Ga direct naar de content

Jrg. 16, editie 822

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 30 1931

w

80 SEPTEMBER
1081

AUTEURSRECHT VOOREEOUDEN.

Economisch,wStatistische

Berl”chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

16E. JAARGANG

WOENSDAG
30 SEPTEMBER
1931

No. 822

28 SEPTEMBER
1931

flet is op het oogeublik zeer moeilijk om een in-
zicht te verkrijgen iii den werkelijkeri toestand van
cle Nederlancische geidmark t. Er werd ged urende de
afgeloopen week een niet onbelangrijk bedrag aan de
vlottende middelen onttrokken door opvraging van
buitenlandsche saldi. Daartegenover ston-cl nog steeds

een zeer groot bedrag tegoed van particulieren bij De
Nederlandsche Bank. Daar echter vrijwel iedereen
zich onthielcl om geld uit te zetten op eenigszins lan-
geren termijn, blijft cli t bedrag weliswaar beschikbaar,
maar heeft geen invloed
01)
de gelcimarkt. Dientenge-
volge was er voor wissels vrijwel geen geld beschik-
baar, terwijl er ‘oor het uitzetten op prolongatie in
het geheel geen aanbod bestond. Particulier disconto noteerde dan ook boven het banktarief; de prolonga-
tiereute werd meestal vastgesteld op
3% â 4
pct.
Vooral vanaf Vrijdag werd cle toestand aanmerke-
lijk, slechter, daar door grooto vraag voor Dollars en
Fransche Francs de wisselkoersen snel tot het goud-
punt opliepen en de vraag alleen bevredi.gd
kon wor-
den door afgiften van De Nederlandsche Bank. Groo-
te onttrekkingen op heden, die sleohts bevredigd kon-
den worden door afgifte vast goud voor Frankrijk,
deden cle N. B. besluiten hare tarieven te verhoogen
en wel tot
3
pOt. voor ciisconteeringen en tot
4
pOt.
voor beleen i ngen. Onder deze omstandigheden kan
men zich niet verwonderen, cia’s de inschrijving op
het schatkistpapier van. laatstieclen Woensdag geen
succes werd.
in het geheel werd ingeschreven op de aangeboden

f
80 millioen tot een totaalbedrag van slechts

•j
49.875.000.
Toegewezen werden
f 21.710.000
drie-
maands promessen 5.
f 993,56
of Z%I pOt.; .f 12.220.000
zesmaands promessen 5.
.f 985,10
of
215/
16
pOt. en
f 13.093.000
jaarbiljetten 5.
f 1.000,25
of ca.
3
pOt.
* *
*
Op den weekstaat van .De Nederlandsche Bank
blijkt de post binnenlandsche wissels te zijn toegeno-
men met ruim f45
millioen. De beleeningen liepen
daarentegen terug met een bedrag van
f 1,1
millioen.
Zoowel cle post papier op het buitenland als de diver-
se rekeningen onder cle activa der bank hebben een
daling ondergaan, welke respectievelijk
f 12,3
mil-
lioen en
f 5,2
millioen groot is. De verklaring hier-
van is te zoekenin de vaste houding welke sommige
wisselkoersen in het laatst van cle vorige week aan
den dag legden.
Wat clan post munt en muntmateriaal betreft, geeft
cle voorraad gemunt goud een stijging te zien van
bijna f 5
millioen, terwijl de hoeveelheid gouden
mu ntmateriaal met
f 5,6
millioen verminderde. Ook
cle zilvervoorraaci liep terug en wel met ruim
f 745.000.
Per saldo daalde de post mint en munt-
materiaal dus met bijna
f 1,4
millioen; het gedeelte
van •denmetaalvoorraad, dat in het buitenland is ge-
cleponeercl, blijkt te zijn verminderd met bijna
f 5
nt
illioeri.
t-let rekening-courant-saldo van den Staat, dat de
vorige week
•f 33
millioe.n bedroeg, is met
f 23
mii-
lioen teru’ggeloopen. De saldi in rekening-courant

van anderen namen nog met een bedrag van
f 1,8
mil-
lioen toe. De bankbiljettencirculatie blijkt met
f 45,8
mi 1h oen te zijn gestegen. Het besdhikbaar metaalsaldo
onderging een vermindering van ruim
f11
millioen
het cleickingspercentage is ruim
60 pOt.
* *
*
Zooals overal elders was het gebrek aan vertrouwen,
dat natuurlijk ook op de wisselmarkt merkbaar was,
cle oorzaak van een groote onzekerheid. Het was vaak
heel moeilijk zaken tot stand te brengen en een kleine
vraag of een gering aanbod hadden heduidende fiuc-
tu aties tengevolge.
t-Let Pond Sterling bleef in het middelpunt van de
belangstelling staan. Er was van, alle kanten aanbod,
waartegenover slechts een kleine vraag stond van hen,
dlie van de lage koersen wilden profiteeren om loo-
pen.de engagementen op gunstiger condities af te wik-
kelen. In den loop der week liep het Pond van
10,80
terug tot op
8,50
(een nog nooit bereikten koers); ge-
lukkig is men toen eenigszins tot bezinning gekomen.
Er ontwikkelde zich eenige vraag, die den koers weder
tot
9,80
deed stijgen; slot
9,60.
Dollars bleven de eer-ste dagen rond de
2,48
schommelen; flinke vraag deed
den koers tot
2,49″118
oploopen. Op deze hooge prijzen
was De Nederlandsche Bank in de markt om Dollars
af te geven. Ook Fransche Franes werden door de
Bank getrokken: eerst op
9,77%
daarna op
9,80%.
Tenslotte w’erd goud voor export naar Parijs beschik-baar gesteld. Het slot was vast:
9,84.
Ook Belga’s va-
ren heel gezocht. Onze Zuidelijke buren schijnen eenige
vrees voor den Gulden te hebben; r werden hier
ten minste veel Belgische gulden-saldi in Belga’s
omgezet, wat den koers meermalen tot bij de
35
deed
stijgen. Slot
34,80.
Zwitsersche Francs hadden voel
vraag; de koers kwam sta even op
48,10
te zijn
geweest tenslotte op
48,80.
Aangaande de Scandina-vische koersen heerscht hier geen zekerheid. Kopen-
hagen en Oslo schijnen met ‘het Pond mede te gaan,
terwijl Stockholm aanvankelijk den Gouden Standaard
scheen te willen handhaven. Op
373
gaf men Dol-
lars af; later is men hiervan weder teruggekomen.
De Indische banken hebben den verkoopprijs voor
T. T. Batavia op
99%’
gebracht. T. T. Oanada noteert
tenslotte
2,43%.

• Termijn Ponden zijn natuurlijk niet te verhandelen,
wat voor ‘den koopman een groot ongerief is. Voor ter-
mijn Dollars is veel vraag, ‘doch ook hier is het niet
gemakkelijk tot raken te komen. Er zijn veel voorstel-
len van lieden, die termijn Dollars willen koopen en
diaar tegen de Guldens schuldig willen blijven; geluk-
kig wordt dit soort transacties onder de tegenwoor-
diige omstandigheden door de Banken geweeM.
Een buitengewone bedrijvigheid heerscht er in het
bauknoten-bedrijf en den daarmede annex zijnden
handlel in ‘goud. Er gaan nog steeds beduidende be-
diragen Dollarbiljetten over de grens, terwijl er – ook
voor binnenlandsche rekening – veel vraag is naar
goud. Hiervoor worden geregeld posten goud uit New-
York verscheept, hoewel ‘de Dollar hier op het goud-
uitvoerpunt staat. Gouden Ponden deden
12,60,
eagles
2,60. ‘

864

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 September 1931

DE VERWARRING IN HET GELDWEZEN.

Door het verlaten van den ‘gouden standaard heeft
Engeland sinds het begin der vorige week de ge’heele
wereld in rep en roer gebracht. De verwarring in
het internationale betalingsverkeer tengevolge van •de
heftige fluctuaties van het pond is zeer groot. Tal van
vraagstukken zijn gerezen. Enkele daarvan zullen wij
hieronder kortelijks bespreken.
In de eerste plaats willen wij eens nagaan, of er
reden is om, wanneer men de zaak van zuiver En-
geisch standpunt beziet, te juichen over liet verlaten
van het goud als basis van het ruilmiddel met de ver-
moedelijke bedoeling om het pond na eene overgangs-
periode op een lager goudpeil te stabiliseeren.
Tal van Engelschen gevoelen een soort van bevrij-
ding, nu de gouden standaard, zooals deze krachtens
de Gold Standard Act van 1925 op den ouden grond-
slag was hersteld, van de baan is. Men wijst daarbij
vooreerst op de miiider gunstige ervaringen, die ter-
stond na het herstel van den gouden standaard wer-

den opgedaan, omdat destijds het binnenlandsch prijs-
niveau in Engeland wel wat hoog was en nog eenige
deflatie moest ondergaan. Voorts wordt herinnerd aan
het feit, dat Engeland bij voortduring te kampen
heeft gehad met eene abnormaal groote werkloosheid;
het jaargemiddelde van het aantal werkloozen bereik-

te zijn minimum in 1927 met het nog steeds zeer
aanzienlijk aantal van 1.179.000; volgens de laatste
opgave zijn er 2.813.000 werkloozen. In de groote
uitvoerbedrijven zijn moeilijkheden, welke men hoopt
te ondervangen door eene devaluatie van het pond.
Ook de groote vaste schulden drukken in een periode
van prijsdaling in toenemende mate. ‘
Eenerzijds zijn het een aantal economisten, die deze
meening hebben voorgestaan, anderzijds hoorde men haar in de laatste jaren herhaaldelijk verkondigd door
grootindustriëelen, en zulks met toenemenden aan-
drang, naarmate •de depressie, in Engeland nooit ge-
heel overwonnen
1),
erger werd door den, conjunctuur-
omslag die zich in 1929 in andere landen voltrok.
Nu hebben wij niet veel bewondering voor den gou-
den standaard. Deze eischt in menig opzicht correc-
tie, zoowel omdat de storende invloeden van overvloe-
dige of te geringe goudproductie moeten worden uit-
geschakeld, als ook omdat voor een gelijkmatige ver-
deeling van den goudvoorraad over de fwereld moet
worden ‘gezorgd. Deze laatste veronderstelt ‘een regel-
matig internationaal credietverkeer en: onthouding
van goudoppotting. Eene rationeele toepassing van
den gouden standaard eischt eendrachtige samenwei-king van de machthebbers in ‘de internationale finan-
ciëeie wereld. Daaraan ‘heeft echter heel wat ontbro-
ken en zelfs de stichting ‘van de B.I.S. heeft in dit
opzicht voorloopig nog maar weinig resultaat opge-
leverd.
2)
Politieke animositeit en wantrouwen eener-
zijds en gebrek aan inzicht in de bedenkelijke gevolgen

eener verkeerde goudpolitiek anderzijds he’bben hier
groote obstakels gevormd voor een goede geldpolitiek.
Het ware echter onjuist, om alle
moeilijkheden,
door
Engeland ondervonden, aan den gouden standaard
toe te schrijv en en te meenen, dat liet verlaten daar-
van genezing van alle euvelen zal brengen. Eenerzijds toch heeft Engeland een veel te onbuigzaam loonpeil;
cle
te laat
verlaagde werkloozenuitkeering heeft op
ongezonde
wijze
de binnenlandsche koopkracht ver-
groot; daardoor is aan de neiging tot relatief te veel
.invoeien
niet
tijdig
paal en perk gesteld. Ook de ra-tionalisatie van groote deden van de Engelsche pro-
cluctie voltrok zich ‘veel te langzaam.
Anderzijds had Engeland meer schulden op korten
termijn aan het buitenland, dan vorderingen op liet
buitenland; door dôconfitures in het buitenland en
door ‘de ,,Stillhalte” werd de toestand verder verer-

Zie
OflS
desbetreffend artikel
in
Ec.-Sta’t. Eer, van
19
Aug.’ jl.
Zie Ec.-Stat. Ber. van 3 Juni ji.

INHOUD.

Blz.
DE VERVARRING IN HET GEIDWEZEN
door
Prof. Mr. Dr.
G. M. Verrijn Stuart – …………………………864
Wereldvloot en wereldscheepsbouw 1 door
Mr. H. E.
Scheffer…………………………………..866
Economische voorlichting door
Mr. A. N. Mole9laar…. 869
Antidumpingmaatregelen en verhoogde invoerrechten
door
Mr. Dr. L. F. H. Regout
met naschrift door
Prof.
Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Staart …………………. 869

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
Dui tschland’s economische maatregelen door
Dr. Cari.
Kramer ………………………………..
870

AANTEEKEN1NGEN
Eet mechanisme en de werkingen van de internatio-
nale kapitaalbewegingen ………………….
872
Indexcijfers van groothandeisprijzen …………..
874
Indexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen in
Nederlandsch-Indië

…………………….
875

INGEZONDEN STUKKEN:
Groot- en Kleinhandeisprijzen door
Mr. F. W. A. de
Kookvan Leeuwen ……………………….
875

I3OEKAANKØNDIOINCEN:
Kapital und Kapitalismus ………………….
875

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
876-882

Geldkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris:
Prof.
Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH -STATISTISCHE BERICHTEN.
c’OMMIS$IE VAN ADVIES:

Prof. Mr. D. van Blom; J. vms Jiasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Ma.ndele; Prof. Dr. N. J.
Polek; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Ren gers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jam Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpetra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G. M.
Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. Al. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

gerd. Zon is het land in een positie van illiquiditeit
geraakt. De interne moeilijkheden, volgende op het
optreden van het nationale kabinet (lijdelijk verzet
op de vloot, angst voor verdere moeilijkheden bij
eventueele nieuwe verkiezingen), ‘hebben ondanks het
herstel van het budgetair evenwicht het wantrouwen
van pondenbezitters
in en buiten
En’geland dermate
doen toenemen, dat de Overheid het loslaten van den
gouden standaard de eenige uitkomst achtte.
Nu kan men toch men den besten wil niet zeggen,
dat dit geheele tragische verloop der zaken
alleen Ie
wijten zou zijn aan den gouden standaard. Het is,
voor •zoover men de situatie thans overzien kan, toch
wel zeer waarschijnlijk, dat tijdig herstel van eenige
soepelheid en aanpassingsvermogen
iii
Engelands
volkshuishou’ding, gepaard met krachtdadige buiten-
landsche hulp, waartoe ‘de middelen aanwezig zijn,
het land had kunnen behoeden voor een Stap, waarbij
liet op brute en onbeheerschte wijze zijn economische moeilijkheden afwentelt op zijn buitenlandsche credi-
teuren en op degenen, die een min of meer vast in-
komen in ponden sterling genieten.
Overigens komt het ons voor, dat in deze zaak nog
veel duister is. Inzonderheid werden wij getroffen
çloor eene uitlating van Snowden tijdens de beraad-
slagingen in het Lagerhuis van verleden week, waar-
bij de Engelsche Kanselier van de Schatkist mede-
deelde crediet, •dat hem door Frankrijk was aange-
boden, te hebben afgewezen, omdat het pond toch van
zijne goudbasis af zou gaan. Het is bijna niet aan te
nemen, dat, wanneer Engeland tijdig aan Amerika en
Frankrijk van ‘de mogelijkheid van het verlaten van
den gouden standaard zou hebben kennis gegeven en
op de daaruit voor het buitenland voortvloeiende ge-
varen ha’d gewezen, niet elk gewenscht crediet tot steun
aan het pond beschikbaar zou zijn gesteld, waarmede
immers een verdere stap zou zijn gedaan in de rich-

30 September 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

865

ting van cle zoo zeer begeerde stopzetting van den
gestadigen gondafvloe•d iii t Engeland.
Ware zulk een oplossing, die immers niet orders
zou hebben heteekend clan een correctie op grootsche
schaal van de ongelijkmatige gouclverdeeling, en clie
Engeland gelegenheid zou hebben geboden tot gelei-
(lelijke doorvoering der interne saneeri ngsmaatrege-
len, niet beter voor het land geweest dan de huidige?
Vij ineenen, dat de vraag zelcer bevestigend kan wor-
den beantwoord. in cie eerste plaats toch beteekent
het opgeven van den gouden standaard, op de wijze,
waarop dit thans is geschied, niet het invoeren van
cene nieuwe systematische geidpolitiek onder scherpe
contrôle van cle centrale bank, doch het inslaan van
een weg, ‘die zich voorshands in een zeer nevelig ver-
schiet verliest. Dit uit zich in de hevige koersschom-
melingen van het pond, die een ontraggelijk nadeel
voor de Engelsche geld- en kapitaalmarkt heteekenen;
het is zeer de vraag, of deze ooit weder den slag te-
boven zal komen, welken zij thans heeft ontvangen.
Een tweede nadeel bestaat hierin, dat het moei-
zaam bereikte hudgetair evenwicht wederom in gevaar
wordt gebracht. Door cle daling van het pond worden
alle itrvoergoecieren duurder; in zulke omstandighe-den salarisverlagi ng en vermindering van werkloo-
zenuitkeering door te voeren eisch•t buitengemeene
kracht van do zijde der Regeering. Verzwakt deze ech-
ter nog verder in haar streven naar financiëele sanee-
ii lig, zoo komt niet slechts cle valuta, maar ook het
budget op het hellend vlak, waarmede men in den be-
kenden vicieuzen cirkel van de inflatie zal zijn be-
lan ci.
Daartegenover staat, dat thans de uitvoerbedrijven
een kans op herleving krijgen. In hoeverre zij daar-
van zullen weten gebruik te malcen, hangt intusschen
in belangrijke mate van de arbeiders af. Wanneer
deze op grond van eene dalende geidwaarde in de
toekomst met nieuwe looueischen komen, zoo zal de
herleving niet anders dan tijdelijk kunnen zijn en is men na eenigeu tijd even ver als tevoren. Zoo blijft
de toekomst vol van onzekerheid.

Zeker is het in elk geval, dat de huidige stuurloos-
iieid vali cle Engelsche gelcipolitiek niet lang zal
kunnen worden bestendigd zonder de grootste ‘geva-
ren. voor het Engeisch economisch leven. Een herstel
van liet pond
0.1)
de oude goudbasis is na de hevige
koersdaling uitgesloten te achten. Voor eene stabili-
satie op lageren koers zal Engeland echter, van-
tieer het dat doel op korten termijn wenscht te be-
reiken, naar alle waarschijnlijkheid do hulp van het
buitenland niet kunnen ontberen en een valutacre-
(liet van grooten omvang behoeven, o.a., omdat men
geenszins zeker is, dat degenen, die hun geld buiten
Engeland .in veiligheid brachten, het daarheen met
bekwamen spoed weder terug zullen brengen. Een
ii tern ati onaal s teunprogramma zal daarom eerla ng
moeten worden opgesteld met medewerking van al
the landen, die niet door Engeland meegesleept zullen
Zifl
op den weg van devaluâtie hunner valuta, hoe
hiatlijk zulk een steun ook moge zijn voor degenen,
iie door de daling van liet pond gedupeerd zijn ..iloe
langer de hiertoe te treffen maatregelen worden uit-
gesteld, des te moe.ilijlcer zal het Engelaact vallen om iets van het verloren vertrouwen te herwinnen, ties te grooter worden de nadeelen in en buiten dat
land en des te verder is de wereld verwijderd van de
oplevn.g uit de huidige ‘depressie, waarnaar ieder
reikhalzend uitziet.

Welke de gevolgen van den Engelschen maatregel
voor Nederland zullen zijn, laat zich thans ook nog
slechts ten deele overzien. Zeker schijnt het ons ech-
ter, dat de nadeelen overwegen boven de voordeelen.
Iii de eerste plaats zijn hier te lande niet onaan-
zienlijke verliezen op ponden sterling geleden. Daar-
tegenover staan weliswaar de koerswinsten van hen,
die in ponden hadden ingekocht, een en ander voor
zoover de betreffende posten niet op termijn waren
afgedelct. Doch waar onze uitvoer naar Engeland en
de financiering van uitvoertransacties in ponden ver-
moeclelijk aanzienlijk grooter is, dan de invoerbelan-
gen bij ponden, en waar voorts ook onze scheepvaart vele vraehten in ponden heef t genoteerd en toch wel
niet alle contracten terstond zal hebben kunnen om-
zetten op basis van een andere valuta, daar ligt de
veronderstelling voor die hand, dat do verliezen de
winsten overtreffen.
Ook over de buitenlandsche portefeuille van De
Nederlandsche Bank, die, gelijk bekend, voor een
belangrijk deel uit pondenwissels bestaat, en over de
positie van den gulden liepen alarmeerendo geruch-
ten. De Directie dier N. B. heeft daarom eene gerust-
stellende verklaring afgelegd, waarvan wij hier den
tekst volledig doen volgen:
Naar aanleiding van vragen, clie tot ons gericht worden,
berichten wij hierbij, dat er voor ons geen enkele aanleiding
bestaat te verzwijgen, dat onze buitenlandsche wisselpor-
tefeullle voor een deel bestaat uit ponden sterling. – Wij
hebben op grond van besprekingen, nog zeer onlangs niet
de Bank of England gehouden, en gezien het bijzondere ka-
rakter van ons pondenbezit als gouclwisselportefeuille van
een circulatiebank, alle reden om aan te nemen, dat voor
ons iii cle toekonist geen verlies op dit bezit is te duchten.
– Verder brengt het pouden-gedeelte van onze buitenland-
sche wisselportefeitille rente op, die in den tussehentijd
een eventueel tijdelijk boekwaardeverschil vanzelf amorti-
seert. – Voor De Nederlandsche Bank als circulatiebatik
kan zich nooit een redeti voordoen om zich op een onge-
legen oogenblik van haar pondenbezit te ontdoen. – Wij
verklaren met do grootste stelligheid dat ons bezit aan
ponden sterling nimmer eenige belemmering kan zijn vooi-])e Nederlandsche Bank om haar functies als circulatiehank
en centrale bank in haar vollen omvang uit te oefenen. –
Tevens verkla’ren wij, det wij den gouden stancLaa.rd on-
voorweardelijlc zullen hondha’ven. –
Inflatie van het ruil-
mididlel is niet aanwezig en niet te verw’achten. – De goud-
positie van De Neclerlandsche Bank is sterker dan ooit
tevoren.”

Er schijnt dus kans te zijn, dat er geen verlies wordt
geleden. Toch is het wellicht goed erop te wijzen,
dat, ook al doet zich tenslotte nog een verlies voor,
dit weliswaar voor de aandeelhouders der bank
en voor de in de winst deelende Overheid zeer on-
aangenaam kan
zijn,
doch dat het voor de positie van
onzen gulden zonder eenige wezenlijke beteekenis is.
Deze laatste wordt bepaald door de mate, waarin de
N. B. den omvang van hare circulatie zal weten te
heheerschen, en waarin de particuliere banken aan
hare buiteulandsche verplichtingen zullen kunnen
voldoen. In dat opzicht nu staat de N. B. momenteel
bijzonder sterk. Raar binnenlandsche uitzettingen zijn
weliswaar opgeloopen, doch nog geenszins verontrus-
tend van omvang,
cii
ten aanzien van de verhouding tot
het buitenland heeft zij de beschikking over een groo-ten goudvoorraad en een toch altijd vermoedelijk zeer
aanzienlijk deel der buitenlandsche portefeuille, dat
uit dollarwissels en andere goede deviezea bestaat. Daarvan zal zij nog wel het een en ander zien weg-
vloeien, doch de voor buitenlandsche betalingen be-
schikbare middelen zijn zoo aanzienlijk, dat bij be-
kwame gestie en bij krachtige samenwerking met de
particuliere biinkon de N. B. in staat moet worden
geacht om aan de situatie in elk opzicht het hoofd te
bieden. Reden voor wantrouwen in den gulden is er
dan ook op het oogenblik niet.
Wordt dit slechts algemeen ingezie:a en blijft de
toestand hier ook in de toekomst gezond, zoo kan de
Nederlandsche geldmarkt van de débacle van Londen
profiteeren door vermeerdering van zaken. De winst
zal echter van bescheiden omvang zijn, vergeleken bij
den vooruitgang, welke in dit opzicht vermoedelijk
aan New-York ten deel zal vallen.
Wat het
bedrijfsleven
betreft, zoo zijn de vooruit-
zichten aanmerkelijk minder hoopvol. Wij laten hiar-
onder een drietal staatjes volgen betreffende onzen
handel met Engéland. Daaruit ziet men, dat inzon-
derheid onze uitvoer naar dat land, hoezeer afnemen-

866

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 September 1931

cie in de laatste jaren, van belang is, terwijl de in-
voer veel minder groot is. In den overgangstijd, clie
zal moeten verloopen, voordat çle Engelsche Prijzen in
overeenstemming zullen zijn met het nieuwe niveau,
waarop men het pond zal stahiliseeren, zal dus cle
ruilvoet tdsschen ons land en Engeland zeer ongunstig
worden beïnvloed.

