Ga direct naar de content

Jrg. 16, editie 809

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 1 1931

1 JULI 1931

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch-,Stat1*st1*sche

Berichten

ALGËMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

WOENSDAG

INSTITUUT VOOR ECOiVOMISCIIE GESChRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. AIr. L. B. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers;
Prof.
Air. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr. Q. J. Terpsira; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Air. Dr.
G.
Al. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. Al. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p.
p.: in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont.
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaronvtrent niet anders wordt be8li8t.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro.
rekening No. 145192.

30 JUNI 1931.

De naderende halfjaarswisseling heeft de geidmarkt

niet uit haar toestand van apathie kunnen opwekken.

Naar het zich laat aanzien, zal deze ultimo niet veel

moeilijkheden met zich brengen. Geld bleef onveran-

derd ruim: cail – voor zoover te plaatsen –
%
pOt.,

priva.at-clisconto 1 pOt., prolongatie i.—i% pO.
* *
*

0.1) den weekstatt van De Nederlandsche Bank no-

teert de post •binnenlandsche wissels ruim
f 1
mii-

lioen liter dan op dan vorigeu weekstaat. De belee-

ninge.n daarentegen zijn toegenomen met bijna
f
6

millioen. De goudvoorraad is opnieuw eenigsains te-

genomen, thans met bijna
f
250.000. De voorraad zil-

veren munt nam met ruim
f
2 millioen af.

De post papier op het buitenland nam toe met

[50.000. De diverse rekeningen onder het actief

namen af met ruim
,f
6 millioen.

De rekening-courant-saldi, welke op den vorigen

weekstaat in
… totaal meer dan
f 100
rnillioeo bedroe-

gen, zijn thans met ruim
f
34 millioen afgenomen en

bedragen ruim
f
67,5 millioen.

De bankbiljetten in omloop namen toe met ruim

f
37 millioen. Het beschikbaar metaalsaldo vermin-

derde met bijna
f
4 millioen. Het dekkingspercenttge

bedraagt 56%:.
* *
*

Op de wisselmarkt hing nog steeds een onbehage-

lijke stemming. Dooreen genomen, veranderden de

koersen slechts weinig. De Pondenkoers schommelde

1 JULI 1931

No. 809

de geheele week rond de i 2.08f8. Dollars konden zich

daarentegen van 2.4840 tot 2.4857. verbeteren. De Dol-

larkoers te Londen moet derhalve vaster geworden

zijn; hij kwam dan ook ‘van 4.8670 op 4.8640. Marken

schommelden slechts weinig en zijn uiteindelijk slechts

weinig verandérd: 58.08% (Ponden tegen Marken

20.40%, Dollars tegen Marken 4.2135). Fransche

Francs 9.12%-9.73 (Ponden tegen Francs 124.27%).

Belga’s 34.58-34.61. Uitgesproken flauw waren de

Zwitsersc’he Francs; zij kwamen van 48.19 op 48.06%

(Ponden tegen Zwitsersehe Francs 25.17 na 25.09).

Peseta’s sloten op 23.50, na de week op 24 begonnen

te zijn. Canada was eerst sterk aangeboden; van 2.47%
liep do koers tot onder ‘de 2.47 terug, slot 2.48. Argen-

tijnsehe Pesos gezocht: 77.50-80.50. Milreis 18%-

19%. Uruguay Dollars: 1.45.

Op de termijnmarkt zijn de Marken op levering

beter geworden; zij noteerden tenslotte op 1 maand

ongeveer pan, op 3 maanden 6 punten disagio. Ponden

t en 3-maands % en 1% punt onder den kassaprijs;

Dollars op deze termijnen 3 en 5 punten agio. Peseta’s

ca. 20 en 50 punten déport.

LONPEN,
29
JUNI 1931.

Ook gedurende de afgeloopen week bleef geld ge-

makkelijk; men verwacht, dat ‘het eiiide van het half-

jaar niet het gebruikelijke groote totaal aan geleende

bedragen van de Bank van Engeland zal te zien

geven. In de eerste plaats heeft de markt verleden

week tot na Donderdag gewacht met ‘het opnemen van

gelden van de Bank op het besluit van het bestuur

der Bank ten opzichte van het disconto. De meer op-

ti mistische stemming, teweeggbracht ‘door de veran-

derde houding van Washington tegenover de Euro-

peesche economische toestanden en ‘de belangrijke ver-

meerdering van de goudvoorraden van de Bank, waar-

bij binnenkort nog zullen komen de 5 millioen door

Australië ter voldoening van op 30 Juni vervallende

wissels te remitteeren, ‘had namelijk weder aanleiding

gegeven tot de verwachting van een verdere ‘disconto-

verlaging.

Men ziet nu echter in, dat de Bank ‘hiertoe verleden

week nog niet kon overgaan, daar de houding van

Frankrijk ten opzichte van het voorstel van President

floover nog niet was bepaald. Ook nu ‘bestaat daar-

over nog geen volkomen klaarheid.

Disconto was niettemin zwak gestemd en kon nau-

welijks op 2 A 2
1
/la
pOt. gehandhaafd worden. De nieu-

we
schatkistpromessen werden Vrijdag
I.I. even onder

2 pOt. toegewezen.

16E JAARGANG

590

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Juli 1931

EEN SCHEMA VOOR EEN ECONOMISCHEN
VOORLICHTINGSDIENST.

Toen wij in het nummer van E.-S. B. van 3 Juni 11931 een crit.ische beschouwing leverden overet
Wetsontwerp van Minister Verschuur, betreffende de
reorganisatie van den Voorlichtingsdienst, stelden wij
een nadere beschouwing over ‘de wijze, waarop naar

ons gevoelen een Economische Voorlichtingsdienst
moet worden ingericht, in uitzicht.

Nu zouden wij het ons zeer gemakkelijk kunnen
maken door naar de voorstellen, die destijds de Oom-
missie-Posthuma uitwerkte, te verwijzen. Evenwel er dient rekening mede te worden gehou’den, dat de Re-
geering en ook de Bezuinigingscommissie-Pop nu een-
maal een huitenambtelijk instituut in den vorm van
een stichting voor dit ‘doel niet gewensch’t achten.
Vandaar, dat wij ons voorstellen thans eens een schets
te geven van een ambteljken voorlichtingsdienst, die,
in tegenstelling met de door Minister Verschuur out-worpene, aan den eisch van snel en doortastend wer-
ken kan voldoen.

Voorop moet staan, dat deze dienst gelijkelijk
ter beschikking van Regeering en ‘belanghebben-
den moet staan. Weliswaar botst men bij het con-
strueeren ‘van een dergelijk plan tegen de rivali-

teit tuschen verschillende departementen, die zich
aan gegroeide verhoudingen niet kunnen onttrekken,
maar indien de Regeering eên particuliere stichting
niet wil aanvaarden, ‘is zij verplicht bij ‘het constru-
eeren van het ambtelijk ‘apparaat over departementale
gevoeligheden heen te stappen. Want ‘hierover zijn
allen, die het belang van een ‘beteren Voorlichtings-
dienst ilizien, en daartoe behoort ook Minister Ver-
schuur, het eens, ‘dat er een coördinatie moet plaats-
vinden van de thans verspreid aangetroffen much-
tingenbureaux.

Deze coördinatie is hoofdzaak, want al wat
verder noodig is, nl. het sneller verkrijgen van
de belangrijkste gegevens uit het buitenland, het ru-briceeren van de verzamelde gegevens en ‘het publi-
ceeren van wat voor Regeer.ing en ‘bedrijfsleven van
belang •is, volgt ‘gemakkelijk zoodra de gansche orga-
nisatie maar in één ‘hand is gelegd. Of het Departe-
ment, waar de teugels moeten, tezamen komen, nu is
het Ministerie van Buitcnlandsche Zaken, het Minis-terie van Arbeid, Handel en Nijverheid of het Minis-
terie van Biunen’landsche Zaken en Landbouw, is voor
ons ‘bijzaak.

Hoofdzaak is, dat er een keuze uit deze De-
partementen wordt gedaan en daarmede de arbeid
van de andere Ministeries voor zoover hij wordt ge-
concentreerd een einde neemt. ‘Men vergeet veel te
veel, dat de verschillende Ministeries onderdeel zijn
van één ondeelbaar Regeeringsapparaat en ‘dat het
een ‘groot verschil maakt, of men te doen heeft met
heleidskwes’ties, waarvoor het betrokken departe-
mentshoofd in vele “gevallen alleen verantwoordelijk
moet blijven, dan wel met administratieve werkzaam-
heden, ‘die naar ons oordeel, op welk Departement
ook verricht, ten behoeve van de gansche regeering
moeten strekken. Wat doet ‘het bv. terzake, of het Oentraal Bureau voor ‘de Statistiek administratief
onder het Ministerie van Binneniandsehe Zaken res-
sorteert? Een ieder zou het toch een absurditei,t noe-
men, indien het Ministerie van Koloniën of dat van
Waterstaat ook maar eeuiigszins werd bemoeilijkt in zijn verkeer met de ambtenaren van onzen centralen
statistisc’hen dienst. Precies eeiider moet het met den
Econ omi sehen Voorlichtingsdienst gaan. Admin istra-

tAef zal
hij
onder één Minister moeten ressorteeren.
Maar de hureaux moeten voor de ambtenaren ‘van alle
Departementen openstaan en •de ambtenaren zullen
hun ‘diensten zoowel voor de verschillende Departe-
menten als voor het publiek vrijelijk beschikbaar
moeten stellen. Mochten bij de organisatie van ‘den
dienst moeilijkheden rijzen, mocht
een bepaalde ‘be-

INHOUD.

BIz.
EEN SCHEMA VOOR EEN ECONOMISOHEN VOORLICHTINGS-

DIENST
door
Mr. A. N. Molenaar …………….590

De economische toestand van Nederlandsch-Indië door

Mr. D. J. Hulshoff Pol ……………………..592

De Indische middelen over Maart
1931 ………..596

B
UITENLANDSOHE MEDEWERKING:

Het vragstuk van de electriciteitsvoorziening in

België door
Robert J. Lemoine …………….597

AANTEEKENINGEN:

De conjunctuur in Duitschland…. – …………
600

MAANDO1JFERS:

Conjunctuurgegevens betreffende Duitschiand …. 601

Overzicht van de Indische middelen…………..
602

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….
602— 608
Qeldkoersen.

I
Bankstaten.

I
Verkeerswezen.
Wisselkoersen.

I
Goederenhandel.

vi ndsman van gevoelen zijn, dlat ‘de onderwerpen, die,
wat den beleidskant betreft, meer in het bijzonder aan
zijn zorgen zijn toevertrouwd, worden verwaarloosd,

dan is er toch altijd nog een Ministerraad, die al
veer de geheele’ Regeering representeert, om daarin
verandering te brengen. Wanneer dus de Regeering
voor een doortastend en logisch handelen niet terug-
schrikt, behoe:f t het tot stand ‘brengen van een Oen-tralea Economischen Voorlichtingsdienst geen moei-
lijkheden mede te brengen.

lntusschen dient erkend, dat met ‘het in het leven
roepen van een ‘dergelijken {Iienst aan een der Minis-
‘teries alle vragen, waarvoor men zich bij een ver-

betering van den toestand ziet gesteld, nog niet zijn
opgelost. Wel is er reeds veel gewonnen. Wij ‘hebben
thans
,
— in den ontw’ikkelden gedachtengang — ten-
minste één bureau in Nederland, dat het middelpunt
van ‘den Economisc’hen Voorlichtingsdienst is. Dit wil niet zeggen, ‘dat dit bureau nu ook zelf alle ge-
gevens, die de Regeering en belanghebbenden op eco-
nomisch gebied zouden kunnen vragen uit eigen
archief moet verschaffen.’ Het is ‘bv. zonder meer
duidelijk, dat statistische gegevens, evenals tot dus-
ver, door het Centraal Bureau ‘voor de Statistiek moe-

ten worden verzameld. KomeEt nu niettemin hij den
Economischen Voorli cht:ingsdienst verzoeken in, be-
treffende het verstrekken ‘van gegevens omtrent in-
eu uitvoer, dan is het eenvoudig een kwestie van doel-
matige tatkverdeeling wie deze brieven beantwoordt,
de Economische Voorlic’htirlgsdl’iens’t of ‘het Centraal
Bureau voor de Statistiek.
Hel zal wellicht aanbeveling verdienen, om na het
tot stand komen ‘van de ‘begeerde organisatie openlijk
bekend te maken, dat men voor ‘bepaalde gegevens,
bv. die van statistischen aard, niet hij den Econo-
mischen Voorlichtingsdienst, maar ‘hij het Centraal
Bureau vnor ‘de Statistiek moet aankloppen. Komt
dan toc’h nog ‘bij den Economischen Voorlichtings-
dienst een dergelijke vraag binnen, dan zal deze met
eenvoudig ,,k’antschrijven” doorgegeven kunnen wor-
den aan het Centraal Bureau voor de Sta’tistiek met
twedledig verzoek, n.l. ‘den betrokkene te antwoorden
en van het afdoen ‘van de zaak kennis te ‘geven aan
den Economischen Voorlichtingsdienst. Een soortgelijke gedragslijn zal moeten worden ge-
volgd, indien min of meer ‘technische voorlichting op
landbouwgebied wordt gevraagd. Stellen wij n.l. het
geval, dat iemand ‘gaarne nadere inlichtingen zou ont-
vangen omtrent een in Nederland voorkomend speci-
aal ras van koolzaad, waardoor de opbrengst per hec-
tare zeer sterk is toegenomen. In dat geval is het
natuurlijk uitgesloten, dat de Economische Voorlich-tingsdienst voldoende deskun,di’g zal zijn om aan het
gedane verzoek te voldoen. De landbouw-consulenten
zijn ‘dan de aangewezen personen om de verlangde
gegevens te verstrekken. Het is nu al weer een zaak

van organisatie of ‘de vragen moeten worden gericht
tot den Economischen Voorlichtingsdienst’ dan wel

1 Juli 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

591

tot de landbouwcoi:isulenteo. Het kan mi. zijn nut
hebben ook deze inlichtingen steeds over den Econo-
mischen Voorlichtingsdienst te laten loopen, maar
essentieel is dit niet.
liet gegeven voorbeeld kan uit den aard der zaak

met andere worden vermeerderd.
Wordt
‘bv. uit het

•buitenla ncl ‘belangstelling aan den dag geleg(l voor
bepaalde soorten Neclerlandsc’he kippen, dan is alweer
cle pluimvee-cônsulent aangewezen om den Econo-
mischen Voorlichtingsdienst als centraal punt cle
nood ige gegevens te verschaffen om den weetgragen
bu..i tenlander van dienst te zijn.
In betrekking tot onze overzeescie bezittingen zul-
len zich soortgelijke verhoudingen voordoen. .I3ijzon-
dere soorten suikerriet trekken in d& laatste jaren de
aandacht en dientengevolge zullen zeker wel eens in-
ii chti ogen over geselecteerd plan t- of zaad materiaal anu een Regeeri ngsbureau worden gevraagd.
Telriu
, het centrale punt van voorlichting zal cle

volledige documentatie over deze rietsoorten niet
kunnen bijhouden, het zal moeten volstaan met pre-
cies te weten tot welk instituut of welke vereeni’ging
(b.v. de B.E.N.I.S.O.) het zich zal moeten wenden om
cle nood ige gegevens te verkrijgen.
.Toor technische vragen, het Departemen t van Ar-
beid, Handel en Nijverheid betreffende; geldt ‘het-
zelfde. i)e Regeering, zelf voorlichting behoevencie,
zal bv. voor een octrooi- of merkenkwestie wel zon
verstandig zijn, zich onmiddellijk met het Bureau
voor den ind.ustrieelen Eigendom in verbinding te
stellen. Maar wenden particulieren zich tot den Eco-
uomischen Voorlichtingsdienst om een inlichting be-
treffende dit gedeelte van onze wetgeving of de daar-

0
1) gebaseerde rechtspraak, dan zal cie Voorlichting’s-
dienst zich cle benood igcle gegevens op zon min moge-
lijk ambtelijke wijze moeten verschaffen.
* *

Met voorclac’ht spraken wij het eerst over het ge-
deelte van cle economische voorlichting, waarvoor een
bijzondere specialiseering vereischt wordt en dat reeds
tot het in het leven roepen van bepaalde diensten of
afcleelingen van Ministeries heeft geleid. Er blijf t
echter een brood terrein van algemeene ‘economische
voorlichting over, dat geheel en al
OP
het nieuwe
centrale punt moet worden gecen traliseerci. , 1-liertoe
be’hooren o.a. cle tarieven van invoer in ‘de verschil-
lende landen, cie hanclelsverdra’gen, die ‘voor de wijzi-
ging van cle autonome invoerrechten van zoo groote
beteeke.nis zijn, cle ‘bestaande in-, uit- en doorvoerver-
boden, bepaalde douanevoorschriften, waaraan bij in-voer .i n een vreemd land moet worden voldaan, voor-
schriften omtrent het toelaten van ‘vreemdelingen in
de verschtllende landen, stat.istiekrechten, consumptie-
belastingen en vele andere soortgelijke bepalingen.
Hier is concentratie gebieclend noodzakelijk. De
Voorlichtingsdienst z’al ook moeten beschikken over
een algemeen ‘beeld ‘van de economische structuur der
verschillende landen, ‘cle daar ‘gepubliceerde statis-
t i eken, cle belasti ngwetgev.i ng, even tneele kartel-wet-
geving, terwijl eveneens omtrent cle sociale.wetgeving
in ‘het ‘buitenland behooriik mater.i aal moet worden
verzameld.
Oonditio sine qua non voor een goede organisatie is, dat elke informatie op economisch gebied op het
bureau ‘van den Economischen Voorlichtingsdienst
ken behandeld worden. Zijn cle gegevens niet uit
eigen archief of eigen informatiebronnen te putten,
dan moet zonder noemensw’aardig tijdverlies cle mede-
werking ‘van een ter zake speciaal geoutilleerd bureau
worden ingeroepen, opdat de betrokkene toch snel en
goed worcie bediend.
Kennisneming van het bovenstaande geeft nu van-
zelf aan welke cle verhouding moet zijnti,isschen ver-
eenigin’gen met een speciaal economisch doel en den
Ecomiomi schen Voorlichtingsdienst. Een Commissie
voor dcvi Zuid-Afrikaanschen. Handel ‘bv. moèt met
den Economisc’hon Voorlichtingsdienst in het aller-

nauwsten. contact wordlen gebrach t. haar ervaring en
haai con tact met Zui d-Afrika moeten geheel ter be-
schikking van den arn’btelijken voorlichti ngsdlenst
worden gesteld, indien men daaroni verzoekt. De cd-
ministriitieve grondslag ‘voor ‘het weric van Departe-
ment en Commissie—om bij dit ‘voorbeeld te ‘blijven-
moet dezelfde zijn. Of de materieele gegevens hij den
Economischen Toorhicli ti ng’scl iens t cl art wel bij de
Commissie moeten berusten is een zaak van nader
overleg. Maar er zij eenheid en levend contact tus-
schen beide diensten, welker leiders toegankelijk
moeten zijn ‘voor suggesties, om ‘bepaalde nieuwe ge-
gevens voor den vervolge te gaan aanschaffen of de

werkwijze te verbeteren. Wie cle zaak zoo ziet zal be-
grijpen hoe on.juist het is om na. de Commissie voor
den Zuidi-Afrikaanschen Handel die thans in de o,n-
middiellijlde nabijheid van het Ministerie van Arbeid
is gevestl’gdl op verdlere’n afstand daarvan te ver-
plaatsen.

Zou de Regeeri’ng den dienst inrichten gelijk wij
hier schetsen ‘dan wordit het clu:b’bel verzamelen van
gegevens voor]comen en blijft niettemin het levend
contact, dat dle Commissie thans met het beclrijfs-
leven en de overzeesche belangen heeft, bestaan. Er
is echter bereikt een innig contact en een voorkoming
van dubbel werk.

Wat in ‘betrekking tot de Comnniissie voor ‘den Zui d-Afrikaanschen Handel is ‘gzegd, geldt voor’ talrijke andere ‘vereenigi:ngen en mu’tatis mutan-
dis ook voor cle organisaties van industrieelen,
lii nd’bouwers, voor de scheepvaart, enz. De documen-
tatie op den centralen anibtehijken voorlichtingsdienst
moet z66 volledig en z66 up to date zijn, dat de ge-
noemde organisaties er niet het minste belang ‘hij
hebben, zelf een dergelijk archief aan te ‘houden. Een
vlotte samenwerking tusschen ambtelijk apparaat en
vrije maatschappelijke vereenigingen moet er voorts toe leiden dat zonder eenige vertraging ook de even-
tueel nog ‘bij cle organ:isaties inkon’encle vragen om
inlichtingen kunnen worden beantwoord. En aan ‘den
anderen kant zal het contact, dat do organisaties van
belanghebbenden zelf met het buitenland hebben, van
grooten invloed kunnen zijn op den ‘arbeid van den
Voorlichtingsdienst, i,nd i en deze goed ‘is georgani-
seerd en cle leid ing open ‘voor suggesties van buiten. Een nauwe samen’werlci ng tusschen ‘liet gansche he-
d rijfleve’n en den Econom i schen Voorlichtingsdienst
zal het dubbele werk tot een min imumn terugbrengen
en de efficiency tot een, zoo hoog mogelijk peil op-
voeren.

Ook op dit gebied behoeft niet alles persô bij den
Centralen Voorlichtingsdienst te worden ‘gecentrali –
seerd. Een organisatie, die in Den Haag is gevestigd,
staat er al weer gansch anders tegenover dan een,
wier zetel in de provincie is gevestigd. Voor de Ka-
mers van Koophaidel geldt hetzelfde, niet alleen in
dèzen zin, dat zij een zeker minimum van gegevens
ook zelf moeten aanhouden, maar vooral in dIt op-
zich’t, dat speciale gegevens, ‘betrekking ‘hebbende
O
een specifiek clistrictsbelang, in ‘vele gevallen het ‘best dloor de ‘betrokken Kamer’v»an Koophandel kan wor-
den bijgehouden. Nemen wij bv. ‘de emeeritelijke be-
lastingen, de tarieven van gemeente’bedrijven en de
havengelden. Waar kunnen deze ‘beter dan bij de daar-
voor meest aangewezen Kamer van Koophandel wor-
den verzameld en op eerste aanvrage onverwijld ter beschikking van ‘den Economischen Voorlichtings-
dienst worden gesteld? Ongetwijfeld zal een 1)ehOOr-
lijk onderzoek ook aan het licht brengen, dat voor-
lichting onitren t bui tenlan dsche havenpolitiek, om-
tren,t vrachten, omtren t scheepsruimte, het beste hij
de Kamers ‘van Koophandel te Rotterdam en Amster-
dam Icami worden verstrekt. Maai- richtsnoer bij een
g’oed, werkendi voorliohtin’gsapparaat is alweer, dat in
zoodanig geval de Economische Voorlichtingsdienst
hetzelfde werlc niet ook nog eens verricht. Voorts moet
op dit gansche terrein een geest van vlotte samen-

592

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Juli 1931

werking en toegankelijkheid voor wederzijdsche wen-
ken de rest doen. Dit geldt zoowel bij de leiding van
den Voorlichtingsdienst als bij die van de particuliere

organen en semi-of ficieele lichamen.

