Ga direct naar de content

Jrg. 17, editie 841

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 10 1932

10 FEBRUARI 1982

4UTEURSRECRT
VOORBEHOUDEN.

Economisch-Statistsche

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLADVOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN
DE CETRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

17E JAARGANG

WOENSDAG 10 FEBRUARI 1932

No. 841

INSTÏTUUT VOOR ECONO 11180 IIE GESCHRIFTEN.

Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr, G. Al. Verrjn Stuart

ECON031JSCI1.STATISTISCIIE BERICHTEN.

COMMISSIE
VAN
ADVIES:

Prof. Mr. D. van Blom; J. van liassclt; Jhr. Mr. L. II. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbias; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Vcrrijn Stuart. Redacteur-Secretaris: 1!. 11. 11. A. van der Valk. Secretariaat: I’ieter de Iloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonnemeutsprijs vdor het weekblad franco p. P. in

Nederland
f
20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per

jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uifgaandc out.
vangca de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangcteckende stukken: Bijkantoor Ruige plaat weg.

Advertenties
f
0,50 per regel. I’laatsing bij abonnement

velgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
lenties: iVijgh d van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam,
.4 insterdam, s Graven h age. Postchèque. en giro-rekening

No. 145192.

9 FEBRUARI
1932

De vraag naar geld was vooral in het begin der
week zeer gering, zoodat een kleine toename van het

aanbod de rente verder terug deed loopen. Particulier
disconto daalde daardoor tot 2 pot.; terwijl de pro-
longatierente na 2’/2 en 934 pOt. eveneens tot 2 pOt.

terugliep. Daarna kwam er iets meer aanbod van wis-
sels, zoodat Vrijdag en Zaterdag weder 2’Ji6 en 2%
pOt. moest worden toegestaan; maar gisteren kon men het sterk ingekrompen aanbod van wissels weder voor
2 pOt. onderbrengen. De markt was echter uiterst be-perkt, zooclat alleen cle zeer geringe vraag naar geld
de oorzaak was van de lagere noteering. Oailgcid
werd meestal weder voor 1 pOt. verhandeld.

* *
*

Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank blij-
ken de binnenlandsche uitzettingen met
f
30 millioen

te zijn ingekrompen; de post binnenlandsche wissels verminderde met f8,3 millioen en. cle.post beleenin-
1
gen met f 92 millioen. Een stijging van
f
113.000

geeft de post papier op het buitenland te zien. Daar-
entegen daalden cle diverse rekeningen onder de activa
der Bank met f306.000.
De goud voorraad is met f4 millioen geslonken en

de voorraad zilver met
f
505.000. liet gedeelte van

(‘en post
fllUï(
t
Cli muntmateriaal, dat in het buiten-

land is gedeponeerd, verminderde met f 3 millioen. Aan cie passiefzijde van de balans vertoont zoowel

de biljetteneirculatie als de post saldi in rekening-
courant een inkrimping, welke respectievelijk f.27,0

en
f
7,2 millioeu groot is. lIet saldo van het Rijk ver-
minderde met f21,0 millioeii, terwijl de saldi van

anderen met
f
14,6 millioen toenamen. Het beschik-

baar metaalsaldo liep met f 3 miljoen terug; het

dekkingspercentage bedraagt nagenoeg 77 pOt. tegen

75 pOt. de vorige week..

* *
*

Van de wisselmarkt valt niet veel nieuws te melden;

de toestand bleef ongewijzigd. ilet Pond fluetueerde
slechts weinig: 8.56 34-8.60-8.57. Dollars liepen van
2.4850 op 2.482234 terug. De Dollar tegen het Pond
schommelde de geheele week rond de 3.45. Marken
58.80-58.95-58.90. Fransche Franes iets lager

9.77’/. Beiga’s na 34.66-34.60. Zwitsersche Francs
ook eerder lager: 48.4234. Lires konden zich geheel

herstellen; van 12.40 kwam de koers weder op 12.9234.

Daarentegen was de Peseta nog steeds zeer flauw;

van 20.20 daalde de

koers verder tot 18.05. Finsche
Mrken eerder hooger 3.8234. Osnadeesche Dollars

ca. 2.16. in cle Zuid-Amerikaanschc deviezen is nog

steeds bijna geen handel.

Ook op de termijnmarkt blijft het stil. Ponden
0])

Sén maand noteeren rond den contanten koers, terwijl

driemaands Ponden ca.
1%
. agio doen. Het disagio
voor Dollars op één en drie maanden is vat grooter

geworden; de slotnoteeringen waren 734 resp. 1234

punt onder kassa.
De handel in gouden munten blijft nog steeds

levendig.

LONT)EY, 8 FEBRUARI 1932

Ofschoon cle couponbetalingen van begin Februari wat langzam’er clan gewoonlijk in de markt vloeiden,
bleef de geldmarkt toch zeer ruim. De eenige uitzon-

dering vormde Donderdag, 09 welken dag in (leze
weken door de banken cle aan inkomstenbelasting in-

gekomen gelden aan het go u vernement worden over-
gemaakt. Dit had eenige opvragingen van cle markt

door cle banken tengevolge. De bedragen, die het gou-
ernement aan schatkistpromessen afbetaalt, zijn ech-
ter belangrijk grooter dan die, welke het voor nieuwe
promessen ontvangt, zoodat er alle reden is om aan
te nemen, dat geld nog eenigen tijd overvloedig zal

blijven.
Disconto bleef flauw gestemd ondanks het uitblij-

ven van een discontoverlaging, welice voorloopig wel
niet zal plaats hebben. De prijzen voor schatkistpro-
messen en hanlcaeeepten waren respeetievelijic
4lfio
en

434-5 pOt.
Verleden week werd bekend, dat het -door New-York
en Parijs verleden jaar aan de schatkist verleende
crediet van 80 nillioen goudponcien in Augustus a.s.

niët zal worden vcrimieuwd,doch zal worden afbetaald.
De wisselkoerseu vertoonen reeds sedert eenigen
tijd slechts kleine schommelingen: de omzetten zijn

gering.
Dollars enGuldens sluiten op 3.45 en 8.56V2.

104

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10
Februari 1932

DE CRISIS, IN DE BOTERINDUSTRIE IN VERBAND MET INVOER-

CONTINGENTEERI NGSPLANNEN.

Gedurende de laatste jaren bedroeg de productie

van natuurboter in Nederland ongeveer 85.000.000

KG. per jaar, waarvan de grootste helft in het bin-

nenland werd geconsumeerd, terwijl de kleinste helft
naar het buitenland – vooral naar Duitschiand

werd uitgevoerd. Niettegenstaande dit inderdaad be-
langrijke productiecijfer, kan Nederland zoiider

eenigen twijfel worden gerekend tot de. kleine pro-

ductiegebieden. In verband met de sterk gedecentra-

liseerde productie zijn betrouwbare gegevens uiter-
mate moeilijk te verkrijgen, echter kan, op grond van

door bijt’. Prof. Kurt Ritter te Berlijn of door het

Dept. of Oommerce van de Ver. Staten gepubliceerde
gegevens worden aangenomen, dat het aandeel dat Ne-

derland heeft in de werel.dproductie van boter, slechts

pim. 5 pOt. bedraagt. Merkwaardig is het te weten,

dat op naam van de Ver. Staten zelven vermoedelijk
meer dan de helft van de totale boterproductie staat,

hoewel door de Ver. Staten practisch geen boter wordt
ingevoerd, nôch wordt geëxporteerd.

Het staat vast, dat de wereldproductie van boter

in cle laatste decennia zeer sterk is toegenomen. Eener-
zijd’s
moet dit worden toegeschreven aan de meer in-
tensieve productie, als gevolg van het gebruik van

kunstmest en van krachtvoeder, als gevolg van een

voortdurende selectie van het nelkvee op productivi-

teit en vooral rentabiliteit en als gevolg van andere

factoren:
anderzijds
is dit een gevolg van de verbete-
ringen in het internationaal transportwezen, waar-

door uitgestrekte vruchtbare gebieden in de wereld-

huishouding werden opgenomen. De productie-toe-
name als gevolg van de grootere intensiteit blijkt dui-
delijk uit het in een Engeisch regeeringsrapport vei-

meld feit, dat in Denemarken de gemiddelde boter-

opbrengst per koe in 1864 bedroeg: 36.5 EG., in 1881:

52.1 EG. ed in 1908: 99.9 EG. Door zorgvuldige selec-
tie van het vee werd namelijk zoowel de melkop-
brengst per koe als het vetgehalte •der melk sterk
verhoogd. De toename van de wereld-boterprocluctie

als gevolg van de opkomst der overzeesche gebieden

wordt duidelijk gedemonstreerd door het feit, dat in

de periodé 1000-1904 de jaarlijksche uitvoer van
boter in Anstralië en Nieuw-Zeeland samen bedroeg
13400.000 EG., terwijl de uitvoer van deze landen tin

1.931 iets meer clan het tienvoudige. al. 135.000.000

EG. heeft hédragen.

Ongetwijfeld zou men in het laatst der vorige
eeuw een catastrophale daling van den hoterprijs heb-
ben verwacht, wanneer men in dien tijd eenig vér-
moeden zou hebben gehad van de enorme productie-
toename. Het is echter bekend, dat vanaf het einde (er vorige eeuw de boterprjzen niet alleen niet zijn

gèdaald, doch dat in het algemeen de boterprijzen ge-
regeld zijn gestegen. Het is voldoende in dit verband
mede te deden, dat door de Friesche Coöperatieve
Zuivel-Export Vereeniging te Leeuwarden, waarbij thans 38 coöperatieve zui velfabrieken in Friesland

zijn aangesloten, gemiddeld per EG. boter is uitbe-
taald in de jaren:

1900101 190f06 1910111 1915/16 1920/21 1925/26
f 1.13 f 1:22

fl.29 fl.86

f295

f2.23

Naast de stijging van het algemeen indexcijfer in deze periode, moet ter verklaring van deze prijsstij-
ging worden gewezen op de sterk toegenomen koop-
kracht in de industriëele gebieden, waardoor de vraag
naar boter sterk toenam.

Het zijn verschillende factoren; welke ertoe hebben

geléid, dat de hoterprijs in betrekkelijk korten tijd is
gedaald tot een peil, dat in zoodanige mate verlies-
gevend is voor den producent, dat van een catastrophe moet. worden gesproken en, dat aanleiding is geweest

tot het beramen van vele middelen met het doel hier-
in een igszins verbetering te brengen.

in de eerste plaats moet hier worden genoemd de

niclustriëele crisis, welke zich openbaarde in een on-

gekende mate van werkloosheid en .koopkrachtver-

mindering in de industriëele gebieden, met het ge-

volg, dat de geproduceerde hoeveelheid boter slechts
kon worden geplaatst bij dalende prijzen. Waar het

leeuwenaandeel der door de productiegeb ieden uitge-

voerde boter wordt opgenomen door Engeland en
Duitschiand, ligt het voor de hand, dat het feit, dat

juist deze landen te kampen hebben met een ongeken-

cle inkrimping van het nationale productie-apparaat,

onmiddellijk een fu.nesten invloed op de vraag naar

boter heeft uitgeoefend.

In de tweede plaats moet de aandacht worden ge-

vestigd op de verhooging der invoerrechten en op de
contingenteering van den invoer in de consumptie-
gebieden als D uitschian d, Frankrijk, Zwitserland,
Oostenrijk, België, enz. Gewezen kan worden op het

invoerrecht, dat Duitschland tot November 1929 hief

? 27.50 Mk. per 100 EG., dat daarna werd verhoogd

tot 504[]c. per 100 EG. en dat dezer dagen, werd ver-

hoogdtot 100 Mk. per-lOO EG. voor landen. als Ne-

mierland, waarmede Duitschland een verdrag heeft ge-

sloten, tot 136 Mk. per 100 EG. voor landen, waar

liet ruilmiddel is gedeprecieerd, zooals Denemarken

en tot 110 Mk. per 100 EG. voor landen, waar in-

flatie. heerscht en waarmede Duitschland geen ver-
drag heeft gesloten, zooals Australië. In verband met
het beruchte verdrag, dat Duitschiand met Finland
heeft en waarvan de toepassing terecht zooveel stof

heeft doen opwaaien, hebben de ,,meest begunstigde”

landen liet recht 5.000.000 EG. boter in Duitschland

in te voeren tegen het oude invoerrecht ad 50 Mlc. per
1.00 EG., dat voor landen als Denemarken verhoogd

wordt met een ,,inflatie-toeslag” A 36 Mk. per 100 EG.
1)at op dit oogenblik Denemarken erin geslaagd is
te bereiken, dat onmiddellijk na de afkondiging van

de rechten-verhoogiig werd begonnen met het con-

tingent A 5.000 ton, zoodat voor Deensche boter 86

M]c.
.per 100 EG. invoerrecht wordt geheven en dat
op dit oogenhlik de Nederiandsche regeering nog

geen eenstemmigheid met dé Duitsche regeering heeft
.’erkregen ten aanzien van de inwerkingtreding van
het contingent, zoodat van Nederlandsche boter thans
1.00 Mk. per. 100 EG. wordt geheven, maakt den toe-
stand van de botermarict op dit oogenblik chaotisch en
heeft tot gevolg, dat, zoo hierin niet onmiddellijk ver-
andering komt, Duitsche afnemers, die geregeld
Ne-

derlandsche boter kochten,
,,tijdelijlc”
aan Denemar-.
ken worden overgegeven! Wij vertrouwen, dat het
ônze regeering bekend is, dat het heel wat geld kost deze afnemers later weer i’oor ons product t..e inte-

resseeren.
1)

:!:n de derde plaats moet worden gewezen op de
inflatie in Engeland, Nieuw-Zeeland, Australië, De-
nemaricen en andere belangrijke boter in- en ui tvoe-
rende landen, waardoor eencrzijds de koopkracht daal-
de en waardoor anderzijds de lcostprjs van het prôdtmct
is verlaagd, als gevolg ivaarvan de positie van ons
land buitengewoon moeilijk is geworden:
Het is in dit verband onnoodig nog andere facto-

ren te noemen, welke ertoe hebben geleid, dat de
boterprijzen onrustbarend zijn gedaald. Volledigheids-
halve moet echter erop worden gewezen, dat schrij-
ver dezes niet uit het oog verliest, dat de algemeene.
prijsdaling, welke tot uiting komt in den teruggang

1)
In tusscben is
ook
tav. NecVerlancl
het comiti
agent iii

werking getreden, zooclat op dit oogeublik .hèt Duï.tsche
imivoerrecht
op
Nederlandsche boter
50 Mk.
P
500 KO.
bedraagt. .

.

10 Februari 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

105

van het algemeen indexcijfer,
vanzelfsprekend van

invloed is geweest op een artikel als boter.

De

catastrophale prijsdaling
blijkt

duidelijk

uit

onderstaand overzichtje, waarin is aangegeven de ge-

middelde Leeuwarder Oommissienoteering voor eerste

kwaliteit

Nederlandsche

boter,
netto

per KG.,

in

guldens:
1927

1928 1929

1930

1931
le kwartaal

…….2.13

2.175 2.145

1.921

1.58
2e

1.835

1.92
1.848

1.485

1.296 3e

1.699

2.069
2.003

1.64

1.296
4e

2.191

2.285
2.18

1.587

1.219
Jaargemiddelde

2.031

2.112
2.044

1.658

1.34

De lage prijzen hebben in ons land de consumptie

van boter sterk doen toenemen. Er is geen reden te

veronderstellen, dat de boterproductie in Nederland
in 1931 belangrijk grooter of kleiner is geweest dan

in 1930, toen
zij
ruim 87.000.000 KG. bedroeg. In
1931 was de totale uitvoer aan boter bijna 33.000.000
KO., wat dus beteekent, dat het binnenlandsch ver-
bruik aan boter meer dan 54.000.000 EG. bedroeg,

waarbij komt 4.000.000 EG. buitenlandsche boter,

welke meest van tweede kwaliteit is, en een even-

tueele afname van den voorraad in dat jaar. Op
zich-

zelf beschouwd lijkt deze consumptie-toename slechts

toe te juichen, ja, uit ,,privatwirtschaftlich” oogpunt

zal zelfs menig boterproduceut hiermede zeer ver-
heugd zijn, aangezien de risico, welke hij loopt door

de waardedaling van het ‘buitenlandsche ruilmiddel
(Engeland) of door de wankele constructie van het
crediet-mechanisme in Duitschland, wordt vermeden.
In dit verband kan worden gememoreerd het merk-
waardig feit, dat in Denemarken het verbruik van
margarine per hoofd van de bevolking grooter is dan in

welk land ter wereld en dat men in Denemarken zich
steeds op het standpunt heeft gesteld, dat de produ-
cent het meest gebaat is, wanneer hij zijn duur pro-
duct verkoopt aan het buitenland en zichzelf tevreden
stelt met een goedkoop surrogaat.

Er is echter een belangrijk verschijnsel, hetwelk
veroorzaakt, dat de boterproducent het niet in elk op-
zicht kan toejuichen, dat zijn afzetgebied meer en meer
komt samen te vallen met het productiegebied. Wij
bedoelen de groote seizoenschommeling in ons land.
In de zomermaanden is de melkproductie in ons land
veel grooter dan in de wintermaanden. Merkwaar-
digerwijze is deze seizoenschommeling in de melkpro-
cluctie in Denemarken veel geringer. Zelfs is in Dene-
marken de boterproductie practisch regelmatig over het geheele jaar verdeeld. Dit verschil tusschen Ne-

derland en Denemarken heeft meerdere oorzaken,
welke, ter vermijding van teveel plaatsruimte, in dit
opstel onbesproken moeten blijven.

Waar de binnenlandsche ‘boterconsumptie practisch
het geheele jaar •door gelijk is, is dus de verhouding
tusschen ‘de gedurende de zomermaanden geëxpor-
teerde hoeveelheid boter en het kwantum boter, het-
welk gedurende de wintermaanden wordt uitgevoerd, veel wanstaltiger dan de verhouding tusschen de hoe-
veelheden boter, welke ons land in de verschillende

seizoenen produceert. In verband hiermede geven wij
hieronder een overzicht van den uitvoer, den invoer
en het I4itvoersaldo van boter in ons land in 1931:
-.

Saldo
Uitvoer Invoer (X 1000 KG. bruto)
Januari ………..2278

423

1855
Februari ……….1819

260

1559
Maart ………..2839

130

2709
April ………….. 3473

94

3379
Mei …………..4132

152

3980
Juni ………….3468

173

3295
juli

………….2914

368

2546
Augustus ………2977

360

2617
September ……..2765

84

2681
October ………..2793

442

2351
November ………1653

558

1095
December ………1849

$82

967

Dit beteekent dus, dat gedurende de wintermaanden
ons land ‘boterklanten verliest, welke weer moeten

INHOUD.

Blz.
Dc
caisis
IN DE’ BOTERINDUSPRIE iN vERBAND MET
1 NVOERCONTINGENTEERINGSPLANNEN
door
H. J. Frie-
tema……………………………………..
104
Bevordering van de exporteredietverzekering vaij
Staatswege………………………………..106
De telegramtarieven voor het verkeer tussclien Neder-
land en Nederlandscli-Indië door
0. J. W. Pntman
Cramer ……………………………………
107
Is de grondstoffenvaluta infiatorisch? door
Prof. Dr.
Ir. J. Goncirjaan Jr………………………….110
Het Federal Reserve systeem en de liquiditeitspositie
der Memberbanks door
E.
Ilenny …………….113

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
Suid-Afrika en die goudstandaard door Dr. C.
G.
W.
Schumann ………………………………
114

AANTEEKENINGEN:
Indexcij Iers van groothandelsartikelen ………..116

INGEZONDEN STUKKEN:
De bujtenlandsche handel van Duitschiand
in
1931
door
H. Dunlop ………………..
.
………..
116

MAANDCIJFERS:
Giro-omzet bij De
Nederlandsche Bank …………116

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…….. … …. 117-122
Geldkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.

worden teruggewonnen in het voorjaar. In tegenstel-
ling met buy. Denemarken, is het dus voor de expor-
teurs van Nederlandsche boter onmogelijk een vast af-
zetgebied te hebben in het buitenland. Als gevolg
hiervan is de prijs voor ‘de beste Nederlandsche boter
gedurende de wintermaanden, dan ook hooger en ge-

durende de zomermaanden dan ook lager dan die van
de ‘beste Deensche boter. Dat gemiddeld de eerste kwa-
liteit Nederlandsehe boter evenveel opbrengt als een-
zelf do hoeveelheid eerste kwaliteit Deensche boter, is
dan ook een afdoende weerlegging van de legende, dat
Denemarken het monopolie ‘heeft van de kwaliteit-

boter.

De invoer van buitenlandsche ‘boter, hoofdzakelijk
A ustralische en Siberische ‘boter, welke belangrijk
lagere prijzen opbrengt, en gebruikt wordt door bak-
kers en winkeliers, welke met deze kwaliteit kuunen
volstaan, voorkomt, dat de wanverhouding tusschen
den uitvoer van Nederlandsche boter in winter- en
zomermaanden nog scheever wordt dan deze reeds is,
wat blijkt uit vorenstaand overzichtje. 1-let zou dan
ook, volgens onze overtuiging, niet in het ‘belang zijn

van den producent,•wanneer men den invoer van bui-tenlandsche ‘boter zonder meer zou beperken. Immers
de voor uitvoer ‘beschikbare hoeveelheid boter zou ge-
durende de wintermaanden nog kleiner worden, wat
dus beteekent nog meer verlies van buitenlandsch af-
zetgebied, dat weer met opoffering van groote bedra-
gen in het voorjaar zou moeten worden herwonnen. l:[et motief, dat beperking van den invoer van bui-
tenlandsche boter gedurende de wintermaanden den
binneulandschen boterprjs zou doen stijgen, kan niet
steekhoudend worden genoemd; immers dan zouden de
exporteurs, welke zich ten behoeve van den Neder-
landschen boer dezen winter groote opofferingen heb-
ben getroost om het buitenlandsch afzetgebied te be-
houden, zulks onmogelijk kunnen volhouden en dus
beginnen met ook hun productie geheel op de binnen-
landsche markt te werpen. Het motief zou alleen dan
steekhoudend zijn, wanneer de productie in de winter-
maanden z66 gering of de consumptie in dien tijd z66
groot was, dat de productie vlot geheel in het binnen-land zou kunnen worden geplaatst.
Wil men in ons land den invoer van buitenlandsche
boter beperken, dan moet men, tenzij men geheel af-
stand doet van een zoo groot mogelijk vast afzetge-
bied in het ‘buitenland, deze beperking combineeren
met een regeling, welke tot gevolg heeft, dat de expor-
teurs, die zich groote opofferingen ten bate van den
Nederlandschen producent gedurende de viiitermaan-
den getroosten, worden tegemoetgekomen mêt een ex-

106

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 Februari 1932

portpremie, waarvoor de middelen waren te vinden

in de heffing van een omslag per productie-eenheid.

