11.1
13.8
Italië

……….
11.9
17.6
23.7
8.8
9.8
28.3
Nederlaizcl ……
23.2
16.6
29.3
17.8
7.9
5.2

Ui.t cle statistieken volgt wederom, dat de Neder-
landsche vloot aan hooge civali teits-eischen voldoet.

Na Noorwegen telt
zij
naar verhouding het grootste

percentage moderne schepen, onder de landen met be-
langrijke motortonnage nenrt Nederland de 4e plaats
in (na cle 3 Scandinavische landen). Gaat men na,
welke schepen in hoofdzaak gebruikt worden voor
het groote algemeen oceaanverkeer van passagiers en
goederen en laat men dus buiten beschouwing de

tankschepen, de schepen op de groote Amerikaansche
meren, houten schepen, schepen beneden 5000 ton
en.schepeu ouder dan 25 jaar, dan bestaat het wereld-
totaal dezer ,,qualiteits” tonnage uit 32.435.000 ton,
waarvan onder Nederlandsche vlag 1.775.000 ton of
5,47 pOt. Nederland stijgt dan van de 8e plaats ten
aanzien der totale tonnage tot •cie Ge plaats, waar het betreft deze meer vaarclevoile tonnage.
Aan den snellen groei der tankvloot, welke tot voor
kort sterk de aandacht trok, schijnt thans een einde
te komen, nu de schepen, clie nog in den gunstigen
tijd besteld werden, van stapel zijn geloopen om veel-
al direct, bij gebrek aan vracht, te worden opgelegd.

Totaal tonnage tankschepcn met meer clan 1000 ton inhoud.

30 Juni 1914 …..
1.478.988 B.R.T
30

.,

1930

………….7.536.368
30

1931

………….8.549.827
30

,,

1932

…………..8.808.821

Gedurende het jaar 1031 werden nog 85 tanksche-
pen, metende 642.507 B.11.T., te water gelaten. Op
stapel stonden aan tankschepeti:

le kwartaal
1.931

………..
761.603 B.R.T.
2e

,,
1931

………..
627.810
3e

,,
1931………….
505.258
5e.,,
1.931…………
351.320
le

,,
1932

………..
302.172
2e

,,
1932
……….

272.869

In verband met den gruimen tijd, welke met dan
bouw van een schip gemoeid is, begint de invloed van
de crisis op den scheepsbouw zich eerst thans in vol-
len omvang te.doen gelden, nu alle nog v66r de ver-
scherping der crisis in 1030 bestelde tonnage is afge-
leverd. Werden in 1030 nog 2.889.000 te water gela-
ten, in 1031 daalde dit cijfer tot 1.617.000 ton, het
laagste cijfer sinds 1909. De stand van den scheeps-
bouw aan het einde van de kwartalen blijkt uit on-

derstaand overzicht.

In aanbouw
Te
water gelaten
Op stapel gezet
le
kwartaal
1930
3.265.929
652.883
856.801
2e 1930
3.057.735
886.876 580.891
3e
,,
l930
2.509.036 721.085
480.244
4e
,,
1930
2.326.086 629.388
420.661
le
,,
1931
1.999.866 397.372
241.868
2e
,,
1931
1.825.987
472.150
234.438
3e
,,
,
1931
1.531.120 386.608
173.360
4e
1931
1.403.795 301.678
225.482
le
1932
1.297.963 124.814
80.258
2e
•.
1932
1.109.773
194.126 70.496

Een beeld van de veel verminderde bedrijvigheid in de verschillende landen geven onderstaande cijfers:

• Schepen in aanbouw in 1000 tons.

le

2e

le

2e

le

2e
kwart. kwart. kwart, kwart, kwart, kwart.

1930 1930

1931 1931

1932 1932
Gr. Brittannië en

Ierland …….1.615 1.392

694

556

373

281

Ver.Staten ……223 238

231

301

207

162

Italië ……….144 143

174

171

182

181

Frankrijk ……182 187

232

212

157

128
Duitschiand

231 237

136

131

104

104

Zweden ……..120 127

141

111

98

89

Nederland ……179 187

121

108

51

49

Japan ……….167 122

57

46

46

44

Denemarken

109 115

. 115

91

24

20

Mr. H.
SCHEFFER.

HET RAPPORT

WELTER EN DE ADMINISTRATIE-
KOSTEN VAN DE OVERHEIDSORGANEN DER
SOCIALE VERZEKERING.

Dr. T-T. L. van Duyl schrijft ons:

De beschouwingen, welke de Oommissie-Weltei in
haar rapport op blz. 397 en vol.gende wijdt aan de
administratiekosten van de overheidsorganen der so-
ciale verzekering, vestigen den indruk, dat die orga-
nen, vergeleken met andere instellingen hier te lande, hunne administratie op een opvallend dure wijze voe-
ren. De Commissie toch vangt het Hoofdstuk ,,Ar-
beidersverzekering” van haar rapport aan met de op-
mérking, dat ,,de admiiiistratie der sociale verzeke-
ringen behoort tot de kostbaarste in ons land”. En op blz. 402 van het rapport geeft de Commissie als hare
meaning te keilnen, dat de kosten der sociale verzeke-
ringen, na het verlichten van het Staats’budget met
de door de Commissie aangegeven kosten, koor ,,de
gemeenschap” ,,eén zeer zwaren drukkenden last zul-
len blijvèn vormen”, zoodat bepèrking van de uitgaven
van de administratiekdsten dier verzkeringen ,,een
groot algemeèn belang” moet worden geacht.
Het spreekt vanzelf, dat ook ten aanzien van de
administratiekosten der soiale verzekéring de meest
mogelijke sobérheid moet worden betracht, voor zoo-
ver de belangen der verzekerden zulks toelaten. Daar-
over behoeft geen verschil van gevolen te bestaan.
Maar niet vol te houden is de bewering yan de Oom-
missie-Welter, dat de administratie van de overheids-
organen der sociale verzekering tot de kostbaarste van
het land zou behooren en de gemeenschap overmatig
zwaar zou drukken. Zij wil met haar oordeel eigen-lijk te kennen geven, dat zij een groote wanverhou-
ding ziet tusschen de maatschappelijke waarde der
sociale invaliditeitsverzekering e de kosten van . de
administratie dier verzekering.
Hetvalt te betreuren, dat de Commissie voor haar verwijt aai het adres van de openbare verzekerings-
organen geen enkel werkelijk bewijs aanvoert. Want
als zoodanig kan niet gelden de vergelijking, die zij
op blz. 402 van haar rapport maakt van de adminis-
tratiekosten van de openbare verzekeringsorganen met
de uitgaven van de geheele administratie van den
Staat der Nederlanden, leger, marine en onderwijs
uitgeonderd. Zij vergelijkt toch de kosten van een
bedrijf
met die van takken van Staatsdienst, welke
een zuiver administratief of besturend karakter dra-
gen. In het bedrag van 60 millioen gulden, dat zij
noemt, zijn niet opgenomen de kosten der groote be-

714

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 September 1932

drijven als posterijen, staatsmijnen, enz. Wil men een
doeltreffende veigelijking maken, dan moet men de

kostbaarheid van een bepaalde administratie toetsen
aan de kosten van andere administratiën, welke een
soortgelijk doel beoogen als de sociale verzekering.
Men moet dan vragen zijn de onkosten der sociale ver-
zekering
met betrekking tot het nut dier vrzekering
te hoog in vergelijking met de kosten van andere in-
stellingen, die in dezelfde richting werkzaam zijn en
waarvan het nut wordt erkend.

Daar de Commissie op ‘blz. 398 van haar rapport het
openbare verzekeringsorgaan, de Rijksverzekerings-

bank, vergelijkt met het particuliere levensverzeke-
ringsbedrjf, dat in de maatschappij een nuttige func-
tie van gelijke strekking als de openbare pensioenver-
zekering vervult, had zij daarin een goed aanrijpings-
punt kunnen vindn om de administratiekosten van
do uitvoering der Invaliditéitswet te
vergelijken
met
die van het particulier levensverzekeringsbedrijf. De
in die wet geregelde verzekering is, wat haar sociaal-
economisch doel aangaat, vergelijkbaar met het sociale
doel, dat de levensverzekeringsmaatschappijen natre-
ven. Dat de bij de wet geregelde pensioenverzekering
een monopolistisch karakter draagt beïnvloedt haar

maatschappelijke waarde niet. Zou men willen treden
in een beoordeeling van de maatschappelijke waarde
der sociale verzekering tegenover de particuliere
levensverzekering, dan zou verdedig’baar zijn, dat

f
100,— verzekerd pensioen voor een bezitloozen ar-
beider meer sociale waarde ‘heef t dan voor ‘een niet
onvermogenden verzekerde ‘bij een particuliere maat-
schappij. Voor het doel waar het hierom gaat, kan
men volstaan met het samentellen van de verzekerde
‘hedagen en de som aanvaarden als een maat voor het
sociale nut van de betrokken instelling. Verderop zal
worden aangetoond, dat een tweede maatgetal, dat zich voor de beoogde vergelijking aanbiedt, ni. het
inkomen uit premiën en vermogen, in ‘bruikbaarheid
verre bij het verzekerd bedrag achterstaat.
Ook met betrekking tot de wijze, waarop de samen-
voeging der verzekerde bedragen tot een totaal ver-
zekerd belang moet plaats vinden, behoeft geen be-
slissing te worden genomen. Een oude en gerechtvaar-
digde usance, welke pok werd overgenomen in de sta-
ten, welke de levensverzekeringsmaatschappijen aan de
Verzekeringskamer hëbben in te zenden, wil, dat voor
dit doel het verzekerd kapitaal wordt vermeerderd
met het tienvoud van de verzekerde jaarrente. Volgeiis
dozen regel is het totale bedrag, verzekerd bij het In-
validiteitsfonda per 31 December 1028 met vrij groote
nauwkeurighei’l bepaald op 5.286 millioen gulden.
Bij de telling der verzekeringen heeft als eenheid ge-
golden eenerzijds de combinatie van het invaliditeits-
en het ouderdomspensioen, anderzijds hot weduwen-
pensioen van gehuwde verzekerden. De verzekerde
weezenrenten zijn buiten beschouwing gebleven.

Volgens het laatste jaarverslag van de Verzeke-
ringskamer bedroeg op 31 December 1030 het op de-
zelfde ‘wijze berekend verzekerd bedrag ‘(na aftrek
van het herverzekerde deel) van alle levensverzeke-
ringsmaatschappijen gevestigd in het Rijk in Europa
tezamen 9.348 millioen gulden.
Tegenover deze maatgetallen, welke dus het sociale
nut, ‘begrepen als éxtensieve grootheid, van de beide
hier vergeleken instituten weergeven, moeten thans
cle onkosten worden gesteld. Men moet daaibij goed
voor oogen houden, dat hetgeen hier bedoeld wordt
niets te maken hèef t met een vergelijking van doel-
inatigheid of zuinigheid der beide administraties.
Zulk een veigeljking is misschien wel mogelijk, maar
ligt niet in het plan van dit opstel. Hier komt het
er op aan alle onkosten samen te vatten, inhaerent
aan
elk der beide instituten. Dat er sommige onkos-
ten-rubrieken zijn, welke hij het ‘bijzonder bedrijf een
zeer grooten rol spelen, terwijl ze in de Invaliditeits-
verzekering gheel ontbreken, is even waar en in het
gegeven verband even onbelangrijk als het feit, dat
zeer belangrijke bestanddeelen van de kosten der uit-

voering van de Invaliditeitswet geen volkomen equi-

valent vinden in de adminiltratie der privaatrechte-
lijke verzekering. De onkosten der werving (de acqui-
sitiekosten) met name ‘behooren niet minder tot cle
faux-frais, tot het niet beoogde deel van de Irosten
der verzekering, tot het offer waartegenover geen
equivalent staat, als de zoogenaamde loopende admi-
nistratiekosten. We beh’oeven ons derhalve niet te
begeven op het gebied van de splitsing der onkosten
in doorloopende en eerste onkosten, een splitsing, die
– zooals men weet – niet zonder veel willekeur te
voltrekken is en voltrokken wordt.

Daarentegen moet wel rekening gehouden worden
met het feit, dat een deel van de gemaakte onkosten
veroorzaakt wordt door hetgeen moet worden verricht
voor het in stand houden en het uitbreiden van den
reeds verkregen stock. Doel is namelijk een vergelij-
king der onkosten ‘bij stabiel bedrijf, zoodat moeten
worden ‘uitgeschakeld die onkosten, welke verbonden
waren’ aan de uitbreiding. Met dit doel is rekening
gehouden door de automatiseb met de acquisitie ver-
vallende doelen der eerste onkosten te vervangen door
een deel dier kosten, evenredig aan het deel van het
nieuw gesloten bedrag, dat toereikend zou zijn ge-
weest om het bedrijf op het bereikte peil te hand-
haven.

De onkosten van het InvJiditeitsfonds stelt de
Commissie-Welter op 4,8 millioen – ten onrechte.
want de ‘bedragen, vermeld op blz. 398 van haar ver-
slag en opgenomen in het totaal van 4,8 miljoen,
behooren voor een deel feitelijk en wettelijk tot de Önkosten van andere sociale verzekeringsfondsen.
Eenvoudshalve willen we echter het nu eenmaal ge-
ijk’te bedrag 4,8 millioen aanvaarden.

De onkosten der vorenomschreven levensverzeke-
ringsmaatschappijen bedroegen in het jaar 1,030 vol-gens het verslag van de Verzekeringskamer 28,6 mil-lioen gulden, welk bedrag op de medegedeelde gron-
den wordt verlaagd tot 23,3 millioen gulden.

Het resultaat dezer eerste vergelijking van het
sociale nut met de ter bereiking daarvan gebrachte
financiëele offers, leidt ‘dus tot het vo’lgen:de resultaat:
De administratie van een verzekerd ‘belang, dat bij
het Ïnvaliditeitsfonds 1,58-maal grooter is dan dat
van alle Nederlandsche verzekeringsmaatschappijen
tezamen, vordert een offer, dat rond 20,6 pOt. uit-maakt van cle faux-frais van het privaatrechtelijke
verzekeriasinstituut. Als het er dus op aankomt uit
sociaa2-economisch
oogpunt de doeltreffendheid van
beide instituten te ‘beoordeelen, mag men niet juist
cle sociale verzekeringen noemen als de zeer kostbare,
welke ‘bijzondere aandacht eischen. Wie meent dat uit
sociaal-economisch oogpunt ‘kostenvermindering ge-
wenscht is, zal ‘hbben te verklaren, waarom ‘ijoor de
verzekering ,der arbeiders het relatief kleinere offer
niet, voor de verzekering van het – voornamelijk –

meer welgestelde deel der Nederlandsche bevolking
het grootere offer sociaal wel te verantwoorden is.
Als maat van het sociale rendement van een ver-
zekeringsregeling kan do premie
nief
dienen. Dit
geldt in het ‘bijzonder in de pensioenverzekering,
waarbij de premievrije ,d.w.z. ,de door koopsom ver-
kregen en de reeds loopende rente-aanspraken uit de rekening zouden verdwijnen. Hét geldt ook in de ka-
.pitaalverzeker.ing, voor zoover – hijv. bij kort duren-
de gemengde verzekeringen – niet het verzekerings-
element maar het spaarelement de premie hoog doet
zijn.

Wil men, om niet alleen het nut, maar ook de kost-
baarheid van het instituut der sociale verzekering te
toetsen, niettemin ook op den grondslag van het
premie-inkomen een vergelijking met het particulier
verzekeringsbedrijf instellen, dan moet met het vol-
gende rekening ghouden worden. Aan ‘het Invalidi-
teitsfonds wordt door verzekerden van alle leeftijden
een premie betaald, die alleen voor de allerjongsten
(de 16-jarigen) het risico en niet tevens de onkosten
dekt.

14 September 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.

715

Om vergelijkbare cijfers te krijgen zou men dus op
het premie- inkomen der levensverzekeringsmaatschap-
pijen een twee’oudige reductie moeten aabrengen of
aan het premie-inkomen van het Invaliditeitsfonds

een tweetal bedragen moeten toevoegen. De reductie
‘an het werkelijke premie-inkomen der levensverze-

keringsmaatschappijen tot hetgeen aan netto-premin
zou worden ontvangen, indien alle loopende verze-

keringen op 16-jarign leeftijd waren gesloten, is
practisch onuitvoeibaar. Ook de vereischte correctie
van het piemie-inkomen van het Invaliditeitsfonds i.s

zonder uitvoerige becijfering niet niogelijk. Echter
kan een bedrag worden geconstrueerd, dat zeker lager
is dan het gezochte maar toch eenigermate als benade-
ring ervan kan worden beschouwd.. 1-let wordt ver-
kregen door de werkelijke netto-premie-ontvangsten
(40.6 millioen) te vermeerderen met de onkosten
(4.8 millioen) en met de .jaarlijksche netto-staatsbij-

drage, zooals deze door de Commissie-van Vuuren op
blz. 21 van haar Verslag is vastgesteld (17.3 millioen).
Feitelijk zouden ook winst- en veiligheidsmarges,
welke in de premiën der commerciëele levensverze-
kering verdisconteerd zijn, toegevoegd dienen te wor-
den. Van de bepaling dezer niet zonder veel moeite en ook niet met voldoende zekerheid vast te stellen
premiebestanddeelen zullen we echter afzien.
De som der genoemde bedragen (62.7 millioen) mag
derhalve worden beschouwd als èen bedrag, dat in het ruwe vergelijkbaar is met de beschikbare cijfers aan-
gaande het particuliere verzekeri ngsbedrijf.
Aan de zijde van het levensverzekeringsbedrijf der

Nederlandsche Maatschappijen komt dar tegenover te
staan het uit de gegevens der Verzekeringskamer af-
geleide bru topremiehedrag 116.9 (ontva ogen premi ën
en koopsommen over 1930) en de administratiekosten,

reeds geschat op 23.3 millioen.
De efficiency van de sociale pensioenverzekering
wordt volgens vorenstaande cijfers dus gemeten door
een nuttig effect van 92.3 pOt., die van het Neder-
iandsch levensverzekeringsiedrijf door een nuttig ef-
fect van 80.1 pOt. Dit laatste cijfer moet echter nog
worden verminderd met de niet berekende percen-
tages, welke de winstmarges en de zekerheidsmarges in de bruto-premie-ontvangst uitdrukken.
In het licht van bovenstaande uiteenzetting is het
geen juiste wijze van voorstelling om de administra-
tiekosten der Invaliditeitswet ,,een zeer zwaren en
clrukkenden last voor de gemeenschap” te noemen.
Het rapport-Welter wil opvallend duidelijk te ken-
nen geven, dat de onkosten der sociale verzekering in
ongunstige verhouding staan tot het nut, dat die ver-
zekering voor de maatschappij afwerpt. Hoewel de
Commissie voor haar meening geen steekhoudende
bewijsgronden aanvoert, zal echter aan haar onbe-
wezen oordeel ongetwijfeld gezag worden toegekend,
in het bijzonder door hen, clie het nut der sociale ver-
zekering en van de daaraan veibondcn onkosten gaar-
no betwisten. Met het oog op de belangen der sociale
verzekering meen ik, .dat de meening der Commissie
o i et onweersproken mocht blijven.

HERSTEL-SCHEMERING.