Wij •hebben voor het laatst de vraag bewaard hoe de
Economische Voorlichtingsdienst op doeltreffende
wijze aan zijn ‘buitenlandsche inlichtingen komt. on-
verbiddelijke noodzaak is, dat onze diplomntieke en
consulaire aïbtenaren in geregeld en direct contact
met den leider van den Economischen Voorlichtings-
dienst staan. Vrees, dat deze leider de goede ver-
sandhouding met andere landen zou kunnen ver
storen door aan gezanten of consuls onhandige op-
drachten te geven, behoeft niet te bestaan. Het
spreekt vanzelf, dat diplomatieke stappen, om b.v. een
discriminatie en betrekking tot de toepassing van de
cl ou ane-wetgeving in het buitenland opgeheven te
krijgen, uitsluitend van den Minister van Buiten-
lancische Zaken moeten uitgaan. Maar waarom zou de

leider ‘van den Economi schen Voorlichtingsdienst
onzen vertegenwoordigers in het buitenland niet kun-

nen verzoeken
0
1)
korten termijn alle gegevens te ver-

strekken, waaraan deze dienst behoefte heeft? En
waarom zouden onze diplomatieke en consulaire amb-
tenaren niet op hun beurt alle wijzigingen in de bui-
tenlandsche wetgeving, die van economisch belang
zijn, direct aan den Voorlichtingsdienst in D.en 1-laag
kunnen adresseeren? Wanneer de Minister van Bui-
tenlandsche Zaken, voor welk doel ook, behoefte ge-
voelt van deze gegevens gebruik te makefl staat hem
dit even vrij als elk ander Departementshoofd.

Maar, zal men ons tegemoet voeren, hoe moet er nu
gehandeld worden, indien een onzer vertegenwoordi-

gers in het buitenland de bouwstoffen voor den Voor-
lichtingsdienst op onvoldoende wijze verzamelt of
toezendt? Ook hier lijkt ons de oplossing niet twij-
felachtig en is ons bescheici: zoodra het er om gaat
een diplornatieken of consulairen anïbtenaar op ‘zijn
plichten te wijze, moet zulks door den Minister van
Buitenlandsche Zaken ‘geschieden. Maar dit zal tot de
uitzonderingen behooren, indien bij de organisatie ‘van
den nieuwen Economischen Voorlichtingsdienst voor-
af zekerheid wordt verkregen, dat ‘bij voldoende acti-
viteit onze voorposten in het buitenland de ‘vereischte
gegevens knnen verstrekken en weten wat van hen
verlangd wordt. Ook kome vast te staan dat ‘het Mi-
nisterie van Buitenlanclsche Zaken in gevallen, dat de
leider ‘van den Econoffiischen Voorlichtingsdienst over
den ‘gepresteerden arbeid niet tevreden is, er niet voor
terugdeinst, onverwijld den betrokkene van ‘s Mirris-
ters gevoelen te doen blijken. Wanneer men zich maar meer en meer bewust wordt, dat wij niet hebben negen los van elkaar werkende Ministeries, maar een Regen-
ring, ,die een eenheid is en wanneer den verschillen-
den ambtenaren, voor zoover zij het niet zelf beseffen,
maar wordt duidelijk gemaakt, dat zij schakel zijn in
één 1groot administratief geheel, dan kunnen in de
practijk cle gevallen, waarvoor men het begrip ,,con-flict” misschien zou mogen gebruiken, tot een mini-mum worden terugghracht.

Nu weten wij wel, dat ‘de vrees, ‘dat een doortastend
regeeringsbeleid in clezen moeilijk te verkrijgen is,
juist voor de Oommissie-Posthuma aanleiding is ge-
weest, ‘het te bereiken’ doel liever langs particulieren
weg te ‘bevorderen. En Ide moeite ziende, waarmede de
Regeering in tal van problemen tot een snelle en door-
tasteude beslissing komt of eigenlijk niet komt, ‘doet
ook ons wel vreezen, dat het langs den door ons uit-
gestippelden weg minder spel tot een eenheid zal ko-
men dan langs de door de Commissie-Posthuma uit-
gestippelde banen. Maar indien de Begeerin’g dien
weg niet op wil en dus den Economischen Voorlich-
tingsdienst als ambtelijk apparaat wil zien gehand-
haafd, dan moet zij heenstappen over haar vrees om te regeeren en zal zij over tal van schromelijk over-
dreven bezwaren in eigen boezem tegen het concen-
treeren van den Voorlichtingsdienst op een der D-

partementen moeten heenstappen. Er zullen heel wat
heilige huisjes moeten worden omgeworpen. Vermag
het Kabinet ‘den grond voor den nieuwbouw niet te
effenen, dan zal er van den ambtelijken Voorlichtings-

dienst niets terecht komen.
De tijd om door commissies of ambtenaren deze
zaak nog verder te doen voorbereiden, is voor’bij. ‘Het
Kabinet, de Ministerraad, neme deze zaak in handen
en schrijve aan de verschillende Regoerin’gsdiensten
duidelijk voor, op welke wijze zij dan ‘geconcentreerden
Voorlichtingsdienst thans wenscht te zien ingericht.

MOLENAAR.

DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN

NDERLANDSCH.lNDIË.

Des pereert niet.

In onganstige economische omstandigheden als ‘de
tegen”.voordige, is men allicht genei’gd alleen duister-nis te zien en geen acht te slaan op verschillende licht-
punten, ‘die overal aanwezig zijn, doch ‘bij de alge-meen heersc’hen’de vertwijfeling niet voldoende de
aandacht trekken. Zoo kan men over Nederlaudsch-
Indi.ë thans niet veel anders dan uiterst pessimisti-
sehe beschouwingen vernemen en wordt iedere meer
optimistische, opvatting slechts met schouderophalen
begroet. Naar onze meening ten onrechte, ömdat uit verschillende feiten ldan worden afgeleid, hoe sterk het weerstandsvermogen van ‘dat land is en hoeveel
gunsti’ge factoren er zelfs nog in den huidigen toe-stand zijn aan te wijzen. We zullen trachten een en
ander’ in het ohdervolgende aan te toonen.
Vergelijkt men de handelsbalansen van de laatste
drie afgeloopen kalenderjaren, dali krijgt men •het
volgende resultaat iû 1000-tal’len KG. ‘bruto-ge-
wicht
1):
1928

1929

1930
Invoer ……………..
2.816.196

3.356.027

2.819.896
Uitvoer ……………..
9.612.311

10.117.557

9.957.379

Ui’tvoersald

………..
6.796.115

6.761.530

7.13Z.483

terwijl het ove.rzicht in duizen’dtallen guldens ei
aldus uitziet:
1928

1929

1930
Ïuvoer

………………
964.093

1.057.712

833.381
Uitvoer ……………..
1.580.575

1.442.674

1.203.046

Uitvoersaldo ………….
616.4S2

384.962

369,665

De overgang van 1928 op 1929 ‘heeft zich hierdoor
gekenmerkt, dat het uitvoersaldo in gewichtshoeveel-heicl ongeveer gelijk bleef, doch in waarde zeer sterk,
namelijk met pl.m. 230 millioen gulden, daalde. Dit
resultaat was het gevolg van de volgende reeds in de
voorafgaande jaren aan ‘den ‘dag ‘getreden omstandig-heden. Invoer zoowel als uitvoer vertoonden Ibeide de
tendens om in gewichtshoeveelheid krachtig te stijgen.
Doch tegelijkertijd deed zich het voor de geheele we-
reld kenmerkende verschijnsel voor van een algemeene
prijsdaling. Deze daling openbaar’de zich ten aanzien
van Nederlandsch-In{ië in belangrijk stericere mate
bij ‘den uitvoer ‘dan bij den invoer. Het resultaat was
een relatief snellere toeneming der invoerwaarde ver-
geleken ‘bij ‘clie der uitvoerwaarde, met als gevolg een
voortdurende daling van het uitvoersaldo in ‘guldens.
Eindelijk vertoonde de uitvoerwaarde in 1929 een
daling vergeleken met ‘die van ‘het voorafgaande jaar,
terwijl de invoerwaarde was blijven omhoog gaan; ten-
gevoige’daarvan liet het u.itvoersaldo in geld in 1929
een extra-seherpcn val zien. 1-let begon al meer en meer de aandacht te trekken
en bezorgdheid te wekken, dat aldus de in ‘geld uit-
ged rukte saldi oj5 ‘d.e handelsbalans steeds minder be-
gonnen. te worden. Vroeg of laat môest, indien de uit-
voer niet opnieuw een ,,Aufschwung” te zien zou
geven, het nöodzalcelijke redres plaats vinden door een

1)
De in dit artikel vermelde statistieken zijn ontleend
aan publicaties van liet Centraal Kantoor voor de Statis-
tiek te Weltevreden.

ii

1 Juli 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

593

aanpassing van den import aan den export, dus door
een relatief grootere vermindering van de invoer-
waarde. Dit zou op tweeërlei wijze kunnen plaats vin-
clan: ccii vermindering van den invoer naar het ge-

wicht tegenover een weer intredende toeneming van
den uitvoer, c.q. een sterkere afname van de ingevoer-
cle gewiehtshoeveelheid vergeleken ‘bij het blijven
dalen van de uitvoerhoeveelhei.d, en, geheel los daar-
van, een voortaan sterkere prijsdaling der importarti-
kelen dan van de exportgoederen.

* *

Het merkw’aardige is, dat 1930voor het eerst een
verbetering van het gewichtssaldo op de handelsbalans
te zien heeft gegeven. De gewichtshoeveelheid van den
invoer daalde toen, ‘geheel in afwijking van vroegere
jaren, vrij belangrijk, namelijk met een 536,009 KG. en die van den uitvoer met slechts ongeveer 160.000
1(0. liet gevolg was derhalve een stijging van het
uitvoersaldo van 1929 op 1930 met omstreeks 376.000
1(0., dus met 534! pOt. 1-let saldo in guldens is van 1929 op 1930 weliswaar nog iets teruggeloopen, nl.
met ruim
f
1.5 millioen, doch dit is reeds een zeer be-
langrijke vooruitgang ten opzichte van de verminde-
ring 1928-1929, welke meer dan
f
230 millioen be-
droeg. Men kan op grond van een en ander zeggen, dat het jaar 1.930 voor het eerst een begin van aan-
passing te zien heeft gegeven aan de malaise.

De in liet laatstverloopen jaar voor het eerst aan
den dag getreden meerdere elasticiteit van den Ne-
derlandsch-Indischen invoer is ook hierom een ge-
lulckig verschijnsel, dat daardoor het geidwezen ge-
zond en de wisielicoersen op peil zullen kunnen blij-ven, zoodat Nederlandsch-Indië gespaard zal blijven
voor de rampen, die in ‘het bijzonder uit een bederf
van ‘den monetairen toestand voortvloeien. Andere
anden, •die in veel opzichten een overeenkomstige economische structuur hebben als onze Oost en die
derhalve Qp soortgelijke wijze van den crisis te lijden
hebben, zijn ‘heel wat minder gelukicig geweest. Zoo
is Australië, waarvan de welvaart evenals •die van
Necl.-Indië berust op ee.n vrij beperkt aantal grond-
stoffen en voedingsmiddelen – speciaal wol en tarwe

-, verplicht geweest zijn geidwezen los ‘te maken van
den gouden etandaard en •daarunede de deur open te
zetten voor een voortdurende verzwakking van zijn
wisselkoers en inflatie van zijn ‘bunuenlandsch ruil-
middel. Dit land tracht nu liet gestoorde evenwicht
te herkrijgen door den invoer zooveel mogelijk tegen
te gaan met behulp van neer ‘liooge invoerrechten van
prohi’bitieve strekicing, verboden en bepalingen, in-
plaats van den normalen weg te volgen van verlaging

der veel te hooge arbeidsloonen ifi het binnenland.
Ook andere landen ondervinden ten dccle overeen-
komstige moeilijicheden, zooals Canada en Argentinië,
die voor hun welvaart zeer sterk van hun graan af-
hangen, Brazilië en Oolumbia, die op hun koffie,
Bolivi.a dat op zijn zilver en tin, Mexico, liet’welk’voor
een belangrijk deel op zijn zilver is aangewezen.
Voorts ondervindt Perzië ‘door de verstoring van zijn
‘handelsbalans zooveel moeite, dat liet zijn toevlucht
heef t genomen tot de zeer krasse maatregel om zijn
baitenlandschen handel ‘deels te monopoliseeren in
handen van den Staat, deels over te laten aan parti-
culieren, dodh dan met de bepaling dat geen invoer
mag plaats hebben dan op uitvoercertificaten van 20
pOt. van de waarde der uitgevoerde goederen, welke
aan exporteurs worden afgegeven. Op deze wijze hoopt
Perzië het evenwicht in zijn handelsbalans, en daar-
door in zijn betalingsbalans, te herkrijgen, maar het
is zeer de vraag of dit gelukken zal.

In Neclerlamisch-In dis worden dergelijke moei lijk-
lieden in liet geheel niet ondervonden en zullen zij zich ook niet voordoen. Een bewijs te meer van de
intrunsieke economische Icraclit van ‘dit land.

Een aanpassing van cle prijzen van de invoerarti-
‘Icelen aan die van ‘de exportgoecteren hieef t echter bij
lange na nog niet plaats gevonden. Op ‘heiderlei ge-
bied is een prijsdaling aan den dag getreden, doch
deze is voor den uitvoer veel sterker geweest ‘dan voor
den invoer, zoodat de koopkracht van Nederlan’dsch-
Indië daardoor zeer belangrijk is lenadeeld. Hoe
groot liet verschil in prijsdaling van beide: groepen van producten wel is, ‘blijkt duidelijk uit de grafiek
en de volgende inclexcijfers van groothanclelsartike-
len
1):

1913 1926
Dec,
1930
Jan.
1931
Febr,
1931
Mrt,
1931

Invoer
100 165

139

138


Uitvoer
100 159

79

73

72

72

Het juiste verloop dci’ prijzen zou eigenlijk nog veel
nauwkeuriger tot uiting komen iii ,,gewogen” index-
cijfers. Deze zijn van een 12-tal uitvoerartikelen (na-
tuurlijk de voornaamste) door liet Centraal Kantoor
voor de Statistiek te Weltevreden ‘berekend en daar-
uit blijkt een nog sterlce’e prijsdaling dan het gewone

1)
Bij dcii uitvoer-indcx moet in aanmerking worden genomen, dat liet artikel petroleum daarin niet is opge-
nomen, omdat het indexeijfer slechts betrekking heeft op
20
uitvoerartikeleu in den groothandel te Batavia Soera
ba.ja en Seniarang. Was genoemd ProduCt wel in aannier-
king
genomen, dan zon-bedoelde index, althans voor
1930,
honger zijn uitgevallen.

594

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Juli 1931

indexcijfer laat zien, als men in aanmerking n m
eet

dat cle gewone index voor 1028
0
125 stond. De ge-

wogen index, welke voor het jaar 1928 op 100 is ge-
stelcI, geeft het volgende verloop:

1925 1928
Dec.
1930
Jan.
1931
Febr.
1931
Mrt.
1931

Uitvoer
157 100 55 53
51.
50

T
an
den invoer is een zoodanig indexcijfer niet be-
kend.

De reden van de enorme gaping tusscheu cle prijs-

niveau’s van i ii- en uitvoer is niet ver te zoeken
wegens de geringe undustrialisatie van Ned.-inclië
berust cle welvaart van dit land, voor zoover clie niet
bestaat uit cle consumptie van eigen producten, u.i t
den uitvoer van grondstoffen en voedingsmiddelen
tegen den invoer van industrieele tussehen- of eind-
producten. Het is een bekend feit, dat de catastro-
phale prijsddltng in de huidige crisis zich liet eerst
en het ergst heeft voorgeclaa.n bij cle eerstgenoemd
cle goederen, terwijl de laatstgenoemde het laatst
en het minst zijn getroffen. Volgens liet oordeel van
zeer velen stuit een prijsverlagmg van industriepro-
ducten in hoofclzaalc op de rnoe.ilijldieicl, dat in de
landen, waar deze •gemaalct worden – en dat zij ii
hoofdzalcelijk cle moderne landen, waar de sociale wet-
geving en loonstijging als gevolg van vakvereeni-
gingsactie liet meest voortgang hebben gemaakt – de
op •de industrie rustencie sociale lasten (vooral de
hooge bonen) weinig neiging tot daling vertoonen.
Dit maakt het begrijpelijk, dat cle Ned.-i.ndische in-
voerprijzen zooveel hooger zijn gebleven clan cle uit-
voerprijzen. In zooverre zou men zelfs kunnen zeggen,
dat onze Oost ten deele slachtoffer il geworden van
de speciale sociale toestanden in Europa en Amerika.

Naar onze meening is in cle hier gescietste ont-
wikkeling van zalcen een belangrijke prikicel gelegen
van een latere wecleropbeving. Liet groote verschil
tusschen cle beide prijsniveau’s bewijst, dat het NecL-
Indische economische leven momenteel in dit opzicht
onder een abnormaal sterken druk staat, clie juist
wegens de sterkte daarvaii alle elementen van cciie
reactie in zich bevat. Het maatschappelijic leven, het-

zij in onzen Oost, hetzij elders, kan op den duur niet
blijven staan onder de pressie van een sterke prijs-
clali rig van gronclstoffeu en voedingsmiddelen, clie
slechts op een afstand wordt gevolg(l door een ver-
mindering van cle prijzen van goederen, waarin veel
onwrikbare hooge arheidsboonen zitten. Vroeg of laat moet cciie assim ilat:ie van prijzen plaats vinden, het-
zij door een hennieuwcle waardestijging van de grond-
stoffen en voedingsmiddelen, hetzij dooi een scherpe
daling van de prijzen der industr.ieele artilcelen, waar-
door een hetero evetiwichtstons tand wordt ‘her ei kt.
Vermoedelijk zal de werkelijke gang van zaken een
middenweg tusschen de beide uitersten vormen. 1-let
wil ons voorkomen, dat liet in de tweede plaats ge-
noemd verschijnsel zich eerder zal voordoen dan liet
in de eerste plaats vermelde en dus ook vroeger zal
bijdragen tot een herstel van den normalen toestand.

Voor de door ons hier bedoelde reactie is voor Ned.-
Indië naar onze meen ing een stericere stimulans aan-
wezig dan elders. Wij meenen. zulks af te mogen lei-
dcii uit de Necl.-Iixlische groothancl.eTsstatistielc, op-

gebouwd uit de in- en uitvoerprijzen, vergeleken met cle .statistielc van de groothandelsprijzeu van andere
landen, en waaruit blijkt, dat de daling van het Ned.-
Indische indexc.i.jfer achterstaat hij alle andere. Be-
doelde achterstand, welke veroorzaakt wordt door de
Indische invoerprijzen, werpt een scherp licht öp de
abnormaal groote hoogte dezer laatste prijzen. Wij
geven de volgende cijfers, docli stellen daarbij uit den
aard der zaak liet voorbehoud, dat er geen te volstrelc-
te waarde aan mag worden toegekend, omdat de index-
cijfers ‘van de onderscheidene landen op niet geheel
overeenkomstige wijze zijn samengesteld. Voor Ned.-
Indië zijn de cijfers, zooiibs gezegd, gevonden door combinatie van die van clan invoer en. van den n it-

voer:

1913

1926
Dec.
1930
Jan.
1931

Neil .-Incli6 ………….
100

159

126

124

Nederland ………….
100

145

107

105
Engeland: ]loard of Tracle

100

148

109

107
The Statist …….
100

150

102

101

Ver. Stteu ………..
1.00

152

121

118
(Juli 1914)

i3ritsch-Incli6 ………..
100

148

101

Uit deze cijfers blijkt wel, ‘hoe langzaam liet niveau
van cle Necl.-Inclische groothanclelsprijzeu met liet

overeenkomstig niveau in andere landen meegaat.
De blijkbare achterstand van liet Ned.-Ïnd.ische
niveau dier .groothanclelsprijzen, vergebeicen ‘bij die van
de andere landen, welke zich ‘heef t voorgedaan on-
danks het feit, dat daarin mede verwerkt zijn de zoo
sterk gedaalde LlitVOeXpri.izen,.is ten. dccle verklaar-
baar door de afgelegenheid van onze.n Oost, waar-
door cle transportkosten der invoerproducten zoo
hoog lijn, doch geeft tevens liet reëht om aan te nemen, dat de ractie in den vorm van versnelde
daling, zeer zeker zal moeten volgen. De afuemende
Icoopicracht in Necl -indië is er eenerzijcls een waar-borg voor, terwijl anderzijds oolc vertrouwd niag wor-
den., dat een verlaging van de procluctielcosten en
vooral van cle arheidsloonen iii cle landen vanwaar de
Indische import-artikelen afkomstig zijn, slechts een

kwestie van tijd is.

1

let is een gelukkige onistand.ighei cl, dat Ncd.-Inclië

veel minder dan een Westersch land lijdt aan het ver-
schijnsel, dat cle cletailprijzen sterk achterblijven bij
cle daling van de groothanclelsprijzen. Dit blijkt uit
de volgende inclexcijfers van klein’hanclelspr.ijzen:

Dec.
Jan.
Febr. Sirt. April
Land of stad
:

1.913

1926
1930
1931
1931

1931

1931

Nedcrla.ndsch-Inclië:
ci. Kosten van ceni-
ge

belangrijke

Ic-
vensbehoeften

Iii-
lancische

bevolking
op Java en Madoe- ra:
alleen beding

..

100
174
131 126
1.20

113
andere artikelen
.
100
174
150 152 152

1,52 1 en
2.
alle artikelen. 100
174 133
128
122

116

5.

Uitgaven v. een-
ge

belangrijke

le-
vensbehoeften Euro-
peesch gezin
I.

alleen voeding

. .

100
:108
155
1.50 1.52

152

:150
2.
net-voeding

100
139 135 135 135

135

135
1 cii 2.
alle artikelen 100
103 151
1.52
149

149

147
(1911/’13)
Ainsterclaiit

…….100
168L

157

154


(Juli ’14)
Engeland

………100
164
141
138
Ver.

Staten

…….100
161 137

l3omda4J:

(Juli ’14)
ci,

17

artikelen

. . .

100 152 116
lii.
(Juli’14)
b.
24
artikelen … 100

155 1.22 119
1.)
Nieuwe serie.