1ivoer uit

Uitvoer naar
Grooti3ri.ttann ië

Groot-Britttnuië
in pCt. ‘van

iii pCt. van
X f 1000
totalen invoer
X f 1000
totalen uitvoer
1925 . . . – 393.848

16.0

468.298

25.9
1926 . . . . 231.131

9.5

483.1.48

27.6
1927 . . . . 246.1.99

9.7

452.555

23.8
1928

. . – 252.492

9.4

431.939

21.8
1929 . . . – 257.600

9.4

408.124

20.5
1930 . . . – 227.029

9.4

382.982

22.3

.be belangrijkste invoerartikelcn uit Groot-Brittannië.
(waa rcic in duizenden ‘guldens).

1928

1929
.

1930
Manufacturen …………………
38.940 39.652 29.340
Garens ………………………..
37.758 37.751 27.388
lolen, cOkes eIL briketteii ………….
.732 23.588 23.062
Machines …………………….
24.231 23.590 22.505
Vaartuigen en vliegniac-hines ……..
5.734 3.875 11.1.74
Tertind blik en blikwerk ………..
10.617 1.0.543 1.0.483

De voornaamste uitvoerartikeleit naar Groot-Brittannië.
(waarde
X f 1000.)

1928

1929

1930
Gezouten

vlcesch

……………….
52.693 49.574 42.641
liolk,
mel.kproductan en macInc …..
35.003 33.698 30.988
Plantmircfige

oliën

…………….
23.608 23.245 28.407
.larga.rine

…………………….
37.366 27.685 26.678
Papier

en

papierwaren

………….
21.576 21.778 26.127
Producten van bloem-, bollen

cii hoorn-
kweekerijen

…………………
20.027 20.009 24.151
Eieren en

eiproducten

…………..
19.941 20.610 20.542
liauufacturen

…………………
24.460 23.390 20.518
Versche

groenten

………………
18.088 16.452 15.572
Tegenover liet nadeel ‘van den uitvoer staat wel een
tijdelijk voordeel van goedkoopen invoer, doch de
mogelijke E ngelsche valutaconcurrenti e zal op som-
inige bedrijfstakken hier ‘te lande een storencien iii-
vloed kunnen uitoefenen –
Daarbij komt, dat clie Nederiandsche bedrijven, die

01)
cle internationale markt met de Eugelsche conciir-
.reeren, zooals cle scheepvaart, cle scheepsbouw en cle
textielin’cl ustrie, altegader hedrijfstalcken, waarin het
momenteel verre van fraai .i.s gesteld, ‘cle kunstmatige
verleven’cliging in Groot-Britten n.ië als zeer hinderlijk
zullen on’clervnden. Denadeelen van ons bedrijfsleven zullen clan ook aanzienlijk zijn.
Velen zullen daarin aanleiding vinden om steun van
de Overheid te gaan vragen. De wollenstoffeni.ndus-
trie in Brabaut heef t zich al reeds gehaast met een
(lesbetreffend verzoek tot de Regeering tot liet tref-1 en ,,op korten termijn van ingrijpende maatregelen
oni althans de Nederlandsche markt tegen deze abnor-
male concurrentte te beveiligen en werkloosheid op
groote schaal te voorkomen”.
Andere bedrijfstakken zullen stelli.g volgen.
Zonder te willen beweren, dat incidenteele steun-
maatregelen in alle gevallen ongeoorloofd zullen zijn,
zouden wij er toch aan willen herinneren, dat ook
vddr den Engelschen noodmaatregel cle werlcloosheici
hier reeds zeer aanzienlijic was en dat wij hier iii tal
van bedrijfstaklcen een peil van bonen, sociale en f is-
cale lasten hebben bereikt, dat blijkens den vermin-
derden omvang der werkgelegenheid stellig te hoog
moet worden geacht. ‘Wanneer men nu in cie clepre-
matje ‘van liet pond tegenover den ‘gulden aanleiding
mocht vinden om beschermende maatregelen in te
voeren teneinde ‘de huidige schaal ‘van bonen en an-
dere inkomsten intact te kunnen laten, zoo zou men
hetzelfde gevaar loopen, als waarvan Engeland thans
cle dupe i.s geworden, t.w. het verlies van het prach-
ti.ge
aanpassingsvermogen, he’twelk aan ons belrijfs-leven vroeger eigen was en iaardoor ons land ec)no-
misch groot is geworden in een mate, die het buiten-

land ons benijdt. Da.t de werkloosheid in de la.t;te
anderhalf jaar zeer .groot is geweest, is te betreiren, maar het is een ramp, waarvan de gevolgen te over-
zien zijn, wanneer men er maar voor zorgt, dat ‘de werk-
loosheid n.iet chronisch wordt. Daarom moet men er
hij het vaststellen van ‘de richtlijnen voor de toek,mi-stige economische politiek op bedacht blijven, dat die maatregelen van reconstructie en van hergroepeeri ng
van produetiefactoren en van inkomens, die toch al
reeds noodig waren, niet worden verzuimd als gevolg
van ontijdige of niet van voldoende voorwaarden voor-
ziene steunregelingen, en dat men zich niet door de ge-
beurtenissen in Engeland laat slaan uit een koers,
clie op ‘den langen duur voor ons land toch onver-
mijdelijk zal blijken.

De gang van zaken in Engeland is van een tragi-
‘sche leerzaanaheici; tragisch, omdat naar ons gevoelen
de huidige economische politiek den ondergang l:ie-
teekent van de reeds sinds geruimen tijd afgeno-
men suprematie van Engeland op economisch ge-
bied, een suprematie, die haar hoogtepunt bereikte in de ,,Victorian A.ge”, en waaraan de. wereldoorlog en
zijn nasleep den genadeslag toebracht; leerzaam, om-
dat het anderen doet zien, hoe het niet moet. Ne.ler-
land moge bedenken., dat wie zich aan een ander spic-
gelt, zich zacht spiegelt! G.
M. V. S.

WERELDVLOOT EN WERELDSCHEEPSBOLJW.

1.
liTereldvloot.

Het is niet voor tegenspraak vatbaar, dat een zoo
hevige malaise als thans in de scheepvaart ‘heerscht,
hoogst zelden, zoo ooit, in dit toéh ivel aan tijdelijke depressies gewende bedrijf is voorgekomen. Maakte
de scheepvaart reeds sinds 1921 moeilijke jaren door,
cie algemeene werelcicrisis heeft een toestand gesdha-
pen, clie de rentabiliteit van talrijke reederijen met
den dag ernstiger aantast. Afgezien van de i.nterna-
ti.onaie economische omstandigheden is een der hioof d-
oorzaken van den slechten ‘bedrijfstoestand zonder
twijfel gelegen in ‘liet feit, dat er veel meer scheeps-

ruimte ‘beschikbaar is dan waaraan handel en verkeer
behoefte hebben. De nieuwe aanbouw van tonnage,
die ‘sinds liet einde van den oorlog heeft plaats gehad,
hield te weinig verband met den werkelijken omvang
en de behoeften van den wereldhandel, zoodat ook op
dit ge’biecl, ‘gelijk elders, een overproductie liet gevolg
is geweest, welke zich thans wreekt in verli’eslatende vrachtcijfers en het opleggen ‘van schepen op een tot
dusver ongekende schaal.

Bijzondere opmerkzaamleid verdienen in dit ver-
band ‘de door Lloyd’s Register op gezette tijden ge-
publiceerde gegevens, waaruit men zich een beeld kan
vormen ‘van de ontwikkeling ‘van de wereldvloot en
den scheepsbouw in den loop der jaren –
Op 30 Juni. 1031 was de wereldvloot aldus samen-
gesteld (in 1000 B.R.T.):

Stoom-
Motor.
Zeil-
Totaal op
schepen
schepen
schepen
Totaal
30
Juni
’30
Britsche Rijk 20.369
2.758
253
23.380
23.382
Ver. Staten)
12.170
722
750
13.642 14.046
Japan

……..
3.764
512

4.276 4.317
Duitschland

.3.508
627
28
4.255
4.229
Noorwegen
2.424
1.638
4
4.066 3.668
Frankrijk
3325
188
53
3.566 3.531
Italië

——–
2.717
557
62
3.336 3.331
Nederland
2.426
685
7
3.118
3.086
Zweden

……
1.139
539
26
1.705
1.624
Griekenland

– –
1.392
6

1.398 1.391
Spanje

——-
1.045
1,67
1.6
1.227 1.232
Denemai-ken

– .
723
410
12
1.145

1.088
Sovjet-Rusland
453
148
3
604 532
België

——-
483
59
5
547
553
J3razilië
440

54
5
499 559
Overige landen
2.822
360
185
3.367
3.039
Totaal….
59.291
9.431
1.408
70.131 60.608
1)
Zeeschepen en schepen op de groote meren

30 September 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

867

Vergeleken met het vorig jaar nam de werldvloot
dus toe met 523.396 B.R.T., hetgeen slechts is van
cle vermeerdering in 1930. In de verstreken periode
werden 1.232.521 B.R.T. door verlies of slooping aan
(le wereldvloot onttrokken, zoodat in totaal de tonnage
aan nieuwe schepen bedroeg 1.155.911 B.R.T. Geen
gering cijfer, al is het dan ook minder dan in de
voorafgaande jaren, iooals uit onderstaande verge-

Uj k i tig blijkt:

Gesloopt of

nieuw aan-

netto vermeer-
verloren gegane

gebouwde

dering of
tonnage

tonnage

vermindering
B.R.T.

B.R.T.

B.R.T.

1921 . . .

536.537

2.932.670

+
2.396.133
1922 . . .

.743.866

1.539.318

+ 795452
1923 . . .

1.456.870

314.199

– 1.142.671
1924 . . .

1.014.662

2.232.513

+ 0.617.851
1925 . .

980.794

1.123.746

+ 0.142.952
1926 . . .

1.226.873

1.635.413

+ 0.408.540
1927 . . .

852.398

2.614.147

+ 1.761.749
1928 . . .

1.21.7.075

2.336.728

+ 1.11.9.653
1929

. .

1.458.665

2.991.997

+ 1.533.332
1930 . . .

1.232.521

1.753.91.7

+ 0.523.396

Na cle snelle stijging der wereld tonnage, welke de eerste jaren na het ein

ie
de van den oorlog te zn gaven,
volgde van 1.023-1926 een periode van slechts ge-
ringe uitbreiding. Sindsdien i.s echter weer opnieuw
een drang naar expansie begonnen, waarvan de funeste
gevolgen thans maar al te zeer gevoeld worden. Toch
is naar verhouding de vermeerdering na den oorlog
achtergebleven bij die van v66r den oorlog. Laat men
de zeilschepen, wier economische waarde zeer gering
is geworden, buiten heshouwing, clan verkrijgt men
ten aanzien van dc stoom- en motortonnage de vol-

gende vergelijking:

$toonl- en motorschepen in
1897 18.607.000 R.R.T.
1914: 45.404.00
1931: 68.723.000

[let virschil bedroeg dus tusschen 1914 en
1.891:

26.797.000 ton of 144 pOt. van de tonnage aanwezig
in 1.897, terwijl tusschen 1931 en 1914 de vermeerde-
ring bedroeg 23.319.000 ton of 51,4 pOt. van de hij
het uitbreken van den oorlog aanwezige tonnage.
Vergelijkt men kortere periodes dan valt te cousta-
teeron, dat gedurende de 5 jaren 1909-1.914 cle
we-

reld vloot toenam met 24i pOt. of een jaarlijksch ge-
midclelde van 5 pOt., terwijl gedurende 1926-19311
de vermeerdering slechts 9,6 pOt. bedroeg of een jaar-
lijksch gemiddelde van nog geen. 2 pOt. Dat ondanks
den betrekkelijk langzamen groei van cle werelclvloot in
het laatste decennium toch een aanzienlijk surplus
aan scheepsruimte ontstaan is, bewijst dan ook, dat de

ontw.ilckeii.ng
van den zeehandel achtergeble’en is bij
den groei, die voor den oorlog als normaal ‘beschouwd

kon worden.
Niet uit het oog dient echter te worden verloren, dat een vergelijking van de bruto tonnage niet geheel zui-
ver is; immers door allerlei factoren is de ‘vervoer-
capaciteit per bruto ton toegenomen: de moderne
scheepsbouw streef t er voortdurend naar de nuttige
laadruimte per sheepsee’nheid te vergrooten, hetgeen
vooral bij motorschepe.n, waar de machines minder
plaatsruimte vragen clan in stoomschepen, het geval is; dc snelheid der schepen is hooger opgevoerd; het

laden en lossen geschiedt in vele havens door verbe-
tering der outillage vlugger dan vroeger, waardoor
de ligtijd verkort wordt. Deze omstandigheden leiden
ertôe, dat dooreengenomen een zelfde hoeveelheid ton-
nage thans meer vervoer kan verwerken dan voor den
oorlog het geval was.
1)

WTat het machinetype betreft, het gebruik van
motoren neemt nog steeds toe, zooals uit onderstaand
overzicht moge blijken:

1925

1930

1931
stoomschepen voortbewogen
door zuigernuachines … 50.516.808 50.748.1.80 50.194.250
stoomschepen voortbewogen
door turbines ………
9.100.274 9.146.590 9.035.610
motorschepen ………..
2.403.070 7.816.159 9.158.424
In totaal is thans een tonnage van 10.636.000 voor-
zien van stoomturbines of een combinatie van stoom-
turbines en zuigermachines, hetgeen in 101.4 slechts
bij 130.000 B.R.T. het, geval was. In het laatste jaar
is de motortonnage (schepen met hulpvermogen in-
begrepen) toegenomen niet 1.335.000 ton, terwijl de
tonnage aan stoomschepen, u i. tsluitend voortbewogen
door zuigermachines, verminderde met 858.000 ton.
Op electrische wijze worden voortbewogen – een be-
trekkelijk nieuwe methode – 84 schepen niet een in-
houd van 457.090 ton.
Een belangrijk gevolg, waartoe de wijziging in de
scheepsmachines heef t geleid, is de invloed, welke het
brandstoffengebrui k d card oor heeft ondergaan.
Naast de motorschepen zijn niet minder dan 3.914
schepen met een inhoud van 20.002.307 ton ingericht
voor •het ‘stoken van olie. De verhouding tusschen liet
gebruik van ‘bunkerkoleru en van ‘hunkerolie is dan ook ingrijpend veranderd. De volgende vergelijking
Ican worden opgesteld:

1914

1931
Ç der wereld-
”o
der wereld-
vloot

vloot

zeilschepen cii lichters ………
8,06

2.01
motorschepen

……………..
0,45

13.45
schepen ingericht voor het stoken

van olie …………………
2,65

28.52

kolenstokende schepen ………
88,84

56.02

lui.,.-

lUl,.-

Terwijl dus iii 1914 nog bijna 89 pOt, der wereld-
tonnage geheel afhankelijk wai van de kolenproduc-
tie, is dit percentage thans gedaald tot 56 pOt. Men
dient hierbij echter te bedenken, dat niet altijd olie
gestookt wordt in de stoonimachines, die hiervoor
zijn ingericht, omdat’ velen hiervan gemakkelijk ge-
schikt kunnen worden gemaakt voor liet stoken van
kolen, wanneer liet gebruik van kolen de voorkeur
verdien t.
De ‘ontwikkeling van de onderlinge verhouding der
koopvaardijvlo’ten in cie voornaamste zeevarende lan-
den wordt in onderstaand overzicht in beeld gebracht:
Ingrijpende veranderingen hebben liet afgeloopen

i) Een nieuwe factor, waardoor de vervoercapaciteit bin-
nenkort toe zal nemen, is de het vorig jaar te Londen ge-
sloten internationale laa’dlijn-conventie, waardoor over het
algemeen – en in het bijzondei- voor tankschepen en sche-
pen in de houtvaart – wordt toegestaan dieper af te laden
dan tot dusver in vele landen geoorloofd was.

Ontwikkeling der voornaamste nationale vloten (alleen stoom- en motorschepen).

Of
o
Wereld-
O/
0
Wereld-
°(0Wereld-

0(0Wereld-
°oWereld-
B.R.T.
vloot
B.R.T.
vloot
B.R.T.
vloot
B.R.T.
vloot
B.R.T.
vloot
B.R.T.
reldvl.
1897
1914 1920 1925
1930
1931
Gr. Brittannië
en Ierland
10.213.569
55
18.892.089
41,6
18,110.653
33,4
19.304.670
30.9
20.321.920
29.8
20.193.677
29,4
Ver. Staten
(zeeschepen)
1.
1
05.42.3
4,0
2.026.908
4,5
12.406.123
23
11.931.562
19,1
10.645.730
15,6
10.356.077
15,1
Japan ……..
404.475
2,2
1.708 186
3,8
2.995.878
5,6
3.919.807
6,2
4.316.804
6,3
4.276.341
6,2
Duitscbland
1.549.961
8,3
5.134.720
11,3
419.438
0,8
3.006.270
4,8
4.199.096
6,1
4.226.050
6,1
Noorwegen
564.533
3,0
1.957.353
4,3
1.979.560
3,7
2.618.445
4,1
3663.237
5,3
4.061 620
5,9
Frankrijk
.. .
954 916
5,1
1.922.286
4,2
2.963.229
5,5
3.319.645
5,3
3.470.591
5,1
3.513.179
5,1
Italië

……..
402.205
2,2
1.430.475
3,2
2.118.429
3,9
2.930.836
4,9
3.261.922
4,8
3.273.515
4,8
lVederlancl
310.780
1,8
1.471.710
3,8
1.773.392
3,3
2.587.789
4,1
3.079.000
4,5
3.111.357
4,5

868

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 September 1931

jaar niet plaats gehad. Zooals ook uit het in dit
artikel eerst opgenomen staatje bleek, vertoont de
Noorsche vloot de meeste ‘toeneming, daarop volgen Zweden, Sovjet-Rusland, Joego-Slavië en Denemar-
ken. De vloten van do 3 grootste zeevarende landen Gr. Brittannië, de Ver. Staten en Japan ondergingen
een vermindering, welke grootendeels is toe te schrij-
ven aan het sloopen van verouderde tonnage in deze
landen.
Beschouwt men de samenstelling der voornaamste
nationale vloten nader, dan moeten nog eenige bij-
zondere kenmerken naar voren çworden gebracht.
Een vergelijking van den ouderdom der schepen
geeft het volgende resultaat:

Minder

25
jaar en
clan
5
jaar

5-10
jaar

ouder
B.R.T.

0/

B.R.T.

0
/0

B.R.T.
0
/0
Gr. Brittannië
en Ierland
4.543.156 22,5 4.467.339. 22,1 1.671.507 8,3
Ver. Staten
(zeeschepen)

593.472 5,7

370.234 3,5

733.594 7,1
Japan ….

551.492 12,9

382.934 9

926.011 21,7
Duitschla.nd

884.365 20,9 1.240.651 29,4

649.768 15,6
Frankrijk

478.634 13,6

687.292 19,6

464.928 13,2
Noorwegen

1.372.186 33,8

570.423 14

501.490 12,3
Italië

399.885 12,2

551.426 16,8

962.721 29,4
NederlatuL

786.863 25,3

621.037 20

166.349 5,3

Totaal wereld-
vloot . ..
11.866.310 17,3 10.518.604 15,3 11.664.698 17

De landen met de hoogste percefitages tan ‘nieuwe
schepen zijn Noorwegen (33,8 pOt.), Nederland (25,3
pOt.) en Gr.-Brittannië (22,5 pOt.). Opvallend is het,
zeer geringe percentage aan moderne schepen der
Ver. Staten;. verreweg het grootste gedeelte der Ame-
rikaansche vloot dateert uit den oorlogstijd, toen in
zeer korten tijd een geweld.igen aanbouw heeft plaats
gehad; vele dezer schepen ‘bleken op den duur weinig
b±uikbaar, zoodat een groot aantal permanent is op-
gelegd en wel nooit meer in de vaart zal worden ge-
bracht.
Van het totaal aantal stoom- en motorschepen heeft
iets minder dan de ‘helft een inhoud van minder dan
1000 ton, van de schepen van 25 jaar of ouder is
61,3 pOt. kleiner dan 1000 ton, terwijl van de schepen
welke in de laatste 5 jaren gebouwd
zijn
slechts 41 pOt.
minder dan 1000 ton inhoud hebben.

ingedeeld ïiaar de grootte is de groep met den
meesten tonueninhoud, die tusschen 4000 en 6000 ton,
do gezamenlijke tonnage dezer schepen bedraagt
19.490.239 ton of 28,4 pOt. der wereldvloot. De ‘groote
schepen boven 15.000 ‘ton vormen 5 pOt. der wereld-
vloot, 53,4 pOt. dezer tonnage ‘behoort aan Groot-Brit-
tannië en Ierland.

Een geheel afzonderlijke en steeds in omvang toe-
.uemende groep is die ‘der tankschepen. De tonnage der
tankschepen (stoom- en motorschepen van minstens
1000 ton) steeg van 1.418.988 in 1914 tot 8.549.827 ton
in ‘1931, verdeeld als volgt:
Tankschepen.
Stoom

Motor

Totaal

0/
Ver. Staten …….
2.206.022

307.048 2.513.070

29
Gr..Brittannië en
Ierland ………
1.579.088

774.239 2.353.327

27,5
Noorwegen …….
536.199

914.271 1.450.470

16
1
9
Italië ………….
299.105

56.640

355.745

4,1
Nederla’r4 ……..152.897

183.299

336.196

3
1
9
Frankrijk ……..
171.184

34.038

205.222

2,4
Overige landeit

591.425

744.372 1.335.797

15,6

Wereldtotaal.
5.535.920 3.013.907 8.549.827 10

Alleen het laatste jaar steeg de tonnage aan tank-
schepen met niet minder dan 1.043.459 ton, d.w.z.
dat ‘bijna 315 van alle nieuwe schepen, welke aan de
wereldvloot in de periode 193011931 werden toege-voegd, tot ‘deze categorie behoorden. Het groeiende
aantal van deze voor een speciaal doel ingerichte
schepen beïnvloedt de totaal-cijfers zoodanig, dat een
juiste indruk van de tonnage, welke voor het al’ge-
meen vervoer van passagiers en goederen gebruikt
wordt slechts verkregen wordt, wanneer men aller-

eerst deze groep niet medetelt, al is het niet te ont-
kennen, dat men dan eigenlijk te veel aftrekt omdat
de vermeerdering van het olietransport natuurlijk
gepaard is gegaan met een zekere vermindering van
het kolonvervoer en de schepen in, de koleuvaart ge-
woonlijk wel onder de algemeene vrachtvaarders wor-

den gerekend.
Laat men eveneens ‘buiten beschouwing de vis-
scherssclieperi, sleep- en bergingsschepen, lichters,
zeilschepen, houten schepen, schepen van minder dan
5000 ton inhoud en schepen ouder dan 25 jaar (met
uitzondering van enkelen, die nog een behoorlijke
snelheid kunnen ontwikkelen) dan wordt een inzicht
‘verkregen in de verhouding tusschen de grootere
schepen der verschillende vlaggen in de groote vaart,
welke deelnemen aan het trans-oceanische ‘vracht-

en passagiersverkeer.