Het gevolg hiervan zou zijn, dat een prijsverschil

zou ontstaan tusschen den prijs voor Nederlandsche

boter in binnenland en buitenland, waarin verinoe-

delijk tot uitdrukking zou komen het grootere risico,

dat door den export van boter. de verkooper zou loo-

pen. Aangezien het aandeel, dat Nederland heeft iii

den internationalen boterhandel, zeer gering is en dus

de prijs, welke voor Nederlandsche boter in het buiL

tenland zou zijn te bedingen, geheel afhangt van de.

wereldmarkt, zou dus door een dergelijke exportpre-

mie de prijs, welke in het binnenland zou zijn te re-

aliseeren, worden verhoogd. Waarschijnlijk zou uit-

eindelijk, niettegenstaande de consumptie-afname in

het binnenland, door de realisatie van een deel van

het Nederlandsch ,,consumers-surplus”, van een derge

lijke regeling het gevolg zijn, dat de producenten ge-

zamenlijk hierdoor zouden worden gebaat.

Het is gewehscht, dat deze gedachteigang zorgvul-

dig aan de waarheid wordt getoetst. Wanneer blijkt,

dat een regeling, als boven aangegeven, voor produ-
centen aanbevelenswaard is, is het zeer waarschijnlijk,

dat de gezamenlijke producenten niet in staat zullen blijken een dergelijke regeling vrijwillig tot stand te

brengen en’.zal’deze regeling krachtdadig aan produ-

centen moeten worden opgedrongen.
Het jaar
1932
begint met een boterprijs, welke
lager, is dan v66r den oorlog.
i)
Het perspectief voor

‘den. a.s. zomer is, gezien de moeilijkheden, welke hier-

boven zijn aangegeven, inderdaad, beklemmend, zoodat

de kans zeer groot is, dat een groot aantal agrarische
ondernemers wordt weggevaagd, met zich sleurende
de reserve, welke hunne ouders hebben gevormd.

Het is noodzakelijk, dat onmiddellijk ingrijpende

maatregelen worden genomen in het belang van een

deel van het Nederlandsche volk, dat dreigt te wor-

den geruïncerd. Het is echter nog meer noodzakelijk,
dat voorkomen wordt, dat maatregelen worden geno-

men, welke in internationaal opzicht niet verdedig-

baar zijn, voor den consument nadeelig moeten wor-

den genoemd en ,,last not least” niet in het, belang

kunnen worden geacht van den producent ten behoeve

waarvan deze maatregelen op het punt staan te wor-
den genomen.
II.
J.
FRIETEMA.

Leeuwarden.

1)
Gemiddeld was iii de maand Januari de Leeuwarder
Commissienoteering
f
1.16
per KG. netto, de Kopenhaag-.
sche noteering
f
0.92
per EG. netto.

BEVORDERING VAN DE EXPORTCREDIETVÊRZEKERING VAN STAATSWEGE.

Men schrijftons:


zijn ‘in(de wekelijksche officiëele uitgave ,,Handelsbe-

Nadat zich in de eerste jaren na den oorlog eei
richtén”. Weliswaar werd een aantal garanties van

groote opleving in het internationale goederenverkee’r Staat&wege verleend en kwamen zoowel grootere als
had voorgedaan, begon in de daarp volgende jaren de
kleinéi-e exporttransacties met behulp van zulke ga-
exporthandel langzamerhand allerwege te verminde-
rantiës tot stand, doch veel gebruik is er van de rege-
ren en tenslotte dermate te kwijnen, dat verschillende
Iingper slot van rekening toch niet gemaakt. Daar-
regeeringen het noodzakelijk achtten speciale hulp-
voor zijn allerlei oorzaken aan te geven.

regelingen van Staatswege in het leven te roepen met
De garantie ging als regel niet verder dan 40 pOt.

het doel den export te bevorderen, in de hoop daardoo
van-liet uiteindelijk verlies. Exporteurs, die voor 100

de werkloosheid te verminderen.

.
pOt.’het risico niet wenschten te dragen, bleven ook

In Nederland dateert zulk een regeling van 1922.
1)

60 pOt. eigen risico te zwaar vinden; en exporteurs,

Deze regeling was ontworpen uitgaande van de ge- die 60 pOt. wèl voor eigen rekening wilden nemen,

dachte, dat exporteurs en exportderende industrieën
hadden als regel geen bezwaar ook het resteerende

van hun bankiers niet voldoende crediethulp kondeh
risico van 40 pOt. zelf te dragen. Verder werd de toe-

verkrijgen ter financiering van hun vorderirigenop
passing van de regeling door sommigen wat omslach-
het buitenland. De bankiers zouden namelijk huiverig
tig ‘gevonden;

daaraan was niet veel te verhelpen,

zijn
het risico, in die financiering gelegen uit hoofde
omdat

,le credietverzekering,

ook al wordt zij

van

van de al of niet solvabiliteit van de buitenlandsche
Staatswege gedreven, nu eenmaal bij elke aanvrage

debiteuren,. op zich te nemen. De regeling nu opende
een nauwkeurig onderzoek vereischt van de verschil-

de mogelijkheid, dat de Staat het risico bij zulke ex-
lende factoren, die het risico bepalen. Ook eischt de

por.tcredieten van den bankie’r overnam tot een maxi-
credietverzekering,

dat aan

verschillende

voorwaar-

mum van 50 pOt.

,,


den, wat crediettermijn, solvabiliteit enz. betreft, vol-

Van deze regeling is nooit gebniik gemaakt; zij
daan zij,
wil
een garantie gegeven kunnen worden.

was ingewikkeld en ‘voorzag blijkbaar ook niet in den
En tenslotte: het belang van het verkrijgen van een

bestaan’de behoefte. Toen dan ook belanghebbenden
garantie voor de solvabiliteit van goed geachte debi-

naar voren brachten, dat het weuscheljk zou zijn aan teuren werd niet algemeen ingezien, en een verzeke-

de exporteurs zelven rechtstreeks verlichting te geven
‘daarvan
ring

dus niet verlangd, terwijl daarentege,n

iran hun risico bij exportzaken, werd in overleg met
wel gewenscht werd een verzekering van slechte of

den Nijverheidsraad een nieuwe regeling ontworpen
bepaald riskante debiteuren.

Bij •deze posten wilde

en’ ‘door

de regeering bij

Ministeriëcle

beschikking
echter de belanghebbende zelf geen eigen risico van

van
20
Januari en
27
Februari
1023
ingevoerd.
eenigaanbelang loopen, hetgeen een con’ditie sine qua

Met deze regeling.deed de exportcredietverzekering
non is

in de credietverzekering.

Een

premie voor
verzekering van’ een dubieusen debiteur was’ uit den
hier te lande feitelijk haar intrede, en wel als Staats-
bedrijf, eerst later gevolgd door de particuliere export-
aard der zaak ook niet te bepalen, zoodat het onmo

credietverzekering. Op grond van déze nieuwe rege-
gelijk was voor zulke posten een garantie te geven.

ling kon de exporteur, tegen betaling van een premie,
Daar het gebruik, dat van de regeling gemaakt

van den Staat een garantie verkrijgen»voor een ‘deel
werd, betrekkelijk zoo gering was, kwam de beoogde

‘van

het

uiteindelijk

verlies,

dat

hij

eventueel zou
werkverruiming niet tot stand. Voor den Staat be-

komen te lijden tegevolge van de insolventie van ‘zijn
stond er dan ook weinig aanleiding om voort te gaan

buitenlandschen afnemer.
J voor een beperkt aantal posten risico

uiteraard een

Deze regeling is eenige jiren in werking gewèest
slecht

verdeeld risico


telkens

weer

op

zich

te

en men kan het resultaat daarvan vermeld vinden ‘in
1 nemen en toen dan ook de werkzaamheid van de par-

de jaarverslagen van de Rijkscommissie van Advies
1

ticuliere credietverzekeringmaatschappijen geleidelijk

voor de Exportcredieten, die geregeld gepubliceerd
meer en meer tot ontwikkeling was gekomen, gaf de

regeeruig ein’d
1928
gevolg aan haar, geruimen tijd

‘) Resoluties van den Min.
v.
Fin, d.d.
15
Juni en
24
Itevoren bekend gemaakt, voornemen, om de regeling

Juli 1922.
.

in’te trekken.

10 Februari 1032

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

107

in het voorjaar van 1031, bij de stijgende werkloos-

heid hier te lande, gingen stemmen op (o.a. van de
Rijkscommissie Werkverruiming, en van den heer

Van den Tempel in de Tweede Kamer) om opnieuw
een regeling in te voeren en wel speciaal om moge-

lijk te maken, dat garanties werden verleend voor

exportcredieten in verband met exporten naar landen

met meer dan gewoon risico, waar’.00r bij de particu-

liere credietverzekeringmaatschappijen in de meeste

gevallen geen verzekering was te sluiten.
Blijkens de beschikking van den Minister van Fi-

nanciën van 0 Februari ii. is de Regeering thans

aan clezen wensch tegemoet gekomen. Een nieu-

we regeling
1)
is ingevoerd, die zich in principe
aansluit bij het stelsel dat te dezer zake in Duitsch-
land geldend is, in tegenstelling tot de vorige rege-
ling, die meer analoog was aan de Engelsche. De

1)
De Miii.
v.
Financiën gezien zijn beschikking van
8
Sept.
1931, No. 70,
Generale Thesaurie, aangevuld bij Zijne
beschikking van 15 Sept.
1931, No. 102,
Generale Thesaurie,
waarbij werd ingesteld een Rijkseommissie van Advies voor
Exportcreclietgaranties,
Heeft goedgevonden en verstaan: ter algemeene kennis
te brengen de volgende algemeene bepalingen betreffende
exportcredietverzekeringen:
Artikel
1.

In het belang van de opvoering van werkgelegenheid hier
te lande kan, met inachtneming van nader voor ieder geval
op zichzelf of voor groepen van gevallen algemeen te stel-
leti voorwaarden, aan daartoe bij deze of latere beschikkingen
toegelaten creclietverzekeringmaatschappijen de gelegenheid
worden opengesteld om tegen betaling eener premie export-
credietverzekeringen ten behoeve van hier te laude geves-
tigde ondernemingen hij den Staat, met behoud van een deel
als eigen risico zoowel voor de onderneming als in den
regel voor de credietverzekeriugmaatsehappij, te herverze-
keren teneinde deze ondernemingen in staat te stellen be-
trekkingen met het buitenland te behouden, te herwiunen
of te verkrijgen.
Artikel
2.

De voorwaarden tot toelating van een crediotverzekering.
maatschappij zullen bij afzouclerlij ke overeenkomst tusschen
den Minister van Financiën namens den Staat en de
ered ietverzekeriugmaatschappij worden geregeld.

Artikel
3.

Als
creclietverzekeringmaatschappij, zooals bedoeld bij artikel
1,
wordt bij deze tot wederopzegging toegelaten de
Nederlandsche Credietverzekering Maatschappij
N.V.
te
Amsterdam (C), Keizersgracht 250.

Artikel
4.

Ondernemingen, die een exporteredietverzekering met
herverzekering door den Staat bij een credietverzekering. maatschappij wensehen af te sluiten, moeten zich daartoe
wenden tot de Rijkseommissie van Advies voor Export-
credïetgaranties, Amsterdam (C), Rokin 127, of tot een der
toegelaten credietverzekeringmaatschappijen.
De creclietverzekering zelve zal tussehen de onderneming
en de credietverzekeringmaatschappij worden afgesloten
onder voorwaarden, welke in de gebruikelijke polis der
credietverzekeringmaatsehappij vervat zijn, behoudens loo-
dig of wenschelijk blijkende afwijkingen.

Artikel 5.

De geheele behandeling van de exporteredietverzekering,
de schaderegeling en de uitbetaling van de schadevergoe.
ding geschieden uitsluitend door de zorgen van de crediet-
verzekeriugmaatschappij in zooverre als daarvan niet in de
overeenkomst betreffende de toelating is afgeweken.

Staat namelijk •is niet wéder zelfstandig een crediet-

verzekeringsbedrijf begonnen, doch zal het verkrijgen
van een exportcredietverzekering voor exporteurs ver-

gemakkelijken, door aan de particuliere credietverze-

keringmaatschappijen de gelegenheid te geven posten

tegen betaling van een premie voor een deel bij den

Staat te herverzekeren. De nieuwe regeling maakt het

mogelijk thans een hooger percentage dan 40 pOt.
van het uiteindelijk verlies door verzekering te dek-

ken; immers zijn in het particuliere bedrijf hoogere

percentages gebruikelijk, al wordt ook daar vastge-

houden aan den eisch, dat de verzekerde zelf
bij
elke
vordering een gedeelte eigen risico blijft loopen. Ver-

der geschiedt de behandeling in eerste instantie door

het particuliere verzekeringsbedrijf, dat met deze moei-

.ljke en ook nu nog betrekkelijk nieuwe branche van het verzekeringswezen geacht kan worden het beste
vertrouwd te zijn. Het tot stand komen van verzeke-

ringen op debiteuren, gevestigd in landen, waarop de

particuliere verzeker ingmaatschappijen min der gaar-

ne verzekeringen afsluiten, wordt vergemakkelijkt.

Hoezeer men echter ook moge trachten deze nieuwe regeling soepel toe te passen, lange crediettermijnen
zullen bezwaar opleveren voor de afsluiting van een
verzekering. Evenmin zal dekking verkregen kunnen

worden voor afnemers, wier solvabiliteit op goede

gronden aan rechtmatigen twijfel onderhevig is: expor-

ten, die niet betaald worden en waarbij dus grondstof – en werkkracht voor niets aan het buitenland geleverd
worden, zal de Regeering inimers niet bedoelen te
bevorderen.

Zal van de nieuwe regeling veel gebruik gemaakt

worden? Dat zal de toekomst moeten leeren. In het
algemeen kan opgemerkt worden, dat de credietver-
zekering eerst langzaam ingang vindt. De geldelijke
uitkomsten voor de schatkist zullen wellicht niet gun-
stig zijn, aangezien de Staat uit den aard der zaak
waarschijnlijk een slecht verdeeld risico als herver-
•zekeraar zal te dragen krijgen. Blijkt het echter mo-

gelijk met behulp van de regeling onzen export te ver-

grooten, en daardoor werkverruiming in het leven te
roepen, dan is zulks ongetwijfeld een offer waard. Al
te hoog kan echter de verwachting te dien aanzien
niet gespannen zijn. In de Tweede Kamer heeft de Re-

geering reeds medegedeeld, dat zij voorshands niet
bereid is exportcredietverzekeringen op Rusland op

zich te nemen. Overigens echter zullen exporteurs
door de regéling hier en daar in staat zijn den omvang
hunner exporten te vergrooten, omdat zij zich in

ruimere mate tegen het risico van onverwachte insol-
venties kunnen dekken. De financiering van de ex-

porten bij de bankiers zal mogelijk ook vergemakke-
lijkt worden door de zekerheid, welke de verzekering
ook aan hen kan opleveren. Doch de tegenwoordige
stagnatie in den
ex15ort
zelve wordt daardoor nog
niet opgeheven. Een herassurantieregeling is in elk
geval niet in staat exporten in het leven te roepen,
indien deze verhinderd worden, doordat de voor de

goederen verlargde
prijzen
te hoog
zijn,
of doordat
het buitenland bij gebrek aan koopkracht niet koopen
k.n, of eindelijk doordat de invoer in het buitenland
door maatregelen, van welken aard dan ook, aldaar

belemmerd wordt.

DE TELEGRAMTARIEVEN VOOR HET VERKEER
••
TUSSCHEN NEDERLAND

EN NEDERLANDSCH-INDIE.

Reeds sinds eenige jaren wordt van verschillende
zijden (Kamers van Koophandel, den Nijverheidsraad,
den Ondernemersraad voor Nederlandsch-Indië, het
Verbond van Nederlandsche Werkgevers, enz.) aange-
drongen op verlaging der tarieven van het telegram-verkeer tusschen Nederland en Indië vice versa. Het
tarief toch van gewone telegrammen tusschen Neder-
land en Indië bedraagt nog steeds
f
2,— per woord,
een bedrag z66 ver uitstekend boven de overige wereld-

tarieven en in het bijzonder boven de tarieven, welke
tusschen Engeland, zijn dominions en koloniën gelden,
dat een drang tot belangrijke verlaging alleszins ge-
wettigd is.

Alvorens op deze tarieven nader in te gaan, moge
in het kort iets gezegd worden omtrent de teleg”afi-
sche verbinding Nederland—Indië. Deze verbinding geschiedt zoowel langs radiotelegrafischen weg, dus
rechtstreeks, als via de kabels der ,,Eastern Telegraph

108

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 Febrbaril l32

C
y
.” De tarieven langs beide wegen zijn dezelfde. De

afzender kan ‘bij’ de aanbieding van een telegram aan-
geven langs welken &r beide wegen hij het telegram

verzonden wil hebben. Dat wil echter zeggen, dat, io-

dien op het aanbiedingsformulier niet uitdrukkelijk
wordt aanggeven ,,via Eastern”, het telegram als

regel verzonden wordt langs draadloozen weg.
Voor den afzender maakt het weinig verschil, welke

weg gebruikt wordt. Gemiddeld is de tijd, waarbin-

nen cle ‘telegrammen overkome’n, vrijwel gelijk. Het

bezwaar, dat de radiotelegrammen niet geheim zouden

zijn, is, bij de tegenwoordige wijze van overseinin,g,

meer theoretisch dan practisch. Weliswaar hoort men

nu en dan verlui’den, dat de particuliere kabelmaat-

schappijen in het algemeen wat soepeler werken dan
de Rijksdiensten, doch dit gaat meestal over zulke

kleinighedén’, dat daardoor de balans niet naar de

een of andere
zijde
overslaat.

In het algemeen bestaan er – afgezien van de

tarieven – weinig of geen klachten over de telegra-
fische gemeenschap met Ne’derlandsch-Indië; integen-
deel, algemeen heerscht in handelskrin’gen de over-

tuiging, dat er onder de huidige leiding naar ge-

streefd wordt de telegrafische verbindingen tusschen

Nederland en Indië zooveel mogelijk aan haar doel te

‘doen lbeantwoorden.
Maakt ‘het voor •den afzender •dus vrijwel geen ver-

schil langs welken weg het telegram zijn doel bereikt,

geheel anders is dit voor ‘den Staat. Bij verzending
per radio toch komt het voor het telegram betaalde
bedrag (dus f2,—. per woord voor een gewoon tele-

gram) geheel ten goede aan den Rijks- en aan den

Nederlandsch-Indischen telegraafdienst. Elk dezer

beide ‘diensten ontvangt daarvan
f
1,— per woord.

Bij verzending van het telegram langs den kabel

echter, ontvangt de ,,Eastern Telegraph Cy.” ‘het
leeuwenaandeel der opbrengst, terwijl de Nederland-

sche en de Indische telegraafdienst elk slechts een

klein gedeelte, n’l. de begin- en ‘de eindtax ontvangen

(totaal ongeveer 20 pOt.). Elk telegram, dat ‘dus voor-
zien wordt van de aanwijzing ,,via Eastern”, heteekent

voor beide diensten een belangrijke derving van in-

komsten.
V66r 1923, toen het draadloos verkeer nog niet voor

het publiek was dpengesteld, kwam dan ook, op de

bovengenoemde 20 pOt. na
, de geheele opbren’gst van

het telegrafisch verkeer tusschen Nederland en Ne-
derlan’dsch-Indië vice versa ten goede aan cle Kabel-

maatschappij.
Bij de opening van den radiodienst werd al’ spoedig

een gedeelte van het verkeer door het luchtruim ge-
leid, hoewel die ‘dienst toen nog geenszins volmaakt

was. Het, groote belang van een betrouwbare, goed
werkede eigen verbinding tusschen Nederland en
koloniën, waarvan het gemis zoo ernstig gevoeld was
in de oorlogsjaren, werd door ieder ingezien en al
spoedig viel aan den radiodienst een steeds toenemend

deel van het verkeer toe.
Het aantal woorden ‘door den radiodienst tusschen
Nederland en Indië gewisseld, ‘bedroeg in:
1923
(half jaar) ……………
25.000
1924

……………………..
300.000
1925

……………………..
310.000
1926

………………………
440.000
1927

………………………
525.000
1928

………………………
690.000
1929

……………………….
690.000

,l.n percenten werd in:’
1925

……………………..
50 ‘pCt.
1926

……………………..
62
1927

……………………..
72
1.928

………………………
84

van het geheele verkeer langs radiotelegrafischen weg

afgewikkeld.
Thans is de toestand z66, dat van het geheele tele-
grafische verkeer Nederlan d—Nederlandsch-Indië
ruim 90 pOt. ten deel valt aan den radiodienst en
slechts 10 pÇt. langs den kabel verzonden wordt.

Vraagt men zich af, of. een
dergelijke
toestand op

den duur gewenscht is, dan hangt het antwoord mijns
inziens af van het gewicht, dat men aan het bestaan

van eene goede kabelverbinding met indië hecht naast

den rechtstreekschen radiodienst. Want het lijkt

oppervlakkig niet uitgesloten, ‘dat, waar ‘het traff ie op

den kabel hoe langer hoe kleiner wordt, de exploita-

tie ‘der kalbelverbinding Sin gapore—Batavia spoedig

niet meer loonend zal zijn, en dat dit gedeelte op-

geheven wordt.

Nu is de draadlooze verbinding tusschen Nederland

en Indië in de laatste jaren door de snel voortschrij-

dende techniek – vooral sinds de korte golfverbinding

tot stand gekomen is – wel zeer bedrijfszeker gewor-
den, maar ook al zou uit, een oogpunt van bedrijfs-

zekerheid een kabelverbinding naast, de ra’dio niet

strikt noodi.g zijn, een feit is het, dat zoowel sommige
handelskringen als de pers nog zeer aan het behoud

van een kabelverbin’ding hechten.

Behalve de gewone telegrammen, welke in code

(van 10 letters) gesteld kunnen worden en waarvoor
het tarief van
f
2,— per woord geldt, zijn in he’t ‘ver-

keer tusschen Nederland en Nederlandsch-Indië toe-
gelaten’ ‘de z.g. uitgestelde (LCD) en brief telegram-

men (DLT). Het tarief der uitgestelde telegrammen

is f 1,—
per woord. Dez telegrammen komen bij de
overseining in rangorde na de gewone telegrammen;
bovendien moeten zij geheel in verstaanbare taal ge-

steld zijn. Uit het feit, dat bij de codetelegrammen

cle 10 letterteekens vrijwel algemeen ‘gevormd worden

(loOr de samenvoeging yan twee codewoorden van

5 letters, volgt reeds, dat, in do
praktijk,
de uitgestel-
de telegrammen zeker niet goedkooper zijn dan de

gewone telegrammen, althans wanneer deze er zich
voor leenen om in code ‘te worden omgezet. En zulks
is voor handelstelegrammen altijd het geval. Bovefl-

dien maakt de vertraging, waaraan uitgestelde tele-

grammen altijd kunnen zijn ‘blootgesteld, hen niet ge-

schikt voor de meeste handeistransacties.
Uit een onderzoek, destijds door den Ondernemers-

rand voor Nederla6dsch-Indi6 ingesteld, bleek dan
ook, dat bij alle banken en handélslichamen..bijna het

geheele verkeer werd afgewikkeld door middel van

gewone telegrammen.

De z.g. ‘brief telegrammen D(aily) L(etter) T(ele-
gram) moeten ook in verstaanbare taal gesteld zijn;
zij mogen niet ‘worden afgeleverd (ook al ‘zijn zij eer-
der ontvangen) dan den tweeden morgen na den dag

van aanbieding. Het tarief bedraagt
f
0,624 per

woord, met een minimum van
f
12,50 per telegram.

Zij zijn ‘dus slechts bruikbaar in bijzondere gevallen

en voor lange telegrammen.