Een vergelijking met ‘het buitenland levert uit clan
aard der zaalc altijd gevaren
01)
wegens eventueele
afwijkende wijzen van samenstelling van het indexcij-
fer. Toch is het wel treffend om op te merlcen, dat
het verloop der detailprijzen voor de Inbandsche ‘be-
volking gunstiger is dan voor de Westersche landen
i
en tegenwoordg ongeveer overeenkomt met dat te
Bom’bay, een Oostersche stad dus.
Wij meenen voor deze onderlinge afwijkingen de
volgende verklaringen te mogen aannemen. Het is
een ibelcend feit, dat liet geringe aanpassingsvermo-
gen van cle cIetailirijzen aan ‘cle groobhandelsprijzen
in Westersche banden voor een groot ‘deel ‘geweten
moet wo:iclen aan liet feit, dat de daarin verwerlcte
irheiclsboonen zoo langzaam dalen.
In de Westersche landen ‘bestaat namelijk een zeer

1 Juli 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

595

‘wijd
vertakt, d kwijls zelfs ‘te uitgebreid distributie-
stelsel, dat door cle wirvstnemingen Van ondernemers-
clistribuan ten reeds veel kost en prjSOpdri’e1)dl werkt.
T
anneer
men daarbij bedenkt, dat in deze distributie
zeer veel aan arbeidsloonen zit, clie in tijden van alge-
mcciie prijsdaling moeilijk meegaan, wordt {le stroef-
heid van de detailprijzen in bedoelde landen voor een

groot deel begrijpelijk.
Van Ned.-Indiö kan in de eerste plaats worden e-
zegd, dat het geen krachtig georganiseerde arbeiders-
organisaties kent en dat dientengevolge de bonen in

clepressietijclen gemakkelijk verlaagd worden. Reeds
hierdoor vinden de detailprijzen aldaar niet zooveel
weerstand op hun weg naar omlaag. In de tweede
en waarschijnlijk voornaamste plaats is de zeer sterke
daling van cle kosten van levensonderhoud der bevol-
king een gevolg van de omstandigheid, dat de Inland-
sche bevolking voor het grootste deel zijner consump-
tie-artikelen’niet van een groot clistributiestelsel ge-
bruik maakt. Zijn voornaamste levensbe’hoêften, clie
p cle voeding betrekking hebben, verkrijgt cle .L.nlancl-
sche consument, voor zoover hij ze zelf niet produ-ceert, door koop of ruil uit zijn eigen naaste omge-
viog, als gevolg van de moeilijkheden, welke liet
transport in Ihdië over eenigszins groote afstanden

nog altijd ondervindt.

aar
dus de afstand tus-

schen producent en consument gering is, volgen de
detailprijzen. cle verlcoopprijzen van den producent
geniakicelijic. Dit blijkt dan ook wei cluidelijic uit
cle indexcijfers ‘van de levensbehoeften betreffende
de voeding alleen, welke zijn gebaseerd
01)
de prij-

zen voor rijst, mals, cassave, bataten, aardnoten,
kedelee, karbouwvleesch, ged roogcle vi sch, kippen-
eieren, klappers, klapperolie en zout. Deze bedroe-
gen, uitgaande van het getal 100 in 1.913, in 1926
174, om te dalen tot 131. in December 1.930 en
zelfs 113 in Maart 1931. Nu moge de goede oogst van
1930 ‘hiertoe hebben meegewerkt, zulks neemt niet
weg, dat cle voortdurende sterke daling ‘van den laat-
sten tijd zelcer niet uitsluitend daaraan kan worden

geweten.
Geheel anders staat het met de consumptie-artikelen
die de bevolking niet uit haar eigen omgeving, doch
van buiten lcrijgt. Hier zijn eensdeels casu quo de
transportkosten overzee (afgezien van de onwrikbare
arbeicisloonen in de vreemde productielanden) en an-
derdeels de dure vervoerkosten van de Indische ha-
vens naar liet binnenland oorzaak ‘van een moeilijke
prijsdaling. Zulks blijict uit de indexcijfers, welke
voor Maart 1931 nog op 152 staan. Echter zijn deze
artikelen, die in den index slechts bestaan uit petro-
leum en lucifers, voor ‘de Inlancische huishouding
relatief van zoo ondergeschikt belang, ‘dat zij het
algemeene indexcijfer weinig beïnvloeden en buy, in Maart jl. niet hooger hebben ‘kunnen brengen dan tot
116. Voor petroleum kan verder als oorzaak van een hoog blijvenden prijs worden aangewezen de min of
meer monopolie-acht:ige positie van dit artikel, voor
zoovr ‘het bestemd is voor verlichtingsdoeleinden ten
‘behoeve van cie inheemsche bevolking in Necler-
lanclsch-Indi ë.
In tegenstelling tot ‘de Inlandsche bevolicing ‘heb-
ben de W’esterlingeri op verre na niet zooveel van een
daling van detai.lprijzen kunnen profiteeren. Het in-(lexcijfer betreffende een Europeesch gezin stond in
April jL nog op
150
voor voeding, op 135 voor niet-
voeding en op 147 voor beide tezamen. Waar een der-
gelijk gezin niet, zooals dat van een Inlander, zijn
verbruiksartikeleri hoofdzakelijk uit liet binnenland
betrekt, doch ze evenzeer uit liet buitenland verlcrijgt,
Ican op de beteekenis ‘van bedoelde cijfers meer licht
worden geworpen ‘door de artikelen van bei,derlei soort
te scheiden en daarvan den loop dei prijzen na te
gaan.. Wij maken daartoe gebruik ‘van de geregeld ge-
publiceerde indexcijfers ‘van verbruiksartikelen van
in’heemschen en uithcemschen oorsprong te Batavia,
welice er als volgt uitzien )
1)
Vergelijk ook de grafiek op
blz. 593.

1913 1926
Dec.
1930
April
1931
i,iiheeuiscIie ici’bruiksarti-
kelen

100 169

147

138
Uit’heernschc verbrit iksarti-
kelen

…………….
100

148

139

138

Men zou aanvankelijk wellicht hebben verwacht,
dat cle uitheemsche goederen een veel hooger cijfer
zouden aanwijzen dan cle inheemsche, ‘omdat in de
prijzen van eerstgenoemde zooveel Westersche arbeids-
bonen en hooge vervoerskosten zitten, doch dit is
niet het geval. Eerst in April vertoonen cle beide in-
dices een gelijke hoogte; voordien stonden die van de
uit’heemsc’he artikelen weliswaar hoog, maar die der
inheemsche ‘belangrijk hooger. De voor Europeanen
bestemde in’heemsche consumptie-artikelen ondergaan
namelijk een sterke prijsverhoogirig door ‘het ver-
voer van het land naar cle stad en ‘ook, omdat zij nu
eenmaal gekocht worden door personen met een veel
hoogere koopkracht dIa!) cle Inlanclers. Het typisch
dlualisme in liet koloniale economische leven van ‘cle
Testersche
en de Oostersche sfeer open’baart zich ook
hierin, en wel niet alleen
,, in het ‘verschil tusschen cle
prijzen ‘van ui’theemsche artikelen, door Europeanen verbruikt, en van inheemsche producten ‘door Inlan-
ders geconsumeerd, maar ‘ook in het onderscheid tus-schen ‘de koopsommen, weilce door ‘cle utheemschen
eener- en de inheemschen anderzijds worden besteed
voor gebruiksartikelen van denzelfcien aard.

Do vorengemelcle prijsstatistiek der in- en uitheem-
sche verbruiksartikeleri, welke ons in April ji. de in-
dexcijfers 138 en 1.38 aangaf, geeft echter op zichzelf
nog geen vericlaring ‘voor het in die maand aan den
da’g getreden veel hoogere cijfer van levensonderhoud
van een Europeesch gezin ‘voor zoover dit de voeding
alleen betreft, t.w. 150. De oplossing van ‘deze schijn-
bare tegenstrijdligheld is echter hierin gelegen, dat de
un’clexcijfers voor voeding van een dergelijk gezin
uit den aard der zaak ,,gewogen” zijn in dien zin, dat
bèhalve cle prijzen cle± artikelen ook cle maandelijks
verbruikte hoeveelheden in aanmerlding worden ge-
nomen, en dat door dat systeem een, overwegende betee
keus toekomt aan verschillende ‘veeteelt- en tuin-
bouwproclucten, clie bijna alle nog ongeveer 1,00 pOt.
‘hooger zijn ‘dan in 1.913 en dus ieder ‘voor zich nog
op pl.m. 200 staan. Van het voor ‘dezen voedingsundex
genomen totaal bedrag aan uitgaven per maand, dat
in Februari ji.
f
99,82 ‘beliep, kwam
f
34,6234 op
melk en runcivleesch en
f 11,’- op vruchten, zoodat
voor
f
45,62%, of bijna de ‘helft der totaaivoeding een
prijshoogte van 100 pOt. ‘hoven ‘liet niveau van 1913
viel te hoeken. Dat voor ‘deze niet name genoemde
artikelen de prijzen ‘zoo ‘bijzonder hoog bleven, wordt
meer ‘begrijpelijk, als men bedenkt, dat, in afwijking
van cle ‘in- en uitheemsche zuivere landbouwproduc-
ten, zooals tarwe ‘en rijst, de artikelen van veeteelt
en tuinbouw in Ned.-In’dië niet aan overproductie on-
cler’hevig zijn geweest en daardoor de ‘daling van het
algemeehe prijsniveau liet moeilijkste volgden.
De ‘groote hoogte van de icosten der levensbehoef-
ten van een Europeesch gezin, vergeleken bij die van
de Inlanclers moeten ‘du’s, behalve aan de hierv’oren
genoemde redenen ‘van ‘hooge arbei’dsloonen en dure
transportkosten, ook geweten worden aan ‘genoemde
veeteelt- en tuin’bouwartikelen van inheemsc’hen oor-
sprong. Deze hoog blijvende kosten leveren echter
voor het totale Ned.-hndisc’he economische leven geen
bezwaar op wegens het zeer ‘gering aantal in onzen
Oost wonende Europeanen en de groote koopkracht
van dit deel der bevolking. MTa
ar
het op aan komt, is,
dat de ‘detailprijzen niet drulcken’d zijn voor de in-
heemsche bevolking en deze kwestie geeft ‘geen reden
tot klachten.
*
*

Afgezien van de hiervoren aangeduide feiten zijn
er nog versc’hi 11 en de andere oinstan d igheden, welke
in den tegenwoordigen crisistoestand als zeer hoop-
gevende factoren kunnen worden beschouwd. Voor-

596

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

1 Juli 1931

eerst geldt als zoodanig de geringe sterkte van de or-

ganisatie der werknemers, Inlanders zoowel als Euro-
peanen, en de groote soepel’heid der bonen, welke
daarvan het gevolg k. Telkens en telkens bereiken ons
berichten van loon- en salarisvermin der i ngen van
particulieren, terwijl ook de ambtenaren er aan moe-
ten gelooven. ‘Hoe pijnlijk dit proces is voor de be-
trokkenen zelf, ‘hdt lijdt geen twijfel, dat daardoor
de productiekosten gemakkelijker zullen dalen en de
afzet bevorderd wordt. Een belangrijk en zeer gunstig
verschil met den toestand i.n ‘Europa kan in dit op-
zicht worden geconstateerd.
Voorts verbruikt cle inheemsche bevolking nog
altijd een belangrijk deel eigen producten of artike-
len, in do locale omgeving voortgebracht, waardoor
haar vatliaarheid voor de gevolgen der internationale
crisis zeer belangrijk getemperd wordt. –

Eindelijk kan van de Indische exportbedrijven wor-
den gezegd, dat zij tot cie best ingerichte ter wereld
behooren en derhalve cle crisis met de minste moei-
lijicheden zullen doorstaan. Hierbij komt dan nog dat,
omdat de Indische u i tvoerproducten grondstoffen en
voedingsmiddelen zijn, die bovendien een typisoh tro-
pisch karakter bezitten, de afzet daarvan naar elders
– in de eerste plaats naar de landen der gematigde
luchtstreken – meestal weinig of geen moeilijkheden
van invoerrechten on der’s’ nclen. Een belangrijke uit-
zondering is weliswaar de suiker, doch voor de an-
dere producten gaat bedoelde regel hoofdzakelijk op.
Alles bijeengenomen zijn er zooveel gunstige facto-
ren ir den economischen toestand van Nederlandsch-Indië aan te wijzen, dat dit gebied gerekend kan wor-den te behooren tot de landen, welke er in deze crisis
relatief het beste voorstaan. De oorzaken van de In-
dische malaise zijn meer extern dan intern en dit wet-tigt de verwachting, dat bij eenige internationale op-
leving bedoeld ‘gewest zich snel zal herstellen.

Mr. D. J.
HULSHOFF POL.
‘s-Gravenhage.

DE INDISCHE MIDDELEN OVER MAART 1931.

De in het bijgaand overzicht vermelde Lancismidde-
len brachten in het ‘afgeloopen kwartaal
f
118.3 m/ni
op, tegen
J
139.3 m/m in de overeenkomstige periode
van 1930, of
f
21 m/m minder.
Verdeeld over de onderstaande middelengroepen,
kan deze totale achteruitgang, als volgt worden ge-
splitst, nl.

Belastingen ………………
.f
10.3 m/m
Monopolies ………………,, 3.3

Producten ……………….,,

3.3
Bedrijven

……………….,,

3.1
Allerlei middelen ………….,, 1.-
Bij de belastinggroep komt van de hierboven ver-
melde mindere opbrengst 0.4
mlm
‘voor rekening der kohierbelastingen en
f
9.9 m/m op die der indirecte
belastingen.
Tan
de kohierbelastingen brachten cle inkomsten en
vennootschapsbelasting, b
enevens
de landelijke in-
komsten resp.
f
0.48 m/m,
f
1.86 m/m en
f
0.25 m/Jn
minder
01)
clan over Jan/Maart 1.930; de personeele
belasting en de verponding kwamen resp.
f
0.02 mfni
en
f
2.17 mIm boven de ontvangsten over hetzelfde
tijdvak van 1930 uit.
In de verslagmaand werd, wat de vennootschaps- en
inkomstenbelasting benevens de landelijke inkomsten
betref t resp.
f
0.28 m/m,
f
0.03 m/m en
f
0.09 m/m
minder ontvangen dan in Maart 1930; de ontvangsten aan personeele belasting en de verponding bedroegen
in Maart 1931 resp.
f
0.02 en
f
0.08 m/m meer dan in
‘dezelfde maand van 1930, waardoor de totaal ont-
vangsten der kohierbelastingen in verslagmaand bij
die van Maart 1930
f
0.3 m/m ten achter ‘bleven.
Bij 1/4 der jaarraming bleven de ontvangsten aan
personeele, inkomsten- en vennootschapsbelasting, be-
nevens die der landelijke inkomsten resp.
f
0.47 m/m,
f272 m/m,
f
6.63 m/m en
f
7.49 mJm ten achter; al-

leen do verponding bracht
f
1.29 m/m meer op dan
werd geraamd.

Bij de indirecte belastingen valt gedurende verslag-
maand, een algemeene verdere daling der ontvangsten
te consta toeren.

De ontvangsten aan in- en uitvoerrechten bleven
met inbegrip der sedert den aanvang van dit jaar ge-
heven wordende opcenten resp.
f
1.45 mfm en
f
0.31
m/m ‘beneden die ‘van Maart 1930 en 3.55 m/m en

f
0.66 mfm beneden 1/12 der jaarram:ing. Over het af-
geboopen kwartaal werd resp.
f
6.34 m[m en
f
1.1
m/m minder ontvangen dan over dezelfde periode van
1930; bij 1/4 der ramin’g ‘bleven de ontvangsten resp.

f
11.35
m/m
en
f
2.02 mfm ton achter.

Aan accijnzen werd over Maart
f
0.68 m/m min-
der ontvangen dan in dezelf cle maand 1930, over
Januari t/m Maart ‘bedroeg het nadeelig verschil

f
1.07 m/m. Vergeleken met resp. 1/12 en 114 der
jaarraming, vertoonen ‘de ontvangsten een mindere
op’brengst ad resp.
f
0.58 m/m en
f
2.14 rn/m.

De accijns op petroleum bracht in de afgeloopen
drie maanden
f
0.30 m/m minder op dan in hetzelfde
tijdvak 1930; voor do lucifersaccijns en die op tabak
en gedistilleerd vertoonden de
cijfers
een nadeelig ver-
sch.il met 1930 van resp.
f
0.71 mfm en
f
0.06 m/m.

Ook het statistiekrecht bleef zich in dalende lijn ‘be-
wegen. De opbrengst over verslagmaand bedroeg

f
0.11 mfm minder dan in Maart 1930; ‘op ‘het einde
van het kwartaal was in totaal
f
0.43 mini minder
ontvangen dan in het overeenkomstige tijdvak van
1930. Bij de overeenkomstige ramingscijfers ‘bleven
de ontvangsten over Maartf 0.15 m/m en over ‘het af-gloopen ‘driemaandsch tijdvak
f
0.52 m/m ten achter.

De slachtbelastingen brachten eveneens minder op
dan in 1930. In Maart van dit jaar werd
f
0.15 m/m
minder ontvangen dan in Maart 1930; tot en met
Maart ‘bedroeg het nacleelig ‘verschil
f
0.18 m/m. Ook
ten opzichte van 1/12 en 1/4 der raming vallen na-
deelige ‘verschillen to constateeren en wel resp.
f
0.24
mfm en
f
0.47 m/m.

Het zegelrecht bracht .in verslagmaand
f
0.5 m/m
minder op dan in Maart 1930; de opbrengst tot en
met Maart ‘bleef
f
0.79 m/m beneden die van hetzelfde
tijdvak 1930. Bij de raming over één resp. drie maan-
don bleven de ontvangsten
f
0.60 m/m en
f
1.99 m/m
ton achter.

De geheele groep der indirecte belastingen ‘bracht
over het afgeboopen tijdvak van dit jaar
f
1,8.50 m/m
minder op dan werd geraamd.

Bij de monopolies valt, met uitzondering van liet
zoutmonopolie, eveneens een achteruitgang der ont
vangsten te constateeren.
De opiumregie bracht in verslagmaand en in het
afgeloopon driemaandseli tijdvak resp.
f
0.75 m/m en
f
2.09 m/m minder op dlan in 1,930, voor den pand-
huisdienst ‘bedragen de overeenkomstige cijfers resp.
f 0.66 en 1.27 m/m.

Voor deze diensten bleven de ontvangsten resp.

f
0.86 mfm en
f
0.44 m/m ton achter bij 1/12 der jaar-
raming, de n’adeelige verschillen met 1/4 der raming
bedragen resp.
f
2.28 m/m en
f
0.83 mjm.
De ontvangsten van het Zoutmonopolie bedragen in
verslagmaand
f
0.25 m/m meer dan in Maart 1930;
de kwartaabontvangsten komen
f
0.04 m/m uit hoven die van het eerste kwartaal 1930.
Zij overschreden in verslagmaand 1/12 der jaarra-
ming met
f
0.13 mfm; ‘de totale ontvangsten ‘bleven
echter
f
0.45 m/m ton achter bij 1/4 der raming.
Bij de productengroep bedroegen in verslagmaand,
met uitzondering van het tinmiddel, alle ontvangsten
minder dan in Maart 1930.

Het tinmiddel vertoont wegens meerderen verkoop
in verslagmaand een meerdere opbrengst van
f
0.20
m.m; tot en met Maart werd echter fl.62 mfm min-
der ontvangen dan in 1930; bij de desbetreffende ra-
mingen ‘bleven de inkomsten resp.
f
1.41 m/m en

f
4.33 mfm ten achter.

1 Juli 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

597

De steenkolenmijnen brachten in verslagmaand

f
0.08 mini minder op dan in Maart 1930; voor het
afgeloopen driemaandsch tijdvak is het nadeelige
er

schil op
f
0.14 m/m te becijferen. Bij 1/12 en 114 •der
raming bleven de ontvangsten resp. j 0.43
aiim
en

f
2.25 mjm ten achter.
De ontvangsten ‘der goud- en zilvermijnen in Ben-
koelen ‘vertoonen eveneens mindere opbrengsten en
wel over versla’gmaand
f
0.04 miin, over het drie-

maancisch tijdvak
f
0.12 mim.
De ‘verschillen met de

rarning over één maand r.esp. 3 maanden, ‘bedragen

f
0.04 m/m en j 0.12 mum.
De ontvangsten van het Boschwezen bleven in ver-

sla’gmaand
f
0.45 mum beneden die van Maart 1930,
tot en met deze ‘maand bedroeg het nacleelig verschil

f
0.75
mim.
De overeenkomstige ramingscijfers be-

droegen’f 0.8 m/m en
f
2.68 m/m meer ‘dun werd ont-
vangen.
Het caoutchoucbedrijf vertoont eveneens een ver-
deren achteruitgang. Over verslagmaand werd
f
0.16

mum minder ontvangen dan in Maart 1930; tot en
met deze maand ‘bedroeg het nadeelig verschil met de
overeenkomstige periode van 1930
f
0.55 m/m. Bij
1/12 en 1/4 der jaarraming bleven cle ontvangsten
resp.
f
0.15 m/m en
f
0.84 mum ten achter.
De opbrengstell der kina-onderneming vertoonen
eveneens een ongunstig ‘beeld.
De verschillen met de opbrengst in Maart en tot
cii met Maart 1930 bedroegen voor ‘dit middel resp.

j 0.08 m/m,
f
0.09 mirn, die met de raming
f
0.08

ai/m en
f
0.24 ‘m/m.
Bij de ‘bedrijven werd de achteruitgang voorname-
lijk veroorzaakt door de mindere ontvangsten van de
S.S., en Tramwegen, ‘benevens die van den P.T.T.-
cl ienst.
De mindere ontvangsten in versl,agmaand, verge-
leken bij die van Maart 1930, bedroegen voor S.S. en
Tramwegen
f
1.08 m/m; voor ‘het afgeloopen drie-
maandsch tijdvak komt men tot een achteruitgang
van
f
2.21 in/na, terwijl deze cijfers resp.
f
2.75 in/in

en
f
7.09 in/in bij de overeenkomstige gedeelten der
jaarraming ten ac’hter iblevep.
Van ‘liet bovengenoemd ‘bedrag ad
f
2.21 m/m komt
j 1.43 in/in ‘voor rekening van het Jav’ahedrijf en wel

f
0.69 mini als gevolg van minder goederenvervoer,

f
0.71. m/m wegens mindere ontvangsten uit het rei-
zigers- en ‘bagagetrausport en
f
0.03 m/m wegens
mindere opbren’gst der neven’bedrijv en.
De ontvangsten van den P.T.T.-dienst ‘bedroegen in
verslagmaand
f
0.22 in/in minder dan in Maart 1930;
tot en met die maand werd het nadeelige verschil op

f
0.46 in/in becijferd. Ook bij de overeenkomstige ra-mingscijfers ‘bleven ‘de opbrengsten ten achter en wel
met 0.48 in/in en
f
1.25 in/m.
Vod’r de diverse on’derdeelen, laat zich liet nadeelig
verschil ad
f
0.46 mim als volgt splitsen:

mindere opbrengst posterijen ……….
f
0.11 m/
na

teiegrafie ………., 0.35
telefonie ………. ..0.09
meerdere opbrengst andere ontvangsten .,, 0.09

De ontvangsten gedurende ‘verslagmaand van het
Bavenwezen en den Baggerdienst vertoonen beide een
hoogere op’brengst dan in de maand Maart 1930 en
wel resp. van
f
0.35 na/in en
f
0.08 m/m. Op het einde
van het eerste kwartaal 1,931 was evenwel resp.

f
0.26 in/in en
f
0.39 m/m minder ontvangen dan in
de overeenkoinstige periode ‘van 1930. Vergeleken ‘bij 1/12 ‘der raming bleven ‘de ontvang-
sten van het Havenwezen daarbij
f
0.07 m/m ten ach-
ter; die van den Ba’ggerdien’st gingen
f
0.18 m/m
daarboven uit. De totaalontvangsten over het eerste
kwartaal 1931 overschreden 1/4 der raming niet

f
0.63 m/m ‘bij ‘liet Havenwezen; die, van den Bag-
gerdienst bleven
f
0.19 m/m daar beneden.
De dienst voor W. en E. bracht in de maand Maart

f
0.1,9 m/in meer op dan in 1930; de ontvangsten ‘der
Landsdrukkerij bedroegen
f
0.06 in/in meer. Voor ‘het

af’geloopen driemaandsch tijdvak komt men ‘bij W. en
E. tot een meerdere opbrengst van
f
0.10 in/in; de

ontvangsten der Lan’clsdrukkerj over deze periode
beliepen
f
0.06 m/m meer dan in het eerste kwar-

taal 1930.
Met 1/4 der jaarraming vertoonen bovengenoemde
bedrijven beide een nadeelig verschil en wel resp.

f
0.40 in/in en
f
0.40 na/in.
i)e groep allerlei middelen bracht in de afgelon-
pen maand
f
0.57 in/in minder op dan in Maart 1930;
voor liet tijdvak Jan./Maart ‘bedraagt liet nadeelig ver-
schil’f 1,.- in/in.
Een vergelijking met de jaarraming is over het
eerste kwartaal bij deze groep niet mogelijk.
Het nadeelig verschil op het einde van verslag-
maand ad ji.- mini wordt gevormd door meerdere
en mindere opbrengsten der onderdeelen. Zoo bedroe-
gen o.a. de ontvangsten uit mijnconcessies
f
0.01

‘m/m, uit boeten en verb,eurdverklaringen
f
0.02 m/m,

die der Wees- en Boedelkamers
f
0.09 m/m, ‘der school-
gelden
f
0.07 in/m meer, terwijl ‘die uit afstand van
grond
f
0.03 m/m, uit ‘heffing van gesloten’ werkover-‘
eenkomsten
f
0.11 m/m, uit afkoop heerendiensten in
de buitengewesten
f
0.43 in/in, uit loods- en ‘bakengel-
den
f
0.1,9 m/m en uit de ‘groep diversen
f
0.36 m/m
minder bedroegen dan in het overeenkomstig drie-
rnaandsch tijdvak van 1930.
De overige cijfers dezer groep geven wegens de ge-
ringe verschillen geen aanleiding tot afzonderlijke
bespreking.
Tenslotte zij nog opgemerkt, dat alle middelen te-
zamen, op ‘het einde der verslagperiode ‘bij het 1/4 ge-
deelte der jaarraming
f
63.47 m/m ten achter bleven.