Grootte der tonnage ter beschikking van het vracht-
en passagiersvervoer in de groote vaart.
1930 1931
B.R.T.
0/
13.R.T.
0
/0
Gr.-i3rittaniu6 en
Ierland

………
10.439.753
38,47
1.0.360.821
38,43
Ver.

Staten

…….
5.372.806
19,80
5.109.770
18,95 1)uitschland

…….
2.151.162
7.93
2.133.772
7,91
Japan

………..
1.739.031
6.41.
1.754.649
6,51
Nederiaaul
1.731.881
6,38
1.699.377
6,30
Frankrijk

………
1.587.905
5,85
1.624.634
6,03
Italië

………….
1.492.391 5,50 1.499.807 5,56
Noorwegen

…….
51.5.496
1.90
543.170
2,01
Andere landen

. . .
2.105.770
7
1
76
2.237.008
8,30

Werelcitotaal. .
27.136.195 100,00 26.963.008 100,00

Uit bovenstaande
vergelijking
blijkt de beteekenis

der Nederlandsche vloot, welke in deze uit een oog-
punt va ii internationale concurrentie ‘belangrijks te
groep der wereldscheepvaart, de 5e plaats inneemt
vertegeuwoordigende 6.3 pOt., terwijl bij de totaal-
cijfers Nederland eerst in de 8e plaats komt met een
percentage van 4.5. Ook Groot-Brittannië en Duitsc’h-
land bezitten een naar verhouding hooger percentage
van deze meer waardevolle tonnage; Noorwegen daar-
entegen is van percentage van 5.01 gedaald tot 2.01
pOt., hetgeen vooral is toe te schrijven aan den enor

men omvang der Noorsche tankvloot (35 pOt. van
alle Noorsche schëpen).
Het is merkwaardig en een gunstig teeken, dat
de tonnage, waarvan de omvang voor den algemeenen
toestand in het scheepvaarthedrijf alles beheerschenid
is, in de’ verstreken jaarperiode niet alleen niet is
toegenomen, maar zelfs eenigszins is verminderd. In-
tusschen bedraagt de omvang dezer groep nog ruim
2 millioen ton moer dan in 1,927. Bedenkt men nu,
dat de opgelegde tonnage op 1 3anuari jl. op 9 mii-
lioen ton gesteld werd en sindsdien in vrijwel alle
landen voortdurend meer schepen zijn opgelegd, zoo-
da t naar evenredigheid van de laatste cijfers in Groot-
Brittannië, Duitschiand, Frankrijk, Nederland en de
Scan’dinav.ische landen veilig geschat kan worden, dat
thans 1,1 12 millioen aan schee’psruimte (17 h, 1.8 pOt.
der w’ereld vloot) buiten gebruik zi;jn gesteld ‘), dan
is het duidelijk, dat er wel een zeer aanmerkelijke
opleving van dien wei-eidhandel noodig is, alvorens de
beschikbare tonnage in de groote vaart loonend em-
plooi. kan vinden.
H. E. SOHEFFER.

(Slot volgt.)

1)
Zelfs moet een schatting van ii.
i’t
12
millioen ton aaci
ongebruikte scheepsruimte nog
.
te laag geacht worden;
nrc-
mars een belangrijk gedeelte van de laadruinite der schepen,
clie nog in de vaart zijn, wordt niet benut. Dit is vooral
het geval bij lijichooten, clie in hun geregeldeci dienst ge-
handhaald rccoetecc blijven. Indien deze waicrui mtc bij de
opgelegde toic cage kon worden ol3eteld, zou men veruucoe-
(lelijk tot oictstelle,ide cijfers koiuuni.

30 September 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

869

ECONOMISCHE VOORLICHTING.

Twee k;cuaifeekenangen bij de Mernorie van Antwoord.

Mr. A. N. Molenaar schrijft ons: Wie verwacht mocht hebben, •dat de M:inister van

Arbeid, Handel en Nijverheid zijn aanvankelijk plan
betreffende het in het leven roepen van een Economi-
schen Voorlichtingsdienst na het ongunstig Voorloo-
pig Verslag van de Tweede Kamer ingrijpend zou
hebben gewijzigd, heeft zich vergist.
De Minister erkent, dat de door hem ontwikkelde
plannen niet veel meer zijn dan een reorganisatie van

de Afdeeling ,,Handel” aan zijn Ministerie.
Met deze kenschetsing achtten de af dccli ngen van
de Tweede Kamer ‘s Ministers denkbeelden veroor-

deeld. Ook
wij
hebben deze meening verdedigd en dus
is de vraag gerechtvaardigd, of wij ook nu nog van meeuig zijn, dat het betreffende wetsontwerp moet

worden verworpen.
Voor •de beantwoording van deze vraag is naar ons
inzicht van groot belang de wijziging van het kader,
waarin de Economische Voorlichtingsdienst zal wor-
den geplaatst. De regeering heeft immers min of meer los van het wetsontwerp, dat wij thans bespreken, een
het Ministerie van Arbeid, Handel
en Nijverheid met dat van Landbouw tot een Ministe-
rie van Economische Zaken en Arbeid .i.n het vooruit-
zicht gesteld. Komt dit Ministerie tot stand, dan is
inderdaad een groot gedeelte van de thans bestaande
voorlichting op één Departement geconcentreerd. Wanneer dan bovendien – zooals de Memorie van Antwoord in uitzicht stelt – het direct contact tus-
schen den voorlichtingsdienst en de buitenlandsche
diplomatieke en consulaire ambtenarnd tot stand
komt,
zijn
eenige zeer belangrijke voorwaarden voor
een goede werking van het nieuwe apparaat verkre-
gen. Dit zou een zeer belangrijke winst beteekenen.
Evenwel omtrent het in het leven roepen van het
nieuwe Departement wordt in de Kamer niet tegelijk
met de behandeling van het wetsontwerp betreffende
den voorlichtingsdienst beslist. Dit maakt het uit-
spreken van een definitief oordeel over het wetsont-
werp betreffende •den voorlichtingsdienst onmogelijk;
zou immers handel, nijverheid en landbouw niet onder één Minister komen te ressorteeren, dan zou de critiek
van het Voorloopig Verslag haar volle waarde behoa-
•den. Vandaar, dat wij van meening zijn, dat de reorga
nisatie van den voorlichtingsdienst tegelijk met de
hergroepeering •der departementen aan de orde be-
hoort te worden gesteld.
De Memorie van Antwoord van Minister Verschuur
heeft over veel wat duister was licht verspreid. Toch
heeft de Minister naar ons gevoelen op één punt on-
voldoende opening van zaken gegeven. Hij is nl. in
gebreke gebleven duidelijk aan te toonen, waar-
voor de op zijn begrooting meer aangevraagde

f
200.000,— (thans tot
,f
150.000,— teruggebracht), be-
noodigd zijn. Gelijk bekend, zal in den gedachtengang
van (leo Minister de Afdeeling ,,Handel en Nijver-
heid” worden gereorganiseerd; daaronder komt de
economische voorlichting te ressorteeren; voor een en
ander wordt een meer-uitgave van op het oogenblik

f
150.000,— noodig geoordeeld. Wij kunnen met den
besten wil uit de Memorie van Antwoord niet opdie-
pen, welken omvang de Minister aan de verschillende
onderdeelen van de nieuwe afdeeling zal geven en
waaraan de aangevraagde gelden zullen worden be-
steed. Opheldering •te dezer zake is van het grootste
gewicht, omdat bij ons ernstige twijfel rijst, of –
afgezien nog van. de tijdsomstandigheden – een zoo
hoog bedrag noodig is voor een meer bevredigende
functionneeri.ng van de Afdeeling ,,Handel” en voor
een snelle, doeltreffende werking van het voorl.i.ch-
ti ngsapparaat.
Wanneer wij afzien van persoonlijke voorkeur mag
dus worden erkend, dat de Regeering – vooral door
de heocgde samenvoeging van handel en nijverheid
met landbouw – op den goeden weg is gekomen. Een

definitief oordeel kunnen wij echter niet uitspreken
en dit geldt, dunkt ons, ook voor de Tweede Kamer,
zoolang niet vaststaat, .dat de samenvoeging van de-
partementen er komt en de aangevraagde gelden voor
het beoogde doel onafwijsbaar noodig zijn.

ANTIDUMPINGMAATREGELEN EN VERHOOGDE

INVOERRECHTEN.

De onlangs bekend geworden regeeringsplannen, in
zooverre deze ook de handelspolitiek raken, mochten
in •de beide voorafgaande nummers van dit blad al
reeds beschouwingen uitlokken. Zoowel het .ingedien-
cle wetsontwerp tegen dumping, als de voorgestelde
algemeene verhodging van, ons invoerrecht, vonden in

deze beschouwingen gee,n genade.
Dezerzijds zij ons ter zake van een en ander eene he-
knopte gedchtenvisseling toegestaan. Wat het wetsontwerp van Minister Terschuur be-
treft, komt het ons voor, dat dit met zoodanige om-
zichtigheid is geredigeerd, dat dit ontwerp, wordt het
wet, slechts bij hoogste uitzondering toepassing zou
kunnen vinden en wel tegenover extreme gevallen als hijv. de Russische graaninvoer, waardoor wij eenigen
tijd geleden werden opgeschrikt. Van het wetsontwerp
kan gezegd worden, dat tegenover invoer van dien
aard, waarbij de aanwezigheid van offensieve bedoe-
lingen althans in vrij sterke mate aannemelijk is, wij
in ‘de toekomst niet geheel weerloos zullen staan. En
zelf s dan nog zou het vermoedelijk heel wat voeten in
de aarde hebben, alvorens bijv. aan eene partij Rus-
sisch graan de toegang naar ons land daadwerkelijk
geweigerd werd. De preventieve werking, waarover de Memori.e van Toelichting spreekt, ware wellicht
ook dan nog de meest belangrijke.
Of in minder kwaadaardige gevallen, ‘de door dit
wetsontwerp in het uitzicht gestelde invoerbelemme-
ringen ooit werkelijkheid zouden worden, zal geheel
van de opvatting van de uitvoeringsorganen afhan-
gen. Houden deze aan de letter vast van het wets-
voorstel – kunstmatige concurrentie met het daarin
vervatte element van opzet – dan zal de te behande-
len zaak als algemeene regel reeds aanstonds ‘hierop
afstuiten en verder onderzoek naar consumentenhe-
lang etc. zelfs niet meer aan de orde kömen. De geestesgesteldheid in ons land leent zich overi-
gens kwalijk tot experimenten van de zijde eener com-
missie op het ‘gebied van ver gaande beschermende
maatregelen, als waarin het wetsontwerp voorziet. Ook
hiermede moet de betreffende commissie rekening
houden en er zijn dan ook waarborgen te over, dat
het met de praktische toepassing geen vaart zal
loopen.
Bij de voorgenomen algemeene tariefverhooging
gaat het om een maatregel van meer tastbare betee-
kenis. De voorgestelde verhooging wordt terecht f is-
caal genoemd, omdat het fiscale karakter overwegend
is. Niemand zal daarmede echter de lichtelijk bescher
mende uitwerking willen ontkennen, die het voorstel
van Minister de Geer bevat, ten aanzien van zoodanige
goederen, welke behalve dat zij worden ingevoerd,
tevens hier te lande vervaardigd worden.
J’uist deze laatste lichtelijk beschermende uitwer-
king eener nog als fiscaal te aanvaarden tariefver-
hooging, lijkt ons onder de huidige omstandigheden
niet te versmaden. Tot eene beperking van het ver-
hoogde invoerrecht tot zoodanige goederen, welke
niet
tevens hier te lande vervaardigd worden, lijkt
ons dan ook al zeer weinig aanleiding te bestaan.
Uit het oogpunt van vrijheid van internationaal
ruilverkeer, valt elke nieuwe belemmering van dit
internationaal ruilverkeer, hoe gering ook, te betreu-
ren,, in het bijzonder wanneer de belemmering dit-
maal komt van de zijde van een land, dat steeds voor
dit
vrije
ruilverkeer op de bres stond. Ongetwijfeld.
Maar d iibbel te betreuren valt de lange reeks van veel
en veel grooter belemmeringen van ‘het vrije ruilver-

870

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 September 1931
keer in andere landen, die ons tenslotte zelf geen Vrij-
heid meer laten, de weg te kiezen, clie wij wenschen
zouden.

Wij zouden
zeggeo,
dat ons land ten aanzien van
zijn lian’clelspolitiek in steeds grooter impasse ge-
raakt. Zoo :iets immers den allerlaatsten tijd wel met
ontstellende duidelijkheid gebleken is, clan is het de
nauwe internationale samenhang tusschen de gesties
der onderscheidene volkeren.

Hieruit volgt, dat ede, zij het ook nog zoo matige
beschermingsactie onzerzijds, onmiddellijic Ihaar na-
deeligen invloed zal doen gevoelen, het meeste nog
wel een psychologische invloed, ten aanzien van’ eene
uiteindelijke algemeene verlaging van de geweldige
tariefmuren, welice zoo ijverig door ons land wordt
voorgestaan. Maar anderzijds volgt uit de onderlinge
samenhang der wereidgebeurtenissen, dat de elders
opgetrokicen tariefmuren ons land steeds sterker
dwingen in de richting van tegenweer.

Welnu, eene matige ‘tariefverhooging, welice nog
geheel binnen het kader eener fiscale verhooging is
te houden, maar welice tevens met eene lichtelijk bc-
schermeucle uitwerking gepaard gaat, lijkt voor het
oogenblik nog niet de kwaadste oplossing uit deze im-
passe, geheel afgezien nog van de zuiver fiscale ver-
lichting hierdoor verkregen.

Sleèhts vragen wij ons af, of er geen redenen voor
pleiten, om de thans in te voeren tariefverhooging
slechts een tijdelijk karakter te geven, maar daar

tegenover •de voorgestelde verhooging te brengen op zegge 12 pOt, in plaats van op 10 pOt.

Aldus zou met behoud van het fiscale karakter van
het tarief, de’ onmi’ddellijlc beschermende uitwerking
voor zekere soorten goedéren van eenige meerdere
daadwerkelijke beteekenis worden. Tevens ware te ge-
legener
tijd,
zoodra afbouw der elders bestaande
tariefmuren inderdaad een feit mocht worden, van
eene daarmede sarnenvallende verlaging onzerzijds
wellicht nog eene gunstiger uitwerking te verwachten,
dan op andere wijze te verkrijgen ware.

Inmiddels volgmi de werel’dgebeurtenissen elkander
met roo ‘groote snelheid op, dat de voorzieningsmaat-
regelen, welke heden nog voldoende geleken ter in-
perking van financiëole tekorten en van wericloosheid,
morgen misschien reeds blijken zullen, te krap geme-
ten te zijn. Ook hierin ligt o.i. eene aansporing zich in deren tijd meer te bepalen tot tijdelijke maatrege-
len, maar aan ‘deze maatregelen een wijdere strekking
te geven, dan waartoe men voor masLtregelen van meer
bl.ijvenden aard zou willen besluiten. R.

N a s c li r i f’t.

Naar aanleiding van bovenstaan-
de beschouwingen van Mr. Regout stellen wij er prijs op enkele korte opmerkingen te maken.

Ten aanzien van het anti-dumping-ontwerp bestaat
er tusscheu het door Mr. Regout ingenomen stand-
punt en het onze in rooverre overeenstemming, dat het tenslotte van de toepassing van de voorgestelde
maatregelen zal afhangen, of deze een schadelijke dan
wel eene heilzame werking zullen hebben. Ons be-
zwaar tegen het ontwerp – en daarmede ons mee-
ningsverschil met Mr. R. – komt echter hierop neer,
dat het ontwerp zelf ‘van ,,kunstmatige” concurrentie
een zoo vage omlijning geeft, dat de grens tusschen
normale en abnormale concurrentie niet te trelcken
valt en de organen, die de wet zouden moeten uitvoe-ren, daarin geen behoorlijk richtsnoer voor hunne be-
slissingen zouden kunnen vinden. Had het ontwerp
zich bepaald tot het aangeven van bepaalde gevallen
van abnormale concurrentie, te wijten aan maatrege-
len van buitenlandsche Staten, zoo zouden wij daar-
mede onder de in ons artikel van 16 dezer vermelde voorwaarden instemming kunnen betuigen. Nu ech-
ter ook concurrentie, uitsluitend ;stwunend op de
eigen kracht van buitenlandsche ondernemingen,
de
grond zal kunnen vormen voor een drastisch ingrij-
pen in onze ‘handelspolitiek
buiten het Parlement om,

zal bij aanneming van de wet het hek van den dam
zijn. Daartegen hebben wij ons protest gericht. Wij
willen daarmede niet zeggen, dat er nu ook van de
geboden gelegenheid steeds misbruik zou worden ge-
maakt, maar het kan. Zulk een blanco volmacht, om-
trent welker uitvoering a priori geenerlei zelcerheid
kan worden gegeven, achten wij niet toelaatbaar.
Inrake de verhooging van invoerrechten constatee-
ren wij met genoegen, dat ook Mr. Regout slechts van
een tijdelijke verhooging wil weten, al gaat hij dan
ook met betrekking tot den omvang daarvan een heel
eind verder, clan ons wenscheljk schijnt. Overigens
zouden wij op twee punten de aandacht willen vesti-
gen. Vooreerst is de situatie, dat buitenlandsche sta-

ten eene protectiepolitiek voeren en Nederland niet, er niet eene van vandaag, dooh reeds vele jaren oud
en als zoodani’g geen struikelblok voor eene goede eco-
nomische ontwikkeling van ons land geweest, zooahs
in den strijd tegen actieve han’delspolitiek reeds meer-
malen naar voren is gebracht. Meent men niettemin,
dat in de huidige benarde tijden voor bepaalde be-
drijven
tijdelijke
steunmaatregelen noodig zijn, zoo
bezige men daartoe een bruikbaar hulpmiddel, aan-
gepast aan de omstandigheden van ieder individueel
geval. Eene
algemeene
tariefsverhooging, waarvan
zich de voor- en na’deelen voor öns bedrijfsleven niet laten afwegen, is te dien einde wel een van de beden-
keljkste dingen, die men kan doen. Meer dan ooit is in deze bewogen tijden soepelheid van het bedrijfs-
leven gewenscht. Protectie is daarvoor niet bevorder-
lijk, doch schadelijk. Daarom is onthouding zelfs van een op het eerste gezicht schijnbaar ‘weinig omvang-
rijken maatregel als de twee procents tariefsverhoo-
ging geboden. G. M. V. S.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DUITSCHLAND’S ECONOMISCHE MAATREGELEN.

Dr. Oarl Kriinier te Hamburg schrijft ons:,

Alen zegt, dat het buitenland sedert jaren de
ontwilckeling der gebeurtenissen in Duitsci land met
verbazing en schrik heeft gadegeslagen. Maar ook ‘de
Duitschers waren voor de toenemende gevaren niet blind. De poging, om jaarlijks R.M. 2 milliarcl oor-
logsschulden aan het buitenland te betalen en tege-
lijkertijd in het eigen land een levensstandaard te
handhaven, waaraan als het ware slechts een Amen-
kaansche maatstaf idan worden aangelegd, moest wel
schipbreuk lijden. Toen in Juli dle bankcrisis uitbrak,
Icon omtrent haar diepere oorzaken nauwelijks groot
verschil van meening bestaan. Nadat de betrokken
banken met behulp van het Rijk werden gesteund;
nadat de debiteuren van ‘de buitenlandsche credieten’
op korten termijn – dus wederom in hoofdzaak de banken – door de ,,’Stillhalte”-overeenkomst voor
eenige maanden worden beschermd, en nadlat de her-
stelbetalingen voonloopig zijn opgeschort, gelooven
velen – oolc in Duitschland -, dat, ‘de ‘grootste moei-
lijkheden overwonnen zijn en dat men den winter met
eenige gerustheid kan afwachten. Hoe is de werkelijke
toestand?
Indien wij vragen, waarom de bankcnisis van Juni/
Juli heeft plaats gevonden, clan luidt het antwoord:
omdat het crediet :in Duitschlan’d volkomen g6mmo-
b1jseerd is. Er hebben steeds betrekicelijk nauwe ban-
den tusschen de Duitsche banlcen en de industrie be-
staan; ‘de Duitsche banken ‘hebben ook in de jaren
vbbr den oorlog de industrie niet slechts het benno-
chigde bedrijfskapitaal verschaft, doch haar tevens de
middelen voor investeering
01)
langen termijn voor-
geschoten. Dit systeem kon evenwel vbbr den oorlog
steeds bevredigend werken, omdat •de bankcreclieten,
wanneer zij een bepaald bedrag hadden bereikt, door
cle uitgifte van. aandeelen of obligaties konden worden
afgelost. Na cle inflatie heeft dit systeem ‘gebrekidig
gewerkt, en sedert twee jaren ongeveer is het over
het algemeen bijna niet meer mogelijk, aandeelen of

30 September 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

871

obligaties van particuliere ondernemingen in Duitsch-
land te plaatsen. Hieruit is te verklaren, dat de ere-
dieten van de banken, voor zooverre zij in de laatste
jaren belegging
01)
langen termijn hebben gevonden,
thans bevroren
zijn.
Maar ook de credieten, die als
bedrijfskapitaal emplooi vonden, konden tengevolge
van de inkrimping van cle productie en tengevolge
van cle vermindering van cle voorraden, die wij reeds
ruim een jaar waarnemen, niet worden terugbetaald,
omdat zij, zooals wij reeds in een vroeger artikel
uiteenzetten, voor een groot deel tot dekking van ver-
liezen moesten worden gebruikt. Bovendien weten wij,
dat de oncierpanden, die primair of secunda:ir —
a]s basis voor bankcredieten werden gegeven, hetzij
effecteu, goederen of grohclen, thans dermate in waar-
de zijn gedaald en ten dccle geheel en al onverkoop-
baar zijn geworden, dat elke poging tot realisatie
van cle onderpanden direct op onoverkomenlijke moei-
tijkheclen zou stuiten. De plaats ingsmogelijkheclen op
(le Duitsche effectenmarkt zijn thans zoo beperkt, dat
7e1fs kleine verkoopen enorme koersdalingen teweeg-
brengen. Hetzelfde geldt voor de markt voor gronden,
elke poging tot realisatie van grootere objecten zou de markt, en daarmede natuurlijk het crediet
Op 0fl-
roerende goederen, dat op de huidige – slechts met
moeite gesteunde – prijzen voor stukken grond ge-
baseerd is, geheel en al doen ineenstorten. Geldt dit
reeds van particulier baukcrediet, zoo kan van het
openbare crediet slechts worden gezegd, dat het vol-
komen illiquide is. De publiekrechtelijke lichamen
zijn tot terugbetaling van credieten in het geheel
niet in staat. Terwijl echter de credietbehoefte van
het particuliere bedrijfsleven tegenwoordig gering is,
zijn de publiekrechtelijke lichamen van nieuwe groote
credieten afhankelijk ter dekking van hun uitgaven.

De banken kunnen hun niet helpen, omdat zij in hoo-ge mate illiquide zijn. Wat moet er geschieden?

Laten wij, ter nadere illustratie van den toestand, twee speiale problemen wat nader nderzpeken. Het
eene heeft betrekking op den werkelijken financiëelen
toestand van de publiekrechtelijke lichamen. Nooit is
het moeilijker geweest dan thans om een juist beeld
van den toestand te geven, omdat slechts weinig feiten
openbaar worden. Begin Juni kon men het tekort
van het Rijk, cle Landen en de Gemeenten voor het
loopende jaar op R.M. 3 milliard ramen; hiervan zou
door de noodverordening van 5 Juni een derde ge-
dekt kunnen zijn. Voorts kwam het Hoover-plan, dat
voor een jaar een ontlasting van R.M. 1.7 milliard,
tot 31 Maart 1932 (einde van het loopencie boekjaar)
een van R.M. 1.25 milliard bracht, waarvan R.M. 0.45
tnilliard op rekening van de Staatsspoorwegen, R.M.
0.8 milliard op rekening van het Rijk komt. Ander-
zijds moeten echter de groote gevolgen van de bank-
crisis, van de credietrestrictie, van de groote ver-
mindering van beurstransacties enz. op de staatsfi-
nanciën in aanmerking worden genomen.