Vergelijkt men than’s de tusschen Nederland en
Nederlandsch-Indië van kracht zijnde tarieven, met
die, welke gelden in het verkeer tusschen Engeland
en zijn dominions en koloniën, dan ‘steken eerstge-

noemde tarieven wel zeer ongunstig af.

Zoo kost een gewoon telegram vad Engeland naar:

Britsch-Indië

f 0,85 p.
kabel en
f
0,65 p.
radio per woord,
Nieuw-Zeeland

,, 1
1
15
,,,,,,,,
1
1
15
Australië

11
1,20
Straits
Settlements ,,
1,70 ,, ‘ ,,,,,, 1,70
Nieuw-Guinea

111,45 ,,,,,., ,, 1,25

Alleen het tarief van Engeland naar Serawak

(f
2,40 per woord) is hooger dan het tarief Nederland

—Indië. –

Even. groote verschillen vertoonen de D.L.T.-tele-

grammen.

Zulk een telegram.kost van Engeland naar Britsch-
Indië slechts f 0,22w per kabel en
f 0,171
per radio,

terwijl het tariëf van deze telegrammen tusschen tngeiand en Australië slechts f 0,45 per kabel en

f
0,30 per radio bedraagt. Maar ook de tarieven voor
teegrammn van Nederland naar Britsch-Indië,

10 Febru ari 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

109

Australië (Statenbond, Nieuw-‘Zu:i d-Wales, Queens-
land, Tasmania, Victoria en Nieuw-Zeeland) en zelfs
die van Nederland naar Japan en naar Hawaii, zijn

belangrijk lager (nl. resp.-
f
0,90,
f
1,57,
f
1,73,
f 1,58

per woord) dan die van Nederland naar Indië, of-

schoon de afstand naar de drie laatst genoemde ge-
bieden belangrijk grooter is dan de afstand tusschen

Nederland en indië.
De hierboven gegeven omzettingen van de Engel-

sche tarieven in Nederlandsch geld, berusten echter

alle nog op de goadwaarde van het Pond. Sinds het

Pond circa .30 pOt, van zijn waarde verloor, zijn die

tarieven hiet verhoogd, dus thans in guldens uitge-

drukt nog 30 pOt.. lager. Zoo is het tarief van een

telegram tusschen Engeland en Nederlandsch-In dië
3 sh. 2 d. per woord, d.wiz. in Nederlandsch geld

thans pl.m.
f 1,33. –
Hierdoor is de merkwaardige toestand ontstaan,
dat men thans vanuit Nedèrland via Ege’laÏ’i goed-

icooper naar Nederlan’dsch-Indië kan seinen dan
rechtstreeks. Een telegram naar Engeland toch kost

ier wobrd
f 0,1236.
Een telegram, dat buy. dus.eerst

nâar Londen en van-daar naar Nederlandsch-Indië ge-

seind wordt, kost thans
f 0,121/
i1
+ f1,33 = f 1,4536

per woord, dat is
f 0,55
per woord goedkooper dan in

het rechtstreeksche’ verkeer.

Zooals wij hierboven zeiden, is reeds sinds jaren

van verschillende lbelanghabbende zijden aangedron-
gen op een verlaging der tarieven Nederland—Indië

Vice versa. Het behoeft toch geen betoog, dat elke ver-
laging van die tarieven Nederland dichter hij Indië
brengt, dat zij de banden tusschen beide deden van

het Rijk vergemakkelijkt en nauwer aanhaalt. Zoo
laag mogelijke tarieven tusschen de overzeesche ge-
bieden en het Moederland moeten dan ook zeer zeker
als een staatsbelang beschouwd worden. Maar boven-
dien loopen de telegramkosten ‘bij vele maatschappijen
op tot zeer hooge ‘bedragen. Eén enkele groote maat-
schappij ‘bijv. had in één jaar een telegrafisch ver-

keer met Nederlan’dsch-Indië van meer dan
250.000
woorden. Waar het om zulke bedragen gaat, is het
duidelijk, dat vooral in deze tijden meer dan ooit de
druk van het exorbitant hooge tarief gevoeld wordt.
In den beginne werden de verzoeken om verlaging
der tarieven voornamelijk afgewezen op grond ‘van
het feit, dat daartoe de medewerking der kabelmaat-

schappijen noodig was, terwijl het tijdstip nog niet
was aangebroken, waarop. de Rijksradiodienst zich
geheel kon losmaken van die maatschappijen.

Al spoedig – althans in
1929
– bleek het echter, dat de Nederlandsche administratie inzag, dat de

telegramtarieven naar Ned.-Indië onbevredigend wa-
ren en dat tariefverlaging noo’dig, althans zeer ge-
venscht was, doch dat deze verlaging afstuitte op de
houding der Indische Regeeriug, die in verband met de daarUit verwachte inkomstenderving, een af wij-
zende houding aannam. Wij komen op deze houding

hieronder terug.

Zoo staan de zaken de laatste twee jaren, in welke

jaren ook op de verzoeken van enkele belangrijke
maatschappijen om verlaging der tarieven, steeds nul
op het request gekregen werd.

En ook wij zouden in de huidige omstandigheden
op deze aangelegenheid niet zijn teruggekomen, wan-neer er, ook door de gewijzigde omstandigheden, niet
verschillende nieuwe argumenten aan te voeren waren

voor bedéelde verlaging. –

Daar is in de eerste plaats de geregelde wekelijk-
sche vliegdienst. Die dienst, die met een ‘bijna ver-
hiuffende regelmaat werkt, maakt, dat men er vrijwel
vast op kan rekenen, .dat de brieven in 9 â 12
dagen
Indië bereiken. Ja, men heeft thans meestal schrifte-
lijk antwoord op de brieven in het tijdsverloop, het-
welk een brief enkele jaren geleden noodig had om zijn doel te bereiken. Zulks maakt echter, dat thans
meer dan ooit wordt nagegaan, of telegrafische over-

•brenging van een mededeeling wel noodzakelijk is, of

het niet mogelijk is die mededeelin’g per vliegpost te

doen, desnoods met verzoek om telegrafisch antwoord.

Natuurlijk is dat voor de meeste handelstransacties

niet mogelijk, maar daarnaast zijn er nog vele min of

meer dringende aangelegenheden, waaromtrent een

snelle gedachtenwisseling noodig is en die thans –
zoo eenigszins mogelijk – per vliegpost geschiedt.

Daar is in de tweede plaats het feit, dat vele lan-

‘den – en in het
bijzonder
Engeland – den gouden

standaard verlaten hebben. Het direct gevolg is, dat

het telegrafisch verkeer Nederland—Indië vice versa

thans via Engeland belangrijk goedkooper kan ge-

schieden dan rechtstreeks. En al zal de praktische

invloed daarvan *aarschijnlijk niet zoo groot zijn, te

‘meer omdat alleen zij, die een kantoor of bevriende relaties in Engeland hebben, hun telegramwisseling
– of een gedeelte daarvan – op deze
wijze
met indië

kunnen doen plaats vinden, toch zou het wel zeer on-

geweuscht zijn, wanneer weder toestanden ontstonden,

zooals in den’ Duitschen inflatietijd, toen menigeen,
die een groot aantal circulaires in Nederland had te

verzenden, die over •de grens op de bus deed, omdat
zulks een niet geringe besparing gaf.

Eindelijk het motief, dat de Indische Regeering,
een belangrijke inkomstenderving vreezende, niet wil

medewerken tot een verlaging der tarieven, zoolang
liet begrootingsaspect ongunstig is.

[fit cle antwoorden der Nederlandsche administra-
tie
01)
cle herhaalde verzoeken om verlaging, zou men
moeten opmaken, dat, zoolang de Nederlandsch-In-

clische Regeering weigert mede te werken aan een
tariefsverlaging, zulk een verlaging ook niet mogelijk
is. Vij vragen ons af, of dit werkelijk het geval is.
Zooals de toestand thans is, krijgt van de totale op-hrengst van het radiotelegrafisch verkeer, practisch
gesproken, Indië en Nederland elk de helft. Van, ieder
woord van een gewoon telegram, krijgt elk der admi-
nistraties dus
f 1,—.
En waar nu bij deze onderlinge verrekening alleen ‘de Nederlandsche en de Indische
administraties betrokken zijn, zou toch zeer goed een
tariefsverlaging, •bijv. tot
f 1,50
per woord, ‘kunnen

plaats vinden, terwijl hij de verreldening daarvan
Indië f 1,—
per woord zou behouden en Nederland
f 0,50
per woord zou krijgen. Weliswaar wordt die
verlaging dan alleen door Nederland gedragen, maar

liet is niet
onwaarschijnlijk,
dat een dusdanige een-
zijdige verlaging van het tarief een gunstigen invloed
zal uitoefenen op de geneigdheid ‘der Indische Regee-
ring om ook harerzijds mede te werken tot tariefs-
verlaging.

De invloed, dien •de indische Schatkist van zulk
een eenzijdige verlaging zou on’dervinden, zou alleen
deze zijn, dat – waar de kabelmaatschappijen zulk
een tariefsverlaging zeer zeker direct zouden volgen
– de Indische Schatkist niet meer 10 pOt. vn
f 2,—,
doch 10 pOt. van
f 1,50 zou
ontvangen van elk woord,
dat over den kabel verzonden zou worden. Daar dit
slechts 10 pOt. van het totaal is, zal deze inkomsten-
derving slechts zeer gering zijn.

Het door de Indische Regeering gbezigde argu-
ment •dôet trouwens al zeer vreemd aan. Ware dit
argument thans gebezigd, nu lndië, ondanks alle
pogingen, geen kans ziet om de eindjes bij elkander te brengen, men zou er vrede mede kunnen hebben.
Dat argument ‘dateert echter van medio
1929,
dus uit cle tijden, toen de wereldcrisis haar intrede nog niet
gedaan had; het dateert uit de jaren, waarin ‘de
Indische ‘budgetten overschotten gaven van tientallen
inillioenen. En in dat licht bezien krijgt die afwij-
zende houding een andere ‘beteekenis, namelijk die
van een bepaalden onwil om aan een tariefsverlaging

mede te werken.
Trouwens ook het feit, dat de Kabel’maatschappij
haar tarief, na ‘den val van het Pond,
ongewijzigd
liet,
moet op het publiek den indruk maken, dat die Maat-
schappij, evengoed ‘als zij dit voor de verbindingen

110

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 Februari 1932

van Engeland met de Dominions lang geleden deed,

het tarief tusschen Nederland en Nederlandsch-Indië

reeds zou hebben verlaagd, indien zij daarvoor slechts

de toestemming van onze autoriteiten zou hebben

kunnen erlangen.

Toch is de houding der Indische Regeering in deze

niet geheel zonder gevaar. Men moet niet vergeten,
dat er voor de betrokkenen geen enkel voordeel aan

verbonden is, dat hun telegrammen langs radio-te1e

grafischen weg geëxpedieerd worden, dat er zelfs iii

verschillende kringen – het moge dan uit een zeker

conservatisme zijn dan wel uit het feit, dat zij de g&’

heimhouding beter verzekerd achten – nog een iie-

paalde voorkeur voor den kabel bestaat en dat het feit,

dat 90 pOt, der telegrammen per radio verzonden

wordt, gedeeltelijk een uiting is van een gezond:

patriotisme, maar grootendeels berust op den good-

will, dien die telegraafadministratie gelukkig heeft

bij de betrokkenen. Maar de mogelijkheid is niet uit-

gesloten, dat allerlei invloeden in dat – voor den

Rijksradiodienst zoo gunstige – prcentage in korten
tijd belangrijke veranderingen ‘brengen. Wij wezen

reeds op het zeer groote voordeel, dat thans reeds ver-

kregen kan worden door verzending der telegrammen

via Engeland. Daarbij lette men op het feit, dat van

enkele groote lichamen het kapitaal en ook de leiding

volstrekt niet geheel in Nederlandsche handen ±ijn

en dat eene zoo starre vasthouding aan verouderde,

veel te hooge, tarieven in dezen, voor de bedrijven zoo

critieken, tijd niet bepaald gunstig op dc verhoudingen
werkt.

Hoe dit zij, wij meenen met ‘het bovenstaande aange-

toond te hebben, dat zich in den laatsten tijd verschil-

lende ‘belangrijke veranderingen hebben voltrokken, die
het alleszins gewenscht maken, dat de betrokken autori-

teiten de tarieven der telegrammen tusschen Neder-

land en Nederlandsch-Indië aan een grondige herzie-

ning onderwerpen.

G. J. W. PUTMAN CRAMER.

IS DE GRONDSTOFFENVALUTA INFLATORISCH?

De critiek van Prof. Verrijn Stuart op mijn ‘beide

artikelen inzake de grondstoffenvaluta is opmerkelijk

om hetgeen er in staat en om hetgeen er niet in staat. Mijn betoog, dat de
bedrijfseconomische
en markt-

technische ontwikkeling leidt tot toenemende labili-

satie van het economisch leven, tot toenemende on-
zekerheid van bestaan,.zoowel voor de ondernemingen

als voor de daarin werkzame personen, tot ondermij-

ning van het geheele credietwezen, tot telkenmalige instorting van het prijsniveau en dus van de prodnc-
tie juist wanneer de productie op gang raakt om de

welvaart van de groote massa te vermeerderen –

mijn betoog,
dat dit alles niets te maken
heeft
met

,,het icapitalisme” maar uitsluitend te wijten is aan

het thans geldende irrationeele geldtelsel –
mijn

betoog, .dat deze periodieke ineenstortin gen önvermij-

delijic zijn., zoolang men den goederenruil baseert op

een geidstelsel, dat los is van deze goederen
– deze

geheele bewijsvoering wordt ‘door Prof. V. S. met,

geen woord gereleveerd.
Hij richt zijn critiek uitsluitend op de door mij

bepleite hervorming van het geldstelsel en ik mag mij
gelukkig prijzen, dat hij in de grondstoffenvaluta –
losgesneden van haar wortels – toch nog eenige goede

eigenschappen erkent.
Hij is met mij van meening, dat ,,een uitschake-
ling van de geweldige prijsdaling van de laatste jaren

een zegen voor het menschdom geweest zou zijn” en
oordeelt, dat het door mij aanbevolen middel daartoe ,,zijn nut kan hebben in tijden van ‘depressie”, terwijl
een evetueele omslag van hausse naar baisse ,,min-

der ernstig zal zijn dan die welke wij thans beleven”.
Deze erkenningen zijn niet gering – ik ‘ben er

dankbaar voor, maar er niet mede voldaan.
Want Prof. V. S. heeft zeer ernstige bezwaren, ‘die

het plan voor hem ,,voorshands rijkelijk gevaarlijk

maken”.
De grondstoffenvaluta, zegt hij, ‘is ,,in wezen in-

flatorisch”; ,,het prijsniveau zal voortdurend worden
opgeschroefd”; ,,inflatie zal steeds opnieuw en veel
heviger dan tot nu toe plaats vinden” – en nadat

hij dit eenige malen in steeds krachtiger termen heeft,
herhaald (beweren is nog niet bewijzen), gaat hij
van het proza over op de poëzie en wij verlaten elkaar

onder de ,,sinnvolle van Homerus

en den grooten Goethe.
Toen ik mijn artikelen schreef, ben ik mij volkomen
bewust geweest, dat het inflatiespook te voorschijn

zou komen en dat het groote publiek daarvoor op de
vlucht zou slaan. Als geld ‘bestaat uit goederen, zoo
zegt men, dan gaan wij allemaal goederen ‘maken en

worden allemaal rijk. Maar waar blijft dan de waarde

van het geld? ,,Inflatie in den rneest simplistischen
vorm.”

Dat Prof. V. S. zich eveneens tot tolk van deze
bezwaren heeft gemaakt, doet mij ‘leed, omdat ik deze

tegenwerping wetenschappelijk volstrekt onhoudbaar

acht; aderzijds verheugt het mij, omdat ik thans

de gelegenheid krijg deze aangelegenheid tot het

einde toe uit te maken.
Ik zal eerst de fouten aanwijzen in zijn betoog en
daarna ‘ êen tegenhewijs uit het ongerijmde leveren
van het volstrekt onhoudbare der oiderstelling, dat
,,bij invoering der grondstoffenvaluta het prijsniveau

voortdurend zal worden opgeschroefd’.

1. Hei; betoog van Prof. V. S. begint met een beroep
op de leer van Wicksell, Hayexk, Mises c.s. over den
invloed van den rentestand op het
prijsniveau
en met

de qudlificatie van de inwisselbaarheid als een ,,me-

tallistisch atavisme”.
Dit beroep op autoriteitsgeloof is in een weten-

schappelijke discussie misplaatst en, strikt genomen,
ontoelaatbaar. Amicus Plato – sed magis amica

veritas.
Elke leer, elke theorie zal haar ‘waarheidsgehalte, de

grenzen en de voorwaarden, binnen wplke zij waar is,
telkens opnieuw diénen te toetsen aan de critiek. En
dit geldt
bijzonder
sterk voor de onderhavige theorie,
over welker scherpe formuleering zelfs binnen de

kringen der specialiteiten zoo weinig eenstemmigheid
bestaat, dat EIayexk in zijn jongste boek over Wiekseli
kon schrijven: ,,da’ss Wicksell …. zweifellos geirrt
hat wegen seines Versuches einen starren Zusammen-
hang zwischen dem Zinssatz und den Verijoderungen des aligemeinen Preisniveaus za konstruieren”.

Practisch komt de ‘geheele leer neer op deze een-
voudige en door ieder erkende waarheid, Jat onder
bepaalde z.g. ,,normale” (nog nader te definieeren)

omstandigheden, verlaging van de bankrente beneden
‘de ,,natuurlijke”, in het algemeen gangbare (nog
nader te definieeren) rente leidt tot vermeerdering
van de hoeveelheid betaalmiddelen in zoodanige mate,
dat daardoor het algemeene prijsniveau verhoogd

wordt – en omgekeerd.
Een permanente bankrente = 0 leidt dus – onder

,,normale omstandigheden” – tot onbeperkte verhoo-

ging van het prijsniveau.
Deze nogal zeer voor de hand liggende waarheid
is mij sinds jaar en dag bekend; ik denk er niet over
haar. te betwisten; ik verbaas mij somtijds alleen over

de dikte der boeken en de breedsprakigheid der ver-
handelingen, die nu en dan aan dit onderwerp ge-
wijd worden zonder dat men in scherpte van formu-

leering een stap verder komt.

10 Februari 1932

ECONOMISCH-STATIS CHE BERICHTEN

111

Blijft dus te onderzoeken of de grondstoffen-
valuta inderdaad leidt tot een permanente bankren-
te = 0.

Volstrekt niet.

Het uitgeven van bankbiljetten op grondstoffen-

dekking heeft niets te maken met het vaststellen van

de normale hankrente, die in rekening gebracht wordt

bij het disconteeren van wissels of ander papier. Het
disconto wordt voor en na bepaald door gelijksoor-

tige overwegingen als thans gelden; evenwel met deze

beperking – die alleen disconto-verhoogend kan wer-

ken – dat ten allen
tijde
de inwisselbaarheid van het

uitgegeven papier moet kunnen worden genandhaafd.

De leus van de ,,zinsfreie Wirtsehaft” is mij geen
oogenblik. in den zin gekomen; ik vind deze leus ab-

surd en ik heb geen enkele aanleiding gegeven mij
van sympathie voor deze absurde leus te veidenken.

Blijft •dus te onderzoeken, of het ,,rentevrij
crediet op grondstoffenpakketten” (een ietwat ge-
wrongen en juridisch geheel onjuiste formuleering
voor hetgeen in wezen aankoop van grondstofpakket-
ten is: bij’ credietgeving ligt het risico van prijswijzi-
ging in eerste instantie bij den credietne?ner; bij aan-
koop hij den
kooper)
de ,,productie van grondstoffen
hij voortduring zal stimuleeren” zoodanig, dat deze
grondstoffen ,,in toenemende mate naar de circulatie-

banken worden gebracht en daar in
nieuw
geld wor-
den omgezet”.

Blijft dus te onderzoeken, of deze rentelooze crediet-
geving op grondstofpakketten inderdaad ,,onbeperkt”
en niet ,,opzegbaar is”.

Zij is in werkelijkheid
beperict

en zij wordt
voortdurend opgezegd.

Zij vindt haar natuurlijke beperking le. in factoren
aan de
zijde
van de gronds’toffenproductie; 2e. in fac-
toren aan de
zijde
van •het grondstoffenverbruik.

De grondstoffenvaluta beteekent immers (ik neem
de definitie van Prof. V. S. gaarne over): het grond-
stofpakket heeft een vasten geldprijs.
Is het voor de ondernemers voordeelig tegen dezen
vasten geldprijs onbéperkt te produceeren? Volstrekt
niet. Men produceert niet om rentevrij crediet te
krijgen; men produceert om aan het einde van het

productieproces winst te incasseeren. Deze rentabili-
teitsgrens ligt juist bij ‘de grondstofprocactie, die im-
mers met ,,afnemende meeropbrengst” werkt, zeer
vast. Men kan haar niet straffeloos overschrijden:
Een teveel aan grondstoffen gedurende korten tijd
beteekent inderdaad ,,nieuw geld”. Maar dit nieuwe
geld beteekent:

le. indien en voor zoover het de eindproductie
(kapitaalgoecleren zoowel als consumntiegoederen) tot
uitbreiding prikkelt, toeneming van net verbruik van

grondstoffen, dus ,,opzegging van renteloos credict”;

2e. indien en voor zoover het de uitbreiding van
de eindproductie zou
overtreffen
– en alleen onder
deze laatst6 voorwaarde mag men immers van inflatie
spreken – prijsverhooging van eindproducten, dus

(via ‘de stijging van arbeidsloonen, machines en hulp-
stoffen) kostprijsverhooging van de grondstoiprodu-

centen, dus terugdringing van de rentabiliteitsgrens
voor de grondstofproductie, dus vermindering van
grondstofproductie, dus minder ,,aanvraag voor ren-
teloos crediet”.

De eerste tendens werkt onmiddellijk en zeer krach-
tig
1);
de tweede, wegens de traagheid en demping in
de markten der eindproductie wat later – maar daar-
om niet minder krachtig.

Integendeel: zij zal steeds dwingender optreden
naarmate het prijspeil der eindproducten verder om-
hoog mocht gaan.

Dat dit theoretisch zoo zijn moet, volgt ook onmid-
dellijk uit het bekende
pv
diagram, waarin met het
evenwicht tusschen vraag en aanbod afleest (Fig. 1).

1)
Zie een volgend artikel.

/

t

Fig 1.
Orootte ven de grondetotfen-(goud)/
oroduetie bij prijsniveau 100.

/

idem bij prijsniveau 125.

Vaste narktprijs
Voor grondstoffen
(goud).

Kostprijs van verschillende produ-
centen ven grondstoffen (goud) bi,i
prijsniveau 100.’

bij prijsniveau 125.

Orocdte van de grondstoffen (goud- (productie (in KOper jaar)

Wanneer men langs de horizontale as de grootte v.n

de grondstoffen (goud-)productie afzet en langs de

verticale as den prijs per eenheid, dan wordt de aan-
bodkromme van grondstoffen (goud) voorgesteld door

een kromme A van parabolische gedaante.