Hiervan komt
f
35.05 na/in op rekening der belastin-
gen, waarbij dient te worden aangeteekend, ‘dat

le
ko’hierbelastingen eerst later in liet jaar ruimer ple-
gen te vloeien.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

HET VRAAGSTUK VAN DE ELECTRICITEITS-

VOORZIENING IN BELGIË.

De 1-leer Ro’bert J. Lemoine te Brussel schrijft ons:

Een zoo bij uitstek industriëel en kapitaalkrachtig
land als België moest aan het electriciteitsvraagstuk
wel bijzondere aandacht wijden, ‘te meer waar zijn be-
zit aan waterkracht voor opaekking van electriciteit
vrij gering is. De aanwending van alle waterkrach’t-
reserves ‘voor opwekking van electriciteit zal nauwe-
lijks penige verandering brengen in de onderlinge
verhouding met de andere bronnen voor idrachtopwek-
kaig:

Gas van hoogovens ……210.000
K.W.
Kolen ………………1.560.000
Water ………………15.000

De kolencentrales zullen langen tijd de eerste
plaats ‘blij•ven innemen, dank zij den rijkdom aan
steenkolen en de gunstig verspreide ligging der steen-
kolen’bekkens. Dit neemt niet weg, dat ‘liet land zich
zeer goed leent tot de aanwending van electriciteit:
de dic’htheid van de ‘bevolking, de sterke bevolkings-
agglomeratie, de ‘beteekenis van de industriëele cen-
tra, de nationale welvaart en de enorme kapitaalin-
vesteering in de productie, ‘vormen den grondslag
voor een Icrachti ge elec’triciteitsi ndu stri e.
In ‘dit artikel kunnen wij slechts den toestand na
den oorlog beschouwen en dan nog slechts van één
kant t.w. den wedijver tusschen de eigenproducenten
en de ‘distributiebedrijven in ‘liet kader van de binnen-
landsche productie-organisatie.
* *
*
Tot 1925 droeg het wettelijk stelsel voor de opwek-
king
i
ian electriciteit nog de sporen van de toestan-
den, die ‘bij ‘het ontstaan ‘van deze industrie hadden
geheersch’t. De electriciteit werd hoofdzakelijk als een
middel voor verlichting beschouwd. Derhalve werd
haar opwekking aan de ‘voor de distributie van gas

598

ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERICHTEN

1 Juli 1931

vastgestelde wettelijke voorschriften onderworpen.

Deze, overigens begrijpelijke overeenstemming tus-
schen gas en electrici teit verklaart, waarom cle ge-
meenten er toe overgi ngen cle elect.i’ici teitsbedrijven

01)
dezelfde wijze als cle gasfabrieken te exploiteeren,
daar beide bedrijven voor straatverlichting in aanmer-

king kw amen.

Bijgevoig werden cle gemeenten er door deze vet-
gevng toe gébracht om concessies te verleenen in den

vorm van monopolies, zoowel om in de ‘behoefte van
cle plaatselijke openbare bedrijven te voorzien als om
de levering van eiectrici tei t aan particulieren voor

verlichting en drijfkracht te verzekeren.

Dit stelsel bleek weldra onvoldoende in verband
met ‘de terugwinning van verloren warmtc in de
groote inclustriëele ondernemingen. Men heeft tal-

rijke distributiebedrijven zien ontstaan, die. zelf
warm tecentrales bezaten, terwijl cle groote fabrieken
tegelijl;:ertijd meer en meer cle verloren warmte
(stoomketels, gas, hoogovens) en kolen van middelma-
tige kwaliteit gebruikten, teneinde haar eigen stro.om

op te wekken.

ÏIet .i.s algemeen bekend, dat het ‘gebruik van dec-
triciteit op verschillende uren van den dag sterk
wisselt en dat hierdoor het vastieggen van kapitalen
wordt vereischt, welker rentabiliteit zeer gering is.
Zin 1027 bedroeg cle jaarlijksche capaciteit 12.116.000

:icw.u.
bij een werkelijk yerbruik van 3.160.000.000

K.W.U.,
dus nauwelijks een vierde, tengevolge van ht
zelfstandig optreden van ‘bijna alle centrales, die zoo
groot moesten zijn, dat zij tijdens cle spitsuren in de

behoeften konden voorzien.

:Di t ‘bracht een onvolcioenci rendement van cle ge-
investeerde kapitalen en een te hoogen kostprijs voor
de levering van stroom mede. De industrieën, clie zelf
stroom opwekten, hadden tengevolge van de techni-
sche voorwaarden voor cle aanwencl ing ‘hiervan, vaak
groote overschotten, clie zij tot betrekkelijk lagen prijs

konden verkoopen

De oplossing van dit vraagstuk zag men hierin, dat

den md ustriëelen producenten ‘zou word en toegestaan,
om tot ruil van stroom over te gaan, teneinde hun
capaciteit te verkleinen en om hen tevens te machti-
gen tot verkoop van kracht en licht aan cle verbrui-
kers. De geldende wetten evenwel, volgens welke de distributiebedrijven het monopolie over de wegen be-
zaten, verhinderden den aanleg van leidingen voor
aaneensluiting van de industriëele centrales en tevens
den verkoop in het klein. De toestand was dus als
volgt: eenerzijds verspreide maatschappijen, cl istribu-tiebedrijven, lioudsters van een feitelijk monopolie, clie
dit wensciten te behouden, anderzijds verschillende
ondernemingen, zooals kolenmijnen, hoogovens en glas-
fabrieken, clie hun eigen stroom opwekten, doch
tevens het overschot van cle hand wenschten te doen,
teneinde den kostprijs ‘te verlagen. In het eerste geval

wordt
de
verkoop van electriciteit als eenig doel be-
schouwd, in het andere geval heeft de stroom het

karakter van ‘bijproduct.
De capaciteit van ‘de eigenproclucenten bedroeg in
1014 434.000 KW. met een opwekking van
1.302.000.000 KWU.; ‘de distributiebedrijven hadden
een capaciteit van 153.880 KW., terwijl de industrie
de grootste afnemer van hun electriciteit was. In
1023 hadden de eigenprodacenten een capaciteit van
462.000 KW. en cle distributiebedrijven een van
438.000 KW. De strooinopwekking werd door onge-
veer 250 centrales met een gemiddelde capaciteit van
3.600 KW. verzekerd. Deze capaciteit was zeer ge-
ring, indien men de ontwikkeling van cle’groote cen-
trales in aanmerking neemt – van 40.000 tot 50.000
– waarvan de bouw werd overwogen en thans tot

uitvoering komt. –
Uit de rivaliteit tusschen de eigenproducenten en
de distributiebedrijven kwam in 1025 een nieuwe wet
tot stand. Deze maakte een duiclelijice onderscheiding
tussehen de levering van stroom voor verlichting en

voor motorkrachit voor geringe capacitei t eenerzijds,
en dien verkoop van, kracht voor grootere capaciteit
anderzijds.
De eerste kan het voorwerp vormen van een distri-
bu.tiemonopolie, toege]cend aan cie gemeente of, haar
concessonars. De tweede kan het voorwerp vormen
voor een zekere concurrentie en kan tevens cie ver-
bi ncl ing tusschen cle centrales tot stand brengen,
d.w.z. dat de e i gen prod ucenten voortaan het recht ver-
krijgen om op zekere voorwaarden gebruik te maken
van cle openbare wegen in concurrentie niet cle regie
of den coneessionaris voor dle distributie, teneinde
hun verschillende on cl eraf dccli ngen te verhi n den,
stroom bui ten de gemeente te vervoeren, voor levering
aan de in.d.ustrieële vei±ruikers of aan ondernemin-
gen, welke de regie of de concessionaris niet
Op
con-
cessievoorw’aarden op zijn net kan of wil adiislu i ten. Deze wet beteekende een njet te onticennen over-
winning voor cie groote i nciustrie, die in staat werd
gesteld om op voorcieelige voorvaarden haar electtri-ci iei t van cle hand te doen ; zij vormde het uitgangs-
punt voor de enorme ontw.ilckeling van de electrici-tei.tsindn.strie in België. De distributiebedrijven, clie
zich vereenigclen en gesteund werden door cie trusts
en hoicliogmaatschappijen ‘gingen tot fusies over om
aan ‘de concurrentie van cie eigen producenten het
hoofd te bieden, che hunnerzijd.s steeds grootere cen-
trales oprichtten en zich naïiw aaneensloten.
De volgende tabel toont den vooruitgang van 1023
tot 1028:
Capaciteit in België.
Distributiebedrijven Eigeiproclucenten Regie Totaal
(in 1000 K.W.)
1923
.

250

462

45

757
1928

660

770

St

1.511

In 1030 was cle capaciteit van de twee groepen: dis-
tri’butiebedrijveii en regie, eenerzijds, eigenproducen-
ten anderzijds, als volgt:
Capaciteit Productie

1KW.

R.W.U.
Tndustriëele centrales …..
900000 2.746.000.000 (61
pCt.)
Regie en distributiebedrijven
800.000 1.715.000.000 (39

Uit liet verschil tussehen de verhoudingen van ca-
paciteit en productie voor de twee groepen blijkt on-
middellijk liet veel grootere percentage uurben-u.tting
van de inclustriëele centrales. Daarenboven kan men,
door rekening te houden niet het feit, dat de indu-
strie het grootste gedeelte van de door de distri’butie-
hedrij ven opgeweicte krach t afneemt, aannemen, dat
83 pOt. van de verlcochte kracht met ‘hoogspanning
wordt geleverd voor industriëel gebruik. 1-let gehruilc
voor huishoudelijke doeleinden speelt nog slechts een
ondergeschikte rol bij het geheele verbruilc, doch is
niettemin van vrij groote heteekenis voor de distribu-
tiebedrijven. –
De nieuwe wetgeving leidde niet tot een goede ver-
standhouding tussehen de eigenproducenten en cle di-
stributie’bedrijven. De industriëelen trachtten de ex-
ploitatip van cle centrales te ontwikkelen, eenige be-langrijice installaties te bouwen en den stroom in het
groot aan de distributiebedrijven te verkoopen. Het
spree]ct echter vanzelf, dat deze laatsten hun verkre-
gen positie wenschten te behouden.

* *
*

In 1027-1028 benoemde ‘de regeering een commis-
sie, ,,Grands Travaux” genaamd, wier taak het was
oni volgens een vastgesteld programma het stelsel van
cle stroomen en de kanalen en dat van de opwelcicing
van cle eleetriciteit en van de stroomverdeeling te be-
stu deeren.
De Commissie kwam tot de volgende conclusies.
Het komt er in do eerste plaats op aan om het gas
van cle cokes- en hoogovens, cle slechte ‘brandstoffen,
den verloren stoom en warmte van de ovens volkomen
te benutten, indien men tot zeer lagen prijs electrici-
teit wil leveren. Het zou eveneens noocizakelijic zijn,
om den hydraulisehen druk, die van ‘de rivieren in

1 Juli 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

59

do Ardeiiricn verkregen kai

i wroiden en de kracht van
cle kunstiiiatige watervallen, welke zijn otstaan ui t
de verbetering van den loop van dc Maas, te gebrui-
ken. In dc warmtecentrales, welke de belangrijkste
zijn gebleven zou door centralisatie van de productie
verspi.iling kunnen worden tegengegaan en zouden de
bestaande 250 centrales door 5 centrales met groote
capaciteit vervangen kunnen worden., waardoor alleen
reeds een economisch verbruik van 50.000 K.W. pro-
cluctie-eenheden mogelijk is.

Behalve het technisch probleem, constateerde cle
commissie echter een economisch bezwaar, dat u.it den
weg geruimd moest worden. De wet van 1025 voorzag
in de uitwisseling van stroom volgens plaatselijke
overeenkomsten tusschen prod u cen ten en consumen –
ten, doch daar het stelsel van een vrije markt niet tot
ce.nc oplossi ng v in dit vraagstuk lei dde, moest hct
door een ander stelsel ‘vervangen worden. De cominis-
.siestelciedaaroin voor, de bedrijven van één streek in
groepen te veree.nigen. Deze reg i oiinle groepen brach-
ten echter nog niet de algeheele oplossing van het
vraagstuk, wan t cle basis van uitwisseling moet zoo-
veel mogelijk worden uitgebrei cl en door onderlinge
verbinding van de groepen moet de electrische kracht
naar gelang van de behoefte wederkeerig van de eene streek naar de andere worden gezonden.

ioe moeten deze regionale groejen en deze natio-
nale organisatie nu practisch tot stand komen? Fusies
en aarieensluitingen zijn niet mogelijk, daar cle aard
van de ondernemingen te verschillend is en de belan-
gen te veel ui teenloopen. Bovendien, zoo meende de
commissie, zou concentratie in clezen vorm leiden tot
een trust met monopolieneigingen, in strijd met cle
belangen van cle verbruikers.

Behalve door trustvorming kunnen de voorcieelen
van eenzelfde markt worden verkregen door de op-
richting van één onderneming, ivaari ii de belangen
van elk gewest gemeensnhappelijk behartigd worden.
De regionale on clernemi ng moe t alle producenten,
maar tevens alle verbruilcers, die gewoonlijk meer clan
1000 K.W. gebruiken, vereenige.n. De leden behouden
hun onafhanicehijkheid in dien zin, dat zij ook in den
vervolge in hun eigen ‘bahoef te kunnen voorzien en
electrischen stroom aan hun particuliere afnemers
icunmien leveren. Zij moeten evenwel alle overschotten
aan kracht, onverschillig of zij van tijcleiijlcen of blij-
veuclen aard zijn ter beschikking van cie groep stellen.

Deze overschotten worden tegen kostprijs geleverd; de
winsten na betaling van een ten opzichte van het ka-
pitaal zeer behoorlijice rente, worden daarna aan de
clee]hebbers terugbetaald, zoodat ieder belang heeft bij
een goeden gang van zaken van de groep.

De opwekking van electrici teit moest dus geleide-
lijk gereorganiseerd worden met behulp van regionale
aaneeusluit,ingen, die weer in een nationale vereeni-
ging worden opgenomen. Deze reorganisatie had fei-
telijic ten doel het ontnemen van de opweklcing ‘van
electrici tei t aan de cli stributi ebedrij ven, clie den
stroom in het groot van cie lioofdcentrales zouden
moeten betrekken. De verwezenlijking van dit plan-
heef t in België een Organisatie in het leven geroepen,
die, wat haar algemeen.e huilen betreft, veel overeen-

icomst vertoont met cle Engelscie, w’elke onder toe-
zicht va.n ‘den ,,Central Electricity Board” staat.

Tijdens de voorbereidende besprekingen over de wet
van 10 Maart 1025 trachtten cle afgevaardigden van’
d.e distributiebedrijven aan cle ind.uitr,iëelen in de
streek van Luilc en Charleroi, die zich reeds hadden
veree.uigcl, voorwaarden op te dringen, clie haar in
hare ontwilckelLng zouden hebben lelemnmerd. Zij ble-
ven op een ind.irect monopolie aandringen, doch voor-
al op het bghoucl van hun kleine centrales, clie in de
verbruikscentra verspreid lagen.

Nadat de plannen van de Commissie van cle
,,Grands Travaux” eenmaal bekend waren, stelden de ci istributiebecirijven en hun vereeniging pogingen in
liet werk tot liet verkrijgen van concessie voor de

hydroëlectrische stuwclammen en tot oprichting van
een algemeene ‘ereeniging, teneinde een absoluut mo-

nopolie te verkrijgen en de actie van cle eigenprodu-
centen

*
De voorstellen van. dle Commissie van cie ,,G’rands
Travaux” openden een tweede stadium in de geschie-
denis van de opwekking van electri citei t in België.
Dc in cl u striëelen-e i genproclu centen beijvercien zich om
deze voorstellen in toepassing te brengen met het ge-
volg, dat er in cle inclustriëele centra 2 plaatselijke
‘vereenigingen werden opgeric’ht: in Luik en Luxem-
burg en in iienegouwen (3 onderafdeelingen), dlie
op haar beurt cle Union Générale Beige d’Electricité
in het leven riepen.

De beginselen van cie Nationale Commissie van de
,,Grand Travaux” kondlen piet algemeen worden toe-
gepast, tengevolge van ‘den tegenstand van cie clistribu-
tiobedrijven. De i ml ustriöeien, gesteund door cle So-
fi na, bewu.st
van de voordeelen, welice te ‘behalen
waren uit cie cl oor de Comm issieaairhevolen aaneen-.sluitingen, ging geheel met haar conclusies accoord en
kende aan cle gevormde vereeniging dle zorg toe voor
dle reorganisatie van de productie van ‘alle ammgeslo-
ten leden, alsof het één exploitatie betrof.
De groep van distributiebedrijven daarentegen, clie
het beginsel van samenwerking, volgens welke consu- inenten en producenten gelijke rechten op de exploita-
t iew i nsten zouden hebben, ‘van cle hand wees en i.n
feite liet monopolie-beginsel van de productiemidde-
len en distributie ‘verdedigde, meende zich niet met
cie eischen van cie Commissie te kunnen vereenigen.
Deze tegenstelling leidde ertoe, dat de twee groe-
pen inclustriëelen en d istribu.tiebectrijven elk ‘voor zich
haar installaties tot opwekking van Icracht gingen
‘verbeteren en gelijictijd ig aparte organisaties voor sa-

menwerking oprichtten, niet ‘deze uitmondering even-
wel, dat er ii enkele bijzondere gevallen een toenadle-
ring tussc’hen i ndustriëelen en distributiebedrijven
Pl aatshacl.

:De belangrijicate en oudste vereeuiging van eigen-
producenten is clie van Luik.

Union Génërale 13e]ge d’Eleetricibi.
IJ.C.E. 1[enegouwen (3 groepen)

,,Livalux’.

Luxem-
Borinage Centrale Sambre Luik

burg

KW KW KW KW KW
Capaciteit v. d.
ver, centrales
136.000 64.000 167.000 234.000 51000
Aantal leden

56

45
Capaciteit

367.000
KW

285
000
KW
Kapitaal

Frs.
255.000.000

Frs.
207.000.000

De vereen.iging van cle streek van Luik en Luxem- burg, trouwens reeds véér den oorlog op coöperatieve
basis opgericht, telt onder hare leden: 14 metallur-
gische ondernemingen, 8 zink- en chemische fabrie-

ken, 11 ldole.nmijnen, 3 tramw’egmaatsc’happijen en 5
openbare clistr i bu ti eheci rij ven.

De verslagen van de ,,Linalux” wijzen er op, dat liet
door het systeem van de uitwisseling van stroom en
van de aanslu:iting der centrales reeds mogelijk was de volgende besparingen te verkrijgen: 27,9 pCt. op
de capaciteit, 13,5 pCt. op de productie; 35,5 pCt. op
liet geheele kolenverbruilc in afzonderlijk bedrijf, 32,1
pCt.
Op
werlcicrachten.

Do distributiebedrijven, gestimuleerd door de con-
currentie, begonnen een campa’gne tegen de hydro-
electrische centrales. De Sofina en de eigenproducen-
ten daarentegen lieten niet toe, dat hun concessie
werd verleend, hetgeen hun monopolie ‘zou versterken.
Tegen de beginselen van rationalisatie, deden de dis-
tributiebedrijven echter uitkomen, dat de nabijheid
van dc afnemers en niet de disponibele brandstof de beteckenis en de ligging van de centrales bepaalden,

waarbij zij die van 20.000 tot 30.000 K.W. als de ‘besten
beschouwden.

Maar de actie van de distributiebedrijven ‘bepaalde

690

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Juli 1931

zich niet alleen tot levendige polemieken: de voor-
naamste maatschappijen sloten zich onder bescher-
ming van de ,,Société Intercommunale Beige cl’Electr’-cité” door fusies en overeenkomsten aaneen om hoofd-
centrales
01)
te richten. De Iritercommunale Beige

d’Electricité, met een kapitaal van Frs. 200 millioen, controleert 10 distributiebedrijven en beheert 8 cen-
trales, met een capaciteit van 256.000 K.W.
Anderzijds kwamen de Centrales Electriques des Flandres et •du Brabant, – het tweede distributiebe-
drijf – door fusie tot stand. Zij zijn bovendien tot uit-
wisseling van stroom met cie centrales van de Inter-communale overgegaan. De capaciteit van haar cen-
trale te Langerbrugge ‘bedraagt 110.000 K.W. De cen-
trale te Schelle, welke wordt ‘beheerd door de Inter-
communale en de Société Interescaut, heeft een capa-
citeit van 500.000 K.W. De centrale te Narnèche, be-
heerci door de, regionale vereenigingen van eigenpro-
ducenten voorziet in een capaciteit van 500.000-

600.000
‘K.W.
Aan ‘beide kanten heeft de concurrentie dus een
aanzienlijken vooruitgang tot stand gebracht en is de productie ten opzichte van 1,013 verdrievoudigd. De
omzet van de Ateliers de construction électrique
wordt op Frs. 800 millioen geschat, en die van de
distributiebedrijven eveneens op Frs. 800 millioen. De tegenwoordige stijging van den omzet bedraagt
500.000 K.W.U. per jaar en men sc’hat, dat deze in de
komende periode jaarlijks nog 9 pOt. zai bedragen.
Men kan België volgens de voornaamste producen-
ten in twee gebieden indeeleri.

België A:
(industriëele provincies):

Overwicht van de industriëele producenten, die 65 pOt. van de krachtcapaciteit en 74 pOt. van de

krachtopwekking con troleeren.