• ,,Vari Amerika begint de Victorie”, – de overwin-
ii og van het hopelooze gevoel van depressie, dat meer
ctan een jaar de vere1d gevangen gehouden en veel
energie gedood heeft. Het is billijk, dat het herstel
van Amerika uitgaat, want de misère begon ook daar
en verspreidde zich van daaruit over de wereld; om
liet nog nauwkeuriger te zeggen: de crisis begon op
cle New-Yorksche beurs en ze schijnt nu daar haar
einde te willen nemen.
Er zijn twijfelaars! Men vraagt zich af, wat er
eigenlijk verbeterd is, dat aanleiding geeft tot dit
plotseling oplaaiend optimisme. Het antwoord kan ecnvoudig zijn: de hevige crisis heeft ondanks den
hevigen tegenstand van vrijwel alle Regeeringen haar
opruimend werk gedeeltelijk volbracht en de econo-

mische positie is verbeterd, al bemerkt men dit nog niet aan een algemeene opleving van handel en in-

dustrie. Het tempo van de inzinking is langzamer
geworden, hier en daar is de daling tot staan geko-
men en bij sommige grondstoffen is ze zelfs omgesla-
gen in een rijzing. Dit heeft een gevoel van verlich-
ting gewekt. De psychologische factor, die in elke
crisis een rol speelt, is nu aan het werk, en het pu-

blielc, dat eenige we n
ken geleden in elk bericht ee

ramp meende te hooren, weet nu aan elke gebeurtenis
een opwekkende uitlegging te geven. Men gelooft, in
een naderend herstel! In Amerika heeft de aan het
bewind zijncie Regeering belang hij een spoedige ver-

betering,
ze
heeft daarom haar best gedaan om de
deflatie te stuiten en thans moedigt ze de luchthar-

tige stemming aan.
Men zij echter voorzichtig; want al kan men er-
kennen, dat er symptomen zijn, die hoop geven, men
mag niet vergeten, dat er nog heel veel gebeuren moet voor een ongehioclerde opwaartsche beweging moge-
lijk is. De vele verschillende maatregelen, in vrijwel
alle landen genomen, hebben een volledig saneerings-
proces verhinderd; er zijn dus nog talrijke hinder-
palen, die overwonnen zullen moeten worden voor

men w’erkeljk reden heeft om het gejuich aan te hef-
fen, dat thans al hier en daar begint te weerkliukeo.
Er is geen reden om te vertrouwen in de bekwaam-heid van de Regeerin.g te Washington om een herstel
van de welvaart tot stand te brengen, want voor den
grooten Hoover geldt nog meer dan voor menige an-

– dere Regeering, dat
zijn
plannen en maatregelen valcer
cle bevordering van het handelsverkeer en de alge-

meene verbetering hebben tegengehouden dan aange-
!
moe
di
g
d. Nog steeds zweert deze voorganger van de
groote Republiek hij politiek-economische stellingen,
die weinig beloften voor de toekomst inhouden. De
Am’erikaansche export moèt bevorderd, de import he-
perkt worden, het saldo van de handelbalaris moèt
omhoog; maar hoe zijn debiteuren hun schulder dan
‘zullen moeten aflossen, weigert hij hardnekkig uiteen
te ztteo. Waarmede de arme landen van Europa den
Amerikaanschen uitvoer zullen moeten betalen ligt
in het duister, en men kan slechts hopen, dat de.Yan-koe’s weldra weer veel dollars in de oude wereld zul-
len komen verteren of groote bedragen ter leen zul-
len verstrekken. Gebeurt dit niet dan zou de uitvoer,
ondanks alle maatregelen, weleens kunnen blijven af-
nemen en het saldo van de handelsbalans naar de onge-
wenschte zijde kunnen verhuizen. We zouden het dan
zonder A men kaansche auto’s, stofzuigers, ijskasten
etc. etc. moeten stellen, w’at op zichzelf geen ramp
zou ‘beteekenen, maar wat economisch ouverdedigbaar
zou zijn, als die Amenikaansche producten onder nor-
male omstandigheden de beste en goedkoopste zou-
den blijken. Verwachten sommige vooruitzi ende Ame-
nikaansche fabrikanten niet, dat er een periode na-
dert, waarin auto’s in Europa voordeeliger gebouwd
zuilen kunnen worden dan in Amerika en trokken
Ford en General Motors daarom niet hierheen? De
winsten van deze fabrieken zullen echter voonloopig
in Europa dienen te blijven, als de Ver. Staten niet
een toestand schept, die een regelmatige remitteering
van Europa naar Amerika mogelijk maakt.
T-let is ‘voor Amerilca heel moeilijk den handel op
peil te houden, zoolang men daar den vrijen import
tot in het waanzinnige ‘belemmert en crediteur van

cle heele wereld blijft; de
cijfers
tot en met Juli wa-,

ren dan ook zeer teleurstellend. De uitvoeren liepen
terug, de invoeren daalden nog sterker, zoodat het
saldo van de handelsbalans steeg; 1-loover kreeg hier-
mede zijn zin, want met verhoogde rechten had hij dit doel nagestreefd. Hoe de vorderingen, ontstaan
door dit verhoogde saldo zijn voldaan valt nog niet
vast te stellen, het is echter zeer wel nrogelijk, dat
nieuwe schulden in het buitenland gevormd zijn, of
dat Amerikaansche effecten naar New-York zijn
teruggestuurd of. dat het teruggestroomde goud ge-
deeltelijk voor betaling diende.

716

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 September 1932

De cijfers van in- en uitvoer van goederen warefl
als volgt:

i
s

Uitvoer

Invoer

Saldo
Juli
1932 ……$107.000.000 $ 79.000.000 $28.000.000
Juni
1932 …… ., 114.259.000 ,, 111.405.000

2.854.000
Juli
1931 …… .. 180.772.000 ,. 174.460.000 ,, 6.312.000

Wil men deze cijfers onderling vergelijken dan
moet men er aan de uitvoerzijde rekening mede hou-
den, dat de katoenexport in Juli 1032 zeer groot was,
hij verhield zich tot dien van Juli 1031 als 458.600
balen ad $ 15.853.000 tot 270.100 balen ad $ 13.530.000;
de daling in den uitvoer yan andere producten is
dus nog grooter geweest dan uit de getallen direct
te lezen valt.

Voor de maanden Januari/Juli was do handels-
balans als volgt:
Uitvoer

Invoer

Saldo
Jan/Juli
1932 $ 948.048.000 $ 826.890.000 $ 121.158.000
Jan/Juli
1931 ,, 1.496.739.000 ,, 1.281.611.000 ,, 215.128.000

Bij de beschouwing van den totalen omzet van den
buitenlandschen handel is het interessant apart op
te nemen de cijfers voor de veertien voornaamste
Arnerikaansche handeisproducten, d.w.z. .voor den uit-
voer: katoen, tarwe, ,benzine, bladtahak, koper en
steenkool; voor den invoer: koffie, su.iker, rubber,
zijde, huiden, wol, krantenpapier en petroleum:

totale omzet

omzet in cle veertien
buitenlandsche handel belangrijkste producten
le halfjaar
1932 $1.588.038.000

$ 585.575.000
le

1931

,,2.243.118.000

,, 767.100.000
le

1030 ,, 3.811.702.000

,, 1.120.550.000
le

1929 ,, 4.909.463.000

1.694.730.000

Men zal toe moeten geven, dat de statistische ge-
gevens niet opwekkend zijn en dat ze nog niet den
indruk van snel herstellende welvaart voor het land
van den eens zoo rijken Jonathan geven. Maar, het
is mogelijk, dat de tocht naar het land van ‘belofte
weer begonnen is en .dat de Beurs die sciroone ver-
wachting thans aan het verdisdonteeren is. Men mag
dan echter vreezen, dat de af te leggen weg nog niet
is geplaveid en dat vele, vele moeilijkheden overwon-
nen zullen moeten worden. 1-let lijkt onwaarschijnlijk, dat het aanpassingspro-

ces voldoende heeft doorgewerkt; daarvoor zijn te veel
maatregelen genomen tijdens de crisis, die genezing
van ‘s werelds ziekte hebben verhinderd. Men zal er
zi.ch
dus op moeten voorbereiden, dat nadere aanpas-
sing noodig is en deze zal dan bewerkt moeten w’or-
den tijdens den moeilijken opgang. Dit ‘geldt niet
alleen “oor cie Ver. Staten, maar voor alle landen ter
wereld en het is te hopen, dat overal nauwkeurig zal
worden nagegaap of de toestanden voldoende zijn ge-

zui.verd. Men zal daartoe moeten afwachten, wat de
komende groote economische conferentie tot stand zal
brengen. Daarvan toch zal afhangen, welke onder-
deelen van lie t productie-apparaat afgebroken zullen
moeten worden, wat en waar zal kunnen worden op-
gebouwd. Voorziet die conferentie niet in een vrijer
handeisverkeer dan zuilen in Nederland en in Indië
eenige takken van bedrijf blijvend moeten inkrimpen, bijv. de suikerindustrie, de tuinbouw, de veeteelt enz. enz. Wat zal echter daarvoor in de plaats gesteld kun-
nen worden? Zullen walswerken verrijzen, nieuwé
hoogovens, of geheel andere industrieën? Het valt
nog niet te voorspellen, maar vast staat dat aiheid ge-
vonden worden moet voor de werkloozen van thans
en voor de aankomende jonge arbeiders van morgen
en dat die arbeid vermoedelijk gericht zal moeten zijn
op de productie van artikelen, die we tot voor kort
van onze buren in ruil ontvingen voor boter, kaas,
eieren, etc. etc.
Wat zal er met de verkeersmaatschappijen moeten
gebeuren, die nu een noodlijdend bestaan voeren ten-
gevolge van de inkrimping van het goederenverkeer,
als de internationale besprekingen geen einde maken
aan het streven naar autarkie? Dit zijn een paar pro-
blemen, die om oplossing vragen en zoo doemen er
voor elk land vele gelijksoortige op. Men zal zich o.a.

overal af moeten vragen: heeft de levensstandaard
zich voldoende aan de gewijzigde omstandigheden aan-
gepast, en als men dan tot de conclusie komt, dat
men nog op een basis leeft, die concurrentie onmoge-
lijk maakt, zullen bonen, salarissen en andere kosten
verder omlaag moeten worden gebracht. Zijn de kapi-
talisaties van ‘verschillende bedrijven zoodanig her-

zien dat winstmaken in de toekomst mogelijk is? Zoo
niet, du wachten ons nog velereorganisaties.
Het is ongewenscht, dat ziektekiemen blijven voort-leven. Daar abnormale maatregelen de volkomen ver-
drijving tijdens de ziekte veelal voorkomen hébben zou
het een ramp zijn als men ze thans latent liet voort-
bestaan. Dit zou tot hevige uitbarstingen leiden bij
de volgende inzinking. Het is goed er aan te her

inneren, dat o.a. in de crisis 1021f’22 de rubberpro-
ductie niet tot voldoende reorganisatie gedwongen
werd en het is o.a. daaraan toe te schrijven, dat dit
product zoo hevig door de huidige crisis is getroffen.
Waren toen de slechte ondernemingen uitgedreven,
dan was het productie-apparaat de beproeving van
1020 in veel krachtiger conditie ingegaan.
Laten we hopen, dat we ons spoedig zullen mogen verdiepen in deze problemen van het herstel en laten
we ons erop voorbereiden, dat die ons voor veel strijd
en vele moeilijkheden zullen plaatsen, Al geven de bewegingen op de beurs hoop op betere tijden, dan
vil dat nog niet zeggen, dat we ons mogen overgeven
aan een origebreideld optimisme; het is zaak nuch-
terder te blijven, dan een jaar geleden, toen in vele

kringen een ziekelijk pessimisme alle energie dreigde
te verstikken. Ook in het vurige Amerika
zijn
kalm-
gestemde geesten, die zich niet door vage toekomst-
‘bespiegelingen laten meeslepen, doch de gevaren, die
nog dreigen niet uit het oog verliezen, zooals blijkt
uit het volgend citaat, dat in Nederland belangstel-
ling verdient: ,,We refer to the refusal of labor, or
rather of organized labor to adjust itself to the new
economie conditions ‘by conseriting to a lowering of
the wage scales established during the hectic period
of infiation to the level now demanded by the changed
conditions …… That is the real secret of the failure
of the depression to abate. And this process will con-
tinue just so long as union labor persists in demand-
ing the old inflated wage scales. But neither of the
great political parties dares to proclaim such a doc-
trine since it would mean, so it is supposed, a. loss of
votes.”
TH. LIOTHART.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE INVLOED VAN DE ECONOMISCHE CRISIS OP
HET DUITSCHE VERZEKERINGSWEZEN.

Dr. H. 0. Strohmayer te Berlijn schrijft ons:

Levensverzekerin.g.

De voortdurende ongunstige verscherping van den economischen toestand in Duitschland, inzonderheid
de credietcrisis in den zomer van 1031 en haar gevol-
gen, heeft voor de eerste maal na de inflatie getoond,
dat ook het verzekeringsbedrijf niet vrij van crisis-
invloeden is. Dit komt duidelijk in de statistiek van
de bevensverzekeringmaatschappijen tot uitdrukking.
:De gunstige ontwikkeling van deze maatschappijen
duurde tot October 1931. Na den hoogsten stand van
het verzekerde bedrag ad R.M. 18,34 milliard op 31
Oct. 1031, overschrijden de uitbetédingen door roye-
ment of wederinkoop ‘het bedrag der nieuwe verzeke-ringen. Hot verzekerd bedrag, dat ‘sedert de stabilisa-
tie onafgebroken was gestegen, daalt sedertdien ge-
leidelijk. Tot aan het einde van het eerste halfjaar
van 1932 daalde het met rond 3 pOt. De nieuwe af

sluitingen, die in het eerste halfjaar van 1931 per
maand nog gemiddeld R.M. 232 millioen ‘bedroegen,
zijn gedurende de eerste zes maanden van 1032 ge-
middeld tot R.M. 150 millioen gedaald. In tegenstel-
ling tot de daling van de verzekerde bedragen, is het
aantal polissen ook in het boopende jaar nog verder
gestegen.

14 September 1932

ËCONOMISCH-STATISTTSCHE BERICHTEN

717

iapi

taalbedragen (in millioenen R.M.).
Verandering
van het ver-
Verzekerd be- zekerci bedrag
cirag aan het

t.o.’, het

Nieuwe

einde van het voorafgaande
afsluitingen

halfjaar

halfjaar

le halfjaar 1931

1.392,3

18.227,0

+ 571,1

2e

1931

1.131,8

18.239,9

+ 12,0

le

,,

1932

899,3

17.885,0

– 354,0

Aantal polissen (in 1000 stuks).

Nieuw

. Totaal

Toeneming

le halfjaar 1931

1.334,9

14.340

, + 0,79

2e

,

1931

1.238,6

14.830

+

0,49

le . ,,

1932

1.345,5 .

15.000

+

0,17

Uit deze tabel blijkt om., dat het afsluiten van
levensverzekeringen voor groote bedragen steeds moi-
lijker is geworden. Terwijl, het gemiddelde bedrag per
verzekering einde 1930 nog R.M. 1.303 bedroeg, stond
dit einde 1931 op R.M. 1.230 en op 30 Juni 1932
zelfs nog maar op R.M. 1.192. Buitengewoon sterk
komt de invloed vin de crisis in het stijgend aantal
polisbeleeningen en vooruitbetalingen daarop tot uit-

drukking:
Verzekerd’ Polis-

Leeningen in % van
bedrag beleeningen het verzekerd bedrag

31 Dec. 1930 .. . 17.655,9

132,3

0,75.

30 Juni 1931 .. 18:227,0

169,2

0,93

31Dec. 1931 . . 18.239,0

222,0

1,22

30 Juni1932 . . 17.885,0

278,6

.1,56.

Het aantal poli.beleeningen is bijgevoig vanaf mid-
den 1931 tot einde Juni 1932 met 05 pOt. gestegen.
Intussehen is er een opmerkelijk verschil bij de par-
ticuliere en publiekrechtelijke levensverzekeringmaat-
schappijen te constateeren. Bij de pabliekrechtehjke
maatschappijen heeft de toeneming, door nieuve ver-
zekeringen tot het einde van het jaar 1931 voortge-
duurd. De toen ook hier ingetreden afueming van het
bedrag is evenwel naar verhouding veel kleiner dan
bij de particuliere. Hetzelfde geldt voor de polisbe-
leeningen. Bij de particuliere ondernemingen b
e
d
i
:
oe

gen deze beleeningen op 31 Dec. 1931 met R.M. 198,4
millioen ongeveer 1,3 pOt, van het bedrag van R.M. 15,007 milliard, bij de publiekrechtelijke bedroegen
zij daarentegen met R.M. 23,0 millioen slechts rond
0,9 pOt. van het verzekerd bedrag van R.M. 2,032
milliard. Dit verschijnsel moet worden toegeschreven
aan •het feit, dat de kring van verzekerde personen
bij beide groepen van maatschappijen ten deele zeer
verschillend is. De publiekrechtelijke instellingen tel-
len onder haar verzekerden op groote schaal ambte-
naren van de publiekrechtelijke lichamen (rijk, lan-
den, gemeenten, enz.), waarvan het inkomen wel door
de noodverordeningen aanzienlijk werd verlaagd, doch
clie slechts in geringe mate door werkloosheid of op
andere wijze door verlies van het geheele inkomen
werden getroffen.
‘Het is een verrassend feit, dat de achteruitgang
van de productie in het Duitsche verzekeringbedrijf
gedurende 1931. in totaal maar nauwelijks 5 pOt. be-
draait tegen vaak 50 pOt. in andere bedrijfstakken.
Dit wordt duidelijk door vergelijking met de ontwik
keling bij de spaarbanken, waaraan de levensverzeke-
ring als een van de voornaamste elementen van de
kapitaalvormirig in menig opzicht verwant is. De
bruto-vermeerdering in het jaar 1931 verschilt bij de
spaarbanken en de levensveriekeri ngmaatschappijen
niet veel. Daarentegen geeft de beweging van de op-
vragingèn bij de spaarbanken en de royementen bij
cle levensverzekeringmaatschappijen een zeer verschil-
lend beeld te zien. Het opvragen van tegoeden bij de
spaarbanken begon reeds in het midden van 1931.
Het saldo van de uitbetalingen boven de inlagen be-
reikte in Augustus een maximum met R.M. 311 mil-l.iben. Sedertdien is het overschot van de uitbetalin-
gen wel weder gedaald, doch tot op heden valt nog
geen overschot aan inlagen te constateeren.
Tegenover deze vermindering van het tegoed bij de

sijaarbanken is de genoemde omvang van de daling
n het verzekerd bedrag der levensverzekeringmaat-
schappijen slechts minimaal. Hierin ligt tevens ook
de oorzaak voor de betrekkelijk geringen invloed,
dien het levensverzekeringsbedrijf van de crisis onder-
vindt. Terwijl de inlagen ‘bij de spaarbanken – af-
ézien van bepaalde overeengekomen opzeggingster-
mijnen – op elk tijdstip zohder meer kunnen worden
opgenomen, is de ojzegging van de verzekeringspolis
met daarop volgende terugbetaling van het kapitaal
•in de eerste plaats van, het indienen van een o’ereen-komstig verzoek en andere tijdroovende formaliteiten

afhankelijk. Nog ‘belangrijker is het feit, .dat de betaal-
de premies bij ‘opzegging van de 6vereenkömst niet
ten volle worden terugbetaald. Veeleer richt de terug-
koopwaarde zich naar een wiskundige berekening,
ook is zij van •de grootte van de viskundige reserve
afhankelijk. Volgens mededeelingen in prospecti
van verschillende verzekeri ngmaatschappijen be-
draagt de terugkoopwaarde derhalve in het gunstig-
ste geval na betaling van 7-8 jaarlijksche premi.ën
nauwelijks 50 pOt. van de gestorte bedragen van den
Verzekerde. –
Dit groote kapitaalverlies bij terugicoop van verze-
keringen vormt den beslissenden factor voor de be-
trekkelijk zeer geringe crisisgevoeligheid. Wie de
keuze heeft tusschen het opnemen van gelden bij
een spaarbank en royement van een levensverzekering,
zal steeds den eersten weg kiezen. Dat dit in de laat-
ste jaren practisch het geval was en ook in de naaste
toekomst,zoo zal blijven, blijkt reeds uit de eenvou-
dige overweging, dat de na de stabilisatie gesloten
verzekeringen hoogstens 7-8 jaren oud kunnen. zijn.
Hieruit is te verklaren, dat de omvang van de terug-
knopen – en te gelijker tijd ook van de onder de-
zelfde voorwaarden plaats hebbende. polisbeleeningen
– in zoo groote mate bij den omvang van de opvra-
.gingen bij spaarbanken en banken ten achter blijf t.
Alleen door den buitengewoon langen duur van de
economische .depressie en de ‘buitengewone verscher-
pingvan de crisis in den laatsten tijd was een groo-
ter aantal verzekerden tenslotte genoodzaakt zijn toe-
‘lucht te nemen tot deze spaarpenningen zonder reke-
ning. te houden met de daarmede gepaard gaande
kapitaalverliezen. Principiëel geldt derhalve de regel,
dat eenerzijdi de omvang van den’ invloed van de
crisis op de levensverzekering •van haar duur afhangt
en dat anderzijds de levensverzekering later door de
depressieivordt getroffen dan andere spaarinstel-
liligen.
‘Bij de beschouwing van den invloed van de irisis
op de verzekering mdet in principe tusschen twee
verschillende oorzakelijke factoien een onderscheid
worden gemaakt: lo. de ontwikkeling van den om-
vang van d verzelceringstransacties in den vorm van
nieuwe verzekeringe en prmie-inkomsten en 2o. de
• omvang van de schade,, dus van het lot, van de reeds
vroeger gesloten verzekeringen. Want een verzekering
kan op twee manieren door een dalende cohjuuetuur
worden getroffen. Voor d levensverzekering is de
eerste factor als gevolg van hâar wezen en haar doel
het belangrijkst. .
, –
Over het algemeen zou het ongunstiger worden van
den economischen toestand in de eerste plaats vaak
een behoefte aan een grootere bescherming door mid-
del van een verzekering kunnen doen ontstaan. Maar
de invloed van een aanhoudende crisis op het inko-
men van de verzekerden is in het verdere verloop
grooter dan het streven naar verkrijg.ing van een der-
gelijke reserve voor de verzekering. Niettemin heeft
ook de levensverzekering, wat den omvang van de
schade betreft, van een crisisverschijnsel te lijden,
namelijk van de shrikbarende toeneming van het
aantal zelfmoorden. Zon
wijst
b.v. een van de grootste
Duitsche maatschappijen erop, dat van haar betalik-gen ingeval van overlijden voor’ rekening van zelf-
moord kwamen: in 1929 slechts 5,4 pOt., daarentegen
in 1930 reeds 14 pOt, en in 1931 zelfs 22,8 pOt. Van

718

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 September 1932

beteekenis is vooral, dat door zelfmoord meer grooe
verzekeringen worden getroffen dan kleine (gemid-
deld bedrag R.M. 12.000).
Bij de voorbereiding van de Rijkswet inzake de ‘er-
zekeriugsovereenkornst (1908) waren de meeningen
omtrent de regeling van het zelfmoordvraagstuk zeer
verdeeld. De wet heeft tenslotte als norm vastgesteld
dat hij zelfmoord uitsluitend ingeval vn ontoereken-
haarheid het geheele verzekerde ‘bedrag wordt uitbe-
taald, anders alleen de wiskundige reserve. Daar deze
wettelijke bepalingen echter geen dwingend karakter
hebben, konden zij ten gunste van den verzekerde wor-
den gewijzigd. De Duitsche verzekeringmaatschap-
])ijen hebben zich derhalve zonder uitzondering be-
reid verklaard, in elk geval na verloop van zekeren
tijd het volle bedrag uit te betalen. Deze periode be-
droeg soms niet meer dan een jaar, vaak ook vijf jaren.

