Ga direct naar de content

Jrg. 15, editie 759

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 16 1930

16 JULI 1930

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economischo-oStatistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN. EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

15E JAARGANG

WOENSDAG 16 JULI 1930

No. 759
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretari8: Prof. Mr. Dr.
G.
11. Verrjn Stuart.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr.
W.
J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthui8;
Mr. Q. J. Terpstra;
Prof.
Mr. F. de Vries.

Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
Reclacteur-Secretaris: H.
M. H.
A. van der Valk.

Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam:
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Âbonnement8prijs voor het weekblad franco p_ p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. -Leden – en donateurs van het
Instituut ontvangen hét weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonni’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist. –
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per’regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie
van abonnementen en adver-
tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-terdam, Amsterdam,
‘s-Gravenhoge. Post chè que. en
giro-
rekening No. 6729.

-.

15 JULI 1930.

De storting op de Duitsche leening en op ver-
schillende andere meer of minder goed geslaagde
emissies heeft tenslotte toch eenigen invloed gehad op
de geldmarkt en de geidruimte merkbaar doen in-
krimpen. Weliswaar bleef de vraag naar geld nog
even gering, maar het dringende aanbod hield op,

zoodat de geldkoersen meestal iets konden aantrek-
ken. Eenzelfde verschijnsel was ook in Londen en
New-York te bemerken, waar de koersen eveneens
iets konden oploopen. Particulier disconto steeg van

1% pOt. tot
115/18
pOt. en call geld liep op van 1%
tot 2% pOt. Alleen de prolongatierente onderging
weinig verandering en schommelde tusschen 1%. en

2 pOt.
* *
*

Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank
geeft de post binnenlandsche wissels een stijging van

f1,1
millioen te. zien. De beleeningen blijken met

f
4 millioen te zijn toegenomen. Het tegoed van het
Rijk, dat de vorige weekstaat had aan te wijzen,
heeft plaats gemaakt voor een debetsaldo van de

schatkist ten bedrage van
f
2,8 millioen.
De goudvoorraad der Bank vertoont, blijkbaar als
gevolg van gouduitvoer naar Frankrijk, een daling

van
f
17,4 millioen. De zilvervoorraad blijkt met

f
265.000 te zijn toegenomen. De post papier op het
buitenland en de diverse rekeningen op de actiefzijde
der balans blijken resp. met een goede
f 100.000
en

met f4,5 millioen te
zijn
toegenomen.
De biljettencirculatie geeft een vermindering van

f
11,1 millioen te zien. De rekening-courant-saldi van

anderen namen met
f
7,2 millioen toe. Het beschik-baar metaalsaldo vertoont een teruggang van-
f
15,2

millioen. Het dekkingspercentage bedraagt nage-
noeg 52.
/

* *
*

De stemming, die deze week •op de wisselmarkt

heerschte, was nu eens geanimeerd, dan weder luste-
loos. De Pondenkoers trok hier nog verder aan en
kwam van 12.09% op 12.10. Vanuit Londen was er groot aanbod van guldens, terwijl ook, zooals reeds

een vorige maal vermeld, de rentestand een rol speel-

de. Toen hier echter het geld schaarscher begon te
worden, liep de koers terug en sloot op
12.091/16.
De
Dollarkoers begon van 2.4856 tot 2.4871 op te loopen,
om daarna geleidelijk aan tot op 2.4851 terug te gaan.
Dollars in Londen noteerden met de noodige fluc-
tuties 4.8655-4.866234—4.8650. Marken konden

zich verbeteren van 59.28 tot 59.32Y; slot iets flau-

wer: 59.32 (Ponden tegen Marken 20.38%). Fransche
Francs bleven vast en noteerden, na op 9.77Y2
1
de week
begonnen te zijn, tenslotte
9.78146.
Er is van hier goud naar Parijs gegaan. Ponden noteerden in Parijs aan-

vankelijk 123.71 en liepen daarna terug op 123.62.
Gisteren wâs De Nederlandsche Bank in de markt en
gaf Parijs af op 9.78, wat dus voor de Banken op
9.18
1
/ie
uitkomt. Zwitsersche Francs zeer gezocht; van
48.25 steeg de koers tot 48.32. Ondanks de verlaging

van het Zwitsersche disconto van 3 6p 2. pOt., daalde
de Pondenkoers daar te lande nog verder en kwam

van 25.04% op 25.02%. De meeste overige koersen
maakten de schommelingen van de hoofdkoersen
mede. De Peseta was weder onzeker, hoewel niet zulke
groote schommelingen te constateeren’ vielen als de
vorige,week;. 29.25-28.95-29.25-28.85. Rio was ten-

slotte iets
aster 27%. Ook de
Argentijnsehe
Peso
kon zich wat verbeteren; slot ca. 90. Canada
248ilf16

De termijn-Ponden en Dollars waren heel gezocht;
de noteeringen voor Ponden waren tenslotte voor één-
en driemaands resp. Vs c. tot pari en
%—%
c. disagio,
terwijl voor de Dollars 6-8 c. en 8-10 c. boven den
prijs werd betaald. Marken noteerden voor deze ter-
mijnen resp. 2-1 c. en 5Y2-4Y21 c. déport.

LONDEN, 14 JULI 1930.

In het midden van de vorige week waren de be-
dragen, die v66r. 30 Juni van de Bank of England
genomen warer, terugbetaald. De markt slaagde daar-
in echter alleen, nadat door de Bank enkele partijen
wissels waren gekocht. Daarna bleef een voldoend
saldo ter beschikking van de geidmarkt om aan alle
gestelde eischen te voldoen.

De discontomarkt liet zich echter niet beïnvloeden
door de betrekkelijke geldruimte en zeer terecht, daar
Frankrijk nog steeds kooper blijft van het goud, dat
wekelijks op de markt komt en bovendién nog goud aan de Bank onttrekt.

Op den duur kan dit niet nalaten invloed te heb-
ben op het voor de markt beschikbare geidsaldo. De
hoop op een verdere verlaging van het bankdisconto

is hier dan ook vrijwel opgegeven.

640

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 Juli 1930

DE
14DE
INTERNATIONALE ARBEIDS-

CONFERENTIE.

De 14de Internationale Arbeidsconferentie, welke
van 10 Juni tot 28 Juni 1930 te Genève gehouden

werd, zal onder de Arbeidsconferenties ‘als een zeer

bijzondere aangemerkt kunnen worden. Immers op de
agencra stonden ingeschreven de onderwerpen: ge-

dwongen arbeid, arbeidsduur voor kantoorbedienden

en arbeidsduur in de steenkolenmijnen. Voor het

eerst zou de Arbeidsconferentie een regeling vast-
stellen in het bijzonder arbeidstoestanden in de Kolo-

niön betreffeide, voor het eerst werd een onderwerp
behandeld, dat speciaal ,,hedienden” betrof

en boven-

dien werd een onderwerp behandeld, waarop een pro-

cedure, eenigszins afwijkende van de gebruikelijke,

werd toegepast. Daarnaast had de Conferentie zooals ewoonlijk het jaarrapport van den Directeur van het
Internationaal Arbeidsbureau te behandelen, alsmede

het verslag van de commissie over de jaarrapporten
(art. 408 van het Vredesverdrag).
– liet zou mij te ver voeren om hier eenigszins uit-

voerig al hetgeen door de Conferentie verricht werd
te bespreken. Ik wil echter trachten in het kort het
i-oornaamste en
belangrijkste
naar voren te brengen.

De gedwon.gers arbeid.

Het vorig jaar had de Conferentie over dit onder-

werp een vragenlijst vastgesteld, zoodat dit jaar een
bntwerp-verdrag aan de orde was. Het Internationaal

Arbeidsbureau had, aan de hand van de door de Re-

geeringen ingezonden antwoorden, een ontwerp-ver-drag ontworpen, dat door de Commissie, uit de Con-

ferentie daartoe ingésteld, als grondslag harer be-

raadslagingen genomen werd. Dat ontwerp had meef
in het bijzonder betrekking op den vorm van gedwon-
gen arbeid, zooals die in Afrika, in de Belgische,

Fransche en Portugeesche Koloniën voorkomt.

— Toch is ook dat ontwerp-verdrag van belang voor

Nederland, al is in Nederlandsch-Indië reeds een
aanvang gemaakt met afschaffing van den gedwongen
arbeid en al komt die hoofdzakelijk voör in den vorm

van de z.g. heerendiensten. Immers – zooals reeds
gezegd is werd hiermede door de Internationale

Arbeidsorganisatie de eerste stap gezet op den weg

•van hare bemoeienissen met de arbeidstoestanden in
de Koloniën. Deze stap zal, naar verwacht kan wor-
den, zeer
waarschijnlijk
in de toekomst door medrdere

gevolgd worden – we denken hier aan een interna-
tionale regeling van de poenale sanctie. De algemeene
indruk is wel deze: dat vele der koloniale mogend-

lieden die internationale inmenging niet zeer toe-
juichen en liever zouden zien, dat de sfeer van het
Internationaal Arbeidsbureau zich niet zoover ging
uitstrekken. Waar evenwel die organisatie zich bezig-
houdt met de regeling der arbeidstoestanden in lan-den, die zelfstandig lid zijn der organisatie en naast
de verschillende Koloniën liggen, waar vaak dezelfde
of ongeveer gelijke arbeidstoestandeû heerschen, is er
geen enkele reden, waarom de arbeidstoestanden in
de diverse Koloniën buiten de Internationale Arbeids-organisatie zouden moeten blijven.
Een enkel woord omtrent den inhuud van het ont-

werp-verdrag, zooals dat tenslotte aangenomen is. Het
‘stelt als beginsel voorop de afschaffing van den ge-
dwongen arbeid in den kortst mogelijken termijn en
geeft regels waaraan de gedwongen arbeid moet vol-
doen, zoolang dje nog niet afgeschaft is. Na ver-
.loop van 5 jaar na het in werking treden van het
ontwerp-verdrag moet de Raad van Beheer overwegen
-of het mogelijk zal zijn, zonder nieuwen termijn tot
onmiddellijke afschaffing over te gaan. Alsdan zal
derhalve dat onderwerp opnieuw aan de orde gesteld moeten worden en een nieuw ontwerp-verdrag vast-
gestéld moeten worden.
Gedwongen arbeid voor particuliere landerijen moet
onmiddellijk afgeschaft worden. Gemeente- 5f dessa-diensten zijn van de toepassing

INHOUD.

BIz.
Dz
140E INTERNATIONALE ARBEIDSCONFERENTIE
door

Mej. Mr. 0. J. Stensberg …………………..
640

IJzer en Staal in
1929 1
door
G. S. K.
Blaauw
….
643

De Indische middelen over Maart 1930…………..645

BUITENLANDSOHE MEDEWERKING:

Het rapport van de Commissie-Simon door
Prof.

Dr. P. Geyl …………………………….
646

• De gramophoonindustrie door
Gilbert C. Layton ..
649

AANTEEKENINGEN;

Indexeijfers van scheepsvrachten
…………….
650

De eèrste maandstaat van de Bank voor Interna-

tionale Betalingen ……………………….
851

MAANDCIJFERS:

-. Overzicht van de Indische niddelen …………
651

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
652-658

Geidkoersen.

Banksiaten.

Verkeerswezen.
WsseIkoersen.

Goederenhandel.

van het ontwerp-verdrag uitgezonderd, eveneens ge-

dwongen arbeid in militairen dienit voor zuiver mi-

litaire doeleinden. l)ientengevolge is niet toelaatbaar
de gedwongen arbeid, die
Frankrijk
op Madagascar
voor haar publieke
doeleinden
laat verrichten door het
z.g. tweede contingent. Getracht is overigens om de

regelen, waaraan de gedwongen arbeid moet voldoen,
zooveel mogelijk gelijk te maken met die, waaraan de

vrije arbeid voldoet. In verschillende opzichten is het
ontwérp-verdrag ook door aanneming van enkele door
de arheidersgroep ingediende amendementen scherper
geworden dan het ontwerp zooals het door het Inter-

nationaal Arbeidsbureau ontworpen was. De Belgi-

mhe, Fransche en Portugeesche Regeeringsvertegen-
woordigers hebben dan ook verklaard zich, aange-
zien verschillende bepalingen, welke zij wenschelijk

achten, niet opgenomen waren, van stemming te moe-ten onthouden.

Een soepeler conventie, een conventie, waarin de

mogelijkheid geopend werd, dat de in de Belgische,

Fransche en Portugeesche Koloniën bestaande ge-
bruiken gehandhaafd konden worden, zou wellicht

ook de stemmen van bedoelde afgëvaaardigden ge-
kregen hebben en misschien meerdere kans op alge-
heele ratificatie hebben. Hier
rijst
de vraag of een

conventie slechts de bestaande gebruiken moet regis-
treeren of dat zij – in het belang van de opheffing
van den arbeidenden stand – strenger, hoewel econo-
misch verantwoorde eischen moet stellen, die wellicht
op het oogenhlik van aanneming eener conventie nog

niet dadelijk door alle landen nageleefd kunnen worden,
doch eerst geleidelijk zullen kunnen worden aan-
vaard. Bij de beoordeeling van die vraag moet be-
dacht worden, dat ook een niet geratificeerde conven-
tie grooten invloed op de publieke opinie en op de
ontwikkeling van de arbeidstoestanden in een bepaald
land kan hebben. Is het niet de taak van de bevolking

en meer in het bijzonder van den arheidenden stand in een bepaald land zoo noodig bij de Regeéring op
atificatie aan te dringen en de publieke opinie daar-
voor gunstig te stemmen?

Voornoemd ontwerp-verdrag zal in werking treden

12 maanden, nadat het door twee leden geratificeerd
is. Een poging om te voorkomen, dat die conventie in werking treedt na ratificatie door leden, die niets geen belang hij deze aangelegenheid hebben en als
eisch ‘vbor’ de inwerking treding te stellen ratificatie

door eenige koloniale mogendheden is mislukt. De on-
derhavige conventie werd met 93 stemmen voor en
geen tegen aangenomen. De werkgevers onthielden
zich van stemming. Eveneens nam de Conferentie
twee aanbevelingen, op den gedwongen arbeid betrek-king hebbende, aan.

Arbeidstijd voor emp?oyés (bedienden).

Ook over dit onderwerp had de tweede discussie
plaats. Als grondslag van hare beraadslagingen

16Juli 1930

ÈCOïOMISCH-STA’FISTiSCHE BERICHTEN

641

nam de Commissie, welk dat vraagstuk vooiereidçle
,

l
iet dor het Internationaal Aibeidsbuieau ontwor:
pen ontwerp. Allereerst had zij cle vraag te beslissen

of de regeling van den arhidstijcl in een ontwerp-ver-

drag of in een aanbeveling neergelegd zou worden.
Evenals het vorig jaar waren de wrkgevers van oôr

clel, dat hier een aanbeveling op haar plaats was.
:De Commissic sprak zich echtr voor een ontwerp-

verdrag uit. liet ontwerp, door het Bureau samenge-

teld, noemde allereerst de inrichtingen op, waarop
de regeling van toepassing zou zijn. t.w. handelson-

deinemingen, daaronder begrepen de posterijen, tele-

graf ie en telefonie, alsmede de handelsdiensten van
alle andere ondernemingen; de ondernemingen en ad-
ministratiën wier wijze van werken in hoofdzaak be-

rust op kantoorarbeid; de ondernemingen, welke tege-
lijkertijd een handels- en een. iiijv erheidskarakter dra-
gen,. voor zoover zij niet als nijv erheidsondernemingen

beschouwd worden. Daarnaast noemde het ontwerp de
ondernemingen, waarop de regeling niet van toepas-

sing_ zou zijn (ziekenhuizen, hotels, restaurants,
schouwburgen, enz.) en tenslotte gaf het ontwerp de
inrichtingen aan, die de Regearing van elk land van de. regeling zou kunnen uitsluiten. Daartoe’ zouden
behooren o.a. de ondernemingen, waarin uitsluitend
familieleden van den werkgever werkzaam zijn. Na

dagenlange discussiën heeft de Commissie zich ten-

slotte in hoofdzaak vereenigd met den door het In-ternationaal Arbeidsbureau opgemaakten tekst. Zij
nam echter een ameudeh1ent, ingediend door de arhei-
dersgroep, aan, inhoudende,,dat de regeling ook
van

toepassing zou zijn op persQheel; werkzaam in de uit-
gezonderde inrichtingen, belast met handels- en kan-

toorwerkzaamhederi en op personeel in dienst van af-
deelingek dier inrichtingen, indien die afdeelingen,
waren zij zelfstandige ondernemingen, ouder de in-
richtigen, waarop het ontwerp-verdrag van toepas-
sing zouzijn, zouden vallen. Met een, aehtrdeurtje
werden dus de uitgezonderde inrichtingen weer onder
het verdrag gebracht. De Conferentie was een andere
meening toegedaan en heeft een amendement aange-
nomen tengevolge waarvan vorenbedoelde uitbreiding
wederom is komen te vervallen.

Oder de mogelijke uitzonderingen had het Inter-
nationaal Arbeidsbureau genoemd o.a. de personen,
welke een betrekking bekleeden van bestuur. De Com-
missie voegde daaraan toe de personen, die een post
van vertrouwen bekleeden. Tegen die toevoeging be-stond hij de arbeidersgroep groot bezwaar. Zij meen-

de, dat een dergelijke uitsluiting
wèl
zin had in een
verdrag regelende den arbeidsduur van arbeiders, niet
echter in ccii verdrag regelende den arbeidsduur van
kantoor-, handels- en winkelpersoneel, dat uit zijn
aard een vertrouwenspost bekleedt. In de Conferentie
heeft de Nederlandsche arbeidersvertegenwoordiger
een amendement verdedigd, om die uitzondering te
doen vervallen. De heer Scholte, technisch-adviseu.r
van de Regeeririgsafgevaardigden, bestreed dat amen-
dement, er op Nvijzende,.dat de Regeering hier een
bevoegdheid verkreeg, die zij oordeelkundig zal han-
teeren en dat hoe sterker men de mogelijkheid van
afwijkingen ging beperken, hoe minder een erristige
toepassing van de regeling mogelijk zou zijn. Be-
ciold amendemen t werd verworpen. ,

‘Elad liet Bureau de mogelijkheid van uitzondering
g,ebpend voor inrichtingen, waarin uitsluitend leden
van het gezin van den werkgever werkzaam viren, de
meerderheid der Commissie was van oordeel, dat die
uitzondering moest vervallen. Betoogd werd, dat ten-
gevolge van een dergelijke uitzondering familie-onder-
nem ingen nationaal de andere ondernemingen concur-
ren Lie konden aandoen. De Conferentie vereenigde
zich met de opvatting der Commissie niet en nam cle
mogelijkheid van uitzondering weer op. Als arbeidstijd
beschouwt het ontwerp-verdrag den tijd gedurende
welken het personeel ter beschikking van den werk-
gever is, uitgezonderd de rusttijden. i)c maximum
duur is bepaald op S uur per dag efi 48 uur pe± week.

l)e weekduur mg anders verdeld wordei, doch ‘mag

iooit’ meer dan 10 uur ‘peii dag lbdagen Het Bureau
had in eenige artikelen (6 en 8) do mogelijkheid van
afwijking van .den vastgestelden arbeidstijd vôor bL-

paâlde groepen van personen voorzien, als voor con-
eierges, kantoorjongens, personeel, dat lokalen’ cii.

depots hewaitkt’ en voor winkels en andere inrichtin-
gen, waar cle aard van het werk, het aantal werk’zaiiie

personen of het belang van de bevolking deinacht-

neming van den vastgestelden arbeidsduur omiiogelijk

maakt. ‘De Commissie besloot tot schiapping van die

bepalingen. Artikel 9, diit blijvende en
tijdelijke
af-

wijking van den arbeidstijd in bepaalde omstandig-

heden mogelijk maakte, kon ‘geen meerderheid ver-
werven De Commissie was daaiimede (niet opneming
van eenige
mogelijkheid
tôt afiijkingen) in een im-
passe geraakt. Getracht werd om tot een compromis
te geraken. Het Internationaal Arbeidsbureau hèeft
daarop nieuwe teksten ontworpen, daarbij rekening
houdende met de bedenkingen in de Cômmissie ge-

opperd. Die nieuwe teksted, die in vele opzichten over-
eenkomen met den oorspronkelijken opzet van het Bti-

ieau, werden tenslotte aangenomen. Het ontwerp-ver-
drag kent thans zoowel blijvende als
tijdelijke
afwijkiri-

gen van den arbeidstijd. Van belang is hier, dat voor
oververli 25 pCt.’ van het salaris als toèslag gegeven

moet worden. Aangezien, het personeel, dat ônder liet
ontwerp-verdrag valt meest op maand- of jaarl,00ii
werkt, zal diebejaling nog wel eens tot moeilijicheden
aanleiding kunnen geven. Ook zal veelal bij de bepa-
ling van liet salaris reeds rekening gehouden zi:jri met
mogelijk overwerk, vooral bij bankhediéndeu.

• Op voorstel van de arbeidersgroep is in hcil ottiverp-

verdrag, een bepaling opgenomen inhoudende, dat de
bepalingen van het ontwerp de gewoonten of overeen-‘komsten niet zullen aantasteti krachtens welke de duur
van den arbeid minder is dan die hij het ontwerp-ver-

drag vastgesteld of de veihooging voor overwerk hoo-
ger is. Bovendien zullen de bepalingen van het ver-
drag niet beschouwd mogen worden als afwijkingen
van clie van eenige andere wet, die een lager maximum
vaststelt, doch zullen. zij als toevoegingen daarvan

moeten gelden. Hoewel die bepaling niet geheel dui-
delijk is, en voor zoover zij dat wel is, overbodig is,

besloot de Conferentie toch haar te handhaven.
i)

De Commissie nam een bepaling op, inhoudende,’
dat de regeling voor overwerk niet van toepuising
zou zijn op jeugdige personen ‘beneden 1.8 jaar. l)e
Conferentie schrapte die echter. Zij werd bestreden
als niet in de onderhavige regeling thuis hehoorcride.
Bovendien was zij niet behoorlijk voorbereid.

Voldaan met de ontwerp-regeling waren. de arbei-
ders blijkens een, verklaring, van dcii Ned. arbeiders-
afgevaardigde,. den heer Smit, niet. De werkings.sfeer
was te beperkt, bovendien kwamen in de regeling te
veel uitzonderingen voor. Aangezien echter iii het
onderhavige ontwerp-verdrag voor het eerst het lie-
ginsel van den 8-urendag voor kantoor- en winkel-
,personeel erkend werd, verklaarden zij toch v66r to
zullen stemmen. Met 86 stemmen voor, 31 tegen nam de Conferentie het ontwerp-verdrag aan. Tegen stem-
den alle werkgevers. De Engelsche Regeeringsafge-
vaardigden onthielden zich van stemming, die van
ierland en Japan stemden tegen. De Conferentie nam
.nog een drietal aanbevelingen betreffende dcii
arbeidstijd in hotels, restaurants, schouwburgd’ri, zie-
kenhuizen enz. aan.