Bel’gië B:
(landbouwprovincies):

Overwicht ‘van ‘de distributiebedrijven, ciie 79 pOt.

van de Icrachtcapaciteit en 73 pOt. van de krachtop-
wekking controleeren.
De opwekking in België A werd voor 82,5 pOt. ge-
reorganiseerd, waarvan 60 pOt, geheel op basis van de
voorstellen van de ‘Commissie van de ,,Grands Tra-
vaux” door de regionale vereenigingen ,,Linalux” en
1-lenegouwen, waarmede de Serma (Malmedy), de Elec-
tricité de l”Entre-Sambre-et-Meuse, de Intercommuna-
le Beige, evenals de regie van de stad L_uilc en van de
Association Liégeoise d’Einctr.icité verbonden zijn. De
Intercommunale vormt dus een ‘verbindingsschakel
tusschen proci ucenten en distri’butiebed rij ven.
Tot de gedeeltehic georganiseerde groepen (22i’
pCt.) •behooren ,die van Limburg, waarmede de voor-
naamste kolenmijnen in deze provincie zijn verbon-
den, die van Charleroi, welke weer clè ,,Gaz et Elec-
tricité clu Hainaut,” de ,,Sambre et Moselle” en
eenige kolenmijnen vereenigt. In België bestaan ver-
schillende groepen. van distributiebedrijven: 1) Inter
Brabant (4 centrales, waarvan 1 industriëele); 2)
Centrales Electriciues des Flandres et du Brabant (4
centrales in Vlaanderen) ; 3) Inter-Escaut (Electri-
cité Escaut et Intercommunale, centrale te Schelle).
* *
*
Uit het voorgaande ‘blijkt, dat, hoewel er ‘gedurende
de laatste jaren verscheidene organisaties werden op-
gericht, ten doel hebbende eeuheid te brengen in dc
opwekking en de distributie van electrische lcrac’ht en
deze te reorganiseefen, de coördinatie verre van vol-
maakt is, doordat bepaalde groepen langs elkander
heengaan zonder tot overeenstemming te Icomen en
doordat de concurrentie tusschen de ‘beide groepen
zeer groot is. 2.470 gemeenten beschilcken over een
net ; 210′ wachten er op.. 675 netten worden door cle
overheid ‘geëxploiteerd, •die hierin Frs. 690 millioen
heeft geïnvesterd.
België kan dus als bijna geheel geëlectrificeerd ‘be-
schouwd worden. Ondanks cle afzonderlijke overeen-
icomsten blijven twee standpunten tegenover elkaar
staan. Eenerzijds willen de industriëele producenten,

die het grootkapitalisme vertegenwoordigen, de op-
wekking van de electriciteit als die van een bijproduct
organiseeren en door onderlinge uitwisseling van
stroom bezuinigingen tot stand brengen, technische
verbeteringen doorvoeren, tijdens de spitsuren hydro-electrischei stroom gebruilcen, gas en steenkolen van
geringe kwaliteit aanwenden. Zij z.ijn dus voorstanders
van concentratie.
Terwijl de distributiebedrijven met eenige van deze
principes instemmen, willen zij een betrekkelijke de-
centralisatie behouden, ni. let oprichten van kleinere
doch talrijice Icrachteentrales, in de nabijheid van de
consumenten. Zij rijn als vertegenwoordigers van de
orthodox-liberale opvatting van de productie te ‘be-
schouwen.
De oplossing van het probleem hangt niet van deze
groepen af. Zij berust bij de banken en de holding-
maatschappijen, die zooals men weet, de feitelijke
zeggenschap over de productie in België hebben. Deze
instellingen he’bben •belangen bij beide groepen. De
deelnemingen van de ‘banken domineeren bij de zware
industrie; die van de ‘holdingmaatschappijen bij de
distributiebedrijven.
Het zeer ingewikkelde karakter van de deelnemin-
gen werkt overigens ‘hoogst verwarrend: minstens S
holdiugmaatschappijen – waaronder de Sofina – en
één bank hebben belangen in de Intercommunale
Beige, die zelf weer participaties heeft in holding-
maatschappijen en distributiebedrijven. Al deze ‘hol-
clin’gmaatschappijen zijn tot ruil van aandëelen overge-
gaan, en het is niet onredeljic te beweren, dat er op
overdreven wijze geïnvesteerd is in de holdingmaat-
schappijen, die met haar buitenlandsche dochteronder-
nemingen een goede ‘basis, voor bedrsspeculaties vormen.
De banken, én vooral de Société Générale de Bel-
gicjue, hebben groot belang bij een harmonieuse orga-
iiisatie van de opwekking van electriciteit in België
volgens de plannen van de Commissie van de ,,Grands
Travaux”, doch zij moeten relcening houden met de
belangen van de beurs- en de kapitaalmarict, die sterk
geïnteresseerd zijn ‘bij de distributiebedrijven. De or-
ganisatie zal dus langzaam en moeilijk zijn door te voeren en wellicht zal men niet tot een zoo intense
concentratie Icomen als de vijf bovengenoemde hoof d-
centrales zouden icunnen tot stand ‘brengen. De tegen-
woordige crisis vertraagt bovendien de uitvoering van
deze plannen als gevolg van den origunstigen toestand
op de kapitaalmarkten.
Het is evenwel zeer goed mogelijk, dat een zekere overkapitalisae en een potentiëele overproductie van
stroom, evenals het overwicht van de industriëele pro-
ducenten, versterkt door de toetreding van de zware
chemische industrie, eindigen met ‘het scheppen van
gunstige voorwaarden voor de uitvoering van de zeer
verleidelijke plannen, die zijn ,opgesteld overeenicom-
stig de voornaamste wenschen van het grootkapitaal.

AANTEEKENINGEN.

De conjunctuur in Duitschiand.
Volgens het jongste Icwartaalsbericht van het In-
stitut für Konjunkturforschung te Berlijn is de
daling van de conjunctuur in cle laatste maanden
niet zon hevig geweest als voordien. In de verbruiks-in dustrieën vond als reactie op een ‘gedeeltelijk zeer
sterke vermindering van het verbruik een kleine
opleving plaats. Dit is dan ook de reden, dat de
productie in enkele bedrijfstakken (textiel, schoenen)
iets is gestegen, waardoor ook cle algemeene productie-

index eenigszins kon verbeteren, zooals uit het hier-
nu der opgenomen conj u.nctuuroverziht blijkt.
De achteruitgang in de industrieën van productie-
middelen is iets verminderd. Oo]c op de arbeidsmarkt
is een verandering ten goede ingetreden. WTeliswaar i.s
de wericloosheid niet in overeenstemming met de sei-
zoensschommclingen gedaald, maar de voordien aan-
wezige tendens tot een verdere ‘verslechtering bestaat
niet meel’ in dezelfde mate.

1 Juli 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

601

Op het oogenblik zijn.door de aanhoudende span-
ning op de kapitaalmarkt, evenals door den gespannen
politieken toestan.d factoren in diet leven geroepen,
die een diagnose, dat de periode van een sterken terug-
gang van de productie als overwonnen kan worden
beschouwd, niet zonder meer toelaten. Temeer, daar de

exportvoorui.tzichten van de Duitsche industrie slecht
blijven en de vooruitzichten op toenemenden kapitaal-

invoer door de onrust nog ongunstiger zijn geworden.
De voorwaarden voor een opleving zijn niet aanwezig.
Het economisch leven zal dit jaar eerder nog in een
depressietoestand blijven.

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE DUITSCHLAND.

Productie
1),
Handel en Verkeer

Productie-index van



Buitenlandsche handel 8)
.-.
Scheepvaart-

Datum

0
verk. v. d. be-
langr.havens2
g

m
.

Invoer
Uitvoer



:3
otaa
Grond-
Fabri-
otaa

Grond-
.
Fabri-
,.
o
.-
c
0

CL
stoffen
katen
stoffen
katen

Gemiddelde van
1928
=
100
1000
in millioenen R.M.
83,2
87,6
86,6
84,6 81,8 95,6

1.030 518
167
774
166
563
256
2.766
2.793

78,9
96,5 82,7
76,7
69,5
80,4

834
412 114 868
228
596
+

34
3.190
3.183

1925 ………

1927
100,1
102,0
111,3 112,6 91,7
110,6

1.186
599
212
900 217
644 286 3.389
3.374 417,6

1926 ………

100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0

1.167 602
204
1.023
229
740
144
3.678
3.653
428,3
1928 ……. 1929 …….
101,4
108,3
113,8
112,5
100,9 90,5 1.917
1.121
800
189
1.124
244
819
+

4
3.637
3.598
445,5
1930 …….
83,6 94,7
82,5
80,5
83,1
90,3
3.140
866
459

150
1.003
204
753
+
137
3.671
3.644
380,3
Januari ’30
93,7
112,6 109,2
103,7
81,3
99,2
3.218
1.305
634
174
1.092 249
795
212
3.450
3.465
360,6
Februari
91,0
101,9
106,7 103,7
83,2
100,3
3.366
982
524
168
1.026 224
756
+

453.144
3.073 340,3
Maart
90,9
97,1
100,8
97,6
90,2
96,6
3.041
884
493
168
1.104
221
834
+
220 3.633
3.535
385,7
April
92,3

96,2
93,1
91,0
88,7
107,5
2.787
889 480
159
977
200
735
+

883.544
3.550
379,4
Mei
Juni
88,4
82,0
92,5 92,3
85,9 79,4
84,1 75,6
87,7
92,3 79,4 2.635
2.641 830
814
454
441 159
150
1.097
910
236
187
813
670
+
267
3.971 3.887
3.975
3.710
386,5

Juli
80,6
86,4
77,2
71,0
87,4
88,2
89,1
2.765
909
478 150
951
199 707
+
96

+

42,3.863
3.985 400,9 415,5
Augustua 79,6
88,7
73,8
72,9
89,7
81,8
2.883
795 437 137 971
185
740
+
175
3.936
3.942 415,5
September
78,8
90,7
67,6
66,1
85,2
82,1
3.004
736 396
133
1.001
195
762
+
265 3.730
3909
387,9
October
77,6
91,3
68,9
67,2
69,6
84,2 3.252
834 430
144
1.073
208 817
+
239
3.870
3.771
405,3
November
75,4
92,6 65,8
67,8
74,1
82,6
3.699 734
383
134 931
176
711
+
197
3.462
3.457 336,7
December
72,5 93,9
61,4 65,5
71,8
87,9
4.384
681 359 122
903
169 697
+
222 3.559 3.357 349,1
Januari
1
31
67,7 90,2
60,5
62,9
54,8
77,4
4.887
715
375
116 775
170 575
+

60
3.349
3.317
302,7
Februari
68,3 82,6 57,7 67,2
59,4
80,5
4.972
620
331 113
778
160
591
+
158
2.732
2.746
281,3
Maart 72,2v
82,0
56,1
66,1
64,6
83,5 4.744
584
297
111
867
172
662
+
283 3.223
2.250
329,4
April 74,0v
79,3v
54,6v
65,5v
90,5
4.358
679
368
115
818
160
620
+
139
326,4
Mei
4.067
1

600
311
1

783
f

1
593
+
183
1)
De indexcijfers van de productie zijn ontleend aan de publicaties van het Institut fiir Konjunkturforschung.
2)
Deze cijfers, ontleend aan
Wtrtschaft und Statistik, zijn voor de jaren
1925-1929
maandgeniiddelden.
3)
De cijfers
1925-1929
zijn maandgemiddelden. v) voorloopig.

Kapitaalmarkt’)

Effectenbeurs
Eissies 2)
m
Geldmarkt’)
Prijzen
0

lndexcijfer van
8
0
0 5)
0)
IT.Li
0

2


,.,nn-O
0


– 0

0
l

S
5)

5)
.5
É

VZ

0.0

=

,

– –

n v
2s5

0
o


n
-‘o
Cd
,,3
“‘0
0

-n

0

0)
.1


c’i
0
0
c0-0

0 0
0)0

().0
0
jV
0
=
0

,0o’0
f…
0
j0)

0

0.))
,n
0
‘J

‘0
Q
J)
U
ix E
120
0

1924-1926
=.100
in millioenenR.M.-

.

1913=
iïi4J

_3Y_
J!_
= 1001

1925

..
93
93
97
97 93 89

250
145
105
55 195 182 68
1.694

9,08
7,62
10,82 142

948
1926

..
109
118
121
97
121
113

510
381 129
82
428 310
200 3.185
5,31 4,91
6,57
134

1.003
1927

..
158
162 163 130 174 155

479a
361a
118
120
359 358
121a 4.693
6,05 5,49
7,82 138
148
472
1928

..
148
159 128
101
174
142
97,2
476b 354b
122
111
364
321
155h
6.990
6,74 6,54
8,22
140 152
665
1929

..
134 153 120
85 168 123
94,4
242e
213e
29 82
160
174
68e
9.016
7,68
6,87 8,97
137
154
821
1930

..
109
130
111
73
139
94 97,3
367
269
98
48
321
225
142
10.400 5,06 4,43
6,14
125
147
945
Jan.
’30
120
141
123
80
149
102
93,0
322
319
3
163 159
303
19
9.359 6,43 6,33
8,30
132 152
1.106
U’ebr.
121
143
123 82 148
102 94,1
433 277
156
34
399 337
96
9.548
6,36
5,54
7,41
129
150 1.103
l4aart
119
139 123
81
146
101
94,8
450
355
95
23
427
321 129
9.637 5,88
5,12
6,93
126
149
1.142
April
122
139 123 82 150 106
97,1
473
369 104
45
428 273
200
9.724
4,80
4,46
6,00
127 147
1.006
Mei
122 138
121
81
156
108
98,7
321
272
49 27
294 214
107
9.836
4,34 3,89
5,37
126 147
1.062
juni
116
135 118
78
151
100
99,2
753
247
506
21
732
175
578
9.912
4,04
3,58 4,96
125
148
853
Juli
110
129 112 73 142
94
100,0
419
378
41
94
325
346
73
10.008
4,46 3,40 4,73
125 149
977
Aug.
103 125 103
67
133 89
99,8
539 329
210
27
512
145
394
10.094
3,82 3,24 4,78
12

5
149
819
Sept.
.102
123
103
66 133 89
99,0
169
168
1
30 139
141
28 10.148
4,07
3,30
4,89
123
147
753
Dct.
96
117
97
64
125
83 96,8
180
168
12
46 134
161
19
10.191
5,22 4,66 6,23
120 145
849
ov.
92
114
93
61
119
81
97,4
164 164
-.
15
149
129
35
10.272
5,70
4,79 6,68
120
144
820
Dec.
87 112
92
58
111
78
97,8
178
178

33
145
152
26
10.400
5,66
4,83
7,36
118
142
850 Jan. ’31
82
111
86 54
100
74
99,0
301 301

75
226
273 28
10.767
5,10 4,75
6,70
115
140 1.085
f’ebr.
86
111
87
56 106
79
99,4
193
193

48
145
169
24
10.946 5,78
4,88
6,61
114
139
1.065
1aart
91
113
93
59 112 86
99,8
196 195
1
14
182 165
31
111.044
5,31
4,76
6,41
114 138
1.240
April
92 113
94
59 113
88
100,2
11.16515,88
4,65 5,95
114
137
972
Mei
83
108
85 53 102
79
5,64 4,65
5,90
113 137
956
1) De cijfers betreffende de kapitaal- en geldniarkt zijn ontleend aan ,,Wirtschaft und Statistik”.
2)
De cijfers van
1925-1929
zijn maand-
gemiddelden. Een scheiding tusschen privaatrechtelijke ondernemingen en publiekrechtelijke lichamen is voor Duitschiand uiterst moeilijk. Wij hebben getracht deze zoo zuiver mogelijk weer te geven.
3)
De cijfers hebben betrekking op het einde van de maand, resp. van het jaar.
a) waarvan
5,
b) 1, c)
2,
d)
19
buitenl. em. in Duitschland.

602

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Juli 1931

MAANDCIJFERS.

OVERZICHT VAN DE INDISCHE MIDDELEN
(In Guldens).

Maart

Jan/Maart

Overeenk.

1931

1131

periode
1930

Belastingen.
Pachten ………………….15.212

30.897

44.427
Invoerr.
mci.
Landsgoed. 5.088.282 14.577.801. 20.916.230
Uitvoerr.
mci.
Landsgoed.

441.077 1.268.698 2.371.452
Accijnzen …………….3.364.425

9.685.973 10.758.370
Andere ontv. T. U. en A…

23.665

61.587

85.305
Statistiekrecht ………….346.205

977.005

1.409.313
Personeele belasting ….

258.931

875.431

854.371
Inkomstenbelasting …….2.644.670 10.531.303 11.013.333
Vennootschapsbelasting..

536.253 3.865.076 5.721.099
Verponding …………..351.238

4.543.416

2.371.411
Recht van openb. verkoop.

306.398

767.327

675.860
Zegelrecht ……………846.942

2.348.116

3.141.370
Overschr. van vaste goed.

179.191

575.532

604.835
Recht v. succ. en overgang

22.019

60.314

110.910
Vergunning speeltafels ..

13.190

28.730

27.203
Slachtbel,astingen …….. .21 1.375.573 1.550.578
Bijzondere bel. buitengew.

13.965

36.610

32.674
lloofdgeld ……………7.1.40

12.663

16.089
Landelijke inkomsten….

79
.2.333 1.996.659 2.247.331
Belasting op loterijen….

1.6271

4.665

1.486

Totaal.;.. 15.631.284
»
5.623.376 63.953.647

Monopolies.
Opium excl. opiunifabriek 2.229.292 6.979.676 9.070.959
Pandhuizen ………….. 1.451.049

4.855.199

6.121.959
Zout …………………1.471.295

3.564.302

3.529.288

Totaal

5.151.636 15.399.177 18.722.206

Producten.
Kina en Thee …………7.080

7.080

101.732
Landscaoutclioucbedrijf

312.803

534.438 1.080.934
Boschwezeu …………..991.096 2.694.854 3.448.627
Goud en zilver ……….68.091

214.558

334.633
Banka-tin …………….2.229.777

6.572.143

8.196.550
Steenkolen ……………1.101.141.

2.330.270

2.475.184

Totaal

4.709.988 12.353.343 15.637.660

Bedrijven.
Havenwezen …………..1.285.399

4.683.592 4.939.791
Baggerdieust ………….455.615

646.778

1.032.546
Waterkrachten Electricit

323.771

415.547

316.351
Landsdrukkerj ………..66.200

86.004

27.382
Post-,Telegr.-enTel.dieust 2.472.193 7.612.960 8.068.948
Spoor- en Tramwegen…. 4.319.409 14.129.603 16.335.632

Totaal….
8
. 92
1
2.5871

0

.
5744841 30.720.650

Diverse middelen.
Aand. ijd. winstN.V. ,,Gem.
Mijnb. Mij. Billiton”


Aandeel i/d. winst van de
Javasche Bank ……..

…..-


Afstand van grond ……..187.385

1.512.73
Mijuconcessies ………….35.468

125.17
Boeten en verbeurdverkl

110.678

357.62
Leges en salarissen, ont-
vangen d. de griffiers
v/d. versch. rechtscoll

31.328

103.79
Heffing terzake van gesl.
werkovereenkomsten

22.253

76.30
Opbrengst d. Weeskamers

88.709

275.43
Kadaster …………….23.293

101.35
Ontvangsten van het
Gevangeniswezen

312.140 1.091.29
Afkoop heerendienst. B.G.558.117 1.277.76
Schoolgelden …………333.999 1.352.15
Ontv. groote ziekenin. richtingen en krank-
zinnigengestichten

101.846

272.59
lJk van maten en gew..

45.036

130.08
Verk. en verh. van huizen

194.599

573.71
Ontv. waterleidingen

34.965

113.54
Bakengelden …………198.777

668.62
Loodsgelden ………….272.019

750.96
Allerlei ……………..109.698

538.03

Totaal
” ….
1
2.660.3101 9.321.16

Totaal generaal…. 37.075.805 118.271.54

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N33.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.

iNed.fVrsch.

Disc. Wissels. 2 16 Mei ’31 Lissabon …. 7 2Juni’30

Bk.
BeLBinn.Eff.
2+16
Mei ’31 Londen ……2115 Mei ’31
inR.C. 2*16 Mei ’31 Madrid …… .19Juli ’30
Athene ……….9 2 Dec.’28 N.-YorkF.R.B. 11 7 Mei ’31
Batavia ……….
4+10
Mrt.’30 Oslo ……..4 8Nov.’30
Belgrado ……..5+28 Mei ’30 Parijs ……2 2Jan.’3.1
Berlijn ……….7 13Juni’31 Praag ……4 24Juni’30
Boekarest……..8 1 Apr.’31 l’retoria ….5 12Mrt.’3I
Brussel ……….2+31 Juli’30 Iloine ……..
5*19
Mei ’30
Budapest ……..7 16 Juni’31 Stockholm .. 3 6 Feb.’31
Calcutta ……..6 28 Mei
1
31 Tokio …….5.1 6 Oct. ’30
Dautzig ……..5 10 Oct.
1
30 Weenen
……7+16
Juni’31
Helsiugfors ……6 26Aug.’30 Warschau…. 71 3Oct. ’30
Kopenhagen 312 Nov:’30 Zwits.
Nat Bk.2
23Jan.’31

OPEN MARKT.

1931

II
1930 II 1929
II
1914

22127 1 15120 I 8/13

2318

21129 /
1
20/24
21 Juni

Juni
1
Juni
1
Juni / Juni

Juni

Juli

An,sterdani
Partic.disc.
1
15
.
,
36-I
7
f-1
1

lie
1
3
I42
1
116
514-1s
31J5_311
Prolong.

1_11
4
1 1
_1/4

114_2
1
/4
43/
4
_51I
3

211
4
_3/
4

Londen
Daggeld…
1I12-2
1
1
1-2
3
/4-2
3
/4-2
1
ij4-2
t
31J_51j1

1314-2
Partic.disc.
2116
2_
1
136
2113
3
_53
3

2
1
1i&_5/:is

2
3
/16-
7
/16
5
5116-
7
,16
2
1
14-
1
t1
4

Bert/In Daggeld.
. .
7-8
1
1
6112811
2

612-9
411_7
112-6
61,1 P/2

Partic.disc.
30-55 d…
7
7
7
5
3i1
7112

5690d…
7
7
7
5 3
1
12
7ij2
2
1
1-
11
Waren-
wechsel.
7
1
14_
1
1’3
7h14_
1
/
2

7.11
4

5_3/
4

331
4
_71
5

81J
4
_1/
3

Weu, York
Daggeld
1)

1
1
/2
3
/4
11J23J4

1
1
/2.3/4
11/5.3/4
Ii/22/4
10
1
/4
l/42/,
Partic.disc.
t
1 1 1
2_
1
/8
5112

1)
Koers van
26 Juni en daaraan voorafgaande weken t/m Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Da to
New
Londen
I

Bert/In
I
Par
ij
s
Brussel
Batai’la
York’)

23 Juni 1931
2.487/
1e

12.09%
59.03+

9.73
34.61
99i5/’
24

1931
2.487/
16

12.09
59.-
9.73
34.61+
99i5
25

,,

1931
2.4834
12.09i/
58.97+

9.73

34.61* 9915
/io
26

1031
2.48%
12.0a%
58.96*

9.72J
34.61
1/l8
27

1931
2.489/
jo

12.091
59.-
9.73
34.62
99t
5
/
29

1931
2.48
5
/8
12.09ij
59.-
9.731
34.62
99i5
Laagsted.w.l)
2.48
5
/18
58.94
9.72*

345711
99l8/
Hoogste d.w
1
)
2.48s/
12.092/
8

59.05
973f
34.63
22 Juni 1931
2.48
7
/
16

1 ‘2 , 08y
q

12.09
58
.99*
9.73
34.58
15

;

1931
2.48h
12.08
3
/1
1

58.95 9.73
34
.
5
8*
1
34.59
99
‘/16
Muntpariteit
2.48%
12.10%
59.26
9.75
1100

Data
ZwIt
serland
Weenen
Praaf
Boeka-
MIlaan
Madrid
.
)
r
)

23 Juni 1931
48.19
34.929
7.36

1.48+

13.01
24.50
24

1931
48.20 34 92%
7.36*

1.48
13.01
23.82+
25

1931
48.17
3 4.92 tJ
7.35f

1.48i
13.01
23.50
26

1931
48.15 34.95
7.3
6
+

1.48*
13.01
23.40
27

1931
48.07)4 34.95 7.36

1.48+


29

1931
48.07
34.95
7.36

1.48JI
13.01
2
3.
47
+
Laagsted.w.l)
48.04
34.87%
7.35

147*

12.99
23.20
Hoogsted.w’)
48.20
34.97%
7.37

1

1.49.
13.02
24.60
22 Juni 1931
48.19
34.92%
7.351

1.48*

13.01
23.80
15

,,

1931
48.241,
34.92%
7.36*

1.48*
13.00*
25.021
Muntpariteit
48.-
35.10
7.37111.488
13.09
1
48.52+

13

61
Stock-
Kopen-
o
t
0
Hel-
Buenos-
Mon-
holm’) hagen)
.’fj
Aires ‘i
treal
1)

23 Juni 1931
66.65 66.57+
66.57*
6.26
78)4
2.47
11
/
10

24

1931
66.65 66.55 66.55
6.25*
.