In de eerste plaats heeft het Rijk bij het steunen
van de banken groote financiëele verplichtingen
0
zich genomen, welker omvang nog niet te overzien
valt. Voorts zijn de ontvangsten uit hoofde va.n be-
lastingen als gevolg van de directe en indirecte in-
vloeden van de credietcrisis enorm achteruitgegaan.
in cle maanden April tot Juli 1931 hebben de belas-
tingen 18 pOt. minder opgebracht dan in het vorige
jaar; voor cle maand Juli bedraagt de daling zelfs
ongeveer 25 pOt. De inkomstenbelasting, die in 1928
meer dan R.M. 1.5 milliard in de schatkist bracht,
zal in het loopencie jaar tea hoogste R.M. 1 milliard
opbrengen, hoewel de belastingen intusschen werden
verhoogd. Bij de ,,Körperschaftsteuer” luiden de over-
eenkomstige
cijfers
ruim R.M. 600 millioen en ten
hoogste R.M. 350 millioen. Daarbij komt de toerie-
mende werkloosheid als gevolg van de voortgaande
stillegging van bedrijven en ontslagen bij de publiek-
rechtelijke en particuliere instellingen. Van einde
Juli tot midden September is de werkloosheid 50 pOt.

sterker gestegen dan in het vorige jaar. Men relcent
voor het einde van het jaar over het algemeen met
een werkloozencijfer van 7 millioen tegen 5 millioen
in het vorige jaar. De voor ondersteuning van dit
aantal wericloozen benoodigde middelen zijn nog in
het geheel niet aanwezig. Wij mogen dus aannemen,
dat de publiekrechtelijice lichamen voor den a.s. win-
ter nog circa R.M. 2 milliard tekort komen.

Het tweede vraagstuic heeft betreicking op den
con creten toestand van het D uitsche credietsysteem.

Tot dusverre vormden de Berlijnsche grootbanken het
zwakke punt. Deze zijn thans door de ,,Stillhaltung”,
dloor de garantie van het Rijk en door een liberale
credietpolitiek van cle Rijksbank in hooge mate be-
schermcl. Het zwakice punt vormen thans de crediet-
instellingen, die in hoofclzaalc over binnenlandsche
crediteuren beschilciceii, dus de spaarbanken.
Sedert eenigen tijd dalen cle cleposito’s bij de spaar-
banken voortdurend; voor cle maanden Juni tot
Augustus bedraagt cle achteruitgang ongeveer R.M. 750
millioen of 6-7 pOt. van •de totale deposito’s. Het is mogelijk, dat een gedeelte van deze terugbetalingen
in contanten wordt opgepot; een ander – waarschijn-ljic grooter – gedeelte wordt verbruilct. De spaarban-
ken zelf zijn in hevige mate illiquide; haar beleggin-

gen – leeningen aan publielcrechtelijke lichamen, ef-
fecten, hypotheca ir gewaarborgde vorderingen – kun-
nen niet op groote schaal worden gerealiseerd. Dus
blijft slechts over het terugvallen op de Rijksbank,
waarvan cle spaarbanken en haar dochterinstellingen,
de giro-centrales, in stijgende mate gebruik hebben
gemaakt. Ook thans zijn er weder onderhandelingen
gaande over nieuwe credieten van de Rijksbank aan
cle spaarbanken. Het spreelct natuurlijk vanzelf, dat
deze soort credietverleening voor de spaarbanken ab-
soluut irregulier is en ook de positie van de Rijks-
banic dermate illiqude niaalct, dat cle activiteit van
deze instelling nog kleiner wordt. Uit een credietpoli-tiek oogpunt bezien, zijn deze credieten aan de spaar-
banken natuurlijk zu i ver consumptieve leeningen.
Men behoeft niet over profetische gaven te beschik-
Icen, om te erkennen, dat deze ontwikkeling tot een
noodlottig einde moet lei dIen.
* *
*
Laten wij dus tot onze vraag terugkeeren: Wat
moet er geschieden? Ieder, clie den toestand zonder
vooroordeel beschouwt, zal erkennen, dat het thans
slechts daarom kan. gaan om cie minst nadeelige maat-
regelen toe te passen. Principiëel z:ijn er twee moge-
lijkheden : cle ,,orthodoxe” weg van cle daling der icos-
ten door beperking der uitgaven, loonverlaging en
prijsdaling of de ,,frivole” weg van prijsstijging.

De doorvoering van den eerstgenoemden maat-
regel zou beteekenen, om het tekort van de publiek-
rechtelijke lichamen door vermindering van de uit-
gaven en instelling van nieuwe belastingen en
het tekort van de particuliere bedrijven door loon-
verlaging en daling van cle kosten van levensonder-
houd (in hoofdzaalc dus door verlaging van de huren
en prijsverlaging van levensmiddelen) uit den weg
te ruimen. 1-her doet zich in cie eerste plaats de prac-
tische vraag voor: is ‘cle uitvoering van dezen maat-
regel, van zuiver politielc standpunt bezien, mogelijk?
liet Duitsche volk is door de ,,politiek van de spelde-
prikken”, welke gedurende cle laatste twee jaren werd
gevoerd, ‘door de kleine en vaak willekeurige verla-
ging van de inkomens, zeer radi Icaal geworden; men
zal moeten toegeven, dat de politielce kansen om zulke
maatregelen, als vermindering der uitgaven en loon-
verlaging, verder door te voeren, gering zijn. Men
waagt hierbij politielce en sociale wrijvingen van de
eerste orde. Twee jaren geleden, wellicht nog een jaar
geleden, had men van ‘deze politiek veel mogen ver-
wachten; thans valt er weinig of niets nieer van te
hopen. Daarbij komen echter sterke economische
bezwaren. Elke loondaling beteekent vermindering van
den omzet, 1)rijsdahing en nieuwe werkloosheid. Elke

872

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 Septembr 1931

beperking ‘van uitgaven in de publiekrechtelijke huis-
houdingen leidt tot verdere vermindering van de be-
lastingen, verdere werkloosheid en ‘daarmede tot nieu-
ve lasten voor ondersteuning.
Wanneer men zou willen trachten, het op R.M. 2
mifliard geraamde tekort van de publiekrechtelijke
lichamen door een ,,gezonde” financiëele politiek te
‘dekken, dan zal men wegens de ‘gevolgen genoodzaakt
zijn, om nieuwe belastingen tot ongeveer het dubbele
bedrag in te voeren en de uitgaven te verminderen.
Bovendien zou men van den werkenden stand slechts
clan een nieuwe loonveriaging kunnen vergen, wan-
neer men ‘de huishureii en (door verlaging van de
i nkomende rechten) ‘de prij’zen van landbouwarti-
kelen doet dalen. Daardoor zal echter de opbrengst
van grond en landerijen sterk verminderen en daar-
mede zal de basis, waarop het crediet op onroerende
goederen steunt, sterk verzwakt worden. Dit wil

m.a.w. reggen, dat hetgeen had moeten worden ver-
meden, nl. een ineenstorting van het bimienlan’dsche
crediet, daardoor wordt versterkt. Wij gelooven dus,
dat het vraagstuk langs deren weg w’aarschijnlijk niet

op te lossen is.
Er blijft dus nog slechts de poging om het vraag-
stuk door hoogere prijzen bij gelijkblijvende bonen op
te lossen. Engeland heeft ‘het middel van ‘devalorisatie
aangewezen, een geniaal middel – natuurlijk niet
zonder gevaren – in ieder ‘geval echter een mogelijk-
heid, een kans. In Duitschland zijn er nog geen be-
slissingen genomen. Feitelijk kan er een keus tas-
schen drie methoden worden gedaan:
lo. waardevermindering van den Mark met een
daarop volgende credietuitbreiding;
2o. credietuitbreiding (inflatie) met een daarop vol-
gende waardevermindering van den Mark, of
3o. een reeks van maatregelen, ‘die men met het tref-
fende gezegde ,,invoerbeperking” kan samenvatten.
Elk van deze maatregelen. afzonderlijk kan t.z.t. be-
handeld worden. Voor het oogenblik zij hierover het volgende geregd. Het radicalisme staat voor de deur
van Europa en ‘het is in het licht van de Europeesche
politiek van Duitschland de ‘taak het ‘den toegang te
versperren. Om ‘deze taak te vervullen rai Duitch-
land in de toekomst economisch-politieke maatregelen
moeten nemen, waartoe een land slechts in tijden van

het hoogste gevaar zijn toevlucht neemt en die het bui-
tenland niet als ,,onvriendelijke handelingen” mag

beschouwen.

AANTEEKENINGEN.

Het mechanisme en de werkingen van de inter-

nationale kapitaalbewegingen.

De huidige fi.nanciëeie crisis, welke thans na cie
economische crisis, de wereld, in het bijzonder Euro-pa, teistert, .dankt mede ‘haar ontstaan aan de ongun-
stige verhoudingen op de internationale kapilaal-
markten. Sedert eenige jaren reeds kan men waarne-
men, dat liet kapitaal ‘zich niet meer verplaatst van lan’den met een kapitaaloverschot naar landen, die
gebrek hebben aan kapitaal. Terwijl v66r den oorlog
het verschil in rentestan’d ‘vaak een stimulans vormde

voor kapitaalexport, heeft dit
01)
het oogenblik slechts

weinig invloed meer.
Dr. Felix Somary, de bekende Zwitsersche bankier,
heeft in een van zijn laatste geschriften
1)
een uit-

stekende analyse .gegeven van de verschuivingen op
de internationale kapitaalmarkten, die wij hieronder
laten volgen. Men dient hierbij in het oog te houden,
dat dit artikel reeds meer dan een half jaar geleden
is geschreven. De jongste gebeurtenissen hebben ech-

1)
Verschenen in de bundel ,,Tiapital und Kapitalisntus”, waarin de lezingen, gehouden ter gelegenhe.icl van het vijf en twintig jarig bestaan van cle ,,Deutsche Vereinigung für
Staatswisseuschaftliche Fortbildung” door Prof. Dr. B.
Harms zijn verzameld. (Uitgegeven hij Verlag von Reimar
ilobbing, Berlin
1931.
Prijs R.M.
25,-
ing.).

ter op verschillende pun’ten de meening van Dr. So-
mary bevestigd.

1Terandertn.cje’n, ‘in de internationale iccrpitaalbewe-
gingen.

Dr. Sornary begint met de opmerking, dat sedert
cie twaalf jaren, dat hij in Zwitserland als bankier
werkzaam is, er nooit een periode is geweest, waarin
niet kapitaal van liet een of andere land naar Zwit-
serland is gekomen. Achtereenvolgens is er uit Oos-
tenr ij k, de S uccessiestaten, Italië, Duitschiand, Frank-
rijk en in de laatste jaren in sterkere mate uit Enge-
land en thans weer uit Italië en Dui tsc’hland kapi-
taal naar Zwitserland gevloeid. In geen enkel geval
‘as liet lcapitaalexporteereiide land rijker clan Zwi t-
serland. ln 1930 vloeide het Icapitaal op groote schaal
n ci t land, ofschoon ‘de Zwitsersche banken reeds
sedert eenige maanden voor chèquc-gelden geen noe-
menswaardige of in het geheel geen rente meer ver-
goed’den.
Dit verschijnsel is het gevolg van de kapitaalvlucht,
waarover Somary in het kort eenige theoretische op-
merkingen maakt. Indien een kapitaalbezitter de prij-
zen i.n zijn land ‘stabiel beschouwt, terwijl hij van
meetiing is, dat in een naburig land de prijzen omhoog
zullen gaan, zoo zal hij, wanneer hij speculatief is aangelegd, een deel van ‘zijn geld naar het andere
land overbrengen.
Dergelijke overwegingen spelen een groote rol in
het verkeer tusschen kapitaalbezittende landen en
koloniale landen. De prijsveraucleringen van grond-
stoffen plegen in een conjunctuurcyclus steeds die
van andere producten, half- en eindfabrikaten, voor-
af te gaan. Het is daarom begrijpelijk, dat bij’. een
Engelsche of Fransche kapitaalbezitter aan het begin
van een opgaande conjunctuur het eerst zijn geld iii
een grondstofexporteerend land belegt, omdat hij het gevoel heef t, dat daar ‘de opleving eerder begint dan
in een industriestaat. Daarom zal men in het begin
van een conjunctuur internationaal kapitalen uit
kapitaalbezittende landen of uit industriestaten naar
de grondstofexporteerende landen overbrengen, ter-
wijl in de tweede helft van een opgaande conjunc-
tuur de kapitalen teruggetrokken worden, wat’ dan
voor de koloniale landen een einde van cie conjunc-

tuur beteekent.
Het omgekeerde geval is aanwezig, indien de kapi-
taalbezitter een prijsdaling in het eigen land bij
stabiliteit in een ander land verwacht. Daarin ligt
de hoofdfactor van ‘de kapitaalvlucht. Zij is eigenlijk
economisch •gezien niets anders dan een overdracht
van kapitaal naar de landen met stij’gende goederen-
prijzen en effectenkoersen. Of wanneer men in het
eigen land dalende prijzen ‘verwacht, een overdracht
naar landen met gelijkblijvende goederenprjzen of
effectenkoersen. Zij heeft in onzen tij’d geweldige af-
metingen aangenomen, omdat door de politieke on-
zekerheid de vrees voor dalende prijzen zeer cllgemeen
is geworden.
Deze vorm van kapitaalbeweging is bovendien ring
door een anderen factor bevorderd, waaraan men in de eerste plaats hij liet woord kapitaalvlucht denke:
cle sterke differentieer’ing van de directe belastingen
in Europa. Somary wijst in dit verband op ‘de tegen-
stelling Engeland en Zwitserland. Terwijl in Enge-
land van groote vermogens een successiebelastirig van
meer dan 40 pCt. wordt geheven, zijn er in Zwitser-
land kantons, waar de successiebelasting in het geheel

niet bestaat.
Men kan nu vaii meening rijn, dat deze kapitaal-
bewegingen eenerzijds slechts een voorbijgaand ver-
schijnsel zijn, want wat doen de landen met de groote
geldbedragen, waarover zij de beschikking krijgen?
Dr. Schacht heeft als president van de Rijkebank het
standpunt ingenomen, dat de kapitaalvlucht slechts
een circulatieproces met wrij;vingsverliezen beteekent,
dat deze gelden toc’h weder terugkomen, ondat Zwit-
serlan’d of Nederland anders in het geld zoudeu stik-

30 September
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

873

ken. Dat was destijds een juist inzicht, maar is het thans niet meer. De banken voelen er meestal zelf
niets voor om gelden, die haar door personen toever-
trouwd worden, die in hun eigen land geen vertrou-
wen meer hebben, weder in dit land uit te zetten. Het is, van een zuiver bankpolitiek standpunt gezien, uit-
gesloten, dat het geheele bedrag weder in het land
van oorsprong terugkeert, want de deposito’s luiden in Zwitsersche Franken, Dollars of Guldens en een voor-

zichtige bankier zal de vorderingen in deze valuta’s
luidende niet uitsluitend in een debiteurenland laten staan. Daarom komt slechts een deel van de gelden, die wegvloeien, weder in het moederland terug, on-
verschillig of dit moederland Duitschland,’ italië of
Engeland heet.
Een aanzienlijk deel van de tienjarige
stagnatie in Eng ela,nd is niet alleen, zooals Keynes
en and eren me enen, aan de Engelsche deflatiepolitiek,
maar ook aan de SySte?natisChe Engelsche kapitaal-
vlucht, voornamelijk naar Amerika, toe te schrijven. ‘)
Het principe, geen kapitaal in eigen land te beleg-
gen, is in Engeland algemeen geworden.

Het verschijnsel, dat v66r den oorlog de kapitalen zich naar de landen met den hoogsten rentestand be-
wogen, gold natuurlijk slechts voor vaste rentedragen-
de fondsen en niet voor aancleelen. De internationale
kapitaalbewegingen, voor zooverre zij door den aan-
koop van aandeelen in het leven worden geroepen,
richten zich niet naar den hoogsten rentestand, maar
naar de verwachting van koersstijging. De aandeelen
waren daarom vôdr den oorlog overwegend aan de-
zelfde wet onderworpen, waaronder thans de kapitaal-
bewegingen uit hoofde van kapitaaivlucht staan, on-
der voorwaarde van stijgende koersen, zonder met
de rendementen rekening te houden.

Naast deze kapitaalbewegingen is een groep getre-
den, die men als politieke kapitaalbewegingen kan be-
schouwen, nl. de betaling van oorlogsschuldeu. On-
danks goede banktechniek is het niet te vermijden,
dat op het laatste moment vaak groote remises moeten
plaatsvinden en dat zelfs een zoo sterk organisme als
de Bank of England voortdurend Dollarsaldi moet
verkrijgen om op den vervaldag de schulden van haar
land te voldoen. De noodzakelijkheid van de circula-
tiebanken en van cle staten om van tijd tot tijd groote
bedragen naar de crediteurenlancien over te
ma
k
a
:
o,

die het eigen land niet ter beschikking kan stellen,
is een ernstige en belangrijke factor van de interna-
tionale kapitaalbewegingen geworden. Een verande-
ring van deze omstandigheden zou in hooge mate in
het belang van het technisch functioneeren van de
markten te wenschen zijn, omdat anders de onzeker-
heid, voornamelijk wat het vraagstuk van de valuta
betref t, zeer groot wordt. Indien bijv. een van de cir-
culatiebanken eenige weken voor het vervallen van
een schuld niet in staat is u:it eigen middelen deze
bedragen te voldoen, zoo moet zij ôf een deel van haar
goudvoorraad afgeven, ôf door middel van credjeten
zich deze middelen trachten te vershaffen. Bij de
buitengewoon snelle wisseling van de omstandighe-
den, die zich in dezen tijd voordoen, Ican men niet
vooruit zeggen, of men op het kritieke punt gemak-
kelijk zulke groote bedragen op crediet kan ver-
krijgen.

De vraag rijst thans, hoe de landen, waar de kapi-
taalviucht plaats vindt, en die groote oorlogsschul- –
den hebben, deze betalingen voldoen. Dit geschiedt
door export en het opnemen van credieten in het bui-
tenland. Dit laatste is niet gemakkelijk en duur. Aan
den eenen kant vloeien hijv. groote kapitalen uit
Duitschland weg, welke gemiddeld een rente maken
van 2 pOt., terwijl aan den anderen kant Duitschland voor buitenlarrdsche credieten een onevenredig hoo-

i) Cursiveeriiig van ons, omdat deze uitspraak van Dr.
Somary iii het licht van de huidige gebeurtenissen zoo merk-
vaardig is. Volgens Minister Snowden is in den laatsten
tijd voor een bedrag van £ 200 millioen uit Engeland ge-
vloeici. (Rcd.).

gere rente moet betalen; het wrijvingsverlies is daar-
om buitengewoon groot en des te nadeeliger, omdat
deze gelden als basis voor de financiering van den
export moeten dienen, waarbij men op de wereld-markt tegenover de industrieën van andere landen
komt te staan, die met veel goedkoopere middelen
werken. Dit is een verschijnsel, dat, zooals men
vaak in Duitschland meent, niet alleen in dat land,
maar ook bij’. in Italië, en zelfs in Engeland kan
constateeren.

De tegenwoordige toestand op de internationale
kapitaalmarkt.

Wie de literatuur over de geldmarkt grondig be-
studeerci heeft, dien zal het herhaaldelijk zijn opge-
vallen, dat de theorie van het Engelsehe bankdisconto
algemeen wordt aangenomen; ook in de nieuwste
leerboeken vindt men een theorie over de werkingen
van het bankdisconto, clie men in de Engelsche lite-
ratuur van de 40er jaren der vorige eeuw heeft ver-
icondigd en men verwondert er zich naderhand over,
dat datgene, wat daarin gezegd wordt, voor vele lan-
den niet opgaat. Men moet echter een onderscheid
maken, of het land, dat een discontoverhooging door-
voert, of het land, dat kapitaal wil aantrekken, een
toonaangevend land is of niet. Een verhooging van het disconto van de Bank of England trok v66r den oorlog de gelden uit 27 landen van •de wereld naar
Londen, verhooging van de cailrente trekt het geheele
vlotten de kapitaal van de wereld naar New-York; een
zeifden invloed echter oefenen de bankdisconto’s van
andere landen niet uit.

Dr. Somary wijst er vervolgens op, dat de circula-tiebanken, ook van de toonaangevende, maar vooral
van de niet toonaangeveude landen, volkomen mach-
teloos tegenover het vraagstuk van de internationale
kapitaalbewegingen staan. Dit is geen verwijt tegen
de leiding van de circulatiebanken, maar is toe te
schr”‘en aan de organisatie van de circulatiebanken
en aan de constructie van cle lcapitaalmarkt. Na den
oorlog zijn een groot aantal maatregelen door de sta-
ten en de circulatiebanken getroffen om een andere
richting aan de internationale kapitaalbeweging te
geven en wij hebben de misluicking van al deze maat-
regelen met eigen oogen kunnen aanschouwen. Rege-
ling van de kapitaalmarkt is slechts van één punt
mogelijk door de rente
0])
de leidende kapitaalmarkt
en dat is thans de callmarict in New-York. Dat is de
eenige regnlator, maar zij zelf wordt door niemand
geregeld: Zij is onafhankelijk, zoowel van de groote geldmagnaten als van de Amerikaansche circulatie-
banken.
De kracht van de wisselingen op de internationale
geldmarkt wordt het duidelijkst door de interessant-
ste en belangrijicate gebeurtenis van de laatste jaren,
de ontwikkeling van de Fransche kapitaalmarkt, ge-
:iilustreerd. Dat Franicrijk, zes jaar geledn nog het
land van de sterlcste lcapitaalvlucht van de aarde, zich
plotseling tot een belangrijke macht op de interna-
tionale kapitaalmarkten heeft ontwikkeld, is niet aan een of andere maatregel toe te schrijven. Van beslis-
sende beteekenis was hierbij een niet economische
factor:
de Fransche burgers hadden weder vertrou-wen in hun staat gekregen.
Wat ons als een proces
van terugtrekking van Amerikaansche gelden uit Duitschiand of uit Italië toescheen, dat was niets
anders dan een terugtocht van de Fransche gelden
uit Amerika. De Amerikanen moesten dientengevolge
de gelden, die zij als tegeuposten destijds in Duitsch-
land hadden uitgeleend, eveneens terugtrekken. Een
groot deel van deze gelden bleef in Frankrijk onbe-
nut of tegen een lage rente bij de banken liggen. De
Bank van Frankrijk was de eerste, die zich na de
stabilisatie van de gold-exchange-politiek heeft afge-
wend. Daardoor werd de geheele structuur van de
internationale lcapi taalmaricten in de laatste j aren
radicaal veranderd. De vraag naar de oorzaken hier-
van is niet alleen met economische motieven te be-

874

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 September 1931

antwoorden; en een politieke beantwoording ligt niet
op mijn weg. Van het standpunt van de kapitaalmarkt
gezien, is Frankrijk thans zelfs sterker dan de Ver.
Staten, wat wij bij iedere emissie met nieuwe verba-
zi.ng bevestigd vinden.
Dat een dergelijke ontwikkeling, waarover een land
vbbr den oorlog minstens een generatie noodig zon
hebben, alleen in den loop van cle laatste zes jaren
mogelijk was, wijst op de ongewone beteekenis van cle
internationale kapitaalbewegingen en van het belang van het vertrouwen in liet internationale verkeer. De

beste kenner van deze materie schat liet bedrag van
de Fransche kapitalen, die destijds gevlucht waren, en
naderhand weer zijn teruggekeerd, op 35 tot 40 nul-
hard goudfrauicen, een kap:itaalbeweging van en naar
Frankrijk, zooals de werelclgeschiedenis nooit tevoren
heef t gekend.
Indien men de tegenwoordige internationale crisis
anallrseert, zal men de onoverziehteiijkheicl van de motieven van de internationale kapitaalbewegingen
als een van de belangrijkste factoren nioeten beschou-
wen. Pogingen voor liet organiseeren van het beta-
lingsvérkeer, zooals zij door de B.I.S. in Bazel zullen
worden ondernomen, wegen niet op tegen de gewel-
dige transacties, die hier noo&zakelijk zijn. De B.I.S. beschikt maximaal over Fr. 1341 milliard, die op ver-schillend e bu itenlandsche markten worden gebruikt,
terwijl de Fransche kapitaalmarkt alleen in staat is,
indien zij wil, een veelvoud van dit bedrag perma-
nent in het buitenland uit te zetten. Dit illustreert
duidelijk het onderscheid tusschen de werking van cle
met zooveel moeite tot stand gekomen organisatie en

cle
feitelijke noodzakelijkheid.

