Ga direct naar de content

Jrg. 16, editie 800

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 29 1931

29 APRIL 1931

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDE.N.

Economisch~Statstische

Beri
e
chten

ALGEMEEN WEEKBLAD.VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FÏNANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE
RIJN
VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

16E JAARGANG

WOENSDAG 29 APRIL 1931

No. 800
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Ren gers;
Prof.
Mr. H. R. Ribbius; Jan. Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd. lid:
Prof.
Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter cle Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont.
vangen de ahonnë’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent iviet anders wordt be8list. Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 145192.

28 APRIL 1931

De vraag naar geld was ook deze week weder niet

onbelangrijk, terwijl het aanbod nog iets verder in-

kromp. De rente voor particulier ‘disconto liep dan

ook nog verder op; geopend op 1V2 pOt., werd Don-

rierdag voor
1il115
pOt. afgedaan. Daarna trad een

kleine reactie in, maar gisteren moest opnieuw
1il116

püt. worden toegestaan. Ook voor, geld op prolonga-

tie bestond aanvankelijk vrij veel vraag, zoodat 1%

pOt. genoteerd werd; daarna werd ook ‘hier het aan-

bod wat grooter, waardoor ‘de noteering tot 1 % pOt.

terugviel, maar Zaterdag was de vraag plotseling

weder zoo sterk toegenomen, dat 2 pOt. genoteerd

moest orden. Alleen cailgeld was, zooali meestal

eenige dagen voor het einde der maand, sterk aange-

boden en liep van 1% pOt. tot % pOt. terug.

* *
*

Bij de inschrijving op het schatkistpapier werd in

totaal ingeschreven voor
f
73.615.000. Toegewezen

werden
f
16.020.000 ‘drie-inaands promessen
a
f
995,50

of. 1% pOt.
;f
7.800.000 zes-maandspromessen

f989,75 of 2 püt. en f29.889.000 jaarhiljetten

,f
1.002,75 of 2% pOt.

* *
*

De post binnenlandsche wissels op den weekstaat

van De Nederlandsche Bank bleef in de afgeloopen

week vrijwel onveranderd. De beleeningen geven een

daling van
f
100.000 te zien. De goudvoorraad der

Bank vertoont een, vermeerdering van
. f 4
milli’oen.

De zilvervoorranci nam met
f100.000
af. De post

papier op het :b
u
jt
enl
an
,d en de diverse rekeningen
onder het actief vermeerderden respectievelijk met

f 6,4
millioeii en
f
1,2 millioen.

De biljettencirculatie ‘blijkt met
f
123 mi.11ioen te

zijn. toegenomen. Het tegoed van het rijk verminderde

niet
f
5,1 millioen, doch de i-ekenin.g-courant-saldi

van anderen bedragen
f
4,1. millioen meer ‘dan ver-

leden week. Het beschikbaar metaalsaido daalde met

.f
600.000. Het dekkingspereentage bedraagt ruim

55%.
* *
*

In de afgeloopen week ging er op de wisselmarkt

‘eel om. De stemming was echter onzeker; de hoof d-

deviezen. varen aanvankelijk vast, liepen daarna terug,

om op het laatste ooenhlik weder wat te stijgen. Pon-

den noteerden

Dollars: 2.4901-2.4905-2.4875. Dollars in Londen

waren flauwer: 4.8585-4.8621. Marken: 59.26-

59.30Y2-59.25. (Dollars tegen Marken 4.1985). Fran-

sche Francs flauw: 9.73%-9.72%’. Deviezen in Parijs

zijn zeer gezocht. Het Pond steeg. er
van 124.28 tot

1.24.42 (goudpurit van uitvoer voor het Pond 124.51;

naar New-York gaat er reeds goud). Belga’s verander-

den slechts yeinig; zij fluctueerden rond de 34.61.. (Pon-

den tegen Beiga’s 34.04%). Ook Zwitsersche Francs

zonder veel verandering: 47.94. De Oosteririjksche

Shilling noteert 34.98%. Pengö 43.40. Tsjecho Kro-

nen 7.37. Peseta’s onzeker, echter met een vasten on-

clergrnnd: 24.35-25.1.5. Rio kon zich, riettegenstaan-

de den niet fiorissanteii finariciëeien toestand van

Brazilië, van 17% tot 19% verbeteren. Argentijnsehe

Pesos zeer flauw: 78. Uruguay Pesos 1.61..

Termijnen zijn nog steeds gezocht; het disagio is

wed.erolii. kleiner geworden en hij ‘de maai’ds-Dollars

zelfs geheel verdwenen. De noteeringen waren ten-

slotte, voor 1- en 3-maande Pon’den

/16
en 1%, voor

Dollars pan, en 5 en voor Marken 4 en 12 punten

onder den contanten koers.

LONDEN, 27 kPRIL 1931.
De geldniarlst heeft een gemakkelijke week achter

den rug, ‘de prijs voor ,,overîiight” geld was geduren-

‘de de gelieele week 1-2 pOt. Toch geeft de bank-
staat aan, dat het voor de markt beschikbare saldo

der bankiers zeer lang is en. men komt dan ook tot

de conclusie, dat gelden voor buitenlandsche rekening

rechtstreeks
0])
de markt worden uitgezet.

Disconto handhaafde zich ‘de geheele week op het

onofficiëele minimum van pOt. met een eenigs-

zin’s zwakke tendens. De schatkistpromessen werde:n

tot een fractie beneden ‘dezen prijs toegewezen.

402

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 April 1931

EENIGE RECENTE VERSCHIJNSELEN OP

HET GEBIED DER MIGRATIES.

De huidige economische depressie kenmerkt zich mede hierdoor, dat ze over de geheele wereld druk-
kend gevoeld wordt. Dit bemoeilijkt ongetwijfeld haar
oplossing in sterke mate, terwijl de druk, welke op
ieder der landen uitgeoefend wordt, vergroot is. Tot
alleszins ongelukkige maatregelen heeft dit reeds ge-
leid. De weg der protectie is meer bewandeld dan ooit;
en de verwachting is •gewettigd, dat het nadeel dat
hierdoor teweeg gdbracht is, langer zal blijven dan het
kwraad, dat het heette te verminderen. De protec-
tionistische maatregelen hebben zich in het geval van
de laatste crisis niet beperkt tot de belemmering van
het vrije verkeer der goederen; zij hebben zich ook
gericht tegen den steeds toenemenden stroom van ar-
beidskrachten, welke zich van het eene land naar het
andere piacht te begeven. Ook deze bescherming heeft
veelal plaats gehad op een wijze en in een mate, die
voor het geheele wereidgestel niet anders dan scha-
delijk kon zijn. Pe migratie, die
itt
gevallen van plaat-
selijke crisis, of ook in het algemeen van slechte
economische toestanden; een. der werkzaamste midde-
len tot verbetering kon zijn, wordt thans overal aan
banden gelegd. Da
j
t het overal geschiedt, waar, in be-
langrijke mate vreemde arbeidskrachten gebruikt wor-
den, volgt uit de veibreidheid
van
de huidige crisis.

De maatregelen in kwestie geven in neer dan één
opzicht te denken. Zij mogen hier aan een beknopte
beschouwing worden onderworpen. Voordien zij er
nog op gewezen, dat bij de studie van het werkloos-
heidsvrangstuk de Directeur van ‘het Internationaal
Arbeidsbureau, cle Heer Albert Thomas, met nadruk

wees op het belang van een doelmatige uitwisseling
van arbeidskrachten, ook internationaal, terwijl voorts
een der leden van de desbetreffende studie-commis-
sie het verband tusschen werkloosheid en migrati.e
naar voren bracht.
1)

* *
*

Reeds jaren bestonden beperkingen op de immigra-
tie in de Vereenigde Staten. Deze beperkingen nu zijn
dusdanig uitgebreid, dat het gevolg zal zijn de nage-
noeg geheele stopzetting der irnmigrati.e. Naar de voorstellen thans luiden (oorspronkelijk was zelfs
sprake van een algeheele stopzetting), zal slechts 10
pOt. van het aantal, dat volgens het quoten-ste]sel
mocht i.mniigreeren, gedurende de eerstvolgende twee
jaren worden toegelaten. Zij die ten laste komen van
de Amerikaarcsche liefdadigheid (dat zijn •cJar te
lande de werkloozen) en die op onwettige wijze zich
in het land gevestigd hadden na de afkondiging der
immigratie-wetten, worden teruggevoerd naar hun

oorspronkelijke vaderland. Bijzondere credieten, welke
de uitvoering dezer bepalingen moeten mogelijk ma-
ken, zijn reeds toegestaan.

In Brazilië is bij decreet van 14 Dec. ji. de toe-
gang aan derde-klasse passagiers eenvoudig optzegd.
Een even radicale ‘maatregel heeft Australië gepomen.
Argentinië en Peru hebben de visum-kosten belang-
rijk verhoogd, een verhooging, welke juist de immi-
granten wil ‘treffen. In Mexico overweegt thans het
adviseerend lichaam voor immigratie-zaken algoheole
sluiting der grenzen voor buitenlandsche arbeiders.
Alleen voor gespecialiseerde arbeidskrachten, welke
niet door nationale werkkrachten vervangen kunnen
worden, zullen uitzonderingen gemaakt wor.den. Soort-
gelijke beperkingen voor gespecialiseerde vakarhei-
ders wordeu trouwens algemeen. gemaakt. In Ouha
wordt groote beperking der inimigratie overwogen.
Spanje en België, Europeesche landen met een niet
onbelangrijke immigratie, welke daar staat naast een
eveneens belangrijke emigratie, regelen de immi.gratie

1)
Cf. Industrial and Labour Informations, Genève, Bu-
reau International du Travail,
9
Febr.
1931, pp. 141-145.

INHOUD.

BIz.
EENIGS REOENTE VERSCHIJNSELEN
OP
HET GEBIED DER
MIGRATIES

door
H.

Rieniens

………………..
402
Vergelijkende sitikeruitvoeren onder het plan

Chad-
bourne

door

A.

W.

Volz

……………………
404
Rationalisatie en werkloosheid door
Mr. D. J. Hi.as-

hoffPot

………………………………….
404
De oorzaken van de agrarische crisis

…………..
406
De Indische middelen over Januari
1931
…………
409

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
De met bieten bebouwde oppervlakte van Europa
in

1931
door
Dr. Gnstav Mikusch

…………
410
De economische toestand van het Saargebied in
1930
door

Dr.

W.

Cartetlieri

………………….
411

AANTEEKENINGEN:
Indexcijfers van groot. en

kleinhandeisprijzen

in
Nederlandsch.Indië

……………………..
412

MAANDCIJFERS:
Giro-kantoor der Gemeente Amsterdam.. ……… 413
Overzicht van de Indische middelen…………..
414

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….

414—
420
Geldkoersen.

Bankstaten.

Verkeerswezen. Wisseiknersen.

1

Ooederenhandel.

op clusclan.ige wijze, dat in beginsel geen arbe;iders
zullen worden toegehten, zoo in de desbetreffende
bedrijfstakken werkloosheid heerscht (Koninklijke
Besluiten van 16 Jan. resp. 15 Dec. ji.). Een derge-
lijk stelsel is reeds jaren van kracht in Frankrijk,
waar cle geheele arbeidsmarkt zoo veel als doenlijk is, beschermd wordt tegen onnoodige schokken.
Laatstgenoemde staat is thans een der grootste
landen van immigratie geworden. Het aantal vreem-
cleli.ngen bedraagt er, naar een recente schatting, vol-
gens opgave van den Premier, den Heer P. Laval,
3.300.000. inderdaad is Frankrijk aangewezen op de
buitenlandsche arbeidskrachten, wil het niet door een
gebrek aan arbeiders zijn economische activiteit be-
langrijk moeten in perken. Werkloosheid was daar tot
voor kort dan ook onbekend, en nog altijd geniet uit
hoofde hiervan Frankrijk een groeten voorsprong.
Alleen al doordat de immigratie thans stopgezet is in
die bedrijfstakken, waar werkloosheid heerscht, is de
omvang dier werkloosheid betrekkelijk gering gebleven.

Evenals in Amerika het geval is, beperkt men zich
nu niet tot stopzetting der arbeiders-immigratie, maar
tracht men bovendien .de werkloos geworden vreem-
de arbeiders te bewegen om weer naar hun vaderland
terug te keeren. De regeering heeft te dien einde een rbgeling getroffen met de spoorwegmaatschappijen,
om goedkoope vervoergelegenheid voor deze arbeiders
te scheppen. Geheel in soortgelijke richting gaat et
advies van den Nationalen Econ’omischen Raad, die
zich in Februari ji. te dezer zake uitsprak. Vreem-
delingen, die thans in Frankrijk werkzaam zouden

zijn, of ook werk zouden zoeken, zonder in het bezit
te zijn (of geweest te zijn) van een door de regeering gelegaliseerd arbeidscontract, zouden ten spoedigste
gerepatrieerd moeten worden. (Het aantal werkzoe-
kende vreemdelingen, momenteel zonder de vereischte
papieren in Frankrijk aanwezig, bedroeg volgens op-
gave van den Premier aan de Volksvertegenwoordi-
ging in Februari pim. 100.000). Reeds thans is de
politie ertoe overgegaan, niet meer papieren uit te
reiken aan degenen, die op onwettige wjjze de gren-
zen. overschreden hadden, en er thans in geslaagd wa-
ren., werk te vinden, een procedure, welke tot dus-
verre als regel wèl gevolgd werd. Vele vreemdelingen
hebben tengevolge van een en. ander het land thans
eer verlaten, naar de Heer Picquenard, Directeur
van den Inimigratie-di.enst va.n het Departement van Arbeid, in de Kamer mededeelde. Stemmen zijn in de Fransche Kamer zelfs opgegaan, die verder strekken-
dc maatregelen vroegen; de Premier verklaarde even-
vel, dat het absurd zou zijn. honderdduizende vreemde
arbeiders weer uit Frankrijk te doen vertrekken.
1)

i)
Industrial and Labour Informations, nummer van
16
Maart 1931.

29 April 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

403

Besluiten wij de’ rij met Duitschiand, een’ land
waarheen zich een groot aantal seizoen-immigranten

(boer’enknechts) pleegt te begeven. Arbeiders z u hen
in 1931. slechts worden toegelaten in zooverre zij in
den ibietenoogst werkzaam zijn; het aantal immigran-
ten mag niet meer dan twee derde van de in 1930
tewerkgestelden bedragen.

1-lierbij valt o.i. het volgende aan te teekenen. Mi-
gratie is geenszins een zaak, die louter ten voordeele
komt aan het land van vertrek, en die ten nadeele
strekt van het land van vestiging. Het is integendeel
duidelijk, dat het emigratie-land in het vertrek zijner
zonen een groot – zij het niet in materieele waarden
uit te drukken – verlies lijdt. Het vertrek toch zal
in vele gevallen van blijvend karakter zijn. De migran-
ten en hun nakomelingen zijn voor het vaderland dan
verloren. Dat dergelijk nadeel ook sterk gevoeld
wordt, blijkt wel uit het hardnekkig verzet der regee-
ring van Mussolini tegen emigratie der Italiaansohe
onderdanen.
Hun nieuwe vaderland schenken de immigranten
hun arbeidskracht; tot de productie van dit land dra-
gen zij daadwerkelijk bij. De plaatsen, welke zij er
bezetten, zouden anders wellicht, bij gebrek aan men-
seben, onbezet gebleven zijn. Het abnormale karakter
van den huidigen toestand, waarbij meer arbeiders
moer last beteekent, mag ons niet in twijfel brengen omtrent den normalen aard der immigra’tie: die ‘van den toevoer van handen (en hoofden), daar waar zij
gewenscht.zijn. De ‘beteekenis der immigratie is uiter-
aard ‘grooter, naarmate het aandeel der vreemde ar-beidskrachten in de nationale huishouding quantita-
tief en qualitatief
belangrijker
is. Wordt thans (Io
massa der immigranten gevormd door ongeschoolde
arbeidskrachten, daarnaast bestaat van ouds een
stroom van gespecialiseerde vaklui, ‘die zich veelal
daar, neerlaat, waar voordien aan hen gelijkwaardige
arbeiders niet ‘te vinden waren. In een
dergelijk
ge-
val spreekt de waarde der iminigratie voor het land
van vestiging wel voor zichzelf. Niet zelden ook ver-
richten de immigranten werk, dat de nationale ar-
beidskrachten niet wenseben te verrichten; een spre-
kend voorbeeld hiervan levert de trek van Duitsche
dienstmeisjes naar Nederland. De buiteniandsche
werkkrachten in de Limburgsche mijnen leveren het
voorbeeld van vreemden arbeid, welke – vooreerst
althans – niet of niet dan zeer bezwaarlijk door
eigen arbeid vervangen zou kunnen worden. Normali-
ter strekt immigratie ten ,voordeele van de nationale
welvaart. Alleen indien’ geïmmigreerd wordt door ar-
bei’ders, die ,,’onder de markt” werken, en ‘die een be-
drijf uitoefenen, waarin reeds een overconipleet aan
werkkrachten bestaat, worden de ‘belangen van ‘bepaal-
de bevolkingsgroepen uit ‘het eigen land geschaad.
Het land van iminigratie geniet daarnaast een. uit-gesproken materieel voordeel doordien ‘het arbeidsto
toegevoerd krijgt, aan wier vorming het niets meer
to betalen heeft; deze last ‘heeft indertijd op het
emigratie-land gedrukt.
Ongetwijfeld staan hier tegenover heiaogrijke na-
deden, welke ui.t immigratie voortvloeien, – althans
kunnen voortvloeien, – nadeelen, welke van niet-
economischen aard zijn. Door de vestiging va.n een
groote massa van immigranten wordt de volkenkun-
di’ge eenheid bedreigd. immigratie komt aan de ho-
mogen:i.teit der bevolking zeker ni,et ten goede, ter-
wijl de invloed op het volkska’rakter ook ongunstig
kan zijn. Intuschen lijkt ‘liet ons voor geen twij-
fel vatbaar, dat dit nadeel’ minder groot’ is dan dat
van de afneming, der eigen volkskrtcht als ‘gevolg
van een sterke emigratie.

Nu breekt ook in het immigratie-land de slech’te
tijd aan. Opnieuw geniet dit land een voorsprong: het
aanbod van buiteniandsche’ arbeidskrachten zal af-
nemen wannêer de toestand op de arbeidsmarkt in
‘het betreffende land on’gunstiger geworden ‘is. In de

landen van emigratie werkt het nu verhoogde aan-
bod des te drukkender. Alleszins begrijpelijk is hel;
zeker, dat deze voorsprong door het immigratieland
zooveel als mogelijk is wordt benut. De nationale vet-
gevin’g zal de stremming der immigratie nog nader
bevorderen. De boven beschreven maatregelen bewij-
zen wel, dat deze veronderstelling de werkelijkheid
geen geweld aandoet.
Bij den huidigen stand van nationaal en interna-
tionaal recht belet niets den staat om dusdani’ge

maatregelen uit t
#
e vaardigen. Evenmin als i,ets hem

belet om de invoerrechten te verhoogen. Dit alles
houdt nog geenszins in, dat daarmede, tevens ‘de
weuscheli.jkheid van een dergelijk procédé aangetoond
is, integendeel; de vergelijking met de invoerrechten
kan slechts doen vermoeden, dat meer schade dan
voordeel voor de wereldhuishou’di’ng wordt teweegge-
bracht. En dit zal dan ook inderdaad veelal het geval
zijn. Botte weigering ‘van welke migranten ook (het
Amerikaansdh stelsel) houdt in, dat mogelijk ook
het eigen land niet uitsluitend ‘bevoordeeld wordt, wijl
nu geen profijt getrokken kan worden van vreemde
specialisten e:d. Elke belemmering, ‘onverschillig’ van
welken •aard, zal voorts ‘het herstel in de emigratie-
landen bemoeilijken en vertragen. Di’t op zichzelf kan
nooit ‘de saneering van het geheele economische we-
reldmechanisme in de hand werken. In deze richting
wezen twee leden van de Amerikaan’sche Kamer-com-
missie voor Immigratie, toen zij zich in een tweetal minderheidsrapporten tegen de voorgestelde beper-
kingen verzetten.
1)

Zonder meer schadelijk, en uit rechtvaardi’gheids-
oogpunt te laken is het o.i., om werkloos geworden
vreemde arbeiders te repatriëeren. Deze menschen, die ontvangen werden met de ‘kennelijke bedoeling
om ‘te worden opgenomen in het nationale organi’s-
me (seizoen-i.mmigrati,e stokt meestal, vanzelve wel
bij het ontstaan van werkloosheid), worden, nu plot’
seling afgestooten; men herinnert zich, dat zij nog
een vaderland hadden, en aarzelt niet, ‘hen weer ten
laste van dit land te brengen. Dusdanige actie zal
het eerst gericht zijn tegen immigranten, die als ,,con-
trabande” aanwezig waren (aldus de Amerikaansche
en Fransche maatregelen). Hiertegen valt formeel niets en ‘materieel niet heel veel in te brengen. De
publieke opin’ie ‘vraagt veelal echter nog meer, en dc
regeeringspohitiek geeft ‘ook hieraan, grif gehoor.
Staat dan het land van emigratie geheel machte-
loos tegenover dit alles? Voor het huidig tijdsbestek
moet deze vraag bevestigend worden beantwoord. In-
derdaad staat thans dit land n
,iets anders open dan
om lijdelijk toe te zien,; noo’dgedwongen ‘heeft het
zijn steun opnieuw over de huns ondanks teruggekeer-
de verloren zoon’s uit te strekken. V’oor de toekomst
echter beitaan meer mogèlijkheden. Dan zal onge-
twijfel.d eens cle tijd weerkeeren, dat arbeidskracht niet
meer een hoogst onwelkom .geschenk is, dat ‘het eene
land aan het andere brengen kan. Dan zal juist het
gemis aan goede arbeidskrachten als bijzonder scha-
deii,jk worden ervaren. En dan is het aan de emigra-
tielan.den, om dusdanige arheids-tractaten af te s.lui
ten met de landen van immigratie, dat voorzien, is
in de zorg voor den werkloos geworden i,rnm’igrant.
Ongetwijfeld zal dan, deze zorg voor rekening van liet
iminigratie-land zijn. Het arbeids-tractatenrecht –
een recht, ‘dat zich eerst zeer onlangs is gaan vormen
– zal zich zonder twijfel in deze richting ontwikke-.
len. De toestand kan dan voor de emigratie-landen
hierom des ‘te gunstiger zijn, omdat een algemeene
afneming van het aanbod ter arbeidsmarkt in vrij

wel de geheele Westersche wereld binnen niet. te lan
gen tijd verwacht mag woHen tengevolge van de
gedaalde nataliteit ‘gedurende de oorlogsjaren.
2)

H. RIEMENS. md. and Lab. Inform, nummers van 19 Jan. en
16,
Mrt. 1931.
Men vergelijke bet art, van Dr. Mr. II. van Zantett
in Ec.-Stat. Ber. van
11
Maart
jl.