In den laatsten tijd hebben echter meerdere maat-
schappijen met het oog op het feit, dat het zelfmoord-cijfer zich nog steeds in stijgende lijn beweegt, ‘bij de
Rujkscontrôle op de particuliere verzekering het ver-
zoek ingediend, om ingeval van zelfmoord overeen-
komstig de bepalingen van de polis, slechts dan tot
algeheele uitbetaling verplicht te zijn, wanneer de
zelfmoord in een de vrije wilsbeschikking uitsluiten-
den toestand van ziekelijke verstoring van, het geest-

vermogen of onder den psychischen druk van zware
ongeneeslijke ziektegevallen van lichamelijken aard
plaats had. Een beroep op de in eerste instantie af-
gewezen beslissing van de Rijkscontrôle op de particu-
liere verzekering werd kortgeleden ingewilligd.

Van zeer ingrijpende ‘beteekenis voor het levensver-
zekeringbedrijf waren de bepalingen van de noodver-
ordeningen. Dit geldt voornamelijk voor de ‘belang-
rijkste, die op 8 Dec. 1931 werd afgekondigd. In de
eerste plaats dient de verlaging van de rente te wor-
den genoemd. Deze doet zich het sterkst gevoelen bij
hypotheken, de meest gewilde vorm van belegging der
Duitsche levensverzekeringmaatschappijen. Bij een
totaal vermogen van de particuliere ondernemingeh
van
R.M. 2,7 milliard was einde 1931 R.M. 1,2 mii-
hard of ongeveer 45 pOt. in hypotheken ‘belegd. 1-let
renteverlies voor de verzekering door de voorgeschre-
ven verlaging wordt daardoor verzacht, dat slechts
eerste hypotheken, die dus niet de hoogste rente op-
brengen, welke door de verlaging verreweg het sterkst
worden •getroff en, werden verleend. De rentevoet
schommelde tusschen 6 en 9 pOt.
Ten tijde
van den dalenden rentevoet in Duitsch-
land (1927-1929) hebben de maatschappijen vooral
een zeer groote bedrijvigheid ontwikkeld voor uit-
leening van gelden tegen 6 tot 7 pOt. Deze beleenin-
gen hadden over het algemeen een duur van 5 tot
10 jaar, zoodat zij thans nog niet zijn vervallen en de
verlaging van de hypotheekrenten ‘gemiddeld minder
dan 2 pOt. bedraagt. Analoog is de toestand bij de
effecten, die ongeveer 17 pOt. van alle beleggingen
omvatten. Ook hebben de meeste Duitsche levens-
verzekeringen tot dekking van haar verzekeringen,
die in Dollars of andere valuta’s luiden, op groote
schaal ‘buitenlandsche effecten gekocht, die derhalve
niet aan de Duitsche verordeningen iz. renteverla-
ging onderworpen zijn.

De polisbeleeningen worden door de renteverlaging
niet getroffen, omdat deze als vorderingen op korten
termijn worden beschouwd en deze maatregelen slechts
voor vorderingen op langen termijn van kracht zijn.
I)e verlaging van de creditrente voor banksaldi is
voor de levensverzekering nauwelijks van beteekenis,
want slechts 3 pOt. van het vermogen werd bij ban-
ken uitgezet. Hetzelfde geldt voor de verlaging van
de huren, omdat het grondbezit slechts 5 pOt. van
het vermogen bedraagt.

Aan den anderen kant ‘heeft de noodverordening
ook eenige verlichting als gevolg van de verlaging
van salarissen en administratiekosten gebracht, zon-
der dat de additioneele lasten hierdoor ook maar

eeuigszins worden goedgemaakt. Desondanks zullen.
de meeste Dui tsche levensverzekeringmaatschappijen
ook in de toekomst door haar belegd vermogen ten-
slotte nog een rentewinst te zien geven, die de reken-
kundige rentewinst va 4-4V2 pOt., die van haar
kant bij de instelling van de tariefpremies als maat-
staf ‘werd aangenomen, overtreft. Het spreekt van-
zelf, dat de renteverlaging en alle overige inkomsten.-
verminderingen vhn invloed op den omvang van de
di.videndèn moeten zijn. Daar de winstaandeelen voor
1932 echter reeds op grond van het bedrijfsresultaat
voor 1930 zijn vastgesteld, en die voor 1933 volgens

het bedrijfsresultaat voor 1931, dat van de rentever-
laging nog geen invloed heeft ondervonden, zal de
renteverlaging eerst in de dividenden voor 1934 tot
uitdrukking komen.

De verordening van 15 Dec. 1931 stelde alle ver-
zekeringmaatschappijen voor bijzondere problemen,
doordat zij ten aanzien van de ‘balanswaardeering van

haar effecten in een specia’e positie kwamen te ver-keeren (machtiging om effecten, voor zooverre zij t
1)iijvende belegging bestem(1 zijn, voor de aankocp-
waarde in de balans op te nemen, wanneer deze niet
hooger is dan de laatste halanswaarcle, de overige
effecten tot de z.g.n. Brüningkoersen, het gemiddelde
tusschen de Juni- en Septem’herkoersen 1931). De
waardeering van de effecten had dientengevolge in
de practijk op zeer verschillende wijze plaats.

Tusschen de levens- en goederenverzekeringmaat-
schappijen bestaan hij de beoor’deeling van haar effec-
ten als blijvende beleggingen priiicipiëele verschillen.
Doch ook binnen deze beide groepen zijn bij de af-
zon derlijke maatschappijen belangrijke afwijkingen te
constateeren. Eenige levensverzekeri ngmaatschappijen
hebben haar geheele effectenhezit als blijvende be-
legging beschouwd en dienovereenkomstig tot de aan-koopwaarde opgenomen. Andere maatschappijen heb-
ben dit slechts ten deele gedaan. Eenige maatschap-

pijen hebben daarentegen reserves voor eventueele
koersverliezen gevormd. Slechts weinig maatschap-pijen hebben haar effecten tegen de Brüningkoersen
gewaardeerd.

Daarentegen had de balanswaardeering bij de goe-
derenverzekeringmaatschappijen voornamelijk tegen

de koersen van de noodverordening plaats, ten deele
zelfs nog tot belangrijk lagere. Voorts komen nog ver-
schillen voor hij de waardeering van huitenlandsche
effecten bij de levens- en goederenverzekeringmaat-

schappijen. Deze effecten werden ten deele als ‘bin-
nenlancische waardepapieren tot den’ aankoopprijs of

tot de Brilningkoersen opgenomen, ten deele, en wel
inzonderheid bij de goederenverzekerjng, tot de beurs-
koersen ‘van einde 1931.

Go ederenverzelcering.

De verschillende soorten der goederenverzekering
worden door de depressie naar aard en omvang ver-
schillend getroffen. Een aparte plaats neemt de brand-
verzekering ,in. Het totale bedrag van de aan de ge-
zamenlijke particuliere hran dverze1eringmaatschap-

pijen ten deel vallende schaden bedroeg (in millioen
R.M.):

1927
……..
101,7

1930
……..
105,7
1928
……..
119,1

1931
………
103,6
1929
……..
141,8

Hieruit zou men kunnen afleiden, dat de curve
van dp brandschade zich in tegengestelde.richting als
de conjunctuurcurve beweegt. Echter dient rekening
te worden gehouden met het feit, dat het jaar 1931
sterk onder den invloed van de algemeene prijsdaling

stond. Als gevolg van het streven van de verzekerden
om de verzekerde bedragen aan het prijsniveau aan
te passen, verminderden de inkomsten uit premies
aanzienlijk. Om dezelfde reden ,is ook het verloop van
de brandschade door vergelijking van de absolute
schadebedragen met die van de voorafgaande jaren
niet te beoordeelen. Het zou echter eerst dan op juiste
wijze verkregen kurien worden, wanneer men erin

14 September
1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

719

zou slagen, den slechts aan de dalende prijsbeweging
toe te schrijven onzek-erheidsfactor te elimineeren. De
vermindering van de schaden is bovendien uitslui-
tend uit een achteruitgang claavan bij het stedelijk
en industriëel grondbezit te verklaren. Daarentegen
stijgt sedert jaren cle curve
van
branden in den land-

bouw sterk; er is zelfs een in het oog loopende para!-
lelliteit met de verscherping van de Duitsche land-
bouwcris.is op te merken. Volgens de statistiek van de
vereenigingen van brindassurantie gaven de groote
branden in den landbouw (van 10.000 R.M. en hoo-
ger) in de het meest door branden gekenmerkte niaan-
den 3u1i—Septernber de volgende ontwikkeling te
zien:
Brandschaden totaal waarvan brandstichting
Schade
in

Schade in
Aantal

R.M.
1.000
Aantal

R…….
000

1928

630

22.285

56

2.005
1929

858

40.171

78

4.260
930
……..
590

22.515

94

3.860
931

982

34.530

232

9.345

Bij de automobielverzekening deed de afnemende
afzet van automobielen automatisch ook de verzeke-
r i ngsmoeli.jkhe id dalen. Een groot aan tal in dus tri ëele
bedrijven heeft zijn wagenpark belangrijk irgekrom-
pen. Talrijke particuliere autobezitters zagen zich,
ter besparing van kosten, genoodzaakt, hun wagens
tijdens de wintermaanden weg te zetten. Volgerts een
onderzoek van den Rijksbond van de automobielindus-
trie in steden met meer dan 30.000 inwoners, is het
aantal in verkeer zijnde personenauto’s van Juli tot
1December 1931 met ongeveer 15 pOt., dat van de mo-
torfietsen met ongeveer 30 pOt. gedaald.
De transportverzekering leed onder• de verminde-
r.i ng van de wereldhandelsvloot (van 388 schepen met
444.770 B.R.T. in 1930 tot 380 schepen met 341.824
B.R.T. in 1931). Daarvan komen in 1930 voor reke-
ning van Duitschland 36.114 en in 1931 1
,
0.20
1
7 B.R.T.
Het hierdoor ontstane gunstiger verloop van de schade
in, 1931 is ten deele ook toe te schrijven aan het feit,
dat een zeer aanzienlijk gedeelte van de tonnage als
gevolg van de crisis werd opgelegd en alleen de nieuw-
ste en beste schepen in de vaart bleven.
In de aansprakelijkheidsverzekering viel reeds in
1930 een l:ichte achteruitgang van de schadegevallen
te constateeren, hetgeen zich in 1931 in versterkte
mate ‘voortzette. De oorzaak is in de eerste plaats te
wijten aan de vermindering van de intensiteit van
het verkeerswezen en de bedrijven. Daarnaast leidde
inzonderheid het stilleggen van bedrijven tot een ach-
teruitgang van de premie-inkomsten.
Ten aanzien ‘van het schadeverloop bleek de in-
braak- en diefstalverzekering tenslotte bijzonder con-
junctu.urgevoelig te zijn. Reeds in 1.929 en 1930 steeg
het aantal schaden met rond 50 pOt., bij een aantal
groepen van waardevolle goederen lag het schadeper-
centage in de groote steden zelfs Iboven lOG pOt. Deze
buitengewoon ongunstige ontwikkeling heeft ook in het afgeloopen jaar en vooral in den laatsten tijd een
schrikbarenden omvang aangenomen. De meeste en
moeilijkste inbraken komen voor rekening van tex-
tielgoederen- en voedingsmiddelenzaken.

GOEDE EN VERKEERDE KARTELPOLITIEK.

i)r. P. Berkenkopf te Hamburg schrijft ons:

Verkeerde prijspolitiek als oorzaak van de nsisluk-
Icingen..

Vele internationale kartels zijn te gronde gegaan
aan hun verkeerde prjspolitiek. Een typisch voorbeeld
hiervan biedt het internationale koperkartel, dal ten-
gevolge van
zijn
op zichzelf sterke positie – het om-
vatte bijna 90 pOt. van de geheele wereldproductie –
in de eerste jaren van zijn bestaan den prijs tot een
absoluut niet gerechtvaardigd niveau kon opdrjven.
Deze pnijsopdnijving ging gepaard met een uitbuiting
van de marktsituatie, zooals die hoofdzakelijk ‘door
haar eigen restrictiepolitiek was geschapen. Toen ech-

tei deze kortzichtige politiek, zoowel door het steeds
sterker dalende verbruik als door den positieven
tegenstand van den handel schipbreuk leed, werd een
politiek gevolgd van de grootste en niet te overzi.ene
prijsschommelingen, zoowel naar boven als naar be-
neden, waaraan elke uniformiteit ontbrak en die alles-
behalve verbetering van de marktpositie ‘beteekende.
Men heeft terecht beweerd, dat het internationale
koperkartel in de jaren 1930 en 1931′ geen verkoop-
doch een zuivere speculatiepolitiek heeft gevoerd, ten
koste van de consumenten. Het ‘heeft deze politiek
spoedig aan den lijve ondervonden. Door het uittre-
den van groo’te Noord-Amerikaansche en Europeesche
producenten schijnt zijn noodlot bezegeld te zijn.
Een soortgelijke ontwikkeling heeft het in 1928
opgerichte Europeesche kwikzilversyndicaat getoond.
Ten tijde van zijn oprichting omvatte het in de daar-
bij aangesloten Spaansche en .l1taliaansche mijnen
ruim 80 pOt. van de wereldproductie. Voorts kwam
de productie van de Ver. Staten (12 pOt, van de we-
reldproductie) niet op de wereldmarkt, zoodat het
kartel, waartoe slech’s enkele groote producenten be-
hooren, een zeer gunstige marktpositie had. Het is
echter aan zijn prijspolitiek te gronde gegaan. Door-
dat het syndicaat de ‘kwikprijzen nog lang na het
optreden van de crisis op het twee en een -half- tot
drievoudige hield ten opzichte van 1913, kon een
heele reeks outsiders, vooral in de Ver. Staten en
Mexico, opkomen. Vele mijnen, waarvan de exploi-tatie was stopgezet, daar zij niet rendeerderi, werden
weder in bedrijf genomen, zoodat het aandeel van het
kartel in de productie in 1931 tot ongeveer 47 pOt.
daalde. Door de hooge
prijzen
werd het noodzakelijk,
waar mogelijk, surrogaten te bezigen. Onder den druk
van de opgekomen outsiders en van de eigen voor-
raden, welke ongeveer een behoefte van drie jaren
kunnen dekken, is ook dit kartel feitelijk ont-
bonden.
1)

Een veel betere markt- en pnijspolitiek heeft het
Europeesche aluminiumkartel gevoerd, doordat ‘het in
de laatste jaren tot een trapsgewijze verlaging van de
aluminiumprijzen is overgegaan en daarmede in hooge
mate tot geruststelling en consolidatie van de markt,
zelfs nadat de crisis reeds langen tijd heersch’te, oolc
in het belang van de afnemers, heeft medegewerkt.
Hetzelfde kan men van de pnijspolitiek van een aan-
tal andere icartels zeggen, zooals b.v. die van het kali-
en het gloeilampenkartel.

Kartels, die met succesiverke’n: oorzaken van het
succes.

Slechts betrekkelijk weinig kartels zijn in deze
crisis aan de sterke prijsdaling ontkomen, of hebben
de marge tusschen de prijzen op de binnenlandsche en
de wereldmarkt betrekkelijk laag kunnen houden.
Hierin zijn vooral geslaagd het Duitsch-Fransdhe
kali-syndicaat, de drie verkoopkartels van de groot-industrie van ijzer (rails, buizen, gewalst draad), het
Europeesche flesschensyndicaat, het spiegeiglassyn-
dicaat en van de niet-ijzerhoudende metalen het alu-
miniumkartel. Verschillende oorzaken hbben tot de
gunstige positie van deze weinige kartels in de crisis
medegewerkt. Het gunstigst is de toestand van het kalikartel. Het omvat nog ruim 90 pOt. van de ge-
l’ieeie wereldproductie en een nog grooter percentage
van den wereldhandel. Aan beide zijden staan sterk
georganiseerde concerns als deelgenooten tegenover
elkaar. De prjspolitiek van het concern was voorzich-
tig en ‘bedachtzaam en in hooge mate op een ‘bevorde-
ring van het kaliverbruik, ook tijdens de crisis ge-
richt.
Bij de buizen-, rails- en waisdraadkartels, die even-
eens over het algemeen tijdens de crisis hun prijzen

1)
Zie over dit kartel eveneens het artikel van Dr. Mar-
cus ,,Veranderingen in de internationale kwikailverindus-
trie’! in Economisch-Statistische Berichten van
10
Aug.
ji. (Red.).

720

ECONOMISCH-STATiSTISCHE BERICHTEN

14 September 1932

konden handhaven, waren de voorwaarden wel niet
zoo gunstig als ‘bijv. bij kali, omdat deze kartels v66r.
de toetreding van de Ver. Staten tot het buizen- en
railskartel elk slechts ongeveer 40-50 pOt, van de
wereldproductie omvatten. Na deze toetreding zijn
de voornaamste outsiders Japan en
Zweden,
eventueel
ook Polen, die echter geen groote moeilijkheden ver-
oorzaken. Al is de productie in Europa niet zoo sterk
geconcentreerd als bij kali, toch bestaat er anderzijds bij
deze producten een vrij groote uniformitei’t. De conti-
nentale karteis voor haiffabrikaat, staf- en profiel-
ijzer, die in 1930 waren opgericht, konden als gevolg
van de losse organisatie, welke de bestaande belangen-
tegenstelli’ngen tot uitdrukkirig brachten, slechts kor-
‘ten tijd in stand blijven, evenals het bandijzer- en
nerfbuizenkartel, dat in 1930 na een nog korter be-

staan werd ontbonden, hetgeen speciaal uit de sterke
positie van den handel te verklaren is.

Van de kartels der
niet-ijzerhoudende
metalen heeft
alleen het Europeesche aluminiumkartel de vuurproef
doorstaan. Ook dit kartel werkt onder gunstige om-
sta’ndigheden. Enkele, technisch en ten aanzien van
het kapitaal, sterk geconcentreerde producenten; ver-
vaardiging van een gelijksoortig product, dat slechts
geringe kwaliteitsverschillen vertoont, bovendien
groote dfzet’mogelijkheden in nieuwe industrieën,
waar ten deele andere metalen, zooals koper, op gr.00te
schaal door aluminium werdefl vervangen.

Het kartel omvat alleen de Europeesche en in den
laatsten tijd ook de Canadeesche producenten; de Ver:
Staten met hun groote productie staan er buiten.
Daar dit land echter voorloopig nog bijna uitsluitend
voor de groote ‘behoefte van de binnenlandsche markt
werkt, ondervinden de kartelleden op de wereldmarkt
hiervan nauwelijks eenige hinder. Op de gezonde prijs-
politiek van •het kartel werd reeds eerder gewezen.
Daardoor en door een vooruitziende afzetcontin.gen-
teeringspolitiek, die echter met een elastische nivel-leeringspolitiejc ten aanzien vai •de voorraden werd
aangevuld, was het kartel in staat de voorraden bij
de afzonderlijke leden binnen vrij nauwe grenzen te
houden. Deze politiek vormde een scherpe tegenstel-
ling met de weifelende en kortzichtige contingentee-
rings- en valorisatie-politiek van de overige kartels
der niet-ijzerhoudende metalen, omtrent welker maat-
regelen men, voorzooverre deze, op zichzelf ‘beschouwd,
juist waren, bijna steeds het oordeel ,,te laat” moest
vellen.

Naast deze kartels van grondstoffen en haiffabri-
katen bestaan er ook eenige kartels voor fabrikaten,
clie den crisisstorm hebben doorstaan. Ïn de eerste
plaats dienen daarvoor genoemd te worden: het gloei-
lampenkartel, de spiegel•glasconventie en het pas in
1930 opgerichte flesschenverkoopkantoor, welke
krachtig georganiseerd zijn. Bij de drie genoemde in-
dustrieën is de concernvertakking, zoowel nationaal
als internationaal, zeer ver doorgevoerd; het betreft
industrieën, die typische, te vervangen massa-artike-
len voortbrengen. Tot de outsiders van het spiegelglas-
en flessdhenkartel behooren naast eenige Europeesche
vooral de Amerikaansche producenten,vaarvan de
Eui’opeanen op de markten niet veel nadeel onder-
vinden, dank zij het feit, dat het
bij
deze producten
ten deele
moeilijk
en duur te transporteeren goederen
betref t, die vaak een natuurlijke ‘vracht- en transport-
‘bescherming genieten. De spiegelglas- en flesschen-
kartels staan juist in sterke mate onder den druk, die
door den bijna algeheelen overgang tot machinale pro-,
ductie en de daarmede gepaard gaande uitbreiding:
van de productiecapaciteit werd veroorzaakt. Boven-
dien is de positie van het flesschenkartel in den laat-
sten
tijd
in ‘hooge mate in gevaar gebracht door een
groote fabriek van een outsider in Groot-Kayna.

Het vaak als internationaal modelkartel aangeduide
gloeilampenkartel betreft een zeer speciaal geval.
Ook hier zijn de Ver. Staten en Canada slechts indi-
rect door losse overeenkomsten toegetreden. Het kar-

tel omvat, deze twee landen er bij gerekend, ongeveer
90 pOt. van de wereldproddctie. Ook bij de leden van
dit kartel bestaan, vooral in Europa, sterke interna-
tionale financiëele betrekkingen of ten minste een
vergaande samenwerking in technische en organisa-
torische aangelegenheden. Onderlinge uitwisseling
van patenten en ervaringen, technische contrôle van
de leden, tôezicht op de kwaliteit van de productie

door speciaal daarvoor opgerichte organisaties, ver
doorgevôerde verdeeling van de afzetgebieden, nauwe
samenwerking bij de standaarcliseering van de produc-
tie en rationalisatie vn de afzetmethoden, die ook in
een gematigde prjspolitiek tot ui!tclrukking komen en
daarbij als gevolg van den grooten technischen ‘oorui-
gang na •den oorlog den producenten toch een goede rentabiliteit verzekeren. Dat een zoo nauw aaneenge-sloten en ratiorieel werkende organisatie, ook bij een
grooten achteruitgang van den afzet, de crisis tot dus-
verre zonder noemenswaardige nadeelen heeft door-
staan, schijnt vanzelfsprekend.