‘Vergelijkt men het onderhavige verdrag met dc
S uren-conventie van Washington, dan blijkt, dat de
onderhavige regeling veel soepeler is en getracht is
vele moeilijkheden, welice de rddaetie van liet
Wash i ngtonsche verdrag oplevert, te voorkomen. .I)e
toekomst zal leeren of het ,lot van het onderhavige
ontwerp gunstiger zal, zijn dan van de bekende 8 uren-
conventie van Washington!

11 Zij’ is letterlijk overgetLonlelt uit de Eiigelselie ,I{ouirs
ol Eîidustrial Eniployment bill. (Art. 15).

642

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 Juli 1930

Arbeidstijd in de steenlcolenm,ijnen.

in het najaar 1920 heeft de Vollenbondsvergâde-
ring – die waarschijnlijk êenigszins verlegen met de

quaestie van de kolenerisis zat – meenende, dat het

ter oplossing van die crisis op den weg van de Inter-
nationale Organisatie van den Arbeid zou liggen, om

maatregelen te heramen voor zooveel de bonen
on
de

arbeidsvoorwaarden in de mijnen betreft, den Raad
van Bèheer vah het Internationaal Arbeidsbureau uit-

genoodigd om te overwegen of op de agenda van de
in 1930 te houden Internationale Arbeidsconferentie

vraagstukken betreffende den arbeidstijd, de bonen

en de arbeidsvoorwaarden in de koleumijnen inge-

schreven konden worden. De voorbereidende techni-

sche kolenconferentie, die dientengevolge op 6
Januari 1930 te Genève bijeengeroepen werd en waar-

aan 0 kolenvoortbrengende landen van Europa (waar-

onder ook Nederlahd) deelnamen, had tot opdracht

om aan te geven, welke vraagstukken rijp geacht wer-
den om op de voreubedoelde agenda geplaatst te wor-
den teneinde een internationale regeling te treffen.
Hoewel die Conferentie, zooals bekend is, over het

punt van den duur van het verblijf in de
mijnen
geen

overeenstemmln’g heeft bereikt, meende zij toch te
moeten voorstellen om op de agenda van 1930 der

Internationale Arbeidsconferentie den arbeidstijd in

de steenkolenmijnen te plasen. Dat vraagstuk werd

mitsdien alsnog aan de agenda toegevoegd. In hel
midden wei.d gelaten of de behandeling door de voor-
bereidendè technische kolenconferentie als eerste dis-
cussie beschouwd zou moeten worden. Daarover had

de Conferentie zelf te beslissen. (Zooals men weet,

kent de Conferentie het systeem der dubbele discus-

sie: het eene jaar worden algemeene beraadslagingen gehouden en punten voor een vragenlijst vastgesteld,
het daarop volgende jaar wordt een ontwerp-verdrag

of aanbeveling behandeld).
De. Conferentie stelde ter hehandelig ‘van ge-

noemdonderwerp een commissie in, zonder zich uit
te spreken over de vraag of de behandeling thans

eerste of tweede discussie zou zijn. De werkgevers-
groep legde een verklaring af, inhoudende, dat zij

zich niet wilde verzetten tegen een behandeling in
de Commissie, al was de gewone wijze van behandeling

niet gevolgd; zij behield zich alle rechten voor om

later de vraag te bespreken of deze zaak conform de
bepalingen van het vredesverdrag en van het regie-
inent was behandeld’ en of op de rechten van landen,
die zich nog niet hadden uitgesproken, inbreuk door

deze wijze’ van behandelen gemaakt werd. Bij de behandeling in de Commissie werden dezelf-
de argumenten voor en tegen aangevoerd als bij de
behandeling door de voorbeteidende conferentie van
Januari. Thans echter deed de kolenerisis zich ster-
ker gevoelen dan in Januari, toen zij – naar men
beweerde – iets minder hevig was. De werkgevers
brachten den economischen kant van het vraagstuk
naar voren. Die crisis is niet op te lossen met de
regeling van den arbeidstijd alleen. Een verkorting
an den arbeidstijd, zooals de arbeiders die wenschen,
zou naar hunn meening zeer gevaarlijk zijn; de prijs
der kolen zou dan moeten stijgen, de concurrentie met
olie, witte kolen en andere brandbare stoffen zou dan
nog moeilijker worden en de crisis zou in stede van

opgelost, nog verergerd worden. Zij wezen er op, dat
datgene, waaraan de arbeiders zoo hechten, dat nl.
de mijnwerker een korteren arbeidsdag moet hebben
dan ‘de andere arbeiders, ook bereikt kan worden door
aanvulling van de regeling in het 8 uren-verdrag van
Washington vervat, dat ook op de
mijnwerkers
van toe-
passirig is en wel in dien zin, dat in den verbl,ijftijd
voor den mijnwerker ook de rustpoozen begrepen zullen
zijn. In de practijk is dit veelal reeds aldus. Daar-
tegenover voerden ‘de arbeiders aan, dat de crisis in

de steenkolenindustrie een verkorten
arbeidstij,d
recht-
vaardigde, dat daardoor de werkloosheid zou vermin-
deren, ‘dat de kolenproductie er bij zou winnen als
men bevrijd was van voortdurenden strijd over den

arbeidstijd. Tegen het betoog van de werkgevers, die
bij verkorting van den arbeidstijd en verhooging van

de kolenprijzen scherpe concurrentie met Amerika
vreesden, voerden zij aan, dat Europa moest beginnen

met een verkorting ‘en niet wachten moest op een

sameiiwerking met Amerika.

Evenals in Januari otspon zich een debat over de

vraag of de regeling beperkt moest
blijven
tot de
steenkolenmijnen of ook van toepassing mdest zijn op

de bruinkool. De meerderheid der Commissie besliste,
dat de bruinkoolmijnen er buiten moesten vallen, doch
dat die ‘quaestie in 1031 op de agenda der Interna-

tionale Conferentie moest geplaatst worden. Als ver-

blijftijd moest, aldus de Commissie, beschouwd wor-
den de tijd begrepen tussc.hen het oogenblik, waarop
de arbeider in de kooi gaat om, af te dalen en het

oogenblik, waarop hij na het ophalen eruit gaat (from

bank to bank). Niet zoo gemakkelijk was het een op-

lossing te vinden over den duur van het verblijf in
de mijnen. De arbeiders stelden 7 uur per dag voor, de

werkgevers. 8 uur, cle Engelsche -Regeeringsvertegen-
wroordige
r
1%
uur, de Duitsche Regeeringsvertegeri-

woordiger 7% uur en het ontwerp door het Bureau op-

gemaakt 7% uur, met 7% .uur gedurende een over-

gangstermijn van eenige jaren. Geen dier voorstellen
verwierf een meerderheid. De Commissie besloot daar-

op den duur van het verblijf open te laten en met de behandeling der overige artikelen verder to gaan. In

een Niolgende vergadering verklaarde deEngelsche Re-
geeringsvôrtegenwoordiger echter – ten einde tot een

oplossing te geraken – zich met een duur van het
verblijf van
1%
uur- per dag te kunnen vereenigen,
waarop de voorzitter voorstelde opnieuw 7% uur

in stemming te willen brengen. De vraag deed

zich nu voor, kan de Commissie terugkomen
op een eens genomen beslissing? Neen, zeiden de
werkgevers, ja oordeelde de meerderheid der Com-
missie., Met onthouding van de werkgevers nam nu
dle Commissie 7% uur als verblijftijd aan. Daarin von-

den de werkgevers aanleiding zich van de verdere be-

handeling in de Commissie terug te trekken. Zonder
de werkgevèrs werd daarop het ontwerp, zooals dat

door het Internationaal Arbeidsbureau voorbereid
was, verder behandeld. Een compromis werd getroffen
inzake de berekening van den verbiijftijd, in het bij

zonder met het oog op de Engeische wijze van bereke-
nen. De mogelijkheid van overwerk werd zeer be-
perkt; economische overuren werden niet toegelaten, evenmin vond de Commissie termen om toe te staan,
dat indien, bijv. op Zaterdag, korter werd gewerkt,

die uren over de andere dagen verdeeld en ingehaald
mochten worden. Bij de arbeiders- speelde daarbij een rol de vrees voor een werkweek van 5 dagen met meer
(lan 8 uur per dag. Opgenomen werd een verbod van arbeid op Zondag en
wettelijke
feestdagen. Tenslotte
werd bepaald, dat de conventie eerst in werking zou
treden indien Duitschland, België, Frankrijk, Enge-

land, Nederland, Polen en Tschecho-Sbowakije zouden
hebben geratificeerd. Ratificatie zou verder voor elk
land openstaan. Zoo kwam het ontwerp-verdrag in de
Conferentie in behandeling. Daar deed zich onmid-

dellijk de vraag voor, zal deze behandeling de tweede
discussie zijn? Zij moest als eerste discussie beschouwd
worden, oordeelde de werkgevers, die zich wat de
procesorde betreft op zuiver formeel standpunt ge-
steld hebben – werd hier niet een formeel argu-
ment gebruikt omdat men het materieele niet
wenschte?

Dr. Nolens was van oordeel, -dat men deze discussie
als tweede zou kunnen beschouwen. Doet men dat
niet, dan is alle arbeid van Januari vergeefs geweest.
De discussiën, welke in de Commissie gehouden zijn,
waren z.i. ongeveer dezelfde als die in Januari zijn
gehouden; welk voordeel heeft het deze als eerste
discussie te beschouwen? Aan de
zijde
van de werk-
gevers schaarde zich de vertegenwoordiger van de
Italiaansche Regeering, die zich strikt aan de be-
palingen van het reglement wenschte te houden. De

16 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

643

Conferentie besliste echter, dat do onderhavige dis-
cussie als tweede zon gelden. Bij de daarop gehouden

heraadshgingen is door verschillende sprekers op de
economische zijde van het o:nderhavige vraagstuk

gewezen en op cle economische gevolgen van de aan-
iiemi eg van het verdrag. Dat zou geen vermindering

van werkloohe:icl brengen, integendeel vermindering
van productie, verhooging van de kolonprijzen en

dientenevo]ge verhooging van bijna alle producten.
i)ie verhooging zou .in het bijzonder gevoeld worden

door die landen, die kolen moeten invoeren. In de
eerste plaats zou noodig zijn een overeenkomst tiis-

schen de verbruikende en de produceorende landen

om het vraagstuk in het algemeen te regelen en de
belange van allen te behartigen, niet die van enkelen.

De kolenerisis-is niet .op te lossen door regeling van
den arbeidstijd afzonderlijk.

Bij de 6ersto stemming werd het ontwerp-verdrag
aangenomen. Bij de tweede stemming moesten zich
van de stemmen er voor verklaren. V66rdat tot die

stemming werd overgegaan, verklaarde de Duitsche
Regeeringsvertegenwoordiger, dat de Duitsche Re-

geeringsvertegenwoordigers zich genoodzaakt zagen
zich van stemming te onthouden, omdat in liet ontwerp
geen mogelijkheid voor het verleenen van economische

overuren was opgenomen. 70 stemmen verklaarden

zich ervoor, 40 er tegen, zoodat het ontwerp-verdrag
niet aangenomen is, omdat niet de meerderheid van
Y3
is bereikt. Na een.ig debat, waarin de Engelsche
Regeoringsvertegenwoordiger den Dal tschen Regee-
ringsvertegenwoordiger verweet, dat de verantwoor-
delijkheid voor het ‘iiet aannemen voor rekening van
(ten i)uitschen Regeeringsvertegenwoordiger kwam en
nadat de Conferentie de omzetting in een aanbeve-
ling verworpen had, heeft do Conferentie met 105
stemmen voor en 22 tegen (die van de werkgevers)
beslist, dat het onderhavige onderwerp op de agenda
van do Conferentie in. 1931 te houden moet worden
ingeschreven.

Algemeen heeft men den indruk, dat zoowel de
werkgevers als de arbeiders niet zeer rouwig zijn over
clezen loop van zaken. In elk geval is verwerping te
verkiezen boven de aanneming van het ontwerp-ver-
drag met de vrij groote zekerheid, dat het niet in
werking zou treden. Laten we hopen, dat in het
komend jaar rustig met de voorbereiding van de op-
lossing der kolencrisis voortgegaan zal worden en de
Conferentie in 1031, behoorlijk voorbereid en vol-
doende ingelicht, zal kunnen oordeelen.

Al heeft de proeve met de hulp-procedure (d.w.z.
de technische voorbereidende conferentie) vooralsnog
geen resultaat gehad, toch gaat het niet aan reeds
thans een oordeel over die soort conferentie uit te
spreken. De Intern atiori ale Arheidsconferentie be-
vindt zich, wat de procedure betreft, nog steeds in een
stadium van ontwikkeling en ziet zich op het oogen-
blik voor groote moeilijkheden geplaatst: De Directeur
van het Internationaal Arbeidsbureau heeft zich in zijn
rede ter beantwoording van de verschillende sprekers
over zijn rapport ter dege daarvan rekenschap gege-
ven. Hij vestigde er de aandacht op, dat de vraagstuk-
ken van den gedwongen arbeid en van den arbeidsduur
in de mijnen nieuwe procedure-quaesties stelden. Hij
had altijd het beginsel van de universaliteit van de ver-
dragen voorgestaan en toch werd door sommige afge-
vaardigden beweerd, dat de tot nu toe aangenomen
verdragen een zuiver Europeesch karakter droegen.
We bevinden ons thans, aldus de heer Thomas, tegen-
over een tendenz naar regionale samenwerking, een
beweging, welke aangetroffen wordt in de Pacific in
Amerika en die, wat Europa betreft, tot uiting komt
in Briand’s memorandum. Met die ontwikkeling moet rekening gehouden worden. Hij meent, dat het gevaar
van dat streven voor de internationale Arbeidsorga-
nisatie afgewend zou kunnen worden door de proce-
dure van voorbereidende technische conferenties. Die
Conferenties zouden aan de rechtstreeksch belang-
hebbende staten de gelegenheid geven om de grond-

slagen te leggen voor de verdragen, die dan daarna
aan de Conferentie moeten worden voorgelegd. Of dit

de juiste oplossing zal blijken te zijn, zal do toekonist

uitwijzen. De Directeur echter is er i’ai overtuigd,
dat een uitweg gevonden zal worden; where there is
a will, there is a way. En hiermede wil ik dit kort
overzicht, dat geenszihs aanspraak op volledighe:id wil
maken, beëindigen.

G. J.
STEMBERC.

IJZER EN STAAL IN 1929.

I.

De wereldbehoefte aan ijzer en staal neemt nog
steeds in omvang toe, zooals uit de productiecijfers

voor 1929 mag worden afgeleid. In het overzicht van 1028 spraken wij van de ,,enorme” ruwstaalprodüctie voor dat jaar, die dan ook de respectable hoeveelheid
van 110 millioen ton bereikt had en tegenover de

productie van 1927 een stijging vertoonde van bijna
7 millioen ton. In 1929 echter werd de productie tot
bijna 121 millioen ton opgevoerd! Deze belangrijke
uitbreiding der ruwstaalproductie was natuurlijk niet
mogelijk zonder dat ook meer ruwijzer gemaakt werd.

Terwijl de toeneming der ruwstaalproductie van 1027 op 1928 veel grooter was dan die der ruwijzerproduc-

tie, waaruit tot een verdere uithreidipg van liet ge-

bruik van schrot hij de staaiberoiding mocht worden
geconcludeerd, nam van 1.928 op 1929 de ruwijzer-
productie met ongeveer dezelfde hoeveelheid toe als
de ruwstaalproductie. Van een belangrijke uitbreiding der productie van gieterij-ijzer (begrepen in de cijfers
der ruwijzerproductie) was geen sprake
3
zoodat de
slotsom moet zijn, dat dooreen genomen het schrot-
verbruik bij de staalbereiding niet verder is opge-
voerd. Ongeveer de helft zoowel van de toeneming
der ruwstaal- als der ruwijzerproducie moet worden

geschreven op rekening van de Ver. Staten van
Noord-Amerika. Echter nam – wat de overige
voornaamste productielanden betrnf t – de voort-
brenging van ijzer en staal van Duitschland en En-
geland in 1929 relatief meer toe dan die van de Ver.

Staten. Hieronder volgen enkele .productiecijfers
(1000
M.
Q.
Ruwijzer
Ruwstaal
1929
1928
1929
198
Vereenigde Staten
42.962
38.583
55.031
52.389 Duitschiand

……..
13.401
11.801
16.246
14.514
Frankrijk

……….
10.441
9.978
9.666
9.498 Engeland

……….
7.701
6.717
9 809
8.861
België …………..
4.096
3.904 4.132
3.934
Luxemburg

……..
2.906
2.770
2.702
2.566

Wereldproductie 99.650 88.500
120.950
110.172.

In ons vorig overzicht
1)
wezen wij er op, dat na
den oorlog de domineeronde positie van de Ver. Sta-

ten van N.-Amerika als ijzer- en staalproduceerend
land nog sterker is geaccentueerd en dat in vergelij-
king met 1913 het aandeel van dit land in de wereld-
productie van ruwijzer en ruwstaaj is gestegen en
dat vn Europa is gedaald. In dit opzicht zijn de
verhoudingen in 1929 slechts weinig veranderd. Ter-
wijl de Ver. Staten in 1913 in de wereldproductie van
ruwijzer een aandeel hadden van 39 pCt., bedroeg, dit
percentage in 1928 zoowel als in 1929 44. Het aan-
deel van Europa was in 1913 54 pCt., in 1.928 50 en
in 1929 49 pCt. Voor ruwstaal waren deze percentages
resp.: Ver. Staten 42, 47 en 47, Europa 56, 48 en 48.
Tenslotte een vergelijking van de productiecijfers
van 1928 en 1929 met die van 1913:

Ruwijzer

Ruwstaal

1913 1928 1929

1913 1928 1929
Vereen. Staten

100

122

142

100

163

180
Europa ……..
100

102

114

100

122

138
waarvan:
Continent ……
100

114

127

100

125

140
Engeland ……
100

65

74

100

111

128
Wereldtotaal ….
100

111

126

100

143

159

1)
Zie E.-S. B. van
19 Juni 1929.

6’4

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 Ju1i 1930

QUWUZQOQODUCTÏQUWTAALDQOD.UCTI


VQ
mff
—QlrA

-Vff

UChLAN,I

L/%
ç

iQA1QUF
J1GL4J1b-.+’
.

LUX
ff

-_
.LUXÎjUG,,
s

i(-27
198
1929
197
1928
192e)

OOC

i 500

1
,
000
000
800
700

bOo

800

400

0t

09

lOè

6000
)
1000 MET.

rOr
5500
5000
4 oo
7.
000

,50
c

!OOc

1O0

[t het Westetuopeesche industriegebied en de

Ver. Staten
varS
NoordAmerika hadden vrijwel alle

ijzer en staal produceerende landen in 1929 een hoo-ger producticcijfer dan in 1928. Een belangrijke toe-

iemi og van d& rnwijzerproduct&e hadden Ïtalë,
Spanje, Rusland en Britsch-lndië, de uitbreiding der
ruwstaalproductie was vooral van heteekenis voor
Oanada, Spanje; Zweden en Br.itsch-Indië. Terwijl het

normale verschijnsel is, dat de ruwstaalproduetie groo-‘

teN is dan de riiwijzerprodnctie, zijn er in dit opzicht
eenige interessante afwi;jki ogen van den regel. Italië
en Polen maken belangrijk meer staal dan ijzer. .[n deze landen is de ertsbasis niet rïiim genoeg om de

ruwizerproduete
0
1
)
te voeren ‘tot het peil, waarop
ij zich in verband met de staalproductie zou. moeten

bevinden. Italië voert dus ruwijzer en vooral sehrot
u, terwijl Polen in het tekort vrijwel uitsluj tend ‘door
den invoer var. schrot voorziet. Britsch-Ïndië daar-

entegen maikt 2
L,
3
maal zooveci ruwijzer als ruw-

staal. Het ruwijzeroverschot wordt voor het, grootste
gedeelte ]iititr Japan uitgevoerd en d.c rest wordt naar

A
inerika en de laatste jaren hoe langer hoe meer ook

haar Europa gebracht.
Niet onvermeld mag blijven, dat het gunstige beeld
dat de produetiecijfers van 1920 vertoonen t.o.v. die van 1928, voor die van 1930 zeer waarschijnlijk niet

zi worden gehandhaafd. :De heerschende economiselie

depressie heeft een dermate ongunstigen
1
evioed
Op

(Ie vraag naar ijzer on staal gehad, dat de productie
zoowel in de Ver. Staten als in Europa belangrijlc is

ingekrompen.

De gunstige toestand van cie markt voor staalpro-
dueten, welke zich in 1028 ontwikkeld had, duurde in,
de eërs’te maanden van 1929 nog voort, de prijzen ste-
gen nog iets of londen. zich handhaven. Omstreeks

,l’n
Iu.
begon het opnemi ngsvermogen van de markt
reeds te verminderen en trad een scherpe daling van

het prijs’nlveau in, die eerst in het laatst van het jaar
gestuit werd door de hierna te vernielden maatregelen
van het Internationale Ruwstaalkartel. Gi eterij-ijzer
kon zich tot in Mei nog gestadg in prijs verbeteren

en toen: de staalprijzeiiï reeds gedurende enkele maan-

den een dalende tendens vertoonden, bleven de prijzen
van gieterij-ijzer nog vast. Lux. 3 noteerde toen f oh.

Antwerpen 72/6.

Toen echter in het najaar de malaise inzette en de

prod u cti e van gieterij-ijzer d esniettegenstaande op
een vrij hoog niveau bleef, begon ook in deze afdee-

h ng een daling der wereldmarktprijzen, welke nog
werd geaccentueerd door de dumping-politiek van
die producenten, welke in de gelegenheid zijn om op
hun nationale markt een hoog prijsniveau to hand-
haven. Onderbroken door enkele korte perioden van

betrekkelijke stabiliteit, heeft deze prijsdaling tot
heden voortgeduurd en Lux. 3 noteert thans ongeveer
10 shilling lager dan verleden jaar op hetzelfde tijd-

stip.

Zooals reeds hij de bespreking der productiecijfers

terloops werd opgemerkt, bevindt de markt zoowel
voor staalprodueten als voor gieterij-ijzer zich mo-

mentehi in een deplorabelen toestand. De vraag is tot de meest beseheiden proporties ingekrompen en deze
inkrimping w’orclt nog slechts gedeeltelijk veerspic-

geld door de vermindering der productie, hetgeen
zeggen wil, dat de voorraden ijzer en staal bij de pro-

ducenten zijn toegenomen.