404

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 April 1931

VERGELIJKENDE SUIKERUITVOEREN ONDER

HET PLAN CHADBOURNE.

In verband met de in het laatste nummer der
E.-S. B. i.n het artikel ,,De Suikerrestrictie onder het
plan Ohadbourne” opgenomen cijfers van de expor-
ten der bij de restrictie betrokken landen gedurende
cle eerstvolgende vijf jaren, zijn de volgende door
C. Ozarnikow Ltd. in hun laatste weekbericht gepu-
‘bl.iceerde exportcijfers van ‘dezelfde landen gedurende
de
lacstste
zes jaren interessant:

laatste zes jaren bedraagt 7.886.666 tons en van de
exporten naar ,,vrije” markten 4.635.833 tons, waar-
mede vergeleken de voor de volgende vijf jaren vast-
gestelde
cijfers
geen slechten indruk maken. Ook mag
daarbij in aanmerking genomen worden, dat de on-
zichtbare voorraden van suiker over de geheele we-
reld tegenwoordig zeer laag moeten zijn.

Daartegenover staat de groote onzekerheid ten op-
zichte van hetgeen uit Rusland kan komen en de
vraag hoe zich de wereldconsumptie van suiker, die

Januari/December

1930
1929
1928

1927
1926 1925
Cuba ……………..
3.387.000
4.799.000 3.983.000

4.126.000 4.708.000
5.051.000
ton
waarvan naar de
Vereenigde Staten….

2.355.000
‘3.685.000
2.874.000

3.207.000
3.748.000
3.636.000

April/Maart

1930/31
1929130
1928129

1927128 1926127 1925126
Java …………….
2.107.000
2.316.000 2.631.000

2.080.000
1.713.000
2.070.000

September/Augustus

1929130
1928129
1927/28

1926127
1925126

.
1924125
Tsjecho.Slowakije

600.000 674.000 813.000

708.000 1.080.000
1.015.000
Duitschiand

234.000
143.000
83.000

64.000
47.000
226.000
Polen …………….

.452.000
305.000
163.000

226.000 272.000
200.000
E[ongarije …………

133.000
.100.000 70.000

72.000
84.000
103.000
België

…………..
25.000
44.000
40.000

46.000 146.000
181.000

Totaal

……..
6.938.000 8.381.000 7.783.000

7.322.000
8.050.000
8.846.000
ton
waarvan naar
Vrije
markten

……….
4.583.000 4.696.000
4.909.000

4.115.000
4.302.000 5.210.000

Ter vergelijking volgen hier nogmaals
de uitvoeren
tot dusver, met enkele uitzonderingen, elk jaar ccce
zooals door de overeenkomst Ohadbourne vastgesteld: gestadige toename getoond
heeft, zich in
de toekomst
Het gemiddelde ‘der totale exporten gedurende de
zal ontwikkelen.
A. V.
Januari/December
1931
1932

1933

1934
1935

Cuba,

export

……………….
3.232.000 3.605.000

3.655.000

3.655.000
3.655.000
tons
waarvan naar de Ver. Staten ….
2.577.000 2.800.000

2.800.000

2.800.000
2.800.000

April/Maart
1931/’2
1932/3

1933/’4

1934/’5
1935/’6

Jav%

…………………….
2.300.000 2.400.000

2.500.000

2.600.000
2.700.000

September/Augustus
1930/’31
1931/32

1932133

1933/34
1934/’35
Tsjecho-Slowa.kije

…………..

570.815

570.815

570.81.5

1
570.815
570.815
‘Duitschianci

………………..
500.000
350.000

300.000

300.000
300.000
Polen

………………

.

……
308.810
308.810

308.810

308.810 308.810
iongarijc
.
…………………
84.100
800

84.100

84.100 84.100
België

……………………
30.275
30.275

30.275

30.275
30.275

Totaal……..
7.026.000 7.249.000

7.449.000

7.549.000
7.649.009
waarvan naar vrije markten
4.449.000
4.549.000

4.649.000

4.749.000 4.849.000

RATIONALISATIE EN WERKLOOSHEID.

Mr. D. J. I-Iulshoff Pol schrijft ons:

Als een van de belangrijke oorzaken ‘der huidige
ernstige en voortdurende werkloosheid wordt v1ij
algemeen – behalve door de arbeiders zelf – de
hoogte der arbeidsloon en ‘beschouwd, welke bonen in
dezen tij’d van algemeene prijsdaling •der groothan-
delsartikelen nog maar betrekkelijk weinig zijn ver-

minderd, waar de organisatie der werknemers van vol-
doen de sterkte is. Nu in de thans heerschende ma-
laise, in afwijking van ‘de vroegere crises, geen snelle
vermindering der productiekosten kan worden ver-
kregen door een onmiddellijke verlaging der bonen,
zijn vele ondernemingen genoodzaakt hare productie belangrijk in te krimpen of relfs stop te zetten, waar-
door een overmatig aantal arbeiders ontslagen wordt.
Zoodoende kan een deel der werkloosheid op rekening
gesteld worden van de te hooge bonen der nog aan de
productie deelnemende arbeiders. Evenwel heef t de geweldige omvang der werkloos-
heid, die in vrijwel alle Europeesche landen en in de
Ver. Staten heerscht, alsmede de lange duur daar-
van, langzamerhand het inzicht doen rjpen, dat er
nog een andere
‘belangrijke
oorzaak dan die der hooge
bonen bestaat. Met name zijn verschillende economen
meer en meer gaan denken aan de sterke rationalisa-
tie, welke in tal van landen is toegepast en nog steeds
wordt doorgezet. Tengevolge daarvan zijn vele ar-
beidskrachten vrijgekomen, die nog geen nieuw em-
plooi hebben gevonden en daardoor het leger der
werkloozen hij voortduring vergrooten.

Inderdaad hb’ben de laatste jaren ons allerwege in
de eerste plaats een sterke ontwikkeling ‘der tech-
niek te zien. ‘gegeven. In ‘den landbouw is de mecha-nisatie en het gebruik van kunstmeststoff en zeer toe-
genomen, in de industrie hebben steeds betere produc-
tiemethoden de oudere vervangen, terwijl bij het ver-keer voortdurend snellere en betere vervoermiddelen
gebruikt worden, welke door de uitbreiding van het
wegennet een steeds grooter gebied bestrjken. Daar-
naast hebben zich belangrijke reorganisaties voorge-
daan door samensmelting, opslorpin’g of kartelleering
van ondernemingen, die in vele gevallen geleid heb-

ben tot verla’ging van de productiekosten. Deze
geh’eele ontwikkeling kan gevoegeljk worden samen-
gevat onder het economische begrip rationalisatie,
d.w.z. de toepassing van wericmethoden, waarbij de

productiekosten per eenheid van het verkregen pro-
duct worden verlaagd. Soms heeft deze rationalisatie
bestaan in een verminderin’g der pro’ductiemoeite ‘bij
gelijkblijvende productie; meestal echter betrof zij een
uitzetting der productie bij gelijkblijvende of zelfs
verm:inderde productie-moeite, zoodat langs ‘dien om-
weg een verminderde, respectievelijk naar verhouding
nog meer verminderde pro’ductiemoeite per eenheid
van product werd verkregen. Een en ander had na-
tuurlijk als gevolg een
belangrijke
bezuiniging op de
menschelijke arbeidskracht.

Het onmiddellijk technische gevolg van rationa-
lisatie is, dat een meer of minder groot aantal arbei-
ders, dat voordien aan de productie deelnam, over-
bodi’g wordt. Wanneer he’t hierbij bleef, zou iedere

29 April 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

405

rationalisatie bij een gelijkblijvende of toenemende
bevolking eenvoudig een ramp in plaats van een zegen
voor de maatschappij zijn, omdat weliswaar de pro-
ductiemoeite verminderd wordt, doch daarmede een
blijvende werkloosheid van een toenemend, gedeelte
der bevolking gepaard gaat. Gelukkig heeft zij echter dikwijls het economische gevolg van een stimuleeren
der consumptie door lagere prijzen en daardoor om-
gekeerd weder van een vergrooting der productie van
dezelfde soort goederen, tengevolge waarvan de werk-
gelegenheid wordt verruimd. Voor zoover overigens de
uitbreiding van. de capaciteit der oude productietak-
ken niet voldoende is om het overschot aan arbeiders
te absorbeeren, kan alleen heil gevonden worden in
het ontstaan van nieuwe productietakken. Indien zich
echter een andere ontwikkeling van zaken voordoet,
doordat monopolies eens natuurlijke prijsverlaging, overeenstemmend met de mindere productiekosten,
tegenhouden, heeft de m’aatschappj het indirecte
voordeel, dat de meerdere ondernemerswinsten ten
deele worden bespaard en belegd in een uit’breidihg
van bestaande of in de ontwikkeling van nieuwe pro-
ductietakken, en ten deels worden verbruikt, waar-
door zij vraag scheppen naar oude en nieuwe pro-

d ucten. –

Uit een en’ ander wordt wel duidelijk, dat rationa-
lisatie eerst dan een onbetwistbare vooruitgang der
maatschappij kan bewerken, indien zij gepaard gaat
met uitbreiding der oude en/of invoering van nieuwe
productietakken.
De geschiedenis leert helaas, dat aan een samen-
gaan van al ‘deze feiten dikwijls zooveel ontbreekt,
dat een ongestoord opvangen der werkloozen in on-
voldoende mate plaats vindt. Zoo is het •bekend, dat,
toen de Engelsche industrie zich op het eind der 18e
en in het begin der 19e eeuw door toepassing •der
nieuwe techniek zeer snel in modernen zin ontwik-
kelde, de werkloosheid en armoede onder •de arbei-
dersbevolking zeer groot was. Eerst in latere decen-
nia werd de toestand door de uitbreiding der oude en invoering van nieuwe bedrijfstakken weer nor-maal. Daarmede werd eerst toen – en niet eerder –
het zoo gunstige resultaat bereikt, dat de levensstan-
daard der werkende klasse, dtnk zij de techniek, be-
langrijk was verbeterd, en dat nog wel ‘bij een bevol-
king, die intusschen zeer sterk in aantal was t6ege-
nomen,

aar het oordeel van velen beleven wij thans een
tijdperk, dat in veel opzichten doet denken aan de
eerste decennia van de 19e eeuw in Engeland. Aller-
wege wordt sedert de laatste jaren in de West-Euro-
peesche landen en in de Ver. Staten een krachtige
rationalisatie doorgevoerd. Deze uit zich zeer sterk in
een door technische toepassingen belangrijk vergroote
productie bij gelijkblijvende of vermihderde productie-
moeite, zoodat de productiemoeite per eenheid van
product geringer is geworden. Waar de elasticiteit
vafi de vraag der hierbij betrokken artikelen ten deels
– men denke aan de landbouwartikelen – gering is
en ten deele niet voldoende is gebleken om de ver-
groote capaciteit der bestaande productietakken tegen
lagere prijzen te absorbeeren, is een overproductie
ontstaan, welke een van ‘de oorzaken der huidige
crisis is. Daardoor is thans een werkloosheid veroor-
zaakt, die niet uitsluitend het karakter draagt van
een gewone crisiswerkloosheid, maar ten deels ook van een, wat de Engelschen tegenwoordig noemen,
..technical unemployment”. Voor zoover de werkloos-
heid laatstbedoelde eigenschap bezit of daarnaast is
veroorzaakt door de talrijke tot stand gekomen reor-
ganisaties, kan zij niet zijn opgeheven, wanneer het
evenwicht tusschen productie en consumptie hersteld
is, doch eerst dan, wanneer de door de rationalisatie
overbodig geworden arbeiders plaatsing zullen hebben
gevonden in nieuwe productietakken.
liet onomstootelijk bewijs van het bestaan van een

technische werkloosheid
eis
aan de hand van de sta-

tistieken niet te geven, omdat van de verschillende
landen, hetzij de productiestatistieken ontbreken of
van nog zeer jongen datum zijn, hetzij •de werkloos-
heidcijfers te weinig kunnen worden vertrouwd. Doch

in ‘het Economie Journal van December 1930 ver-
meldt Prof. Gregory, onder aanhaling van autori-

teiten, verschillende gegevens, welke voor de Ver.
Staten en Duitschland ‘duiden op een sterke produc-
tietoerieming, gepaard •gaande met een vermindering
van tewerkgestelde en vermeerdering van werklooze
arbeiders. Zelfs voor Engeland, dat overigens den
naam heeft van op rationalisatie-gebied nogal ach-
terlijk te zijn, meent deze hoogleeraar een soort-
gelijk verschijnsel
te kunnen constateeren. Deze ge-
gevens wijzen inderdaad op het ‘bestaan van een ,,tech-
nical unemployment”.
Vorenomschreven ontwikkeling van zaken is ook
hierom belangrijk, omdat er geen reden is om te ver-
onderstellen, dat de rationalisatie in de komende
jaren vertraagd zal worden. Integendeel ‘mag veel-eer het tegendeel ivorden aangenomen. De huidige
crisis noopt de ondernemers in sterke mate om ‘zoo-
veel mogelijk in deze richting door te gaan, en dit
is ‘te meer het ‘geval, nu de hooge arbeidsloonen, die
zelfs in dezen malaise-tijd over ‘het geheel weinig
neiging tot daling vertoonen, dwingt tot een zoo
grondig
mogelijke
bezuiniging op het ‘gebruik van
arbeidskrachten.

Er beginnen zich nu twee stroomingen te ontwik-
kelen onder ‘degenen, die een uitweg uit de bestaande
impasse trachten te’vinden. De eene is van meening,
dat aan het euvel der werkloosheid tegemoet dient
te worden gekomen door de arbeiders maar korteren
tijd te laten werken en de andere oordeelt, dat het
er voor alles
0])
aankomt om met behulp van dezelfde
techniek, die ‘de rationalisatie mede veroorzaakte, te
trachten nieuwe takken van productie in het leven te
roepen, waardoor het arbeidersoverschot meer op nor-
male wijze aan het werk kan worden gezet.
Het ligt voor de hand, dat eerstgenoemde mee-

ning sterken aanhang vindt onder de socialisten. Elke
vermindering van werktijd – maar ‘dan natuurlijk met behoud van het volle loon – moet hen el’zeer
welkom zijn.
Wij zouden ons beslist willen aansluiteif bij de
andere zienswijze. Wanneer men er van uitgaat, dat
de huidige bonen op zichzelf al te hoog zijn, kan
men bezwaarlijk instemmen friet een stelsel, dat op
een indirecte extra-loonsverhooging neerkomt. De
bevoorrechte positie der arheidende klasse zou daar-
door nog worden versterkt, terwijl het de vraag is of
de maatschappij het kan dragen. Dochzelfs indien
men van meening mocht zijn, dat het economisch
leven bestand zal blijken tegen de hooge bonen van
thans en tegen een vermindering van
werktijden,
dan
nog zou dit laatste niet kunnen worden aanbevolen.
Wil de maatschappij ‘het volle profijt hebben van de
toepassing van nieuwe technische middelen of reorga-
nisaties, dan moet daarbij niet worden stilgestaan,
maar het ontstane teveel aan aibeiders op den ‘duur
worden weggewerkt naar nieuwe, met behulp van de
techniek in het leven te roepen takken van productie,
voor zoover de oude niet in staat zijn om door grootere
productie tege:n lagere
prijzen
zorg te ‘dragen voor de
a’bsorptie der werkloozen.
Het laat zich aanzien, ‘dat de komende jaren ons
een strijd tusschenr deze twee beginselen te zien zul-len geven, omdat de arbeiders bij een voortduren der
groots werkloosheid op vermindering der werktijden
zullen blijven aandringen, terwijl de ofldernemers
natuurlijk van een dergelijke politiek principieel
niets willen weten.

De kans is zeker niet uitgesloten, dat ‘de eerstge-
noemde erin zullen slagen voor een ‘belangrijk deel
hun doel te ‘bereiken. Op het oogenblik reeds is wegens

406

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29
April
1931

slate in het bedrijf door tal van ondernemers een
verkorten werktijd toegestaan met behoud vn loon.
Deze politiek wordt in Duitschladd en Frankrijk zeer
veel gevolgd en is ten onzent bijv. toegepast bij Philips
Gloeilanipenfabrieken.
1)
Al moge het waar zijn, dat
deze maatregelen allerminst genomen zijn met het
oogmerk eener ‘blijvende verkorting van werktijden, zoo bestaat toch de mogelijkheid, dat een deel daar-
van een permanent karakter zal gaan dragen. Dit is
te meer het geval, nu ook de overheid hier en daar
ernstig gaat denken aan verkortirg van den arbeids-
tijd. Zoo ‘heeft kort geleden in Duitschiand een werk-
looshèidscommissie onder leiding van den oud-rijks-
minister van arbeid Brauns een wettelijke regeling

voorgesteld, waarbij de Duitsche Regeering gemach-•tigd wordt eventueel den werktijd in bepaalde indus-
trieën vast te stellen, waarbij het minimum op 40

uur per week kan worden bepaald. Mochten derge-
lijke wettelijke regelingen inderdaad in werking
treden, dan zou het, gezien de groote politieke macht
der arbeidersklasse, later wel eens kunnen blijken, dat
de verkorting van den arbeidstijd niet meer onge-
daan kan worden gemaakt.

DE OORZAKEN VAN DE. AGRARISCHE CRISIS.
)

De landbouw bevindt zich op het oogenbiik in. een
ernstige crisis in verband met het verstoorde even-
wicht tusschen het aanbod van en. de vraag naar pro-
ducten, als gevolg van de tijdens en na den oorlog in
de productie en het verbruik plaats gehad hebbende
verschuivingen, ‘die .tot steeds grootere prijsdalingen
hebben geleid. De prijsdaling, waarin deze cr.isis zich openbaart, of juister gezegd, .de a’nhoudende malaise,
veroorzaakt door de moeilijkheden, welke de landbouw
ondervindt bij de aanpassing aan de veranderde om-
standigheden na den oorlog, vormt den ‘grondslag voor
den huid igen toestand in den landbouw.

In 1929-1930 was de toestand voor de landbou-
wers al zeer ongunstig, maar sedertdien nam de prijs-daling steeds grootere afmetingen aan.

In 1029-’30 was de prijsdaling ‘an cie granen ten
dooie het gevolg van den overvloedigen Europeescheu
oogst, çlie de vraag van de
zijde
der voornaanste in-
voerlanden had doen afnemen. Hoewel de weersge-
tel’dheden slechts éen storende rol speelden bij do huidige ian’dbouwcrisis, die veroorzaakt werd door
factoren van econoniischen aard, was de verscherping
van deze cris.is in 192-’30 toch voor een groot ‘deel
aan de natuur toe te schrijven.

De huidige iandbouwcrisis is inderdaad een zeer
ingewikkeld verschijnsel en ‘het gevolg van het ge-
lijktijdig optreden van vele factoren, waarvan wij hier slechts ‘de hejnngrjkste willen noemen.

Een analyse van de op de markten voor landbouw-
producten heerschende toestanden toont aan, dat de
prijsdaling ten deele werd veroorzaakt door factoren
vai:i mi.n of meer algemeenen aard, dat zij ‘dus nauw samenhangt met de crisis, waaronder het economisch leven van de beschaafde landen gebukt gaat.
Een van de belangrijkste factoren van algerneenen
aard, velke ‘van invloed was op don toestand in den
landbouw na dun oorlog, was wei .i n de eerste plaats
het geidwezeri, (lat een zeer nauwen. hand legt tus-schen de crisis in dan landbouw en die, waardoor de

J)
peze uitspra’a.k lijkt ons to absoluut. In verschillende
îabvieksafdeolingen bij Philips is de werktijd van
48
tot
42
uur en later nog tot
40
uur verkort. Over cicze
40 uur
wordt aan de grootste categorie van arbeiders een loon uit-
betaald van
42 uur. Slechts enkele groepen hebben het volle
loon gehouden.
Wat Duitschland betreft, gaat in liet meerendeel van cle
gevallen een• werktijd
verkorting
gepaard met een loonsver-
laging. (Red.)

) Deze beschouwing is door ons siiinenges’teld uit de in-
leiding van ,,Les conditions cle l’Agricul.ture en
1929-1930″,
uitgave van het Internationaal Landbouw Instituut te
Rome (Red.).

industrie en de wereldhandel op het oogenblik worden
getroffen. Niettegenstaande cle rol van .den mone-
tairen factor in ‘de crises, welke de landbouw vroeger
– speciaal aan het einde van de 19de eeuw – heeft
doorgemaakt, somtijds overdreven schijnt te zijn, lijdt

het geen twijfel, dat in de prijsdaling, die al deze pe-
noden kenmerkte, de veranderingen in ‘de waarde
van het geld een grooten invloed hebben gehad. Ook
in cle huidige crisis spelen ‘do monetaire factoren een
vrij belangrijke en over het algemeen noodlottige
rol.

De vaak geforceerde en met min of meer hevige
prijsclalin’geii gepaard gaande stabilisatie van het
geldwezen heeft op alle ‘gebieden van het economisch
leven een nadeeligen invloed ui’tgeoefetid. Doordat
‘cle lancibouwer z.ich niet zoo snel aan de o.nguustige
veranderingen op de markt ko’n aanpassen, werd de
landbouw zelfs zwaarder dan eenige a’ndere tak van
bedrijf dooi de crisis getroffen.

De invloed van den monetairen factor op de ont-wikkeling van ‘do crisis staat in nauw verband met
dien van een. anderen factor van beteekenis voor de
prijsdaling van ‘de landbouw- en industriëele produc-
ten, t,w. ‘de hinderpalen, die door de handelspolitiek
na den oorlog ‘aan ‘den internarti(>n,alen handel :i.’n den
weg worden gelegd. In welke mate de invoerrechten
op landbouwprodueten in enkele groote Europeesche
landen zijn gestegen, blijkt uit de volgende tabel:

Vergelijking van de vÔ&i’oorlogsche douanercchten met
die van
Juli 1930.
goudfrankeii per 100 KG’.)

Producten

Duit8chland
Frankrijk
Italië

Juli

Juli

Juli
1913
1930
1913

1930
1913

1

1930

Tarwe

………
6,79
18,52 7,00 16,24
7,50
16,50
18,52
3,00
4,26 4,50 4,50
Gerst ………..

.