AANTEEKENINGEN.

Inkomens en vermogens in Nederland in 1930/’31.

De vorige week onder dezen titel verschenen pu-
blicatie
i),
die bewerkt is door het Centraal Bureau
voor de Statistiek, is in zekeren zin eenvoortzetting
‘van de ,,1?angschildcingsljjst der gemeenten naar den
belastingdrvJc”,,
waarvan die over hét belastingjaar
1.93011931 Februari 1931 het licht zag. In laatstge-
noemde publicatie, werd ,reeds, behalve de rangnum-
mers voor elk der gemeenten volgens den belasting-
druk over 193011931 bij inkomens ‘van
f
2.000 en

f
5.000, voor elke gemeente melding gemaakt van het
aantal aangeslagenen in de Rijksinkomsten- en de ver-mogensbelasting, alsmede van het gemiddeld inkomen
en ‘vermogen per aangeslagene, telkens over het be-
lastingjaar 1929/1930.

De belangrijke wijzigingeu, clie deels op 1 Januari,
deels op 1. Mei 1931. in het gemeentelijk belasting-
stelsel zijn ingevoerd, maaicten het onmogelijk over
193111.932 bovenbedoel.de raiignummers op overeen-
komstige wijze samen te stellen, ‘in verband waarmede
deze thans zijn weggelaten. In plaats daarvan is de
publicatie uitgebreid met, enkele gegevens der Rijks-
inkomsten- en ‘vermogensbelasting, waarop blijkens
herhaaldelijk bij het Centraal Bureau voor de Statis-
ti’ek bi nnenkornencle verzoeken om inlichtingen prijs
wordt gesteld, en moest de naam der publicatie ge-
wijzigd worden.

Gegevens betreffende de verdeeling van aantal aan-
geslagenen, ‘bedrag der inkomens of vermogens en
opbrengst der belasting naar de hoegrootheid der in-
komens of ‘vermogens zijn over 193011931 alleen be-
schikbd’ar voor de gemeenten, die op 31 December
1920 meer dan 20.000 inwoners telden, voor de totalen
der belastinginspecti es, waaruit provinciale totalen
kunnen worden samengesteld, en voor alle gemeenten
tezamen. Laatstgenoemde gegevens zijn in cie beide
volgende staatjes opgenomen, zoowel in absolute cij-
fers als in verhouding tot •het totaal (zie volgende
pagina).
De in kolom 4 dier staatjes ingevulde bedragen zijn
ontleend aan de belastingkohieren. Zij geven dus het
onzuiver be’drag der belasting aan in hoofd’som, zon-
der de navordering en zonder de verhoogingen vol-
gens art. 91 der wet
01)
de inkomstenbelasting en art.
49 der wet
0
de vermogensbelasting, terwijl evenmin
rekening kon worden gehouden met de verleende ver-
minderingen, ontheffingen, kwijtscheldingen, afschrij-
vingen wegens onvermogen en met de oninbare posten.
Bij de verhoudingscijfers valt het allereerst op, dat
slechts een zeer klein deel van alle belastingplich-
tigen in •de hoogere inkomens- en vermogensgroepen
vallen. Daarentegen worden de verhoudingscijfei-s van

‘Deze pul1icate is verkrijgbaar hij Ma.rtinus Nijhoff,
Den Haag. Prijs
f
0.55.

14 September 1932

ECÖNOMISCH-STATÏSTISCHE BERICHTEN

721

Hoegrootheid van
In
0
/0
van het totaal

de zuivere inkomens
Aantal aange-
Bedrag der zui-
‘aantal aange.
bedrag der
bedrag der
vOör den kinder.
slagenen
vere inkomens

Bedrag deîRijks-
inkomstenbelas-

aftrek
ting in hoofdsom
slagenen
inkomens
belasting


1
.2
3 4
.5
.

6.
7

Xf
1000

X’flOOO
f

800-f

1.400
793.988
847.292
2.850 41.95
‘19,40 3,13
1.400-

2.000 538.248
887.681
6.588
28,44
20,33
7,23
2.000-

3.000
302.169
709.232
7.945
15,97
16,24
8,73
3.000-

5.000
154.653
571.719
9.541
8,17
13,09
10,48
5.000-

10.000
69.488
464.281
.10.771
3,67
10,63
11,83′
10.000-

20.000
22.030

298.337 9.330
1,17
6,83
10,25
20.000-

30.000
5.570
.

134.338 5.383 0,29

3,08
5,91
30.000

100.000
5.496
264.690
16.944
0,29 6,06
18,61
100.000
en hooger
913
139.672 21.697
0,05
4,34
23,83

Het Rijk

193011931
1.892.553 4.367.241
91.048
100.-

100,-
100,_

Hoegro,otheid, van
Aantal ,aange.
Bedrag der Bedrag der ver-
In
o1
0
van het totaal

aantal aange.
bedrag der
bedrag der
de vermogens
slagenen
vermogens
mogensbelasting
inhoof doom
slagenen vermogens
belasting

1.
2
3
.

4

1
5

6

1

f

16.000_f

30.000 85.182
‘1.814.344
1.071
43,13
11,61
7,23
30.000_

50.000
46.8 9
1.770.068
1.766
23,72

11,33
11,91
50.000_

100.000′
35.905
2.467.698
2.461
18,18
15,80
16,59
100.000_

200.000
16.994
2.333.155 2.324
8,60
14,93 15,67
200.000_

300.000
5.103 1.230.556
1.223
2,58
7,83
8,25
300.000_

500.000
3.770
1.437.621
1.431
1,91
9,20 9,65
500.000_ 1.0j0.000
2.402
1.638.537
1.632
1,22
10,49
11,00
1.000.000
en honger
.
1.306
2.931.224
.

2.922 0,66
18,76
19,70
Het Rijk

193011931
197.501
15.623.203
14.831
100,-
100,- 100,-

het bedrag der inkomens en vermogens en der be-
lasting juist voor deze groepen van meer ‘blang.
Zoo
hadden blijkens het eerste staatje de bijna 42 pOt.
der aangeslag’enen in cle inkomstenbelasting voor in-
komens benedeti f1.400 tezamen bijna 20 pOt. “.’an
het totaal-inkomen en droegen slechts éven 3 pOt. ‘bij
tot de totaal-opbrengst dezer belasting, terwijl de bijna
2 pOt. der aangeslagenen voor inkoen1 van
f
10.000
en hooger met een evengroot del van ‘het inkomen

bijna 59 pOt, in het totaal-bedrag dezer belasting ‘bij-
droegen. Blijkens het tweede staatje bezateli de even
43 pOt. der’ Langeslageneti in de vbrmogensbelasting
voor vermogens’ beneden f30.000 bijna 12 pOt. vali het totaal-vermogen en betaalden ruim 7 pOt. vande
totaal-opbrengst dezer belasting, terwijl de bijna 4 pOt.
der aangeslagenen voor vermogens van
f
300.000 en
hooger met ruim 38 pOt. van het tôtaal-verrnogen
ruim 40 pOt. van het totaal-bedrag dezer belasting
voor hunne rekening hadden. Bij vergelijking van cle
cijfers der kolommen 6 en 7 van het ‘eerste staatje is
verder de ‘voor cle Rijksinkomstenbelasting geldende
sterke progressie duidelijk merkbaar. De verschillen
tusschen de overeenkomstige cijfers in het tweede
staa:tje zijn belangrijk kleiner, omdat voor ‘de vermo-
gensbelasting geen progressie geldt en alleen het
tarief ‘der ‘vermogens beneden
f
30.000 lager is dan
dat der hoogere vermogens.

Het hoogste en laagste gemiddelde inkomen of

vermogen per aangeslaene voor elk der provinciën,
der ‘groepen van gemeenten en der afzonderlijke ge-
meenten is hieronder vermeld, waaraan ter vergelij-
king ‘wederom het Rij ksgemiddelcle is toegevoegd:
Uit deze cijfers blijkt, dat de verschillen tusschen
het hoogste en het laagste gemiddelde inkomen of ver-
mogen het kleinst zijn voor cle proviuciën en het
grootst voor de afzonderlijke gemeenten.

Internationale katoenstatistkken.

The International Fed’eration of ‘ Mâster Ootton
Spin’ners’ and Man u factu rers’ Associ ations heeft cle
verbruiks- en voorraadstatistieken voor ruwe katoen
gepubliceerd voor het op 31. Juli jl. geëindigde si-
zoen. T-let verbruik van alle soorten katoen over de
geheele wereld bedroeg, aldus lezen wij in ,,The Eco-
nomist”, ‘gedurende de laatste twaalf maanden
22.323.000 ‘balen tegen 22.488.000 ‘balen in het voor-
afgaande jaar. Opmerkelijk is, dat het verbruik van Amerikaansche katoen met 1.411.000 balen en van
Egyptische met 127.000 balen is toegenomen, terwijl
dat van cle Indische kwaliteiten met 1.074.000 balen
en dat van verschillende andere soorten katoen met
629.00 balen afnam. Klaarblijkelijk zijn veel spin-
ners van indische tot Amerikaansche soorten overge-
gaan als gevolg van de veel lagere prijzen voor laatst-

Pro’i eciën, gemeenten

Gemiddeld inkomen.

Gemiddeld vermogen.
en het Rijk.

n

Provinciën

……………………

Groepen van gemeenten ………….

Afzonderlijke gemeenten ………….{

Eet Rijk

………………………

i) De naam van deze twee gemeentc
worden gepubliceerd.

Zuid-Holland …………..
f 99.000
Limburg ………………
..
45.000′

Boven 100.000 inwoners ……
113.000
Minder dan 2001 inwoners . ,,51. 000

Rozendaal (Gld.)
.
……….
393.000
1)

,,
18.000
79.0°°
mag in verband met het gering aantal aangeslagenen in deze gemeente niet

Zuid-Holland …………..
f 2.539
Drente’ en Limburg ……….
1.860

J3oven 100.000 inwoners … ..,
2.599
Minder dan
2001
inwoners .. ,,
1.801

J3loemendaal ……………..
7.417
Putte

…………………..
1.290 2.308

722

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14
September 1932

genoemde soorten. De fabrieksvoorraden van alle soor-

ten katoen bedroegen op 31 Juli ji.
4.483.000
balen

tegen
4.313.000
balen een jaar tevoren, en de Amen-

kaansche
2.559.000
balen tegen
1.811.000
balen. De

Federation deelt mede, dat het aantal spoelen van de

geheel.e wereld op
31
Juli ji. in vergelijking met
31

Januari jl. van
162.070.000
tot
161016.000
was ge-

cl aald.

Indexcijfers van groothandeisprijzen.

,,The Economist” schrijft: De laatste veertien dagen
heeft een aanzienlijke stijging vaii de groothandels-
1)1j11 zoowel in ponden sterling als in goud plaats
gevonden. Het indexcijfer voor grondstoffen, in pon-
den sterling, van The Economist steeg met
7.
15
pOt.,

terwijl het goudin.dexcijfer voor grondstoffen met 6.0 pOt. toenam. De stijging loopt het meest in het
oog bij boter, katoen, en niet-ijzerhoudende metalen,
doch het beperkt zich niet alleen tot deze artikelen.

Zooals te verwachten is, hebben de meer uitgebreide
inclexcijfers, zoowel de Engelsche als de buitenland-
sche, die behalve grondstoffen ook eenige haiffabri-
katen bevatten, in mindere mate geschommeld. Het
totale Engelsche indexeijfer van The Economist steeg

met
4.5
pOt., terwijl de bnitenilandsche cijfers betrek-
kelijk weinig verandering toonen. De jongste ‘bereke-
ningen van de Financial Times toonen aan, dat,. ter-
wijl de sterlingprijzen van
24
grondstoffen sedert het
laagste punt van de pnijscurve met
18
pOt. zijn ge-
stegen, de overeenkomstige prijsstijging van meer af-
gewerkte fabrikaten slechts
2
pOt. bedraagt. Deze
wanverhouding verklaart zoowel de betrekkelijke sta-
biliteit van het totale indexcijfer van The Economist,
maar tevens het feit, dat de prijzen van fabrikaten
zoowel tijdens een ‘hausse als tijdns een ‘baisse bij de
prjsveranderingen van grondstoffen ten achte’r blij-
en. De schommelingen van het in•dxc••fer van The
Economist gedurende de laatste veertien dagen blij-
ken uit de volgende tabel. (Zie volgende kolom).

De tabel bevat tevens de cijfers voor
29
Juni jl., op
welken datum het laagtepunt werd bereikt. Men zal
zien, dat de daarop volgende vebetening het meest
op den voorgrond treedt bij de groepen .,Weefstof
f en” en ,,Delfstoffen” en dat de groep ,,G•ranen en
Vieesch” feitelijk is ach teiuitgegaan.

Engelselie groothandeisprijzen.

1927 = 100.
1931 1932 1932
1932 1932 1932

18

’29

27 10
24
7

Sept. Juni Juli Aug.
Aug. Sept.

(ranen en

Vieeseli

……
64.5

68.9

69.3
67.9
65.5
65.7
Andere Voeil.
cii
Genotiti
62.2

57.6

59.2
59.2
61.2 64.4
Weefstoffen

…………
43.7

43.7

45.8 48.1 50.8 55.0
Delfstoffen

………….
67.4

67.4

67.9
70.5 72.9
78.0
Diversen

……………
65.8

58.4

59.7
60.6 60.7
62.0

Totaal

., …….
60.4

58.8.

60.1
61.0 61.9 64.7

1913 = 100

………..
83.1,

80.9

82.7
83.9
852
89.0

1924 = 100

………..52.2
50.8

51.9 52.7 53.5
55.9

Invoer van stroohoeden in Nederland.

in (lezen tijd van a:bnormalen invoer is het zeker merkwaardig, om een artikel te vinden, waarvan de
invoer op natuurlijke wijze afneemt en dat nog wel
van een, enkele jaren geleden, zoo populair kleeding-
.stuk, als de stroohoed. Beschouwt men het onder-
staande staatje, dan blijkt duidelijk de abnormale ver-
mindering van den invoer van stroohoeden in de
eerste acht maanden van dit jaar, vergeleken met alle

voorafgaande jaren.

Invoer van stroohoeden (761e).

Jaar

Eerste S maanden
Gewicht, Waarde Gewicht Waarde

ton
f 1.000
ton
f1.000
1925

……………
114
431
107
411
1026

……………
120

450
116
439
1927

……………
74
265
67
250
1928

……………
57
204
55
197
1929

……………
49
184
44
167
1930

…………….
51
180
51
178
1931

……………
41
138
41
137
1932

……………


12
27

De verklaring voor dit verschijnsel is niet gemak-
kelijk te vinden. Men zou toch hebben mogen ver-
wachten, dat in desen warmen zomer een extra v-aag
naar lichte hoeden zou hebben bestaan. In plaats hier-
van is het gebruik sterk afgenornen. Hieruit zou men
kuflnen afleiden, dat het denen zomer zelfs te warm
is gewees’t voor stroohoeden, of .dat ook de crisis haar
invloed heeft doen gelddn of dat tenslotte •de mode een allerbelangrijkste rol heeft gespeeld. Dit laatste
is wel de meest aannemelijke verklaring.

18 September 1931 = 100.

ludexcijfers
The Econoinist”

irving
Statistique
Kamer
v.
Statistisches Totaal indez
Grondstiffen
Goud-
Data
Fisher
Générale Koophandel
Reichsamt

in £
in £
prijzen
Ver. Staten
Frankrijk
Milaan,Italië
Duitschlsnd

30 Sept. ’31
107.8
112.0
94.7
98.7
96.9 98.8
98.9
11 Nov.

’31
110.3 119.3

.

103.5
99.3
96.0
99.3 98.3
25 Nov.

’31
109.1
114.8 98.0
98.3 94.2
98.8
97.6
9 Dec.

’31 110.3
117.3
93.9
97.3
93.3
97.1 96.1
30 Dec.

’31
108.9
117.1
94.4 ‘
96.1
93.4
96.9 94.6
13 Jan.

’32
109.6
117.7
94.5
94.5
93.8
96.3
92.5
27 Jan.

’32
108.3
115.7
.93.8
93.5
93.6
95.8

.
91.6
10 Febr. ’32
108.6 117.3
88.8
92.2

.
94.2

98.0 91.5
24 Febr. ’32
110.9
120.9
89.6 92.4
95.1

.
.

97.2
92.0
9 Mrt.

’32
109.8
116.3 90.3 91.8
96.7
97.2
92.1
22 Mrt.

’32
108.1
111.9
86.5
91.5
96.3
97.0
91.4
6 April ’32
105.1
105.9
85.0


90.6
97.0

.
96.0
90.6
20 April ’32
103.8 105.4
53.6
89.6
97.0 95.3 90.3
4
Mei

1
3
103.3
106.5
834
89.3
96.8
94.6 89.8
18 Mei

’32
102.6 105.9
81.11
88.6
95.1
93.4
89.4
1 Juni

’32
10″.2
101.”
79.8
87.3
94.0 91.7

.
88.5
15 Juni

’12
97.8
99.7
80.2
86.0
92.7
90.4
88.2
29 Juni

’32
97.4 99.3
80.5
.

86.4 91.5
.

89.5
88.1
13 Juli

’32
9.7.5
101.3
82.6 87.3 91.3
89.2
88.0
27 Juli

’32
99.5
103.5
84.1
88.3 91.3
88.5 88.1
10 Aug.

’32
101.0
1.08.6
88.5 89.8
88.4
.

88.5
8.O
24 Aug. ’32
102 5
111.8
89.3
89.8

.
89.0
89.3 87.1
7 Sept. ’32
107.1
120.2
94.7
90.5
1
)

..


90.21)
87.5
1
)

1)

Deze cijfers
hebben betrekking
op 31
Augustus.

14 September 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE
gl

BERICHTEN

723

Het tarwevraagstuk in Frankrijk.

Evenals in ons land, wordt ook in
Frankrijk
de
tarweprijs kunstmatig door de regeering gesteund,
waardoor de prijsontwikkeling bijna uitsluitend •d oor bin.nenlandsche factoren wordt bepaald. Tot dusverre
is het de Fransche regeeri.ng gelukt den landbouwer,
die het gros vin het kiezersvolk vormt, van den na-
cleeligen invloed van de crisis vrij te houden. Daar-
om baart de jongste hef tige prijsdaling van tarwe in
Frankrijk de regeering groote zorgen. Over dit vraag-
stuk ontieenen wij het volgende aan het nummer van
,,Wirtschaftsdienst” van 9 Spt. ji.
De tarweprijs, die in Parijs bijna geduiende cie ge-
heele oogstcainpagne 1931f’32 Fr. 175 tot 180 per 100

RG. bedroeg, daalde einde Juli tot 166. De laatste
zaken van den ouden oogst kwamen op basis Fr. 155
tot stand, terwijl de noteering voor den nieuwen oogst
begin Augustus tot 1.31,75 daalde. Begin September
schommelde de noteering ‘oor nieuwe ‘tarwe rond de
Fr. 1.20. Tegenover dezen
prijs
staat een buitenland-
schen prijs van Fr. 135 tot 140, waarin Fr. 80 invoer-
recht, is begrepen. Als binnenlandsch prijsniveau,
waarbij de landbouw juist kan bestaan, wordt Fr. 140
genoemd; Uit een vergelijking met den buitenland-
.schen prijs blijkt dus, hoe duur Frankri3k is gevor-
den, het land, waar salai.issen en bonen zich op groo-
te schaal naar den hroodprijs richten. Niet te looche-
nen valt echter, dat de boer zich, wanneer hij zijn ge-
heelen tarwe-oogst tot deren prijs moet verkoopen, in-
derdaad in een hachelijken toestand bevindt. Aan dan anderen kant mag niet over het hoofd worden gezien,
dat 70 pOt. van den tarwe-oogst door de plattelands-bevolking wordt geconsumeerd, waardoor de boeren
•dus, wanneer de broodprijs den loop van den graanprijl
volgt, van deze
zijde
eenigszins, alhoewel in verhou-
ding tot hun oogst en zaaikosten, slehts in geringe
mate een compensatie ondervinden.