78)4

.
2.4811/
25

1931
66.65
66.55 66.55
6.25fr
79
2.473
26

1931
66.65
66.55 66.57+
6
.
2
5+
785/
8

2.481/
27

1931
66.65
60.57+
66.55*
6.
2
5*
787/
8

2.471/
8

29

1931
66.67+
66.57*
66.57
,

6
25+

803,
8

2.48
Laagsted.w.l)
66.57JI
68.50
60.50
6.24
77%
2.47
Hoogste d.w’)
66.67JI
86.60 66.60
6.27
81
2.48
7
/8
22 Juni 1931
66.65 166.55
66.55
8.25
77
2.475/
s

15

,,

1931
66.57*

66.5211
66.52JI
6.25*

75
7
/
9

2.47%
Muntpariteit
68.67
66.55
166.67
1

6.2611
95)4
2.48%

•)
1″loteering te Anlsteraam.
“)
Not. te hotterdam.
‘1
l’art. opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
v’
,
or van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

1.541.117 114.241
337.107
105.288
188.830
189.847
126.784

1.170.800 1.703.529 1.286.593

260.654
107.488
563.838 115.219 749.847
864.783 897.566
10.323.531
139.357.694

1 Juli 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

603

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

Data
Londen
1

($ per6)
Parijs
I’$ p. IOOfr.)
1

Berlijn
($

p. 100 Mk.)l($
Amslèrdâm
P. 100 gid.)

23 Juni

1931
4,864, 3,91
5
/1
8

23,75%
40,2534
24

1931
4,86
19
/
32

3,91
5
23,743,
40,25%
25

1931
4,86
17
/
33

3,91%
23,6334
40,245
26

1931
4,86
17
/
39

3
,91
7
/32
23,739/
4

40,2434 27

1931
4,86
25
/
33

3,91
7
/
33

23,7334
40,24
29

1931
4,86
3
/
33

3,91
7
/3
2

23,73%
40,23

30 Juni

1930
4,8515/
3,92%
23,83%
40,19%
!siuntpariteit..
4,8667
3,9011
8

23,81%
403j

KOERSEN TE LONDEN

Plaatsen en
Landen
INoteerings-I
eenheden
13
Juni
1931
20Juni
1
1931
22/27
Juni
’31
LaagsleIHoogs1
27
Juni
1931

Alexandrië..
Piast.
p.
Y,
9734
9734
97
7
/
19

979
1

9734
p.L
375
Bangkok….
Sh.p.tical
119%
1/10
1/9
1
/8
110
1
/9/8
Budapest
. . .
Pen. p.
£
27.871 27.87
27.84 27.00
27.871
Buenos Aires
d. p.$
34%
347/
8

3411/1

35′
358/
4

Calcutta
. . . .
Sh. p. rup.
1/5
25
/
32

15
49
/8
4

1
1
‘534
115
1
1,
1

11525/
33

Constantin..
Piast.p.0
1.025
1.025 1.025
1.025
0.025
Hongkong ..
5h. p.
$ 1134
101/
3

115/
8

1/134
1/0,,/16

Sh. p. yen
2/0
26
/
64

2/0
25
1
84

210
11
/
32

210
7
/
1

.2/09
4

Athene ……Dr.

Lissabon….
Escu.p. X
110
110
10934
11034
110
Mexico

….
$
per
£
9.95
9.90 9.80
10.00
9.90
Montevideo
.
d.per.f
29
Mi
2834
2934
2S34
Montreal

$
per
£
4.8781
9
4.88 4.87%
4.89%
4.881/
s

Kobe

…….

Riod. Janeiro
d. per I’,iiI.
3
18
,1
3
11
1
38/
9

37/
s

3
26
/
32

Shanghai …
Sh. p. tael
112%
1/234

.
1/234
1/4%
1/41/
9

Singapore ..
id. p.
$
213%
2/384
2/311j
21313/
16

2/3%
Valparaiso
).
$
per
£
39.91
39.94 39.86 40.00 39.95
Warschau ..
Zi. p.
£
438/
5

43s
436/
19

437/39
43/8
‘1 90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
9)

Londen’) N.York’)
Londen
22 Juni 1931..

1318/
16

287/
t

22 Juni 1931….
84111%
23

1931..

1334

2834
23

1931…..
84/1034
24

1931:.

138/
8

28s/
24

1931….
84/11
25

1931..

137/
16

25

1931….
84111
26

1931..

137,

287/
9

26

1931-..
.

84/11
27

1931..

1
3’/16

2934
27

,,

1931
.
..

84/11%
28 JUni 1930..

16

34s,
__
28 Juni 1930….
8510
27 Juli

1914.. 24″/
4

59
27 Juli

1914….

84/11
1)
in pence p.oz.stand.
1)
Foreign sliver in Sc. p.oz. line.
‘)ln sh. p.oz.fine

STAND VAN
‘.
RIJKS KAS.

Vorderingen.

1
1
5Juni

1931

1
23 Juni 1931

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
deriandsche

Bank ………………
t 42.314.289,79
1
47.778.568,11
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
736.754,59
,,

973.279,93
Voorschotten op uit. Mei, 1931 aan de

.

gemeenten verstrekt op voor haar
door de Rijksadminlstratle te heffen
gemeentelijke

ink.bel. en

opc.

op
de

Rijksink.bel …………………
,,

9.230.€38,30
,,

9.230.638,30
Voorschotten op uit. Mei, 1931 aan de
.

gemeenten verstrekt op aan haar
uit te keeren hoofdsom der perso-
neele belasting, aandeel in de hoofd-
som der grondbelasting, alsmede van
,,

8.639.819,14
,,

8.639.819,14
opcenten op die belastingen……..
Voorschotten aan Ned.-indië ………
..
79.571.569,25
,,

81.(07.685,42
Id. aan

Suriname…………………..
11.707.168,45
,,

11.596.96,88
,

6.646.353,40
Kasvord. weg. credietverst.ajh. buitenl
,.

99.037.037,12
,

98.056.108,35
Daggeldieeningen tegen onderpand..
2.000.000,-
1.000.000,-

Id. aan

Curaçao……………………6.587.663,67

Saldo der postrekeningen van Rijks-
comptabelen …………………..
21.539.258,71
,,

18.260.529,69
Vordering op

het

Alg.

Burg.

Pen-
..

sioenfonds’) …..
………………..
10.983.289,39

10.872.500,31
Vordering op andere Staatsbedrijven’)
,,

17.125.771,67
,,

17.165.771,67
V er p1
i
c h tin gen;

Schatkistbiljetten
1fl
Omloop ………
/178.814.000,-
/
178.814.000,-
Schatkistpromssen in omloop ……
,
74.040.000,-
74.040.000,-
,,

2.679.511,-
,,

2.641.956,-
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioen!.’)

.

..


Zilverbons
1fl
Omloop …………….

Id. a. h. Staat8bedrijf d. P., T. en T.’)
16.734.783,49 21.101.726,18
Id. aan andere Staatsbedrijven’) …….1.102.111,61
,,

1.148.811,21
Id. aan diverse Instellingen’) ……..
..
3.856.404,77
3.877.763,81
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE SCHULD.
20 Juni 1931
1

27 Juni 1931
Vorderingen:
Saldo bij de Javasche Bank


f
41.082.000,-

w.o.

muntbiljetten

…………….
1.519.000,-

Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kas e. a. Rijksinsteli.
,, 80.99.000,-
f
81.901.000,-

Betaaimiddelen in ‘s Lands Kas ……

Schatkistpromessen ………..
…….
16.500.000,-
16.500.000,-
Schatkistbiljetten

……………….
…1.000.000,-
,,

l.935.flOO,-
Muntbiljetten in omloop
………….
11 .000.000,-

..

,,

10.570.000,-
Schuld aan het Ned-ind. Muntfonds.

….

,

37.000,-
.

218.000
1

idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.
903.000,-

..

814.000,-
Voorschot van de Javasche Bank……
24.161.000,-
,,
26.984.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 29 Juni 1931.
Activa.
Binnen!. Wis.( Hfdbk.
f
34.178.666,28
se!s,Prom.,Bijbnk. ,,

176.449,62
enz.,n d,sc.(Ag.scb. ,,
8
.
400
.
875
,
28

f
42.755.991,18
Papier
o.
h. Buitenl.Tiisconto

……

Idem eigen portef.
.
f
228.484.353,-
Af:Verkochtmaar voor
de bk. nog n iet afgel.


228.48 4.353,-
Beleeningen
Hfdbk.
f

36.039.288,51
mcl.
vrsch…

Bijbnk.

6.494.4i9 50
in

rek..crt.
Ag.sch.

59.171.539,7
1
op
onderp.
f

101.705.307,72

Op
Effecten

……

f
100.099.375,30
Op
Goederen en Spec.
,,

1.605.950,42
101.705.307,72
Voorschotten a. h. Rijk
…………….

..

Munten Muntmateriaal
Munt, Goud
……
f

88.687.695,-
Muntmat., Goud
..

408.728.556,36

f
497.416.251,36
Munt, Zilver, enz.

38,351.229,93
Muntmat.
Zilver..


,,
535.767.481,29
1
)
Belegging
5/

kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………

..
26.307.842,83
Gebouwen en Meub. der Bank
……..,,
5.000.000,_
Diverse

rekeningen
………………,,
52.853.533,59

f
992.874.509,61
Passiva.
Kapitaal
………………………..
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………,,
7.563.205,59
Bijzondere

reserve

………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
7.444.866,15
Bankbiljetten in
omloop …………..

,,
879.330.420,-
Bankassignati8n in
omloop

……….,,
1.329.533,32
Rek.-Cour.J Het Rijk

(
34.102.666,29
saldo’s:

‘1.,
Anderen

33.334.827,94
67.527.494,23

Diverse rekeningen
………………,,
1.678.990,32

f
992.874.509,61

Beschikbaar metaalsaldo
………….
f
156.046.94,84
Minder bedrag aan bankbiljetten in
om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is

,,
390.117.350,-
9
Waarvan in het buitenland
f
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschlkb.
Dek-
Data
Munt
1
Munimat.
Circulatle
opelschb.
schulden
Metaal-
saldo
1
1
kings
perc

29 .Junj ’31
88.688 408.729
879.330
68.857
056.047
56
22

’31
88.687
408.494
842.202
101.983 159.773
57
15

’31
88.487
389.994 849.489
75.597 148.488
56
8

’31 88.486
361.494
852.874
39.231
131.379
544
1

’31
88.484 361.494 885.730
42.520
116.503
52
26 Mei

’31
88.484
361.494 837.012
42.852 134.470
55

30 Juni’30
64.861
367.054
843.171
32.117
107.805
52

25 Juli
’14
85.703
96.410
1
310.437
1

6.198
1

43.521
1

54

Totaal
Schatkist-
Bele
Papler
DlveT
Data
bedrag
promessen

n
fl

n
op
het
reke-
disconto’s
rechtstreeks
bulteul.
ninsvn
2)

29 Juni
1931
42.756

101.705
228.484
52.854
22
1931
44.051

95.798
228.434
59.08
15
1931
44.919

95.043
225.641 61.586
8
1931
45.457

95.104
224.987
58.875
1

,,
1931
43.722

131.555
224.666 60.944
26 Mei
1931
42.182

93.341
23.736
54.493

30 Juni
1930
50.100

108.527
237.682
34.241

25
Juli
1914
67.947

61.1/86
20.188
50l
1)
Sedert den
bankstaat van 14 Jan.
’29 weder
op
de basis van
2
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste Oosten in
duizenden
euldens.

Data
Metaal
Circu-
Zatte
Dis-
conto’s

Voor-
Isdzotten
1
aan de
kolonie

Diverse
reke-
ningen’

Diverse
reke-
ningen’

1
Mei

1931
4.834 5.398
134
111
3

1.421
508
O
April

1931
4.836
5.546
135
167
1.329
327
1
Maart

1931
4.840
5.439
139 55
1.365 366
1
Februari

1931
4.842
5.551
132 161
1.428
304
1’Januari

1931
4.786
5.495
025 62
8

1.573
484
1
November1930
4.677 5.567
176
193
1.939 855

1
Mei

1930
4.443
6.413
144
430
2.262
301
‘)Sluitp. der aCtiva.
2)
Sluitp. der passiva.
1)
Schuld aan de Kolonie.

604

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Ju1i 1931

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
I

Beschikb.
metaal-
saldo

27Juni 1931
16650
240.300
37.500 49.480
20

1931
161.000
243.600
36.000 49.160
13

1931
161.100
248.300
33.300 48.460

30 Mei 1931 243.933
41.819 47.686
114.934
47.053′
23

,,

1931
114.890
46.865
243.911
42.183
47.316
16

1931
114.528
46.538
247.517
40.649
45.799
9

,,

1931
114.499
47.539
250.610
38.647 46.335

28Juni1930
139.204 24.221
273.847
52.966
32.700
29Juni1929
161.350
22.435
304.925
47.453
42.834

25 Juli
1914
22.057
31.907 110.172 12.634
4.842

Data

_______________

Dis- conto’s
1

buiten’
1

N.-Ind.
1

betaaib.

1

Belee-
1
ningen
1

Diverse

reke-
1

ningen’)
1

kiflgS-
percen-
tage

27Juni 1931
11?00
58
20

1931
109.800
58
13

1931
113.200
*0*
57

30 Mei 1931
28.916
57
9.088
1

25.178

1
36.498
23

1931
9.053
1

24.330

1
36.208
29.182
57
16

1931
8.955
1

26.750

1
36.288
29.475
57
9

,,

1931
9.012
1
26.274
36.434
31.126
56

28 Juni1930
10.652
1

45.288

1
45.263
38.042
50
29Juni1929
10.265
1
27.825

1104.173
27.236
53

25 Juli1914
7.259
.

6.395
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.

Bankbilf. 1 Bankbilf.
1__

oecurziles
Data

Metaal
1

in

un Bankingl Disc, and
1
circulatie
1
Departm.
1
Advances Securities

24 Juni 1931 164.014 352.832

70.063

9.633 27.129
17

1931 161.987 352.266

68.661

9.395 28.044
10

1931 156.288 354.251

61.005

6.597 28.526
3 ,,

1931 152.934 356.371

55.505

7.106

28.311
27 Mei 1931 152.078 354.860

56.158

6.825 28.553
20 ,,

1931 151.206 351.541

58.633

5.956 25.890

25 Juni 1930 157.773 358.532

58.350 15.899 15.340

22 Juli 1914 40.164

29.317

33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

Deposits
1

Other

I

Other
Bankers Accountsl
1
Reserve
kings-
I

Dek-

perc.’)

24Juni’31
30.401
25.249 61.644
33.520 71.182
5931
5

17

’31
30.846
15.017
71.446
33.681
69.721
58
10

,,

’31
33.121
9.627
69.561 33.267
62.037
5531

3

’31
38.496 6.545 72.209 33.920 56.563
50
8
1
82

27 Mei ’31
31.215
17.449 54.761
33.820 57.218
5320!
/82
20

,,

’31
31.880
14.966
56.634
34.026 59.665
56
13
/3
2

25Juni’30
48.856 21.505 63.776
36.114
59.2411
48
23
/
32

22 Juli
’14
11.005
13.736
42.185
29.2971 52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franco.

goed
Wis-
aarv.
Belee-
Renteloos
Data
Goud
Zilver
I

Te
in het
1
sets
het
O
WN.
1
ningen
voorschot
buitenl.1
a.d. Staat

19Juni’31
56.525
850 5.737
25.078
20.424
2.793
3.200
12

,,

’31 56.138
845
5.573
25.280
20.584 2.866 3.200
5

,,

’31
55.933 835
5.464
25.407
20.895
2.869
3.200
29Mei ’31
55.634
827
5.430
26.919
20.730
2.806
3.200

20 Juni’30
44.005
319
6.820
23.626
18.683
2.721
3.200

23Juli’14
4.104
840

1.541
8
769

Bons
v.
d
.

Diver-
Rekg. Courant
Data
zelfst.
amorf. k.
sen
1)
Circulatie
Staat

Zelfst.

Pa
rit-
amort.k.lculieren

19Juni’31
5.082
2.258
78.475
1.048
8.264
14.128
12

’31
5.082
2.234
77.012
1.016
8.320
13.383
5

’31
5.082
2.665
77.803 990
8.656
12.395
29Mei ’31
5.082
2.506
78.185
1.123
8.817
12.669

20Juni’30
5.395
1.879
71.846 3.199
1.820
9.340

23Juli’14
– –
5.912
401

943

‘)Siultpost activa.

GOEDERENHANDEL.

.

GRANEN.

30 Juni 1931.

Toen Maandag 22 Juni het bekende moratorïum-Voo1’stel
van President ioover bekend werd, heeftn verschillende
bedrijven een meer of minder krachtige opleving plaats ge-vonc1en, welke tot uiting is gekomen door prijsverbetering
op velerlei gebied en een krachtig herstel van de fondsen-
markten. Ook de graauprijzen zijn op dien Maandag aan-
merkelijk gestegen. Wat t a r w e betreFt is de prijsverbete-
ring niet van langen (1uur geweest en reeds heel spoedig
aijn aan de termijnmarkten in Noord- en Zuid-Amerika de
v.erhoogingen weder geheel of bijna geheel verloren gegaan.
Daarna is tengevolge van de droogte weder eenige verbete-
ring ingetreden. De Julitermijn te Chicago sloot, vergeleken
bij een week geleden, 1
1
/4 dollarcents, te Winnipeg % dol-
lazeents per 60 lbs. lager. In Buenos Aires sloot Juli op
Zaterdag 10 centavos en te Rosario 8 centavos per 10& KG.
lager dan op den claaraaii voorafgaancleii Maandag. Giste-
ren waren in Zuid-Amerika de markten gesloten. Toen dc
eerste uitwerking van het Amerikaansehe moratorium-voor-
stel voorbij was, heeft mcii gedacht, dat esn moratorium
geen groote verandering voor den graanhaadel en speciaal
‘oor dun tarwehandel niet zich mccle behoeft te brengen en
dat eigenlijk de positie op de tarwemarkt al zeer weinig veranderd vas. De berichten uit Noord-Amerika blijven
klachten brengen over droogte, vooral in Canada. Wel is
daar in verschillende gedeelten der Prairie-Provincies regen
gevallen, welke aan de te velde staande tarwe is ten goede
gekomen, doel, meer regen is dringend noodzakelijk in het
Zuiden van Alberta en bijna overal in Saskatehewan en
Manitoba. Vooral in Saskatchewan schijnt de toestand
precair te zijie. Volgens particuliere schattingen zou de
opbrengst in de 3 Prairie-Provincies niet grooter worden dan 63 pCt. van een normale. In de Vereenigde Staten is
in het voorjaarstarwegebied een verbetering ingetreden,
door Vrij algemeenen weldadigen regen. Particuliere schat-
tingen spreken op het oogenblik vm., een opbrengst van
voorjaarstarwe van ongeveer 200 inillioen ‘bushels. Met ‘het
binnenhalen van den wiutertarwe-oogst wordt goede voort-
gang gemaakt en de opbrengst geeft reden tot tevredenheid.
Deze wordt geschat tusschen 675 tot 700 millioen bushels.
Wanneer men hierbij nog den voorraad vkn ongeveer 200
millioen bnshels voegt, welke van den ouden oogst in han-
den van den Farm Board ikomt men voor de Vereenigde
Staten tot een zeer groote• hoeveelheid beschikbare tarwe.
De Farm Board is e’ai, plan zijn voorraad allengs uit te
verkoopen zonder daardoor de markt •te ontwrichten. Het
feit echter, dat de Farm ]3oard van plan is tarwe te ver-
koopen, werkt er niet toe mede de stemming te verbeteren.
Dc toestand in Noord-Amerika was voor koopers aanleiding
om een gereserveerde höuding aan te nemen en dc verdere
ontwikkeling van de situatie af te wachten. Bovendien
geven ook de oogsivoornitzichten in Europa reden tot voor-
zichtigheid bij koopers. Deze vooruitzichten zijn namelijk
gedurende den laatsten tijd aanmerkelijk verbeterd. Vooral
in Frankrijk, waar gedurende de laatste 14 dagen een
periode van mooi warm Nveer een aanmerkelijke verbetering
in den stand der tarwe heeft teweeggebracht en een betere
opbrengst wordt verwacht dan in het vorige jaar, toen cle
opbrengst klein was en de kwaliteit te wenschen liet. In
italië is men druk bezig met het binnenhalen van den oogst
onder gunstige omstandigheden. Mcie ‘heeft daar goede ver-
vachtingen van de opbrengst ei, spreekt over de waar

schijnlijkheid van het maken van een wettelijke bepaling om
een zeker percentage binnenlandsehe Larwe te gebruiken
voor de fabricage van meel. Ook in Duitschland verwacht
men een goede opbrengst van tarwe tengevolge van het
gnnstige weder van den laatsten tijd. De met tarwe be-
bouwde oppervlakte in Duitschland is grooter dan in het vorige jaar en de verwachting, dat meer binnenlandsehe
tarwe in Dnitschland ter beschikking zal zijn, schijnt niet
ongegrond. Ook in Roemenië, Znid-Slavië en Bulgarije z.ijn
cle vooruitzichten gnnstig. Alleen ii, Hongarije, Tsjecho-
Slowakijc en Spanje worden kleinere opbrengsten verwacht.
In Polen, waar gedurende gel-uimen tijd werd geklaagd, is
ook een verandering ten goede ingetreden en verwacht men
uit opbrengsten van ongeveer gemiddelden omvang. De ver-
betering van dc Enropeesche oogstvoornitzichten is mede een
der oorzaken geweest, dat de verbeterde stemming weder is
vej-flauwd. De Enropeesche behoefte in het volgende seizoen
wordt ongeveer 10 millioen quarters kleiner geschat dan
in het tegenwoordige, terwijl waarschijnlijk de in vele lan-
den bestaande invoerbelemmeringen anllen worden gehand-
haafd, en dergelijke maatregelen ook in Italië genomen
dreigen te worden. Ook wanneer de oogst in Canada slechts
middelmatige resultaten oplevert, is men in importlanden

1 Juli 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

605

AANVOEREN in tons
van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen

.
22128 Juni
Sedert
Overeenk.
22128 Juni

Sedert
Overeenk.
1931
1 Jan.
1931
tijdvak 1930
1931

1Jan. 1931
tijdvak 1930
1931
1930

26.272
604.495
649.079

9.515
25.764
614.010

674.843
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
10.502
173.286
220.801

105
24.440
173.391
245.241
Boekweit ……………683
..
12.319 7.790

145
1.467
12.464
9.257
Mais ………………
516.851
479.824
8.288 126.534 84.806
643.355 564.630
11.695
311.718
238.574

21.615
20.150 333.333
258.724
3.533
146.680
105.902

1.410
2.812
148.090 108.714

Q’erst

……………..
.1.582

446 110.295
40.142
1.859
268.234
147.020
378.529
187.162

Haver

……………..