2,59

14,81
2
)
3,00 3,05 4,00 4,00
H
aver

……..
6,17
14,81
3,00
6,09 4,00 3,25

Rogge

……….6,17

Maïs

……….

.1,60
1
)

3,70
3,09
3,00
2,03 1,158)

1,15
8
)
Tarwemeel

….
Roggmeel

….
12,59
38,89
31,50
13,50
4
)
5,00
32,49)
7,11
11,50

1

6,50
23,70
6,50
1)
]3ehalve brocwgerst.
2)
Voergerst onder douane-toe-
zicht.
3)
Behalve witte mals, aan dezelfde douane-behande-
ling onderworpei als tar’ye.
4)
Maalgehalte
70-60
pCt.

Deze twee factoren vormen ‘de schakel tusscheu de
lan cfbouwcrisis en ‘de algemeene economische crisis.
.I:ioe ‘belangrijk de betrekkingen ‘tusschen landbouw, in-
dustrie en l’iardei ook zijn, de werkelijke fundamen-
teele oorzaken van de huidige iandbouwcrisis liggen waarschijnlijk bij ‘den landbouw zelf, in de verande-ringen, die sedert den oorlog hebben plaats gehad en
in ‘de wijzigingen in ‘de verhouding tussohen vraag
en aanbod op de markten voor lan’dbouwproducten.
Bij ‘beschouwin’g van ‘de specifieke oorzaken van de
prijsdaling der iandbouwpro’ducten ‘d:ient men uit te
gaan van de toestanden, die
Ol)
de graa’nmarkt – en
in de eerste plaats op de tarwemarkt – heersdhen..
Elke onguns’tige verandering in den tarwebouw
weerspiegelt zich op nlle andere gebieden van den
landbouw, vooral omdat
zij
‘de productie op die gra-
nen richt, waarvoor de vraag geringer is. Dit heeft
tengevolge, dat deze takken van landbouw, ‘die zelfs
nog meer da’n’de tarwehouw, wat den afzet ‘der
producten betreft, van de algemeene economische om-
standigheden en van ‘de veranderingen ‘in de koop-
kracht van het publiek afhankelijk zijn, de markten
doen overstroomert en de prijsdaling vergrooten. Tij-
clens een algemeene crisis, wanneer ‘de koopkracht van
breede lagen ‘der bevolking achteruit is .gegaan, zal
een aanhoudende prijsdaling op de graanmarkt, waar-‘door ‘de landbouwers geneigd zijn den graanverbouw
te verminderen en ‘de veeteelt, het melkbedrijf of
eenigen anderen productietak, die meerdere elasticiteit
‘bezit dan graa’n, uit te ‘breiden, ‘niet nalaten ook op
deze markten een depressie te veroorzalcen. Evenzoo
vormen in’ den hu.i digen toestand op agrarisch gebied

29 April 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

407

de factoren, die ‘de tarwemarkt ‘beheersehen – de
graansoort,
welker verbouw het belangrijkst is – de

spil, waaromheen ‘de geheele landbouw draait.

Uit de volgende tabel blijkt uit de verschuivingen
van’de gemiddelde hoeveelheden uitgevoerde tarwe
uit de belangrijkste productielanden gedurende de
perioden 1909-1913 en 1925-1928, welke wijzigin-

gen, zich door den oorlog in de landen, die de wereld-
markt van tarwe voorzien, hebben voorgedaan:

1909-’13

1925-’28
Netto-uitvoer in 100.000 KG.
1)

Rusland ………………
42.758

5.881
2
)
Roemenië …………….
14.352

2.4122)

Britsch4ud’ië …………
13.841

3.106
Canada ………………
24.473

86.319
Ver. Staten ………….
26.812

43.456
Argentinië …………..
25.866

38.432
Australië

……………
13.450

26.315
1)
mci. tarvemee1.
2)
1925-’27.

Hieruit ziet men dus, dat de oude wereld nauwe-
lijks meer een rol op de tarwemarkt speelt e dat haar
plaats thans door overzeesche landen wordt ingeno-
men. In Rusland en Roemenië zijn de voor uitvoer
beschikbare land’bouwproducten sedert den oorlog

sterk gedaald.
t)

De vervanging van de ‘beschikbare productie-over-

schotten van de landen met oude cultuur o de Euro-
peesche markt, door voortbrengselen van de nieuwe in
cultuur gebrachte landen, ging met groote moeilijk-
heden gepaard. De toestanden op de wereldmarkt zijn
door het verdwijnen van de oude landen geheel ge-
wijzigd. Dit had tengevolge, dat de landen van de
nieuwe wereld, in de eerste plaats Noord-Amerika,
hun met graan, vooral tarwe, bebouwde oppervlakte
sterk ui’tbreidden, hiertoe in staat gesteld door de
groote reserve aan ‘braakliggepde gronden en ruime
geldmiddelen. De toeneming van de bebouwde opper-
vlakte blijkt uit de volgende tabel:

1909-’13 1925

1929
in duizend H.A.

Canada …………………..
4.025

8.413

10.220
Ver. Stateii ………………..
19.060

21.147

24.743
Argentinië ………………..
6.023

7.130

5.500
Austra,Iië ………………….
3.077

4.128

5.703

Maar ook de oude wereld breidde haar productie,
die door den oorlog sterk was gedaald, langzamer

hand weder uit. De met tarwe bebouwde oppervlakte
van Europa zonder Rusland, welke in de jaren 1909
tot 1913 gemiddeld 29.34.0.000 H.A. had bedragen en
in 1919 tot 23.988.000 H.A. was gedaald, bedroeg in
1929 reeds weder 28.133.000 H.A. De markten in
Europa worden ‘dus weder veel beter door het eigen
land verzorgd dan onmiddellijk na den oorlog. De
productie moest zich aan ‘de vraag aanpassen, en de
eenige oplossing was de vermindering van den tarwe-
bouw in de landen van de nieuwe wereld, wier pro-

ducten een druk op de markt begonnen uit te oefe-
nen. Dit ging echter met groote moeilijkheden ge-
paard, doordat ‘de tarwebouw op ‘de nieuwe in cul-
tuur gebrachte gronden veelal als eenig beroep werd
uitgeoefend en de lan’dbouwer derhalve met de tarwe-
teelt moest doorgaan ‘of het geheele landbouwbedrijf opgeven. Derhalve tracht de landbouwer, ondanks de

ongu’nstige toestanden •op de graanmarkt, zijn pro-
ductie voort ‘te ietten. In Australië wil men trach-
ten ‘dit ‘vraag8tuk op te lossen door productievermeer-
dering gepaard met verlaging van ‘den kostprijs,
waardoor (Ie toestanden op ‘de wereldmarkt nog slech-

ter zouden worden.
l)e agrarische productie van ‘na den oorlog ‘bevat
dus factoren, die de aanpassing van de productie
aati de vraag op de wereldmarkt en ‘de verbetering
van den landbouw in Europa tegenwerken.
In dit opzicht dient niet slechts met granen, doch

1)
]:let is jammer, dat het Internationaal Landbouw In-
stituut voor Rusland slechts cle cijfers tot en met
1927
geeft, daar de uitvoer sedertdien aanrienlijk is toegenomen.

tevens met asrdappelen rekening te worden gehou-
‘den, voorzoover de laatsten graan kunnen vervangen.
De met graan bebouwde oppervlakte is sedert den
oorlog als volgt toegenomen:

19091’13

1925

1925/
1
8

1929
in 1000 H.A.
Tarwe . . .

79.432

88.763

93.146

94.920

Rogge ….
19.549

19.614

19.172

19.144
Gerst

23.877

25.310

25.762

29.372
Haver

41.108

43.549

42.858

42.419
Maïs

70.527

71.438

73.480

73.480

Totaal ….
234.493

248.694

252.809

259.335

De toeneming van de bebouwde oppervlakte staat
dus onom’stootelijk vast. De met de vijf voornaamste
graan.soorten bebouwde ‘oppervlakte i.s dus van 1909
-’13 tot i.925-’28 ‘gemiddeld met 7 pOt, gestegen
t);

die voor tarwe met bijna 17 ‘pOt. Rogge is met 2 pOt.
gedaald, terwijl gerst met 8 pOt., haver met 4 pOt.
en maïs met 2 pOt. zijn gestegen.
De wereldgraanproductie heeft in vergelijking met
de jaren v66r den oorlog ‘de volgende wijziginge on-

dergaan:

1909f 13

1925

1925/’8

1929

in 100.0.00 KG.

Larwe

822.645

906.768

965.875

917.920
Rogge

261.293

259.380

235.466

255.268
Gerst

289.754

301.992

312.552

356.657

Haver ……
521.200

547.220

538.937

548.183

?daïs …….
1.046.067

1.142.721

1.091.230

1.086.208
Totaal

2.940.959

3.158.081

3.144.260

3.164.236

De opbrengst per H.A. heeft als volgt gevariëerd:

1909f13 1925 1926 1927

1928 1925/’28 1929

in 100 liG, per U.A.

Tarwe ..
10,4

10,2

10,0

10,4

10,9

10,4

9,7
Rogge ..
. 13,4

13,2

10,8

11,8

13,2

12,3

13,3
Gerst ..
.

12,1

11,9

11,6

12,2

12,8

12,1

12,1
Haver …
12,7

12,6

12
2
1

12,1

13,5

12,6

12,9
MaIs ..
. 14,8

16,0

15,4

15,1

14,3

15,2

14,8

Wat ‘de opbrengst betreft, blijkt dus, .dat het ge-
middelde voor ‘de jaren 1925-’28 voor tarwe en gerst

‘gelijk is gebleven aan .dat van vôôr ‘den oorlog en voor
haver bijna gelijk. De opbrengst van rogge is ‘achter-
uitgegaan, ‘doch die van maIs is gestegen. Over het
algemeen was de achteruitgang ‘dus van geringe be-

teekenis.
Wat de aardappelen betreft, toonen ‘de volgende
cijfers de ontwikkeling van de bebouwde oppervlakte,
‘de productie en de opbrengst per H.A. (met ui’tzon-
‘dering van’ Rusland en China):

1909/13

1928

192518

1929
Oppervlakte
(1000 H.A.)
……
12.630

13.350

12.988

13.430
Productie
(100.000
K.G.) ..
1.288.000 1.435.800 1.352.274 1.581.000
Opbrengst
(100 K.G.
per
H.A.) .102,0

107,5

104,1

117,7

De met aardappelen ‘bebouwde oppervlakte is dus eenigszins gestegen,’ terwijl ‘het rendement over het
algemeen hooger is dan v66r den oorlog.

*
De beteekenis van ‘de genoemde cijfers is deze; zij
toonen ons, dat de ‘omstandigheden, ondanks ‘de over-
productie ‘an tarwe, over het algemeen ‘niet gunstig
waren voor de opname van een min of meer aanzien-
lijk gedeelte van het tarwe-oversohot ter dekking van
het tekort aan voergraan.
De wereidtarweproductie steeg van 1909-’13 tot
1925-’28 van 82.264.500.000 KG. tot 96.587.500.000
KG., hetgeen een stijging van 11,4 pOt. ‘beteekent.
De stijging van ‘de ‘bevolking van ‘de wereld kan van 1913 tot 1.928 op 10-11 pOt, worden geschat. Indien
het ‘gemiddeld wereidverbruik dus ‘op ‘hetzelfde ni-
‘eau was gebleven al’s vSôr den oorlog, zou het tot
ongeveer 92.500 millioen KG. hebben moeten stijgen

1)
De stijging van de met graan bebouwde oppervlakte in
1929
vergeleken met de periode van
1909/’13 bedraagt ruim
10
pOt.

408

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 April 1931

(waaronder begrepen de voor uitzaai gebruikte hoe-
veelheden in verhouding tot de toeneming van de be-bouwde oppervlakte). De bovenvermelde cijfers heb-ben geen betrekking op Rusland, dat v66r den oorlog
ongeveer 4.300 millioen KG. tarwe uitvoerde. In
1925—’28 bedroeg de uitvoer van Rusland slechts 6.100 millioen KG. Indien men dus de huidige be-
hoefte aan tarwe op ‘de wereldmarkt bij benadering wil schatten, moet men rekening houden met een te
dekken tekort van ongeveer 3.600 millioen KG. Dit
brengt de huidige vraag naar •tarwe op de wereld-

markt, berekend volgens het gemiddelde van 1925
—’28, op ongeveer 96.000 millioen KG.

Volgens deze slehts
bij
benadering opgestelde be-

rekening, waarbij wordt verondersteld, dat het ge-
mi’ddeld verbruik in 1925-28 op het vôôroorlogsch
niveau is blijven staan, bedroeg het overschot aan
tarwe ongeveer 500-600 millioen KG.
Dit feit verklaart ten deele de overvoering van de
markt en het ontstaan van de enorme wereldvoor-

raden.

De prijsdaling op de tarwe- en andere graanmark-
ten moet worden toegeschreven zoowel aan factoren,
die ‘de vraag ‘beheerschen, als aan de absolute toene-
ming van het aanbod. De factoren, die tot een ver-
mindering van de vraag hebben geleid, zijn inder-
daad het belangrijkst, daar zij min of moer van blij-
ven’den aard zijn, terwijl ‘de stijging van ‘het aanbod
in hoofdzaak is ‘toe te schrijven aan een opeenvolging
van goede oogsten, dus aan tijdelijke omstandigheden.
Wat het graanverbruik betreft, dit is, vergeleken
met ‘de jaren vdôr den oorlog, vrij sterk gedaald.
De daling van het vereldverbrui1r van de belang-
rijkste graansoorten, berekend per hoofd ‘der bevol-
king, was in de. jaren 1909—’13 en 1925—’28 gemid-
deld als volgt:

1909/’13

1925/’8
KG. per hoofd
Daling
Tarwe

……….
65.9

63.2
4.1
pOt.
Rogge

…………
20.6

15.9
22.8
Gerst

………..
25.7

21.7
15.6
Haver

……….
42,.0

37.6
10.5
fl

S01
67
Bij ‘de voeding van breede lagen der bevolking spe len heden ten ‘dage ‘groenten, vruchten, zuivelproduc-
teü en andere •dierljko producten vaak in den vorm
van conserven, (gecondenseerde melk, vleeschcon’ser-
ven, ‘bevroren vleesch, e.’d.) een veel grootere rol dan
vdôr den oorlog. Bovendien mag men niet de gevol-
gen van de medische propaganda tegen het overma-
‘tig gebruik van meelspijzen en zetmeel over het
hoofd zien.
De daling van het verbruik ‘beperkt zich niet alleen
tot tarwe, d.och heeft op alle graansoorte’n betrekking.
Ook op ‘de markt voor voergraan neemt de vraag
van den ‘gi-ootsten verbruiker, Europa, af. De invoer-
cijfers voor gerst, haver en mais hebben zi.ch ten op-
zichte van de jaren v66r den oorlog als volgt ge-
wijzigd:

Netto-invoer
in. 1000
KG.
1909/’13
1925118
Gerst

………….44.102
23.416
Haver

………….19.695
10.658
Ma1
s

…………..45.321
63.927
r
jotaa]
109.118 98.001

Men neemt ‘dus in de eerste plaats een verminde-
ring van den invoer met ‘ongeveer 10 pOt. waar, een
zeer belangrijk verschijnsel ten aanzien van den in-
vloed daarvan op de markt. Anderzijds bestaat er
naast een daling van iden invoer van gerst en haver
een opmerkelijk regelmatige toeneming van den in-
voer van maïs. Ten aanzien van de drie voedergranen
hebben :dus eenige . verschuivingen plaats gevonden,
die veroorzaakt werden ‘door de veranderingen in den
aard van de vraag.

Van ‘de oorzaken van. de vermindering der vraag
naar voedergranen, dient in de eerste ‘plaats de snelle
ontwikkeling van de mechanische trknsportmiddelen
genoemd te worden, welke het paard in de beschaafde
lan’den ‘bijna geheel hebben vervangen. Het is tevens van belang om in ‘dit verband ‘den invloed te noemen van de veranderingen in het gebruik van alcoholische

dranken in vergelijking met de jaren vôôr den por-
log, temeer waar een zoo belangrijke maatregel als
de drooglegging van de Ver. Staten niet kon nalaten
een zekeren invloed op het verbruik van granen voor
brouwerjdoelein’den uit te oefenen. Hoewel nauwkeu-
rige ‘gegevens omtrent dit vraagstuk ontbreken, kan
men veilig aannemen, .dat ‘de ‘daling van ‘het wereld-
alcoholverbrujk tot de factoren behoort, die tot ver-
mindering van de vraag naar graan en vooral van

gerst ‘hebben medegewerkt.
Resumeeren’d, kan men ‘dus zeggen, dat, naast de
stijging van de wereldgraanproductie, een daling van
het verbruik i.n ‘de belangrijkste landen is ingetreden.
Dit had jaarlijks een opeenhooping van voorra-

den tengevolge, die geen afzet kunnen vinden, op
de markt blijven drukken en de prijzen doen dalen. Zoo schatte men de voorraden tarwe in de uitvoer-
landen Ver. Staten en Canada als volgt:

iii 100.000 ton.
Ver. Staten (1. VII)
Canada
(31. VII)
1926

…….
.29,5
9,9
1927 35,9 13,8 1928 37,3 21,1
1929 70,8
28,4
1930
80,4 30,4

De voorraden tarwe van deze twee landen bedroe-
gen ‘dus in Juli 1930 ‘bijna 12 á 13 pOt. van de ge-
heele tarweproductio. Onder ‘dergelijke omstandighe-‘den kon men, zelfs niet een redelijken ‘oogst, wol een
prijsdaling verwachten, die dan ook inderdaad niet
uit is gebleven.

Algemeene beschouwin.gen.

De tegenwoordige crisis, die zich in een prijsdaling
openbaart, welke bijna catastrophale gevolgen voor
den landbouw heeft medegebracht, heeft geleid tot po-
gingen om de markt en ‘de prijzen te ‘stabiliseeren door
middel van aanpassing van ‘het aanbod aan de vraag.
Het spreekt vanzelf, ‘dat een dergelijke aanpassing
onder de hui.dige omstandigheden noodzakelijk tot een
vermindering van het aan’bod moet leiden. In de
Canadeesche tarwepool, zoo*el als in overeenkomsti’ge
organisaties ‘tot contrôle van den uitvoer van de
belangrijkste landbouwproducten in Australid en in
Nieuw-Zeeland, zien wij voorbeelden van de pogin-
gen in deze richting, welke ten doel hebben, de afzet-
voorwaarden te regelen. Het systeem, ‘dat in 1929 in
de Ver. Staten met den Federal Farm Board en zijn organen werd ingevoerd, beoogt hetzelfde ten aan-
zien van ‘den uitvoer en do bi’nnenlandsche markt.
In d.e invoerlanden doet zich het stabilisatievraag-
stuk voor ten aanzien van de binnenlandsche markt,
welke door dé
1
buitenlandsche concurrentie wordt be-
cireigd. Daar tracht men de moeilijkheden op te los-
‘sen, door ‘het verhoogen van ‘de invoerrechten, door
‘de verbruikers, door ‘tusschenkoinst van de maalde-rijen, te verplichten tot het ‘gebruik van binnenland-
sche producten en verder door het overschot van de
binnenlandsche markt te verwijderen door het ver-
leenen van uitvoerpremies. In sommige landen oor-
deelt men het noodig om ‘de contrôle op de binnen-
landsche markt te verzekeren door den invoerhandel in ‘handen van een speciale organisatie te geven, die
belast is met het toezicht op ‘de handhaving van de
prijzen ‘op een bepaald niveau. Het spreekt vanzelf,
‘dat ‘deze maatregelen der invoerlanden ten gunste
van hun ‘binnenlandsc’hen landbouw vaak in ‘strijd zijn
met de pogingen, die de uitvoerlanden aanwenden tot
stabilisatie van de wereldmarkt. Hoe het ook zij, de
omvan’g, welken deze maatregelen tot stabilisatie van

29 April 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

409

de markt en de prijzen van landbouwproducten onder
invloed van de na-oorlogsche landbouwcrisis in de
laatste jaren hebben genomen, is een zeer kenmerkend
verschijnsel voor de huidige ontwikkeling van den
landbouw.
Naast deze maatregelen tot stabilisatie van •de markten, moet nog een andere factor worden ge-
noemd. Wij denken hier aan de pogingen, die worden
aangewend
oor het oplossen van het vraagstuk van

de afzetgebieden, welke tea doel hebben om aan den
producent ioonender verkoopprijzen te verzekeren.
Ook dient de steeds ‘belangrijkere rol genoemd te
worden, welke de ontwikkeling van’ het vraagstuk
van de organisatie van de distributie, van de verla-
ging der verkoopkosten, enz. speelt. Andere maatrege-
len, zooals de ‘standaardisatie van de producten, de in-
voering van’ merken, de verbetering van de wijzen van
verpakking, verzending en verkoop, het zooyeel moge-
lijk uitschakelen van tusschenpersonen, vormen even-
eens een onderdeel van dezelfde reeks van maatregelen,
welke ten doel hebben aan den landbouwer een zoo
groot mogelijk gedeelte van den prijs te verzekeren,
welken de verbruiker in den klein’handel voor land-

bouwproducten moet betalen.
Zoodoende schijnen de hoofdlijnen van de ontwik-
keling der agrarische politiek van de verschillende
regeeringen en van de werkzaamhei.d van de verschii-

lende landbouworganisaties thans gericht te zijn op de organisatie van de markten en op de verbetering

van den afzet.
1)

De prijsdaling van landbouwproducten is door een
anderen factor nog gecompliceerder geworden, t.w.
‘door de hooge productiekosten in den landbouw. On-
der de huidige omstandigheden spreekt het vanzelf,
dat het vraagstuk van de verlaging der productie-
kosten eveneens nauwkeurig onder de oogen wordt
gezien. Aan den huidigen moeiljken toestand in den
landbouw is de bestudeering van een goede organisa-
tie van de productie en de meerdere belangstelling
voor boekhoudkundige vraagstukken toe te schrijven.
1-loewel deze zich in een geheel anderen vorm voor-
doen dan in de industrie en hoewel de be’teekenis van
‘de resultaten, die men er mede ka’n verkrijgen, be-
trekkelijk zeer gering is, is het vraagstuk van de
rationalisatie in ‘den landbouw niet minder belang-
rijk.
In den landbouw is ‘de wetenschappelijke orga-
nisatie van den arbeid ‘het
belangrijkste
deel van de

ration’alisatie, omdat ‘de loonen een vrij belangrijk
onderdeel van de pro’ductiekosten uitmaken en elke
verlaging hiervan uiterst moeilijk en lastig is. Wij
staan ‘hier dus tegenover een Vrij beiangrjkd ontwik-
keling van ‘de onderzoekingen op ‘dit speciale ‘terrein, waarmede men traclt de kosten van ‘den arbei’d in den
landbouw zonder verlaging ‘der bonen en zonder ver-
lenging van den arbeidsduur te verminderen. Hoewel men thans nog ‘niet ver gevorderd is met het in prac-
tijk brengen van de ‘reeds verkregen resultaten, is de
‘ontwikkeling ‘daarvan typeerend voor ‘de richting, in
welke de landbouw zich heden ten da’ge ontwikkelt.
Tevens dient ‘de aandacht te worden gevestigd op de
organisatie van de landbouwboekhouding, waarmede
men een rati’oneele pro’du,ctie beoogt, evenals met de
gro’n’dige bestudeering van •de statistieken, gebaseerd op de uitkomsten van’deze ‘boekhouding om ‘de meest
loonende productiestelsels te verkrijgen bij ‘de gegeven
geo’grafische en economische verhoudingen. Dit ge-
heele research-werk op het terrein van den landbouw
is niet minder typeerend voor ‘den huidigen toestand
als de maatregelen van practischen aard, die de regee-ringen of”belanghbbènden hebben genomen.

t)
Zie in dit verband ook de artikelen van den heer
Jan Schilthuis in E.-S. B. van
15
en
22 April ji.