Het is nu •de vraag, waarop een dergelijke daling
van den tarweprijs zich baseert. In de eerste plaats
moet worden vastgesteld, dat in de oogstampagne
1931/’32 een zekere strucituarwijziging tot uiting komt.
In Frankrijk werd in de laatste jaren veel propagah-
cia voor de ve’redelingsprodacten van den landbouw,
speciaal echter van de veeteelt gemaakt. Daar een der-
gelijke algemeene wijziging van productierichting
echter slechts in een planmatig bestuurde volkshuis-
houding binnen de gewenschte grenzen kan plaats heb-
ben, zoo was spoedig een groote overproductie van
dierljke producten hiervan het gevolg, welke
0
1)
dalende prijzen moest uitloopen. De invoer van
i’ersch en bevroren vleesch kon van 1929 tot 1930 van
5.240.000 KG. tot 1.210.000 KG. worden ingekrom-
pen.
Deze ontwikkeling heeft ook in het laatste jaar
voortgeduurd, zonder dat hiervoor reeds thans statis-
tische gegevens beschikbaar zijn. In ellc geval was de
veeteelt ‘voor de boeren niet meer loonend genoeg en
daar de staat intusschen vergaadde protectiemaat-
regelen voor den graanverbouw had genomen, wendde
zich een groot deel van de boeren in het laatste jaar
van de veeteelt af en keerde tot den tarwebouw terug.
Op 1 Januari 1931 bedroeg de met winterzaad be-
bouwde oppervlakte 4,7 mi.11ioen H.A., op hetzelfde
tijdstip van 1932 was deze tot ‘5,2 millioen H.A. ge:
stegen. Al beteekende dit geen netto-toeneming van
0,5 millioen H.A. voor tarwe, doch een toeneming van
ca. 200.000 li.A. van den overgang van de voorjaars-
naar •de voor den Fran’schen bodem en het Fransche
klimaat meer geschikte herfst’bebouwing, zoo heeft de
met tarwe bebouwde oppervlakte hierdoor toch een
aanzienlijke uitbreiding ondergaan.
1)e tarwe-oogst bedroeg in de laatste jaren (in mil-
lioen ton): 1928: 7,6, 1929: 7,6, 1930: 6,3, 1931:
1,3
en 1032: 9.— (eerste officiëele schatting). Het bin-
neuland.sch verbruik bedraagt ongeveer 8,5 millioen
ton.
.I)oordat de landbouwers ongeorganiseerd zijn, boden

zij hun oogst, clie in het Zuiden en Noorden ongeveer
tegelijkertijd op cle markt icvarn, in te groote hoeveel-
heden aan, waardoor cle prijzen zelfs tot Fr. 95 tot
100 daalden.

Het is nu cle taak van de regeering om in clezen
chaotischen toestand, welke een uitvloeisel is van cle door haar genomen kunstmatige maatregelen, orde te brengen door cle boeren tot een gemeetischappelijlce
actie te vereenigen, hetgeen steeds en overal een. zwaro
taak is.

INGEZONDEN STUKKEN.

AGRARISCHE EN INDUSTRIËELE EXPORT UIT
NEDERLAND 1921-1930.

De Heer A. van Wijnen schrijft ons:

Eerst heden kwam mij het artikel onder bovenstaaii-
den titel, opgenomen in Econ.-‘Stat. Berichten van
24 Aug. onder het oog. Ik voelde behoefte, hierop
alsnog een kleine ken tteekeriing te maken. Immers
komt mij cle ‘eind-conclusie een beetje gew’aagd voor,
omdat cle schrijver één factor uit de geproduceerde
cijfergroep buiten beschouwing heeft gelaten, nl. den
prijzenloop der diverse producten over het aange-
geven tijdperk. Waar hier de gelclswaarde van den
• export en niet de kwantiteiten tegenover elkaar zijn
gzet, is cle geweldige prijsdaling
‘hij
de agrarische
producten veronachtzaamd. Mij staan niet i’oid oencle
gegeven’s ten dienste, deze prijsdaling over alle pro-
ducten in procenten of
cijfers
te kunnen uitdrukken.
Ook is mij niet bekend, hoe groot deze prijsdaling bij
cle industriëele producten is geweest. Allerminst wil
ik dan ook beweren, dat bovenbedoelcle conclusie van
den schrijver niet juist is, alleen meende ik erop te
moeten wijzen, dat de basis, waarop ze is opgebouwd, daarvoor niet geschilct is.
Wanneer ditzelf cle’ systeem over 1931. en 1932 zou
worden doorgevoerd, zou men eens recht duidelijk
zien, hoe het uiticlïakelen van de prijzen tot vergis-
singen kan voeren.

N a s c h r i f t. Bij het behandelen van de “er-
schillende maatstaven, die men kan aanleggen om te
komen tot een conclusie omtrent de ichting, clie de
ontwikkeling vail liet bedrijfsleven van Nederland in
de jaren na den oorlog heeft gevolgd, lieten wij die
van de hoeveelheden der geëxporteerde goederen bui-
ten beschouwing. Het wil ons namelijk voorkomen,
dat het aanleggen van dit criterium een stap terug
zou beteekenen ten opzichte van hetgene, dat door ons
gebruikt werd. Men zal dit reeds direct zien aan het
feit, dat kwantiteiten van verschillende goederen riet
vergelijkbaar zijn met elkaar en men dus toch weer
naar hun waarde zal moeten
grijpen
om tot verge-
lijkbaarheid te komen. In onze maatschappij toch vor-men de waarden den toetssteen voor de belangrijkheid
van een goed of ‘van een groep goederen. Neemt de
waarde van een goed in meerder mate af dan
zijn
hoe-
veelhei.d toeneemt, dan zal op den d.uur de beteeke-
nis, die de productie van dit goed voor onze volks-
huishouding heeft, relatief dalen’. Ditzelfde geldt voor
waarde en hoeveelheid bij den export.
Op
den duur
geeft da’s de waarde den, doorslag. Wij moeten hierbij
echter steeds een zelcer tijdsverloop in acht nemen en kunnen bij plotseling’nieuw optredende factoren, zoo-
als b.v. de moeilijkheden ‘bij den export inden laatsten
tijd, niet zonder meer van het eene jaar op het andere
conciudeeren, of ‘de ontwikiceling van ons bedrijfs-
leven een andere richting heeft ingeslagen. In ons
artikel lieten wij daarom de laatste jaren, clie niet
alleen voor agrarische producten, maar ook voor in-
dustriëele producten, zij het weliswaar in mindere
mate, ‘een ‘belangrijke prijsdaling brachten, buiten be-
schouwing. Voorts betoogden wij ook niet, dat de ge-
geven cijfers van jaar op jaar een percentsgewijze ont-
wikkeling gaven van de meerdere industriëele ont-
wiklceling van Nederland. Zonder nauwkeurige pro-

724

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14
September 1932

ductie- en prijsstatistieken zou dit inderdaad niet mo-
gelijk zijn. Dat de geheele reeks van cijfers over tien
jaar beschouwd echter niet geschikt zou zijn om de
door ons daaruit getrokken conclusie te bewijzen, mee-
nen wij op grond van het bovenstaande te moeten ont-

kennen.

ONTVANGEN BOEKEN.

De
grondslagen der sociale verzekering
door L. J. H.
Eversen. (Groningen, Den haag, Batavia
1932;

J. B. Wolters. Prijs geb.
f 2.90).

Dit boekje heeft een ‘beperkt doel. De schrijver, voorzitter
van den Raad van Arbeid te Groningen, tracht op syste-
matische en beknopte wijze een inzicht te geven in de
grondslagen der sociale verzekering en hun beteekenis te
verduidelijken. Daarbij is uiteraard de aandacht gevestigd
op de voornaamste problemen, welke werden gesteld en
deels thans nog niet zijn opgelost. De geschiedenis onzer
wetgeving wordt sleehts aangeroerd in verband met het
ingewikkeld geheel, dat de tegenwoorclige organisatie der
uitvoering te zien geeft.

Gredietverzelceri’ivg
door Dr. A.
0.
van Zeggelen. (Am-

sterdam
1932;
H. J. Paris. Prijs
f
2.10).

De schrijver behandelt dcii aard, de regeling en de ont.
wikkel.ing der credietverzekering.

De gulden in de bra.nding.
Een enquête naar de well-

schelijkheid van devaluatie der landsmunt. (Am-
sterdam
1932;
N.V. Drukkerij De
Tijd.
Prijs
f1.—).

Hierin zijn de ineeningen van een zestigtal vooraan-
staande Nederlanders en economen over de wen.sehelijkheid
van devaluatie van den gulden opgenomen.

Aperçu de la production mondiale 195-1931.
(Ge-
nève
1932,
Socidté des Nations).

Deze nieuwe publicatie van den Volkenbonci is weer evei
interessant als te vorige uitgave over de wcreldproductie
en -handel. Zij bevat een gedetailleerde analyse ‘aIl de ab-solute en relatieve veranderingen in de wereldproductie en
prijzen van voedingsmiddelen en grondstoffen.

Zur Frage der internationalen Kartellierung (Völ-
kerbunds-Denkschrift) door
0.
Lammers, A. St.
Benno, L. Marlio en A. Meyer. (Berlijn
1932;
Cari Heymanns Verlag).

Dnitsche uitgave van de publicatie van dcii Volkenbond
over internationale kartels, clie eerder in dit blad werd
besproken.

De wereldcrisis, hare oorzaken en de middelen tot
herstel
door J. E.
H.
Libourel. (Hilversum z.j.;
N.V. Drukkerij en Uitgeverszaak ,,De Mercuur”.

Prijs
f025).

In deze brochure ontwikkelt de schrijver zijn bezwaren
tegen proteetionistische maatregelen.

Aperçu de la déntographie des divers pays du monde.
Uitgave van het Institut international de Sta-
t.istique
1931.
(Den [Jaag
1932;
Société Anonyme
Ancienne Librairie
W
. P. van Stockum
& Fils).

An.nuaire Statistique de la Société des Nations 19311
3.
Samengesteld door de Economische Af deeling
van den Volkenbond. (Genève
1932).

Dit waardevol statistisch jaarboek is opnieuw uitge-
breid. Allerlei belangrijke gegevens op internationaal econo-
misch gebied zijn hierin bijeengebracht.

Les efforts de restauration financière de la Bulga.rie
(19-1931)
door J. P. Koszul. (Parijs
1932;

Librairie
Félix
Alcan).

Een lijving boekwerk over de economische ontwikkeling
van Bulgarije, waarin uitvoerig de huidige moeilijkheden
worden behand clii.

MAANDCIJFERS.

EMISSIES IN AUGUSTUS
1932.

Prov. en Gemeentel. Leeningen …..
f 11.819.315,-

zijnde:

Necleria’n4

Gem. Amsterdam

f
4.500.000
1)
5 % obi. 1.
953/ % …………….
f
4.297.500
Gem. ‘s-Gravenhage

f
5.000.000 5 % obl.
Id

99
18 %

…………….,, 4.993.750
Gem. Haarlem
f
1.500.000
5 % obl.
Id
99 % ………, 1.485.000
Gein. Hillegom
f
550.000
5 % obl.
Id
98% % ….., 543.125
Gein. Vlaardingen
f
500.000
5% % obl.
Id
100 % ……., 500.000
Kerkelijke Leeningen …………..,,

235.000,-

f
235.000

Totaal ….
f12.054.375,-

i)
Van deze leening, groot
f
5.000.000, werd
f
500.000 in
het buitenland geplaatst.
Bovendien:

f
19.080.000,— 3-m. Sehatkistpromessen
Id
f
999,40
,, 10.210.000,— 6 ,,

,,

,, ,,
997,48 en
11
45.710.000,— Schatkistbiljetten

,, ,,
1.015,25

Voorts werd in de afgeloopeii maand hier te lande de in-
schrijving opengesteld op een beperkt bedrag:
Cert. v. 6 % cum. pref. aand. ad
$ 100
Id
82% % en v. gen.
aand. z.n.w. 1. $ 14% Colgate-Palitiolive Peet Co. (in-
troductie)
Cert. v. gew. aand.
z.n.w.
Continental Can Co.
Id
$ 31
(introductie).

De Kerkelijke Leen ingen zijn als volgt onderverdeeld:

Rente-
Emissie-
Guldens
voet
koers
pot.
pct.
St. Liduina-Gesticht, Schiedam
.

100.000
5%
100
Idem

………………….100.000
5
1
/2.
100
Geref. Kerk, Loosduinen …….35.000
5
100

J3neissies in
1932.

Obligatiën.

Aandeelen
Totaal
Januari

……..
8.642.218,75

275.000,—
8.917.218,75
Februari

……..
15.508.375,—


15.508.375,-
Maart

……….
77.785.127,50


77.785.127,50
April

……….
4.383.000,—


4.383.000,-
Mei

…………
1.107.243,75


1.107.243,75
Juni

………..
122.674.856,25


122.674.856,25
juli

………..
4.494.000,—

450.000,—
4944.000,-
Augustus

…….
12.054.375,—


12.054.375,-

246.649.196,25 725.000,— 247.374.196,25
RIJKSPOSTSPAARBAN K.

JUNI

1930

1

1931

1

1932

Inlagen. .-. … .. …
f
11
.
103
.
422
f
15.422.728f
17.126.134
Terugbetalingen
.

.
,,
10.485.041
,,
11.861.991
14.562.708
Tegoed

inleggers
1) ,,

.

354.171.027
,, 391.206.704
480.610.940
Nom. bedr.
der
uitst.
staatschuldboekjes
1
,,
42.892.450
,,
42.820.200
42.465.500
Spaar bankboekj es:
Nieuw uitgegeven
9.696 13.460 11.763
Geheel
afbetaald
.
8.760
7.026
8.327
In omloop
1)
2.125 658
2.179.466
2.254.366
i)
Op
ultimo.

GIRO-OMZET BIJ DE NEDERLANDSOHE BANK.

Augustus 1932.

II
Augustus
1931.

Posten
1

Bedrag
Posten
Bedrag

Rek.houders
42.422
fl.2S4.4S.00O
43.962
f
1.720.706.000
Door
H.-bank
plaatselijk
30.490.
,,1.046.3l7.000
31.061
,, 1.458.252.000
Voldoening
Rijksbelast.
966
,,

10.012.000
989
,,

10.638.000

14 September 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

725
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
GELDKOERSEN.

N.B. ” beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
BANKDIS CONTO’S.

Ned

Wissels.
219 Apr.’32
Lissabon ….
(
4
Apr.’32
geninn.Eff. 3
19Apr.’32
Londen ……2
30Juni’32
rsch. inR.C. 3
19Apr.’32
Madrid …….64 8
Juli’31
Athene ……….10
8Aug.’32
N..YorkFR.B.24
23Juni’32
Batavia………-.
410 Mrt.’30
Oslo ……..4
1
Sp.
’32
Belgrado ……..720
Juli’31
Parijs …… 21
9Oct.’31
Berlijn ……….5
27Apr.’32
Praag ……5
11Apr.’32
Boekarest……..7
3 Mrt.’32
Pretoria . ..6
13?Jov.’31
Brussel ……….
313 Jzn.’32
Rome ……… S
2 Mei ’32
Budapest ……..5
1 Juli’32
Stockholm .. 34
1 iSpt.’32
Calcutta ……..4
7Juli 32
Tokio . . .4.38
17 Aug.’32
Dantzig ……..4
12Juli’32
Weenen……6
23 Aug.’32
Uelsingfors ……6419
Apr.’32
Warschau ..
7 ‘3 Oct., ’30
Kopenhagen …. 4
30Mei ’32 Zwits.Nat.Bk.2
22 Jan.’31

OPEN MARKT.

1932

os

t

5110

29 Aug./

22127

ep

Sept.

3 Sept.

Aug.

1

1931

7/12
Sept.

1930

8113
Sept.

1914

20124
Juli

Amsterdam
Partic.disc.
114_113 114_113
114_11 .
1/4.1/3
Iie/i
I718_15!i

3
1
1e-
3
1i’6
Prolong.

1
1
1
3
14-I
18/
4
-2
2
1
/4-14
Londen
Dageld…
1
14’1
1
141
1
12-1
‘/,-1
34314

12114
1
3
14-2
Partic.disc.
il/16_
3
14
116I4
tl116_
13
1i6
1111_71
41
14_
3
116
2
1
/1s_lig
411
4
.31
4

Oerljn
Daggeld…
5’1-612
5118-6314
5317
5

6I4
79
1
1
123
1
1,

Maandeld
56
1
/,
5-6′!,
5-6′!,
5-6’/,
– –

Part, disc.
4
1
12
4
1
12
4
1
12
4112
7718
3
1
18
2
1
1-
1
12
Waren-
wechsel.
5_11
51/,
5.8/,
5

‘J,
8′
3
3

1
12
t’Jew York
Daggeld’)
2-
1
14
2.1/4
2-lig
2_114
1
1
1.
214
2
1
5
14.2
1
12
Partic.disc.
7/
71
7J
7/
1
211_31
4

1)
Koers van 9 Sept. en daaraan voorafgaande weken tjm. Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

D a a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batai’ie
York./
)
.)
1)

6 Sept. 1932
2.48 ii1
10

8.648%
59.074
9.744
34.48
99.
7

,,

1932
2.48i8/
8.678%
59.124
9.754
34.50
99’Il
8

,,

1932
2.498
8.718%
59.224
9.764
34.54
99s1
9

,,

1932
2.498/
8.68%
59.20
9.76
34.53
99
10

,,

1932
2.49
8
/
8.70y,
69.25
9.76
34.52k
12

,,

1932
2.491/
t

8.698%
59.24
9.754
34.51
99/
Laagste d.wl)
2.4862
8.64
59.04
9.744
34.45
99
Hoogste d.w’)
2.492
8

8.71
1
1
59.274
9.764
34.55
99%
5 Sept. 1932
2.48%
8.65% 59.10
9.744
34.464
99s,»
29 Aug. 1932
2.489/,
8.61%
59.074
9.7411
34.50
99
81
8

Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.592
100

Da a
ZWit
serlan
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
5
,
)
1)
rest’)
1

*5
,
)
*5
,
)

6 Sept. 1932
48.11

7.36
1.50 12.76
20.05
7

1932
48.10

7.37 1.50
12.77
20.05′
8

1932
48.124

7.37
1.50
12.774
20.074
9

,,

1932
48.09

7.37
1.50
12.80
20.06
10

1932
48.07%

7.374
1.50

12

,,

1932
48.02%

7.35
1.49
12.784.
20.05
Laagste d.wl)
.47.97%

7.33
1.45
12.75
19.80
Hoogste d.w
1
)
48.12%
35.15
7.39
1.524
12.85
20.30
5 Sept. 1932
48.12%

7.34. 1.50
19.754
20.024
29 Aug. 1932
48.20

7.35 1.50 12.73
19.974
Muntpariteit
48.1.%
35.007
7.371
1.488
13.094
48.52

a a
D t
Stork-
holm
S)
Kopen.)
h
agen
*)
0!
°
Hel-

f5

Buenos-
Aires’)
Man-
treall)

6 Sept. 1932
44.50
44.75
43.50 3.70

2.26
7

1932
44.50
45.-
43.50
3.70

2.26
8

1932
44.75
45.25
43.75
3.70

2.26%
9

,,

1932
44.60
45.-
44.60
3.724

2.26
10

1932
44.70 45.10
43.70
3.72

2.25
12′
,,

193244.75
45.10
43.85
3.774

2.26
Laagste d.wl)
44.25 44.60
43.30
3.65

2.24
Hoogste d.w’)
44.80 45.25
43.90
3.85
65
2.27%
5 Sept. 1932
44.50 44.70
43.50
1

3.70

2.24
19 Aug. 1932
44.30
44.25
43.25
3.70
..-
2.21
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671 6.266
958/,
2.4878
9
Noteering te Amsterdam.
5*)
Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor vn een aantal niet wekelijks opgenomen wisselk9ersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
($per)
Parijs
($p.lOOfr.)
Berlijn
($p.100Mk.)($p.100gld.)
1
Amsterdam

6 Sept.

1932
3,48%
3,92 23,78%
40,20%
7

,,

1932
3,4951,
3,91
5
/
23,78

.
40,14
8

,

1932
3,4851
23,77% 40,12%
9

,,

1932
3,481s/,
3,91i1,
15

23,78
40,12%
10

;,

1932
3
,4911,
3,91i1/
23,77% 40,14
12

1932
3,4881
3,91
11
1,
6

23,77
40,12%

14 Sept.

1931
4,86
1
/
3,92′,
23,46
40,343%
Muntpariteit
..
4,86
3,9081
8

23.81%
40s1
18

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
27Aug.
1932
1
3Sept.
1932
1

5110 Sept.
LaagsteHoogste
1932
10Sept.
1932

Alexandrië..
Piast.
p..
97%
9734
97818
9711

978%
Athene
…..
p. ,
555′
562%
550
575
562
%
Bangkok….
Sh.p.tical
1110
.1/104
‘1/10
l/1Oi
l/l0+
Budapest

Pen.1g
20
20
17
21
20
Buenos Aires
d.
p.$

40% 40%
40%
40%
403(
Calcutte
. . . .
5h.
p.
rup.
1167164

16
9
1
4

116t
1/681
1
1
6
5
,
8

Conatantin..
Piast.
p. £
720
720 720 725
725
Hongkong
..

.Dr.

Sh.
p. $
1/47)
16

11481 11411
8

115
11411
8

Sh.
p.
yen
1/317e

114
11371,
1/5
1/4%
Lissabon….
Escu.p.0
.110 110
109%
11034
110
Kobe

……

Mexico

….
$
per
£
12.-
12.20
11.30
12.40 11.45
Montevideo
.
d.per
30 30 28
32
30
Montreal

$
per
£
3.91
3.87% 3.82
3.86
3.84%
Riod. Janeiro
d. per Mil.
551s,
51
1i6
5
5%
581l
0

Shanghai …
5h.
p.
tael
11971
8

4
98
1
1
/
9
’18
1110
119
15
1
2

Singapore
. .
id.
p. $
21327132
2371
8

213%
2/4i/,,
2
/3
8
‘/
Valparaiso
1).
. $
per
£
58
58 58
58
58
Warschau ..
Z1.p.,
31
31
30%
31%
31%
1)
90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londen’)
N.York2)’
Londen
6 Sept. 1932..

181s1
2871
8

6 Sept. 1932….
11816
7

,,

1932..

1811b

2851
e
,
7

,,

1932.. .
.
11813
8

,,

.