Een zeer ongunstige factor is verder dat de prijzen
der grondstoffen verleden jaar belangrijk zijn geste-

gen en dat vele producenten. deze hooge prijzen thans
terugvinden in den kostprijs van het product, waar-
voor de marktprijs zeer laag i.s. Dit geldt vooral voor

gieterij-ijzer, in mindere mate voor walsproducten,
waarvan de prijzen zijn gestabiliseerd, doch waarvan
in elk geval de afzetmogelijkheid sterk is gedaald, zoo-
dat of liet product of de gecontracteerde grondstof-
f en op lager moeten worden genomen, wat belangijke
réntelasten meebrengt. Vooruitzichten dat er binnen-
kort een verbetering zal intreden zijn er niet.
Het gbrnikelijke vergelijkend overzichtjc der prij-zen van stafijzer en Lux. 3 volgt hieronder:

S’tafijrer fob. Antwerpen
per Engelsche ton
hoogste prijs …………
laagste
gemiddelde prijs ……….

1929

1928

;9•27

1241 sh.

125
sh.

1071’sh.
104 ,,

97
,,

92
115

,,

113;,,

96 ‘,,

16Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICH’i’EN

64Fl

Gtieterj.ijzer No. .3 [ob.

Antwerpen
per .E toii
hoogste prijs …………724
sli.

64 sli.

80 sli.
laagste

…………….64

60 ,,

57
gemiddelde prijs ……….
694

624,,

64

* *
*

Een belangrijke phase in do ontwikkeling van het

Jniernationale Ruwstao2lcartel
ving in cie laatste

maanden van 1929 aan.

Bij cie onderhandelingen over dc verlenging van

het kartel, dat begin 1930 zou aflooperE, bleek het
dat partijen meer geneigd waren dan vroeger om op
ooit
cloeiniatiger ‘organisati.e daarvan aan te sturen.

liet vroegere systeem voor de regeling der produc-

tie, dat aan het gestelde doel slechts zeer oiivoikonien
had beantwoord, werd gewijzigd. Een prijs-conventie
voor de belangrijkste prod ucten kwam tot stan cl, ten-
gevolge waarvan de prijzen zich thans nog op een
iii veau. bevinden, dat aanmerkelijk hooger ligt, dan

iluur cle 1w id ige marktsi.tu atje wordt gerechtvaardigd.
Verder werd een voorloopige regeling voor de ver-
deehng van export-orders gemaakt. Dit alles valt bui-
non het kader ‘van een algeheele reorganisatie, die op
touw is gezet om in hét kartel een beter middel tot
reguleeni ng van de markt te vinden, dan het .i
Ii
zijn
oorspronkelijken vorm bleek te kunnen zijn. Van toe-
treding van de Engelsche staalindustrie tot het kartel
kwam ‘tot nu toe niets, evenmin als van de aansluiting
der Poolsche staalproducenten.
• Zooals in het vorige overzicht nog juist kon worden
vermeld, werd binne.a het raam van het
West euro-
peesch, Oieters.i-jzer1cartet,
omvattende Frankrijk, Bel-
gië en Luxemburg, een centraal exportorgaan opge-,

richt met de taak om de prijzen voor den export te
regelen en de orders, onder de aangeslotenen te ver-
deden. act kartel had zich vroeger uitsluitend met
prijs-contrôle bezig gehouden. Ïntusschen iomt het
ook na deze reorganisatie voortdurend nog, voor, dat
de officiele kartel-noteeringen door de aangeslotenen
zelf worden genegeerd, wanneer dit met het oog op
le concurrentie van buiten het kartel staande produ-
centen gewenseht lijkt.
* *
*

De ijzer- en staalindustrie in
Duitschland
had in 1929, i:n tegenstelling met het jaar tevoren, niet te
lijden onder verstoring van den arbeidsvrede. De
scheidsrechterlijke uitspraak van Minister Severing, ciie een einde maakte aan het conflict waarin de uit-
sluiting der arbeiders in de ijzer- en staalnijverheid
van het Ruhrgebied gedurende November 1928 haar
oorzaak vond, legde de bonen tot 1 October 1930 vast.
i)e welvaart van de Duitsche ijzer- en staalindustrie
is voor het grootste gedeelte afhankelijk va.n het op-
nemingsvermogen van de binneniandsche markt.
Bijna 70 pOt. van de vervaardigde walsproducten is

bestemd voor verbruik in Duitschland zelf, zij het
(lan ook dat een gedeelte hiervan zijn weg naar het
buitenland v:indt in den vorm van verder verwerkte
roducten. in dit verband nu was 1929 geen zeer
gunstig jaar. De spoorwegén beperkten hun bestel-lingen hij de industrie en bovendien kon het bouw-
bedrijf, dat een belangrijke afnemer van staalproduc-
ten is, zich voornamelijk als gevolg van kapitaal-
schzarschte niet in voldoende mate ontplooien. Rem-
nienci op de vraag werkte de onzekerheid ten aanzien
van cle verlenging der syndicaten in de ijzer- en staal-
.industr.ie
, die in het Duitsche bedrijfsleven zoo’n be-
langrijke rol spelen. Alle synidicaats-verdragen liepen
nl. eind 1929 of begin 1930 af en eerst na langdurige
en moeizame onderhandelingen konden zij opnieuw
worden afgesloten. Zij loopen thans weer voör 10 jaar
en in nog strafferen vorm clan voorheen, zoodat de
Duitsche ijzer- en staalindustrie de handen weer vrij
heeft om zich aan de reorganisatie van het Intern.
Ruvstaalkartel te wijden. Het zal nL duidelijk zijn
dat, — ware de verlenging van de Duitsche syndicaten
niet tot stand gekomen – het Intern. Rnwstaalkartel

ontbonden zou zijn geworden en zonder
twijfel
heeft

dit feit het zijne bijgedragen . tot de instandhouding
van de Rohstahlgemeinschaf t en dc syndicaten voor
cle verschillende walsproclucten.

Was dus de afzet op cle l)innenlaudschë markt niet
bevredigend, daartegenover stond, dat do export kon

worden uitgebreid. In 1929 werd 5.570.000 ton ijzer

en staal uitgevoerd tegenover 4.720.000 ton
in
1928.

Zooals hierboven bleek was het gemiddelde prijsniveau
op de wereldmarkt in 1929 hooger dan in 1928, zop-

dat deze toeneming van den export in tweeërlei op-
icht in het credit van 1.929 kan worden geboeict.

:De productie van ijzer en staal was in 1929 grooter

(lan in 1028, voor beide categorieën ruim 1.5 miii.
ton,’ dit is resp. 1,4 en 12 pOt. Hierbij moet in cian-

merk ing worden genomen dat, ware de .u.:itslu i ti ig van
November 1928 er niet geweest, cle productie voor dat

jaar ongeveer een miljoen toii honger zou zijn (iitge-

komen. De verinin den lig, welke cle ijzer- en staalfro-
cluctiè i:n het algemeen als gevolg van depressie in de

eerste maanden van dit jaar heeft ondergaan, is voor-

al voor Du.itschland van belang. De ru.wijzerprodu.ctic
was in Mei ji. teruggeloopeii tot 859.600 ton
hij
een
maandgeniiddeide van 1.117.000 ton :in 1929. :De ruw

st.aalproductie bedroeg in deze maand 1.034.000 ton,
liet maandgemiddelde voor 1929 was 1.354.000 ton.

Hét prijsniveau op de binnenlaiidsche markt ver-toonde de stabiliteit die gewoonlijk samen gaat met
hooge l)eSchermende rechten en prijs-conventies. Dci
laatste wijziging van de prijzen van walsprodticten
(een verhoging) vond plaats in Mei 1928 en tot voor
Icort
zini
zij ongewijzigd gebleven. . De ruwijzerprjzen
vdrden in Mei 1.929 met 2 ii 4 R.M. per ton verhoogd.

(Slot volgt.)

,

G. S. K.
:n.

DE INDISCHE MIDDELEN OVER MAART 1930.

De totale opbrengst sedert den aanvang van dit jaar
der in bijgaand overzicht vermelde Lanclsmiddelen
bedroeg op het einde van verslagmaand
f
1,37.971.000
tegen
f
1.51.165.000 gedurende het eerste, kwartaal
van het vorige jaar of circa
f
13.2 mfm minder. In
dezen achteruitgang werd bijgedragen door alle groe-
pen, t.w. door de:

belastingen ………ad circa f3.593 m/m
monopolies ………

,,

,, 0.570
producten ……….

. ,,

117.588
l)edrijven

……….

,,

,, 1.317
allerlei middelen . .

0.124

De ontvangsten, die in de vorige maand
f
7.7 mfm
minder opbrachten dan in Februari 1.929, bleven in
verslagmaand
f
6.7 mfm achter bij die in dezelfde
maand van het vorige jaar. Ook thans waren het de
belasting- en de productengroep, die hoofdzalcelijk dit
decres veroorzaakten en wel met resp. c:irca
f
1.3 nifm
en
f
4.7 mfm.

Vergelijking met de fractioneele ramingscijfers
toont aan, dat de groepsgewijze opbrengsten evcneen
alle belangrijk lager waren dan werd geiaamd. In het
afgeboopen kwartaal bleef heb totaal d:ier opbreug-
stén zelfs
f
39.5 mfm beneden het X der jaarrarning,
waarvan esp.
f
20.6
ruim
en
f
9.1. m/m icomt voor
rekening van de belastingen en de ])rOducte.n en
f
5.2
rn/m van de bedrijven. De monopolies leverden ruim

f
0.7 mfm minder op en aan allerlei middelen werd
ruim
f
3.8.m/m n1inder ontvangen.
Bij de
belastinggroep
dient te worden i.n aanmer-
lcing genomen, dat in de eerste maanden van een jaar
cie directe belastingen immer ongnnstige uitkomsten
ten aanzien van de ramingen geven en die’ middelen
eerst in den verderen loop van het jaar ruim plegen
te gaan vloeien. Bij vergelijking der ontvangsten met
die in het vorige jaar blijkt, dat de personeele- en
inkomstenbelasting in het afgeloopen kwartaal meer
opbrachten dan in hetzelfde tijdvak van 1929, ook de
verponding en de landelijke inkomsten gaven gunsti-

ger uitkomsten; bij de vennootschapsbelasting waren
de ontvangsten daarentegen ruim
f
2.— mfm min-

646

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16
Juli 1930

‘der. Dit middel vertoont echter zeer wisselvallige

maandcijfers, waardoor vergelijkingen vooralsnog niet

• mogelijk zijn.

Bij de indirecte belastingen bleef de achteruitgang

der in- en uitvoerrechten onder den invloed van de
ongunstige conjunctuur voortduren. Deze middelen

brachten in het afgeloopen kwartaal resp. ruim
f 2.5

mfm en
f 0.66
mfm minder op dan in dezelfde periode

van het vorige jaar en resp. ruim
f 21
mfm en
f t-
rnfm minder dan de raming. Het statistiekrecht geeft

uiteraard een zelfde beeld te zien met
f 0.16 mfm en

f
0.19
mfm. Aan accijnzen echter kan in verslagmaand

in vergelijking met Maart
1929
een meevaller van

bijna
f 1.— m/m worden geconstateerd, welke groo-

tendeels werd verkregen uit meerdere ontvangsten aan

•petroleum-accijns. De lucifers-accijns, waarvan de op-

brengst den laatsten tijd beduidend lager was dan in

het vorige jaar, gaf in verslagmaand betere uitkom-
sten. In het afgeloopen kwartaal was de opbrengst

der accijnzen
in totaal
f
0.879
m/m hooger dan in het

eerste kwartaal
1929;
desondanks bleef zij nog
f 0.57

mfm beneden Y4 der jaarraming. Ook voor het zegel-

recht was verslagmaand gunstig, de opbrengst was

f 0.245
mfm hooger dan in Maart
1929.
De ontvang-

sten gedurende het afgeloopen jaargedeelte bleven

desniettemin nog
f 0.026
mfm beneden die in dezelfde

periode van het vorige jaar en
f 0.439 mfui beneden

het evenredig deel der jaarrming. Aan slachtbelas-

tingen werd in totaal
f 0.026
m/m minder ontvangen

dan in het eerste kwartaal
1929
en
f 0.324
mfm min-

der dan werd geraamd.
Bij de
monopolies
bleef de daling van de opbreng-

sten der opiumregie in verslagmaand voortduren,

waardoor nadeelige verschillen met dezelfde maand

van liet vorige jaar en met
1112
der raming werden

verkregen van resp.
f 0.435
m/m en
f 0.366
mfm;

gedurende het eerste kwartaal van het ,00pende jaar

werd
f 1.099
mfm minder ontvangen dan in hetzelfde

tijdvak van
1929
en
f 0.945
m/m mind.er dan het

evenredig deel der jaarraming. De heerschende econo-

mische depressie is als oorzaak daarvan aan te zien.

De lagere prod ucten-prij zen en een minder goede

oogst als gevolg van een abnormale droogte hadden
mede tengevolge, dat bij de pandhuisregie hoogere uit-

komsten werden verkregen; gedurende verslagmaand

werd
f 0.103
m/m meer ontvangen dan in Maart
1929

en
f 0.242
mfm meer dan de raming deed verwachten.
Gedurende het afgeloopen kwartaal bracht deze regie

f 0.843
mfm meer op dan gedurende het eerste kwar-
taal van het vorige jaar, terwijl Y4 jaarraming met

f 0.52
m/m werd overschreden. De opbrengsten uit
het zoutmonopolie waren in verslagmaand vrij gun-

stig en ruini 1 ton hooger dan
1112
der jaarraming,

in liet afgeloopen jaargedeelte bleven de totaal-ont-

vangsten echter nog ruim
3
ton beneden de raming.
De belangrijke achteruitgang van de opbrengst der

productengroep in
vergelijking met die in het eerste

kwartaal
1929
werd tot een bedrag van f 6.8
mfm ver-

oorzaakt door het timniddel. De sterke daling van
den tinprijs had tengevolge, dat dit zeer belangrijke middel in liet afgeloopen tijdvak
f 4.2
mfm bij het

evenredige deel der jaarraming ten achter bleef. De
opbrengstcijfers der steenkolenmijnen en van het
hoschwezen geven geen zuiver beeld van de uitkom-sten dier middelen. Belangrijke bedragen bleven nog als bate van het loopende jaar met andere landsdien-
sten te verrekenen. Ten aanzien van het vorige jaar

echter waren de uitkomsten der steenkolenmijnen iets
gunstiger, doch het boschwezen bracht in het afge-

loopen kwartaal
.f 0.44
mfm minder op dan in de-

zelfde periode van
1929.
Deze achteruitgang werd tot

een bedrag van
f 0.53
mfm veroorzaakt door het djati-

bedrijf, aangezien de in het voorjaar van
1929 op
de

veilingen van djatihout verkregen prijzen belangrijk
hooger waren dan thans; de wildhoutbosschen brach-

ten daarentegen ruim
f 96.000
meer op dan in het

eerste kwartaal
1929.
De rubbercultuur leverde in

het afgeloopen jaargedeelte
334
ton minder op dan

in het eerste kwartaal
1929;
ook bij dit product was

de sterke
prijsdaling
de oorzaak daarvan. De kina- en

thee-onderneming gaf eveneens weinig gunstige resul-
taten. De verkoop van het product der nog jonge thee-

afdeeling leverde tot dusver slechts ruim
f4.000.-

op. De opbrengsten der goudmijnen in Benkoelen too-
nen een dalende lijn; zij bleven in totaal ruim

f 60.000.—
ten achter bij die in het vorige jaar.

Met uitzondering van den dienst der S.S. en Tram-

wegen gaven de
bedrijven
in liet afgeloopen kwartaal

geen reden tot ontevredenheid. De Javalijnen lever-
den ruim
434
ton minder op uit het reizigersvervoer

en
f 1.74
m/m minder uit het goederentransport dan

in liet eerste kwartaal
1929.
In de buitengewesteii

vallen geen groote verschillen te cpnstateeren. Bij den
dienst der P. T. en T. waren de inkomsten bij elk

der diensttakken hooger dan’ in het vorige jaar. In het
afgeloopen kwartaal waren de ontvangsten der

posterijen ………….meer
f 81.000

telegrafie …………,,

,,
20.000

telefonie ………….,,

,,
160.000

dan in het eerste kwartaal
1929;
de radio-telegrafie

en -telefonie leverden resp.
‘f 6.000.—
en
f 8.000.-

meer op. De hoogere totaal-opbrengsten van het Laven-

wezen sedert 1 Januari
1930
in vergelijking met het

vorige jaar ad
f 0.58
mfm waren het gevolg van de

meerdere ontvangsten aan haven-, kade- en opilaggel-

den en uit de nevenbedrijven tot een totaal bedrag

van ruim
6
ton; aan goederengeld werd
f59.000
min-

der ontvangen. De opbrengst van den baggerdient

was normaal en iets hooger dan de raming deed ver-
wachten. Ook de landsdrukkerij en den dienst. voor

W. & E. gaven normale uitkomsten. Bij laatstgenoem-
cle bedrijv en blijven immer
belangrijke
bedragen te

verrekenen en te vorderen, hetgeen het nadeel ig ver-

schil
met
de raming verklaart.

Bij de. groep
allerlei middelen
vallen geen bijzon-

derheden toe te lichten. Het verschil met
34
der jaar-

raming ad
f 3.857
mfm wordt tot een bedrag van

f 2.625
m/m verklaard door de in deze groep opge-
nomen winstaandeelen, waarop tot dusver niets werd

ontvangen.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

HET RAPPORT VAN DE COMMISSIE-SIMON.

Prof. Dr. P. Geyl, te Londen, schrijft ons:
In
1918
verscheen het rapport over ,,Indisehe con-
stitutioneele hervormingen” van Lord Chelmsford en
Mr. Montagu, de Onderkoning en de Minister van
Indië. Die mannen voelden, dat het oogenblik ge-
komen was om den drang naar zeifbestuur, die in de

Indische volken leefde, een weg te banen. Zij hadden

in
1917
al een regeeringsverklaring in dien geest ge-
inspireerd. Hun rapport was de inleiding tot een groo-
te bestuurshervorming. Het is de taak van de commis-
sie-Simon geweest om de werking van de ,,Government

of India Act”, die in
1919
aangenomen werd, te onder-

zoeken en zoo noodig voorstellen te formuleeren to ontwikkeling, uitbreiding, inperking of wijziging. In
de wet zelf was voorgeschreven, dat dit na tien jaren
practische ervaring geschieden zou. De hervormingen

van
1919
hadden het Indische nationalisme niet bevre-

digd. Gedeeltelijk had het er zelfs een afwijzende en
obstructionistische houding tegenover aangenomen.
Maar ook de meer gematigde Indiërs, die in de lichamen
in 1919 ingesteld, hadden meegewerkt, verlangden nu
een groote uitbreiding van macht en verantwoorde-
lijkheid. Zij maakten dus tegen hun meer extremis-
tische landgenooten geen front en al uitsluitender

schenen die – georganiseerd in het zoogenaamde Con-
gres – het Indische politieke tooneel te beheerschen.
Hun eischen verschenen als de eischen van Indië.
Eerst was het ,,dominion status”, d.w.z. volledig zelf-
bestuur en geen andere band met Engeland dan ge
meenschappelijke kroontrouw; daarna, toen dit v66r
het eind van het vorige jaar niet toegestaan werd, zon-

e

16 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

647

der op het Simon-rapport te wachten, volstrekte on-
afhankelijkheid.

Die omstandigheden maken het verklaarbaar, dat
de commissie-Simon, hoezeer ook haar voorstellen

alles bijeen wel degelijk een uitbreiding van het stel-sel van 1919 beteekenen, toch een in den grond con-

servatieve houding heeft aangenomen. Het is ondenk-
baar, dat Engeland zich in dit stadium van de verant-

woordelijkheid voor het bestuur over Indië ontdoen

zou. De luidruchtige nationalistische beweging is aan
de mogelijkheden van een rustige, ordelijke ontwik-

keling driftig voorbijgesneld. Terwijl het rapport van
Ohelmsford en Montagu dus vooral erop uit was om

haar beginsel te aanvaarden en bij het Engelsche pu-
bliek aannemelijk te maken ten einde een grooten eer-
sten stap .tot tegemoetkoming inte leiden, wil het rap-
port van Sir John Simon en zijn zes collega’s, zonder
het beginsel te verloochenen, vooral tegen de over-
drijving van de Indische nationalisten front maken.

* *
*

Zij hebben dat in de eerste plaats en voornamelijk
gedaan door de aandacht terug te voeren op de harde
feiten. Het middel, dat zij daartoe gebezigd hebben, is, naar men weet, de afzonderlijke publicatie, veer-

tien dagen v66r het tweede deel, van een eerste deel van hun rapport, dat niets dan een overzicht van den
bestaanden toestand bevatte. Een tijdlang heeft dat
dus op zichzelf gestaan en de ongeduldige pers moest
er wel kolommen aan wijden, wat zij zeker niet gedaan
zou hebben als de aanbevelingen tegelijkertijd ver-schenen waren. Dat eerste deel – vierhonderd blad-
zijden – is een rustige, zakelijke
beschrijving,
zonder
bepaald opzet (althans ik neem dat aan) om de euvels
en kwalen van Indië, de eigenaardigheden en tekort-
komingen, die het voor zelfbestuur vooralsnog onge-
schikt maken te overdrijven of zelfs maar onevenredig
breed uit te meten. Niettemin dringt zich uit de
lectuur geen andere indruk zoo sterk op als die van
de onmogelijkheid om dat verdeelde, ongelijk ontwik-
kelde volk, dat complex van volken liever gezegd, de
verantwoordelijkheid voor zijn eigen lot te laten dra-
gen. Eenvoudig door te lezen van die wemelii’ig van
talen en godsdiensten, van beschaving en achterlijk-heid, van vijandschap tusschen groepen, onderdruk-
king van standen, en dat alles dan nog op de grilligste
wijze dooreengemengd, begint men te gevoelen, dat
het alles bijeenhoudend gezag, waaraan orde en de
mogelijkheid van vreedzame ontwikkeling te danken
zijn, op een vast punt buiten Indië rusten moet om

te kunnen bestaan. V66r zij dus met hun’ aanbeve-lingen’ kwamen, die tot behoud van Britsch opper-
gezag m’oesten strekken, wilden de, commissarissen
dat cle premissen, waaruit zich die conclusie onvermij-
clelijk opdrong, onder de oogen zouden worden gezien.
Er, behoeft niet aan getwijfeld te worden of dit
overzicht van den toestand, hoe eerlijk het ook aan-
doet, heeft een strekking en die strekking is, gelijk
gezegd, conservatief. Het aandacht geven aan de fei-
ten, het uitgaan van de bestaande werkelijkheid is
op zichzelf een conservatieve geesteshouding. De radi-
caal begint met algemeene denkbeelden, waarnaar de
feiten zich volgens zijn wensch zullen hebben te schik-
ken. Eet is beiangwekkend om uit dit ‘oogpunt het
Montagu-Chelmford-rapport met dat van de Simon-
commissie te vergelijken. Mr. Montagu en Lord
Ohelmsford wijdden ook wel aandacht aan ,,the con-ditions of the problem”. ,,Immensity of the problem”
heet het zelfs in een van hun paragrafen, en een
andere draagt het opschrift: ,,Divisions of Indian
Society”. ,,Divisioxis of Indian Society” zou de titel kunnen zijn van heele hoofdstukken van het Simon-rapport en het is een thema, dat in de andere hoofd-
stukken ook nog telkens aangeroerd wordt. Al wat
Montagu en Ohelmsford deden was een passage van ongeveer een bladzijde aanhalen uit een rapport van
1888 van Lord Dufferin, waarin die veelzijdige ver-

deeldheid met veel nadruk geschetst wordt. Maar hun
commentaar luidt:

,,De kleuren van die schets zijn sedert verflauwd.
De jongste generatie heeft groei van belang gezien.