DE INDISCHE MIDDELEN OVER JANUARI 1931

De in het bijgaand overzicht vermelde Landsmid-
delen brachten in de eerste maand van ‘dit jaar

f
45.18 m/m op, tegen
f
53.48 m/m in hetzelfde tijd-

vak 1030, of
f
8.30 m/m minder; In dezen achteruit-

gang werd
bijgedragen
‘door alle middelengroepen, nl.:

Belastingen ………’ad circa
f
4.16 m/m

Monopolies ………,,

,,

1
10.95

11

Producteh ………..,,

,,

,, 1.81

Bedrijven ………..,,

,,

,, 1.32

Allerlei middelen …..,

,,

,, 0.06

Bij de. ‘belastinggroep komt van de hierboven ver-
melde mindere opbrengst
f
0.23 m/m voor rekening

der kohierbelastingen en
f
3.92 m/nl
01)
die der in-

directe belastiïigen.
Van de kohier’belastingen brachten de personeele
en inkomstenbelasting benevens de verpondiug resp.

f
0.03 mfm
f
0.35 m/m en
f
1.14 m/m meer op dan

in Januari 1930; de veniiootschapsbelasting en de

landelijke inkomsten brachten evenwel
f
1.15 /m

en
f
0.003 m/m minder op dan in het overeenkomstige

tijdvak van het vorige jaar.
Van ‘de totale ontvangsten der kohierbelastingen
komen slechts geringe bedragen op rekening van het
belastingjaar 1931, zoodat deze voornamelijk bestaan
uit ontvangsten op de aanslagen van 1930 en vorige

jaren.
De landelijke inkomsten, die in het begin van elk
jaar traa’g plegen te vloeien, brachten
f
233 m/m

minder op dan 1/12 der jaarraming.
De
indirecte belcastin.gen
brachten in verslagmaand

f
3.92 m/m minder op dan in Januari 1930. In dezen achteruitgang droegen de invoerredhten

bijet
f
2.10 m/m, ‘de accijnzen met
f
0.3 ‘m/m, het

uitvoerrecht met
f
0.42 mfm, ‘het statistiekrecht met

f
0.14 m/m, het zegelrecht met
f
0.34 m/m, terwijl

cle slachtbelastingen
f
0.02 m/m minder op’brachten.
Het nadeelig verschil met 1112 der jaarraming

bedroeg in totaal
f
6.08 m/m en wel voor:

invoerrecht …………..
f
3.5.4 mfm

Accijnzen

……………,, 1.02
‘Ijitvoerrecht …………. ,, 0.61
Statistiekrecht ………..,, 0.11
Zegelrecht ……………,, 0.52
Slachthelasting …………, 0.16

Uit ‘deze cijfers blijkt duidelijk, dat de economische
depressie zich, naar ook te verwachten was, sterker
dan in het ‘begin van het vorig jaar in ‘de opbrengst-
cijfers der belastingen doet gevoelen; de mindere
ontvangsten aan invoerrechten ad
f
2.10 m/m in ver-
gelijking met hetzelfde tijdvak van het vorig jaar
wijzen op verminderde koopkracht der bevolking.
Ook de ontvangsten •der monopolies vertoonen een
achteruitgang, voornamelijk een gevolg van de min-
dere opbrengsten der opiumregie en der pandhuizen. De opbrengst der opiumregie bedroeg
f
0.16 m/m
minder dan in Januari 1930 en bleef
f
0.64 m/m be-
neden 1112 der jaarraming.
Hoewel de ontvangsten van het zoutmonopolie

f
0.03 m/m meer bedroegen dan :in het overeenkom-
stige tijdvak van ‘het vorige jaar, bleven deze
f
0.14
m/m ten achter bij 1/1,2 der jaarraming.
De pandhuizen leverden in verslaginaan’d
,f
0.22
m/m minder op dan in Januari 1930; het 1/12 ge-
deelte der raming werd echter met
f
0.30 m/m over-
schreden.
Bij de, productengroep droegen, met uitzondering
van het Boschwezen, alle ondêrdeelen bij tot den hier-.
voren genoemden achteruitgang ten bedrage van

f
1.81 m/m.
Het tinmiddel bracht
f
1.64 mfm minder op ‘dan in

Januari 1930 en f 1.44 m/m minder dan werd ge-
raamd.
De ontvangsten der steenkolenmjnen bedroegen

f
0.09 m/m minder dan in Januari 1930 en ‘bleven
bijna
f 1.-
m/in ‘bij 1/12 der jaarraming ten achter.

410

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 April 1931

Voor de goud- en zilvermijnen, het ‘s Lan’dscaout-
choucbedrijf en •de kina-ondernemingen bedroegen cle
mindere opbrengsten vergeleken met die in Januar.i
1930, resp.
f
0.03 m/m,
f
0.06 m/m en
f
0.002 i’ï/m,

terwijl de ontvangsten resp.
f
0.04 m/m,
f
03,5 m/m
en
f
0.08 m/m bij 1112 der jaarraming ten achter
bleven.

Slechts de ontvangsten van het Boschwezeu kwa-
men met
f
0.01 m/m uit boven die van .Januar.i 1930,
doch bleven
f
0.88 m/m beneden de raining.
De totale opbrengst der productengroep vertoont
met 1/12•dei’ jaarraming een nadeelig verschil van

f
3.18 m/m.

Bij de bedrijven brachten alle onderdeelen minder
op clan in het overeenkômstige tijdvak van 1930, ter-
wijl in totaal
f
1.12 mfm minder werd ontvangen dan
1/12 der jaarraming;
De ontvangsten van de S.S. bedroegen in verslag-
maand
f
0.51 m/m mindar dan in Januari 1930. Hier-
van komt
f
0.1.3 m/ni voor rekening van het Javahe-
drijf en
f
0.38 m/m van dat der Buiteiigewesten. Wat
het Java-bedrijf betreft, valt hierbij nog, op te mer-
ken, dat het reizigers- en bagagevervoer
f
0.24 m/m
minder, het goederenvervoer
f 0.11
ni/in meer op-
bracht dan in het overeenkomstige tijdvak van het
vorige jaar.

De obrengst van het geheele bedrijf bleef
f
1.64
m/m achter bij 1/12 der raming. De opbrengsten van den P.T.T.-dienst heliepen in
versla’gaand
f
0.06 m/m minder ‘dan in Januari
1930 en bleven
f
0.15 m/m bij 1/12 der jaarraming
ten achter.
De ontvangsten van het Havenwezen bedroegen

f
0.41 m/m minder dan in Januari 1930, waarvan

f
0.46 m/m minder aan havengelden en liet restant, aan goederengeld; door de vooru’it’betaling van de halfjaarlijks verschuldigde kadehuur overschreden
de totale ontvangsten 1/12 der jaarraming met
fl.34m/m.

De ontvangsten van den ‘baggerdi.enst en den dienst
van W. en E. bleven resp.
f
0.16 mtm en
f
0.13 m/m
beneden’die in Januari 1930, terwijl ‘die der Lands-
drukkerij vrijwel daarmede overeenstemmen. Bij 1/12
der jaarrarning bleven deze inkomsten resp.
f
0.25
m/rn,
f
0.27 m/m en
f
0.15 mfm ten achter.
Bij de groep
allerlei middelen
werden in verslag-
maand onder het ‘hoofd ,,afstand van ‘grond” meer
ontvang’ten geboekt dan in dezelfde maand van 1.930 en meer dan de ramin’g deed verwachten tot bedragen
van res’p.
f
0.29 m/m en
f
0.78 m/m.
De ontvangsten van ‘het ,,Gevangaoiswezen” en de
groep ,diversen” bleven echter resp.
f 0.11
m/m en

f
0.22 m/m beneden die in Januari 1930; bij 1112 der
raming bleven deze resp.
f
0.28 m/m en
f
01 mfm
ten achter.
De overige posten dezer ‘groep geven geen aanlei-
ding tot afzonderlijke ‘bespreking.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE MET BIETEN BEBOUWDE OPPERVLAKTE VAN

EUROPA IN 1931.

Dr Gustav Mikusch te Weenen schrijft ons:

1-let ‘geven van een schatting van’ de met, bieten
bebouwde oppervlakte, hetgeen op zichzelf reeds ten-
gevolge van ‘het vroege tijdstip niet gemakkelijk is,
wordt ditmaal door verschillende omstandigheden nog
moeilijker.

Vooreerst i.s de aan plant van bieten zeer verlaat
door de on.gun’stige weersgesteld’hede’n en terwijl an-
ders om dezen tijd ‘het grootste deel der voor den bie-
tenverbouw
bestemde
oppervlakte in Europa is aan-
gewezen, heeft ditmaal de bietenuitzaai op verschil-
lende landerijen nog niet plaats gevonden. Het ongunstige
‘lweder
is echter niet ‘de eenige oor-
zaak van ‘de vertraging van den ‘bietenuitzaai, maar
ook andere omstandigheder hebben hiertoe mede’ge-

werkt. Zoo waren in vele landen op een tijdstip,
waarop anders de bietencultuur reeds ‘aan den gang
pleegt te zijn, voor den bietenverbouwer belangrijke
kwesties nog niet opgelost. Daar de la’ndbouwer de
beslissing, nog v66r met bebouwing werd begonnen,
moest weten, werd daarom cle ui,tzaai uitgesteld. in
Duitschland is bijv. de voor suikerbieten bestemde
oppervlakte van eetige fabrieken’ zelfs nu nog steeds
niet definitief vastgesteld, in Tsjecho-Slowakije en in

Hongarije duurden de onderhandelingen over de te
bebouwen oppervlakte dit jaar.zeer
, lang en in Frank-
rijk werd ook eerst eenige dagen geleden overeenstem-
m.ing omtrent een nieuwe suikerverordenin’g verkre-
gen. Verder hebben in Nederland en Denemarken
de langdurige onzekerheid over ‘den steun van den
staat, in Bulgarije de late wettelijke regeling van
‘deze bietenprijs en ‘de ui.tvoerpremie en .in Roemenië de

politieke toestand remmend op den aanplant ge-
werkt. In ierland w’or’clt nog steeds gewacht op een
overeenstemming tusschen de suikerfabrieken en de
bietenverbou wers:

Dat onder dergelijke omstandigheden een tus’schen-
tijdsche schatting wordt bemoeilijkt, ligt voor de
hand. Daarbij komt echter nog, dat de overeenkomsten
dit jaar in versch:illenzle landen (:Duitschlan.d, Dan-

zig, Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Frankrijk en ‘Po-
len) niet op de oppervlakte ‘betrekking hebben, maar
0
1
)
bepaalde hoeveelheden, zoodat mcii nög niet weet,
op welke oppervi akteri ‘de bieten verbouwer zal planten.
Bij de ‘h:ieron’cler volgende schatting van de te be-
bouwen oppervlakte in 1.931, waarbij ook een bereke-
ning van ‘cie productie 1930-’31 gevoegd is, moet
daarom een zekere voorzichtigheid betracht worden,
want er kunnen in •de cijfers nog belangrijke wijzi-
gingen plaats vinden.
Productie van bietsuiker
in
Met bieten bebouwde
1000
metr.
tonnen’
oppervlakte
in
1000
H.A.
ruwsuikerwaarde
Schat-
Op-
Op-
schat-
Op-
ting
brengst brengst
ting
brengst
1931
1930 1929
1930131
1929130
Dititselilanci
370
467
434
2.530
1.985
Danzig

……….
7
S
7
36 29
Tsjecho-Slowakije
185
237
227
1.140
1.035
Oostenrijk …….
41
36
30
151
120
Hongarije

…….
56
65 73
234,
247
Frankrijk

…….
235
259
245
1.21.0
917
België

……….
52
50
57
283 252
Nederland
40
57
55
296
265
l’olen

………..
145
177
242
785 917
Denemarken

….
32
32
30
168
134
Zweden

………
34
37
27
187
121
Italië

………..
107 111 116
415
435
Spanje

.
……..
100
92
88
330
,
248
Joego-Slavië

..
40
47
62
100
,

121.
Roemenië

……..
40
44
36
170
82
Bulgarije

……..
15
22
18
58
40
Zwitserland
1
1
1
7
‘7 Groot-Brittannië
115


141
93
459 319
lersche Vrijstaat
5

5 5
26
23
Finland

………
2


1
1
4
‘3
Letland

………
4
2
2
7
4
:ritauen

………
2


1



Turkije

……….
S
5
4

5

Europa zonder
Sowjet-Un’ie
1.636
1.9013
1.853
8.606
7.309 Sowjet.Unie

…..
1.382
1.044
784
1.900
921

Europa (totaal) .
3.018

2.947

2.637

10.506

8.230

Totaal Europa’
zonder
Rusland
1931
in vergelijking met
1930,
resp.
1929:
– 14.0
pOt’. –
11.7
pot.
P’rod. in
1030/’31
in vergelijking met
1929/’30: + 17.5
pOt.
Totaal Europa
mci.
Rusland
1931 in
vergelijking met
1930,
resp.
1929:
+ 2.4 pOt. + 14.5
pOt.
Prod. in
1930f31
in vergelijking met
1929/’30 + 27.7
pOt.

Uit deze schatting ‘blijkt, ‘dat ‘de te bebouwen opper-
vlakte ‘niet alleen in ‘de landen, ‘die tot de inter.na-
tionale suiker’o’vereenkomst zijn toegetreden (Duitsch-
‘land, T’sjecho-Slowakije,
Hongarije,
België, en ‘Polen)
een vermindëring heeft ondergaan, doch ook in de

29
April 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

411

meeste andere landen is afgenomen, waarbij overi-
gens iaast het algemeene streven naar overeenstem-ming tusschen vraag en aanbod ook nog andere fac-
toren (beperking van den staatssteun tot bepaalde
hoeveelheden, verlaging van den bietenprijs enz.) van
invloed waren.

Een vergrooting van de te bebouwen oppervlakten
zal, voor zoover men nu kan nagaan, alleen in Oo-
tenrijk, Spanje, Finland, Lithauen, Turkije en de
Sowjet-Unie plaats vinden. Voor de Sowjet-Unie moest
eenvoudig het in het etaatspian aangegeven c•fer in
cle schatting worden opgenomen, daar voor contrôle ieder steunpunt ontbreekt.
Voor Europa zonder •de Sowjet-Unie wordt een te
bebouwen oppervlakte verkregen van 1.636.000 H.A.
tegenover 1.903.000 R.A. en 1.853.000 H.A. in de
beide voorafgaande jaren. Dit beteekent ‘dus een ver-
mindering van 14.0 pOt. tegenover 1930/31 en 11.7
pOt. tegenover
1929/30.

* *

Wanneer men op grond van ‘deze te bebouwen op-
pervlakten slechts een heel ruwe schatting van de
mogelijke productie in het oogstjaar 1931f’32 maken
wil, kan dit natuurlijk alleen met behulp van ‘de ge-
middelde suikeropbrengst over meerdere jaren ge-
schieden. Vermenigvuldigt men de dit jaar te bebou-

wen oppervlakten met ‘de gemiddelde suikerop’brengst
van ‘de laatste ‘drie jaren, dan komt men op een pro-
ductie van 6.106.000 ton ruwsuikerwaar’de voor Euro-
pa zonder Rusland tegenover 8.606.000 ton en 1.309.000
ton in de beide voorafgaande jaren, terwijl een ge-
middelde van vijf jaren tot een productie van

6.295.000 ton ruwsuikerwaarde voert.
Neemt men Europa als ‘geheel, da’s de Sowjet-Unie
inbegrepen, dan komt men bij een gemiddeld rende-
ment van ‘de laatste 3’ jaren op een productie van
8.831.000 ton (tegen 10.506.000 ton en 8.230.000 ton
in ‘de jaren 1930/31, resp. 1929/30), terwijl’bij een
gemiddelde van vijf jaren de productie 8.755.000 ton
zal bedragen.

Wanneer echter zelfs het buitengewoon ‘hooge su.i-
kerrendement van het vorige jaar als maatstaf wordt
aangenomen, dan blijft de productie van Europa zon-
‘der’IRuslan’d met 7.301.000 ton bij die van het vorige
jaar (8.606.000 ton) ten achter en zelfs voor gheel
Europa zal, ondanks de uitbreiding van de te bebou-
wen oppervlakten, de productie met 9.816.000 ton

kleiner zijn dan een jaar ‘geleden (10.506.000’ ton).
Deze schijnbare para’clox (grootere bdbouwde opper-

vlakte en kleinere productie) is hieruit te verklaren,
dat de uitbreiding enkel en alleen’ in Rusland plaats
vond, waar het suikerrendement aanzienlijk ‘geringer
is dan het gemiddelde van ‘de Europeesche landen.

DE ECONOMISCHE TOESTAND VAN HET
SAARGEBIED IN 1930.

Dr. W. Oartellieri, te Saarbrücken schrijft ons:
De vierde aflevering van ,,Saarwirtschaftsstati-
stik”, welke door het Saarwirtschaftsarch’iv wordt uit-
gegeven, bevat de cijfers van het Saargebied over ‘het

afgeloopen jâar, die en afgerond statistisch ‘beeld
van de economische ontwikkeling van ‘dat land in het crisisjaar 1930’ geven. In ‘de eerste plaats kan aan het
algemeene overzicht het opmerkelijke feit worden ont-
leend, ‘dat ‘de bevolking in het afgeloopen jaar tot

ruim 800.000 inwoners is gestegen. Op 31 December
1930 ‘bedroeg de ‘bevolking 805.274 personen tegen-
over 793.101 einde 1929 en 652.381 in 1910. De ‘dicht-
heid der bevolking steeg tot 421 inwoners per KM
2
.
en is het grootste i;n ‘de stad Saarbrücken, die 130.327
inwoners telt.

De industrieele productie van het Saargebied heeft zich in 1930, met een enkele uitzondering in dalende
richting bewogen. De achteruitgang van de ‘productie
bedroeg ongeveer de helft van dien in het overige
Duitschland, doch was tweemaal zoo groot als in
Frankrijk. Dit feit komt overeen met de ontwikkeling
van ‘de conjunctuur, zooals zij in de jaarverslagen van
‘de Kamer van Koophandel en ‘den Wirtschaftlichen Verein nader wordt gekenschetst. Zij kan in het kort
als volgt worden samengevat, dat het Saargebied even-
als in geographisch opzicht ook wat de conjunctuur
‘betreft, het midden houdt ‘tusschen de beide landen.
Door den grooteren achteruitgang van de industriëele
productie in ‘het overige Duitschiand is ‘het aandeel
van het S’aargebied in ‘de totale Duitsche productie
inclusief hdt Saar’gebied evenredig gestegen. Een
vergelijking van de twee laatste.jaren toont het vol-
gende beeld:
Aandeel van het Saargebied in het Duitsche bedrijfsleven.

1929

1930

pOt.

pCt.
Steenkolenproductie

…….
…7,7

6,5

Cokesproductie, …………….
5,9

7,3
Electrieiteit

………………
2,8

Kapitaal-verd u bbel i ng

door middel van het speciale

Beleggi ngs-tarief

der

Nationale
Levensverzekering-Bank

Vraagt inlichtlngn

Boompjes 8
13
,
Rotterdam

.-

412

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 April 1931

Ruwijzerproductie

…………
13,6

16,5
Ruwstaalproductie …………
12,0

14,4
Pletterjen … . …………….
12,4

14,9
Tafeiglasproductie

….. …….
18,5

18,1

Ten aanzien van deze cijfers, welke de economische
beteekenis van het Saargebied duidelijk doen uit-
komen, moge worden opgemerkt, dat het Saargebied
slechts 0,4 pOt. van de oppervlakte en 1,2 pOt. van
de bevolking van het Rijk inclusief het Saargbied

beslaat.
Overgaande tot de afzonderlijke bedrijfstakken kan
men constateeren, dat de Saarkolenmijnbouw zich
met een achteruitgang van de productie van
Y
3
mil-

lioen ton vrij goed heeft kunnen handhaven. Hij
kwam met een totale productie van 13,2 millioen ton
en een vermindering van het aantal mijnarbeiders
tot 57.202 weder vrijwel op het niveau van v66r den
oorlog (191313,2 millioen ton, resp. 56.589 arbeiders).
De afzet van de Saarmijnen is met rond 700.000
ton gedaald, waarvan rond 450.000 ton op Frankrijk

komen. Het Fransche mijnbestuur heeft echter veel
te lang gewacht met aanpassing van de te hooge
kolenprijzen aan de algemeene prijsontwikkeling.
Eerst op 1 Jan.
jl.
heeft een verlaging van de prij-
zen op de officiëele lijsten plaats gevonden, die ech-
ter slechts als een eerste schrede op den weg tot ver-
laging van de kolenprijzen kan worden beschouwd.
In de elfjarige periode van 1920-1930 hebben de
Saarmijnen voor den Franschen staat een totale pro-
ductie van 133,6 millioen ton opgeleverd, terwijl de
vermindering van de door den oorlog vernielde
N oord-Fransche kolenmijnen tegenover 191.3 slechts
68,6 millioen ton bedraagt, waaruit blijkt, hoe onge-
grond de afstand van •de Saarmijnen aan Frankrijk
ter voldoening van de herstelschuld moet worden
geacht.
De zware industrie van het Saargebied had met
1.912.000 ton ruwijzer, 1.935.000 ton ruwstaal en
1.413.000 ton pletterjproducten in 1930 een aanzien-
lijken achteruitgang in de productie te boeken, wel-ke zich ten opzichte van 1929 tusschen de 200.000-
300.000 ton beweegt. Het aantal arheiders daalde van
36.362 aan het begin van het jaar tot 30.406 aan het
einde van het jaar. Tengevolge van de verminderde
ruwijzerproductie daalden de ertsleveringen in 1930
tot 4,9 millioen ton (1929 5,6 millioen ton), waarvan
4,1 (4,8) millioen ton uit het Lotharingsche Minette-
gebied. Daarentegen steeg de cokesproductie tot
2.559.000 (in 1929 2.423.000) ‘ton. De productie van
de glasindustrie van het Saargebied bedraagt 26,0
(24,7) millioen KG. tafelglas, 4,8 (4,8) millioen KG.
flesshenglas en 7,2 (7,6) millioen KG. wit hoiglas
en geperst glas. Ook hier gaat het aantal ar’beiders

achteruit.
De steenindustrie geeft met een productie van 59,7
(58,0) millioen EG-. steenen een geringe stijging te
zien, de tegelindustrie heeft met 56,9. (56,8) millioen
baksteenen, 62,6
0(56,8)
millioen
siakkensteenen
en 8,5

(8,8) millioen dakpannen het niveau van het vorige
jaar weten te behouden; ode kalkindustrie wijst met
een productie van 45.000 (56.000) ton ruwe kaikstee-
nen en 242.000 (275.000) ton stukkalk op een ge-

ringere b
e
d
r
ij
v
i
g
h
e
id. De voor de eerste maal in de
statistiek opgenomen cementindustrie toont een
totale productie van 160.000 (167.000) ton. Omtrent
het electriciteitsbedrijf van het Saargebïed, dat even-
eens voor de eerste maal in het statistisch overzicht
werd opgenomen, komt het laatste productiecijfer
voor 1929 met 889 millioen K.W.U. voor.