Het probleem
VWn
de Europeesche kapitaal?nurkten.

Frankrijk is de sphinx van de Europeesche kapi-
taalnuarkten. Indien het wilde, zou het voor Europa
veel grootere beteekenis kunnen krijgen clan het
tJians heeft. J:Iet icon het centrum voor cle uitgifte
van internationale leeningen. worden, want deze lee-
ningen. zijn immers thans voor Europa noodzakelijker
dn ooit v66r den oorlog. Tegenover deze sterke behoefte aan internationale
leeningen, is het ter beschi]cking staande kapitaal,
tengevolge ‘van de autarchie van Frankrijk en cle
kapitaalvlucht uit Engeland thans buitengewoon ge-
ring. De Engelsche markt, die voor geldruarktcredie-
ton nog steeds zeer Icrachtig is, is voor leeningen

01)
langen termijn thans min of meer gesloten. Het
Bureau van den Voliceubonci schat de vlottende schul-
den van liet Europeesche continent en de leenings-
behoefte van Midden- en Oost-Europa voor cle vol-
gende jaren op 20 milliard goud. Tegenover dit be-
clrag staat, zoolang Frankrijk in zijn autarchie vol-
hardt, op cle internationale kapitaalmarkt slechts een
zeer klein bedrag; en liet is de vraag, of cle veraf f e-
Ding van deze beide bedragen zonder bankroet kan
worden doorgevoerd. De oplossing va.n het vrea.gstulc
of een ba.nkroet vermeden kan worden, ligt bij Frank-
rijk.
Men meent waarschijnlijk, dat ik de beteekenis van
de Amerikaansche kapitaalmarkt onderschat. Welis-
waar is de markt voor cail-gelden te New-York de
tweede centrale geidmarkt van de aarde, maar het is
de markt van de beurs van New-York en deze, als
centrale beurs van een zich snel on’twilckelend conti-
nent, is de centrale organisatie van Amerika. De be-
langstelling voor Europeesche vraagstuicken was daar
nooit van blijvenden aard. De Anierilcaansche gelden komen en gaan, maar blijven niet permanent in Euro-
pa. Het zijn geen gelden op langen termijn, maar
vlottende bedragen. Wat Oost- en Midden-Europa ech-
ter noodig hebben, zijn niet gelden, die een opleving
teweeg brengen en dan, voor zij nog tot een goed einde
is gebracht, worden teruggetrokken. Niet zulke gel-
den. die ‘cle eigen nerveusiteit in het bedrijfsleven van
an’der landen overbrengen, zijn noodig, maar gelden
op langen termijn, die steeds in een land blijven. Der-

gelijke gelden stelt het Amerikaansche continent niet
aan het Europeesche continent ter beschikking. Dit
heeft ten minste de ervaring van de laatste twaalf
jaren geleerd. De kapitalen in den vorm, zooals Mid-
den- en Oost-Europa die iuooclig hebben, kunnen ech-
ter daarom niet door de Ver. Staten worden verstrekt,
onudat de vooruitzichten van het andere continent
op
den duur
veel gunstiger zijn dan die in Midden- en
Oost-Europa.
Toen vbbr den oorlog Engeland aan Argentinië of
Frankrijic aan Brazilië geldT verstrekte, gaf een dicht-
‘bevolkt rijk land aan een jong koloniaal land met een
geringe bevolking geld. Geheel anders is dle verhou-
clin.g tussdhen de Ver. Staten en liet Europeesche con-
tinent. Hier leent liet jonge dunbevolkte land aan
het oude ‘dichtbevolkte gebied en dat kan steeds slechts
van voorbijgaancien aard zijn, want nooit Icunnen Mi’cl-
den- en Oost-Europa, wat het rendement van het be-
legde lcapitaal betrof t,
01)
‘den duur niet ‘de Ver. Sta-
ten wedijveren. De Ver. Staten zijn slechts tijdelijke,
nooit blijvende geldgevers en kunnen daarom geen
basis voor de Europeesche kapitaalmarkt vormen.

,Slotopmerlcingen.

Kunnen de verschijnselen, ‘die wij sedert twaalf jaar
hebben waargenomen als basis voor een wetenschap-
pelijke verhandeling worden gekozen, of moeten wij
ze als kortstondige verschijnselen bescluonwen? Heeft
zich daarom ‘datgene, wat men vbbr den oorlog ge-
zien en als vaste uvaarheid ‘heeft aangenomen, ingrj-
penci veranderd, of werken wij te veel met ingevingeri
van het moment, die reeds over eenige jaren niet meer
als juist worden beschouwd? Dit is mijn opvatting.
Het verschijnsel van kapitaaivlucht zal in ‘den loop
van de volgende jaren niet geheel verdwijnen, want
zij is te veel in het verschil van het vertrouwen van
de staten, maar ook in het verschil van belastingwet-
ten, voornanielijk in liet verschil •tusschen inkomsten-
en successiebelasting gegrond’vest. Eerder zullen de
internationale groote oorlo’gsverphichtin.gen vermin-
deren, maar ook daarvoor is veel ‘geduld noodig. Meer
dan op een vermindering is voorloopig voor beide
groepen nauwelijlcs te hopen en ‘daarmede blijft ‘het
oneconomische – laten wij zeggen zieke – verschijn-
sel op ‘de internationale kapitaalmarkt verder
11
eerschen.

In tegenstelling met de uitgebrei’de literatuur over
liet stabi li satievraagstuk, die van Amerika uitgaande,
de conjunctuurvraagstukken op den voorgrond en het crisisvraagstulc op den achtergrond plaatst, beweer ik
na een bestudeering van de ontwikkeling van de geld-
en kapitaalmarkt in ‘de laatste twaalf jaren, ‘dat wij
van een stabilisatie nooit verder verwijderd waren dan
in onze dagen., waarin zelfs in de Ver. Staten in één
jaar tijds de geldrente van 14 tot 2 pOt, daalt, waari.n
men koersdahingen niet van 100 op 80, maar van 100
op 20 in lcorten
tijd
ziet voltrekken. Wij staan midden
in de grootste crisis, die de wereidgeschiedenis ooit
heeft gezien en deze crisis is in ‘de eerste plaats niet
een gevolg van overproductie, zooals men thans veelal
meent, maar zij wordt – hoewel ook niet uitsluitencl
– mede veroorzaakt door den ongeorganiseerden loop
der geldmarkt en vooral ‘der kapitaalmarktbewegin-
gen. E’en on.georganiseerde loop, dien wij ‘door econo-
mische maatregelen of organisatie alleen niet kunnen
verluelpen.

tndexcijfers van groothandeisprijzen.

,,The Econonuist” schrijft: Daar de schommelingen
van ‘de Engeische .groothandelsprijzen voortaan afhan-
Iceljk zullen zijn van twee verschillende factoren: 1. veranderingen in de goudprijzen van de artikelen, en
2. schommelingen in de ruilwaarde van het pond
sterling, ‘hebben wij ons jndexcijfer op de noteeringen
van 18 September opgesteld. Het hieron’der weerge-
‘geven resultaat zal als een historisch feit dienen en
geeft een niveau uveer, waarop voortaan de verande-
ringen zullen worden berekend:

30 September 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

875

Engelsche groothandeisprijzen
(1927 = 700).
Aug.
31
Sept.
18
Percentage

1931

1931
(+ of—)

(1 ranen cii i’leeseh …………
69,7

64,5

—7,5

j
dere voedings- en genotmiddelen
63,5

62.2

— 2,0

Weefstoffen ………………
44,1

43
1
7

—0,9
Delfstoffen

………………
70,0

67,4

—3,7

.Diverseii …………………
662

05,8

—0,6

Totaal …………………..
62.3

60
1
4

—3,0

1913 = 100 ……………….85,7

83,1

.

1924 = 100 ……………….53,8

52,2

De daling van 3 pCt tussciten eind Augustus en
13 September is een maatstaf voor de reacties, veroor-
zaakt door de financiëele crisis gedurende de eerste
(1 rio weken van September.

Lndexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen
in Nederlandsch-Indië.

De maandstatistiek 1931 No. 0 van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek bevat o.m. het volgende:

Invoer.
Het indexcijfer van
Icvtielo
goederen steeg in
itni met één punt tot
119,
terwijl dat van de groep
levens-
middelen
met twee punten terugliep tot
103. Ook
bij Cle
groep
metalen
valt een daling te constateeren, al. tot
94.
iTet indexeijfer van de groep
chemicaliën en verfstoffen
bleef onveranderd, ni.
107. Dooi
de lagere prijzen van
goeniezakken en vensterglas daalde het indexcijfer van de
groep
diverscn
met twee punten tot
145.
liet indexcijfer
valt den geheelen invoer daalde met twee pittten tot
114.

Indexcijfers van kleinhandelsprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.

In-
heemsch
1
)

•tJit-
heemsch
t)
Totaal

oeding
2
)

1913114
100
100
100
100
1924 .
.
182
158 170
170
1025 .
.
169
152
160
159
1926 ..
169
148
159
156
1927 .
.
166 147 157 155
1928 ..
160 148
154
153
1029 ..
162 145
153
151
1930 ..
156
143
150
148
Juli

1930 ..
156 144 150
148
Januari

1931 .
.
148 139
144
141
Februari

..
143 139
141
138
Maart

. .
140
139
139
136
April

..
138
138 138
135 Mei

. .
136
137
137 133
Juni

. .
131
133
132
128
Juli

. .
130
132
131
127
1)
20
artikelen.
2)
35
artikelen
Uitvoer.
De serie nitvoerprodueten omvat de prijzen van
20
producten.
De prijzen van citronella-ol.ie, daniar, kapok, katjang
idjoe, koffie, maïs en tin warelt iëts vaster. Het index-
cijfer van den prijs valt tilt liep niet drie punten op tot
55.
Lager ii’aren de prijzen valt arachides, cacao, copra, kapok-
pitten, koehuiclen, witte peper, tapioca en thee. :0e meest
opvallende prijsdaling was tt’el de daling van den prijs van
kapokpitten van
f 4.05
per 100 KG. ouden oogst in Mei
tot
f 2.95
nieuwen oogst in Juni. De prijs van tapioca claal-
de in dezelfde periode van
f 181 p’ 100
KG. tot
f 9.02
en
(lie van the5 van
f 0.31
per 34 IG. tot
f 0.29.
liet inclexcijfer van den geheelen uitvoer daalde met één
punt tot
67.
liet indexeijfer van den in- en uitvoer tezamen daalde
met
1
punt tot
104.
Kloinhandelsprijzen.
De tabel kleinhandeisprijzen omvat de prijzen van
40
verbruiksartikelen, verdeeld in een serie inheemsche en een serie uitheenische artikelen.
In hoof(lzaak door de lagere prijzen voor rijst en koff ie-
boonen daalde het indexcijfer voor de inheemsche artikelen
in Juli met één punt tot
130,
terwijl dat van de serie
uitheeiiische artikelen door de lagere prijzen voor Austra-
lisehe boter, Europeesche kaas en enkele andere artikelen
eveneens met Ôéit punt terugliep,
itl.
tot
132.
Pascrprijzen..
Het afkomen van de ‘bulk van den nienwen
padi-oogst heeft de pasarprijzen in Juni opnieuw doen
boonen daalde het indexcijfer voor de inheemsche artikelen
dalen. De prijzen van ougep. aardnoten waren vast, terwijl
kedelee een opmerkelijke prijsdaling vertoonde, nI. voor
zwarte keclelee van
f 6.63
in Mei tot
f 5.90
in Juni.

Indexcijfers van
72
invoer- en
20
uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaja en Semarang.

Invoerartikelen.
e

_t.
v
E
C
t..
0
0
t-
i

,
t-
2
bD

1913.
100
100 100
100
100 100
100
100
1924.
213
164
167
160
168
178
155 173
1925,
208
161
100
150 165
172
146 166
1926.
185 157 151
153 169
165 137
159
1927.
174
148
149 149 173 160
130
154
1928.
172 149
141
144
162 155
125
149
1929.
172 149
142
142 163 155
123
148
1930.
162
138
133
137
152
146
88 134
Juni

1930.
161
140
136
137
155
147
88
134
Januari

1931.
143
121
117
124
148
132
73
119
Februari

.
137
113
110
117
149
126 72
115
Maart

.
130 112
103
110 150
122
72
111
April

.
123
107
102
110
148 118
70
103
Mei
118
105
99 107
147 116
68 105
Jul
i

.
119
103
04
107
145
114
67
104
1)
20
art.
2)
12
art.
8)
12
art. ‘)
15
art.
6)
13 art.

INGEZONDEN STUKKEN.

GROOT- EN KLEINHANDELSPRIJZEN.

Mr. F. W. A. de Koek van Leeuwen schrijft ons:
Blijkens het artikel van den Heer van. Genechten
inzake kleinhandeisprijzen (E.-S. B. dcl. 23/0) zijn ‘de
Professoren Po1alc en Kaag als adviseurs der Regee-
ring, van meening, dat de aanpassing tusschen klein-en groothandelsprijzeu wordt vertraagd door de psy-
chologie van het koopend publiek, dat de leuze ,,goed-
koop slecht koop” huldigt.

Ik vraag mij echter af of hunne EloogGeleerden
hierbij niet een andere, ‘gewichtiger oorzaak over het hoofd hebben gezien, nl. dat het publiek
door veel ie
hooge loorcen
‘de in verhouding absurde detailpr’ijzen
nog maar steeds betalen kim!
Naar mijn bescheiden meening is ‘de eenige logische consequentie van deae wan’verhouding tusschen groot-
en klei.nhandelsprijzen, dat Nederland boven zijn stand
leeft en de bonen drastisch verminderd moeten.
worden.
Onze lamgeslagen uitvoer naar het verarmde
Duitschland, waar men wèl tot drastische loonsverla-
ging is overgegaan, benevens naar Engeland, waar
men hetzelfde door het gevaarlijke middel van infla-
tie heeft bereikt, maken onmiddellijke verlaging on-
afwendbaar, zoowel voor het Rijk, Gemeenten en par-
ticulieren, wil men niet ook hier den weg van infla-
tie en aantasting van den gulden op.

BOEKAANKONDIGING.

Ka.pitol und Kctp’ita.lisnsus.
Uitgegeven door Prof. Dr.
se. pol. Bernhard Harms. (Berlijn 1031; Verlag von Reimar 1’lobbing). Prijs in linnen R.M.
25,
in halfleder R,M. 32).
Dit werk, dat uit 2 deden, samen meer dan 1100
‘bladzijden tellende, bestaat, bevat een verzameling
van lezingen, die in het najaar van 1930 in Bad Pyr-mont aijn gehouden. De vraagstukken over kapitaal-
vorming, kapi taalmaric t en kapitaalaanwending vor-men ‘de kern ‘van deze lijvige uitgave. Hoewel deze publicatie, wat het systematische deel
betreft, édn geheel ‘vormt, zijn in verband met het
groote aantal medewerkers, veel ‘tegenstrijdige mee-
ningen op te merken. Daar buy. de opvattingen over
liet kapitaalbegrip acer uiteenloopen, waren ‘de mees-
te schrijvers genoodzaakt een eigen terminologie te
vormen. In ‘liet eerste deel worden na de inleiding cle
volgende onderwerpen behandeld:
I. Kapital irn Wi rtschafts•system ‘des Kap italisinus.
II. Die Kapitalbildung en III. Der Kap italmarkt.
In het tweede deel IV. Die Kapitalverwendang.
V. Kapitalverschieiï3 und Kapitalzerstörung. VI. Ka-
pitalpolitik and Umbi idung des kap i talisti sehen Witt-
schaf’tssystems. –

876

ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERICHTEN

30 September
1931

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijferi nog niet ontvangen.
BANKDISC( )NTO’S.

N d 1
B,1
1inn.Eff.
DiscWissels. 3
28Sept.’31

Athene ……….9
2 Dec.’28
Vrsch.inR.C. 4
28Sept.’31
4
28Sept.’31
Lissabon
….
7
8Aug.’31
Londen ……6
21Sept.’31
Madrid ……6493
Juli ’31
N.-YorkF.R.B. 14 7
Mei ’31
Oslo ……..8
29Sept.’31
Batavia ……….
4410 Mrt.’SO
Parijs
….
..2
2Jan.’31
Belgrado ……..
7420 Juli’31
Praag ……
64288ept.’Sl
Berlijn ………..8
2Sept.’31
Pretoria
….
5
12 Mrt. ’31
Boekarest……..8
1 Apr.’31
Rome……..7
29Sept.’30
Brussel ……….
2431 Juli’30
Stockholm
..
8
29Sept.’31
Budapest ……..8
108ept.’31
Tokio ……5.1 6
Oct.
1
30
Calcutta ……..8
22Sept.’31
Weenen …… 10.22
Juli ’31
Dautzig ……..6
1Sept.’31
Warschau ..
.
. 74
S
Oct. ’30
Helsingfora ……6
26Aug.’30
Zwits. Nat.Bk.2
23Jan.’31
Kopenhagen
….
6
26Sept.’31

GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.

1931

26S

t

21/26

14
1
19

7
1
12

ep

.

Sept.

Sept.

Sept.

1930

11

22/27
Sept.

929

23
1
28
Sept.

L
1914

20
1
24
Juli

An,sterdam
1151
16
..
Partic.disc.
2_1/
4

21/
4

1
12
/ic-°Iia
1
1&j_
518116
3
1
18.
3
116
Prolong.
331
4

33/
4

1-3
3/4-1
1314-2
5_3/
4

211
4
_3
4

Londen
Dageld…
331
4
.5
33/
4
511
3

31/..41j
3.42/
4

P/42
4_5314

1
3
1
4
-2
Partic.dlsc.
551014
5t1_31
41/4_315
4
1
14_
5
11a
2
6
1n

‘116
116
2
1
1-
3
/,
Berlijn
Daggeld…
B/IO
8-10112
811
3
911
3

79
211511
53/4-10

Partic.disc.
30-55 d.
8
8
77
18

7
1
8
33/
5
_3J
4

71/_3
1


56

90 d
..


8
8
77/
8

171
33/_3/a
71/,18
211,..1/,
Waren-
wechsel.
8
8
8
8
4-1/s
731
4

New
York
Dageld
1)

I
1
12
3
/4
11
l3
3
f4
1’/2-
3
/4
1
1
/3
3
/4
21/
4

9.1011
4

1 l/4-2

2
Partic.disc.
1
3
14
lh/8_14
1 1
2
51/4
t)
Koers van 25 Sept.
cli
daaraan voorafgaande weken tjm
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D
61 63
New
Londen
Berlijn
(‘artis
Brussel
Balavia
York’)
)
‘)

22 Sept. 1931
2.47
1
3/
16

10.35
57.75
9.73
34.40
100
23

1931
2.47
5
/
10.25
56.75
9.77
34.30
99%
24

1931
2.47%
9.76
55.75
9.77
34.75
99a,

25

,,

1031
2.49
8.80
56.-
9.784
34.65
99%
26

1931
2.49k
9.50
57.-
9.85
34.75
99
28

1931
2.495/,
1

9.80
59.-
9.84
34.85

Laagsted.w.’)
2.473/
8

1

8.50
55._
9.70
34.-
1
99

Hoogste d.w1)
2.4913/
16

11.-
59.-
9.85
35.25
100
21 Sept. 1931
2.48%

58.50
9.75
34.55
100
14

,,

1931
2.47
7
/8
12.049/

~
12.10y
4

58.20
9.711
34.48
100
Muntpariteit
2.48%
59.26
9.75
34.50
100

Data
Jr”and
Weenen
Praat
Boeka-
MIlaan
Mndrld

22
Sept. 1931
48.50 34.85

– –

23

1931
48.30
34.75




24

1931
48.35
34.75
– – –

25

1931
48.55
34.75


12.85

26

,,

1931 48.85 34.75
– –


28

,,

1931
49.-
34.85



22.75
Laagsted.w.’)

34.75


12.75
22.-
Eloogsted.w’)

34.85
– –
13.-
23.-
21 Sept. 1931
48.50
34.85
7.34
1.48


14

,,

1931
48.35
34.85
7.34
1.48
12.97
22.40 kluntpariteit
48.-
35.10
7.371
1.488
13.09
48.52

61

61
Slock-
Kopen-
o
to
•)
S
Buenos-
Mon-
holni
‘)
hagen’)
f05,)
Aires
1)
treal
1)

22 Sept. 1931
66.35
66.25
66.25
– –

23

1931






24

,,

1931
65.-
-.

– –

25

,,

1931
66.25
– –



26

1931
66.50




2.43
28v,,

1931






Laagsted.w.’)
65.
66.25
66.25


2.40
Hoogste d.w’)
66.60
66.25 06.25


2.45
21
Sept. 1931
66.35 66.25
66.25
6.24
69
2.457/
5

14

,,

1931
66.35
66.25
66.30
6.24
69
2.457/
8

Muntpariteit
66.67
86.55
66.67 6.264
9534

2.4834

“) Noteering te Amsteruam. “) Not. te Iotterdam.
1)
Part. opgave.
In het eerste nummer van iedere
maand komt een overzicht
v’tor van een aantal niet
wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D
a a
Londen
($
per)
Par
ij
s

($
p.
lOOfr.)
I

Berlijn

I
($
p. 100
Mk.)
Amslèrdâm
($ p. 100 gld.)

22 Sept.

1931
4,19 3,94
23,45

1
40,35
23

1931
4,10
3,94
22,70
40,39
24

1931
3,83
3,94j4 22,95
40,39
25

1931
3,77
3,94
22,85
40,20
26

1931
3,82
3,94k
23,-
39,95
28

1931
3,86
3,94
23,50
40,05

29 Sept.

1930
4,86
3,924
23,806/
s

40,3434
Muntpariteit
.
4,8667
3,90′
23,81k
408j

KOERSEN TE LONDEN

Plaatsen en Landen
Noteerings

eenheden
12
Sept
.119
1931
Sept. 1
1931

I
Laagste
l
Hoogstel

21126
Sept.
’31

1
26
Sept.
1931

Alexandrie..
Piast. p. X,
9731
97K
977/
979j
971/t

p.L
375 375
280
355
300
Bangkok….
Sh.p.tical
1/934
1/98/
8


– –
Budapest

Pen. p £
27.95
27.95


Athene ……Dr.