1-let aantal scholen is verdubbeld; hooger onderwijs
verdrievoudigd; drukpersen en kranten verveelvou-

digd; de uitgave van boeken in het Engelsch is met
200 pOt, toegenomen. De verspreiding van Wester-

sche beschaving heeft Indië in nauwe aanraking met
de buitenwereld gebracht, en heeft er toe gestrekt om

gestadig, zij het langzaam, de slagboomen van maat-

schappelijke en godsdienstige gebruiken op te ruimen.

Het besef van eenheid is groeiende en is door den
oorlog aangewakkerd.”

Daartegenover is het Simon-rapport als het ware
een uitwerking van de schets van Lord Dufferin, en
in volstrekt niet minder schrille kleuren. Integendeel
onderzoeken de schrijvers nauwkeurig (zonder ze aan

te halen overigens of in polemiek met hun voorgan-
gers te treden), wat elk van die optimistische alge-

meenheden van Montagu en Ohelmsford in de practijk beteekent, en zij laten zien hoe gebrekkig dat in kwan-

titeit snel toenemende onderwijs is – daarover is
reeds een jaar geleden een interim-rapport van Sir

Philip Hartog versc’henen – hoe slecht de inlandsche pers haar taak van volks-opvoeding en -voorlichting

vervult, hoe hardnekkig de weerstand is van oude ge-
bruiken, die ieder onbevangen waarnemer als anti-
sociaal erkent, hoe de onderlinge vijandigheid van
Mohammedanen en Hindoes nog is toegenomen en een
wezenlijk eenheidsbesef, waarop een stabiel gezag ge-
bouwd zou kunnen worden, nog ontbreekt.

De twee rapporten verschillen natuurlijk op vele
punten van elkaar. Eet eene moest, zooals ik al
zei, een’ groote hervorming inleiden; het andere moet

nagaan hoe de sedert ingevoerde hervorming gewerkf
heeft en den aandrang naar een snellen tempo van

ontwikkeling in het spoor houden of zelfs weerstaan.
Het is dus ook volmaakt begrijpelijk, dat reeds dit
eerste deel van hët rapport met gehuil door de In-
dische nationalisten ontvangen werd. Dat is niet alleen
omdat bij hen al wat van Simon kwam, reeds van

tevoren veroordeeld was. De gevolgde methode stuit
hun wezenlijk tegen de borst. Al dit gepraat over

Indische toestanden door Engelschen ergert hen als
zoodnig. Een verontwaardigd Indiër heeft het rap
port zelfs met Miss Mayo’s
Mother Indio
vergeleken,
het boek, dat met zijn meedoogenlooze bespreking van
misstanden op sociaal en sexueel gebied de Indiërs
zoo gekwetst heeft.

Het tweede deel heeft niets gedaan om de stem-
ming in Indië te verbeteren. Terwijl er in Engeland
veel wezenlijk conservatieve elementen zijn, die vin-
den dat de commissie veel te ver gaat wanneer zij
bijvoorbeeld ook de politie, de zorg voor orde en vei-

ligheid, aan de geheel op Indische vrtegenwoordi-ging berustende regeeringen der provincies, zooals
zij die inrichten wil, overdraagt, – in ‘t bijzonder de
bladen van Lord Rothermere, de
Daily Mail,
de
Even-
ing News,
enz., maken zich de tolk van dit inzicht:
daarin schrijft in dezen geest bijvoorbeeld Sir Michael
O’Dwyer, de gewezen goeverneur van de Punjab, die generaal Dyer, den man van het bloedbad van Amrit-
sar, steeds de hand boven het hoofd heeft gehouden.
Terwijl er dus iii Engeland in wezenlijk conserva-
tieve kringen veel hoofdschudden is, merkt men in
Indië alleen op, hoever, wat de commissie voorstelt,
bij het nationalistische programma achterhlijft.

* *
*

Wat zijn nu deze voorstellen?
Naar men weet, heeft de Onderkoning verleden jaar
tot ergernis van velen, die vonden, dat hij op de
publicatie van dit rapport had moeten wachten, na-
drukkelijk verklaard, dat Engeland de toezegging van Montagu en Ohelmsford, volgens welke het, doel van
de Britsche politiek in Indië was, het ontwikkelen
van Indië tot een dominion op gelijken voet met cle

648

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16
J0H 1930

andere zelfbestnrend eenheden van hei i3ritselie

Rijk, gestand
zou
blijven. Omtrent den termijn was

• daarmee niets gezëgd. .Uit de voorstellen vaj:i cle
commissie-Simon, al maken zij zeker op de toezeg-

ging geen inbreuk, is het echter duidelijk, dat de ter-

mijn lang zal zijn. Zij brengen om te beginnen iets
Maar liet voorplap, wat door Montagu en Oheimsford

•o:iet vergeten was, maar waarvoor die toch in hun

praktische voorstellen geen voorziening getroffen


hadden.
,,Onr. conception”, schreven Montagu en Ohelms-
ford, ,’of, the eventual future of :[ndia is a sisterhood
of States …. Over this congeries of States would

presjde a centra1 Government, increasingly .repre-

se.ntativ’c of and responsibie ,to the ,pe’ople of all of

tlieni… . ; representing th.e .interests of• all India on
e[ual terms with the’ self-governing ,units of the

British Empire. In this picture there is a place also

for the Native States. It is possible that they too
-will wish to bk associated for certain purposes with
the organisatiop of British India.”
• Terwijl zij echter zoo schreven iii hun conclusie,

telden zij voor, ‘dat de nieuwe ,,Legislative Assem-

bly”, die, dc centrale regeering van Indië onder tpe-

zicht zu houden – onder toezicht, maar bij lange
niet ohder contrôle natuurlijk – door rechtstreeksche
-verkiezingen samengesteld zou worden. De 105 ge-
-kozen leden, clie thans voor de ruim 240 millioen in-

woners vak ht heele land zetelen, hebben zoo groote
di.stri.cten, dat zij mét hun kiezôrs geen wezènlijk con-

tact kunnen ‘hebben. In het Simon-rapport wordt als
typisch voorbeeld een distridt in de provincie Madras

genoemd, ‘dat 31.000 vierkante mijlen groot is en be-
woond wordt door zes millioen zielen, waarvan 25.000

het kiesrecht hebben Maar bovendien is een recht-
“streeks vekozen lichaam slecht overeen te brengen

met de federatieve toekomst die voor Indië -voorzien
werd en vooral cle aansluiting van de vorstenstaten,

die ‘Montagu en Ohèlmsford met hoe weinig nadruk,
ook dan toch noemden, werd er zeker niet gemakke-
lijkér ddor ‘gemaakt. Simon en zijn collega’s nu trek-

ken, iiit ‘dit alles boudweg de logische conclusie en
tellen. vbor, dat de Wetgevende V’ergadering ver-
vangen zal worden door eéne, die door de provincie-

raden zal worden samengesteld. Zonder eenigen twijfel

..i de féderatieve gedachte met de verhoudingen ook’
in het Britsch-Indië in engeren zin (zonder de vorsten’
staten) met zijn oneindige verscheidenheid veel beter
in: ‘overeensteiing dan het doctrinaire eenheidsbe-
grip der nationalisten. Maar zeker is het de commis-
sie niet in de laatste plaats om den waarborg der
‘zelfstandigheid v5n de vorstenstaten te doen geweest.

• Die hebb’eii sedert eenige’ jaren in het Engelsche
politieke bewustzijn al grooter afmetingen aangeno-
men als ëen element van weerstand tegen het nationa-
lisme: twee andere, voorname elementen zijn de Mo-
hammedaansche bevolking, hevrèesd voor overheer-
sching doôr de Elindoesche meerderhid, en de bewust
anti-Bramienschij Hindoes van Zuid-Indië. De com-
missie geeft methodenaan, waarop overleg tusschen
‘hef &efedereerde Britch-Indië en de vorstenstaten
over ‘gemeenschappelijke belangen allengs zou kun-
nen beginnen: uiterst voorzichtige en geleidelijke’

,voorbe±eid ing van een heel Indië omvattende federa-
iie. Het rapport van Pundit Motilal Nehru, waarin

eën plan-voor een zeifbesturend Indisch dominion ont-
worpeu werd, maakte met de vorstenstaten korte met-
ten. De bezorgdheid voor hun zelfstandigheid, de her-

haalde betuiging dat alles van hun kant vrijwillig
komen moet, maken op de Indische nationalisten on-

vermijdelijk den indruk, – dat hier een wal’ tegen de

-veiwezenlijkiog van hun ideaal opgeworpen wordt.

Nog zoo’ri bolwerk is in de voorstellen omtrent het
provinciaal bestuur te vinden. Hier maakt de com-

missie een eind aan hët befaamde . dyarchische stelsel
-van 1919, vôlgeïas hetwelk zekere belangen niet en
– andere wel aan’ de’ verkozen Indische provincieraden
en de daaraan dis slechts gedeeltelijk verantwoorde-

I)rov,i,I
ciale regce’riug’eu werden toevertrouwd .

i)at…stelsel heeft slecht gewerkt; hetw’as ‘ trouwens – niet anders dan als een overgangsstelsei bedoeld. De

commissie wil liii dt onderscheid tusschen verschil-

lende departementen .opheffen; de provinciale ‘regee-
r.ingen. en raden zullen alles in handen krijgen. – ik

.stipte al aan, dat velen hier een zwaar hoofd hebben
in het vooruitzicht dat ook dc -politie overgedragen

zil worden -, maar. . : . Er is een belangrijke maar.

De commiss:i.e legt in handen van’ de provinciale’ goe-

,verneurs, aangesteld door dd Britsche regeering, een

zeer wezenlijke macht, die zij in overleg met cle cen-

trale regeering, d.w.z. van den Onderkonin, clie aan

de Centrale Vetgevencie Vergadering geen iekenschap

schuldig is, zuilen uitoefenen. De ‘goeverneur zal

naist de Indische ministers ambtelijke ministers kun-
nen benoemen (hoe die ooit harmonisch zullen samen-

werken, kan ik mij niet voorstellen), en hij zal in

geval van nood over de adviezen van zijn ministers
mogen heenstappen en zelfstandig bevelen uitva.r-

digen. Dit wordt gerechtvaardigd met een verwijzing
naar de positie der minderheden, die tot nog toe hun
ig11l voornamelijk aan het Br-,itsch gezag te dan-

ken hebben gehad, ëi die men niet zonder waarbor-

gen aan een onbeprdefd indisch ineerderheiclsbewind

kan o’erlaten. ‘In het eerste deel van het rapport
Nvaren die minderheden breed beschreven en hun posi-
tie uiteengezet. Hier – zijn het Mohammedanen, daar

Uindoes, elders- -bepaalde ethnische groepen of door
het Hindoesch kastentelsel maatschappelijk uitge-
worpenen. Geen provincie kan een ethnisch, religieus

of sociaal homogeen geheel- vormen. De -commissie stelt wei enkele vijzigingen van de bestaande provin-
cie-grenzen voor om zulke homogeniteit te benaderen,

maar Indië is te ‘zeer een st’aalkaart van verscheiden-
heid dan dat zij bereikbaar zijn zou.

Een derde bolwerk houdt de commissie staande in

de slechts aan het Engelsche parlement verantwoor-
delijke macht van den Onderkoning eu zijn regee-

ring. Terwijl zij de dyarchie afschaf t in de provin-
.ciën, ban zij niet raden ze inhet centraal bewind in

te voeren. De Onderkonjng en zijn regeering moeten
.homogeen blijven; geen gedeelde verantwbordelijkheid
in het centrum. En die regeering wordt dus niet aan
de Wetgevende, voortaan Fedeale Vergadering onder-
worpen. Verdediging, huitenlandsche hetrekki ogen,

interprovinciale betrekkingen, betrekkingen met de
vorstenstaten, toezicht op de provinciale regeeringen – door middel ‘van de goeverneurs blijven in Engelsche

handen.
Op den duur natuurlijk moet ook daar volgens de’
.toezegging van Montagu en Ohelmsford die,, zooals ik
in herinnering bracht, door den tegenwoordigen On-
derkoning herhaald is, de verantwoordelijkheid ge-heel naar Indi verplaatst worden. Maar de commis-
sie vindt er geen doekjes om, dat met dit ,,op den –

duur” vele jaren gemoeid zullen zijn. En dat niet
alleen om, dc moeilijicheid van de betrekkingen met de
vorstenstaten of van de positie der minderheden of

,van de achterlijicheid van zekere streked of standen;
maar ook, en in het bijzonder, van het legerprohieem. Reeds in haar eerste deel wijdde cle comtnisiedaar-

-ai.n vcei aandacht om goed te laten uitkorpen hoe
reëel de moeilijkheden zijn. De taak van het leger is

-in: Indië tweeiedig: het helpen handhaven van de in-
wendige orde; en het afweren van aanvailérs – vap

buiten. Dat laatste is een belangrijk onderdeel, want
indië heeft in het, Noordwesten, aan’ den. kantr’van
‘Afghanistan, waar achter Rusland ligt, uitei-st -ge
vaarlijke buren. Vandaar zijn oudtijds veel invaies

gekomen; daar te midden -van het .woeste bergland, en
le ongetemde stammen is nog steeds een sterke, steeds
pai’ate legermacht noodig. Voor het bewaren’ :an. de
.inwendige orde zullen de Britsche troepen’ noode ge-

mist worden; de bevolking stelt meer vertrouwen in
hun onpartijdigheid dan in die van de Indische, welke
of tot den eenen of tot den anderen godsdienstbehoo
ren. Zoolang er Brtsche troepen gebruikt worden, kan

16 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

649

het leger iiie!; onder de volstrekte verantwoordelijk-licid van de indische Federale Vergadering geplaatst
worden en is volledige ,,dominion status” dus uit-

gesloten. Meer onoverkomelijk schijnt aan do commis-
sie nog hot vraagstuk van d& Noordwest-grens. Het
Indische gedeelte van het leger (158.000 man) wordt
in overgroote meerderheid uit een paar bepaalde stre-

ken, uit bepaalde bevolkingen gerecruteerd. Men

spreekt van cle krijgshaftige bevolkirigeu. 86.000 komen

uit de Punjab, meest Sikhs; 19.000 uit den zelfstan-
dien staat Nepal, de G’urkhas; Assam, Badgalen,

:Bisar en Oriya, de Centrale Provincies, Centraal In-
dië, Jiyderabad en Mysore, samen de helf t van het

oppervhk en niet veel minder dan de helft van de

bevolking leveren vrijwel niets (samen een goede

1000). Zal het te scheppen Federale Indië
01)
een zoo

ongelijk samengesteld leger lcuunen rekenen? Een
leger, dat trouwens nog geheel van Engelsche officie-
ren afhangt. De ,,indianisatie” van liet of f icierscorps
is nog maar pas aangevat en zal zeker nog langen tijd

vragen. De commissie legt er veel nadruk op, dittclit
ernstig is, omdat inderdaad de bedreiging uit liet
Noordwesten ernstig is. Als men wijst op het gemak
waarmee Canada en Australië de verantwoordelijkheid
voor hun laudsverciecliging uit handen van het moe-

derland overgenomen hebben, vergeet men dat daar zoon bedreiging in ‘t geheel niet bestaat. Voor Indië
zegt de commissie met beslistheid, dat zij geen toe-komst voorziet waarin het land voor zijn eigen ver-
dediging zal kunnen zorg dragen en als men het leSei
onder een Indische regeering zou willen brengen als
voorwaarde voor een waarachtig zeifbestuur, ziet zij dus op den weg daarheen een zwaar struikelblok. Zij
komt dan tot het volgende voorstel om de moeilijkheid
te ontgaan.
Laat van nu af de verdediging van Indië onder
bepaalde hij overeenkomst vastgelegde voorwaarden
door Indië overgedragen worden aan het Rijk, of beter
aan Engeland optredende voor het Rijk. De Ondér-
koning, voor zooveel dit betreft, en de Opperbevel-
hebber zouden dan Rijksorganen zijn en in clezen han-
delen buiten de Federale Vergadering om. Toch zou
het beginsel, dat in de centrale regee-ring geen dy-
archie kan worden gebracht, gehandhaafd zijn.
Vernuftig! Maar voor wantrouwige beschouwers – en. wie zijn wantrouwiger dan de Indische politici? –
ligt de kritiek voor de hand, dat Engeland dus, tegen
dat volledig zeifbestuur niet meer te weigeren zal zijn,
een militair gewest als een soort dwangburcht tegen

Indië inrichten wil.

DE GRAMOPHOONINDUSTRIE.
(Haar ontstaan en ontwikkeling; fvndamenleele
procluctie[dotoren).

De 1-leer Gilbert 0. Layton, te Londen, schrijft ons:

De gramophoonnijverheid is een van die moderne
industrieën, d.io zich toelegt op de productie van zoo-
gen.aamde iuxegoederen en die zich sedert den oorlog
zeer snel heeft ontwikkeld.
Zij
heeft alle wederwaar-
digheden ondervonden, die onvermijdelijk schijnen te
zijn voor een dergelijke industrie. Er werden uitvin-
dingen gedaan, die zoowel een verbetering van het
eindproduct als verlaging van de productiekbsten te-
weegbrachteo. Gelijktijdig met de verbetering van
de kwaliteit nam ook de productie sterk toe, hetgeen
kenmerkend is voor den tegenwoordigen tijd. Door de
goede vooruitzichten trok de industrie kapitaal aan,
eeu.erzijds voor werkelijke productie, maar daarnaast
ook voor niet-reëele doeleinden; nieuwe maatsclitip-
pijen verrezen als paddenstoelen uit den grond, waar-
door de beleggers vaak misleid werden. De industrie
geraakte i.n moeilijkheden en tenslotte kwam de na-
sleep in den vorm van een reeks treurige financiëele
verslagen.
:De financiëele toestand vaij de meeste gramophoon-
maatschappijen was tot 1928gezond. Daarna verrezen
echter vele nieuwe maatschappijen; van het begin

1927 lot liet iitiddeii van 1929 verderi in G–r oot-Bri t-
tanniö alleen reeds 40 maatschappijen in het leven ge-
]:oei)en, wa L:Londier eenige bekende buitenlandsche.

Deze maatschappijen werden opgericht, hetzij voor de

fabricatie van gramoplionen, hetzij van platen of van
beiden. De oprichting der talrijke maatschappijen moet
aan verschillende oorzaken worden toegeschreven, nl.

de enorme winsten, die cle oude gevestigde onderne-
mingen behaalden, het nieuwe iuvoefrecht op bui-

teniandsche gramophonen en platen, de toenemende

populariteit van liet artikel zelf, dank zij dle teclm:ische
verbeteringen en tenslotte de hausse in het opriehten

van nieuwe ondernemingen in de periode van einde 1926 tot begin 1929. De opkomst der nieuwe maat-
schappijen verbrak feitelijk een soort monopolie. Deze

ndustre trok verscheidene millioenen ponden aan en

hoewel niet alles voor produetieve doeleinden werd
aangewend, deed niettemin een groot gedeelte hiervan
een in deze industrie vroeger niet gekende scherpe
concurrentie ontstaan.

D& gramophoonindustrie oi:nvat de productie van
twee artikelen, die op zeer verschillende wijze worden

gëfabriceerd, de gramophoon en de plaat. 1-let ken-
merkend verschl in de procluctiëvoorwaarden bestaat hierin, dat de gramophoon als geheel, in tegenstelling
met – sommige onderdeelen, niet altijd een voorwerp
voor massaproductie vormt, terwijl de plaat zich voor-
treffelijk hiertoe leent. Hieruit volgt, dat de talrijke
kléine fabrikanten waarschijnlijk veeleer onder de
producenten van gramophonen dan onder die van
platen te vinden zijn.

De vervaardiging van de platen geschiedt in het
kort als volgt. De eerste platen zijn van was en
worden in het atelier gebruikt voor het opnemen van
voren door middel van een diamanten naald. Door
overbrenging via cle mierophoon wordt de behande-
ling met de naald gevoeliger gemaakt. Het gebruik
van de mierophoon heef t nog een ander voordeel. Het
is nl. niet noodig, dat de artist, wiens stem of muziek
op de plaat moet worden overgebracht, in het atelier
aa:nwezig is, daar de microphoon, bijv. in concertzaal
of schonwbui.g, naar den artist kan worden gebracht.
De gemarkeerde wassen schijf gaat dan naar de fabriek,
waar zij in een icopersulfaathad wordt gelegd. Door
galvanisatie wordt hieruit na ongeveer 24 uur een
koperen plaat verkregen. Deze plaat wordt even zorg-
vuldig behandeld als een waardevol manuscript en
wordt dan ook niet aangewend bij liet laatste procédô
-ter verkrijging van de gewone platen. Door een tweede
galvanisatie woi’dt echter liet vereischte aantal, thans zinken, schijven verkregen, die voor het drukken van
de eindplaat worden gebruikt. De platen zelf worden
vervaardigd uit ecu materiaal, welks samenstelling
Al
naar gelang van den fabrikant variëert. De schei-
lak vormt hierbij echter wel die voornaamste grond-
stof, gewoonlijk ongeveer. 85 pCt. van de materiaal-kosten van een plaat. Dit leidde gedurende de laatste
drie jaren tot het gebruik van synthetisehe sehellak.
lIet materiaal voor de eindplaat, eenigszins warm en
zacht, wordt in een pers gepliiatst, die zoowel aan den
hovcn- als aan den ojderkant een van de reeds ge-
noemde zinkei:i schijven bevat. Door sluiting van de
pers en door toepassing van den vereischten druk
wordt dan vervolgens een afdrnk van de twee zinken
schijven op de zwarte plaat gemaakt. Na opening
bevat de pci’s de bekende zwarte gramophoonplaat.
FIet eindproces kan zoo geschieden, dat ongeveer 80
platen per minuut worden vervaardigd. De plaat moet
clan alleen nog worden gepolijst, afgestoft en inge-
pakt, behoudens een periodieke steekproef van de
.produetie van iedere machine.
Deze korte beschrijving is voldoende om het licht
te werpen op twee verschijnselen in cle grarnophoon-
industrie, nl. de vele wetenschappelijke pogingen, clie werden aangewend om etk procédé te verf ij.nen en te
verbeteren en liet relatief groote gebruik van machi-
nes en het kleine percentage aan geschoolde arbeids-

krachten.