Volgens de woni.ngtelling van 1.0 Februari 1929
waren er in het Saargebied 103.000 gebouwen met
1.78.000 woningen. In 1930 werlen 5.174 (5.264) nieu-
we woningen gebouwd. De landbouw telt 8.000 bedrij-
ven als hoofdheroep en 18.000 als nevenberoep. Het
laatste cijfer is typeerend voor de structuur van het
Saargehied, waar de mijnwerker vaak het landbouw-
bedrijf als nevenberoep uitoefent. In het handelsver-
keer met Duitschland overtreft ode invoer van goede-

ren uit Duitschiand voor ode eerste maal die van den
uitvoer van goederen naar dit land.
Het hoofdstuk verkeer werd door vermelding van
alle tramweg- en lokaalspoorwegmaatschappijen in het
Saargebied zeer uitgebreid. De groote economische
beteekenis van deze verkeersondernemingen ‘blijkt uit

de cijfers. Jaarlijks vervoeren deze ondernemingen
bijna 40 millioen personen en bovendien 2.7 millioen
met eigen autobusondernemingen. Het streeknet van
de 6 tramwegmaatschappijen en van •het kleinspoor
Merzig-Büschfeld heeft een lengte van 179 KM., ter-
wijl dat van het spoo
rweg
ne
t 406 KM. bedraagt.
Het aantal motorrijtuigen bedraagt reeds meer dan
10.000 (1930 10.660 tegenover 9.935 in 1929). 62.9
pOt, van het aantal voertuigen is Fran’sch f
a
b
r
ik
aa
t.

in het Saargebied komt 1 automobiel op 76 inwoners
en in het overige Duitschlan’d 1 op 45 inwoners, al-
waar het groote aantal motorrijwielen de verhouding
sterk beïnvloedt Het aantal vrachtauto’s is in het
Saargebied in evenredigheid grooter. Volgens de sta-

tistiek van ode arbeidsbeurs waren einde 1930 150.714
arheidei-s en 18.082 kan-toorbedienden te werk ge-
steld, tezamen 168.796 personen tegenover 179.065

einde 1929. Het werkloozencijfer bereikte in Decem-
ber 1930 een stand van 9.03 pOt.

Terwijl het indexcijfer in Duitschlanod in den loop
van 1930 van 151,6 tot 141,6 daalde, is het index-
cijfer voor het Saargebied slechts weinig gedaald en
in de stad Saarbrücken zelfs iets gestegen, waaruit
blijkt, dat het prijsverloop in Frankrijk hier zijn
invloed heeft uitgeoefend.
In het algemeen kan men
dus
zeggen, dat het Saar-.
gebied tot dusverre niet in die mate van de crisis
heeft geleden als Duitschiand.

AANTEEKENINGEN.

Indexcijfers van groot. en kleinhandeisprijzen in Nederlandsch-Indjë.

De maandstatistiek 1930 N. 12 van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek bevat o.m. het volgende:
Invoer.
De serie invoerartikelen omvat
72
artikelen.
welke in vijf groepen zijn verdeeld.
De indexcijfers van de groepen
textiele goederen, meta-
len
en
chemicaliën
bleven in December ten opzichte van
November onveranderd, terwijl (lie van de groepen
levens-
middelen
en
diversen
beide
met
een punt daalden.
Oiderstaand staatje geeft een beeld van de daling in
1930
van de
5
groepen afzonderlijk en van
het
algemeen index-
cijfer van invoerartikelen.
0

Indencijfers.
Daling in pCt.
O

Dec.
1929
Dec.
1930
ten opz.
v.
Dec.
1929
Textielgoederen

……..
170 155
8.8 Levensmiddelen

……..
147
126 14.3
Metalen

……………
139
124
1.0.8
Chemicaliën en verf stoffen
1.40
133
5.0
Diversen

……………
160
147.
8.1
Algem.

mdcxc.

invoerar- tikelen

……………
153
139
9.2

Uitvoer.
De serie uitvoerproducten omvat de prijzen van
20
producten.
Voor het eerst in
1930
vertoonde het indexcijfer van de
exportproducten een stijging ten opzichte van de vorige
maand. Tegen
78
in November bedroeg dit iudexcijfer in
December 79.
De prijzen van cacao, cijarakpitten, kapok,
kapokpitten, katjang idjoe, koffie en thee waren hooger, die
van arachidcs, citronella.olie, copra, damar, maïs, witte
peper, tapioka en tin daarentegen lager. Onderstaand staatje geeft een overzicht van den omvang
van de prijsdaling bij de voornaamste exportproducten in
1930:
Daling in pCt.
Dec.
1929
Dec.
1930
ten opa. v.
Dce.
1929
witte peper . p. 1.00 KG.
f
147.37

f 91.12

38.2
eopra ……. ,,,,,,,,
21.37

,, 13.94

34.8
damar …….,,,,,,,
83.37

,, 53.87

35.4
kapok ……..,,,,,,
88.04

,, 55.90

36.5
koehuiden ..,,,,,,,,
166.—

,, 119.44

28.0

29 April 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

413

koffie ……p. 100
T(G f
72.25

f 47.80.

33.8
rubber …….,

,,

,.

0.41

0.22
Y
2

45.8
suiker stip. .

.. 100
,, ,,
11.97

8.59

28.2
tapioka

,.

19.92

10.21

48.7
thee ……..

.,

0.49

,.

0.46

6.1
tin ………… 1.00

,

,.
216.81

133.38

38.5
alg. inclexc.
export …………111

79

28.8
Het algemeen iinlexcijfer van den in- en uitvoer tezamen
bleef in December onveranderd
126.
In December
1929 be-
droeg dit indexcijfer
144.

Dit algemeen indewcj far heeft geen andere Set eekenis dan
dat het het gemiddelde prijsverloop voorstelt van de 92 met
name genoemde prod’ucten.

Indexcijfers van
72
invoer- en 20 uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaja en Semarang.

Invoerartikelen.

ot
1)
0

0

1913.
100
100 100
100
100
100 100
100
1924.
213
164
167
160
168
178
155
173
1925.
208
161
160 150
165
172
146
166
1926.
185
157
151
153
169
165
137 159
1927.
174
148
149 149
173
160
130
154
1928.
172
149
141
144
162
155
125
149
1929.
172
149
142
142 163
155
123
148
December
1929.
170
147
139
140 160
153
111
144
Januari

1930.
170
147 139
140 159
153
105
143
Februari

.
170
145
139
139
159 152
100
141
Maart

.
169
144
138
139
151
150
98
139
April

.
167
144
137
138
152
149
95
138
Mei

.
162
142
136 138
156
148
94
136
Juni

.
161
140
136
137
155 147
88
134
Juli

.
161
139 133
136 155
145
82 132
Augustus

,,

.
159 138
131
136 152
145
81
131
September ,.

.
158
135
129
136
149
143
79
129
October

.
156
130
126
134
148
141
79
127
November

.
155
127
121
133
148
140
78 126
December

.
155
126 124 133
147
139 79 126
1)
20
art.
2)
12
art.
8)
12
art. ‘)
15
art.
6)
13
art.

Kleinhandelsprijzen.
De tabel kleinhandeisprijzen omvat de prijzen van
40
verbruiksartikelen, verdeeld in een serie
iu.hcemsche en een serie uitheemsche artikelen.
Het indexeijfer van de serie inheemsche artikelen steeg in Januari met é6n punt tot
148,
tengevolge van den booge-
ren prijs van kippeneieren, terwijl dat van de serie uit-
lieenische artikelen onveranderd
1.39
bleef.
Onderstaand staatje geeft een overzicht van de daling
van (ie kleinhandelsprijzan in de laatste
6
jaar.

1925 1926 1927 1.928 1929 1930 1.931
gem. geni. gem. gein. ge1. gen]. Jan.
Indexcijfer inheemsche
artikelen ………
169 169 166 160 162 156 148
uitheenische artikelen
152 148 147 148 145 143 139
geheelen kleinhaudel. 160
159 157 154 153 150 144

Tndexcijfers van kleinhandeisprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.

In-

1
heemsch
1)

Uit-
heemsch
1)
Totaal
Voeding
2)

1913114
100 100 100
100
1924 .
.
182 158
170 170
1925 .
.
169
152 160
159
1926 ..

169
148 159
156
1927 .
.
166
147
157
155
1928 ..
160
148
154
153
1929 ..
162
145 153
151
1930 ..
156
143 150
148
Januari

1930 .
.
163

146
154
153
Februari

..
166
145
155
154
Maart

..
161
145
153
153
April

..
156 145
151
150
Mei

. .
162 144
153
151
Juni

. .
157
144
151
149
Juli


156
144
150 148
Augustüs

,,

..
152
142
147
144
September

,,

. .
153
140
146
144
October

..
151
140
145
143
November

. .
149 139 144 142
December

.,

..
147
139
143
141
Januari

1931 .
.
148
1

139
144
141
1)
20
artikelen.
2)
35
artikelen.

Pasarprijzer&.
Het merkwaardige verschijnsel doet zich
voor, dat de pasarprijzen, ondanks het seizoen blijven dalen.
Voor de meeste producten is •de December-prijs de laagste
niaandnoteeriug van het jaar.
Sinds -pasarprijzen werden. verzanield
(1920),
heeft dit
verschijnsel zich nog niet in die mate voorgedaan.

MAANDCIJÉERS.

GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.

Maart
1931

11

Maart
1930

Giro’s
(eenzijdige
ver-
In
millioeneni
1
Aantal ji
ilmillioen
In
eni
Aantal
melding)
1

ii

Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
f

33.4
33.566
f

13.2
28.289
Girobetalingen aan
particulieren

..
.
..
,,

24.-
139.372
,,

20.8
116.604

Geldomzet.

Ontvangsten

.
..
.


5.4
7.764
5.1
7.625
Betalingen

……..
.
.-.
8.1
31.674
7.1
30.363
Part.rekeninghouders
32.1
1

43.667′
,,

22.4′
39.256′
Waarvan

rekeningh.
welke gelden voor 1
jaar

vast

hebben
gedeponeerd .

. .
.-.
9.9
4.3502
,,

9.8
4.070′
I)
Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einde der maand.

175
170
le,
160
’55
’50
45 140
1
55
1
50
25
20
”5
110
105
loo
95
– 90
85
60

75
70
65
60
55
50

ii
•uIuIuuauuIlu•uuu••uIuiuu…
a

aan
.aiii.a.u.aaiiu.
II
SIIIUllUUhil1

muuIsI•luuIusIluRuluiuuiuuiiu

i!i
•.’-
P
iiI!!IIIii!iIII
i
L

Iu.uuuuIlI.
•i
•muauiu
u..eiuuu..iuiu.i.ui

i..ui.u..
.uiauu•iuuiuiiuuiuui
uu…
i.uuui.

!
•I.IUUUIIIIU.IHIIIlI.fl!iIIIIii!.III.uII.1.IaIIIIauI.ul.ulpBu.u.

uIauIumlu•Iuuuuiui..uu••.u.ui
IIUIIIIIlIUUUIIU•UIUUIIflhIIuuui
IuIuIuuuaIaIaIaIuIi•u•iimuu•u•

piauaiu
uaaiaua
iuuivaaai
u…..u.i.
iIU1
iiiuuunuuuiuiimiuiuu

•••IUUIIU•UIIU•UIIIUIIluI.IUIIIU..IIII.IIIU.I.UIUR.I..l..lI……l…..
LI.UUINUIuIUIIUlulUhIIUuIUlUUIuuIUIUIUUIi•fl.UIauiJIIII.tuu.uII.

– –

1

1927

.

199

‘4

.1

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 April 1931

OVËRZIOHT VAN DE INDISCHE MIDDELEN.
(In Guldens).

1112 Raming

Januari

Januari
1931

1

1931

1

1930

Belastingen.

Pachten ………………..13.694

1.987

14.263
Invoerr. mci. Landsgoed. 8.641.666 5.098.368 7.795.477

tJitvoerr. mci. Landsgoed. 1.098.333

421.385

844.511

Accijnzen …………….3.943.334

2.920.234

3.219.804
Andere ontv. 1. U. en A…

25.000

18.727

26.514

Statistiekrecht ……….500.000

332.694

474.811
Pereoneele belasting ….

450.000

396.289

364.441
Inkomstenbelasting ……4.416.667 4.974.099 4.621.558
Vennootschapsbela8ting.. 3.500.000 1.967.383 3.720.224

Verponding ………….1.083.333

2.526.593V 1.386.627
Recht van openb. verkoop.

212.500

213.289

184.107

Zegelrecht ……………1.445.083

927.703

1.267.675
Overschr van vaste goed.

237.500

225.458

216.955
Recht v. succ. en overgang

41.667

17.252

38.265
Vergunning speeltafels ..

7.500

2.825

9.164

Slachtbelastingen ……..616.667

459.071.

477.862
Bijzondere bel. buitengew.

18.374

1.0.743 • 10.537

Hoofdgeld ……………6.667

3.872

6.042

Landelijke inkomsten…..61.667

833.836

837.264
Belasting op loterijen….

138.750

1.851

200

Totaal…. 29.558.402 21.853.659 25.516.301

Monopolies.
Opium excl. opiumfabriek 3.087.008 2.449.355 3.204.496

Pandhuizen …………..1.895.966

1.636.565

1.859.005

Zout …………………1.337.858

1.157.697

1.126.765

Totaal

6.320.832 5.243.617 6.190.266

Producten.

Kina en Thee ………..83.360

2.099

Lan dscaoutchoucbedrijf .58.048

105.699

169.954

Boschwezen …………..1.791.694

916.171

905.419

Goud en zilver ……….112.334

70.675

103.445

Banka-tin ……………..3.635.416

2.198.620

3.886.226

Steenkolen …………. 1.528.0001

535.877

623.936

Totaal …. 7.608.852

3.827.0421 5.641.079

Bedrjven

flavenwezeii ………….1.352.538

2.695.709

3.161.570

Baggerdienst …………280.417

26.835

1.89.658
Waterkracbt en Electricit

271.250

2.003

128.904

Laudsdrukkerj ……….162.667

14.490

14.642
Post-,Telegr.- en Tel.dienst 2.952.933 2.801.038 2.857.922
Spoor- en Tramwegen

7.072.083 5.429.322 5.935.926

Totaal …..2.091.888 10.969.397 12.288.622

Diverse middelen.
Aand. ijd.winstN.V. ,,Gem.
Mijnb. Mij. Billiton”

500.000


Aandeel i/d. winst van de

Javasche Bank ……..
..270.833

Afstand van grond ……..381.667 1.160.050

870.341

Mijnconcessies …………669.333

70.598
t)
– 256
Boeten en verbeurdverki

133.333

132.599

115.114
Leges en salarissen, ont-
vangen d. de griffiers
v/d.versch. rechtscoll..,

34.167

38.514

38.794
Heffing terzake van gesl.
werkovereenkomsten

56.250

29.976

79.400
Opbrengst d. Weeskamers

54.167

105.764

121.459

Kadaster …………….35.417

39.260

51.919
Ontvangsten van het
Gevangeniswezen

504.167

221.222

390.266

.Afkoop heerendienst. B.G.541.667

355.636

321.218

Schoolgelden ………….490.687

533.802

508.959
Ontv. groote ziekenin-
richtingen en krank-
zinnigengestichten

95.417

84.605

65.744
IJk van maten en gew

38.333

88.783

29.190
Verk. en verh. van huizen

200.417

186.120

186.665
Ontv. waterleidingen

55.000

39.314

43.684

Bakengelden ………….266.667

232.880

242.896

Loodsgelden …………..900.000

239.048

288.305

Alierlei ………………377.852

273.504

489.575

Totaal

5.005.374 3.781.675 3.843.273

Totaal generaal

60.585.348 45.175.390 53.479.541

1)
Teruggegeven cijns.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

betcekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.

Ned
1Di,,c.
Wissels. 2524
Jan.’31
Lissabon .. . .74 2Juni’30

BkBeBE 3
24Jan.’31
Londen ……3
1Mei ’30
Vrsch. in R.C. 3
24 Jan.’31
Madrid ……
6 19 Juls ’30

Athene . … ……9
2 Dec.’28
N.-YorkF.R.B. 2
23Dec.’30
Batavia ………..
4410 Mrt.’30
Oslo ……..4
8Nov.’30
Belgrado ……..5428
Mei
1
30
Parijs …….2
2Jan.’31
Berlijn ……….5 9
Oct. ’30
Praag ……
4 24Juni’30
Boekarest……..8
1 Apr.’31
Pretoria …. 5
12Mrt.’31

Brussel ……….
2531 Juli’30
Rome ……..
5419 Mei ’30

Budapest ……..5428
Mei ’30
Stockholm ..3
6Feb.’31

Calcutta . …….. 7
15 Jan.’31
Tokio ……5.1 6
Oct. ’30
Dantzig ……..5
10 Oct. ’30
Weenen……5
9Sept.’30
Helsingfors ……6
26Aug.’30
Warschau …. 74
3 Oct. ’30
Kopenhagën …. 3512Nov.’30 Zwit8.Nat.Bk.2 23Jan.’31

OPEN MARKT.

1931
1930
1929
1914

25A pr.
20125
13118
6111
21126
22127
20124
April
April April April April Juli

Amsterdam
Partic.dlsc.
1
5
1
8

1
1J2..tl/16
1
I,-In
1
1
14.
1
12
29116-718
531
1
_3/
3
1
18_3
1i6
Prolong.
2
Iu142
1112314
121
4
.314
3l_91
4

511
4
6
2
1
1
4
_
1
14

Londen
Daggeld. . .
1
1
12
1
1
/i2
1.3
1
1
1i12_3
1
12
111_2
1
1
2

4-5
I
8
1-2
Partic.dlsc.
2
9
116
2
9
1
2
9
116_I
9
112
2191
31
51
2
7
116-
9
/16
5132-116
2114_314

Berlijn
Daggeld…
45
1
/3
3
3
14.6
4
3
14-6
1
1
4
1
12_7
112
2
1
12_5
4-8

Partic.disc.
30-55 d…
4
/8
4
1
18
4
5
18
45/
9
.31
4

431
6’/,-7Jt

56-90 d…
4518
45/9
418
451
$
_31
4

4319
6
1
12-719
2
1
1-
1
1,
Waren-
wechsel.
47/
9

4718.5
6
14
51/
4

561
4
451
9
.81
4

7_31
4

New York
Daggeld
)
1
1
/-
3
1
1
1
12-14
1
1
112
1
14
11122I4
3113314
‘/l-16’14
I81_211,
Partic.dlsc.
1
1
12
1
3
19-
3
14
1
3
/4
1
3
14
3
1
19
5/8

1) Koers van 24 April en daaraan vooralgaanoe weken tgm vrljuag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

Da to
New
Londen
Berlijn

Parijs
Brussel
Batavla
York)
)
)
)
S)
1)

21 April 1931
2.491,
12.10
59.294.
9.734 34.61
99111t
22

,,

1931
2.4911
16

120’1
9

59.30
9.734
34.62
9915
23

,,

1931
2.48
7
/
8

12.09
59.28 9.734 34.614
99
15
1,
24

,,

1931
2.48
15
1,
o

12.09%
59.26 9.73
34.61
25

,,

1931
2.481/
5

12.09%
59.27
9.73 34.61
99’6/
9

27

,,

1931
Laagsted.w.’)
2,48l8,
2.481i1
1

12.0934
12.09s,
59.25
59.234
9.724
9.72j1
34.62
34.59
99
15
1,
99ia
Hoogste d.wl)
2.49
11
12.10al
s

59.334
9.74
34.634
99
“116
20 April 1931
2.49
12.09%
59.254
9.734
34.61
9
“1
13

,,

1931
2.491/ 12.10oj
59.314
9.744
34.64
99
1
j
Muntpariteit
2.48%
12.10%
59.26
9.75
34.59
100

Data
Zwit-
serlan
Weenen
5)
PraaR
1)
Boeka-
rest’)
Mtlaan
)
Madrid
.)