De grootte van de grondstoffen (goud-)productie
wordt bepaald door het equatiepunt, dat daar ligt,
waar de kromme A gesneden wordt door de horizon-
tale lijn, die den constanten prijs van het grondstof-
fenpakket (of van 1. KG. goud) voorstelt.

Stijgt het algemeene prijsniveau (arbeidsloonen,
machines en huipstoffen) nu van 100 op 125, dan

worden alle kostprijzen, dus alle ordinaten van krom-
me A 25 pOt. vergroot; ‘de kromme A wordt over deze
marge ,,omhoog geschoven” en thans weergegeven
door de kromme B.

Hoeveel de grondstoffen(goud)productie moet zijn
afgenomen, wordt nu aangegeven door het nieuwe

snijpunt van kromme B met de vaste horizontale lijn.

Wat deze theorie leert, is geheel in overeenstem-
ming met de ervaring t.a. van cle goudproductie in de

afgeloopen periode van sterk stijgend en sterk dalend
prijspeil.

De goudproductie verminderde in de jaren 1911-

1922 en nam weer toe in de periode 1022-1030. Zie
onderstaande tabel
1):

Jaar
Productie in
Jaar
Productie in
onces fijn
onces fijn.
1911
……
22.397.136
1920 ……
10.130.110
1912
……
22.005.068
1921
……
15.974.939
1913
……
22.254.983
1922
……
15.451.945
1914
……
21.301.836
1923
……
17.790.597
1915
……
22.737.520
1924
……
19.031.001
1916
……
22.031.094
1925
……
19.025.942
1917
……
20.345.528

1926
……
19.349.118
1918:
…..
18.614.039
1927
……
19.431.194
1919
……
17.698.184
1928
……
19.674.638

lederen dag leest men thans, nu het prijsniveau
sterk en snel valt, over de uitbreiding der goudpro-

ductie en over het thans weer opnieuw in exploitatie
nemen van verlaten mijnen; men vindt het verschijnsel
nog uitvoeriger gedocumenteerd bij Wagemann
(Struktur und Rhytmus der Weltwirtschaft, pg.
320).

En ditzelfde verschijnsel, dat zich heeft afgespeeld
voor de goudproductie, zal zich ook voor de grond-
stoffenproductie voordoen onder heerschappij van de
inwisselbare grondstoffenvalu ta, alleen in aanzienlijk
versterkte mate en in veel korter tempo:

le. omdat de grondstoffenproductie, van veel groo-
ter omvang en van veel grooter verspreidheid dan de

1)
Ontleend aan Rapport Provisoire de la Délégation de
l’Or du Comité Financier; C.
375, M. 161, 1930, II,
pag.
117.

112

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.

10 Februari 1932

goudproductie, veel gevoeliger op een algemeene stij-

ging van het prijsniveau zal reageeren, en

2e. omdat het handhaven van de inwisselbaarheid

reeds bij het eerste verstijven van de grondstoffen-

markt tot afvloeiïng van grondstoffen uit de dekking
naar het verbruik zal leiden en dus tot beperking van

de circulatie zal dwingen. -.

En nu het tegenbewijs uit het-ongerijmde. ‘)-‘I’nd in

op een bepaald oogenblik een redelijk prijsevenwicht

bestaat tusschen gron’dstoff en en eindproducten, zoo-

als bijv. in de jaren 1927-1929 en wij stellen beide

prijsniveaux voor door 100, dan zal dit prijsniveau,
bij invôering van de .grondstofvaluta, voor de grond-

stoffen krachtens definitie gelijk aan 100 blijven.

Welke beweging

kaii het in’dexcijfer van de .eindpro-
ducten vertoonen?

Drieërlei; en deze drie bewegingen kunnen gesu-

perponeerd voorkomen:

le. het kan naar ‘boven of naar ‘beneden van de 100

gaan afwijken, omdat ‘de productiekosten der eindpro-
ducten in den loop van ‘den tijd op andere
wijze
ver-
uderen ‘dan die der ‘grondstoffen;

2e. het kan onbeperkt stijgen of dalen, indien ‘de

grondstoffenvaluta in zichzelf een infiationistische of

cleflationistische tendens zou ‘bevatten;

3. ‘het kan cyclische schommelingen vertoonen om

cle 100 als middenwaarde, omdat de boveuomschreven

krachten, die naar het evenwicht terugdrijven; eerst
‘optreden als dit evenwicht verbroken is.

De grootte van deze cyclische schommelingen ziulleu
wij in een volgend artikel bespreken;
zij
zijn in elk

geyal voor het vraagstuk inflatie of deflatie zonder
l)eteekenis.

De afwijking sub 1 kan niemand met zekerheid

voorspellen; Keynes neemt in zijn jongste ‘boek
2)
aan,

dat het indexcijfer der ein’dproducten in den loop der

jaren zal
stijgen
t.o. van dat ider grondstoffen, omdat

de productie van eerstgenoemde in mindere mate vat-
baar is voor rationalisatie.
Deze bewering is zuivere speculatie en in elk geval
vergeet Keynes als tegenwerkenden factor de afne-

mende ‘meeropbrengsten in de •grondstoffenproductie

te noemen.
Hoe dat ook zij: vast staat, dat de afwijking ziéh
zeer geleidelijk zal voltrekken en quantitatief gering
zal zijn. Want haar grootte wordt ‘bepaald door ht
fractioneele verschil in economische ontwikkeling

tusschen ‘de ‘bei’de productiegebieclen ‘berekend over
een fractie van den kostprijs . (namelijk het niet-
grondstoffen’deel); het is dus een verschil’ van de
tweede orde.

Blijft over de vraag, of het indexcijfer der eindpro-
ducten dooi’ inflatie of deflatie onbeperkt kan stijgen
of dalen.
Wanneer Prof. V. S.
1
van meening is, ‘dat ,,het prijs

niveau voortdurend zal worden opgeschroefd’.’, dan
staat hem dus blijkbaar een toestand voor.den geest,
waarbij het indexcijfer der :grobdstoffen nog steeds

100 is, maar waarbij dat der eindproducten achtereen-
volgens tot 200, 300, 1000, 2000 enz. stijgt.

Maar deze .in’dexcijfers opgebouwd uit prijzen van
eindproducten zijn tenslotte opgebouwd uit prijzen
van grondstof f en en uit bonen, salarissen, kapitaal-
rente en ondernenierswinsten in de eindproductie.

Alle bewijsvoeringen komen
in
den grond der zaak op
hetzelfde neer.
Zij
berusten alle
oo
de tweede wet van
Gossen
A
Treatise on
Moncy, Dl. I.[
pg.
393.

‘Wanneer dus het indexcijfer der eindproducten ver-

tienvoudi’gt of — laat ons ;matig zijn – verdubbelt,

of – laat ons nog matiger zijn – met 25 pOt.
stijgt, dan beteekent dit dat
dus.
de som van bonen,
salarissen, kapitaalrente ‘en ondernemerswinst in de
ein’dprocluctie (grondstof f en zijn constant gebleven)

inéér dan vertienvoudigt of méér dan verdubbelt of

met méér dan 25 pOt, stijgt; stijgt ten opzichte van

de nog steeds door het niveau 100 ‘gekarakteriseerde

bonen, salarissen, kapitaalrente en winsten in de
gron’dstoffenproductie.

Een permanente inflatie beteekent nu met onont-
koombaarheid:

le. dat ‘deze deviatie zich ad infinitum vergroot;
2e. ‘dat ‘de grondstofin’dustrie met de lagere kapi-

taalrente en (of) lagere bonen dan de eindproductie,.
zich het snelste uitbreidt.

(Immers: indien niet’ sneller, dan nemen de tus-

schenvoorraden af, dan worden de markten ,,vast”,

clan worden biljetten ingewisseld tegen goederenpak-
kettén – dan eindigt de inflatie).

Gelooven in een permanente inflatie beteekent dus
gelooven in ‘de mogelijkheid, dat het verschil tusschen

het niveau van bonen en (of) kapitaalobrengsten in
cle grondstofproductie en het overeenkomstige niveau

in de eindproductie zich ad infinitum kan uitbrei-
den.
1)

Gelooven in een permanente inflatie beteekent te-

vens, ‘dat men van oordeel is, dat de ‘grondstoffen-

productie net de lage en dalende reëele opbrengsten

voor kapitaal en (of) arbeid zich sneller uitbreidt

dan ‘de eindproductie met de stijgende op’brengsten.

Gelooven in een permanente inflatie beteekent dus

gelooven, ‘dat kapitaal en (of) arbeid ‘de gebieden van
hoog rendement zoô veel mogelijk vermijden en ‘die van laag rendement met gretigheid opzoeken. – Laat
ons hier het ,,Quod absurdum” plaatsen.

En nu hetzelfde nog eens populair samengevat.

Is het denkbaar, dat onder eenig geldstelsel hoe
d5n ook, het
prijsniveau
van de grondstoffen, dus –
populair gesproken – de gemiddelde
prijs
van 2 KG.

tarwe en 1. KG. maïs en 0,5 KG. ijzer constant wordt
gehouden en dat tezelf der tijd de gemiddelde prijs

van 2 KG. brood en 1 KG. spek en 0,5 KG. construc-
tiewerk onbeperkt de licht in gaat?

Is het denkbaar, dat als er eens een inflationistische
maatschappij kwam, waarin – populair
gesproken –
alles
‘de
hoogte in ging
behalve
‘de prijzen van grond-
stoffen (voor deze laatste is, in ‘haar ‘geheel, om zoo te
zeggen, een maxi’mumprijs vastgesteld), dat dan jiiist

de productie van deze met een maximumprijs ‘bedeelde
grondstoffen zich het snelste zôu uitbreiden?
Spreekt ‘het niet vanzelf, ‘da’t deze gemaximum-

prjsderdep van artikelen quantitatief het eerste in
de ontwikkeling ten achter blijft? ‘Dat de maximum-

l)rjSstelling (evenals in ‘de oorlogsjaren) schaarschte verwekt en de uitbreiding van ‘de productie remt?

En wat ‘beteekent ‘dit anders dan dat het voordeelig wordt biljetten in te ruilen’ tegen ‘goederenvoorraden;
dat de circulatie vermindert, dat de inflatie eindigt?

Alen late zic’h niet door spoken angst aanjagen. Door vrees zijn reeds vele ongelukken gebeurd en vele goede maatregelen achterwege gebleven.
En onze maatschappij. heeft voor alles behoefte aan
zelfvertrouwen, aan critisch ‘denken en aan moed.
Prof. Dr. Ir.
J. GOIJDRIAAN
jr.

1)
Wij spreken hier steeds van bonen en winsten van
den grensprodueent
;
de ,,rent”, die de andere producenten
incasseeren, ‘heef’t geen invloed
op
den marktprijs, maar
wordt omgekeerd door deze bepaald’. ,,rn is not high,
because a rent
is paid….
enz.”

10 Februari 1932

ECONOMISCH-STATIST!SCHE BERICHTEN

113

HET FÈDERAL RESERVE SYSTEEM EN DE LIQUIDITEITSPOSITIE DER MEMBERBANKS.

Kort isa de beurskrach, in December 1929, werd

in de Ver. Staten uit leiders van het Federal Reserve
stelsel een commissie gevormd met de opdracht een

onderzoek in te stellen naar een logischer en meer

doeltreffender regeling der bankreserves van het

Federal Reserve systeem, en om, zoo noodig, voorstel-

len te doen omtrent de noodzakelijk geachte veran-

deringen in de bestaande wetgeving. De verhouding tusschen bank- of kasreserve eenerzijds en de totale

deposito-verplichtingen anderzijds wordt in de meeste

landen aan de individueele gestie der bankdirecties

overgelaten, in Amerika werd deze hoogst belang-
rijke quaestie, sedert ongeveer 70 jaren, voor het mee-
rendeel der bankinstellingen wettelijk geregeld. Men

moge in verband met de zeer talrijke bankfaillisse-

menten, die juist in de Ver. Staten voorkomen, scep-
tisch staan ten opzichte van dergelijke bepalingen, men verlieze daarbij echter vooral niet uit het oog,

dat het. meerendeel dezer moeilijkheden de minder
krachtige instellingen in de kleinere plaatsen betreft,

terwijl de hierbij betrokken passiva niet meer dan ca.
2 pOt. der totale Amerikaansche deposito’s uitmaken.
Vbbr het tot stand komen van de Federal Reserve

Act waren de National Banks in de grootere steden
verplicht 25 pOt., en de banken in de andere plaat-
sen 15 pOt., hunner deposito’s als kasreserve ian te
houden. De Federal Reserve Act stelde – zeer in het kort omschreven – de volgende percentages vast. In de groote steden (central reserve cities) moesten de
memberbauks 18 pOt. der zicht-deposito’s als kasreservc

aanhouden, in 60 der belangrijkste centra (reserve
Oities) bedroeg dit percentage 15 pOt, en voor de rest
(country banks) 12 pOt.; voor alle cleposito’s op

langen termijn (30 dagen of langer) was een kas-
reserve vereischt van 5 pOt. zonder onderscheid tus-
schen de verschillende plaatsen. .l)eze percentages
werden naderhand gewijzigd in resp. 13 pOt., 10 pOt.
en 7 pOt, der zicht-deposito’s en 3 pOt. der termijn-
deposito’s. Al deze reserves moeten bij een der Federal
Reserve Banken onderhouden worden, kasmiddelen
c.d. kunnen dus niet als reserve dienst doen. De boven-
genoemde commissie, ,,the committee on bankreserves
of the Federal Reserve System”, heeft onlangs haar rapport uitgebracht en doet eenige zeer belangrijke
en verstrekkende voorstellen tot wijziging der be-

staande wetgeving. Men geve zich er rekenschap van,
dat deze voorstellen alleen het Federal Reserve Sys-
teem en zijn memberbanks omvatten, naast dit
systeem bestaan nog tallooze en tallooze banken en
bankiers, die in dit opzicht geheel vrij zijn. Het
Federal Reserve Systeem en zijn memberbanks con-
troleeren ce. % der totale Amerikaansche bankdepo-
sito’s, zij nemen uiteraard in de Amerikaansche bank-
wereld een vooraanstaande positie in. Derhalve zijn

alle maatregelen die betrekking hebben op het Federal
Reserve systeem van zeer groote heteekenis voor de
geheele Amerikaansche bankwereld en als zoodanig

dient men het rapport der commissie te beschouwen.
De door de commissie voorgestelde wijzigingen luiden

als volgt:

het onderscheid tusschen zicht- en termijn-deposi-
to’s zoowel als de verschillende bepalingen voor ,,cen-
tral reserve cities”, ,,reserve cities” en ,,couritry

bauks” wordt opgeheven;

de kasreserve van alle memberbanks zal 5 pOt.
der totale deposito’s bedragen alsmede een reserve
van 50 pOt, van den dageljksch geiniddelden omzet dezer deposito’s met een maximum van 15 pOt, der
totale deposito’s (deze omzet zal berekend worden
aan de hand der totale dagelijksche debiteeringen op
de gezamenlijke deposito-rekeningen);

memberbanks, welke in de nabijheid van Federal
Reserve Bauks gelegen zijn, kunnen ten hoogste
‘6

der vereischte reserve in kasgeld aanhouden, de andere
ten hoogste %

deze reserve-bepalingen gelden eveneens ten op-
zichte der Regeerings-deposito’s (dergelijke saldi ver-
den nl. in 1917 geheel
vrijgesteld
van reserveering,
teneinde op deze
wijze
de meest volkomen medewer-
king der banken te verkrijgen voor de oorlogsfinan-
ciering).

Zooals men ziet, wenscht de commissie, wat de

reserve-eischen betreft, geen onderscheid te maken

tusschen zicht- en termijn-deposito’s. De practijk heeft

nl. uitgewezen, dat’ de verschillende reserve-percen-
tages, welke voor deze beide soorten passiva golden,
een verschuiving in de classificatie vaii zicht- naar

termijn-deposito’s heeft veroorzaakt. Zoodoende werd

het euvel der grootere kasreserve (een niet loonend
actief) voor cle zicht-deposito’s ontloopen. Eenerzij ds
heeft dit een expansie van het erediet-volumen z6ri-

der evenredige stijging der reserve tengevolge gehad,

anderzijds is zoodoende een deel der ,,korte” activa
01)
langeren termijn geïnvesteerd, hetgeen tot bevro-
ren posten en verliezen aanleiding heeft gegeven. De

onder punt 2 genoemde ‘bepaling geeft echter een
geheel nieuw gezichtspunt weer en als zoodanig is
dit o.i. de voornaamste factor van het rapport, omdat
daarbij tevens een hoogst belangrijk principieel vraag-

stuk wordt aangeroerd. De commissie is de rneening

toegedaan, dat de bestaande reserve-bepalingen ge-
durende de jaren 1924-1030 ten eenenmale gefaald
hebben om de fundamenteele veranderingen in de ere-
diet-behoc’fte weer te geven. Daarom moet naar hare
meening niet alleen het totaal bedrag,
?noar even-
eens de omloopsnelheid der deposito’s als maatstaf
gelden bij het va-ststeilen der bankreserve.
Zoodoende
wordt de wettelijk vereischte kas-reserve, de liquidi-
teitspositie der memberbanks, als het ware aan de
conjunctuur vastgekoppeld. in tijden van stijgende

conjunctuur en verhoogde omijopsuelheid der depo-
sito’s zal de kasreserve automatisch
stijgen
en wordt
derhalve de credietbasis versterkt, in tijden van

depressie en langzame omloopsnelheid van het giraal-
geld daalt de vereischte reserve vanzelf, hetgeen een
geruststellenden invloed kan uitoefenen. De commissie
is de meening toegedaan, dat, indien de door haar voor-
gestelde bepalingen in 1928 en 1929 van kracht
ge-
weest zouden zijn, men zoodoende ook de speculatie ‘be-
perkt had. Het is in die jaren mogelijk gebleken een
geweldige crediet-behoefte voor speculatieve doelein-

den te financieren zonder dat tevens een evenredige
stijging der bankreserve plaats vond, in September
1929, het hoogte-punt ‘der beurs-speculatie, was het to-
taal der wettelijk vereischte reserves der memberbauks
ca. $ 75 millioen minder dan in December 1927. 1)it
was mogelijk, omdat verschillende particulieren en on-
dernemingen, door een hooge ren te aangelokt, hunne

gelden ter beurze uitzetten; zij disponeerdeit tegen
hunne credit-saldi bij de banken, hetgeen mindere bank-
reserves tengevolge had. Had men toen de reservever-
plichtingen verbonden aan de grootere activiteit of
omloopsnelhêid der deposito’s, dan zouden de member-
banks verplicht zijn geweest deze reserves te verster-
ken, hetgeen remmend gewerkt had. llt is duidelijk,
dat dergelijke ingrijpende veranderingen niet zonder
een hevige controverse doorgevoerd kunnen worden.
Maar aangezien het Congres een voorstander is van
een meer doelmatige credietcontrôle en eenige advi-
seurs van den Federal Reserve Board zitting in deze
commissie hadden, bestaat er een goede kans, dat de

voorgestelde veranderingen inderdaad door den wet-gever bekrachtigd worden. Men verwacht o.a. tegen-
stand van de zijde der groot-banken, die vermoe-
delijk genoodzaakt zullen zijn grootere kasreser-
ves aan te houden. De tijd alleen zal kunnen uitmaken,

114

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 Februari1932

of het gehuldigde principe, vastkoppeling der bank-

reserve aan de conjunctuur, een stap voorwaarts be-

teekent op -den weg naar een doelmatiger credietver-.

keer. Gedurende de laatste jaren is duidelijk gebleken,

dat de omgekeerde crediet-pyramide op een zeer ge-

vaarlijke basis :berustte, hoe zwaarder het gevaarte

werd hoe gevaarlijker de situatie. Het ,,committee on

bankreserves of the Federal Reserve System” heeft

althans een zeer vernuftig middel uitgedacht, waar-
door het mogelijk wordt het credietapparaat een elas-

ticiteit te verstrekken, welke zich in de tegenover-

gestelde richting der conjunctuurlijn beweegt, een•

niet te onderschatten voordeel. De liquiditeit, deze
alles overheerschende factor, heeft veel en vlen ten

gronde gericht. De botsing, veroorzaakt door het ,,en

masse” opvragen van het verstrekte korte crediet en
de als lang crediet gebezigde gelden, heeft de solvabi-

liteit van velen, ja zelfs de solvabiliteit van heele

landen aangetast. Deze poging om de liquiditeits-

jositie van het Federal Reserve Stelsel in de toekomst

gezonder en hechter te maken dient derhalve aan-
dachtig te worden gevolgd.

E.
IIENNY.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

SUID-AFRIKA EN DIE GOUDSTATDAARD.

Dr. 0. G. W. Schumann, te Stellenbosch, schrijft
ons:

Vandat Engeland op 21 Sept. die goudstandaard
opgehef het is daar in Suid-Afrika slegs een onder-

werp van belangstelling en bespreking – die vraag of

hier dieselfde weg moet gevolg word.

Aanvanklik het feitlik die hele land die besluit van

die Regeriflg om die goudstandaard te handhaaf on-

dersteun. Vandag is die posiesie egter geheel anders. Gedurende sy verblyf in Engeland en na sy terugkeer

in Suid-Afrika het Genl. Smuts, die leier van die op-

posiesie, skerp kritiek op die beleid van die Regering
uitgebring. Die Suid Afrikaanse Party, die Engelse

pers en veral die goudmyne het geleidelik van stand-

punt verander, en vandag word aktiewe propaganda
gemaak teen die -goudstandaard. Die belange van die.

goudmyne lê vanselfsprekend’ in ‘n depresiasie van –

die papiergeld; die vroëre standpunt was waarskyn» lik gebaseer op ‘n vrees vir arbeidersmoeilikhede en
die gedagte aan die onwenslikheid vir die grootste-

goudproduserende land om die goudstandaard op te

hef. Op ‘n onlangse kongres van die Suid-Afrikaanse
Kamers van Koophandel is geen definitiewe besluit

geneem nie, maar uit die besprekings het geblyk dat

clie gevoelens meerendeel ten gunste van opheffing

was. Die Arbeidersparty, in sover die nog bestaan, is verdeel maar oor die geheel word ‘n standpunt inge- –

neem teen die Regering. Ook die boerebevolking,’ wat
op die oomblik die swaarste ly in Suid-Afrika, is ver-
deel. Die opvatting is taamlik algemeen -dat depresia-
sie van die pond die landbou sal bevoordeel, maar
aan die ander kant is meeste van die boere onder-
steuners van die Nasionale of Regeringsparty. Trou-
heid aan die party bots hier met die gevoel van cie-

belang. Vandaar die verdeëldheid. Die algemene ten-
dens onder die boere vandag is egter, soos blyk uit
talryke boerevergaderings, ten gunste van ‘n ophef-‘

fing van die goudstandaard. Die Regering staan nog
as by sy besluit, gesteun in hoofsaak deur feitlik al
die ekonome in die land, die importeurs, en wa-arskyn-

lik die grootste gedeelte van -die Nasionale Party.
Soos te begrype gaan ‘die hele stryd gepaard met ‘n
totale onlcunde aan die kant van meeste van die be-
langhebbendes omtrent die breëre betekenis van: die
‘-raagstuk, die konsekwensies van ‘n opheffing, ens.