650

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 Juli 1930

De vervaardiging van de gramophoon stelt andere

eischeii dan die van de platen. Terwijl het algemeefle
producti.eprobleem van cle dure en de goedkoope plaat
essentieel hetzelfde is, behoort de productie van de

dure en de goedkoope gramophoon tot meer verschil-

lende categorieën. De goedkoope gramôphoon wordt
door massaproductie voortgebracht, terwijl de dure

modellen minder machinewerk doch meer geschoolde
arbeidskrachten vereischen, hetgeen hoogere kosten

‘voor materiaal en loon medebrengt. De gramophoon-
fabrikanten hebbén zich thans verzoend met de ver-

eeniging van de radio en de gramophoon in dezelfde
werkplaats en dergelijke combinaties worden in toe-
nemende mate populair.
In de gramophoonindustrie zijn twee productietak-

ken vereenigd; de machine-industrie voor het make
van den motor en de industrie voor het maken van

kasten. In sommige gevallen omvat één maatschappij

beide bedrijven, hoewel de kastenmakers ook vaak de
motoren van andere fabrikanten betrekken. De môtor
wordt op zijn beurt weder vervaardigd, hetzij door

groote fabrikanten, die tevens andere soorten machi-
nes produceeren, of door kleine fabrikanten, die zich uitsluitend
01)
de fabricatie van deze betrekkelijk een-
voudige machines toeleggen.

Een verdere beschouwing van de industrie leidt tot
-het ‘raagstuk van den verkoo. Het op de markt bren-

‘gen van de’ grarnophonen en de platen is in hoofdzaak

een kwestie van het afzetten van groote partijen.

Voorts zij de aandacht gevestigd op de concurren-
tie, die de verschijning van de goedkoope plaat deed
ontstaan. De fabrikanten van de betere kwaliteit

platen zagen zich voor twee alternatieven geplaatst.
Zij konden zich in de eerste plaats concentreeren op

de fabricatie van platen, die in twee opzichten bui-
tengewoon goed waren, namelijk ten aanzien van de
soort muziek en den naam van den artist en ten aan-
zien van de technische voortreffelijkheid van de plaat

door de zuivere’ weergave-van het geluid onder eenige
onwelluidendheid. Hierdoor worden de artisten vaak

door hun contract weerhouden van het optreden voor
maatschappijen, die goedkoope platen. produceereiT.

Deze platen, hoewel betrekkelijk duur, hebben een
afzet, die gebaseerd is op de appreciatie van dekwa-

liteit en zijn niet voor prijsveranderiugen vatbaar.
Het andere alternatief was, dat zij van de fabricatie

van de dure plaat overgingen tot die van de goed-
koope. Elke onderneming en verkooporganisatie
moest zelf overwegen, welke markt voor haar, het
voordeeligst zou zijn. Er bestaan schijnbaar twee
aparte markten van gramophonen en platen, één voor
goedkoope en één voor dure artikelen. De producent,
die op de eene markt afzet, concurreert ni.et sterk
met den fabrikant die de andere markt voorziet;
do concurrentie is slechts hevig tusschen fabrikanten,
die eenzelfde markt bedienen. Weliswaar bestaat er
een grensgebied, maar in het algemeen zijn de markten toch duidelijk gescheiden.

AANTEEKENINGEN.

lndexcijfers van scheepsvrachten.

,,he Economist” schrijft: De toestandop de vrach-

tenmarkt bleef gedurende de maand Juni zeer on-
gunstig, zoodat ons indexcijfer nog een verdere, ge-
ringe daling te zien geeft. Qns indexcijfer bedraagt
88,1 tegenover 107,2 een jaar geleden en een gemid-
delde van 116,3 voor 1913. De eerste tabel toont
cle jongste schommelingen van de indexcijfers voor de verschillende groepen.

Een min of meer algemeene daling van de Euro-
peesche vracliten weerspiegelde een vermindering
van de buitenlandsche vraag naar kolen en beperkte

ertsverschepingen. In de overzeesche gebieden waren
cle graanverschepingen nog steeds gering;, de notee-
jingen zoowel van Noord- als Zuid-Amerika waren
nog iets lager dan de vorige maand. De tonnage,
waarvoor geen lading te vinden was, bleef een on-


Datum

.
co

E
1

‘,

V

.

N

.

‘5

oo

Basis
(Gerniddeldev.
1898-1913)
100
100 100
100 100 100 100
(Gemidd.v.1913)
110,0
113,1
123,4 106,3 117,4
127,9
116,3
Febr.

1920
814,3 529,9
757,5 744,8
587,0
712,2
691,0
Dec.

,,
268,9 277,2
244,1
256,8
286,7
347,2 280,1
Dec.

1921
160,1 164,1 163,7
144,4
141,3 166,5
156,7
Dec.

1922
137,1
135,2 129,2
122,6
136,1
159,3
136,6
Dec.

1923
134,0
132,7
120,1
124,4
15,1
144,2
130,Ï
Dec.

1924
117,4
129,2 119,5 119,8
129,3
161,1
129,4
Dec.

1925
117,0 121,6 117,0
110,1
110,1
154,9 121,8
Dec.

1926
139,7
156,1
145,9 132,9 129,2 179,8
147,3
Dec.

1927 105,6
116,2
113,6
114,2 124,9
f39,8
119,0
Dec.

1928
122,1
131,3 125,6
126,8
127,4
156,7
131,7
Juni

1929 124,6
106,4
118,2
104,0
101,0
89,0 107,2
Juli

,,
131,1
100,2
121,5
106,3
104,7
97,9
110,3
Aug.
.
125,5
99,6
115,6 117,0 104,7 108,6
111,8
Sept.
129,7
99,9
112,3
115,3 100,4 107,7 110,9
Oct.
130,4 98,3
103,1
117,4
95,1
106,8
108,5
Nov.
124,9
96,9 97,6
110,7
91,6 94,4
102,7
Dec.
117,3
95,5 94,6
109,0
93,4
91,7
100,3
Januari
1930
104,2
94,2
95,1
99,8 85,2
88,1
94,4
Februari ,,
98,1 92,6
95,5 93,4
78,9
75,7
89,0 4aart

,,
96,3
87,7
91,9 94,2
77,8
79,2
87,9
&pril
94,4
91,2 95,9
94,8
76,3
85,5
89,7
4ei
95,1
885
91,6 94,2
74,6
87,2
88,5
Juni
91,3
85,2
90,7
95,7 74,6 90,8
88,1

gunstige factor voor de markt en verhinderde een
verbetering van de vrachten over de geheele linie.

Bij uitzondering waren de vrachten van Australië en
het Oosten iets hooger, doordat zeilklare schepen in

deze havens schaarsch waren. De veranderingen ge-
durende de maand voor elke groep en sub-roep blij-ken uit de volgende tabel, waarbij het cijfer 100 tel-

kens hett gemiddelde voor de jaren 1898-1913 voor-
stelt:

IT

1
Index- ‘

cijfer

Golf van Biscaye; uitgaande vracht
110,1

3,7
101,6

9,7 Middel!. Zee; uitgaande vracht
97,4

0,7
thuisvracht ………..

thuisvracht ……….
90,8

4,1
3,3
Zuid-Amerika; uitgaande vracht
117,8
±

0,9
thuisvracht ………..

2,6

Noord-Amerika
…………………85,2

Indië; uitgaande vracht ………… .-
.
13,7

2,1
11

thuisvracht

…………….-. .-

.83,7

+

51
Het verre Oosten, enz……………
74,6
Australië ………………………….
90,8
+

3,8

De. derde tabel toont ons indxcijfer, herleid tot
een percentage voor 1913.

WZ9

1930

16 Juli
1930′

ECONOMISCH-STATISTISCHË BERICHTEN

651

(1913= 100)

MAANDCIJFERS.
Maand
1927
1928
1

1929
1

1930

OVERZICHT VAN DE
INDISCHE
MIDDELKN.
Januari

……..

1i8,59

98,47

109,6

81,2
(In
Guldens).

.
Maart
Sedert
Overeen-
April …………111,06

94,59

99,1

.77,1
1930
Januari
I

komstige

Februari ………120,54

94,33

106,7

76,5
Maart ………..118,58

93,17

102,6

75,5

_____________________

1930
periode
1929

Belastingen.

Mei

…………..111,41

93,79

97,3

76,1
Juni

………….106,54

91,29

92,1

75,7
Juli

………….101,61

93,73

94,8
Pachten mci. pandhuizen
14.262
44.427
30.583
Augustus ……..105,51

98,17

96,1
Invoerr.
mci.
Landsgoed
6.539.663
20.916.230
23.449.705
Uitvoerr.
mci.
Landsgoed
749.056
2.371.452
3.033.491
October ………

105,78

103,93

93,3

e
Accijnzen ……………
4.043.379 10.758.370 9.879.045

Septeniber … …….107,51

99,54

95,3
..

Andere ontv. T. U. en A..
27.573 85.305 77.358
November

…….106,27

110,94

88,3
December …….
..102,31

113,17

86,2
459.622
1.409.313 1.570.619
Jaart. gemiddeld

109,64

98,8

1
96,8
Personeele belasting
. . .
239.702
854.371
829.873

De eerste maandstaat van de Bank

.

Statistiekrecht

………..

2.677.966
11.013.333
10.745.674

voor Internationale Betalingen

Inkomstenbelasting …….
Vennootschapsbelasting
. .
815.706
5.72 1.099
7.738.277

De eerste maandstaat van de Bank voor Interna-
Oorlogswinstbelasting
. .
43.501
1)_
73.925
739.922

tionale

Be’talingen

toont

een

bâlanssom van Zw.
Opgeheven productenbel.
4.620 4.620
1)
_

9.175
2.371.411 553.287
Frs.
1.086
millioen. Hiervan komt o.a. Frs.
102,5
mii-
Recht van openb. verkoop

..

349.006
675.860 564.892
lioen op rekening van het gestorte kapitaal, dat
25
.

1.
.354.342
3.148.490 .3.174.683
pOt. bedraagt van het geplaatste kapitaal; Frs.
151
Overschr. van vaste goed
242.941
604.835
716.570
millioen

van

de

trustrekening

van

de

reparatie-
Recht v. succ. en overgang
37.049
110.910
237.770

annuïteiten,

Frs.

123,6

millioen

van

de

Duitsche

Verponding

………….274.559

Vergunning speeltafels
5.805
27.203
32.160

regeering, Frs.
268,4
millioen van de deposito’s van

Zegelrecht …………….

526.972
1.550.578 1.577.121

de Circulatiebanken en Frs.
3,6
millioen van andere
Bijzondere bel. buitengew
13.386
32.674
63.545

a
deposito’s. Uit den mandstaat blijkt niet, welke circu-

Slachtbelastingen ………

Roofdgeld …………….
Landelijke inkomsten….
5.20]
879.192
16.089
2.247.331
8.906
2.166.752
latiebanken en voor welk bedrag zij deposito’s bij de
Belasting op loterijen….
436
1.486
303.640
B.I.B. onderhouden.
19.303.938
63.891.462 67.484.698
De voornaamste post onder de activa is de be-
Totaal….

legde gelden met een looptijd tot 15 dagen, die Frs.
Monopolies.

443,3
milli.oen en dus ongeveer
44
pOt. van de totale
2.970.012 9.065.699
10.165.043

verplichtingen,,met inbegrip van liet eigen kapitaal,
1.382.471
3.529.288 3.844.027

bedraagt. Verder zijn van beteekenis de beleggingen
2.110.058
6.121.960
5.277.982

6.462.541
18.718.947
19.287.052
met eau
looptijd
van hoogstens
90
dagen. Hieronder
Totaal

vallen wissels ten bedrage van
239,3,
courante schat-

Pandhuizen

………….

Producten.
kistwissels tea bedrage van Frs.
261,4
en andere be-
Kina

……………….
91.331
101.731
132.219
leggingen ten bedrage van 16 millioen francs.
Landscaoutchoucbedrjf ..
478.205
1.079.92
1.430.335

Maandstaat van de Bank voor Internationale Betalingén
Boschwezen

………….
1.455.688
3.462.9)3
3.903.237

30 Juni 1930.
105.787
330.983 391.600

Activa:

in Zwitsersche Francs.
9.026.149 8.196.550
15.036.780

Kas en bankiers

5.120.427

Zout ………………..

1.177.852
2.475.184
2.341.801

5.335.012
15.647.287 23.235.981
Belegde gelden

.
Totaal ….
a.
dadelijk opvraagbaar

……23.046.207
Bedrijven.
5.

tot

15

dagen

…………..443.337.887


898.854
4.887.595
4.306.131
c.

15-90

dagen

…………..27.684.147
378.291
1.032.546
1.197.279
494.068.232
Beleggingen op korteren termijn
7.751
27.382
26.307

dan 90 dagen (tegen aankoop-

Havenwezen …………..
Baggerdienst ………….

Post-,Telegr.-eu Tel.dienst
2.705.140 8.059.788
7.775.812

prijs)
Spoor- en Tramwegen
5.501.958
16.224.582 18.358.973

a.

Wissels ………………239.294.955

Waterkrachten Electricit
134.008
316.351
201.470

9.626.002
30.548.244
31.865.972
5. Courant schatkistpapier ….

261.351.778

Steenkolen …………..

Totaal

c.
andere beleggingen op korten

Opium ………………

Allerlei middelen.
termijn

………………..15.920.538
Aand.ijd.winstN.V.,,Gem.
516.567.271
Mijnb. Mij. Billiton”..



Beleggingen op langeren termijn
Aandeel i/d. winst van de
dan 90 dagen (tegen aankoop-

Goud

……………….

Javasche Bank ……..



prijs)

………………….
68.352.425

Tin …………………

464.653
1.541.117
1.235.154
Andere activa

1.612.446
114.241
141.359
1.085.720.801
Boeten en verbeurdverki.
.05.742
337.107 369.561
Pass iv a:

Landadrukkerij ………..

Leges en salarissen; ont-
Kapitaal

.
vangen d. de griffiers
Maatschappelijk kapitaal 200.000
v/d. versch. rechtscoll…
29.960
105.288 103.639
aandeelen van Zw. t rs. 2.500 Heffingterzakevangesl.
Geplaatst 164.000 aand., waarop
werkovereenkomsten ..
49.780 188.830
177.407
25

0
10

gestort…………..
102.500.000
.
Opbr.Wees- enBoedelkam.
38.132
189.847
223.617
Bijzondere deposito’s
31.435

..

126.784
98.758
is
.
Trustrekening

van

de

repa-

Afstand van grond ……..

.Afkoop heerendienst. B.G.
733.815
1.703.529
1.789.610
ratie

annuïteiten …………

151.230.714

Mijnconcessies ………..19.388

337.853
1.286.593 1.268.239
5. Duitsche regeering

……..123.533.891
Outv. groote

ziekenin-
274.764.605

Kadaster
.
…………….

richtingen en krank-
Dadeljk opvraagbare deposito’s

.
zinnigengestichten ….
100.497
260.654
198.982
is. Centrale Banken
IJk van maten en gew..
.
40.817
1
1
07.488
92.459
isa.
voor eigen rekening

.

111.106.651

Schoölgelden

………….

Verk. en verh. van huizen
185.914
563.838
532.075
55. voor rekening van derden

153.076.725
Ontv. waterleidingen …
51.581
129.291
95.682
5.
Andere deposito’s

……….3.642.433
272.139
749.847 712.431
268.425.809
307.575
864.783 800.987
Termijn-depositos
86.783
897.566
1.451.402
Onverdeeld provenu van de 53
0/0

Bakengelden

………….
Loodsgelden …………..
Diversen ……………..

Totaal….
2.856.064
9.166.803 9.291.355
obl. van de Internat. Duitsche
43.583.557 137.970.743

151.165.058
Rijksleening 1930

438.198.394
Totaal generaal….

Diversen

1.831.993
1)
Teruggegeven belaitinggelden.
1.085.720.801

652

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 Juli 1930

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.

heteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S. –

Disc. Visse1s. 3
25 Mrt ’30

1
Bel.Binn.Eff.
4

7Mrt.’30
Lissabon …. 8
28 Jjdi’28
Londen

3

’30
……
1Mei
Bk.
1Vrsch.ij3R’.C.4
7Mrt.’30
Madrid ……
519 Dec.’28
Athene

…….

..
9

2Dec.’28
N.-YorkF.R.B.24l9Juni30
Batavia ……….
4410 Mrt.’SO
Oslo

……..
4420Mrt.’SO
Belgrado

……..
5428 Mei ’30
Parijs

……24
1 Mei ’30
Berlijn

……….
4
21Juni’30
Praag

……4
24Juni’30
Boekarest……..
9 23
1’ov.’29
l’retoria

…. 6

17 Aug.’29
Brussel .
,
………
3

1 Mei ’30
Rome …….. 5419
Mei ’80
Budapest ………
54E8 Mei ’30
Stockholm

.. 34.
2 Apr230
Calcutta

……..
5
10 Juli’30
Tokio

……..4
180ct.’37
Danzig ……….
424 Juni20
Weenen …….
5423 Mei’ 30
Helsingfors ……
6428Apr.’30
Warschau….
6412 Juni’30
Kopenhagen

….
4

3 Mei ’30
1
Zwits. Nat, lik.
2410 Juli’30

OPEN MARKT.

1930
11

1929
1928
1914

12
Ju
1.
7112
30 Juni!
23128
8113
9j14
2
01
24

Juli
5Juli
Juni Juli
Juli Juli
Amsterdam
Partic.disc.
1111
1

I11
ji
15
j
1
11
j,t
13
1,e
131
4
_211
16

51165116
4_71
3116’116
Prolong.

I14-2
11I2-2

1’142
1
14
414-5
1
14
311
4
-4
2
1
14-
2
14
Londen
Daggeld…
1
1
1_
1
1
j43
1
1
14-4
1
1
j4_2
3314_5314

2-5
1
3
1
4
2
Partic.disc.
2
11
1:32-
3
!e
2
5
11(;-
3
18
2
3
1-
5
11
2
3
1-
7
j
55:16-I8
37J
4
41j
211
4
!,
Berlijn
Daggeld
. . .
3
1
12-5
2
1
I25
1
12
46
1
I2
1 ij26
6’I28
1
12
5-8′

Partic.disc.
30-55 d..
.
.
318
1
I2
3
1
12
3
1
12
73I,
71j
4
48j
4


56-90 d..
.

3’I8-
1
12
3
1
12
3
1
1
2

721,
1

614
1

2
1
l-
1
1,
Waren-
wechsel.

3114
3’14-I8
34-I8
7’14
11

6
5
1S-3
14
Wew York
Daggeld
1)
Partic.disc.
2-
1
j
21/s
2-3
1
14
2-
1
i8
2-34
2
1
‘-2
3
j,.
2-
1
(g
9-‘Ie
1
1
5
1
I4-Is
6-8′!,
11
4
1
I014
0
I42’1,

2)
Koers van II Juli en daaraan voorafgaande weken tjm Vrijdag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

oa ta
New
Londen
Berl(J,i
Par
(I
s
Brussel
Batavio
York’)
9
9
9 9

8 Juli

1930
2.485/,
12.09.!.4
59.294
9.784
34.744
100,
9

,,

1930
2.4811j,,
12.10
59.314
9.781
34.74
1001j,
10

1930
2.4811/
10

12.09+,
,

59.324 9.784
34.74
100V,
11

1930
2.485/,
12.09%
59.334
9.784
34.734
1001/,
12

,,

1930
2.4829/
16

12.098/,
59.33
9.784
34.73
1001j, 14

,,

1930
Laagsted.w.’)
2.489/
1
,
2.487/
10

12.09’/,
6

12.087/,
59.33
159.261
9.78
9.774
34.73
34.70
1001i,
100
Hoogste d.w’)
2.48
26
/
82

12.1.0%
59.344
9.784
3475
1
1001
/,
7
Juli

1930
30 Juni 1930
2.48s/,
2.481e/,,
12.098/,
12.09%
59.274 9.774
34.73 34.73
10)ij,
100
1
/,
59.304 9.774
Muntpariteit
2.48%
112.10y
4

59.26
9.75
34.59
1
100

Data
Zevit-
serlan
I
Weenen
Praat
Boeka-
Milaan
Madrid
9
1)
rest’)
“)
‘9

8 Juli

1930
43.28%
3.15
7.374
1.48
13.024
28.95
9

,,

1930
48.30
35.15
7.374
1.48
13.024
29.294.
10

1930
48.31
35.15
7.38 1.48
13.024
29.294
11

,,

1030 48.31
35.15 7.374
1.48
13.02
29.05
12

,,

1930
48.32
35.15 7.374
1.48


14

,,

1930
48.32%
35.1234
7.374
1.48
13.02
28.90
Laagsted.w.’)
48.25
35.07%
7.37
1

1.47
13.01
28.60
Hoogste d.wl)
48.34 35.17%
7.384
1.49
13.04
29.50
7 Juli

1930
48.2634
35.15 7.374
1.48
13.02
29.35
30 Juni 1930
48.22 35.15
.
7.38
1

1.48
13.034 27.174
Muntparil’it
48.- 35.-
7.3711.488
13.09 48.524

Data
Siock-
Kopen-
°
0 1

Hel-
Buenos-
Man.
kalm
9

hagen9
JO
Aires’)
ireal
1)

8Juli

1930
66.85
66.6241
66.624
6.26
89%
2.48
9
/
26

9

,,

1930
66.85
66.624
66.624
6.26
89%
2.48%
10

,,

1930
66.85
66.624
66.624
6.26
89% 2.485/
8

,,

1930
66.824 66.624
66.624
6.264
89%
2.485,
12

,,

1930
66.824
66.624 66.624
6.254.
90
2.486/,
14

,,

1930
Laagsted.w.2)
86.824
66.77j
66.60
66.574
66.60
66.574

6.254

89

2.48%
Hoogste d.w’)
66.8’4
86.65 68.65
6.264
90%
2.487/
1

7 Juli

1930
66.824
86.60
66.624
6.26,
88%
.
2.48118
30
Juni 1930
66.85
66.60
66.624
6.26
883/
6

2.482/,
Muntpariteit
66.67
66.55
06.67
6.264
95%
2.48%
9 Noteering te Amsterdam. •) Not, te Rotterdam.
1)
Part, opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE. NEW
YORK.
(Cable).

22
a
13
t
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterdam
($
per
£)
($,p.
iOOfr.)
($
p. 100 Mk.)
1($
p. 100
gld.)

8
Juli

1930
4,86
19
1,
3,933j,

23,85%
40,2211
9

9

,,

1930
4,867/,,
3,93ej
8

23,85%
40,20%
10

,,

1930
4,8614
393%’
23,86
40,21
ii

,;

1930
4,86
15
/
52

3,93%
23,861j,
40,2134
12

1930
4,86
16
/
3,935j,
23,86sf
40,22
14

1930
4,86
15
/
32

3,93%
23,86%
40,23%

15

Juli

19291
4,851/,,
3,9134
23,82
40,15%
lduiotpariteit
. .
4,8867 3,905j,
23,81%
402/,,

KOERSEN TE LONDEÎ’.