21 April 1931
47.96% 35.02% 7.374
1.484
13.04
24.55
22

,,

1931
47.97
35.02%
7.374 1.485 13.044
24.95
23

,,

1931
47.9634
35.09%
7.374 1.484
13.044
24.85
24

,,

1931
47.91%
35.02%
7.374
1.484
13.034
25.-
25

,,

1931
47.95 35.02%
7.37
1.484


27

,,

1931
47.9434
35.02%
7.37
1.481
13.03
25.174
Laagsted.w.
1
)
47.91% 34.95 7.364
1.474
13.02
24.40
Hoogste d.wl)
47.98 35.05
7.38
1.494
13.06
25.30
20 April 1931
47.94%
35.02%
7.374
1.484 13.04
24.70
13

,,

1931
47.99
35.05 7.384
1.484
13.04
26.50
Muntpariteit
48.-.
1

35.10
1

7.3711.488
13.09
48.524

Da a
Stock-
Kopen-
S
o lo’
Buenos-
Mon
holm
)
hagen)
for
Aires’)
treal’)

21 April 1931
66.724
66.624
66.624
6.27
83
2.4815/
22

1931
66.724
66.624
66.624
6.27
82
2.4815/
23

,,

1931
68.70 68.60
86.60
6.27
81%
2.4871
9

24

1931
68.70
68.60
66.60
6.27
81
2.48111

25

,,

1931
86.70
68.60 66.824
6.264
80
2.487/
9

27

,,

1931
66.874
66.60
66.60 6.28
78%
2.48i81
Laagsted.w.’)
66.624
68.55
66.55
6.25
78
2.4851
Hoogste d.w’)
86.75 66.65
66.66
8.28
83%
2.4961
9

20 April 1931
66.70
66.60
66.60
6.27j1
83
,
1
9

2.491,,
13

,,

1931
66.70 68.65 66.774 6.274
88%
2.48’s1,
Muntpariteit
66.67 68.55
86.87
6.264
959/,
2.48%
) ioteering te Amsteraam. ) riOt, te Itoneraam. ‘ mEt. opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

-t

29 April 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

415

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D t
a a
Londen
($ per

)
Parijs
($
P. 100
Ir.)
Berlijn
(1
P. 100
MR.)
Amstërl3.Tam
($
p. 100 gid.)

21 April

1931
4,85’1,
6

3,91
23,8111
8
1
40,16%
22

,,

1931
4,86
5
/
55

3,91
23,8034
40,16k
23

,,

1931
4,8651
3,91’1,
23,82
40,19
24

,,

1931
4,8611
5

3,9111
16

23,82% 40,19%
25

,,

1931
4,86
5
182
3,91
23,81%
40,1834
27

,,

1931
4,86131
53

3,91
23,82
40,215/

28 April

1930
4,86
7
13
2

3,928/
23,87%
40,251/
8

Muutpariteit..
4,8667
3,90
5
18
23,81%
4081
1
.

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Landen
Noteerings-
eenheden
11
Apr.
1931
18
Apr.
1931
20125
April
’31
Lan
gstelHoogstç
25Apr.
1931

Alexandrië..
Piast. p.
97 97
9771,
9791
9734
Dr. p.
375
375
374%
375% 375
Bangkok….
Sh.p.tical
1/9%
1/9%
1/951
1i9%
1/9l1
Budapest …
Pen. p. £
27.871
27.87′
27.85
27.91
27.881
Buenos Aires
d. p.$
38181
86

371,
35″/16

3751
36’1
1
,
Calcutta

.
Sh. p. rup.
115
27
/
32

1/5
27
/
32

1/515/
1
,
11571
t

1/5
27
1
82

Constantin..
Piast.p.0
1.025.
1.025
1.025
1.025 1.025
Hongkong ..
5h. p. $
11
8
1/
35

11011
s

1151
6

1/0%
11011
16

5h. p. yen
2/0
15
/
82

210
18
1
32

21051
8

21071
1
,
2/018/
35

Athene …….

Lissabon…..
Escu. p. £
108%
108%
108ii
108sf
108%
Mxico

….
$ per £
10.171
10.25
10.15
10.35
10.25
Montevideo .
d.perC
3351
6

3234
31%
33 32

Kobe.

……..

Montreal

$ per £
4.86
4.86.’
485
H
4
.86+*
4.8631
8

Riod. Janeiro
d. per Mii.
3’i,,
334
3′,,
3is,,
3471
Shanghai
..
.
5h. p. tael
113%
113
28
/
52

1/3
1/315/
1
,
113
15
1
32

Singapore ..
id. p. $
2/3%
2/334
2/3i’,,,
2/3isj,,
213%
Valparaiso
1).
$ per £
39.93
39.94 39.94
39.95
39.94
Warschau ..
ZI. p. £
43s1
43s1
143
,
1
16

4371
1

43s1
1)
90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
5)

Londen’)
N.York’)

Londen
20 April 1931..
1351,,
287e,
20 April1931
84110%
21

1931..
13%
28%
21

,,

1931
84/9
8
/,
22

1931..
13
2881
s

22

,,

1931
84/9%
23

1931..
1351,,
2871,
23 , ,,

1931
8419%
24

,,

1931..
‘13%
2834
24

,,

1931
84110%
25

,,

1931..
13%
2834
25

,,

1931
84110%
26 April 1930..
1911,
6

42
26 April 1930….
84/11%
27 Juli

1914..
2415,,
59
27 Juli

1914
84111
1)
In pence p.oz.stand.
2)
Forelgn sliver In
tc.
p.oz.fine.
8)
In sh.
p.oz.fine

STAND VAN ‘.RIJKS KAS.
Vorderingen.

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne- dertandsche

Bank …….. . ………
f

7.170.495,95
1
29.443.485,92
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
»

78.126,19
,
,,

190.230,72
Voorschotten op uit. Maart 1931 ajd.
gemeenten verstrekt op voor haar

.

door de Rijksadminlstratle te heffen
gemeentelijke

ink.bel. en

opc. op
de

Rijksink.bel………………….
35.154.052,09
35.154.052,09
Voorschotten op uit. Maart 1931
ajd.
gemeenten verstrekt op aan haar
uit te keeren hoofdsom der perso-
neele belasting, aandeel in de hoofd-
som der grondbelasting, alsmede van
,,

10.989.493,23
10.989.493,23
Voorschotten aan Ned.-indle ………
123.465.050,30 ,, 124.160.352,96
Id. aan

Suriname …………………
13.756.986,44

11.229.905,60 5.906.521,57
,,

6.273.326,54

opcenten op die belastingen………

Kasvord. weg. credletverst. a(h. buiteni
,. 104.773.154,70
102.241.509,91
Id. aan

Curaçao …………..
………….

Daggeldleeningen tegen onderpand
21.500.000,-

…..

,,

10.000.000,-
Saldo der postrekeningen van Rijks-
comptabelen

…………………..
26.448.090,74

25.439.841,35
Vordering op andere Staatsbedrijven’)

19.650.961,19
,,

18.912.960,19
Verplichtingen.

Voorsch. door de Ned. Bank ingevolge
art. 16 van haar octrooi verstrekt


Schatkistbiljetten in omloop . ……..
/ 180.686.000,-
/ 180.686.000,-
, 68.210.000,-
68.210.000,-
Zilverbons in omloop …. . ……….
,,

2.959.958,50
Schatkistpromessen in Omloop …….

Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. T.’)

.

en
,,

29.846.162,37
» 29.242.038,-

Id. aan andere Staatsbedrijven
1)

… …1.079.441,86
27.528.305,23

..3.001.622,50

»
.
24.537.326,57
,, ,,

1.054.441,86
Id. aan diverse instellingen’) ……….
3.799.054,19
,,

34.610.445,41
1) In rekg.-crt. met ‘s
Rijks
Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
t
IR An,il I041
1

IÇ Anr,l 1011

Vorderingen:
Saldo

bi) ‘s Rijks kas ……………

Saldo bij de Javasche Bank

Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas

Ver,llchtlngen:
1124.104.000.-
Schatkistpromessen ………………

…..

16.500.090,-
,,
8.275.000,-

Voorschot ‘s Rijks kas……………..

Muntbiljetten in omloop ….. ……..
»
12.197.000,-
Schatkisibiljetten

………………..

Schuld aars het Ned.-lnd. Muntionds.
,

..

4.235.000,-
Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.

.

1.481.000,-
Voorschot van de Javasche Bank…. ,
19.031.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 27 April 1931.
4otiva.
Binnenl.Wis.fllfdbk.
f
36.627.946,78
sels, Prom., Bijbnk. ,,
104.567,78
enz.indisc4Ag.sch. ,,
8.268.015,56

45.000.530,12
Papier o. h. Buiteni. in disconto ……

Idem eigen portef. .
‘f
220.893.255,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk.nog niet afgel.

220.893.255,-
Beleeningen

Hfdbk. f
mcl.
vrsch.
28.678.517,46
Bijbnk.
in rek.-crt.
4.764.497,28

op onderp. Ag.sch.
54.699.030,48

f
88.142.045,22

Op Effecten ……
86.773.439,83
Op Goederen en Spec. ,,
1.368.605,39

88.142.045,22
Voorschotten a. h. Rijk …………

Munten Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
88.482.010,-
Miintmat., Goud ..
361.493.585,13

f 449.975.595,13
Munt, Zilver, enz. •
35.436.836,84 Muntmat., Zilver..

11
485.412:431,97
1
)
Belegging 1/

kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

…………………….

..
25.960.375,51
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,_
Diverse rekeningen ………………,,
55.369.555,47

Passiva.

f
925.778.1929

Kapitaal ……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds …………………..
.
7.199.946,44
Bijzondere reserve

………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
7.058.465,-.
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
838.160.100,-
Bankassignatiën in omloop ……….,,
.

240.458,68
Rek..Cour.
Ç
Het Rijk

11.815.286,52
saldo’s:

1, Anderen

21.155.665,40

,,
32.970.951,92

Diverse rekeningen ………………,,
12.158.271,25

f
925.778.193,29

Beschikbaar metaalsaldo ………….f
136.480.483,73
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe deBankgerechtigdis ,,
341.201.205,-
1) Waarvan in het buitenland
f
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
Andere
Beschlkb.
Dek.
Data
Munt
1
Muntmat. Clrculatte
opelschb.
1

schulden Metaal-
saldo ‘)
kings
perc.

27 Apr. ’31
88.482
361.494
838.150
33.211
136.480
55
20

’31
84.484
361.495 825.888
34.217
137.109
56
13

’31
84.484
361.495
837.143
17.095
139.029
56
7

’31
84.484
361.495 852.402
24.812
128.833
55
30 Mrt. ’31
84.489 361.495 841.198
17.427
136.401
56
23

,,

’31
84.505
361.495
804.834
40.518 141.709
56

.910
367.023 829.429
18.873
.118.157
54
29 Apr. ‘31114

25 Juli ’14
65.703
96.410 310.437
6.198
43.521
54

Totaal
Schats.tst-
B 1 ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
prornessen
1
e
ngen

op het
reke-
disconto’s rechtstreeks
buitenl.
ningen
2)

27 Apr. 1931
45.001

88.142
220.893
55.370
20

,,

1931
45.019

88.241
214.486
54.150
13

,,

1931
45.922

87.059
212.173
50.492
7

1931
44.385

120.166
212.019
43.266
30 Mrt. 1931
45.329

97.193
217.885 38.906
23

,, ‘

1931
45.663

82.891
220.697
38.224

29 Apr. 1930
52.105

93.169
213.210
47.368

25 Juli

1914
67.947

61.686 20.188
509
1) Sedert den bankstaat van 14 Jan. ’29 weder op de basis van 21 metaaldekking. ‘) Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
ci
112f/
Andere
opeischb.
Discont.
Di

rk
nige
e
n
,

28 Maart1931…
853
1.290 510
843
473
21

1931-
852
1.163,
490 839 466
14

1931..
840
1.174 548 843 528
7

1931-
831
1.324
584
847
53

29 Maart1930…
810e
1.478
700
1.035
381

5 Juli

1914-
645
1.100
560
735 396

‘)Sluitp. der activa.
3
)1100.000 bij de Ned. Bank gedeponeerd.

1125.826.000,-
» 16.500.000,-
» 8.275.000,-
» 12.048.000,-
4.235.000,-
» 1.481.000,-
22.619.000,-

416

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 April
1931

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijntelegrafisch ontvangen.

Andere
lBeschikb,
Data
Ooud
Zilver
Circulatle
opelschb.
1
metaal-
schulden
1

saldo

25 Apr. 1931
130
242.100
40.900 49.100
18

,,

1931
165.800
244.400
39.200
52.360
11

1931
166.100
247.200
37.000 52.420

28Mrt.1931
238.651
56.816 47.906
1113.664
47.429
21

1931
118.626 46.587
240.389
53.778 47.547
14

1931
118.717
43.042
246.072
46.474
44.741
7

1931
118.711
44.839
248.588
42.188
47.241
26Apr.1930
138.952
30.350
269.381 52.207
40.667
27Apr. 1929
167.183
21.248
299.717
37.682
53.471
25Juli1914
22.057
31.907 110.172
1

12.634 4.842

Data
1

Dis-
Wissels,
bulten
.8elee-
Diverse

1
reke-

1
bek-
kings-
conto’s
N.-Ind.
nineen 1
ningen’)
percen-
b
1
taoe

25Apr.1931
18

1931
1.1

,,

1931

28Mrt,1931

11700
112.600 113.500

.9*

32.933

57
.
58 58

57
‘942
29.191 37.297
21

1931
8.872
29.892 38.615
32.448
56
14

1931
8.869
29.333 40.898 32.750
55
7

1931
9.035
29.680
40.693 33.389
56
26Apr. 1930
8.916
36.647 55.249
29.552
53
274)r. 1929
7.873
26.915
72.162 41.717
56
25Juli1914
7.259
6.395
75,541
2.228
44
‘)
Slultpoat activa.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden ponden sterling.

Data
Metaal
Bankbilf.
In
circulalie
Bankbilf.
in Banking
Departm.

1

Other Securitles
Disc, and
Advances
s
ecur ii es

22 Apr. 1931
146.740
348.444
57.420′
5.982
26.500
15

1931
146.202
354.364
50.949
8.376
27.852
8

1931
147.023
358.885 47.237
10.890
28.609
1

1931
145.3137
357.057
47.409 24.629
25.685
25 Mrt.

1931
144 519
348.808
54.806
11.362
34.421
18

,,

1931
142.827
347.287
54.70
8.021
29.346

23 Apr. 1930
163.843
362.184
60.703
6.804
10.274
22 Juli

1914
40.164
29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

Other Deposits
Reservel
Dek-
kings-
Bankers
Other
Accounts
1
perc.
1)

22 Apr. ’31
30.950
13.865
54.785 35.403
58.295
56
15

,,

’31
34.335 8.372
61.230
35.131
51.839
49
18
1
8

,,

’31
33.400
9.863 59.507
34.000
48.138
46
1

,,

’31
30.350
17.243
58.788
34.693
48.330
43
19
1
92

25 Mrt. ’31
27.695
9.500
57.704
33.711
55.7i1
557139
18

,,

’31
28.905
10.500
59.796 33.228
55.540
5319
132
23Apr.’30
58.053
17.314
66.011 35.779
61.659
51′
22 Juli
’14
11.005 13.736
42.185
29.297
182
52
‘; vernoucing tusschen Ieserve en Oeposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen francs.

Data
Qoud IZtiver
t Te goed
1
in het
1
Wis-
1
sels

1

Waarv.
op het
Beiee_
1
nngen

Renteloos
voorschot
bultenl. bnitenl.
ad. Staat

17 Apr.’31
56.098
774
1

6.905
24.9321
19.3991
2.885
1
3.200
10

’31
56.107
756
1

6.912
24.9321
19.398 2.927
3.200
3

’31
56.097
739
6.941
25.3641
19.372
2.941
3.200
27 Mrt.’31
56.116
739
1

6.939
26.4511
19.368 2.858
3.200
18 Apr.’30
42.334
279 6.938
23.5201
18.756
2.623
3.200
23 Juli’14
4.104 ï 640

_1.5411
8
1
769

Bv.d

Diver-
1_Rekg.Courant
Data zei/st.
amort. k.
sen
1)
Circulatle
Staal
Zeijst.
1

Parti-
1
lamort.k.Icuüeren

17Apr.’31
5.082
2.519
77.791
2.3461
9.006 11.493
10

,,

’31
‘5.082
2.584
78.708
2.357
1

8.717
11.154
3

’31
5.082
2.631
79.465
2.4201 8.884
10.612
27 Mrt.’31
5.082
2.280
77.864
2.399
i

9.374
12.577
18 Apr.’30
5.395
1.827
70.900
3.378
1
2.923
7.050
23 Juli’14


5.912
401

943
‘)Slultpost
activa.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

28 April 1931.

])e vaste stemming aan de t a r w e-markt, waarvan in
0115
vorige weekbericht sprake was, is gedurende de afgc-
loopen s’eek weder verdwenen. Aanvankelijk was de koop.
lust nog goed. Vooral in Australische tarwe werden naar
Engeland ei., ook naar Japan nog flinke zaken gedaan tot
iets hoogere prijzen dan tevoren. Ook in Canacleesche tarwe
was do on izet eerst niet onbevredigend en op het Europee.
sclie vasteland waren liet vooral :rtalië en Frankrijk, clie
vrij wat tarwe kochten. Duitschland en de kleinere invoer-
landen, waarbij Nederland, zetten eveneens hun inkoopen
voort. Reeds op 21 April trad echter een verandering in
wegens regen in de Canadeesche prairie-provincies, maar
vooral ook in verband niet een van uit Amerika verspreid
bericht, dat de Fedcral Farm Board nu toch besloten zou
hebben om zijn geheelen enormen voorraad .tarwe vOör 1
Juli op te ruimen. Weliswaar lieef t cle Farm ]3oard dit
bericht dadelijk tegengesproken en evenals eenige weken
geleden verklaard, dat slechts zouden worden geëxporteerd
cle ongeveer 35 millioen bushels (de geheele hoeveelheid
tarwe, waarover de Farm Boitrd beschikt, schijnt 250 fi
275
millioen bushels te bedragen), die in de havens en in het
Zuid-Westen der Unie liggen opgeslagei.i, en dat daarvan
reeds 20 pCt. verkocht zijn, maar de verhoogde mate,
waarin de Amerikaansche voorraden hun tlruk weer lieten
gevoelen, bleef toch bestaan. Men dacht weder meer aan de
gevaren, welke de tarweprijs tengevolge van die voorraden
in de Vereenigde Staten en Canada loopt en daarbij kwam
dan nog het vooruitzicht van een zeer grooten nieuwen
oogst van wintertarwe in te Vereenigde Staten. De Farm
Boar.cl zal bezwaarlijk gedurende het eerste aanbod uit den
nieuwen oogst dringend met zijn oude voorraden aan de
markt kunnen komen. Hierdoor namelijk zou de prijs,
welken de Amerikaa.nsche landbouwer voor zijn nieuwe
tarwe zal ontvangen, zeer sterk worden gedrukt en er
wordt in Amerika dan ook wel beweerd, dat cle Farm Baard
met erostige pogingen, om zijn ouden voorraad op te rui-
nico, zal wachten tot eenigen tijd na het binnenkomen van
cle nieuwe tarwe. Wanneer dit werkelijk geschiedt, zal de
kwaliteit van den ouden voorraad er zeker
,
niet beter op
worden en reeds nu hebben de Engelsche en lersche mole-
liaars in verband niet de groote voorraden oude tarwe be-
sloten, om geen tarwe uit de Vereenigde Staten meer te
koopen op ,,certificaat finaal”. Na de hooge raming op
grond van het Washingtonsche oogstberieht per 1 April
is het weder over het algemeen gunstig geweest. Een flauwe
stemming voor tarwe was in Amerika van dit alles een
gevolg, die zich ook in Canada terdege liet gevoelen, voor-
al toen in Europa de vraag verminderde. Dringend aan.
bod uit Argentinië werkte daartoe mede, evenals de aan-nierkelijke daling in den Argentijnschen wisselkoers, die
niet vergezeld ging van een stijging van den Argentijnschen
tariveprijs. Eigenlijk kwam de prijsverlaging, welke voor
tarwe in cle tweede helft der week heeft plaats gevonden,
vrij onverwacht, omdat toch de grootere vraag, welke zich
den laatsten tijd in en buiten Europa doet gelden, eerder
handhaving der prijzen op het verhoogde niveau had doen
verwachten. Blijkbaar echter zijn de prijzen niet bestand
tegen de zeer groote hoeveelheden tarwe, welke in de uit-
voerlanclen beschikbaar zijn en treedt wegens die groote
voorraden onmiddellijk een reactie in, zoodra de vraag
weer afneemt. Overigens valt vel aan te nemen, dat Europa
zal voortgaan, grootere hoeveelheden tarwe te koopen dan
cenigen .tijd geleden. In Duitschla.nd bijvoorbeeld zijn de
voorraden nu zoo sterk geslonken, dat daar een sterke strooming bestaat voor althans tijdelijke verlaging der
invoerrechten en een beslissing daarover zal over eenige
dagen worden genomen. Ook in Frankrijk zal waarschijn-
lijk nogmaals een verhooging van het vetoorloofde per.
centage buitenlandsche tarwe dienen plaats te vinden, want
ook daar begint ernstig gebrek aan inlandsche tarwe te
ontstaan. Ook Italië verkeert in een dergelijke positie.
I3ovendien zijn in verschillende Europeesche landen de
oogstvooruïtzichten niet gunstig. In Frankrijk, het Noor-
den van Italië en ook in de meer Oostelijke landen van
Europa wordt geklaagd over den ongiinstigen invloed op
de te velde staande tarwe van koude en te veel regen en
bovendien is de voorjaarsuitzaai bij andere jaren sterk
ten achter. Dit laatste geldt ook voor Duitschland, waar
van een achterstand van ongeveer 3 weken gesproken
wordt. Ook in Rusland schijnt het met den voorjaarsuit-
saai wegens de ongunstige weersomstandigheden niet ge-
heel naar wensch te gaan, doch voorloopig zijn de beschik-bare wereldvoorraden zoo groot, dat ongunstige oogstvoor.
uitzichten, die- inimers nog zeer veel kunnen verbeteren,

29 April 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

41.7

AANVOEI{EIJ in tons van 1000 KG

Rotterdam

1
Amsterdam Totaal.
Artikelen
19j25
April

Sedert

Overeenk.
1
9125
April

SedertOvereenk.
1931

1930
1931

1
Jan.
1931

tijdvak
1930
1931

1Jan.
1931

tijdvak
1930

20.300
346.399
440.492

9.515 11.430
355.914
451.922
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
6.841
128.848
148.797

105
18.112
128.953
166.909
Boekweit
……………
945
7.361
4.454

145
999
7.506
5.453
16.326 335.121
340.673
4.636
80.384
61.748
415.505
402.421 9.154
197.375 176.943

17.693
16.141
215.068
193.084
6.795
103.066
74.972

1.073
2.002 104.139
76.974

Male ……………….

13.476 75.073
23.194 9.592
196.615
99.220
271.688
122.414

0-erst

……………..
Haver
……………..