Oor die algemeen beskou die boere die afstap van die
goudstan-daard as clie enigste en afdoende middel om
T
die depressie in die landbou te oorwin; omtrent die

juiste uitwerking op pryse van landbouprodnkte, op-
lewensicoste ens. bestaan daar ‘n ongelooflilce hegrips-
verwarring. Vir die Engels-sprelcendes is die ophef-

fing van die goudstandaard feitlik sienoniem- met
vaskoppeling aan die Engelse pond sterling – clie
gerief van ‘n vaste koers met die land waarmee Suid-
Af±ika in hoofsaak handel speel hier wel ‘n groot
rol, maar Imperiale sentiment is to-g waarskyîlik die
vernaamste motief. Aan die ander kant beklemtoon
die Nasionale Regering veral die -onafhankl ikhei ds-
ideaal – om nie gebonde te wees aan die koers van
die pond sterling nie, maar om ‘n cie ekonomiese po-

litiek te volg. Daar is selfs sterke gevoelens vir ‘die

instelling van ‘n cie Suid-Afrikaanse muntstelsel.

Die posiesie is dus in kort dat een van die mees

ingewikkelde ekonomiese probleme gemaak is tot ‘n

party-politieke strydvraag, en dat dit gemeng word

met sentimenteele gevoelens en aspirasies. Waarlik
geen aanmoediging vir die wetenskaplike ekonoom wat

objektief die vraagstuk probeer nader!

• Daar is waarskynlik -weinig dinge wat so -duidelik

spreek van die totale omwenteling in ekonomiese toe-

stan’de, in vroer bestaan-de opvatt’ings ens. as -die ,,geld-

verskynsels” van die laaste jare. Watter ekonoom sou

in 1014 kon voorspel dat binnekort feitlik die hele
wereld die goudstandaard sou vaarwel sê, dat ver-

skillende geldeenhede op ‘n laër waarde sou vasgestel

word, dat ongeveer 12 jaar na die vrede volgend op

‘n wereldoorlog Engeland deur haar ekonomiese toe-

stande sou gedwing word om goudbetalinge te staak, en dat die grootste goudprodusent van die wereld die

vraagstuk son-der die tradisionele geloof aan -die on-
feilbaarheid van goud sou bespreek. –

Ons sal probeer om die probleem vir Suid-Afrika so

‘duidelik moontlik te stel, en enkele van die mees ge-
hoorde argumente krieties te ontleed.

Een van die eerste gevolge in Suid-Afrika van die
stap wat Engeland -geneem het was, anders as redelik

sou verwag word, ‘n vlug van die Suici-Afrikaanse

pond, en ‘n vlug na die Engelse pond sterling. Die
verwagting was blykbaar dat, 6f Suid-Afrika gou die-

seifde weg as Engeland sou inslaan, 6f ‘dat die Britse

pond gou sou herstel. Tjitvoerders en ander persone
met tegoede in Londen het sover rnoontlik om dieself-
de red’es die gelde sover moontlik daar gehou. Speku-
lasie was dus hier die hoofdoel. Dit word hereken ‘dat
van £ 12,000,000 tot £ 15,000,000 op hierdie manier

na Londen gestuur is of daar gehou is. Daar was dus
‘n besonder ‘skerp styging in die vraag na sterling.
Die Reserwebank, wat ‘n groot wisseltegoed in Lon-

den gehou het, kon hierin deels voorsien, natuurlik
slegs met die onvermydelike verlies samehangend met
die depresiasie van die Engelse pond. Dit blyl.t uit die
skielike daling in die pos ,,buitelandse wissels” soos

geopenbaar in die weeklikse balansstate; op 18 Sept.
was die bedrag £ 0,247,000, op 2 Okt. het dit vermin-
der tot £ 4,783,000, op 9 Okt. tot £ 705,000 en op 16
Okt. tot slegs £ 21,000. Met hierdie groot aanvraag
na buitelandse wissels was dit ‘n aktuele vraag of
Suid-Afrika nog wel die goudstandaard sou kon hand-
haaf. Deur middel van ,,diviesencontrole” het die Re-

gering die verdere uitvoer van kapitaal vir spekula-
tiewe -doeleindes streng beperk. Ook is ‘n poging aan-
gewend om ‘n buitelandse lening van £ 10,000,000 te
plaats; in sover informasie deurgekom het blyk dit
-dat dit misluk het. In die spesiale sitting van die

Parlement in November het die Minister van Finan-
sies, Havenga, egter die versekering gegee dat vol-

doende fondse beskikbaar is om aan alle verdere aan-vrae vir sterling te voldoen, veral ook met behulp van
die han-delsbanke. Tot dusver is daar geen noemens-
waardige onttrekking van goud uit die Reserwebank,
en is die kontantposiesie in die laaste paar veke eer-
‘der versterk as verswak. Op 16 Okt. was die verhou-

10 Februari 1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

115

ding van kontantreserwes tot verpligtings aan die

publiek 55,5 %, op 13 November 48,7 %, maar op 24

Desember het dit alweer gestyg tot 61,4 %. Die kapi-

taalstroom uit Suid-Afrika het blykbaar sterk ver-

minder.

Van ‘n suiwer ekonomiese standpunt lyk dit ‘dus

nie of Suid-Afrika sal afgedwing word van die goud-

standaard nie. Die kriterium is tenslotte die stand

van ‘die Betalingsbalans en al die faktore wat daarop
inwerk. Juis hier vind ons die byna unieke in die

Suid-Afrikaanse ekonomiese posiesie, nI. die oor-

wegende betekenis van goud in ons uitvoer, soos blyk
uit die volgende syfers:

Totale Uitvoer % van goud Totale Uitvoer
Jaar Uitvoer van goud tot totaal nvoer oorskot

£ ‘000

£ 000

£ ‘000

£ 000 £ ‘000
1929

97,757 46,377

47,5

83,455 14,397

Jan-Okt.
1930 68,027 39,989

58,8

54,443 13,584

11
1931 60,042 39,536

65,9

45,294 14,748

Duidelik blyk dus die stabiliserende invloed van
die goud op die Suid-Afrikaanse uitvoer. Ons kan
hier byvoeg dat dit veral die goudindustrie is wat al-

gemene ekonomiese toestande in Suid-Afrika nog be-

treklik gunstig maak in vergelykirig met meeste an-

der lande. Oor die onsigbare invoere en uitvoere be-

staan daar in Suid-Afrika geen offisiële gegewens
nie. Ons kan egter aanneem dat die onsigbare invoere,
behalwe vir ‘dir tydelike stroom van spekulasie-kapi-
taal wat na Engeland gestuur is, eerder sou af- as
toegeneem het. Deur depresiasie van die Engelse
pond betaal Suid-Afrika b.v. nou aansienlik minder
op haar buitelandse staatsskuld. Die ,eksterne staats-
skuld het op 31 Maart 1930 £ 160,000,000 bedra. Hier-
‘die leninge is hyna uitsluitend in Londen geplaas. Die

gemiddelde rente ‘betaalbaar word bereken op onge-
veer 4% %, en die jaarlikse rente betaalbaar dus on-
geveer £ 6,800,000. Stel ons die Engelse pond op 14/-,
dan wen die Suid-Afrikaanse skatkis aan rentebeta-
linge ongeveer £ 2,040,000. Op sigself is hierdie feit

alreeds ‘n belangrike faktor in die vraag of Suid-
Afrika die goudstandaard moet ophef.
Hoewel voldoende syfers ‘dus ontbreek kan ons vei-
lig aanneem dat die Suid-Afrikaanse betalingsbalans
besonder sterk staan, en dat daar geen rede is waarom die goudstandaard moet opgehef wor’d nie.

‘n Interessante teoretiese vraag is selfs of ‘die Re-
gering die Suid-Afrikaanse pond
kan
laat depresieer,
soos deur die teenstanders van die goudstandaard ver-
lang word en as beson’der eenvoudig aangeneem word.
Waar die stroom van spekulasie-kapitaal alreeds op-
gehou het, waar die betalingsbalans sover ons kan

oordeel dus besonder gunstig is, kan depresiasie van die geldeenheid op die duur alleen verkry word deur
‘n kunsmatige en gedwonge inflasie. Verder, sodra die Suid-Afrikaanse pond begin depresieer, sal die
waarde van die gouduitvoer dadelik toeneem, die uit-
voer van landbouprodukte sal ook gestimuleer word,
die invoer sal begin afneem, die betalinsbalans sal dus
‘n sterk neiging vertoon om gunstiger te word, en
die pond sal die tendens vertoon om weer te appre-
sieer. Dus, tensy ons banke, soos gedurende die vas-
koppeling aan sterling van 1919 tot 1025, groot sal-
dos laat ophoop in Londen of elders, of Suid-Afrika
in ander vorms geld leen aan die buiteland deur bv.
terugkoop van eie staatseffekte, sal die Suid-Afri-kaanse pond waarskynlik nie so maklik kan depre-
sieer nie. Hierdie aspek van die vraagstuk word in
Suid-Afrika nog geheel en al nie besef nie, veral nie
deur die teenstanders van die goudstandaard nie.

Afgesien van die
moontlikheid
om die goudstan-
daard te han’dhaaf, bly dit nog ‘n interessante vraag
of ‘dit in Suid-Afrika se belang sal wees.

In die eerste plek moet die gedagte van vaskoppe-
ling aan die Engelse pond sterling as uiters ongewens
beskou word. Dit sou eenvoudig ongehoord wees dat
onder die huidige omstan’dighede die ekonomies,e toe-
stand van Engeland, ‘die stand van haar betalinsba-

lans, en spesiaal ‘n moontlike infiasiepolitiek, die

waarde van die Suid-Afrikaanse pond moet bepaal.

Dit sou in werklikheid neerkom op ‘n totale prysgee
van alle ekonomiese selfstandigheid op hierdie gebied.

In die twede plek sal iedere ekonoom waarskynlik
toegee dat indien Suid-Afrika as ‘n bewuste en voor-

opgesette politiek sy pond gaan laat depresieer, daar

nie ‘n gedagte moet wees om weer terug te gaan na

goud deur die moeilike weg van ‘deflasie. Vir ophef-
fing van die goudstandaard kan alleen gesonde argu-

mente gevind word op voorwaarde dat die uiteinde-
like doel is stabilisasie op ‘n laëre basis en dan deva-

luasie of verlaging van die goudinhoud van do die

Suid-Afrikaanse pond.

Van ‘n geldteoretiese standpunt sou •dit ‘n beson-

der interessante eksperiment wees aan die kant van

Suid-Afrika om deur middel van ‘n kunsmatige depre-
siasie van die papiergeld, stabilisasie op ‘n gewensde
hoogte, bv. 16/-, en dan devaluasie, die nadele van die

algemene wereldprysdaling of styging in die koop-
krag van goud te kanselleer. Dit sou, sover my be-
kend, die eerste voorbeeld van wees van ‘n ekonomiese

politiek gerig op prysstabilisasie in hierdie besondere

vorm. Dit sou ‘n interessante voorbeeld wees van ‘n

,,Managed Ourrency”, egter sonder totale afskaffing
van goud, terwyl ‘dit iets sal ooreenkom met die ,,Oom-
pensated Dollar Plan” van Irving Fisher.

Op hierdie voorwaardes is daar besonder veel te
sê vir ‘n opheffing van die goudstandaard. Dit sou
tot ‘n seder mate verligting gee aan die boere wat

veral gebuk gaan onder groot verbande of hipoteek-
skulde. Dit sou die noodsaaklikheid van salaris en
loonsverlaginge voorkom, in kort, voor ekonmiese
toestande hulle aangepas het aan die laër prysniveau,
met die onvermy’delike nadele daaraan verbonde soos

bankrotskappe ens., kan die pryse kunsmatig tot ‘n
seker grens verhoog word om ongeveer prysstabilisa-
sie te verkry.
In die eerste plek is die ‘vraag alleen of hierdie
depresiasie kan verkry word, gesien die aktiwiteit van ons betalingsbalans, soos alreeds bespreek. Van ‘meer
belang is egter die vraag of die Regering by magte
sal wees om die pond op ‘n seker hoogte te stabili-
seer, en dan deva,ivasie toe te pas. Ekonomies behoort
dit nie moeilik te wees nie, maar dit lyk my waar-
skynlik, te oordeel na die gevoelens in die land met
die onkun’de wat daarmee gepaard gaan, dat politieke
invloede sal gebruik word om steeds nog verdere in-
flasie en depresiasie te verkry. Daarnaas sal die
vraagstuk van devaluasie weer later waarskynlik tot
‘n politieke strydvraag ontaard met onnodige onrus
in die land.

Met die oog dus, nie alleen op wat teoreties ‘wenslik
kan wees nie, maar ook op vat prakties moontlik is,

kom dit my voor ‘dat die Regering, as ‘verantwoorde-
like liggaam, juis gedoen het om die veiliger maar
meer onpopulêre weg te volg deur op die goudstan-
daard te bly. Veral die vroeg uitgesproke en besliste
standpunt het veel daartoe bygedra om verwarring en
onsekerheid te voorkom.
Om die hoere tehulp te kom het die Regering be-
sluit om ‘n premie van 10 % te betaal op alle produkte
uitgevoer, behalwe ‘goud, diamante en suiker, en 15 %
op vrugte, wat hoofsaaklik na Engeland gaan. Die fondse hiervoor word gekry deur ‘n ekstra heffing
van 5 % invoerreg op alle ingevoerde goedere.
Intusse word die propaganda vir opheffing van ‘die
goudstandaard al sterker, en kan interessante ont-
wikkelinge in die naaste toekoms verwag word.

116

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10
Februari
1932

AANTEEKENINGEN.

Îndexcijfers van groothandelsartikelen.

,,The Economist” schrijft: Nadat de wereldprijzïn

gedurende de eerste helft van Januari vrijwel stabiel

waren gebleven, daalden zij in de tweede helft, welke
daling echter voor de sterlingprijzen nog heviger was

(zie derde tabel).

Uit de indexcijfers
an
de Ver. Staten, Frankrijic,
Italië en Duitschland, welke ontleend zijn aan de Fi

nancial Timês, blijkt, .dat de dalende beweging van de

groothandeisprijzen in Duitschiand het sterkst op den

vooigrond treedt, terwijl Frankrijk op korten afstand

volgt. In de volgende tabel geven wij de vergelijkende

cijfers van onzen geheelen index volgens de vijf
groepen:
Engelsche groothandeisprijzen.

.
1927 = 100.

18 Einde

9

30

13

27
Sept. Sept. Dec. Dec. Jan. Jan.
1931 1931 1931 1931 1932 1932
Granen en Vleesch . . . . 64.5 68.0 70.2 69.0 70.7 139.7
Andere Voed. en Genotm. 62.2 68.1 66.3 65.7 65.9 66.1
Weefstoffen ………..43.7 49.5 55.0 52.8 53.2 52.5
Delfstoffen ………..67.4 72.9 75.4 76.7 77.7 76.2

i)iversen …………..65.8

08.9

67.0

66.2

65.5

64.6

Totaal …………..60.4

65.1

66.6

65.8

66.2

65.4

1913 = 100 ………83.1 89,6 91.7 90.6 91.1

90.0
1924 = 100 ………52.2 513.3 57.6 56.8 57.2 56.5

De daling gedurende de laatste veertien dagen om-
vatte alle groepen. met uitzondering van de groep

.,Anderd voedings- en genohmiddelen”, welke een ge
ringe stijging te zien •gaf.

De yolgende tabel vertoont het
prijsverloop
in een

aantal belangrijke landen:

u


z

1913
704
100
6

100 100
10071
100
100
10)
November
358
438
367
392
214

Hoogste
.

.
591
(Apr.)
679
(Apr.)

325
(jan.)
366
1
(Juni)
297
(Juli
322
(Mrt.)
Oemi.IdcIcIe
1925

I’J18………

1048
547
646
1425

161
155
.202
1926
100
5

703
654
134
145 149 145
179 1927
95
618
527
138
142 146
148
170
1928
98
621 491
140 145
148
149
171
1929
96
611
481 137
141
140
142
166
1930
86
533
411
125 126 122
117
137
November
1930
88
494
379
120
1201
117
110
123
December
,,
78
488

359
119
117 117 107
121
Januari
1931
71
484
362
115
115
115
105 120
Februari
76
482 358
114
115
114
104
119
Maart
75
4
4
2
356
114 114
113
103
120
April
73
484 353
114
112
112 102
119
Mei
71
470
347
113
III III
1(2
116
Juni
70
467
339
II?
110 110
ICO
114
Juli
Augustus
,
70 70
456 446 337
331
112
110
110 108
110
109
1.7
94
116
115
September

….

.
69
428 330
109
106
107
91
113
October
69
414 330
107
106 108
89
III
November
68
408
329
107
16
110
89
December
.,

……
40.1
.
104
.
.

.
85
8

1)
Bureau of Labour.

‘)
Stat. Reiclisamt.
3)

Sedert
1922
gebaseerd ôp
48
artikelen.
4)
1926
=
100.
8)
Jaargemiddelde.
6)
Sedert
October
1923
Juli 1914= 100.

7)
Alidden
1914=100.8)
Jan.
1932=84.

De volgende opmerkingen zijn ontleend
aan
de des-

betreffende maandpublicatie
van
het
Centraal Bureau
voor de Statistiek
en
hebbenbetrekking
op
de Neder

landsche
indexcijfers
1913
=
100.

Bij
beschouwing

der indexcijfers over Januari
1932,
in vergelijking met
die over de maand December
1931,
blijkt, dat zoowel
het indexcijfer der
48
artikelen als dat •der voedings-
middelen alleen niet 1 punt is gedaald.

Tegenover een prijsstijging van
16
artikelen (11
voedingsmiddelen), met in totaal
45
punten (w.o.
alleen kaas met meer dan 10 punten) staat een prijs

daling van
20
artikelen (11 voedingsmiddelen) met in
totaal
96
punten (w.o. alcohol met
14
en lamsvlesch
met
12
punten).
l)e
stijging
van December
1931
tot Januari
1932,
uitgedrukt in procenten, is als volgt: kaas
21,4,
rogge
11,2,
zwavelzure ammoniak
6,2,
paardehuiden’
6,0,
ruwe katoen
5,4,
haver
4,6,
rundvieesch
2,9,
gerst
2,8,
boter
2,6,
kqffie
2,0,
terpentijnolie
1,8,
tin
1,7,
aard-appelen
1,6,
groene erwten
0,7,
suiker
0,3
en melk
0,2.
De
daling,
uitgedrukt in procenten, is voor hènnep
11,4,
lamsvleesch 10,1, alcohol
9,1,
macaroni
8,6,
thee
8,3,
eieren
6,9,
petroleum
6,7,
steenkolen
5,6,
kalfs-
vleesch
5,1,
hars en cokes
4,8,
zemelen
4,4,
rijst (Bur-
ma)
4,3,
lijnolie
3,0,
peper
2;7,
vurenhout
2,5,
runder-
huiden
2,3,
maïs
2,0,
cacao
1,5
en zilver
M.

INGEZONDEN STUKKEN.

DE BUITENLANDSCHE HANDEL VAN DUITSCH.
LAND IN 1931.

De Heer
H.
Dunlop te Brummen schrijft ons:
Dr. H.
C.
Strohmayer oppert in uw blad van 27
Januari
11.
na een menigte cijfers twijfel aan de be-
talingscapaciteit van Duitschland.

Maar met geen.enkel woord maakt Dr.
S.
melding
van het door Duitschland aan Moskou verleende ere-

diet, hetwelk thans door deskundigen geschat wordt
op RM.
1.500.000.000,
waarvan natuurlijk geen kopeek
terecht komt, maar waartegenover Duitschiand rente
en aflossing zal moeten betalen, die wij op RM.
150.000.000 per jaar mogen schatten.

Voor een land als Duitschland, hetwelk zich sedert
vele jaren beklaagt over zijn geringe betalingscapaci-.

teit, schijnt een dergelijke credietverleening (die ge-

paard gaat met levering, en derhalve verlies van kost-

bare materialen en fabrikaten) aan Rusland, dat het
uitgesproken doel van Europa’s ondergang nastreef t,

veel erger dan l’ichtzinnig.

De RM.
1.500.000.000
representeeren de door de B.I.B. geiaamde bruto-verplichtingen voor het jaar
1932.
Het is te hopen, dat Duitschiands geldsbhieters het geld-leenen aan Rusland voortaan zullen verbie- –

de’n.

MAANDCIJFERS.

GIRO-OMZET
BIJ
DE NEDERLANDSCRE,BAN K

Nov.
1931.
11

Nov.

1930.

Posten
I
Bedrag

11
Posten
I

Bedrag

Rek.houders
47.657
fl.593.630.000

48.925.
f2.994.202.900
Door H.’bank
plaatselijk
34.070
,,1.307.264.000
36.827
,, 2.649.825.000
Voldoening
Rijksbela4t.
1.214
,,

12.028.000
1.262
11.349.000

18 September 1931
=
100.

Tiidexcijfers ,,The Economist”
Irvi ng
.
Statistique
Kamer
v.
Statistisehes

Data
Totaal index
Grondstoffen
Goud-
Fisher
Géu13rale
Koophandel,
Reichsamt

in
£
in
£
prijzen
Ver. Staten
Frankrijk
Milaan, Italië
Duitsehiand

30Sept.

’31
107.8
112.0 94.7 98.7 96.9
98.8
98.9

14Oct.,,
108.3
114.3
95.7
98.9
•.

96.9 99.7

. .

98.0

28Oct.,,
108.4 114.4
101.4
99.3 95.6 99.9 98.7

11 Nov.,,
110.3
119.3 103.5
90.3
90.0
90.3
98.3

25Nov.

,,
109.1
114.8
98.0
98.3
94.2
98.8 97.6

9Dec.

,,
110.3
117.3
93.0
97.3
.
93,3
97.1
96.1

30Dec.,,
108.9
117.1
94.4


96.1
93.4
96.9
94.6

13Jan.

’32
109.6
117.7 94.5

,.
.

94.5′

.


93.8

.
96.3
92.5

27 Jan.
.

’32
108.3
115.7
93.8

.
.

.

.

.
..

.

10
Februari
1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

117

STATISTIEKEN EN OVERZICHTENC

N.B.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
BANK DISCONTO’S.

isc. Wissels. 3
29Sept.’31
Lissabon

….

Ned r

Bel.Bian.Eff.

7

8Aug.’3

Bk
4
29Sept.’31
Londen ……
6
21Sept.’31

rsch.inR.C.
4
29Sept.31
Madrid ……
64

8Juli’31

Athene ……….
12 12Jan.’32
N.-YorkF.R.B.
3k
15Oct.’31

Batavia ……….
4410 Mrt.’SO
Oslo

……..
6

17Oct.’31

Belgrado

……..
7420 Juli’31
Parijs

…….
24

9
Oct.’31

Berlijn ………..
7

9
Dec.’31
Praag

……
6
22 Dec.’31

Boekarest……..
8
31 Mrt.’31
Pretoria

.

..6
13lVov.’31

Brussel ……….
3413 Jan.’32
Rome………
7
28Sept .31

Budapest ……..
7
19 Jan.’82
Stockholm

..
6 17
Oct. ’31

Calcutta

……..
7
14Jan. ’32 Tokio

……
6.574Nov.’31

Dantzig

……..
5
24Nov.’31
Weenen ……
8.11Nov. ’31

Helsingfors ……
8

26 Oct.’31
Warschau ….
74
3 Oct.
1
30

Kopenhagen

….
6
26Sept.’31
Zwits.Nat.Bk.2
22 Jan.’31

GELDKOERSEN.

OPEN MARKT.