Plaatsen
en Noteerings-
28
Juni
1
5Juli
1
71’12
Juli
’30
1
12Juli
Landen

eenheden

1930

1930
I
LatipstelHoopstel
1930

AlexandrI9..
k’,ast.
p. X
97%
97%
977/,,
975/,,
97
1
4

p.0

375
375 374%
375%
375
Athene ……Dr.
Bangkok….
Sh.p.tical
1
1
,
10
1
/
8

1/101/
8

1/101/,
1
9%
Budapest

Pen.
p £
27.79
27.80
27.77
27.82
27.79
Buenos Aires
d. p.$
40
1
/
10

40’1
1
,
40% 40%
40
10
1
32

Calcutta
. . . .
8h.
p.
rup.
1j5
55
/,,
1/527/
35

1525/
s
,
157/
8

t/S’s,,,
Constantin..
Piast.p.0
1.025 1.025 1.025
1.025
1.025
hongkong
..
Sh.
p. $
1/3%
1/39/52

113
1135j
8

1/29/,
8h.
p.
yen
2/027/04

2/0
13
/
2

2/05/
1
,
2/07/,,
2/03/
8

Lissabon….
Escu.
p £
108%
108%
1081/
8

108
9
/
8

108%
Mexico’)….
$
pers
10.25 10.25
10.15
10.40
,
10.35
Montevideo
.
d.per.
42%
422/
8

42
42%
421i
Montreal

$
per £
4.861/
8

4.86%
4.86
4.86%
4.862/,

Kobe

…….

Rio
d. Janeiro
d. per
Mil.
59j10
5131
55/,
5

515/
33

53/
8

Shanghai

Sh.
p.
tael
116
11
/
32

1/6
1
/
s2

15%
1J69/,,
116%
Singapore
..
id.
p. $
213%
2/3%
2/321,33
2/3
27
/
32

‘l/3%
Valparaiso
2).
$
per
£
39.95
39.94 39.94
39.96
39.96
Warschau
..
Zl. p. £
43.364
43.34
43.34
43.43
43.364
I)
In het vervolg worden de Mex.
$
niet meer in penc. doch
in
£
genoteerd.

‘) 90
dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londen’)
N.York,’)
Londen
7

Juli

1930..

15j,
34
7 Juli

1930….
85101/,
8

1030..

15%
337j,
8

,,
1930.:.
8510%
9

1930..

1527/,,
‘/8
9
1930….
85/0%
10

1930..

16t/
16

34%
10
1930….
85/0%
11

,,

1930..

162/
8

34%
11
1930….
85;0%
12

,,

1930..

151sj
1
,
34al,
12

,,
1930….
85/0
1
/
32

13 Juli

1929.. 24%
52%
13

Juli

1929….
.
84/11%
27 Juli 1914. . 2416,, 159

27 Juli 1914… . 84111
‘)ln pence p.oz.stand.
1)
Foreign silver In Sc. p.oz.flne. ‘)in sli. p.oz.flne

STAND VAN ‘s RIJKS KAS.

Vorderingen.
1

30Jun1 1930

1
7 Juli 1930

/
13.125.854,08
1

485.018,67
Saldo b. d. Bank voor Ned. Oemeenten Voorschot
op
uit. Mei 30 aan de ge-
52.262,62

37.664,08

nieente
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en
opc. op
de
Rijksinkomstenbelasting …………
,,

4.123.461,05
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
.,,

62.530.601,03

,,

70.485.986,52

Saldo bij de Ned. Bank

…………..

Id. aan

Suîiname …………………

…4.123.461,05

11.411.401,95
,,

11.500.234,71
Id. aan

Curaçao ………………….
Kasvord. weg. credietverst.
alh.
buitenl
3.028.164,15
109.949.191,19
,,

2.983.742,73
107.782.301,36
,,

5.000.000,-

Saldo derpostrekeningen van Rijks-
comptabelen
…………………..

…. …

Daggeldleeningen tegen onderp…….

Vordering
op
het Algemeen Burgerlijk
15.101.132,61
23.936.247,46
,

.-

..


Pensioenfonds
1)

…….. ………………
Vordering
op
andere Staatsbedrijven’)
12.284.578,57′
,,

11.883.431,38

V
er
pil c
h tin ge n.

Voorschot door de Nederl. Bank ingev.
16
art.

van haar octrooi verstrekt Voorschot door de Ned. Bank inrek.

. –

Schatkistbilietten
1fl
Omloop
………
32.541.000,-
/
..
/132.541.000,-
courant verstrekt
……………….

,,

26.190.000,-
10.090.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank
– –

Schatkistpromessen
iii
omloop
……..

Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
5.640.752,50
2.506.995,98

.

,,

5.530.601,50
3.388.658.1
1
5
,,

Daggeldleeningen

……………………
Zilverbons in

omloçp
………………

Id. a.
t,.
Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.’)..
13.893.818,40
,,

17.025.485,54
Id.’aan andere Staatsbedrijven’)
……….
50l9,08
,,

73.019,08
Id. aan

diverse instellingen’)
………..
8.4 11.407,09
8.416.175,66
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.

5 Juli 1930
1

12 Juli

1930

Vorderingen:
Saldo

bij

‘s

Rijks kas
…………….


Saldo bij de Javasche Bank ……….


Verplichtingen:

…..

f
70.486.000,-

…..

f
73.176.000,-
7C0.000,-
1.450.000,-
Voorschot
‘s
Rijks

kas
…………….

Betaalmiddelen in
‘s

Schatkistpromessen…………………


..

Muntbiljetten In omloop
………….
,,
.24.890.000,-
24.394.000,-
Waarvan Muntbiljetten
……………..

Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
3.42.000,-
3.935.000,.-
Idem aan de Ned.-lnd. Postepaarbank.

.

1.060.000,-
1.161.000,-
Voorschot van de Javasche Bank….
,,
35.663.000,- 31.708.000,-

S

16 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

653

NÉDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 14 Juli 1930.

Aotiva.
Binnenl.Wis.fHfdbk. f 39.626.491,31
sels, Prom., :Bijbnk.

409.445,-
enz.indisc.(Ag.sch. ,, 10.558.239,-
j
r

50.594.175,31
Papier o. h. Buiteni. idiiiito ……,,

•- –
Idem eigen portef.
.
r
237.947.495,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
,,

-237.947.495,-
Be.leenn:n 11f dbk.
f
31.774.077,21
vrsch

Bijbnk.

10.046.748 16
in r:k-:rt. Ag.sch.49.500.314,17

f
91.321.139,54

Op Effecten ……
f
84.893.036,98
Op Goederenen Spec.
,,
6.428.102,56 9132113954

Vooraôhottén a. h. Rijk ……………… ,,

2.811.464,56
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
64.848.595.,-
Muntmat., Goud .. ,, 349.626.041,25

f 414.474.636,25
Munt, Zilver, enz. • ,, 26.058.562,88
Muntmat., Zilver..

440.533.199,13
1
)
Belegging i kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds ……………………,,

25.891.954,90
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,

5.000.000,-
Diverse rekeningen ………………,,

40.299.018,32

f 8114.398.446,76
Passiva.
Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,

7.199.946,44
Bijzondere reserve ………………,,

8.000.000,-
Pensioenfonds ………………….,,

6.697.697,50
Bankbiljetten in omloop ………….. ,,

822.187.875,_
Bankassignatiën, in omloop ……….,,

494.058,84
Rek.-Cour. ( Het Rijk
f


saldo’s: . Anderen,, 26.472.070,28

26.472.070,28

Diverse rekeningen ………………,,

3.346.798,70

f
894.398.446,76

Beschikbaar metaalsaldo ………….
f
100.468.321,33
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd is ,, 251.170.800,-
1)
Waarvan In het buitenland
f 23.890.447,18.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud

Andere I Beschikb.
I
Dek-
Data

Circulatte
I
o
L
pieulden
i.
ischb. Metaal- kings
Munt
1
Muntmat.

saldo ‘)I perc.

14 Juli’ ’30 84.849 349.626 822.188 26.966 100.468
1
52
7 ,,

’30 64.853 367.054 833.931 20.154 115.624
30 Juni 30 64.861 367.054 843.171 32.117 107.805 52
23 ,,

30 64.870. 367.054 790.921 61.570 117.320 54
16

’30 64.873 367.054 806.139 54.024 113.629
10

‘ ’30 64.878 367.054 816.879 45.043 112.312

53

15 Juli ’29 05.856 378.669 812.765 18.815 132.079 56

25 Juli

’14 65.703 96.410 310.437

8.198 43.521

54

TotaalSchatkist- Be –

Papier

Diverse
Data

bedrag promessen
ni
e
ne
e
n

op het

reke-

disconto’s r

g__- buit enl. nin gen
Z)

14 Juli 1P30 50.594

91.321 237.947 40.299
7 ,, 1930 49.518

87.289 237.805 35.777
30 Juni 1930 50.100

108.527 237.689 34.241
23 ,,

1930 51.092

86.756 237.570 31.753
16

1930 51.898

89.084 237.518 36.842
10

1930 52.386

91.857 237.432 36:231

15 Juli 1929 70.992

‘ –

102.614 176.135 33.798

25 Juli 1914 67.947

61.686 20.188

509
l Sedert den bankstaal van.
14
Jan. ’29 weder op de basis van
Bil
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Andere

ID ree
k
‘Data

Metaal

ff

.opeischb. Discont.
ngn1

schulden

31 Mei 1930.) 926

1.468

508

1.034

506
24

‘ 1930..

915

1.297

532

1.033

498
17

,,

1930-

925

1.377

533

‘1.029

502

10 •,

1930.

947

1.399

631

1.021

491

1 Juni 1929-

840

1.685

660.

973

315

.5 Juli ‘ 1914…

645

1.100

560

735

396
‘)’Sluitp. der activa.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. be
samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb.
schulden
metaal-
saldo

12 ,Juli 1930

16

T.500
78.’200
50.800
29.900′
,,

1930
162.200
276.900 52.000
30.640
28Juni1930

163.400
273.800 53.000
32.680

14 Juni1930
138.895
1

24.619
279.338
47.373 32.830
7

,,

1930
138.924

27.761
276.413
49.623
36.271
31 Mei 1930
138.933

27.350
272.725
49.399 37.433
24

,,

1930
138.961

27.409
272.153
50.003
37.508

13 Juli1929
153.347

20.413
308.103 44.890
32.563
14 Juli1928
173.617

13.519
317.185 47.673
41.1932

23 Juli 19141
22.057

31.907 110.172
12.634
4.842

Wissels,
Dek-
o
a a
Dis- buiten
Belee-
kings-
conto’s N.-Ind.
ntngen
e e-1

ngen
percen-
_____________
betaaib.
lage

12 Juli1930
138T00
•••
49
5

,,

1930
156.600
*55
49
28Juni1930
151.700

•**
50

14Juni1930
10.428

41.782 46.848
41.821
50
7

,,

1930
9.862
36.522
47.624
43.978
51
31 Mei 1930
9.583
37.520
53.640
34.127
52
24

,,

1930
9.590
39.06
50.057 34.423
52

13 Juli1929
10.832
27.008

112.432
“30.798
49
14 Juli1928
15.133
22.573 88.838
54.238
51

25Juli1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44
1)
Sluitpost

activa.

2)

Baal*
It.
metaaldekking.

BANK VAN ENGELAND.
Vuor,i a.intste
posto i,n duizenden pondeu sterling.

Bankbilf.
Bankbilj.
Other Securtttes Data
Metaal
in
in Banking
Dlsc.and
s

t
circulatie
Departm.Advances

ecurl

e

9 Juli

1930
156.585
363.804
51.904 6.266
19.911
2

,,

1930
157.298
363.583
52.738 29.917
19.408
25 Juni’-1930
157.773
358.532

58.350
15.899
15.340
18

,,

1930
157.490 359.247 57.363
7.099
16.641
11

1930
157.180
364.002
52.259 6.804
13.943
4

,,

1930
156.879
359.799 56.190 6.476
12.717

10 Juli

1929
155.712
368.840
45.655
16.182
23.487

22 Juli

1914
40.164
29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.
Bankers

Other
IAccountsl

1 Reservel
kings-
1
perc.’)

9 Juli ’30
54.126 9.264
69.533

36.237 52.782
45is
2

,,

’30
49.076
11.671
84.305

38.063
53.645
40
25Juni’30
48.856
21.505
83.776

36.114
59.241
48221
122
18

’30
46.476
16.578
58.332

35.687
58.243
52
19
/
11

’30
46.311 8.239
58.822

35.383
53.
1
1
51291 32

4

,,

’30
58.81
8.878 71.082

36.909
57.080
48
13
j,

10 Juli ’29
43.292
9.230 65.360

37.168 46.872
4129/

22 Juli
’14
11.005
13.736
42.185 29.297
52
1)
Verhouding
tuaschen Reserve
en Deposlts.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen 1 ranes.

‘Waarv.
Wis-1
Belee-
Renteloos
Data Goud’) Zilver
lTeioedl
ine
sels
1
op het
1
ningen

I

voorschot
buttenl. butteni.
a.d.Staai

4Juli’30
44.170
346
1

6.904
1
24406
1
18.731
2.836
3.200
27Juni’30
44.052
331 i’6.905
125.0201
18.728
2.693
3.200
20

1
30
44.005
319

6.820
123.6261
18.683
2.721
3.200
13

’30
43.900
3141 6.864
I23.579
18.678
2.734
3.200

5Juli ’29
36.650
646 t 7.304
126.1921
18.460
2.525
3.200

23Juli’14
4.104
640


1

1.5411
8
769

fons
P.
d.I
Diver-

t

Rekg. Courant
Data
zelfst.
amort. k.
sen
I

Circula iie
1

Staat
1
Zeifst.
amorf.k.Iculleren
1
Pont-

4 Juli ’30
1

5.395
1.855
t

73.260

t

3.474
4.048
6.552
27 Juni’30’
5.395
1

1.766
1

72.594 3.042
1.895
10.420
20

‘301
5.395
1

1.879
71.846
3.199 1.820
9.340
13

,,

‘301
5.395
1

1.591
1

71.936
1

3.516
1.935
8.605

5Juli ‘291
5.769 1.785
1

64.841
5.787
5.669
6.541

23Juli’141

1


1

5.912
401

943

1) Bij
de stabilisatie
is
de goudvoorraad gewaardeerd volgens de
nieuwe waarde van den franc.
2)
Slultpost activa.

854

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 Juli 1930

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

*
Daarvan
Deviezen
Andere

Data
Qoud
bij bui-
alsgoud-
wissels
Belee_
teni. circ. dekking
en
ningen
banken
1)

geldende
cheques

7 Juli

1930
2.618,8
149,8
422,7
1.646,3
,55,8
30 Juni 1930
2.618,9
149,8
459,0
1.777,1
185,8
23

1930
2.618,9
149,8
457,2
1:348,1
55,3
14

1930
2.618,8
149,8
422,2 1.543,8
55,1
7

1930
2.618,8
149,8
379,8
1.792,6 67,1
6 Juli

1929
1.994,5
101,0
368,9
2.888,1
79,9
30 Juli

1914
1.356,9

.


750,9 50,2

Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.- Diverse
ten
Actipai,i
latle
Crt.
Passiva

7 Juli

1930
101,1
585,8
4.492,0
381,1
218,0
30 Juni 1930
101,0
589,3
4.685,4
491,8 213,6
23

1930
101,0
620,5
4.038,0
648,6
212,9
14

,,

1930 101,0
620,0
4.278,8
537,4
219,8
7

1930
101,0
612,8
4.572,7
448,8
211,0

6 Juli

1929
92,9
523,1
4.610,0
603,8
331,0
30 Juli

1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
L)
Onbelast.
1)
W.o. Renten bankscheine
7Juli, 30, 23,
14,
7juni’30,
6 Juli
29, resp. 51; 12; 50; 51; 49;
13 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen Beigas.

Data

Ooud
‘-

o

;-

n
.ci

Rekg. Cr1.

u

1930

o
0
ci

__

10 Juli
1202 794

783
32

——-


3.013
10
103
3

,,
1202
.728

770
40

2.971
8
75
26 Juni
1202
734

785
.
38

2.902
3
167
19
1202 715
45
770
32
310
2.885
20
127
11

,,
1200 715
45
785
32
310
2.920
9
118
11 Julil
1009
458

799
56

2.581
16
86
1
)1929.

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA
– FEDERAL RESERVE BANI(S.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,
Totaal
Dekking
In her-

1
disc.

. d.
1
I. de
o
bedrag
F. R. Notes
Zilver
etc.

pen

member 1
markt
banks

1
gekocht

18Juni’30
3.067,2
1.636,1
166,7
206,8
132,8
11

,,

’30
3.079,5
1.662,6
164,7.
210,5
148,2
4

’30
3060,6
1.641,6
164,7
239,7
189,2
28 Mei’30
3.057,3
-1.634,6
,

163,5
247,0
175,6
21

,,

’30
3.076,5 1.661,2
171,6
210,0
186,9
14

,,

’30
3.074,1
1.681,5
174,2
210,5
171,0

19 Juni’29
2.880,3
11.437,8
166,4 959,1

1
87,0

Data
Belegd
In U.
s.

F. 1?.
Notes

Totaal

– –
Oesforf
Dek-
1
Al’em.
1

Dek-
Qov.Sec.
in circu-
Kapitaal
kings-
1
kings-
lat ie
perc.l)
1

perc.
)
___________
18Juni’30
597,6
1.419,3
2.464,6
189,7
78,9
83,3
11

’30
578,7 1.447,0
2.463,2
170,6
78,7
83,0
4

’30
543,8
1.457,3
2.464,5
170,6
78,0
82,2
28 Mei’30
529
1
8
1.465,9
2.420,8
170,5
78,6
82,9
21

’30
528,3
1.452,7
2.438,9
174,2
79,0
83,5
14

’30
527,9
1.464,9
2.420,8
174,2
79,1
83,6

19 Juni’29
139,5 1.649,2
2.368,7
158,4
71,6
75,8
1)
Verhouding totalen goudvoorrad tegenover opeiachbare
schulden:
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

TPrRTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data
Aantal
banken1

Dis-
1

conto’s
en
beleen.

t
1

Beleg-
1

gingen
1

rve

R
L,nks

Totaal
1

depo-
so
1

it’s

Waarvan
time
deposits
I

11
Ju
48
16.966
5.917
1.783
20.888
7.182
4

,,

’30
67
17.038
5.919
1.775
20.822
1

7.161
28 Mei’30
67
16.837 5.889
1.742
20.591
1

7.159
19

’30
43
16.806
5.855
1.757
20.564
7.132
12

,,

’30
47
16.806 5.811
1.755
20.618
i

7.100
12Juni’29
628
16.364
.
5.740
1.682
19.863
6.709
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

.

. GOEDERENHÂNDEL

GRANEN.

15 Juli 1930.
Eiticle vorige veek is het regeeringsrapport van Washing-
tou ge)ubIiceerd ôver den stand van t a r w’ e
iit
dc Ver-
eenigde Staten,
61).
1. juli. De daarin gegeven schattingen vati dc opbrengst wijken niet veel af van liet gemiddelde
der een week eerder bekend geworden schattingen door
particuliere oogst-experts, welke ‘ voor vintertarw’e
552.000.000 bushels en voor iomertarve 259:000.000 bushels
bedroegen. Het rceeriugsrapport raamt de opbrengst van
wintertirrwe op 558.000.000 bushels en van zoiitertarve op
250.000.000 bushels. Voor w’intertarwO is de schatting 26
niillioeii bushels grooter dan een maand geleden, doch 20
millioen kleiucr diali het vorige jaar werd geoogst. De
O)breugst van zomcrtarve wordt 22 millioen bushels groo-
ter geraamd dan die in het vorige jaar. Is dus nu het totaal der geschatte tarwe-opbrengst 808.000.000 bush1s, in het
vorige jaar bedroeg zij 806.508.000 bushels. Van die op-
brengst van verleden jaar zijti iiog belangrijke hoeveelheden
over. ])ezer dagen werd die voorraad ii.i de Vereenigdie
Staten geschat op 191.500.000 bitshels tegen 179.200.000 in
het einde van Juni van het vorige jaar. Het binnenhalen
van den w’intertarwe-oogst vindt iii de Vereenigde Stateii
snellen voortgang en de resultate4 blijven bevredigend.
Vooral de kwaliteit is beter dan men had gehoopt en een
grooter gedeelte der aanvoeren (lan gewoonlijk het geyal
is, beantwoordt aan cle eischen voor de hoogste gradeering.
Uit het gebied der zomertarwe luiden de berichten weder
gunstiger, nadat op sommige dagen der afgeloopen week
uit verschillende streken klachten werden veraomen over
droogte en overmatige hitte. Men neent dan ook, dat de
toestand in het zomertarwegebied nu niet meer zoo gun-,
stig is als toen de oogstrapporten werden samengesteld.
Ook door de Canadeesche regeering is in de vorige week een oogstrapport gepubliceerd, echter zonder een ramiug
van de opbrengst. De in Canada met tarwe bebouwde opper-
vlakte wordt geschat op 24.583.000 aeres tegen 25.255.002
in liet vorige jaar. De conditie van de tarwe wordt aange-
geven met 91, wat 5 punten lager is dan op 1 Juni en
3 punten hooger dan in het vorige jaar, toen Canada erli
stig van droogte te lijden had. In Manitoba zijn op het
oogenblik de omstandigheden gunstig en daar worden de beste resultaten verwacht. Ook in het Noorden en Oosten
van Saskatehewati en in het Noorden van Alberta is de.
toestandgunstig. Minder gunstig zijn de vooruitzichten in
het centrum en het Zuiden dezer beide provincies. Voor
cle uitkomsten bij het oogsten in Canada zal veel afhangen
van de weersomstandigheden in de eerstvolgende, weken.
Aan de hand van de door de rcgeering gepubliceerde cijfers
meent men in han.delskringen cle opbretigst te moeten
ramen op 370.000.000 bushels. De prijzen aan cle termijn:-
markten in Noord-Amerika zijn in dezen tijd sterk afhan-
kelijk van de weersomstandigheden in cle zomertarwe-gebic-
den van de Vereenigde Staten en Canada, en van de be-
richten, welke dagelijks bekend worden gemaakt. Tamelijk
sterke schommelingen kwamen voor; in het begin der week
waren het bijna steeds verhoogingen, :doeh later gïgen die
gedeeltelijk weder verloren. Vergeleken bij een week ge-
leden sloot de Juli-termijn te Chicago dc. per 60 lbs.
lager, de Juli-termijn te Winnipeg % d.c. en de October-.
termijn Y
2
1 dc. lager. In de afgeloopen week werden naar
Engeland flinke zaken in tarwe afgesloten, vooral in spoe-
dige posities ter dekking van de dadelijke behoefte. Anieri-
kaansche hardwinter wordt dringend aangeboden en ook
Manitobas zijn geregeld aan de markt. Beide soorten onder-
vinden niet alleen concurrentie van La Plata-tarwe, doch
ook van Australische, Indische en Russische. In cie laatste
drie soorten kwamen in de afgeloopen week belangrijke
zaken tot stand. Op het Contine’nt was de vraag minder
levendig en bepaalden de omzetten zich meer tot verschil-
lende Argentijnsche partijen. De vooruitzichten in Argen-
tinië zijn op het oogenblik gunstig. Het weer is er-kouder
geworden, wat te snelle groei van de pas gezaaide tarwe
tegenhoudt en van gunstigen invloed is op het verrichten
van arbeid te velde. De stemming aan de Argentijnsche
termijnmarkten was op de meeste dagen der afgeloopen
week niet vast en het slot te Buenos Aires was voor
Augustus 19 cents en te Rosario 25 cents per 100 KG. lager. In Australië heeft het flink geregend, ,wat op de
uitgezaaide tarwe van gunstigen invloed was en de hoeren
in de gelegenheid stelde goeden voortgang te maken met
dcii verderen uitzaai; Men koestert in Australië ho’op op
een record oogst, daar de bebouwde oppervlakte grooter is
dan rooit te voren. Over de vooruitzichten in Europa luiden
de berichten gunstig, behalve in Frankrijk, waar de weers-
omstandigheden veel te wenschen laten en in Italië waar
een aanmerkelijk kleinere opl?rengst wordt veri’acht dan

16 3uli 1930

ECONÖMISCi-STATISTISÇHE ‘BERICHTEN

655

AANVOEREN in tons van
1000 KO.