1.525
27.194 58.214

107

27.301
58.214
Lijnzaad ……………
Lijnkoek
……………
1.187
30.126 30.448
40
12.343 10.266
42.469
40.714
Tarwemeel ………….
Andere meelsoorten
382
16.983 6.487
505
5.981

22.964
6.487

weinig invloed hebben. Anders zou de markt deze week
-ook zeker meer hebben gereageerd op berichten omtrent
onvoldoencien neerslag in de Canadeesche prairie-Provin-
cies en in het Noord-Westen der Vereen-igde Staten, waar-
ddor de uitzaai voor zomertarwe vertraagd wordt. Overi-
gens is er nu en dan wel regen gevallen en -de klachten
bepalen zich ertoe, dat die regenval niet -voldoende was.
De hoeveelheid tarwe, welke Canada den laatsten tijd in
Europa heeft kunnen plaatsen, is anders eigenlijk niet on-
bevredigend geweest en waarschijnlijk zal de Canadeesche
uitvoer -in het restan-t van dit seizoen wel op dezelfde
hoogte blijven, nu in Europa éen verdere uitbreiding der
behoefte zeer waarschijnlijk is. De verschepingen naar
Europa kwamen deze week ongeveer o-vereen met de be-
hoefte, doch de naar Europa onderweg zijnde voorraad is
eenigszins toegenomen en bedroeg op 25 April 6,2 mil-
lioen quarters tegen 4 millioen quarters op hetzelfde -tijd-
stip van het- vorige jaar. De zeilende voorraad is dus van
zeer voldoenden omvang, hetgeen de afneming van den
ondernemingsiust in de hand gewerkt heeft. Eenigen steun
ondervond de markt nog van het feit, dat- uit Rusland zeer
weinig tarwe is afgeladen. Italië, (lat anders den laatsten tijd geregeld veel tarwe uit Rusland placht te ontvangen,
heeft zijn voorraden van die tarwesoort vrijwel geheel
opgebruikt en in verband daarmede verdienen de zaken
vermeld-ing, die in het begin der week in Russ-ische tarwe
gedaan zijn uit Rotterdam naar Italië.

Tenslotte was op 27 April tarwe in Noord-Amerika wat
vaster, waarna de noteeringen voor Juli en September te
Chicago nog ozigeveer 3 dollarcént per 60 lbs. lager waren
clan een week ‘tevoren. Te Winnipeg was de ver1aing iets
grooter, maar aan beide markten zijn de prijzen toch nog enkele centen hooger dan aan het begin der maand. ‘Aan
de Argentijnsche -termijnmarkten heeft op 20 April een
prijsdaling plaats gevonden, die zich ondanks den flauwen
pesokoers later niet heeft hersteld. Zelfs was het slot
nog 5
ii
10 eentavos per 100 KG-. lager dan op 20 April.
In r o g ge zijn de verschepingen uit Zuid-Rusland weder
in hetzelfde tempo voortgezet als in de vorige week, het-
geen dus zeggen wil, da-t wat meer is afgeladen (lan eeni-
gen -tijd geleden. Het schijnt, dat deze rogge -voornamelijk
voor België en -Scandinavië bestemd is en daar de vraag
naar rogge den laatsten tijd is toegenomen, hebben -cle te
Rotterdam en voor een kleiner -gedeelte -te Amsterdam
aanwezige voorraden weder verdere vermindering onder
;

gaan. Er zijn daarvan deze week flinke hoeveelheden naar
het buitenland verkocht, zoodat nog slechts een restant in
Nederland is overgebleven. Dit heeft in Nederland -dadelijk
tot prjsverhooging voor Russische rogge geleid, doch daar
in Noord-Amerika de roggemarkt flauw was eii Noord-
Amerikaa.nsche rogge tot dalende prijzen werd aangebo.
den, kon tenslotte cle prijsstijging nauwelijks worden ge-
handhaafd. Zaken in rogge uit Noord-Amerika zijn echter
tot nog toe niet tot stand gekomen, hetgeen gedeeltelijk
hieraan moet worden toegeschreven, dat die slechts aan-
geboden wordt op aflading over eenige weken. Op 27 April
was rogge in ‘Noord-Amerika trouwens vrij wat hooger. Intussehen is in Duitschland de –toestand van de rogge-
markt wel zeer definitief veranderd. De voorraden zijn
er zoo sterk afgenomen, dat voor veevoeder nauwelijks nog
rogge te verkrijgen is. Daarom wordt in Duitschla.nd van
vele zijden aangedrongen op vergemakkeljking van den
invoer van gerst en maIs en met belangstelling wordt uit.
gezien naar het resultaat van de daarover plaats vindende
besprekingen.

M al s was aanvankelijk voor spoedige posities nog vast
en daarvoor zijn in de eerste dagen der week de reeds zeer
hooge prijzen, welke speciaal in Nederland en Engeland
betaald werden voor zeer spoedige Platamaïs, nog verder
gestegen. De premie boven iets latere partijen had een zeer

grooten omvang bereikt. Later is daarin echter een radi-
cale verandering inget-reden, toen in Argentinië de prijzen
daalden, de verschepingen van Platamals, evenals in de
vorige week, weder zeer groot”bleken te zijn en speciaal
-in – Nederland- weder wat meer maïs arriveerde. Tenslotte
was het op 25- April met de vaste stemming voor maIs ge-
heel gedaan en op den 27sten stond Platamaïs in aange-
komen booteii te Rotterdam ongeveer 10 h 14 gulden per 2000 NO. lager dan de vorige week voor dezelfde booten
betaald was. In den loop van den dag echter bleek -de aan-
gekomen ‘hoeveelheid -de vraag niet te overtreffen en er
vond eenig prijsherstel plaats. Ook, verder stoomende Plata-
maïs ondervond na de ook daarvoor ingetreden prijsdaling
wat meer belangstelling, zoodat daarin op het gedaalde
prijspeil meer zaken tot sthnd kw’amen dan in de vôrige
week tot de hoogere prijzen het geval was geweest.. Mede
onder den invloed van den flauwcn Argentijnschen wissel-
koers -is ook Platamals op aflading goedkooper te koop ge-
komen, hetgeen odk voor deze posities tot iets meer onder-
nemingslust heeft geleid. Zoowel in Engeland als in Neder-
land en Duitschland zijn dan ook de laatste dagen op
zomer-af lading tot de -dalende prijzen meer zaken tot stand
gekomen. Roemenië blijft met mais nog steeds te duur en
de afladingen van Donaumaïs waren ook deze week weder klein. Flauw is maïs deze week ook in Noord-Amerika ge-weest, ondanks de zeer kleine voorraden maïs, welke in de Vereenigdle Staten aanwezig zijn. De prijs is nu veel lager
dan tot nog toe in dit seizoen is voorgekomen. Aan de
Ar-gentijnsche termijnmarkten noteerde mais op 27 April
5 centavos per 100 NO. lager dan een week tevoren, maar
grooter is de prijsdaling, die voortgesproten is uit de da-
ling van den pesokoers. Te Chicago bedroeg de verlaging
4% dollarcent per 56 lbs.

Beter -dan voor mais hebben de prijzen zich kunnen hand.
haven voor ge r st. De verschepingen uit Roemenië en
Rusland bleven zeer klein en uit Canada vonden nog geen
afladingen van eenige beteekenis plaats. Wel w’ordt voort-
durend Canadeesche gers-t aangeboden, doch dit aanbod be-
paalt zich -geheel tot aflading in Mei en ook uit Argentinië zijn de verschepingen -den laatsten tijd niet groot geweest.
Er is dus zeer w’einig voergerst naar Europa onderweg en
van een scherpe prijsdaling als voor maIs

is voor gerst dan
ook geen sprake geweest. Toch heeft de laatste dagen der
week wel een prijsdaling plaats gevonden, hetgeen gedeel-
telijk verband houdt met de omstandigheid, dat, nu gerst weder duurder is dan maïs, daarvoor de vraag is afgeno-
men. Meer dan eenigen tijd geleden wordt tegenwoordig in
Duitschland voergerst gekocht en geregeld worden daarin
dan ook zaken gedaan naar Hamburg en over Rotterdam,
doch de ontwikkeling der zaken wordt belemmerd door de
onzekerheid, – omtrent de vraag, of binnenkort de invoer
van voedergranen in Duitsehlan-d zal worden vergemakke-
lijkt. In Engeland was -de vraag voor gerst vrij -goed en
terwijl iii Nederland slechts zeer weinig Canadeesche gerst
gekocht werd, vonden daarin naar Engeland vrij geregeld
zaken plaats. Ook stoomende Russische gerst en Perzische
gerst werden in Engeland geregeld verhandeld. Roemenië
is ten slotte met gerst in ladende booten en op Mei afla-
ding dringender en tot wat lagere prijzen aan de markt
gekomen.

Voor h a v e r bleef de markt over het algemeen vast en
in de eerste helft der week zijn in Platahaver vrij belang-
rijke zaken tot stand gekomen, speciaal naar Eflgeland en
België, waarbij de prijzen eenige verhooging konden onder-
gaan. De voorraden Russische haver zoowel in Nederland
als in Engeland zijn nu grootendeels opgeruimd. In Ver-
band daarede werd dan ook deze week geregeld naar
Europa onderhandeld over Canadeesche haver, doch zaken
werden daar-in tot nog toe slects weinig afgesloten.

418

– ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 April 1931

SUIKER.

De stemming op de verschillende suikermarkten was
gedurende de afgeloopen week nogal onregelmatig.
In A me r i k a veroorzaakte sterk aanbod van ruwsni-
ker, vooral vaul Philippijnsche sidkers, cene inzinking. Er
werden groote verkoopen tot stand gebracht tot ce. 1.30
dc. basis Cubasuiker c. & fr. en daaronder.
Ook op de New-York termijnmarkt werd bijzondere acti-
viteit aan de]i dag gelegd.. Door Mei-liquidaties en ver-
koopen van producenten op latcre termijnen aan den eenen
kant, en door goeclen kooplust aan den anderen kant, out-
stond een bewogen markt met eenige fluctuaties en groote
omzetten. De slotnoteeringen luidden als volgt: Mei 1.22;
Juli 1.30; Sept. 1.37; Oct. 1.41. en Dec. 1.45, terwijl cle
laatste noteering voor Spot Centr. 3.25 was.
De ontvangsten in cie Atlantische havens der Ver. Sta-
ten bedroegen deze week 61.000 tons, de versineltiugen
55.000 tons ‘tegen 56.600 tons verleden jaar en de voorra-
den 333.000 toLns tegen 394.550 bus.
De laatste
0
u b a-statistiek luitcl als volgt:

1931

1.930

1929
tons

tons

tons
Productie ……………2.950.000 4.000.000 4.650.000
Voorr. overgebracht per 111 1.418.000

321.000

193.000
Consumptie ……………39.000

23.784

37.432
Weekontv. afscheephavens

45.586

150.643

191.524
Totaal sedert 111 N. Oogst 1.212.740 2.076.464 3.216.818
Weekexport ………….44.772

54.158

138.223
Totale export sedert 111

614.795

611.236 1.877.504
Voorraad afseheephavens

1.690.096 1.788.795 1.481.492
,

binnenland …..2.024.109 1.899.752 1.394.750
Aantal werkende fabrieken

49

118

95
In Engel a n cl legden verkoopers zoowel als koopers
daarentegen een afwachtende houding aan den dag, zoodat
zaken slechts op zeer geringe schaal plaats vonden. De prijs
voor ruwsuiker basis 96 pct. bewoog zich om Sh. 6143.
De Londen sche termijnmarkt was prijshoud end. De no-
teeriugen waren aan het slot ca. 1
»
cl. hooger dan bij de
opening.
De Ja v a-niarkt bleef rustig gestemd. Dc V.I.S.P. ver-
kocht nog ruim 2000 tons Superieur en 3000 tons No. 16
&/hooger tot resp.
f
8.25 en
f
7.25.
II i
e r t e 1 a ii cl e verliep de markt geheel parallel met
Londen. De notecringen fluctucerden slechts in geringe
male en het einde der week gaf het volgende beel.d te zien:

Mei f814; Aug
f8/8;
Dec.
f
9% en Maa.rt
f9%.
De om-
zet bedroeg 5250 tous.

KATOEN.
Ontvangsten ie- en uitvoeren van Amerikaansche havens
(In dulzendtallen balen).

1
Aug.
’30
Overeenkomstige periode
tot

17
Apr’31
1929130

1928129

Ontvangsten Gulf-Havens.
8481

8056

8953
11

Atlant.Havens
fi
Uitvoer naar Gr.Brittannië

984

1187

1720
‘t Vasteland etc.

3547

3873

4090
het Orient….

1335

1091

1322

Voorraden.
(In dulzencltallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
17Apr.’31
‘-
1930

1929

3584
1706 1478
1214
1024
647
.Amerik. havens …….
….

228
97
150
Binnenland

………….
New-York

……………
732

432
274
New Orleans ………….
Liverpool

…………….
446
356
670

KOFFIE.

De iuuarkt stond ‘in (Ic afgeloopeut week uitsluitend
onder den invloed van de berichteui uit Brazilië be-
treffende dc voorgestelde verhooging van het uitvoer-
recht. Wat een week geleden nog overal voor onwaarschijn-
lijk en dikwcrf zelfs voor onmogelijk werd gehouden, bleek
enkele dagen later reeds werkelijkheid. In het Ovarziedt
van dc vorige week kon nog een gerucht worden vermeld
volgens hetwelk de bijeenkomst van vertegenwoordigers der
verschillende koffie-produceerende Staten van Brazjlië ter
bespreking van het voorstel van den Staat Sao Paulo voor
onbepaalden tijd was verdaagd en reeds den volgenden dag
kwamen weder telegraruimci.r met het bericht, .dat de on-
derhandelingen over het u;ieuwe uitvoerrec-h.t in het ge-
heim werden voortgezet. Sedert hield de stroom van tele-
grafische mededeelingen betreffende dit punt onafgebroken aan en hoewel aanvankelijk niemand iets met zekerheid vist
te vermelden cie verschillende berichten vaak in meer dan ddn
opzicht met elkander in strijd evaren, bleek tqch reeds op

STATISTISCH OVERZICH

GRANEN EN ZADEN


ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN

TARWE
Hard Winter
R000E
AmericanNo.2a)
MAIS
La Plata
OERST
Amer.No.24)
LIJNZAAD
La Plata
BOTER
KAAS
Edammer
EIEREN
Gem. not.

STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
Mid. Contin.
No.2 loco
loco
loco loco
loco
perK.G.
Leeuwar-
Alkmaar

Eiermijn
Hollandsche
bunkerkolen
Crude
Rotterdam! Amsterdam
Rotterdam
R’damjA’dam
Rotterdam per
R’damlA’dam
der Comm.
Fabrieks-
kaas
Roermond
ongezeefd t.o.i.
33 tJfll 33,90

8.
g.
per lOO 1(0.
per 100 K.O.
per 2000 1(0.
2000 K.O.
per 1960 K.G.
Noteering
kI. mjmerk
P. 100 st

,
R’dam!A’dam
per
_-_

f1
0
10
f1.
0
10
f1. Ol
o

f1.
°Io
ft
0(
f1
01
0

f1.
0
10
f1′
0j
f1
Ol
o

1925
17.20
100,0 13,07
6

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56,-
100,0
9,18
100,0
10,80 100,0
1.68
100,0 1926 15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4 360,50
77,9
1,98
85,7 43,15
77,1
8,15
88,8
17,90
165,7
1.89
112,5
1927
14,75
85,8
12,47
5

95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
2,03
87,9
43,30 77,3
7,96
86,7
11,25 104,2
1.30
77,4
1928
13,470
78,3
13,15
100.6
226,00 97,7
228,50 96,8 363,00 78,5
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99 87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929
12,25
71,2
10,876
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
.419,25
90,6
2,05 88,7
45,40
81,1 8,11
‘88,3
11,40 105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5

56,3
6,22
0

47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
1,66
71,9 38,45
68,7
6,72 73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
.
Jan.

1929 12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0 194,25
82,3 365,00
78,9
2,25
97,4
45,95
82,1
9,03 98,4
10,10
93,5
1.16
69,0
Febr.

,,
12,72
5

74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5 357,25
77,2 2,29
99,1
45,40
81,1
9,19
100,1
12,90 119,4
1.11
66,1
Maart

,,
12,65
73,5
12,62
0

96,6
233,00
100,6
191,75
81,3
359,00
77,6
1,95
84,4 44,60
79,6
8,56 93,2
12,00
111,1
1.11
66,1
Aprilj
12,126
70,5
11,62
6

88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
1,81
78,4 40,25
71,9
5,90
64,3
11,05
102,3
1.11
66,1
Mei

,,
11,125
64,1
10,575
80,9
198,25
85,6
177,50
75,2 363,50


78,6
1,86
80,5
39.90
.71,3
6,16
67,1
1115
103,3 1.16
69,0
uni
10,876
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
1,87
81,0

78,6
6,41
69,8
1125
104,2 1.30
77,4
Juli


12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191.25
81,0 415,50
89,8
1,88
814

80,4
6,88
74,9
11,25
104,2 1.30
77,4
Aug.
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50
87,5
182,75
77,4
452,50
97,8
1,93
835
46,15
82,4
7,13
77,7
11,25
104,2 1.30
77.4
Sept.
12,62
5

73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6
2,22
96,1
45,25
80,8
8,01
87,3
11,40
105,6 1.30
77,4
Oct.
12,10 70,4 9,87
5

75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7
2,28 98,7 50,25
89,7
9,53
103,8
11,25
104,2 1.30
77,4
Nov.
11,770
68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5
2,20 95,2
50,70
90,5
10,60 115,5 11,35
105,1
1.30 77,4
Dec.
12,625
73,4
.

9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4 482,00
104,4
2,06
89,2
47,50
84,8
9,97
108,6
11,75
108,8
1.30
77,4

o
n.’

iio
12,67
5

73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8 2,00
86,6
43,95 78,5
7,55
82,2
11,75
108,8
1.21
72,0
‘-
br.
Maart
11,725
10,90
68,2
8,17
0

7,15 62,5
139,00
60,0
62,0
135,75
57,5 398,50 86,2
2,03
87,9
41,15
73,5
6,90 75,2
11,75
108,8
1.11
66,1
,,
April


II l7
63,4
65,0
7,62
6

54,7
58,3
143,50
180,25
77,8
125.00 129,75
53,0
55,0
390,00
431,00 84,3
93,2
1,71
1,50
74,0
64,9
41,25
36,50
73,7
65,2
5,18 5,16
56,4
56,2
11,55 11,35
106,9
105,1
1.11
1.16
5

66,1
69,3
Mei

,,
1
0:
45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5 405,00 87,6 1,44 62,3 37,20
66,4
5,30 57,7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
1 uni
10,05 58,4
5,175
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09
55,4
11,35
105,1
1.18
5

70.5
Juli
9,55
55,5
5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
74,5 39,90
71,3
5,99 65,3
11,35
105,1
1.18
6

70,5
Aug.

,,
9,45
54,9′
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00
78,9
1,58
68,4
40,20 71,8
6,03
65,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Sept.

,,
8,40 48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9 318,75
68,9
1,64
71,0
37,55
67.1
7,23
78,8
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Oct.


7,40
43,0
4,625
35,4
112,25
48,5 86,00 36,4
281,25
60,8
1,63
70,6
36,90
65,9
8,60
93,7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
Nov.

,,.
7,25
42,2
4,25
32,5 94,50 40,8 82,25 34,9
270,75
58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9
10.90 100,9
0.85
50,6
Dec.
7,07
5

41,1
4,30
32,9 96,00 41,5
91,00
38,6
247,75
53,6
1,55
67,1
33,50
59,8
7,97
86,8
10,85
100,5
0.85
50,6
lan.

1931
6,52
5

37,9
4,-
30,6 84,50
36,5
86,25
36,5 207,50 44,9
1,61
69,7
32,25
57,6
6,63 72,2
10,30
95,4
0.85 50,6
lebr.

,,
5,776
33,6
3,90 29,8 87,50
37,8
85,75 36,3 206,25 44,6
1,66
71,9 33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00 46,3
1,47
63,6 35,00
62,5
4,94′
53,8
10,30
95,4
0.66 39,3
7 April
5,55
32,3
4,10
31,4
106,00
45,8
112,00
47,5
200,00 43,3
.1,38
7

59,7
33,507
59,8
4,50
49,0
10,30
95,4
0.53
31,5
13

,,
5,75 33,4
4,25
32,5
115,00
49,7
116,00
49,2
197,50
42,7
1,35
8

58,4
33,_8

58,9
4,10
44.7
10,30
95,4
0.53
31,5
20

,,
‘6,10
35,5 4,60
35,2
122,00
52,7
120,00
50,8
201,50
43,6
1,35
9
1
58,4 30,50
6

54,5
4,10 44,7
10,00
92,6
1
0.53
31,5
27
6,15
35,8 4,75

1
36,3
1
105,00
45,4 1120,00
50,8
1

192,00
41,5
1,33
10
1
57,6
129,501
0

52,7
‘4,10
1

44,7

1
10,00

1
92,6 1 0.53
31,5
1)
Men zie voor de toelicnting op dezen staat de nummers van 6 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag.’689190 ën 709. . ) 79 Kg:La Plata.
8
)=Western v66,
‘ing van de huidige oftic. not.wljze (Jan. 1928); Barley vanaf 2/2131; vanaf 912 6415 Z.-Russ.

.

eil .931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

419

den 25n, dat in de conferentie tot een heffing van een uit-
voerrecht van 101- per baai was besloten. Dat dit ongetwij-
feld zeer gewicbtig besluit zoo verrassend snel genomen is,
valt voorloopig alleen te verklaren, indien aangenomen
ordt, dat pressie uitgeoefend is door de buiteulandsche
banken of, wat wellicht juister is, door den Engelschen
financicelen adviseur clêr Braziliaansche Regeering. Het
blijkt thans, dat cle afgevaardigden der verschillende Sta-
ten de overeenkomst reeds hebben geteekend en dat in Bra-
zilië wordt verwacht, dat de President van de Republiek
baar eveneens zal goedkeuren en teekenen en dat het nieu-
we uitvoerrecht van 101- per baai (= bijna 8/6 per ewt.)
dan onmiddellijk zal ingaan. De administratie van de op-
brengst van het recht zal (lan worden gevoerd door een
Uitvoerenden Raad, ingesteld door de koffie-staten eii zal
dienen tot het opkoopen van ordinaire kwaliteiten, welke
zullen worden vernietigd. Officieele persberichteis in Bra-
zilië vermelden bovenctien, dat in dc conferentie besloten
is om voor te stellen, dat geen nieuwe belastingen meer
zullen worden ingevoerd, welke opgebracht moeten worden
door den producent, dat aal worden afgezien van verdere
poingen tot valorisatie van het product en dat geeh ere-
diet-operaties meer zullen worden opgezet, met uitzonde-
ring van die, welke geen invloed kunnen hebben op de
nieuwe belastingmaatregelen en die, welke in staat zijn de
koffie-politiek te versterken. Ten slotte wordt officiens
medegedeeld, dat de Uitvoerende Raad zal worden inge-
steld voor den tijd van vier jaar, welke tijdruimte vol-
doende wordt geacht om den toestand te regelen.