1932..

18
3
18
288/
s

8

,,

1932….
117111
9

,,

1932..

18
1
1
2811
9

,,

1932….
11812,
10

,,

1932..

18%
28%
10

,,

1932….
117111
12

,,

1932..

18%
28l1
12

,,

1932….
1181_
14 Sept. 1931..

13
27
7
/
s

14 Sept.1931….
84/9%
27 Juli

1914..

24151
59
27 Juli

1914….
84110%
1)
In pence
p.
oz.stand.
2)
Foreign silver in
$c. p.oz.
line.
3)
in sh.
p. oz.
line
STAND
VAN ‘s
RIJKS KAS

voraeringen.
I

.iU
Aug.
igiz
Iiept._iu

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-

f

13.643.431,55
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten

,,

75.612,92
Voorschotten

op

uit.

Juli

1932

aan
de gem. verst,
op v.
haar d. de Rijks-

derlandsche

Bank……………………

adni. te heffen gem. ink. bel, en
opc.
1

3.954.186,16
,,

3.954.186,16
op
de Rijksink. bel……………….
Voorschotten

op

uit. Juli

1932

aan
de’ gem. verstr.
op
aan haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die belas-
tingen en
op
de vermogensbelasting


242.587.200,90
,,249.197.385,ll
Id.

aan

Suriname. ………………..
12.632.382,64
,,

12.739.935,74
7.874.243,61
,,

7.882.332,61

Voorschotten aan Ned.-lndië ………

Kasvord. we8. credietverst. a!h. buitenl

….

,,
109.456.275,16
,,
109.398.680,45
Id.

aan

Curaçao ………..
……. … …..

Daggeldleeningen tegen onderpand
Saldo der postrek.
v.
Rijkscomptabelen

,,

19.927.782,74

,,

21.595.652,58
Vord.op het Alg. Burg. Pensioenfondsl)
– –
15.576.073,80 ,,

15.812.352,72
Id.
op
andere Staatsbedrijven
1)

………
Vertr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)
……
66.492.472,90
,,

69.118.972,90
V
er
pil c
h t Ing e n.

Voorschot door de Ned. Bank ing. art.
f

6.158.929,17

Schuld a/d Bank
v.
Ned. Gemeenten..
104.236,62

Schatkistbiljetten in Omloop ………
265.252.000,-
/
299.762.000,-

16 van haar octrooi verstrekt
……..

Schatkistpromessen in omloop …….
174.830.000,-
,,
163.550.000,-
Zilverbons in

omloop
…………….
1.735.408,’-
1.729.782,-
Schuld

op

ultimo Juli

1932 aan

de

..

6.768.683,05

..

,,

6.766.683,05
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.
1
)

,,

13.643.255,39
14.223.372,57
gemeenten

enz. … ………………..

Id. aan het Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.’)
,,

83.665.713,14
,,

83.960.390,18

l
d. aan andere Staatsbedrijven’)
…..
303.064,17
,,

288.064,17
d. aan diverse instellingen’) ……..

……
10.584.943,77
,,

10.571.193,69
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE SCHULD.
1
3 Sept. 1932

1
10
Sept. 1932
Vorderingei,:
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas……
waaronder Muntbiljetten ………..
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinstell.
Schatkistpromessen ………………
Schatkistbil/etten ………………..
Muntbiljetten in omloop Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
Voorschot van de Javasche Bank….

/248.934.000,- f250.439.000,-
11.695.000,- ,, 11.695.000,-
28.415.000,- ,, 28.415.000,-
2.482.000,- ,, 2.482.000,-
9.318.000,- ,, 9.338.000,-
872.000,- ,,

829.000,-
10.092.000,- ,, 10.109.000,-

726

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

. 14
September
1932

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 12 September 1932.
Activa.
Binnenl.Wis-1 Hfdbk.
f
33.895.616,72
sels, P
rom
.,’Bijbnk.

753.178,65
enz.in disc. Ag.sch.
,,

6.769.118,02 ,,

41417.913,39
Papier o. li. Buiten!, in c1it

…….

Itlem eigen portef.
f
71.335.835,-
Af :Verkocbtinaar voor de bk.nog niet afgel.
Beleeningen Hfdbk.

25.406.252,59
mci. v

h.
rsc

Bijbnk. ,

5.208.477,38
in rek..crt.

op onderp. Ag.sch. ,, 49.417.709,44

r
80.030.439,41

Op Effecten ……
f
78.858.281,93
Op Goederen en Spec.

1.172.157,48

80.030.439,41
Voorschotten a. h. Rijk ……………..

Munt en Muntmateriaal
Munt, G’oud ……
f
100.690.100,-
Muutrnat., Goud .. ,, 933.989.588,12

(1.034.679.688,12
Munt,. Zilver, enz. •

17.813.796,34
Muntniat. Zilver..

11
1.052.493.484,46
1
)
Belegging
1/
kapitaal, reserves en pen.
sioenfouds ………. ., ………….,

20.099.128,49
Gebouwen en Meub. der Bank …….. ..5.000ÂOO,_

Diverse rekeningen ………………,,

15.177:913,22

Staatd. Nederl.(Wetv.27/5/ 32, S.No.221) ,,

19.331.19537

Paasiva.

f 1.304.885.909,14

Kapitaal …………….. . ………. f 20.000.000,-
Reservefonds ……………………..3 000.000,-
Bijzondere reserve ……………… ..5.0110.000,-
Pensioenfonds …………………. .. 8.193.269,64
Bankbiljetten in omloop ………….. ..984.78.57O,-
Bankassignatiën in omloop ………. .. 866.250,39
Rek.-Cour. j Het Rijk f 12.5′.822,18
saldo’s:

Anderen,, 268.310.159,28 ,,

280.837.981,46

Diverse rekeningen ……………..,,

2.202.837,65

f
1.304.885.909,14

Beschikbaar metaalsaldo ………….
f
545.378.746,49
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gi’recli t igd is.,, 1.363.446.865,-
Ij
V
aarvn
in
hei buitenland f 5.520.302,58.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

1

Goud

Andere Beschikb. Dek-
Data

– Circulatie opeischb. Metaal- kings
1Munt _Muntmaf,_
_schulden

saldo’) perc.
2 Sept. ’32’100690 933.990

984.7éI28.l.704 545.379 83
5 ,, ’32 100890 9:12.681 1002.766 263.311 544.318 83
29 Aug. ’32 100691 931.253 996.127 277.603 540.752 :82
22 ,, ’32 100691 929.859 982.732 287.384 541.462 82
15

’32 100692 922.983 988.044 278.02 535.209 82
8

’32 100692 921.711 995.654 271.119 532.456 82

14 Sept.’31 88.692 575.977 944.234 173.352′ 250.659 62

25 Juli ’14 65.703 96.410

310.4371 6.198 43.521

54

Totaal Schatkist- Belee

Papier

Diverse
Data

bedrag promessen nin e

op het

reke-
disconto’s rechtstreeks

g ,

buiten!.
1
ningen
2)

12 Sept.1932 41.418

80.030 71.336 15.178
5 ,, 1932 40.588

81.681 71.336 15.048
29 Aug. 1932 41.081

83.376 71.336 14.860
22

1932 43.118

84.315 71.336 14.996
15

1932 45.116

86.380 71.336

14.743
8 ,,

1932 44.480

85.228

71.336

14.774

14 Sept. 1931 47.063

89.658 228.168 69.558

25 Juli 1914 87.947 – 61.686 20.188 509
2)
Sedert den bankstaat van
4
Jan. ii29 op de basis van
21
metaal-
dekking.
5
Sluitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Vnnrnuimte noden in ,lui,enden ‘u,,Idens

Dato
Meiuul
Circu-
latie
Dis- conto’s
Ior-
aan de
kolonie

1

nlngen1ningeni

Diversi
reke-

1 Augustus 1932
4.873
5.301
183
133
809
109
1 Juli

1932
4.857
5.272
194
87
865
143
1 Juni

193v
4.839
5.246
199
27
893
122
t Mei

1932
4.827
5.309
185
25
1.059
198
1 April

1932
4.839 5.489
192
134
1.045
131
1 Maart

1932
4.842
5.338
211
75
920
121

1 Augustus 1931
4.678
5.236
1 227
1

76
3
1
1.1251 276
‘ siulip. oer acuva.
‘)Slultp.
aer passiva. ‘) scnuia aan ae itolonie.

JAVASCHE BANK. Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud

Zilver
1
Circulatie opeischb.
1
metaal-
schulden 1
saldo

lOSpt. 1932
149.410
3

,,

1932
149.180
27Aug.1932
149.410

13Aug.1932
‘103.625
45.257
6

,,

1932
103.619
45.744
3QJuli 1932
104.857
45.650
23

,,1932
104.857
45.274

12Spt.1931
110.010 40.012
13Spt. 1930
138.807
29.250

25Juli1914
22.057 31.907

bulten
N.-Ind.
bef aalb.

88.660 85.900 85.310

18.147
39.965
28.849
58
19.052
41.058
26.251
58
19.617
40.824
24.221
59
20.468
40.381 23.161
59

24.938
42.672 30.982
54
28.457
44.261
46.457
56

6.395
75.541
2.228
44

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden’ ponden sterling.

Data
Metaal
Bankbilf.
in
.
circulatie

Bankbilf.
in Bankin’g
Departm.Advances

1

OtherSecurit
Disc.and

12.274

les

ecuri les
18.611
7 Sept. 1932
139.958
365.122
48.909
31 Aug. 1932
139.806
365.287
48.619
12.159

19.083
24

1932
139.596
363.882
49.847
13.266
19.510
17

1932
139.602
365.957
47.771
14.685 18.709
10

1932 139.419
370.819
42.744
15.236
19.338
3

1932
139.400
374.728
35.835
14.314
20.917

9 Sept. 1931
137.206 353.931
56.964
‘8.291
27.743

22 Juli

1914
40.164
29.317
33.633

Data
Oov.
Sec.
Public

1
Depos.

Oh7Dposits

1 1

Other

1
Bankers
IAccountsl

1
Reserve’
Dek-
kings-
perc.1)

7Sept.’32
69.933
7.618
91.507
33.297
49.835
37
19
/
8a

31 Aug.’32
73’149
20.727
79.549
35.4(7
49.519
36
,3
1,
2

24

,,

’32
71.279 22.203
79.946
34.429
50.714
3781
32
17

,,

’32
70.164
9.806
89.754
34.464
48.645
3671
33

10

’32
70.554
10.668
85.323
34.579
43.600
335,
3

’32
75.979
11.491
84.952 38.300
39.672
29
1
8I

9 Spt. ’31
51.146_
21.808
54.845 50.533
58.276
45i8/

22Juli’14
11.005 14.736
42.185
,

29.297
52
2)
Verhouding’tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franes.

Data
Goud
ZitverI
Te goed

Wis
in het


Waarv.I

op
het
Belee-
.
os
voohot
bitenl.

sets
buitenl.I
ningen
1v.
d. Staat

2Sept.’32
82.231
1.236
3.324 4.816
2.083
2.844
3.200
26Aug.’32
82.239
1.231
3.308 5.549
2.082
2.761 3.200
19

’32
82202
1.232
3.315
5.092
2.082
2.776 3.200
12

’32
82.296
1.233
3.328
5.101
2.098
2.796
3.200

4Sept.’31
58.568
892 14.818
17.601
12.757
2.817
3.200

23Juli’14
4.104
640

1.541
8
769

Bons v. d.
1

1
Diver-

i
Rekg.Courant Data
zelfs t

sea
1)
Ciie
rculat
Staat
1
Zelfst.
1
Parti-
amorf. k.

6.621

2.313

Iamort.k.I
cutieren

2Sept.’32
81.383
759
3.120 21.492
26Aug.’32
6.621

2.123
79.912
814
3.167
23.426
19

,,

’32
6.621

2.253
80.127
1.192 3.131
22.555
12

’32
6.621

2.158
80.770
1.201
2.874
22.085

48ept.’31
5.065

2.191
78.927
1.072
6.964
17.602

23 Juli’14


5.912
401

943
2)
Sluitpost
activa.

Data1 Dis-
1
conto’s

10Spt. 1932
3 ,, 1932
27Aug.1932

13Aug.1932

9.527
6 ,, 1932

9.620
30Juli1932

9.553
23 ,, 1932

9.842

12 Spt. 1931

9.888
13Spt. 1930

9.657

25 Juli1914

7.259

‘)
Sluitpost activa.

222.260

31.770 47.798

218.090

33.240 48.648

216.210

36.510 48.322

222.087

33.963 46.461

223.229

33.810 46.549

218.754

37.140 48.149

218.086

35.722 48.608

245.589

29.899 39.827

264.598

37.318 47.291

110.172

12.634

4.842

Dk
elee
B

Diverse

kings-

reke-

1

ningen
ningenl)

percen-
59 59

1

1

1

1

1

1

59

14 September
1932

ECONOMISCH-STATISfISCHE BERICHTEN

727

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in milijoenen’ Reichsmark.

Daarvan
Deviezen
Andere

t
0a
i
0

ud bij bui-
als goud-
wissels
Belee-
tent. circ.
dekking
en
ningen
banken
)
geldende
cheques

7 Sept. 1932
768,4 63,4
157,2
2.952,0
103,5
31 Aug. 1932
76,3
63,4
156,8
3.008,9 207,4
23

.,

19.i2
768,1
63,4
143,6
2.7 79,9
92,5
5

.,

1932
763,1
63,4
136,7
2.913,5
106,8
6

,,

1932
763,0
58,4
131,4
3.043,0
106,2
7 Sept. 1931
1.370,5 99,6
400,4
3021,4
151,4
30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse ten
Act ivaa)
latie
Crt.
Passiva

7 Sept. 1932
365,0 784,7
3.688,8 388,5

714,7
31 Aug. 1932
365,1
768,7
3.816,9
407,6
711,5
23

,,

1932
365,1 775,1
3.618,9
353,0
707,4
15

,,

1932
365,1 775,1
3.616,9
353,0 707,4
6

,,

1932
365,1
800,7
3.748,1
338,5
719,3
7 Sept. 1931
102,9
830,1
4.292,1
434,1
755,4
30 Juli

1914
330,8
1

200,4
1,890,9
944,_
40,0
‘)
Onbelast.
2)
W.o. Rentenbanksehe,ne
7
Sept.,
31, 23, 15, 6 Aug. ’32
en
7
Sept. ’31 resp.
25; 16; 34; 27; 24; 17 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in miljoenen Belgas.

Data

Goud

_

Rekg.Crt.

-nn

1932

3
;
Q

8 Sept.
2602


669
64
367
3.675
22
99
2619
– –
701
69
367 3.687
59
104
25Aug.
2
_.

678
57
367
3.652
15
143
18

,,
2615

– .
658
60
367
3.655
16
122
Ii

.,
2628
– –
679
60
367
3.685
8
133
10Spt.
1
)
1624
821

841
33
290
3.363
9
278
l931.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FiII)ERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in miljoenen dollars.

Goudvoorraad

Wettig
bef aal-
Data Totaal

De/king

middel
F. R.

Zilver
bedrag

Notes

etc.

21Aug.’32
2.753,4
2.136,1
206,0
426,7
17

,,

’32
2.727,5
2.108,5
202,3
442,9
ii

,,

’32
2.680,4 2.380,9
200,7
451,9
3

,,

’32
2.643,9
1.050,3
201,5 487,2
27 Juli’32
2.621,2
2.023,2
205,2
525,4
20

,,

’32
2.608,9
2.017,9
200,3
537,6
2 6 Aug.’311
3.485,5
1

2.181,9
1

172,2
1

241,7

Data
Belegd
1
in U. S.
Note
sTotaat 1
G

fort
in circu-

Kaepsitaal
Goud-
Dek-
Gov.Sec.
latie

1

st
kings-
oerc. 13

24Aug.’321.651,1 2.814,8 2.202,5 153,3

54,8

58,9

7 ,, ’32 1.851,0 2.838,8 2.173,8 153,4

54,4

58,4

10 ,, ’32 1.851,0 2.843,6 2.134,6 153,6

53,8

57,9

3 ,, ’32 1.846,1 2.857,b 2.115,3 153,7

53,1

57,2

27 Juli’32 1.841,2 2.834,2 2.165,3 153,8

52,4

56,5

20 ,, ’32 1.836,2 2.861,9 2.135,4 154,1

52,2

56,2

26Aug.’31 728,0 1.945,5 2.634,3 167,2 , 7(1,1

79,9
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opeischbare
schulden:
E’. R
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmaterial en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data

17Aug.’32

1
Aantal
1
banken

162

conto’s
en
beleen.

10.909

Beleg-
gingen

Reserve
bil de
R.
banks

1

Totaal

1

depo
sito’s
1

Waarva

deposif
time

5.633
7.671
1633
1.704
10

’32
163
10.958
7
664
1.618
16.736
5.638
3

,,

’32
188
10.996
7.700
1.558
6.724
5 612
27 Juli’32
214
10.922 7.342
1.627
16.411, 5.588
20′,,

’32



– ,

19Aug.’31
90
14.338
7.663
1.814
20.299
7.058
.Aaii het eind van ieder kwartaal wordt een -overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

September 1932.

Op verschillende dagen der afgeloopen week zijn flinke
zaken in t a r s’ e tot stand gekomen, vooral Engeland
trad als kooper op tien voorgroii.d. i]Ioofdzakeljk Manjtoba
taive werd verkocht, doch ook .A.ustralische. Deze laatste
Soort wordt niet meer iii ruilrie mate aangeboden en is zoo-
wel in Europa als ook in het Verre Oosten goed gevraagd
tot aanmerkelijk hoogere, prijzen dan voor andere soorten worden betaald. Rusland offrceit
Op
liet oogenb]ik weinig
tarwe en de laatste berichten over den oogst spreken over
een kleinere opbrengst
mii
iii het vorige jaar en de waar-
schijnlijkheicl (lat ook in de komende maanden geen drin-
gend aanbod vail die ‘sijde te verwachten is. Uit Argentiiii6
zijn de verschepingen ook al beperkt cii in de
STer.
Stateii
komen de boeren slechts langaaiii ittet tarve aan de
markt in de hoop later betere prijzen te zullen maken. Van
‘de groote uitvoerlanden is het dus hoofdzakelijk Canada nIet
met tarwe iii ruime mate aan de markt was. Het binnen.
halen van dein oogst werd er vertraagd door regen, ‘aar-
door de kwaliteit eenigszins geleden zou hebben.
Op
het
oogenblik is het w’eer w’eder goed. Op de kwantitatieve op-
‘brengst bad de regen geen nadeeligen invloed. Van parti-
culiere riijde wordt de opbrengst van tarwe geschat op 447 millioen bushels tegen een vorige ramilig van 436 inillioen
en een opbrengst van 320 niillioen in het ‘vorige jaar. hEet
zoo juist verschenen oogstrapport van de Canadcesche
lcgeering schit de opbrengst op 407.150.000 bushels. Het
Landbouw’bureau te Washington gaf een schatting van
somertarwe per 1 September van 273 niillioen bnshels

tegen 281 iiiillioeu op 1 Augustus. Het gemiddelde der par-
ticuliere 1-amingen bedroeg 265 millioen. Het schattiags-cijfer der w’intertarwe is onveranderd 442 millioen geble-
ven, zoodat de totale tarwe-opbrengst in de Ver. Staten nu
op 715 millioen bushels wordt geschat tegen een opbrengst
in het vorige jaar van 892.271.000 bitsbels. Nadat de mark-
ten te Chicago en te Winnipeg op 5 September gesloteli
ivaren, openden zij iets honger en onveranderd, waarna zij
allçngs daalden onder-dein invloed van de lagere fondsen
en katoenmarkt en gisteren als gevolg van de hooge oogst-
raming der Canadeesehe regeering. Het slot te Chicago- was
3% dollarcents. per 60 lbs. lager en te Winuiipeg 4 dollar-geuts lager clan op 3 September. ‘Te Buenos Aires was het
slot 27 centavos per 100 KG., tc Rosario 20 cen-tavos lager
clan een week geleden. En Europa zijn verschillende nieti-
we oogstschattingcn bekend gemaakt. In Engeland van
5.130.000 qiiarters tegen een opbrengt in het vorige jaar
van 4.500.000 quarters. Vergeleken met die van 1 Augus-
tus toont dc laatste raming een kleinen iichteruitgang. De officiëcle raming in Frankrijk bedraagt 41.500.000 quar-
ters tegen een opbrengst van 33.700.000 quarters in 1i2t
vorige jaar. In italië wordt de oogst niet officiëel geschat
op 33.290.000 cluarters tegen 31.000.000 quar.ters iii het vo-
rige jaar.
.De Duitsche oogst op 23.257.000 qnarters tegen
23.929.000 op 1 Augustus en 19.472.000 iii het vorige jaar.
De Poolsehe schatting wijst op. minder goede resultaten en
bedraagt 7.130.000 quarters tegen een opbrengst in 1931
van 10.403.000 quar.ters. In Zuid.Slavië en Roemenië zijn
de uitkomsten van den tarwe-oogst slecht en op uitvoeren
van eenige beteekenis moet niet worden gerekend, tenzij
cle maïsoogst in die -landen zeer groot wordt en niaïs in
meerdere mate voor voedsel zal worden gebruikt. Tegen-
over de kleinere opbrengsten in Rusland, Polen, Zuid-
Slavië en Roemenië staan cie grootere invoerende landeti
van West-Europa. Duitschla.nd is geregeld verkooper naar
Engeland, Nederland en nuucler geregeld naar Italië tot
in de afgeloopen week stijgende prijzen, welke vooral in
Engeland werden betaald. De berichten over cle nieuwe
oogsten in Argentinië en Australië zijn niet onverdeeld
gunstig. In Argentinië dreigt gevaar van sprinkhanen, in
Australië heeft men over tekort aan regen geklaagd.
De r o g g e.markt was in de afgeloopen week vrijwel
verlaten en conder ‘zaken van eenige beteeketiis. Duitsche,
Poolsche,’ Russische en Annerikaansche rogge worden ge-
regeld aangeboden, zonder dat cle prijzen groote verande-
ringen ondergaan. Er ibestaat een overvloed van rogge,
daar bijna in alle rogge verbouweude landen. van Europa
aanmerkelijk grootere opbrengsten zijn verkregen clan iii
het vorige jaar. De laatste schatting’ in Duitschlancl be-
draagt 38.617.000 quarters tegen 30.728.000 quarters in liet
vorige jaar en in Polen 29.490.000 clnarters tegen 26.192.000
dluarters in 1931. in Duitsebland zijn maatregelen getrof-
fen, om de roggevei

bouwers te helpen. Van regeeringswege
-zal rogge worden opgekocht en als veevoeder worden ge-bruikt. i)e roggemarkt te Chicago sloot 1
Y
2
dollarcents per
5
,
6 His, lager, te Wiunipeg 2Y
4
-dollareentá lager dan ôp

Wissels

disc. v. d.
member
banks

In de
open
markt
ekocht

35,4
35,9
38,7
40,7
39,7 51,9

180,5

728

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 September 1932

AANVOEREN in tons van 100 KG.