Rotterdam

Amsterdam

II

Totaal
A ,tlkelen
6112 Juli

Sedert

Overeenk.
1
6/12 Juli t

Sedert

1 Overeenk.

I3O
1930

1
1 Jan. 1930

tijdvak
1

1930

1Jan. 1930

tijdvak 1929

1929

27.227 692.809
905.631
790
26.554
70.86
719.363 976.494
Tarwe

………………
Rogge

……………..
903
232.453
113.362

24.650

257.103
113.362
Boekweit …………..
.876
9.135
12.526
45
1.512
40
10.647
12.560
MaIs ……………….
6.703
504.975
361.857
1.350
88.788
103.615
593.763
465.472
5.568
249.207
214.048
103
20.358
1.831
269.565
215.879
108.857 112.966
.

2.812 2.746
111.669
115.712

Gerst

……………..

Lijnzaad

…………..
45.657
92.019 3.877 152.370
210.457
198.027
302.476

Haver

……………..1.575
2
..481
846
89.142
126.756


250
89.142
127.006
Lijnkoek

……………..
Tarwemeel

………….
2.688
67.665 48.310
165
19.781
16.217
87.446
64.527
Andere
meelsoorten
164 =_
10.870
9.441


10.870 9.441

in het vorige jaar. Met het oog op de minder gunstige
vooruitzichten in Frankrijk worden voorraden van den
ouden oogst in mindere mate ter markt gebracht en is
het aanbod van Fransche tarwe in omliggende landen ver-
minderd. In de overige landen van Europa is niet veel
verandering in de vooruitzichten gekomen. In Duitschiand
zijn zij goed, hoewel niet in die mafe als een maand geleden.
De conditie van wintertarwe in Duitschland wordt op
1 Juli volgens een onlangs gepubliceerd officieel rapport
aangegeven met het cijfer 2.4 tegen 2.3 op 1 Juni. Van
zoinertarne met 2.7 tegen 2.5 op 1 Juni. Ïn het Duitsche
systeem beteekeiit 2 go&l en 3 gemiddeld. In Midden-
Europa en in Polen heeft tarve van droogte te lijden ge-had. in. Hongarije wordt hoog opgdgeven van de goede
kwaliteit, welke dit jaar zal kunnen worden aangeboden.
In Roemenië, Bulgarije en Rusland blijven de vooruitzich-
ten onveranderd gunstig. Voor r o g ge bestond in de afgeloopen week weder wei-
nig belangstelling. Het Duitsche rapport geeft den stand
van winterrogge aan met 2.6 tegen 2.4 op 1 Juni en van
zomerrogge niet 3 tegen 2.7 op 1 Juni. In handelskringen
meent men veelal, dat de opbrengst dit jaar bij die van
het vorige.ten achter zal’blijven. In de Vereenigde Staten wordt volgens het regeeri ngsrapport de i’ogge-opbrengst
geschat op 48.000.000 bushels tegen 40.629.000′ bushels in
het vorige jaar. Het Canadeesehe rapport schat de met
rogge bebouwde oppervlakte op 1.092.000 cres tegen 992.000
acres in het vorige jaar. De stand wordt geschat op 1 Juli
op 90 tegen 91 op 1 Juli 1929.
De stemming voor m al s, die in de tweede helft der
voorafgaande week vaster was geworden, verbeterde nog verder in de eerste helft der afgeloopen week, tengevolge
van goede consumptievraag en matig aanbod. Voor spoedig
verwachte partijen werden zeer hooge prijzen betaald en ook
voor stoomende mais, welke niet meer in deze maand
binnenkomt, werden eenige guldens per last hoogere prij-
zen betaald. Op af lading kwamen geen groote zaken tot
stand. ])e weersomstandigheden zijn in Argentinië ver-
beterd en het is er kouder geworden, waardoor de Ïnaïs in
betere conditie komt en geschikt om naar Europa te wor-
den verscheept. De ver hepingen van Argentinië waren
in de afgeloopen week ‘n ook aanmerkelijk grooter dan
in de voorafgaande weken en er is meer aanbod door af-
laders van in deze maand uitgaande booten. Door het Ar.
geatijnsche ministerie van landbouw is een nieuw’e schat-
ting bekend gemaakt van cle opbrengst van lnaïs. Deze
luidt nu 20.100.000 quarters. Dit is 500.000 quarters lageï-
dan de vorige schatting, terwijl de laatste schatting in het
vorige jaar 27.075.000 quarters bedroeg. De opbrengst van

het vorige jaar was echter onderschat, cii velen meenen,
dat zulks ook nu het geval zal blijken te zijn. Van de Donau-
havens bleven de verschepingen van ongeveer gelijke
grootte. Het aanbod van Donauniaïs is niet dringend, daar
de boeren bezig zijn met het binnenhalen van den gerstoogst
en er bij de tegenwoordige lage prijzen geen voordeel in
zien veel mais ter markt te brengen. De grootere versche-pingen van Plata- en Donaumaïs tezaaien en verminderde
consumptievraag hebben iii cle laatste dagen de stemming
iets doen verflauw’en en cciie kleine prijsverlaging ver-oorzaakt. ])e Argentijnsehe terniijnmarktn zijn op som-
mige dagen gedaald. Het slot voor Augustus was te Buenos
Aires en te Rosario 20 cents per 100 I.K.G. lager dan een
week geleden. De vooruitzichten van den nieuwen maïs-
oogst in Roemenië luidu over het algemeeii gunstig. Wel
werd geklaagd over droogte, waardoor volgens sommigen,
groot gevaar zou ontstaan, doch latere berichten spreken
van lichten regen. Binnenkort zal echter toch flinke regen-val noodig zijn. in Zuid-Afrika wordt de maïsopbrengst nu
geschat op 9.770.000 quarters. De vorige schatting was 10
millioen quarters. Geregdld wordt Zuid-Afrikaansehe mais
aangeboden, doch de omzetten op het Continent zijn nog
beiierkt. In Engeland komen in deze maïssoort vrij geregeld
zaken tot stand.
De prijzen voor g e r s t zijn in het begin der vorige week
ook eerst nog eenigszius opgeloopen, doch daarna is een
verlaging van verschillende guldens per last gevolgd. ‘rot
de lagere prijzen bestond belangstelling voor stooinende
partijen, waarvoor een kleine premie boven latere afladiug
werd betaald. In Roemenië
,
is men druk bezig met het bin-
nenhalen van den gerstoogst, welke goede resultaten op-
levert. In Duitschlaud spreekt men nog over de mogelijk-
heid, dat het invoerrecht op gerst zal worden verlaagd, ter-
wijl dan het vermengen van voergerst met Duitsche rogge
verplichtend za.l worden gesteld. Duitsehla.nd importeert
ook nu met het hooge invoerrecht buitenlandsche gerst,
doch de gekochte hoeveelheden zijn veel kleiner dan anders
het geval zou zijn. De gerstopbrengst in de Vereenigder

Staten wordt op 1 Juli geschat op 332.000.000 bushels
tegen een opbrengst in het vorige jaar van 307.105.000
hushels. Nadat eenige zaken in Noord-Amerikaansche gerst
tot stand wareu gekomen, hebben geen nieuwe omzetten
plaats gevonden, x1aar eerst de Amerikaansehe prijzen
werden verhoogd en later de Donau-soorten weder voor-
deeliger werden aangeboden. De met gerst bebouwde opper-
vlakte in Canada wordt geschat op 6.050.000 acres tegen
5.920.000 acres in het vorige jaar. De stand wordt aange-
geven met 97 tegen 92 een jaar geleden.
Voor h a v e r bestond weinig belangstelling. Het aan-

N.V.

INDUSTRIEELE DISCONTO MAATSCHAPPIJ

AMSTERDAM

LONDEN

BERLIJN

PARLJS

JOPENHAGEN

Maatschappelijk Kapitaal
f
25.000.000.-

Volgestort geplaatst / 12.500.000.-

De Maatschappij financiert de aanschaf fing op termijnbetaling

van Industrie-machines, Landbouwmachines, Zuivel-,

installaties, Kantoor- en Winkelmachines,

Bedrijfsautomobielen, enz. enz.

656

ECON’OMÏSCH-STATISTISCHÈ BÉRÏCHTËN

. 16 ,Juli 1930

bod van buitenlardschc haver is niet groot, doch er is ook
slechts matige vraag. In dc Vereenigde Staten wordt cle
haveropbrengst gescllat op
1.329.000.000
busbels tegen.
:1.238.050.000
liushels in liet vorige jaar. in’ Canada schat
het regeeringsrapport dc bebouwde oppervlakte op
12.815.000
acres tegen
12.479.000
acres in 1929.
De stand
wordt aangegeven als
98 tegen
92
een jaar geleden.

SUIKER.
De afgeloopen week gaf
01)
alle suikermarkten een loome
stemming te zien. Iii A iii e r ik a ging zoo goed als niets in’ ruwsuiker, om.
Wi1ltt & Gray becijferen dc consumptie dci Ver. Staten
gedurende de eerste 6 maanden van dit jaar op
2.860.000

tons tegen
3.009.377
tons over hetzelfde tijdperk in
1929

en
2.654.935
tons
in 1928.
De N e w-Y
0 1
k s c Ii e termijnmarkt, waar cle
prijzen
nogal fluctuccrcLen, sloot flauw met cle volgende noteerin.
gen: Juli
1.16;
Sept.
1.28;
Dec.
1.37;
Jan.
1.38
en Mrt.

1.46, terwijl de laatste noteering voor Spot Centr.
3.33
was.
De ontvangsten in cle Atlantische havens der V. S. be-
droegen deie wtek
64.000
tons, de versnieltiugen
62.000
tons tegen
46.700
toiis verleden jaar en cle voorraden 431.000
bas tegen
686.900
tons.
De laatste Cii b i-statistick is als volgt:

1930

. 1929

1928
Tons Tons Tons

Cubaproductie
…………..4.671.260 5.156.315 4.037.833

Consumptie
…………….53.112 76.315
111.000
Weekontv. afcheephavens.

37.010

46.932

38.958

Totaal sedert 111
……….3.025.259 4.129.966 3 042.739

Weekexport
…………….86.633

96.028

70.331

Totale export sedert 1/1

1.600.262 2.880.751 1.910.960
Voorraad af scheep havens.. . . .
1.581.294 1.249.944 1.127.054
Voorraad binnenland
……..1.436.592 950.034 884.094

E u ge 1 a
11(1:
VoOr Ruw’suiker bestond weinig belang.
stelling. De termijnmarkt te Londeii was nogal prijshou-
dend. Aan het einde der week luidden de noteeringen

Augustus
……
Bietsuiker 88
0
fob. Sh.
55-
December

,,

,,

,,

,, 510
Januari
……..
Rietsuiker
960
cif.
,, 0/9
Maart ……….,,

,,

,,

,, 7!4
Mei ………….,,

,,

,,

,,

713

De Board of Tradc Statistiek over Juni wordt met cle
volgende cijfers bekend gemaakt:

Juni

Jan./Juni
1930

1929

1930

1929
Tons

Tons

Tons

Tons
Import Ruwsuiker
.. 177.468 144.037 819.002 1.012.430
(leraffineerd .

7.091

5.261

28.317

28.565

Totaal.
… 185.559 149.298 847.319 1.040.995
Voorr. Binni. suik.

15.500

15.350


Voorraad in entrepôt
169.250 141.650


Tot.,,DutyPaid”suiker
184.525 199.319 952.309 1.025.119
Totale export

13.100

6.293 104.904

93.363

De stemming in J a v ii blijft lusteloos, iiovel de
V.I.S.P. voor
2300
tons No.
16
&/hooger
f
S.- kon he.
dingen en voor een luttel partijtje Superieur
f9.-.
Het rendepient van
137
fabrieken was op 1 Juli onge-
veer een half percent lager dm1 verleden jaar.
H i e r te 1 a n cl e kwamen de . noteeringen op de Am-
sterciamsehe terniijnma.rkt deze week tot onder
f
9.-.
Het
verloop van de markt was oninteressant. De noteeringen
luidden aan het slot als volgt: Aug.
f
9Y
8
it
f
9.-;
Dec.

T
9%
it
f9;
Mrt. f10.- en Mei
f
10% %. De omzet
bedroeg
2550
tons.
KATcEN.

I’vîarkthericht van cle Heeren Sir Jacob Bebrens & Sons.

Manchester, d.d.
9
Juli
1930.
liet belangrijkste feit in de Aaiierikaansehe katoennarkt
in de afgeloopen week, lwas cle publicatie van het Washing

ton Bureau-Rapport, betreffende de bdboiwde oppervlakte,
hetwelk gisteren gepubliceerd werd. Het totaal bedraagt
45.815.000
acres tegen een gemiddelde van
45.306.000
balen
voor devoorct.fgann’de drie jaren en 2,7
procent minder dan verleden jaar. Dit w’ns in overeensteming met de verwach-
tingen; New-York sloot met Juli
14
punten lager en de .ndere
maanden onveranderd tot
5
punten lager. Liverpool Oeto-
herfittures sloten iS punten lager, doch openden vanmorgen
S punten .hooger. Prijzen hebben zich in Liverpo.ol •tulsclleii
nauwe grenzen bewogen en waren de ,,noonprijzen” gelijk aan
clie in onze laatste publicatie genoteerd. Egyptisohe katoen
is eveneens vast geweest. De locovraag iwas de vorige week
slechts beperkt en het is ‘wel vermeldenswaard, dat liet per-
eentage American spotsales weer minder dan de helft van

STÂTIS1ISCH OVERZICH

.
.

TARWE
FlardWinter
No.2 loco
Rotterdam(
Amsteram

R000E
AmericanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.

MAIS
La Plata
loco
R’dam/A’dam
per 2000 K.G.

GERST
Amer.

0.2 ,
loco
Rotterdam

LIJNZAAD
La Plata
loco
R’damlA’dam
per 1960 K.O.

STEENKOLEN
Westtaalschej
Hollandsche bunkerkolen,
ongezeefd f.o. b.
R’damlA’darn
PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
t(m 33.9°

pbl

IJZER
Cleveland
,
Foundry No3
f.o.b.
i
ddlsbrough

KOPER
Standaard
Locoprijzen
Londen
per Eng. ton

.
II.
Olo

II.
Olo

II.
01
11.
°h
.fl.
eis
f1.
1/0
Oj
Sh.
°Io
£
0
10
Jaargemidd. 1925
17.20 100,0
13,07
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
10,80
100,0
1.68
100,0 731-
100,0
62.116
100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
17,90
165,7 1.89
112,5
8616
118,5
58.)1-
93,5
1927 14,75
85,8
12,47
5

95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,53
78,4
11,25
104,2
.30
77,4
73
1

100
1
0 55.141-
89,7
luni

1927
15,60
90,7
13,20
101,0
175,25
75.8
246,00
104,2
372,75
80,6
11,00
101,9
22
72,6
701-
95,9
54.216
87,2
Juli

15,10
87,8
12,05
92,2
171,50
14,1
235,75
99,9 367,75 79,5
11,10 102,8
.22 72,6
701-
95,9
53.19j-
86,9
Augustus

,,
14,87
5

86,5
11,45
87,6
178,50
77,1
252,50
107,0
368,25 79,6
11,05 102,3 1.22
72,6
69/-
94,5
55.516
89.0
September
14,70
85,5
12,15
92,9
179,50
77,5
233,25
98,8
369,50 79,9
10,90
100,9
1.22
72,6
65/-
89,0
54.13/-
88,0
October


13,72
5

79,8
11,45
87,6
178,75
77,2
230,50
97,7 359,00
77,6
10,90 100,9
1.22
72,6
651-
89,0
55.51-
89,0
November
13,45
78,2
12,12
5

92,7
184,75
79,8
233,25
98,8
349,75 75,6
10,65
98,6
1.22
72,6
651-
89,0
59.1/-
95,1
December ,,
13,40
77,9-
12,57
5

96,2
201,00
86,8
246,25
104,3
348,25
75,3
10,60
98,1
1.22
72,6
651-
89,0
60.2/-
96,8
Tanuari

1928
13,50
78,5
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00
78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-/-
99,9
Februari
13,80
802
12,87
5

98,5
226,50
97,8
243,75
103,3
.361,00 78,0
10,00
92,6
1.21
72,0
651-
89,0
61.121-
99,2
Maart

,,
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75
75,8
9,95
92,1
1.19
70,8
6516
89,7
61.316

98,6
April
15,30
88,9
14,97
5

114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
661-
90,4
61i4/6
99,4
Mei

,,
15,30
88,9
15,47
5

118,4
2313,50
103,0
260,75
110,5
372,00
80,4
10,60
98,1 1.19
70,8
66/-
90,4

62.151-
101,1
luni

,,
14,37
6

83,6
14,27
5

109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
63.171-
102,9
Jul]

,,
14,25
82,8
13,07
5

100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75
77,8
10,10
93
1
5
1.19
70,8
66/-
90,4 62.181-
101,3
Augustus
12,00
69,8
12,625
96,6
214,75
92,8 226,75
96,1
350,75
75,8
10,05
93,1
1.21
72,0
66/-
90,4
62:10/6
100,7
‘September
11,65
67,7
11,57
5

88,5
198,75
85,9
198,25
84,0
350,75
75,8
10,00
92,6
1.21
72,0
661-
90,4
63.81-
102,1
October

,,
12,27
5

71,4
12,27
03,8 218,50
94,4
189,50
80,3
366,00
79,1
9,95
92,1 1.19
70,8
661-
90,4 65.121-
105,7
November
12,32
5

71,7
12,07
5

92,4 227,25
98,2
185,50
78,6 386,25
83,5
10,20
94,4
1.18
70,2
661-
90,4
67.181-
109,4
December

,,
.12,30 71,5
11,90
91,0 220,25
95,1
180,50
76,5
373,75 80,8
10,10
93,5
1.18
70,2
661-
90,4
70.31-
113,0
lanuari

1929
12,35
71,8
12,20
93,3 231,50
100,0
194,25
82,3
365,00
78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,7
1ebruari

,,
12,72
5

74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5
357,25
77,2
12,90 119,4
1.11
66,1
66/6
91,1
78.-16
125,7
Maart

,,
12,65
73,5
12,62
5

96,6
233,00
100,6
191,75
81,3 359,00
77,6
12,00
111,1
1.11
66,1
671-
91,8
89.8/-
144,0
April

,,
12,12
5

70,5
11,62
5

88,9 218,00
94,1
185,25
78,5 373,25
80,7
11,05 102,3
1.11
66,1
681-
93,2
82.1716
133.5
Mei

,,
11,125
64,1
10,57
5

80,9
108,25
.85,6
177,50
75,2
363,50
78,6
11,15 103,3 1.16
69,0
6916
95,2
75.416
121,2
Juni
10,87
5

63,2
10,20
78,0
193,50


83,6
171,25
72,6 355,25
76,8
11,25 104,2 1.30
77,4
711-
97,3
74.111-
120,1
Jul]

,,
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191,25
81,0 415,50
89,8
11,25 104,2
1.30

.
77,4
7216
99,3
72.1216
117,0
Augustus

,,
13,12
5

76,3
10,75
82,2
202,50 87,5
182,75
77,4
452,50
97,8
11,25 104,2
1.30
77,4
7216
99,3
73.171-
119,0
September ,,
12,625
73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
1

506,75
109,6
11,40
105,6
1.30
77,4
7216
99,3
74J91-
120,7
October
12,10
70,4 9,87
5

75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
1

516,50
111,7 11,25 104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.161-
117,3
November
11,775
68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5
11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3
70.5/-
113,2
December

,,
12,625
73,4
9,35
71,5
166,00 71,7 163,75
69,4
482,00
104,4
11,75
108,8 1.30
77,4

7216
99,3
68.66
110,1

P
nuari


1930
12,67
5

73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
11,75
108,8
1.21
72,0
7216
99,3
71.916
115,1
bruari
11,72
5

68,2
8,175
62,5
130,00
60,0
135,75
57,5
398,50 86,2
11,75
108,8
1.11
66,1
72/6
99,3
71.1216
115,4
Maart
10,90
63,4 7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00 84,3
11,55 106,9
1.11
66,1
701-
95,9
68.1916
111,1
April
11,17
5

65,0
7,625
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
11,35
105,1 1.165
69,3
6716
92,5
61.31-
18,5
Mei
10,45
60,8 6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,0)
87,6
11,35
105,1
1.18
5

70,5
67/6
92,5
53.91-
66,1
Juni
10,05
58,4
5,175
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
11,35
105,1
1.18
5

70,5
6716
92,5
50.116 80,7
7 Juli

,,
9,55
55,5
1

5,20
39,8
158,00
68,3
106,00
44,9
350,00
75,7
11,35
105,1
1.18
5

70,5
6716
92,5
48.151-
78,5
14

,

,

,,
9,25 53,8 5,25
40,2
168,00
.72,6
102,00
43,2
317,00 68,5
11,35
105,1
1,185
70,5
6716
92,5
47.101-
76,5
1)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers vao 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
2)
= Western vÔôr de invoering ve

16 Juli 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

657′

het ‘totaal bedroeg, terwijl alle andere soorten goed ver-
tegenwoorcligd zijn.
De A.merikaa.nsche garenmaikt toont weinig -verbetering.
Verkoopen van •grQve en medionummeid, mule twist en
wef t, alsook ringtwist waren zeer beperkt en ofschoon
er een goede vraag bestond,,. ïvas het grootste gedeelte der
biedingen te laag om tot zaken te leiden. In enkele geval-
lçn zijn er flinké zaken gedaan, doch is dit uitsluitend voor
staizdaardgarens. geweest voor repeatorders, die bijna afge-
loopen waren. Getwijnde garens worden alleen in beschei-
den hoeveelheden gevraagd. Ook Egyptisehe garens woiden moeilijk &erkoobt. De vraag is over het algemeen gering en
kooper,s zijn tevreden met kleine kwanti, hoewel in enkele
gevallen flinke hoeveelhedeiï gevraagd zijn. Er gaan nog
geruchten over zaken in fijne getwijnde voile garens voor
popliiis, doch prijzen zijn aboiaabel. Naar ge’twijnde garens
voor poplins bestaat een bescheiden vraag. Over het alge-
meen gesproken, zijn zaken ‘zeer teleurstellend en de produ-
centen zijn algemeen geneigd hun productie te bepei-ken, die
nu waarschijnlijk mindei’ dan 50 percent van het normale
bedraagt.
– Doekprijzen zijn vast en er is geen aanzienlijke veran-
dering in de markt, terwijl zaken slechts, een gemengd ka-
lakter dragen. -Daar staat tegenover, dat vertteuiweljk ge-
meId wordt, dat de toon iets beter is en er wat meer-vraag
bestaat, doch doordat dze verbetering niet op aetueele
zakeii betrekking heeft, kan, men weinig van de toekomst
zeggen.. Een punt rnoet door overzeesche koopers niet -uit het oog worden verloren, al. dat doekprijzen heden buiten:
gewoon goedkoop zijn, vergeleken met den prijs van het ruwe
materiaal en indien eenige opleving van de vraag zou plaats
vinden, zouden bij de verminderde productie van Lancashire,
de prijzen ongetwijfeld vaster worden en zou men vel
&ens geen spoe(bge levering kunnen bedingen. –

Liverpooinoteeringen – .