Al lijkt laatstgenoemde mededeeling w

ederom in hooge
mate optimistisch, is het toch waarschijnlijk beter dm met
beoordecling van het besluit te wachten tot uadre of fi-
cieele berichten hieromtrent zullen zijn ontvangen. Vast
staat echter nu reeds, dat, indien de President van de
Republiek zijn goedkeuring aan een en ander werkelijk zal
hechten, nog volstrekt niet te overzien valt, hoe de maat-
regel in de toekomst werken zal, al moet op grond van
vroeger opgedane ondervindingen worden verwacht, dat het
niet mogelijk zal blijken, cle prijzen voor uitvoer op den
duur zôöveel op te schroeven als door de invoering van het uitvoerrecht noodzakelijk zou zijn. Dit moge wellicht voor
korten tijd vel het geval zijn, doch, wanneer de nieuwe
oogst (die voor Santos alleen reeds op ongeveer 18 millioen
balen wordt geraamd) begint af te komen, zal het hoogst-
waarschijnlijk al niet meer gaan. Het gevolg zal dan zijn,
dat de planter ten slotte toch een deel, wellicht zelfs een

groot deel van de belasting voor zijn rekening moet nemen,
en welk standpunt deze daar dan tegenover zal innemen
is een vraag, waarop het antwoord met belangstelling
moet worden tegemoet gezien.
Voor het oogenblïk is de invloed van den maatregel op
alle markten buitengewoon groot. De handel, die al sedert
langen tijd niet anders gekocht heeft da.n het hoogLloodige,
gevoelde zich plotseling door de uit deluclat gevallen be-
richten wakker geschud en haastte zich om te koopen. De
willige stemming, die daardoor outstonci, werd nog in de
hand gewerkt door groote vraag op de termijnmarkteu,
alwaar de baissiers ongerust werden en hun posities zoo
snel mogelijk indekten, terwijl ook in veel gevallen ter-
mijnverkoopen, welke tegen voorraden liepen, door hou-ders werden opgelost. Het gevolg was, .dat de termijnno-
teeririgen overal in enkele dagen met groote sprongen
opliepen; aan de Rotterdamsche termijnmarkt bedroeg de
stijging ongeveer
21%
ii 3 ct. per
1%: K.G.
In loco was de afzet beter dan sedert geruimen tijd het
geval is geweest, al kan ook niet worden gezegd, dat de
vraag groote afmetingen heeft aangenomen. De officieele
iioteeringen werden alhier met 1 ct. per
1%: LG.
verhoogd,
namelijk van 26 op 27 ct. voor Superior Santos en van 24
op 25 ct. voor Robusta.
De prijzen in Brazilië liepen aanvankelijk met enkele
shillings per cw’t. tegelijk naar hoven, doch daarna kwa-
men bijna geen vaste offertes meer door. Het is daardoor
uiterst moeilijk om op het oogenblik. een juisten prijs voor
de verschillende soorten aan te geven. Als ôngeveere
waarde voor goed beschrevan Supei-ior Santos op prornpte verscheping kan worden aangenomen 42/-
a
441- per cwt.
en voor dito Prime 441-
a
461-, hetgeen. 6/- k 7/- hooger. is
dan een week geleden. Van Rio ontbreken de aanwijzingen
feitelijk geheel en het eenige, dat van de prijzen dezer
soort gezegd kan worden, is, dat alhier verondersteld wordt,
dat voor Rio type New-York 7 met beschrijving op promp-
te verscheping orders tot 311- 8. 32/- kans hebben, aange-
nomen te worden. Dit zou dan ongeveer 8/- hooger zijn dan
verleden week.
Ook Nederlandseh-Indië ging natuurlijk met de zooveel
vastere stemming mede en cie laatste berichten, alhier
on.tvangen, melden, dat er op het oogeublik geen verkoopers
zijn. Als noteering in (ie eerste hand geldt op het oogeublik:
Palembang Robusta, Mei-verscheping, 17 ct.; Benkoelen
Robusta, Mei-verschepin.g, 17% et.; Mandheling Robusta,
Mei-verscheping, 19 ct.; W.I.B. f.a.q. Robusta, Mei-ver-

&
VAN
CROOTHANDELSPRIJZEN
1)

METALEN
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

ZILVER
IJZER
Cleveland
KOPER
TIN
LOOD
KATOEN
WOL
gekamde
WOL
gekamde
KOE-
KALK-
cash Londen
per
Foundry No.3
Standaard
Locoprijzen
locoprijzen
Locoprijzen Middling
locoprjzen
Auatralische,
Australische, CrossbredColo-
1-lUIDEN
Gaaf, open
SALPETER Gid. per
Standard
f.ob.
Middlesbrough
Londen
Londen per
Eng. ton
Londen
per Eng. ton
New York
Merino,
64’s
Av.
loco Bradford
nial Carded,
kop
100 KG.
Ounce
per Eng, ton
per Eng. ton per Ib.
per lb.
50’s
Av. loco
57-61 pnd.
netto
Bradford per Ib.

pence
0/
Sh.
ol
o

£
o!o
bio
£
o/
$
cts.
Olo
pence
0
10
pence
/
o

f1.
ol
o

11.
°Io
32
1
1R
I100,0
73
100,0
62:116
100,0
261.171-
100,0
36-816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
28hh/io
1

89,3
8616
118,5
58.11-
93,5
290.1716
111,1
31.116
85,3
17.55
5.5
47.25
85,9
24,75
83,9 28.46
82,0
11,61
96,8
26
0
14
731-
100,0
55.14!-
89.7
290.41-
110,8
24.41-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26.50
89.8
40,43
116,5
11,48
95,7
26’/6
81,1
661-
90,4
63.16j-
102,8
227.51-
86,8
21.11-
57,8
20,00 86,0
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7
)16
76,2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.15
1
6
77,8
23.51-
63,8
19,15
82,4
39,-
70,9
25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
17
1
3116
55,4
671-
91,8
54.131-
88,0
142.51-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3 26,75
48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82.0
26
1
14
81,8
661-
90,4
75.1016
121,7
222.716
84,9
22.2/-
60,7 20,20 86,9 46,75
85,0 28,75
97,3
37,50.
108,1
11,70
97,5
2571
80,7
66/6
91,1
78-16
125,7
222.111-
85,0
23.216
63,5
20,10
86,5
44,25
80,5
27,75
94,1
34,50
99,4
11,70
97,5 26
81,0
671-
91,8
89.81-
144,0
221.016 84,4
25.816
69,7
21,25
91,4
44,00
80,0
27,50
93,2 36,
103,7
11,70
97,5
25
1
/
80,2
681-
93,2
82.1716 133,5
207.516
79,2
24.161-
68,0
20,45 88,0
43,25
78,6
27,25
92,4 33,50 96,5
11,70
97,5
25
1
1i
78,1
6916
95,2
75.416
121,2
197.516
75,3
23.191-
65,8
19,40
83,4
41,50
75,5
26,25
89,0 30,50 87,9
11,70
97,5
2414
75,6
711-
97,3
74.111-
120,1
200.51-
76,5
23.141-
65,1
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75
87,3
31,50 99,4
11,70
97,5
240/j6
75,7
7216
99,3
72.1216 117,0
209.516
79,9
22.161-
62,6
18,65
80,2 38,75
70,5
24,75
83,9
32,25 92,9 9,18 76,5
24
1
116
75,7
7216
99,3
73.17)-
119,0
210.111-
80,4
23.31-
63,6
18,60
80,0
37,00
67,3
24,00
81,4
29,75
85,7
9,28
77,3 23
11
16
73,9
7216
99,3
74.191-
120,7
205.516
78,4
23.11/-
64,7
18,90
81,3
34,25
62,3
23,75
80,5 31,25
90,1
9,39
78,3
23110
71,8
7216
99,3
72.161-
117,3
188.916
72,0
23.416
63,8
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3
– –
9,49
79,1
221
1
,16
70,7
7216
99,3
70.51-
113,2
182.-/6
69,5 21.131-
59,4
17,50
75,3
34,25
62,3
23,00
78,0
27,25
78,5 9,70
80,8
22
114
69,3
7216
99,3
68.616
110,1
178.1816
68,3
21.916
59,0
17,25
74,2
31,25
56,8
.21,25
72,0
21,75 80,0
9,90
82,6
2010116
65,3
7216
99,3
71.916
115,1
174.131-
66,7
21.111-
59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3 26,63
76,7
10,11
84,3
20118
62,6
7216
99,3
71.1216
115,4
174.4!-
66,5
21.41-
58,2
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2 24,50
70,6
10,21
85,1
19
1
1
59,5
701-
95,9
68.1916
111,1
165.181-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9

69,2
10,21
85,1
19
9
(16
61,0
6716
92,5 61.31- 98,5
161.1716
61,8
18.616
50.3
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
24,13
69,5
10,21
85,1
18
15
116
59,0
6716
92,5
53.91-
86,1
145.-!-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
26,25
75,6
10,21
85,1
t6
1
(,
50,0
6716
92,5
50.116
80,7
136.4/6
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4 27,75 50,5
17,50
59,3
26,63 76,7
10,21
85,1
16
49,9
6716
92,5
48.21-
77,5
134.1716
51,5
18.31.
498
13,10
56,3
27,00
49,1
16,75
56,8
24,25
69,9
9,18
76,5

163/s
51,0
651-
89,0
47.15/-
76,9
135.5(6
51.7
18.61-
50′,2
11.95
51,4
27,25
49,5
16,50
55,9
24,88
71,7
9,28
77,3
16
11
116
52,0
6316 87,1
46.61- 74,6
132.61-
50,5
17.181-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,50 76,4
9,39
78,3
16
1
12
51,5
63165
87,1
43.4
69,3
117.131- 44,9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50
44,5
14,50
49,2 26,25
75,6
9,49
79,1
16
5
1
51,9
6316
6

87,1
46.816
74,8
113.161-
43,5
15.1816
43,7
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
25,25 72,8
9,70
80,8
16
5
18
51,9
63/6
6

87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9
9,95
42,8 22,50
40,9
12,50
42,4

72,0
9,90
82,6
137/
43,2
6016
-82,9
45.716
73,1
116.81-
44,4
t

14.-16
38,5
10,30
44,3 21,25 38,6
12,00
40,7 24,63 71,0
10,11
81,3
1211
38,9
5816
80,3
45.116
72,6
117.-!6
44,7
1

13.516
36,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
61,8
10,21
85,1
13
7
116
41,8
5816
80,3
45.116
72,6
122.11-
46,6
1

13.3/6
35,2
10,90
46,9
25,25
45,9
14,50
4°,2
22,25
64,1
10,21
85,1
12
11
(16
37,5
5816
80,3
42.1716
69,1
117.7/6
44,8
12.10!-
34,3
10,55
11

45,4
25,00′
45,5
15,0012
50,9 22.25
16

64,1
10,21
85,1
13
40,5
5816
80,3
44.216
71,1
115.216
44,0
13.-!-
35,7
10,20
8

43,9 25,00
13

45,5
15,00
13

50,9
10,21
85,1
13
1
/2
42,0
5816
80,3
42.101-
68,5
112.216
42,8
12.1216
34,7
10,15
0

43,7
24,50
14

44,5
l4,50′
49,2
10,21
85,1
13
1
14
41,2
5816
80,3
41.1216 67,1
108.2/6
41,3
11.1716
32,6
10,15
10

43,7
24,00″
43,6
14.00
16

47,5
10,21
85,1
de invoering van de huidige officieele noteeringswijze (lan. 1928;
vanaf 16
Dec.1929
74!5 K.G. Hongaarsche; vinaf 26 Mei 1930 Z.-Russische.
4)
=
Malting vÔôr de invoe-
0)
Noteering Schotland
59)6.
6
)58)-.
7)
3 April.
8
)10 April.
9
)17 April.
10)
24 April.
U)
1 April.
13)
2April.
12)
9
April.
14)
16 April.
15)
23 April.
16)
21 April.

420

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29
April
1931

scheping, 25 ct., alles per• 31. ICG.,
eif, uitgeleverd gewicht,
netto contant. Deze prijzen zijn 14
á 2 ct. hooger dan in
het laatste Overzicht vermeld.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No.
7) waren:

Mei
Sept.

Dec.

Mr.t.
27

April

……………

$
5.33
$
5.67

$
5.75

$
5.87
20

April

……………

..
4,61
11
4.95

,, 5.01

,, 5.08
13

April

……………..4,52
,, 4.75

,,4.86

,, 4.92
7

April

……………

..
4,62 ,, 4.85

,, 4.93

,, 5.03
Rotterdam, 28 April 1931.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te
Rio

1

te Santos
‘Wisselkoers
Data
Voorraad

Prijs
Voorraad
Prijs
te
Rio
op
Londen
(In Balen)
No.7
1
)
(In Balen)No.4′)

27 Apr. 1931
253.000
13.275
1.054.000
18.400 3H pence
20

,,

1931
284.000
12.250 1.082.000
17.7003H pence
13

,,

1931
283.000
12.250
1.112.000
17.700

H
pence
27 Apr. 1930
336.000
14.850
1.006.000
21.000

pence t
)
In Reis.

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te
Rio
te Santos
Data
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen

Sedert
week
1Juli
week

1Juli

25 Apr. 1931….
133.000
13.531.000
210.000 9.401.000
25 Apr. 1930….
54.000
2.550.000
131.000
8.033.000

THEE.
in de afgelopen week vond op 23 April te Amsterdam
een theeveiling plaats. De veiling had een traag verloop
en de prijzen liepen van 2-7 ets. lager, vergeleken met de
prijzen van de vorige veiling. Voor goede theeën met veel geel bestond wederom goede
IiclaJngstelling tot hoogere prijzen. Van het aangeboden
kwantum groot ca. 18.000 kisten bleven ongeveer 2400 kisten
onverkocht. De inidlenprjs komt uit op
411%
ets., tegen-
over
444′
ets. in de vorige veiling.
• Volgens niededeelingen van de Vereeniging voor de
Thee-cultuur in Ned.-i ndië bedroeg de uitvoer van thee uit

te voornaamste productielanden der wereld (uitgezonderd
Chii.ia) gedurende de periode Januari/Februari 1931
52.813.000 KG., tegenover 50.620.000 KG-. voor dezelfde
periode in 1930.
De thee-uitvoer van Formosa beliep in Februari 1931
272.000 KG. (v.j. 285.000 KG).. Voor de maanden Januari!
Februari 1931 bedroeg deze hoeveerheici 699.000 KG., tegen-
over 674.000 KG. voor hetzelfde tijdvak van 1930.
Amsterdam, 27 April 1931.

VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

Op de Amerikaansche graanvrachten-markten ging be-
trekkelijk veel om en in vele gevallen werden iets betere
vrachten betaald ..De vraag betrof in hoofdzaak scheeps-
ruimte voor Mei laden en voor deze positie waren de hoog-
ste vrachtcijfers om. als volgt: van
Montreal: $0,11
naar
Antwerpen of Rotterdam, $ 0,12 naar Havre, Duinkerken
of Hamburg en $ 0,14
5
/8
naar Piraeus; van de
La Plata
Rivier
naar 1J.K./Contineiit: 21/- van San Loreuzo, 19/-
van Buenos Aires, en 20/- h 20/9 van Buenos Aires naar
de Middellandsche Zee. In het geheel werden gedurende de
laatste week van Montieal ongeveer 18 en van de La Plata
Rivier zeker 60 schepen bevracht.
Voor suiker van West-Indië wei-den eenige booten tegen
1513 en 15/6 per April/Mei opgenomen; de markt is thans
zeer rustig.
In Salpeter vaas Chili ging niets om, maar er is eenig
uitzicht in .Iijnruimte naar het Continent tegen 16/- te
plaatsen: Van Birma was niets .te doen; een prompte order
naar Nederland tegen 231- werd w’eer ingetrokken. De
Donau-markt was zeer rustig. Er werd slechts é6n boot
tegen 1316 basis ]3orcleaux/11ambur.g voor prompt laden op.
genomen. l)e Zwarte Zeemarkt bleef vast en het vracht-
cijfer varieerde tussehen 10/4w en 1016,

basis Continent.
In erts van de Middellandsche Zee ging weinig om en de
vrachten bleven laag. Alleen voor kleine booten, die tame-
lijk schazrsch waren, werden iets betere cijfers betaald.
Voor phospl.iaat werden, voor zoover bekend, geen booteii
opgenomen.
De toestand op de Engelsche kolenmarkt toonde geen ver-
betering. Het aaiibocl van scheepsruinite was ruim voldoen.
(Ie en de vrachten bleven op het lage peil staan.

Vervolg
STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.

DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS

RIJBBER’)
Bruto-
VURENHOUT
SUIKER
Witte krlstal-
KOFFIE
Robusta
Standaard

THEE
Afi. N.-I.
theev.
COPRA
gewichtv.d.
buit,
handel
tilt
0


11
basis 7″ f.o.b.
Zweden!
Ribbed
Smoked
Sheets
suiker loco
Locoprijzen
A’dam gem. pr
.
Ned.-Ind.
f.m.s.
per
ioo
K.G.
Nederland
II
Finland
loco
Londen
R’dam!A’dam.
Rotterdam
Java- en Suma-
Amsterdam
1925= 100
____________
per Ib.
per 100 K.O. per
‘J

K.O.

tratheep.’J,KG.
Uit-

In-
voer
1
voer
1-

f

0
/o
Sh.
°/o f1.
0/
cts.
01
cts.
0j

f
1
1925
159,75
100
2111,625 100,0 18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0 35,876
1100,0
100
100
100,0 100,0 1926
153,50
96,1 21-
67,4
17,50
93,3
55,375 90,2 94,25
111,5
34,-
t

94,8
112
128
93,2
92,9
1927
160,50 100,5
116,375
51,6
19,12
5

102,0
46,875
76,4
82,75
97,9
32,626
1

90,9
113
116
95,4 89,5
1928
15150
94,8
-110,75
30,2
15,85
84,5 49,625
80,9
75,25
89,1
31,87′
1

88,9
118
128
96,4
87,6
1929
146,00
91,4
-110,25
28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
69,25
82,0
27,37
5

t

76,3
122
132
91,6 82,6
1980
141,50
88,6
-15,875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75
71,8
22,62′
63,1
124
135
75,5
69,4
Jan.

1929
152,50
95,5
19,875
27,9
13,775
73,5
53,125
86,6
77,25
91,4
29,-
80,8
III
119
94,2
84,6
Febr.
150,00
93,9
II-
33,7
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9
28,621
79,8
75
83
94,2
:
85,4
Maart
147,50
92,3
I/0,t25
34,0
13,50
72,0
54
88,0
72,75
86,1
27,62
5

77,0
82
III
94,8
85,8
April
147,50
92,3
-110,5
29.5
13,375
71,3
54
88,0
74,25
87,9
26,75,
74,6
hO
142
92,9
83,9
Mei
145,00
90,8
-/10,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0
73,50
87,0
25,87
6

72,1
135
144
91,6 81,7
Juni
147,50
92,3
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2
24,87′
69,3
137
134
91,0 81,9
Juli

»
145,00
90,8
-111
30,9
13,425
71,6
54
88,0 68,50
81,1
27,50
76,7
144
147
91,0
83,7
Aug.
145,00
90,8
-110,5
29,5
13,00
69,3 53,50
87,2
64
75,6
27,25
76,0
151
149
91,6 83,6
Sept.

,,
145,00
90,8
-/10,125
28,4
13,475
71,9 51,75
84,3
64
75,6
28,25
78,7
135 144
91,0
82,0
Oct.

,,
142,50
89,2
-19,625
27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
78,1
27,50
76,7
137
146
90,3 80,5
Nov.

»
142,50
89,2
-/8,125
22,8
12,50
66,7
41,75
68,0
66,50
78,7
27,25
76,0
128
143
88,4 78,8
Dec.

,,
142,50
89,2
-18
22,5
12,07
6

64,4
36,75
59,9
60,75
71,8
27,125
75,6
123
125 87,1
78,8
Jan.

1930
147,50
92,3
-17,375
20,7
11,67
5

62,3
35 57,0
60,50
71,6
26,870
74,9
128
136
84,5 76,9
Febr.
147,50
92,3
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0 58,25
68,9
26,375
73,5
112
126
81,3 75,2
Maart

,,
147,50
92,3
-/7,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
25,25.
70,4
125
131
78,7
74,2
April

,,
147,50
92,3
-/7,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0 59,50
70,4
26,12
5

72,8
115 127
78,7
72,8
Mei
145,00
90,8
-16,875
19,3
9,80 52,3 34,75 56,6
58
68,6
25,50
71,1
132
132
76,1
72,0
Juni
145.00
90,8
-(6,125
17,2
9,775 52,1
33
53,8
58
68,6
22,875
63,8
131
133 76,1
70.4
Juli
142,50
89,2
-15,625
15,8
9,27
5

49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
21,75
60,6
138
141
74,2 69,3
Aug.
142,50
89,2 -(4,875
13,8
8,50
45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129
145
73,5 67,9
Sept.

,,
140,00
87,6
-/4,125
11,6
7,97′
42,5
28,25
46,0
59,50
70,4
19,25
53,7
122
126
72,3 65,4
Oct.
132,50
82,9
-/4
11,2
8,62
5

46,0
29
47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128 152
71,6
64,6
Nov.
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
46,7
29
47,3
68,25
80,8
19,375
54,0
121
139
71,0
63,3
Dec..,
130,00
81,4 -14,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3 66,75
79,0
19,-
53,0
105
129
69,0 61,3
Jan.

1931
125,00
78,2
-14,25
11,9
8,20
43,7
28
45,6
66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7 59,2
Febr.

,,
,

125,00
78,2
-13,875
10,9
8,20
43,7
26,25
42,8
53 62,7
18,125
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart

,,

t
125,00
78.2
-13,75
10,5
8,30
44,3 25,50 41,5
45 53,3
18,625
51,9
107
140
66,5
59,1
7 April

,,
125,00
78,2
-13,25
9,1
8,50
45,3
25
40,7
44,50
2
52,7
18,125
50,7
13

,

»
125,00
78,2
-13,3125
9,3
8,75
46,7
25
40,7
41,25
0

48,8
17.626
49,1
20

,,

»
125,00
78,2
-12,9375
8,2
8.50 45,3
24
39,1
17,62
5

49,1
27
125,00
78,2
-/2,875
8,1
8,50
45,3
25
40,7
16,75 46,7
t
) Jaar- en maandgem.afger. op
‘/s
pence.
2)
2April.
3)
23April.

Auteur