1932
1931
1930
1

1914

6 Feb
1
1
6

2
5130
18j23
217
38
20124
Feb.
Jan.
Jan.
Feb.
Febr.
Juli

Amsterdam
Partic.dIsc.
2
1
1
2-1
2
1
1j,-‘l
2(
4

3
(4 I
1
18
1
I4
24-3
1
14
318

II6
Prolong.
2
2-
1
(2
2
1
13
3
j4
1
3
42
1
j3
I14
2
11
16-
214-
3(4

Londen
13/16
Daggeld…
31(
2
5
2
1
135
2-5 2-5
1
3
14-3
2I4-5
1
3
14-2
Partic.dlsc.
43J
4
5114
45,
g
_51
3

431
4
531
4

5113j
2
7
116
-1
(3
3Ia-4
4114.314

Berlijn
Daggeld…
7I_$11
7
1
148
1
j2
7
1
1s-814
7-8
3
14
5-8 5-8
1
12

Maandgeld
7-9 7-9 7-9
7-9



Part, disc.
614-,8
6418
6
7
(s-7
6
7
18-7
4
8
5
5
18-6
2
1
I8-
1
I2
Waren-
wechsel.
71148
714-8
71,
4
8
7
1
14-8
514-3/s

6-
3
J8

New
York
Daggeld
t)
21j
a
3j
21(
2
3(
4

213-
3
J4
2
1
15-(4
I’j,.
3
/.
4_3j
4

13(
4
21(
5

Partic.dlsc.
3
3
3
3
1
1
‘9
37/_4

‘) Koers van 5 Feb. en daaraan voorafgaande weken tlm Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D to
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavla
York’)
•)
S)
5)
5)
1)

2 Febr. 1932
2.485/
8.60%
5890
9.774
34.63

99
3

1932
2.48a/
8

8.59%
58.824
9.774
34.64
99
‘j
4

,,

1932
2.485/,
8.571.
58.95
9.774
34.63

9/8
5

a

1032
2.485j,
8.5834
58.924
9.774
34.63

998,,

6

19321
2.48y
4
8.58
58.924
9.774
34.b24 998,

8

,,

1932
Laagsted.w.’)
2.48%
2.4815
8.571,
8.56
58.90 58.70
9.774
9.7641
34.624 99%
34.574I 99

Hoogste d.w’)
2.4865
8.62
59.024
9.764′
34.68

998j
1 Febr. 1932
2.489j,
8.57
58.824
9.78
34.674 99 Y.
25 Jan.

1932
2.48
7
/
s

8.54
58.624
9.77
34.674

3/8
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.263
9.747
34.5z 100

0
t
o a serlan
Weenen
PraaR
Boeka-
Milaan
Madrid
rest
t)
*0)
*S,

2 Febr. 1932
48.45
35.25 7.374
1.48
12.424 19.35
3

,,

1932
48.43 35.25
7.36
1.49
12.624 19.45

4

,,

1932
48.47%
35.25
7.36
1.49
12.80

19.15

5

,,

1032
48.45
35.25
7.37 1.49
12.86

19.324

6

932
4845
35.25
7.36
1.484


8

,,

1932
48.45
35.25
7.35
1.474
12.95

18.95
Laagsted.w.’)
48.37%

7.324
1.45
12.37

18.90

Lloogsted.w’)
48.48 35.25
7.40
1.51
13._

19.95
1 Febr. 1932
48.50 35.25
7.38 1.48 12.39

20.15

25 Jan. 1932
48.50.
35.25
7.38
1.48
12.464 2065
Muntpariteit
48.003 35.007
7.371
1.488
13.094 48.52

D
to
o
Siock-
Kopen-
Oslo •)
Buenos-
Mon
hol,,, ‘.1
hagen’)
forfl)
Aires’)
ireal’)

2 Febr. 1932
48.25
47.50
47.-
3.80

2.16

3

,,

1932
48.25 47.50
47.-
3.80

2.1734

4

,,

1932
48.25

46.75
3.80

2.173j

5

,,

1932
48.25 47.25
46.75
3.78

2.17

6

1932
48.25
47.25
46.75
3.80

2.17
1
I
8

1932
48.25 47.25
46.75
3.824
62%
2.15

Laagsted.w.’)
47.05 46.75
46.-
3.70
62
2.10

Hoogste d.w’)
48.50
47.75
47._
3.85
63
2.22%
1 Febr. 1932
48.25 47.25
46.75
3.80

2.15

25 Jan. 1932
48.-
47.-
46.50
3.65

2.14

Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.2661
953%
2.078

‘)Noteering te Amsterdam. “) Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In het eerst,e nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen

KOERSEN TP NEW YORK. (Cable).

Data
Lon,ie,,
(

pers)
Parijs
($ p. lOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amslèrdam
($ p. 100 gid.)

2 Febr.

1932
3,45%
3,933/,,
23,68
40,24
3

,,

932
3,447j,
3,9311,,,
23,70
40,26
4

1932
3,455I 3,9311,
16

23,72% 40,30
5

,,

1932
3,45s,
3,93%
23,77%
40,28
6

1932
3,447/,
3,931i,
23,75 40,28

8

1932
3,45% 3,93y,
23,74q
40
2
30

9 Febr.

1931
4,86%
3,92%
23
2
777/
s

40,16
Vluntpariteit..
1

4,8667
3,90′
23,81%
403j,

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen
en
Landen
Noteerings-
eenheden
23
Jan.
1932
30Jan.
1932

i
LaagstelHoogstel
1 Feb.16 Feb.
’32
1
6Feb.
1932

Alexandrië..
Piast. p. Z
97
97%
975/6
97%
p.X,
270
272%
260
280
270
Bangkok….
Sh.1,.tical
2/5%
2
1
6
216
2(6
2/6
Athene ……Dr.

Budapest
..
.
Pen.
p £
29%
2934
27
32
29%
Buenos Aires
d.
p.$
393%
40
‘/8
39%
40
Y4
398%

Calcutta
… . .
Sh.
p.
rup.
116
3

161i
1/611
16

116
6
/
32

1I6
9
/
6

Constantin..
Piast.p.0
705
710 710
710
710
Hongkong
..
Sh p. $
1
1
55
/8
1/5%
115
1163%

Sh.
p.
yen
2/1%
2,0%
210%
2/1
8
%
2
1
05/
8

Lissabon….
Escu. p. Y,
109%
1093%
109
V
4

110%
109
3
/,
Kobe

…….

Mexico

. . .,.
$
per
£
8.85 8.87%
8.65
9.-
8.75
Montevideo
.
d.per
.
31
31
30%
31%
31
Montreal

$
per
£
4.02 4.02 3.93
4.-
3.96%
Rio
d. Janeiro
d. per Mil.
4%
4%
4′
4
5
1,
4/
16

Shanghai

Sh.
p.
tael

l/lO/s
1/10H
111031
t

210

Singapore
..
id.
p. $
21128
82

2j3271
3

2/334
2/4
213891
33

Valparaiso
‘).
$
per
£
29.- 29.-
28.75
29.-
28.80
Warschau
..
Zi. p. £
31
3034
30%
313%
30%

‘1 90
dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 2)

Londen’)
N,York’) Londen
2 Febr.1932..
195/
8

297
2 Febr.1932_…
11917

3
1932..
19%
29%
3

1932..;
.
119,5
4
1932

.
19%
298/,
4

1932….
120,1

5
1932..
19n/
293.
5

1932….
119/9
6
1932..
19′
29′
6

,,

1912….
11719

8
1932..
19%
29t
8

,,

1932….
120/1

9 Febr.1931..
12
26′
9 Febr. 1931….
84111%

27
Juli
1914..
24″,,
59
27

Juli

1914….
.
84/11
‘)in pence p.oz.stand.
8)
Forelgn silver In $c. p.oz.ftne. S)ln 5h. p.oz.flne

STAND VAN’S RIJKS KAS.

Vorderingen.

I
31 lan. 1932

1
7 Feb. 1932

Saldo van’s Rijks Schatkist hij De Ne- derlandsche

Bank ………………
t
52.3f0.267.94
/
63.155.565,57
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
.
,,

1.675*5.46
.

16.4′,17.
l51.475.630,3k
,,
151.772.1(3(3 l3.46l.382.l2
14.034.138.-
Id. aan

Curaçao ………………….
..
7.983.493.10

Voorschotten aan Ned.-lndit ……..

Kasvord. wee. credietverst.a!h. hultenl.
112.271.859,32
112.2l 2.322,79

Id. aan

Suriname ………………..
….

Daggeldieeningen tegen onderpand
..,,

..7.740.8)3,29

16.600.0
0.-
,,

8.509.100-
1
;aldo der postrek.v. Rijksconiptabelen
,

19.8 0.55,93
,,

24.181.733.02
Id.
op
andere Staatsbedrijven
‘1 …….
‘.514.’l7.7h
,,

12.569.447,75
Kasgeldieeningen aan gemeenten
….
….
,,

75.537.243,58
,,

71.061.334,23
VerplIchtingen.

Schatkiatbiljetten in omloop
……….
/
173.276.00,- /
175.792.000.-
Schatkistpromessen in omloop …….
303.150.L00,-
,319.960.000,-
Waarvan rechtstreeks bij De Neder-


Zilverhons

in

omloop ……………

..

1.916.294,50
1.962.719,-
Schuld
op
uit. December
1
31 aan de
gem. verstrekt wegens voor haar
door de Rijksadm. geheven gem. ink.
»

9.414.034,18
»

9.414.034,18

landsche Bank geplaatst
……………

belast. en
opc. op
de

Rijksink. bel.

Schuld
op
uit. December ’31 aan de
gem. verstrekt wegensaan haaruit te
keeren hoofds. der pers. bel.. aand. in
de hoofds. der grotidbel. en der gem.
fondsbel., alsmede
opc. op
die (‘elas-
tingen en
op
de vermogensbelasting
,,

2.572.292,01
,,

2.572.2C2.01
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenl.’)
47.903.’46,04
50.514.952) 2
68.2593’22,91
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.’). .
Id. aan andere Staatsbedrijvent)…..
,

92.27.474,86
383.083.78
,,

313.03,78
Id. aan diverse instellingen’)
……….
12.920.970,77
,,

14.460.659,64
1)
In rekg.-crt. niet
‘5
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

26 Jan. 1932
1

2 Febr. 1932
Vorderingen: Betaalmiddelen In
‘s
Lands Kas


wo.

munthiljetten

…………….


Saldo bij de Javasche Bank ………..

……..
/

418.000,-
Verplichtingen
……..

Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinstell fl49.867.900,-
,,
151.478.010,-
17.460.(
00,-
,,

11.610.000.-
,,

2) .05.000,
,,

21.075.(‘flO,-
3.971.000,-
,,

3.441.000.-

Schatkistpromessen
…………………
Schatkistbiljetten

………………

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds
,,

1.512.060,-
1.512.000.-
Muntbiljetten in omloop
……………

ldcm aan de Ned.-Ind. Postspaarbank
,,

845.000,-
»

797.100,–
Voorschot van de javasche Bank…..
1.049.000,-

118

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10 Februari 1932

NEDERLANDSCHE BANK..
Verkorte Balans op 8 Februari 1932
Antiva.
Binnenl.Wis.(Ufdbk.
f
56 93)946,14
sels,Prom., Bijbnk.
,,

2.441.329,83
eJiL. LU Ui5C.
tg.scn.,,

11.0-51.11

f

71.024.447,79

Papier o. h. Buitenl. in disconto ……,,


Idem eigen portef.
. f
83.770.614,-
Af:Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.

83770.614,-
Beleeningen
1
flfdhlr
mci. vrsch.f
in rek.-crt.

1
Bijbnk. ,,
6.679.041i,08

op

fl

1
.
p
A5C
__
49•133.491
i
47

r
90.951.903,47

Op Effecten ……
r

89.972.647,29
0
r,(4nvderpnpnSnpp
Qfl
951

1
90.951.903,47
Voorschotten a. h. Rijk …………….

Munten Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
97.690.760,-
Muntmat., Goud ..

763.899.165,12

f
861.589.925,02
Munt, Zilver, enz.. ,, 26.281.258,47 Muutmat., Zilver..

,,

887.871.183,49
1
)
Belegging
2/

kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………
,,

26.875.552,37
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
,,

5.000000,_
Diverse

rekeningen ……………….
,

35.504.337,52

Passiya
f

l.uil.998.U8,64
___________________
Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………
7.563.205,59
Bijzondere

reserve

………………
,,

8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….
7.500.875,03
Bankbiljetten in omloop …………..
,,

991.699.865,-
Bankassignatin in

omloop

………..
,

54.526,93
Rek.-Cour.
J
liet Rijk
f

61.133.759,17
saldo’s:

Anderen

96.345.861,82
,,

157.479.620,99

Diverse

rekeningen ………………
,,

8.699.945,10

f
1.200.998.038,64

Beschikbaar metaalsaldo ………….
f

428.072.864,94
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is.
,,

1.070.182.160,-
1)
Waarvan in het buitenland
f
101.733.007,73.
Voornaamste posteu in duizenden guldens.

Goud
Beschtkb.
Dek-
Data
Clr’uIatie
1Andere
opeischb.
Metaal-
kings
Munt
1
Munt mat,
schulden
saldo
1)

perc.

8 Febr.’32
97.691
763.899
991.700
!
157.534
428.073
77
1

,,

’32
97.691
767.930
1019.63165.052
418.412
75
25 Jan. ’32
97.691
775.039
984.243 207.895
430.045
76 18

’32
97.691
781.581
999.070 190.374
432.104
76
11

’32
97.691
781.387
1019.723 185.519 431.080
76 4

’32
97.691
781.843 1052.201 160.929 419.066
74

9 Febr.’31 .84.582
361.494
813.101

45.271
130.838
55

25 Juli

’14
85.703
96.410
310.437

6.198 43.521
54
Totaal
Schat,eist-
Dele

Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
n ng n
op het
reke-
I

disconio’s

71.024

rechtstreeks
buitenl.
ningen
1)

8 Febr. 1932

90.952 83.771 35.504
1

,,

1932
79.617

112.877
83.657
35.811
25 Jan. 1932
78.1 15

96.491
83.657
35.552
18

1932
79.237

99.1124
83.515 35.453
11

1932
78835

101.427
83.808 35.144
4

1932
83.879

126245
84.330
34.515
9 Febr. 1931
48.406

81.226
244.838
30.939
5 Juli

1914
67.947

61.686
20.188
509
‘t
neuerroen nanastaat van
4
jan.

zq
weder
op
ae basis van 11
metaaldekking.
1)
Sluitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste oosten in duizendpn etildenq

Data
Metaal
Ctrcu-
latie
Dis- conto’s
j
schottn
aan
de
kolonie

oo
Diverse
rke-
n1ngenInlngen1

D
iverse
reke-

1 December 1931
4.515
4.831
251
21
1.261
576
1 November 1931
4.550
4.927
237
37
1.212
517
1
October

1931
4.546 5.023 227
43
1.253
454
1 September1931
4.671
5.214
228
13
1.248 350
1 Augustus 1931
4.678 5.236
227
76
1.125
276
1 Juli

1931
4.674
5.145
132
11
3

1.293
372
1
December 1930
4.677
J
5.567
176
-193
1.939
855
‘1 b
iutip. oer activa. ‘)SIuitp. aer passiva.
3)
Schuld aan de Kolonie.
JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud
I
Zilver

Circulatte
Opeisclib.

schulden

30Jan.1932
159.800
23

1932
159.010
16

,,

1932
158.500

9Jan.1932
112.554
48.611
2

,,

1932 ‘112.557
40.197
26 Dec. 1931 112.506
47.047
19

,,

1931
121.183 45.838

31 .Jan.1931
128.582
43.050
1
Feb. 1930
139.288 30.532

25
Juli
1914
22.057
31.907

Data

I

Dis-

I

buiten
conto’s

N.-Ind.
betaaib.

30 Jan.1932
23

1932
16

,,

1932

9Jan.1932

80
.
00
80900
84.000


•**

35.478

63 63 62
62
9.06
6.900
50.816
2

,,

1932
9.710
6.3111
48.784
35.939
62
26Dec. 1931
8.825
5.78
49.274
36.220
62
19

,,

1931
8.870
4.727
41.568 35.488
64

31 Jan.1931
8.711
33.183
42.221
35.011
60
1 Feb. 1930
8.444
31.881
82.392
31.683
54

25Juli1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44 ‘)
Slultpot acttva.

BANK VAN ENGELAND.


Voornaamste posten in duizenden pondeu sterliug.

Bankbilf.
Data

Metaal

in
circuiatie

3 Feb. 1932 121.313 347.666

48.099

13.634 40.120 27 Jan. 1932 121.350 345.819

49.595

12.947

37.196
20

1932 121.321 374.879

47.884. 14.031

30920
13

1932 121 331 354.744

41.(118

15.846

36.646
6

,,

1932 121.324 362.859

32.891

19.899

35.789
30 Dec. 1931 121.349 364.150

31.596 27.291

37.613

4 Feb. 1931 141.040 349.486

50.864

6.325 23.204
22 Juli 1914 40.164

29.317

33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.
I

Other Deposlts
1 1
Reserve1
Dek-
kings-
Bankers
Other
Accountsl
1
perc.
1
)

3 Feb. ’32
40.701 14.802
77.326
32.845
48.647
3291
27 Jan. ’32
45.311 15.321
74.304
38.208
50.481
391843
20

1
32
52.431
20.813
77.482
38.444
48.442
3513 13

’32
53.561 22.361
68.702
37.912
41 587
32
32
7
/
83

6

,,

’32
64.891
15.681
81.824
3.503
33.465
24
19
1
32

30 Dec.’31
95.341 7.733
120.398
40.341
32.199
18
13
/
82

4 Feb. ’31
43.030
9.861
62.570
33.568
51.554
48
19
/8
3

22 Juli ’14
11.005
13.736
42.185
29.297
52

‘) VerhoudIng tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen traacs

Data
Ooud
Ziiverl
1
Te goed
in h t
Wis


Waarv.
I
op
het
I
BeleeRenteloos
voorschot
buiteenl.
sets
bnitenl.
ningen

2.744

a.d. Staat
29Jan. ’32j71.625
985
8882
16.47019.923)
3.200
22

,

‘32170.689
983
9.454
15.911
10078
2780
3.200
15

’32
69.847
970
10.406
15.630
10.101
2.867
3.200
8

,,

’32
69.279 964
11.131
15.822 9.922
2.862
3.200
3OJan.’31155.510
633
6.098
28.788
19.325
2.866
3.200
23Juli’14J
4.104
640

1.541
8
769

Bons
v. d
.

Dtver-
Rekg.
Courant
Data
zelfst.
seal)
Ctrculatie

t
zi!5t.
1

Parti-
amort.
k.
Staat
Jamort.k.Iculteren.
2’9Jan. 32
6.899
2.008
84.723

531
1
41911
23.552
22

’32
6899 2047
83.364

603
1

4.1241
2:1.930
15

’32
6.899
2.230
84008

626
1

5.849
1
21.658
8

,,

1
32
6.899
2.247
84 022

552
1

5.493
1.21.408
30 Jan.’31
5.199
2.313
78.559

4.7431
9.101.1

11.659
23 Juli’14


5.912

401

943.
1)
Sluitpost
activa.

225.200

28.600 58.280
226.00 27.700 57.520
232.400

22 800 56.420

236.387

22.339 55.674
232.022

25.566 55.719
229.558

27691 56.653
233.617

27.470 62.586

243.482

43.648 56.70
277.202

39.924 42.969

110.172

12634

4.842

Belee

Diverse

Dek-

1
ningen

reke-

kings-

ningen’)
percen-
M..

10
Februari
1932

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

119

GOEDERLNHANI)EL.

GRANEN.

9 Februari 1932

Gedurende de afgeloopen week was de vraag naar bui-
tenlandsche t a r w e levendiger dan in cle daaraan vooraf-
gaande en de stemming is ciientengevo)ge op verschillende
(lagen vrij vast geweest. Ook in het Verre Oosten zijn
koopers voortgegaan niet het sluiten van contracten, voor-
al voor verdere aflading. De troebelen in China hebben daar
en in Japan de vraag voor Australische tarwe niet ver-
minderd. integendeel, cle vraag voor ciie landen was leven-cliger dan te voren. Europa kocht in hoofdzaak Plata, Aus-
tralische en Manitoba tarwe. Een verhoogiug van het bij
de vermaling toegestane percentage buitenlanusche tarwe in
Italië en in Frankrijk doet haar invloed geUeu en in beide
landen valt een verhoogde activiteit waar te nemen. Men
verwacht, dat nu wel spoeuig andere landen, vooral 1)uitsch-
land, zullen volgen met het eveneens toestaan van hoogere
pircentages buitenlandsche tarwe en de hoop op de ver

v
ezenlijking dier verwachting hielp mede de stemming
‘aster te doen worden. Groot zijn echter cle fluctuaties op
de buitenlandsche termijnmarkten niet geweest. Het aan-
bod blijft van alle kanten ruim en het schijnt zeer moeilijk
te zijn een blijvende verbetering der prijzen stand te doen
houden. De Vereenigcle Staten doen nog niet mee in concur-
rentie met andere landen en zijn niet dringend met tarwe
aan ds markt. Men blijft daar hopen op prijsverbetering,
wanneer de Europeesche vraag zal toenemen en rekent ook
met de gevaren, waaraan cle wintertarwe blootstaat, welke
over groote uitgestrekthedeu zonder sneeuwbedekking is,
wanneer strenge vorst zou intreden. Berichten over vorst
werden in de vorige week verspreid, doch tot nog toe schijnt
geen schade te zijn toegebracht. ])e opbrengst van winter

tarwe wordt in cle Vereenigde Staten nog op 500 millioen
bushels geschat tegec 800 niillioen in het vorige jaar. Het
ontbreken van exportaaken tengevolge van cle te hooge
vraagprijzeu en cie groote voorraden, w’elke zich nog in
handen van den Farm Board bevinden, houden verdere prijs-
stijging in de Vereenigde Staten tegen. Gedurende de afge-
loopen week zijn zij vooral in cle tweede helft zelfs gedaald,
zooclat het slot
234
dollarcent per £0 lbs. lager w’as clan een
week geleden. Te Winnipeg waren op sommige dagen de
prijzen icts hooger, doch meestal trad daarna weder een
verlaging in. Het slot was
1%
dollarcent per 60 lbs. lager.
In Zuid-Amerika kwamen tamelijk groote prijsverschillen voor. Op 6 Februari was het slot te Buenos Aires 7 centa-
vos per 100 RG. hooger dan een week geleden en te Rosario
onveranderd. Op Maandag en Dinsdag zijn de Zuid-Amen-
kaansche termijnmarkten gesloten.
Op de t
ci
g g e-markt kwamen weinig prijsveranderingen
voor. Disponibele Russische rogge werd tot onveranderde
prijzen verkocht. De Russen zijn wel met rogge aan de
markt, doch niet dringend en vragen hoogere prijzen dan
waarvoor de tweede hand geneigd is af te geven. Argentinië
is geregeld met rogge aan de markt tot prijzen, welke in den loop der w’eek weder iets zijn gedaald. De kwaliteit
schijnt dit jaar in Argentinië zeer goed te zijn en rgge
van hoog natuurgewicht wordt aangeboden. In Dititschlaucl
is cle regeering aan de markt gekomen met buitenlandsche
rogge om te voorkomen, dat cle prijzen, en daardoor ook de
brood prijzen, zouden worden verhoogd.
Het aanbod van Plata-m cc fs uit aangekomen booten was in de afgeloopen week niet overmatig groot, doch werd ver-
meerderd, doordat houders van vroeger opgeslagen par-
tijen daarmede aan de markt zijn gekomen. Terwijl het aan-
bod kleiner was dan gedurende geruinien tijd het geval was, is ook de vraag verminderd wegens de weinig bevredigende
prijzen, welke houders van vee voor hun pro:lucten kunnen
maken. De prijzen voor disponibele mais zijn in den loop
der week zeer weinig veranderd en slechts zeer kleine fluc-
tuaties nennen daarvoor piaats gevonden. .taliauers zijn ge-
regeld tamelijk dringend aan de markt met Platamaïs ter
verscheping in Februari/Maart en voor die posities zijn de
prijzen in den loop der week gedaald. Op het lagere niveau
ontstond flinke vraag en vrij belangrijke zaken zijn toen
tot stand gekomen. Daarna is weder voor latere versche-
ping een verbetering ingetreden, doch toen hebben koopers
zich voor het meerendeel teruggetrokken. Aan de termijn-
markt te Buenos Aires zijn de prijzen in het begin der week
gedaald, doch later weder gestegen, zoodat het slot te Buenos
Aires op 6 Februari 13 centavos en te Rosario 11 centavos
per 100 KG. honger was. Het Argentijnsche Ministerie van
Landbouw heeft een schatting van den nieuwen oogst be-
kend gemaakt. Volgens het rapport bedraagt de bebouwde oppervlakte 14.463.000 acres tegen een eerste schatting in
het vorige jaar van 13.770.000 acres, terwijl van 11.735.000
acres is geoogst. De vooruitzichten van den nieuven oogst
zijn volgens dit rapport niet zeer gunstig, daar de planten
veel geleden moeten hebben van droogte. De vergroote be-
bouwde oppervlakte zou echter kunnen opwegen tegen cle
dooi- de droogte veroorzaakte schade. Van den Donau be-
staat nog steeds geen aanbod van teteekenis.
De prijzen voor ge r st hebben in de afgeloopen week
weinig verandering ondergaan- In hoofdzaak worden dis-
ponibele Russische gerst en stoomende Platagerst verkocht.
De prijzen, welke cle Russen voor gerst vragen, zijn te hoog
tegen die, waarvoor Platagerst van zeer goede kwaliteit en
met hooge natuurgevichten verkocht worden. In deze laatste
soort komen geregeld zaken tot stand. Tegen het einde der
week zijn de prijzen iets verhoogd. Donaugerst w-ordt slechts
sporadisch aangeboden, voornamelijk in de tweede hand.
Voor Plata-h a v e r hestbnd slechts matige belangstelling.
Hoewel cle prijzen aan de termijnmarkt te Buenos Aires
15 centavos hooger zijn gesloten en afladers ook hun prij-
zen verhoogd hebben, is de tweede hand geneigd daaronder
af te geven en eigenlijk niet hooger dan waarvoor een
week geleden in de eerste hand te koop was. Voor Cana-
deesche haversoorten bestaat belangstelling, doch ook daar-
in zijn de omzetten niet van beteekenis. Aan de termijn-markt te Winnipeg was het slot voor haver
1
/4
dollarcent lager dan een week geleden.