3.527
45.645
85.493

204′
45.849
85.493

Lijnzaad

……………..
Lijnkoek

……………
Tarwemeel

………….
3.684 60.420
64.081
454
18.200
18.408
78.620
82.489
Andere meelsoorten
LOOS
23.248
10.229
76
7.750

30.998
10.229

van medning, dat het aanbod van buitenlandsche tarwe ruim
voldoende zal zijn om in de behoefte te voorzien. l3oven-
dien wijzen berichten uit Rusland er op, dat van daar we-
der een ruim aan’bod aan de markt zal worden gebracht. De
bebouwde oppervlakte in Rusland is dit jaar weder uitge-
breid en de Russen zijn reeds begonnen met het bevrach-
ten van scheepsruimte om in het nieuwe seizoen in de
Zuid-Russisehe havens te laden. Over dc vooruitzichten van den oogst ‘in Rusland komen weinig berichten, binnen, doch
uit het feit, dat Rusland booten bevracht en ook reeds met
tarwe van den nieuwen oogst aan de markt is, mag men
afleiden, dat die vooruitzichten niet slecht zijn.

De prijzen voor r o g ge hebben in de afgeloopen week
slechts weinig veranderingen ondergaan en de zaken waren
van beperkten omvang. Restanten disponibele Russisehe
rogge worden geregeld opgeruimd en in Noord-Amerikaan-
sche rogge konien ook geregelde kleinere zaken dot stand.
De termijnmarkt voor rogge te Chicago is evenals te Win.
nipeg op de meeste dagen die voor tarwe gevolgd. Het slot
voor den Juli-termijn was ‘te Chicago % dollarcents
k
te
Winnipeg
1/4;
dollarcen’ts per 60 lbs. lager. De vooruitzich-
ten in Europa zijn niet onverdeeld gunstig, vooral in Tsjc-
cho.Slowakije en in Hongarije, waar ‘het gewas te lijden
heeft gehad van groote droogte en warmte. In Duitschland
zijn de vooruitzichten goed, doch wordt een kleinere op-
brengst verwacht ‘tengevolge van de inkrimping van de be-
bouwde oppervlakte.

Evenals voor andere graansöorten is ook in aï s op den,
22steu Juni na bekendmaking der moratorium-voorstellen
vaster gestemd geworden met levendige vraag, nadat daar.
vödr een flauwe stemming heerschte met weinig kooplust.
Tot stijgende prijzen kwamen op dien Maandag groote
zaken tot stand, doch de terinijniharkten in Zuid-Amerika
waren teleurstellend en het slot was slechts zeer weinig
hooger danden vorigen dag. Daarna zijn zij zelfs gedaald
en slechts op enkele dagen sloten de termijnmarkten iets
hooger. Vergeleken bij een week geleden was het slot op
Zaterdag te Buenos Aires 6 centavos en te Rosario 7 een-
tavos lager dais op den daaraan voorafgaanden Maandag. Gisteren waren de markten in Zuid-Amerika gesloten. De
prijzen voor mais cif. Europa zijn in het begin der afge.
loopen week weder enkele guldens gedaald onder het hoogst
bereikte punt. Sedert is wel veer eenige verbetering
ingetreden, gedeeltelijk tengevolge van de verbetering van
den pesokoers en de vastere vrachtenmarkt, doch het hoogste
punt is niet weder bereikt. De omzetten waren vooral in
de t’eede helft der week teleurstellend. De consumptie-
vraag was slech’t en over het algemeen nemen zoowel ‘in
Nederland als ook in andere landen koopers een af wach-
tende houding aan in verband met de groote verschepingen,
welke gedurende de laatste 3 weken uit Argentinië hebben
plaats gevonden. Deze waren van zeer grooten omvang,
zoodat de stoomende voorraad, uit Argentinië op het oogen-
blik meer dan 1 millioen ton groot is. Het zal te bezien
staan, of de consumptie ‘iii staat zal zijn de daaruit te ver-
wachten groote aankomsten, vooral in de tweede helft van
Juli, op te nemen. Tot de vastere stemming voor maIs
werkte mcclehet besluit van het Duitsche maïsmonopolie
om den prijs voor mais belangrijk te verlagen. De vraag
in Duitschlaucl is daardoor wel levendiger geworden, doch
niet in die mate als men ‘had verwacht en Du’i•tsohland heeft
de verhoogde prijzen niet betaald.

G e r s t blijft schaarsch aangeboden. Van den Donau wor-
den nog enkele stoomende partijen aangeboden, uit Argen-
tinië bestaat ook beperkt aanbod en in hoofdzaak moet in
de behoef’te aan gerst voorzien worden door Canada. In
deze laatste twee soorten komen geregeld zaken tot stand
tot prijzen, welke in den loop der week verhoogingen heb-
ben ondergaan, terwijl ook het aanbod van dien kant niet
overmatig is. De termijnmarkt voor gerst te W’innipeg is,

na iets te zijn gedaald, weder geregeld opgeloopen en sloot
nagenoeg onveranderd, vergeleken bij een week geledeii.
Geregeld kwamen zaken tot stand in Plata-h a v e r,
waarvoor goede vraag bestond. In Cknadeesche haver is het
aanbod slechts ‘klein en werden beperkte zaken gedaan tot
de vraagprjzen vrij sterk werden verhoo
g
d. De prijzen te
Winnipeg zijn vooral gedurende de laatste dagen gestegen
en het slot was 1
1
/
2
dolla.rcen.ts per 32 lbs. hooger dan een
week geleden. De tweede ‘hand is geneigd lager af te geven
dan de Amerikaansche eerste hand. In Russische haver
worden eenige partijen stoomende haver aangeboden, waar-
voor matige vraag ‘bestaat en welke geregeld door de con-
sumptie werd gekocht.

SUIKER.
De afgeloopen week stond in liet teeken van President
Hoover’s Moratorium-voorstel. Het hierdoor ‘terugkeerende vertrouwen liet niet na zijn invloed ook op de verschillende suikerma.rktenuit te oefenen.
In A m e r i k a bleven raffinadeurs gretige koopers. Be-
langrijke kwantiteiten ruvsuiker werden tot oploopende
prijzen tot 1.40 d.c. c. & fr. basis Cubasuikr uit de markt
genomen. De N e w-Y o r k s ch e termijnmarkt was over
het algemeen vast gestemd. De slotnoteeringen luidden:
Juli 1.30; Sept. 1.33; Oct. 1.37; Dec. 1.42 en Jan. 1.43,
‘terwijl de laatste noteering voor Spot Centr. 3.40 was. De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Staten
bedroegen deze week 23.000 tons, de versmeltiugen 54.000
tons tegen 58.800 verleden jaar en de voorraden 295.000
tons ‘tegen 464.200 tons.

De laatste Cu b a-statistiek is als volgt:

1931

1930

1929
tons

tons

tons
Productie ……………..3.122.000

4.660.000 5.156.315
Voorraad overgebr. per 1/1 1.410.000

321.000

193.000
Consumptie …………..65.000

50.000

72.315
Weekontv. afscheephavens 20.072 32.476 50.278
Totaal sedert 1/1 N. Oogst 1.45..559 2.812.602 4.057.239
Weekexport ………….41.173 40.647 66.318
Totaal sedert 1/1 ………948.182 1.472.902 2.685.922
Voorraad afscheephaveus . 1.641.904 1.650.910 1.372.635
11

binnenland ……1.876.914 1.797.398 1.026.761
Aantal werkende fabrieken

1

3

In E n ge 1 a n d. was meerdere belangstelling voor ruw-
suiker te bespeuren. Zaken van grooten omvang bleven ech-
ter nog uit. Eenige partijen basis 96 pct. werden tot Sh.
6/44 5. Sh. 6/6 verkocht. Na eene vaste opening schommel-
den de noteeringen op de Londensclre termijnmarkt slechts
fractioneel. De slotnoteeringen luidden als volgt: Aug.
Sh. 6/6; Dec. 8h. 6/9; Mrt. Sh. 61113′ en Mei 7113., riet-
suiker basis 96
0
cii. –
1931

1930

1929
tOIlS

tons

tons
Duitsehlancl 116 ………..1.374.000

938.000

824.000
Tsjecho-Slowakije 1/6

565.000

356.000

320.000
Frankrijk 1/6 …………584.000

450.000

349.000
Nederland 1/5 …………261.000

211.000

213.000
België 115 …………….136.000

146.000

160.000
Hongarije 1/5 …………98.000

74.000

67.000
Polen 1/6 …………….356.000

297.000

218.000
Engeland 1/6 Geïmp. suiker 229.000

249.000

256.000
il

1/6 Bindenl. .,

32.000

29.000

21.000

Europa …………….3.635.000 2.750.000 2.428.000
Ver. Staten alle havens 30J5 603.060 784.000 929.000
Otibaansche havens 30/5 . 1.696.000 1.700.000 1.440.000
Cuba binnenland 30/5 …..1.880.000 1.885.000 1.185.000

Totaal …. 7.814.000 7.119.000 5.982.000
Op J a v a kon tegen het einde der week de V.I.S.P. ruim

606

ECONOMISCH-STATISTISCHE
,
BERICHTEN

1 ,Juli 1931

30.000 tons No. 16 &/hooger oogst 1931 tot
f
7.25 van de
hand doen.
lEet reuclenient vaa 102 fabrieken pel half Juni bedraagt
ca. 3 pOt. minder dan verleden jaar.
Ook Ii i e r te 1 an d e wris de markt over liet algemeen
vast. Nadat cle ]loteeringeit eciitcr bij opening
f % k f
Itooger afkwaineii, -blevit deze cle -geheele week zoo goed als
ongewijzigd. Het einde der week gaf het volgende beeld te
zien: Aug.
f b
°
/
s;- Dec.
f 9l/ Mrt.
f
9%

en kllei
f
De
omzet bedroeg 700 tons.

KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Bebrens & Sons.
Manchester, d.d. 24 Juni 1931.
De markt voor Amerikaansche katoen toonde tot Vrijdag
en Zaterdag jl. zoowel te New-York als te Liverpool weinig
verandering, liet bekende voorstel van President Hoover
betreffende de oorlogsscbuldei.i (leed aan weerszijden van
dan Atlantischen Oceaan de prijzen stijgen, zoodat loco
MicI. American te Liverpool
01)
Maandag 40 punten opliep
en 5.25 d. noteerde of 64 punten looger dan 01) 9 Juni.
Beide markten waren gisteren ecnigszins vaster en Liver-
pool opeide vanmorgen 4 tot 6 ptuiten hooger. De markt
was 01) deze nieuwe stijging nauwelijks voorbereid, ‘terwijl
men op het oogenblik nog niet het volle vertronwen in cle
markt schijnt te hebben.
De ontvangsten in de havens der Vereenigde Staten ho.
dragen tot Jiedon 8.777.000 balen, tegen 8.547.000 een jaar
geleden, terwijl de uitvoeren 6.549.000 balen beliepen, tegen
6.587.000 balen het vorig jaar. F.G.F. Sakellaridis noteer-
de gisteren 8.10 d. Loco-verkoopen bedroegen de vorige
week 28.230 balen tôgen 28.880 balen in de daaraan voor-
afgaande week, waarvan ca. de helft bestond uit Aujeri-
kaansche katoen.
De Amer-ikaansohe gareninarkt is kalm. De stijging van
het rnwe iiiatcriaal heeft een aanzienlijke vraag met zich
gebracht, doch de geboden prijzen waren iii de meeste ge-
vallen ea.
7/•
tI. ltooger dan verleden week, of circa % d.
minder daic de stijging van het ruwe materiaal. Desoit-
danks zijn flinke hoeveelheden grove nummers en beschei-
den kwanti in ringtwist afgesloten. Getwijude garens ver-
den weinig verkocht. In Egyptisehe soorten werden enkele
flinke hoeveelheden ,,doubling weft” in cle nummers bene-

dcii 60cr geboekt, waar verkoopers bereid w’areit noteerin-
geit ‘te accepteeren

tegen prijzen, welke ongeveer een half-
penisy lager waren dan die, welke anderen wilden accep-
tecren.
De vraag naar twist garens was goed, doch het groot.
ste gedeelte van de biedingen werd afgeslagen en de handel
was slechts beperkt. :l.n getwijude garens komen orders voor
Ind-iO in kleine hoeveelheden binnen. Over het algemeen is
de plotselinge stijging in katoenprijzen nog niet geassimi-
leerd en koopers wachten den loop der gebeurtenissen af.
De stoute sta1) van Mr. floover heeft momenteel de
balans van. de doekmarkt uit liet evenwicht -gebracht en cle
prijsideeën zullen herzien moeten worden. Zijn voorstel zal
echter ongetwijfeld een gunsti-gen invloed op de markt uit-
oefenen en cle tegenwoordige sombere stemming, clie in han-
del en industrie Jieerscht, eenigsains verlichten. Wij hopen,
dat wij tegenover de stijging van katoenprijzen een gelijk.
waardige stijging in zilverpr.ijzen zullen kun nert stellen,
hetgeen den handel met China ongetwijfeld ten goede zou
komen. Het is -nog te vroeg om de resultaten van cle voor-
gestelde actie van Amerika te voorspellen. Ongetwijfeld is
liet voorstel door de geheele wereld goed ontvangen cii wij
hopen, -dat het
0
tIen langen clnur den handel ten goede
zal komen.

Liverpoolnoteeringen

Oost. koersen 9Juni 16Juni

10Juni 17Juni T.T.opBr.-Indië 1/53( 1/5
F.G.F. Sakellaridis 7,20 7,90 T.T.opllongkong 11K 117/8
G.F.
No. 1 Oomra. 2,84 3,33 T.T.opShanghai 112

1/27/
8

KOFFIE.
Koffie bleef sedert liet vorig Overzicht aanvankelijk kalm, doch werd ten slotte weder vaster. Braziliii, in ihet bijzonder Sautos, toonde zich in cle eerste dagen wel geneigd om koo-
pers tegemoet te komen. De optimistischere stemming,
ii’elke naar aanleiding van cle publiceernig van het voorstel
:l’l:oei’ ruim acht dagen geleden voor bijna alle artikelen
plotseling te voorschijn kwam, hield iii elk geval voor koffie
slechts kort stand, wat hij cle enorme overproduetie van dit
artikel trouwens niet te verwondereit is. De kost- en vracht- aanbiedingen van Saittos liepen dooreengonomemi ongeveer
1/-
ft
116 èn voor Rio ongeveer -/6
a
-/9 pci’ cwt. terug, zon-
der nochtans tot importzakemi van beteckenis alhier aanlei-
ding te geven. Daarna werd de markt echter veer vaster

STATISTISCH OVERZICH’
.

GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN

TARWE
R000E
MAIS
GERST
LIJNZAAD
BOTER
KAAS
EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM ar

n er

AmericanNo.2
8
)
La Plata
mer.

0.

,,
La Plata
perK.G.
ammer
Alkmaar
Gem. not. Hollandsche
Mud. Contin.
Crude
Rotterdam!
loco
Rotterdam
loco
,R’dam!A’dam
Rotterdam
loco
R’damlA’dam
Leeuwar-
der Comm.
Fabrieks-

Eiermijn
Roermond
bunkerkolen
ongezeefd
.
0
,j,,
33
t/m
33.9
0

Arnr
K
aa

per 100 K.O.
per 2000 K.G.
2000e0

per 1960 K.G.
Noteering
kI.

erk
P. 100 st.
Rdain/Adarn
pe
B
r
é
b
8
rel

11,
°/o
11.
°/o
Ii.
0
10
fl
01
11.
0/
0

f1.
Olo
01.
°/o
f1.
.

01
01.
Ol
o

$
0/
1925 17.20
100,0
13,075
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
402,50
100,0
2,31
100,0
56,-
10 0,0
9,18
100,0 10,80
100,0
1.68
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
88,8
17,90
165,7 1.89
112,5
1927 14,75
85,8
12,476
95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,50
78,4
2,03
87,9 43,30
77,3
7.96
86,7
11,25
104,2 1,30
77,4
1928
13,476
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7 228,50
96,8 363,00 78,5
2,11
91,3 48,05
‘85,8
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12,25
71,2
10,87
5

83,2 204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
2,05 88,7
45,40
81,1 8,11
88,3
11,40
105,6 1.23
73,2
1930
9,67
5

56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
1,66
71,9 38,45
68,7
6,72 73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
Jan.

1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3 365,00 78,9 2,25
97,4
45,95
82,1
9,03
93,4
10,10
93,5
1.16
69,0
Pebr.
12,72
6

74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5 357,25 77,2
2,29
99,1
45,40
81,1
9,19
100,1
12,90 119,4
1.11
66,1
Maart

,,
12,65
73,5
12,625
96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00
77,6
1,95
84,4
44,60 79,6
8,E6
93,2
12,00
111,1
1.11
66,1
April.

,,
12,12
6

70,5
11,62
6

88,9 218,00
94,1
185,25
78,5 373,25
80,7
1,81
78,4 40,25
71,9
5,90 64,3
11,05
102,3
1.11 66,1
Mei
11,125 10,876
64,1
63,2
10,575
10,20
80,9
78,0
198,25
193,50
85,6
83,6
177,50
171,25
75,2
72,6 363,50
355,25
78,6 76,8
1,86
1,87
80,5 81,0 39,90

71,3
78,6
6,16
6.41
67,1
69,8
11,15 11,25
103,3 104,2 1.16 1.30
69,0 77,4-
J
uni
uli

,,
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191.25
81,0
415,50
89,8
1,88
81,4

80,4
6,88 74,9
11,25
104,2 1.30 77,4
Aug.
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50
87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
1,93
83,5
46,15 82,4
7,13
77,7
11,25
104,2 1.30
77,4
Sept.,,
12,625
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75


109,6
2,22
96,1
45,25
80,8
8,01
87,3
11,40
105,6
1.30
77,4
Oct.

,,
12,10 70,4
9,87
6

75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7
2,28
98,7 50,25
89,7
9,53
103,8
11,25
104,2 1.30
77,4
Nov.

,,
11,775
68,5 9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5
2,20 95,2
50,70
90,5
10,60 115,5
11,35
105,1
1.30 77,4
Dec.

,,
12,62
5

73,4 9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
2,06
89,2
47,50
84,8 9,97
108,6
11,75
108,8
1.30
77,4

P
n.

1930
12,67
6

73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6
43,95
78,5
7,55 82,2
11,75
108,8
1.21
72,0
br.
Maart

,,
11,725
10,90
68,2
63,4
8, i7
7,15
62,5
54,7
139,00
143,50
60,0 62,0
135,75 125,00
57,5
53,0 398,50
390,00
86,2 84,3
2.03
1,71
87,9
74,0
41,15 41,25
73,5
73,7
6,90 5,18
75,2
56,4
11,75
11,55
108,8 106,9
1.11 1.11
66,1
66,1
April

,,
11,17
5

65,0
7,625
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64,9
36,50
65,2 5,16
56,2
11,35
105,1
1.16
5

69,3
Mei

,,
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00

.
87,6
1,44
62,3
37,20
66,4 5,30
57,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Juni
10,05
58,4
5,176
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,03
55,4
11,35
105,1
1.18
6

70,5
juli
9,55
55,5 5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
74,5 39,90 71,3
5,99
65,3
11,35
105,1
1.18
6

70,5
Aug.

,,
9,45
54,9
6
1
30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00 78,9
1,58
68,4
40,20
71,8 6,03
65fl
11,35
105,1
1.185
70,5
Sept.

,,
8,40
48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9
318,75
68,9
1,64
71,0
37,55
67.1
7,23
78,8
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Oct.


7,40
43,0 4,62
5

35,4
112,25
48,5
86,00 36,4 281,25
60,8
1,63
70,6
36,90
65,9 8.60
93,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Nov.

,,
7,25
42,2
4,25
32,5 94,50
40,8
82,25 34,9
270,75 58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9
10.90
100,9
0.85
50,6
Dec.

,,
7,07
5

41,1
4,30
32,9 96,00 41,5
91,00
38,6
247,75
53,6
1,55
67,1
33,50
59,8
7,97
66,8
10,85
100,5
0.85
50,6
Jan.

1931
6,52
5

37,9

30,6
84,50
36,5 86,25
36,5
207,50
44,9
1,61
69,7
32,25
57,6 6,63 72,2
10,30
95,4
0.85
50,6.
Pebr.
5,775
33,6 3,90
29,8 87,50 37,8 85,75
36,3
206,25
44,6
1,66
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart
5,62
5

32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
1,47
63,6
35,00
62,5
4,94
53,8
10,30
95,4
0.66
39,3
April
5,90
34,3
‘4,425
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60 56,4
4,20
45,8
10,15
94,0 0.53
31,5
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0 95,75 41,4
124.00
52,5
189,00
40,9
1,26
54,5 30,85
55,1
4,07
5

44,4
10,00
92,6 0.53
31,5
1Juni
5,65
32,8

38,2 82,00
35,4
116,00
49,2
181,00
39,1
1,26
7

54,5
32,-
7

57,1
4,10
44,7
10,00
92,6
0.53
31,5
8
5,90
34,3 5,10
39,0 87,00 37,6
116,00
49,2
190,00
41,1
1,30
8

56,3
32,50
8

58,0 4,15
45,2
10,00


92,6
0,30
17,9.
15′

»
5,80
33,7 5,10
39,0 86,00
37,1
115,00
48,7
187,00
40,4
1,30°
56,3
34,_9

60,7
4,35
47,4
10,00
92,6
0,30
17,0
22-
5,65
32,8
5,-
38,2
90.00
38,9
117,00
49,6
192,50
41,6
1,28
10

55,4
35,50
00

63,4
4,50
49,0
10,00
92,6
0,30
17,9
29

,,
5,75
33,5
5,-
38,2
1

89,00
38,4
118,00
50,0 206,50
44,6
4,40
47,9
10,00
92,6
0,30
17,9
1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers van S en 15 Augustus
1928 (No. 658
en
659) pag. 689190
en
709.
2)
79 Kg. La Plata.
3)
=
Western vÔô
ring van de huidige of
fic.
not.wljze
(Jan.1928);
Barley vanaf 212/31; vanaf 912
6415
Z.-Russ.