Buenos Aires
d. p.$
318/
66

28 29
37
35
Calcutta
.. . .
Sh.
p. rup.
1
1
,
5
49
/
1
1
1
5
1/5
23
/
32

1
1
5
63
/
1
6
115
25
/
32

Constantin..
Piast.p.6
1.025
1.025
750 1.025
800
Hongkong
..
Sh.p.$
I 1151
16

1115/
16

117/
8

1/31/

Sh. p. yen
2/0
25
/
2/0
25
1

2
1
0
5/
2
1
94
2/8k
Kobe

…….
Lissabon….
Escu. p. £
110.05 110.05
109h

110%

110
Mexico

….
$
per £
13.75
15.00
11.25
12.25

Montevideo
.
d.perg
2234
20 20
2434
24
Montreal

$
per £
4.891/
5

4.94k
3.60
5
4.10
Rio d. Janeiro
d. per Mii.
2
31
/
32

Shanghai

Sh. p. tael
1/33/
16

1/31/
113s/
1171i

Singapore
..
id. p.
$
2/3
47
/
4

2/347164

2/38/,
2/3
13
1
16

2/33%
Valparaiso ‘).
$
per £
39.69 39.69
31.50
39.69
31.50
Warschau
..
ZI. p. £
4381,
43%
30
41

1)
90 dg.
ZILVERPRIJS
GOIJOPRIJS’)
1
onden’) N.York’)
Londen 21 Sept. 1931..
148/
8

29y
,
21

Sept. 1931

.
..
84/9%
22

1931..
153/
8

285/
s

22

1931….
9917
23

1931..
16%
29%
23

1931….
100,0
24

1931..
151/,
291/
s

24

1931….
103/5
25

,,

1931..
19%
31
25

1931.:..
11419
26

1931..
168/,
28%
26

1931….
108/1
27
Sept. 1930..
16%
36s/
ii

27 Sept. 1930

.
.
.
85/0%
27 Juli

1914..
2416i,
6

59
27

Juli

1914…..
84111
)
in pence p.
oz. stand.
‘) Foreign
silver In Sc.
p.
oz. line.
S)
In 5h.
P.OZ.
tin.

STAND VAN
‘.
RIJKS KAS.
Vorderingen.

1
15
Sept. 1931

1
23 Sept. 1931

Saldo van ‘sRijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche

Bank ………………
.
t

18.501.908,02
/
32.445.015.80
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
2.105.223,33
2.163.967,99
Voorschotten aanNed.-lndl8 ………
99.270.645,80
102.476.568,08
Id.
aan

Suriname…………………
12.l94.471,-
12.298.816, –
,,

7.065.127,41
7.201.296,41
Kaavord. weg. credietverst.a/h. buitenl.
..
120.736.775,08

119.689.603,82
Id. aan

Curaçao…………………..

Saldo der postrek. v. Rijkscomptabelen

….

18.549.886,99
,,

22.659.248,80
Vordering o/h. Alg. Burg. Pensioenf.i)

53.542,85
Id. op andere Staatsbedrijven
1)
..
10.697.226,12
,,

10.897.226,12
V e r
pIl
c h
t 1 ng e n.

Voorschot van De Nederi. Bank Ing.
art. 16 van haar octrooi …………
– –
…..
– –
Schatkistbiljetten in oniwop
………
/ 178.565.00O,

fl78.560.000,-
Schatkistpromesaen In omloop …….
139.390.000,-
,,
151.890.000,-

Daggeldleeningen …………………….

Waarvan rechtstreeks bij De Neder-
landsche Bank geplaatst ………..

Schuld op uit. Aug.’31 aan de gem. ver-

..



Zilverbona in Omloop
……………
..2.319.149,50
,,

2.291.466,-

.

strekt wegens voor haar door de

…..

Rijksadm. geheven

gem.

ink.

be-
last, en opcenten op de Rijksink. bel.
,,

9.731.374,90
9.731.374,90
Schuld op uIt. Aug. ’31 aan de gem.
wegens aan

haar

uit

te

keeren
hoofdsom der person. bel.. aand. in de hoofds. der grondbel. endergem.
fondsbel., alsmede opc. op die Ielss-
tingen en op de vermogenabelating
,,

835.859,30
»

835.859,30
Schuld aan het Alg. Burg. Penaioenf.
1)
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T.’)..
,

841.401,09
,,

26.093.790,84

22.601.431,90
Id.
aan andere Staatsbedrijven’) ……
,,

1.146.836,91
,,

1.175.836,91
Id. aan diverse Instellingen’)
……..
..
4.740.822,06
4.725.260.45
1)
In rekg..crt. met ‘s
Rijks
Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1
1ent

16141

1

10
Sent

lQ41

Betaalmiddelen in ‘sLands Kas

f
41.037.000,-

»

766.000,-
wo.

muntbiljetten

………………..
Verplichtingen:
Voorschot ‘s Rijks kas e. a. Rijksinstell.
t
99.270.000,-

102.090.000,-
20.000.000,-

20.000.000,-
,,
9.995.000,-
9.995.000,-
.

5.369.000,-

Schatkistprom essen ………. ………. Schatkistbiljetten

………….
……..

Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds.

638.000,-
,,

638.000,-
Muntbiljetten in omloop ……………5.915.0
00
,-

Idem aan de Ned.-Ind. Post,paarbank.
,,
1.282.000,-
1.374.000,-
Voorschot van de Javasche Bank….
,,
1
9.840.000,-
,,

17.271.000,-

30 September 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

877

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 28 September 1931.
Aotiv
a.
Binneül. Wis-t .Etfdbk.

f

92.992.376,08
sels,Prom.,

Bijbnk. ,,

7.761.314,23
enz.in disc.

Ag.sch.

9.098.155,64
f

109.851.845,95
Papier o. h. Buitenl. in disconto

……

Idem eigen portef.
.
f
218.833.002,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.


218.833.002,
Beleensugen
mcl. vrsch.
Hfdbk.
f

44.114.730,40

in

rek.-crt.
Btjbnk.

5.541.311 87

op onderp.
Ag.scb.

61.247.368 45

110.903.40,72
Op Effecten

……
f
107.879.606,32
Op Goederen en Spec. __3.023.80440
110.903.410,72
Voorschotten a. h. Rijk
…………….
..

Munten Muntmateriaal
Munt, Gond
……
f

93.691.665,-
Muntmat., Goud ..

608.788.381,04

t 702.480.046,04
Munt, Zilver, enz..

32.367.144,39
Muntmat., Zilver..

Belegging mj

kapitaal, reserves en pen-
11

734.847.190,43
1
)

sioenfonds

……………………
,,

26.973.587,71
Gebouwen en Meub. der Bank
……..
,,

5.000.000,_
Diverse

rekemiingeii
………………
,,

62.554.426,52

Passiva
f
1.268.963.463,33

Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds
……………………
,,

7.563.205,59
Bijzondere

reserve

………………
,,

8.000.000,-
Pensioen fonds

………………….
,,

7.476.083,08
Bankbiljetten in omloop …………..
,, 1.034.840.935,-
Bankassignatin in omloop
……….
,,

257.761,21
Rek.-Cour.j Het Rijk
f

10.115.024,59
saldo’s:

Anderen,, 176.582.423,71
,,

186.697.448,30
Diverse rekeningen
………………,,

4.328.030,15

f
1.268.963.463,33

Beschikbaar

metaalsaldo …………. f

245.828.661,27
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is
,,

614.571.650,-
1)
Waarvan in het buitenland f 23.890447.18.
Voornaamste nosten in duizenden meuldeus.

Goud
Andere
Beschtkb7D7r-
Data
Ctr’ulalle
opelschb.
Metaal-
king
Munt
1
Muntinat.
schulden
saldo
1)

perc,

28 Sept.’31
93.692
608.788
1034.641
186.955
245.828
60
21

’31
88.692
614.439
988.755
208.156
257.042
62
14

’31
88.692
575.977
944.234
173.350
250.659
62
7

31
88.689
569.114 957.064
146.649
249.512
62
1

,,

’31
88.689
568.171
971.020
147.265
243.715
62
24 Aug. ’31
88.689
559.042
934.296
384.543
235.067
61
29 Sept.
1
30
64.759 325.820
831055
21.653
72.775
48
25 Juli

‘141
66.703 96.410
1

310.437
6.198
43.521
84
Totaal
Schatkist-
B
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
1e
n g
op het
reke-
disconto’s

109.852

rechtstreeks
.
buttenl.
,iingen
2)

28 Sept. 1931

110.903
218.833 62.554
21

,,

1931
64.842

112.053
231.206
67.783
14

1931
47.063

89.658
228.168
69.558
7

1931
48.355

87.883
229.661
61.422
1

,,

1931
51.428

93.731
229.991
66.325
24 Aug. 1931
52.255

87.826
230.036
65.298
29 Sept. 1130
48.702′

91.134
242.912
57.054
25 Juli

1914
67.947
1


61.686 20.388
09
9 sedert den bankStaat van 4 Jan. ’29 weder op de basis van
21,
nietaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.

Vooroui,mste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
1

Andere
1
opeischb.
1
schulden
Discont. Div. reke-
1 ningen
1)

29 Aug.

1931..
881 1.492 465 844 545
22

1931-
880
1.196
509 848
543
15

1931-
881
1.262 552 847
544
8

1931.
880
1.428
526
864
516

30 Aug.

1930_
906
1.433 469 982 533

5 Juli

1914-
645
1

1.100
660 735
396

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Dalu
Goud
I

Zilver
I
Circulatie
1
opeischb.
1
schulden
metaal-
saldo

26 Spt. 1931
1.400
237.700
31.500
58.720
19

,,

1931
151.000
238.900
35.100 39.800
12

1931
150.000
245.600 29.900
41.980
29 Aug.1931
110.272

39.38
240.044
27.009 42.834
22

1931
110.252

39.957
241.928
27.737
42.343
15

,,

1931
109.853

41.921
247.092
22.182 44.064
8

,,

1931
110.177

44.141
248.635
22.407
45.901
27
Spt. 1930
138.816

31.462
257.309 44.038
49.739
28 Spt. 1929
146.656

23.224
306.035
67.264 20.560
25 J uli 19141

22.057

31.907
110.172 12.634
4.842

Data
Dis-

I

Wissels,
buiten
r
Belee-

1

Diverse
.
Dek-
kings-
conto’s
N,-Ind,
ningen
1
reke-

1
Percen-
betaalb.
ningen’)

taoe

26Spt.1931
19

,,

1931
12

1931

29Aug.1931

9800
113.000
115.300

***
*5* *5*

30.872

62 55
54

56
9.815

21.003
44.134
22

1931
9.555
17.420
42.469
41.133
56
15

1931
9.163
16.251
45.357
38.581
56
8

1931
9.263 16.353
43.953 34.775
57
27 Spt. 1930
9.485
28.868
43.816
45.145
57
28 Spt. 1929
9.708
36.934
130.486
29.283
46 25
Juli
1914
7.259 6.395 75.541
2.228
44
‘) Sluit post
cl

va.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.
Data
Melaul
Bunkbilf.
in
circulatie

I
Bankbilf.
in Banking
Departn,.

I
Other. Securittes
Disc, and
Advances
ecur
0

23 Sept. 1931
134.974
352.676
55.952
13.579
26.141
16

1931
136.880 351.618 58.956
8.321
25.788
9

1931
137.206
353.931 56.964
8.291
27.743
2

1931
135.668
354.976
54.361
7.262
26.678
26 Aug. 1931
134.645 350.311
58.031
9.296
28.052
19

,,

1931
134.870
354.129
54.431
6.863
28.286

24 Sept. 1930
57.427
355.769 60.536 5.672
21.586
22 Juli

1914
40.184 29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

Other Depostis
1 1
Reserve1
1

Dek-
kings-
Donkers
Other
Accountsl
1
perc.’)

23Sept.’31
60.176
23.018
64.915
50
.
963
1
5
7.
29
8
417
/32
16

,,

’31
49.391
16.574
56.437
50.459160.263
48
9

’31
51.146
21.808 54 845
50.533
58276
4513/16

2

’31
53.736
12.925
60.352
51.838 55.692
44%
26Aug.’31
50.176
26.323
53.593 48.708 59.334
468/,
19

,,

’31
43.881 19.726
61.755
40.099
55.742
4513/

24Sept.’30
41.056
13.310
64.174 34.195 61.658
/12

22Juli ’14
11.005
13.736
42.185 29.297
52

‘t
Verhouding tusschen
Reserve
en Oepostts.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franco.

1
Te
goed
1
Wis-
Waarv.
Belee-
Renteloos
Dat,,
Goud
Zllverl

in hel
sets

1
op
het
I

1
ningen

voorschot
1
buitenl.1
bultenl.
ad. Staal

18 Spt. ’31
58.575
900
14.617
17.359
1

12.921
2.768
1
3.200
11

’31
58.578
898 15.803
17.477
12.981
2.791
1
3.200
4

,,

’31
58.568
892
14.818
17.601
12.757
2.817
1
3.200
28Aug.’31
58.563
887
14.255
19.177
13.356
2.729
1
3.200

19 Spt. ’30
47.672
432
6.726
23.844
18.871
2.790
1
3.200
23 Juli’14
4.104
640

1.541
8
7691

Bons
v.
d.I
Diver

1
Rekg. Courant
Data
zelfsl.
sen’)
Circulatie
Zelfsl.
1
PartI-

___________
amort. k.
Slaat

amort.k.Iculieren

18
Spt.
’31
5.065
2.148 77.575
1

1.417
6.760
18.426
11

,,

’31
5.065
2.132
78.198
1

1.072 6.919 19.608
4

’31
5.065
2.191
78.927
1

1.571
6.964
17.602
28Aug.’31
5.065
2.282 78.635
1.394 7.899 17.649

19 Spt. ’30
5.304
1.801
72.479
4.600
6.260 7.029

23 Juli’14
– –
5.912
401

943
‘)Slultp. der activa.

‘)Siuitpost activa.

878

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 September 1931

DUITSCFIE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichamark.

Daarvan

Deviezen

Andere
“oud

bij bui-

als goud-

wissels

Belet’-
0 a

tenI. circ.

dekking

ei

,zingen
banken 1)

geldende

cheques

23 Sept. 1931

1.374,4

99,6

297,8

2 994,7

141,2
15

1931

1.372,1

99,6

356,2

2.868,8

163,7
7

1931

1.370,5

99,6

400,4

3.021,4

151,4
31 Aug. 1931

1.366,1

99,6

356,2

3.101,0

207,6
22

,,

1931

1,365,9

99,6

313,8

2.951,5

99,1
23 Sept. 1930

2.583,6

149,8

223,7

1.351,8

56,0
30 Juli

1914

1.358,9

750,9

50,2

Da a

Effec-

Diverse

Circa-

Rekg.-

Diverse
ten

Activa’)

lalie

Cr1.

Passiva

23 Sept.. 1931

103,1

933,1

4.173,9

540,3

– 788,2
15

1931

103,0

919,5

4.249,6

393,4

775,8
7

1931

102,9

830,1

4.292,1

434,1

755,4
31 Aug. 1931

103,0

893,6

4.383,8

508,6

764,2
22

,,

1931

103.0

846,3

4.049,8

532,5

744,2
23 Sept. 1930

102,7

677,5

4.033,0

443,2

228,3
30 Juli

1914

330,8

200,4

1.890,9

944,-

40,0
‘)
Onbelast.
‘) W.o. Rentenbankscheine 23, 15, 7 Sept., 31, 23 Aug. ’31,
23 Sept. 30, resp. 19; 15; 17;-; 30;54 milI.
NATIONALE BANK VAN BELGIE.
Voornaamste posten in millioeneu Belgas.

Goud
O.
gZ

.-a

U

.,..S
Data

.,,

-.

Rekg. Cr1.

1931

24 Sept. 2492

– 1

860

35

290

3.457

22

239
17

1626

831
1

833

36

290

3.335

42

277
10

1624

821

841

33

290

3.363

9

278
3

1624

788

831

46

290

3.362

36

222
27 Aug. 1588

824

843

37

20

3.323

24

274
25Sept.’ 1248

852

68

744

28

311

3.051

4

145
1
)1930

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Ooudvoorraad

Wettig

Wissels
betaal- Data

Dekking

middel,

In her-

I

In de
Totaal

F. R.

Zilver

disc. v. d.
mopen
bedrag

Notes

etc.

banks

gekocht
member

arkt

16 Spt. ’31

3.485,7

2.225,8

162,1

263,0

217,8
9

’31

3.470,0

2.220,4

158,7

260,2

197,8
2

’31

3.465,0

2.194,5

168,0

257,3

197,9
26Aug.’31

3.485,5

2.181,9

172,2

241,7

180,5
19

’31

3.472,9

2 154,1

169,7

230,8

154,6
12

’31

3.449,2

2.107,4

168,9

195,0

135,7

17 Spt.’301

2.975,6

1

1.584,8

1

151,8

1

163,1

1

208,9

Belegd

F R

Goud-

Algem.
Data

in
u. s.
1

Totaal

Gestort

Dek-

Dek-
Gov.Sec.

nca-

Kapitaal

kings-

kings-
latie

perc.’)

perc.
2)

16 Spt.’31

742,5

2.005,9

2.645,5

166,9

74,9

78,4
9

’31

728,1

2.010,3

2.553,7

167,1

76,0

79,5
2

’31

728,1

1.958,2

2.616,8

167,1

75,7

79,4
26Aug.’31

728,0

1.945,5

2.634,3

167,2

76,1

79,9
19

,,

’31

727,9

1.901,8

2.606,2

167,2

77,0

80,8
12

,,

’31

728,0

1.829,3

2.617,1

167,3

77,6

81,4

17 Spt. ’30

810,4

1.349,3

2.485,5

169,9

77,5

81,6
1)
Verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelschbare
schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad inuntmaterlaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste postcu in millioenen dollars.
Dis-

IeserveI
Data

banken

en

gingen

F. R.
1

depo-

1

time
Aantal

conto’s

Beleg-

bij de
1

Totaal

1 Waarvan

beleen.

banks
1

silo’s

deposits

9 5pt.’31

113

14.333

7.683

1.739
1
20.145
1

6.950
2

,,

’31

107

14.398

7.665

1.807

1
20.289
1

7.003
26A.ug.31

94

14.335

7.695

1.787

20.254
1

7.017
19

’31

90

14.338

7.863

1.814

20.299
1

7.058
12

’31

56

14.342

1

7.733

1.821

1 20.535
1

7.105

10 Spt.’30

37

16.812

6.353

1.817

21.185
1

7.478
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen baakstaten.

GOED ERENHANDEL.

GRANEN.
29 September 1931.

II)e graaiihatidel heeft het in cle a.fgeloopen week niet ge.
makkelijk gehad en zich rekenschap moeten geven van vele
factoren, welke onder normale omstandigheden op den prijs-
loop geen invloed van beteekenis hebben. Het opgeven van
den goudan standaard in Engeland heeft in het begin een
stagnatie iii de zaken tengevolge gehad, omdat koopers zoo-
‘el als verkoopers er dc voorkeur aan gaven af te wach-
ten, welke cle gevolgen daarvan zouden zijn en welke de invloed daarvaji zou zijn op cle prijzen. Voora] is dat het
geval in landen, waar uien de gewoonte heeft, de prijzen in
sliillings vast te stellen e,i ook in shillings te verkoopen
of in andere valuta’s, welke weder op het pond zijn geba-
seerci. l)e i)otiau werkt hoofdzakelijk via het pond en ook
J
rgentij nsche afladers hebben veelal deze gewoonte, ‘aar-
‘aii nu ilioet wordeii afgeweken. Argentijnsehe aflaclers
hebben zich spoedig aan de situatie aangepast en na korten
tijd waren (le zaken ‘eer op ga.ig, doch met den ])onaii ghig het niet zoo gemakkelijk. Vaii offertes van l)onau-
artikelen hoort uien dait ook vveinig en ook zijn houders
uiterst voorzichtig Eer t tweede factor, waarmede terdege
rakening gehouden moest worden, waren cle vrachten, welke
weliswaar ja dcii loop der w’eek zijn gestegen, doch niet
iii dezelfde mate als de koers vati het
1)00c1
daalde. i)au
kwam nog cle vraag, of andere landen genoodzaakt zoucln
zijn het voorbeeld van Engeland te volgen en ook den
gouden standaard Of) te heffen. i3ovendien sl)1(len de wis-
selkoersen van West-Europeesche laucleit tegenover den
dollar en dan Franschen franc een groote rol en op so,i-
mige dagen i,iaak.te men zich ongerust, of de eigen wissel-
koersen zich Avel zouden kunnen handhaven. Tot nog toe
hebben slechts kleine fluctuaties plaats gevonden in deze
koersen en is cle angst, welke men op sommige dagen van
cle vorige week kon bespeuren, weder zoo goed als ver-
dwenen. In verband met cle waardedaling van het pond
zijti in Engeland cle prijzen voor alle graansoorten aan-
merkelijk gestegen en sedert hebben cle fluctuaties van den
pondenkoers meer invloed op cle prijzen geoefend dan die
factoren, welke anders alleen cle prijzen van granen plegen te beheersehen. Ook in Canada is de waarde van den Cana-
deeschen dollar gedaald en cle prijzen aan de termijnmarkt
te Winnipeg tooiten daarvan cicuclelijk den invloed. Op den
21sten September was cle t a r w e-prijs te ‘Winnipeg voor
October 2 dollarcents per 60 lbs. hooger dan op den lOden.
Sedert is een verdere verhooging ingetreclen, waarna, later
in de week weder ecuige verlaging
Plaats
vond. Het slot
was gisteren % dollareeiits per 60 lbs. hooger dan een week
geleden. Te Chicago hebben cie koersen op den 21steit Sep-
teitiber heftig gefluctueerci en zijn per slot van rekening
% dollarcents per 60 lbs. lager gesloten clan op clan lOcleit.
Sedert is vecler eenige verbetering ingetreden, gevolgd door
een nieuwe verlaging eet het slot was gisteren onveranderd,
vergeleken bij een week geleden. In Argentinië zijn cle prij-
zeil sterk verhoogd, gedeeltelijk ook tengevolge van den
pesokoers, w’elke tegenover het pond sterk fluctueercle en
tegenover den dollar eerst flauw’er was om later weder eenigszins te verbeteren. Het slot te ]3uenos Aires was
24 eentavos. per 100 KG. hooger dan een week geleden, te
Rosario 5 centavos per 100 KG. hooger. Tengevolge van
den onzekeren toestand w’aren cle omzetten in tarwe in cle
afgeloopen week niet van grooten omvang. 01) sommige
dagen echter kocht men in :lfngelancl flink in cle verwach-ting van hoogere prijzen als gevolg van den clalenden pon-
clenkoers, terwijl ook het Verre Oosten als kooper in de
markt was. De verschepingen waren kleiner dan in cle
vorige week, hoofdzakelijk tengevolge van kleinere ver-
scheepte hoeveelheden uit Noord-Amerika en van den Do-
nau. Rusland verlaacicle w’eder een groote hoeveelheid, niet-
tegenstaancle de berichten aanhielden over moeilijkheden,
welke cle Russische regeering ondervindt bij het inzamelen
van graan. Maatregelen worden nu in Rusland overwogen
om de afleveringen te bespoedigen en cle boeren te dwingen
hou voorraden ter mnrkt te brengen. Rusland gaat voort
niet het bevrachten van schepen en daaruit zou men niet
cle conclusie trekken, dat het Russische aanbod spoedig veel
zal verminderen. Opmerkelijk is het, dat gedurende den
liubtsten tici zeer veel tarwe naar Britsche havens is ge-
clirigeerci. Men meent, dat Rusland dit doet in verband met
cle mogelijkheid, dat invoerrechten in dat land zullen wor-
den geheven. Ook was de vraag van het continent geduren-
cle den laatsten tijd beperkt, waardoor een groot gedeelte der verschepingen naar Engelsehe havens is gestuurd. De
tarwevoorraden in Liverpool zijn sterk toegenomen en be-
dragen op het oogenblik 646.496 quarters tegen slechts
178.075 quarters in het vorige jaar. Berichten over de

30 September 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

879

AANVOEREN intona
van 1000 EO.

Rotterdam

1

Amsterdam

Totaal
Artikelen

20-26 Sept.

Sedert

Overeenk.