Oost. koersen 1′ Juli 8 Juli
2 Juli 9Juli T.T.opBr.-Indië •115+ 1/5+
F.G.F. Sakellaridisl2,10 12,15 T.T.opHongkong Holiday 113
G.F. No. 1 Oomra- .3,80 3,50 T.T. op Shanghai
,,
115.

KOFFIE.
i)e flauwe stemming, waarvan in het vorige overzicht
werd melding gemaakt, bleef aanhouden. Het geschokte ver-
trouwen in den financieelen toestand van Brazilië, wist
zich niet te herstellen. Alleen in de laatste dagen trad

eenige verbetering in, hetgeen hoofdzakelijk moet worden
toegeschreven aan het oploopen van de» Braziliaanschen
wisselkoers . op Londen, welke sedert het laagste punt
ruim ‘d. hooer noteert. – Hoelang deze beterschap
zal -anhouden -moet afgewacht worden. Intusschen wa-
ren de k6st- en vraclitaanbiedingen voor -promptever:
scheping van Brazilië 2/z h 3/ hooger. .. Ook 4e termijn-
markten
Éaven
van een vastere stemming blijk, en de no-
teeringen liepen aan oe markt voor de eerste maanden-
lys ct. op en voor de latere % ct. Van Nederlandseh-
Indië waren de aanbiedingen van cle verschillende Robusta-
soorten vrijwel onveanderd.

Volgens ontvangen telegra’ bedi-oeg de voorraad in de
binnenlandsche pakhuizen in in de spoorwegstations van
Sao Paulo en Minas Geraes teruggehouden op 30′ Juni
21.210.000 balen tegen 21.833M00 -balen op 31 Mei.
– De of heinde loeo-noteeringen bleven onveranderd 38 èt.
per K.G. voor Superior Santos ‘en 32, t. voor Robusta.
Aan de Rotterdamsche”Terrnijnmarkt waren. de notee-
ringen Dinsdag 15 Juli des voormiddags als volgt: Jûli
2434′, September
2
3%, I)ecernber 21, Maart 1931- – 20%,
Mei 1931 – 20 ct.

De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Sautos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 55/. A 57/6 per
cwt., en van dito Prime ongeveer 58/6 A, 59/3, terwijl zij
van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte ver-
scheping, bedragen 35/9 it 37/-.
Van Robusta op aflading van Nederlandsch-Indië zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogeublik: – –
Palem-bang Robusta, Juli verscheping, 16 ct.; Benkoelen
Robusta, Juli verscheping, 16 Y ctr; Mand heling Robusta,
Juli verscheping, 17%j ct.; W.I.B. f.a..q; ‘Robusta, Juli ver-
scheping, 25 ct., alles ppr 34 K.G., cif, uitgeleverd gewicht,
netto contant.

I)e slot-noteeringen te New-York van’het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:


I

Sept.
I

Dec.
I

Maart
1

Mei

14 Juli
$

6,87
$

6,55
$

6,40
$

6,34
,,

6,21
-5,94
5,83
.
5,76
7

,……..
,

7,06
6,88 6,73
,

6,59
30

Juni

……..
23

,,

-……
…7,23
,,

7,05
6,86
.
6,80
Jtotterdam,
15 Juli 1930.

AN GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)

TIN
locoprijzen
Londen per
Eng, ton


;- KATOEN
for Middllng
locopr
New York
per Ib.

WOL
gekamde
Australische,

Merino, 64e Av.
lbco Bradford

per Ib.

WOL
gekamde
Australische,

CrossbredColo-
nial Carded,
50e Av. loco
Sradford per Ib.


RUBBER)
Standaard
Ribbed Smoked

Sheets
loco Londén per Ib.

SUIKER
Witte kristal-
suiker
;
loco
R’dam(A’dam.
per 100 K.C3


KOFFIE
Robusta
Locoprjzen

Rotterdam
per

K.G.

THEE
All. N.-I. theev.
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
tratheeplj1KO.

Indexcijfer
vIh. Centr. B. v. 1. Stat.,
herleid
van 1913= 100
tot 1925= 100

Indexcijfer
van The Economist,
herleid
1927
=
100
tot 1925=100

£
0(
8
cts.
°!o
pence
°lo
pence
0
10
Sh.
01
ti.
10
cts.
0
10
cts.
0
10
261.17!-
100,0
23,25
00,0 55,00
100,0
.29,50

.
100,0 2111,625 100,0 18,75
100,0.
61,375
100,0
84,5
100,0
100,0
1000
290.17(6
111,1
17,55
75,5
47,25
859
2475
83,9
21-
67,4
17,50
93,3
55,375
90,2
94,25
111,5
,

93,2
92:9
290.4!-
110,8
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89,8
1(6,375
51,6
19,12
5

102,0
46,875
76,4
82,75 97,9 95,4
89,5
296.916
113,2
16,85
72,7 47,25 85,9 26,00

.
88,1
116
50,5
18,37
6

98,0
47
76
0
6
81,25 96,2
96,1

896
289.1516
110,7 17,90
77,0
48,50
88,2
26,50
89,8
114,75
47,0
18,62′ 99,3
47


76,6
84
99,4
97,4
922
292-16
111,5 19,70 84,7
48,50 88,2 26,50
89,8
115,25
40,8
18,50
98,7′
45,375
73,9


96,1
90,2
287.12(6
109,8
22,05 94,4
50,00
90,9 -26,50 89,8
114,25
45,6
17,875
95,3 44,25
72,1
94,5
111,8
96,8
89,1
264.216
100,9
20,65
88,8 50,25
91,4
26,75
90,7
1(4,375
46,0
16,876
90,0
45,25
73,7
93
110,1
96,8
88,6
264.4(6
100,9
20,25
87,1
52,25 95,0
28,50
96
1
6
116,5
51
1
9
17,25
.
92,0
46
74,9
96
113,6

97,4
88,9
266.1316
101,8
19,70 84,7
51,50
93,6
28,75
97,3
1J7,75
55,4
17,87
5

95,3
46
74,9
8925


105,6

97,4
88,2
255J(-
97,4
‘19,25
82,8 53,00
96,4
29,75
100,8
117,25
54,0
17,37′
92,7
46′
74,9
84,5
100,0
98,7

87,9
233J016
89,2
l8,35
‘78,9

54,75
‘99,5
31,75
107,6
1J3,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9
79,5
94,1
96,8


87,9
233.1716
89,3
19,35

83,2

55,00
100,0
33,25
112,5
110,75
35,8

16,875
90,0
4r
76,6′
79
93,5
98,1
89,2
234.61-
89,5
20,65
88,8 54,50
99,1
33,00
111,9
-19,375 26,3
16,87
6

90,0
47
76,6
74,25
87,9
98,7

90,5
230.151-
88,1
21,55
92,7
54,25
98,6
32,25
109,3
-19 25,3
16,62′
88,7
48,25′
78,6′
” 78,25
92,6
98,1
91 2
218.816
83,4
21,35 91,8 55,50
100,9
31,75
107,6
-19,25


26,0

I,75
84,0
49

‘ –
79,8 73,25
86,7
98,7
.
89:8
211.191- 80,9
21,75 93,5 53,00
96,4
31,25
105,9
-19,25 26,0
15,50
82,7
49,875
81,3

71,25


84,3 95,5

.

88,2

21L18(-
80,9
‘19,30
83,0
51,75
94,1
30,00
101,7
-(925
260
16,00
85,3

51,875
84,5
.

6775


80,1
92,9
86,6

214,716 81,9
18,55
79,8
47,00
85,5
29,00 98,3

-J85
’23:9
15,875
84,7
52,75
86,0
70:25

83,1′
93,5 85,4
22L19(-
84,8
19,45


83,7 46,25
84,1
27,25
92,4
-18,8
24,7
14,62
6

78,0
53
86,4
73
86,4 94,2
85,1
232.1016
88,8
19,90


85,6
47,25
85,9
27,50
93,2 -18,625
24,2
14,00
74,7
53
86,4
75,75
.
89,6 95,5
85,1
22881-
87,2
20,45
88,0
46,25
84,1
28,00


94,9
-/8,5
23,9
13,925
74,3
51,75
84,3 76,5
90,5
95,5
84,8
222.716
84,9 20,20
86,9
46,75 85,0
28,75 97,3
-19,875 27,9
13,775
73,5
53,125 86,6
77,25 91,4
94,.
84,6
222.111-
85,0 28,10


86,5
44,25
80,5
27,75
94,1
l(-
33,7
13,375


71,3

54
88,0
74,25 87,9
94,2
85,4


221.016
84,4 21,25
91,4
44,00
80,0
27,50
93,2
110,125

34,0
13,50


72,0
54
88,0
72,75
86,1

94,8
95.8
2(Y7.516
79,2
20,45
,88,0
43,25
78,6
27,25
92,4
-110,5
29,5
13,375.
71,3
’54


88,0

74,25
87,9
92,9

83,9


197.5(6
75,3
-l9,40
83,4
‘41,50 75,5
26,25
89,0
-110,875
30,5

l2,2

.
65,3
54

,
88,8
73,50 87,0
91,6
81,7
200.51-
76,5
18,75


80,6
40,00
72,7
25,75 87,3
-110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2
91,0

81,9
209.516
79,9′
18,65
80,2
38,75
70,5
24,75
83,9

-111
30,9
13,425′
71,6
54
88,0

68,50
81,1
91,0
83,7
210.111-
80,4′
18,60
80,0
37,00

67,3
24,00
81,4
-(10,5
29,5
13,00
69,3
53,50 87,2
64
75,6
91,6
83,6
205.516
78,4
18,90
81,3
34,25 62,3
-23,75 80,5
-110,125
28,4
13,475-
71,9
51,75
84,3
64
75,6
91
1
0

‘82,0
188.916
72,0
18,45
79,4
32,50
59,1

22,50
76,3
-(9,625
.27,0
13,30
70,9
48,50


-79,0
66

78,1
-90,3

80,5
182-16
69, 5′
.17,50 .,
75,3
34,25 —
62,3
23,00
78,0
-(8,125
22,8
12,50
66,7
41,75
68,0 66,50
78,7
88,4 78,8
178.1816
68,3
17,25
74,2
31,25
‘56,8
21,25
72,0
-18
22,5
12,075-
64,4 36,75
59,9
60,75
71,8
87,1
78,8
174.131-
66,7
17,15
73,8 29,50 53,6
19,25
65,3
-(7,375
20,7
11,67
5

62,3′
35


57,0
60,50


71,6
84,5
76,9
174.41-
66,5
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2
-18
22,5
11,40
60,8
35
57,0 58,25

68,9
81,3
75,2
165.18!-
63,4′
-15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9 -17,625
21,4
1 0,70
57,1
35
57,0
62,25 73,7
78,7
74,2
161.1716
61,8
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5 -17,375
20,7
10,55
56,3
35

,
57,0
59,50 70,4
78,7

72$
145.-!-
55,4′.
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
-16,875
19,3
9,80 —
52,3
34,75
56,6

58
68,6
74,8 72,0
136.4(6
52,0
14,50
62,4 27,75
50,5

17,50
59,3
-16,125
17,2
9,775

52,1
33
53,8
58
68,6
1


70,4

135.2(6
51,6
– –
27,00
6

49,1
6
.
17,006
57,36
-(6,1875
17,4
9,75
,
52,0
32
,52,t
56,75.
67,2

132.15!-
50,7 13,105
56,3
5

26,757
48,5
7

16,62
5 7

56,4
7

-15,75
16,1
9,50′
_50,7
32
52,1
le huidige otticieele noteeringswijze (Jan. 192e); vanaf 16Dec.1929 74(5 K.G. Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 Z-Russische.
6)
=
Malting véôr de invoering van de huidige
ffic. not.wijze (Jan. 1928).
4)
Jaar- en maandgem. afger. op
1
18 pence.
6)
11Juli.
6)
3Juli. 7)10 Juli.

AV .
s

658

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

16 Juli 1930

Statistiek dér firm

G. Duuring
&
Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 Juli in duizenden balen.

1930

1929

1928

1927
1926

Voorraad in Europa…

2.095

.
2.185

2.188

1.762
1.574
Stoomend fBrazilië …

460

481

549

.
500
410
n.Europa

Oost-Indië.

67

.61

104

46
44

2.622
2.727 2.841
2.308
2.028
Vèorraad Ver. Staten
868
700 861 788
647

Stoomend iBrazilie
320
399
520
510
418
naar
4
10


Oost-Indib

_
3.814 3.836
4.222,
3.606
3.093
Voorr. in Pernambuco
6
1
1

Bahia

….
5
13
25
19
21
Victoria

..
103
49
96
7

Riode Janeiro .303
265 281 253 242
Santo’s

…..
1.272
1.158 1.096
835 1.215
Paranagua.
90
16
8

Totaal …, .. ‘5.593 ‘5.338 05.729 ‘4.720 ‘4.571

Op 1 Juni ………-. ‘5.483 ‘5346’ ‘5.438 ‘4.631 ‘4.449

‘Niet inbegrepen de binnen!, voorraden in Brazilië.

De
binnenlandsche voorraden te

Santos
Rio de Janeiro

1 Juni
1926
3.144.000
balen
1 Juli
.

1926
2.833.000
1 Juni
1927
2.810.000
1 Juli

.
1927
3.312.000
1
‘Juni
1928
11.714.000
1.154.000 balen
1 Juli
1928
11.672.000
1.180.000
1 Juni
1929
9.084.000

116.000
1 Juli
1929
8.785.000
,,
136.000
1 Juni
1930
21.833.000
..
2.498.000

THEE.
Het voorkomen van de theemarkt in de afgeloopen week
was nog immer niet verbeterd. Een uitzondering maakten
echter de goedkoopere Java- en Sumatra-soorten met prijzen
tot934
a
10 d., die te Londen eerder duurder waren. Ook
de Ceylon-theeën waren over het algemeen prijshoudend,
hetgeen samenhing met vei-betering der kwaliteit.
Met de aangeboden Britsch.Inclische soorten was het omgekeerde het geval. De oude partijen uit den vorigen
oogst, die men nu opruimt, waren niet aantrekkelijk. De
prijzen hiervoor konden zich ternauwernood handhavn.
Volgens mededeeling van de Vereeniging voor de Thee-
cultuur in Nederlandsch-Indië bedroeg de Noordelijk
Britsch-Indische oogst tot einde Juni 77.3 millioen lbs.
tegen 82.9 millioen lbs. verleden jaar.
Volgens publicatie uit dezelfde bron bedroeg de uitvoer
van Java over Juni 4.721.000 KG. tegenover 5.213.000 KG.
verleden jaar, waardoor de – totale uitvoer gedurende
Januari-Juni een hoogte bereikte van 32.596.000 KG. tegen
33111.000 KG. in 1929.

Amsterdam, 14 Juli 1930.

COPRA.

De markt was de afgeloopen week zeer kalm gestemd.
Tegen het einde nam hét aanbod, vooral van Juli aflading,
eenigszins toe.
De markt sluit met verkoopers van:

Ned.-Ind. fms., aflading Juli …………
f
22
Augustus …..
…..22%
Ned.-Ind. Mixed

Juli …………,, 21%
Augustus ……..,, 21
11
110

IJZER.
De handel op de continentale exportmarkt voor ruw
ijzer is ook de laatste wekeh van weinig of geen beteekenis
geweest; het prijsniveau voor Lux 3 is nog verder gedaald.
Ook de Cleveland markt is vrijwel verlaten. Van prijsver-
laging is hier evenwel geen sprake. Producenten blijven
de productie beperken.
Het Westeuropeesche gieterij-ijzerkartel heeft de officieele
exportprjzeu voor Lux 3 verlaagd. Voor levering franco
Nederlandsche grens is de noteering thans 65/. (was 66/6).
De staalmarkt was de laatste weken iets levendiger, doch
niet z&, dat van een gunstige wending gesproken kon
worden. Het Intetnationale Ruwstaalkartel heeft verleden
week besloten de reeds ongeveer : jaar bestaande over-
eenkomsten betreffende de minimum piijzen van staf.,
band- en plaatijzer op te heffen, waarop de noteeringen
voor deze producten aanmerkelijk gedaald zijn. –

..

1

VRACHTENMARKT.

Graan van Noord-Anserika.
Deze markt is over het alge-
meen zeer flauw, met uitzondering van de
Gulf,
vanwaar
een tamelijk goede yraag is. Van
Montreal
was in het be-gin van de week bijna niets te doen, maar tegen het einde werd de toestand beter en werd een boot van 20.000 qtrs.
afgesloten naar Londen tegen 1/6 per qtr. voor 9/20 Juli
laden, een boot van gelijke grootte naar Liverpool of Bir-kenhead tegen 1fl
34,
per 14/28 Juli, een boot van 33.000
qtrs. naar Avonmouth tegen 1/6, Avonmouth en Dunston
1/9, per 11/17 Juli, en een 32.000 qtrs. boot naar Antwer-
pen of Rotterdam tegen
$
0.0734 per 100 lbs., optie Havre
of Duinkerken tegen
$
0.08
34
optie Middellandsche Zee

$
0.10 en de verdere optie Lissabon en/of ‘Leixoes tegen

$
0.10 ddn,
$
0.1034, beide havens, voor prompt laden.
Van de
Gulf
schijnen meer ladingen aan de markt te
komen en wel naar intwerpen, Amsterdam, Rotterdam en
het U.K. voor Juli, Augustus en September laden. Voor Juli en Augustus zijn de vrachten nog steeds
$
0.10 per
100 lbs. naar Antwerpen; Rotterdam of Amsterdam, maar
voor 1/15 September is
$
0.1034, te krijgen voor elke grootte
tot 40.000 qtrs. –
La Plata.
Door de goede vraag van de vorige week is
heel wat prompte ‘tonnage uit de markt genomen en daar
bevrachters nog steeds een’ toenemende belangstelling too-
nen voor Juli booten liepen de vrachten snel op. Met de
afsluiting van een handige boot van de Bovenrivier naar
‘[J.K./Continent tegen 15/6 werd, in vergelijking met de
hoogste vracht, die een week geleden verkregen werd, een stijging van 3/- geconstateerd. De viaag
wad
hoofdzakelijk
naar handige booten, alle voor laden, aan de Bovenrivier.
Niettemin wist een 6800 tonner 14/6 te krijgen van
Diamante met compieteering van .San Nicolas naar Ant-
werpen, Rotterdam of Amsterdam. Een boot van 6000 ton
lading werd gesloten naar de Middellendsche Zee tegen
de verbeterde vracht van 12/9 naar Marseille of Genna,
13/3 beide havens, met de optie Adriatische Zee tegen 13/9
naar ddn, 14/3 naar twee en 1419 naar drie havens. Van
Buenos Aires naar lJ.K./Continent werd afgesloten tegen
12/6, met een reductie van 0 d. naar. Antwerpen of Rot-
terdam.
,S6iker van West-Indië.
Er is nog steeds een goede vraag
naar tonnage voor Juli/Augustus en Augustus ladent spe-
ciaal naar groote booten. De vrachten zijn echter niet ver-
beterd en zijn nog steeds 12/6 naar U.K./Continent, tegen
welk cijfer twee groote booten. zijn afgesloten, lén per 15/25
Juli en de andere per 1/15 Augustus, terwijl een 7300 ton-
ner 12/- heeft geaccepteerd voer 28 Juli/10 Augustus laden.
Op het oogenblik is er vraag naar een boot van ca. 3000
ton voor Juli laden, waarvoor 13/. verkregen kan wordan,
misschien een beetje meer. Bevrachters zoeken tevens een
boot van gelijke grootte per 15/31 Augustus tegen 12/9
131-. Door Russische koopers is een contract afgesloten
van ca. 50.000 ton suiker, en worden hiervoor offertes
gevraagd naar Zwarte Zeehavens tegen 16/. naar 66, 16/6
naar twee loshavens, voor Juli en begin Augustus laden en
naar Leningrad tegen 151-.
Van de
ilfiddellancl.scke Zee is
de stemming nog zeer fl auw. In het begin van de week scheen’ de vraag iets
beter te worden, doch de nieuwe orders werden onmiddel-
lijk uit de markt genomen en tegen het einde der week
heerschte er wederom een gebrek aan orders, in ?t ‘bijzon-
der voor Juli posities. Tenzij er een betere vraag naar erts
komt, is er moeilijk eenige verbetering in de vrachten te verwachten. De volgende vrachten werden betaald voor
ertsladingen: Hornillo Baai/Cardiff 5/6; Almeria/Boston
9/-; Bona/Workingtown 6/6; Huelva/Rotterdam
41734;
Am-
sterciam 5/9; Hamburg of Harburg 616; Rouaan 5/6; Huel-
va/Philadelphia 1019.
Kolen van U.K.
De vraag naar scheepsruimte bleef zeer
beperkt, en daar -booten overvloedig worden aangeboden,
zijn de vrachten naar alle richtingen gedaald; 61. is ge-
accepteerd naar Genna door een groote boot en zelfs 151-
naar Buenos Aires.
Van Zuid-Wales werd afgesloten: Rouaan 3/434, Lissa-
bon 6/434, Huelva 7/-, Geuua 6/-, Piraeus 716, Port-Said 7/3,
Buenos Aires 15/-, Villa Constitucion 16/., optie Rosario
16/6 en Quebec of Montreal 8/-, en van de Oostkust: Stock-
holm 4/-, Frederiksstad 5/6, Lindholm Pier 413, Elbe 3/1341, Rotterdam
3/134,
Antwerpen 2/134, Rouaau 316, Algiers
713, Genua 6/6 en Teneriffe 8/6.

•M, E. VREEDE L ROTTERDAM

ACCOUNTANT – LID V.N.A.
– MATHENESSERLAAN2I, TEL. 30840

Accountancy, Boekhouding, Belastingzaken

Auteur