Rotterdam
Amsierdam
Totaal

Artikelen
4110
Sept.
Sedert
Overeenk
4110
Sept.
Sedert
Overeenk.
9
131
1932
t Jan.
1932
tijdvak
1931
1932
t
Jan.
1932
tijdvak
1931

949.390
953.962

7.800
15.336
957.190
969.298

9.615
.
366.954
220.518
.–
1.743
459
368.697 220,977
Tarwe

…………….15.S13
Rogge

………………
Boekweit …………..

16.969
19.576


145
16.969
19.721

Mais ……………….
45.0 16
…..
985.278 879.692
6.157
243.593
192.958
1.228.871
1.072.650
9.655
270.643
421.082

8.535
24.113
279.178
445.195
4.098
132.709
192.314

3.241
2.159 135.950 194.473

2.495
202.934
150.058
2.696
285.218
361.217 488.152
511.275

Gerst

…………….
Haver

……………..

102
72.461
81.231.

50
204
72.511
81.435
Lijnzaad

…………..
Lijnkoek

…………..
442
16.179
66.907
145
9.704
19.491
25.883
86.398
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
850
27.006
27.706
394
9.115
20.070
36.121
47.776

3
September. Uit aangekomen booten werd gedurende de
geheele afgeloopen week voldoende Platamaïs aangeboden.
Nadat in het begin der week eenige verbetering der prij-
zen intrad, bleven zij in de tweede helft vrijwel gelijk. Het
aanbod werd geregeld opgenomen door dc consumptie, doch
gisteren liet de vraag te wensehen De verschepingen
uit Argentinië waren grooter dan in cle voorafgaande week,
toen zij zeer klein waren. Afladers zijn met Platamaïs op
latere verschepiug niet dringend aan de markt en vragen
daarvoor een premie boven aangekomen en stoornende par-
tijen, welke premie ook geregeld wordt betaald. Einde der
week is voor latere verscheping eenige verlaging inge.
treden. Het slot te ]3uenos Aires was
15
eentavos per 100
1(0.
lager dan een week geleden. Het aanbod van Donau-,
iitaïs op spoedige aflading is beperkt. De vraagprijzen zijn ongeveer gelijk aan die voor Platamaïs, terwijl koopers tot
gelijken prijs aan Platamaïs cle voorkeur geven.
Op
alla.
ding in November en December wordt Donaumaïs iets lager
aangeboden dan Platamaïs en daarin komen kleinere zaken
tot stand. Gedurende de laatste dagen werden klachten
gehoord over den oogst van Donaumaïs en men voorspelde
dat niet, zooals tot nog toe gehoopt werd, op een record.
oogst kan worden gerekend. Toch zijn er nog schattingen
van een opbrengst van
6
nullioen ton, in
1929
bedroeg
de oogst
6.300.000
ton, wat toen een record was. In de

Ver. Staten wordt de opbrengst van den maïsoogst geschat
op 2.854
millioen bushels tegen
2.820
rnillioen op 1 Augus-
tus en een opbrengst van
2.556.863.000
bushels in
1931.
In g e r s t bleven (Ie zaken beperkt. De eonsunsptievraag
liet te wenschen en de grootere versehepingen van den
Donau vooral naar Nederland deden koopers een af wach-
tende houding aannemen. De prijzen ondergingen, nadat
zij
in het begin der week enkele guldens per last waren ge-
stegen, weinig verandering meer. in Russisebe gerst is liet
aanbod schaarseb en voor die gerstsoort wordt een premie
betaald. De kwaliteit is dan ook beter dan die van de
Donaugerst. De opbrengst aan gerst wordt in dc Ver.
Staten geseh.t
op 303
millioen bushels, wat onveranderd is
tegen 1 Augustus. :De prijzet1 voor gerst in Noord-Amerika
zijn te hoog, om uitvoeren naar Europa mogelijk te maken. In h a v e r zijn geregeld zaken tot stand gekomen. Plata. haver s’as goed gevraagd evenals Tsjechische haver. Voor-
al de laatste is in de tweede helft der week in prijs ge-
stegen.

SUIKER.
Ook gedurende de afgeloopcn week deden zich op de verschil-
lende suikermarkten geen belangrijke gebeurtenissen voor.
In A m e r i k a was cle omzet in ruwsuiker van zeer
bescheiden omvang en prijzen konden nauwelijks gehand.
d

STATISTISCH OVERZ1CH

GRANEN
EN
ZADEN

ZUIVEL EN
EIEREN
MINERALEN

TARWE
R000E
MAIS
GERST
LIJNZAAD
BOTER-
Ed
AAS

EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalsche(
PETROLEUM
a
Plata loco
No. 2 Canada
La Plata
No.3 Canada
La Plata
per K.G.
ammer
Ikipaar
Gem. not.
Hollandsche
Mid.

ontin.
Cude
ottrd1m,
loco
Rotterdam
loco
R’damlA’dam
loco Rotter-
dam per
loco
R’dam(A’dam
Leeuwar-
der Conim.
a
k
rie

Elermijn
Roermond
bunkerkolen,
ongezeefd Lo.b.
hifi
33.9
0

per°iOOK.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
2000 K.G.
per 1960 K.G.
Noteering
kI. mjinerk
P. 100 st.
per bareI
2)
3)
4)

pr

II.
01
0

f1.
01
f1.
0
10
f1.
‘°
jo
f1.
0
10
11.
Ojo
f1.
°Io
II.
Ojo
f1.
01
8
%
1925
17,20
100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0
10,80
100,0
1.68
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
88,8
17,90
165,7
1.89
112,5 1927
14.75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
2,03
87,9
43,30
77,3 7,96
86,7
11,25
104,2
1.30
77,4
1928
13,47
5

78,3
13,15 100.6
226,00
97,7
228,50 96,8
363,00
78,5
2,11
91,3
48,05
85,8 7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12.25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
2,05
88,7
45,40
81,1
8,11
88,3
11,40 105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5

56,3
6,22
5

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 77,0
1,66
71,9
38,45
68,7
6,72
73,2
11,35
105,1
1,12 66,7
1931
5,55
32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
1,34
58,0
31,30
56,9
5,35
58,3
10,05
93,1
0.58
34,5

p
n.

1930
12.67
5

73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6 43,95
78,5
7,55 82,2
11,75
108,8
1.21
72,0
br.
Maart


11,72
10,90
68,2
63,4
8,176
7,15
62,5
54,7
139,00 143,50
60,0 62,0
135,75 125,00
57,5 53,0 398,50
390,00 86,2 84,3
2,03
1,71
87,9 74,0 41,15 41,25
73,5
73,7
6,90
5,18
75,2 56,4
11,75 11,55 108,8 106,9
1.11 1.11
66,1 66,1
April

,,
11,17
65,0
7,625
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64,9
36,50
65,2
5,16 56,2
11,35
105,1
1.16
5

69,3
Mei


10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00 87,6
1,44
62,3
37,20
66,4
5,30
57,7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Juni
10,05
58,4
5,17
0

39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50 83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09
55,4
11,35
105,1
1.185
70,5
Juli
9,55 55,5
5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75 74,8
1,72
74,5
39,90 71,3
5,99
65,3
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Aug.
9,45 54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00 78,9
1,58
68,4 40,20
71,8
6,03 65,7
11.35
105,1
1.185
70,5
Sept.

,,
8,40 48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00 41,9 318,75 68,9
1,64
71,0
37,55
67,1
7,23
78,8

11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.
7,40 43,0
4,62
5

35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25
60,8
1,63
70,6 36,90
65,9
8,60 93,7
11,35
105,1
1.185 70,5
Nov.
7,25 42,2
4,25
32,5
94,50
40,8 82,25 34,9 270,75 58,5
1,58
68,4 36,50
65,2
9,63
104,9 10,90
100,9
0.85
50,6
Dec.

,,
7,07
6

41,1
4,30
32,9
96,00
41,5
91,00
38,6
247,75
53,6
1,55 67,1
33,50
59,8
7,97
86,8
10,85
100,5
0.85
50,6
Jan.

1931
6,525
37,9
4,-
30,6
84,50
36,5
86,25
36,5
207,50
44,9
1,61
69,7
32,25
57,6
6,63
72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
17ebr.

,,
5,775
33,6
3,90
29,8
87,50
37,8
85,75
36,3
206,25
44,6
1,66
71,9 33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart

,,
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
1,47
63,6 35,00
62,5
4,94
53,8
10,30
95,4
0.66
39,3
April

,,
5,90 34,3
4,42e
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60
56,4
4,20
45,8
10,15
94,0
0.53
31,5
Mei

,,
6,15 35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,075 44,4
10,00
92,6
0.53
31,5
Juni
5,75
33,4 5,05
38,6
86,75
37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
1,29
55,8
33,50
59,8
4,30
46,8
10,00
92,6
0.34
5

20,5
juli
5,425
31,5
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0
211,00
45,6
1,32
57,1
37,75
67,4
4,40
47,9
10,00
92,6
0.24
14,3
Aug.

,,
4,975
28,9
4,02
5

30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1 1,30
56,3
36,00
64,3
4,98 54,2
10,00
92,6
0.43
5

25,9
Sept.

,,
4,775
27,8
4,275
32,7
68,00
29,4
97,00
41,1
164,25
35,5
1,27
55,0
32,25
57,6
5,775
62,9
10,00
92,6 0.56
33,2
Oct.

,,
5,-
29,1
4,475
34,2
68,50
29,6
94,75
40,1
160,25
34,6
1,24
53,7
26,25
46,9 6,275
68,4
9,90
91,7
0.56
33,2
Nov.

,,
5,825
33,9
5,470
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
1,17
50,6
24,75
44,2
7.07
77,0
9,90
91,7
0.68
40,4
Dec.

,,
4,925
28,6
4,95
37,9
69,25
29,9
111,25
47,1

145,75
31,5
1,18
51,1
21.40
38,2
5,325
58,0
9,90
91,7
0.71
42,3
Jan.

1932
5,05
29,4
5,070
38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
31,0
1,16
50,2
25,75
46,0
4,71
51,3
8,25
76,3
0.71
42,3
Febr.


5,30
30,8
5,07
5

38,8
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
1,34
58,0
27,75 49,6
3,79
41.3
8,25
76,3
0.71
42,3
Maart
5,525 32,1
5,80 44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
0,98
42,4
23,65
42,2 3,425 37,3
8,35 77,3
0.71
42,3
April
5,65
32,7
6,225
47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
0,99 42,9
19,60
35,0 2,775
30,2
8,65
80,1
0.86
51,2
Mei
5,60
32,6
5,30
40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
0,82
35,5
19,65
35,1
2,88 31,4
8,30 76,9 0.86
51,2
Juni
5,22S
30,4
4,15
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
1,11
48,1
24,25
43,3
3,08 33,5
8,25
76,3 0.86
51,2
juli
4,90
28,5
4,-
30,6
78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
0,96
41,6
19,55
34,9 3,125
34,0 8,10 75,0 0.86
51,2
Aug.,,
5,20
30,2 4,07
5

31,2
77,50
33,5
98,25 41,6
133,00
28,8
0,76
32,9
17,90
32,0
3,72 40.6 7,80
72,2
0.86
51,2
5 Sept.,,
5,45
31,7
4,20
32,1
78,50
33,9
94,00 39,8
146,00
31,6
0,838
35,9
16,508
29,5
4,70
51,2 7,75 71,8
0.86
7

51,2
12

,,
5,50
32,0
4,25
32,5
80,00 34,6
88,00
37,3
157,50
34,1
0,83
0

35,9
19,50
1
)
34,8
5,05
55,0
7,75 71,8 0.86
51,2_
.5)
Men zie voor de toel. op dezen staat de nos. van 8 en IS Aug. 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
2)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No. 2.
3)
Tot Jan. 19
Zuid-Russische.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan.
1928
tot 9 Febr.
1931
American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei
19326415 K.G. Zuid.Russische.

14 September 1932

ECONOMISCH-STATISi’ISCHE BERICHTEN

729

haafd worden. Ook op de N e w-Y o r k s c h e termijnmarkt
waren de
zaken
niet omvangrijk, ook iii verband met de
sluiting der beurzen op Maandag
5
cloaer wegens Labour
Day. De slotnoteeringen waren als volgt: Sept.
1.09,
Oct.
1.04,
‘Dec.
1.09,
Jan. 1.05 en Mrt.
1.05,
terwijl de laatste
noteering voor Spot Centr.
3.15
bedroeg.
De ontvangsten in cle Atlantische. havens der Ver. Sta-
ten hedroegen deze week
66.000
tons, de versmeitingen
58.000
tons tegen
52.200
tons verleden jaar en de voor-
raden
269.000
tous tegen
252.250
tons.
De laatsté C ii b a.statistiek is als volgt:
1932

1931

1930
tons

tous

tons
Productie …….(Raming)
2.700.000 3.122.186 4.671.260
Ontvangsten ………….
22.217 43.172 40.443
Totaal sedert 111 ……….
1.418.358 1.750.716 3.223.881
Verschepiugen ………..
62.555 63.702 47.727
Voorraad afscheephavens . .

899.167 1.169.211 1.271.429
Ofschoon in E n ge 1 a n d de stemming stil bleef, kwa-
men er toch iets meer zaken tot stand. Verscheidene par-
tijen basis
96
pCt. verwisfeldea van eigenaar tot prijzen
loopende van Sh.
6/4
tot 5h.
613
c.i.f. voör afseheping
tot November.
i)e Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:
1932

1931

1930
tons

to.ns

toiis
Duitschland
118 ……….886.000

949.000

463.000
Tsjccho-Slowakijc
1/8

292.000

381.000

191.000
Frankrijk
1/8 ………..285.000

385.000

303.000
Nederland
118 ………..157.000

185.000

138.000
België t/S . ……. …….

75.000

90.000

86.000
Hongarije
118 …………36.000

62.000

25.000
Polen
118 …………….210.000

300.000

206.000
Engeland Geïmp. Suiker
118 212.000

1.80.000

237.000
Binneul.

,, 118

12.000

5.000

Europa ….
2.153.000 2.544.000
1.654.000
Ver. Staten alle havens
30/7
512.000
502.000
463.000. Cubaansche havens
3017

.
1.060.000
1.406.000 1.419.000
Cuba iinnenland
30/7
1.595.000
1.625.000
1.650.000
Java

118

……………..
2.398.000
1.446.000
1.002.000

Totaal ……
7.718.000
7.523.000
6.188.000
waarvan geblokkeerd …..
4.194.000 2.769.000

Op J a v a verkocht de V.I.S.P.
10.500
tons Superieur en
8000
toas bruine suiker.
II i e r t e 1 a n cl e was, cle narkt prijslioctclencl. De notec-
ringen op de A m s t e r d a cii s ch c termijuniarkt bleven
vrijwel onveranderd en het slot luidde als volgt: Sept.

f
6%,
Dec.
f
634,,
Mrt.
f634,
Mei
f7.-
en Aug.
f734.
De
omzet bedroeg
6550
tons.

KOFFIE.
ie markt bleef ook in de afgeloopeis week vast gestemd.
De revolutie in Brazilië wroeclt nog steeds voort en vage
berichten betreffende successen van de Federale Regeeri.ng

en andere aangaande gunstige resultaten voor de opstail-
clelingen wisselen elkander af, doch uitzicht op een spoedig
einde schijnt er voorloopig nog niet te zijn. In dien tus-
schentijcl szijn de voorraden van Santos koffie aait de im-
portmarkten wederom kleiner geworden en zijn cle prijzen
(ezer soort aan die markten nog verder gestegen. De afzet
van cle andere goedkoope en middel-kwaliteiten was ook in
deze week van beteekeuis en vooral in Robusta koffie ging
te Rotterdam en te Amsterdani heel wat om. Ook aan (te
buitenlai:idsche markten is tengevolge van den toestand in
Brazilië een vrij zenuw’achtige stemming ontstaan en tus-
schen enkele markten onderling zijn zaken tot stand geko-
men, die zich in normale omstandigheden niet of hoogst
zelden voordoen. Zoo werden niet onbelangrijke hoeveel-
heden van Rotterdam cii van Amsterdam naar Hamburg
verkocht en traden de Vereenigde Staten van Amerika als
kooper te Hamburg op.
Volgens bericht van den l3raziliaanschen Koffie-Raad
nijn in de afgeloope.n week vernictig:l 10.000 balen te Rio
en
15.000
balen te Victoria. Sedert 1 Juli zijn thans, voor
zoover bekend, vernietigd
59.000
balen te Santos,
147.000
balen te Rio,
129.000
balen te Victoria,
270.000
balen in
Sao Paulo en
13.000
balen op andere plaatsen, tezamen
618.000
balen.
Uit een dezer dagen ontvangen telegram is gebleken, dat
de voorraden, teruggehouden in de binnenlandsche pakhui-
zen van den Staat Rio dc Janeiro, op
31
Augustus bedra-gen hebben

……………………….
872.000
balen
op 30
Juni bedroegen zij …………….
1.068.000
In de maanden Jnli en Augustus zijn zij dns

afgenomen met

………………….
196.000
balen

TAN GROOTHANDELSPRIJZEN
1)

METALEN

TEXTIELGOEDEREN
-‘

DIVERSEN

ZILVER IJZER
cve an
KOPER
KATOEN
WOL
ge arn e
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
cash Londen
per
Oui

r

0
Standaard
Locoprijzen
1
1
oco$rijzen
..
ooprlJzen
Middling
locoprijzen
84

US
ra
ISC
Australische,
CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf, open
SALPETER
Gid. per
Standard
Londen
on en per
Eng. ton
on en
per Eng. ton
New-York erino.

S

V.
loco Braford
nial Carded
SO’s Av. 1oct
kop
100 KG
Ounce
per

ng.on
per Eng. ton
per Ib.
per
57-61 pnd.
netto

Bradford perlb.