20-26 Sept.
1

Sedert

Ove,ee.ik.
1931

1 Jan. 1931

tijdvak 1930

1931

1 Jan. 1931

lijdeak 1930

1931

1930

Tarwe ……………..70.728

1.104.907

1.224.997
Rogge ……………..9.028

235.708

322.676
Boekweit ……………113

20.632

13.023
Mais ……………….29.032

935.402

777.881
Gerst

………………13.414

452.093

415.614
Haver ……………..15.365

210.974

140.906
Lijuzaad …………….1.466

152.559

66.105
Lijnkoek …………..

.
.

2.150

89.579

104.747
Tarwemeel ………….491

68.075

103.204
Andere meelsoorten . . . 818 29.304 16.097

resultaten van dcii tarwc-oogst iii Europa zijii in cle alge-
loopen week weinig veraiiclerd. Volgens herichteii uit cle ‘creeuigcle Staten bestaat er geen aanleiding te verwech-
Leo, dat dc laatste officiëcle oogstraming
van
zomertarwe
te laag .is geweest en iii Caaacla valleji cle iiitkonisten hij
het binnenhalen en het dorschen eelligszins nice. Alleen
werden clie werkzaamheden vertraagd door sterken regen-
val, welke echter naar men meent kwalitatief en w
kan-
titatief geen nadeeligen invloed heeft intgeocfencl. In Frank-
rijk heeft regenachtig weder het binnenhalen van den oogst verder vertraagd en er wordt geklaagil over cle
slechte kwaliteit en het lage natuurgewicht van de ten
verkoop aangeboden partijen tarwe. Dc boeren brngen
eerst cle slechtste partijen ter markt wegens de minder
goede hondbaarheicl der kwaliteit en later zullen de betere
partijen wel aan te markt komen. Van den nieuwen oogst
in Argentinië konien gunstige berichten. In sommige stre-
ken heeft het gevroren, doch tot dusverre zonder nadeelige
gevolgen en de vooruitzichten zijn ovel- het algemeen gun-stig. Ook in Australië is .dat het geval en te oorcieelen naar
den toestand van hct oogenblik meent men op goede op-
brengsten te mogen rekenen, vooral in Zuicl-Australië. In
de Vereeuigcic Staten heeft men meer voortgang kunnen
maken met den uitzaai van w.intertarwe, welke door droog-
te werd vertraagd. .1-let aaabod van r o g ge is niet dringend en cle verselie-
pitigeli zijli niet •overvloedig. De oogsten zijn bijna overal
kleiner dan in het vorige jaar en de prijzen handhaafden
zich in de vorige wek
01)
ongeveer hetzelfde peil. De boeren
in Du.itsehlancl zijn ook niet dringend met hun rogge aan
de markt en de prijun oncleigingen cenige verhooging. De vraag in West-Europa is niet groot en in hoofd zaak wordt
chiaraan voldaan door disponibelc en onderweg zijnde par-
tijuir i.lussisehe rogge.
In het begin der af.ge]oopen week was het anboI van ter destinatie aangek-onien Platam af s dringend. Groote hoe-
veelheden kwamen tegelijkertijd aan en (leze konden slechts
in de eonsiiniptie Nvorden geplaatst tot wederom lagere prij-
zen. Gedurende (le eerste dagen der week waren houders
van maIs voorzichtig en werden slechts die partijen ver-
kocht, welke w

aren aangekomen en in lossing varen, doch
later, toen ook afladers weder met offertes aan de markt
kwamen, w

ercl liet aanbod dringender en werden verschil-
lende partijen tot zeer lage prijzen opgeruimd. Later is
voor spoeclige niaïs eenige verbetering i ngetrcclen. vooral
toen liet da nbocl van aangekomen partijen verminderde en
omdat gedurende de laatste dagen van deze maand slechts
weinig maIs wordt verwacht. Eerst in het begin van October
zullen weder groote hoeveelheden aankomen. Tot zoolang
blijft het aanbod beperkt. Houders van zulke partijen heb-
ben gedurende de laatste dagemi hun prijzen enkele guldens
ier last verhoogd en deze verhoogde prijzen werden ook
door de consumptie betaald. Ook voor latere aflading zijn
de prijzen eenigszins gestegen boven het laagste punt. 01)
sommige dagen bestond daarvoor leveimdige belangstelling en
konden belangrijke zaken worden afgesloten. De koersen aan
e termijmimark’tea in Zuid-Amerika zijn iii het begin der
week vrij aanmerkelijk gestegen, doch later weder iets ge-
daalcl. Aan de termijnmarkt te Buenos Aires sloten cle prij-
zen 9 eentavos per 100 I.K.G. hooger en te Rosario 10 een-tavos pci- 100 KO. hooger dan de vorige week. De fluetna-
ties hielden nauw verband met dcii wisselkoers van den
peso, welke in cle laatste helft van cle vorige week tegenover
den dollar terugi iep, doch later weder verbeterde. De be-
richten over dcci maïsoogst iii Roemenië en Bulgarije blij.
ven zeer gunstig luiden. De sehatti migen vami de opbrengst
iii Roemenië geven hooge cijfers, zelfs tot S millioemi ton,
waarvan ruim 4 niillioeii ton voor uitvoer beschikbaar zou
zijn. Offertes van Domianmiaïs worden weinig gehoord, doch
binnen korten tijd! zal Roemenië met niaïs aan de markt
moeten komen.

15.439

60.457

1.120.346

1.285.454

98

1.007

26354

236.715

349.030

145

1.739

20.777

. 14762

7.062

201.470

134.485

1.136.872

. 912.366

9.019

34672

28.843

486.770

444.457

2.826

2.812

213.800

•143.718

129

364.715

199.208

517.274

265.313

204

100

89.783

104.847

107

19.642

31.138

87.717

134.342

– 72

9.273

3A02 •

38.577

19.199

Aan de g e r
5
tmarkt is de steninming in de afgeloopeim
week aanmerkelijk vaster geworden en voor Donau zoow’el
als vom

Itussisehe gerst zijn cle prijzen verschillende gul-
demis per last gestegen, zoowel voor spoedig verwachte par-
tijen als
01)
afla4ing. Echter is cle premie, welke geruimen
tijd voor spoedig verwachte gerst bestond, geheel verdwenen
en er bestaat practisch nog slechts zeer weinig verschil iii
prijs tussehen spoedige en latere gerst. De prijzen zijn aan-
merkelijk hooger da.ni voor maIs, waardoor cle consumptie
van gerst is vei’mindem’l en de vraag is niet zeer levendig.
.l:let aanbod is echter ook niet dringend. Donau-aflaclers
zijn zelfs zeer terughouchench, hetgeen ook wel een gevolg zal
zijn van cle ontreclderimig i’ami het pond. De Russen forcec-
ren ook hun verkoopen niet. Volgens liet Landbouwiusti-
tiumt te Rome bedi-aagt cle opbrengst van gerst in ht Nuor-delijk halfrond 157 millioen quarters, hetgeen ongeveer :31
millioen quarters miniclei’ is clan iii het vorige jaar werd
geproduceerd. Zoowel in Noord-Amerika als in Europa zijn
de opbrengsten kleiner.
In Ii a v e r w’aren cle omzetten in cle vorige week gering
niet weinig belangstelling van cle zijde der koopers, doch
ook zonder dringend aanbod.

SUIKER.
De stemming voor liet artikel Suiker was geclui’eucic de
afgeloopen week nogal vast. Dc gebeurtenissfn.min Engeland
hebben anti cle werelcipositic niets veranderd.
in
A.
in e r i k a kon, tengevolge van w’a.t beteren kooplust
voor ruwsuiker, weder 1.45 dc. e. & fr. voor Cubasuikei- be-
dlonigen worden ; cle onnizettemi bleven echter matig.
De 14e w-Y o r k termijnmarkt opende gedrukt onder dcii
invloed van financiëele en andere c’rises. Tenslotte kou
echter dc betere stemming voor’ effectieve suiker een op-
leving teweeg brengen, waa rcloor de uioteeringen aan het
slot als volgt luidden
:
Oct. 1.3; Dec. 1.33; Jan. 1.31 cmi
Mrt. 1.33, terwijl cle laatste noteei’ing voor Spot Centr.
:3.43 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Staten
bedroegen deze week 55.000 tons, cle versmnal.tingeut 59.000
tons tegeul 60.800 tons verleden jaar en (le voorraden
222.000 tons tegen 288.700 tons. –
De laatste C ci b a-statistiek is als volgt:

1931

1930

1929

ton

tomi

ton

Productie

……………3.1.22.000

4.671.260

5.156.315

Voori’, overgebracht per 1/1 1.390.000

321.000

193.000

Consumptie …………..108.000

91.000

11.7.315
Weekontv. afscheepliavens

48229

36.019

28.001
Totaal sedert 1/1 ……….1.808.224 3.247.648 4.502.314
Weekexport …………..65.978 87.977 103.563
Totaal sedert :111 ………1.922.660 2.379.554 3.951.708
Voorraad alscheephavens – 1.121.619 1.179294 551.3:35

binnenland! …..1.359.721

1.332.612

530.686

In 1?, n ge lan cl legden koopers een uiterst afwachtende
louching aan clemi dIng. Er kwamen geen ii ieuwe aaukoopen
van ruwsu ik-er tot stand.
01) de -L o ii cl e n s e ii e termijnmarkt heeft de depre-
ciati6 van het Pond Sterling een stijging dier noteeriugen
tengevolge gehad;
slotnoteeringen voorafgaande week
Dec. 1931 8h.
514%;
Mrt. 1.932 8h. 5/7%; Mei 8h .5/9%
cmi Aug. 8h. 6/-%
slotno.teeringeu afgeloopemi iveek:
Dec. 1931. 8h. 616%; Mrt. 1932 5h.
619%.;
Mci 5h 6/11%
en Aug. 8h. 711%, rietsuiker basis 96
0
elf.
Op J a v a heeft de V.I.S.P. 3000 tons No. 16 &/hooger en
0000 tons bruine Suiker verkocht.
Het rendement van 153 fabriekui pel- 15 September be-
draagt ruim 6% pCt. minder dan verleden jaar.

880

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30 September 1931

H i e r te 1 a n de was cle stemming eveneens vast. De
slotnoteeringen op de A m s t e r clani s eb c termijnmarkt
luidden als volgt: Sept.
f 7 4
; Dec.
f 7/8;
Mrt.
f 8.-
en
Mei
f 81/
4
, alles aangeboden. De omzet bedroeg
4500
tons.

KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 23 Sept. 1931.
De Amerikaansche katoenmai-kt te New-York was op
ji. Zaterdag zeer actief; prijzen wareu door liquidatie-ver-
knopen en gevechten in het Vcrre Oosten zeer gedaald en
bereikten een nieuw laagteniveau in die markt. Het Besluit
van de Britsche Regeering om den Gouden Standaard af
te schaffen veroorzaakte een stijging in Mid-America-n spot
in Liverpool op Maandag van
44
punten, terwijl October

futures, nadat zij
4.08
d. noteerden, tenslotte op
3.85
d.
sloten, een stijging sinds het slot van
ji.
Zaterdag van
27
punten. Het cijfer van gisteren was
3.94
d. en Liver.
pool opent hedenmorgen 11 tot
17
punten hooger. Egyp-
tische katoen is eveneens in prijs gestegen. Alexandrië was
op Maandag gesloten, doch de prijs in Liverpool voor
F.G.F. Sakellaridis spot steeg 60 punten.
Op
jl. Maandag
deed de onzekerheid van de economische situatie cle markt
een afwachtende houding aannemen en in vele gevallen
zijn alle noteeringen teruggetrokken. Gisteren was het ver-
trouwen echter weer eenigsz:ins hersteld en er zijn flinke
verkoopen tot stand gekomen. De verkoopen in Liverpool
daalden de vorige week tot
29.440
balen.
De Amerikaansche garenmarkt was tegen het einde van
cte vorige week wat meer actief en ook deze week zijn aan-
zienlijke zaken tot stand gekomen. De prijsstijging van het
ruwe materiaal op jl. Maandag heeft vele koopers tot zaken
bewogen en er was gisteren een grootere activiteit. Naar
alle soorten twist en weft als ook ringgareus bestond een
goede vraag en de omzet is grooter dan langsn tijrl het
geval is geweest. Naar getwijnde garens heeft ook een.betere
vraag bestaan, doch tot nog toe geschiedt het koopen alleen
voor binnenlandsch gebruik en wordt grootendeels toege-
schreven aan dekkingsaankoopen.
Prijzen zijn vaster en spinucrs stellen alles in het werk om een deel van hun verlies op margins terug te krijgen. Egyptische garens zijn ook actiever geweest en ook hier
trachten spinners hun positie te verbeteren. Er zijn enkele
goede zaken gedaan, speciaal in twist en wreft en er wor-
den flinke zaken gerapporteerd, speciaal in doubling vefts.
De verkregen prijzen zijn over he.t algem m een rui een halve
penny boven cle noteeringen van de ‘vorige week. Verbrui-
kers in het binnenland hebben den laatsten tijd van week
tot week gekocht; doch verscheidei.ie hebben gisteren op ecu
‘cel grootere schaal gewerkt. Prijzen zijn vaster en spin-
ners verwachten wel betei

e zaken.
Doekprijzen zijn vaster en de toon van de markt is meer
hoopvol. Men verwacht wel, dat cle nieuwe economische
toestand den export-handel zal assisteeren, doch niet voor-
dat de vreemde beurzen weer tot rust zijn gekomen,
dienen de meeste aanvragen slechts om de markt te testen en hebben tot nog toe niet tot grootere zaken geleid. Voor
den binnenlandschen handel en in zekere andere soorten
worden een groot aantal orders gerapporteerd. Indië ver-
keert nog steeds ‘in een buitengewoon zendiwachtigen toe-
stand. Hongkong en China komen aan het eind ‘van hun
koopseizoen, doch desniettegenstaande. verwacht men, dat
de stijging in zilver eventueel van aan zianlijken steun zal
zijn. Wat andere markten betreft, is de toestand hoopvol, doch tot nog toe is deze hoop niet in actueele orders om-
gezet.
Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 15 Sept.22 Sept.
16Sept.23Sept.TTopBr.-Indië 115Y.1/5k
F.G.F. Sakellaridis 5,95 6,95 T.T.opHonkong 115/
8
10
G.F. No. 1 Oomra 2,67 3,09 T.T.op Shanghai 1/27/
8
1/44

KOFFIE.
De kalnie, lbstelooze stemming hield ook in cle afgeloopen
week onafgebroken aan. Kon tengevolge van den ongunsti.
gen statistischeij toestand van het artikel feitelijk reeds
sedert langen tijd gesproken worden van algemeen gebrek
anti vertrouwen en dientengevolge. ook anti kooplust, alles-
zins begrijpelijk is het, dat deze toestand, sedert het ver-
vallen ‘van de goudbasis voor het Pond Sterling op
21
dezer,
door de daaruit voortvloeiende ontwrichting van den ge-
heden i uternationalen handel nog aanmerkelijk verergerd
is. Bij cle groote onzekerheid omtrent de toekomst van het
artikel hebben zich nu nog gevoegd geweldige moeilijkheden
bij het financieren van nieuwe en van reeds afgesloten zaken
en niemand heeft er voorloopig eenigan kijk op, ‘hoe alles
zich verder ontwikkelen zal. l3ovendien, cle zon veel bespro-

STATISTISCH OVERZICH

GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MH’IERALEN

TARWE
ROOGE
MAIS
QER1,ST24
LIJNZAAD
BOTER
Ed
S

EIEREN ST
EE
N
K
OL
E
N
Westfaalschel
PE.TROLEIW
HcÏ’It
ar

n er
0.

OCO
AmericanNo.2)
La Plata
A mer.

0.

)
OCO
La Plata
perK.O.
ammer
maar
Gem. not.
Hollandsche Mei. Contiti. Lrude
Rotterdam!
,

loco
Rotterdam
loco
R’damjA’dani
Rotterdam
loco
R’dani(A’dam
Leeuwar-
der Comm.
Fabrieks-

Eiermïjn Roermond
bunkerkolen
ongezeefdf.oi.
tlm 33.9″

peTo!K.
per lOO K.O.
per

oo

K.G.
2e0
per 1960 K.G.
Noteering
kaas
Id. merk
100 st.
R’damlA’dam
pçbareI

f1.
0
10
II.
°Io
11.
0
10
II.
1
11
f1.
0
10
11.
010
f1.
°Io f1.
0
1
11.
010
$
°lo
1925 17.20
100,0
13,07
100,0
231,50

.
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0 10,80
100,0
1.68 100,0 1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83.4
360,50
77,9
1,98
85,7 43,15
77,1
8,15
88,8
17,90
165,7
1.89
112,5
1927
14,75
85,8
12,476
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
2,03
87,9
43,30
71,3
7,96
86,7
11,25 104,2
1.30
77,4 1928
13,47
8

78,3
13.15 100.6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00
78,5
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12,25
71,2
10,875
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
2,05
88,7
45,40
81.1 8,11
88,3
11,40
105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5

56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
1,66
71,9
3S,45 68,7
6,72
73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
Jan.

1929
12,35
71,8
12,20
93,3 231,50
100,0
194,25
82,3
365,00
78,9
2,25
97,4 45,95
82,1
9,03
95,4
10,10
93,5,
1.16
69,0
l’ebr.


12,72
5

74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5 357,25
77,2
2,29
99,1
45,40
81,1
9
1
19
100,1
12.90 119,4
1.11
66,1
Maart
April
12,65
12,12
5

73,5 70,5
12,62
5

11,625
96,6
88,9
233,00 218,00
100,6
94,1
191,75 185,25
81,3 78,5
359.00
373,25
77,6
80,7
1,95
1,81
84,4 78,4
44,60
40,25
79,6
71,9
8,,
,
6
5.90
93,2
64,3
12,00
11,05
111,1
1023
1.11
1.11
66,1
66,1
MeI
11,125
64,1
10,57
5

80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50
78,6
1,86
80,5
39,90
71,3
6,16
67,1
11,15
103,3 1.16
69,0
Juni
10,875
63,2
10;20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
1,87
81,0

78,6
6,41
69,8
11,25
104,2 1.30
77,4
Juli

,,
12,80
74,3
11,20
85.6
218,50
94,4
191.25
81,0

415,50
89,8
1,88
81,4

80,4
6,88 74,9
11,25
1(14,2
1.30
77,4
Aug.
13,12
5

76,3
10,75
82,2
202,50
81,5
182,75
77,4
452,50
97,8
.1,93
83,5
46,15
82,4
7,13
77,7
11,25
104,2
1.30
77,4
Sept.,,
12,62
5

73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72.9
506,75
109,6
2,22
96,1
45,25 80,8
8,01
87,3
11,40 105,6
1.30
77,4
0ct.
12,10
70,4
9,87
5

75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7
2,28
98,7
50.25
89,7
9,53
103,8
11.25 104,2
1.30
77,4
Nov.

,,
11,775
68,5
9,20
70,4
‘174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5
2,20
95,2
50,70
90,5
10,60
115,5
11,35
105,1
1.30
77,4
Dec.

,,
12,625
73,4
9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
2,06 89,2 47.50
84,8
9,97
108,6
11,75 108,8
1.30
77,4

P
n.

1930
12,67
5

73,7 9,35
71,5
.
149,25
64,5
151,25
64.1
433,75
93,8
2,00
86,6
43.95
78.5
7,55
82,2
11,75
108,8
1,21
72,0
ebr.
Maart
11,725
10,90
68,2
8,17
5

62,5
139,00
60,0
135,75
57,5 398,50 86,2 2.03
87,9
41,15 73,5
6,90
75,2
11,75
108,8
1.11
66,1
,,
April
11,17
5

63,4
65,0
7,15 7,62
5

54,7
58,3
143,50 180,25
62,0
77,8
125,00
129,75
53,0
55,0
390,00
431,00 84,3
93,2
1,71
1,50
74,0
64,9
41,25 36,50
73.7
65,2
5,18
5,16 56,4
56,2
11,55 11,35
106,9
105,1
1.11
1.16
5

66,1
69,3
Mei
Juni
10,45
10,05
60,8 58,4
6,55
5,17
5

50,1
39,6
148,50 145,50
64,1
62,9
114,50
103,75
48,5
44,0
405,00
385,50
87,6
1,44
62,3
66.7
37,20
68,4
5,70
57,7
11,35
11,35
105,1
1.185
1.18
5

70,5
70,5
.
Juli

,,
9,55
55,5
5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
83,4
74,8
1,54 1,72
74,5
37,-
39,90
66,1
71,3
5,07
5,99
55,4
65,3
11,35
105,1
105,1
1.18
5

70,5
Aug.
9,45
54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49
1
3
365,00
78,9
1,58
68,4
40,20
71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.185
70.5
Sept.

,,
8,40 48,8
5,25
40.2
127,50
55.1
99,00 41,9
318,75
68,9
1,64
71,0
37,55
67.1
7,23
78,8
11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.
7,40
43,0
4,625
35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25
60,8
1,63
70,6
36,90
65,9 8,60
93,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Nov.

,,
7,25 42,2
4,25
32,5
94,50 40,8
82,25 34,9
270,75
58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9
10,90
100,9
0.85
50,6
Dec.
7,07
5

41,1
4,30
32,9
96,00
41,5
91,00
38,6
247,75
53,6
1,55
67,1
33,50
59,8 7,97
.
86,8
10,85
100,5
0.85 50,6
Jan.

1931
6,52
5

37,9
4,-
30,6 84,50
36,5 86,25
36,5
207,50
44,9
1,61
69,7
32,25 57,6 6,e3
72,2
10,30
95,4
0.85 50,6
lebr.
5,775
33,6
3,90
29,8
87.50 37.8 85,75
36,3 206,25
44,6
1,66
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4 214,00 46,3
1,47
63,6
35,00
62,5
4,94
53,8
10,30
95,4
0.66 39,3
April
5,90
34,3
4,425
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60 56,4
4,20 45,8
10,15
94,0
0.53
31,5
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,
1,26
54,5 30,85
55,1
4,07
5

44,4
10,00
92,6
0.53 31,5
Juni
5,75
33,4 5,05
38,6
86,75
37,5
116,50
49,4
191,50
41 4
1,29
55,8
33,50
59,8
4.30 46,8
10,00
92,6
0.34
5

20,5
Juli
5,425
31,5
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0 211,00
45,6
1,32
57,1
37,75
67,4
4
1
40
47,9

10,00
92,6
0.24
14,3
Aug.

,,
4,975
28,9
4,025
30,8
74,50
32,2
119,50
51,6
185,50
40,1
1,30
56,3
36.00 64,3
4,98
54,2
10,00
92,6 0.43
5

25,9
7 Sept.

4,80
27,9 3,95 30,2
70,00
30,2
108,00
45,8
168,00
36,3
1,257
54,1
32,50
7

58,0
5,80 63,0
10,00
92
1
6


14

,
4,80
27,9 4,25 32,5
69.00
9,8
100,00
42,3
168.00
36,3
1,32
8

57,1
32,50
8

58,0 5,95
64,8
10,00
92,6 0.56
33,2
21

4,70
27,3
1

4,40
33,7
65,00
28,1
87,00
36,9
163,00
35,2
1,32
9

57,1
3250
10

58,0
5,90 64,3
10,00
92,6
0,56 33,2
28

,,
4,75
27,6 4,45
34,0 68,00
29,4
93.00
39,4
158,00
34,2
1,20
50

51,9
31.50
17

56.3
5,45
59,4
9.90
91,7
0.56
33,2
1)
Men zie voor de toelichting op dezen
staat de nummere van 8 en 15 Augustus 1926

oS
(No. 658 en 659) pag. (89(90 en 709.
2
)79Kg. La Plata. S)Western v,
ring van de huidige of fic. not.wljze
(Jan.1928);
Barley vanaf
212131;
vanaf 912 6415 Z.-Russ.