SUIKER.

De stemming op de verschillende Suikermarkten was ge-
durende de afgeloopen week over het algemeen zeer flauw.
De flauwe tendens deed zich vooral in A me r ik a ge-
voelen, alwaar verkoopdrang van beschermde ruwsuiker de
markt demoraliseerde, waardoor de prijs voor ruwsuiker
tot in de buurt van 1 dc. c. & Ir. daalde.
De N e w.Y o r k s ch e termijnmarkt was in overeen-
stemming met de ruwsuikermarkt. De- noteeringen brokkel-
clan steeds verder af en bereikten een nieuw laagte-recorcl.
Aan het slot konden de noteeringen nog een enkel puntje
verbeteren en luidden toen als volgt: Mrt. 0.04; Mei 0.96;
Juli 1.02; Sept. 1.08 en Oct. 1.11, terwijl de laatste notee-
ring voor Spot Centr. 2.95 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Staten
bedroegen deze w’eek 45.000 tons, de versmeltingen 37.000
tons tegen 36.500 tons verleden jaar en de voorraden
151.000 tons tegen 246.000 tons.
De laatste C ub a-statistiek is als volgt. (Zie pag. 120).
In E n ge 1 a n d hebben raffinadeurs weder eenige
scheepsladingen ruwsuiker gekocht, voornamelijk rietsuiker
basis 96 pCt. tot ca. 6/0. Ook op de L o n d e ns c h e ter-
mijnmarkt ondervonden cle noteeringen eene gevoelige ver-
laging, waardoor het slot met de volgende cijfers kwam:
Mrt. Sh. 6/7; Mei Sh. 6/0; Aug.Sh. 6/1134; en Dec. Sh.
7/234, rietsuiker basis 96 pCt. c.i.f.

AAVOEI1EN in tons van 1000 KU.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

311an.-6 F,b.1
Sedert Overeenk.
31Jan.-6 Feb.
Sedert
Overeenk.
12
1931
Artikelen
1932
1 Jan.
1932
tijdvak
1931
1932


1 Jan. 1932
tijdvak 1931

1
9
.3
0
8
80.910

102.014
– –
1.640
80.210
103 654
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
12.
1
57
41.312 32.619
150
355

41667
32.ts19

1.3(0
3.443
2.918


95
3.413
3.013

Mais ………………
173.218
129.232
11.005
36.725
27.957
209 943
157.189

2.240 23.740
83.143
855
2.825
6.218
26.565
89 6111

Boekweit ……………..

5.t97
12.408
37.455
– –

12.406
37.455
Gerst

……………..
23
..098

7.157
37.5:18
.

9.152
12.274
26.160 30.117
43.70
48.209
Haver

……………..
Lijnzaad

……………
2.230
10.874
4.543



10.874
4.33
Lijnkoek

………….
Tarwemeel

………….
999
2.004
12.5 0
18
1.446
6.001
4050
19.431

Andere meeleriorten .
..j
855
4.813
5.851
391
2027
1 019
6840
7 460

120

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTÉN

10 Februari 1932.

1932
1931
1930
tons
:t0i
ton
Productie

……………
350.000
650.000
oorr. overgebracht perl/i
1.745.791
1.390.000 321.000
Consumptie

…………..
2.000
2.500
4.795
Veekontv. afseheepliavens
68.794 83.750
136.521
Totaal sedert 1/1 (N. Oogst)
17.020
80.586202.403
Weekexport

…………..
47.252
13.989
17.667
Totaal

sedert

1/1

……..
133.178
90.914
159.523
Voorraad afscheepliaveits
755.527
1.423.227
375.101
binnenland

……
355.086 266.500
442.802
Aantal werkende fabrieken
.
67
109
149

De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow
1932

.

193.1.
1930
tons

tons
toris
:Duitscltlancl

1/1

………..1.691.000

1.880.000 1.568.000
Tsjecho-Slowakije

.
1
1
1

782.000

873.000
717.000
Frankrijk

1/1

………..785.000

788.000
669.000
Nederland

lf.l.

…………

303.000

319.000 264.000
België

1/1

……………209.000

230.000
197.000
Hongarije

1/1

…………110.000

141.000 135.000
Polen

1/1

…………….466.000

567.000
531.000
U.K. Geïmp.

Suiker
lfl

185.000

276.000 356.000
i3innenl.

..

1/1

61.000

117.000 112.000

Europa. ….

4.592.000

5.191.000
4.549.000
Ver. St. alle havens 1/1

.

243.000

425.000
749.000
Cubaansche iiavctis
2
11

732.000

669.000
166000
Cnba, binnenland 2/1

920.000

725.000
150.000
Java
1112
(res. ’31, ’30, ’29)

2.264.000

1.477.000
1.130.000

Totaal

……..8.751.000

8.487.000
.744.000

Op
.
J
.
a.v a. heeft de ‘.l..S.P. nog 5000 tans

Superieur
ver-
kocht tot
f
6%. De totale verkoopn der V.T.S.P.
int oogst
1931 beloopen thans nog niet eens soo:000 toa.
En

B rit s ch-In 6
i
ë

zal

het

in

October

it.
geheven
extra itivoerrecht
01)
suiker weder komen te vervallen.
H
i
e r

t e 1 a ticl e was de stemming eveneens
zeer ge-
drnkt. De noteer.ingen op de A m s t e r 6 a m s c h e termijn-
iiiarkt

zijn

vooral

voor

la.tee

leveringen

flink
afgebrok.
keld. Terw’ijl Maart slechts
f Y4
lager sloot dan hij
opatling,
was de daling voor December
f %.
‘De omzet bedroeg 1.550
tons.

KOFFIE.

De markt was ook ii dc afgeloopeti week onvera n (brd
kalm gestemd. De kost. en vrachtaanhied.ingen van Bra-
zilië bleven in de meeste gevallen ongewijzigd en alleen hier
cii diie r waren cle offertes van Santos een fractie lager.

1
Volgens enedecleeling van den Koffie-Raad van Brazilië
werden in de afgeloopen week vernietigd 19.000 balen Rio,
143.000 balen Santos en 6.000 balen Victoria, tezamen
168.000 balen. Sedert 1 Juli zijn vernietigd 571.000 balen
Rio, 2.222.000 balen Sautos en 166.000 balen Victor.ia, te
:

zarnen 2.959.000 balen, wat met de v00i 1 Juli 1931 ver-nietigde hoeveelheid van 559.000 balen een totaal maakt
‘an 3.518.000 balen. Bovendien is van den Koffie-Raad be-
richt ontvangen, dat de officieele opgave van den voorraad
te Santos verminderd is met 362.000 balen, zijnde de hoe-
veelheid welke buiten de reeds vernietigde koffie, in
Januari door den Raad voor vernietiging is aangekocht en
afgezonderd.

Betreffende liet plan tot vernietiging va.n ongeveer 400
raillioen door insectenschade aangedane koffiestruiken in
den Staat Sao Paolo, dat reeds in .het Overzicht van 19
Januari met een enkel woord is besproken, werd sedert
nog vernomen, dat hiermede hoofdzakelijk bedoeld schij-
tien te worden zeer oude boomen (meer dan 50 jaar oud),
waarvan de opbrengst niet meer door de .oaderoudskosten
wordt gedekt. De voorsteller vami het plan wil de geza.muen-
lijke eigenaars dier boomen schadeloos stellen tact een ge-
schenk van 3 millioen balen koffie (een ander spreekt van
1
1
A
millioen balen) per jaar gedurende vier jaren, dus in
totaal met 12 milljoen (of 6 m.illioen) balen. Dit beteekent
eltis, dat deze hoeveelheid, wanneer het plan werd nitge-
voerd, zou worden geëxporteerd inplaats van vernietigd of
niet andere woorden: dat een gedeelte van het uitvoerrecht
van 15/. per baal, dat geheven wordt voor aankoop van te
vernietigen koffie, langs indirecteu weg ten goede zon
komiten aan de eigenaars der bewuste 400 millioen boomen en
(lat cle zoogenaamde insectenschade onder deze omstandig-
heden niet veel anders zou zijn dan een voorwendsel. Boven-
clieii is het dukleljk, dat de opruiming van een zekere hoe.
veelheid oude boomen, die nog slechts weinig rendement geven, op den uitval van volgende oogsten niet van over-
wegenden invloed zou kunnen zijn, temeer daar enkele
honderd millioenen jonge boomen, welke in de laatste jaren
zijn aangeplant, voor een deel nog geen vrucht hebben ge-
dragen en voor een ander deel nog niet tot vollen wasdom
zijn gekomen.
Uit Columbia wordt bericht, dat de nieuwe oogst van
goede kwaliteit blijkt te zijn

De kost- en vrachtaanbiedingen van Sautos, omgerekend
in cents per Ç K.G., komen op het oogenblik uit: voor.
gewoon goed beschreven Superior Santos op prompte ver-
sheping op ongeveer 24 1e26 ct., voor dito Prime op
oisgeyeer 26 il 27 et. en voor Rio type New-York 7 met

STÂTISTISCH OV&ZICH

GRANEN
EN
ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN MINERALEN

TARWE
R000E
MAIS
OERST
LIJNZAAD
BOTER KAAS
EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalsche/
PETRÛLEIJ!Q
HardWlnter
AmerlcanNo,2
3
)
La Plata
Amer.No.24)
La Plata perK.G.
Edammer
Gem. not. Hollandsche
Mid.
Contin.
No.2 loco
Rotterdam!
loco
loco loco Rotterdan loco
Leeuwar-
Alkmaar
Fabrieks-
Eiermijn
bunkerkolen,
Crude
33 tlm 33.90
Amsterdam
Rotterdam
R’damjA’dam
Rdam(A’dam
der Comm.
kaas
Roermond
ongezeefdf.o.b.

S.
g.
per 100 K.G.
per 100 K.O.
per 2000 K.G.
e0
per 1960 K.G.
Noteering
1
kI. mjmerk
p. 100 st.
R’damjA’dam
per barrel
– –
per 1000 K.G.


f1.
Ol
o

f1.
0(
8.
1

°jo
(1.
°jo
8.
Olo
0.

-r
0

10
(1.

Olo

11.


01
f1.
°j
oj
1925
17,20
100,0 13,07
5

100,0
231,50
1100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0
100
100,0 1.68
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
1

75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
88,8
17,90
165,7 1.89
112,5
1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
2,03 87,9
43,30
77,3
7,96
86,7
11,25
104,2
1.30
77,4
1928
13,47
6

78,3
13.15
100.6
226,00
97,7
228.50
96,8
363,00 78,5
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99 87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12,25
71,2
10,87
5

83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6 2,05 88,7
45,40
81,1
8,11
88,3
11,40
105,6 1.23
73,2
1930
9,67
6

56,3
6,226
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 77,0
166
71,9
38,45
68,7
6,72
73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
1931
5,55
32,3
4,55
34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
1,34
58,0 31,30
55,9
5,35
59,3
10,05
93,1
0.58
34,5
Jan.

1930
12,67
6

73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6
43,95 78,5
7,55
82,2
11,75
108.8
1.21
72,0
Febr.
I1,72
68,2
8,176
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2
2.03
87,9
41,15
73,5
6,90
75,2
11,75
108,8
1.11
66,1
Maart
0,90
63,4
7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
1,71
74,0
41,25 73,7
5,18
56,4
11,55
106,9
1.11
66,1
April
11,11
65,0
7,62
5

58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64,9
36,50
65,2
5,16
56,2
11,35
105,1
1.16
5

69,3
Mei
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00
87,6
1,44
62,3
37,20
66,4
5,30
57,7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
luni
10,05
58,4
5,17
6
39,
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09
55,4
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Juli

,
9,55
55,5 5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8 345,75
.74,8
1,72
74,5
39,90
71,3
5,99
65,3
11,35
105,1
1.18
70,5
Aug.
9,45
54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00 78,9
1,58
.68,4
40,20
71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Sept.

,
8,40 48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9 318,75
68,9
1,64
71,0
31,55
67,1
7,23
.
78,8
11,35
105,1
1.18
5

70,5
0ct.
7,40
43,0 4,62
5

35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25
60,8
163
70,6
36,90
65,9 8,60
93,7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Nov.

,,
7,25 42,2 4,25
32,5
94,50 40,8
82,25
34,9
270,75
58,5
1,
,
58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9
10,90 100,9
0.85
50,6
Dec.

,,
7,07
5

411
4,30
32,9
96,00
41,5
91,00
38,6 247,75
53,6
1,55
67,1
33,50
59,8
7,97 86,8
10,85
100,5
0.85
50,6
lan.

1931
6,52
5

379
4,-
30,6
84,50
36,5
86,25
36,5
207,50
44,9
1,61
69,7
32,25
57,6 6,63
72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
lebr.

,
5,775
33,6
390
29,8
87,50
3,8
85,75
36,3 206,25
44,6
1,66
71,9 33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart

,,
5,62
5

32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4 214,00
46,3
1,47
63,6
35,00
62,5
4,94
53,8
10,30
95,4

016
39,3
April
5,90
34,3
4,425
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60 56,4 4,20 45,8
10,15
94,0
0.53
31,5
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,07
5

44,4
10,00
92,6
0.53
31,5
Juni
5,75
33,4
5,05
38,6
86,75-
37,5
116,50
49,4
191,50
41.4
1,29
55,8
33,50 59,8
4,30
46,8
10,00
92,6
0.34
20,5
Juli
5,42
5

31,5
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0
211,00
45,6
1,32
57,1
37,75
67,4
4,40
47,9
10,00
92,6
0.24
14,3
Aug.
4,975
28,9
4,02
5

30,8-

74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
1,30
56.3
36,00
64,3
4,98
54,2
10,00
92,6 0.435
25$
Sept.
4,775
27,8
4.27
6

32,7
68,00
29,4
97,00 411
164,25
35,5
1,27
55,0
32,25
57,6
5,77
6

62,9
10,00
92,6
0.56
33,2
Oct.
5,-
29,!
4,476
31,2
68,50
29,6
94,75
40:1

160.25

.
34,6
1,24
53,7
26,25
46,9
6,276
68,4
9,90 91,7
0.56
33,2
Nov.
5,826
33,9
5,475
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
1,17
50,6 24,75 44,2
7,07 77,0
9,90
91,7
0.68
40,4
Dec.
4,92
5

28,6
4,95
37,9
69,25 29,9
111,25
47,1
145,5
31,5
1,18
51,1
38,2
1
5,325
58,0 9,90
91,7
0.71
42,3
Tan.

1932
5.05
29.4
507
38,8
71,25
30.8
114,00
48,3
142,50
31,0
1,16
572
25,75 46,0
1

4,71
51,3
8,25
76,3
0.71
42,3
1

lebr.
4,95
28,8
490
37,5 68,00
29,4
1(8,00
45,8
J3905
30,1 1,277

121,40

27,50
7

49,1

1
4,40
47,9 8.25
76,3
0.71
42,3 8

,,

,.
5,05
29.4
4,95
37,9
69,00
29,8
107,00
45,3
139,50
30,2
1
3,85
41,9 8,25
76,3
0.71
42,3
1) Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en IS
Augustus
1928 (No. 658
en
659)
pag. 689190 en
709.
5)79
Kg. La
Plata. 5)
=
Western vôô
r
0
‘g van de huIdige offic. not.wiize (Jan. 1928); vanaf 9 Febr, 1931
64(5
Z.-Russ.

10 Pebruari1932

ECONOMISCH-STATISTISHE BERICHTEN

121

beschrijving, pronipte verscheping, op ongeveer
20l/
i
20% et.
J)e markt in Nederlaitdsch-iinclië was gedurende de laat-
ste drie dagen gesloten tengevolge valt Inlandseh- en Chi-
neesch Nieuwjaar. De noteeringen van Robusta, welke voor
(lie sluiting, – zij het ook iii
zeer
geringen omvang – nog
afkwamen. waren grooteudeels gelijk aan die, welke in het
Overzicht van verleden week zijn opgenomen.
De noteeri ogen aati de Rotterdamsche termijnmarkt ble-
ven bijna de geheele week onveranderd op. 22 ct. per % K.G.
voor alle maanden. Ten slotte stegen zij voor de meer ver-
wijdei-de maanden op 22ys et.
De officieele loco-noteeringeti bleven alhier bij kalmen
afzet gehandhaafd
01)
23 et. per % K.G. voor Robusta en
27 et. voor Superior Santos.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende gemengd contract (basis
Rio
No. 7) waren:

Mrt.

1
1 TPi

Sept.

Dec.
S Februari ……… $ 6.22

$ 6.37

$ 6.57

$ 6.59
1 Februari ………., 5.77

,. 5.90

., 6.10

116.20
25 Januari

………. ..5,87

,, 5.97

,, 6.15

,, 6.23
1.8 Januari

………. ..5,97

.. 6.07

., 6.22

,, 6.30

De (lezer dagen verschenen Statistiek van de Firma G.
i)uuring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in Januari
dc aanvoer geweest is als volgt:
1932

1931

1.930
bn.

bn.

bn.
iii Europa …………….952.000

1.086.000

853.000

Tpr
.
Staten van Amerika 1.111.000 1.051.000

934.000

Totaal…..T03O00t37.000 1.787.000

De Afleveringen in januari waren :


1932

1931

1930
bn.

ba.

1)11.
in Europa …………….1.070.000

971.000

923.000

Ver. Staten van Amerika 1.043.000 1.113.000

957.000

Totaal ……2.113.000 2.084.000 1.880.000

Vanaf 1 Juli tot 1 Februari waren de Aanvoeren in
Europa en in Amerika. tezamen 11.271.000 balen tegen
12.585.000 halen in 1931 en 1.1.826.000 balen in 1930, ter.
wijl de Afleveringen bedroegen 13.078.000 balen tegen
12.976.000 balen in 1931. en 1.2.509.000 balen in 1930.
De zichtbare voorraad was op 1 Februari in Europa
2.120.000 balen tegen 2.238.000 balen op 1 januari. In
Amerika bedroeg hij 1.884.000 balen tegen 1.816.000 balen
01) t Januari. In Europa en in Amerika tezamen was de
zichtbare voorraad dus op 1 Februari 4.004.000 halen tegen
4.054.000 balen op 1 Januari. Hij bedroeg
01)
1 Februari

6-20 APRIL 1932

Reducties op de Spoorweg-

tarieven en Luchtlijnen

Legitimati eboekjes en inlichtingen: Belgische

Legatie, Den Haag en Belgische Consulaten

BRUSSEL 1935- WERELDTENTOONSTEL LING

1931 – 2.572.000 halen en op 1 Februari 1930 – 2.202.000
balen.

De zichtbare wereldvoorraad was op 1 Februari 6.956.000 balen tegen 6.949.000 balen op 1 Januari en 5.417.000 balen
verleden jaar (in deze cijfers zijn niet begrepen de voor-
raden in het binnenland van Brazilië, waarvan het cijfer
van 1 Februari nog niet bekend is, doch die op 1 Januari
bedroegen 27.404.000 balen en op 1 Februari 1931 – –
23.412.000 balen).
Rotterdam, 9 Februari 1932.

THEE.

J)e theemarkt gaf de laatste week een zeer onregelmatig
verloop te zien. De vorige week meldde Londen een uiterst
zwakke stemmirg, vooral voor de Br.-Indisehe en Ceylon-
soorten, (lie bij menigten w’erden opgehouden. Ceylon-thee
was bovendien in het nlgemëen verder in kwaliteit achter-
uitgegaan.
– Reeds uit deze flauwe stemming kon worden afgeleid,
dat het artikel thee wellicht niet zou vallen onder .de arti-
kelen, die in de verklaring der Britsche Regeering van

N
GROOTHANDELSPRIJZEN’)

IETALEN

TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER
TIN
LOOD
KATOEN
WOL
gekamde
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
ash Londen
per Foundry No.3
Standaard
Locoprijzen locoprijzen Locoprilzen Middling
locoprjzen
Australische,
Australische,
CrossbredCoio-
HUIDEN
Gaaf, open
SALPETER
Old. per
Standard
t.o.b. Middlesbrough
Londen
Londen per
Eng. ton
Londen
per Eng. ton
New-York
Merino, 64’s Av.
loco Bradford
nial Carded,
kop
100 KG.
Ounce per Eng. ton
per Eng, ton
per Ib.
per Ib.
50’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
Bradford per 1h.

pence
0
10
Sh.