1 Juli 1931

ECONOMISCH-STATISTiSCHE BERICHTEN

607

op berichten van koud veder (enkele meldden zelfs vorst) in
Brazilië an de offertes van Santos zoowel als van Rio
waren, voor zoover zij niet geheel teruggetrokken werden,
weder meestal 1/. hooger.
De termijnmarkten waren in navolging van Brazilië eerst
iets gemakkelijker, doch daarna niet onbelangrijk vaster.
Bij herhaling bleek, dat cle markt te New-York weder als
in vroeger tijden, door aankoopen voor Braziliaansche reke-
ning werd gesteund.
Volgens bericht, per post uit Santos ontvangen, zouden de pianters voorgesteld hebben om de tax van 3/- pe baai,
die zij tot nu toe aan de bank van den Staat Sao Paulo
hebben te betalen, in de toekomst dooi den exporteur te
laten betalen, waardoor het uitvoerrecht dan van 10/- op
13/- per baai zou komen. Officieel wercL intussehen reeds
kennis gegeven, dat voor alle koffie, verhandeld tussehen
11 Februari en 27 April voor verscheping na 1 Juli,
I-
extra uitvoerrecht moet worden betaald of anders 20 % be-
lasting in natura.
De Uitvoerende Raad maakte deze week bekend, dat
weder 19000 balen koffie waren vernietigd, waardoor de ge-
zanienlijke hoeveelheid van het deze maand vernietigde ge.
klommen was tot 42.000 balen. De i3rasilian Review meldt,
dat besloten is Rio-koffie in het vervolg te vernietigen door
over-boord-werping buiten cle haven van Rio, daar gebleken
is, dat verbranding, zooais te Sautos geschiedt, te langzaam
gaat. Ii Santos konden tot nu toe hoogstens 3000 balen per
dag verbrand worden, doch door het werpen in zee zouden
40.000 balen per week kunnen worden vernietigd. Dat aan
liet vernietigingsplan groote moeilijkheden vastzittcn, wordt
dus reeds toegegeven, doch zelfs een hoeveelheid van 40.000
halen per week, levert nog slechts ruim 2.000.000 balen per
jaar, terwijl de overprocluctie, die er reeds is tezamen met
clie. welke uit den groeten oogst van 1931/32 bovendien nog
verwacht wordt, in de tientallen millioenen loopt. Het is
dan ook volkomen begrijpelijk, dat er bij wordt gemeld, dat
cle Raad verder zal onderzoeken of het mogelijk is, ordi-
naire koffie te gebruiken bij de vervaardiging van cellulose en potasch en ook bij die van briketten voor dcii spoorweg.
IDe wisselkoers in Brazilië liep aanvankelijk van
37/8
d.
per Milreis terug tot 3% cu steeg daarna weder tot 37/s.
Volgens Amerikaansche dagbladen zou de Regeering der
Vereenigde Staten in overweging geuon.teu hebben om Bra-
zilië met ccii leëning ter hulp te komen. In hoever de vas-

tere wisselkoere aan deze berichten moet worden toegeséhre-
ven, valt hier niet te beoordeelen.
De Rio Centro de Café raamt de hoeveelheid koffie, uit
den oogst 1931/32 uit te voeren over de haven van Rio, op
2% rnilliocu balen. Dit cijfer lijkt bij den zeer goeden stand van den nieuwen oogst wel buitengewoon laag, vooral van-
neer in aanmerking genomen wordt, dat in de eerste 11
maanden van het oogstjaar 1930/31 uit dezelfde haven reeds
meer dan 4 millioen balen werden uitgevoerd.
Uit Bahia werd bericht, dat de kwaliteit van den nieu-
ven oogst beter zal zijn dan clie van den vorigen, doch dat
de opbrengst tamelijk klein zal zijn. Men sprak van 250.000
balen.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping zijn thans 45/- ic 46/6 per cwt. en
van dito Prinie 47/. è. 48/6, terwijl zij van Rio type New-York 7 niet beschrijving, prompte verscheping, bedragen
33/9 è. 34/6.
eclerlandsch-Indië is voor Palenibang Robusta eer iets
vaster, doch voor de andere ongewasschen Sumatra-soorten
cii ook voor de .gewasscheii IRobusta onveranderd. De notee.
ringen in de eerste hand zijn op het oogenblik:
Palembang Robusta, Juli-verscheping, 17% ct.; Benkoe-
len Robusta, Juli-verschepiug, 18 et.; Mandheling Robusta,
Juli-verscheping, 19% ct.; W.T.B. faq. B.obusta, Juli-ver-
scheping, 25 ct., alles per % IK.G., cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt liepen de noteerin-
gen aanvankelijk ct. per % K..G. terug om daarna weder
ic
/s
ct. te stijgen.
In loco viel over den afzet nog steeds niet te roemen. De
officieele noteering van Superior Santos bleef onveranderd
29 ct. per % 1KG., doch die van Robusta werd verhoogd
van 26 op 27 et.
De slot.noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Bio No. 7) waren:

Sept.

Dec.

Mrt.

Mei
29 J uni …………. $ 6.40

$ 6.62

$ 6.70

$ 6.77
22 Juni …………. ., 6.32

,, 6.48

,, 6.52

,, 6.56
15
j111j

…………..
6,59

,, 6.76

116.79

,,6.81
8 Juni …………. ..6,20

,, 6.30

,, 6.36

,, 6.38
Rotterdam, 30 Juni 1931.

N CROOTHANDELSPRIJZEN
l)

METALEN
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

ZILVER IJZER
ee a
KOPER KATOEN
WOL
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
cash Londen
per
F
0U11%

0.
Standaard
Locoprijzen
cogrUzen
L oopizen
Mlddling
locoprjzen
L.
Australische, CrossbredColo-
HUIDEN
Gaaf, open
SALPETER
Old. per Standard Middlesbrough
Lgnden
Eng. ton
per Eng. ton
New-York
Menono64’s
loco

radford
mal Carded,
kop
100 KG.
unce
er En

ton
p

g.
per

ng.

on
per

.
er 1b
s

v.

oco
pn .
ne
0
Bradford per ib.

pence
01
Sh.
0
10
z
°!o
8
0
10
£
olo
$ cts.
0
10
pence
01
pence
0
10
f1.
0/
f1.
0
10
32
1
18
100,0
731-
100,0
62.116
100,0
261.171-
100,0
36.816 100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
28fl1
1
0
89,3
8616
118,5
58.11-
93,5
290.1716
111,1
31.116
85,3
17.55
75,5
47,25
85,9 24,75
83,9
28.46
82,0
11,61
96,8
26
314
83,3
731-
100,0
55141-
89,7
290.41-
110,8
24.41-
66,4
17,50
75,3 48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
2
6
1
!1
81,1
661-
90,4
63.16j-
102,8
227.51-
86,8
21.1/-
57,8 20,00 86,0
51,50
93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
71
1
76,2
7016
96,6
75.14/-
121,9
203.15/6
77,8
23.51-
63,8
19,15
82,4
39,-
70,9 25,25
85.6
32,25
92,9
10,60
88,3
17
13
/1
55,4
671-
91,8
54131-
88,0
142.51-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82.0
26
1
4
81,8
661-
90,4
75.1016
121,7
222.7/6
84,9
22.21-
60,7
2020
,
86,9 46,75
85,0
28,75
97,3
37,50
108,1
11,70
97,5
257
1
9

80,7
66/6
91,1
78-16
125,7
222.11!-
85,0
23.216
63,5
20,10
86,5 44,25 80,5 27,75
94,1
34,50
99,4
11,70
97,5
26
81,0
671-


91,8 89.81-
144,0
221.016 84,4
25.816
69,7
21,25
91,4
44,00 80,0
27,50
93,2
36,-
103,7
11,70
97,5
25;4
80,2
681-
93,2
82.1716 133,5
207.516
79,2
24.161-
68,0
20,45 88,0
43,25 78,6
27,25
92,4
33,50
96,5
11,70
97,5
25
1
,16
78,1
69/6
95,2
75.416
121,2
197.5(6
75,3
23.191-
65,8
19,40
83,4
41,50 75,5
26,25
89,0
30,50
87,9
11,70
97,5
24’14
75,6
711-
97,3
74.111-
120,1
200.51-
76,5
23.141-
65,1
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75
87,3
34,50
99,4
11,70
97,5
246/
16

75,7
7216
99,3
72.1216 117,0 209.516
79,9
22.161-
62,6
18,65
80,2 38,75
70,5 24,75
83,9
32,25
92,9
9,18
76,5
24
5
‘n
75,
7

7216
99,3
73.171-
119,0
210.111-
80,4
23.31-
63,6
18,60
80,0
37,00 67,3
24,00
81,4 29,75
85,7
9,28
77,3 23
11
/16
13,9
7216
99,3
,,74.191-
120,7
205.516
78,4
23.111-
64,7
18,90
81,3
34,25 62,3
23,75
80,5
31,25
90,1
9,39
78,3
23
1
116
71,8
7216
99,3
72.161-
117,3
188.916
72,0
23.416
63,8
18,45
79,4 32,50
59,1
22,50
76,3


9,49
79,1
221
1
1
1
6
70,7
7216
99,3
70.51-
113,2
182.-16
69,5
21.131-
59,4
17,50
75,3
34,25 62,3
23,00
78,0
27,25 78,5
9,70
80,8
22
1
14
69,3
7216
99,3
68.616
110,1
178.1816
68,3
21.9/6
59,0
17,25
74,2
31,25 56,8
21,25
72,0
27,75 80,0
9,90
82,6
2000166
65,3
7216
99,3
71.916
115,1
174131-
66,7
21.111-
59,4
17,15
73,8 29,50 53,6
19,25
65,3
26,63 76,7
10,11
84,3
201/
62,6
7216
99,3
71.1216
115,4
174.41-
66,5
21.41-
58,2
15,45
66,4
28,50 51,8
17,75
60,2
24,50 70,6
10,21
85,1
19118
59,5
701-
95,9
68.1916
111,1
165.181-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7 16,50
55,9

69,2
10,21
85,1
19
9
116
61,0
6716
92,5
61.31-
98,5
161.1716
61,8
18.616
50.3
16,45
70,8
27,25 49,5
17,25
58,5 24,13
69,5
10,21
85,1
18
15
16
59,0
6716
92,5
53.91-
86,1
145-1-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75 52,3
18,00
61,0
26,25
75,6
10,21
85,1
16
1
/16
50,0
6716
92,5
50.116
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3 26,63
76,7
10,21
85,1
16
49,9 67/6
92,5
48.21-
77,5
134.1716
51,5
183f-
49,8
13,10
56,3
27,00
49,1
16,75
56,8
24,25
69,9
9,18
76,5
1
6
3
/8
51,0
65!-
89,0
47.151
76,9
135.5/6
51.7
18.61
50,2
11,95
51,4
27,25
49,5
16,50
55
1
9
24,88
71,7
9,28
77.3
16
11
/16
52,0
6316 87,1
46.61- 74,6
132.61-
50.5
17.181-
49,1
II,-
47,3 27,00
49,1
15,75
53,4
26,50
76,4
9,39
78,3
16
1
13
51,5
6316
5

87,1

43-1-
69,3
117.131-
44,9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44,5
14,50
49,2
26,25 75,6
949
79,1
16
6
/8
51,9
63166
87,1
46.816
74,8
113.161-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7 24,00
43,6
13,00 44,1
25,25 72,8
9,70
80,8
161/
51,9
6316
6

87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9 9,95
42,8
22,50
40,9
12,50
42,4

72,0
9,90
82,6
13
7
!
43,2
6016
87,9
45.716
73,1
116.81-
44,4
14-16
38,5
10,30
44,3
. 21,25
38,6
12,00
40,7
24,63 71,0
10,11
84,3
12
1
12
38,9
5816
80,3
45.116
72,6
117.-16
44,7
13.516
35,4
10,95
47,1
21,75 39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
13
7
116
41,8
5816
80,3
45.116
72,6
122.1/-
46,6
13.316
35,2
10,90
46,9 25,25
45,9
14,50
49
1
2
22,25
64,1
10,21
85.1
13
0
16
40,9
5816
80,3
42.1516
68,9
113.41-
43,2
12.101-
34,3
10,25
44,1
24,50
44,5
14,50
49,2 22.25
64,1
10,21
85,1
12
15
/6
40,3
5816
80,3
39.616
63,4
104.171-
40,0
11.1016
31,6 9,40 40,4 23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
12
1
14
38,1 5816
80,3 35.17/6
57,8
1

100.1216
3q,4

10.151-
29,5
8,60
7

37,0
22,25
11

40,5
12,5011
42,4
19,-IS
54,4
10,21
85,1
1
2
51
16

38,3
58/6
80,3
34.101-
55,6
100.12!6 38,4 10.10/- 28,8
8,658
37,2
22,00
11

40,0
12,50
12

42,4
19,25
16

55,5
10,21
85,1
I2
5
!n
38,3
58/6
80,3
34.101-
55,6 102.10!-
39,2
II.-!-
30,2 8.85
9

38,1
21,50
13

39,0
12,25′
41,5
10,21
85,1
13
1
/10
43,0
5816
80,3 36.51-
58,4
108.716
41,4 12.-1- 32,9
10,35
10

44,5
22,00
14

40,0
12,50
14

42,4
1
10,21
1
85,1 13
3
14
42,8
40.101-
65,2
118.101-
45,2
13.1216
37,4
1
10,21
85,1
invoering van de huidige officicele noteerioeswijze (lan.
1928);
vanaf 16Dec.1929 7415 K.G. Hongaarsche: vanaf 26 Mei 1930 Z.-Russische.
4
)= Malting vÔér de Invoe-
1) Noteering Schotland 5916. 6)581… 7) 5 Juni
0
)12; 0)19;
10)
26;
11)
4;
12)
11;
13)
18;
14)
25; ‘) 2;
16)
23
Juni.

608

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1 Juli 1931

THEE.
Na de inzinking dr laatste weken heeft de thee-markt
in cle afgeloopen week, bij een kleiner aanbod, een betere
stemming te zien gegeven. Er bestond veel ineer kooplust, waardoor gewone en gewoon middenkvaliteiten vast in de
markt lagen en ce.
3/
4
pence duurder werden verkocht.
Duurdere soorten hadden een onregelmatige markt en
vooral in de Britsch-Indische veilingen werd veel opgehou-
den. Ceylon-theeën bleven in kwaliteit achteruit gaan, waar-
door vooral de middenkwaliteiten zwak in de markt lagen
en dikwijls lager liepen.
Volgens berichten van de Vereeniging voor de Thee-
cultuur in Ned.-Indië bedroeg de thea-uitvoer van Ceylon
gedurende de maand Mei 1931: 26.611.000 lbs, tegen
25.074.000 lbs. in 1930. Gedurende de periode Januari-Mei
1931 bedroeg de uitvoer in totaal 112.612.000 lbs. (vorig
jaar 108.312.000 lbs.),
Noordelijk-Britsch-Indië exporteerde in Mei 1931 5.514.000
lhs. (vorig jaar 5.963.000 lbs.). In de maanden April/Mei
werden in totaal uitgevoerd 7.784.000 lbs. (vorig, jaar
11.539.000 lbs.).
De Board of Trade publiceerde de volgende gegevens om-
trent aanvoer en uitvoer van thee in Groot-Brittannië en
N.-Terlancl. In Mei 1931 werden aangevoerd 25.3 millioen
lhs. (v.j. 29.6 millioen lbs.) en uitgevoerd 5.9 millioen lbs.
(v.j. 8 millioen lbs.). Gedurende Januari/Mei werden in
1931 aangevoerd 178.4 millioen lbs. (v.j. 178.9 millioen lbs.),
tei-wijl werden uitgevoerd 36.1 millioen 11w. (v.j. 37.4 mil-
lioen lbs.).
Amsterdam, 29 Juni 1031.

STEENKOLEN.

De allesbehees-schende vraag• van het oogenblik op de
kolenmarkt is: Zal er in Engeland een staking komen? Ge-
hoopt wordt, dat de mijnwerkers gezamenlijk met de eige-
naars bij cle regeering zullen aandringen op het riemen van
een wettelijken maatregel, waardoor voor geruimen tijd de
7-urige werkdag bestendigd blijft. i)it laatste
.0
mee-
brengen, dat de patroons zich verbinden gedurende de nieu-
we legislatieve periode of op zijn minst gedurende een jaar
geen loonreclucties door ‘te voeren.
In Westfalen is de uitspraak van de arbiters in het loon-

conflict door den Rijksminister van Arbeid bindend ver-
klaard en daarmede is de strijd weder voor een oogenblik van de baan. Het Rijnsch-Westfaalsche kolcnsyndicaat is
voor 10 jaar vernieuwd geworden.

De prijzen zijn:

Northumberknd Ongezeefcle ………….
f
9.15

])urham Ongezeefde …………………,, 9.75

Cardifï 2/3 large 1/3 smalls …………. ..12.-

Schotsche Gezeefde (Prime Lothians) …..,, 8.75

Yorkshire gewasschen Singles ………….9,75

Wcstfaalsche Vetförder ……………….10,60

Vlamstukkeu

1

……………
11,75

Smeenootjes

……………
,, 11.50

Gasvlamförder

………….
..11.-

Gietcokes

……………..
..14.-

Hollandsche Eierbriketten ………………12,40

alles per ton van 1.000 KG. franco station Rotterdam/Am-
sterclam.

Ongezeefcle bunkerkolcn f.o.b. Rotterdam/Amsterdam

f
10.-.
Markt onzeker.

30 Juni 1931.

IJZER.
De zwakke tendens van cle exportmarkt voor ruwijzer, s’elke veertien dagen geleden geconstateerd werd, houdt
aan. Lux 3 wordt thans in Schotland tegen 51/6-52/- fot.
Grangemoutli aangeboden. Ook cle Cleveland-producenten
offreeren in Schotland tegen sterk verlaagde prijzen. Het
is hun thans inderdaadgelukt weer cenige orders te boeken.
In het Tees-district, waar zij de officiëele prijs van 58/6
fot. furnace handhaven, worden zij door producenten uit
cle Micllands en van het vasteland bestookt.
Na een vrij scherpe baisse in de vorige week heeft cle
staalmarkt z3ch thans eenigszins hersteld. De prijs van
stafjzer is momenteel weer 68/- fob. Antwerpen.

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

DIVERSEN
,KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJ FERS

RUBBER’)
Bruto.
SS!.
VURENHOUT
Standaard
SUIKER
Witte kristal-
KOFFIE
Robu8ta
THEE
Afi. N.-l. theer.
COPRA
gewichtv.d.
buit, handel
–_
II

Ilio


II
basis 7″ 1.0 b.
Zweden!
Rlbbed Smoked
Sheets
suiker loco
Locoprijzen
A’dam gem. pr.
Ned.-lnd. Ina.
per lOt K.G.
Nederland
‘I2
II
Finland
loco Londen

1
R’damlA’dam.
Rotterdam
Java- en Suma-
Amsterdam
1925-100
per lb.
per 100 K.O.
per

K.O.
tratheep.II2KO.
Uit
voer
1
voer

f
010
Sh.
010
8.
0
10
cts.
0
10
cts.
0/
t
0
/0
1925
159,75
100
2111,625 100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87
5

100,0
100
100
100,0 1926
153,50
96,1 21-
67,4
17,50
93,3
55,375 90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
112 128
93,2
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,12
5

102,0
46,875
76,4
.

82,75
97,9
32,625
90,9
113 116
95,4
1928
151,50
94,8
-10,75
30,2
15,85
84,5
49,625 80,9
75,25
89,1
31,87
88,9
118
128
96,4
1929
146,00
91,4
-110,25
28,8
13,-
69,3 50,75
82,7
69,25 82,0
27,31
5

76,3
122
32
91,6
1980
141,50
88.6
-15,875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75 71,8 22,62
5

63,1
124
135
75,5
Jan.

1929
152,50
95.5
-19,875
27,9
13,775
73,5 53,125 86,6
77,25
91,4
29,-
80,8
III
119
94,2
Febr.

»
150,00
93,9
1j-
33,7
13,375
71,3
54
88,0 74,25 87,9
28,62
4

7,8
75
83
94,2
Maart
147.50
92,3
110,125
34,0
13,50
-72,0
54
88,0
72,75
86,1
27,62
5

77,0
82
III
94,8
April
147,50
92,3
-110,5
29,5
13,375
71,3
54
88,0 74,25 87,9 26,75 74,6
110
142
929
Mei
145,00
90,8
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0 73,50 87,0 25,87
5

72,1
135
144
91,6
Juni

»
147,50
92,3
-l10,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2
24,87
5

69,3
137
134
91,0
Juli,,
145,00
90,8
-111
30,9
13,425
71,6
54
88,0
68,50
81,1
27,50
76,7
144
147
91,0
Aug.

»
14,00
90.8
-110,5
29,5
13,00
69,3
53,50 87,2
64 75,6
27,25
76,0
151
149
91,6
Sept.
145,00
90,8
-/10.125
28,4
13,475
71,9
51,75 84,3
64 75,6
28,25
78,7
135
144
91,0
Oct.
Nov.
142.50
89,2
-/9,625
27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
78,1
27,50
76,7
131
146
90,3

Dec.
142,50
142,50
89,2
89,2
-18,125
-18
22,8 22,5
12.50
12,07
5

66,7 64,4 41,75
36,75
68,0
59,9
66,50 60,75
78,7
71,8
27,25
27,125
76,0 75,6
128
123 143 125
88,4
87,1
Jan.

1930
147,50
92,3
-17,375
20,7
11,675
62,3
35
57,0
60,50
71,6
26.875
74,9
128
136
84,5
Pebr.
147,50
923
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0 58,25
68,9
2637
5

73,5
112
126
81,3
Maart
147,0
92,3
-17,625 21,4 10,70
57,1
35 57,0
62,25
73,7
25,25
70.4
125
131
78,7
April
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0 59,50
70,4
26,12
5

72,8
115
127
78,7
Mei
145,00
90,8
-16,875
19,3
9,80
52,3
34,75 56,6
58
68,6
25,50
71,1
132
132
76,1
Juni

,,
145,00
90,8
-16,125
17,2
9,775
52,1
33
53,8
58
68,6
22.875.
63,8
131
133 76,1
Juli
142.50
89,2
-15,625
15,8
9,275
49,5
31,50
51,3
55,50 65,7 21,75 60,6
138
141
74,2
Aug,
142,50
89,2
-14,875
13,8
8,50 45,3 29,50
48,1
55,25 65,4
20,-
55.7
129
145
73,5
Sept.

»
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,975
42,5
28,25
46,0 59,50
70,4
19,25
53,7
122
126
72,3
Oct.
132,50
82,9

14
11,2
8,625
46,0
29
47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128
152
71,6
Nov.,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47,3
68.25
80,8
19,37
5

54,0
121
139
71,0
Dec.

,,
130,00
81,4
-14.375
12,3
8,20
43,7
29
47,3 66,75
79,0
19,-
53,0
105
129
69,0
Jan,

1931
125.00
78,2
-14.25
11,9
8,20
43,7
28
45.6
66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7
}ebr,

»
125,00
78,2
-/3,875
10,9
8,20
43,7
26,25
42,8
53
62,7
18,125
50,7
16
121
67,1
Maart
125,00
78,2
-/375
105
8,30
443
25,50
41,5
45
53,3
18,625
51.9
107
140
66,5
April

»
125.00
78,2
-13,125
8
1
8
8,575
45,7
24,75
40,3
43
50.9
17,50
48,8
110
138
65,8
M e
i

,
125,00
78,2
-13,125
8,8
8,50
45,3
25
40,7
40,25 47,6
15,37
5

42,9
114
III
65,8
1Juni
110,00
68,9
-13,0625
8,6 8,25
44,0
25
40,7 42,50
2

50,3
13,50
37.6
8

,,

»
110,00
68,9
-13,0625
8,6
8,50
45.3
25
40,7
36,253
42,9
13,25
36,9
15
110,00
68.9
-13
8,4
8,2
5

46,0
26
42,4
14,125
39.4
22

»
110,00
689
-13,1875
8,9
8,75
46,7
26
42,4
14,25
39,7
29

»
110,00
68,9
-13,3125
1

9,0
8,75
46,7
27
44,0
15,625
43,6
1)
Jaar-en maandgem.
afger.
op
Ile
pence.
2)

4 Juni.
3)

18 Juni.

Auteur