30 September 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

881

ken maatregel van de Bank van Engeland kwam voor
den handel zOO onverwacht en heeft zöôveel onzekerheid
geschapen, dat iedereen thans tot de overtuiging gekomen
is, dat bij het afsluiten vail de eenvoudigste transacties
risico’s kunnen geloopen worden, welke met geen moeljk-
heid zijn te overzien en tot voor korten. tijd zelfs onhe-
staanhaar werden geacht. Ook in het groote productieland
heerscht ten opzichte van
diC
koffie-offertes de meest mo-
gelijke verwarring. Sommige exporthuizen of freeren nog
in shillings – welke klaarblijkelijk op lagen koers zijn om-
gerekend -, andere offreeren in dollars, hetzij cif, hetzij
fob., en weer andere zenden offertes in Hollandsch geld.
Zaken kwamen echter zoo goed als niet tot stand.
De wisselkoers in Brazilië wordt thans nominaal geno-
teerd op
4
d. Officieel is uit Rio bericht ontvangen, dat het
nieuwe uitvoerrech van 10/- per baai voortaan in de ver-
schillende afscheephavens zal worden berekend in Amen-
kaansch geld en wel tegen $
2.43%
per baai.
Volgens dezer dagen ontvangen telegram bedroeg de voor-
raad, in de binnenlandsche pakhuizen en in de spoorweg-
stations van de Staten Sao Paulo en Minas Geraes terug-
gehouden, op
31
Augustus
21.868.000
balen tegen
20.031.000
balen op
31
Juli, hetgeen een vermeerdering beteekent van
1.837.000
balen in de maand Augustus. Waar deze voor-
raden in de maand Juli reeds toegenomen zijn met
1.403.000
balen, heeft de vermeerdering in de eerste twee maanden
van het loopeude oogstjaar bedragen
3.300.000
balen. Wan-
neer er nu rekening mede gehouden wordt, dat in (leze beide
maanden uit het binnenland naar de haven van Santos zijn
verzonden
1.945.000
balen, dan valt hieruit af te leiden,
dat in bedoelde twee maanden niet minder dan
5.245.000
balen uit de plantages naar het binnenland zijn verzonden. Dit buitengewoon hooge cijfer kan worden beschouwd als
bevestiging van de groote oogstramingcu, welke in het
begin van ht jaar voor den loopendeu oogst werden ont-
vangen. Zooals bekend is, werd algemeen gesproken van
een ranhing voor Santos van
18
millioen balen, doch van
sommige zijden w’erd toen reeds een cijfer van
20
millioen
haleu genoemd.
Volgens mededeeliug van den Koffie-Raad zijn in de
vorige week vernietigd
84.000
balen Santos,
20.000
balen
Rio cii
36.000
balen Victoria.

Zooals luerboven reeds is aangestipt, worden (le aanbie-
dingen van Brazilië alhier ontvangen gedeeltelijk in shil-
lings, gedeeltelijk in dollars en ook voor een deel in gul-
dens. Het is daardoor uiterst moeilijk om een juist over-
zicht te geven van de basis, waarop op het oogenblik wordt
geoffreerd. Omgerekend, voor zoover doenlijk, in Engeisch
geld tegen den goudkoers van vÔôr
21
dezer, komen de
aanbiedingen ongeveer uit: voor gewoon goed beschreven
Superior Santos, prompte verscheping, op
36/6 f. 37/6
per
cwt., voor dito Prime op
37/6 A. 38/6
en voor
Rio
type New-
York
7
met beschrijving, prompte verseheping, op
28/_
N 29/-.
Een telegram uit Nederlandseh-Iudjë meldde, dat van
Java, Sumatra en Celebes zijn uitgeklaard in Augustus
153.000 picols
tegen
89.546 picols
in Augustus
1930.
Sedert
1 Januari werden uitgeklaard
615.844 picols
tegen
475.159
picols verleden jaar.
Nederlaudsch-Indië was met ongewasscheu Sumatra Eo-
busta-soorten wederom aanmerkelijk lager, namelijk voor
de ordinaire en gewone kwaliteiten ongeveer % ct. en
voor de betere ongeveer %. ct.; ook gew’asscheu Robusta
was circa % ct. lager. De noteeringen in de ecrste hand
zijn op het oogenblik:
Palembang Robusta, October-verscheping,
13%
et.; Ben-
koeien Robusta, Oetober-verseheping,
14%
et.; Mandheling
Robusta, Oetober-verscheping,
15%
ct.; W.I.B. f.a.q. Eo-
busta, October-verseheping, 20 ct., alles per % EG., cif,
uitgeleverd gewicht, netto contant.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt lie-
pen •sedert verleden week 1 fi 1% ct. per % EG. terug.
De officieele loeo-uoteeriugen werden met 1 ct. per %, K.G.
verlaagd en kwamen dus voor Superior Santos
op 25
et. en voor Robusta
op 23
et.
De siot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basisRio No.
7)
waren:

Dec.
Mrt.
Mei

Sept.
28

September

……..
$
4.38
$
4.60
$472

$
4.83
21

September

……..
..
4,97
,,
5.22
,,5.32
14
September

……..
..
5.05
,,5.32
5.43
4

September

……..
..
5,20
.5.42
5.55
Rotterdam
29
September
1931.

AN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)

METALEN
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER TIN
LOOD
KATOEN
WOL
gekamde
WOL
gekamde
KOE- KALK-
cash Londen
Foundry No.3
Standaard
Locoprijzen
locoprjzen
Locoprijzen
Middling
locoprijzen Au8tralische,
Australische, CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf,open
SALPETER
Old.
per
Staiird
f.o.b.
Middlesbrough
Londen
Londen per
Eng. ton
Londen
per Eng. ton
New-York
Merino,64’s Av.
loco Bradford
nial Carded,
kop
100 1<0.

(,unce
per Eng. ton
per Eng. ton
per Ib. per Ib.
SO’s Av. loco
57-61 pnd.
netto
Bradford per Ib.

pence
Olo
Sh.
°lo
z
0
10
4
0
)0
4
01
$
cts.
010

pence
01
pence
0
10
f1.
°Io
6.
0
10
32
1
1
100,0
731-
100,0 62.116
100,0
261.171-
100,0
36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
28j16
89,3
86)6
118,5
58.11-
93,5
290.1716
111,1
31.116
85,3
17.55
755
47.25
85,9
24,75 83,9
28.46
82,0
11,61
96,8 26
0
14
83,3
731- 100,0
55.141-
89,7
290.41-
110,8
24.41- 66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
26
1
110
81,1
661-
90,4
63.16j
102,8
227.51- 86,8
21.11-
57,8
20,00
86,0
51,50
93,6
30,50
103.4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7
1
76,2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.15’6
77,8
23.51-
63,8
19.15
82,4
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
17
1
116
55,4
67)-
91,8
54.131- 88,0
142.51-
54,3
18.1)6
49,6
13,55
58,3 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82.0
26
1
14
81,8
66!-
90,4
75.1016
121,7
222.716
84,9
22.21-
60,7
20,20
86,9 46,75 85,0
28,75
97,3
37,50
108,1
11,70
97,5
2571
80,7
66/6
91,1
78.j6
125,7
222.111
85,0
23.216
63,5
20,10
86,5
44,25
80,5 27.75
94,1
34,50
99,4
11,70
97.5
26
81.0
67)-
91,8
89.81-
144,0
221.016
84,4
25.816
69,7
21,25
91,4
44,00 80,0 27,50
93,2
36,
103,7
11,70
97,5 25
0
:4
80,2
68/-
93,2
82.1716
133,5
207.5(6
79,2
24.161-
68,0
20,45
88,0
43,25 78,6 27,25
92
1
4
33,50 96,5
11,70
97,5
26
1
/16
78,1 6916
95,2
75.416
121,2 197.516
75,3
23.191-
65,8
19,40
83,4
41,50
75,5
26,25 89,0
30,0
87,9
11,70
97,5
2414
75,6
711-
97,3
74.11)-
120,1
200.51-
76,5
23.141-
65,1
18,75
80.6
40,00
72,7
25,75
87,3
34,50
99,4
11,70
97,5
24
6
)1
6

75,7
7216
99,3
72.1216
117,0 209.516
79,9
22.16!- 62,6
18,65
80,2
38,75
70,5 24,75
83,9
32.25
92,9
9,18 76,5
24116
75,7
7216
99,3
73.171-
119,0
210.111-
80,4
23.31-
63,6
18,60
80,0
37,00 67,3 24,00
81,4 29,75
85,7
9,28
77,3
23
11
116
73,9
7216
99,3
74.191-
120,7
205.516
78,4
23.111-
64,7
18,90
81,3
34,25 62,3 23,75 80,5
31,25
90,1
9,39 78,3
23
1
118
71,8
72/6
99,3
72.16)-
117,3
188.9/6
72,0
23.4/6 63,8
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50 76,3
– –
9,49
79,1
221
1
/
1

70,7
7216
99,3
70.51-
113,2
182.-/6
69,5
21.131-
59,4
17,50
75,3
34,25
62,3
23,00
78,0 27,25
78,5
9,70 80,8
2211
4

69,3
7216
99,3
68.616
110,1
178.1816
68,3
21.916
59,0
17,25
74,2
31,25
56,8
21,25
72,0
27,75
80,0
9,90 82,6
2011/
16

65,3
7216
99,3
71.916
115,1
174.131- 66,7
21.11/-
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
26,63
76,7
10,11
84,3
20
1
/
62,6
7216
99,3
71.1216
115,4
174.41-
66,5
21.4!-
58,2
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2
24.50 70,6
10,21
85,1

1
9
1
1
59,5
701
95,9
68.1916
111,1
165.181
63,4
18.161
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9
24,
69,2
10,21
85,1
19
9
116
61,0
6716
92,5
61.31- 98,5
161.1716
61,8
18.6/6
50.3
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
24,13
695
10,21
85,1
18151
16

59,0
6716
92,5 53.91-
86,1
145.-!-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
26,25
75,6
10,21
85,1
16
1
/16
50,0
6716
92,5
50.116
.
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50 62,4
27,75
50,5
17,50
59,3 26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9
6716
92,5
48.2/-
77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3
27,00
49,1 16,75
56,8 24.25
69
1
9
9,18
76,5
16
3
/8 51,0
651-
89,0
47.15/-
76,9
135.516 51.7
18.61-
50,2
11,95
51,4
27,25
49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28
77,3
16111

.
52,0
63/6
87,1
46.61-
74,6
132.61-
50.5
17.18/-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,0
76,4
9,39
78,3
16
1
12
51,5
6316
5

87,1
43.-1-
69,3
117.131- 44.9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44.5
14,50
49,2 26,25
75,6
949
79,1
IC6/9
51,9
6316
6

87,1
46.816
74,8
113.161- 43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
25,25
72,8
9,70
80,8
1651g
51,9
6316
6

87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9
9,95
42,8
22,50
40,9
12,50
42,4
25,-
72,0
9,90 82,6
13719
43,2
6016
82,9
45.716
73,1
116.81- 44,4
14.-/6
38.5
10,30
44,3
21,25
38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
12
1
19
38,9
5816
80,3
45.116
72,6
117-16
44,7
13.5(6
36,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1 13(16
41,8
5816
80,3
45.1/6
72,6
122.11-
46,6
13.316
35,2
10,90
46,9 25,25 45,9
14,50
49,2
22,25
64,1
10.21
85,1
13
1
/
40,9
5816
80,3
42.1516
68,9
113.41-
43,2
12.10/-
34,3
10,25
44,1
24,50
44,5
14,50
49,2
22.25
64,1
10,21
85,1
12151
1
6
40,3
5816
80,3
39.616
63,4
104.171-
40,0
11.1016
31,6 9,40
40,4
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
12
7
1
40,1
5816
80,3
36.616
58,5
106.216
40,5
11.1116
31,8
9,10
39,1
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
1311
4

41,2
5816
80,3 34.14/-
55.9
112.516
42,9
12.15
1
6
35,1
9,25
39,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25
58,4
8,26
68,8
12
13
/1
39,9
5816
80,3
32.15/-
52,8 114.19/6
43,9
11.1916
32.9
7.20
31.0
2225
40.5
1200
40,7
18,75
54,n
7,-
58,3
13
40,5
5816
80,3
31.101-
50,7
115.-/-
43,9
10.1716
29,9
6,70
7

28,8
21,00
12

38,2
11.5012
39,0
18,_
10

51,9
6,50
54,2
13
40,5
5816
80,3
29.10/-
48,2
114.10!- 43,7
10.1216
29,2
6,75
8

29,5
20,25
13

36,8
11,2513
38,1
6,50
54,2


5816
80,3 32.17/6 53,0
118.1716
45,4
12.126
34,7
6,40
9

27,5
20,0014
36,4
11,00
14

37.3
650
54,2
16
3
/8
510
5816
80,3
34.-!-
54,8
125.(6
47,8
13.151-
37,7


23,0015
41,8
12,75
15

43,2
6,50 1
54.2
i
invoerine
van
de
huidige
officieele
noteeringswiiz6′
(Jan. 192R):vanaf
16 Dec.1929
74)5
K.G. Hon”arsche;
vanaf 26Mei1930
Z.

Russische.
4) =
Malting
vôôr
de
Invoe-
0)
Noteering
Schotland
5916.
8
)58(_.
7)4
Sept.
0)
11
Sept.
9
)
18 Sept.
10)25
Sept.
11)

19Sept.
52)
3
Sept.
12)
10 Sept.
14)

17 Sept.
15)

24 Sept.
16)

15 Sept.
17(26
Sept.

882

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

30
September
1931

(Medadeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

le Rio

te San los

Wisselkoers
Data

te Rio
Voorraad Prijs Voorraad Prijs op Londen
(In Balen) No.71) (In Balen) No.4
1
)

28 Sept. 1931 257.000 12.0001.211.000 15.100
21

1931 307.000 11.800 1.198.000 15.100
4.
3pence
14 1931 325.000 11.800 1.184.000 15.100 3 pence
28Sept.1930 317.000 13.425 1.157.000 21.0005+ pence
1)
In Reis.
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio

te Santos
Data
Afgeloopen

Sedert Afgeloopen

Sedert
week

1/all

week

1Juli

26 Sept. 1931….

67.000

905.000

262.000
1
2.829.000
26 Sept. 1930….

78.000

765.000
1
279.000 2.891.000

THEE.
De .theeniarkt te Londen was iii de afgeloopen week vast
gestemd. De prijsstijging van ca. 1 cl. was echter nauwelijks
voldoende als equivalent voor den lageren wisselkoers van
het, pond Sterling.
De Amsterdanische veiling van 24 dezer verkeerde na
ean vaste opening spoedig in een onregelmatige stemming.
De midclenprijs bedroeg 38 cts. tegenover 36% cts. in de vorige veiling. Circa 1500 kisten bleven onverkocht.
Volgens mecledeelingen van cle Vereeniging voor de Thee-
cultuur iii Nederlandsch-Indië bedroeg de uitvoer van thee
van Noordelijk l3ri,tsch-indi6 in Augustus 1931: 42.319.000
lbs. (v.j. 43.405.000 lbs.). Gedurende AprilAugustus 1931.
werden uitgevoerd 100.593.000 lbs. (v.j. 111.746.000 lbs.).
Japan exporteerde in Juli 1931 1.274.000 KG. (v.j.
1.486.000 KG.) en in de periode Januari/Juli 1931:
5.438.000 KG. (v.j. 3.836.000 1(G).
De uitvoer van thee uit de voornaamste productielanden
der wereld (uitgezon(lerd China) bedroeg gedurende Jan./
Juli 1931 185,5 millioen KG. tegenover 183,6 millioen KG.
gedurende Jan./Juli 1930.
Amsterdam, 28 September 1931.

fitatistiek der firma G. Duuring
&
Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 September
in duizenden balen.

1931
1930 1929

1928
1927

Voorraad in Europa…

2.456
1.866
2.165

2.107
1.781
Stoomend fBrazilië ..

671
610 537

461
630

n. Europa kOost

Indië.

125
82
156

172
101

3.252 2.558 2.858

2.740
2.512
Voorraad Ver. Staten

1.592 784 685

793
825
Stoomend

IBrazilië ..

346
568
494

409 432
naar
iOost-Indie

12
9
18

– –
Ver.Statenj
5.202
3.919
4.055

3.942
3.769

Voorr. in Pernambuco

9
2
1

2

Bahia

…..

25
29
14

8
20
Victoria

..

87 97
24

119
78
RiodeJaneiro

399
274
281

266 222
Santos

….

1.216
1.122
865

1.099
977
Paranagua.

23
79 76

85

Totaal ….
t
‘6961
‘5.522
4
5.316

0
5.521
‘5.064
Op 1 Augustus.. …
t
‘7.014
*5.400
*5.447

‘5.721
*4.842
Op

1

Juli ……..
t
0
6.397
0
5.593
4
5.338

‘5.729
‘4.720

Niet inbegrepen de binneni. voorraden
in Brazilië.
Niet

inbegrepen

de gouvernementsvoorraad
van Sao
Paulo 2.700.000 balen.
De binnenlandsche voorraden
te

Santos
Rio de Janeiro
1 Juli

1927

3.312.000 balen
1 Augustus

1927

5.289.000
1 September 1927

7.750.000
1 Juli

1928 11.672.000
1.180.000 balen
1 Augustus

1928 11.986.000
1.012.000
1 September 1928 13.018.000
992.000
1 Juli

1929

8.785.000
136.000
1 Augustus

1929 10.448.000
317.000
1 September 1929 12.531.000
654.000
1 juli

1930 21.210.000
1.621.000
1 Augustus

1930 20.520.000
1.609.000
1 September 1930 21.200.000
2.481.000
1

Juli

1931

18.568.000

,,
572.000
1 Augustus

1931 20 031.000

,,
776.000

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS

Bruto-
n.9o5
m

V1.JRENHOUT
RUBBER’)
Standaard
SUIKER
Witte kristal-
KOFFIE
Robusta THEE
Af!. 14.-!. theev.

COPRA
Ned.-Ind. f.m.s.

gewichtv.d.
buit. handel
‘.’.—
liii
o

basis 7″ f.o b.
Zweden!
Ribbed Smoked
Sheets
suiker loco
Locoprijzen
A’dam gem. pr.
per 100 K.G.
Nederland
1925- 100
“”
9 ii

0
Finland
loco Londen
R’dam(A’dam.
per lOO K.G.
Rotterdam
per ‘lo K..G.
Java- en Suma- tratheep.’IoKG.
Amsterdam
In-

Uit-
per Ib.
voer

voer

f
0
10
Sh.
0
10
H.
0f
cts.
0
10
cts.
°Io
f
01
1925
159.75
100
2(11,625
100,0
18,75 100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,81
5

100,0
100 100 100,0
100,0
1926
153,50
96,1
2(-
67,4
17,50
93,3
55,375
90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
112
128
93,2
92,9
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,12
5

102,0
46,875
76,4
82,75 97,9
32,625
90,9
113 116
95,4
89,5 1928 151,50
94,8
-110,75
30,2
15,85
84,5
49,625 80,9
75,25
89,1
31,870
88,9
118
128
96,4
87,6
1929
146.00
91,4 -110,25
28,8
13,-
69,3 50,75
82,1
69.25
82,0
27,37
5

76,3
122
132
91,6 82,6
1980
141,50
88,6
-(5,875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75 71,8 22,62
0

63,1
124
135
75,5
69,4
lan.

1929 152,50
95,5
-19,875
27.9
13,77
5

73,5
53,125 86,6 77,25 91.4
29,-
80,8
III
119
94,2 84,6
1ebr.
150,00
93,9
11-
33,7
13,37
0

71,3
54
88,0
74,25
87,9
28,62
1

79,8
75
83
94,2
85,4
Maart
147,50
92,3
1(0,125
34,0
13,50
72,0
54
88,0 72,75
86,1.
27,62
5

77,0 82
111
94,8
85,8
April
147,50
92,3
-110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9 26,75
74,6
110
142
92,9 83,9
Mei
145,00
90,8
-(10,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73.50
87,0
25,87
5

72,!
135
144
91,6
81,7
1fli
147,50
92,3
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
88
1
0
69,50
82,2
24,875
69,3
137
134
91,0
81,9
Juli
145,00
90,8
-III
30,9
13,425
71,6
54 88,0
68,50
81,1
27,50
76,7
144 147
9l,0
83,7
Aug.
145,00
90,8
-110,5
29,5
13,00
69,3
53,50 87,2
64
75,6 27,25 76,0
151
149
91,6 83,6
Sept.

,,
145,00
90,8
-110.125
28,4
13,475
71,9
51,75
84,3
64
75,6
28,25 78,7
135
144
91,0 82,0
Oct.
142,50
89,2
-19,625
27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
78,1
27,50
76,7
137
146
90,3
80,5
Nov.
142,50
89,2
-18,125
22,8
12,50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7
27,25
76,0
128
143
88,4
78,8
Dec.
142,50
89,2
-18
22,5
12,07
5

64,4 36,75
59,9
60,75
11,8
27,125
75,6
123
125 87,1
78,8
Jan.

1930
147,50
92,3
-(7,375
20,7
11,67
6

62,3 35
57,0
60,50
71,6
26,875
74,9
128
136
84,5
76,9
Febr.
147,50
923
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0
58,25
68,9
26,375
73,5
112
126
81,3
75,2
Maart
147,50
92,3
-(7,625
21,4 10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
25,25
70,4
125
131
78,7
74,2
April
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50 70,4
26,12
5

72,8
115
127
78,7
72,8
Mei
145,00
90,8
-16,875
19,3
9,80
52,3 34,75
56,6 58 68,6 25,50
71,1
132
132
76,1
72,0
Juni
145,00
90,8
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
53,8
58
68,6
22,87
5

63,8
131
133
76,1
70,4
Juli
142,50
89,2
-15,625
15,8
9,27
5

49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
21,75
60,6
138
141
74,2 69,3
Aug.
,
142,50
89,2
-14,875
13,8
8,50 45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129
145
73,5
67,9
Sept.
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,975
42,5
28,25 46,0
59.50
70,4 19,25
53,7
122
126
72,3 65,4
Oct.
132,50
82,9
-14
11,2
8,62
5

46,0
29
47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128
152
71,6
64,6
Nov.
,,
130,00
81,4 -14,375
12,3
8,75
46,7
29
47,3
68,25 80,8
19,37
5

54,0
121
139
71,0
63,3
Dec.
,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66,75
79,0
19,-
53,0
105
129
69,0 61,3
Jan.

1931
125,00
78,2
-14,25
11,9
8,20
43,7
28 45,6
66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7
59,2
Febr.
125,00
78,2
-13,875
10,9
8,20
43,7
26,25
42,8 53
62,7
18,12
5

50,7
96
121
67,1
59,4
Maart

,,
125,00
78.2 -13,75
10,5
8,30
44,3 25,50
41,5
45 53,3
18,625
51,9
107
140
66,5
69,1
April

,,
125,00
78,2
-13,125
8,8
8,576
45,7
24,75
40,3
43
50,9
17,50
48,8
110
138
65,8
58,4
Mei
125,00
78,2
-13,125
8,8 8,50 45,3 25
40,7
40,25
47,6
15,37
5

42,9
114
141
65,8 56,8
Juni
,,
110,00
68,9
-13,125
8,8
8,575
45,7
25,75
42,0 39,50
46,7
14,125
39,4
127
133
64,5 56,8
Juli
110,00
68,9
-13
8,4
8,77
5

46,8
27
44,0
38,25
45,3
15,-
41,8
138
153
62,6
55.8
Aug.


100,00
62,6
-12,5
7,0
7,90
42,1
25,50
41,5 39,50
456
14.12
39,4
122
142
60,6
55,6
7 Sept.
100,00
62,6
-123125
6,5
7,62
5

40,7
24
39,1
36,75
2

43,5
13,37
5

37,3
14
100,00
62,6
-12,375
6.7
7,50 40,0
24
39,1
383
45,0
13,50
37.6
21
100,00
62,6
-12,625
7,4 7,50
40,0
24
39,1
13,50
37,6
28


100.00 62,6
-12,875
8,1
7,50 40,0
23
37,5
12,87
35,9
1)
Jaar- en maandgem. afger. op
1J
pence.
2)
10 September.
‘J)
24September.

Auteur