1118,5

0
10
£
.01
0

£
ho
£
1
/0
$
cts.
°Io
pence
°Io
pence
1

0
1
II.
1

Olo
f1.
01
j2
1
(6
100,0
731-
100,0
62.116 100,0
261.171-
100,0
36.816
1100,0 23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
10(-,0
12,-
100,0
18″116
89,3
8616
58.11- 93,5
290.1716
111,1
31.116
1

85,3
17,55
75,5
47,25
85,9
24,75
1

83,9
28.46
1

82,0
11,61
96,8
16
3
14
83,3
731-
100,0
55.141-
89,7 290.41-
110,8
24.41- 66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50 89,8 40,43
116,5
11,48
95,7
26
1
Iio
81,1
661-
90,4
63.16j
102,8
227.51- 86,8
21.11-
57,8 20,00
86,0
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7!16
76,2
7016
96.6
75.141-
121.9
203.1516

77.8
23.51-
63,8
19.15
82,4
39,-
70.9
25,25
85.6
32,25
92.9
10,60
88,3
17(1
55,4
671-
91,8
54.131-
88,0
142.51-
54,3
18.1/6
49,6
13,55
58.3
26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82.0
13)j
8

41,6,
55!-
75,3
36.51-
54,4
110.11-
42,0
12.1!-
33,1
8,60
37,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
20’b156
65,3
7216
99,3
71.916
115,1
174.131- 66,7
21.111-
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3
lOilt
62,6
7216
99,3
71.12/6
115,4
174.41-
66.5 21.41-
58,2
15,45
66,4
28,50
51,8
1775
60,2
2450
70,6
10,21
85,1
19’1
59,5
701-
95,9
68.1916
111,1
165.181- 63,4
18161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16:50
55,9

60,2
10,21
85,1
19
5
/56
61,0
6716
92.5 61.31-
98,5
161.1716
61,8
18.616
50.3
16.45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
24,13
69,5
10,21
85,1
18
1
5,
1
6
59,0
6716
92,5
53.91-
86,1
145.-1-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
26,25
75,6
10.21
85,1
16
1
116
50,0
6716
92,5
50.116
80,7
136.4/6
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85.1
16
49,9
6716
92,5
48.21-
77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3
27,00
49.1
16,75
.
56,8
24.25
69,9 9,18 76,5
1631
51,0
651-
89,0
47.15!-
789
135.516 51.7
16.61-
50,2
11,95
51,4
27,25
49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28 77,3
16
11
/1
52,0
6316 87,1
46.61-
74,6
132.61-
505
17.181-
49.1
II,-
47.3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,’0
76,4
9,39
78,3
1612
51,5
63(65
87,1
43.-!-
69,3
117.131-
44.9
15.15/-
43,2
10,55
45,4
24,50
44.5
14,50
49,2
26.25
75,6
949
79,1
1€
5
18
51,9
63166
87,1
46.816
74,8
113.161-
43,5
15.1816
43.7
10,85
46,7
24,00
43,6
13.00
44,1
25,25 72.8
9,70
80,8
16
5
/
51,1)
6366
87,1
47.616
76,2
11531-
44,0
15.516
41,9
9.95
42,8 22,50
40,9
12,50
42,4

72,0
9,90 82,6
13
7
/
43,2
6016
8.9
45.716
73,1
116.81- 44,4
14.-I6
38,5
10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
12112
38.9
5816
80,3
45.116
72.6
117.-/6
44,7
13.516
36,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40.7
22,50
61,8
10.21
85,1
13
7
/1
41,8
566
80.3
45.1(6
72.6

122.11-
46.6
13.316
35,2
10,90
46.9
25.25 45,9
14,50
49,2
22,15
64,1
10.21
85,1
131
40,9 58f6
80.3
42.1516
68,9
113.41-
43,2
12.101-
31,3

10,25
44,1
24,50
44,5
14.50
49,2
22.25
64,1
10,21
85,1
12
15
116
40.3
5816
80,3
39.616
63,4
104.171-
40,0 11.10:6
31,6
9.40
40,4
23,50
42,7 13,00
44.1
21,75
62,7
10,21
85,1
127(8
40,1
5816
80.3
36 .6/6
58,5
106.26
40,5
11.11

6
31,8
9,10
39,1
22,00
40,0
12,30
42,4
19,13
5,1
10.21
85,1
1311
4

41,2
56/6
80,7

34.14!-
559
112.516
42.9
12.156
35,1
9,25 39,8
22,25
417,5
12,50
42,4
20.25 58,4
8.26
68,8
12
13
116
39,9
5816
80,3
32.15!-
52.8
114.1916
43,9
11.19,6
32.9 7,20 31.0
2225
405
12,00
40.7
18,75
51,0
7.
58,3
1351
41.4
5516
76,0
30.116
46.6
111.161-
47,7
11.41-
31.1
6,55 28,2
20,00
36,4
11.00
37,3
18.-
51,9
6,5(7
54.2
13131
43.0
46!-
63.0
28.216
453
101.116
366
10.916
288
6,30
27,2
19.50
355
10,75
36,4
17,50
50,3
665 554
149
45,1
44
1
6
61,0
27.196
45.1
102.-1- 39,0
11.51-
30,9
6,40 27,5
19,01
345
10,75
36,4
16,75
48,3
6,60
56,7
14
1
1j
41.6
I

41’6
56,8
27.616
44,2
I

98.17/6
37,16
10.161
29.6 6,30
27,2
16,25
29,5
t

9,_ 3,5
1



6,95
57.9
13
7
1,
43.2
1

4116
56.8
27.14’6
4
1

9.lR(-
378
10.141-
29.4
6,65 28.6
18,50
30,0
1

9,-
30,5
111,63
33,5
7,10
59,2
14
436
1

411-
58,2
28.7/-
42,4
J

97.16/6
37.4
10.3-
27.9 6,65 28,6
16,75
6

30,5
I

9,25
6

31,4
1
7.25 60,4
I3tlho
42,6
t

4116
56,8
25.1616
41,6
9.5l

37,5
10.61-
28,3
1 1
7,25 60,4
invoering
van de
huidige
officieele
notepring8wii7e
(Jan. 1928);vanaf
16 Dec.1929
74/5
K.G. Hongaarsche;
vanaf 26Mei1930
Z.-Russische.
‘)=Malting
vôôr de invoe-
4oteering
Schotland
5916.
6)581…
7)
5 Febr.
6)
4 Febr.

122

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

10
Februari 1932

Doiideidag ji. niet een algemeen tarief van 10 pCt. zullen
wordeh belast.

Immers verschillende koopers, die in de verwachting van
zulk een recht
gedurende
de laatste weken nieer hadden
– ingekocht (lan zij anders zouden hebben gedaan, waren
eenigermate vol gekocht. •

1-let 4preekt• vanzelf, (lat de Amsterdamsche veiling op
4 dezer, waarin ce. 12.000 kisten werden aangeboden, een
terugslag van deze onunstie situatie ondervond, maar,’
niettemin was de stemming beter dan op grond der LQn.’
densche berichten had mogen worden verwacht.

Tn het algemeen liepen de goedkoope soorten ongeveer
t
prijshoudend, terwijl do duurdere theeën naar gelang van
hoogere prijzen ,in vroegere veilingen thans in evenredig

heicl minder opbrachten.

Tengevolge hiervan valt er een steeds kleiner verschil te
constateeren in de.pr ijzen van goede en ordinaire soorten.
Een uitzondering hierop maaktcn sommige partijen va-il
werkelijk superieur product, die nog steeds •behoolijke prij-
zen konilen -behhlen. Ca. 1400 kisten bleven onverkocht, terwijl :de totale micidenprijs . (Pakhuismeesteten van de
Thee) zich stelde op 31 ets. per h.KQ. in entrepôt, hetgeen
slechts een halve cent beneden het veilinggemiddelde van de vorige keer is.

– Voorts valt te vermelden, dat de week, waarin dit ge-
schreven is, te Londen in een veel betere stemming opende.


Voorhanden zijn de Londensche cijfers over Januari, af komstig van Londensche pakhuis-firma’s, die geacht wor-aen (werden) 90 -pot. dér ‘totale aanvoeren te behandelen.
Of dit nog zoo is, is echter zeer de vraag, doch niettemin
blijVen de cijfers van belang. De totale aanvoeren bedroe-
gen 51.7 millioen lbs., hetgeen evenveel is als verleden jaar.
De afleveringen ten bedrage van ruim 48 millioen lbs.
waren ruim 8 mïllioen meer dan in Jan. 1931, terwijl de
voorraden tea bedrage van 248 millioen -lbs. ruim 25 mii-
lioen l-bs. lager waren dan op 31 Jan, 1931.
Tenslotte zij vermeld, dat de uitvoer van
Z.
Britsch-
Indië ge:liirende ‘het jaar 1931 49.2 millioen lbs. heeft be-
dragen tegen .47.4 in 1930.
Amsterdam, 8 Februari 1932.

STEENKOLEN.

• De toestand
01)
de kolenmarkt blijft teleurstellend. De
vraag naar industriekolen evenals naar huisbrandolen is
gering. ])e Hollandsche mijnen schijnen ook meer en meer met afztmoeilijkhedeü te kampen- te hebben. Het inleggen
van meerd ere Faierschiehten w’orclt gemeld.

De officiëele koleuprijzen in Frankrijk zijn van 1 Fe-
bruari af verlaagd niet 7 to-t 10 francs voor steenkolen en
niet 8 tot 19 francs voor cokes. De contiugenteering van den
import werd van 72 pCt. op 64 pOt. gebracht. De Frausche
arbeiders ‘besloten niet tegen de loonsverlaging in staking
te gaan. In België en in Polen is cle mogelijkheid Van een arbeids-
conflict nog niet uitgesloten.
In Polen werden tegen de Engelsche valuta.dumping
•de spoorwegtarieven voor geïmporteerle kolen verhoogd
met 250 pCt.
De prijzen zijn

Northumberland Ongezeefde ………….
f
7.50
1)urhans Ongezeefde ………………… ., 7.75 Cardiff 213 large 1/3 sinalls …………..9,25
Sahotsche Oezeefde (Prinse Lothians) . . . ., 7.50
.”i’orkshire gewasschen Singles ……….. 7.50
• Wcstfaalschc’ Vetförcier ……………….. 10.60
Vlamstukken T …………… 11.75
Smeenootjes ……………………
C-asvlamfördcr ………….•. ,, 1.1.-
Ciietcokes ………’: …….., 14.-
I1ollaïidsehe Eierbriketten ……………..12.

alles per ton van 1.000 KG. franco station RotterdiiolifAut-
sterdam.
Ongezeefdc bunkerkolen f.o.b. Botterdam(Anisterda.m

f
8.25. Markt ‘flauw.

9 Februari 1932.

LJZER,

De ruwijzei’markt biedt weinig nieuws; handel is ir Vrij-
wel niet. Dc no1eering voor Lux 3 is officiëel 43-44 gou-
den sh. fob. Antwerpen, doch ‘di’t is zeker geen minimum.
De vooruitzichten voor de Clevelanid-procucenten zijn even-
min bemoedigend. Thatis ondervinden zij op de Sehotsche
markt de concurrentie der MicUand-producenten. Cieveland
No. 3 is voor levering naar Schotland wederom met een
sh. gedaald en noteert thans 6016 sh. paier fot.Grange-
month. Midland ijzer is daar 2 sh. goedkooper. Voor het
district noteert Cleveland No. 3 onveranderd 58/6 fot.
hoogoven.
Na de wat hoopgevendcr stemming van de vorige week is
iie staalmarkt thans volstrekt lusteloos. Het mislukken der
besprekingen inzake de reorganisatie van het trka, liet
bekend worden van het Engelsche invoerrecht op ijzer cii
staal van 10 pCt. ad
val, en de staat van oorlog in het
Verre. Oosten, dragen tot cle slechte stemming bij. Stafijzer
noteert ‘thans 53-54 gouden sh. fob. Antwerpen.

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.


DIVERSEN


KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS

RÛBBERS)
SUIKER KOFFIE
THEE
Bruto-
gewichtv.d.
‘l


VURENHOUT
bais 7″ f.o b.
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
Robusta
Afi. N.-l. theev.
COPRA
Ned.-Ind. f.m.s buit, handel
Nederland
liii
II
Zweden!

Finland
Sheets loco Londen
suiker loco
R’dam(A’dam.
Locoprizen
Rotterdam
A’dam gem. pr.
Java- en Suma-
per 100 K.G.
Amsterdam
1925= 100
‘.°’
v’
.r-c

-.

,

—-•

.
per
,
per 100 K.O.
,
per
th

K.O.
tratheep.’/oKO.
In-

Uit-
voer

voer
.
5
«


f

1
0/
Sh.
0
10
8.
°lo
cts.
0
10
ets.
0
10
f
010
1925
159,75
1100
2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87
5

100,0 100
lOO
1

100,0
100,0
1926
153,50
1

96.1 21-
67,4
17,50
93,3
55,375
90.2
94,25
111.5
34,-
94,8
112
128
93,2
92,9
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,12
5

102,0
46,875
76,4
82,75
97,9
32,625
90,9
113
116
95,4
89,5
1928:
151,50
94,8
-110.75
30,2
15,85
84,5
49,625

80,9
75,25
80.1
31,87
88
1
9
116
128
96,4
87,6
1929 146,00
91,4 -110,25
28,8
13,-
69,3
50,75


82,7
69,25
82,0
27,315
76.3
122
132
91.6
82,6
1970
141,50
88.6
-/5,875
16.5
9,60 51,2
32
52,1
60,75 71.8
22,62′
63,1
124
135
75,5
69,4
1931
110,75
69,3
!3
8.4
8,-
42,7
25
40,7
42,50
50,3
l,375
42,9
117 136
6!,6
57,9
Ja0.

1930
147,50
93,9
-17,375
20,7
11,675
62,3
35
57
1
0
60,50
71,6
26,875
74,9
128
136
84,5
76.9
Febr.
147,50
923
-/8


22,5

11,40
60,8
35 57,0
58,25
68,9
26,375
73,5
112
126
81,3
75,2
Maart
147,0
92,3
-17,625

21,4
10,70
57,1
35 57,0
62,25
73,7
25,25
70,4
125
131
78,7
74,2
-Ap’ril
147,50
92,3
-17;375
20,7
10,55
56,3 35 57,0
59,50
70,4
26,12
5

72,8
115
127
78,7
72,8
Mei


145,00
90,8
-16,875
19,3
9
1
80
52,3
34,75 56,6
58 68,6
25,’0
71,1
132
132
76,1
72,0
Juni

,,
145.00
90,8
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
538
58
68,6
22.875
63,8
131
133
1
76,1
70,4
Juli
142.50
89,2
-15,625
15,8
9,275
49,5
31,50
513
55,50
65,7
21,75
60,6
138
141
74,2 69,3
Aug.
142,50
89,2
-14,875
13,8
8,50
45,3
2950
48,1
55,25
65,4
20,-
55.7
129
145
73.5
67,9
Sept.
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,975
42,5
28
:
25

46,0 59,50
70,4
19,25
53,7
122
126
72,3 65.4
Oct.
132,50
82,9
-/4
11,2
8,62
5

46,0
29

.
47,3 66,50
78,7
18,75
52,3
128
152
71,6
64,6
Nov.
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47.3
68.25
80,8
19,315
54,0
121
139
71,0
63,3
Dec.

,,
130,00
81,4
-1
4
,3
7
5
12,3
8,20
43,7
29
47,3 66,75
79,0
19,-
53,0
105
129
69,0 61,3
Jan.

1931
125.00
78,2
-j4,25
11,9
8,20
43,7 28
45.6

66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7 59,2
Febr.
25,00
78,2
-13,875

10,9
8,20
43.7
26,25
42,8
53
62,7
18,125
50.7
1,6
121
67,1
59,4
Maart

,,
125,00
78,2
-13.75
10,5
8,30
44.3
25,0
415
45
53.3 18625
519
107 140
66,5
f9,1
April
12500
78,2
-13,125
8,8
8,575
45,7
24,75
40,3
43
50.9
17,50
‘48,8
110
138
65,8
58,4
Mei
12,00
78,2
-.3,125
8,8
8,50 45,3
25
40,7
40,25
47,6
15,37
5

42,9
114
141
65,8
5e,8
luni
110,00
68,9
-/3,125
8,8
8,575
45,7
25,75
42,0
39,51
46,7
14,125
39.4
127
133
64,5
56,8
)uli
IIu,00
68,9
-13
8.4 8.77
5

46,8
27


41,0
38,25
45,3
15,-
41,8
138
153
62.6
55.8
Aug.
1110,00
62,6
-/2,5
7,0
7,90
42,1
25,50
415
3,50
456
14.125
39,4
122
142
60.6
55,6
Sept.
100,00
62,6
-12,375
6,7
7,525
41,1
23,75
35,7
37,50
44,4
13,375
37,3
125 146
58,7
58.1
Oct.
‘100,00
62,6
-/2,375
6.7 7,55 40.3
23
37,5
37,75
447
-l:,25
36,9
119
146
58,7
58,5
1’ov.

.
‘100.00
62,6
-12.25
6,3
7,15
3s,l
23
37,5
37
43,8
13,15
30,3
113
132
58,7
5′,8
Dec.
8?,50
51,6
1

-12,25._
6,3
1

6,75
3″,O
1

23
31,5
35
41.4
12,75
35,5
115
1

114
54.8
5,8
Jan.

1932.
‘82,50
51,6
1

-/2,125
6,0
7.35
39,2
1

23


175
’32
37,9
13,12e
36.6
1

.
54,2
58,4
1 Febr.
8!,5′)
5t,6
1

-12
5,6
1

7,25 38,7
1

23 37,5
312,
36,7
13,62
5

,
78,0
8

,,

,,
82,50
51,6
1

-/2
5;6
1

7,-
30
1

23
37,5
13,75
33,3
1)
Jaar- en maandgem, afger. op
1/
pence.
2)
4 Febr

N.B. Alle Pondönnoteeringen vanaf
21
Sept. zijn op goudb.asis omgerekend

tO Februari 132

D.E TWENTSCHE BANK
N.V
.
.

GEVESTIGD TE AMSTERDÂM

Maandstaat op 31 Januari 1932

DEBET

.

.

.. .

.

Aaideelhouders nog te storten 90 pOt. op aandeelen B, ., .

.

waarvoor waarborg gedeponeerd …………………
:

f

421.2M0.-

Deelnemingen in diverse ondernemingen ……………..

..

9.033.48988

Effecten van Aandeelhouders ten eigen gebruike

. .

33.267.760,-

liassa en De Nederlandsche Bank ………………………

‘,,

5.300.179,95

Nederl. Schatkistbilletten en -Promessen ………………………

41.738.302,95

Wissels en Coupons

……………………………….
.

21.063.423,84

Bankiers in Binnen- en Buitenland

16.546.174,25

Eigen Effecten en Syndicaten ……………………….

.

9.423.087,03

Prolongatiën gegeven ………………………………

……………………………………….

f154.344.693,94

af:
loopende Promessen ……………………………

7.254.000,— –

147.090.693,94

Voorschotten tegen consignatiën ……………………..

627.834,51

Gebouwen ………………… ……………………..

8.000.000,-

Totaal ……
f
301.800.421,35

.

,

CREDIT

:. •.

:


Kapitaal …………..
……………………………… ..
f

40.000.000,-

Reservefonds ……………………………………..

,,

17.000.000,-

Aandeelhouder3 voor gedeponeerde Effecten als waarborg

.

voor 90 pOt. storting op aandeelen B……………….

f

421.200,—

in Leen-Depot ………………………………….,, 32.846.550,—

.

33.267.750,— -‘

Zieken- en Pensioenfonds …………………………..
..,,

5.776.055,38 ;’.;

Deposito’s ………………………………………..

83.874.988,01

Saldo te ontvangen en te leveren Effecten ……………..-

. ;,

2.301.733;8J

Crediteuren ………………………………………
f
105.491.159,60

. ..

..,,.

voor gelden in het Buitenland …………….

9.101.830,18,-


114.592.989,78 – –

Te betalen Wissels ……………………………….-

2.513.344

Geaccepteerd door derden …………………………..

971.642,84

Diverse Rekeningen ………………………………..

.1.561.913,64

Totaal …….. f301.860.421,35

10 FEBRUARI 193e

17 JAARGANG No 41

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK. N.V.

AMSTERDAM

‘S-GRAVENHAGE

ROTTERDAM

BATAVIA

AMOY,AMPENAN,BANDOENG,BOMBAY,CALCTJTTA,CI-IERIBON, GORONTALO,HONG-

KONG, KOBE, MAKASSAR,MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PASSOEROEAN,

PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,

TEGAL, TELOK BETONG,
TJILATJAP,
TOKIO, WELTEVREDEN

DE

NEDERLANDSCHE
I

WERKGEVER

,

Wekelijksch Orgaan v/h.Verbond

van Nederlandsche Werkgevers

Beêedigd translatrice

voor Duitsch en

Engelsch
vraagt

V ertaalwerk

(ook Fransch)

LEA HAUSDORFF

Adr. Mlldersstraat 79 b, Rotterdam

Een
spiegelbeeld
van het politiek-
en
qeesteli;k leven
in Dttilsdtland, een
bel
,oitwbaar en kritisch u’uarue,ne,
valt het Duitsdte

en lnleriii:lionale
(ikClIlWefl
i de ,,lRA,KtIJdTER
ZEIlUNC’, Di,ztsdilands
toon-
aangeiend
:akenblnd.

(einieresseerden hunnen ver-
dere
much
tiigen beoinen by onzen 0 e n
e
t
a a
1
-Virt. gen –
w oriligcr
v o o
r Holland:
J.
IT. WERN. VOORRURG
(Z.
Ii.)
Di. IILOOIiE1tSTIIAAT 21

Tweede, oiigewerkte druk van

Inleidingtot de Studie der

B edrij fshuishoudkunde

door J. GROOTEN
Dir. der Levensverzekering-
Mij.
N. 0. G.,
Leeraar
M.O.
Wiskunde en Boekhouden,
Amsterdam

Ingenaaid

Gebonden

f
7.50

f
8.50

NIJGH & VAN DITMAR N.V.

UITGEVERS – ROTTERDAM

VERANTWOORDELIJKE REDACTIE:

Mr. P. W. J. H. CORT VAN DER

LINDEN EN Mr. A. N. MOLENAAR

ABONNEMENTS-

PRIJS VOOR

NIET LEDEN

f 6.— PER JAAR
Vraagt proefexemplaren bij het

Secretariaat: Kneuterdijk 8,

Telefoon No: 17510, Den Haag

Pfactisch

Administratieboek voor

Huis eigenaren

Prijs gecartonneerd f
2.25

Alom verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij Nijgh & Van Ditmar N.V.

Uitgevers – Rotterdam
:

Hier
.
. is de plaats öm U als Abonné op te
1
geven:

Gelieve mij vanaf héden te noteeren voor een abonnement op Economisch-Statistische
Berichten (Algemeen Weekblad voor Handel, Nijverheid, Financiën en Verkeer) tegen
den prijs van [20.— per jaar (f23.— buitenland).

Naam:

Adres:

…..

Datum:

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

NIJGH & VAN DITMAR N.V., DRUKKERS, ROTTERDAM

Auteur