0
10
Sh.
010
0
10
£
h
o

£
0
o
$
ets!
Olo
p
e
nce
01
pence
Ofo
f1.
0
10
f1.
0
10
32
1
(8
100,0
731-
100,0
62.116
100,0
261.171-
100,0
36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
28
11
n8 89,3
8616
118,5
58.11-
93,5
290.1716
111,1
31.116
85,3
17,55
75,5
47,25 85,9
24,75
83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
26
3
14
83,3
731-
100,0
55.141- 89,7
290.41-
110,8
24.4/-
66,4
17,50
75,3
48,50 88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
261(
81,1
661-
90,4
63.161-
102,8
227.51-
86,8
21.11-
57,8
20,00
86,0
51,50 93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7 24
7
1i&
76,2
7016
96,6
75.14!-
121,9
203.1516
77,8
23.51-
63,8
19,15
82,4
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25 92,9
10,60
88,3
17
11
(00
55,4
671-
91,8
54.131- 88,0
142.51-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
13:
1
(
41,6
551-
75,3
36.51-
58,4
110.11-
42,0
12.11-
33,1. 8,60
37,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
20
15
1i
65,3
7216
99,3
71.916
155,1
174.131
66,7
21.111-
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3
20
1
(
62,6
7216
99,3
71.12(6
115,4
174.41-
66,5
21.4/-
58,2
15,45
66,4 28,50 51,8
17,75
60,2
24,50 70,6
10,21
85,1
19
1
(s
59,5
701-
95,9
68.1916
111,1
165.181-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4 26,25
47,7
16,50
55,9

69,2
10,21
85,1
190(16
61,0
6716
92,5
61.31- 98,5
161.1716
61,8
18.6/6
50,3
16,45
70,8
27,25 49,5
17,25
58,5
24,13 69,5
10,21
85,1
18
11
j16
59,0
67/6
92,5
53.91-
86,1
145.-J-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0 28,75 52,3
18,00
61,0
26,25 75,6
10,21
85,1
16
1
120
50,0
6716
92,5
50.16
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4 27,75
50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9
6716
92,5
48.21- 77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10

.
56,3 27,00
49,1
16,75
56,8
24,25 69,9
9,18 76,5
16
3
18
51,0
651-
89,0 47.151-
76,9
135.5;6
51,7
18.61-
50,2
11,95
51,4 27,25
49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28 77,3
(16
51
(16
52,0
6316 87,1
46.61-
74,6
132.61-
50,5
17181-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,50
76,4
9,39 78,3
8
.16
1
12
51,5 63161
87,1
43.-!-
69,3
117.131-
44,9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44,5
14,50
49,2
26,25 75,6
9,49
79,1
16/
51,9
636
8
87,1 46.816
74,8
113.161-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
25,25
72,8
9,70 80,8
16(8
51,9
6316
8

87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9
9,95
42,8
22,50
40,9
12,50
42,4

72,0
9,90
82,6
’13
7
18
43,2
6016
82,9
45.716
73,1
116.81-
44,4
14-16
38,5
10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63 71,0
10,11
84,3
12112
38,9
586 586
80,3
45.116
45.116
72,6
72,6
117.-/6
44,7
13.56
36,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50 64,8
10,21
85,1
13
7
1
41,8
80,3
122.11-
46,6
13.3(6
36,2
10,90
46,9
25,25
45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
13
1
(
40,9
58,6
80,3
42.1516
68,9
113.41-
43,2
12.101-
34,3
10,25
44,1
24,50
44,5
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
12
15
116
40,3
58/6
80,3
39.6 6
63,4
104.171-
40,0
11.1016
31,6
9,40
40,4
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
12
7
1
40,1
58(6 80,3
36.616
58,5
106.216
40,5
11.1116
31,8
9,10
39,1
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
13
1
(,
41,2
58/6
80,3
34.141-
55,9
112.516
42,9
12.1516
35,1
9,25
39,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26 68,8
12l:
3
/i
39,9
58/6
80,3
32.151-
52,8
114.1916
43,9
11.196
32,9
7,20 31,0
22,25
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,-
58,3′
13
5
116
41,4
55/6
76,0
30.316
48,6
111.161- 42,7
11.41- 31,1
6,55 28,2
20,00
36,4
11,00 37,3
18,.-
51,9
6,50 54,2
13
13
116
43,0
46!-
63,0
28.216
45,3
101.116
38,6
10.96
28,8
6,30 27,2
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65 55,4
1411
2

45,1
44(6
61,0
27.1916
45,1
102.-!-
39,0
11.5!-
30,9
6,40 27,5
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80
56,7
14
5
116
44,6
4116
56,8
27.616
44,2
98.17(6
37,8
10.16/- 29,6 6,30
27,2
16,25
29,5
9,00
30,5


6,95 57,0
1
31
43,2
41,6
56,8
27.1416
44,7
98.18!-
37,8
10.14!-
29,4
6,65
28,6
16,50
30,0 9,00
30,5
11,63
33,5
7,10 59,2
14
43,6
41(6
56,8
26.41-
42,2
99.216
37,9
10.5/-
28,1
6,90
29,7 16,25
29,5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25 60,4
13
3
14
42,8
441-
60,3 24.181-
40,1
96.61-
36,8
9.91-
25,9 6,90 29,7
16,50
30,0
8,75
29,7 10,25
29,5 7,40
61,7
13
1
18
40,9
451-
61,6
23.81-
37,7
84.1516
32,4
8.1616
24,2 6,25 26,9
.16,50
30,0
9,00
30,5
9,25
26,7
7,40
61,7
12
5
(8
39,3
441-
60,3
21.61-
34,3
89.1316
34,2
8.-(-
22,0 5,80 24,9
15,75
28,6
8,25
28,0
8,88
25,6
7,40
61,7
12
5
(
39,3
441-
60,3
20.1216
33,2
84.9!-
32,3
7.5!-
19,9
5,25 22,6
15,25
27,7
7,75 26,3
9,-
25,9
7,40 61,7
123I
38,5
42/6
58,2
19.2/6
30,8 90.17(6
34,7
7.3(6
19,7
5,80
24,9
16,00
29,1
8,50 28,8 9,75
28,1


1213116
39,9
421-
57,5
22.416
35,8
101.-(-
38,6
7.1716
21,6
7,35 31,6
15,75
28,6
8,25
28,0
12,-
34,6
5,70 47,5
13
7
116
41,8
421-
57,5
26.181-
43,3
111.101-
42,6
9.181- 27,2
8,90
7

38,3
16,25
10
29,5
8,25
10

28,0
5,90 49,2
i

13
1

40,9
42!-
57,5
25.18!-
41,7
111.13(6
42,6
9.14(6
26,7
7,75
3,33
17,00
11

30,9
8,75
11

29,7
5,90
49,2
Western; vanaf Jan. 1928 tot 16 Dec. 1929 American No. 2, van 16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 7415 K.G. Hongaarsche, vanaf 26 Mei 1930 tot 23 Mei 1932 74 K.G.
5) Noteering Schotland 59(6.
6
) 581-.
7)3
Sept.
8)2
Sept.
0)
9
Sept.’
0
)
1 Sept.
11)
8Sept.

730

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 September 1932

Atugekomeii zijn, in cle haven van III io uit ‘het binnenland
in cle maand Juli …………………315,000 balen
Augustus ……………..434,000

11

dus in Juli en Augustus tezamen ………749,000 balen
Na aftrek van cle hierboveugenoemde afname
van de binneulanclsehe- voorraden ad . . . .

196.000 ,,

blijft over een hoeveelheid van …………553,000 balen

welke dus in cle eerste twee maanden van het nieuwe oogst-
jaar
in het binnenland van den Staat Rio de Janeiro uit de
plantages zijn aangevoerd.
Offertes van Santos op prompte verscheping via een
haven in den Staat Rio de Janeiro kwamen in de afge-
loopen week zoo goed als niet voor. Van Rio wordt nog
regelmatig aangeboden en deze aanbiedingen komen thans,
omgerekend in ‘Hollandsch geld, voor type New-York 7 met
beschrijving, prompte verscheping, uit op 23
1
/
4
fi 23% et.
per
14
K.G. kost en vracht.
Volgens particulier bericht uit Amerika bedroeg de oogst
van Columbia in het oogstjaar 1931132 – 3.051.715 balen tegen 3.100.586 balen in het vorig jaar. De vooruitzichten
voor den volgenden oogst worden goed genoemd. De Coff ee
Federation aldaar heeft thans opengesteld vijf van de in-
clertijd aangekondigde pakbuizen voor den opslag naar
Braziliaansch voorbeeld van koffie in het binnenland, na-
melijk te Girardot, Medellin, Cueuta, Cali en Armenia.
De vooruitzichten voor den volgenden Ecuador-oogst
worden eveneens gustig genoemd. Ren groot gedeelte van
den oogst zal met cle hand worden gepikt.
De oogst 1931/32 van Mexico heeft ditgeleverd 404.143
balen tegen een normale hoeveelheid van bijna 560.000
balen. Verwacht wordt, dat cle volgende oogst een record.
hoeveelheid ‘zal uitleveren.

Nederlandsch-Indië is zeer vast gestemd. De noteeringen
in cle eerste hand voor de ongewasschen Robusta-soorten
zijn weder
14
Ii.
14
et. hooger, doch gewasschen Robusta is,
hoewel zeer prijshöudend, vrijwel onvera.derd tegenover
verleden week. De noteeringen zijn:
Palembang

Robu sta,

Sèptem’ber/October-versebepiug,
13% ct.; i3enkoelen Robusta, SeptemberfOctober-versche-
ping, 191% ; blandheling Robusta, September/October-ver-
schepiug, 21 ct; W.I.B. f.a.q . Robusta September/October-

verscheping, 24 ct., alles per
14
K.G., cif, uitgeleverd ge-
wicht, netto contant.
De termijnmarkt blijft voor de dichtbijzijnde maanden
‘astgestemd en de noteeringen van September en December
liepen te Rotterdani
Y.
ct. op. De vei’der verwijderde maan-
den echter zijn onveranderd et. lager. September no-
teert thans 25, December 2314, Maart 2l
5
/, Mei 2114 en
September 21 ct. per
14
K.G.
De officieele loco-noteering van Superior Santos werd
verhoogd van 3214, op 34 ct. en clie van Robusta van 24.14
op 25 ct., alles per
14
K.G.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar gel-
dende gemengd contract (basis Rio No. 7) waren;
Sept.

Dec.

Mrt.

Mei
12 September …….. $ 7.25 . $ 6.30

. 6.-

$ 5.80
2 September …….. .. 7.25

,, 6.25

,, 6.-

,, 5.91
29 Augustus ……… ..7,03

.,, 6.06

,, 5.81

,, 5.74
22 Augustus ……… ..7,05

11
6.10

,,5.90

,,5.80
Rotterdam, 13 September 1932.

THEE.
De theeinarkt kenmerkte zich in cle afgeloopen week door
een zwakkere stemming, zulks hoofdzakelijk als gevolg van
de zeer sterke toeneming van den i3ritsch-Inclischen thee-
oogst. Gaf (le oogst van Noordelijk S13ritsch-Indië tot ulto.
Juli nog slechts een aecres boven verleden jaar te aien van
ongeveer 4 millioen lbs., tot ul.to
. Augustus is dat aceres
gestegen tot
1814.
millioen lbs., w’aarbij nog gevoegd moet
worden 6 millioen toeneming van den oogst van Zuidelijk
Britseh-Indië. Deze feiten brachten
01)
de Londensche thee-
markt een onaangename stemming teweeg, die de veilingen
drukte, zoodat de prijzen andermaal. van
1/_%
‘d. lager
waren dan die der vorige week.
Waar Ned.-Indië zich meer en meer toelegt op de berei-
ding van een’ betere kwaliteit, schijnt Britsch-Indië onbe-
grijpelijkerwijze heil te zoeken bij een grootere kwantiteit.
Wat de prijsvermindering aaugaat, is deze het grootste hij de middenkwaliteiten, daar er nog steeds goede vraag bestaat voor gewoon ordinaire theeiin, zoomede voor dc
werkelijk goede kwaliteiten. –
Calcutta gaf een vaste stemming’ te ‘zien voor gewone
en ietwat lagere prijzen voor midden- dn betere kwaliteiten.
Amsterdam, 12 September 1932.

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS

VURENHOUT
basis
7″
f.o.b.
RUBBER’)
Standaard
SUIKER KOFFIE
THEE
COPRA

Bruto-
gewicht v. d.
.
S
E


Zweden!
Ribbed Srnoked
Witte kristal-
Robusta
AfI. N.-I. theev.
Ned.-Ind. f.m.s.
buit, handel
liii
5

Finland
Sheets
suiker loco
Locoprijzen
A’dam gem. pr
.
per 100 K.G.
Nederland
Ii
per standaard loco Londen
R’darnlA’dam
per 100 K.G.
Rotterdam
per

!2 K.G.
Java- en Suma-
tratheep)12K0.
Amsterdam

1925= 100
____________
..
,
van
4.672
M.
per
1h.
In-

Uit-
voer

voer

f
5
10
Sh.
5
10
fi
Ol
ets.
010

ets.
O/
f
O
jo
1925
159,75
lOO
2111,625
100,0
18,75 100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87
5

100,0
100
lOO
100,0 100,0 1926
153,50
96,1
21-
67,4
17,50
933
55,375
90,2 94,25
111,5
34,-
94,8
112
128
93,2
92,9
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,125
102,0
46,875
76,4
82,75
97,9
32,62
5

90,9
113
116
95,4 89,5
1928
151,50
94,8
-110,75 30,2
.
15,85
84,5
49,625
80,9 75,25
89,1
31,875
88,9
118
128
96,4 87,6
1929
146,00
91,4
-110,25 28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
69,25
82,0
27,375
76,3
122 132
91,6 82,6
1930 141,50
88,6 -15.875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75
71,8
22,62
5

63,1
124
135
75,5 69,4
1931
110,75
69,3
-:3
8,4
8,-
42,7
25
40,7
42,50
50,3
15,375
42,9
117 136
62,6 57,9
Jan.

1930
147,50
93,9
-/7,375
20,7
11,67′ 62,3
35
57,0
60,50
71,6
26,875
74,9
128
136
84,5
76,9
Febr.
147,50
92,3
-/8
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9
26,37
5

73,5
112
126
81,3
75,2
Maart
147,50
92,3 -17,625 21,4
10,70
57,1
35.
57,0
62,25
73,7
25,25
70,4
125
131
78,7
74,2
April
147,50
92,3 -17,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50
70,4
26,12′
72,8
115
127
78,7
72,8 Mei
145,00
90,8
-16,875
19,3
9,80
52,3
34,75
56,6
58
.
68,6
25,50
71,1
132
132
76,1
72,0
Juni
145,00
90,8 -16,125
17,2 9,775
52,1
33
53,8 58
68,6′
22,875
63,8
131
133
76,1
70,4
Juli
142,50
89,2
-/5,625
15,8
9,275
49,5 31,50 51,3
55,50
65,7
21,75 60,6
138
141
74,2
69,3
Aug.
142,50
89,2
-14,875
13.8
8,50
45,3 29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129
145
73,5 67,9
Sept.
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,975
42,5
28,25
46,0 59,50
70,4
19,25
53,7
122
126
72,3 65,4
Oct.
132,50
82,9 -14
11,2
8,625
46,0
29
47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128
152
71,6
64,6 Nov.
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
.
46,7
29
47,3 68,25
80,8
19,375
54,0
121
139
71,0
63,3
Dec.
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66,75 79,0
19,-
53,0
105 129
69,0 61,3
Jan.

1931
125.00
78,2
-/4,25


11,9
8,20
437
28
45,6 66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7 59,2
Febr.,,
125,00
78,2
-13,875
10,9′
8,20
43,7
26,25
42,8
53
62,7
18,125
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart

,,
125,00
78,2
-13,75

,
10,5
8,30
44,3
25,50
41,5
45
53,3
18,625
51,9
107
140
66,5
59,1
April

,,
125,00
78,2
-,3,125
8,8
8,575
45,7
24,75
40,3
43
50,9
17,50
48,8
110
138
65,8 58,4
Mei

,,
125,00
78,2
-/3,125
8,8
8,50
45,3
25

40,7 40,25
47,6
15,375
42,9
114
141
65,8
56,8
‘Juni

,,
110,00
68,9
-/3,125
8,8
8,575
45,7
25,75
42,0
39,50
46,7
14,125
39,4
127
133
64,5
56,8
Juli

,,
110,00
68,9
-13
8,4
8,775
48,6
27
44,0
38,25
45,3
15,-
41,8
138
153
62,6 55,8
Aug.,,
100,00
62,6
-12,5
7,0
7,90
42,1
25,50
41,5
38,50
45,6
14,125
39,4
122
142
60,6 55,6
Sept.,,
100,00
62,6
-12,375
6,7
7,525 40,1
23,75
38,7
37,50
44,4
13,375
37,3
,
125 146
58,7
58,1
Oct.,,
100,00
62,6
-12,375
6,7
7,55
40,3
23
37,5
37,75
44,7
13,25
.
36,9
119
146
58,7
58,5
Nov.,,
100,00
62,6 -12,25
6,3
7,15
38,1
23
37,5
37
43,8
13,75
38,3
113 132
58,7
58,8
Dec.,,
82,50 51,6 -12,25
6,3
6,75 36,0
23
37,5
35
41,4
12,75
35,5
115 114
54,8
58,8
Jan.

1932
82,50 51,6
-12,125 6,0 7,35
39,2
23
37,5
32 37,9
13,125
36,6
103 107
54,2
58,4
Febr.,,
82,50
51,6
-12
5,6
7,05 37,6
23
37,5
30 35,5
14,50
40,4 86
111
53,5
59,8
Maart

,,
70,00
43,8 -11,625
4,6
6,25
33,3
23
37,5
31
36,7
14,75
41,1
87
116
52,9
58,3
April
70,00
43,8
-/1,5
4,2
5,90
31,5
23
37,5
29,25
34,6
14,-
39,0
89
110
51,6
56,0
Mei

,,
70,00 43,8 -11,5 4,2
5,625 30,0 23,50
38,3
30,25
35,7
13,25
36,9
89
107
51,0 54,0
Juni

t
70,00
43,8
-11,375
3,9
6,30
33,6
24
39,1
28,50 33,7
12,375
34,5
101
116
50,3 52,5
Juli
67,50
42,3
-11,375
3,9
6,70
35,7
24
39,1
23,75
28,1
12,375
34,5
100
112
49,0
53,7
Aug.

1
63,00
39,4
-11,75
4,9
6,57
5

35,1
24
39,1
22,75 26,9
12,375
34,5
95
105
48,4
55,3
5
Sept.,,
60,00 37,6
-12,1875
6,1
6,625
35,3 24,50
39,9
23

2

27,2
12,75

35,5
2

,,
60,00 37,6
-12
5,6 6,50 34,7
25
40,7
12,875
35,8
‘) Jaar- en maandgem. afger. op ‘/s pence. 2)
1
Sept.

N.B. Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept. zijn op goudbasis omgerekend

14 September 1932

731

DE TWENTSCHE BANK
N.V.’

GEVESTIGD TE AMSTERDAM

Maandstaat op 31 Augustus 1932

DEBET

Aandeelhouders nog te storten 90 pOt. op aandeeleii B,

waarvoor waarborg gedeponeerd ………………….
f

421.200,-

Deelnemingen in diverse ondernemingen

9.039.740,52

Effecten van Aandeelhouders ten eigen gebruike

31.870.750,-

Kassa en De Nederlandsche Bank ……………………

28.915.420,58

Wissels en Coupons

………………………………

12.096.316,57

Nederl. Schatkistbilletten en -Promessen

35.524.446,10

Bankiers in Binnen- en Buitenland

12.774.885,54

Eigen Effecten en ‘Syndicaten ………………………..

8.706.156,14

Prolongatiën gegeven ………………………………

…………….
……………………….f138.4’79.699,49

af: loopende Promessen …………………………..,,

6.683.000,-

131.796.699,49

Voorschotten tegen consignatiën ……………..
……….

.

433.055,27

Gebouwen ………………………………….. ………

8.000.000,-

Totaal…….
f
288.847.130,21

CREDIT

Kapitaal.
…………… …………………………..

f

40.000.000,-

Reservefonds ……………………………………..

,,

17.000.000,-

Aandeelhouders voor gedeponeerde Effecten als waarborg

veor 90 pOt. storting op aandèelen B …………….
f

421.200,-

in Leen-Depot …. ……………………………

,, 31.449.550,-

Zieken- en Pensioenfonds …………………………..

Dposito’s ……………………………………….

Saldo te ontvangen en te leveren Effecten …………….

Crediteuren ……………………………………..
f
104.047.282,98

voor gelden in het Buitenland …………….,,

6.727.717,54

Te betalen Wissels ………………………………..

Geaccepteerd door derden…………………………..

Diverse Rekeningen…………………………………

31.870.750,-

6.050.684,78
76.519.535,58
3.179.575,21

,, 110.775.000,52

1.291.164,08
459.697,71

1.700.722,33

Tötaal ……
f
288.847.130,21

14 SEPTEMBER 1932

17
9
JAAROANG Zlo. 872

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK, N.V.

AMSTERDAM

‘S-GRAVENHAGE

ROTTERDAM

BATA VIA

AMOY,AMPENAN, BANDOENG,BOMBAY, CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,HONG-

KONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PASSOEROEAN,

PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,

TEGAL, TELOK BETONG,
TJILATJAP,
TOKIO, WELTEVREDEN

DE

NEDERLANDSCHE

WERKGEVER

Wekelijksch Orgaan v/h.Verbond

van Nederlandsche Werkgevèrs

Beèedigd
translatrice

voor Duitsch en

Engeisch
vraagt

Ver taal werk

(ook Fransch)

LEA HAUSDORFF
Adr. Mtlderetraat 79 b, Rotterdam

Een spIegelbeeld van hel
politiek

en geestelyk leven In
Dults,htand, een
betrouwbaar
en
kritisch waarneme,
van
het Duitsdie – en
Inteniationale
zakenleven is de ,,PRAJSKFURTE.R
ZEITUNG, Dultsditand’s toon-
aangevend zakenblad.

Geinteresseerden kannen ver-dere inlichtingen bekomen by
onzen Generaal-Vertegen-
woordiger voor Holland:
J.UWEHN, VOORBURG (Z.H.)
Dr. BLOOKERSTEAAT 21

Tweede, omgewerkte druk van

Inleiding tot de Studie der

Bedrij fshuishoudkunde

door J. GROOTEN
Dir.
der Levensverzekering-
Mij. N. 0. G.,
Leeraar
M.O.
Wiskunde en Boekhouden,
Ameterda

Ingenaaid

Gebonden

f
7.50

f 8.50

NIJGH & VAN DITMAR N.V.

UITGEVERS – ROTTERDAM

VERANTWOORDELIJKE REDACTIE:

Mr. P. W. J. H. CORT VAN DER

LINDEN EN Mr. A. N. MOLENAAR

ABONNEMENTS-

PRIJS VOOR

NIET LEDEN

f6—
PER JAAR
Vraagt proefexemplaren bij het

Secretariaat: Kneuterdijk 8,

Telefoon No. 17510. Den Haag

Practisch

Administratieboek voor

Huis eigenaren

Prijs
gecartonneerd
f
2.25
….
…….

Alom verkrijgbaar bij den lioekhandel en bij Nijgh & Van Ditxnar N.V.

Uitgevers – Rotterdam.

Hier is de plaats om U als Abonné op te geven:

Gelieve mij vanaf
heden te noteeren voor een abonnement op Economisch-Statistische
Berichten (Algemeen Weekblad voor Handel, Nijverhêid, Financiën en Verkeer) tegen

den prijs van
f
20.— per jaar ([23.— buitenland).

Naam:

Adres:

………

Datum:

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

NIJGFI & VAN DITMAR NV., DRUKKERS, ROTTERDAM

Auteur